STORIA HD Live 6 leerwerkboek

Page 1

HD 6 live
Doorstroomfinaliteit domeingebonden en dubbele finaliteit
STORIA
LEERWERKBOEK

Doorstroomfinaliteit domeingebonden Dubbele finaliteit

Leerwerkboek 6

Kristel Bekers

Gorik Goris

Senne Hendrickx

Kris Merckx

Wim Moreau

Jacky Philips

Luc Van den Broeck

Jos van Dooren

o.l.v. Katleen Dillen

©VANIN

Via www.ididdit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij STORIA HD 6 Activeer je account aan de hand van de onderstaande code en accepteer de gebruiksvoorwaarden. Kies je ervoor om je aan te melden met je Smartschool-account, zorg er dan zeker voor dat je e-mailadres aan dat account gekoppeld is. Zo kunnen we je optimaal ondersteunen.

©VANIN

Doorstroomfinaliteit domeingebonden

Dubbele finaliteit

Let op: deze licentie is uniek, eenmalig te activeren en geldig voor een periode van 1 schooljaar. Indien je de licentie niet kunt activeren, neem dan contact op met onze klantendienst.

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën.

Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken.

In België beschermt de auteurswet de rechten van die mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hun dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen.

Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be.

Ook voor het onlinelesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.ididdit.be.

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2024

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Voor de volledige lijst met copyrights: zie achteraan op blz. 232.

Eerste druk 2024

ISBN 978-94-647-0480-8

D/2024/0078/28

Art. 605782/01

NUR 130

Cover- en lay-outconcept: Peer bvba Opmaak: banananas.net

Tekeningen: Dirk Vandamme

Cartografie: BDK Graphics, Tongeren (www.bdkgraphics.be) Van Dijk Vormgeving & Kartografie, Van Oort redactie en kartografie, Almere, Rerink kartografie & Vormgeving, Eindhoven

6

Inleiding 4

A Over oude en nieuwe dingen 7

Les 1 Historisch denken 7

Ontdekplaat – Welkom in de hedendaagse tijd

B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw 13

Les 2 Het nazisme van Adolf Hitler 14

Les 3 Hitler en de aanlo op naar Wereldoorlog II 21

Ontdekplaat – Het nazisme

Ontdekplaat – Guernica

Les 4 De Tweede Wereldoorlog (1939-1945) 29

Les 5 De Holo caust of Shoah 40

Les 6 De Koude Oorlog 48

Ontdekplaat – De Berlijnse Muur

Het einde van de Sovjet-Unie betekent ook het einde van de Koude Oorlog (*)

C Machtsverhoudingen in de wereld 66

Les 7 Macht en onmacht van de Verenigde Naties 67

Ontdekplaat – Organigram van de Verenigde Naties

Les 8 De dekolonisatie 77

Onderzo ek 1: Dipenda – twee visies op de koloniale periode 88

Les 9 De Europese eenmaking 96

Ontdekplaat – De instellingen van de Europese Unie

D Maatschappelijke veranderingen 105

Onderzo ek 2: mens en milieu, een problematische relatie? 106

Les 10 Wij protesteren! 115

E België na de Tweede Wereldoorlog 140

Les 11 De Belgische welvaartsstaat 141

Les 12 Het federale België 151

Ontdekplaat – Het federale België

©VANIN

Onderzo ek 3: de strijd voor emancipatie en gelijke rechten voor vrouwen 124

Onderzo ek 4: de globalisering van het dagelijkse leven 132

Les 13 Het Belgische p olitieke landschap 160

Ontdekplaat – Dossier verkiezingen

F Een reis rond de wereld 166

Les 14 De Verenigde Staten 167

Ontdekplaat – De Verenigde Staten

Les 15 Poetin voert oorlog in Oekraïne 181

Les 16 De Volksrepubliek China 192

Les 17 Israël en de Palestijnen 200

G Culturele ontwikkelingen in de 20e en 21e eeuw

Onderzo ek 5: is dat kunst? 215 Onderzo ek 6: het einde van het christendom?

Woordenlijst 227 Uitvouwbare tijdlijn Schema historisch denken (*) Deze les vind je op iDiddit.

3 INHOUD
INHOUD
214
221

Op verkenning in STORIA HD live 6

Je vindt de inhoudsopgave van dit leerwerkboek op blz. 3. Als je de thema’s en de titels overloopt, krijg je al een eerste indruk van de leerstof die dit schooljaar aan bod zal komen. In het zesde jaar staan het einde van de moderne tijd en de hedendaagse tijd op het programma: de periode vanaf de opkomst van Hitler tot nu.

Het leerwerkboek

We leggen de nadruk op de rode draad doorheen de geschiedenis en we streven naar meer zelfstandig onderzoek en een kritische opstelling ten aanzien van het verleden.

De lessen hebben altijd dezelfde structuur. De onderstaande illustraties maken die duidelijk.

2 Duidelijke lestitels

1 Lesnummer

5 Deze iconen geven aan welke domeinen in de les aan bod komen.

6 De tijdlijn situeer t de les in de tijd.

INLEIDING ©VANIN

3 Een krachtige inleiding met de historische vragen in kleur

De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Uit de vorige les weet je hoe de Tweede Wereldoorlog is ontstaan. Die oorlog schokt het leven van ontelbare mensen.

Hoe verloopt dat conflict? Wat zijn de keerpunten van deze oorlog? Waarom mogen we spreken van een wereldoorlog? Waarom kun je die oorlog beschouwen als een keerpunt in de wereldgeschiedenis? Kaartnr(s).

in Normandië keerpunten: Midway El Alamein Stalingrad

Duitsland en zijn bondgenoten behalen overwinningen (1939-1942)

capitulatie

In 1936 sluiten Italië en nazi-Duitsland een verdrag. De twee landen vormen dan de as RomeBerlijn en ze worden daarna de asmogendheden genoemd. Later voegt Japan zich ook bij dat bondgenootschap. Op 1 september 1939 valt Duitsland Polen binnen. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk verklaren Duitsland daarop de oorlog. De Sovjet-Unie valt Polen in de rug aan en verdeelt het grondgebied met Duitsland. In de lente van 1940 verovert Duitsland Denemarken en Noorwegen. Hitler wil zo de aanvoer van ijzererts uit Zweden verzekeren. In mei begint een blitzkrieg tegen België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk. Miljoenen Belgen slaan op de vlucht. Op 28 mei geeft koning Leopold III zich over. Belgische ministers vluchten uiteindelijk naar het Verenigd Koninkrijk. Ook de Franse regering moet zich gewonnen geven, waardoor Hitler de Atlantische kust van Noorwegen tot de Spaanse grens controleert. De Britse premier Churchill weigert de strijd te staken. Italië doet zijn intrede in de oorlog aan de kant van Duitsland. Het gevechtsterrein breidt zich uit naar Noord-Afrika, Joegoslavië en Griekenland. Tot dan respecteert Hitler het niet-aanvalsverdrag. In juni ’41 begint de Duitse invasie in de Sovjet-Unie. Razendsnel rukken de Duitse legers op, maar Moskou en Leningrad houden stand. Churchill biedt Stalin hulp aan. De VS blijven voorlopig neutraal, maar president Roosevelt verklaart dat de VS het ‘arsenaal van de democratie’ moeten worden. Japan is ondertussen verwikkeld in een oorlog tegen China.

7 Onder titels leiden de verschillende delen van de les in.

4 De kaart vertelt over welk gebied de les gaat. In het vakje onder de kaart kun je verwijzen naar kaarten uit je historische atlas.

Roosevelt steunt

door een olieboycot tegen Japan af te kondigen. De Japanners proberen daarop de Amerikaanse vloot uit te schakelen door oorlogsschepen te bombarderen in Pearl Harbor, de marinebasis in Hawaï. Hitler verklaart daarna de VS de oorlog. In nauwelijks een half jaar verovert Japan grote delen van Zuidoost-Azië. In heel bezet Europa proberen de nazi’s medestanders te vinden. In 1940 capituleert Frankrijk. Het nieuwe staatshoofd Pétain roept op tot samenwerking met nazi-Duitsland. Hij gebruikt daarvoor het woord collaboratie en vanaf dan noemen we mensen die samenwerken met het nazisme collaborateurs.

OPDRACHT 1 Bron 1 Vluchtelingen in België (mei 1940)

Lees de lestekst aandachtig en vul deel 1 van het schema op blz. 39 aan.

OPDRACHT 2 Bij het uitbreken van de oorlog slaan miljoenen Belgen op de vlucht. Jongeren vanaf 16 jaar krijgen de opdracht van

(1939-1945)

8 Mo eilijke woorden krijgen een andere kleur. Ze worden verklaard vanaf blz. 227. Als er nog woorden zijn die je niet begrijpt, zoek je de verklaring op in een (online) woordenboek, zoals www.woorden.org.

9 De contextinformatie helpt je om de bron te begrijpen.

20e
29 B Politieke ontwikkelingen in de
eeuw
4
atoombommen
augustus1945 1sept.1939 DE ASMOGENDHEDEN BEHALEN OVERWINNINGEN 1942-1943 mei1945 juni1944 aanval op Polen Duitse capitulatie GEALLIEERDEN BEHALEN OVERWINNINGEN
Japanse
landing
1 30
wereldoorlog
Bron 2 Duitse OPDRACHT 3
LES 4 de tweede
China
de overheid om eerst naar West-Vlaanderen en daarna naar Frankrijk te trekken. Zo zouden ze later in onbezet gebied een reserve voor het leger kunnen vormen.
verklaring voor de massale vlucht van de bevolking.
Leg uit wat jij zou doen in zo’n situatie. 4 INLEIDING
a Geef een
b
1

10 In de rubriek ‘onWAARschijnlijk’ vind je extra informatie over de les: boeiende verhalen die je normaal niet in schoolboeken terugvindt.

ONWAARSCHIJNLIJK!

Evgeni Khaldei is een Sovjetfotograaf. Op het einde van de oorlog krijgt hij de opdracht om naar

Berlijn te gaan. In zeven haasten zoekt hij lappen stof om drie Sovjetvlaggen te naaien. Op 2 mei

1945 zijn de gevechten nog aan de gang. Hij zoekt een geschikte locatie. Uiteindelijk gaat hij het Rijksdaggebouw binnen, waar hij drie soldaten ontmoet. Zij stellen voor om hem rond te leiden. De koepel van het gebouw staat in brand. Boven op het dak laat hij hen zijn laatste vlag bevestigen en hij gebruikt een volledig filmrolletje, op zoek naar het perfecte beeld. Terug in Moskou vraagt hij toelating om de foto’s te publiceren. Tot zijn verbazing wordt dat verboden. Een van de soldaten heeft twee polshorloges aan, wat waarschijnlijk betekent dat hij een van die horloges gestolen heeft. Khaldei moet de foto retoucheren. De negatieven blijven intact zodat de originele foto na 1991 alsnog kan verschijnen. In ieder geval heeft hij dé foto van de overwinning gemaakt.

Wat je na

KENNEN

1 de begrippen ‘blitzkrieg’, ‘geallieerden’, ‘asmogendheden’, ‘collaboratie’ en ‘capituleren’ verklaren

2 de drie verschillende fasen van de Tweede Wereldoorlog opsommen

3 het aanvankelijke succes van Duitsland en zijn bondgenoten met drie voorbeelden aantonen

4 het verloop van de oorlog in grote lijnen uitleggen

5 drie keerpunten van de oorlog geven

6 het gebruik van de atoombommen beoordelen

KUNNEN

1 gegevens uit kaarten halen

2 geschreven getuigenissen analyseren

3 bronnen met elkaar vergelijken

4 bepalen of bronnen bruikbaar en betrouwbaar zijn om historische vragen te beantwoorden

5 het doel van de maker van een bron omschrijven

6 foto’s met eigen woorden beschrijven

7 het perspectief van de makers van bronnen verklaren

8 aan anderen informatie verstrekken

12 Nadat je de les hebt geleerd, moet je deze zaken KENNEN en KUNNEN.

De begrippen die je moet kennen, staan altijd bovenaan.

11 Een schema van de lesinhoud, op het einde van elke les, helpt je de les te studeren.

De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

1 Duitsland en zijn bondgenoten behalen overwinningen (1939-1942)

Eerste Duitse veroveringen: Denemarken, Noorwegen ‘Blitzkrieg’ tegen België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk

28 mei 1940: koning Leopold III capituleert.

Uitbreiding van de oorlog naar Noord-Afrika, Joegoslavië en Griekenland

Juni ’41: Duitsland valt de binnen.

December ’41: Japanse aanval op Amerikaanse vlootbasis in de Stille Oceaan: Duitsland, Italië, Japan en andere bondgenoten

Sovjet-Unie, VS, Verenigd Koninkrijk en bondgenoten

2 De geallieerden nemen het initiatief

Drie keerpunten in 1942 en 1943: Amerikaanse vloot verslaat Japanse vloot bij Midway (Stille Oceaan).

• Britten drijven de Duitse troepen terug in Noord-Afrika (El Alamein).

Sovjettroepen omsingelen een Duits leger in Stalingrad.

3 De geallieerden behalen de overwinning Juni 1944: landing in Normandië September 1944: bevrijding van het grootste deel van België Mei 1945: Duitse capitulatie

4 Atoombommen vernietigen Hiroshima en Nagasaki

Amerikaanse president Truman wil oorlog snel beëindigen. augustus 1945: atoombommen op Hiroshima en Nagasaki

Balans van de oorlog: ca. 72 miljoen doden, tientallen miljoenen vluchtelingen, enorme verwoestingen

38 LES 4 De TweeDe werelDoorlog (1939-1945)

Geschiedenis studeren: in de klas en thuis

Welkom in de geschiedenislessen van het zesde jaar van het secundair onderwijs. Je ontdekte in de vorige schooljaren al dat geschiedenis veel meer is dan feiten en datums uit het hoofd leren. Geschiedenis is niet zo moeilijk, als je de lessen op de juiste manier aanpakt. Luister daarom naar de raadgevingen van je leraar. Goed opletten in de klas brengt je al een hele stap vooruit. Op de startpagina van de methode vind je extra tips om de leerstof thuis te herhalen en in te studeren.

VAN IN Plus

Soms is het handig dat je extra lesinformatie of een video- of audiofragment zelf kunt bekijken of beluisteren op je smartphone. Als je dit icoon ziet, open dan de VAN IN Plus -app en scan de pagina.

37
onTwikkelingen
20e eeuw
B PoliTieke
in De
Foto van Evgeni Khaldei (1917-1997) op 2 mei 1945
deze les moet
Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een
605782_Storia6_LWB_LIVE_02_DeelB.indd 37 2/04/2024 14:33
kennen en kunnen:
onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.
LES 4 SCHEMA
5 Beschrijf OPDRACHT 1
14:32 5 INLEIDING
605782_Storia6_LWB_LIVE_02_DeelB.indd 38 2/04/2024
VAN IN Plus Download in de App Store Get it on Google Play
2
©VANIN

Mijn lesmateriaal

Hier vind je alle inhouden uit het boek, maar ook meer, zoals ontdekplaten, filmpjes, audiofragmenten, extra oefeningen ...

Extra materiaal

Bij bepaalde stukken theorie of oefeningen kun je extra materiaal openen. Dat kan een bijkomend audio- of videofragment zijn, een woorden- of begrippenlijst, een extra bron of een leestekst. Kortom, dit is materiaal dat je helpt om de leerstof onder de knie te krijgen.

Adaptieve oefeningen

In dit gedeelte kun je de leerstof inoefenen op jouw niveau. Hier kun je vrij oefenen of de oefeningen maken die de leerkracht voor je heeft klaargezet.

Opdrachten

Hier vind je de opdrachten die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

Evalueren

Hier kan de leerkracht toetsen voor jou klaarzetten.

Resultaten

Wil je weten hoever je al staat met oefenen, opdrachten en toetsen?

Hier vind je een helder overzicht van al je resultaten.

Notities

Heb je aantekeningen gemaakt bij een bepaalde inhoud? Via je notities kun je ze makkelijk terug oproepen.

Het onlineleerplatform bij STORIA HD 6 ©VANIN

Meer weten?

Ga naar www.ididdit.be

6 IDIDDIT

1

1 ©VANIN

Historisch denken

In het vak geschiedenis leer je niet alleen over het verleden. Je leert ook hoe onze kennis over dat verleden ontstaat. Je krijgt dus inzicht in het verleden én in de wetenschappelijke methode die historici gebruiken. Je leert historisch denken. In deze les frissen we de vijf krachtlijnen van het historisch denken op.

Wat zijn historische vragen? Hoe ordenen we het verleden in het historische referentiekader? Welke beperkingen hebben bronnen? Waarom is de geschiedenis niet hetzelfde als het verleden? Welke historische redeneerwijzen ken je al?

Kaartnr(s).

De vijf krachtlijnen van het historisch denken

1 Historische vragen stellen

Geschiedkundigen stellen en beantwoorden historische vragen. Er zijn verschillende soorten historische vragen: vragen over het verleden, vragen die het verleden en het heden op elkaar betrekken en vragen over geschiedenis. (Verderop in deze les gaan we daar verder op in.)

2 Een geordend beeld van het verleden opbouwen

Om je weg te vinden in al die eeuwen geschiedenis, komt het eropaan dat verleden te ordenen in het referentiekader. Dat betekent situeren in de tijd, de ruimte en de maatschappelijke domeinen. Zo krijg je een beter overzicht en inzicht. Tegelijkertijd leer je historische begrippen en structuurbegrippen (zie woordenlijst) om de kenmerken van de samenlevingen die je bestudeert, juist te benoemen. De belangrijkste historische begrippen noemen we sleutelbegrippen.

3 Kritisch redeneren met en over bronnen

Bronnen zijn de basis van onze historische kennis. Ze worden op drie manieren in groepen gedeeld. We maken een onderscheid tussen ‘historische bronnen’ en ‘historische werken’ , tussen ‘primaire’ en ‘secundaire’ bronnen en tussen ‘geschreven’ en ‘ongeschreven’ bronnen. Ongeschreven bronnen worden verder verdeeld in mondelinge en materiële bronnen. Om een

7 A OVER OUDE EN NIEUWE DINGEN
PREHISTORIE OUDE NABIJE OOSTEN KLASSIEKE OUDHEID VROEGMODERNE TIJD MODERNE TIJD HEDENDAAGSE TIJD MIDDELEEUWEN ±500 ±1450 ±1750 1945 ±800v.C. ±3500v.C.

OPDRACHT 1

antwoord te vinden op een historische vraag zoeken en selecteren we bronnen. Je weet al van vorige schooljaren dat je daarmee voorzichtig moet omspringen. Bronnen hebben namelijk altijd bepaalde beperkingen. Die beperkingen zijn afhankelijk van de historische vraag die je stelt en hebben onder andere te maken met de bruikbaarheid en de betrouwbaarheid van de bron. In de loop van het schooljaar zullen we dat regelmatig inoefenen. Houd er ook rekening mee dat de historische bronnen die in de lessen worden gebruikt, dikwijls bewerkt zijn. Dat betekent dat ze niet gelijk zijn aan de originele bron. Bronnen worden ingekort of vertaald, er wordt een titel toegevoegd ... Die ingrepen kunnen de betekenis van de bron beïnvloeden.

4 Tot historische beeldvorming komen

Door historische vragen te stellen en te beantwoorden, ontstaat historische beeldvorming. Over sommige periodes uit ons verleden weten we maar weinig door het gebrek aan bronnen. Als er een nieuwe bron ontdekt wordt, kan onze kennis over het verleden veranderen. Dat gebeurt ook als de historici een bron anders gaan interpreteren. Dat wil dan zeggen dat ze om de een of andere reden anders gaan denken over de informatie die ze uit een bepaalde bron halen. Het is dus belangrijk om zo veel mogelijk bronnen te gebruiken en te vergelijken om een nauwkeurig beeld te krijgen van het verleden. Het antwoord op een historische vraag is een samenhangende historische redenering. Een voorbeeld van een typische historische redenering is oorzaak -gevolg. Op de uitvouwbare tijdlijn vind je het overzicht van alle historische redeneerwijzen die je al geleerd hebt.

5 Nadenken over de relatie tussen verleden, heden en toekomst Geschiedenis is niet hetzelfde als het verleden: geschiedenis is een reconstructie van het verleden. Historici kijken onvermijdelijk vanuit hun eigen perspectief naar het verleden. De vragen die ze stellen en de antwoorden die ze geven, worden beïnvloed door de omgeving (tijd, woonplaats …) en de persoonlijke achtergrond (afkomst, studies, interesses …). Heb je je al eens afgevraagd hoe jouw beeld van de wereld beïnvloed wordt door je eigen standplaatsgebondenheid ?

Het verleden wordt dikwijls vergeleken met het heden. Het heden heeft uiteraard zijn wortels in het verleden. Door inzicht te krijgen in evoluties over lange termijn, wordt het zelfs mogelijk om voorspellingen te doen voor de toekomst. Soms wordt het verleden ook gebruikt (en misbruikt) in het heden. We herdenken bijvoorbeeld bepaalde historische gebeurtenissen. Als mensen die herinneringen voor eigen doeleinden inzetten, kunnen we spreken van misbruik van het verleden.

Lees de kaderteksten en markeer de kernwoorden. De samenvatting van deze teksten vind je op de uitvouwbare tijdlijn achteraan in je boek. Vraag uitleg als je iets niet begrijpt.

OPDRACHT 2

Bekijk de tijdlijn en de inhoudstafel van je boek.

a Welke periode bestuderen we dit schooljaar?

b Naar welke gebeurtenissen verwijzen de breuk momenten waarmee deze tijdvakken beginnen en eindigen?

8 LES 1 H I s tO RI sc H DEN k EN
©VANIN

c Weet je ook nog naar welke gebeurtenissen de andere scharnierpunten verwijzen? Verbind.

3500 v.C.

800 v.C.

500

De val van het West-Romeinse Rijk

De val van het Oost-Romeinse Rijk

De legendarische stichting van Rome 1450

Het eerste schrift

OPDRACHT 3

Bron 1 Indeling Japanse geschiedenis

Kodai Oude tijd 10 000 v.C.-1102

Chûsei Middentijd1192-1600

Kinsei Moderne tijd 1600-1867

Kindai Recente tijd 1867-1945

Gendai Huidige tijd 1945-heden

Bron 2 Verschillende tijdrekeningen

Tijdrekening

Gebeurtenis aanvang Plaats in onze tijdrekening

Romeinse jaartellingMythische stichting van Rome753 v.C.

Attische jaartelling (Athene)Eerste Olympische Spelen776 v.C.

Joodse jaartelling

Islamitische jaartelling

Chinese jaartelling

De schepping 3751 v.C.

Profeet Mohammed verlaat Mekka (Hidjra). 622

Eerste regeringsjaar eerste keizer2697 v.C. of 2698 v.C.

a Geef een verschil en een gelijkenis tussen de westerse en de Japanse indeling van de geschiedenis.

Verschil:

Gelijkenis:

b Tijdrekeningen zijn cultuurgebonden. Onderstreep: Juist / fout

c Verklaar waarom de westerse tijdrekening algemeen verspreid is en gebruikt wordt over de hele wereld.

d In verschillende landen binnen en buiten Europa wordt soms een alternatief voor v.C./n.C. gebruikt. De Engelse BCE/CE-notatie is bijvoorbeeld al redelijk verspreid. (B)CE staat voor (Before) Common Era. In het Nederlands wordt dat vertaald als (voor) gangbare jaartelling. Geef een argument pro en een argument contra dat alternatief.

Pro:

Contra:

9
A OVER OUDE EN NIEUWE DINGEN ©VANIN

OPDRACHT 5

a Wat tonen de bovenstaande afbeeldingen?

b Waar komen de afbeeldingen vandaan?

Een gebruiker van de AI-software Midjourney wilde de spot drijven met mensen die niet geloven in de maanlanding. Hij genereerde afbeeldingen die zouden aantonen dat de maanlanding in scène is gezet.

c Wat maken de afbeeldingen duidelijk op het vlak van het herkennen van bronmanipulatie?

d Welk onbedoeld effect kunnen AI-afbeeldingen hebben?

Juist of fout? Bespreek klassikaal.

©VANIN

a De westerse indeling in zeven tijden is geschikt om de geschiedenis van niet-westerse samenlevingen te beschrijven.

b In het vak geschiedenis leer je o ok hoe onze kennis over het verleden ontstaat.

c De b etrouwbaarheid van een bron is afhankelijk van de historische vraag die je stelt.

d Ons eigen standpunt b eïnvloedt de manier waarop we naar het heden en het verleden kijken.

10 LES 1 H I s tO RI sc H DEN k EN
Bron 3 De maanlanding is nep OPDRACHT 4

Historisch denken begint met het stellen van historische vragen

Historici stellen en beantwoorden historische vragen. Dat zijn natuurlijk in de eerste plaats vragen over het verleden . Die vragen kunnen meer of minder algemeen zijn: we kunnen de grote lijnen van het verleden onderzoeken of inzoomen tot op het niveau van een individu. Ook vragen die het verleden en het heden op elkaar betrekken en vragen over geschiedenis zijn historische vragen en dus een onderdeel van het vak geschiedenis. Vragen die het heden en het verleden op elkaar betrekken , onderzoeken de verbanden tussen het verleden en het heden. We kunnen verklaringen zoeken in het verleden voor hedendaagse situaties of nagaan hoe we in het heden omgaan met het verleden. De vragen over geschiedenis gaan over het historisch onderzoek en over de historische beeldvorming. Heel belangrijk hier zijn de vragen over de bronnen waarop historische kennis gebaseerd is. We onderzoeken ook hoe het verleden in beeld wordt gebracht. Geschiedenis is immers een reconstructie van het verleden. De manier waarop die reconstructie gebeurt, is erg afhankelijk van de standplaatsgebondenheid van de auteur.

a Zijn deze vragen historische vragen?

OPDRACHT 6 Ja NeenTwijfel

a Welke oorzaken heeft de Eerste Wereldoorlog?

b Wie financiert de restauratie van de Sint-Baafskathedraal?

c Mo eten de standbeelden van Leopold II verwijderd worden?

d Ho e verklaar je de grote landbouwopbrengsten bij de Mexica?

e Welke historische fouten zijn er gemaakt in die film?

b Leg voor de vragen waarvoor je ‘ja’ hebt geantwoord, uit waarom.

c Situeer de vragen over het verleden in het historisch referentiekader.

11
2
A OVER OUDE EN NIEUWE DINGEN ©VANIN

OPDRACHT 7

Niet elke historische vraag is een goede onderzoeksvraag

Niet elke historische vraag is een historische onderzoeksvraag . Een wie- of wanneer-vraag is bijvoorbeeld helemaal anders dan een waarom- of hoe-vraag. De eerste soort vragen leidt meestal makkelijk tot een kort antwoord, de laatste soort vragen meestal tot diepgaand onderzoek. Niet alle onderzoeksvragen zijn even goed onderzoekbaar . Een vraag kan bijvoorbeeld te algemeen of te vaag zijn of onbeantwoordbaar omdat er geen bronnen voor bestaan. Een goede onderzoeksvraag is duidelijk afgebakend in de tijd en in de ruimte. De beschikbare bronnen moeten toelaten om binnen een redelijke tijd een antwoord te geven op de vraag.

Zijn deze historische vragen onderzoeksvragen?

a Wie was de eerste vrouw van Leopold I?

b Wat weten we over het liefdesleven van Adolf Hitler?

c Ho e evolueert de immigratie in België na 1974?

d Wanneer werd België onafhankelijk?

OPDRACHT 8

a Ga naar de ontdekplaat Welkom in de hedendaagse tijd en noteer hier twee historische vragen waarop de ontdekplaat een antwoord geeft.

b Zijn die vragen goede onderzoeksvragen? Bespreek klassikaal.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘breuk’, ‘lokaal’, ‘regionaal’, ‘globaal’, ‘mondiaal’, ‘stedelijke en rurale ruimte’, ‘continentale en maritieme ruimte’, ‘domein’, ‘politiek’, ‘sociaal’, ‘cultureel’ en ‘economisch’ uitleggen

2 de zeven periodes met begin- en eindjaar opnoemen

KUNNEN

1 kritisch nadenken over de westerse indeling van de tijd in zeven periodes

2 de invlo ed van AI op de betrouwbaarheid van bronnen uitleggen met een voorbeeld

3 historische vragen herkennen

4 historische vragen in het referentiekader situeren

©VANIN

3 de geb eurtenissen waarnaar de scharnierdata verwijzen, opnoemen

4 het verschil tussen de geschiedenis en het verleden uitleggen

5 de onderzo ekbaarheid van een historische vraag evalueren

6 historische vragen stellen

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je online verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kent of kunt, zet je een kruisje in het vakje.

12 LES 1 H I s tO RI sc H DEN k EN
3
Ja Neen

B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

Vorig jaar heb je de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en het daaropvolgende interbellum (1919-1939) bestudeerd. In die periode worden de kiemen van een nieuw wereldwijd conflict gelegd. In dit onderdeel komen de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) en de Koude Oorlog (1947-1991) aan bod. Hieronder vind je twee bronnen over het Verdrag van Versailles (1919), een vredesverdrag dat meer problemen creëerde dan oploste.

Bron 1 Uit het Verdrag van Versailles

Art. 42 Het is Duitsland verboden op de linkeroever van de Rijn en op de rechteroever binnen 50 km vestingen te behouden of aan te leggen.

Art. 160 De gezamenlijke sterkte van het leger van Duitsland mag niet meer dan 100 000 man bedragen. Het leger dient enkel voor het behoud van de orde binnen het Duitse gebied en als grenspolitie.

Art. 235 Om de geallieerde en geassocieerde regeringen de wederoprichting van hun economische uitrusting mogelijk te maken nog voor het definitieve bedrag van hun aanspraken is bepaald, betaalt Duitsland in afrekening op de hele schuld gedurende de jaren 1919, 1920 en de eerste vier maanden van 1921 in vergoedingen en waarden, die een bedrag van 20 miljard goudmark vertegenwoordigen.

Uit: Het Verdrag van Versailles, 28 juni 1919

Bron 2 Gebiedswijzigingen voor Duitsland

©VANIN

Verklaar waarom de Duitsers geschokt zijn door het Verdrag van Versailles.

13 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

Het nazisme van Adolf Hitler

Tijdens en na de Eerste Wereldoorlog ontstaan totalitaire bewegingen en regimes zoals het fascisme en het stalinisme. Door de economische wereldcrisis, die vanaf 1929 uitbreekt, worden zij populairder. Één van de beruchtste totalitaire leiders is Adolf Hitler, die met zijn nazi’s in Duitsland aan de macht komt.

Wat is totalitarisme? Welke ideeën verkondigen de nazi’s? Hoe komen ze in Duitsland aan de macht?

©VANIN

OPDRACHT 1

Kaartnr(s).

Verdrag van Versailles mislukte staatsgreep München economische wereldcrisis NAZI-DUITSLAND DUITSE REPUBLIEK

Het nazisme ontstaat vlak na de Eerste Wereldoorlog

In Duitsland zijn veel burgers gefrustreerd over de nederlaag en het Verdrag van Versailles. Ze wantrouwen de nieuwe Duitse republiek en haar politici. Bovendien heeft de economie het moeilijk. Honderdduizenden, onder wie veel oud-strijders, zijn op zoek naar werk. Er ontstaan verschillende protest partij tjes. In Beieren wordt een zekere Adolf Hitler, een oudstrijder, tot voorzitter van zo’n partijtje gekozen. Hij geeft haar een nieuwe naam: de NSDAP (Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei). In 1923, wanneer Duitsland lijdt onder hyperinflatie, pleegt hij in Beieren een mislukte staatsgreep . Hitler en enkele van zijn aanhangers worden gearresteerd. Hun proces krijgt aandacht van veel Duitse media. Zij profiteren daarvan om meer Duitsers te laten kennismaken met hun ideeën. Ze worden veroordeeld tot lichte straffen. Eind 1924 komt Hitler vervroegd vrij. Dankzij een economische heropleving is het weer rustig in Duitsland. Weinig mensen hebben nog interesse in de NSDAP.

Bron 1 Duitse p ostzegels uit 1923

Om de prijsstijgingen te kunnen volgen, overdrukt men sommige zegels met nieuwe bedragen.

14 LES 2 Het nazisme van a d olf Hitler 1919 1923 1929 1933
2
1
Hitler Führer Hitler kanselier
1934
1918
EERSTE WERELDOORLOG

OPDRACHT 2

Verklaar het begrip ‘hyperinflatie’ met behulp van de postzegels. Duid het juiste antwoord aan.

De prijzen voor producten en diensten stijgen. Je krijgt na een tijd minder voor eenzelfde som geld.

De prijzen voor producten en diensten stijgen enorm snel. De munt verliest vlug aan waarde. De munt verzwakt en je kunt er steeds minder mee kopen.

Bron 2 Adolf Hitler, Mein Kampf

Verschenen: deel I in 1925, deel II in 1927 In de gevangenis schrijft Hitler het eerste deel van Mein Kampf ( Mijn Strijd ), een boek waarin hij zijn leven beschrijft en zijn politieke ideeën uitlegt. Wij weten nu dat het boek vol staat met onwaarheden over zijn eigen leven. Zo noemt hij zichzelf een arbeider terwijl hij bijna nooit gewerkt heeft. Hitler vertelt over zijn heldendaden aan het front, terwijl hij het grootste deel van de tijd achter het front heeft doorgebracht. In het boek schrijft hij ook dat hij gaat afrekenen met de Joden en dat hij het Duitse grondgebied fors wil uitbreiden.

a Welke zaken die in het boek staan, heeft hij echt gedaan? Zoek het eventueel op in deze en de volgende lessen. Onderstreep die begrippen.

Joden vervolgen / als arbeider gewerkt / heldendaden in WO I / Duitsland uitbreiden

b Welk voordeel hebben wij op mensen uit de tijd van Hitler als we zijn boek moeten beoordelen?

De methoden en ideeën van het nazisme

Na de mislukte staatsgreep van 1923 beslist Hitler om via propaganda , terreur en misbruik van de democratie de macht te grijpen. De propaganda dient zowel om de ideeën van de nazi’s te verspreiden als om tegenstanders te belasteren. Ze gebruiken daarvoor affiches, dagbladen, radio, film ... In tegenstelling tot andere partijen houden de nazi’s de boodschap in die media duidelijk en eenvoudig. Hitler, een getalenteerde spreker, houdt toespraken op heel goed georkestreerde massamanifestaties.

Met moord, chantage, bedreigingen en andere terreurmethoden leggen de nazi’s politieke tegenstanders het zwijgen op. Ze beschikken daarvoor over twee milities : de SA en de SS . Hitler gebruikt het democratische systeem om de democratie te vernietigen. Hij wil ten eerste zo veel mogelijk nazi’s in de Rijksdag , het Duitse parlement, krijgen. Daarvoor moet zijn partij het goed doen bij verkiezingen. Vervolgens wil hij mee een regering kunnen vormen. Eens in de regering kan hij dan staatsinstellingen gebruiken om zijn macht uit te breiden.

15 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
2
©VANIN

Vul het schema op het einde van deze les aan met de zes belangrijkste ideeën van het nazisme. Je vindt ze terug in de onderstaande bronnen.

Bron 3 De ‘Führer’

De nazi’s verkondigen dat de democratie onbekwaam, wanordelijk en corrupt is. Zij vinden dat je de ‘Führer’ (leider), Adolf Hitler, blindelings moet volgen. Enkel onder zijn leiding zal het goed gaan met Duitsland.

Bron 4 Aandacht voor orde

De NSDAP wil het Duitse ras zuiveren van volgens haar ‘vreemde en rasbezoedelende ’ elementen. Vreemdelingen moeten verdwijnen of dienaars van de Duitsers worden. Hitler gelooft dat vooral de Joden doelbewust de ondergang van de beschaving nastreven. De nazi’s zijn antisemitisch , tegen de Joden.

Bron 7 Kritiek op kapitalisme

Onder de arbeiders geven de nazi’s kritiek op het kapitalisme. Hitler verzekert Duitse fabriekseigenaars en bankiers echter dat ze van hem niets te vrezen hebben. Hij verzet zich tegen het ‘Joodse internationale kapitalisme’.

De foto toont Hitler op een massamanifestatie. De nazi’s beweren orde te brengen waar wanorde heerst. Ze organiseren zich daarom op militaire wijze, met veel aandacht voor uniformen en tucht.

De foto komt uit een Vlaamse brochure van de SS uit 1941. Er staat de volgende tekst bij: ‘De joodsche Sowjetbeulen. Geniepigheid, ontaarding en beestachtigheid staan op de tronie van dezen politieken commissaris te lezen.’ De nazi’s spelen in op de angst die bij de Duitse middenklassen heerst voor het communisme en de Sovjet-Unie. Ze beweren de enige beweging te zijn die het communisme kan tegenhouden.

Bron 8 Dromen van Groot-Duitsland

©VANIN

Hitler belooft de Duitsers de afschaffing van het Verdrag van Versailles. Hij droomt hardop van GrootDuitsland, een grote staat die bijna heel Midden- en Oost-Europa omvat.

16 LES 2 Het nazisme van a d olf Hitler
OPDRACHT 3
Bron 5 Tegen vreemdelingen Bron 6 Insp elen op angst

OPDRACHT 4

Hitler en de nazi’s komen aan de macht

De economische wereldcrisis brengt de Duitse republiek in de jaren 1930 zwaar in de problemen. Banken en bedrijven gaan failliet. De werkloosheid neemt enorm toe. Veel Duitsers zijn ontgoocheld en de oude frustraties van vlak na de Eerste Wereldoorlog duiken weer op. De nazi’s grijpen hun kans. Ook hun aartsvijanden, de communisten, ruiken winst.

De Duitse president Hindenburg behoort tot de partij van Duitse nationalisten (DNVP). Om een stabiele regering te vormen wil hij na enige aarzeling samenwerken met de nazi’s. Hitler mag in 1933 kanselier worden van een coalitieregering. De nazi’s verwerven de controle over de radio-omroep en een deel van de politie. Hitler wil samen met zijn bondgenoten de grondwet veranderen. Daarvoor heeft hij echter de steun van 2/3 van de parlementsleden nodig. Hij organiseert daarom nieuwe parlementsverkiezingen. Tijdens de verkiezingsstrijd brandt het gebouw van de Rijksdag af. Hitler schuift de brand in de schoenen van de communisten. De regering vaardigt een noodwet uit die bijvoorbeeld toelaat dat mensen zonder enige vorm van proces worden opgesloten.

De verkiezingsuitslag van maart 1933 valt tegen. De nazi’s en bondgenoten behalen samen niet genoeg zetels in de Rijksdag om de grondwet te kunnen veranderen. Hitler gebruikt echter de noodwet om alle communistische en enkele socialistische parlementsleden te arresteren. Met valse beloften krijgt hij ook de steun van andere partijen. Met een grote meerderheid zet de Rijksdag de grondwet buitenspel. Hitler krijgt dictatoriale macht. Hij gebruikt die al snel om de andere partijen, de vakbonden en de verenigingen die niet nazigezind zijn, te verbieden. Andersdenkenden worden opgepakt en in concentratiekampen gestoken. In 1934 wint de NSDAP de verkiezingen. Zij was de enige partij waarop nog gestemd mocht worden … Hitler ruimt ook tegenstanders binnen de NSDAP uit de weg. Na de dood van president Hindenburg wordt hij ook president en opperbevelhebber van het leger. Hitler noemt zich de ‘Führer’ van het Duitse Rijk.

Bron 9 De verkiezingsuitslagen voor de Duitse Rijksdag (aantal zetels per partij)

©VANIN

a Welke is in 1919 de grootste partij?

b Welke is zowel in 1932 als in 1933 de grootste partij?

c Behalen de nazi’s op een bepaald moment de absolute meerderheid?

d Welke drie niet-democratische partijen heeft Duitsland?

(nationalisten en conservatieven)

(nazi’s)

17 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
3

e Vanaf welke verkiezingen halen de antidemocratische partijen meer zetels dan de democratische partijen?

f Zo ek op hoeveel % van de stemmen extreemrechtse en extreemlinkse partijen behaalden bij de vorige Vlaamse en federale verkiezingen. Bespreek klassikaal.

OPDRACHT 5

Bron 10 De Rijksdag in 1934

©VANIN

a Waaruit blijkt dat er in de Rijksdag nog slechts één partij is toegelaten?

b Waarom kan de foto gelden als een voorbeeld van een totalitair regime?

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘coalitieregering’, ‘militie’, ‘hyperinflatie’, ‘kanselier’ en ‘absolute meerderheid’ uitleggen

2 aantonen dat het nazisme totalitair is

3 de b eginjaren van het nazisme schetsen

4 zes ideeën van de nazi’s opnoemen en uitleggen

5 de drie metho den van het nazisme om aan de macht te komen, uitleggen

6 uitleggen hoe de nazi’s aan de macht komen

KUNNEN

1 met b ehulp van bronnen een historisch beeld van het nazisme vormen

2 uitleggen waarom wij een ander beeld van een historisch figuur kunnen hebben dan tijdgenoten

3 uit bronnen gegevens afleiden om een schema aan te vullen

4 met b ehulp van diagrammen de Duitse verkiezingsuitslagen ontleden

5 historische argumenten geven in het actuele debat over de opkomst van antidemocratische partijen

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

18 LES 2 Het nazisme van a d olf Hitler

1 Het nazisme ontstaat vlak na de Eerste Wereldoorlog

Problemen voor de jonge Duitse Republiek na WO I:

• frustraties over nederlaag en Verdrag van Versailles

• onwennig t.o.v. de democratie

• geen economisch herstel + werkloosheid

Gevolg: ontstaan van protestpartijtjes

o.a. NSDAP o.l.v. Adolf Hitler

mislukte staatsgreep in München (1923) gevangenisstraf Mein Kampf

1924 economische heropleving: weer rust in Duitsland, weinig interesse voor NSDAP

2 De methoden en ideeën van het nazisme

Warboel van ideeën

Het nazisme van Adolf Hitler ©VANIN

Metho den

• Propaganda: ideeën verspreiden + vijanden belasteren

• Terreur tegen tegenstanders milities: SA + SS

• Misbruik van de demo cratie verkiezingen parlementsleden regering

LES 2 SCHEMA 19 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
• • • • •

3 Hitler en de nazi’s komen aan de macht

Verkiezingen 1930-1933: NSDAP grootste partij, geen absolute meerderheid

Samenwerking met nationalisten: Hitler kanselier (1933)

Nieuwe verkiezingen (1933)

• Do el: 2/3 meerderheid in parlement om de grondwet te veranderen, zo meer macht

• Rijksdag brandt af. Hitler steekt schuld op communisten.

Zijn regering vaardigt noodwet uit.

• Uitslag verkiezingen: geen 2/3 meerderheid

MAAR: arrestatie parlementsleden via noodwet

+ valse beloften aan andere partijen

GEVOLG: wel 2/3 meerderheid en Hitler dictatoriale macht

– verbod op andere partijen, vakbonden en verenigingen

– vervolging andersdenkenden

1934 Uitschakeling tegenstanders binnen de partij + overlijden president Hindenburg

Hitler ‘Führer’

20 LES 2 Het nazisme van a d olf Hitler
©VANIN

Hitler en de aanloop naar Wereldoorlog II

In 1933 komt Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Hij belooft om een einde te maken aan het Verdrag van Versailles. Veel Duitsers vinden dat verdrag immers onrechtvaardig.

Hoe reageren de andere Europese leiders en landen daarop? Hoe leidt zijn politiek tot de Tweede Wereldoorlog?

H itler aan de macht

dienstplicht inlijving Saarland

Hitler wil meer gebied

Kaartnr(s).

m ilitarisering Rijnland as Rome-Berlijn

A nschluss Oostenrijk + Sudetenland

aanval op Polen

Hitler wil meer dan alleen de gevolgen van het Verdrag van Versailles ongedaan maken. Hij streeft naar een grote Duitse staat in Centraal- en Oost-Europa. Het ‘Duitse arische ras’ moet volgens hem meer grondgebied (‘levensruimte’) krijgen ten koste van ‘minderwaardige rassen’ zoals Joden, Roma, Polen, Tsjechen, Slovaken ...

Hitler schendt openlijk het Verdrag van Versailles: in 1935 voert hij de dienstplicht opnieuw in en maakt hij het Duitse leger weer groter. Hij start de herbewapening van dat leger: de Duitse industrie produceert steeds meer tanks, vliegtuigen, slagschepen ... In 1936 trekt het Duitse leger het Rijnland binnen. Volgens het verdrag mogen er in dat deel van Duitsland geen Duitse troepen zijn. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk veroordelen de acties van Hitler, maar grijpen militair niet in. Ze vrezen een nieuwe wereldoorlog en zitten met andere problemen: in Frankrijk zijn er zware politieke spanningen tussen de linkse en de rechtse partijen . Het Verenigd Koninkrijk heeft af te rekenen met onrust in Indië en andere kolonies. Het land volgt een ‘appeasementpolitiek’ : via toegevingen en onderhandelingen een nieuwe wereldoorlog vermijden.

21 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
3
1933 1sept.1939
1 1935 1936 1938
©VANIN

OPDRACHT 2

De tabel vergelijkt de bevolkingsdichtheid van Duitsland met die van Polen, Zuidoost-Europa, NoordoostEuropa en de Sovjet-Unie.

Vertaling titel: ‘Bevolkingsdichtheid bij ons en in het buitenland’

Vertaling laatste regel: ‘Daarom, hoelang nog “een volk zonder ruimte”?’

Hoe rechtvaardigen de nazi’s hun eis voor meer grondgebied in Oost-Europa?

Bron 2 Duitse gebiedsuitbreidingen

©VANIN

a Geef drie gebieden die Duitsland tussen 1937 en 1939 inpalmt.

b Waaruit blijkt dat Hongarije een bondgenoot is van Duitsland?

22 LES 3 Hitler en de aanloo P n aar w er eldoorlog ii Bron 1 Nazipropaganda uit 1938 OPDRACHT 1

Hitler breidt zijn grondgebied verder uit

Hitler wil Oostenrijk bij Duitsland voegen. Aanvankelijk doet hij niet veel omdat de Italiaanse leider Mussolini een onafhankelijk Oostenrijk wil. In 1936 sluiten Italië en Duitsland echter een bondgenootschap en ligt de weg voor Hitler open. Hitler zet de Oostenrijkse eerste minister onder zware druk om Oostenrijkse nazi’s op te nemen in zijn regering. Die nemen al vlug de controle over de regering over. Met de leugen dat het land bedreigd wordt, vragen ze in 1938 Duitsland om hulp. Het Duitse leger trekt Oostenrijk binnen. De ‘Anschluss’ , de aanhechting van Oostenrijk bij Duitsland, is wat later een feit. Zowel Joden als tegenstanders van Hitler proberen het land nog te ontvluchten. Oostenrijk wordt een provincie van het ‘Derde Rijk’: de Oostmark.

a Onderstreep de houding van de Oostenrijkers tegenover het binnenvallende Duitse leger. afwijzend – neutraal – enthousiast

b Ho e kan die houding verklaren dat Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk niet ingrijpen?

Hitler tegen Tsjechoslovakije

Het volgende doelwit van Hitler is Tsjechoslovakije, een goed bewapend en democratisch industrieland dat in 1918 is ontstaan. In het land wonen verschillende volken: Duitsers (in het Sudetenland), Tsjechen, Slovaken en kleinere groepen Hongaren en Oekraïners. De Sudeten-Duitsers willen aansluiten bij Duitsland. Hitler steunt hen en dreigt zelfs met een oorlog. Tsjechoslovakije rekent op de steun van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk en mobiliseert zijn leger. Om een oorlog te voorkomen, organiseren het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en Duitsland een vredesconferentie in München. Mussolini, de bondgenoot van Hitler, leidt de conferentie. De Tsjechoslovaken zijn niet uitgenodigd. De Britten en de Fransen doen belangrijke toegevingen om een oorlog af te wenden. De vier landen sluiten de ‘akkoorden van München’: Hitler krijgt de toelating het Sudetenland te bezetten. In ruil daarvoor belooft hij geen verdere gebiedsuitbreiding na te streven. De oplossing van de Sudetenkwestie kadert in de ‘appeasementpolitiek’. De Britse eerste minister Chamberlain hoopt dat er voor lange tijd vrede zal zijn. Hitler breekt echter enkele maanden later zijn belofte. Ondanks luid protest van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk bezet hij begin 1939 de rest van Tsjechië. Slovakije wordt een Duitse vazalstaat

23 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
2
3
Bron 3 De reactie van de Oostenrijkers OPDRACHT 3
©VANIN

De ‘appeasementpolitiek’

Met de ‘appeasementpolitiek’ of verzoeningspolitiek proberen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk via toegevingen Adolf Hitler te kalmeren om zo een oorlog te vermijden.

Bron 4 Cartoon uit 1938

Cartoon van David Low verschenen op 25 september 1938 in de Britse krant ‘News of the World’

De Britse premier Chamberlain rolt de wereldbol over een kloof naar de vrede. De plank verwijst naar de crisis over Sudetenland. In de kloof wacht een puntig gebergte dat de oorlog voorstelt. David Low (1891-1963) is een Nieuw-Zeelandse cartoonist die zich in 1919 in Londen vestigt. Hij wordt huiscartoonist van ‘The Evening Standard’, een krant die aanleunt bij de Conservatieve Partij. Deze cartoon verschijnt in ‘News of the World’, een populair weekblad dat zondags verschijnt en voor een breed publiek bestemd is. David Low is in veel cartoons kritisch voor de nazi’s.

Bron 6 De schrijver Geert Mak

Bron 5 Cartoon uit 1941

©VANIN

Cartoon van Dr. Seuss in de New Yorkse krant PM, 13 augustus 1941 Een ventje dat ‘appeaser’ heet, deelt lolly’s uit aan monsters. Hij zegt: ‘Denk eraan … nog één lolly en dan gaan jullie allemaal naar huis.’ Dr. Seuss is de artiestennaam van de Amerikaan Theodor Seuss Geisel (1904-1991). Hij is zowel kinderboekschrijver, dichter als tekenaar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakt hij spotprenten voor de New Yorkse krant PM. Hij is een aanhanger van president Roosevelt, wiens politiek hij volop steunt. Dr. Seuss heeft kritiek op Amerikanen die niet willen dat de VS zich bemoeien met de oorlog.

Chamberlain wist, beter dan wie ook, dat het Britse Rijk alle reserves had uitgeput tussen 1914 en 1918. Engeland – en dat gold ook voor Frankrijk – was zowel economisch als militair absoluut niet klaar voor een nieuwe oorlog. Mede dankzij (…) München kreeg het Verenigd Koninkrijk voldoende respijt om leger en marine daarop voor te bereiden.

Uit: G. Mak, In Europa. Amsterdam, Atlas Contact, 2004

De Nederlander Geert Mak (°1946) is van opleiding jurist en socioloog. Hij wordt journalist en schrijver bij eerder progressieve media. In de 21e eeuw brengt hij een aantal veelgeprezen geschiedkundige werken uit. Sommige geschiedkundigen loven hem, andere vinden hem niet wetenschappelijk genoeg.

24 LES 3 Hitler en de aanloo P n aar w er eldoorlog ii
OPDRACHT 4

Bron 7 De historicus Niall Ferguson

De Duitse landmacht groeide tussen 1938 en 1939 aanzienlijk harder dan de Britse en Franse landmacht samen. Qua marine stond Duitsland wel degelijk stil (…) maar in de lucht, in die tijd als belangrijk beschouwd, was het een nek-aan-nekrace. De voorsprong van de Britten en Fransen was groter in 1938 dan in 1939.

Uit: N. Ferguson, De grote oorlogen. Amsterdam, Atlas Contact, 2007

Niall Ferguson (°1964) is een Brits-Amerikaans historicus en hoogleraar aan verschillende universiteiten (o.a. Oxford, Londen en Harvard). Hij publiceert ook in de media. Ferguson is eerder conservatief.

a Welke bronnen zijn eerder voor de ‘appeasementpolitiek’?

b Welke bronnen kies je om inzicht te krijgen in wat tijdgenoten denken over appeasement? Motiveer je antwoord.

c Ho e worden de akkoorden van München door David Low (bron 4) beoordeeld? Onderstreep het juiste antwoord.

• Positief / negatief

• Chamb erlain wordt voorgesteld als de redder van de wereldvrede / als een idioot.

d Van welke kennis kan Dr. Seuss (bron 5) gebruikmaken die David Low (bron 4) niet had?

e Tot op vandaag is er discussie of de ‘appeasementpolitiek’ succes heeft gehad. Juist of fout? Motiveer je antwoord.

f Formuleer, op basis van de bronnen en antwoorden, een eigen mening over de ‘appeasementpolitiek’.

25 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
©VANIN

5

De aanval op Polen leidt tot Wereldoorlog II

Hitler laat zijn oog op Polen vallen. Die nieuwe staat heeft dankzij het Verdrag van Versailles een deel van Duitsland gekregen. Het ging daarbij om gebieden waar ook veel Polen woonden. Het gebiedsverlies zorgt er echter voor dat het Duitse Oost-Pruisen gescheiden wordt van de rest van Duitsland. De geallieerden zorgen er ook voor dat Polen mag gebruikmaken van de Duitse havenstad Danzig. Die wordt daarvoor losgemaakt van Duitsland en onder internationaal toezicht geplaatst.

©VANIN

Aanvankelijk is Hitler vriendelijk voor Polen: in 1934 sluit hij een niet-aanvalsverdrag met de staat en begin 1939 gunt hij het land een klein stukje van Tsjechoslovakije. Na zijn succesvolle gebiedsuitbreidingen wil Hitler echter meer. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk beseffen dat de ‘appeasementpolitiek’ niet werkt en beloven Polen militaire hulp bij een eventuele Duitse aanval. Ze proberen ook de Sovjet-Unie uit te spelen tegen nazi-Duitsland. De Sovjetleider Stalin voelt daar weinig voor. Ook Hitler zoekt toenadering tot de Sovjet-Unie. In augustus 1939 leidt dat tot een niet-aanvalsverdrag tussen Duitsland en de Sovjet-Unie. Op 1 september 1939 valt Hitler Polen binnen. Twee dagen later verklaren het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk de oorlog aan Duitsland. De Tweede Wereldoorlog begint ...

Het Molotov-Ribbentrop pact : niet-aanvalsverdrag Duitsland-Sovjet-Unie

Bron 8 Onder tekening van het pact in MoskouBron 9 Kaart over geheime afspraken

Het Molotov-Ribbentroppact of het verdrag tussen de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland wordt ondertekend op 23-24 augustus 1939. Het verdrag is genoemd naar de ministers van Buitenlandse Zaken. Op de foto tekent Molotov het verdrag. Vlak achter hem staat von Ribbentrop. Ook Jozef Stalin is aanwezig.

Het verdrag bevat ook een geheim gedeelte, namelijk de gele gebieden weergegeven op deze kaart.

SOVJET-UNIE
26 LES 3 Hitler en de aanloo P n aar w er eldoorlog ii
Sovjet-Unie
4
OPDRACHT

a Beschrijf wat er met Polen gebeurt.

b Zo ek op een hedendaagse kaart de huidige naam van Bessarabië.

c Onderstreep de gebieden die de Sovjet-Unie krijgt.

Bessarabië – Estland – Finland – Letland – Litouwen – West-Polen – Oost-Polen

d Waarom wordt dit verdrag het ‘Duivelspact’ genoemd, denk je?

©VANIN

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 het b egrip ‘appeasementpolitiek’ uitleggen en situeren in de tijd

2 het do el van de buitenlandse politiek van Hitler uitleggen

3 drie voorbeelden geven van schendingen van verdragen of het breken van beloftes door Hitler

4 de Sudetenkwestie in de tijd situeren en uitleggen

5 de aanspraken van Hitler op Polen verklaren

6 de reden geven waarom Duitsland een niet-aanvalsverdrag sluit met de Sovjet-Unie

KUNNEN

1 de territoriale uitbreidingen van Duitsland uit een kaart afleiden

2 cartoons analyseren

3 bronnen vergelijken

4 bruikbare bronnen selecteren om een historische vraag te beantwoorden

5 een eigen o ordeel formuleren

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen.

Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

27 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

Hitler en de aanloop naar

Wereldoorlog II

1 Hitler wil meer gebied

ADOLF HITLER + nazi’s Verdrag van Versailles (1919)

grote Duitse staat in Centraal- en Oost-Europa grondgebied voor Duitse arische ras

Gevolg: schendingen van het Verdrag van Versailles:

• herinvoering dienstplicht

• herb ewapening Duitse leger (1935)

• Duitse troepen in het Rijnland (1936)

Frankrijk + Verenigd Koninkrijk veroordelen de acties, maar treden militair niet op. volgen vanaf 1937 een ‘appeasementpolitiek’

2 Hitler breidt zijn grondgebied verder uit

‘Anschluss’ van Oostenrijk (1938) Oostenrijkers enthousiast

3 Hitler tegen Tsjechoslovakije

Steun aan Sudeten-Duitsers in Tsjechoslovakije willen bij Duitsland

Gevolg: dreigende oorlog tussen Duitsland en Tsjechoslovakije bondgenoot van F en VK

Oplossing: Vredesconferentie van München (1938) tussen D, F, VK en Italië Hitler krijgt Sudetenland. Belooft geen verdere gebiedsuitbreiding.

Bezetting van Tsjechië, Slovakije satellietstaat (begin 1939) Hitler breekt belofte.

Frankrijk + Verenigd Koninkrijk veranderen van politiek.

4 De aanval op Polen leidt tot WO II

Polen b ezit vroeger Duits gebied + gebruik van havenstad Danzig

Frankrijk en Verenigd Koninkrijk beloven Polen militaire steun tegen Hitler.

Hitler niet-aanvalsverdrag met Sovjet-Unie geheim gedeelte: verdeling van Oost-Europa (o.a. Polen)

1 septemb er 1939: Duitse aanval op Polen

Frankrijk + Verenigd Koninkrijk verklaren de oorlog aan Duitsland.

TWEEDE WERELDOORLOG

LES 3 SCHEMA 28 LES 3 Hitler en de aanloo P n aar w er eldoorlog ii
©VANIN

De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Uit de vorige les weet je hoe de Tweede Wereldoorlog is ontstaan. Die oorlog schokt het leven van ontelbare mensen.

Hoe verloopt dat conflict? Wat zijn de keerpunten van deze oorlog? Waarom mogen we spreken van een wereldoorlog? Waarom kun je die oorlog beschouwen als een keerpunt in de wereldgeschiedenis?

©VANIN

aanval op Polen

Kaartnr(s).

keerpunten: Midway El Alamein Stalingrad

Duitse capitulatie GEALLIEERDEN

landing in Normandië

atoombommen Japanse capitulatie

Duitsland en zijn bondgenoten behalen overwinningen (1939-1942)

In 1936 sluiten Italië en nazi-Duitsland een verdrag. De twee landen vormen dan de as RomeBerlijn en ze worden daarna de asmogendheden genoemd. Later voegt Japan zich ook bij dat bondgenootschap. Op 1 september 1939 valt Duitsland Polen binnen. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk verklaren Duitsland daarop de oorlog. De Sovjet-Unie valt Polen in de rug aan en verdeelt het grondgebied met Duitsland. In de lente van 1940 verovert Duitsland Denemarken en Noorwegen. Hitler wil zo de aanvoer van ijzererts uit Zweden verzekeren. In mei begint een blitzkrieg tegen België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk. Miljoenen Belgen slaan op de vlucht. Op 28 mei geeft koning Leopold III zich over. Belgische ministers vluchten uiteindelijk naar het Verenigd Koninkrijk. Ook de Franse regering moet zich gewonnen geven, waardoor Hitler de Atlantische kust van Noorwegen tot de Spaanse grens controleert. De Britse premier Churchill weigert de strijd te staken. Italië doet zijn intrede in de oorlog aan de kant van Duitsland. Het gevechtsterrein breidt zich uit naar Noord-Afrika, Joegoslavië en Griekenland. Tot dan respecteert Hitler het niet-aanvalsverdrag. In juni ’41 begint de Duitse invasie in de Sovjet-Unie. Razendsnel rukken de Duitse legers op, maar Moskou en Leningrad houden stand. Churchill biedt Stalin hulp aan. De VS blijven voorlopig neutraal, maar president Roosevelt verklaart dat de VS het ‘arsenaal van de democratie’ moeten worden. Japan is ondertussen verwikkeld in een oorlog tegen China.

29 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
4
DE ASMOGENDHEDEN BEHALEN OVERWINNINGEN 1942-1943 mei1945 juni1944
augustus1945 1sept.1939
BEHALEN OVERWINNINGEN
1

OPDRACHT 1

OPDRACHT 2

Roosevelt steunt China door een olieboycot tegen Japan af te kondigen. De Japanners proberen daarop de Amerikaanse vloot uit te schakelen door oorlogsschepen te bombarderen in Pearl Harbor, de marinebasis in Hawaï. Hitler verklaart daarna de VS de oorlog. In nauwelijks een half jaar verovert Japan grote delen van Zuidoost-Azië.

In heel bezet Europa proberen de nazi’s medestanders te vinden. In 1940 capituleert Frankrijk. Het nieuwe staatshoofd Pétain roept op tot samenwerking met nazi-Duitsland. Hij gebruikt daarvoor het woord collaboratie en vanaf dan noemen we mensen die samenwerken met het nazisme collaborateurs.

Lees de lestekst aandachtig en vul deel 1 van het schema op blz. 39 aan.

Bron 1 Vluchtelingen in België (mei 1940)

a Geef een verklaring voor de massale vlucht van de bevolking.

©VANIN

b Leg uit wat jij zou doen in zo’n situatie.

Bij het uitbreken van de oorlog slaan miljoenen Belgen op de vlucht. Jongeren vanaf 16 jaar krijgen de opdracht van de overheid om eerst naar West-Vlaanderen en daarna naar Frankrijk te trekken. Zo zouden ze later in onbezet gebied een reserve voor het leger kunnen vormen.

30 LES 4 d e t w eede w er eldoorlog (1939-1945)

Duitse troepen plunderen en voeren een terreurbewind in de Sovjet-Unie.

Bron 3 Nazisoldaten voeren een vernietigingsoorlog

Dorpje bij de Desna, een zijrivier van de Dnjepr, augustus 1941

a Leg uit waarom deze gebeurtenissen een verklaring bieden voor het verbeten verzet van Sovjetburgers tegen de nazi’s.

©VANIN

b Waarom zie je geen jonge mannen tussen de dorpsbevolking?

De geallieerden nemen het initiatief

Vanaf 1942 krijgen de geallieerden geleidelijk aan de overhand dankzij een aantal belangrijke overwinningen.

31 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
troepen in de Sovjet-Unie OPDRACHT 3
Bron 2 Duitse
2

Bron 4 Drie keerpunten

Combineer de tekstjes met de juiste foto en geef daarvoor aan je buur telkens één argument.

De zeeslag bij Midway (juni 1942) is een zeeslag die wordt uitgevochten door vliegdekschepen. De Amerikanen winnen de slag, die een einde maakt aan de Japanse expansie in de Stille Oceaan.

Britten en Amerikanen verslaan de Duitsers en Italianen in NoordAfrika. De Britten en hun bondgenoten verslaan de Duitsers en Italianen in de Egyptische woestijn. Doordat andere Britse troepen en Amerikanen enkele maanden later in Marokko en Algerije landen, luidt dat voor de Duitsers in Noord-Afrika het einde in.

Duitse en Sovjettroepen vechten in 1942 verbeten om de controle over de stad Stalingrad. In november omsingelen de Sovjets de Duitse troepen in de stad. De koude maakt ontelbare slachtoffers. Een heel Duits leger gaat ten onder. Begin 1943 geven de overlevenden zich over. De Sovjets starten een onstuitbare opmars naar het westen.

©VANIN

= foto

1

= foto

= foto

2

Foto 3

32 LES 4 d e t w eede w er eldoorlog (1939-1945)
OPDRACHT 4
Foto Foto

Europa in 1939

Uit: Signaal, december 1942

Europa in 1942

Signaal is een Duits propagandatijdschrift dat in de bezette en neutrale landen verspreid wordt. Op zijn hoogtepunt heeft het een oplage van meer dan 2,4 miljoen exemplaren. Het verschijnt niet in Duitsland zelf. Het is een heel verzorgd blad met zelfs kleurenfoto’s. Het Duitse leger is verantwoordelijk voor de uitgave en het doel is om sympathie te wekken voor de Duitse zaak. Het blad bevat uiteraard oorlogsverslaggeving, maar ook artikels over sport, cultuur, vrije tijd … Op die manier wil men het nazisme als een vriendelijke macht laten overkomen.

a Duid aan of deze bron bruikbaar en/of betrouwbaar is om de volgende historische vragen te beantwoorden.

BruikbaarBetrouwbaar

a Ho e verloopt de Slag om Stalingrad?

b Ho e voert het Duitse leger propaganda in de bezette gebieden?

c Ho e bekijkt Signaal de situatie in 1939 en 1942?

d Ho e is de verhouding tussen Duitsland en zijn buurlanden in 1939?

b Leg in je eigen woorden uit hoe Signaal de situatie van Duitsland in 1939 en 1942 beschrijft.

c Toon met twee voorbeelden aan dat de boodschap die Signaal geeft met deze kaarten, fout is.

33 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw Bron 5 Duitse propaganda OPDRACHT 5
©VANIN

OPDRACHT 6

d Waarom verkondigt Signaal die foute stellingen? (Houd rekening met het doelpubliek en de functie van het blad.)

De geallieerden behalen de overwinning

©VANIN

Vanaf 1943 zijn de asmogendheden op bijna alle fronten in het defensief gedrongen. Vanuit Noord-Afrika landen Britten en Amerikanen in Italië. De Sovjets drijven de Duitsers en hun bondgenoten terug naar het westen. De geallieerden beseffen dat ze de oorlog zullen winnen en beginnen al te denken aan de situatie na de oorlog. Britten en Amerikanen vrezen dat de Sovjets te veel gebieden onder controle zouden krijgen. De gevechten in Azië tegen Japan zijn heel intens en kosten enorm veel mensenlevens.

In 1944 openen de geallieerden een nieuw front in Frankrijk. Ze bevrijden het grootste deel van België in september 1944. Uiteindelijk capituleert nazi-Duitsland in mei 1945. De oorlog in Azië duurt echter voort.

Bron 6 Kaart met gebeurtenissen

Je vindt hieronder een reeds gebeurtenissen. Noteer de bijbehorende cijfers in het juiste vakje op de kaart.

1 Juli-augustus 1943

2 Juli 1943

3 6 juni 1944

4 September 1944

5 Mei 1945

Britten en Amerikanen bevrijden Sicilië.

Sovjettanks verslaan Duits tankleger bij Koersk.

Britten, Amerikanen en Canadezen landen in Normandië.

Bevrijding van het grootste deel van België

Sovjets veroveren Berlijn.

34 LES 4 d e t w eede w er eldoorlog (1939-1945)
3

OPDRACHT 7

Bron 7 April 1945

Bron 8 De V-bommen zaaien dood en vernieling

©VANIN

HYPERLINK

Een Amerikaan en een Sovjetsoldaat omhelzen elkaar (april 1945).

Op het einde van de oorlog zetten de nazi’s hun ‘vergeldingswapens’ in: de zogenaamde V-bommen. De foto toont de gevolgen van de inslag van een V2-raket op de Teniersplaats in Antwerpen (27 november 1944). 128 mensen komen daarbij om.

Beschrijf de foto met je eigen woorden.

Bron 9 V-bommen op Antwerpen uit de VRT-documentaire ‘Bommen op de stad’

a Bekijk de fragmenten over de V-bommen op Antwerpen en leg uit wat een V2 is.

b Waarom zou Antwerpen een belangrijk doelwit zijn voor de nazi’s?

35 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

OPDRACHT 8

Atoombommen vernietigen Hiroshima en Nagasaki

De nieuwe Amerikaanse president Truman wil ook de oorlog in Azië snel beëindigen. Hij denkt dat een invasie van Japan enorm veel slachtoffers zal kosten. Anderzijds vreest hij ook dat de Sovjet-Unie de Japanse troepen in China onder de voet zal lopen. Japanse leiders, onder wie keizer Hirohito, willen capituleren, maar het leger geeft zich nog niet gewonnen. Om de beslissing te forceren, maken de Amerikanen gebruik van een nieuw wapen: de atoombom. De steden Hiroshima en Nagasaki worden vernietigd. Japan geeft zich over.

De Tweede Wereldoorlog kost ongeveer 72 miljoen mensen het leven, als je de 20 miljoen slachtoffers ten gevolge van ziekte en hongersnood meetelt. Tientallen miljoenen mensen zijn op de vlucht. Vele steden zijn platgebombardeerd.

Bron 10 Uit de memoires van president Truman

Op 24 juli zei ik terloops tegen Stalin dat we een nieuw wapen met een bijzondere vernietigingskracht hadden. De Russische leider toonde geen ongewone belangstelling. Alles wat hij zei, was dat hij blij was om dat te horen en hij hoopte dat wij er ‘goed gebruik van zouden maken tegen de Japanners’. (…) Op 6 augustus, de vierde dag van onze terugreis vanuit Potsdam, kwam het historische nieuws dat de wereld schokte. Ik was aan het middageten met bemanningsleden van de Augusta toen kapitein Frank Graham (…) mij het volgende bericht overhandigde: ‘Van de minister van Oorlog, zware bom gedropt op Hiroshima op 5 augustus om 19.15 u. Washington tijd. Eerste rapporten wijzen op een volledig succes dat zelfs groter was dan de eerder gehouden test.’ Ik was diep getroffen. Ik (…) zei aan een groep matrozen rond mij: ‘Dit is de grootste gebeurtenis in de geschiedenis. Het is tijd voor ons om thuis te komen.’

Uit: H. S. Truman, Memoirs. 1945: Year of Decisions, deel 1. New York, Doubleday, 1955

Wanneer president Roosevelt in april 1945 overlijdt, wordt de vicepresident, Harry S. Truman, president van de VS. Hij is aanwezig op de Conferentie van Potsdam (17 juli-2 augustus), waar hij Stalin informeert over een nieuw wapen.

Bron 11 Getuigenis van Tamiki Hara

Geleidelijk konden wij in de verte de verwoeste hoofdstraten onderscheiden. Onder een loodgrijze hemel strekte zich een lege grauwe vlakte uit. Alleen de straten en bruggen en de rivieren waren nog herkenbaar. Tussen al het puin lagen lijken, in stukken gescheurd of gruwelijk opgezwollen. De hel was tot werkelijkheid geworden.

Getuigenis van Tamiki Hara over de bom op Hiroshima (augustus 1945)

Auteur Tamiki Hara (1905-1951) maakt de inslag van de bom mee. Het wordt het belangrijkste thema van zijn werken.

36 LES 4 d e t w eede w er eldoorlog (1939-1945)
4
©VANIN

Bron 12 Hiroshima na de ontploffing

Bron 13 Getuigenis van Takasji Nagai

Toen de eerste atoombommen op Hiroshima en Nagasaki vielen, ging er een schok door de gehele wereld. Ik denk zelfs dat die schok nog zwaarder aankwam voor hen die het vernamen dan voor ons die het aan den lijve moesten voelen. Plotseling (…) hoorden de mensen dat een grote stad in een paar tellen tot stof kan worden verpulverd …

Getuigenis van Takasji Nagai over de bom op Nagasaki (augustus 1945) Nagai is een radioloog die een heel gedetailleerd verslag schrijft over de gevolgen van de bom op Nagasaki.

a Geef een argument waarom de atoombom op Hiroshima de grootste gebeurtenis uit de geschiedenis genoemd kan worden.

b Toon aan dat Truman enerzijds en Tamiki Hara en Takasji Nagai anderzijds de gebeurtenis vanuit een totaal ander perspectief of gezichtspunt beschrijven.

©VANIN

37 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

Evgeni Khaldei is een Sovjetfotograaf. Op het einde van de oorlog krijgt hij de opdracht om naar Berlijn te gaan. In zeven haasten zoekt hij lappen stof om drie Sovjetvlaggen te naaien. Op 2 mei 1945 zijn de gevechten nog aan de gang. Hij zoekt een geschikte locatie. Uiteindelijk gaat hij het Rijksdaggebouw binnen, waar hij drie soldaten ontmoet. Zij stellen voor om hem rond te leiden. De koepel van het gebouw staat in brand. Boven op het dak laat hij hen zijn laatste vlag bevestigen en hij gebruikt een volledig filmrolletje, op zoek naar het perfecte beeld. Terug in Moskou vraagt hij toelating om de foto’s te publiceren. Tot zijn verbazing wordt dat verboden. Een van de soldaten heeft twee polshorloges aan, wat waarschijnlijk betekent dat hij een van die horloges gestolen heeft. Khaldei moet de foto retoucheren. De negatieven blijven intact zodat de originele foto na 1991 alsnog kan verschijnen. In ieder geval heeft hij dé foto van de overwinning gemaakt.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘blitzkrieg’, ‘geallieerden’, ‘asmogendheden’, ‘collaboratie’ en ‘capituleren’ verklaren

2 de drie verschillende fasen van de Tweede Wereldoorlog opsommen

3 het aanvankelijke succes van Duitsland en zijn bondgenoten met drie voorbeelden aantonen

4 het verloop van de oorlog in grote lijnen uitleggen

5 drie keerpunten van de oorlog geven

6 het gebruik van de ato ombommen beoordelen

KUNNEN

1 gegevens uit kaarten halen

2 geschreven getuigenissen analyseren

3 bronnen met elkaar vergelijken

4 b epalen of bronnen bruikbaar en betrouwbaar zijn om historische vragen te beantwoorden

5 het do el van de maker van een bron omschrijven

6 foto’s met eigen woorden beschrijven

7 het p erspectief van de makers van bronnen verklaren

©VANIN

8 aan anderen informatie verstrekken

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen.

Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

38 LES 4 d e t w eede w er eldoorlog (1939-1945)
ONWAARSCHIJNLIJK!
Foto van Evgeni Khaldei (1917-1997) op 2 mei 1945

1 Duitsland en zijn bondgenoten behalen overwinningen (1939-1942)

Eerste Duitse veroveringen: , Denemarken, Noorwegen

‘Blitzkrieg’ tegen België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk

28 mei 1940: koning Leopold III capituleert.

Uitbreiding van de oorlog naar Noord-Afrika, Joegoslavië en Griekenland

Juni ’41: Duitsland valt de binnen.

December ’41: Japanse aanval op Amerikaanse vlootbasis in de Stille Oceaan:

Duitsland, Italië, Japan en andere bondgenoten

Sovjet-Unie, VS, Verenigd Koninkrijk en bondgenoten

2 De geallieerden nemen het initiatief

Drie keerpunten in 1942 en 1943:

• Amerikaanse vloot verslaat Japanse vloot bij Midway (Stille Oceaan).

• Britten drijven de Duitse troepen terug in Noord-Afrika (El Alamein).

• Sovjettroepen omsingelen een Duits leger in Stalingrad.

3 De geallieerden behalen de overwinning

• Juni 1944: landing in Normandië

• Septemb er 1944: bevrijding van het grootste deel van België

• Mei 1945: Duitse capitulatie

De Tweede Wereldoorlog (1939-1945) ©VANIN

4 Atoombommen vernietigen Hiroshima en Nagasaki

Amerikaanse president Truman wil oorlog snel beëindigen.

augustus 1945: atoombommen op Hiroshima en Nagasaki

Balans van de oorlog: ca. 72 miljoen doden, tientallen miljoenen vluchtelingen, enorme verwoestingen

LES 4 SCHEMA 39 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

OPDRACHT 1

De Holocaust of Shoah

De nazi’s vervolgen op basis van hun rassenleer miljoenen mensen. Ze keren zich vooral tegen de Joden. Die komen in allerlei kampen terecht. De nazi’s verknechten en doden ook Roma, verzetslieden, andersdenkenden ... Later noemt men die vervolging ‘de Holocaust’. De Joden zelf spreken van ‘de Shoah’, een niet te omschrijven verschrikking.

Hoe gaan de nazi’s te werk? Wie speelt een belangrijke rol in die Shoah? Welke soorten van kampen richten de nazi’s op?

©VANIN

1933 de nazi’s grijpen de macht

De Jodenvervolging in nazi-Duitsland

Kaartnr(s).

start van de systematische uitroeiing

Al van bij hun machtsovername in 1933 beginnen nazi’s Joden te terroriseren en aan te sporen om het land te verlaten. Rijke Joden moeten meestal blijven. Zij hebben dikwijls relaties met belangrijke buitenlanders en vormen bij mogelijke conflicten interessante gijzelaars. Himmler, de leider van de SS , wil alle Duitse Joden naar Palestina of Madagaskar verhuizen. Het Verenigd Koninkrijk, dat Palestina controleert, gaat niet akkoord. De Britten vrezen voor conflicten tussen Joden en Arabieren. De Tweede Wereldoorlog maakt de uitvoering van die ideeën onmogelijk.

Beschrijf bij elke bron de manier waarop de nazi’s de Joden vervolgen.

Bron 1 Blo edschande in Cuxhaven (1933)

Rond de nek van de Duitse vrouw hangt een bord met als tekst: ‘Ik ben hier het grootste zwijn en amuseer me met Joden.’ Het plakkaat van haar Joodse vriend heeft als tekst: ‘Ik neem als Jodenjongen uitsluitend Duitse meisjes mee naar mijn kamer.’ Het koppel moet zo door de straten lopen. De nazi’s slaan hen af en toe met een soort zweep.

40 LES 5 d e Holocaust of sH oa H
5
WO II
1939 1945
1
1941

2

Bron 3 Jo den op school

Bron 4 Een ‘kuisparty’ in Wenen (1938)

Een nazi en sympathisanten bij een Joodse winkel. Vertaling van het plakkaat: ‘Duitser, koop niet bij Joden.’ Na verloop van tijd mogen Joden geen enkel beroep meer uitoefenen waarbij ze in contact komen met Duitsers.

©VANIN

Scène uit de film ‘March of Times’ Twee Joodse leerlingen worden vernederd voor hun klasgenoten. De leerkracht gebruikt hen als ‘voorbeeld’ bij een les over het ‘Joodse gevaar’. Na verloop van tijd mogen er geen Joden meer naar Duitse scholen gaan.

Bron 5 Niet gewenst

Nazi’s verplichten, tot groot jolijt van de omstanders, Joden om de straat te poetsen. Op veel plaatsen in Duitsland verschijnen dergelijke borden. Probeer zelf het Duits te ontcijferen.

41 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
Bron Koop niet bij Joden (1933)

OPDRACHT 2

Bron 6 ‘Reichskristallnacht’ (9-10 november 1938)

©VANIN

In de nacht van 9 op 10 november 1938 organiseert Herman Goering een nationale pogrom : ‘Reichskristallnacht’. Tientallen synagogen en Joodse bezittingen worden kort en klein geslagen en vaak ook in brand gestoken. Goering is een van de belangrijkste nazi’s na Hitler.

De nazi’s organiseren massale moordpartijen

Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt de naziterreur heviger. De nazi’s vallen Oost-Europa binnen, waar miljoenen Joden leven. In het zog van het zegevierende Duitse leger opereren ‘Einzatsgruppen’ die bijna elke Jood vermoorden die ze tegenkomen. Die SS-eenheden roeien Joodse dorpen uit en organiseren massa-executies. In Oekraïne en Polen helpt een deel van de plaatselijke bevolking enthousiast mee met het moorden. Ook het gewone Duitse leger maakt zich schuldig aan moordpartijen.

Bron 7 Oekraïne, 1942

a Wat valt je op aan de lijken?

b Waarom zou dat zijn?

Oekraïne, 1942: twee leden van een ‘Einsatzgruppe’ maken overlevenden van een massa-executie verder af.

De nazi’s plannen en voeren een genocide uit

In 1941 beveelt Adolf Hitler aan Himmler om alle Joden systematisch fysiek uit te schakelen. Himmler vertrouwt de opdracht toe aan de hoge SS-officieren Richard Heydrich en Adolph Eichmann . Zij organiseren op een nauwgezette bureaucratische manier de ‘Endlosüng’ (‘de eindoplossing’) waarbij alle Joden uiteindelijk een ‘Sonderbehandlung’ (bijzondere behandeling) moeten krijgen. Met de nodige improvisatie zetten zij een vernietigingssysteem op touw. Eerst moeten alle Joden zich laten registreren. In Oost-Europa worden zij vervolgens in getto’s geconcentreerd. Ze zitten er op elkaar gepakt en krijgen minder eten dan de niet-Joden. Er breken epidemieën uit die duizenden het leven kosten. In het Westen

42 LES 5 d e Holocaust of sH oa H
2
3

mogen de Joden tijdelijk in hun woningen blijven. Uiteindelijk komen de Joden van West en Oost in een doorgangskamp terecht. In België heeft vooral de Mechelse Dossinkazerne die functie. Vanuit die kampen rijden treinen naar de eigenlijke concentratie- en vernietigingskampen. Zwakkeren (kinderen, zieken, ouderen ...) komen onmiddellijk in een vernietigingskamp terecht. In de concentratiekampen moeten de ‘gezonden’ zich als slaven doodwerken.

De gevangenen krijgen weinig te eten en moeten heel hard werken. Binnen het kamp hanteren de SS’ers een complete willekeur. Je weet nooit wat er boven je hoofd hangt. Tussen de gevangenen wordt een concurrentie in stand gehouden. Sommigen krijgen een betere behandeling in ruil voor verklikking en andere opdrachten. Gewone criminelen krijgen voordelen en dienen eigenlijk als bewaker van een groep gevangenen (barakoverste, Kapo ). In verschillende kampen gebeuren medische experimenten (met medeweten van de Duitse chemische industrie). Men test bijvoorbeeld de uithouding van de mens in uitzonderlijke omstandigheden (bv. hoelang je blijft leven in ijskoud water). Vele gevangenen worden besmet met ziekten of worden gebruikt als proefkonijn in gifgasexperimenten. De experimenten van dokter Mengele op kinderen en vooral op tweelingen zijn berucht. Op geregelde tijdstippen organiseert de kampbewaking selecties waarbij de zwaksten naar een vernietigingskamp worden gestuurd.

©VANIN

3

Bron 8 Sp eech van Heinrich Himmler

Ik zal hier tot jullie zeer vrijmoedig spreken over een zeer ernstig onderwerp. Wij zullen het nu absoluut openlijk onder elkaar bespreken. We zullen er evenwel nooit over spreken in het openbaar. Ik bedoel de evacuatie van de Joden, de uitroeiing van het Joodse ras. (…) De meesten van jullie weten wat het betekent om honderd lijken, of duizend, naast elkaar te zien liggen. (…) We hebben de rijkdommen die ze hadden van hen afgenomen. Ik heb een strikt bevel uitgevaardigd (…) dat die rijkdom, uit principe, zou overhandigd worden aan het Rijk zonder voorbehoud. Wij hadden het morele recht, wij hadden de plicht tegenover ons volk, om dit volk te vernietigen dat ons wilde vernietigen. Al bij al kunnen wij (…) zeggen dat wij deze zeer zware taak hebben uitgevoerd uit liefde voor ons volk. En onze geest, onze ziel, ons karakter heeft er geen schade door geleden.

Uit: Een redevoering van SS-leider Heinrich Himmler in het stadhuis van Posen (Poznan in Polen) op 4 oktober 1943

Bij deze toespraak zijn 92 hoge SS-officieren aanwezig en ongeveer 50 afwezigen krijgen een kopie van de toespraak toegestuurd. We beschikken dus over de tekst én een geluidsopname. Na de oorlog wordt de speech gebruikt in het Nürnbergproces tegen de nazikopstukken.

a Onderstreep in de bron met welk excuus Himmler de moord op de Joden goedpraat.

b Waarom kan men ook over roofmoord spreken?

43 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
OPDRACHT

De nazi’s hebben duizenden kampen. Deze kaart geeft enkel de belangrijkste weer. In een concentratiekamp ‘concentreren’ de nazi’s al wie ze hinderlijk vinden. In een vernietigingskamp doden ze zo snel mogelijk zo veel mogelijk mensen.

4©VANIN

OPDRACHT 5

Wat valt je op aan de ligging van de vernietigingskampen? Wat zou daar een reden voor zijn?

De nazi’s willen systematisch uitroeien

De nazi’s zoeken een efficiënte manier om grote groepen mensen te doden. Himmler schaft na een tijdje de massa-executies af, omdat zij slecht zijn voor het moreel van de SS-beulen. Gaswagens waarvan de uitlaatgassen de gevangenen verstikken, worden ook afgevoerd. De doodsstrijd van de gevangenen duurt te lang en zorgt voor tijdverlies. Uiteindelijk gebruiken de nazi’s in gaskamers een snel werkend vergif: Zyklon B. Om de groepen ‘veroordeelden’ kalm te houden, verzekert men hun dat zij een douche zullen nemen. ‘Gedresseerde gevangenen’ moeten de bewakers daarbij helpen. Er wordt zelfs zeep uitgedeeld. Na de vergassing onderzoeken getrainde gevangenen de ingewanden van de lijken op verstopte kostbaarheden. Zij verwijderen ook gouden kiezen. De doden worden vervolgens verbrand in industriële verbrandingsovens. Zelfs als het Sovjetleger de kampen nadert, blijven de nazi’s vergassen. Wanneer de bevrijding nakend is, sturen zij de gevangenen op geforceerde marsen. Die worden velen fataal. De SS vernietigt alle gaskamers. Na de oorlog veroordelen en executeren de geallieerden verschillende nazibeulen. Een deel van hen weet echter onder te duiken, een nieuwe identiteit aan te nemen en te vluchten naar andere continenten.

Bron 10 Lijken op vrachtwagen

Lijken op een vrachtwagen in het concentratiekamp van Nordhausen bij de bevrijding op 10 april 1945

44 LES 5 d e Holocaust of sH oa H
Bron
De b elangrijkste kampen OPDRACHT 4
9

Bron 11 De mo ord in cijfers

Vermoorde burgers en krijgsgevangenen

Sovjetgevangenen

Gevangenen in de concentratiekampen

Euthanasie op mentaal gehandicapten

3 500 000

1 100 000

70 000

Roma 240 000

Joden

5 100 000 à 5 860 000

Aantal* Joodse slachtoffers en oorzaak van overlijden

Ontberingen / getto’s

Gefusilleerd buiten de kampen (vooral door de ‘Einsatzgruppen’)

Omgekomen in de uitroeiingskampen

Omgekomen in andere kampen

* We nemen hier het minimumaantal.

a Zo ek in de woordenlijst op wat een genocide is.

800 000

1 300 000

2 700 000

300 000

De cijfers van het aantal Joodse slachtoffers lopen uiteen. Dat komt door de vernietiging van documenten, maar ook door de chaotische moordpartijen. De cijfers die hier vermeld worden, zijn de minimumcijfers.

Het hoge aantal slachtoffers maakt van de Holocaust een genocide

b Zo ek nog een ander voorbeeld van een genocide uit de geschiedenis.

OPDRACHT 6

Collectieve herinnering aan de Holocaust

Bron 12 Conclusie van een onderzoek

[Over] de naoorlogse jaren kan (…) worden besloten: de juridische overheid erkende wel het belang van de misdaden begaan tegen de Joden, maar tegelijkertijd ging diezelfde overheid de erkenning van haar eigen verantwoordelijkheid voor wat er tijdens de bezetting was gebeurd uit de weg en weigerde ze ook de Joodse slachtoffers te erkennen. Het eerste deed ze om belangrijke segmenten van het overheidsapparaat niet te compromitteren. Die waren onmisbaar bij de heropbouw van het land. Het tweede sproot vooral voort uit een onderhuidse discriminatoire cultuur tegenover vreemdelingen.

Uit: R. Van Doorslaer (red.), E. Debruyne, F. Seberechts, N. Wouters m.m.v. L. Saerens, Gewillig België. Overheid en Jodenvervolging in België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Brussel, SOMA, 2007

Conclusie uit het eindverslag van een onderzoek uitgevoerd door het SOMA (nu CEGESOMA) in opdracht van de federale regering en op vraag van de Senaat. Het CEGESOMA is een Belgisch onderzoekscentrum voor de geschiedenis van de conflicten van de 20e eeuw.

Waarom heeft men na de oorlog in België niet veel belangstelling voor de Jodenvervolging onder de nazi’s? Kruis de juiste antwoorden aan.

De Jo den willen dat zelf niet.

De overheid wil zo weinig mogelijk aandacht voor de rol die zij in de vervolging gespeeld heeft.

De meeste vervolgde Joden zijn geen Belgen.

45 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
©VANIN

Bron 13 Holo caust politiek gebruikt?

In de jaren zestig en zeventig verschoof de aandacht geleidelijk van concentratiekamp naar vernietigingskamp van niet-Joodse naar Joodse slachtoffers. Deze verandering werd door [verschillende] factoren veroorzaakt: de publicatie van de eerste grote geschiedkundige werken over de judeocide in Frankrijk en de VS, landen met een grote en goed geïntegreerde Joodse gemeenschap; de ontvoering en het proces van Adolf Eichmann, waar de ogen van de hele westerse wereld op gericht waren; het door de zesdaagse oorlog en andere militaire successen gestegen Joods zelfbewustzijn en -vertrouwen; de verschuiving naar rechts in de Israëlische politiek en, daarmee samenhangend, het toenemend politiek belang van de Holocaust als rechtvaardigingsmiddel voor bepaalde aspecten van het Midden-Oostenbeleid.

Uit: G. Van den Berghe, ‘De macht van het getal’, op: http://url.vanin.be/serendib

Dr. Gie Van den Berghe (1945) is een moraalwetenschapper die zich onder andere toelegt op de studie van het nazisme en de Holocaust. Hij was onderzoeker bij het SOMA en lid van het Vlaamse wetenschappelijk comité dat leidde tot de stichting van kazerne Dossin, het memoriaal en museum over Holocaust en mensenrechten in Mechelen. Hij won voor zijn werk verschillende prijzen. Hij maakt brandhout van de argumenten van de Holocaustontkenners. Hij krijgt wel uit Joodse hoek kritiek omdat hij stelt dat Israël misbruik maakt van de Holocaust om zijn politiek te rechtvaardigen. Op zijn website geeft hij een introductie op zijn werken.

a Do or welke elementen komt er meer aandacht voor de moord op de Joden door de nazi’s? Onderstreep ze in de tekst.

b Waarom zouden bepaalde mensen in Israël deze wetenschapper minder betrouwbaar vinden? (Lees ook de contextinformatie.)

c Ho e verschuift de collectieve herinnering van de Holocaust na de oorlog?

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘Shoah’, ‘Holocaust’, ‘concentratiekamp’, ‘vernietigingskamp’ en ‘genocide’ uitleggen

2 de verschillende stappen in de Jodenvervolging uitleggen

3 drie manieren geven waarop de nazi’s de Joden vervolgen

4 uitleggen hoe de systematische uitroeiing van de Joden verloopt

5 met drie concrete voorbeelden de verschrikking in de kampen omschrijven

KUNNEN

1 met b ehulp van bronnen voorb eelden van Jodenvervolging geven

2 met b ehulp van een historische kaart de kampen lokaliseren

3 informatie over genocide opzoeken

4 met b ehulp van bronnen de collectieve herinnering aan de Holocaust uitleggen

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen.

Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

46 LES 5 d e Holocaust of sH oa H
©VANIN

LES 5 SCHEMA

1 De Jodenvervolging in nazi-Duitsland

= massale moord op Joden, Roma, andersdenkenden ... door de nazi’s = een genocide

Machtsovername door nazi’s in Duitsland (vanaf 1933)

Jo den worden vervolgd en uit het land verjaagd.

2 De nazi’s organiseren massale moordpartijen

Tweede Wereldoorlog (1939-1945): nazi’s veroveren grote delen van Europa.

In Oost-Europa: massale moordpartijen op Joden door ‘Einzatsgruppen’, het Duitse leger en de plaatselijke bevolking

3 De nazi’s plannen en voeren een genocide uit

Hitler geeft in 1941 het bevel tot systematische uitroeiing van de Joden.

Himmler en de SS voeren dat bevel uit.

Ze improviseren een vernietigingssysteem: de ‘ Endlösung ’ (‘de eindoplossing’).

– Alle Jo den moeten zich laten registreren.

– In Oost-Europa: concentratie in getto’s (weinig voedsel, veel ziekten)

– Jo den uit heel Europa worden naar doorgangskampen gebracht (in België = Dossinkazerne).

– Van doorgangskamp naar concentratiekamp of vernietigingskamp. De meeste kampen liggen in Oost-Europa.

Concentratiekamp Vernietigingskamp

Weinig eten en heel hard werken

Complete willekeur door bewakers

De Holocaust of Shoah ©VANIN

Voor ‘zwakkeren’ (kinderen, zieken, bejaarden ...)

Massa-executies, gaswagens, gaskamers

Concurrentie tussen gevangenen Misleiding (getrainde gevangenen, douches)

Medische experimenten

Selecties: zwakkeren naar vernietigingskamp

Verbrandingsovens

4 De nazi’s willen systematisch uitroeien

Moorden gaan door tot bijna aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Ongeveer zes miljoen Joden vermoord

Na de oorlog: nazibeulen een deel wordt veroordeeld, een deel ontsnapt.

47 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

De Koude Oorlog

Voor heel wat mensen is de wereld vandaag erg complex. Vroeger was de wereld zeker niet eenvoudiger, maar voor de generaties geboren tussen het einde van de Tweede Wereldoorlog en ca. 1980 leek het soms wel zo. Je had wij en je had zij. Wij waren de goeden, zij de slechten. Zij wilden ons vernietigen, wij zouden ons verdedigen. Welkom in de wereld van de Koude Oorlog.

Wat moet je verstaan onder het begrip ‘Koude Oorlog’? Hoe is die Koude Oorlog ontstaan? Wat zijn een aantal belangrijke gebeurtenissen uit het begin van de Koude Oorlog? Welke visies hebben historici op de Koude Oorlog?

©VANIN

Kaartnr(s).

uiteenvallen Sovjet-Unie val Berlijnse Muur

Trumandoctrine/Marshallplan

Wat is de Koude Oorlog?

De Koude Oorlog is een ingrijpend conflict dat de wereld tussen ca. 1947 en 1991 sterk verdeelt. Een conflict veronderstelt uiteraard tegenstanders. De grote vijanden tijdens de Koude Oorlog zijn de Verenigde Staten (VS) en de Sovjet-Unie (SU), en bij uitbreiding twee tegengestelde ideologieën , namelijk het kapitalisme en het communisme. Elk van beide landen en systemen heeft zijn bondgenoten en sympathisanten.

Dat het doorheen die meer dan 40 jaar nooit tot een rechtstreekse militaire confrontatie komt, heeft grotendeels te maken met het feit dat beide partijen tegen het begin van de jaren 1950 over nucleaire wapens beschikken. Zo ontstaat geleidelijk een systeem van afschrikking. Een aanval van de ene partij op de andere zal zo bijna altijd leiden tot vernietiging van beide partijen. Dat besef van wederzijds verzekerde vernietiging (of ‘MAD’, ‘mutual assured destruction’) houdt het conflict tussen de VS en de SU ‘koud’. Desondanks zullen beide partijen gedurende de Koude Oorlog nooit geziene bedragen uitgeven aan hoogtechnologische wapens. Heel wat bondgenoten in beide kampen (o.a. België) worden trouwens meegesleurd in die wapenwedloop

48 LES 6 d e ko ude o o rlog 1961 1955 1991 1989
6
1949 ±1750 1917 HEDENDAAGSE TIJD
MODERNE TIJD Bouw Berlijnse Muur Pact van Warschau
1945 1939 19471948
NAVO Blokkade van Berlijn Russische Revolutie KOUDE OORLOG WO II
1

OPDRACHT 1

Ondertussen zullen de VS en de SU ook op andere manieren met elkaar in competitie treden. Zo is de Koude Oorlog bijvoorbeeld een prestigeconflict . De VS en de SU zullen samen met hun respectieve bondgenoten proberen om aan de rest van de wereld de superioriteit van het eigen systeem te tonen. De ‘space race’ is een bekend voorbeeld van hoe het ‘Westen’ (onder leiding van de VS) en het ‘Oostblok’ (onder leiding van de SU) elkaar proberen te overtreffen. Ook de Olympische Spelen ontsnappen niet aan de toenemende Oost-Westrivaliteit. De eigen successen alsook het eigen grote gelijk en het (vermeende) falen van de andere worden door beide machtsblokken dik in de verf gezet. Zo is de Koude Oorlog eveneens een propaganda oorlog. Films, boeken, muziek, posters ... maar ook bijvoorbeeld ontwikkelingshulp worden allemaal voor dat doel gebruikt.

De Koude Oorlog mag dan wel geen rechtstreekse oorlog zijn tussen de Amerikanen en de Sovjets, doden vallen er wel en zelfs heel veel.

Enerzijds wordt er achter de schermen een vaak vuil en dodelijk machtsspelletje gespeeld tussen verschillende geheime diensten. Het bekendst zijn de Amerikaanse CIA en haar Sovjettegenhanger, de KGB

Anderzijds bestrijden de Amerikanen en de Sovjets elkaar ook via allerlei bondgenoten. Bijvoorbeeld wanneer de kolonies in Azië en Afrika het juk van de Europese overheersing van zich afwerpen, wordt dat toegejuicht door zowel de VS als de SU. Beide partijen verwachten echter wel dat de jonge naties zich uitspreken voor het kapitalisme of het communisme. Om dat doel te bereiken tonen Washington en Moskou zich zelfs bereid elk regime of elke beweging te steunen die hun belangen in die landen kunnen dienen. Dat leidt in heel wat staten van de Derde Wereld tot bloedige en langdurige conflicten. Vele daarvan hebben daarnaast wel andere oorzaken , maar kunnen niet los gezien worden van de Koude Oorlog. Het conflict biedt de Amerikanen en de Sovjets trouwens een dankbaar excuus om wereldwijd in te grijpen en op die manier hun belangen te verdedigen. De lijst van conflicten waarbij een van beide supermachten – al dan niet rechtstreeks – betrokken raakt, is dan ook lang.

Waarvoor staan de begrippen kapitalisme en communisme ook alweer?

Schrijf de volgende begrippen* op de juiste plaats in de tabel: individuele rijkdom creëren – de staat – de consument (de markt) – democratie –egalitaire maatschappij – particulieren – dictatuur

* Eén begrip moet tweemaal gebruikt worden.

Kapitalisme Communisme

Productiemiddelen zijn eigendom van:

Het aanb od aan goederen en diensten wordt bepaald door:

Do el:

Vereist doorgaans een politiek systeem dat gebaseerd is op:

49 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
©VANIN

‘The problem is how to turn loose without letting go’

Uit: B. Mauldin, cartoon, in: St. Louis PostDispatch, 13 maart 1960

De figuren op de tekening zijn de Sovjetleider Nikita Chroestsjov (SU) en de Amerikaanse president Dwight Eisenhower (VS).

Het onderschrift luidt: het probleem is hieruit te geraken zonder los te laten.

a Beschrijf wat je op de cartoon bij bron 1 ziet.

Bron 2 Amerikaanse nucleaire test, 8 mei 1951

©VANIN

b Welke boodschap wil de maker overbrengen?

Deze foto is van de test ‘George’. De test is een onderdeel van ‘Operation Greenhouse’, de vijfde reeks van Amerikaanse nucleaire testen. Het doel van die testen is om steeds betere en zwaardere bommen te ontwikkelen en om een duidelijke boodschap over de Amerikaanse macht de wereld in te sturen.

c Welke wapens, waarover zowel de Amerikanen als de Sovjets beschikken, doen beide partijen twee keer nadenken voor ze een oorlog tegen elkaar beginnen? (Zie bron 2.)

50 LES 6 d e ko ude o o rlog Bron
Het MAD -principe (Mutual Assured Destruction)
1
OPDRACHT 2

Deborah Cadbury is een Britse historica.

In 2005 werkt ze mee aan een vierdelig docudrama voor de BBC over de ‘strijd’ tussen de VS en de SU in de verovering van de ruimte. Interessant is dat hier ook het Russische perspectief aan bod komt. De tv-reeks wint een aantal prijzen, maar krijgt ook kritiek. Er zitten fouten, verdraaiingen, weglatingen ... in. Bovenstaand boek is gebaseerd op de serie.

Bron 5 ‘Miracle on Ice’

©VANIN

Film uit 1985: de Amerikaanse bokser Rocky wil wraak nemen op een Russische bokser die zijn beste vriend in een match heeft doodgeslagen. Rocky trekt naar de Sovjet-Unie, verslaat de Rus én wint de sympathie van het Sovjetpubliek.

Voorpagina van de Amerikaanse krant Daily News, 23 februari 1980

Het Amerikaanse ijshockeyteam wint tegen de Sovjet-Unie in de halve finales op de Olympische Winterspelen van 1980 in Lake Placid. De Amerikaanse ploeg bestaat volledig uit studenten, de Sovjetploeg uit profspelers. De Amerikanen winnen ook de finale.

De Sovjets winnen tijdens die Spelen in totaal 22 medailles (waarvan 10 gouden), de Amerikanen 12 (waarvan 6 gouden).

De Zomerspelen van dat jaar gaan door in Moskou. Die Spelen worden echter door de Verenigde Staten en heel wat van hun bondgenoten geboycot. Aanleiding is de inval van de Sovjet-Unie in Afghanistan. Vier jaar later boycotten de Sovjets en een aantal bondgenoten de Olympische Zomerspelen in Los Angeles.

51 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw Bron 3 Space race OPDRACHT 3 Bron 4 Rocky IV

a Wat moet je verstaan onder de space race?

b Wat is vernieuwend aan de tv-reeks over de space race?

c Is de reeks daardoor een volledig betrouwbare bron als je het ware verhaal achter de space race wilt kennen?

d Welke rol spelen films als ‘Rocky IV’ tijdens de Koude Oorlog?

e Waarom ontsnappen ook de Olympische Spelen niet aan de Koude Oorlog?

OPDRACHT 4

Bron 6 Enkele belangrijke conflicthaarden tijdens de Koude Oorlog

Geef voor elk continent telkens één land waar door de Koude Oorlog een gewapend conflict wordt uitgevochten.

Afrika:

Azië:

Latijns-Amerika:

52 LES 6 d e ko ude o o rlog
©VANIN

Het

ontstaan van de Koude Oorlog

In 1917 grijpen communisten onder leiding van Lenin de macht in Rusland. Zij vestigen er een dictatuur en vormen het land om tot de eerste communistische staat ter wereld (sinds 1922 Sovjet-Unie). Die machtsgreep en zeker de aanvankelijke oproep van Lenin aan communisten om ook elders in de wereld de macht te grijpen, leidt in het Westen tot een grote afkeer van de SovjetUnie.

Eigenlijk bestaat er dus tijdens het interbellum al een soort van Koude Oorlogsituatie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog evenwel belanden de SU en de westerse machten uiteindelijk in hetzelfde kamp. Samen weten ze de oorlog te winnen. De Amerikaanse president Roosevelt wil na de oorlog een stabielere wereld uitbouwen, onder andere door de oprichting van de VN (zie les 7). Daarvoor wil hij graag de samenwerking met de SU voortzetten. Dat zal echter niet zo evident blijken.

Bekijk bron 7 en 8. Beantwoord daarna deze vragen.

a Van welk land is het grondgebied in 1949 aanzienlijk groter dan in 1937?

b No em drie landen ten koste waarvan die uitbreiding is gebeurd.

c Welke andere opmerkelijke wijziging heeft zich naast alle territoriale veranderingen tussen 1937 en 1949 voltrokken?

d Wat is de verklaring voor al die veranderingen die je hebt vastgesteld?

e Welke vrees zou er in 1949 in West-Europa kunnen bestaan? Argumenteer.

53 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
2
OPDRACHT 5 ©VANIN

BRD = Bondsrepubliek Duitsland

DDR = Duitse Democratische Republiek

Omdat de westerse geallieerden en de Sovjets het uiteindelijk niet eens zullen raken over de toekomst van Duitsland, zal dat land in 1949 opgesplitst worden. Uit de westerse bezettingszones ontstaat de BRD of West-Duitsland. De Sovjetzone wordt omgevormd tot de DDR of OostDuitsland. Pas in 1990, na het einde van de Koude Oorlog, zullen beide landen herenigd worden.

Bron 8 Europa in 1949

©VANIN

54 LES 6 d e ko ude o o rlog Bron 7 Europa in 1937

Van Stettin aan de Baltische Golf tot Triëste aan de Adriatische kust is dwars over het continent een ijzeren gordijn neergelaten. Achter die lijn liggen alle hoofdsteden van de oude staten van Centraal- en Oost-Europa: Warschau, Berlijn, Praag, Wenen, Boedapest, Belgrado, Boekarest en Sofia. Al die beroemde steden en volken eromheen liggen in wat ik moet noemen de Sovjetzone (…) Ik geloof niet dat de Sovjet-Unie een oorlog wenst. Wat ze wel verlangen, zijn de vruchten van een oorlog en de onbeperkte uitbreiding van hun macht en leer. (…) Oordelende naar wat ik gezien heb van onze Russische vrienden en bondgenoten gedurende de oorlog, ben ik ervan overtuigd dat er niets is dat ze zozeer bewonderen als kracht, en dat er niets is waarvoor ze minder respect hebben dan zwakheid, vooral militaire zwakheid. (…) Indien de westelijke democratieën zich aaneensluiten (…) zal waarschijnlijk niemand hen lastigvallen. Indien zij daarentegen verdeeld raken of tekortschieten in de vervulling van hun plichten en deze belangrijke jaren laten verstrijken, dan is het mogelijk dat een catastrofe ons allen zal overspoelen. De laatste keer dat ik het allemaal zag aankomen en het uitschreeuwde tegen mijn landgenoten en de wereld, besteedde er niemand enige aandacht aan. Tot en met het jaar 1933 of zelfs 1935 kon Duitsland nog gered worden van het verschrikkelijke lot dat het land overkwam en waren we allemaal bespaard gebleven van de miserie die Hitler zou loslaten op de mensheid. Nooit was er in de geschiedenis een oorlog die door tijdig optreden gemakkelijker te voorkomen was dan de oorlog die zojuist grote delen van de wereld heeft verwoest. Het kon voorkomen worden zonder zelfs maar een enkel schot af te vuren. (…) We mogen dat zeker niet meer opnieuw laten gebeuren. (…)

Als de bevolking van het Engelssprekende Gemenebest wordt gevoegd bij die van de Verenigde Staten, met alles wat een dergelijke samenwerking in de lucht, op zee, in wetenschap en industrie impliceert, dan zal er geen wankel, precair machtsevenwicht zijn, dat Rusland tot ambities of avonturen zou verleiden.

Uit: Rede van Winston Churchill in Fulton, Missouri (VS), 5 maart 1946

Winston Churchill (1874-1965) is Brits premier (1940-1945, 1951-1955) en een belangrijk leider van de westelijke geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij houdt deze speech naar aanleiding van een privébezoek aan de Verenigde Staten. De Amerikaanse president Truman is een van de toehoorders. Churchill heeft al eerder dezelfde bedenkingen gemaakt, net als sommige Amerikaanse diplomaten.

a Onderstreep in de tekst wat de Sovjet-Unie volgens Churchill wil.

b Churchill vergelijkt de toestand in 1946 met een eerdere situatie waarvoor hij ook waarschuwde. Welke?

c Waarom is het toen misgelopen?

d Waarom maakt hij deze vergelijking, denk je?

55 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw Bron 9 Churchill over de Sovjet-Unie OPDRACHT 6
©VANIN

e Wat moet er volgens hem gebeuren om een herhaling van de gebeurtenissen te voorkomen?

f Welke term gebruikt Churchill om de breuklijn tussen Oost en West in Europa aan te duiden?

OPDRACHT 7

Bron 10 De Trumandoctrine

Het doel van de Verenigde Naties is de vrijheid en onafhankelijkheid van alle leden te waarborgen. Wij zullen onze idealen echter niet alleen kunnen waarmaken als we bereid zijn vrije volken te helpen bij het handhaven van hun eigen instellingen en nationale onschendbaarheid tegen agressieve bewegingen die hun een totalitair systeem willen opleggen.

De laatste tijd hebben sommige volken tegen hun wil een totalitair bewind gekregen. De regering van de Verenigde Staten heeft herhaaldelijk geprotesteerd tegen de dwang en intimidatie in Polen, Roemenië en Bulgarije. Zij ziet die dwang en intimidatie als een inbreuk op de overeenkomsten van Jalta. Juist nu wordt elk land voor de keus geplaatst tussen twee levenswijzen. De keus is maar al te vaak niet vrij.

De eerste levenswijze is gebaseerd op de wil van de meerderheid en wordt gekenmerkt door vrije instellingen, een regering die aan het volk verantwoording moet afleggen, vrije verkiezingen, garanties van individuele vrijheid, vrijheid van meningsuiting en van godsdienst en vrijwaring van politieke onderdrukking.

De tweede levenswijze is gebaseerd op de wil van de minderheid met geweld aan de meerderheid opgelegd. Ze berust op terreur en onderdrukking, een gecontroleerde radio en pers, doorgestoken-kaart-verkiezingen en de onderdrukking van persoonlijke vrijheden. Ik geloof dat de politiek van de Verenigde Staten erop gericht moet zijn om steun te verlenen aan vrije volken, die zich verzetten tegen pogingen om hen te onderwerpen door gewapende minderheden of door druk van buitenaf.

Uit: Rede van Harry S. Truman voor het Amerikaanse Congres [parlement], 12 maart 1947 De Democraat Truman (1884-1972) is president van de VS van 1945 tot 1953. Hij is meer anticommunistisch dan zijn voorganger Roosevelt. In het Amerikaanse Congres heeft de Republikeinse Partij sinds begin 1947 de meerderheid. De meeste Republikeinen zijn op dat moment groot voorstander van isolationisme , een politiek die dan al meer dan 100 jaar het Amerikaanse buitenlandse beleid grotendeels heeft bepaald.

a Truman stelt dat elk land voor de keuze geplaatst wordt tussen twee levenswijzen. Onderstreep in twee verschillende kleuren beide levenswijzen in de tekst.

b Truman zegt het niet letterlijk, maar de twee levenswijzen symboliseren elk een land of machtsblok. Welk?

56 LES 6 d e ko ude o o rlog
©VANIN

c Wat zegt Truman over die keuze waarvoor veel landen worden geplaatst?

d Wat moet volgens Truman de taak van de VS zijn?

e De verklaring van Truman zal bekend worden als de Trumandoctrine. Waarom kun je stellen dat die Trumandoctrine een keerpunt betekent in het Amerikaanse buitenlandse beleid?

f Er b estaat een verband tussen de Trumandoctrine en de redevoering van Churchill (bron 9). Welk verband?

g Sommige van Trumans medewerkers zijn niet zo gelukkig met het soms dramatische taalgebruik van de president in zijn speech. Welke reden kan Truman gehad hebben om de zaken zo zwart-wit voor te stellen? Houd er rekening mee dat hij voor zijn beleid de steun van het Congres nodig heeft.

De ‘containment’ in de praktijk

Met de Trumandoctrine wordt ‘containment’ of het voorkomen van een verdere uitbreiding van het communisme, voor vele jaren het voornaamste doel van het Amerikaanse buitenlandse beleid. Aanvankelijk focussen de Amerikanen zich vooral op de situatie in Europa, maar later zullen zij ook een steeds actievere rol gaan spelen in Azië, Latijns-Amerika en Afrika.

In 1947 al wordt het Marshallplan voorgesteld, een economisch herstelprogramma voor het verwoeste Europa. Met die financiële hulp willen de Amerikanen niet enkel de heropbouw van Europa steunen, maar ook het kapitalistisch systeem verankeren in de door hen gesteunde landen. Om die reden verzet de SU zich tegen het plan en verbiedt Stalin de Oost-Europese landen die Amerikaanse steun te aanvaarden.

De containmentpolitiek steunt niet enkel op economische maatregelen, maar ook op militaire initiatieven. Zo wordt in 1949 de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) opgericht, een militair bondgenootschap tussen de VS en enkele West-Europese landen. Wanneer ook de BRD in

57 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
3
©VANIN

OPDRACHT 8

1955 toetreedt tot de NAVO, richten de SU en haar Oost-Europese satellietstaten als reactie een eigen militair bondgenootschap op: het Pact van Warschau.

De Amerikanen stellen ook alles in het werk om West-Berlijn te behouden. Na de Tweede Wereldoorlog is de Duitse hoofdstad, net als de rest van het land, opgesplitst in vier bezettingszones: een Amerikaanse, een Franse, een Britse en een Sovjetzone. Berlijn ligt echter in het door de Sovjets gecontroleerde deel van het bezette Duitsland (de latere DDR). De westerse bezettingszones van de stad vormen op die manier een eilandje in communistisch gebied. In 1948 probeert Stalin, de leider van de SU, door middel van een blokkade West-Berlijn in handen te krijgen. De Amerikanen leggen echter prompt een luchtbrug in om de stad te blijven bevoorraden. Een jaar later moet Stalin inbinden. Toch blijft de situatie rond West-Berlijn erg gespannen. Vooral het feit dat veel Oost-Duitsers via West-Berlijn vluchten naar het Westen vormt voor de communistische leiders een constante bron van ergernis. Uiteindelijk bouwen de Sovjets in 1961 een muur rond West-Berlijn (zie de ontdekplaat De Berlijnse Muur ). Die muur groeit uit tot hét symbool van de Koude Oorlog.

Eind jaren 1980 beginnen de communistische regimes in Oost-Europa hun greep op de bevolking te verliezen (zie les 15). In 1989 valt de Berlijnse Muur en twee jaar later houdt ook de Sovjet-Unie op te bestaan.

Bron 11 Het Marshallplan

Het is logisch dat de Verenigde Staten moeten doen wat in hun vermogen ligt om de terugkeer van normale economische situaties te helpen bevorderen, om politieke stabiliteit en vrede in de wereld te waarborgen. Onze politiek is niet gericht tegen welk land of welke doctrine ook, maar tegen honger, armoede, wanhoop en chaos. Het doel ervan dient te zijn de herleving van een werkzame economie in de wereld, zodat zich politieke en maatschappelijke voorwaarden kunnen vormen, waaronder vrije instellingen kunnen bestaan. (…) Aan elke regering die bereid is deel te nemen aan het herstelwerk, zal de regering van de Verenigde Staten, naar mijn overtuiging, volledige medewerking verlenen. Iedere regering die tracht het herstel van andere landen te verhinderen, kan van ons geen hulp verwachten. Regeringen, politieke partijen of groepen die menselijk leed willen bestendigen, teneinde daar politiek of anderszins van te profiteren, zullen kunnen rekenen op tegenstand van de Verenigde Staten.

Uit: Rede van George C. Marshall, 5 juni 1947

George C. Marshall (1880-1959) is een Amerikaanse generaal en minister van Buitenlandse Zaken (1947-1949). Hij is de geestelijke vader van het naar hem genoemde economische herstelplan voor Europa.

a Wat is het doel van het beleid dat Marshall hier verdedigt? Onderstreep in de tekst.

b Marshall laat uitschijnen dat zijn plan op enstaat voor alle landen, maar in werkelijkheid is het toch gericht tegen een bepaald land of een bepaald systeem. Welk land of systeem en waarom?

58 LES 6 d e ko ude o o rlog
©VANIN

c Waarom kun je stellen dat het Marshallplan een logisch gevolg is van de Trumandoctrine?

OPDRACHT 9

Bron 12 Een reactie op het Marshallplan

Uit: De Rode Vaan, Dagblad der Kommunistische Partij van België, 4 juli 1948 (Paul-Henri) Spaak (1899-1972) is een Belgische politicus. In 1948 is hij premier en minister van Buitenlandse Zaken.

De Rode Vaan is de krant van de Kommunistische Partij van België (KPB). Die partij behaalt onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog heel wat stemmen bij de verkiezingen (meer dan 12 % in 1946). Tussen 1945 en 1947 maakt de partij zelfs meermaals deel uit van de regering. De partij volgt echter ook trouw de bevelen die komen uit Moskou. Na 1947 neemt het succes van de partij af (minder dan 2 % in 1958).

a Ho e staat deze Belgische krant tegenover het Marshallplan? Onderstreep het juiste antwoord.

Positief / negatief

b Geef een verklaring voor de houding van de krant.

c Kunnen veel Belgen zich vinden in deze houding van de krant (en de partij)?

d Duid de juiste stelling(en) aan.

Deze bron is waarschijnlijk representatief voor het communistische standpunt tegenover het Marshallplan.

Als bron om iets meer te leren over de Koude Oorlog is De Rode Vaan eerder betrouwbaar. Als bron om iets meer te leren over de Koude Oorlog is De Rode Vaan eerder onbetrouwbaar.

Als bron om iets meer te leren over de Koude Oorlog is De Rode Vaan eerder wel bruikbaar.

59 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
©VANIN

Zoek de volgende informatie op:

a Waar bevindt zich het politieke hoofdkwartier van de NAVO?

b Ho eveel landen zijn momenteel lid van de organisatie?

c Wat hebben de lidstaten die tussen 1999 en 2004 zijn toegetreden, met elkaar gemeen?

Visies op de Koude Oorlog

Al vanaf het prille begin hebben historici het conflict proberen te duiden. Tijdens de communistische heerschappij is er in het Oostblok natuurlijk weinig ruimte voor visies die afwijken van de officiële kijk op het conflict: het agressieve westerse imperialisme wil het communisme en de SU vernietigen. In het Westen ontwikkelen zich gedurende de Koude Oorlog wel verschillende visies. 4

OPDRACHT 11

©VANIN

Bron 14 Ronald Havenaar over de oorzaak van de Koude Oorlog

Dat Stalins expansionistische dadendrang de belangrijkste oorzaak was van de Koude Oorlog, is onder historici een omstreden stelling. Gedurende de afgelopen veertig jaar heeft de geschiedschrijving van het conflict tussen Amerika en de Sovjet-Unie een aantal golfbewegingen gekend, die vooral door de politieke actualiteit werden beïnvloed. De heersende opvattingen in de jaren ’50 en begin jaren ’60 stonden nog in het teken van de afschuw over de stalinistische onderwerping van Oost-Europa en de brute onderdrukking van de anticommunistische opstanden in de DDR (’53) en Hongarije (’56). De aanhangers van dit ‘orthodoxe’ standpunt beschouwen de expansiedrang van Lenins erfgenamen als de oorzaak van de tegenstelling tussen de democratische en de communistische wereld.

Uit: R. Havenaar, Van Koude Oorlog naar nieuwe chaos (1939-1993). Amsterdam, Uitgeverij Van Oorschot, 1993

Ronald Havenaar (°1950) is als historicus verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Daar doceert hij onder andere geschiedenis van de trans-Atlantische betrekkingen.

60 LES 6 d e ko ude o o rlog Bron 13 De vlag van de NAVO OPDRACHT 10

Bron 15 Paul Van de Meerssche over de oorzaak van de Koude Oorlog

Om deze [revisionistische*] stellingname te begrijpen, is het vooreerst noodzakelijk deze revisionisten zelf te situeren in het tijdsgebeuren. De revisionisten behoren tot een generatie intellectuelen die getekend was door het Amerikaans beleid tijdens de oorlog in Vietnam. De absurde escalatie van de oorlog tegen ‘hét’ communisme in Vietnam en de ontmaskering van de officiële leugentaal van de Amerikaanse president zelf (...) zette hen uiteraard aan het denken. Hadden de Amerikaanse overheden ook niet reeds voorheen zich schuldig gemaakt aan desinformatie van de publieke opinie? Was het wel juist de verantwoordelijkheid voor de Koude Oorlog uitsluitend naar de Kremlin-leiders toe te schuiven, zoals vooralsnog werd beweerd? Was het Amerikaans imperialisme essentieel verschillend van het Sovjet-Russische, of betrof het slechts een verschillende voorstelling van hetzelfde fenomeen?

©VANIN

[*Het – als gevolg van nieuw of verder historisch onderzoek of nieuwe gevoeligheden – herzien of herinterpreteren van een op dat moment gangbare visie op een historisch onderwerp noemt men revisionisme.]

Uit: P. Van de Meerssche, Internationale politiek 1945-2001. Feiten en interpretaties. Leuven, Acco, 2002

Paul Van de Meerssche is een Belgisch historicus. Hij geeft les aan de universiteiten van Leuven en Antwerpen en aan verschillende internationale instellingen.

Bron 16 E. Troch over de oorzaak van de Koude Oorlog

Zonder de ideologische agressiviteit van het stalinisme te betwisten vertrekt men van de vaststelling dat de reële balans der krachten op het einde van de Tweede Wereldoorlog duidelijk doorsloeg in het voordeel van de Verenigde Staten. Aan de Amerikaanse demobilisatie beantwoordde een Sovjet-Russische. De Russen brachten hun landstrijdkrachten op 25 procent van hun voormalige sterkte, de Verenigde Staten op 13 procent. Wanneer men in acht neemt dat de Sovjet-Unie zowel in Europa als in het Nabije en Verre Oosten potentieel vijandige grenzen had, terwijl de Verenigde Staten met geen vijandige grenzen werden geconfronteerd en bovendien over de atoombom beschikten, kan men moeilijk staande houden (…), dat de 2,9 miljoen soldaten waarover Moskou in 1948 beschikte, overdreven waren van een zuiver militair standpunt uit. Zeker als men dit aantal vergelijkt met het anderhalf miljoen manschappen van de Verenigde Staten. Vervolgens dient men te bedenken dat Amerika’s militaire macht vooral in zee- en luchtmacht haar uitdrukking vindt. In de jaren volgend op de Tweede Wereldoorlog werd de Sovjet-Unie omringd met een groot aantal [Amerikaanse] vloot- en luchtmachtsteunpunten (in 1949 waren het er al 400).

Uit: E. Troch, Van Jalta tot Jalta: Amerika en Rusland 1945-1974, in: Tijdschrift voor diplomatie, nr. 1, september 1974

E. Troch is een pseudoniem van Luc Vandeweghe (1914-1985), een Belgisch journalist en auteur.

61 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw

Deze Franse poster uit 1951 wordt op grote schaal verspreid door de anticommunistische organisatie ‘Paix et Liberté’. Op de afbeelding zie je Stalin, de leider van de Sovjet-Unie, een traditionele kozakkendans uitvoeren waarbij messen worden geworpen. Hij wordt daarbij begeleid door een orkest van toenmalige Franse communistische leiders.

De landen getroffen door de messen zijn onder andere Polen (‘Pologne’), de Baltische staten (‘Pays Baltes’) en China (‘Chine’).

a Geschiedenis is het b eeld dat we ons vormen van het verleden. Dat beeld kan echter verschillen van tijd tot tijd, van land tot land, van historicus tot historicus …

In bron 14 en 15 wordt verwezen naar twee verschillende visies op de Koude Oorlog (en de verantwoordelijkheid ervoor). Noem die twee visies en vermeld wie bij elke visie de schuld legt voor de Koude Oorlog.

Bron 14:

Bron 15:

b De auteur van bron 16 zegt dat de verschillende visies op de Koude Oorlog sterk beïnvloed zijn door de politieke actualiteit. Toon dat aan voor de twee visies (bron 14 en 15).

Onderstreep in de tekst.

©VANIN

c Zeg van welke visie op de Koude Oorlog bron 16 en 17 een voorbeeld zijn. Motiveer telkens je antwoord.

Bron 16: Bron 17:

d Waarom is bron 17 een voorbeeld van standplaatsgebondenheid ?

62 LES 6 d e ko ude o o rlog Bron 17 ‘Danse Caucasienne’

kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘Koude Oorlog’, ‘IJzeren Gordijn’, ‘Trumandoctrine’, ‘containment’, ‘Marshallplan’, ‘NAVO’, ‘Pact van Warschau’ en ‘MAD’ uitleggen

2 de Koude Oorlog in de tijd situeren

3 telkens vier kenmerken van het kapitalistische en het communistische systeem geven

4 een reden geven waarom de Koude Oorlog uiteindelijk nooit op een rechtstreekse militaire confrontatie tussen de VS en Sovjet-Unie is uitgedraaid

5 twee manieren opnoemen waarop de VS en de Sovjet-Unie dan wel de confrontatie zijn aangegaan

6 twee redenen geven waarom de Koude Oorlog toch veel slachtoffers heeft gemaakt

7 uitleggen waarom het Westen voor de Tweede Wereldoorlog wantrouwig stond tegenover de Sovjet-Unie

8 een reden geven waarom men in het Westen de SU (opnieuw) wantrouwt na de WO II

9 drie voorbeelden opnoemen van hoe de Amerikanen vanaf 1947 een uitbreiding van het communisme in Europa proberen te voorkomen

10 de aanleiding voor de oprichting van het Pact van Warschau geven

11 een o orzaak voor de bouw van de Berlijnse Muur geven

12 twee belangrijke visies op het ontstaan van de Koude Oorlog noemen

KUNNEN

1 gevraagde informatie uit bronnen halen

2 bronnen met elkaar vergelijken en overeenkomsten en verschillen verklaren

3 de b etrouwbaarheid van bronnen beoordelen

4 de representativiteit van een bron beoordelen

5 visies op de Koude Oorlog herkennen en de invloed van de standplaatsgebondenheid van de auteur op historische beeldvorming analyseren

6 concrete informatie over bepaalde onderwerpen opzoeken

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen.

Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

Meer informatie over het verdere verloop van de Koude Oorlog vind je in de onlineles ‘Het einde van de Sovjet-Unie betekent ook het einde van de Koude Oorlog’.

63 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
Wat je na deze les moet kennen en
©VANIN

De Koude Oorlog ©VANIN

1 Wat is de Koude Oorlog?

Conflict (oorlog) dat loopt van ca. 1947 tot 1991 tussen:

• 2 landen: VS SU

• 2 ideologieën: kapitalisme communisme

Geen rechtstreeks conflict (daarom ‘koude’ oorlog)

Reden: beide partijen bezitten kernwapens wederzijdse verzekerde vernietiging (MAD)

Toch! Wapenwedloop

Ook competitie op andere vlakken:

• ruimtevaart

• f ilm (propaganda)

• sport

Veel slachtoffers

• strijd tussen geheime diensten (CIA KGB)

• strijd via b ondgenoten

Bv. dekolonisatie en Koude Oorlog raken verstrengeld

2 Het ontstaan van de Koude Oorlog

1917 Revolutie in Rusland communisten (o.l.v. Lenin) grijpen de macht

• Rusland Sovjet-Unie (communistische dictatuur)

• Lenin wil wereldrevolutie Westen

MAAR! WO II Westen en Sovjet-Unie Hitler

Na WO II opnieuw spanningen

• Churchill waarschuwt voor de SU:

– SU heeft Oost-Europa onder controle en zal verder willen oprukken naar West-Europa.

– Het Westen moet zich aaneensluiten.

– IJzeren Gordijn grens tussen het communistische Oost-Europa en het ‘vrije’ West-Europa

• Amerikaanse president Truman reageert Trumandoctrine

De VS zullen elke verdere opmars van het communisme proberen te stoppen (‘containment’).

LES 6 SCHEMA 64 LES 6 d e ko ude o o rlog

3 De ‘containment’ in de praktijk

Aanvankelijk enkel in Europa

Later rest van de wereld

Hoe?

In Europa:

• Marshallplan (1947)

• Luchtbrug naar West-Berlijn (1948-1949)

• NAVO (1949)

Sovjet-Unie:

• Pact van Warschau (1955)

• Berlijnse Muur (1961)

1989: ineenstor ting communisme en val van de Berlijnse Muur

4 Visies op de Koude Oorlog

In het Westen verschillende visies op (het ontstaan van) de Koude Oorlog

• or thodoxe visie De Koude Oorlog is de schuld van de SU.

• revisionistische visie De Koude Oorlog is de schuld van de VS.

65 B Politieke ontwikkelingen in de 20e eeuw
©VANIN

C Machtsverhoudingen in de wereld

In dit onderdeel bestuderen we verder hoe de machtsverhoudingen in de wereld evolueren tijdens de hedendaagse tijd. We knopen opnieuw aan bij het einde van de Tweede Wereldoorlog. Na dat traumatische conflict worden er internationale organisaties opgericht, zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie. De kolonies eisen en krijgen één voor één onafhankelijkheid. De Koude Oorlog wordt door de VS gewonnen. In het Westen is er euforie over de overwinning van ‘liberalisme en democratie’ op ‘communisme en dictatuur’. Maar vandaag moeten we vaststellen dat de wereld er sindsdien niet ‘meer westers’ op is geworden.

Cartoon van Lectrr, 2023

In de hedendaagse tijd zijn internationale organisaties zoals de VN belangrijk geworden. Heel wat hedendaagse problemen vereisen immers een internationale aanpak. Toch valt vandaag vooral op hoe weinig slagkracht ze hebben.

Bron 2 Top 10 landen volgens hun bnp in 2020

Rang land China 1

Verenigde Staten 2

3

4

5

6

8

Frankrijk 10

Bnp (biljoenen $)

Uit: Indexmundi

De Europese Unie heeft in 2020 (na de Brexit) een bnp van 13,4 biljoen euro, dat is 14,6 biljoen dollar.

a No em buiten de klimaatopwarming nog problemen die een internationale aanpak vereisen.

b Op welke plaats in de ranglijst volgens het bnp bevindt de EU zich?

25,360
19,490
9,474
5,443
4,199
4,016 Rusland
3,250
3,248 Brazilië
2,925 Verenigd
2,856
66 C Machtsv erhoudingen in de wereld
India
Japan
Duitsland
Indonesië 7
Koninkrijk 9
OPDRACHT
Bron 1 Cartoon klimaatrapport
©VANIN

OPDRACHT 1

Macht en onmacht van de Verenigde Naties

Na de Eerste Wereldoorlog richt men de Volkenbond op, een internationale organisatie die tot doel heeft nieuwe oorlogen te voorkomen. Tegen het einde van de jaren 1930 blijkt dat de organisatie heeft gefaald in haar opdracht. In 1945 richt men een nieuwe, gelijkaardige organisatie op, de Verenigde Naties (VN).

Wat zijn de doelstellingen van de VN?

Wie zijn de leden van de VN? Hoe zijn de VN georganiseerd? Welke rol spelen de VN in de hedendaagse tijd?

Kaartnr(s).

MODERNE TIJD

Volkenbond treedt in werking (ontbonden 1946)

WO II

HEDENDAAGSE TIJD

ondertekening van VN-Handvest Universele Verklaring van de Rechten van de Mens

Streven naar vrede en veiligheid

Op 26 juni 1945 ondertekenen 50 landen op een conferentie in San Francisco in de Verenigde Staten het Handvest of Charter van de Verenigde Naties. Bijna vier maanden later treedt de organisatie effectief in werking.

Bron 1 Handvest van de VN

Artikel 1

De doelstellingen van de Verenigde Naties zijn:

1 De internationale vrede en veiligheid te handhaven en, met het oog daarop: gezamenlijk doeltreffende maatregelen te nemen ter voorkoming en opheffing van bedreigingen van vrede en ter onderdrukking van daden van agressie, of andere vormen van verbreking van de vrede, alsook met vreedzame middelen en in overeenstemming met de beginselen van gerechtigheid en internationaal recht, een regeling of beslechting van internationale geschillen of van situaties die tot verstoring van de vrede zouden kunnen leiden, tot stand te brengen;

67 C Machtsv erhoudingen in de wereld
7
1945
1
1948
1920 ©VANIN

2 Tussen de volken vriendschappelijke betrekkingen tot stand te brengen, die zijn gegrond op eerbied voor het beginsel van gelijke rechten en het zelfbeschikkingsrecht der volken, en andere passende maatregelen te nemen ter versterking van de vrede overal ter wereld;

3 Internationale samenwerking tot stand te brengen bij het oplossen van internationale vraagstukken van economische, sociale, culturele of humanitaire aard, alsmede bij het bevorderen en stimuleren van eerbied voor de rechten van de mens en voor fundamentele vrijheden voor allen, zonder onderscheid naar ras, geslacht, taal of godsdienst; en

4 Een centrum te zijn voor het op elkaar afstemmen van de nationale inspanningen ter verwezenlijking van deze gemeenschappelijke doelstellingen.

Uit: Handvest van de Verenigde Naties, 26 juni 1945

Het Handvest bestaat uit een inleidende tekst en 111 artikels verdeeld over 19 hoofdstukken.

De rechtsgeldige versies van het Handvest – en elk ander VN-document – zijn de teksten die zijn opgesteld in een van de 6 officiële talen van de VN: Arabisch, Chinees (Mandarijn), Engels, Frans, Russisch en Spaans.

Wanneer de VN in werking treden, heeft Polen ondertussen als 51e land het Handvest ondertekend.

a Onderstreep in de eerste doelstelling van bron 1:

• (in geel) dat de VN niet enkel willen optreden wanneer er een oorlog is uitgebroken;

• (in groen) hoe de VN bedreigingen voor de vrede willen beëindigen of internationale geschillen willen oplossen.

b De VN willen dus vooral preventief werken. Dat blijkt ook uit de overige drie doelstellingen. Vat kort, in je eigen woorden, samen hoe de VN dat willen doen.

c Ho e blijkt bij de tweede en derde doelstelling het idealistische karakter van de VN? Onderstreep in de tekst in paars.

d Komt de tekst, zoals die hier staat, uit een rechtsgeldig document? Argumenteer.

68 LES 7 Macht en on M acht van de v erenigde n aties
©VANIN

OPDRACHT 3

De vlag van de Verenigde Naties heeft een hemelsblauwe achtergrond met het embleem van de Verenigde Naties in het midden. Het embleem op de vlag is wit gekleurd. Het is een afbeelding van de wereldkaart in wat men de equidistante azimutale projectie noemt (gecentreerd op de Noordpool). De kaart wordt omringd door een paar olijftakken. Het embleem, ontworpen door de Amerikaanse architect Donal McLaughlin, wordt officieel aangenomen op 7 december 1946. De vlag met het embleem op 20 oktober 1947.

a Waarom is de wereldkaart op deze manier geprojecteerd?

b Wat is de betekenis van de olijftakken?

c Do or de keuze voor deze projectie ontbreekt echter een werelddeel. Welk continent ontbreekt? Waarom is dat geen probleem?

De leden van de VN

De VN zijn een intergouvernementele organisatie, een organisatie die bestaat uit internationaal erkende landen waarvan de regeringen beslist hebben om samen te werken. Volkeren die geen eigen staat hebben of gebieden die internationaal niet erkend zijn, kunnen dus geen officieel lid zijn van de VN.

Bron 3 VN-lidstaten in 1945

©VANIN

69 C Machtsv erhoudingen in de wereld
OPDRACHT
Bron 2 De vlag van de Verenigde Naties
2
2

a Waarom zijn de meeste Afrikaanse landen in 1945 (nog) geen lid van de VN?

b Waarom is Duitsland geen oorspronkelijk lid van de organisatie?

©VANIN

c Zo ek de volgende informatie op.

• Ho eveel lidstaten tellen de VN momenteel?

• Welk land is het meest recente lid?

• Naast off iciële leden kennen de VN ook ‘waarnemende niet-staten’ en ‘waarnemende nietlidstaten’. Tot die eerste categorie behoren vooral allerlei intergouvernementele en niet-gouvernementele organisaties zoals de EU, de Arabische Liga en het Internationale Rode Kruis.

Van die tweede categorie was Vaticaanstad een tijdlang het enige voorbeeld, maar sinds 2012 heeft ook nog een andere ‘natie’ dat statuut gekregen. Welke ‘natie’?

• Voordien had die ‘natie’ het statuut van ‘waarnemend niet-staat’. Wat is eigenlijk het verschil tussen die twee categorieën?

- Een waarnemend niet-staat

- Een waarnemend niet-lidstaat

• Het to ekennen van die aparte statuten is een beslissing van de Algemene Vergadering (waarin alle VN-leden zetelen). Die statuswijziging wordt in 2012 goedgekeurd door 138 leden van de Algemene Vergadering. Negen leden stemmen tegen: Canada, Tsjechië, Micronesië, Nauru, Palau, de Marshalleilanden, Panama en de Verenigde Staten. Welk land heeft nog tegengestemd?

• Geef daar een mogelijke verklaring voor.

d Geef een voorbeeld van een volk of een gebied dat niet vertegenwoordigd is in de VN.

70 LES 7 Macht en on M acht van de v erenigde n aties

De structuur van de VN

Het belangrijkste orgaan van de VN is de Veiligheidsraad (VR). Deze raad heeft als hoofddoel te waken over de vrede en veiligheid in de wereld. De VR telt vijftien leden, die bindende en afdwingbare beslissingen kunnen nemen. Zo kan de VR onwillige partijen allerlei sancties opleggen (bv. een handelsembargo) of zelfs toestemming geven voor een militair optreden (door de VN-leden). Dat laatste gebeurt evenwel niet zo vaak. Ook kan de VR vredesmissies ( ‘blauwhelmen’ ) uitsturen om de vrede in een bepaald gebied te bewaren ( ‘peacekeeping’ ).

De vijftien leden van de VR vallen uiteen in twee groepen: vijf permanente en tien nietpermanente leden. Die laatste worden verkozen door de Algemene Vergadering voor een termijn van twee jaar. De VR kan maar een beslissing nemen als 9 van de 15 leden akkoord gaan. Belangrijk daarbij is wel dat geen van de permanente leden mag tegenstemmen, anders is de resolutie niet aangenomen ( vetorecht ). Tijdens de Koude Oorlog (1947-1991; zie les 6) maken de VS en de Sovjet-Unie vaak in eigen voordeel misbruik van dat vetorecht. Vele acties van de VN worden daardoor in die periode verlamd. Zowel dat vetorecht als het permanente lidmaatschap staat al een hele tijd ter discussie. Elke aanpassing van het VN-Handvest vereist echter een goedkeuring van de VR!

In de Algemene Vergadering (AV) zijn alle lidstaten vertegenwoordigd. Dat orgaan, waarin elk lid één stem bezit, behandelt de meest uiteenlopende mondiale problemen. Het vertolkt de opinie van de wereld over bepaalde zaken en gebeurtenissen en geeft louter advies. De AV kan dus nooit een regering dwingen tot actie.

Het Secretariaat is verantwoordelijk voor de dagdagelijkse werking van de VN. Aan het hoofd staat de secretaris-generaal (SG). Die wordt beschouwd als het hoofd en het gezicht van de organisatie. De SG wordt voor een periode van vijf jaar aangesteld door de AV, maar de VR stelt wel de kandidaat voor. Meestal dient een secretaris-generaal twee termijnen.

De Economische en Sociale Raad (Ecosoc) coördineert de sociale en economische werkzaamheden van de VN. Die zijn verdeeld over een dertigtal gespecialiseerde VN-organisaties. De raad wil oorlog onmogelijk maken door de oorzaken ervan tegen te gaan.

Het Internationaal Gerechtshof (IG) behandelt juridische kwesties tussen staten. De uitspraken van het Hof zijn in theorie bindend, maar alle betrokken staten in een geschil moeten eerst wel akkoord gaan om hun zaak voor het Hof te brengen.

©VANIN

Programma’s en fondsen

Gespecialiseerde organisaties

Functionele
71 C Machtsv erhoudingen in de wereld
commissies
3 Bron 4 Organigram van de VN OPDRACHT 4

OPDRACHT 5

a Onderstreep in de lestekst de vijf organen van de VN en hun belangrijkste taak. Gebruik eventueel verschillende kleuren.

b Bekijk het organigram van de VN (bron 4). Welke vijf landen vormen de permanente leden van de Veiligheidsraad?

c Verklaar waarom het juist die vijf landen zijn. Denk aan het moment van de oprichting van de VN.

d Er is veel kritiek op de samenstelling van de VR en vooral op de permanente leden. Geef twee redenen waarom vele landen/mensen aandringen op een aanpassing.

e Stel dat de huidige p ermanente leden akkoord zouden gaan met een uitbreiding van het aantal permanente leden van de VR, zou die uitbreiding dan vlot verlopen? Motiveer je antwoord.

f Zo ek de volgende informatie op.

• Wie is de huidige secretaris-generaal?

• Wat is zijn of haar nationaliteit?

• Is er o oit een vrouwelijke secretaris-generaal geweest?

Bron 5 Overzicht gebruik vetorecht VR, 1945-november 2023

1946-1965 1966-1985 1985-2005 2006-2012 2013-2023 154 32 18 19 87 * China Frankrijk Verenigd Koninkrijk VS ** Rusland 1 4 46 106 1336 26 34 34 21 8 3 113 22410
1971
**
72 LES 7 Macht en on M acht van de v erenigde n aties
* Tussen 1946 en
werd de Chinese zetel in de Veiligheidsraad ingenomen door de Chinese Republiek (Taiwan).
Tot 1991 Sovjet-Unie
©VANIN

a Welke informatie in verband met het gebruik van het vetorecht kun je uit deze grafiek afleiden? Noem twee zaken.

b Welke informatie in verband met het gebruik van het vetorecht kun je niet uit deze grafiek afleiden?

c Wat is jouw standpunt over het behouden of afschaffen van het vetorecht? Verdedig je standpunt tegenover de rest van de klas.

Een balans van de VN

Elk jaar, in september, is er een grote bijeenkomst van de AV waarop ook heel wat staats- en regeringsleiders aanwezig zijn en er het woord nemen. In 2023 was dat al voor de 78e keer. Telkens blijkt dat de meningen over de rol die de VN in de wereld spelen en moeten spelen, erg verdeeld zijn. Sinds 1945 is er wel geen nieuwe wereldoorlog uitgebroken. Ook het aantal gewapende conflicten tussen landen is al bij al erg beperkt gebleven. Toch is de periode sinds de Tweede Wereldoorlog geen vreedzame periode geweest. Zo zijn er veel conflicten binnen landen geweest (burgeroorlogen). Het Handvest van de VN laat ingrijpen in binnenlandse aangelegenheden moeilijk toe. De VN zijn dus niet goed uitgerust om dergelijke conflicten aan te pakken, al is de organisatie, vooral sinds de jaren 1990, soms wel tussenbeide gekomen in dergelijke conflicten (‘peace enforcement’ ).

Verder heeft ook het gebruik (of misbruik?) van het vetorecht de VN vaak verhinderd om bepaalde problemen op te lossen. Oproepen tot een hervorming van de VR botsen telkens op tegenstand van de permanente leden.

De VN worden eveneens regelmatig verweten te zijn uitgegroeid tot een logge, inefficiënte en geldverslindende organisatie. Pogingen om de organisatie te moderniseren blijken evenmin gemakkelijk. De VN lijden aan een chronisch geldtekort en kunnen niet rekenen op extra financiële middelen.

Een ander veelgehoord verwijt aan het adres van de VN heeft betrekking op het gedrag van sommige blauwhelmen tijdens vredesmissies: corruptie, seksueel misbruik, ongeoorloofd geweld … Desondanks hebben de VN op veel vlakken een constructieve rol gespeeld (of proberen te spelen): in het verloop van de dekolonisatie (zie les 8), op het vlak van wapenbeheersing, in de strijd tegen armoede en honger, op het vlak van duurzame ontwikkeling, in de strijd tegen de klimaatverandering … Ook inzake het vastleggen en het respecteren van mensenrechten hebben de VN een grote bijdrage geleverd. Zo heeft bijvoorbeeld de AV op 10 december 1948 de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) goedgekeurd. Naast fundamentele politieke en burgerlijke rechten en vrijheden bevat de verklaring ook sociale, economische en culturele rechten. Alle mannen en vrouwen mogen er aanspraak op maken. De oprichting van een Internationaal Strafhof om personen te vervolgen die zich schuldig hebben gemaakt aan zaken als genocide of oorlogsmisdaden is eveneens een belangrijke maatregel geweest in de bescherming van de mensenrechten. De UVRM en het Strafhof stuiten echter ook kritiek. Een veelgehoord verwijt is dat deze zaken te ‘westers’ zijn en door de westerse landen misbruikt worden om hun belangen te dienen.

73 C Machtsv erhoudingen in de wereld
4©VANIN

OPDRACHT 6

Onderstreep in de tekst:

• (in het rood) vijf punten van kritiek op (de werking van) de VN;

• (in het groen) de positieve rol die de VN hebben gespeeld en de verwezenlijkingen van de VN.

OPDRACHT 7

a Zo ek een cartoon (bv. op het internet) over de VN. Beantwoord (waar mogelijk) volgende vragen: Waar heb je die cartoon gevonden? Hoe heb je naar die cartoon gezocht? Wie heeft die cartoon gemaakt? Waar en wanneer is die cartoon oorspronkelijk verschenen? Wat is de boodschap van de cartoon? Waarom heb je juist die cartoon gekozen? Formuleer een historische vraag over de VN waarvoor die cartoon als bron bruikbaar is.

b Een b elangrijke hedendaagse discussie in verband met mensenrechten betreft de universaliteit van de mensenrechten. Zoek (bv. op het internet) een tekst die de universaliteit ervan verdedigt en een tekst die de universaliteit in vraag stelt. Vergelijk de argumenten die de respectievelijke auteurs gebruiken. Beoordeel ook de betrouwbaarheid en de representativiteit van de auteurs.

c Wat vind je zelf van dit hele debat: zijn mensenrechten absoluut universeel of (tot op zekere hoogte) cultuurgebonden? Motiveer je antwoord.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘gouvernementele organisatie’, ‘niet-gouvernementele organisatie’, ‘vetorecht’, ‘blauwhelmen’, ‘peace enforcement’, ‘Universele

Verklaring voor de Rechten van de Mens’ en ‘Internationaal Strafhof’ verklaren

2 de vier do elstellingen van de VN noemen

3 het verband tussen die doelstellingen uitleggen

4 wie lid kan worden van de VN noemen

5 waarom aanvankelijk weinig

9 vier redenen waarom de VN haar taak niet altijd heeft kunnen vervullen, opnoemen

10 een punt van kritiek in verband met de UVRM en het Internationaal Strafhof noemen

KUNNEN

1 bronnen analyseren

2 gevraagde informatie afleiden uit bronnen

3 aanvullende bronnen en extra informatie opzoeken en selecteren

4 een historische vraag formuleren

©VANIN

Afrikaanse landen lid zijn van de VN uitleggen

6 de verschillende organen van de VN opnoemen

7 de b elangrijkste taak of taken van de verschillende organen opnoemen

8 de samenstelling en de werking van de Veiligheidsraad uitleggen

5 westerse en niet-westerse perspectieven op de rol van de VN vergelijken

6 een eigen mening formuleren en verdedigen

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

74 LES 7 Macht en on M acht van de v erenigde n aties

Macht en onmacht van de Verenigde Naties ©VANIN

1 Streven naar vrede en veiligheid

Juni 1945, San Francisco oprichting VN (onder tekening Handvest)

DOEL: oorlogen vermijden/vrede bevorderen (ook door preventief te werken)

2 De leden van de VN

VN = intergouvernementele organisatie

Enkel erkende landen kunnen toetreden.

1945: 51 leden 2023: 193 leden

3 De structuur van de VN

Vijf hoofdorganen:

• Veiligheidsraad (VR)

• Algemene Vergadering (AV)

• Secretariaat

• Ecosoc

• Internationaal Gerechtshof

VR

• Waakt over vrede en veiligheid

• Neemt bindende b eslissingen

• Kan sancties opleggen + vredestroepen (‘blauwhelmen’) sturen

• 15 leden 10 niet-permanente leden + 5 permanente leden

• Permanente leden: VS, VK, Rusland, Frankrijk en China (overwinnaars WO II) hebb en vetorecht

AV

• Alle lidstaten

• Opinie van de wereld

• Adviserende functie

LES 7 SCHEMA 75 C Machtsv erhoudingen in de wereld

Secretariaat dagdagelijkse werking VN; onder leiding van secretaris-generaal

Ecosoc coördineert de sociale en economische werkzaamheden

Internationaal Gerechtshof juridische kwesties tussen staten

4 Een balans van de VN

Positief

• Geen nieuwe wereldoorlog

• Constructieve rol bij dekolonisatie, wapenbeheersing, strijd tegen armoede, klimaatverandering ...

• UVRM

• Internationaal Strafhof

Negatief (kritiek)

• Kunnen moeilijk ingrijpen bij binnenlandse problemen

• Misbruik van het vetorecht

• Log, inefficiënt en geldverslindend

• Geldtekort

• Wangedrag vredestroepen

76 LES 7 Macht en on M acht van de v erenigde n aties
©VANIN

De dekolonisatie

In 1945 telt de wereld een zestigtal onafhankelijke staten. Vandaag zijn het er bijna tweehonderd. Veel kolonies hebben immers onafhankelijkheid verworven.

Wat leidt tot de dekolonisatie? Hoe verloopt die dekolonisatie? Wat is de balans van de dekolonisatie? Welke uitdagingen brengt de dekolonisatie met zich mee?

Kaartnr(s).

DEKOLONISATIE

Conferentie van Bandoeng

onafhankelijkheid India en Pakistan

hoogtepunt Afrikaanse dekolonisatie einde Koude Oorlog onafhankelijkheid Namibië

De toenemende roep om onafhankelijkheid

Aan het begin van de 20e eeuw zijn nagenoeg heel het Afrikaanse continent en grote delen van Azië en Oceanië gekoloniseerd door Europese landen. De Europese overheersing wordt in de 2e helft van de 20e eeuw echter steeds meer ter discussie gesteld. Plaatselijke leiders en intellectuelen wijzen op het feit dat de waarden die het moederland uitdraagt, zoals vrijheid en gelijkheid, blijkbaar niet gelden voor de oorspronkelijke bewoners van de kolonies. Onafhankelijkheidsbewegingen eisen daarom de dekolonisatie. Door de betere wegen en telegraaf- en telefoonverbindingen die in de kolonies werden aangelegd, kunnen zij gemakkelijker hun boodschap verspreiden. De rol en het optreden van een aantal charismatische persoonlijkheden mogen daarbij niet onderschat worden. Leiders als Gandhi in Indië of Nkrumah in Ghana hebben de plaatselijke bevolking geïnspireerd en dragen zo in grote mate bij aan het dekolonisatieproces.

1 ©VANIN

Daarnaast heeft ook de Eerste Wereldoorlog een grote impact. Gekoloniseerde volkeren zien hoe Europeanen een bloedbad onder elkaar aanrichten. Bovendien moeten ze voor hun bezetters vechten in de gekoloniseerde gebieden. Sommigen worden zelfs aan het westelijk front in Europa ingezet. Na de Eerste Wereldoorlog verwachten zij compensaties voor hun steun en inzet tijdens de oorlog. Toch slaagt Europa erin om tot aan de Tweede Wereldoorlog de kolonies onder controle te houden. Dat tweede conflict verzwakt de Europese landen echter totaal. Ze blijken niet meer in staat om hun controle over Azië en Afrika te behouden, zeker nadat de nieuwe wereldmachten (de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie) samen met de nog jonge Verenigde Naties het kolonialisme

77 C Machtsv erhoudingen in de wereld
8 1945 1989 1990 1947 1955 1960

OPDRACHT 1

OPDRACHT 2

afkeuren. Ook de eerste internationale conferentie voor Afro-Aziatische volkeren (1955) in Bandoeng veroordeelt heel scherp het kolonialisme. Gesteund door die nieuwe situatie maken Aziatische en Afrikaanse kolonies zich los van hun Europese moederland.

Onderstreep in de lestekst vier oorzaken van de dekolonisatie.

Bron 1 De dekolonisatie (1945-2002)

a In welk continent verkrijgen de meeste kolonies hun onafhankelijkheid al tussen 1945 en 1959?

©VANIN

b Geef drie hedendaagse landen die hun onaf hankelijkheid verwerven tussen 1960 en 1974.

c Zo ek volgende informatie op.

• In 2011 verwerft Zuid-Soedan als een van de laatste landen in Afrika de onafhankelijkheid. Waarom laat de dekolonisatie zo lang op zich wachten?

• Waarom zijn Zuid-Afrika en Zimbabwe gearceerd? TIP Ga op zo ek naar meer informatie over het ‘apartheidsregime’.

78 LES 8 d e dekolonisatie

OPDRACHT 3

• In 1990 verwerft Namibië de onafhankelijkheid. Wie controleert het land voordien?

• Geef twee Europese staten die nog overzeese gebiedsdelen hebben en benoem enkele van die gebieden.

Bron 2 De psychologische impact van WO II

Zelfs in de meest afgelegen plattelandsgebieden van Afrika zorgden de gedwongen oogsten, de dienstplicht en de inflatie van de oorlogsperiode voor een grotere ontevredenheid over de koloniale regimes. In deze sfeer kwamen de teruggekeerde ex-militairen met hun enorm verruimde blik op de wereld buiten het dorp en de tirannieën van de plaatselijke koloniale magistraat. Voorheen waren de enige Europeanen die de meeste Afrikanen hadden gezien rijk, goed opgeleid en in gezaghebbende posities. Tijdens de oorlog hadden de Afrikanen samengewerkt en gevochten met een grote verscheidenheid aan Europeanen uit de arbeidersklasse, en ze vonden dat ze weinig van hen verschilden. Ze hadden tegen Europeanen gevochten en ze gedood, in naam van de vrijheid en democratie die hun meestal ontzegd was. Ze hadden Europese armoede in Europa en Europese wreedheid in oorlogsvoering gezien. Daarom zouden Afrikanen met hun ervaring en inzicht nooit terugkeren naar huis als volgzame en onderdanige koloniale arbeidskrachten. Weinig ex-militairen speelden een rol van betekenis in het leiderschap van de daaropvolgende onafhankelijkheidsbewegingen. Maar hun invloed op het ondermijnen van het aura en prestige van de Europeanen in Afrika was aanzienlijk.

Uit: K. Shillington, History of Africa. Bloomsbury Academic, 2019 Kevin Shillington doceert begin jaren 1970 geschiedenis en Engels in het middelbaar onderwijs in Zambia. In de jaren 1980 leidt hij geschiedenisleraren op aan de Universiteit van Botswana. Tegenwoordig is hij een onafhankelijk historicus en biograaf, gespecialiseerd in Afrikaanse geschiedenis.

a Waarom heeft WO II een grote psychologische impact gehad op Afrikaanse militairen?

b Welke rol spelen die militairen in de dekolonisatie?

79 C Machtsv erhoudingen in de wereld
©VANIN

Bron 3 De Amerikaanse president Roosevelt

Frankrijk heeft het land – 30 miljoen inwoners – bijna honderd jaar gekoloniseerd, maar de bevolking is er nog slechter aan toe dan in het begin. (…) Frankrijk heeft het land honderd jaar lang uitgezogen. De bevolking van Indochina heeft recht op iets beters.

Uit: F.D. Roosevelt, Memorandum gericht aan Cordell Hull [toenmalig Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken], 24 januari 1944

Franklin Roosevelt is de 32e president van de Verenigde Staten. Zijn ambtstermijn loopt van 1933 tot 1945 en overspant een belangrijke periode in de Amerikaanse geschiedenis. In 1944 is Indochina nog een Franse kolonie. Vandaag bestaat het uit de staten Vietnam, Cambodja en Laos. Na WO II domineren de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie de wereldpolitiek. Beide grootmachten proberen zo veel mogelijk landen binnen hun invloedssfeer te brengen tijdens de Koude Oorlog.

Bron 5 Sp eech Kwame Nkrumah (1958)

Bekijk het videofragment online.

Bron 4 Propagandaposter Sovjet-Unie

©VANIN

In 1957 wordt Ghana als een van de eerste Afrikaanse landen onafhankelijk. De eerste president is Kwame Nkrumah. Nkrumah is een belangrijke voorstander van het panafrikanisme, de ideologie die streeft naar de eenheid en samenwerking van Afrikaanse volkeren. Zijn regeerstijl wordt na verloop van tijd bijzonder autocratisch, waardoor het leger hem in 1966 afzet met een staatsgreep

Deze propaganda poster (99 x 55 cm) uit de Sovjet-Unie dateert van 1961. Op dat moment is de dekolonisatie volop bezig. Het opschrift luidt: ‘Er is geen plek voor kolonialisme op de wereld’. We zien een Afrikaanse man met een schop. Hij torent uit boven een kolonist die een zweep vasthoudt. We lezen op de voetafdrukken op het Afrikaanse continent de woorden ‘slavernij’, ‘diefstal’, ‘hongersnood’ en ‘terreur’.

Bron 6 De Franse president de Gaulle

Natuurlijk, in een tijd waarin kolonisatie de enige manier was om door te dringen tot in slaap gesukkelde volkeren, waren we kolonisatoren, en soms zelfs imperialistisch en hardvochtig. Maar al met al laat wat we als zodanig hebben bereikt een grotendeels positieve balans achter voor de naties waar we het hebben gedaan.

Uit: C. de Gaulle, De Gaulle vous parle, 1967

Charles de Gaulle is tijdens WO II een Franse generaal en leider van de Franse regering in ballingschap. Na WO II wordt hij de voorlopige president van Frankrijk. In 1946 treedt hij echter af vanwege meningsverschillen. Door de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog komt Frankrijk in een crisis terecht. De roep naar een sterke leider zorgt ervoor dat de Gaulle een herkansing krijgt als politiek leider in 1958. Hij blijft tot 1969 president van Frankrijk. Na verloop van tijd erkent de Gaulle de noodzaak van onafhankelijkheid voor Afrikaanse landen, maar hij wil tegelijk de Franse invloed in de wereld behouden.

80 LES 8 d e dekolonisatie
Visies op kolonialisme (jaren 1940-1960) OPDRACHT 4
VIDEO

a Ho e wordt er in de bronnen naar het kolonialisme gekeken? Geef een antwoord voor elke bron.

Roosevelt (bron 3):

Sovjet-Unie (bron 4):

©VANIN

Nkrumah (bron 5):

De Gaulle (bron 6):

b Ho e kun je de verschillende perspectieven op het kolonialisme verklaren? Welke invloed speelt standplaatsgebondenheid bij de interpretatie van het kolonialisme in de bronnen? Beargumenteer voor elke bron.

Roosevelt (bron 3) en Sovjet-Unie (bron 4):

Nkrumah (bron 5):

De Gaulle (bron 6):

Dekolonisatie: een moeizaam proces

Ondanks de nieuwe internationale orde, de toenemende kritiek en hun algemene verzwakking, weigeren de meeste Europese landen hun kolonies zonder meer op te geven. Omdat gesprekken over nieuwe verhoudingen tussen moederland en kolonie meestal snel vastlopen, grijpen beide partijen geregeld naar de wapens. Het moederland om de controle over de kolonie te behouden en opstanden te onderdrukken, de gekoloniseerde bevolking om haar vrijheid via een gewapend conflict af te dwingen. De lijst van kolonies die hun onafhankelijkheid in een gewelddadige context verwerven, is dan ook lang. Tussen 1954 en 1962 ervaart Frankrijk bijvoorbeeld de complexiteit van de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog. In tegenstelling tot andere gebieden beschouwen de Fransen Algerije niet als een kolonie, maar als gewoon Frans grondgebied (Frans-Algerije). Politieke inspraak krijgen de oorspronkelijke bewoners van Algerije

81 C Machtsv erhoudingen in de wereld
2

niet. Enkel Franse kolonisten hebben aanvankelijk stemrecht. Daarom begint de Algerijnse onafhankelijkheidsbeweging vanaf 1954 een guerrillaoorlogvoering tegen de Franse overheersing. Wat volgt is een spiraal van terreur en repressie, waarbij zowel de Fransen als de Algerijnen nergens voor terugdeinzen. Uiteindelijk verkrijgt Algerije zijn onafhankelijkheid in 1962.

De Koude Oorlog, die op hetzelfde moment de wereld in zijn greep krijgt, bemoeilijkt eveneens de dekolonisatie. Zowel de Verenigde Staten als de Sovjet-Unie steunen openlijk de dekolonisatie. Ze hopen invloed te kunnen uitoefenen op nieuw gevormde staten, en zo toegang te verkrijgen tot hulpbronnen of strategisch belangrijke zeeroutes te controleren. Veel nieuwe staten doen aanvankelijk moeite om uit de Koude Oorlog te blijven. Heel wat leiders laten zich echter paaien en menen ook voordeel te halen uit de tegenstellingen tussen de supermachten.

Tussen 1954 en 1962 woedt er een oorlog tussen Frankrijk en Algerijnse onafhankelijkheidsbewegingen. Het is een heel complex conflict, omdat de Fransen Algerije niet als een kolonie, maar als Frans grondgebied beschouwen. In Frans-Algerije woont bovendien een aanzienlijke Franse gemeenschap: de piedsnoirs. Zowel het Franse leger als de Algerijnse onafhankelijkheidsbewegingen maken zich schuldig aan terreur tegen burgers. In 1956 wordt een affiche uitgebracht door l’Union pour le salut et le renouveau de l’Algérie Française. We lezen op de affiche: ‘Geen Frans-Algerije meer … Geen Frankrijk meer!’

a Werd de bron gemaakt door een voorstander of tegenstander van de Algerijnse onafhankelijkheid? Beargumenteer je antwoord.

b Ho e visualiseert de maker van de bron het conflict en wat wil hij daarmee bereiken?

82 LES 8 d e dekolonisatie
Bron 7 De Algerijnse onaf hankelijkheidsoorlog
OPDRACHT 5
©VANIN

De balans van de dekolonisatie

Vandaag zijn er officieel zo goed als geen kolonies meer. Toch kan men zich terecht afvragen of de dekolonisatie ook tot een echte bevrijding heeft geleid. Veel kolonies worden vooral politiek onafhankelijk. Dikwijls blijft de culturele invloed van het vroegere moederland groot. Op economisch vlak staan de meeste ex-kolonies aanvankelijk vrij zwak, waardoor ze soms zijn aangewezen op buitenlandse investeringen. Vanaf het einde van de 20e eeuw verschijnen er ook nieuwe spelers op het toneel. Zo breidt China zijn invloed in Afrika al decennialang uit. Chinese investeringen hebben de infrastructuur van Afrika verbeterd, maar zorgen tegelijk voor een enorme schuldenlast bij Afrikaanse staten.

©VANIN

Actuele conflicten kunnen teruggevoerd worden op de koloniale tijd door de langdurige en diepgaande invloeden van de koloniale overheersing. Veel kolonies zijn door de kolonisatoren gecreëerde kunstmatige landen. De koloniale machten hielden bij het trekken van de grenzen geen rekening met de verschillende etnische en/of religieuze groepen die in het gebied woonden. In het verleden hebben de kolonisatoren handig gebruikgemaakt van de rivaliteiten tussen die groepen om een verdeel-en-heerspolitiek te voeren. Dat alles bemoeilijkt uiteraard het eenheidsgevoel in de voormalige kolonies. Geregeld komen de verschillende groepen met elkaar in conflict.

Kunstmatige grenzen, etnische en religieuze spanningen, een kwetsbare economie, armoede, buitenlandse inmenging … dragen bij tot de instabiliteit van voormalige kolonies. Democratische regimes hebben in zo’n context minder kans op slagen. Verschillende ex-kolonies krijgen daardoor dictatoriale regeringen waarvan de leidende groepen vooral hun eigenbelang nastreven, met corruptie en persoonlijke verrijking als gevolg. Er breken dikwijls opstanden, staatsgrepen en burgeroorlogen uit.

Het is belangrijk om op te merken dat zeker niet alle gedekoloniseerde landen het slachtoffer worden van burgeroorlogen en dictatoriale regimes. Heel wat staten ontwikkelen duurzame democratische systemen en een sterke economie. Singapore en Maleisië hebben over het algemeen stabiele politieke regimes gekend. Bovendien zetten beide landen sterk in op industrialisatie, onderwijs, technologische vooruitgang en een moderne infrastructuur. In Afrika geldt Botswana al jaren als een land met een stabiel politiek klimaat. Veel van zijn inkomsten uit diamanten heeft het land geïnvesteerd in onderwijs en gezondheidszorg. Afrika heeft door zijn groeiende, jonge en almaar beter geschoolde en gezondere bevolking een enorm economisch potentieel.

economisch: OPDRACHT 6

Lees de lestekst en maak zelf de balans op.

politiek:

83 C Machtsv erhoudingen in de wereld
3

Bron 8 Kaart India, Pakistan en Bangladesh

©VANIN

Brits-Indië is een Britse kolonie in Zuid-Azië, en omvat de hedendaagse landen India, Pakistan, Bangladesh en delen van Myanmar. In 1947 eindigt de Britse overheersing en wordt Brits-Indië opgedeeld in twee onafhankelijke staten: India en Pakistan. In 1971 verklaart Bangladesh zich onafhankelijk van Pakistan. De deling is gebaseerd op religieuze verschillen, waarbij de meeste moslims in Pakistan terechtkomen, en de meeste hindoes in India. Het resulteert in massale volksverhuizingen en wederzijds geweld tussen beide geloofsgemeenschappen. Miljoenen hindoes, sikhs en moslims worden het slachtoffer daarvan. In het filmfragment getuigt een Indische vrouw hoe de gedwongen migraties ook haar hebben getroffen. Vandaag blijven Pakistan en India bittere rivalen. De vooral door moslims bevolkte regio Kasjmir is nog steeds betwist gebied. India en Pakistan hebben meerdere oorlogen gevoerd om de controle over het territorium.

84 LES 8 d e dekolonisatie De
van India OPDRACHT 7
deling
Bron 9 Getuigenis Sudershna Kumari VIDEO

OPDRACHT 8

a Waarom kun je stellen dat Brits-Indië een kunstmatige politieke eenheid is?

b Op basis waarvan wordt Brits-Indië in 1947 opgedeeld in twee onafhankelijke staten?

c Wat is het gevolg daarvan voor de plaatselijke bevolking?

d Welk hedendaags conflict kun je nog steeds terugvoeren op de deling van Brits-Indië?

Dekolonisatie van de geest en openbare ruimte

De kolonisatie en de bijbehorende propaganda hebben een grote invloed gehad op de denkpatronen en ideeën van de kolonisator en de gekoloniseerde. Daarom pleiten sommige schrijvers voor een ‘dekolonisatie van de geest’. De lokale bevolking van de kolonies krijgt tijdens de koloniale overheersing de boodschap mee dat zij minderwaardig is, terwijl in koloniserende staten het gevoel ontstaat dat de westerse cultuur superieur is. Koloniale denkbeelden en stereotypen leven nog steeds voort in de hedendaagse maatschappij.

Ook in de publieke ruimte is het koloniale erfgoed nog sterk aanwezig. Denk bijvoorbeeld aan koloniale standbeelden of straatnamen. Die komen steeds meer onder vuur te liggen. Wereldwijd zijn dergelijke koloniale symbolen het doelwit van vandalisme geweest. Daarom voorzien steden nu vaak een infobord bij de beelden. In sommige gevallen verwijdert men zelfs monumenten uit het straatbeeld om ze vervolgens in een museum te plaatsen. Ook het oprichten van een ‘tegenmonument’ wordt vaak voorgedragen als mogelijke oplossing. Ten slotte vormt ook de koloniale roofkunst een gevoelig thema dat de laatste jaren veel aandacht heeft gekregen. Het heeft geleid tot internationale debatten, waarbij voormalige kolonies de teruggave van hun cultureel erfgoed eisen.

Dekolonisatie van de openbare ruimte

Bron 10 Verwijderen standbeeld Cecil Rhodes

©VANIN

In 2015 wordt na aanhoudend protest en veelvuldig vandalisme het standbeeld van de Britse imperialist Cecil Rhodes verwijderd aan de Universiteit van Kaapstad in ZuidAfrika. Het monument wordt gezien als een symbool van het koloniale verleden en de ongelijkheid in het onderwijsstelsel.

85 C Machtsv erhoudingen in de wereld
4

Het Slavernijmonument van de kunstenaar Alex da Silva is een monument ter herinnering aan het Nederlandse slavernijverleden. Ruim 60 000 Afrikaanse slaven worden met Rotterdamse schepen vanaf Afrika naar Suriname en de Nederlandse Antillen vervoerd. Ook vanuit andere steden, zoals Amsterdam of Middelburg, worden slaven naar Amerika gebracht.

a Op welke manieren gaat men vandaag anders om met koloniaal erfgoed?

©VANIN

b Ho e vind jij dat de kolonisatie herinnerd mag worden? Beargumenteer je visie en gebruik daarbij historische argumenten, dat wil zeggen dat je verwijst naar feiten uit het verleden. Schrijf je antwoord in essayvorm op een afzonderlijk blad.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘dekolonisatie van de geest’ en ‘dekolonisatie van de openbare ruimte’ verklaren

2 vijf factoren die het dekolonisatieproces hebben gestimuleerd, opnoemen en uitleggen

3 vier factoren die het dekolonisatieproces hebben bemoeilijkt, opnoemen en uitleggen

4 de balans van de dekolonisatie beoordelen

5 voorbeelden geven van actuele conflicten die teruggevoerd kunnen worden op de koloniale tijd

KUNNEN

1 de dekolonisatie situeren in het historisch referentiekader

2 informatie uit bronnen halen

3 bronnen met elkaar vergelijken

4 de b etrouwbaarheid van een bron beoordelen

5 de invlo ed van standplaatsgebondenheid verklaren bij de interpretatie van een historische gebeurtenis

6 vragen aan het verleden stellen om actuele spanningsvelden te verklaren

7 een standpunt ten opzichte van een maatschappelijk probleem beargumenteren vanuit de studie van heden en verleden

8 historische argumenten gebruiken in debatten over actuele maatschappelijke fenomenen

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

86 LES 8 d e dekolonisatie
Bron 11 Slavernijmomument Rotterdam

LES 8 SCHEMA

1 De toenemende roep om onafhankelijkheid

OORZAKEN:

• kritiek plaatselijke leiders en intellectuelen

• de wereldoorlogen

• charismatische p ersoonlijkheden

• b etere wegen en telegraaf- en telefoonverbindingen

• rol Verenigde Staten en Sovjet-Unie, later Verenigde Naties

• conferentie voor Afro-Aziatische volkeren (1955)

2 Dekolonisatie: een moeizaam proces

Europese landen weigeren kolonies op te geven dekolonisatie in gewelddadige context

• Bv. Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog (1954-1962)

Koude Oorlog bemoeilijkt dekolonisatie

• Verenigde Staten en Sovjet-Unie willen invloed uitoefenen op onafhankelijke staten

3 De balans van de dekolonisatie

Negatief:

• culturele en economische invloed blijven groot

• nieuwe spelers zoals China

• actuele conflicten hebben wortels in koloniale periode

• dictatoriale regeringen, opstanden, staatsgrepen, burgeroorlogen … door te plotse overgang

Positief:

• staten met duurzame demo cratische systemen en sterke economie (bv. Singapore en Maleisië)

De dekolonisatie ©VANIN

• enorm economisch potentieel in Afrika door jonge, groeiende, beter geschoolde en gezondere bevolking

4 Dekolonisatie van de geest en de openbare ruimte

• Dekolonisatie van de geest = koloniale denkbeelden en stereotypen leven voort in hedendaagse tijd

• Dekolonisatie van de openbare ruimte = beelden, straatnamen, monumenten … die verwijzen naar koloniale periode als reactie vandalisme, infoborden, verwijdering, tegenmonumenten …

87 C Machtsv erhoudingen in de wereld

Onderzoek 1: Dipenda –twee visies op de koloniale periode

Dipenda, afgeleid van het Franse ‘indépendance’, is de term die door de Congolese vrijheidsbeweging wordt gebruikt vanaf de jaren 1950. Op 30 juni 1960 wordt de Belgische kolonie Congo onafhankelijk. De dag verloopt niet zoals gepland.

Wat gebeurt er? Welke visies op de kolonisatie botsen met elkaar? Kijken we vandaag met dezelfde ogen naar 1960 als toen?

©VANIN

Kaartnr(s).

Bron 1 Filmjournaal

Uit: Het archief van Belgavox, 1960

De foto toont de verwelkoming van koning Boudewijn op het vliegveld op 29 juni 1960: in het midden premier Lumumba, rechts president Kasavubu.

De onafhankelijkheid van Congo komt ook in de audiovisuele media aan bod. Het filmjournaal over 30 juni 1960 is afkomstig uit het archief van Belgavox, een bedrijf dat zich gespecialiseerd heeft in het maken van filmjournalen voor bioscopen. Die journalen worden dan voor de eigenlijke film in de bioscoop getoond. Het officiële programma van de dag begint met een plechtigheid in de kathedraal van Leopoldstad (nu Kinshasa). Daarna vindt om 11 uur de machtsoverdracht plaats in het Paleis van de Natie. In de zaal zijn Belgische, Congolese, buitenlandse prominenten en de internationale pers aanwezig, alleen mannen. De bestuurstaal van de kolonie is altijd het Frans geweest. Die taal wordt ook de officiële taal van de onafhankelijke staat Congo. Koning Boudewijn, die België vertegenwoordigt, houdt als eerste een toespraak, waarin hij de onafhankelijkheid uitroept. Na afloop komt president Kasavubu aan het woord. Premier Lumumba heeft de dag voordien de toespraak van Boudewijn gelezen. Hij vindt dat hij het daarbij niet kan laten en schrijft zelf een toespraak als reactie op die van Boudewijn. Hoewel niet voorzien in het officiële programma, neemt Patrice Lumumba na president Kasavubu het woord.

88
1945
HEDENDAAGSE TIJD
VIDEO BRONNEN
ONDERZOEK 1 d i P enda – twee visies o P de koloniale P eriode

VIDEO

VIDEO

Bron 2 Een f ilmverslag over de toespraken tijdens de onafhankelijkheidsplechtigheid

Uit: 1960, uw geboortejaar in beeld. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2008 Het filmverslag is een compilatie, een samenvoeging van fragmenten van de toespraken van Boudewijn, Kasavubu en Lumumba.

Bron 3 De to espraak van koning Boudewijn

Mijnheer de president

Heren

De onafhankelijkheid van Congo is het eindresultaat van het werk dat is ingezet met de uitzonderlijke persoonlijkheid van koning Leopold II, en dat hij aanpakte met vastberaden moed en dat met volharding is voortgezet door België. Zij betekent een beslissend moment in de bestemming, niet alleen van Congo zelf, maar ik aarzel niet om het te zeggen, van heel Afrika.

Links de nog jonge koning Boudewijn, helemaal rechts president Kasavubu

Gedurende 80 jaar heeft België de beste van zijn zonen naar uw land gestuurd, eerst om het Congobekken te bevrijden van de afschuwelijke slavenhandel die uw bevolkingen uitdunde, later om de verschillende volkeren – die vroeger vijanden waren – dichter bij elkaar te brengen en zich voor te bereiden om samen de grootste van de onafhankelijke Afrikaanse staten te vormen. (…)

Op dit historisch moment, moet onze gedachte uitgaan naar de pioniers van de ontvoogding van Afrika, en naar hen die na hen, van Congo gemaakt hebben wat het vandaag is. Zij verdienen evenzeer onze bewondering en uw erkentelijkheid. (…)

Vanaf het begin heeft Congo zijn grenzen opengezet voor de internationale handel, zonder dat België ooit een alleenrecht heeft uitgeoefend dat uitsluitend op zijn eigenbelang gericht was. Congo heeft spoorwegen gekregen, allerlei zee- en luchtvaartlijnen (…). Een medische dienst, waarvan het op punt stellen meerdere tientallen jaar vroeg, is geduldig georganiseerd en heeft u bevrijd van vele verwoestende ziekten. Talrijke en opmerkelijk goed uitgeruste hospitalen zijn gebouwd. De landbouw is verbeterd en gemoderniseerd. Grote steden zijn gebouwd, en doorheen gans het land vertonen de woonvoorwaarden en de hygiëne een opmerkelijke vooruitgang. Industriële ondernemingen hebben de natuurlijke bodemrijkdommen tot hun recht laten komen. (…) Dankzij de missiescholen, evenals degene die de openbare machten oprichtten, kent de basiseducatie een aanzienlijke uitbreiding; een intellectuele elite is zich aan het vormen, waardoor uw universiteiten snel zullen groeien. (…)

©VANIN

De grote onafhankelijkheidsbeweging die gans Afrika meesleept, heeft bij de Belgische bewindvoerders het grootste begrip gevonden. Ten overstaan van het eensgezinde verlangen van uw bevolkingen, hebben wij niet geaarzeld om u vanaf nu deze onafhankelijkheid toe te kennen. (…)

Voortaan bevinden België en Congo zich zij aan zij, als soevereine staten, maar door vriendschap verbonden en besloten om mekaar te helpen. (…) De Belgische vertegenwoordigers zijn bereid om u een loyale en open medewerking te verlenen. Uw taak is immens en u bent de eersten om er zich rekenschap van te geven. De grootste

89 C Machtsv erhoudingen in de wereld

gevaren die u bedreigen zijn: de onervarenheid van de bevolkingen zichzelf te besturen, de stammentwisten die vroeger zoveel kwaad hebben veroorzaakt (…), de aantrekking die buitenlandse grootmachten kunnen uitoefenen op bepaalde streken (…) klaar om te profiteren van het minste teken van zwakte. Uw leiders zullen de moeilijke taak kennen om te regeren. Het algemene belang van het land zullen zij op de eerste plaats van hun bekommernissen moeten zetten. (…) (…) Breng de toekomst niet in het gedrang door haastige hervormingen, en vervang de instellingen niet die België u overdraagt, zolang u niet zeker bent er betere te kunnen maken. (…) Vergeet niet dat een serene en onafhankelijke rechtspraak een element van sociale vrede is; de garantie van het respect van het recht van iedereen verschaft een staat een grote morele autoriteit bij de internationale publieke opinie. Aarzel niet u tot ons te wenden. Wij staan klaar om aan uw zijde te blijven om u te helpen met onze raad, om technici en ambtenaren te vormen die u nodig zult hebben. (…) Mijne heren, de ogen van de hele wereld zijn op u gericht. (…) Blijf één, en u zult u waardig tonen om de grote rol, waartoe u geroepen bent, te spelen in de geschiedenis van Afrika.

Volk van Congo, mijn land en ik, wij erkennen met vreugde en emotie dat Congo toegang krijgt op deze dag, 30 juni 1960, in volledige harmonie en vriendschap met België, tot de onafhankelijkheid en de internationale soevereiniteit. Moge God Congo beschermen!

Boudewijn, Koning der Belgen

Zoals al gezegd houdt koning Boudewijn als eerste een toespraak. De in vetjes gedrukte tekst zijn de stukjes uit het filmverslag.

VIDEO Mannen en vrouwen van Congo

Medestrijders van de onafhankelijkheid, vandaag de overwinnaars,

Ik groet u in naam van de Congolese regering.

Aan u allen, vrienden, die zonder ophouden aan onze zijde hebt gestreden, vraag ik van deze 30e juni 1960 een beroemde datum te maken, [een datum] die u onuitwisbaar gegrift in uw harten zult bewaren. (…) Want ook al wordt vandaag de onafhankelijkheid van Congo afgekondigd in goede verstandhouding met België (…), toch kan geen enkele Congolees, die naam waardig, vergeten dat ze werd bekomen door een strijd [ applaus ] , een strijd van elke dag, (…) waarin wij onze krachten, onze bezittingen, ons lijden, ons bloed, niet hebben ontzien. (…)

Links premier Lumumba, rechts in tropenuniform koning Boudewijn

©VANIN

Wat ons lot is geweest gedurende 80 jaar koloniaal bewind, onze wonden zijn nog te vers en te pijnlijk opdat wij ze uit ons geheugen zouden kunnen wissen. (…) Wij hebben spot moeten ondergaan, beledigingen, slaag, ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds omdat we negers waren. Wie zal vergeten dat men bij een zwarte altijd ‘tu’ gebruikte, zeker niet zoals bij een vriend, maar wel omdat het eerbare ‘vous’ alleen maar voor blanken was voorbehouden?

90
Bron 4 Toespraak van premier Patrice Lumumba
ONDERZOEK 1 d i P enda – twee visies o P de koloniale P eriode

Wij hebben het meegemaakt dat onze gronden geplunderd werden in naam van zogezegde wetteksten, die niets anders deden dan het recht van de sterkste erkennen. Wij hebben moeten ervaren dat de wet nooit gelijk was, naargelang je blank of zwart was , inschikkelijk voor de enen, wreed en onmenselijk voor de anderen. (…)

Wij hebben het meegemaakt dat in de steden schitterende huizen stonden voor de blanken en bouwvallige hutten voor de zwarten, dat een neger niet toegelaten was in bioscopen noch restaurants, noch in de winkels van de Europeanen. (…)

Wie zal ten slotte de terechtstellingen vergeten (…) de cellen waar ze diegenen [brutaal] ingooiden die niet meer bereid waren zich te onderwerpen aan een rechtssysteem van onderdrukking en uitbuiting? [ applaus ] Aan dit alles, mijn broeders, hebben wij heel diep geleden.

Maar wij, die door de stemming van uw verkozen vertegenwoordigers werden aangesteld om ons dierbaar land te leiden, wij die in lichaam en ziel geleden hebben aan de koloniale onderdrukking, wij zeggen u heel luid, dat alles is voortaan voorbij. De republiek Congo is uitgeroepen, en ons dierbaar land is nu in de handen van zijn eigen kinderen. Samen, mijn broeders, mijn zusters, gaan wij een nieuwe strijd beginnen, een edele strijd die ons land zal leiden naar vrede, welvaart en grootheid. Samen zullen wij de sociale rechtvaardigheid opbouwen en ervoor zorgen dat iedereen de juiste vergoeding voor zijn werk ontvangt. [ applaus ] (…)

Wij zullen een einde maken aan de onderdrukking van vrijheid van denken en er zorg voor dragen dat alle burgers ten volle zullen genieten van de fundamentele vrijheden , die voorzien zijn in de Verklaring van de Rechten van de Mens. [ applaus ] Wij zullen daadwerkelijk iedere discriminatie opheffen en aan iedereen zijn rechtvaardigde plaats geven, [een plaats] die hem zijn menselijke waardigheid, zijn arbeid en zijn toewijding aan het land zal bezorgen. Wij zullen niet de vrede van geweren en bajonetten laten regeren, maar de vrede van de harten en van de goede wil. [ applaus ]

En voor dit alles, waarde landgenoten, wees er zeker van dat wij niet alleen op onze enorme kracht en onze immense rijkdommen kunnen rekenen. Maar ook op de hulp van talrijke buitenlandse landen waarvan wij de medewerking zullen aanvaarden, als zij loyaal zullen zijn en als die ons niet gelijk welke politiek zullen proberen op te leggen. [ applaus ] Op dit vlak, is België – dat eindelijk de zin van de geschiedenis begrepen heeft en niet geprobeerd heeft zich te verzetten tegen onze onafhankelijkheid – klaar om ons zijn hulp en vriendschap aan te bieden. (…)

©VANIN

(…) De onafhankelijkheid van Congo betekent een beslissende stap in de bevrijding van het hele Afrikaanse continent. [ applaus ] Ziehier, Sire, excellenties, dames, heren, mijn waarde landgenoten, mijn rassenbroeders, mijn strijdmakkers, wat ik u heb willen zeggen in naam van de regering, op deze luisterrijke dag van onze volledige en soevereine onafhankelijkheid. [ applaus ] (…) Eer aan de strijders voor de nationale vrijheid. Leve de onafhankelijkheid en de Afrikaanse eenheid! Leve het onafhankelijke en soevereine Congo! [ langdurig applaus ]

Patrice Emery Lumumba, premier

Na de ‘brave’ toespraak van president Kasavubu komt premier Lumumba aan het woord. De in vetjes gedrukte tekst zijn de stukjes uit het filmverslag.

91 C Machtsv erhoudingen in de wereld

Bron 5 Tweede toespraak van premier Patrice Lumumba Bekijk deze bron op iDiddit.

30 juni 1960. Eerbetoon aan het standbeeld van koning Leopold II en de graven van de Belgische pioniers van de kolonisering. Koning Boudewijn en president Kasavubu staan vooraan.

Bron 6 Terugblik door Gaston Eyskens in zijn memoires Bekijk deze bron op iDiddit.

Bron 7 Interview met Gaston Eyskens op de luchthaven op 1 juli 1960

Bron 8 Het Lumumbaplein in Brussel

©VANIN

Premier Gaston Eyskens op het vliegveld, omringd door journalisten, bij zijn terugkeer uit Congo op 1 juli 1960

De collectieve herinnering aan een bepaalde gebeurtenis of periode uit het verleden is geen vaststaand gegeven, maar kan in de loop van de tijd veranderen. In 2010 wordt de vijftigste verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo gevierd. Verjaardagen zijn vaak momenten waarop vanuit het heden teruggekeken wordt op het verleden. Er is een duidelijke verandering gekomen in de manier waarop men naar de koloniale periode kijkt. Maar het is duidelijk dat racisme en discriminatie van Afrikanen nog steeds een realiteit zijn in onze samenleving.

92
VIDEO
ONDERZOEK 1 d i P enda – twee visies o P de koloniale P eriode

Hank Willis Thomas, Justice, Peace, Work (Stolen Sword Punctum), 2019

In 2019 heeft de Amerikaanse kunstenaar

Hank Willis Thomas een aantal werken gemaakt rond de relatie tussen Antwerpen en Congo. Dit beeld zoomt in op het triomfantelijk gebaar van Ambroise Boimbo, die op Onafhankelijkheidsdag de sabel van Boudewijn stal. Het kunstwerk stelt een hand voor die een sabel vasthoudt. De kunstenaar ziet het motief van de hand niet langer als een icoon van geweld en lijden, maar van overwinning en bevrijding.

Wat je na deze les moet kunnen:

KUNNEN

1 bronnen kritisch analyseren

2 informatie selecteren uit historische bronnen om een historische vraag te beantwoorden

3 de invlo ed van de eigen standplaatsgebondenheid en die van anderen op historische beeldvorming analyseren

4 het Congolese en Belgische perspectief op de onafhankelijkheid van Congo vergelijken

5 de collectieve herinnering aan het koloniale tijdperk uitleggen

6 b etekenissen uitleggen die vandaag gegeven worden aan de koloniale tijd

7 historische b eeldvorming evalueren

©VANIN

8 een historische vraag beantwoorden aan de hand van bronnen en historische redeneerwijzen

Een aantal onderdelen van ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

93 C Machtsv erhoudingen in de wereld
Bron 9 De sab el van Boudewijn
VIDEO
Bron 10 Fragment uit ‘Kinderen van de kolonie’

OPDRACHT 2

De Onafhankelijkheidsdag in de audiovisuele media

Bekijk bron 1 en 2.

a Wat heb je gezien? Wat wist je al, wat is nieuw?

b Vanuit welk perspectief, welke standplaats, zijn de filmbeelden gemaakt?

c Wat zegt het journaal over de toespraken?

d In welk jaar is het filmverslag bij bron 2 gemaakt?

e Valt het onmiddellijk op dat stukjes van de toespraken aan elkaar geplakt zijn?

De toespraken van Boudewijn en Lumumba (bron 3 en 4) onder de loep

OPDRACHT 3

OPDRACHT 4

OPDRACHT 5

Werk per twee en vergelijk de inhoud van de toespraken. Hoe kijken Boudewijn en Lumumba terug op de koloniale periode? Werk met een tabel en vergelijk de volgende punten:

a Begroeting

b Wie heeft ervoor gezorgd dat Congo onafhankelijk kan worden?

c Ho e is de onafhankelijkheid tot stand gekomen?

d Ho e kijken zij terug op de koloniale periode?

e Welke concrete situaties worden genoemd? Duid aan in de tekst.

f Ho e kijken zij naar de relaties in de toekomst?

Hieronder vind je enkele stellingen. Zijn ze juist of fout? Argumenteer mondeling.

a Tijdens de koloniale periode wordt de Congolese bevolking gediscrimineerd.

b Tijdens de koloniale periode hebben de Congolezen evenveel rechten als de Belgen.

c Tijdens de koloniale periode wordt een wegen- en spoorwegennet uitgebouwd in Congo.

Standplaatsgebondenheid en beeldvorming

a Historici gebruiken regelmatig het begrip standplaatsgebondenheid. Wat bedoelen ze daarmee?

b Zijn de to espraken in bron 3 en 4 een voorbeeld van standplaatsgebondenheid? Argumenteer.

c Zowel Boudewijn als Lumumba zet een bepaald beeld van het verleden in de verf. Welk beeld? Met welke bedoeling?

Terugblik op bron 1 tot en met 4

a Kan uit de korte filmverslagen alleen opgemaakt worden dat de toespraak van Lumumba een reactie is op de toespraak van Boudewijn? Argumenteer.

b Geven die korte fragmenten een goed beeld van de inhoud van beide toespraken?

©VANIN

c Wat is het grote verschil tussen het filmverslag van de toespraak van Boudewijn en die van Lumumba?

OPDRACHT 6

Bekijk bron 5.

a Wat is inhoudelijk en qua toon verschillend in beide toespraken van Lumumba?

b Heb je daar een verklaring voor? Formuleer een hypothese.

94
OPDRACHT 1
ONDERZOEK 1 d i P enda – twee visies o P de koloniale P eriode

OPDRACHT 8

Bekijk bron 6.

a Wat zijn memoires?

b Is het verslag van Eyskens in zijn memoires aannemelijk of niet? Argumenteer.

c De titel van bron 5 luidt ‘Tweede toespraak van premier Patrice Lumumba’. Zoek een betere titel voor de bron.

Lees bron 7, het verslag van de gebeurtenissen door Gaston Eyskens.

a Premier Eyskens herschrijft in het interview de gebeurtenissen van de vorige dag. Akkoord of niet? Argumenteer.

b Wat is de bedoeling van zijn woorden? Wat wil hij daarmee bereiken?

c Is ‘Op eratie schadebeperking’ een goede titel? Argumenteer.

OPDRACHT 9

Congo in de collectieve herinnering

Bekijk bron 8.

a Wat zijn collectieve herinneringen?

b Zo ek op wat de Black Lives Matter-beweging is. Argumenteer waarom die beweging ook onze kijk op de koloniale periode verandert of kan veranderen.

c Brussel heeft op vraag van de Belgisch-Congolese gemeenschap in 2018 een Patrice Lumumba-plein gekregen. Waarom?

Bekijk bron 9.

d Welk perspectief kiest de Amerikaanse kunstenaar Hank Willis Thomas met zijn werk?

OPDRACHT 10

In aflevering 5 van de reeks ‘Kinderen van de kolonie’ (bron 10) komen enkele zwarte jongeren aan het woord over hoe zij ervaren dat de autochtone Belg vandaag de Afrikaan ziet.

Geef enkele voorbeelden van de manier waarop vandaag nog naar Afrikanen wordt gekeken in België.

Schrijf in essayvorm een kort antwoord op de historische vragen van deze les. Gebruik historische redeneerwijzen zoals: oorzaak , gevolg, evolutie, verandering, perspectief, agency en historische context.

Denk aan volgende elementen:

a Wat is er gebeurd op 30 juni 1960?

b Welke visies op de kolonisatie botsen met elkaar?

c Kijken we vandaag met dezelfde ogen naar 1960 als toen?

95 C Machtsv erhoudingen in de wereld
OPDRACHT 7
SLOTOPDRACHT©VANIN

De Europese eenmaking

West-Europa is eeuwenlang geteisterd door verschrikkelijke oorlogen. In de 20e eeuw voert België tweemaal oorlog met Duitsland. Vandaag lijkt zo’n oorlog ondenkbaar.

Welke weg heeft West-Europa in die halve eeuw afgelegd? Welke mijlpalen zijn er in de recente West-Europese geschiedenis? Hoe hebben de WestEuropese landen zich georganiseerd om tot samenwerking te komen? Met welke problemen wordt de Europese Unie vandaag geconfronteerd?

Kaartnr(s).

Alle Menschen werden Brüder

West-Europa speelt eeuwenlang een overheersende rol in de wereldgeschiedenis. De Tweede Wereldoorlog maakt daar definitief een einde aan. Europa komt als verliezer uit de strijd. Een groot deel van de oorlog is hier uitgevochten. Het verlies aan mensenlevens is enorm en de economie is een grote puinhoop. De Koude Oorlog die erop volgt, verdeelt bovendien Europa in twee blokken. Na de Tweede Wereldoorlog blijft onder de Europese landen een grote verdeeldheid bestaan. Landen denken in termen van eigen nationaal belang en zien in de ander eerder een concurrent dan een medestander. Toch zijn er ook stemmen die pleiten voor een grotere samenwerking.

In mei 1950 stelt de Franse minister Robert Schuman voor om een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal in het leven te roepen. Het jaar daarop ondertekenen zes landen in Parijs het ‘Verdrag tot oprichting van de EGKS’.

In 1957 worden in Rome de Verdragen tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en Euratom ondertekend. De lidstaten willen streven naar een eengemaakte economische markt en het vreedzame gebruik van atoomenergie bevorderen. De lange weg naar economische eenmaking begint nu met kleine stapjes. Met het Verdrag van Maastricht (1992) gaat de eengemaakte Europese markt van start. Het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is dan een feit. Elke burger van de Europese Unie kan voortaan vlot van in het noorden van Finland tot het zuiden van Spanje reizen. Wonen, werken en studeren in een andere lidstaat zijn geen probleem meer. Het verdrag geeft de Europese staten een nieuwe uitdaging: het

96 LES 9 d e eu ro P e se een M a king
9
EGKS Verdragen van Rome
EU Verdrag van Nice Verdrag van Lissabon Brexit 1957 1992 2001 2007 2020 1993 1951
Verdrag van Maastricht
1
©VANIN

OPDRACHT 1

omvormen van de Unie tot een Economische en Monetaire Unie. De lidstaten moeten daarvoor hun economisch beleid op elkaar afstemmen. Een belangrijke stap is de invoering van een nieuwe eenheidsmunt: de euro. Vanaf 1999 is dat de officiële munt binnen de Unie (behalve voor het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Zweden). In 2002 worden de nationale munten ook daadwerkelijk vervangen door euro’s.

In 1950 start de Europese samenwerking met zes lidstaten. Midden 2024 omvat de Europese Unie 27 landen. Begin 2024 zijn negen landen kandidaat om lid te worden van de Europese Unie, waaronder Oekraïne. De uitbreiding die de Unie sinds haar ontstaan gekend heeft, werpt vandaag echter grote vragen op naar de toekomst toe. De instellingen die in 1950 voor zes lidstaten zijn ontworpen, werken niet efficiënt met zo’n grote groep landen. Sinds 2001 worden verschillende pogingen ondernomen om daarin verandering te brengen. Het Verdrag van Lissabon – dat in werking treedt in 2009 – hervormt de organisatie van de Unie en de wijze waarop beslissingen worden genomen. Er komt ook een permanente voorzitter van de Europese Raad en een Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken. Voor belangrijke zaken is er nog altijd unanimiteit nodig. Een land kan zo tegen alle andere landen in een beslissing tegenhouden. Andere vragen zijn: Waar liggen de grenzen van Europa? Op welke gronden kan de Unie de toegang weigeren aan landen die aan de huidige of toekomstige lidstaten van de Unie grenzen? Welke gevolgen heeft een uitbreiding naar het oosten voor de relatie met de Sovjet-Unie? Wat als de VS hun houding tegenover Europa veranderen? Kunnen de burgers van de Unie zich nog wel vinden in dit Europese project of zullen nog landen het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk volgen en uit de Europese Unie stappen? Enzovoort.

Bron 1 Let Europe arise!

Ik zou tot u willen spreken over het drama van Europa. Dit oude continent is de wieg van het christelijke geloof en van de christelijke moraal. Hier vonden de voornaamste scheppingen van kunst, filosofie en wetenschap hun oorsprong (...) En toen ontstonden in dat Europa de verschrikkelijke nationalistische oorlogen, die wij in de negentiende eeuw en zelf tijdens onze generatie hebben gezien en die de vrede en de hoop van de hele mensheid ruïneerden

Onder de overwinnaars hoort men een Babelse spraakverwarring, onder de overwonnenen heerst een wanhopig stilzwijgen. Dat is er geworden van een Europa, verdeeld over zoveel staten. Indien de grote republiek aan de andere kant van de oceaan er zich ten slotte geen rekenschap van had gegeven dat de ruïne of de terugweg naar de slavernij in Europa haar eigen ondergang zou betekenen, en indien wij de reddende handen niet hadden gegrepen, zouden de donkere eeuwen reeds teruggekeerd zijn.

©VANIN

Er bestaat echter een geneesmiddel dat, als het algemeen werd aanvaard, als door een wonder de situatie totaal zou kunnen veranderen, waardoor geheel Europa, of minstens het grootste deel ervan, even vrij en gelukkig zou worden als de Zwitsers van onze dagen.

97 C Machtsv erhoudingen in de wereld

Wat dat geneesmiddel is? Het bestaat uit het hervormen van de Europese familie, haar een nieuwe structuur te geven, die haar veroorlooft te leven en te geloven in vrede, veiligheid en vrijheid . Wij moeten een soort van Verenigde Staten van Europa scheppen. Een eerste stap in het herscheppen van de Europese familie moet een partnerschap zijn tussen Frankrijk en Duitsland.

Uit: Toespraak van Winston Churchill, Zürich, 19 september 1946

Winston Churchill is premier van het Verenigd Koninkrijk gedurende de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) en nadien van 1951 tot 1955. Bij de eerste verkiezingen na het einde van de oorlog in Europa verliezen de conservatieven met Churchill de verkiezingen. Hij wordt een veelgevraagd spreker in de westerse wereld. In zijn toespraak aan de universiteit van Zurich houdt hij een pleidooi voor de heropstanding van Europa. Maar hij is voorstander van een gepaste afstand van het Verenigd Koninkrijk ten opzichte van Europa. Op dat moment is het land nog een grote koloniale mogendheid die Europa niet nodig heeft (We British have our own Commonwealth of Nations).

a Wie is ‘de grote republiek aan de andere kant van de oceaan’?

b Wat stelt Churchill voor als geneesmiddel voor Euopa? Wat is de plaats van het Verenigd Koninkrijk daarin?

OPDRACHT 2

Bron 2 Het Schumanplan

De bijdrage tot de beschaving welke door een georganiseerd en levend Europa kan worden geleverd, is onmisbaar voor de handhaving van vreedzame betrekkingen (...) Daar Europa niet tot stand gekomen is, hebben wij de oorlog gekend. De vereniging van Europa kan niet ineens worden verwezenlijkt (...) het verenigde Europa zal moeten worden opgebouwd door middel van concrete verwezenlijkingen, waarbij een feitelijke solidariteit als uitgangspunt zal moeten worden genomen. Voor de vereniging van de Europese volkeren is het noodzakelijk dat de eeuwenoude tegenstelling tussen Frankrijk en Duitsland wordt overbrugd: de ondernomen actie dient in de eerste plaats Frankrijk en Duitsland nader tot elkaar te brengen.

©VANIN

Met het oog daarop stelt de Franse regering voor onmiddellijk de actie te concentreren op een punt van beperkte strekking doch van beslissende betekenis: ‘De Franse regering stelt voor de gehele Frans-Duitse productie van kolen en staal te plaatsen onder een gemeenschappelijke Hoge Autoriteit, in een organisatie welke openstaat voor deelname van de andere landen van Europa.’ Door de samenvoeging van de kolen- en staalproductie zullen onmiddellijk de gemeenschappelijke grondslagen voor de economische ontwikkeling,

98 LES 9 d e eu ro P e se een M a king

de eerste fase van de Europese volkerengemeenschap, worden gelegd en zal er een wending optreden in het lot van deze gewesten welke lange tijd oorlogswapens hebben moeten vervaardigen waarvan zij zelf regelmatig het slachtoffer zijn geweest.

Uit: Verklaring van Robert Schuman, 9 mei 1950

Robert Schuman is de Franse minister van Buitenlandse Zaken. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog wil Frankrijk Duitsland zwak houden. Het begin van de Koude Oorlog in 1947 brengt hierin verandering. Het Schumanplan behandelt de BRD (West-Duitsland) als een gelijkwaardige partner. De verklaring ligt aan de basis van wat later de EU is geworden.

a Wat stelt Schuman voor in zijn verklaring?

b Waarvoor staat het letterwoord EGKS?

c Zo ek op welke landen er bij de oprichting deel van uitmaken.

OPDRACHT 3

a Onderstreep wat van toepassing is. De Verdragen van Rome willen

• streven naar een eengemaakte Europese markt.

• de invoering van een gemeenschappelijke munt, de euro.

• het vreedzame gebruik van atoomenergie bevorderen.

• een gemeenschapp elijk parlement voor alle aangesloten landen.

b Met welk verdrag wordt het vrije verkeer van goederen, diensten en kapitaal een feit?

c Waar is dat vrije verkeer van toepassing?

OPDRACHT 4

Bekijk bron 3 en beantwoord de onderstaande vragen.

a Ho eveel landen maken vandaag deel uit van de Europese Unie?

b Wat is de gemeenschappelijke munt van de Unie? Wordt die door alle landen gebruikt?

99 C Machtsv erhoudingen in de wereld
©VANIN

Bron 3 De Europese Unie in 2024

OPDRACHT 5

©VANIN

Bron 4 Het Verdrag van Maastricht

Artikel 6

1 De Unie is gegrondvest op de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden , en van de rechtsstaat , welke beginselen de lidstaten gemeen hebben. (...)

Artikel 49

Elke Europese staat die de in artikel 6, lid 1 genoemde beginselen in acht neemt, kan verzoeken lid te worden van de Unie. Hij richt zijn verzoek tot de Raad, die besluit met eenparigheid van stemmen na de Commissie te hebben geraadpleegd en na instemming van het Europees Parlement, dat zich uitspreekt bij volstrekte meerderheid van zijn leden.

Uit: Het verdrag i.v.m. de Europese Unie, ondertekend in Maastricht op 7 februari 1992

a Welke landen kunnen vragen om lid te worden van de Europese Unie?

b Wie beslist uiteindelijk over de toelating?

100 LES 9 d e eu ro P e se een M a king

De Europese instellingen

De Europese Unie heeft zeven instellingen: de Europese Commissie, de Raad van de Europese Unie, de Europese Raad, het Europees Parlement, het Hof van Justitie, de Europese Centrale Bank en de Europese Rekenkamer. De verdeling van de macht over de politieke instellingen is ingewikkelder dan bij nationale staten. Dat komt omdat de lidstaten hun macht niet uit handen willen geven. De Unie moet dus voortdurend een evenwicht zoeken tussen een federaal en een confederaal Europa

De Europese Commissie, die zetelt in Brussel, is een belangrijke instelling van de Europese Unie. Zij beschikt over het initiatiefrecht: dat betekent dat alleen zij wetgevende voorstellen kan indienen. Bovendien ziet zij toe op de uitvoering van de genomen beslissingen en beheert zij het geld van de Europese Unie. De Commissie wordt voor een periode van vijf jaar aangewezen. Voorlopig is er een commissaris voor elke lidstaat. De EU beschikt daardoor over 28 commissarissen. Dat zorgt voor een versnippering van bevoegdheden en bemoeilijkt de vergaderingen.

De Raad van de Europese Unie (kortweg de Raad) is de instelling die, net als het Europees Parlement, over de wetgevende voorstellen van de Commissie beslist. Hij bestaat uit ministers van de lidstaten. Zij beslissen of een voorstel voor een nieuwe rechtsregel wordt aangenomen of afgewezen. De samenstelling van de Raad verschilt naargelang het onderwerp. Als de Raad over landbouw praat, komen bijvoorbeeld de ministers van Landbouw samen. Op belangrijke terreinen – zoals het buitenlands beleid of belastingen – geldt bij beslissingen de regel van de unanimiteit. De Raad beslist ook mee over de uitgaven van de Europese Unie (goedkeuren van de begroting).

De Raad komt normaal samen in Brussel.

De Europese Raad of de Europese Top is de samenkomst van staatsen regeringsleiders, de voorzitter, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de voorzitter van de Europese Commissie. De Raad komt minimaal tweemaal per half jaar samen.

De voorzitter van de Europese Raad kan die Raad vaker samenroepen, als dat nodig zou zijn. Dat is de laatste jaren vaak gebeurd. Die bijeenkomst heeft geen wetgevende macht, maar speelt toch een heel belangrijke rol. De Europese Raad beslist over de grote lijnen van de Europese toekomst en hakt vaak moeilijke knopen door. De voorzitter wordt door de leden van de Europese Raad gekozen voor een periode van tweeënhalf jaar. De eerste voorzitter was de Belg Herman Van Rompuy.

De eerste voorzitter was de Belg Herman Van Rompuy, van juni 2012 tot november 2014.

Het Europees Parlement (EP) stemt net als de Raad van de Europese Unie over de wetgevende voorstellen van de Commissie. Daarnaast controleert het de Commissie en beslist mee over de uitgaven van de Europese Unie (goedkeuren van de begroting). Om de vijf jaar zijn er Europese verkiezingen. Het EP telt 751 leden. De gewone voltallige zittingen van het Parlement hebben maandelijks in Straatsburg plaats. De rest van de tijd werken de Europarlementsleden in Brussel.

Het Hof van Justitie waakt over de toepassing van de Europese verdragen en kan beslissingen van de Commissie, de Raad of de lidstaten die strijdig zijn met de verdragen, nietig verklaren. Als een nationale rechtbank niet goed weet wat de precieze betekenis is van een bepaalde Europese rechtsregel, moet het Hof de juiste uitleg geven. Het Hof zetelt in Luxemburg.

101 C Machtsv erhoudingen in de wereld
2
©VANIN

OPDRACHT 6

a Onderstreep de belangrijke woorden in de lestekst.

b Noteer in het schema b oven elke instelling van de EU de juiste naam.

controle

Regeringen van de lidstaten

OPDRACHT 7

©VANIN

BRUSSEL BRUSSEL BRUSSEL LUXEMBURG LUXEMBURG S TRAATSBURG Burgers van de Europese Unie

c Leg aan de hand van het schema mondeling de werking van de Europese instellingen uit.

Bron 5 Cartoon over het Europees Parlement

a Wat is de boodschap van deze cartoon over het Europees Parlement?

b Zo ek via internet op wie de huidige voorzitter van het Europees Parlement is.

c Zoek ook voor drie verschillende Vlaamse partijen de naam van een Europees Parlementslid op.

102 LES 9 d e eu ro P e se een M a king

De Raad van Europa heeft niets met de Europese Unie te maken. De Raad van Europa is een organisatie die de vreedzame samenwerking tussen de Europese landen wil bevorderen (opgericht in 1949). De Raad is vooral een gespreksforum voor de verschillende lidstaten. Hij telt momenteel 46 leden en heeft verder niets te maken met de later tot stand gekomen Europese Unie. Een van zijn belangrijkste verwezenlijkingen is het ‘Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden’ (Rome, 1950). De Raad heeft voor de uitvoering van dat verdrag een Europees gerechtshof (zetel: Straatsburg) opgericht. Elke burger (van een staat die het verdrag heeft ondertekend) kan daar klacht indienen als zijn rechten en vrijheden met de voeten worden getreden. In de meeste gevallen mag je pas een beroep doen op het Europese Hof als je in je eigen land de volledige gerechtelijke procedure doorlopen hebt. Burgers van de Europese Unie kunnen voor mensenrechten ook een procedure starten bij het Europees Hof van Justitie.

Kaart met lidstaten Raad van Europa

©VANIN

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘federaal’ en ‘confederaal Europa’ uitleggen

2 het ontstaan van de Europese Unie historisch situeren

3 in heel algemene lijnen de evolutie van EGKS tot EU schetsen

4 de instellingen van de EU opnoemen en bespreken

5 de invoering van de euro in de tijd situeren

Europees Hof voor de Rechten van de Mens, Straatsburg

KUNNEN

1 een historische kaart lezen

2 informatie over de Europese samenwerking opzoeken

3 een organigram van de EU ontleden

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

103 C Machtsv erhoudingen in de wereld
ONWAARSCHIJNLIJK!

1 Alle Menschen werden Brüder

Europa

• West-Europa overheerst eeuwenlang de wereld.

• WO I = einde overheersing Europa

• Na WO II grote verdeeldheid Europa, toch ook stemmen voor samenwerking

Schumanplan EGKS (1951)

• Gemeenschapp elijke markt kolen en staal

• Zes landen (Benelux, Italië, Frankrijk, West-Duitsland)

Verdragen Rome (1957)

• EEG en EURATOM

• Begin van economische eenmaking

Verdrag Maastricht (1992)

• Eengemaakte markt

• Vrij verkeer goederen, personen, diensten en kapitaal

Euro

• 1999 invoering

• 2002 o ok munten en biljetten

Verdrag Lissabon (in voege vanaf 2009)

• Hervormt organisatie + wijze van beslissen binnen Unie

• Nieuw: p ermanente voorzitter Europese Raad + hoge vertegenwoordiger buitenlandse zaken

Evolutie lidstaten

• Oorspronkelijk: 6

• 2024: 27

Vragen en uitdagingen voor de Unie

• Naar ho eveel lidstaten?

• Ho e Unie verder organiseren?

2 De Europese instellingen

De Europese eenmaking ©VANIN

• De Europese Raad (kortweg de Top): bepaalt het algemene beleid

• De Raad van de Europese Unie (Raad van Ministers, kortweg de Ministerraad): wetgevende macht

• De Europese Commissie: uitvoerende macht, wetsvoorstellen indienen

• Het Europees Parlement (EP): wetgevende macht

• Het Hof van Justitie: rechterlijke macht

• De Rekenkamer

• De Europese Centrale Bank

LES 9 SCHEMA 104 LES 9 d e eu ro P e se een M a king

D Maatschappelijke veranderingen

Dit onderdeel behandelt enkele belangrijke sociale, economische en culturele veranderingen gedurende de laatste 200 jaar. We bestuderen de impact van de mens op het milieu, de protestbewegingen in de jaren 1960 en 1970, de emancipatie van de vrouw en de gevolgen van de globalisering op het dagelijkse leven. We nemen de draad op bij de industriële revolutie. Fris eerst even je geheugen op met behulp van de onderstaande bronnen.

Bron 1 De tewerkstelling per sector

Bron 2 Wekelijkse uitgaven van een gezin van vlaswevers in 1840

Deze bronnen tonen enkele belangrijke veranderingen in de 19e en 20e eeuw. Zijn de volgende stellingen juist of fout?

JuistFout

a De procentuele tewerkstelling in de landbouw daalt spectaculair in de 19e en 20e eeuw.

b De procentuele tewerkstelling in de industrie blijft in de 20e eeuw stijgen.

c Het gezin vlaswevers geeft meer dan een vierde van zijn totale inkomen uit aan brood.

80 60 40 20 150016001700180019002000 SECUNDAIR TERTIAIR PRIMAIR INDUSTRIËLE REVOLUTIE 105 D Maatschappelijke veranderingen
6 broden 3,75 F karnemelk, bloem 1,75 F aardappelen, anderhalve kg per dag 1,45 F sp ek 1,25 F b oter of vet 0,70 F koffie 0,55 F was 0,35 F verwarming 1,50 F verlichting 0,30 F kledij 0,50 F huur 1,60 F Totaal
13,20 F
©VANIN

Onderzoek 2: mens en milieu, een problematische relatie?

De wereldbevolking, de productie van goederen en het klimaat ondergaan de laatste eeuwen grote veranderingen. De kranten staan vandaag vol met berichten over het klimaat.

Wat is er op die verschillende vlakken veranderd? Zijn die veranderingen uniek? Wat is het aandeel van de mens?

VROEGMODERNE TIJD

BRONNEN

Bron 1 De krantenkoppen

Kaartnr(s).

MODERNE TIJD HEDENDAAGSE TIJD

Hier zie je enkele krantenkoppen over het klimaat uit de krant De Standaard van 2023. In 2013 verschijnen er in die krant 78 artikelen waarin het woord ‘klimaatopwarming’ voorkomt, in 2023 zijn het er 181.

106 ONDERZOEK 2 M en s en M i lieU, een prO B leM atische relatie ?
±1750
1945
©VANIN

Bron 2 Het demografisch transitiemodel

40 30 20 10

natuurlijke aangroei

totale bevolking geboortecijfer sterftecijfer

Het demografisch transitiemodel is een manier om de bevolkingsontwikkeling te verklaren. Er zijn in dit model vier fasen: de hoogstationaire fase, de vroegexpansieve fase, de laatexpansieve fase en de laagstationaire fase.

Geen enkel land bevindt zich vandaag nog in de eerste fase. Ruw geschetst bevindt zwart Afrika zich grotendeels in de vroegexpansieve fase, Azië in de laatexpansieve fase en de westerse wereld in de laagstationaire fase.

Bron 3 Evolutie van de wereldbevolking 1750-2023 (in miljarden)

©VANIN

Uit: www.worldometers.info Worldometers is een referentiewebsite die cijfers en statistieken over verschillende onderwerpen publiceert.

Bron 4 De samenstelling van de Belgische b evolking (leeftijdspiramide)

Uit: www.statbel.fgov.be

Structuur van de bevolking op 1 januari per leeftijdsgroep van 5 jaar en per 1 000 inwoners

9 8 7 6 5 4 3 2 1 170017501800 1804 1922 1959 1974 1987 1999 2011 2023 18501900195020002050 0 miljard jaar 60 50 40 30 20 10 0 10 20 30 40 50 60 1881 90+ 80-84 70-74 60-64 50-54 40-44 30-34 20-24 10-14 0-4 60 50 40 30 20 10 0 10 20 30 40 50 60 1971 90+ 80-84 70-74 60-64 50-54 40-44 30-34 20-24 10-14 0-4 20 30 40 50 60 1971 60 50 40 30 20 10 0 10 20 30 40 50 60 2010 90+ 80-84 70-74 60-64 50-54 40-44 30-34 20-24 10-14 0-4 60 50 40 30 20 10 0 10 20 30 40 50 60 2021 90+ 80-84 70-74 60-64 50-54 40-44 30-34 20-24 10-14 0-4 107 D Maatschappelijke veranderingen
HOOGSTATIONAIR VROEGEXPANSIEF LAATEXPANSIEF LAAGSTATIONAIR

Bron 5 Evolutie van de Belgische bevolking 1831-2023 (in miljoenen)

Grafiek op basis van gegevens uit: www.statbel.fgov.be

Statbel is het Belgische bureau voor statistiek. Het verzamelt, maakt en verspreidt betrouwbare cijfergegevens over de Belgische economie, de samenleving en het grondgebied.

Bron 6 Gent in de vroege 19e eeuw

Bron 7 Gent in het midden van de 19e eeuw

Jean-Baptiste Joseph Wynantz, Gezicht op Gent, ca. 1815-1820, aquarel, uitsnede

Op de achtergrond staat de SintPietersabdij, op de voorgrond liggen de bleekvelden (de gemaaide grasvelden waar het linnen werd gebleekt).

Théodore Fourmois, Gezicht op Gent vanuit het zuiden, ca. 1845, uitsnede

Links de Sint-Pietersabdij, rechts onderaan de stoomtrein aan het Zuidstation

8 Uitsto ot koolstofdioxide wereld 1750-2021 (in miljard ton)

©VANIN

Naar: https://ourworldindata.org

Our World in Data is een samenwerkingsverband tussen onderzoekers van de Universiteit van Oxford en de nonprofitorganisatie Global Change Data Lab.

182518501875190019251950197520002025 14 miljoen jaar 12 10 8 6 4 2 0 175017751800182518501875190019251950197520002021 35 30 25 20 15 10 5 0 miljard ton jaar wereld 108 ONDERZOEK 2 M en s en M i lieU, een prO B leM atische relatie ?
Bron

Bron 9 Uitsto ot koolstofdioxide België 1830-2021 (in miljoen ton)

Naar: https://ourworldindata.org Er zijn drie tijdelijke dalingen in de stijging van CO 2: de eerste twee door de wereldoorlogen, de laatste door de crisis van de jaren 1980. Vanaf 2002 daalt de uitstoot van CO 2 vooral door inspanningen van de industrie.

©VANIN

Bron 10 Globale gemiddelde temp eratuurstijging 1850-2022

Bron 11 Gemiddelde temp eratuur in Ukkel (1833-2022)

Naar: Met Office Hadley Centre Het Met Office is de Britse tegenhanger van het KMI.

trendlijn jaarlijkse waarde

Naar: Klimaat.be, op basis van gegevens KMI in Ukkel

Bron 12 Lakenfabriek in de omgeving van Pepinster (1850)

Uit: B. Van der Herten, La Belgique industrielle en 1850 Brussel, 1995

In de Vesdervallei worden in de loop van de 19e eeuw fabrieken gebouwd. De vallei wordt geleidelijk volgebouwd met huizen in de nabijheid van de fabrieken.

1850 6 8 10 12 14 jaar
° C 1875 1900 1925 1950 1975 2000 2022 18021825 1875 1925 19752000 1850 1900 1950 2021 120 100 80 60 40 20 0 miljoen ton
1850 -0,2 0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 °C
1875 1900 1925 1950 1975 2000 2025 109 D Maatschappelijke veranderingen
jaar
jaar

13 De Vesdervallei in de omgeving van Pepinster (2021)

©VANIN

Ook de overstromingen en aardverschuivingen die de voorbije weken België, Duitsland en Nederland teisterden waren geen natuurrampen. Allereerst omdat de hevige regenval en alle andere steeds intensere en steeds sneller terugkerende weerextremen alleen door een door de mens veroorzaakte klimaatverandering kunnen worden verklaard.

Maar ook omdat er een duidelijk verband is tussen de ramp vandaag en tweehonderd jaar roekeloos rivierbeheer, waarbij rivieren getransformeerd werden in snelwegen voor water. (…) De snelstromende bijrivieren van de Maas waren al voor 1800 een gedroomde bron van waterkracht voor het aandrijven van watermolens die textielmachines, smeedhamers, blaasbalgen of boormachines in werking zetten. (…) Stoommachines hadden water nodig en dus vestigde men zich in de enige ruimte die in de vallei beschikbaar was: de weilanden langsheen de Vesder (…)

Het overstromingsrisico vormde ook voor de fabriekseigenaren een probleem, al waren ze vooral beducht voor het periodieke tekort aan water door het onregelmatige debiet van de rivier. (…) Een kanalisatie van de Vesder werd bestudeerd, maar uiteindelijk kwam men tot stuwdammen als oplossing. Waren er dan voor de industrialisatie nooit overstromingen in de Vesder? Toch wel, elk jaar zelfs. En hoewel het landschap maximaal was ingericht op de opvang van overstromingswater, kon men toch niet verhinderen dat af en toe een brug of een gebouw werd meegesleurd. (…) Dat daarbij slachtoffers vielen, was echter zeldzaam. Lokale bronnen noteren vol afschuw hoe bij een overstroming van de Vesder in 1763 het lichaam van een vrouw uit Limbourg in Fraipont aanspoelt. De aandacht voor de ongelukkige vrouw bewijst dat rivieroverstromingen waarbij tientallen doden, laat staan honderden, vallen zeldzaam tot zelfs onbestaand waren.

In de vallei van de Vesder wordt België vandaag geconfronteerd met de erfenis van zijn industrieel verleden. Dat die erfenis sociaal en ecologisch gitzwart is, wisten we al langer. Nu blijkt ze ook te bestaan uit een risicovolle omgang met rivieren, die door de klimaatverandering op scherp wordt gesteld. Het was de overheid die in de negentiende eeuw door spoorwegen,

110 ONDERZOEK 2 M en s en M i lieU, een prO B leM atische relatie ?
Bron Bron 14 Roekeloos rivierbeheer

concessies en stuwdammen de mogelijkheid schiep om de vallei te industrialiseren. Ook nu zal naar diezelfde overheid gekeken worden om een duurzaam watersysteem tot stand te brengen, in een door het verleden zwaar beladen omgeving.

Uit: T. Soens, ‘Wat aan de Vesder gebeurde, was geen “natuurramp”: dit is het gevolg van menselijke beslissingen’, in: De Morgen online, 3 augustus 2021 Tim Soens is milieuhistoricus bij het Centrum voor Stadsgeschiedenis, Universiteit Antwerpen. Hij schrijft dit artikel kort nadat het oostelijk deel van ons land getroffen werd door zware overstromingen, veroorzaakt door aanhoudende regenbuien. In totaal vallen daarbij in ons land 39 doden. In de Vesdervallei is de schade het grootst.

©VANIN

Bron 15 Klimaatverandering is van alle tijden

De berichtgeving over de huidige opwarmende trend in het klimaat laat soms anders uitschijnen, maar klimaatverandering is van alle tijden. Doorheen de geschiedenis volgden warmere en koudere perioden elkaar op. De 14e eeuw was in dat opzicht een belangrijk scharniermoment. Toen kwam er een einde aan (...) de warme periode die haar hoogtepunt kende van de 10e tot de 13e eeuw. De eeuwen daarna koelde het klimaat gestaag af, tot een ‘Kleine IJstijd’ bereikt werd die zijn dieptepunt kende in de 17e eeuw. (…) Het klimaat [was] tijdens de middeleeuwen minstens even warm als vandaag, mogelijk zelfs warmer. Dat maakte wijnbouw mogelijk in landen als Zweden en Engeland, maar ook in de Vikingkolonies op Groenland. Door de ‘global cooling’ die in de 14e eeuw begon, kwam aan dat alles langzaam maar zeker een einde.

Het afgelopen millennium kende verschillende perioden van abrupte afkoeling, als gevolg van zware vulkaanuitbarstingen. Die katapulteerden zodanig veel fijnstof de stratosfeer in, dat de energetische kracht van de zon wereldwijd terugliep (…) Ook de 14e eeuw kende zo’n klimaatcrisis. In 1315 kwam in Nieuw-Zeeland de vulkaan Tarawera tot uitbarsting. [Dat] bracht een koudegolf op gang, die zich daarop jarenlang over de hele planeet manifesteerde. Europa kende een serie uitzonderlijk barre winters en kletsnatte, kille zomers. (…) Tijdens de zomers van 1315 en 1316 viel er zodanig veel regen dat de rivieren buiten hun oevers traden. In de Ardennen, waar de rivieren zich door nauwe rivierdalen moeten murwen, werden hele dorpen weggevaagd. Bruggen over Samber en Maas stortten met luid geraas in. Het weinige graan dat kon ontkiemen, rotte op het veld weg voor het kon rijpen. Een hongersnood van Bijbelse omvang was het gevolg. De ramp strekte zich uit van Ierland tot in Rusland. (…) Een meteorologische ramp van zo’n omvang kon toen niet anders geïnterpreteerd worden dan als een straf van God.

Vervallen we, dat alles indachtig, vandaag niet te snel in doemdenken wanneer het gaat over ons weer? Talrijk zijn de krantenartikelen die stellen dat we net de warmste, droogste of natste maand ‘ooit’ meemaakten. Terwijl daarover pas sinds 1833 gegevens worden bijgehouden. Amper 190 jaar dus. Zo’n korte periode is een momentopname in de geschiedenis. Een hik in de tijd. Daarvoor speelde zich een eeuwigheid af, waarin het weer ook al bokkensprongen maakte en het klimaat ook al veranderde. Meer dan eens bracht dat kommer en kwel. Maar telkens spartelde de mens zich erdoor.

Uit: J. Vermeersch, ‘Klimaatstress in de middeleeuwen’, in: De Standaard online, 25 september 2023 Joren Vermeersch is jurist, historicus en auteur. Zijn column verschijnt tweewekelijks op maandag in de krant De Standaard.

111 D Maatschappelijke veranderingen

Bron 16 Is klimaatverandering wel van alle tijden?

Vervallen we niet te snel in doemdenken over het klimaat, vraagt Joren Vermeersch zich af in zijn column in deze krant (…) Klimaatverandering is van alle tijden, vroeger was het veel erger en dankzij onze inventiviteit is er niet echt een probleem. Die drieledige redenering rammelt aan alle kanten. (…) Laten we beginnen met de premisse van Vermeersch dat het middeleeuws klimaatoptimum [de middeleeuwse warme periode] te vergelijken valt met de huidige klimaatopwarming. Los van het feit dat het warmere klimaat in de hoge en late middeleeuwen niet veroorzaakt werd door menselijke activiteiten, was er geen sprake van een consequente en gestage klimaatverandering. (…)

Klimaatverandering laat zich echter vooral voelen door weersextremen. Vermeersch probeert onze angst en vertwijfeling over de recente bosbranden, overstromingen en hittegolven te temperen door te stellen dat we in het verleden al erger hebben meegemaakt. (…) Die historische truc verhult echter het feit dat geen enkele periode in ons verleden zoveel weersextremen zo kort na elkaar te slikken had. (…) De ironie is dat we vandaag, in tegenstelling tot in 1315, zelf de oorzaak zijn van deze klimaatverandering. (…) Door onze CO₂-uitstoot creëren we onze eigen rampen.

Dat brengt ons bij het laatste punt. We zijn vandaag niet minder kwetsbaar tegenover klimaatrampen. We moeten niet blasé doen over klimaatverandering. Pepinster heeft ons eraan herinnerd dat neerslag een land als België, met een lange staat van dienst in het omgaan met water en overstromingen, in het hart kan treffen. (…) De zomer van 2023 is wereldwijd de warmste zomer ooit gemeten. Dat bracht talloze weersextremen en rampen met zich mee. (…) Als er één zaak is die we kunnen leren uit het verleden, is het dat kwetsbare maatschappijen enorm te lijden hebben onder klimaatverandering. Als we dat nu kunnen vermijden door de klimaatverandering en onze maatschappelijke kwetsbaarheid aan banden te leggen, hebben we de plicht om dat te doen.

Uit: M. De Keyzer, L. Walschap en T. Soens, ‘Het relativisme van Joren Vermeersch over klimaatverandering is gevaarlijk’, in: De Standaard online, 26 september 2023

In een opiniestuk in de krant De Standaard nemen historici gespecialiseerd in milieugeschiedenis een column van de historicus Joren Vermeersch kritisch onder de loep.

Wat je na deze les moet kunnen:

KUNNEN

1 historische bronnen en gebeurtenissen in het referentiekader situeren

2 informatie selecteren uit historische bronnen om een historische vraag te beantwoorden

3 bronnen vergelijken

4 de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van historische bronnen beoordelen in functie van een historische vraag

5 een historische vraag beantwoorden aan de hand van historische bronnen en historische redeneerwijzen

©VANIN

Een aantal onderdelen van ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

112 ONDERZOEK 2 M en s en M i lieU, een prO B leM atische relatie ?

OPDRACHT 1

OPDRACHT 2

OPDRACHT 3

Bekijk de krantenkoppen in bron 1 en noteer twee zaken die je opvallen.

De wereldbevolking heeft de laatste eeuwen een grote verandering ondergaan. Wat is er veranderd?

a Welke bronnen zijn bruikbaar om die historische vraag te beantwoorden?

b Geef een def initie van geboortecijfer/sterftecijfer.

c Ho e wordt het geboortecijfer beïnvloed? En het sterftecijfer?

d Vergelijk in een tabel de verschillende fasen van het demografische transitiemodel op vlak van geboortecijfer, sterftecijfer, bevolkingsgroei en ruimte. Gebruik volgende begrippen: klein – groot – vertragend – klein tot negatief – hoog – laag – dalend – zwart Afrika – Azië –westerse wereld – nergens

e Vergelijk de groei van de wereldbevolking met de Belgische groei. Verklaar.

f Je ho ort wel eens dat de bevolkingsgroei oorzaak is van de klimaatverandering. Geven de bronnen een antwoord op die stelling? Motiveer.

g Bestudeer bron 4 en beschrijf de evolutie van de samenstelling van de Belgische bevolking.

h Verklaar bij de piramide van 1971 de inkrimping van 50-54-jarigen.

i Welke conclusie kan naar de toekomst toe getrokken worden?

j In welke fase van het demografische transitiemodel bevindt België zich vandaag? Verklaar waarom de Belgische bevolking toch groeit.

Sinds twee eeuwen is de westerse samenleving geëvolueerd van een agrarische naar een industriële samenleving. Die industriële transitie heeft grote gevolgen.

a Situeer bron 6 en 7 in het referentiekader.

b Vergelijk bron 6 en 7. Wat is er in Gent veranderd op korte tijd?

c Ho e wordt die ontwikkeling genoemd?

d Wat zijn de gevolgen voor het milieu?

OPDRACHT 4

Bekijk bron 8 en 9.

a Beschrijf de evolutie van de uitstoot van koolstofdioxide op wereldniveau en voor België.

b Het klimaat is de gemiddelde to estand van het weer (temperatuur, windkracht, neerslag …) over een periode van minimaal 30 jaar. De toestand op een bepaald moment is het weer. Wat zijn het Office Hadley Centre en het KMI?

c Kunnen bron 8 en 9 met elkaar vergeleken worden? Argumenteer.

d Ho e groot is de stijging op wereldschaal en voor België?

e Bekijk bron 12 en beschrijf de afbeelding (landschap, menselijke ingrepen …). Is het een realistische afbeelding? Motiveer.

f Wat gebeurt er in 2021 in de Vesdervallei?

g Lees bron 14. De centrale stelling van Tim Soens is dat wat aan de Vesder gebeurde, geen ‘natuurramp’ was. Leg uit.

h Lees bron 15. Wat wil de auteur in dit artikel duidelijk maken?

113 D Maatschappelijke veranderingen
©VANIN

OPDRACHT 5

i Lees bron 16. Wat is de reactie van de drie milieuhistorici?

j Welke bron vind je het meest betrouwbaar?

k Is er sprake van misbruik van de geschiedenis in het artikel van Joren Vermeersch?

Schrijf een synthesetekst van ongeveer 20 lijnen waarin je aandacht besteedt aan de wereldwijde bevolkingsgroei, de groeiende vervuiling en klimaatverandering in de laatste twee eeuwen. Maak in je tekst gebruik van historische redeneerwijzen zoals oorzaken, gevolgen, evolutie …

114
ONDERZOEK 2 M en s en M i lieU, een prO B leM atische relatie ? ©VANIN

1

Wij protesteren!

In de jaren 1960 en 1970 verandert de maatschappij in de westerse wereld grondig. Onder jongeren groeit er protest.

Welke materiële en sociale veranderingen zijn er in die jaren in België? Waartegen protesteren de jongeren? Welke blijvende gevolgen heeft dat? Hoe beoordelen we die veranderingen vandaag?

©VANIN

Kaartnr(s).

Wij worden rijk, slim en multicultureel

De economische heropbouw na de Tweede Wereldoorlog leidt tot een enorme economische groei en een stijging van de welvaart. De jongeren van de jaren 1960 leven in een tijd van volledige tewerkstelling. Mede daardoor veranderen hun ideeën en groeit de kritiek op de waarden en normen van de maatschappij. Er ontstaat een generatiekloof met hun ouders.

Na de Tweede Wereldoorlog komen vele arbeidsmigranten (‘gastarbeiders’) uit Zuid-Europese landen naar België. In de jaren 1960 begint België arbeidsmigranten aan te werven uit Marokko en Turkije. De zware industrie en de steenkoolmijnen vinden onvoldoende Belgische arbeiders om het werk te doen. Daarom zoekt men die in het buitenland. De komst van die arbeiders maakt de Belgische maatschappij een stuk diverser.

Bron 1 Op ening Kennedytunnel

Op 29 mei 1969 wordt de Kennedytunnel in Antwerpen geopend.

