Loopbaan & Burgerschap Maart 2025

Page 1


Een uitgave van

Nummer 8 - Maart 2025

POLARISATIE VOORBIJ

‘Hoe meer ik emotioneel betrokken was hoe meer ik de controle verloor’ Karim Amghar

IN ACTIE MET

LOB IN MBO

YOUNG IMPACT

‘Burgerschap leer je niet enkel uit een boek’

Vijf praktische tips om het effectief te maken

SCHOOLUITVAL

GEZONDE SCHOOL

Jongeren zonder diploma zijn kwetsbaar op arbeidsmarkt

Vapen is allesbehalve onschuldig

www.primaonderwijs.nl/lb-magazine - Verschijnt 2x per jaar

EUROPESE UNIE IN JE LOKAAL

BOEIEND MAKEN

Laat burgerschapsonderwijs aansluiten

Verkiezing heeft invloed op vele aspecten

Gratis lessen en materialen

Doe mee met de Week van het geld van 24 t/m 28 maart!

Sneakers, een spelcomputer of een uitje met vrienden: zomaar wat dromen van studenten waar geld voor nodig is. Maar hoe kom je aan geld? Wat is een spaarplan? En hoe weersta je nanciële verleidingen zoals reclames, in uencers en in-game aankopen?

Dit en meer staat centraal tijdens de Week van het geld!

Leer jouw studenten hun gelddromen waar te maken

Met het thema ‘Hoe maak jij je gelddromen waar?’ zet je jouw studenten in hun kracht door ze te leren hoe verstandige geldkeuzes kunnen bijdragen aan het realiseren van hun gelddromen. Je doet eenvoudig mee aan de Week van het geld met onze gratis themapakketten en gastlessen voor het mbo. Waar kies jij voor?

Hoe kun je met jouw school meedoen aan de Week van het geld?

Bestel het gratis themapakket

Met het ‘Hoe maak jij je gelddromen waar?’ themapakket stel je eenvoudig je eigen geldles samen.

3

Direct bestellen: Ga naar weekvanhetgeld.nl/mbo Video 1

2

Vraag een gratis gastles aan

Je kunt kiezen uit verschillende type gastlessen, die worden gegeven door nancieel experts.

Bekijk met de klas onze explainervideo’s

En behandel zo onderwerpen als nanciële verleidingen, rekeningen en geldcriminaliteit.

Bestel de gratis ‘Hoe maak jij je gelddromen waar?’ poster

Hang ‘m op in de klas en laat zo zien dat jullie meedoen aan de Week van het geld!

4

Blijf timmeren aan de weg

Ondanks alle positieve beeldvorming rondom het mbo blijft het aantal studenten dalen. Zorgwekkend vanwege de onmisbare rol die mbo’ers spelen in de vitale sectoren. Jullie blijven op het mbo echter fl ink aan de weg timmeren, zo blijkt ook weer uit deze editie van Loopbaan & Burgerschap.

Zo zijn onderwijsinstellingen bezig om Loopbaanontwikkeling en -begeleiding zo effectief en waardevol mogelijk te maken voor studenten. Onderzoeksbureau Oberon deelt op pagina 6 inzichten en praktische tips om mee aan de slag te gaan. The key is een actieve rol voor studenten.

Ook worden alle zeilen bijgezet om vroegtijdig schooluitval te beperken. We spraken woordvoerder MBO Raad Jessy Burgers over de oorzaken van de uitval. “Die zijn legio”, legt hij in het artikel op pagina 14 uit. In hetzelfde verhaal lees je over succesbegeleiding die werd ingezet op het Vista College, een onderwijsinstelling met studenten met complexe achtergronden en negatieve ervaringen met school. De cultuuromslag was het vooropstellen van de student.

Karim Amghar is naast tv- en radiomaker en schrijver ook docent burgerschap op het mbo. En ook in het onderwijs dringt de polarisatie door, merkt hij. Wat hij heeft geleerd is dat zijn eigen mening in schurende gesprekken irrelevant is. “Het gaat niet om het halen van je gelijk. Je wil juist zorgen dat je de potentie van studenten alle kans geeft om te groeien en dat doe je door ze vaardigheden te leren”, vertelt hij op pagina 30.

Er wordt ook gesleuteld aan de lessen burgerschap, want hoe maak je die boeiend voor studenten? Lianne

van de Maat en Jan Wolf, allebei docent burgerschap gingen samen met het Kohnstamm Instituut hiermee aan de slag. Want de lesmethodes bleken te theoretisch en te weinig verbonden met de beroepspraktijk en bij de leefwereld van de studenten te zijn. Lees tot welke oplossingen zij kwamen op pagina 34

Uiteraard hebben we weer een prikkelende column van Joska, deze keer te vinden op pagina 27. Mbostudenten zien vaak geen reden om te stemmen. “Politici gaan wel bij universiteiten kijken, maar nooit bij ons. Ze weten niet wat wij willen en het boeit ze ook niet”, vinden studenten. Joska begrijpt hen ook, want in de Tweede Kamer zitten nauwelijks mensen met een mbo-achtergrond. “Mbo-ers voelen zich niet erg serieus genomen door de politiek en dat blijkt ook steeds uit onderzoek”, geeft zij aan.

Koen geeft daarbij in zijn column op pagina 36 zelfs aan dat studenten op het mbo een ander soort burgerschapsonderwijs krijgen dan leerlingen op havo/vwo. Jongeren op havo/vwo krijgen burgerschapsonderwijs gericht op het vormen van de samenleving, terwijl studenten in het mbo onderwijs krijgen gericht op het vóegen naar de samenleving: mbo’ers moeten zich leren gedragen in een maatschappij die op een bepaalde manier is ingericht.

Mocht je zelf inspirerende voorbeelden willen aandragen: stuur gerust een mailtje naar de redactie.

Veel leesplezier!

Wiesette Haverkamp Hoofdredacteur Loopbaan & Burgerschap

Ideeën, vragen, verzoeken voor Loopbaan & Burgerschap? Mail naar burgerschap@onderwijsinformatie.nl

Volg @loopbaanenburgerschap ook op Facebook, LinkedIn en Instagram!

Inhoud

NUMMER 8 | Maart 2025

ProDemos: Leren over de rechtspraak in de praktijk

18

Maak economie tastbaar in de oude kluis van DNB

28

Maak gezond leven, leren en ontwikkelen vanzelfsprekend

Volg ons

@loopbaanenburgerschap

Colofon

Hoofdredactie

Wiesette Haverkamp

Vormgeving

Martin Hollander

Medewerkers

Marco van den Berg, Heleen de Bruijn, Klaske Delhij, Judith Kimenai, Esmee Weerden

Foto’s

(cover) Jacques Tillmanns - Foto Focus Shutterstock, Erwin Winkelman Fotografie

Redactie

8

Jongeren leren waar ze hulp kunnen vinden hulp kunnen vinden

24

6 Vijf tips voor loopbaanbegeleiding

14 Maatregelen om mbo’ers binnen te houden

16 Experts over mediawijsheid en digitale geletterdheid

20 Anne Frank Stichting tegen de verharding

22 Tien vragen over de MBO Cultuurkaart

27 Column Joska: Stemmen heeft toch geen zin

32 Fintech: over kansen en risico’s

34 Zó maak je burgerschap boeiend

36 Column Koen: verschil in burgerschapsonderwijs

40 JOBmbo: ‘wij willen mbo’ers een stem geven’

42 Meer kennis over belastingen met lesmateriaal

030 - 241 70 44, burgerschap@onderwijsinformatie.nl, postbus 40266, 3504 AB Utrecht

Sales 030 - 241 70 21, account@edg.nl

Klantenservice

030 - 241 70 20, klantenservice@edg.nl

Verschijning en verspreiding Loopbaan & Burgerschap magazine verschijnt 2 keer per jaar. Verspreiding via gecontroleerde distributie door EDG Media bij mbo-instellingen in Nederland.

Loopbaan & Burgerschap magazine is een uitgave van

©Copyright 2025 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever is niet aansprakelijk voor enig handelen op grond van de in dit blad gegeven adviezen of gedane mededelinge n.

Loopbaanbegeleiding in het mbo?

Vijf praktische tips!

Loopbaanontwikkeling en -begeleiding (LOB) is een essentieel onderdeel van het mbo, maar hoe maak je het effectief en waardevol voor studenten?

Surya Carrilho en Johan Bokdam van onderzoeksbureau Oberon delen hun inzichten en praktische tips. Een actieve rol voor studenten is hierin het belangrijkste, leggen ze uit.

Tekst: Marco van den Berg

Volgens Carrilho moet LOB geen losstaand vak zijn, maar onderdeel worden van het hele onderwijsprogramma. “Dat is in het mbo misschien wel vanzelfsprekend, omdat stages en praktijkopdrachten een groot deel van het curriculum zijn. Maar ook binnen de lessen kun je meer met LOB doen.”

Ze geeft een voorbeeld: “In een beroepsgericht vak kun je studenten laten reflecteren op hoe de theorie in de praktijk terugkomt. Bijvoorbeeld: wat betekent het gebruik van een bepaalde techniek op een stageplek? Zo creëer je een verbinding tussen wat ze leren in de klas en hoe dat in een beroep toegepast wordt. Het gaat er niet om dat docenten extra taken krijgen, maar om kleine aanpassingen waardoor LOB verweven wordt in de dagelijkse praktijk.” Bokdam vult aan: “Het kan ook in algemene vakken, zoals Nederlands. Een oefening in sollicitatiebrieven schrijven of een presentatie over een beroep dat ze interessant vinden, is een eenvoudige manier om LOB te integreren.”

Reflectie als rode draad

Reflecteren is één van de kernaspecten van LOB, benadrukt Bokdam. “Voor veel mbo-studenten is reflectie nieuw. Ze zijn vaak gericht op actie: iets doen, een stage lopen, een opdracht afronden. Maar om te groeien, moeten ze ook leren stilstaan bij wat ze hebben meegemaakt.”

Carrilho geeft aan dat reflectie geen grootse activiteit hoeft te zijn. “Je kunt bijvoorbeeld vaste momenten inbouwen tijdens lessen of stages. Een simpele vraag zoals: Wat vond je het leukste aan deze opdracht? kan al een goede start zijn.” “Het helpt ook om reflecteren te koppelen aan concrete ervaringen”, zegt Bokdam. “Tijdens een stagebezoek kun je vragen stellen als: Welke vaardigheden heb je deze week geleerd? of Wat zou je de volgende keer anders aanpakken? Daarmee maak je reflectie praktisch en toegankelijk.”

Werkexploratie stimuleren

Een belangrijk onderdeel van LOB is het verkennen van verschillende beroepen en werkvelden. In het mbo gebeurt dat vaak al via stages, maar er zijn meer mogelijkheden. “Je zou bijvoorbeeld bedrijfsbezoeken kunnen organiseren”, zegt Carrilho. “Daarbij kan een groep studenten kennismaken met verschillende functies binnen één organisatie. Dat geeft een breder beeld van wat er mogelijk is.”

Ook hier vraagt dat om een actieve rol van de student. “Gastlessen kunnen bijvoorbeeld een waardevolle toevoeging zijn, maar geef studenten dan genoeg ruimte om met de gastspreker in gesprek te gaan. Bij een bedrijfsbezoek geldt hetzelfde: daar kan je studenten heel goed een praktijkgerichte opdracht laten uitvoeren.” Ook is het mogelijk om oudstudenten te laten vertellen over hun werkervaringen, vult Bokdam aan. “Het mooie is dat zij vaak precies begrijpen waar de huidige studenten tegenaan lopen. Hun verhalen kunnen inspireren en motiveren.”

Carrilho wijst erop dat mbo-instellingen vaak al een netwerk hebben van bedrijven waar stageplaatsen beschikbaar zijn. “Je kunt dat netwerk uitbreiden door bedrijven te vragen om meer betrokken te zijn bij het onderwijs. Bijvoorbeeld door een workshop te geven over wat ze zoeken in een stagiair.”

Het bieden van informatie over het werkveld en (door)studeren hoort hier ook bij, vertelt Carrilho. “Het gaat dan om het vergroten van kennis over het doorstuderen, ondernemerschap of solliciteren, waardoor studenten meer zelfvertrouwen krijgen om loopbaankeuzes te maken.”

Samenwerken met bedrijfsleven

De band tussen het mbo en het bedrijfsleven is cruciaal voor succesvol LOB, stelt Bokdam. “Het gaat niet alleen om stageplekken, maar ook om inhoudelijke samenwerking. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld meedenken over het curriculum. Wat moeten studenten leren om beter voorbereid te zijn op de praktijk? Die kennis is ontzettend waardevol.” Carrilho benadrukt dat deze samenwerking wederzijds kan zijn. “Een werkgever kan tijdens een stagebegeleidingsgesprek feedback geven op de ontwikkeling van een student. Dat gesprek is niet alleen waardevol voor de student, maar ook voor jou als docent. Het geeft inzicht in wat het werkveld belangrijk vindt en hoe je dat kunt vertalen naar je lessen.”

Verdere professionalisering

Tot slot is het belangrijk dat docenten zelf blijven leren. “Veel mbo-docenten hebben al veel ervaring met loopbaanbegeleiding”, zegt Carrilho. “Maar het kan nooit kwaad om jezelf bij te scholen. Er zijn bijvoorbeeld trainingen die specifiek gericht zijn op LOB in het mbo.” Ook intervisie met collega’s kan waardevol zijn. “Door samen te bespreken wat goed werkt en waar je tegenaan loopt, leer je veel van elkaar”, legt Bokdam uit. “Het is ook een manier om nieuwe ideeën op te doen.” Carrilho wijst op het kwaliteitskader LOB, dat duidelijke richtlijnen biedt voor loopbaanbegeleiding. “Als je twijfelt over hoe je bepaalde dingen aanpakt, kun je daar altijd op terugvallen. Het is een handige leidraad.”

Kleine stappen, groot effect

Het mooie van LOB in het mbo is dat het geen grote veranderingen vraagt, benadrukt Bokdam. “Het gaat om kleine dingen die een groot verschil kunnen maken. Reflectiemomenten inbouwen, gastlessen organiseren, samenwerken met bedrijven – het zijn stuk voor stuk haalbare stappen die bijdragen aan de loopbaanontwikkeling van studenten.”

Carrilho knikt instemmend. “Het belangrijkste is dat je het niet ziet als iets extra’s, maar als iets wat al in je werk zit. Met een beetje creativiteit kun je LOB op een natuurlijke manier verweven in wat je dagelijks doet. Zo help je studenten niet alleen om een opleiding succesvol af te ronden, maar ook om met zelfvertrouwen de arbeidsmarkt op te gaan.”

Johan Bokdam

Leren over de rechtspraak in de praktijk

‘Na het aanhoren van de advocaat kreeg ik een ander perspectief op de zaak’

Een bezoek aan de rechtbank maakt veel impact. Daar weet een groep mbo-studenten van Yuverta Nijmegen, opleiding Dierenartsassistent paraveterinair, inmiddels alles van. De redactie van Loopbaan & Burgerschap liep een ochtend met hen mee tijdens een gastles van ProDemos bij de rechtbank in Arnhem met aansluitend een bezoek aan een zitting.

‘Hoe probeert u objectief te blijven?’, ‘hoe vaak gaan mensen in hoger beroep?’, ‘twijfelt u weleens over een uitspraak?’. Het is nu aan de studenten om de dienstdoende rechter aan een vragenvuur te onderwerpen. “Superinteressant om mee te maken”, concluderen ze unaniem na afloop. Een rechtszaak bijwonen is immers niet iets wat je dagelijks doet. Toch is dat in Nederland mogelijk. “Een van de pijlers van onze democratische rechtsstaat is dat de rechtspraak onafhankelijk en transparant is. Daarom geven we in Nederland openheid over hoe processen verlopen en zijn de meeste rechtszaken toegankelijk voor publiek”, legt educatief expert Cees van Dijk van ProDemos – Huis voor democratie en rechtsstaat uit.

ProDemos faciliteert in samenwerking met 10 van de 11 arrondissementen in Nederland de klassenbezoeken naar de rechtbanken. Zo krijgen leerlingen en studenten al vroeg de mogelijkheid om kennis te maken met de rechtsstaat.

Gastles Rechtspraak

Dinsdagochtend, 09.00 uur. Wout de Vries van ProDemos trapt de gastles Rechtspraak af in de rechtbank in Arnhem. Waarom heeft een verdachte eigenlijk recht op een advocaat? Wat is de rol van een getuige? Wat is het verschil tussen een officier van justitie en een rechter? Na de algemene introductie –met kennis die vaak niet algemeen bekend is bij studenten – volgt een interactief rollenspel. Tafels en stoelen worden verschoven, toga’s komen tevoorschijn

Tekst: Esmee Weerden Foto’s: Erwin Winkelman Fotografie

Vraag de gastles Rechtspraak gratis aan voor het mbo

De gastles Rechtspraak laat studenten met verschillende werkvormen beleven hoe het strafrecht in Nederland werkt. De studenten spelen onder andere (in toga) een rechtszaak na. Je kunt deze gastles aanvragen als voorbereiding op een bezoek aan de rechtbank of als losse gastles over de rechtspraak op school.

ProDemos biedt dit educatieve programma gratis aan. Scan de QR-code voor meer informatie en het aanvragen van deze les

de verdachte bij en geeft het slachtoffer een verklaring vanaf vaste plekken in de zaal, die zorgvuldig gekozen zijn. “Wist je bijvoorbeeld dat het slachtoffer achter de verdachte plaatsneemt?”, zegt Wout. “Zo wordt mogelijke confrontatie of escalatie voorkomen.”

en de sfeer zit er goed in. “Het interactieve deel is met name wat studenten zo leuk vinden aan deze gastles”, aldus docent Marjolein, die de studenten begeleidt.

Al snel wordt het weer serieus. Om te begrijpen waarom straffen noodzakelijk zijn en hoe een strafeis tot stand komt, spelen de studenten een fictieve rechtszaak na over uitgaansgeweld: verdachte BN’er Tygo Gernandt heeft iemand geslagen na een avondje stappen. “Dit sluit goed aan bij de belevingswereld van studenten, waardoor ze graag meedoen”, zegt Marjolein, terwijl de studenten druk bezig zijn met de voorbereiding van het proces. Welke straf vinden de studenten gepast en waarom? Ieder beoordeelt de aanklacht vanuit haar eigen rol. Zo zijn er rechters, maakt een griffier aantekeningen, staat een advocaat

In dezelfde volgorde als tijdens een echte rechtszaak krijgen de rechters, officier van justitie en de advocaat de kans om vragen te stellen aan de verdachte. Na uitvoerig beraad komen de rechters tot een oordeel: “U heeft gehandeld uit zelfverdediging, dus wij spreken u vrij van mishandeling.” Marjolein vindt het leuk om haar studenten volledig op te zien gaan in hun rol. De gastles sluit perfect aan bij de Burgerschapsweek die Yuverta jaarlijks organiseert. “Vanuit Yuverta vinden wij het belangrijk om onze studenten uit te leggen welke rechten ze hebben. Op deze manier kunnen ze eens zien hoe het eraan toe gaat in een rechtbank en kunnen we hun rugzak met kennis vullen over hoe rechtspraak werkt in onze samenleving.”

In Nederland is er niet één partij aan de macht die alles bepaalt. “We leven in een democratische rechtsstaat”, vult Wout haar aan. “Dit zie je terug in de rechtspraak, waarin de verschillende rollen zorgen voor een goede balans en eerlijke processen. Het is belangrijk om dat aan de studenten mee te geven.” >>

Rechtbankbezoek

De toga’s gaan uit, en de studenten gaan naar een andere ruimte in de rechtbank. In een rechtszaal wonen ze een politierechterzitting bij. Op de planning staat een zaak over zware mishandeling. Geen rollenspel dit keer, maar een echte zaak waarin een rechter een uitspraak zal doen.

Voor de rechter is het waardevol om studenten in de zittingszaal te ontvangen. “Het is altijd goed om te zien dat een groep studenten naar de rechtbank komt om een zitting bij te wonen, omdat zij op die manier met eigen ogen kunnen zien hoe een strafzitting verloopt en welke verschillende belangen er spelen”, vertelt de rechter. Na afloop van de zaak gaat ze met de studenten in gesprek. “Het is voor mij leerzaam om te horen welke vragen er leven. Als rechter probeer je zo duidelijk en begrijpelijk mogelijk te zijn voor zowel partijen als het publiek in de zaal. Door na afloop met studenten in gesprek te gaan, merk ik bijvoorbeeld welke onderdelen van de zitting of uitspraak nog vragen oproepen. Dat helpt me om te bepalen of en zo ja, hoe ik dit in de toekomst eventueel nog duidelijker

kan verwoorden. Het geeft veel energie wanneer een groep studenten geïnteresseerd is in het strafrecht en graag meer wil weten. Ik leg dan zaken met veel plezier uit.”

De reacties van studenten op een rechtszaak lopen veelal uiteen. “Soms maakt het indruk, soms hadden ze een heel ander idee van hoe een strafzaak verloopt”, vervolgt de rechter. Een zaak die haar bij is gebleven, ging over een vrachtwagenchauffeur die onder invloed had gereden. “Aanvankelijk proefde ik verontwaardiging bij de studenten, maar na de zaak veranderde hun beeld. Ze begrepen waarom de rechter rekening hield met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Dat liet hen inzien hoe belangrijk het gesprek in de rechtszaal is.”

De kracht van leren door ervaring

De combinatie van een gastles en een rechtbankbezoek is wat het educatieve programma over de rechtspraak van ProDemos zo effectief maakt, stelt Cees. “Wij geloven dat je het beste leert door het zelf te ervaren, op de plek waar het gebeurt.

Over ProDemos

Gastles Regels en Rechten

Een andere gastles van ProDemos die goed aansluit op burgerschapsonderwijs, is de interactieve gastles Regels en Rechten. Door middel van het rollenspel ‘Belangenstrijd’ kruipen studenten in de huid van demonstranten, bewoners en een burgemeester die een lastige afweging moet maken. Wat zijn goede argumenten? Hoe ver reikt je demonstratierecht? En wat gebeurt er als grondrechten met elkaar in conflict komen? Tijdens de gastles ontdekken studenten dat grondrechten niet onbeperkt zijn en hoe besluitvorming hierover in de praktijk werkt.

Scan de QR-code voor meer informatie en het aanvragen van deze les.

Het spelen van een rollenspel of een rechtszaak bijwonen blijft je bij, veel meer dan alleen een theoretische uitleg in een klaslokaal.”

Studenten leren niet alleen hoe de rechtspraak werkt, maar ervaren ook de complexiteit ervan. “Het is makkelijk om thuis vanaf de bank te zeggen dat iemand streng bestraft moet worden”, zegt Cees. “Maar als je in de rechtszaal ziet hoe een rechter alle belangen afweegt, besef je hoe ingewikkeld het is om een eerlijke straf op te leggen.” De rechtbank zegt niet voor niets: ‘elke dag is bij ons open dag.’ “Het is belangrijk dat mensen niet alleen de krantenkoppen lezen, maar ook de nuances van de rechtspraak begrijpen. Dit kan natuurlijk alleen als rechtszaken opengesteld zijn voor publiek”, vult de rechter aan.

Met nieuwe inzichten en een levendige discussie onder elkaar verlaten de mbo-studenten de zaal en komen ze nog even kort bij elkaar om de ochtend af te sluiten. “Wat vonden jullie ervan?”, vraagt Wout. “Tijdens de rechtszaak vormde ik een mening over de verdachte, maar na het aanhoren van de advocaat kreeg ik toch een ander perspectief op de zaak”, zegt een van de studenten. Met het begrijpen van die nuances zit het dus wel goed.

ProDemos is het ‘Huis voor democratie en rechtsstaat’. ProDemos legt onder andere met educatieve programma’s uit wat de spelregels zijn van de democratie en de rechtsstaat en laat zien wat je zelf kunt doen om invloed uit te oefenen - in de gemeente, het waterschap, de provincie, het land en de Europese Unie.

Burgerschapsonderwijs geeft studenten meer inzicht in het dagelijks leven

Uitgeverij Seneca Burgerschap is bezig met het ontwikkelen van een methode burgerschap voor het mbo. “We kregen een tip van iemand die de nieuwe kwalificatie-eisen uitstekend vond passen bij onze andere methoden”, zegt directeur Marco Veldman. Samen met zijn collega Lennart Schra is hij sinds 2007 lesmateriaal en methoden gaan ontwikkelen. Eerst voor het voortgezet onderwijs en later ook voor het mbo.

Loopbaan & Burgerschap en Seneca

Leren voor het leven

“We zijn docenten in de maatschappijvakken en hadden het idee dat lesmateriaal anders, beter kon. Kort gezegd: minder rijtjes met feitjes. De leerlingen of studenten doen met ons lesmateriaal eerst de kennis op om daar zelf actief mee aan de slag te gaan. Ze krijgen meer inzicht en kunnen daar de rest van hun leven op terugvallen.” De tip om een nieuwe methode voor het mbo te schrijven, werd enthousiast opgepakt. “We beseften dat wij bij Seneca Burgerschap zoiets al jaren schrijven”, vervolgt Veldman.

De methode past helemaal bij de nieuwe kwalificatieeisen die binnenkort verplicht worden. Daarbij gaat het om inzicht in de dilemma’s van het samenleven in Nederland. Met de methode verwerven studenten inzicht in zichzelf en in de samenleving. De nieuwe methode omvat vaardigheden, houding en de juiste kennis. “Precies wat wij willen in onze methoden”, zegt Marco Veldman. “Als we kijken naar de reacties van docenten die met onze mbo-methode werken, krijgen we heel positieve feedback. De ervaring van

Vakvernieuwing direct toegepast

Leskist vol gevarieerde materialen

de docenten is dat de methode wel diepgravend is, maar niet moeilijk voor de studenten.” Het gaat wel om het opdoen van kennis, maar dan via inzicht en toepassing in het leven van alle dag. Tevens wordt er door de auteurs kritisch gekeken naar voorbeelden die aansluiten bij het leven van de studenten.

Seneca Burgerschap is op diverse manieren betrokken bij de vakvernieuwing van diverse vakken. “We houden van ons vak, zijn graag bij het ontwikkelen van aansprekende lesstof betrokken en vinden vernieuwing belangrijk”, vertelt Veldman. De eisen en leerdoelen bij burgerschap zijn jarenlang onveranderd gebleven.

Om docenten te helpen biedt Seneca Burgerschap naast de methode ook trainingen en handvatten aan. De nieuwe kwalificatie-eisen en dus ook de methode houden een andere manier van lesgeven in en richten zich onder meer op het denken in dilemma’s.

“We hebben nu al een compleet leerjaar beschikbaar en ontwikkelen een tweede leerjaar. Sommige collega’s willen geen volledige methode, maar kiezen graag zelf welke delen ze wel of niet willen behandelen. Bij ons kan dat. We willen de docenten helpen bij het geven van hun lessen. Dat doen we als uitgeverij, maar ook als collega’s omdat we zelf ook voor de klas staan.”

De methode mbo-burgerschap wordt in eerste instantie als digitale methode aangeboden, inclusief spel- en werkvormen. Vanwege de vraag naar fysieke boeken gaat Seneca Burgerschap die ook uitbrengen. “Dat kan een compleet boek worden, maar eventueel ook dunnere readers voor elk thema. Dat is nog in ontwikkeling. We merken dat er regionale verschillen zijn qua wensen, vragen en onderwerpen. Daar willen én kunnen we als uitgeverij op inspelen.” Seneca Burgerschap biedt scholen en opleidingscentra een gevarieerd aanbod waarbij de behoefte van de docent centraal staat. “Ons motto is: ‘voor en door docenten’ en dat zie je in al onze methoden terug. Ook bieden wij de docenten ondersteuning in de vorm van kant-enklare PowerPoints, LessonUps en een uitgebreide Toetsenbank.”

Geen klanten, maar collega’s

Bij de oprichting van Seneca Burgerschap was de omvang van het werk heel kleinschalig, bijna hobbymatig te noemen. Inmiddels is Seneca Burgerschap een bekende educatieve uitgeverij geworden en staan de medewerkers van Seneca bekend om hun directe, korte lijnen met de collega’s in het land. “We zeggen vaak dat we niet voor klanten schrijven, maar voor onze collega’s. Seneca Burgerschap wil een verlengstuk van de vaksectie zijn. Docenten die vragen hebben of ondersteuning nodig hebben, kunnen altijd bij ons terecht. Wij proberen hen zo snel en zo goed mogelijk te helpen’, vertelt Marco Veldman. ‘Daarom staan we ook open voor feedback en proberen we deze in onze methoden toe te passen.”

Beroepsoriëntatie

Behalve volledige studiemethoden heeft Seneca Burgerschap ook modules beroepsoriëntatie geschreven. Studenten, maar ook leerlingen van het middelbaar onderwijs, kunnen de modules individueel behandelen. Via bekende lesstof worden leerlingen en studenten voorbereid om een onderbouwde keuze te maken voor hun eventuele vervolgopleiding of loopbaan. “In de nabije toekomst willen wij modules gaan maken die gericht zijn op de verschillende sectoren en waar veel actuele voorbeelden voor het werk worden uitgewerkt. Ook zijn we bezig met een pilot om aansprekend lesmateriaal over de Nederlandse krijgsmacht aan te bieden in het mbo. Ook dit materiaal sluit aan bij de nieuwe kwalificatieeisen.”

Benieuwd naar het lesprogramma?

De auteurs en medewerkers van Seneca Burgerschap wonen en werken in praktisch het hele land. Wie in contact wil komen met één van de auteurs/docenten kan contact opnemen met de uitgeverij via info@senecaburgerschap.nl

Vroegtijdig schooluitval in het mbo moet drastisch omlaag

‘Jongeren zonder diploma zijn kwetsbaar op de arbeidsmarkt’

Studenten die het mbo verlaten zonder diploma: het komt nog veelvuldig voor. Mbo’s doen hun best om het tij te keren. Met verschillende maatregelen proberen zij studenten binnenboord te houden: uitstel van studiekeuze, maatwerk en persoonlijke aandacht.

Tekst: Heleen de Bruijn

Vroegtijdig schooluitval op het mbo is een hardnekkig probleem. In het schooljaar 2021-2022 verlieten 26.478 studenten het mbo zonder startkwalificatie. Een jaar later (schooljaar 2022-2023), is dat aantal ietsje gedaald naar 25.259, maar nog steeds schrikbarend hoog. Daarom werd vorig jaar alarm geslagen en pleitte de toenmalige onderwijsminster Dijkgraaf voor een aanvalsplan om het tij te keren. Eigenlijk is dat plan een intensivering van maatregelen die al eerder in gang waren gezet, zoals betere loopbaanbegeleiding en coaching. Het doel?

Maximaal 18.000 uitvallers in 2026. Ook de MBO Raad maakt zich zorgen. “Een diploma is belangrijk. Jongeren die geen diploma hebben, zijn kwetsbaar op de arbeidsmarkt. Bovendien hebben zij hun studietijd nodig voor persoonlijke groei”, zegt woordvoerder Jessy Burgers van de MBO Raad. “De oorzaken zijn legio”, zegt Burgers. “Het is voor jongeren vaak moeilijk om al rond hun 15de jaar een keuze te maken voor een mbo-opleiding, veel weten dan nog helemaal niet wat ze later willen gaan doen. Verder is er krapte op de arbeidsmarkt, waardoor het voor sommige jongeren aantrekkelijk is om te stoppen met school en te gaan werken. Zeker als ze in hun eigen onderhoud moeten voorzien of financiële problemen hebben. Daarnaast kampen steeds meer jongeren met mentale problemen, waardoor het moeilijker voor hun kan zijn om goed te presteren op school, met het risico op uitval.”

Succesfactoren

Mbo’s doen hun best om studenten binnenboord te houden. Persoonlijke aandacht en ‘gezien worden’ lijken daarvoor succesfactoren. Zo begon de afdeling handel en ondernemerschap van het Vista College in de regio Parkstad in Limburg acht jaar geleden al met

‘succesbegeleiding’. Onderwijsmanager Sharmila Rambaran: “Schooluitval heeft bij ons in de regio veel oorzaken. Studenten hebben veel zorg nodig, denk aan psychosociale zorg. Daarnaast hebben we in de regio te maken met studenten die ‘moeten’ werken omdat ouders vaak niet de lasten kunnen dragen. Studenten komen regelmatig uit gezinnen met een afstand tot het onderwijs. Dat zorgt geregeld voor ongemotiveerde studenten. Kortom, we hebben hier studenten met heel complexe achtergronden en vaak negatieve ervaringen met school.”

Ze vervolgt: “Acht jaar geleden zijn we gaan onderzoeken wat we tegen voortijdig uitval konden doen. Uiteindelijk wilden we de oplossing vooral dicht bij onszelf en de studenten houden. Dus keken we onder meer naar ons eigen team: wat zien jullie en waar worstelen jullie mee? We wilden een soort cultuuromslag teweegbrengen onder het motto: de student staat voorop.” Er zijn individuele trajecten voor studenten opgezet, vertelt Rambaran. “Als studenten dreigen uit te vallen of te vertragen, gaan we met ze in gesprek en stellen de vraag: wat heb je nodig om verder te gaan? Gecombineerd met een lik-op-stukbeleid waarbij we studenten thuis bellen als zij niet aanwezig zijn tijdens hun lessen. Het gaat om persoonlijke aandacht. In de praktijk betekent het dat iedere student gezien en gehoord wordt. Waar nodig wordt een individueel maat-werktraject opgesteld en volgt de student zijn eigen leerroute in eigen tempo om alsnog zijn diploma te behalen.”

Uitval voorkomen

Bij MBO Westland spelen, ondanks de nabijheid van grote steden als Rotterdam en Den Haag, bovengenoemde problemen veel minder, zegt docent Brian Oosterwolde. “Schooluitval zie je bij ons dan ook heel weinig. Onder meer omdat we zeer betrokken docententeams hebben en altijd kijken

naar wat studenten nodig hebben voor studiesucces. Ook zorgen we voor een zogenoemde ‘warme overdracht’. Wij bellen altijd met de school waar een student vandaan komt, zodat we bij een intake weten wat er speelt. Zo houden we ze veelal binnenboord. Maar ook wij zien de trend van vroegtijdig schooluitval elders in het land en proberen dat dus te voorkomen.” Wat volgens Oosterwolde in het Westland vooral speelt binnen met name het mbo, is dat studenten moeite hebben de juiste studiekeuze te maken. Die zeggen: er is zoveel keus, wat moet ik doen? De zorg, de logistiek, business? Oosterwolde: “Daarom hebben we een oriëntatieperiode opgezet voor niveau 2. Studenten gaan dan in projectvorm een half jaar proeven aan vijf verschillende opleidingen en doen een kleine snuffelstage en beroepsopdrachten. Zo krijgen ze een idee van wat een beroep inhoudt. Daarna gaan ze pas een keuze maken.”

Resultaten

Of deze aanpak vruchten afwerpt, is nog niet duidelijk omdat de oriëntatieperiode komend schooljaar voor het eerst wordt ingevoerd. “Toch hebben we al wel een idee”, zegt Oosterwolde. Sinds september hebben we de Business Academy, waar studenten het eerste jaar ook kennismaken met vijf verschillende opleidingen. We zijn met zes volle klassen van start gegaan, er is dus veel belangstelling voor die uitgestelde keuze.” Sharmila Rambaran van het VISTA college ziet ook dat hun aanpak vruchten afwerpt. “Studenten waarderen het maatwerk. Resultaten (cijfers van voortijdig schoolverlaten) nemen af conform de landelijke norm. Bij de start van de succesbegeleiding zaten we op 8 procent.”

De MBO Raad pleit onder meer voor een brede alliantie van onderwijs, bedrijfsleven en andere partners in de regio om het hoofd te bieden aan de maatschappelijke trends die invloed hebben op de keuzes van jongeren.

Sharmila Rambaran
Jessy Burgers

Het leven van veel jongeren speelt zich steeds meer af in een digitale samenleving, waar technologische toepassingen hun doen en laten, vaak ongemerkt, beïnvloeden. Als antwoord brengen mbo-scholen studenten, vaak tijdens lessen ‘digitaal burgerschap’, mediawijsheid en digitale geletterdheid bij. Of dat voldoende is? Vier experts geven tekst en uitleg.

Tekst: Pieter Matthijssen

Een van die experts is Maarten Walet, onderwijskundige bij het cluster Gezondheidszorg en Welzijn op MBO Amersfoort. “Burgerschap is participeren in de maatschappij, maar misschien nog belangrijker: het medevormgeven van die maatschappij. Digitalisering is, naast klimaatverandering, dé drijvende kracht achter eigenlijk alle maatschappelijke veranderingen. Extra inzet op het aanleren van digitale vaardigheden in het mbo is daarom een must. Dat gaat verder dan studenten mediawijs maken. Ze moeten zich er vooral van bewust worden wat het betekent om een ‘digitale burger’ te zijn in een wereld waarin we steeds meer aan technologie overlaten.”

‘Maak jongeren ervan bewust dat ze digitale burgers zijn’

‘Wakkere dag’

Dit vindt ook Wouter van der Horst, practor Mediawijsheid en auteur van het boek ‘AI in het onderwijs. “Jongeren zijn een groot deel van hun ‘wakkere dag’ actief op sociale media, waar ze onderling contact hebben, elkaar beïnvloeden, vaak meer dan in de offlinewereld. Toch is niet iedereen automatisch digitaal vaardig. Uit onderzoek naar digitale kansenongelijkheid onder mbo-studenten blijkt dat ze niet allemaal dezelfde toegang hebben tot technologie, bijvoorbeeld vanwege financiële omstandigheden of een niet toereikend laptopaanbod op school. Ook wordt in het mbo-curriculum niet veel aandacht gegeven aan digitale ethiek en digitale vaardigheden. Terwijl studenten óók en juist moeten leren nadenken over de impact van de soms ontwrichtende technologische ontwikkelingen in de digitale wereld op hun steeds meer digitale leven.”

In het luchtledige

Het is daarom belangrijk dat mbo-scholen een gedeelde visie ontwikkelen op burgerschap in een digitaliserende samenleving, vult Maarten aan. “Hun continue ‘online zijn’ heeft grote invloed op hoe jongeren zich verhouden tot de maatschappij en zichzelf. Niet voor niets worden veel mentale problemen veroorzaakt door een mobieltjesverslaving. In het meest ideale geval creëert elke school een veilige omgeving, waar studenten samen kunnen ontdekken en experimenteren. Dat als ze bijvoorbeeld

schurende gesprekken voeren of op een podium staan, alles in het luchtledige verdwijnt en het niet even later viraal gaat. De impact van digitalisering op de mens moet onderdeel worden van het onderwijs, zowel in het curriculum als in de vorm waarin het onderwijs wordt aangeboden.”

Digitale Balans

Die digitaliseringsimpact, in dit geval op het mentale welzijn, krijgt de komende tijd zijn beslag binnen het TestJeLeefstijl-programma dat op veel mbo-scholen draait. ”Samen met het Trimbos Instituut ontwikkelen we de topic ‘Digitale Balans’”, licht projectleider Marlies Mast toe. “Mbo-studenten zien door het invullen van een vragenlijst hoe ze lichamelijk, mentaal en sociaal gezond blijven bij het gebruik van digitale middelen. Digitaal actief zijn is niet alleen maar slecht. Je kunt prima sporten met een app, vrienden online ontmoeten, zolang de balans er maar is en studenten weten dat het helpt om ook regelmatig live met vrienden af te spreken.”

Beroepsvitaliteit

Projectadviseur Petra van der Busse knikt: “Laatst hoorde ik iemand zeggen dat we moeten accepteren dat jongeren zo’n 6 uur per dag achter een scherm zitten. Bizar. Ik viel bijna van mijn stoel. Alleen dat al is een reden om ze via ‘Digitale Balans’ inzicht te bieden in de gevolgen van hun gedrag en ze actief te wijzen op de mogelijke disbalans in hun dagelijkse leven.” Daarmee lijkt TestJeLeefstijl een ideaal instrument om het thema digitaal welzijn te agenderen, ook tijdens (digitale) burgerschapslessen. Marlies: “Het zou helemaal mooi zijn als ook de koppeling wordt gemaakt met beroepsvitaliteit, door studenten te leren wat het betekent om hun werk duurzaam uit te oefenen in een arbeidsmarkt die alleen maar verder digitaliseert, mede door de opkomst van AI.”

Kracht van AI

Dat AI een rol van betekenis gaat spelen in onze digitale maatschappij, lijkt zeker. Wouter: “AI is nu nog een disruptieve technologie, ook in het onderwijs, al is het alleen al omdat meningen zo verdeeld zijn. Waar de een bang is dat AI onze vaardigheden, denkkracht en creativiteit van ons afneemt, ziet de ander juist

Hun continue ‘online zijn’ heeft

grote invloed op hoe jongeren zich verhouden tot de maatschappij en zichzelf

voordelen in de toegevoegde, additionele waarde ervan. Ik vind dat we ons bewust moeten zijn van de kracht van AI en steeds een ethische afweging moeten maken of we het al dan niet inzetten, zeker in het mbo met zijn vaak kwetsbare studenten. Tegelijkertijd is dit hét moment om dingen uit te proberen en na te denken over de AI-kansen voor het onderwijs.”

Naar de snoepwinkel

Brengt ons terug bij de rol van docenten in het begeleiden van studenten in de (digitale) burgerschapsklas. Maarten: “Waar het gaat om digitalisering in het onderwijs en de digitale wereld van studenten, moeten we de kennis en vaardigheden van docenten vergroten. De overheid verwacht nu eenmaal dat docenten hun studenten kritisch leren denken over hoe om te gaan met online verleidingen. Prima natuurlijk, al voelt het voor mij alsof je met een kleuterklas naar de snoepwinkel gaat en zegt dat niemand iets mag pakken. Eigenlijk moeten we ons bij elke nieuwe technologische toepassing afvragen wat de waarde is. Vaak draait het om extra leerrendement, minder tijd of meer geld, maar waar het onze studenten betreft is het vooral belangrijk om de menselijke waarde te laten meewegen. Dat biedt docenten de ruimte om hun werk écht goed te doen.”

www.expertisepuntburgerschap.nl

Maak economie tastbaar met spel en een kluisexperience:

De Nederlandsche Bank

De Nederlandsche Bank (DNB) opende onlangs De Nieuwe Schatkamer, een interactief en educatief kenniscentrum in hartje Amsterdam. Een bezoek biedt een unieke kans om economie en fi nanciële onderwerpen tastbaar te maken dankzij de interactieve spellen, een kunst- en geldverzameling en een zogenoemde kluisexperience. En dit alles vindt plaats in en rondom de oude kluis van DNB.

