1986

Page 1

TWEESTROMENIAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS 15.111.1986 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 48


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks.

Contributie De contributie voor 1985 bedraagt f 25,-, naar verkiezing f 30,-, f 40,-, f 50,-, f 100,- enz. te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen.

Ledenadministratie Markt 9-14,6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele

opzeggingen (vóór l december).

A. Kamerman, Wijchen Mevr. F.J. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt Mevr. A. Smits-Koks,Weurt W.J. van Sommeren, Boven-Leeuwen Drs C. Visser,Druten J.P. van Wezel, Alphen

Administrateur Vacature Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactiesecretaris, Meyhorst 1747,6537 KE Nijmegen. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever. Losse nummers tijdschrift Nrs. 19 t/m 47 voorradig. Per stuk f 5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen.

Secretariaat Zwanensingel 259,6601 GK Wijchen; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08894-16247.

Ereleden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 J.P.M. van Os, benoemd 23 aprü 1980 Erevoorzitter JP. van Wezel, benoemd 9 mei 1985 Bestuur J.A. van Gelder, vz. ai., Bergharen W.M.G. Arts, secr., Wijchen Mej. W.A. van Buren, penn., Bergharen J.L.C. Alkemade, Ewijk Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten B.J.H.M. van Elk, Beneden-Leeuwen W.H.Frentz,Driel Mevr. S.R. van Ginkel-van Dijk, Druten J.A. Jansen, Wijchen

Inhoud 3 H.B. Demoed, Een oude grafzerk in Dreumel

6 Het Spieker 7 J. Dekkers en M. Bergevoet, Nasleep overdracht kerk Druten 9 H. van Capelleveen, Het voormalige schooien kostershuis te Leur 15 J. van Gelder, Watersnoodpenningen 16 Drs C. Visser, Oud Maas en Waal in beeld 18 Literatuur Signalement 23 Rectificatie en aanvulling


Streekarchief lerwaarcj

TWEESTROMENffiKTO' MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Ton Tielen

NUMMER 48

H.B.

1986

Demoed

Een oude grafzerk in Dreumel In de vloer van de Nederlandse Hervormde kerk te Dreumel zijn twee 16de eeuwse grafstenen opgenomen. Deze werden gevonden bij de restauratie van de kerk in het begin van de jaren zestig. EĂŠn van de zerken werd gevonden op het kerkhof en dekte, zoals blijkt uit de erop uitgehakte miskelk met hostie, een priestergraf. Volgens de randtekst betrof het een pastoor van Dreumel, genaamd Gerard Beien.1 De andere zerk werd onder de vloer van de tegenwoordige kerk gevonden. Dat betekent dat die heeft gelegen in het koor van de middeleeuwse St. Victorkerk, waarvan de toren het enig overgebleven gedeelte van die kerk is. De zerk vertoont in het midden twee familiewapens en is eveneens voorzien van een randtekst. Over deze nog niet eerder beschreven grafsteen willen wij het verder hebben. Zoals hieronder wordt aangetoond dateert Hoewel de zerk puntgaaf is wat betreft de de zerk uit de eerste helft van de 16e eeuw. wapenafbeelding en de randtekst, is zij niet De meeste grafstenen van een dergelijke geheel intact bewaard gebleven. De bovenouderdom vertonen tekenen van afslijting rand is geheel, de onderrand grotendeels doordat er eeuwenlang overheen gelopen is. verloren gegaan. Zodoende is de randtekst Deze zerk evenwel is uitzonderlijk gaaf niet volledig. Aan de rechterkant staat in bewaard gebleven, zodat zij al heel lang gotische letters: Jan van Balveren enjoffer Beli onder de vloer verborgen moet zijn ge- van Varik. Op de onderzijde links lezen we weest. In het midden zijn zeer gedetailleerd nog juist 'ende', die tekst wordt vervolgd met: de wapens van twee geslachten weergegeven. joffer Adriaen Hinkart hoer dochter AoM(..)XXI. Het linker wapen toont twee balken met drie Dit is het enige jaartal, wat we op de steen omhoogstaande kolven, het is het wapen van aantreffen en het is niet volledig. Op Ao(Anhet geslacht Van Balveren;2 het rechterno)M(1000)moet V(500) gevolgd zijn. Voor wapen toont drie gekroonde leeuwekop- de aanduiding van het jaar, XXI(21), staat pen, het behoort bij het geslacht Van Varik.3 nog een restant van een X, zodat het jaartal Beide wapens zijn door een koord verbon- vermoedelijk 1531 is geweest. den en het geheel wordt bekroond door een Of de betreffende steen een grafzerk in de fraaie helm. eigenlijke zin van het woord was, moet be-

3


Tekening van de zerk, naar een foto. twijfeld worden. Was het een grafzerk voor

de echtelieden dan zouden precieze sterfdata zijn aangegeven. De randtekst zou er als volgt hebben uitgezien: Intjaer l 5xx, op die en die dag starfjan van Balveren, mtjaer l 5xx starf Bed van Varick, zijn huisvrouw. Nu zien we

beide echtgenoten na elkaar genoemd met verderop hun dochter. Het lijkt eerder een memorie- of gedachtenissteen geweest te zijn, die vervaardigd werd in het jaar 1531. Grafzerk of memoriesteen, een dergelijk fraai exemplaar werd gemaakt voor aanzienlijke personen. Over hen kunnen we wel een en ander te weten komen, zodat we kunnen zien of het jaartal 1531 correct is.

Jan van Balveren wordt tussen 1470 en 1500 in diverse ambten en bezittingen in Gelderland genoemd. Als erfgenaam van Seger van den Poll, zijn grootvader aan moederskant, werd hij in 1470 beleend met de weerd van Dreumel. 4 In datzelfde jaar volgde hij de familie Van den Poll ook op als bezitter van kasteel De Poll en Pollenstein.5 In 1473 werd hij als opvolger van zijn vader Adriaan beleend met de hofstede Delwijnen in de Bommelerwaard.* In 1481 trouwde hij Belia van Varik, hetgeen blijkt uit de vernieuwing van de eed betreffende de weerd van Dreumel. Jan van Balveren kan geleefd hebben tot 1531. In dat jaar volgde zijn zoon Seger hem op in de weerd van Dreumel.


Deel van het interieur van de Nederlandse Hervormde kerk te Dreumel. De grafzerk is helaas op een wat ongelukkige wijze in de vloer ingemetseld.

Adriaan van Halveren voor 1473 i

Adriana Johan van den van Poll Varik voor 1494 ——— ,————i !_,—————— Johan van Balveren tr Belia van Varik 1481 | 1 i Anton Hinkart tr Adriana van Balveren i i Willem Hinkart (tr Adriana van Scherpenzeel) overl 1562

De dochter van Jan van Balveren en Belia van Varik, Adriana, was gehuwd met Anton H inkart, vandaar de naam Adriana Hinkart op

Margaretha van Isendoorn ,\

de steen. Over deze Anton Hinkart is maar weinig bekend. Naar de reden waarom Adriana wel op de steen vermeld werd en haar


man niet kunnen we alleen maar gissen. De zoon van dit echtpaar, Willem Hinkart, was opgenomen in de Ridderschap van Maas en Waal en was richter in Arnhem en de Veluwezoom. Op hem heeft een in de vorige eeuw gevonden en thans verdwenen zerk uit 1562 betrekking.7 Alsjan van Halveren inderdaad in 1531 overleed is hij oud geworden. De dochter Adriana kan heel goed in 1531 overleden zijn, generatiegenoten van haar overlijden ook in deze periode. Haar broer Seger, heer van Isendoorn, overleed in 1535. Haar neef, Adriaan de Cock van Delwijnen, schepen in 1504 van Zuilichem, overleed in 1533. In deze generatie is ook sprake van een erfenis in 1538. Haar neef Goosen van Varik, beleend met het pontveer Dreumel-Zennewijnen, overleed daarentegen pas in 1553. Maar van diens zoon is het sterfjaar 1560, waarmee we op de lijn zitten van Willem Hinkart. Met deze uiteenzetting zijn de wapens op de steen verklaard en mag met voldoende zekerheid geconcludeerd worden dat de steen ca. 1531 vervaardigd is. Noten: 1. Schutjes, L.C.H., Geschiedenis van het Bisdom 'sHertogenbosch, deel ?, blz. 475 noemt als eerste pastoor van Dreumel Gerardus Maeshesse, die in 1515 zijn intrede deed. De volgende pastoor is Gerardus Beien, 15. . -1530. Schutjes veronderstelt dat deze Gerardus Beien dezelfde persoon is geweest als Gerardus Maeshesse. De overgebleven randtekstopdezerkisalsvolgt:...den X\'IIDach in den mey starfhen Gherat beien pasthorr tot Ăźroern . . .', zodat we de vermelding van Schutjes aan kunnen vullen tot: 17 mei 1530. 2. Vergelijk het wapen van de voormalige gemeente Wamel, waarin de twee balken waren vervangen door een golvende dwarsbalk. 3. Vergelijk het wapen van de voormalige gemeente Varik, nu nog als een van de kwartieren in het wapen van de gemeente Neerij nen. 4. Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en de Graafschap Zutphen, Kwartier van Nijmegen (Arnhem 1924), blz. 101. 5. Manders,J.H., Het land tussen Maas en Waal, blz. 146. 6. Leenaktenboeken Kwartier van Nijmegen, blz., 671. 7. In Kontaktblad Maas en Waal 10 maart 1971, blz. 37-38 wordt de vergadering van kerkvoogden van

de Nederlandse Hervormde Gemeente van Dreumel van 14 november 1843 weergegeven, waarin melding gedaan wordt van het vinden van een grafzerk bij het leggen van een nieuwe vloer. De zerk had volgens die mededeling de volgende tekst: 'Hier leyl begraven Willem Hinckart, die star/ AoMD en LXII den XII der Mey en joffer Heus van Scherpenzeel GR//.' Volgens het verslag werd de zerk buiten de kerk gebracht en gelegd in de ruimte tussen kerk en toren. Tijdens de laatste restauratie is de zerk naar het

koor overgebracht. Het is helaas zeer te betreuren, dat over deze zerk heen een altaarsteen is opge-

metseld.

HET SPIEKER In Tweestromenland nummer 43 werd een nieuwe rubriek aangekondigd: 'Het Spieker', waarin bruiklenen, schenkingen en aankopen aan en van de Vereniging vermeld gaan worden. Bij deze gaat de rubriek van start. De aard van de rubriek brengt met zich mee, dat ze onregelmatig zal verschijnen.

Van de familie Sas-Litjes uit Deest werd ontvangen: een pellerine, jas, jurk, bontmof, ondergoed, melkschorten, kindermuts en werkrok. Indien er meer mensen zijn die iets willen aanbieden in de sfeer van klederdracht, dan kunnen zij terecht bij de werkgroep Streekdracht en Mode, Wies Berris-Visschers, Kwartelstraat 21, 6601 CE Wijchen, telefoon: 0889417461 (na 18.30 uur). Van de heer B. van Eldik, Horssen, werd ontvangen: een ingelijste prent betreffende aanneming van Frederica Hollander in de broederschap van de Heilige Familie, 8 december 1905. Onze hartelijke dank aan de gevers.

Redactie


J. Dekkers en M. Bergevoet

NASLEEP OVERDRACHT KERK BRUTEN Op 8 mei 1800 werd tussen de katholieken, hervormden en joden in Druten een schikking gemaakt over het bezit van de oude dorpskerk met bijbehorende goederen. De kerk, die bijna 200 jaar in protestantse handen was geweest, was namelijk bij dekreet van het Vertegenwoordigend Lichaam van het Bataafse Volk van 21 januari 1800 aan de katholieken toegewezen. De kerk met goederen en inkomsten werd op 2600 gld., 11 stuivers en 4 penningen getaxeerd. Bij de vaststelling van de schadeloosstelling werd ervan uitgegaan dat de kerk aan de gehele gemeenschap toebehoorde en dat dus het naastende kerkgenootschap de andere naar evenredigheid van het aantal leden zou moeten uitbetalen. Voor de 83 hervormden kwam dit neer op 454 gld., 13 st. en 11 penn. en voor de 8 joden op 32 gld., 17 st. en 6 penn. De twee Lutheranen, die ook nog in Druten woonden, werden glad over het hoofd gezien! Zoals te verwachten viel, waren de protestanten met dit alles niet zo erg in hun sas: wel stonden ze de kerk -noodgedwongen - af, maar de schadeloosstelling werd niet aangenomen, om de zaak niet definitief te sluiten. De katholieken gaven het geld in bewaring bij het schoutambt van Maas en Waal.

Schade De protestanten waren nu niet alleen hun kerk kwijt, waardoor ze om moesten zien naar een andere, maar bovendien was hun financiĂŤle positie behoorlijk verslechterd: ongeveer 1/6 deel van de waarde van de kerk, goederen en inkomsten werd hun als schadeloosstelling aangeboden. Daarenboven zou het onderhoud van die nieuwe hervormde kerk niet meer bekostigd worden door het Kapittel van Xanten, noch door haar rechtsopvolgers, de Domeinen (nl. uit de tienden en dus indirekt door de gehele dorpsgemeenschap).

Restauratie In 1813 kwam er een einde aan de Franse Tijd en keerde de zoon van de laatste stadhouder terug als Souverein Vorst. Twee jaar later werd hij ingehuldigd als koning Willem I. Men verwachtte op vele gebieden een restauratie van de oude toestanden. Zo werden tal van feodale rechten hersteld. Tegen deze achtergrond is het te begrijpen, dat de hervormde gemeente van Druten-Afferden en Deest in 1815 een rekest aan de koning

Kadastrale minuutplan van Druten anno 1832. Perceel 260: kerkhof; perceel 261: kerk en erf.


/

Kadastrale overzichtskaart van Druten anno 18)2. De RK kerk ligt midden in het dorp. De kerk van de Hervormden ligt aan de Brouwersstraat, later omgedoopt in Nieuwstraat. zond. 2 Deze drie dorpen vormden samen één hervormde gemeente; voor dit verhaal beperken we ons tot de Drutense zaken. In dit rekest vroegen de hervormden aan de koning om de katholieken van Druten op te dragen alsnog de schadeloosstelling te betalen. Om een of andere duistere reden was het bedrag niet 454-13-11 maar 488-15. Intussen hadden de hervormden zélf een kerkje gebouwd, mogelijk al in de tijd van koning Lodewijk Napoleon (1806-1810). Afgaande op de Gemeente-atlas van Kuijper 3 heeft deze kerk gestaan aan de Nieuwstraat, waar ze later heeft dienst gedaan als synagoge.4 Mede om deze kerk adviseerde De Man, president van de rechtbank van eerste aanleg te Nijmegen en oud-landschrijver van Maas en Waal op 23 september 1815 orn de toestand te laten zoals die was en de katholieken te sommeren tot betaling van 488 gld., 15 st. en 5 procent rente.

werd een nieuw rekest met dezelfde inhoud aan de koning gezonden. Wederom luidden alle adviezen hetzelfde: Koning Willem I besliste daarop op 29 maart 1818, dat de katholieken de wettige eigenaren waren van de kerk en haar goederen en dat de hervormden alleen recht hadden op de schadeloosstelling van 454 gld., 13 st. (Zónder rente). De hervormden probeerden met een nader rekest nogwat meer los te krijgen, maar bij K.B. van 13 juli 1818 werd de zaak- zonder wijziginggesloten verklaard. De protestanten hebben zelf waarschijnlijk niet meer in hun zaak geloofd, want al op 27 mei (dus nog voor hei laatste K.B.) accepteerden ze het geld van de katholieken. Het dossier wordt gesloten met een brief aan het katholiek kerkbestuur van 3 januari 1819 met het verzoek om nog eens over alle geschillen te gaan praten. Of dit is gebeurd en zo ja, wat de uitkomst was, is helaas niet bekend.

Uitkering

Noten:

Blijkbaar maalden ambtelijke molens ook toen al niet al te snel, want twee jaar later

8

1. M. Bergevoet en J. Dekkers, Parochiekerk, uitg. h.g.v. het 100-jarig bestaan van de H.H. Ewalden-


kerk te Druten; Druten, 1977, p. 34-35. 3. J. Kuijper, GemeenteAdas van Nederland, deel II: Gelderland; Leeuwarden, ca. 1867(herdruk 1971). De volgende gegevens zijn - tenzij anders vermeld 4. Zie voor de verdere lotgevallen van de Drutense - ontleend aan: Alg. Rijksarchief Den Haag. Arsynagoge: J. van Haaren, Kille koudesj Druten, in: chief Zaken voor de R.K. Eredienst, inv. no. 30 Repertorium 2037. Rijksarchief voor Gelderland Tweestromenland no. 25 (1977), p. 37-46. Arnhem - Archief Herv. Gem. Druten, inv. no. 112.

H. van Capelleveen

Het voormalige school- en kostershuis te Leur Op de hoek van de Leurseweg en de Ruffelsdijk staat de thans sterk verwaarloosde voormalige kosterij van Leur. Dit pand werd in 1889 gebouwd ter vervanging van een ouder kostershuis. Op het kadastraal minuutplan van Leur uit ca. 1820 komt dit pand voor onder de naam 'schoolhuis', maar doorgaans werd het kostershuis genoemd. Zoals in de meeste plaatsen in het Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen had ieder dorp een school. Ook de kleine dorpsgemeenschap van Leur had een eigen school in het kostershuis. Vooral na de reformatie, vanaf ca. 1610, was in de meeste gevallen in ons werkgebied het onderwijzersschap met dat van kostersschap gecombineerd.' Het kostersschap bestond uit het schoonhouden en openstellen van het kerkgebouw voor de wekelijkse erediensten, het luiden van de klok en het opwinden van het torenuurwerk, voorzover dat aanwezig was. Daarnaast moest hij de graven delven en het kerkhof onderhouden. Op veel plaatsen was de koster ook voorzanger of organist. Tevens werd er in veel gevallen ook nog een klein boerenbedrijf op nagehouden. De kosterij diende ook vaak als school. Wij moeten ons hiervan niet te veel voorstellen. In de meeste gevallen was èèn kamer in het kostershuis als schoollokaal in gebruik. Dit beeld is in Bergharen nog goed te volgen.2

altijd moeten behelpen met het kostershuis. Over het reilen en zeilen van deze school is heel weinig bekend. Misschien biedt het Gemeentearchief van Wijchen nog eens uitkomst. In het begin van de 19e eeuw blijven Hervormde onderwijzers aan deze school verbonden. In feite was het in die periode een openbare school. Mogelijk dat naast de Hervormde jeugd ook de Katholieke Leurse kinderen hier naar school gingen. De schoolstrijd van 1844-1855 ging waarschijnlijk aan Leur geruisloos voorbij. In het Archief van de Kerkvoogdij van Leur is hierover niets te vinden. Mogelijk dat rond 1888 de Leurse school werd opgeheven. Ook hierover zijn geen gegevens te vinden. Sindsdien had Leur alleen een koster-voorzanger en die bewoonde het kostershuis.

Het zuid-westvertrek van het in het begin van de 19e eeuw herbouwde kostershuis bij de Hervormde kerk diende hier als schoollokaal. Pas in 1869 werd een apart schoollokaal tegen de zijgevel van het kostershuis gebouwd. Zo'n schooltje is nog in BovenLeeuwen aan de dijk te zien. In Leur is men nooit zover gekomen, en men heeft zich

In de archivalia komt Geurt Gramser als

De Leurse onderwijzers en kosters eerste koster en onderwijzer van Leur voor.3 Op 8 september 1714 werd Geurt geboren in het Betuwse Randwijk. Hij huwde in juni 1738 te Arnhem met Maria Sophia Smits (Smitten). Maria was geboren in Schleyden bij Monschau. Wanneer dit echtpaar in Leur kwam wonen is ons onbekend. Uit zijn kos-


Leur (GlcL): kosterij of kostershuis. Foto ± 1903. tersschap hebben wij nog één tastbaar bewijs. In het jaar 1772 is door hem het volgende genoteerd in het toen aangelegde doopboek van de kerk van Leur: 'Naamregister der gedoopte inde gemeinte Leur onder de bedieningvan Ds. S. A. Heshusius beginnende met primo Janu. 1772 in gevolge resolutie van Haar Ed. Mog. te vinden in het ledematen Boek G. Gramser, Custos. '* Naast onderwijzer was hij ook 'secretam'(rentmeester) van de Heerlijkheid Leur. Bewijzen zijn hiervan te vinden in het archief

van de Heerlijkheid Leur. Op 13 oktober 1779 stelde hij als 'secretaris' voor C.W.H.E. baron van Halveren de condities en de voorwaarden op voor het graven van de grote visvijver van het toen net gereedgekomen huis te Leur.5 Geurt Gramser overleed te Leur op 5 december 1793. Zijn enige zoon, Johannes, volgde hem als onderwijzer op. Hij trouwde op 8 mei 1779 met Haaske Goedhart uit Beunin-

10

Collectie Huis te Leur. gen. Van kosterdiensten wordt in deze periode niet gesproken. Johannes was de enige onderwijzer in de voormalige gemeente Bergharen die een salaris ontving. Hij kreeg 60 gulden per jaar. Daarnaast had hij beschikking over wat grond en ontving enige inkomsten uit schoolgelden. Ook bewoonde hij het schoolhuis gratis.6 Mogelijk heeft Johannes rond 1790 het schoolhuis verlaten. Er zijn aanwijzingen dat hij omstreeks deze tijd naar de boerderij "t Hof aan de tegenwoordige Leurseweg verhuisde. 7 Ook was hij rentmeester van de Heerlijkheid Leur. Jo-

hannes Gramser overleed te Leur op 15 oktober 1813. Als onderwijzer was Johannes al in 1807 opgevolgd door Matthijs Kalf.8 Hij kwam met zijn moederjohanna P. Kalf en zijn zuster Jacoba W. Kalf vanuit Nijmegen naar Leur. Zijn vader Jacobus Kalf bleef in Nijmegen achter. Zij betrokken het schoolhuis. Matthijs Kalf is altijd ongehuwd gebleven.


Naast onderwijzer was hij ook koster-voorzanger. In 1857 vierde hij zijn 50 jarig onderwijzersschap. Tijdens de plechtige bijeen-

komst in de Leurse dorpskerk kreeg Matthijs voor zijn diensten een zilveren medaille aangeboden.' Ook zijn vijftigjarige trouwe ambtsvervulling als koster en voorzanger gingen niet ongemerkt voorbij. Hiervoor kreeg hij op 22 augustus 1857 van de kerkvoogd en notabelen van Leur een bijbel aangeboden. Op het schutblad van deze bijbel is dit feit in sierlijk schrift weergegeven.10 Voor zijn onderwijzersschap ontving hij van de gemeente 55 gulden, van de kerk kreeg hij jaarlijks 103 gulden en aan schoolgeld kwam 40 gulden binnen.11 Daarnaast had hij de beschikking over een stukje 'kostehjland' aan de Leurseweg.12 Een korte tijd had hij een leerling-onderwijzer in dienst. DitwasDiederikM.F. Hage, die reeds op 20 jarige leeftijd in 1855 hoofd van de toengeheten 'Evangelische School' van Bergharen werd.13 Op 6 oktober 1888 overleed Matthijs Kalf te Leur. Zijn grafzerk is op het kerkhof nog aan te wijzen. Matthijs was de laatste onderwijzer van Leur. In deze periode moet de Leurse school opgeheven zijn. Het wordt wat dat betreft stil in Leur. Vanaf die tijd ging de Hervormde Leurse jeugd naar de 'Evangelische School' in Bergharen. De eventuele Katholieke kinderen gingen sindsdien naar de toen nog Openbare School van Hernen. Vanaf 1888 werden alleen maar kosters in Leur aangesteld. Deze werden benoemd door de Kerkvoogd en de Notabelen van Leur.14 In 1891 kwam Bernardus Boas Grijpmoed Gangel met zijn Johanna de Roos en twee zonen naar Leur. Bernhardus was op 13 februari 1844 geboren te Appeltern en was zoon van de tijdens de schoolstrijd van 1844-1855 bekend geworden Appelternse onderwijzer Bernardus Gangel.'5 Naast koster werd hij in 1903 ook organist van de kerk van Leur. In dat jaar werd ervoor het eerst een orgel voor de kerk aangeschaft.16 In 1914 vertrok Gangel met zijn vrouw naar Nijmegen en werd opgevolgd door GerritJ. Greup. Gerrit Greup, geboren

op 21 augustus 1870 en afkomstig uit Bergharen, was getrouwd met Anna M. Charisius uit Overasselt.17 Hun zoonjan M. Greup volgde zijn vader na het overlijden van zijn moeder in 1953 als koster op. Dit was slechts voor eenjaar. In deze periode was het kostersschap geleidelijk aan een bijbaan geworden. Op het naast het kostersschap uitgeoefende boerenbedrijf kwam steeds meer de nadruk te liggen. Tenslotte werd dit het hoofdberoep van de koster. Het kostershuis is hiervoor verschillende keren aangepast. De laatste Leurse koster betrok het pand in 1954. Dit was de uit het Betuwse Eist afkomstige Chris Wijlhuizen. Wijlhuizen bleef koster van Leur tot eind 1982. Vanaf die tijd worden de kostersdiensten vanuit Wijchen waargenomen.

Het voormalige school- en kostershuis Op het al genoemde kadastrale minuutplan van omstreeks 1820 komt dit pand onder de naam 'Schoolhuis' voor. Van oudsher was dit pand eigendom van de 'Kosterij ofCostery van Leur'. In de 19e en 20ste eeuw werd dit pand door de Kerkvoogd en Notabelen van Leur beheerd. In het archief van de kerkvoogdij van Leur zijn hierover nog bewijzen te vinden. In het voorjaar van 1853 werden op kosten van de kerkvoogdij het dak en de dakvoet van het kostershuis hersteld. Deze werkzaamheden werden door de mr. metselaar Willem van Gemert uit Wijchen uitgevoerd." Het is onbekend hoe dit pand eruit heeft gezien. Geen enkele afbeelding uit die periode is ons bekend. Rond 1888 verkeerde het school- of kostershuis in niet meer al te beste staat. Na het overlijden van meester Matthijs Kalf werd het oude huis afgebroken en vervangen door het huidige.19 Veel materialen, waaronder de bakstenen, werden verkocht. Maar ook zijn nog oude onderdelen, zoals de kozijnen, voor het nieuwe huis opnieuw toegepast. De twee in de zuidgevel aangebrachte ramen waren nog mogelijk de oude schoolramen van het voormalige schoolhuis. Deze ramen hadden een segment-vormige bovendorpel. 11


Bijbel, aangeboden aan Matthijs Kalf, koster en onderwijzer te Leur.

12


NIEUWSBRIEF

M AART 1986

DE WATERSNOODTENTOONSTELLING Na vele maanden van voorbereidingen was het 4 januari zover.160 Genodigden waren in het Verenigingsgebouw in Overasselt bijeen om de opening van de Watersnoodtentoonstelling 1986 bij te wonen. Onder de aanwezigen merkten we onder andere op de burgemeester van Heumen, de heer F.C.W. Grienberger en mevrouw Van de Broek-Laman Trip, gedeputeerde van cultuur van de provincie Gelderland. Verscheidene aanwezigen hadden de watersnood zelf meegemaakt. Na een inleidende toespraak van de heer J. van Gelder, voorzitter a.i. van onze vereniging, hield drs. A.Th,J.M. Burgers, dijkgraaf van Groot Maas en Waal, de openingstoespraak. De heer Burgers benadrukte nogmaals het grote belang van de op handen zijnde djkverzwaringen voor de veiligheid van mens en streek, zeker gezien de ervaringen met en de ellendige gevolgen van de watersnood van 1926. Hij merkte op dat ook de belangen van natuur en landschap in de afwegingen betrokken moeten worden. De heer Van Gelder bood de dijkgraaf een ingelijste foto aan van de dijkdoorbraak bij Overasselt, welke foto te zijner tijd een plaatsje zal krijgen in het nieuwe gebouw van het polderdistrict Groot Maas en Waal in Druten. Het publiek dat na de opening binnenstroomde had grote belangstelling voor de ruim 300 foto's die de ramp in beeld brachten. Daarna werd het diaklankbeeld vertoond, hetgeen een succes werd. De tekst bij dit klankbeeld werd geschreven door de heer H. van Heiningen, auteur van 'Wee den vergetenen', het boek over de watersnood. Van de gelegenheid om het watersnoodboek te kopen en door de auteur te laten signeren werd druk gebruik gemaakt. Het publiek toonde zich

zeer geĂŻnteresseerd in de twee topografische kaarten van het Land van Maas en Waal van omstreeks 1926.

Het tafereel samengesteld door de werkgroep Maas en Waal Streekdracht en Mode mocht zich in een grote belangstelling verheugen. Het was de eerste keer dat de

werkgroep met de kleding die de vereniging bezit, naar buiten trad. Velen stonden langdurig te lezen in de oude kranten van januari 1926 en in afschriften van stukken die betrekking hadden op de ramp. Hartverwarmend was het enthousiasme waarmee vele bezoekers zich beijverden gegevens over de foto's aan ons door te geven; veel van deze gegevens zouden over enkele jaren niet meer te achterhalen zijn geweest. Ondanks de slechte weersomstandigheden was het ook zondag bijzonder druk in Overasselt. In Puiflijk was de belangstelling van het publiek groot; hier was de expositie ondergebracht in dorpshuis 'De Lier'. Velen maakten gebruik van de mogelijkheid aanvullende gegevens over de getoonde foto's te verstrekken. In Puiflijk werden we in staat gesteld een drietal topografische kaarten van de dorpspolder te exposeren. Het derde weekend was de tentoonstelling in de Kleine Schouwburg in Dreumel ondergebracht. De belangstelling was hier overweldigend. Vooral zondag kon men over de hoofden lopen. Het grote fotoboek over de watersnood in Dreumel werd doorlopend bekeken en de apparatuur van het diaklankbeeld liep als het ware roodgloeiend. Hier weer hetzelfde beeld: veel gegevens over de foto's en veel nieuw fotomateriaal, zoals de foto die op de omslag van dit tijdschrift staat. In totaal hebben 3000 mensen de tentoonstelling bezocht.

Vervolg en gevolgen van de tentoonstelling Nu begint voor de mensen achter de schermen de nazorg: het terugbrengen van geleend materiaal, het verwerken van binnengekomen gegevens over de foto's en het op foto en dia zetten van de nieuw binnengekomen foto's. Om een voorbeeld uit vele te


geven: de heer W. van Dijk uit Schaijk stelde ons drie watersnoodfoto's uit Overasselt beschikbaar; juist uit dat dorp bezaten we nog maar weinig foto's. Het diaklankbeeld werd door enkele onderwijskundigen geschikt bevonden voor vertoning in de hoogste klassen van de basisscholen. Ruim dertig scholen in onze streek toonden reeds interesse. Heeft de schooljeugd al belangstelling voor de beelden van de watersnood, de bejaarden des te meer. Voor hen wordt een serie dia's uitgezocht ter vertoning, waarbij aan elk plaatje meer aandacht wordt gegeven dan in een diaklankbeeld mogelijk is. Aan alle bejaardentehuizen in de streek wordt aangeboden deze dialezing te komen houden. De serie zal zoveel mogelijk aan het betreffende dorp worden aangepast. Naar aanleiding van het hoekje waarin kleding en gebruiksvoorwerpen uit de periode rond 1926, werden door verschillende mensen kleding en/of gebruiksvoorwerpen aangeboden; ook zijn er toezeggingen gedaan om materiaal in bruikleen te geven voor een volgende presentatie of expositie. Aan allen die meewerkten van de tentoonstelling een succes te maken: medewerkers, bruikleengevers, 'waterdragers', bezoekers, enz., enz., onze dank.

Watersnoodpenningen Er is nog een klein aantal watersnoodpenningen in zilver en brons, welke in 1976 zijn uitgegeven. Zie het artikel hierover in tijdschrift nr.48. De prijs voor de zilveren penning is f. 100,-- en de bronzen f. 25,--. Zolang de voorraad strekt, zijn deze verkrijgbaar bij de penningmeesteres, Dorpsstraat 61, Bergharen, tel. 08873-1252.

Bericht uit de Topografisch Historische Atlas Op 11 november 1978 overleed J.M. Smolders, voor velen meester Smolders, uit Altforst. Bij zijn leven heeft hij zich op allerlei terreinen verdienstelijk gemaakt. Eén van zijn verdiensten is, dat hij Altforst in beeld heeft gebracht. Hij hanteerde graag en veel zijn fototoestel en heeft een grote collectie dia's achtergelaten, dia's waarmee een stukje verleden van zijn dorp werd vastgelegd. Wij zijn zijn weduwe, mevr. A.M.W. Smoldersvan Eeden, dankbaar, dat wij zijn dia-collectie mochten copiëren voor gebruik door de vereniging. Dit betekent een waardevolle aanvulling van onze diatheek. Er bestaan plannen om deze collectie nog dit jaar in Altforst te vertonen. U zult er in deze rubriek wel van horen.

DE WIJCHENSE OMROEP EN DE HEEMKUNDE Reeds vanaf het begin van de Wijchense Omroep heeft het Algemeen Bestuur een produktiegroep Heemkunde ingesteld. Tot op heden heeft deze produktiegroep niet gefunktioneerd, omdat er onvoldoende medewerkers waren om een aantal interessante programma's te maken. Toch bleef Heemkunde op het verlanglijstje staan; er bestaan al twee tamelijk concrete plannen: Projekt 1:

Gesprekken met oude Wijchenaren. De bedoeling van dit projekt is dat er gesprekken gevoerd worden met de oudste inwoners van Wijchen over hun herinneringen aan onze woonomgeving uit het begin van deze eeuw, of aan andere belangrijke tijdperken, zoals de crisis-jaren of de oorlog. De banden van dergelijke gesprekken, die integraal bewaard moeten worden, dienen een drie-ledig doel:

1. Vastleggen van herinneringen aan vroeger tijden t.b.v. geschiedschrijving, heemkundige studies, e.d. Het betekent tevens een begin van het geluidsarchief dat de Historische Vereniging Tweestromenland al zo lang op haar verlanglijstje heeft staan. 2. Delen van gesprekken kunnen gebruikt worden in programma's van de Wijchense Omroep, ofwel als illustratie van actuele programma's, ofwel als heemkundig programma over een bepaald onderwerp of een periode. 3. Tenslotte kan het geluidsarchief dienen voor studie van het Maas en Waalse dialect. Projekt 2: Dit plan beoogt het opzetten van een regelmatig terugkerend heemkundig programma op de Wijchense Omroep. Mensen uit Wijchen die geïnteresseerd zijn in het verleden van Wijchen kunnen een serie programma's


opzetten naar eigen inzicht. Zij kunnen daarbij o.m. gebruik maken van de opnamen die bij projekt 1 zijn verzameld.

U kunt bellen met: Harry Manders, 08894-

14762, Jan van Lent, 21533, of Harry Piasmans, 13923. U kunt ook schrijven: W.O., postbus 169, 6600 AD Wijchen.

Voor projekt 1 is een subsidie aangevraagd voor apparatuur, die voor zover beschikbaar eventueel ook voor projekt 2 te gebruiken is. Aan de leden van Tweestromenland doen wij

een oproep zich te melden als lid/medewerker van de Wijchense Omroep (contributie f. 12,50 per jaar) en dan deel te gaan nemen aan de werkzaamheden van de produktiegroep Heemkunde. Het is ongetwijfeld een

unieke gelegenheid om anderen te vertellen over datgene wat men bij zijn heemkundige studies heeft ontdekt. Als u zich opgeeft, dan nodigen wij u uit voor

een vrijblijvende bespreking over de verdere opzet van de produktiegroep en een eventueel programma.

Index Tweestromenland Medewerkers van het Streekdocumentatiecentrum hebben een index samengesteld op titel en auteursnaam van ons tijdschrift Tweestromenland'. Ook de laatste vijf nummers zijn geĂŻndiceerd en als bijlage toegevoegd. Deze index kost f. 9,--, maar voor toezending per post komt er f. 3,- porto bij. De index is verkrijgbaar door f. 12,-- te storten

op postgiro 2622012 ten name van: Penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61, 6617 AC Bergharen, onder vermelding van:

Index Tweestromenland. Het werkje

wordt dan aan u toegezonden.

WERKGROEP MAAS EN WAALSE GESLACHTEN Derde Maas en Waalse genealogische dag De genealogische werkgroep 'Maas en Waalse geslachten' van de Historische Vereniging

'Tweestromenland' organiseert op zaterdag 19 april 1986 haar derde genealogische dag,

die voor iedere belangstellende gratis toegankelijk is. De werkgroep wil geĂŻnteresseerde genealogen opnieuw samen brengen om hen zo in

de gelegenheid te stellen gegevens uit te wisselen en daarnaast contacten te leggen met andere stamboom-onderzoekers. De werkgroep heeft het genoegen u voor deze dag uit te nodigen op het kasteel te Wijchen. Adres: Kasteellaan 9 te Wijchen bij

Nijmegen. De volgende collecties en personen zullen aanwezig zijn: Van de werkgroep Maas en Waalse geslachten: Doop-, trouw- en begraaffiches Land van Maas en Waal. Van de Nederlandse Genealogische Vereniging, kwartier van Nijmegen:

Fiches van de ledenservice. Genealogische naslagwerken. Publiciteitsmateriaal. Historische Vereniging Tweestromenland:

Historische en heemkundige naslagwerken. Publiciteitsmateriaal. Drs. J.W.J. Bouwman demonstreert het gebruik van de computer voor opslag van genealogische gegevens.

De heer A. v.d. Heuvel uit Winssen is aanwezig met een gedeelte van zijn bidprentjescollectie, speciaal afgestemd op Maas en Waal. De bezoekers wordt aangeraden zoveel mogelijk gegevens mee te brengen, opdat de resultaten voor U-zelf en de andere bezoekers optimaal kunnen zijn. Informatie en organisatie-adres: W.M.G. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen tel. 08894-16247.


VRAAG EN ANTWOORD RUBRIEK In de Nieuwsbrief worden vragen op genealogisch gebied opgenomen. Vragen (met antwoordpostzegel) en antwoorden dienen te worden ingezonden naar de administratie van de werkgroep, W.M.G. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GK Wijchen.

29. Schilderij Arnold van Gelder Dit schilderij is ontdekt in Heesch bij Oss door de familie Van Gruijthuijsen. Ze is gemaakt in Huslbeek bij Wanroij in 1936. Wie kent deze Arnold van Gelder of komt de naam tegen in zijn stamboom of kwartierstaat?

26. Verwaaijen Uitgebreide informatie wordt gevraagd over de familie(s) Verwaaijen welke in de plaatsen Deest, Winssen en Kranenburg woonachtig zijn geweest. 27. Rowoen-Rouaan Wie komt in zijn kwartierstaat/stamboom informatieve gegevens tegen over Jan Janse Rowoen/Roean/Rouaan en diens dochter Anneke? Dochter Anneke was gehuwd met Joost Krol en zij hadden een zoon Jan Krol. Jan Krol was gehuwd met Neeltje de Ka(d)t. 28. Ewijk en Beuningen H. van Heiningen publiceerde een boekwerk of artikel over geslachtsnamen en toponymen, welke betrekking hebben op de plaatsen Ewijk en Beuningen. Uitgave Zutphen 1972. Graag vernemen wij waar het boek zich bevindt; toezending in copievorm is ook van harte welkom, ten behoeve van het Streekdocumentatiecentrum.

BIJEENKOMSTEN OVER ARCHEOLOGIE De Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland, afdeling Nijmegen e.o. organiseert voor de zomer nog twee bijeenkomsten: woensdag 19 maart 1986, 19.30 uur, Muzeum Kam, alwaar de tentoonstelling bekeken wordt over Italiaans-Nederlandse opgravingen te Sapricum, ItaliĂŤ, vanaf 1896 tot heden. Vooraf wordt een inleiding gegeven over genoemde opgravingen. Maandag 28 april 1986, 19.30 uur, Psychologisch Laboratorium, Erasmuslaan, Nijmegen. Lezing door drs. Van den Broeke over handgemaakt aardewerk, gevonden in Oss-Hussen (N.-Br.). Nadere inlichtingen verkrijgbaar bij H.M. Verscharen, secr. der afd. Nijmegen, Dorpsstraat 25, Middelaar, telefoon: 08896-3830.


Leur (Gld): kosterij of kostershuis. Misschien is tijdens de bouw nog rekening gehouden met het onderbrengen van een school. De kamer op de zuid-oosthoek kreeg een eigen buitendeur.

Wel is bekend dat in deze kamer kerkeraadsvergaderingen werden gehouden en catechisatielessen gegeven. Op een in 1914 opgemaakte inventarislijst van de kerk en het kostershuis kwam een kast met diverse wer-

ken en platen voor.20 Deze zaken kunnen nog aan de periode herinneren toen hier nog catechisatie-onderwijs werd gegeven. De bouwkosten van het nieuwe kostershuis bedroegen ongeveer 2500 gulden. Door een legaat van W.F.H, baron van Balveren, toen kerkvoogd van Leur, kon de bouw beginnen. In 1891 was het kostershuis gereed en werd betrokken door de familie Gangel. De laatste Leurse koster kocht het pand van de Kerkvoogdij van Wijchen-Leur. Vanaf juli 1972 wordt het pand verhuurd. Door achterstallig onderhoud is het pand er helaas niet beter op geworden.

Foto: april 1979, J.R. Visker, Beuningen. Het pand kan als volgt beschreven worden: Rechthoekig pand dat van een met mulderpannen bedekt zadeldak is voorzien. De

strak gemetselde voorgevel heeft kozijnen met zesruitsschuiframen en binnen blinden. Op de zolderverdieping kozijnen met twee-

ruitsramen. In de top een rond gietijzeren raampje. De oorspronkelijke gevelplannen zijn later door houten windveren vervangen. Het huis is aan de rechterzijde onderkelderd. De twee leilinden voor het huis moesten het in het begin van de zestiger jaren ontgelden. In de linker zijgevel bevonden zich tot ca. 1957 de al genoemde ramen met segmentvormige bovendorpels. Deze zijn toen door de huidige lichtopeningen vervangen. Ook zijn in het metselwerk de sporen van de dichtgemetselde buitendeur naar de hoekkamer nog te zien. In de linker zijgevel bevindt zich de dubbele grote deur naar de deel. Vroeger was er boven deze deur een

13


dakkapel met een hooiluik. Opvallend zijn de uitgezaagde frieslijsten onder de dijkvoeten van de zijgevels. Rond 1921 is tegen de

achtergevel een 'varkenshuis' gebouwd.21

Ondanks zijn jonge verschijning is het een

beeldbepalend pand voor dit gedeelte van Leur. Het is te hopen dat in de toekomst dit pand behouden kan blijven. Misschien dat dit voor Leur toch wel bijzondere pand ooit nog eens op de beschermende lijst van Rijksof Gemeentemonumenten geplaatst kan worden. Ook op panden uit deze periode moeten wij zuinig worden. Voordat we er erg in hebben is er geen een meer over! Noten: 1. Boom, H. ten, De vestiging van de Gereformeerde Kerk in het Land van Maas en Waal en aangrenzende dorpen in het Rijk van Nijmegen in het begin van de 17e eeuw; Nederlands Archief voor Kerkgeschiedenis, Nieuwe serie, nr. 50 (1970), blz. 220-221. 2. Gelder, J. van, Oude school gaat verdwijnen, in: Hier en Ginder, maandblad van het missiethuisfront Bergharen-Hernen-Leur, twaalfde jaargang nr. 5, mei 1971, blz. 33-35. en Uitgave Prot. Christelijke School te Bergharen: 126 jaar Prot. Christelijk Onderwijs te Bergharen, 1980, blz. 14-17. 3. Hiervoor is gebruik gemaakt van het resultaatvan

het stamboomonderzoek van de fam. Gramser door C.J. Rutgers te Papendrecht, 1984. 4. Jolles, J.A., Wandelingen door Nederland IV

(Zuid-Gelderland), Arnhem 1929, blz. 14-17. Ds. S.A. Heshusius is in 1771 naar Wijchen en Leur beroepen en te Batenburg overleden in 1824.

Het bewuste doopboek is thans aanwezig in het Rijksarchief voor Gelderland te Arnhem. 5. Acte van aanbesteding van het graven van een visvijver in het kampje bij het nieuwe gebouw van

de heer van Leur, 13 oktober 1779. Archief Heerlijkheid Leur, inv. nr. 36. Rijksarchief voor Gelderland te Arnhem. 6. Boekholt, Dr. P.Th.F.M., Onderwijzers en hun inkomsten in de eerste helft van de 19e eeuw tussen Maas en Waal: in 'Tweestromenland', Maas en Waals tijdschrift voor streekgeschiedenis, nummer 34, 1981/2, blz. 6-8.

