1996

Page 1

Streekarchief Bommelerwaai

TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

15.III. 1996 - verschijnt ten minste vier maal per jaar - NUMMER 87


TWEESTROMENLAND

M. van der Putten, Beneden-Leeuwen G.A.A. Rooijakkers, Overasselt

Opgericht 15 mei 1964.

W.J. van Sommeren, Beneden-Leeuwen

Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk

Drs. C. Visser, Druten W. van Wel, Wamel

Administratie: P.G. Leussink, Beuningen

deel van het Rijk van Nijmegen. Lidmaatschap: Het lidmaatschap geeft recht op toezending van tijdschrift en nieuwsbrief, op deelname aan excursies en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven uit de Tweestromenlandreeks. Contributie: De contributie voor 1996 bedraagt f 35,-. Men mag ook meer storten bij wijze van gift, te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestro-

menland, Postbus 343, 6600 AH Wijchen. Ledenadministratie: Postbus 343, 6600 AH Wijchen, tel.: 0487594336, voor de opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat: Postbus 343, 6600 AH Wijchen, tel.: 0487-

Kopij: Kopij dient getypt (zo mogelijk op floppydisk met uitdraai in WP 4.2 of 5.1), gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan: De redactiesecretaris, postbus 343, 6600 AH Wijchen. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naarn, adres en woonplaats van de bruikleengever. Losse nummers tijdschrift: Nrs. 19 t/m 87 voorradig. Per stuk f 7,50 exclusief f 2,50 verzendkosten. Te bestellen door storting op giro 2622012 ten name van

Penningmeester Tweestromenland, Postbus 343, 6600 AH Wijchen.

ISSN: 1381-950X

Inhoud

502112. Ereleden: H. van Heiningen, J.P.M, van Os, J.P. van Wezel. Erevoorzitter: J.P. van Wezel. Bestuur: F.J. Verheijen, voorzitter, Wijchen

J.A. van Gelder, vice-vz., Bergharen

3 Jules van der Zandt f/Jan van Gelder, Hoe leefden wij vroeger? 9 Johan van Os, Op het spoor van een

bruidschat 17 P.Th. van Hoogstraten, 'Dagboek van tante Marie' 24 Genealogie Bijl

26 J.M. Bergevoet, LiteratuurSignalement Nieuwsbrief

J.J. van den Burg, secr., Wamel J.A.Jansen, penn., Wijchen

J.P.H. Daverveld, Wijchen Mevr. W.M. Berris-Visschers, Wijchen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten G.W. van Gelder, Beneden-Leeuwen

Op de voorkant: De watersnood uit het 'Dagboek van tante Marie'.


TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Hugo van Capelleveen, Gijs van Dijk, Jan van Gelder, Kees van Kouwen, Pieter Roelofs.

NUMMER 87

1996/11

Jules van der Zandt f /Jan van Gelder

Hoe leefden wij vroeger? Na de Maas en Walers, die in Holland gingen werken in Tweestromenland nr. 85 en de bennen- en hoepelmakers in nr. 86, gaat Jilles van der Zandt nu in op hoe wij vroeger leefden. Hij

heeft het dan over de leeftijd tussen 12 en 15 jaar, toen vooral de jongens al ergens aan de slag gingen om er iets bij te verdienen. Niet in de eerste plaats om het zelf allemaal te houden, maar meer om iets voor vader en moeder en het gezin bij te dragen.

Hij noemt dan de Raad van Arbeid als de instantie, die controle uit moest oefenen op kinderarbeid, maar daar trokken de Maas en Waalse jongens zich meestal weinig van aan. Kennelijk was daardoor bij een wet de kinderarbeid niet verboden, het ging meer om de fabrieken en

werkplaatsen, die jeugdige werkers aantrokken om tegen abnormaal lage prijzen fabrieksartikelen gemaakt te krijgen. Dat was niet alleen werk in vaak ongezonde en afgesloten ruimten, maar ook mentaal ging er veel jeugd aan ten onder en was het schoolverzuim ongehoord hoog. Die jeugd zakte af tot een laag niveau, leerde te weinig en zou zelden of nooit in staat zijn een goede plaats in te nemen in de maatschappij. Bij de plattelander was het geheel anders. Het was meestal werken in de vrije natuur, in veel gezondere omstandigheden. Over het algemeen ook werk, dat men van jongsaf aan thuis of bij familie had aangeleerd. We noemen hier het aardappelen poten en rapen, koren binden, hooien, koeien en varkens voeren, melken, kortom werkzaamheden, die men met een verworven kennis van zaken aan kon en die slechts zelden te zwaar waren. Het leven op het platteland was ook beter geregeld. De ouders hielden wel in de gaten, dat de kinderen op tijd naar school, naar de kerk en naar bed gingen en volop van hun nachtrust konden genieten. Ze waren ook allerminst gewend aan een uitgaansleven, hadden daar ook geen geld voor en de gelegenheden waren uiterst gering. Met eenvoudige spelletjes zoals knikkeren, hoepelen, kaatsen, tollen, hinkelen, slootje springen of schrepke steken was de jeugd al tevreden. Kwam er geld aan te pas, dan was het hoogstens halve of hele centenwerk. Jilles schenkt daar veel aandacht aan. Hij ging ook dieper in op het kerkelijk leven van zijn jonge jaren toen in deze streek zo'n 80 tot 90% van de bevolking katholiek was. Toen het avondgebed en het rozenhoedje bidden vaste gewoonten waren. De blijde, droevige en glorievolle geheimen kende hij uit zijn hoofd en ook de litanie van Maria. Het meermalen per dag luiden van de kerkklokken, vooral als er nog een of meer kloosters in het dorp stonden, was een vast gegeven. Niet alleen voor de H. Mis of bij trouw, jubilea en begrafenissen, maar ook bij het angelusklokje 's middags en 's avonds. Waar de mensen dan ook waren, de pet werd afgezet of vrouwen en meisjes knielden vaak uit eerbied.


Hier en daar gaan de verhalen wat door elkaar, maar ze zijn duidelijk genoeg voor een goed overzicht. 'Wat is er nu alles nog van over?' vroegjilles zich af, die op 4 augustus 1987 is overleden. Met een vervolg op deze manier van leven en zijn rake reacties kunnen we het de volgende keer hebben. Eerst even het volgende verhaal vanjilles lezen.

Hoe leefden wij vroeger? Ik zal U eens laten zien, hoe zo'n zondag ken was of de emmer vol was, dan werd de voor ons, we waren toen al eenjaar of twaalf, melk in de teems geschud. De teems diende in elkaar zat. Ik heb het over de jaren van ervoor om de onreinheden, zoals de haren onze jeugd, van 12, 13, 14 en 15 jaar. Als we van de koe, tegen te houden, dat ze niet in met 12 jaar van de school afgingen, dan de melk kwamen van de melkbus. De schone moesten we gaan werken. We brachten een doek, gewoonlijk een theedoek, werd klein beetje geld in het laatje van het huis- gebruikt om voor het melken het uier en de houdgeld van de familie, die echt niet wist spenen schoon te maken. De koe ging in de wei op schone of minder schone plaatsen lighoe de eindjes aan elkaar te knopen. gen. Dit gebeurde bij het herkauwen van het Van de 'RAAD VAN ARBEID' te Nijmegen gras en ook als de koe wilde rusten. Dus aan mocht het niet. Dit was een algemeen voor- de uiers en spenen, komt zand, gras en andeschrift in Nederland en de 'Bezittingen van re rommel. Men wordt wel geleerd om met Overzee'. Dit waren de 'Oost-Indische en een handdoek de spenen en het grote uierliWest-Indische Bezittingen' buiten ons chaam schoon te maken, maar met het buiKoninkrijk. De controleur van de Raad van ten-melken wordt dat wel eens vergeten. Als Arbeid te Nijmegen was DE HEER MELIS, het vergeten wordt, komt er meer dan van afkomst uit het naburige Wamel. Als anders rommel in de melk bij het melken. deze bij boeren of andere thuiswerkers Na afloop vlug naar huis. Op de boerderij de kwam, dan wist de 12- of 13-jarige hulp, er is kippen, eenden en ganzen voeren, de eieren CONTROLE, ga tussen de boonheggen of in uithalen en in de keuken afgeven. De kalveeen schuur liggen tot de lastige 'kijker' ver- ren en veulens te eten geven en weteren (van dwenen is. Op de boerderij moesten we aller- water of melk voorzien). De melk wordt lei klusjes, die met het boerenwerk te maken intussen in het karnhok door de boerin of de hadden,opknappen. meiden verzorgd. Nu nog even de paarden, Zondagsmorgens om vijf uur, half zes op. die door een of andere omstandigheid op Want we gaan Zondags tussen half zes en zes stal staan, hooi, haver en water geven, en dan uur melken. Ik moest naar Stuyvenberg op 'hals over kop' op huis aan. de Hoogestraat lopen, om de melkwagen, Ik moest me snel omkleden, wassen en onder die ik zelf trekken moest, te halen. Op de het omkleden een boterham met een glas melkwagen zette ik twee melkbussen, melk- melk of koffie nemen. Dan vlug naar de kerk kannen van 40 liter, een melkemmer, de hollen om de 'Mis', de Hoogmis van 10 uur teems, een schone doek en soms een krukje te halen. Tegen half twaalf zijn we gewoonom op te zitten bij het melken. Dit krukje lijk weer thuis. hadden we gewoonlijk niet nodig, want we Gewoonlijk was er zondags visite van ooms molken gewoonlijk gehurkt, we noemden en tantes, die even aan kwamen wippen. De dat: 'op onze huikes'. Ik moest gewoonlijk visite had alleen zondags tijd. Door de week een koe of negen, soms wel tien stuks van moest er hard gewerkt worden en de tijd onthun witte overlast ontdoen. De teems werd

brak om even over te lopen. En denk eraan,

op de melkbus geplaatst, als de koe gemol-

men moest alles lopend doen.


nooit met veel centen gespeeld, want die

Ik naar buiten om met andere kornuiten,

hadden we geen van allen. We waren dus aan

gewoonlijk waren het leeftijdgenoten uit de buurt, een spelletje te doen. Het spelletje dat wij op het oog hadden was:

elkaar gewaagd. Bijvoorbeeld: We waren met 4 man en kwamen over een, ieder met 3 centen. Het ging dus bij dit spel om 4x3 centen = 12 centen. Dat was voor ons een mooie pot. I. 'SCHREPKE STEKEN'. Er werd geloot in welke volgorde we zouden ALLEEN DOOR MANNEN EN JON- spelen. Ook of we alle 3 de centen direct na GENS UITGEOEFEND elkaar zouden steken, of ieder eerst twee en Een schrepke, was een streep, een lijn, een later in dezelfde volgorde de 3e cent. schrap, die we met een stuk hout in de Gewoonlijk waren de laatste werpers in het grond, een potlood of pen en papier, of een voordeel. stukje krijt op een lei zetten, of op een tafel Nu was het de bedoeling om te proberen, zonder kleed. We deden dit spel graag, want een cent in 't rechthoekje of halve cirkel te dan hadden we kans, om bij de paar centen, gooien, liefst te steken. Een cent die er plat die we 's zaterdagsavonds gekregen hadden in lag, werd er weieens uitgestoken en eruit is bij het afgeven aan Moeder van ons week- eruit. Bleef hij boven de streep, dan was die loon, er een paar centen bij te krijgen. Als we cent voor de eerste winnaar. Waren de 12 'schrepke' gingen steken, dan deden we dat cent gestoken, dan kon diegene, die in het buiten in de uitweg of achteruit. Op de hokje lag, als de eerste winnaar beginnen. grond werd met een stuk hout een lijn, een Lag er meer dan een cent in het hokje, dan streep, een schrap, of schrepke getrokken. werd er weer geloot om de volgorde. Dit Die lijn, dat schrepke, werd 'de meet' loten ging gewoonlijk met de schoenen of genoemd. De meet betekende de beginlijn. klompen naar elkaar toe lopen en iedere Daar mocht men bij 't spelen niet over keer voor elkaar zetten. Kon de hele klomp komen. Men moest er voor blijven. Men zei of schoen er niet meer tussen, dan werd de toen nog: 'Van meet af aan', dat wilde klomp of schoen dwars gezet. Die er het laatgewoonlijk zeggen 'Vanaf het begin'. Een ste in slaagde, om klomp of schoen te plaateind vanaf de meetlijn of beginlijn, een paar sen, was winnaar. Het in de grond steken van meter, er bestond geen afspraak voor, werd een cent ging ons tamelijk goed af, want we parallel (evenwijdig) aan de meetlijn een deden het veel, we waren erin geroutineerd. tweede lijn met de stok of een ander stuk Bij het steken kwamen er enkele centen hout getrokken. Kaarsrecht waren die lijnen boven de streep te liggen, een of meer in het natuurlijk niet. Midden op die tweede lijn, vakje en enkele centen onder de streep. De werd aan de bovenkant een rechthoekje winnaar, die het eerste mocht kiezen, kreeg getrokken, soms ook wel een halve cirkel. Dit direct de centen boven DE STREEP OF rechthoekje of halve cirkel kwam aan de SCHRAP, SCHRAPKE of SCHREPKE. bovenkant van de 2e lijn vast te zitten. Die Omdat de centen die dicht boven de streep hokjes, die wij gebruikten, waren maar klein, kwamen, bijna iedere keer verloren waren of

b.v. bij het rechthoekje 7 bij 4 cm en bij de

men moest de eerste winnaar zijn, werd er

halve cirkel, de middellijn ongeveer een cm of 8 a 9. Deze hokjes noemden wij de pot. Nu werden onder de deelnemers afspraken

zeer voorzichtig gespeeld en om in het hokje te komen dikwijls gemikt voor de streep. De overige centen en geloof maar, dat wij allen meetelden, gingen in de handen van de eerste winnaar. Hij schudde deze centen in zijn hand en voor hij ze op de grond liet vallen had winnaar twee al gezegd: 'Kruis of munt', want het ging tussen winnaar ĂŠĂŠn en twee. Drie en vier moesten maar afwachten tot voor hen iets over schoot.

gemaakt, want er waren geen vastgestelde regels. Het ging om: 'Met hoeveel centen zullen we bij ieder spel meedoen?' We hadden een paar vierduitstukken = 2/4 cent per stuk, een paar centstukken. De vierduitstukken en de halve centen konden we onder elkaar wisselen voor hele centen voor het spel. Er werd


Nummer een schudde dus de overgebleven centen, en wie het eerste mocht raden, dat was voor het begin afgesproken, zei kruis of munt. Kruis was de 'klimmende leeuw' van Nederland en 'munt', was het cijfer l, dus de waarde van de cent. De eerste winnaar raapte nu de geraden centen op, die allemaal op de grond lagen en no. 2 nam de nu overgebleven centen op, om te schudden en tussen 3 en 4 te kiezen tussen kruis en munt, enz. Het kijken, wie er het kortste bij de streep lag, werd met een stukje hout of grassprietje

gemeten. Was het eerste spelletje uit, dan begon men aan het tweede. Tot ze binnen riepen, dat we moesten komen eten. Om twaalf uur was de visite te voet vertrokken. Om een uur of kwart na een moesten wij naar de katechismus. Die begon om twee uur. Deze katechismus voor de groten was op iedere zondag van het jaar, van twee tot drie uur. Vanaf het twaalfde (als men van de school af was) tot het vijftiende jaar. Dan moesten we de les opzeggen, die we de vorige keer opgekregen hadden. De Zuster begon met overhoren en we waren allen blij, als de les geheel was overhoord. Mocht de pastoor eer komen en moest die overhoren, dan was de boot dikwijls aan. Bij niet goed kennen van de les, gaf de pastoor je een klap of pats met de katechismus. Gaf hij je een klap met zijn hand, dus een draai om je oren, dan stond men dikwijls te suizebollen. Want zijn hand was stevig en dik, hij was een stevige baas en draaide ons ook weieens aan de oren en dat kwam aan. Waarin wij zondags de KATECHISMUSLES of over HET OUDE en het NIEUWE TESTAMENT les kregen, was in de KLEUTERSCHOOL van de MEISJESSCHOOL VAN DE DOMINICANESSEN. De bankjes waren eigenlijk voor ons te klein, maar was het met de les niet in orde, dan trok Pastoor Jacobs je, voordat je kon opstaan, over de buren van je heen. Dit gebeurde aan je oren. Soms moest men voor in de klas op de knieĂŤn zitten, soms met de handen omhoog, met in iedere opgeheven hand een of twee boeken. Dit alles was voor ons geen geintje. Om drie uur was de katechismus afgelopen. Dan moesten we met de

pastoor naar het 'LOF'. Kwart voor vier was het Lof uit en moesten we hollen naar huis. Heel gauw van kleren verwisselen en de melkwagen bij Stuijvenberg halen, om in de 'LEET', de 'HEUVEL', de 'GOUDMIJN', te gaan melken. Thuis op de boerderij nog het een en ander afmaken. Voeren van varkens, kalveren, kippen, eenden en ganzen. Nog even rondkijken of alles in orde is en dan op een drafje op huis aan.'t Was dan ongeveer 7 uur, half acht en van omkleden was geen sprake meer. We gingen om de tafel zitten. We wilden nog even een kaartje leggen. We gingen RIKKEN, EEN HALFJE DE SLAG. Moeder deed ook mee. Vader zat de Zaterdagse Krant 'DE MAAS EN WALER' te spellen. Hij rookte een pijp met tabak uit het 'Rode Ster' pakje. Ook luisterde hij naar ons gesprek bij het kaarten. Als ONS MOEDER bij het kaarten vijf centen of een stuiver verloren had, hield ze er altijd mee op. Ze scheej'er dan altijd mee uit. Wij kaartten met mijn kameraden nog tot ongeveer half tien. Dan had Moeder het avondeten klaar. Gebakken aardappelen met daarin gebakken spek. DE SCHOTEL, DE SCHAAL, DE SOEBAK met de gebakken aardappelen, kwam midden op tafel te staan. De vrienden van me zaten als gasten mee aan tafel. We hadden geen borden bij de aardappelen. We hadden alleen een vork en er was ook brood met smout in een botervaatje. Ieder pikte uit de schaal en ... er was genoeg. Een van mijn zusters ruimde de aardappelschaal op. Nu kregen we borden met havermoutepap of rijstepap. Er werd roggebrood bij gesneden en die werd in de pap gebrokkeld. De lepels waren intussen rondgebracht. We aten af, gingen nog even met onze vrienden naar buiten tot Moeder riep: 'Het is tijd om naar bed te gaan'. Dan was het ongeveer 10 uur. a. WAAROM GINGEN WIJ ZO VROEG NAAR BED? b. WANNEER GINGEN WIJ DOOR DE WEEK NAAR BED? c. HOE DIKWIJLS GINGEN WIJ PER DAG ETEN?


't Was nu zondagavond en wij gingen na de 'Rozenkrans' gebeden te hebben naar bed, want morgenvroeg was het weer vroeg dag.

maken van de oogst en het binnenhalen van de oogst.

Als we geen oogsttijd hadden, dus gewone

WELKE OOGST WAS HET EERST EN WELKE DE LAATSTE?

werkdagen, dan was morgenvroeg, om half zes, het klokje van gehoorzaamheid . . . eruit .. . eruit. Moeder had onze werkkleding met de sokken en schoon geschuurde klompen reeds klaargelegd en klaargezet. We aten vlug en gingen snel naar de boer om te melken en die werkzaamheden te verrichten, die iedere dag weer opnieuw door ons werden gedaan. Waren we straks in de oogsttijd, dan moesten wij 's morgens vroeger uit de veren. Die veren hebben te maken met: 'Hoe waren de matras en de kussenslopen'. Gewoonlijk was het bed en de kussenslopen gevuld met kippenveren. Deze veren waren van geslachte kippen, hanen, eenden, ganzen, enz. Deze waren gezuiverd, de spitse schachten van iedere veer afgeknipt en in zakken bewaard om, als men ze nodig had, ze in de tijkbedden, die op de fabrieken van een waslaag voorzien waren om 't doorsteken van de veren te voorkomen, te doen. Deze verenbedden hebben wij pas gekregen toen wij als kinderen, onze bijdrage leverden voor ons levensonderhoud. Toen wij geld inbrachten, konden wij al een veer van onze mond blazen. Toen we nog klein waren, enkele jaren geleden, toen werd ons bed eerst van het oude vulsel geledigd, uitgeklopt, gewassen, in de wind en de zon gehangen om te drogen. Dat was in de 'LENTE', bij de 'GROTE SCHOONMAAK'. Toen ging men het bed vullen met garvenstro en de kussens met kaf van haver. O,O, wat rook het dan in het bed, het ledikant of de bedstee lekker fris. En wat lagen wij de eerste nachten hoog. We moesten opletten dat we het bed niet (af) uit rolden. De soldaten in de kazerne hadden in deze tijd ook strozakken om op te slapen. WE HEBBEN HET OVER DE OOGSTTIJD OP DE BOERDERIJ Onder oogsttijd verstaan we het gereed

Als we in de zomer spreken over de eerste oogst, dan gaat het over gras en hooi. Tegen vijf uur begonnen de maaiers met hun zeisen te haren, te wetten met de strekel en te beginnen met het maaien. Het gras, dat de maaiers, gewoonlijk twee of drie maaiers, moesten maaien stond in twee of drie weilan-

den bij elkaar. Gewoonlijk in de 'LEET', een of twee kampen, in AFFERDEN achter DE FAMILIE ELZEN, een of twee kampen en soms ook nog een in het 'PUIFLIJKSE BROEK'.

WAT HAD IK HIERMEDE TE MAKEN? Ik moest naar die verschillende kampen toe, om het gras dat op SWAT(TEN) 'ZWAT' of 'SWAT' of 'SWET' lag, door de maaiers op lange rijen op het grasland was neergelegd, te schudden of uit elkaar te halen met de gaffel of met de hooivork. Dan kon het gras vlugger drogen. Dit werk, hier in Druten, moest ik na het melken, doen. Niet alleen maar met andere werkers, b.v. PIET THIJSSEN. De eerste machines die wij op het land zagen, waren de 'SCHUDDERS' en de machines om het gedroogde gras met de hooihark op teilen te harken en te leggen. Dan werd het hooi op 'OPPERS', HOOIHOPEN opgetast. Al heel vlug, als het weer er goed voorstond, werd begonnen met hooiwagens en karren om het hooi naar de boerderij te brengen. We losten het hooi op twee plaatsen. Op de 'HOOIZOLDER' en in de 'HOOIBERG'. Ik kon op twee manieren naar de hooikampen. Bijna altijd met de 'BENENWAGEN', PER PEDES APOSTOLORUM; MET DE VOETEN VAN DE APOSTELEN GAAN, DUS TE VOET. Want ik kon pas na het melken en de enige fiets, die voor ons klaar stond, was al door iemand meegenomen, die eerder was vertrokken. Onze VOORMAN, de PLOEGBAAS (hij ploegde al het bouwland om met twee, soms


wel drie paarden), was ARNOLDUS ARIENS, NOL ARIENS. Hij was een beste mens voor ons, maar ook voor zijn moeder. Hij kende zijn werk goed en was een harde werker. In de hooitijd was onze werktijd anders dan in de afgelopen winter. Nu in de zomer ging ik om vijf uur melken, afvoeren en 't andere werk opknappen en tegen acht uur naar het hooi. Thuis eerst eten. Dan naar de hooikamp waar ik moest werken. Men was al bezig met drie karren en een hooiwagen om het hooi naar huis te brengen. Zolang er licht was, ging men door met het werk. Tussendoor moest ik 's middags weer gaan melken, Want dat KARWEI moest ik iedere dag twee keer opknappen. Ook zondags. Na het melken had ik de fiets om zo vlug mogelijk op het hooiland te zijn. In deze tijd was de avondtijd bijna altijd om een uur of acht. Was het weer wisselvallig, dan werd om acht uur met de hooiwagen en karren doorgereden naar Stuijvenberg op de Hoogestraat om te lossen. Dan werd 't soms wel tien uur. Zo waren er in de zomer nog vele gelijke, lange werkdagen. Er kwamen nog de 'KORENOOGST': haver, tarwe (weit), rogge, paardebonen enz. Dan de 'BIETENOOGST' en ook dikwijls nog de tweede 'GRASOOGST': het ETGROEN of de EIMAT. We maakten ongeveer 80 uur in de week, 's zomers. Ik had een weekloon van ƒ 4,-. Dus per uur 400 : 80 = ongeveer 5 cent per uur. Rijk werden we er dus niet van, maar er kwam al van drie kinderen ongeveer tien gulden in de week in het handje. Dit was een verbetering van ons gezinsinkomen en een lastenverlichting voor onze ouders. We konden toen bij ons thuis een veer van de mond blazen en onze veestapel uitbreiden. Bij de geiten, die we bleven houden, hadden we nu EEN PAAR MELKKOEIEN, KALVEREN EN EEN PAAR FOKVARKENS, EEN VARKEN OM TE MESTEN, EEN HONDERD EN VIJFTIG KIPPEN en EEN PAAR HOKKEN MET KONIJNEN. Als we door de week om tien uur of half elf van het werk thuis kwamen, dan was het eten en ... samen op de knieën voor de stoel, en

dat was iedere avond zo geweest, alleen toen iets vroeger, om ons AVONDGEBED samen te bidden en de 'ROZENKRANS'. Bijna altijd bad MOEDER voor. De Rozenkrans was vijf tientjes en afwisselend kwamen er bij die vijf tientjes, bij ieder tientje een van DE GEHEIMEN van de I 'BLIJDE GEHEIMEN' van de II 'DROEVIGE GEHEIMEN' of van de III 'GLORIEVOLLE GEHEIMEN'. Na deze Rozenkrans, kwamen nog vele 'Onze Vaders' voor overleden familieleden, vrienden en heiligen van de 'Kerk'. Dan volgde de: LITANIE VAN ONZE LIEVE VROUW, 'DE STERRE DER ZEE'. Als we onder het bidden in slaap vielen of lachten of praatten, dan kregen we van vader een tik met de petteklep en die was niet mals. ledere dag LUIDDE DE KLOK VAN DE KERK, van een KAPEL of van een KLOOSTER uit de buurt, driemaal daags het: 'ANGELUS'. Dit was voor de priester, de zusters, de paters in het klooster (als er een patersklooster was) en voor de gelovigen van de parochie, groot of klein, het teken voor iedereen van het: 'ANGELUS' te bidden. Was men op het land, we denken aan twaalf uur, dus middag, dan zag men, dat de mannen stopten met het werk, de pet afnamen en soms met de kruk van de spa(de) in de hand, baden. De spa werd spaaj genoemd. De vrouwen, die nog op het land waren, gingen gewoonlijk op de KNIEËN, op een zak, of een garf koren of een hoop hooi of droog gras. Op straat zag men dat de mensen, die van het werk kwamen en thuis gingen eten, even stil stonden, de pet afnamen en het 'ANGELUS' baden. Als het Angelus, een Onze Vader, drie weesgegroetjes en de aanroepingen gedaan waren, zette men de pet weer op en ging men huiswaarts. De voerlui, langs de kar of wagen, namen de pet af en baden onder het lopen. De wagen of kar kon slecht stil gaan staan, dus doorlopen. Als wij vroeger langs de kerk kwamen lopen, dan was het DE PET AFNEMEN EN EEN KRUIS MAKEN. De 'GROTE MAN' daarbinnen werd gegroet.


Johan van Os

Op het spoor van een bruidschat

'De Broekschenhof' onder Winssen, Ewijk en Bergharen In het jaar 1593 werd er aan Henrick van Groll, landschrijver in het Rijk van Nijmegen, gerechtelijk een stuk land onder Ewijk toegewezen uit de goederen van Josinna van de Bongart, de weduwe van Joachim van Wijhe, die in 1591 als Heer van Hemen was overleden. Blijkbaar verkocht Van Groll dit stuk land weer aan Henrick ten Halve, schout van Wijchen en Niftrik, en aan diens vrouw Jenneke Sebis (Graswinckel, I. 1354, p. 206) .a Over de jaren 1608-1616 blijkt er een Johan Seben als rentmeester op te treden voor Joachima van Wijhe, ĂŠĂŠn der twee dochters van Joachim van Wijhe en Josinna van den Bongart (Graswinckel, I. 1325, 1326, p. 201). Mogelijk zijn bovengenoemde Jenneke Sebis en rentmeester Johan Seben gezien hun naamsgelijkenis zuster en broer van elkaar (Jenneke en Johan misschien afgeleid van Johannes; Sebis eventueel tweede naamval van Seben). Uit de toewijzing van het stuk land onder Ewijk is af te leiden dat de heerlijkheid Hernen der Van Wijhes ook bezittingen had buiten Hernen, namelijk in het buurdorp Ewijk. Maar er blijken bovendien eigendommen te liggen onder Winssen, dat weer aan Ewijk grenst. Dat valt op te maken uit het stuk nr. 1360 (Graswinckel, L, P. 207). Hier gaat het om een eigendomsbewijs voor de echtelieden Ottho de Haert (een familie die in het Land van Maas en Waal nog steeds vertegenwoordigd is als De Haardt) en Elisabeth van Gent. Aan dit echtpaar hadden Joachima van Wijhe en haar man Johan van Rechteren tot Rechteren in 1616 een perceel grond van 51A morgen aan de Oude Wetering in Winssen verkocht. In hetzelfde jaar -1616 - was Joachima van Wijhe met Johan van Rechteren getrouwd. Het ligt voor de hand dat de 5/4 morgen land aan de Oude Wetering van haar afkomstig waren.

AANGEHOUDEN LANDERIJEN Zoals gezegd was Joachima van Wijhe een

dochter van de in 1591 overleden Hernense Heer Joachim van Wijhe en diens in 1624 overleden en blijkbaar te Utrecht begraven' vrouw Josinna van den Bongart. Dit echtpaar had geen mannelijke nakomelingen; alleen twee dochters, van wie Joachima de jongste was. De oudste dochter - Maria - was in 1591, terwijl zij nog onmondig was, beleend met de Heerlijkheid Hernen.2 Naar het schijnt vielen de eigendommen onder Winssen hier buiten; anders zou Joachima - de jongste dochter - in 1616 niet het recht gehad hebben de b% morgen aan de Oude Wetering te verkopen. Het ziet er naar uit dat aan Maria de eigenlijke Heerlijkheid en aan Joachima het 'buitengoed' was toegedacht. Maar tot dat 'buitengoed' lijken ook bezittingen behoord te hebben die niet onder de Heerlijkheid vielen, maar wel binnen het dorpsgebied van Hernen lagen. Dat laatste geldt dan bijvoorbeeld voor de zogenaamde 'bouwhof in het Neervelt', die ongeveer 44 morgen besloeg en ten westen van de Hernense dorpskern in de polder gelegen was. In 1616 werd deze bouwhof in het 'Neervelt' door Johan van Rechteren en Joachima van Wijhe niet verkocht, maar verpacht aan Johan Roelofs genaamd Provoist (Graswinckel, I. 1356, p.

206). Even zouden we de indruk kunnen krijgen dat Joachima na haar huwelijk met de Overijsselse Van Rechteren van haar Maas en Waalse bezittingen af wilde. Niet alleen de verkoop van die 5% morgen onder Winssen zou zoiets kunnen suggereren, maar ook het


gravin van Rechteren te Appeltern (17941869). Ook daarop komen we straks terug.

1. Joachima van Wijhe, echtegenote van Johan

vanRechteren (1620-1641). feit dat de bewaard gebleven rekeningen van haar Maas en Waalse rentmeester Johan Seben slechts lopen van het jaar 1608 tot het huwelijksjaar 1616 (Graswinckel, I. 1325, 1326, p. 201). Maar de bouwhof Neervelt, liefst 44 morgen, werd aangehouden. En omdat er ruim twee eeuwen later - in 1826 namelijk - onder de gemeente E wij k-Wi rissen nog steeds 60 bunder land in handen der familie Van Rechteren blijkt te zijn, waarover straks, mogen we aannemen dat aan Joachima van Wijhe minstens 100 morgen land met enige bouwhoven is toebedeeld: 60 bunder in Ewijk-Winssen en 44 morgen in het Hernense Neervelt. Er zijn zelfs goede redenen om aan te nemen dat daar in het zelfde Ewijks-Winssense poldergebied nog eens 40 morgen bijkwam en dat Joachima bovendien als bruidsschat enkele kleinere boerderijtjes onder het aangrenzende Bergharen meekreeg, die omstreeks 1860 in het bezit blijken te zij 11 van haar afstammelinge Hillegonda

10

EERLIJK DELEN Joachima van Wijhe was in 1616 zeker niet met lege handen naar Overijssel gestuurd. Een globale reconstructie brengt haar Maas en Waals bezit al gauw op zo'n 150 hectare landbouwgrond. Anders zouden de ouders van Joachima niet eerlijk gehandeld hebben. Zij deelden Kasteel en Heerlijkheid Hernen met alle aanhangende rechten toe aan de oudste dochter Maria, maar daar stonden voor Joachima aanspraken op een fors gronden boerderijenbezit tegenover. In het zeer informatieve en grafisch magnifiek verzorgde boekje 'Kasteel Rechteren' van J. Mensema:i staan op pagina 65 de portretten afgedrukt van Joachima van Wijhe en Johan van Rechteren. Op dezelfde pagina wordt gezegd:'In 1616 huwde hij (Johan van Rechteren) met Joachima van Wijhe, die hem belangrijke bezittingen ten huwelijk aanbracht, waaronder het Kasteel Hernen in de Betuwe.' Het laatste bijzinnetje wordt in de ogen van een streekhistoricus door een tweetal kleinigheden ontsierd. Ten eerste ligt Kasteel Hernen (nog steeds een fraaie burcht) niet in de Betuwe, maar in het land van Maas en Waal. Ten tweede is het kasteel niet aan Joachima, maar aan haar oudere zus Maria toegevallen. Door haar in 1609 gesloten huwelijk met Gerhard van Reede, Heer van Saesfelt en Buckhorst, bracht Maria van Wijhe Kasteel en Heerlijkheid Hernen aan de Van Reedes, in welk geslacht 'Hernen' tot 27 oktober 1682 gebleven is.' Als Mensema spreekt over 'belangrijke bezittingen' van Joachima, is het maar de vraag hoe belangrijk deze bezittingen vergeleken met het Rechterense bezit in Overijssel en elders nu precies waren (niet zo belangrijk, denk i k ) , maar in elk geval gaat het dan (onder andere?) om de uitgestrekte landerijen en bouwhoven onder Hernen, Ewijk, Winssen en Bergharen die Joachim van Wijhe en Josinna van den Bongart hun jongste dochter hadden nagelaten.


GELOOFSOVERGANG Op deze plaats eerst even twee vraagtekens, die met mijn 'landerijenconstructie' weinig of geen verband houden: 1. In 1582 trouwde Adolf van Rechteren met Lucia van Reede, dochter van Godert van Reede tot Saasveld, Heer van Amerongen (Menserna, p. 62), naar ik aanneem de Godert of Goert van Reede (1516-1584) die met Geertruid van Nijenrode (15251605) was getrouwd en in 1577 'Amerongen' aankocht. Na kinderloos overlijden van Adolf van Rechteren in 1597 deed zijn weduwe, Lucia van Reede, die met Joachim van den Boetselaer was hertrouwd, in 1600 afstand van haar aanspraken op Kasteel Rechteren ten behoeve van haar zwager Zeger van Rechteren (Mensema, p. 64). Was Lucia van Reede een nicht, achternicht of helemaal geen familie van Gerhard van Reede (Adriaanszoon), die in 1609 trouwde met Maria van Wijhe, de Vrouwe van Hernen? 2. Belangrijker is de vraag hoe het stond met de geloofsovertuiging van Johan (Zegerszoon) van Rechteren en zijn echtgenote Joachima van Wijhe. Was Johan van Rechteren bij zijn huwelijk in 1616 al tot de 'gereformeerde religie' overgegaan en is zijn bruid hem daarin al of niet gevolgd. Van Joachima's zus Maria en haar man Gerhard van Reede is bekend dat zij fervent rooms bleven en de rechtervleugel van hun kasteel in Hernen inrichtten als schuilkerk.5 Aan hen is het te danken dat de toenmalige 'missionarissen' - de paters Franciscanen (van Megen), die er in het geheim godsdienstoefeningen kwamen houden - tot 1989 de parochie Hernen bedienden.

2. Johan van Rechteren (1620-1641).

na van Triest een hoeve 'gelegen in het Broek gedeeltelijk onder Ewijk en Winssen in den Rijcke van Nijmegen, en gedeeltelijk onder Borgharen in den Ampte van tusschen Maas en Waal' in eigendom over aan het echtpaar Jan Jansse Verhoeven en Willemijn van Dreumel uit Puiflijk. De hoeve bestaat 'in een Huijs, Schuur, Berg, Hof, Boomgaard, Elsenpas, bouw- en weijland, te zamen groot ongeveer negen en dartig mergen'. De koopsom bedraagt 7.450 gulden. Naam noch begrenzing worden in de koopakte aangegeven. Maar in latere stukken (allemaal berustend in het rentmeestersarchief Van Koolwijk, Doddendaal, Ewijk 6 ), zoals pachtconEENZAME HOEVE Wat betreft de poging tot reconstructie van tracten, afrekeningen e.d., is steeds sprake het Wijhes-Rechterens grondbezit in het van 'De Broekschenhof en uit de vrijwel land van Maas en Waal moet ik nu, bij gebrek naadloze opeenvolging van de naderhand aan bronnen, een eeuw of anderhalf' over- aangegeven kadasternummers blijkt dat het slaan. Van 1616 tot 1787 weet ik niets, zolang gaat om een nagenoeg aaneengesloten comik geen andere bronnen onder ogen krijg. plex van ruim 40 bunder, gelegen tussen de Maar op 26 april 1787 dragen de Nijmeegse Oude en de Nieuwe Wetering, met een een'Mejufvrouwen' Helena Cornelia en Everdi- zame boerenwoning midden in de altijd

11


3. Kasteel Rechteren in zijn glorie na de restauratie van 1954. door wateroverlast bedreigde polder. Van 1787 tot 1850 is de bewonings- en bedrijfsgeschiedenis van 'De Broekschenhof tot in zeer kleine details met bronnen uit genoemd rentmeesterarchief te documenteren, maar deze op zichzelf sociaal-economisch heel interessante, zij het trieste en zelfs dramatische historie doet hier niet ter zake. De laatste boerin-eigenares van 'De Broekschenhof (de weduwe Johanna Schoutenvari Wezel) overleed op 24 mei 1850 in de diepste armoede in het schoenmakershuisje van haar nicht te Hernen. Zij had de boerderij met 40 bunder grond nog steeds op haar naam, maar 'De Broekschenhof - die zij, sinds zij in 1833 weduwe was geworden, bij gebrek aan opvolging 18 jaar lang had moeten verpachten - was dermate met hypothecaire en andere schulden belast dat Johanna, op papier rijk, er nauwelijks genoeg aan overhield om in leven te blijven.

DE 'GRAVINNE' Op 29 november 1850 werd 'De Broekschenhof publiek geveild op Kasteel Doddendaal te Ewijk (in bezit der baronnen Van Nagel Doornick te Vornholz bij Munster, voor wie de eigenlijke bewoner van het kasteel, Hendrik van Koolwijk, als rentmeester optrad). De opbrengst was ƒ 11.875,- en kwam met ƒ 2.358,- aan kosten en hooggeld op ƒ 14.231,- in totaal. Hoewel de akte van transport in het Rentmeestersarchief helaas ontbreekt, weten we uit andere stukken, bijvoorbeeld de boedelscheiding tussen de talrijke erfgenamen van Johanna Schouten-van Wezel, dat de hoeve is aangekocht door een 'Gravinne van Rechteren'. Zij nam voor ƒ 34,- ook de 'hekken, slagbomen, balken en stalhouten' over. De enige persoon in Maas en Waal die omstreeks 1850 algemeen 'Gravinne van Rechteren' werd genoemd, was de ongehuwde bewoonster van Kasteel Appeltern: Hillegonda Anna Agnes Sophie Hendrika gravin van Rechteren (1794-1869), dochter van Rudolph Christiaan des H.R. Rijksgraaf van Rechteren (Heer van Westerveld, Woudenberg, Gerestein en Tull en 't Waal - 17491812) (Zie foto 4.) en Anna Elisabeth van der Capellen, Vrouwe van Appeltern (17671839) (Zie foto 5). Waarom kocht de 56jarige, ongehuwde Hillegonda in 1850 een boerenbedrijf dat bepaald niet als lucratief bekend stond en dat bovendien plusminus 10 kilometer van haar kasteel verwijderd lag? Uit een biografisch verhaal dat haar nichtje, Cornelia Henriëtta barones van Lynden (1846-1928), als dierbare jeugdherinnering over haar schreef, komt de 'Gravinne van Rechteren' naar voren als een weinig ambitieuze vrouw die zeker niet op aardse goederen gebrand was.7 Toch wordt er in hetzelfde verhaal verteld dat 'Tante' onder Bergharen 'twee kleine boerderijen' bezat die zij in pacht had uitgegeven 'aan twee oudgedienden (koetsiers)'. De betreffende passage uit freules jeugdherinneringen is aardig genoeg om ze, mede voor de duidelijkheid, in haar geheel aan te halen: 'Nog

12

was er een 'pretje' dat ik nog niet


4. Portret van Rudolf Christiaan, graaf Van Rechteren, vader van Hillegonda, anoniem ±

5. Portret van Anna Elisabeth van der Capellen,

genoemd heb en dat heusch prettig was, dit was een jaarlijksch bezoek aan twee boerderijen onder Bergharen. Tante had daar twee kleine boerderijen die zij verpacht had aan twee oudgedienden (koetsiers). Het éene jaar aten wij bij den één en bezochten den ander. Dit was een kostelijk maal, wij werden door de boerin bediend, maar zij zat niet met ons aan. Brood en koffie en kaas, alles was eigen gemaakt en even lekker, een krentenbrood om voor te knielen, luxe-broodjes kende men nog niet. In het éene gezin waren kinderen, het andere was kinderloos. Tante A. had éene groote tasch waar dan kleine, heele kleine cadeautjes voor die kinderen uitkwamen; de kinderen die nooit een winkel zagen, waren opgetogen van blijdschap. Het gebeurde niet zelden dat wij op die tochten naar den Broekschen-hof, zooals die boerderijen heetten, regen hadden. Tante hield niet van plannen te veranderen, er was ook geen telefoon om de boerinnen te laten weten, dat wij niet kwamen. Voor het vertrek

wéér doen? De jonge Moeders en Vaders vonden het gek om te gaan, de kinderen hunkerden om het toch te doen en Tante gaf de doorslag door te zeggen: Tk zie al een beetje blauwe lucht, het zal wel opklaren."

werd veel naar de lucht gekeken, wat zou het

moeder van Hillegonda, anoniem, ± 1795.

GROOT OF KLEIN? Grote vraag is nu of de twee kleine boerderijen, die weliswaar 'Broekschen-Hof worden genoemd, identiek zijn aan de 'grote' 'BroekschenhoF die Hillegonda gravin van Rechteren in 1850 - in elk geval ruim vóór de tijd dat ze 's zomers haar nichtje op bezoek begon te krijgen - op 'De Doddendaal' had aangekocht. Ik weet het niet. De 'grote' 'BroekschenhoF besloeg 40 bunder, bestond uit één boerenbedrijf en vroeg om een ondernemende, vakkundige pachter, bepaald niet om oudgediende koetsiers. Hoewel: in het ene gezin waren nog kleine kinderen . . . De 'grote' 'BroekschenhoF lag maar voor een klein gedeelte onder Bergharen; de eigenlijke boerderij stond op Winsseris grondgebied, maar het is natuurlijk niet

13


't,Mutj

tf

APPELTHKRKW,

raxFïfH

. . tff/.ji/VW A- ,-«•/; ^/J .

A- . Av.Av»/'<^ /^ A >*."/*y«,-/ .?«^v

zo dat de freule, die haar herinneringen zo'n 50, 60 jaar later op schrift stelde, topografisch naar exactitude heeft gestreefd. Verder ligt het er ook maar aan wat zij als 'klein' beschouwde. Misschien lette zij als kind alleen op de gebouwen en die zullen inderdaad niet zo groot geweest zijn. De mogelijkheden zijn tweeërlei: 1. of Hillegonda (in de familie Annette genoemd) had vóór 1850 inderdaad al twee kleine boerderijtjes onder Bergharen, ooit afgescheiden van de 'grote' 'BroekschenhoF en haar ooit ten deel gevallen; 2. of de 'kleine boerderijen' zijn toch identiek aan de in 1850 aangekochte hoeve

van 40 bunder, ofschoon daarop voorheen nooit van twee verschillende woningen en twee gezinnen sprake is geweest. Zonder exactere bronnen valt er tussen de alternatieven geen keuze te maken. TAXATIE 1826 Wat blijft staan is de vraag waarom Hillegon-

14

*

da in 1850 deze toch wel ambitieuze aankoop deed. Alleen om haar oudgediende koetsiers aan een nieuw bestaan te helpen, had ze andere mogelijkheden kunnen benutten. Heeft zij misschien uit een gevoel voor familietraditie, uit piëteit, een complex 'terug' willen kopen of weer af willen ronden dat oorspronkelijk stamde uit de bruidsschat van Joachima van Wijhe? De veronderstelling, in deze vraag besloten, vindt steun in enkele andere documenten uit het Rentmeestersarchief Van Koolwijk, Doddendaal, Ewijk. Uit bedoelde documenten blijkt al dat in 1826 onder de gemeente Ewijk-Winssen een aaneengesloten complex landerijen, dat eveneens de naam 'Broekschenhof droeg, in het bezit was van Hillegonda's jongste broer: Johan Derck graaf van Rechteren (1799-1886). Dit complex, waartoe uitdrukkelijk niet de in 1787 door het echtpaar Verhoeven-van Dreumel aangekochte en naderhand aan het echtpaar Peter Schouten-van Wezel overgedragen hoeve van 40 bunder


behoorde, besloeg 59 bunder en 93 roeden. In januari 1826 had Johan Derck van Rechteren aan de burgemeester van Ewijk-Winssen, Hendrik van Koolwijk (tevens rentmeester voor de heer van Doddendaal), opdracht gegeven zijn Ewijks bezit door 'twee onpartijdige en deskundige bouwlieden' te laten taxeren. Van Koolwijk liet daarvoor de heren Geurt Willems van Welie en Jan Dekkers op het vredegerecht in Druten beëdigen. Op 4 februari 1826 hadden de bouwlieden hun taak al volbracht. Hun taxatierapport is in twee versies bewaard gebleven. Zij waren tot de volgende 'estimatie' gekomen:

Dercks bezit. De grensaanduiding 'door den ouden wal' is veelzeggend. Deze wal was het dijkje langs de Oude Wetering, waaraan Joachima van Wijhe en Johan van Rechteren in 1616 al in bezit van 51A morgen te verkopen hadden (Graswinckel, I. 1360, p. 207).

OP TROUWEN De in 1826 onder de naam 'Broekschenhof getaxeerde landerijen van Johan Derck van Rechteren lagen in de Ewijkse polder en ressorteerden, terwijl hij zelf nog in het 'Ambt van tussen Maas en Waal' op Kasteel Appeltern woonde, bestuurlijk en waterstaatkundig onder het 'Rijk van Nijmegen'. Zijn 1. 'Tien bunders twentig roeden bouwland' aldaar gelegen bezit is waarschijnlijk ook de op ƒ 2040- grondslag geweest waarop zijn broer Jacob 2. 'Negen en veertig bunders, drie en zeven- Hendrik d.d. 30 januari 1829 benoemd kon tig roeden weiland' op ƒ 8702,- worden tot waarnemend dijkgraaf van het Polderdistrict Rijk van Nijmegen: een benoe'En alles te Zamen' op ƒ 10742- ming die vanwege de 'Belgische Opstand' pas in 1837 werd omgezet in een definitieve Kennelijk ging het louter en alleen om aanstelling. Op 20 januari 1840 kreeg hij grond, niet om opstallen en bepaald niet om daaruit weer eervol ontslag, omdat hij was een hoeve. Het rapport spreekt trouwens van uitverkoren tot de post van gouverneur in 'ongebouwde eigendom'. Dat het geheel Drenthe.8 toch 'De Broekschenhof wordt genoemd, Begin 1826, ten tijde van de taxatie, stond zou erop kunnen wijzen dat oorspronkelijk Johan Derck graaf van Rechteren, die toen de boerderij van de weduwe Schouten-van zeker nog 'thuis' woonde, op trouwen met Wezel, in 1850 door Hillegonda van Rechte- Cevile Susanne Jeanne Adolphine barones ren aangekocht, de kern van het complex is van Hardenbroek uit Velp. In verband met geweest en dat we hier te maken hebben met het aanstaande huwelijk, op 15 november een plusminus 100 hectaren omvattend 1826 in Rheden voltrokken, zal hij een invengeheel uit de bruidsschat van Joachima van tarisatie van zijn eigendommen hebben wilWijhe. Interessanter dan de m.i. betrekkelijk len maken. geringe geldelijke waarde waar het taxatie- Heeft zijn ongehuwde zus Hillegonda hem rapport op uitkomt, is dan ook de begren- in 1850 een plezier willen doen door hem de zing die het voor de landerijen van Johan aangrenzende hoeve van de Weduwe Schouten-van Wezel bij te kopen en deze (al of niet Derck aangeeft: '. . . de in deze gemeente gelegene ongeree- stilzwijgend) als erfdeel voor hem en zijn de goederen, genoemt den Broekschen Hof, zeven kinderen te bestemmen? Of beschouwzijnde de percelen waaruit dien bouwhof de zij het als haar plicht een oeroud familiebestaat, alle aan elkander gelegen, en bezit (weer?) af te ronden en er de kern aan omland ten oosten door den ouden wal, ten terug te geven? Zowel het ene als het andere westen door den nieuwen wal, zuid de erven motief kan trouwens een rol gespeeld hebSchamp en ten noorden Peter Schouten, in ben. vollen eigendom toebehoorende aan Jan HILLEGONDA'S OVERLIJDEN Dirk Grave van Rechteren.' Nogmaals: de hoeve Schouten-van Wezel viel Te hopen is dat mij nog eens bronnen onder er dus buiten, maar grensde wel aan Johan ogen komen die met meer duidelijkheid dan

15


burgemeester Van Koolwijk verzoekt de waarde op te geven van beide complexen 'Broekschenhof: dat van Johan Derck onder Ewijk en dat van Hillegonda onder Ewijk, Winssen en Bergharen. Hoogstwaarschijnlijk staat dit verzoek in verband met het overlijden van Hillegonda gravin van Rechteren in haar 'ballingsoord' Neerbosch op 14 augustus 1869. Van Koolwijk komt dan tot een schatting van ƒ 40.000,- in totaal. Noten: a. Graswinckel, D.P.M., en Hardenberg, H., Het archief van het Kasteel Rechteren, Zaltbommel 1941. Deze inventaris wordt in het artikel op diverse plaatsen met verwijs- en paginanummers tussen haakjes aangehaald. 1. Moes, E.W., en Sluyterman, K., Nederlandsche Kasteelen en hun Historie, Dl. II, Amsterdam 1914. Geschiedenis der bewoners behandeld

door W. Wijnandts van Resandt. Uit dit boek is

Dijkgraaf Jacob Hendrik. Graaf van Rechteren. Dit portret bij F. Muller nr. 4394. Litho van A.F. C. Hoffman in Provinciaal Overijssels Museum te Zwolle. de hier aangehaalde, late gegevens een beeld kunnen verschaffen van de 'belangrijke bezittingen' in Maas en Waal (en in het Rijk van Nijmegen) die Joachima van Wijhe in haar huwelijk met Johan van Rechteren heeft ingebracht. Daarbij valt te denken o.a. aan de stukken over het proces dat er tussen 1628 en 1632 over de Heerlijkheid Hernen is gevoerd door de Heren van Balgoy enerzijds en Gerhard van Reede te Hernen en Johan van Rechteren te Almelo anderzijds (Graswinckel, I. 1333, p. 202). Ook de 8 delen pachtregisters van het Huis Rechteren (Graswinckel, I. 775-782, p. 122) en mogelijk het nog niet zo lang geleden geïnventariseerde archief van Kasteel Almelo zouden het beeld kunnen verscherpen. Op 13 april 1870 komt de 'Broekschenhof in het Rentmeestersarchief Van Koolwijk, Doddendaal, Ewijk voor het laatst ter sprake als de ontvanger der registratie te Druten

16

het artikel 'Hernen' in 1980 door de historische vereniging 'Tweestromenland' onder de titel 'Kasteel Hernen' als afzonderlijke brochure herdrukt (Hernen, december 1980). Naar deze uitgave wordt hier en elders verwezen: p. 8. 2. Als noot 1. Zie ook: Schulte, A.G., Het Land van Maas en Waal. De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, 's-Gravenhage 1986, p. 434; Schutjes, L.H.Chr., Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch, Dl. 4, St. Michielsgestel 1873, p. 149. 3. Mensema, J., Kasteel Rechteren, Zwolle 1991,

p. 65. 4. Als noot 1. (p. 9-12) en noot 2. 5. Als noot 1. (p. 10) en noot 2. (Schutjes p. 149). 6. Rentmeestersarchief Van Koolwijk, Kasteel Doddendaal, Ewijk, in particulier bezit. 7. Valkenburg, C.C. van, Het Leven op het Huis Appeltern in het midden van de 19de eeuw. Herinneringen van Cornelia Henriëtta barones van Lynden, in: 'Gelre. Bijdragen en Mededelingen', Arnhem 1961, p. 209-218. 8. Tielen, Ton, Dijkgraven van Groot Maas en Waal en hun voorgangers, in: 'Tweestromenland. Maas en Waals Tijdschrift voor Streekgeschiedenis', nr. 49, 1.V. 1986, p. 23.


NIEUWSBRIEF

maart 1996

NIEUWS UIT DE VERENIGING

PENNINGMEESTER

Tijdens de Algemene ledenvergadering 25 april 1994 is er besloten om de leden door middel van de Nieuwsbrief regelmatig te informeren over verenigingsnieuws. Het Dagelijks bestuur heeft besloten om ook met dit nummer de belofte in te lossen.

Door het voortijdig vertrek van de huidige penningmeester zoekt het bestuur kandidaten voor de functie van penningmeester. De nieuwe penningmeester zal gekozen worden voor de resterende periode tot 1999. KANDIDAATSTELLING BESTUUR

ATTENTIE

VRIJ HOUDEN

ATTENTIE

ALGEMENE LEDENVERGADERING DONDERDAG 25 APRIL 1996

De Algemene ledenvergadering wordt gehouden in de zaal van het Dr. Blanspaviljoen, Past. Zijlmansstraat, Beneden Leeuwen. Aanvang 19.30 uur. BESTUURSVERKIEZING

In 1996 zijn de heren C. Visser en J. v. Gelder aftredend. De heer C. Visser stelt zich herkiesbaar. De heer J. van Gelder heeft te kennen gegeven zich niet meer herkiesbaar te stellen.

Indien er personen zijn die zich kandidaat stellen voor een bestuursfunctie en specifiek voor de functie van penningmeester kunnen zij zich vóór 1 april 1996 opgeven. Informatie hierover 0487 50 2112 of 024 64 13012. ROOSTER VAN AFTREDEN

In 1986 is het rooster van aftreden vastgesteld. Uitgangspunten zijn: 1. Een zittingsperiode duurt 5 jaar. 2. Voorzitter, secretaris en penningmeester treden niet in hetzelfde jaar af. 3. Een zo groot mogelijke spreiding van leden die aftreedbaar zijn. (Lees verder op bladzij 2)

ROOSTER VAN AFTREDEN ZIET ER ALS VOLGT UIT:

Jaar van aftreden W. Berris-Visschers J. v.d. Burg S. Daverveld G. Derks-Klabbers G. v. Gelder J. v.Gelder J. Jansen M. v.d. Putten G. Rooijakkers W. v. Sommeren F. Verheijen C. Visser W. van Wel

2000 1997 1998 1998 1999 1996 1999 1998 1997 1999 2000 1996 1997

1996 1996 1997 1997 1997 1998 1998 1998 1999 1999 1999 2000 2000

J.v.Gelder C. Visser J. v.d. Burg G. Rooijakkers W. van Wel S. Daverveld G. Derks-Klabbers M. v.d. Putten G.v.Gelder J.Jansen W. v. Sommeren W. Berris-Visschers F. Verheijen


JAARVERSLAG 1995

Leden die genteresseerd zijn in het jaarverslag kunnen het onderstaande aanvraag-formulier inzenden, zodat zij dit tijdig in hun bezit hebben. In de komende Nieuwsbrieven tot en met 1 april 1996 zal het aanvraag-formulier steeds opnieuw terugkeren. AANVRAAGFORMULIER JAARVERSLAG 1995

Inzenden UITERLIJK 1 APRIL 1996 aan: Historische Vereniging Tweestromenland Postbus 343, 6600 AH Wijchen. Naam/voorletters: ...............................................................................................................................................................

Straat/huisnr.: Postcode:

Woonplaats:

4. Aftreedbaar zijn betekent ook dat men zich herkiesbaar kan stellen tijdens de jaarvergadering. 5. Een kandidaat, die tussentijds een bestuurslid opvolgt, neemt de resterende tijd over.

kunt u die doorgeven aan de vaste medewerkers of aan het secretariaat, tel. 024-6413012 of 0487-502112. ADVERTENTIE

Reeds eerder hebben wij een oproep gedaan aan de leden om in het tijdschrift te adverteren. Het documentatiecentrum is telefonisch bereik- Hierop zijn nog geen reacties gekomen. Nogbaar: maals willen wij deze oproep herhalen en de maandag t/m donderdag van 9.00-12.00 en leden als eerste de kans geven om een adverten13.30-17.30 uur, vrijdag van 9.00-12.00 uur. tie te plaatsen. U kunt met alle vragen telefonisch terecht op Informatie en prijzen secretariaat 0487-502112 bovengenoemde dagen. U wordt vriendelijk verzocht zich aan deze tijden te houden. Informatie HERHAALDE OPROEP buiten deze uren kan niet meer verstrekt worden. Project Gelderse Burgemeesters en WethouNIEUWSBRIEF ders. Het Gelders Oudheidkundig Contact is in januari Het bestuur wil in 1996 4 extra Nieuwsbrieven 1995 met dit project gestart. Vanuit de Vereniuit geven. Door deze extra nieuwsbrieven kun- ging werken de heren Sjef Daverveld en Jem van nen wij onze leden regelmatiger op de hoogte den Burg hieraan mee. De heer Sjef Daverveld houden van de verenigings-activiteiten. kan niet voldoende tijd in dit project steken Het biedt ook de mogelijkheid om landelijke en omdat andere werkzaamheden teveel tijd vraregionale evenementen, cursussen en dergelijke gen. Hij heeft al enige voorwerk gedaan. onder uw aandacht te brengen. Dit alles vloeit voort uit de gedachten om het lidmaatschap van Doelstelling onze leden een meerwaarde te geven. Er staan verzamelen van een aantal kerngegevens over nog meer plannen op stapel om deze meerwaar- de maatschappelijke achtergrond van lokale de te verhogen. Hierover wordt u in de toekomst bestuurders in Gelderland in de tweede helft van nog geĂŻnformeerd. Hebt u nog suggesties dan de 19de eeuw. DOCUMENTATIECENTRUM


Inhoud - het bestuurlijk functioneren: aard en duur van bestuurlijke functies binnen het lokale bestuur en binnen allerlei plaatselijke instellingen, zoals bijvoorbeeld armbesturen, schoolbesturen en kamers van koophandel; - economische en financiële achtergronden: uit welke economische sectoren zijn bestuurders afkomstig, hoe is hun welstandspositie? - sociale en culturele achtergronden: uit welke sociale geledingen en religieuze richtingen zijn bestuurders afkomstig, hoe is de verhouding allochtonen/autochtonen bij bestuurders, bestaan er (familie-)netwerken van bestuurders ?

BEHEERSCOMMISSIE DOCUMENTATIECENTRUM

GEZOCHT

INZENDDATUM KOPIJ

Vrijwilligers die deze taak in dit project willen overnemen. Het werkgebied beslaat de huidige gemeente Wijchen.

Kopij voor nummer 88 moet uiterlijk 1 april 1996 in het bezit zijn van de redactie.

Het Algemeen bestuur heeft in zijn vergadering op 28 november 1995 besloten de beheerscommissie nieuw samen te stellen. Deze nieuwe samenstelling is gebeurd in overleg met de werkgroepen die gebruik maken van het documentatiecentrum. De oude beheerscommissie was geen afspiegeling van deze gebruikmakende werkgroepen. De samenstelling van de beheerscommissie is als volgt: Hr. W. Arts coördinator Hr. H. van Bommel Knipselkrant Mevr. W. Berris-Visschers Maas & Waalse streekdracht & Mode Hr. A. Kamerman Bidprentjes Bronnen bevolkingsregisters, burgerlijke stand, gemeen- Mevr. A. Kamerman-Wilmink Literatuur/bibliotheek teverslagen, diverse fiscale bronnen, kiezerslijsten van gemeenteraad-provinciale staten en Hr. W. van Rossum Maas & Waalse geslachten Historisch Topografische Atlas tweede kamer, enz. Diegene die interesse voor Hr. C. Visser dit project hebben kunnen contact opnemen Hr. H. de Rouw Notulist met: de Heer S. Daverveld, tel.: 024-6418987 of Deze mensen zijn door het bestuur reeds schrifsecretariaat 0487-502112 of Documentatiecen- telijk benoemd. trum 024-6413012.

EVENEMENTENKALENDER 1996

Zaterdag 16 maart

Kosten Informatie + opgave Donderdag 25 april

Plaats Aanvang Aanvraag Jaarverslag

Excursie Rotterdam- Atlas van Stolk Atlas van Stolk en rondleiding door het Schielandhuis, 7 eeuwen Rotterdam. ƒ 20,00 p.p. excl. vervoer. 024-6413012 - 0487-502112, tot 12 maart. Jaarvergadering Historische Vereniging Tweestromenland Streekhistorisch Museum Tweestromenland St. Elisabeth, Dr. Blanspaviljoen, Beneden Leeuwen 19.30 uur 024-6413012 - 0487-502112


Zaterdag 20 april Plaats Aanvang Kosten Informatie

Genealogische Contactdag Streekdocurnentatiecentrum, Wijchen 10.00 tot 16.00 uur Ć’ 2,50 p.p.

Woensdag 29 mei Aanvang Informatie + opgave

Avondexcursie naar Megen (NB) 19.00 uur 024-6413012 of 0487-502112, tot 20 mei

Zondag 8 september Aanvang Informatie + opgave

Historische zwerftocht door Batenburg 14.00 uur 024-6413012 of 0487-502112 tot 30 augustus

Zaterdag 21 september Informatie

Najaarsexcursie Tweestromenland nr. 88

Zaterdag 26 oktober Aanvang Informatie + opgave

Excursie naar Uden en St. Hubert (NB) 13.00 uur 024-6413012 of 0487-502112 tot 20 oktobe

024-6413012

ATTENTIE

NOTEER IN UW AGENDA

ATTENTIE

de vertrekken van het Paleis. Dat werd gesticht door Koning-Stadhouder Willem III tegen het einde van de 17-de eeuw. De rondleiding ging als Op zaterdag 27 januari j.l. vond de excursie naar het ware door de tijd naar het heden. Alle vorPaleis Het Loo in Apeldoorn plaats. Daar werd sten van het Oranjehuis hebben er vertoefd en er de tentoonstelling 'Anna Pavlovna en het Russi- hun sporen nagelaten. Bij de door Koningin Wilsche Hof 1795-1865' gehouden. Anna Pavlovna, helmina gebruikte vertrekken eindigde de tocht dochter van Tsaar Paul l, was de echtgenote van door het Paleis. Weer in het heden aangekomen onze koning Willem II. Zij leefde van 1795 tot zette men zich, moe maar voldaan, aan de koffie. 1865 en overleefde haar man, die in 1839 over- Een zeer geslaagde excursie. De achterblijvers hebben veel gemist. leed. Zij stierf op Paleis Soestdijk. Op de expositie werden kostuums van haar STREEKHISTORISCH MUSEUM grootmoeder Catharina de Grote, haar moeder, TWEESTROMENLAND IN 1995 haarzelf en van andere familieleden getoond. Ook waren er door de hofhouding gedragen kosHet Museum startte het jaar 1995 met een nieutuums te zien. Daar tussendoor was allerlei meubilair geplaatst. Het geheel werd omlijst door we opzet in een groter gebouw, het voormalige schilderijen, etsen, e.d. van het hof en de omge- klooster St. Elisabeth te Beneden-Leeuwen. Het ving. De meeste zaken waren bruiklenen uit Rus- gebouw bestaat uit drie verdiepingen waarop verschillende exposities te zien zijn. Om een sische musea. Het geheel ademde een grote pracht. Vooral de indruk daarvan te geven volgt hierna daarvan een japonnen van de dames waren adembenemend opsomming: mooi. Ook als man kon je daar als het ware uren naar kijken. En je denkt aan al die uren dat daar Op de eerste verdieping: - Buffet van oud cafĂŠ in de 'Koffiekamer' door arme naaistertjes aan is gewerkt. Na deze expositie volgde een rondleiding door - Prenten en kaarten uit en van de streek in het ZEER GESLAAGDE EN BOEIENDE EXCURSIE NAAR PALEIS HET LOO


'Prentenkabinet - Archeologische artefacten uit de Romeinse tijd en de Middeleeuwen en het 'Vondstenbord' in het Prentenkabinet - Maquette van boerderij in de Ijzertijd in het Prentenkabinet - Maquette van de streek in het Prentenkabinet - Streekdracht en Mode in de 'Streekdrachtkamer' - Textiel en handwerken in de 'Handwerkkamer' en in de gang - Klompenmakerij Op de tweede verdieping - Fossiele^! en fossiele grote pleistocene zoogdieren - 'Deftige kamer' - 'Boerenkamer' - Slaapkamer - 'Geut', d.w.z. wasruimte en keuken - Dorpswinkel Op de derde Verdieping - Agrarische afdeling met agrarisch gereedschap - Mandenmakerij - Hoepelmakerij - Rietdekkersgereedschap en een rieten dak - Gereedschap van de huisslachter - Schoenmakerij - Wagenmakersgereedschap - Bakkersgereedschap - Maquette van eendenkooi en opgezette vogels uit de streek - Dakpannen en stenen uit steenfabriek Dericks & Geldens - Touwslagerij - Imkersgereedschap - Nonnenslaapkamertje

In de koffiekamer kan het publiek een kopje koffie of een ander drankje gebruiken. Het jaar is voorspoedig geweest. Het aantal bezoekers bedroeg ruim 2800 en was een record in de geschiedenis van het Museum. Dit vergde wel een grotere organisatie. Voor de surveyance in het gebouw tijdens de openingsuren zijn ongeveer 40 personen ingeschakeld. Voor het schoonhouden van het gebouw waren meer mensen nodig. Er bevinden zich meer dan 3000 voorwerpen in het Museum en dat vergt veel administratie. Voor de koffiekamer moest er

regelmatig worden ingekocht. Er moest voor de contacten met de pers worden gezorgd. Het gebouw moest ook aan de buitenkant onderhouden worden. Er moest regelmatig een Nieuwsbrief worden uitgegeven. Gelukkig waren er vrijwilligers die zich met dit alles wilden bemoeien. Ook in 1996 gaat dit alles gewoon door. Indien u de Nieuwsbrief van het Museum regelmatig en gratis wilt ontvangen is een telefoontje voldoende: 0487-505002, 591535 of 517282. U

wordt dan van het wel en wee van het Museum op de hoogte gehouden. U kunt ook donateur worden voor ƒ 20,- perjaar. U hebt dan het gehele jaar toegang en uw partner voor de halve prijs. Het Museum is open elke zondag van 14.00 tot 17.00 uur. Tot ziens in het Museum.

NIEUWS UIT HET LAND EN DE REGIO

Rijksarchief Gelderland - Cursus Genealogie voor beginners Een groot aantal genealogische bronnen zal op drie achtereen volgende zaterdagen tussen 09.45 en 12.15 uur in het rijksarchiefgebouw worden behandeld. De cursusdata zijn 17 en 24 februari en 2 maart 1996. De kosten bedragen ƒ 75,- inclusief lesmateriaal. De laatste dag zal met een rondleiding worden afgesloten. - Cursus oud schrift voor beginners Deze cursus is bedoeld om (beginnende) onderzoekers te trainen in het lezen van oude handschriften door het aanleren van enkele basisvaardigheden. De cursus wordt op tien maandagen gehouden van 19.30 tot 21.30 uur en wel op 5, 12, 19, 26 februari, 11, 18, 25 maart en 1,15, 22 april 1996. De kosten zijn ƒ 150,- inclusief lesmateriaal, dat uit zeer gevarieerde teksten bestaat.

Beide cursussen in Arnhem, Markt 1, tel.: 0264420148

Historische Kring Bommelerwaard - 20 april wandeling door Hedel, 18 mei wandeling door Well 7 mei lezing over Roermond door de Hr. Jos Venner in Hof van Gelre, 22


juni excursie naar Roermond, 31 augustus wandeling door Brakel, 22 oktober lezing door Mevr. M. Witteveen over de forten Sint Andries en de Voorn. In het Mileucentrum de Grote Rivieren, Heerewaarden. 19 november lezing door de hr. G. van Tussenbroek over watertorens. De Gouden Molen, Rossum. Nationaal Contact Monumenten Programma cursus Gemeentelijke Monumentenzorg: - 26 maart: Monumentenzorg in beweging - 2 april: Gemeentelijke Monumentenzorg - 16 april: Financiële aspecten - 23 april: De provincie en het particulier initiatief Kosten ƒ 75,- p.p., opgave voor 15 maart, plaats Hotel Blanc, Coehoornstraat 8, Arnhem (tegenover Centraal Station).

NGV afdeling Land van Cuijk en Ravenstein - 23 april lezing door mevr. H.M. Aben-Nederpeld uit Nijmegen, thema: 'Wat betaalden onze voorouders aan belasting'. Op een amusante wijze spreekt zij over diverse soorten belasting/afdracht die onze voorouders moesten betalen, o.a.quotisatie, hoorngeld, schildgeld, de liberale giften, licenten, beestenschat enz. Zaal 't Zuid, Zeeland, NB.

verzachten. Het volstrekt afwijzende antwoord van Filips verwekte grote opschudding, waardoor o.a. het verbond der Edelen (Compromis) ontstond. De sociale problemen waren mede oorzaak dat het geheel uit de hand liep en uiteindelijk resulteerde in de onthoofding van de graven Egmond en Hoorne. Kosten ƒ 20,00 p.p. excl. vervoer. Gaarne bij opgave vermelden of u over eigen vervoer beschikt. Vertrek 10.00 uur. Informatie + opgave: 024-6413012 - 0487502112, tot 12 maart.

GENEALOGISCH NIEUWS

Uitnodiging voor de Maas en Waalse Genealogische Contactdag

De werkgroep 'Maas en Waalse Geslachten' van de Historische Vereniging Tweestromen land organiseert voor de achtste maal in haar vijftienjarig bestaan op zaterdag 20 april 1996 haar tweejaarlijkse genealogische contactdag, die voor iedere belangstellende toegankelijk is, om hen zo in de gelegenheid te stellen gegevens uit te wisselen en contacten te leggen.

Ook dit jaar wil de werkgroep 'Maas en Waalse Geslachten' de contactdag houden in het Zaterdag 16 maart organiseert de Evenementen- Streekdocumentatiecentrum van de Historische commissie een bezoek aan het Historisch Muse- Vereniging Tweestromen land vanaf 10.00 uur tot um Schielandhuis. Er is een rondleiding door 7 16.00 uur. eeuwen Rotterdam vervolgens kan men op eigen Vele gastmedewerkers zoals van de N.G.V. gelegenheid de Atlas van Stolk bekijken. Deze afd. Betuwe, afd. Kwartier van Nijmegen en collectie is te bezichtigen met een uitstekende afd. Land van Cuijk en Ravenstein, computerhandleiding. De Atlas van Stolk geeft een beeld informatie, heraldiek en andere genealogivan de Opstand 1555-1588. Deze opstand was sche instellingen verlenen op deze dag vrijwilhet begin van de tachtigjarige oorlog, 1568 tot lig hun medewerking om deze dag te doen 1648, die de noordelijke Nederlanden voerden slagen. tegen het spaanse bewind onder Filips II. Voor- De bezoekers kunnen in het centrum de collecnaamste reden was het, van Spanje, opleggen ties boeken, tijdschriften, foto's, dia's, microfivan een nieuw bestuursorgaan de 'Consulta' ches van de Mormonen, bid-prentjes alsmede de onder leiding van Kardinaal Granvelle. De hoge copieën van de Doop-, Trouw- en Begraafboeadel verzette zich hier hevig tegen onder leiding ken (1609-1811) van de dorpen uit haar werkgevan Willem van Oranje. In 1565 stuurde de hoge bied raadplegen. adel de graaf van Egmond naar Spanje met het Ook het unieke computerbestand van de dopen verzoek om een bijeenkomst van de Staten en huwelijken (1609-1811) is aanwezig. Generaal toe te staan en de geloofsvervolging te Het Streekdocumentatiecentrum, telefonisch EXCURSIE ROTTERDAM


bereikbaar onder nr. 024-641 30 12, is gevestigd in het souterrain van het Gemeentekantoor van de gemeente Wijchen, Kasteellaan 24 te Wijchen, tegenover het kasteel. De toegang is via de bedieningsafrit en is duidelijk aangegeven. In de directe omgeving is voldoende parkeergelegenheid. De toegangsprijs is Ć’ 2,50 p.p., bij entree te voldoen. Tegen bescheiden prijzen zijn koffie, thee, broodjes etc. verkrijgbaar. Informatie kunt U krijgen: schriftelijk via postbusnummer 343,6600 AH Wijchen en telefonisch via bovenstaand telefoonnummer. Zaterdag 16 en zondag 17 maart 1996: GENEALOGISCH-HISTORISCH WEEKEND

Zowel op genealogisch- als op historisch gebied wordt 2 dagen lang een grote hoeveelheid informatie aangeboden. Voor de kijkers is er zeer veel interessants te zien in de vele stands, alles toegespitst op de lokale geschiedenis, vondsten, geschiedschrijving, foto's. Vele verenigingen en instanties presenteren zich zelf met hun historie; dit alles in samenwerking met Stichting De Oude Schoenedoos. Voor de genealogen is er alle gelegenheid om onderzoek te plegen. Alle DTB-gegens van het gehele Land van Cuijk en Land van Ravenstein zijn daar aanwezig. Ook een aantal rechterlijke archiefstukken en informatie daarover kan men dan verkrijgen en/of raadplegen. Informatie over plaatselijke oude bidprentjes is eveneens volop mogelijk. Tevens kan het Vredegerecht Kanton Boxmeer dan door eenieder geraadpleegd worden. Alle regesten van de kantons Grave, Gemert en Ravenstein welke in een boekwerk zijn samengebracht, worden daar gepresenteerd en zijn verkrijgbaar. Plaats: Zalencentrum te Vierlingsbeek. Beide dagen open van 10.00 uur tot 17.00 uur. Genealogische Adviesdag De Nederlandse Genealogische Vereniging organiseert i.v.m. haar 50-jarig bestaan een grote manifestatie in de vorm van een 'genealogische adviesdag voorouderonderzoek'. Deze dag wordt gehouden op zaterdag 11 mei

1996 van 10-17 uur in de Jaarbeurs, Expozaal te Utrecht. Toegang Ć’ 5,~ per persoon. De doelstelling is aan de bezoekers advies en informatie geven op genealogisch, heraldisch en historisch gebied. Diverse regio's brengen bepaalde thema's onder de aandacht zoals: water, spoorwegen, Zouaven etc. Het ligt in de bedoeling om zes lezingen te houden, die zowel voor de beginnende- als voor de gevorderde genealoog interessant zijn. Bij de N.G.V., afdeling Gelderland zijn o.a. ingedeeld de N.G.V.-afdelingen Kwartier van Nijmegen, Betuwe, Achterhoek, Bommelerwaard en Veluwe met daarbij de werkgroep 'Familie- en Boerderij-onderzoek in Oost-Gelderland' en de werkgroep 'Maas en Waalse Geslachten' van de Historische Vereniging Tweestromenland. Het Jaarbeursgebouw is rechtstreeks bereikbaar vanuit het NS-station Utrecht. KANT IN DE KLEDERDRACHT

Door de toenemende internationale populariteit van kant en het vervaardigen ervan is in 1982 te Ie Puy-en-Velay de 'Organisation Internationale de la Dentelle au Fuseau et a l'Aguille' (O.I.D.F.A.) opgericht. O.I.D.F.A. biedt de mogelijkheid om op internationaal niveau vele aspekten van kloskant en naaldkant te onderzoeken. De bijdrage die Nederland aan dit onderzoek levert is een studie naar de kant in de verschillende klederdrachten. Hiertoe is op 20 juli 1985 de werkgroep 'kant in de klederdracht' opgericht. Het doel van de werkgroep is de kant in de verschillende klederdrachten te onderzoeken op de volgende punten: 1. De personen door wie, en de periode waarin de kant werd gedragen. 2. De onderdelen van de klederdracht waarin de kant is verwerkt. 3. De kantsoort en de specificiteit van een kantsoort voor een bepaalde klederdracht, streek en/of periode. 4. De herkomst van de kant - de plaats waar de kant werd geklost - de personen die de kant ontwierpen en - de materialen vervaardigden


Want hoe groter het rapport =grootte van het

motief, hoe duurder de kant. Trees van lersel -ook een OlDFA-informanteheeft, wat de kant van muts nr. 95 betreft, het volgende gevonden: a. het ontwerp voor het patroon

b. een doorsteek, die werd gemaakt om te kijken of het ontwerp uitvoerbaar was door een zeer ervaren kantkloster c. nog een doorsteek, gedateerd 18 mei 1909 en

gesigneerd door G. Wer.L. wat staat voor Gebroeders

Werkers-Lockefeer

te

Kiel-

drecht, BelgiĂŤ d. het perkament waar uiteindelijk de kant op gewerkt is van muts nr. 95.

e. een strook kant uit haar eigen bezit, afkomstig uit de Noord-Veluwe. f. een strook kant uit de collectie van het Nederlands Openlucht Museum. g. een perkament van weer een variatie.

Muts nr. 95.

In de afwrijfselboeken (behorend tot het archief van M. Werkers) zijn deze kanten ook teruggevonden. In mei 1914 zijn er 2x3 ellen in voorraad. Deze kanten werden voor zover we weten verkocht per 3 el = 2.17 mtr. In november

1914 is er van deze kant verkocht -de materialen en methoden die gebruikt werden voor het vervaardigen van de kant. 5. De route van de kant van oorsprong tot eindbestemming in de klederdracht.

aan een handelaar in Zwolle, maar ze zijn ook

De werkgroep werkt met informanten die regionaal op pad gaan en zo feitelijk gestalte geven

chen).

aan boven bedoeld onderzoek.

Van de geborduurde tule bol van muts nr. 95

Ik acht mij zeer gelukkig sinds een jaar aktief te

weten we niets speciaals. Het geborduurde heet plumetui. Het werd gewerkt met de borduurnaald

mogen zijn binnen de Historische Vereniging Tweestromenland en wel specifiek in de werkgroep 'Maas & Waalse Streekdracht en Mode'.

in variaties rijg-stik- en platsteek. Bovenstaande geeft aan hoe moeilijk, maar ook hoe interessant dit zoekwerk is. Kant werd nl.

Er werken hier enkele zeer enthousiaste en

niet gesigneerd zoals schilderijen, toch is het

gemotiveerde dames die me al veel wijzer gemaakt hebben.

behalve een ambacht, ook wel degelijk kunst.

geleverd aan Tholen. De hierboven omschreven kant van muts nr. 95 is gedragen in de buurtschap Wezel (Wij-

Riet Sipman Er is bijvoorbeeld een muts in de collectie (nr.

95), deze heeft een schitterende handgekloste kant met 3 bloemen in een el. Dat betekent dat de vroegere bezitster rijk was.

8


P. Th. van Hoogstraten

'Dagboek van tante Marie' 'Geschiedenis der watersnood tijdens den dijkdoorbraak te Nederasselt in begin van v/h jaar 1926 zoals het door ons zelve beleefd is

Maria v. Hoogstraten, begonnen te schrijven niet Paschen "26' Het was Donderdag omstreeks het middaguur 31 december 1925 toen ons ter oore kwam dat de dijk te Nederasselt bezweken was hetgeen indien morgen ongeveer 7 uur geschied was. De Maas stond zeer hoog tegen den dijk en "s nacht te voren had sterken wind met razend geweld daartegen gebeukt zodat de dijk die toch al jaren door deskundigen verklaart was niet deugdelijk te zijn daarvoor doorbroken werd. Niemand had het gezien, maar enkele werklui die in de vroegen morgen daar heen gingen, moesten voor den opengeslagendijk terug die reeds met ontzettende kracht het water der rivier versloog. Vreezelijke constenatie en aldra was het geheele dorp van het gebeurde op de hoogte. Tegen den middag bereikte ons eerst die tijding, hetgeen wij nogal vrij kalm opnamen. Weldra kwamen verschillende menschen hier vragen om hun aardappels op ons akkers achteruit te mogen kuilen welke alzoo met hoopjes overdekt waren. Daar wij hier op de zoogenaamde 'hucht' tegen overstroming beveiligt waren, ging ik ras naar AlĂŻerden om thuis zooveel mogelijk te helpen ruimen, Jan moest den inrij deel welke gedeeltelijk vol bieten lag, op stal werken, welke hij gelukkig toevallig dien week naar binnen gehaald had. Wij hadden intusschen de kelders beetgenomen, om die van wijn aardappels, fruit enz. te ontlasten. Het was spoedig avond geworden en tijd voor mij om naar Puiflijk te gaan. Eerst de 'Gelderlander' ingezien wat die te vertellen wist. Het kwam uit hetwelk wij vernomen hadden maar wist ons eenigzins gerust te stellen daar volgens hen de spoor en ruffelsdijk eerst nog bezwijken moesten, vooral eer het land van maas en waal verder instroomde, doch lieten

daarop onmiddelijk volgen dat de ingineurs daar in 't geheel niet voor instonden. Toch dachten wij gaan er nog wel enkele dagen overheen, eer het water ons bereikt en dan moeten toch eerst de noodklokken toch luiden; hetzij hiertusschen 2 haakjes gezegd (hetgeen niet gebeurd is, wel in Horssen hetgeen we duidelijk konden hooren en dat toch akelig klonk 'het alarmsignaal' red vlucht water). Moeder werd daar bepaald zenuwachtig van, daarom schijnt het in onze gemeente nergens gedaan te zijn. Ook dachten wij het lager gelegen land als Altforst, Alphen, Maasbommel, Dreumel, enz. moeten toch eerst inlopen, maar jawel mis hoor. En dan de Maas is de Waal niet zoo'n klein riviertje enz. Wat er van zij, ik ging gerust weder naar Oom en zou den volgende dag verder zien. Maar in Puiflijk waren de meeste menschen banger dan te Afferden, het was daar in bedrijvigheid van belang. Den volgende morgen was het l Januarie 1926 en dus feestdag. De menschen begaven zich tempelwaarts onder druk gesprek der komende gebeurtenissen. Om elkaar een zalig nieuwjaar toe te wenschen werd door de meeste nog niet aangedacht. Toen de H. Diensten ten halve gevolgd was, kwam zeker iemand een dorpsjongen die te Horssen getrouwd was, zijn familie die daar tegenwoordig waren, waarschuwen dat ze met hun zieke bedlegerige vader vluchten moesten, daar Horssen al aan

't inloopen was en de Molenstraat daar al overstroomd werd. Den een liep de ander na en weldra was de halve kerk leeg gestroomd. Die Bern v. Kol had zoowaar Puiflijk wakker geschud en alles in rep en roer gebracht, hetgeen heusch niet

17


overbodig was. Allen menschen waren aan 't ruimen, enkele die nog al hoog zaten waren in de hoogmis pi.m. 15 pers. waaronder ook ik met de dienstbode. Intuschen kwamen

voor 't stof twee lakens spoelden. De kleerkasten bewaarde ik voor eigen familie, die helaas later niet meer in staat waren te komen dat zullen we verder wel zien. Toen ik

naar Afferden fietste zag ik zoolang ik in vee te mogen brengen. Voor den middag Puiflijk was niet geen water, maar den Schawaren er 6 varkens van W. Fenten-Megens, 2 renburg overzijde kon ik op Horssen aan in van vrouw Jansen-IJzendoorn, Jakobus en een blanke spiegel zien verder in de SchrikFrans Megens kwamen met varkens, koeien sestraat tegen over Willem Litjens was ook al en kalveren en ik moest Oom bezorgd ver- veel water te zien, maar toch dacht ik zoo zoeken nog wat plaats voor het vee van Affer- heeft het vroeger altijd gestaan alvorens de den over te houden, daar anders alles zoo in watermachine gebouwd zijn, dat wist ik nog beslag genomen was. Daar Oom Paul zoo goed. Thuis was Jan met Toon van Elk gewoon was op l januari Mijnheer Pastoor destijds onze veevoerjongen 11 jaar met nog Nieuwjaar te gaan wenschen te meer daar hij een zoon van Kees van Mook en dan voort kerkmeester was ging hij ook nu naar de Nelly met de dienstbode een hele mijt met hoogmis er heen. Anders was de kamer hooi naar binnen sjouwen. Jan had zoowat gevuld met menschen, maar nu waren ze met den ganschen dag hooi op stal gestoken, ze drieĂŤn Willem en Grad v.d. Zandt met Oom. dachten er nog niet aan naar de kerk te gaan Water was natuurlijk den hoogschotel van er was wel wat meer te doen. Moeder wil ik het gesprek. Den een stelde het zich erg voor ook mee helpen dragen. Nee kind ,dat wil ik den ander minder, wat zei o.a. Grad v.d. toch niet hebben maar weetje wat, de heele Zandt, die fornuis pot water van de Maas kan boel moet naar boven, als U de kamers in niet veel uit zetten, maar je wel hoor! Dat kasten eens vast begon te ruimen vooral het heeft hij later in lijve ondervonden. Hij wou glas en aardewerk, als dat vlug moet gebeuvan al zijn meubels niets geruimd hebben en ren dan breekt het toch maar en nu kan dat wilde nog veel minder zijn huis verlaten en nog kalm gedaan worden. toen het water al hooger op kwam, kon hij Meteen was ik al bezig dat teere goedje in nog maar niet geloven dat het bij hem in een grote mand te pakken, om zoo ineens huis zou komen en liet alles maar staan zoo veel te kunnen dragen. Toen de kasten leeg het stond en het eindelijk te laat was om nog gedragen waren, toen de stoelen, matten, iets er van te redden. Alles is dan ook bij hem kleeden, tafeltjes enz. tot dat Moeder nog letterlijk overstuur gegaan. Een prachtig alleen een stoel had om te zitten bij de antiek kabinet is zoowat geheel los gelaten, kachel die ook nog brande. Zoo werd het een vulkachel totaal verwoest, het gedekte zachtjes aan tijd voor mij om te gaan maar ik bed met sprei stond geheel in water enz. moest toch wat gebruiken, daar hielp niets enz., ze zijn hem met de boot er af gaan aan. Op het punt zijn te vertrekken, vroeg ik halen. Maar zoo waren er meer menschen eerst Jan wanneer hij van plan was met het die zich den omvang der ramp niet konden vee te gaan, vooral varkens, kippen en kleine voorstellen het ging altijd maar door de maas kalveren, hetwelk niet gedreven kon worden is de waal niet. wilde hij het eerst brengen. Jan, als ik hier Maar laat ik terug keeren tot ons eigen kring. gedaan heb, dan van nacht nog: maar Jan Toen Oom thuis kwam hadden wij reeds geddan toch van nacht, maar dat zal ik eerst ineerd en wenschte ik maar reeds naar Affer- Moeder eens gaan vragen, dat zal toch niet den te gaan helpen. Ja dat is goed, maar noodig, zou dat morgen vroeg dan niet kunintusschen kwamen de kinderen van Jac nen? Moeder was er al even hard tegen om 's Megens of ze hun beste kleren ook vast hier nachts te gaan. Op 't eind werd dan na heen mochten brengen. Hun werd dat toegestaan en weer spreken overlegd dat ik ze thuis zou en konden ze op kleerhangers op zolder aan waarschuwen, wanneer Puiflijk, dat gedeeltede gespannen draad hangen, waarover we lijk lager ligt dan Afferden, driegde in te verschillende menschen vragen bij ons hun

18


lopen en de jongens van hier met paard en wagen te sturen om alles te halen. Met die afspraak fietste ik nog en ontmoette onderweg Mijnheer Pastoor van Afferden. O Marie, zeide Hij, het water staat al in de Scharenburgschestraat (sikestraat) wij zijn er met de auto heen geweest en toen we terug kwamen gingen de wielen reeds door 't water. Ik stond even in twijfel om te retourneeren en thuis te gaan zeggen oogenblikkelijk te gaan vluchten met 't vee, maar ik kan wellicht nog den andere kant er wel komen en de jongens met het oude paard dat mak is en wel door zal stappen wegsturen om Jan te gaan helpen, dacht ik en zoodoende reed ik ijlings verder. Toen ik op de Scharenburg kwam keek ik op Puiflijk aan in 't water en verder op stond het water zoowat reeds aan de straat, ik werd er huiverig van, als ik nog maar in Puiflijk kan komen, het werd me zoo te moeden. Eindelijk werd mijn vreeze waarheid, ik moest afstappen de weg liep over. Dat was in de (koning of kosterij) zoowat 100 M voor de Slootschestraat die ook geheel blank stond, zoover als ik kijken kon een stroomend water. Zoo vlug als het kon omgedraaid en naar huis gerend. Op mijn terugweg zag ik er velen met petroleumbussen dragen want zooals bleek was de electriciteit te Afferden afgesloten omrede de transformater daar bij Mijnheer Pastoor in de kelder lag en gevaar liep het eerst in 't water te geraken. Toen ze mij thuis terug zagen begrepen zij direct het gevaar dat er dreigde. O Jan zeide ik, het is reeds te laat, het kleine vee is verloren, maar het groote zou mischien nog er door kunnen, maar je moet reeds zoo er zoo ver door het stromende nat. Fluks gingen er een paar de buurt in om volk te halen; het vee mede naar Puiflijk te helpen drijven. Verder in eene hoera al het vee 34 stuks los gemaakt en de stallen uitgedreven. O wat een consternatie is ik me die bange oogenblikken nog herinner. Die mijtstelling waarvan ze zoo pas het hooi van binnengehaald hadden, waarin het vee tot over de knieĂŤn inliepen, daarnaast een leege diepe moerassige bietenkuil, waarin ze half verzonken, dat alles liep over en door elkaar; dan stonden wij allen met een hout in de hand

Watersnood 1926, oud gemeentehuis van Wamel. Beneden-Leeuwen. voor openigen op te keren tot Moeder die bijna niet gaan kon, wou het hare er toe bijdragen en stond op deel op te passen dat ze daar niet op zouden komen, als er intusschen achter hare rug van de zul en deel dieren aan kwamen gesprongen en dat alles zoo in het halve duister, want den avond was intusschen gevallen. We konden later zelf niet begrijpen dat er geen beesten de pooten hadden gebroken zoo wild als het er naar toeging. Eindelijk allen buiten op de plaats, de fietsen gehaald, gauw een licht er op en o Jan, de touwen nog anders kunt ge ze ginder nog niet vastzetten en toen ging het een eenen draf de plaats af en Afferden uitgedreven om te Puiflijk op de 'Hucht' een veilig onderkomen te zoeken. In 1861 bij de Waal doorbraak te Leeuwen was daar in de kelder nog geen water geweest, dus daar was het zeer zeker veilig. De meeste menschen die dien uittocht van vee aanschouwde werden beangst ook voor hunne kudden. O, waar moet dat heen klonk het dooreen en ook te

19


Afferden werd het zoogenaamde 'Hoog' bij

Zandt kwamen zij op het drooge. Beangst als

het daar liggende kerkhof opgezocht. Het kerkhof was daar een mooi afgemuurd terein voor vele varkens. Ja wij hadden met wegdrijvende vee vele die minder diep de aanstaan-

Jan was of alles en allen wel veilig overgekomen waren riep hij ieder dien hij zag of ontmoetten aan, om toch te helpen en toch vooral eens te tellen hoeveel er nog waren; er moeten nog te samen 34 stuks zijn. Iedereen was gedienstig in de weer om hem bij staan, want zagen )an maar heel alleen met zoo'n koppel vee. Door al die levendige drukte was alles in rep en roer, daar al de menschen

de ramp inzagen, ter dege wakker geschud om toch ook hun have en goed te hergen. Over den Scharenburg heen drijvend en al verder de Drutenschestraat in, stonden daar

de menschen nog meer te kijken, waar moet

toch al reeds in zenuwachtige stemming verkeerde. Op de hticht, bij Oom Paul aangekomen zijnde, waren er intuschen handen te over om alles te helpen bergen. Daar ook eerst zag broer zijn andere manschappen daar doorheen wilden. Ze ontraadde hem met de touwen enz. terug. Zij konden op het zulks te doen, daar niet alleen het vee maar dapper voorbeeld van kleine Toon toch ook ook hij zelfs gevaar liep te verdrinken. Hoe niet achterwege blijven, dat zou al te laf licht loopt het vee niet van den weg af, de gestaan hebben. Na alles geregeld te hebben met grooten touwe lijnden te spannen en sloot in, verder den vloed op: andere volgen, je wilt het redden en zult zoodoende zelfver- daaraan vast te zetten midden door de deel drinken. Waarlijk een zeer gevaarlijke onder- en schuur heen, gingen ze naar binnen om neming was het, en fan stond zelf in twijfel zich inwendig eens flink te versterken. Arme het niet te doen; maar wat dan? Thuis ver- v. Dijk onze dienstbode vroeg maar of ik niet drinken ze ook. O werd er gezegd in Druten medegekomen was en wanneer ik nu kwam. op de Hoogstraat de markt daar is in 61 ook Het was voor haar ook zoo'n ongewone drukgeen water geweest. Maar hoe moeten ze te, opeens 2 huisgezinnen 5 pers. van Jac. daar bezorgd worden, gevoerd en drinken Megens en 5 pers. van Frans Megens en nu gegeven, gemolken enz. en dan onder den weer Jan met al zijn persoonneel aan tafel je blooten hemel, God weet, welk weder we nog zoudt er gek van worden. Beide vrouwen te wachten zijn, in 't hartje van den winter. Megens waren haar zeer ten dienste, maar Op het oogenblik is het wel prachtig weer, het waren toch weer vreemde in Jeruzalem. Het draaide toch maar allemaal om haar maar zal het zoo blijven. Deze en dergelijke opwerpingen werden door broer geuit en heen, waar is dit en waar is dat? Maar enfin, zodoende overwegende dat er geen andere het redde zich wel. Ieder hielp mede naar uitweg mogelijk was, waagde hij den stouteii vermogen en zoo kwam toch alles gereed. stap. Met een flinken fietslantaarn voorop Jan zou gaarne het oud zwart paard met veeliep hij te water voor het vee uit en half terug wagen mede genomen hebben om het andeop loopend belichte hij de dieren en riep ze. re vee ook te halen, maar Oom had daar En jawel ze kwamen hem in volgorde achter- geen ooren naar, och je moest eens verongeop het licht aan, waar hij liep, gingen ook zij, lukken, alles komt in 't water terecht neen, het welk zoodoende een heele processie neen, dat wil ik volsterkt niet hebben, de vormde en maar steeds allen naar zich toe- grootte ongelukken krijgen enz. Geteld en ja roepende zoo baden zij door die hevig stro- fan het is in orde allen zijn behouden op mende golven heen. Jan had niemand van droogen aangekomen. Het was of er een de 5 jongens die hem moesten helpen zien beknelden band van zijn hart sprong, opeens volgen, alleen Toon v. Elk 16 jaar zag hij was al de doorgestanen angst en benauwdzwakke schemering nakomen. Toon alleen is heid verdwenen, om plaats te maken voor me deze bange stonden nog trouw, zoo vreugde over de wel gelukte proef. Dan maar dacht hij. Bij het boerenpakhuis bij H. v.d. zoo weer terug en maar zien hoe we verder dat heen, je kunt daar niet meer door enz. enz. Ja, maar het zal toch moeten, zoo diep zal het toch niet staan en verder op gaande tot hij den vloed al meer volk en allan stonden er van op te kijken dat Jan met al zijn vee

20


Boerderij dorp Bergharen. schikken zullen. Zij moesten allen nog weer eens door het water heen tot hun middel reikte, op diepste plekken genomen. Intuschen hadden we thuis ook niet met de handen in de schoot gezeten, aanpakken en ruimen zooveel als we konden. Ik had van Nellij een oud pakje aangetrokken en hebben toen eerst al de aardappels naar boven gesjouwd, tot dat de kelder niets meer bevatte, dan ledige flesschen. Daar wij zeer beangst over Jan met zijn vee waren, hetgeen we nog niet goed voor Moeder wilde weten, zoo gingen we eerst het rozenkrans bidden opdat allen veilig en behouden mochten overkomen, aldoor en tusschen voegend 'van alle rampen en ongelukken, verlos ons Heer'. Wij wisten maar al te goed wat er mede op het spel stond, en als God niet hielp, baatte menschen dapperheid niets. Hoe verklaarde we het anders, zooals wij later hoorde, dat die

stomme, argelooze, als op een rijtje door die stroomende zee van water juist over den weg gingen als of die zichtbaar was, en dat alles nog wel in den avond. Er sprong dan ook een band van het hart, toen we welbekende stemmen hoorde naderen, die ons de gelukkige overkomst verhaalde. O, wat was ons toen alles niets meer, zoo blij en verlicht als we waren, dat die groote bange zorg was weggenomen al het andere telde we toen voort voor niets, het voornaamste was gered. Dat we den ganschen nacht werkten moesten om het overige nog te bezorgen, o dat was altegaar niets meer, zoo blijde en opgeruimd als we waren. Toen de twee slaapkamers welke bijde boven de kelder waren van ledikanten en matrassen ontruimd en welke voor het kleine vee ingericht werden. Het pluimvee gedierte op Moeders slaapkamer, hetwelk daar alras als schone bloembougrette voor

21


De watersnood in Druten.

het raam prijkte. De andere opkamer werd een planken beschot ingeplaatst en moest dienen voor 4 varkens, 2 kalveren en l hond. Verder nog een plaatstje voor hooi, bieten en meel, natuurlijk alles even bekrompen. Nu hadden wij nog het rijtuig met paard en l

roomkalf welke we op ons eilandje niet konden hebben. Jan op den dijk aan gefietst en jawel, hij kon

het gerust bij Antoon Roosmalen aan de ouden dijk brengen, daar was melk te over

van wegen het vele vee hetwelk doorstond. Het water was toen 's nachts van 1-2 januari

Daarna werden al de voorraad meel en

koren achter in zakken geschept, als ook 6 a 7 zakken entrecieth voor de vulkachel boven te stoken, hetwelk Jan op zijn rug naar boven

torschte. Van tijd tot tijd moesten we toch even gaan zien hoever het water was; het was gelukkig

maanlicht en zoodoende zagen we nog van alles op de plaatst en achter het huis liggen, het welk we eerst maar naar binnen werkte, alvoren zulks ging drijven. We vonden nog

van alles, als ladders, slieten en sparren, ach-

ter lag nog een groote gierton, kruiwagen, rnelkwagens enz enz. maar de deel of de stalging door den uitweg reeds door het water; len in en als het niet te zwaar was, fluks boven het kalf werd in een zak gebonden daarin op de stal geworpen. Zoo ruinde we het allergelegd en alzoo naar veiliger have overge- laatste wat nog te grijpen of te vangen was, bracht. Onderwijl sleependen Nelly en ik nog voor het water weg, en bleven steeds zoo bieten en hooi enz. naar de opkamers voor aan de gang tot het achter de giergaten en in het aldaar vertoeverde vee. het waschhok door het gootgat naar binnen

al tot achter ons huis gelooperi. Het rijtuig

22


kwam sluipen. Het was naar en ijzend om te zien als het zoodoende steeds hooger op de deel kwam en heel zachtjes aan steeds verder en verder kwam. Dat zal omstreeks 2 a 3 uur middernacht geweest zijn, o het water komt al naar binnen, voor hadden wij alles hoegenaamd geruimd, tot deuren en raamblinden werden er ten laatsten afgenomen, letterlijk niets was blijven staan. Het fornuis en l andere zware kachel werden op opgehoogde oude tafels geplaatst, ook nog een zwaren tafelvoet ten onderste boven daarop gewerkt. Ook hadden wij tevoren nog armen met brood gehaald en zooveel petroleum als we krijgen konden, alsmede lampenglazen; want op petroleumlampen waren we niet meer ingericht. Ook moesten we veel olie hebben voor het machientje waar op we zoogenaamd alles moesten koken, daar de vulkachel er maar weinig dienst voor deed; jammer dat fornuis niet naar boven kon, dat was veel beter geweest. Dit paste echter niet in het schoorsteengat en was ook wel wat zwaar geweest om daarheen te torschen. Wat

gelukkig was het, dat we in 1923 ons huis verbouwd hadden met een verdieping er op te plaatsen. Nu konden zoowat al de meubels naar den bovenste zolder, zoodat we op de tweede verdieping vrije zit en slaap kamers hadden. Die kamers waren ook ingericht om te kunnen stoken. Het balcon deed toen het water hoger steeg, dienst om alles, hetzij eetbare waar als: brood, melk enz. te doen op en af gaan; tot zelfs telegrammen werden met de booten bezorgd. Later nam dat booten vervoer meer en meer toe, want wij zagen van af onze bovenkamer op den dijk (welke nu den verkeersweg was) rijen wagens met schuiten beladen daarheen gaan welke van rijkswegen met mariniers waren uitgezonden voor noodig hulpbetoon. (Wordt vervolgd) Manuscript in het bezit van neef Piet van Hoogstraten, Candstraat (???) 24, Beneden-Leeuwen, 08879-4636.

Overstroming in het dorp Alphen.

23


16

ADRIANUS BUI-

17

19

PETROANTCX>N WILLEM NELLA van SWAMHENDRIKS BACT

LUCIA MARIA OOMEN

20

JOANNES JANSEN

zn. van

dr. van Petrus Oomen

zn. van Willem Hendriks

en

en

en

en

en

Mechtilde van Swolgen

Maria Catharina Voet

Joanna Derks

Maria van de Gheijn

Catharina Gijsberts

landbouwer Maasbomm 28-12-1763 t Dieden 18-5-1853

• Dieden 7-9-1774 t Dieden 19-8-1844

van Swambagt

eo Bergharen 3-5-1820

8 PETRUS

JOANNA MARIA ARENS

ADRIANUS DE GOEIJ

zn. van

dr. van

zn van

dr. van

zn. van

Michiel Hoogfrs eH Francisca van Galen

Jacobus de Groot en Margaretha Molenveldl

Flcnrici Arens en Anna Maria van den Bogaert

Petrus de Goeij

* Escharen 18-7-1796 t Velp 2-8-1881

onderwijzer * Macharen 21-3-1795 t Dieden 17-10-1852

* Dieden 21-2-1808 t Batenburg 2-6-1883

oo Velp NB 13-7-1817 9

oo Dieden 8-5-1830 10

LAMBERD1NA

JOANNA VAN LANGEVELD

VAN

Elisabeth van Heek

dr. van Joannes van Langevell en Hendrina Verwaijen

zn. van Gerardus van Dreumel en Antonia Heesalcker

landbouwer * Lith 9-5-1789 t Lith 3-10-1867

* Cuijk 7-2-1785 t Lith 14-5-1822

winkelier * Alphen 9-1-1780 t Alphen 11-4-1835

* Altforst 25-6-1798 t Kessel 7-1-1864

planter * Leeuwen 13-12-1791 t Wamel 8-4-1869

oo Lith 22-7-1810

11

12

BUL

LAMBERTUS JANSEN

MARIA DE GROOT

BERNARDUS DE GOEIJ

landbouwer * Dieden 26-2-1805 f Dieden 12-5-1896

* Bergharen 20-4-1824 t Dieden 27-3-1893

onderwijzer • Velp NB 16-4-1818 t Dieden 24-10-1893

* Demen 1-2-1831 t Demen 9-2-1912

grutter •Lith 6-5-1817 t Lith 8-4-1907

o Dieden 18-9-1862

oo Appeltern 1-6-1827 13 MARIA VAN INGEN

• Alphen 24-2-1828 t Kessel 18-3-1870

PAULUS VAN DEN BERG(H)

CERARDA van GRU1THUUZEN

dr. van Adrianus Preken

zn. van

dr. van

Comelius Alardt van den Berg(h) van Gruithuiser en en en Cornelia Sibila Joanna van Koeverden van der Eijk van Barneveld bierbrouwer/

* Leeuwen 25-11-1805 t Wamel 27-12-1887

bakker * Dreumel 30-3-1795 t Ophemert 16-9-1844

* Ophemert 7-4-1794 t Ophemert 24-4-1877

oo Varik 30-5-1816

oo Wamel 14-2-1838

15

14

ADRIANUS VAN DREUMEL molenaar ' Wamel 23-1-1842 t Alphen 27-10-1917

CORNELIA PETRONELLA VAN DEN BERG * Ophemert 22-12-1832 t Alphen 27-6-1918

e» Ophemert 25-2-1868

oo Kessel 7-4-1864

4

31

30

JOANNA FREKEN

DREUMEL

zn. van Johannes van Ingen en Elisabelh van de Wert

en

29

28

PETER

dr. van Leonardi Smits en Helena Verheijrn

JOHANNA HENDRIKS

oo Bergharen 2-5-1850

27

26

ADRIANUS VAN INGEN

SMITS

Lambertus Jansen

landbouwer landbouwer * Bergharen * Bergharen * Velp NB 12-4-1788 jan 1787 28-5-1780 t Bergharen t Bergharen t Velp NB 15-11-1868 3-6-1850 18-1-1850

°° Dieden 26-5-1801

TUS

25

24

2.1

GIJSHERde GROOT

Wilhelmus Bijl

dr. van Peter

22

21

HELENA HOOGERS

5

6

ADRIANUS BUL

JOHANNA MARIA JANSEN

ADRIANUS ANONIUS DE GOEU

7 MARIA PETRONELLA VAN DREUMEL

landbouwer/dijkgraaf * Dieden 27-11-1857

* Demen 6-8-1864

grutter/landbouwer/wethouder * Kessel 17-1-1865

* Alphen a/d Maas 3-10-1873

t Oss 4-7-1952, D Demen

t Lith 8-4-1946

f Breda 7-11-1916 D Lith

t Dieden

17-8-1933

<» Dieden 5-5-1896

oo Appeltern

21-10-1901

2

3

MARINUS BAPTISTA THOMAS BUL

MARIA PETRONELLA DE GOELJ

molenaar/vertegenwoordiger * Dieden 15-7-1903, t Oss 9-12-1984 a Deinen

* Lith 7-9-1902 t Wijchen 7-7-1990 a Demen «> Lith

17-1-1941

1

MARIA JOHANNA BERNARDA * Dieden oo Ravenstein/Demen 4-8-1967, Wim Christiaan Johannes Kinderen: Karin Magdalena Maria * Wijchen 2-10-1968 Opgemaakt met WordPerfect 6.0. Afgedrukt met HP laserjet. RCC

24

BUL 9-2-1942 . Sinds augustus 1967 woonachtig te Wijchen van Pelt * Oosterhout (NB) 16-3-1943 Miriam Yvonne Johanna Bemarda * Wijchen

17-2-1971

Inzender: Mw M.J.B van Pelt-Bijl, Aalsburg 17-35, 6602 VB Wijchen

25


LiteratuurSignalement

De met een * gemerkte titels zijn op het documentatiecentrum raadpleegbaar.

* BIBLIOBUS, - 25 jaar begrip in Maas en Waal; in: De Waalkanter, d.d. 26-08-1993, afb. (02)

stand van de R.K. parochies in 1796; in: Tweestromenland, nr. 75 (1993/1), p. 3-10

(262.2 en 930.25)

* SPEEL-O-THEEK, - 't Hobbelpaard 10 * ARTS, W.M.G., Parochielogo's in het jaar; in: De Waalkanter, d.d. 02-09-93, afb. Land van Maas en Waal; in: Tweestromenland, nr. 76 (1993/11), p. 15-24, afbn., lit. (02) Beneden Leeuwen (262.2)

* GOED, 'n - bestuur investeert in cultuur; in: De Waalkanter, d.d. 13-05-1993, afb. (069) eerste lustrum Streekhistorisch Museum Maasbommel * OPENING, - Maas en Waals museum; in: De Waalkanter, d.d. 22-04-1993 (069 en

355.48) museum Tweede Wereldoorlog in Winssen

* GELDER, J.A. van, Sint Annaparochie Bergharen vanaf 1795; Bergharen, 1993; 160 p., afbn. (262.2 en 726.54)

* KOLKS, H.L.J., Rondom St. Judocus. De 100-jarige kerk van Hernen en Leur; [Wychen], 1993; 223 p., afbn., bijln., lit.

(262.2 en 726.54) * PUNTER, S., Sekten tussen hemel en aarde; in: Dagblad voor Noord-Limburg, d.d.

* OPENING, - Maas en Waals museum 193924- 04-1993, afbn., tek. (28 en 343) 1945; in: De Waalkanter, d.d. 06-05-1993, goddienstmoord Blauwe Sluis afb. (069 en 355.48) Winssen * BECKER, J., Besneden en begraven . . . Vijf' eeuwen joden in Tiel en het Gelders * STREEKMUSEUM, - haalt unieke tenrivierengebied; Tiel, 1992; 441 p., lit., reg. toonstelling voor één dag naar Druten; in: (296) De Waalkanter, d.d. 05-08-1993, afb. (069 en 666) * DERTIG, 30 Jaar P.v.d.A. Beuningen; in: steenfabriek Dericks en Geldens Druten De Waalkanter, d.d. 09-12-1993 (329) * DRIE, 3 Oktober Ewaldenzondag; in: De Waalkanter, d.d. 30-09-1993, afb. (23) Druten

* ARTS, W.M.G., Berichten over de toe-

26

MOL,

M.M.M, de, 150 Jaar Kamer van

Koophandel en Fabrieken voor Nijmegen

en Omgeving, 1842-1992; Nijmegen, 1992; 102 p., afbn. (334)


Heumen; in: Dichtbij, d.d. 16-08-1988

(355.48 en 725.94) * TREES, W., en R.van SOEREN, Nederland bevrijd van Limburg tot de Lauwerszee; Utrecht, 1985; 128 p., afbn. (355.48) p. 20-22: Eén brug te ver (= Market-Garden)

* GRAVIN, - van Rechterenschool viert feest. 140 Jaar Protestants-Christelijk onderwijs in Alphen; in: De Waalkanter,

d.d. 22-04-1993 (373.3) de school staat in Appeltern * TWEEËNTWINTIG, 22 Jaar carnaval in Afferden; in: De Waalkanter, d.d. 04-11-

1993, afb. (394.2) * VERHOEF, R., Van Appeltern tot Appeltern in de meidagen van 1940. 2e Compagnie IHe Bataljon 29 Reg.Infanterie; Haarlem, 1993; 26 p., afbn. (355.48)

Het Vergulde Vat

TIELEN, T. [= A.H.A.M.], Enige verhalen en overleveringen uit het oude Heumen;

in: Dichtbij, d.d. 16-08-1988 (398.2) * ZWAAE, L., Vliegtuigcrashes in het Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijme- * VAN, - horen zeggen. Sagen en legenden gen tussen 15 mei 1940 en 5 mei 1945 II; uit het Rijk van Nijmegen; Nijmegen, in: Tweestromenland, nr. 76 (1993/11), p. 1993; deel II: Nijmegen, 1994; 72 p., afbn. 14. (355.48) (398.2 en 264) in deel I: koortsboom St. Walrick * TIEN, -jaar opvanghuis De Terp; in: De Waalkan ter, d.d. 15-04-1993 (361.8) * OS, J. van, Maas en Waal Medisch (2). Dokters aan het sterfbed (1795-1797); in: * JANSSEN, G.B., Provinciaal kruiswerk in Tweestromenland, nr. 78 (1993/IV), p. 3Gelderland; Arnhem, 1991; 311 p., afbn., 6, afb. (614 en 361.1) bijln., lit, reg. (362) THISSEN, P.H.M., De Waalbandijk bij * VIJFENTWINTIG, -jaar ziekendag DreuAfferden. Kultuurhistorische en ekologimel; in: De Waalkanter, d.d. 02-09-1993, sche beschrijving van een bijzonder stukje rivierenland ten behoeve van toekomstig afb. (362.1) beheer; Nijmegen, 1987 (627.514) * ZESDE, - lustrum De Kasteelhof in teken van toekomst; in: De Waalkanter, d.d. 06HEUVEN-van Nes, E. van, Koning Willem 05-1993, afb. (362.6 en 725.5) III en de watersnoodramp van 1861; in: bejaardenhuis Druten Jaarboek Oranje-Nassau Museum, 1993, p. * BELANGRIJKSTE, - Nijmeegse kerk en een verborgen klankjuweel; in: De Waalkanter, d.d. 14-10-1993 (362.7/362.8) Van 't Lindenhoutstichting/Kinderdorp Neerbosch * ROOIJAKKERS, G., en P. van BERNEBEEK, Een betwiste vacature; in: Tweestromenland, nr. 77 (1993/III), p. 23-27, afbn. (37 en 92) onderwijzersfunctie aan de openbare lagere school Overasselt in 1915, betwist door Francina Wiessing en Adriaan Kuppens

69-109 (627.517) bezoek aan Leeuwen KERSTEN, M.C.O., De Waal buiten haar oevers: overstromingen in Nijmegen e.o. 1740-1926; Nijmegen, 1988 (627.517 en 069) catalogus tentoonstelling Museum Com-

manderie van St.Jan te Nijmegen GEMALEN, - in Nederland; Rotterdam,

1993 (627.53) samengesteld door W.van Zoetendaal, tekst van P.Nijhof en fotografie S. van Boxtel en G. Bronkhorst

27


GROOT, J. de, Geen discotheek in laatste stoomgemaal Land van Maas en Waal; in: Heemschut, jrg. 65 nr. 7/8 (juli/aug.

1988)

(627.53)

* BUITENHUIS, R., Gelderse Weurt al zes jaar onder de rook van een vuilverbrander; in: Dagblad voor Noord-Limburg,

d.d. 10-07-1993, afbn. (628.4)

* OS, J. van, De Stoomtram NijmegenWamel 1902-1934 II; Bruten, 1989; 120 p., afbn., reg. (656.2/656.4) Tweestromenlandreeks deel 10 * JANSSEN, G.B., Baksteenfabricage langs de Waal. Een veldovensteenfabriek in de Winssense waard (1901-1940); Laag Keppel, 1992; 33 p., afbn., krt. (666) uit.

* DAM, A. van, Heen en weer. Over pontjes, voetveren, veerlieden en veerhuizen; Baarn, 1992; 151 p., afbn., lit. (912.12 en 656.6) * UNIEK, - project voor de Waalstreek; in: De Waalkanter, d.d. 15-07-1993, afbn.

(629.12) renovatie Waalschokker in Beneden Leeu* ONZE, - groene horizon. Offensieve aanzet van het bestuur van N.C.B, kring Maas en Waal voor een verantwoorde agrarische ontwikkeling; z.pl., 1992(?); 26 p. (63) uitg. N.C.B, kring Maas en Waal

Bureau Stroming in opdracht van

Industriezand b.v. * JANSSEN, G.B., Steenbakkers te Beuningen. Baksteenfabricage langs de Waal; Laag Keppel, 1993; 64 p., afbn., krt. (666) uitg. Bureau Stroming

* JANSSEN, J., Klokken met een Vredesgebed; in: Tweestromenland, nr. 76 (1993/11), p. 30, afb. (673) Niftrik en Freiburg * ORGEL, - in St.Johannes de Doper beschermd monument; in: De Waalkan-

ter, d.d. 25-03-1993 (681 en 726.54) kerk Puiflijk

M. Bergevoet * BOOGAARD, M. van den, 'Land van Maas en Waal is schoon en moet dat blijven'; in: Boer en Tuinder, jrg. 47 nr. 13 (02-04-

1993), afb. (636)

28


Algemeen Postadres: HISTORISCHE VERENIGING TWEESTROMENLAND Postbus 343, 6600 AH WIJCHEN.

Speciale adressen en/of bezoekadressen: Het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland Uitsluitend bezoekadres: Kasteellaan 24 te Wijchen; tel.: 024-6413012.

Het Streekhistorisch Museum Tweestromenland Pastoor Zijlmansstraat 3, 6658 EE BENEDEN LEEUWEN, tel.: 0487-595002.

Openingstijden: elke zondag van 14.00-17.00 uur en vanaf 1 mei t/m 30 september elke woensdag en zondag van 14.00-17.00 uur. Postadres van het museum: De Heuvel 107, 6651

DC Druten, tel. 0487-517282.

Openingstijden: elke woensdagmiddag van 14.00-1700 uur, vrijdagavond (voorafgaande aan de eerste zaterdag van de maand) van 18.3021.00 uur en elke eerste zaterdag van de maand van 9.30-12.30 uur (dan de zij-ingang van het gemeentekantoor). In de maanden juli en augustus gesloten.

PUBLIKATIES uit de TWEESTROMENLANDREEKS

ledenprijs dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl

1 2 3 4 5 6 7 8 9

10 11 12 13 14

Maas en Waals woordenboek Aan het volk van Nederland Leeuwen en Elisabeth Boldershof Ewijks klooster Stoomtram deel l Schoolstrijd Appeltern Wee den vergetenen (watersnood 1926) Dorp Horssen

Stoomtram deel II Kwartierstatenboek DorpAfferden Bibliografie Tweestromenland Van Vamele tot Wamel (Kosten porto ƒ 9,-) Kosten porto deel 1 t/m 12

niet-ledenprijs

uitverkocht ƒ 9,75 9,75 18,50 25,00 25,00 18,50 15,00 13,50 uitverkocht 9,75 9,75 uitverkocht uitverkocht 35,00 30,00 uitverkocht 35,00 35,00 (op korte termijn verkrijgbaar) 45,00 45,00 ƒ 6,00

ƒ 6,00

U kunt alle publikaties van de Tweestromenlandreeks bestellen door overschrijving op postgiro 26 22 012 t.n.v. Penningmeester Hist. Ver. Tweestromenland, Postbus 343, 6600 AH Wijchen. Boeken zijn aan te kopen in het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland te Wijchen en in het Streekhistorisch Museum Tweestromenland in Beneden Leeuwen tijdens de openingsuren.

29


.;'chief

ifcioi waard

TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

(> A'1.1996-verschijn t ten minste vier maal per j a a r - N U M M E R 88


TWEESTROMENLAND P.G. Leussink, Beuningen Opgericht 15 mei 1964. Doel: in /o breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bij/onder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen. Het lidmaatschap geeft recht op toezending van tijdschrift en nieuwsbrief, op deelname aan excursies en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven uit de Tweestromen landreeks. De contributie voor 1990 bedraagt f 35,-. Men mag ook meer storten bij wijze van gift, te voldoen door storting op postgiro 262201 2 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Postbus 343, 6000 AH Wijchen. Postbus 343, 0600 AH Wijchen, (cl.: 04H7594330, voor de opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Postbus 343, 6000 AH Wijchen, tel.: 04H7502112. H. van Heiningen, J.P.M, van Os, F.J. Verheijen, voorzitter, Wijchen J.j. van den Burg, secr., Wamel J.A.Jansen, penn., Wijchen J.P.H. Davervcld. Wijchen Mevr. W.M. Berris-Visschers, Wijchen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten G. W. van Gelder, Beneden-Leeuwen M. van der Putten, Beneden-Leeuwen G.A.A. Rooijakkers, Overasselt WJ. van Sommeren, Beneden-Leeuwen Drs. C. Visser. Duiten W. van Wel, Wamel

Kopij dient getypt (/o mogelijk op floppydisk met uitdraai in WP 5.1). gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan: De redactiesecretaris, postbus 343, 6000 AH Wijchen. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terugwil hebhen, aan de achterzijde voorzien zijn van naam. adres en woonplaats van de bruikleengever. Nrs. 19 t/m MM voorradig. Per stuk f 7.50 exclusief f 2,50 verzendkosten. Te bestellen door storting op giro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland. Postbus 343. OOÓOAHWijrhen. ISSN: 13H1 -950X

Inhoud 3 L.W. Loeffen, De Gamert 7 Jilles van der Zandt t/Jan van Gelder, Vroegere gewoonten en gebruiken: Wat is er nog van over? 13 Vliegtuigcrashesin het Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen tussen 15 mei 1940 en 5 mei 1945 14 Riet Sipman, Kant in klederdracht 16 Kwartierstaat Jacobs l M P.Th. van Hoogstraten. 'Dagboek van tante Marie' (II) 23 LiteratuurSignalement Nieuwsbrief

Rouwmuts met poffer. Uit de collectie 'Maas en Waalse Streekdracht en Mode'. Foto: Gerard Rooijakkers.


TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Hugo van Capelleveen, Gijs van Dijk, Jan van Gelder, Kees van KÂť uwen, Pieter Roelof s.

NUMMER 88

1996/III

L.W.Loeffen

De Gamert In de Wegwijs van Wijchen stond op 30 augustus 1995 de aankoop van de boerderij de Gamert door het raadslid Rob Engels. Kosten ruim 5 ton, waarbij 2000 m2 grond. Vanwege de komst van Kerkeveld is de boerderij met de grond voor genoemd uitbreidingsplan in 1994 door Broeren verkocht aan de gemeente Wijchen. Het is nu een goede gelegenheid om even terug te gaan in de geschiedenis van de Gamert gelegen in 't buurtschap Woord langs de Balgoyse Wetering en 't Wijchense Meer, naar de naam en de bewoners. 1. DE GAMERT, SOMS OOK GEMERT GENOEMD De naam komt als plaatsaanduiding voor in een bekende oorkonde, waarin o.a. de heren van Batenburg voorkomen m.b.t. een schenking aan de Sint Maartenskerk te Utrecht, opgesteld tussen 1075 en 1081. Daarin komt voor Sriellardus de Ganierthe; dus van Gamert of van Gemert ( l ) . Waar dit Gemert ligt is ons niet met zekerheid bekend; naast Gemert bij Helmond ligt er een Gemert onder Berchem (N.Br.), een perceelsnaam Gemert onder Afferden (ook Maas en Waal) en Gameren onder Kerkwijk in de Bommelerwaard. Duidelijk is wel dat on/e Gamert naar de percelen is genoemd; er wordt naast de grote gamert ook de kleine gamert vermeld (1754). Gemert bij Helmond werd in 1080 als Gamerthe en in 1261 als Gemerthe aangeduid. Vele afleidingen over de betekenis lopen via gamariti of gahamariti, waarin het kernwoord hamar, dat steen betekent (o.a. genootschap On/e Taal). Het

blijft echter onduidelijk wat steen (of gebergte) met ook maar een van de genoemde plaatsen te maken heeft. Vergelijken we echter de plaatsen waar de naam voorkomt dan blijkt dat zij allemaal bij rivieren of beken liggen; bij water dus. Prof.dr. J.F. Niermeyer

zoekt in de omgeving van de Maas het /.g. Amerland.(2) Ook zou er in de Frankische tijd een zijtak van de Maas gelegen hebben tussen Wijchen en Dreumel, die Ammer

genoemd werd. We kennen ook de Arner, ontstaan na de St. Elisabethsvloed in 1421, naast de plaatsen Ammerzoden en Amersfoort. In Plaats- en Waternamen (.-i) worden veel namen gegeven met Aa, Aar, Alm, Arne en Amer, afgeleid van ar (stromen) en var (water). In heel Europa komen riviernainen met deze stammen voor. Dit geeft een grond om te veronderstellen dat gamert, waarin amer voorkomt, een lokatie of een perceel aanduidt waar veel water samenvloeit.


de verkoop in 1753 wordt alleen genoemd eenen Bouwhof, van ouds de Gamert gen., bestaande in een Huys, Schuur, Hof, varkensschot met ongeveer 5 mergen Bouw en Weyland. Theunis Frenssen en Jenneke Loeffen zijn beide overleden in 1703, maar daarvoor was hun zoon Loef Thunisse met zijn vrouw woonachtig op de Gamert. Hij was in 1693 buurmeester in Wijchen en op 1.5.1695 in Deursen getrouwd met Petronella Jansen. Van 1696 tot 1714 werden er 11 kinderen geboren. Hun zoon Antoon Loeffen woonde op de Gamcrt slechts tot 1740. Hij was in 1735 getrouwd met GertrudisThijssen. Zij vertrokken rond 1740 naar Ewijk. Op 29 september 1734 wordt opgegeven wie 'op de wolfen jagt moeten door last van minheer verbolt, lanlschrijver'; onder vele anderen: Antooni Loffe op de Gamert. Na het overlijden van Loef Thunisse in 1753 wordt de boerderij door de erfgenamen verkocht aan Peter Sumerdijk, gehuwd met Maria Huybers. De opbrengst was Ć’ 2830,-. Er werden ook nog de twee per2. LOEFFEN; TOT 1753 De eerste ons bekende vermelding van de celen bij genoemd n.l. de Pas en den EykelGamert komt uit een Protocol van Beswaar te boom. Wijchen (Inv. nr. 113, fol. H2 vs.) uit 1670. De erfgenamen op 24 okt. 1753 waren: Hierin verklaren Loeft Jans en Jenneken l a. Het onmundige kind van wijlen Jan Loeffen, bij Jacomina Rhijnen in leven in echPeters El. schuldig te zijn aan Jacomina Vinte erweckt (volmagtiger Scholtus Pieter cent 500 car(olis) gl. met als onderpand de kleijne Gamert, de Eijckelboom,. . . Pas; ook Klcijn). huijs, hoff en boomgaert, zonder naamsaan- l b. Francina Janssen MJD. van voornoemde duiding. Hun schoonzoon en dochter Thojan Loeffen en Jacomina Rhijnen (blijkens volmacht uit Breda) nis Frensen en Enneken Loeffen nemen in 1677 een hypotheek van 150 gl.tegen 6 % , l c. Maria en Reijn Janssen, mede kinderen van voornoemde Jan enJacomina. 'waervoor verbonden huijs en hoffstadt en enen mergenlandts onder Wichen (in het) 2. Aalbert van den Broek en Jenneke Loefbuirscap Woert gelegen te samen darden fen El. halven mergen', ook zonder naamsaandui- 3. Aart Loeffen en Jenneken van Swam El. 4. Hendrik van Heumen en Petronella Loefding. In 1699 lenen zij / 900.- met als onderpand fen El. een hofstede met onderhorige bouwland, 5. Anthony Loeffen en Geertruyd Thijssen genoemt de Pas, twee mergen weyland en El. ' een parceel landts genoemd den Eyckel- 6. Loef Loeffen en Elisabeth Schamp El. boom, nogh twee parcelen, genoemt de 7. Lamert Loeffen en Allegonda van HeuGamert yder groot een mergen, waarvan 't men El. een gelegen Suyd de voors(chreven) twee M. Jan Aalders en Jenne Marie Loeffen El. mergen, West 'tgemelte Huys . . . enz.. 9. Gerrit Ermcrs en Berentje ( Elisabeth) Loeffen El. zijnde alle kinderen en kindsDe Pas lag dus ten Westen van de Gamert. Bij

In Wijchen is dat te verklaren door genoemde /.ijtak en het Wijchen se Meer. Bij Gemert in N.Br. lag het samenvloeiingspuin van de Noordloop of Boerdonkse Aa, Broek Aa, de Grotelse Loop, Leigraaf, de Rips en de Peelse Loop. Het niveauverschil tussen Oost en West Gemert is daar 13 m.(4) Verder kunnen ook namen als de Hamert in Limburg en Nederhemert (ook bij Kerkwijk /oals Gameren) verwant zijn aan de genoemden met een g. In het pas verschenen artikel over het toponiem Hostert van Johan van Os (5), waarin weliswaar onder de vele voorbeelden niet 'er(' namen de Gamert niet wordt genoemd, maar waarin wordt aangegeven dat dergelijke percelen vaak tamelijk buiten de oude dorpskernen liggen en toch zijn het doorgaans bebouwde, door mensen bewoonde, stukken grond. Zij stammen uit een periode dat men vanuit de oorspronkelijke nederzettingen en dorpskernen voor het eerst de sprong naar het buitengebied waagde.


Ligging percelen van de Gantert in 1832 (107,108, 110-114).

<A

"BH&ow1 <*j kinderen van Loeft' Theuriissen en Petronella Jansen. De kinderen Frans en Vincent waren al veel

die land bezat ten noorden van de Gameri en ten westen van de Pas, behorend tot de

Gamert.

eerder overleden. 3. SOMERDIJK, 1753-1874 Zoals vermeld ging de Gamert op 24.10.1753 over naar de familie Somerdijk en wel naar Peter Somerdijk en Maria Huybers, ook van Maesacker genoemd; zij was een dochter van Huybert Jacobs van Maesacker. Zij hadden drie kinderen en op 18.4.1755 wordt Maria van Maasakker in Wijchen begraven. Peter hertrouwt te Wijchen op 27.4.1757 met Mechtildis Pauwels. Hun zoon Aart wordt op 19.3.1777 te Wijchen begraven. Peter was dus waarschijnlijk een zoon van Aart Somerdijk,

Ongeveer 1790 neemt zijn neef Derk de Gamert over. Derk was een zoon van Theodorus Aarts Somerdijk en Maria Jacobs van

Haren. Hij was ged. te Wijchen 3.5.1756, overl. te Wijchen 3.9.1820 en tr. Wijchen

4.5.l790Johanna Peters van Luenen. In 1828 werd het kadaster ingesteld om een juiste heffing van de grondbelasting mogelijk te maken.

Op 7.8.1832 is de wed. Somerdijk eigenaresse en zijn de oppen-lakten en waarvoor in gebruik bekend.


Wijchen nr.

107 108

110 111 112

ha.a.ca.

11.20 1.07.40 470 9.50 1.56.60 1.13.60

uitweg bouwland tuin

het alleen at kunnen, dan kunnen wij dat ook! Uiteindelijk viel dat toch niet mee. Marinus had 9 ha w.o. Den Dries en de Steenkamp en Bertus de rest: ongeveer 20

ha. Hun nicht PiĂŤta (Petronella) Sengers, dr. van hun broer Jan, trouwde 13.5.1947 te Wijchcn met Huub Broeren uit Keent. 113 1.19.80 Zij namen de boerderij over van beide ooms, 114 die wel nog vele jaren op de Gamert konden blijven wonen. Bertus overleed 26.10.1957 5.22.80 en Marinus 31.5.1965. Tussen 1832 en 1857 gaat de Gamert over op De laatste eigenaar was Lambertus Broeren, Peter Somerdijk, z.v. Derk en Maria Jacobs een van de zoons van Huub en PiĂŤta. Hij van Haren. Hij is ged. te Wijchen 24.9.1792, breidde de Gamert uit van ongeveer 31 tot tr. Wijchen 28.4.1813 Geertrui van Wesel. Hij 42 ha. In de loop der jaren was de oppervlakoverleed te Wijchen 24.4.1871. te uitgebreid met gronden die oorspronkeWaarschijnlijk gaat de boerderij later over op lijk bij het Oud Balgoysch kasteel behoorJan Peters en Geertruida Somerdijk. Jan den. Peters tr. Geertruida op 15.4.1864. Geertrui- De gemeente betaalde in 1994 ongeveer 6 da was, evenals Jan, geboren in Hemen. Zij miljoen gulden. op 16.4.1843 als d.v. Gradus Somerdijk en l^ambert is vertrokken naar Zeewolde en Johanna Schreven en een kleindochter van heeft daar een bedrijf van ongeveer 60 ha. laatstgenoemde Peter. De grond zal, behalve het woonhuis met het Op 13.10.1874 volgt de verkoop, blijkens een bijbehorende erf, gebruikt worden voor het akte van not. Zweers te Wijchen, aan I lendri- realiseren van bouwplannen kus Sengers. in het Kerkeveld. Vanouds lag daar ook de Kerkweg tussen de Gamert en de genoemde Eyckelhoom. 4. SENGERS, 1874-1994 Hendrikus Sengers, geb. Wijchen 18.9.1829. overl. Wijchen 25.8.1887, tr. Bergharen Noten: 27.4.1866 Petronella Peters, d.v. Peter Peters en Elisabeth Arts (6). Hendrik bouwt een 1. Tweestromenland 3().IX.mM2,m.3H/III, p. 9. nieuwe Gamert en dat woonhuis is nu nog 2. Dt' historie van het land van Maas en Waal, H. grotendeels daaraan gelijk. In de voorgevel is van Heiningen, Kur. Ribl. 1905, p. 157 e.v.. een steen ingemetseld met daarop het jaartal S. Plaats- en Watcrnamcn; studiereeks 'houwen aan een levend landschap, rapport nov. 19H4. 1876 en de letters H.S. van Hendrik Sengers. De wed. Sengers overleed in 1918 en op 4. Naam, ligging en ouderdom van Gemert. Uit 16.7.1919 ging de boerderij over op de zoons (k;mrrt.s Herm 1980 p. 90/91 dooi drs. HJ.M. Elebertus, gen. Bertus, geb. 7.7.1878 en Thiadens. Marinus, geb. 30.11.1880.' 5. Twefstiumt-nland nr. H5, 10 XII 1995, p. 14 Zij hadden eerst nog een knecht en een t/m 21. dienstmeid, maar toen de laatste van de eer- 0. Het giute Sengersboek van M.PJ. Mutter-Senste in verwachting raakte, zijn zij vertrokken. %ersen P. Lemmers 12.1980. Zie p. 02, XIII/12 De broers zeiden: Als de paters van Alverna enz. huis en erf bouwland weiland weiland


Jules van der Zandt (f) /Jan van Gelder

Vroegere gewoonten en gebruiken: Wat is er nog van over? In de nummers 85, 86 en 87 is Jilles van der Zandt met zijn verhalen van vroeger uitvoerig aan bod gekomen met 'De werkers in Holland', 'De bennen- en hoepelmakers' en 'Hoe leefden wij vroeger?'. Ditmaal vraagt hij zich af: 'Wat is er nog overgebleven?' met een overzicht van de kerkelijke (katholieke) gebruiken, het eten, de school, vele familienamen van mensen die hoofdzakelijk woonden in Druten en Puiflijk. Als goed katholiek bad hij 's avonds - zie nummer 87, blz. 8 - voor het naar bed

gaan het Rozenhoedje mee en nog wel op de knieĂŤn. Zelf schreef hij over de Rozenkrans, maar er is wel duidelijk verschil tussen Rozenkrans en Rozenhoedje. De Rozenkrans is een gewijd voorwerp, een ornament, dat lijkt op een krans van gevlochten rozen. Maar als gebedsvoorwerp bestaat het uit een Kruisje, verbonden met l Onze Vader, 3 Weesgegroeten, l Onze Vader en daaraan een

ronding met 5 Onze Vaders en 5 x 10 (5 tientjes) aan Weesgegroeten. Bij het bidden kon men zodoende elk onderdeel gemakkelijk door de vingers laten glijden en de volgorde precies in de gaten houden. Bad men het Rozenhoedje, dan begon dat met de Geloofsbelijdenis, dan alles van de Rozenkrans met tussen elk tientje de droeve, blijde of glorievolle geheimen. Bij de eerste 3 Weesgegroeten werd ook nog gezegd: 'Ik groet de dochter van God de Vader, de Moeder van God de Zoon en de bruid van God de heilige Geest'. Op het eind volgde meestal het avondgebed en wat extra's aan Onze Vaders en Weesgegroeten voor allerlei personen en aanroepingen, met de litanie van Maria. De Rozenkrans bidden was nog wat anders. Die bestond uit 3 maal een Rozenhoedje. Slechts een enkeling had zo'n Rozenkrans. Die werd gebeden op 3 avonden tussen het overlijden en de begrafenis van een overledene en wel meestal bij deze aan huis. Daaraan werd deelgenomen door familieleden en de buurt. In de zestiger jaren is deze gewoonte vervangen door een avondmis. In de tachtigerjaren door een avondwake, waarin meestal leken uit de parochie voorgaan. Uit eigen ervaring weten we dat familie, buurt, parochie en dorpsgenoten zich hierbij nauw betrokken voelen. Samen met de uitvaart wordt dit als een waar-

dig afscheid en meestal ook als een fijne herinnering ervaren. Met een bepaalde historische achtergrond worden deze teksten en vooral ook de gedachtenisprentjes zorgvuldig bewaard, zodat anderen er over 50 of 100 jaar over kunnen schrijven en oordelen. Prentjes worden ook veel bij genealogisch onderzoek gebruikt. Na deze sprong naar het geestelijk leven - het is nu eenmaal ook historie! - verdiepte Jilles zich ook in het geitenleven. Wist heel precies hoe een geit gemolken en getuierd moest worden. Ook hoe lastig de horzels en de steekvliegen - blinde azen - fungeerden als bloedzuigers bij mens en vee. Hij kende verder alles van het boerenleven en wist in de twintiger en dertiger jaren maar al te goed wat handwerk was. We gaan daarom voor de vierde maal terug naar zijn jonge tijd. WAT IS ER VAN DIT ALLES OVERGEBLEVEN? a. De grote of kleine catechismus. We hadden die iedere werkdag bij de Zusters Dominicanessen, op de meisjesschool. De eerste jaren de kleine catechismus en in de laatste jaren van de lagere school de


ONS ETEN, DE SCHOOL EN DE KERSENgrote catechismus. Na het verlaten van de lagere school (dit BOOMGAARD was voor de 13-jarige, de 14-jarige en de Toen wij nog op cle lagere school /aten was 15-jarige leeftijd) iedere /ondagniiddag het eten niet om over naar huis te schrijven. We hadden een flink stuk land bij ons huis. om twee uur in de meisjesschool bij de Dat hoorde bij on/e gehuurde woning in cle /usters in Puiflijk. Koningstraat. Het huis was van de heer Jo b. De godsdienstles of godsdienstleer op van den H o ff'. Er lag een prachtige bongerd school c. Het 'lof in de kerk op /ondag. bij. De eerste helft bestond uit pruimen, d. De H. Familie, op /ondag in de Kerk voor peren en appels van verschillende soorten. De tweede helft, het achterste gedeelte, was mannen, kersenboomgaard met maar ĂŠĂŠn soort kers: e. De Maria Congregatie op /.ondag in de de 'meikers'. Kerk voor vrouwen. f. De 'Vespers', iedere maand in de Kerk, De/e boomgaard hoorde niet bij onze huur. Die kersenboomgaard werd ieder jaar vervoor iedereen. pacht. Dus praktisch was de kersenboomg. De 'Kruisweg', in de Kerk voor iedereen, h. Het 'aflaten' verdienen voor iedereen in gaard ieder jaar in andere handen. De kersenba/en die ik heb meegemaakt de Kerk op meerdere dagen van het jaar. waren: Jan Duijs, Tietn Oomen, Janus Smits, Giel de Jager, Janssen met Roelof de Ent Niets, niets van dit alles is er nog, niets '.!!!! (Erederiks), de gebroeders Hendrik en Praktisch alles uit de grote vervlogen dagen Toon (Antoon) van Hees(ch) en Janus Kopis verdwenen. pers. Voorbij, voorbij! De eerste boomgaard appelen e.d. waren Waarom? Geen wonder dat 'de leer van het geloof aan door (Hennes Hol) Johannes Hol uit Beneden Leeuwen voor tien en meer jaren het verdwijnen is. De schuldvraag ligt niet alleen bij de gelovi- gepacht. Een van de y.onen van Hennes, Hannes Hol, was secretaris van de gemeente gen, bij de priesters, de school of bij de Wamel en woonde evenals y.ijii vader in de katholieke of bij de burgerlijke autoriteiten. Vroeger was ik op een 'openbare school' te Zandstraal bij de R. K. kerk. Aardappelen, de grote werden voor het Puiflijk bij meester Van de Geijn. Toen is door geheel Nederland jarenlang merendeel verkocht. De poters moesten bewaard blijven. Die werden dus in /akken gevochten voor een Christelijke 'bij/ondere' gedaan, met de kruiwagen naar huis school. Eindelijk, na jarenlange strijd in de Tweede gebracht en op de deel voorlopig opgeslagen om straks buiten in de aardappelkuil terecht en Eerste Kamer werd het fiat gegeven. De vlag werd uilgestoken op kerken, kloos- te komen. ters en scholen van de katholieke gemeen- De derde en vierde soort, de drieling en de kriel, werden ook voorlopig op de deel opgeschap. slagen. De kriek, braaierkens, werden gesorWe hadden gewonnen. teerd in twee soorten: En wat /ien we nu overal? De 'bij/.ondere' school, protestant of katho- No. l voor de braaierkens die na het schraliek, is verdwenen of aan het verdwijnen. pen met een mes of in de tobbe of teil met de En wie doen dit of helpen eraan mee? De stamper (de/e stamper gebruikten we ook mensen kunnen hierop misschien /elf het om het gekookte varkensvoer, oude aardapantwoord vinden. Kijk om je heen, luister pelen, groene' afgekeurde aardappelen, bieten, bietenloof, afval van groenten, bijv. /elf, kijk op de televisie en je hoort, leest en andijvie, rapen, koolbladeren, fijn te stam/iet het zelf. pen en in de 'drankston' te doen voor kippenvoer en varkensvoer. De geschraapte


kriel en de goedgekeurde kriel, die door de stamper van zijn vel of schraapsel was ontdaan, werd flink gewassen en gebraden (gebraajen) in braadolie van oliezaad. Deze moest men een fles meebrengen, want raapolie werd alleen maar los verkocht, per halve

Het Javaplein was er nog niet, maar het kruispunt van de twee wegen was er wel. Op dit kruispunt woonden vier families, nl. de familie De Klein, Jilliske Elbers (café), boer Willem Arts en boer Gert Liezen. Gauw even eten en dan als de bliksem naar school, want het was al één uur geweest en om half twee moest ik in Puiflijk op school

of per hele liter.

zijn. Om vier uur, half vijf was ik weer thuis.

olie heette raapolie, van het raapzaad uitgeperst. Wilde men raapolie hebben, dan

Wij aten 's morgens, toen we naar school gingen, om ongeveer een uur of zeven. Om half acht gingen we naar school, want om acht uur moesten we op de catechismus zijn bij de

Een paar boterhammen eten en moeder op het land gaan helpen. Om een uur of negen gingen wij (gezamenlijk) het avondeten opmaken. zusters op de meisjesschool. De beginners Vader was al thuisgekomen van zijn werk en hadden de 'kleine catechismus' en de leer- was in de varkenshokken aan het mesten. lingen die tot de 'oudere garde' behoorden Moeder riep vader voor het avondeten. kregen les uit de 'grote catechismus'. Tegen Weer, en dit was bijna iedere dag zo, kwam negen uur ging de catechismusles uit en gin- de schaal, de koekepan met gebakken aardgen we langs Lemmens, de koster, over de appelen met gebraden spek, op tafel. En wij Kerkpaden naar de 'Hucht' bij den Akker, allemaal eten uit de pan. naar onze school, de jongensschool van Natuurlijk met de vork, maar zonder bord. meester Van de Geijn. Dan voor iedereen nog een bord havermoutOm elf uur werd door meester Van de Geijn pap of rijstepap. Dan gingen wij allen het sein gegeven dat de etenbrengers kon- geknield voor de stoel zitten en werd gebeden gaan. Ik moest eten brengen naar de den. cementfabriek van Mijnlief, want vader werk- Toen we nog op school zaten werd er vierte daar. Ook nam ik eten mee voor Kees Beu- maal per dag gegeten. Toen we gingen wermer, die werkte ook op de cementfabriek en ken kwam er éénmaal eten bij: dus vijfmaal ik kwam toch langs Miet Beumer, vóór in de per dag: 's morgens als men ging werken, om Koekoek. vijf a zes uur; de tweede keer om ongeveer Dit eten ging ik iedere middag halen bij de negen uur; om twaalf uur voor de derde weduwe Beumer. Dan ging ik naar de Koe- maal; tegen vijf of zes uur de vierde keer en koek, naar Jan van Ooien, waar nu Arnold om negen uur 's avonds of iets later voor de (Nolleke) van Sommeren woont. Dan door vijfde keer. de Kerkstraat langs Van Lent, richting Kiske Bijna altijd werden we thuis ingeschakeld in (Kees) van den Berk. Hier was het station van het arbeidsproces van alle dag. Meestal was Puiflijk, van de stoomtram van Maas en Waal. iedere dag volgens een vast patroon, dat wij Nu de Heersweg uit naar de familie Van Zoe- bijna altijd kenden, maar dat door omstanlen. Van Zoelen, die daar bij de dijk woonde, digheden van buiten af, onze samenhang van was Hein van Zoelen. Nu ging het de dijk op toen, kon worden beïnvloed en dus ook wel en af en ik was het laatste stuk naar de eens verandering te zien gaf. cementfabriek. We stonden op, aten, deden onze huishouIntussen was het twaalf uur en vader en Kees delijke plichten, werkten ons rooster van de Beumer stonden al te wachten. Hier moest ik gewone dingen af, gingen naar de catechiswachten tot vader en Beumer het eten op mus en de school en om maar iets te noehadden, dan moest ik de twee etensketels men: weer meenemen, de ene bij de weduwe Beu- We kwamen uit school met de hele buurtmer afgeven en thuis de ketel van vader op schoolkinderen, waarvan ik dus een onderde aanricht zetten. Het eten voor mij stond al deel vormde. klaar.


DE GEITEN Ik was nog maar een jaar of acht a negen. Op straat hoorde ik moeder al roepen: 'Jilles, vertuier even de geiten'. Dan wist ik dat de twee samen, geiten zonder hoorns, een andere plek in de grasberm moesten hebben. De geiten waren daar neergezet door moeder, nadat ze op stal 's morgens al gemolken waren. We gingen om half acht al naar school om de catechismusles van acht uur op tijd te halen. En de laatste zin van moeder was voor mij: 'En neem thuis even de pan en melk de geiten'. De geiten hadden het gras in een hele cirkel om de paal, waaraan ze stonden, kaal gevreten. Bij het gras eten waren ze zo dikwijls rond de paal gegaan dat het soms leek alsof ze zich wilden ophangen of vastsnoeren. Ze stonden aan een ketting of een touw, dat een ronde ring had die om de paal was gelegd bij het inslaan. Ondanks die ring om de paal, die bijna niet vast kon lopen, gebeurde dat nogal eens. Al weid de ketting of het touw nog zo kort, de geiten verhingen zich niet. Ze liepen terug om de ketting minder strak te maken of gingen soms wel een beetje strak in de ketting of het touw liggen om te herkauwen. Ik ging eerst vertuieren en dat viel soms ook al niet mee, want de paal was er door moeder Hink ingeslagen. Er lag een dik stuk hout, geen staakhamer, want die was toen ook al niet veilig meer. Het was gewoonlijk een onhandig stuk hout, van een of andere tak, met de bast erom en zo maar afgezaagd of met een aks of bijl afgeslagen, ruw en eigenlijk niet voor kinderhanden bestemd. De paal uit de grond trekken ging ook al niet. Het was gewoonlijk een paal die erop was gemaakt. Was het een ijzeren pin, dan was die bijna altijd diep ingeslagen met bovenaan een gesmede ronde ring of aan de pen een platte ronde plaat gesmeed, die ervoor moest zorgen dat de kettingring van de geit niet los schoot. Door met de knuppel links en rechts tegen de pin te slaan kwam deze los te zitten en kregen de geiten een nieuwe grasplek.

10

Nu naar huis een pan halen om de geiten te melken en er daarbij voor zorgen dat de geiten het pannetje niet omsprongen. Dat omspringen kon meerdere oorzaken hebben. Een kar, geladen met goederen, kwam voorbij en de voerman, te goeder trouw of niet, klapte met zijn zweep vlak langs je oren. Niet alleen de geit verschrok, maar ikzelf ook. En de voerman lachen. Dus het was niet per ongeluk, maar per ongeluk expres. Zag moeder het dan wist de voerman niet hoe vlug hij aan de andere kant van de wagen moest komen om uit het zicht van moeder te komen.

BLOEDZUIGERS Een tweede plaag waren de horzels, de paardevliegen, de bremzen of dazen, de steekvliegen, waaraan al het loslopende vee een broertje dood had. Als men in de zomer de koeien of paarden langs de heining of de sloot zag lopen, soms hollen met opgestoken staart, dan waren die 'lieverdjes', die lastposten, op rooftocht naar

bloed. Net als bij mieren en muggen veroorzaakte die steek een jeuk, die bij een horzel zeer groot was. Was men bij het melken, met opgestroopte mouwen, gestoken dan zette die arm op: bij de een meer, bij de ander minder. De horzels gaven bij het vliegen een zoemtoon. Hun vleugels gaven een bromachtig geluid dat de dieren gewaar werden als een herkenning of herinnering van pijn bij het

steken en de jeuk erna. Eigenaardig dat sommige dazen, zonder dat men het merkte, op je arm kwamen zitten. Als een koe een horzel of daas hooi de was ze niet meer te houden en ging op hol. Bij het gaan zitten was de vleugelslag bijna weg en dan hebben we een glijvlucht tot op de arm,

dus geen gezoem. De koe merkte het niet en de melker ook niet. Daar komt nog bij dat, als men volop aan het melken is, de melkstraal een plonsend geluid in de emmer maakt en men het andere niet hoort. Dus bijna geen brommend of zoemend geluid of springen of hollen van vee in


de weide. De steek merkte men pas nadat het insekt zijn zuur, dat wij gewoonlijk met dezelfde naam (mierezuur) aanduiden, had ingespoten. Dit zuur wordt niet in de wond gespoten om mens of dier kwaad te doen of te pijnigen. De horzels proberen het bloed van mens of dier op te zuigen uit de gestoken

wond. Iedereen weet dat bloed stolt wanneer het in aanraking komt met lucht. Om het stollen te voorkomen wordt de jeuk veroorzakende vloeistof ingespoten die het bloed even vloeibaar houdt. Als de bloedzuigende dazen dit zuur niet hadden (was het maar waar!) zou het opgezogen bloed in hun opzuigapparaat stollen en zouden de horzels sterven. Dat mierezuur is dus een noodzakelijk kwaad. Tussen de middag hadden we gewoonlijk geen tijd voor elkaar. Dus van spelletjes onderling, buurtkinderen en wij, kwam niets. Er waren voor ons wat werkjes thuis. Dus moeder helpen. We moesten eten en weer op tijd, half twee, op school zijn. Onze schoolweg, die we viermaal daags moesten gaan, was lopende, slenterende, jaoriĂŤrende (stoeiende en huppelende), vanaf het Javaplein (die naam kende men toen nog niet en die was er toen ook nog niet), maar de kruising Hoogestraat - Scharenburg - Koningsstraat en Koekoek was er weldegelijk. Wij woonden in de Koningsstraat, bijna bij de kruising, en gingen naar de school op de tweede Hucht bij cafĂŠ Van den Akker.

De jongens zaten op de openbare school bij meester Gijs van de Geijn. De meisjes gingen naar de meisjesschool van zuster Benova bij de kerk.

's Middags waren we ongeveer om half vijf thuis. Eerst moesten we thuis nog enkele karweitjes opknappen. Dan een halfuurtje spelen. Enkele buurmeisjes en ^jongens gingen met ons, een zusje en een broer van me, met zes a zeven man, spelen. We kwamen overeen 'zoekertje of verstoppertje' te spelen. We hadden thuis een grote deel en binnen een kippenhok met kippenren, een varkensloop en een paar houtmijten. Langs de

straat, we woonden een eindje van de

Koningsstraat af, hadden we een goed onderhouden eigen weg met een stevig ijzeren hek. Langs de straat was een akker langs de gehele lengte van onze gepachte grond (lengte ca. 100 m.), beplant met teenhout. Het was bestemd voor hoepelhout dat om de drie of vier jaar gekapt of gesneden werd. De twee uitdrukkingen, gekapt of gesneden, hadden te maken met het snijwerktuig, of kapwerktuig, waarmee het hoepelhout werd afgeslagen. De twee kap- en snijwerktuigen waren: de hiep en het bandmes. De hiep had de vorm van de slagersbijl; alleen was die kleiner. Het bandmes had de vorm van een sikkel, waarmee men het dunnere hout, teenhout voor de mandenmakerij, afsneed. De hiep deed dienst als bijl om het kachelhout te kloven. De sikkel werd het grasoort genoemd en werd gebruikt om het gras langs de straat af te snijden voor de konijnen. Er was veel hout nodig: voor de kachel, maar ook voor de fornuispot, zowel in de zomer als in de winter. De fornuispot deed dienst voor twee werkzaamheden, nl.: a. op maandag in alle vroegte, want dan was het wasdag en werd bij gebrek aan een wasmachine de was erin gekookt b. om het varkensvoer te koken. Twee a driemaal per week kookten we de fornuispot, gevuld met bieten op stukken gesneden, aardappelen die we voor varkensvoer bestemd hadden, afval uit de keuken, bijv. groenten en prakjes eten en bijna altijd brandnetels, die we langs de akkers vonden en langs en in de heggen langs ons bouwland.

Langs de straat stond een heg, een 'doornhaag'. Trouwens, we hadden nog zo'n heg langs de boomgaard en aan de straat een doornhaag tot de boomgaard. Het 'heggencomplex' zal ongeveer 250 meter geweest zijn. Dit moesten we ieder jaar

knippen en opruimen. De brandnetels sneden we met een mes af. Aan de linkerhand hadden we een oude sok.

Ondanks die sok werden we bij dit werk toch nog flink gestoken, want u kunt begrijpen

11


dat het geen nieuwe was. Om de pijn een beetje redelijk te duen zijn smeerden we uns in met azijn. Dat deden we ook bij een hommel-of wespesteek of een steek van een daas of een horzel. Als de fomuispot met het varkensvoer gaar was liet men het fornuis met zijn inhoud afkoelen. Er stond een tobbe bij om het varkensvoer later in fijn te stampen. Het fijngestampte voer deden we in een grote ton, de 'drankston' genaamd. Even uitdampen en dan de deksel erop, zodat er geen ratten en muizen bij konden. Want vraten ratten aan het varkensvoer, dan urineerden die viezerds in het varkensvoer en geen varken at er meer van. Ik zei net dat we die 'doornhagen, doornheggen' gingen knippen. Dat was tegen de winter, wanneer we alles van het land hadden. De geknipte dorens werden met een kruiwagen op een hoop op het land gereden en tegen Pasen of icta eerdei aangestoken. Het knippen van de heggen hoorde hij de huur van het huis en het land. Deze Paasvuren waren een oud heidens gebruik om de vreugde van het nieuwe leven, de komst van de zomer en het afscheid van de winter aan te geven. Voor de kinderen van tien jaar en ouder was er normaal gesproken om te spelen geen tijd. Ze moesten in de zomer, na de schooltijd of in de vakantiedagen, de ouders helpen op het land met aardappelen rooien, de voederbieten uitdoen, mee hooien en graan binnenhalen, bij de boer waar vader of moeder werkten of bij zichzelf thuis. Door vader of moeder, soms door beiden, werden de aardappelen gerooid met spade of riek. Dit lag aan de aard van de grond. Stonden de aardappelen in de klei dan was

12

de spa(de) het aangewezen hulpmiddel. Men moest de aardappelen dan uit de klei knijpen en op rijen op het land gooien. Had

men de hele dag zo aardappelen opgedaan, dan kon men de handen 's avonds en 's nachts wel voelen, wat het werk gedaan had. Wij, als kinderen, moeslen de aardappelen dan sorteren en iti de kwartse bennen doen in vier soorten: groten, poters, drielingen en kriel (kleine braaierkens). Vervolgens weiden de aardappelen in zakken gedaan en soort bij soort geplaatst om verwisseling te voorkomen. Was de grond zandachtig dan werd de riek (reek) gebruikt. Dit rooien of opdoen ging gemakkelijker en dus ook vlugger. Als men na zo'n dag met spa of riek opdoen het land hekeek, was het opdoen in grootte bij riek veel groter dan met de spa. Bij het rooien van voederbieten, hier peeĂŤn genoemd, werden deze soms zonder hulpmiddel uitgedaan of uitgetrokken, maar meestal in de zware klei wel met de bietenspa. Ze werden dan in lange rijen met de koppen en konten (wortels of ondereinden) naast elkaar gelegd. Dan was het gemakkelijker om met de spa de koppen, het peeĂŤnloof of-blad genoemd, af te steken. De afgestoken bieten werden op hopen op het land gegooid en met het bietenloof ondergedekt. want in de tijd van bieten rooien vroor het soms al. Zo werd ook met bijna het hele gezin gewerkt met hooi, de oogst van haver, tarwe, rogge, spelt en paardebonen. Men was gewoonlijk van 's morgens vroeg tot 's avonds laat bezig en van spelletjes kwam gewoonlijk niet veel. Alleen 's zondags was er tussendoor wel even tijd, echter niet veel.


Vliegtuigcrashes in het Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen tussen 15 mei 1940 en 5 mei 1945 Crash van de JU-88 van het 5./L.G j bij Bergharen op 25 december 1944: Nagekomen informatie betreffende oorzaak crash, opdracht vliegtuig en vernieuwde gegevens omtrent de bemanning

Om 23.30 uur steeg de Junkers JU-88S van zijn basis in Ahlhorn' op met het doel troepenbewegingen op de weg van Metz-Thion-

Fischer, te stijgen naar 4500 voet en gaf het

bevel het toestel te verlaten. .Als eerste verlieten de 'Bordfunker' (radiotelegrafist) en de 'Bordmechaniker' (boordwerktuigkundige) het toestel, gevolgd door de 'Beobachter' (waarnemer) en de 'Flugzeugführer' (piloot). Het lot van de 'Bordfunker', Uffz.

ville-Luxemburg te bombarderen. De bom-

Herman Hübner, is duidelijk; hij overleefde

menlading bedroeg twee AB 500 containers

zijn sprong niet. Hij werd begraven in Gorin-

met fragmentatiebommen en zes 50 kg antipersoneelbommen. Op een hoogte, variërend van 1500 tot 4500 voet vloog de LI + CN naar het doelgebied en bleef daar ongeveer 45 minuten, waarbij met tussenpozen de bommenladingen op motorvoertuigen werden afgeworpen. Vervolgens werd er koers gezet naar de thuisbasis. Na 45 minuten vlie-

chein en later geïdentificeerd aan de hand van zijn 'Erkennungsmarke'. Hij ligt nu in

IJsselstein begraven. Het lot van de 'Bordmechaniker', Uffz. Walter Strube, blijft nog onduidelijk. Mogelijk is hij in de Waal gevallen en werd hij verderop gevonden en is hij

als onbekende begraven.

gen werd er een nachtjager gesignaleerd.

De overige twee, Uffz. Fischer en Ogfr.

Onduidelijk is of de nachtjager (wsch. een Mosquito van de 100 Group) hen geraakt heeft. In ieder geval is na de aanval het kompas onklaar. Met behulp van radar vliegt men via Munster naar Ahlhorn, maar wegens grondmist kan men het vliegveld niet vinden.

Vychodil werden beide gevangen genomen. Uffz. Fischer probeerde nog de Duitse linies te bereiken, werd echter 20 uur na zijn parachutesprong gevangen genomen. Het toestel crashte, zoals bekend, bij Deest/Bergharen.

Opnieuw zet men koers naar Munster om te

Bronnen:

landen op Handorf, maar ook dit vliegveld vindt men niet. Door het vernielde kompas en gezien de crashplaats is de LI + CN waarschijnlijk verdwaald.

National Archives Washington, USA Deutsche Dienststelle (Wast), Berlijn. J. Wijers/archief Groesbeek Bevrijdingsmuseum 1944. 1. ca. 40 km z.w. van Bremen.

Inmiddels had men nog voor 10 minuten brandstof en besloot de piloot, Uffz. Hans

13


Riet Sipman

Kant in de klederdracht Door de toenemende internationale populariteit van kant en het vervaardigen ervan is in 1982 te Ie Puy-en-Velay de 'Organisation Internationale de la Dentelle au Fuseau et a l'Aguille' (O.I.D.F.A.) opgericht. O.I.D.F.A. biedt de mogelijkheid om op internationaal niveau vele aspekten van kloskant en naaldkan t te onderzoeken. De bijdrage die Nederland aan dit onderzoek levert is een studie naar de kant in de verschillende klederdrachten. Hiertoe is op 20 juli 1985 de werkgroep 'kant in de klederdracht' opgericht. Het doel van de werkgroep is de kant in de verschillende klederdrachten te onderzoeken op de volgende punten:

1. De personen door wie, en de periode waarin de kant werd gedragen. 2. De onderdelen van de klederdracht waarin de kant is verwerkt. 3. De kantsoort en de specificiteit van een kantsoort voor een bepaalde klederdracht, streek en/of periode. 4. De herkomst van de kant - de plaats waar de kant werd geklost; - de personen die de kant ontwierpen en - de materialen vervaardigden; - de materialen en methoden die gebruikt werden voor het vervaardigen van de kant. 5. De route van de kant van oorsprong tot eindbestemming in de klederdracht. De werkgroep werkt met informanten die regionaal op pad gaan en zo feitelijk gestalte geven aan boven bedoeld onderzoek.

Ik acht mij /eer gelukkig sinds een jaar aktief te mogen zijn binnen de Historische Vereniging Tweestromenland en wel specifiek in de werkgroep 'Maas & Waalse Streekdracht en Mode'. Er werken hier enkele zeer enthousiaste en gemotiveerde dames die me al veel wijzer gemaakt hebben. Er is bijvoorbeeld een muts in de collectie (nr. 95), deze heeft een schitterende handgekloste kant met 3 bloemen in een el. Dat bete-

14

Muts nr. 95. Foto: Gerard Rooi/akkers. kent dat de vroegere bezitster rijk was. Want hoe groter het rapport =grootte van het motief, hoe duurder de kant. Trees van lersel -ook een OIDFA-infbrmanteheeft, wat de kant van muts nr. 95 betreft, het volgende gevonden: a. het ontwerp voor het patroon;


NIEUWSBRIEF

juni 1996

Johan van Wezel overleden Op 3 mei jl. is onverwacht de heer Johan van Wezel in zijn woning te Alphen overleden. Vanaf midden 1967 tot in 1993 was hij lid van het bestuur van onze vereniging, waarvan 10 jaren als voorzitter. Toen hij in 1985 terugtrad als voorzitter werd hij uitgeroepen tot ere-voorzitter. Bij zijn uittrede uit het bestuur in 1993 werd hij bij monde van zijn opvolger en toenmalige voorzitter J. Alkemade benoemd tot ere-lid. De heer Van Wezel was in datzelfde jaar 1993 al enige jaren voorzitter van het Stichtingsbestuur van het Streekhistorisch Museum Tweestromenland en voorzitter van de Monumentenstichting Baet en Borgh. Later willen wij in ons tijdschrift terugkomen op de persoon van Johan van Wezel en zijn verdiensten voor de geschiedkundige kennis van het Land van Maas en Waal en het Westelijk Deel van het Rijk van Nijmegen. Vanaf deze plaats willen wij nu zijn kinderen en kleinkinderen, familieleden, vrienden en onze leden toewensen, dat de goede herinnering aan hem de harde werkelijkheid van het gemis mag verzachten. Frans Verheijen, voorzitter


VERSLAG ALGEMENE LEDENVERGADERING HISTORISCHE VERENIGING TWEESTROMENLAND

Datum Plaats

: donderdag 25 april 1996 : Huize St. Elisabeth, Dr. Blanspaviljoen te Beneden-Leeuwen

Tijd

: 19.30 uur

Aanwezige bestuursleden: Mw. W. Berris-Visschers, Mw. G. Derks-Klabbers, HH. J. van den Burg (secretaris), J. Jansen (penningmeester), J. van Gelder (vice-voorzitter), G. van Gelder, G. Rooijakkers, W. van Sommeren, F. Verheijen (voorzitter), C. Visser, W. van Wel Aanwezig volgens presentielijst: ca. 50 leden Notulen: HH. H. de Rouw, W. van Wel 1. OPENING

F. Verheijen opent de vergadering en heet iedereen welkom. Hij zegt verheugd te zijn over de grote opkomst. De vereniging heeft voor deze vergadering de beschikking gekregen over deze mooie ruimte in het St. Elisabeth. Hij verzoekt de aanwezigen niet te roken. Vanwege een aantal belangrijke zaken die aan de orde moeten komen zal het een zware avond worden. Bericht van verhindering is ontvangen van de heren J. Daverveld en M. van der Putten, alsmede van J. Reijnen van Baet en Borgh. Het is jammer dat de heer Reijnen niet aanwezig kan zijn. De banden tussen de vereniging en Baet en Borgh worden weer aangehaald. Op 17 april is een sponsormiddag gehouden t.b.v. de restauratie van de schoorsteen bij het stoomgemaal te Appeltern. Er is voldoende geld binnengekomen om de restauratie uit te voeren. Omdat een aantal zaken betreffende de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging tijdens deze vergadering aan de orde komen leest F. Verheijen de betreffende bepalingen voor. In de statuten staat o.a. dat het Algemeen Bestuur uit een oneven aantal leden moet bestaan. Het aantal moet minimaal zeven zijn. De diverse functies binnen het Algemeen Bestuur worden in onderling overleg tussen de

bestuursleden verdeeld. Volgens de Statuten moet de Algemene Ledenvergadering uiterlijk in maart worden gehouden. Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen in principe schriftelijk. De aanwezigen in een vergadering kunnen echter overeenkomen dat over personen bij acclamatie wordt gestemd en dan is geen schriftelijke stemming vereist. Wanneer echter één van de aanwezigen hiertegen is moet een schriftelijke stemming worden gehouden. Het bestuur kan taken en bevoegdheden delegeren aan commissies. De leden van deze commissies worden benoemd door de Algemene Ledenvergadering.

Naast deze bepalingen uit het statuut is er ook het huishoudelijk reglement van de vereniging, dat in 1985 is vastgesteld. Hierin staat o.a. dat het Algemeen Bestuur moet bestaan uit afgevaardigden uit de diverse commissies en secties. De betreffende persoon moet verder kunnen kijken dan de belangen van de betreffende werkgroep of sectie. Daarnaast moeten 3 AB-leden worden benoemd uit de kring van leden van de vereniging. Voor het lidmaatschap van het AB dienen gegadigden te beschikken over bestuurlijke capaciteiten. Commissies worden ingesteld: a. door de Algemene Ledenvergadering b. door het bestuur, mits de commissie niet voor een langere duur wordt ingesteld dan één jaar. De verslagen van vergaderingen van de commissies en secties moeten via het secretariaat naar het bestuur worden gezonden voor het archief. Alle publicaties in de media moeten eerst het bestuur passeren. Kandidaat-leden voor de werkgroepen en secties moeten worden voorgedragen door het bestuur. Zij worden benoemd door de Algemene Ledenvergadering. 2. VASTSTELLING AGENDA

F. Verheijen zegt dat bij agendapunt 4, Mededelingen, een voorstel aan de orde komt voor vervroeging van de datum van de jaarvergadering. De aanwezigen gaan accoord met de voorliggende agenda.


3. VERSLAG ALGEMENE LEDENVERGADERING 25 APRIL 1995

Tekstueel zijn er geen opmerkingen en het verslag wordt onder dankzegging aan de notulist goedgekeurd en vastgesteld. N.a.v. dit verslag: H. de Rouw werkt sinds 1 januari 1996 gedetacheerd vanuit het Werkvoorzieningschap Nijmegen en Omstreken 30 uur per week bij het Documentatiecentrum en is o.a. verantwoordelijk voor de verslaglegging van de diverse vergaderingen. 4. MEDEDELINGEN

a. Zoals al eerder in deze vergadering gezegd wil het bestuur een voorstel aan de Algemene Ledenvergadering voorleggen om de datum van de jaarvergadering met ingang van 1997 te vervroegen. Het bestuur stelt voor de jaarvergadering in het vervolg te houden op de derde dinsdag van de maand maart. Argumenten hiervoor zijn: - Statutair is voorgeschreven dat de jaarvergadering in maart moet worden gehouden - De instellingen die de vereniging subsidie geven moeten ieder jaar vóór 1 april de jaarstukken ontvangen. De vergadering gaat accoord met het voorstel. b. W. Arts zegt dat op maandag 6 mei a.s. in de 5-uur show op RTL 4 genealogisch nieuws aan de orde komt.

c.

d.

e.

f.

5. INGEKOMEN STUKKEN

Er zijn geen ingekomen stukken. g. a. Blz. 2: Het Dagelijks Bestuur is verkleind en telt nu 5 leden. Het AB was topzwaar door de DB-leden die daarin zitting hadden. b. Blz. 4: De Beheerscommissie nieuwe stijl, die h. op 28 november 1995 werd ingesteld, 'runt' het Documentatiecentrum door ervoor te zorgen dat dit zo efficiënt mogelijk wordt i. gebruikt. De samenstelling van deze commissie is een zo getrouw mogelijke afspiegeling van de gebruikers van het Documentatiecentrum, waarin elk onderdeel tot zijn recht moet komen. j. 6. JAARVERSLAG 1995

W. Arts, medewerker van het Documentatiecentrum, is coördinator van de Beheerscommissie. De commissie werkt in samenspraak met het Dagelijks Bestuur. Het Algemeen Bestuur is accoord gegaan met de weergegeven samenstelling en werkwijze van de Beheerscommissie. Daar de leden van de commissie door de Algemene Ledenvergadering worden benoemd vraagt het bestuur een bekrachtiging achteraf van het instellen van deze commissie. De vergadering gaat hiermee accoord. Momenteel wordt bij het Documentatiecentrum een maandstaat bijgehouden van het aantal door de diverse werkgroepen en secties gemaakte kopieën. Dit is nodig i.v.m. de doorberekening van de kosten aan deze werkgroepen. Er is een extra Nieuwsbrief uitgegaan met daarin o.a. de uitnodiging en de agenda voor deze jaarvergadering. Dit zal in de toekomst vaker gebeuren. Dekking van de extra kosten die dit met zich meebrengt zal worden gezocht in advertentiewerving voor het Tijdschrift en de Nieuwsbrief. De eerder reeds vermelde samenwerking op bepaalde terreinen tussen de vereniging en Baet en Borgh krijgt o.m. gestalte bij de Monumentendag in september. Deze Monumentendag is gewijd aan het Industrieel Erfgoed. Ook de samenwerking tussen de vereniging en het Streekhistorisch Museum loopt goed. In het kader hiervan wordt gewerkt aan een statuut van samenwerking tussen de vereniging en het museum. Van tijd tot tijd vindt overleg plaats tussen het Dagelijks Bestuur en de diverse werkgroepen en secties. Zo blijft het bestuur op de hoogte waar men binnen de vereniging mee bezig is. De gemeente Druten stopt de subsidie aan de vereniging. Daarentegen heeft de gemeente Beuningen besloten de subsidie te verhogen. F. Verheijen zegt het enthousiasme en de inzet te bewonderen, waarmee de leden van het bestuur, van de werkgroepen en van de redactie van het Tijdschrift werken om het doel van de vereniging te verwezenlijken. Blz. 5: In 1995 is het Tijdschrift van de vereni-


ging maar driemaal verschenen. Reden hiervan was o.a. een tijdelijke onderbezetting van de redactie. In 1996 zal ernaar worden gestreefd het Tijdschrift weer viermaal te laten verschijnen. k. Blz. 6 e.v.: In het jaarverslag is een overzicht opgenomen van de activiteiten van de diverse werkgroepen. Presentaties, deelname aan (en organisatie van) contactdagen, het verzamelen en documenteren van informatie: op elk van deze terreinen verrichten de leden van de werkgroepen met inzet en enthousiasme belangrijk werk. l. Naast dit enthousiasme zijn er toch ook zorgen. Het ledental van de vereniging loopt terug. Momenteel zijn er 777 leden. Bovendien treedt een vergrijzing op in het bestand. Een verdere reden van zorg zijn onderlinge spanningen die zich binnen de vereniging voordoen. F. Verheijen roept iedereen op om, met het oog op de toekomst van de vereniging, bij het streven naar het gezamenlijk ideaal onderlinge tegenstellingen en eigenbelang zoveel mogelijk uit te schakelen. Vervolgens vraagt F. Verheijen of de aanwezigen nog opmerkingen hebben n.a.v. het jaarverslag. a. Mevrouw Kamerman-Wilmink zegt dat in het jaarverslag staat vermeld dat het Dagelijks Bestuur in 1995 éénmaal overleg heeft gehad met de Literatuurcommissie. Dit overleg is echter niet doorgegaan. b. De heer Gremmen vraagt of de coördinator van de Beheerscommissie mandaat heeft gekregen van het bestuur. F. Verheijen antwoordt dat de werkgroepen en commissies hun werkzaamheden verrichten in samenspraak met het Dagelijks Bestuur. Er vindt een regelmatige terugkoppeling plaats. c. De heer Gremmen zegt dat de Nieuwsbrief daadwerkelijk nieuws moet bevatten en dat kosten en moeite om een extra editie uit te brengen kunnen worden gespaard wanneer zo'n Nieuwsbrief alleen maar herhalingen bevat. J. van den Burg voert hiertegen aan dat het zinnig is wanneer mensen regelmatig via een

Nieuwsbrief aan zaken, zoals de jaarvergadering, worden herinnerd. d. De heer Gremmen waarschuwt dat de financiële gevolgen van een nauwere samenwerking tussen de vereniging en het Museum in de gaten moeten worden gehouden. F. Verheijen zegt dat het bestuur dit zal meenemen. Vervolgens wordt het jaarverslag over 1995 goedgekeurd en vastgesteld. 7. FINANCIEEL JAARVERSLAG 1995

a. De kascontrolecommissie heeft de jaarstukken nagelopen en in orde bevonden. De commissie doet de aanbeveling de stukken in het vervolg te nummeren. b. W. Arts vraagt waar het verschil zit in de bedragen die bij de sectie Literatuur worden genoemd op de blzz. 9 van het jaarverslag en 8 van het financieel jaarverslag. J. Jansen zegt dat het bedrag in het financieel jaarverslag (ƒ 1.950,24) als het juiste moet worden aangehouden. F. Verheijen suggereert daarop aansluitend dat kan worden gevraagd hoe genoemd bedrag in het financieel jaarverslag is samengesteld. c. Mevrouw Kamerman-Wilmink zegt dat uit het financieel jaarverslag niet valt op te maken welke boeken er zijn aangeschaft. F. Verheijen antwoordt dat deze vraag door het bestuur wordt meegenomen. d. De heer Burgers vraagt waarom de boekenvoorraad zo laag is gewaardeerd. De heer Leussink antwoordt dat diverse boeken op de balans zijn opgenomen voor een lager bedrag dan de reële waarde. e. F. Verheijen zegt dat tijdens de genealogische contactdag op 20 april jl. boeken en nummers van het Tijdschrift, gebundeld rond een bepaald thema, als actie tegen gereduceerde prijs zijn verkocht aan mensen die op die dag lid werden van de vereniging. Vervolgens wordt het financieel jaarverslag met dank aan de samenstellers vastgesteld en wordt de kascontrolecommissie gedechargereerd. f. J. Jansen heeft gevraagd na een periode van tien jaar te worden ontheven van de functie van penningmeester.


F. Verheijen zegt dat dit verzoek met veel dank en respect voor de in die periode verrichte werkzaamheden is ingewilligd. Als blijk van erkentelijkheid overhandigt hij een boekenbon aan de heer Jansen. Deze bedankt voor de attentie, maar zegt tevens met gemengde gevoelens afscheid te nemen als penningmeester, g. Tot slot wordt de nieuwe kascontrolecommissie benoemd. Deze zal bestaan uit: - de heer Van Oyen (Velp; zittend lid) - de heer Duijghuizen (Velp; nieuw lid). Hierbij wordt tevens de heer Gremmen onder dankzegging voor het door hem verrichte werk gedechargeerd. 8. BESTUURSVERKIEZING

Volgens rooster zijn J. van Gelder en C. Visser aftredend. Deze laatste stelt zich herkiesbaar. Hij is reeds 15 jaar bestuurslid en blijft, bij herverkiezing, eventueel nog voor een periode van 5 jaar. F. Verheijen zegt dat zijn inzet in het bestuur groot is en zijn wijsheid onmisbaar. J. van Gelder stelt zich niet meer herkiesbaar. Terugkijkend op zijn 'loopbaan' bij de vereniging is hij sinds 1973 redactielid van het Tijdschrift. In 1974 kwam hij als beleidsadviseur bij het bestuur, waarvan hij in 1975 vice-voorzitter werd. Zijn verdiensten voor de vereniging zijn groot en datzelfde geldt voor de waardering vanuit de vereniging en het bestuur hiervoor. Met de wens dat hij nog lang van zijn nieuw gebouwde serre mag genieten sluit F. Verheijen zijn betoog en overhandigt hij J. van Gelder een palm als afscheidscadeau. In zijn dankwoord schetst J. van Gelder op humoristische wijze hoe hij bij de vereniging is gekomen. De reden van zijn vertrek is het feit dat hij de leeftijb van 70 jaar nadert. Hij neemt zelf het initiatief om te voorkomen dat hij ooit vriendelijk verzocht moet worden om te vertrekken. Hij geeft aan wel nog ĂŠĂŠn jaar lid te blijven van de redactie van het Tijdschrift. Hij wenst de vereniging voor de toekomst een goede samenwerking toe met het museum en met Baet en Borgh. Hij hoopt dat de diverse werkgroepen ook goed hun werk kunnen doen

en dat het ledental van de vereniging weer groeit. Met hartelijke dank voor de fraaie palm wenst hij de vereniging veel succes toe. Vervolgens zegt F. Verheijen dat zich bij de bestuursverkiezingen een probleem voordoet. Statutair moet er een oneven aantal bestuursleden zijn. Vanaf 1979 bestaat het bestuur uit 13 leden. Na het vertrek van J. van Gelder en bij eventuele herverkiezing van C. Visser zou het bestuur uit 12 leden bestaan, een even aantal, en dit is statutair niet toegestaan. Hij vraagt de Algemene Ledenvergadering voorlopig te gedogen dat het bestuur uit 12 leden bestaat. De vacante functies van vice-voorzitter en penningmeester moeten intern binnen het bestuur worden opgevuld. Volgens het huishoudelijk reglement moeten alle werkgroepen, secties en commissies in het bestuur zijn vertegenwoordigd. De leden van de vereniging moeten in het bestuur worden vertegenwoordigd door 3 leden. Dit zijn er nu 4 en bovendien vertrekt J. van Gelder als bestuurslid en in 1997 tevens als redactielid van het Tijdschrift. Gezien het bovenstaande vraagt F. Verheijen de vergadering nogmaals mandaat om het bestuur, wanneer C. Visser wordt herkozen, voorlopig uit 12 leden te laten bestaan. De vergadering is van mening dat hierover niet gestemd hoeft te worden. J. van den Burg geeft aan dat een extra ledenvergadering kan worden uitgeschreven wanneer er nieuwe kandidaten voor het bestuur zijn. C. Visser wordt bij acclamatie herkozen en het bestuur krijgt mandaat om voorlopig met 12 leden verder te gaan. F. Verheijen dankt de vergadering voor het geschonken vertrouwen. 9. BENOEMING NIEUWE MEDEWERKERS VOOR DE WERKGROEPEN

Volgens de statuten moet de Algemene Ledenvergadering de leden van de diverse commissies benoemen. Inmiddels heeft het bestuur de Beheerscommissie 'nieuwe stijl' ingesteld.


Verder zijn er plannen om een commissie in te stellen, die de public relations van de vereniging verzorgt. Het bestuur legt in verband hiermee het volgende voorstel aan de vergadering voor: Hef Algemeen Bestuur werkt het komende jaar aan de herziening van de statuten en het huishoudelijk reglement. Het vraagt de ledenvergadering het mandaat om voorlopig de leden van de werkgroepen en de secties te benoemen. In het jaarverslag over 1995 staan bij de commissies ook de aspirant-leden genoemd. De ledenvergadering wordt gevraagd ook met hun benoeming in te stemmen. De Algemene Ledenvergadering gaat hiermee accoord. Tot slot van dit agendapunt zegt F. Verheijen dat H. de Rouw met ingang van heden verantwoordelijk wordt voor het redactiesecretariaat van het Tijdschrift, indien de Algemene Ledenvergadering hiermee instemt. Ook hiermee gaat de vergadering accoord. 10. RONDVRAAG a. Bij de evenementencommissie in het jaarverslag staat als aspirant-lid genoemd H. van Weem. Dit moet zijn H. van der Weem. b. Mevrouw Kamerman-Wilmink zegt dat in de extra Nieuwsbrief staat dat het jaarverslag na 15 april kan worden afgehaald in het Streekdocumentatiecentrum. Daar zijn echter geen exemplaren in voorraad. Hierop zal volgend jaar worden gelet. c. J. Jansen vraagt of in het vervolg het financieel verslag van het Streekhistorisch Museum eerder beschikbaar kan zijn. F. Verheijen antwoordt dat dit geen verantwoordelijkheid is voor de vereniging. d. L. Kamerman vraagt wanneer de gegevens bekend worden over de vliegtuigcrashes in het Land van Maas en Waal. J. van Gelder antwoordt dat er in het Tijdschrift nr. 88 een artikel hierover gepubliceerd wordt. e. De heer Burgers zegt dat deze vergadering voor de leden wellicht niet zo interessant is, omdat alleen maar over bestuurszaken is gesproken. F. Verheijen antwoordt hierop dat momenteel zakelijke perikelen nu eenmaal prioriteit heb-

ben. f. De heer Burgers zegt dat eerder is gesproken over een nauwere samenwerking tussen de vereniging en Baet en Borgh. In dat kader is hij teleurgesteld dat hij als lid van de vereniging niet bekend was met de sponsormiddag voor de restauratie van de schoorsteen van het stoomgemaal te Appeltern op 17 april jl. g. Mw. Van Pelt zegt dat er een surplus is aan oude nummers van het Tijdschrift. Kan hier niet op worden bezuinigd door een geringere oplage te laten drukken? F. Verheijen zegt dat men bezig is met een nieuwe werkwijze voor het Tijdschrift. Daarbij kan deze suggestie ook worden meegenomen. h. De heer De Kok zegt dat de Lion's Club besloten heeft een bedrag van ƒ 3.800,- te schenken aan het Streekhistorisch Museum. 11. SLUITING

F. Verheijen zegt verheugd te zijn over deze schenking. Niets meer aan de orde zijnde sluit hij de vergadering nadat hij heeft meegedeeld dat na afloop van de vergadering nog gelegenheid bestaat een bezoek te brengen aan het museum.

EVENEMENTENKALENDER 1996

Zaterdag 14 september: Monumentendag 1996 1996 is het jaar van het Industriële Erfgoed. De Landelijke Monumentendag 1996 zal daarom in het kader staan van het Industriële Erfgoed. De Monumentenstichting Baet en Borgh, het Streekhistorisch Museum Tweestromenland en de Historische Vereniging Tweestromenland willen in overleg met de vijf gemeenten in het Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen West deze dag organiseren. Verdere informatie over deze dag zal in de regionale en plaatselijke media gepubliceerd worden.

Dit betekent voor de leden van de Historische vereniging dat de Historische zwerftocht door Batenburg op 8 september komt te vervallen. In overleg met Baet en Borgh en het Streekhis-


Al met al zeker de moeite waard om deel te nemen. Kosten per persoon: f 65,00. Opgave alleen mogelijk met het aanmeldingsformulier Opgave/inschrijvingen per telefoon moeten alsnog een formulier inzenden. Dit verplicht u tot deelname. Wij moeten dit doen om dat er in het verleden mensen zich opgaven en vervolgens niet meeZATERDAG 21 SEPTEMBER: gingen en dus ook niet betaalden. De kosten NAJAARSEXCURSIE NAAR HATTEM worden begroot op een bepaald aantal deelneOp deze dag zullen het Streekmuseum Hat- mers. Alleen bij ziekte of overmacht geldt dit tem/Voermanshuis, het Anton Pieckmuseum en niet. het Nederlandse Bakkerijmuseum ' Het Warme Land ' bezocht worden. Voor de koffie met kra- Nederlands Bakkerijmuseum "Het Warme keling zal het Nederlandse Bakkerijmuseum zor- Land" gen. Na de koffie volgt een rondleiding door de Twee laat-middeleeuwse stadsboerderijen, een N.H. Kerk. eeuwenoude stalhouderij en bijbehorende gelagHierna gebruiken we de lunch in restaurant De kamer, in de aloude binnenstad van Hattem, bieFranse School. Na de lunch een stadswandeling den een sfeervol onderdak aan het grootste en onder leiding van deskundige gidsen. Tijdens meest veelzijdige bakkerijmuseum van ons land. deze rondwandeling worden het Anton Pieckmu- De gebouwen zijn onderling verbonden via een seum en het Streekmuseum/Voermanshuis kelder-labyrinth.Luisteren naar een boeiend verbezocht. haal, zelf de handen uit de mouwen steken tijDe dag wordt besloten met een drankje in res- dens de krakelingenwedstrijd in het museumtheater, geurige houtovenbroden te voorschijn taurant de Franse School

risch Museum Tweestromenland zal deze Zwerftocht nu op 14 september georganiseerd worden. Verdere informatie: Via de regionale en plaatselijke media of via 024-6413012 of 0487502112

Hierlangs afknippen!

AANMELDINGSFORMULIER NAJAARSREIS HATTEM Kosten ƒ 65,—, over te maken op giro 2622012 t.n.v. Penningmeester Tweestromenland Wijchen.

Inzenden: uiterlijk vrijdag 13 september aan: Evenementencommissie Tweestromenland, Postbus 343, 6600 AH Wijchen.

Naam/voorletters: Straat/huisnr.: Postcode/woonplaats: Opstapplaats: Aantal deelnemers:

Datum:

Hantekening:


zien komen uit de met takkenbossen gestookte houtoven (Zaterdag- en woensdagochtend, genieten van een kopje koffie met een reuze-

roomboterkrakeling . Het is slechts een greep uit het veelzijdige aanbod van "Het Warme Land" Streekmuseum Hattem/Voermanshuis Het Streekmuseum Hattem/Voermanshuis is in een schitterend 17e eeuwse patriciĂŤrswoning gehuisvest. Ambacht- en klederdrachtzolders, een zilver- en aardewerkcollectie maken deel uit van de "permanente expositie". Op de eerste verdieping organiseert het museum regelmatig boeiende gelegenheidsexposities. Sinds 1993 zijn de geheel in stijl gerenoveerde "Hattemse Kasteelkelders" voor het publiek opengesteld. In de historische tonggewelven-kelders van het museum is een permanente expositie te zien rond het voormalige kasteel van de hertogen van Gelre: "De Dikke Tinne". In het aangrenzende Voermanshuis ligt het accent op de Kunst. Er is een veelzijdig overzicht van de Hattemse Usselschilder Jan Voerman sr. en zijn zoon Jan Voerman jr.. Junior maakte grote naam als illustrator

8

van de legendarische " Verkade Albums Anton Pieckmuseum Voor u het Anton Pieckmuseum betreedt, passeert u een idyllisch 'hofje'. Rondom een waterput, waar Pieck's houtsnede " Putje van Asssissi (1930) " model voor stond, werd en verstillende tuin aangelegd, omzoomd door 17e eeuws huizen en muren met zicht op Hattems molen " De Fortuyn". In het museum, dat door de kunstenaar zelf werd vormgegeven, vindt u onder meer olieverfschilderijen, aquarellen, illustraties voor kalenderplaten en boeken, reistekeningen en modelstudies. De collectie biedt een overzicht van tachtig jaren; een prijswinnende pasteltekening uit 1906 tot een olieverfschilderij uit 1987. Op de bovenverdieping vindt u de grafiek en etsen; droge naaldetsen, litho's en houtsneden. Naast tal van nieuwe aanwinsten zijn Pieck's werkhoek te zien, zijn etspers, de laatste tekening waar hij tot het moment van zijn dood aan werkte en het grootste schilderij dat de kunstenaar ooit maakte tentoongesteld.


b. een doorsteek, die werd gemaakt om te kijken of het ontwerp uitvoerbaar was door een zeer ervaren kantkloster; c. nog een doorsteek, gedateerd 18 mei 1909 en gesigneerd door G. Wer.L. wat staat voor Gebroeders Werkers-Lockefeer te Kieldrecht, België; d. het perkament waar uiteindelijk de kant op gewerkt is van muts nr. 95. e. een strook kant uit haar eigen bezit, afkomstig uit de Noord Veluwe. f. een strook kant uit de collectie van het Nederlands Openlucht Museum. g. een perkament van weer een variatie.

Van de geborduurde tulen bol van muts nr. 95 weten we niets speciaals. Het geborduurde heet plumetü. Het werd gewerkt met de borduurnaald in variaties rijg-stik- en platsteek.

Bovenstaande geeft aan hoe moeilijk, maar ook hoe interessant dit zoekwerk is. Kant werd nl. niet gesigneerd zoals schilderijen,

toch is het behalve een ambacht, ook wel degelijk kunst. Naschrift

Naar aanleiding van bovenstaand artikel wil ik nogmaals een beroep doen op lezers van archief van M. Werkers) zijn deze kanten ook dit artikel om, indien men in het bezit is, of teruggevonden. In mei 1914 zijn er 2x3 ellen iemand weet die kleding en/of streekdracht in voorraad. Deze kanten werden voor zover heeft waar kant aan is verwerkt, contact op te we weten verkocht per 3 el = 2.17 mtr. In nemen om op deze manier nog meer in/icht november 1914 is ervan deze kant verkocht te krijgen in de verwerkte kant in ons werkgeaan een handelaar in Zwolle, maar ze zijn bied. ook geleverd aan Tholen. Wies Berris-Visschers, coördinator Maas en De hierboven omschreven kant van muts nr. Waalse Streekdracht en Mode. 95 is gedragen in de buurtschap Wezel (Wij- Tel: 024-6417461 of Documentatie Centrum: chen). 024-6413012. In de afwrijfselboeken

(behorend tot het

15


16

18

17

[OHANNES JACOBS

MARIA HUU

zn. van

en

19

CORNELIS WILLEMS

dr. van

zn. van

en

Wilhelmus Willems en

Agneta

t

*

* Heumen 20-3-1723

t

* Balgoij 27-9-1724 t Malden 27-8-1783

t

woonde te Hassem (Dld)

21

zn. van

dr. van

en

en

*

*

t

t

AGNETA CORNELISSEN

landbouwer ~ Hassum 1758 t Malden 13-6-1813

~ Malden 20-7-1753 t Malden 22-8-1819

25

WILHEL-

oo (2) Malden 9-7-1786

en

en

Allegonda Joh. van Mill

* Groesbeek 3-10-1732 t Groesbeek 6-3-1804

* Groesbeek 7-1-1734 t Groesbeek 8-11-1809

* Reek 1-10-1735 t Reek 1-8-1801

*

t Reek 3-8-1798

27

PETRONELLA NIKKELEN dr. van Hendrikus Nikkelen en Alberta Theunissen

dr. van

zn. van

Nicolaas Theunissen en Johanna Janssen

Hendrikus

* Hatert

* Hees

* Heumen

t Malden 3-2-1814

t Malden 9-1-1827

t Malden 7-11-1794

Sweertz en Grietje Dercks

13

12

11

29

28

HUBERTUS SWEERTS

zn. van Antoon Kloosterman en Johanna v d Water

oo Hees 6-2-1774

oo Demen 18-8-1765

* Heumen 25-3-1760 t Malden 19-11-1795

oo (2) Malden 11-10-1788 14

30

31

WILHELMUS WILLEMS

MARIA POELEN

zn. van

dr. van

Wilhelmus

Wilhelmus

Willems en Lourensen

Poelen en Agneta Janssen

* Heumen 18-5-1754 t Malden 12-6-1813

* Heumen 2-2-1766 t Malden 9-1-1844

Johanna

00

15

WILHELMINA TUSSEN JANSSEN

MARCELLINUS SCHRAVEN

JOHANNA KLOOSTERMAN

JOHANNES SWEERTS

WILHELMINA WILLEMS

~ Groesbeek 16-6-1773 t Groesbeek 20-1-1804

landbouwer ~ Demen 18-3-1774 t Malden 3-10-1869

~ Malden 30-1-1773 t Malden 11-2-1860

landbouwer ~ Malden 27-7-1789 t Malden 27-7-1866

~ Malden 9-9-1794 t Malden 2-3-1860

landbouwer t

dr. van

dr. van Nicolaas Hendrix Wijers en Hendrina Janssen Lamers

10

JOHANNES GERRITS

zn. van Nicolaas Schraven

zn. van Johannes TijssenWander en Johanna Gerrits

26

JOHANNA MICHAEL MARIA v OUDEN- KLOOSTER- KLAASSEN VORST MAN

MUS

oo Groesbeek 16-4-1758

00

9

8

24

23

JOHANNA CLAASEN

SCHRAVEN

» Heumen 4-5-1747

JOHANNES JACOBS

22

MATHIJS JANSSEN

dr. van Amoldus Pieters en Helena (Ida) Janssen

Janssen

*

20

WILHELMINA ARNOLDS

oo Malden 19-4-1804

oo Groesbeek 10-7-1801 4

» Malden 22-4-1826 6

5

7

HENDRIKUS JACOBS

JOHANNA JANSSEN

JOHANNES SCHRAVEN

PETRONELLA SWEERTS

landbouwer ~ Malden 11-8-1792 t Malden 1-2-1861

~ Groesbeek 17-10-1797 t Malden 14-9-1870

landbouwer ~ Malden 12-10-1810 t Malden 22-4-1880

~ Malden 3-5-1827 t Malden 23-5-1859 oo Nijmegen 27-6-1850

oo Heumen 26-7-1828

3

2

JOHANNES JACOBS

MARIA SCHRAVEN

arbeider * Malden 17-9-1832, t Malden 10-12-1891

* Malden 26-5-1852 t Malden 30-1-1930 oo Heumen

20-7-1877 1

PETRONELLA dr. Maria Jacoba Willems, * Keent 8-2-1902, t Nijmegen 16-6-1991 oo Hendrikus L. Francissen, * Keent 8-2-1899, t Groesbeek 7-7-1979

* Overasselt t Nijmegen

oo Balgoij 12-4-1901, Jacobus Willems, Opgemaakt met WordPerfect 6.0. Afgedrukt met HP laserjet. RCC

16

JACOBS 8-10-1880 24-8-1969 * Keent (Balgoij) 7-10-1870 t Velp (NB) 27-1-1957 Inzender: P.J. Francissen Goalbertstraat 16, 5521 GB Eersel

17


P. Th. van Hoogstraten

'Dagboek van tante Marie* (II) Hel was dan zaterdag 2 januari 's middag 12 uur dat we rondom geĂŻsoleerd waren met water. De gang beneden was alleen nog gedeeltelijk droog, maar op straat stond reeds een % M water. Daar kwam opeens Jac. water geplonsd, om ons nog zoo noodig van het een en ander te voorzien. Dit zou voor mij een schoone gelegenheid zijn om mede naar Puiflijk te gaan, maar jawel zij durfden mij niet mede te nemen, daar hel volgens hun veel te gevaarlijk was. Volgens hun beweren waren zij drijvend hout en boonenstaken tegen gekomen, waarvoor het paard schijting werd enz. en of ik al beweerde als zij er konden komen, ik het evengoed kon wagen, wat

ook netjes van overlast ontruimd en hadden daardoor een gezellig en prettig aanzien gekregen, net als of we beneden huisden. De vulkachel brandde heerlijk, we vulden ze matig, zoodat we er bovenop nog wat koken konden. Dit gering kookmiddel met nog een petroleummachientje (4 pitten) moesten we ons mede behelpen. En dan was de petroleum zeer schaars; we hadden wel 2 bussen (8 liter) vol gehaaldt maar daar was 's nachts met ruimen al zooveel van verbruikt en dit moest ons met die langen avonden ook nog van licht voorzien. Daar kregen we dan ook het eerst gebrek aan. We waren er al heel zuinig mee omgesprongen 's avonds reeds kaarsen ontstoken, maar als men er mee water en

zij konden, kon ik ook. Als Moeder het mij

eten koken moest is het zoo gauw geslonken.

niet verboden had en niet zoo beangst geweest was, had ik het beslist gedaan. Jan was er ook voor en zou mij met wat kisten of stellage wel op de kar geholpen hebben, want dit kon niet aan huis door klein poortje komen. Enfin, alzoo was ik gedrongen hij Moeder op het hovenhuis door te brengen tot zich mogelijk eene andere gunstige gelegenheid daarvoor aanbood. Nu dat de kar vertrokken was, gingen we nog wat rusten, daarna wat gebruiken en toen zouden we onze bovenkamertje, die opgeproft was, van al het mogelijke wat we daar bergen konden, naar behooren te schikken. Alles lag zoo door elkaar, dat zij zoowat niets konden vinden. Wat nog hooger op geborgen kon worden, werd versleept, alles zoo goed mogelijk een orderlijk plaatsje gegeven, zoodat Jan over jas en pet weer terecht kwam. Daarbij was Moeder ook bang dat de 1ste zoldervloer, welke al oud was en met niet te flinke ribben voorzien was, wel eens kon verzakken en dan was het laatste nog erger dan het eerste. Het zwaarste en het meeste moest dan ook naar de bovenste verdieping, dit was nog een geheele nieuwe vloer van goede,diepe ribben voorzien, daar wisten we alles volkomen veilig. Zodoende waren intusschen de kamertjes

Er waren wel geregeld schuitjes in de vaart die ons van het allernoodigste kwamen voorzien, maar aan petroleum was geen aankomen aan. Onze buren die ook boven woonden en een gat in de schoorsteen geslagen hadden, om zich in die koude dagen eenigzins te kunnen verwarmen, riepen al om kolen, hetwelk al evenmin aangevoerd werd. Daar wij nogal veel entrecieth naar boven gewerkt in voorraad hadden, zoo konden wij hun daarin helpen en gaven dit met het bootje over. Zij konden nog wel wat petroleum missen en kregen van hun l bus, waarmede we voorloopig weer geholpen waren, en zoo redden we mekaar. Het water dat intusschen de beneden dorpen en de laagste gelegen plaatsjes ingelopen was en zoodoende aangeloopen was, begon daarna zachtjes maar toch geregeld te stijgen, zoodat onze meeste huren, die opgehuchte of pollen woonden, genoodzaakt werden boven een goed heenkomen te zoeken. Bij vele was het vee reeds naar elders gebracht, maar bij sommige van hun kwam dit in het water te staan. Goede raad is duur, wat nu te beginnen, er mede van hun erf afgaan ging slecht, alles rondom water, maar van alles er onder werken en ophoogen, dat was de eenigste weg. Zoo

en (jer. Megens met paard en kar door het

18


Maasbommel, Watersnood 1926, ingestorte boerenschuur op de hoek van de Bovendijk en de afweg naar de Heerstraat. Eigendom van de familie De Krijger. hoorden we van onze buren, natuurlijk met boven door het raam te roepen vername we zulks, dat van Amstel met 2 mijten onged-

laatste heb ik zelf gezien toen ik later met de

boot er voorbij vaarde. Het voeder werd met booten aangebracht. Evenals zoovele andere

menschen niet bedacht waren dat het water ophoogen; ook kwamen ze met vletten bos- zoo hoog zou komen, werden ook wij sen riet dat bij buurman van Someren op beangst dat het nog overgebleven vee daardrijven stond, halen om maar te kunnen van nog last kreeg. In den nacht van 3 op 4 ophoogen. Willem Litjens die maar steeds Jan. steeg het water onzetterid veel. Wij gingehoopt had dat het bij hem hoog genoeg gen steeds onder aan de trap in de gang de zou zijn, moest ter elfder ure met vee door witte muurtegels tellen hoevele er nog boven het water richt toe door Mijnheer Pastoor stonden. Daar er eerst hoegenaamd weinig zijn tuin en zoo de kerk in, welke in deze tijd of niets geen was te bespeuren, toen klom van nood voor veeberging gebruikt werd. Er het al maar door. van zorg kon ik niet slapen was een afgerastert terreintje onder de en ging 's nachts om 2 uur even kijken hoe preekstoel, welke vol varkens lag. Toen het hoog het stond en jawel het was sinds 's water nog steeds steigende was, bleef de kerk avonds bijna een tegeltje gewassen, zoodat de varkens enz. nog ongeveer 10 M er boven nog niet vrij en moesten onder het vee nog wat ondergewerkt worden en 2 man aanhou- was. Onze zorg klom met het water mee wat dend maar water naar buiten scheppen, dit te doen, alles rondom water, dus er af kon orscht erwtenstroo

de

beesten

moesten

19


niet; gelukkig dat de opkamer welke grensde

och 'och' wat was dat toch een vreeselijk

aan de z.g. bijkeuken of geut, een slaapkamer was, waarheen wij ze in tijd van nood

werk, haast niet om te doen; als we niet zoo in nood gezeten hadden, dat het vee verdrin-

nog bergen konden, maar daar zagen we met

ken kon, zouden we het ook onmogelijk

ons weinig en dan nog vrouwelijk persooneel erg tegen op, en wachten het uiterste af op

gekunneri hebben, het was bovenmenschelijke kracht. We hadden in het touw knoopen

hoop dat het water toch eens tot stilstand zou komen. In die zelfde nacht 's morgens te 5

gelegd, anders konden we het niet houden, want die varkens gingen er zoo aan hangen

uur werden we opgeschrikt door een hevige

dat het koord ons, des ondanks nog door de

knal en Moeder riep, och kinderen het ach- hand striemde, later deed fan er nog een dik terhuis zal ingestort zijn en l, 2, 3 er uit om hout aan, waarmee we beter houvast hadden, te zien wat er lag. Wij konden zulks bezien want onze handen waren haast gaar gerukt. door de tuimelraamtje en alles stond achter Dat Jan zich niet verbeurd heeft, begrijpen gelukkig nog als voorheen, toen weer naar we nog niet, want soms als hij die varkens beneden en in die tusschentijd (van 2-5 niet aan de trap kon krijgen, sleepte hij ze uur) was het water zoover gestegen dat het met dat knuppeltje aan het touw heel alleen vee maar 2 M meer boven water lag. Toen voort tot ze (want wij moesten met 2 boven dachten we, die vreeselijke knal zullen wel liggen aanvatten) in ons bereik gebracht had waarschuwingsschoten

geweest

zijn,

om

en ze waren zoo vies en vuil en dan dat helsch geschreeuw er nog bij. Zoo hadden Later echter vernamen we dat den dijk te we 4 varkens, twee a 7 wekense kalveren en Dreumel met dinamiet doorschoten was. hond boven gekregen, maar hoe moesten we Hierdoor moest het water weer door uitlos- ze voeren ? In nood leert men van alles. Tot sen de Waal in en die dijk was haast niet stuk nog toe konden we op stellage hun droogte krijgen geweest. Men had daar den gan- voets bereiken maar nu, telkens natte beenschen nacht doorgewerkt en gedurig gepro- en gaan halen, deden vee als het anders kon beerd te doen springen, almaar mis, zoodat liever niet. Dan maar een gat boven in de al de dinamiet verbruikt was, zonder resul- brandmuur geslagen, daardoor heen kruitaat, en weer om nieuwe voorraad op te doen pen, waarmee we alzoo van het boven vooreen heelen tijd in beslag nam, tot het hun huis op de achtergelegen zolders konden eindelijk gelukte. Wij moesten met allen ijver komen. De kippen welke op Moeders slaapaan het werk om dat vee boven te krijgen; dat kamer huisden, hetgeen wel iets hooger gelewaren zoowat 7 a 8 trappen hoog. En de kal- gen was, kregen na een halve dag ook te veren dat ging goed, maar die onnutte var- kwaad. We hadden nog zoo'n open bibliokens; schreeuwen dat we mekaar niet kon- theek, waarop we twee oude deuren spijkerden verstaan en altijd maar trachten tegen te den, hetgeen nu als drijvende vlot op die werken. Jan had een flink, nieuw touw dat kamer kwam, waarop de kippen konden zitniet al te dik was, klaar gemaakt om dit hun ten. In de zolder boven hun zaagde Jan een achter de voorpooten vast te binden en alzoo gat in, waardoor men ze mais kon toewerpen moesten Anna onze dienstbode en ik boven en water hadden ze in overvloei. Gelukkig gaan liggen en als Jan met Nelly ze zoo ver maar dat Jan al die spijkers met timmergetot aan den trap gesleept hadden (dit laatse reedschappen naar boven gebracht had, was al zoo vermoeiend dat fan al op was eer anders zou hij weinig hebben kunnen timhij zoover er mĂŠĂŠ was) reikte ze ons het touw meren en dat kwam toch zoo dikwijls van pas.

maar te redden en vluchten wat rnen kon.

aan, en dan moesten Anna en ik uit alle macht trekken en Jan en Nelly moesten maar

Door het vele aandrijvende hout gingen alle raamtjes in 't achterhuis stuk en van elkaar nu was Moeder ook bang dat die mooie aan een stuk groote spiegelramen in de voorka-

zien van achter het varken aan duwen en hijschen. Ook zaten de pooten aanhoudend tusschen de taptreden (welke van achteren mers zouden stukgeslagen worden. Alweer open waren) in en die er uit moesten heffen, Jan, kun je er niets voorslaan om te bescher-

20


In de barre urinterkou in de straten van Beneden-Leeuwen met op de voorgrond dr. Van Haagen. men, ja als we die zonnescherm planken

de hand het water in, welke nalarig visschen

kunnen nemen die passen juist en hebben er ook zooveel als er ramen zijn. Maar hoe dit te doen, daar alles rondom water stond. Ook daar werd wat op gevonden, maar je moet mij laten begaan zei Jan. Doordat we een gat in de brandmuur geslagen hadden, konden we boven in het achterhuis komen en konden alzoo bij de groote en kleine ladder komen om die naar voren te sjouwen. Met die groote ladder was dat lastig werk, omdat men niet voldoende ruimte had om te draaien en te zwenken, maar met vele moeite kwamen we ook daarmede gereed. Nu werden beide die ladders boven uit raam gelaten, de kleine had broer noodig daar hij anders te ver van zijn werk afstond en zoodoende die breede passende planken tegen het kozijn kon slaan. Met die werkzaamheden ontvielen hem een paar malen de gereedschappen uit

met den rijf of griesel werden opgehaald, maar hij had den tijd, kon boven toch niets uitzetten en kon daarom op zijn gemak alles beregelen en voorzien. Intusschen huisden wij gelaten en tevreden in ons lot in ons bovenhuis, welke we zoo gezellig en geriefelijk mogelijk hadden ingericht. Gelukkig dat pas 2 a 3 jaren geleden alles boven zoo mooi was verbouwd, tot zelf een W.C. daar was aangebracht, welke nu zoo van pas kwam. De 2 staande klokken had Jan bovenop de gang ook op streek gebracht en tikten er luslig op los, maar we wisten dal alle uurwerken met versjouwen stil stonden, op geen uur na hoe laat het eigelijk wel was, en de klokken werden natuurlijk 's morgens, 's middags en 's avonds, niet geluid. Niet alleen dat ze zulks niet konden, maar dat mocht in zulk een tijd ook niet. We hadden verschillende keren al

21


naar gevraagd als er een boot passeerde tot er eindelijk een was die een horloge had en

pen en waarop ook de vulkachel stond en

wist te zeggen hoe laat het precies was. Dat

konden we 's nachts heelemaal afsluiten zoodat we daar geen last van hadden. Op de middenste balconkamer de dienstbode Anna Rossen, op de groote logeerkamer Moeder en Nelly, en op de keukenzolder Jan. In deze toestand heb ik thuis zoowat 8 dagen doorgebracht en gedwongen te blijven daar ik tot

was nu toch niet zoo erg, we hadden toen

alles bezorgd en in veiligheid was, niets meer te doen en gingen 's avonds vroeg te bed en bleven 's morgens lang uitslapen. We behoefde immers toch niet naar de kerk en niet te melken enz; ook hadden we niemand te verwachten, en zaten alzoo heel rustig op ons

tevens als huiskamer dienst deed die kachel

dan toe geen gelegenheid had te vertrekken.

eigen. Alleen als er een boot in 't zicht was,

Ik was ten zeerste bezorgt over Oom en

moesten we opletten, om als we iets te kort kwamen, ze aan te klampen of ze soms dit of dat bij hun hadden. Ik heb nog eenige brieven met heel veel nieuws naar familie

omgeving, als ik ooit te Puiflijk thuis had

geschreven, welke allen toch zoo nieuwsgie-

rig waren, hoe het met ons gesteld was, welke brieven gereed lagen met de schuit mede gegeven te worden. Ons zusje Pauline te

Erlecom bij Oom Bertus steeds wonende, was toch ook zoo belangstellend hoe het ons ging eveneens te Oisterwijk waarvan wij 2 telegrammen ontvingen de 1ste hoe het ging er of wij toch maar naar hun zouden komen en de 2de of Jan waterlaarsen had, dan zouden zij ze zenden. Laarsen had broer wel niet, maar kon toen er toch weinig gebruik meer van maken daar alles geregeld was; in het begin zouden die wel terdege van pas gekomen zijn. In Druten waren van regeeringswegen wel een bezending laarsen die tot aan de heupen richte aangekomen en die gezien, die gegronder! reden opgave, konden die verkrijgen maar waren o' zoo vlug uitgedeeld, want op de 1ste plaats werden die aan de mariniers met helpers en lui in

openbaren dienst der gemeente verschaft.

moeten zijn dan was het nu, er was toch zoo veel te beredden en na te zien met al die vreemde menschen in huis. Dagen achtereen als er een boot in 't zicht was, deed ik mantel en hoed aan of er soms gelegenheid was met hun mede te varen tot aan den dijk, dan zou ik verders wel naar Druten gelopen hebben en vandaar uit bestond beter gelegenheid naar Puiflijk te varen, daar zij alles wat kruideniers waren, poststukken en dergelijke van Druten uit betrokken moesten.

Maar was dikwijls nul op 't rekest. Die lui moesten daar en daar de menschen van levensmiddelen voorzien, daar vee gaan redden hetwelk toch ook noodiger was, dan waren het weer mariniers (soldaten) waar ik niet mede wilde gaan, dan was het weer te slecht, regende enz. en dan was het in den namiddag (dit laatste wel het meeste) volgens Moeders bezorgdheid te laat om mijn

doel te bereiken. Verbeel je, volgens Moe, je komt daar tegen den avond (half vijf was het reeds donker) te Druten aan, waar zul je blijven als er geen boot gaat, je staat daar zonder hulp als meisje alleen enz. uw Moeke was al te bang, ik zou er mij best doorheen geslagen hebben; wij waren nogal bevriend met oud

Zoo leefde wij eenzaam en zoowat van de buitenwereld verlaten op ons rustig eilandje voort: hetgeen we naar on/e doen zoo gerie- burgermeester Verheven daarheen zou ik felijk en gezellig mogelijk hadden ingericht. mij wel begeven hebben alsook inlichtingen Op de bovenkamer lings op Deest aan, stond omtrent mijn verdere reis.

een 2 pers. ledikant waar Johanna en ik slie-

22


. LiteratuurSignakment^ ^' •

__

rt_.._. —^ -

.-,--- ^

l .dB<^^»«

11 i- •—i ^i'T^li

" '"1-

-

f

In Tweestromenland nr. 87 (1996/11) is na blz. 26 een gedeelte van het LITERATUURSIGNALEMENT weggevallen. Het betreft de volgende titels:

* JUBILEUM, - 't Spinnewiel extra feestelijk door nieuw interieur; in: De Waalkanter, d.d. 11-03-1993, afb. (339.17 en 646) Stoffenhuis Druten 40 jaar

bestuurskundige verkenning van de institutionele ontwikkeling; Hilversum, 1993. (352.91) onder redactie van J.C.N. Raadschelders en T.A.J. Toonen * AANGRIJPENDE, - gebeurtenissen in krant; in: De Waalkanter, d.d. 29-04-1993 (355.48) meistaking 1943

* DUFFHUES, T. e.a., ... verleden in het land van Maas en Waal. Bijdragen over 125 * GEDENKSTEEN, - bij voormalig kamp in jaar Notariaat Roes; Zwolle, 1993; 176 p., Helden-Dorp; in: Dagblad voor Noordaft>n. (347.9 en 929.5) Limburg, d.d. 15-07-1993 (355.48) kamp Bovensbos, waarbij onder andere Winssen Knokploeg Maas en Waal betrokken was * VIJFENTWINTIG, 25 Jaar Woningstichting Rivierenland 1968-1993; Tiel, 1993; 60 * GELDER, J. [A.] van, De Meistaking 50 jaar geleden; in: Tweestromenland, nr. 76 p., afbn. (351.77) (1993/11), p. 3-11, albn. (355.48) * WONINGSTICHTING, - Rivierengebied viert 25jarig bestaan; in: De Waalkanter, * HERDENKINGSKRANT, - 4 mei 1943; Beneden Leeuwen, 1993; 8 p., afbn. d.d. 08-04-1993 (351.77) (355.48) * ZILVEREN, - Woningstichting Rivierenland op weg naar toekomst; in: De Waal- * KOUWEN, C. P. J. van, WTinter aan de kanter, d.d. 29-04-1993, afb. (351.77) Waal; in: Tweestromenland, nr. 75 (1993/1), p. 19-25, albn.; en nr. 76 * FUNCTIONEREN, Het - van het Polder(1993/11), p. 25, tek. (355.48) district Groot Maas en Waal; Druten, 1986; 7e Canadian Reconnaissance Regiment winter 1944-1945 aan de Waal 16 p., afbn. (352.91) brochure b.g.v. de open dag 28-11-1986 * LEIDER, - van verzet in Helden wordt * WATERSCHAPPEN,-; z.pl., 1992; 16+4 p., posthuum geëerd; in: Dagblad voor Noord-Lirnburg, d.d. 17-07-1993, afb. afbn. (352.91) (355.48) brochure uitg. door de Unie van Waterkamp Bovensbos, waarbij onder andere schappen Knokploeg Maas en Waal betrokken was WATERSCHAPPEN, - in Nederland: een

23


* OORLOGSJAREN, De - 1940-1945. Was er wel "verzet" in Maas en Waal?; in: De

nieuws: Beuningen; in: Gelders Erfgoed,

1993/3. p. 23 (725.4)

Waalkan ter, d.d. 29-04-1993 (355.48) SNIJDERS. A., De slag op de Mookerheide en de gedenktekens in de N.H. kerk te Heumen; in: Dichtbij, d.d. 16-08-1988 (355.48 en 725.94) Vervolg LTTERATUURSIGNALEMENT

* [GELDER. |. A. van], Gafé-camping De Tolbrug in Bergharen onder nieuwe beheerders; in: Hier en Ginder, jrg. 34 nr.

4 (april 1993), p. 51-52, afb. '(725.7 en 336.4) * DORPSHUIS, - Altforst al 25 jaar middelpunt van activiteiten; in: De Waalkanter. d.d. 21-10-1993, afb. (725.8)

* GROENEVELD, J., Veranderend Nederland. Een halve eeuw ontwikkelingen op het platteland; Maastricht/Brussel, 1985; * [GELDER. J. A. van], Muziekkiosk cul256 p., afbn., krtn., lit., tabn., tekn. (711) tuurgoed; in: Hier en Ginder, jrg. 34 nr. uitg. Natuur en Techniek 12 (dec. 1993), p. 169-172, afb. (725.8) p. 118-129: Land tussen de rivieren * WABEKE, L, Beschrijving Beschermd Dorpsgezicht Leur, gein. Wijchen; Arn* GELDER.J. [A.] van, Het Hernense Meer; in: Tweestromenland, nr. 76 (1993/11), p. hem. ^992; 20 p., afbn., bijln.. krtn., lit. 12-14, afb. (712) (725.94) * SCHOUW, - monumentale bomen; in: De

Waalkanter, d.d. 22-07-1993 (712) * ROOIJAKKERS, G., en P. van BERNEBEEK, De bouw van het gemeentehuis in Overasselt. Een reconstructie aan de hand van de verslagen van de Openbare Raadsvergaderingen; in: Tweestromenland, nr.

* WABEKE, beschermd. verstedelijkt land, nr. 78 (725.94)

J..

Dorpsgezicht

Leur

I^eur blijft landelijke oase in gebied; in: Tweestromen-

(1993/IV). p. 27-29, alb., krt.

* ARTS., W. M. G., en H. J. van (APELLE-

75'(1993/1), p. 11-13, 16-18, afbn., tekn. (725.13)

VEEN, De enige door architect H. J. van luider ontworpen kerk in "Maas en Waal"; in: Tweestromenland. nr. 77

VERMOOTEN, M., en T. SMIT, Spoor-

St. Barbarakerk Dreumel

(1993/111), p. 3-22, afbn., tekn. (726.54) tocht langs oude en nieuwe N.S.-stations:

Utrecht, Gelderland; Hapert. 1991; 187 p., * ARTS, W. M. G., en H. J. van GAPELLEafbn., lit. (725.3) VEEN, De kerken van architect G. van Dijk 75 stations in Gelderland, w.o. Wijchen ENDEDIJK, L., Bcatrixmolen verplaatst; in: De Hollandsche Molen, jrg. 3 nr. 12

(nov. 1988) (725.4)

in Maas en Waal; in: Tweestromenland.

nr. 78 (1993/IV), p. 6-10, afbn.. lit. (726.54) H. Lamhertus te Maasbommel en St. Victor te Batenburg

* [GELDERJ. A. van J, Slagerij verbouwd en * [GELDER, J. A. van], 100 Jaar Kerk II. heropend; in: Hier en Ginder, jrg. 34 nr. Anna Bergharen; in: Hier en Ginder, )rg. 11 (nov. 1993), p. 149-151, a(b., tek. 34 nr. 7/8 (juli/aug. 1993). p. 103-105, (725.4) tek. (726.54) Dorpsstraat Bergharen * [GELDER, J. A. van]. Kerk en Gostenj van Leur; in: Hier en Ginder, jrg. 34 nr. l (jan. SGHOLTEN-BALI.AST, P. D., Molen1993), p. 104, afhn. (726.54)

24


* [GELDER, J. A. van], Sint Anna en Berg- * U. L. T. O., - viert 115-jarig bestaan; in: haren klaar voor eeuwfeest; in: Hier en De Waalkanter, d.d. 11-11-1993 (785) Ginder, jrg. 34 nr. 9 (sept. 1993), p. 117fanfare Winssen

119,afbn. (726.54) * BATAVIER, De - 1917-1992. Jubileum* [GELDER, J. A. van], St. Judocuskerk in boekje; Wijchen, 1992; 89 p., afbn. (79...) Hernen een eeuw oud; in: Hier en Ginder, jrg. 34 nr. 6 (juni 1993), p. 83-84, * OUDSTE, - toneelvereniging in Maas en Waal bestaat 70 jaar; in: De Waalkanter, afbn.', tek.; en nr. 7/8 (juli/aug. 1993), p. 99-102, tek. (726.54) d.d. 26-08-1993, afb. (792) Onderlinge Vriendschap, Afferden * GROOT, A. de, Recensie van H. J. van Capelleveen en D. J. K. Zweers, De Kerk te * BILJARTVERENIGING, - Ons Genoegen Leur etc; in: Bulletin K. N. O. B., jrg. 92 nr. viert 55 jarig bestaan; in: De Waalkanter, 1/2 (1993) (726.54) d.d. 01-04-1993, afb. (796.3) Druten

* [GELDER, J. A. van], Oude boerderij tegenover de kerk in Hernen uit 1736; in: * UITBUNDIG, - feest 60-jarig bestaan D.S.Z.; in: De Waalkanter, d.d. 03-06-1993, Hier en Ginder, jrg. 34 nr. 3 (maart 1993), afb. (796.3) p. 35-37, afbn. (728.6) voetbalvereniging Boven Leeuwen * OLST, E. L. van, Opmeting S.H.B.O. 790 en 791 te Bergharen (Gld); in: Jaarverslag * UITGAVE, - Jubileumboek bij 60-jarig bestaan S.G.D.'33; in: De Waalkanter," d.d. S. H. B. O. 1992; Arnhem, 1993; p. 22-27, 27-05-1993 (796.3) afbn.,tekn. (728.6) Sport Glub Deest boerderijen Wijksestraat 25 en 25a * BAUER, T. C., Batenburg. Verslag van de * DREUMELSE, - Vogelvereniging Zang en Kleur vierde 25-jarig jubileum; in: De /omercampagne 1992; in: Gastellogica, Waalkanter, d.d. 25-03-1993, afb. (798) band III (1993-), bh. 11-17, afbn., tek.

(728.8) * KINDERKOOR, - H. H. Ewalden viert 20jarig bestaan; in: De Waalkanter, d.d. 0807-1993, afb. (784)

* INGEN, J. P. A. van, Beuningen: een Keltische plaatsnaam?; in: Tweestromenland, nr. 78 (1993/FV), p. 21-26, afb.

(801.311/801.312)

Druten * DIBBETS, G. R. W., Gedoopt in Malden.

* VIJFENTWINTIG, - Jaar Gemengd Koor Ewijk; in: De Waalkanter, d.d. 07-10-1993, •afb. (784)

Katholieke doopnaamgeving op het platteland in de negentiende eeuw; in: Jaarboek Numaga, jrg. 40 (1993), p. 83-116, afbn.

* DIE, '- Reichende Kapelle' uit Alphen 25 jaar jong!; in: De Waalkanter, d.d. 02-09- * HENDRIK, '- en Truus' zijn er; de perikelen nu in boekvorm vervat; in: De \Vaal'1993 (785) kanter, d.d. 15-07-1993, afb. (82/2) blaaskapel * NIEUW, - vaandel voor K. N. A.; in: De

Waalkanter, d.d. 22-04-1993, afb. muziekvereniging Puiflijk

verhalenbundel van en over H. Tennissen uit Druten

(785) TEUNISSEN, H., Perikelen rond Hendrik; Geulle, 1993; afbn. (82-2)

25


autobiografische verhalenbundel

* SWTNKELS, L., Figuurlijke brons uit de gemeente Beuningen; in: Westerheem,

* JANSSEN, A. J., Neolitische vondsten van

jrg. 42 (1993), p. 313-316, afbn., lit. (902)

het Woerdje aan (ie Ooigraai te Beuningen; in: Westerlieem, jrg. 42 (1993), p.

een vrouwenkopje uit Winssen en een hond(?) uit Beuningen

287-294, afbn., lit. (902)' *

* KOSTER, A., Romeins brons uit het oostelijke rivierengebied; in: Westerheem, jrg.

42 (1993),p. l 299-312, afbn., lit. (902)' uit Puiflijk het handvat van een sleutel, uit Ewijk een steel en een riemgeleider en uit Wychen een riemgeleider, een pin, een steel, een zeef'en het bordje van een weegschaal * SCHATTEN, - in Wïjchen; in: A.I.C.Nieuwsbrief', m. 19 (dec. 1992-jan. 1993),

p. 17 (902) merovingisch grafveld uit Wijchen

26

VILSTEREN, V. T. van. Het Benen Tijdperk. Gebruiksvoorwerpen van been, gewei, hoorn en ivoor 10.000 jaar geleden tot heden; Assen, 1987; 80 p., afbn., l i t .

(902) p. 26-27: doorboorde hamer uit elandgewei uit Wijchen.

M. Rergfïiorl De met * gemerkte titels ijn (in kopie) raadpleegbaar op het Streekdocumentatiecentrum.


Algemeen Postadres: HISTORISCHE VERENIGING TWEESTROMENLAND Postbus 343, 6600 AH WIJCHEN. Speciale adressen en/of bezoekadressen: Het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland Uitsluitend bezoekadres: Kasteellaan 24 te Wijchen; tel. : 024-6413012.

Het Streekhistorisch Museum Tweestromenland Pastoor Zijlmansstraat 3, 6658 EE BENEDEN LEEUWEN, te!.: 0487-595002. Openingstijden: elke zondag van 14.00-17.00 uur en vanaf 1 mei t/m 30 september elke woensdag en zondag van 14.00-17.00 uur. Postadres van het museum: De Heuvel 107, 6651 DC Druten, tel. 0487-517282.

Openingstijden: elke woensdagmiddag van 14.00-1700 uur, vrijdagavond (voorafgaande aan de eerste zaterdag van de maand) van 18.3021.00 uur en elke eerste zaterdag van de maand van 9.30-12.30 uur (dan de zij-ingang van het gemeentekantoor). In de maanden juli en augustus gesloten.

PUBLIKATIES uit de TWEESTROMENLANDREEKS ledenprijs dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

Maas en Waals woordenboek Aan het volk van Nederland Leeuwen en Elisabeth Boldershof Ewijks klooster Stoomtram deel l Schoolstrijd Appeltern Wee den vergetenen (watersnood 1926) Dorp Horssen Stoomtram deel II Kwartierstatenboek DorpAfferden Bibliografie Tweestromenland Van Vamele tot Wamel (Kosten porto ƒ 9,-) Kosten porto deel 1 t/m 12

uitverkocht ƒ 9,75 18,50 18,50 13,50 uitverkocht 9,75 uitverkocht uitverkocht 30,00 uitverkocht 35,00

niet-ledenprijs

9,75 25,00 25,00

15,00 9,75

35,00

45,00

35,00 (op korte termijn verkrijgbaar) 45,00

ƒ 6,00

ƒ 6,00

U kunt alle publikaties van de Tweestromenlandreeks bestellen door overschrijving op postgiro 26 22 012 t.n.v. Penningmeester Hist. Ver. Tweestromenland, Postbus 343, 6600 AH Wijchen. Boeken zijn aan te kopen in het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland te Wijchen en in het Streekhistorisch Museum Tweestromenland in Beneden Leeuwen tijdens de openingsuren.

27


— f'i - u

c;« l—>

Streekarchief Bommelerwaard

TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

24.V1II.1996-verschijnt ten minste vier maal per jaar-NUMMER 89


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

Lidmaatschap: Het lidmaatschap geeft recht op toezending van tijdschrift en nieuwsbrief, op deelname aan excursies en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven uit de Tweestromen landreeks. Contributie: De contributie voor 1996 bedraagt f 35,-. Men mag ook meer storten bij wijze van gift, te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Postbus 343, 6600 AH Wijchen. ledenadministratie: Postbus 343, 6600 AH Wijchen, tel.: 0487594336, voor de opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat: Postbus 343, 6600 AH Wijchen, tel.: 0487-

502112.

Administratie: P.G. Leussink, Beuiiiiigen Kopij: Kopij dient getypt (zo mogelijk op floppydisk met uitdraai in WP 5.1), gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan: De redactiesecretaris, postbus 343, 6600 AH Wijchen. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terugwil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever. Losse nummers tijdschrift: Nrs. 19 t/m 89 voorradig. Per stuk f 7,50 exclusief f 2,50 verzendkosten. Te bestellen door storting op giro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Postbus 343, 6600 AH Wijchen.

ISSN: 1381-950 X

Inhoud 3 Jules van der Zandt (f)/Jan van Gelder, Maas en Waal: het ontstaan (ijstijd), het dagelijks doen en laten, woningbouw en bewoning en Drutense hoogwaardigheidsbekleders

Ereleden: H. van Heiningen, J.P.M, van Os,

11 P.Th. van Hoogstraten, Dagboek van tante Marie (III)

Bestuur: F J. Verheijen, voorzitter, Wijchen Drs. C. Visser, vice-voorzitter, Druten J.J. van den Burg, secr., Wamel J.A.Jansen, penningmeester a.i., Wijchen J.P.H. Daverveld, Wijchen Mevr. W.M. Berris-Visschers, Wijchen Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten G.W. van Gelder, Beneden-Leeuwen M. van der Putten, Beneden-Leeuwen G.A.A. Rooijakkers, Overasselt W.J. van Sommeren, Beneden-Leeuwen

19 Johan van Os, Maas en Waalse gastarbeiders in Duitsland 26 Genealogie Petrus Francissen 28 M. Bergevoet, LiteratuurSignalement Nieuwsbrief Op de voorkant: Vondsten uit de Romeinse villa van Winssen. (Overdruk uit Westerheem XXVII 4/5-1978. Foto van A.J.Janssen.


TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Hugo van Capelleveen, Gijs van Dijk, fan van Gelder, Kees van Kouwen, Ernest Mettes, Pieter Roelofs, Harry de Rouw (redactiesecretaris).

NUMMER 89

1996/IV

Jules van der Zandt (-f)/Jan van Gelder

Maas en Waal: het ontstaan (ijstijd), het dagelijks doen en laten, woningbouw en bewoning en Drutense hoogwaardigheidsbekleders. Voor de vijfde maal achtereen halen we Jules van der Zandt binnen in ons tijdschrift en ditmaal trekken wij ons met hem terug naar de ijstijd. Al vaker heeft iedereen daarover het een en ander kunnen lezen en horen, maar de literatuur, waaruit Jilles ongetwijfeld heeft geput, geeft veel duidelijker dan vele andere bronnen aan, welke de gevolgen voor ons gebied zijn geweest en wat we er ook nu nog van terug kunnen vinden. Slechts met enkele geringe aanpassingen hebben we die in het nu volgende artikel over kunnen nemen. Al springt hij in zijn beschrijvingen nog al eens over van het ene onderwerp naar het andere, er is toch een bepaalde samenhang gebleven die niet storend is om er een goed vervolg in te zien. Zo moesten ook wel de twee laatste watersnoden in dit gebied van 1861 en 1926 aan de orde komen. Ze beho-

leven heeft beleefd zonder dat erover iets door anderen voor hem werd opgetekend. Al geven zijn beschrijvingen dan hoofdzakelijk de belevenissen in zijn eigen geboorte- en woonplaats Druten weer, waar dat nodig was wist hij ook veel andere plaatsen in het Land van Maas en Waal te benaderen en te berei-

ren ook al lang tot de historie en brachten

ken. De vele gebeurtenissen die hij meemaakte zijn met recht zaken, die onze hele

nog al wat veranderingen te weeg. Die van 1926 maakte hij zelf nog mee en daaraan wijdde hij een afzonderlijk artikel, dat we in ĂŠĂŠn van onze volgende nummers willen opnemen. Hoe zeer het kerkelijk leven ook zijn leven was bleek weer eens uit zijn beschrijving over

het kerkbezoek tijdens de beide watersnoden. De meeste feiten heeft hij tot in de kleinste punten uiteen gerafeld, de kleinste dingen

niet vergetend, een teken hoe hij zijn eigen

streek, ons hele Tweestromenlandgebied, aangaan. Uit de vele reacties die wij op deze artikelen binnenkregen blijkt wel dat ze door zeer velen met plezier worden gelezen. HOE IS MAAS EN WAAL VROEGER ONTSTAAN? Europa heeft in de opbouw en het ontstaan verschillende fasen, ontwikkelingen, doorlopen. We zullen ons alleen maar bezighouden met de glaciale- en interglaciale aera's en


hiervan de laatste iriterglaciale of tussenijstijd, ± IS.OOOjaren geleden.

getoetst en vastgesteld.

den geweest, waarmee de opbouw van de aarde bij ons te maken had.

Men trof gesteenten aan van het noorden afkomstig van de noordelijke bergen (Finland - Lapland - Noorwegen en Zweden), denk aan de duizenden zwerfstenen (Drent-

Een ijstijd bij ons aan het noordelijk half-

he) en stenen, tonnen zwaar, die niet ver-

Er zijn drie, misschien zelfs vier of vijf ijstij-

voerd konden zijn door mensen vanuit het Hoge Noorden. De Hunnebedbouwers, die hier later in deze contreien (streken-Drenthe) hebben geDe z.on, die ook nog in haar opbouw zat, verloor kracht en warmte, zodat de kou en de woond, hebben deze enorme stenen gepoolwinden de overhand kregen. Eeuwen- bruikt om er de beroemde graven van te bouwen voor hun overleden familieleden. Deze lang ging de kou met wind, sneeuw en ijs, door. De ergste kou was aan de Noordpool familieleden werden gecremeerd (verast-veren zijn omgeving. Op de Noordpool kwam brand) . De as werd in urnen gedaan en in een sneeuw- en ijslaag van honderden meters Hunnebedden bijgezet met de levenswerkdikte. Dit gebeurde (waarmee wij hier in tuigen (gereedschappen en wapens) van de onze streken rekening moeten houden) ook overledenen. De Hunnebedden waren een in en op de hoge bergstreken van Finland, soort bescherming voor de overledenen. Lapland, Zweden en Noorwegen. Dit hele Deze twee gletsjers, die naar elkaar toeschogebied van de Noordpool werd één reusach- ven, ontmoetten elkaar ongeveer bij de grentig gletsjergebied, dat alsmaar dikker en zen van de Zuid-Veluwe, de Gelderse Vallei, hoger werd en vooruitschoof, langzaam, ó zo de Noord-Betuwe, waar toen bij het einde langzaam in alle richtingen, dus ook naar van de laatste interglaciale aera (tussenijsAmerika en Rusland, alles meeschuivend, tijd) het smeltwater in één oerstroomdal meeschurend en meesleurend in en onder kilometersver over de Betuwe en Maas en die massa's sneeuw en ijs van tienduizenden Waal stroomde in de richting van de Noordtonnen en meer, over de hard bevroren zee. Hier ontstonden in de loop der tientalaardkorst. De zeeën, Oostzee, Noordzee en len eeuwen de rivieren: Rijn, Linge, Waal en Atlantische Oceaan, waren dichtgevroren tot Maas. op de bodem en bedolven onder honderden Als we nu een blik werpen op Maas en Waal, meters sneeuw en ijs. De gehele Noordpool beginnende bij Heumen-Malden-Nijmegen, was één gletsjer geworden, die in alle richtin- stroomafwaarts, richting Tiel-Rossum-Bomgen opschoof. De richting hier bij ons in rnel (Zaltbommel), dan zien we de zandstroEuropa was een opschuiven met een niet te ken met lage heuveltjes, dikwijls begroeid rond begon bijna altijd in het koude noorden, dan de Noordpool, de arctica-streek en de hoge bergen in Midden- en Zuid-Europa.

meten kracht: was noordoost-zuidwest. Deze

met dennen, eikehakhout, varens en dergelijke.

richting van het noorden uit naar hier hebben de geologen (aardkundigen die de aardkorst bestuderen), bestudeerd en vastgesteld. Een tweede groot gletsjergebied was hier in Europa: de Balkan met het Alpengebied (Hoofdcentrum) en eromheen de Apenijnen en Pyreneeën. Deze gletsjers schoven op

Kloosterweg met het klooster van de paters), Afferden ('t Hoog), Puiflijk met 2 huchten, naar Boven Leeuwen met hoogte in de

in noordelijke richting juist omgekeerd aan

Molenstraat, richting Beneden

die uit het noorden. Deze richting was zuidoost-noordwest.

door de St. Jozefstraat (Hucht) naar de Zijvond, naar Wamel, Hoogte bij Dr. Hoek et cetera. In Altforst (maar dit is niet door de natuur gedaan) werd door een groep mensen, die in

Deze twee richtingen zijn door de geleerden

van verschillende nationaliteiten onderzocht en op hun juistheid proefondervindelijk

We volgen vanaf Wijchen met veel dennenbossen en Alverna met zijn bosrijke omgeving, richting Leur (bos), Hernen, Bergharen (heuvellandschap), Horssen ('t Zand-

Leeuwen


de winter in het water zaten, een verhoging van grond opgeworpen, die wel iets weg heeft van de terpen in Friesland. Deze verhoging, die er nu nog is, heet de Vluchtheuvel en ligt naast de Woerd, thans Woerdsestraat genoemd. Deze zijn er ook in de Betuwe, maar daar worden ze 'weerd' of 'wierden' genoemd. De dijken om het land en de dorpen met hun inwoners te beschermen, werden voor het eerst door de Romeinen met de bewoners hier aangelegd. Veel mensen, die aan of dichtbij de dijken woonden, werden dikwijls door de Romeinen aangewezen en gedwongen dakwerkzaamheden te verrichten. Met schoppen, kruiwagens en lage, lange karren met paarden of ossen om de klei en stenen, gevonden in de grond, naar de dijken te vervoeren. Er werd ook veel gebruik gemaakt van takkenbossen, vooral van wilgenhout. Dit wordt door Waterstaat heden ten dage nog gedaan bij dijk- en kribbenbouw. Met veel mankracht werden de dijkjes gemaakt en winter en zomer werd eraan gewerkt. Boven op de dijken, zowel bij de Maas als aan de Waal, werd een soort weg van stenen en grint aangelegd om als loopweg of karrepad te dienen. Vooral de Romeinen deden dit om hun legers vlug te kunnen verplaatsen. Vooral met het oog op de verbinding Noviomagum, dwars door Maas en Waal richting Noordzee en verder naar Engeland. Op twee plaatsen hadden de Romeinen in Maas en Waal bij die weg versterking aangelegd. We bedoelen de heirweg. Die heet nu Koningsstraat.

a. Om de heirweg en wegen langs de Maas en Waal te beschermen.

b. Om op die twee versterkingen reservetroepen in voorraad te hebben bij eventuele opstanden. Deze twee plaatsen hebben nu nog dezelfde

naam als in de tijd van de Romeinen, namelijk 'Hosterd' ('Hostert'). De/e twee plaatsen waren te Beuningen en te Puiflijk.

