4 minute read

Paardenmest als grondstof

Jeffrey Blok is sinds vier jaar stalmeester van de Rotterdamsche Manège

duurzaamheid PAARDENMEST ALS GRONDSTOF

Advertisement

Je denkt er vast niet over na wanneer je een champignon eet. Maar de kans bestaat dat de witte paddenstoelen in je soep of salade gekweekt zijn op paardenmest afkomstig uit de Rotterdamsche Manège. De 97 paarden die in Kralingen gestald staan, produceren wekelijks een grote vrachtwagen vol mest. En die mest wordt gebruikt als grondstof voor de champignonteelt.

in de gang van de oude stallen van de manege ligt voor iedere box een berg stro te wachten om uitgeschoven te worden. Zo nu en dan vliegen de vijgen en plukken stro je om de oren. Het is vrijdagochtend en dat betekent dat de stallen handmatig worden uitgemest. Het is een tijdrovende klus, het duurt zeker de hele ochtend, en het is lichamelijk zwaar. Jeffrey Blok is sinds vier jaar stalmeester van de Rotterdamsche Manège en dus verantwoordelijk voor het uitmesten van de boxen. “Het mengsel van stro en mest is zwaar. Dat allemaal

met de riek scheppen vergt nogal wat van de werknemers. Maar gelukkig worden dit jaar ook de laatste oude stallen vervangen door het nieuwe gemechaniseerde systeem.”

‘Je denkt er vast niet over na wanneer je een champignon eet.’

Tweederde van de boxen zijn al vernieuwd. Deze stallen zijn ruimer, hebben een handig afwater systeem en hebben een schuifwandsysteem. Hierdoor gaat het uitmesten een stuk makkelijker. De paarden worden in een eigen compartiment in de gang gezet, de wanden kunnen allemaal opengeschoven worden waardoor er een lange gang ontstaat. Met een shovel wordt dan zo alle

mest naar buiten geschoven. Een klus die dan niet langer dan twee uur duurt.

Maarten van der Heijden Een keer per week komt paardenmestverwerkingsbedrijf AMCO de strorijke paardenmest ophalen Niet alle mest is geschikt voor de champignonteelt. Als er zaagsel doorheen zit bijvoorbeeld, kan het niet meer circulair verwerkt worden. In de Rotterdamsche Manège staan niet alle paarden op stro, sommigen staan op zaagsel. Om te voorkomen dat alle mest hierdoor

onbruikbaar wordt, moet het afval van de zaagselstallen worden gescheiden van die van strostallen. Dat zaagselafval gaat handmatig met een kruiwagen naar een aparte container en wordt gescheiden opgehaald. Wanneer er verontreinigingen zoals hooi, zaagsel of strotouwtjes in de mest zitten, is het ongeschikt en kan het alleen maar als afval opgehaald worden. Goede recycling is dan niet meer mogelijk. Het is daarom van groot belang dat alleen verse strorijke paardenmest op de mesthoop komt. Een keer per week komt paardenmestverwerkingsbedrijf AMCO de strorijke paardenmest ophalen. De manege hoeft niets te doen: AMCO komt met een eigen wagen en kraan. Blok: “Met die kraan is het zo gebeurd, ik ben er blij mee. Handmatig zou dit zoveel tijd kosten.” Nadat de paardenmest in de vrachtwagen is geladen, wordt het afgevoerd en naar de fabriek in Moerdijk gebracht. Daar wordt de mest op een milieuvriendelijke manier verwerkt tot een voedingsbodem voor champignonteelt.

Het gaat wekelijks om zo’n 23.000 kilo aan stro en mest

Voor Blok is het belangrijkste dat de mest wordt opgehaald, het gaat wekelijks om zo’n 23.000 kilo aan stro en mest. Dat kan niet

blijven liggen. Maar hij vindt het wel een mooi idee dat er daarna nog iets bruikbaars mee gebeurt. Zo kan de manege toch iets bijdragen aan een betere wereld. Duurzaamheid staat wel op de agenda bij de manege, maar de dagelijkse gang van zaken en het paardenwelzijn staan voorop. “Het bestuur is bezig met zonnepanelen, die komen als het goed is op het dak. Maar het is een monumentaal gebouw, dat maakt verduurzamen niet altijd makkelijk. En we hebben elektrische steekwagentjes om de balen stro te vervoeren. Op mijn wensenlijstje staat nog een elektrische shovel. Als dat allemaal doorgevoerd wordt, zijn we een heel eind denk ik.”

TEKST: IRIS KLAPWIJK FOTOGRAFIE: PETJA BUITENDIJK

#DUURZAAMHEID #PAARDENMEST #CHAMPIGNONTEELT #AMCO

CHAMPIGNONKETEN – VAN MEST TOT PADDENSTOEL

Wat voor de Rotterdamsche Manège afval is, is voor AMCO juist het startpunt. Nadat de mest is opgehaald duurt het ongeveer drie weken voor de mest is verwerkt tot compost. Niet alle mest is geschikt voor verwerking tot compost, dus het proces begint met een selectie van de grondstoffen. Het productieproces bestaat uit drie fases. Als eerste wordt met paardenmest gemengd met stro, kippenmest en gips een tunnel gevuld. In de tunnel broeit de temperatuur binnen de compost dan zelfstandig op tot 80 graden. Vervolgens wordt de compost door een andere tunnel met voldoende zuurstof geleid. De compost blijft hier vijf dagen, totdat het is omgezet tot een voedingsbodem die geschikt is voor de champignons. In de derde fase wordt de compost geënt met broed. Dit zijn gesteriliseerde graankorrels met champignonmycelium. In een schone tunnel duurt het ongeveer twee weken voor de compost volledig is doorgroeit en klaar is om bij de champignontelers te worden afgeleverd.

De geënte compost wordt vervolgens bedekt met dek aarde. In de eerste week wordt de zomer nagebootst en in de tweede week de herfst. In de derde kan dan de

eerste vlucht champignons worden geoogst. Een champignonbed levert twee of drie vluchten aan champignons op.

Tot slot wordt ook de restgrond van de champignonteelt hergebruikt. Dit is namelijk heel geschikt als bodemverbeteraar in de landbouw. Dus ook die afvalstroom is

weer een nieuw startpunt voor een andere industrie.

This article is from: