bevrijdings Krant Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
VOORWOORD Dit jaar staan we stil bij het feit dat het grondgebied van onze gemeente 75 jaar geleden werd bevrijd. Volgend jaar herdenken we dat ons land 75 jaar is bevrijd. Het thema van deze herdenkingsperiode in onze gemeente Alphen-Chaam is: “75 jaar herdenken en vieren”. Deze periode van herdenken en vieren is gestart met de 80e dodenherdenking in Alphen op vrijdag 17 mei 2019 en zal eindigen in juni 2020 met de herdenking van het verblijf van Koningin Wilhelmina op Landgoed Anneville.
draad door ons herdenkingsjaar. Mensen vertellen elkaar verhalen, maar foto’s en brieven vertellen ook een verhaal. Iedereen heeft zo zijn eigen verhaal en herinneringen aan deze donkere periode uit onze geschiedenis.
We staan in dit herdenkingsjaar stil bij de gebeurtenissen van toen en de slachtoffers die vielen door oorlogsgeweld en onderdrukking. Ook denken we in dankbaarheid terug aan de inzet van de geallieerde troepen, die ons onze vrijheid hebben teruggegeven. Daar zijn we hen tot op de dag van vandaag nog steeds intens dankbaar voor. We vieren de vrijheid en we realiseren ons daarbij ook dat die vrijheid niet vanzelfsprekend is.
Naast de activiteiten en evenementen is er deze speciale Bevrijdingskrant, met daarin ook weer een aantal verhalen. Elk huisadres in onze gemeente ontvangt deze krant. Misschien kunt u deze krant eens met uw (klein-)kinderen bekijken en komen zo ook weer verhalen los. Verhalen die we moeten blijven vertellen, vooral aan onze jongeren. Zij en hun ouders, hebben de oorlog immers niet meegemaakt.
Net als in heel Nederland zijn er in 2019 en 2020 in onze gemeente tal van herdenkingen en activiteiten. Ik ben erg blij dat de speciaal opgerichte werkgroep “75 jaar herdenken en vieren” zoveel inwoners heeft weten te enthousiasmeren om iets te organiseren, te bezoeken, mee te gaan of mee te doen. ‘Verhalen’ lopen als een rode
Of brengt u samen eens een bezoek aan de tastbare herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog die er in onze gemeente nog zijn. U vindt er een aantal in deze krant. Dit alles: “Opdat wij nooit vergeten..” mr. J.W.M.S. (Joerie) Minses Burgemeester van Alphen-Chaam
Verblijf Koningin Wilhelmina op landgoed Anneville 1945
Voor u ligt de ‘bevrijdingskrant’ samengesteld door de werkgroep ’75 jaar herdenken en vieren’. We deden een oproep aan u: heeft u nog foto ’s of verhalen van de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding, stuur ze ons toe. En dat deed u. We hebben het samengebracht in deze krant. De werkgroep bestaat uit een afvaardigingen van verschillende organisaties en verenigingen uit onze gemeente. Zij zullen tot en met 21 juni 2020 allerlei herdenkingen, activiteiten en evenementen organiseren en/of coördineren om stil te staan bij 75 jaar bevrijding. Brabant Remembers Brabant Remembers, de campagne van de provincie Brabant, vertelt persoonlijke, levensveranderende verhalen uit WOII. Zij deden de oproep aan gemeenten en partners om stil te staan bij de 75-jarige bevrijding van Brabant. Na een oproep door de gemeente Alphen-Chaam, tijdens een informatieavond, kreeg de werkgroep vorm. Brabant Remembers heeft een boek uitgegeven met 75 levensveranderende verhalen. Ook voor Alphen-Chaam was er een verhaal ingeleverd: één dag verlof’. Het vertelt het verhaal van Jan Segers uit de Oosterwijksestraat die in september 1939 een dag verlof
kreeg om bij zijn vrouw Jana en hun pas geboren dochter Jo te gaan kijken. U vindt het verhaal elders in deze krant. Herdenken Overal in Brabant (en in de rest van Nederland) herdenken we de bevrijding. Om stil te staan, maar ook om vooruit te kijken. Want er zijn steeds minder mensen die de oorlog en de bevrijding hebben meegemaakt. Hoe gaan we er voor zorgen dat onze kinderen en kleinkinderen ook nog blijven herdenken en stil blijven staan bij wat er toen gebeurd is? Maar vooral ook om de waarde van leven in een vrij land te blijven koesteren. Dat kunnen we alleen door het doorgeven van verhalen, herinneringen en beelden. Programma tot en met 21 juni 2020 Op de ‘flap’ die om deze krant zit vindt u de evenementenkalender met alle activiteiten die de werkgroep organiseert of coördineert. Op onze website www.alphen-chaam-
herdenktenviert.nl vindt u alle informatie over de verschillende evenementen. Na een evenement zullen we ook wat sfeerbeelden delen. Een paar grote evenementen worden in deze krant speciaal uitgelicht; de herdenking van de evacuatie van Alphen op 20 oktober, het bevrijdingsmuziekfeest in de RK kerk in Chaam op zaterdag 26 oktober, de fietstocht voor het hele gezin op 3 mei 2020 en het grandioze herdenkingsweekend van het verblijf van Koningin Wilhelmina op Anneville in Ulvenhout AC op vrijdag 19, zaterdag 20 en zondag 21 juni 2020 en haar afscheid. Scholen De werkgroep heeft de vier basisscholen in onze gemeente benaderd met de vraag of zij ook aandacht willen schenken aan de herdenking van de bevrijding. Zij gaan hier mee aan de slag, met als uitgangspunt het verhaal ‘één dag verlof’ van onze gemeente.
Op de omslag vindt u ‘voedselbonnen’ waarmee u deze producten tegen een korting kunt kopen. Tentoonstellingen In onze hele gemeente zijn bij de Heemkundekringen tentoonstellingen te zien die gaan over de Tweede Wereldoorlog. Thema’s en openingstijden vindt u op onze website www.alphen-chaamherdenktenviert.nl. Bedankje Wij bedanken iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van deze krant. De verhalen moeten verteld blijven worden en de herinneringen moeten levend blijven. De verhalen zijn persoonlijke herinneringen van mensen. Natuurlijk zijn er nog veel meer persoonlijke verhalen. Blijft u ze vertellen!
Aankomst HM Koningin Wilhelmina en prinses Juliana
Medio november 1944 nam Prins Bernhard zijn intrek op het landgoed Anneville, toen nog gemeente Nieuw Ginneken, nu gemeente Alphen-Chaam. Op 19 januari 1945 is er de tweede verjaardag van prinses Margriet gevierd. Op 13 april 1945 vertrok de Prins. Dhr. en mevrouw de Constant Rebecque woonden toen op het landgoed. In maart 1945 wilde Koningin Wilhelmina vanuit Londen een bezoek brengen aan het bevrijde Zuid-Nederland. Prins Bernhard nodigde haar uit om te logeren op Anneville. Zij verbleef op Anneville van 14 maart 1945 tot en met 19 maart 1945. Medio april kreeg zij toestemming van de Britse regering om definitief naar Nederland terug te keren. Op 2 mei was het zo ver. Wilhelmina werd vergezeld door de adjudanten Peter Tazelaar en Erik Hazelhoff Roelfzema.
Ze kwam op vliegveld Gilze-Rijen aan en ging per auto naar Anneville. Ze is daar gebleven tot en met 21 juni 1945. Ze heeft tijdens haar verblijf op Anneville vernomen dat de Duitsers capituleerden. Ze was vaak te zien rondom het landhuis als ze haar dagelijkse wandeling maakte. Ze maakte altijd een praatje met de medebewoners van Geersbroek; het buurtschap waar Anneville in ligt. Voor haar vertrek organiseerden de Geersbroekers een afscheidsfeest voor haar.
‘Voedselbonnen’ Een aantal ondernemers uit onze gemeente heeft speciaal voor de gelegenheid een ‘bevrijdingsproduct’ gemaakt. Dat gaat van bevrijdingskoek en - brood, bier en likeur tot bevrijdingsschijven. HM Koningin Wilhelmina
bevrijdings Krant alphen
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
De bevrijding van Boshoven Op 5 oktober 1944 begon de bevrijding van Alphen door de 1st Polish Armoured Division die bij Boshoven aankwam. Er zijn door de geallieerden aanvallen gedaan op de Duitsers, die zich schuil hielden in de bossen van Boshoven. Zij moesten er voor zorgen dat de spoorlijn heel bleef, zodat men materiaal en troepen via het Bels Lijntje aan kon voeren. De spoorlijn was de scheidslijn tussen de Polen en de Duitsers. De aanvallen op Boshoven werden gedaan met Thyphoons en Spitfires, uitgevoerd in groepen van zes of acht vliegtuigen. Twee Thyphoons kwamen boven de Dekt met elkaar in botsing en moesten hun bommen afgooien. Dit deden zij bij de spoorlijn. Ieder droeg twee bommen, maar deze zijn nooit ontploft. Na de oorlog zijn deze tijdens het uitdunnen van de bossen teruggevonden. Allen zijn ze ter plekke tot ontploffing gebracht. Beide Thyphoons stortten neer. Luitenant vlieger Barr stortte neer bij de Huisvennen en werd begraven in Bergen op Zoom. Luitenant vlieger Evans stortte neer in de buurt van Routehuisje 19 in Boshoven en ligt begraven in Baarle-Nassau. Er is nog veel te zien van de oorlog in Boshoven. Zo heeft de Duiker bij het Looneind tijdens
de bevrijding van de Venweg nog dienst gedaan als schuilkelder. De Polen hadden over de schuilkelder van familie Kools aan de Venweg gereden, waardoor die instortte. De families Kools en Steyaart konden maar net aan het gevaar ontsnappen en zijn toen naar de duiker onder de spoorlijn gevlucht tot de hevige gevechten ten einde waren. Ook hadden de Duitsers een uitkijkpost gemaakt in het bosje van Van Beek. Ze sloegen stalen spijkers in een boom en maakten bovenin een uitkijkpost. Men had een telefonische verbinding gemaakt tussen deze uitkijkpost en het kamp in de buurt van de grafheuvel, waar de Duitsers zich schuil hielden. Deze kabel was bovengronds. Eén van de Poolse verkenners struikelde over de kabel, waardoor de uitkijkpost al snel werd ontdekt. De verkenners wachtten tot een Duitse wachter naar de uitkijkpost kwam en in
de boom ging zitten. Toen de Polen tevoorschijn kwamen beveelden ze hem uit de boom te klimmen. De zestienjarige Duitse soldaat weigerde dit, waarop hij werd doodgeschoten. De Duitse soldaat heeft nog anderhalf jaar ter plaatse begraven gelegen. De boom die fungeerde als uitkijkpost en de duiker die diende als schuilkelder zijn beiden nog goed te zien in Boshoven. Ook zijn er nog sporen te zien van het Duitse kamp nabij de grafheuvel. De loopgraven tegen de rand van de akkers laten zien dat hier zich vermoedelijk het kamp bevond. Na de bevrijding van Alphen, kwam er op 9 januari 1945 een V1 neer op Boshoven. De klap was zó hard dat op Boshoven de dakpannen van de schuren verschoven. Bij Rommens was er een kelderraampje dat klemde en niet open kon. Na de klap kon het kelderraampje weer normaal open en dicht. De krater is na de oorlog in gebruik genomen als vuilstortplaats voor de buurt. Hij is vol gegooid met puin en huisafval. Vermoedelijk liggen er nog onderdelen van de V1 in.
Poolse militairen in en rond Alphen gesneuveld en op het ereveld begraven
†
Een deel uit het verhaal van Cor Heuvelmans-Segers van de Oosterwijksestraat. Het volledige verhaal in het Aphens dialect is te zien op onze website www.alphen-chaamherdenktenviert.nl
Verhaal van Cor Heuvelmans-Segers De uikêêkpost van de Deutsers was in de Alphense bergen. 17 september zên er veul parachutisten Engelse of Amerikanen geland, mar er zên erok veul gesneuveld, omdê ze in ut deutse gebied terecht zên gekomen. De Deutsers kwamen steeds dichterbij; er sliepen er ok bij ons in de schuur. Hêêl toevallig zaat er un soldaot 40 jaor in de schuur, schoenen te lappen. De soldaot had êêrder bij Fons Hoefmans in de schuur gezeten en daor werkte Cor Brock, un nicht van ons moeder ok ,zodoende kende de soldaot Cor Brock. Ons moeder kon er goed mee praoten, want in den orlog van 14-18 hadden die un deuts meisje op vacantie gehad. Cristientje hitte ze en daorom kon er ons moeder goed mee praoten. 5 october 1944: als wij in de richting van Boslust kêêken zagen we 7 heuzen in brand staon. Moeder was er zo bang van geworden; as dit bij ons ok zo gebeurde, was er niks meer over. Twee houten kisten, daor melkpoeder vur de kalveren in gezeten had, werden van ieder wat kleren in gedaon. In de kleerkast in de kaomer werd de vloer eutgebroken, un keul gemaokt, en de kiest wier in de grond gestopt. De andere wier bij ome Toon Aarts in de schuur in de grond onder ut strôôi verstopt. Die schuur had un pannen dak. Ok het houten Miele wasmachien dê in bakheus stond wier beuten gezet. as dê afbrande han we tenminste nog un wasmachien. Un paor daogen laoter lagen we allemaol in êên slaopkaomer mee de klêren aon op ut bed mar slaopen kon je niet. De grôôtste lagen in de kelder op ut strôôi; wij lagen dwars op ut bed. Hul de nacht heurde we ut geleud van ut schieten en ut was net of ut wirlichte. Tegen de mêrgen kwam er un vliegteug over en ut werd êên rôôie gloed. Toen dachte we on heus stôôi in brand. Toen
de rôôie mist opgetrokken was vonden we 3 busjes; ut waren fosforbommen. Deutse soldaoten sliepen in de schuur in ut hooi en de pannen waren al kapot dur de scherven. We hadden een bôôm mee goudreinetten en Bellefleurs ,die appels had pa afgeplukt, mar de ander dag was er niks mir te zien van ut bôômke. Un granaot viel bij de put en un scherf kwam dur de deur. Pa was net in de kelder, anders was hij geraok. ,Un kalf dê in de stal stond wier gedood. Pa en ik hebben saomen dê kalf geslacht, n in un keulse pot mee zout in de kelder gedaon, mar den andere dag han de Deutsers alles wir meegenomen. Ook de verkens die in de kooi stonden werden gedood en mee genomen. Pa had het pêêrd verstopt tussen de teun en de musterdschelft, mar nar un paor daogen hadden ze hem ok wir gevonden en meegenomen. De kelder van ons heus laag aon de kaant waor de granaoten vandaon kwamen en viel er al wir êên op de werft. Moeder was zô bang en Pa ging nar tante kee tegenover ons, of wij daor nie in de kelder mochten. Mee ieder wê kleren onder den erum en ut kousenbenneke trokken we toen ut rustig wier over de straot nar Aarts. Sjo, Driek, Toon, Kee, Miet, Dinnie Aarts en ons gezin: Pa, Moeder, Net, Ria, Cor, Annie, Jo, Will, en Wim. Mee 15 man waren we. Aan weerskante op ut strooi nog een paor pakken vur ut keldergat. Driek Aarts bakte brôôd in ut bakheus mee zuurdêêg Vanaf 5 October was het dorup Alphen geêvacueerd nar Tiele en Turnhout, mar daor wiessen wij niks van, want er was gin electrik en gin telefôôn.
