Deell 5 D Bew won ningg en n be evolkingg
Inhoud 1. Bebo ouwde ruimte tegenove er open ruim mte 2. Stede elijke bebou uwing in onzze leefruimtte 3. Lande elijke bebou uwing in on nze leefruimte 4. De be elangrijkste steden in België B 5. Totale e bevolking g en bevolkingsevolutie e 6. Bevollkingsdichth heid en bevolkingsspre eiding 1. Sin nt-Niklaas 2. De e eigen leefruimte 3. Be elgië 4. Be ebouwde ruimte belast het milieu Bijlagen n: figuur 1 - 8 + synthessetoepassin ngen www.aa ardrijkskund de.wikispace es.com
1
Bewoning en bevolking
1. BEBOUWDE RUIMTE TEGENOVER OPEN RUIMTE 1. Bebouwingsvormen Mensen wonen in een bebouwde ruimte. Naast gebouwen om in te wonen staan er ook gebouwen om in te werken, gebouwen voor geneeskundige zorgen en culturele activiteiten, ... Vlakken die op de kaart worden ingenomen door bebouwing kunnen we groeperen naar dichtheid: 1 aaneengesloten bebouwing: woningen en gebouwen zijn aan elkaar gebouwd. 2 gegroepeerde bebouwing: In de nabijheid van steden neemt de bebouwing toe aan de invalswegen. 3 verspreide bebouwing: hoeven, dorpjes en gehuchten komen verspreid voor tussen het groen: akkers, weiden, bomen. Een landschap waar bebouwing ontbreekt is een open ruimte.
Aaneengesloten bebouwing
Gegroepeerde bebouwing
Verspreide bebouwing
2. Bebouwingsvormen op de topokaart 1:50 000 Waar en hoe staan gebouwen in het landschap? Bepaal met de determineertabel (figuur 2) de bebouwingsvormen en kleur ze op de topokaart (figuur 1) -
verspreide bebouwing woonwijk lintbebouwing gehucht
bruin oranje geel groen
- dorp - verstedelijkt dorp - stad
blauw paars rood
2. STEDELIJKE BEBOUWING IN ONZE LEEFRUIMTE 1. Delen van een stad •
- oorspronkelijke nederzetting - aaneengesloten bebouwing - veel gebouwen met klemtoon op handel en diensten (oa. stadhuis, winkels, banken, kantoren, ...) - historische gebouwen stadswijken - oudere woonwijken - gebouwen voor onderwijs, geneeskundige zorgen, buurtwinkels, ... De binnenstad wordt meestal omgeven door een ring. de stadsrand - minder dichte bebouwing - meer groene ruimte - bedrijventerreinen, winkelcomplexen - nieuwere woonwijken
AGGLOMERATIE
•
de binnenstad stadskern of stadscentrum
2
Bewoning en bevolking
Opdracht - Kleur deze delen van de agglomeratie in op de topokaart 1:50000 (figuur 3) volgens de legende. - Net buiten de agglomeratie woon je in de stadsomgeving. Ten koste waarvan breidt de stad zich hier verder uit? .......................................................................................................................................... 2. Functies van de stad Uit het uitzicht van de gebouwen, de straten en de wijken kan je de functies van een stad of dorp waarnemen. Enkele voorbeelden van functies: wonen, onderwijs, administratie, verzorging, ontspanning, cultuur, godsdienst, verkeer, handel, nijverheid, toerisme, landbouw, Duid de gevolgde straten aan op je stadsplan (figuur 4). DE SCHOOL -
Welke functie wordt er uitgeoefend door onze school?
-
Noem nog enkele andere secundaire scholen in de stad.
Waar zijn ze gevestigd?
Sint-Niklaas is een onderwijscentrum
STATIONSSTRAAT -
Noteer enkele straatnummers en schrijf ernaast wat er gevestigd is
Welke functie is hier zeer goed vertegenwoordigd?
GROTE MARKT Stel je centraal op en kijk rond. Je herkent : - postgebouw openbare dienst Ken je nog andere diensten van openbaar nut? Waar zijn deze gevestigd? - ......................... toeristische functie - ......................... bestuurlijke functie (administratieve functie)
Bewoning en bevolking
-
3
Vergelijk de overliggende grootste zijden van de markt. Wat stel je vast wat het voorkomen van horecazaken betreft?
Zoek hiervoor een verklaring. -
Welke dag wordt de markt het drukst bezocht? Welk evenement heeft dan plaats? Waarvoor doet het plein de andere dagen dienst? Waarom is dit een belangrijke functie?
-
Welke drie straten brengen het verkeer in en uit het centrum?
PARKLAAN Een brede nieuwere straat verbindt de binnenstad met de stadsrand. Let op de huizen en de naamplaten met de beroepen. Welk belang heeft het park voor de inwoners van Sint-Niklaas?
HOSPITAALSTRAAT Deze naam spreekt voor zichzelf. We treffen er gebouwen aan met een geneeskundige en verzorgende functie zoals : Waarom zijn bloemenwinkels hier op hun plaats?
3. Besluit Op de beperkte oppervlakte die je bezocht hebt, kreeg je toch een beeld van de functies van de stad. - Aantal functies: Noem de functies die je opgemerkt hebt.
- Meeste werkgelegenheid in? - Wie maakt gebruik van die functies? - Problemen van de stedelijke leefruimte?
4
Bewoning en bevolking
3. LANDELIJKE BEBOUWING IN ONZE LEEFRUIMTE Zoek in je excursiebundeltje het bezochte landelijke dorp. Vergelijk het dorp met de stad en vul het schema verder aan.
woon- en werkmilieu
veel inwoners in
STAD
gering aantal inwoners in
vb.
DORP
vb.
agglomeratie of grote woonkern
kleine woonkern en/of verspreid beperkt aantal functies
talrijke functies voor
omgeving = invloedssfeer (atl. p.
eigen inwoners )
landbouwactiviteit
industrie, handel, diensten en vervoer zijn belangrijk
vermindert
VERSTEDELIJKT DORP
blijft belangrijk
landbouwdorp
vb. druk verkeer
4. DE BELANGRIJKSTE STEDEN IN BELGIË Figuur 5 is de facetkaart van bewoning en bevolking van België. Benoem de steden aan de hand van je atlas.
weinig verkeer
5
Bewoning en bevolking
5. TOTALE BEVOLKING EN BEVOLKINGSEVOLUTIE 1. Sint-Niklaas
Gebruik de bevolkingsgegevens van je gemeente (figuur 6). Onderzoek de evolutie van één jaar door middel van onderstaand schema.
Bevolking van de stad op 01/01/2005 .........................
geboorten
immigranten
sterfgevallen
natuurlijke aangroei afname
emigranten
migratiesaldo aangroei of daling voor 2005
Totale bevolking Sint-Niklaas op 01/01/2006 = ...........................
aantal Belgen = ......................... ............................ = aantal vreemdelingen = ..................... % .........................% =
Verklaring begrippen
natuurlijke aangroei : aantal geboorten - aantal sterfgevallen immigrant: vreemdeling die zich het land vestigt emigrant: iemand die het vaderland verlaat om zich elders te vestigen migratiesaldo: immigranten - emigranten
Multiculturele samenleving
Allochtoon = Autochtoon = Iedere etnische groep heeft z’n eigen cultuur. Mensen met dezelfde culturele achtergrond wonen dikwijls samen in wijken (vb Matongé, China-town, ...) Ken je in onze leefruimte getuigen van een vreemde cultuur?
6
Bewoning en bevolking
2. België Wat is de totale bevolking van ons land op één januari 2006?
..........................................
Afgerond onthouden we ................................................
6. BEVOLKINGSDICHTHEID - BEVOLKINGSSPREIDING 1. Sint-Niklaas
Welke gegevens heb je nodig om de bevolkingsdichtheid van Sint-Niklaas te berekenen? Zoek deze op en bereken de bevolkingsdichtheid van Sint-Niklaas .....................................
inwoners = .................. inwoners / km²
83,3
km²
Heeft Sint-Niklaas een grote dichtheid in vergelijking met België? Vlaams Gewest? Oost-Vlaanderen?
België Vlaams Gewest Oost-Vlaanderen
342 inw/ km² 446 inw / km² 462 inw / km²
De bevolkingsdichtheid is een gemiddelde waarde waarbij de bevolking gelijkmatig verdeeld is over het gehele grondgebied. Niet elke zone- buurt is echter even dicht bevolkt. Dit kan je zien aan de hand van de bevolkingsspreiding.
Kleur de kaart van de bevolkingsspreiding in Sint-Niklaas (figuur 7) volgens de zonedichtheden in figuur 6.
Besluit bevolkingsspreiding van Sint-Niklaas 1. Dichtst bevolkte zones = Welke evolutie in dichtheid bemerk je wanneer je van het centrum richting stadsrand beweegt?
2. Afwijkende zones : Vergelijk met je stadsplan en verklaar hiermee de dichtheid van de afwijkende zones
Bewoning en bevolking
7
2. De eigen leefruimte
Kleur de facetkaart van bevolking/ bewoning volgens de legende (figuur 8) Welke zijn de dicht bevolkte zones (+ 1000 inw/ km²)?
Welke zijn de dun bevolkte zones (- 100 inw/ km²)
3. België
Onderzoek de atlaskaart .........
Dicht bevolkte zones (+500 inw/ km²) -
-
-
-
*
Kleur deze dicht bevolkte zones rood op de facetkaart (figuur 5)
*
Welke steden vormen de hoekpunten van de dichtst bevolkte vierhoek?
*
Verklaar deze dichtheid.
Dun bevolkte zones ( - 50 inw/ km²) -
-
*
*
Verklaar deze dichtheid
Kleur deze dun bevolkte zones groen op de facetkaart (figuur 5)
8
Bewoning en bevolking
4. Bebouwde ruimte belast het milieu Mensen verbruiken en vervuilen water. Ieder persoon vervuilt gemiddeld per dag 110 liter (!) drinkwater. Het grootste deel hiervan komt als afvalwater in riolen die uitmonden in beken, rivieren en de zee. De laatste jaren worden er echter meer en meer waterzuiveringsstations gebouwd die het water zuiveren alvorens ze in de rivier terecht komen. Ook de landbouw en de industrie verontreinigen het oppervlaktewater. Dit is het water in rivieren, vijvers en stuwmeren. Dit oppervlaktewater wordt dikwijls, na zuivering, gebruikt als drinkwater. Ook luchtverontreiniging komt het meeste voor in de bebouwde ruimte. Vele schoorstenen van fabrieken en woningen zorgen bij ongunstig weer voor een vervuilende mist boven de stad. Ook het verkeer heeft zijn aandeel in de luchtverontreiniging.
Raadpleeg atlaskaart p. ......... Waar zijn de rivieren in ons land het sterkst vervuild?
Hoe komt dit?
Wat kunnen wij doen om het milieu minder te belasten?
luchtverontreiniging smog boven Zuid-AziĂŤ
vervuiling langs rivieroever
Bewoning en bevolking
9
SYNTHESE BEWONING EN BEVOLKING Kennen Onderscheid tussen open ruimte en bebouwde ruimte; Begrippen: aaneengesloten, gegroepeerde en verspreide bebouwing; Delen van de stad opsommen en beschrijven; Functies van de stad beschrijven; Problemen van de stad opsommen; Kenmerken van een (verstedelijkt) dorp vergelijken met die van een stad; Bevolkingsaantal, oppervlakte, bevolkingsdichtheid van de eigen gemeente en België; Factoren die zorgen voor bevolkingsafname en toename opsommen; Bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding; Elementen van vreemde culturen in onze samenleving opsommen; Oorzaken van vervuiling verklaren. Kunnen Belangrijkste steden van België situeren op de facetkaart; Soorten bebouwingsvormen bepalen, beschrijven en herkennen op foto en kaart met behulp van de determineertabel; Delen van de stad aanduiden op de kaart; Functies van de stad afleiden uit het uitzicht van gebouwen; Met de gegevens de bevolkingsevolutie, bevolkingsdichtheid van een gemeente/ land berekenen; Op kaart onderscheid maken tussen bevolkingsdichtheid- en spreiding; Bevolkingsspreiding in België verklaren; Vervuiling van de rivieren in België aflezen van de kaart; Bevolkingsspreiding van België op de facetkaart aflezen.
figuur 1 kaart 1/50 000
Figuur 2: Determineertabel van de bebouwingsvormen
Zijn er gebouwen?
OPEN RUIMTE neen
ja Staan de gebouwen samen?
VERSPREIDE BEBOUWING
neen
ja
Heeft deze bebouwingsvorm een aaneengesloten uitzicht?
neen
Zijn de huizen gegroepeerd langs een weg met erachter open ruimte?
neen WOONWIJK ja
GEGROEPEERDE BEBOUWING
LINTBEBOUWING
ja neen Heeft deze bebouwingsvorm een groot uitzicht?
neen
GEHUCHT
Is er een kerk en een school? Zijn er winkels? ja
ja Is er een ziekenhuis? Zijn er meerdere kerken en scholen voor secundair of hoger onderwijs? Zijn er winkelstraten?
KLEINE WOONKERN
DORP AANEENGESLOTEN BEBOUWING (= WOONKERN)
neen
VERSTEDELIJKT DORP
ja
STAD
GROTE WOONKERN
figuur 3 (kaart 1/50 000) Delen van de agglomeratie rood stadskern oranje stadswijken geel stadsrand
Figuur 4 (kaart 1/7500) Centrum Sint-Niklaas
Figuur 5: facetkaart van bewoning en bevolking van BelgiĂŤ
23
24
1
2
9 7 10 14
3
8
13 12
5 11 4
20 21
6 19 16 15
18 17
22
1. ...................................................................................
13. ...................................................................................
2. ...................................................................................
14. ...................................................................................
3. ...................................................................................
15. ...................................................................................
4. ...................................................................................
16. ...................................................................................
5. ...................................................................................
17. ...................................................................................
6. ...................................................................................
18. ...................................................................................
7. ...................................................................................
19. ...................................................................................
8. ...................................................................................
20. ...................................................................................
9. ...................................................................................
21. ...................................................................................
10. ...................................................................................
22. ...................................................................................
11. ...................................................................................
23. ...................................................................................
12. ...................................................................................
24. ...................................................................................
Figuur 6: bevolkingsgegevens Sint-Niklaas - BelgiĂŤ Tabel 1
Tabel 2: Sint-Niklaas geboorten sterfgevallen immigranten emigranten aantal vreemdelingen
667 701 2433 2285 2377
Tabel 3: Belgische bevolking per provincie en per Gewest (1 januari 2006) Het Rijk: 10.509.694 Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 1.018.029 Vlaams Gewest: 6.078.289 Waals Gewest: 3.413.376 waarvan Duitstalige Gemeenschap: 71.287 Cijfers per provincie: Antwerpen: 1.688.533 Henegouwen: 1.289.862 Limburg: 814.641 Luik: 1.040.006 Luxemburg: 258.541 Namen: 458.534 Oost-Vlaanderen: 1.389.199 Vlaams-Brabant: 1.044.063 Waals-Brabant: 366.433 West-Vlaanderen: 1.141.853 Bron: www.rijksregister.fgov.be
Figuur 6: bevolkingsgegevens Sint-Niklaas - België (vervolg) Tabel 4: Bevolkingsdichtheid St-Niklaas volgens zones Zone
Dichtheid
Zone
Dichtheid
totaal
Deelgemeente Sint-Niklaas 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
Markt Ankerstraat Westerbuurt Sted. sportplein Veldstraat Stadspark Castrowijk Steenbakkerij Landbouwstraat Driekoningen Vlijminckshoek Paddenschoot Spieveldstraat Tereken Hogenakker Fabiolapark Hertjen Industriepark Heimolen Kletterbos Dennenstraat De Ster
4095 5916 7127 4159 5788 2944 6827 255 6529 2983 614 6996 511 2548 1919 12146 2183 403 344 507 176 375
23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44.
Westakkers Kon. Elisabethplein Lindenstraat Priesteragiew. Van Durmestr. Vernindingsstraat Raap Europark Uil-Kallohoek Moleken Baensland Abington Hazewind Botermelkstraat Lepelhoek Kloosterland Vijfstraten Clementwijk Vrouweneekhoek Huis ten Halven Zonneken Weynstraat
294 6139 3578 4192 5964 5913 2150 30 416 2257 3904 5547 5735 223 2824 5472 1823 2258 2693 546 2050 78
1568
Deelgemeente Nieuwkerken A1. A2. A3.
Centrum Wallenhof Turkijen
2259 2216 1407
A4 A5
Verspreide bew. Heihoek
163 1435 535
Deelgemeente Belsele B1. B2. B3. B4. B5. B6. B7.
Centrum Populieren Duizend Appels Het Akker Molenwijk Dekpriem Kouterwijk
1474 2021 1408 1513 2417 787 186
B8. B9. B10. B11. B12. B13. B14.
Waterschoot Watermolenwijk Hoge Bokstraat Ossenh./Moortelh. Puivelde centrum Marktstraat Gouden Leeuw
43 1989 1319 262 912 335 136
450
Deelgemeente Sinaai C1 C2 C3.
Centrum Zwaanaarde Sportcomplex
1612 537 976
C4 C5 C6
Wijnveld De baas De Hondsnest
1569 150 72 237
Tabel 5: Oppervlaktegegevens van België Totale oppervlakte België = 30 527,9 km² Oppervlakte van België per provincie: Antwerpen: 2 867 km² Henegouwen: 3 786 km² Luik: 3 862 km² Luxemburg: 4 440 km² Oost-Vlaanderen: 2 982 km² Vlaams-Brabant: 2 106 km² West-Vlaanderen: 3 144 km²
Limburg: 2 422 km² Namen: 3 666 km² Waals-Brabant: 1 091 km²
Nota bene: om de totale oppervlakte van België te bekomen, dient men de oppervlakte van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (162 km²) toe te voegen, alsook 2.017 km² zeegebied in de Noordzee (juli 1999). Op 29 mei 2000 werd 2.000m² toegevoegd aan het Belgische grondgebied. Nederland stond toen een verloren stukje landtong aan het Kanaal Gent-Terneuzen in Zelzate af aan België).
Figuur 7: Bevolkingsspreiding van Sint-Niklaas
kleur donkerrood rood oranje donkergeel geel
inw/km² 5000 + 2000-5000 500-2000 200-500 0-200
Figuur 8: facetkaart van bevolking en bewoning van de eigen leefruimte
< 100 inw/km² 100 - 500 500 - 1000 1000 - 2000 > 2000
Toepassing 1: bepaal de bebouwingvorm
Toepassing 2 1. Uit welke deelgemeenten bestaat Sint-Niklaas?
2. Waartoe worden volgende gebouwen gebruikt? Noteer voor de functie het overeenstemmend nummer van het gebouw 1: woonhuis 2: school 3: winkel 4: gemeentehuis 5: hoeve 6: fabriek 7: ziekenhuis landbouwfunctie industriële functie bestuursfunctie handelsfunctie
onderwijsfunctie woonfunctie geneeskundige functie
3. In de vorige opdracht staan vier dienstenfuncties vermeld. Onderstreep ze. 4. Onderstreep zeven diensten of handelsfuncties die typisch zijn voor een stad:
bakker, huisarts, ziekenhuis, lagere school, secundaire school, rechtbank, grootwarenhuis, bioscoop, kerk, post, schouwburg, reisbureau De onderstreepte worden benut alleen door de inwoners van de stad/ ook door inwoners van omliggende gemeenten (schrap wat niet past) 5. De bevolking wordt ingedeeld in een economisch actieve en niet-actieve bevolking. Iemand die met zijn of haar beroep een inkomen verdient, behoort tot de beroepsbevolking of de actieve bevolking. Minder dan één derde van alle Belgen behoort tot de actieve bevolking. De beroepsbevolking is tewerkgesteld in één van de volgende sectoren: primaire sector : landbouw en visserij secundaire sector: industrie en mijnbouw tertiaire sector: handel, vervoer en diensten In het landschap herken je deze sectoren aan allerlei gebouwen en instellingen. Vermeld voor elk gebouw of instelling naar welke sector (P/S/T) het verwijst
legbatterij fietsenwinkel kazerne akkerbouwbedrijf gemeentehuis
school steenbakkerij kleigroeve warme bakkerij serre
6. Bereken de bevolkingsdichtheid van West-Vlaanderen.
7. Bereken de bevolkingsdichtheid van het Waals Gewest.
frituur kliniek treinstation ministerie vismijn