6 minute read

Stadsdeelvoorzitters: Klein blijven of groter worden?

Martin Verbeet, oost-Watergraafsmeer: “stadsdeel moet stadsdeel blijven”

“D e decentralisering ging hand in hand met de vergroting van de doelmatigheid. De stadsdelen leveren een belangrijke bijdrage aan het verhogen van de kwaliteit van leven in de stad, denk aan de inspanningen op het gebied van stadsvernieuwing en de vele investeringen in straten en pleinen. Vergelijk bijvoorbeeld de huidige Staatsliedenbuurt maar eens met die van de jaren tachtig. De stadsdelen zijn ook steeds meer geworteld in de buurten en wijken. De vele contacten met burgers, organisaties en instellingen op buurtniveau leiden tot het ontstaan van een groot, fijnmazig stedelijk netwerk, dat het veel beter mogelijk maakt de stad bij elkaar te houden. De discussie over het bestuurlijk stelsel in Amsterdam gaat al gauw niet meer over inhoud maar over vorm. Als het op centraal niveau niet goed gaat, moeten de problemen maar op decentraal niveau opgelost worden, en gaat iets op decentraal niveau niet goed dan moeten de zaken maar centraal geregeld worden. Dit is een drogreden en het resultaat is dat de discussie over de werkelijke thema’s, namelijk de inhoudelijke, belemmerd wordt en dat er onrust ontstaat. Over één ding zijn stad en stadsdelen het wel eens: Een beleidsthema dient daar behandeld te worden waar “D oor schaalvergroting kun je een aantal zaken die in een gebied spelen nu eenmaal beter aanpakken. Of de grens van het huidige stadsdeel Zeeburg dan voor of achter het treinspoor ligt, zal inwoners uiteindelijk worst wezen; dus zijn scheidslijnen,die ooit op papier gezet zijn voor mij niet heilig Het draait om een goede centrale en decentrale taakverdeling. Neem bijvoorbeeld het in goede banen leiden van het leerlingenvervoer. Dat is een typisch stedelijk vraagstuk. Dat vervoer liep onder meer niet goed omdat de organisatie ervan was verdeeld over de stadsdelen. Die organisatie zou nu gecentraliseerd moeten worden. Op dergelijke dossiers kan de centrale stad veel beter de regie in handen nemen. Net als Burgemeester Job Cohen ben ik het eens met het advies van de Commissie Mertens dat er minder maar wel grotere stadsdelen moeten komen. Waarom? De stadsdelen zijn in Amsterdam. Onmisbaar en dat komt doordat gemeenten de afgelopen jaren meer verantwoordelijkheid de inhoudelijke strekking ervan het beste in de praktijk gebracht kan worden. We willen allemaal kwaliteit voor de burgers en als bestuurder goed bereikbaar zijn. Kortom: we moeten het denken over inhoud en kwaliteit niet laten vervuilen door machtsdenken. Als PvdA moeten we dat wat we voor de Amsterdammers willen bereiken op de eerste plaats zetten. Als lokale bestuurder wil ik de burgers van stadsdeel Oost-Watergraafsmeer een uitstekende dienstverlening bieden. Een rondwandeling of een fietstochtje maakt zichtbaar dat diversiteit kenmerkend is voor ons stadsdeel. Diversiteit in gebouwen, maar ook diversiteit in bevolking en leefstijlen. De stadsdelen Oost en Watergraafsmeer zijn inmiddels aan elkaar gewend geraakt, maar een eventuele uitbreiding van ons stadsdeel OostWatergraafsmeer met de Indische buurt blijft

Advertisement

fatima Elatik, Zeeburg: “Bestuur is er niet voor zichzelf maar voor de bewoners”

een optie”, denkt de PvdA-voorman. hebben gekregen voor bijvoorbeeld de zorg en de werkgelegenheid. Wij zijn ‘de ogen en oren in de wijk’ en weten wat er speelt. De bestuurlijke besluitvorming moet aansluiten bij de vraag vanuit de samenleving. Stadsdelen komen voort uit de behoefte aan democratisering en doelmatigheid. Op dossiers zoals inburgering, zorg, uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)en participatie kunnen wij veel beter inspelen. Leg dat dan ook bij goed toegeruste stadsdelen en laat lokale politici en bestuurders daarop aanspreekbaar zijn. De dienstverlening aan de inwoners moet voorop staan. Zij willen gewoon terecht kunnen bij “één loket” waar zij rekenen op een effectieve aanpak en afhandeling van hun vraagstukken. En laten we wel zijn, naast om een goede gebiedsgerichte aanpak, gaat het uiteindelijk ook om basale uitvoeringstaken. Zo is het bijvoorbeeld de vraag of je in de toekomst nog voor een paspoort of rijbewijs bij je stadsdeelkantoor kunt aankloppen.”

Ahmed Marcouch, slotervaart: “Een stadsdeel Nieuw-West kan de opgave die hier ligt goed aan”

“A lle stadsdelen in Amsterdam-West buiten de ring moeten volgens de commissie worden samengevoegd. Het zou dan gaan om een fusie van Slotervaart, Osdorp, Geuzenveld-Slotermeer en een deel van Bos en Lommer. Een dergelijk stadsdeel kan de eerste fase van stedelijke en sociale vernieuwing stroomlijnen en effectiever maken. Het wordt een sterkere partner voor de centrale stad en woningbouwcorporaties. Ik ben een warm pleitbezorger van het voornemen om het aantal stadsdelen te halveren. Net als burgemeester Job Cohen die er snel werk van wil maken, in elk geval voor de gemeenteraadsverkiezing van 2010. Er is een wezenlijk verschil tussen west binnen de ring en west buiten de ring. De afstand tot het centrum is voor dat verschil de sleutel. Voor de mensen van binnen de ring zal het centrum altijd de plek zijn waar ze zich op richten. Bepaalde voorzieningen zijn binnen de ring niet nodig en dus ook niet mogelijk, omdat het centrum dichtbij is. Dat geldt voor het westen buiten de ring niet. Natuurlijk zullen ook de mensen buiten de ring het centrum van Amsterdam voor bepaalde zaken blijven gebruiken, maar voor een aantal voorzieningen is het simpelweg te ver. Dat biedt ontwikkelingsmogelijkheden aan het gebied buiten de ring, die het gebied binnen de ring niet kent. We kunnen buiten de ring voorzieningen gaan ontwikkelen, die door de mensen die daar wonen, gezamenlijk zullen worden gebruikt. Wat dat betreft is west buiten de ring vergelijkbaar met Amstelveen, Diemen, Zuid-Oost of Noord. De herindeling moet recht doen aan de verschillen tussen het westen binnen en het westen buiten de ring. Nieuw-West kan de concurrentie aangaan met Almere en Purmerend en de Amsterdammer naar de stad terughalen of hem voor de stad behouden. Ook kan dit stadsdeel zich toeleggen op de integratie van immigranten. Het kan er voor zorgen dat die goed verloopt en dat stagnatie ervan in de toekomst wordt vermeden. Als ik naar de dagelijkse praktijk kijk, valt het mij op dat de problemen vaak om interventies vragen die of onder de schaalgrootte van Slotervaart liggen of er boven. Het gaat veelal of om een specifieke wijk, of om heel NieuwWest. Als dat laatste het geval is, treffen wij elkaar -al dan niet onder auspiciën van de centrale stad- om te overleggen en te onderhandelen.”

“Juist het feit dat die onderhandelingen vaak moeizaam verlopen en in een aantal gevallen tot compromissen leiden die de zaak in kwestie geen goed doen, toont aan hoezeer wij daarin tot elkaar veroordeeld zijn. We zouden het denk ik allemaal liever zelf beslissen, zelf regelen, maar het zijn de problemen die ons steeds opnieuw gezamenlijk aan tafel dwingen. Ik kan me niet anders voorstellen dan dat overige bestuurders net als ik af en toe het gevoel hebben, dat wij, juist omdat we voor onze stadsdelen opkomen, oplossingen die voor heel Nieuw-West het beste zijn, in de weg staan. Ik denk dat zich dat bij bijna al onze dossiers en portefeuilles voordoet. In ieder geval geldt het voor veiligheid en stedelijke vernieuwing, onderwijs, jeugdzorg, sport en cultuur. Er moet zo worden ingedeeld dat de vraagstukken op de schaalgrootte kunnen worden aangepakt waarop ze zich afspelen.”

This article is from: