LI BE RT É! Ary Scheffer & de Franse Romantiek
Sanne Baar
Bruno Chenique
Stéphanie Deschamps-Tan
Maarten Doorman
Mayken Jonkman
Quirine van der Meer Mohr
Nina Reid
Gaëlle Rio
Sanne Baar
Bruno Chenique
Stéphanie Deschamps-Tan
Maarten Doorman
Mayken Jonkman
Quirine van der Meer Mohr
Nina Reid
Gaëlle Rio
Dordrechts Museum
Waanders Uitgevers, Zwolle
Femke Hameetman
voorwoord
Quirine van der Meer Mohr
inleiding
LIBERTÉ! Ary Scheffer en de ongrijpbaarheid van de Franse Romantiek
Sanne Baar
tijdlijn
Quirine van der Meer Mohr
TUSSEN KLEUR EN LIJN
Ary Scheffer en de schilderkunst van de Franse Romantiek
Mayken Jonkman
DE WEG NAAR SUCCES
Ary Scheffer en de roem
Gaëlle Rio
ARY SCHEFFER: IN HET CENTRUM
VAN HET ROMANTISCHE LEVEN
Bruno Chenique
ARY SCHEFFER EN THÉODORE GÉRICAULT
Een maatschappelijke en romantische broederschap
ARY SCHEFFER EN HET HUIS
VAN ORLÉANS Een vervlechting van kunst en vriendschap
epiloog DE ROMANTIEK MAAKT ALLES NIEUW
CATALOGUS
De traditie van de klassieken
Oog voor het volk
De strijd om onafhankelijkheid
Revolutie en monarchie
Hang naar verbeelding
Inkeer en religie
Nieuwe landschapsschilderkunst
noten literatuur persoonsindex over de auteurs
SCHEFFER
Portret van Cornelia Marjolin-Scheffer op 19-jarige leeftijd (1849)
olieverf op paneel
56 x 40,4 cm
Dordrechts Museum
legaat Cornelia Marjolin-Scheffer (1899)
Als iemand een bruggenbouwer was, is het Ary Scheffer wel. Binnen een mum van tijd wist deze Dordtse kunstenaar (1795-1858) zich op te werken tot spil van de Franse Romantiek. Met collega’s als Eugène Delacroix en Théodore Géricault aan zijn zijde streed de liberale Ary — een romanticus in hart en nieren — voor vrijheid, gelijkheid en individuele expressie: de idealen van de Franse Revolutie van 1789. In een tijd vol politieke onrust gebruikte hij zijn penseel als wapen. Hij vocht voor verbeeldingskracht.
Een man naar mijn hart, dat begrijpt u. Want ook in het Dordrechts Museum anno nu maken we ons hard voor verbeeldingskracht. Naar het voorbeeld van Ary bouwen we bruggen om zo veel mogelijk mensen te laten zien dat het vermogen om beelden, ideeën en mogelijk heden te creëren, nieuwe perspectieven te verkennen en buiten de gebaande paden te treden als brandstof voor vooruitgang is.
De romantici wisten dit al lang. Waar verbeelding tot dan toe als negatief werd gezien, omarmden zij deze fundamentele menselijke eigenschap. Zij voelden haarfijn aan dat verbeeldingskracht noodzakelijk is in een tijd vol onrust en onzekerheid.
Gelukkig leeft dit romantische gedachtegoed op allerlei vlakken voort. Hun verworven idealen komen terug in onze beeldtaal en spelen een grote rol in onze maatschappij. Je ziet het in het verlangen naar persoonlijke en politieke vrijheid, maar ook in maatschappelijke betrokkenheid, demonstraties en hang naar nationale trots. Er zijn niet veel stromingen waar kunst, filosofie en maatschappelijke ontwikkeling zo’n enorme wisselwerking hebben.
In Liberté! zetten we deze stroming centraal.
Te midden van beroemde Franse generatiegenoten als Théodore Géricault, Jean-Auguste-Dominique Ingres en Eugène Delacroix tonen we de vrijgevochten idealen van ‘onze’ Ary Scheffer. We laten zien hoe de kunstenaars elkaar inspireerden en samen een revolutie in de schilderkunst ontketenden. Uiteraard te zien: Ary’s Hemelse en aardse liefde (1850), waarin twee vrouwen de hemelse liefde en de aardse liefde personifiëren. Een verwijzing naar Symposion , waarin de Griekse filosoof Plato de oorsprong, de aard en het doel van de liefde verkent. Op het schilderij is de hemelse liefde gekleed en de aardse liefde grotendeels naakt. Het was voor het eerst in 1854 in ons museum te zien en zorgde toen voor veel ophef. Zo slaakte een bezoeker een gil toen ze het schilderij zag. Met haar handen voor haar ogen rende ze weg, haar man beduusd achterlatend. Hij keek haar na en dacht: ‘Maar Eva was wel geheel naakt’.
Als Dordrechts Museum hebben we een hechte band met Ary, die de stad weliswaar op driejarige leeftijd verliet, maar er altijd mee verbonden bleef. Sinds 1857 – toen Ary Scheffer zelf het schilderij Christus in Gethsemané schonk — maakt zijn werk deel uit van ons museum. Diverse legaten van de familie Scheffer zorgden voor uitbreiding van de collectie. In 1899 liet Cornelia Scheffer ons museum de ateliernalatenschap van haar vader na; ruim honderd schilderijen, driehonderd tekeningen en tweehonderd gravures en litho’s. Sindsdien beheren we wereldwijd het grootste deel van zijn werken.
Als gevolg van deze schenking barstte ons museum uit zijn voegen en verhuisde het in 1904 van de Botermarkt naar de huidige locatie. In onze vaste presentatie is — conform het legaat — nog altijd een zaal aan Ary Scheffer gewijd. Elke twee jaar reikt de Vereniging Dordrechts Museum, oprichters en vrienden van het museum, De Scheffer uit: een prijs om jong schildertalent te stimuleren. Vele Dordtenaren kennen zijn naam van het Scheffersplein, waar het bij mooi weer een fijn samenkomen is. Vanaf de terrassen kijk je uit op het standbeeld dat Cornelia na haar vaders dood liet oprichten.
Liberté! is het resultaat van een jarenlang onderzoeksproject, waaraan meerdere mensen hard hebben gewerkt. Grote dank gaat uit naar conservator Quirine van der Meer Mohr en projectleider Sanne Baar, onder wiens bezielende leiding de tentoonstelling en dit boek tot stand zijn gekomen. Samen met het team van het Dordrechts Museum hebben zij voor een prachtig resultaat gezorgd. Wij zijn uiteraard de auteurs van dit boek bijzonder dankbaar voor hun uitvoerige bijdragen. Dank gaat ook uit naar Marloes Waanders van Waanders Uitgevers en vormgever Jantijn van den Heuvel voor dit mooie boek. Het tentoonstellingsontwerp is van Jelena Stefanovic en Sappho Panhuysen. Ook hen wil ik hartelijk bedanken. Voor de ontwikkeling van Liberté! hebben we nauw samengewerkt met Musée de la Vie romantique (onderdeel van Paris Musées), dat gevestigd is in Ary’s voor malige huis in Parijs. Dank aan directeur Gaëlle Rio voor het delen van haar kennis en netwerk. Ook grote dank aan conservator Mayken Jonkman van het Rijksmuseum Amsterdam. Zij was, naast auteur, als adviseur betrokken. Regelmatig denken we terug aan een van onze eerste bezoeken aan Parijs, waarbij we met wijlen Ger Luijten, directeur van Fondation Custodia, tot diep in de nacht filosofeerden over dit project. We hadden graag met hem getoost op dit mooie project en zijn dankbaar voor de samenwerking met de medewerkers van de Fondation Custodia.
Nog nooit waren er zoveel schilderijen uit de Franse Romantiek in Nederland bij elkaar. In de tentoonstelling zijn meer dan zestig bruiklenen van zo’n veertig bruikleengevers te zien. De werken komen uit de collecties van Château de Versailles, National Gallery Alexandros Soutsos Museum in Athene, Musée du Louvre in Parijs en Musée de la Vie romantique. We zijn ontzettend blij dat we Het vlot van de Médusa (1819-20), een olieverfschets van Géricault uit Musée d’Angers kunnen tonen. En dat de collectie Fondation Josée et René de Chambrun Scheffers Scène uit de julidagen (1831) voor het eerst uitleent. Naast de bruikleengevers danken we de Nederlandse ambassade in Parijs, de Franse ambassade in Den Haag en het Institut Français. Merci pour la belle cooperation franco-neérlandaise.
Een grote tentoonstelling als Liberté! kan niet worden gerealiseerd zonder de substantiële steun van derden. Een laatste woord van bijzondere dank gaat dan ook uit naar de fondsen die deze tentoonstelling en catalogus mede mogelijk hebben gemaakt. Wij zijn de VriendenLoterij, het Mondriaan Fonds, de Turing Foundation, het Cultuurfonds (Marten Orges Fonds en Het Prins Fonds), Zabawas, de M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting, het Hendrik Mullerfonds, de Bedrijfsvrienden Dordrechts Museum en de Vereniging Dordrechts Museum zeer dankbaar voor hun bijdragen. Wij hopen dat de tentoonstelling voor velen een verrassende kennis making is met deze bijzondere en indrukwekkende periode in de kunst en geschiedenis en een waardig eerbetoon aan Ary Scheffer, de Dordtse romanticus uit Parijs.
Femke Hameetman
Artistiek directeur Dordrechts Museum
In de collectie van de Fondation Custodia in Parijs bevindt zich een brief van het organisatiecomité voor een eretentoonstelling voor Ary Scheffer. De beroemde schilder was op 15 juni 1858 overleden. In Nederland waren er plannen om een monument voor hem op te richten en Frankrijk kon niet achter blijven. ‘La France […] la véritable patrie de son talent et de son gloire’, zo staat in deze brief aan een kunstverzamelaar die gevraagd werd zijn Scheffers hiervoor uit te lenen. 1 Frankrijk, het werkelijke vaderland van zijn talent en roem. Want ook al was Scheffer in Dordrecht geboren, Parijs werd uiteindelijk zijn thuis. Hij kwam er toen hij zestien was en groeide er uit tot een van de meest gevierde schilders van Frankrijk. In mei 1859 vond de herdenkingstentoonstelling plaats. De markies van Hertford liet speciaal een zaal bouwen in de tuin van een pand aan de Boulevard des Italiens. De schilders Jean-AugusteDominique Ingres, Eugène Delacroix en Horace Vernet maakten deel uit van het comité, Scheffers dochter Cornelia Marjolin-Scheffer was adviseur. Alle tops tukken van Scheffer hingen er, zij aan zij en boven elkaar. De drukbezochte tentoonstelling was een groots eerbetoon aan deze Hollandse Parijzenaar.
Drie jaar later, op 8 mei 1862, werd op het Beursplein in Dordrecht het standbeeld van Ary Scheffer onthuld. Dordtenaren trokken er massaal op uit om bij de
feestelijk heden aanwezig te zijn en vrienden en familie waren overgekomen uit Parijs. Het had bijna vier jaar geduurd. Eerst maakte Scheffers oud-leerling Auguste Bartholdi een ontwerp, de beeldhouwer die later beroemd werd met zijn Vrijheidsbeeld in New York. Dochter Cornelia was niet tevreden en maakte zelf — ze was ook als beeldhouwster in de leer geweest bij haar vader — een nieuw ontwerp dat ze door Joseph Mezzara liet realiseren. Voor de financiering van het monument werden stedelijke commissies opgericht in binnen- en buitenland. In Parijs waren Ingres, Delacroix en Vernet wederom betrokken. Tal van Franse schilders droegen financieel bij, onder wie ook jongere kunstenaars als Eugène Amaury-Duval, Rosa Bonheur en Constant Troyon. 2 Het plein werd omgedoopt tot het Scheffersplein, waar het standbeeld vandaag de dag nog altijd prijkt.
