TUINEN VAN PALEIS HET LOO
TRADITIE EN VAKMANSCHAP
TUINEN VAN PALEIS HET LOO
TUINEN VAN PALEIS HET LOO TRADITIE EN VAKMANSCHAP
Karlien Dijkstra Renske Ek Willem Zieleman Fotografie: Hans Clauzing
Paleis Het Loo, Apeldoorn Waanders Uitgevers, Zwolle
Voorwoord Paleis Het Loo is aan het einde van de 17e eeuw gebouwd als jachtpaleis en zomerverblijf voor de Oranjes. De imposante baroktuinen die toen werden aangelegd, spreken nog steeds tot de verbeelding. Te midden van de Veluwse woestenij verscheen een paradijs waarin de natuur volgens strakke symmetrische principes was geordend. Bezoekers uit binnen- en buitenland keken vol bewondering naar de vele exotische planten en de talrijke waterwerken en fonteinen die het water metershoog opspoten. Paleis Het Loo en de tuinen zijn al meer dan driehonderd jaar een bezienswaardigheid en een plaats voor ontspanning en vermaak. De paleistuinen werden vanaf het einde van de 18e eeuw ingrijpend veranderd: over de baroktuinen werd een landschapstuin aangelegd die bijna twee eeuwen het decor rond het paleis vormde. Bij de omvangrijke restauratie van het paleis tussen 1977 en 1984 werd een deel van de baroktuinen opnieuw aangelegd. De eenheid tussen paleis en tuinen werd hiermee hersteld en bezoekers kunnen weer met eigen ogen aanschouwen hoe het paleis en de tuinen eruitzagen in de tijd van de eerste bewoners, koning-stadhouder Willem III en zijn echtgenote koningin Mary II. Eeuwenoude tradities zoals de eigen kwekerij, de prachtige boeketten in de paleisvertrekken en de historische citrusbomen verbinden het heden met het verleden. In de tuin staan planten en bloemen die hier al voorkwamen in de 17e en 18e eeuw. Perfectie is kenmerkend voor ons museum waarin we grote zorg en aandacht hebben voor de kleinste details. Het onderhoud van de baroktuinen vraagt om vakmanschap en kennis die is doorgegeven van generatie op generatie tuinlieden. Maar tegelijkertijd is er sinds de 17e eeuw veel veranderd en vernieuwd. Met gereedschappen die speciaal voor de paleistuinen zijn ontwikkeld en sinds een aantal jaren biologische onkruidbestrijding worden de zestig hectare tuin onderhouden door zo’n zeventien tuinlieden en ruim dertig vrijwilligers. Het veelzijdige verhaal van de tuinen is veel meer dan de kleurrijke aanblik die onze bezoekers zien. Dit boekt schetst de geschiedenis van de tuinen en vertelt over de werkzaamheden van de Tuindienst die ieder jaargetijde weer anders zijn. De prachtige foto’s die fotograaf Hans Clauzing speciaal voor dit boek maakte, tonen de tuinen in al hun pracht en verscheidenheid door de vier seizoenen heen. Michel van Maarseveen Directeur Paleis Het Loo 5
Inhoudsopgave Een geschiedenis van vier eeuwen | 8
6
17e eeuw
18e en 19e eeuw
20e eeuw
21e eeuw
10
36
46
52
Een verhaal in vier seizoenen | 62 Winter
Lente
Zomer
Herfst
66
86
100
118
7
Een geschiedenis van vier
8
r eeuwen Paleis Het Loo werd aan het einde van de 17e eeuw gebouwd als buitenplaats, jachtpaleis en zomerverblijf. De indrukwekkende baroktuinen waren een belangrijk onderdeel van het ‘ensemble’ waarmee de eerste bewoners, koning-stadhouder Willem III en koningin Mary II, konden pronken. De tuinen zijn de afgelopen eeuwen ingrijpend veranderd als gevolg van de geschiedenis van haar opeenvolgende bewoners. Maar ook de veranderende tuinmode en de nieuwste inzichten speelden een grote rol. Dit is het verhaal van de 17e-eeuwse baroktuin, het 19e-eeuwse landschapspark, de heraanleg van de baroktuin in de 20e eeuw en een ingrijpende opknapbeurt aan het begin van de 21e eeuw.
Op deze laat-17e-eeuwse gravure is de Venus-fontein in de Benedentuin te zien. This late-17th-century engraving shows the Venus fountain in the Lower Garden.
9
10 Paleis het Loo in vol ornaat omstreeks 1700. Links ligt Kasteel Het Oude Loo. Buiten de tuinmuren zijn meerdere ‘tuinkamers’ te zien.
17e eeuw
VOORJAAR JAARGETIJDE
Paleis Het Loo in full splendour c. 1700. On the left is ‘Het Oude Loo’ Castle. Several ‘garden rooms’ can be seen outside the garden walls.
11
Koning-stadhouder Willem III en zijn gezelschap verzamelen zich voor de jacht. Op de achtergrond is Paleis Het Loo te zien. King-Stadtholder Willem III and his company assembling for the hunt. Paleis Het Loo can be seen in the background.
Het middeleeuwse Kasteel Het Oude Loo, gezien vanuit de Benedentuin. The medieval ‘Het Oude Loo’ Castle as seen from the Lower Garden.
12
EEN GESCHIEDENIS VAN VIER EEUWEN
De baroktuin
Willem en Mary In 1672 werd prins Willem III van Oranje (16501702) stadhouder van een groot deel van het huidige Nederland. In 1677 trouwde hij met zijn nichtje Mary Stuart (1662-1694), de oudste dochter van de latere Engelse koning James II. Willem en Mary bezaten al enkele buitenplaatsen. Omdat Willem jachtrechten had op de Veluwe, besloot het echtpaar hier een jachtslot te laten bouwen om vanuit daar jachtpartijen te organiseren voor vrienden en relaties. Willem en Mary gingen op zoek naar een geschikte locatie voor een paleis met de ambitie om daarbij een imposante tuin aan te leggen.
Koningstadhouder Willem III KingStadtholder Willem III
Het Oude Loo In november 1684 kocht Willem III het middeleeuwse ‘t Huys op ‘t Loo – tegenwoordig Kasteel Het Oude Loo genoemd – in de buurt van Apeldoorn, met daarbij de omringende gebouwen, bossen en landerijen. De belangrijkste reden voor de keuze van deze locatie was de relatief lage ligging ten opzichte van de omliggende heuvels. In de directe omgeving van Kasteel Het Oude Loo was namelijk al veel stromend water aanwezig. Door de lage ligging was het mogelijk om vers water uit de omgeving naar de tuin te leiden. Water speelde een cruciale rol in de nieuw aan te leggen tuin: het was nodig om de fonteinen te laten spuiten en de planten te kunnen besproeien.
Prinses Mary Stuart – de latere koningin Mary II – wijzend op een citrusboompje, het symbool voor het Huis van Oranje. Princess Mary Stuart, the future Queen Mary II, pointing to a citrus tree – the symbol for the House of Orange.
17E EEUW
13
Zicht vanaf de Colonnades op de Pauwenfontein en de Koningssprong-fontein aan het einde van de 17e eeuw. View from the Colonnades onto the Peacock Fountain and the King’s Fountain as seen at the end of the 17th century.
Waterwerken Toen stadhouder Willem III Kasteel Het Oude Loo en
en bloemen in de tuin van water te voorzien. Het water
het omliggende terrein kocht, verwierf hij daarna ook
dat nodig was voor de huishouding in het paleis werd
alle waterrechten van het gebied. Al in de 16e eeuw
met een pomp vanuit de grond opgepompt.
speelde water hier een belangrijke rol. Het brongebied ‘De Oorsprong’ (gelegen in het huidige Paleispark) zorgde
Waterdruk
voor natuurlijk beekwater. Om de watermolens in het
Voor de Boventuin werd een nieuw waterleidingsysteem
gebied aan te drijven, werden aan het begin van de
aangelegd om voldoende waterdruk op te bouwen
16e eeuw sprengen gegraven en werd een vijver
voor het pronkstuk van de tuin, de Koningssprong.
aangelegd, een zogenoemde ‘Molenwijer’.
Het water werd aangevoerd vanaf brongebieden bij Hoog Soeren, Orden en Assel en stroomde over een
14
Sprengen
afstand van vijf tot tien kilometer uit deze hoger gelegen
De sprengen en de vijver lagen ten westen van de latere
bronnen – de ‘sprengkoppen’ – via de sprengen naar
paleistuinen en dienden als waterreservoirs. Ze lagen
Het Loo. Dichter bij de bassins stroomde het water door
hoger dan de paleistuinen, waardoor er constante
loden pijpen om druk op te bouwen. In de tuinen werden
waterdruk aanwezig was; voldoende om de fonteinen en
speciaal hiervoor ontworpen terracotta buizen met soms
waterwerken te kunnen laten spuiten en om de planten
een loden binnenbuis gebruikt.
EEN GESCHIEDENIS VAN VIER EEUWEN
De Koningssprong-fontein en de Pauwenfontein
The King’s Fountain and the Peacock Fountain
De Hemelbol-fontein
Waterspuwer bij de Middendwarslaan
17e-eeuwse terracotta waterbuizen
The Celestial Globe Fountain
Gargoyle at the lane between the Lower Garden and the Upper Garden
17th-century terracotta water pipes
17E EEUW
15
86 Voorjaar in de Koningstuin: het leifruit op de tuinmuren bloeit.
Lente
VOORJAAR
87 Spring in the King’s Garden: espalier fruit trees against the garden walls in full bloom.
Tulipa ‘Duc van Tol Red and Yellow’ Tulipa ‘Duc from Tol Red and Yellow’
Tulpen
Keizerskroon, Fritillaria imperialis ‘Aurora’ Crown imperial fritillary, Fritillaria imperialis ‘Aurora’
“In het voorjaar is er een grote variëteit van de fraaiste tulpen, hyacinthen, ranonkels, anemonen, auricula ursi, narcissen, junci etc.”, zo schreef Walter Harris over de voorjaarsbeplanting van Het Loo. De tulp is een van de meest typerende planten in de paleistuinen. Tulpen waren duur in de 17e eeuw. Daarom werden de bollen in groepjes van vijf geplant. Zo waren er minder bollen nodig en kon elke tulp van alle kanten worden bewonderd. Met de kostbare tulpen en ander bijzonder plantgoed fungeerde de tuin in de 17e eeuw als een uitstalkast van bijzondere bloemen en planten. Vergelijkbaar met het kostbare Chinese porselein en het Delftse aardewerk dat Mary verzamelde in haar kamers in het paleis.
Vroegbloeiend De eerste bijzondere tulp die rond maart de neus boven de grond steekt, is de Tulipa ‘Duc van Tol Red and Yellow’. Deze vroegbloeiende, lage tulp wordt al sinds 1596 gekweekt en heeft als soort dus de ‘tulpenmanie’ in de jaren dertig van de 17e eeuw meegemaakt. Paleis Het Loo werkt samen met de Hortus Bulborum in Limmen om echte authentieke 17e- en 18e-eeuwse tulpen te kunnen laten zien. Om voldoende bollen te hebben worden de historische bollen aangevuld met moderne soorten met een historisch uiterlijk, vaak met gestreepte of dubbel gevulde bloemen.
Keizerskronen, narcissen, tulpen en blauwe hyacinthen in de Koningstuin.
88
In april komen de kleuren van de andere tulpen erbij. Fraai gekleurd, met strepen of met vlammen, met als laatste de papegaaientulpen. Samen met de gele, oranje en bonte keizerskronen, de narcissen én het leifruit staat in april en mei de voorjaarstuin vol in bloei. Als dan ook de bomen frisgroene blaadjes laten zien, barst de lente helemaal los.
Crowns imperial fritillaries, daffodils, tulips and blue hyacinths in the King’s Garden.
EEN VERHAAL IN VIER SEIZOENEN
De tulpenmanie De tulp is een bekend Nederlands symbool. Maar de tulp
de Semper Augustus, werd in 1635 verkocht voor
kwam oorspronkelijk uit het Ottomaanse Rijk, globaal
zesduizend gulden. Ter vergelijking: het jaarinkomen van
het huidige Turkije. Aan het einde van de 16e eeuw
een goede vakman was toen driehonderd gulden.
werden de eerste tulpenbollen naar Europa gebracht. Het bleek dat deze goed konden worden gekweekt op de
Er werd ook gespeculeerd met opties op bollen. Bollen
Hollandse geestgronden, de zandgronden direct achter
werden doorverkocht terwijl ze nog in de grond zaten, die
de duinen. De tulp werd al snel zeer geliefd in Nederland.
dus niet bloeiend gezien waren en waarvan de waarde
Het meest gewild waren de tulpen met sprekende
niet bekend was. In 1637 stortte de handel in tulpen en
kleuren en met gestreepte of gevlamde bloemen.
tulpenbollen in. De tulpenmanie of ‘tulpenkoorts’ is de geschiedenis in gegaan als de allereerste windhandel.
Zesduizend gulden
Rembrandttulpen geschilderd door Maria Sybilla Merian, die in de late 17e eeuw bekend werd vanwege haar onderzoek en afbeeldingen van planten en insecten. Rembrandt tulips painted by Maria Sybilla Merian, who became famous in the late 17th century for her research and images of plants and insects.
Rembrandttulp, Tulipa ‘Carnaval de Rio’ Rembrandt tulip, Tulipa ‘Carnaval de Rio’
In de eerste helft van de 17e eeuw begonnen de prijzen van tulpenbollen fors te stijgen. Het hoogtepunt werd bereikt in de jaren dertig. De duurste tulpenbol ooit,
LENTE
89
De voorjaarstuin staat nu vol in bloei, hier met de Bonte keizerskroon, Fritillaria imperialis ‘Argenteovariegata’.
The spring garden is now in full bloom, here with the variegated imperial crown fritillary, Fritillaria imperialis ‘Argenteovariegata’
onverdeelde gemeenschappelijke gronden. Pas veel later konden deze landerijen worden aangekocht door de Oranjes. Op het ‘Halfrond’ voor het paleis komen drie lanen samen: links de Schuine Laan, in 1807 aangelegd in opdracht van koning Lodewijk Napoleon, de al genoemde Paleislaan en de Stallenlaan, die pas in 1911 is aangelegd om paleis en stallen met elkaar te verbinden.
Beukenbomen De oudste lanen bestaan uit eikenbomen, later zijn vooral beukenbomen gebruikt. Aan de lanen wordt veel zorg besteed. Regelmatig snoeien moet voorkomen dat er takken uitvallen. Helaas moet er ook weleens een boom worden gekapt. Bomen en lanen kappen en herplanten hoort bij landgoedbeheer, dat ervoor zorgt dat er nieuwe generaties bomen komen die weer kunnen groeien.
De lanen De lente is het seizoen waarin veel bezoekers speciaal voor de tuinen naar Paleis Het Loo komen. Een bezoek aan het paleis begint en eindigt op de lanen die voor het paleis uitwaaieren (zie plattegrond op pagina 29). De Koningslaan, die evenwijdig aan de gevel van het paleis loopt, is wel vijf kilometer lang. Langs deze laan staan eikenbomen die net zo oud zijn als het paleis zelf; meer dan driehonderd jaar. De Paleislaan loopt naar het zuiden naar het centrum van Apeldoorn en vertakt zich in vijf lanen, met ‘De Naald’ als middelpunt. De Paleislaan liep ooit tussen de akkers door, die in de 17e eeuw eigendom waren van de ‘Noord-Apeldoornse Marke’; dit zijn
90
De oudste laan – de IJskelderlaan – ligt enigszins uit het zicht; deze begint bij de poort van het stallenplein en loopt via de ijskelder naar Kasteel Het Oude Loo. Deze laan wordt al genoemd op de oudst bekende kaarten en bestond waarschijnlijk al in de middeleeuwen. Ook hier zien we eikenbomen, langs deze laan veelal meerstammige exemplaren.
De tuin ontwaakt De vele hoge beukenbomen en lanen zijn tot half april kaal, maar hullen zich in enkele dagen in een waas van licht groen, wat prachtig is om te zien. Voor het paleis kleuren de velden geel van de paardenbloemen en in de paleistuinen zorgen de duizenden bloembollen voor een kleurenspektakel. Vanaf 1 april spuiten de fonteinen weer. De tuinen komen letterlijk uit de winterslaap en de rijke vogelpopulatie op Het Loo laat duidelijk van zich horen.
EEN VERHAAL IN VIER SEIZOENEN
Een jonge buizerd, Buteo buteo, op de schoorsteen van de Prinsessekas.
Dieren op het Loo
Wild konijn, Oryctolagus cuniculus
Een aantal vaste bewoners van Het Loo huist niet in een
Ringslangen
kasteel of in het paleis, maar in een burcht. Dan hebben
Ringslangen houden van natte en warme plekken en
we het over dassen en daarvan zijn er veel op het terrein.
leven vooral aan de oostkant van de tuinen. Volstrekt
De kans om ze overdag tegen te komen is echter vrijwel
ongevaarlijk, maar je kunt er wel van schrikken. Ze
uitgesloten, het zijn vooral nachtdieren. Wel zichtbaar
kunnen vrij groot worden, tot wel een meter. Stagiaires
zijn de sporen: dassen kunnen een heel gazon op z’n kop
en nieuwe collega’s die in de kassen werken, bereiden we
zetten om torren en wormen te zoeken.
wel voor op een ontmoeting met deze reptielen.
Eekhoorns
Karpers
De kans om eekhoorns te zien is groot, vooral als er
De favorieten van onze bezoekers zijn de karpers die
eikels en beukennootjes te vinden zijn. Ze zijn totaal
in de Koningssprong-fontein en in de dwarskanalen
niet schuw. Een blauwe flits tussen de eikenbomen van
zwemmen. Altijd nieuwsgierig en hongerig, dus goed
de Middendwarslaan: daar is de ijsvogel, op jacht naar
te zien. Echt wild zijn ze niet. Ze worden gevoerd en
vis in de dwarskanalen. Na een aantal zachte winters
als de waterwerken in november zijn uitgeschakeld,
zien we ’m weer vaak in de tuin. De paleistuinen zijn een
verhuizen ze naar de waterkelder waar ze enkele
geschikte plek voor vogels: de oude en vaak holle bomen
maanden overwinteren. De grootste karpers zijn te zien
bieden nestgelegenheid en voedsel. Zelfs dode bomen
bij het Theehuis aan de Hoge Veldvijver in het park. De
zijn van belang, als provisiekast voor spechten. Het
exemplaren die daar rondzwemmen, zijn al tientallen
gehamer is dan ook regelmatig te horen. Vleermuizen
jaren oud. Helaas zijn de fraai gekleurde koikarpers
houden van de schemering en worden pas ’s avonds
niet meer in leven. Ze zijn ooit cadeau gegeven door de
actief. In de IJskelder vlak bij de stallen overwinteren wel
Japanse kroonprins aan koningin Wilhelmina.
Grauwe gans, Anser anser, in de Hoge Veldvijver Karper, Cyprinus carpio, in het dwarskanaal in de paleistuinen. A juvenile buzzard, Buteo buteo, on the chimney of the Princess’ glasshouse. Wild rabbit, Oryctolagus cuniculus Greylag goose, Anser anser, in the High field pond Carp, Cyprinus carpio, in one of the channels in the palace gardens
vier soorten.
LENTE
91
Bloemenkamer In geen enkel ander groot museum in Nederland zijn zo
enkele dagen per week mee bezig. Op woensdag worden
veel bloemen, planten en boeketten te zien. Het maakt
de bloemen gesneden en begint het afbreken van de
Paleis Het Loo uniek. ’s Zomers staan er wel veertig
oude boeketten. Op vrijdag staat het hele paleis dan
boeketten in het paleis. Het brengt leven in de statige
weer vol frisse, nieuwe boeketten. Op Het Loo worden
vertrekken. Net als in de tijd van Willem III en Mary geeft
historische soorten en rassen gebruikt, die de boeketten
het een persoonlijk element aan de kamers: Mary was
een heel eigen karakter geven.
