Een uitgave van
Nummer 7 - November 2024
INCLUSIEVE RESPONSIVITEIT
‘Eerst de ander willen begrijpen, voordat je zelf begrepen wordt’ Tim Dullaart
Een uitgave van
Nummer 7 - November 2024
‘Eerst de ander willen begrijpen, voordat je zelf begrepen wordt’ Tim Dullaart
IN ACTIE MET
METEN IS WETEN
YOUNG IMPACT
‘Burgerschap leer je niet enkel uit een boek’
‘Onderwijs afstemmen op wat studenten nodig hebben’
REAGEREN OP ANTISEMITISME
GEZONDE SCHOOL
Vapen is allesbehalve onschuldig
Op de juiste manier in gesprek
EUROPESE UNIE IN JE LOKAAL
WEEK VAN HET
GELD 2025
Hoe maak jij je gelddromen waar?
Verkiezing heeft invloed op vele aspecten
Bij elke nieuwe editie van Loopbaan & Burgerschap heeft het onderwijs rondom burgerschapsvorming zich verder ontwikkeld. Het vergelijken van scholen blijft echter lastig, omdat er veel diversiteit is in de manier waarop scholen invulling geven aan burgerschap. Maar hoe breng je dan in kaart of burgerschapsonderwijs daadwerkelijk iets oplevert?
Daar heeft Chris Holman, practor burgerschap bij ROC Noorderpoort in Groningen, iets voor bedacht. Hij ontwikkelde een op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd meetinstrument: Burgerschap Meten MBO. “Dit instrument is bedoeld om het onderwijs te verbeteren, niet om studenten af te rekenen”, zegt hij op pagina 12
Volgens filosoof Joris Verheijen creëer je kritische burgers niet alleen door jongeren de huidige democratische regels te leren en hen te stimuleren naar elkaar te luisteren. “Voor mij voelt dat alsof je jongeren leert in een rechte gang naar het gewenste doel te lopen”, stelt hij op pagina 8. Zijn grootste kritiekpunt is dat het burgerschapsonderwijs wordt voorgeschreven door de politiek. Hij gaat in op de vraag hoe je die disciplinerende benadering kunt loslaten, om ruimte te maken voor reflectie en studenten te leren écht een eigen mening te vormen.
Het draait volgens Mohamed Bouziane, practor
Gelijke Kansen bij Albeda, en Tim Dullaart, practor Inclusieve Participatie bij Zadkine, vooral om het begrijpen van de ander. Hoe bepalen we wat goed burgerschap is? “Hopelijk wordt de student meegenomen in de ontwikkeling daarvan”,
benadrukken de heren op pagina 18. Tim: “De docent burgerschap kan veel leren van de student die al een burger is wanneer die de school binnenkomt.” Hij herinnert zich een opmerking van Naomi van Stapele, lector Inclusieve Educatie bij De Haagse Hogeschool, over een dialoog tussen student en docent: “Een student zei: ‘Mevrouw, u praat altijd over ‘we vinden dit’ en ‘we vinden dat,’ maar als u ‘we’ zegt, voel ik me niet aangesproken door hoe u eruitziet en wie u bent.’”
Het gesprek aangaan dus, maar dan wel op de juiste manier. Misschien is dat wel belangrijker dan ooit in deze tijd. “Je ziet een verharding; de nuance lijkt verdwenen. Op school merkten we bijvoorbeeld dat de herdenking van de Tweede Wereldoorlog dit jaar beladen was.” In een tijd waarin jongeren online steeds vaker worden blootgesteld aan schokkende beelden van conflicten en de polarisatie heftiger lijkt dan ooit, kunnen docenten geneigd zijn om bepaalde onderwerpen te vermijden. Toch is het belangrijk om onderwerpen als de Holocaust (pagina 34) en antisemitisme (pagina 14) te blijven bespreken.
Wat zou jij graag bespreekbaar willen maken of willen delen met je mbo-collega’s? Ik kijk uit naar je ideeën via het mailadres van Loopbaan & Burgerschap.
Veel leesplezier!
Wiesette Haverkamp Hoofdredacteur Loopbaan & Burgerschap
Ideeën, vragen, verzoeken voor Loopbaan & Burgerschap? Mail naar burgerschap@onderwijsinformatie.nl
Volg @loopbaanenburgerschap ook op Facebook, LinkedIn en Instagram!
Een literair avontuur voor Young Adults. Kom rappen, dichten, gokken en verleiden met taal!
TENTOONSTELLING
14
Stories that Move
Burgerschap Meten MBO: ‘Bedoeld om onderwijs te verbeteren’12
Reageren op antisemitisme in de klas 22
Volg ons
Hoofdredactie
Wiesette Haverkamp
Vormgeving
Martin Hollander
Medewerkers
Expertisepunt Burgerschap
De ander willen begrijpen, daar gaat het om 18
Colofon
Foto’s (cover) Ed Leatemia Fotografie Shutterstock
Week van het geld 2025
8 Burgerschap in het verlengde van filosofie
Hoe maak jij je gelddromen waar?
11 Wie mag burgerschapsonderwijs geven?
20 Zo doorbreek je taboes
25 Kennismaken met het doen van belastingaangifte
26 Tips van culturele instellingen voor docenten
@loopbaanenburgerschap
Esmee Weerden,Martijn de Graaff, Heleen de Bruijn, Erik Ouwerkerk
Redactie
28 Blauwdruk: thematische burgerschapsmethode
31 Burgerschap leer je niet uit een boek
34 Holocausteducatie met 4FREE
36 Zo betrek je studenten bij provinciale politiek
40 Wat wil het kabinet met burgerschapsonderwijs?
42 Stagemarkt in de lift
030 - 241 70 44, burgerschap@onderwijsinformatie.nl, postbus 40266, 3504 AB Utrecht
Sales
030 - 241 70 21, account@edg.nl
Klantenservice
030 - 241 70 20, klantenservice@edg.nl
Verschijning en verspreiding Loopbaan & Burgerschap magazine verschijnt 2 keer per jaar. Verspreiding via gecontroleerde distributie door EDG Media bij mbo-instellingen in Nederland.
Loopbaan & Burgerschap magazine is een uitgave van
©Copyright 2024 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever is niet aansprakelijk voor enig handelen op grond van de in dit blad gegeven adviezen of gedane mededelinge n.
Heb jij een tip voor de redactie?
Stuur dan een e-mail naar: burgerschap@onderwijsinformatie.nl
Expertisepunt Burgerschap
Het burgerschapsonderwijs in het mbo staat voor spannende ontwikkelingen. Met de aanscherping van de burgerschapsopdracht, nieuwe kwalificatie-eisen en het invoeren van een instellingsexamen zijn er grote veranderingen op komst. Met één gezamenlijk doel: de kwaliteit van het burgerschapsonderwijs naar een hoger niveau tillen. Maar hoe kunnen we ons hierop voorbereiden? Wat wordt er van onze studenten verwacht? En welke goede voorbeelden kunnen we met elkaar delen?
Op de landelijke Burgerschapsdag ‘Breinzeilen’ van Expertisepunt Burgerschap MBO krijg je antwoorden op al deze vragen. Zeil je mee op de golven van vernieuwing in het mboburgerschapsonderwijs?
Scan de QR-code voor meer informatie en aanmelden:
Deelname is gratis.
In deze praktische lessenserie van 6-8 lessen staan onderwerpen centraal waarmee studenten te maken krijgen als zij 18 worden. Inkomsten, uitgaven, schulden. Wat moet je regelen als je 18 wordt of uit huis gaat? Maar ook de link naar de samenleving: waarom werk je? Wat is de verzorgingsstaat, wat als er niemand zou werken? Studenten mogen zelf kiezen uit een aantal verdiepende opdrachten, bijvoorbeeld uitrekenen hoeveel het kost als je op jezelf gaat wonen.
Voor de volgende editie van Loopbaan & Burgerschap gaan we onder andere in gesprek met Lianne van de Maat, senior docent Nederlands en Burgerschap op het ROC van Twente, die de lessenserie ontwikkeld heeft.
Nu al nieuwsgierig naar de inhoud? Scan de QR-code voor meer informatie:
&LoopbaanBurgerschap
&LoopbaanBurgerschap
Wil je Loopbaan & Burgerschap magazine kosteloos 2 keer per jaar ontvangen?
Meld je aan voor een gratis abonnement via: www.onderwijsinformatie.nl/burgerschap of scan de QR-code
De ‘Dit is mbo Ambassadeurscampagne’ is een jaarlijkse campagne die het mbo-onderwijs in Nederland in de schijnwerpers zet.
Het doel van deze campagne is om positieve beeldvorming over het mbo te versterken door mbo-studenten en hun vakmanschap te promoten. De campagne richt zich op het tonen van talenten en vaardigheden van mbo’ers en benadrukt hoe waardevol het mbo-onderwijs is voor de samenleving.
Tijdens de campagne worden mbo-studenten geselecteerd als ambassadeurs die hun ervaringen en successen delen. Aanmelden (als ambassadeur) kan tot uiterlijk 1 december 2024.
Scan de QR-code voor meer informatie:
• sluit aan bij het vak Burgerschap
• bestaat uit een tentoonstellingsbezoek en verwerkingsopdracht in onze studio
• wordt begeleid door onze museumdocenten
• bieden wij gratis aan
DUUR: 2,5 UUR AANTAL: MAX. 30 STUDENTEN
Het MBO-lesprogramma wordt dit schooljaar aangeboden bij de tentoonstellingen:
HAPPY BIRTHDAY AMSTERDAM
4 dec 2024–16 mrt 2025
AT HOME IN REMBRANDT'S AMSTERDAM (werktitel)
10 apr t/m 24 aug 2025
Meer weten of reserveren? educatie@hartmuseum.nl 020 530 87 55 www.hartmuseum.nl/educatie H’ART Museum (Amstel 51) in Amsterdam Centrum naast metrohalte Waterlooplein
We zien jullie dit schooljaar in H’ART Museum!
Tekst: Wiesette Haverkamp
Joris Verheijen
Een van de kritieken op het burgerschapsonderwijs is dat deze is voorgeschreven door de politiek. Zorgen we er daarmee voor dat we studenten vormen tot kritisch denkende burgers of voegen we ze naar de huidig geldende samenleving? En wat kun je doen om die disciplinerende praktijk los te laten, om ruimte te geven voor reflectie en zo studenten écht een eigen mening te leren vormen? In gesprek met filosoof Joris Verheijen.
Joris is docent filosofie en geschiedenis. Hij geeft les op het Cygnus Gymnasium in Amsterdam en op de Hogeschool voor Toegepaste Filosofie in Utrecht. Afgelopen zes jaar heeft hij onderzoek gedaan naar de verbinding tussen de Duitse vormingsgedachte ‘Bildung’ en burgerschap, waarop hij in juli cum laude promoveerde.
“De onderwijsinstelling wordt regelmatig een minisamenleving genoemd, maar ik zie vaak dat studenten worden voorbereid om zich aan de regels van de huidige samenleving te conformeren. Maar deze samenleving is niet een gegeven waaraan je je per se zou moeten aanpassen. Misschien kan die wel anders ingericht worden, bijvoorbeeld met meer rechtvaardigheid of een minder destructieve manier van produceren. Burgerschap is in mijn ogen veel meer dan ‘leer de huidige democratische regels en luister naar elkaar’. Voor mij is dat alsof je jongeren leert om in een rechte gang naar het gewenste doel te lopen.”
Joris vindt dat je op die manier burgers creëert die zich niet kritisch met de samenleving kunnen bemoeien, die minder interesse ontwikkelen in politiek en niet het idee hebben dat zij het verschil kunnen maken. “En dat is wel wat we nodig hebben in een wereld die aan welvaart ten onder dreigt te gaan. Er moeten belangrijke beslissingen genomen worden en dat kan alleen met generaties die hun verantwoordelijkheid kunnen nemen, die zich betrokken voelen bij wat er gebeurt en die zich niet hebben afgekeerd van de politiek.”
Hoe ziet burgerschapsonderwijs eruit volgens Joris? “Voor staatsinrichting hebben we ‘maatschappijleer’. Ik denk dat echt burgerschap meer in het verlengde van filosofie ligt. En de kern is reflectie op de wereld waarin we leven. Hoe is die wereld ingericht? Wat is mijn plek? Is er voor iedereen een plek? Is het een rechtvaardige wereld? Is het de enige mogelijke wereld? Dat zijn volgens mij vragen die bij burgerschap een rol moeten spelen.”
‘Vrijheid gunnen’
Dat reflecteren begint wat hem betreft op onderwijsinstellingen. “Want ik vind een mini-samenleving wél een mooi uitgangspunt. Je maakt studenten gelijk tot experts, ook al lezen ze geen kranten en kijken ze beperkt nieuws. Ze zijn qua onderwijsinstelling absoluut de experts met een waanzinnig scherp inzicht. Ze weten hoe dat systeem in elkaar zit en hoe rechtvaardig of onrechtvaardig dit is. Ga met je studenten de discussie aan over de regels, over de opbouw van het curriculum, over de vrijheid of onvrijheid die ze hebben bij het vormgeven van hun eigen onderwijs. In hoeverre werken de regelingen en instellingen als disciplinerende praktijken?
