9 minute read
Namens Bea - diplomate Esra Yılmaz gaat Nederland vertegenwoordigen
Diplomaat Esra Yılmaz
Namens Bea
Advertisement
Adellijke mannen in pak, met een aardappel in de keel en een dubbele naam: dat is het clichébeeld van een diplomaat, maar dat beeld is allang niet meer terecht. Het ‘klasje’ van Buitenlandse Zaken dat afgelopen voorjaar werd opgeleid, bestond voor het grootste deel uit vrouwen. Esra Yılmaz (28) is een van hen. “Ik zet door tot ik krijg wat ik wil.” DOOR LILIAN ROOS
het enthousiasme van Esra Yılmaz is aanstekelijk. Ze lacht veel, maakt grapjes en ziet er allesbehalve diplomatiek uit in haar casual, beige truitje met felroze oorbellen erboven. Natuurlijk moet zij als diplomate representatief zijn legt zij meteen uit, maar hier op het ministerie hoeft zij er niet per se elke dag piekfijn uit te zien. “Als ik afspraken met belangrijke externe contacten heb dan doe ik wel een mantelpakje aan.”
Met moeite kon Yılmaz tijd vrijmaken voor dit interview. Ze is net een week terug uit Afrika en vertrekt op de dag van het interview alweer naar Oslo, waar ze Nederland moet vertegenwoordigen tijdens een jaarvergadering.
Yılmaz heeft onlangs met succes het beroemde diplomatenklasje van Buitenlandse Zaken afgerond. Het ‘klasje’ van Buitenlandse Zaken is een uitverkoren gezelschap, dat wordt klaargestoomd voor het diplomatenbestaan in het buitenland. Jaarlijks worden twintig jonge talenten opgeleid om Nederland op één van de meer dan 150 posten in het buitenland vertegenwoordigen. Vroeger waren de leerlingen van het ‘klasje’ mannelijke corpsleden, met name juristen van adel, tegenwoordig moeten de aspirant-diplomaten vooral intelligent, flexibel, spontaan en cultureel gevoelig zijn.
Om deel te kunnen nemen aan de intensieve diplomatenstoomcursus, moest Yılmaz door een strenge selectie. De sollicitatieprocedure duurde meer dan een half jaar. Een talentest, kennistest, psychologische test, telkens overleefden ze een ronde, om ten slotte een drie kwartier durend gesprek te voeren met mensen uit de ambtelijke top van Buitenlandse Zaken.
Inmiddels wordt Yılmaz langzaamaan klaargestoomd om Nederland te vertegenwoordigen in het buitenland. De komende drie jaar werkt zij op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Haar beleidsterrein is het volgen en ondersteunen van projecten voor duurzame economische ontwikkeling op onder andere de Balkan. Na die drie jaar wordt ze uitgezonden naar een nog onbekend land.
Is het niet vreselijk eng om als jonge vrouw tussen al die belangrijke mensen het woord te voeren namens Nederland? “In het houden van praatjes voor groepen ben ik inmiddels flink geoefend. Dat is een kwestie van vaak doen. Op mensen afstappen, toespraken houden, het zijn vaardigheden die belangrijk zijn voor een diplomaat, daarom wordt er uitgebreid aandacht aan geschonken tijdens de opleiding. Iedereen is zenuwachtig als hij of zij voor een groep moet spreken, maar door het gewoon te doen wordt het steeds gemakkelijker. Als ik er eenmaal sta, dan vind ik het leuk.”
wat deed je toen je hoorde dat je was toegelaten? “Ik was zo blij. Dat was een geweldig gevoel. De hele dag heb ik rondgesprongen en het nieuws rond geschreeuwd. Daarna begon het echte werk. Dertien weken lang kregen we veertig uur per week les. Ook moesten we in de avonden en weekenden opdrachten maken en presentaties voorbereiden. Dat was erg pittig, maar enorm leuk en leerzaam. Omdat je zo intensief met twintig man aan hetzelfde werkt, krijg je een bijzondere band. Het waren stuk voor stuk ambitieuze, enthousiaste en warme mensen. Ik heb er echt een vriendengroepje bij.”
De beslissing over waar je straks gaat wonen ligt in andermans handen. Is dat niet moeilijk? “Het is gek om niet te weten waar ik over vier jaar woon, maar daar kies je voor. Het kan een heel interessant land zijn, maar ook een land dat ik niet leuk vind. Dat hoort erbij, en vier jaar later ga je weer naar een ander land. Als het Frankrijk is, dan zal ik mijn familie en vrienden net zo vaak zien als nu, maar als het heel ver weg is dan wordt dat lastig.
Omdat ik al in het buitenland heb gewoond, weet ik hoe je vriendschappen op afstand kunt onderhouden via mailen en bellen, maar dat ik misschien een gedeelte uit het leven van mijn broers mis dat vind ik erg moeilijk.”
In hoeverre is jouw Turkse achtergrond van invloed geweest? “Doordat ik ben opgegroeid tussen twee culturen, kan ik gemakkelijk schakelen. Ik was de oudste binnen ons gezin, want ik heb drie jongere broers. Hierdoor was ik vaak degene die uitleg gaf en zorgde dat mensen mijn ouders begrepen of andersom. Als diplomaat ben je ook een bruggenbouwer. Een belangrijke vereiste is dat je goed kunt schakelen tussen twee culturen.
Met het land Turkije heb ik een bijzondere band. Omdat ik Turkije vooral kende van vakanties, besloot ik er tijdens mijn rechtenstudie heen te gaan. Ik heb een stageplaats geregeld bij de Nederlandse ambassade in Ankara. Het is een prettig land om te wonen en te werken. De dynamiek en drukte spreekt me aan, en natuurlijk is het leuk dat er veel ooms en tantes van me wonen.” heb je veel steun gehad van je ouders? “Mijn vader heeft me enorm gestimuleerd. Hij vindt dat je als vrouw moet streven naar onafhankelijkheid. In de jaren zeventig ging mijn vader in Nederland werken als werktuigbouwkundig ingenieur. De grootste barrière voor hem was de taal, zowel zijn beperkte kennis van het Nederlands als het Engels. Hij heeft er daarom altijd bij mij en mijn broers op gehamerd dat we talen moesten leren.
Toen ik na het afronden van het gymnasium als au pair in Londen wilde werken, vond hij het ongetwijfeld erg moeilijk om zijn enige dochter te laten gaan. Toch heeft hij me geen moment tegengehouden. Hij zag in hoe belangrijk die ervaring voor me was.”
wat is jouw geheim tot succes? “Er zijn zo veel rechtenstudenten; ik heb altijd de drang gehad me daarvan te onderscheiden. Daarom deed ik twee afstudeerrichtingen binnen rechten en had er allerlei activiteiten naast. Ik ben positief ingesteld en zet door tot ik krijg wat ik wil. Als ik iets in mijn hoofd heb, dan bel ik rond en vertel mijn wensen aan zo veel mogelijk mensen. Voor stages bijvoorbeeld belde ik naar mogelijke werkgevers en uitzendbureaus. Uiteindelijk werd ik altijd wel teruggebeld. Als je echt wilt, dan kom je
er wel. Daar ben ik van overtuigd.” Je deed het vast ook goed op school. “Ik had geen extreem hoge cijfers op school en ben niet cum laude afgestudeerd. Maar net als bij de meeste werkgevers gaat het ook bij de toelating voor de diplomatenklas voornamelijk om je nevenactiviteiten. Ik heb altijd veel naast mijn studie gedaan. Alles wat internationaal was trok mij. Zo zat ik in de activiteitencommissie van een internationale studentenvereniging, waarvoor ik congressen en trainingen organiseerde.
In veel allochtone gezinnen wordt vooral gehamerd op goede studieresultaten, maar de ervaringen die je naast je studie opdoet zijn minstens zo belangrijk. Bijbaantjes, stages, vrijwilligerswerk, commissies of het bestuur van een studieverenigingen, het is allemaal erg leerzaam. Ik heb nooit heel bewust een pad uitgestippeld, maar wel altijd gekeken wat leuk en tegelijkertijd nuttig was om te doen.”
NETwERKTIPS
netwerktips voor recepties
Werken als diplomaat betekent veel recepties bijwonen en flink netwerken. Vier praktische tips van Yılmaz:
1
2
3
4
Zie een receptie niet als een gezellig heidsactiviteit, maar als werk. Zorg dat je minimaal drie nieuwe contacten legt. Wil je af van een gast die aan je blijft plakken? Zeg dan dat je ‘even de handen moet wassen’. Eet vooraf, om te voorkomen dat alcohol te hard toeslaat, en drink niet te veel. Weiger bitterballen, vanwege vette vingers, en eet niet direct aan het begin al haring, omdat je daar een slechte adem van krijgt.
CV ESRA YILMAz
Esra Yılmaz (28) is geboren in Olst, een klein dorpje in Overijssel. Haar beide ouders zijn opgegroeid in Turkije. Haar vader kwam in de jaren zeventig in nederland werken als werktuigbouwkundig ingenieur. Ze heeft drie jongere broers. na het afronden van het gymnasium werkte ze een jaar lang als au pair in londen. Deze ervaring smaakte naar meer en het werd al gauw duidelijk dat ze een internationale carrière ambieerde. Ze studeerde rechten in rotterdam. Tijdens haar studie deed ze een cursus internationaal recht in aix en provence. Ook liep ze stage bij de nederlandse ambassade in ankara. Ze had altijd al een grote interesse voor talen en spreekt dan ook Engels, Frans, Duits, Turks en russisch. na haar studie deed ze een postdoctorale opleiding aan het Brugse instituut College of Europe, waarvoor ze met slechts vijf andere nederlanders werd geselecteerd.
Voordat ze werd toegelaten tot het ‘klasje van Buitenlandse Zaken’ werkte ze twee jaar als wetgevingsjurist op het ministerie van Verkeer en Waterstaat in Den Haag.
Atalay Demircan, 23 jaar
Student Bestuurskunde aan de VU in Amsterdam.
waarom heb je voor deze opleiding gekozen? “In mijn laatste jaar op de middelbare school heb ik een paar informatiedagen en open dagen bezocht, waarna ik al direct wist dat Bestuurskunde voor mij een interessante opleiding zou zijn. Het is een opleiding die zich richt op de maatschappij, met onder andere als doel om het beleid van de overheid constant te verbeteren. Ik krijg dan het gevoel dat ik daadwerkelijk nuttig ben voor de maatschappij.”
wat zijn je drijfveren? “In eerste instantie wil ik mezelf blijven ontwikkelen. Daarnaast vind ik het belangrijk om juist in een land als Nederland een goede opleiding af te ronden. Er zijn hier zoveel mogelijkheden op het gebied van studie. Het zou zonde zijn als je die niet optimaal benut, niet het maximale uit jezelf haalt. Je belemmert dan niet alleen je eigen ontwikkeling, maar ook je carrièrekansen.”
Ellendige treinreizen of op kamers? “Toch de inderdaad soms ellendige, treinreizen. Op kamers gaan heb ik overwogen, maar de voordelen van het thuis blijven wonen zijn toch groter. Hierbij denk ik aan de financiële voordelen maar ook aan de gezelligheid omdat je thuis bijna nooit alleen bent. En dan is er natuurlijk ook nog het lekkere eten.”
heb je meer Nederlandse of Turkse vrienden? “In mijn privé-tijd ga ik toch meer om met Turken. Ik heb over het algemeen toch net iets meer gemeen met Turkse leeftijdsgenoten dan met Nederlandse, maar ik heb natuurlijk ook Nederlandse vrienden met wie ik regelmatig omga.”
hoe ‘netwerk’ je? “Op verschillende manieren. Ik ben voorzitter van de Turkse studentenvereniging Anatolia en langs die weg kom ik vaak in contact met overheidsinstellingen en grote ondernemingen. Voor onze leden organiseren we ook workshops bij deze organisaties. Helaas zien naar mijn mening nog te weinig Turkse studenten het belang van netwerken in. Zelfs als je iemand niet als je toekomstige werkgever ziet, kunnen zulke contacten erg leerzaam zijn. Daarnaast bezoek ik regelmatig carrièrebeurzen.”
wat wil je later bereiken? “Ik heb eerlijk gezegd geen torenhoge ambities. Ik vind het vooral belangrijk om een leuke baan te hebben, met natuurlijk een aardig salaris. Ik moet het gevoel krijgen dat ik iets nuttigs aan het doen ben en ik hoop dan ook dat dit straks het geval zal zijn.”
OZAN TüRKDOğAN