11 minute read

Leerlingen niet lekker in hun vel na corona? Praat erover!

Zitten leerlingen niet lekker in hun vel? Praat erover!

Nu de meeste coronamaatregelen zijn opgeheven en iedereen zijn dagelijkse bezigheden hervat, lijkt het normale leven terug te keren. Maar door de gevolgen van de pandemie zitten veel leerlingen niet lekker in hun vel. Volgens experts kan die nasleep lang duren. Hoe kun je deze leerlingen als leraar ondersteunen?

Tekst: Claudia Lagermann en Liesbeth Vijfvinkel Foto’s: Chris en Marjan

Eén op de drie leerlingen gaf zijn leven het laatste halfjaar van 2021 een onvoldoende. Dat blijkt uit recent onderzoek over het welbevinden van jongeren in coronatijd, dat werd uitgevoerd door het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) en stichting Cultureel Jongeren Paspoort (CJP). Als het slecht gaat met het

René vond het thuisonderwijs zwaar en dacht dat hij daar de enige in was mentaal welbevinden van leerlingen, heeft dat ook gevolgen voor hun cognitieve ontwikkeling: de lesstof komt dan minder goed binnen. Hierdoor kan binnen een klas kansenongelijkheid ontstaan tussen leerlingen die wel en niet lekker in hun vel zitten.

Wat stress met je doet

Tijdens de coronapandemie ervoeren veel kinderen en jongeren stress. Omdat ze moeite hadden met thuisonderwijs, maar bijvoorbeeld ook omdat hun thuissituatie veranderde. Denk aan leerlingen van wie de ouders door de gevolgen van corona in financiële problemen kwamen of gezinnen waarin veel ruzie was omdat iedereen te veel op elkaars lip zat. Ook het feit dat alles anders was en leerlingen veel tijd alleen doorbrachten, leverde veel stress op. Zo vertelt René (14, derdejaars tweetalig gymnasium): ‘Tijdens het thuisonderwijs vond ik het moeilijk om mijn huiswerk af te krijgen. Iedereen om me heen leek het prima aan te kunnen, maar ik vond het zwaar. Ik dacht veel na over wat er zou gebeuren als ik zou blijven zitten.’ Julot (14, tweedejaars havo/vwo) herkent dit. ‘Ik kan echt in de stress raken als ik iets niet weet. De online toetsen vond ik nog spannender dan die in de klas, daardoor voelde ik me tijdens thuisonderwijs vaak gestrest. Helemaal als het niet lukte om in te loggen.’

Ga het gesprek aan

De gevoelens van somberheid of eenzaamheid die veel jongeren hadden tijdens het thuisonderwijs, zijn niet verdwenen sinds ze weer naar school gaan. Voor veel jongeren is het lastig om daarover te praten, merkt Jeugdarts Liesbeth Meuwissen, een van de ontwikkelaars van Je Brein de Baas?!, een lespakket over stress voor het voortgezet onderwijs. ‘We hebben als samenleving weinig taal om te praten over wat er in je hoofd gebeurt. Bovendien schamen veel mensen zich daarvoor. Terwijl het delen van je ervaringen enorm kan helpen.’ Praten en uitleggen is ook volgens ontwikkelingspsycholoog en systeemtherapeut

Steven Pont de oplossing, vertelt hij tijdens een lezing voor de VO-Raad over het mentaal welbevinden van leerlingen. Zijn belangrijkste boodschap: ‘Ruim meer tijd in voor je pedagogiek, ook al gaat dat ten koste van je didactiek.’ Wat volgens hem belangrijk is, is dat je aan leerlingen uitlegt hoe het komt dat ze niet lekker in hun vel zitten. Hun probleem erkennen en er met ze over in gesprek gaan is stap 1. Pont werkte ook mee aan Je Brein de Baas?! waarin in animaties wordt uitgelegd hoe je stress-systeem werkt en dat gevoelens als somberheid, eenzaamheid of boosheid eigenlijk alarmbellen zijn die je lichaam in actie moeten krijgen. Als leerlingen eenmaal weten hoe hun hersenen werken, kunnen ze ook aan de slag om iets te doen tegen stress.

Werken aan mentale gezondheid

Jeugdarts Meuwissen merkt dat er steeds meer behoefte is aan dit soort lessen. ‘In het verleden zeiden scholen: we zijn een school, geen zorginstelling. Maar sinds corona is het iedereen duidelijk dat onderwijs volgen geen zin heeft als leerlingen mentaal niet fit zijn.’ Lessen over mentale gezondheid zijn volgens haar voor alle leerlingen nuttig. Toch zal je er als docent niet iedereen voldoende mee kunnen helpen. ‘Als leraar ben je een vertrouwde volwassene, die bij problemen van een leerling kan meedenken over mogelijke oplossingen. Maar je bent geen hulpverlener, dus geef daarbij ook je grenzen aan. Jongeren die echt in de knel zitten, kun je bijvoorbeeld doorsturen naar de jeugdgezondheidszorg of andere hulpverleners die betrokken zijn bij school.’

Online toetsen leverde Julot nog meer stress op dan toetsen op school

Winactie

PrimaOnderwijs mag drie exemplaren van het boek Druk – Alles wat je moet weten als je hoofd overloopt weggeven.

Stuur een e-mail naar: redactie@primaonderwijs.nl en vertel waarom jij dit boek wilt winnen.

Tips

•De VO-Raad geeft informatie over de mentale gezondheid van leerlingen op: vo-raad.nl/themas/mentale-gezondheid-leerlingen. Hier kun je ook het webinar van Steven Pont terugkijken. • Het online lespakket Je Brein de Baas?! bestaat uit drie lessenseries waarmee je de mentale gezondheid van leerlingen in het voortgezet onderwijs kunt versterken. Iedere leraar kan dit kosteloos en zonder voorafgaande training gebruiken, via ncj.nl/je-brein-de-baas. • In het boek Druk - Alles wat je moet weten als je hoofd overloopt van Jeannette Jonker, Liesbeth Vijfvinkel en

Claudia Lagermann vertellen 25 jongeren (onder wie René en Julot) en 25 experts wat druk is en vooral hoe je het de baas kunt blijven. Leerlingen die druk ervaren, kunnen zich herkennen in de verhalen van de jongeren en aan de slag gaan met de tips van experts.

‘Wanneer heeft u het voor het eerst gedaan?’

Drie leerkrachten testen de Kijkroute

‘Heel realistisch! Maar out of the blue zou ik zo’n gesprekje nog best lastig vinden.’ Sander is leerkracht van groep 7 en heeft net het Kijkroute-fi lmpje bekeken met de titel Wanneer heeft u het voor het eerst gedaan? Laura: ‘Toch komen dit soort momenten best vaak voor in mijn klas. Bij jullie ook?’

Sander, Laura en Elsemiek zijn leerkracht op drie verschillende basisscholen in Utrecht. Ze hebben een gedeelde interesse voor sociale veiligheid en komen na schooltijd even bij elkaar om te onderzoeken of ze de nieuwe Kijkroute-po interessant vinden voor hun scholen. De Kijkroute is een tool voor leraren om aan de hand van filmpjes en vragen met elkaar te sparren over klassensituaties die te maken hebben met seksuele integriteit.

Op de vraag wat opviel aan de eerste reactie van de leraar in het filmpje, antwoordt Laura dat zijn wedervraag misschien wat aanvallend kan overkomen. ‘Het is zo tof als kinderen zoiets durven te vragen, dan moet je de deur niet gelijk dichtgooien.’ Maar Sander vindt het juist wel goed dat hij op die manier checkt hoe serieus de vraag eigenlijk is. Elsemiek meent dat het ook meetelt op welke toon je die wedervraag stelt.