Wat voor effect hebben ze op jou? Is dit de enige manier? Zou het anders kunnen? En wat voor inzicht verschaft je dat in de grote samenleving buiten de onderwijsinstelling?”
een mooi uitgangspunt. Je maakt studenten
gelijk tot experts, ook al lezen ze geen kranten en kijken ze beperkt nieuws
Joris legt deze vragen aan al zijn vijfdeklassers voor en gebruikte de input hiervan ook voor zijn proefschrift. “De leerlingen zijn redelijk eenduidig en geven aan: ‘geef ons de vrijheid om ons eigen onderwijs te maken, om onze eigen vragen te stellen en onze eigen belangstelling verder te ontdekken in plaats van overal vastliggende programma’s te moeten volgen. Die vrijheid gun ik leerlingen en studenten graag.
Dat prikkelt hun nieuwsgierigheid en kritische vermogens.”
Lopen we dan niet het risico op chaos? Vertrouwen in het vakmanschap van docenten is een vereiste, vindt Joris. “Ik denk dat docenten aan het eind van een jaar heel goed in staat zijn om te beoordelen welke studenten door kunnen en welke studenten achterlopen of extra zorg nodig hebben. Daarvoor heb je geen gestandaardiseerde normen nodig die elke vrijheid uit het onderwijs slaan. We hebben hooggekwalificeerde, enorm gemotiveerde vakdocenten. Geef hun het vertrouwen om hun eigen onderwijs vorm te geven.” Ruimte voor reflectie is er nu weinig, vertelt Joris: “We zitten namelijk allemaal in een soort race en dagelijkse routine om de juiste cijfers in de juiste vakjes te plaatsen. Hoe maak je ruimte? Heel concreet: begin te kijken of je een aantal toetsen kunt schrappen. Dat zorgt gelijk voor minder onderwijsinstelling-stress, één van de oorzaken van de achteruitgang van het levensgeluk bij jongeren, volgens het Trimbos Instituut.”
Wat kun je doen om met reflectie aan de slag te gaan? Joris geeft graag suggesties. “Stel de studenten vragen als: wat voor onderwijsinstelling zijn we met elkaar? Wat is het doel? En maken we dat waar? Hoeveel ruimte heeft iedereen om zichzelf te zijn? Of moeten we ons eigenlijk allemaal conformeren?” Een onderwijsinstelling moet minimaal een actieve studentenraad hebben, die over vragen nadenkt en zich met het onderwijsinstellingbeleid bemoeit, vindt Joris. “En dan niet zoals het meestal gaat: dat ze mogen meepraten over de kleur van de muren in de kantine. Neem studenten serieus en laat ze meepraten over het curriculum, over de beste invulling van hun eigen onderwijs.”
Een eigen krant vindt Joris ook een goed idee. “En dan niet zo’n zieltogend instituut waarin iemand plichtmatig een horoscoop en een filmbespreking plaatst. Een ‘schoolkrant’ is bij uitstek de plek waar reflecties vorm kunnen krijgen en voor het voetlicht gezet kunnen worden.”
Een volgende manier is: “Pak een discussie uit het nieuws of een kamerdebat. Daar worden al verschillende perspectieven belicht. Zet samen met de studenten een aantal uitspraken op een rijtje en >>
Zet samen met de studenten
een aantal uitspraken op een rijtje en bekijk steeds de waarde van waaruit
een persoon redeneert
bekijk steeds de waarde van waaruit een persoon redeneert. Is dat voorzichtigheid? Is het solidariteit? Is het rationaliteit? En wat is de norm die daaruit voortvloeit?”
Joris deed dat met het debat over pokkenvaccins: sturen we pokkenvaccins naar Afrika of houden we ze zelf? “Uiteindelijk zegt de minister ‘we moeten voorzichtig zijn. Dus we moeten die vaccins voor onszelf houden’. De hoogleraren en het RIVM zeiden ‘we moeten voorzichtig zijn, daarom is het beter de vaccins naar Afrika te sturen, zodat de kans kleiner wordt dat er hier iets misgaat.’” Op die manieren voer je met elkaar een gesprek en doe je tegelijkertijd een stap naar achteren om andere perspectieven te kunnen begrijpen.
Burgerschap en geletterdheid is ook een goede combi, vindt de filosoof. “Iedereen maakt zich druk over dat studenten niet geletterd genoeg van een onderwijs-
instelling komen. Maar ik maak me zorgen over dat we hen een bepaalde manier van geletterdheid aanleren. Ze weten precies hoe ze volgens de geldende regeltjes een opstel moeten schrijven en een examenvraag moeten beantwoorden, maar er zit vaak niets van henzelf in de schrijfproducten. Schrijven is een manier van denken en een manier van je verhouden tot de stof. Dat wordt niet aangemoedigd door het onderwijs dat we nu aanbieden. We laten ze essays schrijven volgens een structuur met een verplichte inleiding en conclusie. Maar een essay is een vrije vorm waarin je op je eigen manier het onderwerp verkent. Die manier van schrijven staat dichter bij de schrijver waardoor die meer betrokken is.” Deze kun je dan weer in de schoolkrant plaatsen.
“Creëer ook zelf actief momenten voor reflectie. Start de les niet met ‘sla je boek open op pagina 38’. Je kunt ook beginnen met vragen: ‘hoe gaat het met jullie’, ‘wat is er gisteren gebeurd’ en ‘wat speelt er in het nieuws’. Verder zet ik actief cultuur in om het gesprek te starten. Ga eens naar het theater, er is een enorm cultuurkaart-budget beschikbaar. Ik kijk ook regelmatig film met de studenten. Je merkt dat je dan een ander soort gesprek krijgt, waarin het belangrijk is dat de studenten hun eigen ruimte in kunnen nemen.”
De bedoeling van deze inspanningen is om studenten bij te brengen dat ze individuen zijn met een eigen perspectief, een eigen oordeel en eigen positie. “Dan creëer je burgers die zelf een samenleving kunnen vormen in plaats van zich er alleen naar te voegen.”
Promotie
Het boek ‘Revolutie in de schoolgang. Radicaal-romantische Bildung in en buiten het onderwijs tussen 1789 en nu’ van Joris Verheijen verschijnt in februari bij Amsterdam University Press. Het boek is voortgekomen uit een onderwijsexperiment, waarbij hij VWO 5-leerlingen aan de hand van de teksten en begrippen van Michel Foucault, laat nadenken over de manier waarop mensen door instellingen gedisciplineerd worden. Daarna passen ze diezelfde begrippen toe op hun eigen school: hoe worden zij zelf gedisciplineerd door het reglement van de onderwijsinstelling, de toetsing of het leerlingvolgsysteem? Waarom gebeurt dat en wat vinden ze daarvan?
In december 2024 staat er een belangrijk Kamerdebat gepland over het adviesrapport van de Expertgroep Burgerschap. Deze groep, bestaande uit docenten, lerarenopleiders en wetenschappers, heeft onderzocht hoe een nieuw kwalificatiedossier voor burgerschap eruit zou kunnen zien. Naast inhoudelijke aanpassingen staan twee vragen centraal: in hoeverre moet burgerschap getoetst worden en welke eisen stellen we aan burgerschapsdocenten?
In eerdere edities van L&B-magazine besprak ik het inhoudelijke voorstel van de expertgroep. De uitvoering hangt echter af van de docent die burgerschap vormgeeft. In sommige gevallen verzorgt een timmerdocent het burgerschapsonderwijs ‘erbij’ om jaartaakuren te vullen. Soms is de docent niet eens geïnteresseerd in burgerschapsthema’s en maken studenten vrijblijvend opdrachten achter een computer. Zoals de mbo-studentenvertegenwoordiging (JOB) stelt: “Zorg voor professionele burgerschapsdocenten.” Studenten verdienen deskundige docenten.
Er heerst brede consensus over het feit dat bovengenoemd voorbeeld onwenselijk is.
Waarom gebeurt dit dan nog? Voor veel beroepsvakken in het mbo bestaat er geen lerarenopleiding. Docenten autotechniek of ICT moeten verleid worden de kennis en ervaring uit de praktijk door te willen geven aan de nieuwe generatie. Dit betekent dat zij de beroepspraktijk moeten verlaten om in het onderwijs te gaan werken. Een vierjarig HBO traject en een verandering in salaris verhogen de drempel om in het onderwijs te werken. Ook voor bijvoorbeeld hoveniers- of kappersvakken bestaat geen lerarenopleiding. Vreemd om dit dan van collega’s te vragen.
Toch zijn er verplichte vakken in het mbo waar wél een lerarenopleiding voor bestaat. Denk aan de AVO-vakken zoals Nederlands of rekenen. De inhoud van burgerschap gaat in het voorstel van de expertgroep over de mens (burger) in relatie tot de maatschappij.
hebben staan in de opleiding. Als we
Toevallig zijn er lerarenopleidingen die de Mens en Maatschappij (M&M) centraal hebben staan in de opleiding. Als we studenten serieus nemen, en kwalitatief goed burgerschaps-onderwijs verwachten, dan is het onbegrijpelijk als we geen docent met een opleiding in de M&M-vakken bepleiten.
Onderzoek laat zien dat voornamelijk inhouden van maatschappijleer en geschiedenis goed aansluiten bij burgerschaps-competenties (Eidhof, Nieuwelink & Gelinck, 2018). Democratie is een essentieel aspect en het volstaat niet om docenten voor de klas te zetten die alleen de praktijk van democratie via nieuwsberichten meekrijgen. Vakkennis én vakdidactiek is nodig om studenten verschillende perspectieven op macht en besluitvorming mee te geven. Lerarenopleidingen in de M&M-vakken hebben maatschappelijke vraagstukken centraal staan. Logisch om van docenten een opleiding in deze vakken te verwachten. Een nieuw kwalificatiedossier vraagt om een herziening van de eisen die we stellen aan burgerschapsdocenten.
Er is een diversiteit aan trajecten ontstaan om burgerschapsdocenten te professionaliseren. Het Kamerdebat in december zal hopelijk duidelijkheid geven over de toekomst van het burgerschapsonderwijs. Op het gebied van inhoud, toetsing en deskundigheid van docenten. Benieuwd naar de uitkomsten van het debat?
Lees dan de volgende editie van Loopbaan & Burgerschap magazine.
Koen Dogterom is werkzaam als senior begeleider educatieve programma’s bij ProDemos. Ook is hij lid van de vakvernieuwingscommissie die eindtermen voor burgerschap heeft geformuleerd.
‘Bedoeld om onderwijs te verbeteren, niet om studenten af te rekenen’
Hoe weet je of burgerschapsonderwijs daadwerkelijk iets oplevert?
Het mbo brengt dat al wel in kaart, maar iedere ROC doet dat op zijn eigen manier, zegt Chris Holman. Hij doet onderzoek naar dit onderwerp en ontwikkelde een op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd meetinstrument: Burgerschap Meten MBO.
Tekst: Heleen de Bruijn
Chris Holman is practor burgerschap bij ROC Noorderpoort in Groningen. Hij doet promotieonderzoek bij de Universiteit van Amsterdam naar de effectiviteit van burgerschapsonderwijs in het mbo door te kijken naar de burgerschapscompetenties van studenten: kennis, vaardigheden en attitudes. “Daarvoor hebben we Burgerschap Meten MBO ontwikkeld. En we kijken wat scholen nu doen op het gebied van burgerschap: hebben ze een visie, is er een goed curriculum, is er inzicht in leerresultaten? Uit het onderzoek proberen we te destilleren welke effectieve vormen van burgerschapsonderwijs er zijn en hoe je die het beste kunt implementeren.”
Volgens Holman worden volgend voorjaar op grote schaal de eerste metingen gedaan met Burgerschap Meten MBO. “Scholen krijgen de gelegenheid om daaraan mee te doen om te kijken hoe hun eigen burgerschapsonderwijs ervoor staat. Bovendien kan het instrument op die manier verder worden ontwikkeld.”
Hoe staat het met burgerschapsonderwijs in het mbo?
“Uit onderzoek blijkt dat de meeste scholen een warm hart hebben voor burgerschap, maar dat men niet altijd goed weet hoe het aan te pakken. Er zijn scholen die doelgericht en veel aandacht besteden aan burgerschapsvorming, maar ook scholen die meer op ‘organische’ wijze aandacht schenken aan burgerschap. Scholen hebben veel vrijheid, maar hebben moeite om met die vrijheid om te gaan. Daardoor is er veel diversiteit in burgerschapsonderwijs en kun je dus niet zo goed vergelijken hoe scholen het doen.”
Wat doen scholen momenteel om leeropbrengsten in kaart te brengen?
“De ene school laat studenten portfolio’s maken, anderen houden burgerschapsleerresultaten bij door aanwezigheidsregistratie, weer andere scholen proberen studenten geregeld vragen te stellen om te zien hoe hun burgerschapscompetenties ervoor staan. Er zit dus nog geen eenheid in. Dat is niet erg. Wel is het belangrijk om ook een gestandaardiseerd meetinstrument te gebruiken, bijvoorbeeld
Burgerschap Meten MBO. Dan kun je resultaten met elkaar vergelijken. Zolang dat niet kan, zou een student op de ene school heel goed kunnen presteren, terwijl ie op een andere school slechter presteert omdat daar de eisen anders liggen. Om leeropbrengsten goed in kaart te kunnen brengen, zijn, naast goede instrumenten, eenduidige normen, een veilig schoolklimaat en professionele docenten onmisbaar.”
Mogelijk moeten studenten in het mbo straks een burgerschapsexamen doen.
“Het is nog niet duidelijk of de regering dat straks wil invoeren. En het gaat dan wel om een instellingsexamen, dat scholen zelf mogen vormgeven. Studenten moeten in ieder geval aantonen dat ze een ontwikkeling hebben doorlopen in burgerschapscompetenties. Dat kan door het bijhouden van een portfolio, met rubrics, of door middel van een gesprek. Maar als je kennis, vaardigheden en attitude wilt toetsen, is een (gestandaardiseerd) meetinstrument ook wel heel mooi. Scholen geven ook aan dat ze behoefte hebben aan zo’n meetinstrument.”
Wat kan een school met Burgerschap Meten MBO?
“Het is bedoeld om onderwijs te verbeteren, niet om studenten af te rekenen. Het is een vragenlijst, die studenten in een lesuur kunnen invullen. Inzicht in resultaten is belangrijk voor goed onderwijs. Je kunt hiermee het onderwijs afstemmen op wat studenten nodig hebben, burgerschapsonderwijs verder
Eén instrument is niet zaligmakend.
Als school reflecteer je altijd al met studenten op hun ontwikkeling, dus eigenlijk is burgerschap meten heel normaal
ontwikkelen, en verantwoording afleggen. Zo kan een school het planmatig werken verbeteren en aandacht geven aan differentiatie en afstemming tussen de groepen. Kortom, burgerschap meten, maakt van de instelling een lerende organisatie, want er ontstaat beter inzicht in de zwakke plekken.”
“Eén instrument is overigens niet zaligmakend. Als school ga je altijd al in gesprek met studenten en je reflecteert met hen op hun ontwikkeling, dus eigenlijk is burgerschap meten heel normaal. Het gaat over opbrengstgericht werken, dat docenten en schoolleiders doelgericht kunnen werken aan verbetering van hun onderwijs en dat studenten doelbewust werken aan verbetering van hun leerprestaties.”
Burgerschap Meten is er al voor vo en po. Waarin verschilt het voor mbo?
“Het mbo is sterk beroepsgericht: hier leren studenten niet alleen hun vak, maar ook hoe ze omgaan met klanten, cliënten, patiënten en collega’s. Vakmanschap draait niet alleen om technische vaardigheden; het omvat ook belangrijke beroepsdeugden zoals betrokkenheid, inzet en zelfsturing. Goed werknemerschap gaat hand in hand met vakmanschap. Daarnaast zijn mbo-studenten vaak stemgerechtigd, wat het bespreken van verkiezingsprogramma’s en actief burgerschap relevant maakt. In dat licht is het opvallend dat het hbo geen vergelijkbaar programma biedt. Dit lijkt te impliceren dat hbo-studenten van nature goede burgers zijn, terwijl iedereen baat heeft bij expliciete aandacht voor burgerschap. Het is dan ook bijzonder waardevol dat het mbo hierop inzet, want het draagt bij aan de vorming van bewuste en betrokken burgers, wat een belangrijke aanvulling op het curriculum is.”
“Je ziet een verharding, de nuance is weg. Wij merkten op school bijvoorbeeld dat de herdenking van de Tweede Wereldoorlog dit jaar beladen was. Veel docenten geven aan dat er polariserende gesprekken plaatsvinden in de klas. Niet alle docenten voelen zich er comfortabel bij om deze gesprekken te voeren.”
Thirza van der Meer, coördinator burgerschap bij het Drenthe College en Noorderpoort, merkt een toename van antisemitische incidenten op school. Ze is niet de enige docent die haar zorgen deelt hierover. Het aantal meldingen van discriminatie van Joden nam in 2023 sterk toe op scholen meldt het CIDI. “Het aangaan van ongemakkelijke, schurende gesprekken is belangrijk. Juist binnen het onderwijs”, zegt Thirza. Wat veroorzaakt deze opleving van antisemitisme op scholen en hoe ga je hierover in gesprek met je klas? Docent Thirza van der Meer en Bart Wallet, hoogleraar Joodse studies aan de Universiteit van Amsterdam, geven handvatten.
Recente opleving antisemitisme en moslimhaat
Thirza is niet de enige docent die een toename van antisemitische uitspraken opmerkt. “Sinds 2000 zien we structureel meer antisemitische incidenten”, aldus Bart. Hij noemt verschillende oorzaken. “Na de Tweede Wereldoorlog waren de gevolgen van antisemitisme nog sterk in het collectieve geheugen, maar dit vervaagt. Jongeren hebben minder kennis over de Jodenvervolging. Ook ontstaat vaak een opleving van antisemitisme bij conflicten in het Midden-Oosten waarbij Israël betrokken is. Joden worden dan het doelwit van woede. Dit staat vaak geheel los van politieke overtuiging: of je het eens bent met de Israëlische regering wordt vaak niet in beschouwing genomen. Je bent guilty by association Men voelt zich machteloos door alle beelden in de media, het enige wat men kan doen is mensen in de eigen omgeving die ze associëren met Israël tot doelwit maken. Dit leidt tot polarisatie in Nederland, met meer antisemitisme en negatieve beelden over moslims.”
Schoolbestuur aan zet bij antisemitisme in de klas “Polarisatie in de samenleving zit vaak in bubbels. Maar in het onderwijs komen al deze bubbels samen. Dat maakt de rol van docent zo belangrijk”, zegt Bart. Thirza merkt op: “Op veel scholen is het sinds 7 oktober 2023 stil. Veel docenten durven het thema niet aan te kaarten. Dit terwijl er over de oorlog in Oekraïne veel gesproken werd. Studenten voelen zich hierdoor niet gehoord, want zij willen praten over het conflict in het Midden-Oosten. Dit vergroot een
Polarisatie in de samenleving zit vaak in bubbels. Maar in het onderwijs komen al deze bubbels samen
gevoel van ongelijkheid. Er is een schoolbestuur nodig dat het gesprek faciliteert en zegt: ‘Antisemitisme heeft hier geen plek. Islamofobie heeft hier geen plek.’ Dit gesprek blijft vaak uit in de docentenkamer, terwijl van docenten wel wordt verwacht dat ze dit onderwerp in de klas bespreken. Hier moet meer ruimte voor worden gecreëerd door het schoolbestuur. Er zijn organisaties, zoals de Anne Frank Stichting, die trainingen geven over het voeren van schurende gesprekken en er is veel gratis lesmateriaal en achtergrondinformatie beschikbaar.” Daarnaast stelde het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een Handreiking voor scholen voor het omgaan met antisemitische incidenten op.
Scan de QR-code om de handreiking te downloaden.
Wat is antisemitisme?
Bart Wallet legt uit hoe je antisemitisme kunt herkennen: “Antisemitisme bestaat uit verhalen die vanaf de late oudheid tot nu zijn opgebouwd. Het bestaat uit een repertoire van anti-Joodse beelden, overtuigingen en stereotypen. Deze beelden vormen als het ware een bril waardoor mensen naar Joden kijken. Ze worden van generatie op generatie doorgegeven en zijn ongemerkt deel geworden van ons collectieve geheugen. Antisemitisme is een silent sleeper : het blijft sluimeren tot een crisis uitbreekt, zoals een economische crisis of de coronacrisis. Mensen voelen zich dan machteloos en grijpen naar bekende, simplistische verklaringen, zoals stereotypen over Joden en geld of de complottheorie dat Joden de touwtjes in handen zouden hebben. Dan is er sprake van een duidelijke vijand en dit maakt de complexe werkelijkheid weer wat eenvoudiger.”
Om docenten te ondersteunen bij het bespreken van antisemitisme, ontwikkelde de Anne Frank Stichting de interactieve les ‘Ontmoet Robin en Wael’. Studenten bekijken video’s met de persoonlijke verhalen van Robin, een Joodse Nederlander, en Wael, een Syrisch-Palestijnse vluchteling in Berlijn. Ze vertellen beiden hoe anderen hen de schuld geven voor een conflict waar zij niets aan kunnen doen. Dit helpt studenten inzien dat individuele Joden niet verantwoordelijk zijn voor het beleid van de regering van Israël. Thirza: “Studenten kunnen dit onderscheid vaak niet goed maken. Het helpt om dit aan het begin van een gesprek te verduidelijken, dan kan je hierop teruggrijpen op het moment dat er spanning of emotie in het gesprek komt.” Bart voegt toe: “Maak met je studenten duidelijk onderscheid tussen Israël en Joden, en Palestijnen en moslims. Erken samen dat mensen zich op verschillende manieren verbonden voelen met groepen in het Midden-Oosten, maar benadruk dat we uiteindelijk behoren tot de Nederlandse samenleving. We moeten iets van afstand inbouwen en studenten helpen beseffen dat we het hier in Nederland met elkaar moeten rooien.”
“Op social media verschijnen veel antisemitische beelden, vaak zonder dat je het doorhebt. Je moet studenten leren deze negatieve stereotypen te herkennen. Mediawijsheid is hierin cruciaal”, vervolgt Bart. Hij ziet de opkomst van social media als een van de oorzaken van de toename van antisemitisme sinds 2000. Dat was voor hem de reden om mee te werken aan een TikTok-serie van de Anne Frank Stichting met korte video’s over antisemitisme, die gebruikt kunnen worden als gespreksstarter in de klas. Thirza
Robin >>
Positief perspectief bieden
“We praten vaak over Joden in de context van de Holocaust, antisemitisme of het conflict in het Midden-Oosten. Dit heeft als gevolg dat er in de
Wil je studenten op laagdrempelige wijze meer leren over antisemitisme? Bekijk samen de TikTok-serie ‘Ask the Expert’ waarin Bart Wallet uitleg geeft aan jongeren. Ook andere belangrijke thema’s, zoals vooroordelen, discriminatie en het belang van democratie komen in deze serie aan bod. Zowel de digitale les als de TikTok-serie zijn ontwikkeld door de Anne Frank Stichting . besteedde aandacht aan mediawijsheid om antisemitische complottheorieën aan te pakken. “Ik vraag studenten waarom ze bepaalde ideeën hebben en waar ze die vandaan halen. Waarom omarm je de ene theorie wel en de andere niet? Vaak komt dan uit het gesprek naar voren dat studenten in een bepaalde bubbel zitten, het algoritme laat ze steeds dezelfde content zien. Het is daarom lastig om een discussie op basis van feiten te voeren, omdat je merkt dat studenten deze niet altijd meer erkennen. Daarom breng ik het gesprek terug naar de student zelf, zo leren ze te reflecteren en kritisch naar informatie te kijken.”
Studenten kunnen het best empathie voelen op het moment dat ze zich met iemand kunnen identificeren.
Onbekend maakt onbemind
klas vaak alleen gesproken wordt over hoe Joden verschillen van de rest van de samenleving. Dit creëert een gevoel van afstand. Ik denk dat het heel belangrijk is om ook te laten zien dat Joden Nederland en Europa mede hebben gevormd en onderdeel zijn van de Nederlandse cultuur.” Bart is positief over initiatieven die Joodse verhalen de klas inbrengen. “Veel kinderen hebben nog nooit Joden ontmoet, dat maakt het makkelijker om gekke dingen te geloven over Joden. Dus het tonen van persoonlijke verhalen en persoonlijke contacten wil ik erg stimuleren. Dan zien studenten dat Joden normale mensen zijn en dat de stereotypen onzin zijn.” Ook Thirza benadrukt het belang van het bevorderen van inleving door het tonen van persoonlijke verhalen, zoals die van Robin en Wael. “Studenten kunnen het best empathie voelen op het moment dat ze zich met iemand kunnen identificeren. Onbekend maakt onbemind. Het helpt daarom om te luisteren naar echte verhalen in de klas.”
Interactieve les: ‘Ontmoet Robin en Wael’
Robin is een Joodse Nederlander en Wael is een Syrisch-Palestijnse vluchteling die in Berlijn woont. Beiden delen hun verhaal op video. In deze digitale les ontdekken studenten via vragen en opdrachten de overeenkomsten en verschillen tussen hun verhalen. Door te luisteren naar de ervaringen van jongeren met antisemitisme of andere vormen van discriminatie, creëer je op een veilige manier ruimte voor de pijn van jongeren die zich ook gediscrimineerd of buitengesloten voelen. Vaak begrijpen jongeren de situatie van Joden die antisemitisch bejegend worden beter als ze het aan hun eigen ervaringen kunnen relateren. Op deze wijze kun je het gesprek starten over de impact van antisemitisme en moslimhaat op leeftijdsgenoten.
Iedereen binnen jouw onderwijsinstelling kan bijdragen aan de ontwikkeling van de student, van de conciërge tot aan de schoolleiding. Maar om te zorgen voor een inspirerende en activerende leeromgeving die bovenal ervaringsgericht is, is een gespecialiseerde professional noodzakelijk!
SLB’ers willen met hun begeleiding ervoor zorgen dat jouw mbo-studenten zo goed mogelijk voorbereid zijn op hun toekomst en met vertrouwen de arbeidsmarkt of een vervolgstudie binnenstappen.
Minette van den Bemd Directeur van BiOND
“Met behulp van loopbaanontwikkeling en -begeleiding (LOB) krijgen studenten via de vijf loopbaancompetenties meer inzicht in zichzelf als (aankomend) professional. LOB omvat dus meer dan slechts het oriënteren op een vervolgopleiding of werk.”
Deze loopbaancompetenties zijn in te delen in het nadenken over wat je het beste kan (kwaliteitenreflectie), wat je belangrijk vindt in je carrière én privéleven (motievenreflectie), welk werk het beste bij jou past (werkexploratie), hoe je jouw loopbaandoel kunt bereiken (loopbaansturing) en wie je daarbij kunt inzetten (netwerken).
Wil jij jezelf professionaliseren op het gebied van LOB? Heb je behoefte aan een sterkere positie als specialist? En wil je gerichte informatie en inspiratie ontvangen over LOB en/of studentenwelzijn?
> biedt je een groot netwerk van begeleiders in het onderwijs.
> versterkt de positie van begeleiders in het onderwijs.
> geeft je (na 1 jaar) gratis juridisch advies en rechtsbijstand.
