83 minute read

Zo help je een leerling met dyslexie

In bijna iedere klas zit wel een leerling met dyslexie. Dyslexie betekent letterlijk: beperkt lezen. Waaraan herken je dyslexie en hoe ga je er in de klas mee om? PrimaOnderwijs ging in gesprek met Leoniek Janssen Steenberg, ervaringsdeskundige en dyslexiecoach, en Edith Hagedoren, onderzoeker bij Zuyd Hogeschool.

Tekst: Malini Witlox

Leoniek kwam er zelf pas in 5VWO achter dat ze dyslectisch was, toen ze op advies van een docent een test deed. ‘Als kind merkte ik al wel dat er iets anders was aan me, maar ik wist niet wat. En ik verbloemde veel door allerlei trucjes te bedenken. Zo las ik radend. Er staat boom, dan zag ik een b en een o en maakte ik er boot van. Verder in de zin kwam ik er dan achter dat dat niet klopte.’

Diagnose

Op de middelbare school deed ze haar uiterste best. Maar ze haalde veel onvoldoendes. ‘De leraren zagen echter wel dat ik bepaalde capaciteiten had. Bij mondelinge overhoringen scoorde ik beter. Dat was de reden om me een test te laten doen.’ Toen ze de diagnose eenmaal had, kreeg ze echter geen begeleiding. ‘Ik kreeg een dyslexiekaart waarmee ik extra tijd kreeg om toetsen te maken en ik mocht in een aparte rustige ruimte zitten. Maar niemand heeft me toen uitgelegd wat dyslexie precies is en wat het doet met je hersenen.’

Beelddenkers

Na haar studie ging ze er zichzelf meer in verdiepen. Dyslecten gebruiken vaak met name hun rechterhersenhelft. Dyslexie heeft te maken met je hersenen, ogen en oren. ‘Ik stootte me zelf ook regelmatig, omdat ik objecten anders waarnam.’ Dyslecten zien een ruimte vaak in het grote geheel en niet in detail. ‘Kinderen met dyslexie zijn niet dom’, benadrukt Leonie. Zo waren onder meer Albert Einstein en Leonardo da Vinci dyslectisch. ‘Hun brein werkt gewoon anders. Ze zijn beelddenkers. Er zijn genoeg hulpmiddelen in de klas waarmee leerlingen bij kunnen blijven. Denk aan boeken met een groter lettertype, luisterboeken, A4’tjes die worden vergroot tot A3, meer witregels, meer tijd, geen meerkeuzevragen. Maar ga met de leerling in gesprek. Wat wil de leerling zelf?’ Iedere dyslectische leerling wil namelijk iets anders. Wel of niet voorlezen bijvoorbeeld. ‘Leg keuzes voor, vaak weet een leerling ook niet wat mogelijk is. Misschien wil de leerling wel voorlezen als je eerst samen de tekst hebt doorgenomen.’ In het onderwijs is taal heel belangrijk. Dat, terwijl er ook andere mogelijkheden zijn, meent Leoniek. ‘Laat een leerling een film maken of een kunstwerk. Juist omdat kinderen met dyslexie beelddenkers zijn, kunnen ze dat heel goed en zo ook tonen wat ze geleerd hebben.’

Gelijke kansen

‘Technische hulpmiddelen kunnen kinderen met dyslexie helpen’, zegt Edith. Verschillende bedrijven bieden dyslexiesoftware aan, bijvoorbeeld om te helpen met spelling, zinsbouw, woordvoorspelling en voorlezen tijdens of na het typen. Ook kunnen

‘Laat een leerling een film maken of een kunstwerk. Juist omdat kinderen met dyslexie beelddenkers zijn, ‘ kunnen ze dat heel goed en zo ook tonen wat ze geleerd hebben

teksten en boeken voorgelezen worden. ‘De computerprogramma’s zijn niet bedoeld om beter te leren lezen en schrijven, maar om de beperking in lezen en schrijven te compenseren. Het geeft suggesties bij eventuele fouten in bijvoorbeeld huiswerk of het leest teksten voor.’ Is het wel eerlijk om leerlingen huiswerk in te laten leveren waarbij ze digitale hulp hebben gehad? Edith: ‘De software is een hulpmiddel. Vergelijk het met een rolstoel. Je zegt tegen iemand die niet kan lopen ook niet dat hij zijn rolstoel in moet leveren omdat het gebruik ervan hem een oneerlijk voordeel geeft. Je geeft leerlingen met dyslexie juist gelijke kansen door hun beperking te compenseren.’ Belangrijk is wel dat leerlingen de software goed leren gebruiken. ‘Daar gaat het nog vaak fout. Een dyslexiespecialist zal de leerling moeten begeleiden en ook moeten kijken bij welke digitale hulpmiddelen het kind de meeste baat heeft. Ieder kind met dyslexie is anders en heeft andere behoeftes.’

Website met hulpmiddelen

Edith ontwikkelde samen met collega’s www.dyslexiehulpmiddelen.com, een website met een onafhankelijk overzicht van software, apps en hulpmiddelen voor mensen met dyslexie. Heeft de leerling bijvoorbeeld moeite om woordjes uit het hoofd te leren, om een samenvatting te maken of om een grote lap tekst te lezen? ‘Afhankelijk van de aandachtspunten, kijk je welke software kan helpen.’ Gewone computerprogramma’s, zoals Word, hebben ook spellingscontrole en woordaanvulling. ‘Die zijn voor mensen met dyslexie echter niet optimaal. Word haalt bijvoorbeeld een a teveel bij het woord chocolade er wel uit. Maar als iemand het schrijft als sjowkolaade weet Word ook niet wat het moet zijn.’ ◗

Laagdrempelig LaagdrempeligLaagdrempelig Laagdrempelig LaagdrempeligLaagdrempeligLaagdrempeligLaagdrempeligLaagdrempelig LaagdrempeligLaagdrempeligLaagdrempeligLaagdrempeligLaagdrempeligLaagdrempelig

Schooltaalwoorden Passieve & actieve bovenbouw oefenvormen Schooltaalwoorden Passieve & actieve bovenbouw Wetenschappelijk onderbouwd oefenvormen Schooltaalwoorden Passieve & actieve bovenbouw Wetenschappelijk onderbouwd oefenvormen Schooltaalwoorden Passieve & actieve bovenbouw Wetenschappelijk onderbouwd oefenvormen Schooltaalwoorden Passieve & actieve bovenbouw Wetenschappelijk onderbouwd oefenvormen Schooltaalwoorden Wetenschappelijk Passieve & actieve bovenbouw onderbouwd oefenvormen Schooltaalwoorden Passieve & actieve bovenbouw Wetenschappelijk onderbouwd oefenvormen Schooltaalwoorden Wetenschappelijk Passieve & actieve bovenbouw onderbouwd oefenvormen Schooltaalwoorden Passieve & actieve bovenbouw Wetenschappelijk onderbouwd oefenvormen Schooltaalwoorden Passieve & actieve bovenbouw Wetenschappelijk onderbouwd oefenvormen Schooltaalwoorden Passieve & actieve bovenbouw Wetenschappelijk onderbouwd oefenvormen Schooltaalwoorden

Passieve & actieve bovenbouw Wetenschappelijk onderbouwd oefenvormen Schooltaalwoorden Wetenschappelijk

Passieve & actieve bovenbouw onderbouwd oefenvormen Schooltaalwoorden

Passieve & actieve bovenbouw Wetenschappelijk onderbouwd oefenvormen Schooltaalwoorden Passieve & actieve bovenbouw Wetenschappelijk onderbouwd oefenvormen Wetenschappelijk onderbouwd

Effectief EffectiefEffectief Effectief EffectiefEffectiefEffectiefEffectiefEffectief EffectiefEffectiefEffectiefEffectiefEffectiefEffectief

Met woordenboost krijgen leerlingen van groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat zodat zij op hun niveau in het voortgezet onderwijs in kunnen stromen.

Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar betere schoolresultaten.

Met woordenboost krijgen leerlingen van Goede woordenschat

groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat Een goede woordenschat is essentieel om lesstof zodat zij op hun niveau in het voortgezet te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te onderwijs in kunnen stromen. beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar begrijpend lezen. betere schoolresultaten.

Goede woordenschatMet woordenboost krijgen leerlingen van

groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat Een goede woordenschat is essentieel om lesstof te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te zodat zij op hun niveau in het voortgezet onderwijs in kunnen stromen. beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar begrijpend lezen. betere schoolresultaten.

Met woordenboost krijgen leerlingen van groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat zodat zij op hun niveau in het voortgezet onderwijs in kunnen stromen. Goede woordenschat Een goede woordenschat is essentieel om lesstof te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar begrijpend lezen. betere schoolresultaten.

Met woordenboost krijgen leerlingen van Goede woordenschat

groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat Een goede woordenschat is essentieel om lesstof zodat zij op hun niveau in het voortgezet te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te onderwijs in kunnen stromen. beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar begrijpend lezen. betere schoolresultaten.

Met woordenboost krijgen leerlingen van Goede woordenschat

groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat Een goede woordenschat is essentieel om lesstof zodat zij op hun niveau in het voortgezet te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te onderwijs in kunnen stromen. beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar begrijpend lezen. betere schoolresultaten.

Goede woordenschatMet woordenboost krijgen leerlingen van

groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat Een goede woordenschat is essentieel om lesstof te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te zodat zij op hun niveau in het voortgezet onderwijs in kunnen stromen. beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar begrijpend lezen. betere schoolresultaten.

Met woordenboost krijgen leerlingen van Goede woordenschat

groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat Een goede woordenschat is essentieel om lesstof zodat zij op hun niveau in het voortgezet te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te onderwijs in kunnen stromen. beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar begrijpend lezen. betere schoolresultaten.

Goede woordenschatMet woordenboost krijgen leerlingen van

groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat Een goede woordenschat is essentieel om lesstof te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te zodat zij op hun niveau in het voortgezet onderwijs in kunnen stromen. beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar begrijpend lezen. betere schoolresultaten.

Met woordenboost krijgen leerlingen van Goede woordenschat

groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat Een goede woordenschat is essentieel om lesstof zodat zij op hun niveau in het voortgezet te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te onderwijs in kunnen stromen. beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar begrijpend lezen. betere schoolresultaten.

Met woordenboost krijgen leerlingen van groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat zodat zij op hun niveau in het voortgezet onderwijs in kunnen stromen. Goede woordenschat Een goede woordenschat is essentieel om lesstof te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar begrijpend lezen. betere schoolresultaten.

Met woordenboost krijgen leerlingen van Goede woordenschat

groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat Een goede woordenschat is essentieel om lesstof zodat zij op hun niveau in het voortgezet te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te onderwijs in kunnen stromen. beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar begrijpend lezen. betere schoolresultaten.

Met woordenboost krijgen leerlingen van Goede woordenschat

groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat Een goede woordenschat is essentieel om lesstof zodat zij op hun niveau in het voortgezet te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te onderwijs in kunnen stromen. beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar begrijpend lezen. betere schoolresultaten.

Met woordenboost krijgen leerlingen van Goede woordenschat

groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat Een goede woordenschat is essentieel om lesstof zodat zij op hun niveau in het voortgezet te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te onderwijs in kunnen stromen. beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar begrijpend lezen. betere schoolresultaten.

Met woordenboost krijgen leerlingen van Goede woordenschat

groep 7/8 een ‘boost’ in woordenschat Een goede woordenschat is essentieel om lesstof zodat zij op hun niveau in het voortgezet te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te onderwijs in kunnen stromen. beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en Betere schoolresultaten beginnen bij een gedegen passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling woordenschat. Woordenboost helpt iedere leerling de een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van woordenschat op peil te brengen. Dit leidt direct naar begrijpend lezen. betere schoolresultaten.

Goede woordenschat

Een goede woordenschat is essentieel om lesstof te kunnen begrijpen en toetsvragen (zoals CITO) te beantwoorden. Met Woordenboost wordt de juiste woordenschat uitgebreid door middel van actieve en passieve oefenvormen. Hierdoor maakt iedere leerling een grote stap voorwaarts in de vaardigheid van begrijpend lezen.

Uitbreiding van woordenschat Uitbreiding van woordenschat Uitbreiding van woordenschat Uitbreiding van woordenschat Uitbreiding van woordenschatUitbreiding van woordenschat Uitbreiding van woordenschatUitbreiding van woordenschat Uitbreiding van woordenschat Uitbreiding van woordenschat Uitbreiding van woordenschat Uitbreiding van woordenschat Uitbreiding van woordenschat Uitbreiding van woordenschat Uitbreiding van woordenschat

Materiaal

Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke woordenschat heb je nodig om straks goed mee te kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost beschikken leerlingen over een goede woordenschat zodat ze ook echt kunnen laten zien wat ze in hun mars hebben. Op deze manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Materiaal Wat krijgt u?

Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende • Adaptieve applicatie (40 thema’s) overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) woordenschat heb je nodig om straks goed mee te • Poster (alle woorden handig op een rij) kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost • Leskaarten (handleiding & lessuggesties) beschikken leerlingen over een goede woordenschat zodat ze Meer Informatie? ook echt kunnen laten zien wat Ga naar de website ze in hun mars hebben. Op deze woordenboost.nl manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Materiaal Wat krijgt u?

Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende • Adaptieve applicatie (40 thema’s) overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) woordenschat heb je nodig om straks goed mee te • Poster (alle woorden handig op een rij) kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost • Leskaarten (handleiding & lessuggesties) beschikken leerlingen over een goede woordenschat zodat ze Meer Informatie? ook echt kunnen laten zien wat Ga naar de website ze in hun mars hebben. Op deze woordenboost.nl manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Materiaal Wat krijgt u?

Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke woordenschat heb je nodig om straks goed mee te kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost beschikken leerlingen over een • Adaptieve applicatie (40 thema’s) • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) • Poster (alle woorden handig op een rij) • Leskaarten (handleiding & lessuggesties) goede woordenschat zodat ze ook echt kunnen laten zien wat Meer Informatie? Ga naar de website ze in hun mars hebben. Op deze woordenboost.nl manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Materiaal Wat krijgt u?

Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende • Adaptieve applicatie (40 thema’s) overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) woordenschat heb je nodig om straks goed mee te • Poster (alle woorden handig op een rij) kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost • Leskaarten (handleiding & lessuggesties) beschikken leerlingen over een goede woordenschat zodat ze Meer Informatie? ook echt kunnen laten zien wat Ga naar de website ze in hun mars hebben. Op deze woordenboost.nl manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Materiaal Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke woordenschat heb je nodig om straks goed mee te kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost Wat krijgt u? • Adaptieve applicatie (40 thema’s) • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) • Poster (alle woorden handig op een rij) • Leskaarten (handleiding & lessuggesties) beschikken leerlingen over een goede woordenschat zodat ze Meer Informatie? ook echt kunnen laten zien wat Ga naar de website woordenboost.nl ze in hun mars hebben. Op deze manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Materiaal Wat krijgt u?

Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende • Adaptieve applicatie (40 thema’s) overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) woordenschat heb je nodig om straks goed mee te • Poster (alle woorden handig op een rij) kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost • Leskaarten (handleiding & lessuggesties) beschikken leerlingen over een goede woordenschat zodat ze Meer Informatie? ook echt kunnen laten zien wat Ga naar de website ze in hun mars hebben. Op deze woordenboost.nl manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Materiaal Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke woordenschat heb je nodig om straks goed mee te kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost Wat krijgt u? • Adaptieve applicatie (40 thema’s) • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) • Poster (alle woorden handig op een rij) • Leskaarten (handleiding & lessuggesties) beschikken leerlingen over een goede woordenschat zodat ze Meer Informatie? ook echt kunnen laten zien wat Ga naar de website woordenboost.nl ze in hun mars hebben. Op deze manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Materiaal Wat krijgt u?

Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende • Adaptieve applicatie (40 thema’s) overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) woordenschat heb je nodig om straks goed mee te • Poster (alle woorden handig op een rij) kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost • Leskaarten (handleiding & lessuggesties) beschikken leerlingen over een goede woordenschat zodat ze Meer Informatie? ook echt kunnen laten zien wat Ga naar de website ze in hun mars hebben. Op deze woordenboost.nl manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Materiaal Wat krijgt u?

Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende • Adaptieve applicatie (40 thema’s) overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) woordenschat heb je nodig om straks goed mee te • Poster (alle woorden handig op een rij) kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost • Leskaarten (handleiding & lessuggesties) beschikken leerlingen over een goede woordenschat zodat ze Meer Informatie? ook echt kunnen laten zien wat Ga naar de website ze in hun mars hebben. Op deze woordenboost.nl manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Materiaal Wat krijgt u?

Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke woordenschat heb je nodig om straks goed mee te kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost beschikken leerlingen over een • Adaptieve applicatie (40 thema’s) • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) • Poster (alle woorden handig op een rij) • Leskaarten (handleiding & lessuggesties) goede woordenschat zodat ze ook echt kunnen laten zien wat Meer Informatie? Ga naar de website ze in hun mars hebben. Op deze woordenboost.nl manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Materiaal Wat krijgt u?

Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende • Adaptieve applicatie (40 thema’s) overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) woordenschat heb je nodig om straks goed mee te • Poster (alle woorden handig op een rij) kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost • Leskaarten (handleiding & lessuggesties) beschikken leerlingen over een goede woordenschat zodat ze Meer Informatie? ook echt kunnen laten zien wat Ga naar de website ze in hun mars hebben. Op deze woordenboost.nl manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Materiaal Wat krijgt u?

Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende • Adaptieve applicatie (40 thema’s) overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) woordenschat heb je nodig om straks goed mee te • Poster (alle woorden handig op een rij) kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost • Leskaarten (handleiding & lessuggesties) beschikken leerlingen over een goede woordenschat zodat ze Meer Informatie? ook echt kunnen laten zien wat Ga naar de website ze in hun mars hebben. Op deze woordenboost.nl manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Materiaal Wat krijgt u?

Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende • Adaptieve applicatie (40 thema’s) overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) woordenschat heb je nodig om straks goed mee te • Poster (alle woorden handig op een rij) kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost • Leskaarten (handleiding & lessuggesties) beschikken leerlingen over een goede woordenschat zodat ze Meer Informatie? ook echt kunnen laten zien wat Ga naar de website ze in hun mars hebben. Op deze woordenboost.nl manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Materiaal Wat krijgt u?

Bij het materiaal ligt de nadruk op de naderende • Adaptieve applicatie (40 thema’s) overstap naar het voortgezet onderwijs. Welke • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) woordenschat heb je nodig om straks goed mee te • Poster (alle woorden handig op een rij) kunnen doen in de brugklas? Met Woordenboost • Leskaarten (handleiding & lessuggesties) beschikken leerlingen over een goede woordenschat zodat ze Meer Informatie? ook echt kunnen laten zien wat Ga naar de website ze in hun mars hebben. Op deze woordenboost.nl manier willen we bevorderen dat leerlingen eerlijke, passende schooladviezen krijgen.

Wat krijgt u?

•Adaptieve applicatie (40 thema’s) • Hardcover oefenschrift (4 werkvormen per thema) • Poster (alle woorden handig op een rij) • Leskaarten (handleiding & lessuggesties)

Meer Informatie? Ga naar de website woordenboost.nl

Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar Wat kost Woordenboost? 17,50 euro (incl. BTW) per leerling per jaar

Lezen kan altijd!

Lezen is leuk en belangrijk. Voor kinderen en jongeren die moeite hebben met lezen, bijvoorbeeld door dyslexie, TOS, ADHD, een fysieke of visuele beperking, kan het ook moeilijk zijn. Passend Lezen helpt! Hoe? Met de uitgebreide collectie boeken die je kunt lezen op de manier die bij je past!

Bibliotheekservice Passend Lezen is dé bibliotheek voor iedereen met een leesbeperking. De collectie bevat duizenden boeken, kranten en tijdschriften in verschillende leesvormen zoals audio, braille, grootletter en een combinatie van leesvormen zoals karaoke. Daarnaast bevat de collectie ook hoorspelen, hoorcolleges, voelboeken, voelbare tekeningen en plattegronden.

Jeugdcollectie

De jeugdcollectie van Passend Lezen is direct te vinden via superboek.nl. Hier vind je de leukste en populaire titels van dit moment, gerangschikt op leeftijd. Voor de jeugd bestaat de collectie uit ruim 14.000 gesproken jeugdboeken, 3.500 brailleboeken en 12 jeugdtijdschriften. Luisteren naar boeken gaat gemakkelijk via de gratis Daisylezer-app (voor iOS en Android) of de online player op de site, maar het kan ook via de Daisyspeler.

‘ ‘Job (12 jaar): Ik ben blij dat ik boeken mag lenen van Superboek. Zelf lezen vind ik moeilijk, maar met een gesproken boek lukt het wel

Luisteren naar boeken voor school

Speciaal voor jongeren op de middelbare school is er passendlezen.nl/voorjelijst. Hier vind je een uitgebreide collectie gesproken boeken die geschikt zijn voor de leeslijst Nederlands, gerangschikt op leeftijd en niveau. Maar ook voor Engelse, Franse, Friese en Duitse titels kunnen ze hier terecht. Natuurlijk is er ook voor leerlingen die niet voor de lijst hoeven te lezen keuze genoeg. Zo wordt het makkelijker, en misschien leuker, om de boekenlijst af te ronden.

# TIP

Karaokelezen: lezen én luisteren tegelijkertijd

Naast gesproken boeken zijn er ook Karaokeboeken. Hierbij word je tijdens het lezen ondersteund door een balkje dat meeloopt met de tekst, terwijl deze tegelijkertijd wordt voorgelezen. Karaokelezen kan via de smartphone, tablet of pc. Er is dus geen reden meer om niet te oefenen!

Gratis lid tot 18 jaar

Het lidmaatschap bij Passend Lezen voor kinderen en jongeren met een lees beperking tot 18 jaar is gratis. Inschrijven kan gemakkelijk via passendlezen.nl/lidworden. Bij inschrijving is de toestemming van ouders nodig.

Gratis informatiemateriaal

Wil je graag de informatie over Passend Lezen delen met ouders, leerlingen of collega’s? Vraag de folders of toolkit aan. Deze toolkit bevat handig digitaal materiaal voor het ouderportaal, website, schoolkrant of nieuwsbrief. De folders en de toolkit kun je gratis aanvragen via passendlezen.nl/onderwijs ◗

Schrijver en lezer aan het woord: ‘Kinderen en jongeren willen serieus genomen worden’

Rian Visser schreef meer dan honderd boeken voor kinderen en jongeren, waaronder de bekende series Blitz! en Robotoorlog. Van ouders die hun zoon of dochter maar niet aan het lezen kregen, hoort ze regelmatig dat haar Robotoorlogboeken achter elkaar worden verslonden. Een van haar fans is de dertienjarige Michael. ‘Als je eenmaal begint met lezen, kun je niet meer stoppen’, vertelt hij enthousiast. En dat is precies de bedoeling van Rian.

Tekst: Brigitte Bloem Foto’s: Privécollectie en Rian Visser

‘ ‘Ze vertelde over Robotoorlog en maakte me nieuwsgierig

‘Toen ik nog op de basisschool zat, kwam Rian Visser langs op onze school, herinnert Michael zich. ‘Ze vertelde over Robotoorlog en maakte me nieuwsgierig. Toen ben ik deel 1 gaan lezen.’ Michael zit inmiddels in de tweede klas van de mavo van OSG De Hogeberg in Den Burg, op Texel. Het fijne aan Robotoorlog vindt hij dat de hoofdpersonen allerlei spannende dingen meemaken. ‘Bovendien zijn de boeken niet te dik, hebben ze korte hoofdstukken en mooie plaatjes’, zegt Michael lachend. ‘Omdat het eerste deel zo spannend was, ben ik ook de volgende delen gaan lezen.’ Michael leest het liefst fantasyboeken. Dat doet hij bij voorkeur thuis, ‘omdat’, zo zegt hij, ‘ik me daar beter kan concentreren.’

Plezier in lezen

Als Schoolschrijver heeft Rian veel contact met haar lezers. ‘In de periode dat de scholen dicht waren vanwege de coronacrisis miste ik het contact met mijn lezers enorm’, vertelt ze. ‘Als een leerling tijdens een schoolbezoek tegen me zegt: ‘Ik hou helemaal niet van lezen.’ Dan vraag ik: ‘Wie is jouw beste vriend of vriendin? Vraag die eens naar een favoriet boek.’ Meestal volgt er dan een gesprekje over dat boek en maakt de ene leerling de ander enthousiast.’ Rian schrijft graag voor kinderen die zeggen niet van lezen te houden, of die (nog) moeite hebben met lezen. ‘Dan mag je niet te veel moeilijke woorden gebruiken en het verhaal moet heel duidelijk zijn.’ Door spannende en grappige verhalen te maken, krijgen kinderen plezier in lezen, is haar overtuiging. Tijdens haar schoolbezoeken vindt Rian het leuk om leerlingen tips te geven hoe ze zelf een verhaal kunnen bedenken. Ook legt ze uit hoe een boek gemaakt wordt. Handig daarbij is dat Rian ook (grafisch) vormgever is van veel kinder- en jeugdboeken.

Cliffhanger

Rian leest ook in het vmbo en VSO vaak voor uit Robotoorlog en zelfs in de brugklas van de havo. ‘De boeken zijn niet kinderachtig, maar wel toegankelijk door de korte hoofdstukken, de actie, de snelle vertelstijl en de chronologische

vertelling’, legt ze uit. ‘Elk hoofdstuk eindigt met een cliffhanger, zodat je door wílt lezen. Na een spannende scène zorg ik voor wat rust, voordat er weer wat spannends gebeurt. Als er een flashback is, staat dat in een grijs kader, zodat dit duidelijk is voor de ongeoefende lezer. Ook leren mijn lezers tussen de regels door over belangrijke zaken als zelfvertrouwen, elkaar helpen en je gedachten ordenen om rustig te worden. Ik probeer ze informatie te geven waar ze echt iets aan hebben.’