Bevrijdingsoptocht 1945 Alphen
Toen we bevrijd waren was het nog gevaorlijk. Vaneut Deutsland kwamen er vliegende bommen V1 en V2. As ge de moter hoorde dan vloog hij nog, mar hield hij op,dat gebeurde unne keer,dan zochten wij dekking onder taofel of tegen un kast. En toen is hij op ut zand gevallen Ok ine op de pad nar ut klêên haaike. Wil Stuik liep vur ut heus om te kêêken en trapte op un mêên en was op slag dôôd. Graad Stuik trapte ok op un mêên en hêê un bêên verloren. Ome Jos en tante Anna van de Goeietijwaren mee hulie gezin op 5 October mee un kêêr naar Turnhout gereeên Toen we bevrijd waren hee onze Pa de fiets gepakt en is nar de Goedentijd gereeên. De pan spek stond nog op de kachel en verschillende koeien lagen dood in de stal. Pa heeft naoderhand aon Wim gevraogd wie dê die gevoeierd hai. Ee Engelse soldaoten han dê gedaon, allen mar hooi en waoter. Daor in de buurt waren wel 20 koeien dôôd. Jac Vloet werkte bij Jan Hendriks en hêê unne keul gegraoven om die 20 koeien in te doen. hHj wit ut plekske nog precies. We durfde al wat verder van heus te gaon en gingen nar de zandbult. Daor hadden de Deutsers lôôpgraoven gemaokt. Wij hadden nog un klêên schupke en un minutiekist gevonden. we han toch iets van de Deutsers die zuveul van ons weggepikt han, mar wij waren bevrijd en ut weruk moes wir hervat worden. Opgetekend dur Cor Heuvelmans Segers Diessen 19 October 2008
bevrijdings Krant alphen
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
Bevrijding van het dorp Alphen Na al weken geruchten over de aanstaande bevrijding en gerommel van geschut in de verte over de Belgische grens kwamen de Polen vanuit het zuiden opzetten. Eerst hadden zij Baarle-Nassau en -Hertog bevrijd en via de Oordeelsestraat ging het richting Alphen. Bij het begin van Terover splitste deze eenheid van de Eerste Poolse Pantserdivisie zich in twee delen. Een gedeelte ging over de Dekt richting Boshoven en vandaar richting het dorp. Het andere gedeelte ging over het Sas en het Hondseind richting de Boslust en kwam via die weg Alphen binnen. Bij beide uitvallen ontmoeten zij veel tegenstand van de Duitsers die zich daarna terug trokken op ’t Zand en aan de rand van de bossen bij de Oosterwijksestraat. De Alphense bevolking had zich in vele (schuil)- kelders in veiligheid gebracht in afwachting van de bevrijding. Meestal was een teken van die bevrijding dat er Poolse militairen bij de ingang van zo’n kelder verschenen of dat er na hevige gevechten plots een stilte viel waarna men het “waagde” even buiten te kijken wat er gaande was. Wat men aantrof waren vreemde militairen en vele voertuigen in de straten. Dat alles gebeurde op 5 oktober 1944. Op 8 oktober kregen de bewoners van het dorp van de Poolse militairen opdracht onmiddellijk het dorp te verlaten omdat het
dorp een wig vormde in de aanvalslinie en de Polen niet door mochten stoten omdat ze moesten wachten op het vrijmaken van de Westerschelde waarover de aanvoer van materiaal en voedsel nodig was voor de geallieerden. Kapelaan van Steen rende van huis naar huis om de bevolking te waarschuwen voor de evacuatie met de mededeling: “pak mee wat je mee kunt pakken en om vier uur moet iedereen op weg zijn naar Baarle.” Door sommigen werd dat bericht verder de straat in gebracht zoals door Gust Aerts die het laatste stuk van de Goedentijd voor zijn rekening heeft genomen om de boeren aan te zeggen dat ook zij moesten vertrekken. In Baarle heeft de bevolking overnacht na daar te voet, per fiets of met paard en een vol geladen kar uit de buurt aangekomen te zijn. De volgende, dag 9 oktober,is toen bijna iedereen doorgebracht naar de Markt in Turnhout met militaire voertuigen. Met name Jan van Tilborg en Piet de Vuijst hebben in Turnhout geprobeerd het een en ander te coördineren en zo ervoor te zorgen dat iedereen onderdak kreeg of te noteren waar iedereen onderdak gevonden had. 140 dorpsbewoners zijn doorgebracht naar Tielen. Intussen wist men in de Oosterwijksestraat helemaal niet dat het
dorp geëvacueerd was. Zij kwamen daar pas achter na hun bevrijding op 27 oktober toen het front verplaatst mocht worden en de Polen verder trokken richting Breda. In Turnhout, waar zo’n 200 bewoners onderdak hadden gevonden bij de zusters van het H. Graf en de overigen bij familie, vrienden, kennissen of zo maar bij bewoners van Turnhout die naar de Markt waren gekomen en Alphense gezinnen hadden opgenomen, is de bevolking van Alphen drie weken moeten verblijven. De jeugd moest in de keuken meehelpen de maaltijden te bereiden en zij moesten deze rondbrengen als ze al niet opgehaald werden bij het H. Graf. Af en toe gingen er wel iemand per fiets kijken hoe het in Alphen was en of het al veilig was, maar pas na 27 oktober begon de terugtocht. Vanaf die dag tot 1 en 2 november zijn de meesten teruggegaan, velen met de tram naar Poppel en te voet verder naar het dorp, anderen met ander vervoer zoals paard en kar of zelfs te voet. Aangekomen in Alphen troffen ze daar een enorme puinhoop aan, want in vele huizen waren spullen weg of waren de huizen beschadigd door inslaande granaten. Dit heeft de nodige weken geduurd voordat alles weer een beetje normaal kon functioneren en het dagelijkse leven weer opgepakt kon worden.
‘Een dag verlof’ In augustus 1939 was het de Nederlandse regering duidelijk: oorlog met Duitsland was een reëel gevaar. Op 28 augustus kondigde zij de Algemene Mobilisatie af: 280.000 dienstplichtige mannen werden opgeroepen voor het leger. Die mobilisatie duurde uiteindelijk negen maanden. Al die mannen waren vanaf die tijd van huis. Ze konden slechts sporadisch met verlof. Ook Jan Segers uit Alphen. Jan Segers en Jonneke van Gorp leren elkaar kennen, als ze in Alphen op dezelfde boerderij werken, als knecht en meid. Ze trouwen in september 1931 en kopen een boerderij in het buurtschap Alphen-Oosterwijk, tweeënhalve kilometer van het dorp. Het is aanvankelijk een kleine boerderij, met drie koeien. De drie kippenhokken zijn het domein van Jonneke. Ook Jan is een harde werker, en langzamerhand groeit de boerderij. Er komen kinderen: kort na elkaar worden er vijf geboren. Het zesde kindje overlijdt tijdens de bevalling. Ingekwartierd Eind augustus 1939 krijgt Jan Segers bericht. Omdat hij als jongeman in dienst is geweest, moet hij zich nu, bijna 35 jaar oud, melden voor de algemene mobilisatie. Zijn boerderij, vijf kinderen en zwangere vrouw moet hij achterlaten. Veel boeren in de omgeving hoeven zich niet te melden – vanwege defensiebezuinigingen zijn zij nooit getraind. Aanvankelijk zit Jan niet ver van huis: bij de grens van het Nederlandse gehucht Strijbeek. Hij kan op de fiets af en toe naar huis. Maar kort na de Duitse inval in Polen, op 1 september 1939, wordt Jan ingekwartierd in Veenendaal, vlakbij de Grebbeberg. Dan, in september 1939, staat Jonneke Segers op punt van bevallen. Haar broers hebben alles klaargezet en houden de vijf oudere kinderen in de gaten. Een vrouw uit het dorp helpt bij de bevalling. Alles gaat goed: dochter Joke komt gezond ter wereld. Jan Segers krijgt per telegram bericht van de komst van zijn nieuwe telg. Hij wil graag naar huis om zijn vrouw en kind te zien. Eén dag verlof krijg hij: 24 uur om de urenlange reis te maken, er te zijn voor zijn gezin en dan weer op tijd terug te zijn. Wat nu? Jan besluit naar huis te gaan en daar iets te ritselen.
Briefje Eenmaal thuis begroet hij zijn vrouw, aait zijn dochtertje over de bol, en stapt dan op de fiets naar Baarle-Nassau. Daar woont dokter Govaerts. Die is er bij de bevalling van Jonneke niet aan te pas gekomen, want alles is volgens het boekje verlopen. Maar de arts schrijft op verzoek van Jan tóch een briefje. Jan Segers heeft écht een dag extra verlof nodig, want: ‘de moeder is van de zenuwen bezweken.’ Heel ver bezijden de waarheid kan het niet zijn geweest natuurlijk, met vijf kleine kinderen en een zesde in de wieg. De volgende dag stapt Jan op de bus die hem naar Tilburg brengt, waar hij op de trein zal stappen
naar de verschrikkingen van de Grebbelinie. Zijn twee oudste dochters, Netje en Ria, lopen met hem mee en zwaaien hem uit. ‘Bid maar voor mij,’ zegt Jan. ‘Dat hebben wij al lang gedaan,’ antwoorden zij. Tijdens de strijd om de Grebbeberg, die duurde van 11 mei tot 13 mei 1940, vochten duizenden Nederlandse militairen, veelal onderbewapend, tegen een Duitse overmacht. Van de Nederlanders die daar vochten, sneuvelden er 424. Jan Segers keerde na de strijd levend terug naar zijn gezin in Alphen. Over wat hij in die dagen meemaakte, praatte hij nauwelijks.
Dit verhaal is opgenomen in het boek als een van de 75 levensveranderende verhalen, geselecteerd door Brabant Remembers. Op www.brabantremembers.com vindt u ze allemaal. Omroep Brabant heeft van alle verhalen een filmpje gemaakt. Deze vindt u ook via deze website.
Duitse bom in Alphen Karel Backx De oorlog was nog maar goed en wel aan de gang of het verhaal ging, dat er in Alphen een nog onontplofte bom was neergevallen. Nou dat was me wat! Niet iets voor mij en mijn broer Ad, beiden op oorlogsgebied twee “onnozele halzen” en belust op “oorlogsspul”. Daar moesten we naar toe om die bom daadwerkelijk te zien. We hadden al gehoord, dat die bom was gevallen in een weiland vlak bij de “Dove Smee”. Foto van Jan Horevoorts. Foto gemaakt in Baarle-Nassau tijdens de evacuatie van Alphense families in 1944. Het kleine manneke op de tank is Jan.
Ad en ik waren razend nieuwsgierig om te weten hoe zo’n bom er
nu in werkelijkheid uitzag, want bij een ontplofte bom zie je alleen maar een kuil en scherven. Wat een “onnozel” verhaal toch. We pakten meteen de fiets en niemand mocht weten waarheen onze reis naar toe ging. Richting “Dove Smee” is toch al gauw een half uur fietsen. Toen we ter plekke aankwamen zagen we in de verte de bom al liggen. Door de gemeente was er een hek van prikkeldraad omheen gezet met een aanplakbordje “Verboden terrein! Zeer gevaarlijk! Bom is nog niet ontploft!” “Flauwe kul”, zie mijn eigenwijze broer Ad. “Ik kruip tussen het prikkeldraad door om vlak bij de bom te ko-
men, want ik wil weten hoe zwaar zo’n bom weegt”. Ik zei nog: “Ben je stapelgek geworden, je blijft met je fikken van die bom af, want dat is levensgevaarlijk als je zo’n bom op gaat tillen”. Ad ging met beide benen over de bom staan en deed alsof hij die op wilde tillen. Het is aan mijn luid geschreeuw te danken, dat hij dit niet heeft gedaan. Hij kroop weer onder de gaasversperring door naar mij, die lijkbleek nog bij de fiets stond te kijken. “Nou, nu weten we het,”, zei Ad. “Maar één ding, vertel niet aan Moeder en niemand, dat we nu hier zijn geweest”. Dat beloofde ik.
bevrijdings Krant alphen
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
Verhalen van iemand die de Tweede Wereldoorlog persoonlijk heeft meegemaakt Jan Verhoeven, juli/augustus 2019 Dit zijn enkele verhalen van iemand die de Tweede Wereld oorlog nog persoonlijk heeft meegemaakt. Ik woonde destijds aan de Goedentijd in Alphen bij de kruising met de Oude Tilburgsebaan/ Schellestraat. Mijn vader was boer en ik was de jongste van drie kinderen. Ik was toen de oorlog begon nog maar 4 jaar oud; ik ben van april 1936. Toch weet ik nog dat het Duitse leger bij ons over de weg richting BaarleNassau trok. Het is natuurlijk de sensatie die mijn aandacht trok, niet het woord ‘oorlog’. Wel de grote aantallen paarden met karrenen marcherende soldaten. Mijn vader was voor de oorlog bij de Luchtwacht. Er is eigenlijk bijna nooit over gesproken, maar er waren er meerdere in Alphen die daarbij waren, misschien wel om wat bij te verdienen. Ze deden ’s nachts dienst bij J. Vaarten op de looierij om te zien of er eventueel vijandelijke vliegtuigen naderden, om dit door te geven aan een zekere Peijnenburg. Volgens vader is dit nooit het geval geweest. Onze pa Toen de Duitsers Nederland waren binnengetrokken, moest mijn vader zich melden in Breda bij een bepaalde commandant. In Breda aangekomen met de fiets, waren er natuurlijk meerdere, was er niet een commandant die wist wat ze moesten doen. Mijn vader heeft daar gezegd dat hij naar huis zou rijden om de koeien te melken, hij was namelijk boer. Er werd gezegd dat dit niet kon (deserteur) maar hij is daar toch vertrokken naar Alphen. In Alphen aangekomen na een tocht van meer dan een uur door de bossen van Ulvenhout en Chaam, was het inmiddels donker geworden. Via de Maastrichtsebaan en een zandpad van de Zandstraat naar de Goedentijd, reed vader huiswaarts. Op de Goedentijd stonden bij een huis militairen tegen de gevel. Mijn vader wist niet wat hij daar mee moest; het konden Hollandse maar ook Duitse soldaten zijn. Hij zei niks en die militairen ook niet. Vader is gewoon naar huis gereden. Zijn soldatenkleding heeft hij verstopt en wij, de kinderen, hebben het nooit meer gezien. Niet veel gemerkt De eerste jaren van de oorlog hebben wij als kinderen daar bijna niks van gemerkt. Alleen was er af en toe wat troepenverplaatsing. In de jaren 1943-1944-1945 hebben we honderden bommenwerpers zien overvliegen van Engeland naar Duitsland om bijvoorbeeld het Ruhrgebied te bombarderen. Dit was voor ons leuk om te zien en we wisten gewoonlijk wanneer ze kwamen, want als er geronk kwam uit het westen van naderende vliegtuigen en het luchtalarm ging loeien op vliegveld Gilze-Rijen, dan duurde het niet lang meer. Regelmatig werden er ook zilverpapiertjes uit de vliegtuigen gegooid. Dit waren snippertjes zilverpapier van ongeveer 20 cm lang en 1 cm breed. Het waren er velen honderden. Er werd gezegd dat dit was om de Duitse radars te verstoren. Dit was voornamelijk als het helder weer was. Soms werd het leuk voor ons als er Duitse jachtvliegtuigen de lucht in kwamen om de bommenwerpers te beschieten. Dit lukte meestal niet zo goed, omdat de begeleidende jagers van de Engelsen zeker zo snel waren en de Duitse verjaagden. Ik heb
maar één keer gezien dat er een Duitse jager neergehaald werd. Werken op vliegveld Gilze-Rijen Het was wel zo dat boeren uit Gilze en omliggende dorpen met paard en kar zich moesten melden om de beschadigde startbanen van vliegveld Gilze-Rijen te repareren. De beschadigingen waren uiteraard ontstaan door de Engelse bommen, die daar gegooid werden. Mijn vader en meerdere boeren uit Alphen moesten daar een paar dagen gaan werken om de kraters te dichten. Soms hadden de bommenwerpers niet de juiste plaats waar ze de bommen lieten vallen. Zo kwamen ze een keer in Riel terecht in het gehucht Brakel, waar ook een paar dodelijke slachtoffers zijn gevallen.
Juni/juli 1944 Het zal zo juni/juli 1944 geweest zijn dat de Duitse soldaten zich terugtrokken en bij de boerderij van onze buren kwamen met een groot kanon, dat in stelling werd gebracht. Het werd getrokken door 4 paarden. Ze bleven op de harde weg, want anders zouden ze vastgereden zijn. De Oude Tilburgsebaan en de Schellestraat waren toen nog niet verhard. De soldaten verbleven in de schuur maar hadden wel contact met anderen. Ze hadden namelijk een antenne door het strooien dak gestoken voor de verbinding. Een paar dagen later zijn ze weer vertrokken zonder een schot gelost te hebben, richting Tilburg of Gilze. Weer een paar dagen later zetten de Duitsers bij ons een keukenwagen op het erf. De paarden die de zware wagen getrokken hadden, werden bij ons in de schuur gezet. De verzorging van de paarden moest een Fransman doen die ze als gevangene bij zich hadden. Wij konden deze man niet verstaan, maar hij zei altijd ‘Triest’ en wees dan op een foto van zijn gezin dat hij bij zich droeg. Ook droeg hij een kruisbeeldje onder zijn broeksriem. Eten kreeg hij alleen maar als er wat over was van de keukenwagen, maar dit ging meestal op door de Duitse
infanterie die over de weg richting Gilze of Tilburg trokken. Deze soldaten hadden bijna geen fatsoenlijke uniformen meer aan, waren niet geschoren of gewassen. Enkelen hadden een geweer of mitrailleur bij zich; anderen droegen wat munitie. Ze kwamen zo te zien rechtstreeks ergens van het front in België en gingen richting het noorden. Ook de keukenwagen is die richting in gegaan. Mijn moeder heeft die Fransman nog wat eten meegegeven. Ze wilde, zo vertelde ze later, die man hier houden (onderduiken), maar dit hebben mijn ouders toch maar niet gedaan vanwege de eventuele gevolgen voor zowel de Fransman als voor ons. September 1944 Het zal zowat half september zijn geweest in het jaar 1944, ik was toen inmiddels 8 jaar, dat er heel veel vliegtuigen in de lucht waren. Vanuit vliegveld Gilze-Rijen werd er nauwelijks meer gereageerd. Het geronk in de lucht was enorm. De vliegtuigen vlogen zowel in oostelijke als in westelijke richting. We wisten niet wat er allemaal gaande was. Later zijn we pas te weten gekomen dat dit de bekende operatie Market Garden moet zijn geweest, d.w.z. toch zeker een gedeelte ervan. Het
zal zo ongeveer de laatste week van september zijn geweest, dat wij vanuit zuidelijke richting wat gerommel hoorden. Het leek op onweer, maar het zijn natuurlijk kanonnen geweest die daar aan het front stonden. Na een paar dagen kwam dat geluid dichterbij en stonden mijn broer en ik te kijken of we de granaten die toen van zuid naar noord overvlogen konden zien. Aan het gevaar hadden we niet gedacht; er werd ook niet altijd geschoten. Een van de volgende dagen, begin oktober, werd er veel geschoten, zowel van noordelijke als van zuidelijke richting; de Duitsers tegen de Geallieerden. Het was in de namiddag dat wij in onze eigenlijk te kleine schuilkelder zijn gegaan. Mijn vader had voor het huis een kuil gegraven van ongeveer een meter breed, drie meter lang en anderhalve meter diep. Daar een schuurdeur op gelegd en daar weer de grond op gedaan die uit dat gat was gekomen, zodoende zaten we toch een beetje beschermd. ’s Avonds toen het schieten wat minder was, zijn we weer in huis gegaan en wij als kinderen hebben daar nog wat geslapen. De dag erop werd er weer door kanonnen geschoten. Wij zaten in de keuken en opeens viel er een granaat boven de kamer. Dit gaf een harde knal met als gevolg veel stof, kruitdamp en scherven door de zolder, door de tafel en de kasten. Op dat moment zijn wij naar onze schuilkelder voor ons huis gevlucht. Toen wij daar heen liepen, viel er ook nog een granaat tegen de houthoop die ongeveer 20 meter van ons vandaan gelegen was. Het was gelukkig aan de noordzijde dat deze granaat uit elkaar spatte; aan de ander kant dan wij liepen. Dat betekende dat deze granaten door de Duitsers waren afgevuurd uit de richting van de Oosterwijksestraat. Dat wij naar de schuilkelder liepen was zo half namiddag. Toen we daar zaten werd er regelmatig geschoten, vooral in het zuiden; Baarle-Nassau, Terover – Hondseind. Rond 5-6 uur zijn we uit de schuilkelder gegaan, onze ouders zijn het vee wat gaan verzorgen. We keken richting Boslust en zagen daar verschillende boerderijen in brand staan en hoorden kanonnen en mitrailleurs aan de lopende band schieten. Ook liepen er tientallen, misschien wel honderd Duitsers over de akker richting Goedentijd en de bossen van Het Zand. ’s Avonds rond 7-8 uur werd er niet veel meer geschoten, alleen hoorden we af en toe wat geweerschoten. Op een gegeven moment, het was inmiddels donker, ging de voordeur open en kwamen er militairen binnen met het geweer of pistool in de aanslag. Wij zagen aan hun kleding en vooral de helmen dat het geen Duitsers waren. Er bleek er eentje bij te zijn die wat Nederlands sprak, want die vroeg aan vader of er Duitsers binnen waren. Hij antwoorde van niet, maar wist er eigenlijk niks van. Toen ze in de stal, schuur, schop en kippenhok gekeken hadden, kwamen ze terug binnen en gingen even op een stoel zitten. Ze waren doodmoe. Toen zagen wij een insigne op de mouw met Poland erop. Dit wilde nog niet direct zeggen dat wij bevrijd waren, want er zijn die avond en nacht verschil-
lende Duitsers krijgsgevangen gemaakt. Er kwam die nacht een vrachtwagentje van de Duitsers over de Schellestraat gereden richting het dorp. De Polen beschoten de vrachtwagen, waarbij de musterdschelft van de buren in brand vloog. Wij konden dat horen, want wij zaten gewoon in de keuken. Later hebben we nog in de kelder van ons huis gezeten. Die kelder stelde niet veel voor; was ondiep en niet stevig. Het huis was al oud. De volgende dag zagen we veel kapotte Duitse geweren op het erf liggen. De kolf was er helemaal af geslagen door de Polen. Er werd die dag weinig geschoten. De Polen trokken ook niet verder, maar hielden wel de bosrand in de gaten. Omdat ik nogal nieuwsgierig was, ging ik wel eens buiten kijken, maar de Polen stuurden mij terug. Zij zaten veilig in de sloot en ik stond gewoon op straat. Op een gegeven moment legden ze een felgele doek van 2 bij 2 meter bij ons op het erf. Niet veel later kwam er een verkenningsvliegtuigje van de geallieerden overvliegen. Die gele doek moest vermoedelijk aangeven hoe ver het front was. Diezelfde dag is er nog wel wat geschoten uit zuidelijke richting. Wij hoorden wel dat er verschillende granaten in de buurt vielen. Zo kwam op een gegeven moment onze overbuurvrouw binnen met de mededeling dat haar man omgekomen was door een granaatscherf in zijn rug. Het was nog een jong gezin en hadden een kind van een maand of 3-4. Die man was een flesje melk aan het warm maken op de kachel, toen er een granaat achter hem door het raam viel, met alle gevolgen van dien. Moeder en kind waren op dat moment in de kelder en mankeerden niets. Mijn vader en nog een paar mannen uit de buurt hebben de man zolang in de tuin begraven; naar het kerkhof ging natuurlijk niet. We hadden weer een nacht in onze kelder doorgebracht en ’s morgens was het eigenlijk angstig stil. Er werd nauwelijks geschoten en die paar tanks die bij ons onder de bomen hadden gestaan, waren weg. Ook geen infanterie was er te zien, ze waren niet verder getrokken, maar eerder terug richting het dorp. Het was inmiddels een beetje in de middag toen een man uit het dorp kwam zeggen dat we naar het dorp moesten komen, en dat we alleen noodzakelijke spullen konden meenemen, gewoon alleen handbagage. Ik weet nog dat mijn vader een fiets in de kamer zette, die hij van de Polen had gekregen. Wij kenden die fiets nog van een Duitse officier die we daags van tevoren regelmatig over de weg hadden zien rijden om zijn troepen te begeleiden. Vermoedelijk is hij gevangengenomen. Evacuatie De evacuatie kwam op gang, van achter op de Goedentijd richting het dorp. Onze buurvrouw was hoogzwanger en daarom wilde de buurt haar met paard en wagen en enkele dekens gaan vervoeren. Het paard werd ingespannen, maar toen onze zwangere buurvrouw op de wagen klom, bleek de wagen niet goed vast te zitten. De wagen kiepte en onze buurvrouw stond weer op straat.
bevrijdings Krant alphen
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
Verhalen van iemand die de Tweede Wereldoorlog persoonlijk heeft meegemaakt We liepen zoals gezegd allemaal achter elkaar midden over de weg. Er werd op dat moment helemaal niet geschoten, zowel uit noordelijke als uit zuidelijke richting niet. Wel hoorden we in de verte wat kanonnen. In het dorp aangekomen, werden de gezinnen, jong en oud, groot en klein, in een vrachtwagen van de Polen geladen en naar Baarle-Nassau gebracht, naar het klooster van de paters, nu het S.O.B.-gebouw. We hebben daar overnacht, we lagen op wat stro. Ik denk dat onze ouders weinig of niks geslapen hebben. Er werd die nacht nogal geschoten vanuit de richting van Ulicoten en Castelré. De dag erop zijn we weer met vrachtwagens van het leger naar Turnhout gebracht, naar het plein bij de kerk, naar de Markt. Daar ontmoeten wij een oom, ook uit Alphen, die daar al een dag langer was en zei dat hij nog een plaats wist waar wij konden verblijven. Het was bij Louis van Kauteren, ongeveer 5 minuten lopen van de Markt. Wij kenden die man niet, maar hij had een groothandel in suikerwaren en in zijn magazijn mochten wij verblijven. Hoelang dit zou duren, wisten we niet. Verblijf in Turnhout Onze buurtgenoten die tot Turnhout ook bij elkaar waren, hebben wij niet meer gezien; die waren doorgebracht naar Tielen, een dorp ten Zuiden van Turnhout. Onze ouders konden iedere dag wat eten halen in een klooster in Turnhout, genaamd het Heilig Graf. Het was meestal wat soep en/of stamp. Mijn broer en ik hebben veel door de stad gelopen. Wij vonden als kinderen dat best gezellig; wij keken vaak bij gebouwen die militairen als garage gebruikten. Wij kregen dan dikwijls biscuit met boter daarop en suiker en ook soms chocola. Dit was voor ons een echte lekkernij, we hadden dat in jaren niet meer meegemaakt. Ook kregen we regelmatig van die militairen cornedbeef, voor ons een feestmaal. Soms kwamen we ook wel langs groenteen fruitwinkels. Het was oktober, dus stonden er wel eens kisten met appels buiten en werd er wel eens eentje ontvreemd. Ook kwamen we wel eens bij de Vaart, de echte naam was Albert Kanaal. Er waren toen militairen aan het vissen op een wel heel aparte manier. Ze gooiden een handgranaat midden in het kanaal en als deze ontplofte, kwamen er wat dode vissen boven drijven, die ze dan met een botje en een schepnet ophaalden. Weer naar huis Na een week of drie hebben we bericht gekregen dat we naar huis konden. Mijn vader is als eerste van het gezin gaan kijken hoe het er in Alphen bij lag of stond. Hoe hij daar gekomen is, weet ik niet meer, maar ik denk met een geleende fiets. Vader is daar 1 of 2 dagen gebleven; hij zei dat het een grote puinhoop was. In de bijkeuken, keuken en kamer overal een laag van stof, hout- en glassplinters, in de stal lagen een paar dode koeien. De rest van de koeien was weg, vermoedelijk losgelaten door de Polen. Wat goed was van die Polen, want de dieren hadden in de stal niets te eten. De schuur lag voor minstens 2/3 in elkaar, getroffen
we een bijpassende kogel zien te vinden en dat was gelukt. We hebben het geweer aan een weipaal gebonden, een touw aan de trekker zodat we zelf een beetje veilig konden gaan staan achter een houthoop, een ruk aan het touw en jawel, de kogel vloog naar de bossen van ’t Zand. Daar woonde toen nog niemand. Ook hebben we een keer een Duitse handgranaat afgegooid. Dit waren wel jongens uit de buurt die al iets ouder waren dan wij. Er stond een graanschelft op een akker en daar zou de handgranaat overheen gegooid worden. Wij stonden op voldoende afstand te kijken of alles goed ging; het lukte, hij spatte uit elkaar.
Verwoesting pand Molenstraat 8 1944 Alphen door minimaal 2 granaten. Het schop was een oud geval, alleen wat planken en stro. Dat was de schuur overigens ook, alleen nog met een lemen vloer. Het kippenhok van ongeveer 4 bij 6 meter stond er nog wel, maar niet één kip was er nog. Het houten hok was doorzeefd met granaatscherven. Vader heeft de keuken en woonkamer wat opgeruimd. Er stond geen ruit meer in en stroom was er ook niet. Veel beschadigd Wij zijn toen met de fiets van Turnhout naar Alphen gereden. Waar die fietsen vandaan kwamen weet ik niet. Ik zat bij moeder achter op het stoeltje. Onderweg zijn we nog jongens uit onze buurt voorbijgereden, die lopend van Turnhout naar huis gingen. Toen we in Alphen aankwamen, zagen we dat er veel beschadigd was door de granaten. Alle huizen waren wel min of meer geraakt of afgebrand. De spits van de kerktoren was er helemaal af. Volgens wat wij hoorden zeggen, werd de toren gebruikt als uitkijkpost; vandaar die beschietingen, vooral door de Duitsers. De twee lagere scholen waren ook zwaar beschadigd, dus we konden niet naar school. Ook het elektriciteitsnet was helemaal ontregeld. Bijna alles was toen nog bovengronds en de palen en draden waren veel beschadigd. Wij hadden thuis een klein petroleumlampje. Het slapen en eten moest allemaal een beetje aangepast worden, maar we zaten toch binnen. Dat we altijd droog zaten was niet het geval, want het dak was nog niet hersteld van de granaten die op ons huis gevallen waren. Ik wil ook nog even laten weten dat die fiets die vader van de Polen had gekregen en in de woonkamer had gezet, er niet meer was. De deuren van huis en stal stonden bij thuiskomst allemaal open. Buiten lag her en der wat dood vee. Er liep ook nog levend vee rond, maar niemand wist eigenlijk van wie ze waren. Polen hebben wij niet meer gezien, maar we zagen iedere dag militairen op straat. Dat waren Engelsen, Ame-
rikanen, Canadezen, Schotten, enz.; allemaal met jeeps, vrachtwagens en soms ook tanks. Ook hoorde we in de verte wat gerommel van kanonnen. Dit kwam uit de richting van Breda en Moerdijk. Spelende kinderen Voor ons als kinderen was er van alles te beleven; er lag veel rommel van de oorlog en andere spullen waar wij mee konden spelen. Hulzen van kanonnen, van geweren en van mitrailleurs; die zaten met band aan elkaar. Soms speelden we met kleine haspels waar draad op had gezeten voor de verbinding. Een keer hadden we een geweer gevonden. Wel was de kolf afgebroken, maar het mechanisme bij de grendel en de trekker werkte nog. Dus moesten
Kapotte tank Op de Oude Tilburgsebaan, ongeveer 400 meter van ons vandaan, stonden 3 kapotte tanks van de Polen. Die waren op een mijn gereden. Daardoor hadden ze een kapotte rupsband en konden ze niet meer verder. Als ze stilstonden, werden ze door de Duitsers beschoten. Eén tank was zo geraakt dat de koepel van ongeveer 3 ton er wel 5 meter vandaan lag. Wij vertoefden daar graag en als het kon, namen we wat mee naar huis. Maar dat viel niet mee, want we hadden geen sleutels of ander gereedschap. Een keer hebben we een verrekijker mee kunnen nemen. Behalve tankmijnen lagen er ook voetmijnen in dit gebied. Het was afgezet met wit lint om de mensen te waarschuwen. Dit was best een groot gebied van de bossen van ’t Zand via Goedentijd, Oude Tilburgsebaan, Schellestraat richting Boslust. Ook hadden de Duitsers op de Goedentijd nog een stuk van de verharde weg laten exploderen om de doorgang van de geallieerden te bemoeilijken. Wij hadden een akker in dat mijnenveld, waar o.a. rode en witte kool stond en ook wortelen; we moesten ook wat eten. Dus als
vader daar wat groenten ging halen, nam hij een riek mee om daarmee in de grond te prikken en te kijken of er geen voetmijnen lagen. Tankmijnen kwamen niet tot ontploffing door het gewicht van een persoon, voetmijnen wel. Ze waren ongeveer zo groot als een koffiemok met bovenop een ontstekingsmechanisme. Ze waren zo gelegd dat ze juist onder de grond lagen. Er zijn in Alphen ook enkele ongelukken mee gebeurd. Ik heb maar een keer gezien dat Engelse militairen met een detector mijnen aan het zoeken waren op die akkers. Wel dat er ’s morgens een paar vrachtwagens met NSB’ers of mensen die met de Duitsers hadden samengewerkt, op de Goedentijd aankwamen. Zij kregen een metalen priem en moesten de akkers afzoeken naar mijnen. Als ze er ’s avonds genoeg bij elkaar hadden, werden ze in een kuil tot ontploffing gebracht. Om de NSB’ers en ander tuig wat te kleineren, lieten ze die een keer op en neer door het dorp marcheren. Toen de akkers vrij waren van mijnen, zijn de tanks opgeruimd door ijzerhandel Van Raak uit Tilburg. De tanks waren niet meer te herstellen. Ook hadden wij als kinderen het geluk dat er op een akker aan de Goedentijd een stuk verhard werd door Engelse soldaten van de RAF-luchtmacht. Ze plaatsten o.a. een Ronny hut. Deze was vermoedelijk voor de verbinding, want er stond een grote antenne bij. Wij vertoefden daar graag. Als een van de militairen een boodschap moest doen in Baarle, mochten wij wel eens meerijden. Dat was voor ons geweldig, ook kregen we dikwijls nog een stuk chocolade. Weer naar school Ondertussen was het zover dat we af en toe naar school moesten. Dat was dan bij Fa. De Jong graanhandel in de loods of bij J. Vaarten in de looierij. Daar was wat plaats
gemaakt om les te geven. De tijden dat we naar school gingen waren verschillend: dan een keer voor de middag, de dag erop na de middag en dan weer een dag niet naar school. Het moest met verschillende klassen gedeeld worden, vandaar. Op een bepaald ogenblik, ik weet de datum helemaal niet, kwamen er knetterende raketten over gevlogen. Dit waren onbemande vliegende bommen die op Antwerpen gericht waren om daar de haven te beschadigen en zo de aanvoer van de geallieerden te bemoeilijken. Deze vliegende bommen vlogen ten alle tijden; soms ’s nachts, soms ook overdag en vooral bij mistig weer. Bij helder weer kon je ze goed zien en horen, ze maakten veel lawaai en vlogen niet erg hoog. De Engelsen hadden bij Merksplas luchtdoelgeschut staan om ze uit de lucht te schieten. Dat gebeurde ook regelmatig, maar dan moesten ze ook nog ergens vallen. Zover ik weet zijn er in Alphen ook 3 gevallen, onder andere eentje op het oude R.K.-kerkhof midden in het dorp. Er waren toen veel ruiten gesneuveld en de pannen van het dak door de luchtdruk van die ontploffing. Er waren ook enkele mensen licht gewond. Terug naar Turnhout De datum weet ik niet, maar in 1946 zijn we nog een keer met de trein naar Turnhout geweest naar die mensen die ons onderdak hadden gegeven met de evacuatie. Ze zijn door onze ouders daarvoor natuurlijk hartelijk bedankt. Dit waren enkele dingen die wij beleefden in september, oktober, november 1944. Van de Jodenvervolging en concentratiekampen hebben wij toen die tijd als kind niks van gehoord. Dat was pas na de algehele bevrijding in 1945.
17 mei 2019: 80e Dodenherdenking Alphen Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Alphen binnen. Na de capitulatie organiseerde de toenmalige pastoor W. Binck, al in 1940 dus, een herdenkingsdienst voor de vijf als gevolg van de inval van de Duitsers gesneuvelde Alphense militairen. Dit waren: • Johannes Vermetten gesneuveld op 11 mei, • Arnoldus Aarts gesneuveld op 12 mei, • Rudolf van den Broek gesneuveld op 12 mei, • Augustus Pijnenburg gesneuveld op 29 mei • Johannes Hendrickx gesneuveld op 18 juli. Met ingang van 1945 wordt ook het op 6 oktober 1944 gefusilleerde lid van de ondergrondse Adrianus Anthonius Oomen herdacht. Ook zijn lichaam is op de begraafplaats bijgezet. Pas in 2014 worden ook de twee andere gefusilleerde mensen herdacht, te weten Willy van den Corput en Felix Roelen. De laatste wist, zwaar gewond, onder
de grond vandaan te kruipen en overleefde de executie op wonderbaarlijke wijze. Hij overleed in 1984 in Alphen. Tijdens de bevrijding van Alphen door de 1e Poolse Pantserdivisie zijn in en rond het dorp meerdere Poolse militairen gesneuveld, waarvan er 18 zijn begraven op de RK begraafplaats in Alphen. Ook zij worden elk jaar herdacht.
Graven Poolse gesneuvelden 1944 Alphen
Dodenherdenking 1966 Alphen
Dodenherdenking Poolse militairen
bevrijdings Krant De verwoestingen van de oorlog
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
Verwoesting pand Molenstraat 8 1944 Alphen
Verwoeste woning Raadhuisstraat 1944 Alphen
Verwoeste Pastoriehoef Boslust 1944 Alphen
Verwoeste stal familie Kools Terover 1946 Alphen
bevrijdings Krant alphen
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
Wat er bij Alphen gebeurde Stanislaus Ostroga (cadet)
steeds meer naar achter, schieten is nu nodeloos.
Alphen genomen. ’t is reeds donker en wij hebben trek in wat warme thee en ….. rust.
De jammerkreten blijven wij steeds horen en wij keren samen terug en niemand zegt een woord. ’t Is mislukt. Wij komen bij de reserve. De commandant van de compagnie is daar aanwezig. “Zo, is ’t mislukt’? Meer zegt hij niet.
Mijn God! Wat een genot zich in ’t geurige hooi te stoppen, wat te soezen en dan te dromen dat je thuis bent, dat je eerst in de ochtend hoeft op te staan en niemand je bij de neus zal trekken. De commandant van de compagnie brengt de pelotons onder en mogelijk gebeurt het waaraan ik liep te denken. Maar ’t was slechts schijn.
Hij laat de krijgsgevangenen bij zich komen en praat wat met ze. Ik kan het niet horen. Wat later moet ik bij de commandant komen. “Jammer dat het niet gelukt is”, hoor ik hem zeggen. Iemand fluistert in mijn oor: “Nou zeg, jij hebt het bedorven, zegt onze ouwe”. Ik zeg alleen maar: “Zo is ‘t”. Ik keer terug naar mijn groep en wijs de nachtwacht aan, waarna ik mijn jas op de grond leg en er op ga liggen.
In de achterhoede van de compagnie begint er leven te komen. Zij hebben twee krijgsgevangenen gemaakt die Pools spreken. Zij behoorden tot de artillerie, zich naar hun stukken begevende liepen ze in de handen van onze compagnie; zij wisten nog niet dat Alphen reeds genomen was. De commandant, afgaande op hetgeen de beide krijgsgevangen zeiden, commandeert een aanval.
’t Is stil geworden, alleen van de plaats waar wij vandaan kwamen horen wij in de verte nog jammerkreten van de gewonden. Niemand trekt zich daar iets van aan. Ook ik denk er niet meer aan. De sterren schitteren aan de hemel, het is heerlijk stil en mijn gedachten gaan naar huis, naar Polen, naar de wouden van Tuchol en ik slaap in.
Pools geschut bij Alphen Wij moesten 4 stukken geschut gaan nemen van 155mm. De bijzonderheden: de weg zullen de krijgsgevangen wijzen, die met ons meegaan, te samen met korporaal Ostroga. Daar achter komt de 3e groep met de plaatsvervanger van de commandant, luitenant Chartgnoga daar achter de rest van het 1e peloton en het 2e peloton. Het 3e peloton bleefi n reserve. Het wachtwoord van de Duitsers kennen wij. Om 22 uur afmars. Stilzwijgend gaan we het 3e peloton voorbij, die het verst vooruit geschoven lag, maar nu in reserve bleef. Wij gaan over een wei, ’t minste geluid wordt niet gehoord. Dan het bos door. Wij krijgen voort als schaduwen. De dennennaalden onder onze voeten dempen elke geluid; alleen
horen wij het fluisteren van het bos boven onze hoofden. ’t Is als het gesuis van een waterval in de verte. Ik heb een gevoel of ik een wandeling maak door de wouden van Tuchol. Polen komt in mijn gedachten. Dan opeens stoort iets de rust. Ik hoor een geruis, maar iets anders wat niet harmonieert met de geluiden van het bos. ’t Is iets dreigender. Aha! Ik weet het al. Onze tanks beginnen aan hun nachtelijke tocht. En opeens gaan mijn gedachten terug naar de werkelijkheid. De krijgsgevangenen gaan vlak voor mij. Ik tracht hun gedachten te raden. Eén komt uit Silezi, de ander uit de streek van Posen. Ik heb niet veel vertrouwen in hun, vooral niet in die laatste. Hij ver-
minkt zo z’n Pools. Nu gaan we een hoogte op. Ik geef een teken aan de soldaat Eerste klasse Infanterie Czeth, die op een paar meter van me af loopt, zodat hij me kan zien. Ik zeg hen dat hij op de gevangene die aan de rechterkant loopt moet letten als wat gebeurt. Emiel fluistert zachtjes “OK” en keert op zijn plaats terug. Wij zijn nog 400 meter van de artilleriestukken. Dan zie ik op de weg plots enkele schimmen van mensen. Ik ben er maar zo’n 20 meter vanaf. Ze staan in een groepje en ze hebben ons opgemerkt. Een Duitser schreeuwt: “Wachtwoord”. De linkse van de twee krijgsgevangenen antwoordt en wij naderen tot 10 meter, tot 6 meter
en ik schreeuw in ’t Duits: “Hande hoch”. Slechts twee paar handen gaan in de hoogte en de Duitser die het dichtst bij staat, grijpt vlug naar zijn geweer, wat hij om zijn schouder heeft hangen.
meters terug en komt bij luitenant Chatignoza met zijn groep. De Duitsers schieten steeds heviger. De krijgsgevangenen zijn nog steeds bij ons en zijn samen met ons terug getrokken. Wij gaan
De volgende dag luidt het bericht: - De zenuwen speelden ons parten, waardoor wij ze niet zonder herrie gevangen konden nemen -. Ja, denk ik dan, ik had ze zonder herrie gevangen moeten nemen.
Er viel niet te treuzelen, als een bliksem schiet he door mij heen “wie ’t eerst?” Ik heb de stengun onder mijn arm, klaar voor het gebruik en voor ik het weet gaat hij. Een lang en ononderbroken serie knettert, ik hoor niets, enkel schieten. Stop! De patronen zijn op en snel een nieuw magazijn geplaatst! Dan eerst hoor ik een geschreeuw, neen dit is geen menselijk schreeuwen, dat is gebrul. Ik ril er van... dan een schot naar mij. Ik kruip enkele
Alphense evacueés in 1944 naar Turnhout, Weelde en Tielen In september 1944 werden ruim 1000 inwoners, op last van de Polen, geëvacueerd naar Turnhout, Tielen en Weelde. Als ‘dank je wel’ schonken de Alphenaren een schilderij aan de gemeente Turnhout. Het heet ‘Boerentafereel’. Dit schilderij kunt u bekijken in het Taxandriamuseum in Turnhout.
Boom met ijzeren staven Op Boshoven in Alphen, in het bos langs het ‘Bels lijntje’ vind je een boom met daarin ijzeren staven. Die ijzeren staven zijn klimijzers. Deze boom diende in 1944 namelijk als uitkijkpost voor de Duitsers. Zo konden ze de Poolse linies op zowel Baarle-Boschoven als in Alphen bespieden. Op een stafkaart tekende de Duitse soldaten zorgvuldig alles in wat ze zagen. De uitkijkpost werd bemand door soldaten van het 6e Regiment para’s onder Oberst vond der Heyden. De jongste soldaat was pas 16 jaar. Hij is daar door de Polen doodgeschoten De bewust grove den met de klimijzers staat er nog steeds.
bevrijdings Krant alphen
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
10 mei 1940: inval Duitse troepen in Nederland Hieronder het verhaal van Toon Meeuwsen, van Alphen Oosterwijk. Hij en zijn dochter Riet vertelden zijn verhaal tijdens de 80e dodenherdenking in Alphen. Deze herdenking was de start van de periode waarin ’75 jaar herdenken en vieren’ in de gemeente Alphen-Chaam centraal staat. De rode draad: verhalen. Het aangrijpende verhaal van Toon was een van de verhalen. Er zijn er nog zoveel meer. 10 mei 1940: inval Duitse troepen in Nederland. ’s Morgens op 10 mei 1940 was onze Koningin Wilhelmina op de radio. Duitse troepen zijn onze oostgrens binnen getrokken. We zullen ons daartegen verzetten. Duitsers bezetten de Moerdijkbrug. Bommen op Rotterdam. Na 5 dagen capitulatie vluchten Koningin en regering naar Engeland. Bij ons in Alphen vallen 6 slachtoffers door oorlogshandelingen. Ze liggen hier op het kerkhof.
dië. Er waren heel veel slachtoffers. Wij volgden op de radio de vorderingen van de geallieerden. Als men nog een radio had tenminste, want de radio’s moesten allemaal worden ingeleverd op het gemeentehuis. Wij volgden clandestien de vorderingen van onze bevrijders. Radio Oranje, de stem van strijdend Nederland. Radio België eindigde de uitzending met dezelfde slagzin: “Wij doen ons best, zonder er op te boffen, toch krijgen we ze wel, de moffen!”
Seyss-Inquart, Rijkscommissaris van Duitsland, en Anton Mussert, een Nederlandse NSB’er, regeerden Nederland tijdens de bezettingstijd. Jodenvervolging, ook in Alphen. Er waren ‘verboden-voor-Joden-bordjes’ bij openbare plaatsen zoals cafés. Jodenvervolging was de grootste fout van deze oorlog. Jodentransport: Jodenvervolging, ook in Alphen. Deze foto is gemaakt bij de houten huizen in de Nieuwstraat. Er waren Joodse mensen onder de onderduikers en bij de politie.
Onderduikers: als je tussen 18 en 25 jaar was en je liep op straat dan kon je zomaar opgepikt worden. Ze brachten je naar Duitsland om daar te werken voor de oorlogsindustrie. In Alphen werden onderduikers gevonden. 1 onderduiker en 2 bewoners van de Chaamse Baan worden doodgeschoten bij de fusilladeplaats. Na 4,5 jaar bezetting kijken we uit naar de bevrijding. Op 6 juni 1944 was de landing in Norman-
Van Toon Meeuwsen: Toon vertelt zijn aangrijpende verhaal tijdens de 80e dodenherdenking in Alphen op 17 mei 2019
5 oktober: de bevrijding van Alphen is begonnen. We staan te kijken naar onze kerktoren. De spits valt naar beneden. Ik heb het zelf gezien, hij bleef nog even hangen en viel toen in het middenschip; een stofwolk was zichtbaar in de verte. Er werd gevochten in Alphen dorp, er vielen doden bij de inwoners. Wij in de Oosterwijksestraat, Druisdijk, De Hoevens en Boslust wachtten tevergeefs.
Felix Roelen kroop uit het gezamelijk graf Op 7 oktober 1944 werden drie mannen door de Duitsers met revolverschoten in het hoofd gedood. Over de roerloze lichamen werd een laag aarde geworpen en de Duitsers dachten dat de lijken begraven waren. In de nacht volgend op de gruwelijke moord, kroop een van de gefusilleerden uit het gezamenlijke graf. Het was de 40 jarige Felix Roelen uit Alphen. Daags na het binnenrukken van de geallieerden in Alphen op 6 oktober 1944 nam de zesde compagnie van het zevende leger Valschermjagers Duitse eenheden zijn intrek op de eenzame boerderij van C. Vermeulen. De hoeve, bewoond door Adriaan, Antoon Oomen, vanuit Alphen de eerste boerderij op de Chaamsebaan, was de plaats van de bijeenkomst van de geheime dienst. Zij herbergden toen de Nederlandse reserve-eerste luitenant Notenboom, die de opdracht had bij het verschijnen van de eerste geallieerde militairen de leiding van de ondergrondse in handen te nemen. Verder waren aldaar marechaussees Lems en Monnier. De in totaal 20 man sterke groep stond onder commando van een zekere Hauptman Mayer. Bij hun komst verhuisde Oomen met zijn gezin naar de schuilkelder van de genoemde Roelen, in de hoeve van de steenbakkerij. Een kwartier na het vertrek van de luitenant en de marechaussee kwamen 7 Duitsers informeren waar de vreem-
delingen gebleven waren. “Die zijn weg en we weten niet waar naar toe” antwoordde Roelen. Hijzelf, Oomen en de 25 jarige Bredanaar Willibrord van de Corput, een O.D. koerier, moesten buiten de kelder blijven. En allen die er nog in zaten moesten te voorschijn komen. Vrouw Oomen en haar jongens van 15 en 16 jaar werden teruggedreven, terwijl de angstig wordende echtgenote van Roelen, die over enkele dage een kind verwachtte, onzacht in de schuilkelder neerkwam.
De volgende morgen bij ons nog geen bevrijders. Het dorp werd naar Turnhout geëvacueerd. Daar wisten wij in de buitenwijken niets van. Het zou 3 weken duren; dat was een grote tegenvaller. Wij hebben 3 weken dag en nacht in de schuilkelders gezeten. De geallieerden beschieten de bosrand waar de Duitsers zitten ingegraven. Als we uit onze schuilplaats gingen was er gevaar. Er vallen 2 slachtoffers door beschieting en
De drie mannen zelf werden door het ongure zevental met de geweerloop in de rug gedwongen langs de bosrand te lopen. Plotseling naderden twee Engelse jagers
Onthulling monument fusilladeplaats 1992 Alphen
27 oktober: nu gaan ze komen. Een hels vuurgevecht, niemand durft nog uit zijn schuilplaats. De schuur naast onze kelder staat in brand. Het
vee wat er in stond is allemaal verbrand. Na een uur beschieting kwam er een soldaat bij onze kelder. Op zijn schouder de naam POLAND, we zijn bevrijd!!! Dat gevoel is niet te beschrijven... Heel veel dank aan deze Polen. Op ons kerkhof liggen ze bij elkaar, zij vielen voor onze vrijheid. “Hier liggen hunne lijken als zaden in het zand, hoop op den oogst o, Nederland”
in scheervlucht de hoeve. De soldaten zochten dekking, terwijl zij hun gevangenen toeriepen op de weg te gaan staan. Toen de vliegtuigen voorbij waren wilden 3 beulen, de 4 anderen waren op de boerderij gebleven, hun misdadig plan, het fusilleren van de drie, zo snel mogelijk ten uit voer brengen. Felix overleed uiteindelijk op 12 september 1984. Aan de Chaamseweg in Alphen staat een monument wat aan deze gebeurtenis herinnert.
Felix Roelen uit Alphen
wij moesten ze begraven in de tuin. We kunnen nergens naar toe en ons eten raakt op. Toen ik in ons huis eten wilde halen richtte een van de vele Duitsers die daar zaten zijn revolver op me en riep: Raus.
Een der slachtoffers, die langzamerhand begreep dat zij op weg waren naar het schavot, zakte van vertwijfeling en emotie ineen. Aanhoudende schoppen en slagen waren het gevolg. Ook Roelen werd door vreselijke angst voor de dood overmand, en elk geluid stokte in zij keel. Hij miste het gebruik van zijn benen. Onverwachts werden de drie ter dood veroordeelde gedwongen achter elkaar langs de bosrand in een droge sloot te gaan liggen. Op een plek waar vroeger voor een of ander doel was gegraven. Zij lagen met het gezicht naar beneden, de handen voor de ogen, terwijl het hen verboden was op te kijken. Elk kreeg een soldaat achter zich en zodra zij stillagen is vermoedelijk 6 keer geschoten. Roelen die op zekere tijd stekende pijn voelde in hals en kin verloor langzaam het bewustzijn. Dit gebeurde‘s middags, Tegen de avond kwam de schijndode weer tot zich zelf
Fusillade plaats met het eerste kruis Alphen 1944. of schoon hij onder het zand lag. zijn gelaat was naar een uitholling in de sloot gekeerd, waardoor hij instaat, was geweest verse lucht te ademen. Met inspanning van al zijn krachten wrong hij zich door de laag aarde heen. Eerst toen merkte hij een grote wond in zijn hals. Heel voorzichtig sloop hij het bos in, maar hij durfde niet verder te gaan uit angst voor ontdekking. In het Chaamse bos hielden zich vele Duitsers schuil. Pas de volgende ochtend rond 8 uur vluchtte hij over de akkers naar Chaam. zijn
Fusiadeplaats in Chaamse bossen
echtgenote en de vrouw van Oomen waren aan het melken toen de man passeerden. Hij kon haastig enkele woorden wisselen. Met de klompen onder de arm snelde hij voort tot hij door een Duitse soldaat werd aangehouden. Deze vroeg hoe hij zo gewond was. Roelen gaf de schuld aan een granaat scherf, waarop een ander een Pool zijn dik geworden nek verbond. Hij liet hem verder gaan. Omstreeks 10 uur bereikte hij de woning van zijn zuster in Chaam, waar hij veilig was en verder verzorgd kon worden. Daar kon hij ook aan zijn makkers vertellen. Hun lijken werden later op het kerkhof in Alphen bijgezet. PS. Zelf heb ik het hem horen vertellen Feel Roelen zo kennen we hem. wonderlijk verhaal en echt gebeurd. Op de plek van dit onheil heeft eerst een houten kruis gestaan gezet door Stan Geerts en is later een monumentje opgericht aan de bosrand.
bevrijdings Krant alphen
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
18 Poolse bevrijders liggen op de Poolse begraafplaats in Alphen
Op de Poolse begraafplaats in Alphen, als je het ‘oude’ kerkhof opkomt aan de rechterkant, liggen 18 Poolse bevrijders begraven. Ook 6 Alphense gesneuvelden liggen hier. Bij de Poolse slachtoffers waren twee broers: Konrad en Henryk Wloch. Beiden zijn op 8 oktober 1944 gestorven. Konrad (rechts op de foto) zou een dag later 26 zijn geworden. Zijn broer Hen-
ryk was op 5-1-1921 geboren en was dus 23. Gesneuvelde militairen weren op de plek waar ze gestorven waren begraven. In 1948 zijn ze allemaal herbe-
graven; ook de Duisters die gesneuveld en begraven waren; die zijn herbegraven in IJsselstein Er waren eerst 19 graven; in het 19e lag een vliegenier uit Canada. Die was op de grens met Baarle-Nassau omgekomen. Hij is in 1947 uit zijn graf op het kerkhof gehaald en in Bergen op Zoom herbegraven.
Schijnvliegveld ‘De Kiek’
Meteen na de Duitse inval in ons land, in mei 1940, confisqueerde de bezetter het bos-en heidegebied “De Kiek” tussen Alphen en Riel, dat toen eigendom was van de heer Limberg uit Tilburg. De Duitsers hadden ook het vliegveld Gilze-Rijen onmiddellijk ingenomen en uitgebreid. De Duitsers projecteerden dus 7 km zuidoostelijk van Gilze-Rijen op De Kiek een schijnvliegveld parallel aan de spoorlijn Tilburg-Turnhout (Het Bels Lijntje), zoals ook vliegveld Gilze-Rijen gelegen was in de nabijheid van een spoorlijn Breda –Tilburg. Het fenomeen schijnvliegveld was overigens ook bij de geallieerden bekend, en ook in Engeland wemelde het van de schijnvliegvelden. De Duitsers kozen voor de aanduiding “Scheinflugplatz Kamerun” naar een voormalige Duitse kolonie in Afrika, met de codenaam SF 37. De Nederlandse benaming De Kiek verwees overigens naar de familie Kieckens uit Breda/Tilburg die het stuk heide had ontgonnen in de jaren 1861-1865. Bij de aanleg van het schijnvliegveld in 1940 werd de heide afgestoken in de vorm van een startbaan van 1000 m lengte en 50 m breedte, in de richting ZW-NO, waarop enkele houten nepvliegtuigen stonden. Naast nog twee kleinere banen, verrezen er gebouwen die hangars en dienstonderkomens
moesten voorstellen. Het militaire personeel, dat dag en nacht in de weer was met de bediening van luchtafweer, zoeklichten en dergelijke – allemaal voor de schijn uiteraard – kon schuilen in twee zware betonnen bunkers. Er werden ook burgers geronseld om de rails met staalborstels op te schuren, zodat die vanuit de lucht goed blonken in de zon …! Het eten werd dagelijks aangevoerd vanuit de militaire keuken op Gilze-Rijen. Kamp Kamerun of De Kiek heeft de gehele oorlogsperiode als schijnvliegveld gefunctioneerd. Het heeft, helaas, ook de aandacht van de geallieerden getrokken, met als gevolg een bombardement op het Rielse gehucht Brakel op 20 oktober 1943 dat eigenlijk voor Gilze-Rijen was bedoeld, maar wel met 3 dodelijke
slachtoffers en 3 ernstig gewonden onder de Rielse burgerij. Op 4 september 1944, de avond vóór Dolle dinsdag vertrok de Duitse bezetting van SF 37 voorgoed. De Duitse troepen bezetten het kamp nog wel tot de definitieve aftocht eind oktober 1944. Na de bevrijding kwam kamp De Kiek in bezit van Defensie. Aanvankelijk hebben de Engelsen er een munitieopslagplaats met kerosinetanks gehad. Pas in 1953 werd De Kiek geheel omheind met een deugdelijke afrastering en was het niet meer toegankelijk voor burgers. Maar de eerste dikkebandenfietsrace “Tour de Kiek” in Alphen heeft in 1952 nog wel op het kampement plaatsgevonden! In 1965 werd op kamp De Kiek, dat nog steeds onder vliegveld Gilze-Rijen ressorteert, de NAVO-verbindingscompagnie van de luchtmacht geïnstalleerd, die er tot aan 1998 heeft gezeten met de Eerste Luchtmacht Verbindings Groep (de “fluisterdienst”). Sindsdien zit er de mijnopruimingsdienst. Jan van Eijk
bevrijdings Krant
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
Op de ruĂŻnes van de oorlog...
Chamenare en anderen ondergedoken in Dongen september 1944
Het zusterklooster in Alphen deed eerst dienst als school en klooster. In 1923 werd er een meisjesschool gebouwd in de Heuvelstraat in Alphen. In 44 is het oude zusterklooster gebombardeerd door de Duitsers. Het is gesloopt; het was niet meer te redden.
WO2 Chaam bevrijd 28 oktober 1944 Canadese tank
bevrijdings Krant
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
bevrijdingsoptocht Druisdijk bevrijdingsoptocht Vijfhuizen Bevrijdingsoptocht in Alphen Op 16 mei 1945 was er in Alphen een bevrijdingsoptocht. De buurtschappen maakten een wagen met de (weinige) middelen die ze hadden. De tocht liep door de Dorpstraat en de Kerstraat.
Bevrijdingsoptocht 1945 Alphen Bevrijdingsoptocht Alphen-Oosterwijk1
Bevrijding 28 oktober 1944 met ma Geppaard en zoon Piet
Overbrengen sacramenten op 2 juli 1946 van fa. de Jong in de Stationsstraat naar de noodkerk
bevrijdings Krant chaam
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
Engelse soldaten ingekwartierd Vic Haagh uit Dongen, die van november 1944 tot augustus 1945 op dat adres verbleef, beschrijft zijn ervaring. Er zijn Engelse soldaten ingekwartierd bij van der Steen en bij van Loon aan de overkant van de Baarleseweg. Afgaande op de groepsfoto van de soldaten waren het er ongeveer 35. Een officier, kennelijk de commandant van de groep, zat ’s avonds altijd in de woonkamer. Hij was een man met ravenzwart haar, dat met een scherpe scheiding strak achterwaarts over zijn hoofd gekamd lag. Elke avond moest ik via die kamer naar de trap van mijn slaapkamer en elke avond moest ik netjes “good night” zeggen en ik vond dat best leuk. Een andere soldaat sliep op een kamertje boven de keuken. Hij heeft mij eens mee naar boven geroepen en mij daar twee cadeautjes gegeven: een bakelieten blokfluit en een waarschijnlijk zelf gemaakt messingen brievenhouder, waarin een zeilschip was geklopt. Ik heb ze lang bewaard, maar de blokfluit is zoekgeraakt. De brievenhouder heb ik nog steeds als souvenir uit die tijd. Ik heb altijd gedacht dat die militair de aalmoezenier was. Waar de overige soldaten hun slaapplaats hadden weet ik niet meer. Aan enkele andere soldaten heb ik ook nog herinneringen. Allereerst Jim, de kok, een wat oudere gezette man bij wie ik vaak te vinden was. Hij gaf namelijk vaak lekkers weg van de ingrediënten die hij voor de bereiding van de maaltijden gebruikte. Zijn keuken was een lage veldkeuken, die buiten achter het huis en daar direct achter de woonkamer stond opgesteld. De meest aantrekkelijke baksels waren grote koeken van een halve vierkante meter groot, die bestonden uit een boven- en onderlaag van
Deze foto is kort na de oorlog gemaakt voor het huis van van der Steen, toen Leg A 225, nu Legstraat 16. heerlijk deeg, waartussen een dikke laag van lekkere abrikozen, pruimen, kersen of appel zaten. Van die vulsels mocht ik vaak mee snoepen. Ik herinner me ook de grote theekisten van triplex en de lading gedroogd schapenvlees dat, in grove netten verpakt, op de stoep gedeponeerd werd. Van dit schapenvlees kwam ook wat in onze eigen keuken terecht en mijn tante zette ook mij dat voor, maar ik kon het echt niet eten. Eens werd door Jim een grote portie kroketten in de taptemelkkuip gekieperd om als varkensvoer te dienen. Tante vond dat zonde en heeft er een aantal gered en schoongemaakt, waar-
na we er van hebben gesmuld. Een andere soldaat, een Schot, hetgeen te zien was aan het bolletje op zijn baret, viel op door zijn schijnbaar grof taalgebruik. Hij besteedde veel tijd aan het opbouwen van een houten cabine op een jeep. Dan Joseph, de motorordonnans, een hoogblonde kerel, waarbij ik wel eens mocht meerijden op de motor. Dat was nogal een avontuur, want dan moest ik voor op de benzinetank gaan liggen en dan scheurde hij niet te zuinig een aantal kilometers over de Baarleseweg. Ik geloof het nu
zelf niet meer, maar ik heb altijd geweten dat hij dan uit het zadel ging en allerlei fratsen uithaalde. Ook reden we dwars door de niet al te dikke ligusterheg naast de schuur. Dan was er John die in de schuur een schoenmakerswerkplaats had ingericht. Hem heb ik ooit geplaagd met een dynamo die met de hand aangedreven kon worden en dan een hoge spanning kon opwekken. Door hem aan te moedigen de beide polen met zijn handen vast te pakken terwijl ik de dynamo bediende, liep hij een flinke elektrische schok op. Het overkwam hem weer toen
hij op mijn aandringen de beide polen met een stalen vijl aanraakte. Op een avond liep John met een schop over de schouder naar de boomgaard achter de stal. Uit nieuwsgierigheid volgde ik hem, ongezien. Hij groef een flink gat en ging terug naar de schuur, waar hij uit terug kwam met een juten zak op zijn rug. Hij schudde de zak, vol met soldatenkistjes leeg in de kuil. Nadat ik het aan mijn oom had verteld heeft hij ze wat later opgegraven en uitgedeeld in Chaam. Met Johnny, de wapenhersteller, beleefde ik ook een aardig avontuur. Ik mocht met hem in
de jeep mee om de wapens te testen ergens achter de Schaanstraat (schietbergallee op de Flaasbloem). Hij had een aantal geweren en ook een mitrailleur bij zich. In het bos raakte hij de bomen en bekeek de inslagen. Ik mocht ook de trekker overhalen, terwijl hij het wapen vasthield. Nu zou zoiets ondenkbaar zijn door de aanwezigheid van mensen. Wanneer de Engelsen vertrokken zijn weet ik niet meer, maar ik denk na enkele maanden. Op de foto voor het huis van mijn opa herken ik wel enkelen van de soldaten.
Herinnering van Corrie van Engelen –Wouters aan haar vader Kees Wouters, mijn vader, woonde met zijn vrouw, Marie van Ginneken, in de Schaanstraat. Zij hadden de boerderij gekocht van de familie Geppaard. Omdat Kees uit Hulten komt en hier weinig grond had, maar wel twee broers die boer waren, kreeg hij een wagen met graan mee van zijn vader. Hij bakte daar zelf brood van. Op enig moment waren twee vrouwen uit België te weten gekomen dat Kees brood bakte en vroegen ze hem of ze bij hem brood konden kopen. Dat kon, als ze maar niet vertelden waar ze het gekocht hadden. Dat ging heel lang goed, maar op een gegeven moment kwamen de Duitsers mijn vader thuis ophalen. Hij moest mee, de gevangenis in hier in Chaam, onder het gemeentehuis. Overdag moest hij loopgraven graven in de Alphense bergen, omdat die vrouwen toch hadden gezegd dat ze het brood bij hem hadden gekocht. Toen Kees aan de Duitsers vertelde dat zijn vrouw in verwachting was van mij en dat de geboorte aanstaande was, mocht hij naar huis. Ik ben 7 september 1945 geboren. Daardoor heb ik mijn vader al uit de gevangenis weten te halen voor dat ik was geboren.
Ook hebben mijn ouders twee onderduikers in huis gehad. Twee jonge Duitsers van 25 en 27 jaar. Ze zeiden tegen mijn ouders dat ze niet graag wilden vechten, omdat ze thuis ook een vrouw en kleine kinderen hadden! Mijn moeder zei: ‘als jullie goed voor ons zijn, zijn wij goed voor jullie’. Als Pa en Ma koeien gingen melken en de sirenes gingen, dan gooiden de Duitsers bommen vanuit Baarle Nassau naar het vliegveld en zodoende vielen ondertussen veel
bommen vlakbij de Schaanstraat. Dan namen die twee Duitsers de jongens, onze Jan en Wim, op de arm en vluchtten dan de schuilkelder in. Ze zorgden goed voor onze jongens en moeder kookte en waste voor de twee onderduikers. Een spannende tijd.
Anna, de zus van mijn vader, die al een dag eerder was gekomen, heeft tegen mij verteld dat ze heel bang is geweest toen haar ouders met de koeien naar ons kwamen. Ze had in het venster van de zolder zitten kijken en heeft gebeden tot ze er allemaal waren.
Toen de jonge Duitsers weggingen kregen mijn ouders een groot schilderij. Onze lieve Heer aan het kruis (goudkleur) op rood fluweel met een bolle glas erover. Ik weet helaas niet waar het is gebleven en heel jammer dat we geen adres van die jongens hadden, echter wel zo veilig voor hen! De ouders van mijn vader woonden in Hulten. Daar was het heel gevaarlijk, zo vlak bij het vliegveld. Daarom zijn ze met een paar familieleden en Pa zijn ouders, Jan Wouters en Kee Smeekens, en de koeien bij ons thuis komen wonen.
Mijn vader zei, dat zijn moeder heel goed kon koken. Er werd geslacht, gewekt, zult en bloedworst gemaakt, spek in de pekel, worst gemaakt en in de schouw gehangen. Wat hebben ze veel meegemaakt. Ik zei wel eens tegen ons Pa, dat ik bang was voor de oorlog. Dan zei hij: ”Ach, ik heb twee oorlogen meegemaakt en ik ben er nog!!”
Het blik is door vader Cees Wouters gemaakt van kogels uit de oorlog.
bevrijdings Krant chaam
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
Bevindingen W.O. II van Jan Rops Het eerste wat we van de Tweede Wereldoorlog hoorden, was één harde knal en daarna glasgerinkel. Het raam van onze slaapkamer lag in stukken op ons bed. Wat was dat? De binnenvallende Duitsers hadden het bruggetje over de beek opgeblazen en stukken ervan vielen wel 200 meter verder overal neer, waarvan één stuk bij ons het raam vernielde. Iedereen in huize Rops was wakker, veel te vroeg en het was erg angstig. Een uur later kwamen de bezetters met kleine tanks over de Chaamseweg richting Chaam. Na de tanks kwamen zware auto’s, geheel gecamoufleerd, onherkenbaar gemaakt en weer later grote vrachtwagens, vol met soldaten. En weer later marcherende soldaten met volle bepakking en bewapend. Ondertussen waren er ook vliegtuigen te horen en te zien. De oorlog was begonnen. Ik was toen 6 jaar en binnen 4 à 5 dagen gaf Nederland zich over, de vijand was veel sterker, had ook meer en beter oorlogstuig. Deze oorlog zou 5 jaar gaan duren, bij ons, beneden de rivieren, slechts 4,5 jaar. In de scholen kwamen de soldaten om te slapen en uit te rusten. Dus wij konden niet naar school, maar de meisjesschool ging wel door. Er werd een rooster gemaakt, zodat de kinderen beurtelings toch les kregen. Ook in 2 kamers van de pastorie werd les gegeven. Het werd een moeilijke tijd, vooral de laatste 2 jaren. Aanvankelijk waren de Duitsers veel te sterk en hadden nauwelijks tegenstand. Opmerkelijk was ook dat marcherende colonnes altijd moesten zingen, Duitse marsliederen en ze konden goed zingen. Wij hebben de laatste 2 jaren van de oorlog twee keer inkwartiering gehad: dat wil zeggen dat de soldaten met hun paarden en wagens in en rond de boerderij stonden. En de laatste keer in de winter van 43/44 stonden hun paarden aan dezelfde stalgang als onze koeien, want dan konden ze eten en drinken en de koeien waren bang en kregen hun eten langs achteren, anders hadden ze niets en gaven ze veel minder melk dan normaal. Daar moesten we maar mee tevreden zijn. Maar de paarden
met vet, want de soldaten hadden het varken, wat geslacht op de “leer” hing klein gemaakt, in ’t fornuis gekookt en helemaal opgegeten. Het fornuis hadden ze gestookt met onze klompen, kerkboeken en alles wat maar wilde branden. Wij hadden dat varken vergeten mee te nemen (toen 26 oktober) door de haast bij het vertrek. Enkele dagen later heb ik nog iets moois mogen zien, namelijk het inspecteren van de hele tankdivisie van generaal Maczek en president Churchill op de Blokkenweg van Jagthuis af tot bijna aan de Fazanterie. (Blokkenweg; zijn rechtopstaande houten stammen van plusminus 25 cm hoog met daar overheen een laagje asfalt).
kwamen niks tekort en werden dagelijks bereden of gereden voor de houten karren en blonken als een spiegel, want ze werden dagelijks gepoetst. Ook verplaatsten soldaten zich per fiets, achter één auto hingen b.v. 7-9 of 11 soldaten, aan één sterk koord, vastgemaakt aan de fiets. Iedereen moest al gauw z’n radio inleveren, zodat men geen enkel nieuws van de strijd hoorde. Maar je kon het aan hun humeur merken wanneer ’t goed ging aan het front of minder goed. Je zag bij ons rond augustus 1944 de soldaten al terugtrekken, met veel minder materiaal, dan 4 jaar terug. En ze “vergaten” te zingen, maar namen wel alles mee wat ze konden gebruiken, o.a. paarden, vooral luxe wagens, rijtuigen waar wij zondags mee naar de kerk reden.
En die Poolse generaal Maczek heb ik nog eens mogen ontmoeten in Edinburgh (Schotland), toen hij 100 jaar werd en wel als waarnemend burgemeester van Nieuw-Ginneken.
Stanislaw_Maczek 1944 bevelhebber van de 1e Poolse Pantserdivisie Op 26 oktober 1944 kwam de Duitse “Spies”, de hoofdcommandant, mijn ouders vertellen dat we de boerderij binnen twee uur moesten verlaten. Dat was een zware opgave. Ons gezin telde 14 personen, plus de knecht, 15 man dus. “Het zou erg gevaarlijk worden de komende dagen en we lagen in de frontlinie”, zeiden ze. Maar waar heen? Na vele vragen links en rechts kwam de barones van kasteel Luchtenburg plotseling het erf op, omdat ze wist dat we onderdak zochten en dat we maar in het kasteel moesten komen. We zijn toen met paard en wagen met al het “nodige” voor 15 personen erop naar Luchtenburg gereden. We zijn daar geweldig opgevangen en eten mochten we bij de kinderen Van Aart in de boerderij ernaast. We zijn daar heel goed opgevangen en zijn daar een volle week geweest. Op 28 oktober 1944 kwamen nog 2 Duitse soldaten door ’t bos naar
het kasteel en vroegen eten en drinken en ze zeiden: “Der Krieg ist vorűber” en ze wilden zich overgeven aan de geallieerden. Twee uur later kwamen de eerste tanks van de bevrijders uit de Lange Dijk vanaf Chaam en ze stopten bij het kasteel. De barones, freule Jeanne, begroette ze hartelijk en sprak met hen in het Engels.
met hun handen in de lucht. Een van die grote lege hulzen kreeg ik en die staat nog steeds bij de kinderen, als paraplubak. Eén soldaat is er gesneuveld, z’n naam is Kelly. Later is de weg waar hij sneuvelde, de “Kellyweg” genoemd.
Enkele dagen na de bevrijding mochten we terug naar de boerderij, maar eerst gingen mijn 2 oudere broers met Drik van Zephen, onze voortreffelijke knecht, kijken, hoe alles erbij lag. Ze zijn toen erg geschrokken, want er zaten nog 2 Duitse soldaten in de kelder en ze troffen het fornuis vol
We zijn toen met acht burgemeesters daar naar toe gevlogen o.l.v. de burgemeester van Breda, de heer Nijpels. Dat feest begon met een prachtige heilige mis door 7 bisschoppen. Die 8 gemeenten waren alle 8 bevrijd door de divisie van generaal Maczek, die later in Breda is begraven. Jan Rops
Wij zagen alles van heel dichtbij en ondertussen was er iemand van de ”ondergrondse” met de fiets bij de soldaten gekomen en overhandigde enkele papieren, waar de soldaten erg benieuwd naar waren. Na wat gedronken te hebben met de barones reden ze verder. En ik zag toen dat ze bij de poort weer stil stonden en de papieren aan het bekijken waren. Even later legden ze enorme grote kogels op hun tanks en schoten in 10 minuten tijd 5 boerderijen in brand, want daar zaten nog Duitse soldaten in en die gaven zich allen over
Carbidlamp Pauke Hermes reed in Chaam met een kar met een rood kruis er op. Het paard er voor had een dek met een rood kruis. Het noodhospitaal was bij Huis ten Bosch. De daar handelende arts was ingekwartierd bij tuinder W.v.d.Dussen. Pauke kwam bij het winkeltje van Aerts melk halen voor de gewonden. Maar deze melk was Jan Rops met generaal Maczek in Edinburgh 1992 tijdens zijn 100ste verjaardag
bestemd voor de melkfabriek, zodat er boter was voor de verkoop in het winkeltje. Daarom werd geen melk meer meegegeven aan Pauke. Enkele dagen daarna kwam Pauke langs en wist te vertellen dat de geallieerden al in Baarle Nassau zaten. Pauke had ook een carbidlamp op zijn kar. Jos Aerts neemt de lamp mee en
regelde carbid. Nu was er licht in huis. Jos nam ook zijspek van de kar. Pauke reed weg maar kwam ’s avonds terug en zei dat de spullen van hem gestolen waren. Jos zei dat hij het geleend had en na de oorlog zou teruggeven. Deze carbidlamp is nu in het museum van Ledevaert in Chaam.
bevrijdings Krant chaam
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
Alle scholen door de Duitsers ingenomen Ik ben Koos van Haperen en ik ben geboren in 1932. Tijdens de oorlog was ik een schooljongen van een jaar of 10. Ik woonde in de ouderlijke boerderij aan de Sluisstraat in Chaam. Toen de Duitsers in mei 1940 Chaam binnenkwamen, werden alle scholen door de Duitsers ingenomen. Dus de kinderen konden niet naar school. Maar er kwam een oplossing: De kinderen konden naar de barakken van de werkverschaffing van Staatsbosbeheer. Daar kon weer les gegeven worden. De barakken stonden ongeveer daar, waar de jeugdherberg gestaan geeft. Thuis hadden we veel last van de Duitsers. Het hele gezin moest het huis uit. We hebben toen als gezin 6 weken in de schuilkelder gezeten. Er werd een diep gat naast het erf gegraven, onderstut met balken en pakken stro en op de bovenkant een laag zand. Wij, als gezin, zaten in de schuilkelder en de Duitsers, zo’n man of 30, zaten in de keuken en sliepen in de kamers. Het front van de Duitsers lag in het begin van de oorlog in de Generaal, richting Baarle Nassau en al die Duitse soldaten moes-
ten worden voorzien van eten en drinken. Er is door de Duitsers in onze stal een grote oven gebouwd: daar werd elke dag eten en drinken klaargemaakt. ’s Avonds werd al dat eten en drinken in zes smalle wagentjes gezet en als het dan duister werd, werd er een paard voorgespannen en met drie man bewapening werden de wagentjes vol met eten en drinken naar de Generaal en omgeving gebracht. Als de Duitsers vlees moesten hebben, dan was dat voor hen geen probleem: ze schoten het paard van Sjef van den Ouweland dood en een koe bij ons. Die werden dan ter plekke bij ons in de stal geslacht en klaargemaakt. Ik, als kleine jongen, liep thuis gewoon tussen de Duitsers, want alleen als er geschoten werd zaten we in de schuilkelder. Na zo’n 6 weken kwam het front dichterbij en daarom moest de keuken weg. Die werd natuurlijk verplaatst. Nu werd het erger, want er kwamen drie grote kanonnen van opzij en achter de schuur te staan, gericht op Baarle-
Nassau en Turnhout. Die kanonnen werden getrokken door 24 paarden, die bij ons de haver, het stro en het hooi opaten. We hadden niets te zeggen! Samen met die drie kanonnen zaten er zeker nog zo’n 30 Duitsers ingekwartierd. Wij gingen daar redelijk goed mee om. De commandant had begrip voor ons moeder die veel ziek was. Hij vond het goed dat dokter Govers geregeld langs kwam. Er waren soldaten die ’s avond foto’s lieten zien van hun gezin, thuis in Duitsland.
stond er niet altijd bij stil hoe gevaarlijk het soms was!
In het begin hadden de Duitsers prachtige, mooie kogels. Later werd het koper en brons schaars en zagen de kogels er meer als “blik” uit. Ook wij zagen dat als kinderen.
In oktober 1944 werd er veel geschoten vanuit Baarle Nassau en Turnhout door de Canadezen om de Duitse kanonnen uit te schakelen. Ik heb vaak bij de kanonnen gestaan en we wisten: als er geschoten werd dat je rap naar de schuilkelder moest, want er werd altijd teruggeschoten! André van den Broek kwam nog eens bij ons en hij moest schuilen voor de granaten vanuit Baarle Nassau tegen de gevel van de boerderij van de mannen van Van Gestel. Toen het weer stil as kon hij weer terug naar huis.
Ik raakte aan het oorlogsleven gewend en er moest natuurlijk ook gewerkt worden op het land. Samen met onze Kees moest ik peeën uit de grond trekken en dan waren we wel eens bang. Voordat we altijd aan een karwei begonnen, groeven we een diep gat met pakken stro, als er dan geschoten werd vanuit Baarle Nassau, dan konden we meteen in de schuilplek springen. Het is gelukkig altijd goed afgelopen. Je
Ne enkele maanden waren ook de kanonnen weg en konden wij weer over ons huis en de boerderij beschikken, maar er lag nog veel munitie opgeslagen. Dat vond je normaal, maar als je er nu bij stil staat, was ook dat een levensgevaarlijke situatie. Ons huis en de boerderij zijn heel veel beschoten, maar het is bijzonder dat er nooit iets geraakt is, ook al lag het land bezaaid met kogels.
Net voor de bevrijding werden we ’s morgens wakker en we waren verrast, want alle paarden en
kanonnen van de Duitsers waren weg. Het was die morgen in oktober 1944, dat de eerste tanks vanuit Ulicoten Chaam binnenreden: dat was de bevrijding! We hoorden de tanks rollen en we zagen de laatste Duitsers langs de weg richting Staatsbos weglopen. Tijdens het binnenrijden van de Canadezen bood Toon de Roij uit dankbaarheid een mandje appels aan aan de Canadese soldaten op de tank. Er ging toen per ongeluk een wapen af en Toon de Roij werd op de dag van de bevrijding doodgeschoten. Verschrikkelijk! Het bleef gevaarlijk! Terwijl de tanks op de Ulicotenseweg reden, zag ik vanuit thuis de RK kerk, de protestantse kerk en de molen van Schram de lucht invliegen. Dat waren de laatste acties van de Duitsers in Chaam Het was verschrikkelijk om te zien. Na het vertrek van de kanonnen en de Duitsers, sliepen er nog dagen een paar SS-ers bij ons. Zij zorgden er voor dat alle Duitsers een veilige aftocht naar huis kregen. Wij hoefden niet bang te zijn, zij hielden zich rustig.
Toen Chaam bevrijd was gingen de Duitsers vanuit Duitsland nog scheten met de V-1. De Engelsen probeerden die dan uit de lucht te schieten. Als we dan op het land waren, vluchtten we de sloot is. Het bleef dus nog enige tijd gevaarlijk. De oorlog was niet zomaar voorbij, want er vielen “blindgangers”, dat waren granaten die je aan hoorde komen fluiten, maar ze ontploften niet. Ze sloegen een diep gat, recht in de grond. Met de bevrijding in oktober 1944 werd er misschien wel gefeest, maar nu moest er bij ons ook weer flink gewerkt worden. Het huis moest volledig worden schoongemaakt na zo’n kwartiering. Jarenlang heb ik met het ploegen gemerkt, dat de ploeg omhoog kwam door een granaat. Je pakte hem dan op en legde hem aan de kant: natuurlijk ook levensgevaarlijk. De oorlog en de bevrijding heeft mijn kindertijd bepaald en heeft mij gevormd met betrokkenheid in het gezin, maar ook met spel, werk, spanning en gevaar.
Alle kerktorens uit de omgeving gebombardeerd Alle kerktorens uit de omgeving zijn door de Duitsers gebombardeerd. Die konden namelijk als uitkijkpost gebruikt worden en dat was natuurlijk niet de bedoeling. Behalve de kerktoren van Riel niet. De Duitsers dachten namelijk dat dat de kerktoren van Hulten was. En Hulten lag dicht bij vliegveld Gilze-Rijen, dus dat risico namen ze niet.
Bij de Alphense kerk was de toren er afgeschoten. Ze legden toen een plaat op de kerk. Pas jaren later is er weer een toren op de kerk gekomen.
De gaten van de beschietingen zijn nog zichtbaar
Foto ’s van verwoeste kerktorens Chaam en Alphen
bevrijdings Krant galder & strijbeek
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
De bevrijding van Galder en Strijbeek Tijdens de geallieerde opmars naar Breda heeft de tankval van Galder/Strijbeek geen rol van betekenis gespeeld. Via de Chaamseweg en de Rijsbergseweg trokken de bevrijders naar het noorden. De belangrijke Strijbeekseweg en de Galderseweg kwamen in het opmarsschema eenvoudigweg niet voor. Door deze onverwachte manoeuvre dreigden de Duitsers achter de tankval van hun hoofdmacht te worden afgesneden. Zij trokken hieruit de enig juiste conclusie en vluchtten hals over de kop richting Breda. Het was een schrale troost voor de inwoners van Galder en Strijbeek, die zo’n lange tijd aan de tankval hadden gewerkt. Toen een deel van de geallieerde strijdmacht op 29 oktober via Ulvenhout de dorpen Galder en Strijbeek binnentrok, was de vijand al verdwenen. Toch hadden de Duitsers nog kans gezien om in dit gebied enige belangrijke vernielingen aan te richten. Het bruggetje over de Galdersebeek was vernield en ook de Scheele Brug was - voor de tweede maal in vier jaar opgeblazen. Tenslotte hadden ze met zware explosieven een groot gat geslagen in de
Strijbeekseweg, vlak voor het grensbruggetje. Met dit gat was het laatste ontbrekende stuk aangebracht in de tankval, die de Strijbeekseweg op dit punt kruiste. Willem Snepvangers uit Strijbeek had voor de tweede keer in een maand zijn veilige schuilkelder moeten opzoeken. Eerst waren de radarkoepels op het Luftwaffekamp “Bisam” door explosieven vernield en nu was ook de Strijbeekseweg aan de beurt: “Op zaterdagavond waren de twee Duitsers, die in Strijbeek waren achtergebleven, ons komen waarschuwen dat er een explosie zou volgen. Een stuk van de Strijbeekseweg zou worden opgeblazen. De explosieven in de weg hadden ze in het huis van Van der Velden (Strijbeekseweg 72) aangesloten op het lichtnet. We moesten alle ramen openzetten en daarna in de schuilkelder gaan zitten. Het werd een gewéldige klap. De straatklinkers, die de lucht in vlogen, hoorden we ‘n hele tijd later nog op onze schuilkelder neerploffen. We hadden de ramen wel opengezet, maar veel had ’t niet geholpen, al het glas lag er-
uit. Noodgedwongen hebben we toen het glas uit de schilderijtjes moeten halen om die in de ramen te zetten. De familie Van der Velden was er slechter afgekomen; hun huis had door die klap flinke schade opgelopen. De lading onder ‘t grensbruggetje bleek niet ontploft te zijn, ik denk dat de Ondergrondse die van te voren gesaboteerd heeft. Die lading bestond uit vier zware bommen van meer dan een meter lang. De volgende morgen werd de Strijbeekseweg door de Canadezen afgezocht met detectors. Er zijn toen veel tankmijnen uitgehaald, die aan de kant van de weg werden gelegd. Ook waren er veel kleine houten mijnen bij-voor de infanterie. Onze kinderen waren zo brutaal om die mijnen op de rapen en die in ‘t gat van de Strijbeekseweg te gooien. Dat vonden ze wel leuk, want dat gat stond natuurlijk vol met water. Later hebben de Canadezen met een bulldozer dat gat dichtgeschoven. Volgens mij moeten die mijnen daar nu nog steeds in de grond zitten”. Bron: “Tussen Witte Wolk en Anneville”; Jac Jespers
Een bijzonder verhaal uit Galder
Joke Verheijen - Nooren Joke is geboren op de Schotse hoeve in Galder, een afgelegen boerderij aan een zandweg, vlak bij een oude hoofdweg die liep van Breda naar Antwerpen. Joke: ”ik was 8 jaar en samen met mijn zusje Ria (10) aan het spelen in onze boomgaard. Ria zag iets geels en dat bleek een parachute te zijn met een grote koker eraan. Wij konden door een kiertje in de koker kijken en wij zagen iets bewegen. Er zat een duif in met kokertjes en kleine papiertjes en wat voer. Onze pa nam alles meteen naar binnen en hij vond ook een brief in het Engels. De parachute werd meteen veilig weggestopt en Ria en ik kregen te horen dat wij er met niemand over mochten praten”. Het gezin Nooren telde toen al 11 kinderen maar de broers en zusjes mochten niets te weten komen. “Het was ons grootste geheim”. Met de brief is vader Nooren meteen naar hoofdonderwijzer Rinus van der Made gegaan om de inhoud te vertalen. Het was een brief van het Engelse leger, waarin om informatie werd gevraagd over stellingen van de Duitsers. In de oorlogsjaren was aan de noordkant van de Goudbergseweg te Strijbeek het radarstation “Bisam Stelle” wat deel uit maakte van de Duitse radarketen Himmelbett. In het voorjaar van 1942 werd dit kamp aangelegd
Kamp Bisam Het Duitse leger beschikte tijdens de Tweede Wereldoorlog over een uitgebreid netwerk van radarpeilstations om vijandelijke jachtvliegtuigen op te sporen. In hoog tempo waren in Nederland 20 van deze radarstations aangelegd. De meeste stations kregen een dierennaam. Bij Strijbeek bouwde de bezetter vanaf maart 1942 aan zo’n radarstation. Het kreeg de naam Bisam (Bisamrat). Het radarkamp was 47 hectare groot en herbergde ongeveer 200 mensen aan personeel. Voor de aanleg en het onderhoud werden Nederlanders gedwongen mee te werken. De
Op initiatief van kapelaan Oomen, die na de Tweede Wereldoorlog in buurtschap Galder werd benoemd en daar bij een van zijn parochianen intrek nam, werd op een verwaarloosd stukje grond aan de bouwerij in 1949 een devotiekapel komst van het kamp had dus een enorme invloed op het dagelijkse leven in de omgeving. De bezetter gaf het kamp al op voor de bevrijding. De radarin-
stallaties werden opgeblazen en de gebouwen in brand gestoken. Op 29 oktober 1944 trokken de bevrijders Strijbeek en Galder binnen. De Duitse troepen hadden zich toen al teruggetrokken.
opgericht, naar ontwerp van zijn vader, die architect was. Hiermee meende de kapelaan zijn dank te kunnen betuigen voor het einde van de oorlog en de bevrijding die voor Galder en Strijbeek op 29 oktober 1944 een feit werd. Op een met bomen begroeid gazon aan de splitsing Bouwerij en St. Jacobsstraat verrees een bakstenen veldkapel onder rieten wolfdak met vorstpannen, toegewijd aan Maria , Koningin van de Vrede.
tussen de nu nog bestaande Kilometerbaan en de Goudbergseweg. Heel wat inwoners van Strijbeek werden gedwongen om hier te werken voor de Duitsers. De ingang van het kamp was aan de Goudbergseweg. Op het terrein stonden twee zogenaamde “Wurzburg-Riese” radars en een Freya lange afstand radar opgesteld. Verder was er een commandopost die in verbinding stond met de Fliegerhorst Gilze-Rijen. Vanuit de commandopost werden de nachtjagers naar hun doel geleid door middel van de twee Wurzburg-Riese radars, een voor het vijandelijke toestel en de andere voor de eigen nachtjager. De Freyaradar speurde op langere afstand naar vijandelijke toestellen. Met de gevraagde informatie werd de postduif weer losgelaten. Kort hierna, op 2 oktober 1944 was er een bombardement die een einde maakte aan het kamp “Bisam Stelle”. Ook het vliegveld Gilze-Rijen werd gebombardeerd door de geallieerden. De vader van Joke heeft van de Britse overheid hiervoor een oorkonde gekregen, die hij jammer genoeg zelf niet meer heeft gezien, omdat hij in 1946 door een noodlottig ongeval op de boerderij om het leven kwam. Een groot gedeelte van het gezin Nooren emigreerde naar Canada, ook Joke. Zij keerde in 1956 weer terug.
bevrijdings optocht
bevrijdings
Krant
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
... nog snel haasten voor op de foto
Bevrijdingsoptocht 1945 Alphen
Foto’s optocht door Kapelaan van Steen.
bevrijdings Krant ulvenhout ac & chaam
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
In Ulvenhout ligt 25-jarige soldaat Anthony Flanagan begraven Op de katholieke begraafplaats in Ulvenhout ligt de 25-jarige soldaat Anthony Flanagan begraven.
tussen Ierland en Groot- Brittannie. Vandaar zijn keuze voor een andere naam: Frederick Kelly uit Arthlone.
Anthony Flanagan werd geboren 14-7-1921 in Tuam, Ierland. Hij koos voor het Britse leger wat toen eigenlijk niet zo slim was in verband met conflicten
Hij diende o.a. bij het 4e Bataljon Lincolns en kwam via de landing bij Normandie in Ulvenhout terecht. Hij sneuvelde tijdens de (Candese) bevrijding
Bizar ongeluk op Anneville
bij Cauwelaar op 29 oktober 1944. In zijn uniform vond men toen een brief die naar zijn echte naam leidde: Tony Flanagan. Er is een straat naar hem genoemd: de J.F. Kellyweg. Uit onderzoek bleek dat de soldaat geen J.F. Kelly, maar F. Kelly heette. Dit is later aangepast.
Toon de Roy doodgeschoten bij het aanreiken van een mandje met peren
Op het eind van de oorlog gebeurde er een ernstig ongeluk. Gerrit van Hooijdonk sloot zich begin december 1944 aan bij de Staf van Prins Bernhard. Op een keer toen hij bij Anneville aankwam had iemand van de wacht beneden in ’t Koetshuis zijn wapen schoongemaakt en daarbij per ongeluk een kogel afgevuurd. De kogel vloog door het plafond en doodde een van zijn collega’s die boven lag te slapen. Op de zolder van ’t Koetshuis waren namelijk de slaapplaatsen van de wacht.
Op de dag van de bevrijding in Chaam op 28-10-1944 reikte Toon de Roy uit de Torenstraat een mandje met peren aan de soldaten op de tank aan. Helaas ging per ongeluk het geweer af van de soldaat bij het bukken en aanpakken van het mandje. Toon was op slag dood. De plechtige uitvaartdienst was pas op 21 december 1944 omdat de noodkerk op het schoolplein toen klaar was en er weer diensten gehouden konden worden.
De oorlog was praktisch afgelopen en dan toch nog sneuvelen door zo iets vond iedereen natuurlijk verschrikkelijk. Uit ‘Tussen Witte Wolk tot Anneville’; door Jac Jespers.
V1-bommen vielen in Chaam
De toren van de Katholieke kerk was pas een paar jaar met gemeenschapsgelden gebouwd, als vervanger van de toren van de waterstaatskerk. Een nieuw trots bezit in het Katholieke deel van Chaam. Echter ook daarmee hadden de zich terugtrekkende Duitsers geen compassie. Zij bliezen ook deze toren op.
Op 28 oktober 1944 verloor Chaam dus twee kerktorens en een molen.
Met de wederopbouw van de katholieke toren was al weer snel een begin gemaakt.
Uit het rapport van de Koninklijke Marechaussee, gewest Eindhoven, Post Chaam, groep Rijen genaamd “het vallen van een V1 in de gemeente Chaam” van Ernst Lems op 30 december 1944 aan de toenmalige burgemeester van Chaam: Op den 28en december 1900 vier en veertig, omstreeks 5.30 uur is op een perceel bouwland, gelegen aan de Chaamdijk onder de gemeente Chaam en toebehoorende aan J.C.Verheijen, wonende te Chaam, Chaamdijk A261, een projectiel gevallen en ontploft. Een gedeelte van de mantel van het projectiel, hetwelk op ongeveer 100 meter van de plaats van ontploffing aanwezig was, was ongeveer 2 meter lang, rond van vorm en ongeveer 50 centimeter in doorsnee, terwijl in de omgeving van de plaats van ontplof-
fing de grond bezaaid was met korte stukjes ijzerdraad van 75 centimeter lengte. Het gat wat door de ontploffing is ontstaan heeft een doorsnee van ongeveer 15 meter en een diepte van ongeveer 5 meter. Naar aanleiding van bovenstaande is door mij gehoord:
“Op den 28en december 1944, omstreeks 5.30 uur hoorde ik vlak in de nabijheid van mijn woning een zware ontploffing, waarbij tevens verschillende ramen van mijn woning in stukken vlogen en de dakpannen van mijn huis vielen. Toen ik buiten ging kijken zag ik, dat op ongeveer 300 meter afstand van mijn woning een projectiel was neergekomen en aldaar ontploft. Vermoedelijk zal dit een V.1 geweest zijn.
JOSEPHUS CORNELIS VERHIJEN, Geboren te Chaam, 17 October 1893, van beroep landbouwer, wonende te Chaam, Chaamdijk A 261, die desgevraagd verklaarde:
Door mij zij gemeld, dat aan de omliggende woningen eenige schade is toegebracht, namelijk kapotte ruiten, vensterkozijnen en deuren. Persoonlijke ongevallen hebben zich echter niet voorgedaan.’
bevrijdings Krant CHAAM
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
Familie van den Broek
Akker aan de Legstraat waar Ko en Fran van den Broek met hun paard aan het werk waren op 10 oktober 1944. Tijdens de beschietingen raakte Ko zwaar gewond. Later is hij in het ziekenhuis overleden
Voorstel om in de berm, hoek van de bewuste akker aan de legstraat, een zwerfkei te plaatsen met tekst om al de tijdens de WOII gesneuvelden uit Chaam te herdenken. Boerderij Klaas van den Broek, opperkamer raam waardoor granaat naar binnen viel. In de kelder raakte dochters van Klaas van de Broek, Toos en Corrie zwaar gewond. Toos moest een been missen en Corrie raakte verlamd. Ook een Duitse soldaat raakte zwaar gewond, welke onderweg naar het ziekenhuis is overleden.
Op maandag 9 oktober 1944 werden SS-troepen in Chaam ingekwartierd, kennelijk van het IIe Btl. Landstorm Nederland, omdat geen andere SS-formaties in ons gebied waren ingezet. Pastoor Aerts noteerde: er komt geen vervoer meer door Chaam. Wel was veel artillerievuur te horen in de bossen bij Alphen. Enkele granaten ontploften in het open veld. Al met al viel het die dag nog wel mee. Anders werd het de volgende dag, 10 oktober. Hier en daar werden die dag mannen tussen 17 en 45 jaar opgeroepen voor graafwerk. Loopgraven onder andere bij Frans Michielsen in ‘de polder’ en ook schuilgaten langs de binnenwegen. Omstreeks vier uur die middag vielen er granaten aan de Legstraat. De 24 jarige Martien Vermeulen, daar aanwezig om schuilgaten te graven, werd levensgevaarlijk getroffen. Zwaar gewond werd ook Co van den Broek (zoon van Nicolaas van den Broek). Hij was niet ver van huis op de akker aan het werk. Ook viel er een granaat in de kel-
der waar zich de andere gezinsleden van de familie van den Broek bevonden. Twee dochters, Cor en Toos (17 en 19 jaar), raakten ernstig gewond. Ook een Duitse militair werd zwaar gekwetst. De met spoed gewaarschuwde dokter Nugteren was snel (per fiets) ter plaatse. Met zoveel slachtoffers was het een lastige taak. De Duitser, Cor en Toos konden mee met een gearriveerde Duitse rode-kruis-wagen en gingen naar het Laurentius ziekenhuis. Waarom de andere twee gewonden niet meegingen is niet duidelijk.
Boerderij Koos de Graaf, Tegen de gevel lagen ten gevolge van de beschietingen op 10 oktober 1944 een aantal gewonden, waaronder Martinus Vermeulen. Martinus is later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen overleden.
Het werd een macabere, droeve tocht in het duister. Dr. Nugteren vergezelde de bijna stervenden op hun nachtelijke lijdensweg, hen verzorgend en helpend bij het licht van een zaklantaarn. Na aankomst in het ziekenhuis is Martien om ongeveer één uur ’s nachts aan zijn verwondingen overleden. Co van den Broek de dag daarna.
Overzicht locaties aan de Legstraat te Chaam waar tijdens de bevrijding van Chaam op 10 oktober 1944 slachtoffers zijn gevallen
De molen Weltevreden
Co van den Broek en Martien Vermeulen konden pas ’s avonds op een boerenwagen worden vervoerd naar het ziekenhuis.
Onderduikers in Chaam maakten houten speelgoed autootjes
Om de tijd te doden en wat bij te verdienen voor hun kosten. Deze werden in Breda verkocht.
Nadat de molen Weltevreden aan de Bredaseweg in Chaam door de Duitsers op 28 oktober 1944 tot ontploffing is gebracht heeft de dril, of het ijzeren askruis van de molen, zo’n 40 jaar langs de weg gelegen. Mede door inspanningen van Jos Aerts, een van de
brandstofhandelaren, heeft Heemkundekring Ledevaert dit askruis in haar bezit gekregen. Momenteel is het
te zien op het plein van het Cultureel Centrum Taxandria, waar ook het museum van Ledevaert is gevestigd.
bevrijdings Krant CHAAM
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
Groeten uit ...
De peer op de kerk De peer op de Nederlands Hervormde kerktoren is zeldzaam. Het is een geheel gemetselde peer. Nadat de toren door de Duitsers op 28 oktober 1944 tot ontploffing is gebracht heeft de peer zo’n 35 jaar aan de kant van de weg aan de Dorpsstraat in Chaam gelegen. Hij is op een sokkel geplaatst precies onder de plek waar deze peer op de torenspits prijkte.
November 1944 staat op de achterzijde van deze foto met de namen: Tante Anna, moeder Riet Wouter Jan Hendriks en in korte broek: Walter Smeekens
Nederlands Hervormde kerk
WO2 Chaam de opgeblazen toren Nederlands Hervormde kerk
Nederlands Hervormde kerk
Bevrijdingslindeboom
Colofon en disclaimer
Deze krant is een uitgave van de ‘werkgroep 75 jaar herdenken en vieren’ en wordt huis-aan-huis verspreid in de gemeente Alphen-Chaam. In deze krant staan vooral persoonlijke verhalen en gebeurtenissen verteld zoals mensen die destijds beleefd en ervaren hebben.
Het kan daardoor voorkomen dat deze verhalen en gebeurtenissen afwijken van historische feiten. Meer over de werkgroep en de activiteiten die zij organiseren en coördineren vindt u op www.alphen-chaamherdenktenviert.nl
Opmaak: Uitgeverij / Drukkerij Em. de Jong Druk: Janssen Pers Rotatiedruk Gennep, 100% dochteronderneming van Koninklijke Drukkerij Em. de Jong Gedrukt op gerecycled papier
Op het plein bij Cultureel Centrum Taxandria staat een bevrijdingslindeboom. Deze is geplant door burgemeester Backx en Mr Shea, een van de bevrijders van Chaam. Dit gebeurde op 28-10-1994 bij de viering van 50 jaar bevrijding van Chaam.
bevrijdings Krant Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
75 jaar bevrijding De Tweede Wereldoorlog heeft in een relatief kort tijdsbestek naar schatting tussen de 50 en 60 miljoen dodelijke slachtoffers geëist, zowel militairen als burgers. Het is hiermee veruit het meest dodelijke conflict ooit. 75 jaar geleden kwam er voor Nederland een einde aan deze verschrikkingen en werden we bevrijd van de nazi’s. Velen van toen die de oorlog en bevrijding hebben meegemaakt zijn op dit moment helaas niet meer onder ons. Over pakweg 5 a 10 jaar zijn er vrijwel helemaal geen overlevenden (veteranen en burgers) meer van deze oorlog over. Er is dan niemand meer om vanuit echte herinneringen en hun eigen verhalen de horror van toen onder woorden te brengen en ons te waarschuwen: “dat nooit meer”. Het is dan ook nu, 75 jaar later, alleen nog maar belangrijker geworden om de verhalen te verzamelen, te bewaren, te vertellen en door te geven aan jongere generaties. Alleen op die manier kunnen we de gesneuvelden van toen blijven eren en kunnen we de jongere generaties waarschuwen om er voor te zorgen dat we dit in Europa nooit meer gaan meemaken. Ik persoonlijk ben er echt van overtuigd dat we al onze huidige vrijheden en ons democratisch politieke stelsel te danken hebben aan de helden die Europa toentertijd hebben bevrijd van de bezetter. Al die jonge soldaten (velen van hen moesten nog 20 worden) uit Amerika, Canada, Verenigd Koninkrijk, Polen en vele andere landen hebben er uiteindelijk voor gezorgd dat de pijn, verdriet en angst van onze vaders, moeders, broers, zussen, opa’s en oma’s niet nog onnodig langer voortduurde. Het is daarom dat ik ruim 10 jaar
Brabantse dodenherdenking Waalre In september vindt er in Waalre jaarlijks de Brabantse Dodenherdenking plaats. Daar worden alle Brabantse slachtoffers herdacht. Burgemeester Minses gaat daar, vergezeld door kinderen van de Willibrordusschool uit Alphen, elk jaar heen. Dit jaar was het de 75e herdenking. Het thema was ‘herdenken krijgt een gezicht’.
geleden een Amerikaans graf geadopteerd heb op de Amerikaanse begraafplaats in Margraten te Limburg. Het is het graf van Michael S. Adamczyk, een soldaat van de Amerikaanse 84ste Divisie die begin november 1944 aan land kwam in Normandië in Frankrijk en meteen met zijn divisie doorreisde naar de grens met Duitsland om daar op 18 november de stad Geilenkirchen aan te vallen. Reeds op 21 november overleed hij door mortiervuur, na pas 3 dagen strijd. Hij is voor mij 1 van de vele miljoenen gezichten en verhalen van de WW2. 1 man die, hoe snel ook, door zijn inzet maar ook sneuvelen de nazi’s hielp verslaan en daarmee de strijd in Europa hielp verkorten. Door circa 5 keer per jaar een bloemetje te plaatsen op zijn graf eer ik zijn opofferingsgezindheid en bedank ik hem voor mijn vrijheid. De Amerikaanse begraafplaats in Margraten is in mijn ogen verplichte kost een keer te bezoeken: op ruim 26 hectare grond liggen 8.301 Amerikanen begraven in prachtige rijen van marmeren kruizen. Het geeft een overweldigend indrukwekkend gevoel om daar rond te lopen en al die jonge mannen en vrouwen te zien liggen. Jonge gasten van 19/20 jaar die zonder blikken of blozen de oversteek maakte over de oceaan om hier te vechten en te sneuvelen zodat de huidige generatie jonge gasten, nu ruim 75 jaar later, in vrijheid kunnen leven. Maikel Foesenek
En in de toekomst..? In deze bevrijdingskrant staan veel verhalen en foto’s uit het verleden. Deze laatste pagina gaat over de toekomst. Hoe gaan we er samen voor zorgen dat we in de toekomst blijven herdenken? En vieren? Dit is een uitdaging voor ons allemaal: jong en oud. Als ouderen blijven vertellen en de jeugd wil luisteren, dan geven we ‘herdenken vieren’ door aan de komende generaties. Een goed voorbeeld van hoe het kan is het verhaal van Maikel Foesenek.