Tekst: Wiesette Haverkamp

Studenten krijgen tijdens het bezoek meer inzicht in het financiële systeem en leren over de geschiedenis en de rol van DNB. Ze leren wat geld is, waarom het bestaat en hoe rente en inflatie werken. Ook gaan ze meer begrijpen van crypto, beleggen en lange termijn denken. “Op die manier krijgen ze meer grip op de werking van de economie”, legt hoofd van het kennisplatform en ontmoetingscentrum Carlijn Zandbergen uit.

Docenten en studenten krijgen een rondleiding door De Nieuwe Schatkamer, bestaande uit drie verdiepingen. “Alles is gesitueerd in en rondom de oude kluis waar vroeger het geld en goud lag en waar de geldsorteermachines stonden. Die kluis is gigantisch, en nu open en transparant. De kluisdeuren staan open, zodat de studenten kunnen zien dat de muren meters dik waren. Ook de bedrading en het ijzer is zichtbaar gemaakt.”

Licht- en geluidshow

De kluis echt in gaan voor een kluiservaring, dat kan helemaal beneden. Carlijn: “Daar is de ruimte leeg en vertonen we een 180-graden licht- en geluidshow. Studenten maken mee wat er vroeger gebeurde: hoe werd de kluis bijvoorbeeld onder water gezet in geval van nood? Ook leren ze dat goud een sterrenstof is en hoe weinig goud er eigenlijk beschikbaar is. Ze zien mensen uit diverse culturen die zich met goud versieren: waarom is goud zo belangrijk? Daarmee zwengelen we ook de dialoog aan: wat is voor jou van waarde in het leven?”

De rondleiders, de zogenoemde kennismakers, begeleiden de studenten en de docent door De Nieuwe Schatkamer. Dat duurt ongeveer 2 uur. Studenten horen meer over de geschiedenis van DNB, komen in aanraking met de geld- en kunstcollectie en gaan aan de slag met de aanwezige interactieve spellen.

En wat gebeurt er in de nanoscecondes als je een pizza bestelt en afrekent?

Zo mogen jongeren zelf kiezen om de rente te verhogen of verlagen tijdens een inflatie: wat zijn dan de gevolgen van hun beslissing? “Het spel ziet eruit als een grote knikkerbaan. Ze leren dat de gevolgen van het verhogen of verlagen pas na een half jaar later zichtbaar zijn. En tegen die tijd is er misschien een oorlog of crisis uitgebroken waardoor ze hun beslissing weer moeten herzien.”

Ook spelen ze een land binnen de ECB. “Met een soort interactieve puzzel die je alleen samen kunt leggen met blokken die in elkaar moeten passen, ondervinden ze dat ze een best mogelijke beslissing moeten maken voor álle landen en niet alleen voor eigen land. Wat een goede beslissing kan zijn voor jouw land, kan desastreuze gevolgen hebben voor een ander land. En daarmee voor Europa.”

En wat gebeurt er in de nanoscecondes als je een pizza bestelt en afrekent? De studenten kiezen of ze digitaal via een overschrijving of via cryptocurrency betalen. Carlijn: “Daarmee ontdekken ze de stelsels achter deze betalingsmogelijkheden. Ze mogen proberen het betalingsproces te saboteren. Zo komen ze erachter dat het proces via banken eigenlijk niet te saboteren is, maar via cryptocurrencies wel. We willen hen bewust maken van de risico’s van verschillende betaalmogelijkheden en de rol van DNB in het stelsel.”

Vals geld

“Vals geld detecteren vinden de studenten ook altijd interessant. We geven een aantal elementen waaraan je vals geld kunt herkennen. Wie ontdekt vervolgens wat het valse briefje is?” DNB wil het onderwijs graag verder helpen om economie meer te duiden. Carlijn: “Financiële stabiliteit draait om vertrouwen, dus goede kennis is van groot belang. Doordat de

studenten zelf aan de slag gaan met rente en de president van een bank mogen spelen, beklijft de informatie beter. We hebben de spellen door professionals – zowel docenten als studenten – laten testen. Zo weten we dat ze het begrijpen en dat het aanslaat. Ze zitten niet een uur lang te luisteren in de les, maar ervaren het. En er is maar één centrale bank in Nederland, De Nederlandsche Bank, dus het is ook een unieke ervaring om daar rond te lopen.”

Via de website van De Nieuwe Schatkamer kunnen docenten gebruikmaken van digitale lespakketten. Deze pakketten helpen hen de lesstof voor te bereiden of juist na te bespreken. “We beseffen ook dat niet alle scholen in staat zijn om naar Amsterdam te reizen. Ook daarom bieden we deze digitale pakketten aan, zodat zoveel mogelijk studenten kunnen profiteren van onze kennis”, zegt Zandbergen.

Meer informatie

DNB kan tachtig studenten tegelijk rondleiden. Er zijn meerdere tijdstippen per dag mogelijk. Sommige spellen hebben verschillende kennisniveaus zodat het past bij de doelgroep. Ook stemt de kennismaker het verhaal af op de groep.

Meer info vind je via: www.denieuweschatkamer.nl

Weerbaar tegen vooroordelen en discriminatie in de klas

“De verharding en polarisatie die je ziet in de maatschappij nemen studenten mee de klas in”, merkt Femke van Elk-de Koning, educator en trainer bij de Anne Frank Stichting.

“We horen van docenten dat er een toename is van antisemitisme en moslimhaat naar aanleiding van het conflict in het Midden-Oosten. Ook discriminatie vanwege iemands geaardheid of genderidentiteit komt voor. Studenten willen bijvoorbeeld niet over een regenboogtrap lopen, of zeggen niet meer naar de les te komen wanneer een docent vertelt dat hij is getrouwd met iemand van hetzelfde geslacht.” Dat laatste overkwam Best Withet, docent aan het

Oosterlicht College in Nieuwegein. Mede door dit soort incidenten werd hij door zijn afdelingshoofd gewezen op het bestaan van de training Reageren op vooroordelen en discriminatie van de Anne Frank Stichting. Best vertelt: “De training gaf me handvatten en gesprekstechnieken om weerbaar te zijn in deze situaties. Discriminatie blijft helaas leven op school en het is belangrijk om studenten bij te brengen hoe we met elkaar om willen gaan in de samenleving.”

Training met gesprekstechnieken uit de geweldloze communicatie

In de training oefenen we met een stappenplan om nuance aan te brengen in gesprekken over gevoelige thema’s

“Ook maatschappelijke problemen komen op het bordje van docenten. Dat geeft veel druk. Hier proberen wij met deze training in te faciliteren en te ontzorgen”, zegt Femke. Zij geeft deze vaardigheidstraining gebaseerd op gesprekstechnieken uit de geweldloze communicatie. “In de training oefenen we met een stappenplan om nuance aan te brengen in gesprekken over gevoelige thema’s. Je helpt studenten bij het nadenken over hun eigen gedrag en denkbeelden. Hierbij staan empathie en gelijkwaar-

Het gesprek blijft open wanneer

je een student laat voelen dat je niet

aan het corrigeren bent

digheid centraal. Het is heel belangrijk dat studenten zich vrij voelen om zich uit te spreken, maar daar zit wel een grens aan. Wanneer je merkt dat een student een bepaalde mening heeft die de sfeer in de klas beïnvloedt, moet je als docent een norm stellen zodat een veilig leerklimaat voor elke student wordt gewaarborgd.”

Het effect van jouw communicatiestijl

“Tijdens de training staat oefening centraal”, vertelt Femke. “Je ervaart verschillende communicatiestijlen om inzicht te krijgen in wat die opleveren voor een dialoog. Blijf je in verbinding met elkaar of voelt de ander zich niet gehoord en raak je elkaar kwijt? Het levert vaak meer op om open vragen te stellen en écht te durven luisteren naar een ander, ook al wijkt die mening nog zo af van die van jou. Simpel eigenlijk, maar het is iets dat we vaak vergeten omdat we al snel in oordelen en verwijten schieten. Met doorvragen kom je tot de kern: je zoekt zowel naar de beweegredenen achter een opmerking als naar de achterliggende waarden die voor jou belangrijk zijn.”

Best bracht de gesprekstechnieken in de praktijk: “Als je de ander aanhoort, daarna samenvat en uitspreekt wat je hebt gehoord, kun je miscommunicaties meteen uit de weg helpen. Het gesprek blijft open wanneer je een student laat voelen dat je niet aan het corrigeren bent.”

Je grenzen leren kennen en bewaken

“We oefenen tijdens de training met ervaringen van docenten uit de praktijk, dan kunnen ze het direct toepassen in hun werk”, zegt Femke. Best: “Tijdens de training stond de behoefte van de groep centraal. Er werd tijd genomen om naar elkaars verhalen te luisteren.” Deze uitwisseling vond hij erg waardevol. “Soms is het lastig om over zaken te praten waar je zelf geen ervaring mee hebt of waar je minder kennis over hebt. Er werd tijdens de training een veilige sfeer gecreëerd waardoor je de ruimte voelde om jouw eigen verhaal te delen en van elkaar te leren.”

Femke: “Het verkennen van je eigen grenzen is een belangrijk onderdeel van de training. Het is de eerste stap naar een passende reactie. Als je weet welke opmerkingen jou raken en waarom, dan is het gemakkelijker om daar in het vervolg met rust op te reageren. Hierdoor kun je samen met de student en zonder oordeel onderzoeken waar de opmerking vandaan komt en houd je gemakkelijker de regie over het gesprek.”

Het belang van empathie

“Het is heel belangrijk om met studenten in gesprek te blijven gaan. We moeten toch samen door een deur in onze maatschappij”, zegt Best. “Blijf doorvragen en onderzoek samen zonder oordeel waar de kwetsende opmerkingen vandaan komen. Vaak is er groepsdruk in het spel en praten studenten de opvattingen van een ander na. Ze zien bijvoorbeeld eenzijdige informatie op sociale media. Dan moet je samen in een gesprek de feiten op een rijtje zetten: klopt dit wel?”

Femke: “In de geweldloze communicatie staat empathie centraal. Door te blijven doorvragen naar de achterliggende behoefte achter een opmerking, zal je soms tot de conclusie komen dat er van alles speelt bij de student en dat een luisterend oor kan helpen. De student heeft bijvoorbeeld nog te weinig kennis of zit in een periode van zijn leven waarin identiteitsvorming heel belangrijk is, waardoor hij zich tegen zaken wil afzetten. De training leert je in verbinding te blijven met een student, ook als diegene iets zegt dat jou raakt.’

Over de training

Uitlatingen van studenten, ouders of collega’s, die aanschuren tegen racisme, antisemitisme, homohaat of op een andere manier grensoverschrijdend zijn, kunnen heftige reacties oproepen. Hoe reageer je daar als docent op? Hoe zorg je ervoor dat je zo’n gesprek in goede banen leidt? De training Reageren op vooroordelen en discriminatie kan daarbij verder helpen. Je kunt de vaardigheidstraining een aantal keer per jaar volgen op open inschrijving. Ook is het mogelijk om de training aan te vragen voor jouw team, dit kan zowel bij jou op school als op locatie bij het Anne Frank Huis.

Scan de QR-code voor meer informatie en aanmelden.

Online lesprogramma van Slachtofferhulp Nederland

voor mbo-studenten

‘We willen dat jongeren

weten:

je staat er niet alleen voor’

Een verkeersongeval, online oplichting of zelfs geweld: het kan iedereen overkomen. Jongeren hebben vaak geen idee waar ze hulp kunnen vinden als ze iets ingrijpends meemaken. Slachtofferhulp Nederland wil daar verandering in brengen. Het nieuwe interactieve online lesprogramma biedt mbo-studenten niet alleen informatie, maar ook de tools om na een heftige gebeurtenis weer op te krabbelen.

Tekst: Marco van den Berg

Het lesprogramma van Slachtofferhulp Nederland is speciaal ontwikkeld voor mbo-studenten. Met video’s, praktijkvoorbeelden en quizvragen leren jongeren wat ze kunnen doen na een ingrijpende gebeurtenis. Het programma is te vinden op www.onderwijsinformatie.nl/slachtofferhulp en laat zien dat hulp zoeken niet ingewikkeld hoeft te zijn. Studenten ontdekken wat voor hulp beschikbaar is, zoals emotionele steun, juridische ondersteuning of begeleiding bij schadevergoeding. Ook leren ze hoe belangrijk die hulp kan zijn, zelfs als ze denken dat hun probleem ‘niet groot genoeg is’.

Neiging om het zelf op te lossen

Franck Wagemakers, strategisch beleidsadviseur bij Slachtofferhulp Nederland, vertelt: “Jongeren zijn vaak geneigd om het eerst zelf op te lossen, samen met vrienden. Maar wat als dat niet genoeg is? Ons programma wil hen laten zien dat het geen teken van zwakte is om hulp te zoeken. Integendeel: het getuigt van kracht.”

Meer dan een kwart van de Nederlandse jongeren krijgt te maken met ingrijpende gebeurtenissen zoals geweld, fraude of een verkeersongeval. Uit onderzoek blijkt dat zeven van de tien jongeren de weg naar hulp niet weten te vinden. Wagemakers: “Sommigen denken

dat hulp niet werkt, anderen schamen zich om hulp te vragen of voor wat hen overkomen is. Anderen zien zichzelf niet als slachtoffer. Het is onze taak om die drempels weg te nemen.”

Experimenteren en grenzen verkennen

Dat is belangrijk, want jongeren lopen door hun leeftijd en levensfase extra risico. “Je bent nog aan het experimenteren, grenzen aan het verkennen”, legt Wagemakers uit. “Dat brengt uitdagingen met zich mee. Ons programma biedt niet alleen ondersteuning voor slachtoffers, maar helpt ook voorkomen dat situaties escaleren.”

Het programma richt zich op de emotionele en praktische kant van slachtofferschap. Hoe ga je om met schaamte of schuldgevoelens? Wat kun je bijvoorbeeld doen als je naaktfoto’s zijn gedeeld zonder jouw toestemming? Hoe reageer je als iemand in je omgeving iets heftigs meemaakt?

Wagemakers benadrukt dat luisteren zonder oordeel en een stuk herkenning vaak al een grote stap zijn richting herstel. “Veel jongeren realiseren zich niet dat hun stressklachten of slaapproblemen normale reacties zijn op een abnormale gebeurtenis. Het lesprogramma legt dat helder uit, zonder oordeel. Dat geeft rust en biedt handvatten om verder te gaan.”

Stressklachten niet negeren

Maar hoe normaal die reacties ook mogen zijn: het is riskant om stressklachten te negeren, weet Wagemakers. “Als je die stress niet kunt ontladen of er niet over kunt praten, kan het zich vastzetten en op termijn voor grotere problemen zorgen. Daarom is het zo belangrijk om tijdig te praten en hulp te zoeken.” Hij benadrukt ook het belang van veerkracht. “Ieder mens beschikt over een zekere mate van veerkracht en kan herstellen van ingrijpende gebeurtenissen, mits er voldoende ruimte is om het verhaal te delen en de ervaring te verwerken.” Daar hoort dus ook uitleg bij. Wat zijn normale reacties op abnormale gebeurtenissen? Hoe monitor je of de stressklachten voldoende afnemen? Wanneer is een verwijzing naar verdergaande hulp nodig?

Juridische dienstverlening

Slachtofferhulp Nederland helpt jaarlijks honderdduizenden mensen met emotionele ondersteuning en juridische dienstverlening. Het online programma brengt die kennis nu rechtstreeks naar het mbo. “We hopen dat docenten dit programma gebruiken om gesprekken met studenten op gang te brengen”, zegt Wagemakers. “En dat studenten zich hierdoor meer gehoord en begrepen voelen, maar ook weten waar ze terecht kunnen.”

Docenten spelen een belangrijke rol in het signaleren en bespreekbaar maken van problemen. Het lesprogramma biedt ook tools voor hen. Wagemakers: “Het is niet de bedoeling dat een docent de rol van hulpverlener overneemt. Wel kunnen ze leerlingen de weg wijzen naar de juiste instanties.” Voor docenten is extra ondersteuning beschikbaar via een speciaal platform voor professionals. Daar kunnen zij informatie en tools vinden om het gesprek in de klas te begeleiden.

Aanmelden en gebruik

Het lesprogramma voor studenten is gratis beschikbaar en eenvoudig in gebruik. Het is direct te integreren in lessen over burgerschap of welzijn. Ook kunnen studenten zelfstandig aan de slag. Slachtofferhulp Nederland hoopt dat zoveel mogelijk mbo-scholen dit programma oppakken. “We willen dat jongeren weten: je staat er niet alleen voor”, zegt Wagemakers. “Of het nu gaat om emotionele steun, juridische hulp of gewoon een luisterend oor. Wij zijn er voor je.”

Benieuwd naar het lesprogramma?

Ga naar www.onderwijsinformatie.nl/slachtofferhulp en ontdek hoe je jouw studenten helpt om veerkrachtig en zelfverzekerd om te gaan met ingrijpende gebeurtenissen. Ook aanmelden voor het lesprogramma kan via deze website.

10 vragen over de MBO Cultuurkaart

Na een succesvolle pilot MBO Cultuurkaart in 2023-2024 heeft het ministerie van OCW besloten dat de MBO Cultuurkaart een structureel vervolg krijgt. Maar wat houdt de MBO Cultuurkaart in? Wij vatten de 10 meest gestelde vragen over de MBO Cultuurkaart samen!

1. Wat is de MBO Cultuurkaart?

Via de Cultuurkaart stelt het ministerie van OCW geld beschikbaar dat gebruikt kan worden om culturele activiteiten te organiseren binnen alle vakken. Scholen ontvangen per student een bedrag: het Cultuurkaart-budget.Het totale Cultuurkaart-budget kan worden gebruikt om het aanbod van culturele en maatschappelijke organisaties in te zetten in de lessen. Deze organisaties en instellingen worden Cultuurkaart-acceptanten genoemd.

2. Voor wie is de MBO Cultuurkaart?

Alle mbo’s in Nederland kunnen deelnemen aan deze regeling. Ook de studenten profiteren hiervan: zij ontvangen een CJP-lidmaatschap. Hiermee krijgen zij korting op concerten, musicals, festivals, expo’s, lifestyle en meer!

3. Hoe werkt de MBO Cultuurkaart?

Alleen deelnemende scholen ontvangen het Cultuurkaart-budget. Deelnemen kan op twee manieren.

1. Cultuurkaart-budget met bijdrage school

De school maakt optimaal gebruik van de voordelen. In 2025 stelt de school een bedrag beschikbaar van € 11,50 per student. Het ministerie van OCW legt daar € 5,75 per student bij, zodat een totaal van € 17,25 kan worden uitgegeven door de school. Dit budget is geldig t/m het einde van het kalenderjaar.

2. Cultuurkaart-budget zonder bijdrage school

De school vraagt de Cultuurkaart aan voor € 2,75 aan administratiekosten per student. Het ministerie van OCW stelt dan een tegoed van € 5,75 beschikbaar, dat alleen door de individuele student kan worden besteed. Het is dus niet mogelijk om het budget klassikaal te besteden.

4. Wat zijn de voordelen van de MBO Cultuurkaart?

Simpel! De MBO Cultuurkaart zorgt voor extra financiële middelen.

Daar komt dan nog bij:

• De euro’s die niet geclaimd zijn omdat er nog niet voor alle studenten in Nederland een Cultuurkaartbudget wordt aangevraagd, worden verdeeld over de deelnemende scholen mét een bijdrage school. Met deze herverdeling van de gelden komt er bovenop de initiële € 5,75 gemiddeld nog eens € 1,50 per student beschikbaar.

• Studenten van scholen met bijdrage school krijgen een gratis CJP. Hiermee krijgen zij korting op concerten, musicals, festivals, expo’s, lifestyle en meer!

• De MBO Cultuurkaart geeft docenten de kans om lessen te verrijken, interessanter en pakkender te maken met een professioneel aanbod van maatschappelijk/culturele organisaties.

5. Waar kan ik het MBO Cultuurkaart-budget aan uitgeven?

Het Cultuurkaart-budget kan uitgeven worden bij meer dan 1700 Cultuurkaart-acceptanten. We zien ook dat instellingen en organisaties zich hebben ingezet om passend aanbod te ontwikkelen voor mbo-studenten.

6. Mijn school deed mee aan de pilot, wat gebeurt er nu?

Scholen die deelnamen in de pilot kunnen op het bestaande account van de school op scholen.cjp.nl budget voor 2025 aanvragen. Als in de pilot gebleken is dat de account-structuur niet de meest optimale is, dan kan dat veranderd worden. Neem hiervoor contact op met jennet@cjp.nl

Is niet al het budget uitgegeven in de pilot? Het ministerie van OCW heeft toestemming gegeven om het ‘restant budget’ van de pilot ook in 2025 beschikbaar te stellen, mits de school weer deelneemt door een nieuwe Cultuurkaart-bestelling voor 2025 te plaatsen. Het restant uit 2024 wordt vlak daarna ook in het budget gestort.

7. Mijn school deed niet mee aan de pilot, hoe meldt ik een school aan?

Mail voor meer inhoudelijke informatie of hulp bij het aanmelden naar jennet@cjp.nl.

1. De school maakt een schoolaccount aan op scholen.cjp.nl . Dit wordt gedaan door de budgethouder. Deze persoon is de contactpersoon voor CJP, verzorgt de deelname en beheert het budget en de student- en docentgegevens.

2. Het Cultuurkaart-budget kan besteld worden. Om nog in 2025 gebruik te kunnen maken hiervan, dient de bestelling vóór 15 maart geplaatst te worden.

3. Het Cultuurkaart-budget kan worden besteed aan cultuuronderwijs in de lessen. Daarbij kunnen studenten zodra ze hun lidmaatschap activeren genieten van de voordelen van hun CJP!

8. Bij wie kan ik terecht voor advies?

1. CJP. Voor praktische informatie, maar ook informatie over het aanbod.

2. Plaatselijke culturele instellingen.

3. Regionale ondersteuners in het kader van de regeling Cultuureducatie met kwaliteit. Op cultuureducatiemetkwaliteit.nl zie je welke instelling jou in de regio kan ondersteunen.

4. LKCA.nl is het landelijk kenniscentrum voor Cultuureducatie en amateurkunst. De delen informatie en kennis over bijvoorbeeld CKV, de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit,curriculumontwikkeling en veel meer, voor het gehele onderwijs.

9. Wat zijn de belangrijkste lessen uit de pilot?

Bij CJP hebben we veel geleerd van de pilot. Het Cultuurkaart-systeem wordt al 25 jaar ingezet in het voortgezet onderwijs, maar voor het mbo bleek op sommige onderdelen een andere aanpak nodig. Zo bleek Cultuuronderwijs in het mbo meer dan een doel op zichzelf en werden kunst en cultuur ook vaker ingezet om studenten te verbinden en te laten groeien in hun burgerschap. Van technische workshops tot theatervoorstellingen over maatschappelijke thema’s, het aanbod moest breder en diverser zijn.

We kijken terug op een succesvolle pilot:

• 80% van de MBO-scholen deden mee en bestelden budget voor 50% van de studenten

• Meer dan 3000 activiteiten bij 500 culturele instellingen

• In totaal hadden 326.000 studenten een culturele ervaring

• 85% van het beschikbare budget werd besteed

10. Wat is de toekomst van de Cultuurkaart in het mbo?

CJP gaat na de pilot verder bouwen. Onze doelen voor 2025-2029 zijn helder:

• Behoud en groei van deelnemers: We blijven scholen ondersteunen om kunst en cultuur structureel te integreren.

• Regionale ongelijkheid aanpakken: Vooral in het zuiden is er nog werk aan de winkel.

• Samenwerking met gemeenten en private partijen uitbreiden: Denk aan gemeentes zoals Groningen en Den Haag, waar al goede resultaten zijn geboekt.

• Een uniforme kortingsstructuur: Dit versterkt de culturele sector en maakt cultuur nog toegankelijker voor de individuele studenten

• Beter gebruik van data: Onze systemen leveren waardevolle inzichten op die we willen benutten voor beleid en evaluatie.

Stemmen heeft toch geen zin

“Stemmen? Waarom zou ik? Heeft toch geen zin”, zegt een student tijdens de burgerschapsles. Een groot deel van de klas knikt mee. “Waarom denk je dat het geen zin heeft?”, reageert de docent. “Ze luisteren toch niet naar ons”, krijgt hij als antwoord. Een ander plakt daar achteraan: “Ze doen niks voor ons. Ze komen hier nooit langs, maar gaan wel bij de universiteit kijken. Ze weten niet wat wij willen en het boeit ze ook niet.”

Als docent Burgerschap sta je soms voor een lastige taak. Je wil de studenten iets meegeven: kennis over de democratie, hoop, vaardigheden om hun stem te laten horen en democratische invloed uit te oefenen. Tegelijkertijd snap je ook waar hun desinteresse en teleurstelling vandaan komt. In de Tweede Kamer zitten nauwelijks mensen met een MBO-achtergrond die uit eigen ervaring weten hoe woningnood, stagediscriminatie of klimaatcrisis de studenten raakt. Verder hebben de toeslagenaffaire, stikstof- en coronabeleid het vertrouwen in politici geen goed gedaan. Daarbovenop hebben we nu ook nog een regering die Nederlanders met een migratieachtergrond als tweederangsburger wegzet en zelfs dreigt hun paspoort af te pakken. MBO’ers voelen zich dan ook niet erg serieus genomen door de politici, blijkt ook steeds opnieuw uit onderzoek (Scan de QR-code).

Hoe bereik je als docent toch die teleurgestelde studenten?

Het start met een goed gesprek vanuit inlevingsvermogen. Geen preek of lesje, maar met open vragen en goed luisteren proberen te begrijpen waarover je studenten teleurgesteld zijn. Dat betekent je eigen mening even tussen haakjes zetten en vanuit nieuwsgierigheid doorvragen. Inventariseer vervolgens wat jouw studenten graag anders zouden willen. Maak daarvoor goede gespreksafspraken: we beledigen niemand! Staat er een mooie lijst op het bord? Laat de klas dan samen de belangrijkste 3-5 onderwerpen kiezen. Bespreek ook wie er eigenlijk beslissingen maakt over die onderwerpen: de gemeente, de provincie, de Rijksoverheid? (Gaat het om woningen, dan moet je bij de gemeente zijn. Gaat het over stagediscriminatie, dan heb je meer aan de Rijksoverheid. Is stikstof je zorg?

Daarover gaat vooral de provincie.)

De volgende stap is studenten zélf laten nadenken over oplossingen. Geef ze mee dat een oplossing pas werkt als niet alleen jijzelf er beter van wordt. En een oplossing die de wet overtreedt of mensenrechten van anderen schaadt, kan ook niet. Zorg ook dat je fact-checkt: als studenten denken dat een migratiestop de woningnood zou oplossen, is het een goed idee om de migratiecijfers naast de woningcijfers te leggen om te laten zien dat dat niet klopt.

Laat je studenten voorbeelden zien of zoeken van een actie die tot verandering leidde. Denk aan de campagne Stem op een Vrouw, de acties van Nederland wordt Beter, de boerenprotesten tegen het stikstofbeleid en het werk van Controle-Alt-Delete. Dit ter inspiratie voor de laatste, belangrijkste stap: Zelf actie ondernemen en invloed uitoefenen! Die brief schrijven aan een politieke partij, een postercampagne starten in de school, inspreken bij de gemeente, een brief insturen naar de krant, een buurtactie beginnen of een vlog maken. Laat ze ervaren dat hun mening er wél toe doet. Hoop en geloof in eigen kunnen, groeien nu eenmaal niet door thuis te zitten balen, maar door samen verschil te maken.

Hulp nodig om studenten tot actie aan te zetten? Kijk dan ook eens op de website van Stichting Stadslab: hetstadslab.nl

Gezonde School inspireert je tot bewustwording, actie én succes

Hoe maak je gezond leven, leren en ontwikkelen voor al je studenten vanzelfsprekend? Het ROC van Twente en Deltion College in Zwolle laten

zien hoe de Gezonde School-aanpak bij hen echt het verschil maakt.