Bij hoge waterstanden, en die waren er in eenjaar veel, zowel in de zomer als in de winter, ontstonden ook dijkdoorbraken van de zomerdijken of zomerkaden. Dan werd er de dijkwacht ingesteld. Deze wacht moest toezien op de grote rivierdijken en bij gevaar direct waarschuwen en zelf, indien mogelijk, ingrijpen.

DIJKDOORBRAKEN Bijna bij iedere dijkdoorbraak ontstond er een 'wiel', een 'diep' of'waai'. 'Wiel' is een binnendijkse of buitendijkse kolk, die overgebleven is na een dijkdoorbraak. 'Diep' kan ook een dijkdoorbraak aangeven. 'Diep' betekent gewoonlijk 'diep water'. Denk ook aan het Hollandse Diep. WAAI - WIEL - KOLK - DIEP De doorbraken door hoge waterstanden werden veroorzaakt door: a. Zware en langdurige regenval in Duitsland, Zwitserland en de Donaulanden b. Grote en langdurige sneeuwval in de bergen c. Het smelten van de geweldige sneeuw- en ijsmassa's in en bij de Boven-Rijn. Dit is vooral voor de Rijn en (voor ons) de Waal van belang. Precies zo is het ook voor de Maas, vooral in de oorsprong in Frankrijk. Komt men langs de Waal in de Betuwe of in Maas en Waal, dan ziet men de oude plaatsen van de dijkdoorbraken met hun wielen, zowel binneridijks als buitendijks.

De twee laatste dijkdoorbraken waren in de Waal en in de Maas. De laatste dijkdoorbraak van de Waal was in 1861 te Beneden Leeuwen bij de meelfabriek van Van der Zanden.

Er is daar een standbeeld opgericht met de namen van de slachtoffers van die ramp. Een familielid van mijn grootmoeder is daar verdronken met twee kinderen van de familie, waar zij werkte, in haar omgeslagen schort. Als men als vrouw iets wilde vervoeren dan gebruikte men gewoonlijk de schort. Men


kon de twee punten van de schort vóór vastknopen en in die opgeknoopte schort iets vervoeren als in een tas. Zij had de twee kinderen bij zich in de opgeknoopte schort (opgerolde schort). Toen ze gevonden werd

waren de kinderen uit de schort gespoeld. In de Zandstraal te Beneden Leeuwen stond of staat nog een huis met een herinneringssteen in de gevel waarop stond of' staat: 'In

1800 zestig en één stond het water aan de/e steen'. Deze doorbraak gebeurde in de winter met ijsschotsen. In 1926 was de laatste dijkdoorbraak van de Maas bij Overasselt. Deze doorbraak heb ik zelf meegemaakt. Ik was toen bakkersleerling in Puiflijk en bezorgde met de hondenkar de bakkersbenodigdheden. Dit beschrijf ik straks in mijn biografie. Deze dijkdoorbraak was 31 december 1925. OVERLEVERING Mijn ouders vertelden ons veel over vroeger. Hoe leefden zij? Waarvan leefden zij? Hoe zij, zowel vader als moeder, reeds als tienjarig kind moesten gaan werken om iets in het laatje te brengen. Bij beiden was vader, de man die voor het inkomen moest zorgen, reeds vroeg dood. Zij vertelden over de polders bij de dorpen, de velden die hier 'broeken' werden genoemd. In de winter en de lente, als de gemalen praktisch stil lagen, stonden de laag gelegen gedeelten van de polder blank. Hier, in de laagste gedeelten van de polders, plantte men gewoonlijk griendhout, wilgenhout of teenhout, omdat deze houtachtige plant van water houdt. In en langs de straten stonden de huizen droog, maar de straten stonden onder water. Zonder natte voeten kwam men er met de klompen niet over. En laarzen kon men niet betalen. Naast de grindwegen lagen sloten die boordevol water stonden en in verbinding met de weilanden langs de weg een groot meer vormden. We zouden kunnen zeggen: 'Een zee van water'. De mensen in de straat, de Koningsstraat,

van de Scharenburg, van Druten naar Afferden, langs de Gelenberg, konden alleen maar naar Druten of Afferden met de boot door de sloot langs de weg. 's Zondags waren er in de kerk van Druten twee diensten (heilige missen), de vroegmis om half acht en de late mis om tien uur. Dan werden de vrouwen - meestal was dit alleen in de winter - en zij die nog meer mee moesten, op de klompen in de boot gezet en deze boot werd door één of twee mannen naar de Scharenburg met polstokken geduwd. Deze straat lag hoger dan de Koningsstraat. Was de boot tamelijk droog dan werden de klompen in de boot uitgetrokken en de meegebrachte gepoetste schoenen reeds bij het uitstappen of ervoor aangetrokken. Stond er water in de boot dan was dit verwisselen van schoeisel pas mogelijk na het uitstappen van de boot. Hierna trok het gezelschap, dit was ongeveer om zeven uur 's zondagsmorgens, naar de kerk in Druten. De bootbestuurder gaf de boodschap mee: 'Jullie moeten om kwart over negen weer terug zijn'.

Om half tien moesten de mannen met de boot kerkwaarts. Bij terugkomst uit de kerk moesten de vrouwen, en later ook de mannen, een kop koffie, een biertje of een borreltje pakken op de Hoogestraat bij de ouders van Stel van Oss of bij Stette zelf. De preek werd onder de koffie of bij het borreltje besproken. De nieuwtjes van alledag werden uit het dorp en van verder weg door de waardin verteld en de vrouwen gaven dan hun commentaar. Na verloop van enige tijd werd opgetrokken (opgebroken) om op tijd bij de boot te zijn. De mannen, die om tien uur in de kerk moesten zijn, hadden bij Van Oss meer tijd nodig om hun mond te spoelen. En om een

beetje langer te plakken lag bij de mannen wel in hun aard. De hele week thuis zitten was voor de mannen ook iets verschrikkelijks. Werk hadden ze thuis genoeg. Want werk wat ze 's zomers deden, lag voor de meeste mannen in de winter stil. Als men alleen maar eens het schoeisel van zichzelf en van hun kroost bekeek.

Oude schoenen werden uit elkaar getrok-


ken. Het goede bruikbare leer werd op de klompen gespijkerd. Klompenspijkers en schoenenspijkers had iedereen genoeg. Oude schoenen waren er ook genoeg. Nieuw leer (gewoonlijk afval van schoenfabrieken) had men op de Leste Mert in Druten gekocht. Van heinde en verre zag men, met de Leste Mert, de gezinnen (vader en moeder met de kinderen), soms in gezelschap van andere gezinnen, huiswaarts keren, gepakt en gezakt, maar altijd was daarbij een pak leer met een touw vastgeknoopt en over de rug gedragen door een van de familieleden. Met de Leste Mert waren de scholen ook aan de Maaskant en de scholen van de buitengemeenten gesloten, dus alle kinderen hadden vrij-af. We zouden zeggen: 'De Leste Mert was een feestdag voor iedereen in Maas en Waal'. De mensen van de Maaskant, Dreumel of Winssen, Ewijk of nog verder van Druten, liepen naar Druten en keken op geen kilometertje. De schoenen met nieuw leer lappen kende men allemaal. Een schoeneleest, hamer en een els om zelf gemaakte houten klompenpinnen van doornhagen in de zolen te slaan, had iedereen zelf. Het vlierhout groeide buiten in het wild of bij mensen in de tuin als pol of struik. Soms langs de tuin als vlierheggen. Gewoonlijk stonden de vlierpollen ook wel in de beukenheggen of doornhagen. De afgetrokken leerstukken, gewoonlijk zolen of bovenleer van de oude schoenen, moesten gezuiverd worden van schoenspijkers. De goede spijkers werden rechtgeklopt, de misbaksels kwamen in de doos of bak met oud roest. De kinderen die naar school moesten werden in de winter eenmaal met de boot (heen) weggebracht en eenmaal (terug) gehaald (per schooldag). Middageten was brood op school. Grotere kinderen die in het dorp bij een boer, in een fabriek of werkplaats werkten of in een bakkerij of slagerij of iets dergelijks, gingen 's morgens vroeger weg met de boot

dan de schooljeugd en kwamen 's avonds later terug. Deze jongens en meisjes zorgden ervoor dat de broden en de winkelwaar voor de familie thuis door hen werd medegebracht. GLETSJERS EN RIVIEREN Door de gletsjers werden hier gebracht de zwerfstenen (zie in Drenthe), de zware hunnebedstenen, die de zwerfstenen in de ijstijden vergruisden, verpletterden en de keien in het leem drukten. Dit is het keileem, dat gebruikt werd en wordt voor de fundering van zee- en rivierdijken. De Afsluitdijk van het IJsselmeer is op de fun-

dering van dit keileem gebouwd. Het grootste gevaar voor onze grote rivieren was, vooral voor de Waal, als er smeltwater of regenwater, grote hoeveelheden zand, grind en keien, werden meegevoerd en zich in de rivierbedding vast zetten. De rivier zocht zich op natuurlijke wijze een doortocht, wat gewoonlijk een verandering van het rivierbed ten gevolge had. Het oude rivierbed werd verlaten en een nieuw stroombed (rivierbed) kwam naast het oude bed te liggen. Dat 'ernaast' moeten we dikwijls ruim nemen, want het oude bed en de stromende rivier liggen soms wel een halve kilometer of meer van elkaar af. Deze laatste doorbraken van de zomerdijkjes (zomerkaden) zullen niet meer zo vaak voorkomen want het toezicht en de verbetering van de kribben en de bevaarbaarheid van de Waal is bij 'Waterstaat' in goede handen. Ik moet er echter wel bij zeggen: We zijn moderner uitgerust. We hebben betere schepen, beter materiaal, meer toezicht en vaste tussenstations en het instrumentarium, dat huizenhoog uitsteekt boven dat van vroeger. Bovendien is het personeel beter opgeleid en heeft een beter fundament (fundament + ondergrond) dan vroeger. Ook de polders z.ijn beter ingesteld, beter voorbereid op hun werk en de 'dijkstoelen' beter berekend op hun werk en plichtsbesef. De vooruitgang, een betere kijk op de toestanden, een modernere apparatuur, betere schoolopleidingen van het personeel en radio, televisie en de radar met de modern-


ste hulpmiddelen geven een beter zicht op het geheel. KIL EN STRANG Kil, waterdiepte tussen twee hoogoevers, bij een rivier - oude rivierbedding - voormalig rivierbed of stroombed. Vergelijk de Dordtse Kil - rivier bij Dordrecht. Bij ons in Maas en Waal is 'Kil' bij Dreumel een oud Waalbed. Strang, dode rivierbedding, vooral langs de Waalbandijk te Beneden Leeuwen, Boven Leeuwen, ook drie of vier kleine Wieletjes langs de Waalbandijk bij de Noord-Zuid. Tegenover huize 'Onrust' van mevrouw Van Heugten liggen twee wielen. Dit /.ijn ook twee oude strangen van een oude Waalbedding. Verder de 'Drutense Strang' bij het theehuisje te Druten, de 'Oude Strang' tussen de Turks-waard en de eerste steenoven, stroomopwaarts te Deest.

kon deze karretjes kantelen als men met deze grond op de 'grondbult' was aangekomen. Hier werd deze grond gemengd en bewerkt om er stenen van te maken. De kipkarretjes werden over rails vervoerd en getrokken door paarden. De jongens die dit werk verrichtten werden 'hittenjongens' genoemd. De klei van de grondbult, voorraad klei van de fabriek, een soort grote berg klei, werd op de grond met kruiwagens vol neergestort. De grondslag, waarop deze klei kwam te liggen,

was van stenen of plavuizen gemaakt. Met de schop, of schoppen als men met meer mannen werkte, werd met water en viertanden een modderbrij gemaakt die door deze mensen, zij werden 'moddermakers' genoemd, op kruiwagens naar de steenmakers gebracht werd. De moddermakers stampten en trappelden, net als wijnmakers in de druiven, met blote voeten in de modder om een handelbaar produkt te verkrijgen. WONINGBOUW De moddermakers werden ook wel 'modderVeel mensen, vooral zij die veel werk aan de kruiers' genoemd. dijk moesten verrichten, gingen aan of bij In steenvormen werd de klei met de hand tot hun werk wonen. stenen gevormd en op de terrassen uitgeslaWaarom deden zij dat? gen om te drogen. De gedroogde stenen werden in de 'veldoa. Men voelde zich veiliger aan of bij een vens' opgetast en gaar gestookt. De veldodijk. vens waren de voorlopers van de 'ringovens'. b. Men was dichter bij zijn werk. De boerengrauw stenen werden gemetseld met 'mortel'. Mortel was een soort cement, De huisjes die zij bouwden worden nu 'dijk- specie die in de bouw werd gebruikt bij het woningen' genoemd. Deze woningen wer- metselen. Hij bestond uit een mengsel van den aan de voet van de dijk gebouwd. Door gebluste kalk met water en zand en 'tras'. de jaren heen vergroeiden deze huisjes met Tras was ook zoiets als cement, maar de dijk. Als men ze nu bekijkt zou men zeg- gemaakt van fijn gemaakte, vergruisde turfgen: de dijkhuisjes zijn in de voet van de dijk steen. ingegraven. Al ging het bouwen van een huis in vroeger De stenen, die men voor deze woningen tijden minder formeel, met minder toezicht, gebruikte, waren donkerblauwachtig-grijs. weinig voorschriften, een beperkte papierDeze stenen hadden de naam van 'boeren- winkel, zonder milieu-eisen, geen commissie grauw'. voor schone zaken, ook een eeuw geleden Vroeger had men geen steenmachines, was er een meldingsplicht. De veldwachter steenpersen. Ook binnendijks werd met spa- ging de plaats bekijken en burgemeester en de of schop gestoken uit de kleigronden en wethouders verleenden met een eenvoudig de mannen, die dit werk verzetten, stonden briefje de toestemming. Bij het verschijnen met de blote voeten in de modder. van de gemeente-opzichter is er veel veranDe klei werd in kipkarretjes vervoerd. Men derd en verbeterd.

8


of metsellieden (lui) de stenen muren metselen. De stenen werden door de voerlui van

Bij toestemming ging de man, die het huis aangenomen had van de opdrachtgever, de fundamenten uitzetten, afpalen en liet hij een kuil graven om de kalk te blussen die men nodig had. De ongebluste kalk werd in zakken met een bepaald gewicht per kar of sleepwagen, getrokken door één of meerdere paarden, op de bouw gebracht en door de voerman, geholpen door een helper van de aannemer, in de bouwkeet neergezet. Deze ongebluste kalk kwam bijna altijd uit België, uit het Ardennengebergte. Als men de funderingen had gegraven dan ging de hulp van de metselaar, de opperman, alleen of met hulp, de kalk blussen. Dit is vloeibaar maken en de stukken steen van het gebergte uit de kalk verwijderen. Men gooide de zakken kalk in de gegraven kuil. Men pompte water uit een pomp, die op de bouw was geslagen, en goot die emmers water over de ongebluste kalk. Evenals karbid ging de kalk koken, gaf kalkwolken af, een soort warme stoom en damp. Het begon te sissen en te koeken terwijl de opperman met zijn helper, met een drie- of een viertand, de kalklagen dooreen mengde. Men kwam ook dan nog stukken steen tegen, men stootte tegen deze stenen, het gaf een doffe slag. Deze stenen kon men niet blussen. Men moest ze uit de kalk verwijderen met de drie- of viertand. Want de kalk, door oudere mensen ook wel tras genoemd, moest straks met cement uit Engeland tot specie worden verbonden. Hierbij kwam ook zand. Bij het blussen -de kalk kookte- moest men opletten voor kinderen. Als de kalk geblust was liet men hem afkoelen, want te warme kalk kon men niet venverken. Er kwam nu een soort afrastering, een hekwerk om de kalkkuil, om ongelukken met kinderen te voorkomen. Naast de kalkkuil ging de opperman of /.ijn medehelper op een klaargemaakt vlak stuk

Gewoonlijk laadden en losten de voerlui zelf hun karren of wagens. De opperlui brachten de stenen, die ze twee aan twee kruislings op elkaar plaatsten, gedragen op de schouder, waarop een zak was aangebracht. Deze opperlui waren daar zo handig in (op de steents, gewoonlijk bijna ter hoogte van hun schouder, werden de stenen ongeveer een twintig stuks opgetast en met een zwaai, deze was aangeleerd in het werk) en met één beweging stond de tas stenen op de schouder. Deze vaklui liepen de ladders op en af, met en zonder stenen, als volleerde artiesten en dat waren ze ook. Met het cement, specie, naar de metselaar hadden ze een hulpmiddel, een smalle, van hout gemaakte bak, met een houten handvat. Ze vulden de/e bak met specie, zetten hem met een zwaai op de schouder, waarop als stut een zak was aangebracht. Op de steiger stonden de cementkuipen, waaruit de metselaars met hun troffel de cement tussen de steenlagen aanbrachten. Als het huis bijna klaar was dan werden de spanten geplaatst en de panlatten gespijkerd. Als men nu de pannen wil gaan leggen, ten teken dat het huis onder de kap kwam, werd er een feestje gebrouwen onder de aannemer, de eigenaar en de werklui. Men dronk 'pannebier'. Dit is een traditie geworden in de bouwwereld. Met het panrienleggen komt ook de vlag als symbool van het einde van de bouw, boven op het dak te staan. Met het plaatsen van deze vlag liet en laat men zien dat men trots is op het opleveren van zijn werk. Vroeger bij het huizenbouwen ging men gewoonlijk te werk van: 'Hoe bouwen we het gemakkelijkste'.

grond de cement maken, alleen maar /oveel

De huizen kwamen dus ongelijk aan de straat

de steenoven naar het werk gebracht.

als die dag op de bouw nodig was.

oi dijk te staan.

De raam- en deurkozijnen, deurposten, deurstijlen, kwamen gewoonlijk klaar op het werk. Zij werden door de timmerman of timmerlui in het lood op de funderingen geplaatst. Hier omheen gingen de metselaar

Kijkt men nu nog eens naar oude hui/en in

het dorp, dan zien we sommige met de zijgevel en weer andere met zijgevel of achterhuis naar de straat staan. Toezicht hierop was er niet of nauwelijks.


KELTEN ALS OUDSTE BEWONERS In vroegere dagen woonden hier mensen van verschillende oorsprong. De oudste die hier woonden waren de Kelten. Waarschijnlijk, misschien wel zeker, hebben hier in Druten bij het Westerhout deze Kelten gewoond. Men heeft daar kleiputten, scherven van huishoudelijke aard, bijvoorbeeld van urnen en schotels, gevonden. Het meeste hiervan is teloorgegaan. De mensen die in de kleiputten voor de steenoven werkten, hadden geen weet van deze dingen en niemand wees hen erop. Hadden ze deze mensen er opmerkzaam op gemaakt, dan was er wel iets van terecht gekomen. De Kelten hebben nog iets achtergelaten. De naam 'Druten' is waarschijnlijk afkomstig van de 'DruĂŻden', de priesters van de Kelten. Deze priesters gingen gewoonlijk in eikenbossen wonen om daar hun offers op te dragen en voor de doden te zorgen. Op Westerhout en hun omgeving woonden waarschijnlijk de DruĂŻden. De wegen, aangelegd door de Romeinen, dwars door Maas en Waal werden 'heirbanen' of''heirwegen' genoemd. 'Heir' was leger, dus legerwegen. Later werd ten tijde van Karel de Grote deze naam van 'heirwegen' veranderd in Koningsstraat. Deze naam is gebleven, tot nu toe; enkele stukken worden nog door oudere Maas en Walers zo genoemd. AMBTMAN In vroegere dagen was de machtigste man in Maas en Waal de 'ambtman'. Gewoonlijk was deze ambtman uit een van de Maas en Waalse riddergeslachten. Behalve ambtman en ridder was hij ook nog dikwijls richter (rechter) bij de rechtbank te

10

Bergharen, te Wamel of Druten. Bergharen was het eerst: a. Er lag een stevige en sterke burcht. b. Bergharen lag hoog, dus met doorbraken en overstromingen tamelijk veilig. Men heeft in Bergharen nog de Galgenberg. Ook was de ambtman er nog dijkgraaf bij. Dus een machtige inan. Na Bergharen werd Wamel de tweede rechtbank en moest voor de beveiliging van Maas en Waal zorgen. Druten werd de derde opvolging van de ambtman en de rechtbank. Hier werd de ambtman de Baron van Delen en zijn familie woonde op het kasteel van Druten. Het kasteel van Boven Leeuwen, huize 'Delenoord', en later de monumentale villa op de Hoogestraat in Druten (met dokter Deelen en zijn familie) naast de pastorie, hoorden aan de Deelens. Latere afstammelingen van de Heren van Druten waren:

a. De familie Hoeben. Hoeben was getrouwd met een freule van Deelen. b. De familie Hoho, dokter in Druten, na zijn schoonvader en Dr. Enneking, de directeur-geneesheer van het Canisiusziekenhuis te Nijmegen, waren ook gehuwd met freules van Deelen. De vader van de heer Hoeben was een van de laatste kantonrechters in Druten.1

l. Noot van de redactie: Jilles van der Zandt verwarde hier de familie Deelen met de adellijke Van Delen. Hoeben en Hoho waren gehuwd met dochters Deelen en niet Van Delen


P.Th.

van Hoogstraten

Dagboek van tante Marie (III) 's Morgens als wij aan het ontbijten waren, moeder welke nog te bed lag en er maar lang in bleef, ons belde en riep nu zal Marie misschien kunnen gaan. Het is nog vroeg en er komt een groote boot aan. Zij kon dat vanuit haar kamer zoo ver aan zien komen. En gekeken ja, zulk een flinke boot hadden we nog niet gezien en ik lachte en gekte ermee en zei: nu iets extra moet ik ook hebben. Ik ga met geen pul of veeschuif mee, maar met een extra stoomboot. Nog niets vermoedende na zoovele teleurstelling deed ik geen mantel of hoed meer aan. Het zal toch wel op niets uitdraaien. Intussen kwam het vaartuig naderbij en ontdekten wij dat het Puiflijkse jongens waren die mij werkelijk expres kwamen halen. Hoera! 'Zalig Nieuwjaar' riepen we mekaar na zooveel ellende toe! Het was toch een vreugdevol weerzien bekend volk te zien. Het werd ons wee te moede. Ieder had voor zich heel wat beleefd en daar in zulk een toestand voelt men heel wat meer voor mekaar dan in gewone tijden. Het waren Jac Megens, onze arbeiders met twee jongens Alf. en Piet Bouwmans, buurjongens met Drutensche Waalventers die zelf een flinke ijzerboot hadden. Oom had in die tusschentijd van zijn kant ook alles in het werk gesteld om mij daar te krijgen. Het was daar net eender als te Afferden. Aan boten was niet te komen, daar was heusch gebrek aan. Er werd als het ware om gevochten er een te bemachtigen. Alles en nog wat ging voor en daar was ook alle reden voor.Vee redden en menschen van het allernoodigste voorzien ging toch ook noodzakelijk voor. Oom had iedereen, vooral die bij hem in huis waren of vee gestald hadden, last gegeven overal waar mogelijk was te informeeren naar een boot om mij te halen, tot zij daar eindelijk in slaagden. Bij Bouwmans kwam deze boot nogal eens vanuit Druten aan en zij hebben dat verders bewerkt ze voor dit doel te krijgen. Oom had in zijne overbezorgdheid van alles voor Afferden mede gegeven: mik, eieren, melk en vleesch, alhoewel hij hier in zulk een groot huishouden toch reeds zoveel noodig had.

Maar oom dacht niet dat ons zoo geregeld van alles met schuiten aangevoerd werd. Toen zij dan bij ons aangelegd hadden en met de ladder, welke wij voor het balcon geplaatst hadden, naar boven geklommen waren, eerst naar Moeder en dan aan een lekkere warme kachel zich gewarmd, want zij waren verkleumd van koude. Intussen maakten wij koffie op het machientje klaar eri konden zij zich eens heerlijk opfrisschen aan een flink ontbijt. Daarna nog eens alles bezichtigd hoe wij zaten en woonden en waar wij ons vee geborgen hadden enzovoorts en toen werd den aftocht aanvaard. Deze gedwongen watertocht was een mooie gelegenheid voor mij om alles eens in oogenschouw te nemen. O wat een ellende, overal niets dan water, alles ver diep er onder. Zo kon ik bijvoorbeeld hier in de Slootschestraat aan de telephoon draden komen, wel een teeken hoe diep daar ter plaatse het water stond. We zullen zoo ongeveer een uur gevaren hebben toen we bij Joh. Bouwmans, alwaar toen de landingsplaats was, aankwamen. Zoodra on/.e boot in 't zicht was hadden ze oom gewaarschuwd, welke ons met blijdschap stond op te wachten en nog maar steeds beducht was kwade tijding van Afferden te zullen vernemen. Bij Bouwmans stond de warme kachel en lekkere koffie voor ons klaar waar we heerlijk van opknapten, want ik was danig koud. Toen naar huis. O wat was het een leven en

11


beweging in ons anders zoo stille woning. In zoowat alle kamers menschen, wat een groot huishouden hadden we toch ineens gekregen. Nu had ik me het al zoowat voorgesteld. We hadden namelijk in huis Jacobus Megens met wouw en drie kinderen, Frans Megens met vrouw, broer en twee kinderen, vrouw Klaasen met dochter, Nicolaas van Kol met vrouw en zes kinderen. Alleen de kinderen van Frans Megens waren omstreeks tien jaar, alle andere waren volwassenen. Nicolaas van Kol was een man van ongeveer vijftig jaar die ernstig ziek was. Hij moest

alwaar ze drie ledikanten geplaatst hadden en ook een kacheltje brandde. De dokter kwam hem hier om den dag bezoeken. Deze kwam per boot en toen het zoo hard begon te vriezen, dat geheel de watermassa een ijskorst werd, kwam hij geloopen. Ja het heeft toen zo hard gevroren, dat alles geregeld vice versa naar Druten over de ijsbaan ging. De mensen die op de bovenhuizen woonden moesten eenige dagen, alvorens het ijs hard genoeg was en er geen booten meer varen konden, verstoken blijven van den aanvoer steeds te bed liggen, was onder dokters han- van levensmiddelen enz. den en leed aan ruggemergontsteking, welke Hier waren echter maar weinig menschen hij al ruim een half jaar had. Hij leed soms die daar gebleven waren. ondragelijke pijnen en moest aldoor maar Bijv. Mina en Betsie Litjens woonden met plat op zijn rug blijven liggen. Hij was met nog vijftien andere menschen, welke hun zijn huisgezin eerst, toen de watersnood uit- toevlucht tot hen genomen hadden, in de brak, direct al hier in de buurt naar zijn fami- hoop dat zij droog zouden blijven in hun lie Van Zoetekouw gegaan. Maar toen het boven huis. water zoo hoog steeg dat zij beneden ook Zij hadden ook nog een melkkoe van hun niet droog bleven en naar boven moesten buurman boven op stal staan, waarvan zij verhuizen, alwaar zij dan allen te samen op geregeld, daar die versch was, veel en genoeg een open zolder moesten leven en dan ook melk van kregen voor hun onderhoud. Al nog in een vrij bekrompen ruimte, konden het andere werd hun per schuit aangevoerd. ze daar toch niet blijven en kwamen vragen Mina Litjens werd nog bovendien gehaald bij ons hun intrek te mogen nemen, hetwelk dat zij bij Antoon Eisen (een oom van haar aanstonds goed was. man) zou komen, die reeds langen tijd ziek Zoo is die zieke man tweemaal op een draag- was, en die, daar het water begon te klimbaar vertransporteerd en later, toen het men, beneden niet vrij meer bleef en naar water geweken was, nog weer eenmaal naar boven moest verhuizen. zijn eigen huis. Wat heeft hij toch veel mede Zij is toen meegegaan om daar alles mee te gemaakt, die arme, sukkelende lijder, en zijn beredderen en is verders daar gebleven. kwaal werd steeds erger, zoo zelfs dat we De zieke man huisde alleen met een even dachten dat hij bij ons zou komen te overlij- sukkelende, oude vrouw (Cornelia van den, hetgeen niet is gebeurd. Hoogstraten geheten) en zij hadden anders Evenwel is dit ziekbed zijn sterfbed gewor- niemand in huis. Bij hun boven waren geen den, want nadat hij bij ons vertrokken is kamertjes; alles open zolder. heeft hij zoowat drie a vier weken thuis nog Ze hadden wel een zuster kunnen nemen, geleefd. Hij kon en mocht hier ook niet zoo gauw vertrekken als de andere menschen, omrede dat zijn huis eerst flink gereinigd en droog gestookt moest worden. Ramen en deuren waren zoo sterk gezwollen dat ze niet open konden. En waren ze eenmaal open,

dan gingen ze weer niet dicht. Hij met zijn vrouw zijn vijf volle weken bij ons

maar die waren ook overbelast met menschen die 'm de scholen lagen en verders zieken en kraamvrouwen, die daar al de nog resterende ruimte en ook zusters in beslag genomen hadden. Daar en ook de openbare

school lagen zoo volgepropt met menschen, dat er van hoogerhand bevel uitgegeven werd dat al de kinderen verwijderd moesten

geweest, al de anderen drie weken. Wij had- worden en naar elders, hetzij Nijmegen of den hun de middelste kamer afgestaan, Arnhem verzonden werden.

12


Watersnood in een boomgaard in Dreumel. De hoge waterstand is nog afleesbaar in de kruinen van de fruitbomen. Er waren ook menschen bij die hun kinderen niet wilden afstaan. Als het getal nogal groot was mocht hunne moeder mee. Men kwam bij ons nog voor drie kinderen nachtlogie's vragen, anders moesten die ook weg. Dit kon nog gevonden worden. De mannen sliepen allen te samen op kafbedden in een langen rij aaneen op den open zolder op de vloer. Rondom, vooral aan de voeten, hadden we voor de trek afgezet met zakken koren. De vrouwen en meisjes sliepen op de slaapkamers. De vrouw en meisjes van Kol lagen in hun eigen ledikanten beneden in de middelkamer. De meesten hadden hun eigen beddegoed mede gebracht, hetwelk met het onze erbij goed van pas kwam, want het was bitter koud. Ieder had wat levensmiddelen meegebracht,

maar dat was in zoo'n huishouden zoo op. Zulks hoorde ik van Anna, want de eerste week ben ik hier niet geweest. Toen ik thuiskwam zaten ze juist aan tafel, een grooten langen disch in de keuken. De tuinbank en tuinstoelen waren er nog bij gehaald en zoo waren ze allen geplaatst en deden zich tegoed aan erwtensoep met kluifjes. O dat hebben we wat dikwijls gekookt. Eiken dag ging zoo'n grooten pot met soep en vlees op. Maar goed dat we pas een flink varken geslacht hadden, anders hadden we niet geweten hoe we ze aan 't eten konden houden. Onze tuin bleef droog en zoo konden we nog boerenkool en prei krijgen. Dan aten we weer zuurkool, bonen of appelen, welke we nogal genoeg hadden. Daar maakten we een grooten stamppot van. 's Avonds bakten we

13


twee overvolle pannen met aardappels en gaven daar elk een bord pap bij. Om de twee dagen maakten we een groote pot balkebrei, zoodat ze eiken morgen gebakken brei konden gebruiken. Dit laatste was wel een heel werk, voor twintig man brei bakken. Ja we stonden van af half zeven tot half tien toe te bakken. Vet hadden we nogal in overvloed. Daar ze allen niet tegelijk aan tafel konden, ook niet omrede het vee bezorgd moest worden, zoo kwam dan den een en dan den andere brei eten, zoodat we ze met bakken nog al bij konden blijven. Ze waren daar allen ook erg op gesteld. Anders 's middags om vier uur en 's avonds aten eerst de mannen, daarna de vrouwen. Ze konden niet allen tegelijk aan tafel. Wij hadden ruim 150 stuks runderen, behalve de varkens en de paarden. Midden over de deel en ook zoo in de schuur stond alles volgepropt met vee. Als we de deur, welke van de gang op de deel uitkomt, uitkwamen stonden we achter de beesten met hun vuile behoeften. Men kan wel begrijpen hoe alles in zulk een vuile beestenboel en met zoovele menschen smerig geloopen werd. Dat kon ook niet anders, maar we moesten het maar nemen zoo als het ging. We hadden daarbij vele melkkoeien, van ons, van Afferden en ook van de menschen die bij ons waren en verders nog van andere menschen, die rnet hun vee geen weg wisten. Zoodoende moest er nogal gemolken worden en de melk kon niet weg. Nu, die

hadden we een hele bus met versche melk staan, en kwamen we even later om een pot vol te halen, dan was ze al bijna leeg. Later letten we daar meer op. We gingen toen aan 't karnen. Dan kregen we boter om te smeren en melk om pap te koken. Van Krol had een goede karn mede gebracht en om de twee dagen werd er gedraaid. We hadden werksters genoeg daarvoor en het was ook goed dat ze wat bezig waren. Hier waren al een tijdlang zoovele personen te samen bijeen dat ik bezorgd was dat we een lastig sooitje ongemakken van hen zouden opdoen. Daarom verzocht ik allen dat ze zich zouden verschoonen en wie geen schoon goed mede gebracht hadden, zou ik dat wel verschaffen, hetgeen dan ook gedaan werd. Al hun vuile was werd direct door twee a drie meisjes gewasschen, zoodat ze een week later wederom hun eigen schoon goed konden gebruiken. We hebben dan ook gelukkig niets van die last ondervonden. Ze hadden allen zoowat geregeld werk: de jongens achter, de vrouwen en meisjes binnen, hetzij met karnen, wasschen, aardappelen of appels schillen, groenten schoonmaken, vaat opwasschen, huis schoonmaken,

gebruikten we zoo maar. We brachten wat

voor, waarin van onze watersnood zoovele

naar de school en hij werd ook nog opgehaald door deze en genen. Waar ze allemaal bleef kon men toch dikwijls niet begrijpen. Er lagen hier op de plaats tusschen ons en Worsseling in overvloed aan varkens,kleine en groote van deze en gene, hier en daar afgemaakt met planken en schroten bovenop regels met stroo. Die allen moesten ook bezorgd. Onze emmers, we hadden er nogal veel,

colommen vol stonden. Dan werd gezamenlijk de rozenkrans gebeden, daarna eten en dan gingen we te rusten. Wij waren wel vrij van water, maar zoovele

waren altijd zoek. Er waren ook zoo vele

beestjes te bezorgen en er liepen zoovele personen rond. Deze nam dit en die weer dat weg, men kon er geen oog over houden. Zoo

14

bedden dekken enz. enz. De vrije tijd

gebruikten de vrouwen meestal aari een breiwerk. De sajet konden ze bij vrouw Hulst hier in de buurt, welke nog zoowat droog te bereiken viel, halen. Zoo ging de tijd sneller heen dan men dacht

en zaten we 's avonds gezellig bijeen te praten. Gerrit van Kol leesde hardop de courant

menschen en vee moesten gehuisvest en

onderhouden worden. En och wat telden we dat alles toch niets als we die vele ellende en vernietiging, door de overstroming teweeggebracht, in de couranten lazen. Neen, we waren gelukkig vergeleken bij zoovele andere. O, als ik me nog herinner die tijding 's morgens te horen, waarin na een stormachtige nacht in de Scharenburgsche straat zoowat al de huisjes door het water verwoest


Een verlaten boerderij in winterlandschap in Beneden-Leeuwen. en weggeslagen waren. Och en wat waren ze allen bezorgd hoe het bij hun eigen thuis er wel uit zou zien. O, het waren dagen vol angst en zorg. Als men een boot kon bemachtigen ging men er heen om te zien hoe alles er uit zag. Sommige moesten er heen om hun kippen, welke op stal geborgen zaten, te bezorgen; andere om te zien of het geslachte varken geen last van het water kreeg en ook of er niets weggehaald was, want dit gebeurde nog wel eens. Zoo haalde Jac Megens uit voorzorg zijn pas geslachte varken, welke in de kuip met zout zat, uit zijn huis en bracht het zaad eens waar naar toe? Naar ons zou wel wat gevaarlijk zijn. Er waren hier zoovele monden te vullen. Neen, voorzichtigheidshalve werd het maar bij Joh. Bouwmans gebracht. Zijn huisgezin met runderen en varkens kon

bij ons geen kwaad. Daar vielen geen stukjes af te snijden en te halen, maar alla, we konden ons goed redden en we hadden gelukkig het zijne niet noodig. Wel brachten ze fatsoenlijkhalve wat kortspek voor 's middags mede, ook een mand met eieren, welke ter verzending voor het water gereed stonden en niet opgehaald waren. Ze zouden anders

toch met die strengen vorst bevroren zijn. Ondanks dat ze allen hier waren genoot Gerard, hun zoon, welke hier arbeider was, toch zijn volle weekloon. De familie van onze tijdelijke huisgenooten waren vol belangstelling naar de lotgevallen hunner bloedverwanten en wanneer het eenigzins ging kwam zij hetzij per boot of over het ijs, later half over 't drooge of ophoogingen hunne dierbaren bezoeken. Vooral werd Nic. van Kol, die veel familie had, druk bezocht, vooral later, toen ze hem

15


beter bereiken konden. Want die zieke man mocht niet zoo gauw als de anderen gaan. Hier op de hucht, niet alleen bij ons, maar in de hele buurt welke droog lag, was het overal volgepropt met vee en je kunt begrijpen hoe spoedig de hooivoorraad uitgeput raakte. Nu hadden we gelukkig hooi in overvloed en dat werd dientengevolge door de leden van de raad, die als overheid optraden, in beslag genomen. Met karren en wagens kwam men het hier halen en we hadden zelf toch ook zoo veel nodig; bedenk eens ruirn 150 stuks vee. En dan werd er nog zooveel verlopen en verknoeid, omreden er geen voerzüllen voor de midden over de deel geplaatste beesten lagen. We hadden van die groote waterteilen, waaruit wel drie a vier koeien tegelijk konden drinken. Onze motorpomp stond letterlijk niet stil. Als de eene teil vol was, werd er weer een andere onder geplaatst. Handkrachten om het vee te bezorgen was er genoeg en ieder was oplettend genoeg voor zijn eigen vee. Toen het water hooger steeg en velen het met hun koeltjes te kwaad kregen, kwamen ze ons als het ware bestormen. Een groote plaats, dacht men, veel voorraad en geen kwade boer. Oom Paul, die anders zo kalm is, kwam echter in oppositie. Zoo'n stormloop had hij niet verwacht en hij kon zich daar niet rneê vereenigen. Het moet er eenigen oogenblikken heftig naar toe gegaan zijn, zoo hals over kop je eigendom en ruimte, welke toch al zooveel was ingenomen door het vee van Moeder en ons volk, in beslag te nemen. Ik was toen niet thuis en heb die toestand zelf niet mede gemaakt. Oom wilde het zoo niet hebben. Als alles netjes en geregeld geplaatst werd mocht men bij ons binnenkomen, anders niet. De menschen waren in zulke ontzettende tijden ook licht gejaagd en opgewonden en dan niet te weten waarheen en bang dat een ander voor was enz. enz. Men kan best begrijpen dat men zoodoende niet meer kalm denken en overleggen kon. Er moest met spoed gehandeld worden. Jan was al die tijd te Afferden en zoo stond Oom, welke nog wat hiilp van Jac Megens

16

had, zoowat alleen voor die stormloop. Maar hij heeft zich flink gehouden en heeft aan alles trots het hoofd geboden. Als het op stuk van zaken aankomt kan onze anders zoo zachte Oom toch met beslistheid optreden, hetwelk toen ook wel hard noodig was. Anders had hij zoo'n steun aan Jan, die achter altijd met kracht voor hem optrad en nu was hij er niet en voor in huis stond hij al even goed alleen. Geen wonder dat hij naar mijn komst verlangde. Het was dan ook, toen ik aan kwam, of hij zich een pak van de schouders kon werpen en blij was eigen familie te hebben wien hij het roer kon overgeven en toevertrouwen. Oom leed dan ook zeer onder den druk der omstandigheden. Hij, die anders altijd zoo geregeld en rustig in ons kleine huisgezin leefde, en daarbij kwam nog wel meer zorg over onze toestand te Afferden. Hij dacht dat we aan alles gebrek hadden. O, hoe trof ik hem in overspannen toestand aan, wat was hij weemoedig gestemd. Hij werd er zelfs ziek van. Vanaf den tijd dat ik thuis gekomen ben, is hij hoegenaamd niet meer achter geweest. Hij lag veel te bed en verders kwam hij niet verder dan zijn kamer die we vrijgehouden hadden. De reactie scheen ingetreden te zijn. Hij moest veel overgeven, alwaar hij sinds den dood van zijn broer Jan te Dreumel meer last van had. Zoo hadden we twee zieken in huis, maar Oom was gelukkig niet van ernstige aard. Met Nic van Kol was het erger. De lobbert lag soms te kermen van pijn. Hij had tijden die hij lag uit te roepen van pijn. Ik kon het op mijn kamer 's nachts hooren en als men hem maar had kunnen verlichten. Doorgaans was er tusschen onze menschen een goede verstandhouding. Men was steeds voor elkaar in de weer en deed alle werkzaamheden die er te verrichten vielen, de één dit, de andere dat. Ja, men kon mekaar soms plagen. Vooral die meisjes en jongens, welke verkeering hadden, moesten het vast ontgelden. Er werd mee geschertst en gelachen dat ze er allen plezier in hadden. Ook werd 's avonds al eens kaart gespeeld. We hadden maar twee


NIEUWSBRIEF EVENEMENTENKALENDER 1996 ATTENTIE

augustus 1996

Informatie over deze dag zal in de regionale en plaatselijke media gepubliceerd worden. Verdere informatie: 024-6413012 of 0487-502112

NOTEER IN UW Agenda

Zaterdag 21 september: Najaarsexcursie naar Hattem ATTENTIE

Zaterdag 14 september: Monumentendag 1996

1996 is het jaar van het Industriële Erfgoed. De Landelijke Monumentendag 1996 zal daarom in het kader staan van het Industriële Erfgoed. De Monumentenstichting Baet en Borgh, het Streekhistorisch Museum Tweestromenland en de Historische Vereniging Tweestromenland organiseren dit jaar de Monumentendag. Op deze dag zullen diverse monumenten en in het bijzonder de industriële monumenten zoals het stoomgemaal 'De Tuut' in Appeltern, de steenfabriek 'De Vogelenzang' in Deest, de molen in Batenburg. In Batenburg kan men de hele dag genieten van diverse activiteiten. Op het programma staan een stadswandeling, bij het kasteel een verhalenverteller, in de Mosterd een expositie van de Batenburgse munten, om 13.30 en 15.00 uur een optreden van de volksdansgroep 'Richeldiene' op het pleintje bij de stadspomp, om 16.00 uur een presentatie van Maas en Waalse Streekdracht en Mode door de werkgroep Maas en Waalse Streekdracht en Mode van de Historische Vereniging Tweestromenland, in 'De Hosterd' een foto-, tekeningen- en schilderijenexpositie en de gehele dag een diaklankbeeld verder nog diverse andere activiteiten. Ter gelegenheid van deze dag zal er ook een monumentenkrant uitgegeven worden. Eind augustus zal de monumentenkrant te verkrijgen zijn bij de drie organisaties en verder in bibliotheken, plaatselijke VW, gemeentehuizen.

Kosten per persoon: ƒ 65,00. Opgave alleen mogelijk met het aanmeldingsformulier Opgave/inschrijvingen per telefoon moeten alsnog een formulier inzenden. Dit verplicht u tot deelname. Wij moeten dit doen omdat er in het verleden mensen zich opgaven en vervolgens niet meegingen en dus ook niet betaalden. De kosten worden begroot op een bepaald aantal deelnemers. Alleen bij ziekte of overmacht geldt dit niet.

Zaterdag 26 oktober: Excursie naar Uden (NB)

Programma: 13.15 uur: ontvangst met koffie en gebak in café-restaurant D'n Vorstenburgh, St. Jansstraat 1, Uden. 14.00 uur: bezoek aan het museum onder leiding van deskundige gidsen. 15.45 uur: bezichtiging van de kapel van de zusters Birgitinessen. 16.15 uur: nog gezellig samen-zijn met 'n drankje (eigen rekening) in d'n Vorstenburgh. Kosten: ƒ 15.00 per persoon, all-in, betaling bij aankomst. Informatie en opgave: 024-6413012, 0487-502112, 0487-593505 tot 20 oktober. Bij opgave krijgen de deelnemers een routebeschrijving thuis gestuurd.


Museum voor Religieuze Kunst Het museum is gedeeltelijk gehuisvest in de historische gebouwen van birgittijnse abdij Maria Refugie. In 1713 vestigden zich hier de zusters birgittinessen. Zij waren gedwongen hun voormalige klooster te Koudewater onder 's-Hertogenbosch te verlaten. In gebieden onder gezag van de Staten van Holland werden na 1648 immers geen kloostervestigingen meer toegestaan. Kloosters met mannelijke bevolking werden meteen gesloten, kloosters met vrouwen, vaak ook bagijnen genoemd, mochten uitsterven. Dit uitsterven hebben de zusters op allerlei mogelijke manieren proberen te rekken, maar in het begin van de achttiende eeuw dienden zij ook te vertrekken. De zusters birgittinessen kochten daarop in Uden, een dorp in het Vrije Land van Ravenstein, het kloostertje, meer een versterkt woonhuis, van de kruisheren, die al eerder in Uden gearriveerd waren. Het Vrije Land van Ravenstein was tot de Franse tijd (1794) een van de vele zelfstandige stadsstaatjes gelegen in het noordoosten van de huidige provincie Noord-Brabant. In deze soevereine gebiedjes was de openbare beleving van de katholieke eredienst niet verboden en mochten kloosterlingen hun conventen bouwen. Het waren toevluchtsoorden voor verdreven geestelijkheid. In de periode van 1629 tot ongeveer 1720 werden in dit gebied dan ook talrijke kloosters gesticht. Vele van hen functioneren tot op de dag van vandaag. In zaal 8 van het museum kunt u diverse objecten uit deze kloosters aantreffen en vindt u een overzichtskaartje met de plaatsen waar deze kloosters zich bevinden. Als u het museum betreedt kunt u een keuze maken om eerst een bezoek aan de historische gebouwen, of aan het nieuwe gedeelte te brengen. Er is een lift aanwezig, zodat het museum voor iedereen toegankelijk is. Er worden in het museum vaak wisselexpositie gehouden. Tijdens onze excursie is er een expositie van Ulrich Roldanus 'Kleine Heiligdommen'. Het museum verzamelt namelijk als enig instituut in Nederland ook moderne religieuze kunst. U moet niet verbaasd zijn werk aan te treffen van gerenommeerde eigentijdse kunstenaars als Ger van Elk, Mare Mulders, Paul Kleman, Henk Visch, Reinout van Vugt of Gijs Frieling.

VERSLAG VAN EEN DEELNEMER AAN DE EXCURSIE NAAR MEGEN 29 MEI

Woensdag 29 mei j.l. had in het stadje Megen, de zomeravond-excursie plaats van de Historische Vereniging Tweestromen land. Deelname 86 personen voornamelijk uit het land van Maas en Waal. Na de ontvangst met koffie en gebak in Acropolis ging het gezelschap op pad onder leiding van de gidsen, mevr. Van Doremalen en de heer en mevr. Van Hemskerk. Via de gevangenentoren, de dijk, het standbeeldje van Dr. Baptist, de diverse pleintjes, kapellen, kloosters en andere bezienswaardigheden beleefde men de oudheid van deze prachtige plaats. Ook een bezoek aan de kapel van het Heilig Bruurke van Megen werd niet vergeten. De gidsen hadden eer van hun werk, niet allen door de grote belangstelling, maar ook door de motivatie van het gezelschap. Die was optimaal, gezien het aantal gestelde vragen. De avond werd besloten met een diarama met uitleg over o.a. het interieur van de verschillende religieuze gebouwen. Alle deelnemers vonden het alleszins de moeite waard en hadden deze excursie voor geen goud willen missen. NIEUWE LEDEN WELKOM

Hr. Arnold Romeijnders, Sint Maartensbrug. Mevr. B. van Wezel, Den Haag. Hr. H.J.J. van Os, Druten. NIEUWS UIT DE REGIO

Duizend jaar Deest In de zestiende feestweek 17 t/m 25 augustus 1996 in Deest staat Duizend jaar Maas en Waal centraal. Gedurende deze week start Deest met de voorbereidingen van Deest duizend jaar. De Historische Vereniging Tweestromenland en het Streekhistorisch Museum Tweestromenland organiseren de expositie waarin een groot aantal Maas en Waalse geslachten centraal staan. Op zondag 25 augustus zal de Historische Vereniging en het Streekhistorisch Museum ook aanwezig zijn op de toeristische markt. Op maandag 19 augustus zal de werkgroep Maas en Waalse Streekdrachten en Mode een presentatie geven van de Maas en Waalse


Streekdracht en Mode. Ter gelegenheid van duizend jaar Deest in 1997 zal volgend jaar een gedenkboek in de Tweestromenlandreeks, nummer 15, worden uitgegeven. Men kan zich voor dit gedenkboek al inschrijven gedurende de feestweek. Er wordt ook ter gelegenheid van duizend jaar Deest een penning geslagen. Inschrijving voor het boek en de penning zijn mogelijk in het dorpshuis het Trefpunt in Deest.

Museum Kruiswerk & Thuiswerk De Kruiswerkvereniging Zuid-Gelderland en de Stichting Thuiszorg Zuid-Gelderland hebben op Vrijdag 10 mei het Kruiswerk & Thuiszorg Museum geopend. In de tentoonstelling 'Zorg bij geboorte, ziekte en dood' wordt een beeld gegeven van de geschiedenis van de wijkverpleging en de gezinszorg. Het museum is gevestigd in het voormalige kruisgebouw in Appeltern, Maasdijk 32a. Er is een ruimte waarin oude verpleegartikelen te zien zijn. Eén die ingericht is als oude ziekenkamer en één met oud archiefmateriaal, notulenboeken en dergelijke. Met ingang van 15 mei tot eind september zal het museum elke woensdag en zondag van 14.00 tot 17.00 uur voor het publiek geopend zijn (daarna tot april alleen op afspraak). Groepen zijn na telefonische afspraak ook op andere tijden welkom. De toegang is gratis. Rondleidingen kosten ƒ 25.-. Voor meer informatie of illustratiemateriaal kunt u bellen museummedewerkster Drs. Marieke de Klerk, 0487-542179, b.g.g. 024-3230041.

ge van B & W van Beuningen gekregen om het boekje te drukken. De gemeente zal de financiën voor haar rekening nemen zolang deze niet de spuigaten uitlopen. De hr. Maes, zelf oud-onderwijzer, denkt dat het boekje ook erg nuttig zou kunnen zijn voor de kinderen van de basisschool. Wanneer het Straatnamenboekje verschijnt is nog niet bekend. Het idee van de hr. Maes verdient navolging, mogelijk dat de Historische Vereniging Tweestromenland bij de andere gemeenten in haar werkgebied het voortouw kan nemen. Mensen die hierin geïnteresseerd zijn kunnen contact opnemen met de Historische Vereniging Tweestromenland, 024-6413012 of 0487502112.

Duffeltdag 1996 Heemkundekring 'De Duffelt' organiseert op zaterdag 31 augustus haar jaarlijkse excursie. Doel van de reis de Nederlandse en Belgische Kempen. Om 10.30 uur koffie of thee met gebak in Eersel. Vervolgens een korte diaserie over de Kempen, gevolgd door een bezoek aan het streekmuseum 'De Acht Zaligheden' en de heemtuin. Om 12.15 uur een goed verzorgde Brabantse koffietafel. 13.30 uur vertrek per bus voor de Smokkel/Teutenroute. het is een route door de rustieke Kempische dorpen, die omgeven zijn door prachtige natuur. Door een deskundige gids worden de smokkelverhalen verteld, doorspekt met anekdotes. Een bezoek aan de Abdij van Postel staat ook op het programma. Als de tijd het toelaat zal de mogelijkheid bestaan de gebouwen te bezichtigen en de Straatnamenboekje Beuningen kapel te bezoeken. De tocht wordt beëindigd op De heer André Maes uit Beuningen heeft onlangs de historische markt van Eersel. Dit is een van de het idee aan de gemeente Beuningen voorge- mooiste pleinen van Zuid-Nederland en staat legd om een Straatnamenboekje te maken. geheel onder toezicht van Monumentenzorg. Menigeen heeft zich weieens afgevraagd waar Om 17.00 uur vertrek huiswaarts. Opstapplaatde namen Scharsestraat, Morgenster, Blaten- sen: 8.30 uur Leuth Kerk, 8.35 uur Beek kruisplak, Pyloon enz. vandaan komen. Hij vindt het punt, 8.45 uur Nijmegen Marechausseekazerbelangrijk dat ook de inwoners van de gemeente ne/Coehoornstraat. Beuningen oog hebben voor de geschiedenis Aanmelding: Maria Oppenberg 0049-2826-5180 van hun dorp. Om het idee daadwerkelijk uit te of Paul Remy 024-6632766. voeren heeft de hr. Maes de werkgroep Beuning- Kosten voor leden ƒ 32,50, voor niet- leden se Straatnamen in het leven geroepen. De werk- ƒ 37,50 over te maken op giro 4089940 of Rabogroep, waarin alle vier de kerkdorpen vertegen- bank 13.44.02.588 t.n.v. Heemkundekring De woordigd zijn, heeft toestemming van het colle- Duffelt, Millingen aan de Rijn.


Cursus Heemkunde In oktober 1996 start in het Streekhistorisch Museum Tweestromenland een cursus Heemkunde. De cursus duurt vijf avonden van 20.00 tot 22.00 uur. De cursus wordt georganiseerd door de werkgroep de Sprong van het Regionale Instituut voor volwassenen educatie, de Historische Vereniging Tweestromenland en het Streekhistorisch Museum Tweestromenland. Per avond staat steeds een ander thema centraal, zoals oude ambachten, streekdracht, archeologie/geologie, watersnood enz. Verdere informatie in de regionale en plaatselijke media. Kosten van de cursus Ć’ 60,- per persoon inclusief koffie. Opgave: Streekhistorisch Museurn Tweestromenland 0487-595002, Historische Vereniging Tweestromenland 0487-502112 en Sociaal Kultureel Werk 0487-591741.

VRAAG EN AANBOD

Gezocht: 'Batenburg Eeuwenlang Twistappel', van Huub van Heiningen T.J. van Duijghuijzen Parkstraat 40 6881 JG Velp Tel.: 026-3646365

J. van den Burg Varkensmarkt 7 6659 BS Wamel Tel.:0487-502112

Gezocht: Het Streekhistorisch Museum vraagt de volgende boeken te koop: - De Stoomtram Nijmegen - Wamel Deel 1, door Joh. van Os - Maas en Waals Woordenboek, door Joh. van Os - Wee den Vergetenen, door H. van Heiningen - Dorp Horssen, door Joh. van Os - Heemkundeproject over Dreumel 1925-1985 DeeM - Tussen Maas en Waal, door H. van Heiningen - Het Land tussen Maas en Waal, door J. Manders - Maas en Waal, van armoede tot welvaart, door J. Manders - De Historie van het land van Maas en Waal, door H. van Heiningen - Wijchen, geschiedenis in zeven seconden, uitgegeven door Boerenleenbank 1956 en Handwerken uit Grootmoeders tijd, gevraagd door Wies Berris-Visscher, 024-6417461. Streekhistorisch Museum Tweestromenland, Past. Zijlmansstraat 3, 6658 EE Beneden-Leeuwen, tel. 0487-595002 of 591535.