Goed op de hoogte

Op de middelbare school is Michael iets minder gaan lezen, dan hij op de bassischool deed. ‘Dat komt vooral doordat ik best veel huiswerk heb. Maar ik lees nog wel elke dag, dus ik denk dat ik in de hogere klassen ook nog voor mijn plezier blijf lezen.’ Rian: ‘Lezen wordt op de middelbare school, veel meer dan op de basisschool, onderdeel van het vak Nederlands en van de moderne vreemde talen. Dat zorgt ervoor dat het met opdrachten en toetsen gepaard gaat en er veel druk op komt. De boeken worden misschien wel iets te veel ontleed, waardoor leerlingen het lezen minder leuk beginnen te vinden.’ Rian merkt dat het belangrijk is dat in de omgeving van kinderen en jongeren veel gelezen wordt en dat vrienden en vriendinnen, maar ook bijvoorbeeld leraren en ouders, tips kunnen geven over boeken die ze de moeite waard vinden voor het kind of de jongere in kwestie. ‘Het helpt heel erg om mensen in je omgeving te hebben die jou, je leesstijl en je smaak kennen’, aldus Rian. ‘Het helpt ook als leraren goed op de hoogte zijn van de nieuwste kinder- en jeugdboeken en niet enkel teruggrijpen op bestsellers en klassiekers van een tijd geleden, die iedereen wel kent. Leerlingen willen doorgaans lezen over hún belevingswereld en hún interesses, en die vind je minder in de boeken die hun ouders en grootouders al lazen. De kinderen en jongeren van nu zijn gewend aan snelle beelden, veel afwisseling en hebben geen geduld meer voor lange uitleg en uitgebreide beschrijvingen. Ook willen ze niet al te kinderlijk aangesproken worden, ze willen serieus genomen worden.’ En Michael? Na Koning van Katoren is hij inmiddels begonnen aan de boeken van De Grijze Jager. Bovendien kijkt hij reikhalzend uit naar het volgende deel van Robotoorlog.

Bij haar boeken maakt Rian digitale lessen voor het onderwijs, die via haar website www.rianvisser.nl gratis zijn te downloaden. ◗

Winactie

Speciaal voor lezers van PrimaOnderwijs stelt Rian Visser 5 exemplaren beschikbaar van Robotoorlog Boek 1 geheime kracht. Wil je kans maken op het boek? Stuur een e-mail naar redactie@primaonderwijs.nl en laat weten wat je nu al doet om moeilijke lezers aan het lezen te krijgen. Op maandag 4 oktober brengt de redactie de winnaars per e-mail op de hoogte.

Van interactieve werkvormen tot kunstmatige intelligentie Zo wordt lezen weer leuk

Met een ruime en aantrekkelijke collectie die is afgestemd op de leesontwikkeling van het kind, zet een school haar deuren open naar leesbevordering en leesplezier. Het plezier start bij het aanbieden van het juiste boek voor het juiste kind, maar hoe pak je dit als school aan en hoe zorg je ervoor dat lezen weer écht leuk wordt?

Tekst: Klaske Delhij en Esmee Weerden

‘Kinderen zeggen weleens: ik hou niet van lezen, behalve als het een leuk boek is’, lacht Bart Droogers van Stichting Lezen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat er voor elk kind een leuk boek te vinden is, maar daar kunnen ze wel hulp bij gebruiken. Mede daarom hebben Stichting Lezen en de bibliotheeksector ruim tien jaar geleden de Bibliotheek op school in het primair onderwijs geïntroduceerd. De lokale bibliotheek helpt scholen om leesbevordering een structurele plek in het onderwijs te geven; onderdeel daarvan is het opzetten en onderhouden van een eigen schoolbibliotheek. Hierbij kunnen scholen kiezen voor samenwerking met Stichting NBD Biblion. Zij helpen bibliotheken en scholen bij het samenstellen en actueel houden van een aantrekkelijke collectie met fictie en informatieve boeken. Marjolein Nadorp van Stichting NBD Biblion vertelt: ‘Veel scholen komen eens per jaar langs bij NBD Biblion om zich in onze bibliotheekwinkel ook persoonlijk te laten adviseren.’ Daarnaast levert NBD Biblion duurzame collecties met boeken die verstevigd zijn in hun eigen binderij. ‘Kinderen kunnen op de boeken gaan stampen, de boeken gaan niet stuk.’ De Bibliotheek op school adviseert een collectie met 5 tot 7 boeken per leerling. Zo hebben leerlingen de ruimte om iets te kiezen dat ze aanspreekt. Hoe kunnen leerlingen hierbij geholpen worden?

Boekaanbevelingen

Als onderdeel van de Bibliotheek op school komt er wekelijks of tweewekelijks een leesconsulent op school langs. Bart vertelt: ‘Een leesconsulent kent veel jeugdboeken: populaire series, boeken die je meetrekken in een spannend verhaal of bijvoorbeeld meer literaire boeken voor kinderen die veel lezen, zoals boeken die bekroond zijn met de Gouden

Griffel. Maar ook laagdrempelige boeken zoals graphic novels, dat zijn beeldverhalen met weinig tekst, of luisterboeken. Die zijn heel geschikt voor niet-lezers: ze worden een verhaal ingetrokken, het sluit aan bij hun belevingswereld en hun woordenschat gaat omhoog door het luisteren.’ Een andere manier om lezers goede, verrassende boekaanbevelingen te doen, is met behulp van Bookarang, dat sinds begin dit jaar onderdeel van NBD Biblion is. Bookarang combineert liefde voor literatuur met kennis van kunstmatige intelligentie. Marjolein: ‘Een boek uitkiezen met Bookarang werkt heel anders dan je gewend bent. Niet op basis van populariteit of andermans gedrag, maar de technologie neemt de inhoud van het boek en de voorkeuren van de lezers als uitgangspunt. Hiermee willen we het voor iedereen relevant en makkelijk maken om het juiste te boek te kiezen en het leesplezier weer terugkrijgen.’ Bookarang is nu al beschikbaar voor volwassenenliteratuur, later in het jaar ook voor jeugdboeken.

Activeren van leerlingen

Een rijke collectie en een boek vinden dat bij je past is één ding, maar hoe activeer je je leerlingen op een leuke aansprekende manier? De leesconsulenten van de Bibliotheek op school geven onder andere interactieve werkvormen om het lezen te bevorderen; ofwel zelf in de klas, ofwel als training aan leerkrachten. Bart: ‘De Boekenkring is een mooie werkvorm. Kinderen zitten in een kring en praten over boeken. Dat kan heel divers. Kleuters die in een prentenboek hun favoriete illustratie aanwijzen en vertellen waarom. Of kinderen uit groep 5 die hun leukste mop mogen voorlezen uit een moppenboek. Of groep 8 maakt een quiz na het lezen van een informatief boek. Ook kan de leerkracht met de klas in gesprek gaan over de hoofdpersoon uit het voorleesboek.’ Een andere manier om kinderen te inspireren is de boekpromotie. ‘Dat werkt als een tierelier, omdat de leesconsulent zijn of haar eigen enthousiasme over een boek kan overbrengen op de kinderen.’ NBD Biblion maakt voor het activeren van leerlingen gebruik van SkillsDojo, hét platform voor de vaardigheden van de toekomst en sinds begin dit jaar onderdeel van NBD Biblion. Op het platform zijn ruim 100 verschillende interactieve missies geschikt voor kinderen van 6 tot en met 14 jaar te vinden. Deze missies bestaan uit instructievideo’s en lesmaterialen om samen met je leerlingen aan de slag te gaan met de vaardigheden van de toekomst. Marjolein: ‘Samen met 8 bibliotheken heeft SkillsDojo bijvoorbeeld een speciale missie rondom leesplezier en leesbevordering ontwikkeld. Hierin gaan kinderen een app bouwen van hun favoriete boek. Het gaat dus niet alleen om lezen. Via de missies leren kinderen zelfstandig en klassikaal alles over digitale vaardigheden. Ook leren ze nieuwe manieren om te communiceren, zich creatief te uiten en hun eigen ideeën te presenteren. Een win-win dus.’

Stichting Lezen en Stichting NBD Biblion organiseren eind september en in oktober respectievelijk een webinar over de schoolbibliotheek in het basisonderwijs en de mediatheek in het voortgezet onderwijs. Houd voor meer informatie hun social media kanalen in de gaten.

Ga voor meer informatie over de Bibliotheek op

school naar: www.debibliotheekopschool.nl of neem contact op met de lokale bibliotheek.

Wil je meer nieuws over leesbevordering, literatuureducatie en onderzoek naar lezen? Schrijf je in voor de nieuwsbrief van Stichting Lezen: www.lezen.nl/inschrijven-nieuwsbrief

Ga voor meer informatie over een boekencollectie voor jouw school en SkillsDojo naar: https://www.nbdbiblion.nl/onderwijs

Wil je meer nieuws over de collectie, Bookarang en SkillsDojo? Schrijf je in voor de nieuwsbrief van NBD Biblion:

www.nbdbiblion.nl/aanmelden-nieuwsbrief

De beste prentenboeken, kinderboeken en AVI-boeken; kinderboeken en AVI-boeken; alle favorieten vind je op

Taalontwikkeling en lezen zijn nauw aan elkaar verbonden. Met de juiste boeken op het juiste niveau maken kinderen zich met plezier de taal eigen en ontwikkelen ze een goede, uitgebreide woordenschat. Op Educatheek.nl vind je alle prenten-, kinder-, en AVI-boeken voor alle leerlingen op alle niveaus.

PRENTENBOEKEN

Het voorlezen van prentenboeken is belangrijk voor de taalontwikkeling van een kind. Denk hier bijvoorbeeld aan het vergroten van de woordenschat. En naderhand praat je samen over een mooi verhaal dat de fantasie prikkelt. Meer dan 2000 verschillende prentenboeken bestel je op Educatheek.nl.

KINDERBOEKEN

Heerlijk even rustig in een hoekje met een boek kruipen of vlak voor het slapen gaan nog even een paar bladzijden in je favoriete boek lezen. Het is belangrijk dat kinderen ook lezen buiten de lessen en school om. Op Educatheek.nl vind je een brede selectie kinderboeken; voor ieder kind wat wils!

AVI-BOEKEN

Vanaf eind groep 2, begin groep 3 beginnen kinderen met leren lezen met leesboekjes met een AVI-leesniveau. AVI-lezen maakt het makkelijk om als ouder of als leraar inzicht te krijgen in het leesniveau van een kind. Leesboeken voor alle AVI-niveaus bestel je op Educatheek.nl.

SAMENLEESBOEKEN

In de Samenleesboeken is de tekst geschreven op twee verschillende AVI-niveaus. De beginnende lezer leest het lagere AVI-niveau. Een meer ervaren lezer, ouder of leerkracht, leest de moeilijkere zinnen op een hoger AVI-niveau. Educatheek biedt een uitgebreid assortiment Samenleesboeken.

Deze en nog véél meer boeken vind je op:

Sparen voor je schoolbieb

Tijdens de Kinderboekenweek (6 t/m 17 oktober 2021) organiseert Bruna dit jaar opnieuw de inmiddels bij vele basisscholen bekende spaaractie: Sparen voor je schoolbieb!

Door kassabonnen te sparen, kunnen scholen hun schoolbibliotheek aanzienlijk uitbreiden met de hulp van (groot)ouders, vrienden en familie. Zij kopen een kinderboek bij Bruna en leveren de bon in op school. De school verzamelt alle bonnen en levert deze op haar beurt in bij een Bruna-winkel. Bruna telt de kassabonbedrag en bij elkaar op en stelt 20 procent van dat bedrag beschikbaar aan de school om nieuwe boeken uit te zoeken. Hoe meer boeken er in de actieperiode van 6 oktober t/m 17 oktober 2021 bij Bruna worden gekocht, des te meer gratis boeken de school daarna mag uitzoeken.

Actiepakket

Met de actie wil Bruna bijdragen aan de leesbevordering van kinderen. Om goed te leren lezen, is een divers aanbod aan leesmateriaal essentieel. De schoolbibliotheek is één van de plekken waar interesse in lezen begint, maar veel scholen hebben de middelen niet om hun bibliotheek in te richten. Bruna draagt met de actie een steentje bij om dat wel mogelijk te maken. Medio september ontvangen alle basisscholen een actiepakket met informatie en een verzamel-envelop voor de kassabonnen.

Kijk ook op:

bruna.nl/schoolbieb

Dé aanpak voor Dé aanpak voor leesbevordering! leesbevordering!

Geef leesbevordering een plek in het onderwijs en laat iedere leerling leesmotivatie en leesplezier ervaren.

• Boekenadvies op basis van interesses en leesniveau • Keuze uit ruim 2.000 digitale lees- en informatieboeken • Leesdossier met inzicht in leesgedrag en leesontwikkeling

Ondersteuning voor leeszwakke leerlingen met handige leesliniaal, variatie in lettertype en –grootte en voorleesstem die meeleest met de tekst.

Onderwijsprofessionals houden in een online omgeving hun kennis op peil op het gebied van leesbevordering, leesplezier en leesmotivatie. Ook hebben zij toegang tot uitgewerkte lesprogramma’s, lessuggesties en tips voor een verrijkende leesomgeving.