“Wij vinden het heel belangrijk dat onze studenten bewegen. Dat doen ze dan ook allemaal, in onze speciale klassikale- en sportkeuzelessen. Daar zijn we heel trots op!” Aan het woord is Suzette Kaper, manager van SportEC, het Sport Expertise Centrum van het Deltion College in Zwolle. “Trots zijn we ook op de Social Hub, de perfecte plek voor studenten om te chillen, te tafeltennissen en te poolen, maar vooral om te socializen. Dit komt hun welbevinden ten goede.”

De Gezonde School-aanpak zorgt voor een brede kijk op gezond leven, leren en ontwikkelen

Zo verslapt de aandacht voor gezondheidsthema’s niet

Het Deltion College werkt met de Gezonde Schoolaanpak. Met deze beproefde aanpak komt een zelfgekozen gezondheidsthema terug in educatie, schoolomgeving, signalering en beleid. “Bij ons zijn dat bijvoorbeeld Bewegen en sport en Welbevinden”, vertelt Suzette. “Ook het thema Roken, alcohol- en drugspreventie is voor ons belangrijk. De Gezonde School-aanpak zorgt voor een brede kijk op gezond leven, leren en ontwikkelen, zoals voorlichting tijdens lessen, deelname aan Stoptober en rookvrije zones op het schoolplein. De thema’s maken onderdeel uit van ons schoolbeleid, zodat de aandacht niet verslapt.”

Leren wat gezond eten is in een virtuele supermarkt

Die structurele en schoolbrede aanpak is precies waardoor de Gezonde School-aanpak zo effectief is. Dit weet ook Judith Kamphuis, Gezonde Schoolcoördinator, docent en trainer positieve gezondheid bij ROC van Twente. “De integrale aanpak zorgt ervoor dat de gekozen thema’s voortdurend hoog op de agenda blijven. Zo hebben we al een themacertificaat voor Voeding en zijn we onlangs nog de verdieping ingegaan door het ontwikkelen van een virtuele supermarkt. Zo leren studenten wat gezonde voeding is door virtueel een supermarkt te doorlopen en zelf reflecterende opdrachten te maken met een werkboekje. Studenten zijn daar super enthousiast over.”

Practice what you preach: zo vergroot je het draagvlak

Het ROC van Twente besteedt ook aandacht aan vitaliteit van medewerkers. “Dit vergroot het draagvlak. Bovendien: Practice what you preach. Daarom organiseren wij bijvoorbeeld een dag waarop medewerkers gerechten meenemen met een gezonde touch om elkaar te inspireren. In de bufferweken doen studenten dit ook.” Het Deltion College zet zich eveneens in voor de vitaliteit van medewerkers. “Niet alleen de studenten maar iedereen kan gratis sporten.”

Hoe verdeel je de verantwoordelijkheid?

Om de betrokkenheid in de hele school te vergroten, is de verantwoordelijkheid voor de gezondheidsthema’s bij het Deltion College verdeeld over verschillende teams/diensten. Het ROC van Twente werkt daarentegen met thematische werkgroepen. Judith: “Zo hebben we er onlangs een opgericht voor Relaties en seksualiteit, om dat onderwerp verder uit te diepen. En zullen we uiteindelijk concrete stappen gaan nemen om ook dit thema te integreren in het schoolbeleid.”

Tips

• Gebruik Gezonde School als meetpunt voor succes en verdere verbeteringen.

• Neem input van studenten mee in je gezondheidsbeleid: vraag via een studentenarena of de studentenraad de stem van de student op.

• Organiseer thema-gerelateerde teamactiviteiten, dit zorgt voor draagvlak.

• Verdiep en verbreed de gezondheidsthema’s waar je aan werkt met leuke, extra projecten die niet alleen horizontaal, maar ook verticaal door de school lopen.

Geef werken aan gezondheid en welbevinden dat extra zetje, ga naar www.gezondeschool.nl/aanpakken-maar of scan de QR-code:

Deltion College, Zwolle

“Meneer, heb je gezien wat die boys in Amsterdam hebben gedaan? Ze hebben die Israëliërs toch maar mooi klop gegeven, hè?!”

Trots komt Bart de klas in lopen. Het is de dag

na de rellen in Amsterdam rondom de wedstrijd

Ajax - Maccabi. Bart was er zelf niet bij, maar steunt de aanvallen op de Israëlische supporters: “Voor de volle 100 procent.”

Hoe je in gesprek blijft met studenten die anders denken

De polarisatie voorbij

Wat doe je als je in de klas geconfronteerd wordt met gepolariseerde meningen waarvan je nekharen overeind gaan staan? Hoe zorg je er in die situaties toch voor dat je menselijk contact en wederzijds respect behoudt? We spraken erover met Karim Amghar, tv- en radiomaker, schrijver én docent burgerschap op het mbo.

Tekst: Judith Kimenai Karim ziet de klas als mini-samenleving. Het vak burgerschap leent zich volgens hem uitstekend om dingen uit te proberen. “Wij kunnen studenten de ruimte geven om de problemen in de samenleving te ervaren, te voelen en te proeven. Studenten kunnen hier relatief veilig clashen, zich boos voelen, de klas uit rennen en ook weer terugkomen. Daarnaast kunnen we studenten leren waarom het belangrijk is om kritisch te zijn. Niet selectief kritisch, maar overal en altijd. Spannende gesprekken horen daar juist bij.”

Emotioneel betrokken

Lastige gesprekken schuwt Karim dan ook niet. In zijn carrière als docent heeft hij er talloze gevoerd. Dat ging niet altijd vlekkeloos. Karim vertelt: “Toen ik begon met lesgeven, waren mijn mening en emotie heel belangrijk in het gesprek. Ik liet me bewegen in onderwerpen die mij raken: religie, voetbal, roots, etniciteit … Hoe meer ik emotioneel betrokken was bij het onderwerp, hoe meer ik als leerkracht de controle verloor.”

“Inmiddels weet ik dat mijn mening irrelevant is. Het gaat bij burgerschap niet om het halen van je gelijk. Je wilt juist zorgen dat je de potentie van studenten alle kans geeft om te groeien. Dat doe je door ze vaardigheden te leren. Door de jaren heen leerde ik werkvormen die daaraan bijdragen. Daarnaast lukt het me

Hoe meer ik emotioneel betrokken was bij het onderwerp, hoe meer ik als leerkracht de controle verloor

langzaamaan het grotere plaatje van het onderwijs te zien. Je wilt deze studenten voorbereiden op de samenleving. Dát is belangrijk.”

De talking stick

Karim wacht niet af tot een situatie in de klas escaleert. In plaats daarvan zet hij actief werkvormen in om gesprekken over lastige onderwerpen op gang te brengen. “Ik gebruik regelmatig de talking stick methodiek. De klas gaat dan in een cirkel zitten. In het midden ligt een praatstok. Ik stel een vraag of geef een stelling, waarop de studenten moeten reageren. De eerste student die wil reageren, pakt de stok op en geeft antwoord. De rest van de groep luistert in stilte. Als de student klaar is met praten, mogen medestudenten alleen verdiepende vragen stellen, geen sturende. Vervolgens gaat de stok met de klok mee de cirkel rond, zodat iedereen rustig zijn verhaal kan doen. Deze methodiek werkt, omdat iedereen zich gehoord voelt en omdat studenten soms het perspectief van een leeftijdsgenoot nodig hebben. Dat heeft veel meer invloed dan een docent die vertelt wat wel en niet goed is.”

Common ground

Andere methodieken die Karim regelmatig inzet, zijn:

• Deep democracy

Deze methode moedigt studenten aan om naar elkaar te luisteren, ook en juist naar de stemmen die normaal gesproken ondergesneeuwd raken.

• Het socratisch gesprek

Dit is een gespreksvorm waarbij deelnemers gezamenlijk een begrip of stelling onderzoeken. Dat doen ze door elkaar systematisch kritische vragen te stellen en elkaars argumenten te bevragen.

• Werkvormen uit de kunst- en cultuureducatie

Denk aan spoken word, theatervormen, een rap schrijven of moodboards maken

De basis van alle werkvormen die Karim inzet, is steeds hetzelfde: common ground bouwen. “Ik neem altijd een hele waardevolle uitspraak van Bart Brandsma ter harte als het om lastige thema’s gaat. Hij is polarisatie-expert en zegt: ‘Focus op verschil is brandstof om te polariseren.’ Hij bedoelt daarmee dat een gesprek nergens toe leidt als je meteen over de verschillen begint, bijvoorbeeld tussen religieuze en niet-religieuze mensen. Je kunt beter eerst de overeenkomsten bespreken die je samen deelt. Dan is er daarna veel meer ruimte voor elkaars mening, ook over de moeilijke onderwerpen.”

Nieuw perspectief

Dat de insteek van Karim werkt, bleek onder andere na de rellen in Amsterdam. “Wat ik mijn studenten die dag duidelijk wilde maken, was dat de actie van de jongeren in Amsterdam een consequentie had. Dat de Joods-Nederlandse mensen zich onveilig voelden. Dat kon ik wel vertellen, maar dan zouden ze het niet voelen. Daarom heb ik toen met de klas een dialoog gevoerd op basis van raps of spoken words die de jongeren zelf moesten zoeken. In hun zoektocht naar de juiste tekst gaf ik hen dit mee: Ga op zoek naar het gevoel dat je zelf zou hebben gehad als dit om jouw eigen community was gegaan.”

Karim sluit af: “Na de les kwam Bart bij mij terug, en hij zei: ‘Als mijn zus en mijn moeder zich onveilig zouden voelen op straat, om welke reden dan ook, dan zou ik daar kapot aan gaan.’ Deze les had hem een nieuw perspectief geboden. En dat is wat ik altijd wil bereiken.”

Foto: Jacques TillmannsFoto Focus

Fintech: kansen en risico’s voor jongeren

Een Tikkie sturen, met je telefoon betalen of via een app cryptovaluta kopen: jongeren maken graag gebruik van innovatieve technologieën. Dit zorgt voor financieel gemak, maar kan ook leiden tot onverantwoorde leningen, impulsieve uitgaven en fraude. Hoe maken we jongeren financieel bewust? Experts van De Nederlandsche Bank (DNB), de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) geven uitleg en roepen op hiermee aan de slag te gaan tijdens de Week van het geld.

Fintech staat voor ‘financiële technologie’: innovatieve toepassingen waarmee je je geld op slimme of gemakkelijke manieren kunt beheren. Zo vraag je via een betaalverzoek eenvoudig je geld terug of betaal je contactloos via telefoon, smartwatch of bankpas. Ook zorgen apps ervoor dat je eenvoudig je bankzaken kunt beheren of kunt starten met beleggen. Zo kan fintech bijdragen aan het vergroten van financieel bewustzijn. De techniek werkt comfortabel, snel en veilig. Maar het gebruik ervan vraagt om verantwoordelijkheid en doordachte keuzes.

Bewust beleggen: kansen en uitdagingen Stephanie van Löben Sels, toezichthouder bij de AFM, ziet dat fintech jongeren kansen biedt om financieel bewust te worden. “Apps maken betalen en beleggen laagdrempelig. Jongeren kunnen leren hoe ze verantwoord geld met geld kunnen maken, bijvoorbeeld door beleggingen te spreiden en niet alles in te zetten op één investering.”

Toch ziet ze een belangrijk verschil tussen beleggen en crypto. “Bij beleggen in aandelen investeer je in bedrijven met een onderliggende waarde. Cryptovaluta, zoals Bitcoin, zijn extreem gevoelig voor schommelingen. De waarde wordt enkel bepaald door vraag en aanbod, wat het risicovoller maakt.”

Stephanie van Löben Sels

Als toezichthouder let AFM op verantwoord gedrag bij fintech-aanbieders. AFM kijkt bijvoorbeeld naar de teksten en de vormgeving van apps en websites.

“We grijpen in als klanten onder druk worden gezet om producten of diensten af te nemen. Het moet voor de klant altijd duidelijk zijn dat grote winsten vaak met grote risico’s komen. Zeker jongeren hebben last van FOMO-gedrag: fear-of-missing-out, het idee dat ze iets missen als ze niet nu instappen. Dit kan ertoe leiden dat je ondoordacht meer investeert en grotere risico’s neemt dan je normaal zou hebben gedaan.” Van Löben Sels ziet een belangrijke rol voor scholen om hiermee aan de slag te gaan tijdens de Week van het geld. “Langetermijndenken is cruciaal bij sparen, investeren en verantwoord omgaan met geld. Daarom geven we met de Week van het geld de gratis gastles ‘Handelen in crypto’s of beleggen’, die mbo-docenten kunnen aanvragen voor hun klas. Zo krijgen studenten meer inzicht in de kansen en risico’s van fintech.”

Alertheid gevraagd

Adviseur Frank van Dunné van DNB ziet jongeren enthousiast gebruikmaken van fintech-toepassingen. “Gemak speelt een grote rol, vooral online. Je betaalt snel en eenvoudig of pas achteraf via kredietmodellen als Buy Now, Pay Later.” Met name webwinkels spelen daarop in. Van Dunné waarschuwt: “Het gemak kan leiden tot onverantwoorde uitgaven. Met name

Frank van Dunné

HOE MAAK JIJ JE WAAR? GELDDROMEN

jongeren hebben vaak moeite om toekomstige kosten goed in te schatten, wat kan leiden tot schulden.” Hij pleit daarom voor transparantie. “Jongeren moeten weten dat webwinkels verdienen aan leningen en dat het niet tijdig aflossen van leningen vervelende consequenties kan hebben.” Voorbeelden waarbij fintech-technologie wordt misbruikt zijn er ook. Van Dunné: “Neem nepwebwinkels: websites die goedkoop gewilde producten aanbieden maar niets leveren na betaling. Of WhatsApp-fraude: iemand die zich voordoet als een vriend of familielid vraagt via een nieuw nummer snel geld over te maken voor een ‘noodsituatie’. Ook is er regelmatig sprake van investeringsfraude via social media: influencers beloven dan ten onrechte snelle winsten met crypto of andere beleggingen.”

