CLAES IVERSEN TRANSFORMERS
Wie kent ze niet, de iconische speelgoedautootjes die kunnen veranderen in robots? Modeontwerper Claes Iversen is een kind van de jaren tachtig en herinnert zich nog goed dat zijn ouders van een zakenreis uit Amerika een Transformer voor hem meebrachten. Een pronkstuk, want de destijds gloednieuwe speelgoedlijn was toen nog niet in Denemarken verkrijgbaar. ‘Veel heb ik er niet mee gespeeld, de magie zat ’m in de transformatie’, stelt de ontwerper. De titel van zijn couturecollectie 2020 ‘Transformers’ is een woordspeling, met jeugdsentiment heeft deze collectie niets te maken. Wel met zijn persoonlijke verhaal: de collectie laat de transformerende kracht van mode zien, maar ook zijn eigen ontwikkeling als ontwerper. De afgelopen jaren is Iversen zijn horizon gaan verbreden en breidde hij zijn werkveld uit naar andere disciplines. Naast couture maakt hij schilderijen en interieurontwerpen, zoals een serie wandkleden, en hierdoor gingen er oude en nieuwe werelden voor hem open. Iversen schildert en tekent al van jongs af aan. Die liefde heeft hij geërfd van zijn Deense oma, die hoedenmaakster was en met wie hij een hechte band had. In de weekenden zocht hij haar op en dan schilderden ze samen. Waar zij het liefst landschappen schilderde, was Iversen meer geïnteresseerd in abstracte kunst. Voor een project, en als een vorm van meditatie, pakte hij enkele jaren geleden de schilderskwast weer op. ‘Ik was vergeten hoeveel plezier ik hierin had’, vertelt de ontwerper. ‘Tijdens het schilderen ervaar ik heel veel vrijheid, het herinnert me eraan waarom ik ooit naar de kunstacademie ben gegaan.’ Samen met zijn team plant hij wekelijks tijd in om in zijn atelier aan de slag te gaan en die ruimte brengt een stroom aan nieuwe ideeën op gang. Geen restricties, geen verwachtingen, er is maar één beperking en dat is het canvas. Schilderen werkt voor Iversen niet alleen bevrijdend, het is ook een toevoeging aan zijn algehele creatieve proces. Binnen couture zijn de mogelijkheden op creatief vlak onbegrensd. Om die reden legde Iversen zichzelf voor ‘Transformers’ bewust beperkingen op. Enkele van zijn schilderijen vormden de basis voor deze collectie; voor het eerst ging hij niet uit van een inspiratiebron of moodboard. ‘Ik ben vertrokken vanuit een concept. Door van tevoren regels en kaders op te stellen waarbinnen ik moest werken, stelde ik mezelf op de proef, vergelijkbaar met wanneer je in opdracht van een klant werkt. Ook dan komt het aan op kennis en ervaring om binnen dat kader je eigen identiteit in het ontwerp tot uitdrukking te brengen.’ Als uitgangspunt voor de collectie koos Iversen vijf iconische kledingstukken: het sweatshirt, het overhemd, de trenchcoat, het pak en de Little Black Dress. Door deze klassieke, archetypische kledingstukken te ontleden en transformeren via een vastomlijnd stappenplan, en met beperkte materiaalkeuze, vond hij onbegrensde inspiratie. Deze werkwijze was voor Iversen volstrekt nieuw en maakte het ontwerpproces boeiend en uitdagend. Hij analyseerde stuk voor stuk de vijf iconische kledingstukken en ging bij zichzelf te rade: waarin onderscheidt een sweatshirt zich van een trui? Welke elementen maken een pak tot een pak? Wat betekent een Little Black Dress voor hem als ontwerper? Het begin en einde van elke transformatiereeks stonden vrij snel vast. De grootste uitdaging waren de tussenstappen, die moesten
consequent en toch verrassend zijn – een kwestie van de juiste dosering. ‘Als je een te grote stap maakt, is de link met het vorige silhouet zo klein dat de toeschouwer je gedachtegang niet kan volgen, terwijl een te kleine stap niet baanbrekend genoeg is’, legt de ontwerper uit. ‘De kunst was om alle ontwerpen op een logische manier met elkaar te verbinden, zodat de vijf series een chronologie vormen die je van één tot vijf, maar ook de andere kant op kunt lezen.’ Naarmate de collectie vorderde, werd het compleet maken van die chronologie steeds meer een hersenkraker. Als een Sudoku-puzzel tekende Iversen een vierkant van vijf bij vijf vakjes om voor zichzelf te bepalen wat er in elke stap gebeurt. Tot zijn frustratie kwamen een aantal vakjes niet uit. In de zon op Ibiza – veel ideeën ontstaan op vakantie, omdat hij dan ongedwongen kan werken – bedacht hij dat het goed zou zijn om al die silhouetten in miniatuur te printen en zo een totaaloverzicht te krijgen. Het kostte hem een halve vakantiedag om op het eiland een copyshop te vinden die open was én zijn verzoek kon realiseren, maar uiteindelijk toog hij na een geslaagde zoektocht met een stapel kopieën onder de arm terug naar dat plekje in de zon, waar hij er na eindeloos puzzelen, knippen en plakken in slaagde de missende schakels in te vullen. Vanaf het eerste moment wist Iversen dat hij deze collectie wilde presenteren door middel van een installatie, in combinatie met een selectie van zijn schilderijen en interieur ontwerpen. Dit stelde hem in staat om de vijf basisstukken zodanig te transformeren, dat