.nl

Ondersteuning voor leeszwakke leerlingen met handige leesliniaal, variatie in lettertype en –grootte en

Lezen heb je nodig bij alles wat je doet

Jong geleerd is oud gedaan: als kinderen op de basisschool al mooie en goede boeken voorgelezen en aangeboden krijgen, worden ze op jonge leeftijd vertrouwd met het lezen en begrijpen van verhalen en gaan ze zelf meer lezen. Hierdoor gaat de leesvaardigheid omhoog en zo groeit ook het leesplezier. Dit wordt ook wel de positieve leesspiraal genoemd. Een goede schoolbibliotheek is een belangrijke basis voor deze positieve leesspiraal.

Dubbel positief, want wie meer leest, wordt beter in taal. Een open deur misschien, maar lezen prikkelt niet alleen je fantasie en vergroot je woordenschat, wie goed leest heeft daar ook baat bij in andere vakken op school. Leesvaardigheid is ook van groot belang bij vakken als geschiedenis, levensbeschouwing en zelfs bij rekenen heb je goed taalbegrip nodig om te begrijpen wat er precies van je wordt gevraagd. Lezen heb je nodig bij alles wat je doet.

Opruimen

Een goede boekencollectie op school bestaat uit een actueel en divers aanbod waar voor alle leerlingen op alle niveaus genoeg te kiezen is. Leerkrachten op scholen met een divers boekenaanbod geven stuk voor stuk aan dat kinderen makkelijker een boek kiezen en lezen leuker gaan vinden. En dus meer gaan lezen. Inger Kamminga is leerkracht op de Widarschool in Groningen. Zij pakte op school samen met Merel de Vink van Leesvink hun boekencollectie aan – oude, vieze en stukgelezen boeken eruit om ruimte te maken voor nieuwe, aantrekkelijke titels. En dat had meteen effect:

‘Voor kinderen die dachten dat ze niet van lezen hielden zijn er mooie instappers, terwijl de echte boekenwurmen hun hart kunnen ophalen aan goede jeugdliteratuur.’

Divers aanbod

Kinderen die lezen niet leuk vinden, hebben vaak gewoon nog niet het boek gevonden dat bij ze past. Een divers aanbod waarin voor iedereen wat te kiezen valt, helpt bij het vinden van het juiste boek. Zo´n aanbod bestaat uit een basis van eerste leesboeken,

makkelijke leesboeken en natuurlijk de klassiekers, maar ook uit stripboeken, dichtbundels, delen uit de populaire series zoals de Boomhut en Dagboek van een muts en informatieve boeken. Voor een kind dat moeite heeft met lezen, maar wel van schildpadden houdt, is een boek over schildpadden misschien wel het perfecte boek. Een divers aanbod is dus echt van belang en vaak breder dan je denkt. Ook op basisschool de Arabesk in Arnhem kunnen ze dat beamen. Cynthia Hoitink vertelt dat ze op school een hele oude boekencollectie hadden waardoor de kinderen niet echt werden gemotiveerd om te gaan lezen. Na een grote opruimactie en een goede investering in nieuwe boeken is dat nu aan het veranderen. Kinderen lopen graag even naar de kasten en vinden het fijn dat er nu zo veel meer boeken beschikbaar zijn.

De hele wereld ontdekken

Een school die een goede boekencollectie aanbiedt en deze op een mooie manier presenteert, geeft daarmee meteen het signaal af dat lezen belangrijk is. Niet alleen voor de kinderen, die lezen daardoor niet als iets saais of verplichts ervaren, maar ook voor de ouders, die zien dat school lezen hoog in het vaandel heeft staan. Bovendien zorgt een gevarieerd aanbod van verhalen ook voor een wijde blik. Dorine Brasser van OBS de Wissel noemt dit ‘misschien wel de grootste meerwaarde’ van hun uitgebreide bibliotheek. De Wissel is een wereldschool in Den Haag met leerlingen met heel veel verschillende nationaliteiten. Tot een jaar geleden waren er maar weinig boeken bij hen op school. Dorine schakelde Leesvink in om samen een uitgebreide boekencollectie op maat neer te zetten. Naast de klassiekers, populaire series en nieuwe titels is er ook plaats voor verhalenbundels uit verschillende landen, sprookjes en legendes, informatieboeken over de verschillende religies en nationale feesten. Zo hebben de leerlingen door de boeken op school de mogelijkheid om de hele wereld te ontdekken en elkaars achtergronden beter te leren kennen. Nog een positief effect van lezen, dus lezen is echt goed voor alles! ◗

Over Leesvink

Merel de Vink startte in 2013 met haar bedrijf Leesvink waarmee ze basisscholen helpt met het opzetten en onderhouden van een goede schoolbibliotheek. Ze werkte ruim twaalf jaar bij uitgeverij Lemniscaat, waar haar kennis over en liefde voor boeken steeds meer groeide. Haar missie is om iedere basisschool in Nederland te voorzien van een goede schoolbibliotheek. Voor meer informatie zie www.leesvink.nl

Lezen?

Soms heb je van die projecten waar je echt energie van krijgt, in plaats van dat ze energie van je vragen. Onze samenwerking met een mooi landgoed in de nabije omgeving, is zo’n project.

De vader van een oud-collega doet vrijwilligerswerk op dat landgoed. Samen met mensen met een verstandelijke beperking verricht hij onderhoud aan routepaaltjes en banken die er staan. Soms wordt er echter meer gevraagd in het onderhoud en toen dacht die oud-collega aan onze school. ‘Die leerlingen van het praktijkonderwijs zouden hier best weleens een mooie rol in kunnen gaan spelen’, dacht hij.

Tegenwoordig knappen onze leerlingen van de sector techniek met veel plezier paaltjes, bankjes en andere zaken op voor het landgoed. Levensecht onderwijs! De leerlingen leren de technieken die nodig zijn, het landgoed levert het materiaal. En dat alles zonder tijdsdruk. Win-win.

‘Jij kan gaan plamuren, Ron!’

Ik geef Ron de opdracht om de ontstane gaten in een routepaal weer op te vullen. Hij pakt de plamuurspullen op mijn aanwijzing en mompelt wat voor zich uit, terwijl hij naar de tube staart. ‘Ik heb het nog nooit gedaan, maar ik denk dat ik het wel kan hoor, meneer’, citeert hij Pipi Langkous zonder dat zelf door te hebben. Driftig maar met verrassend veel aandacht en precisie smeert hij de gaten dicht. Heel af en toe kom ik even bij hem langs en doe hem voor hoe je de plamuur gladstrijkt. Ron leert dat ‘die shit’ behoorlijk snel droogt en dat is een goede les bij plamuren.

Twee klasgenoten zien van een afstand Ron mooi werk leveren en dat wekt hun interesse. Ze lopen naar hem toe: ‘Moeten we je ff helpen met schuren, Ron?’ Ron knikt instemmend en vraagt mij of ze al kunnen beginnen met schuren, terwijl de plamuur er nog maar net op zit. Je kunt maar haast hebben.

‘Dan moet je even lezen op de tube, kerel’, antwoord ik, ‘daar staat het op.’

‘LEZEN???’, roepen de twee helpers verschrikt. ‘Wij zijn weg.’ Binnen no-time bevinden zij zich weer aan de andere kant van het lokaal, Ron verbouwereerd achterlatend.

Maar Ron houdt vol. ‘Hier staat drie uur, meneer.’ ‘Drie uur wat?’, reageer ik gemeen.

‘Geen idee, schilderen geloof ik.’

‘En schuren?’

‘Dat staat er niet.’ Ron probeert zich er gemakkelijk van af te maken.

‘Tuurlijk wel, kijk nou eens goed!’

Geconcentreerd probeert Ron iets te doen wat hij lastig vindt: lezen. Waarschijnlijk dansen de letters voor zijn ogen, maar hij moet en zal het weten. Wanneer kan hij schuren?!

Dan ziet hij het: ‘Ah!! Drie uur!’ Dat gaat ‘m niet meer worden.

Hij kijkt me teleurgesteld aan en op zijn voorhoofd lees ik: ‘Zie je wel, met lezen schiet je echt niks op :).’

COLUMN Meester Stefan

Meester Stefan

@meesterstefan_hrim

Zo breng je het leesplezier

Wie goed kan lezen begrijpt de wereld om zich heen veel beter. Toch grijpen steeds minder jongeren uit zichzelf naar een boek: 44 procent leest zelfs nooit een boek. Femke en Ruuth vertellen hoe zij het leesplezier weer terugbrengen in de klas.

Tekst: Marleen Kuijsters, Foto’s: Dorieke Fotografie

Ruuth Verhoeff is docent Nederlands, X11 (een school voor vmbo en havo in Utrecht)

‘Leesplezier is één van onze pijlers, want goed kunnen lezen is de sleutel naar een rijkere carrière. Wij willen de intrinsieke motivatie voor lezen bij onze leerlingen aanboren.’ Op de tafel: ‘Het is belangrijk ruimte in te bouwen binnen het curriculum. Bij mij in de klas lezen de leerlingen 1 uur per week een boek. Ik vraag hen: ‘Welk boek zou goed passen bij wat jij leuk vindt? Houd je van voetbal dan is bijvoorbeeld de biografie van Zlatan Ibrahimovic iets voor jou.’ De jongeren mogen overal zitten: op de tafel, onder de tafel, in een hoekje of buiten in een park. Ik maak natuurlijk wel duidelijk dat het de bedoeling is dat zij de tijd ook echt besteden aan lezen.’ Creatieve opdrachten: ‘We koppelen creatieve opdrachten aan het boek, zodat we meer te weten komen over de ervaringen van leerlingen. Zo kunnen zij na het lezen van het boek bijvoorbeeld een game, mindmap of website bij het thema maken. Hiermee verdienen ze punten. Dat is toch veel leuker dan een boekverslag? In de vierde klas houden we een mondeling. Leerlingen vertellen wat ze van het boek vonden. Ze nemen zelf de regie in het gesprek en dat geeft hen en mij veel energie.’ Digitale leermiddelen: ‘Soms zet ik ook digitale leermiddelen in om het leesplezier te vergroten. Zo luistert een leerling weleens een luisterboek of leest een graphic novel (beeldroman). Het is de bedoeling dat een leerling daarna overstapt naar boeken.’ Tips: ‘Ga met leerlingen in gesprek om erachter te komen waar hun interesses liggen. En kies samen een boek dat daarbij past. Blijf continu lezen. Een auto laat je ook niet jaren stilstaan in een garage. Als leerlingen er steeds mee bezig zijn, wordt het ook gemakkelijker. Geef zelf het goede voorbeeld. Als mijn leerlingen een boek lezen, doe ik dat ook. En ik spoor ouders aan om samen met hun kind de krant of Voetbal International te lezen.’

terug in de klas

Femke Bosmans is leerkracht op basisschool Klein Heyendaal in Nijmegen en geeft les aan verschillende groepen. Daarnaast is ze ICT-coördinator, beeldcoach en didactisch coach. Ze zet al haar ideeën op haar site juffrouwfemke.com.

‘Ik moet altijd denken aan een tekst op een poster: ‘Als je niet van lezen houdt, heb je het juiste boek niet gevonden.’ Een quote van J.K. Rowling. Lezen is geweldig. Je kunt via een boek even afreizen naar een andere wereld of je inleven in een avontuurlijk karakter. Lezen is ook belangrijk omdat veel om ons heen met taal te maken heeft, ook de rekenles bestaat uit taal.’ Tips: ‘Ik merk dat bij sommige kinderen het leesplezier verdwijnt omdat ze moeten presteren (bijvoorbeeld omdat ze zoveel mogelijk woorden per minuut moeten lezen) of omdat ze er niet zo goed in zijn. Je kunt het leesplezier in de klas vergroten met leuke en simpele dingen. Maak bijvoorbeeld een bieb met verschillende boeken: korte verhalen, dikke pillen en strips. Kinderen kiezen allemaal één boek uit en vullen dan een aanbeveling in op papier. Stop die vervolgens voorin het boek. Andere kinderen worden hopelijk enthousiast van de boeken die hun klasgenoten aanprijzen.’ Stapel boekenruggen: ‘Wat ook leuk is: print een aantal lege boekenruggen uit (op wit papier) en laat de leerlingen de titel van hun boek erop zetten en het versieren. Plak alle boekenruggen op het raam of op de deur en je ziet de stapel gelezen boeken groeien.’ Schrijver in de klas: ‘Voor coronatijd kregen de kinderen een krat vol boeken van 1 schrijver, zoals van Arend van Dam, Nanda Roep, Marlies Slegers of Manon Sikkel. Ze kregen 3 of 4 weken de tijd om een boek te lezen. Dan kwam de schrijver in de klas om iets over zichzelf en de boeken te vertellen. De kinderen maakten via Kahoot een quiz met vragen over de schrijver en de boeken om deze vervolgens met de schrijver zelf te spelen. Erg leuk en interactief.’ Websites: ‘Toen ik nog een eigen klas had (groep 8) gebruikten de kinderen naast Kahoot ook andere digitale leermiddelen om het leesplezier te vergroten. Ik liet ze informatie opzoeken via bepaalde websites. Denk aan onderwerpen als de Tweede Wereldoorlog. Ze maakten daar een mindmap van, wisselden de informatie uit met een klasgenoot en vatten de informatie samen in hun eigen woorden. Ook schreven de kinderen een recensie over een boek, een film of een game. Daar maakte ik weleens, met toestemming, een foto van en plaatste die op Twitter. We tagden de schrijver en bekeken samen of hij of zij hierop reageerde. Dat is weleens gebeurd.’