“Op scholen kan meer aandacht besteed worden aan de voor- en nadelen van fintech”, vervolgt Van Dunné. “Laat jongeren nadenken over hoe snel schulden kunnen toenemen of wat cryptohandel inhoudt. Door praktijkvoorbeelden en ervaringen te delen, verbeter je hun financiële geletterdheid.”

Jongeren en cybercrime

Marco Doeland, teamleider veiligheidszaken bij de NVB, benadrukt dat jongeren extra kwetsbaar zijn voor online fraude. “Cijfers van het CBS tonen aan dat 18 procent van de jongeren tussen 15 en 25 jaar slachtoffer wordt van online criminaliteit, zoals aankoop- en verkoopfraude via nepwebwinkels die bijvoorbeeld uitverkochte sneakers aanbieden.”

Volgens Doeland is financiële educatie belangrijk om jongeren hierop alert te maken. “Het speelt vooral rondom gewilde producten. Een cryptomunt voor de helft van de prijs of een telefoon die te mooi is om waar te zijn. Zulke voorbeelden helpen jongeren met kritisch nadenken.” Fraudeurs spelen slim in op de angst van jongeren om buiten de groep te vallen, vertelt Doeland. “Via social media en nepadvertenties verleiden ze jongeren met waanzinnige aanbiedingen. Het probleem zit niet bij de veilige betaaltechnologie, maar dat gebruikers onder verkeerde voorwendselen worden verleid geld over te maken aan webwinkels of organisaties, beheerd door fraudeurs.”

Doeland adviseert jongeren om verdachte websites of advertenties te controleren op fraude via veiliginternetnetten.nl of de politie. “Bescherm je apparaat, gebruik pincodes of FaceID en houd software up-to-date. Wees ook kritisch op influencers en advertenties die het kopen van bijvoorbeeld crypto aanprijzen. Ik snap dat jongeren graag experimenteren, maar ken de risico’s en gebruik alleen geld dat je kunt missen. Tijdens de Week van het geld geven we hier speciale gastlessen over die docenten gratis kunnen aanvragen.”

24 t/m 28 maart 2025

Gastles of themapakket aanvragen

Doe mee met de Week van het geld en vraag voor jouw klas een gratis gastles of themapakket aan.

Ga naar weekvanhetgeld.nl/mbo of scan de QR-code !

Marco Doeland

Zo maak je burgerschap boeiend

Hoe maak je de lessen burgerschap boeiend voor je studenten?

Samen met het Kohnstamm Instituut gingen Lianne van de Maat en Jan Wolf, beiden docent burgerschap in het mbo, met deze vraag aan de slag.

Tekst: Klaske Delhij

Veel mbo-docenten merkten dat hun studenten weinig gemotiveerd waren door de lessen burgerschap. De lesmethodes waren te theoretisch, weinig verbonden met de beroepspraktijk en sloten niet aan bij de leefwereld van studenten. Reden voor het Kohnstamm Instituut om met docenten van vier mbo-instellingen te onderzoeken hoe je deze lessen boeiender kunt maken. Hieruit vloeide de docentenhandreiking ‘Boeiende burgerschapslessen’ voort en werden voor alle vier dimensies burgerschapslessen ontwikkeld die online beschikbaar zijn. Belangrijke factoren om de lessen boeiender te maken, zijn: het gebruik van verschillende werkvormen en het ondersteunen van de autonomie van de student (zoals keuzevrijheid), het bieden van structuur (heldere doelen, stapsgewijze aanpak) en het stimuleren van sociale verbondenheid.

18+ en financieel volwassen

Lianne van de Maat, docent Nederlands en burgerschap bij de opleiding Zakelijke Dienstverlening aan ROC Twente, ontwikkelde tijdens het onderzoek de lessenserie ‘18+ en financieel volwassen’. In zes tot acht lessen worden onderwerpen besproken waar studenten mee te

Lianne van de Maat

maken krijgen als ze 18 jaar worden. “Voor de studenten én hun gezin verandert er nogal wat als ze 18 worden”, vertelt ze. “Ze krijgen studiefinanciering en moeten ineens ook zelf een zorgverzekering afsluiten en lesgeld en schoolboeken betalen. Dat zijn ze niet gewend.”

Bank-app

Om aan te sluiten bij hun leefwereld laat Lianne de studenten een begroting maken van hun eigen

inkomsten en uitgaven. “We brainstormen samen: Heb je studiefinanciering? Of inkomsten uit een bijbaantje? Aan welke zaken geef jij geld uit? Check je bank-app maar eens.” Dat geeft inzicht en herkenning en stimuleert de verbondenheid onderling. In de opdrachten geeft ze keuzevrijheid. “Sommigen willen liever een begroting maken voor als ze het huis uit gaan of later naar het hbo, dat kan ook.” Lianne maakt een koppeling tussen de begroting van haar studenten en die van de overheid. “Ik leg een verband tussen klein en groot.” Zo plaatst ze ervaringen van het individu in een grotere context.

Geldtekort

Lianne: “Aan de hand van de documentaire ‘Schuldig’, over jongeren met schulden, bespreken we ook zaken als geldtekort, schulden en armoede. Je kunt ook stukjes van tv-series gebruiken als ‘Een dubbeltje op z’n kant’ of ‘Steenrijk, straatarm’. Daarover ga ik met de jongeren in gesprek: Wat is het probleem? Wie is er verantwoordelijk? Welke factoren spelen een rol? Herken je dingen uit je eigen omgeving?”

Op de tribune in de rechtbank

Over de verschillende werkvormen vertelt ze: “Vaak is het uitzoekwerk en een klassikaal gesprek, maar we gaan ook samen brainstormen of ik gebruik LessonUp. Bij de politieke dimensie over burgerschap ga ik met de klas naar de Tweede Kamer, bij de juridische dimensie zitten we op de publieke tribune in de rechtbank.” Daarnaast is er soms een theatervoorstelling over jongeren en geld of een gastspreker over een onderwerp dat door de studenten wordt gekozen.

Improviseren

Ook Jan Wolf, senior docent Loopbaan en Burgerschap bij de ICT-opleiding van ROC Aventus, was betrokken bij het onderzoek. Hij ontwikkelde met een collega een lesserie over duurzaamheid en duurzaam gedrag. “Ik ben op een andere manier gaan werken, nog minder theoretisch. Ik voer bijna elke les een klasgesprek en stel vragen als: Wat betekent het voor jou, je eigen leven, je omgeving? Ik bespreek wel een thema, maar als ik merk dat andere onderwerpen meer leven, dan ga ik daarop door. Daarmee maak je het niet altijd makkelijk voor jezelf, want je moet improviseren en flexibel zijn.”

Respect in de klas

Hij geeft opdrachten zodat de studenten elkaar beter leren kennen. “We werken met foto’s van mensen die belangrijk voor hen zijn en ik ga in op: hoe zijn je familieomstandigheden, hoe ben je opgevoed? Ik geef wel aan dat ik persoonlijke vragen stel, maar als een student geen antwoord wil geven, hoeft dat niet. Je moet je veilig voelen. Je hebt altijd jongeren in de klas die zich gemakkelijk uitspreken en heel open zijn, ook over een onderwerp als lhbti. Anderen zijn terughoudender en dat is ook prima. Zij leren op hun eigen manier er ook van. Als iemand een persoonlijke ervaring wil delen, waardeer ik dat zeer. Ik deel ook dingen van mezelf. Ik zeg wel: benader iedereen met respect. En je hoeft ook niet alles te zeggen wat je denkt.”

Actief burgerschap

Studenten moeten daarnaast actief met burgerschap aan de slag. “Eén van de activiteiten is één dag verplicht vrijwilligerswerk. Ik wil dat ze ervaren hoe het is om iets voor een ander te doen. De één helpt zijn buurvrouw met de computer, de ander geeft een training bij z’n sportclub. Een aantal heeft meegedaan aan een schrijfavond voor Amnesty International, waarbij je meer leert over mensenrechten”, vertelt Jan. “Het gaat er om dat je ontdekt wat burgerschap voor jezelf betekent: voor je eigen leven en je omgeving.”

Meer lezen? Scan de QR-codes Handleiding ‘Motiverend burgerschapsonderwijs in het mbo’:

De lessenserie die is ontwikkeld:

Verschil burgerschapsonderwijs mbo en havo/vwo

Al jaren wordt gesproken over de herwaardering van het mbo. Steeds vaker worden de mensen die de meer praktische beroepen uitoefenen geprezen om hun bijdrage aan onze samenleving. Met positief gevolg: in drie jaar tijd is het aantal havisten dat naar een mbo-opleiding doorstroomt meer dan verdubbeld. Mbo-studenten en hun bijdragen worden (eindelijk) serieus genomen. Of is dat maar schijn?

Ondanks het positieve geluid over bovengenoemde ontwikkeling worden mbo-studenten als het gaat om burgerschapsonderwijs nog steeds anders behandeld dan hun leeftijdsgenoten. Jongeren op de havo en het vwo krijgen burgerschapsonderwijs gericht op het vormen van de samenleving: hoe zouden zij willen dat de samenleving eruit ziet? Wat vinden zij een rechtvaardige inrichting van de samenleving en hoe zouden zij dit kunnen bereiken?

Studenten in het mbo krijgen vaak een ander type burgerschapsonderwijs, gericht op het voegen naar de samenleving. De samenleving is op een bepaalde manier ingericht en mbo’ers moeten leren om zich hierin te gedragen.

Nieuwelink spreekt over dit onderscheid in zijn lectorale rede1. Uit onderzoek blijkt dat juist mensen met een mbo-achtergrond minder politiek zelfvertrouwen en minder politieke kennis hebben én minder politiek participeren. Juist het onderwijs kan een belangrijke rol spelen in het dichten van die kloof, maar doet op dit moment het tegenovergestelde. Wettelijk gezien moeten mbo-studenten in het burgerschapsonderwijs leren over een gezonde leefstijl. Dat betekent minder tijd voor het bespreken van actuele maatschappelijke of politieke vraagstukken. Leren over een gezonde leefstijl is belangrijk. Maar burgerschap gaat over het bespreken van gevoelige maatschappelijke of politieke vraagstukken. Niet over persoonlijke zaken. Op dit moment mag Iedere docent in het mbo

burgerschapsonderwijs geven. Een lerarenopleiding is niet nodig. Heeft de docent autotechniek een uurtje vrij? Dan kan hij mooi burgerschap geven. Ervaring met het in goede banen leiden van klassengesprekken over gevoelige maatschappelijke onderwerpen of kennis over democratie is blijkbaar niet nodig als je voor een mbo-klas staat. Deze denigrerende insteek heeft volgens ons haar langste tijd gehad.

Al jaren benoemen wij, de vertegenwoordiger van mbo-studenten en docenten, samen met wetenschappers dat er iets moet veranderen. De kwaliteit van het onderwijs staat of valt met de kwaliteit van de docent. Een lerarenopleiding in een vak dat letterlijk de Mens en Maatschappij centraal heeft staan lijkt ons iets dat wij minimaal zouden moeten kunnen verwachten. Mbo-studenten verdienen een goed opgeleide docent. Iemand die vakdidactische kennis en vaardigheden bezit om gesprekken over schurende grondrechten of polariserende onderwerpen te bespreken met studenten. Vakinhoudelijke kennis is essentieel om studenten nieuwe perspectieven te kunnen bieden op democratie.

Inmiddels wordt de politiek langzaam wakker. In een voorstel van toenmalig demissionair minister Dijkgraaf wordt duidelijkheid en samenhang gebracht in wat studenten wettelijk gezien moeten leren als het gaat om burgerschap. Op tafel ligt eindelijk ook de vraag of er eisen moeten worden gesteld aan de deskundigheid van docenten, middels een verplicht extra opleidingstraject voor

docenten zonder relevante vooropleiding. Hoewel dit een stap in de goede richting lijkt, laat dit plan nog zorgelijk veel ruimte voor variatie in duur en inhoud van dit opleidingstraject. Wij pleiten ervoor om een afgeronde leraren-opleiding in de Mens- en Maatschappijvakken (bijvoorbeeld maatschappijleer, geschiedenis, aardrijkskunde, filosofie of economie) te eisen van docenten burgerschap. In deze vakken staan de mens en zijn (maatschappelijke) omgeving, hier en daar, in het verleden, heden en de toekomst centraal. Maatschappelijke of politieke vraagstukken vormen de kern van deze vakken. Dat maakt een bevoegdheid in de Mens- en Maatschappijvakken voor docenten burgerschap cruciaal. Met een lerarenopleiding in de Mens- en Maatschappijvakken hebben docenten aangetoond de minimale vakdidactische kennis en vaardigheden te bezitten die voorwaardelijk zijn om effectief burgerschapsonderwijs te kunnen geven.

Laten we de toenemende waardering voor mbo-opgeleiden doorzetten. Er bestaan geen mbo-burgers en vwoburgers. Laten we dan ook de studenten die burgerschapsonderwijs in het mbo krijgen serieus nemen en hen goed opgeleide docenten gunnen.

Koen Dogterom lerarenopleider maatschappijleer aan de Hogeschool van Amsterdam Ilse Bruls JOBmbo

1 Bron: Nieuwelink, H., (2023). Bevorderen van veerkrachtige democratische gezindheid: een pleidooi voor het versterken van burgerschapsonderwijs. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam.

MBO LESPROGRAMMA

• sluit aan bij het vak Burgerschap

• bestaat uit een tentoonstellingsbezoek en verwerkingsopdracht in onze studio

• wordt begeleid door onze museumdocenten

• bieden wij gratis aan

DUUR: 2,5 UUR

AANTAL: MAX. 30 STUDENTEN

KOSTEN: GEEN

Het MBO-lesprogramma wordt in 2025 aangeboden bij de tentoonstellingen:

VAN REMBRANDT TOT VERMEER

MEESTERWERKEN VAN THE LEIDEN COLLECTION 10 apr – 24 aug 2025

BRANCUSI

SCULPTUREN UIT HET

CENTRE POMPIDOU 20 sep 2025 - 18 jan 2026

Meer weten of reserveren? educatie@hartmuseum.nl 020 530 87 55 www.hartmuseum.nl/educatie

H’ART Museum (Amstel 51) in Amsterdam Centrum naast metrohalte Waterlooplein

We zien jullie in H’ART Museum!

Studenten vergroten hun impact in MDT door zelfregulatie!

Zelfregulerend leren, Oracy en Maatschappelijke Diensttijd

Hoe kun je studenten tijdens hun MDT-reis actief begeleiden als leercoach?

Voor docenten burgerschap en LOB van een ROC ontwikkelden Ariena Verbaan en Miriam Op de Beek beiden adviseur en trainer bij CPS, een inspirerend professionaliseringstraject om studenten actief te leren werken aan waardevolle competenties als motivatie, zelfregulatie en presentatie. Competenties waarmee zij proactieve, betrokken en zelfverzekerde studenten zullen worden, die klaar zijn voor de maatschappij van nu en de toekomst.

Loopbaan & Burgerschap en CPS

Hoe kunnen we jongeren actief betrekken bij de samenleving van nu en morgen?

Op het ROC werken de studenten gedurende een aantal weken in challenges aan hun maatschappelijke diensttijd (MDT). Zij zetten zich voor een paar uur per week vrijwillig in voor een ander. Ondertussen ontdekken ze hun kwaliteiten, waarden en ontmoeten zij anderen. Zo oefenen ze in het nemen van verantwoordelijkheid, het zichzelf aansturen en ontdekken ze wat zij belangrijk vinden. Maar ook waar ze een positieve impact kunnen maken in de maatschappij.

Zelfregulatie zorgt ervoor dat studenten in verschillende situaties en contexten weten welke strategie of aanpak hen het best helpt. Juist daarom is het opdoen van praktijkervaring in de challenge erg waardevol. Van proberen kun je immers leren!

Alix en Mare zijn er vol van. De gedachte aan een challenge voor hun MDT, gaf hen aanvankelijk weinig motivatie en energie. Een beetje vreemd en ongemakkelijk, zo voelde het. En impact maken? Wat is dat eigenlijk, waarom zouden we dat doen en daarover nadenken? Nu kijken ze vol trots terug op hun MDT.

Alix: “Ik weet nu wat ik kan en welke kwaliteiten ik heb. Dat ik impact kan hebben en mezelf kan aansturen in een project. Echt een mooie ervaring.”

Mare: “Ik was altijd best wel stil, maar ik heb geleerd om mijn stem te laten horen! Dat heeft me meer zelfvertrouwen gegeven.”

Hoe kunnen docenten studenten begeleiden om meer proactieve, betrokken, zelfverzekerde en zelfregulerende studenten te worden? Om studenten deze ervaring op te laten doen, hebben de docenten een MDT-lesprogramma ontwikkeld. Maar dat betekent niet altijd dat studenten uit zichzelf in actie komen. Hoe je studenten daarin actief begeleidt als leercoach, leerden de docenten in hun eigen MDT-reis. Tijdens dit professionaliseringstraject leerden zij studenten effectief en actief te begeleiden en te coachen. Het programma bestond uit drie essentiële aspecten van zelfregulatie:

1. Metacognitieve zelfregulatie: het voorbereiden, monitoren en evalueren van de zelfsturingsprocessen tijdens de challenge.

Docenten leerden de studenten actief te begeleiden naar zelfregulerend leren met hét ABCDE van de leercoach. Welke strategieën zijn er voor studenten om zichzelf aan te sturen? Hoe komen studenten tot zelfregulatie?

2. Motivationele zelfregulatie: het monitoren en beïnvloeden van motivatie, gevoelens en gedrag tijdens de challenge.

Hoe leer je studenten door te zetten in de challenge als het tegenzit? Hoe leer je ze veerkrachtig om te gaan met tegenslag? Om op een goede manier te bouwen aan veerkracht en zelfvertrouwen tijdens de challenges, zijn strategieën voor need crafting toegevoegd aan het repertoire van de docenten. Need crafting leert om studenten zelf te voorzien in hun dagelijkse behoeften op het gebied van Autonomie, verBondenheid en Competentie. Hoe kunnen studenten hun eigen ABC-batterij vullen?

3. Oracy: het vermogen om op een effectieve manier te spreken, te denken en te luisteren tijdens de challenge.

We stonden stil bij het belang van mondelinge taalvaardigheid (Oracy). Jezelf en je denken reguleren en aansturen vraagt om innerlijke taalvaardigheid. Daarnaast vragen de challenges ook om zelfvertrouwen in het spreken. Het waarderen van de stem en ideeën van studenten staat tijdens Oracy centraal. Waar kan en wil je het verschil en impact maken? Met behulp van het raamwerk van Oracy, ontwikkeld door de Universiteit van Cambrigde

Ariena Verbaan was adviseur bij CPS en ondersteunde scholen op het gebied van leren: de leercoach, het ontwerpen van flexibele leeromgevingen en leiderschap.

Miriam Op de Beek is adviseur en trainer bij CPS en heeft veel ervaring op het gebied van Oracy, spraak- en taalontwikkeling. Daarnaast is ze leercoach expert en gecertificeerd trainer en begeleider van scholen in de 7 gewoonten van Stephen Covey.

i.s.m. CPS, wordt gewerkt aan alle facetten van de mondelinge taalvaardigheid.

Welke impact heeft dit MDT-programma op de docenten gehad?

‘De coachtools en oefeningen waren zeer waardevol en blijf ik zeker gebruiken. Vooral de afstemmingsoefeningen en eerst vragen voordat ik ga oordelen.’

‘Ik begrijp nu waar amotivatie uit kan voortkomen en hoe ik dat kan begeleiden.’

‘Wat me het meest aansprak tijdens deze trainingen, was de focus op Oracy. Het benadrukte de essentie van het ontwikkelen van spreekvaardigheid bij studenten. Het belang van spreken als leermiddel werd duidelijk: van spreken kun je leren!’

Meer informatie

Wil je ook aan de slag met zelfregulerend leren of Oracy (bij jou op school)? Kijk op de site voor de mogelijkheden op www.cps.nl

Gastlessen van JOBmbo aan

entree, mbo-2 en bbl-studenten

Wij zijn JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs, beter bekend als JOBmbo, de vertegenwoordiger van alle mbo-studenten. Participatie staat bij ons hoog op de agenda, omdat we mbo’ers een stem willen geven en willen stimuleren dat zij binnen en buiten school meepraten.

Studenten participeren eigenlijk al vaker dan ze zelf denken. Denk aan meedoen bij de sportvereniging, een enquête invullen, maar natuurlijk ook: een opleiding volgen! Met participeren bedoelen wij dan ook niet alleen formeel meepraten in de studentenraad of in de politiek, maar juist ook alle andere verschillende mogelijkheden die studenten hebben. JOBmbo wil studenten graag bewust maken van hun mogelijkheden om mee te doen en mee te beslissen!

JOBmbo wil studenten graag bewust maken van hun mogelijkheden om mee te doen en mee te beslissen!

Hoe ziet een gastles van JOBmbo eruit?

JOBmbo wil zo veel mogelijk studenten van entree, mbo-2 en bbl-opleidingen tijdens een interactieve les kennis laten maken met ‘participatie’. Deze gastlessen geven we voornamelijk aan entree-, mbo-2- een bbl-studenten, omdat uit de JOB-monitor blijkt dat deze doelgroep zich het minst gehoord voelt én we zelf ook merken dat we deze groep studenten minder goed bereiken. In een les van zo’n 45 minuten tot een uur (afhankelijk van de mogelijkheden) gaan wij met studenten in gesprek over hoe zij hun onderwijs ervaren en hoe zij invloed kunnen uitoefenen op hun onderwijs.

Door middel van deze les brengen we participatie dichtbij. Meebeslissen en meedoen maken we tastbaar. Door interactief na te denken over participatie en nieuwe ideeën te bedenken voor school, participeren de studenten niet alleen tijdens de les, maar nemen ze dit mee voor de lange termijn.

Aan het einde van de les weten studenten waarvoor ze bij JOBmbo terechtkunnen, en hebben zij vooral actief kennisgemaakt met mogelijkheden om zelf te participeren en positieve invloed uit te oefenen binnen en buiten de school.

Goed om te weten: de lessen zijn altijd gratis. En mochten er meerdere klassen bij jou op school interesse hebben in een gastles, dan kunnen de lessen achter elkaar plaatsvinden op dezelfde dag.

Wat komt er uit de gastlessen?

JOBmbo heeft in het schooljaar 2023-2024 ruim 35 gastlessen gegeven, verspreid over twaalf verschillende scholen door het hele land. Voorbeelden van thema’s die vaak naar voren komen tijdens gastlessen:

• Studenten krijgen geen of te weinig stagevergoeding.

• Studenten hebben moeite om financieel rond te komen.

Aan het einde van de les weten studenten waarvoor ze bij

JOBmbo terechtkunnen

• Studenten willen meer vrijwillige (buiten)schoolse activiteiten. Dit zou kunnen gaan om kamp, sport en spel en workshops, maar ook over meer activiteiten die aansluiten op de opleiding, zoals werkbezoeken, uitgebreidere keuzedelen en de mogelijkheid tot het leren van verschillende talen.

• Studenten willen meer aandacht voor mentale gezondheid en ruimte op school voor persoonlijke ontwikkeling.

Als JOBmbo blijven we ons ook aankomend jaar weer inzetten voor deze studenten en hun behoeften.

Hoe kan ik een gastles aanvragen? Is een gastles participatie iets voor jou of jouw studenten en ben je enthousiast geworden? Schrijf je dan direct in via het aanmeldformulier op onze website dan nemen wij contact op om (een) gastles(sen) te plannen. Als je nog vragen hebt, dan horen wij dat graag! In dat geval kun je mailen naar gastlessen@jobmbo.nl of bellen naar 030-790 0915 (ma-do)

Vanaf maart kan je belastingaangifte doen over vorig jaar

Met dit lesmateriaal worden studenten op weg geholpen

Waarom betalen we belasting? En waar wordt het belastinggeld voor gebruikt?

En hoe zit het met belastingaangifte en werken? Jongeren geven zichzelf een onvoldoende voor hun kennis over belastingzaken*. Met het lesmateriaal

‘Laat geen geld liggen’ wil de Belastingdienst bijdragen aan het kennisniveau van mbo-studenten.

Kennis van belastingen

Aangifte inkomstenbelasting doen, staat nog niet bij iedere student in het vizier. Hoewel steeds meer mbo-studenten met een bijbaan aangifte doen, doet een groot deel het nog steeds niet. Uit onderzoek** blijkt dat 54% van de bol-studenten met een bijbaan en 66% van de bbl-studenten aangifte doet. De meeste jongeren zijn nog niet verplicht om aangifte te doen, maar toch kan het lonen als ze hun aangifte inkomstenbelasting invullen als ze een bijbaan hebben. De kans is namelijk aanwezig dat er teveel belasting is ingehouden op hun loon, en door aangifte te doen, krijgen ze het terug. Nog voordat ze de aangifte versturen, zien ze in de aangifte app of in Mijn Belastingdienst óf en hoeveel ze terugkrijgen, of moeten bijbetalen. Dit laatste komt bij studenten bijna niet voor.

Lesmateriaal ‘Laat geen geld liggen’

Het interactieve lesmateriaal ‘Laat geen geld liggen’ maakt mbo-studenten ervan bewust waarom we in Nederland belasting betalen én richt zich op het proces van aangifte doen. In het materiaal zijn 3 casussen opgenomen waarmee studenten in een nagebouwde en veilige omgeving kunnen oefenen met het aangifteprogramma. Uit de polls in het lesmateriaal blijkt dat studenten het doen van aangifte minder ingewikkeld vinden dan eerst gedacht. Het overgrote deel zegt ook thuis zelf aangifte te willen doen. Dit lesmateriaal kun je als docent zelf gebruiken in je les en is te vinden via www.belastingles.nl. Daar vind je ook meteen de docentenhandleiding. Ieder jaar kun je vanaf maart aangifte doen over het voorgaande jaar. Stoom jij je studenten klaar?

Belastingdienst doet mee aan de Week van het geld

Het is ook mogelijk dat een gastdocent van de Belastingdienst de les voor jouw klas komt geven. Zij staan er het hele jaar door klaar voor. De Belastingdienst doet dit jaar ook weer mee met de Week van het geld dat georganiseerd wordt door Wijzer in Geldzaken. Dit jaar start de Week van het geld op 24 maart. Heb jij al aan het lesmateriaal of de gastles gedacht?

Op de websites weekvanhetgeld.nl/gastles of geldlessen.nl/lesmateriaal/laat-geen-geld-liggen/ vind je meer informatie over het lesmateriaal en kan jij deze gastles aanvragen.

Vragen? Neem contact op met de Belastingdienst via gastlessen@belastingdienst.nl

* onderzoek van DirectResearch onder 803 respondenten in opdracht van de Belastingdienst in september 2023

Sta sterker in de wereld met de nieuwe methode Thema’s Burgerschap.

Voldoet volledig aan de nieuwe eisen!

Het vernieuwde Thema’s Burgerschap

Actuele onderwerpen en link met de beroepspraktijk

Leren door doen met activerende didactiek

Volledig en examen-proof

ONLINE, op PAPIER of een MIX: WERKEN ZOALS JIJ WILT

Vanaf studiejaar 2026-2027 kun je aan de slag met de vernieuwde Thema’s Burgerschap, helemaal afgestemd op de nieuwste kwalificatieeisen. Deze praktische lesmethode voor het mbo vergroot de leefwereld van je studenten en bereidt hen voor op de realiteit van morgen.

Meer informatie over de nieuwe methode

Thema’s Burgerschap vind je op de vakpagina:

Het nieuwe burgerschap in het mbo

(maar dan op onze manier!)

En dat lichten we graag even toe.

Zoals je misschien al weet gelden vanaf studiejaar 2025-2026 de nieuwe burgerschapseisen. Deze zijn opgesteld door het ministerie van OCW. Daarnaast wordt het instellingsexamen voor burgerschap vanaf studiejaar 2026-2027 verplicht.

Dit betekent dat mbo-scholen niet alleen hun lessen moeten aanpassen, maar ook dat studenten straks worden beoordeeld op hun burgerschapsvaardigheden. Met Generation24/7 zorg je niet alleen dat jouw onderwijspraktijk in lijn is met deze veranderingen. Studenten worden geactiveerd en ervaren de thema's door met opdrachten de echte wereld in te stappen.

Neem een kijkje in de vernieuwde lesmethode

Vraag jouw gratis proefaccount aan!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.