dol op bloemen. Haar echtgenoot zorgde ervoor dat er altijd verse bloemen in haar vertrekken stonden. De stijl
John Hagen
van de boeketten verschilt per kamer, rekening houdend
“Het is ontzettend leuk om bij het bloemwerk met de
met de kleuren in het vertrek en de periode. Bijvoorbeeld
seizoenen mee te werken. Op schilderijen uit de 17e
geen Dahlia’s in de 17e-eeuwse kamers, die kwamen
eeuw zie je altijd bloemen uit verschillende seizoenen, die
toen nog niet voor in Europa.
dus nooit tegelijkertijd met elkaar op een vaas konden staan. Maar een stilleven met bloemen had in die tijd
Boeketten
vooral ook een symbolische betekenis, van rijkdom en
Al dat fraais komt uit eigen kwekerij. De eenjarigen
vergankelijkheid. Op Paleis Het Loo zijn de boeketten met
die hier in mei gezaaid zijn, leveren nu met de overige
bloemen van de eigen kwekerij een prachtige aanvulling
bloemen en het groen van eigen terrein een weelde aan
op het interieur, pure rijkdom.”
materiaal voor boeketten op. De bloembinders zijn hier
John Hagen maakt samen met zijn collega iedere week ruim veertig verse boeketten voor de paleisvertrekken.
92
Together with his colleague, John Hagen makes more than forty fresh bouquets for the palace rooms every week.
EEN VERHAAL IN VIER SEIZOENEN
De snijbloemen worden gekweekt op de eigen kwekerij aan de Molenweg. The cut flowers are grown in the palace nursery.
Een boeket naar 17e-eeuws voorbeeld in het paleis. An example of a bouquet in 17th-century style on display in the palace.
Pioenrozen Op de kwekerij aan de Molenweg schieten de bedden met vaste planten nu ook de grond uit. Spectaculair zijn altijd de Pioenrozen (Paeonia officinalis) in verschillende kleuren. Gelijktijdig bloeien daar de Sneeuwballen (Viburnum spp.) en de Seringen (Syringa spp.). Voor de bloembinders in het paleis een mooie tijd, met nog wat Rhododendrontakken uit het park erbij is een weelderig boeket zo gemaakt. Later in mei volgen in de tuin ook – wat later dan op de kwekerij – de eerste pioenen, papavers en lupines. Als dan na IJsheiligen – 11 tot en met 14 mei – de kuipplanten en de Delfts blauwe vazen in de tuin zijn geplaatst, is de tuin klaar voor het begin van het zomerseizoen. De uitgebloeide voorjaarsplanten worden één voor één vervangen door eenjarige zomerbloeiers. Op de kwekerij worden de bedden nu ingezaaid met eenjarigen die als snijbloemen voor de boeketten in het paleis gebruikt gaan worden.
LENTE
93
De Tuindienst verzorgt ook het bloemwerk bij koninklijke doopplechtigheden in de Kapel van het paleis. In 2010 werd in de Kapel Eliane gedoopt, de dochter van Prins Floris en Prinses Aimée. The palace gardeners also provide flower arrangements for royal baptisms that take place in the palace chapel. In 2010, Eliane was baptized in the Chapel. She is the daughter of Prince Floris – a cousin of King Willem-Alexander – and Princess Aimée.
94
Bijzondere bloemversieringen Bijzondere opdrachten voor bloemwerk waren de
van het ‘Willem & Mary’ jaar: driehonderd jaar eerder
versieringen bij koninklijke doopplechtigheden in de
waren Willem en Mary gekroond als koning en koningin
Kapel in het paleis. Momenten waarop Het Loo toch
van Engeland, Ierland en Schotland. Het diner in de
weer even echt als koninklijk paleis functioneert. Ook
Nieuwe Eetzaal was geheel in 17e-eeuwse stijl, met een
tijdens koninklijke bezoeken wordt er flink uitgepakt
uitbundige tafelversiering van guirlandes gemaakt van
met bloemen. Meerdere vorstelijke bezoekers kwamen
historische rozen. Maar de hofhouding was gewend aan
tijdens officiële bezoeken naar Het Loo, zoals de Engelse
wat kleinere versieringen. Een briesende hoffunctionaris
en Belgische koningsparen en de keizer en keizerin van
kwam in de Bloemenkamer melden dat dit echt niet kon.
Japan.
We bleven kalm en deelden mee dat hij als alternatief ook wel drie vaasjes met anjers op tafel kon zetten.
Koningin Elizabeth II
Gelukkig was het koninklijk gezelschap enthousiast
In 1988 werden de Britse Koningin Elizabeth II en haar
over de bloemversieringen en de hoffunctionaris was zo
echtgenoot Prins Philip op Het Loo ontvangen door
sportief om de complimenten persoonlijk over te komen
Koningin Beatrix en Prins Claus voor de grootse viering
brengen.
EEN VERHAAL IN VIER SEIZOENEN
Bij koud weer worden de jonge plantjes in de broeibakken afgedekt met glazen ruiten en eventueel met rietmatten. In cold weather young plants in cold stores are covered first with panes of glass and then with reed mats
Eenjarigen Op de Bloemisterij gaat het opkweken van tienduizenden eenjarigen voor de paleistuinen door, zodat na half mei de grote wisseling in de beplanting plaats kan vinden. Eerst worden in de tuin de bollen gerooid, waarvan sommige, zoals narcissen en boshyacinten, een tweede leven tegemoet gaan als ‘verwilderingsbollen’ her en der op het terrein buiten de tuin. Om ziekten in de grond te voorkomen, worden tulpenbollen maar één keer gebruikt. De eenjarigen worden eerst gezaaid in de Weikas, daarna ‘verspeend’ en – als ze groot genoeg zijn – opgepot. De verspeende planten worden eerst in de Prinsessekas gezet en later in de broeibakken op het Zaadhuisterrein. Dan komt ook het ‘platte
LENTE
glas’ uit de opslag; dit zijn glazen dakramen die de broeibakken afdichten. Bij nachtvorst of koude nachten worden de jonge planten zo beschermd. Als het echt koud wordt, wordt er nog een rietmat bovenop gelegd. Het werken met ‘plat glas’ is bij de commerciële kwekers in onbruik geraakt. Het is vrij bewerkelijk om de vaak zware ramen neer te leggen en weer op te bergen.
Opkweken Bij Paleis Het Loo gaat het kweken nog net als honderd jaar geleden, alleen zijn de plantenpotjes nu wel van kunststof en hoeft er niet meer met een gieter water gegeven te worden. In plaats daarvan is er een modern bewateringssysteem. Een drukke tijd, maar wel prachtig om zo per dag de planten te zien groeien.
95
Na de IJsheiligen – 11 tot en met 14 mei – komt er zeer waarschijnlijk geen vorst meer en kunnen de planten worden uitgeplant.
Kleur in de tuin Als de bloemenranden weer mooi zijn omgespit en zijn opgehoogd in een ‘ezelsrug’ worden de eenjarigen uitgezet en geplant. Een enorme klus waarbij veel handen nodig zijn. De kleur in de tuin komt in de tweede helft van mei en begin juni van 96
de vroege vaste planten en ouderwetse tweejarigen, zoals de Duizendschoon (Dianthus barbatus). Ook rozen geven vanaf juni kleur in de tuinen. In de paleistuinen zijn alleen historische rozen te zien. Het nadeel is dat ze slechts éen keer bloeien. Maar ze ruiken heerlijk en zijn zeer winterhard. Er staan elf historische rozenrassen in de tuinen, waarvan de Rosa gallica ‘Officinalis’ de oudste is. Deze soort was al bekend voor 1310.
EEN VERHAAL IN VIER SEIZOENEN
De eenjarigen worden gezaaid, aangedrukt, afgestrooid met zand en met de zachte broes bewaterd. Na kieming worden ze in de kassen verspeend en later afgehard in de broeibakken buiten. Annuals are sown, pressed into the soil, covered by sand and watered with a fine watering can rose; following germination they are pricked out in the greenhouses and later hardened off in cold stores.
De eenjarigen worden in de bloemenranden uitgezet en geplant, ter vervanging van de uitgebloeide voorjaarsplanten.
Annuals are set out and then planted in the flower borders to replace faded spring plants.
Langzaam gaat de voorjaarstuin op zijn retour: de keizerskronen verliezen hun kleur en worden hierna vervangen door zomerbloeiers.
Slowly the spring garden comes to an end: the crown imperial fritillaries lose their color and are subsequently replaced by summer flowering plants.
LENTE
97