PrimaOnderwijs #4 Maart 2025

Page 1


Nummer 4 / Maart 2025

Kristin vanlommel

‘Misschien is het geen leuke boodschap maar verandering is onvermijdelijk’

Onderzoek en innovatie

meer kennis met noviteiten?

robothond

Technologische innovaties in speciaalen praktijkonderwijs

Estland

Wat is het geheim van de Europese koploper qua onderwijs?

www.primaonderwijs.nl / verschijnt 5x per jaar

Aan het woord: directeur Jan van de Ven van researchED

Waarom boeken bij Diogenes Reizen?

 Al 25 jaar de schoolreis specialist!

 Wij komen graag persoonlijk langs

 Ons ervaren team ontzorgt u volledig!

 Altijd de scherpste tarieven!

 Gemiddelde reiswaardering van 8.8!

Onderzoek en innovatie voorwoord

Meer kennis met noviteiten?

Het is soms best lastig om keuzes te maken wanneer je een groot aanbod hebt. Dat geldt ook voor het onderwijs als het bijvoorbeeld gaat om lesprogramma’s en materialen. Daarom is het thema van deze editie ‘onderzoek en innovatie in de onderwijs-praktijk’. En passend binnen dat thema, heeft ook PrimaOnderwijs deze keer zelf iets innovatiefs gedaan!

Als mediapartner van de NOT waren we weer aanwezig tijdens de onderwijsbeurs. Ditmaal zijn we aan de slag gegaan met iets nieuws: de PrimaOnderwijs Podcast. In onze afleveringen laten we interessante sprekers aan het woord over mentale diversiteit, inclusiviteit, naschoolse activiteiten, een prettige werkomgeving en het gebruik van muziek in het onderwijs. Meer over de inhoud lees je op pagina 38, daar vind je ook de QR-code naar het PrimaOnderwijskanaal op Spotify.

Verder namen we een kijkje in het onderwijs in Estland. Maie Kitsing, adviseur van het Estse Ministerie van Onderwijs en Onderzoek vertelt hier meer over. Wist je bijvoorbeeld dat door het Estse systeem er nog maar tien mensen zijn die op inspectie komen als dat nodig lijkt? Je vindt het verhaal op pagina 14

En hoe kunnen technologische innovaties gebruikt worden in het gespecialiseerd onderwijs? Je leest meer over het gebruik van VR brillen, drones, een real care baby en een robothond op pagina 8. Volgens innovatiemedewerker Angela Kuijper komen de leerlingen in het speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onder-

wijs en praktijkonderwijs die innovaties ook tegen in hun werk.

Lector ‘Organiseren van Verandering in Onderwijs’ aan de Hogeschool Utrecht en Bijzonder Hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen, Kristin Vanlommel bespreekt op pagina 20 hoe je te werk kunt gaan om je onderwijspraktijk te verbeteren. Wat is de eerste stap?

Welke bronnen zijn relevant en hoe maak je keuzes?

Ook hebben we ruimte gemaakt voor evidence informed werken op pagina 26. Directeur van researchED Jan van de Ven vertelt jullie meer over trends, de behoefte aan houvast en de balans tussen bewezen effectief leren en lesgeven met een eigen signatuur.

Met deze onderwerpen en nog veel meer proberen we je te inspireren en verder te helpen. Zelf leuke voorbeelden? Schroom niet om de redactie een mailtje te sturen.

Veel leesplezier!

Wiesette Haverkamp Hoofdredacteur PrimaOnderwijs

Ideeën, vragen, verzoeken voor PrimaOnderwijs? Mail naar redactie@primaonderwijs.nl

Volg @PrimaOnderwijs ook op Instagram, LinkedIn, X, Facebook en Spotify.

Doe mee met de Week van het geld van 24 t/m 28 maart!

Speelgoed, een spelcomputer of een uitje met vrienden: zomaar wat dromen van leerlingen waar geld voor nodig is. Maar hoe kom je aan geld? Wat is een spaarplan? En hoe weersta je nanciële verleidingen zoals reclames, in uencers en in-game aankopen? Dit en meer staat centraal tijdens de Week van het geld!

Leer jouw leerlingen hun gelddromen waar te maken

Met het thema ‘Hoe maak jij je gelddromen waar?’ zet je jouw leerlingen in hun kracht door ze te leren hoe verstandige geldkeuzes kunnen bijdragen aan het realiseren van hun gelddromen. Je doet eenvoudig mee aan de Week van het geld met onze gratis themapakketten en gastlessen voor het basisonderwijs of het voortgezet onderwijs. Waar kies jij voor?

Hoe kun je met jouw klas meedoen aan de Week van het geld?

Bestel het gratis themapakket

Met het ‘Hoe maak jij je gelddromen waar?’ themapakket stel je eenvoudig je eigen geldles samen.

3

1

Video

2

Vraag een gratis gastles aan

Bekijk met de klas onze explainervideo’s

En behandel zo onderwerpen als digitaal geld, in-game aankopen en geldcriminaliteit.

Voor zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs kun je kiezen uit verschillende gastlessen.

4

Bestel de gratis ‘Hoe maak jij je gelddromen waar?’ poster

Hang ‘m op in de klas en laat zo zien dat jullie meedoen aan de Week van het geld!

Direct bestellen

Ga naar weekvanhetgeld.nl/po of naar weekvanhetgeld.nl/vo

Inhoud

16

38 Nummer 4 maart 2025

Schoolteams versterkt met professionals uit techniek en maakindustrie

Podcast!

30

Dat wil je niet missen

Een eigen herdenkingsmoment ontwikkelen? Zo doe je dat 53

Volg ons

Colofon

Hoofdredactie

Wiesette Haverkamp

Vormgeving

Martin Hollander

Medewerkers

Marco van den Berg, Erik Ouwerkerk, Esmee Weerden, Martijn de Graaff, Klaske Delhij

Foto’s

Shutterstock, iStock

@ primaonderwijs

Redactie

Dit kan jij betekenen in de bescherming tegen de zon

030 - 241 70 44, redactie@primaonderwijs.nl, postbus 40266, 3504 AB Utrecht

Sales 030 - 241 70 21, account@edg.nl

Klantenservice

030 - 241 70 20 klantenservice@edg.nl

Verschijning en verspreiding PrimaOnderwijs verschijnt 5 keer per jaar. Verspreiding via gecontroleerde distributie door EDG Media bij alle basisscholen en scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland. Naast het magazine biedt PrimaOnderwijs een wekelijkse nieuwsbrief en de website www.primaonderwijs.nl

Zo start je met formatief handelen en implementeer je het succesvol

8 Van robothond tot drones: innovatie in het svo 10 Schoolleider deelt ervaring met evidence-informed werken 14 Estland? Zo organiseren ze onderwijs daar 19 Aan de slag met verhalen van Anne Frank 20 Hoe verbeter je je onderwijspraktijk? 22 Over mbo en arbeidsmarktinformatie 26 Onderwijsplatform researchEd vertelt 34 Leer gratis en fysiek omgaan met geld 46 Online belevingswereld van leerlingen: wat moeten wij ermee? 57 Kind op het vmbo? Gefeliciteerd! 60 Breng oorlog en vrede dichterbij met een monument

Met 100.000 lezers het grootste blad voor alle onderwijsprofessionals.

PrimaOnderwijs is een uitgave van

©Copyright 2025 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever is niet aansprakelijk voor enig handelen op grond van de in dit blad gegeven adviezen of gedane mededelinge n.

Naar buiten?
Doe de check! Bij zonkracht 3 of hoger:
Veel plezier!

Tips van de redactie

Heb jij een tip voor de redactie?

Stuur een e-mail naar redactie@primaonderwijs.nl

De Landelijke Opschoondag komt er weer aan op 22 maart

Doe jij met je klas mee aan de Landelijke Opschoondag? Deze vindt zaterdag 22 maart plaats. Het doel van deze dag is dat heel Nederland zich als groep inzet om zwerfafval in parken, straten en andere buitenruimtes op te ruimen.

Jaarlijks worden er duizenden acties georganiseerd. Nieuw deze editie is dat uit alle ingezonden acties een activiteit in het zonnetje wordt gezet tijdens de Landelijke Opschoondag. Supporter van Schoon, initiatief van Verpact, onderstreept het belang van het aanmaken van een actie om op die manier met zoveel mogelijk mensen te zorgen voor een schone leefomgeving voor mens, milieu en dier. De organisatie roept iedereen op om de handen uit de mouwen te steken, mee te doen en een actie aan te maken via de website.

Iedereen kan meedoen aan de Landelijke Opschoondag: jong en oud, van buren en bedrijven tot scholen, verenigingen en gemeenten. Met een afvalgrijper en

een vuilniszak in de hand zorgen deelnemers voor een schonere omgeving en een zichtbaar verschil in de buurt. Gevonden flesjes en blikjes met statiegeld kunnen bij het dichtstbijzijnde innamepunt worden ingeleverd.

Meer informatie, scan de QR-code:

Wat is jouw visie op onderwijskwaliteit?

Scan de QR-code om naar de vragenlijst te gaan:

Wat verstaan mensen die werkzaam zijn in het onderwijs onder onderwijskwaliteit? En hoe kan toezicht daar positief aan bijdragen? De Inspectie van het Onderwijs vraagt onderwijsprofessionals om input, nu de ontwikkeling van nieuwe onderwijskaders van start is gegaan. Om hun inzichten te verzamelen, vraagt de inspectie hun om een vragenlijst in te vullen.

De nieuwe onderzoekskaders worden in 2027 van kracht. De vragenlijst, waarvan het invullen ongeveer tien minuten duurt, is bedoeld voor iedereen die in het onderwijs werkt als leraar, docent, zorgcoördinator, medewerker kwaliteitszorg, schoolleider of bestuurder in het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs.

Sjors
Massar
Fotografie

Kinderboeken staan woensdag 2 april wereldwijd centraal tijdens Wereldkinderboekendag, internationaal bekend onder de naam International Children’s Book Day. IBBYNederland heeft dit jaar het thema gekozen ‘De vrijheid van verbeelding’, waarbij de andere landen ook aansluiten. Dit motto komt van de laatste zin van het gedicht ‘Beeldtaal’, geschreven door Rian Visser:

“Maak beelden bij mijn gedicht, maar voel je vrij: deze woorden zijn van jou, ook al kwamen ze uit mij.”

IBBY-Nederland gebruikt bovenstaande dichtregels op de door Janneke Ipenburg geïllustreerde poster, die - vertaaldin 85 landen verspreid wordt. De poster is een startpunt om de fantasie aan te wakkeren en verder te ontwikkelen, net zoals dat in kinderboeken kan gebeuren. Je vindt deze poster in tweevoud bij deze editie van PrimaOnderwijs.

Bij het thema zijn gratis lessuggesties ontwikkeld, in het Nederlands en Engels. Deze én meer ondersteuning en inspiratie vind je op de website van IBBY-Nederland, onder ‘activiteiten’: www.ibby-nederland.nl/activiteiten

Filosoferen met kinderen

Aan de slag met filosofie in de klas? Van 5 tot en met 13 april is het de Week van de Kinderfilosofie.

Hiervoor is gratis materiaal beschikbaar waarmee je thuis, in de klas, in de bieb of bij de BSO aan de slag kunt om het belang én het plezier van filosoferen met kinderen te ontdekken. Ook is het gratis filosofeer-doe-boekje over het thema zorg gemaakt, evenals een interactieve podcast naar aanleiding van de shortlist voor de Ludoq en een handleiding bij de boeken.

Het thema van de Week van de Kinderfilosofie sluit aan bij het thema van de Maand van de Filosofie. Ga aan de slag met vragen als: Waar zorg jij voor? En wat betekent het eigenlijk als je voor iets of iemand zorgt? En waarom doe je dat? Omdat het moet, of omdat je je anders zorgen maakt erover? En zijn er ook dingen die jou geen zier interesseren, waarvan je denkt “het zal mij een zorg zijn

Ook dit jaar kan iedereen die gaat filosoferen met kinderen weer boekjes bestellen om mee te geven aan de kinderen of om direct zelf als materiaal te gebruiken. De boekjes zijn gratis te bestellen via weekvandekinderfilosofie.nl/boekje-2025/ Ludoq: de prijs voor het beste filosofische kinderboek van 2024. De jury heeft de shortlist bepaald op basis van de vraag: Welk kinderboek zet jonge lezers aan tot bespiegelingen over filosofische vraagstukken of roept filosofische vragen op? Daarnaast spelen criteria als stijl, illustraties en vormgeving een rol.

Vanaf 10 maart kan het publiek via weekvandekinderfilosofie.nl

stemmen voor de publieksprijs. De prijsuitreiking van jury- en publieksprijs vindt plaats op zondag 6 april in Hilversum. De podcast is een interactieve luisterervaring die meeneemt langs alle vijf de genomineerde titels en in de wereld van filosoferen met kinderen. Het doel is om handvatten te bieden om op een toegankelijke en inspirerende manier samen met kinderen te filosoferen. Bij elk van de titels maken we ook een eenvoudige filosofische gesprekshandleiding. Het materiaal en de podcast zijn gratis beschikbaar via de website vanaf 10 maart.

Deze woorden zijn van jou, ook al kwamen ze uit mij.
PrimaOnderwijs
‘Onze

leerlingen komen deze innovaties straks ook tegen in hun werk’

Een robothond die door school loopt, een beamer die de rekenles op de vloer projecteert en leren vliegen met drones. De lessen van Biezonderwijs, waar negen scholen voor speciaal- en praktijkonderwijs onder vallen, zijn doorspekt met technologische innovaties. “We zien dat onze leerlingen enthousiast en nieuwsgierig raken, ze zitten echt op het puntje van hun stoel. In steeds meer beroepen wordt technologie gebruikt, dat maakt innovatie waardevol én leuk”, zegt Angela Kuijper, innovatiemedewerker.

Tekst: Klaske Delhij

Bij Biezonderwijs in Tilburg en Goirle krijgen ruim 2.000 leerlingen, in de leeftijd tussen 4 en 20 jaar, gespecialiseerd onderwijs. Op de scholen voor speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs werken ruim 600 medewerkers.

Innovatie-aanjagers

Onderwijsinnovatie is binnen de organisatie een belangrijke factor, vertelt Angela Kuijper. Als kartrekker richt zij zich voornamelijk op innovatie en technologie. Daarnaast heeft elke school sinds afgelopen school-

jaar een innovatie-aanjager: een medewerker bij wie collega’s terecht kunnen met vragen of ideeën over vernieuwing in het onderwijs. Dat kan ook op andere vlakken zijn dan technologie. Verder is er op elke school een i-coach, die zich bezig houdt met digitale geletterdheid en ict kwesties.

VR

brillen en een real care baby

Samen met dit team heeft Angela het afgelopen jaar twintig innovatieboxen samengesteld en dit aantal blijft groeien. Ideeën voor de inhoud doen ze op via een onderwijsnetwerk van innovatiemedewerkers en op beurzen. De boxen rouleren tussen de scholen, zodat leerkrachten een aantal weken de verschillende

Foto: Jules van Iperen

spellen en innovaties kunnen uitproberen. “We hebben bijvoorbeeld programmeerbare LEGO ®, VR brillen en drones, maar ook een real care baby, die we gebruiken in de lessen Zorg en Welzijn”, licht Angela toe. “Verder hebben we spellen als Active Floor en Picoo, daarmee stimuleer je bewegend leren en spelen, zowel binnen als buiten.” Als leerkracht kun je bij deze games de opdrachten aanpassen aan de lesstof die je wilt behandelen, zoals taal, rekenen, aardrijkskunde, maar je kunt ze ook gebruiken bij de gymles.

Virtual OV

“We hebben ook een box natuur en biologie, daarin zit een microscoop die 42 keer kan uitvergroten, een box voor rekenen en om te leren programmeren.” Ze wil ook een box verkeer maken. “Onze leerlingen worden vaak gebracht naar school, maar als ze naar het vso gaan, moeten ze ook leren zich zelfstandiger te bewegen in het verkeer. Met Virtual OV leer je hoe in- en uitchecken in het OV werkt, waar je trein of bus naartoe gaat en waar je moet uitstappen. Met de VR bril kunnen ze rustig op school verkeerssituaties oefenen en bouwen ze hun zelfvertrouwen op.”

‘Wat kan ik hiermee in mijn les?’

“Het is natuurlijk voor een leerkracht ook zoeken: wat kan ik hiermee in de les?” vertelt Angela. Ze helpt leerkrachten op weg door promotiefilmpjes te maken, uitleg te geven, aan te schuiven bij overleggen van teams en schoolleiders, ervaringen te delen op social media en verbindingen te leggen. “Dan zeg ik: op die school is deze box al gebruikt, ga eens met ze in gesprek. Hoe pakken zij dat aan?” Ook de innovatieaanjagers en i-coaches hebben hierbij een belangrijke rol op hun scholen. “We blijven mensen constant enthousiasmeren, anders heb je straks allerlei materialen, maar blijven ze in de kast liggen. Nu is driekwart van de boxen uitgeleend, dat is een heel mooi percentage.” Op veel andere scholen wordt een fysiek lab

Met de VR bril kunnen ze rustig op school verkeerssituaties

oefenen en bouwen ze hun zelfvertrouwen op

ingericht waar de leerkracht met z’n klas naartoe kan om nieuwe materialen uit te proberen. “Maar voor onze leerlingen werkt het beter als ze in hun vertrouwde lesomgeving dingen kunnen uitproberen, daarom hebben we voor deze innovatieboxen gekozen.”

Robothond als visitekaartje

Zijn alle medewerkers enthousiast of merkt ze ook weerstand? “De ene medewerker heeft meer affiniteit met technologie dan de ander, er zijn ook niveauverschillen in vaardigheden. Het heeft dus wel tijd nodig. Spellen als Active Floor en Picoo zijn laagdrempelig en sluiten goed aan bij de dagelijkse onderwijspraktijk, die worden vaker uitgeleend dan een drone of robothond”, vertelt Angela. “Maar op open dagen ga ik straks met de robothond rondlopen op school. Kinderen slaan er meteen op aan. Het is ook een mooi visitekaartje naar buiten toe dat onze leerlingen met nieuwe technologie leren omgaan.”

Vliegwedstrijd met drones

In deze fase is het vooral kennismaken met nieuwe technologie. “Maar we willen ook de verdieping opzoeken, waarbij je het integreert in de lessen. Onze leerlingen komen deze innovaties straks ook tegen in het werk. De brandweer en politie gebruiken nu al een robothond, dakdekkers en boeren gebruiken drones, bijvoorbeeld om hun gewassen te controleren. Dus ja, leerlingen leren omgaan met drones heeft zeker zin”, geeft Angela aan.

“Biezonderwijs organiseert dit jaar een Drone Cup, een vliegwedstrijd met drones voor onze scholieren. Ze leren zelf vliegen, een obstakel bedenken en moeten die zelf maken. Er zitten heel veel aspecten in die lessen: drones besturen, samenwerken, brainstormen, creatieve oplossingen bedenken, veiligheidseisen, de geschiedenis en toekomst van drones. Hoe mooi is het voor onze leerlingen om aan zo’n wedstrijd mee te doen?”

Angela Kuijper

Evidence-informed werken in een lerende schoolcultuur

Evidence-informed werken draagt bij aan duurzame onderwijskwaliteit. Het vraagt om een onderzoekende houding van de schoolleider en het team. Jeanette van Loo, schoolleider van Het Vlot en de Ichtusschool, deelt haar ervaring met evidence-informed werken aan de basisvaardigheden op deze Vlissingse basisscholen. Hedwig van Schie is als Onderwijscoördinator bij het ministerie van OCW betrokken bij het verbetertraject.

Als je iets wilt ontwikkelen, moet je de manier van kijken, denken en doen mee ontwikkelen

“Evidence-informed werken betekent dat leraren kennis uit de wetenschap en de praktijk gebruiken voor hun specifieke schoolcontext. Die context verschilt per school”, vertelt Hedwig van Schie. “Wat goed werkt in de ene situatie, kan minder effectief zijn in een andere context. Het is aan de professionaliteit van een lerarenteam om zich goed te informeren en op basis daarvan de juiste afweging te maken. Zoals de Vlaamse onderwijskundige Pedro de Bruyckere stelt: ‘Met evidence-informed erkennen en herkennen we de professionaliteit van de leerkracht.’”

Brede aanpak en gespreid leiderschap

Jeanette van Loo deed in samenspraak met de medezeggenschapsraad in 2022 een aanvraag voor de subsidie Verbetering basisvaardigheden. Samen kozen ze voor hulp op het gebied van taal, rekenenwiskunde, digitale geletterdheid en burgerschap. Van Loo verklaart de brede aanpak: “Ik begrijp het heel goed als een schoolteam zich eerst focust op een of enkele basisvaardigheden, om daarna met het volgende aan te vangen. Maar soms speelt er heel veel tegelijk op een school en wil je als team alle zeilen bijzetten om de leerlingen niet tekort te doen.”

Van Loo zette tevens in op gespreid leiderschap. Hierbij stimuleert een schoolleider leerkrachten met expertise op een bepaald gebied om leiderschap te nemen, bijvoorbeeld door hem een kartrekkersrol te geven. Door leiderschap te spreiden in de school en elkaar leiderschap te gunnen, wordt kennis benut. Van Loo: “Als je iets wilt ontwikkelen, moet je de manier van kijken, denken en doen mee ontwikkelen. Dat kan best spannend zijn. Daar moet je elkaar als collega’s bij helpen, zodat de veranderingen op school ook duurzaam zijn.”

Sinds 2022 werken ruim 5.100 scholen in het funderend onderwijs evidence-informed aan beter onderwijs in taal, rekenen-wiskunde, burgerschap en/of digitale geletterdheid. Dit doen ze met ondersteuning vanuit het Masterplan basisvaardigheden. In 2025 komt daar weer een grote groep scholen bij.

Lerende cultuur

Van Schie is het daarmee eens. “Kennisontwikkeling binnen het schoolteam ondersteunen we graag, zodat een lerende cultuur ontstaat. Hierbij bespreken leraren met elkaar hoe kennis uit onderzoek kan bijdragen aan hun onderwijs. Dat proces begint vaak bij de schoolleider.” Door teamleden samen te laten werken aan goed onderwijs en hen daarbij te stimuleren kennis en expertise de school in te halen, ontstaat er een onderzoekende cultuur. Hierin werken leerkrachten stap voor stap onderbouwd aan goed onderwijs.

Jeanette van Loo

Scholen zijn vaak nog zoekende

naar relevante actuele kennis

De schoolleider die basisvaardigheden wil verbeteren, gebaseerd op wetenschappelijke inzichten en best practices, laat – in samenspraak met het team, de medezeggenschapsraad en het managementteam –in het activiteitenplan zien waar de school aan wil werken en waarom.

“Scholen willen graag evidence-informed werken, maar zijn vaak nog zoekende naar relevante actuele kennis. Een duidelijke vindplaats met betrouwbare bronnen helpt daarbij. Met een interventiekaart met tal van doorverwijzingen naar onderzoeken, rapporten en voorbeelden uit de praktijk (best practices), reiken we die aan”, legt Van Schie uit. “Vooral voor burgerschap was dat heel behulpzaam”, herinnert Van Loo zich. “We hebben gebruikgemaakt van de onderzoeksscan van het Expertisepunt Burgerschap (www.expertisepuntburgerschap.nl) waarmee we inzicht kregen in wat we al deden op dat terrein en wat onze mogelijkheden waren.”

Cyclisch werken en opleiding

“Het doorlopen van een aantal stappen helpt bij het kiezen van de juiste interventie en het succesvol borgen en implementeren van de aanpak”, maakt Van Schie duidelijk. “Als je een goede probleemanalyse hebt en helder voor ogen hebt wat je wilt bereiken en wat je daarvoor gaat inzetten, kun je in een later stadium ook vaststellen of dat gelukt is. En of het nodig is om je doelen en werkwijze bij te stellen. Evidence-informed werken vraagt om een cyclisch proces.”

Evidence-informed werken betekent ook dat teams een nieuwe invulling geven aan leiderschap. Van Loo: “Enkele professionals van onze scholen volgden een opleiding tot rekencoördinator. Ze deden nieuwe kennis en vaardigheden op. Dat betekende logischerwijs dat ze oude gewoonten moesten loslaten en een onderzoekende houding aannamen. Ze observeerden ook elkaars lessen: hoe geef je feedback aan een ander, hoe ga je om met kritiek?

Wie eenmaal rekenexpert is, wordt bovendien vraagbaak en inspiratie voor collega’s: hoe vul je die

Hedwig van Schie

nieuwe rol in? Er komt dus een hoop kijken bij verandering,” verklaart de Zeeuwse onderwijsdirecteur.”

Tips voor scholen

Geen duurzame verbetering zonder lerende cultuur op school, waarin iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt, menen Van Loo en Van Schie. Hebben ze nog meer tips voor scholen die hun ambities op het gebied van basisvaardigheden willen waarmaken? “Lees je in en bereid je voor, maar toets je inzichten ook vooral in de praktijk”, geeft de schoolleider mee. Ze vervolgt: “Gedurende het proces kregen we in de gaten dat we toch te veel hooi op de vork hadden genomen. Dat deed ons besluiten om de voorgenomen nascholing voor leesonderwijs voorlopig te laten, maar wel een externe aanbieder in te zetten om goede voorbeeldlessen te geven, gericht op extra motivatie en leesplezier. Hiervan leerden zowel de kinderen als het team. De nascholing komt zodra we daaraan toe zijn. Doelen bijstellen als ze niet haalbaar blijken, en dan weer verder; ook dat is leiderschap.” ◗

Scan de QR-code voor meer informatie

Evidence-informed werken, Masterplan basisvaardigheden (website)

Evidece-informed werken (video)

Interventiekaart basisvaardigheden

Onderzoekers en leraren op weg naar effectief leesonderwijs in TaalLab (PrimaOnderwijs)

Deel deze website met alle eindexamenkandidaten!

De eindexamens 2025 komen er alweer aan. Op lerenvoorhetexamen.nl staat alle informatie die leerlingen nodig hebben om zich goed voor te bereiden. Je vindt hier ook betrouwbaar materiaal om toe te passen in je lessen. Alles wordt overzichtelijk aangeboden per leerniveau, vak en domein.

Lerenvoorhetexamen.nl is er voor alle eindexamenleerlingen. En biedt kosteloos ondersteuning bij de voorbereiding op de examens. Denk bijvoorbeeld ook aan de thuiszittende leerling of aan de leerling zonder geld voor extra examentraining. Zo krijgen zij een betrouwbaar extra steuntje in de rug.

Lerenvoorhetexamen.nl wordt ondersteund door Kennisnet, het LAKS, CvTE, het ministerie van OCW en CitoLab.

Overzichtelijk per leerniveau, per vak, per domein.

Materiaal eenvoudig toe te passen tijdens je lessen.

Betrouwbaar en vrij toegankelijk.

Horen wat er niet gezegd wordt

“Ik kan drie dingen bedenken waar je met me over wil praten.” Hij zit voor me, de leerling die ik al meerdere jaren lesgeef. Hij kijkt, is vaak opmerkzaam, wijst me op gedane beloftes, heeft veel aansporing nodig, maar is bovenal een fijne kletser: tijdens de les, door mij heen, met z’n buurvrouw in de klas en hij staat vooral ‘aan’ tijdens klassengesprekken.

Ik vraag hem zijn drie punten met me te delen, maar dat is niet zijn bedoeling. Stel je toch eens voor dat onze punten niet overeenkomen, dan duurt ons gesprek veel te lang. Ik kan, zoals vaker, wel grinniken om z’n woorden.

Communicatie met de pre-pubers in mijn klas met 17 leerlingen; heerlijk en soms ingewikkeld. Wat zeggen ze eigenlijk? Welke informatie moet ik halen uit al die verhalen met enorm veel zijwegen. Kan iemand die heerlijke kinderen leren to the point te komen? Of word ík geacht ze dat te leren? Aan mij hebben ze dan niet altijd het beste voorbeeld op dit punt, ik beland soms ook ineens op zijwegen tijdens onze kletspraat.

Wanneer ik op onderzoek uitga stuit ik al snel op de volgende zin: communicatie is in het onderwijs van belang in alle vakken en leergebieden. Leerlingen leren bewust en doelgericht te communiceren is niet alleen een doel, maar ook een middel. Het is een belangrijk aspect van veel 21e-eeuwse vaardigheden en essentieel bij persoonsvorming en de ontwikkeling van burgerschap.

We zijn aardig op weg, al zeg ik het zelf. Er wordt gepraat over van alles. En veel. Soms te veel. Zwijgen is toch echt soms goud. Want woorden doen soms zeer. Ze raken, ze blijven in hoofden hangen. Ons vorige thema in de klas ging over de Machtige Media. Online spreken met en over elkaar kwam vaak ter sprake. We hadden voorbeelden, we lazen chats en verbaasden ons over heftige woorden en uitspraken die mensen doen over zichzelf en anderen. Het real live praten en het online communiceren. Wat is real? Wat zeg je online? Ook de televisie als medium kwam ter sprake en de programma’s die de oudjes (lees; juf) vroeger keken. We onderzochten de impact die beelden en woorden kunnen hebben.

En nu zit ik, na schooltijd, in mijn lokaal met de beginnende puber voor mijn neus. Hij had overduidelijk zijn dag niet. Ik heb zijn naam vaak genoemd vandaag. En dat was lang niet aldoor vanwege betrouwbaar gedrag zullen we maar zeggen. Ik bevraag hem, luister vooral. We spreken over communiceren, over het delen van informatie aan het begin van de dag. “Jij zegt toch dat kletsen over jezelf de boel lekker opruimt in je hoofd? Heb je dat zelf bedacht?” Ik zeg hem dat ik als oudje inmiddels die ervaring heb en dat ik de ervaring graag doorgeef. “Slim van je.” Nu nog toepassen mannetje. Ik hoor zaken die jij niet zegt.

@_jufb_

Intervisie in Estland Adviezen van een Europese Onderwijstopper

Het onderwijs in Estland prijkt al jaren bovenaan in vele internationale ranglijsten. Wat is het geheim van de Europese koploper? Over koningen in eigen klas, professionele leergemeenschappen en tweerichtingsverkeer.

Veel mensen met een hart voor onderwijs kijken naar Estland. Of het nu gaat om PISA-scores, wiskunde Olympiades of de resultaten op het gebied van digitale geletterdheid, het meest noordelijke land van de Baltische Staten staat aan de top. Op het eerste gezicht is de benadering van onderwijs echter niet

heel anders dan in Nederland. Maie Kitsing, adviseur van het Estse Ministerie van Onderwijs en Onderzoek, schetst de aandachtspunten: “We kijken voor onze curricula naar wat onze samenleving nu en in de toekomst nodig heeft, en dat betekent dat er naast zaken als taal en rekenen ook aandacht is voor digitale en sociale vaardigheden. Inclusiviteit en gedifferentieerd leren staan ook hoog op de agenda.”

Hebben ze dan misschien een groter onderwijsbudget of kleinere klassen? Ook dat is niet het geval. En ook Estland kent een lerarentekort dat met een gemiddelde leeftijd van onderwijsprofessionals van ouder dan vijftig, snel kan oplopen. Het grootste verschil tussen de twee onderwijsstelsels lijkt hem te zitten in de organisatie ervan.

Koning in het klaslokaal

“Onze leraren zijn de koning in hun klaslokaal”, aldus Kitsing. “Vanaf 2015 stelt het PISA rapport dat onze

Tekst: Erik Ouwerkerk
Viive Saar

leraren de meeste autonomie ervaren op de werkvloer. Viive Saar, al meer dan dertig jaar leraar Engels op de Tartu Kivilinna School in Tartu, de tweede stad van het land, vertelt hoe die zelfbeschikking er uitziet op een school voor klas 1 tot en met 9 (voor leerlingen van zes tot vijftien jaar). “We komen elke week samen met leden van de vakgroep op school om onze ervaringen in de klas te bespreken, van lesboeken tot methoden en toetsen. Elke maand ontmoeten we bovendien collega’s Engels van andere scholen uit de stad en met hen organiseren we ook evenementen, denk aan een quiz voor alle achtstegroepers over Engelse cultuur of een ander thema. Met Engels als voertaal uiteraard.”

De professionele uitwisseling beperkt zich niet tot eigen vak of klas, elke twee weken ontmoet Saar een stuk of zeven andere teamleden voor interdisciplinair overleg. “Dit schooljaar overleggen we hoe wij voor onze leerlingen kunnen bijdragen aan een mentaliteit van een Leven Lang Leren. We stellen ons doelen, bedenken interventies voor in de klas, verdiepen ons door vakbladen, boeken en wetenschappelijke journals te lezen, en bespreken onze voortgang.”

Een ander thema dat haar aan het hart gaat is dat van differentiatie. Geen leerling is hetzelfde: er zijn verschillen in niveau, gedragsuitdagingen en taalachterstanden – een kwart van de leerlingen spreekt van huis uit Russisch. “Je wilt ieder kind recht doen, maar er zitten maar zoveel uren in een dag. Als schoolteam komen we er steeds meer achter hoe kunstmatige intelligentie ons kan helpen ons aanbod af te stemmen op ieders vraag.”

Tweerichtingsverkeer

Hebben de leerkrachten volledig de vrije hand? Nee, geeft Saar aan. “Het is tweerichtingsverkeer. De overheid stelt een nationaal curriculum samen en deelt de kant die ze op wil gaan met het onderwijsveld. In het meest recente onderwijsplan staat onder andere dat een Leven Lang Leren meer aandacht krijgt, het wordt aangemerkt als minstens zo belangrijk als wetenschappelijke kennis. We kozen ervoor ons in dit onderwerp te verdiepen en ontwikkelen ons nu met behulp van het rijke aanbod van kennis en best practices dat constant wordt gedeeld tussen leraren, schoolleiders, onderwijswetenschappers én het ministerie. Er is een echte leercultuur, met als hoogtepunt het jaarlijkse onderwijsfestival in Tartu.”

Vrijheid

Kitsing zet de door Saar beschreven dynamiek tussen beleid en praktijk in een breder kader: “Toen we in 1991 weer onafhankelijk werden van Rusland, inspireerden we ons voor een groot deel op dat van de Europese Unie én werd onze onderwijskoers bepaald

Leraren en andere begeleiders die elke dag met de leerlingen werken, hebben het beste zicht op de behoeften van het kind

Kitsing

door het gevoel dat we wilden afrekenen met het autocratische bewind dat ons tot die tijd bestuurde. We wilden daar een andere mentaliteit voor in de plaats, gericht op verregaande autonomie en transparantie van bestuur.”

“En dat is gelukt, ook in het klaslokaal”, vult de docent Engels aan. “In de jaren ‘90 waren we pure vakdocenten, nu zijn mijn collega’s en ik veel meer coaches die het ontwikkelingsproces van de leerlingen begeleiden.”

Kitsing knikt instemmend: “Leraren en andere begeleiders die elke dag met de leerlingen werken, hebben het beste zicht op de behoeften van het kind en hoe ze hun potentieel kunnen benutten. Met de opkomst van dat besef worden onderwijsinspecties om die reden steeds zeldzamer. In 2017 telde het ministerie nog 70 inspecteurs, nu werken er in heel het land nog maar tien mensen die op inspectie komen als dat nodig lijkt”, vertelt de vrouw die voor haar werkzaamheden voor het ministerie zeven jaar schoolleider en zeven jaar onderwijsinspecteur was. “Een gevoel van verantwoordelijkheid in een sfeer van vertrouwen leidt tot meer betrokkenheid van medewerkers en betere resultaten. Je kunt eisen stellen en adviezen aandragen wat je wilt maar als het schoolteam daar niet achter staat, kom je nergens. Werken vanuit vertrouwen werkt wél.”

Maie

Nieuwe manieren om naar onderwijs te kijken

Techwerkers als hybride docenten

Uitdagingen als het lerarentekort vragen van scholen om anders naar hun onderwijs en organisatie te kijken. In de Brainport regio rond Eindhoven versterken professionals uit de techniek en maakindustrie, de schoolteams. Daarbij maken ze leerlingen tegelijkertijd enthousiast voor de wereld van techniek.

Erik Ouwerkerk

In de Brainportregio – het Nederlandse Silicon Valley met ASML als grote blikvanger - is in 2020 de pilot ‘Hybride Tech Docent gestart’ in samenwerking met de provincie Noord-Brabant en het Techniekpact. In zowel het onderwijs als in de technologische sector is er krapte op de arbeidsmarkt en daarom hebben scholen en bedrijven de handen ineengeslagen. Meer dan 200 techwerkers afkomstig van ruim 70 bedrijven hebben zich de laatste jaren op tal van scholen in de Brainportregio ingezet als hybride tech docent. Zo ontstaat er een ecosysteem waarin scholen bijdragen aan de ontwikkeling van een sterke lokale industrie en anderzijds het bedrijfsleven het onderwijs versterkt.

ze worden pas echt

enthousiast wanneer ze zien hoe je die formules gebruikt

Rolmodellen

“In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs kunnen veel leerlingen goed rekenen met formules maar ze worden pas echt enthousiast wanneer ze zien hoe je die formules gebruikt bij het maken van een product en in kunt zetten voor het oplossen van problemen. Hybride docenten - mannen en vrouwen die hun baan in de techniek sector combineren met werkzaamheden in het onderwijs - kunnen die koppeling als geen ander maken”, zegt Hans Vasse, docent Techniek en Design op het Jan van Brabant College te Helmond en tevens regionaal coördinator

Hans Vasse

internationalisering bij Brainport Development. “Leerlingen die een technische vakopleiding kiezen hebben enorm veel aan professionals die vanuit hun vakgebied de school binnen stappen. Het zijn rolmodellen voor hen. De hybride docenten verbreden overigens ook de wereld van kinderen en jongeren die wat verder van de techniek afstaan en soms nog nooit een ingenieur van dichtbij hebben gezien, laat staan weet hebben van het werk in de thermofysica.”

Honderden mensen uit het bedrijfsleven willen heel graag direct maatschappelijk betrokken zijn

Matchmakers

Paul Hulshoff was tot voor kort zelf een hybride leraar in het basisonderwijs: hij stond voor de klas op de Wethouder van Eupenschool in de lichtstad en werkte een dag per week als projectleider onderwijs voor het lokale netwerk van Brainportscholen. Momenteel maakt hij fulltime deel uit van het team Onderwijs & Arbeidsmarkt van Brainport Development: “Honderden mensen uit het bedrijfsleven willen heel graag direct maatschappelijk betrokken zijn. Onze matchmakers kijken op welke scholen ze hun kennis en vaardigheden kunnen overbrengen.”

De hybride docenten bespreken hun ontwikkelvraag met de staande docenten en kijken naar de mogelijkheden van de leerlingen. Dat gaat snel genoeg, er is nauwelijks extra coördinatie – en dus kostbare fte’s - voor nodig, geeft Vasse aan. “Ze kiezen er bijvoorbeeld voor om te helpen met de profielwerkstukken van 5 vwo-leerlingen. Hulshoff vult aan: “En op de basisschool geven ze bijvoorbeeld een halve dag per week rekenondersteuning.” Vasse schetst met een ander voorbeeld graag hoe breed het palet aan mogelijkheden is voor technici die het onderwijs instappen: “De leerlingen van de praktijkhavo zijn ook gebaat bij hybride docenten, net als die uitdagende 2 Mavo klas op onze school, waar iemand uit het bedrijfsleven de docent Productontwerpen nu helpt in de schoolwerkplaats vol zaagmachines, soldeerbouten et cetera, zodat alles plezierig maar veilig en ordelijk verloopt.”

Win-win

Het Brainportproject rond hybride tech docenten is in korte tijd omvangrijk geworden met vele technische mensen die hun expertise reeds hebben doorgegeven

aan de volgende generatie. Ongeveer 85 procent van hen wil graag door na de eerste periode als hybride docent. Iedereen heeft baat bij de samenwerking, concludeert Vasse. “Hybride docenten nemen de laatste kennis en toepassingen mee vanuit de praktijk, waardoor de reguliere docenten met hernieuwd enthousiasme het vak willen doorgeven. Bovendien worden docenten zich door de aanwezigheid van relatieve buitenstaanders bewuster van de manier waarop ze hun leerlingen aansturen. Ik zie dat dat leidt tot een herwaardering van het eigen pedagogische en didactische vakmanschap.” Werknemers uit het bedrijfsleven profiteren ook: ze voelen zich er goed bij om scholen te helpen en vinden inspiratie in de afwisseling van werkzaamheden en het werken met kinderen en jongeren. Werkgevers stellen vast dat hun personeel zich breed ontwikkelt en dat hun ervaringen de werkzaamheden elders het bedrijf ten goede komen. “Als je de aandacht van 23 pubers kunt vasthouden en je jouw boodschap in één lesuur duidelijk kunt overbrengen, dan zijn je instructies op het werk waarschijnlijk ook een stuk doeltreffender.”

De ambities van het Brainport initiatief reiken verder dan het vraagstuk van personele tekorten. De technologische arbeidsmarkt en de instellingen die daarvoor opleiden zijn dusdanig met elkaar verweven en de belangen overlappen zo sterk, dat er op een andere manier gekeken moet worden naar onderwijs en arbeidsmarkt; leren en werken, menen Vasse en Hulshoff. Laatstgenoemde sluit af: “Als je dat doet, is het logisch dat mensen zoals ik deels op een basisschool werken en deels voor Brainport Development, dat leerkrachten een tournee maken langs meerdere bedrijven om hun horizon te verbreden, of dat een hoogopgeleide bèta een bijdrage levert aan het onderwijs en het lab een dag per week inruilt voor een klaslokaal met 25 nieuwsgierige kinderen. We kunnen, en moeten zelfs, van elkaar leren en versterken, en samen de toekomst vormgeven.” ◗

Paul Hulshoff

Kies uit meer dan 14 subsessies!

Congres

‘Samen werken aan veiligheid op school’

Signaleren, aanpakken en voorkomen van criminaliteitvan beleid tot praktijk

‘Criminele ronselaars slaan hun slag op scholen: 1 op de 7 jongeren benaderd voor verboden klussen’ schreef het Parool onlangs. Het aantal heftige incidenten op school neemt toe. De kans is groot dat ook op jouw school leerlingen en leraren meer onveiligheid ervaren. Wat doe jij bij signalen van criminaliteit? Hoe ga jij om met heftige incidenten op school? Hoe vorm je door multidisciplinaire samenwerking een blok tegen crimineel en ongewenst gedrag?

Maak van veiligheid op school jouw prioriteit!

ONTDEK HET

PROGRAMMA OP ONZE WEBSITE

Datum

Maandag 15 september 2025

Speciaal voor Onderwijsprofessionals uit het po, vo en mbo

Medilex Onderwijs bestaat deze zomer 12,5 jaar. Krijg daarom € 125,- korting!

Lees en schrijf met Anne Frank 80 jaar vrijheid!

Dit schooljaar staat de Anne Frank Krant in het teken van 80 jaar vrijheid. Anne heeft de bevrijding zelf niet meegemaakt, maar ze heeft er wel over geschreven – in haar beroemde dagboek én in haar minder bekende korte verhalen. Met een aantal van die verhalen gaan de leerlingen in dit bijzondere lespakket aan de slag.

In 2025 is het 80 jaar geleden dat ons land werd bevrijd. Dat betekende feest, maar niet voor iedereen. De Anne Frank Krant 2025 belicht verschillende perspectieven op vrijheid, onder andere met het verhaal van Annes vader Otto, die de oorlog als enige van de acht onderduikers uit het Achterhuis overleefde. Hoe waren de maanden na de bevrijding voor hem? En wat betekent vrijheid nu, 80 jaar later?

Verlangen naar vrijheid

“Het is belangrijk om in de bovenbouw les te geven over Anne Frank en de Tweede Wereldoorlog”, zegt leerkracht Sylvia Otten van de Katholieke Montessorischool (KMS) in Bussum. “Leerlingen herkennen zich in de thema’s die Anne bezighielden: het belang van vriendschap, verliefd worden en het verlangen naar vrijheid.”

En juist op vrijheid ligt de nadruk dus in de Anne Frank Krant 2025. Het lespakket bestaat uit een krant voor iedere leerling, digitale verdieping en een extra.

Uiteraard wordt stilgestaan bij het levensverhaal van Anne en haar verlangen naar vrijheid, maar er is ook aandacht voor belangrijke oorlogsgebeurtenissen en de vraag welke lessen er te trekken zijn uit de Holocaust.

Niet iedereen weet dat Anne naast haar beroemde dagboek ook verhalen en sprookjes schreef die ze haar pennekinderen noemde. Vorig jaar verschenen die onder diezelfde titel in boekvorm, en dat boek vormt dit jaar de basis van de extra, die voor elke leerling bestaat uit een werkboek met een aantal van Annes verhaaltjes. De leerlingen gaan aan de slag met toegankelijke lees-, schrijf- en tekenopdrachten, en in een slotopdracht kunnen ze alle schrijf- en tekentips in de praktijk brengen.

Leren van toen

De Anne Frank Krant bestaat al 46 jaar en verschijnt elk jaar in maart voor leerlingen in groep 7 en 8. Meer dan de helft van de Nederlandse basisscholen werkt in de aanloop naar 4 en 5 mei met het lespakket.

De Anne Frank Stichting vindt het belangrijk dat het verhaal ieder jaar opnieuw verteld wordt.

Lespakket Anne Frank Krant 2025

De Anne Frank Krant is een lespakket over het leven van Anne Frank, de Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging. In de bijbehorende extra staan dit jaar Annes minder bekende korte verhalen centraal.

Kijk voor meer informatie op www.annefrankkrant.nl

Onderwijsvernieuwing is een gezamenlijk proces

Hoe ga je als docent of schoolleider te werk om je onderwijspraktijk te verbeteren?

Kristin Vanlommel is lector ‘Organiseren van Verandering in Onderwijs’ aan de Hogeschool Utrecht en Bijzonder Hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen. Zij bespreekt de belangrijkste stappen en waardevolle competenties.

Tekst: Martijn de Graaff

gesprek met collega’s is cruciaal

“Misschien is het geen leuke boodschap maar verandering is onvermijdelijk. Er gebeurt zoveel in de maatschappij en het onderwijsveld. Vanuit het lectoraat doen we onderzoek en hebben we gesprekken met scholen; daar zien we dat veel docenten innovatie prima vinden. Maar wel als ze weten waarom de veranderingen belangrijk zijn, hoe ze het moeten aanpakken en wanneer ze zich voldoende ondersteund voelen door collega’s en schoolleiding.”

Wat is de eerste stap als je onderwijs wilt verbeteren?

“Het helder krijgen van de vraag die je wilt beantwoorden. Dit klinkt misschien vanzelfsprekend, maar in de praktijk zien we vaak dat het daar misgaat. Het is essentieel om goed na te denken: wat willen we precies oplossen? Als je bijvoorbeeld zegt: ‘We willen de motivatie van leerlingen verhogen’, is dat veel te breed. Er zijn honderden factoren die invloed hebben op motivatie, je zult je vraag veel specifieker moeten maken. Wanneer je dat niet doet, loop je het risico dat je onderzoek zoekt dat niet per se aansluit bij je werkelijke probleem.”

Hoe bepaal je welke bronnen relevant zijn?

“Je kunt verschillende soorten bronnen gebruiken zoals wetenschappelijk onderzoek, leerlingcijfers of toetsresultaten. Ook de expertise van jezelf en je collega’s speelt een belangrijke rol.

Een valkuil is dat mensen vaak geneigd zijn om alleen naar het onderzoek te kijken dat direct aansluit bij wat ze zelf al geloven. Maar dat betekent niet dat dit het juiste of enige bewijs is. Het is belangrijk om kritisch te zijn en je niet alleen te laten leiden door wat je al weet of wat je toevallig tegenkomt. Het is dus cruciaal om je af te vragen: heeft dit onderzoek of deze data daadwerkelijk bewijskracht voor mijn situatie? Hoe relevant is dit voor de specifieke leerlingen in mijn school?”

Stel, je hebt een aantal alternatieven gevonden om je onderwijs te verbeteren, hoe maak je dan de uiteindelijke keuze?

“De keuze moet niet alleen gebaseerd zijn op de resultaten van het onderzoek, maar ook op wat je als team belangrijk vindt en wat passend is voor jouw schoolcontext. Dit vraagt om een helder gesprek over welke criteria je gebruikt om een keuze te maken. Als schoolleider kun je dit proces sturen door bijvoorbeeld bepaalde prioriteiten te stellen: willen we vooral de motivatie verbeteren, of willen we specifieke leerproblemen aanpakken?”

Het gaat dus niet alleen om het vinden van het juiste onderzoek, maar ook om een gezamenlijke afweging met je collega’s?

“Exact. Het gesprek met collega’s is cruciaal. Onderwijsvernieuwing is immers geen individueel maar een gezamenlijk proces. Door samen te reflecteren, samen te zoeken naar oplossingen en samen te besluiten welke criteria belangrijk zijn voor je keuzes, maak je innovatie mogelijk. Dat is waar het vaak misgaat: als je het als docent alleen doet, is de kans groter dat je in je eigen overtuigingen vast blijft zitten.”

Welke competenties zijn nodig om dit proces succesvol te doorlopen, zowel voor docenten als schoolleiders?

“In ons onderzoek hebben we vier belangrijke elementen geïdentificeerd die essentieel zijn voor docenten en schoolleiders die willen innoveren. Ten eerste inquisitiveness, dat gaat verder dan gewone nieuwsgierigheid. Het gaat om de drang om te begrijpen waarom iets niet werkt, wat de oorzaken zijn en welke oplossingen mogelijk zijn. Dit is een belangrijke competentie voor elke onderwijsprofessional, omdat het je aanmoedigt om voortdurend te blijven zoeken naar wat werkt en waarom.

Innovatie komt vaak voort uit

het durven proberen van nieuwe benaderingen en het loslaten van ingesleten gewoontes

De tweede is creativiteit. Innovatie komt vaak voort uit het durven proberen van nieuwe benaderingen en het loslaten van ingesleten gewoontes. Vervolgens is ondernemerschap een belangrijke competentie. Dit houdt in dat je je verantwoordelijk voelt voor de resultaten van de school als geheel, niet alleen je eigen klas. Dit vraagt om een sterk gevoel van samenwerking en collectieve verantwoordelijkheid.

En als laatste veerkracht. Innovatie brengt altijd obstakels en tegenslagen met zich mee. Veerkracht is de vaardigheid om door te zetten, ondanks de frustraties en moeilijkheden die je onderweg tegenkomt.”

Hoe kun je deze competenties ontwikkelen?

“Schoolleiders kunnen de ontwikkeling van deze competenties ondersteunen door een cultuur van openheid en samenwerking te creëren. Dit begint met het zichtbaar maken van wat belangrijk is voor de school, bijvoorbeeld door professionele leergemeenschappen te stimuleren waarin docenten samen kunnen reflecteren en leren van elkaars praktijk.

Een procesbegeleider - zeker in het begin - is belangrijk. Die helpt bij het stellen van kritische vragen en het voeren van de juiste gesprekken. Door deze ondersteuning kunnen docenten in een veilige omgeving experimenteren met nieuwe ideeën.”

Wat zou je als afsluiting willen meegeven aan docenten en schoolleiders?

“Onderwijsinnovatie is geen kortetermijnproject. Het is een proces van samen leren, van kritisch reflecteren en van gezamenlijke ontwikkeling. Het gaat niet alleen om het vinden van het juiste onderzoek of het implementeren van een nieuwe methode. Dat maakt je onderwijs uiteindelijk veel sterker en effectiever.”

Meer weten? Lees het boek van Kristin. De grote vragen over onderwijsinnovatie. Op zoek naar meer verandergoesting.

Redactie: Kristin Vanlommel, Remco Coppoolse, Lydia Schaap. Boom uitgevers, Amsterdam.

Het mbo: leren in een leslokaal of in de praktijk?

Na het vmbo, met een overgangsbewijs naar havo 4 of met een havodiploma, kunnen leerlingen kiezen voor een mbo-opleiding. Hier leren ze een vak of beroep. Mbo-afgestudeerden gaan daarna werken of kiezen ervoor om verder te studeren op het hbo. Binnen het mbo kunnen studenten kiezen uit twee leerwegen: de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) en de beroepsopleidende leerweg (bol).

BBbl-opleidingen in de techniek en zorg bieden de beste kansen op een vast contract binnen een jaar na afstuderen

Bij een bol-opleiding (beroepsopleidende leerweg) volgen studenten het grootste deel van de opleiding op school. Een belangrijk onderdeel van deze opleiding is de stage, die vaak bijna de helft van de tijd in beslag neemt. Tijdens hun stages bij erkende leerbedrijven brengen studenten in de praktijk wat ze op school geleerd hebben. Ze doen ervaring op bij verschillende bedrijven en ontdekken wat bij ze past (of niet). Studenten in de bol-opleiding kunnen, als ze 18 jaar of ouder zijn, vaak rekenen op studiefinanciering en een studentenreisproduct. Daarnaast krijgen ze meestal een stagevergoeding van het leerbedrijf.

Bij een bbl-opleiding (beroepsbegeleidende leerweg) combineren studenten werken met leren. Ze gaan meestal één dag per week naar school en werken de rest van de tijd bij een erkend leerbedrijf. Dit betekent dat ze vooral in de praktijk leren, waar ze zowel werkervaring als kennis opdoen. Voor deze opleiding is het noodzakelijk dat studenten al een arbeidsovereenkomst hebben bij een leerbedrijf, wat betekent dat ze meteen een salaris verdienen.

Beide leerwegen hebben dezelfde studielast, met minimaal 1.600 uur per jaar, inclusief huiswerk en zelfstudie. Welke leerweg het beste bij een student past, hangt af van de voorkeur van de student zelf.

Bbl’ers beste startpositie

Uit onderzoek van SEO in 2023 blijkt dat bbl-afgestudeerden, ongeacht het niveau, doorgaans de beste startpositie op de arbeidsmarkt hebben. Ze vinden sneller een eerste baan met kans op een vast contract en verdienen gemiddeld meer dan bol-afgestudeerden. Bbl-opleidingen op niveau 4 bieden de meeste kansen en hebben het hoogste startsalaris, gevolgd door niveau 3 en 2. Vooral technische en zorgopleidingen bieden de beste kansen op een vast contract binnen een jaar na afstuderen. Afgestudeerden in technische sectoren verdienen het meeste, meer dan hun collega’s in de zorg, economie of landbouw. (Bron: SEO, Rapport Studie & Werk MBO, juni 2023)

Hoe

Arbeidsmarktinformatie

Een goed geïnformeerde keuze maken is niet altijd gemakkelijk. Daarom biedt KiesMBO.nl waardevolle arbeidsmarktinformatie voor studiekiezers. Hier kunnen ze onder andere zien wat het percentage geslaagde studenten is met werk, de kans op een baan, de kans op stage en het startsalaris. Op de opleidingspagina’s van KiesMBO.nl kunnen studiekiezers de gegevens vinden in het onderdeel ‘Studie in Cijfers’. Op elke opleidingspagina staat een blok waarin deze informatie in cijfers en percentages staat aangegeven. Hier is ook een filtermogelijkheid toegevoegd, waarmee studiekiezers kunnen zien of de opleiding van hun keuze in bol of bbl te volgen is én ze zien arbeidsmarktinformatie die bij die leerweg hoort. Ook zien ze welke scholen de opleiding in die leerweg aanbieden. Sommige scholen bieden zelfs een combinatie aan, zodat een student tijdens zijn studie kan overstappen naar de andere leerweg.

vinden studiekiezers arbeidsmarktinformatie op KiesMBO.nl?

1. Ga naar KiesMBO.nl

2. Selecteer een opleiding via de interessetest, zoeken of bladeren

3. Scrol naar beneden

4. Ga naar het deel scholen en open dagen

5. Klik een school aan op de kaart

6. In het scherm rechts staat of de opleiding in bol, bbl of beide te volgen is

7. Klik op ‘Bekijk alle cijfers’ in het blokje Studie in cijfers voor arbeidsmarktinformatie

O efenen jullie al met

verkeerslessen?

Dit is hét moment om aan de slag te gaan met verkeerslessen!

Met ANWB Streetwise Digitaal leren kinderen op een interactieve manier over verkeer. Deze doorlopende digitale leerlijn voor groep 1 t/m 8 maakt gebruik van gamification, wat het leerproces voor leerlingen aantrekkelijk en uitdagend maakt. Ze worden meegenomen in de online wereld van Robin, waar ze spannende verkeersavonturen beleven en op een leuke manier hun verkeersvaardigheden trainen.

Gratis uitproberen

Wil jij Streetwise Digitaal uitproberen?

Ga dan naar www.anwb.nl/streetwise-proeflicentie en vraag je gratis proeflicentie aan!

Alle voordelen voor jou als leerkracht:

● Het hele jaar door aandacht voor verkeerseducatie, flexibel in te passen in de lesplanning

● Inhoud sluit aan bij de dagelijkse verkeersbeleving van leerlingen

● Weinig voorbereidingstijd

● Zowel klassikaal als zelfstandig inzetbaar

● Aan te vullen met praktijklessen onder begeleiding van ervaren instructeurs

Benieuwd hoe jouw school

Streetwise

Digitaal kan inzetten voor verkeerslessen?

Bekijk de video voor een preview van het lesmateriaal!

Wil je meer weten?

Ga dan naar anwb.nl/streetwise

Column

De onderwijswereld van Esther van der Knaap onderwijswereld-po.nl

De nieuwe definitieve conceptkerndoelen taal

Jawel, het is een hele mond vol, maar dit is hoe de nieuwe kerndoelen Nederlandse taal nu genoemd worden. Na de conceptkerndoelen, zijn er nu de definitieve conceptkerndoelen, die na een wetswijziging volledig definitief en daarmee verplicht zijn vanaf 2027.

Deze kerndoelen zijn tot stand gekomen in samenwerking met het werkveld, en onderbouwd door wetenschappelijke kennis. Ze sluiten daarmee fantastisch aan bij het thema van deze PrimaOnderwijs. Hieronder zal ik delen wat er nog meer fantastisch aan is in mijn ogen.

Samenwerking met de werkvloer Dat er zowel tijdens het opstellen van de kerndoelen als in de testfase nauw is samengewerkt met de werkvloer: zo’n 200 scholen hebben de doelen getoetst aan de dagelijkse onderwijspraktijk. Het zijn daarmee ook echt kerndoelen door en voor het werkveld geworden.

Rijke teksten vormen de basis Dat er een zeer duidelijk statement wordt gemaakt over de verarming van het tekstaanbod. Al jaren wordt er door diverse betrokkenen aangegeven dat bijvoorbeeld methodes voor wereldoriëntatie erg verarmd zijn, en soms verworden zijn tot weetjesboeken in plaats van dat ze samenhangende rijke teksten aanbieden. Dat moet

door invoering van deze kerndoelen dus anders: rijke, complexe teksten gaan een belangrijke rol spelen.

Integratie is essentieel Letterlijk staat er al in de onderbouwing van de conceptkerndoelen: ‘Het leggen van verbindingen tussen het leergebied Nederlands en de andere leergebieden is dus een voorwaarde voor duurzame kennis- en taalontwikkeling.’

Waar we jaren taal als apart vak hebben beschouwd, vertelt de wetenschap ons iets anders: taal is overal! Wanneer we taal geïntegreerd aanbieden, wordt zowel de inhoud van de tekst als het gebruik van onze taal betekenisvoller, en sterker nog: beklijft het beter.

Hoe dit er in de praktijk uitziet

Je kunt nu al beginnen met voorsorteren op deze definitieve conceptkerndoelen, en dat kan makkelijker dan je denkt. In de kerndoelen onderscheiden we literatuur, communicatie en taal (spelling/grammatica).

- Leerlingen lezen samen met de leerkracht rijke teksten over een onderwerp/thema (literatuur).

Hiervoor kun je gewoon de thema’s nemen waar je momenteel mee werkt, zorg alleen dat er binnen die thema’s rijke teksten aangeboden worden (methodes doen dat niet altijd; wees kritisch!);

- Zij doorgronden de tekst door tekstgerichte vragen, relaties met andere teksten en het communiceren over de inhoud van de tekst (communicatie: spreken en luisteren).

- Zij verwerken de inhoud van de tekst door een product (communicatie: schrijven en/of spreken).

Als kwaliteitscriteria aan dit product koppel je correct taalgebruik (taal: spelling/grammatica).

Gevolgen

- Een betekenisvoller aanbod;

- Verbeterende kennisbasis over zowel het thema als het gehele taaldomein;

- Verhoogde betrokkenheid: want het gaat nu ergens om;

- Meer ruimte op je rooster: wanneer je immers gaat integreren, speel je tijd vrij.

Al met al zie ik het zonnig in met deze nieuwe conceptkerndoelen. Is het al 2027?

Esther van der Knaap

Steeds meer onderwijsmensen werken

‘Ik zie het als een correctie

op een eerdere disbalans’

Wie zijn onderwijs wil verbeteren, moet openstaan voor nieuwe inzichten en praktijken. Maar waar kun je van op aan? Onderwijsplatform researchEd verzamelt wetenschappelijke inzichten en best practices waarmee professionals hun onderwijs kunnen verbeteren. Inhoudelijk directeur Jan Van de Ven over trends, de behoefte aan houvast en de balans tussen bewezen effectief leren en lesgeven met een eigen signatuur.

sommigen ervaren evidence informed werken als een dictaat

Er is de laatste jaren steeds meer belangstelling voor evidence informed werken, meent Jan van de Ven, en die opvatting ondersteunt hij met data: “In 2016 haalden we het van oorsprong Engelse researchED naar Nederland om ook hier een centrale ontmoetingsplek te organiseren voor onderwijswetenschappers en professionals uit de praktijk. Er kwamen 300 mensen. Eind maart vieren we ons 10-jarig jubileum met 1000 bezoekers die nieuwsgierig zijn naar de nieuwste onderzoeken en het allerbeste uit de onderwijspraktijk.

Maar de impact is veel groter. We organiseren het hele jaar door verschillende grote onderwijscongressen, wetenschapscolleges, hebben een evidence informed crash course opgezet, werken inmiddels samen met het ministerie van onderwijs, de algemene onderwijsbond (AOb), de sectorraden, grote gemeentes zoals Rotterdam, schoolbesturen en steeds meer lerarenopleidingen geven in hun curriculum ruim baan aan onderzoeksgeletterdheid. Het ministerie van OCW noemde in 2021 voor het eerst ‘evidence informed onderwijs’ letterlijk in verband met het Nationaal Programma Onderwijs. Die aandacht en waardering vanuit OCW voor evidence

Tekst: Erik Ouwerkerk

Evidence informed

informed onderwijs heeft alles in een stroomversnelling gebracht. We zijn met researchED niet langer meer de roepende in de onderwijswoestijn.”

Hoe is de opkomst van evidence informed werken te verklaren?

“We hebben te kampen met een lerarentekort en de onderwijsresultaten dalen al jaren. Bovendien voelen onderwijsprofessionals dat er tal van maatschappelijke problemen op hun bordje worden gelegd. Om dat allemaal het hoofd te bieden, kun je niet op de oude voet doorgaan maar moet je op zoek naar een andere manier van werken. Dat gevoel leeft heel sterk. Het denken en het doen binnen het onderwijs zijn sterk afhankelijk van hoe je naar kinderen, opgroeien, onderwijs, ontwikkeling of samenleven kijkt. Vaak is dat een ideologische visie, want dat is wat mensen bindt. Het is goed dat die zaken een plek hebben, dat ieder schoolteam zijn accenten legt en elke school een eigen identiteit draagt, maar het kan nooit de enige fundering zijn van wat je doet op school. Evidence informed onderwijs biedt naast die ideologie houvast op al die verschillende uitdagingen, met de kanttekening dat ‘niet alles werkt en bijna niets werkt altijd’ – naar Pedro De Bruyckere. Op zoek naar een nieuw evenwicht werd de belangstelling voor wetenschappelijke inzichten ten aanzien van hoe leren werkt, klassenmanagement, didactiek et cetera daarom groter. Ik zie het als een correctie op een eerdere disbalans.”

Is iedereen om?

“Niet iedereen is enthousiast: sommigen ervaren evidence informed werken als een dictaat: zo en zo moet het. Maar dat is een misverstand. De praktijk kun je namelijk nooit helemaal vormgeven alleen op basis van de resultaten van onderwijsonderzoek. Wat er gebeurt in de klas is ook afhankelijk van de context, dus van de school, de wijk, ouders en leerlingen; evenals de kennis, ervaring en intuïtie van de leerkracht. Een leraar is geen programmeerbare robot, er bestaat geen mal van ‘gewoon goed onderwijs’. Een goede leraar weegt alle factoren mee en weet wat het beste is voor zijn/haar leerlingen gezien de omstandigheden op dat moment. Dat betekent dat hij de ene keer kiest voor expliciete directe instructie en de andere keer voor zelfontdekkend leren. Of het ene ogenblik voor een instaptoets en het andere voor een gezellig halfuurtje zingen, want het draait echt niet allemaal om effectief leren lezen of rekenen, het gaat erom dat we die 25 uur per week met 25 kinderen in de groep zo goed mogelijk besteden.”

Voor welke onderwerpen is de laatste jaren de meeste interesse?

“’Hoe krijg ik álle kinderen in de klas actief aan het denken?’ is een vraag die velen bezighoudt, vaak gecombineerd met een sterke wens om nog beter zicht op ontwikkeling van álle leerlingen te krijgen in plaats van een te grote afhankelijkheid van toetsmomenten. Dat heeft gezorgd voor een flinke toename in bijvoorbeeld interesse in formatief handelen. Leerkrachten worden steeds vaardiger in het voorbereiden van diagnostische vragen, weten alert te zijn op misconcepties, kwaliteitsbesef te organiseren of anders om te gaan met feedback en het gebruik van bijvoorbeeld wisbordjes of beurtenstokjes in de klas wordt steeds normaler.

Zodra je diep nadenkt over leerdoelen en hoe die met alle leerlingen te behalen kom je ook al snel uit bij het werken met kennisrijke curricula. Als je bijvoorbeeld voor wereldoriëntatie aan de slag gaat met ridders en steden, zorg dan voor rijke teksten en jeugdliteratuur die daar op aansluiten. Je ontwikkelt dan meer tekstbegrip dan wanneer je bij wijze van spreken 1 uur per week met een losse tekst aan de slag gaat voor ‘begrijpend lezen’. Voor schrijven en spreken geldt hetzelfde, je kunt daarmee veel vooruitgang boeken als je daar aandacht voor hebt in je activiteiten binnen dat kennisrijke onderwijsaanbod.

Ten slotte zie ik dat veel schoolleiders, leerkrachten en docenten nieuwsgierig zijn naar manieren om de eigen professionele cultuur binnen schoolteams te verbeteren. Werken in leerteams of professionele leergemeenschappen (PLG’s), het samen veel meer hebben over onderwijsinhoud, didactiek, pedagogiek of klassenmanagement. Samen school maken is teamwork en in die gesprekken komen dan die ideologische visie van een schoolteam en datgene wat we weten vanuit onderwijsonderzoek, -wetenschap en praktijk bij elkaar.”

Jan Van de Ven

E-books & Luisterboeken

Lezen via je telefoon, laptop of tablet.

Gratis voor iedereen tot 18 jaar!

Is het boek dat je wil lezen uitgeleend? Lees of luister digitaal!

Wist je dat je met een gratis jeugdlidmaatschap van de bibliotheek ook digitale boeken en tijdschriften kunt lenen? Deze e-books en luisterboeken lees je via de online Bibliotheek. Bekijk alle e-books en luisterboeken voor 0 tot 18 jaar op jeugdbibliotheek.nl en vind het boek dat bij je past!

Waarom zijn digitale boeken handig?

• Lees en luister makkelijk via de online Bibliotheek-app.

• E-books en luisterboeken raken nooit uitgeleend.

• Nooit meer boetes, want je hoeft de boeken niet terug te brengen.

Probeer eens een luisterboek

• Als je liever naar verhalen luistert.

• Als je lezen niet zo leuk vindt.

• Als je lezen moeilijk vindt.

Hoe lees je digitale boeken?

• Word gratis lid van de Bibliotheek.

• Ga naar jeugdbibliotheek.nl/onlinebibliotheek.

• Download de online Bibliotheek-app en log in.

• Leen e-books, luisterboeken of tijdschriften.

• Droom lekker weg...

Vind het e-book of luisterboek dat bij je past!

jeugdbibliotheek.nl/online-bibliotheek

‘Zelfs op een frisse lentedag kun je al verbranden’

Bijtijds de schaduw opzoeken, zonwerende kleding dragen én voortijdig insmeren. Ja, je kunt niet vroeg genoeg beginnen met jezelf te beschermen tegen de kracht van de zon, weet Karlijn Thoonen. Als psycholoog en gedragswetenschapper is zij verbonden aan het ✔ZonSlim-programma van het Nationaal Huidfonds, dat ons bewust wil maken van de risico’s. Waarom is dat nodig? En wat kunnen scholen hierin betekenen?

Tekst: Marco van den Berg

Kinderen spelen veel buiten en hun huid is extra kwetsbaar, vertelt Karlijn. “Door al op jonge leeftijd te leren hoe je je beschermt, kunnen we een generatie opvoeden die zonbescherming net zo vanzelfsprekend vindt als tandenpoetsen. Als een automatisme; dat doe je gewoon.”

Karlijn deed ervaring op in haar werk voor de SunSmart-campagne in Australië, een land dat al decennialang kampt met hoge aantallen huidkankergevallen. “Australië heeft een intensieve zonkracht vanwege de dunne ozonlaag en het klimaat. Daar heb ik veel geleerd over effectieve interventies”, vertelt ze. “Het gaat daar zelfs zo ver dat kinderen verplicht hoedjes dragen op schoolpleinen. Zonbescherming is veel meer ingebed in de cultuur. Eenmaal terug in Nederland zag ik hoe groot de verschillen zijn in aanpak.”

Naast Australië en Nieuw-Zeeland staat uitgerekend Nederland hoog genoteerd in het lijstje met landen waar huidkanker veel voorkomt. “Ik heb daar niet een overduidelijke verklaring voor, maar we zien wel dat welvaart mogelijk een rol speelt. Nederlanders gaan graag op vakantie en zitten graag op een zonnig terras. Dat heeft ook iets met onze cultuur te maken.”

Hoe dan ook, er is een omslag nodig in hoe wij

omgaan met zonbescherming, legt Karlijn uit. Het gratis ✔ ZonSlim-programma is ontwikkeld voor kinderen, ouders en leerkrachten en helpt hierbij. Het biedt lespakketten voor basisscholen, met materialen die leerkrachten direct in de klas kunnen gebruiken. “Het doel is om het heel praktisch en laagdrempelig te maken”, vertelt Karlijn. “We leren kinderen waarom zonbescherming belangrijk is en hoe ze zichzelf kunnen beschermen: van het dragen van een zonnehoedje tot regelmatig insmeren met zonnebrand.”

In hun voorbeeldfunctie hebben ouders ook een belangrijke rol. “Als ouders zelf zonnebrand gebruiken, een hoed dragen of schaduw opzoeken, zien kinderen dat dit normaal is. Andersom, als ouders zich niet beschermen, zijn kinderen ook eerder geneigd dit niet te doen.”

Hoewel Nederland niet dezelfde zonkracht kent als Australië, speelt het risico op huidschade ook hier. “Wat veel mensen niet beseffen, is dat de zonkracht in Nederland al vanaf maart flink toeneemt. Zelfs op een frisse lentedag kun je al verbranden. Vooral na een lange winter is onze huid extra kwetsbaar. Het is belangrijk om al vroeg in het seizoen te beginnen met zonbescherming.”

“Als leerkracht voel ik me verantwoordelijk voor de kinderen. Het ✔ZonSlim-programma sprak me meteen aan omdat het zo praktisch en bewustmakend is, vooral voor kleuters. Ik zeg altijd: jong geleerd is oud gedaan. Het programma geeft kinderen en ouders handvatten om bewust om te gaan met zonbescherming. Wat me raakte, was dat kleuters met een zonnebrandfles in hun tas naar school kwamen, omdat ze er thuis over hadden verteld. Dat laat zien hoe sterk de voorbeeldrol van een leerkracht kan zijn en hoe zo’n programma kan doorwerken in het gezin.”

Leerkracht Petra Quarré, cbs Molenwaard, Groot-Ammers

Ze benadrukt dat ouders en leerkrachten samen moeten werken om kinderen te beschermen. “Thuis kun je een basis leggen door kinderen ’s ochtends in te smeren voordat ze naar school gaan. Op school kan dat aangevuld worden met extra bescherming tijdens pauzes. Het vraagt om een gezamenlijke aanpak.”

School is de plek waar kinderen leren over risico’s en waar je ze bewust kunt maken van hun eigen verantwoordelijkheid, weet Karlijn. Veel scholen hebben al kleine stappen gezet, zoals het plaatsen van schaduwdoeken op speelpleinen of het aanmoedigen van kinderen om zonnebrand mee te nemen. Maar er is nog veel terrein te winnen. “We zien ook schoolpleinen waar schaduw ontbreekt. Het aanplanten van bomen of het ophangen van meer schaduwdoeken maakt al een groot verschil.”

Veel mensen denken dat je pas hoeft te smeren als het echt warm is, zegt Karlijn. “Maar dat is een misvatting. Het gaat om de UV-straling en die kan ook hoog zijn op koele, bewolkte dagen. We leren kinderen en ouders om alert te zijn op de zonkracht en daar hun gedrag op aan te passen.” Door al jong te beginnen met beschermen, voorkom je problemen op latere leeftijd. “Huidschade door zonnestraling bouwt zich namelijk op. Elke keer dat je verbrandt, verhoog je de kans op huidkanker.”

Karlijn vertelt dat er misverstanden bestaan over zonnebrandcrème. “Er wordt vaak gedacht dat dure merken beter werken, maar dat is niet waar. Ook huismerken bieden uitstekende bescherming.

er is een omslag nodig in hoe wij omgaan met zonbescherming

Het belangrijkste is dat je voldoende gebruikt en regelmatig herhaalt. Een dun laagje zonnebrand één keer per dag is niet genoeg.”

Daarnaast pleit ze voor meer gebruik van beschermende kleding. “UV-werende kleding is een geweldige optie, vooral voor kinderen die veel buiten spelen. Het is praktisch, beschermt beter dan zonnebrand en voorkomt vlekken op dure kleding. In landen zoals Australië is dit al best normaal en ik hoop dat het in Nederland ook steeds gewoner wordt.”

Een ander belangrijk doel van het gratis ✔ ZonSlimprogramma van het Huidfonds is het veranderen van schoonheidsidealen. “In Nederland associëren we een bruin kleurtje nog vaak met gezondheid en schoonheid. Maar in werkelijkheid is dat beschadigd DNA. We moeten dus toe naar een samenleving waarin we een bleke huid normaler vinden.” Ze vergelijkt het met de strijd tegen roken: “Ooit was roken heel normaal,, maar nu is het maatschappelijk geaccepteerd dat roken slecht is. Zo kunnen we ook zonbescherming aanpakken.”

Naar buiten?

Doe de check!

Bij zonkracht 3 of hoger:

Veel plezier!

Ook aan de slag?

Meld je aan en bestel gratis het voorlichtingspakket via onderwijsinformatie.nl/zonslim

Ontdek

de oneindige mogelijkheden van de lichttafel!

Lichtpaneel & Tafel - A2

Deze lage houten tafel en bijbehorend A2 LED-lichtpaneel is stevig en eenvoudig te verplaatsen en schoon te maken. Het lichtpaneel met 3 lichtniveaus is magnetisch verbonden aan de tafel. Met een hoogte van 29 cm is deze lichttafel ideaal voor jonge kinderen.

Met een lichttafel kunnen kinderen experimenteren met licht en schaduw, waardoor zij spelenderwijs allerlei belangrijke vaardigheden ontwikkelen. Het spelen aan een lichttafel stimuleert ook de creativiteit, de fijne motoriek, het visueel geheugen en de concentratie. Bekius Schoolmaterialen biedt een uitgebreid assortiment lichttafels en bijbehorende materialen.

Lichttafels

Deze zuinige en duurzame lichttafel biedt 16 verschillende kleuren en kan bediend worden met een afstandsbediening.

Lichtpanelen

Welk lichtpaneel is geschikt voor jouw lokaal? Maak een keuze uit diverse afmetingen en vormen.

(Les-)materialen

Stimuleer de zintuigen met doorzichtige educatieve materialen voor lichttafels en -panelen. Keuze uit ruim aanbod!

Scan & Bestel

Bekius Schoolmaterialen biedt een uitgebreid assortiment lichttafels en bijbehorende materialen. Bestel op www.schoolmaterialen.nl/lichttafels

Ontwikkel jouw talent met nieuwe energie

Bij Leerzaken bieden we praktische trainingen die aansluiten bij jouw dagelijkse praktijk en je ondersteunen in jouw professionele ontwikkeling. Wij geloven in leren voor het leven. Dat begint bij jou: op school, bij leraren en schoolleiding.

PrimaOnderwijs & Leerzaken

Wat bieden wij?

• Leersprint: een intensieve introductie van één dag op een thema waar je in korte tijd meer over wilt weten, of een visie op wilt vormen.

• Leertrip: 2/3 praktijkgerichte dagen in een onderwijs thema waarin je jouw eigen doelen bepaalt en samen met de trainer het beste uit jezelf wilt halen.

• Leerreis: een uitwisseling van 1 tot 3 dagen met scholen en collega’s in Nederland of Zweden om te zien hoe flexibel onderwijs (of een element daarvan) in de praktijk werkt.

Onze trainingen zijn speciaal ontwikkeld voor leraren in het po en vo die zich willen blijven ontwikkelen en vernieuwen in hun vak. Of je nu net begint of al jaren voor de klas staat, wij bieden voor elke fase passende cursussen.

Het resultaat? Een positieve leeromgeving voor leraren en leerlingen. Jouw talent ontwikkelen geeft nieuwe energie.

Heb je vragen over onze trainingen of wil je meer weten over de studiereis? Neem dan gerust een kijkje op www.leerzaken.nl of neem contact op voor een vrijblijvend oriëntatiegesprek via 085-112 00 00 of info@leerzaken.nl

Fysiek en doorlopend: financiële educatie van Eurowijs

“Gelukkig zetten steeds meer scholen financiële educatie op de agenda”, zegt Hilde Krens, directeur en oprichter van Stichting Eurowijs. Het leren omgaan met geld is een essentiële vaardigheid in een samenleving waarin jonge mensen al vroeg in aanraking komen met zaken als digitaal betalen, advertenties op sociale media en abonnementstructuren. Om goed te leren omgaan met geld heeft Eurowijs een gratis en fysiek lesprogramma ontwikkeld.

PrimaOnderwijs & Eurowijs

Het lesprogramma helpt om kinderen op het basisen speciaal onderwijs op speelse en toegankelijke wijze bewust te maken van financiële keuzes. Het programma biedt scholen per groep een afwisselende les met werkboek, placemat, filmpjes en kletsmomenten. Deze kunnen aangevuld worden met ondersteunende middelen zoals rekenbladen, kleurplaten en puzzels. Deze combinatie zorgt dat kinderen vanaf groep 1 op een speelse en begrijpelijke manier leren omgaan met geld.

“Onderzoek * toont aan dat kinderen die op jonge leeftijd iets leren, dit gedrag op latere leeftijd gemakkelijker toepassen”, vertelt Hilde. “Dus als je een kind vroeg aanleert om 10% van het zakgeld te sparen, zal die dat op latere leeftijd waarschijnlijk ook doen.”

Met de lessen voor het basisonderwijs wil Eurowijs graag preventief zijn: “We zien dat jongeren gevoelig zijn voor ‘buy now, pay later’, voor de verleidingen op social media en de filmpjes over snel rijk worden. Met de lessen willen we op financieel gebied verstandige volwassenen neerzetten.”

Financiële educatie op jonge leeftijd

Vanaf groep 1 worden kinderen met het Eurowijsprogramma meegenomen in de wereld van geld. Denk aan winkeltje spelen, het tellen van muntjes of een liedje zingen over sparen in een spaarpot. “We merken dat leerkrachten van deze groepen heel vaak onze les gebruiken” vertelt Hilde.

“Vanaf groep 6 hebben we het meer over veiligheid, denk aan klikken op verkeerde linkjes, geldezels en vals geld. In groep 8 komt ook wereldgeld aan bod, evenals inzicht in je eigen gedrag en tips voor middelbare school. De les voor groep 1 en 2 duurt ongeveer een half uurtje. Dat bouwt zich op tot anderhalf uur in

groep 8. De filmpjes in groep 6, 7 en 8 zijn in samenwerking gemaakt met de recherche. Zij geven dan de tips.”

Door de afwisseling tussen de filmpjes, het individueel werken in werkboekjes en de groepsgesprekken blijven de lessen aantrekkelijk en beklijven ze beter. “Kinderen vinden de lessen leuk omdat ze steeds iets nieuws doen. Ze bekijken een filmpje over bijvoorbeeld sparen, pinnen of vals geld. Daarna gaat de leerkracht daarover met hen in gesprek. Daar ga je echt de verdieping in en praat je echt over het omgaan met geld. Ook gaan ze aan de slag met opdrachten in hun werkboekje. Die variatie maakt het leerzaam én voor leerlingen heel plezierig”, aldus Hilde. Er zijn minimaal drie filmpjes per les.

Uniek is het fysieke lesmateriaal. Hoewel veel onderwijs tegenwoordig digitaal is, blijkt uit evaluaties dat maar liefst 96% van de leerkrachten die Eurowijs gebruiken de voorkeur geeft aan fysiek materiaal. “Door in de werkboekjes te schrijven met behulp van de placemats, beklijft de lesstof beter. In de werkboekjes gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag. Door te schrijven, onthouden de leerlingen het beter. Dit blijkt ook uit onderzoek.** Bovendien nemen leerlingen het materiaal mee naar huis, waardoor het gesprek over geld misschien ook thuis op gang komt.”

Eurowijs biedt een doorlopende leerlijn voor alle groepen van het basisonderwijs. Het lesprogramma kan het hele jaar door worden ingezet. Hilde voegt toe: “Ook zijn er extra materialen beschikbaar, zoals online lessen en themalessen, die bijvoorbeeld kunnen worden ingezet tijdens de Week van het Geld, maar zeker ook op andere momenten in het schooljaar.”

Een ander belangrijk pluspunt: het complete lesprogramma van Eurowijs is gratis beschikbaar voor scholen. Met 15 minuten voorbereidingstijd kunnen leerkrachten aan de slag. Dit maakt het programma laagdrempelig en aantrekkelijk.

Gelijke kansen voor ieder kind

“Niet ieder kind krijgt vanuit huis een financiële opvoeding mee”, merkt Hilde. “Veel ouders hebben moeite met geldzaken, omdat ze bijvoorbeeld laaggeletterd zijn, geen Nederlands spreken of uit een laag sociaal milieu komen. Dit maakt dat kinderen in sommige gevallen belangrijke basiskennis missen. Daarom is het zo belangrijk dat scholen hierin kunnen bijspringen, zodat we alle leerlingen kunnen bereiken.”

Het Eurowijs-lesprogramma draagt bij aan gelijke kansen voor alle kinderen. Doordat de lessen praktisch, toegankelijk en speels zijn, worden ook kinderen met een taalachterstand of een moeilijke thuissituatie bereikt.

Waarom kiezen voor Eurowijs?

Met Eurowijs geef je jouw leerlingen meer dan een leuke les. Je investeert in hun toekomst door hen bewust te maken van geldzaken en hen voor te bereiden op een wereld waarin financiële verleidingen en uitdagingen dagelijks op hen afkomen. Andere voordelen:

• Ieder kind heeft eigen lesmateriaal

• Het is een doorlopende leerlijn

• Voldoet aan de Nibud-leerdoelen

• 98% van de gebruikers beveelt de lessen aan, aan een collega

• Het lesmateriaal is gratis en elk jaar opnieuw te bestellen

• Materiaal voor po, onderbouw vo en speciaal onderwijs

Start vandaag nog met Eurowijs

Leer jouw leerlingen slim omgaan met geld! Bestel vandaag nog het gratis Eurowijs lesmateriaal. Scan de QR-code en ga aan de slag met praktische én inspirerende lessen over geld!

Hilde Krens

SCHOOL CONCEPT

INSPIREREND & EDUCATIEF SPEEL-

KEUKENHOEK

BOEKENWAGEN

Handig! Een stevige mobiele bibliotheek voor jonge lezers met veel opbergruimte voor boeken en speelgoed!

WINKELHOEK

Ideaal voor creatieve rollenspellen: de winkelhoek heeft o.a. een kassaband, een krijtbord, een ‘koelvitrine’ en verschillende schappen.

MUZIEKSET DROOGREK

Deze 26-delige set bevat alle belangrijke ritme- en slaginstrumenten. Geleverd in een stevige opbergtas.

Met 25 uitschuifbare roosters biedt dit grote verrijdbare droogrek alle ruimte voor de kunstwerkjes van je leerlingen.

Bekijk het uitgebreide assortiment op School-Concept.nl/klasmaterialen

Scan & Bestel

Nieuw: virtuele escaperoom voor groep 7 en 8 Ontdek de slagerij!

Met de nieuwe unieke virtuele escaperoom ‘Ontdek de slagerij!’ kunnen leerlingen in groep 7 en 8 op een speelse manier samenwerken, leren en ontdekken. Dit interactieve programma neemt je klas mee in de wereld van de slagerij en biedt een verrassende combinatie van educatie en avontuur.

Een speelse leerervaring

In deze escaperoom is Harold opgesloten in een koelcel. Het is aan de leerlingen om hem te bevrijden door uitdagende opdrachten op te lossen. Tijdens het spel leren ze over productkennis, de beroepen in de slagerij en de veelzijdigheid van dit ambacht. De escaperoom speelt zich af in een 360° virtuele omgeving waarin leerlingen vrij kunnen rondkijken en ontdekken.

Leerzaam, interactief en digitaal

De escaperoom is ontworpen om samenwerking, probleemoplossend denken en logisch redeneren te stimuleren. Tegelijkertijd biedt het programma een verrassend kijkje in een vak dat misschien minder bekend is, maar vol vakmanschap en verhalen zit. Alles gebeurt digitaal, waardoor je de activiteit eenvoudig in jouw klas kunt organiseren zonder extra materialen.

Help Harold uit de koelcel!

De virtuele escaperoom is gemakkelijk aan te vragen via www.meatyourfuture.nl. Geef je leerlingen deze unieke kans om spelenderwijs te leren, terwijl zij samenwerken om Harold te bevrijden!

PrimaOnderwijs & Meat Your Future

Nieuw:

PrimaOnderwijs Podcast!

Vanaf de beursvloer van de vijfdaagse NOT gingen hoofdredacteur Wiesette Haverkamp en projectuitgever Jorien van Dam in gesprek met interessante sprekers. De gesprekken zijn terug te luisteren via de PrimaOnderwijs Podcast op Spotify. De afleveringen brengen jou frisse inzichten, praktische tips en inspirerende verhalen. Heb jij alles al beluisterd? Dit zijn alle sprekers op een rijtje en met de QR-code kom je direct bij alle afleveringen op ons kanaal.

Tekst: Wiesette Haverkamp

Aflevering 2

Aflevering 1

René Peeters over inclusief onderwijs

“Ik vind dat leerkrachten en daarmee ook leerlingen in een bepaalde rails geduwd worden, mede door de druk van toetsen.” René Peeters neemt je in onze eerste aflevering van PrimaOnderwijs Podcast mee in een prikkelend gesprek over inclusief onderwijs, gebaseerd op zijn rijke ervaring als leerkracht, schoolbestuurder, hoofd onderwijs, wethouder en schrijver van het advies Mét Andere Ogen. We hebben het onder meer over te snel oordelen, het voldoen aan de norm en het creëren van goede omstandigheden voor kinderen. Peeters benoemt de voordelen van een inclusief onderwijssysteem, waarin individuen elkaar meer ontmoeten en van elkaar leren. Ontdek met zijn tips hoe jij nieuwe stappen kunt zetten naar een inclusieve toekomst!

Floortje Scheepers over mentale diversiteit

“Laten we niet in simpele hokjes denken als het gaat om mensen. En laten we diversiteit omarmen als kracht in de samenleving. Scholen zien nu talenten van kinderen en jongeren over het hoofd omdat er vooral naar cognitieve skills wordt gekeken. Er bestaat niet een soort blauwdruk van een mens, er zijn ontzettend veel variaties.” Wat is er nodig om met mentale diversiteit om te gaan in de samenleving en op school? Prof. Dr. Floortje Scheepers geeft een inspirerende kijk op mentale diversiteit, vanuit haar kennis over psychiatrie. Samen kunnen we werken aan een samenleving zonder een rigide context waarin iedereen kan floreren.

Aflevering 3

Willemijn Gnirrep over het belang van het naschoolse programma

Veel kinderen in de leeftijd van 10 -14 jaar kunnen een extra steuntje in de rug gebruiken. “Ik denk dat school zich vaak richt op de harde skills, maar het potentieel van die kinderen is breder. De ontwikkeling van kinderen stopt niet bij de deur van de klas.” We praten over eigenaarschap, talenten en het krijgen van zelfvertrouwen. Ben jij benieuwd hoe je kinderen nóg beter kunt ondersteunen? In deze aflevering deelt Willemijn Gnirrep hoe het naschoolse programma ‘Petje Af’ bij kan dragen aan talentontwikkeling en burgerschap. Laat je inspireren door deze aflevering!

Aflevering 5

Pleun Couwenhoven over de betekenis van muziek op school

Aflevering 4

Wouter van der Windt over het creëren van een goede werkomgeving

Voor de vierde aflevering van onze podcast spraken we met Wouter van der Windt, directeur van SBO Laurens Cupertino. Hij begon vierenhalf jaar geleden op deze school en op dat moment was er weinig op orde. Beluister een mooi gesprek over een het creëren van een werkomgeving voor kinderen en leerkrachten, verbinding met ouders en over omgaan met polarisatie en verharding: hoe maken we scholen veilig én gezond? “We moesten aan de slag met een gezamenlijke visie en elkaar beter leren kennen. En dat in coronatijd.”

Wouter deelt zijn inzichten en de reis die hij heeft gemaakt in het gezond maken van het SBO Laurens Cupertino.

“Je brein kan sterkere verbindingen maken en muziek, maar ook dans en sport kan daarbij helpen. Je werkt tijdens muziek in de klas niet alleen aan cognitie, maar ook aan zelfbeheersing en (teksten) memorisering.” Is zingen niet jouw ding? Geen probleem, muziekonderwijs is veel breder dan alleen zingen. Denk bijvoorbeeld ook aan bewegen, zoals een muzikale energizer. Het klappen van een ritme, je lichaam gebruiken als instrument, luisteren en muziek lezen en noteren. Pleun Couwenhoven #JufPleunnmaaktmuziek laat zien dat muziek zoveel meer is. Pleun geeft praktische tips over verschillende muziekdomeinen en je hoe je deze kunt combineren met bijvoorbeeld basisvaardigheden. Laat je inspireren en ga fluitend aan de slag!

PrimaOnderwijs is tijdens de NOT gestart met het maken van podcasts. Iedere dag van de beurs hadden we een nieuwe interessante spreker achter de microfoon. Daardoor zijn de onderwerpen die besproken heel verschillend, van mentale diversiteit tot muziek in de klas: er komt van alles langs.

Scan de QR-code om de afleveringen te beluisteren.

Formatief handelen in het po

‘ Niet een focus op moeten leren, maar op mogen leren’

Formatief handelen krijgt steeds meer bekendheid. Met name in het basisonderwijs biedt het een vruchtbare voedingsbodem om kinderen te laten leren zónder de druk van presteren. Dankzij lange leerlijnen is er veel ruimte om het leerproces aan te passen aan de behoeften van de leerlingen. Maar hoe start je als school met formatief handelen en hoe implementeer je het succesvol?

Tekst: Esmee Weerden

In gesprek met Dominique Sluijsmans, onderzoeker en lector Integrale Curricumontwikkeling bij Hogeschool Rotterdam en Mascha Maljers, leerkracht en teamleider op het Montessorikindcentrum (MKC) Aan de Oosterplas in Den Bosch, wordt duidelijk waarom starten met leren zonder oordeel op de basisschool een mooie basis legt voor de verdere ontwikkeling van kinderen. Mascha vat het treffend samen: “Formatief handelen helpt leerlingen groeien zonder prestatiedruk. Je legt dus niet een focus op moeten leren, maar op mogen leren.” Beiden hebben bijgedragen aan de themapagina ‘Formatief handelen in het po’ van Onderwijskennis van het NRO.

Meer dan toetsen zonder cijfers

Het begrip formatief handelen vindt zijn oorsprong in het Engelse formative assessment. Lange tijd werd dit concept in Nederland vooral vertaald naar ‘formatief toetsen’: toetsen zonder cijfers, bedoeld om het leerproces te ondersteunen. “Maar in de praktijk

Themapagina ‘Formatief handelen in het po’

Benieuwd hoe je formatief handelen in het primair onderwijs implementeert? Van onderzoek en basisprincipes tot concrete voorbeelden: op de themapagina vind je praktische handvatten die je direct toe kunt passen in de klas.

Ontdek hoe je het leerproces van leerlingen kunt versterken met gerichte vragen, feedback en co-regulatie. Dit overzicht laat zien hoe kleine aanpassingen al grote resultaten kunnen boeken voor zowel leerlingen als teams.

Ga naar: www.onderwijskennis.nl/themas/ formatief-handelen-in-het-po

ontstonden daar veel misvattingen over”, vertelt Dominique. Het formatieve proces werd vaak gereduceerd tot het afnemen van toetsen zonder beoordeling, terwijl het in essentie draait om een voortdurend proces van leren, feedback en bijsturen.

Daarom werd het begrip verruimd naar formatief handelen. Hierbij ligt de nadruk op het actief handelen op basis van verzamelde inzichten om leerlingen verder te helpen. Dit betekent dat leerkrachten niet alleen observeren waar een leerling staat, maar ook vervolgstappen ondernemen om het leerproces aan te passen aan de behoeften van de leerling.

De waarde van lange leerlijnen

Volgens Mascha is formatief handelen in het montessorionderwijs al van nature verweven. “We kijken continu waar een leerling staat en bieden leerstof op maat aan. Het basisonderwijs is daar bij uitstek geschikt voor. Anders dan in het vo, trekken leerlingen in het basisonderwijs acht jaar lang met elkaar op. Ze weten dat ze de tijd hebben om doelen te behalen.”

Toch benadrukt ze dat dit niet vanzelfsprekend is: “Een duidelijke visie is belangrijk, maar het begint bij kennis van de leerlijnen en inzicht in wat leerlingen moeten leren. Pas dan kun je flexibel omgaan met de leerlijn en de behoeften van de leerlingen.”

Dominique sluit zich daarbij aan: “Zonder gezamenlijk antwoord op de vraag ‘waartoe leren onze leerlingen?’ is formatief handelen moeilijk te organiseren. Dit kan gaan over vakinhoudelijke kennis, maar ook over vaardigheden zoals zelfvertrouwen of samenwerking. Het is een samenspel van strategieën en vaardigheden waar leerkrachten ervaring en kennis voor nodig hebben. Het kost tijd om dit echt goed in de vingers te krijgen.”

Tips om laagdrempelig te starten

Zowel Dominique als Mascha benadrukken dan ook dat het belangrijk is om klein te beginnen. “Ga eerst

Ook aan de slag met formatief handelen in het po?