> biedt je verdieping met vaktijdschrift BiOND Magazine.
> inspireert jou én je studenten met de Studiekeuzespecial.
> geeft standaard €165 korting op élke training van de BiOND Academie.
> ...en je betaalt de ledenprijs voor het jaarlijkse BiOND Congres!
BiOND is het expertisecentrum waar je terecht kunt voor informatie over de laatste onderwijsontwikkelingen, advies en training. Wij zetten ons onder andere in voor LOB in het gehele curriculum, een sterke arbeidsmarktvoorlichting, gelijke kansen in het onderwijs en duidelijke doorstroommogelijkheden. Voor het voortgezet onderwijs én het mbo.
Meer weten?
Kijk dan op www.biond.nu of neem contact met ons op via contact@biond.nu of 030 760 9 760. Wij gaan graag met je in gesprek: de koffie staat klaar!
Tijdens het bezoek van koningin Maxima aan het Albeda college in Rotterdam, sprak ik de practoren Mohamed Bouziane en Tim Dullaart. Hare Majesteit was aanwezig bij de presentatie van het rapport ‘Prestatiedruk in het mbo’ en ging in gesprek met onderzoekers en studenten. Mohamed Bouziane is practor Gelijke kansen bij Albeda. Tim Dullaart is practor Inclusieve participatie bij Zadkine. Hoe kijken zij aan tegen de aanscherping van de burgerschapsopdracht in het mbo?
Tekst: Brigitte van de Koevering
Kan school als mini-samenleving fungeren?
Tim ziet een verschil in het omarmen van de school als mini-samenleving en de uitvoering daarvan. “Dat is best complex. Het is onze ambitie om te kijken naar hoe we de stem van de student leidend kunnen maken. Als docent onderzoeker verdiep ik me in de vraag hoe we studenten laten merken dat ze bijdragen aan het onderwijsproces. Die stem is niet altijd inclusief. Kijk eens naar de studentenraad, dat zijn vooral verbaal sterke jongeren. Als je wilt dat studenten betrokken zijn bij het onderwijs, dan moet je ze betrekken bij de ontwikkeling daarvan en betaal die student dan ook voor de onderzoekswerkzaamheden. Dat is nog niet gelukt in Nederland en daar hopen we verandering in te brengen.”
Toegang tot goed onderwijs
Mohamed licht toe: “Het speerpunt van dit kabinet is goed onderwijs, maar het is een illusie dat dit voor iedereen toegankelijk is. In dat opzicht snijden de
thema’s waar Tim en ik ons mee bezighouden elkaar. Want hoe zorg je ervoor dat jongeren zich gehoord voelen en krijgen wat ze nodig hebben? Niet iedereen beschikt over het sociale of culturele kapitaal om te komen waar je wilt zijn. En dan heb ik het niet eens over de (financiële) middelen. Onze studenten lopen voor op de samenleving die school wil zijn. Zij vormen die. Dat vormende mis ik.
De student moet de transitie maken naar de volwassen wereld. Hoe overbrug je die kloof? Dat doe je aan de ene kant door van hen te leren. Aan de andere kant heb je te maken met werkgevers en het leven waar ze in terecht komen. Dat vraagt om wederzijdse aanpassingen. Je kunt ook drie dagen gaan werken, maar kom je dan rond?”
Tim vult aan: “Wat me stoort is dat je dingen bedenkt vóór die samenleving en dat de mensen waar het daadwerkelijk over gaat aan de zijlijn toekijken en niet mee mogen praten. Er wordt voor hen beslist en dat gebeurt op heel veel plekken en dus ook in het onderwijs.”
Burgerschap als resultaatverplichting
Tim vervolgt: “De discussie over summatief toetsen of formatief toetsen is een interessante. Als je kijkt naar hoe het onderwijs vaak is ingericht, met de afkeurende rol van toetsen en examens of het doen van een test om überhaupt op school toegelaten te worden, dan sluit je bij voorbaat studenten uit. Bekijk dat eens vanuit het perspectief van de student die een heel jaar keihard werkt en dan net niet voldoet aan de toegangseis naar het volgende jaar. Is er dan sprake van een oefen-samenleving?”
Mohamed valt Tim bij: “En waarom alleen deze resultaatverplichting voor het mbo? Natuurlijk ben ik het er mee eens dat we kwaliteit moeten leveren en zou het mooi zijn als we een gezamenlijke lijn hebben als het gaat om burgerschapsvorming. Maar hoe bepalen we wat goed burgerschap is? Hopelijk wordt de student meegenomen in de ontwikkeling daarvan. En dan niet alleen de hardste schreeuwers aan het woord laten.”
Student partnerschap
Tim: “Er is niets mis met de lat hoog leggen. Maar je moet je afvragen hoe die lat tot stand komt. Hoe bereiden we jongeren voor die starten aan hun schoolloopbaan? En kom niet aan met ‘van over drie jaar ligt die lat daar, nou succes ermee’ want dan voldoen we niet aan onze verplichting om studenten op te leiden en ze een goed burger te laten zijn. De docent burgerschap kan veel leren van die student die al burger is wanneer ze de school binnenkomen.
Ik herinner me Naomi van Stapele, lector Inclusieve Educatie bij de Haagse Hogeschool, die vertelde over een dialoog tussen student en docent. Een student zei: ‘Mevrouw u praat altijd over ‘we vinden dit’ en ‘we vinden dat’ maar als u ‘we’ zegt met hoe u eruitziet en met wie u bent dan voel ik mij niet aangesproken.’”
Inclusieve responsiviteit
Mohamed: “Niet alleen studenten zijn al gevormd wanneer ze de school binnenkomen, de docent ook.”
Tim: “De term inclusieve responsiviteit is een tongbreker maar ik haal hem toch aan, omdat het zó de lading dekt. Het gaat over eerst de ander willen begrijpen, voordat je zelf begrepen wordt. Kun jij je verplaatsen in die student? Vraag jij je als docent af waar bepaald gedrag vandaan komt, voordat je dreigt met schorsing?”
Mohamed: “En dat is iets waar we samen voor staan. We moeten niet denken dat de wereld van morgen de wereld van nu is. Reflectie is essentieel.
Mohamed Bouziane verzorgt een workshop over gelijke kansen in het mbo tijdens de landelijke Burgerschapsdag op 29 november a.s. die door het Expertisepunt Burgerschap wordt georganiseerd.
Meer informatie: expertisepuntburgerschap.nl
Geldproblemen, seksualiteit en politiek – het zijn onderwerpen die in veel mbo-klassen als hete hangijzers voelen. Voor docenten kan het lastig zijn om deze gevoelige thema’s bespreekbaar te maken. Hoe zorg je ervoor dat leerlingen zich veilig voelen om te praten over onderwerpen die vaak als taboe worden gezien? De masterclass ‘Taboe Moe’ van Young Society biedt mbo-docenten de tools om het gesprek te openen. “Het draait allemaal om inlevingsvermogen.”
Maar hoe breng je dat in de praktijk?
In een klas vol jongeren die opgroeien in een snel veranderende, digitale wereld, kan het bespreken van complexe maatschappelijke thema’s aanvoelen als een mijnenveld. De druk op docenten om deze onderwerpen aan te kaarten is groot. Veel docenten worstelen met hoe ze dat op een veilige en effectieve manier kunnen doen. Het tempo van maatschappelijke veranderingen, de constante stroom van informatie en de toenemende polarisatie maken het niet makkelijker. Hoe zorg je ervoor dat een gesprek niet uit de hand loopt, maar juist leidt tot begrip en dialoog? Amber Kaspersma, directeur van Young Society, legt uit: “Docenten hebben vaak een sterke pedagogische achtergrond, maar staan voor nieuwe uitdagingen. Jongeren verzamelen informatie via online-kanalen die voor docenten onzichtbaar zijn, terwijl veranderingen in de samenleving elkaar snel opvolgen. Hoe begeleid je studenten in deze complexe wereld?”
Veel docenten doen hun best om actuele thema’s aan te snijden en verdiepen zich in de leefwereld van hun studenten. Toch stuiten gesprekken over taboes vaak op barrières. De masterclass ‘Taboe Moe’ van Young
Society biedt docenten tools om deze barrières te doorbreken. “We noemen het een masterclass omdat we docenten zien als experts, die we met onze ervaring ondersteunen”, aldus Kaspersma.
Jongeren begrijpen
De keuze om zich te richten op mbo-studenten is heel bewust gemaakt. “Mbo’ers staan vaak al op jonge leeftijd midden in de samenleving, bijvoorbeeld door stages. Toch voelen ze zich soms minder verbonden met de maatschappij. Er bestaat een beeld dat mbo-studenten minder betrokken zijn, maar dat klopt niet. Ze hebben juist behoefte aan een aanpak die aansluit bij hun leefwereld en ervaringen. Met onze peer-to-peer methodiek maken we burgerschapsonderwijs juist relevant en toegankelijk voor mbo-studenten”, vervolgt Kaspersma.
Inlevingsvermogen als sleutel
Projectcoördinator Jasmijn Dortmans voegt toe: “De jongerenwereld is ontzettend divers. Achtergronden, subculturen en regio’s spelen allemaal een rol. Dit vraagt om een benadering met inlevings-
vermogen van docenten. Het draait erom dat je verder kijkt dan gedrag. We leren docenten om hun oordeel uit te stellen, nieuwsgierig te zijn en te begrijpen waar een student vandaan komt. Dat opent de deur naar een veilig gesprek.”
Kaspersma: “Neem het slavernijverleden. Dat is een thema dat in elke klas een andere lading heeft, afhankelijk van de achtergrond van de studenten. Het doel is niet om oordelen te vellen, maar om ruimte te creëren waarin studenten hun gedachten en gevoelens veilig kunnen delen.”
Voor Young Society is het cruciaal dat iedere student zich gezien en gehoord voelt. “Zonder een veilige sfeer kom je nergens”, zegt Kaspersma. “Onze masterclass helpt docenten die veiligheid te creëren. Daarbij geven we praktische tools om moeilijke onderwerpen te bespreken zonder dat het gesprek uit de hand loopt. Zo bereiden we de studenten voor op hun rol als betrokken burgers in de maatschappij.” Dortmans vult aan: “De masterclass duurt slechts twee uur, waardoor het gemakkelijk in te passen is en snel resultaat oplevert.”
Over Young Society Young Society biedt burgerschapsonderwijs voor en door jongeren. Hun peer-to-peer methodiek zorgt ervoor dat jongeren zich herkennen in de ervaringen van hun leeftijdsgenoten, wat zorgt voor een veilige sfeer waarin moeilijke onderwerpen bespreekbaar worden. Juist deze succesvolle aanpak inspireerde hen om ook docenten te ondersteunen met handvatten om dezelfde impact in hun lessen te bereiken. De masterclass ‘Taboe Moe’ geeft docenten praktische tools om uitdagende thema’s effectief te bespreken.
Wil je als docent meer handvatten krijgen om gevoelige onderwerpen in je klas bespreekbaar te maken? Scan de QR-code voor meer informatie over ‘Taboe Moe’ en andere masterclasses of ga naar de website van Young Society: www.youngsociety.nl/masterclasses
Week van het geld 2025
Joost Smits is voorzitter van de stuurgroep van Wijzer in geldzaken, een platform van verschillende partijen die jongeren financieel zelfstandiger willen maken. Richard Weurding (directeur bij het Verbond van Verzekeraars) en Ger Jaarsma (voorzitter van de Pensioenfederatie) zijn met hun organisaties aangesloten en nauw betrokken bij de Week van het geld.
Waarom is financiële educatie belangrijk?
Smits: “Het uitgeven van geld is online zo gedaan. Daarnaast zijn jongeren vanaf hun 18e financieel zelfstandig volgens de wet. Ze kunnen dan geld uitgeven dat ze nog niet bezitten via achteraf betalen of creditcard. Onderzoek van Nibud toont aan dat een kwart van de mbo-studenten schulden of betalingsachterstanden heeft. Daarom is financiële educatie nodig, ook in het onderwijs, want niet iedereen krijgt thuis financiële vaardigheden mee.”
www.weekvanhetgeld.nl
Weurding: “Jongeren hebben de rest van hun leven profijt van financiële vaardigheden. Neem mijn vakgebied. Als je een verre vakantie wilt maken, zorgen verzekeringen dat je dat met een goed gevoel kunt doen. Ook helpen verzekeringen je bij het starten van een eigen onderneming, want zo kun je aanvaardbare risico’s nemen.”
Ger Jaarsma
www.weekvanhetgeld.nl
www.weekvanhetgeld.nl
Een vakantie, scooter of eigen woning. Zomaar wat dromen die jongeren kunnen hebben. Om zulke dromen te laten uitkomen, zijn geld en financiële vaardigheden essentieel. Wijzer in geldzaken organiseert elk jaar de Week van het geld om jongeren daarbij te helpen. Drie financiële experts vertellen hier meer over.
Jaarsma: “Het is erg belangrijk dat jongeren vroegtijdig bewust worden van de voor- en nadelen van geld. Ik begrijp goed dat jongeren meer bezig zijn met het hier en nu, in plaats van met hun pensioen. Alleen, pensioenopbouw is een kwestie van vroeg beginnen en een lange adem.”
Waarom heeft de Week van het geld dit jaar het thema ‘Hoe maak jij je gelddromen waar’?
Weurding: “Het thema is heel positief. Jongeren hebben heel veel dromen; om die waar te kunnen maken, is het belangrijk om goed om te gaan met geld. Zo zetten we jongeren in hun kracht.”
Welke financiële vaardigheden heb je nodig om te kunnen dromen met geld?