‘LES GRANDS PEINTRES CONTEMPORAINS’
De tentoonstelling in Parijs en het standbeeld in Dordrecht zijn veelzeggend voor de reputatie die Ary Scheffer aan het einde van zijn leven genoot. Een kunstenaar die gememoreerd diende te worden. Die weliswaar uit Nederland kwam, maar wiens talent in Frankrijk tot wasdom was gekomen. Dordtse trots en Franse grootmeester. Erkend, bovendien, door de roemruchtige schilders Ingres en Delacroix. Samen met vriend en collega
VAN ES
De onthulling van het
Schefferstandbeeld in Dordrecht (1862) houtgravure
130 x 225 mm
Regionaal Archief Dordrecht
FRÉDÉRIC AUGUSTE BARTHOLDI
Model van het standbeeld van Ary Scheffer (1859) klei
22,4 x 7,4 x 7 cm
Musée Barholdi (Colmar)
JOSEPH MEZZARA
Ary Scheffer ten voeten uit (1861) brons
63 x 33 x 22,5 cm
Dordrechts Museum aankoop 1932
A. JORDA
Les Grands Peintres
Contemporains: Scheffer, Ingres, Delacroix, Dechamps (ca. 1860) fotocollage
95 x 57 mm
Dordrechts Museum aankoop 2022
Paul Delaroche mag Scheffer tot de meest gereproduceerde kunstenaars van de negentiende eeuw worden gerekend. Niet voor niets krijgt hij in een opmerkelijke fotocollage met de titel Les grands peintres contemporains een ereplaats . In deze catalogus beschrijft Mayken Jonkman Scheffers weg naar succes. Dat hij hechte relaties had in koninklijke kringen — als goede vriend en raadgever, tekenleraar en hofschilder bij het Huis van Orléans — valt te lezen in de bijdrage van Stéphanie Deschamps-Tan.
Niet iedereen was echter altijd even positief. De beroemde criticus Théophile Thoré schreef in 1846: ‘Ary Scheffer is de enige die het privilege geniet door iedereen bewonderd te worden, ook al vinden echte kunstenaars hem soms wat onzeker of zwak in zijn uitvoering.’3 Dat laatste werd hem, met name in zijn latere werk, vaker verweten. Toch scheef ook de uiterst kritische Théophile Gautier in 1859 dat het hem speet Scheffer nooit zelf persoonlijk gekend te hebben, omdat hij ‘een van de meest opvallende figuren van deze eeuw’ was. 4 Zowel met zijn persoonlijkheid als met zijn kunst speelde Scheffer een invloedrijke rol in de Franse schilderkunst van de
eerste helft van de negentiende eeuw. Rond 1800 zette het classicisme van Jacques-Louis David en consorten nog de toon. Toen Scheffer overleed, had de romantische schilderkunst van Delacroix en Théodore Géricault de kunstwereld opgeschud en had het realisme van de School van Barbizon voet aan de grond gekregen. Onderwerpen veranderden van klassieke en religieuze thema’s naar een interesse in de middeleeuwen, moderne literatuur en aandacht voor het landschap. Kunstenaars kregen oog voor de maatschappij en stelden het menselijk gevoel centraal. Tegelijkertijd werd op instituten als de Académie des Beaux-arts nog altijd veel waarde gehecht aan de academische traditie en vond het classicisme in de kunst van Ingres een hernieuwde uitstraling. Scheffer had overal met zijn neus bovenop gezeten. Als leerling van de classicistische Pierre Guérin, studievriend van Géricault en Delacroix, bewonderaar van Ingres en promotor van Barbizon-schilder Théodore Rousseau was Scheffer van alle artistieke ontwikkelingen getuige geweest. Het eerste essay in deze catalogus laat zien hoe Scheffer daar met zijn eigen werk en zijn inzet voor de kunstenaars om hem heen een belangrijke bijdrage aan leverde.
Deze periode in de schilderkunst wordt veelal aangeduid als de Romantiek, maar over wat precies met deze term wordt bedoeld verschillen de meningen. Dat begon al in die tijd zelf, toen schrijvers, historici en kunstcritici verwoede pogingen deden om de nieuwe ontwikkelingen te duiden. Al in 1829 werd geconcludeerd: ‘De Romantiek is juist dat wat niet gedefinieerd kan worden.’5 Nog altijd is er geen sprake van één allesomvattende beschrijving van de term. Het is ‘bij gebrek aan een betere naam’, zo verklaarde Hugh Honour in Romanticism , dat we ‘Romantiek’ moeten gebruiken als duiding voor het diverse karakter van culturele en artistieke ontwikkelingen in deze periode in Europa.6 De romantische schilderkunst in Frankrijk is niet hetzelfde als de romantische schilderkunst in Nederland, Engeland of Duitsland. Het werk van Scheffer, Géricault of Delacroix is van een geheel andere aard dan dat van Barend Cornelis Koekkoek, Joseph Mallord William Turner of Caspar David Friedrich. Ieder land had zo zijn eigen speerpunten en lokale inspiraties, maar men wisselde ook invloeden en ideeën uit.
Les années romantiques, ‘de romantische jaren’, luidde de titel in 1996 van de laatste grote overzichtstentoonstelling over de Franse schilderkunst van 1815-1850.7 In 2019 was in het Petit Palais de tentoonstelling Paris Romantique 1815-1848 te zien, over het culturele leven in Parijs in deze periode.8 Het romantische tijdperk, zullen we maar zeggen, waarin een bepaald gedachtegoed de culturele koers bepaalde die in de kunst op verschillende manieren tot uiting kwam. Ook in Liberté! Ary Scheffer & de Franse Romantiek moet het gebruik van het begrip ‘Romantiek’ op die manier worden bezien: niet als een bepaalde artistieke stijl, maar een periode en tijdgeest. Maarten Doorman laat daar dan weer zijn licht over schijnen in een treffend weerwoord dat de Romantiek zowel tijdloos als actueel maakt.
Het presenteren van Scheffer te midden van zijn collega’s laat de complexiteit van de Romantiek zien en de veelzijdigheid van de Franse schilderkunst uit de periode van 1815-1850. Scheffers sociale rol in het culturele leven in Parijs — ‘la vie romantique’ — brengt ook de verschillende kunsten bij elkaar. Zelf schilder en beeldhouwer, met in zijn atelier een groot aantal leerlingen, organiseerde hij soirées in zijn huis aan de Rue Chaptal waar componisten als Franz Liszt en Frédéric Chopin, de zangeres Pauline Viardot en de schrijfster George Sand samenkwamen, zoals Gaëlle Rio in deze catalogus beschrijft.
LIBERTÉ!
Hoe ongrijpbaar de Romantiek ook is, de artistieke idealen van Scheffer en zijn Franse collega’s lijken zich toch enigszins te karakteriseren. In haar uitgebreide studie uit 2009 over de Salon van 1827 — de officiële kunsttentoonstelling — beschrijft Eva Bouillo hoe contemporaine kunstcritici drie kenmerken zagen die aan de Romantiek ten grondslag lagen: la vérité, l’originalité, la liberté , waarachtigheid, originaliteit en vrijheid.9 Een schilderij moest waarheidsgetrouw en oorspronkelijk zijn en om dat te bereiken was het nodig om los te breken van artistieke conventies.
Het streven naar ‘vrijheid’ was daarbij niet alleen artistiek, maar gold ook — misschien wel meer nog — op individueel en maatschappelijk vlak. Het individu en zijn gevoel kwam voorop te staan. Scheffer en de romantici waren daarnaast zeer geëngageerd, zoals onder meer te lezen valt in de bijdrage van Bruno Chenique. De val van Napoleon in 1815, de maatschappelijke onvrede en revoluties van 1830 en 1848, de onafhankelijkheidsoorlogen in Polen en Griekenland: de romantische kunstenaars legden de gebeurtenissen vast en trokken met hun penselen ten strijde. Een van de meest iconische schilderijen van de Franse Romantiek is La Liberté guidant le peuple — De Vrijheid leidt het volk . Het is een algemeen misverstand dat Delacroix hier een scène uit de Franse Revolutie schildert, in werkelijkheid gaat het om de julirevolutie van 1830. Scheffer speelde in deze revolutie hoogstpersoonlijk een glansrol. De idealen van de grote revolutie van 1789 — Liberté! Egalité! Fraternité! — zijn echter bij de Franse romantici nooit ver weg, ook al wijst Maarten Doorman ons erop dat zij meer waarde hechtten aan de individuele vrijheid dan aan het gelijkheidsideaal. In 1826 schilderde Scheffer overigens wél een scène uit de Franse Revolutie: het moment dat vanuit Marseille honderden burgers oprukten en luidkeels zingend Parijs binnentrokken . ‘Allons enfants de la Patrie …’ — het schilderij kreeg dezelfde naam als dit lied, dat later het Franse volkslied werd: De Marseillaise (p. 129). Het werd meteen ook in prent gebracht door Gottfried Engelmann onder de titel Allons! . Een politiek statement en een gewaagde actie, want tijdens het Bourbon-regime tussen 1815 en 1830 was het lied verboden.
Liberté! is daarom een leidraad in de tentoon stel ling en deze catalogus over Ary Scheffer en zijn Franse collega’s, bij wie artistieke en persoonlijke vrijheid hoog in het vaandel staan en wiens kunst regelmatig ingegeven is door maatschappelijk engagement. Marthe Kolb schreef in 1937 al een proefschrift over Ary Scheffer en zijn tijd,
EUGÈNE DELACROIX
28 juli 1830: de Vrijheid leidt het volk (1830) olieverf op doek
260 x 325 cm
Musée du Louvre (Parijs)
ARY SCHEFFER
Allons! (1826) lithografie
279 x 368 mm
Dordrechts Museum
legaat Cornelia MarjolinScheffer (1899)
waarmee zij de geboren Dordtenaar in de context van zijn Franse tijdgenoten plaatste. 10 Na de uitvoerige publicaties van Leo Ewals en verschillende monografische tentoonstellingen in Dordrecht en Parijs is er nu voor het eerst ook een groeps tentoonstelling aan gewijd. 11 De eerste expositie in Nederland bovendien over de Franse schilderkunst van de Romantiek. Of de romantische jaren. We blijven op zoek naar een betere term.
Sanne Baar
Ary Scheffer wordt op 10 februari geboren in Dordrecht. Zijn ouders Johan Bernard Scheffer (1764-1809) en Cornelia Lamme (1769-1839) zijn beide schilder. Het echtpaar krijgt nog twee zonen: Karel Arnoldus (1796-1853) en Henry Scheffer (1798-1862). Arnold wordt later schrijver en politiek activist, Henry schilder.
Door haar politieke ballingschap is filosofe en schrijfster Madame de Staël (1766-1817) gedwongen door Europa te reizen. Zo komt ze in Duitsland in contact met de filosofen Goethe, Schiller en Herder. Haar roman De l’Allemagne (1810) speelde een grote rol in de vorming van het romantische gedachtegoed in Frankrijk.
Na het overlijden van haar man Johan Bernard Scheffer (1809) vertrekt Cornelia met haar zonen Ary, Arnold en Henry naar Parijs. Ary en Henry gaan in de leer bij Pierre Guérin (1774-1833). Hier ontmoeten zij onder anderen Théodore Géricault (1791-1824) en Eugène Delacroix (1798-1863).
Met de bestorming van de Bastille op 14 juli 1789 begint de Franse Revolutie. Liberté, Egalité, Fraternité! klinkt overal op straat. Op 21 januari 1793 belandt Lodewijk xvi onder de guillotine, in oktober zal ook Marie-Antoinette volgen.
Het afschaffen van de slavernij kent in Frankrijk een lange periode. In 1794 worden de handel en het houden van tot slaaf gemaakten afgeschaft. Napoleon draait dit in 1802 na druk uit de koloniën weer terug. Na de val van Napoleon wordt de slavenhandel wederom ver boden en in 1848 uiteindelijk ook het houden van tot slaaf gemaakten. Kunstenaars als Géricault en Ary Scheffer sluiten zich aan bij de abolitionistische beweging die zich inzet voor de afschaffing van de slavernij.
In 1795 wordt Nederland bezet door Frankrijk, het begin van de Franse Tijd
In 1799 pleegt Napoleon Bonaparte (1769-1821) een staatsgreep en installeert zichzelf als eerste consul van Frankrijk. In 1804 laat hij zich tot keizer uitroepen. Na de rampzalige veldtocht naar Rusland wordt hij in 1813 bij Leipzig verslagen en naar Elba verbannen. In 1815 keert Napoleon honderd dagen terug naar Frankrijk, maar hij wordt uiteindelijk in juni bij Waterloo definitief verslagen.
Na de Slag bij Waterloo in juni 1815 volgt in Frankijk de Witte Terreur tegen de aanhangers van Napoleon. Lodewijk xviii van het huis Bourbon , die sinds 1813 aan de macht is, zoekt naar een evenwicht tussen revolutie en restauratie. In 1824 wordt zijn broer Charles x tot koning gekroond. Deze periode staat bekend als de Restauratie
Théodore Géricault presenteert zijn Vlot van de Médusa op de Salon. De schilder levert zo felle kritiek op de falende regering en de instandhouding van de slavernij.
In 1821 roepen de Grieken met steun van Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland de onafhankelijkheid uit: het begin van de Griekse onafhankelijkheidsoorlog tegen de onderdrukking van het Ottomaanse Rijk. Vele kunstenaars steunen de Grieken.
Op de Salon van 1824 presenteren Eugène Delacroix en Paul Delaroche (1797-1856) hun iconische werken
Het bloedbad bij Chios en De ondervraging van Jeanne d’Arc . Waar Delacroix choqueert met gruwelen van de Griekse onafhankelijkheidsoorlog, wordt Delaroche gewaardeerd om de theatrale dramatiek van zijn historiestuk.
Jean-Auguste-Dominique Ingres (1780-1867) woont afwisselend in Italië en Frankrijk. Binnen de Romantiek is hij de leider van de classicistische stijl. In 1827 presenteert hij zijn Apotheose van Homerus op de Salon. Scheffer maakt datzelfde jaar furore met zijn
De vrouwen van Souli
Als reactie op het regime van Charles x breekt in juli revolutie uit vanuit de burgerlijke middenklasse. Het oproer duurt drie dagen.
Louis-Philippe i van het huis van Orléans wordt tot koning der Fransen gekroond. De Julimonarchie is in het begin progressief, maar wordt uiteindelijk toch weer conservatiever.
In de nacht van 28 november 1830 komen nationalisten in Polen in opstand tegen het bewind van de Russische tsaar Nicolaas i . Meer dan 50.000 Polen vluchten naar West-Europa, in Parijs ontwikkelt zich een grote Poolse gemeenschap. Frédéric Chopin (1810-1849) is een van de vluchtelingen.
Scheffer koopt een huis op de Rue Chaptal 16. In het huis is nu het Musée de la Vie romantique gevestigd. In datzelfde jaar wordt op 29 juli dochter
Cornelia Scheffer geboren. Wie haar moeder is, is niet bekend.
Schrijfster en feministe avant la lettre Amantine
Aurore Lucile Dupin, bekend onder het pseudoniem
George Sand (1804-1876) vestigt zich in Parijs.
Koning Louis-Philippe geeft opdracht voor de bouw van de Galeries des Batailles in Versailles. Delacroix, Vernet, Henry en Ary Scheffer en vele anderen schilderen belangrijke veldslagen ter meerdere eer en glorie van Frankrijk.
Tot grote onvrede onder de romantici weigert de jury van de Salon van 1836 het werk van jonge schilders als Théodore Rousseau (1812-1867), waaronder zijn Afdaling van de koeien (p. 181). Uit protest organiseert Scheffer een alternatieve tentoonstelling bij hem thuis.
Tijdens de Julimonarchie voert Frankrijk diverse koloniale veroveringsoorlogen in Noord-Afrika. Frankrijk vestigt zich in Tunesië, Algerije en Marokko. Horace Vernet (1789-1863) en Delacroix reizen met het koninklijke leger mee naar Algerije en Marokko.
Muziek wordt in de Romantiek als de ultieme kunstvorm gezien, als het medium om je gevoelens te uiten. Franz Liszt (1811-1886) en Frédéric Chopin zijn in Parijs de voortrekkers. Vooral de pianomuziek kent een grote bloei, in 1839 voert Liszt het eerste pianorecital op in Parijs.
Pauline Viardot-Garciá (1821-1910) (zangeres, pianist en componist) trouwt met Louis Viardot (kunsthistoricus en operadirecteur). George Sand introduceerde haar destijds aan haar latere echtgenoot. De Viardots zijn onder meer bevriend met Ary Scheffer en Frédéric Chopin, en de componisten Clara Schumann, Gioacchino Rossini en Charles Gounod.
De kroonprins, hertog Ferdinand-Philippe van Orléans (1810-1842) komt om bij een noodlottig wegongeluk. Ary Scheffer is bevriend met hem en is nauw betrokken bij het ontwerp van de herdenkingskapel. De glas-in-loodramen worden door Ingres verzorgd, ook een goede vriend van de kroonprins.
Dichter en kunstcriticus Charles Baudelaire (1821-1867) schrijft over de Salon van 1845-46: ‘Wie Romantiek zegt, zegt moderne kunst, dat wil zeggen: innerlijk, spiritualiteit, kleur, een streven naar het oneindige met alle middelen die de kunst biedt.’ Ary Scheffer noemt hij echter een ‘aap van het sentiment’
In februari 1848 vindt een nieuwe revolutie plaats, de Februarirevolutie . Louis-Philippe doet afstand van de troon en vlucht naar Londen. De Tweede Franse Republiek wordt uitgeroepen.
Ary Scheffer overlijdt op 15 juni 1859 op 63-jarige leeftijd in zijn buitenhuis in Argenteuil.
In mei opent in Parijs een grote herdenkingstentoonstelling van Ary Scheffer. De schilders Vernet, Ingres en Delacroix behoren tot het organisatiecomité.
Op 8 mei wordt in het centrum van Dordrecht een standbeeld ter ere van Scheffer onthuld.
Na het overlijden van Cornelia Marjolin-Scheffer laten zij en haar echtgenoot René Marjolin de Vereniging Dordrechts Museum het ateliernalatenschap van haar vader en een legaat na waarmee jonge kunstenaars gesteund kunnen worden. Nog altijd reikt het museum de tweejaarlijkse kunstprijs De Scheffer uit.