◗ Voor kinderen die echt geen plezier lijken te hebben in lezen, kun je moppen maken. De meeste kinderen vinden het lezen van moppen wel erg leuk. ◗ Toneellezen is ook een manier om het leesplezier te vergroten. Dus om de beurt de regels van een personage oplezen. ◗ Zet eens een luisterboek op. Met verschillende apps en websites kun je luisteren naar audioboeken. Je kunt het bijbehorende boek vervolgens kopen of lenen in de bieb en je leerling lekker laten meelezen.

Begrijpend lezen moet op de schop!

De lessen begrijpend lezen moeten in Nederland dringend op de schop, vinden critici. De huidige aanpak op de basisschool is ‘funest’ voor het leesplezier van Nederlandse kinderen, stelt Stichting Lezen zelfs op haar website. Steeds meer leerkrachten kiezen voor een alternatief: close reading. Een nieuwe methode om kinderen dieper in de tekst te laten graven. ‘Ik zie de resultaten verbeteren en ze hebben er veel meer plezier in.’

Tekst: Klaske Delhij ‘In 2018 kwam het boek over close reading uit in Nederland en het sloeg meteen aan. Veel leerkrachten waren er blij mee’, vertelt Esther van der Knaap van Onderwijswereld-PO. Zij geeft leerkrachten een 8-weekse training om close reading toe te passen in de klas. ‘Eerst waren het individuele leerkrachten die naar de training kwamen, nu zie ik steeds meer hele schoolteams die begeleid willen worden bij de implementatie.’ Meer dan 2000 leerkrachten volgden bij haar al een scholing.

‘ ‘In Nederland is begrijpend lezen een apart vak, terwijl je het ook kunt integreren in je hele onderwijs

Lekker pittig

Bij close reading gaan de leerlingen in drie sessies steeds dieper in op één tekst. ‘Je selecteert een tekst die lekker pittig is, waar je echt mee aan de slag kunt’, legt Esther uit. In sessie 1 worden er algemene begripsvragen gesteld: Waarom is er voor deze titel gekozen? Wat is de belangrijkste boodschap van het verhaal? Met verschillende interactieve werkvormen gaan de kinderen in overleg over de tekst. In sessie 2 gaan ze dieper in op de tekst (wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe), moeilijke woorden en de tekststructuur. In de derde sessie gaan de leerlingen in gesprek over de bedoeling van de schrijver, meningen, argumenten en verbanden in de tekst.

Discussie over de tekst

‘Veel kinderen scoorden voorheen niet zo goed op begrijpend lezen. Ik gebruik nu twee jaar close reading en zie echt betere resultaten’, vertelt Janneke van Doorn, leerkracht groep 7/8 bij Kindcentrum De Ontdekking in Den Bosch. ‘Het is ook leuk om ze te zien discussiëren over de tekst. Als ik soms doorvraag over hoe ze bij een antwoord komen, dan merk je dat twee antwoorden ook goed kunnen zijn, want ze zijn allebei terug te vinden in de tekst. Kinderen krijgen ergens een eigen kijk op, je ziet dat ze andere manieren van nadenken hebben.’ Bij close reading vind je de betekenis van een moeilijk woord altijd terug in de tekst. Een duidelijk verschil met de reguliere methoden van begrijpend lezen, vindt Janneke. ‘In de Cito-toets vragen ze soms de betekenis van een woord, terwijl dat niet te herleiden is uit de tekst. Daar ben ik het niet mee eens. Je toetst dan niet of het kind de tekst begrijpt, maar of ‘ie een woord al kent. Als je veel leerlingen hebt met ouders die lager onderwijs hebben gevolgd, merk je dat de woordenschat kleiner is.’

Boekentips voor close reading

Esther van der Knaap: De Zweetvoetenman is een boek vol waargebeurde interessante, spannende en soms grappige verhalen, die een inkijkje geven in de rechtstaat.

Janneke van Doorn: Het wonder van jou en je biljoenen bewoners vertelt over alle weetjes over het menselijk lichaam op vlotte, humoristische wijze.

Close reading geen apart vak

Janneke gebruikt close reading ook in andere lessen. ‘Als we werken met het thema Onder Water, vraag ik de kinderen waar het verhaal over moet gaan. Als ze ‘walvis’ zeggen, dan zoek ik een geschikte tekst in de bibliotheek over walvissen. Zo hebben ze hun eigen inbreng in de les.’ Vervolgens maakt Janneke een tekstanalyse. ‘Dat kost wel tijd, maar ik vind het leuk om te doen.’ Leerkrachten kunnen zelf boeken zoeken, maar ook gebruik maken van de leeslijst die Onderwijswereld-PO samenstelt en regelmatig aanvult. Naast teksten uit jeugdboeken worden ook poëzieteksten, krantenartikelen of teksten van Wikipedia gebruikt. Esther: ‘In Nederland is begrijpend lezen een apart vak, terwijl je het ook kunt integreren in je hele onderwijs. Dat gebeurt ook in andere landen. Teksten over wereldoriëntatie zijn prima te gebruiken voor close reading.’

Leesplezier ‘een ding’

Esther hoort van veel scholen terug dat leerlingen betere scores halen als ze aan de slag gaan met close reading. Wat ook genoemd wordt: ze zien dat het leesplezier bij leerlingen terugkomt. ‘Dat is wel een ding in Nederland’, zegt Esther. In internationaal onderzoek bungelen Nederlandse leerlingen zelfs helemaal onderaan de lijst als het gaat om leesplezier. ‘Als je dan de eerste les close reading geeft, gebeurt er wat met die kinderen. Je ziet: op deze manier vinden ze het wel leuk. Je ziet plezier. Dan gebeurt er iets in je hart natuurlijk. Dat is het mooiste wat je kan bereiken met je leerlingen: dat ze plezier hebben en er wat van leren ook.’

Als je aan de gang wilt met close reading, moet je daar wel tijd voor vrijmaken, geeft Esther mee. Om je de methode eigen te maken, lessen voor te bereiden, teksten leren te analyseren. Janneke beaamt dat: ‘Ik vind het leuk om eigen lesmateriaal te ontwikkelen, maar niet elke collega heeft daar tijd voor. De tekstanalyses die ik maak voor groep 7/8 kunnen mijn collega’s ook gebruiken. Wat ik heb geleerd in de training draag ik weer op hen over.’

Tips voor gedegen lees- en rekenonderwijs

Als leraar ga je voor kwaliteit in je vak en het optimaal gedijen van je klas. De Onderwijsdesk helpt je met advies en cursussen.

Emmeliek Boost In deze editie deelt Emmeliek Boost, deskundige van de Onderwijsdesk, Gezondheidspsycholoog én auteur van het boek WIN-WIN Werk en Gezin, adviezen over lees- en rekenonderwijs.

Heb je tips hoe ik het begrijpend lezen leuk kan maken en kan stimuleren?

Barbara (groep 5) uit Oss

Maak leerlingen nieuwsgierig naar de tekst!

Van de Nederlandse kinderen stevent 25% af op laaggeletterdheid. Leerplanontwikkelaar Mariëtte Hoogeveen benadrukt dat kinderen 360 minuten leestijd per week nodig hebben. Pas dan leren ze écht goed begrijpend lezen. Door het begrijpend lezen te integreren in vakken, zoals wereldoriëntatie, biologie, geschiedenis en aardrijkskunde is dit haalbaar en makkelijk in te passen in je dagschema.

TIP De integrale digitale methode Krabbie Krab op School is voor groep 4 t/m 8 uitgewerkt door Esther van Duin, vanuit de overtuiging dat begrijpend lezen en het kennisniveau al veel te lang een ondergeschoven kindje is in het Nederlandse onderwijs. Geschikt voor elk kind, afgestemd op zijn/haar leestempo en zijn/haar eventuele zorgbehoefte.

TIP Het boek ‘Waarom jij van sterrenstof bent’ van Esther Walraven is ook zo’n vakoverstijgend leesboek. Elke vraag uit dit boek is te gebruiken voor een begrijpend lezen lessenserie voor de midden- en bovenbouw, passend bij natuur- en techniekthema’s in de klas. Vraag het aan Dortie Mijs, Liz Bunte en Ebelien Nieman, zij zijn de creatieve auteurs van de 3 praktijkboeken en lessenserie Close reading voor de onderbouw, middenbouw en bovenbouw van het basisonderwijs.

In de klas is er soms te weinig tijd of gelegenheid om te checken hoe leerlingen hun sommen hebben uitgerekend. Heb je tips hiervoor?

Berend (vmbo) uit Apeldoorn

Rekenonderwijs in het VO/MBO

Het is belangrijk, maar voor de meeste leerlingen moeilijk, om hun rekenstappen uit te leggen en goed te verwoorden. Ze zijn vooral gefocust op het juiste antwoord. Is het antwoord fout dan weten ze vaak niet meer wat ze precies gedaan of wellicht gegokt hebben. Het kost tijd en nog belangrijker de berekening van een ander boeit de meeste leerlingen vaak helemaal niet, waardoor er gemakkelijk onrust in de klas ontstaat. Met het programma Quizalize kun je een ‘math mode’ instellen, zodat leerlingen allemaal bezig zijn met een rekenonderdeel, zoals de wortels en kwadraten van de getallen 1 t/m 20 of het omzetten van (veelvoorkomende) breuken, decimale getallen en percentages. Het programma houdt de

resultaten bij van de ingelogde leerling, maar het belangrijkste is dat leerlingen vooral door blijven oefenen en merken dat ze beter worden. Als docent levert het je tijd op om een leerling naar zijn berekening te vragen, terwijl alle leerlingen door blijven oefenen. Het mooie is dat leerlingen door de quiz aangesproken worden om zelf beter in rekenen te willen worden, dit dus echt voor zichzelf willen doen en dus niet vervroegd afhaken door het niet kunnen verwoorden van een berekening of steeds afgerekend te worden op het slechte resultaaat.

TIP Volg de 5-daagse Cursus

Rekenspecialist VO/MBO

begeleid door Marije van Oostendorp. Deze start weer op woensdag 3 november a.s. bij de Onderwijsdesk. Een cursist zei: ‘Deze leerzame en uitdagende cursus biedt de mogelijkheid om direct in de praktijk als rekenspecialist aan de slag te gaan!’

TIP Nu in Coronatijd aandacht voor welbevinden is, is omgaan met jezelf en de ander essentieel! De 1-daagse cursus

Sociaal-Emotioneel Leren

(SEL) voor het PO van dr. Kees van Overveld start weer op 15 november a.s. bij de Onderwijsdesk en is volgens een enthousiaste cursist een absolute aanrader: ‘Verrijkend, inspirerend en veel om direct toe te kunnen passen in de praktijk. Mooie nieuwe inzichten: zoals het belang van taal en het benoemen van emoties op jonge leeftijd zodat kinderen op latere leeftijd hun emoties kunnen verwoorden en gedrag kunnen leren reguleren.’

voor hulp bij leer- en gedragsproblemen in de klas!

Speciaal voor PrimaOnderwijs beantwoorden de deskundigen van de Onderwijsdesk vragen van leraren uit het hele land. Deze tips (en cursussen) zorgen ervoor dat je klas (nog) beter fl oreert.

Heb jij een vraag voor de Onderwijsdesk? Mail dan naar info@onderwijsdesk.nl Online en RIVM-Coronaproof op onze locatie

Expliciete Directe Instructie in het VO & MBO 1-daagse

Een kraakheldere instructie en het EDI-stappenplan voor iedere les/vak. Aanrader bij leerachterstanden. di. 21 september 2021 (VO & MBO) Brigitta Mathijssen

Rekenspecialist/Rekencoördinator 7-daagse

Sterke en zwakke rekenaars, dyscalculie, rekenbeleid & meer! start do. 23 september 2021 (PO) start wo. 26 januari 2022 (PO) drs. Marije van Oostendorp

Effectief rekenonderwijs 3-daagse

Aanrader voor iedere (ervaren) leerkracht. Traditioneel rekenen als basis voor rekensucces en rekenplezier. start do. 30 september 2021 (PO) Marcel Schmeier

Oplossingsgerichte gesprekvoering 6-daagse

Motiverende en/of lastige gesprekken: tips en tools. Van oudergesprek tot klas, coaching en teamvergadering. start vr. 1 oktober 2021 (PO) drs. Esther de Wolf

Executieve functies 1-daagse

Werkgeheugen, plannen en organiseren & meer. Metacognitie en zelfsturing in de les. za. 2 oktober 2021 (PO & VO) za. 15 januari 2022 (VO & MBO) dr. Diana Smidts

Mindset 1-daagse

Perfectionisme, tegenslagen, opgeven en meer Een groeimindset in de les, de comfortzone en groeitaal. do. 4 november 2021 (VO) René Lous

Sociaal-Emotioneel Leren (SEL)

Aandacht voor welbevinden: omgaan met jezelf en de ander. Confl icten voorkomen en oplossen, hulp vragen, gevoelens & meer. ma. 15 november 2021 (PO) dr. Kees van Overveld

Het leesoffensief van KBS de Vonder

Boekenwurmen kweken. Dat is de opdracht die KBS de Vonder in Borne voor zichzelf heeft gesteld. Geïnspireerd door SLO, landelijk expertisecentrum voor het curriculum, denken ze na over hoe ze hun leesonderwijs meer thematisch en integraler kunnen opzetten.

Tekst: Bea Ros

‘ ‘ iedereen is zich ervan bewust dat het anders moet. Nu moeten we ons er verder in bekwamen

Er moet iets gebeuren met ons leesonderwijs. Dat gevoel hadden Joke Naaktgeboren (IB’er) en Marleen Abbink-Wijlens (groepsleerkracht) van KBS de Vonder (circa 600 leerlingen) al een aantal jaren. ‘We willen boekenwurmen kweken, maar we zagen dat we daarin niet slaagden.’ Het eerste wat ze aanpakten was hun schoolbibliotheek. Met hulp van Jos Walta (Open Boek) staat er inmiddels een aantrekkelijke en actuele boekencollectie met voor elke leerling wat wils. Voorlezen, van groep 1 tot en met 8, en wekelijkse boekpromotie zit inmiddels bij steeds meer teamleden tussen de oren. Verspreid door de school liggen klappers met ideeën voor leesbevordering, van een boekenbingo tot en met leesgesprekken à la Aidan Chambers. Maar ze wisten allebei: dit is nog maar het begin. Hoe nu verder?

Andere didactiek

De Vonder is exemplarisch voor veel scholen, stelt SLO-taalspecialist Joanneke Prenger. Door de alarmerende PISA-berichten - een kwart van de jongeren is onvoldoende geletterd om zich te kunnen redden in de samenleving - ontstaat er een urgentiebesef. ‘Scholen willen graag hun leesonderwijs verbeteren, maar ze zijn zoekende in hoe je dat precies aanpakt.’ Het knelpunt zit, zo blijkt uit PISA, vooral bij diep lezen: reflecteren op een tekst en de inhoud kritisch evalueren en deze verbinden aan wat je al weet en aan andere teksten. Het Nederlandse leesonderwijs is daar te weinig op afgestemd, mede omdat dit geen onderdeel van de eindtoets is. Gelukkig is er uit onderzoek al veel kennis over wat wel en niet werkt. In interactieve sessies met scholen geeft Prenger op basis daarvan tips om anders over het leesonderwijs, de doelen en de didactiek te denken. Kernwoorden daarin zijn thematisch werken, rijke teksten, een doorlopende leerlijn en integratie van alle taaldomeinen (lezen, schrijven, spreken, woordenschat). ‘We luisterden met open mond’, vertelt Abbink-Wijlens. Ze hadden zich zelf al aardig ingelezen, maar nu viel alles mooi in elkaar. ‘Joanneke zei: als je echt stappen wilt zetten, moet je integreren. Losse woordenschatlessen halen weinig uit. Dat was voor ons een trigger’, vertelt Naaktgeboren.

Goede afspraken

Gewapend met alle kennis gaan Naaktgeboren en Abbink-Wijlens er de komende jaren aan trekken. Eén voordeel is er al: de directeur en het team hebben ze mee. ‘Het zoemt al: iedereen is zich ervan bewust dat het anders moet. Nu moeten we ons er verder in bekwamen’, vertelt Naaktgeboren.

Toen het afgelopen schooljaar door corona in groep 4 de leesscores echt duikelden, heeft de school de ondersteuningssubsidie benut om na te denken hoe het leesonderwijs anders en beter kan. ‘We hebben als team afgesproken om thematisch werken echt op de kaart te zetten’, vertelt Abbink-Wijlens. ‘Niet alleen in de kleuterklas waar dat al gebeurt, maar juist ook in de midden- en bovenbouw.’ Naaktgeboren vult aan: ‘We missen ook een doorgaande lijn. Daar willen we ook goede afspraken over maken.’ De Vonderwijsmap, een naslagwerk voor alle teamleden over hoe de school onderwijs geeft, zal zich de komende jaren gaan vullen met nieuwe documenten over het leesonderwijs. Abbink-Wijlens gaat samen met een collega de opleiding voor taal-leescoördinator volgen en een stuurgroep begrijpend lezen en taal leiden. De school benut de NPO-gelden mede voor professionalisering van het team. ‘We zorgen dat het gesprek op gang blijft. Elke studiemiddag moet er iets over leesonderwijs aan de orde komen.’

Kleine stapjes

Met de keuze voor thematisch werken keert De Vonder terug naar haar wortels. Bij de start in 2007-2008 was dit al het motto. ‘We zagen dat dat veel deed voor de motivatie en betrokkenheid van leerlingen, maar het vroeg ook veel van leraren’, vertelt Naaktgeboren. Bovendien hadden ze slecht zicht op het behalen van leerdoelen. Daarom ging de school steeds meer methodisch werken. De methode biedt houvast. Dat is een geluid dat Prenger van veel scholen hoort. Hoe ga je van de methode naar integraal en thematisch werken, vragen ze haar. De inhoudslijnen van SLO zijn een goed handvat. ‘En maak kleine stapjes’, adviseert ze. ‘Je kunt bijvoorbeeld bij leesteksten uit de methode meer context bieden door er rijke, actuele teksten over hetzelfde thema bij te zoeken en leerlingen daar ook over te laten schrijven. Dan ben je niet meer alleen bezig met vragen beantwoorden over een methodetekst, maar werk je aan samenhangend taalonderwijs.’ Of probeer thematisch werken eens uit met een projectweek. Dat doet De Vonder ook. Een aantal weken per jaar staan de lessen van groep 1 tot en met 8 in het teken van één thema. ‘Daar worden we allemaal heel blij van. Je voelt het gewoon bruisen’, zegt Abbink-Wijlens. De komende jaren gaan ze dat dus uitbreiden. Zaakvakken combineren met taalonderwijs, lezen met schrijven, methodes met eigen lesmateriaal. ‘We gaan vanuit een stevige kennisbasis opnieuw vormgeven aan ons oude ideaal.’ ◗

Landelijk Netwerk Taal in het basisonderwijs:

www.slo.nl/vakportalen/nederlands/landelijk-netwerk

Leerlijnen en tussendoelen Nederlands: www.slo.nl/thema/meer/tule/nederlands

Rijke teksten motiveren het lezen:

www.slo.nl/@18415/rijke-teksten-motiveren-lezen-nieuwe

Leer ze lezen: praktische inzichten uit onderzoek voor leraren basisonderwijs. Gratis te downloaden:

www.didactiefonline.nl/artikel/leer-ze-lezen

Een goed begin is het halve werk De Gouden Weken Gouden Weken van het schooljaar

Een goed begin is het halve werk… De leraar doet er goed aan stil te staan bij hoe hij of zij de toon wil zetten aan het begin van het schooljaar. ‘Hoe komen mijn leerlingen tot leren? Ligt de nadruk op warmte, autonomie of engagement? Waar sta ik zelf eigenlijk?’ PrimaOnderwijs ging in gesprek met een aantal onderwijsprofessionals die een inkijkje geven in hoe zij de zogenaamde Gouden weken vormgeven.

Tekst: Erik Ouwerkerk

‘ ‘Gewoontevorming is cruciaal: de jas op de kapstok, een eigen plekje in de kring en een vast maatje in de rij

Rik van Lente geeft geschiedenis op het Melanchton Schiebroek te Rotterdam. Hij stelt zichzelf aan het begin van ieder schooljaar leerdoelen en geeft zijn leerlingen een overzicht met de onderwerpen die aan bod komen en wanneer en hoe die getoetst worden. Fijn om al direct een houvast te hebben, maar nooit zonder eerst de passie voor het vak aan te boren: ‘Tijdens de eerste les wil ik overbrengen waarom het verleden zo belangrijk is en wat het vertelt over ons en onze rol erin. Dat maak ik concreet aan de hand van iets dat ik meegemaakt heb of gelezen tijdens de vakantie. Ik vraag de jongeren vervolgens of ze op willen schrijven wat hen zelf interesseert uit het verleden en dat te delen in de klas. Dat betrekt ze meteen persoonlijk bij het vak en tegelijkertijd wordt duidelijk dat de klas een plek is waar we kunnen delen en van elkaar kunnen leren. Voor mij is het begin van ieder schooljaar weer heel leerzaam om scherp te stellen waarom ik/we doe(n) wat ik/ we doe(n).’

Momenten van herkenning

‘Gewoontevorming is cruciaal: de jas op de kapstok, een eigen plekje in de kring en een vast maatje in de rij. Dat biedt een veilige structuur en vormt de basis voor de inhoudelijke verdieping gedurende het schooljaar. Veel uitleg is daarbij niet nodig,

ze leren door na te bootsen, door te doen’, aldus Inge Ribbert, kleuterjuf in het Vrije Schoolonderwijs. Ook zijn standaard liedjes bij de vaste dagonderdelen voor Inge onmisbaar aan het begin van het schooljaar: ‘Het zijn fijne momenten van herkenning. Samen met de kinderen zing ik een Sint Michaëlslied bij de dagsluiting. De Spaanse versie, omdat ik die bijzonder mooi vind. De kinderen pikken op dat het lied voor mij een bijzondere betekenis heeft en dat slaat aan. Bovendien, omdat de zang in de antroposofische traditie (bijna) altijd gepaard gaat met gebaren, begrijpen ze heel goed dat een estrella een ster is en een dragon een draak, en pikken ze net zo goed alle lagen van de boodschap op.’

Betrokkenheid tonen

Het kan volgens Anita Bruin, ontwikkelaar van het vak persoonlijke vorming en docent NT2 op het Edith Stein College te Den Haag, verleidelijk zijn om bij de start van het jaar te veel te focussen op afvinklijstjes en het pedagogische aspect uit het oog te verliezen. ‘Verplaats je eens in de kinderen: ze voegen zich weer naar de dagindeling van de school, er komt veel nieuwe informatie op hen af, ze doen nieuwe indrukken op en ontmoeten vaak voor de eerste keer hun leraren en klasgenoten van dat jaar. Dat doet wat met een kind. Laat zien dat je daar oog voor hebt door een leerling als het maar even kan apart te benaderen, vragen te stellen, een opmerking te maken.’ Dat geldt trouwens het hele jaar door, het draait te midden van alle hectiek en activiteiten in het onderwijs om aandachtige betrokkenheid, zoals Lisette Bastiaansen daar binnenkort in haar pedagogisch proefschrift woorden aan geeft. Makkelijker gezegd dan gedaan overigens, want: ‘Alleen als je wilt weten wie je zelf bent en waar je staat, kun je zien wie je voor je hebt.’

Zelf verantwoordelijkheid nemen

Daisy Mertens is een van de beste leerkrachten ter wereld, volgens de organisatie van de Global Teacher Prize. In Helmond geeft ze les aan de kinderen van groep 7/8 van basisschool De Vuurvogel. ‘De eerste schooldag stellen we samen de regels op. Samen. Dus niet, zoals vaak gebeurt, dat de leerkracht (in al zijn ervaring) de regels en routines al in zijn hoofd heeft zitten, die op het bord schrijft, en de leerlingen het ‘contract’ laat ondertekenen. Laat het de kinderen vanuit openheid samen bepalen. Wat doe je als je klaar bent? Wanneer is een handig moment om naar de wc te gaan? Wanneer is een goed moment om te eten? Om dat laatste als voorbeeld te nemen: mijn kinderen kozen vorig jaar voor half negen: ‘Dan heb ik vaak nog/weer honger’, zegt de een. ‘Maar als de juf dan iets uit gaat leggen, dan hoor je dat geritsel van de boterhamzakjes’, zegt de ander. Laat ze er zelf over nadenken en blijf samen evalueren.’ Ook de omgangsvormen bepalen de kinderen (grotendeels) de eerste dagen zelf. ‘Hoe zorgen we dat we met elkaar verbonden zijn?, vraag ik na een paar dagen aan de groep. ‘Door complimenten te geven’, hoor ik dan bijvoorbeeld. Ook daar kun je samen op voort bouwen door erop terug te komen: ‘Hoe vaak heb je een compliment gekregen? Wat deed het met je? Kinderen kunnen heel goed zelf verantwoordelijkheid nemen en samen tot normen komen, dat is de kracht van de groep. Dat kun je meteen vanaf de eerste schooldag stimuleren.’ ◗

‘ ‘Kinderen kunnen heel goed zelf verantwoordelijkheid nemen en samen tot normen komen

Spelling in de lift adaptief: doelgericht naar het volgende niveau!

Hoe weet je waar je leerling staat, zodat je het juiste leeraanbod aanbiedt? Met het methode-onafhankelijke Spelling in de lift adaptief ga je gericht, individueel en adaptief aan de slag voor een hoger spellingsniveau.

Tekst: Marianne Eggink

Goed spellen - dat biedt plezier en zekerheid bij het schrijven. Maar het afgelopen schooljaar liepen veel leerlingen onder meer hierin leervertraging op. Het Nationaal Programma Onderwijs biedt scholen daarom de komende jaren financiële ondersteuning om dit weer in te halen. Maar hoe weet je waar je leerling staat en welk onderdeel aandacht nodig heeft? Het methode-onafhankelijke Spelling in de lift adaptief helpt je uit de brand! Door de nulmeting weet je precies het huidige niveau van je leerling en welke spellingcategorieën extra aandacht nodig hebben. Daarnaast krijg je aanbevelingen voor de meest effectieve aanpak, inclusief instructie en passende oefeningen.