Smits: “Geld is een belangrijk onderdeel van onze maatschappij. Met dit thema willen we jongeren laten nadenken over hoe elke geldkeuze kan bijdragen aan het vervullen van hun dromen, of juist niet.”
Smits: “Allereerst de financiële basisvaardigheden: de kennis en kunde die je nodig hebt om goed met je geld om te gaan. Denk aan bankzaken en het maken van een spaarplan voor je gelddroom. Ten tweede, grip behouden op je geld. Hoe zorg je dat je niet te vaak toegeeft aan verleidingen en rekening houdt met tegenvallers? En ten derde: het financieren van je dromen. Een baantje ligt voor de hand, zodat je kunt
Jongeren hebben de rest van hun leven profijt van financiële vaardigheden
Richard Weurding
sparen voor de toekomst of zelfs kunt beleggen. Maar sommige jongeren overwegen ook een eigen onderneming.”
Weurding: “Bij verzekeren is het belangrijk altijd een bewuste afweging te maken; je hoeft niet alles te verzekeren. Vanaf je 18e is een ziektekostenverzekering hebben en een aansprakelijkheidsverzekering voor je auto of scooter verplicht. Maar denk ook aan je inboedelverzekering: neem je die als je alleen een studentenkamer hebt? Een ander voorbeeld: de fatbike. Realiseren jongeren zich dat je niet verzekerd bent als je hem opvoert?”
Jaarsma: “Op social media zie je filmpjes van mensen die beweren snel rijk te zijn geworden en vroeg te kunnen stoppen met werken. Klinkt verleidelijk, maar dat is slechts voor een hele kleine groep weggelegd. Daarom moet je goed nadenken over je pensioen. Ga er niet vanuit dat alles geregeld is. Sommige werkgevers doen niet aan pensioenopbouw of ze geven je een bedrag om het zelf te regelen. Heb je een eigen onderneming? Dan ben je ook zelf verantwoordelijk.”
Wat kun je op school doen tijdens de Week van het geld?
Smits: “Wij begrijpen dat het schooljaar al ontzettend vol is. Toch is vanuit het onderwijs veel vraag naar
HOE MAAK JIJ JE WAAR? GELDDROMEN www.weekvanhetgeld.nl
financiële educatie. Daarom willen we het voor docenten zo bereikbaar mogelijk maken. Zo geef je gemakkelijk je eigen geldles met de inhoud van onze themapakketten. Of je vraagt een kant-en-klare gastles aan, gegeven door een financieel expert. Je kunt het zo intensief en omvangrijk maken als je zelf wilt.”
Jaarsma: “Wij geven het hele jaar door de mbo-gastles ‘Nu voor later’. Daarmee zorgen we voor meer kennis en bewustzijn over het belang van een waardevol pensioen. Mbo’ers komen vaak al op jonge leeftijd op de arbeidsmarkt, het is dan belangrijk dat ze bij hun werkgever vragen hoe daar het aanvullend pensioen geregeld is. Daarnaast is het goed enige basiskennis te ontwikkelen over pensioen, zodat jongeren begrijpen hoeveel geld ze later nodig zullen hebben. Onze gastles helpt daarbij.”
Weurding: “De gastlessen zijn een geweldige manier om studenten te helpen. Het mooiste is om met de jongeren in gesprek te gaan en vragen te beantwoorden. We proberen onze eigen gastles zo concreet mogelijk te maken, met situaties die ze herkennen uit hun leven. Daarmee komt het gesprek los en raken ze echt geïnteresseerd.”
Smits: “Dit gesprek is erg waardevol. Jongeren leren met vallen en opstaan hoe de wereld van geld werkt. Dat heb ik zelf ook ervaren. Als docent kun je het verschil maken door dit gesprek te initiëren.”
24 t/m 28 maart 2025
Gastles of themapakket aanvragen
Doe mee met de Week van het geld en vraag voor jouw klas een gratis gastles of themapakket aan. Ga naar weekvanhetgeld.nl/mbo of scan de QR-code !
Het vak burgerschap
draait om complexe thema’s. Als docent bespreek je onderwerpen waar veel verschillende meningen over bestaan. Studenten in je klas worden uitgedaagd kritisch te denken over zichzelf en de maatschappij, maar actuele ontwikkelingen maken dit niet altijd even makkelijk.
Polarisatie neemt toe en mensen met verschillende standpunten vinden het moeilijk om naar elkaar te luisteren, nieuwsgierig te zijn naar de mening van een ander, en op een respectvolle manier met elkaar in gesprek te gaan. Dit is ook zichtbaar in de Nederlandse en Europese politiek, waar het wij-zij denken wordt vergroot. Jongeren nemen dit mee de klas in. Hierdoor is lesgeven over levensbeschouwing, mensenrechten, democratische principes en diversiteit niet eenvoudig, maar des te belangrijker!
De Anne Frank Stichting heeft geen kant en klare oplossingen voor deze uitdagingen. Wel doen we er alles aan om docenten te helpen bovenstaande thema’s bespreekbaar te maken met studenten. Dat doen we door lesmateriaal te maken over bijvoorbeeld de Holocaust, antisemitisme, discriminatie en racisme. Ook ontwikkelen we lesmateriaal over de democratie en rechtsstaat. En we bieden trainingen aan waarin docenten vaardigheden leren hoe om te gaan met vooroordelen en discriminatie in de klas.
Wij vinden het belangrijk dat ons aanbod goed aansluit bij de behoeften van docenten. Door actuele gebeurtenissen kunnen je behoeften veranderen. Of je merkt dat bepaalde werkvormen niet meer zo goed werken als voorheen.
Wij leren graag over jouw ervaringen rond het lesgeven over deze thema’s. Op welke manier spelen ze in jouw klas? En heb je concrete behoeften op het gebied van lesmateriaal of bijscholing? Deze informatie helpt ons in het verbeteren van ons educatieve aanbod.
Dit behoefteonderzoek wordt uitgevoerd door onderzoeksbureau Panteia. Per mail worden docenten uitgenodigd voor deelname aan een enquête. Ook worden docenten gevraagd mee te doen voor een interview.
Als dank voor je deelname aan dit onderzoek verloten wij een gratis bezoek en unieke workshop in het Anne Frank Huis voor jouw klas!
Wil jij deelnemen aan dit onderzoek?
Dat kan! Scan de QR-code en meld je aan.
De financiële situatie van jongeren krijgt de laatste tijd steeds meer aandacht. Van schulden onder jongeren, beïnvloeding door finfluencers tot aan belastingen. Zo geven jongeren hun kennis over belastingzaken een onvoldoende.* Met het lesmateriaal ‘Laat geen geld liggen’ haakt de Belastingdienst hierop in. Dit lesmateriaal is ontwikkeld voor mbo-studenten om te leren over waarom we belasting betalen en het doen van aangifte inkomstenbelasting. Agnes, docente Burgerschap van Firda, erkent het belang van financiële educatie onder studenten en gebruikte het lesmateriaal van de Belastingdienst.
“Financiële educatie is erg belangrijk. Kijk maar naar het aantal schulden onder jongeren en de financiële uitdagingen waar ze in deze tijd voor komen te staan. Een heel simpele oefening is bijvoorbeeld door studenten hun in- en uitgaven op papier te laten zetten. Verder krijgen sommigen vanuit huis wat mee over belastingen, maar lang niet alle”, vertelt Agnes.
Mbo-studenten laten geld liggen
Uit onderzoek** blijkt dat 54% van de bol-studenten met een bijbaan en 66% van de bbl-studenten aangifte inkomstenbelasting doet. Een grote groep doet het dus nog niet. Mogelijke oorzaken zijn dat ze niet weten dat ze misschien geld laten liggen als ze geen aangifte doen, aangifte doen ingewikkeld lijkt, of omdat ze denken dat ze 18 jaar moeten zijn om dit te kunnen doen. Met een bijbaan loont het om te checken of er sprake is van een geldteruggave. In de aangifte-app zie je meteen of dit het geval is, nog voor de aangifte bevestigd wordt door hem te verzenden. Voor de
Agnes, docente Burgerschap van Firda
meeste jongeren is aangifte doen relatief eenvoudig en zo gepiept.
Lesmateriaal voor in de klas
Het lesmateriaal ‘Laat geen geld liggen’ is zo ontwikkeld dat docenten er zelf mee aan de slag kunnen. Ook is het mogelijk om een gastdocent aan te vragen bij de Belastingdienst. Agnes koos voor het laatste: “Ik vind het waardevol om mensen uit het werkveld te betrekken in mijn lessen. Zo krijgt de Belastingdienst een gezicht en wordt het voor de student meer tastbaar”. Ze vult verder aan: “De inleiding over de Belastingdienst en waarom je belasting betaalt, is heel belangrijk. Je merkt dat de student dan langzaam op ‘aan’ gaat.” Het lesmateriaal is interactief met klassikale vragen, quizzen én een aangifte oefentool. “Tijdens en na de les zag je dat studenten in actie kwamen door de aangifte-app te downloaden. Dat is toch wat je wilt als docent, de student op weg helpen in de maatschappij!”
Hier vind je het lesmateriaal
Geef jij als docent graag zelf de les ‘Laat geen geld liggen’? Ga naar www.belastingles.nl. Lees de handleiding goed door, want je duikt meteen het lesmateriaal in. Liever een gastdocent?
Op geldlessen.nl/lesmateriaal/laat-geen-geld-liggen/ vind je meer informatie en kan jij deze gastles aanvragen. Vragen? Neem contact op met de Belastingdienst via gastlessen@belastingdienst.nl
* onderzoek van DirectResearch onder 803 respondenten in opdracht van de Belastingdienst in september 2023 ** Studentenonderzoek Nibud 2024
Het einde van de Pilot MBO Cultuurkaart komt langzamerhand in zicht. Het vrijgekomen budget kan nog worden uitgegeven t/m 31 december 2024. Toch is het niet altijd even eenvoudig om wens en aanbod samen te brengen. Want hoe kan je het Cultuurkaart-budget het beste inzetten? CJP ging met een aantal culturele organisaties in gesprek met de vraag: hoe kan een school het best aan de slag en hebben jullie tips?
Tip 1: elk begin is een begin
Dat de pilot een cruciale rol speelt in het laten bloeien van samenwerkingen tussen mbo’s en culturele instellingen, ziet ook Merel Brugman, MBO coördinator bij het Rijksmuseum: “Ik merk dat het veel meer is aangewakkerd, zeker ook binnen de scholen zelf.
Een cultuurcoördinator zoals die is aangesteld in Amsterdam, iemand die kan meedenken en mensen aan elkaar kan koppelen, is hierbij super waardevol. Ik zie dat er bij ons steeds meer mbo’s langskomen, en dan niet alleen de creatieve opleidingen. Met de MBO Cultuurkaart bereiken we dus ook nieuwe groepen.”
Voor zowel de culturele instellingen als de deelnemende mbo’s is het vaak nog even zoeken hoe ze elkaar tegen én tegemoet kunnen komen. Toch geeft Merel Brugman het advies om het aan te durven om de eerste stap te zetten: “Elk begin is een begin. Het kan nooit kwaad om de telefoon te pakken en te sparren met een educatie-afdeling of museumdocent, of een eerste vraag gewoon op de mail te zetten. Het hangt er soms van af of iets mogelijk is, maar het is waardevol om in ieder geval te beginnen.”
Per regio zijn er ook steunpunten die kunnen helpen. Dit zijn partijen met inzicht in het culturele veld in de regio, en kunnen scholen adviseren en helpen bij het maken van een programma of het leggen van contact. CJP koppelt de school graag aan het steunpunt bij hun in de buurt.
Tip 2: doe het niet alleen
Veel instellingen benoemen de kracht van samenwerking. Volgens Rozemarijn Schouwenaar, specialist cultuureducatie bij kennisinstituut LCKA, is dit dé voorwaarde van hoe cultuureducatief beleid op een duurzame wijze kan worden geïmplementeerd in het mbo: “Zoek steun bij de mensen in je school. Doe het niet alleen. Samenwerking is cruciaal, zowel buiten als binnen de school. Vorm bijvoorbeeld een werkgroep vanuit burgerschap, innovatie of curriculumontwikkeling. Het is belangrijk dat op de mbo’s zoveel mogelijk mensen elkaar weten te vinden, en dat ze ook het bestuur mee weten te krijgen. Dus vind bondgenoten om anderen te overtuigen van het belang van kunst en cultuur op school.
Ondersteunende organisaties, op regionaal en provinciaal niveau kunnen hier ook bij helpen.”
Fleur Zuidhoek-de Groot, accountmanager bij Kleinkunstig, sluit zich hier met deze praktische tip bij aan: “Pols ook eens bij andere teamleiders waar behoefte aan is. Ga in gesprek met elkaar. Wellicht leeft de vraag naar een bepaald soort aanbod breder. Hierop kunnen organisaties heel goed inspringen.
Door het samen aan te pakken met collega’s kunnen nóg meer studenten in aanraking komen met kunst en cultuur. Denk goed na: wat willen we bereiken?
Het antwoord ligt misschien niet waar je het verwacht. Als je het samen doet, dan verloopt het organisatieproces veel soepeler. En onder de streep is dat vaak ook nog eens goedkoper per student.”
Veel instellingen raden aan om het eerst dicht bij huis te zoeken: de directe omgeving heeft vaak veel te bieden. Ook kleinere, lokale (maatschappelijke) instellingen of zzp’ers die zijn aangesloten bij de Cultuurkaart kunnen heel toegankelijk zijn en openstaan voor een mooie samenwerking. Om te zoeken op aanbod in de regio heeft CJP een mooi overzicht gemaakt. Scan hiervoor de QR-code.
Tip 4: vind een (verrassend) haakje
Het staat elke school vrij om te kiezen voor welke culturele activiteiten ze het Cultuurkaart-budget willen gebruiken. Deze activiteiten kunnen aansluiten bij de lessen Burgerschap, maar het kan ook op een andere manier worden gebruikt. De Pilot MBO Cultuurkaart met budget biedt dan ook de uitgelezen kans om iets uit te proberen waar normaal gesproken niet snel aan gedacht wordt.
De culturele activiteit kan bijvoorbeeld heel goed aansluiten op de opleiding of beroepspraktijk. Zo bezoeken de studenten Economie en Boekhouden van het Zadkine in Rotterdam ieder jaar de Kunsthal. Hier nemen ze samen met de Business Controller de jaarrekening door. Daarna lopen ze gezamenlijk langs de kunstwerken en raden ze wat de waarde is van elk kunstwerk, en waar dit door wordt bepaald. Zo zijn er eindeloos veel haakjes te bedenken waarvoor je het MBO Cultuurkaart-budget kan gebruiken.
Eenvoudig cultureel aanbod in jouw lessen integreren? Controleer of jouw school meedoet aan de Pilot MBO Cultuurkaart. Doen jullie mee? Neem contact op met de budgethouder van jouw school voor het boeken van een activiteit. Weet je niet wie de budgethouder is? Mail dan jennet@cjp.nl
Durf jij het aan? toepasbaar
brengt met LEF een nieuwe, flexibele en thematische methode voor burgerschap, die voor de klas en wil toegankelijk en betekenisvol onderwijs Kies dan voor LEF!
01 Fris & fit
Iedereen anders
klare lespresentaties: Direct
LesLab, bekend van Grondstof Loopbaan, introduceert met Blauwdruk een flexibele, thematische methode voor burgerschapsonderwijs, speciaal voor mbo-studenten.
Þ Flexibele lesvormen: Jij kiest wat het beste past bij jouw leerlingen.
Digimentaal
Plan aarde
Þ Thema's naar keuze: Behandel onderwerpen die ertoe doen.
Verleiding
Þ Burgerschapsportfolio: Bouw samen aan de ontwikkeling van je leerlingen.
Invloed
Weerbaar
Ben jij SLB-er of docent in het mbo en wil je je studenten opleiden tot kritische, verantwoordelijke, sociale en zelfredzame burgers? Kies dan voor Blauwdruk!
Over leven
Grip op geld
Denktank
Loopbaan & Burgerschap LesLab
Liefde & seks
Macht
Wat kun je verwachten?
leerzame les?
Invloed
Burgerschap is:
Je leerlingen willen leuke lessen, terwijl jij ze relevante onderwerpen wilt laten ontdekken en aan het denken wilt zetten. je de motivatie van de . Geen gemakkelijke
✓ Flexibele lesvormen: jij kiest wat het beste past bij jouw studenten.
✓ Thema's naar keuze: behandel onderwerpen die ertoe doen.
Schoolcultuur
✓ Kant-en-klare lespresentaties: direct inzetbaar voor ieder type opleiding.
✓ Nieuwe kerndoelen: de kwalificatie-eisen zijn volledig geïntegreerd in deze methode.
Diversiteit
✓ Burgerschapsportfolio: bouw samen aan de ontwikkeling van je studenten.
Maatschappelijke betrokkenheid Democratische betrokkenheid
Een beroep leren én opgroeien tot zelfredzame, kritische burger? Het kan! Als mbo-docent wil je jouw studenten zo goed mogelijk klaarstomen voor hun toekomst. Niet alleen door hen een vak te leren, maar óók door hen voor te bereiden op hun rol in de maatschappij. Je wilt je studenten opleiden tot kritische wereldburgers, zodat zij hun mannetje (of vrouwtje) staan. Geen gemakkelijke opgave. Blauwdruk biedt de oplossing! Thema’s die aansluiten bij de belevingswereld van je studenten, gepresenteerd in een begrijpelijk en visueel aantrekkelijk formaat, ontwikkeld door leeftijdgenoten. Met inspirerende werkvormen die aanzetten tot actie! Hierdoor geef jij motiverende lessen, en ervaren je studenten waardevolle en leuke leerervaringen.
Democratische waarden
Maatschappelijke betrokkenheid
betrokkenheid
Maatschappelijke vraagstukken
Maatschappelijke vraagstukken
Verken de wereld van burgerschap met 12 uiteenlopende thema’s. Elk thema leidt naar een eindopdracht. De opbrengsten hiervan worden weergegeven in het burgerschapsportfolio. Op deze manier verkrijgen studenten inzicht in hun eigen leerproces en heb jij in een handomdraai overzicht van de voortgang van je studenten. Handig toch?
Kies jouw Blauwdruk!
Met onze unieke lessentool kies je als docent eenvoudig de les die het beste past bij jouw onderwijsbehoefte en aansluit bij de voorkeuren van je studenten.
Blauwdruk is zowel digitaal als in werkboekvorm beschikbaar en combineert structuur en creativiteit met een uitdagende vormgeving, ontwikkeld door mbo-studenten van de opleiding Mediavormgeven. Het is dé verfrissende burgerschapsmethode die studenten écht aanspreekt.
Begin vandaag met Blauwdruk!
Myron (mbo-docent): “Burgerschap is voor studenten vaak abstract. Ze moeten begrijpen dat het om hun leven, bijdrage aan de omgeving en rol in de wereld gaat. Dit moet toegankelijk blijven. Blauwdruk verrast me; het is praktisch, eenvoudig inzetbaar en altijd effectief. Onze studenten hebben er bovendien prachtige designs van gemaakt. Wat wil je nog meer?”
www.leslab.nl | info@leslab.nl | 024 220 0110
Demo: nieuwsgierig geworden? Scan de QR-code en vraag direct een demo aan.
Neem contact met ons op; wij staan voor je klaar! Bel ons of maak een afspraak voor een demonstratie.
Bij LesLab denken we na over wat jongeren leuk vinden en wat docenten nodig hebben. Ons team bestaat uit (oud-)docenten uit het mbo, die precies weten wat belangrijk is in de klas. Daarom ontwikkelen we methodes die jou volledig ontzorgen.
Geen ingewikkelde software of urenlange lesvoorbereidingen, maar gewoon klik-en-klaar. Binnen vijf minuten is je les voorbereid. Wel zo makkelijk!
Op welke manier kunnen jouw studenten bijdragen aan een brandveilige werkomgeving? Brandmeester is het lesprogramma van de brandweer voor mbo-leerlingen dat bij elke vakopleiding specifi eke kennis en vaardigheden aanleert over brandveiligheid. De studenten krijgen een concreet handelingsperspectief om de brandveiligheid in de praktijk te waarborgen. Ze krijgen informatie en kennis en doen onderzoek naar brandveiligheid binnen een werkomgeving naar keuze.
In vier lessen leren jouw studenten welke rol brandveiligheid speelt in diverse sectoren. Denk aan beroepen in de zorg, de bouw, de horeca en de beveiliging. De lessen duren zestig minuten en kunnen tijdens LOB-uren aangeboden worden bij vakken die aansluiten bij werkprocessen, vakkennis en vaardigheden. Als docent heb je geen specifieke vakkennis nodig om deze lessen te kunnen geven. De eerste les staat in het teken van een introductie en verkenning over brandveiligheid. In de tweede les gaan de studenten aan de slag met het vaststellen van het werkplan en het onderzoek.
In de derde les werken de studenten zelfstandig aan hun onderzoek en bereiden ze hun presentatie voor. De laatste les staat in het teken van presentatie en evaluatie.
Doelstellingen lesprogramma
• De studenten (her)kennen binnen hun vakgebied brandonveilige situaties. (kennis)
• De studenten zijn zich bewust van de brandveiligheid binnen hun vakgebied. (houding)
• De studenten weten wat zij kunnen bijdragen om de brandveiligheid te kunnen waarborgen in hun vakgebied. (gedrag)
• De studenten kunnen zelfstandig onderzoek doen naar brandveiligheid in een werkomgeving aan de hand van een stappenplan.
Direct toegang
Wil jij ook met brandveiligheid aan de slag? Meld je dan aan via www.onderwijsinformatie.nl/brandmeester Na aanmelding ontvang je een e-mail waarmee je direct toegang krijgt tot het lesprogramma.
Kennis en vaardigheden voor burgerschap haal je niet alleen uit een lesboek. Een schoolcultuur waarin studenten kunnen oefenen met democratische vaardigheden is essentieel. Zo’n cultuur ontstaat alleen wanneer docenten en ondersteunend personeel (OOP) de randvoorwaarden creëren. Het team moet studenten laten zien én ervaren hoe je democratisch met elkaar omgaat, met respect voor onderlinge verschillen.
We zien vaak scherp wat onze studenten nog moeten leren, maar vergeten soms de stap daarvoor: wat moet het team in huis hebben om studenten te begeleiden naar dat doel? Wat moet het team weten, kunnen, en doen om oefenkansen te bieden en samen een schoolcultuur voor burgerschap op te bouwen? Oefenkansen bieden draait niet enkel om kennis over burgerschap binnen het team, maar ook om de professionele cultuur. Het gaat om hoe docenten en OOP met elkaar omgaan en samenwerken, welke impact dat heeft op de school als geheel, en hoe dat bijdraagt aan burgerschap.
De focus ligt vaak meer op studenten dan op het team, simpelweg omdat dat minder confronterend is. Zo vermijd je lastige gesprekken of het aanleren van nieuwe vaardigheden. Het wordt nog moeilijker wanneer je een collega moet aanspreken op gedrag dat niet bijdraagt aan de democratische ontwikkeling van studenten. In een drukke werkomgeving is het verleidelijk om de status quo te handhaven, zelfs als die schadelijk is voor het democratisch welzijn van de school. ‘Zo doen we dat hier nou eenmaal’, is dan een veelgehoorde uitspraak bij kritische vragen.
Het bespreekbaar maken van de professionele cultuur vraagt lef, leiderschap en een toekomstgerichte houding. Maar bovenal vereist het burgerschap. De cultuur veranderen doe je niet
alleen, daarvoor heb je elkaar nodig. Het gesprek aangaan over hoe je met elkaar wilt omgaan binnen de school is cruciaal. Als het team dat gesprek niet kan voeren, hoe kun je dan van studenten verwachten dat zij het wél kunnen?
Het gesprek over de professionele cultuur is spannend, maar de opbrengsten zijn groot: cohesie, draagvlak voor burgerschap, betere samenwerking, heldere inspraakstructuren, meer solidariteit en respect. Het draagt ook bij aan het behouden van waardevolle collega’s; mensen werken liever op een plek waar ze zichzelf kunnen zijn, steun ervaren van directie en collega’s, en samen werken aan een gemeenschappelijk doel. Een aantrekkelijke werkgever zijn en een sterke professionele cultuur voor burgerschap gaan hand in hand.
Goed burgerschapsonderwijs begint bij een team dat zelf een democratische, open, veilige en inclusieve werkcultuur kan neerzetten. Pas dan kun je goed burgerschapsonderwijs neerzetten voor je studenten.
Joska Kruijssen Directeur & Adviseur Bureau Common Ground
Goed burgerschapsonderwijs: wat houdt dat voor jou in? Hoe zou dat er in de praktijk uit moeten zien? De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor burgerschapsonderwijs en de burgerschapsvaardigheden van jongeren. Dit is het gevolg van zorgen over de kwaliteit van het burgerschapsonderwijs. Uit onderzoek blijkt dat de kwaliteit sterk varieert onder scholen en nog te vaak ondermaats is. Mede hierom gaan de kwalificatie-eisen veranderen. Wat is er nog meer nodig voor effectief en kwalitatief goed burgerschapsonderwijs?
Die laatste vraag kunnen we niet beantwoorden zonder inzicht te hebben in de uitdagingen waarmee burgerschapsdocenten in de klas te maken hebben. Daarom gaan Tessa Jansen, Learning Solutions Expert bij Noordhoff, en Selim Helmi, Projectleider en Dialoogtrainer bij Diversion, regelmatig met burgerschapsdocenten in gesprek.
Waar lopen burgerschapsdocenten het meest tegenaan?
Selim vertelt dat het klassikaal bespreken van controversiële en gevoelige onderwerpen die kunnen leiden tot polarisatie, een van de grootste uitdagingen voor docenten is. “Denk aan onderwerpen als discriminatie, racisme, armoede en schulden, mentale gezondheid en seksuele diversiteit. Het is uitdagend omdat iedereen maatschappelijke onderwerpen vanuit een eigen perspectief, beleving en eigen ervaringen ziet. Voor docenten kan het moeilijk zijn de balans te vinden tussen al deze verschillende invalshoeken. Hierdoor kunnen ze zich nogal onzeker voelen bij het behandelen van gevoelige onderwerpen.”
“Met NU Burgerschap leren studenten kennis en vaardigheden aan en met een peer education programma van Diversion brengen ze het in de praktijk. Daarnaast ontzorgt het programma de docent ook nog eens, doordat de peer educators de gastlessen verzorgen” - Tessa Jansen
Tessa vult aan: “Door de gesprekken met docenten is het mij duidelijk geworden hoe essentieel het is dat zij zich gesteund voelen bij het bespreken van gevoelige en lastige onderwerpen. Juist dit soort onderwerpen zijn een fundamenteel onderdeel van goed burgerschaps-onderwijs. Vandaar dat de samenwerking met Diversion enorm waardevol en versterkend is.”
Gezamenlijk docenten begeleiden en ondersteunen
De samenwerking tussen Noordhoff en Diversion is gericht op het ondersteunen van docenten bij hun burgerschapslessen. Specifiek op de gebieden waar zij uitdagingen ervaren. Tessa: “De dimensies en hoofdstukken uit NU Burgerschap worden versterkt door de peer education programma’s en docententraining van Diversion en vice versa. Ben je bijvoorbeeld bezig met hoofdstuk 1 en 2 bij de sociaalmaatschappelijke dimensie? Dan is het programma Gelijk=Gelijk?, dat gaat over het bespreekbaar maken van discriminatie en vooroordelen, een waardevolle aanvulling op de lesstof uit de methode. En voor scholen die de programma’s van Diversion al inzetten, biedt NU Burgerschap de theoretische verdieping. Ook bij de nieuwe editie sluiten de programma’s perfect aan. In de nieuwe kwalificatie-eisen komt namelijk het component ‘ervaringen’ terug, wat een belangrijk onderdeel is van peer education. Zo leren studenten dus kennis en vaardigheden aan én brengen ze dit direct in de praktijk. Ook worden docenten ontzorgd, doordat de peer educators gastlessen verzorgen.”
Diversion pakt maatschappelijke problemen aan. Middels hun programma’s en trainingen dragen ze bij aan het creëren van een inclusieve en verbonden maatschappij, waarin iedereen gehoord wordt, mee kan praten en mee kan doen. Dit doen zij onder andere door zich in te zetten voor goed en inclusief burgerschapsonderwijs.
“Docenten die burgerschap geven, geven vaak ook les in andere vakken. Het verdelen van hun aandacht over meerdere vakken én het voorbereiden van al die lessen kost enorm veel tijd. De werkdruk ligt hoog. Het is daarom belangrijk om hen goed te ondersteunen” - Selim Helmi
Selim: “In de peer education programma’s delen jonge ervaringsdeskundigen hun eigen ervaringen. Het is een succes omdat jongeren onderling het gesprek over maatschappelijke onderwerpen aangaan. Ze leren open te staan voor elkaars mening, ook wanneer ze het niet met elkaar eens zijn. Daarnaast bieden we een training aan voor docenten om zich verder te bekwamen in het begeleiden van gesprekken over gevoelige onderwerpen. De docenten krijgen aan de hand van een beproefde methode vaardigheden aangereikt om zelf gevoelige thema’s bespreekbaar te maken in de klas.”
Al 190 jaar ondersteunt en versterkt Noordhoff docenten in Nederland. Met lesmethoden die didactisch sterk en bewezen effectief zijn en met eigentijdse content die studenten leergierig maakt. Tessa: “Met NU Burgerschap bieden we een complete lesmethode voor het vak burgerschap. De huidige, tweede editie is gebaseerd op de vier burgerschapsdimensies. We blijven echter continu doorontwikkelen. Zo werken we nu aan een nieuwe editie, die volledig aansluit op de nieuwe kwalificatie-eisen.”
NU Burgerschap uitproberen, inclusief een sneak preview van de nieuwe editie? Vraag een gratis proeflicentie aan via www.nuburgerschap.nl.
Meer weten over de peer education programma’s en docententraining van Diversion? Bezoek www.diversion.nl.
Leerlingen vormen tot democratische en kritisch denkende burgers is voor een docent een hele klus. Het bespreken van of lesgeven over controversiële onderwerpen leidt soms tot grote discussies met en tussen leerlingen. Een thema als de Holocaust kan in het klaslokaal bijvoorbeeld tot heftige debatten over de situatie in het Midden-Oosten leiden. Je kan als docent daardoor geneigd zijn dit thema uit de weg gaan.
Als antwoord hierop ontwikkelde 4FREE, onderdeel van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, twee docentenmagazines om de handelingsverlegenheid bij het lesgeven over de Holocaust te verkleinen. De eerste editie kwam begin 2024 uit, de volgende editie verschijnt in januari 2025. Samen vormen ze een praktisch hulpmiddel om de Holocaust in de klas te bespreken.
Holocausteducatie is om meerdere redenen belangrijk. Zo helpt het jongeren om tekenen van discriminatie, haat en polarisatie te herkennen. Het stimuleert hen daarnaast om kritisch na te denken
Ook het 4FREE-docentenmagazine bestellen? Het docentenmagazine is alvast gratis te bestellen. Scan de QR-code . Rond 10 januari 2025 ligt ‘ie op de mat!
over propaganda, vooroordelen en groepsdenken –toen en nu. Ook benadrukt het verhaal van de Holocaust het belang van vrijheid, de democratische rechtsstaat en mensenrechten.
De docentenmagazines van 4FREE zijn een aanvulling op de digitale leeromgeving 4free-now.nl. 4FREE en 4free-now.nl staan in het teken van de verbinding tussen de Tweede Wereldoorlog en het heden. Hierbij ligt de focus op thema’s als oorlog, (on)vrijheid en democratie – thema’s die destijds al belangrijk waren en dit vandaag de dag nog steeds zijn.
10 stappen tot genocide
Gregory Stanton ontwikkelde in de jaren 80 een model dat de weg naar een genocide stapsgewijs uitlegt. Onder deze stappen vallen bijvoorbeeld het verdelen van groepen in ‘wij’ en ‘zij’, het gebruik van propaganda, discriminatie, ontmenselijking en uiteindelijk massamoord. Het model laat zien hoe genocide geen plotselinge gebeurtenis is, maar een proces dat zich over tijd ontvouwt en bij elke stap tegengehouden zou kunnen worden. Hiermee kan het behandelen van de 10 stappen tot genocide van Stanton, met de Holocaust maar ook recentere genocides als voorbeeld, een goed uitgangspunt zijn voor discussies in de klas over de gevolgen van discriminatie, haat en polarisatie in de samenleving.
Hoe twee groepen elkaar vinden
Sinds de Hamas-aanvallen op 7 oktober en de daaropvolgende Israëlische inval in Gaza is het debat in de samenleving verhard. Niet alleen volwassenen dreigen in zwart-wit denken te vervallen, ook de gesprekken tussen jongeren staan op scherp. Je ziet het online, bijvoorbeeld op social media, en offline, zoals in het klaslokaal. De ene groep is pro-Palestina, de andere pro-Israël, weer een andere weet het (nog) niet. Toch hoeft dat een respectvol gesprek niet in de weg te staan. In dit artikel worden verschillende mensen geïnterviewd die initiatieven op hebben gezet om moslims en Joden dichter bij elkaar te brengen.
In tijden waarin jongeren online steeds vaker blootgesteld worden aan heftige beelden van conflicten en de bijbehorende polarisatie intenser lijkt dan ooit, kun je als docent geneigd zijn om bepaalde thema’s in de klas te vermijden.
Toch is het belangrijk om onderwerpen als de Holocaust te blijven bespreken, ook als hier mogelijk een discussie over het conflict in het Midden-Oosten uit voortvloeit. Het kan studenten namelijk helpen om verschillende kanten van een verhaal te zien en een mening te vormen op basis van feiten in plaats van emoties of vooroordelen. Eerste hulp bij handelingsverlegenheid benadrukt de meerwaarde van gesprekken over potentieel controversiële onderwerpen, helpt docenten een stukje handelingsverlegenheid weg te nemen en biedt verschillende trainingen, video’s en andere hulpmiddelen om het gesprek aan te gaan.
In januari 2024 is de eerste editie van het 4FREE Holocaustmagazine verschenen. Je vindt in dit magazine bijvoorbeeld een tijdlijn van Jodenvervolging, een overzicht van historisch en hedendaags antisemitisme, en vele tips over Holocausteducatie. Lees het magazine online op www.issuu.com/nationaalcomite4en5mei.
Liever een fysiek exemplaar? Mail dan naar educatie@4en5mei.nl .
Hoe zorg je dat de politiek geen ver-van-je-bed-show is voor jongeren? Hoe enthousiasmeer je ze voor onderwerpen zoals besluitvorming, wat niet per se iets is waar studenten doorgaans voor warmlopen. ProDemos - Huis voor democratie en rechtsstaat, weet raad met deze vragen. Zij laten jongeren namelijk spelenderwijs kennismaken met de politiek door middel van gratis educatieve programma’s. Zowel in politiek Den Haag als op scholen, gemeente- en provinciehuizen door heel Nederland. Eén van die programma’s is het Provinciespel, dat gespeeld kan worden op de provinciehuizen van alle twaalf de provincies.
Tijdens het Provinciespel bezoeken mbo-studenten het provinciehuis en richten, onder leiding van een begeleider van ProDemos, hun eigen provincie in naar hun wensen met behulp van een grote plattegrond. En dat daadwerkelijk vanaf de stoelen van de Statenleden.
Educatief Expert van ProDemos, Jonnick Kirwan, licht deze aanpak toe: “Bij ProDemos weten we de meerwaarde van dingen leren door te doen. En het liefst op de plekken waar het gebeurt. Op die manier beklijft de informatie beter en wordt het ook concreet voor studenten. Tijdens het Provinciespel leren ze
met elkaar te overleggen, naar elkaar te luisteren en meningen te beargumenteren. Daarnaast krijgen ze kennis over staatsinrichting en bestuurskunde.
Daarmee zijn de educatieve programma’s van ProDemos een waardevolle aanvulling op reguliere lesmethoden en op wat docenten zelf in het klaslokaal kunnen doen.”
ProDemos heeft bewust gekozen voor mbo-studenten als primaire doelgroep voor het Provinciespel. Hester IJgosse is projectleider en vertelt: “Mbo-studenten zijn onbewust vaak heel regionaal georiënteerd.
Mbo-scholen zijn doorgaans regionale instellingen die
studenten hebben uit allerlei omliggende gemeenten. De studenten lopen daarnaast vaak stage in de regio en hun sociale leven speelt zich er ook af. En voor al die zaken zijn ze aangewezen op voorzieningen waar de provincie overgaat zoals de infrastructuur, het bevorderen van werkgelegenheid en de leefbaarheid van de provincie.”
Hoe verloopt een Provinciespel?
Tijdens het eerste deel van het spel leren de studenten over verschillende onderwerpen waarmee de provincie te maken heeft. Om hun provincie vervolgens naar wens in te richten, hebben de studenten een groot aantal spelblokken met voorzieningen tot hun beschikking. Denk aan streekvervoer, kassen, een festivalterrein, winkelcentra, kantoorruimten, megastallen, asielzoekerscentra, oplaadpunten voor elektrisch auto’s, zorgpleinen, treinvervoer of bossen. Jonnick legt uit: “Na een algemene uitleg krijgen de studenten de opdracht om in groepjes een eigen partij te vormen. De studenten kunnen binnen hun partij een passende rol pakken, denk aan de woordvoerder, fractievoorzitter, secretaris en fractieleden. Ze
formuleren de visie van de partij en bedenken wat zij willen toevoegen aan de provincie, bijvoorbeeld meer werkgelegenheid. Dan kunnen ze vanuit die visie voor een bepaald blok gaan.”
Nadat de studenten in verschillende rondes hebben gestemd over elkaars voorstellen, wordt er ook stilgestaan bij de actualiteit. In het tweede deel van het spel gaat het namelijk over een grote opgave waar provincies mee te maken hebben: de energietransitie. Studenten krijgen te horen dat we er in Nederland voor moeten zorgen dat de helft van de energie die in Nederland gebruikt wordt, ook in Nederland wordt opgewekt. Vervolgens ontvangen ze een factsheet met verschillende alternatieven om energie op te wekken met de kenmerken daarbij. Bijvoorbeeld of een alternatief vervuilend is of juist erg duur. Zij moeten als partij dan gaan bepalen welke energievorm zij willen faciliteren binnen hun provincie. Ze onderbouwen hun standpunt en gaan met elkaar in debat. Uiteindelijk wordt er één energievorm gekozen.
Naast het spelgedeelte, spannen provincies zich daarnaast vaak in om één of twee Statenleden af te vaardigen. Zij gaan dan aan het eind van het spel met de klas in gesprek over hun werk en beantwoorden vragen.
Ervaring van mbo Scalda met het spel
Eén van de mbo-instellingen die graag het Provinciespel boekt voor haar studenten is het Zeeuwse Scalda. Tijdens één van hun bezoeken aan de Middelburgse Abdij zegt een student bij binnenkomst: “Het is heel bijzonder om in een officiële zaal waar echte Statenleden komen, te debatteren over wat er moet gebeuren in Zeeland.” Een andere student vraagt zich tijdens het spel hardop af of de écht belangrijke beslissingen niet in Den Haag worden genomen. >>
Harry van der Maas, lid van de Gedeputeerde Staten bij provincie Zeeland.
Harry van der Maas heeft onder meer jongerenparticipatie in zijn portefeuille. “De jongeren die ik spreek, onder meer tijdens het Provinciespel, zijn heel betrokken bij de inhoudelijke thema’s die in onze provincie spelen, denk aan openbaar vervoer, groen en huisvesting. Maar ze weten nog niet precies wat de rol van de Provincie daarin is en hoe de besluitvorming werkt.”
Provincie Zeeland doet graag mee met het Provinciespel. Gedeputeerde Van der Maas: “Ik wil jongeren graag de waarde van democratie bijbrengen en met het Provinciespel van ProDemos kan dat spelenderwijs. Mijn ervaring is ook dat de jongeren echt betrokken zijn tijdens dit spel. En ook nog eens op hun eigen manier. Voor de ene jongere is dit een leuke middag vanwege de beleving in de Statenzaal en de andere jongere die al wat over politiek weet, geniet van het debatteren.”
Gedeputeerde Van der Maas merkt dat de jongeren onder de indruk zijn van de Statenzaal: “Van het gebouw en van de inrichting. Op het moment dat ze hier zijn, zijn ze echt in het hart van de democratie. Hier zitten ze in de luxe stoelen en praten door de microfoontjes. En die beleving zorgt ervoor dat ze de informatie beter onthouden. We laten jongeren zien waar de voorzitter zit; de commissaris van de Koning. Ik vertel meer over mijn rol als gedeputeerde en geef de jongeren een inkijkje in de posities van de fracties. Ze zien aan de fysieke inrichting hoe het werkt in de praktijk.”
ProDemos-begeleider Rosalie van Gilst, die op dat moment het spel begeleidt, reageert: “Het is goed om te kijken naar de Eerste en Tweede Kamer. Daar gaat het over zaken zoals studiefinanciering of het eigen risico. Maar de provincie besluit bijvoorbeeld of er meer of minder bussen rijden, of waar gebouwd kan worden.” Rosalie maakt de studenten wegwijs in de organisatie van het provinciebestuur. Ze vertelt over de kunst van het debat en legt het verschil tussen een Statenlid en een Gedeputeerde uit aan de aanwezige jongeren.
“Die slaperige gezichten die een half uur geleden de bus uitstapten, zijn in geen velden of wegen meer te bekennen”, stelt mbo-docente Nora Sator tevreden vast. “Dat is de kracht van ProDemos: de studenten ervaren direct dat ze leven in een democratische samenleving en dat hun inbreng onmisbaar en zeer
Voor de Provincie Zeeland is het spel ook een manier om met deze groep in contact te komen. “We praten vaak over deze doelgroep. Zij zijn de toekomst, maar ze zijn nog niet vertegenwoordigd in Provinciale Staten. Dat kan pas vanaf 18 jaar. Maar er zijn weinig jonge Statenleden. Een fysieke ontmoeting op de plek waar het gebeurt, heeft echt meerwaarde. We worden gevoed met hun ideeën. We horen dan ook direct wat er leeft onder de jongeren. Hier kunnen wij als bestuurders veel van leren. Dankzij dialoog krijg je meer begrip voor elkaar. Én we wekken hun interesse. We merken ook dat jongeren via het Provinciespel aansluiten bij onze andere activiteiten die we organiseren op het gebied van jongeren-participatie.” De Provincie Zeeland is tevreden met ProDemos. Gedeputeerde Van der Maas sluit af: “De kwaliteit is goed en de spelbegeleiders hebben veel kennis hoe met de groepen om te gaan.”
gewenst is. Dat activeert en motiveert hen vervolgens om hun rol als burger verder vorm te geven. Verkenning en verdieping van de theoretische kaders, evenals een kennismaking met de moeilijkheden en uitdagingen van het democratische bestel en rond burgerschap volgen dan vanzelf op de voet. Ik werk graag samen met ProDemos omdat ze zo goed aansluiten bij de leefwereld van jongeren. Het maakt de programma’s niet alleen leuk maar ook bijzonder effectief.”
Provinciespel in het kort
• Doe gratis mee
• Maak gebruik van de reiskostenregeling
• Het spel is in alle provincies te spelen
• De duur van het Provinciespel is 2 uur
• Mogelijkheid om in gesprek te gaan met een statenlid
Het Provinciespel is te boeken via de website van ProDemos. Elke provincie heeft een beschikbaarheidskalender. Staat er geen geschikt moment tussen? Of zijn er andere obstakels? Mail dan naar provinciespel@prodemos.nl. Hester: “Dan kijken we samen wat mogelijk is bij de school en/of de provincie.”
Meer van ProDemos
Naast het Provinciespel biedt ProDemos ook rondleidingen aan naar de Tweede Kamer, verzorgt gastlessen op scholen en organiseert regionale én jaarlijkse docentendagen.
Bekijk bijvoorbeeld eens de gastles Regels & Rechten. In die les gaat het erom hoe de rechten van verschillende groepen in de maatschappij zich tot elkaar verhouden en soms ook botsen. Een ingewikkeld concept, maar door het in een spelvorm te gieten waarbij de studenten een mogelijke demonstratie op de snelweg moeten bespreken, leren de leerlingen heel snel wat de dynamiek is.
De gastles Politieke Partijen behoort ook tot de mogelijkheden. Hierin leren jongeren snel een politiek kompas ontwikkelen. In maximaal twee uur leren ze de assen links-rechts en conservatief-progressief herkennen, waarna ze een eigen partij oprichten.
Een volledig overzicht van programma’s is te vinden op de website van ProDemos. Scan de qr-code hiervoor:
Heb je hulp nodig bij de keuze of wil je bepaalde filters gebruiken, dan kun je de Keuzehulp gebruiken via deze qr-code:
ProDemos is het ‘Huis voor democratie en rechtsstaat’. ProDemos legt uit wat de spelregels zijn van de democratie en de rechtsstaat en laat zien wat je zelf kunt doen om invloed uit te oefenen – in de gemeente, het waterschap, de provincie, het land en de Europese Unie.
Sinds het aantreden van het kabinet-Schoof stuurt de coalitie verschillende signalen over burgerschapsonderwijs. Die variëren van ‘er is geen plek meer voor goedbedoelde extra opdrachten’ en de inzet op ‘neutrale en leeftijdsadequate doelen, bijvoorbeeld waar het gaat om relationele en seksuele vorming.’
Omdat ze bij bureau Common Ground van veel scholen vragen krijgen over het regeerakkoord, zette Bram Eidhof, oprichter van bureau Common Ground, de belangrijkste op een rij.
Gaat de herziening van het curriculum nog wel door? Wat betekent dit voor de concept kerndoelen burgerschapsonderwijs?
Ja, het kabinet wil de herziening van het curriculum door laten gaan. Voor het PO en VO wil het kabinet
de concept kerndoelen in 2025 in de wet opnemen. Sommige partijen en scholen doen net alsof de concept kerndoelen de status van concept al voorbij zijn. Dat is niet zo: het is niet gezegd dat de Tweede en Eerste Kamer met de kerndoelen in huidige vorm gaan instemmen. Dat gebeurde in het verleden ook niet altijd. Ook worden de kerndoelen eerst nog in de praktijk beproefd. Sterker nog, de concept kerndoelen zijn afgelopen maand al aangepast in opdracht van OCW. Zo vervalt het kerndoel over schoolcultuur en worden de
kerndoelen over diversiteit en democratische waarden aanbodsdoelen. Daarom anticiperen we met de scholen waar we mee samenwerken op de concept kerndoelen zonder ze als in beton gegoten te behandelen.
Wat wil het kabinet met het MBO, HBO en WO?
Het kabinet vindt burgerschapsonderwijs niet alleen van belang voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. Er is een wetsvoorstel in ontwikkeling dat meer eisen stelt aan burgerschapsonderwijs in het MBO. Dat vinden we een goede zaak, omdat er nu vrijwel geen eisen worden gesteld.Zijn studenten in het HBO of het WO automatisch goede burgers? Nee, die hebben vaak ook het nodige over samenleven te leren, zoals hoe je omgaat met mensen buiten je bubbel en daar niet op neer te kijken. Het kabinet onder-zoekt of er ook een expliciete burgerschapsopdracht voor het HBO en WO moet komen.
Wat gebeurt er met de maatschappelijke diensttijd?
uitzondering en spreken leraren elkaar daar doorgaans op aan. Het zou kortom best kunnen dat er geen concreet beleid volgt, maar we blijven het volgen.
Moeten we ons zorgen maken om of we nog wel goed onderwijs over gender en seksuele diversiteit kunnen geven?
Een aantal partijen, zoals de BBB, lijken kritisch op onderwijs over seksualiteit en zouden liever willen dat zulk onderwijs later wordt gegeven. Soms uit angst dat kinderen dan op vroegere leeftijd seksuele actief zouden worden.
Die wordt de komende jaren afgeschaft. Bestaande MDT-projecten lopen door tot en met 2027.
Wat bedoelt het kabinet met politiek neutraal onderwijs?
Dat is een goede vraag. Neutraal en ook politiek neutraal onderwijs bestaat niet, weet iedereen die zich er enigszins in heeft verdiept. Het zou bovendien botsen met de vrijheid van onderwijs. Zo vraagt de wet bijvoorbeeld van scholen om leerlingen respect voor de basiswaarden van de democratie en rechtsstaat bij te brengen – dat is zeker niet een politiek neutrale opdracht. Wat we wél van scholen kunnen vragen is om geen partijpolitieke standpunten te stimuleren bij hun leerlingen. Maar als dat al gebeurt, is het een
Onderzoek laat overigens juist zien dat goede seksuele voorlichting het tegenovergestelde effect heeft. Er zijn ook geen goed onderbouwde aanwijzingen dat de huidige kerndoelen niet leeftijdsadequaat zouden zijn. Sommige coalitiepartijen lijken ook niet zoveel op te hebben met lhbtiq+ rechten. Toch staan hier geen concrete voornemens over in het regeerakkoord. Er staan bovendien ook zinnen in als ‘je moet veilig jezelf kunnen zijn. Ongeacht waar je wortels liggen, van wie je houdt en of je man of vrouw bent of je geen van beiden voelt’. Ook dit dossier blijven we volgen.
Hoe groot is de kans dat deze voornemens realiteit worden?
Dat is koffiedik kijken. Het kan immers zijn dat het kabinet voortijdig valt. Dat de Tweede of Eerste Kamer aanpassingen wil, of dat het kabinet door voortschrijdend inzicht wordt getroffen.
Bram Eidhof is de oprichter van bureau Common Ground. Hij houdt van actie en reflectie. Scherpzinnige analyses en constructieve oplossingen gaan bij hem hand in hand.
Voor meer informatie: Scan de QR-code of ga naar bureaucommonground.nl
Herken je dit: studenten die dringend op zoek zijn naar een leuke mbo-stage, met de dag nerveuzer worden en misschien wel last hebben van een flinke dosis keuzestress? Stagemarkt.nl is voor mbo-studenten dé website om een passende stage te vinden. Om het hen zo makkelijk mogelijk te maken, werken we voortdurend aan de site. Maar ze moeten de site natuurlijk wel weten te vinden. We zijn daarom een voorlichtingscampagne gestart om meer bekendheid te genereren en studenten zo op weg te helpen naar een stageplaats.
Er zijn de afgelopen tijd flink wat verbeteringen doorgevoerd op Stagemarkt.nl. Een belangrijke verbetering is dat de focus nu op stages ligt in plaats van op het register van erkende leerbedrij ven. Studenten hebben de mogelijkheid om met een schuifknop te kiezen tussen het zoeken in gepubliceerde stages of in het register. Die schuifknop is op alle zoekschermen beschikbaar, zodat ze altijd kunnen switchen. Ook de sorteervolgorde van stages is aangepast: recent geplaatste of gewij zigde stages worden eerder getoond dan ‘oude’ stages. In de mobiele versie hebben we de zoekfilters duidelijker gemaakt.
Stagemarkt.nl is een site van vraag, maar ook van aanbod. Dat aanbod komt van de eerdergenoemde erkende leerbedrij ven. Naast de verbeteringen voor studenten, zetten we voortaan sterker in op de ondersteuning van de bedrij ven, zodat ze makkelijker hun stagevacatures kunnen uploaden en bij werken. Hiermee verhogen we de actualiteit van de stages en leerbanen.
• Een overzicht van ruim 250.000 erkende leerbedrij ven en 175.000 stagevacatures per jaar in binnen- en buitenland.
• Leerbedrij ven voor elke opleiding in uiteenlopende sectoren. Studenten zien meteen of er een vacature van een stage of leerbaan beschikbaar is.
• Handige zoek- en filteropties: studenten vinden snel en eenvoudig de stages die voldoen aan hun specifieke voorkeuren.
• Direct contact met werkgevers: via het sollicitatie- of contactformulier op Stagemarkt.nl nemen studenten rechtstreeks contact op met het leerbedrij f om hun interesse te tonen.
GRATIS VOORLICHTINGSMATERIALEN
• Betrouwbaarheid en kwaliteit: Stagemarkt.nl werkt samen met erkende leerbedrij ven. Studenten zijn verzekerd van een veilige en goede stage of leerbaan. Stagemarkt.nl is onderdeel van SBB.
• Inspiratie en tips: alles wat studenten moeten weten om het beste uit hun stageperiode te halen staat onder Tips en FAQ.
Dit voorjaar zijn we gestart met een voorlichtingscampagne naar bpv-coördinatoren en mbo-studenten om Stagemarkt.nl onder de aandacht te brengen. Onderdeel daarvan zijn een postercampagne op 300 mbo-schoollocaties en een assortiment gratis voorlichtingsmaterialen, bestaande uit een A5-folder voor studenten en een A2-poster om op te hangen op school. Mocht je de campagne gemist hebben, dan kun je zowel de folders (sets van 25) als de poster (per stuk) gratis nabestellen.
SCAN HIER DE QR-CODE OM DE GRATIS VOORLICHTINGSMATERIALEN TE BESTELLEN.
Maak kennis met Thema’s Burgerschap voor het mbo. Werk volledig op papier, volledig digital of kies voor blended.
VOLLEDIG DIGITAAL of BLENDED
Thema’s Burgerschap voor MBO:
Extra dimensie digitaal burgerschap
Elk jaar een geactualiseerde uitgave
Goede aansluiting op de beroepspraktijk
Herkenbare bronnen en casussen
Grote variatie aan opdrachten
Veel extra docentmateriaal
Blijf bij met de actuele lessen van Thema’s Burgerschap!
Maandelijks vind je een nieuwe les over een actueel onderwerp op inspiratieplatform Onderwijs van Morgen.