VIP

concurrentie zelfs tegen elkaar uitspelen. Zo wordt de vloot van Besix nv bijvoorbeeld uitgerust door Modul System.

T&VM: En hoe zit het met de opvolging? Christophe Dockx: Ons wagenpark is integraal uitgerust met Track & Trace-systemen. Dankzij een evolutieve databank wordt alle informatie bovendien gelinkt aan elk voertuig en aan het gebruik ervan. Aan de hand van de meldingen op het dashboard, is het aan de chauffeur om het voertuig aan te bieden bij de concessiehouders in kwestie om ervoor te zorgen dat het onderhoud op regelmatige tijdstippen wordt uitgevoerd. Dit principe wordt ook toegepast op de banden.

T&VM: Hebben de activiteiten een impact op de manier waarop de vloot wordt beheerd?

Christophe Dockx: Absoluut. Zo worden onze voertuigen op de verschillende werven ingezet en worden ze intern verhuurd. Dit gebeurt op basis van facturatie per kilometer die bovendien regelmatig wordt gecontroleerd. Dit geeft ons de mogelijkheid om eventuele meerkosten in kaart te brengen en bij te sturen zonder dat de klant hier iets van ondervindt.

HERSCHIKKING IN HET VOORUITZICHT T&VM: Hoe doen jullie het qua schadegevallen?

Christophe Dockx: Dat valt enorm goed mee. Onze chauffeurs gaan bijzonder voorzichtig om met hun materiaal. Onze werfvoertuigen vertonen iets meer slijtage dan de andere, maar dat is normaal. Het enige probleem zijn de leasingvoertuigen waarbij het moeilijk is om ze in goede staat terug te geven op het einde van het contract. Dit kan soms duur uitvallen. In de meest extreme gevallen kan dit oplopen tot 3.000 euro, maar gemiddeld praten we over 500 à 700 euro, wat binnen de normen valt.

T&VM: De lialen blijven onafhankelijk in het beheer van de vloot. Komt hier verandering in?

Christophe Dockx: Op dat vlak is er werk aan de winkel. We zijn aan het overwegen om het vlootbeheer te centraliseren. Dat is nu al het geval voor de rmawagens. Het team werd versterkt om het gehele wagenpark te kunnen beheren, wat neerkomt op ongeveer 1.600 voertuigen. Voor onze bedrijfsvoertuigen is dat een stuk minder evident omdat elk liaal zo zijn eigen specialiteiten heeft. Dit heeft vanzelfsprekend ook een invloed op het pro el van de vloot. Toch denk ik dat een gemeenschappelijke aanpak voor een kostenvermindering kan zorgen. Door het aantal merken en leasingmaatschappijen te beperken, is het mogelijk om versnippering te voorkomen. Door te lang bepaalde gewoontes te veranderen bij sommige wagenparken, ook op het vlak van onderhoud, hebben wij ons blootgesteld aan te veel kosten. Ik hoop de centralisering volgend jaar of ten laatste in 2023 rond te krijgen.

T&VM: Denkt u ook aan de elektri catie van deze vloot?

Christophe Dockx: We zijn de markt van elektrische bedrijfsvoertuigen volop aan het analyseren. Voorlopig is hun autonomie te laag voor ons type van activiteit. Het opladen van dergelijke voertuigen is bovendien problematisch. Er zijn nog te weinig laadpalen en het duurt te lang om de voertuigen thuis op te laden. Ik denk dat de markt binnen drie à vijf jaar voldoende rijp zal zijn. Besix is nochtans 100% voorstander van groene energie. Mijn collega-ingenieurs zijn de markt van elektrische werfmachines aan het afspeuren. Met onze leveranciers van brandstofkaarten ben ik aan het kijken hoe ze ons groene elektriciteit kunnen leveren. We zijn geïnteresseerd in slimme kabels waarbij de chauffeurs hun voertuigen thuis kunnen opladen en de laadkosten aan Besix kunnen overmaken.

DE BELGISCHE LCVVLOOT VAN BESIX GROUP

1.155 lichte bedrijfsvoertuigen: • 32% kleine bestelwagens (type

Peugeot Partner, VW Caddy) • 22% middelgrote bestelwagens (type VW Transporter, Peugeot

Expert) • 33% grote bestelwagens (type

VW Crafter, Peugeot Boxer,

Mercedes Sprinter) • 12 % chassis-cabines - pick-up met enkele en dubbele cabine (Peugeot

Boxer, VW Crafter, VW Transporter)

Aankoopformules:

• Full leasing: 668 voertuigen • Aankoop: 487 voertuigen

Christophe Dockx, eet manager LCV bij Besix Group nv

4×2

4×4 4×2 4×4

6×2

6×2 4×4

Voorloopas 6×2

6×2 Voorloopas Naloopas 6×2

6×4 Naloopas

6×6 6×4

VEEL MEER DAN EEN BOUWTRUCK Voorloopas 6×2

Naloopas

De Volvo FMX wordt vaak ingezet in de bouw maar er zijn ook klanten uit andere sectoren die op zoek zijn naar een 6×4 robuuste truck. “En dan is de FMX de juiste keuze”, zegt Philippe Jacquemyns, Product Manager Volvo Trucks Belgium. “De Volvo FMX omvat een breed gamma maar biedt ook veel toepassingsmogelijkheden. Zo vindt de FMX zijn weg ook naar gemeentediensten, brandweerkorpsen en andere hulpdiensten of uitbaters van nutsvoorzieningen.” 6×6

8×4

8×4 6×6

Voorloopas 8×4

4×2 Voorloopas Vrachtwagens

4×4 4×2

6x24×4

Naloopas 6x2 6x4 Naloopas

6x6 6x4

8x2 6x6

Dubbele voorassen 8x2

8x2 Dubbele voorassen Tridem 8x2 8×4 Tridem Dubbele voorassen 8×4

8×4 Dubbele voorassen Tridem voorloopas 8×4 “Bij de keuze van de juiste truck is het belangrijk om goed te luisteren naar wat een klant er mee wil doen”, zegt Philippe Jacquemyns. “Om een lading van A naar B te brengen heb je een vrachtwagen nodig met de juiste opbouw en het juiste onderstel voorzien van een aangename en ergonomische werkomgeving voor de chauffeur. Voor het verplaatsen van stenen of zand in een groeve komen we bij de FMX in zijn offroad versie met 2, 3, 4 of 5 assen terecht maar ook om bouwmaterialen aan te leveren komt de FMX in het vizier. Hier volstaat vaak een onroad versie omdat de klant meer dan 90 procent van de tijd rijdt op de openbare weg.”

SLEEPOOG 40 TON

“Vroeger moest je om materialen op te halen in een steengroeve een voertuig hebben dat aandrijving had op alle assen”, zegt

Voorloopas Philippe Jacquemyns. “Nu zijn de 4×2 toegangswegen aangepast zodat je ook met een onroad trekker tot beneden in de groeve kan rijden 4×4 en er ook opnieuw kan uitrijden. Het is dan ook ef ciënter om het 6x2 voertuig af te stemmen op het Naloopas meest voorkomende gebruik, niet op het uitzonderlijke en dan is de 6x4 Volvo FMX in zijn wegversie vaak de oplossing. Ook die heeft het 6x6 centrale sleepoog in de robuuste voorbumper met een capaciteit van 40 ton. Dat maakt het mogelijk om 8x2 een geladen FMX met een wiellader

Dubbele makkelijk los te trekken als die in voorassen uitzonderlijke omstandigheden 8x2 vast zou komen te zitten.” Niet enkel in de bouwsector, ook

Tridem bij hulpdiensten en technische diensten vindt de Volvo FMX zijn weg. Deze truck wordt niet enkel als transportmiddel maar ook als werktuig ingezet als veegmachine of als sneeuwruimer en in nog vele andere hoedanigheden.

8×4

Dubbele voorassen

8×4

Tridem voorloopas

8×4

8×4 Tridem voorloopas Tridem naloopas 8×4

8x6 Tridem naloopas Dubbele voorassen 8x6

10×4Dubbele voorassen Dubbele voorassen naloopas 10×4 Dubbele 10x6 voorassen naloopas Dubbele voorassen naloopas 10x6 Tridem naloopas

8x6

Dubbele voorassen

10×4

Dubbele voorassen naloopas

10x6

Dubbele voorassen naloopas

Dubbele = Aandrijfas. voorassen naloopas = Vooras, voorloopas of naloopas. = Aandrijfas. = Vooras, voorloopas of naloopas.

CABINE IN VELE VORMEN

Het cabine aanbod wordt vervolledigd door lagere en lange versies. De cabine met verlaagd dak is gewenst bij toepassingen zoals kraanwagen of betonpomp om de ruimte boven de cabine tot het wettelijk plafond van 4 meter te maximaliseren. Voor brandweervoertuigen is dan weer de langere manschappencabine ontworpen, die dankzij de extra deuren ruime toegang geeft tot de extra zitplaatsen achteraan.

TRACTIE VERHOGEN MET DRAAIKNOP

Om het de chauffeur op het terrein makkelijk te maken in moeilijke omstandigheden is er een draaiknop om de tractie te verhogen. Als je meer tractie nodig hebt, draai je met de klok mee om de sperdifferentieelfuncties en de aangedreven vooras op een eenvoudige manier in te schakelen. Hoe meer je naar rechts draait, hoe meer tractie je krijgt.

AUTOMATIC TRACTION CONTROL

Op de Volvo FMX in 4×4-, 6×6-, 8×6- en 10×6-con guratie wordt met Automatic Traction Control (ATC) automatisch de vooras ingeschakeld op het moment dat die nodig is.

FMX 5-ASSER 50 TON

Om een lading met een zo hoog zoveel mogelijk gewicht te vervoeren is de Volvo FMX met vijf assen in opmars. In het Groothertogdom Luxemburg kan zo een totaalgewicht van 50 ton op de weg worden gezet.

De sector van openbare werken heeft vorig jaar een daling kunnen vermijden dankzij enkele grotere projecten.

NIKO DEMEESTER, DIRECTEUR-GENERAAL VAN DE CONFEDERATIE BOUW “BOUWSECTOR ONDERGAAT EEN TECHNOLOGISCHE OMWENTELING”

Niet alleen was de impact van corona op de bouwsector groot, met de prijsstijging en leveringsproblemen van materialen houden de gevolgen aan. Hoe stelt de bouwsector het echter medio 2021? Welke technologische veranderingen komen op ons af? En waar hoopt men over enkele jaren te staan?

Michaël Vandamme

Transport&Van Management: Een algemene vraag om van start te gaan. Wat is globaal genomen de toestand waarin de bouwsector zich vandaag bevindt?

Niko Demeester: Wie naar de orderboeken en de liquiditeit van de bouwbedrijven kijkt, stelt vast dat de meeste hun elan terug hebben gewonnen. De orderboeken zijn nu voor gemiddeld 5,9 maanden gevuld. Dat is het beste resultaat sinds het losbreken van de covid-pandemie. Ook het aantal bouwbedrijven dat geen liquiditeitsproblemen kent, neemt licht toe. 64% van de bouwbedrijven bevindt zich in deze positie, 30% heeft beperkte liquiditeitsproblemen. Zo lijkt het alsof de bouw de coronacrisis snel verteerd heeft.

T&VM: Dit is globaal plaatje; kan dit opgesplitst worden naar de subsectoren toe?

Niko Demeester: Het zijn de bedrijven actief in de renovatie van woningen die nu het meest tevreden zijn over hun orderboek. Toch is hun orderboek niet vergelijkbaar met dat van de installatie- of ruwbouwbedrijven. Deze zijn het best gevuld sinds het begin van de crisis, maar verzekeren traditioneel een veel langere activiteitperiode. Het zijn ook de bedrijven gespecialiseerd in renovatie die iets meer liquiditeitsproblemen hebben dan de overige bouwbedrijven, zo blijkt uit een enquête die we een tijdje geleden uitvoerden.

COVID-EFFECT T&VM: Hoe groot was de impact van corona? Kan daar al een beeld van geschetst worden?

Niko Demeester: Tussen midden maart 2020 en begin mei 2020 was de impact zeer groot omdat de bouw, net als andere sectoren, gedeeltelijk stillag. We hebben begin mei een protocol afgesloten met de