7. Gelder, J. van, Boerderij't Hof te Leur: in Hier en Ginder, 18e jaargang nr. 9, september 1977, blz.

95-98. De verpachtingen van de boerderij 't Hof vangen in 1790 aan. Archief Heerlijkheid Leur, inv. nr.

46. Rijksarchief voor Gelderland te Arnhem. 8. Gelder, J. van, Kostershuis te Leur: in Hier en

14

Ginder, 16ejaargang, nr. 9, september 1975, blz. 127-129. 9. Zie ook onder noot 6.

10. Vriendelijke mededeling van mevr. C.W. HajerSasse uit Beek-Ubbergen. De bijbel is thans in het bezit van Ds. H.O. Sasse te Lelystad. 11. Zie ook onder noot 6. 12. Gegevens hierover zijn te vinden in het Archief Kerkvoogdij Leur in het Archief Heerlijkheid

Leur (ongeordend). Rijksarchief voor Gelderland te Arnhem. 13. Zie onder noot 8.

14. Zie onder noot 12. Stukken betreffende benoemingen kosters. 15. Carpay, H.J., Schoolstrijd van Appeltern 18441855. Tweestromenlandreeks nr. 7, Liempde 1985. 16. Zie noot onder 12. Stukken betreffende aanschaf orgel in de kerk van Leur. 17. Zie onder noot 8 en: Charisius, J.G.H., Het

geslacht Charisius in Over- en Nederasselt: in 'Tweestromenland', Maas en Waals tijdschrift voor

streekgeschiedenis. Nummer 30, juli 1979, blz. 42-46. 18. Zie onder noot 12.

Voorwaarden waarop Mr. Metselaar van Gemert (Willem) wonende te Wijchen de navolgende werkzaamheden met bijlevering aller vereiste gereedschappen, werktuigen en materialen heeft aangenomen te verrichten aan het kerkgebouw en aan het kostershuis der Hervormde Gemeente te Leur, Leur 18 april 1853. 19 Zie onder noot 12.

Stukken betreffende de kosterij van Leur. 20. Zie onder noot 12. Inventarisatielijst van de roerende goederen in de kerk en het kostershuis, Leur l mei 1914. 21. Zie onder noot 12.

Stukken betreffende de kosterij van Leur.


J. van Gelder

WATERSNOODPENNINGEN Tijdens de in januari 1986 gehouden watersnoodtentoonstellingen konden in een vitrine ook enkele penningen worden getoond. Zo waren er uiteraard de twee penningen in zilver en brons, welke in 1976 bij de 50-jarige herdenking werden geslagen naar een ontwerp van kunstenaar-edelsmid Bob Maasse uit Maasbommel. De tekst 'Quae prima in honore el prima in amore' betekent: 'Wie de eerste is in ere, is ook de eerste in liefde.' Deze tekst is ook te lezen in het watersnoodmonument in Alverna en heeft betrekking op Koningin Wilhelmina, die met korte onderbrekingen ongeveer twee weken door het gebied trok om de slachtoffers te troosten en te bemoedigen. Meestal was zij vergezeld van haar gemaal prins Hendrik, zoals U ook op de omslagfoto van ons vorige tijdschrift hebt kunnen zien. Deze foto is gemaakt bij een bezoek in Alverna. Abusievelijk is er dat vorige keer niet bij vermeld.

Dan waren er ook de bronzen en zilveren onderscheidingsmedaljes met de tekst: 'Watersnood van 1926.

De koningin aan M. v.d. Kamp (Altforst) E.F. Peltzer en W. v.d. Berk

beide brons in zilver.

Willem III koning der Nederlanden GVHL, hetgeen betekent Groot Hertog van Luxemburg. Deze onderscheidingen werden uitgereikt voor bijzondere inspanning en moed bij reddingswerkzaamheden e.d.

Door de familie De Waal uit Afferden was tijdelijk afgestaan de Steunpenning Watersnood 1926, uitgegeven door het Zuiderzeesyndicaat te Edam. Afdrukken van voor- en achterzijde, gemaakt door Marden Soetekouw uit Druten, treft U hierbij aan.

15


Drs. C. Visser

OUD MAAS EN WAAL IN BEELD Deze nieuwe rubriek, gestart in aflevering nr. 47 van ons tijdschrift met het plaatsen van drie foto's van de watersnood van 1926, heeft nu reeds weerklank gevonden bij onze lezers, tenminste te oordelen naar de binnengekomen reacties. Twee van de drie foto's werden volledig beschreven, van de derde, genomen in de Hooistraat te Druten, zijn nog niet alle gegevens binnengekomen. In de volgende aflevering hopen wij ook deze foto te kunnen beschrijven. Foto nr. l, blz. 20: De personen zijn Wilhelmus Kooymans, bijgenaamd 'Helm de Stemper' en zijn vrouw Cor van Est. Zij woonden in een huis dat stond op de plaats waar nu het pand Oude Maasdijk 39 staat. Dit pand is een voormalig Watersnoodhuis. Kooymans had een winkeltje in huishoudelijke artikelen (potten, pannen, fornuispotten, lampen, e.d.) en een koperslage-

rijVermoedelijk was de schuur, of het huis op de achtergrond links eigendom van Daan van Sommeren. Het stond aan de overkant van de weg tegenover de huidige nummers 37 en 39 van de Oude Maasdijk. (Gegevens afkomstig van de heer Jos van Koolwijk te Dreumel). Foto nr. 3, blz. 22:

Mensen met vee bij de Paters in Alverna. Er komen tien personen op voor die hierna van links naar rechts worden genoemd.

1. Wim Sengers, uit de buurtschap de Huurling bij Wijchen. Huwde later met mej. Berben uit Balgoij en kreeg 5 zoons. Is nu 79 jaar. 2. Herman Reuvers, uit de Huurling.

Huwde later met de poolse mej. Schorowsky, onderwijzeres te Bergharen. Had geen kinderen. 3. Jan Wessels, Oosterweg te Wijchen, geb. 12januari 1890. Huwde later met Tilleke Dinnissen uit Balgoij. Nu overleden. 4. Jan Reuvers, met pijp, woonde op de Huurling bij Wijchen op boerderij het 'Slotje'. Deze boerderij had grachten die

16

nu zijn verdwenen. Huwde later met Anneke Bijmans uit de Boskant, een buurtschap bij Alverna. 5. Tilleke Dinnissen, op voorgrond met schort, geboren 2 december 1895. Later gehuwd met Jan Wessels, zie nr. 3. Leeft nog. 6. Frans Reuvers, met zwart zijden petje,

vader van Herman en Jan, hierboven vermeld. Dronk graag een borreltje. 7. Broeder Van der Pij, Alverna. 8. Onbekende oude man. 9. Ciska de Kleijn, bijgenaamd Ciska De Hagert, uit Leur. Zij werd zo genoemd naar de boerderij 'De Hagert', waar ze

nog, maar hoort tot het dorp Wijchen en niet tot Leur, zoals velen ten onrechte menen. Later woonde ze op de Huurling op een

boerderij die naderhand is afgebrand. Ze was getrouwd met Toon Arts, een knecht van burgemeester Wassink, die van het Hoogbroek in Alverna kwam. 10. Wim Langeslag uit Alverna. (Gegevens afkomstig van Mevr. Peters-Wessels te Wijchen). In deze aflevering worden opnieuw twee foto's gepubliceerd, waarvan wij hopen, dat onze lezers ze weten te plaatsen en te beschrijven. In uw reactie kunt U verwijzen naar het nummer van de foto. In de vorige

aflevering stonden de nummers l, 2 en 3. Nu volgen nummer 4 en 5.


Foto 4 Foto 5

17


LiteratuurSignalement

SCHULTE, A.G., De schüderingen in de Hervormde Kerk te Leur; in: Publicatieband Stichting Oude Gelderse Kerken II, no. 16 (voorjaar 1983), p. 99-124, afbn. (726.54). SCHULTE, A.G., Gewapend 'in vrede'. De rouwborden in de Hervormde St. Victorskerk te Batenburg; in: Publicatieband Stg. O.G.K., I, p. 161-204, afbn., tekn. (726.54, 718 en 92). GELDER, J.A. van, Evelenberg in Grotestraat in Bergharen door bliksem verwoest; in: Hier en Ginder, jrg. 25 no. 7 (juli 1984), p. 95-97, afb. (728.6).

opgravingen op het terrein van het kasteel te Heumen en het perceel De Aalst te Ewijk. KASTELEN, - in Nederland; een rondreis

langs burchten en kastelen in ons land; Amsterdam/Den Haag, 1984; 244 p., afbn., lit. (Sijthoff/A.N.W.B., f 22,50). (728.8).

Opvolger van de ANWB Kastelengids uit 1973, waarbij uit de honderden kastelen, ridderburchten, adellijke huizen etc. een keuze van 64 kastelen etc. is gemaakt, waarvan 15 uit Gelderland. In Tweestromenland de kastelen in Hemen, Wijchen en Ewijk. SCHELLART, A.I.J.M., Huizen van Oranje.

GELDER J.A. van, Scherpenhof in Leur af-

gebrand; in: Hier en Ginder, jrg. 25 no. 4 (aprü 1984), p. 47-48, afb. (728.6).

ELIëNS, F.M., en J. HARENBERG, Middeleeuwse kastelen van Gelderland; Rijswijk, 1984, 392 p., afbn., krtn., lit. regs., (uitg. Elmar, f 59,50). (728.8).

Ah uitgangspunt is genomen, dat de behandelde kastelen vóór 1600 gebouwd dienden te zijn en aanwijsbaar muurwerk uit die periode bevatten. Zo komen 77 kastelen en huizen aan bod, waar onder De Blankenburg te Beuningen, De Doddendaal te Ewijk, het kasteel te Wijchen en dat van Hemen en de ruihe te Batenburg. HULST, R.S., Gelderland; in: R.O.B. Jaarverslag 1982, Rijswijk, 1984, p. 118. (728.8 en 902).

18

Verblijven van de Oranjes en de Nassaus in Nederland; Rijswijk, 1984; 234 p., afbn., bijln., lit., regs., tab., tekn. (Uitg. Elmar BV, f44,50). (728.8 en 92).

Aan Emilia van Nassau en haar man Emmanuel van Portugal, die een tijd het kasteel te Wijchen hebben bewoond, zijn enkele passages gewijd (p. 44, 76 en 86). LETTERIE, F.T.S., Penningnieuws: Joan Derk Penning; in: De Beeldenaar, jrg. 8 no. 5 (sep./

okt. 1984), p. 168-169, afbn. (73 en 92).

penning van Joan Derk van der Capellen tot den Pol. SCHRIJNEMAKERS, A., Nederlands-Limburgse nederzettingsnamen I Afferdenjin: Veldekejrg. 56(1981), p. 30-31; IV Asselt; in: idem jrg. 56 (1981), p. 17-21; XIII Borgharen;


ningerhof; in: idem, jrg. 57 (182), p. 22-23 en jrg. 59 (1984), p. 26. (801.311/801.312).

Groenman, Bhemers en Claessens mee, allen betrokken bij projecten, gericht op de bestudering van de inheemse bewoning gedurende de Romeinse tijd. Het overheersende aspect

Veel namen uit Limburg komen ook in Tweestromenland voor en zijn dus uit naamkundig oogpunt ook voor deze streek van belang.

is dat van de antropologusche invalshoek, dus een geheel andere dan tot nu toe gebruikelijk. Geen gemakkelijke stof!

VELDEN, G.M. van der, Maasmond;in: Tweestromenland no. 44 (1984/IV), p. 34. (801.311/801-312).

ES, W. van, Landliche Siedlungen der Kaiserzeit in den Niederlandenjin: Offa, jrg. 39 (1982), p. 139-154; afbn., krt., lit. (ROBoverdruk no. 200) (903).

in: idem, jrg. 58 (1983), p. 26-28; XIX Beu-

Maasmond is niet 't Mun te Alt forst, maar een nog niet gevonden locatie bij Heusden. GROOT, M. de, de laatste Prehistorie-kruimels van de Berendonck; in: Jaarverslag 1982 AWN-afd.Nijmegen, Nijmegen, 1983, p. 1519,afbn.,krt.,lit.(902).

Wijchen. GROOT, M. de, en R. MEIJERS, Merovingische sporen aan de Dorpsstraat te Bergharen; in: Jaarverslag 1983 AWN-afd.Nijmegen, Nijmegen, 1984, p. 33-34, tekn. (902). HULST, R.S., en K. GREVING, Beuningen (de Tinnegieter);in: ROB Jaarverslag 1982, Rijswijk, 1984, p. 32-33. (902).

vondsten uit de romeinse tijd tot late middeleeuwen. MEIJERS, R., Nieuws van 'de Tinnegieter'; in: Jaarverslag 1982 AWN-Nijmegen, Nijmegen, 1983, p. 20-21, afbn.,lit. (902).

romeinse vondsten te Wijchen. TUYN, W.N., Rijksweg 73 langs Heumen; in: Jaarverslag 1982 AWN-afd.Nijmegen, Nijmegen, 1983, p. 22-23, afb. (902).

vondsten uit de brons- en ijzertijd. BRANDT, R., en J. SLOFSTRA (ed)., Roman and native in the Low Countries; spheres of interaction; Oxford, 1983. (Britisch Archaeological Reports S 184). (903).

Aan deze bundel werkten de hoogleraren

Het middelnederlandse rivierengebied is een centrum van agrarische nederzettingen uit de Romeinse keizertijd. Een tweede centrum is de driehoek Vlaardingen-Valkenburg-Poeldijk. Het Ie omvatte ruwweg de Civitas van de Bataven, het 2e dat dat van de Cananefaten. Deze laatsten woonden in 3-schepige huizen, terwijl in het rivierengebied het 2-schepige huistype veelvuldig voorkwam, hoewel hier in de laat-Bronstijd en ook in de Ijzertijd wel 3-schepige woningen bekend waren. Tweeschepige huizen o.a. in Ewijk en Druten. Tot nu toe zijn er 3 min of meer gehele nederzettingen opgegraven: Rijswijk, De Horden bij Wijk bij Duurstede en Druten-Klepperheide. De nederzetting van Druten, rond 70 n. C. al volledig gevormd, maakt een sterk geromaniseerde indruk en is

zondermeer te beschouwen als een provinciaalromeinse 'villa rustica', die pas na het midden van de 2e eeuw ophield te bestaan. Druten was zeker niet de rijkste boerderij in het rivierengebied; de echte villa van de Plasmolen overtreft die van Druten verre. KOUWEN, C.P.J., van, In zes stappen door de Maas en Waalse prehistorie; in: Tweestromenland no. 43 (1983/IV), p. 3-6, afbn. (903). LAURENSSE, T., Puiflijk, 8 heemkundeprojecten voor het basisonderwijs. Uniek boek over geschiedenisonderwijs; in: De Waalkanter dd. 10-5-1984, afb. (908 en 373.3).

lesprojecten over Puiflijk, geschreven door Johan van Os en Marius Janssen Steenberg. LEEUWEN, H. van, Dreumel in oude ansichten, dl. 2; Dreumel, 1984;46 p., afbn. (912).

19


te bestellen bij Sticht. Maas en Waals Streekmuseum Dreumel, f 34,90.

len; in: Gelders Oudheidkundig Contactbericht

BRABER, J.L., Addenda et corrigenda Kwarteristaat Troost-Balk;in: Gens Nostra, jrg. 39(1984), p. 116-123. (92).

b.g.v. zijn 200e sterfdag.

no. 102 (1984/111), p. 56. (92).

p. 119, no. 2082: Jan Aertse Rootbeen.

JANSSEN, A.M., Emila van Nassau; in: De Brug, Weekblad voor Nijmegen e.o., jrg. 25 no. 9 (29-2-1984) en no. 10 (7-3-1984), aft., lit. (92).

DIJK, E.A. van, e.a., De wekker van de Nederlandse Natie: Joan Derk van der Capellen 1741-1784; Zwolle, 1984; 169 p.,afbn.,lit. (92) uitg. Waanders, Zwolle, f 47,50.

zij woonde met haar echtgenoot op het kasteel te Wijchen.

catalogus bij de herdenkingstentoonstelling 200e sterfdag J.D. v.d. Capellen. DIJK, E.A. van, Joan Derk van der Capellen (1741-1784). De wekker van de Nederlandse Natie; Zwolle, 1984, 12p., afbn., lit. (92). uitg. Tentoonstellingsdienst Overijssel.

brochure b.g.v. dezelfde tentoonstelling als vorige titel. GOOTE, M., Meester G angel (1809-1877); in: De Hoeksteen, jrg. 11 (1982), p. 12-15. (92).

Gangel was onderwijzer aan de school te Appeltem, en lokte door zijn manier van lesgeven de zg. 'Appelternse Schoolkwestie' uit. GOOTE, M., Emilia van Oranje-Nassau en haar Portugese prins; in: Nederlandse Historiën, jrg. 16 (1982), p. 25-27. (92).

dit echtpaar woonde op het kasteel te Wijchen. HAMERS, T.N., Een munt, omtrent 1370 geslagen te Grave, en haar muntheer Dirk van

Horne; in: Merlet, jrg. 20 (1984), no. 2, p. 26-39;no. 3, p. 50-61. (92).

p. 50: Johan van Groesbeek, heer van Heumen, 1348 p. 53 en 58: Dirk van Kranenburg, heer van Balgoy, 1370. HERDENKING, - - Joan Derk van der Capel-

20

HARTONG, G.T. (samengest. door), Joan Derk van der Capellen tot den Poll, speciale uitg. t.g.v. de tentoonstelling rond Joan Derk (17411784), gehouden van 14 mei tot 8 juni in het gemeentehuis te Weerslo; Borne, 1981; IX en 30 p. (92). Scripta Transisalana. KRETSCHMAR, F.G.L.O. van, Van WinssenVoet-Reuffert; in: De Nederlandse Leeuw, jrg. 101 (1984), kol. 407-408. (92).

Elisabeth van Winssen,ged. Culemborg 1624, trouwt 1646 Paulus Voet. REYNVAAN, H.F., De rentmeesters Spillenaar en hun geslacht; in: Gens Nostra, jrg. 39(1984), p. 237-249. (92).

Alida S. trouwt 1801 Adriaan Branderhorst, rijksontvanger te Batenburg 1835. SCHAIK, R.W.M, van, Wer weite Reisen macht....Niederlandische Palastinareisen und Palastinaberichte aus dem fünfzehnten Jahrhundert; in: Non nova, sed nove: mélanges de civilisation médiévale dédiés a Willem Noomen (ed. par M. Gosman en J. van Os); Groningen, 1984; 298 p., afbn., lit. Medievalia Groningana no. 5 (uitg. Bouma's Boekhuis, Groningen, f 50,-) (92).

Bevat 34 teksten van reisbeschrijvingen van en reisboeken voor de bedevaart naar het H. Land, gedrukt en geschreven in Nederland, waaronder die van Dirk van BronckhorstBatenburg. TRIJSBURG, J., Oud-voorzitter van Twcestromenland Dokter Wasmann overleden;


in: Tweestromenland no. 44 (1984/IV), p. 4. (92).

HAREN, M.G. van, Van Haren-Keisers. Twee loten van één stam; in: Gens Nostra, jrg. 39 (1984), p. 1-18, 61-75, afbn., krt. (929.5).

voorzitter van 1967-1975, huisarts te Druten. VERMAAK, N., Attestaties van ingekomen lidmaten bij de Ned.Herv.Kerk te Cuyk over 1833-1905; in: Merlet, jrg. 20 (1984), p. 4048. (92).

diverse namen van personen uit oostelijk

Tweestromenland. WASSER, B., Nederlandse pelgrimages naar het heilige land;Zutphen, 1983; 168 p., afbn., krtn., lit. (uitg. Terra, Zutphen, f49,-). (92).

de auteur volgt een aantal verhalen uit de periode ca. 1450-ca. 1665 op de voet, met verduidelijkende kaarten en in modern nederlands vertaalde teksten. Jammer dat in dit mooi uitgevoerde boek de verantwoording in de noten zo summier is. Voor Maas en Waal is interessant de reis van Dirk van Bronkhorst-

Batenburg. (zie ook R. van Schaik). WOLFS, S.P., Middeleeuwse Dominicanerkloosters in Nederland. Bijdrage tot een monasticon; Assen, 1984,440 p., afbn., lit. (Van Gorcum, Assen, ca. f 95,-). (92 en 271.2).

afstammelingen van Johannes Theodori, geboren Ravenstein ca. 1590, genaamd Van Ha(a)ren, Keisers, Keyzers etc. Uit deze familie stamde o.a. CJV. van Haren stichter van de bekende schoenfabrieken te Tilburg, geboren te Leeuwen. HEUVEL, K.M. van den, Familie van den Heuvel uit Alphen aan de Maas 1625-1984; 'sHertogenbosch, 1984; 156 p., afbn., regs., tabn. (929.5).

afstammelingen van Theodorus Godofridi, afkomstig uit Alphen-Moordhuizen. Een zéér verzorgde uitgave, voorafgegaan door een beknopte geschiedenis van Alphen e.o., de kerk, een lijst van pastoors, familie-

wapens en heraldiek, mandenmakers en bidprentjes, vergezeld van een overzicht en besloten met 2 registers (voor- en achternamen) en een bronvermelding. Bestellen bij K.M. van den Heuvel, Buitenpepersdreef 85, 5231 AC 's-Hertogenbosch. HEUVEL, K.M. van den, Kwartierstaat Van den Heuvel; in: Gens Nostra, jrg. 39 (1984), p. 314-318. (929.5).

p. 195-196: Reynerde Batenborch 147014 71 prior te Nijmegen, 14 77 en 1484 te Kalkar, alwaar hij 1484 overlijdt.

families, voornamelijk uit Alphen en omgeving.

EGGINK-LODERUS, A.A., Loderus;in: Familienkundliche Nachrichten Band 6 no. 4 (juli/aug. 1984), p. 87(929.5).

KAMERLING, E.J.C., en J.W. SCHAAP. Het Overijsselse riddermatige geslacht Van Buckhorst;in: De Nederlandse Leeuw, jrg. 101 (1984), kol. 412-494, afbn., bijln., tabn. (929.5).

Est(e)rik, een familiegeschiedenis van 300 jaar in de Betuwe; Huizen, 1984, tabn. (929.5).

deze familie stamt mogelijk uit Niftrik. GARDE, G.A. van de, Stamboom van de fami-

lie Van de(r) Garde 1643-1980; Amsterdam, 1982. (929.5).

Van deze familie komen ook leden voor in Tweestromenland.

kol. 422: Gerard van B., 1307,1308,1310 gerichtsman van Maas en Waal, trouwt mogelijk een Van Puflik. OLDE MEIERINK, L.H.M., Ampsen. De geschiedenis van een Gelders kasteel en zijn bewoners; Lochem, 1981; II en 124 p., afbn., krt. (929.5).

tot de bewoners behoorde ook de familie Van Nagell (-Ampsen), bezitters van De Doddendaal te Ewijk.

21


RUTGERS, C.J., Geslacht Bruist. Genealogische en historische aantekeningen met bronvermelding; Papendrecht, 1982; 56 p., krt., regs., tabn. (929.5).

ook de naam Bruisten/Bruysten behoort hiertoe. WOLFEREN, W.F., van, Stamreeks van Wolferen; in: Gens Nostra, jrg. 39 (1984), p. 280283. (929.5).

afkomstig uit Weurt, maar vertakt in geheel Maas en Waal. BROUW, P.M. op den, J. op de Brouw-van de Poll, A.M. Aben en H.M. Aben-Nederpeld(ed), Kwartieren van her en der, deel II; Zoetermeer/Nijmegen, 1983.

Een aantal van de in deze uitgave opgenomen kwartierstaten heeft kwartieren in het Land van Maas en Waal. In de kwartierstaat Lemmens Geutjens vinden we de namen Manden (Overasselt) en Suffers/Suppers (Ewijk); in Van Oeveren-Nederpeld: Van der List (Afferden), van Tel/Til alias Mol (Altforst) en Van Ewijck (Tiel) in kwartierstaat L. W.A. Berenbroek: Beerenbroek, Groenen (Overasselt) en Geurts (Wijchen) en in de kwartierstaat Jorden Raymakers: Bekkers (Druten), Van Welie (Deest), Merkhof (Afferden) en Mulders en Van Woezik (Appeltern). (929.5). In de kwartierstaat Smulders tenslotte: Luben (Weert), de Goey (Wijchen) en Goet(d)vriend (Wijchen). OORSOUW, Van- -; in: Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie, jrg. 37 (1983), p. 274,afb.(929.6).

familiewapen met beschrijving. SCHADD, - -; in: Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie, jrg. 37 (1983), p. 279, afb. (929.6).

famĂźiwapen met beschrijving. KUYS, J.A.E., e.a., Tiel en zijn kroniek. Uit het latijn vertaald historisch werk over Tiel en de Lage Landen uit de 15e eeuw; Tiel, 22

1983;

(93 C).

gids bij de gelijknamige tentoonstelling. TWEESTROMENLAND, - - viert 20-jarig bestaan; in: De Waalkanter dd. 17-5-1984, afb. (93D). WEEL, A.J. van, De strijd om het bezit. Batenburg tussen het Heilige Roomse Rijk en Philips II (1568-1576); in: Tweestromenland no. 43 (1983/1V), p. 7 - 9, afbn. (93D).

HARENBERG, E.J., en M.S. POLAK (ed), Oorkondenboek van Gelre en Zutphen tot 1326,2e afl.: St. Maria Magdalenaklooster te Nijmegen, Munsterabdij te Roermond (Ie gedeelte); Leiden, 1984. Uitg. Nijhoff, f 40,-. (930.25). MOL, M.M.M, de, en M.A.F.T. van SON, Inventaris van de archieven van de Nederlands Hervormde gemeenten te Heumen en Malden 1748-1967 en te Over-en de Nederasselt 1639-1967; Nijmegen, 1983; 122p., afbn. Inventarisreeks Gem. Archief Nijmegen, no. 5, f 12,50 excl. verzendkosten. (930.25).


Rectificatie en aanvulling Tweestromenland nummer 47, pag. 5: De heer Jan Tarel is niet overleden op 9.10.1971, doch op 9.10.1917.

Tweestromenland nummer 46: Bruten en zijn zang- en muziekgezelschappen. De heer Sjef Schoenmakers, thans woonachtig te Nijmegen, is jarenlang eveneens een zeer verdienstelijk voorzitter van de Muziekvereniging 'St Cedlia' te Druten geweest. Redactie

De foto op de voorpagina kwam 'boven water' tijdens de watersnoodtentoonstelling in Dreumel en is in 1926 gemaakt nabij de woning van burgemeester Schuyt aan de dijk tussen Beneden- en BovenLeeuwen. Op de voorgrond zijn zoon Tonnie Schuyt en er naast met roeispaan zeer waarschijnlijk diens broer Guus. Staand: Mien Reuser, later getrouwd met boomwerker Johan van Oijen. Zittend met shawl Giet Timmermans, later getmuwd met de onderwijzer Jan Soetekouw uit Boven-Leeuwen. Op de punt van de boot Hannes van den Hurk, eveneens uit Boven-Leeuwen.

23


T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

l .V.1986 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 49


TWEESTROMENLAND Opgericht IS mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift ea nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks. Contributie De contributie voor 1985 bedraagt f 25,-, naar verkiezing f 30,-, f 40,-, f 50,-, f 100,- enz. te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen. Ledenadministratie Markt 9-14,6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december).

A. Kamerman, Wijchen Mevr. F J. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt

Mevr. A. Smits-Koks, Weurt W J. van Sommeren, Boven-Leeuwen Drs C. Visser, Druten J.P. van Wezel, Alphen

Administrateur B.I. Goei, Wijchen

Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactiesecretaris, Meyhorst 1747,6537 KE Nijmegen. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien

zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever. Losse nummers tijdschrift Nrs. 19 t/m 47 voorradig. Per stuk f 5,-. Te be-

stellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Dorpsstraat 61,6617 AC Bergharen.

Secretariaat Zwanensingel 259,6601 GK Wijchen; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08894-16247. Ereleden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 J.P.M. van Os, benoemd 23 april 1980 Erevoorzitter J P. van Wezel, benoemd 9 mei 1985 Bestuur J.A. van Gelder, vz. a j., Bergharen

W.M.G. Arts, secr., Wijchen Mej. W.A. van Buren, penn., Bergharen J.L.C. Alkemade, Ewijk Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten BJ.H.M. van Elk, Beneden-Leeuwen W.H.Frentz,Driel Mevr. S.R. van Ginkel-van Dijk, Druten J.A. Jansen, Wijchen

Inhoud 3 H. Croonen, De Waterstaatskerk bij van Amstel (Afferden) 10 Jan van Gelder, Bidprentjes 15 H. Croonen, De St. Victorschool 18 Johan van Os, Dreumelse arts op een hoge post: Dokter H J. Lubberman (18731934) 21 Ton Tielen, Dijkgraven van Groot Maas en hun voorgangers

Op de voorkant: Ambtshuis Druten 'Maas en Waal'.


T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Berge voet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Ton Tielen

NUMMER 49

1986

H. Croonen

De Waterstaatskerk bij van Arnstel (Afferden) In het jaar 1830 werd door het toenmalig kerkbestuur, bestaande uit pastoor A. Bruysten en de kerkmeesters A. van Gemert en G. van Welie, het plan opgevat om te komen tot de bouw van een nieuwe kerk met pastorie. Dit omdat de kerk op Het Hoog veel te klein en de schuurkerk aan de Koningstraat bouwvallig geworden was. Door de diverse natuurrampen, waarmee het Land van Maas en Waal rond die tijd zo rijkelijk bedeeld geweest is, was de bevolking van Afferden en Deest dusdanig verarmd, dat niet verwacht kon worden, dat zij iets in de bouwkosten zou kunnen bijdragen. Het kerkbestuur zelf kon dit evenmin en daarom werd besloten een subsidie van f. 14.000,— aan te vragen aan Koning Willem I der Nederlanden. Op 27 juni 1830 werd aldus door het kerkbestuur onderstaand request opgesteld en verzonden: Aan Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz. Sire!

Vertoonen met diepen Eerbied de ondergeteekenden Pastoor en Kerkmeesteren der Roomsch Catholijke gemeente van Afferden en Deest, in den lande van Tusschen Maas en Waal, Distrikt Nijmegen, Provincie Gelderland, Eensdeels Dat hunne Kerkschuur, zoo door den oorspronkelijken slappen bouw als door het verloop van jaren, tot een zoodanigen staat van verval geraakt is, dat er de Ere-

dienst nu naauwelijks en binnen zeer korten tijd, in het geheel niet meer zal kunnen worden uitgeoefend; zoo uit hoofde den talrijke en aanmerkelijke lekkagien als om het gevaar van instorting, waarmede men bij onstuimig weder is bedreigd. Dat dus een nieuw Kerkgebouw voor gezegde gemeente eene behoefte is geworden. Anderendeels Dat de gemeente van Afferden en Deest eene van die gemeenten uitmaakt, welke in den lande van Tusschen Maas en Waal, zoo als overbekend is, door de overstroomingen en het ongunstig weder, welke geesels die landstreek sedert een aantal op elkaar volgende jaren, geteisterd hebben, hoogst vervallen en verarmd zijn en dus


zich buiten staat bevindt, om aan hare behoeften ten deze door zichzelve te voldoen.

Dien ten gevolge, is de eerbiedige bede der ondergeteekenden, Dat het Uwer Majesteit behagen moge hen te magtigen, Ten eersten de thans aanwezige Kerkschuur met de daaraan vast zijnde Pastoorswoning te laten afbreken. Ten tweede, deze afbraak tot gedeeltelijke opbouwing van de nieuwe Kerk en Pastoor's woning te gebruiken. Ten derde, een subsidie van f. 14.000,-- uit Rijks schatkist te willen verleenen, ten einde eene nieuwe Kerk en Pastorij te kunnen opbouwen. Een afschrift van dit request werd op 22 juli 1830 door de toenmalig Districtscommissaris van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen Otto van Randwijck, gezonden aan den heer J.H. Meijer, Burgemeester van Druten, met het verzoek om het een en ander nader toe te lichten, zulks met overlegging van een behoorlijke begroting van kosten, alsmede een opgave hoeveel door de kerkelijke gemeente zal worden bijgedragen. Naar aanleiding hiervan werd door de burgemeester op 7 augustus een soortgelijk verzoek gericht aan het R. K. Kerkbestuur van Afferden en Deest en deze reageerde hierop met onderstaand schrijven: Afferden den 11 september 1830 WelEdGebore Gestrenge Heer! Wij hebben de Eer gehad te ontvangen UEG. missive van den 7e Augustus B l. Nr. 133 waarbij wij worden uitgenodigd, om aan UEG. over te maken een behoorlijke begrooting van kosten voor den opbouw eener nieuwe Kerk en Pastorij alhier, teneinde daarover in staat gesteld te worden, om volledig op het in UEG. hande

gestelde request, door ons aan Z.M. den Koning ingediend ter bekoming eener subsidie voor de goedmaking dier kosten, te kunnen adviseren. Hiermede voldoende aan de bedoelde uit-

noodiging, nemen wij de vrijheid hiernevens te voegen twee begrootingen van kosten, als de eene wegens de benoodigde kosten voor eene nieuwe Kerk voor ruim duizend zielen ad f. 9.512,50 en de andere voor een nieuwe Pastorij ad f. 3.576,23, zamen f. 13.088,73. UEG. zal daaruit zien, dat de som minder bedraagt als in den requeste verlangd wordt, hetgeen daaraan moet worden toegeschreven, om dat men een en ander bij onze begrootingen met de meeste spaarzaamheid berekend heeft, zonder daarbij iets in aanmerking te nemen, dan dat gene, wat slechts hoogst noodig is, en juist zal toereikende wezen, om het hoogst benoodigde goed te maken. Voorts in overtuiging dat UEG. ons verzoek wel als gegrond zult aanmerken, en daarom op hetzelve een goed advies zult uitbrengen zij het ons vergund UEG. Eerbiedig te verzoeken bij deszelfs berigt wel te willen aanhalen: 1. Dat uit aanmerking het tegenwoordige Kerkgebouw en daaraan verbonden pastoors woning hoogst bouwvallig is, hetzelve noodwendig dient te worden afgebroken. 2. Dat daaruit volgt, dat er in de daarstelling van nieuwe gebouwen spoedig moet worden voorzien, en wel op deszelfs plaats, alwaar de tegenwoordige oude gebouwen staan, dat juist het middenpunt van de uitgestrekte gemeente van Afferden en Deest is, dewelk voor geene vereeniging met andere gemeenten of anderen met haar kan vatbaar geacht worden. 3. Dat de kosten ook niet overdreven zijn, vooral wanneer men in aanmerking gelieft te nemen, dat de grond te Afferden zeer laag en sompachtig is, waardoor eene ophooging ter bevrijding voor overstroming noodzakelijk wordt, hetwelk een grooter getal steenen en meer kalk vereischt. 4. Dat, gelijk UEG: zeer wel bekent is, de ingezetenen van Afferden en Deest, over het algemeen genomen, in armoedige omstandigheden verkeren, blijkbaar om dat in den afgeloopen winter er 76 huis-


Kadastrale overzichtskaart van Afferden, 1832. Van de situatie na 1834 kan geen haart worden gereproduceerd; het kantoor van het kadaster te Nijmegen werd eind vorige eeuw door brand geteisterd. In 1944 werd het kantoor te Nijmegen door de Duitsers moedwillig in brand gestoken; daarbij is bijna het complete archief verloren gegaan. gezinnen, uitmakende een getal van ongeveer 500 zielen, bedeeld zijn geworden, en onder de overige slechts acht huisgezinnen aanwezig zijn, die ofschoon

ook niet in gunstige omstandigheden verkerende, echter zullen kunnen gerekend worden, nog iets te kunnen bijdragen. Hieruit is dan ook genoegzaam af te lei-


den, dat van onze gemeente geene groote bijdrage kan verwacht noch gevergd worden, en moet beschouwd worden genoeg te doen, indien dezelve voor hare rekening neemt, den aankoop van een stukje

grond in de nabijheid van het terrein, de ophooging van den grond, den bijvoer

der materiaalen, benevens zo ver mogelijk de kerkmeubelen, en hetgeen verder inwendig ter verfraai] ing des Kerkgebouws dienen moet, al hetwelk niet onder de begroote kosten begrepen is. 5. Dat overigens de kerkelijke gemeente geene andere inkomsten heeft, dan die juist toereikend zullen zijn, om de kosten van gewoon herstel der nieuwe gebouwen in het komende te kunnen goed maken. 6. Dat den opbrengst van den afbraak der oude gebouwen op ongeveer f. 800,— begroot wordt, zoo dat eene subsidie van niet minder van f. 12.000,- zal toereikend wezen, om ons in de gelegenheid te stellen een doelmatig kerkgebouw en pastoorswoning te kunnen opbouwen. Alle deze omstandigheden, zoo wij vertrouwen naar waarheid hebbende opgegeven, zullen een gewenscht gevolg hebben, indien dezelve met UEG. gunstige consideratien en advies in deszelfs berigt worden opgenomen, waarvoor R. K. ingezetenen van AfFerden en Deest UEG. immer dankbaar zijn zullen. Wij hebben overigens de Eer met hare Hoogachting te verblijven. U.E.Geb. Dwe. Dienaren A. Bruysten, Pastoor A. van Gemert G. van Welie Onder nr. 171 is in het gemeente-archief van Druten nog aanwezig het gunstig advies, dat

door burgemeester J.H. Meijer werd uitgebracht. Aangezien in dit advies de schrille tegenstelling met de hedendaagse tijd nog eens duidelijk naar voren komt, willen wij U hiervan de inhoud niet onthouden. Het advies van de burgemeester luidde als volgt:

Druten den 23e september 1830 Ter voldoening aan U HoogWelGeb missive van den 22 juli 1.1. No. 545, heb ik de eer, onder terugzending van het daarbij in mijne handen gestelde rekest van Pastoor en Kerkmeesteren der Roomsch Katholijke gemeente te Afferden en Deest, houdende verzoek tot het bekomen eener subsidie uit 's Rijks kas ad f. 14.000,voor den opbouw van een kerk en pastorie aldaar en onder overlegging van twee daartoe betrekkelijke begrootingen van kosten te berigten: Dat de in evengemeld adres bedoelde kerkschuur werkelijk in een zoodanigen staat van verval verkeerende, als daarbij is opgegeven, weldra niet meer tot uitoefening van de godsdienst zal kunnen worden gebruikt en derzelver opmaking alzoo hoogst noodzakelijk is geworden. Dat bedoelde Roomsch Katholijke gemeente uit eene combinatie van de beide dorpen Afferden en Deest bestaande, de uitoefening van de Godsdienst aldaar sedert het jaar 1800, in dier voege plaats heeft, dat eene der kerkdiensten moet worden gehouden in het onderhavigen gebouw, hetwelk uit hoofde van deszelver ligging, eenigszins in het middenpunt, dier dorpen of althans zoveel mogelijk in de nabijheid van Deest, alleen geschikt is en redelijke wijze kan gebruikt worden, voor de dienst dier gecombineerde plaatsen. Dat dienvolgens, hoezeer te Afferden op het zoogenaamde Hoog nog een kerkgebouw van die Roomsch Katholijke Gemeente aanwezig is, waarin ook bij afwisseling wordt dienst gedaan, daardoor uit hoofde van de verspreide ligging dezer dorpen, en derzelver afstand van de beide kerkgebouwen, geenzins de noodzakelijkheid wordt weggenomen noch vermindert, om ten gebruike dier meergemelde gecombineerde gemeenten, eene behoorlijke kerk te hebben, ter plaatse alwaar de in het adres bedoelde gevonden wordt, als staande dezelve nagenoeg in het middenpunt, der uitge-


strekte gemeente in twee dorpen, welke voor geene vereeniging met andere gemeenten, noch andere met haar, kan worden geacht vatbaar te zijn. Dat ook de begrootingen van kosten zijn voortgekomen met spaarzaamheid te zijn opgemaakt, vooral als men in aanmerking neemt, den lagen grondslag in het dorp Afferden, en de daardoor onvermijdelijk noodzakelijk wordende ophooging van denzelven, waardoor natuurlijk eene vermeerdering in de benoodigde materialen komt te ontstaan. Dat de dorpen Afferden en Deest dermate deelen in de welbekende rampen, die het ongelukkige land van tusschen Maas en Waal, sedert het noodlottige jaar 1810 bij afwisseling hebben getroffen, dat dezelve onder de meestlijdende en meest uitgeputte behooren, waardoor dan ook de verarming der ingezetenen, zoover is toegenomen, dat van de 180 huisgezinnen of 1048 zielen, welke deze dorpen bevatten in den laatst vorigen winter 76 huisgezinnen, bevattende ruim 500 zielen, met de eerste levens noodwendigheden hebben moeten worden bedeeld, terwijl verreweg de meerderheid der overigen, bij eene dagelijksch toenemende verarming ook tot eener staat van volstrekte behoefte vervallen en niet meer dan 12 a 13 kunnen worden geacht in staat te zijn, daartoe iets bij te dragen en ook de Kerkelijke Gemeente daartoe niet in staat is, alzoo derzelver inkomsten, door de verminderde opbrengst harer landerijen, niet verder strekken kunnen, dan om in het onderhoud te voorzien, waardoor de bijdrage der Gemeente zich op haar hoogst genomen, zal kunnen bepalen tot aankoop van een stukje benoodigd land, in de nabijheid van het terrein, ophoogen van den grond, aanvoer der materialen, en zooveel mogelijk in orde brengen der Kerkmeubelen, al hetwelk onder de begrootingen van kosten niet begrepen is. Dat mij voorkomt, dat de waarde van den afbraak der oude kerkschuur ongeveer f.800,— a f. 900,- zal aanlopen en alzoo tot de in het rekest bedoelde vernieuwing een tekort van minstens f. 12.000,-

Orgel uit de voormalige Waterstaatskerk te Afferden. Detail. bestaat. Ten gevolge van het een en ander, vermeen ik te moeten adviseren, dat, vermits in de Roomsch Katholijke Gemeente te Afferden en Deest werkelijk noodzakelijkheid bestaat, om dezelver kerkschuur, die uit hoofde harer ligging voor die gecombineerde gemeente onmisbaar is te moeten opmaken, daardoor allen grond aanwezig is, om aan het onderhavige verzoek zoo veel mogelijk te voldoen. De Burgemeester van Druten

(get) Meijer Aan den Heer Distrikts Commissaris Na allerlei heen en weer geschrijf van de daartoe betrokken instanties, verkreeg de parochie Afferden en Deest de toezegging, dat de staat f. 8.000,-- in de bouwkosten zou


Arntz. Het steenhouwerswerk werd uitgevoerd door de Fa. Tennissen & Zn te Nijmegen en het smidswerk door de Deestenaar W. van Toor. Al met al kwam in 1834 alleen een uiterst eenvoudig kerkgebouw met toren gereed. Geld voor een nieuwe pastorie was toen nog niet voor handen, doch de reeds bestaande oude pastorie werd in 1838 uit eigen middelen verbouwd. Zo kon in 1834 de nieuwe kerk worden betrokken. Bij gebrek destijds aan bisschoppen is zij slechts ingezegend onder aanroeping van de H. Victor & Gezellen door zijne Hoogw. Gerardus Hermans, vicaris-generaal der Noordnederlandsche Districten van het toenmalig bisdom Roermond. Jammergenoeg hebben wij van deze kerk geen (pen)tekening kunnen bemachtigen en daarom zullen we moeten volstaan met die gegevens, welke enkele zeer oude inwoners van Afferden ons konden verstrekken. De toren, waarvan de onderbouw ca. 7 bij 7 Orgel uit de voormalige Waterstaatskerk te Afferden, gebouwd door Fr. C. Swits, verbouwd door meter was, had een gebroken spitse kap en de hoogte daarvan was ongeveer 25 meter. Gebr. Gradussen. bijdragen. In de toren was aanwezig een luidklok met Op grond hiervan werd door een zekere J.G. het opschrift: 'Door mijn gebrom en mijn getier, Graat te Nijmegen een kerkgebouw met pas- roep ik van Deest tot kier. Dat zij komen ter kerke, torie ontworpen, doch dit plan is afge- ah zij niet en werke', welke bij het luiden door keurd. de galmgaten heen haar klanken kon uitMeer oog heeft men waarschijnlijk gehad strooien over de beide dorpen Afferden en voor een ontwerp, dat gemaakt was door Deest. Peter Verwaayen te Nijmegen, onder super- Verder bevatte de toren een koperen haan, visie van de heer H.F. Fijnje, eveneens woon- welke destijds werd gemaakt door W. van achtig te Nijmegen. Toor, smid te Deest, voor zegge en schrijve Deze laatste had, als ingenieur bij Rijkswa- ĂŠĂŠn rijksdaalder. terstaat, reeds zijn sporen in het land van Het schip van de kerk aan de buitenkant bezien, bestond aan weerszijden uit twee Maas en Waal verdiend en het is daarom niet verwonderlijk, dat laatst genoemd ontwerp evenwijdig aan elkaar liggende muren, waarin zich vier langgerekte ramen bevonden, die werd uitgevoerd. Verwaayen had in 1821 ook al een tekening gemaakt voor de zgn. Water- als het ware opgeklemd zaten tussen de uitstaatskerk te Druten. gebouwde buitenpenanten. Zo kon in september 1833 door aannemer De topgevels waren spits opgemetseld en H. de Kok met de bouw van de kerk worden daar tussen in rustte een pannen dak. Op de begonnen. Of deze aannemer uit Afferden of achterzijde van het dak aan de altaar kan t Deest kwam is niet met zekerheid te zeggen. bevond zich nog een koepeltorentje, dat De benodigde stenen, 272.500 in totaal, wer- eveneens met pannen was gedekt. den vanaf Millingen per schip aangevoerd en Op 16 oktober 1881 is dit koepeltorentje tijzijn geleverd door de Fa. Janssen en dens een flinke storm bijna geheel van het

8


dak der kerk gewaaid en is daarna vervangen

door een nieuw, maar nu met leien bedekt. Aan de zuidkant van de kerk was de sacristie

met plat dak en zo eveneens de biechtstoel gelegen.

Aan de biechtstoel van deze kerk is een legende verbonden en deze luidt als volgt;

Op de plaats waar vroeger de kerk gestaan heeft is later een fruitgaard aangelegd en daarbij precies op de plaats van de biechtstoel een pereboom geplant. Het typische van deze pereboorn was, dat zij zolang ze daar gestaan heeft nooit vrucht heeft gedra-

gen. Naar men zegt was dit te wijten aan de zware zonden, die daar in vroeger jaren beleden werden.

Nu we toch vanuit de biechtstoel in de kerk belanden, had men direkt het zicht op drie altaren, te weten het Hoogaltaar en twee zij altaren.

Het hoogaltaar, geschonken door Aard Peter van der Weerden en zijn broer Johannes, heeft ruim f. 1.000,- gekost en is gemaakt door Buis te Boxmeer. Op dit altaar bevond zich een schilderij voorstellende Maria, geschilderd door een der eerste leerlingen van de schilder Van Dijk in opdracht van de Hoogwelgeboren familie De Pelichie, welke gewoond heeft te Afferden nabij de steenfabriek 'Turkswaard'. Dit schilderij is thans nog op de pastorie aanwezig. Het Altaar van het H. Kruis was afkomstig uit het oude Augustinessenklooster te Venray, terwijl het andere afkomstig was van de oude kerk op Het Hoog. De schilderijen van de 14 staties van de H. Kruisweg, wat zeer mooie schilderstukken geweest moeten zijn, werden geschonken door Alexander Baron de Pelichy. De communiebank moet van prachtig houtsnijwerk geweest zijn, doch het knielbankje er voor was van later datum. De houten preekstoel met klankbord bevatte de afbeeldingen van de 4 evangelisten. Verder bevatte de kerk 3 rijen banken, een brede rij in het midden met daarnaast aan weerszijden 2 rijen smalle banken. Enkele van deze banken zijn thans nog te vinden in de huidige parochiekerk in de zogenaamde 'schapenhoek' en op het zang-

Maria met kind, door een leerling van Van Dijk. koor. In 1851 is het interieur van deze kerk nog verrijkt met een orgel, vervaardigd door Franciscus Cornelis Smits, orgelbouwer te Reek (N.-Br.), dezelfde welke het zo fraai gerestaureerde orgel van de parochiekerk in Druten heeft gebouwd. De gelden hiertoe benodigd, die ruim f. 2.800,- beliepen, zijn bijeengebracht door vrijwillige bijdragen der inwoners. Dit orgel is later overgebracht naar de huidige parochiekerk, doch is in 1895 door de Gebr. Gradussen te Winssen voorzien van de huidige orgelkast, terwijl de nog bruikbare delen zijn verwerkt aan de muurzijde. De verlichting van de kerk bestond uit 2 grote kaarsenluchters; die vóór in de kerk was voorzien van kristal en die achterin was van koper. Volgens ooggetuigen moet het een prachtig gezicht geweest zijn om de kristallen luchter met haar 30 kaarsen te zien branden. Jammer genoeg is er van bovengenoemde dingen weinig overgebleven, daar in 1891 een compleet ingerichte nieuwe kerk kon worden betrokken, zodat bijna alles van de vorige kerk overcompleet werd. Met toestemming van het bisdom werden al deze overtollige stukken geschonken aan armlastige kerken en waar alles is gebleven, is jammer genoeg niet meer te achterhalen.


Jan van Gelder

BIDPRENTJES Een bidprentje, zo leest men in een Lecturama-encyclopedie, is een gedrukt prentje, in Rooms-Katholieke kringen uitgegeven ter herinnering aan een bijzonder voorval of feestelijke gebeurtenis b.v. de eerste H.Communie,

priesterwijding, professie. De prentjes schijnen omstreeks 1585

te zijn ontstaan

en werden toen vooral in Antwerpen gedrukt. In Vlaams België worden ze ook

nog wel santje of suffragie genoemd. De benaming santje verwijst naar de oorsprong van het bidprentje: Afbeelding

van een heilige (sankt). Doorgaans verstaat men onder bidprentjes de prentjes gedrukt ter herinnering aan overledenen, met aan de ene zijde een godsdienstige voorstelling of het portret van de overledene, soms ook landschappen of iets toepasselijks op de overledene en aan de andere zijde enige levensomstandigheden alsmede teksten uit de H.Schrift of de liturgie. Deze soort van bidprentjes verscheen voor het eerst in het begin van de 18e eeuw in het milieu van Amsterdamse klopjes of begijnen. Na de tweede wereldoorlog verschenen de dubbel gevouwen plaatjes. In de jaren zestig van deze eeuw raakten ze wat minder in gebruik. Het Nederlands woordenboek van Koenen spreekt over heiligen-, rouw- en gedachtenisprentje, meer niet. Zelfs de driedubbele van Dale is op dat gebied aan beperking toe en praat van heiligenprentje met rouwrand; aan de achterzijde de naam, titel, geboorte- en sterfdag van een overledene vermeld met enige teksten en een opwekking om voor hem of haar te bidden. Wel wordt nog een spreekwoord toegevoegd: 'liegen als een bidprentje...' Dat de bidprentjes al een 20 jaar minder in gebruik komen, klopt wel, maar voor onze streek geldt dat veel minder dan b.v. in het Westen van het land. En wat gaan we nu krijgen? Iedereen gaat ze bewaren, inzamelen en zoeken in de oude doos. Iets wat schaars wordt, wordt waardevoller en de nostalgie en genealogie spreken een woordje mee. Ga eens naar het museum

10

BID VOOR DB ZIEL VAN ZALIGER 4f« »><.££ fyaf G*b,rtn H,.r.

Joakkevr Jolln Coraella» Carelna TMI BOBB«! B*rgfm*9tttr l» BtrfkMrt*,

c, *.,

Owr/«/«I In it* aufcnto» »« »</*. M jfer». rfrlt t>

Atrufr/J l «35 » dat !0 Jmtntm* mlffdi

t*.

f»*» Of fcrt Jt. C. K,rUoftU*fr.

,!

Die God vreest, ui h*t goede doen,, en die de regtvurdicfeetd brhoadl d* wtfsbeid verkrQg**, h|f ut ben mei bet

brood des leve» •• dn versUadi «pijien, hjj ui «r door jeilerktwefde*, ca niet wankelen, by »•! bem vejl honden,«a

U M! niet h i i . l i i i n i wordm. kg ui b.m J»J ^ua MMtm Tcrac&a, •• «Qora nood t* aiddm der Ttrgmd«ria| op*a«a, hj| M! bc« v«rrnllm Mt d«n g«mt der wö»h«id. «a Om «r-

" *4$4i, nb*m klrtdcn net bet kle«d <J*r bwrt^kbeid. W^dtcba{r>«i^rrtufdi <•! h$ or*r b«m venaaMlei, ta b*a «toen M«wis«A item dom b«erT*n.

Eed.

13 »* l ««*.

<Mj}a* Broeders ep ZiuUH) Ik xef u e«ne T«rbory,e»beid, optUl g^ a ii« bedroeft. («Igk •odern die geene b,o«p hebben . w.nl dit bederWyk* «oet de o«b«lerblgklMid oadoaa. het uur komt 4*t allen die in de jr«»en Eb>. de tl»m via den _, toon God» mulle» hooreo, «D die foed |ëdun hebben Bullen ofulMD tot bet leren i rertrooet derluir* elktndcr met dese «oordeel. t Cor. 19 ry. SI, Tlx». 4 vt. 11.

W(| «ten clkaader weer, wur aienund onrne vreugd mlctoreo.

O God! wien het steeds «if*a U te speren, M t*MdI( U •ijs oatlèrai U over uwen dieuur en gelief be^ nut bei eeuwig loon U vergelden door J. C ontea. Heer Ameu.

fflj r*r t* In

voor religieuze kunst in Uden en u ziet ze in duizendtallen en in vele soorten. Met aparte opdruk, prachtige sierrandjes, op gewoon en bijzonder papier, zelfs op zijde. Met en zonder gaatjes en allerhande figuren. Of probeer eens binnen te komen bij de Trappisten van de Achelse kluis. U vindt er minstens een paar honderdduizend. De wel grootste, maar lang niet enige verzamelaar in


r

•*«| UIT LIEFDE TOT QOD.

Gelieve te bidden voor de del VM ullger &BV HKBK

JOHAHNES HENDR1KUS VAK KOOLWIJK. 9*r|miBifita {«train gnjbxrro t* getut*,

UNMU riiuiEu ROMEn. DE umi. Gebote» t, Wiuea, in 13. April IMS a oretUa

te Birgtura im t. FtbnuH 1871, im da oeoenbna va Tijf a dertig juei.

U «m eterfludi voidt het eiile lUw maeua IwriMerf.

Eoa-7:S.

Wa» dtenm. rat pi weet noch d* goeH «r. • ' MATTE. M: U. Hy leed ut (ednld de mn ««men die hè»

nerkwima, a hij aim da Kelk dei Heem m«t UJtdeeha a» . o«Ut bij tij» rriad vilde zij. a dal net hem vilde bekken i. i<jn Kijk,

Hij beeft Ie hngerifa «espijid a de uekta laleed. -r-» »~ «-™ ,^n!i0 Diugt IÜB del »* laderleUa, Weuroor hier .og liet u (eboet. W U . Jeu», die dn detta, Met ea'etnel ra U.' dierbar Moei,

r

ONZE YADEB. —"ifKZS GKOBOIT.

6nuÜft Je*a, ftr/ Itm A tamift nut.

fe*.

Jmn.

wj. i. r. iu_i.„ ,. •

het land van Maas en Waal is Alben van den Heuvel uit de S.Roesstraat 24a in Winssen. Hij heeft er al meer dan 100.000. Hij heeft diverse onderdelen opgebouwd zoals vorstenhuizen, kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders en vooral ook de Zouaven, die zich rond 1870 hebben ingezet voor de verdediging van de Pauselijke staat in Rome. Al vele malen verscheen hij er mee op tentoonstellingen in ons gebied. In het Westen des lands en zeker in de grote steden weten de priesters nauwelijks nog tijd te vinden om een tekst op te stellen, hetgeen echter vaak ook voort komt uit gebrek aan belangstelling of omdat zij of de familie er het nut niet van inzien. Bovendien kennen zij hun parochianen veel minder dan in de kleine parochies. Sommigen hebben daar een oplossing voor door een familielid of goede bekende de tekst te laten schrijven en er zijn er, die zelfde tekst tijdig van te voren voor het eigen bidprentje gereed maken als een soort woord van afscheid. Over het algemeen wordt er nu op bidprentjes herdacht - vandaar ook de naam ge-

dachtenisplaatje - en ook geëerd. Over een dode niets dan goeds en dat komt op de meeste bidprentjes duidelijk naar voren. De fouten en tekortkomingen worden gebagatelliseerd. Het spreekwoord van Van Dale over dat liegen is meestal wel juist uitgedrukt. Vroeger werden er meer Bijbelseliturgische teksten gebruikt, die op de overledene van toepassing waren. Ook werd er graag gewag gemaakt van het lidmaatschap van een kerkelijke orde zoals de 3e orde van St.Franciscus of vermeld, dat de overledene kerkmeester, collectant of armmeester van de parochie was. De versierselen in goud, zilver en brons werden er voor uit de kast gehaald om die toch maar goed te vermelden. Dat komt steeds minder in gebruik. Was er een pater, broeder of zuster in de familie, dan kreeg die altijd het extra verzoek om voor de zielerust van de overledene te bidden. Van hem of haar werd natuurlijk

verondersteld, dat daar meer kracht van uit gingSoms is er meer aandacht voor het voorbije leven van de overledene. Op vele bidprentjes komt de overledene terecht maar ook ten onrechte zelf aan het woord. Hij of zij geeft een laatste vermaning: zorg goed voor de kinderen of omgekeerd voor de achterblijvende vader of moeder. Houd mijn gedachtenis in ere. Veelal overdreven en soms dingen in de mond gelegd, die er tijdens het leven helemaal niet uit gekomen zouden zijn. Heel vaak in totaal verkeerde stijl en niet passend bij de andere tekst. Een foto op het prentje kwam weinig voor, maar tegenwoordig toch wel vaker dan vroeger. Vroeger was die meestal niet bij de hand, terwijl dit allemaal ook maar kostenverhogend werkte. De gebruikelijke bidprentjes liggen nu aan één zijde al voorbedrukt met allerhande plaatjes en dan behoeft aan de binnenkant slechts de tekst gezet te worden. Al enkele tientallen jaren is het ook gebruikelijk, dat de naaste familie een dankbetuiging voor de bewijzen van medeleven op het prentje laat drukken. Extra dankbetuigingen kunnen dan achterwege blijven. Vroeger kreeg alleen de familie een prentje, maar nu ontvangt iedere kerkganger er een. 11


Bid voor de Ziel van Zaliger

JOANNA DERKS ffefarm ul/EÜH Jen, 7'Februartf'1'S$6 en. Overleden- den ÏZjanuary fS53, in den-

Ouderdom van fyna. ffJaren. na. ve*rx*e/i te xyn feuieerfmafeZe

laa&tcIT.Sactamerden/

ft- mteUcns i/tyrw cuyefis yet & IM clt /worhtt/ ehg

yraft... JltfxTftfli/ilu

itrdtevTttti,'

-tft Htqgeaaervl

a&u*Jurcti»lénr. Jiuu XMÖ. 10,12,. 0rnti*ï %y ffoof aangenaam «w, fut/ïlTy xieAyg

futatf haar u*(het miclc&n eter foes/ifiaï Mtff

ÖEBED. ttf

my k^r, c goteU en *af£ü J+rttr wtx>r~Mêt> .*,t*trAyi

te netten/. SajïSni4 Za&g ishy.ckt aüyel

4/t fttjfrM Aruii* n£ryt4tvryw* lil*dJ*uk (m.,*mk«*u1r

hefttur ifan- xynen- ctooct voor oogen- Jutftt*

ntef allt wvyfaitf

die ziek allt- dagen- bereid, d jSürivii.1Hmmu aK BT

——ffEBEB -fiod tfcryctfuu»

* '

t&enara Jocuirut /tanxmalnt

ai »mkJieaün,, Uftlfejy tutrojt cutrvtc mayf Ifeyaajt faWtn-, tn laa£ kaar, tideUn tty «c aZaor JifUS CkriStiU ona<n,E~eer, ingaan- in, a& ttutvtyt vrcuyak j4m&t/ Dat zy rutfc in. n-atlc, /

D. t«i>«jb bo»» u o» .« *•' A»/ü fmtln l In. II. II. Otiteak !• nw« g«b«deu aa iDdar* |awl« w«rkM d« ii«l TAA uliger OKU HaoaBBnWAmDED FATKII

FR.

ANSCLMUS

EBBEN,

PIOVIICIAAl OEI m.DEfl8ROEllt»S-»ECOlUCT£l *»l ICOEIIUIÏ, IM MD* korUmodlge «lakt*, raoriwa raa «l* II. teervutMUB dar *l«r»»n.ieo, talm *» uoJfruubUf •rarl»d«a ID h»l klomur t* Weart, dan 4.en Jwiuwi 1S«1. D« iltepbMiWurd» ovvrUÜMM werd TM lya Jattfd «f t*t

UB lijn Jootl bamlod ilour l»J«r, dia Uwn kandt. lljj wu d»e I7.au OM. >MJ i» BMV^VM H»bor»a. N* ntt d*> ttettan uiUtaj; itluo U^ara (tuilifia TulalmJiiji) t« hftbb** UD

uat u/uuMtluiu la Vanrati, «ntvlag litj ta Maaatrlobt bat klaad dar «Ha r«o dan U. fraaclMtu dan 15.e* Oot. ll«i. Dan 19.«a Hurt 18(1 ward bit door Ufr. Fandla t* Ko*rmoDd prlMUr (•« üd. Ia |«ba*t «tja nriattarlüka !<M>pbuB toon.!* bji dd, in «IUi waarlijk era man uur Gotl» liu-t. .•«dart bat pravlaciul kaplital dar «rda, U 1171 gebood»», wu MJ, ondaak* iüa« iltad* t««kk« gaxondoaid, oMfecbraka* en m«l d*u maailaa lol aadu xiJH «rdtbroadar* warkXUD, gvduraDd* 'ofdan Jtraa tli BOTloaana««tar an g«daf»nda dria Ja*»» ala KinlUui, latdat btf d«a lO.aa A»g. las» tot prarlMlul 0fa»U gakoi». «ara. D.w awroU* mur swar* taak wanl ba» bij hat vaJ«Md« kaplttal Ja !••• op•toow opfadragw. Ealo. UrU auadM Uttr rlap d» Baat

rrwner-jXttt Itwu&ge ytvenleMf it**t

&fa>/'Jtat>jir &i£,ufiltr9**i tvaar favtuv 0v*rmynv jwtMdW t* <*» 1'Uffat w%l frtyn leven te fa&re», in* ' niyx hart fa wiMen tstftrtnórt ttt~»*yi t4 rnêftnim rêftng «f», ctoyvm imtxrf nty/***'x^f •(**+ vtfu*n\. &n l'cfr-atM'.en-ctaArl'if rt>*re9g***> &0M*f?**0& • i ftvfrt Da**€f-r-ê4<ü i* *ym~* m*n<£ kuJ*

Jni tjcbivftt tnijtTC AXCnioro/n})M£ri^jBn*Jiaivv ^k'fct&cn joTtitmtc xprBr«xjb*rn grttli.

. ^-«^

T*rxi,iti$. ^,^=j*«.'LÜ*'rfcU;jy)^.>-Yl/-^-u-ii—-^ -

Hff wu U| God «a da BMwob*» bamind; zijn na«ej»chl*oU U In iaga*l««, (Koolöi, i*, l.) Da racfatvaardlc*. al wordt lig door dao <looj verroit, id U ii»t ijjn. (VTijsU. 4, T.) Hij »«» MU go**' ** iacJ)tmo*Jij priettor, aolit««it*urdlfj T»n feta.li («diK ran ge-lruK. bekoorlijk io ijjo tpraken,

Taa njn Jaugd «f in «ila dmvdea gaoefeml. Zga mond d «eb t *>U*bald, en zUa loog npr*k «at rvcfat U. (H Macli. l», 11. Ft. 3fi, 30.)

Oelulvaa lija «ij «llan en Oad, boa liailiv aa i-Acbtvaardl| aa oabariiip«lyl( hij «oor OL» gawaeat la ; tio« lig — avaa «l« Ma vadaj- tij»* klnderan — Mn legotijk veriuuoaada

aa b*n>oadig«Dd«i OM i>eiwo»r, dut wij «uiüelaa loujen Coda «aardlr. di« »a> tot Xjla ril* au booriUkbaid piroei-ei. baaR. Wnl wfl vaa baui «elwrd aa ontvlogen «n §«ii»ora

BD j[Ml«a babbea. dooa wij tlit, an de Qod dei *radai ui met ooi tilo. (I. Thau. l, 10—11. Philip, t, B.} Wfl babbaa b*oa IfAmlad ; verlataa wij baai ni»t, J*a •adat «U bam d««r o n t a gatiailen bel liuJs <J« lleoroa

hebbaa doea biBMBffMa.

(U. Ambr.)

HÜB JaiMi, bMMiiurlisbaid I

Zoat U*rl tan aaiJB Jaiui. auk, dal ik U immer utaer bamlaoa. {L» dagaa aa 100 d»g« aflul, toepawalUk op da 11*1 au dw TAfaTuur».)

Drak TM Emm. SIDMU, *«*«-

12


7* de geleden der vrienden mirdt amtnole* DE ZIF.L VAN ZALIGER

WILHELMUS ERKELENS, ECHTGINOOT VAR

Gcrarda Pansler,

l

j_

&

Jezirs, M A R I A , ANNA. Cedent in mee gelede* de sul fan zaliger

GERARH PANSlEIt, weduwe

WILLEN ERKELEN3, huisvrouw van

geboren te, A)tfor«t, den 20 October 1817, en

Wtllem Hersten ,

leer onverwacht overleden te Berghareu ( den 12 April 1866 in den ouderdom van ruim

geboren te 'Bergharen , en aldaar met vol-

48 jaren. Veleb sterren haastig en onverwacht, want op ecu' aar dat men er niet aan denkt zal de zoon des men&cheu komen. Zalig ia hij die het aar des doods gestadig voor uogen heeft en zich dagelijks tot sterven bereid. Hoc goed en voonigtig handelt hij, die ia zijn leven dusdanig tracht te zijn gelijk hij bij zijn sterren bevonden wenscht te worden.

TH, A KEMP. LIB. c A p. 23 O Maria, op u stel ik mijn vertrouwen, op u vestig ïk mijne hoop.

koufenc ovcrgevine aan Gnds w i l . in den ouderdom van 60 Jaren, den 22 Januari) 1870 overleden.

Zij IcefJeu ia de vrce£e des Ilcercn, en zij zijn in vrede gestorven*. Tob. 14. Ach man eu vrietideu I W i l t gij geen dood vul bitterheid, Mankt voor üeu dood u wel bereid, o Wat kan er troostelijker ca aangenamer

xoor tleu mensen, zijti , dan oen goed ea zuiver geweten. II. Auj;. Wij bidden n , dat gij oos te hulp komt door iiiïc gebeden Hj God. llmn. XV: 80, opdut «ij des te eerder rufiteu in vrede.

Genadige Jezus.' geef hem de eeuwige rutt. AmenOme Fader. — Weet gegroet.

(jenailiye Jezus ! gi'ef hun de ccuiciyo rust Anten.

Te Nijmegen bij 3. F. KLOOSTERMAN.

^——————————;————m

>——————————————u Iedere volgende honderd prentjes worden toch steeds goedkoper. Het gebeurde in de vorige eeuw ook - u ziet er een voorbeeld van bij een van de afgedrukte prentjes - dat er voor de eerder overleden man of vrouw uit een oogpunt van zuinigheid of onmogelijkheid de kosten daarvan te betalen geen bidprentjes werden gedrukt. Dan werd er vaak bij het volgende overlijden van de achtergebleven man of vrouw ook de eerder overledene op hetzelfde bidprentje herdacht. Een soort eerherstel. Interessant is vaak de aanhef van de prent-

jes: 'gedenk in Uw gebeden de ziel van zaliger. ..'en dan 'huisvrouw van...' of gewoon 'vrouw van...' Werd de eerder overledene ook op hetzelfde prentje vermeld, dan was er meestal te lezen: 'en van derzelver echtgenote...' Vele doden hadden zich tijdens het lijden altijd geduldig gedragen en ook tijdig overgegeven en enkelen werden in het aandenken van bloedverwanten en vrienden aanbevolen. Jezus, Maria en Jozef werden aangeroepen en in sommige gevallen ook de H.Moeder Anna, daar waar deze b.v. de patrones was van de parochie zoals in Bergharen.

GcJrult bij LANGENIMM KN Cosir., (e Nijmegen.

Een enkel prentje is met de hand geschreven en soms ook door de pastoor ondertekend. Kijk naar het hierbij afgedrukte gedachtenisprentje van Henrica Segers, dat door de pastoor is geschreven en waar hij de betrokkene zelf aan het woord laat. Kennelijk in de stijl van die tijd (1845) en als beloning voor het goed leren van de Catechismus. Als reclame heeft de drukker er vaak zijn naam en woonplaats onder staan. Soms zie je er ook de naam van de koster, terwijl die toen er nog geen begrafenisondernemers dienst deden op het platteland - met de buurt de uitvaart regelde, en als koerier tussen pastoor en drukker fungeerde. Uit de vorige eeuw zijn er door allerlei bemiddelingen vele prentjes, diejarenlang in een oude doos of een la hebben gelegen, boven water gekomen. Toch heb ik de indruk, dat lang niet alles voor de dag is gekomen. Onze vereniging houdt zich graag aanbevolen en zal er dan voor zorgen, dat ze aan de bestaande verzamelingen worden toegevoegd. U ziet hier verder een zevental afdrukken van prentjes uit de vorige eeuw, waarvan zes doodprentjes en een gedachtenisprentje

13


voor vlijt in de Christelijke leer. Onder de bidprentjes zijn er twee van gewezen burgemeesters van Bergharen, die beiden op 35jarige leeftijd overleden. Voor bijzondere prentjes wordt gaarne ruimte in ons blad beschikbaar gesteld.

14


H. Croonen

De St. Victorschool Afferden beschikte over een 2-klassige Openbare Lagere School op Het Hoog.

In de twintiger jaren van deze eeuw was het aantal leerlingen dermate opgelopen, dat slechts de jongens en enkele meisjes deze school konden bezoeken; de meeste meisjes uit Afferden moesten dagelijks naar de zustersschool in Deest lopen. Het kerkbestuur had deze toestand reeds jaren met lede ogen aangezien, doch het opzetten van een Bijzondere Lagere School was vóór 1920 niet mogelijk, daar het onderwijzend personeel toen uit de kerkekas betaald had moeten worden. Gelukkigerwijze kwam hierin verandering toen in 1920 de Lager Onderwijswet werd aangenomen, waarbij het Openbaar en Bijzonder Onderwijs in financieel opzicht werden gelijkgesteld, zodat van beide onderwijsinrichtingen de onderwijzerssalarissen door de Staat betaald zouden worden. Het Kerkbestuur vatte in september 1922 het plan op om een Zustershuis, Lagere School en een Bewaarschool te bouwen. Er werd menigmaal gecorrespondeerd met en gereisd naar verschillende Congregaties, o.a. Moerdijk, Veghel, Neerbosch, Schin op Geul, maar alles tevergeefs. Om deze onderwij saangelegenheid tot een goede oplossing te brengen, werd in januari 1923 de hulp ingeroepen van de hoofdinspecteur van het R.K. Lager Onderwijs in de persoon van

Gebr. Renckens

Wijchen

G. Dekkers

Druten

J.H. Braam P. v.d. Weerden

Nijmegen

W. v.d. Hurk Fa. Arts-Roei of s Tijssen-Kellendonk

Druten

A. Dericks Gebr. van Mameren

Afferden Wijchen Weurt Alphen Tiel

rector Nabuurs te 's-Hertogenbosch. Er werd besloten, dat een Lagere School en een Bewaarschool voor jongens en meisjes zouden worden gesticht. De Lagere School zou bestaan uit 5 lokalen en de Bewaarschool uit 2 lokalen. Als architect werd aangewezen de heer Jan Stuyt te 's-Gravenhage met wie aanstonds contact werd opgenomen. Op 12 juli 1923 hadden de eerste besprekingen plaats met het Gemeentebestuur van Druten. Nadat de Gemeente, de Provincie en het Bisdom hun goedkeuring hadden gegeven, kon reeds op 4 september 1923 de aanbesteding plaats vinden en wel vóór de middag om half twaalf in het café van Cornelis van Mulukom, genaamd 'de Tramhalte', thans Café Megens. Wegens ernstige ziekte van pastoor J. Eycken, werden door het kerkbestuur en architect de verdere besprekingen inzake de gedane inschrijvingen gehouden op de kamer van de kapelaan, gelegen tegenover de ziekenkamer. Er werd ingeschreven als volgt:

Lagere School

Bewaarschool

f. 30.975,00 30.700,00 29.964,00

f. 24.165,00 22.650,00 22.900,00 24.838,00 23.540,00 21.998,00 21.369,00

31.925,00 29.725,00 29.500,00 29.000,00 27.727,00 26.825,00

23.548,00

21.050,00 15


Openbare Lagere School op 't Hoog met rechts daarvan het schoolhuis anno 1912.

De laagste inschrijver op beide scholen was dus de Fa. Gebr. van Mameren uit Tiel en hen werd op 7 september 1923 het werk gegund met dien verstande, dat het werk op l april 1924 zou moeten worden opgeleverd. Als opzichter werd aangesteld de heer Willem Kuikens te 's-Gravenhage op een salaris van Ć’ 250,-- per maand, waarvan Ć’ 140,voor rekening van de Gemeente. Door de aannemer werd direct met de bouw aangevangen en het werk vorderde zo snel, dat reeds met Kerstmis 1923 beide scholen onder de kap waren. Winterse weersinvloeden vertraagden echter de afwerking langer dan was voorzien, doch op 28 april 1924 konden beide scholen ingezegend worden door pastoor J. Eyckenenop l mei 1924 voor het gebruik worden opengesteld. De school werd toegewijd aan St. Victor, patroon der parochie, waarvan de beeltenis tot 1984 toe aan de voorgevel, gelegen aan de Koningstraat, sierde. Ter herinnering aan de opening werd in de hal van de Lagere School een marmeren gedenkplaat aangebracht met het opschrift: Van deze school werd de eerste steen gelegd op St.

16

Victordag 1923 door R.D. J.M.C. Eycken, Pastoor dezer parochie. Op de in de Bewaarschool aangebrachte gedenkplaat stond: Van deze school werd de eerste steen gelegd op den feestdag der H.H. Engelbewaarders door R.D. J. M. C. Eycken, Pastoor dezer parochie. Beide gedenkplaten, alsmede de beeltenis van St. Victor zijn mee verhuisd naar de nieuwe St. Victorschool gelegen aan de Gaard. Het tegenover de kerk gelegen schoolhuis, kwam in 1927 gereed en werd eveneens gebouwd onder architect Stuyt. In de oorlogsjaren werd de school ingericht als noodhospitaal, zowel voor burgers als militairen. Buiten de school had men het terrein gemarkeerd door een groot wit doek met daarop het rode kruisteken. Zo kon door vliegtuigen vanuit de lucht worden waargenomen, dat er zich in de buurt een hospitaal bevond en deze omgeving ontzien moest worden bij eventueel te plegen oorlogshandelingen. Hieraan hebben wij het misschien te danken, dat de St. Victorschool tijdens de oorlog '40-45 zo weinig oorlogs-


NIEUWSBRIEF

MEI 1986

JAARVERGADERING Het bestuur van de Historische Vereniging Tweestromen land heeft het genoegen U uit te nodigen voor het bijwonen van de jaarlijkse algemene vergadering, die zal plaatsvinden op woensdag 14 mei 1986. De samenkomst is in 'Zaal Sterrebos' Kasteellaan 4-6 te Wijchen, aanvang 19.30 uur. Aan de achterzijde bij het gemeentekantoor is voldoende parkeergelegenheid. Agenda 1. 2. 3. 4. 5.

Opening Verslag van de algemene jaarvergadering van 9 mei 1985 Ingekomen stukken Jaaroverzicht van de voorzitter Jaarverslag over 1985 (wordt ter vergadering uitgereikt, zie ook de mededeling in deze Nieuwsbrief.) 6. Financieel verslag 7. Bestuursverkiezing 8. Benoemingen in commissies en secties. Kandidaten voorcommissiewerk kunnen zich aanmelden tijdens de vergadering 9. Wat verder ter tafel komt 10. Rondvraag 11. Sluiting.

Hierna volgt een korte pauze voor nadere kennismaking onder het genot van een kopje koffie. In het tweede gedeelte van de avond wordt een lezing gegeven. De heer N.A. Hamers uit Malden, voorzitter van de Ned. Gen. Ver. afd. Kwartier van Nijmegen, oud docent geschiedenis aan de P.A. te Nijmegen, zal een lezing verzorgen met een genealogische inslag, welke echter ook voor nietgenealogen interessant zal zijn, omdat enkele stukjes kerkelijke geschiedenis aan de orde komen. Het bestuur van Tweestromenland beveelt deze lezing bij iedereen aan. De heer A. van den Heuvel uit Winssen zal aanwezig zijn met een gedeelte van zijn bidprentjescollectie. Op deze avond zal hij vooral bidprentjes uit Wijchen laten zien. Deze expositie is voor aanvang van de jaarvergadering en tijdens de pauze te bezichtigen.


Jaarverslag 1985 Het verslag van de jaarvergadering van 9 mei 1985 is aanwezig op de vergadering van 14 mei a.s. Personen die het op prijs stellen dit verslag in hun bezit te hebben kunnen dit bestellen bij de secretaris van de vereniging. Toezending geschiedt na 14 mei.

Streekdocumentatie centrum In overleg met de medewerkers van het documentatiecentrum is besloten het centrum tijdens de vakantiemaanden juli en augustus te sluiten. De eerste opening is gepland op woensdag 3 september 1986 vanaf 14.00 uur tot 17.00 uur. Bericht uit de Topografisch Historische Atlas

Mevr. Elzen-van Oijen te Dreumel, watersnoodfoto's uit Wamel en Leeuwen; Mevr. B. van Geffen-Daanen te Alphen, foto's van het stoomgemaal en de veerpont bij Alphen; Heer J.A. Glaap te Malden, foto uit Beuningen; Mevr. van Hellemondt te Wamel, watersnoodfoto's uit Wamel; Mevr. Jagtenberg-van Schalk te Alphen, foto uit Alphen; Heer P. de Jong te Deest, foto's uit Deest, Afferden en Maasbommel; Heer J. Klarenbeek te Druten, watersnoodfoto's uit Druten en Leeuwen; Mevr. Peters-Wessels te Wijchen, foto's uit Leeuwen; Heer C. Sengers te Ben. Leeuwen, watersnoodfoto uit Ben. Leeuwen; Heer Th. van Sommeren te Boven Leeuwen, foto's uit Boven en Ben. Leeuwen; Heer J. van Zoelen te Druten, foto's uit Druten.

Naar aanleiding van de fototentoonstelling over de Watersnood van 1926 hebben veel Allen worden nog eens zeer hartelijk bemensen hun oude foto's weer eens nagezocht op plaatjes over die ramp. Dat leverde allerlei dankt. nieuw materiaal op, niet alleen over de watersnood. Gelukkig waren velen bereid ons die foto's in bruikleen af te staan. Een enkele foto werd ons zelfs geschonken. Hieronder vermelden wij al die mensen in alphabetische In juni van dit jaar gedenkt Altforst zijn 85Ojarig bestaan. volgorde:

Mevr. Bernts-de Wit te Horssen, watersnoodfoto's uit Boven en Beneden Leeuwen; Heer J. van Dinter te Dreumel, foto van Dreumel;

Er bestaan plannen om bij die gelegenheid de door ons verworven dia's van meester Smolders te vertonen. Meer kunnen wij hier nog niet mededelen.

OUD MAAS EN WAAL IN BEELD Deze aflevering van de rubriek kan helaas maar zeer kort zijn. Wij hebben over de foto's nr. 4 en 5 geen bericht ontvangen. Dat komt misschien ook doordat er bij de aflevering in het vorige tijdschrift geen adres en geen telefoonnummer waren vermeld. Dit abuis wordt bij deze hersteld. U kunt Uw inlichtingen sturen naar: C. Visser, Hoogstuk 62, 6651 ER Druten, telefoon: 08870-4204.

Natuurlijk gaan wij door met het plaatsen van foto's. Hier volgen de nummers 6 en 7.


9 °)0j


Ki'-'^S;^'L:-:-:-®^--^SS:'"""v^S:i':': ^SÏ^-S-Ï?' '38K3

iiiiiiiPÉisïiiiii


De St. Victorschool na de gereedgekomen verbouwing in 1954. schade heeft opgelopen. op 5 oktober 1984 had de oplevering plaats. De school werd in 1954 nog uitgebreid met De totale stichtingskosten bedroegen ca. een leslokaal en een dokterskamer (kosten ƒ 1.600.000,-. Op 14 november 1984 vond ƒ 38.000,-). Daarbij werden lagere school en de officiële opening plaats door burgebewaarschool tot één bouwwerk aaneenge- meester H.J. Geurts van Druten in het bijzijn voegd. Later kreeg de school nog een flinke van vele genodigden, ouders en kinderen. In opknapbeurt (centrale verwarming, aange- de openingsweek daarna was er onder anpaste inventaris, bouw rijwielberging, zand- dere een theaterdag voor de kinderen o.l.v. bakken en vernieuwing sanitaire voorzienin- het Scapinoballet, een muziekmorgen o.l.v. gen). de Streekmuziekschool, terwijl de open daOp 11 oktober 1974 werd op plechtige wijze gen met de daaraan gekoppelde foto-expohet 50-jarig bestaan van de school herdacht sitie omtrent het onderwijs in Afferden zeer met o.a. een plechtige H. Mis, een gezamen- druk bezocht werden. In de hal van de school lijke broodmaaltijd, jeugdkermis, de op- werd ter herinnering aan deze opening een voering van de jeugdmusical 'De Groene Mankunstwerkje geplaatst, voorstellende: 'Een 4netjes', en de meisjes van de K.P.J. gaven nog jarige kleuter en een 12-jarige scholier reiken elkaar een uitvoering van een russische dans ten de hand'. Met dit gebaar brengen zij tot uitbeste. Tevens werd het feit herdacht, dat drukking, dat de integratie van het kleuterAfferden toen 50 jaar over Bijzonder Onder- onderwijs in het basisonderwijs een feit is. wijs beschikte. Niet lang daarna om precies te zijn oktober De oude St. Victorschool werd in 1985 ge1975 hadden de eerste oriënterende bespredeeltelijk afgebroken en op deze plaats werkingen plaats met inspecteur De Jong over den 4 woningen gebouwd, terwijl het overde mogelijkheden tot nieuwbouw te komen. eind gebleven gedeelte door de Gem. Druten Wat niemand had durven te voorzien was het is verhuurd als opslagruimte. feit, dat het 9 jaar zou duren eer de nieuwe school, een ontwerp van Architectenbureau Bronnen: Parochiememoriaal R. K. Kerk St Victor & Gezellen. Van Thiel en Boersma uit Wijchen, gereaArchief St Victorschool Afferden. liseerd kon worden. Op 12 maart 1984 werd door de fa. Oosterhout uit Wijchen met de bouw begonnen en

17


Johan van Os

DREUMELSE ARTS OP EEN HOGE POST Dokter HJ. Lubberman (1873-1934) In het 'Katholiek Sociaal Weekblad' van 21 mei 1904 staat de volgende oproep te lezen: 'Te Dreumel (bij Tiel) wordt gevraagd met ingang van l juli a. s. een GEMEENTE-ARTS. Aan die betrekking is verbonden eene jaarwedde van f 850,—, waarvoor de te benoemen titularis kosteloos zal moeten verrichten de armenpraktijk, de doodschouw en de vaccinatiën. In den loop van den zomer wordt voor den functionaris eene nieuwe woning gebouwd. Sollicitatiestukken vóór 25 mei a. s. portvrij in te zenden aan den Burgemeester.' De burgemeester van Dreumel te dien tijde is een haastig man. Zijn naam, G. van Eijseren, is niet ongeschikt om een nieuw tijdperk in te luiden. De houten zeilschepen op de rivier worden door plaatijzeren stoomboten vervangen. Het oude wagenmakerswerk ondervindt de eerste concurrentie van het automobielbedrijf. Van Eijseren moet trouwens in Maas en Waal zelf de eerste zijn geweest die paard en rijtuig op stal liet staan en gemotoriseerd te veld trok. Al in 1902 vinden we hem vermeld op de lijst van vergunningshouders voor een motorrijtuig op benzine - een lijst waarop toenmaals nagenoeg alleen vorsten en grote fabrikanten werden aangetroffen. Hij heeft nummer 160 en zijn wagen is 2,58 meter lang en 1,48 breed.

Karige wedde Bij het aanstellen van een gemeente-arts, in Dreumel ook al een novum, betracht Van Eijseren zijn eigen tempo. De oproep verschijnt 21 mei en 25 mei moeten de sollicitatiestukken binnen zijn. Ze komen nog ook. Op 19 mei 1904 is in Groningen H J. Lubberman afgestudeerd als arts en hij laat zijn kans niet schieten. Op l juli moet hij te Dreumel in functie getreden zijn en ongetwijfeld heeft Van Eijseren gezorgd dat de beloofde dokterswoning toen ook opgeleverd was. Ondanks het feit dat de 31-jarige dokter vrij wonen krijgt, isdejaarweddevan/850,--aan de karige kant, hoewel van Eijseren zelf als

18

burgemeester van Dreumel niet veel méér verdiend zal hebben. Lubbermans collega's in Druten - Dokter R. Piters en dokter H.

Hoho, die de functie van gemeentegeneesheer in het begin broederlijk deelden - toucheerden ieder/650,— per jaar, maar woonden wel op eigen kosten. Geen van tweeën vond zijn salaris hoog genoeg en hun voorganger - dokterJ.B.C. Sauter op Boldershofhad in 1890 het gemeentebestuur van Druten al onder ogen gebracht dat er elders veel beter werd betaald. In de memorie van toelichting bij zijn bezwaarschrift noemde Sauter voor Wamel (5000 inwoners) een jaarwedde van ƒ 1250,— met vrij huis en tuin (genoten door dokter A.W. van Haagen). Winssen (met 2000 inwoners) betaalde dokter J.H. Bouwdijk Bastiaanse ƒ 1000,-- per jaar vast geld, gaf bovendien ƒ 5,-- voor iedere armlastige bevalling en ook daar had de gemeente-arts vrij wonen, in 1890 dus al. In Wijchen stonden dokter GJ. Schouten en later P. Ruys van Dugteren bij een inwonertal van

4000 op een salaris van ƒ 1200,—, maar daar kwam in feite nog eens ƒ 300,-- bij voor mevrouw M. Stroothuijs-Scheers, de vroedvrouw, en later voor mevrouw A. Weved'Haens, in dezelfde functie.

Medische bezetting Uit het salarislijstje van dokter Sauter kunnen we meteen zo'n beetje de medische bezetting van Maas en Waal anno 1890 aflezen. De enige plaats die hij mist, isBeuningen, waar in


1887 de plattelands heel- en vroedmeester F. Capelle blijkt te praktizeren. Appeltern krijgt zijn arts pas begin 20ste eeuw, in de persoon van de op sociaal-medisch gebied opvallend actieve dokter N. Ypma, die jarenlang als enige Maas en Waalse arts - in eendrachtige samenwerking met de Wamelse timmerman F.A. van Hellemondt en de Drutense industrieel J. Renckens - deel uitmaakt van de in Tiel gevestigde Gezondheidscommissie. En Dreumel mag dan in 1904 HJ. Lubberman begroeten. Naast de gemeentelijke praktijk, die enkel uit armenzorg, koepokinentingen en lijkschouw bestaat, is er voor hem een groot en vrijwel concurrentieloos werkterrein weggelegd. Zijn naaste medische buren zijn dokter H.L. Braam in Rossum (of diens opvolger), A.W. van Haagen in Beneden-leeuwen en N. Ypma in Appeltern. Wat hij aan zijn Dreumelse jaarwedde tekort denkt te komen kan hij makkelijk aanvullen onder 'particulierepatiĂŤnten' in Heerewaarden, een deel van Wamel en in Alphen, zonder collega Wiegersma vanZjM in de wielen te rijden.