je iets doet wat eigenlijk onmogelijk is. Net zoals het speelgoedautootje dat in een robot verandert. Sinds de academie – en dat leverde dikwijls strijd op met zijn docenten – ontwerpt Iversen met een bepaald kledingstuk als vertrekpunt, volgens klassieke principes en met ambachtelijke couturetechnieken. Zelden start hij vanuit een vorm of abstract gegeven. Dat neemt niet weg dat die jurk of dat pak niet kan uitgroeien tot een abstracte vorm. Bij het ontwerpen van zijn couturecollectie 2020 liet hij het idee van draagbaarheid los. De vijf arche typische kledingstukken ondergaan elk in vier stappen een transformatie waarmee hij de kijker de vraag stel: is het mode of is het kunst? Met deze publicatie wil Iversen laten zien dat er, bewust of onbewust, een connectie is tussen zijn couture, schilderijen en interieurontwerpen. Contrast, gelaagdheid in kleur en onconventionele combinaties van materialen, het zijn stijlcomponenten die altijd aanwezig zijn in zijn werk. De droom die hij na zijn afstuderen had – het klassieke idee van een eigen modelijn met couture, ready-to-wear en accessoires – is voor hem niet meer de heilige graal. ‘Couture is en blijft de basis van alles wat ik doe, de liefde voor het vak is mijn belangrijkste drijfveer. Tegelijkertijd gun ik mezelf de vrijheid om mijn vleugels verder uit te slaan, verwachtingen van de buitenwereld los te laten en mijn creativiteit zo breed mogelijk te benutten. Dat heeft mijn carrière op alle fronten in beweging gebracht’, besluit de ontwerper. ‘Ik heb nog nooit zoveel plezier gehad in mijn werk en het samenwerken met gepassioneerde vakmensen uit verschillende disciplines ervaar ik als een verrijking.’
Een gedaanteverwisseling of metamorfose is een fascinerend proces. Voor Claes Iversen is dit een thema met meerdere lagen: zijn couturecollectie 2020 representeert niet alleen de transformerende kracht van mode, maar ook zijn eigen ontwikkeling als ontwerper en kunstenaar. Door zijn horizon te verbreden en zich in meerdere disciplines te bekwamen, permitteert hij zichzelf ongekend veel vrijheid. Na zijn afstuderen volgde Iversen in één rechte lijn het pad dat hij voor zichzelf had uitgestippeld, namelijk het opbouwen van een eigen mode-imperium. Nu gunt hij zichzelf de tijd en ruimte om ook zijsporen te bewandelen en zich open te stellen voor andere aspecten van zijn talent. Daardoor ging er een nieuwe wereld voor hem open waarvan hij niet wist dat die bestond. Verwachtingen en restricties laat hij los; de ontwerper volgt zijn hart, doet waar hij plezier in heeft en die ongedwongenheid stelt hem staat om het uiterste uit zijn vak te halen. Vanaf het begin was voor Iversen duidelijk dat hij zijn collectie ‘Transformers’ wilde presenteren middels een installatie. Dat bracht ook uitdagingen met zich mee: hoe zorg je ervoor dat het geen statisch geheel wordt? Mode komt het beste tot zijn recht als de kleding in beweging wordt getoond. De traditionele manier was in de vorm van een catwalkshow, maar steeds vaker kiezen ontwerpers voor een modefilm als presentatiemiddel van een nieuwe collectie. Voor Iversen was dit medium bij uitstek geschikt om het grensgebied tussen verschillende kunstvormen op te zoeken. Fotograaf Jouke Bos maakte speciaal voor de expositie een korte film (zie QR-code achterin dit boek) waarin de transformatie van de vijf archetypische kledingstukken is verbeeld. Dit resulteerde in betoverend mooie beelden, met futuristische muziek van dj Joost van Bellen. Als een timelapse vloeit het ene silhouet over in het andere, een dynamiek die versterkt wordt doordat de modellen op ronddraaiende plateaus zijn geplaatst. Dit gaf Iversen de kans om te laten zien dat aan alle kanten van zijn ontwerpen evenveel aandacht is besteed, waarbij zelfs functionele details kleine juweeltjes zijn, én dat elk silhouet verband houdt met het volgende. Verwijzingen naar het klassieke overhemd zijn in vrijwel alle collecties van Iversen aanwezig. In deze collectie vertrekt hij vanuit een minimalistische versie met een verborgen knoopsluiting. Zigzaggende siernaden en ruches op de schouder gaan een eigen leven leiden. Deze grafische details groeien uit tot weelderige bloemkelkmouwen, met aan de uiteinden lange zwierige linten die theatraal over de grond slepen. Iversen voelt zich aangetrokken tot het werken met vloeiende stoffen, omdat die licht en beweeglijk zijn, en tegelijkertijd heeft hij behoefte om controle te houden over hoe een kledingstuk zich gedraagt op het lichaam. Die twee verlangens komen samen in zijn collectie doordat hij zich beperkte tot twee stoffen, die elkaars tegenpolen zijn. Om dit grote contrast te tonen zette hij voor zijn installatie ventilators in. Waar de stevige stof Mikado hem in staat stelde om krachtige vormen rond het lichaam te construeren, was een zuchtje wind voldoende om laten zien hoe ultralicht Flou is, en zo maakte Iversen op verschillende manieren gebruik van beweging, of de suggestie daarvan. COLLECTIE SHIRT #1, 2, 3,4+5 >