Gezocht: 'Wee den Vergetenen', Huub van Heiningen Mevr. H. Vellinga-Habing Esveen 25

STREEKHISTORISCH MUSEUM TWEESTROMENLAND

9981 CH Vries NIEUWS UIT HET STREEKMUSEUM

Gezocht: 'Gemeentegeschiedenis van Horssen

1811-

1894, Johan van Os

Historische Vereniging Tweestromenland Postbus 343 6600 AH Wijchen Tel.: 024-6413012 of 0487-502112

Gezocht: 'De Monumenten van Geschiedenis en Kunst', Het Land van Maas en Waal + Oostelijk deel, A.G. Schulte

Wisselexpositie over de auto In het Museum is een expositie ingericht over de 'Ontwikkeling van de Automobiel'. 1996 is een herdenkingsjaar omdat de auto in 1896 in Nederland zijn intrede deed en hier dus al 100 jaar rondrijdt. Wereldwijd begint de ontwikkeling een kleine 10 jaar eerder. Hoe was dat in Maas en Waal? Hans JurriĂŤns uit Beneden-Leeuwen weet daar, als verzamelaar van historische autoboeken, alles vanaf. De auto, aangedreven door stoom,


CONTRIBUTIE 1996

Hoewel de streefdatum voor de inning van de contributie is verstreken willen wij toch nog een klein aantal leden de gelegenheid geven alsnog de contributie voor 1996 te voldoen. Wat betreft degene die hun machtiging tot afschrijving van de contributie hebben ingezonden kunnen gerust zijn, al is deze nog niet geïnd. Door wat aanloopproblemen in de verwerking hiervan was dit nog niet mogelijk. De machtigingen behouden hun geldigheid en we doen ons uiterste best dit zo snel mogelijk af te werken. De penningmeester/'ledenadministratie

benzine en later gasolie en diesel, heeft een enorme vlucht gemaakt. Ook in Maas en Waal kwam het vervoer aan het begin van deze eeuw op gang. Aanvankelijk met paardetractie, later met tram en auto. Naast documentatie zijn in het Museum diverse oude gereedschappen, foto's, accessoires en modellen van oud tot modern, te zien. Heel interessant is een lijst van de eerste honderd kentekenhouders in Maas en Waal. Verder is aan de hand van oude foto's een diaklankbeeld samengesteld, speciaal gericht op Maas en waal, met hondekarren, ponten, Huismans Autodiensten, en nog meer, in beeld en geluid.

De expositie is te zien tot 29 september. Motoren als Industrieel Erfgoed Dit jaar wordt landelijk veel aandacht geschonken aan wat wordt genoemd 'Industrieel Erfgoed'. Er is geen duidelijke definitie van wat Industrieel Erfgoed is. Onze molens en ons stoomgemaal horen daar zeker bij. Met oude ambachten, waarvan in het Museum van allerlei is te zien, wordt het al moeilijker. In de streek zijn er echter nog wel meer objecten die het bekijken waard zijn. Zoals de historische motoren van

Thijs Loeffen te Beneden-Leeuwen. Hij doet mee met ons 'Museum Mét' project. De 65-jarige Thijs, niet in de laatste plaats bekend als de 'mulder van Leeuwen', is sinds 1982 verslingerd aan historische motoren, toen de eerste vijf motoren werden gekocht. Dat wil zeggen, er werden vijf brokken oud roest gekocht. En dan begint het roestkrabben en het sleutelen. Veel vragen en zo leren hoe het moet worden. Maar ook door schade wijs worden. Want die eerste vijf bleken toch niet de motoren waar Thijs op hoopte. Van die vijf is er thans nog slechts één in zijn bezit. De collectie omvat thans een selectie van motoren gebouwd rond 1900. Industrieel erfgoed dus, maar niet alleen van hier. De 'puffers' van Thijs komen van over de gehele wereld. Naast enthousiasme en hulp heb je ook gereedschap en machines nodig. Het aardigst en het goedkoopst is het zoveel mogelijk zelf te doen. Die glanzende stukken techniek vertegenwoordigen ontelbare werkuren. Daarbij wordt Thijs gesteund door een aantal mensen, waarbij zijn vrouw Ger en ook Marinus Bergers, als all round monteur en als adviseur, een belangrijke plaats innemen. Momenteel wordt gewerkt aan een in Spanje gekochte artillerietrekker van Italiaanse makelij. Naar schatting zal daar twee jaar noeste arbeid in gaan zitten. Bezoekers van het Museum kunnen ook de motoren van Thijs Loeffen zien Niet in het Museum maar bij Thijs zelf, Zandstraat 110 in Beneden-Leeuwen. De data zijn 11 augustus en 14 september.

Expositie van kinderkleding Sinds april j.l. is er een expositie te zien van kinderkleding, voor een groot deel samengesteld uit een schenking aan het Museum door de erven Numans te Dreumel. Daarbij bevonden zich enkele stukken waarvan wij het bestaan nog niet kenden. Bij deze aanwinsten bevonden zich o.a. gebreide kinderkousjes met ingebreide initialen. Deze kousjes waren zo gevouwen, dat de voetjes er zo ingestoken konden worden en de kous makkelijk over het been kon worden afgerold. Zo liggen ze nu in een vitrine. Ook ondermouwtjes voor baby's bevonden zich bij deze schenking, even-


als een witte jurk en een schort voor grotere meisjes én een zomerhoed van witte broderie! Dit alles werd opgesteld naar aanleiding van een foto uit dezelfde nalatenschap, die ook in ons bezit kwam. Verder zijn er o.a. hemdjes, broekjes, luierjurkjes en mutsjes te zien. Oproep voor informatie over kinderkleding van vroeger Wie kan ons vertellen tot welke leeftijd jongens een jurkje droegen? Hebt u daar foto's van? Dan willen wij daar graag een copie van maken. Ook over de hansop, een typische jongensdracht, willen wij graag meer informatie: welke kleur had dat kledingstuk, van welke stof werd het gemaakt, zaten er lange of korte mouwen in, waren de pijpen lang of kort, tot welke periode is dit gedragen, en zo voort. Heeft u nog meer informatie over de kinderkleding van vroeger tot plm. 1925, laat het ons

weten. Deze gegevens zijn belangrijk voor de documentatie. U kunt bellen met: 024-6417461, 024-6413012 of 0487-595002. Als de juiste personen niet aanwezig zijn wordt u teruggebeld. Wies Berris-Visschers, coördinator Maas & Waalse Streekdracht en Mode.

Openingstijden Het Museum is elke zondagmiddag en woensdagmiddag geopend van 14.00 tot 17.00 uur. Groepen kunnen op andere dagen en tijden volgens afspraak terecht. Telefoon 0487-595002 of 591535.

INZENDDATUM KOPIJ

Kopij voor nr. 90 moet uiterlijk 1 november 1996 in het bezit zijn van de redactie.

DOOR IN HET TIJDSCHRIFT TE ADVERTEREN ONDERSTEUNT U

DE

HISTORISCHE VERENIGING TWEESTROMENLAND

Informatie en prijsopgave: HISTORISCHE VERENIGING TWEESTROMENLAND

Postbus 343,6600 AH Wijchen


AANMELDINGSFORMULIER NAJAARSREIS HATTEM Kosten Æ’ 65,--, over te maken op giro 2622012 t.n.v. Penningmeester Tweestromenland Wijchen.

Inzenden UITERLIJK VRIJDAG 13 SEPTEMBER aan: Evenementencommissie Tweestromenland, Postbus 343, 6600 AH Wijchen. Naam/voorletters: Straat/huisnr.: Postcode/woonplaats:

Opstapplaats:

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ............

.. ......................... ......... .................

Aantal deelnemers:....__________

Datum

Handtekening:

LEDENWERVING WEET U BIJ VERJAARDAGEN, JUBILEA OF SPECIALE GELEGENHEDEN NIET WAT U MOET GEVEN???? WAT DACHT U VAN EEN LIDMAATSCHAP VAN DE HISTORISCHE VERENIGING TWEESTROMENLAND

Bij tijdige aanvraag en betaling verzorgen wij voor u een oorkonde op naam, zonder extra kosten.


HISTORISCHE VERENIGING TWEESTROMENLAND Evenementencommissie Postbus 343,6600 AH Wijchen

GESCHENKLIDMAATSCHAP Nieuw lid:

Naam/voorletters: Straat/huisnummer: Postcode/woonplaats: Ondergetekende heeft de contributie van Æ’ 35,- overgemaakt op giro 26222012 t.n.v. Penningmeester Tweestromenland Wijchen en verzoekt om toezending van de oorkonde op naam. Naam/voorletters: Straat/huisnummer:

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ............... . . . . . .

Postcode/woonplaats: Datum:

8

Handtekening:

............


Een vernielde boerderij in de polder bij Maasbommel. stellen, maar er werd toch soms zelfs gezon-

gen, zoodat er bij afwisseling vreugde en verdriet mekaar opvolgde en met tijde den ernst van onzen treurige toestand vergeten werd. Onze arme patiĂŤnt lag gelukkig nogal een eindje van dat leven af', anders zou het zo niet mogen toegaan en toen ze aan hem dachten hield men spoedig op. Ik was toch blijde dat de menschen somtijds zoo vrolijk konden zijn, ze hadden ook zoo veel leed doorstaan, en ze voor een oogenblik die toestand vergeten konden, te meer daar ik er uit kon opmaken dat ze nu toch met alles tevreden waren. Toen het water begon te zakken ging men al spoedig op verkenning uit hoe het er thuis

uitzag. O, wat al slecht nieuws kreeg men te hooren. In deze of gene kast waren de beelden of schilderen gelegd en nu was die door

den drang van het water opgewipt en lag

alles heen en weer over elkaar. Als hun huis droog kwam ging men erheen om alles te beregelen en schoon te maken. Want het zag er uit, er viel zoo veel te werken en aan te pakken dat men niet wist waarmede het eerste te beginnen. Op de eerste plaats moest de kachel, die er roestig en vuil uitzag, geplaatst en aangemaakt worden. Maar waar zouden ze droog stooksel halen om het vuur aan te leggen? Dit werd geregeld van ons uit medegeno-

men.

Wij hadden het genoeg en kolen om

verder te stoken hadden ze nog wat liggen.

Het gaf niet dat die nat waren. Eer zij de boel op orde hadden gingen er verscheidene dagen mee henen. Het was nog geen huishouden om te leven en er was even-

min iets klaar om te gebruiken. Ze moesten er vaak zelfs om lachen dat de wagen omgedraaid was. Vroeger ging men bij de boer

17


Een troosteloze aanblik van een verwoeste boerderij in de omgeving van het dorp Alphen.

werken en thuis eten en nu was het thuis gaan werken en bij den boer eten. Het kan al raar lopen.

18


Johan van Os

Maas en Waalse gastarbeiders in Duitsland PANNENBAKKERS VAN HONDERD JAAR TERUG De zeldzame foto die bij dit artikel is afgedrukt, komt uit het bezit van Wim van de Pol te Puiflijk. Wim moet in 1860 geboren en in 1956 gestorven zijn. Hij is 95 jaar geworden. Zijn dochter Tonneke Willems-van de Pol (intussen zelf overleden) wist mij nog te vertellen dat Wim in zijn jonge jaren op een Duitse pannenfabriek had gewerkt. Dat was dus in de periode 1880-1890, in ieder geval meer dan honderd jaar terug.

soms niet veel terecht. Er deden zich typisch dezelfde problemen voor als bij onze huidige gastarbeiders uit verre landen als Spanje, Marokko of Turkije. Eenmaal gewend aan de Duitse levensstandaard en voorzien van een vast inkomen, schrokken zij vaak terug voor het onzekere, armoedige bestaan dat hen in Maas en Waal weer te wachten stond. Ze bleven in Duitsland plakken, ook al omdat ze soms tegen een 'Pruisisch' meisje aan liepen waar ze moeilijk meer van los kwamen. Er zijn in deze periode heel wat Nederlands-Duitse huwelijken gesloten, waarvan in veel gevallen ZUIGKRACHT de nazaten nog altijd in Duitsland leven. Het Wim van de Pol is in die tijd niet de enige gebeurde ook wel dat gastarbeiders hun Maas en Waler geweest die als gastarbeider Maas en Waalse bruid uiteindelijk mee naar naar Duitsland trok. Er waren er veel meer: Duitsland troonden om daar een gezin te tientallen, zo geen honderden. In de Duitse stichten, zoals omgekeerd ook Duitse bruidindustriestad Neuss is mij in de jaren vijftig jes tenslotte in onze streek getrouwd zijn. wel eens een lange, saaie straat aangewezen Voor onze Vereniging en in het bijzonder waarvan mij toen werd gezegd dat zeker de voor de werkgroep Maas en Waalse Geslachhelft van de aanwonenden 'von Holland' ten zou er een interessante taak in gelegen stamde. Met name voor Maas en Walers was kunnen zijn de afstammelingen van deze gashet Duitse Rijnland aantrekkelijk, omdat je tarbeiders, die zich inmiddels grotendeels het gemakkelijk per stoomboot kon berei- over heel Duitsland hebben verspreid, maar ken. die zeker ook nog in de nabijheid van de De grootste trek van gastarbeiders lijkt te grens min of meer geconcentreerd voorkohebben plaatsgevonden tussen ongeveer men, op te sporen en hen, als zij daar prijs op 1870 en 1914. In Duitsland was meer werk te stellen, met hun Maas en Waalse achtergrond vinden en er werden ook hogere lonen te confronteren. Nazaten van emigranten betaald dan in Maas en Waal. Dat gold zowel zijn niet zelden heel gevoelig voor hun famivoor agrarische seizoensarbeid als voor vast liegeschiedenis. Men kan daartoe aan twee werk in de fabrieken. Vooral de oorlogsin- kanten onderzoek verrichten: aan de Duitse dustrie van Kaiser Wilhelm II met zijn vloot- kant, waar soms gewoon het telefoonboek al politiek oefende een forse zuigkracht uit, die aanwijzingen kan verschaffen in geval van tot in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) makkelijk herkenbare Nederlandse familieaanhield. namen; aan onze kant, waar in iedere gemeente-administratie de toenmalige gastTROUWGELD arbeiders sporen hebben nagelaten. Het gros van de Maas en Waalse gastarbeiders bestond natuurlijk uit jongelui, die over AANDOENLIJKE BRIEFJES de grens hun 'trouwgeld' hoopten te verdie- Wat laatstgenoemde bron betreft zijn voor nen om zich daarna weer in hun eigen dorp mij de boeiendste documenten nog altijd de of althans in hun eigen streek te vestigen. briefjes die de gastarbeiders destijds schreven Van die mooie plannen kwam in de praktijk aan hun vroegere burgemeester of secretaris

19


Personeelsfoto van een Duitse panoven met Maas en Waalse gastarbeiders (Âą1880-1890). Voor namen en commentaar: zie artikel 'Pannenbakkers van honderd jaar terug'. Foto: M. Frankfurter, Wesel. Reproductiewerk:J. van Wijk, Tiel.

20


in Maas en Waal. Gewoonlijk vroegen zij daarin om een uittreksel uit het bevolkingsregister of een ander bewijs van Nederlanderschap. Drie voorbeelden van dergelijke correspondentie uit het jaar 1906 zijn ter illustratie bij dit artikel afgedrukt. Het zijn aandoenlijke stukjes tekst van mensen die geen enkele kans gehad hebben om zich na een paar jaar lagere school verder te ontwikkelen. Maar zij konden tenminste schrijven en dat gold in die tijd lang niet voor iedereen. In den vreemde is hun taal een mengelmoes geworden van dialect, uiterst primitief Nederlands en slecht aangeleerd Duits. DE FLES Ook de foto van Wim van de Pol bij dit artikel legt getuigenis af van de grote trek naar Pruisen, zoals Duitsland toentertijd doorgaans werd genoemd. Wim staat er natuurlijk zelf op, maar hij heeft zijn dochter vroeger menigmaal lot- en streekgenoten aangewezen, die op dezelfde panoven hun kost moesten verdienen, en Tonneke had hun namen goed onthouden. Zo zien we, zittend op de grond, als derde van rechts, Branje Beumer uit Druten (nr. 29). Zittend op de bank treffen we de volgende bekenden aan: eerste vrouw rechts met baby (nr. 23 en 22) is mevrouw Vos-Postulart; naast haar, met baard, zit Vos zelf (nr. 21). Vos kwam van Puiflijk; zijn vrouw moet, zoals vermoedelijk alle Maas en Waalse Postularts, van Winssense afkomst geweest zijn, maar zij is waarschijnlijk toch in Puiflijk geboren en opgegroeid. Uiteraard is ook Wim van de Pol in eigen persoon op de foto present. Hij zit als vierde van rechts (nr. 19) op de bank en laat zich voor de camera een glaasje inschenken door zijn buurman. 'Beschonken worden in den vreemde' schijnt tot de vaste folklore van alle gastarbeiders en emigranten te behoren. De fles en het drinkglas komen op veel emigrantenfoto's voor. Zulke foto's werden opgestuurd of meegenomen naar het thuisland en de 'rijkelijk vloeiende drank' moest daar de argwanende achterblijvers demonstreren -ter geruststelling of bij wijze van triomf- hoe goed de emigranten het ginder getroffen

hadden. Toen ik zelf in de jaren zeventig wel eens foto's maakte bij Turkse families in Druten-Zuid, mocht ik niet knippen eer de fles op tafel stond. TWEE JONGE MOEDERS De schenkende buurman van Wim op onze foto (5e van rechts, nr. 18) is Toon van Kampen uit Druten. Op Van Kampen volgt, als zesde van rechts (nr. 17) een Duitser met hoed. Hij is later, zo heeft Wim van de Pol zijn dochter vaak verteld, met een kar doodgereden. Of de onbekende Duitser getrouwd was met de vrouw die met een baby op schoot (nr. 16 en 26) naast hem zit, weten we niet, maar het lijkt er wel op. Je ging als vrouw immers niet zomaar naast een vreemde kerel zitten. In elk geval heette ook zij met haar meisjesnaam Postulart. Zij was een zus van mevrouw Vos en dat de twee jonge moeders zussen waren, eender gekleed en gekapt, is op de foto ook goed te zien. Blijkbaar woonden beide gezinnetjes in de periode 18801890 of daaromtrent op de Duitse panoven. DE POSTULARTS Ofschoon de Postularts oorspronkelijk van Winssen kwamen, zijn de twee dames vermoedelijk in Puiflijk geboren. Daar woonde namelijk in 1867 een Johannes Postulart, die getrouwd was met Elisabeth Kortie. Het Puiflijkse echtpaar Postulart-Kortie kreeg op 14 december 1867 een dochter met de doopnaam Maria. In het Puiflijkse doopboek heeft een latere pastoor in de marge aangetekend dat Maria Postulart ruim veertig jaar nadien, namelijk op 7 augustus 1909, in Ruhrort getrouwd is met August Oelinger. Mogelijk is het deze Maria die we naast de onbekende Duitser op de foto zien zitten. Toen hij, haar eerste man, verongelukt was, moet zij dan op ĂŠĂŠnenveertig-jarige leeftijd hertrouwd zijn met een Duitser uit Ruhrort, August Oelinger. De Postularts, van huis uit denkelijk geen Maas en Walers, hoewel ze in onze streek nog altijd rijk vertegenwoordigd zijn, waren blijkbaar een treklustig slag mensen. Ik neem aan -maar dat zou nader onderzocht moeten worden- dat ze allemaal afstammen van Nicolaas

21


^^z^^c^J^y^ <«^zx/*-p^^ //^^ e /{/^S1

/77^-ff

C .*r

. -^

/sy-rrts/mtj

i

^/xS/7

/

tf*3^<4 ^K<2^- /ieru^&rt/

x?>///V/ (y'^(€<n- &j£ -Z>-<xz<?Lel ,

/

<y

<?-m/ ,szfeX

•&eé&&tcrf&n/

£^£"^1 Té?iis

Briefje fan .Anton Meeuwsen uit Lackhausen bij Wesel, d.d. 12-08-1906, gericht aan de Commissaris van de Koningin, maar opgestuurd naar het gemeentehuis in Druten. De tekst luidt: 'Ik moge Mijn Heer Commissaris der Konigin

\ ^t-eu^e'f"tf*t*r*KS*'"*~\

Vrienlijk bidde om de gevalle te doen voor Anton Meeuwsen Nieuwe papieren over te sende terwijl

\ s£& ef-&nttk/ -Z&r-uyJy ^/t^7^ ! / -/ V (/ ^

ik Mijn Heer commissaris bidde zoodra mogelijk

.

TJie&7~

^tm£#f£'

-^l^é^ -.

mijn andere niet meer guitig zijn - nogmaals moge over te zenden in afwachting - geboren den 27 April 1865 te Druten.' Ook hier verraden woorden als bidde (bitten), de gevalle te doen (den Gefallen zu tun), terwijl (weil) en guitig (geldig) de Duitse invloed.

•^tfnl L.._ ___ .

^>^fX^'c^' -We^^f^ ^.£

f^tff-^f

.&" C^>^rT^m^j " /-?^'S/&e&7~' 4-ae^<-t4 / e^c^fiy ezt^ft/

.

/?- / -^*z<p fte- f^t-

/T"

<?ts&r~ Z^ ^^^ü^W^^^^ ^z^/f -e-&vfc n/fa'fyrvf l/———~~ - &

r

frtn^e^rv

0£&rt- Z f

éSf^'T^lt'

/ / <f^£

(y^wféï^ ƒ

^/^•^n

jX4?i>r*&i

^)

fxsri/

•er^-L,

'-/%'rLlj'n/ ts/£e&a-i*s3^T^'

/**/ ^ffl^^£t^éjd?^>J<?i™t"ï' ,^»zy.

&jf

22

' é&fJ-^f

-%/tJ^

&-rl/-_•

^«^^^r// ^e^>^^^


<$££*& tf•«>•'£

,

?/zj* %*>•**»-%**»<!.• j$^4^ -£~*d&. ^w^-.",

„s -M

sk* /vM^ 7>

/?/

0,-//

(/V

ij<7£'-

-^

^u^p^^r:^»--

"

^Jt&^jfa'l.^

^^r^^/r ^/^~ »„/ttJl^£~-^^^, ^* fJ^&W-M-^

•'--

£N

A^r^^ft.

' ^^.i^^t^^J*^*^, &~*4**

ó / x' 0 / ' /• 7.^. ^dv^ÉP^/L • $^4/^*y', / f^ê^ . ^a '//

'

'

XV , ,

' Z<&)~r~j#Ji ^.jvS-SÏtéLeS*

/

*>,

téfa**» •»• .c®"**™"^ v ^,,^7

Sj«f^

éj^^-f^^f'^'/'f*-1

^/SJ^^^^ ^' ^érLlAJ

/-tS**^*""*——--

.

.>**

J&^ÏÓ^ffltf'

A ^-J^^^^^i Ü /

t$}$+*^/$ï'

y^^u^ëm^

%*~6

Briefje van Allardus Willems uit Beeck bij Ruhrart, d.d. 29-10-1906, gericht aan de Drutense gemeentesecretaris Van Haaren, de vader vanjos van Haaren, in leven bewoner van het 'Witte Huijs'aan de Hogestraat. Willems schrijft: 'Waarde Heer van Haaren! Bestens kom ik U verzoeken toch zoo goed te zijn en zenden mij eene bescheinigung dat ik het eenige kind en ook de eenige erfgenaam met geboortedatum mijner Ouders Jan Willem Willems en Cafharina de Grundt. Daar mijn goeden Vader gisteren gestorben is, handelt het om het stervegeld eener Wohltatskasse en die moet ik hier nog Notariell beglaubigen laaien - de kosten wil ik U per postvjissel of bij de Eerste gelegenheid in Druten betaalen. Hochachtend.' We tellen 9 Duitse of 'halfduitse' woorden in dit stukje tekst: 1. bestens; 2. bescheinigung (verklaring, attest, bewijsstuk); 3. gestorben; 4. handelt; 5. stervegeld (uitkering uit begrafeniefonds); 6. Wohltatskasse (begrafenisfonds); 7. Notariell; 8. beglaubigen (bevestigen, waarmerken); 9. Hochachtend.

23


-c^'W^^W tf «!W / 6 -sf^f // n£

y •

%a^^,

'-*+

*z/ <^<, --s,. / /&>

^ ?""*'-' è>^ff„^*?*£—~ „^c*^^ ^—- &^i^<' y f^£^— Q~*^*

/

;

? ' sWÏ

^ ^"^^

^^ b -^-** ^ 7 /l

^ ^^ T *f~ y~ &***• 7^^^^^ ^^ ; .. .. + _ „,„

•Lv-rv

^f™'

^ y^<r~/^

1t,~f<^

^yj

4*

'-^

(f

^ ~~ /^————"*

/

-£^J

V

'7-1*1'

fn -f 'n-t^

tr^>-^~^^"

e^t^

ƒ

. • -

(nr. 14) mogen we misschien de ovenbaas

vermoeden, de bedrijfsleider. Zijn houding geeft duidelijk blijk van een grote waardigheid en de pijp mag niet alleen, ze móet zelfs gezien worden.

De drie heren die links van de groep wat afzijdig hebben post gevat - de één zittend, de andere twee staand (nr. 8, 15 en 32) -

waren volgens Tonneke Willems 'de heren van de oven', bijeengekomen voor een jachtpartij, die waarschijnlijk ook de aanleiding

tot het nemen van een 'personeelsfoto' is geweest. De zittende heer heeft de jachthond aan zijn voeten.

jy-Q-n:——^ 11 ?J.

De bovenste rij panneribakkers geeft als tweede van rechts (nr. 6) nog een bekende te zien en wel Frans van de Pol uit Puiflijk, een

#~y-"- *:*Tv. ^^£*y^^

broer van Wim. De twee lijken ook sprekend op elkaar, maar Frans draagt als enige op de

^J^J*^""^

fiy^^j^™^

(/'V

Briefje van G./, van Zanten uit Duisburg, d.d. 611-1906, gericht aan de burgemeester van Druten. De tekst luidt: 'Achtbare Heer! Gerhard Johann van Zanten is geboren in Duisburg den 6 Mei 1877 in Vaders huis - daarop zijn zijn ouders gestorven en toen was ik kostganger - zoo wijt ik nu getrouwd ben en mijne vrouw ook in Duisburg geboren in jaren 31 December 1879 - Henrijette Waals. Achtungs voll.' }. Postulart, d\e in het prille begin van de 19e eeuw in Wirissen gevestigd was als barbier en chirurgijn. Er zijn in het Rentmeestersarchief Van Koolwijk, Doddendaal, van de/e heelmeester nog enkele 'doktersrekeningen' bewaard gebleven.

HOFFOTOGRAAF Van degenen die op on/e foto in de eerste rij

24

achter de bank staande zijn opgesteld (de nummers 9 t/m 14), is helaas niemand bekend. Het kunnen allemaal Duitsers geweest zijn en in de welgeklede heer met hoed en lange kromme pijp uiterst rechts

foto een fraai blokjeshemd. Hij is in 1925 plotseling gestorven toen hij -terug in Puiflijk - aan het maaien was bij de Dames Eisen. In totaal schijnen er op de pan oven zo'n vijfentwintig mannen gewerkt te hebben. Ongetwijfeld hebben ook de twee dames Postulart een aandeel in de zware arbeid gehad. Minstens zeven personeelsleden waren van Maas en Waalse afkomst. Het kunnen er best nog meer geweest zijn (mocht iemand ze herkennen, dan graag bericht). Het is mij niet duidelijk geworden in welke plaats de oven precies lag, maar de fotograaf kwam van Wesel en woonde daar in cle Kaldenbergerstrasse. Zijn naam was M. Frankfurter en hij mocht zich volgens het stempel dat hij achter op de foto heeft gezet, Hof-Photograph noemen, een titel die wel niet op het hof van Kaiser Wilhelm geslagen zal hebben,

maar dat de man zijn vak verstond, is na honderd jaar nog duidelijk te zien. VOETREIS MILLINGEN-PUIFLIJK Toen Wim van de Pol en zijn Maas en Waalse makkers op de Duitse panoven werkten, liep er nog geen stoomtram. Deze zou pas in


1902 gaan rijden. Wim maakte zijn reizen van Puiflijk naar Wesel en terug met 'De Postiljon', een stoomboot. Maar op één van zijn terugreizen miste hij in Millingen de aansluiting. Hij wilde de volgende boot op de lijndienst niet afwachten en, beladen met een blauwe knapzak, ging hij te voet verder. Het hele traject Millingen-Puiflijk, toch altijd zo'n vijfendertig kilometer, werd in een dag en een nacht lopend afgelegd. In de knapzak zat niet alleen de vuile was, maar ook de 'winst' van een seizoen werk. Lonen werden toen nog in harde muntstukken uitbetaald en, hoe weinig Wim ook verdiende, hij had een hele last te dragen, met het risico 's nachts overvallen en bestolen te worden, want het was algemeen bekend dat

huiswaarts kerende gastarbeiders contanten bij zich hadden. Maar de hele nacht kwam Wim geen levende ziel tegen. Hij passeerde alleen maar huizen met gesloten blinden. In Ewijk kreeg de voetganger een onhoudbare dorst. Zijn veldfles was al uren leeg. Bij een boerderijtje sloeg hij ten einde raad een emmer water uit de put. Dat de rammelende ketting en de knarsende haalboom de bewoners zouden kunnen wekken kon hem niet schelen. Er moest gedronken worden. Maar Wim van de Pol is de nachtelijke scène nooit vergeten en jaren later wist hij in Ewijk zijn dochter nog de put aan te wijzen, waaruit hij zijn dorst had gelest.

25


16

IS

17

FRANCIS PETERS

EtlSABETH ROELOFS

JACOBUS GIESSEN

zn. van Peter Driessen

dr. van

en

Rudolpha Francken

•Balgeij 4-6-1714 t Balgoij 26-10-1779

Roelof Hendricks Deckers en Maria Jacobs Vos

zn van

dr. van

en

Theodorus Hendriks en Hendrina Janssen

zn. van Arnoldus Adams en Maria Jans

Wilhelmus Peters en Maria Jans

* Heumen 27-3-1724 t

* Overasselt vóór 1729 t

* Heumen 30-4-1724 t

t

oo Balgoij 5-2-1739

oo Heumen 20-2-1746

8

PETRUS FRANCISSEN

21

ARNOLDUS ADAMS

*

* Balgoij 29-9-1716 t Balgoij na 1799

20

19

HELENA DERCKS

dr. van

oo Heumen 5-5-1748

9

HENDRINA JACOBS

22

GERARDA GERARDUS WILLEMS SMITS

zn. van dr. van Petrus Gerardus Jacobus Smits Hendrikx van Haren en en Sebilla Johanna Jacobs Hermens

* Balgoij 16-11-1724 t Balgoij 15-10-1802

* Balgoij 18-7-1725 t Balgoij 13-1-1806

ALBERTUS ARTS

dr. van

zn. van

Hendrik

van Dijk en Peterken Adama

en

oo Heumen 1-5-1745

11

ELISABETH GERRITS SMITS

12

GERARDUS VAN DIJK

landbouwer landbouwer ~ Balgoij 1-9-1748 ~ Qualburg (Dld) 1764 ~ Overasselt 18-3-1758 ~ Balgoij 10-9-1755 f Nederass. 23-4-1795 f Nederass 23-1-1835 t Overrasselt 1-12-1813 t Overasselt 26-2-1824 oo Balgoij 6-6-1785

JOHANNES CATHARINA VAN DIJK EBBEN

* Overasselt * Heijen vóór 1729 t Overasselt t Overasselt vóór 1772

oo Balgoij 4-5-1747

10

25

24

23

JOHANNA VAN HAREN

°o Balgoij 4-5-1783

26

27

28

HUIBERT FRANSEN

JACOMINA GROENEN

AART ARTËNS

zn. van Franciscus Huijbers en Maria Martens

dr. van Tilleman Groenen en Catharina Evers

zn. van Ariën Gerrits en Aaltjc Peters

* Overasselt. * Overasselt 1-4-1734 22-10-1734 t Overasselt t Overasselt 8-10-1794 30-12-1805

dr. van zn. van Reinerus Franciscus Hendriks Haren Theunissen en en Geertrui Helena (Hijlke) Janse Verbolt Thoonen

* Heumen 2-1-1721 t Balgoij vóór 1771

* Balgoij 17-2-1730 t Balgoij 17-12-1773

oo Overasselt 1-5-1757 13

oo Balgoij 7-2-1751

MARIS HUIJBERS FRANSEN

JOHANNES ARTS

14

* Overasselt vóór 1729 t Overasselt 9-11-1794

dr. van Johannes

Huijbers v Velp en

Wilhelmina Willems

* Balgoij 2-10-1733 t Overasselt in 1794

oo Overasselt 9-5-1756 15

PETRONELLA FRANCISSEN

lanbouwer boerenarbeider ~ Overasselt 23-1-1764 ~ Overasselt 16-1-1763 ~ Overasselt 23-11-1755 ~ Overasselt 24-9-176' t Overasselt 30-12-1831 t Overasselt 26-1-1832 t Overasselt 17-4-1814 t Overasselt 14-8-1834 oo (2) Overaselt 10-4-1796

4

31

30

29

HENDRINA FRANCIS- JACOMINA JANS VANHAREN CUS FRANVAN VELP CISSEN

oo Overasselt 23-4-1788

5

6

7

RUDOLPHUS (ROELOF) FRANCISSEN

JOHANNA ARTS

PETER VAN DUK

JOHANNA ARTS

landbouwer ~ Balgoij 5-9-1792 fNederasselt 27-4-1834

~ Overasselt 17-7-1797 t Nederasselt 10-2-1855

schoenmaker ~ Overasselt 29-1-1797 tNederasslet 13-1-1872

Overasselt 15-1-1797 t Nederasselt 15-4-1881

oo Balgoij 23-4-1825

oo Overasselt 1-4-1824 2

3

HENDRIKUS FRANCISSEN (ROELEVEN DRIKUS)

MARIA VAN DUK

landbouwer * Nederasselt 8-6-1832, t Nederasselt 9-2-1909

* Overasselt 22-10-1833 t Nederasselt 23-1-1900 oo Overasselt

24-3-1861 1

PETRUS zn. Hendrikus Lambertus, * Keent 8-2-1899, t Groesbeek 7-7-1979 * Nederasselt oo Maria Jacoba Willems, * Keent 8-2-1902, t Nijmegen 16-6-1991 f Balgoij pannemaker/chauffeur landbouwer oo Balgoij 24-1-1893, Wilhelmina Loeffen, Opgemaakt met WordPerfect 6.0. Afgedrukt met HP laserjet. RCC

26

FRANCISSEN 14-2-1864 18-1-1948 landbouwer * Keent 18-8-1871 t Balgoij 24-10-1946 Inzender: P.J. Francissen Goalbertstraat 16, 5521 GB Eersel

27


. LiteratuurSignalement *& ^n* ^ -tï> l

& i

I'SHUJ

S\ 3 ^ J* S • .-^fOTtr/j-...

.~*l

De met * gemarkeerde titels zijn aanwezig in het Documentatiecentrum. * ONTWIKKELING, - bedrijventerrein aanleiding AAI in Wychen; in: RAAP-Nieuwsbrief 1993/2, p. 7-8, afbn. (902) Archeologische inventarisatie op GrootBijsterhuizen

SCHOLTE LUBBERINK, H. B. G., en J. A. M. OUDE RENGERINK, Wychen - Groot Bijsterhui/en: een archeologische kartering, inventarisatie en waardering; Amsterdam, 1992 (902)

afb. (912 en 373.3) klassefbto Wamel 1917 * TOUWSLAGER, W. den [=WT. van den DOBBELSTEEN], Druten in grootmoeders tijd deel 2; Zaltbommel, 1993; 78 p., afbii. '(912) * DEK, A. W. E., Bloedverwanten van Prins Maurits; Rotterdam, 1993; 361 p., afbn.,

reg.

(92)

RAAP-rapport nr. 63

Emilia van Nassau te Wychen

WELIE, J. van, en J. van KOOLWIJK, Uit een 'Heemkimde-project over Dreumel

JAN, - Jacob Luderi, een grootgrondbezit-

ter; in:'Dichtbij, d.d. 16-08-1988 (92)

1925/1985' deel 2: de Tweede Wereldoorlog van mobilisatie tot capitulatie, wederopbouw en vergelijking heden/verleden;

Dreumel, 1992^297 p.,\vfbn., lit. (908 en 93D) * STUK, - Katten burg was 'Lange Brouwerstraat'; in: De Waalkanter, d.d.'09-09-1993,

* MOS, H. G., Een Gelders geslacht Mos (aanvulling); in: Gens Nostra, jrg. 28 nr. 11

(nov. 1993"), p. 555-559, afb. (92) een tak woonde te Heumen * ROSSUM, W. van, Met trots geven wij kennis . . .; in: Tweestronienland, nr. 75

afb. (910/911)

(1993/1), p. 26-27 (92 en 930.25)

Druteii

toegankelijk maken van doop-, trouw- en begraafregisters in het Documentatiecentrum

BEEMERS, B. W., Beuningeti in oude ansichten; Zaltbommel, 1992 (912) * OORSOU W, F. van, Het leven, wonen en . . . werken van de Drenmelnaren; Dreumel,

1992, 115 p., afbn. (912)

* TEUNISSEN, H., Perikelen rond Hendrik. Belevenissen uit het Land van Maas en Waal; Elsloo, 1993; 95 p., afbn. (92) autobiografisch

gedichten en oude foto's; 3e druk 1993 * OUD, - Maas en Waal in beeld; in: Twees-

tromenland, nr. 76 (1993/IH), p. 28-29,

28

* AKEN, A. J. M. van, Van Aken/Wollewever; in: Gens Nostra, jrg. 48 nr. 6 (juni

1993), p. 361 (929.5)


echtpaar Hendrick Peters Geurts Wollewever-Maria Hendriks van Aken te Wychenca. 1715-1725

(929.5) * OOYEN, J. van, Kwartierstaat van Mathijs van Ooyen; in: Tweestromenland, nr. 78

* ALTVORST, F. H. van, en P. LEMMERS, (1993/FV), p. 30-33 (929.5) De families Van Altvorst, van Oudvorst, van Outvorst en Van der Aalsvoort; Mal- * OPA, - vertelt; in: Studio, d.d. 9-11 febru-

den, 1992; 309 p., afbn., reg. (929.5) * BOHNE, P., Van Ooy-Van Balgoyen; in: Gens Nostra, jrg. 48 nr. 12 (dec. 1993), p. 615 (902) Van Balgoyen * BROUWER-Van LENT, P., Kwartierstaat van de familie Van Lent; in: Tweestromenland, nr. 77 (1993/HI), p. 27-28 (929.5) HILBERINK, T., Cycli. De geschiedenis van de familie Burger, 1840-1945; Cadier en Keer, 1993 (929.5) nakamelingen van Hendrik Burger, 18401861 dijkgraaf van Maas en Waal * HOPPE, R., Stamreeksen, kwartierstaat en parenteel Groothuyze-Arts (1908); Nijmegen, 1993; 117 p., afbn., reg. (929.5) * HUWELIJKEN, - van Brabanders in Tweestromenland; in: Genealogisch Tijdschrift voor Oost-Brabant, jrg. 8 nr. 3 (juli

1993)

(929.5)

* KLOMP, R., Kwartierstaat Vermeulen; in: Tweestromenland, nr. 76 (1993/11), p. 26-

ari 1991, p. 82 (929.5) opa Hol uit Millingen * PELT-BIJL, R. van, Bijl. Geschiedenis aan de Maas; Wychen, 1993; 60 p., afbn. (929.5) * RICHTER, M. M. G. M., Fabritius; in: Gens Nostra, jrg. 48 nr. 9 (sept. 1993), p. 471 (929.5) Anna M. C. van Beuningen, ca. 1700 te Maasniel

* STASSE, A. J., Bollen; in: Gens Nostra, jrg. 48 nr. 6 (juni 1993), p. 363 (929.5) Aart Jansze van Ooy (geb. Dreumel) trouwt 1759 Willemyn van Bal(le)goyen (geb. Eist) * VAN, - Erp; in: Nederland's Adelsboek,

deel 83 (1993), p. 605 (929.5) heren van Scharenburg en het Holt in Puiflijk * VAN, - Goltstein; in: Nederland's Adelsboek, deel 83 (1993), p. 366-379 (929.5) pag. 368: Johan en zijn zoon Willem werden 1599 resp. 1621 beleend te Dreumel

27 (929.5) * LEMMERS, P., Genealogie S. Zoetekouw alias Bart. 'n Maas en Waalse familie waar muziek in zit; Malden, 1993; 401 p., afbn.,

reg. (929.5) * LEMMERS, P., Kwartierstaat van de familie Hol(l); in: Tweestromenland, nr. 75 (1993/1), p. 14-15 (929.5) voorouders van P.A.Hol, geboren Alphen 1922 * LEMMERS, P., Maas en Waal-ers in de DTB's van Grave; Malden, 1993; 26 p.

* VERWAAIJEN, W. T. H., Genealogie Verwa(a)ijen; Schoorl, 1993; 643 p., afbn., reg. (929.5) * WIERDEMAN MOLENDIJK-Van der PLOEG, A. G., Van Nieuwhoff/Nijhoff; in: Gens Nostra, jrg. 48 nr. 11 (nov. 1993), p.

567 (929.5) Mette Oudvorst ca. 1700 te Aal ten * SIERKSMA, K., NCRV-Kerkepad was stimulans voor zegelgebruik; in: De Nederlandsche Leeuw, jrg. 110 (1993), kol. 324333 (929.6 en 262.2)

29


Zegels van Hervormde Gemeenten, kol.

326 Alphen, 327 Dreumel en 332 Wamel * KRAAIBEEK, E. G., Inventaris van het bestuursarchief van de Nederlandse Minderbroeders Provincie (1462-) 1853-1967

* OYEN, F. van, en W. van WEL, Van Vamele tot Wamel 893-1993; Wamel, 1993; 294 p., afbn., kit., lit., reg. (93D) Tweestromenlandreeks nr. 14

(-1990); Winschoten, 1993; afbn., reg. * REE-SCHOLTENS, G. F. van der, De (930.25 en 271.3) grensgebieden in het noordoosten van parochies Ah erna, E wij k, Hemen en Brabant ca. 1200-1795. Institutionele en Wychen, kloosters in Alverna en Druten, juridische aspecten; Tilburg, 1993; 301 p., priesteropleiding en Alverna/Wychen

bejaardenhuis

in

* DAT, '- is Beuningen'. Over en Weer. Project door leerlingen derde klas Dominicus

(kollege Gymnasium-Atheneum; Nijmegen, 1993; 38 p., afbn. (93D) KLIP, R., Wel en wee op de Wychense Molen; in: De Gelderse Molen, nr. 15 (2e kwartaal 1988) (93D en 725.4)

afbn., krtn., reg. (93D) dissertatie, verschenen als Brabantse Historisch Reeks deel 6 o.a. Oyen en Dieden

* VELTHOVEN, H., van, Maas en Waal in de dertiger jaren; Hulst, 1993; 92 p., afbn. (93Den912)

* OORK.ONDENBOEK, - van Gelre en /Aitphen tot 1326, 5e afLabdij Graventhal bij Goch (Ie deel); Den Haag, 1993; 245 * LOENEN, T. van, Wychen, een verhaal p.', afbn., reg. (930.25) van duizend jaar bewoning. Van late Ijzeruitg. door E.Cl Dijkhof tijd (250 v.C.) tot en met de Merovingische Periode (750 n.C.); Arnhem, 1992; M. Bergevoet 42 p., afbn., lit. (93D) uitg. Hogeschool Gelderland

30


Algemeen Postadres: HISTORISCHE VERENIGING TWEESTROMENLAND Postbus 343, 6600 AH WIJCHEN. Speciale adressen en/of bezoekadressen: Het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland Uitsluitend bezoekadres: Kasteellaan 24 te Wijchen; tel.: 024-6413012.

Het Streekhistorisch Museum Tweestromenland Pastoor Zijlmansstraat 3, 6658 EE BENEDEN LEEUWEN, tel.: 0487-595002. Openingstijden: elke zondag van 14.00-17.00 uur en vanaf 1 mei t/m 30 september elke woensdag en zondag van 14.00-17.00 uur. Postadres van het museum: De Heuvel 107, 6651 DC Druten, tel. 0487-517282.

Openingstijden: elke woensdagmiddag van 14.00-1700 uur, vrijdagavond (voorafgaande aan de eerste zaterdag van de maand) van 18.3021.00 uur en elke eerste zaterdag van de maand van 9.30-12.30 uur (dan de zij-ingang van het gemeentekantoor). In de maanden juli en augustus gesloten.

PUBLIKATIES uit de TWEESTROMENLANDREEKS ledenprijs dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl dl

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

Maas en Waals woordenboek Aan het volk van Nederland Leeuwen en Elisabeth Boldershof Ewijks klooster Stoomtram deel l Schoolstrijd Appeltern Wee den vergetenen (watersnood 1926) Dorp Horssen Stoomtram deel II Kwartierstatenboek DorpAfferden Bibliografie Tweestromenland Van Vamele tot Wamel (Kosten porto ƒ 9,-) Kosten porto deel 1 t/m 12

uitverkocht ƒ 9,75 18,50 18,50 13,50 uitverkocht 9,75 uitverkocht uitverkocht 30,00 uitverkocht 35,00

niet-ledenprijs

9,75 25,00 25,00

15,00 9,75

35,00

45,00

35,00 (op korte termijn verkrijgbaar) 45,00

ƒ 6,00

ƒ 6,00

U kunt alle publikaties van de Tweestromenlandreeks bestellen door overschrijving op postgiro 26 22 0121.n.v. Penningmeester Hist. Ver. Tweestromenland, Postbus 343, 6600 AH Wijchen. Boeken zijn aan te kopen in het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland te Wijchen en in het Streekhistorisch Museum Tweestromenland in Beneden Leeuwen tijdens de openingsuren.

31


~ t -Z. 'ex

Streekarchief

TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS

18.XII. 1996 - verschijnl ten minste vier maal per jaar - NUMMER 90


TWEESTROMENLAND Opgericht 15 mei 1964. Doel: in zo breed mogelijke kring bevorderen van de belangstelling voor de geschiedenis in al haar aspecten en onder ieder opzicht, in het bijzonder van het werkgebied, het Land van Maas en Waal en het westelijk deel van het Rijk van Nijmegen.

Lidmaatschap: Het lidmaatschap geeft recht op toezending van tijdschrift en nieuwsbrief, op deelname aan excursies en tevens korting op de boekhandelsprijs bij uitgaven uit de Tweestromenlandreeks. Contributie: De contributie voor 1997 bedraagt f 35,-. Men mag ook meer storten bij wijze van gift, te voldoen door storting op postgiro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Postbus 343, 6600 AH Wijchen. ledenadministratie: Postbus 343, 6600 AH Wijchen, tel.: 0487594336, voor de opgave van nieuwe leden, adreswijzigingen en eventuele opzeggingen (vóór l december). Secretariaat: Postbus 343, 6418987

Kopij: Kopij dient getypt (zo mogelijk op floppy-

disk met uitdraai in WP 5.1), gedateerd en ondertekend te worden verzonden aan: De redactiesecretaris, postbus 343, 6600 AH Wijchen. Kan een artikel niet in machineschrift worden geleverd, dan gaarne in een duidelijk leesbaar handschrift. Afbeeldingen moeten, indien men ze terug wil hebben, aan de achterzijde voorzien zijn van naam, adres en woonplaats van de bruikleengever.

Losse nummers tijdschrift: Nrs. 19 t/m 90 voorradig. Per stuk f 7,50 exclusief f 2,50 verzendkosten. Te bestellen door storting op giro 2622012 ten name van Penningmeester Tweestromenland, Postbus 343, 6600 AH Wijchen. ISSN: 1381-950X

Inhoud 3 Pieter Roelofs, Suze Robertson in Batenburg

6600 AH Wijchen, tel.: 024-

Ereleden: H. van Heiningen, J.P.M, van Os, Bestuur: Mevr. W.M. Berris-Visschers, Wijchen, wnd. voorz. J.P.H. Daverveld, Wijchen.wnd. secr. Mevr. G.Y.M. Derks-Klabbers, Druten, wnd. penningmeester G.W. van Gelder, Beneden-Leeuwen M. van der Putten, Beneden-Leeuwen G.A.A. Rooijakkers, Overasselt W.J. van Sommeren, Beneden-Leeuwen Administratie: P.G. Leussink, Beuningen

9 Jules van der Zandt (-f),Jan van Gelder, Maas en Waal een eeuw geleden 15 Johan van Os, Wijsbegeerte op Maas en Waalse pastorieën 27 M. Bergevoet, Literatuur Signalement 28 Kwartierstaat Wilhelmina Loeffen Nieuwsbrief

Op de voorkant: De oude kerk van Batenburg die kort na 1900 door de kunstenares Suze Robertson in olieverf werd vereeuwigd (Foto: W. van de Valk)


TWEESTROMENLAND MAAS EN WAALS TIJDSCHRIFT VOOR STREEKGESCHIEDENIS Redactie: Hugo van Capelleveen, Gijs van Dijk, Jan van Gelder, Kees van Kouwen, Ernest Mettes, Pieter Roelofs, Harry de Rouw (redactiesecretaris).

NUMMER 90

1996/V

Pieter Roelofs

Suze Robertsen in Batenburg ' [. . .] ik doe de dingen maar, zooals ze mij 't beste vlotten, en altijd met erg veel plezier.'1 Het Land van Maas en Waal heeft in de geschiedenis menigmaal als inspiratiebron gediend voor rondreizende kunstenaars. Het pittoreske karakter van deze streek sprak grote aantallen schilders, tekenaars en grafici sterk tot de verbeelding. Dikwijls kozen zij Maas en Waalse dorpsgezichten, monumentale kerken, kastelen en landschappen tot hun onderwerp. Het merendeel van deze kunstenaars is inmiddels in de vergetelheid geraakt, maar een enkeling heeft, door werk te maken dat net iets afweek van het gangbare op dat moment, een eeuwigdurende plaats in de kunstgeschiedenis weten te verwerven. EĂŠn van deze kunstenaars is Suze Robertson (Rotterdam 1855-1922 Den Haag). Al schilderend en tekenend bewoog zij zich aan het einde van de vorige eeuw in de nabijheid van de beroemde kunstenaars van de zogenaamde Haagse School. Zij nam deel aan grote aantallen tentoonstellingen in onder andere

VAN KOOPMANSDOCHTER TOT KUNSTSCHILDERES Suze Robertson was van geboorte Rotterdamse (afb. 2). Op 17 december 1855 zag zij het levenslicht als dochter van de houthandelaar John Robertson en zijn vrouw Maria Cornelia van Vliet.' Samen leidden zij een gezin van

Duitsland, Frankrijk, Engeland en zelfs de

negen kinderen. Aangezien Robertson als

Verenigde Staten. Diverse malen werd haar werk onderscheiden met gouden medailles voor de beste kunstenaar van de expositie, Kort na de eeuwwisseling bracht Suze Robertson een bezoek aan het zuidelijk deel van het Land van Maas en Waal. Een schilderij van haar hand in olieverf op paneel, dat zich tegenwoordig in het Gemeentemuseum te Den Haag bevindt, toont de oude Hervormde Sint-Victorkerk van Batenburg in zijn vroegere verschijningsvorm (afb. l). 2

koopman en later als klerk bij de Gemeentesecretarie slechts een bescheiden loon mocht innen, was de opvoeding die Robertson zijn kinderen kon bieden zeer sober. Dankzij de financiĂŤle ondersteuning van een tante uit Delft kon Suze naar de kostschool in Wassenaar, waar zij in aanraking kwam met muziek en tekenkunst. In 1874, op negentienjarige leeftijd, besloot zij haar creativiteit verder te ontplooien, door zich in te schrijven aan de Academie


Afb. 1: Suze Robertson, Kerk te Batenburg, olieverf op paneel, 47 x 58 cm, Den Haag, Gemeentemuse-

um, Suze Robertsen Stichting, inv. 26-X-1963. voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Aan diezelfde academie was in die jaren ook de later bekende kunstschilder George Hendrik Breitner ingeschreven, met wie zij veelvuldig contact had. Na driejaar onderwijs genoten

schilderles in zijn atelier in Wassenaar. Daar ontmoette

zij Van

der

Veldens vriend

Richard Bisschop (1849-1926). Met hem trad zij tien jaar later, op 23 juni 1892, in Den

te hebben, deed Suze in 1877 examen middelbaar tekenen. Binnen enkele maanden

Bosch in het huwelijk. Bisschop had een opleiding tot architect genoten, maar verdiende zijn geld als schilder van vooral kerk-

na haar afstuderen vond zij een baan als lera-

interieurs, die Robertson zeer aanspraken.

res aan de H.B.S. voor meisjes in Rotterdam. Naast het onderwijs dat zij verzorgde, volgde zij zelf aan de Rotterdamse Academie lessen in modeltekenen. Via de tentoonstellingen van Levende Meesters kwam zij in aanraking

Na een kortstondig verblijf in Amsterdam vestigde Suze Robertson zich in 1884 in Den

met het werk van de Rotterdamse kunstenaar

Peter van der Velden (1837-1915), een navol-

Haag, waar zij in 1922 zou overlijden. Den Haag was aan het einde van de negentiende eeuw een belangrijk kunstenaarscentrum. Kunstenaars als Jozef IsraĂŤls, Anton Mauve,

ger van Jozef IsraĂŤls. Tussen 1880 en 1882

Willem Roelof's, Hendrik Willem Mesdag en de gebroeders Maris voerden het artistieke

kreeg Suze van Van der Velden teken- en

milieu in deze stad aan. De Haagse School


werd in die tijd beschouwd als de voornaamste stroming binnen de eigentijdse Hollandse schilderkunst. Robertson werd lid van het befaamde schilderkunstig genootschap Pulchri Studio, stopte met het geven van onderwijs, en wijdde zich helemaal aan de schilderkunst. Als kunstenares was zij vanaf die tijd tot enkele jaren voor haar dood zeer produktief. Zij maakte veel stillevens, figuren in interieurs en architectuurstukken. De ruwe behandeling van de verf en de sterke kleuren in haar schilderijen wekten bij tijdgenoten verdeelde reacties op. Sommige mensen noemden haar werk zelfs 'onvrouwelijk'. De Amsterdamse kunstenaar August Allebé (18381927), bij wie Suze in het begin van haar carrière teken- en schilderlessen volgde, schreef in 1909 in zijn notitieboekje dat zij 'tot de school van smeerdermaropsky' behoorde, hoewel zij 'soms hele mooie dingen' maakte.4 De beroemde schilder Piet Mondriaan was daarentegen, evenals de kunstenaars Breitner, Maris en Mesdag, een groot bewonderaar van haar werk. Zelf zei Robertson in 1912 in een interview voor de NRCover haar werkwijze: '[. . .] telkens schilder ik de dingen opnieuw, waarom ge ook vaak een zelfde onderwerp op telkens eenigszins andere wijs door mij behandeld ziet. Soms omdat 't mij niet beviel, of omdat ik 't nog 's weer wil doen, - 'n anderen keer is 't mij niet vol genoeg van kleur en hervat ik 't over 'n heel ander ouder schilderij. En dat zijn de beste; dat werkt 't prettigst, omdat 't bij mij vooral vlug moet gaan [. . .] '5

TUSSEN DEN HAAG, BRABANT

EN BATENBURG Vanaf halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw schilderde Suze Robertson veel in Blaricum en Laren. Af en toe reisde zij naar Dongen in de provincie Noord-Brabant. Tussen 1903 en 1906 werkte zij dikwijls in Heeze. In haar schilderijen beeldde zij in die jaren het eenvoudige leven van de arme boerengezinnen in en rondom de Brabantse boerderijen uit.6 Zij wilde niet direct de werkelijkheid nabootsen, maar haar persoonlijke visie op de realiteit van de zuidelijke

samenleving geven. Het resultaat waren grote aantallen sombere, donker gekleurde

composities. 'De natuur schenkt me alleen de gegevens, waar 'k dan wat van maak . . . En, ja, dat geloof ik óók wel: de kleur is mijn hoofdzaak [. . .]', verwoordde zij zelf haar houding als kunstenares ten opzichte van de wereld.7 Het was waarschijnlijk ook in deze eerste jaren van onze eeuw dat Robertson een uitstapje over de Maas naar Batenburg maakte. Het schilderij van de Sint-Victorkerk werd door Suze waarschijnlijk kort na de eeuwwisseling gemaakt, aangezien het grote overeenkomsten in stijl en techniek vertoont met het doek Het witte huis, dat in 1901 gedateerd wordt (afb. 3).8 De krachtige kleuren, de expressieve vormen en de dikke verfpartijen zijn sterk gelijkend. Het diepe groen van de lucht, het levendige, rijk geschakeerde wit van de muurpartijen, het donkere bruin van de schoorsteen en het bitumenzwart van de schaduwpartijen en accenten komen ook in Het witte huis terug.

EEN GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING Het paneel in Den Haag toont de kerk van Batenburg, gezien vanuit het zuiden. In dikke penseelstreken zijn de contouren van het gebouw aangegeven. Links is het westwerk zichtbaar met de kleine, gedrongen toren, die uit de zijbeuken groeit. In het sterk hellend tentdak van de torenspits heeft Suze Robertson een suggestie van de dakkapelletjes met de wijzerplaten aan de zuid- en de oostzijde gegeven. Aan dezelfde zijden van de toren zijn de galmgaten, alsmede het rondboogvenstertje boven de dakpartij van de zijbeuk zichtbaar. Over vrijwel de gehele breedte van het schilderij heeft Robertson de zuidelijke zijbeuk en het zadeldak van het middenschip afgebeeld. Uiterst rechts boven het dak is waarschijnlijk de afsluiting van de oostmuur weergegeven.9 De kerkmuur van de zijbeuk is aan de westzijde door twee steunberen en twee spitsboogvensters in tweeën gedeeld. De verticale werking wordt in de rechter steunbeer doorgezet in een schoorsteen. De beschouwer kijkt frontaal in de richting van het zuidportaal


door de Staatse troepen van Prins Maurits in hun strijd tegen de toenmalige Spaanse bezetters.1" Binnen enkele jaren daarna werd

met de nieuwbouw van een Hervormde kerk begonnen. De muren van het schip en het koor, die niet helemaal tijdens de beschietingen waren omgehaald, werden gesloopt, waarna de kerk gedeeltelijk op de fundamenten van de oude Middeleeuwse voorganger

opnieuw werd opgetrokken. Uitgaand van de jaarankers op de buitenmuur van de zuidelijke zijbeuk van de kerk kan worden geconcludeerd dat de kerk in 1612 vrijwel voltooid was. Het oorspronkelijke koor werd niet opnieuw aan de herstelde bouw toegevoegd. Ongeveer ĂŠĂŠn eeuw later, in 1714, werd het zuidportaal aan de kerk gebouwd, waarna de hoofdingang van de westzijde naar de zuidzijde verhuisde. De witte pleisterlaag werd pas in de negentiende eeuw aangebracht."

A/b.

2: Henri Berssenbrugge, Portret Suze

Robertson, circa 1919, met de topgevel. Boven de ingang van dit buitenportaal zijn duidelijk het bovenlicht met de gesneden draperie en het roiidbogig roedenvenster zichtbaar. De consistoriekamer, de vergaderruimte van de kerkeraad, die zich tegen de oostkant van de zuiderzijbeuk bevindt, valt net buiten het door Suze Robertson aangegeven beeldvlak. Hieruit

EEN FOTO UIT 1917 De Sint-Victorkerk werd in 1981-1983, enkele jaren na de overdracht aan de Stichting Oude Gelderse Kerken, gerestaureerd. Bij deze restauratie werd een aantal aanpassingen doorgevoerd die afwijken van de situatie waarin de kerk verkeerde toen Robertson haar schilderde (afb. 4). Vergelijking met een foto van de kerk uit 1917 toont aan hoe gedetailleerd zij, ondanks haar expressieve schilderstijl, met haar onderwerp omging (afb. 5). De belangrijkste afwijking tussen het schilderij en de foto enerzijds, en de hedendaagse

kan geconcludeerd worden dat zij net voor

situatie anderzijds, is dat de kerk op beide

de kerkhofmuur ter hoogte van het zuidportaal op het gazonnetje gestaan moet hebben, toen zij de compositie voor haar schilderij opnam.

afbeeldingen in haar geheel bedekt is door een witte pleisterlaag, terwijl zij sinds ongeveer 1918 haar zuivere metselwerk bloot

NAAR DE BOUWGESCHIEDENIS Met uitzondering van enkele muurdelen van het westwerk dateert de kerk, zoals zij is afgebeeld op het schilderij van Suze Robertson, uit de vroege zeventiende eeuw (afb. voorpagina) . De oude Romaanse kerk die voorheen op dezelfde plaats stond, werd, zo wordt algemeen aangenomen, omstreeks 1600, tijdens hevige beschietingen op de stad, verwoest

schilderij als op de foto nog niet dichtgemetseld. Ditzelfde geldt voor het kleine rondboograam in de toren boven het dak van de zijbeuk. Ook de schoorsteen op de rechter steunbeer, die eveneens op de foto en op het

geeft. De bovenste helft van het oorspronkelijke spitsboogvenster links is zowel op het

paneel zichtbaar is, is weggerestaureerd. Zelfs van de inmiddels verdwenen begroeiing tegen de kerkmuur, rechts op de foto,

zijn sporen in de verf te herkennen. Het is


niet geheel onwaarschijnlijk dat Suze Robertson met de donkere verfpartij rechts van de/e begroeiing het silhouette van een man- of vrouwfiguur heeft bedoeld. VAN KERK TOT SCHILDERIJ Het schilderij van de Sint-Victorkerk werd door Su/e Robertson niet ter plaatse, maar thuis in haar Haagse atelier gemaakt. Robertson vervaardigde in Batenburg waarschijnlijk enkele krijttekeningen van de kerk, die zij na thuiskomst gebruikte als uitgangspunt voor haar schilderij. ' [ . . . ] daar maak ik dan mijn krabbels in zwart krijt of makkelijk met pastei voor de kleuren, - geen mooie studies, maar massa's technisch juist geteekende schetsen', zei zij zelf over haar werk op locatie in de open lucht.1'- Dat Suze Robertson net als bijvoorbeeld George Hendrik Breitner gebruik maakte van foto's als voorbeelden voor haar schilderijen, lijkt, uitgaande van haar eigen verklaringen omtrent de voorbereiding van haar doeken en panelen, onwaarschijnlijk. 11 De vervaardiging van een schilderij vergde voor haar veel voorbereidingstijd. Na het schetsen naar de natuur moest /ij eerst de totale vorm van het eindprodukt in haar hoofd hebben, voordat zij het werk daadwerkelijk kon aanvangen.' [. . .] vóór ik dan eindelijk een schilderij ga maken, zit ik er over te denken, vaak dagen lang, hoe ik 't allemaal goed in orde zal brengen. Tot ik precies weet wat ik wil: want al schilderend zoeken, kan niet bij mij. - Ik rnoet zóó zeker zijn, dat ik 't helemaal in kleur volkomen vóór mij zie. Dan kan ik 't er op brengen; dan maak ik 't af, vaak in de lijst, - in één dag achter elkaar, soms in een halven dag. . . En dan zeggen de menschen: wat werk jij toch makkelijk. Maar zij vergeten die dagen tevoren van denken, waarin 't eigenlijk wordt gemaakt.'"

Met dank aan Pieter van Bernebeek, oud redactiesecretaris van Tweestromenland, die mij op dit interessante schilderij van Suze Robertson attendeerde, en aan Karin van Lieverloo voor haar kritische kanttekeningen.

Afb. 3: Suze Robertson, Het tuitte huis, olieverf op doek, 151,5 x 84 cm, Den Haag, Gemeentemuseum, inv. 43-1934. Noten: 1. M.J. Brusse, 'Onder de Menschen: Suze Robertson', NRC, 5-6 oktober 1912 (interview) . 2. Kerk te Batenburg, olieverf op paneel, 47 x 58 cm, linksonder gesigneerd 'Su/.e Robertson', Den Haag, Gemeentemuseum, Su/.e Robertson Stichting, inv, 26-X-1963. 3. De biografische gegevens voor dit artikel zijn ontleend aan: A. Wagner & H. Henkels, Su/.e Robertson, Den Haag 1984.


Afb. 4: Batenburg, gezicht op de Hervormde kerk vanuit het zuiden, 1983. 4. De Haagse School. Hollandse meesters van de 19e eeuw, Parijs-Londen-Den Haag 1983, pag. 151. 5. MJ. Brusse, 'Onder de Menschen: Suze

Robertsen', NRC, 5-6 oktober 1912 (interview) . 6. B. Meijs-De Werd, '. . . toch wilde ik in Heeze werken.' Zeventig jaar schilderkunst in en rond een Brabants dorp, Helmond 1985, pag. 7, 9-10,

22, 54, 66. 7. MJ. Brusse, 'Onder de Menschen: Suze Robertson', NRC, 5-6 oktober 1912 (interview) .

8. Het witte huis, olieverf op doek, 151,5 x 84 cm, linksonder gesigneerd 'Suze Robertson', Den Haag, Gemeentemuseum, Schenking

mevrouw Eckhart-Bisschop 1934, inv. 431934. In een exemplaar van de catalogus bij de tentoonstelling 'Van schilderijen, aquarellen,

zou gaan, wordt niet door foto's en schriftelijke bronnen ondersteund.

10. H. van Heiningen, Ratenlntrg. Eeuwenlang iwistappel. Wijchen 1987, pag. 204-205. Van Heiningen oppert de mogelijkheid dat de kerk al voor 1584 flink was beschadigd en 'mogelijk vervolgens doelbewust met de grond gelijk

enz. van Su/.e Bisschop-Robertson en van

werd gemaakt, omdat de vijand f. . .] zich erin

beeldhouwwerk van ThÊrèse van Hall' in de

verschanste om over de rivier heen te schieten.' l 1. A.G. Schulte, De Nederlandse Monumenten van (Geschiedenis en Kunst. Hel Land van Maas en

Rotterdamsche Kunstkring, dat wordt bewaard in het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag, voegde Su/,e Robertson bij de titels van de getoonde werken zelf met pen de datering toe. 9. De suggestie dat het hier om een schoorsteen

8

Afb. 5: Batenburg, gezicht op de Hervormde kerk vanuit het zuiden, 1917.

Waal, Den Haag 1986, pag. 351-361.

12. M.J. Brusse, 'Onder de Menschen: Suze Robertson', NRC, 5-6 oktober 1912 (inter-


view). 13. R. Bergsma & P. Hefting, George Hendrik Kreitner 1857-1923. Schilderijen, tekeningen, jota's, Bussum 1994, pag. 190-197. 14. M.). Brusse, 'Onder de Menschen: Suze Robertsen', NRC, 5-6 oktober 1912 (interview) .

* A. Wagner & H. Henkels, Suze Robertson, Den Haag 1984.

* B. Meijs-De Werd, '. . . toch wilde ik in Heeze werken'. Zeventig jaar schilderkunst in en rond een Brabants dorp, Helmond 1985. * A.G. Schulte, De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Het Land van Maas en Waal, Den Haag 1986. Literatuur: * H. van Heiningen, Batenburg. Eeuwenlang twistappel, Wijchen 1987. * G.H. Marius, Dutch Paintingin the Nineteenth * J. Sillevis, De Haagse School. De collectie van Century, Londen 1908. het Haags Gemeentemuseum, Den Haag 1988. * M.J. Brusse, 'Onder de Menschen: Suze * C.B. Blotkamp & R. Bionda, De schilders van Robertson', in NRC, 5-6 oktober 1912. Tachtig: Nederlandse schilderkunst 1880-1895, Amsterdam 1991. * J.H. Manders, Het land lussen Maas en Waal, Zutphen 1981. * G. Wentermann, StudiĂŤn zu Rezeption des Neo-lmpressionismus in den Niederlanden, * G.H. Marius (G. Norman, ed.), Dutch PainMunster 1993. tingin the Nineteenth Century, Suffolk 1983. * Catalogus, De Haagse School. Hollandse mees- * R. Bergsma & P. Hefting, George Hendrik ters van de 19e eeuw, Parijs-Londen-Den Breitner 1857-1923. Schilderijen, tekeninHaag 1983. gen, foto's, Bussum 1994. Jules van der Zandt (f) /Jan van Gelder

Maas en Waal een eeuw geleden In dit zesde artikel over de belevenissen van Jilles van der Zandt uit Druten is hij ingegaan op de perikelen in het land van Maas en Waal eind vorige eeuw, begin deze eeuw. Hij heeft daarbij geput uit de overlevering, want hij is zelf 'pas' in 1911 geboren. Tegenwoordig wordt alles op schrift, op band en in de computer vastgelegd, maar in die tijd waren de kranten nog heel schaars, voor de meesten niet te betalen en bestonden radio en TV nog niet. Zelfs de eerste auto is nu pas 100 jaar. Het hele wereldgebeuren ging aan de meeste mensen voorbij. Men was wel volop bezig met zichzelf, met het gezin en de eigen omgeving en dag en nacht werd er gewerkt om in eigen onderhoud te kunnen voorzien.

Min of meer kunnen de problemen van die tijd worden vergeleken met die van de mensen in de arme landen en daartoe behoort tot onze schande nog tweederde van de wereldbevolking. Zelfs zijn de problemen daar vaak nog groter

dan 100 jaar geleden hier door de onderlinge machtsstrijd en de geringe mogelijkheden om in eigen onderhoud te voorzien. En we moeten er helaas aan toevoegen dat wij als rijken, hoe arm we ons zelf soms ook voorstellen, te weinig doen voor de grote noden elders.

Wat historie betreft grotendeels levend van mondelinge doorgave aan elkaar, kunnen wij er toch gelukkig mee zijn dat hier en daar

een enkeling de toestand uit vroeger jaren op papier heeft gezet. Interessant in ieder geval voor historici, maar er zijn er natuurlijk ook, die daar niet meer mee geconfronteerd willen worden. Hoe vaak hoor je bijvoorbeeld niet: 'Hoe konden die mensen zo stom zijn!


Zij konden toch dit of zij konden dat!' En erger nog: 'Ieder zorgt voor zich en God voor ons allen!' Uit de hele geschiedenis hebben we geleerd en daarom is het goed er van tijd tot tijd op terug te kunnen grijpen. Weliswaar is er veel over gepubliceerd maar het lijkt ons goed die oude verhalen, opgetekend tot in de kleinste bijzonderheden, misschien erg simpel en hoe gebrekkig dan ook, nog eens onder de aandacht te brengen en vast te leggen, omdat onze eigen streek er zo nauw mee verbonden was. Overigens was Maas en Waal niet het enige gebied in ons land dat op deze wijze leefde en waar het aan van alles ontbrak. We kunnen er dan alleen maar gelukkig mee zijn en tegelijk trots op gaan dat we ons allen samen omhoog hebben gewerkt en wonen in een gebied van melk en honing met een zeer rijke historie. Problemen blijven er, maar die zijn van een heel andere aard; ook bij oris eigen Tweestromenland, maar die zijn er om te worden opgelost. We gaan nu verder met Jilles met de benenwagen . . .

na zeggen, Pietje de Dood. De post naar Tiel werd afgeleverd op het P.T.T.-kantoor te Tiel. De post voor Maas en Waal en Nijmegen en verder ging met de postwagen die door Frederiks, een man uit Druten, werd verzorgd. Bij het gaan en komen werd van een posthoorn gebruik gemaakt. Deze postwagen was niet voor passagiers. Er waren ook P.T.T.-mensen die tegen de avond te voet vanuit Druten over de Maaskant vertrokken, weer post meenamen en zo tegen de morgen in Tiel arriveerden. Kwam men weer in Druten dan was zijn dagtaak teneinde en ging men thuis eten en naar bed. EĂŠn van hen was Van Teeffelen, die in de H oogestraat woonde, naast Stevens, de smid.

HUTTEN De postwagen hier reed van Tiel naar Nijmegen en omgekeerd. Zag men de verschillende dorpen dan was ieder dorp eigenlijk maar een gehucht. De woningen waren eigenlijk geen woningen. Ook geen hutten, maar vervallen krotten, waar bijna geen heel stuk aan te vinden was. Dit waren de onderkomens voor, we zouden MET DE BENENWAGEN, POSTWAGEN bijna zeggen, een tweede generatie van de EN VLIEGER Neanderthalers. Als men in vroegere dagen, ik denk aan de Alles wat de klok sloeg was armoe en verpauvorige eeuw, dus de 19de eeuw, een tocht pering. De daken van deze bouwvallige hutdoor ons gewest maakte, dan moest dat met ten waren wel niet, zoals in Drenthe, met de benenwagen. plaggen gedicht, maar met het struisel Men moest dat te voet doen, want openbaar (strooisel) uit de sloten. vervoer was er niet. 's Morgens en ook 's In de herfst gingen alle mensen het lies (lis), avonds was er de postwagen van de P.T.T., de zegge (riet) en alles wat langs en in de slodie van Tiel over het water met de pont ten groeide, afmaaien en op de bermen kwam. drogen. Heel veel kon men opbinden en als Bij hoog water werd de post van Wamel naar droge garven op een mijt naast of achter het Tiel en omgekeerd gebracht met de vlieger. huis zetten. Dit was een hoge boot met zeilen. Stond men Het losse spul werd opgetast, ook op een aan de wal te kijken, dan zag men de boot, de mijt, om later, als het regende of als de storm vlieger, op de kruinen van de golven en even het strooien dak vernielde, weer een nieuw daarna was de boot verdwenen en zat tussen dak van stro en riet te maken met een paar de hoge golven in. zware boomtakken of bomen erop om het Als men van Tiel uit, of van de Wamelse kant, dak te verstevigen en wegwaaien te voorkohet spel van die vlieger zag en de veerlui die men. bij nacht en ontij met deze boot overkwa- Als men hier in onze streken rondkeek dan men, dan was dit soms spelen met, ik zou bij- hoefde men geen kijkje te gaan nemen in

10


Drenthe of de Peel. Een gewoon dorp heeft een kerk, een school, pleinen, straten en winkels. In deze gehuchten was hier en daar wel een kerk of kapel of klooster, maar dan hield eigenlijk alles op. Tussen deze gehuchten stonden grote huizen met stenen muren en flinke schuren met planken gevels. Om deze gebouwen zag men appelen- en perenbomen. In deze boomgaarden of erlangs zag men varkens lopen en de kippen rondtrippelen. Bij de meeste boerderijen zag men kalveren, veulens en ganzen lopen en prachtige rozen en seringen bloeien, wat een lust voor het oog was. Een paar honden en enkele katten maakten het tafereel af. IN DRIEĂ‹N In onze contreien, in onze verschillende gebieden, waren er, als we van de Waalkant door Maas en Waal naar de Maaskant trokken, drie streken:

1. De Waalkant Met de weg over de dijk, een grindweg, met keienhopen langs de dijk. 2. De Koningsstraat Een keien- of grindweg dwars door Maas en Waal, van Rossum naar Nijmegen, met zijn grindhopen langs deze straat. Deze Koningsstraat heette vroeger Heirbaan. Heir is een woord uit de Romeinse tijd en betekende: leger. Dus legerweg voor de Romeinen. 3. De Maaskant Weer over de dijk, net als aan de Waalkant, een grindweg en keienhopen. ARMOEDE Alle mensen tussen de rivieren moesten leven met wat er was en wat er van je was. Wat kon men doen? Wat kende men? Wat was je eigendom? Hoe zag je gezin eruit? Had men een eigen huis? Had men een hut? Had men een eigen stukje grond? Kon het gezin in zijn eigen behoeften voorzien? Werkte men bij een grote boer? Zat men gepacht of gehuurd? Moest men met arbeid op het land de boer, de eigenaar betalen

voor de huishuur, grondhuur of pacht? Moest de moeder met de opgroeiende jeugd meewerken op het land van de boer? De mensen die hier woonden moesten leven van datgene wat de bodem voortbracht. Dat voortbrengen kon alleen maar indien de mensen de grond bewerkten. Onder het bewerken van de grond verstaan we ook nog eigen grond of gepachte grond. Had men gepacht of gehuurd, dan moest men tegen Kerstmis of Nieuwjaar de huur of pacht betalen. De dokter en de veearts moesten tegen die tijd ook betaald worden. De hutten waren bijna allemaal van hout. Dit hout groeide overal in de streek, maar bijna altijd was dit van bomen en struiken, door de boeren geplant. Hoe deze boeren aan de meeste grond kwamen kon men niet altijd vaststellen, maar enkele in het oog vallende dingen konden misschien wel uitsluitsel geven. Men leest bij verkoop van weilanden, akkers e.d. soms de gekste namen, bijvoorbeeld 'de Metworst', 'de Vette Hen', 'de Ham' enz. Men weet wel dat, als iemand een stuk land had en dit in de winter onder water stond, dit land minder waard was dan land dat winter en zomer niet onder water kwam. Mocht nu zo'n eigenaar van zo'n lapje grond bij een boer werken, die die grond wilde hebben, dan kon het bij ziekte van de knecht wel gebeuren, dat zijn vrouw of hijzelf bij de boer aanklopte om hulp. Als dit in de winter gebeurde en men door de ziekte van vader het varken had moeten verkopen, dan zei de boer: 'Ge kunt van mij een ham of enkele worsten krijgen als ik het stuk grond, dat daar en daar ligt, van u kan kopen'. Beter gezegd dat hij kon ruilen. Gewoonlijk

was de nood bij die huurder van de hut en het stukje grond zo hoog, dat men wel tot een vergelijk kwam. En de knecht was voor een appel en een ei zijn stukje grond kwijt. Gewoonlijk werkte het hele gezin bij de boer. De grond, die de arbeider bewerkte, en de ingevallen hut waren ook nog dikwijls van de

11


boer.

bij de boer ophouden? Hoe moest het met

penning, ook wel Godspenning genoemd, betaald. Dit was gewoonlijk een tiende gedeelte van de huurovereenkomst. Deze overeenkomst was voor de wet geregeld en was voor beide partijen bindend.

het onderhoud van hun hut? Als de boer een meelevende man was of de

Dit huurcontract was door een bevoegd ambtenaar, bijvoorbeeld een notaris, opgemaakt,

boerin sprak met de boer over het wel en wee

door beide partijen ondertekend en door de

van de knecht en zijn gezin, dan kon de boer

notaris bewaard opdrachtgever.

Aan de hut en de grond moesten de knecht

en zijn gezin in hun vrije tijd werken. En wanneer konden ze dat? Wanneer konden ze

wel eens zeggen: 'Jan, ge zult hout nodig hebben voor de opbouw en de vernieuwing van je woning. Ik heb gezien dat ge stro en riet al klaar hebt staan. Pak die twee knotwilgen, die daar staan. Ga daarvan maar het hout afzagen en afkappen en neem ervan wat ge nodig hebt. De grote slieten kunt ge in de gevels, de muren, zetten. De dakspan-

in

opdracht

van

zijn

De meeste arbeiders met hun gezinnen werkten voor de hunrbaas. De ouders van deze

Nou de knecht met ĂŠĂŠn of meer kinderen gaat ria het werk de twee knotwilgen afzagen. De grote slieten worden van het takkenwerk ontdaan. Deze slieten zijn stevige knapen en worden bij het huis neergelegd. Dat wordt

arbeiders hadden gewoonlijk ook al voor 'de boer' gewerkt. Sinds mensenheugenis was dit al een feit. De hut die ze zelf hadden gebouwd en in hun vrije tijd moesten onderhouden, was hun enige bezit. Het erf, de grond eromheen, was van de boer, hun werkgever. En met zo'n werkgever kon men geluk hebben of pech. De grond om hun onderkomen, hun tuin zouden we kunnen zeggen, moest in hun grootste inkomsten en uitgaven voorzien. De groente voor het dagelijks leven en de groente voor de aanstaande winter moesten uit de moestuin komen.

een geweldige hoop. Men komt nog een

Alles wat voor de winter bestemd was, werd in

mooi stel lange slieten tegen, waarin een zeise-

keulse potten ingemaakt. We denken aan witte kool voor de zuurkool, boerenkool voor

ten kunt ge daar ook uithalen. Bij mij in de schuur liggen nog hele planken. Die kunt ge met de kruiwagen halen of als ge met de kar langs jullie huis komt. Gooi dan de planken

bij jullie thuis af.

steel, een paar harkestelen, een paar spadenen schoppenstelen zitten. Ook komen er nog enkele pootpimien uit. Dan komen nog enkele bossen bone- en erwtestaken. In ieder geval is voor deze knecht een onderkomen voor hem en zijn gezin voor de winter

vrijgesteld. 'VERHUREN' VAN JONGENS In deze tijd ging het 'verhuren' van jongens en meisjes gewoonlijk gepaard met de huurpenning. Dit was een oud gebruik en zodanig ingeburgerd, dat men het als een vaste gewoonte beschouwde. Gewoonlijk had dit verhuren te maken met een jaarverbintenis, dus ging het over een jaarhuur. Deze werd bijna altijd tegen Kerstmis voldaan. Ging men zo'n jaarhuur aan, dan werd bij het aangaan van deze overeenkomst de huur-

12

de pot, gesnipperde bonen voor gruun bonen. Voor het gedroogde produkt probeerde men op de boerderij enkele afgedankte melkbussen te krijgen. Ook oude snoepflessen of trommels waren welkom.

Ik denk aan gedroogde appels en peren, gedroogde bonen en boerenkool, ook de droge, gepeulde bonen en erwten, vooral die bestemd waren voor 'de poot' straks in het voorjaar.

Een diep gat in huis, bijna nooit watervrij, diende tot opslagplaats van de keulse potten met inhoud. De weinige aardappels voor het eten kwamen, vooral als het hard vroor, voorlopig in de kelders. Moest met hoog water de aardappelenvoorraad de kelder uit dan werd tussen, bij of onder de slaapplaats een stukje opgezocht als bergplaats. Dan kregen de kinderen


weer minder oude kleding en oude balen, zakken en soms droog riet en stro uit de sloten. Want de aardappelen, vooral de poters, mochten niet bevriezen. En hoe hield men de muizen en ratten 'den huis' uit? Had men een bedstee in huis, en dat had bijna iedereen, dan was er onder die bedstee een flinke ruimte, die bijna altijd afgesloten kon worden door een tweetal deurtjes. Hier kwamen in ieder geval de poters te liggen. Als men een oude scheepskist kon krijgen of kopen, dan kwam daarin wat de mensen van thuis uit hadden meegekregen. In de kist lagen bijvoorbeeld de kerkboeken, een leesboek met grote letters van Vader of Moeder, want lezen viel voor de oudere mensen niet mee, een bijbel of het Oude en Nieuwe testament met veel afbeeldingen, kaarsen, een oude wekker en het beetje gespaard geld om straks, met Kerstmis, de dokter te kunnen betalen. Soms moest ook de veearts nog iets hebben. De mannen die bij de boer werkten moesten ploegen, eggen, zaaien, onderhouden en oogsten. Ze moesten in de winter op stal de koeien, paarden, veulens en kalveren voeren. Ze moesten mesten en de mest op de mestvaalt deponeren. Het drinken ging met een pomp. Aan de pomp werd een gootje gehangen en dit kwam in de lange, gemetselde etensbak, waar alle koeien op aangesloten waren. Men moest zeker een uur pompen om de dorstige dieren te laven. En dan de paarden, de veulens en de kalveren, die men moest 'weteren' met de emmer. MAASKANT HET ARMST Even terug naar de drie streken van Maas en Waal. Ik zei al ergens vooraan dat er in onze streek een 'Waalkant', een 'Middenstuk' rond de Koningsstraat en een 'Maaskant' was. Langs de 'Waalkant' was er iets meer bedrijvigheid dan in de twee andere gebieden. Aan de 'Waalkant' waren vanaf Heerewaarden tot en met Weurt een tiental steenfabrieken. Deze verschaften, vooral in de zomer, als de conjunctuur het hoogst was, veel werk. Verder waren er een leerlooierij, een schoe-

nenfabriek en tegen 1900 gaf de stoomtram ook werk aan personeel. In Druten kwam een tramremise.

Langs de Waal en in Centraal Maas en Waal bracht de tabak en vooral de verwerking van de tabak nogal wat geld in het laatje. Al was het niet veel, we moeten maar denken: 'Vele kleintjes maken ĂŠĂŠn grote'. In het derde gebied, de streek langs de Maas, was de toestand het moeilijkst. Er waren geen fabrieken. Alleen in Maasbommel was een fabriek die tonnen maakte: een kuiperij. Geleidelijk kwamen er ook mandemakers. Hier was de toestand voor de bevolking van deze streek het zorgwekkendste. De huttenbouw van de mensen zag er nog beroerder uit dan in overig Maas en Waal. De lonen die men bij de boer verdiende lagen lager dan die uit midden Maas en Waal en aan de Waalkant. En deze lonen waren al miserabel. Het was te weinig om van te leven en te veel om van dood te gaan. Veel Maaskanters gingen te voet naar Oss om een betere boterham te verdienen. In het midden van de vorige eeuw, dus omstreeks 1850, was de toestand in de Brabantse Maaskant al net zo beroerd als in het Gelderse gedeelte. Bij ons aan de Waalkant had men een bootverbinding met Nijmegen, Tiel en Rotterdam. We noemden dat de 'Nijmeegse boot'. Langs de Maas was ook zoiets, namelijk de 'Lithse kee', de bootverbinding tussen Lith en Rotterdam. Een kapitein op de 'lithse kee' was vroeger een zeker Savelkouls, wonende te Maasbommel of Alphen aan de dijk. Die familie is nog niet uitgestorven. De mensen die het meest van de armoe te lijden hadden waren die vrouwen, die vroeg hun man hadden verloren of waarvan de man jarenlang op het ziekbed lag en die dus geen inkomen hadden. En gewoonlijk nog een ris kinderen om te voeden. Bij deze mensen gingen de kinderen reeds op tienjarige leeftijd van school af om in het arbeidsproces te worden opgenomen. Gewoonlijk kwam zo'n meisje of jongen op een steenfabriek om de steen op te zetten. De dagtaak, die op blote voeten werd ver-

13


vuld, duurde van 's morgens een uur of vijf tot 's avonds een uur of zeven. Wat moest zo'n meisje ook nog tobben en soms vechten of hard weglopen om een onbeschofte kerel van zich af te houden. Gelukkig werkten er op zo'n fabriek ook nog wel fatsoenlijke kerels en dan werd zo'n kind door flinke kerels (waar ik mijn petje voor af zou zetten) beschermd.

kerk gaan, dan waren de zondagse kleren schoon, maar gaven toch de tekens van verval of men kon zien dat ze van oude kleding waren gemaakt van oudere kinderen of van de ouders. Keek men naar de schoenen, dan zag men dat het gewoonlijk schoenen waren van oudere dames, met hoge hakken. Men sprak van 'patienen'. Was men 's avonds bezig met striepen, dan deed de hele familie eraan mee. Want morTABAK STRIEPEN THUIS genvroeg moest de portie met de kruiwagen De moeders gingen tegen de herfst en de naar de Drutense tabaksfirma Albers bij de winter in Druten, bij de firma J. Albers, met kerk gebracht worden. de kruiwagen of hondekar een of twee por- De kleine kinderen waren al naar bed met ties tabak halen om thuis te 'striepen' (strip- een bord halfbakken aardappelen, want er pen). was te weinig smout en raapolie was te duur. Striepen of strippen is de gedroogde inland- Die aardappelen werden wel gebakken, maar se tabak van zijn grootste nerf, de steel, ont- vraag niet hoe! doen. Men pakte de steel tussen duim en We noemden zulke buikjes, die tamelijk dik wijsvinger, draaide het tabaksblad rond de waren, 'aardappelbuikskes'. hand en men hield twee helften van het blad om de hand, zonder steel, over. De tabaks- SOEBAK helften werden op elkaar gelegd, met de De oudere kinderen striepten mee, maar het afvalstukjes ertussen, net als bij een sigaar waren ook maar 'pukskes'. Ze kregen slaap. maken. Onderop lagen een paar mooie gave Dan werd er een 'soebak' vol water gepompt halve bladeren met een mooie kleur en of uit een emmer putwater genomen. bovenop kwamen ook een paar prachtblade- De kinderen die bijna sliepen werden met ren. het geheel werd aan beide kanten met hun voetjes in die bak met water gestopt. Ze raffia dichtgeknoopt en met een scherp mes waren barrevoets en werden klaarwakker. afgesneden. De mensen die de kinderen met hun voetjes De afgesneden stukjes werden in het binnen- in koud water stopten deden dat niet om ste van de 'pop' gelegd. Deze afgewerkte sadistisch te zijn tegen hun kinderen. Maar 'poppen' werden weer, met de stelen, want bij veel mensen was de nood zo hoog gestedie moesten ook ingeleverd worden, met de gen dat men noodgedwongen tot deze maatkruiwagen of hondekar door vrouwen of kin- regel, die tegen alle menselijke gevoelens deren weggebracht. Dit afgewerkte produkt inging, moest overgaan. Treurig maar waar. werd door twee mannen uit Druten goed- of afgekeurd. SLAPEN IN EEN GAT Werd het 'goed', dan kreeg men voor iedere Aan de Maaskant was de armoe en gebrek portie van ongeveer l O pond Ć’ l,-. Werd de aan eten, dus goede voeding, nog veel en portie afgekeurd, dan moesten de vrouw of veel groter dan in het overige land van Maas die kinderen met de portie naar huis, de en Waal. Er werd door de gehele gezinnen poppen losmaken (de raffia doorsnijden) en gewerkt van 's morgens vroeg tot 's avonds opnieuw opleggen en de poppen met nieu- laat, alles bijna tevergeefs. we raffia vastknopen. In die hutten was zelfs geen goede slaapgeleDe kinderen in deze families hadden weinig genheid. Men had geen ledikanten of goede tijd om te spelen. Het waren eigenlijk geen bedsteeĂŤn om de kinderen in te leggen. jongens of meisjes, maar net oude mannetjes Aan de Maaskant had men hier iets op en vrouwtjes. gevonden dat ten hemel schreiend was. Maar Zag men deze kinderen 's zondags naar de de mensen konden er zelf niets, maar dan

14


ook niets aan doen. voedsel voor de geit en de konijnen en Ze waren gedwongen, tegen alle bescha- strooisel of struisel voor de dieren. Aan het vingselementen in, uit twee kwaden te kiezen hoofdeinde legde men enkele garven dwars, en de kinderen op een hoop op de grond dan had men geen kussens nodig. Op dit zonder ledikant te laten slapen of het minst onderbed legde men oude kleren, oude zakkwade te nemen en zelf een soort ledikant te ken, stukken dekens en mantels. Dit ondermaken, dat een overlevingskans voor de kin- bed ging dienen voor matras. deren bood. Want het gaf die kinderen, voor- Op een oude stoel, naast dit ledikant, lagen al in de winter, warmte en men kon zelf voor oude kleren, oude mantels, zakken en stukdeze oplossing zorgen. Bovendien waren er ken dekens om straks de kleinen onder te geen onkosten aan verbonden. stoppen. Men ging op de deel van die hutten een gat In dit bed sliepen de kleintjes, soms wel vier graven van ongeveer twee meter in het vier- of vijf. Ik ken nu nog mensen aan de Maaskant. De diepte was ongeveer 70 cm. Men kant, die in zo'n bed of ledikant hebben maakte die put goed schoon en ging hierin, geslapen. We leven in 1986 en de mensen die als men het had, haverstro in een dikke laag ik bedoel zijn ongeveer 70 a 75 jaar. Dus dit is aanbrengen. Had men geen haverstro, dan ongeveer tegen de Eerste Wereldoorlog had men wel 'struisel', dat men uit en langs geweest. de sloot had gesneden voor dakbedekking,

Johan van Os

Wijsbegeerte op Maas en Waalse pastorieĂŤn Aantekeningen bij een vroeg-negentiende-eeuwse naamlijst In de jaren 1822 en 1823 verscheen bij de Amsterdamse uitgever A. Schievenbus de 'Wijsgeerige Catechismus' van F.X. de Feller.' Het werk bestaat uit vier delen in twee banden en beslaat in totaal 1175 bladzijden. Geen kinderachtig boekje en inhoudelijk mocht het er ook wel zijn. De 'Wijsgeerige Catechismus'heeft een lange ondertitel: 'Verzameling van Aanmerkingen geschikt om den Christelijken Godsdienst tegen deszelfs Vijanden te verdedigen.' Dat schrikt af, vanwege de lengte en het militante taalgebruik, maar ook omdat je al gauw denkt met niets anders te doen te hebben dan een herkauwsel van de officiĂŤle, welbekende kerkelijke leer. In de grond van de zaak is dat ook zo, maar De Feller pakt zijn geloofsverdediging zo diepgaand aan en weet ze over zo'n breed front uit te werken dat vrijwel het hele gedachtengoed van de zeventiende en de achttiende eeuw in zijn boek aan bod komt. Wie weet hoeveel studenten van hun geloof afgevallen zijn met de ' Wijsseerise Catechismus' in de hand? De Feller o o moet zijn beste lezers in elk geval erg nieuws-

gierig gemaakt hebben naar de motivaties van de vijand, te meer omdat hij vaak de ene vijand van het geloof tegen de andere uitspeelt. In de zeventiende eeuw bracht Newton (1642-1727) het wereldbeeld van Copernicus, Kepler en Galilei definitief tot gelding en de achttiende eeuw is de eeuw van de Verlichting geweest, die na de natuurwetenschappelijke afbraak van het geocentrisme ook de voorstellingen van een centraal, door God gegeven gezag uit de weg ruimde om plaats te maken voor democratische en 'vrijzinnige' opvattingen. De catechismus van De

15


hiï> VOOR oi MI» TA.Y zAunrr* *iWï /I&&g«>fïl6rwattïd(fn

/'«ilw

3?4£*:p4ttt0 Jfei«ij}»*tt» ra« At'/ Üi'4fT 4vT JKerw, flaters Minderèi'itedwx* ^«eïjortm ïc- Cfcïik&v&n f m leten K. C, ÏViesier ? ta'ffm Frm'riMïs ïw 4e H» &ot%eU°er<ïheiti, üin*Jiiek*»a va» het

üijilnci JJruten, narht «n

tl™

Pasloof l« Iffrncn,

aldaar den

lOilt-n NinMtnb» 1839 over-

leden , m het 70ste jour iSja» nudwdoms, e?t ibeï 32ste êijiiitr ml%ieus« professie. -•"••«••'•MOmiMwMi—— Ik maft de werken doen ran tiengfne», itte mij gi-%<mtf#n heeft, ZGQ fatig* hff dag ts: «fr tmcïtl k&mt.

u-annecr («A «»'«* meer) teerlteti kan. Jout. BC: r. 4. xTif# /iy*" ^«f *^ m^ alfa&n VQ&r my gffipbeitt het f mtittr t^ööï* ol/^n c/te tfa «%Eö/'fee*W ^o^A^ït»

Ecci. XXIV: F, 47, //i ^ró i?^t«K?« £&selen gtrijd gestreden; *fon ï&ej) «?ö/-

l,rtn<-t, het geloof «imwjrrf, II. TÓU' IV; », 7. K. L V. imeu. Te Graet, b% J. K. TJU» DIEREN,

Bij het overlijden van pastoor-deken Josephus Sleijpen werd in Grove een fraai opgesteld bidprentje gedrukt met aan de voorzijde een afbeelding van de virgo (maagd) en martelares St. Catharina met in de hand de zegepalm.

Feller moet dan ook gezien worden als een polemiek niet de koplopers van een nieuwe tijd: geleerden en filosofen die de geesten rijp gemaakt hebben voor de Franse Revolutie. Met uitvoerige citaten, curieuze denkbeelden en vaak verrukkelijke, uit het toenmalige wijsgerige leven gegrepen voorbeelden komen ze bij De Feller allemaal aan het woord: Descartes (1596-1650), Bayle (16471706), Voltaire (1694-1778), Montesquieu (1689-1755), De Buffon (1707-1789), Linnaeus (1707-1778), Hume (1711-1776), Rousseau (1712-1778), Diderot (1713-1784), De Bonnet (1720-1793), Von Holbach (17231789), om maar enkele toppers te noemen. Thuis in de klassieke, de thomistische en de moderne filosofie, beschikte De Feller over een ontstellende eruditie en hij moet ook de vorderingen van de natuurwetenschap dagelijks bijgehouden hebben. Aan de lopende band haalt hij gegevens aan uit boeken, reis-

16

verslagen, tijdschriften en kranten en hij verantwoordt zijn verwijzingen in een buitengewoon omvangrijk notenapparaat. Al wist De Feller het geavanceerde denken van zijn tijdgenoten altijd wel weer handig terug te buigen naar de beproefde standpunten van Rome, lezers van de 'Wijsgeerige Catechismus' mochten gerust zeggen dat zij aardig op de hoogte waren van alle wetenschappelijke kwesties die er in de achttiende eeuw speelden en voor een deel zelfs in onze tijd nog niet tot een oplossing gekomen zijn. NOVICIAAT IN KERNEN Voor mij is het altijd een interessante vraag of een dergelijk, toentertijd bepaald niet populair boek ook in een streek als de onze lezers vond en invloed kon uitoefenen. In de meeste gevallen zul je daar wel nooit achter komen, maar de 'Wijsgeerige Catechismus'geeft er zelf antwoord op. Het boek bevat een


NIEUWSBRIEF KORT VERSLAG VAN DE EXCURSIE NAAR HET OUDE VESTINGSTADJE HATTEM IN 1996

Op zaterdag 21 september 1996 vond de jaarlijkse excursie plaats naar het oude vestingstadje Hattem in de Noord-Oost punt van de Veluwe en gelegen aan de Westzijde van de rivier de Ussel. Reeds vroeg in de morgen, om 06.45 uur, stapten de eerste deelnemers in Dreumel in de bus van de busonderneming de Betuwe-expres. Daarna volgde het ophalen van deelnemers te Wamel, Beneden-Leeuwen, Druten, Deest, Winssen en Wijchen. Vanuit Wijchen vertrokken we met 44 deelnemers via de brug bij Ewijk noordwaarts naar Hattem over de snelweg. Het was droog weer met bewolking en nogal wat wind. Onderweg gaf de heer Moelaert nog wat historische informatie en lichtte het dagprogramma

Uitleg bij de stadsmuur van Hattem.

december 1996

nader toe. Nabij Heerde verlieten we de snelweg teneinde via Heerde en Wapenveld naar Hattem te rijden, waarbij we onderweg konden genieten van de mooie villa's, langs deze weg gebouwd. Na aankomst te Hattem werd de bus geparkeerd op het parkeerterrein "De Bleek". Na het uitstappen liepen de deelnemers achter het koor van de grote kerk om naar het Nederlands bakkerijmuseum "Het Warme Land". In het gedeelte genaamd "Het Backhuys" werden we ontvangen met koffie en een grote krakeling, die uitstekend smaakte. De waardin hield een verhaal over het museum met bijzonderheden. Daarna kreeg iedereen de gelegenheid om zelfstandig rond te kijken in het "Backhuys" en via een ondergronds tunneltje in het er tegenover gelegen deel van het museum, genaamd het "Pand". In dit deel werd brood gebakken en was een oud museumwinkeltje.

Foto: Huub Berris


Nadat iedereen had kunnen zien hoe brood werd gebakken van de prehistorie via de Middeleeuwen en grootmoeders tijd naar het jaar tweeduizend en nog veel meer, ging het gezelschap op bezoek in de Grote of Andreaskerk, waarvan de bouw was begonnen in 1176. De Nederlands Hervormde kerk was kortgeleden weer geheel gerestaureerd en zag er inwendig voortreffelijk uit. We ontvingen van een deskundige gids allerlei informatie over al datgene wat in de kerk te zien was en vele vragen werden beantwoord. Na het verwerken van dit geestelijke werd het hoog tijd om de inwendige mens te versterken. De goede lunch werd genoten in de achter de Grote Kerk gelegen herberg met de naam "Franse school", omdat daar vroeger een internaat was geweest waar de jonge juffrouwen Frans moesten leren. Er was volop te eten. Nadat iedereen was voldaan kwam een jonge man het gezelschap ophalen voor een stadswandeling. Hij was helaas maar alleen omdat andere gidsen ziek of met vakantie waren. Hij moest derhalve de hele groep alleen rondleiden, hetgeen hij voortreffelijk deed, mede door zijn deskundigheid betreffende het verleden van de stad Hattem. We bezochten ondermeer de kruidentuin en de heemtuin en liepen langs de restanten van de vroegere stadsmuur, het Spookhuis, het Daendelspoortje en het Hoge Huis, waar koningin Wilhelmina nog als klein meisje had gespeeld toen ze er logeerde. Vervolgens gingen we naar de plek waar het vroegere kasteel had gestaan, waartoe men in de bestrating de omvang van de Tinne, de grote toren van het kasteel, duidelijk heeft weergegeven. We wandelden langs het Pand der Liefde, het stadhuis, de Wheeme of vroegere pastorie, het Daendelshuis, huizen die vroeger stadsboerderijen waren geweest, die hun vee gratis lieten grazen op de uiterwaarden van de Ussel, genaamd Hoenwaard of Homoet. Nadat de enig overgebleven stadspoort, de Dijkpoort, was bezichtigd ging het over de Noordwal en langs de mooie molen "de Fortuin", een stellingmolen, naar het museum-complex dat bestaat uit drie musea, nl. het streekmuseum, het Voermanhuis en het Anton Pieckmuseum. Het streekmuseum liet ons allerlei voorwerpen

uit de streek zien, zoals een oude "Herenkamer". Op de klederdrachtenzolder was een complete mutsenmakerij te zien. Dan volgde het Voermanhuis. Hier hingen schilderijen van Jan Voerman sr. en Jan Voerman jr. Deze laatste was een zoon van Jan Voerman sr. en Anna Verkade en kreeg grote bekendheid als

illustrator van de beroemde Verkade-albums. Dan kwam het Anton Pieckmuseum. Hier kon men de vele prenten e.d., gemaakt door Anton Pieck, bewonderen. Er werden vele kaarten gekocht. Daarna konden de deelnemers op eigen gelegenheid nog wat winkelen. Vervolgens werd er weer verzameld op ons lunchadres de "Franse school". Aldaar kregen we nog twee consumpties aangeboden, waarna we ons weer naar de bus begaven voor het vertrek uit Hattem naar het gebied van Tweestromenland. De deelnemers waren zeer enthousiast. Menigeen was voor de eerste maal in Hattem, zoals het bestuurslid Wies Berris. Zij sprak het gezelschap tijdens de lunch toe namens het bestuur. Andere bestuursleden waren niet aanwezig. Samenvattend kan gesteld worden dat zij die niet zijn meegegaan (soms ondanks beloftes in die richting) zeer veel hebben gemist. De sfeer was bijzonder gezellig. De terugreis ging vanaf Hattem direct over de snelweg naar de Betuwe en via de Willem Alexanderbrug kwamen we weer in het gebied van Tweestromenland. Het uitstappen vond plaats in dezelfde volgorde als waarin was ingestapt. Zij die het eerst instapten, stapten nu het eerst uit; zij die het laatst instapten, stapten nu het laatst uit. In de bus werd aan de deelnemers namens de Evenementencommissie een enquĂŞteformulier uitgedeeld met vragen over het al of niet toevoegen van een slotdiner en het handhaven van het bestaande ophaalsysteem met de daaraan verbonden hoge kosten. Namens de Evenementencommissie,

J. Moetaert


VERSLAG

van de excursie naar het museum voor religieuze kunst te Uden op zaterdag 26 oktober 1996 Op een zaterdagmiddag een excursie organiseren betekent bij voorbaat dat je niet op een groot aantal deelnemers hoeft te rekenen. Maar de groep mensen , 16 personen, die dan tóch komen zijn natuurlijk zeer geïnteresseerd in de kerkelijke kunst. We werden verwelkomd in café-restaurant D'n Vorstenburgh aan de St.Jansstraat 1 met koffie en Limburgse vlaai. Na een inleidend woordje van de heer H. van de Weem gingen we wandelend naar het museum alwaar de rondleiding kon beginnen. De kern van de collectie wordt gevormd door de verzameling middeleeuwse beeldhouwkunst. Een tijdelijke expositie van deze beelden leidde 22 jaar geleden tot oprichting van het museum in dit zustersklooster in Uden. Sindsdien is het museum in oppervlakte verachtvoudigd. De collectie is nog steeds gehuisvest in het sfeervolle klooster. Het museum is uniek in Nederland omdat naast het historische werk ook moderne religieuze kunst wordt aangekocht. De uitleg die de vrouwelijke gids ons gaf was duidelijk en zeer gedetailleerd. In de voormalige stal van de Abdij van Maria Refugie zagen we altaarstukken met schitterende uit hout gesneden taferelen van bekende beeldhouwers. Ook beelden van de Meester van Koudewater, van Soeterbeeck en van Rimini waren er te bewonderen. Elders stond een houten Madonna uit de kerk van Overasselt. Vele schilderwerken en de zeer uitgebreide collectie kerkelijke smeedsierkunst zoals kelken, cibories en monstransen, waaronder een zeer opmerkelijke uit Winssen die uit hout gesneden is en daarna verguld (monstransen moesten namelijk van goud of zilver zijn). Een arme pastoor had dit bedacht en pas jaren later kwam men erachter! Alles kwam zeer uitvoerig aan de orde. Naast deze historisch en artistiek verantwoorde collecties heeft het museum ook een afdeling 'devotionalia'. Dit zijn voorwerpen zoals kruis-

beeldjes, rozenkransen, bidprentjes en voorwerpen uit bedevaartsoorden. Deze voorwerpen roepen vooral bij wat oudere mensen herinneringen op. In het Prentenkabinet van het museum zagen we een uitgebreide collectie prentjes (vanaf de 17e eeuw) zoals devotieprentjes waarop bijbelse verhalen en dogma's worden uitgebeeld, en de bidprentjes die bij ieder van ons bekend zijn. Ook doop-, vorm-, communie- en huwelijksprentjes zijn hier te bewonderen evenals 'kantprentjes' en 'appliquéprentjes'. Een bezoek aan dit museum moet eigenlijk een hele dag omvatten wil men alles goed kunnen bekijken. Nadat de heer Van de Weem de gids had bedankt gingen we naar de kapel van de zusters Birgittinessen op slechts 100 meter afstand van het museum. In deze prachtige kapel worden dagelijks diensten gehouden door de zusters Birgittinessen. Een van de oudste zusters gaf uitleg over het ontstaan en de instandhouding van deze kapel. Er is daar ook een relikwie van de H. Birgitta. Ze vertelde ook dat de Nederlandse Birgittinessen in 1972 naar Noorwegen zijn gegaan om behulpzaam te zijn bij een daar te stichten klooster. Noorwegen is het land van herkomst van Birgitta. Na nog een "afzakkertje" te hebben genomen in D'n Vorstenburgh ging iedereen, na een geslaagde middag, naar huis. H. Berris


HX ST AtxIXIS

. \tErt .

E-A/

-rVf£EST-FlOJ*Em.^*ND

ws*s\i-se

GESi-s\cnrEN

gemeenten van ons werkgebied. De klappers kosten exclusief portokosten: Beuningen ƒ 20,-; Druten ƒ 25,-; Heumen ƒ 20,-; West Maas & Waal ƒ 25,- en Wijchen ƒ 25,-. Tot slot van het buitengebeuren heeft de werkgroep medewerking verleend op 23 november bij de presentatie van het boek "Geldersen gezocht" die op het Rijksarchief Gelderland in Arnhem heeft plaats gevonden.

GENEALOGISCH NIEUWS.

De werkgroep Maas en Waalse Geslachten heeft al haar genealogisch nieuws opgespaard voor deze laatste nieuwsbrief van 1996. Onze presentatie naar buiten is duidelijk geweest. Op onze achtste genealogische contactdag op 20 april jl. Deze dag was geen record wat het aantal bezoekers aangaat maar de dag was een succes omdat vele bezoekers voor het eerst de weg naar ons streekdocumentatiecentrum wisten te vinden. De vaste bezoekers aan ons centrum weten dat zij daar elke woensdag terecht kunnen. De gastmedewerkers op deze dag hebben de nodige informatie aan de bezoekers weten over te dragen. Op uitnodiging van de jubilerende Nederlandse Genealogische Vereniging is, in samenwerking met genealogische/historische verenigingen uit het Gelders Rivieren gebied, de werkgroep op 11 mei present geweest in het Jaarbeursgebouw in Utrecht. Op deze dag is een gezamenlijk boekwerkje uitgebracht "Over dijkcedullen en Rotmeesters". Dit boekje is onder andere ook verkrijgbaar in het Streekdocumentatiecentrum in Wijchen. Het telt 44 pagina's en kost ƒ 2,50 p.s. Hierin vindt U veel informatie op allerlei gebied en ook over archiefbronnen die haast nooit door genealogen worden geraadpleegd. Eveneens op uitnodiging is de werkgroep op 21 september jl. aanwezig geweest op de genealogische contactdag op het Rijksarchief NoordBrabant in Den Bosch. Over belangstelling hadden wij niet te klagen. Vele bezoekers hebben wij kunnen helpen met ons uniek computer program, waarin alle ons bekende huwelijken uit ons werkgebied vanaf 1620 tot 1811 zijn opgenomen. De huwelijksbestanden zijn uitgeprint en in boekvorm (klappers) verkrijgbaar, gesplitst over de vijf

Binnenshuis draait alles op volle toeren. Het invoeren van de dopen in de computer gaat gestaag door, ruim 75% is klaar. De begraafinschrijvingen worden ook ingevoerd voor bewerking. Dankbaar wordt van dit werk gebruik gemaakt. Het vraagt veel tijd, de resultaten zijn goed en dat stemt de werkgroep tevreden. Een lang gekoesterde wens blijkt in vervulling tegaan nu de werkgroep sinds kort de beschikking heeft over micro-fiches van de Burgerlijke Stand over de periode 1811-1892. Onlangs heeft de gemeente Heumen als eerste aan de werkgroep de fiches beschikbaar gesteld. Onder de goede zorgen van een van onze medewerkers groeit de collectie bidprentjes met de dag. Momenteel telt de collectie circa 5.000 originele en 20.000 gecopieerde exemplaren. Er zijn ongeveer 1.000 exemplaren die wij willen ruilen, met een voorkeur voor bidprentjes uit ons werkgebied het "Land van Maas en Waal", zodat uiteindelijk onze eigen collectie kan groeien. Vanuit de kring der genealogische speurders hebben wij al enige jaren een kwartierstaat afgedrukt in ons tijdschrift met daarop gunstige reakties. Wij bieden alle genealogische onderzoekers de mogelijkheid om hun kwartierstaat of genealogisch artikel, dat minimaal 75% betrekking moet hebben op ons werkgebied, te plaatsen in dit tijdschrift. De eerlijkheid gebiedt ons ook te zeggen, dat de bodem van de voorraad kwartierstaten en genealogische artikelen is bereikt. Uw artikel of kwartierstaat kunt U inzenden aan Werkgroep Maas en Waalse Geslachten, t.a.v. dhr. W. Arts. Postbus 343, 6600 AH Wijchen.


STREEKHISTORISCH MUSEUM TWEESTROMENLAND

Nieuws uit het Streekmuseum Nieuwe voorzitter van Streekmuseum Per 24 oktober 1996 is de heer J.L.C. Alkemade te Ewijk benoemd tot voorzitter van het Museum. Hij vervult daarmede een vacature die was ontstaan door het overlijden van de heer J. van Wezel in mei j.l. De heer Alkemade heeft eertijds, als voorzitter van de Vereniging, het Museum helpen oprichten. Hij is zelfs het eerste jaar van het bestaan van het Museum voorzitter daarvan geweest. Hij komt dus terug in een vertrouwde omgeving.

Wisselexpositie over de ruilverkaveling Het Land van Maas en Waal werd tot na de Tweede Wereldoorlog voornamelijk bewoond op de oeverwallen langs de rivieren. Daar lag de zavelige rivierklei, met de dorpen, en met akkers en boomgaarden. In het binnengebied, de komgronden, bestond de grond uit zware rivierklei. Deze gronden waren alleen geschikt voor grasland, waren moeilijk toegankelijk en werden nauwelijks bewoond. De afwatering werd geregeld door de diverse dorpspolders, wat een goede waterhuishouding niet bevorderde. De boerenbedrijven op de gronden langs de rivieren waren veelal klein en de grond werd meestal gepacht wat niet bijdroeg tot een goede exploitatie. In 1949 werd besloten tot de ruilverkaveling Maas en Waal West. Doelstellingen waren een betere kavelindeling, verbetering van de waterbeheersing en ontginning en ontsluiting van de komgronden. Daarbij behoorde ook de verplaatsing van boerderijen naar de komgronden. In 1950 werd met dit alles begonnen. Er werd 2750 ha grond ontgonnen en er werden 96 nieuwe boerderijen gesticht. Voor elke nieuwe boerderij verviel een boerderij in de dorpskern. Voor de boeren die niet hun bedrijf verplaatsten werd zo ook een betere verkaveling mogelijk. Op 15 juni 1953 werd de bouw van de eerste boerderij aanbesteed. De bouw van die boerderijen werd ook mogelijk gemaakt door een rijks-

subsidieregeling. Ten behoeve van de waterbeheersing werd in 1952, in plaats van de bestaande zeven gemalen, één nieuw gemaal op de dijk onder Alphen gebouwd, op het laagste punt van het gebied. Naast een goede ontwatering in het najaar en in de winter ontstond nu ook de mogelijkheid in de zomer de watervoorziening te regelen. In het Streekmuseum werd op 1 december j.l. een expositie over deze ruilverkaveling geopend. Met maquettes, foto's en kaarten wordt getracht een beeld te geven van hoe het was en hoe het geworden is. De expositie is te zien tot voorjaar 1997.

Oproep voor informatie over vrouwenkleding van vroeger Wie kan ons vertellen hoeveel onderrokken er werden gedragen bij de zwarte rokken uit de streek. Bijvoorbeeld welke kleur had dat kledingstuk, van welke stof werd het gemaakt, waren er ook gestreepte of geruite rokken bij? Is het u bekend of er een brede zoom in de bovenrok zat van een gekleurde/gestreepte of gebloemde stof, soms wel 30 of 40 cm. breed? Tot welke periode is dit gedragen, en zo voort. Heeft u nog meer informatie over de kinderkleding van vroeger tot ongeveer 1925, laat het ons weten. Deze gegevens zijn belangrijk voor de documentatie. U kunt bellen met: 024-6417461, 024-6413012 of 0487-595002. Als de juiste personen niet aanwezig zijn wordt u teruggebeld. Wies Berris-Visschers, coöd. Maas & Waalse Streekdracht en Mode. Diaklankbeelden In het Museum is altijd wel een diaklankbeeld te bekijken. Er zijn momenteel een viertal klankbeelden beschikbaar. Dit aantal wordt op korte termijn tot zes uitgebreid. Er wordt naar gestreefd de klankbeelden snel verwisselbaar te maken zodat het publiek zelf kan kiezen welke het wil zien. Expositie kinderkleding Vanwege de grote belangstelling is besloten deze expositie te verlengen tot het voorjaar van 1997.


Openingstijden Het Museum is elke zondagmiddag en woensdagmiddag geopend van 14.00 tot 17.00 uur. Tijdens de jaarwisseling is het Museum tevens op Tweede Kerstdag, op 27 en 30 december en op Nieuwjaarsdag geopend. Op Eerste Kerstdag is het gesloten. Groepen kunnen op andere dagen en tijden volgens afspraak terecht. Telefoon 0487-595002 of 591535.

VRAAG EN AANBOD

Gezocht: De historische vereniging heeft het verzoek ontvangen voor het opsporen van een foto van de boerderij "BATAVIA" die gelegen was in de Drutense Waarden ter hoogte van het Huis van Leeuwen. Een foto-afdruk ontbreekt in ons bestand en nu trachten wij met deze oproep de verzoeker en onszelf van dienst te zijn. De boerderij is in de oorlog afgebrand en daarbij zijn foto's verloren gegaan. Op bijgaande situatie-tekening staat de Batavia ingetekend. Wat betreft uw aanbieding van de foto, origineel of in copievorm, kunt U contact opnemen met het Streekdocumentatiecentrum te Wijchen, tel.

024-641 30 12. Toezending per post naar Postbus 343, 6600 AH Wijchen. Bij voorbaat dank. Gezocht de volgende boeken: - "En de weilanden bloeiden open" door H.M. Barten (Operatie Market Garden; voor een vertaling in het Engels); - "Nederlandsche Kleederdragten" door Valentijn Bing en Braet von Ueberfeldt; - "Wijchen, geschiedenis in zeven seconden", uitgegeven door de Boerenleenbank te Wijchen, 1956; - "Handwerken uit Grootmoeders tijd"; - "De Winkel van Sinkel" (eerste uitgave); - "De Nederlandsche Nationale Kleederdrachten" door Th. Molkenboer. Wies Berris-Visschers, Kwartelstraat 21, 6601 CE Wijchen. Tel. 024-6417461. - "De Monumenten van geschiedenis en kunst; Het Land van Maas en Waal" door A.G. Schulte. Mevr. Van Haren, Winssen. Tel. 0487-523448.


MEDEDELINGEN EN VRAAG VANUIT HET ALGEMEEN BESTUUR

MEERWAARDE LIDMAATSCHAP

In het kader van de meerwaarde van het

Het Algemeen Bestuur deelt u nu reeds mede dat de volgende jaarvergadering zal worden gehouden op 18 maart 1997. Aanvang 19.00 uur. De jaarvergadering zal worden gehouden in slot Doddendaal te Ewijk. Het programma en de agenda zal u op tijd worden toegezonden. Tijdens deze vergadering zullen in ieder geval nieuwe bestuursleden worden gekozen. Vandaar nu reeds aan u de vraag of u belangstelling heeft om lid te worden van het bestuur, danwei of u een lid van de vereniging kent, dat naar uw mening een goed bestuurslid zal en kan zijn. Het Algemeen Bestuur heeft nu extra behoefte aan nieuwe leden, omdat de heren Verheijen, Van den Burg, Van Wel en Jansen, elk afzonderlijk, met ieder hun eigen reden(en), gestopt zijn met de bestuurlijke werkzaamheden voor de vereniging.

De werkzaamheden van de vertrokken leden zijn in goed overleg tussen de leden van het Algemeen Bestuur verdeeld. Toch is het de wens van het bestuur om de vereniging door een zo groot mogelijk aantal leden actief te laten functioneren. Voorkomen moet worden dat te veel op te weinig schouders terecht komt. Het is ons bekend dat leden, die bekwaam zijn om een bestuursfunctie op zich te nemen, wegens het ontbreken van voldoende tijd hiervan menen te moeten afzien. Alhoewel dit een acceptabele en onvoorwaardelijke reden is, vragen wij toch: denk (nog eens) na. Dit betekent ook dat u ons kunt "tippen" over, naar uw mening, geschikte kandidaten, zoals hierboven omschreven.

lidmaatschap van de vereniging heeft het bestuur het volgende besloten: * Leden van de vereniging hebben op vertoon van hun lidmaatschapskaart gratis toegang tot het Documentatiecentrum * Leden van de vereniging krijgen op vertoon van hun lidmaatschapskaart korting bij excursies en evenementen * Leden van de vereniging hebben op vertoon van hun lidmaatschapskaart voor de helft van normale prijs toegang tot het Streekhistorisch Museum Tweestromenland te Beneden-Leeuwen.

Verder heeft het bestuur besloten om met ingang van 1 januari 1997 entree te heffen voor het Documentatiecentrum. Hiervoor gaan dan de volgende tarieven gelden: * Een individueel bezoek kost ƒ 2,50 per keer; voor ƒ 25,— kan men een jaarkaart kopen. * Studenten betalen bij een individueel bezoek ƒ 1 , — per keer.


NIEUWE LEDEN WELKOM

Vanaf 1 januari 1996 zijn de volgende personen lid geworden van onze vereniging: Amersfoort R. Schoonderbeek Batenburg G.M. Sauer A.H. Grisel Beneden Leeuwen M.H. Th. Hol-van Oijen Beneden Leeuwen Beneden Leeuwen W. van Wij k-Arts E. van de Velde Best Deest M.D.M. Simons Deest L.M.J.F. Janssen-Banning Deest A.P.H. Litjens-v.d. Bosch T.W. van Mourik-Arts Dreumel C.H.M.Th. van Welie-Cruijsen Dreumel A.J. van Dreumel Druten W. Wildenberg Druten Druten A.J.M. Vos Eindhoven J.H. van der Wielen Geldermalsen Hist. Kring West Betuwe M. van den Akker Goirle Heerenveen J.M.C. Koolloos Helmond W.H. van Hemmen A.W. van Duifhuizen Hernen Maasbommel U. Kooijmans A.J.H. Janssen Malden H. de Rouw Nijmegen J.L. Roding Nijmegen M.G. van Haren Nijmegen Noordwijkerhout G.H.M. Gerrits Overasselt J.M. Peters-Croes Ridderkerk R.J. Wanders Sint Maartensbrug A. Romeijnders Someren C.H.A. de Haas

A.G. Vonk W.H.J. Eijkman J.M.A.C. Echteld-van Kraak J.J.Th. Gies R. Baars M. Martens-Manders W.J. van Es F.W.M. School G. Bloo

Tiel Tilburg Uden Weurt Wijchen Wijchen Wijchen Wijchen Wijchen

CONTRIBUTIE 1996/ AUTOMATISCHE INCASSO

Omdat het automatiseringsprogramma van de Historische Vereniging Tweestromenland niet te combineren is met het incasso-programma voor de automatische machtigingen, is het ons niet mogelijk de automatische machtigingen te incasseren. Daarom heeft het bestuur besloten van automatische incasso af te zien. Alle leden die een machtiging hebben ingezonden ontvangen deze retour met een acceptgiro met het vriendelijke verzoek om de contributie op deze wijze te voldoen. Onze excuses voor dit ongemak.

Nieuwjaarswens De besturen van de Historische Vereniging Tweestromenland en het Streekhistorisch Museum Tweestromenland wensen de leden prettige feestdagen en een voorspoedig 1997 toe.

&


'Naamlijst der Inteekenaren': van personen dus die deze ongetwijfeld dure uitgave financieel mogelijk hebben gemaakt door het boek vooruit te bestellen, en op deze lijst komen ook inwoners voor van onze streek. In totaal is het boek zelfs door een tiental 'Maas en Walers' aangekocht, wat natuurlijk niet impliceert dat ze het ook allemaal gelezen hebben. Niettemin laat ik hier volgen wie het waren. Als eerste geeft de Naamlijst de 'Eerw. Heer Berkel (J. van) R.C.P. en Pastor, te Beuningen.' R.C.P. staat voor 'Roomsch Catholijek Priester' en dat was Joannesjacobus van Berkel ook, maar 'Pastor' was hij niet. Hij stond van 1818 tot 1820 als kapelaan in Dreumel en van 1820 tot 1822 in Beuningen ('ons' Beuningen). In 1822 werd hij, nog steeds als kapelaan, overgeplaatst naar Wamel en van daaruit is hij op een onbekend tijdstip vertrokken, misschien toch als pastoor, naar het Noord-Limburgse Ottersum. Van geboorte was Van Berkel volgens Schutjes een Drutenaar.2 Nummer twee is ook weer een eerwaarde heer die 'Pastor' wordt genoemd, maar het toen zeker nog niet was, namelijk J. Burgers 'te Herne'. In Hernen stond in de jaren 1822-1823 de Franciscaan Joseph Sleypen als pastoor en deze was tevens deken van het Dekenaat Druten. Daarnaast leidde hij in de Hernense pastorie novicen op tot kloosterlingen. Zij deden bij hem theologie en filosofie. J. Burgers van de Naamlijst is dus vermoedelijk een student van pastoor Sleypen geweest.11 PRINCIPIEEL ONVERDRAAGZAAM Van nummer drie weten we meer en hij is voor Maas en Waal ook van veel grotere betekenis geweest. Het was Franciscus van Clarenbeek, toentertijd inderdaad 'Pastor te Burgharen', zoals de Naamlijst vermeldt.

De enige Maas en Waalse intekenaar op de 'Wijsgeerige Catechismus' van wie een beeltenis bewaard gebleven is, is Franciscus van Clarenbeek (1791-1873). Hij was achtereenvolgens kapelaan van Leeuwen (1813-1817), pastoor van Bergharen (1817-1833), pastoor van Winssen (18331873) en deken van Druten (1854-1866). Zijn portret werd in 1853 geschilderd door de Vughtenaar C.J. Grips, die de eerste leermeester is geworden van de naderhand wereldberoemde portretschilder Antoon van Welie uitAfferden. 1873 viel hij ten offer aan een epidemische dysenterie, die volgens Schutjes in Winssen 'vele slagtoffers eischte'.3" In verband met Van Clarenbeeks wijsgerige belangstelling is het zeker vermeldenswaard dat Engelbert Kerkhoff uit Neerloon, die van

1814 tot 1827 als kapelaan in Neerbosch stond, eveneens voorkomt op de 'Naamlijst der Inteekenaren'. De twee priesters, die in

Van Clarenbeek was op 12 januari 1791 leeftijd niet veel verschilden en elkaar in

geboren in Neerbosch, werd in 1813 kapelaan in Leeuwen en in 1817 - net 26 jaar oud pastoor van Bergharen, waar hij een nieuwe (waterstaats) kerk liet bouwen.In 1833 kreeg hij de zielzorg over Winssen. Van 1854 tot 1866 was hij bovendien deken van Druten. In

Neerbosch ongetwijfeld hebben leren kennen, schaften zich hetzelfde boek aan. Kerkhoffis in 1827 pastoor van Neerbosch geworden.4 Ook de pastoor van Batenburg, Wilhelmus van (de?) Geijn, liet zich tijdig in het bezit

17


stellen van de 'Wijsgeerige Catechismus'. Weurtenaar van geboorte, is Van Geijn achtereenvolgens pastoor geweest van Ooij-Persingen (1803), van Groesbeek (1806) en van Alphen aan de Maas (1808). In Batenburg (18171852) liet hij de vervallen schuurkerk renoveren en verzette hij zich fel tegen het protestants georiënteerde onderwijs in de nieuwe openbare school. In 1836 weigerde hij de opening van deze school bij te wonen en hij keurde zowel de zangoefeningen als een aantal leerboeken van de hervormde onderwijzer af. Of de Batenburgse pastoor zijn onverzoenlijke houding nu baseerde op De Feller of niet, veelzeggend is dat de 'Wijsgeerige Catechismus' verdraagzaamheid principieel verwierp. 'Indien het zoude gebeuren', zo lezen we op p. 45 van Deel II, 'dat de verdraagzaamheid van een oneindig getal eerdiensten allen afkeer tusschen de onderscheidene sektarissen uitdoofde; zoude dit door niets anders zijn, dan door die noodlottige onverschilligheid, welke bijna niets van het Atheïsmus verschilt, en er bijna altijd de voorbereiding van is.' Van Geijn stierfin 1857 te Ravenstein.5 STIJF BEEN Een andere koper van de 'Wijsgeerige Catechismus 'vinden we in Afferden: Joannes Godefridus Maijer, een 'Pruis' uit Dinslaken (Roergebied). Leden van dezelfde familie Maijer treffen we ook aan in Winssen, waar in 1848 een Joannes Henricus Wilhelmus Maijer als missionaris naar Amerika vertrok. Deze was een neef van Joannes Godefridus, weet Schutjes te melden.6 Joannes Godefridus Maijer, op l maart 1795 te Dinslaken geboren, was in 1817 te Brussel tot priester gewijd en werd achtereenvolgens kapelaan in Ewijk en Afferden. In 1824 zag hij zich tot pastoor van Millingen benoemd, waar hij de kerk liet herbouwen en historisch belangrijke aantekeningen achterliet, toen hij in 1855 overleed.7 De volgende Maas en Waler op de Naamlijst is een rasechte streekgenoot, namelijk de Leeuwenaar Antonius van Mook, die aan het bisschoppelijk seminarie van Roermond werd opgeleid. Van 1807 tot 1809 bediende

18

hij de parochie Ooij-Persingen; van 1809 tot 1854 was hij pastoor van Horssen. In 1819 verliet hij de Horssense schuurkerk aan de Rijdt en nam zijn intrek in een duur pand bij de middeleeuwse parochiekerk. Van Mook werd er van beschuldigd dat hij uit de oude pastorele woning, die aan de dorpsgemeenschap toebehoorde, alles had meegesleept wat los en vast zat, tot de planken uit de kasten en de boompjes uit de tuin al toe. Tijdens een watersnood zou hij ook geweigerd hebben vluchtelingen en vee in de hooggelegen Horssense kerk toe te laten. Van Mook lag regelmatig overhoop met de Heer van Horssen, Pieter Bouwens. Maar hij was goed met de pen en wist de meeste beschuldigingen af te weren. Een erg wijsgerige inslag heb ik bij

hem niet kunnen vaststellen, maar hij bestelde de catechismus. In de zielzorg had hij een stijf been opgelopen en toen hij zich eenmaal van een rijkspensioentje had weten te verzekeren, trok hij zich in 1834 met zijn dienstbode in Leeuwen terug en leefde daar nog tot 14 november 1842." Nummer zeven op de Naamlijst is weer ten onrechte opgenomen als 'Pastor', en wel in Druten. In werkelijkheid ging het om Joannes Smits uit Groot-Linden, die in 1819 tot kapelaan van Druten was benoemd. Hij is ook nog kapelaan in Groesbeek en Beuningen geweest, maar kreeg in 1834 het pastoraat van Ooij-Persingen. Onder één dak bouwde hij daar een kerkje en een pastorie. Uiteraard liet hij er ook een kerkhof aanleggen en hij was in 1836 zelfde eerste die daarop begraven werd.9 DE TWEELING Nummer acht is de enige niet-geestelijke onder de 'Maas en Waalse' intekenaren, maar wel een hooggeplaatst persoon, namelijk de vrederechter van het kanton Wijchen, Mr.J.P.A.Voss.9" De negende Maas en Waalse lezer van de 'Wijsgeerige Catechismus'treffen we niet in zijn geboorteplaats Puiflijk aan, maar op de pastorie van Wanroij: Wilhelmus Wijnackers. Hij was op 2 juli 1791 geboren uit een welgestelde boerenfamilie, en wel als tweelingzoon. Zijn broer heette Jacobus. De tweelingen gin-


gen later beiden in Munster voor priester stu- 19e eeuw aan een redelijk ontwikkelingspeil deren en werden in hetzelfde jaar gewijd: voldeed. Deze indruk wordt nog versterkt door een ander uit de Naamlijst te distilleren 1812. Wilhelmus werd in 1817 kapelaan in Wan- gegeven. Er waren toentertijd namelijk twee roij; Jacobus in 1816 in Cuyk. seculiere seminaries gevestigd in de omgeIn 1836 zag Wilhelmus Wijnackers zich tot ving van Maas en Waal, terwijl pastoor-deken pastoor van Wanroij benoemd, terwijl Jaco- Sleypen, zoals we al zagen, in Hernen een bus al in 1819 pastoor van Beugen geworden reguliere priesteropleiding verzorgde. was. 'De tweelingbroeders', weet Schutjes ons te In Hernen werd één vooruitbestelling vertellen, 'geleken vooral in hunne jeugd en ook gedaan op de 'Wijsgeerige Catechismus', maar nog in den mannelijken leeftijd zoodanig op elkan- de beide seculiere seminaries - het al der, dat het onmogelijk was den eenen van den genoemde in Groot-Linden en het tweede in anderen te onderscheiden, vooral daar zij gewoon Huisseling bij Ravenstein - toonden nog veel waren dezelfde klederdragt te volgen'. Of ook hun grotere belangstelling voor het boek. Zowel filosofische belangstelling zo eeneiïg was dat voor Groot-Linden als voor Huisseling werze hetzelfde boek lazen, is ons helaas onbe- den in Amsterdam een flink aantal bestellinkend gebleven. In 1863 vierden zij samen gen geplaatst. Ik geef hieronder in alfabetische volgorde de namen van deze intekenahun gouden priesterfeest.'" Tiende en laatste Maas en Waler op de ren, ook al omdat we zo de toenmalige bezetNaamlijst is Petrus van Zeeland uit Wijchen. ting van beide seminaries gedeeltelijk en Toen hij de 'Wijsgeerige Catechismus'bestelde, voor Huisseling waarschijnlijk zelfs in haar was hij nog theologiestudent in Groot-Lin- geheel kunnen leren kennen: den, waar de Winssenaar Antonius van Koolwijk op zijn pastorie priesteropleidingen ver- Groot-Linden Huisseling zorgde.11 In 1821 tot priester gewijd, werd Van Zeeland eerst kapelaan in Millingen en W. de Bruin M. Aalbers in 1824 in Leeuwen. Daar hielp hij zijn pas- P.J. Haerings A. Aarts toor, Franciscus Verploegen uit Altforst, bij C. Issen W. van den Berg J. Beijwever de bouw van de in 1916 uitgebrande waters- A.Janssen E. van der Borst taatskerk aan de kop van de Waterstraat. In J. Quiter, priester 1858 volgde Van Zeeland pastoor Verploe- P. van Zeeland T.A. v.d. Heuvel (Ravenstein) gen in Leeuwen op. Hij is het geweest die in N.Janssens 1840 aan de dijk de machtige pastorie liet bouwen, die nog tot 1918 als zodanig dienst A. van Kessel heeft gedaan, vervolgens onderdak bood aan J. Lamers J. van den Linden de burgemeester van Wamel, tegen het eind J. Tieleman van de Tweede Wereldoorlog een kleine H. van der Velden communiteit uitgeweken Franciscanen opF. Verweijen nam, daarna als directeurswoning en kanH. van der Wijmetoor van de Leeuwense wijnfabriek Gelo lenberg werd ingericht en tegenwoordig als buitenW. van der Wijst. centrum voor drugsverslaafden in gebruik is.12 Het ziet er naar uit dat zich onder de seminaristen van Groot-Linden nog enkele latere NABURIGE SEMINARIES Op een totaal van 297 intekenaren is een ingezetenen van Maas en Waal verschuilen. tiental Maas en Waalse kopers van een moei- Petrus van Zeeland hadden we al, maar in lijk filosofisch werk best wel hoog te noemen. 1820 was een Christianus van Issum uit SamVan dit feit uitgaande mogen wij aannemen beek kapelaan in Druten. Hij zag in 1821 van dat onze geestelijkheid in het begin van de zijn ambt af. Mogelijk is hij identiek aan de

19


'C. Issen' die de Naamlijst als theologant te Groot-Linden opgeeft. En dan hebben we 'A. Janssen'. Misschien is hij de Arnoldus Godefridus Jansen uit Nijmegen, die - 20 september 1794 geboren - in 1828 pastoor van Wamel werd en in 1862 als emeritus in Druten overleed.151 Met de priester 'J. Quiter' was in elk geval Joannes Quitter uit Gassel bedoeld, die Antonius van Koolwijk als theologieprofessor een aantal jaren bijstond en hem na zijn dood in 1829 als pastoor van Groot-Linden opvolgde. Maar het seminarie werd toen gesloten. Voortaan gingen de

priestercandidaten naar het bisschoppelijk seminarie van Den Bosch." VERPLICHT LEERBOEK? In Huisseling bij Ravenstein gaf pastoor Wilhelmus Walterus Ruijs (1752-1824) theologie aan toekomstige priesters, die in het dorp of in Ravenstein in de kost waren. Ruijs, afkomstig uit Reek, schijnt al zijn studenten de 'Wijsgeerige Catechismus''als verplicht leerboek voorgeschreven te hebben. Huisselingse theologanten komen op de Naamlijst liefst 15 keer voor en daarmee zal de hele bevolking van het seminarie wel uitgeput geweest zijn. We mogen aannemen dat een deel van de Huisselingse priestercandidaten uit Maas en Waal afkomstig was of naderhand in Maas en Waalse parochies de zielzorg uitoefende, al kan ik daarvoor geen namen opgeven. Twee van de op de Naamlijst genoemde theologanten in Huisseling - te weten Henricus van der Velden uit Boekei en Henricus van den Wijmelenberg - zijn later opgeklommen tot hoge posten in het kerkelijk leven.15

'SUPERFORCE' Zowel in Groot-Linden als in Huisseling zal het boek van De Feller nu en dan spannende discussiestof opgeleverd hebben onder de jeugdige studenten. Van menig discussiepunt kan gezegd worden dat het nog steeds actueel is en zelfs tot de brandende kwesties behoort op het terrein waar wijsbegeerte en natuurkunde elkaar raken en in confrontatie of samenspel tot een nieuw wereldbeeld proberen te komen. De vragen 63 en 64 van de 'Wijsgeerige Catechismus' gaan bijvoorbeeld in

20

op de aantrekkingskracht zoals die door Isaac Newton in 1687 beschreven is in Boek III van zijn beroemde 'Principia'. 'Hebben de Mewtonianen niet bewezen' vraagt De Feller, 'dat de bloote aantrekkingskracht voldoende is, tot vorming der wereld, en dat in de daad het Heel-al niets dan een uitwerksel derzelve is?' De modernste fysica is nog altijd op zoek naar de ware aard van de aantrekkingskracht. Zij blijft worstelen met de vraag of deze theoretisch van nog nooit aangetoonde gravitonen uitgaande kracht unificeerbaar is met de andere drie fundamentele natuurkrachten: de zwakke, de sterke en de electromagnetische, en tegelijkertijd gaat het er om of een eventuele 'superforce' bij machte kan worden geacht het heelal te 'scheppen', in werking te houden en tot ontwikkeling te

brengen. Het probleem valt weg voor degenen die een eeuwig heelal aannemen. Op grond van zijn geloof, maar ook van nog

altijd geldige wiskundige ongerijmdheden wees De Feller een eeuwig heelal stellig af en de 'new physics' zijn in meerderheid tot dit

afwijzende standpunt teruggekeerd. APEHERSENS De Feller liep ook meer dan een halve eeuw vooruit op de overwegingen waarop Darwin in 1859 zijn evolutietheorie baseerde. Vraag 57 van de 'Wijsgeerige Catechismus'formuleert in één zin de kernkwestie waar de evolutietheoretici nooit helemaal uitgekomen zijn: 'Bewijzen de wonderbare afwisselingen in een en hetzelfde geslacht, de verbasteringen, de vermengde zelfstandigheden niet klaarblijkelijk, dat de sloffe, magt heeft de natuurlijke eigenschappen te vermenigvuldigen en nieuwe wezens voorttebrengen?' In zijn antwoord stelt De Feller meteen het probleem van de soortgrenzen. Hij haalt er het bekende muildier bij: kruisingsprodukt van een ezelhengst en een paardemerrie, dat niet in staat is nakomelingen te krijgen en dus geen nieuwe soort tot ontwikkeling kan brengen. 'Men zegt', schrijft hij, 'dat ten tijde van Aristoteles een muildier vruchtbaar is geweest; nog een in 1703 en een derde in 1769. (—) Maar laat ons onderstellen dat het muildier, ja dat alle andere gemengde schepselen kunnen voorttelen, zouden deze nooit dan rassen van zeer korten duur


Aan intekenaar Petrus van Zeeland, indertijd nog student aan Pastoor van Koohirijks seminarie te

Groot-Linden, herinnert de kolossale pastorie die hij in 1840 liet bouwen aan de dijk tussen Boven- en Beneden-Leeuwen (tegenwoordig bevolkt door Stichting 'HetBuitencentrum'). Foto: Jan Rikken, 1985 zijn; daar de ondervinding van 5000 jaren bewijst, dat de oude en eerste soorten niet vergaan,

en er ook geene nieuwe voortkomen.' De moderne evolutietheorie heeft de 5000jarige 'bewijsperiode' van De Feller wel met ettelijke miljoenen jaren verlengd, maar zit tot op de huidige dag nog met het zware tegenargument dat aan het begin van het Cambrium alle tegenwoordige fyla al present waren. Een eeuwig, eens en voor altijd gegeven heelal afwijzend, verdedigde De Feller wat wij nu een constantiebiologie plegen te

minder geluk hebben. Maar met dit genetische inzicht is de constantiebiologie nog lang niet van de kaart geveegd. 'Wij hebben namelijk', schrijft Prof.Dr. J. Lever van het Biologisch Laboratorium van de Vrije Universiteit in Amsterdam, 'wel een totaalbeeld van

de evolutie dat het hele gebeuren vanaf de levenloze materie tot aan de, mens omspant en dat beeld zal in grote trekken wel juist zijn, maar een dergelijke doorlopende evolutie is allerminst bewezen. Op allerlei punten, dikwijls zeer cardinale, zijn er grote

lacunes in onze kennis. Ten aanzien van sommige

noemen. Wij weten intussen dat evolutie geen kwestie van kruisingen is, maar van

hiervan - het ontstaan van de eerste organismen, van de grote stammen van het dierenrijk, van de

mutaties: per toeval optredende fouten in de DNA-replicatie, waarvan enkele produkten door hun milieu bevoordeeld worden, zodat er een natuurlijke selectie plaats kan grijpen op talloze andere mutatieprodukten die

mens - is nog niet of maar nauwelijks werkelijk wetenschappelijk onderzoek gedaan en soms weten wij nog niet eens hoe een dergelijk vraagstuk aangepakt zou moeten worden.' Het spreekt vanzelf dat in de constantiebiolo-

21


gie van De Feller zeker de mens van alle evolutie uitgesloten wordt geacht. Des te interessanter is dat in de "Wijsgeerige Catechismus' toch de aap al komt opdraven als candidaat voor het menselijk stamvaderschap. 'Daar volgens de opmerking van den Heer De Buffon de hersen, van den Pongo Aap volmaakter dan die van den mensch ingerigt zijn', aldus vraag 175,

hoewel zij ook een en hetzelfde land bewonen, en door dezelfde spijzen gevoed worden; even zoo veel eenvormigheid heeft zij ten opzigte van het menschelijke geslacht in het oog gehouden, ondanks alle onderscheid van luchtstreek en voedsel.' WIJSHEID IN AFWACHTING

Misschien nog indrukwekkender dan de

'waarom dan eenig onderscheid tusschen deze twee

afwijzing van alle racisme is het ecologisch

wezens te zoeken ?' De Feller laat De Buffon zelf antwoord geven: 'De tong van den Ourang-Outang, en al de zintuigen der stem zijn dezelfde ah in den mensch, en evenwel spreekt hij niet. De hersens, volmaakt van

besef dat bij De Feller doorklinkt in een aantal prachtige passages. Ik kies er drie uit, omdat het bijna niet te geloven is dat deze wijsheid 175 jaar geleden al op Maas en Waalse pastorieën lag te wachten op verkondiging om pas in onze tijd, en hoe moeizaam nog, gemeengoed te worden: 'Het Opperwezen heeft alle gedeelten zijner werken zoo naauw verbonden, dat er geen een bestaat, dat met het geheel niet in betrekking staat. De paddestoel en de mijt, behooren even zoo wezenlijk tot het wereldstelsel als de Cederboom en de olijfant. Dus,

denselfden vorm en evenredigheid, en toch denkt hij niet. Is er klaarder bewijs dan de sloffe alleen,

die, hoewel volmaakt ingerigt, noch de gedachten, noch de woorden die er de teekenen van zijn, kan voortbrengen, wanneer zij ten minste niet door eene oppermagtige oorzaak bezield is ? (—) Deze OrangOutang is inderdaad niets dan een dier, maar een zeer zeldzaam dier, hetwelk de mensch niet kan beschouwen zonder in zichzelven te keeren, zonder te erkennen en zich overtuigd te houden, dat zijn

ligchaam in geenen deele het wezenlijkste gedeelte zijner natuur is.'

zijn deze kleine voortbrengsels geene stofjes aan de raderen van het werktuig der wereld, het zijn kleine

radertjes die zich in andere insluiten.' 'Er bestaat bijna geen insekt dat niet eenig nut in de geneesmiddelen aanbrengt (—). Welke wonderen verrigt men niet met de aardwormen, pissebedden,

Van het begin af heeft de evolutietheorie gevaar opgeleverd voor de christelijke grondgedachte dat het menselijk geslacht een een-

de spaansche vliegen enz ? (—) Om kort te gaan, de

heid vormt. In 'Mein Kampfen 'Hitlers Tafelge-

eenig dier strekt. Zelfs de vergiftigste maken den

sprekken ' zijn voor dit gevaar maar al te veel aanwijzingen te vinden. De Feller gaat in op

rijkdom der geneeskunde uit. Hare bewonderenswaardige verscheidenheid volmaakt de schoonheid van het aardrijk. De ademing der gewassen is een der grootste zuiveringsmiddelen der lucht.' 'De bosschen die zich in de verafgelegenste, en zelfs

soortgelijke racistische waanideeën in de

Oudheid en komt zo tot vraag 53: 'Het is zonder twijfel in dien zin, dat eenige ouden gemeend hebben, geheele wangedrogtelijke volken onder het menschdom te hebben gevonden ?'

Ook hier laat de 'Wijsgeerige Catechismus' de reactie over aan een tegenstander van het roomse geloof, dezelfde Heer De Buffon:

wereld zou zonder insekten niet bestaan. (—) Er bestaat bijna geene plant die niet tot voedsel van

in onbewoonde streken verheffen, zijn ook nuttig voor ons; de winden voeren de lucht derwaarts, welke wij vergiftigd hebben, en welke voor derzelver

aanwas dienstig is, en zij brengen ons diegene

terug, welke zij gezuiverd hebben, en die ons leven 'Bij het menschelijke geslacht doet zich de invloed onderhoudt.' van de luchtstreek niet zien, dan door nietsbeduidende afwisselingen, omdat dit geslacht één, en Noten: zeer duidelijk onderscheiden is van alle anderen.

De blanke mensch in Europa, de zwarte in Afrika, en mode in Amerika, is niet dan dezelfde mensch, geverwd naar de kleur der luchtstreek. (—) Zooveel verscheidenheid als de natuur, zegt een wijsgeer, in dieren van een en hetzelfde geslacht heeft verwekt,

22

1. Franciscus Xaverius de Feller werd op 18 augustus 1735 in Brussel geboren en overleed te Regensburg op 23 mei 1802. In 1754 trad hij in bij de Jezuïeten, die hem eerst in Luxemburg en Luik tot leraar benoemden en


in 1771 tot predikant in Nivelle. Bovendien cenmeester op zich, nadat het officiële novicikreeg hij toen van zijn orde een nagenoeg aat van de Franciscanen in Megen op last van onbeperkt verlof tot studiereizen. de koning was ontruimd. In het geheim moet Toen in juli 1773 de Jezuïetenorde door nieSleypen in die zeven jaar minstens 13 novicen mand minder dan de paus zelf- Clemens XIV hebben opgeleid. Zie hierover: Schutjes - werd opgeheven, ging De Feller gewoon (noot 2), Dl. IV, 1873, p. 155, en Kolks, door met zijn preekbeurten, die met name H.L.J., Rondom St.Judocus. De honderdjarige kerk gericht waren tegen de seculariserende hervan Hernen en Leur, z.p., 1993, p. 53-55 en p. vormingen van keizer Joseph II (het zoge158-159. Een Petrus Burgers, op 2 maart 1775 naamde 'josefisme'). in Hernen geboren als zoon van Jan Burgers Tegelijkertijd ontwikkelde de rusteloze priesen Johanna van der Heijden, was al op 6 juli ter een ongekende schrijversactiviteit. Zijn 1802 bij de Megense Franciscanen ingetre'Journal historique et littéraire', tussen 1774 en den. Misschien is hij (P. en nietj. Burgers) de 1794 neergepend, beslaat zo'n 60 delen. In intekenaar op de 'Catechismus' geweest, 1781 verscheen van hem in Luik een 'Histowant Kolks vertelt in aangehaald boek (p. risch Woordenboek van alle mensen die vanaf het 179) dat de 'Eerwaarden Heer P. Burgers' in begin van de wereld tot in onze dagen naam hebben 1822 lid werd van het St. Judocusgilde in Hergemaakt met hun genie, hun talenten, hun deugnen en dat hij op 29 november 1831 bij zijn den, hun dwalingen, enz.' De Feller besteedde Hernense familie is overleden. Toen de er 6 delen aan. De 4 delen van zijn 'Catéchisme 'Catechismus' op verschijnen stond, woonde Philosophique' (Wijsgeerige Catechismus) kwaPetrus Burgers blijkbaar weer in zijn geboormen tussen 1773 en 1787 in Luik van de pers. tedorp. Ze verschenen ook in het Duits en in het Itali- 3a. Schutjes (noot 2), Dl. V, 1876, p. 925-926. Alsaans. De Nederlandse vertaling kwam in ook: Gelder, Jan van, St. Annaparochie Bergha1822-1823 dus betrekkelijk laat tot stand, 20 ren vanaf 1795, Wijchen 1993, p. 20-22 en p. jaar na de dood van de schrijver, maar vond 61. niettemin nog steeds aftrek, en niet alleen 4. Schutjes (noot 2), Dl. V, 1876, p. 169. onder intellectuelen en geestelijken. Op de 5. Schutjes (noot 2), Dl. III, 1872, p. 195-196. lijst van intekenaren treffen we o.a. kooplui, Alsook: Heiningen, H. van, Batenburg, eeuwenveeartsen, commiezen, deurwaarders, horlolang twistappel, Wijchen 1987, p. 188. giemakers, loodgieters en zelfs een aantal 6. Schutjes (noot 2), Dl. V, 1876, p. 128. broodbakkers aan. De Amsterdammer P. 7. De uit 'Pruisen' afkomstige Maijers zijn in het Speet zette de 1175 pagina's van de 'CatechisLand van Maas en Waal terecht gekomen als mus' om in het 'Nederduitsch', maar liet zich rentmeesters van het Hoogadellijk Slot 'Dodop theologisch gebied voorlichten door pasdendaal' te Ewijk, dat zij tot ca. 1822 ook hebtoor B. Doorenweerd uit Kampen, die al 25 ben bewoond. Als rentmeesters en slotbewojaar had rondgelopen met het plan De Pellers ners werden zij opgevolgd door de Van Kool'Catechismus' op de Nederlandse boekenwijks. markt te brengen. 8. Antonius van Mook was een zoon van Jacob 2. Schutjes, L.H.Chr., Geschiedenis van het Bisdom van Mook en Johanna Maria van Kilsdonck en een kleinzoon van de 4 x getrouwde Willem 's- Hertogenbosch, Dl. III, St. Michiels-Gestel 1872, p. 281. Jacobs van Mook. Sinds Pasen 1802 studeerde 3. Het noviciaat in Hernen was in feite een illehij aan het bisschoppelijk seminarie te Roermond, waar hij in 1805 voor twee jaar jurisdicgaal instituut, omdat koning Willem I de opleiding van kloosterlingen had verboden. tie kreeg (zie: Hamans, P.W.F.M., Geschiedenis van het Seminarie van het Eerste Bisdom Roermond Pastoor Sleypen, van geboorte een Belg, trok zich van het verbod niets aan. Hij was theolo(1570-1813), Brugge 1986, p. 482). De oudgie- en filosofieprofessor geweest in het Franpastoor van Horssen overleed op 14 novemciscanenklooster te Maaseik en nam van ber 1842 ten huize van zijn neef Jacob van Mook en diens vrouw Jantje van de Werdt, die ±1815 tot 1823 in Hernen de taak van novi-

23


Wilhelmina Alardina Antonia Kappen, links ah jongedame, rechts op latere leeftijd (1880-1953), in Leeuwen beter bekend ah 'Mina Köpp' is zeker een der meest gefortuneerde vrouwen in Maas en Waal

geweest. Haar oudoom, Wilhelminus Wijnackers uit Puiflijh (l 791-1872), kapelaan en vervolgens pastoor van Wanroij, tekende in op de 'Wijsgeerige Catechismus'. in Leeuwen aan de kop van de Tesstraat een herberg hadden.

9. Schutjes(noot2),Dl.V, 1876, p. 414. 9a. De Wijchense vrederechter Johan Peter Antoon Voss (confrère van Allard Schouten

1883, 2e deel, Utrecht 1883).

K). Schutjes (noot 2), Dl. III, 1872, p. 276, en Dl. V., 1876, p. 897. De geestelijke gebroeders

in Druten) was getrouwd met Wendeline

Wijnackers waren zonen van Jan Wijnackers en Margaretha van de Sandt, eigenaren van

Jeanne van den Gheijri, een dochter van de

het voormalige heerlijkheidsgoed 'Het Holt'

Belg Josse Thomas van den Gheijn en Dorothée van Bennekom. Zijn zwager,

in Puiflijk, dat oorspronkelijk ongeveer 20 morgen land en een kasteeltje omvatte.

Emmanuel Francois Joseph van den Gheijn,

Een zus van de tweeling, Wilhelmina, trouwde op 14 mei 1811 met de Leeuwense notaris

was rechter van instructie te Nijmegen en

24

het Najaar van 1830, in: 'Onze Wachter' jrg.

heeft in de Maas en Waalse geschiedenis bekendheid gekregen, omdat hij het opnam voor de schutters die in 1830-1831 weigerden ten strijde te trekken tegen de zogenaamde

Wilhelmus Dominicus Kuppen, grootvader

Belgische opstandelingen (Zie: Nuyens, W.J.F., De Woelingen in het Maas en Waabche in

Köpp), echtgenote van 'Philipsnotaris' Louis

van de later wijd en zijd bekende 'Mina Köpp' te Leeuwen ('wandelende bank van Maas en Waal') en van Dominica Kuppen (Doca Dericks in Eindhoven. Een andere zus van de


twee pastoors, Anna Maria, ging op dezelfde datum een huwelijk aan met Gerardus Willems van Welie uit Deest. De moeder van 'Mina Köpp' - Elisabeth Barbara Smits van 'De Uiversnest' in Deest - heeft omstreeks 1900 substantieel bijgedragen aan de bouw van de parochiekerk in Beneden-Leeuwen, als gevolg waarvan Leeuwen uiteenviel in twee dorpen: Boveneind en Benedeneind. Dochter Mina financierde in 1952 goeddeels de stichting van het Benedeneindse zusterklooster 'St. Elisabeth' (tegenwoordig streekmuseum). In dezelfde geest gedroegen zich zoon Jan en dochter Gerarda Wilhelmina van het echtpaar Van Welie-Wijnackers in Deest. Zij betaalden rond 1858 het leeuwedeel van de bouwkosten van de Deestse parochiekerk en stichtten in 1885 voor hun rekening in Deest een klooster voor de Tilburgse Liefdezusters. Hun broer, Antonius van Welie, werd op 8 juni 1858 in Dreumel (!) priester gewijd en zag zich in 1859 benoemd tot pastoor van Vierlingsbeek (Zie: Schutjes (noot 2), Dl. V,

1876, p. 821). 11. De seminarieleider en theoloog Antonius van Koolwijk (1779-1829), pastoor van Groot-Linden bij Cuijk, kwam van Winssen, waar hij op 15 juli 1779 gedoopt was als zoon van de landbouwer-herbergier Henricus van Koolwijk en Margaretha Smits. Zijn oudere broer Jan Hendrik van Koolwijk (1775-1838) werd burgemeester-secretaris van de gemeente E^wijkWinssen en rentmeester van het Hoogadellijk Slot 'Doddendaal' (zie noot 7). Een oom van de seminarieleider, ook Antonius van Koolwijk geheten (1754-1853), was van 1785 tot 1811 pastoor van Puiflijk; een neef van hem, rentmeesterszoon Reinier van Koolwijk (1807-1888), trad in bij de Kruisheren en is pastoor van Westblokker geworden; een achterneef, Antonius Johannes van Koolwijk (1836-1913), werd eveneens priester en zag zich verheven tot Missionaris Apostolicus van West-Indië. (Zie voor het Winssens-Ewijkse

geslacht Van Koolwijk, afkomstig uit de buurtschap Koolwijk bij Herpen: Delhougne, E.M.A.H.; Vloon, G.W. en Hooft van Huysduynen,JJ., 'Genealogieën', Nijmegen 1957, p. 112-127. Over de seminarieleider in GrootLinden: Os, Johan van, De Gebedslijn Bamberg-

Winssen op 28 mei 1822, in: 'Tweestromenland1, Nr. 46. 15.X.1985, p. 11-15.) 12. Schutjes (noot 2), Dl. IV, 1873, p. 690. Alsook: Os, Johan van, Leeuwen en 'Elisabeth', Beneden-Leeuwen 1982, p. 34-35. Pastoor Petrus van Zeeland was op 24 december 1797 in Wijchen geboren als zoon van Lambertus van Zeeland en Hendrika de Vlam. Hij overleed op 7 augustus 1879. 13. Schutjes (noot 2), Dl. V, 1876, p. 893. 14. Schutjes (noot 2), Dl. II, 1872, p. 186-189. Alsook: Allard, H.J., Antonius van Gils en de Kerkelijke Gebeurtenissen van "zijn tijd, 's-Herlogenbosch 1875. Antonius van Gils (1758-1834) was de eerste president van het Bossche Seminarie. Uit de aangehaalde biografie van Van Gils door de priester H.J. Allard blijkt dat de schrijver van de "Wïjsgeerige Catechismus'- F.X. de Feller - ook Nederland heeft bezocht, en met name Geertruidenberg, waar hij te gast was bij Allards grootmoeder. We laten hierover Allard zelf aan het woord: 'Dikwerf zocht de afgewerkte man (bedoeld is Van Gils) een onschuldige uitspanning bij zijnen broeder Dr. J.B. van Gils te Waalwijk, die hem wederkeerig (—) vaak kwam bezoeken. Bij voornoemde gelegenheid maakte Van Gils veelal een uitstapje over Waspik naar Geertruidenberg, om zijn hartelijker! vriend, den achtenswaardigen Gerardus Cecilianus de Visscher, pastoor aldaar, met een bezoek te vereeren, 't Vriendenrnaal werd dan gewoonlijk genoten ten huize mijner grootmoeder, eene matrone van den ouden stempel, die in de dagen van 't schrikbewind den voortvluchtigen bisschop van Amiens, den

rondreizenden F.X. de Feller, den pastoor van Peronne (een oud-bekende van Antonius) en andere Fransche geestelijken gehuisvest en rondom haar gastvrijen disch had vergaderd. Zelden liet dan van Gils het gunstige oogenblik voorbij gaan, om met een smeekenden blik aan de goede vrouw de onvoldane rekeningen van 't Seminarie in de hand te stoppen, en ik houd het voor een der voortreffelijkste hoedanigheden van grootmoeder Allard, dat zij verstandig en godsdienstig en milddadig genoeg was om hem, zonder meer, te begrijpen' (p. 102). Op dezelfde of een andere Nederlandse reis

25


heeft De Feller ook Roermond aangedaan.

Kerkdriel deze post in 1842 overnam, kreeg

Hij schreef in 1778 over deze stad: 'Verlichte theorieën, zucht naar geld, overdaad en daarvan de trouwe gezellinnen, hebben deze streek nog niet verdord. Men bidt

Van der Velden een bisschopszetel in hel buitenland aangeboden, die hij overigens wei-

voor en na tafel, de kinderen vragen een kruisje aan hun ouders en men groet de priesters. Het lijkt wel een andere wereld. In ambacht en handel wordt men eerlijk en correct bediend en voor de juiste prijs. God ver-

hoede dat de stad ooit tot meer welvaart komt. Immers overal konstateer ik de droeve waarheid van de onomstotelijke uitspraak van Jezus Christus: Gij kunt niet God en de Mammon tegelijk dienen' (aangehaald door

Hamans-zie noot 8 op p. 502, tut: Thewissen, M., /JM^MT^ffi» /64&!o/ 779?, in: 'Limburgs Verleden' II, Maastricht 1967). 15. Henricus van der Velden uit Roekei (17981857) is na zijn studie xelf professor aan het Huisselingse seminarie geworden en later in

Uden. In 1839 werd hem door Rome de waardigheid van vicaris generaal apostoliek over de dekenaten Cuijk, Nijmegen, Druten, Ravenstcin en Megen opgedragen. Toen de latere aartsbisschop Johannes Zwijsen uit

26

gerde. Hij trad liever in bij de Udense Kruisheren, maar ging binnen een jaar al over naar de strengere Minderbroeders in Megen, waar hij in 1844 de geloften aflegde en de kloosternaam Pius aannam. De orde stuurde hem vervolgens als theologieleraar naar St. Truiden in België en tenslotte nog naar Tielt: y.ie

Schutjcs(noot2),Dl. I, 1870, p. 110-111. Ook Henricus van den Wijmelenberg uit Uden heeft aan het seminarie in Huisseling zelf nog les gegeven en naderhand aan de Latijnse School in Gemert. In 1840 trad hij in

bij de Udense Kruisheren om een jaar later al benoemd te worden tot commissaris-generaal van de orde. Hij stichtte nieuwe kloosters in Diest en in Maaseik. Op 25 april 1853 belegde Van den Wijmelenberg in St. Agatha een algemeen Kruisherenkapittel dat hem tot 49sie 'Magister Generalis' uitriep. Als gemijterd abt werd hij afgevaardigd naar het Vatikaans Concilie: zie Schutjes (noot 2), Dl. III,

1872, p. 79-80).


LiteratuurSignalement * irr? ü **? U v?a S U

^,,.,. .,.^« --w^jm.r-^rQajr-.— unt*l ^» f Mi

r

-~r

~,W» De met een * gemerkte titels zijn raadpleegbaar op het Documentatiecentrum * HESS, F., De geschiedenis van 50 jaar Bibliotheek in Wychen (1944-1994); Wychen, 1994; 96 p., afbn., bijln. (02) * BUURTVERENIGING, - 'De Hoefslag' viert 20-jarig bestaan; in: De Waalkanter, d.d. 23-06-1994, afb. (061) Druten * HOFMARGRIETEN, - in het zilver!; in: De Waalkanter, d.d. 17-03-1994 (061) buurtvereniging Dreumel * SEGERS, Y., Op het kruispunt van oud en nieuw. 75 Jaar op de bres voor de schoonheid van Gelderland 1919-1994. Het Gelders Genootschap; Arnhem, 1994; 278 p., afbn., lit., reg. (061) * KEES, Brusse onderzoekt bijgeloof; in: Dagblad voor Noord-Limburg, d.d. 13-051994, afb. (23) koortsboom Sint-Walrick * ARENDS, C., 'Maria met Kind' in de Rooms-Katholieke kerk van Boven Leeuwen; in: Tweestromenland, nr. 82

land, nr. 80 (1994/1), p. 19-23 (323) * VIJFENTWINTIG, 25 Jaar Dessa Interieur in Druten; in: De Waalkanter, d.d. 03-111994, afb. (339.17 en 643/645) * BEVRIJDINGSFEESTEN, - op 23, 24 en 25 september; in: De Waalkanter, d.d. 24-02-

1994 (355.48) Beneden Leeuwen 20-09-1944 bevrijd * BIJZONDERHEDEN, - betreffende Maas en Waal tijdens de Tweede Wereldoorlog; in: Tweestromenland, nr. 81 (1994/III), p. 21-27, afbn. (355.48) * EBISCH, B., Filmopnamen over Regiment Stoottroepen in Baarlo; in: Dagblad voor Noord-Limburg, d.d. 13-04-1994, afb. (355.48) kamp Bovensbos bij Baarlo, waaraan ook verzetslieden uit Maas en Waal deelnamen * GE, — wis nie wa ge zagt!. Verhalen van Nederasseltse en Overasseltse mensen over de luchtlandingen op 17 september 1944; Overasselt, 1994; 82 p., afbn. (355.48) * [GELDER, J.A. van], Duitse nachtjager een Junker JU-888, in 1944 gevallen in Bergharen, in 1994 opgegraven in Deest; in: Hier en Ginder, jrg. 35 nr. 9 (sept. 1994), p. 117(1994/HI), p. 25-27, afb. (246/247) 119,tek. (355.48) * OUDE, - kunstschatten weer terug in de kerk; in: De Waalkanter, d.d. 30-06-1994, * [GELDER, J.A. van], Granaten in Bergharen in 1944; in: Hier en Ginder, jrg. 35 nr. afb.(246/247) 10 (okt. 1994), p. 135-136, afbn. (355.48) Wamel * BECKER, J., Besneden en begraven . . . vijf * [GELDER, J.A. van], In 1944 gevallen; in 1994 opgegraven; in: Hier en Ginder, jrg. eeuwen Joden in Tiel en het Gelders rivie35 nr. 10 (okt. 1994), p. 133, afb. (355.48) rengebied; Tiel, 1993; 441 p., afbn., reg. * GELDER, J. [A.] van, John Burns uit Cana(296) Uitg. Stichting Onderzoek Joods Verleden in Tiel * GELDER, J. [A.] VAN, Maas en Waalse woeZie verder bladzij 30. lingen in 1830/1831; in: Tweestromen-

27


18

16

LUDOELISABETH NICOLAAS VICUS HEESSCHAMP LOEFFEN AKKER

en Petronella Janssen

dr. van Hermanus Janssen Schamp en Margaretha Rossen

'Balgoij 17-6-1707 t Balgoij 11-8-1768

* Balgoij 13-7-1712 t Balgoij 16-7-1792

zn. van

Loef

Theunissen

FRANCISCUS LOEFFEN landbouwer ~ Balgoij 21-1-1748 t Balgoij 5-4-1829

22

23

MARIA DECKERS

zn. van Hubertus Jacobs Vos en Gerarda Jans Thonis

dr. van

zn. van

dr. van

Wilhelmus Hendricks Deckers en Elisabeth Gijsberts

Wilhelmus Lamers en Jacoba Hendricks

Johannes Ariéns en Johanna Dercks van Haren

* Balgoij

* Balgoij 25-1-1730 t Balgoij 27-8-1808

* Balgoij 24-9-1729 t Balgoij 18-1-1795

zn. van

dr. van

Henricus

Hermen

Heesakker en Gertrude Jans Pijnappels

Segers en Jenneke Dercks

oo Overasselt

S

21

HEUMERK VOS

* Schijndel * Overasselt 21-1-1719 vóór 1729 t Overasselt t Overasselt 18-6-1795 vóór 1788

oo Niftrik 1-11-1739

20

19

SEBILLA HERMENS

10-5-1744 9 WILHELMINA HEESAKKER

* Overlangel 25-7-1716 t Balgoij 7-4-1785

16-8-1721

t Balgoij 31-7-1782

LAMBERTUS WILLEMS

oo Balgoij 20-11-1743

ANNA MARIA JANSSEN

°o Balgoij 1-5-1757

10 FRANCISCUS

VOS

landbouwer "Overasselt 1-11-1760 ~ Balgoij 18-11-1761 t Nederasselt 18-9-1821 t Balgoij 6-2-1810

oo Balgoij 6-5-1792

11 HENRICA LAMERS WILLEMS

27

zn. van

dr. van

Arnoldus Driessen

Cornelis Hermens Vos

zn. van Johannes Verhoeven

landbouwer ~ Balgoij 16-12-1798

~ Balgoij t Nederasselt

t Nederasselt 9-4-1874

zn. van

dr. van

en

en

en

en

en

en

Wilhelmina Jans

Alijdis van de Staij

Antonia Hendriks

* Balgoij 3-2-1714 t Balgoij 8-9-1790

* Balgoij 17-5-1712 t Balgoij na 1787

* Vierlingsb. * Overasselt 16-9-1729 5-1-1721 t Overasselt t Overasselt 5-2-1805 vóór 1805

* Mael (Dld)

oo Balgoij 15-9-1750

00

* Mariënbaum t Wanroij 26-6-1764

t Wanroij 21-2-1771

JOHANNA VERHOEVEN

~ Wijchen 21-2-1753 tWijchen 21-2-1825

oo Wijchen 20-6-1775

7 MARIA BROENS

~ Wijchen

19-4-1856

3 ANTONET ALOFS

*

landbouwer 14-2-1824, t Keent 28-1-1892

Nederasselt 27-12-1830 t Keent

oo (2) Balgoij

Wilhelmina * Keent t Balgoij oo Balgoij 24-1-1893, Petrus Francissen,

28

23-4-1791

t Nederasselt 14-4-1874

oo Overasselt 5-5-1819

FRANCISCUS LOEFFEN

Opgemaakt met WordPerfect 6.0. Afgedrukt met HP laserjet. RCC

15

boerenarbeider ~ Wanroij 19-4-1750 tWijchen 10-1-1815

landbouwer ~ Overasselt 7-3-1790 t Nederasslet

t Wijchen vóór 1789

MATHEA (TUSKE) GERRITS

2

oo (1) Balgoij 12-4-1856 met Wilhelmina van de Wijngaart

*

6

oo Overasselt 2-5-1823

* Nederasselt

* Wijchen 9-8-1720 t Wijchen 27-7-1803

en

JOHANNES BROENS

HENDRIKUS ALOFS

15-2-1883

dr. van

14

oo (2) Overaselt 22-4-1787

4-6-1793

zn. van Mathijs Ariëns en Anthonia Janssen

w Wijchen 14-4-1749

13

12

5 MARIA VOS

31

MARIA GERRITS JANS

dr. van Coenraat van Gemert

Dertha Alefs

oo Balgoij 3-2-1736

30

CRISTNA GERARDUS v.d. VENNE THUSSEN

29

JOHANNES BROENS

lanbouwer ~ Balgoij 15-11-1743 "Overasselt 16-10-1767 t Overasselt vóór 1819 t Overasselt 10-4-1836

oo Balgoij 16-4-1792

HERMANUS LOEFFEN

28

HENRIKUS HENDRINA VERVAN GEMERT HOEVEN

HELENA VOS

JOHANNES ALOFS

~ Balgoij 16-6-1772 t Keent 22-8-1839

4

26

25

24

ADOLPHTJS ARDTS

17-3-1900

22-4-1870

1 LOEFFEN 18-8-1871 24-10-1946 * Nederasselt 14-201864 f Balgoij 18-1-1948 Inzender: P.J. Francissen Goalbertstraat 16, 5521 GB Eersel

29


Vervolg van bladzij 27. da . . . ; in: Tweestromenland, nr. 81

(1994/III),p. 29-31 (355.48)

De Waalkanter, d.d. 26-05-1994, afb. (362) opvanghuis Afferden * NIEUWE, Het - Huis bijna tien jaar!; in:

De Waalkanter, d.d. 27-01-1994, afb. (362)

* G[ELDER],J. [A.] van, 50Jaar bevrijd sep- opvanghuis Afferden tember 1944-1994; in: Tweestromenland, * K[OCK-WILLEMS], T. d [e], Dagopvang De Strang bestaat 25 jaar; in: De Waalkannr. 81 (1994/III), p. 3. (355.48) ter, d.d. 22-09-1994, afb. (362.2/3) * JAGTENBERG, W., Geschiedvervalsing geestelijk gehandicapten in Beneden Leeuwen over de Meidagen van 1940; Wychen, 1994 * HONDERDVIJFENVEERTIG, 145 Jaar (355.48) Wamelse Vincentiusvereniging; in: De * K[OCK-WILLEMS], T. d [e], Donkere Waalkanter, d.d. 15-09-1994 (362.5) dagen over Maas en Waal 1939-1945; in: De * H [AS], I., Bond van Ouderen viert 40-jarig Waalkanter, d.d. 28-07-1994, afb. (355.48) bestaan; in: De Waalkanter, d.d. 22-09* OOGGETUIGENVERSLAG, Een - in de Gelderlander; in: Tweestromenland, nr. 81 1994; afb. (362.6) (1994/III), p. 28-29 (355.48) Winssen * K[OCK-WILLEMS], T. d [e], Bond van bevrijding Overasselt Ouderen Dreumel jubileert!; in: De WaalPETERS, C., Gelderland bevrijd; Hulst, 1994; 296 p., afbn., bijln., lit., reg. (355.48) kanter, d.d. 17-05-1994 (362.6) 40-jarig bestaan * POL, R. van de, en A. SENGERS, Donkere jaren over Maas en Waal 1939-1945; Bene- * BASISSCHOOL, - 't Schrijverke viert derde lustrum; in: De Waalkanter, d.d. 13-10den Leeuwen, 1994; 180 p., afbn., krtn., lit. (355.48) 1994 (373.2/3) Beuningen uitg. Korps Senatoren Beneden Leeuwen * ROOYAKKERS, G., en P. van BERNE- * KfOCK-WILLEMS], T. d [e], 'De Appelhof, een school die al tien jaar kleur BEEK, 'Er is geen soldaat in Nederland, Of bekent!; in: De Waalkanter, d.d. 06-10hij leest de Soldatenkrant!' De tijdgeest 1994, afb. (373.2/3) van de mobilisatie gereconstrueerd aan de openbare basisschool Druten-Zuid hand van de Soldatenkrant; in: Tweestromenland, nr. 81 (1994/III), p. 8-15, afbn. * KfOCK-WILLEMS], T. d [e], Kenmerkend voor team van twintigjarige Basisschool 't (355.48) * SMIJERS, A.G.W.T., e.a., In Sweere Noodt. Schrijverke: 'géén slaaf van tijd en rooster'; in: De Waalkanter, d.d. 16-06-1994, afb. I)e oorlog van 1940 tot 1945 in Mook, Middelaar en Molenhoek; z.pl., 1994; 304 p., (373.2/3) Druten afbn. (355.48) uitg. Stichting HeemkundekringDe Grenssteen * SINT, - Victorschool in Afferden bestaat * VERHOEFF, R., De geschiedenis van de 2e tien jaar; in: De Waalkanter, d.d. 20-101994 (373.2/3) compagnie Ille bataljon 29e R.I. in de meidagen van 1940. Het 29e Regiment Infan- * CARNAVALSVERENIGING, C.V. De Kikterie; in: Tweestromenland, nr. 81 vorsche viert 22-jarig jubileum; in: De (1994/III),p. 15-21, krtn. (355.48) Waalkanter, d.d. 15-12-1994, afb. (394.25) * VIJFTIGJARIGE, - vriendschap met WaAltforst mels pleeggezin!; in: De Waalkanter, d.d. * WELIE Gzn, J. van, Verleden/heden Oran28-04-1994, afbn. (355.48) je-gebeuren 'Ons Koninklijk Huis', in: De Waalkanter, d.d. 29-09-1994 (394.4) Amsterdamse bleekneusjes in Wamel 1944 * K[OCK-WILLEMS], T. d [e], Open dag Dreumel 'Het Nieuwe Huis' bij tienjarig bestaan; in:

30


Algemeen Postadres: HISTORISCHE VERENIGING TWEESTROMENLAND Postbus 343, 6600 AH WIJCHEN.

Het Streekhistorisch Museum Tweestromenland Pastoor Zijlmansstraat 3, 6658 EE BENEDENLEEUWEN, tel.: 0487-595002.

Speciale adressen en/of bezoekadressen: Het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland Uitsluitend bezoekadres: Kasteellaan 24 te Wijchen; tel.: 024-6413012.

Openingstijden: Elke zondag en elke woensdag van 14.00-17.00

uur. Rolstoeltoegankelijk. Groepen kunnen volgens afspraak terecht.

Openingstijden: elke woensdagmiddag van 14.00-1700 uur, vrijdagavond (voorafgaande aan de eerste zaterdag van de maand) van 18.3021.00 uur en elke eerste zaterdag van de maand van 9.30-12.30 uur (dan de zij-ingang van het gemeentekantoor). In de maanden juli en augustus gesloten.

Postadres van het museum: De Heuvel 107, 6651 DC Druten, tel. 0487-517282.

PUBLIKATIES uit de TWEESTROMENLANDREEKS ledenprijs dl 1 dl 2 dl 3 dl 4 dl 5 dl 6 dl 7 dl 8 dl 9 dl 10 dl 11 d!12 dl 13 dl 14

Maas en Waals woordenboek Aan het volk van Nederland Leeuwen en Elisabeth Boldershof Ewijks klooster Stoomtram deel l Schoolstrijd Appeltern Wee den vergetenen (watersnood 1926) Dorp Horssen Stoomtram deel II Kwartierstatenboek DorpAfferden Bibliografie Tweestromenland Van Vamele tot Wamel (Kosten porto ƒ 9,-) Kosten porto deel 1 t/m 12

uitverkocht ƒ 9,75 18,50 18,50 13,50 uitverkocht 9,75 uitverkocht uitverkocht 30,00 uitverkocht 35,00

niet-ledenprijs

9,75

25,00 25,00 15,00

9,75 35,00

45,00

35,00 (op korte termijn verkrijgbaar) 45,00

ƒ 6,00

/ 6,00

U kunt alle publikaties van de Tweestromenlandreeks bestellen door overschrijving op postgiro 26 22 012 t.n.v. Penningmeester Hist. Ver. Tweestromenland, Postbus 343, 6600 AH Wijchen. Boeken zijn aan te kopen in het Streekdocumentatiecentrum Tweestromenland te Wijchen en in het Streekhistorisch Museum Tweestromenland in Beneden Leeuwen tijdens de openingsuren.

31


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.