Naar de Peel Maar Lubberman is noch op een grote praktijk noch op geld uit. De Dreumelse arts zoekt het bij de armsten der armen. Van 1904 tot 1913 - een jaar of negen - blijft hij werkzaam in de Zak van Maas en Waal en dan houdt hij het voor gezien: misschien is Dreumel met zijn rijke dorpspolder hem te welvarend geworden. In 1913 vertrekt Dr. HJ. Lubberman naar de Peel, waar hij per l februari in Venray de betrekking van tweede geneesheer aan de pas in 1908 geopende inrichting voor vrouwelijke krankzinnigen, Sint Anna, aanvaardt. Nog geen twee jaar later komt de eerste geneesheer van Sint Anna, Dr. Goossens, te overlijden en wordt Lubberman tot directeur van het jonge gesticht benoemd. 'In voorbeeldige samenwerking met moeaer Ckrysante', schrijft Jacques Schreurs in 'Een Halve Eeuw Sint Anna Venray ', 'wist hij Sint Anna zonder schok afstoot door de zeer moeilijke oorlogsjaren heen te sturen en dapper het hoofd te bieden aan de niet geringe problemen van voedselschaarstej personeels- en materiaaltekort welke die tijd meebracht.'

HJ. Lubberman

Rij ksinspecteur Het verblijf van Dr. HJ. Lubberman te Venray heeft nog korter geduurd dan zijn werkzaamheid in Dreumel. Op l augustus 1919 werd hij benoemd tot Inspecteur van het Staatstoezicht op Krankzinningen - een hoge rijksfunctie - en de benoeming van de Dreumelse arts op deze post is des te opmerkelijker, omdat hiervoor sinds de instelling van het Staatstoezicht in 1842, onder de bekende Prof. D r. J.J. C. Schroeder van der Kolk, alleen geprofileerde figuren met een academisch specialisme of een lange staat van dienst in het krankzinnigenwezen werden uitverkozen. Lubberman deelde de functie (er waren altijd twee inspecteurs) met Dr. J.H. Schuurmans Stekhoven, voordien geneesheer aan het gesticht te Ermelo en aan Huize Dennenoord te Zuidlaren. In de 'Geschiedenis van het Staatstoezicht op Krankzinnigen' door Dr. P. van der Esch wordt Lubberman geprezen als 'een stille maar harde werker'. Hij heeft veel gedaan om het peil van

19


De dokterswoning te Dreumel, Rooysestraat 5J. Eerste bewoner: H J. Lubberman. De erker aan de linkerzijde is naderhand afgebroken. geneesheren en verplegend personeel in de 'zeer heeft lief gehad'. Die woorden zijn helegestichten te verheffen, terwijl hij zelf toch maal in overeenstemming met wat Jacques maar als een gewone dorpsarts aan zijn taak Schreurs in eerder aangehaald gedenkboek begonnen was. Op Lubbermans aandringen over hem schrijft: is er in 1928 een Vereniging van R.K. Ge'Daartegenover echter lijdt Sint Anna in 1919 een stichtsbesturen opgericht (waarbij ook Bolmoreel verlies, doordat het Rijk dokter Lubberman, dershof in Druten zich aansloot), omdat an- de man die zich voor de verbetering van de financiĂŤle positie der inrichting zo krachtig had inders 'deze belangrijke categorie van gestichten betreffende eventueele nieuwe maatregelen van be- gezet, als inspecteur van het krankzinnigenwezen stuur, voorgestelde wetsontwerpen, aanwijzingen in opeiste. Een deel van zijn hart op Sint Anna commissies enz.' '(Eerste Jaarboek der Vereeniachterlatend, verliet hij zijn post als geneesheerging', \ 929) gewoon geen stem in het kapittel directeur. ' had, laat staan een vuist kon maken. Lubberman wist ook de katholieke gestichtsartsen tot samengang in een vereniging te be- Naschrift Wellicht zijn er enkele personen onder de wegen. Dreumelse bevolking, die nog herinneringen Grafschrift hebben aan de dokter. Herinneringen en De arts die zijn uitzonderlijke loopbaan in anecdotes zijn bij de redactie zeer welkom. Dreumel begon, is niet oud geworden. Hij stierf, op 61-jarige leeftijd. Hij werd begraven op het kerkhof van Sint Anna in Venray, het gesticht dat hij, zoals zijn grafschrift zegt,

20


Ton Tieten

Dijkgraven van Groot Maas en Waal en hun voorgangers Het polderdistrict Groot Maas en Waal is ontstaan na een proces van samenvoeging en concentratie dat enkele tientallen jaren geduurd heeft. Dit proces wordt als het ware afgerond en bekroond door de verhuizing van het district naar het meer centraal gelegen Druten in de achter ons liggende maand (april 1986). De redactie van Tweestromenland heeft gemeend op haar eigen wijze aandacht te moeten schenken aan dit feit. Over de diverse ambts- of districtshuizen is in het verleden al het nodige geschreven en zal dezer dagen nog meer geschreven worden. De redactie heeft daarom, uit een aantal mogelijke onderwerpen, gekozen voor een ander onderwerp: publikatie van lijsten van voorgangers van de huidige dijkgraaf, drs A.Th.J.M. Burgers, vanaf 1795. Bovengenoemd proces van concentratie is samengevat in onderstaand schema; de hoofdletters tussen haakjes achter de namen van de polderdistricten verwijzen naar de verderop volgende lijsten van dijkgraven.

Rijk van Nijmegen (A) (...-1944)

Rijk van Nijmegen en Maas en Waal (C) -, (l 944-- 1969)

Land van Maas en Waal (B) (... - 1944)

Maas en Waal (D) (1969-1981) ' Circul van de Ooy (F) (...-- 1958) Millingerwaard

Bommelerwaard boven de Meidijk (H) (...-1969;

Circul van de Ooy en Millingen (G) (l 958--1969)

Groot Maas en Waal (l982-heden) (E)

Bommelerwaard (J) (1969-1981)

Bommelerwaard beneden de Meidijk (I)

(... --1969)

21


Er is gekozen voor de beperking: vanaf 1795, om praktische redenen. Dijkgraven van voor die periode opnemen zou teveel ruimte in dit tijdschrift in beslag nemen. Bovendien zijn er al enkele lijsten van de periode van voor 1795 gepubliceerd. Voor het Rijk van Nijmegen kan verwezen worden naar de meer dan voortreffelijke publikatie van mevr. dr. A.J. Maris, mevr. E. Peters en M. Dongelmans: Lijst van burggraven en richters, ca. 1165-1795, in: 'Het Valkhof te Nijmegen', Catalogus van het kunstbezit van de Gemeente Nijmegen, nr. 3, Nijmegen 1980. Zeker vanaf de tweede helft van de veertiende eeuw is deze lijst ook te beschouwen als een lijst van dijkgraven. Zoals in het Land van Maas en Waal de functies ambtman, richter en dijkgraaf in een persoon verenigd waren, zo combineerde men in Nijmegen de functies burggraaf, richter en dijkgraaf. Voor het Land van Maas en Waal verwijzen we naar: H. Manders, 'Het land tussen Maas en Waal', Nijmegen 1952. Manders geeft een lijst van ambtmannen van Maas en Waal, welke lijst echter zo langzamerhand aan herziening en uitbreiding toe is. Wie zich er aan wil wagen kan bovengenoemd artikel in 'Het Valkhof te Nijmegen' als voorbeeld nemen. De redactie houdt zich aanbevolen voor publikatie in dit tijdschrift. Enkele opmerkingen zijn hier nog op hun plaats. In de Franse Tijd geschiedde de benoeming tot dijkpresident (de Fransen hadden een afkeer van adellijke benamingen) door het Departementale Bestuur van Gelderland of van de Monden van de Rijn, na een voordracht door de heemraden. Na de Franse Tijd werd de gang van zaken als volgt: de polderbesturen stelden een lijst van aanbeveling op van drie personen. Van deze personen werd vereist dat zij in het betrokken gebied woonachtig waren en dat zij er een bepaalde hoeveelheid grond bezaten. Van het laatste vereiste werd wel eens ontheffing verleend. De staat van aanbeveling ging naar Provinciale Staten; Provinciale Staten stuurden vervolgens een voordracht op naar de minister van Binnenlandse Zaken, later naar de minister van Waterstaat. Deze nam de feitelijke beslissing over de benoeming; de

22

formele benoeming volgde per Koninklijk Besluit, hetwelk naar Provinciale Staten gestuurd werd. Vervolgens legde de nieuw benoemde dijkgraaf de ambtseed af. Een afschrift van het K.B. werd naar het polderbestuur gestuurd. Uit een aantal bewaard gebleven staten van aanbeveling kan men afleiden dat de eerste keus van de heemraden vrijwel altijd uiteindelijk dijkgraaf werd, meestal iemand uit eigen kring. Van de dijkgraven uit Maas en Waal en Rijk van Nijmegen worden ook de personalia gepubliceerd, omdat deze uitsluitsel geven over familiebanden tussen dijkgraven onderling en informatie opleveren over het milieu waaruit de dijkgraven afkomstig zijn. Voor gebieden die buiten het werkgebied van Tweestromenland liggen en voor de periode na 1944 worden alleen namen en ambtsjaren vermeld. In perioden dat er geen dijkgraaf was, werd diens functie waargenomen door de oudste heemraad. Er is van afgezien deze fungerende of waarnemende dijkgraven op te nemen in onderstaande lijsten.

A. Dijkgraven Rijk van Nijmegen 1. Jan Engelbert Sanders van Well, ged. rk Nijmegen 19.7.1739, grootburger van Nijmegen 4.3.1762, een der drie burgemeesters van Nijmegen (1795), dijkpresident Rijk van Nijmegen (1795-1801), dijkpresident Circul van de Ooy (1801-1807), richter Stad en Rijk van Nijmegen (1795-1802), rentmeester Nationale Domeinen (1802-1803), burgemeester van Nijmegen (1807-1810), notaris (1811), overl. Nijmegen 6.4.1814, zoon van Evert Sanders van Well, notaris, rentmeester, procureur, en van Joanna Aleijda Pleunissen; oudertr./tr. (1) Nijmegen 24.1/7.2.1762 Bernardina Adriana Francisca Gotinck, geb. Warnsveld, begr. Nijmegen 20.12.1763, dochter van Willem Lubbertus Gotinck en van Alijda van Elzenbroek; ondertr./tr. (2) Nijmegen 3.6./l 7.6.1764 Wendelina van Bennekom, geb. Leeuwen, ged. rkPuiflijk25.6.1742, overl. Nijmegen 15.10. 1811, dochter van Willem van Bennekom en


Joanna Gurp. J.E. Sanders van Well werd voor het eerst

genoemd als dijkpresident van het Rijk van Nijmegen in januari 1795. De exacte datum van zijn benoeming of uitverkiezing is niet achterhaald. Hij kreeg eervol ontslag van het Departementaal Bestuur van Gelderland op 8 november 1802 (bij missive d.d. 19.8. 1802).

2. Jhr mr Willem Engelen, geb./ged. Arnhem 3/15.4.1754, advocaat Hof van Gelderland, land-, dijk- en gerichtsschrijver Rijk van Nijmegen vanaf 1777, raad en schepen van Nijmegen (1790-1794) dijkpresident/dijkgraaf Rijk van Nijmegen (1802-1827), lid Provinciale Staten van Gelderland, overl. Nijmegen 2.2.1837, zoon van mr Willem Engelen ord. raad, later president van het Hof van Gelderland, stadhouder van de lenen, en van Nalida Johanna Brantsen; tr. Utrecht 25.6.1782 Laurentia Clara Elisabeth van Dam, vrouwe van Pijlsweert, geb./ged. Utrecht 12/14.8.1760, overl. Nijmegen 13. 10.1832, dochter van mr Jacob heer van Isselt en Pijlsweert, en Aletta Francina Buyck. Mr W. Engelen werd door het Departementaal Bestuur van Gelderland benoemd tot dijkpresident op 8 november 1802 (bij missive d.d. 6.10.1802), hem werd eervol ontslag verleend bij Koninklijk Besluit van 16 augustus 1827 (K.B. 1827, nr 102). 3. Johan Derk graaf van Rechteren, heer van Arnhem, geb. Appeltern 22.6.1799, waarnemend dijkgraaf Rijk van Nijmegen (18291837), dijkgraaf Rijk van Nijmegen (18371840), gouverneur van Drenthe, daarna van Overijssel, Staatsraad i.b.d., lid Raad van State (1847), overl.'s-Gravenhage 4.12.1886, zoon van Rudolph Christiaan van Rechteren, dijkgraaf van Maas en Waal, en van Anna Elisabeth van der Capellen; tr. (1) Velp 15.11.1826 CivĂźe Susanne Jeanne Adolphine barones van Hardenbroek, geb. Velp 30.6.1804, overl. op 't Loo 14.1.1840, dochter van baron Govert Jan Adolph, en van Justine barones van Spaen; tr. (2) 's-Gravenhage 8.6.1847 Elisa Martha gravin van Limburg Stirum, geb. Wexford in Ierland 1.2.1803, overl. 's-Gravenhage 17.3.

Het districtshuis van het Polderdistrict 'Rijk van

Nijmegen en Maas en Waal', Wilhelminasingel/ Oranjesingel te Nijmegen. 1890, dochter van graaf Frederik Willem, en van Elisabeth Richards of Rathaspeck. J. D. van Rechteren werd benoemd tot waarnemend dijkgraaf bij besluit van de gouverneur van Gelderland d.d. 30 jan 1829 (besluit nr 583/23). Zijn definitieve benoeming tot dijkgraaf liet lang op zich wachten, vanwege de moeilijkheden met BelgiĂŤ in die tijd. Op 20 januari 1840 werd hem eervol ontslag verleend.

4. Mr dr litt. Roeland Scheers van Harencarspel, geb./ged. Nijmegen 7/16.8.1795, advocaat, rechter plv. te Nijmegen, dijkgraaf Rijk van Nijmegen (1840-1853), lid gemeenteraad Nijmegen, lid Provinciale Staten van Gelderland, lid Tweede Kamer (1842-1848), overl. Malden 2.9.1853, zoon van Frederik Justus van Harencarspel, predikant, achtereenvolgens te Acquoi, Oudkarspel, Beemster, Kampen, en te Nijmegen (vanaf 1782),

en van Johanna Scheers; tr. Nijmegen 22.4.1830 Johanna Cornelia

23


Dietz, geb./ged. Nijmegen 22.9./1.10.1806, overl. Zuilen 1.3.1855, dochter van Wilhelmus Dietz en Anna Catharina ten Boven. R. Scheers van Harencarspel werd tot dijkgraaf benoemd op 23 april 1840 (K.B. nr 70); hij bleef dijkgraaf tot aan zijn dood op 2 september 1853. 5. Hendrikus van Koolwijk, geb. Winssen 25.4. 1800, landbouwer, burgemeester van Ewijk en Winssen, lid Provinciale Staten van Gelderland, dijkgraaf Rijk van Nijmegen (18541875), rentmeester Hoogadellijk Huis Doddendaal, overl. Ewijk 23.4.1885, zoon van Joannes (of: Jan Hendrik) van Koolwijk, landbouwer, burgemeester en secretaris van Ewijk, rentmeester Hoogadellijk Huis Doddendaal, en van Henrica de Wildt;

tr. Ewijk 29.4.1825 Maria van Welie, geb. Winssen 4.5.1802, overl. Ewijk 3.4.1846, dochter van Wilhelmus van Welie en Joanna Maria LibottĂŠ. H. van Koolwijk, tot dijkgraaf benoemd d.d. 17 maart 1854 (K.B. nr 72); eervol ontslag verleend op 15 april 1875 (K.B. nr 11).

benoemd op 15 april 1875 (K.B. nr 11); hem werd eervol ontslag verleend op l mei 1889.

7. Pieter Hendrik Noorduijn, geb. Nijmegen 3.9.1836, margarinefabrikant onder fa Timmerman en Co. te Nijmegen, dijkgraaf Rijk van Nijmegen (1889-1911), regent van de beide weeshuizen te Nijmegen, overl. Nijmegen 20.3.1917, zoon van Jan Matthijs Noorduijn, koopman, en van Petronella

Hendrica Dronsberg, tr. Druten 31.7.1862 Alberta Pelgrina Janna Carolina Maria Meijer, geb. Druten 1.7.1842, overl. Nijmegen 28.5. 1908, dochter van Jan Meijer, en van Catharina Johanna de Kat. P.H. Noorduijn, benoemd tot dijkgraaf 15 juni 1889 (K.B. nr22), eervol ontslag 28 februari 1911 (K.B. nr 89). 8. Wilhelmus Joannes Josephus Verstraaten geb. Beuningen 8.7.1856, burgemeester van Beuningen, lid Provinciale Staten van Gelderland, dijkgraaf polderdistrict Rijk van Nijmegen (1911-1923), president RK Armbestuur en Broederschappen van O.L. Vrouwe van Bijstand, overl. Beuningen 9.3.1923; tr. Antoinette Adriana Leijten. W.J.J. Verstraaten werd op l juli 1911 tot dijkgraaf benoemd (K.B. nr 228); hij bleef dijkgraaf tot aan zijn dood op 9 maart 1923.

6. Mr Reinier van Harencarspel, geb. Nijmegen 4.5.1832, lid gemeenteraad Nijmegen, dijkgraaf Rijk van Nijmegen (1875-1889), overl. Dresden 11.8.1906, zoon van Roeland Scheers van Harencarspel, en van Johanna 9. ReinerusJohannes Bruijsten, geb. Nederasselt Cornelia Dietz; 15.10.1872, landbouwer, dijkgraaf Rijk van tr. 1) Nijmgen 27.5.1857 Adriana Jacoba Wilhelmina Steens Zijnen, geb. Heusden 28.10. Nijmegen (1923-1944), overl. Overasselt 1836, overl.Nice(dep. Zee-Alpen)21.2.1907, 14.11.1961, zoon van Jacobus Joannes dochter van Jan Pieter Willem Laurens Bruijsten, landbouwer, en van Maria Joanna Steens Zijnen, en van Wilhelmina Agnes Arts; tr. Overasselt 9.5.1904 Theodora Catharina Snoeck; gescheiden van tafel en bed bij vonnis van de arrondissementsrechtbank (vArb) Jaspers, geb Nederasselt 29.4.1882, dochter Nijmegen 13 april 1875, echtscheiding bij van Petrus Jaspers en Petronella Groenen. vArb Arnhem d.d. 19 september 1889, echt- R.J. Bruijsten werd tot dijkgraaf benoemd op 11 oktober 1923 (K.B. nr 47), hij bleef in scheiding ingeschreven te Heumen 21 nofunctie tot aan de opheffing van het polvember 1889 en te 's-Gravenhage derdistrict Rijk van Nijmegen in 1944. 14 december 1889; tr. (2) Wiesbaden 15.2.1890 Maria Sophie Victoria Freiin von Walthausen, geb. Uslar, Kreis B. Dijkgraven Land van Maas Einbeck, Landdrostambt Hildesheim 21.5. en Waal 1839, dochter van Karl August Friedrich Freiherr von Walthausen, koninklijk opperl. Mr Wilhelmus Theodorus van Bennekom, ged. ambtsrechter, en van Henriette Charlotte rk Tiel 16.3.1765, raad der Stad Nijmegen (1794-1795), groot-baljuw en dijkpresident Christiane Dorothea Heume. van Maas en Waal (1795-1802), lid Eerste Mr R. van Harencarspel werd tot dijkgraaf

24


Ambtshuis te Druten 'Maas en Waal' Nationale Vergadering (1796-1797), lid Tweede Nationale Vergadering (1797), lid Eerste Kamer (1798-1800), heemraad Maas

en Waal (1802-1813), lid Departementaal Bestuur van de Monden van de Rijn (1812, 1813), dijkgraaf Maas en Waal (1813-1836), zoon van Henricus van Bennekom en van Johanna Maria Grimmon, overl. Wamel 21.6.1836; tr. Wamel 13.6.182SJohanna Else ged. Wamel 7.3.1798, dochter van Judocus Else en Petronella Smits. W.Th. van Bennekom werd ergens in het vroege voorjaar van 1795 dijkpresident. Hij kreeg eervol ontslag per 8 november 1802.

tr. 11.11.1785 Anna Elisabeth van der Capellen, vrouwe van Appeltern, Ahnem, enz., geb. Kamperveen 20.3.1767, overl. Appeltern 30. 6.1839, dochter en enigst kind van Johan

Derk heer van Appeltern, Ahnem, Altforst en Bredenhorst, en van Aldegonde Anna Bentinck, vrouwe van Werkeren. R.C. van Rechteren werd per 8 november 1802 benoemd tot dijkpresident (en tot ambtman en richter) van Maas en Waal, bij missive d.d. 6 oktober 1802 van het Departementaal Bestuur van Gelderland. Hij bleef dijkpresident tot aan zijn dood op 31 december 1812.

3. Mr Wilhelmus Theodorus van Bennekom, 2. Rudolph Christiaan graaf van Rechteren, heer van Westerveld, Wittestein, Gerestein, Tuil en 't Waal, enz., geb. 23.11.1749, dijkpresident, ambtman en richter van Maas en Waal (1802-1812), luit kol. garde, lid ridderschap Overijssel, overl. Appeltern 31.12. 1812, zoon van Jacob Hendrik graaf van Rechteren, heer van Westerveld en Woudenberg, en van Margaretha Maria Pijnssen van der Aa, vrouwe van Gerestein,

hierboven reeds genoemd onder l., werd tot dijkpresident benoemd op 5 februari 1813, hij bleef dijkgraaf tot aan zijn dood op 21 juni 1836.

4. Mr Antonius Schouten, ged. Puiflijk 17.12. 1799, kantonrechter van het kanton Druten, dijkgraaf Maas en Waal, overl. Wamel 1875, zoon van Allard Schouten, vrederechter kanton Druten, en van Helena Ariens;

25


1919), overl, Alphen 7.3. 1919; tr. Wamel 24.8.1882 Maria Sophia Catharina Eisen, geb. Leeuwen 8.12.1856, dochter van Gijsbert Eisen, wethouder van Leeuwen, en A. Schouten werd tot dijkgraaf benoemd op 2 Cecelia Brouwers. december 1837 (K.B. nr 97) en bleef dijk- P.G. de Leeuw werd tot dijkgraaf benoemd op 24 mei 1907 (K.B. nr 34); hij bleef dijkgraaf tot aan zijn dood in het voorjaar van 1875. graaf tot aan zijn dood op 7 maart 1919.

tr. Wamel 16.9.1840 mej. Joanna Maria van Ewijk, ged. Buren 15.1.1803, dochter van Bernardus van Ewijk, hoofdingeland te Wamel, en van Henrica Stevens.

5. C.P.H.A. Post, op 15 april 1875 (K.B. nr 11) benoemd tot dijkgraaf. Op l O mei 1890 werd hij voor het laatst als dijkgraaf vermeld in de

9. Johannes Ignatius Hubertus Hoeben, geb. Lith ca. 1863, schoolopziener district Zaltbom-

notulen van de dijkstoel.

en Waal (1919-1924), zoon van Petrus Johannes Christianus Hoeben en Hendrika van Hussen; tr. Druten 11.5.1896 Cornelia Johanna Carolina Deelen, geb. Druten ca. 1867, dochtervan

mel, kantonrechter te Druten, dijkgraaf Maas

6. Antonius Johannes Jacobus Alphonsus Maria Hubertus Hengst, geb. Boxmeer (N.Br.) 20.8. 1842, burgemeester Dreumel, dijkgraaf Maas en Waal (1891-1893), zoon van mr JoFredrik Gerardus Deelen, dokter in de gehannes Baptistajosephus Hengst, lid Eerste nees-, heel- en verloskunde, en van ConstanKamer der Staten Generaal, burgemeester tia Helena Dirickx. van Boxmeer, en van vrouwe Cornelia Anna J.I.H. Hoeben werd tot dijkgraaf benoemd Hendrika Huberta de Kesschietre van Havre; op 27 september 1919 (K.B. nr 288). tr. Wamel 11.8.1869 Antoinetta Helenajohanna Maria Schouten, geb. Wamel 19.2.1843, doch10. Johannes Gijsbertus de Leeuw, geb. Alphen ter van mr Antonius Schouten, kantonrech17.8.1884, burgemeester van Appeltern, ter en dijkgraaf, en van Joanna Maria van dijkgraaf, voorzitter ruilverkavelingscomEwijk. sie, overl. Alphen, zoon van Petrus Gradus A.J.J.A.M.H. Hengst werd tot dijkgraaf be- de Leeuw en Maria Sophia Catharina Eisen; noemd op 26 januari 1891 (K.B. nr 5); hij tr. 10.2.1917 Theodora Bunnen geb. 14.7.1891. kwam 8 juni 1893 voor het laatst voor in de J.G. de Leeuw werd op 15januari 1925 (K.B. notulen van de dijkstoel. nr 23) benoemd tot dijkgraaf. Hij was de laatste dijkgraaf van het zelfstandige polder7. Hendrik WiĂźem Johannes Cornelis van der Sijp, district Maas en Waal,dat op l juli 1944 geb. Tiel 13.8.1854, rentmeester, dijkgraaf opgeheven werd, en hij werd de eerste dijkMaas en Waal (1893-1906), zoon van Jaco- graaf van het polderdistrict Rijk van Nijbus van der Sijp, en van Catharina Aleida megen en Maas en Waal. Bos, C. Dijkgraven van het poldertr. Nijmegen 15.5.1878 Theresia Maria Antonia Nooren, geb. Nijmegen 18.5.1855, dochter district Rijk van Nijmegen en van Petrus Josephus Nooren, likeurstoker, Maas en Waal wijnhandelaar, en van Maria Elisabeth Rensen. 1. J.G. de Leeuw, uit Alphen (1944-1955) H.W.J.C. van der Sijp werd tot dijkgraaf 2. P.H. Pansier, uit Heumen (1955-1963) benoemd op l juli 1893 (K.B. nr 33); hij werd 3. P. Th. Ermers, uit Beuningen (1963-1969) in de notulen voor het laatst genoemd op 21 D. Dijkgraven van het poldernovember 1906. 8. Petrus Gradus de Leeuw, geb. Alphen 31.7. 1853, gemeente-ontvanger, later burgemeester van Appeltern, lid Provinciale Staten van Gelderland, dijkgraaf Maas en Waal (1907-

26

district Maas en Waal (opgericht l juli 1969) 1. P.Th. Ermers, uit Beuningen (1969-1978) 2. L.R.S. Muskens, uit Groesbeek(1979-1981)


E. Dijkgraven van het polderdistrict Groot Maas en Waal (opgericht l januari 1982) 1. Th. Jeuken, uit Erlecom (1982-1983) 2. ir N. Voogd, uit Zaltbommel (1983) 3. drs A. ThJ.M. Burgers (1984-heden)

F. Dijkgraven van Circul van de Ooy Dijkgraven van de Circul van de Ooy van voor 1795 zijn gepubliceerd in: Enkele aspecten van de Circul van de Ooij, 15801749, doctoraalscriptie te Nijmegen, 1983, door J. Klein Lankhorst. Bijlage I, lijst van dijkgraven en heemraden (1588-1749), pag. 78-98. De lijst stopt in 1749 omdat de notulenboeken vanaf 1749 ontbreken. Vanaf 1792 zijn ze weer bewaard gebleven. De nu volgende lijst begint met het jaar 1792. BJ. Brousson F.J. Omeling

(1792-1794) (1794-1795)

H.J. van Schevichaven mrj. Vermehr J. E. Sanders van Well mr H. W. Rappard J. A. Ouack mr D. Smits P. Zoon mr W.B. de Salve de Bruneton mr W.T. Kopp W.B. Reijnen F.W. van der Goes mr R.S. Scheers J. Klaassen C. Varkevisser

(1796-1800) (1801-1807) (1807-1809) (1809-1811) (1811-1819) (1819-1837) (1837-1857) (1857-1881) (1881-1907) (1908-1922) (1922-1936)

(1795-1796)

(1937-1958)

G. Dijkgraven Circul van de Ooy en Millingen Vanwege de korte voorbereidingstijd van dit artikel bleek het nog niet mogelijk de namen van de dijkgraven te achterhalen.

H. Dijkgraven Bommelerwaard boven de Meidijk Een lijst met namen en ambtsjaren van

Dijkgraafdrs. A. ThJ.M. Burgers (midden), secretaris L Cornielje en het hoofd technische dienstJ.I. Boonstra plaatsen de eerste steen van het nieuwe districtshuis van Groot Maas en Waal te Druten. ting, Inventaris van het oud-archief van de Bommelerwaard boven de Meidijk, z.pl., 1954 (getypt), pag. 4. Deze lijsten van dijkgraven van de Bommelerwaarden zijn ontnomen aan: Tieler- en Bommelerwaarden, 1327-1977, door Prof. mr O. Moorman van Kappen, mr Jan Korf en mr O.W.A. Baron van Verschuer, Tiel, Zaltbommel, 1977, pag. 426 en 427.

/. Thooft W.N. Bellingan de Krijger H. O. van Os C. P. Lenshoek H.J. van der Kolk J. de Ridder H.C. dejongh A. van der Graft J. Roseboom H. Kleber J. E. Stuvers

(1838-1870) (1871-1875) (1875-1881) (1881-1901) (1901-1906) (1907-1923) (1924-1937) (1937-1948) (1949-1958) (1958-1967) (1967-1969)

L Dijkgraven Bommelerwaard beneden de Meidijk W. van Dam van Brakel A. van Os C. van Dalen Vervoorn M. Vervoorn

D. W. van Dam van Brakel

D. W. van Dam van Brakel dijkgraven in de Bommelerwaard vanaf 1538 tot 1795 in: H.F.J. Smeets en R.A.D. Ren-

(1838-1856) (1857-1874) (1875-1886) (1886-1917) (1917-1931) (1932-1969)

27


Districtshuis te Zaltbommel van het Polderdistrict Bommelerwaard.

J. Dijkgraven Bommelerwaard J. E. Stuvers

(1969-1979)

J.E. Stuvers bleef dijkgraaf tot aan zijn pen- Districtshuis 'Circul van de Ooy en Millingen', sionering. Hij werd opgevolgd door L.R.S. Van Berchenstraat, Nijmegen.

Muskens, die tevens dijkgraaf was van het polderdistrict Maas en Waal.

Literatuur: Behalve van de in de tekst genoemde literatuur werd L K S. Muskens (1979-1981) gebruik gemaakt van: Delhouge, E.M.A.H. e.a., GenealogieĂŤn ll,genealogie Van Koolwijk, Nijmegen 1958. Bronnen N.A. Hamers, e.a., Zoeklicht Kwartier van Nijmegen, Er is veel en dankbaar gebruik gemaakt van de Stamreeks burgemeester J. E. Sanders van Well, Nijmegen polderarchieven, berustende bij (en in bruikleen 1985. gegeven aan) het gemeentearchief Nijmegen. In de H. van Heiningen, De historie van het Land van Maas notulen van de vergaderingen van de dijkstoel wer- en Waal, Zaltbommel 1965. den de benoerningsdata gevonden, in de corresponH. van Heiningen, Tussen Maas en Waal, Zutphen dentie werden afschriften van de Koninklijke Be1972. sluiten aangaande de benoemingen opgespoord. A.R.M. Mommers, Brabant van Generaliteitsland tot De heren A. van den Heuvel uit Winssen (bid- Gewest, Nijmegen 1953. (Over W. Th. van Bennekom en prentjescollectie), J. van Gelder uit Bergharen, B. J. E. Sanders van Well). Schaart van het gemeentearchief Heumen, J.H.GJ. Nederland's Adelsboek. (Over: Van Rechteren en W. van Heeswijk uit Kerkdriel, en de volgende instelEngelen). lingen: het Genealogisch Instituut Joan Abel Hoppe Nederland's Patriciaat. (1915, over: (Scheers) van HaStichting te Nijmegen en de afdeling Bevolking van rencarspel). de gemeente Druten gaven waardevolle inlichtingen, J.T.Th. Noorduijn, Geslacht Noorduijn, uitvoerige waarvoor dank. De foto's van de districtshuizen zijn genealogie, Haarlem 1971. afkomstig van het polderdistrict Groot Maas en Waal, waarvoor eveneens dank.

28


LiteratuurSignalement PETEGHEM, P. van, Het patronaatsrecht van de hertog van Gelderland in de late middeleeuwen: een eerste poging om dit recht in kaart te brengen; in: Sine InvidiaCommunio, opstellen aangeboden aan prof. dr A.J. de Groot, uitg. door P.L. Nève en E.C.C. Coppens (Nijmegen, 1985), p. 197-229, krtn. (262).

de hertog bezat in Tweestromenland een groot aantal patronaatsrechten van kerken en altaren.

PEYNENBURG, J.W.M., Het Bisdom 's-Hertogenbosch en zijn bisschoppen; in: Tweestromenland no. 46 (l 985), p. 5-11, afbn., krt. (262.3).

tekst van een lezing gehouden voor Tweestromenland. NOTENHOF, M. van den, Appelternse processie; in: Tweestromenland no. 47 (1985/11) p. 6-7, aft. (264).

AALBERS, B.J., Samen op Weg in Gelderland. Witte plekken; in: Anderhalve eeuw Gereformeerden in stad en land, dl. 8: Gelderland (Kampen, 1985), p. 46. (262.2)

OS, J. van, De gebedslijn Bamberg-Winssen op 28 mei 1822; in: Tweestromenland no. 46 (1985), p. 11-15, aft-, lit. (264).

Gereformeerde gemeente in Tweestromenland.

Gebedsgenezing op afstand (door L.A.F.E. von Hohenlohe-Waldenburg te Bamberg) van Willem van Koolwijk uit Winssen en anderen.

BERGEVOET, M., en J. DEKKERS, Een kattebelletje met vĂŠrstrekkende gevolgen; in: Twestromenland no. 47 (1985), p. 8-11,

afbn.,

HAAREN, J. van. Druten was zijn tijd ver vooruit; in: Waalkanter dd. 7-3-1985 (351.74).

bijl. (262.2).

nachtwachten. De oprichting van de parochie Druten in 1795. ENDEDIJK, H.C., Gelre in 150 jaar; in: Anderhalve eeuw Gereformeerden in stad en land, dl.

8: Gelderland (Kampen, 1985), p. 3-5.

(262.2)

Gereformeerde gemeenten in Tweestromenland.

HAAREN, J. van. Terugblik; in: Waalkanter dd. 17-1-1985. (351.74)

politiepersoneel in Druten. HAAREN, J. van,

Uit Drutens verleden...;

in: Waalkanter dd. 13-6-1985 (355).

SWIGCHEM, D. van, Gereformeerden in Gelders rivierengebied? in: Anderhalve eeuw Gereformeerden in stad en land, dl. 8: Gelderland (Kampen, 1985), p. 31-35 (262.2).

Gereformeerde gemeenten in Tweestromenland.

Drutense militairen te Gorcum 1913-1919. IDDEKINGE, P.R.A. van, J.G. CONSTANT en A. KORTHALS ALTES, Nederland 19401945. De gekleurde werkelijkheid; Ede-Ant-

29


werpen, 1985. (355.48)

afdrukken van kleurendia 's, gemaakt door A. Hustinx uit Roermond, p. 173 foto 's van de bevrijdingskermis op 1-2 juni te Pui/lijk. SCHULTEN, J.W.M., Nederlanders bevrijden Nederland;in: De Vliegende Hollander, 40 no. 12 (aprĂœ 1985), p. 12-15, afbn. (355.48).

Stoottroepen en Binnenlandse Strijdkrachten. ZARKEL, J., De Duitse overval op Nederland in mei 1940; in: Ons Leger, 69 no. 5 (mei 1985), p. 11-13, afb. (355.48).

1788, gevonden in een balk van het molenhuis te Druten. JANSEN, M.G.M., Enige geomorfologische, botanische en entomofaunistische aspecten van het rivierduin 'De Berg' te Bergharen (Gld.);z.pl., 1985; 101 p., krtn., lit, tabn. (55, 58 en 59).

2e graads scriptie over bodem, planten en insecten. DIJK, H.F.G. van, B.G. GRAATSMA en J.N.M, van ROOY, Droge Stroomdalgraslanden langs de Maas; Hoogwoud, 1984; 146 p., afbn., blij., lit. (58, 55 en 712).

o.a. de strijd aan het Maas-Waalkanaal. ZARKEL, J., MobĂœisatie 1939-1940. De wintermaanden in Druten; in: De Nieuwe Trom, no. 104 (maart 1985), p. 11-14, afbn. (355.48).

ook verschenen in: Ons Leger, 69 no. 2 (febr. 1985), p. 34, 35, 38, afbn. CARPAY, H.J., Schoolstrijd te Appeltern 1844-1855;z.pl., 1985; 103 p., afnb.,lit. Tweestromenlandreeks dl. 7 (373).

De strijd om het verkrijgen van een katholieke onderwijzer aan een katholieke lagere school te Appeltern. FIETSEN, - - in 't Gelders Rivierengebied; Amsterdam, 1985. (379.8) ROLAND, M., en J.F. HEYL, Het Rijk van Nijmegen e.o.: een verkenning in 18 wandelingen; Rijswijk, 1985; 99 p., afbn., lit. (379. 8) GASTEREN, K. van, Nou of nooit: Koos van Gasteren vertelt over verrekes, kiepe en een gelupte bok en andere verhalen uit Overasselt; Overasselt, 1985; 227 p., afbn. (398.2 en 801.31).

DEKKERS, J., en M. Bergevoet, Terwijl dat nu ...; in: Tweestromenland no. 45 (1985), p. 23-25. (398.9).

spreuken op een kladblaadje uit Horssen 30

Wetenschappelijke Mededelingen K.N.N. V., dl. 15. beschrijving van o.a. de flora, vegetarie en wording van het rivierenlandschap en de hydrologie. AQUINA, H.J., Regeren in Modderland;z.pl., 1985; 134 p. (624.2/8).

Scriptie over hoe een aantal zaken politiek 'doorgeduwd'zijn, o.a. de tolbrugbij Tiel. HEININGEN, H. van, Wee den vergetenen! De Watersnood van 1926 en de wederopbouw van Maas en Waal;Wijchen, 1985; 207 p., afbn., krtn., lit. (627.517).

Tweestromenlandreeks no. 8. ZESTIG, 60 Jaar geleden teisterde de watersnoodramp ook Wijchen en omgeving; in: Wegwijs dd. 19-12-1985, afbn. (627.517).

WIJLEN, T. van, Bossenatlas van Nederland: tussen en onder de grote rivieren; Baarn, 1985; 216 p., afbn. (630 en 712). VERHAAK-KERSTEN, K., Om de Geschiedenis te Overbruggen; Grave, 1985. (656.8).

verkeersverbindingen van Grave, o.a. met Wijchen per postkoest. FILATELISTENVERENIGING, - - 'De Globe' afd. Beuningen-Ewijk: jubileumnummer januari


1980 -januari 1985; Ewijk, 1985; 80 p., afbn. (656.8).

ook postgeschiedenis Maas en Waal. ZWAAN, W.F.M, de, De stoomtram NijmegenWamel; in: Tweestromenland no. 45 (1985), p. 26. (656.2).

boekbespreking boek J. van Os over de stoomtram. HAAREN, J. van, Uit Drutens verleden: de tabaksindustrie in vroeger jaren; in: Waalkanter dd. 26-9-1985 (663).

BAN, J.P.A. van den, De ontwikkeling van het rivierengebied; in: Stedebouw in Nederland: 50 jaar Bond van Nederlandse Stedebouwkundigen (Zutphen, 1985), p. 146-155, krt., tab. (711). SWART, J., Uiterwaarden..Jiou ze gaaf!; Arnhem, 1985; 32p., afbn. (712 en 912).

31


s^^K'-'i—ff^

1

iJ^.'vsis' M RSSSSSHÏHïSWSJ^S" '-

«SSffi'SSS

Lees de Nieuwsbrief met onze excursie naar Zwillbrockü

T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

1.IX. 1986 - verschijnt tenminste viermaal per jaar -NUMMER 50


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks.

Contributie De contributie voor 1986 bedraagt f25,-, naar verkiezing f30,-, f40,-, f 50,-, f 100,-, enz., te voldoen door storting op postgiro 26222012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60,6602 VC Wijchen.

Ledenadministratie Markt 9-14,6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat Zwanensingel 259,6601 GK Wijchen; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08894-16247. Ereleden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 J.P.M. van Os, benoemd 23 april 1980 Erevoorzitter J P. van Wezel, benoemd 9 mei 1985 Bestuur J.L.C. Alkemade, vz., Ewijk JA. van Gelder, vice-vz., Bergharen W.M.G. Arts, secr., Wijchen JA. Jansen, penn., Wijchen Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen Mej. WA. van Buren, Bergharen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten B.J .H Al. van Elk, Beneden-Leeuwen W.H. Frentz, Driel Mevr. S.R. van Ginkel-van Dijk, Druten

A. Kamerman, Wijchen Mevr. F J. van Oijen, Druten G. A A. Rooijakkers, Overasselt Mevr. A. Smits-Koks, Weurt W J. van Sommeren, Boven-Leeuwen Drs C. Visser, Druten J.P. van Wezel, Alphen

Administrateur B.I. Goei

Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactiesecretaris, Tolhuis 52-37,6537 SN Nijmegen. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.

Losse nummers tijdschrift Nrs. 19 t/m 49 voorradig. Per stuk f 5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60,6602 VG Wijchen.

Inhoud 3 Jan van Gelder, Ons tijdschrift en het 50e nummer er van ... 5 WJAi.Th. van Rossum, Eerst de historie geeft 's mensen werk de passende dimensie 9 Jos van Haaren, H.F. van Haaren uit Druten tijdens de mobilisatie van 1914 13 H. van Helvoort, De kerken van architect C. Franssen in Maas en Waal (7) 19 Recensie 21 Het Spieker, Poffercollectie overgedragen aan Tweestromenland, Mutsje, Schenkingen 23 Boekaankondiging

Nieuwsbrief


Streekarchief Bommelerwaard

T WEESTROM EN LAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Ton Tielen

1986

NUMMER 50

Jan van Gelder

ONS TIJDSCHRIFT en het 50e nummer er van Het getal 50 betekent meestal een mijlpaal om even bij stil te staan. Vijftig jaar oud . . . Abraham of Sara zien. Vijftig jaar getrouwd . . . een gouden feest. Vijftig jaar lid van ... de man of de vrouw in het goud en mogelijk een onderscheiding er bij van de koningin. Zo hebt U nu het 50e nummer van ons tijdschrift voor U. Gestart doorjo van Oss en Paul van Dinteren uit Druten en Huub van Heiningen uit Alphen a/d Maas in november

1964 met het voornemen om 4 maal per jaar te verschijnen met als doel de bevordering van de kennis van de eigen streek. Tegenwoordig staat het er wat uitgebreider (zie binnenkant omslag), maar in feite komt

het nog ongeveer op hetzelfde neer. Dat 4 maal per jaar behoorde tot de goede voornemens, die ook bij de huidige redaktie niet onbekend zijn, maar de uitvoering laat helaas nog wel eens te wensen over. Dat blijkt ook wel als ge de 50 nummers gaat opdelen in het tijdvak 1964-1986, 22 jaar. We zien dan, dat slechts iets meer dan de helft er van is gehaald. Ons blad is dan ook altijd een zorgenkind van het bestuur geweest en kwam in praktisch iedere bestuursvergadering ter sprake. Immers van het blad hing in hoge mate het ledental af, meer dan van lezingen, bijeenkomsten van allerlei aard en excursies.

Daaraan neemt meestal hoogstens 5 a 10 % van de leden deel. De belangstelling moet dus uit ons tijdschrift worden gehaald. Vooral de eerste jaren had men moeite de kinderziekten te overwinnen. Allereerst moest het nieuwe, het onbekende er af en de belangstelling vooral van de mensen uit de streek groeien. Vervolgens moest gezocht worden naar uiteenlopende onderwerpen van velerlei aard voor een veeleisend publiek. Het was ook geen kwestie van simpel maar even een artikel schrijven en afleveren bij de drukker, ook het drukken zelf en met name het typen op stencil en het afdraaien, inbinden en verzenden werd zoveel mogelijk in eigen beheer uitgevoerd om de kosten te drukken.

Het lidmaatschap van de vereniging, dat dan recht gaf op 4 nummers per jaar, kostte de

eerste jaren slechts Ć’ 5,- en ieder nummer bevatte toen toch al 20 a 24 bladzijden.

Bovendien was de omslag meestal met een oude kaart uit de streek uit de 16e eeuw in offset uitgevoerd door drukkerij Buil in


Dm ten. Van de mensen van de redactie mocht ge ook niet alles verwachten, want bijna allemaal waren en zijn het amateurs, die dit werk in eigen vrije tijd uitvoeren. En niet alleen het tijdschrift, ook de vereniging zelf kampte met kinderziekten, want in een jaarverslag over 1967-1968-1969 is vermeld, dat de vereniging, die nog steeds als oprichtingsdatum 15 mei 1964 hanteert, een paar maal ter ziele is gegaan en als nieuwe oprichtingsdatum wordt dan 24 mei 1967 genoemd. Ook de redaktie was al gewijzigd bij het 4e nummer in juni 1967. Jan van de Bovenkamp uit Batenburg, tevens sekretaris en Kees van Kouwen uit Deest/Nijmegen,

nomen en waarin artikelen en mededelingen van andere aard werden vermeld, die niet pasten in het tijdschrift zelf. Bij het 25e nummer was Johan van Os verdwenen en trad Hugo van Capelleveen uit Leur aan als redakteur ad hoc om later evenals Trijsburg in het redakĂźeteam te worden opgenomen. De laatste als redaktiesekretaris. Hetzelfde gebeurde met Martin Bergevoet uit Druten/ Venlo in het 27e nummer van 1977, die als speciale taak het 'Literatuur Signalement' ging verzorgen als vervolg op de reeds aanwezige bibliografie, een verzameling van artikelen en boeken uit de streek. Intussen werd het

blad in offset uitgevoerd door drukkerij Van der Louw in Berkel en Rodenrijs en dat is

tevens administrateur, vormden samen met heden nog steeds het geval. Van Heiningen als eindredakteur tevens de Wel wat ver van huis, maar met een uitsteredaktie, terwijl Jo Smolders in 1970 de kende service. Ook de adressering is door plaats overnam van Jan van de Bovenkamp. deze drukkerij overgenomen. In het 13e nummer van februari 1972 duikt Nummer 44 van 31 januari 1985 bracht weer Johan van Os uit Puiflijk als redaktiesekre- twee nieuwelingen in de redaktie: Ton Tielen

taris op. Het typen en stencilen was tot dan

uit Nijmegen en Ans Talsma-Saaijer uit

toe uitgevoerd door J. Smolders en B.F. van

Druten. In datzelfde jaar viel Ans al weer al,

Capelleveen uit Wijchen en zij hadden hulp

terwijl ook Jacobus Trijsburg verdween uit de redaktie en de streek en diens plaats is

bij het inbinden en verzenden. De contributie ging toen omhoog naar Ć’ 7,50.

Het aantal bladzijden steeg al eens tot 60, waarbij duidelijk de invloed van de nieuwe sekretaris, Jacobus Trijsburg uit Appeltern, was te bespeuren. Het 14e nummer van juni 1972 werd met 36 bladzijden onder de titel 'Uit fiatenburgs verleden' geheel door Johan van Os geschreven en ook helemaal in offset uitgevoerd. Het 15e nummer met 60 bladzijden werd het typewerk op stencil door Johan van Os, terwijl het stencilwerkop de machine van het maandblad Hier en Ginder van Bergharen, Hemen en Leur door Jan van Gelder werd uitgevoerd. Hij is toen tevens als redakteur opgenomen. De foto's in offset waren van drukkerij Buil. Als datum is genoteerd winter 72-73, duidelijk met de bedoeling om ieder jaargetijde een tijdschrift te laten verschijnen. Het 22e nummer verscheen herfst 1975 met een typeletter van een elektrische schrijfmachine, terwijljacobus Trijsburg als redakteur ad hoc werd toegevoegd. Het volgende nummer 23 werd verrijkt met de Nieuwsbrief, die in een andere kleur werd opge-

door Ton Tielen ingenomen. Officieel is Jan

van Gelder toen voorzitter van de redaktie geworden en de verdere samenstelling vindt U elders in dit tijdschrift.

Ook een redaktie is alleen niet in staat om het blad te vullen. Gastschrijvers werden gevraagd, maar ook vele anderen uit de streek en van daar buiten leverden artikelen in. De

redaktie beoordeelde op taal, stijl en inhoud, herschreef soms in overleg en zo zijn er vele historische bijdragen in de loop der jaren afgeleverd. We noemen wat namen: F.J. van Capelleveen, P. van Dinteren,J. van Dinther, J. Dekkers, ds. Keijzer, A.Janssen, W. Tuyn, prof. Knippenberg, W.v.d. Dobbelsteen, H. Albertsma, H.v.d. Harst, R. Borman, R. v.d. Heuvel, N. Hamers, drs. R.L. van Hulst, P. Huurman, W. Arts, L. Loeffen, H. van Bon, H. van Heertum, H. van Leeuwen, dr. Dijkstra, P. Lobregt, J. van Haaren, N. Welders, H.K. Roessingh, H. Kerkkamp, M. v.d. Nootenhof, prof. Wertheim en echtgenote, drs. A. Schulte, mgr. Van Helvoort, A.J. van Koolwijk, dr.ir. Zeven, A. Houtkoop, drs. H. Douma, A. Rietveld, J.G.F.


Charisius,J.W. Noordam., W.A. Uyterlinde, ds. Ten Boom, R. Besancon,J.J. dejongvan den Brand, N. Manders, N. Driessen, drs. Schimmelpenninck van der Oye . . . De artikelen waren van zeer uiteenlopende aard, maar hadden wel allemaal betrekking op ons gebied. Alles is overigens te raadplegen en te copiĂŤren in het documentatiecentrum van onze vereniging in de bibliotheek te Wijchen. Het Land van Maas en Waal en het Westelijk deel van het Rijk van Nijmegen zijn inmiddels bij velen in het land dank zij onze vereniging bekend geworden en de geschiedenis er van wordt meer en meer ontsloten. Vele scholieren duiken in onze geschiedenis en gebruiken die voor proefschriften en scripties. Dankbaar kan van de vele artikelen uit de 50 nummers van Tweestromenland

gebruik worden gemaakt. En er is nog veel meer, dat in de loop der jaren kan worden

gepubliceerd, compleet vaak met foto's, waarbij de onbekende prenten in een speciale rubriek worden vermeld orn ze op deze manier aan de vergetelheid te onttrekken. Tweestromenland heeft inmiddels ook al 8 boeken uitgegeven van de schrijvers J. van

Os, prof. Wertheim, HJ. Carpay en H. van Heiningen. Er ligt ook nog heel wat op stapel, dat op verschijning wacht. Ook daarbij is de redaktie betrokken. Na 50 nummers er mee doorgaan is noodzakelijk voor het voortbestaan van onze vereniging. De hulp van velen is en blijft daarbij noodzakelijk. We hopen daarop te kunnen blijven rekenen.

WJ.M.Th. van Rossum

Eerst de historie geeft 's mensen werk de passende dimensie . . . Genealogie: gestoei met doden en rechtlijnig peuteren naar een punt ver in het verleden. Wie zo bezig is met zijn of haar familiegeschiedenis, wie zo boekhoudkundig doden telt, verdient welhaast de wat besmuikte glimlach waarmee genealogie in menige familie wordt begroet. Veel dankbaarder daarentegen is het werken aan een persoonlijke geschiedschrijving waarbij voornoemd gestoei en gepeuter het referentiekader vormen en tegelijk hun negatieve bijklank verliezen. Geheel toevallig, maar gaat het niet altijd zo, kwam ik via een ietwat blinde jacht op mijn familienaam in aanraking met de polderarchieven in het Gemeentearchief van Nijmegen. En op slag veranderde mijn namen en lijnen zoeken in een speurtocht door 300 jaar naar levende, werkende mensen in het dagelijks bestaan en de strijd tegen het water in hun tweestromenland. Zelden zag ik een zo compacte, onuitputbare bron van sociaal-economische gegevens als in de archieven van Polderdistrict Rijk van Nijmegen 1596-1944 (met inventaris)

Polderdistrict Maas en Waal 1740-1944 (met inventaris) Waterschap De Gecombineerde Waterlossing 1666-1944 (met inventaris) De voormalige Dorpspolders 1590-1958 (met inventaris). Vanwege mijn moedersnaam (Van Eldijk) werd mijn zoekgebied Maasbommel. Een ware schatkamer voor diverse disciplines: geografie, historie, kerkgeschiedenis, economie, sociologie, waterschapskunde enz. Een schatkamer ook vol duidelijke wegwijzers (in de vorm van de genoemde inventa-


rislijsten) en behulpzame gidsen (het personeel van cle leeszaal van het archief). Het ligt in mijn voornemen om in cle toekomst enkele van de gevonden juweeltjes, ietwat afgestoft en opgepoetst, aan u voor te stellen.

Onder rir. 3465 gaat in de archieven van het 'Polderdistrict Maas en Waal' een serie stukken schuil handelende over dijkdoorbraken en hoog water in de tachtiger jaren van de 18e eeuw. EĂŠn ervan is een rapport verzonden vanuit Nijmegen, 6 februari 1789, aan de Graaf van Randwyck, 'Amptman, Rigter en Dijckgraaf des Ampts. van tussen Maas en Waal'. Onderwerp is het verslag van de gedane bevanning (= overmeestering) van de doorgebroken bandijk te Maasbommel. In het stuk ontbreekt de naam van de rapporteur, maar dat feilen wordt ruimschoots vergoed door cle aanwezigheid van een fraaie, sepiakleurige situatieschets met de getroffen maatregelen en de (eigen) wijze van bevanning van de rapporteur. Op 27 januari 1789 ontvangt de rapporteur een lastgeving van de dijkgraaf om zich samen met de landschrijver Pieck te begeven naar Maasbommel, alwaar de bandijk is doorgebroken (een frequent optredend lenomeen in het hele rivierengebied tijdens hoog water) teneinde 'dezen doorbraak Ie helpen lievannen'. Het gezelschap vertrekt de 28e 's morgens en arriveert diezelfde dag rond 14.00 uur op de plaats des onheus. Daar treffen zij een illuster gezelschap: J.H. baron van Deelen, F.W. baron van Nijvenheim en de kribbazen Van den Heuvel en Donkers. De twee laatsten zijn dan al begonnen met de aanleg van twee rijshoofden (A en B) om daarmee een verdere afkalving van de einden van de getroffen dijk te voorkomen. Het gat tussen de twee hoofden willen ze stoppen door het tot zinken brengen van een daartoe aangekocht schip. Op advies van de rapporteur wordt een ander plan uitgevoerd met gebruikmaking van de in depot aanwezige noodmaterialen. Bij zijn advies laat de plannenmaker zich in hoge mate leiden door de sterke instroom van rivierwater die zelfs een peiling onmogelijk maakt.

Er werd verder gewerkt aan de hoofden A en B. Maar toen bij vernauwing van de doorgang de uitschietlagen gevaar liepen naar binnen te worden gedrukt werden tegen de uitschotten schaarpalen ingeheid ter versteviging. Deze palen zijn bij de letters CD en EF aan de binnenzijde van het werk gesitueerd. Zo kon het rijswerk tot op drie voet van elkaar worden gebracht. Toen begonnen de problemen om het gat te dichten pas goed: de instroomsnelheid maakte een verder inheien van palen tegen de uitschot onmogelijk. Op voorstel van de rapporteur werd daarom getracht vooraf een dubbele rij zware palen voor de opening in te heien teneinde deze als scharen tegen de uitschot te gebruiken, tevens zou tegen de binnenste rij een kitzdam (lees: kistdam) gelegd worden om vervolgens het geheel af te dichten en te verstevigen met rijshout. De aangekochte lichter werd dwars voor het gat gebracht en een platte aak liet men overlangs in de opening drijven; daaroverheen kwam een stellage om de palen in te heien. Maar daar er geen timmerman op het werk was met de vereiste bekwaamheid om het heiwerk te dirigeren vond verder heien voorshands geen doorgang, mede doordat er levensgevaarlijke situaties ontstonden. De kribbazen wilden het gat sluiten door voortzetting van het kribwerk. Rapporteur echter vond een dergelijke afdichting te instabiel en stelde voor palen te laten inslaan door een 'lopende hei'. Deze machine liet hij, door een inmiddels uit Megen gearriveerde timmerman met hei-ervaring in het Hollandse, construeren. Op l februari kon men met het, verbazend modern aandoende, werk beginnen en op 2 februari 's avonds was de dubbele rij palen ingebracht (G) en dat zonder ongelukkige voorvallen. De eigenlijke sluiting mocht rapporteur niet meemaken, omdat hij per expresse naar Nijmegen was geroepen. En zonder zijn toeziend oog kon het eenvoudig niet goed gaan: 'heeft door het te sterk brengen van den ballast aan de binnenzijde van den uijtschot dit werk sodanig op de ingeheijde. paaien aangedrongen dal dezelve alle aan het wijken zijn gebragt. ' Toch, zo stelt hij vast, hebben de palen het



Stoomgemaal Blauwe Sluis Appdtern, vermoedelijk uit de twintiger jaren, met het gezin van machinist Frans van Dinter en een der stokers. Rechts de woning van de machinist en links van Wim Gremmen (inmiddels verdwenen door brand). Foto eigendom: H. van Zwam-Mulders, Druten. voordeel opgeleverd dat zij de uitschotten zodanig hebben verstevigd dat het water ze niet naar binnen kon drukken. Buitendien werd het daardoor mogelijk in een aanzienlijk kortere tijd dan 'gewoonlijk' een groter deel van de kribben aan te leggen. Op de 4e februari is rapporteur weer afgereisd naar Maasbommel, ditmaal om te constateren dat de sluiting was geschied. Er werd nog druk gewerkt aan de aanleg van de kitzdam (HIK) op enige afstand van het rij s werk. Naar zijn idee had die dam beter in positie LM C gelegen met als bijkomend voordeel

Ongetwijfeld hebben de betrokken werkers en hoogwaardigheidsbekleders daar op de dijk bij Maasbommel een hachelijke (en in beeldspraak: dus natte) klus geklaard in dat roemruchte jaar 1789, maar voor dé oplossing van deze tijd zou er nog heel wat van Gods water over Gods akkers lopen.

dat er dan maar één rij palen en planken

introductie in de Polderarchieven.

nodig was geweest. Daarbij zou het rijsbermdeel CA eenvoudig versterkt kunnen worden met een enkele, aarden berm; aan de buitenkant is immers een rij planken ingeslagen (van A tot N). De benedenhoek van de sluitdam was zijns inziens in orde: de dwarse afsluiting van die hoek zou alle inloop van water (van B tot L) beletten. Was gedateerd Nijmegen, 6 februari 1789. 8

Hoezeer Nederland waterland is moge blijken uit het feit dat de meeste vreemde begrippen in bovenstaand relaas staan uitgelegd in een zo algemeen boek als 'Van Dale, Groot Woordenboek'. Met dank aan A.H.A.M. Tielen voor zijn


Jos van Haaren

H.F. van Haaren uit Druten tijdens de mobilisatie van 19141 De hoofdpersoon en verteller van de hiernavolgende 'herinneringen' is Henricus Franciscus van Haaren, geboren te Druten op 27 november 1857 en in dezelfde plaats overleden, één dag na zijn 65e verjaardag. Aanvankelijk werkzaam in het onderwijs (o.a. hoofd der school te Ubbergen), werd hij in 1891 benoemd tot gemeente-secretaris van zijn geboortedorp, tevens ambtenaar van de burgerlijke stand. In Druten vervulde hij een groot aantal functies. Zo was hij plaatsvervangend Griffier van het toen nog bestaande Kantongerecht, voorzitter van de Oranjevereniging, de Onderlinge Varkensverzekering Druten en de Vereniging van Gemeente-Veldwachters in Gelderland. Tevens was hij reserve-officier van het 44e Bat. Landweer-Infanterie.

De omstandigheden De periode tussen de Frans-Duitse Oorlog (1870-'71) en het uitbreken van de eerste grote wereldbrand wordt wel het tijdperk van de 'gewapende vrede' genoemd. Onder de

dekmantel van vrede bleven vele spanningen bestaan en bewapenden de staten in Europa zich steeds meer. Bij de tegenstellingen in Europa (op de Balkan tussen vooral Rusland en Oostenrijk/Hongarije en inzake ElzasLotharingen tussen Frankrijk en Duitsland), kwamen nog spanningen als gevolg van het streven naar het hebben van koloniën tussen Engeland en respectievelijk Frankrijk, Duitsland en Rusland. De lont sloeg in het kruitvat, toen op 28 juni 1914 de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand en zijn echtgenote in Serajewo door Servische nationalisten werden vermoord.

Nederland Nederland voer tussen de partijen een neutrale koers, maar was niet blind voor wat er zich buiten haar grenzen afspeelde. Al op 15 juli 1914 waren de waarschuwingen voor een op handen zijnde mobilisatie aan de (reserve-) officieren verzonden. Vrijdag 31 juli kwam het telegram, dat alle miliciens en landweerplichtigen met spoed moesten opkomen en wel de volgende dag: l augustus.

Mobilisatie Toon de Krebber, dorpsomroeper, maakte het nieuws in Druten bekend. Gemeentesecretaris H.F. van Haaren nam nog diezelfde vrijdagmiddag afscheid van secretarie en familie, omdat hij als Ie luitenant-kwartiermeester daags vóór de opkomstdag in het garnizoen te Nijmegen diende te zijn. Van de commandant daar kreeg hij het bericht, dat hij de volgende morgen om 7 uur op diens bureau werd verwacht. Hier ontving Van Haaren een 'credietbrief, waarmee hij naar het spoorwegstation vertrok. Alvorens de trein te nemen naar 's-Hertogenbosch, had hij op het station nog een ontmoeting met een tiental Engelse dames. Laten we hem zelf hierover aan het woord: 'Er kwam wat meer drukte. De trein Hoek van Holland-Bazel moest aankomen. Eindelijk kwam hij met 15 minuten vertraging, maar niet om naar Bazel te gaan. Het treinverkeer met Duitschland was stopgezet, geen trein ging meer de Duitsche grenzen over. Dat was me een teleurstelling voor een 10-tal Engelsche dames die den waggon verlieten en voor zoover ik kon nagaan den conducteur alles behalve vriendelijk toespraken. Toen ze mij in de gaten kregen, kwam er eene op mij af, spoedig gevolgd door 9 anderen. Eene vraag in het Engelsch tot mij gericht bleef mijnerzijds onbeant-


woord. Wat spijt, dat ik geen Engelsen kende, althans niet voldoende om een geregeld gesprek te kunnen houden. Ik vroeg toen in het Duitsch of er niet eene dame bij was, die Duitsch kende. Wel twee, drie kwamen tegelijk op mij af. De zaak was gered. Ik kon haar alle inlichtingen geven, welke zij begeerden en toen zij van mij vernamen dat Nijmegen een mooie stad was met prachtige omstreken, met goede hotels en restaurants en dat er 's namiddags gelegenheid was om met een prachtige salonboot naar Mannheim te varen, vergaten ze hare teleurstelling en een der dames betuigde me in de meest vleiende woorden haar dank. Ik had de eer van het Nederlandsche officiers-korps opgehouden, een officier toch moet vreemde talen kennen.' Met meer dan een uur vertraging arriveerde Van Haaren in de plaats van bestemming, waar hij door de Betaalmeester werd doorverwezen naar het kantoor van de Nederlandse Bank, 'voor welk gebouw minstens

200 menschen met taai geduld stonden te wachten tot het hunne beurt was om binnen gelaten te worden. Natuurlijk was het voor

mij moeilijk zoo lang te wachten, ik wenkte een politieagent, die ruim baan voor mij maakte, zoodat ik weldra binnen het ijzeren

blij, dat ik daarmee klaar was.' Van Haaren maakte hierna tevreden een wandeling in de stad, waarbij hij uitrustte in het plantsoen tegenover het grote Bisschop Hamerplein. 'Daar opeens zegt een naar

schatting 20-jarig meisje tegen me: 'Kapitein' (als men 50 jaren oud is en grijze haren heeft, kan een Ie luitenant wel eens goed op een kapitein gelijken) mag ik hier komen zitten. Natuurlijk, zeg ik en haar aanziende, bemerk ik, dat ze half en half weende. Wat scheelt er aan,

dat ge zoo droevig kijkt? was

mijn inleidende vraag: 'Och, gut, ikloop hier al op en neer van half een af, mijn galant zou me hier komen afhalen en nog komt hij niet. Da's erg kind, zeg ik, ik kan Uw galant niet vervangen en hem ook niet gaan roepen. 'Ik kon hem wel gaan roepen', zegt ze, maar ik mag er niet aan huis komen, hij is ver boven mijn stand, maar toch heeft hij me heel lief. Nauwelijks had ze deze laatste woorden gezegd of een keurig uit/.iend landweeronder-officier komt op haar af. In een wip was het verliefd paar verdwenen, na mij gegroet te hebben.'

Terug in zijn prieel, wachtte Van Haaren een onaangename verrassing: het bureau van de commandant was verplaatst van de nieuwe kazerne naar cle h.b.s., die verder van de

hek was, waar men mij de som uitbetaalde op mijn credietbrief vermeld.' Op de terugreis naar Nijmegen viel het Van Haaren op, dat alles zo ordelijk in zijn werk ging bij de

Duitse grens aflag. In deze school was ook voor Van Haaren een kantoor ingericht, waar

mobilisatie: 'Alles ging netjes, men hoorde

kostschooldames behoeven wij ook niet behandeld te worden', aldus onze dorpsgenoot.

geen wanklank . . .' De volgende dag, zondag, kreeg de Drutense gemeentesecretaris eersi gelegenheid zich van zijn godsdienstplichten te kwijten. Daar-

hij vanaf de volgende dag ook diende te

slapen. 'Maar enfin, 't is mobilisatie. Als

Zo vestigde hij zich maandag 3 augustus met

geschikt, maar niet te duur onderkomen.

de Betaalmeester in een lokaal (officierskamer) van 7 bij 7 meter, waarvan een deel werd ingenomen door een aantal strozak-

'Aan

ken,

na besloot hij op zoek te gaan naar een mijn hotel was een mooie tuin annex en

aan het einde van dien tuin stond een

eenvoudig zomerhuis, waarvan niemand gebruik maakte als een paar eenden en

ganzen, die er wel eens eene schuilplaats zochten als het regende. Maar regenen deed het in Augustus niet en de hotelhouder was dus niets hard tegenover zijn vogels, toen hij

mij dat prieel tegen een zeer matige prijs als bureau afstond, natuurlijk onder nadere goedkeuring van mijn commandant. Ik was

10

en bovendien een tafel dienst deed als

bureau. 'Die oificierskamer was slaapkamer, eetkamer, waschkamer, verblijfkamer en nu ook administratiekantoor geworden. Geen oogenblik was er rust, onophoudelijk ging de deur open en toe. Het stond er mij van den beginne af slecht aan, met weemoed

dacht ik aan het mooie zomerhuisje in den schaduwrijken tuin van mijn hotel, dat ik zoo gaarne als bureau had uitgekozen. Het spreekwoord: dans la guerre comme a la


H.F. van Haaren, gemeentesecretaris van Druten (1891-1923). Reserve-officier 44ste Bataljon Landweer-Infanterie 9O6- / 9 / 4 > -Infanterie n(1906-1914).

11


gucrre, was niet vergeefs geschreven', verzuchtte Van Haaren. Nadat de officieren aan elkaar waren voorgesteld begon het werk, dat voor een in dit vak toch ongeschoolde reserve-officier niet zó gemakkelijk was. 's Middags kreeg Van Haaren bezoek van thuis, wat hem blij verrastte, want'howelikpas 4 dagen van huis was, scheen het mij toe, dat ik al wel vier weken huis en hof verlaten had. Thuis was alles goed, werd mij gezegd en met nieuwen moed ging ik aan het werk.' 's Avonds maakte hij weer een wandeling en bezocht een fraai café-restaurant, waar een Beiers rnuziekgezelschap een concert gaf. Vooral de muziek werd door Van Haaren als van 'superbe qualiteit' bevonden. Bij deze gelegenheid voelde de voorzitter van de Drutense Oranjevereniging zich toch ook geroepen zijn vaderlandslievende hart te laten spreken. 'Toen het concert bijna ten einde was, vroeg ik of het 'Wilhelmus' eens niet zou gespeeld worden. Er werd mij geantwoord, dat men het liever niet deed om de neutraliteit niet te schenden. Het kostte mij weinig moeite om den Directeur van het gezelschap er van te overtuigen, dat in het neutrale Nederland toch gerust eene Nationale Hymne mocht worden aangeheven en eenige minuten daarna ruischten de heerlijke tonen van ons 'Wilhelmus van Nassouwe' door de zaal. Het publiek stond op van zijn stoelen en zong geestdriftig mede. Dat was juist wat ik hebben moest. Toen de muziek geëindigd had, hield ik een geestdriftige 'speech' op Vaderland en Koningin en alle aanwezigen stemden met mijne woorden in. Ik had er veel voldoening van; de dag was goed besteed.' Enkele dagen gingen in rust voorbij, tot Van Haaren 7 augustus 's morgens de opdracht kreeg, te zorgen voor de proviandering van de transportkarren en wagens. Dat betekende eerst de benodigde hoeveelheid voeding berekenen en daarna een rijtuig huren om alles bijeen te krijgen; omdat de verschillende leveranciers over de gehele stad verspreid woonden, zou dit te voet ondoenlijk zijn geweest. Hoewel 'onder hetgeen de soldaat in oorlogstijd hebben mag ook nog altijd eene hoeveelheid jenever' behoorde,

12

stemde de commandant daarmee niet in. Met enige spijt concludeerde Van Haaren, dat hij dus niet naar 'den destillateur behoefde', 'maar wel naar den hooi- en stroohandelaar, den graanleverancier, den kruidenier enz. In vredestijd waren contracten afgesloten met verschillende leveranciers, de te besteden prijs was mij dus bekend, maar niet allen waren rneer voorzien van hetgeen gevraagd werd, zoodat ik soms genoodzaakt was naar anderen te gaan, die vrij waren in hun vraag en hoogeren prijs konden bedingen. Dat was wel niet aangenaam, maar er was niets aan te doen, de proviand moest er zijn en aan den avond van dien dag kon ik mijn commandant melden, dat voor de proviandering was gezorgd. Die zorg was dus weer van mijn hart.' Ongewend aan dit drukke leven en gebukt gaande onder de zorg, behorend bij de functie van kwartiermeester, voelde Van Haaren zich de volgende morgen 'niet erg wel'. Onder het motto, dat het wel weer over zou gaan, werkte hij de hele dag door, maar de daarop volgende dag moest hij zich toch onder behandeling stellen van de officier van gezondheid, die oordeelde, dat hij vervangen diende te worden. Omdat het Ministerie van Oorlog direct geen andere kwartiermeester kon leveren, bleef Van Haaren dienst doen, totdat de plaatsvervanger vier dagen later arriveerde. Hijzelf werd naar het officiershospitaal te Utrecht gezonden, waar hij na een nacht rust in een écht bed werd onderzocht en voorlopig afgekeurd: hij mocht terug naar huis' 'Wel vond ik het jammer', aldus Van Haaren, 'ik had gaarne mijn tijd uitgediend, gaarne mijn krachten besteed in de ure des gevaars voor het heil van Koningin en Vaderland. Dan, het mocht niet zijn (. . .) Aan den avond van den 13den Augustus was ik weer in mijn dierbaar 'Witte Huys', hartelijk verwelkomd door vrouw en kinderen.'

Slot Hier eindigde Van Haarens betrokkenheid bij de mobilisatie van 1914. In oktober van dat jaar werd hem op zijn verzoek eervol ontslag uit de militaire dienst verleend, maar enige tijd later richtte hij de afdeling Druten


NIEUWSBRIEF STREEKDOCUMENTATIECENTRUM De openstelling van het documentatiecentrum op 8 januari 1986 heeft in eerste instantie aan haar doel voldaan. Met het afsluiten van het eerste halfjaar blijkt dat 100 bezoekers gebruik hebben gemaakt van de faciliteiten van ons documentatiecentrum. De meeste bezoekers hebben belangstelling voor de fiches van de werkgroep Maas en Waalse geslachten, maar dat is op zich niet zo vreemd. Gelukkig zijn ook bezoekers naar hier gekomen voor andere historische informatie. Een uitbreiding van het documentatiemateriaal in de vorm van boeken, foto's, kranteknipsels en archieven zijn welkom. De twee medewerkers willen graag iedereen van dienst zijn. Na een verdiende vakantie van twee maanden (juli en augustus) gaat op woensdag 3 september het Streekdocumentatiecentrum voor bezoekers weer open. Iedereen is van harte welkom elke woensdag van 14.00 tot 17.00 uur.

GEVRAAGD

SEPTEMBER 1986

dag gehouden. Op zaterdag 19 april passeerden 184 geïnteresseerde genealogen de poorten van het Wijchense kasteel, waar zij de dag positief hebben benut met het verzamelen van nieuwe gegevens en informatie. Veel belangstelling toonden de bezoekers voor de computerwerkwijze, die door de heer Bouwman is gepresenteerd. De Nederlandse Genealogische Vereniging met haar stands van het Kwartier van Nijmegen en de Betuwe voorzag de bezoekers van het nodige informatiemateriaal maar ook van vakkundige en waardevolle tips. De heerAlb. v.d. Heuvel ontving op deze dag een flinke partij bidprentjes, waarmee hij zijn collectie zag groeien tot over de honderdduizend exemplaren. De medewerkers van de historische vereniging die de boekentafel, de literatuur- en de informatiestand verzorgden, waren allen tevreden over de goede resu Itaten op deze dag. Met haar 48 fichesladen heeft de werkgroep aan de bezoekers weer de nodige informatie weten te geven en de waardering voor het werk is door vele bezoekers tot uiting gebracht. De centrale kern van de werkgroep dankt alle medewerkers die spontaan hun tijd aan deze bijeenkomst hebben willen geven, en wij hopen o ver t wee jaar (a pril 1988) weervan Uw diensten gebruik te mogen maken. Op deze genealogische dag zijn door enkele fotografen foto's gemaakt. Nu stelt de werkgroep het op prijs deze foto's te mogen aanschaffen voor haar documentatiebestand. De fotografen kunnen zich in verbinding stellen met de heer Arts.

Medewerkers van het documentatiecentrum vragen aan de leden van de Historische Vereniging Tweestromenland hun medewerking in de vorm van het uitknippen van krante-artikelen welke betrekking hebben op historische onderwerpen die voorkomen in het Land van Maas en Waal. Deze artikelen staan afgedrukt in de krant die dagelijks verschijnt, maar ook in de wekelijks verschijnende bladen, o.a. De Waalkanter, Wegwijs, Dicht Bij, Bisdomblad, De Brug, De Al zijn de maanden juni, juli en augustus Sleutel, enz. enz. bekend als dé vakantiemaanden, toch blijft de Het knipselmateriaal kan opgezonden wor- werkgroep actief draaien in deze periode. In den aan de secretaris van de Vereniging, zie juni is gestart met het copiëren van de DTB's blz. 2 van het tijdschrift. die aanwezig zijn op het R.A. in Arnhem. Via een gemaakte afspraak wordt alles in korte ALVAST BEDANKT! tijd gecopieerd en hieraan werken mee de heren Van Herwijnen, Lemmers en Arts. De WERKGROEP klaar gekomen collectie wordt in het najaar MAAS EN WAALSE GESLACHTEN uitgereikt als huiswerk aan de thuismedewerkers van de werkgroep. Na een werkseizoen van ficheren, alphabeDeze uitreiking gebeurt op zaterdag 4 oktiseren en opbergen van ons fichesbestand tober a.s. in het Streekdocumentatiecenheeft de werkgroep ter afsluiting van het sei- trum. Op zaterdag 4 oktober wordt eerst de jaarlijkse vergadering gehouden, die begint zoen haar 3e Maas en Waalse genealogische


om 10.10 uur. Na afloop van de vergadering, om omstreeks 11.15 uur, is er zoals gebruikelijk weer gelegenheid om onderling contacten te leggen en problemen verder te bespreken. De bijeenkomst wordt gehouden in het Streekdocumentatiecentrum te Wijchen, Oude Klapstraat 20, in de Openbare Bibliotheek.

Zij die speciaal de fichescollectie willen inzien, kunnen dit elke woensdag in het Streekdocumentatiecentrum komen doen tussen 14.00 en 17.00 uur.

JAARVERGADERING Het bestuur van de Historische Vereniging Tweestromenland heeft op woensdag 14 mei 1986 haar jaarlijkse algemene vergadering gehouden. Ondanks dat ons tijdschrift te laat bij vele leden in de bus is gekomen (waarvoor ons excuus) was het aantal belangstellenden vrij groot.

Tijdens de vergadering aanvaardde de heer J.L.C. Alkemade het voorzitterschap. In opvolging van onze penningmeesteres heeft de heer J. Jansen deze taak tijdens de vergadering overgenomen van mevrouw W. A. van Buren. Mevrouw Van Buren heeft ruim zeven jaar deze taak uitgevoerd. De periodiek aftredende leden, te weten mevrouw F. van Oijen en de heren W. Arts, J. van Gelder en C. Visser, zijn allen herkozen. Door de snelle wisseling van het bestuur en mede door het aantrekken van een nieuwe administrateur, is het niet mogelijk gebleken een goedgekeurde exploitatierekening en balans over 1985 aan te bieden. De kascommissie werd in juni in de gelegenheid gesteld alsnog de rekening en balans te controleren. Op 23 juni j.l. is door de kascommissie de hiervolgende ondertekende verklaring uitgegeven: 'De kascommissie van de Historische Vereniging Tweestromenland, bestaande uit mevr. A.J.J.M. Thijssen te Nijmegen en de heer Th.P.J. van Herwijnen te 's-Hertogen-

bosch, heden in zitting bijeen, verklaren dat na inzage van de boekhouding en de jaarstukken over het jaar 1985 van bovengenoemde vereniging, deze door hen in orde bevonden zijn en verlenen hiermede décharge aan de afgetreden penningmeester mevrouw W.A. van Buren. Wijchen, 23 juni 1986 wg. A.J.J.M. Thijssen

Th.P.J. van Herwijnen.'

Na de pauze heeft de heer N.A. Hamers uit Malden een interessante lezing gehouden, die speciaal was afgestemd op de genealogie. Deze lezing en de aanwezige collectie bidprentjes van de heer Alb. v.d. Heuvel uit Winssen waren voor elke genealoog, maar ook voor andere historische navorsers zeer leerzaam.

TIJDSCHRIFT NUMMER 50 Ons tijdschrift Tweestromenland ziet Abraham, in dit geval slaat dat niet op de leeftijd, maar op het bereikte aantal nummers. De inhoud van de artikelen is voor rekening en verantwoording van de redactie. De redactie van een historisch blad zal geen redactie van een historisch blad zijn, als geen historisch overzicht van ons tijdschrift het licht zal zien. De leden van het eerste uur bezitten in hun collectie nog de dunne exemplaren en als zij deze nu vergelijken met wat thans door de redactie en de vereniging wordt aangeboden, dan mag men wel concluderen, dat er een goede groei aanwezig is. Het bestuur van de Historische Vereniging Tweestromenland dankt alle redactieleden, die in de loop der jaren hun medewerking aan dit tijdschrift hebben gegeven. HEREN VAN DE REDACTIE, proficiat met de uitgave van tijdschrift nummer VIJFTIG. Het is een compliment waard. De redactie van ons tijdschrift bestaat momenteel uit vijf man en het lijkt voldoende te zijn, maar toch hadden zij graag de medewerking gekregen/ontvangen van een layoutman. De layout gebeurt nu door de drukker, maar de redactie zou het weer graag in eigen handen nemen. Dus wie over de nodige vakkennis, ervaring en tijd beschikt, is van harte welkom. Wat ook erg welkom is, is nieuwe kopij voor publicatie. De redactie had graag meer aanbod van onderwerpen en plaatsen, die op ons werkgebied van toepassing zijn. Geïnteresseerde personen kunnen contact opnemen met de heer Ton Tieten, Tolhuis 52-37 SN, 6537 KE Nijmegen.

INDEX TWEESTROMENLAND Voor geïnteresseerden is verkrijgbaar een index van ons tijdschrift op titel en auteursnaam. Deze index wordt U toegezonden na overmaking van 1 12,- op postgiro 2622012 t.n.v. Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60, 6602 VC Wijchen, onder vermelding


van: Index Tweestromenland. Afgehaald kost de index / 9,-.

OPSPORING VERZOCHT De sectie Literatuur en de medewerkers van het Documentatiecentrum zouden graag in het bezit komen van het boekwerk 'Als de rogge rijpt' van schrijver H. de Kleijn. Deze historische roman speelt in de streek van het dorp Overasselt en is in de jaren 60 gepubliceerd. Graag wil de historische vereniging in het bezit komen van dit boekwerk en tegen een redelijke vergoeding, mits in redelijke staat, het boek van U overnemen. Een gratis aanbod wordt zeer gewaardeerd. Bij voorbaat hartelijk dank. M. Bergevoet, Mariastraat 2a, 5912 CD Venlo.

AANKOPEN VAN DE SECTIE LITERATUUR IN 1985 W.J. Alberts, De graven en hertogen van Gelre op reis ƒ 20,25 A. Key en D.P. Blok, Taalgrensproblemen in het rivierengebied / 18,25 J. van Druten, Geslachtsregister der familie Van Druten f 34,00 J. Janssen e.a., Stoottroepen 1944-1984 / 29,50 P. de Buck e.a., Zoeken en schrijven f 22,50 J.W. Staats Evers, Lijfstraffelijke rechtspleging in Gelderland M 80,00 Publicatieband Stg. Oude Gelderse Kerken, l en II samen f 90,00 H. Kluin, Dwaasheid, die wijsheid beschaamde / 30,00 E.J. Harenberg, Oorkondenboek van Gelre en Zutphen, dl. II / 48,00 J. Theuwissen, Het landbouwvoertuig in de etnografie van de Kempen f 97,00 A. Fahne, Urkundenbuch des Geslechts Mumm, idem, Ahnentafel des Geslechts Mumm, samen f 257,00 Collectie Prov. verordeningen inzake het 'kerkekraken' in Maas en Waal 1795-1809 f 55,00 K.v.d. Heuvel, Familie Van den Heuvel uit Alphen a.d. Maas / 28,50 Totaal f 920,00

M.G.M. Jansen, Enige geomorfologische, botanische en entomofaunistische aspecten van het rivierduin 'De Berg' te Bergharen (gratis) C.J. Rutgers, Geslacht Bruist, genealogische en historische aantekeningen met bronvermelding (gratis) Hierbij dient aangetekend te worden, dat de sectie literatuur in dat (en voorgaande) jaar enkel bestond uit ondergetekende, die door diverse oorzaken niet op de hoogte was van wat zich reeds in het Documentatiecentrum aan publikaties bevond. Daarom werd een zéér voorzichtig aankoopbeleid gevoerd.

M. Bergevoet

WERKGROEP MAAS EN WAALSE STREEKDRACHT EN MODE Als deze Nieuwsbrief verschijnt is in de kerk van Druten - tijdens de fietsvierdaagse - een expositie gehouden met als onderwerp 'Boldershof'. Onze werkgroep heeft haar bijdrage geleverd door het maken van de kleding - naar authentiek model - van de zusters, die tot voor kort op Boldershof hebben gewerkt. Van Moeder Overste Sr. Celestine en haar medezusters hebben we alle medewerking gekregen om het habijt zo nauwkeurig mogelijk na te kunnen maken. Dit was extra moeilijk omdat van de oorspronkelijke kleding niets bewaard is gebleven. Naar aanleiding van dit projekt is het idee ontstaan om te trachten van alle orden die het Land van Maas en Waal binnen haar grenzen heeft gehad één compleet habijt met hoofdbedekking, schoeisel etc. te verkrijgen c.q. na te maken. Uit historisch oogpunt bezien lijkt dit ons een verantwoord streven. Zijn er mensen, die in het bezit zijn van kleding en/of patronen of die ons op een andere manier willen helpen, neem dan contact op met: Wies-Berris-Visschers, Wijchen, telefoon: 08894-17461 (liefst na 18.30 uur).

Bij voorbaat dankt!


TWEESTROMENLAND-EXCURSIE ZATERDAG 11 OKTOBER

OPENLUCHTMUSEUM 'ERVE KOTS'

Onze jaarlijkse excursie gaat dit keer naar de Gelderse Achterhoek. Het oude Hanzestadje Doesburg is ons eerste reisdoel. Na koffie met gebak in het historisch restaurant, volgt een rondleiding door een uniek 'werkend' museum. Van de diverse verdwenen mosterdfabriekjes kunnen de oude molens met bijbehorende apparatuur bezichtigd worden. Tevens wordt getoond, hoe men nu nog de ouderwetse pure 'boeren' mosterd vervaardigt, waarbij deskundigen uitgebreide informatie verschaffen. Aansluitend aan de mosterdfabriek ligt De Gildehof met diverse oude ambachten en leuke winkeltjes om een gezellig plein in oude stijl met terrasjes. Na Doesburg rijden we richting Lichtenvoorde. In het hartje van de Achterhoek, het wondermooie land van bossen en kastelen, afgewisseld door ruisende korenvelden, ligt omzoomd door eeuwenoude akkers onder aan de Lievelder Esch, het overal in den lande bekende museum 'ERVE KOTS'. Het ontstaan van boerderij Kots grijpt terug naar het verre, grijze verleden, namelijk de 14e eeuw. Men vindt er o.a. een rosmolen, karnmolen, los hoes en frankisch graf. Na bezichtiging staat een originele Achterhoekse koffietafel met 'pilleweggen' gereserveerd in de 'goeie' kamer van de Oude Herberg. Voorwaar een belevenis om in deze romantische omgeving te vertoeven. Vervolgens staat op het programma een bezoek aan de St. Callixtuskerk in Groenlo. Tijdens de rondleiding zal de koster over de rijke geschiedenis van dit prachtige Godshuis vertellen en zal hij de relatie aantonen uit de tijd van de reformatie met het kerkje van Zwilbrock, net over de grens (paspoort is gewenst). Na dit alles consumeren we nog een afscheidsdrankje en keren we huiswaarts. AANMELDING: tot uiterlijk 25 september voor leden van Tweestromenland met eventueel 1 introducé via het aanmeldingsformulier aan: Evenementencommissie Tweestromenland -Aalsburg 1760 - 6602 VG Wijchen KOSTEN: f 52,50 per deelnemer, te voldoen vóór 25 september 1986 op postrekening 2622012 of op Rabobank Wijchen no. 112701493 ten gunste van penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 1760, Wijchen, onder vermelding 'Excursie'. In de kostprijs is begrepen: vervoer per luxe reisbus, drankjes, gebak, koffietafel en kosten voor gidsen met entrees. Deelnemers ontvangen tijdig dagindeling, deelnemerslijst met instapplaatsen en -tijden.

Aanmeldingsformulier EXCURSIE ZATERDAG 11 OKTOBER 1986 Naam/namen

Voorletters of roepnaam

Straat + no

Postcode

Woonplaats

1. ........................................................................................................................ 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Telefonisch bereikbaar onder nummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Wil zo mogelijk opstappen bij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het verschuldigde bedrag wordt of is reeds overgemaakt op vermelde giro- of bankrekening. Datum: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Handtekening: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .


op van het Vrijwillig Landstormkorps 'De Meyerij. In de novembermaand 1918, na wapenstilstandsdag (11-11), toen het revolutiespook ook in ons land het hoofd dreigde op te steken, bleek de Vrijwillige Landstorm een welkome aanvulling op 's Lands strijdkrachten. Ook de landstormers uit Druten, waaronder schrijver dezes, moesten onder de wapenen komen, maar gelukkig konden

zij een week later weer met 'klein verlof huiswaarts keren. 1. In het najaar van 1914 plaatste H.F. van Haaren zijn belevenissen tijdens de mobilisatie in een aantal afleveringen in de Nieuwe Arnhemse Courant, waaruit in het onderstaande artikel is geciteerd.

H. van Helvoort

De kerken van architect C. Franssen in Maas en Waal

(7) Dit artikel is de zevende aflevering in een serie over de kerken van architect Gaspar Franssen (1860-1932) in Maas en Waal. In dit tijdschrift verschenen reeds: afl. 1: Personalia (nr. 29, 1978/11); afl. 2: Personalia (slot) en R.K. kerk Nederasselt (nr. 31, 1979/11); afl. 3: R.K. kerk Bergharen (nr. 32, 1980/1); afl. 4: R.K. kerkWeurt(nr. 37, 1982/11); afl. 5: R.K. kerkWeurt, de middeleeuwse toren (nr. 38, 1982/III); afl. 6: R.K. kerk Beneden-Leeuwen (nr. 43, 1984). Voordat de R.K. kerk te Beuningen aan bod komt, worden in het kort de bouwprojecten van architect C. Franssen besproken, die hij onderhanden had in de periode tussen de bouw van de kerk te Beneden-Leeuwen en de bouw van de kerk te Beuningen. Tezijnertijd volgen de artikelen over de kerken te Appeltern en Horssen. Redactie 23. Het jaar 1899 was een topjaar in de produktie van architect C. Franssen. In dat jaar begon hij aan vijf bouwprojecten. In Den Dungen werd de gothische kerk uit de 16de eeuw, gewijd aan de H. Jacobus de Meerdere, vergroot door aanbouw van een toren en een doopkapel. Later heeft ir. Jos Cuypers deze kerk vergroot tot een kruiskerk. De kerk behoort tot het bisdom 's-Hertogenbosch. 24. In zijn geboortedorp Tegelen bouwde architect Franssen in 1899 de H. Martinuskerk. De parochie behoort tot het bisdom Roermond. 25. Het derde project betrof de bouw van de H. Hartkerk te Boxtel in het bisdom 'sHertogenbosch. 26. Ten vierde volgde de bouw van de H.