Een andere manier is om jongeren te blijven betrekken bij de herdenkingen. Komt u eens met uw (klein-) kinderen naar de dodenherdenking in Chaam of Alphen. Of bezoek de evenementen en/ of tentoonstellingen in het kader van dit herdenkingsjaar. Dit jaar herdenken we en vieren we. We vieren dat we 75 jaar in vrijheid leven. Een groot goed. Niet vanzelfsprekend en niet voor iedereen. Samira uit Syrië vertelde haar persoonlijke verhaal tijdens de dodenherdenking 2019 in Alphen. Laten we de vrijheid samen blijven uitdragen. De Werkgroep ’75 jaar herdenken en vieren’ gemeente Alphen-Chaam
Om nooit te vergeten wat zich ruim 75 jaar geleden heeft afgespeeld is het belangrijk om de verhalen door te geven aan de nieuwe generatie. Mijn zoontje Gijs (6 jaar) is nu een aantal maal meegegaan en, eerlijk is eerlijk, hij begrijpt uiteraard nog niet helemaal waarom al die kruizen daar staan maar ik zal later mijn adoptiegraf zeker overdragen aan Gijs zodat hij de verhalen kan blijven vertellen aan zijn eventuele kinderen. Op die manier hoop ik mijn bijdrage te leveren aan het doorgeven van de vele verhalen die de Tweede Wereldoorlog kent.
bevrijdings Krant
bevrijdings Krant
voedselbonnen
evenementen
Bevrijdingskoek: van 4,95 voor 3,95 geldig t/m 31 december 2019
Bevrijdingsbier: 10% korting Bevrijdingslikeur: 1,50 korting Bevrijdingsbrood: 0,20 korting Bevrijdingsschijven: 4 voor € 4,00
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
2019 Tentoonstelling Schijnvliegveld de Kiek
Alphen
13 oktober 2019 17 mei 2020
Tentoonstelling “Van Witte Wolk tot Anneville”
Ulvenhout
zondag 20 oktober
Herdenking evacuatie ‘44 Alphen
Alphen/Turnhout
zaterdag 26 oktober
Opening Schijnvliegveld de Kiek
Alphen
zaterdag 26 oktober
Opening tentoonstelling Chaam
Chaam
zaterdag 26 oktober
Bevrijdingsconcert in RK kerk Chaam met nazit
Chaam
zondag 27 oktober
Beleef Schijnvliegveld De Kiek “SF37 Kamerun”,
Alphen
zaterdag 2 november
Wandeling Boshoven
Alphen
zondag 22 december
Winter Wandeling SPA
Alphen
zondag 15 maart
Wandeling Boshoven
Alphen
zondag 19 april
Wandeling Boshoven
Alphen
zondag 3 mei
Gezinsfietstocht door de gemeente
Alphen - Chaam
maandag 4 mei
Dodenherdenking Chaam (Katholieke kerk)
Chaam
dinsdag 5 mei
Bevrijdingsmaaltijden/-feesten in drie kernen
Alphen, Chaam, Galder
vrijdag 15 mei
Dodenherdenking Alphen
Alphen
vrijdag 19 juni
Officieel gedeelte en onthulling kunstwerk Anneville
Chaam
zaterdag 20 juni
Tentoonstelling en bezichtiging Anneville
Chaam
zondag 21 juni
‘Afscheidsfeest’ op Anneville
Chaam
29 september 2019 30 juni 2020
2020
evenementen
Herdenking geëvacueerde Alphense families naar Belgie 1944
bevrijdings Krant
Op zondag 20 oktober gaan 26 evacuees van 1944, met familie, vrienden en andere belangstellenden naar Turnhout om daar familieleden te ontmoeten van de mensen die de Aphenaren in 1944 zo gastvrij opgevangen hebben.
voedselbonnen INFORMATIE OVER HET PRODUCT VAN DEZE VOEDSELBON: Uit het privé-archief van de familie van de Broek. (Cor Willemsen – v.d. Broek). Het betreft een groep Alphenaren in Turnhout in 1944. In 1944 werd een deel van Alphen, op last van de Polen, geëvacueerd naar Turnhout, Tielen en Weelde. Zij gaan, zoals een aantal dat deed 75 jaar geleden, te voet naar Baarle-Nassau en van daar uit met oude militaire voertuigen en museumbussen naar de Markt in Turnhout. Ze worden daar ontvangen door burgemeester Paul van Miert van Turnhout. Ook de colleges van Alphen-Chaam, Kaster-
lee (waar Tielen onder valt) en Ravels (waar Weelde onder valt) zijn aanwezig. De nadruk ligt deze dag op herdenken en ontmoeten. U kunt zich niet meer opgeven om mee te lopen of te rijden, maar u kunt wel op eigen gelegenheid naar de Markt in Turnhout gaan. Meer informatie en het programma vindt u op www.alphen-chaamherdenktenviert.nl
Bevrijdings-muziekfeest in de RK kerk in Chaam op zaterdag 26 oktober Op zaterdag 26 oktober is er in de RK Kerk in Chaam een bevrijdingsmuziekfeest. Ruim 130 leden van de koren en harmonieën uit onze gemeente doen hier aan mee. Kinderen van De Driesprong, Simone van Oord en Pien Storm van Leeuwen dragen teksten voor. Met dit evenement herdenken we de bevrijding van onze dorpen. Het muziekfeest duurt ongeveer tot 21.00 uur. Kaartjes hiervoor kosten € 7,50. Dit is inclusief een consumptiebon bij Het Chaamse Wapen, waar na het muziekfeest in de kerk een ‘nazit’ plaatsvindt met de bands ‘Mc.Mezz’ en “Boamus’. U kunt een kaartje kopen bij Albert Heijn in Chaam, Plus in Alphen en De Leeuwerik in Galder.
Fietstocht voor het hele gezin op zondag 3 mei 2020 Op zondag 3 mei 2020 organiseert de werkgroep ’75 jaar herdenken en vieren’ door de gemeente Alphen-Chaam een herdenkings- en bevrijdingsfietstocht. Het is een fietstocht voor het hele gezin. De tocht leidt langs veel speciale plaatsen in onze gemeente die een verhaal vertellen over de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding. Ook de plaats waar het verhaal ‘een dag verlof’ zich afspeelt ligt op de route.
Bakkerij Vermeer Alphen: tegen inlevering van deze bon een Bevrijdingskoek
van 4,95 voor 3,95. Let op deze actie is geldig t/m 31 december 2019.
INFORMATIE OVER HET PRODUCT VAN DEZE VOEDSELBON:
Bevrijdingsbier is verkrijgbaar bij
Slijterij van Sundert in Chaam en met deze voedselbon Bevrijdingsbier krijgt u
10% KORTING
INFORMATIE OVER HET PRODUCT VAN DEZE VOEDSELBON:
De bevrijdingslikeur kost 17 euro voor 0,5 ltr. Te bestellen via info@heemkundekringchaam.nl. Met een voedselbon 'bevrijdingslikeur' krijgt u
1,50 KORTING
Onderweg is er van alles te zien en te beleven. Meer informatie op www.alphen-chaamherdenktenviert.nl
Afscheid op Anneville: 19, 20 en 21 juni 2020 Dit weekend staan we uitgebreid stil bij het verblijf van Koningin Wilhelmina op Landgoed Anneville in 1945. En bij haar afscheid van Anneville op 21 juni 1945. De vrijdagmiddag heeft een officieel tintje. We onthullen een kunstwerk wat zal blijven herinneren aan het verblijf van Wilhelmina. De zaterdag is voor u als inwoner van onze gemeente en met name de bewoners aan Geersbroek, de buren van Anneville. U kunt onder andere een bezoek brengen aan het
Koetshuis, waar van alles te zien is. U kunt ook door het landhuis lopen om te zien waar Wilhelmina verbleef in 1945. Op de zondag brengen we een waar belevingsspektakel met muziek en beeld. Meer informatie vindt u op onze website www.alphen-chaamherdenktenviert.nl
INFORMATIE OVER HET PRODUCT VAN DEZE VOEDSELBON:
Bevrijdingsbrood
Bakkerij van Gils Chaam: Kost 1,75 en met een voedselbon
20 CT KORTING
INFORMATIE OVER HET PRODUCT VAN DEZE VOEDSELBON:
Bevrijdingsschijven van
Slagerij Laurijssen in Alphen:
4 schijven voor e 4,00 HM Koningin Wilhelmina en adjudant Erik Hazelhoff Roelfzema inspectie erewacht
evenementen
Herdenking geëvacueerde Alphense families naar Belgie 1944
bevrijdings Krant
Op zondag 20 oktober gaan 26 evacuees van 1944, met familie, vrienden en andere belangstellenden naar Turnhout om daar familieleden te ontmoeten van de mensen die de Aphenaren in 1944 zo gastvrij opgevangen hebben.
voedselbonnen INFORMATIE OVER HET PRODUCT VAN DEZE VOEDSELBON: Uit het privé-archief van de familie van de Broek. (Cor Willemsen – v.d. Broek). Het betreft een groep Alphenaren in Turnhout in 1944. In 1944 werd een deel van Alphen, op last van de Polen, geëvacueerd naar Turnhout, Tielen en Weelde. Zij gaan, zoals een aantal dat deed 75 jaar geleden, te voet naar Baarle-Nassau en van daar uit met oude militaire voertuigen en museumbussen naar de Markt in Turnhout. Ze worden daar ontvangen door burgemeester Paul van Miert van Turnhout. Ook de colleges van Alphen-Chaam, Kaster-
lee (waar Tielen onder valt) en Ravels (waar Weelde onder valt) zijn aanwezig. De nadruk ligt deze dag op herdenken en ontmoeten. U kunt zich niet meer opgeven om mee te lopen of te rijden, maar u kunt wel op eigen gelegenheid naar de Markt in Turnhout gaan. Meer informatie en het programma vindt u op www.alphen-chaamherdenktenviert.nl
Bevrijdings-muziekfeest in de RK kerk in Chaam op zaterdag 26 oktober Op zaterdag 26 oktober is er in de RK Kerk in Chaam een bevrijdingsmuziekfeest. Ruim 130 leden van de koren en harmonieën uit onze gemeente doen hier aan mee. Kinderen van De Driesprong, Simone van Oord en Pien Storm van Leeuwen dragen teksten voor. Met dit evenement herdenken we de bevrijding van onze dorpen. Het muziekfeest duurt ongeveer tot 21.00 uur. Kaartjes hiervoor kosten € 7,50. Dit is inclusief een consumptiebon bij Het Chaamse Wapen, waar na het muziekfeest in de kerk een ‘nazit’ plaatsvindt met de bands ‘Mc.Mezz’ en “Boamus’. U kunt een kaartje kopen bij Albert Heijn in Chaam, Plus in Alphen en De Leeuwerik in Galder.
Fietstocht voor het hele gezin op zondag 3 mei 2020 Op zondag 3 mei 2020 organiseert de werkgroep ’75 jaar herdenken en vieren’ door de gemeente Alphen-Chaam een herdenkings- en bevrijdingsfietstocht. Het is een fietstocht voor het hele gezin. De tocht leidt langs veel speciale plaatsen in onze gemeente die een verhaal vertellen over de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding. Ook de plaats waar het verhaal ‘een dag verlof’ zich afspeelt ligt op de route.
Bakkerij Vermeer Alphen: tegen inlevering van deze bon een Bevrijdingskoek
van 4,95 voor 3,95. Let op deze actie is geldig t/m 31 december 2019.
INFORMATIE OVER HET PRODUCT VAN DEZE VOEDSELBON:
Bevrijdingsbier is verkrijgbaar bij
Slijterij van Sundert in Chaam en met deze voedselbon Bevrijdingsbier krijgt u
10% KORTING
INFORMATIE OVER HET PRODUCT VAN DEZE VOEDSELBON:
De bevrijdingslikeur kost 17 euro voor 0,5 ltr. Te bestellen via info@heemkundekringchaam.nl. Met een voedselbon 'bevrijdingslikeur' krijgt u
1,50 KORTING
Onderweg is er van alles te zien en te beleven. Meer informatie op www.alphen-chaamherdenktenviert.nl
Afscheid op Anneville: 19, 20 en 21 juni 2020 Dit weekend staan we uitgebreid stil bij het verblijf van Koningin Wilhelmina op Landgoed Anneville in 1945. En bij haar afscheid van Anneville op 21 juni 1945. De vrijdagmiddag heeft een officieel tintje. We onthullen een kunstwerk wat zal blijven herinneren aan het verblijf van Wilhelmina. De zaterdag is voor u als inwoner van onze gemeente en met name de bewoners aan Geersbroek, de buren van Anneville. U kunt onder andere een bezoek brengen aan het
Koetshuis, waar van alles te zien is. U kunt ook door het landhuis lopen om te zien waar Wilhelmina verbleef in 1945. Op de zondag brengen we een waar belevingsspektakel met muziek en beeld. Meer informatie vindt u op onze website www.alphen-chaamherdenktenviert.nl
INFORMATIE OVER HET PRODUCT VAN DEZE VOEDSELBON:
Bevrijdingsbrood
Bakkerij van Gils Chaam: Kost 1,75 en met een voedselbon
20 CT KORTING
INFORMATIE OVER HET PRODUCT VAN DEZE VOEDSELBON:
Bevrijdingsschijven van
Slagerij Laurijssen in Alphen:
4 schijven voor e 4,00 HM Koningin Wilhelmina en adjudant Erik Hazelhoff Roelfzema inspectie erewacht
bevrijdings Krant
bevrijdings Krant
voedselbonnen
evenementen
Bevrijdingskoek: van 4,95 voor 3,95 geldig t/m 31 december 2019
Bevrijdingsbier: 10% korting Bevrijdingslikeur: 1,50 korting Bevrijdingsbrood: 0,20 korting Bevrijdingsschijven: 4 voor € 4,00
Ter herinnenering aan 75 jaar bevrijding van de gemeente Alphen - Chaam
2019 Tentoonstelling Schijnvliegveld de Kiek
Alphen
13 oktober 2019 17 mei 2020
Tentoonstelling “Van Witte Wolk tot Anneville”
Ulvenhout
zondag 20 oktober
Herdenking evacuatie ‘44 Alphen
Alphen/Turnhout
zaterdag 26 oktober
Opening Schijnvliegveld de Kiek
Alphen
zaterdag 26 oktober
Opening tentoonstelling Chaam
Chaam
zaterdag 26 oktober
Bevrijdingsconcert in RK kerk Chaam met nazit
Chaam
zondag 27 oktober
Beleef Schijnvliegveld De Kiek “SF37 Kamerun”,
Alphen
zaterdag 2 november
Wandeling Boshoven
Alphen
zondag 22 december
Winter Wandeling SPA
Alphen
zondag 15 maart
Wandeling Boshoven
Alphen
zondag 19 april
Wandeling Boshoven
Alphen
zondag 3 mei
Gezinsfietstocht door de gemeente
Alphen - Chaam
maandag 4 mei
Dodenherdenking Chaam (Katholieke kerk)
Chaam
dinsdag 5 mei
Bevrijdingsmaaltijden/-feesten in drie kernen
Alphen, Chaam, Galder
vrijdag 15 mei
Dodenherdenking Alphen
Alphen
vrijdag 19 juni
Officieel gedeelte en onthulling kunstwerk Anneville
Chaam
zaterdag 20 juni
Tentoonstelling en bezichtiging Anneville
Chaam
zondag 21 juni
‘Afscheidsfeest’ op Anneville
Chaam
29 september 2019 30 juni 2020
2020