Elsbeth Cochius

Page 1


Elsbeth Cochius

Elsbeth Cochius — Ritmisch landschap
Berenklauw 1999, linosnede, 120 x 90 cm
Veenwortel 2024, linosnede, 30 x 40 cm
p. 2-3

Voorwoord

‘Iedere keer als ik de natuur in ga, ben ik benieuwd wat ik ga ontdekken. Het is een avontuur; wat kom ik tegen en wat neem ik mee naar huis.’ Aldus Elsbeth Cochius. De natuur is voor haar een eindeloze bron van verwondering en fascinatie. Een verwondering en fascinatie die ook ten grondslag liggen aan haar kunst. In haar metersgrote grafische werken weet ze de visuele rijkdom van de natuur op geweldige wijze te vatten. Haar belangrijkste medium, de linosnede, leent zich perfect voor waar Cochius zo van houdt in de natuur: de lijnen en structuren. Vaak zijn dit vloeiende lijnen, zoals de strepen winterrogge in het glooiende landschap. Maar soms juist ook de rechte lijnen, of de lange slagschaduwen die kenmerkend zijn voor het najaar.

Cochius verbeeldt niet alleen weidse landschappen of dichte bossen, maar zoomt ook in op de kleinste details, zoals zaaddozen of wortelstructuren. Deze werken hebben iets studieus, alsof ze deze vormen en patronen eindeloos door een microscoop heeft bekeken en bestudeerd. Het doorgronden van haar onderwerp blijkt inderdaad onderdeel van het maakproces te zijn. Neem bijvoorbeeld de prent van het plantje veenwortel (p. 2-3), die ze speciaal voor de tentoonstelling in Rijksmuseum Twenthe maakte. De plantjes trokken haar

aandacht op Terschelling. Er volgde een grondig onderzoek, waarbij ze verschillende schetsen maakte en alles over het plantje te weten wilde komen. Om het ‘te snappen’.

Want achter een op het eerste gezicht onbeduidend plantje gaat een hele wereld schuil. Misschien is dat ook een van de redenen waarom Cochius maakt wat ze maakt. Om ons kijkers mee te nemen in deze wereld. Tijdens een van de gesprekken ter voorbereiding op de tentoonstelling verzuchtte ze: ‘het ergste vind ik als andere mensen het niet zien’. Ze doelde op de schoonheid en rijkdom, en daarmee ook de waarde van de natuur. Maar met haar werk laat ze ons kijken en wijst ze ons op dingen die we eerder misschien nog niet zagen.

Ze weet daarmee een snaar te raken bij het publiek. Dat merkten we ook in Rijksmuseum Twenthe, toen we in 2022 voor het eerst haar werk toonden in de groepstentoonstelling Collectie Wilploo. Verglijdend landschap. De drie lino’s die destijds te zien waren bleven niet onopgemerkt en werden met lof ontvangen. Dit bevestigde voor ons de kracht die van haar werk uitgaat én dat het een groot publiek verdient.

Daarom zijn we enorm trots dat we met deze eerste museale solotentoonstelling Elsbeth Cochius. Ritmisch landschap een

ruime en diverse selectie werken kunnen tonen van grofweg de afgelopen 25 jaar. Van dichte bosgezichten en open landschappen op groot formaat in zwart­wit, tot kleinere gekleurde prenten. Het grootste deel van de tentoonstelling bestaat uit lino’s, maar er zijn ook een aantal recente werken in monoprint te zien. Zoals het indrukwekkende Dennenbos (p. 22-23), en het maar liefst 18 meter brede werk Wandeling langs de IJssel bij hoog water (p. 32-33), dat tijdens de laatste weken van de tentoonstelling in de galerij rondom de binnentuin wordt getoond.

Op deze plaats willen we allereerst Elsbeth Cochius bedanken voor haar inzet en het beschikbaar maken van haar werk. Speciaal voor deze tentoonstelling heeft zij ook nieuw werk ontwikkeld en verschillende linosneden opnieuw afdrukt. Tijdens de voorbereidingen is zij ondersteund door haar partner Warner Braspenning, die we eveneens hartelijk danken. Daarnaast zijn we dank verschuldigd aan Waanders Uitgevers die direct enthousiast waren over het idee om een boek te maken bij de tentoonstelling. Verder gaat onze dank uit naar alle auteurs en fotografen die een bijdrage aan deze publicatie hebben geleverd. Tenslotte bedanken we het Jaap Harten Fonds, dat met een genereuze bijdrage dit boek mogelijk heeft gemaakt.

Josien Beltman

Conservator moderne en hedendaagse kunst

Elsbeth Cochius Grafiek van formaat

Elsbeth Cochius (Lieshout, 1951) is uitgegroeid tot de grande dame van de Nederlandse grafiekwereld. Haar imposante oeuvre bestaat voornamelijk uit linoleumsneden, maar ze is van meer markten thuis: naast zeefdrukken en grafische objecten in drie dimensies, maakt ze ook installaties van natuurlijke materialen. Verder illustreerde ze kinderboeken en fotografeert ze. De tentoonstelling in Rijksmuseum Twenthe biedt een meesterproef van haar grafische werk.

Cochius in het kort

Ze groeide op in Brabant en bezocht de mms (middelbare meisjesschool) in Eindhoven, een school die haar maar matig bekoorde. Ze volgde liever de avondopleiding van de Academie voor Industriële Vormgeving in Eindhoven om zich voor te bereiden op een kunstopleiding. Op haar negentiende werd ze zowel toegelaten in Breda als in Enschede, waarna ze koos voor de AKI. Achteraf beseft ze dat ze daar nog veel te jong voor was, omdat ze zich geen raad wist met de vrijheid die daar heerste. Van de weeromstuit ging ze vervolgens naar de Stadsacademie in Maastricht, waar het onderwijs juist weer heel schools was en ook dat werd geen succes. Toen haar plannen om het in Noorwegen te proberen strandden, schreef ze zich opnieuw in bij de AKI en vanaf dat moment had ze haar draai gevonden. In haar eerste jaar proefde ze enthousiast van alle disciplines en uiteindelijk studeerde ze in 1975 af in monumentale vormgeving, grafiek en keramiek. Aan die laatste discipline heeft ze zelfs een extra academiejaar besteed,

maar ze is ermee gestopt, omdat ze de keramische eindproducten te kwetsbaar vond. Tijdens haar opleiding genoot ze het meest van wat ze leerde binnen de grafiekafdeling. Ze denkt met dankbaarheid terug aan haar docent Sipke Huismans die haar liet kennismaken met het Stundenbuch (1920) van de internationaal gelauwerde graficus Frans Masereel. Zijn boek is een beeldverhaal in 165 houtsneden over het leven van een avontuurlijke jongeman die de wereld intrekt. De kwaliteit van dit Stundenbuch is zo hoog dat de Belgische Masereel vaak in één adem genoemd wordt met de Duitse meester Albrecht Dürer. De intensiteit en expressie van Masereels afbeeldingen bevestigden haar in de keuze voor het werken in zwart­wit. Zelf koos ze echter voor linoleum in plaats van het veel weerbarstigere hout. In linoleum kun je in één vloeiende beweging lange lijnen maken, iets wat in hout vrijwel onmogelijk is. Naast Huismans roemt Elsbeth de technische ondersteuning die ze kreeg van docent Philip Kouwen en de stimulerende tekenopdrachten van gastdocent Pieter Holstein. Na de academie leerde ze van Willem Liem de fijne kneepjes van het zeefdrukken en ook hem is ze veel dank verschuldigd.

Op de AKI heeft ze haar partner Warner ontmoet. Net als meer AKI­studenten woonden ze destijds in het Duitse Getelomoor. Warner en zij betrokken er een klein boerderijtje, een dankbaar onderwerp voor haar eerste lino’s. Na haar afstuderen verhuisden ze naar Enschede, waar ze uit­

eindelijk in het oude schoolgebouw De Ark zouden neerstrijken; hier kreeg ze alle ruimte voor haar steeds grotere linoleumdrukken.

Structuren

Cochius is gefascineerd door structuren en patronen in de natuur. Ze heeft een haarscherpe grafische blik ontwikkeld: ze ontleedt een waarneming in zwart­wit en brengt wat ze ooit zag terug tot zijn essentie. Daardoor zijn haar landschappen of bosgezichten nooit realistische ‘portretten’. Ze overstijgen hun tijd en plaats en raken aan het platonische idee van bijvoorbeeld een berkenbos of een moerasgebied. Onmiddellijk herkenbaar, maar ‘groter’ dan dat éne landschap of dat éne bos. Soms gaat ze voor het grote gebaar, waardoor de nadruk komt te liggen op de ritmische patronen van bijvoorbeeld boomkruinen of wuivende grassen. Maar ook het kleine wekt haar bewondering en belangstelling. Met behulp van een stereoloep onderzoekt ze de kleinste insecten en plantdelen, om die vervolgens vaak te vergroten tot surrealistische proporties, waardoor het onderwerp iets onontkoombaars krijgt. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de monumentale lino Paardenstaarten (p. 43), waarop drie leden van de plantenfamilie Equisetaceae staan afgebeeld in al hun gelede schoonheid (ook al wordt de soort meestal als onkruid beschouwd). De essentie van iedere afbeelding schuilt in het ritme van de lijnen en de uitgebalanceerde vlakverdeling. Zwermen zwaluwen, bijen of zelfs drones krijgen door de vloeiende lijn

van de linosnede vaak de suggestie van één grote beweging. Mensfiguren komen minder vaak voor in haar werk, al heeft ze een tijdlang overbevolkte lino’s gemaakt waarop het wriemelt van menselijke poses en silhouetten. Uiteraard maakt ze zich zorgen over het afkalven van de biodiversiteit, maar ze benadrukt dat ze niet wordt gedreven door activisme. Haar scheppingen naar de natuur komen voort uit haar eigen fascinatie en bewondering voor datgene wat ze intensief observeert.

Met Hedy Hempe heeft ze van 2003 tot 2018 het duo Natuurlijk Werk gevormd. Een inmiddels afgesloten, maar wezenlijk onderdeel van haar kunstenaarspraktijk. Samen gingen zij op pad in steeds een ander natuurgebied om er de systemen en structuren te onderzoeken. Van ter plekke verzamelde natuurlijke materialen maakten ze objecten die in relatie stonden tot de omgeving. Zo ontstonden organische installaties van afgebroken takken, stronken, of gevlochten twijgen die naadloos in dat specifieke landschap pasten. Sculpturen vergankelijk als de kringloop van de natuur zelf. Gelukkig zijn sommige ervan vastgelegd op foto’s en in grafiek. Aan hun vruchtbare samenwerking kwam een vrij abrupt eind door een verschil van inzichten. Incidenteel maakt Cochius nog steeds van dit soort natuursculpturen, bijvoorbeeld voor het KunstenLandschap, een driedaagse kunstroute rond Lonneker, nabij Enschede.

Techniek

Inmiddels staat Cochius vooral bekend om haar grafiek van formaat. Warner heeft haar drukpers zo ingenieus ‘verbouwd’ dat ze niet alleen heel grote platen kan afdrukken, maar ook met rollen papier van maar liefst tien meter (!) kan werken, waarop ze afdrukken van verschillende platen kan combineren. Sinds de coronatijd, waarin ze de rust en de tijd had om te experimenteren, maakt ze ook monotypes, waarin zwarte afdrukken gecombineerd worden met grijze. De grijstinten ontstaan door minder van inkt verzadigde platen te gebruiken naast van inkt doordrenkte zwarte onderdelen. Ze creëert bijvoorbeeld bosgezichten door lino’s van boom­ of takvormen, die dus ook grillige plaatvormen hebben, meerdere keren op één papier af te drukken. In de 3D­spiegelobjecten die ze vervaardigt, combineert ze vier lino’s met daarop twee haaks geplaatste spiegels in een kruisvorm. Als je erom heen loopt, ontstaat de suggestie van beweging waar ze naar op zoek is. Haar werk komt echt in beweging wanneer ze lange stroken van op rijstpapier gedrukte lino’s vanaf het plafond laat neerhangen. De installatie Dans van de grassen (p. 58) in Rijksmuseum Twenthe beweegt letterlijk door de luchtstromen binnen de expositieruimte. Steeds vaker werkt ze met een toevoeging van kleur. Soms kleurt ze delen van een lino in met de hand en soms gebruikt ze een meerkleurendruk. Met dat inkleuren is ze begonnen, omdat binnen de meerkleurendruk op groot formaat vaak verschuivingen

optreden, waardoor de kleurvlakken elkaar ongewenst overlappen. Prachtige voorbeelden van inkleuringen zijn Vlieg (p. 12) en Klaprozen. Ook maakt ze gebruik van de reductietechniek: een meerkleurendruk (op een kleine pers) die ontstaat door na iedere drukgang datgene wat al een kleur heeft weg te snijden, waarna een volgende kleur opgebracht en gedrukt kan worden. Deze drukwijze wordt ook wel de ‘zelfmoordmethode’ genoemd, omdat aan het eind van alle drukgangen de oorspronkelijke tekening van het ontwerp vrijwel helemaal is weggesneden. Na de meestal bescheiden oplage is de prent dus niet meer te reproduceren. De prachtige kleurenlino van het amfibische plantje

Veenwortel (p. 2-3), die ze speciaal voor de expositie in Rijksmuseum Twenthe maakte, is met deze reductietechniek vervaardigd. Overigens ontdekte ze dit bijzondere plantje tijdens een bezoek aan Oerol op Terschelling. Als de grond droog is, zie je alleen de verticale bloem, maar als een duinpan onderloopt, ontvouwen de blaadjes zich als die van een waterlelie en gaan de wortels onder het wateroppervlak zweven. Deze bijzondere waarneming vertaalde ze naar een dromerige kleurenlino die doet denken aan de beroemde vijvers van Monet.

Engagement

Uiteraard is haar betrokkenheid bij de natuur een vorm van engagement, maar soms voelt ze zich ook genoodzaakt om zich in een beeld uit te spreken over wat mensen elkaar aandoen. Zo ontstond een aantal lino’s

waarin ze het opneemt voor de slachtoffers van politieke repressie of onverschilligheid. Met de grimmige lino Wachten op demonstranten (p. 62) uit 1984 koos ze partij voor de vreedzame demonstranten tegen de kerncentrale bij Dodewaard, die opgewacht werden door de ME. Later nam ze met Fort Europa (p. 60, naar aanleiding van de bestorming van de Spaanse enclave Ceuta in Marokko door wanhopige migranten) en Tussen hoop en vrees (p. 34, een afbeelding van een overvolle boot op volle zee) stelling in de discussie rond migratie. Margót Veldhuizen schreef het indringende gedicht Naar Lampedusa bij deze laatstgenoemde lino. De grote installatie De Golfoorlog bestaat uit een monumentale lino die in drie banen van de muur af de zaal in ‘golft’, met daarop doodshoofden en skeletten. Recentelijk reageerde ze met een grote, aan het plafond opgehangen, lino­installatie op de inzet van drones in de huidige, mondiale conflicten. Een werk dat afgelopen zomer te zien was tijdens de Grafiektriënnale in Uppsala, Zweden.

Promotor grafische kunst Cochius is actief binnen het Grafiekplatform, het Kunstenaarscentrum Bergen en Grafiekgroep Bergen. Door de tweejaarlijkse manifestatie Grafiek Nu (een initiatief van Piet Clement en Ton van Dijk) werd ze rond de eeuwwisseling ook landelijk bekend. Door de jaren heen nam ze deel aan talloze grafiekmanifestaties in binnen­ en buitenland. In 2005 won ze de HeArtpool Grafiekprijs Overijssel.

Na de opening van haar eigen zeefdrukwerkplaats Atelier Print Art in 2009 gaf ze bovendien een vijftal grafiekkalenders uit (van 2009 tot 2014). Een project waaraan ieder jaar – naast de initiatiefneemster – elf andere door haar geselecteerde grafici deelnamen. De vijf jaargangen van deze bijzondere uitgave vormen een indrukwekkende ode aan de hedendaagse Nederlandse grafische kunst en gelden door hun beperkte oplage als een begeerlijk verzamelobject. In de jaren hierna heeft ze nog twee keer een ‘grafiekdoos’ met tien prenten uitgegeven, volgens hetzelfde principe. Inmiddels is werk van Cochius opgenomen

in de collecties van het prentenkabinet van het Stedelijk Museum in Amsterdam, Rijksmuseum Twenthe, Stadtmuseum Borken Duitsland, Aldegrever Gesellschaft Münster, de Collectie Wilploo in Enschede, AkzoNobel Arnhem en – last but not least – in de collectie van het Waterschap Vechtstromen. Het haast sacrale drieluik Moerasbos (p. 28) kreeg een ereplaats in de hoofdvestiging in Almelo, terwijl het gebouw van de waterzuivering in Hengelo plaats biedt aan een verzameling monumentale lino’s. Elders in deze publicatie komt verzamelaar Ingrid Blans, die de Collectie Wilploo bijeenbracht, uitgebreid aan het woord. Zij volgt Elsbeths werk vanaf het prille begin en schonk een groot deel van haar collectie aan Rijksmuseum Twenthe. Gezien de hoge kwaliteit van het oeuvre dat Cochius bijeenbracht en haar inzet voor de grafische kunst in het algemeen is de tentoonstelling in Rijksmuseum Twenthe een meer dan verdiende hommage!

Jet van der Sluis Kunsthistoricus en publicist

Elsbeth Cochius — Ritmisch landschap
Vlieg
2002, linosnede, 190 x 120 cm
Rijksmuseum Twenthe, schenking Collectie Wilploo
Bijen vliesvleugeligen 2006, linosnede, 100 x 70 cm
Elsbeth Cochius — Ritmisch landschap
Insecten biodiversiteit 2000, linosnede, 150 x 100 cm
Cochius
Peppels 2012, linosnede, 88 x 148 cm
p. 16-17
Vliegende herten 1998, linosnede, 40 x 60 cm
Elsbeth Cochius — Ritmisch landschap
Varenbos
2023, linosnede, 90 x 190 cm
Douglassparren 2005, linosnede, 180 x 100 cm
Elsbeth Cochius — Ritmisch landschap
Morgenlicht
2005, linosnede, 90 x 165 cm
Eikenbos 2023, linosnede, 90 x 185 cm

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.