Waar de leerling aan toe is

Spelling in de lift adaptief is een aanvullend spellingsprogramma dat je naast je huidige methode kan gebruiken om leerlingen weer op niveau te krijgen. Hoe dat werkt? Je begint met een nulmeting via de digitale instaptoets die aansluit op de didactische leeftijd van de leerling (deze gaat tot een jaar terug). Deze toets bepaalt het beheersingsniveau van alle spellingcategorieën van de leerling, onafhankelijk van het leerjaar. Ook klankherkenning wordt hierin meegenomen. Via het dashboard ontdek je direct waar je leerlingen goed in zijn en op welke gebieden ze vertraging hebben opgelopen.

BROCHURE

Bouwstenen voor ieder niveau!

Bouwstenen voor ieder niveau! Bouwstenen voor ieder niveau!

Waarom juist spelling?

Spelling is een belangrijk onderwerp dat invloed heeft op een veel breder vlak in het leven, dan enkel een woord correct schrijven. Goed schrijven is voor elk vakgebied essentieel. En door goed te leren schrijven, gaan leerlingen tegelijk ook beter lezen. Goed voor het leesniveau, maar ook om andere (school)teksten, opdrachten en boeken beter te snappen. De invloed daarvan laat zich natuurlijk zien in het schrijf- en leesplezier van de leerling en de zelfverzekerdheid die daarvan uitstraalt.

Spelling is ook een belangrijk onderdeel van de Cito-toets en heeft daarmee invloed op de verdere onderwijsloopbaan van de leerling. En wanneer leerlingen later de arbeidsmarkt op gaan is het cruciaal dat ze goed kunnen spellen. Spelfouten zorgen voor misverstanden in bijvoorbeeld werk e-mails en een negatief oordeel bij een sollicitatiebrief. Goed spellen maakt het leven dus vooral een stuk gemakkelijker en leuker.

Vanuit de nulmeting kunnen leerlingen direct aan de slag met gepersonaliseerde oefenstof. Bijvoorbeeld door zelfstandig digitaal verder te oefenen met een onderwerp, waardoor de stof beter beklijft. Of eerst op papier onder begeleiding van de leraar oefenen, en daarna verder op de computer. Als een leerling echt uitvalt op specifieke categorieën, biedt het programma uitgebreide handvatten voor de benodigde instructies en begeleide (digitale en analoge) oefeningen. In alle gevallen is het doel hetzelfde: leervertragingen inhalen en de spellingsvaardigheden naar een hoger niveau tillen.

Spelling in de lift adaptief bestaat uit:

� Gepersonaliseerde, adaptieve leerlingsoftware � Een overzichtelijk dashboard voor de leerkracht � Werkboekjes op 8 niveaus (per boekje 4-5 hoofdcategorieën) � Antwoordenboekjes � Handleidingenpakket bewezen effectief zijn bij het aanleren van spelling:

Koppeling aan Cito

Spelling in de lift adaptief is gekoppeld aan Cito (tussen)doelen en de didactische leeftijdsequivalent (DLE). Zo bereid je je leerlingen optimaal voor op de Cito-toetsen. Naast het leren van de juiste schrijfwijze van veelvoorkomende woorden, richt het programma zich ook op andere vaardigheden, zoals het vinden van de juiste schrijfwijze van onbekende woorden, en een positieve houding tegenover correct schrijven. Het schrijfplezier komt voort uit de diversiteit aan leuke oefeningen in het werkboek en de digitale omgeving, maar ook jouw persoonlijke enthousiasme als leraar!

Gevarieerde werkvormen

Spelling in de lift adaptief ondersteunt je hierbij door middel van diverse didactische werkvormen die bewezen effectief zijn bij het aanleren van spelling: � Een woord bij een plaatje zoeken � Rijmoefeningen � Van gegeven letters een woord maken � Woorden afmaken � Fouten laten zoeken � Het woord in de goede vorm laten gebruiken � Woorden in zinnen laten gebruiken

Bouwstenen voor ieder niveau!

Real-time voortgang

Vanuit de nulmeting aan het begin, kun je bij een controledictee of einddictee precies de voortgang van je leerlingen zien. De leerling geeft daarnaast zelf op de doelenkaart in het werkboek aan welke categorieën goed gaan en waar nog meer oefening voor nodig is. Bij de digitale oefeningen kun je de voortgang in real-time per spellingcategorie volgen - handig! Ook als de leerlingen thuis met het programma werken kun je het real-time volgen!

Ook wat voor jou?

Spelling in de lift adaptief is bedoeld voor alle leerlingen in het regulier en speciaal onderwijs, NT2-leerlingen en leerlingen met dyslexie of een eigen leerlijn. Ben jij een leraar, intern begeleider, remedial teacher, NT2-coördinator of een taal-/ leescoördinator? Dan is Spelling in de lift adaptief een perfecte aanvulling op je methode of als op zichzelf staande methode. Met Spelling in de lift adaptief weet je precies waar je leerlingen staan en help je ze gericht naar een volgend niveau!

Nieuwsgierig? Bekijk een inkijkexemplaar van Spelling in de lift adaptief! Of vraag een proeflicentie aan om twee weken gratis uit te proberen via www.spellingindeliftadaptief.nl ◗

De Boekenclub van Riley en Israa, door en

voor leerlingen

Riley en Israa zijn leerlingen van Praktijkonderwijs Roermond. Samen met Adri Ramakers, hun leraar Nederlands en Rekenen, richtten ze twee jaar geleden De Boekenclub op. De motivatie? Ze houden van lezen én willen medeleerlingen aansteken met hun leesplezier.

Tekst: Brigitte Bloem

‘ ‘Het is ontzettend gezellig om het met elkaar over mooie boeken te hebben en om samen te lezen

Riley zit in de vierde klas. ‘Op de basisschool vond ik boeken lezen wel leuk, maar thuis deed ik andere dingen’, vertelt ze. ‘Toen ik ouder werd, las ik steeds minder voor m’n plezier. Maar in de tweede klas van de middelbare school ben ik weer begonnen met boeken lezen. Eigenlijk kwam dat door een meisje op YouTube die enthousiast vertelde over een boek. Dat boek ben ik toen gaan lezen. Daarna ontdekte ik de boekenserie After van de schrijfster Anna Todd. Toen hield ik niet meer op met lezen. In haar boeken word je meegesleept in het leven van Tessa en Harry. Ze zijn verliefd op elkaar, maar durven het niet aan elkaar te vertellen. Tot ze het toegeven en alles verandert. Als ik lees maak ik zoveel dingen mee. Je beleeft van alles, terwijl je gewoon thuis of op school zit.’

Fantaseren

Israa zit in de derde klas. Zodra ze kon lezen, was ze dol op boeken. ‘Ik las heel veel. Op school en thuis’, herinnert ze zich. ‘Het is zo fijn om helemaal mee te gaan in een verhaal. Mijn leesplezier is eigenlijk wel gebleven op de middelbare school. Op een dag vertelde Riley over de After-boeken. Ze was zo enthousiast, dat ik ze ook ben gaan lezen. Er is ook een film van, maar ik vind het juist fijn om de boeken te lezen, omdat je er dan zelf van alles bij kunt fantaseren. Als je een film kijkt, wordt alles al voor je ingevuld.’

Supergoed idee

De leerlingen bedachten: als je elkaar vertelt wat je leuk vindt om te lezen, gaan er misschien wel meer leerlingen lezen. Riley: ‘Zo ontstond twee jaar geleden ons plan om een boekenclub op school op te richten. Met ons plan gingen we naar Juf Adri. Ze was meteen enthousiast.’ ‘Dat klopt’, lacht Adri, ‘ik vond het meteen een supergoed idee van Riley en Israa. Er zitten zoveel voordelen aan lezen. Het is niet alleen maar leuk en fijn. Het is ook goed voor je taalontwikkeling en woordenschat. Daarom is het zo belangrijk dat leerlingen meer gaan lezen dan ze nu doen.’

Duizend levens

Inmiddels bestaat De Boekenclub uit tien meisjes en jongens, en juf Adri. ‘Het is ontzettend gezellig om het met elkaar over mooie boeken te hebben en om samen te lezen. Met De Boekenclub bespraken we laatst de quote: ‘Een lezer leeft

Israa, Riley en Adri in het Woonhuis van Praktijkonderwijs Roermond, een huis aan de school, waar leerlingen over zelfstandig wonen leren.

duizend levens’. Door het lezen van boeken maak je zoveel dingen mee en voel je mee met de hoofdpersonen. Daarom lees ik zelf ook zo graag. Maar we doen meer’, legt Adri uit. ‘We hebben onze schoolbibliotheek uitgebreid met nieuwe boeken die de leerlingen van De Boekenclub erg goed vinden. Daardoor zijn ook leerlingen die niet aan De Boekenclub deelnemen meer gaan lezen. Zelfs in de pauzes zijn er leerlingen die buiten op een bankje verder lezen in hun boek. Ook praten we over boekverfilmingen, want daardoor worden leerlingen ook geïnspireerd om bepaalde boeken te gaan lezen.’

Geen verplichting

‘In De Boekenclub moet niets’, vertelt Israa. ‘We lezen de boeken die we zelf uitkiezen, we bespreken ze, maar Juf Adri overhoort ons niet en we hoeven ook geen opdrachten over het boek te maken. Juist omdat er geen verplichting aan zit, wordt het lezen voor ons allemaal gewoon weer leuk.’ Ook Riley voelt dat zo. ‘Door de boekenclub lees ik thuis ook meer. Lezen is nu echt een hobby van me geworden.’ De leerlingen kunnen kiezen uit veel verschillende boeken. Adri zorgt dat ze zelf ook goed op de hoogte is van de nieuwste uitgaven. ‘We bieden veel verschillende genres aan en dikke en dunne boeken, op verschillende niveaus’, schetst Adri. Elke dinsdag zet ze op de Instagrampagina van de school een boekentip. ‘Leerlingen moet je niet dwingen om boeken te gaan lezen’, vindt Israa, ‘je moet ze enthousiast maken. Er zijn zoveel leuke boeken en als ze die niet kennen, dan komen ze er nooit achter dat lezen misschien wel iets voor hen is. Daarom is een boekenclub zo handig. Door en voor leerlingen, zo maak je elkaar enthousiast.’ ◗

De Miljoenennotaposter 2022 komt eraan!

Ieder jaar op Prinsjesdag presenteert de overheid de Miljoenennota. Om scholieren te leren wat deze nota inhoudt, is er een Miljoenennotaposter! De poster geeft een begrijpelijk overzicht van de verwachte inkomsten en geplande uitgaven van 2022. Hang deze poster op in je lokaal en je hebt de actuele cijfers altijd binnen handbereik! Handig wanneer je in de klas aandacht besteedt aan overheidsfi nanciën of gerelateerde onderwerpen.

De nieuwe Miljoenennotaposter 2022 wordt even na Prinsjesdag verstuurd aan docenten economie in het voortgezet onderwijs. Wil je ook een Miljoenennotaposter in jouw klaslokaal? Ga naar onderwijsinformatie.nl/minfin en bestel een gratis exemplaar.

Inkomsten € 305,5 van het Rijk 2020 (in miljarden)

Indirecte belastingen € 96,5

€ € 60,5 12,4 Omzetbelasting (btw) Accijnzen € € € € 6,0 4,5 4,4 3,5 Overdrachts- en assurantiebelasting Belastingen op een milieugrondslag Motorrijtuigenbelasting Invoerrechten € € € 2,5 Belasting op personenauto’s en motorrijwielen (bpm)1,8 Verhuurderheffing0,4 Bankbelasting€ 0,5 Overig

Premies volksverzekeringen Directe belastingen € 97,3

€ € € € € 63,4 26,2 5,2 1,7 0,8 Loon- en inkomstenbelasting Vennootschapsbelasting Dividendbelasting Schenk- en erfbelasting Overig

Zorgverzekeringswet

€ 43,2

Van ons allemaal Voor ons allemaal

Inkomsten € 293,0 van het Rijk 2021 (in miljarden)

Indirecte belastingen Directe belastingen € 93,4

€ 58,4 Omzetbelasting (btw) € € € € 12,2 6,5 4,4 4,4 Accijnzen Overdrachts- en assurantiebelasting Motorrijtuigenbelasting Belastingen op een milieugrondslag € € € 3,5 Invoerrechten 1,5 Verhuurderheffing 1,5 Belasting op personenauto’s en motorrijwielen (bpm) € 0,7 Bankbelasting € 0,5 Overig

€ 90,5

€ € € € 64,0 19,7 4,1 1,9 Loon- en inkomstenbelasting Vennootschapsbelasting Dividendbelasting Schenk- en erfbelasting € 0,8 Overig

Premies volksverzekeringen

Zorgverzekeringswet € 37,1

€ 45,2

Premies werknemersverzekeringen € 26,9

Van ons allemaal Voor ons allemaal

3,5% Economische ontwikkeling

Groei bbp

3% 2% 1% 0% -1% -2% -3% -4% -5% -6% -7% -8% 2021

Begrotingssaldo

In % bbp € 41,7 € 41,7

Premies werknemersverzekeringen

€ 26,9

Uitgaven € 336,6 van het Rijk 2021 (in miljarden)

Sociale Zekerheid € 97,8

€ € € 42,2 AOW 14,9 Werkloosheid, bijstand en participatie 14,1 Arbeidsongeschiktheid € € 9,6 Kindregelingen 3,3 Ziekte en zwangerschap € 13,7 Overig

Gemeentefonds, Provinciefonds en Btwcompensatiefonds € 35,7

Zorg

3,0% 3,5% Economische ontwikkeling€ 86,7 2,5%

€ € 1,5% 2,0%54,3 Medische zorg incl. zorgtoeslag 27,6 Langdurige zorg en ondersteuning € 4,9 Overig 1,0%

0,5%

-0,5% 0% Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2013 2014 2015 2016 2016 2017 2017 2018 2018 2019 2019 2020

Wegens afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.€ 40,0

Justitie en Veiligheid Defensie 2020

Begrotingssaldo EMUsaldo

2,0% 1,5% (in % bbp)

1,0% 0,5% 0% -0,5% -1,0% -1,5% -2,0% -2,5% -3,0% -3,5% 0,0 % 1,3 % 1,5 %

1,3 %

0,2 %

-2,9 % -2,2 % -2,0 %

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

rijksoverheid.nl/overheidsfinanciën

Buitenlandse Zaken / Internationale Samenwerking € 14,0

Economische Zaken en Klimaat € 6,5

Financiën

€ 3,1 € 12,6 € 11,2

Infrastructuur en Waterstaat € 9,3

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties € 6,1

Rentelasten

€ 3,7

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit € 1,8

Overig*

€ 8,1

Op de afbeeldingen zie je de edities van 2020 en 2021.

65%

60%

55% Overheidsschuld

In % bbp

Uitgaven € 302,1 van het Rijk 2020 (in miljarden)

Sociale Zekerheid

€ 85,8

€ 40,2 AOW € € € 13,5 Arbeidsongeschiktheid12,5 Werkloosheid en bijstand9,4 Kindregelingen€ € 3,8 Ziekte en zwangerschap6,4 Overig Zorg

€ 82,2

€ € € 54,0 Medische zorg incl. zorgtoeslag25,5 Langdurige zorg en ondersteuning2,7 Overig

Buitenlandse Zaken / Internationale Samenwerking

€ 13,1

Infrastructuur en Waterstaat Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Gemeentefonds, Provinciefonds en Btwcompensatiefonds

€ 39,1 Justitie en Veiligheid € 34,2

€ 8,9

Rentelasten

€ 4,8

Defensie

€ 10,6

Financiën Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

€ 5,5

€ 1,7

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit € 11,8

Economische Zaken en Klimaat

€ 4,8

€ 1,3

Gasbaten*

€ -1,1

Overig

€ -0,4

Overheidsschuld EMUschuld

80%

70%

60% 50% 40% 68% 68% 65%

30%

20%

10% 62%

57% (in % bbp)

52% 49% 48%

0%

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

*Gasbaten zijn geen belasting- of premieontvangsten en staan daarom net als andere niet-belastingontvangsten aan de uitgavenkant.

Mediawijzer door MediaMasters

Spelenderwijs werken aan mediawijsheidcompetenties

Mediawijsheid gaat erom dat je door media gelukkiger wordt, meer uit je vrije tijd haalt, succes boekt op school en je in sociaal opzicht meer verbonden voelt met anderen. Daarom introduceerde Netwerk Mediawijsheid onlangs een vernieuwd competentiemodel, dat duidelijk maakt dat mediawijsheid geen abstracte aangelegenheid is. Ook MediaMasters - een spannende serious game over de kansen en gevaren van (digitale) media, speciaal voor groep 7 en 8 – maakt de benodigde competenties concreet.

Tekst: Maud Robberts Foto: Jorrit Lousberg

Iedereen mediawijs. Dat is de missie van Netwerk Mediawijsheid. Om dat te bereiken is het belangrijk dat iedere burger zich ‘bewust, kritisch en actief kan bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld’. Het ‘geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit’ dat daarvoor nodig is, vormt het uitgangspunt van de acht competenties in het vernieuwde, dynamische model van Netwerk Mediawijsheid. Elke competentie stelt iemand in staat om zich comfortabel te bewegen en doelen te behalen binnen de tien gebieden in de buitenste ring. Mediawijsheid is niet per se een doel op zich, maar een middel om optimaal te participeren in de (media)samenleving.

o ple i d ing geld gezondheid

REFLECTEREN

werk

media DOORGRONDEN

o v e r m e d i a viamedia VERBINDEN

D I SC U S S I Ë RENmaat sch a ppeli jkerelaties

opmediagebruik

CREËREN met media t oe p a s s i n g en EXP L O R E REN apparaten&software BEDIENEN VINDEN informatie m e d i a w i j s h e i d c o m p e t e ntiemodel iden t ite it vrijeti jd zelf ont pl ooi i n g binding

MediaMasters

In de serious game MediaMasters werken leerlingen uit groep 7 en 8 van het (speciaal) basisonderwijs, en uit de eerste klas van het (speciaal) voortgezet onderwijs, bewust en onbewust aan elk van de acht competenties. ‘In meer of mindere mate komen ze allemaal aan bod tijdens de serious game die de leerlingen klassikaal spelen’, vertelt Sarah Hijmans. Ze is inhoudelijk producent en eindredacteur van MediaMasters en elk jaar verantwoordelijk voor de invulling van het spel. Tijdens de Week van de Mediawijsheid (4 tot en met 12 november 2021) is er weer een compleet nieuwe editie van MediaMasters beschikbaar.

Afgelopen jaar waren er bijna 150.000 leerlingen uit 6.400 klassen ingeschreven voor het spel. Gezamenlijk gingen ze aan de slag met netiquette en sociale media, privacy, online pesten en nepnieuws, maar ook met robotica, veilige wachtwoorden en hoe je online vindt wat je zoekt. Sarah: ‘Het spel is komend schooljaar weer helemaal vernieuwd. Dat betekent een nieuwe verhaallijn, met actuele opdrachten en vragen waarmee we kinderen – mede met input van onze ruim duizend netwerkpartners - uitdagen na te denken over hun mediagebruik. Tegelijkertijd biedt het spel leraren aanknopingspunten om met de klas in gesprek te gaan over mediawijsheid.’

Media bedienen en doorgronden

Door MediaMasters te spelen gaan leerlingen vanzelfsprekend aan de slag met de competentie apparaten en software bedienen. ‘Maar meer nog

persoonlijke relaties

ga je klassikaal media doorgronden’, stelt Sarah. ‘MediaMasters geeft de spelers inzicht in de medialisering van de samenleving. Gedurende het spel ontdekken ze hoe digitale technieken ons en onze maatschappij beïnvloeden. Dat is waar mediawijsheid om draait: dat je je daar bewust van bent, zodat je er grip op kunt hebben.’

Ze licht met plezier een tipje van de sluier op: ‘Eén van de opdrachten in de nieuwe editie is bijvoorbeeld ‘Spot de stereotypen’. Aan de hand van verschillende foto’s waaruit kinderen moeten kiezen, maken we concreet wat een stereotype is en hoe dit (vaak onbewuste) principe ook in de media doorwerkt in de beeldvorming over bijvoorbeeld gameverslaving.’

Klassikaal in gesprek over media

Zo’n opdracht biedt tegelijkertijd een opening voor de leraar om klassikaal het gesprek aan te gaan over gamen, vindt Sarah. ‘Waarom vinden kinderen gamen belangrijk, en hoe zouden leerlingen hun eigen gamegedrag typeren? Door te discussiëren over media – ook een belangrijke competentie uit het model – prikkel je als leraar je leerlingen om na te denken over hun eigen mediagebruik en online gedrag en daarop te reflecteren’, schetst ze. ‘Uiteraard zorgen we met verschillende vragen en opdrachten voor extra aanknopingspunten om de discussie in de klas op gang te brengen.’

Dit is wat Sarah betreft een van de meest waardevolle uitkomsten wanneer een klas MediaMasters speelt. ‘Het spel is een uitstekend middel gebleken om digitale geletterdheid in de klas te introduceren. MediaMasters geeft leraren de tools en een ingang om deze thema’s met leerlingen te bespreken. Als je dat goed oppakt, haal je het meeste uit MediaMasters.’

Zelf aan de slag met media

Dankzij de crossmediale beleving van MediaMasters en de opzoekvragen die in vijf MediaMissies spelenderwijs voorbij komen, staat MediaMasters ook stil bij het feit hoe jongeren verbinden via media en informatie vinden. ‘En met MediaMasters Extra bieden we naast het klassikale spel opdrachten om thuis zelf aan de slag te gaan. Tijdens deze extra opdrachten zijn leerlingen bezig met de competentie creëren met media, verdienen ze extra punten voor de klassikale competitie én wordt hun creativiteit geprikkeld door bijvoorbeeld een filmpje, strip, podcast, gifje of krant te maken.’ ◗

MediaMasters in het kort

De landelijke wedstrijd vindt plaats tijdens de Week van de Mediawijsheid en bestaat uit vijf MediaMissies. Klassen spelen dagelijks een Missie van ongeveer één uur op het digibord. Een MediaMissie bestaat uit een filmaflevering afgewisseld met klassikale vragen en opdrachten. Aan het eind van de week wordt duidelijk welke klas de meest mediawijze klas van Nederland is geworden en welke klassen er in de prijzen vallen voor hun creativiteit. Om vervolgens verdere verdieping voor leerlingen mogelijk te maken, zijn er na de Week van de Mediawijsheid vijftien ThemaMissies beschikbaar. Meer informatie: www.mediamasters.nl

In de zorg kan je alle kanten op!

De sector zorg en welzijn staat te springen om goed opgeleide jongeren. Met het lesmateriaal ‘Aan JOU hebben we wat’, speciaal ontwikkeld voor vmbo en havo/vwo leerlingen, worden jongeren al in een vroeg stadium aan het denken gezet: past dit werk bij mij? Het lespakket maakt duidelijk dat het werk in de sector heel breed is, van werken in de kinderopvang tot werken als bewegingswetenschapper.

Tekst: Klaske Delhij

Het lespakket ‘Aan JOU hebben we wat’ is tot stand gekomen door samenwerking van de regionale werkgeversorganisaties aangesloten bij RegioPlus in de zorg- en welzijnssector. In totaal zijn de afgelopen vier jaar ruim 2700 lespakketten voor het vmbo en 1300 voor havo/vwo aangevraagd. ‘Docenten gebruiken het lespakket tijdens lessen over zorg en welzijn, mens en maatschappij en loopbaanoriëntatie’, vertelt Jennifer de Boer, projectmanager van werkgeversorganisatie WZW. ‘We willen leerlingen vooral laten zien hoe veelzijdig het werken in zorg en welzijn is. Aan de hand van persoonlijke verhalen krijgen ze een idee wat het werk inhoudt. Eén van de verhalen gaat over een vrouw met een psychiatrische stoornis. Zij vertelt hoe die ziekte voor haar is en welke begeleiding ze krijgt. De zorgverlener vertelt hoe zij deze vrouw ondersteunt, wat haar beroep inhoudt en welke kwaliteiten ze nodig heeft voor dit werk. De levensechte verhalen en casussen over mensen van vlees en bloed maken het persoonlijk.’

Weinig voorbereidingstijd

Jennifer: ‘Van docenten horen we dat de filmpjes met persoonlijke verhalen erg aanspreken, jongeren zijn geïnteresseerd en enthousiast. Ze krijgen echt een kijkje in het werkveld.’ Het lespakket is gebruikersvriendelijk, interactief en kan op verschillende manieren worden ingezet. Jennifer:‘Ook al heb je maar een uurtje, je kunt de leerlingen toch aan het denken zetten met één van de modules, zonder dat het je veel voorbereidingstijd kost.’ ◗

Veel mogelijkheden

‘De sector heeft nieuwe mensen nodig, maar voor de jongeren vind ik het vooral belangrijk dat ze door dit lespakket een idee krijgen of zo’n baan bij hen past of niet’, zegt Jennifer. ‘Vaak hoor je jongeren zeggen: ‘Ik vind het leuk om iets met mensen te doen.’ Maar wat vinden ze precies leuk: een wond verzorgen, de persoonlijke verzorging of juist gesprekken voeren en de begeleiding van mensen? Dat zijn heel verschillende dingen. Er zijn heel veel mogelijkheden binnen zorg en welzijn waar je je talenten in kwijt kan.’ Zo krijgen jongeren middels filmpjes, opdrachten, werkbladen, interactieve vragen en Kahoots een beeld van het werk in een ziekenhuis, de thuiszorg, verpleeghuis, ggz, jeugdzorg, welzijn en kinderopvang. Daarnaast zijn er verdiepende modules over de gehandicaptenzorg en zorg en technologie. Jennifer: ‘Zorgtechnologie is belangrijk in het kader van innovatie. Met deze module laten we een andere kant van de zorg zien. Ook jongeren met interesse voor techniek kunnen terecht in de zorg.’

Meld je aan via onderwijsinformatie.nl/aanjouhebbenwewat en ontvang GRATIS GRATIS het lespakket voor jouw school en direct toegang tot het online lesprogramma. het lespakket voor jouw school en direct toegang tot het online lesprogramma.

This article is from: