hoop over been
j oep kui p er
hoop over been
karaat
ďœľ
Werk van Joep Kuiper: MonarchieĂŤn (J.M. Meulenhoff, 2003) Varen vandaan (Karaat, 2014) Hoop over been (Karaat, 2018)
Joep Kuiper hoop over been Gedichten
k ar aat Amsterdam 2018
Eerste druk oktober 2018 Copyright © 2018 Joep Kuiper en Uitgeverij Karaat, Amsterdam Omslagillustratie © David Slebodnick, www.davidslebodnick.com Hoop over been: isbn 978 90 797 7035 9 / nur 306 www.uitgeverijkaraat.nl
beer wat is nog heilig? een beer breekt in mijn tent, rukt het eten uit mijn slaap de droom een laatste strohalm voor de uitgehongerde oneerlijk gevecht tussen zijn klauwen en mijn wonden ik had nooit kamp moeten opzetten midden in de stad waar gestolen en geplunderd wordt, en gedroomd nauwelijks nog supermarkten liggen erbij als ingeslagen schedels, leeggeroofd, voorgoed open maar niets om van te leven nee, was ik maar in de natuur gebleven
5
wat je met een mes allemaal kan wat je met een mes allemaal kan ik steek mijn tv neer, precies tussen sbs en Veronica dat is waar de ziel zetelt ik snijd mijn Wi-Fi door mijn banden met een draadloos heden mijn verslaving aan het virtuele ik verkoop mijn huis aan het vuur (en daarvoor heb je zelfs geen mes nodig) geld kan ik altijd gebruiken: ik toon geen genade voor de beveiligers van de schat en doe nog vlot een staatsgreep uit de staatskas voordat ik mijn lemmet aan boord van het vliegtuig smokkel en de piloot onder bedreiging naar Mars laat uitwijken de echte wereld tegemoet, een nieuwe staat van zijn, waar een welkom al lang op mij wacht
6
de wetten van de liefde mijn ziel, die nooit een rijbewijs heeft gehad mijn ziel, die jarenlang zonder bril heeft rondgereden mijn ziel, bij elke crash en flitspaal aan de dans ontsnapt nou mijn ziel dus, die reed op een nacht op winterbanden door de ploeterende sneeuw, moest remmen bij een uitgestorven kruising voor rood stoplicht want er stond een agente naast, type verkleumd en volhardend, vastgevroren op haar motor van ijs; bij het stoplicht hield ik de agente aan, jij was het ja! ik dacht dit ben jij, en jij was het die woord noch bon teruggaf, nooit reageerde op de bekentenissen van mijn wegmisbruik, de lijst met doden, jij was het die mij niet wilde arresteren; ik smeekte je, dan toch op zijn minst een proces-verbaal, een nachtje in een warme cel, een chocolademelk eventueel, en als het echt niet anders kon, een executie hier en nu, in de sneeuw – het stoplicht sprong op groen ik moest doorrijden van je, anders hield ik het verkeer op
7