Schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw
Het internationale landschap
16
50
Bergen
Bos
84
114
150
Weide, rivieren, vergezichten
Winter
Zee
Inhoud 4
Woord vooraf Caroline Breunesse
6
Het internationale landschap Een inleiding Nelleke de Vries
24
Het beloofde landschap Over heidevelden, natuurparken en mythische landschappen Henk van der Liet
58 Intermezzo
Berglandschappen en vergezichten Kunstenaars van de Hudson River School en het Amerikaanse landschap Nelleke de Vries
70
Finland Het land van duizend meren en dichte bossen Anne-Maria Pennonen
92 Intermezzo
Van algemeen naar herkenbaar Het Japanse landschap op papier Nelleke de Vries
98
Vrij bewegen in de natuur Vrouwelijke kunstenaars in de tweede helft van de negentiende eeuw Nelleke de Vries
122
Schoonheid en waarheid Het landschap in de Russische kunst van de tweede helft van de negentiende eeuw Aleksandra Murre
156
Verder lezen 160
Colofon
Woord vooraf
4
De tentoonstelling Het internationale landschap, schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw past als een jas bij Rijksmuseum Twenthe. In geen enkel ander museum in Nederland is de ontwikkeling van de landschapskunst zo goed te volgen als in Enschede. Van een winterlandschap van Pieter Brueghel de Jonge uit 1605 tot aan de levende Sotto boscotuin van Elspeth Diederix uit 2022, alle tijden en stijlen zijn in de collectie vertegenwoordigd. Al vanaf de opening van het museum in 1930 zijn natuur en cultuur sterk verweven. Dit is te danken aan de oprichters, de familie Van Heek, die zowel het landschap als de beeldende kunst met grote overtuiging steunden. De Twentse familie Van Heek verdiende een groot vermogen in de textielindustrie. Naast hun werk als ondernemers hadden de broers Jan Bernard, Gerrit Jan en Jan Herman van Heek ook interesse in de beeldende kunst. Jan Bernard verzamelde zeventiende- en negentiende-eeuwse kunst en kwam met het idee om een kunstmuseum op te richten voor Twente. Zijn collectie en die van zijn broers zouden de basis vormen van het huidige Rijksmuseum Twenthe. Hierin bevinden zich landschappen en talloze dierschilderijen, de grote liefde van Gerrit Jan van Heek. Deze laatste categorie bevat werken van onder meer Bruno Liljefors en Richard Friese, die dieren bestudeerden en vastlegden in hun natuurlijke omgeving. In de afgelopen jaren kon Rijksmuseum Twenthe de collectie met landschappen verder uitbreiden. Binnen één collectie kun je zien hoe de landschaps
kunst door de eeuwen heen evolueerde en hoe kunstenaars elkaar inspireerden. Zo is er werk van de zeventiende-eeuwse Haarlemse schilder Jacob van Ruisdael. Een meesterstuk in het museum is ‘Gezicht op Hampstead Heath’ van de vroeg negentiende-eeuwse Engelse kunstenaar John Constable – die door Ruisdael geïnspireerd was. En er zijn tekeningen van de hedendaagse kunstenaar Nour-Eddine Jarram, Twentenaar van Marokkaanse afkomst, die ook schatplichtig is aan Ruisdael. En laten we ‘Falaises près de Pourville’ uit 1882 niet vergeten, een absoluut topstuk in de collectie van de Franse Impressionist Claude Monet, geschilderd aan de Normandische kust. Naast de vaste collectie maakt het museum ook tijdelijke tentoonstellingen over het landschap, zoals recent ‘Terra Libera’ en ‘Extractivism’, waarin kunstenaars reflecteren op de relatie tussen mens en natuur. Last but not least is de binnentuin van het museum een groene oase, ontworpen door kunstenaar Claudy Jongstra. Zo kunnen bezoekers zich binnen en buiten laven aan het landschap, geschilderd of schilderachtig. In de decennia waarin de fabrieken, het vermogen en de invloed van de Van Heek familie groeide, leidde de industrialisatie tot een andere opvatting over de natuur. Juist door de snelle verstedelijking, een ontwikkeling die in de negentiende eeuw werd ingezet, kwam in veel landen het besef dat de natuur beschermd moest worden. Ook in Nederland kwamen hiervoor initiatieven, zoals de oprichting van de Vogelbescherming in 1899. De familie Van Heek speelde een belangrijke rol bij het natuur
behoud in Nederland, onder meer door financiële en bestuurlijke steun te geven aan de oprichting van de Vereniging tot behoud van Natuurmonu menten in 1905 en de oprichting van Landschap Overijssel in 1932. Geheel passend bij die grote belangstelling voor het landschap gingen kunstenaars in de negentiende eeuw naar buiten, om al dat moois zelf ter plekke vast te leggen. In Nederland, Frankrijk, Finland, Denemarken, het voormalig Russische Keizerrijk, Japan en in de Verenigde Staten gingen ze op pad, met kistjes vol met verf in tubes (een noviteit), met warme jassen tegen de kou of parasols tegen de zon. Ze werkten samen met andere kunstenaars, in ‘kolonies’, waarin ook vrouwen vrij konden werken. Ze wilden het unieke vastleggen en laten zien hoe bijzonder het plaatselijke landschap was, met hun berg, hun bos of hun zee. Maar het bijzondere is dat ze eigenlijk allemaal hetzelfde zagen: een enorm inspirerende omgeving die gekoesterd moet worden. Hun werk heeft bijgedragen aan het streven naar natuurbehoud, wat ook nu nog aan de orde van de dag is. Op de tentoonstelling Het internationale landschap, schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw raak je hiervan doordrongen, je ziet wat zij zagen en je gaat met hen op reis. De expositie had niet tot stand kunnen komen zonder het harde werk van conservator Nelleke de Vries en projectleider Jasmijn Weener. Zij hebben meer dan 70 werken uit heel Europa en uit de Verenigde Staten bij elkaar weten te brengen.
Wij danken alle bruikleengevers voor hun ver trouwen. In het bijzonder danken we het Ateneum Art Museum in Helsinki en het Art Museum of Estonia in Tallinn. Voor deze catalogus zijn we Waanders Uitgevers dank verschuldigd, die het ontwerp en de publicatie op zich nam. Henk van der Liet, Professor Emeritus Scandinavische Studies aan de Universiteit van Amsterdam, Aleksandra Murre, Directeur Art Museum of Estonia, AnneMaria Pennonen, Conservator Ateneum Art Museum en Nelleke de Vries, Conservator oude en moderne kunst Rijksmuseum Twenthe zorgden voor de uitstekende bijdragen aan de catalogus. Hun kennis en advies is van grote waarde voor dit project. Tot slot noemen we graag onze partners, sponsoren en subsidiënten, die ons financieel steunden: Het Cultuurfonds, The NetherlandAmerica Foundation, De Gijselaar-Hintzenfonds en Stichting G.J. van Heek jr. Fonds. Zonder hen was deze tentoonstelling niet mogelijk. Natuur en cultuur, dat zit al bijna 100 jaar in het DNA van Rijksmuseum Twenthe. Het is dan ook met enige vanzelfsprekendheid maar vooral met trots, dat we vanaf 18 februari 2024 de groots opgezette expositie over negentiende-eeuwse pleinair schilders laten zien. Ik wens je veel inspiratie en kijkplezier toe. Caroline Breunesse Directeur-bestuurder Rijksmuseum Twenthe
5
Nelleke de Vries
Het internationale landschap Een inleiding
6
Kunstenaarskolonies en rondtrekkende kunstenaars Ik geloof dat, wanneer men zich eenmaal heeft voorgenomen een landschapschilder te worden, men zooveel mogelijk leven moet onder den blooten hemel, eten en drinken, lezen en slapen onder de boomen en in het gras.1
Door de eeuwen heen hebben kunstenaars uitdrukking gegeven aan ons verlangen om op te gaan in de natuur. In de negentiende eeuw gaan kunstenaars op zoek naar manieren om het landschap natuurgetrouw te tonen. Ze tekenen en schilderen herkenbare plekken. Naar buiten, lopen totdat je een schilderachtig plekje hebt gevonden of verrast wordt door een donderbui. Kunstenaars kiezen bewust voor het eigen landschap – dat wat zij overal om hen heen zien. En dit gebeurt niet alleen in Nederland. Deze ontwikkeling is terug te zien in de wereldwijde kunstproductie van deze periode. In zowel Europa als de Verenigde Staten, China en Japan trekken kunstenaars door de natuur van hun eigen land, op zoek naar inspiratie. Ze speuren naar het eigene, het bijzondere en het spectaculaire in hun omgeving en maken dit het onderwerp van hun kunstwerken (afb. 1).