De drie hadden een half uur gepland om dit filmpje te bespreken, maar hadden graag nog even doorgepraat. Sander gaat dat doen op zijn eigen school: hij was al van plan om de Kijkroute daar te introduceren en is daar nu in gesterkt. Elsemiek vond dit gesprek heel waardevol. Zou ze er op haar nieuwe school tijd voor kunnen vragen? Laura heeft net een intensieve Lentekriebelweek achter de rug (‘Zo veel mooie klassengesprekken gehad!’). Dus nu even niet, maar het lijkt haar echt goed om dit te doen in de startweek of vlak voor de Lentekriebels. Volgend jaar. ‘Misschien kunnen we dat nu al vast inplannen.’ ◗

Stichting School & Veiligheid ondersteunt scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Werken aan seksuele integriteit is een van de pijlers van sociale veiligheid. Dit kan bijvoorbeeld via de Kijkroute-filmpjes voor leraren in het primair en voortgezet onderwijs.

Gratis aan te vragen:

www.schoolenveiligheid.nl/kijkroute-po of www.schoolenveiligheid.nl/kijkroute-vo

De Nationale Voorleeswedstrijd

Foto: Marije Ravelli / Stichting Lezen

‘Wil je goed worden in lezen, dan moet je lezen!’

De Nationale Voorleeswedstrijd is uitgegroeid tot de op één na grootste leescampagne voor het regulier basisonderwijs. Leerlingen uit groep 7 en 8 zetten de afgelopen maanden weer hun beste beentje voor om kans te maken op de titel De Nationale Voorleeskampioen. Op 25 mei was de landelijke fi nale, maar een belangrijk deel van de Voorleeswedstrijd speelt zich al eerder af, namelijk op de scholen tijdens de schoolrondes.

Tekst: Mandy Kok

Shana Huizinga KBS Weilust in Breda doet al jaren mee aan De Nationale Voorleeswedstrijd. Shana Huizinga, leerkracht en leescoördinator: ‘We vinden het als school belangrijk om plezier in lezen in het zonnetje te blijven zetten. Wil je goed worden in fietsen, dan moet je fietsen. Wil je goed worden in lezen, dan moet je lezen. In beide gevallen moet je kilometers maken. Omdat je er je hele leven baat bij hebt, is het heel belangrijk om het plezier eraan te verbinden. Meedoen aan een feestelijke leescampagne helpt daarbij. Daarnaast is het belangrijk om kinderen te laten ontdekken welke boeken ze leuk vinden om te lezen en hen vrij te laten in welke boeken zij kiezen. Dit bevordert de leesmotivatie.’

De schoolronde

De Kinderboekenweek kan een mooie aanleiding zijn om naar de Voorleeswedstrijd toe te werken. Dat doet ook de school van Shana.

‘De Kinderboekenweek is het moment waarop we in de klassen starten met de voorrondes. Leerlingen die het leuk vinden om voor te lezen, kunnen zich dan aanmelden. Leerkrachten verzorgen in hun eigen klas een voorronde waarbij ze de spelregels van De Nationale Voorleeswedstrijd als leidraad gebruiken. Er wordt niet alleen gelet op lezen op tempo, maar ook op hoé iemand leest en wat prettig is om naar te luisteren. Denk aan intonatie, snelheid, hardheid van je stem en zachtjes kunnen lezen.’ De Nationale Voorleeswedstrijd is bedoeld voor groep 7 en 8, maar op KBS Weilust vinden ze dat leerlingen niet vroeg genoeg kunnen beginnen met voorlezen. ‘Sinds twee jaar organiseren we daarom een junior wedstrijd voor de groepen 5 en 6’, vertelt Shana. ‘Hierdoor hebben we eigenlijk twee schoolfinales. Uiteraard maken alleen leerlingen uit groep 7 en 8 kans om schoolkampioen te worden en door te gaan naar de volgende ronde van de wedstrijd.’

(Voor)lezen door te doen

Behalve meedoen aan De Nationale Voorleeswedstrijd, zijn er op KBS Weilust nog tal van initiatieven om het (voor)leesplezier te bevorderen: met tutorlezen, boekbesprekingen, betrokkenheid van ouders en een nieuwe leesmethode. Shana: ‘Daarnaast zijn wij onderdeel van de Bibliotheek op school, een aanpak waarbij we samenwerken met de plaatselijke bibliotheek. Een dagdeel in de week is er een leesconsulent aanwezig. Deze gespecialiseerde bibliotheekmedewerker gaat de klassen in, maar zorgt ook voor het reilen en zeilen van de schoolbieb.’ De aula van KBS Weilust is een paar jaar geleden omgetoverd tot een ware bibliotheek. ‘Wekelijks zijn er ‘biebouders’ die het mogelijk maken dat ieder kind een boek kan lenen. Toen zo’n vijf jaar geleden de wijkbibliotheken gingen sluiten, hebben we geregeld dat leerlingen niet alleen een boek mogen lenen voor in de klas, maar ook voor thuis. Op die manier proberen we het leesplezier zoveel mogelijk te bevorderen en de leestijd uit te breiden.’

Elk kind kan lezen

Met een schoolbibliotheek bevorder je dat elk kind toegang heeft tot boeken en de mogelijkheid krijgt om te lezen. Shana: ‘Niet voor elk gezin is het normaal om iedere drie weken naar de bibliotheek te gaan om een boek uit te kiezen. We hebben leerlingen gehad die zeiden: ‘Juf, ik moet een boek-bespreking houden, maar ik heb eigenlijk geen boek thuis’. Onze schoolbibliotheek is dan een mooie oplossing.’ Dit zorgt er ook voor dat leerlingen een aansprekend boek kunnen kiezen om voor te lezen tijdens de schoolronde van De Nationale Voorleeswedstrijd. ‘Hiermee scheppen we de randvoorwaarden dat er voor ieder kind een boek beschikbaar is om te lezen.’

Voor leerlingen bij wie het lezen een beetje achterblijft, wordt extra hulp geboden. Shana vervolgt: ‘We hebben binnen de school interne begeleiding om dat op te pakken. Maar uiteindelijk heb je daar ook ‘thuis’ voor nodig, want leeskilometers maak je niet alleen op school. We vragen dan ook een beetje hulp van ouders om dat te begeleiden. Door het lenen van een boek voor leerlingen heel laagdrempelig te maken, hopen we daaraan bij te kunnen dragen.’

Landelijke finale

Op 25 mei was de landelijke finale van De Nationale Voorleeswedstrijd, waarin de twaalf provinciale voorleeskampioenen het tegen elkaar opnamen. Benieuwd wie er gekroond is tot De Nationale Voorleeskampioen 2022 en een jaar lang kinderdirecteur is van het Kinderboekenmuseum?

Scan de QR-code en ontdek het!

Jubileumeditie van De Nationale Voorleeswedstrijd

In september start alweer de 30ste editie van De Nationale Voorleeswedstrijd. Het belooft een bijzondere jubileumeditie te worden! Alle basisscholen in Nederland krijgen aan het begin van het schooljaar automatisch een gratis deelnamepakket opgestuurd. Dit deelnamepakket hoef je dus niet apart aan te vragen. In het deelnamepakket zit een poster, spelregelboek, twee oorkondes en een brief met inlogcodes waarmee je je schoolkampioen kunt aanmelden voor de volgende ronde in de bibliotheek. Het aanmelden van een schoolkampioen kost eenmalig € 27,50.

Ga voor meer informatie over de De Nationale Voorleeswedstrijd, de spelregels en het aanmelden naar www.denationalevoorleeswedstrijd.nl

This article is from: