3 minute read
Parcoursbouwers
by Trichis
QUINTIN MAERTENS & LOUIS KONICKX
de kunst van het parcoursbouwen
Advertisement
Wie voor aanvang van de springrubrieken of in de pauzes oplet wat de pistecrew in de Rotterdam piste opbouwt, herkent de gezichten. Al vele jaren is Louis Konickx onze vaste parcoursbouwer en is Quintin Maertens zijn rechterhand. Ondanks dat dit jaar de gezichten hetzelfde waren, was er toch een wezenlijk verschil. De hoofdrol was dit jaar namelijk weggelegd voor Quintin Maertens. Zijn assistent? Louis Konickx.
Als je denkt dat de rol van de parcoursbouwer slechts het neerzetten is van enkele
hindernissen, dan zit je er flink naast. De kunst is een juiste inschatting maken van de kwaliteit van het deelnemersveld
en hindernislijnen uitdenken die zorgen voor een aanvaardbare dosis spanning voor zowel het publiek als de deelnemers. Bovendien moeten daarbij de paarden in harmonie door hun ruiters door het parcours gestuurd kunnen worden.
KUNST VERSTAAN
Behalve topruiters heeft het CHIO dus ook een topparcoursbouwer nodig. Dat Quintin Maertens de kunst van het parcoursbouwen verstaat, staat buiten kijf. We vroegen aan dit meesterbrein hoe hij terugkijkt op ‘zijn’ CHIO. ‘Hoe langer het geleden is, hoe bijzonderder het is dat ik het CHIO heb mogen bouwen. Tijdens het CHIO ben je volop met je werk bezig en wil je alles zo goed mogelijk organiseren. Na afloop volgt altijd een kritische fase, althans bij mij’, lacht hij tussendoor. ‘Maar als je daarna kunt ontspannen, dan is het wel echt bijzonder om zo’n topevenement achter je naam te hebben staan.’
BLIND VERTROUWEN
Behalve dat de combinatie van
verschillende hindernissen invloed heeft
op de moeilijkheidsgraad, hebben de hindernissen an sich dat ook. Kun je dat uitleggen? ‘Ten eerste is het goed om te weten dat paarden de wereld heel anders
‘Wij willen mensen meenemen in de spanning’
waarnemen dan de ruiter die op zijn rug zit. Wij hebben trichromatisch zicht, een paard heeft dichromatisch zicht. Een paard kan daardoor blauw, geel, wit en grijstinten goed van elkaar onderscheiden, maar rood en
groen bijna niet. Daarnaast heeft een paard zo’n twee meter voor zich een blinde vlek.
De laatste galopsprong naar een hindernis gebeurt dus volledig op vertrouwen.’ Een letterlijk blind vertrouwen dus. ‘Precies, en hoe meer contrast de hindernissen hebben
met de omgeving, hoe makkelijker het voor een paard is om de hindernis in te schatten.’
AFKIJKEFFECT NIET ZO GROOT
‘In de Longines FEI Jumping Nations Cup in Rotterdam hadden we een heel vloeiend
parcours neergezet, met onderweg toch kansen op fouten. Want zonder het spanningselement is onze opdracht niet geslaagd.’ De laatste vijf hindernissen bestonden uit een triplebar, een stijlsprong
Louis Konickx
met een plank, vervolgens een oxer met water eronder en de dubbelsprong. ‘Vaak denken ruiters dat wanneer ze een paar combinaties hebben zien rijden, zij de oplossing gevonden hebben. Maar in dit geval was het afkijkeffect niet zo groot. Na een triplebar landt ieder paard heel anders. Het ene paard kun je een kortere afzet bij een stijlsprong met plank geven, terwijl een ander paard juist weer meer afstand tot deze hindernis nodig heeft. Sommige paarden komen wat terug in snelheid als zij water onder een hindernis zien liggen… Kortom, er was in deze lijn niet echt een constante. Voor de echte
topruiters, die hun paard door en door kennen en met veel balans door een
parcours gaan, is zo’n laatste lijn heel goed te doen. Maar we zagen dat als een combinatie eerder in het parcours ergens even uit balans was geweest, ze in de laatste lijn daarop werden afgerekend, op een paardvriendelijke manier.’
DRAAIT OM FIJNE SPORT
Hoe belangrijk is die paardvriendelijke manier? ‘Dat is alles, in de eerste plaats draait het om fijne sport. Fijn voor de paarden, fijn om naar te kijken als kenner en als niet-kenner. Daarbij hoort begrijpelijke spanning. Een springfout aan het einde van een parcours is beter te begrijpen dan in het begin van het parcours. Als iedereen foutloos is, heb je die spanning niet. Wij willen de mensen twee uur lang meenemen in die spanning. Dat is wat wij als parcoursbouwers kunnen geven aan de ruiters, het publiek en de organisatie’, besluit Quintin Maertens. Het CHIO Rotterdam is
trots op dit meesterbrein en zijn assistent. Wij kijken uit naar de volgende editie in 2023.