Maar ook los van de verschillende kolonies reizen kunstenaars door het land om het landschap in beeld te brengen. In Denemarken schilderen leden van de familie Skovgaard de kust van Jutland (afb. 3) en in Finland trekken kunstenaars als Akseli Gallen-Kallela (1865-1931) en Albert Edelfelt (1854-1905) het binnen land in om het land van de duizend meren en oeroude bossen vast te leggen. In het negentiende-eeuwse
Het internationale landschap
Schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw
Gerard Bilders, 13 mei 1861
1
Akseli Gallen-Kallela, Wolken bij Tyrvää, 1883, olieverf op papier, 20,5 × 34 cm. The Gallen-Kallela Museum, Espoo.
Russische keizerrijk trekken kunstenaars van de groep ‘De Zwervers’ (Peredvizjniki) door het land om, in tegenstelling tot de gebruikelijke fantasielandschap pen, het eigen bos en weidelandschap te schilderen (afb. 4). In de negentiende eeuw trekken kunstenaars van over de hele wereld door hun eigen land om inspiratie op te doen, landschappen te schilderen en hun werk te exposeren, vergemakkelijkt door de relatief nieuwe aanleg van spoorlijnen (afb. 5). De Franse Charles-François Daubigny (1817-1878) reist met de trein naar de Bretonse en Normandische kust en trekt langs de Oise (afb. 6), terwijl de Nederlandse Jan Hendrik Weissenbruch (1824-1903) met de trein naar het Hollandse Groene Hart en zelfs het Franse Barbizon reist.
De Russische Zwervers keren zich tegen de academie en organiseren hun eigen tentoonstellingen in de kleinste dorpen in hun land, met als doel de ‘kunst naar het volk te brengen’. De groep kunstenaars verenigt zich in 1870 als reactie tegen de artistieke uitgangspunten en productie van de Keizerlijke Kunstacademie in Sint-Petersburg. De schilders willen vrij zijn in het werk dat ze maken en waar ze dat tentoonstellen. Ze noemen zich ook wel de ‘Maatschappij voor Reizende Kunstexposities’. Naast de realistische weergave van natuur en landschap, in frisse en heldere kleuren, schuwen zij het afbeelden van de sociale ongelijkheid in het land niet en doen dit dan ook waarheidsgetrouw. Ze streven naar natuurlijkheid in hun beelden en de weergave van de relatie van mensen met hun omgeving. Het
Het internationale landschap
Schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw
7
8
2
Thomas Hill, Early Morning, Yosemite Valley, 1884, olieverf op doek, 135,9 × 91,4 cm. Chrysler Museum of Art, Norfolk (VA); Gift of Edward J. Brickhouse 64.51.4.
Het internationale landschap
Schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw
3
Niels Skovgaard, Hoge deining aan de westkust van Jutland, 1894, tempera op doek, 92 × 147 cm. SMK, The National Gallery of Denmark, Kopenhagen.
9
genootschap verenigt zeer getalenteerde kunste naars, waaronder kunstenaars uit het huidige Oekraïne, Letland en Armenië. Ook in Azië raken kunstenaars steeds meer geïn spireerd door hun eigen landstreken. Hoewel het Westerse voorbeeld van een kunstenaarskolonie hier niet voorkomt, reizen kunstenaars in Japan en China door hun eigen land om het natuurschoon in beeld te brengen. In Japan volgen kunstenaars de Tokaido, een weg die Tokio met Kyoto verbindt en verschillende rustplaatsen kent. De houtdrukken van Utagawa Hiroshige (1797-1858) zijn op hun beurt invloedrijk voor de Europese kunstenaars (afb. 7). In China liet Cheng Men (ca. 1850-1908) zich inspireren door de stijl van zijn voorgangers en ging, net als
zijn Japanse collega’s, op zoek naar de spirituele kwaliteiten van het nationale landschap (afb. 8).
Het internationale landschap
Schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw
Bescherming van de natuur Het landschap verandert in de negentiende eeuw in hoog tempo. De aanleg van spoorwegen dwars door weides en het kappen van bossen voor fabrieken is aan de orde van de dag. De zorg voor deze snelle veranderingen uit zich in de schilderijen van de kunstenaars. Deze veranderingen spelen een rol in de keuze van kunstenaars om zich te focussen op de eigen, nationale natuur. Ze willen deze vastleggen en documenteren, uit angst voor te veel verandering. In Amerika trekken de kunstenaars van de Hudson River School naar verschillende natuurgebieden
10
4
Ivan Sjisjkin, Een naaldbos, 1878, olieverf op doek, 115 × 88 cm. Art Museum of Estonia, Tallinn.
Het internationale landschap
Schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw
11
5
Isaak Levitan, Trein onderweg, ca. 1900, olieverf op doek, 58 × 73 cm. Collectie van het Latvian National Museum of Art, Riga.
van de Verenigde Staten, om deze te ‘ontdekken’ en te ‘claimen’ als hun onderwerp. Van een aantal van deze enorme werken wordt gezegd dat ze in de buitenlucht zijn geschilderd (afb. 9). Hun werk speelt een rol bij de totstandkoming van nationale parken die de natuur beschermen (afb. 2). Thomas Morans (1837-1926) olieverfschetsen en schilderijen zijn bijvoorbeeld cruciaal voor de oprichting van Yellowstone National Park (afb. 56). Moran maakt tekeningen, aquarelschetsen en schilderijen tijdens
de Hayden Geological Survey, een expeditie die hij in 1871 samen met onder anderen fotograaf William Henry Jackson (1843-1942) onderneemt (afb. 54). Deze leggen de grootsheid van de natuur vast en dragen uiteindelijk bij aan de oprichting van het nationale park in 1872.
Het internationale landschap
Schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw
Vrouwelijke kunstenaars Opvallend is dat er gedurende de tweede helft van de negentiende eeuw veel vrouwen zijn die land
6
Charles-Fançois Daubigny, Gezicht op de Oise, 1874, olieverf op paneel, 32,2 × 57,3 cm. Rijksmuseum Twenthe, Enschede.
12
schappen schilderen. Doordat vrouwen zich aan sluiten bij kunstenaarskolonies krijgen ze meer bewegingsvrijheid en kunnen ze vaker alleen op pad. De internationale kunstenaarskolonies spelen bovendien een grote rol bij hun onderwijs in de schilderkunst. Gedurende de negentiende eeuw worden vrouwen namelijk niet toegelaten op nationale academies. Pas in 1896 wordt voor het eerst een vrouw toegelaten op de Franse Académie des Beaux-Arts. In Nederland wordt het steeds normaler dat vrouwelijke kunstenaars studies maken in de vrije natuur. In het begin van haar carrière maakt Marie Bilders-van Bosse (1837-1900) tekeningen in de duinen nabij Scheveningen. Later verhuist ze naar Oosterbeek, waar een kunstenaarskolonie is opgericht
in de trant van de Franse School van Barbizon. Bilders-van Bosse trekt er vaak op uit, soms met haar man Johannes Warnardus Bilders (1811-1890), maar ook alleen (afb. 10). De Noors-Nederlandse Betzy Akersloot-Berg (1850-1922) is een leerling van Hendrik Willem Mesdag (1831-1915), en schildert natuur- en zeegezichten. Ze werkt onder andere op Vlieland en heeft een kist waar ze in kan zitten, om in weer en wind de zee te schilderen. Ze reist door heel Europa om haar landschappen te vervaardigen, en haar realistische werken met frisse kleuren tonen overeenkomsten met die van tijdgenoten als Charles-François Daubigny. Evenals veel andere vrouwelijke kunstenaars in deze periode genieten de Noord-Amerikaanse Susie Bartow (1836-1926) en Julie Hart Beers (overleden
Het internationale landschap
Schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw
7
Utagawa Hiroshige (I), Olifantenberg in de provincie Sanuki, 1858, kleurenhoutsnede, 21,9 × 34,4 cm. Rijksmuseum, Amsterdam; Legaat van de heer H.C. Bos, Rotterdam.
13
8
Cheng Men, Landschap, tweede helft negentiende eeuw, inkt op papier, 20 × 24 cm. Rijksmuseum, Amsterdam.
Het internationale landschap
Schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw
9
Asher Brown Durand, Beacon Hills aan de Hudson River, tegenover Newburgh – ter plekke geschilderd, ca. 1852, olieverf op doek, 81,3 × 116,8 cm. New-York Historical Society, New York; Gift of Mrs. Lucy Maria Durand Woodman.
14
1913) geen officiële opleiding, maar leren ze de schilderkunst van hun collega’s en familie. Susie Barstow is als fervent wandelaar en bergbeklimmer lid van de Appalachian Mountain Club. Zo beklimt ze bergen in New York en New England, onder andere in de Catskills, de White Mountains en het Adirondackgebergte. Ze onderneemt lange expedities langs de Hudson River en combineert het bergbeklimmen met het schetsen en schilderen van landschappen. Ook is ze een fel tegenstander van het vrouwelijke kostuum, dat haar beperkt tijdens klim- en schilderactiviteiten. Ze ontwerpt een outfit die beter geschikt is voor het bergbeklimmen – een korte rok in combinatie met een broek en laarzen – waarmee ze bijdraagt aan de emancipatie van het vrouwenkostuum.
Nationaal of internationaal? In de negentiende eeuw zijn internationaal dezelfde ontwikkelingen te ontdekken. Kunstenaars keren zich af van de academie, op zoek naar nieuwe manieren om kunst te maken en te presenteren. In hun zoektocht naar realistische en naturalistische voorstellingen kiezen ze voor het hen omringende landschap, wat ze goed kennen. De werkwijze is wereldwijd nagenoeg gelijk. Kunstenaars van over de hele wereld trekken gedurende de tweede helft van de negentiende eeuw op eenzelfde manier het eigen land in en door, op zoek naar inspiratie. Hoewel zij allemaal het eigene proberen te vangen door hun nationale landschap in beeld te brengen, lijken de werken vaak verrassend veel op elkaar.
Het internationale landschap
Schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw
15
10
Marie Bilders-van Bosse, Bosgezicht, 1885, olieverf op doek, 51,3 × 35,7 cm. Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam; Uit de nalatenschap van: A. van Rede 1924.
Het internationale landschap
Schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw
Bergen 16
11
Utagawa Hiroshige II, OMI, 1862, houtdruk op papier, 22 × 16 cm. Rijksmuseum Twenthe, Enschede.
12
Utagawa Hiroshige II, BIZEN, 1862, houtdruk op papier, 21,5 × 16 cm. Rijksmuseum Twenthe, Enschede.
13
John William Inchbold, The Moorland (Dewar-stone, Dartmoor), 1854, olieverf op doek, 52,3 × 35,6 cm. Tate, Londen; Bequeathed by Sir J. Russell Reynolds Bt 1896.
14
Theodore Rousseau, Vallei van Aprémont, z.j., olieverf op paneel, 17,3 × 19 cm. Rijksmuseum Twenthe, Enschede.
15
Katsushika Hokusai, Storm in de bergen, negentiende eeuw, houtdruk op papier, 24 × 25 cm. Finnish National Gallery / Ateneum Art Museum, Helsinki; Antell Collections, Ramsay Bequest. 17
16
Aleksander Kotsis, Tatragebergte - Uitzicht op Giewont, 1870, olieverf op karton, 33 × 65 cm. Nationaal Museum, Warschau.
18
11 Het internationale landschap
Schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw
19
12 Het internationale landschap
Schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw
13
20
Het internationale landschap
Schilderen in de buitenlucht in de negentiende eeuw