Willibrordus te Liessel, gemeente Deurne, in het bisdom 's-Hertogenbosch. 27. Ten vijfde volgde de bouw van de H. Remigius te Lithoyen, gemeente Lith, in het bisdom 's-Hertogenbosch. 28. Beuningen. H. Cornelius, 1900-1901.

1. Bouwgeschiedenis Er staat in het Memoriale Parochiae niet erg veel over de kerkbouw vermeld. De oude kerk was heel wat te klein geworden. Het kerkbestuur besloot een nieuwe, grotere te bouwen, maar met behoud van de middeleeuwse toren, al werd deze dan ook ommanteld en verhoogd. In een aantekening staat de datum van aanbesteding vermeld: 28 maart 1900 en in een der kerkmuren staat de datum der eerste steenlegging: 10 juni 1900.

13


Over ontgraving, aanplemping, bodemonderzoek, omdat de buitenmuren op het kerkhof kwamen te staan, en andere voorbereidende werkzaamheden is niets opgetekend; maar als men de bouwgewoonten van die tijd in acht neemt, moeten deze werkzaamheden al in 1899 gebeurd zijn, evenals de afbraak der oude kerk. De tijd van 28 maart 1900 tot 10 j u n i 1900 is nauwelijks voldoende te noemen voor het leggen der funderingen, al kende de aannemer Fa. Mestrom, Venlo de werkwijze van architect Franssen op zijn duimpje. Het bouwen verliep overigens voorspoedig, zodat op 15 juli 1901 de kerk geconsacreerd kon worden.

2. Beschrijving der kerk A. ALGEMEEN KARAKTER DER KERK De kerk van Beuningen is een driebeukige, neot-gothische basiliek met vijf traveeën tussen toren en priesterkoor. Als men de massa van de toren beschouwt en deze vergelijkt met de massa van vroegere torens,

14

krijgt men de indruk, dat de torenmassa te Beuningen, vooral de eerste twee geledingen, groter is dan architect C. Franssen zijn torenmassa's placht te maken. De twee eerste geledingen hebben contreforten; - de derde en vierde alleen lisenen, die uitlopen in vier hoektorentjes. Om deze hoektorentjes is het al duidelijk, dat deze kerk thuis hoort in de periode, waarin architect Franssen gaarne deze torentjes bouwde. En tegelijkertijd, om de topgevels rnet wijzerplaten, moet zij gerekend worden tot de periode, waarin dit motief gaarne door architect Franssen werd toegepast. Links van de toren staat tegen de sluitmuur van de zijbeuk een vijfhoekige doopkapel. Rechts van de toren is in de sluitmuur van de zijbeuk een zijingang aangebracht. Zoals zijn eerste kerken waren, zo is ook de plattegrond van de kerk te Beuningen, namelijk geen kapellen voor de zijaltaren, maar ondiepe spitsboognissen in de sluitmuur van de zijbeuken bij het begin van het priesterkoor. Het priesterkoor is even breed als het middenschip; het heeft twee traveeën parallel aan de lengte-as van de kerk en een 3/8 sluiting., Het begin van het priesterkoor is door een kleine insnoering gemarkeerd. Het priesterkoor heeft een hoogte van het zadeldak, gelijk aan die van het middenschip. De gewelven zijn overal van zwemsteen. In de eerste jaren was er slechts één sacristie bij de kerk gebouwd, behandeld als zelfstandig gebouwtje. Op 7 juli 1922 besteedde men een tweede sacristie aan en veranderde de bestaande in zitplaatsen voor kinderen. B. UITWENDIGE DETAILLERING 1. Vooreerst de toren rnet zijn vier geledingen en achthoekige spits. De eerste geleding heeft in de voorgevel de hoofdingang met een drieledig bovenlicht, zoals dat in bijna alle kerken van architect Franssen wordt toegepast. De zijgevels hebben geen indeling. Dat de oude, middeleeuwse toren is ommanteld, kan men nog duidelijk zien bij de ingangsdeur tot de eigenlijke kerkruimte. Daar is de oude m u u r nog zichtbaar. Zo ongeveer ter hoogte van de goot der lesse-


15


naarsdaken ligt de scheidingslijst der eerste en tweede travee, een eenvoudige bakstenen lijst. De muurhoeken van de eerste en ook van de tweede geleding hebben contreforten gekregen. De tweede geleding heeft voor alle gevels een indeling in vier spitsboognissen. Boven deze nissen, ter hoogte van de goot van het zadeldak ligt de scheidingslijst van de tweede en de derde geleding. Hier houden de contreforten op. De derde en vierde geleding hebben de muurhoeken enigszins verstevigd door lisenen, die ongebroken naar boven doorlopen tot in de vierkante hoektorentjes met vierkante spits. Tussen deze hoeklisenen is de derde geleding ingedeeld in drie spitsboognissen. Boven de nissen ligt een dubbele baksteenlij st, doorlopend over de hoeklisenen als scheidingslijst tussen de derde en de vierde geleding. In de vierde geleding staan twee geprofileerde spitsboognissen met galmgaten, alle gevels gelijk. De vierde geleding wordt dan boven de galmgaten afgesloten met een rijkere baksteen-sierlijst. Boven de toppen van de galmgaten is deze sierlijst wat lager aangezet dan elders, om aldus een

16

muurvlak te krijgen voor de wijzerplaten.

Naast dit muurvlak staat op de sierlijst een borstwering van vier open spitsboognissen ter weerszijden. Op de natuurstenen afdeklijst van de borstwering begint een topgevel met pinakel. In de top van deze topgevel staan boven de wijzerplaat nog twee spitsboognisjes op een baksteensierlijst. De achthoekige spits begint al boven de borstwering. Naast de toren staat de sluitmuur van de zijbeuken aan beide zijden. Ter linkerzijde is deze muur uitgebouwd met een vijfhoekige doopkapel met hoekcontreforten. Zij heeft uitwendig vier raampjes, iets lager beginnend dan de ramen van de zijbeuk. Ter rechterzijde is de sluitmuur doorbroken door een zijingang zonder bovenlicht, 't Lijkt erop, of deze zijingang om praktische redenen later, tijdens de bouw, nog is aangebracht. Een travee (van de vijf tussen toren en priesterkoor) ziet er als volgt uit: 1. plint met overgangselement van natuursteen. 2. onder de drie zijbeukramen met sterk geprofileerde spitsbogen een natuurstenen onderdorpel en daaronder een


natuurstenen waterlij st tussen de contreforten. 3. onder de goot van het lessenaarsdak over de zijbeuken een rijke baksteensierlijst. 4. onder de middenschip-ramen, gelijk aan 2. onderdorpel en waterlijst als bij 2. 5. onder de goot van het zadeldak een nog rijkere baksteen-sierlijst. 6. op het zadeldak, in het midden van de vijfde travee, een opengewerkte, achthoekige dakruiter. Dan volgt het priesterkoor met eerst twee even brede traveeën, parallel aan de lengte-as van de kerk en daarna een 3/8 sluiting. ledere travee en ieder sluitingsvak heeft hetzelfde, enkelvoudige, geprofileerde spitsboograam. C. INWENDIGE DETAILLERING Van buiten af de kerk ingaande onder de toren door, passeert men eerst de buitendeuren met het bovenlicht, drie delig a la Franssen, en komt dan in het torenportaal zonder gewelf. Er zijn houten trappen naar

het zangkoor en hoger op. Dan gaat men door een dubbele deur en staat dan in de eerste travee, waarin zijn opgenomen het zangkoor met de orgelruimte. Deze twee worden opgevangen door een zuilengalerij met spitsbogen onderling en met de torenmuur. Boven de spitsbogen staat een borstwering van 18 open baksteen-spitsboognis-

sen, afgedekt met een houten lijst. De spitsbogen, die de zangkoorbouw dragen, rusten op vier hardstenen, ronde, geverfde zuilen met natuurstenen bladkapitelen. Onder de zuilengalerij zijn aangebracht drie ribkruisgewelven. De ribben ervan en de scheibogen rusten bij de torenmuur op lisenen met bladkapitelen. Het orgel staat in twee delen gebouwd tegen de torenmuur, die vanzelfsprekend geen lichtvenster heeft. De doopkapel heeft een zesdelig ribkruisgewelf, waarvan de ribben gedragen worden door natuursteen-draagstenen op hoeklisenen. De kapel heeft vier raampjes, spitsbogig en één blinde ondiepe spitsboognis. De zij ingang, aan de andere zijde, is gevat in een ondiepe spitsboognis.

1. basement van hardsteen, sterk geleed, onder de twee pijlers. 2. sterk geprofileerde pijlers met kapiteel ter hoogte van de geboorte der zijbeukgewelven, uitsluitend in de zijbeuk. Denk aan Swalmen en Donk. 3. Twee lisenen op elkaar, die doorlopen tot de geboorte van het middenschipgewelf. Daar eindigt deze dubbele liseen in een natuurstenen bladkapiteel. Op dit kapiteel worden de scheibogen en ribben van het middenschipgewelf opgevangen. 4. het gewelf van zwemsteen; - alle gewelven in deze kerk zijn van zwemsteen. 5. boven de geprofileerde scheiboog tussen de pijlers loopt onder de bakstenen waterlijst, onder het pseudo-triforium aangebracht, een bakstenen sierlijst, zoals ook in Boxtel, en in Liessel. 6. Boven de in 5. genoemde waterlijst staat het pseudo-triforium van drie blinde spitsboognissen; het maakt één geheel uit met de drie ramen van het middenschip door twee lisenen van baksteen, die zowel de triforium-nissen, als de ramen van elkaar scheiden. 7. Boven de ramen van het middenschip is iedere travee afgedekt met een ribkruisgewelf; tussen de gewelven scheibogen. 8. Het kapiteel van de pijlers in de zijbeuken draagt de scheiboog, die de zijbeukgewelven van elkander gescheiden houdt en de ribben van de ribkruisgewelven over de zijbeuken. 9. Aan de buitenmuur van de zijbeuken worden scheiboog en ribben opgevangen op een bladkapiteel, dat de bekroning is van anderhalve liseen. Hier zijn namelijk geen halve colonetten toegepast, maar halve lisenen tegen bredere lisenen, welke laatste tot de vloer doorlopen. Onder de halve lisenen zitten natuurstenen draagstenen met lijsten versierd. De zijaltaren staan in ondiepe spitsboognissen met geprofileerde bogen. In de vier hoeken van de buitenmuren der zijbeuken staan hoeklisenen met natuurstenen bladkapitelen. Het priesterkoor wordt bij het begin ingesnoerd, ± 55 cm. De scheiboog bij het begin

17


81


is ± drie koppen breed. Aan de zijde van het priesterkoor heeft deze eerste boog een schalk met draagsteen met bladkapiteel. Het priesterkoor heeft twee traveeën, parallel aan de lengte-as van de kerk. Daarna volgt een 3/ 8 sluiting. De eerste travee is afgedekt met een ribkruisgewelf; - de tweede travee met de sluitvlakken door een zesdelig ribstergewelf.

Deze gewelven worden opgevangen door lisenen met schalken ervoor, die eindigen in bladkapitclen van natuursteen. De priesterkoorramen zijn enkelvoudige spitsboogramen, met de baksteen-sierlijst van elders in de kerk onder de ramen en doorgezet over heel de breedte der traveeën en sluitvlakken.

Recensie

Heruitgave van 'Het Schependom van Nijmegen' Door het Nijmeegse Gemeentearchief is de heruitgave verzorgd van het bekende boekje 'liet Schependom van Nijmegen in woord en beeld. Geschiedkundige en hedendaagsche beschrijving van Hees, Neerbosch en Hatert. ' Het oorspronkelijke werkje was een uitgave van de Vereeniging 'Dorpsbelang' in 1912. Het bevat een reeks van artikelen over de geschiedenis van de drie dorpen en verder uitvoerige plaatsbeschrijvingen. De inhoudsopgave vermeldt onder meer: - Het Klooster te Neerbosch (bedoeld is hier het St. Agnetenldooster, dat tot aan de reformatie aan de Teersdijk heeft gestaan) - Hees en zijn oude buitenverblijven Neerbosch en zijn kerken - Eenige oude buitenverblijven te Neerbosch - Het dorp Hatert - de Hatertsche leengoederen - De Roomsche Kerken en Gestichten van het Schependom: Hees, Neerbosch en Hatert. Bovendien zijn er een aantal wandelingen in opgenomen, die de lezer van thans meenemen langs de bezienswaardigheden in de dorpen en langs de vele fraaie landhuizen, gelegen aan doodstille weggetjes en statige lanen met ruisend geboomte in het jaar 1912. De rust en de landelijke sfeer, die in het boek zo sterk naar voren komen, zijn helaas als gevolg van de na-oorlogse stadsuitbreidingen tegenwoordig zo goed als verdwenen. Vele van de beschreven huizen, boerderijen en villa's zijn echter nog in de huidige bebouwing terug te vinden. Verschillende auteurs, met name uit Hees en Neerbosch, leverden in 1912 bijdragen. De namen van H.DJ. van Schevichaven en van dr. J.J. de Blécourt zijn tot de dag van vandaag bekend gebleven. Van Schevichaven was de bekende archivaris van Nijmegen van 1897 tot 1918. Dr. De Blécourt was gedurende vele jaren een zeer gezien huisarts in Hees en omgeving. Hij overleed in 1925. Het boekje is zowel wat betreft de vormgeving als de inhoud volkomen gelijk aan het origineel. Dit betekent, dat ook de illustraties en de wandelkaart identiek zijn aan de oorspronkelijke. Ook de 'advertentiën' zijn weer in de nieuwe uitgave opgenomen: deze eenvoudig, maar mooi vormgegeven advertenties zijn inmiddels een bron van historische informatie geworden. De enige moderne toevoeging wordt gevormd door een index op persoonsnamen, samengesteld door mevrouw H.M. Aben-Nederpeld. Deze lijst zal het gebruik van het boekje ongetwijfeld bevorderen. Het is hierbij van belang te vermelden, dat deze moderne toevoeging de oorspronkelijke vormgeving absoluut niet heeft aangetast.

19


Een der 'advertentie'n' uit 'Het Schependom van Nijmegen'.

22G

De prijs van dit ruim 250 pagina's tellende boekje bedraagt ƒ 12,50. Het is verkrijgbaar bij de balie van hel Gemeentearchief, Mariënburg 95, 6511 PS Nijmegen, telefoon: 080-

235110. Het boek wordt ook toegezonden, na overmaking van ƒ 17,00 op gironummer 2032010 t.n.v. de gemeentearchivaris van Nijmegen, onder vermelding van 'Schependom'.

Rectificatie: Topografisch Historische Atlas In het vorige nummer van onze nieuwsbrief is een foutje geslopen wat betreft nieuw materiaal over de watersnood en andere onderwerpen. Mevrouw Peters-Wessels uit Wijchen moet zijn: foto's uit Alverna/Wijchen. Nieuwe schenkingen komen van: Mevrouw Arts-van Aanholt uit Beneden Leeuwen: foto uit Boven Leeuwen. Mevrouw De Kleijn-van Kessel uit Wijchen: Dagboek over de watersnood van 1926 en foto's uit Wijchen. Hiervoor onze hartelijke dank.

20


HET SPIEKER Poffercollectie overgedragen aan Tweestromenland Op donderdag 15 mei 1986 is door mevrouw Van Amstel en mevrouw Siebert een gedeelte van de door hen gerestaureerde en gecopieerde poffercollectie overgedragen aan onze Historische Vereniging. Bij deze gelegenheid, die plaatsvond in het Streekdocumentatiecentrum, waren verder nog aanwezig mevrouw Berris en de heren Van Gelder en Arts. Mevrouw Van Amstel bood voorts aan de heer Van Gelder haar boekwerk aan, waarin het herstellen en copiĂŤren van poffers beschreven staat. De herstelwerkzaamheden zijn fotografisch vastgelegd; de foto's sieren thans het boek. Een uitgebreide verhandeling wordt tezijnertijd in ons tijdschrift gepubliceerd.

Mevrouw Van Amstel met de door haar gerestaureerde/gecopieerde poffers.

Mutsje Het prachtige weer heeft er toe bijgedragen dat het aantal bezoekers op de Batenburgse dag de 25.000 heeft gehaald. De Historische Vereniging heeft een groot aantal bezoekers mogen begroeten die een bezoekje kwamen brengen aan de opgestelde watersnoodtentoonstelling. Op deze dag (27 juli 1986) heeft mevrouw W. Berris, van de werkgroep Streekdracht en 21


mode, uit handen van de voorzitster van de dansgroep Richeldiene een copie mogen ontvangen van een mutsje. Het origineel was tijdelijk door de werkgroep beschikbaar gesteld uit haar collectie aan de dansgroep, die hiervan een aantal copieën heeft gemaakt voor eigen bezit. Als dank voor het lenen ontving de Historische Vereniging in de persoon van mevrouw Berris een copie met daarbij een prachtige bos bloemen. De ontvangen copie zal worden gebruikt voor exposities die door de werkgroep worden

georganiseerd.

Schenkingen De werkgroep 'Maas en Waalse Streekdracht en Mode' heeft van tal van mensen schenkingen mogen ontvangen, waarvoor onze hartelijke dank. Fa. Arts de Groot, uit Wijchen: oude etalagepoppen en andere showattributen en oude

stofjes, veren, hoedespelden etc. die ons in staat stellen om de zogenaamde 'kapothoedjes' van weleer na te maken naar authentiek voorbeeld. Fam. Schoutsen uit Afferden: Stoel met armleuningen. Erven Klaassen uit Puiflijk: ondermuts, kanten muts, rouwmuts, zwarte ceintuur/ schortestrik, pet, werkbroek, leren valies, hoedendoos en geëmailleerd 'drinkestuitje'.

Mevr. Van Arnstel, Hoog Soeren: Nachtjapon, onderjurk, klepbroek, onderrok en oude patronen. Mevr. De Wildt-van de Werdt, Overasselt: onderrok en klepbroek. Fam. Van Sommeren, Dreumel: Herenjasje met vest, nachtjapon, laken en sloop en een wit damasten kleedje. Mevr. Van Sonsbeek-Liefkens, Best: l tricot babyhemdje en l gebreid borstrokje. BRUIKLENEN:

Mevr. Sas-Stevens te Beneden Leeuwen: 2 zwarte kapothoedjes, 2 dames klepbroeken en 2 onderzakken 'tessen'. Mevr. Vink-de Rijk, Dreumel: Een bontkraag van ± 1925.

Hebt u ook iets voor onze vereniging, wij komen het graag bij u ophalen. Wies Berris-Visschers, Wijchen, telefoon: 08894-17461.

22


Boekaankondiging

De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst HET LAND VAN MAAS EN WAAL De inmiddels klassieke serie Monumenten van Geschiedenis en Kunst van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg laat ons nationale erfdeel aan historische monumenten zo getrouw mogelijk zien. Alle gebouwen van monumentale en historische waarde in een bepaalde streek of stad zijn uitvoerig beschreven en in foto's en bouwtekeningen afgebeeld. De geschiedenis van deze monumenten en van de plaats waar zij zich bevinden, krijgt eveneens ruime aandacht. Deze serie Monumenten van Geschiedenis en Kunst is uitgebreid met 'Het Land van Maas en Waal'. Het Land van Maas en Waal omvat zeventien dorpen en een aantal kleinere, historischgeografisch interessante lokaties. Een gemeentelijke herindeling voegde de zeventien kerkdorpen samen tot drie gemeenten, Druten, Wamel en Wijchen. De identiteit van deze dorpen bleef echter behouden! 'Het Land van Maas en Waal' laat dat duidelijk zien. De inleiding geeft een beschrijving van de landschappelijke opbouw van het Land van Maas en Waal, de geschiedenis van dit gedeelte van het Gelderse rivierengebied en de aanwezige monumenten. Bij de beschrijving van de onderscheiden dorpen is steeds een historisch-geografïsche schets opgenomen, waarna de ter plaatse aanwezige monumenten gedetailleerd worden behandeld. De tekst wordt ondersteund door honderden foto's en tekeningen, niet alleen van de monumenten, maar ook van vele details van die monumenten. Een bibliografie en uitvoerige registers besluiten dit monumentale boekwerk, dat vooral van belang is voor hen die zijn geïnteresseerd in de bouwkunst, kunstgeschiedenis, topografie, heemkunde en monumentenzorg van het Land van Maas en Waal. 'Het Land van Maas en Waal' is het derde deel dat aan het kwartier van Nijmegen gewijd is. De eerste twee waren 'Rijk van Nijmegen, westelijk gedeelte' en 'Rijk van Nijmegen, oostelijk gedeelte en de Du/feit', Het Land van Maas en Waal. Samenstelling: Rijksdienst voor de Monumentenzorg; drs. A.G. Schulte, met bijdragen van drs. A. Steegh en G.P.P. Vrins. Verschenen bij: De Staatsuitgeverij. Ca. 500 pagina's met 643 illustraties. Gebonden in linnen band met stofomslag. Prijs ƒ 99,50.

23


OUD-RAADHUIS MAASBOMMEL Toekomstig Historisch Museum Tweestromenland

Lees de Nieuwsbrief

TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

15.XII.1986 -verschijnt tenminste vier maal per jaar-NUMMER 51


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

Lidmaatschap Het lidmaatschap geeft recht op gratis toezending van tijdschrift en nieuwsbrief en op deelname aan excursies en reizen, bovendien toegang tot lezingen, tentoonstellingen en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven in de Tweestromenlandreeks. Contributie De contributie voor 1986 bedraagt f 25,-, naar verkiezing f 30,-, f 40,-, f 50,-, f 100,-, enz., te voldoen door storting op postgiro 26222012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60,6602 VC Wijchen.

Ledenadministratie Markt 9-14,6651 BC Druten; voor opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat Zwanensingel 259,6601 GK Wijchen; voor correspondentie gericht aan het bestuur. Telefoon: 08894-16247. Ereleden H. van Heiningen, benoemd 2 mei 1969 J.P.M. van Os, benoemd 23 april 1980 Erevoorzitter J P. van Wezel, benoemd 9 mei 1985

Bestuur J.L.C. Alkemade, vz., Ewijk JA. van Gelder, vice-vz., Bergharen W.M.G. Arts, secr., Wijchen JA. Jansen, penn., Wijchen Mevr. W. Berris-Visschers, Wijchen Mej. WA. van Buren, Bergharen

Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten B.J.H.M. van Elk, Beneden-Leeuwen W.H. Frentz, Driel Mevr. S.R. van Ginkel-van Dijk, Druten

A. Kamerman, Wijchen Mevr. F J. van Oijen, Druten G.A.A. Rooijakkers, Overasselt Mevr. A. Smits-Koks, Weurt WJ. van Sommeren, Boven-Leeuwen Drs C. Visser, Druten J.P. van Wezel, Alphen

Administrateur B.I. Goei, Wijchen Kopij Kopij dient getypt, gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan Ton Tielen, redactiesecretaris, Tolhuis 52-37,6537 SN Nijmegen.

Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.

Losse nummers tijdschrift Nrs. 19 t/m 51 voorradig. Per stuk f5,-. Te bestellen door storting op postgiro 2622012 ten name van penningmeester Tweestromenland, Aalsburg 17-60,6602 VG Wijchen.

Inhoud 3 H. van Helvoort, De kerken van architect C. Franssen in Maas en Waal (8) 11 Johan van Os, Paling en peperkoek voor de Appelternse Parochiekerk (1900-1909) 15 H. van Heiningen, Monument(en) voor de Koning 23 Oud Maas en Waal in beeld 25 Wü van Rossum, Vrijheid - Gelijkheid Broederschap 29 Rectificatie 30 Boek over Horssen verschijnt binnenkort 31 Literatuursignalement 35 Rectificatie Nieuwsbrief


Streekarchief

TWEESTROMENLATlĂŻT MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Martin Bergevoet, Hugo van Capelleveen, Jan van Gelder, Huub van Heiningen en Ton Tielen

NUMMER 51

1986

H. van Helvoort

De kerken van architect C. Franssen in Maas en Waal (8) Deze achtste aflevering in een serie over de kerken van architect C. Franssen in Maas en Waal behandelt de RK kerk van Appeltern. Deze keer wordt niet alleen aandacht geschonken aan de kerk zelf, maar ook aan de wijze waarop pastoor Lambermont de nodige fondsen voor de bouw ervan bij elkaar sprokkelde. In

een artikel elders in dit tijdschrift gaat Johan van Os nader in op bepaalde aspecten van de 'public relations' campagne van de bouwpastoor. In Tweestromenland nummer 47 haalde Mijntje van den Notenhof enige jeugdherinneringen op aan pastoor F J. M. Lambermont.

Zoals gebruikelijk volgt eerst een korte opsomming van de bouwactiviteiten van C. Franssen tussen de bouw van de kerk van Beuningen (Tweestromenland

nummer 50/1986) en de bouw van de kerk te Appeltern. 20. Linne, 1900. Bouw der kerk, H. Marti-

30.

31. 32. 33. 34.

nus. Bisdom Roermond. Hatert, gemeente Nijmegen, 1900. Vergroting der kerk, H. Antonius Abt. In verband met een stadsuitbreiding is deze kerk in het midden van vijftiger jaren afgebroken. Bisdom 's-Hertogenbosch. Heel, 1901-1906. Bouw der kerk, H. Stephanus. Bisdom Roermond. Budel, 1902. Bouw der kerk, H. Martinus. Bisdom 's-Hertogenbosch. Mortel, gemeente Gemert, 1902. Bouw der kerk, H. Antonius Abt. Bisdom 'sHertogenbosch. Heer, gemeente Maastricht, 1904. Bouw der kerk, H. Petrus. Bisdom Roer-

mond. 35. Ulestraten, 1904. Bouw der kerk, H. Catharina. Bisdom Roermond. 36. Aalst, gemeente Waalre, 1904. Bouw der kerk, O.L. Vrouwe Presentatie. Bisdom 's-Hertogenbosch. 37. Ooy en Persingen, gemeente BeekUbbergen, 1904. Bouw der kerk, H. Hubertus. Bisdom 's-Hertogenbosch. 38. Einighausen, 1905. Bouw der kerk, O.L. Vrouwe ten Hemel Opneming. Bisdom Roermond. 39. Berg, 1905. Restauratie der kerk, H. Aartsengel Michael. Bij een verbouwing en vergroting dezer kerk in 1956 bleef er van het interieur (ontworpen door C. Franssen) niets over. Bisdom Roermond.


toren en architect C. de Reus, Oss, 40. Hilvarenbeek, 1905. Inwendige restauvoornamelijk aan de ramen. Bisdom ratie der kerk, H. Petrus. Na deze Breda. inwendige restauratie volgde een uit41. Lierop, 1906. Herstelwerk, Weber-kerk. wendige door architect C. Kooken. Bisdom 's-Hertogenbosch. Nadien heeft aan deze kerk nog gewerkt architect H. Valk, Den Bosch, aan de

42. Appeltern. Bouw der kerk, H. Servatius, 1906 I. Bouwgeschiedenis De bouwgeschiedenis der kerk te Appeltern is in velerlei opzicht interessant, allereerst al om het werk, dat pastoor Lambermont

ervoor verzet heeft. Want 't is niet gering, wat hij er voor gedaan heeft. Op 28 november 1897 werd hij tot pastoor van Appeltern

benoemd. Hij vond, naar zijn aantekeningen in het Memoriale Parochiae, 'een oude pastorie, zeer slecht en bekrompen, ledig en vuil, dewijl er sedert het er/huis van mijn Z. Ew. voorganger geen hand naar was uitgestoken.' Reeds op 24 februari 1898 werd met het kerkbestuur besproken, een nieuwe pastorie te bouwen. De nieuwe pastorie, die, merkwaardig genoeg, in haar voorgevel zeer veel lijkt op de pastorie van Ooy en Persingen, werd reeds op 8 maart 1899 betrokken. Een moord te Appeltern bedreven in de nacht van 2-3 februari 1900 werd aanleiding voor

pastoor Lambermont om acties te beginnen voor de bouw ener nieuwe kerk. Hij vond die aanleiding in een artikel van dr. Kuyper,

foto's der oude kerk. Bovendien begaf hij zich naar andere parochies, om daar te preken en te bedelen. In 1900 waren dat 20 parochies; in 1901 12 parochies; in 1902 nog 2 parochies, alle in het bisdom Den Bosch. Het bleef niet bij een circulaire; er kwamen er verschillende ('hectografisch'}, vooral na 23 juni 1902. Ook plaatste hij offerbussen. Al dit werk, om de bouwkosten bijeen te krijgen duurde tot einde 1911; toen was de kerk al

lang klaar. De bestaande kerk (zie afb. 1), gebouwd in 1829 met steun van koning Willem I, was niet

veel meer dan een schuurkerk in waterstaatstijl. Ze zal waarschijnlijk wel te klein geweest zijn, zeker in 1906, toen er 521 parochianen, 425 communicanten waren; in latere jaren zakte het aantal parochianen onder 500, en was in 1931 (liet laatste jaar in hel rnemorieboek bijgehouden) 471 met 354 communicanten. Uit een schrijven van pastoor Lambermont, 11 februari 1905, aan een

zekere heer P. Wiegman te Amsterdam blijkt, dat de pastoor over de bouwkosten contact had met architect C. Franssen te Roermond; 18 februari 1905 stuurt deze een begroting voor 'een kerk te Appeltern'.

leider der and-revolutionairen, redacteur van de 'Standaard'. Het slot van zijn artikel Toen pastoor Lambermont op 29 maart over de moord was:1 er behoort te Appeltern een 1905 de heer Wiegman bezocht, vroeg deze, of pastoor aan zijn architect gebonden was; biddag te worden uitgeschreven tot verzoening van de Heere.' Pastoor Lambermont richtte nu tot anders zou Wiegman zijn neef vragen, die negen kranten een schrijven, waarin hij architect was, de kerk zonder architectenbijdragen vroeg voor een nieuw te bouwen loon te bouwen. Daarop antwoordde pastoor Lambermont, dat hij inderdaad enigs'verzoeningskerkje' en waarin hij aan het artikel van dr. Kuyper herinnerde. Daarna reisde hij zins aan architect Franssen gebonden was, naar allerlei adressen, hem door de kranten wijl deze reeds een tweetal tekeningen en en particulieren gegeven. Op 16 en 17 begrotingen gemaakt had, en wel gratis; augustus 1900 gaf hij zijn arme parochianen bovendien, dat architect Franssen zijn verde gelegenheid, om voor een bijdrage in de trouwen bezat, wijl hij in dit waterland bouwkosten, op een lijst te tekenen. Hij menige kerk had gebouwd, dus bekend was stuurde ook circulaires naar allerlei perso- met de grondslag. Als we dit alles lezen van architecten, die gratis plannen maken, en we nen; hij stelde 'reclameboekjes' samen met


1. 'De Kannenmarkt', tegenwoordig Maasdijk ± 1900 (de pastorie links dateert van 1899; de oude RK kerk werd in 1906 afgebroken). denken erbij, dat voor vroegere kerken ook dan de begroting (45.104,12) zou kunnen architect Franssen vrijblijvende plannen maken met enige wijzigingen en ... als hij maakte, tegelijk met andere architecten, dan het werk zelf mocht uitvoeren en hij van het moeten wij daaruit wel besluiten, dat deze kerkbestuur volkomen vrijheid kreeg. handelwijze een alledaagse gewoonte was, Pastoor Lambermont stemde toe, maar waarin men niets verkeerds zag. zonder toren en doopkapel. J. Palmen, In Appeltern, zoals elders, heeft architect C. Venlo zou opzichter en uitvoerder zijn. Om Franssen de wedstrijd gewonnen. Op 14 de bouwkosten bovendien nog te drukken, december 1905 begaf pastoor Lambermont gaf uitvoerder Palmen nog ƒ 50,- aan de zich naar Mgr. W.v.d. Ven, om verslag uit te kerk en architect C. Franssen ƒ 200,- én brengen van zijn acties en de resultaten en gratis tekeningen voor de kerkmeubelen. tevens om met de bisschop te bespeken, of Omdat de kerkvloer op de hoogte van de hij de plannen voor kerk én toren zo kruin van de dijkweg moest liggen, was er langzamerhand niet kon uitvoeren. Hij had onder de vloer nog een hoogte van ca. 6 ca. ƒ 25.000,- bijeen gekregen en de begro- meter. De ruimte, aldus gewonnen, bestemting van kerk én toren was ca. ƒ 40.000,--. de pastoor Lambermont voor patronaat, Afgesproken werd, dat pastoor Lambermont verenigingslokaal enz. aan architect C. Franssen zou vragen de Op 17 september 1906 begon men met de begroting van de kerk zonder toren. Deze plaatsing der noodkerk. Zij was op 6 oktober kwam en was ƒ 33.000,-. De heer Wiegman 1906 klaar. 15 oktober 1906 begon de te Amsterdam heeft tenslotte de bouw der afbraak der oude kerk. Op 7 december 1906 kerk mogelijk gemaakt door tweemaal werd begonnen met de fundering; op 10 ƒ 3.000,- te schenken. Mgr. V.d. Ven had december begon men te metselen. Op 4 ook nog ƒ 1.000,- geschonken. Op 31 juni maart 1907 verzocht pastoor Lambermont 1906 had de aanbesteding plaats van: voor de tweede maal aan het gemeentebea) kerk, toren, doopkapel en noodkerk stuur een subsidie in de bouw van een toren b) kerk en noodkerk. aan de kerk. De subsidie werd toegestaan en De laagste inschrijver, F. Paes te Venlo, was ƒ 3.000,-. Op 20 februari 1907 had kwam met a) ƒ 43.900,- en b) ƒ 36.200,-. Op pastoor bericht gekregen, dat hij van een 20 augustus 1906 berichtte architect C. Nijmeegse weduwe nog een belangrijke Franssen aan pastoor Lambermont, dat hij beschikking in ontvangst kon nemen. Het het hele werk, dus met toren, voor minder was eveneens ƒ 3.000,-. Nu konden toren en


het middenschip. Het priesterkoor telt twee traveeën, parallel aan de lengte-as der kerk en daarbij aansluitend een 3/8 afsluiting. De zijaltaren staan niet in kapellen, maar in ondiepe nissen van de sluitmuren der zijbeuken bij het priesterkoor. In de ondiepe nissen in de sluitmuren der zijbeuken langs de toren staan beelden. De sacristieën, afzonderlijke gebouwtjes, lopen met een zadeldak tegen de sluitmuren der zijbeuken aan. Het priesterkoor, smaller dan het middenschip, is met een zadeldak gedekt, waarvan de nok lager ligt dan het hoofdzadeldak. De goot echter ligt even hoog als het zadeldak over het middenschip. Uit het bovenstaande is het duidelijk, dat plattegrond en opbouw der kerk te Appeltern stammen uit den vroegsten tijd, dal architect C. Franssen kerken bouwde.

2. De H. Servatiuskerk te Appeltern. Interieur, deel van het middenschip. doopkapel ook gebouwd worden. De bouw vorderde zo goed, dat reeds op 10 oktober 1907 de kerk kon worden ingezegend. Op 4 november 1907 begon men de noodkerk af te breken. Op 7 december 1907 was het metselwerk van de toren op hoogte. De kerk werd geconsacreerd op 5 juli 1909. De bisschop van 's-Hertogenbosch gaf later blijk van zijn bewondering voor het werk van pastoor Lambermont, toen hij op 24 januari 1912 bericht gaf aan de pastoor, dat hij benoemd was door Z.H. paus Pius X tot erekamerheer van Z.H. op 17 januari 1907.

II. Beschrijving der kerk A. Algemeen karakter der kerk De kerk te Appeltern is een neo-gotische basiliek met een eenvoudige toren midden vóór de kerk. De toren heeft rechts een traptoren tegen de zijgevel, links een doopkapel, die nu niet meer gebruikt wordt. Het middenschip is een rechthoekige ruimte met vijf traveeën. Daarna volgt een insnoering voor een priesterkoor, dat iets smaller is dan

B. Uitwendige detaillering De toren, midden vóór de kerk staande, is allereenvoudigst; hij heeft vier geledingen metselwerk, waarop een eenvoudige, achthoekige spits. In de eerste geleding zitten de hoofdingang (dubbele deur, natuurstenen bovendorpel en bovenlicht met drie spitsboogramc-n zoals elders) in een spitsboognis met drie teruglopende bogen; - tegen de linkerzijgevel van de toren en de linkersluitmuur van de zijbeuk een hoekkapel met een 3/8 sluiting; tegen de rechterzijgevel van de toren een vijf-hoekige traptoren, die opgaat tot in de derde torengeleding. De hoekkapel, bovengenoemd, heeft in de drie sluitvlakkcn een enkelvoudig spitsboograam; de hoek der sluitvakken is versterkt met hoeklisenen. Onder de goot van het 3/8 deel van een achthoekig kegeldak over deze kapel is tussen de hoeklisenen een baksteensierlijst aangebracht. De scheidingslijst tussen eerste en tweede geleding is van natuursteen, tevens onderdorpel van de grote spitsboognis in de voorgevel, die in drie spitsboogramen is ingedeeld, waarvan het middenste hoger. De tweede geleding heeft in de linkerzijgevel twee spitsboognissen, staande op de scheidingslijst; in de rechterzijgevel slechts één spitsboognis naast de traptoren. De scheidingslijst tussen tweede en derde geleding is ook van natuursteen en dient tevens als


onderdorpel voor de vijf spitsboognissen in de voorgevel, de vier spitsboognissen in de linkerzijgevel en de twee spitsboognissen in de rechterzijgevel naast het vijf-hoekige dak van de traptoren. De nissen zijn alle voorzien van een smal lichtvenster behalve de middelste in de voorgevel, waarin een beeld is neergezet van de H. Servatius. De scheidingslijn tussen derde en vierde geleding is weer van natuursteen en dient ook weer als onderdorpel voor de twee open spitsboognissen met galmgaten en in 't midden daarboven de wijzerplaat van het torenuurwerk. Er is een baksteensierlijst, zeer eenvoudig, aangebracht op de hoogte van het midden der wijzerplaat en nog een wat rijkere baksteen-sierlijst onder de basis van de torenspits. De vierde geleding is voor alle gevels dezelfde. Uit bovenstaande beschrijving zal het reeds duidelijk zijn, dat de toren uiterst eenvoudig is opgezet, zowel wat de materialen betreft als de bouwkunstige motieven. Met de kerk is dat precies eender. Wat betreft de opbouw van een travee, ziet men het volgende: 1. een plint met een natuurstenen overgangselement. Die plint wordt al spoedig een heel sousterrain, omdat de kerk

gebouwd is op het talud van de Maasdijk, zoals ook het geval was in Ooy en Persingen. De kerkvloer ligt ca. twee treden boven de kruin van de dijkweg, maar het priesterkoor en een gedeelte van het schip zijn gebouwd in de polder, dus voorbij het dijktalud. Deze noodzaak bracht mede, dat de bouwkosten der kerk aanmerkelijk hoger kwamen dan in een normaal geval. En dan was Appeltern een kleine parochie van merendeels verre van rijke mensen, 't Is dan ook wel te zien, dat architect C. Franssen zijn uiterste best heeft gedaan, om de bouwkosten zoveel mogelijk te drukken. 2. De zijbeukbuitenmuren hebben alleen onder het enkelvoudige spitsboograam een natuurstenen onderdorpel. Boven dat raam zit, onder de goot van het lessenaarsdak een eenvoudige baksteensierlijst, dezelfde, die onder de goot van het zadeldak van het middenschip zit.

3. H. Servatius te Appeltern. Interieur, priesterkoor. 3. De zijbeukbuitenmuren hebben contreforten, maar de buitenmuren in het middenschip hebben alleen lisenen. 4. Tussen de lisenen van het middenschip staan twee spitsboogramen op een natuurstenen onderdorpel. Hier is de onderdorpel voor het laagste deel tussen de lisenen als waterlij st aangebracht, vlak boven het lessenaarsdak. Bij het priesterkoor staan wel contreforten.

De muurvlakken ertussen hebben een enkelvoudig, langgerekt spitsboograam met natuurstenen onderdorpel. De baksteensierlijst boven de priesterkoorramen is gelijk aan die van twee. Een dakruiter is niet aanwezig. C. Inwendige detaillering Inwendig heeft architect C. Franssen de

teugels iets vrijer gevierd, om een interieur van een weldadige warmte te verkrijgen. Evenals te Ooy en Persingen is het interieur wel opgezet met rode baksteen, maar om de


4. Boven de scheidingen tussen de pijlers ligt over heel de breedte der travee een bakstenen waterlijst. Op deze lijst staat een pseudo-triforium onder de twee spitsboogramen van het middenschip.

Het triforium bestaat uit twee spitsboognissen die met de twee ramen één compositie uitmaken. Zie afb. 2. In deze

compositie zijn nis en raam van elkaar gescheiden door een baksteen-waterlijst. Boven de ramen van het middenschip volgt dan een baksteensierlijst, een houten sierlijst en daarop de houten bekapping. De zijbeuken zijn afgedekt met ribkruisgewelven van zwemsteen. De scheiding tussen de gewelven geschiedt door scheiribben. Aan de buitenmuur der zijbeuken worden scheirib met gewelfribben opgevangen door een natuurstenen bladkapiteel, dat de bekroning vormt van een liseen van vier koppen breed, en een kop dik. Tussen de

lisenen staat één enkelvoudig spitsboograam in de zijbeuk-travee. Bij het begin van het priesterkoor, dat

'/. H. Servatius te Appeltern. Interieur, preekstoel. zeven lagen rode komt er een laag gele baksteen. Deze manier doet zeer weldadig aan. Een travee van het middenschip is als volgt opgebouwd: 1. De pijlers hebben een bakstenen basement en geen kapiteel. 2. In het middenschip wordt de ene zijde van de pijler, die naar dat middenschip gekeerd is, tot liseen van één kop dikte en 4 koppen breedte. Deze liseen krijgt ter hoogte van de scheiboog tussen de pijlers een half hoge colonet voor zich, die tot basement heeft een natuurstenen beeldhouwwerk, dat tegelijk baldakijn is van een heiligenbeeld. Liseen èri colonet eindigen boven in een natuurstenen kapiteel, waar een spitsboogrib van hout wordt opgevangen, die de houten bekapping draagt. Bij het begin dezer houten bekapping zijn de houten ribben door trekstangen versterkt. 3. De bovenvermelde beelden staan op natuurstenen blad-consoles, in de pijlers ingeklemd.

smaller is dan het middenschip, staan twee insnoeringsbogcn van vier en zeven koppen

breed. Het priesterkoor heeft twee traveeën, parallel aan de lengte-as der kerk, en daarna een 3/8 sluiting. In de hoeken der traveeën staan lisenen met een schalk ervoor, die

beiden hier in het priesterkoor natuurstenen basementen en bladkapitelen hebben. De afdekking der priesterkoorgewelven geschiedt met zwemsteen; een ribkruisgewelf

voor de eerste welf voor de afsluiting. De traveeën is een

travee, een zes-delig stergetweede travee en de 3/8 scheiding der eerste twee eenvoudige scheirib. Zie afb.

3. De biechtstoelen zijn uitgebouwd in de

middelste travee. Het zangkoor heeft een in de kerk uitgebouwde houten vloer met houten balustrade, gedragen door vier horizontale balken, diagonaal staande kor-

beels, en verticale muurstijlen. De vroegere doopkapel is afgedekt met een vijf-delig ribstergewelf op natuurstenen draagstenen en hoeklisenen. Het torenportaal heeft een ribkruisgewelf met ring op natuurstenen draagstenen; het

zangkoor idem.


5. H. Servatius te Appeltern. Kerkwijding 5 juli 1909. D. Meubilair In tegenstelling met de eenvoud van het gebouw, is het meubilair rijker uitgevoerd. De reden daarvan is, dat zo goed als alle meubilair geschonken werd. In 1907, bij de inzegening van de kerk, stond

er de tombe van het hoogaltaar, door architect C. Franssen ontworpen, door Atelier J. Custers, Eindhoven uitgevoerd. In 1909 kwam het bovenste deel van het hoogaltaar, door J. Custers uitgevoerd. Een Expositorium tevens tabernakel, voor het hoogaltaar werd uitgevoerd door H. van Gardinge. De ontwerptekeningen voor het meubilair werden alle door architect C. Franssen gemaakt; zij waren eveneens een geschenk. Allereerst werden op 21 december 1907 gegeven beelden van de H. Bernardus en de H. Aldegonda. Daarna op 29 december 1907 het triomfkruis voor het priesterkoor, gemaakt door Jos Thissen-Zn. te Roermond. Op 30 december 1907 kwamen de beelden van de H. Servatius en van de H. Antonius, beide gemaakt door J. Custers. Tegelijk werd in de toren-gevel ook een Servatius-beeld

geplaatst. Op 11 augustus 1908 kwamen de beelden der H. Anna, H. Leonardus van Veghel. H. Liduina, H. Hart van Jezus, H. Hart van Maria, alle gemaakt doorj. Custers. In 1909 kwamen er gebrandschilderde ramen in 't priesterkoor, gemaakt door F. Nicolas en Zn. te Roermond. Op 18 en 19 oktober 1909 werd er gesproken door een milde gever over twee zijaltaren, die nog ontbraken. Maar pastoor Lambermont had liever eerst een preekstoel; architect C. Franssen raadde aan, hem in hout te doen uitvoeren, maar pastoor Lambermont liet hem door J. Custers in steen uitvoeren. Zie afb. 4. In 1911 kwam het Rozenkranszijaltaar, gemaakt door J. Custers. Eveneens nog in 1911 kwam de nieuwe communiebank. In 1912 kwam het H. Familie-altaar, evenals de communiebank gemaakt door J. Custers. Tenslotte nog een PiĂŤta, door J. Custers, in 1918. In 1913-1914 werden de kerk, debeelden.de altaren en de preekstoel beschilderd door Fr. Kops, Den Bosch. E. Conclusie De kerk van Appeltern heeft een opgewekt en blij interieur. Het lijkt mij een voorrecht, als men dat van een kerk kan zeggen.


BIJLAGE

Architect C. Franssen Roermond (Willem II Singel)

Roermond 28 juli 1908

Weieerwaarde Heer Uw Eerw. brief van 25 juli heb ik ontvangen. Ten eerste zal ik afzien van het honorarium van de winst, waarop een architect bij zelfuitvoering recht heeft. Verder zie ik af van de meerdere kosten van correspondenties, zorgen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid die ik als zelfuitvoerder had. De totale kosten bedragen 31.364,205 fl. voor de kerk en 10.994.61 fl. voor de toren, of samen 42.362.815 fl Hiervan 5 procent maakt 2018,14 fl. Voor het maken van lichtdrukken voor de besteding heb ik betaald in Breda* 14,50 fl.

samen

2032,64 fl. 200,00 fl.

blijft

1932,64 fl.

Nu doe ik hiervan 200 g. af als cadeau voor de kerk

Verder zie ik af van het honorarium van de banken en van dat van de altaartombe, waarop ik weerom volste recht had. Van den toren krijgt Palmer alleen zijn weekgeld, doch van de kerk krijgt Palmer bij overeenkomst als winst, een vierde van hetgeen de kerk minder kost dan 34.000 fl., dat is 34.000,00 - 31.346,205 is 654,95 fl. (Palmer voldaan 26 sept 1908. f 658,95.) 4

Hoogachtend, C. Franssen * Het drukken der bestekken van de besteding is reeds door U.E. betaald.

10


Johan van Os

Paling en peperkoek voor de Appelternse Parochiekerk (1900-1909) Gezien heb ik het nooit, gehoord des te vaker. De heren geestelijken van de Rooms-Katholieke Kerk zouden zich op vasten- en onthoudingsdagen altijd te goed hebben gedaan aan vette paling als compensatie voor het vlees dat zij dan moesten derven. Mijn tante, Gradajanssen, diendein de jaren '30 bij pastoor Rudolf Dekkers van BovenLeeuwen. Haar loon bedroeg drie gulden in de week plus de kost. 's Vrijdagsmorgens

,V«iBZEE-eflRIVBVISCH

werd zij na de mis van 7 uur door de pastoor

en diens inwonende zuster iedere week naar

3

O-. FESFEïlK-AJUnP,

Nijmegen gestuurd om paling te halen in de viswinkel van Wouters. 'De dikste en de vetste',

5

Bloemer»lraat 115. — Nijmegen.

zo luidde haar opdracht. Zij ging op de fiets, twee uur heen, twee uur terug. Een kaartje

• Lerend kritup gesneden Kabeljauw

voor de tram kreeg zij niet betaald. De Van Heemstraweg lag er nog niet. Zij fietste over de Koningstraat die door zeven dorpen slingerde, een grindweg vol gaten en kuilen. Ruimschoots op tijd moest zij weer in Boven-Leeuwen zijn, want zij had de paling ook nog te stropen en te bakken voor het middagmaal. Zelf kreeg mijn tante niets van de lekkernij. Alle vrijdagmiddagen zat zij

alleen in de keuken aan een onbesmeerde snee brood met haring, terwijl pastoor Dekkers en zijn zuster in de eetkamer de paling naar binnen werkten die de meid, vier uur fietsend, uit Nijmegen had aangevoerd. Het moest levende paling zijn. Hij moest ook levend gestroopt worden.

Klasgenoten Er zijn voor de omgang van de heren geestelijken en andere vooraanstaande katholieken met paling nog meer getuigenissen te vinden dan het verhaal van mijn tante. Eentje daarvan berust in het kerkarchief van de Appelternse St. Servatiusparochie. Het is een brief die op 20 december 1907 gschreven werd door Bernard van Rijckecvorsel in Scheveningen aan pastoor F.J.M. Lamber-

2. T'u.kiooM 469

JELIFOOK 469

y

J,

Mr •••<•

.

,

,

IW Mrt.

Öclielïiüch

C Groote levende K o o k ü c h o l . . . .

i'0* /*-9

R Kleiue . liakachol . . . . Groote Knoktong . . . . . . .

ro 4.10-0

Kleine boktong . . . . . . .

r A /\-

te***

Tarbot (groot e n klein). . . . . j bet 3frft> Groote Kookbot . . . . . . . £t*te Kleine Bakbot . . . . . . . . af Versche IJ bokking . . per ilozüu 'S-rrVI.. Snoek, Baars, Voorn ciu. marktprijs. ,\Lffi^4 <^~*T *, "V«A«r: — Gezouten Yiscbwarcu, Haring oiti te innrineercn, fT Bootinaiis-llariug eu alle aanverwante artikelen nnu do £ incest coucurrcereude prgzeu. t My steeds aanbevelend. Hoogachtend, UK'1.

rfl'rnlll*. JK«NM«r,

O. V'EPEIUCA-Ml?. UHmfct I-i) !-• ••"•<!••« *C«.K>l""ll'».

Prijscourantje van de Nijmeegse Zee- en Riviervischhandel G. Peperkamp in de Bloemerstraat: 90 stuks schol voor l gulden; paling en griet in voorraad. Het courantje, gedrukt door Langendam, dieo.a. De Gelderlander stichtte, is afkomstig van de BovenLeeuwense pastoor C.PJ. Schoenmakers. mont van Appeltern. Van Rijckevorsel en Lambermont kwamen alle twee uit Den Bosch en hadden ook alle twee op het Klein-Seminarie 'Beekvliet' in St. Michielsgestel gezeten. Ze waren klasgenoten geweest en met elkaar bevriend gebleven, maar Van Rijckevorsel had van het priesterschap afgezien en was getrouwd met Aldegonda Snijders uit Den Haag. Toen pastoor 11


G««ieht op hot dorp Appelte?»

De Appelternse Dijk ofwel De Kannenmarkt met de nieuwe parochiekerk. De twee panden links op de voorgrond zijn zeker veel ouder dan het uit 1909 daterende kerkgebouw. Wie woonde er? Het eerste pand,

met pannen gedekt en gepleisterd in imitatie-natuursteen, was kennelijk een winkeltje. Wie zit er midden op de dijk? Lambermont in het begin van het jaar 1900 Uw brief beantwoord hebben, maar gedurig kwamen de zogenaamde 'rituele moord' aan de Blauwe er obstakels, doch nu kom ik U eens hartelijk dank Sluis in Appeltern aangreep om landelijk een zeggen voor de prachtige paling. Dezelve kwam financiële actie te voeren voor de bouw van springlevend uit de mand en was nog zo krachtig dat een nieuwe parochiekerk, was Bernard van twee personen hem vast moesten houden, toen hij Rijckevorsel in Scheveningen de eerste die gstroopt werd. Dezelve was overheerlijk en wij 100 gulden gaf. Op 5 december 1907 deed hebben er danig aan gesmuld. Zoo iets ziet men hier hij er liefst 5000 gulden bij, ter voltooiing van niet.' de kerk. Ondertussen was zijn vrouw ge- Met twee man hadden ze de paling vast storven en pastoor Lambermont wilde de moeten houden om hem gestroopt te krijeenzame weduwnaar iets laten blijken zowel gen: zo spartelde het dier na een reis van van zijn medeleven als van zijn dankbaar- Appeltern naar Scheveningen nog tegen. heid. Hij koos voor vette paling uit de Maas. Van paling is bekend dat hij er geen moeite Tenslotte was het advent en pastoor Lammee heeft door vochtig gras van het ene bermont wist wat hij deed. Met Maaspaling binnenwater naar het andere te kruipen. Een kon hij zelfs in het zeevissersdorp Schevetaaie slijmlaag biedt hem bij dergelijke ningen voor den dag komen. avonturen bescherming in zijn strijd om het bestaan. Maar dezelfde slijmlaag maakte het Met twee man ook mogelijk paling over grote afstanden Hoezeer hij gelijk had, blijkt uit de bedank- levend te verzenden, als hij maar verpakt brief van Bernard van Rijckevorsel, geda- werd in een met vochtig gras gevulde mand. teerd 20 december 1907. Vette paling is paairijp, klaar voor een reis 'Reeds eerder', schreef de weduwnaar, 'zoude ik van duizenden kilometers naar de Sargasso12


Inwijding van de nieuwe parochiekerk in Appeltern op maandag 5 juli 1909. Links de fanfare 'Euphonia' uit Haren bij Megen. Rechts, onder het vaandel, de kerkmeesters en de leden van de Appelternse Zangvereeniging St. Caecilia. Wie namen kan noemen, neme contact met ons op. zee, en hij hoeft niet meer te eten. De weduwnaar in Scheveningen had van de De verstopte dokter Maaspaling danig gesmuld. Je moet maar Pastoor Lambermont had twee specialiteiten om de belangrijkste weldoeners van zijn kerk ergens zin in hebben na de dood van je te belonen. De eerste was een stuk jeugdvrouw. Bernard van Rijckevorsel had haar sentiment uit zijn geboortestad: Bossche overigens oprecht liefgehad. 'Ik heb er een Koek van reuzeformaat. De tweede - vette goede vrouw aan verloren,' schreef hij pastoor Lambermont een jaartje later. Hij toonde paling - kwam uit Appeltern zelf. Lambermont bekeek per geval welke attentie het zich in deze brief erg dankbaar voor het feit dat de Appelternse pastoor de 5000 gulden beste bij een weldoener paste. Bij een geboren Bosschenaar als Van Rijckevorsel voor de nieuwe kerk wilde omzetten in een fundatie voor de zielerust van Aldegonda moest hij niet met Bossche Koek aankomen. Snijders. 'Ja Vriend, ze is het waard (. . .) en dit is Het werd dus paling. Maar de hoogbejaarde nog het eenigste wat wij ze geven kunnen. U doet er dokter A. van der Steen in Oss, die in 1902 al 1000 gulden voor de Appelternse kerk had mij een onschatbareÂť dienst mede.' gegeven en er geregeld nog iets aan toeVan het jaar 1908 tot het jaar 2009 zou er in de nieuwe kerk van Appeltern voor Alde- voegde, werd in 1904 met een koek bedacht, gonda Snijders jaarlijks een mis gezongen die hij rechtstreeks uit Den Bosch thuisgestuurd kreeg. Ook de dokter reageerde met worden. Pastoor Lambermont heeft het zelf volgehouden tot 1925. Toen moest hij een bedankbriefje, gedateerd 8 juni 1904. wegens ziekte en ouderdom ontslag nemen. 'Ik dank U zeer voor den reuzen Koek die ik op Zijn opvolgers zijn nog tot 1930 met de gisteren 7 dezer namens U uit 's Bosch mogt ontvangen. Ik heb er heden reeds een proef van zielenmis doorgegaan, maar de jaren 19302008 staan in het Appelternse Fundatieboek genomen; ik vind hem lekker en ik geloof dat hij ook nog altijd open.

goed werkt naar beneden en dat komt mij zeer goed te

13


IN MEMORIAM

BID VOOR

Mgr. Franciseus Josephus Maria LAMBERMONT, Eere-Kamerheer van Z. H. den Paus 1912. geboren te 's Bosch 19 April 1850, lid der 3« Orde S. Fr. 1884, priester gewijd 26 Juli 1877, in dienst te Berkel, Moerdijk, Eersel, Oeffeit, waar kapelanie,

pastoor te Appeltern 29 Nov. 1897, waar hij pastorie en kerk gebouwd heeft, om ziekte eervol ontslagen 31 Dec. 1924, overleden te Someren 14 October 1926,

voorzien v. d. laatste H. Sacramenten, begraven te Appeltern 18 October 1926. in eigen geschonken Calvarieberg. R. I. P.

___

Mgr. F. J. M. LAMBERMONT.

_

Mgr. FJ.M. Lambermont (1850-1926), bouwpastoor van Appeltern, waar hij naar zijn zeggen een 'Montenegrijnsche beschaving'aantrof Door de 'rituele moord'aan de Blauwe Sluis kreeg Appeltern in 1900

een treurige bekendheid. Pastoor Lambermont greep de publiciteit aan om een landelijke geldinzameling te organiseren voor de bouw van een 'verzoeningskerk'. In 9 jaar slaagde hij er in de bouwsom bij elkaar te

bedelen. pas. Het wandelen gaat steeds minder goed en een zittend leven geeft aanleiding tol verstopping.'

De bankier P.P. Wiegman op de Heerengracht in Amsterdam en zijn Nijmeegse vrouw, een geboren Dobbelmann, kregen voor de 6000 gulden die zij uiteindelijk bij elkaar brachten, zowel koek als paling en ook voor hen werd er in de Appelternse parochiekerk een fundatie van 100 jaar gesticht. Pastoor Lambermont ging de Wiegmans in maart 1905 persoonlijk opzoeken. Omdat zijn aankomst op een vastendag viel, had hij, zoals hij zelf in zijn Parochiememoriaal noteert, de familie 'twee kolossale palingen' vooruitgestuurd. Ze hadden hem ƒ 3,60 gekost. Het bezoek haalde overigens niets uit dan een vage belofte en daarom stuurde Lambermont er bij zijn thuiskomst nog een 'grooten, besten bosschen peperkoek' overheen.

14

Prijs: ƒ 3,25.

Gesmeerd In Oosterbeek werd de bankier C.M.F. Schade door pastoor Lambermont eveneens met paling bewerkt. Op 19 december 1905 kreeg Schade een exemplaar van 5 pond toegezonden. Van 1900 tot 1908 gaf de Appelternse pastoorin totaal ƒ 426,77 uit om zijn actie gesmeerd te laten lopen. In deze uitgavenpost waren ook bedelbrieven, enveloppen, postzegels, advertenties, sigaren, bier en jenever voor zandrijders en werkvolk ondergebracht, maar de hoofdmoot bestond uit 'kolossale peperkoeken (en) palingen.' De opbrengst van de actie was ƒ 48.116,22 en op 5 juli 1909 kon de nieuwe parochiekerk van Appeltern worden ingewijd.


H. van Heiningen

MONUMENT(EN) VOOR DE KONING 'De winter is lang en vreselijk. Wij horen over niets anders dan overstroming, ellende en wanhoop. Het is alsof dit land, aan de zee ontrukt, altijd op het punt staat er weer in weg te zinken . . . De koning is op het ogenblik buitengewoon populair, omdat hij zich steeds temidden van het volk begeven heeft - iets dat hem, met zijn robuuste gezondheid en kracht, niets kost. Maar het klinkt goed, en iedereen is dankbaar voor wat hem hoegenaamd geen enkele opoffering betekent. Dit brengt hem echter in een goed humeur en alles gaat best . . .' Dit schreef koningin Sophie, echtgenote van koning Willem III, in de eerste weken van 1861 aan haar vriendin, de Engelse lady Walet. Het is zeer wel mogelijk dat de koning in het zwaar geteisterde Land van Maas en Waal was, toen zijn echtgenote deze regels neerschreef. Hij was daar samen met zijn broer Prins Hendrik ('de Zeevaarder') en zijn oudste zoon, bestemd om koning Willem IV te worden. Het gezelschap vertoefde enige tijd op de dijk in Leeuwen om te zien waar die op de 1ste februari in elkaar gezakt was

om een overstroming te veroorzaken die aan 37 mensen het leven kostte. Koning Willem III was toen voor de tweede maal in Maas en Waal. Na de dijkdoorbraak bij Dreumel in de nacht van 4 op 5 maart 1855, die zes mensenlevens vergde, was de vorst ook al zo snel mogelijk naar het zwaarst getroffen gebied gegaan. Zoals koning Lodewijk Napoleon dat een halve eeuw eerder had gedaan, sprak hij dan een woord van troost tot sommige slachtoffers. De koning bracht vaak geld en levensmiddelen mee en trachtte in elk geval door zijn aanwezigheid te bevorderen dat er voor de getroffen bewoners zo goed mogelijk gezorgd werd. Uit een brief van dijkgraaf Schouten weten we dat hij daar in Beneden-Leeuwen een bezoek bracht aan een bovenhuis, waarin 180 arme daklozen verzorgd werden. Een dergelijk koninklijk bezoek maakte diepe indruk op de bevolking, die later meestal door het plaatsen van een gedenksteen o.i.d. de herinnering eraan levend te houden. Ook in Maas en Waal zijn er zowel

in 1855 als in 1861 plannen gemaakt een 'gedenkteken' op te richten; in Leeuwen werden daarvoor door enkele dames al enkele honderden guldens ingezameld. Dat bedrag was echter onvoldoende en daarenboven schijnt vrij snel onenigheid ontstaan te zijn over de plaats waar het monument zou moeten komen. Een probleem dat opnieuw een rol ging spelen toen twaalf jaar later de draad werd opgepakt. Dat was eind 1873 en in de eerste maanden van 1874, toen alom in ons land plannen werde gemaakt om op de 12e mei 1874 het zilveren regeringsjubileum van koning Willem III uitbundig te gaan vieren. De koning was inderdaad populair - mĂŠĂŠr dan hij in zijn latere regeringsjaren zou worden en dan zijn vader en grootvader ooit geweest waren. Maar zijn natie was verdeeld. Dat was nog weer eens gebleken toen in april 1873 een deel van de bevolking het 300- jarig bevrijdingsfeest vierde; in Batenburg bijvoorbeeld hadden katholieken gepoogd dit 'geuzenfeest' te verstoren. De Gelderlander van zondag 10 mei 1874 werd op oranje papier gedrukt en de hoofdredacteur was vol lof over de koning. Maar enkele dagen tevoren had hij nog betoogd, dat op de jubileumdag nergens het twistzaaiende en opruiende Wilhelmus zou mogen worden gezongen omdat dit zeer grievend voor het katholieke volksdeel zou zijn. 'We hebben te maken met Willem III en niet de Willem van Oranje die ons zogenaamd bevrijdde.' Uiteindelijk kreeg de koning dan ook verschillende geschenken en is het nationale geschenk of

15


Tip.Bur.M.v.O.

De dijkdoorbraken te Dreumel, 18 55.

Impressie van de reddingsacties te Leeuwen, door J.P. Revers. gSgëg^^iJ"'

lÉip' '

^y^~. .. |rf^:^ • -^T<K?,?:--

i5fc"'?':'rÜS«" v

te<*^j*»K- -

k - t 2 ^ / i V-1.".

T

." ^-.'--r.'

Dirk van deVleerd, Jan van de Weerd , Cornflis van de Weerd en Evert van Kessel, schippers tt Leeuwen,redden zestien menschen van den dood ._

16


monument, waarvoor werd geijverd, er nooit gekomen. De verdeeldheid in Maas en Waal was gecompliceerder. De machtigste man van

het gebied was in die jaren de dijkgraaf mr. Antonius Schouten, die dit ambt al bekleedde sinds 1837. Hij was ook vele jaren kantonrechter geweest en heerste dus in het Drutense Ambtshuis met twee petten op. Secretaris van het district was Jan Meyer, die jarenlang burgemeester was geweest van de gemeente Druten, die in dat Ambtshuis een kamer huurde. Meyer had het gemeentebestuur fors verslonst en de commissaris der koningin had enkele malen gepoogd hem te bewegen op te stappen als burgemeester. Toen hem in het voorjaar van 1873 was te kennen gegeven dat hij er nu écht uitgezet zou worden was Meyer tenslotte door ontslag te vragen voor de aandrang bezweken. Hij werd in oktober 1873 opgevolgd door de nog geen dertig jaar oude Voorburgse ambtenaar Antoine Barkay. Die was een volstrekte vreemdeling in het Maas en Waalse en kon dus ook niet weten dat Schouten al in 1844, bij de inwijding van het gebouw, duidelijk had gemaakt dat de gemeente de geringste zou zijn van de drie instanties die een plaats kregen in het 'hoofdgebouw van het district.' Toen de gemeenteraad van Druten in een van zijn eerste vergaderingen onder nieuwe leiding besloot het Ambtshuis te illumineren en voor de viering van het jubileumfeest voor enkele uren de grote zaal te vragen, volgde een koude douche. Het Gecombineerd College liet op 12 januari 1874 hautain weten geen enkele term aanwezig te achten om het gemeentebestuur toe te staan het Ambtshuis, hoe dan ook, te gebruiken. In die vergaderingvan 'het gecomineerd' kwam ook het gedenkteken voor Willem III ter tafel. De dijkgraaf kwam daar rijkelijk laat mee. Want in Leeuwen, waar men nog steeds een kapitaaltje had van de vorige inzameling (dat ondertussen tot ƒ 600,— was aangegroeid) was een comité aan het werk getogen onder leiding van het schoolhoofd Udo de Jong en de raad van Leeuwen had onder druk daarvan op 18 december 1873 de dijksteel verzocht alsnog op 12 mei 1874 een

monument te plaatsen op de dijk in Leeuwen. Dat terwijl er in stukken vanuit het Ambtshuis geopperd was een monument te plaatsen op de dijk tussen Druten en Leeuwen in. Ook in Dreumel was op dat moment trouwens onder leiding van burgemeester Gefken het oude plan weer uit de kast gehaald en het liefst zou men daar een eigen monument op de dijk zetten. Schouten woonde in het dorp Wamel; het 'hoofddorp' van de gelijknamige gemeente waartoe ook Leeuwen behoorde en waarin vlak bij Schouten ook de burgemeester woonde: jonker Van Delen, die ook weer heemraad was van het polderdistrict. Leeuwen kwam juist in die jaren wat op doordat een groep bewoners profiteerde van de rivier, zich op botenbouw had toegelegd of met zalm danwei zand een goed belegde boterham uit het water haalde. Er was rivaliteit tussen Wamel en Leeuwen en feit is, dat de: bewoners van Wamel niet meer zouden kunnen meebetalen toen duidelijk werd dat het gedenkteken voor de koning een Leeuwens monument zou worden. Maar Schouten pakte de zaken op 12 januari 1874 kordaat aan door het gecombineerd voor te stellen tweeduizend gulden beschikbaar te stellen voor een Maas en Waals monument. Hij werd daarin echter niet gevolgd door het algemeen bestuur, dat niet verder wilde gaan dan de toezegging te zullen samenwerken om via particuliere bijdragen het nodige geld bij elkaar te krijgen. De door de secretaris in de notulen opgenomen suggestie dat daarvoor zou moeten worden samengewerkt met het comité van Udo de Jong werd later op last van Schouten daaruit geschrapt. Wél ging er een uitnodiging naar alle burgemeesters van Maas en Waal om op zaterdagmorgen 24 maart om 10 uur in het Ambtshuis te komen 'ten einde te beraadslagen over het gemeenschappelijk beramen van maatregelen ten aanzien van het oprigten ter gelegenheid der gedachtenisviering van 's Konings 2 5 jarige monument, van een gedenkteeken te Leeuwen, in verband met den daar in 1861 gevallen dijkbreuk. '

Alleen Gefken liet zich verontschuldigen en mededelen dat men in Dreumel liever een monument ter herinnering aan het koninklijk bezoek in 1855 zou plaatsen. Maar alle

17


andere burgemeesters steunden het plan. Er werd een 'huofdcomtté' gevormd met Schouten als voorzitter en Barkay als secretaris. De jonkers Van Delen en Bouwens, burgemeester van resp. Wamel en Horssen, werden lid van dat hoofdcomité, evenals Meyer. In elke gemeente zou verder een 'subcomité' moeten komen voor de inzameling van geld en men zou de commissaris der koningin, de graaf Van Limburg Stirum, vragen ere-voorzitter te worden. Die zou dan kunnen zorgen voor de toestemming van de koning. Barkay schreef een lange brie! aan de commissaris (graaf Van Limburg Stirum) om diens medewerking te vragen terwijl Schouten ondertussen een manifest opstelde om de mensen aan te sporen geld te geven 'ter uitvoering eener wel Maas en Waalsche, maar inderdaad echt Vaderlandsche onderneming waartoe het district door eene zakelijke plicht en dankbare erkentelijkheid genoodzaakt wordt.' Hij schildert de moed en opoffering van Willem I I I , zo roemwaardig en schitterend tentoongespreid in 1855 in Dreumel en in 1861 iti Leeuwen. Die moed 'verdient niet alleen terecht in de harten der Nederlanders diep ingedrukt te blijven en met gouden letteren in de annalen diens volk geboekstaafd maar ontegenzeggelijk waard is ter eeuwiger gedachtenis te prijken, gegrift of gebeiteld in 't hecht.ste marmer, arduin of metaal om zoo tot het verste nakrootst te kunnen worden overgebracht. ' Minister van Binnenlandse Zaken was toen Johan Hendrik Geertsema (overgrootvader van 'Molly'}, die kort tevoren de overleden Thorbecke was opgevolgd. Toen hem via de Gelderse commissaris het verzoek van Barkay bereikte, wist hij al af van de activiteiten van Udo de Jong in Leeuwen. Willem III vond goed dat er in Maas en Waal een monument zou worden geplaatst, zo schreef Geertsema op 14 februari 1874 naar de Gelderse commissaris, maar hij stelde daaraan wel enkele voorwaarden. Op de eerste plaats zouden het Drutense en het Leeuwense comité zich moeten verenigen om één momument op te richten en voorts diende ook de naam van 's konings broer, Prins Hendrik daarop vermeld te worden. De commissaris moest inderdaad maar in dat comité gaan zitten. 'In verband met hel opstellen 18

Tekening/ontwerp van watennoodmonumenl te Dreumel. van de teksten', zo vond de minister. Naar het antwoord op de vraag waarom wél Prins Hendrik en niet de kroonprins erop moest, hoewel die naast de koning had gezeten in de roeiboot tijdens de watersnood van 1861 en weldra naast zijn vader zou staan bij de officiële huldiging, moet destijds vaak gegist zijn. Maar we weten thans dat de verhouding tussen vader en kroonprins slecht was. Evenals het koninklijk huwelijk en zoals ook bij Willem I en Willem II de relatie tot hun troonopvolger veel te wensen overliet. De toen 33-jarige kroonprins had in die eerste weken van l 874 zijn plan kenbaar gemaakt zich te gaan verloven met een


NIEUWSBRIEF HISTORISCH MUSEUM TWEESTROMENLAND' Met grote letters wist de Gelderlander, dagblad in de regio van Maas en Waal, op 2 oktober te melden dat het museum van de Historische Vereniging Tweestromenland zal komen in Maasbommel. Na vele jaren van onderzoek om een geschikte plaats te vinden in het Land van Maas en Waal waren op een gegeven moment drie lokaties beschikbaar waarin de mogelijkheid aanwezig was om een museum te starten. In een speciaal gehouden vergadering op 30 september 1.1. is uitvoerig ingegaan op de mogelijkheid en situatie van de drie aangeboden lokaties. De vereniging is niet over een nacht ijs gegaan want met medewerking van een provinciale commissie en met de nodige informatie van de betreffende gemeenten is na rijp beraad besloten het nieuwe museum te vestigen in Maasbommel. Met deze beslissing is eindelijk een lang gekoesterde wens in vervulling gegaan. De reakties die het bestuur heeft mogen ontvangen naar aanleiding van verschillende publikaties zijn allen zeer positief en verschillende personen hebben in eerste instantie hun medewerking toegezegd om hun aandeel in de realisatie tot stand te brengen. Nu deze Nieuwsbrief wordt uitgewerkt en straks bij u ter tafel ligt moet nog veel gedaan worden, waarbij gedacht wordt aan een speciale stichting, het opknappen van het interieur en het samenstellen van een passende expositie. De heren van de streekmuseumsectie zijn uitermate tevreden dat eindelijk een onderkomen is gevonden waarin vele stukken straks te zien zullen zijn die door leden en geĂŻnteresseerden aan de vereniging zijn geschonken. Hierbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de streekdracht en mode collectie uit onze regio. Het bestuur hoopt, mits alles gunstig verloopt, medio 1987 het museum voor het publiek te openen. Wij trachten dit tijdig aan u kenbaar te maken via publicatie in onze Nieuwsbrief en de media.

december 1986

Leden die daadwerkelijk willen mee helpen bij de inrichting, openstelling, organisatie of iets anders van dien aard, zij zijn allen hartelijk welkom om de vereniging dienstbaar te zijn. Wij rekenen op u. Het bestuur

WERKGROEP MAAS EN WAALSE GESLACHTEN De werkgroep is op 4 oktober weer begonnen met haar werkseizoen, waaraan een vergadering vooraf is gegaan. De voornaamste punten van de vergadering zijn: de medewerking van de werkgroep aan de Gelderse contactdag op 11 april 1987 in Arnhem. Het copieerwerk dat wordt gedaan van de DTB's die berusten op het R.A. van Arnhem. Het samenstellen van een nieuwe DTB inventaris en familienamenlijst. Het Kwartierstatenboek dat t.z.t. door de werkgroep en vereniging zal worden uitgegeven zal niet in 1987 kunnen verschijnen, gezien de geringe belangstelling en de kwaliteit van het toegezonden materiaal. Uitvoerig is aandacht besteed aan de publicatie mogelijkheden in het tijdschrift Tweestromenland. De voorzitter deed een extra beroep op de aanwezigen om van de geboden mogelijkheid gebruik te maken. Na afloop van de vergadering is aan 10 medewerkers huiswerk aangeboden. Door hen worden thuis de gegevens uit de gecopieĂŤrde DTB's op fiches gezet. Stamboomonderzoekers die de fichescollectie van de werkgroep willen inzien kunnen dit elke woensdag doen tussen 14.00 uur en 17.00 uur, uitgezonderd 24 en 31 december 1986. Voor die personen die op de woensdagen niet kunnen is de mogelijkheid aanwezig om te komen op de volgende zaterdagen: 24 januari en 28 maart, telkens van 10.00 tot 12.30 uur in het Streekdocumentatiecentrum, gevestigd in de Openbare Bibliotheek te Wijchen, Oude Klapstraat 20.

Voor de medewerkers aan de werkmorgens vermeld ik graag even de data: deze zijn op zaterdag 8 november, 13 december, 10 janu-


ari, 14 februari en 28 maart. Aanvang half tien v.m.

Kerkelijke Staat bereid waren te vechten. Ook uit onze streken zijn er Zouaven bekend. Indien u materiaal omtrent deze Zouaven in uw bezit heeft zouden wij dat graag van u VRAAG EN ANTWOORD RUBRIEK horen. Het adres is: C. Visser, Hoogstuk62,6651 ER In de Nieuwsbrief worden vragen op genealogisch gebied opgenomen. Vragen (met Druten, tel. 14204. antwoordpostzegel) en antwoorden dienen te TENTOONSTELLINGSCOMMISSIE worden ingezonden naar de administratie van de werkgroep, W.M.G. Arts, Zwanensingel 259, 6601 GKWijchen. Onze volgende tentoonstelling zal als onderwerp hebben: 30. As (van Asch, van Ast) 'BOERDERIJEN IN HET LAND VAN MAAS EN WAAL en WESTELIJK deel RIJK VAN NIJGevraagd wordt wie in zijn stamboom of MEGEN'. kwartierstaat de geslachtsnaam Van As, Van Asch of Van Ast heeft. Voor verder onderzoek zeer speciaal in de omgeving van Beuningen In verband hiermee het volgende, vriendelijke verzoek: omstreeks het jaar 1740. Wie heeft in zijn/haar bezit, foto's van bestaande en vooral niet meer bestaande boer31. Roessingh Vanuit Zwitserland is de vraag gesteld betref- derijen, papieren, materialen en gebruiksvoorfende de familie Roessingh die in Nederland werpen die iets met de boerderij te maken wonen. Speciaal het Land van Maas en Waal. hebben. Het gaat over aanknopingspunten voor het Onze werkgroep wil ze graag in bruikleen van u ontvangen. samenstellen van een stamboom met daarbij ook de gegevens van beroepen, godsdienst, Wilt u iets niet uit handen geven, dan kan er woonplaatsen, openbare functies die door de eventueel bij u thuis een foto of dia van familie werden vervuld alsmede gegevens gemaakt worden. over een familiewapen. Gezien het belang van Uw reactie graag naar: Sophie van Ginkel, Korte Akker 156,6651 WT Druten, tel. 08870deze familie uit het Land van Maas en Waal wil 13442. ik graag iedereen vragen om de gegevens die hij bezit of informatiemateriaal voor verdere De tenstoonstellingscommissie werkt zeer studie te willen doorzenden aan bovengenauw samen met de museumcommissie. noemd adres. Deze samenwerking is straks zeer noodzakelijk wanneer het museum in Maasbommel in gebruik wordt genomen. BERICHTEN UIT DE TOPOGRAFISCH Via onze Nieuwsbrief willen wij geĂŻnteresseerde leden vragen of zij hun medewerking HISTORISCHE ATLAS bij de inrichting, openstelling, onderhoud en Helaas is er in het tijdschrift nr. 50 geen het organiseren van tentoonstellingen in ons bericht uit de Atlas verschenen. Dat wil museum, willen geven. natuurlijk niet zeggen, dat er niets is gebeurd. Deze zomer werd er tijdens de f ietsvierdaag- Uw reactie graag aan mevr. Sophie van Ginkel, Tentoonstellings-commissie se in de Ewaldenkerk te Druten een fototenmevr. Wies Berris, Streekdracht en Mode toonstelling gehouden over de zusters van dhr. W. Arts, secretaris Boldershof. De laatste zusters hebben dit dhr. A. Kamerman, voorzitter voorjaar Boldershof verlaten na een verblijf museumcommissie van ruim 80 jaar. In soms ontroerende plaatjes werd er iets getoond van het wel en wee van deze zusters en hun patientjes. Een groot Met uw hulp zal straks de boerderijen-tendeel van het materiaal werd geleverd door de toonstelling maar ook onze museum-inrichAtlas. Het heeft de Atlas ook weer nieuwe ting zeker slagen. foto's en dia's opgeleverd. Bij voorbaat dank. Op de volgende fietsvierdaagse in 1987 zullen er foto's over Zouaven worden getoond. De Zouaven waren vrijwilligers, die in de vorige eeuw voor het behoud van de


Onder enigszins bewolkte hemel maar met een voor de tijd van het jaar aangename temperatuur werd de reis aangevangen en bracht het gezelschap naar Doesburg alwaar eerst koffie met gebak werd genuttigd. Na deze inwendige versterking werd het Zoals u misschien wel weet stelt onze werkmosterdmuseum bezocht, alwaar mevr. C. groep zich ten doel: Cuterus wees op de voordelen van het gehet verzamelen van gegevens over kleding en bruik van mosterd. Dat haar betoog vruchten gewoonten uit deze streek, zoals herkomst, afwierp was af te leiden uit het feit dat de waar gemaakt en/of gedragen en door wie. bagage van de deelnemers met kilo's was Zover als nog is na te gaan. Deze gegetoegenomen. Na nog een korte rondgang vens zetten we op papier zodat ze voor het langs enkele bedrijfjes die hun ter plekke nageslacht bewaard blijven. Tevens kunnen vervaardigde waren toonden, werd de reis we er verenigingen groepen etc. mee van voortgezet naar Lievelde, waar we door de dienst zijn. heer Weenink werden ontvangen in het 'Los U kunt ons hierbij helpen! Hoes'. Daarom een vriendelijke vraag aan u: wie Na een korte inleiding volgde een interesheeft er nog gegevens over kledingstukken sante diaserie over het openlucht museum (ook onderkleding en nachtkleding). Hoe ze waarna in verband met de beschikbare tijd gemaakt waren, van welke stoffen en in welke eerst de koffietafel werd opgezocht. kleuren. Na het gebruik van een aperitiefje en een Onze interesse gaat ook uit naar werkkleding welkomstwoord van vice-voorzitter Jan van van zowel mannen als vrouwen met de bijbe- Gelder liet een ieder zich de geboden spijzen horende klompen en/of schoenen en hoofd- waaronder de befaamde pillewegge goed bedekking. Hiervan is niet zo veel bewaard smaken. Na afloop werd nog door diverse gebleven, immers men ging met het zondagse deelnemers een korte rondgang langs de pak en de mooiste jurk op de foto, deze diverse gebouwen en gebouwtjes van het kleding werd ook na de dood van de draagster museum gemaakt. of drager nog bewaard omdat ze kostbaar Vervolgens werd koers gezet naar Groenlo was. Werkkleding werd tot op de draad ver- alwaar de heer Te Molde ons verwelkomde bij sleten, er bleef dus niets van over. de oude Callixtus kerk. In de kerk vertelde ds. Ook gegevens over kinderkleding van alle Haspels geboortig uit Nijmegen over de leeftijden, jongens en meisjes, vooral de geschiedenis van de oude Callixtus en vond daagse dracht. Ook hierover is niet zo veel daarbij een aandachtig gehoor. bekend. Daarna werd onder zijn leiding een rondgang Wie kan zich iets uit zijn jeugd herinneren? gemaakt door de kerk. Hierbij ontsponnen Iemand van onze groep komt graag bij u langs zich geanimeerde gesprekken daar ds. Hasom het een en ander op te schrijven of aan de pels ook in Maas en Waal zijn ambt vervuld hand van foto's en schilderijen het een en had. Het dankwoord aan ds. Haspels liet de ander te noteren, zodat we er goede copieën heer Jansen vergezeld gaan van een boevan kunnen maken. Die kunnen dan weer in kenbon, welke geste hem zichtbaar aangehet museum getoond worden of elders ten- naam verraste. toongesteld. Bij een verfrissing in het naburige grenscafé Tevens hebben we oude etalagepoppen gekregen we middels een videoband van kerkregen met wat beschadigingen, wie kan ze kepad nog een nabeschouwing over de oude voor ons opknappen? maar ook een kijk op de nieuwe Callixtus kerk Graag een briefje of telefoontje van u, bij van Groenlo en een voorproef van wat ons in voorbaat onze hartelijke dank. Zwillbrock te wachten stond. In Zwillbrock aangekomen verliet een juist in Wies Berris-Visschers, Kwartelstraat 21, den echt verbonden paartje de kerk en werd 6601 CE Wijchen, tel.: 08894-17 461. door Tweestromenland hartelijk toegejuicht. In het prachtige kerkje deed pastoor Roelofs EXCURSIE NAAR op een aan zijn persoon geëigende manier ACHTERHOEK GESLAAGD een greep uit de kerkgeschiedenis. Na nog een uitgebreide bezichtiging van diverse stukken werd door de heer Jansen Ondanks de korte inschrijvingsperiode meldden zich 74 deelnemers, waarvan er twee namens de evenementencommissie dank door ziekte zich moesten afmelden. gebracht aan pastoor Roelofs evenzo ook aan

WERKGROEP 'MAAS EN WAALSE STREEKDRACHT EN MODE'


de heer Marinus te Molde die door zijn inzet dit gedeelte van onze reis tot een succes frtNTRIRI ITIP maakte. Ook dit dankwoord ging vergezeld ^^-"^ i "lou i ie van een boekenbon. Hiermee kwam een einde aan een zeer De contributie voor 1987 bedraagt f 25,-. Wij gezellige en leerzame dag. verzoeken u gebruik te maken van de hierbij ingesloten acceptgirokaart. Johan Jansen

FINANCIEEL JAARVERSLAG De heer B.I. Goei, administrateur, heeft met medewerking van mevrouw Van Buren, oud-penningmeester en de heer J. Jansen, penningmeester, de hier volgende balans over het boekjaar 1985 opgemaakt.

Balans per 31 december 1985

Aktief

31 dec. 1985

A. Vaste aktiva Inventarissen

f

B. Vlottende aktiva I. Voorraden II. Vorderingen op korte termijn III. Liquide middelen

f 19.149,20 f 17.911,19 f 22.103,82

f 12.775,00 f 13.792,00 f 14.282,00

f59.164,21

f40.849,00

31 dec. 1985

31 dec. 1984

Passief

A. Eigen vermogen B. Voorzieningen C. Kortlopende schulden

P.M.

31 dec. 1984 f

P.M.

-/- f 10.241,19 f48.366,01 f21.039,21

- / - f 12.776,00 f41.693,00 f 11.932,00

f59.164,21

f40.849,00

Het bestuur van Tweestromenland wenst haar leden sfeervolle Kerstdagen en een voorspoedig 1987.


Haags adellijk meisje Anna Mathilda gravin

antwoord gaat nog dezelfde dag de deur uit. Die drie zullen het niet eens worden over de verzet van de koning. De regering was plaats van het monument, aldus Barkay. informeel wel bereid een huwelijk met de Daarom zou het in de kom van het dorp Haagse 'Mattie' toe te staan maar toen Willem Druten gezet moeten worden. 'Nu zoowel III hardnekkig bleef weigeren zijn toestem- Leeuwen als Dreumel ieder eene plaats heeft ming te geven week de kroonprins na 1874 aangewezen, zoo geloof ik dat hunne regten even steeds vaker uit naar het mondaine leven van groot zijn. Druten is echter de hoofdplaats van het Parijs - de stad waarin hij in 1879 over- Kanton, de zetel van hel Polderdistrict. ' leed. Als hij voor die plaats de steun kan krijgen Terug naar Maas en Waal. De verlangens van van de commissaris zal hij deze gedachte cle koning werden vanuit Arnhem doorge- gaarne in een gezamelijke vergadering van briefd naar Barkay, maar die liet geruime tijd de drie groepen ter tafel brengen, waarmee niets van zich horen. De reden daarvan was dan 'een groote stap voorwaarts zoude zijn dat Schouten, wiens echtgenote overigens in gezet. ' deze weken overleed, er niets voor voelde Een suggestie die verkeerd valt in Arnhem. contact op te nemen met Udo dejong. Toen De commissaris roept Drutens burgemeesGeertsema ook vanuit Dreumel een verzoek ter bij zich om hem te vertellen, dat de binnenkreeg schreef hij aan de Gelderse koning het monument wilde hebben op de commissaris dat hij er niet aan dacht dit grens tussen Druten en Leeuwen. Maar derde verzoek aan de koning voor te leggen uiteindelijk is de plaats in Leeuwen, waar in en wel eens wilde weten of de comité's van 1861 de dijk doorbrak het meest geschikt. Leeuwen en Druten nu samen een ontwerp Udo de Jong is ondertussen al bij hem hadden De dijkgraaf moest hem bekennen geweest op 27 februari en heeft hem op 2 dat hij vanuit Druten nog niets had gehoord maart nog eens schriftelijk namens het hele maar liet verder weten dat het in Dreumel comité bevestigd, dat men in Leeuwen graag eigenlijk om de watersnood van 1855 ging met de Drutenaren wil samenwerken. terwijl de beide andere groepen die van 1861 Barkay zal er dus goed aan doen allen bij elkaar te roepen en afspraken te maken. wilde herdenken. Geertsema antwoordde per omgaande (op 7 Barkay stuurt uitnodigingen rond en op 17 maart 1874) dat de commissaris zijn veel- maart verschijnt er dan een Leeuwense vermogende invloed zou dienen aan te delegatie van zeventien man in het Ambtswenden om de groepen bijeen te brengen huis. Daar is, behalve de burgemeester van zodat er één gedenkteken zou kunnen Dreumel ook het 'hoofdcomite'' met dijkgraaf Schouten. En die is vreselijk kwaad omdat worden gebouwd. 'De alzoo vereenigde kracht een ander mensen uitnodigde in 'zijn' zal waarschijnlijk iets goeds tut stand kunnen Ambtshuis en nog schijnt te vinden, dat die brengen, 's Konings belangstelling in de rampen in Leeuwenaren in de grote zaal mogen. Zodra dankbare herinnering te brengen en te houden door iedereen binnen is verlaat Schouten luid een gedenkteeken hangt niet af van het aantal protesterend de zaal en na enig gehakketak gedenkteekens, staal niet in verband met het onderscheid des tijds waarin herhaaldelijk die rest Barkay niets anders dan de vergadering maar weer ie sluiten. Binnen een week liggen belangstelling zich openbaarde, maar wordt vooral gehuldigd indien bij eene gelegenheid als deze allen er dan vier brieven uit Maas en Waal bij de die behoefte hebben om hunne dankbaarheid uit te commissaris. Gefken vertelt nog dezelfde van Limburg Stirum en dat stuitte op fel

spreken daarbij eendragtig te werk gaan. ' Op de 11de maart 1874 krijgt burgemeester Barkay een derde brief over deze zaak van de

commissaris, die nu wel eens wil weten hoever hij gevorderd is bij zijn pogen om eenheid te smeden tussen de comité's, waarvan het aantal al tot drie is gestegen. Het

dag dat men in zijn gemeente al aan het

inzamelen was voor het jubileum-gedenkteken toen elders daaraan nog niet gedacht werd; het idee is dus van Dreumel gepikt; Dreumelnaren gaven in 1861 al geld aan het damescomité en zijn bevolking zal nu hevig teleurgesteld zijn als het plannetje, waarvoor

19


Tekening van het te bouwen monument ter herinnering aan het bezoek

/

\

eu,

1

Ltl*

van Koning Willem III aan Leeuwen in

t

t -£vuu.