Scan de QR-code:

Interesse in formatief handelen in het vo?

Scan de QR-code:

kijken wat er al gebeurt in de klas en gebruik dat als haakje voor verdere ontwikkeling.” Ze benadrukken het belang van focus: “Kies één vakgebied of leerlijn, werk die goed uit en stuur bij waar nodig.” Zo zijn ze op de school van Mascha 5 jaar geleden gestart met het uitwerken van de leerlijn rekenen. Inmiddels is deze lijn al meerdere keren verbeterd en zijn ze nu bezig om meer ruimte voor complexere vaardigheden in de bovenbouw te creëren. Mascha: “Om dit te bereiken oefenen we alle tafelsommen in groep 4, zodat we in groep 5 meteen kunnen beginnen met automatiseren en memoriseren van de tafels.”

Mascha adviseert om vanuit structuur te werken. Een belangrijk hulpmiddel op haar school is bijvoorbeeld de ‘doelenmap’: een overzicht waarin leerlingen precies kunnen zien welke doelen zij al hebben bereikt en waar ze naartoe werken. “Het geeft hen inzicht en eigenaarschap over hun leerproces”, legt Mascha uit. “Leerlingen vragen zelf om de volgende stap te mogen zetten. Zo geef je ze vertrouwen en maak je leren betekenisvol.”

Themapagina als hulpmiddel

Formatief handelen is geen kant-en-klare methode, besluit Dominique. “Het is een proces dat tijd en doorontwikkeling vraagt. De themapagina biedt een goed startpunt, maar het echte werk begint bij de visie van het team en het lef om te kiezen voor leren zonder oordeel.”

Mascha sluit zich daarbij aan: “Begin elke keer klein, blijf reflecteren, en gun jezelf de tijd om te leren. De themapagina biedt een houvast bij het vaststellen van leerdoelen en het aanpassen van het proces waar nodig. Als je eenmaal een goede basis hebt, kun je gerichter bijsturen. Alleen zo creëer je een schoolcultuur waarin leren centraal staat, voor leerlingen én leerkrachten.”

ONDE RW IJSKENNIS

v an het NR O

Prima
Mascha Maljers
daagt uw talentvolle, meer- en hoogbegaafde leerlingen uit!

Acadin is dé digitale leeromgeving voor de talentvolle, meer- en hoogbegaafde leerlingen in het primair onderwijs. Een omgeving die is gevuld met >650 interessante en uitdagende leeractiviteiten over allerlei onderwerpen voor groep 1-8. Speciaal geselecteerd om het leren op school voor deze kinderen te verrijken. Acadin helpt leerkrachten leerlingen te prikkelen met uitdagende leerstof waar ze hun tanden in kunnen zetten, maar ook met korte opdrachten voor de laatste 10 minuten van de les. Kenmerkend voor deze leeractiviteiten is dat ze een open karakter hebben. Leerlingen leren niet alleen feitenkennis en vaardigheden, ze leren ook hoe ze moeten leren.

“Acadin heeft veel voordelen, je ziet kinderen echt opbloeien!”

“Acadin beviel zo goed dat het al snel schoolbreed is ingevoerd.”

“Acadin kan worden ingezet voor alle leerlingen, maar is vooral interessant voor leerlingen die wel wat extra uitdaging kunnen gebruiken.”

Interesse?

Opbouw Acadin

Inhoud – >650 leeractiviteiten groep 1-8 Planningsmodule – activiteiten toekennen met startdatum en deadline

Begeleidingsmodule – beoordelen, portfolio

Meer informatie over Acadin vindt u op www.acadin.nl. U kunt zich hier ook aanmelden voor het gratis webinar op 17 maart 2025 of voor een gratis proefabonnement (tien weken). www.acadin.nl | info@acadin.nl | (070) 315 41 00

253047-1 ProDemos advertenties.qxp_Prima Onderwijs [172 x 127,5 mm] 27-01-2025 10:38 Pagina 1

Haal de politiek voor de klas

Met een gratis gastles van ProDemos breng je de democratische rechtsstaat tot leven in het klaslokaal. Terwijl leerlingen in een vertrouwde omgeving blijven, zorgt een gastdocent voor een frisse dynamiek en worden abstracte onderwerpen concreet en begrijpelijk gemaakt: van de werking van de Europese Unie tot het strafrecht in Nederland, en van grondrechten tot wetsvoorstellen in de Tweede Kamer.

Kies nu een datum die jouw klas uitkomt in ons reserveringssysteem. De rest regelen wij!

Kijk op prodemos.nl/gastlessen

• Gastles Politieke partijen (vmbo alle leerwegen)

• Gastles Introductie Europese Unie (vmbo alle leerwegen)

• Gastles Regels en Rechten (vmbo alle leerwegen)

45–60 min.

60–120 min.

voor het vmbo

• Gastles De politiek en ik (vmbo bb/kb)

• Gastles Rechtspraak (vmbo alle leerwegen)

• Gastles Rollenspel Europese Unie (vmbo tl)

• Gastles Politieke partijen (vmbo alle leerwegen)

Of ga zelf aan de slag met ons gratis downloadbaar lesmateriaal. Kijk op lesmateriaal.prodemos.nl.

Ozobot

in het onderwijs:

Simpel, Speels en Effectief

Leerkrachten die wegwijs willen worden in het gebruik van de innovatieve en compacte Ozobot, kunnen een workshop aanvragen. Leerlingen komen met Ozobot op speelse wijze in aanraking met programmeren.

PrimaOnderwijs & Ozobot-Benelux.nl

Vanaf nu is het mogelijk om een workshop aan te vragen bij ons. De implementatie van Ozobot in het onderwijs is vrij eenvoudig, omdat leerkrachten en leerlingen via workshops snel wegwijs worden met het product. Tijdens deze sessies ontdekken leerkrachten hoe ze de robot kunnen inzetten bij vakken zoals rekenen, spelling, Engels en topografie, waarbij de creativiteit en het logisch denkvermogen van leerlingen wordt gestimuleerd. Tegelijk biedt de workshop de mogelijkheid om direct te ervaren of het gebruik van Ozobot aanslaat in de klas. Daarnaast bieden de workshops een laagdrempelige kans om met de technologie te experimenteren, zodat leerkrachten en leerlingen op hun gemak kennis kunnen maken met Ozobot.

Spelenderwijs leren programmeren

Ozobot is een innovatieve, compacte robot die eenvoudig op te bergen is. De kracht van Ozobot ligt in zijn gebruiksvriendelijke en flexibele opzet, waarmee hij geschikt is voor leerlingen van groep 3 tot en met 8. Door middel van kleurcodes en lijnen kunnen leerlingen op speelse wijze kennismaken met de basisprincipes van programmeren, waarbij creativiteit

en logisch denken hand in hand gaan. Voor wie een stap verder wil, biedt de gratis online programmeertool Ozoblockly de mogelijkheid om complexere codes te maken. Zo sluit Ozobot perfect aan bij de leerdoelen van het SLO en de groeiende digitaliseringsdoelen van het onderwijs.

Effectief en veelzijdig in de praktijk

Ozobot is ook eenvoudig in de praktijk in te zetten. Dankzij het duidelijke handboek en de gratis beschikbare lesmaterialen – ontwikkeld in samenwerking met scholen – kunnen leerkrachten eenvoudig lessen ontwerpen die aansluiten bij verschillende thema’s en vakken.

De combinatie van tekenen en programmeren maakt het leren niet alleen leuk, maar ook visueel aantrekkelijk en uitdagend. Daarnaast biedt Ozobot leerlingen voldoende vrijheid om zelf te ontdekken, hun creativiteit te benutten en hun vaardigheden in eigen tempo te ontwikkelen.

Waarom werkt het?

hij geschikt is voor leerlingen van

Ozobot laat kinderen op hun eigen niveau ontdekken en leren op het vlak van programmeren. Tevens kunnen ze er hun eigen ideeën en creativiteit in kwijt. Daarnaast biedt het voldoende mogelijkheden om Ozobot op allerlei manieren in te zetten en te koppelen aan thema’s en andere vakken in de klas, waardoor de spaarzame lestijd op school efficiënt wordt benut. De veelzijdige mogelijkheden en het speelse karakter maken Ozobot een krachtig hulpmiddel om technologie effectief te integreren in het onderwijs en leerlingen voor te bereiden op de toekomst.

Meer informatie over Ozobot?

Scan de QR Code en vraag je workshop aan.

Wat is

het

at wissel leerpres

en es

effect van wisselingen van leerkrachten op de leerprestaties van leerlingen?

ist basisonderwijs? tijdelijke verstoring die

Wist je dat het vertrek van leerkrachten en aannemen van nieuwe leerkrachten een negatief effect heeft op de leerprestaties voor taal en rekenen van leerlingen in het basisonderwijs? Dat heeft waarschijnlijk vooral te maken met de tijdelijke verstoring die personeelswisselingen met zich meebrengen.

Nieuwe in team Ook

Nieuwe leerkrachten moeten zich inwerken in een bestaand team en een bestaande organisatie. Ook in het voortgezet onderwijs blijkt dat verloop onder leraren de leerprestaties van leerlingen nadelig kan beïnvloeden

leerpre taties kan

Meer weten? Lees verder op Kennisrotonde nl

eer nl nl/s / tel-je-vraag

Of stel zelf een vraag op kennisrotonde nl/stel-je-vraag

chool

organisatie

Leerprestaties

eerprestaties

Lerarenteams

erarenteams

aal jskwaliteitnderwi

Taal & rekenen

ijskwaliteit

De Kennisrotonde is een uniek loket voor de beantwoording van jeugd- en onderwijsvragen met kennis uit onderzoek en is een dienst van het NRO
e Ke K nnis otonde onderwij i svrag a en ke

De uitdaging van het bespreekbaar maken

Over Fawaka Fawaka biedt scholen een inclusieve en wereldse invulling van burgerschap met WereldBurgerschap, waarmee leerlingen worden geholpen zich te ontwikkelen tot wereldburgers die bouwen aan de wereld van morgen. Ook biedt Fawaka al jaren de ‘Leergang Inclusief Onderwijs, expliciete scholing rondom racisme & discriminatie’ aan, een bewezen effectieve interventie tegen discriminatie in het onderwijs.

Praktische handvatten voor een inclusieve klas

Het is stil in de klas. Een leerling heeft net een opmerking gemaakt die een ander kwetst, en je voelt de spanning groeien. Van discussies over discriminatie tot uitspraken over racisme – het is steeds vaker onderdeel van de schooldag. Voor leraren brengt dit uitdagingen met zich mee: hoe stel je een norm, hoe bied je ruimte voor dialoog en hoe zorg je ervoor dat iedereen zich veilig voelt?

PrimaOnderwijs & Fawaka

De behoefte aan tools en vertrouwen

Zulke momenten zijn geen uitzondering. Maatschappelijke kwesties komen het klaslokaal binnen via actualiteiten, sociale media en persoonlijke ervaringen van leerlingen. Leraren nemen steeds vaker de rol van gespreksleider en bemiddelaar op zich. Zonder de juiste tools en kennis kan dit overweldigend zijn. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft dit onderkend en extra middelen vrijgemaakt om leraren te ondersteunen bij het bespreken van antisemitisme en andere maatschappelijke thema’s. Het nieuwe trainingsprogramma Voorbij Vooroordelen van Fawaka, dat in maart van start gaat, biedt leraren praktische en concrete oplossingen voor het bespreken van antisemitisme in samenhang met bredere vormen van racisme en discriminatie

Ben jij een leraar die zich wil professionaliseren in het omgaan met gevoelige en complexe thema’s?

Meld je aan via de QR-code.

Samen bouwen we aan veilige, open en inclusieve klaslokalen –nu en in de toekomst

Wat biedt de scholing Voorbij Vooroordelen?

De tweedaagse training richt zich op kennisopbouw, zelfreflectie en het ontwikkelen van praktische vaardigheden. Het bestaat uit een samenhangend pakket: twee dagdelen training, een dagdeel met gastlessen bij jou op school, en een afsluitende intervisie. Het programma omvat:

• Inzicht in context: Wat zijn de historische en maatschappelijke achtergronden van discriminatie en hoe hangen ze samen met bredere thema’s?

• Zelfreflectie: Welke (onbewuste) vooroordelen breng je zelf mee, en hoe beïnvloeden die jouw onderwijspraktijk?

• Gesprekstechnieken: Een methodisch stappenplan en gesprekstechnieken om veilige dialogen te voeren en spanningen in de klas te de-escaleren.

De gastlessen, verzorgd door ervaren docenten van Fawaka, maken leerlingen bewuster van de gevolgen van discriminatie en racisme en welke impact dit op henzelf heeft. Ze bieden een praktijkvoorbeeld van hoe docenten deze thema’s in hun lessen kunnen integreren. Na de training krijgen deelnemers toegang tot lesmateriaal van de Anne Frank Stichting en kunnen ze deelnemen aan intervisiesessies om ervaringen te delen en van elkaar te leren.

De online belevingswereld van leerlingen: wat moeten wij ermee?

Online pesten, extreme challenges en negatieve beïnvloeding door sociale media: de online belevingswereld van leerlingen vraagt steeds meer aandacht van scholen. Ook in positieve zin, want dankzij alle digitale middelen kunnen leerlingen veel kennis opdoen en nieuwe relaties aangaan. Maar wat betekenen al die ontwikkelingen voor leraren? Hoe grijp je in als er problemen zijn die de school binnenkomen? Loïs Gampierakis, adviseur bij Stichting School & Veiligheid, deelt haar inzichten en tips.

Wat online gebeurt, speelt zich meestal buiten het gezichtsveld van leraren af. Ligt daar dan ook de grootste uitdaging voor het onderwijs?

“We zien dat scholen vaak worstelen met vragen als: hoe ver reikt onze verantwoordelijkheid en hoe grijpen we effectief in? Het is lastig om daar één antwoord op te geven. Maar zodra dingen die gebeuren op sociale media de veiligheid op school raken, moet de school er iets mee. De online wereld is voor leerlingen een belangrijk deel van hun leven. Het is de plek waar ze contact maken met leeftijdsgenoten en waar leuke en minder leuke dingen plaatsvinden. Die blijven niet in die online wereld, maar komen ook de school binnen. Daar moet je dus ook in de klas iets mee.”

Hoe stel je als school positieve normen op voor online gedrag?

Je stelt als school een positieve norm door gezamenlijk duidelijke gedragsafspraken te maken, grenzen te stellen, en dit óók te vertalen naar online situaties. Je voert gesprekken over online gedrag; wat is respectvol of juist grensoverschrijdend? Hoe ziet dat

eruit? Bijvoorbeeld: hoe spreek je elkaar aan in een chat? Wat doe je als je een vervelend bericht krijgt? Je kunt ook gebruikmaken van posters of pictogrammen in de klas om gewenst online gedrag te visualiseren, zodat de gemaakte afspraken altijd zichtbaar zijn. Laat leerlingen zelf meedenken over voorbeelden van respectvol gedrag. Dus niet alleen zeggen: dit of dat mag niet. Maar vooral ook: welk gedrag vinden we wél acceptabel.”

Maakt het uit of iets in of juist buiten de les is gebeurd?

“Leerlingen zijn online continue met elkaar in contact - ze sturen elkaar berichten, foto’s en filmpjes. Vervolgens praten ze daar zowel online als op school over. Dat heeft dus ook invloed op wat er in de klas gebeurt. Denk aan onderlinge conflicten die online zijn begonnen en vervolgens op school worden uitgevochten. Maar ook pestgedrag dat op school begint en online doorgaat. Het heeft een enorme invloed op de veiligheidsperceptie van een gepeste leerling – maar ook op andere leerlingen in de klas. Want waar ben je dan nog veilig?”

Loïs vervolgt: “Daarnaast is het soms best moeilijk om kritisch te blijven kijken naar wat je online voorbij ziet komen. Online is er een wildgroei aan desinformatie of eenzijdig nieuws. Het is lastig om tussen al die content en meningen van influencers of leeftijdsgenoten te manoeuvreren – zeker als je hersenen nog volop in ontwikkeling zijn. Als ouders en onderwijsprofessionals moeten we dat bespreekbaar maken en kinderen begeleiden in hun sociale mediagebruik. Bijvoorbeeld door het maken van gedragsregels of het hebben van aandacht voor pro-sociaal online gedrag in lessen over mediawijsheid en digitale geletterdheid.”

Je omschrijft het als ‘mediawijsheid’.

Wat bedoel je daar precies mee?

“Mediawijsheid gaat verder dan weten hoe technologie werkt. Het draait om kritisch denken en sociaal bewustzijn. Leer leerlingen bijvoorbeeld hoe ze misleidende informatie kunnen herkennen, maar ook hoe ze elkaar online positief kunnen beïnvloeden. Leer ze om stil te staan bij de impact van hun eigen gedrag. Bespreek bijvoorbeeld tijdens een kringgesprek hoe je reageert als je een vervelend filmpje tegenkomt en wat de gevolgen kunnen zijn als je dit doorstuurt. Oefen samen het herkennen van fake news.”

Hoe ga je als school om met grensoverschrijdend online gedrag?

“Het is lastig om zo direct antwoord te geven op deze vraag, omdat incidenten in ernst en omvang enorm kunnen verschillen. Toch trekt de school altijd een duidelijke grens bij overschrijding van toelaatbaar gedrag, zeker online waar normen vaak ontbreken. De focus ligt op de slachtoffers en hun ouders: wat hebben zij nodig om zich weer veilig te voelen? Daarnaast kijkt de school of anderen ondersteuning nodig hebben. Indien nodig worden ook niet-direct betrokken leerlingen en ouders geïnformeerd en aangesproken op hun gezamenlijke verantwoordelijkheid. Ouders krijgen concrete tips over hoe zij online

Bekijk via de QR-code het ‘Stappenplan: omgaan met online incidenten’

gedrag met hun kind kunnen bespreken. Het doel is altijd herstel: zorgen dat iedereen zich weer veilig voelt op school.”

Hoe kunnen scholen hun eigen handelingsverlegenheid overwinnen?

“Dat is inderdaad belangrijk, want omgaan met incidenten die zich (deels) online afspelen, is lastig. Je begint door te kijken hoe je bestaand beleid ook toepasbaar maakt voor online gedrag. Wat zijn onze waarden en hoe vertalen we die naar online gedragsregels? Zorg ook voor een veilige omgeving waarin leraren online incidenten durven bespreken en elkaar ondersteunen. Samenwerking met ouders en externe partners is hierbij echt cruciaal. En gebruik ook zeker ons stappenplan. Dit biedt een duidelijk overzicht hoe je als school omgaat met online incidenten die invloed hebben op de sociale veiligheid op school.”

Vragen over sociale veiligheid op school?

Neem contact op met ons Adviespunt, dat is op schooldagen bereikbaar van 9.00 tot 16.00 uur.

Telefoon: 030 285 66 16

E-mail: adviespunt@schoolenveiligheid.nl

In geval van een calamiteit, zijn onze crisisadviseurs 24/7 bereikbaar via bovenstaand telefoonnummer.

Loïs Gampierakis

Rekentalent signaleren voorbij taalgrenzen

In een reken-wiskundeles wordt niet alleen een beroep gedaan op rekenkundige vaardigheden, maar ook op de Nederlandse taal. Voor leerlingen waarvan Nederlands niet de moedertaal is, kan dit een barrière vormen. Het risico bestaat dat hun potentieel niet wordt herkend, omdat taal een obstakel vormt bij het signaleren van hun rekentalent. Marjolein van Straalen (adviseur en trainer bij CPS) ging in gesprek met Marjolein Tamminga (leerkracht en rekenspecialist op de pcb De Sjalomschool in Capelle aan den IJssel). Wat zijn haar ervaringen met meertaligheid in het reken-wiskundeonderwijs? En waar liggen kansen om meertalige leerlingen in het reken-wiskundeonderwijs beter te ondersteunen en hun (potentieel) rekentalent zichtbaar te maken?

PrimaOnderwijs & CPS Onderwijsontwikkeling en advies

Uitdagingen bij het signaleren van rekentalent

Een belangrijke uitdaging bij het signaleren van rekensterkte bij meertalige leerlingen is de complexiteit van rekentaal. De Sjalomschool heeft een diverse leerlingenpopulatie. Een deel van de leerlingen heeft een andere thuistaal dan Nederlands. “Veel rekentaal is lastig te vertalen vanuit een andere taal”, vertelt Marjolein Tamminga. “Begrippen als ‘meer dan’, ‘helft’ en ‘kwart’ zijn niet direct over te brengen in een andere taal. Vaak is de afweging voor de leerkracht dan: snappen ze de vraag niet, of maken ze een rekenfout?”

Meertalige leerlingen kunnen hierdoor lager scoren op toetsen, ook als hun intelligentie even hoog is. Om (potentieel) rekentalent bij meertalige leerlingen te signaleren is het daarom belangrijk verder te kijken dan de toetsresultaten.

Een brede signalering

Het herkennen van meertalig (potentieel) sterke rekenaars vraagt om een brede signalering. Om het (potentieel) rekentalent van meertalige leerlingen in beeld te brengen, is een combinatie nodig van observaties, het aanbieden van opdrachten die het rekentalent stimuleren, gesprekken met leerling en ouder(s), en de professionele ervaring van de leerkracht. Om taalbarrières te verminderen, heeft de Sjalomschool gekozen voor toetsing die minder nadruk legt op de taalvaardigheid. Deze toetsen bevatten minder tekst, waardoor ze toegankelijker zijn voor meertalige leerlingen. “Bovendien mogen leerlingen met een andere moedertaal de toetsvragen beluisteren via een koptelefoon, in plaats van dat ze deze zelf moeten lezen”, vult Marjolein Tamminga aan. Op de Sjalomschool bieden ze daarnaast opdrachten aan die het

rekentalent stimuleren. Marjolein Tamminga benadrukt dat leerlingen voor het krijgen van extra rekenuitdagingen niet alleen op hun taalvaardigheid mogen worden beoordeeld. “Wanneer je een vermoeden hebt dat een leerling meer kan, geef hem dan óók extra rekenuitdagingen.”

Ze biedt deze leerlingen af en toe ook pluswerk aan, zodat ze kan observeren hoe ze het aanpakken en of ze tot een oplossing komen. In de klas is ze alert op signalen die wijzen op sterke rekenvaardigheden. “Je merkt dat sommige leerlingen nieuwe rekenconcepten snel oppikken, zelfs als taal nog een struikelblok is.” Ze merkt dat deze leerlingen vaak een sterk logisch en abstract denkvermogen hebben. “Ze kunnen patronen herkennen, redeneren en problemen oplossen zonder veel uitleg. Ze excelleren in bijvoorbeeld bouwopdrachten of rekenpuzzels.”

Omgaan met taalbarrières

In de reken-wiskundelessen op de Sjalomschool wordt veel aandacht besteed aan rekenbegrippen. “Deze worden opgeschreven in het zogenaamde ‘spiekschrift’”, legt Marjolein Tamminga uit. “Alle rekenbegrippen en strategieën worden hierin opgeschreven. Hier kunnen de kinderen altijd in kijken tijdens de rekenlessen en bij een toets mogen ze deze vooraf nog even inkijken. Dit schrift is voor alle leerlingen beschikbaar, maar meertalige leerlingen biedt dit ook de taalsteun die zij nodig hebben.”

Als rekenhuiswerk worden redactiesommen meegegeven, die wekelijks in de klas besproken worden. “Daar worden ook weer veel begrippen uitgelegd en komt rekentaal een bod.” Naast de aandacht voor rekentaal, zet de Sjalomschool materialen in zoals breukenlijnen, automatiseerkaartjes en blokjes om rekenconcepten visueel en tastbaar te maken.

Tips en adviezen

Een beperkte beheersing van de Nederlandse taal mag nooit een reden zijn om leerlingen geen uitdagingen te bieden in het reken-wiskundeonderwijs. Het signaleren van meertalige (potentieel) sterke rekenaars vraagt om een aanpak voorbij taalgrenzen. Een brede signalering vergroot de kans dat hun rekentalent zichtbaar wordt en zorgt ervoor dat zij de juiste begeleiding en uitdagingen kunnen krijgen. Dit vraagt van leerkrachten een kritische en open blik om het rekentalent van alle leerlingen optimaal te benutten.

Over het boek

Sterke rekenaars in het basisonderwijs In januari is de herziene editie van Sterke rekenaars in het basisonderwijs verschenen. In het boek wordt uitgebreid ingegaan op het signaleren en uitdagen van (potentieel) sterke rekenaars. De herziening bevat onder meer een nieuw hoofdstuk, waarin expliciet aandacht is voor meertalig (potentieel) sterke rekenaars.

ISBN: 9789065082572 € 34,95

Marjolein Tamminga is leerkracht en rekenspecialist op pcb de Sjalomschool in Capelle aan den IJssel. In haar rol als rekenspecialist bewaakt en bevordert ze de kwaliteit van het onderwijs in rekenen-wiskunde op de school.

Marjolein van Straalen is adviseur en trainer didactiek en pedagogiek bij CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Ze ondersteunt scholen bij vraagstukken over het leren van leerlingen en het realiseren van een veilig en ondersteunend leerklimaat.

Bronnen

1. Ploegman, M. (2023). Kansengelijkheid een kwestie van tijd – hoe keuzes kansen vergroten. OMJS.

2. Sjoers, S. & Baggelaar, N. (2024). Sterke rekenaars in het basisonderwijs. Amersfoort: CPS Onderwijsontwikkeling en advies.

Plenda Route Maakt plannen makkelijk. Voor

iedereen.

Agenda + planner + lesmethode: het complete pakket voor plannen en organiseren op school

De Plenda Route is ‘instapklaar’: je kunt meteen aan de slag en het huiswerk noteren in de Plenda. Het vertrouwde 6 Stappenplan van Plenda is makkelijk te volgen en maakt huiswerk inplannen heel eenvoudig. Handige tools in de papieren agenda helpen je overzicht te creëren en prioriteiten te stellen. En wil je nog meer planvaardigheden ontwikkelen? Dan geef je je skills direct een boost met het nieuwe online lesaanbod.

Zo biedt de nieuwe Plenda Route alles wat je nodig hebt op papier, met online extra’s als je een stapje verder wilt gaan.

Bestel de Plenda Route nu voor schooljaar 2025-2026!

Maatwerk voor leerlingen, ideaal voor docenten

De ene planning is de andere niet... En dat is helemaal oke. Met de Plenda Route maken leerlingen een planning die voor hun het beste werkt. Het lesmateriaal sluit aan op de persoonlijke vragen en behoeftes van leerlingen. Zo werken ze fijner, gemotiveerder en e ectiever aan hun huiswerk.

De Plenda Route

• Slimme combinatie van papieren agenda en online lesmethode.

• Eenvoudig aan de slag met het Plenda 6 Stappenplan.

• Volop individuele lessen voor meer overzicht, motivatie, e ectiviteit en focus.

• Leerlingen werken zelfstandig of klassikaal.

• Minimale tijdsinvestering van docenten.

Gebruik de Plenda Route hoe en waar jij wilt: online of op papier, en helemaal op je eigen tempo.

De Papieren Plenda

Handige tools

Online lessen

N m nu zelf

n kijkje in de methode. Helemaal gratis!

Plenda Route in de praktijk

In september gingen honderden leerlingen door het hele land goed van start met de pilot-editie van de Plenda Route. Ook docenten zijn enthousiast. Zij merken dat leerlingen het plannen en organiseren van hun schoolwerk snel en grondig aanleren, en zelfstandiger werken. Ook leuk: in de klas ontstaan er mooie gesprekken over plannen, persoonlijke voorkeuren en tips en tricks.

• “Het is een kant-en-klaar programma. Fijn, alles is al bedacht en je hoeft daar zelf als school niet veel meer in te investeren.”

• “Het zet leerlingen ‘aan.’ Ik zie kwartjes vallen, ‘Oh, daarom doen we dit!’ De filmpjes, dingen om te onderzoeken, testjes, afwisseling in opdrachten: de leerlingen vinden het gewoon heel leuk om te doen.”

Onderwijsinnovatie?

Laatst kwam mijn dochter van 11 jaar oud thuis van school met een bijzonder verhaal. Ze was met de klas op scholenbezoek geweest met het oog op de schoolkeuze voor volgend jaar en was daar in aanraking gekomen met een stukje onderwijsinnovatie. De desbetreffende docent had in de proefles namelijk de beschikking over een onderwijsassistent in de vorm van een sociale robot.

Deze robot, die gebruiktmaakt van kunstmatige intelligentie, kan uiteraard vragen beantwoorden, maar ook verschillende rollen aannemen zoals die van klassenassistent of zelfs klasgenoot.

Ik moest denken aan mijn eigen school, Praktijkcollege De Schakel in Haarlem. Zou dat wat voor ons zijn, zo’n robot in de klas? Zou het helpen om onze leerlingen nog meer autonoom te maken? Zou zo’n robot de leerlingen helpen zich meer competent te voelen?

Zou het met die robot gemakkelijker worden voor ons als leerkrachten om een o zo belangrijke relatie met de leerlingen op te bouwen?

De volgende dag vertelde ik het verhaal aan mijn eigen groep en vroeg de leerlingen hoe zij naar dit onderwerp kijken. Tirza (15) zag meteen de kans schoon om haar toekomstvisie over De Schakel met mij en de klas te delen. Eerlijk en direct, zoals wij haar kennen.

“Meneer, ik denk dat u straks geen werk meer heeft. Jullie worden allemaal door robots vervangen. En ik zal eerlijk met u zijn, dat lijkt mij de beste oplossing voor ons allemaal.”

Ik moest er hard om lachen en vroeg haar of zij zich alsjeblieft wilde aanmelden voor de eerstkomende open avond om daar te komen helpen. “De leerlingen met de grootste mond doen het op dat soort avonden namelijk het allerbest”, kaatste ik terug.

“Ik kan trouwens niet”, blufte Tirza vervolgens. Een slimme opmerking van haar, want ook al zou ze wel

kunnen, het is niet de bedoeling om in het bijzijn van klasgenoten al te enthousiast te zijn over helpen bij een open avond. Dat is niet cool.

De ‘robot-discussie’ met mijn leerlingen deed mij denken aan een speerpunt van de overheid voor de komende schooljaren: meer persoonlijke aandacht voor leerlingen. Dit zou dan gerealiseerd moeten worden via werkdrukverminderende maatregelen, zodat mensen met een ondersteunende taak op scholen, zoals mentoren en onderwijsassistenten, deze persoonlijke aandacht ook daadwerkelijk kunnen geven. Had ik dat maar eerder geweten! Dan had ik meteen tegen Tirza kunnen zeggen dat haar plannetje om docenten in te ruilen voor robots de ijskast in kan. Misschien een leuk idee voor universiteiten, maar niet voor het praktijkonderwijs.

Tirza is overigens een geweldige leerling. Iedere dag daagt zij ons uit om op zoek te gaan naar een manier om, (in figuurlijke zin) iets dichter bij haar te mogen komen. Om op zoek te gaan naar dat kwetsbare meisje dat schuilgaat achter die onverschillige houding en grote mond. Dat luikje te mogen openen waarachter zij haar talenten verborgen houdt.

Dat lukt geen enkele robot, daar heb je mensen voor nodig.

Meester - Stefan

@meesterstefan_hrlm

Rekenmaterialen voor groep 1 t/m 8: op Educatheek kun je rekenen!

Zoek je posters en rekenblokjes voor de onderbouw of getalkaarten en breukensets voor de bovenbouw? Op Educatheek vind je de juiste rekenmaterialen voor alle groepen.

Groep

1

Tellen en getallen leren

Oefenen met ruimtelijk inzicht, cijfers en rekenbegrippen

2

Groep

4

Groep

3

Leren klokkijken met leerlingklokjes en demoklok

Optellen, aftrekken en de tafels oefenen met educatieve rekenposters

Groep

8

5

Geldrekenen met biljetten, munten en kommagetallen

Groep

Aan de slag met breuken en geometrische vormen

6

7

Hoofdrekenen, delen met breuken en voorbereiden op de brugklas.

Leer alles over het metriek stelsel, procenten en getallen tot 1.000.000

Groep Scan & Bestel

Bestel rekenmaterialen en rekenmethodes voor alle groepen op

Groep
Groep

Herdenken gaat niet alleen over vroeger

Maak het bespreekbaar met het gratis lesprogramma ‘Herdenken’ voor de bovenbouw in het Basisonderwijs.

Als er onrust is in de wereld, is het belangrijk om stil te blijven staan bij vrijheid. Hoe leer je kinderen dat vrijheid niet vanzelfsprekend is? En wat kun je doen om hierbij stil te staan? Speciaal voor de bovenbouw is een interactief lesprogramma ontwikkeld waarin herdenken centraal staat. Met het lesprogramma Herdenken ontdekken kinderen wat het belang van vrijheid is en wat het maken van keuzes in onvrijheid betekent. Aan de hand van een speciale herdenkingswijzer ontwikkelen zij een eigen herdenkingsmoment. Zo leren kinderen wat herdenken is en wat het voor hen betekent.

✓ De onmogelijke keuzes van Daan (45 minuten)

Deze les brengt de kinderen in de context van een fictieve oorlog die zich hier in Nederland afspeelt. Ze leren dat er in oorlogstijd moeilijke keuzes gemaakt moeten worden.

✓ Onze herdenking (60 minuten)

De leerlingen bedenken aan de hand van de speciaal ontwikkelde herdenkingswijzer in kleine groepjes een eigen herdenkingsmoment en presenteren deze aan de klas.

✓ George Maduro (45 minuten)

De leerlingen leren wie George Maduro was, en hiermee waarom Madurodam een oorlogsmonument is en die naam kreeg.

stilstaanbij gebeurtenis.De gebeurtenis verdrietig zoalseenbegrafenisof afscheidnemenvanmensen gaanverhuizen. Bij momentengebruikenwerituelen.Eenritueel volgordeeenreekshandelingen,diemeestalineenbepaalde wordenuitgevoerd. ritueelgeeftbetekenis aanspecialemomenten hetleven. Opdracht:Watweet alvanherdenken? stap van herdenkingswijzer Vraag:Watvieren op mei? methetantwoordnaar leerkracht. Stap 3 EenmooieplekEengoedeherdenkingsplek eenplek veel Hetmensenkunnensamenkomen. nadenken,vaakeenplekwaarmensenevenrustigkunnen maarwaarjeookmetelkaar gesprek kunt Denkaan bos,een pleinofbijeenbestaand monument. Opdracht:

Stap 4 Woorden bijvoorbeeldeenherdenkingwordtvaaktekstgebruikt.Denk aaneentoespraak,eengedicht,maar tekstenop lintenvan bloemenkransenen een monument. tekstkun mensenhelpente herdenkenen je boodschapoverbrengen. Opdracht: Schrijfherdenkingsmoment.Bedenksameneenmooietekstvoorjullie tekstop herdenkingswijzer stap Je bijvoorbeeldeenhaikuschrijven.Opdeanderekant ditkaartje je hoe haikuschrijft. Vraag:Hoelees gedichtvoor?Gamethetantwoordnaar leerkracht.

Het lesprogramma Herdenken is een initiatief van de Nationale Kinderherdenking welke elk jaar op 4 mei plaatsvindt in Madurodam. De Nationale Kinderherdenking wil kinderen handvatten geven om over abstracte onderwerpen als herdenken, oorlog, verzet en vrijheid te praten met familie, vrienden, klasgenoten en andere mensen.

Meld je nu aan voor het gratis lespakket op www.onderwijsinformatie.nl/herdenken of scan de QR-code

Paleis Het Loo:

waar geschiedenis en educatie hand in hand gaan

Wat gebeurt er als je leerlingen het verleden niet uit een boek, maar uit de muren van een historisch paleis leert? In dit artikel lees je waarom Paleis Het Loo de ideale plek is voor een les in cultuur, erfgoed en geschiedenis. Een paleis waar de koninklijke verhalen van dichtbij te beleven zijn, waar Oranjes tot leven komen en waar nieuwsgierigheid wordt aangewakkerd.

Geschiedenis wordt tastbaar

PrimaOnderwijs & Paleis Het Loo

Stel je voor: je klas stapt terug in de tijd en beleeft de grandeur van de 17e eeuw. Vanaf 1 januari van dit jaar kan het! Paleis Het Loo nodigt je uit om met je leerlingen een onvergetelijke les te ervaren in het historische paleis. Een plek waar je niet alleen leert, maar ook ruikt, voelt en écht geschiedenis beleeft.

Als onderwijsteam vonden wij het essentieel om het paleis toegankelijk te maken voor jong en oud. Daarom hebben we met passie verschillende lessen en thema’s ontwikkeld, speciaal voor basisscholen, voortgezet onderwijs en het MBO. Het paleis, ooit de thuisbasis van vorsten zoals koning Willem III en koningin Wilhelmina, biedt een schat aan verhalen die aansluiten bij het curriculum.

De 17e eeuw is de eeuw van slavernij, VOC/WIC, wereldhandel, macht en pronken. Stuk voor stuk thema’s die tot de verbeelding spreken en die we verwerken in onze lessen en rondleidingen. Voor leerlingen uit het voortgezet onderwijs en het MBO stellen we vragen als: Hoe belangrijk zijn macht en imago vandaag de dag? Wat betekent dat voor jou? Door deze onderwerpen te koppelen aan het dagelijks leven, brengen we de geschiedenis dichterbij en stimuleren we een gesprek over toen en nu.

En voor de allerkleinsten?

Ook aan de jongste ontdekkers hebben we gedacht! Museumdocent Frederique van Domburg ging de uitdaging aan: hoe kun je kleuters betrekken bij zo’n indrukwekkende plek? Het resultaat is het programma Dieren in het paleis, een speelse en interactieve les waarin dieren en je fijn voelen op een plek, de hoofdrol spelen.

Hoe maak je een paleis vol historie toegankelijk voor kleuters?

Frederique wist precies hoe ze deze jongste groep moest betrekken: een sprookje, een avontuur én een koffertje vol dieren. De les draait om de eekhoornprinses. Ze is verhuisd vanuit Engeland, over de zee, naar een land dat ze niet kent. Dat is spannend! Samen met de kleuters gaat de prinses op ontdekkingstocht door Paleis Het Loo. “Het paleis kan overweldigend zijn voor jonge kinderen”, vertelt Frederique. “Veel kleuters nemen een knuffel mee als ze iets spannend vinden en daar hebben we op ingespeeld.” De eekhoornprinses heeft namelijk een koffertje vol dieren meegebracht. Elk kind krijgt een klein diertje, dat zij terugvinden op hun ontdekkingstocht door het paleis. Zo vinden ze afbeeldingen van dieren op schilderijen, kandelaren, wandtapijten en zelfs in bedden.

“De kleuters voelen zich echt verantwoordelijk voor hun dier”, legt Frederique uit. “Het maakt ze nieuwsgierig en laat ze verwonderen over wat ze zien. Ze leren kijken met andere ogen.”

Hoe is deze les tot stand gekomen? Waar ben je begonnen en welke keuzes heb je gemaakt? “De les is gebaseerd op de verhalen van Paleis Het Loo”, begint Frederique. “Mary Stuart kwam als jong meisje vanuit Engeland naar het paleis. Ik vroeg me af: hoe moet dat voor haar zijn geweest? Wat zorgde ervoor dat zij zich meer thuis ging voelen? Dat leek me een prachtig thema, passend bij kleuters: wanneer voel je je fijn op een plek? Het is een universeel thema, bijna filosofisch, en het raakt ook de leerlingen zelf.”

“Ik wilde dat de les een reflectief element had”, vervolgt ze. “Kinderen worden aangemoedigd om woorden te geven aan gevoelens. Taal is immers de basis om goed mee te doen op school. Het is geen luisterles”, benadrukt Frederique. “De kleuters voelen, kijken, ruiken, bewegen en beleven. Het is een multizintuiglijke ervaring.”

Voor de hoofdfiguur koos Frederique bewust een dierlijke prinses. “De eekhoornprinses past perfect bij Paleis Het Loo, dat ‘open plek in het bos’ betekent. Bovendien wilden we een figuur creëren waarmee ieder kind zich kan verbinden. Daarom maakten we de prinses een dier, zonder te vervallen in een stereotiepe prinses met veel roze en glitters. Zo kan ieder kind zich herkennen in het verhaal, ongeacht huidskleur, geslacht of achtergrond.”

Wat maakt dat deze les zo goed bij de doelgroep past?

“Tijdens de testles vroegen we de betrokken leerkracht om advies en feedback”, vertelt Frederique. “Gelukkig bleek onze aanpak goed aan te sluiten bij wat zij zag in de groep. Het is een verhalende les, opgebouwd rond

Leerkracht:

‘fantasie prikkelt de leerlingen’

een sprookje en nodigt uit tot verwondering, beleving en fantasie. Fantasie prikkelt de leerlingen’’, geeft de leerkracht aan.

Kleuters voelen zich veilig en betrokken terwijl ze op een speelse manier het paleis ontdekken. De les ondersteunt ook de ontwikkeling van kleuters op verschillende manieren. We werken aan taalontwikkeling, doordat de kinderen leren woorden te geven aan hun gevoelens en ervaringen. Ook sociaal-emotionele ontwikkeling speelt een rol, doordat het thema ‘je ergens fijn voelen’ kinderen helpt na te denken over wat voor hen veilig en prettig voelt.

Afsluiting

We laten elke doelgroep de verhalen uit het verleden zelf ontdekken. Bij de kleinsten staat spelenderwijs ervaren centraal, terwijl we jongeren meer bevragen op hun mening en opvattingen. We leggen vervolgens een relatie met de historische context van Paleis Het Loo, afgestemd op de doelgroep.

“Een les ontwikkelen die goed aansluit bij de doelgroep kost tijd,” legt Frederique uit. “Het is een proces van uitproberen, feedback verzamelen en aanpassen.

Als je dan ziet hoe leerlingen opgaan in de ervaring, weet je dat het de moeite waard was.”

Meer informatie

Scan de QR-code voor meer informatie over alle onderwijsprogramma’s van Paleis Het Loo.

De meeste jongeren lezen niet meer.

Er wordt zoveel moois en interessants geschreven om te lezen: van spannende boeken en meeslepende verhalen tot boeiende teksten. Alleen jammer dat jongeren er in de regel niet veel mee ophebben. Want de leesmotivatie van jongeren is bijna nergens zo laag als in ons land.

Hoe dat komt? Vooral door de manier waarop ons leesonderwijs is ingericht. Dat móét veranderen. Beter, eigentijdser. Daarom introduceerde de educatieve uitgeverij Blink al in 2022 een radicaal nieuwe visie: Het nieuwe lezen.

Een aanpak die het leesplezier terugbrengt in de klas. Want als kinderen het leuk vinden om iets te lezen, gaan ze meer lezen. En hoe meer je leest, hoe beter je erin wordt.

Wij ontwikkelden deze visie samen met leraren, leerlingen en wetenschappers en baseerden ons daarbij op uitgebreid onderzoek. En het nieuwe lezen slaat aan. Zowel in het basis- als in het voortgezet onderwijs. Steeds meer leraren en scholen omarmen het.

Wil je weten hoe we samen op weg kunnen naar een generatie die wél leest? Ga dan naar blink.nl/het-nieuwe-lezen-boekje en bestel het boekje met onze visie op lezen.

Ontdek de kracht van beter leren.

Een kind op het vmbo?

Je hoort maar al te vaak dat ouders liever niet willen dat hun kind naar het vmbo gaat: iets van alle tijden, volgens mij. Toen ik (lang geleden toen het vmbo nog lhno genoemd werd) een vmbo-advies kreeg, waren mijn ouders ook niet blij.

Nog steeds bestaan over het vmbo veel misvattingen. Dat is niet zo gek, want er is geen onderwijsvorm die zo snel verandert en met haar tijd meegaat als het vmbo. Ouders denken vaak dat het vmbo nog net zo is als toen zijzelf een schoolkeuze moesten maken. Vroeger betekende het soms dat je op 12-jarige leeftijd al voor een beroepsrichting moesten kiezen. Maar een fuik is het vmbo nooit geweest, want na het vmbo kon en kan een leerling nog alle kanten op, ook naar de havo en de universiteit.

Het is opvallend dat ouders aanvankelijk vaak ‘tegensputteren’ als hun kind een vmbo-advies krijgt, maar dat dat verandert als het kind eenmaal op de school zit. Als ouders met eigen ogen zien wat vmbo-onderwijs te bieden heeft voor hun kind, verdwijnen eventuele vooroordelen als sneeuw voor de zon. Een aantal jaren geleden hebben we voor het boekje ‘Naar het vmbo’ ouders gevraagd naar hun ervaringen met het vmbo. Stuk voor stuk zijn ze blij met het vmbo. Zo geven ze bijvoorbeeld aan dat ze hun kind hebben zien opbloeien, omdat het zich op z’n plek voelt, meer praktisch of meer theoretisch leert en zelfvertrouwen opdoet. Ouders tonen zich tevreden met de aandacht die de school heeft voor hun kind, de mogelijkheden van het kind én voor ouders.

Vanwege het 25-jarig bestaan van het vmbo laten we enkelen van hen opnieuw aan het woord, evenals 25 leerlingen die hun loopbaan op het vmbo begonnen zijn. Een veel gehoorde opmerking is: ‘Ik was niet gekomen waar ik nu ben, als ik niet op het vmbo begonnen was’. Je komt er dus écht met het vmbo!

Onderzoek laat zien dat de rol van ouders bij de keuze voor een vervolgopleiding na de basisschool vaak groter is dan gedacht. Vooral moeders hebben veel invloed, al denken zij daar zelf soms anders over. Dat maakt het des te belangrijker dat ouders een goed beeld en kennis van het vmbo hebben. Scholen steken daarom ook veel energie in uitleggen hoe het huidige vmbo is vormgegeven. Van een afstandje lijkt dat misschien ingewikkeld, maar dat valt best mee. Naast de open dagen van vmbo-scholen zijn er allerlei hulpmiddelen beschikbaar zoals de website govmbo.nl. Hierin wordt het vmbo in de vorm van een game uitgelegd. Of de film ‘Welkom op het vmbo’, waarin vmbo-leerling Giel aan Elin, een nieuwsgierige po-leerling met een vmbo-advies, uitlegt wat haar allemaal te wachten staat en haar rondleidt op zijn school.

Het vmbo is een opleiding die ertoe doet en een prima basis biedt voor een vervolgopleiding met goede baankansen. Er zijn meer dan 1100 plekken in Nederland waar je vmbo-onderwijs kan volgen. Help je leerling een passende plek te vinden. Voor elke vmbo-leerling ligt een prachtige toekomst in het verschiet! ◗

56 activerende tools om leerlingen

Toolkit Zelfregulerend leren

Zelfsturing

Zelfregulerend leren

Hoe stimuleer je zelfregulerend leren bij je leerlingen?

Zelfregulatie is een belangrijke vaardigheid voor een succesvol leven lang leren. Maar hoe stimuleer je je leerlingen? En hoe geef je ze inzicht in hun eigen leerproces? Deze toolkit bevat 56 handige tools waarmee je het proces van zelfregulerend leren doelgericht kunt activeren, ondersteunen en begeleiden

Met deze tools kun je coachen op zowel zelfsturing en zelfcontrole als zelfregulerend leren.

Nu bestellen, eind maart mee aan de slag!

Prijs: € 39,95

Auteurs: Ariena Verbaan & Miriam Op de Beek

ISBN: 9789065082640

Sector: vo/mbo (veel tools zijn ook inzetbaar in de bovenbouw van het po)

De juiste vandaagkeuzes , voor het talent van morgen.

www.devogids.nl

Een goed voorbereide leerling is in ieders belang.

Wil je onze publicaties ontvangen?

www.mbokompas.nl

De VO Gids helpt leerlingen en ouders in groep 8 bij het maken van de juiste schoolkeuze, terwijl het MBO Kompas leerlingen en hun ouders in de bovenbouw van het vmbo ondersteunt bij hun studie- en beroepskeuze. Deze gidsen zijn waardevolle hulpmiddelen voor leerkrachten en decanen om deze keuzes effectief te begeleiden.

De Onderwijs Communicatie Groep biedt deze essentiële ondersteuning, zodat je leerlingen van vandaag en die van morgen de beste keuzes kunnen maken.

Mail naar info@ocgroep.nl of bel: 020 570 89 81.

www.ocgroep.nl

Omdat de juiste keuze bepalend is.

Oorlogsverhalen komen bij monument

weer tot leven

Tekst: Marco van den Berg

Fotografie: Obbe Bakker en Pedro Sluiter

Tachtig jaar geleden? Ja, het einde van de Tweede Wereldoorlog ligt al een heel mensenleven achter ons. Toch is deze geschiedenis actueler dan ooit. Kijk naar Oekraïne, Gaza en alle andere plekken waar oorlogen en conflicten oplaaien. Hoe breng je dat verhaal van oorlog en vrede dichtbij kinderen? Hoe waardevol is onze vrijheid? Bij obs de Campherbeek in Berkum, gemeente Zwolle, hebben ze het plaatselijke oorlogsmonument geadopteerd en staan ze jaarlijks stil bij het indrukwekkende verhaal achter deze gedenkplaats, met behulp van veteraan Harry Konings.

Op een koude januarimorgen verzamelen kinderen zich in de aula van De Campherbeek, een kleine basisschool in Berkum, een buurtschap binnen de gemeentegrenzen van Zwolle. Ze luisteren ademloos naar Harry Konings, veteraan uit Nunspeet, die het verhaal vertelt van een Amerikaanse bommenwerper die op 11 januari 1944 in de buurt neerstortte. Vijf bemanningsleden overleefden het, vijf anderen niet. Het monument in Berkum herinnert aan deze gebeurtenis, maar het is Konings’ manier van vertellen die het verleden tastbaar maakt. “Ik begin altijd met mezelf”, zegt Harry. “Ik vertel dat ik ook veteraan ben en dat ik in latere oorlogen ervaringen heb opgedaan. Natuurlijk is dat niet hetzelfde als wat deze piloten meemaakten, maar ik kan me een klein beetje voorstellen hoe het was.”

Konings schildert de feiten helder: de kou in de bommenwerper, het gevaar van Duitse gevechtsvliegtuigen en het idee dat de bemanning hun leven riskeerde voor de vrijheid. Hij maakt gebruik van een oude film waarin originele bommenwerpers en

hun bemanning te zien zijn. “Die beelden raken kinderen. Ze zien hoe jong die mannen waren, met dikke bontmutsen en zware pakken. Dat maakt indruk, zonder dat ik veel hoef uit te leggen.”

‘Het wordt stil’

Na zijn verhaal gaan de leerlingen naar het monument. Daar leggen ze bloemen, dragen ze gedichten voor en wordt muziek gespeeld. Het wordt stil, niet alleen bij de kinderen, maar ook bij de aanwezige veteranen en gemeentevertegenwoordigers. “Dit is het moment waarop geschiedenis meer wordt dan een hoofdstuk uit een boek. Het krijgt betekenis”, vertelt Konings.

Konings’ aanpak is beeldend en persoonlijk. Hij maakt de verhalen tastbaar door de praktische kant van oorlog te belichten. “Ik vertel bijvoorbeeld dat het toilet in een bommenwerper bij min veertig graden niet te gebruiken was, omdat je eraan vastvroor. Dat soort details blijven hangen. Kinderen gaan nadenken: hoe was dat, om in zo’n vliegtuig te zitten? Dat helpt ze om het grotere verhaal te begrijpen.”

De Tweede Wereldoorlog is lang geleden, maar hij legt altijd een link met het heden. “Vluchtelingen, oorlog, vrijheid – het zijn thema’s van alle tijden. Ik vraag de kinderen na te denken over hun eigen rol. Wat kun jij doen om de wereld beter te maken?” Hij laat kinderen ervaren dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. “We hebben het goed in Nederland, zeg ik vaak. Laten we er samen voor zorgen dat dat zo blijft.”

Over Adopteer een Monument

Leerlingen van obs de Campherbeek leggen een krans bij het monument aan de Eikenlaan

Diep ingrijpen

Leerkracht Jesper Koreman onderschrijft die boodschap. Hij vertelt dat obs De Campherbeek al jaren geleden besloot het plaatselijke monument te adopteren via het adoptieprogramma van Nationaal Comité 4 en 5 mei. Door jaarlijks het monument te bezoeken, de herdenking bij te wonen en kinderen bekend te maken met het aangrijpende verhaal, ervaren ze hoe diep de oorlog kan ingrijpen in mensenlevens. Het is niet alleen ‘een lesje geschiedenis’ maar maakt hen veel beter bewust van wat vrijheid betekent. Koreman: “Wij zijn een kleine school met 155 leerlingen en veel kinderen komen dagelijks langs het monument. Het ligt op loopafstand van de school en je merkt dat kinderen anders gaan kijken naar zo’n plek als ze dit verhaal hebben gehoord.”

Op puntje van stoel

Dat een deel van de bemanning om het leven kwam, is iets dat veel indruk maakt. “Harry Konings weet de klas telkens ademloos mee te nemen. Sommige leerlingen hebben het verhaal al vaker gehoord en haken doorgaans snel af bij herhaling, maar niet bij deze geschiedenis. Ze zitten letterlijk op het puntje van hun stoel. Het gevoel van: ‘dit is belangrijk, want dit is echt gebeurd en zo vlakbij.’”

Bij de herdenking hebben de leerlingen een actieve rol, vertelt Koreman. “De herdenking trekt ook veel andere buurtbewoners. Bij de laatste ceremonie sprak een oudere dame spontaan over haar ervaringen als kind in oorlogstijd. Dat was niet gepland, maar het raakte iedereen enorm. Het gesprek dat we daarna op school voerden, gaf extra diepgang aan het thema vrijheid. Veel kinderen realiseerden zich dan hoe bijzonder het is dat zij gewoon naar school kunnen.”

Het adopteren van een monument brengt de geschiedenis tot leven, weet Koreman. “Je maakt dat grote, niet te vatten verhaal opeens een beetje tastbaar en dichtbij. Ik vind het bovendien belangrijk dat kinderen begrijpen waarom we herdenken. Ik zeg vaak: ‘Deze geschiedenis mag nooit vergeten worden.’ En daarom adopteren wij dit monument, want het zit in ons DNA.”

Adopteer een monument is een project van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Leerlingen ontdekken het verhaal achter een monument in hun buurt en verdiepen zich zo in de lokale oorlogsgeschiedenis. Dit jaar bestaat het project maar liefst 40 jaar! Dit willen we vieren door met zoveel mogelijk leerlingen te herdenken, doen jullie ook mee?

Ga naar 4en5mei.nl/adopteer voor meer informatie en meld jullie school gratis aan!

Hoe herken je (potentieel) sterke rekenaars en hoe bied je hen een passend, motiverend en uitdagend aanbod? Voor het antwoord op die vraag bieden we je Sterke rekenaars in het basisonderwijs. Suzanne Sjoers heeft haar boek met medewerking van Naomi Baggelaar uitgebreid herzien naar de laatste inzichten vanuit de wetenschap.

Wat is er nieuw?

• Nieuwe inzichten

• Meer aandacht voor rekenpotentieel

• Specifiek aandacht voor de jonge veelbelovende rekenaars en meertalige (potentieel) sterke rekenaars

• Input voor het versterken van reken-wiskunde-onderwijs in de school

Wat is er zoal gebleven?

• Een heldere aanpak voor zowel binnen als buiten de groep

• Praktische gereedschappen die je direct in de les kunt inzetten

• Aandacht voor motivatie

Prijs: € 34,95

Auteurs: Suzanne Sjoers & Naomi Baggelaar

ISBN: 9789065082572

Sector: po

Scan & Bestel

Als lezen je lief is

Ontdek dé toptitels in leerkrachtvaardigheden

Sommige boeken verdienen het om keer op keer herlezen te worden. Ze inspireren, geven heldere antwoorden en helpen je verder in je professionele ontwikkeling. Voor leerkrachten die willen groeien, zijn onze zorgvuldig geselecteerde toptitels een onmisbare bron van kennis en praktijk. Of je nu een startende leraar bent of een doorgewinterde professional, er is altijd een boek dat aansluit bij jouw vragen en ambities.

Bliksemstart

Bouwen aan onthouden

Leer hoe je met vier concrete instructietechnieken het leren en onthouden van je leerlingen duurzaam versterkt.

Start je loopbaan met meer plezier en vertrouwen dankzij praktische tips en handvatten om jouw vaardigheden te versterken.

Breinkracht

Duik in de fascinerende wereld van het brein en ontdek krachtige strategieën die je direct kunt toepassen in de klas.

Doordacht Passend Lesmodel

Ontdek een onderscheidend lesmodel dat structuur, veiligheid en plezier in leren brengt, gebaseerd op de nieuwste wetenschappelijke inzichten.

Teach Like a Champion 3.0

Deze must-read biedt vernieuwde technieken die direct toepasbaar zijn in het Nederlandse onderwijs, ondersteund door online beeldmateriaal.

Elk van deze boeken is een bron van inspiratie en een praktische gids om jouw onderwijspraktijk te verrijken. Ontdek ze nu en maak een blijvend verschil in de klas!

NEW ERASABLE REFILLABLE

ECO-DESIGNED ERGONOMIC GRIP

82% > RECYCLED PLASTIC*

express your skills, assert your beliefs.

*(excluding refills and nonplastic components) which is 60% of the total product

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.