Onderwijswetenschappers pleiten voor een collectieve aanpak
‘Verminderen kansenongelijkheid vraagt om lef en samenwerken’ Om écht iets aan kansengelijkheid in het onderwijs te doen, is een collectieve aanpak nodig, zo menen onderwijswetenschappers Eddie Denessen, Louise Elffers en Mark Levels. Volgens hen ligt de toekomst van het gelijkekansenbeleid in lef, sturing en samenwerking.
Mark Levels
De Onderwijsinspectie publiceert jaarlijks een rapport over de trends en ontwikkelingen in het onderwijs. In de ‘Staat van het Onderwijs 2014/2015’ constateerde de inspectie voor het eerst dat de kansenongelijkheid tussen leerlingen met lager en hoger opgeleide ouders toeneemt. Eddie Denessen: ‘Uit het rapport bleek dat kinderen met dezelfde cito-scores en vergelijkbare prestaties aan het eind van de basisschool ongelijke kansen hebben op een bepaald diploma. Kinderen krijgen hiermee een schoolloopbaan die je voor een deel kunt terugvoeren op het opleidingsniveau van de ouders.’ Mark Levels: ‘Het kan niet zo zijn dat kinderen die gelijk presteren een ongelijke schoolloopbaan volgen.’ Louise Elffers: ‘Natuurlijk was kansenongelijkheid niet nieuw, maar het is door het rapport een beleidsissue geworden met alle bijbehorende aandacht.’ Eddie: ‘Er is als het ware een appel gedaan op het onderwijs: we moeten hier nu iets aan doen!’
Wat is kansengelijkheid in het onderwijs? Volgens Louise bestaat er geen eenduidige definitie van gelijke kansen. Daardoor ontstaat onder meer onduidelijkheid over de vraag: wanneer mag je wel of niet rekening houden met de thuisachtergrond van leerlingen? 16
‘Als je het hebt over gelijke kansen op de verwezenlijking van je leerpotentieel, dan is rekening houden met de thuisachtergrond soms nodig. Om iedereen gelijke kansen te kunnen bieden, moet je leerlingen soms ongelijk behandelen. Leerlingen hebben immers verschillende dingen nodig om tot bloei te kunnen komen en het onderwijs speelt daarop in.’ ‘Maar gelijke kansen gaat ook over gelijke behandeling bij gelijke geschiktheid’, vervolgt Louise. ‘Dit uitgangspunt van gelijke kansen, wat Eddie en Mark ook aanhalen, is bijvoorbeeld van belang bij hét bepalende schooladvies: dan is het zeer belangrijk dat iedereen wél een gelijke behandeling krijgt, ongeacht de thuisachtergrond.’ Mark: ‘Veel ouders maken zich zorgen over het overgangsmoment, aangezien het zo bepalend is voor de toekomst van kinderen.’
Meer lef en sturing Het probleem dat in het rapport wordt geschetst, is veel groter dan alleen de overgang van de basisschool naar de middelbare school. Je ziet dat kinderen met minder geschoolde ouders vanaf de geboorte eigenlijk al ongelijke kansen hebben, door legio oorzaken. Volgens Eddie kun je kansengelijkheid niet los zien van de algemene tendensen in de maatschappij. En je kunt het ook nooit helemaal realiseren, maar je kunt wel proberen om de onrechtvaardigheid zo klein mogelijk te maken. ‘In de gelijkekansenaanpak zijn er allerlei interventies voor de voorschoolse of buitenschoolse periode én proEddie Denessen gramma’s die zich