1861, na de overstroming aldaar.

•"* '^ -<zj ••^•^.'•'••"'"•"'"TV;''-,

S^Ss^ÉI i*a*Éiï

/

-*•,'. „f r.n ' i W

iedereen enthousiast is, door herrie tussen Leeuwen en Druten niet door kan gaan. Udo de Jong stuurt al een schets van het te bouwen monument; hij vreest dat men er in Druten op uit was het Leeuwense comité te verlammen en af te matten, zodat het plan niet op tijd uitgevoerd kan worden, en men krachtens de gedane belofte het geld bij de

zouden er onoverkomelijke breuken zijn geslagen, maar als hij daarvoor van de commissaris speciaal mandaat krijgt wil hij trachten uit de beide groepen een klein comité te formeren, dat verder kan werken. Maar een lange 'geheime' brief van Schouten doet de deur dicht. Hij vertelt dat Barkay slechts tweede secretaris was en direct al de

inschrijvers moet terugbrengen als niet vóór

verkeerde weg in sloeg door zijn brief aan de

of op 12 mei tot de oprichting van het

commissaris. Tot zijn verbazing had Schou-

monument kan worden overgegaan. De Jong verzoekt zijn commissie 'te verschoonen van samenwerking met een commissie, die geen werkzaamheden toont en blijkbaar een ander doei beoogt dan de oprichting van een gedenkteken op den 12 Mei e.k.' Barkay zet omstandig uiteen hoezeer hij iedereen heeft trachten duidelijk te maken dat hij in opdracht van de commissaris van de koning handelde. Als hij de vergadering nu niet zou hebben gesloten,

ten op de 17de V/c schoolmeester l'do de Jong aangetroj]en mei zijn hele fractie uit een iteel van de gemeente Winnet. ' Die handelde in strijd met de gemeenteraad van Wamel waaronder

20

Leeuwen behoort. Fel geeft de oude dijkgraaf af op deze 'samengerotte' Leeuwense groep en op de burgemeester van Druten, die dergelijke mensen, die zonder recht en gezag werken, in zijn Ambtshuis en zijn hoofclcomité trachtte binnen te smokkelen. Hij


vraagt de commissaris nederig alsnog erevoorzitter te worden van zijn comité, dat dan daden kan stellen tegenover 'het opgeraapt hooptjen dat onder de bevolking van Leeuwen nauwelijks zigtbaar is . . . en door geschrijf in kranten en krantjes' de goede zaak alleen maar schaadde. De commissaris had er nu echt genoeg van. Hij schreef aan Geertsema, dat het pogen om in Maas en Waal één monument te krijgen, niet met succes bekroond werd 'hetgeen naar het mij voorkomt, voornamelijk is te wijten aan den Dijkgraaf van Maas en Waal Mr A. Schouten die door werkeloosheid i'ti chuanes zamenwerking onmogelijk maakt en ook in deze alleen wil heerschen.' Omdat de bevolking van die drie plaatsen graag de koning wilde huldigen zat er nu z.i. niets anders op dan Z.M. te vragen het oprichten van monumenten in Druten, Leeuwen en D reumei toe te staan. Die goedkeuring kwam inderdaad snel af, waarbij de commissaris het welgemeende advies kreeg er verder buiten te blijven. Zowel in Leeuwen als in Dreumel kon er aldus op 12 mei 1784 een monument onthuld worden. Maar van een monument in Druten, waarvoor de koning óók toestemming had gegeven, werd niets meer vernomen. De krant van zondag 23 april vermeldt slechts: 'Afferden bij Druten, 23 april, Door onze, leden van den Gem. Raad is besloten, om het Kroningsfee at den 12 Mei a.s. te vieren op deze wijze: ten Ie het uitsteken van de nat. Driekleur, en daarna: het uitdeelen aan de kinderen van koekjes, suikergoed enz.' Kenmerkend is ook de formulering van het besluit van het gecombineerd college van 6 mei 1874, waarmee het hoofdcomité werd ontbonden. 'Wegens omstandigheden ' wordt de heer Barkay ontslagen en worden de overige

leden bedankt. Het verhaal van de beide monumenten, die nog altijd aan de Waaldijk te vinden zijn, is daarmee echter niet af. Door de haast waarmee het moest worden opgetrokken en misschien ook wel omdat er weinig geld was, kreeg het Leeuwense monument een zeer slechte constructie. De stukken vielen er al snel af en enkele jaren later was het ook volkomen scheef gezakt. Tevergeefs werd in 1887 getracht de gemeenteraad van Wamel ervoor te interesse-

ren en ook de rijksoverheid wilde het niet overnemen. Een bouwkundig rapport van 2 juli 1889 vermeldt dat het monument gebouwd is van slechte baksteen, besmeerd met portlandcement. 'Het verkeert in jammer lijken toestand. Het is niet zozeer een monument als wel een parodie ervan, gebouwd als het is van surrogaten, die het in ons klimaat geen tien jaar kunnen uithouden.' Maar de minister vond 'dat het geene voldoende kunstwaarde bezit om op Rijkskosten te worden hersteld.' Maar Udo de Jong was nog steeds actief en die zond op 29 januari 1890 samen met mr. Hoeben een adres aan de provinciale staten. Zij beiden wilden graag geld inzamelen om het monument te restaureren, maar de welvaart was in Leeuwen sterk afgenomen als gevolg van het tenietgaan van de tabakscultuur. Zodat bij de provincie om subsidie werd gevraagd. De commissaris van de koning, nu baron Mollerus van Westkerke, wilde de staten wel voorstellen subsidie te geven, maar hij wees op een probleem waarvoor ook zijn voorganger Udo de Jong al had gewaarschuwd: iemand zou de verantwoording op zich moeten nemen het monument te onderhouden. 'Wat er ook allemaal geschied moge zijn, de raad van Wamel zal nu het onderhoud van een nieuw en eenvoudig monument op zich willen nemen', zo schreef hij de burgemeester van Wamel. Die meende dat daarvoor nu inderdaad wel een meerderheid in de raad gevonden zou kunnen worden. Maar dat viel tegen. De raad wilde een en andermaal eerst de plannen beoordelen om te zien of de constructie ditmaal wél de tijd zou kunnen doorstaan en na het 'uitvoerigplan' bestudeerd te hebben besloot hij uiteindelijk op 21 juni 1892: 'Dit is geen volkomen herstel, bijgevolge het voor de gemeente geene genoegzame waarborgen oplevert, bedoeld monument, nadat het hersteld zal zijn, voor rekening der gemeente over te nemen en te onderhouden.' Maar ondertussen had de ijverige Udo de Jong al de Vereniging tot instandhouding van het monument in Leeuwen opgericht, waarvan de statuten op 28 oktober 1891 waren goedgekeurd. Hijzelf was voorzitter en mr. Hoeben secretaris en verder waren de leden C.H. van Haastert, Th. van den

21


Monument te Beneden-leeuwen Het monument te Ăźreumel, met op de achtergrond de rivier de Waal.

22


Boogaard, J. Hol, P. Hol. B. van der Ven, J. Mulders, G. van de Werdt, Ant. van Elk, Th. Hol, H. Vergeest, Adr. van Elk en BJ. Hol. Die vereniging had 300 gulden bijeengebracht en op 15 november 1892 besloten de staten daar ƒ 600,-- bij te passen. De hoofdingenieur-directeurvan de provinciale waterstaat maakte bestek en tekeningen voor de vernieuwing en op 9 juni 1893 vond de openbare aanbesteding plaats. Laagste inschrijver was A.T. van Hussen uit Dreumel, aan wie het werk gegund werd voor ƒ 950,—. Provinciale staten pasten er zonder op- of aanmerkingen vijftig gulden bij en stelden het volgend jaar ook geld beschikbaar om een nieuw hek om het monument te zetten. Bij de grondige vernieuwing door de provincie is de marmeren plaat uit 1874 opnieuw gebruikt evenals de nog bruikbare delen van het voetstuk; daarop is echter een geheel nieuwe arduinen naald geplaatst met een geprofileerde dekplaat en een verguld metalen koningskroon. Het is dus behalve een degelijker ook een veel sierlijker monument geworden. De teksten, die nog altijd het monument sieren zijn waarschijnlijk van de schoolmeester, die zich in dit opzicht hield aan de wensen van de koning. En de kroonprins dus vergat.

Want op het front staat 'Aan Koning Willem den Derde en Hoogstdeszelfs Broeder Prins Hendrik. Het dankbare Leeuwen. 12 Mei 1874.' Op de linkerzijde van het voetstuk kan men lezen: 'De vloed eisckte 37 offers. Een meisje van 8 jaren dobberde 6 daagen op de golven en bleef gespaard, l Februari 1861' en op de rechterflank de bekende tekst:

Een traan in 't Manlijk oog Een troostwoord in den mond Stond Neerlands Vorst ons bij in dezen hangen stond.

Bronnen: J.J, Bouwman. Op en om Oranje's Troon. H. van Heiningen. De Historie van het Land van Maas en Waal. A.G. Schulte. Het Land van Maas en Waal (dat abusievelijk 1864 als oprichtingsjaar van het monument in Dreumel geeft). De Gelderlander 1874. Notulen van de Provinciale Staten. R.A.G. Arnhem Stukken voor de Statenvergaderingen. Archief Kabinet Commissaris der Koning.

G.A. Nijmegen Notulen van de dijkstoel Maas en Waal. Notulen van het Gecombineerd College. Gemeentearchief Batenburg en Gemeentearchief Druten.

OUD MAAS EN WAAL IN BEELD In het vorige tijdschrift nr. 50 is er geen aflevering van deze rubriek verschenen. Wij hopen dat U daardoor meer tijd hebt gehad om over de foto's van vorige afleveringen na te denken. Omtrent de foto's van de aflevering in nr. 49 hebben wij niets van U vernomen. Toch plaatsen wij hier een tweetal nieuwe foto's in de hoop, dat deze tot meer reacties zullen leiden. Wat U weet omtrent de mensen en de dingen op deze en de vorige foto's gaarne, liefst op een briefkaartje of in een briefje, naar C. Visser, Hoogstuk 62, 6651 ER Druten, telefoon: 14204. 23


24


Wil van Rossum

VRIJHEID - GELIJKHEID - BROEDERSCHAP 'Alle mensen worden vrij en ongelijk geboren' (Grant Allen).

14 juli 17 89: bestorming van de geit.' Toch vertrouwt Van der Wielen op zijn Bastille volksvertegenwoordigers en beveelt ze aan

Jaartallen zijn uit de tijd, maar dit jaar was zo vol betekenis dat zeker de Fransen wel eens de neiging bekruipt de geschiedenis te laten beginnen in dat jaar van ontreddering, de vrijheid van de quillotine en de gelijkheid van de dood. Enfin, de herontdekking van de democratie bleek zo waardevol dat deze heilsboodschap de wereld over moest. En zo marcheerde het Franse volksleger; met gebrek aan alles, behalve geestdrift. De sporen van die zegetocht zijn, verstopt achter prozaĂŻsche inventarisnummer, ook te vinden in de archieven van het Polderdistrict Maas en Waal (Gemeentearchief Nijmegen). Nr. 3927 bevat in een grauw omslag de onzekerheid van de jaren 1794/95 te

Maasbommel. Allereerst is er het schrijven van de buurmeester A.v.d. Wielen van 14-5-1795. De aanhef luidt: 'Vrijheid - Gelijkheid - Broederschap'. Navrant in relatie tot de inhoud: een noodkreet aan het Provinciaal College van ondermeer Algemeen Welzijn. Dhr. V.d.

Wielen neemt bij gebrek aan bestuur van Stad en Vrijheid Maas-Bommel (lees: het bestuur is afgezet) de vrijheid te reageren op een missive van 8-5-1795. Hij schrijft dat het dorp bijna geheel onmachtig is te voldoen aan de requisities. Het is zo erg dat de boeren, doorgaans bestaand van de haverbouw, zelfs bij een huiszoeking over geen noemenswaardige hoeveelheden haver meer blijken te beschikken. De gemeenschap is 'in de uiterste naarheid gedompeld', ondermeer vanwege het ontbreken van winterkoren te velde en de inkwartiering van Franse soldaten. Tot overmaat van ramp zijn dan nog de aanmaningen aangekomen van 'het besaaijt en hoorn-

in de bescherming Gods. Een volgend stuk geeft twee lijsten van bovengenoemde requisities. Ze zijn gedaan aan en voldaan door de gemeente van MaasBommel. Opgeteld geven beide lijsten een helder beeld van het principe dat de overwinnaar het recht aan zijn zijde heeft. In dit geval draagt het recht de naam 'uitbuiting', want telt u maar op. In een tijdsbestek van circa 3 maanden (eind september tot midden december 1794) wordt er op schriftelijk bevel gerequireerd: 36.480 bossen hooij van 15 pont ider 8.425 bossen strooij 2.590 sakken haver 300 kannen jenever of brandewijn 10.000 broden van 3 pont ider (2/3 tarwe en 1/3 rog) 75 ossen of vette coeijen 75 schapen 30 quintale tarwe (l kwintaal 100 kg) 20 quintale rogge

2 pont kaarse l kar hout de diensten van met paarden bespannen karren (soms wordt daarvoor betaald: de paarden met geld; de voerlui met brood!) de diensten van 12 dorsers met gereedschap (dorsvlegels, schoppen, gavels, zeven en bezems) de verplichting om vanaf l frimaire (22 november) te leveren 'alle dage 20 sakken haver en 480 bossen hooij' olij om de haver te dorsen, te leveren in Lith fourrage voor het paard van citoyen Valle vanaf 30 frimaire (21 december).

25


25 morgen bouw- en teelland 755 morgen hooij- en weiland, mede tot haver 190 morgen uyterwaerden met naast grasland moeshoven en houtland

Op schriftelijk bevel tegen bons, dan wel assignaten wordt gevorderd in de periode midden oktober 1794 tot midden januari 1795: 9.013 schepel (0,1 hectoliter) haver 'Parijse maat en goede kwaliteit' 1.056 broden van 3 pont ider 36 sakken haver van 8 schepel ider 1.046 quintale en 20 pont hooij 230 sakken haver van 6 schepel ieder 20 quintale en 40 pont rogge 70 beesten waaronder ossen 14 paarden 350 pont vlees hooij en haver voor 64 paarden gedurende 6 dagen fourrage voor 500 paarden voor ĂŠĂŠn nacht (dat kostte de boer zijn hele voorraad en, vervolgens de doctoor, van schrik zijn leven) het gebruik van 7 wagens bespannen met 8 paarden 'na gissing op ider wage 2500 pont en

Voorwaar niet een opsomming die doet denken aan de mogelijkheid ruim te blijven bijdragen aan de kosten die het handhaven van het Groot Frans Leger in de Lage Landen met zich meebracht.

dan nog 2000 bosse ider 75 pont' l maand iedere dag 9 pond vlees en 1/2 pond

Nu is 1794/95 niet 1808 en hoe de opsomming van potentieel er had uitgezien

kaarsen voor de bewakers van het havermagazijn 8 dagen 10 pond vlees en 10 pond brood voor bewaking in de kerk bij de haver.

in de roerige maanden van 1794/95 valt moeilijk te bepalen, maar wat de situatie zeer zal hebben verzwaard moge blijken uit een onder hetzelfde nummer opgeborgen serie stukken over de schaden door de oorlogshandelingen, aangericht door Franse, Engelse, Hessische en E migranten troepen. De totale schade, volgens de begroting van 57-1795, bedraagt aan contante Hollandse penningen 18.200 gulden en 5 stuivers. Naar opgaaf gaat het om schade aan hooi, stro, huizen, eetwaren, wagens, paarden, koeien, schapen, varkens, brandhout, bomen, timmerhout, aardappelen en dergelijke. De begroting is ondertekend door Jean D. van der Borgt, rigter E. Storij J. Deijs C. van Rietvelt Loeff Bergers A.v.d. Wielen.

De vorderingen werden gedaan ten behoeve van: hoofdkwartier generaal O sten te Zeland generaal Lieberts te Lith Puiflijk (niet gespecificeerd) divisie generaal Bonnaux Wamel (niet gespecificeerd) divisie generaal Salm te Lith leger van Morait 13e regiment dragonders van commandant Banaze te Maasbommel divisie generaal Delmas te Lith commandant PongnĂŠ De lijsten zijn gedagtekend 17 augustus 1795. De opsteller is A.v.d. Wielen. Vervolgens de statistische beschrijving van de steden en het platteland van Gelderland (1808 Vereniging Gelre) omvat het land- en tuinbouwareaal van Maasbommel:

26

Aan vee: 350 runderen geen schapen 68 paarden En aan mensen: 442 Rooms Katholieken 58 Gereformeerden 7 Joden

Dat de gelijkheid die de Fransen brachten niet voor allen in gelijke mate gold, valt op te maken uit de omstandigheid dat alleen van enkele notabelen de schade claims gespecificeerd bewaard zijn gebleven. Zo is er een


Spotprent op de veranderingen in de Republiek. Voor de Bataafse Tijd is er een welgevulde hoorn des overvloede, daarna is Holland aan de leiband vastgelegd en is de hoorn leeg. Het Trojaansche Paard binnengehaald. Spotprent op het inhalen der Franschen.

27


lijst van schade geleden door A.J. Loderus op het eind van 1794 door de Hessische troepen:

guld. st. penn 39- „ - „ 9- „ - „ 23 - ,, - ,. l - 12 - „ 2- „ - „ 6- „ - „ 6- „ - „ 4 - ,, - ,, l- 5- „ 2- 5 - „ l - 6 - ,, l - „ - ,, 3 - 10 - ,, 6 - „ - ,, 1-10- „ 3 - 12 - „ „- 18 - „ 2- „ - „ 4 - ,, - „ 6 - ,, - „ 2 - „ - ,, 4-16 - „ 12- ,, - „ 26 - ,, - ,,

2 1/2 anker rode wijn (l anker is 38,8 1) 1 1/2 ton bier aan hout en turff 2 kopere wijkranen 6 stooven l wollen deken 3 laakens 4 kusseslopen l tafellaken 3 servetten 2 handoeken 2 gemene handoeken 2 gordijne met sijn baart l handketel van 2 emmer l dito klijnder ketel l nieuwe teeijketel l blekke koffyketel l blekke doorhaalbak een gedeelte geelgoet een gedeelte braaijpotten/boterpotten en kruijken l benneke pijpen lópontkaarse l pot boter circa 40 pont kosten drank aan Captijn en twee knegs Totaal

170-14-

Interessant is ook de lijst van schade geleden in 1794/95 door Mevr. de douarière van Bijlandt, geboren Van der Gon: de veerpont laten opvissen en weer tuijshalen schaade aan de rijswaerden een huys dat geheel is afgebrant de kaart van Maas-Bommel van Het Huijs gehaalt de behangsels op het heerehuijs afgescheurt aan glas laten maken de eijsere spijlen uijt het onderhuijs gebroken een eijsere haalboom aan meest alle de binnendeure de sloote en deure kapot, en veele krukken en l deur weg de hekkens op den dijk van het huijs weg 3 lange hekkens op de uyterwaart weg 3 teughekkens de plankeheijning om den tuijn weg al het hout uijt de klijne schuur weg de helft 17 duijsent pont wert hooij 28

42 - ,, - „ 200 - „ - „ 160- „ - „ 500 - ,, - ,, 60 - „ - „ 12- ,, - ,, 20 - „ - ,, 4 - ,, - „ 46 40 187300 100170-

„ „ ,, „„ ,, „ -

„ „ ,, „ „ ,, ,,


het half gewas van 4 morgen 2 hont haver (l roede is 14 m2; l hont is 100 roeden; 6 hont is l Rijnlandse morgen) het halfgewas van 4 hont haver 33 opgaande essebomen circa 200 knootwilligen schade aan de vogelkooij de hekkeposte bij het tuijnmanshuijs het hekken op het brugje met sijn posten en eijsere beugel circa 50 pont loot circa 100 pont eijser een pot boter Totaal

162 60 66 60 200 3615 5152271 -

Vooral deze laatste opsomming geeft te

de onmachtigen verheven worden uit hun staat van bittere armoe: een zure intree in de letterlijk de hekken van de oude tijd zijn negentiende eeuw wacht hen, maar wel een neergehaald. negentiende eeuw zonder ancien rĂŠgime, Het is geen wonder dat velen in de voor- want 'gister was er een prins in het land en nu die malige Stad en Vrijheid Maas-Bommel ver- kale Fransen.' vallen tot de staat van 'onmagtig' en zie, dan is de broederschap nog niet zo gevorderd dat denken dat met de komst van de Fransen

Rectificatie Tweestromenland nr.48, blz. 3 t/m 6. H.B. Demoed - Een oude grafzerk in Dreumel Door een redactionele wijziging in regel 8 wordt de suggestie gewekt dat alleen de toren van de middeleeuwse St. Victorkerk behouden zou zijn. Dit is natuurlijk niet waar, ook het koor, waaronder de betreffende zerk gevonden is, maakte deel uit van die kerk. De in de laatste alinea van noot 7 gegeven toevoeging dat het te betreuren is dat over de zerk een altaarsteen is gemetseld komt voor rekening van de redactie. De in dezelfde toevoeging gemaakte opmerking, dat we deze zerk nu in het koor aantreffen, is onjuist. De zerk van Willem Hinkart is verdwenen. De familie Scherpenzeel werd in 1843 van de vondst in kennis gesteld en heeft de zerk vermoedelijk verkregen. Wat betreft het jaartal op de zerk: V is uiteraard 5, maar wanneer we lezen Vc betekent dat 500.

De vermeldingen voor 1473 en voor 1494 duiden op de sterfjaren van Adriaan van Halveren, resp. Adriana van den Poll.

Deze rectificatie gaat vergezeld met onze excuses aan de auteur, vanwege bovengenoemde missers. Redactie

29


Boek over Horssen verschijnt binnenkort Eind 1983 werd door het gemeentebestuur van Horssen aan Johan van Os opdracht verleend de geschiedenis van de verdwijnende gemeente Horssen te schrijven. Sindsdien werden vele strekkende meters archiefmateriaal doorgnomen, werden vele interviews afgenomen, werden bergen papier gefotocopieerd en massa's foto's bekeken en beschreven, niet alleen door Johan van Os maar ook door een hem ondersteunend groepje enthousiaste mensen in Horssen. De meeste historische werken zijn of chronologisch of thematisch van opzet. Johan van Os heeft gekozen voor een andere benadering. Hij voert de lezer mee op een wandeling door het dorp en geeft hem een topografische beschrijving van Horssen. Bij elk gebouw en elke plek van historisch belang duikt hij in de geschiedenis en wordt een aspect van Horssens verleden belicht, een verhaal verteld, een anecdote weergegeven of een dorpsgenoot in het volle licht gezet. U maakt kennis met een landbouwer, die tevens wethouder was, u schuift aan aan tafel bij de pastoor en de burgemeester, en u ontmoet andere markante personen. De kerk wordt bezichtigd en de school wordt bezocht. Zo wordt de rondleiding door het dorp een rondleiding in de geschiedenis ervan. Hoewel Horssen pas sinds 1811 als gemeente bestaat, heeft Johan van Os zich van die beperking gelukkig niets aangetrokken en geeft hij een stuk voorgeschiedenis. Horssen was een vrije en hoge heerlijkheid, had daarmee een van de overige dorpen in het Land van Maas en Waal afwijkende positie, en had daaraan uiteindelijk ook te danken dat het een zelfstandige gemeente werd. Alles wordt natuurlijk begeleid door veel, heel veel foto's, illustraties en kaartmateriaal. Voor de lezers van Tweestromenland zal het

30

bestuur een aantal exemplaren aankopen, zodat u via de vereniging het boek zult kunnen bestellen. Helaas kunnen wij nog geen prijs aan u opgeven. Let vooral op de publicaties in de locale pers. Als het zover is (binnen enkele maanden) neem dan contact op met uw vereniging. Even terzijde: zo langzamerhand zal er een reeks van monografieĂŤn over dorpsgeschiedenissen in Maas en Waal verschijnen. Er is al een boek over Bergharen, van de hand van J. van Gelder, binnenkort verschijnt Horssen; verder wordt er hard gewerkt aan een boek over Batenburg door H. van H einingen en het ligt in de bedoeling een boek te schrijven over alle voormalige gemeenten die nu deel uit maken van West Maas en Waal, auteur: A. Sengers. In al deze gevallen zijn het gemeentebesturen geweest die het gelukkige initiatief genomen hebben, een geschiedenis over hun (verdwijnende) gemeente te laten schrijven. De opdrachten zijn verleend aan onafhankelijke schrijvers/historici, die verder de vrije hand kregen bij hun werkzaamheden. Zo hoort het ook. Wellicht is het voor andere gemeenten een aardige gedachte een dergelijk initiatief over te nemen?


LiteratuurSignalement . JANSSEN, G.B., en HJ. TUMMERS, Hon- derland; Arnhem, 1985; afbn., krt. (728.8). derd jaar georganiseerde baksteenindustrie, 1884-1984; De Steeg, 1984; 144p., afbn., lit. gidsje, uitg. Prov. Geld. VVV, ƒ 5,95. (666). ALPHEN, G.H.J. van, Het voorkomen en de Uitg. Kim. Verbond Ned. lifiksteenfabrikanten; verspreiding van geklopte Romeinse munbestellen: Hoofdstraat 8, 6994 ZH De Steeg, ten in het oostelijk stroomgebied van Maas f 17,50 md. porto. en Waal; in: Ontdekt Verleden, Archeologische aspecten van het Maasland, o.red. v. WILLEMS, J., Mooie plekjes in het Rijk van G.H.J. van Alphen; Oss, 1984; p. 25-41, Nijmegen; Amersfoort, 1985; 120 p., afbn., (737). lit. {712 en 379.8). Uitg. b.g. v. l O-j. bestaan Archeol. Werkgroep van Mooie Plekjes, dl. 3, uitg. door Novella. f 22, -. de Heemkundekring Maasland, f 13,- giro 1125016 Rabobank Heesch t.g.v. rek.no. MOLENS, - in Gelderland; Arnhem, 1985; 12.00.02. 7601.n.v. Penningmr. Heemkundekring afbn., krt. (725.4). Maasland.

gidsje, uitg. Prov. Geld. VVV, f 5,95. WIJCHENSE, — molen heet voortaan 'Morgenster'; in: Wegwijs dd. 3-12-1985, afb. (725.4).

HAAREN, J. van, Druten en zijn Zang- en Muziekgezelschappen; in: Tweestromenland, no. 46(1985), p. 16-20, afbn. (784 en 785).

HERGEBRUIK, -- van oude gebouwen; in: Geld. Oudheidk. Contactbericht, no. 105 (1985/11), p. 11, afb. (725.5).

BUREN, J. van, e.a., V.V.Uni Bergharen opgericht l mei 1925; jubileumflits 19251985; Bergharen, 1985; 26 p., afbn. (796.3).

behoud oudbouw Boldershof Druten door hergebruik.

K. de Vaan, Manegeweg *>, 6617 BA'1 iïergharm, ƒ 2,^0 + porto.

DEKKERS, J., De Geschiedenis van het Bondsgebouw; in: Caeciliaklanken.jrg. l no. 3 (maart 1985). (725.8).

OS, J. van, De taal van het kruisjesvolk. 'Aangehouden lidwoorden' in het Maas en Waals; in: Tweestromenland, no. 46 (1985), p. 20-21, aft). (801.5).

Druten. KASTELEN, — en buitenplaatsen in Gel-

Het betreft woorden, waarvan het lidwoord verschilt van het officiële nederlands, omdat ze behoren bij

31


oudere, dialectische woorden, die zijn vervangen

door 'nederlandse' woorden. De naam 'Kruisjesvolk' kan ook afgeleid zijn van het feit, dat katholieken vroeger thuis overal kruisbeelden hadden hangen of staan, in tegenstelling tot

afkomstig van het Wijchense Meer, van 4 vuurstenen artefacten uit de Levallois- traditie (midden steentijd), evenals vondsten uit andere plaatsen in het Rivierengebied.

protestanten; katholieken werden ook wel 'die van

WILLEMS, W.H.J., Romans and Batavians,

het houtje' genoemd.

A Regional Study in the Dutch Eastern River

Area, I; in: Berichten R.O.B., 31(1981), p. 7CROONEN, H., Een urn van de Gelenberg te Afferden; in: Tweestromenland, no. 46 (1985), p. 3-4, afb., Ik. (902). met naschrift van M. Bergevoet.

FLECKEN, F., en J. HULLEGIE, DrutenKlepperhei oftewel: wat er nog van een villa overbleef; in: Jaarverslag A.W.N., afd. Nijmegen over 1984, p. 35-39. (902).

GROOT, M. de, 'Op suuk noar den Gouwe Engel' op de Molenberg te Wijchen; in: Jaarverslag A.W.N., afd. Nijmegen over 1984, p. 32-35, tekn. (902). HULST, R.S., Einheimische Keramik aus rรถmischer Zeit im geldernschen Flussgebiet; ein Klarungsversucht; in: Berichten Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek, 31(1981), p. 355-363, krt., lit. (902).

eindelijk verscheen het deel 31 van de Berichten (32 was reeds verschenen.'), grotendeels gewijd aan het Oostelijk Rivierenproject, waartoe ook Twee stromenland westelijk van de Noord-Zuid behoort. Hier een inleidend artikel op de uitgebreide beschrijving van het inheemse aardewerk, globaal te plaatsen in de Ie eeuw n. C. Banden met het westelijk deel van het Rivierengebied zijn aanwezig, mogelijk ook met het Rijnland. Of er connecties zijn met het aardewerk uit de laat-ijzertijd moet nog worden onderzocht. Voor

217,

afnb., krtn., lit., tekn. (903).

LEEUWEN, H. van, Dreumel in oude ansichten,dl.2; Dreurnel/Zaltbommel, 1985; 47 p., afbn. (912). Bestellen: H.v. Leeuwen, Rooysestraat 81, Dreumel, f 34,90.

LEEUWEN, H. van, en C. MOONEN, West Maas en Waal in oude ansichten; Zaltbommel, 1985; 96p., afbn., krt. (912). STEEGH, A., Monumentenatlas van Nederland: 1100 historische nederzettingen in kaart; Zutphen, 1985; 383p., afbn., krtn., lit., reg. (912).

Walburg Pers, f 39, 50. Uitgebreide herdruk van de 'Kleine monumentenatlas ' van dezelfde auteur uit 19 76, met vooral veel aandacht voor de verschillen in nederzettings-

vorm. TOUWSLAGER, Willem de, (=van den Dobbelsteen), Druten in grootmoeders tijd; Zaltbommel, 1985; 78 p., afbn. (912).

Boekhandel Vogelaar Druten. AALBERS,J.T., Louwissen; in: Gens Nostra, 40(1985), p. 574. (92)

Tweestrtomenland komen aan de orde Druten, Ewijk en Wijchen.

Hendrik Louwissen, zoon van Louwis Gerrits uit

Wijchen, trouwt Neerbosch 1777. STAPERT, D., Middle Paleolithic Finds from the Wijchense Meer (Province of Gelderland) and Several Other Finds from Pleistocene Fluviatile Deposits in the Surrounding Region; in: Ber. R.O.B., 31(1981), p. 273292, afbn., krtn., lit., tekn. (902).

Beschrijving van de vondsten in baggerzand,

32

AELST, M.P. van, Van der Weerde (Waarden); in: Gens Nostra, 40(1985), p. 278. (92).

Cornelia van der Weerden uit Afferden trouwt ca. 1781.


BEGHEYN, P.J., Geluchten Ellendige Broederschap (1490-1590); in: Zoeklicht Kwartier van Nijmegen (Nijmegen, 1985), p. 142-149, afb., tab. (92).

BOTS, H., I.MATTHY en M.MEYER, Noordbrabantse studenten 1550-1750; Tilburg, 1979; 819 p., lit. (92).

Bij het Je lustrum liet de Afd. Kwartier van

Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland, uitg. door de Stg. Zuidel. Hut. Contact,

Nijmegen van de Ned.Geneal. Vereniging deze bundel het licht zien, waarin een keur van artikelen te vinden is, met de nadruk op het Kwartier van

Bijna 6000 studenten aan een Europese universiteit passeren de revue, voorzien van een biografische

Nijmegen ten zuiden van de Waal. Voorwaar

beschrijving. Hieronder ook personen, afkomstig uit

voortzetting en navolging waard (b.v. door onze eigen Werkgroep!). Bovengenoemd artikel geeft de namen van de overledenen, voor wie bij de Broederschap van St. Michiel, ook geheten Ellendige Broederschap te Nijmegen, kaarsen werden opgestoken.

Tweestromenland, of die daar later gewoond en/of gewerkt hebben.

BERENBROEK, L.W.A., Kwartierstaat T.J.H. Wanders; in: Zoeklicht Kwartier van Nijmegen (Nijmegen, 1985), p. 66-67; (92).

p. 67: Elisabeth Sengers, geboren Horssen 1765, overleden Wijchen

geboren Wamel

l K10 en Henrif lts Pallada,

Tilburg, Ć’ 127,50.

BUYLINCKX, J.J.A., Lidmaten Nederlands Hervormde Gemeente in het Schependom (1670-1771); in: Zoeklicht Kwartier van Nijmegen (Nijmegen, 1985), p. 118-124, afbn., tabn. (92). DERKS, G.J.M., Franciscus van Haren (1736-1813). Een schutterskoning en iets over zijn familie; in: Tweestromenland, no. 45(1985), p. 16-17. (92 en 799).

1794 en overleden Wijchen

1874.

Van Haren was afkomstig uit Keent.

BERENBROEK, L.W.A., Personen uit stad en Rijk van Nijmegen in r.k. DTB-registers Wyler (1726-1795); in: Zoeklicht Kwartier van Nijmegen (Nijmegen, 1985), p. 110-116, tabn., tek. (92).

HAMERS, N.A., Ingekomen personen (1818-1821); in: Zoeklicht Kwartier van Nijmegen (Nijmegen, 1985), p. 55-65, afbn., tabn. (92).

BERGEVOET, M., Sterfdatum Wamelse dopeling gezocht; in: Tweestromenland, no. 45(1985), p. 38. (92).

HAMERS, N.A., Stamreeks (vanaf 1600) van burgemeester J.E. Sanders van Well (17391814); in: Zoeklicht Kwartier van Nijmegen (Nijmegen, 1985), p. 103, tekn. (92).

Johan Engelbert was voor de 2e maal gehuwd met Wendeline van Bennekom, gedoopt Leeuwen/ BOOM, J. van den, en A. DRIESSEN, Druten 1743, overl. Nijmegen 1811. Voorlopige lijst van studenten aan de Kwartierlijke Akademie te Nijmegen 1655-1679; HAMERS, N.A., en PJ. BEGHEYN, Morz.pl., z.jr. (Nijmegen, 1983); 323 p. (92). gengaven (1520-1537); in: Zoeklicht Kwartier van Nijmegen (Nijmegen, 1985), p. 150Gerard Noodt Instituut, Pb. 9049, 6500 KK 154, afb., tab. (92).

Johanna van Berkel, geboren 27 februari 17X5.

Nijmegen, Ć’ 17,50+ porto.

BOOMSMA, G.A., Oud-Burgers en Burgeressen (1821-1859); in: Zoeklicht Kwartier van Nijmegen (Nijmegen, 1985), p. 39-54, afb., tabn. (92).

Morgengave is de schenking van de bruidegom aan de bruid, de morgen nadat het huwelijk is 'geconsumeerd', gewoonlijk dus de morgen na de Ie

huwelijksnacht. Dit 'consumeren' kon juridische gevolgen hebben, reden waarom de morgengaven

vaak werden geregistreerd. 33


HOIBOOM, T.P., Jansen-Dercks. Huy-naar aanleiding van een trouwfoto werden de boom; in: Gens Nostra, 40(1985), p. 277. voorouders van het echtpaar Piet Schreven en Wilhelmina de Wildt uitgeplozen. (92).

Petrus Jansen (later Huyboom), trouwt 1746 TIELEN, A.H.A.M., Huwelijksvoorwaarden (1696-1794); in: Zoeklicht Kwartier van Malden met Hendrina Dercks. Nijmegen (Nijmegen, 1985), p. 117, tab. KLEIJN, P. de, Het Huis en de Molen; (92). Wijchen, 1985; (92). no. 7: Adriaen, heer van Craeyevelt en Maria Gijsberta van Bronckhorst. Uitg. De Kleijn Wijchen, f 22,-. De slechts in 250 exemplaren gedrukte jeugdherinTIELEN, A.H.A.M., Inwonerslij sten oosteneringen van een molenaarszoon. lijk deel Rijk van Nijmegen (1693); in: LAISMA, J., 'Burgerwezen' (1560-1591); in Zoeklicht Kwartier van Nijmegen (NijmeZoeklicht Kwartier van Nijmegen (Nijme- gen, 1985), p. 128-132, afbn., tabn. (92). gen, 1985), p. 139-141, afb., tab. (92). TRIJSBURG, J., Een merkwaardig monuLOEFFEN, L.W., Bruidsfoto De Bruyn- ment: School aan de Waalband ij k te Boven Klaassen; in: Tweestromenland, no. 45 Leeuwen; in: Tweestromenland, no. 47 (1985), p. 5, afb. (92 en 727.1). (1985), p. 18-22, afb., tab. (92). Voorouders van F.L.H, de Bruyn en A.T.H. Klaassen, die 9-9-1925 trouwden te Overassselt en Balgoy; naar aanleiding van een bruidsfoto gereconstrueerd.

MOND, J.W. van de, Huwelijksdispensaties zuidelijk deel Kwartier van Nijmegen (16781805); in: Zoeklicht Kwartier van Nijmegen (Nijmegen, 1985), p. 74-102,afbn.,krtn., lit., tabn. (92).

namen van de personen die op de foto zijn

afgebeeld. WIMERSMA GREIDANUS, G.J.J. van, Kwartierstaat Greidanus-Jaeger; in: Gens Nostra, 40(1985), p. 516-536, afbn. (92).

generatie XXI, no's 2.081.328/9: Margriet van Batenburg (overl. 1299) en RudolfH de Koek van Weerdenburg; generatie XXII, no's 4.162.646/7 Lambert van Vreese trouwt Elisabeth van Puffelic,

Deze dispensaties vormen een onderdeel van het archief van het Officialaat van het bisdom Roermond vanaf 1561, aanwezig in het Rijksarchief te Maasstricht en op microfiche in het Gemeentearchief Nijmegen. Voor de dekenaten Nijmegen en Druten gathetomca. 3000 dispensaties, aangevuld met die van enkele belangrijke plaatsen buiten de streek.

no's 4.162.658/9: Gerard van Batenburg gehuwd met Elisabeth (van Meursf).

OS, J. van, De Dokter; in: Tweestromenland, no. 46(1985), p. 22-25, afb. (92).

kol. 477: Derrick, Aert en Hendrick Loejfen de Quaeye te Batenburg 1671.

Hommage in dichtvorm aan dr. F. Wasmann, overl. 21-12-1984, oud-voorz. hist.ver. Tweestromenland.

BERGEVOET, M.J.J., De nakomelingen van de familie Van Erp-Holt te Baarlo (L.); in: Tweestromenland, no. 47(1985), p. 12-19,

EYNAENDTS VAN RESANDT, W., Losse aantekeningen uit allerlei archieven, afl. VI; in: Nederlandse Leeuw, 102(1985), kol. 465486. (92).

afbn. (929.5). TIELEN, T., Een trouwerij in Hernen vereeuwigd in 1902; in: Tweestromenland, no. 45(1985), p. 6-15, afbn., tabn. (92).

34

deze familie is afkomstig uit Puiflijk.


IN GEN, Van --; in: Nieuwsbrief Tweestromenland, sept. 1985, p. 4. (929.5). STORY, —; in: Nieuwsbrief Tweestromenland, sept. 1985, p. 4. (929.5). HAMERS, N.A., Aantekeningen uit Schepenprotocollen(1628, 1629,1656); in: Zoeklicht Kwartier van Nijmegen (Nijmegen, 1985), p. 133-138, afb., tabn. (929.5).

HAMERS, N.A., en A.W.H. HOLLA, Familiewapens in het Kwartier van Nijmegen; in: Zoeklicht Kwartier van Nijmegen (Nijmegen, 1985), p. 155-182; afbn., tekn. (929.6).

Wapens uit diverse bronnen en verzamelingen zijn door elkaar afgebeeld, hetgeen nogal •verwarrend werkt. SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE,

HAMERS, N.A., Genealogisch onderzoek in Nijmegen en omstreken; in: Zoeklicht Kwartier van Nijmegen (Nijmegen, 1985), p. 6-25, afbn., bijln., tabn. (929.5). HAMERS, N.A., en A.H.A.M. TIELEN, Genealogisch onderzoek in het Kwartier van Nijmegen; in: Zoeklicht Kwartier van Nijmegen (Nijmegen, 1985), p. 28-38, afb., bijln., tabn. (929.5).

C. O. A., H et wapen van de nieuwe gemeente Druten; in: Nederlandse Leeuw, 102(1985), kol. 93-94, afb. (929.6). SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, C.O.A., Het wapen van de nieuwe gemeente Wamel; in: Nederlandse Leeuw, 102(1985), kol. 450-451, afb. (929.6). SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE,

C.O.A., het wapen van de nieuwe gemeente HERWIJNEN, T.P.J. van, Recensie Zoek- Wijchen; in: Nederlandse Leeuw, 102(1985), licht Kwartier van Nijmegen; in: Tweestro- kol. 91-92, afb. (929.6). menland, no. 47(1985), p. 27. (929.5). HAAREN, J. van, Uit Drutens Verleden; in: JONG VAN DEN BRAND, JJ. de, Het een Waalkanter dd. 11-4- 1985. (93D en 296). en ander over een nauwe relatie tussen Alphen in Maas en Waal en Teeffelen in het Jodenhoek in Druten. voormalige Graafschap 'Land van Megen'; in: Tweestromenland, no. 45(1985), p. 3-5. HAAREN, J. van, Uit Drutens verleden . . . ; (929.5 en 93). in: Waalkanter dd. 9-5-1985. (93D en 929.5). voornamelijk - maar niet enkel op genealogisch terrein. kolonialen in Druten.

Rectificatie Tweestromenland nr. 49, blz. 21 t/ 28. Ton Tielen, Dijkgraven van Groot Maas en Waal en hun voorgangers. Blz. 24/25: Mr. W.Th. van Bennekom, tr. Johanna Eisen, dochter van Judocus Eisen; dus niet: Else. Blz. 28: Petrus Gradus de Leeuw, zoon van Johan Albert de Leeuw en Maria Hol, tr. Maria Sophia Catharina Eisen, dochter van Gijsbertus Eisen uit diens tweede huwelijk,

met Maria Catharina Gertrudis Schoenmakers. Met dank aan mevr. A.C. Clement-van Beers, Bottrop (BRD), die ons deze rechtzettingen toestuurde. Redactie

35


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.