De oren van Rembrandt

Page 1

WIM VAN DER BEEK

OOG VO O R HE T O O R de ore n va n re m b r an d t doo r d e og e n van ja n van d r i e l



I N HO UD

Voorwoord

7

Inleiding

Een vijver vol kringen

10

Hoofdstuk 1

Mooi is anders

14

Hoofdstuk 2

Ademhalen 24

Hoofdstuk 3

Denken in series

38

Hoofdstuk 4

Op de schouders

62

Hoofdstuk 5

Face to face

74

Hoofdstuk 6

Met andere ogen

88

Hoofdstuk 7

Met eigen ogen

114

Afgebeelde zelfportretten van Rembrandt

140

Bronnen / Geraadpleegde literatuur

141

Fotocredits

141

5


6


VO O RWOO R D

Oog voor het Oor is een boek over de portretkunst met het accent op de oren. De oren van beeldend kunstenaar Jan van Driel en die van Rembrandt zijn daarin leidend. Dat Jan van Driel afstaande oren heeft, is vanaf de vroegste foto die er van hem is, duidelijk te zien. Je ziet het ook op tekeningetjes die zijn vader van hem maakte en op de honderden portretten die hij van zichzelf maakte, vanaf zijn academietijd begin jaren zeventig tot nu toe. De oren van Jan van Driel en de aardige ontdekking dat het meest bekende hoofd uit de Nederlandse kunstgeschiedenis tot de flaporigen gerekend kan worden, staan aan de basis van dit boek. Die ontdekking komt niet uit de lucht vallen en eigenlijk ook weer wel. Wie als kennis, vriend, familielid, model of als een toevallige atelierbezoeker Jan meemaakt, komt al gauw in aanraking met een weldadig aandoende, maar tegelijk gedreven manier van werken. Geen dag gaat voorbij zonder schilderen en tekenen, zonder kijken, observeren wat het licht met een onderwerp doet. Wie van het bestuderen van de lichtval op de dingen zijn levenswerk maakt, kan tot eigen verrassing opeens iets zien wat tot dan toe nog door niemand was opgemerkt. Zo overkwam het Jan. Bladerend door een boek met zelfportretten van Rembrandt - ter inspiratie voor het maken van het zoveelste zelfportret - zag hij het opeens: ook Rembrandt had afstaande oren net als hijzelf en vanaf dat moment leek het of hij het nooit anders had gezien.

vakgebied komt ze tot dezelfde conclusie als Jan van Driel namelijk dat Rembrandt onmiskenbaar afstaande oren had. De fotografe Caitlin Sas, die op haar twaalfde een oorschelpcorrectie onderging, heeft ‘het hebben van flaporen’ tot kunst gemaakt in de vorm van een een foto-project: de 8ste schoonheid. In een kunsthistorische beschouwing over de portretkunst door de eeuwen heen (mét de focus op het oor), plaatst de auteur Wim van der Beek dit onderwerp in een bredere context, waarin de aandacht verlegd wordt van de oren van Rembrandt en die van Jan van Driel, naar de manier waarop naar de medemens gekeken wordt en hoe het begrip schoonheid wordt ervaren. In het laatste hoofdstuk gaat Jan van Driel op reis langs musea waar zelfportretten van Rembrandt hangen. Hij onderstreept daarin zijn aanname: niet alleen hijzelf heeft flaporen, Rembrandt had die ook. Ik reis met hem mee en teken in korte fragmenten op wat hij ziet. Dit boek Oog voor het Oor is een bijdrage aan de literatuur over portretkunst en levert mogelijk een nieuwe kijk op op het portret in het algemeen en op de zelfportretten van Rembrandt in het bijzonder.

Wezep, september 2020 In het eerste hoofdstuk van dit boek komt plastisch chirurg Marieke van Wijk aan het woord. Tot haar specialismen behoren onder andere oorschelpcorrecties. Vanuit haar

namens stichting ‘De Oren van Rembrandt’ Daan van Driel

7


8


9


EEN VIJVE R VO L KRIN G EN

A

nders naar de werkelijkheid kijken. Het geconditioneerde kijkpatroon doorbreken. Nieuwe zienswijzen creĂŤren en een avontuurlijke manier van kijken stimuleren. Ongekende werelden (her)ontdekken en (her)scheppen. Dat is waar het in beeldende kunst eeuwen geleden al om draaide. En dat is nog steeds zo. Het project Oog voor het oor verruimt de blik op een eeuwenoud aspect van de schilderkunst: het (zelf)portret. Daarbij ligt de focus op de oren van de geportretteerde personen. Door in te zoomen op dit specifieke facet waaraan tot op heden (te) weinig aandacht is besteed, worden wij als kijker geprikkeld om anders naar de gegeven werkelijkheid te kijken. Nieuwe inzichten worden verbonden met actuele kunstuitingen, ideeĂŤn en vondsten. Een bijzonder aspect uit het oeuvre van de oude meester Rembrandt van Rijn vormt het vertrekpunt voor een schilderkunstige expeditie die tot verrassende invalshoeken leidt. Iedereen denkt te weten hoe Rembrandt eruitzag. Tientallen zelfportretten van de jonge Rembrandt, de man van middelbare leeftijd en de oudere Rembrandt staan op het netvlies gegrift van miljoenen museumbezoekers en lezers van boeken over Rembrandt. Toch valt te betwijfelen of we echt weten hoe de meester-schilder eruitzag. Die twijfel hangt samen met de vraag hoe natuurgetrouw de zelfportretten van Rembrandt zijn. Misschien was hij een meester in het manipuleren van de werkelijkheid? Het is moeilijk te achterhalen hoe natuurgetrouw zijn zelfportretten zijn. Het is niet uitgesloten dat hij minder gunstige uiterlijke kenmerken camoufleerde. Die veronderstelling zou een interessant uitgangspunt kunnen zijn voor de herontdekking van de man die we allemaal denken te kennen en die we via zijn schilderijen langzaam maar zeker ouder hebben zien worden.

10


V Jan bladert in het boek Rembrandt zelf.

Zwolle, 1999 (tentoonstellingscatalogus Den Haag/Londen, 1999-2000).

Q Jan bij Rembrandts Zelfportret met pluim uit 1635 (National Trust)

De suggestie dat Rembrandts zelfportretten slechts een deel van de werkelijkheid onthullen, is minder speculatief dan menigeen denkt. Zelfs Rembrandtkenners bij uitstek zijn steeds uitgegaan van het principe ‘what you see is what you get’: een kloppend beeld. Dat wil zeggen: in werkelijkheid zag Rembrandt er precies zo uit als we hem kennen van de zelfportretten. Beeldend kunstenaar Jan van Driel plaatst kanttekeningen bij de vaste aannames. En dat doet hij niet zomaar. Diepgravend bronnenonderzoek heeft hem ervan overtuigd dat Rembrandt een essentieel onderdeel van zijn uiterlijke gezichtskenmerken verborgen hield: de oren. Dat deed hij niet zonder reden. Schaamte voor de vorm en de omvang van zijn oren is de meest voor de hand liggende verklaring voor het feit dat de schilder ze in zijn zelfportretten camoufleerde. De fascinatie van Jan van Driel voor de oren van Rembrandt heeft alles te maken met zijn eigen uiterlijk. Een leven lang worstelde hij met zijn grote, afstaande oren. Ook Van Driel schilderde talloze zelfportretten, maar hij heeft nooit geprobeerd zijn oren aan het blikveld te onttrekken. Sterker nog:

hij confronteert zichzelf en de beschouwer van zijn zelfportretten open en eerlijk met de werkelijkheid. Voor hem is dit een mogelijkheid om te leren de werkelijkheid onder ogen te zien. Door deze zelfconfrontatie neemt Van Driel afstand van de aanpak die Rembrandt verkoos. Dat gegeven levert interessante stof op voor ‘vergelijkend warenonderzoek’ en voor een grondige analyse van de manier waarop schilders door de eeuwen heen hun oren een plek gaven in het zelfportret. Bij zijn analyse van de zelfportretten van Rembrandt ging Jan van Driel niet over één nacht ijs. Zijn fascinatie voor de oren van Rembrandt leverde een intrigerende ontdekkingsreis op, waarbij niet alleen het achterhalen van de werkelijkheid centraal stond. Ook elementen als zelfonderzoek en hang naar perfectionisme kwamen aan de orde, evenals het rendement van obsessieve dadendrang, de effecten van schier eindeloze herhalingsoefeningen en de onvoorwaardelijke fixatie op details die ertoe doen. De ontdekkingstocht resulteerde in schilderijen die zichtbaar maken dat schijnbaar kleine details grote gevolgen kunnen hebben voor het beeldvormingsproces.

11


Met zijn verbeten ontdekkingstocht en volhardende zelfreflectie legt Jan van Driel de basis voor een herinterpretatie van het zelfportret. Hij plaatst persoonlijke bevindingen en ervaringen in een breder kunsthistorisch perspectief en daagt ons via zijn zelfportretten uit om niet alle overgeleverde kunsthistorische kennis voetstoots voor waar aan te nemen. Dankzij zijn schilderijen en de inzichten die

12

daaraan ten grondslag liggen, gaat er een nieuwe wereld voor ons open. In de toekomst zal iedereen die kennis heeft genomen van de opvattingen van Jan van Driel over de oren van Rembrandt en de zelfportretten die hij daar als een louterende case study naast plaatst, anders naar portretkunst kijken. Daarbij gaat het niet in de eerste plaats om waarheidsvinding, maar vooral ook om het verwerven van


zelfkennis. Zijn ultieme pogingen om door te dringen tot de essentie van schilderkunst in het algemeen en de therapeutische waarde van schilderkunstige mogelijkheden in het bijzonder, vormen de basis voor avontuurlijke zelfreflectie. Onvermijdelijk sporen ze aan tot nadenken over de vraag waar fictie en feiten met elkaar in conflict komen en wat de gevolgen daarvan kunnen zijn. Het project Oog voor het oor (bestaande uit dit boek en een tentoonstelling) manifesteert zich als een vijver vol kringen. Een steen die in een vijver plonst, veroorzaakt kringen. Veel schilderijen zijn te vergelijken met zo’n vijver vol kringen. Jan van Driel behoort tot de hedendaagse schilders die hun oeuvre opbouwen door tijdens het scheppingsproces stenen in een vijver te werpen met de vooropgezette bedoeling kringen te veroorzaken. Datzelfde deed Rembrandt eeuwen geleden ook. De stenen die aan de basis van de artistieke daad liggen, zijn vaak realistische gegevens, maar het kan ook de dialoog met verf zijn die kunstenaars uitdaagt verder te kijken dan wat voor de hand ligt.

Op vergelijkbare wijze ontwikkelde ook het project Oog voor het oor zich als een vijver vol kringen. Met zijn ongebruikelijke basisgedachte werpt Jan van Driel een steen in de vijver, die gaandeweg het project steeds grotere kringen veroorzaakt. Zijn uitgangspunt vormt het epicentrum van steeds grotere kringen. Zoals dat bij middelpuntvliedende bewegingen gaat, drijven die uitdijende cirkels weg van het startpunt. Ze verdiepen, verrijken en illustreren het basisidee, plaatsen het in een bredere context en dragen complementaire inzichten aan. De kringen bestaan uit opvattingen en ideeën van geestverwante collega’s, wetenschappers, filosofen, ervaringsdeskundigen, slachtoffers van vooroordelen en kunstenaars die het diffuse onderscheid tussen mooi en lelijk in een nieuw en uitdagend perspectief plaatsen. Tijdens de brainstormsessies over het boek en de tentoonstelling ontstonden grotere kringen en bredere perspectieven, die de aandacht verleggen van de oren van Rembrandt van Rijn en Jan van Driel naar de manier waarop wij naar onze medemens kijken en hoe wij het begrip schoonheid interpreteren.

U Jan van Driel, Zelfportet (1993), olieverf op paneel 24 x 20 cm Q Jan van Driel, Henk (1994), olieverf op doek 14 x 12 cm 13


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.