115 D Maatschappelijke veranderingen
10
PREHISTORIE OUDE NABIJE OOSTEN
TIJD MODERNE TIJD HEDENDAAGSE TIJD MIDDELEEUWEN ±500 ±1450 ±1750 1945 ±800v.C. ±3500v.C.
KLASSIEKE OUDHEID
VROEGMODERNE
1
OPDRACHT

Bron 2 File op weg naar de zon

4

Bron 5 Enkele cijfergegevens

• 1947-1974: stijging van het reële inkomen in West-Europa met 250 %

• 1958-1973: verdubbeling van het reële inkomen in België

• In 1960 vind je in nauwelijks 23 % van de woningen een badkamer. Tien jaar later is dat aantal aangegroeid tot bijna de helft.

• Tussen 1958 en 1972 stijgt het aantal Belgische jongeren in het algemeen vormend secundair onderwijs met 173 %. In 1958 vormen de meisjes nog maar 27 % van die schoolbevolking. In 1972 is hun aandeel gegroeid tot 44 %.

Bron 3 Landing op de maan (juni 1969)

©VANIN

• Het aantal universiteitsstudenten groeit van 28 000 in 1958 naar 65 000 in 1968. De meisjesstudenten blijven een kleine minderheid. Pas in de jaren 1980 halen zij die achterstand in.

Mensen komen samen op Trafalgar Square (Londen) om op een groot scherm naar de maanlanding te kijken. In de beginjaren van de tv kijken mensen samen naar tv. Door het beperkte aantal keuzemogelijkheden kijkt iedereen naar hetzelfde, of het nu de landing op de maan, de zege van Eddy Merckx in de Ronde van Frankrijk, de Witte van Zichem of kapitein Zeppos is.

Bron 6 Kinderen in nieuwe woonwijken (1965)

116 LES 10 Wij prOtesteren!
Bron Verkiezingsaffiche CVP (1965)

a Som vier maatschapp elijke veranderingen op die je herkent in bron 1 tot en met 6.

OPDRACHT 2

©VANIN

b Vul punt 1 van het schema op blz. 123 aan.

Bron 7 Turkse gastarbeiders

Ook in België leken weinigen erbij stil te staan dat er een nieuwe, grote groep buitenlanders aankwam, met een eigen taal en een eigen cultuur, en dat het kon helpen om zich daar goed en grondig op voor te bereiden. Op 30 april 1963, een dag voor de eerste bus uit Ankara [Turkije] vertrok, werd er door de mijnen uit het bassin [steenkoolgebied] rond Charleroi een causerie [gesprek] georganiseerd over ‘het gedrag van de Turkse arbeiders’. Meer dan wat (...) veralgemeningen leerden de deelnemers niet bij. Volgens de spreker hadden de Turken ‘respect voor gezag’ en waren ze ‘harde werkers’ en ‘eerlijk’, al was het belangrijk om ‘op de hoede te zijn voor hun fatalisme’. Mogelijk zouden ze zich dus niet aan de veiligheidsvoorschriften houden. ‘Het zijn rokers, dus controleer hun zakken.’

Hoewel alle betrokkenen op voorhand hadden kunnen weten dat Turken Turks spreken, waren er geen Turkse tolken voorzien. (...)

En hoewel alle betrokkenen op voorhand hadden kunnen weten dat Turken moslims zijn, was er ook op dat vlak niets voor hen voorzien. Aan de koks in de kantines werd verteld dat ze geen varken mochten klaarmaken, maar daar hield het mee op. Moskeeën waren er niet. Islamitische begraafplaatsen bestonden niet. Als een Turkse mijnwerker stierf bij een werkongeval, dan wilden zijn landgenoten hem onmiddellijk kunnen wassen en eisten ze dat zijn lichaam gerepatrieerd werd, maar dat botste op een njet.

Uit: T. Naegels, Nieuw België. Een migratiegeschiedenis. 1944-1978. Tielt, Lannoo, 2021

Bron 8 De stad verandert

Jonge gezinnen uit de groeiende middenklasse die op zoek waren naar een huis, zochten (…) liever buiten de stad. Dat kon ook makkelijk omdat de individuele mobiliteit (…) sterk verbeterd was. (…)

Maar als je graag wilde dat er iedere dag drommen bedienden naar jouw stad pendelden , dan moest die vlot bereikbaar zijn met de auto. Dat betekende dat er invalswegen nodig waren, dat er straten verbreed moesten worden en dat er genoeg parkeergelegenheid voorzien moest worden. (…) Bomen maakten plaats voor extra rijvakken en trottoirs [voetpaden] werden smaller. (…)

En wat gebeurde er met de krotten die nog niet gesloopt waren? Daar kwamen de migranten in terecht. Zij hadden geen auto waarmee ze naar hun werk konden pendelen. Zij moesten vlak bij dat werk wonen – het slopen van de andere krotten, het bouwen van de kantoren, het

117 D Maatschappelijke veranderingen

graven van de metrotunnels … Ze hadden bovendien het geld niet voor een huis in goede staat of ze wilden het er niet aan uitgeven, omdat ze zo veel mogelijk wilden sparen. Op de huizenmarkt voltrok zich dus hetzelfde scenario als op de arbeidsmarkt: de Belgen klommen de sociale ladder op en de migranten vulden het vacuüm in dat zij hadden achtergelaten.

Uit: T. Naegels, Nieuw België. Een migratiegeschiedenis. 1944-1978. Tielt, Lannoo, 2021

a Lees bron 7. Waarom wil België Marokkaanse en Turkse arbeiders naar België halen?

b Vermeld twee stereotypen die men volgens bron 7 heeft over Turkse arbeiders voor hun komst.

c Onderstreep in bron 7 twee voorbeelden waaruit blijkt dat de komst van de Turkse arbeiders in België niet goed voorbereid is.

d Onderstreep in bron 8 drie kenmerken in de tekst die aantonen hoe het materiële uitzicht van de stad wijzigt in de jaren 1960 en 1970.

e Waarom vestigen vele migranten zich in de steden? Geef drie redenen.

©VANIN

De jeugd protesteert

In de jaren 1960 en 1970 groeit er een generatieconflict. De oudere generaties hebben in het verleden hard moeten knokken om te overleven. Voor hen is materiële zekerheid erg belangrijk. Vele jongeren nemen daar geen genoegen mee. Ze stellen de waarden van hun ouders in vraag. Symbool daarvoor wordt het studentenprotest in Parijs in mei 1968.

In mei 1968 komen de studenten in Parijs massaal op straat. Er lijkt bijna een revolutionair klimaat te ontstaan. De studentenopstand is niet uniek. Ook in andere steden komen studenten op straat, maar wat er in Parijs in 1968 gebeurt, krijgt weerklank over de hele wereld.

In de jaren 1960 komt de anticonceptiepil geleidelijk aan in gebruik. Geleidelijk is het juiste woord, want er is weerstand van de katholieke Kerk én van de overheid. In België is er tot in 1973 een verbod op reclame voor ‘voorwerpen bijzonder bestemd om zwangerschap te voorkomen’. Toch zegt 8 % van de vrouwen in 1968 al de pil te gebruiken. De algemene verspreiding van moderne anticonceptiva gaat gepaard met een vrijere omgang met seksualiteit. Zelfs de katholieke bevolking volgt de richtlijnen van de paus minder en minder. Vanaf de jaren 1960 wordt seksualiteit bespreekbaar bij meer en meer mensen. Het taboe rond seksualiteit wordt doorbroken. Seksuele opvoeding komt in het onderwijs aan bod. Ook homoseksualiteit wordt bespreekbaar.

118 LES 10 Wij prOtesteren!
2

Koninklijk Atheneum D………

Betreft: Zoon

Waarde Heer,

Het spijt me U te moeten melden dat het gedrag van Uw zoon veel te wensen overlaat.

Niet alleen werden hem de jongste dagen twee mondmuziekjes afgenomen, die waarschijnlijk moesten dienen om tussen de lesuren de school een beetje op te vrolijken, maar hij werd eveneens betrapt op het feit dat hij een medeleerlinge in volle school zoende.

Sinds lange tijd reeds had ik hem opmerkzaam gemaakt dat deze voortdurende omgang met een meisje de school in opspraak bracht, maar U zult even goed weten als de leraars en ikzelf, dat Uw zoon sinds lang een misprijzen heeft voor elk gezag.

Daar hij nu in de examenperiode is, wil ik hem niet definitief uit de school verwijderen, maar dit is slechts uitgesteld tot zijn laatste examen.

De toegang tot de inrichting, waarvoor hij zo dikwijls zijn minachting heeft laten blijken, wordt hem dan ook ontzegd voor de prijsuitreiking en daarenboven zal ik hem met terugwerkende kracht 30 punten van opvoeding aftrekken.

Hoogachtend,

De studieprefect

W. V……..

Uit: R. Commers, Seks, fatsoen en sentiment in Vlaanderen. Brugge, Sonneville, 1969

a Uit welk jaar dateert de bron?

b Wat vindt de studieprefect vooral storend aan het gedrag van de jongen?

c Zouden jullie voor dergelijke feiten vandaag nog altijd gestraft worden? Merk je dat er een wijziging is in het optreden van de ‘gezaghebbers’? Bespreek mondeling.

De repetitie van de musical ‘Hair’ in 1967 in Londen Sommige jongeren noemen zich hippies. In de VS zetten zij zich af tegen de oorlog in Vietnam. De musical ‘Hair’ toont hun idealen.

119 D Maatschappelijke veranderingen Bron 9 Een vader krijgt klachten van de scho ol OPDRACHT 3
10 ‘Hair ’ OPDRACHT 4
Bron
©VANIN

Bron 11 Mary Quant verandert de mode

12

De verbeelding aan de macht!

Verboden te verbieden – wet van 13 mei 1968

Wees realistisch: vraag het onmogelijke

De maatschappij is een vleesetende bloem

Niet meer dan veertig uur op de barricade!

Ik zou iets willen zeggen, maar ik weet niet wat

De Gaulle: stront onder een generaalspet

Lopen kameraad: de oude wereld ligt achter je

Al tien dagen gelukkig zijn

Onder de straatkeien: het strand

Bron 13 Studentenleider Daniel Cohn-Bendit

©VANIN

Uit: P. Piryns, Verboden te verbieden, in: Van Humbeeck (red.), De waanzinnige 20e eeuw: De Knack-redactie beschrijft de eeuw in honderd verhalen. Globe, 1999

Mary Quant (1930-2023) past een

Nederlandse tiener haar nieuwe outfit in 1967 in Londen.

De Britse modeontwerpster heeft enorm veel invloed op het modebeeld van de jaren 1960. De moderne mode breekt met het verleden.

Uit: P. Piryns, Verboden te verbieden, in: Van Humbeeck (red.), De waanzinnige 20e eeuw: De Knack-redactie beschrijft de eeuw in honderd verhalen. Globe, 1999

Bron 14 De tegenreactie

300 000 Fransen komen op 30 mei 1968 op straat om de regering te steunen.

120 LES 10 Wij prOtesteren!
Bron Graffiti op de Parijse muren in mei 1968

a Bekijk bron 11. Omschrijf met twee voorbeelden hoe uiterlijk en mode van jonge mensen wijzigen in de jaren 1960.

b Zijn de volgende uitspraken juist of fout?

JuistFout

a De studenten stellen het gezag ter discussie.

b De studenten krijgen daarbij de steun van de hele Franse bevolking.

c De graffitiboodschappen geven aan dat de studenten een vastomlijnd programma hebben.

d In de graffiti merk je een gevoel voor humor en een levendige fantasie.

c Onderstreep in de lestekst vier wijzigingen in de opvattingen over seksualiteit in de jaren 1960-1970.

Mislukking of succes?

Maatschappelijke veranderingen zijn nooit volledig positief of negatief.

a Welke gevolgen vind je positief en welke negatief? Bespreek klassikaal.

b Vul daarna punt 3 van het schema aan.

a Verlies aan slagkracht van de studentenbeweging

b Aandacht van p olitici voor het ‘signaal van de burger’. Politieke partijen zijn gevoeliger voor de nood aan inspraak en het betrekken van de burger bij de politiek.

c Geleidelijke groei van drugsproblematiek

d Gebrek aan respect voor bepaalde waarden en normen leidt bij vele mensen tot een verlies van houvast en zekerheden.

e Meer genuanceerde, kritische berichtgeving

f Mensen zijn mondiger geworden.

g De economische crisis in de jaren 1970 maakt het materiële weer belangrijk.

h Verburgerlijking van de ex-studenten: carrière, gezin, woning, luxe …

i Recht op inspraak is gemeengoed geworden (bv. leerlingenraden).

j Seksualiteit is veel meer bespreekbaar geworden.

k Vrouwen emancipatie

PositiefNegatief

121 D Maatschappelijke veranderingen
3
OPDRACHT 5 ©VANIN

a Beschrijf met concrete voorbeelden hoe de mentaliteit van jongeren in de jaren 1960 en 1970 verandert.

b Vorm een oordeel of die veranderingen voor jou nog altijd geldig zijn.

c Is er hier sprake van continuïteit of zijn er ondertussen ook zaken veranderd? Geef in dat geval voorbeelden van verandering.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘reëel inkomen’, ‘gastarbeiders’, ‘pendelen’, ‘stadsvlucht’, ‘hippies’ en ‘taboe’ verklaren

2 de protestbeweging in de tijd situeren

3 vier maatschapp elijke veranderingen van de jaren 1960 en 1970 opsommen

4 aantonen dat de maatschappij meer multicultureel wordt

5 uitleggen waarom we van een crisis van het gezag kunnen spreken

6 twee voorbeelden van jongerenprotest geven

7 de andere opvattingen over seksualiteit uitleggen

KUNNEN

1 informatie uit bronnen afleiden

2 een eigen mening formuleren en verdedigen

3 de nieuwe mentaliteit van de jaren 1960 en 1970 vergelijken met die van de voorgaande generaties en met ‘onze’ mentaliteit

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen.

Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

122 LES 10 Wij prOtesteren!
OPDRACHT 6 ©VANIN

Wij protesteren!

1 Wij worden rijk, slim en multicultureel

Maatschappelijke wijzigingen

• Inkomen: van het reële inkomen tussen 1958 en 1973

• Arb eid: volledige +

• Materieel: groeiend comfort

• Huisvesting: nieuwe woonwijken op migranten vestigen zich in

• Verkeer: groeiende

• Winkels: opkomst van warenhuizen

• Media:

Wij worden slim

• Groei van de scholingsgraad in middelbaar en voortgezet onderwijs

• Groeiend aandeel van in de schoolbevolking

2 De jeugd protesteert

• Jongeren stellen gezag in vraag.

• Hippies

• Minirok voor meisjes en lang haar voor jongens

Een andere houding tegenover seksualiteit

• Ontwikkeling van moderne voorbehoedsmiddelen

• Toenemend gebruik van nieuwe voorbehoedsmiddelen ondanks afkeuring van Kerk en overheid

• Vele katholieken volgen richtlijnen van Kerk niet op.

• Homoseksualiteit wordt geleidelijk aan bespreekbaar. Taboes worden doorbroken.

Studenten in Parijs komen op straat

• Mei ’68

• De verbeelding aan de macht

3 Mislukking of succes?

De nieuwe mentaliteit die in de jaren 1960 en 1970 ontstaat, heeft positieve en negatieve gevolgen die blijvend zijn.

Voorbeelden van negatieve gevolgen:

Voorbeelden van positieve gevolgen:

123 D Maatschappelijke veranderingen
LES 10 SCHEMA
©VANIN

Onderzoek 3: de strijd voor emancipatie en gelijke rechten voor vrouwen

In deze les onderzoek je de geschiedenis van het feminisme in België: de strijd voor emancipatie en gelijke rechten voor vrouwen. Doorgaans onderscheidt men vier feministische golven. In deze les zoek je op basis van bronnen wie in elke golf de ‘actoren’ zijn: mensen, actiegroepen en/of instellingen die iets kunnen veranderen. Je onderzoekt ook welke ‘strategieën’ , actiemiddelen zij daarbij gebruiken. Zoals altijd is het belangrijk om telkens de historische context te bestuderen.

Wat zijn de politieke, burgerlijke, sociale en economische kenmerken van die periode en van de positie van vrouwen? Wie zijn de actoren? Welke strategieën gebruiken ze?

©VANIN

Kaartnr(s).

Uit: Het trouwboekje van Gaston Baekelandt en Yvonne Saelmans De Code Napoléon (1804), die Napoleon in alle gebieden onder zijn controle invoert, bevestigt schriftelijk de maritale macht: de man is gezinshoofd en kostwinner, hij kan macht uitoefenen over zijn vrouw en kinderen. Gehuwde vrouwen mogen enkel een beroep uitoefenen mits toestemming van de man. Bij de oprichting van de Belgische staat blijft dat Burgerlijk Wetboek nog meer dan een eeuw ongewijzigd behouden.

124 ONDERZOEK 3 d e strijd vO O r eM a ncipatie en gelijke rechten vO O r vrO UW en
1945 1900 1914 1939 1918 2006 1800
1948
feminisme 1e golf vrouwenstemrecht in België
I
Bron
BRONNEN
feminisme 2e golf in jaren zestig 3e golf vanaf jaren negentig 4e golf
WO
WO II
1 Trouwboekje uit 1951

Isala Van Diest wordt geboren in Leuven op 7 mei 1842 in het gezin van dokter Pierre Joseph Van Diest en Elisabeth Génie. Haar vader is stadschirurgijn en verloskundige. Haar ouders zijn ruimdenkend voor die tijd en vinden dat hun dochters dezelfde opvoeding moeten krijgen als hun enige zoon. De kinderen reizen regelmatig met hun moeder naar Engeland, waar ze al vroeg kennismaken met progressieve mensen. Isala volgt volledig middelbaar onderwijs in Bern (Zwitserland), want op dat moment is er in België nog geen hoger secundair onderwijs voor meisjes. In 1873 keert ze terug naar België om zich in te schrijven aan de faculteit geneeskunde van de universiteit van Leuven. Ondanks de steun van verschillende professoren wordt ze als meisje niet toegelaten. Uit respect voor haar vader mag ze van de rector wel de lessen fysiologie en verloskunde volgen, zodat ze vroedvrouw kan worden. Isala weigert dat aanbod en gaat studeren aan de universiteit van Bern. In 1879 studeert ze daar af als dokter in de geneeskunde. Op haar 37e is ze de eerste Belgische vrouw met een universitair diploma. Dan trekt ze naar Engeland om daar haar beroep uit te oefenen. Ze komt er in contact met het Engelse feminisme. In België wordt haar diploma niet erkend. Ze gaat nog cursussen verloskunde en chirurgie volgen aan de Université Libre de Bruxelles, die sinds 1880 ook toegankelijk is voor meisjes. In 1884 gaat ze in Brussel als arts werken in een toevluchtsoord voor voormalige prostituees en even later bouwt ze een eigen dokterspraktijk uit. Ze strijdt actief tegen de internationale vrouwenhandel en de prostitutie. Ze ligt mee aan de basis van de Ligue Belge du Droit des Femmes. Die vereniging wordt opgericht nadat Marie Popelin, de eerste vrouwelijke juriste, wordt geweigerd aan de balie. Door druk uit te oefenen op parlementsleden strijdt die organisatie voor de afschaffing van de maritale macht en toegang tot alle beroepen.

De 31-jarige Claeys richt in 1886 de Socialistische Propagandaclub voor Vrouwen op. Ze sluit zich ook aan bij de pas opgerichte Belgische Werkliedenpartij (BWP). Vanaf 1891 maakt ze deel uit van het partijbestuur. Ze pleit voor gelijk loon en betere arbeidsomstandigheden. Dankzij haar maakt het vrouwenstemrecht korte tijd deel uit van het socialistische verkiezingsprogramma. Binnen de socialistische beweging blijft het traditionele vrouwbeeld echter overheersen. Enkele strijdpunten van Claeys, zoals de herverdeling van huishoudelijke taken en haar inzet voor geboortebeperking, kunnen op weinig enthousiasme rekenen. In 1895 neemt Claeys ontgoocheld afscheid van de beweging.

©VANIN

Uit: De Canon van Vlaanderen. Gent, Borgerhoff & Lamberigts, 2023

De Canon van Vlaanderen is een initiatief van de Vlaamse regering om de geschiedenis van Vlaanderen sterker onder de aandacht te brengen. Een commissie van experten maakt daarvoor een selectie van data, historische gebeurtenissen, personen en voorwerpen die ‘het hedendaagse Vlaanderen vormgeven’. Ze worden geordend in zestig zogenaamde ‘vensters’ over archeologie, cultuur, ecologie, economie, politiek, sport en wetenschappen. De Canon wordt uitgegeven in boekvorm en via een website.

125 D Maatschappelijke veranderingen
Bron
2 Isala Van Diest
Bron 3 Emilie Claeys

Uit: De Vlaamse Linie, katholiek weekblad, 24 juni 1949

©VANIN

In 1919 wordt in België het algemeen enkelvoudig stemrecht ingevoerd. Dat geldt enkel voor mannen. Er wordt wel een uitzondering gemaakt voor niet-hertrouwde weduwen van gesneuvelde militairen of van gefusilleerde Belgen en voor weduwen die een ongehuwde zoon verloren tijdens de oorlog. De enige vrouwen die stemrecht krijgen voor zichzelf en niet in naam van een gesneuvelde man zijn zij die tijdens de Duitse bezetting gevangen zijn genomen voor vaderlandslievende activiteiten. In totaal gaat het over ongeveer 12 000 vrouwen op een totaal van 1 760 000 kiezers. In 1920 krijgen vrouwen stemrecht voor de gemeenteraadsverkiezingen, met uitzondering van vrouwen die ervoor bekendstaan ontucht te plegen of die in het prostitutieregister zijn ingeschreven. In datzelfde jaar krijgen vrouwen in België passief kiesrecht voor de Senaat, in 1921 ook voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Dat wil zeggen dat zij zich kandidaat mogen stellen bij de verkiezingen. In 1948 krijgen de Belgische vrouwen stemrecht voor de nationale verkiezingen. Op 26 juni 1949 kunnen ze voor het eerst meestemmen. De vrouw (in haar mooiste kleren) op de cartoon zegt: ‘Zou ik een gom kunnen krijgen, Meneer de Voorzitter?... Ik ben van gedacht veranderd.’

Bron 5 Invoering van het vrouwenstemrecht

1893 Nieuw-Zeeland Nederland 1945 Hongarije

1906 Finland Zweden 1947 Bulgarije

1913 Noorwegen 1920 Verenigde Staten China

1915 Denemarken 1928 Groot-Brittannië** 1948 België

1917 Sovjet-Unie 1934 Turkije Israël

1918 Duitsland 1940 Canada 1959 Marokko

Oostenrijk 1944 Frankrijk Tunesië

Groot-Brittannië* Italië 1971 Zwitserland

1919 Polen Japan

* Enkel voor vrouwen boven de dertig die eigenaar zijn van een huis. ** Algemeen stemrecht

126 ONDERZOEK 3 d e strijd vO O r eM a ncipatie en gelijke rechten vO O r vrO UW en Bron 4 Sp otprent over vrouwenstemrecht

Bron 7 Reclame voor wasmachine

In het interbellum ijvert de Belgische katholieke partij voor het vrouwenstemrecht. Zij hoopt dat vrouwen een katholieke stem zullen uitbrengen. Om dezelfde reden verzetten de liberalen en de socialisten zich tegen het stemrecht voor vrouwen.

©VANIN

Advertentie uit de collectie van het Industriemuseum in Gent

Na de Tweede Wereldoorlog evolueert de positie van de vrouw in de arbeiders- en middenklasse. Naar het voorbeeld van de burgerij streeft men naar een situatie waar de man de kostwinner is en de vrouw thuis blijft. In dat plaatje is de ideale vrouw zorgzaam, volledig toegewijd aan man en kinderen. Op school leert ze hoe en in welke volgorde ze het huishouden moet organiseren.

In de golden sixties, een tijd van grote economische bloei, stijgt het aantal banen in de tertiaire sector. Meer en meer ouders vinden het een goed idee dat hun dochters ook hoger middelbaar onderwijs volgen. Die evolutie zorgt ervoor dat meer vrouwen buitenshuis gaan werken.

Bron 8 Sp otprent over staking

3000 VROUWEN VAN HERSTAL STAKEN VERDER

Neen, Paul, ik kan niet mee gaan biljarten deze avond, mijn vrouw is nog altijd in staking.

Uit: ’t Pallieterke, 3 maart 1966

In 1957 schrijft het oprichtingsverdrag van de Europese Gemeenschap ‘gelijk loon voor gelijk werk’ voor. Maar in de praktijk is dat niet het geval. In de winter van 1966 starten vrouwelijke arbeiders van de wapenfabriek FN in Herstal (bij Luik) een staking. Zij eisen dezelfde loonsverhoging als hun mannelijke collega’s gekregen hebben. Uit solidariteit leggen vrouwen in andere fabrieken en sectoren ook het werk neer. Na een staking van drie maanden halen de vrouwen hun slag thuis.

Op 24 oktober 1967 geeft een Koninklijk Besluit vrouwen de mogelijkheid om voortaan naar de rechtbank te stappen om van hun werkgever gelijk loon voor gelijk werk te eisen.

In 1978 wordt een wet gestemd die gelijk loon voor gelijk werk verplicht.

127 D Maatschappelijke veranderingen Bron
6 Verkiezingsaffiche CVP

Bron 9 Dolle Mina’s

Protestactie van Dolle Mina’s in Amsterdam op 10 oktober 1970

©VANIN

Dolle Mina’s betogen voor het gebruik van de anticonceptiepil. Geïnspireerd door het Nederlandse voorbeeld, richten enkele vrouwen ook een feministische protestbeweging in België op. In een eerste actie klagen ze aan dat vrouwelijke werknemers, in tegenstelling tot mannen, niet mogen roken op het werk …

Bron 10 Aff iche vrouwendag 1976

In 1971 wordt het Vrouwen Overleg Kommitee (VOK) opgericht. Een jaar later organiseert dat op 11 november de eerste Nationale Vrouwendag. Als thema kiest het VOK ‘gelijk loon voor gelijk werk’ en het recht voor vrouwen om ‘baas in eigen buik’ te kunnen zijn. Vrouwen moeten zelfbeschikkingsrecht hebben. In 1973 worden de beperkingen inzake anticonceptiemiddelen afgeschaft. De overheid start met informatiecampagnes over anticonceptie. In 1977 dienen de liberale senator Lucienne Herman-Michielsens en de socialistische senator Roger Lallemand een wetsvoorstel in om abortus te legaliseren, maar het haalt geen meerderheid in het parlement. In 1990 stemt het parlement een wet die abortus onder strikte voorwaarden legaliseert.

128 ONDERZOEK 3 d e strijd vO O r eM a ncipatie en gelijke rechten vO O r vrO UW en

Bron 11 Evolutie vrouwenrechten in België na WO II

Burgerlijke rechten

1948 Vrouwenstemrecht

1958 Gehuwde vrouwen moeten hun man niet langer gehoorzamen. Ze mogen zelf beslissingen nemen, bijvoorbeeld over hun werk.

1965 Moeder en vader delen voortaan de ouderlijke macht over hun kinderen. Bij verschil van mening beslist de vader.

1974 Moeders en vaders hebben evenveel te zeggen over de opvoeding van hun kinderen.

1976 Gelijke rechten voor mannen en vrouwen binnen het huwelijk. Voortaan kunnen gehuwde vrouwen bijvoorbeeld een zichtrekening openen zonder toestemming van hun man.

2000 De grondwet vermeldt uitdrukkelijk dat mannen en vrouwen gelijk zijn.

De basisteksten van internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie waarborgen de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Vanaf de jaren vijftig van de 20e eeuw zorgen ook in België wetten en besluiten voor een evolutie naar meer emancipatie. In 1985 organiseren de VN een vrouwenconferentie in Nairobi. Daar wordt beslist dat regeringen moeten zorgen voor gelijke kansen. Nog datzelfde jaar richt België een Staatssecretariaat voor Leefmilieu en Maatschappelijke Emancipatie op. CVP-politica Miet Smet, die mee aan de basis ligt van de vrouwenbeweging van die partij, bekleedt de functie van staatssecretaris op dat departement van 1985 tot 1992. Onder andere gelijke kansen in de bedrijfswereld en in politieke functies, gelijk loon voor gelijk werk en geweld tegen vrouwen zijn belangrijke aandachtspunten. Vanaf de jaren ’90 komt er meer en meer interactie tussen de feministische eisen en andere emancipatiebewegingen, zoals die van lgbtq+ (gender) en Black Lives Matter (antiracisme), onder invloed van racistische gebeurtenissen in de VS. Die verstrengeling, maar ook de toenemende individualisering en het gebruik van nieuwe kanalen als het internet en de sociale media typeren de derde feministische golf.

Bron 12 De p ositie van de vrouw in de islam

De boerkini in Europa is de letterlijke uniformisering van een politieke islamitische aanwezigheid, net als het dragen van een hoofddoek. En ja, we kunnen blijven roepen dat ze in vrijheid kiezen voor de hoofddoek of de boerkini. Maar niet alle moslima’s hebben de daadwerkelijke vrijheid om te kiezen. Een man hoeft vooralsnog geen hoofddoek of boerkini te dragen. Een vrouw zonder hoofddoek mag niet bidden in een moskee, mag Mekka niet in. (…) Het gaat bovendien niet alleen om het dragen van een hoofddoek of boerkini maar om het hele ontwikkelingsspectrum dat aan ongelijkheid tussen man en vrouw verbonden is: al of niet toegang tot onderwijs, wel of geen bewegingsvrijheid hebben, geen eigen keuze voor partner hebben, geen keuze voor seksuele vrijheid, geen eigen keuze voor werk. (…)

©VANIN

Voor alle duidelijkheid, ik ben niet voor of tegen de hoofddoek of boerkini maar ben er wel van overtuigd dat we waakzaam moeten zijn voor de discriminatoire en onderliggende radicaliserende tendensen en stimulansen van een sluier of boerkini. (…)

Uit: H. Fraihi, in: Samenleving & Politiek, 2017 Hind Fraihi is journaliste van Marokkaanse origine. Ze doet vooral onderzoek naar extremisme, polarisatie en diversiteit, onder andere door undercover te gaan. In interviews zegt ze dat ze een stem wil geven aan gematigde moslims en de strijd wil aangaan tegen extreemrechts. Het hoofddoekendebat wordt tot de vierde golf gerekend.

129 D Maatschappelijke veranderingen

Elk jaar kiest het Amerikaanse tijdschrift Time Magazine een ‘Person of the Year’. De uitgevers van Time kiezen de persoon of groep personen die volgens hen de grootste invloed heeft gehad op de gebeurtenissen van dat jaar. De winnaar prijkt dan op de voorpagina van het eerste nummer van het volgende jaar. Tot 1974 sprak men trouwens over de ‘Man of the Year’. De winnaars waren namelijk altijd mannen. In 1975 riep Time ‘Amerikaanse vrouwen’ uit tot persoon van het jaar voor het succes van de feministische beweging en het doorstromen van vrouwen op de arbeidsmarkt en in de politiek.

In 2017 worden de ‘Silence Breakers’ de persoon van het jaar, omdat ze met hun ‘stemmen een beweging startten’. De vrouw onder aan de cover is Tarana Burke. Zij start in 2006 de MeToobeweging, naar aanleiding van een ontmoeting met een meisje dat haar vertelt seksueel misbruikt te zijn. Via het internet vraagt ze aandacht voor slachtoffers van seksueel misbruik.

In 2017 roept de Amerikaanse actrice Alyssa Milano op om via #MeToo op sociale media te getuigen over seksueel overschrijdend gedrag. Aanleiding is de klacht van actrice Ashley Judd tegen de Amerikaanse filmproducent Harvey Weinstein. De krant The New York Times publiceert daarop een artikel met getuigenissen van slachtoffers van Weinstein. De hashtag wordt in sneltempo wereldwijd miljoenen keren gebruikt. In 2020 wordt Weinstein veroordeeld tot 23 jaar gevangenisstraf. Ook in Vlaanderen getuigen actrices, kunstenaars, werknemers, studenten … over grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en sportsector en in de media. Het veelvoorkomend geweld tegen vrouwen en femicide, moord op vrouwen omdat ze vrouw zijn, zijn een strijdpunt van de vierde feministische golf.

Wat je na deze les moet kunnen:

KUNNEN

1 een onderzo ekbare historische vraag formuleren

2 de bruikbaarheid van bronnen beoordelen in functie van een historische vraag

3 informatie selecteren uit historische bronnen om een historische vraag te beantwoorden

4 historische vragen beantwoorden aan de hand van historische bronnen en historische redeneerwijzen, zoals continuïteit, verandering en agency

©VANIN

5 voorbeelden geven van hoe je zelf, binnen het kader van de democratische rechtsstaat, actie kunt ondernemen

Een aantal onderdelen van ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

130 ONDERZOEK 3 d e strijd vO O r eM a ncipatie en gelijke rechten vO O r vrO UW en

OPDRACHT 1

OPDRACHT 2

OPDRACHT 3

Bekijk bron 1. Wat valt je op? Bespreek klassikaal en formuleer een historische onderzoeksvraag over dit onderwerp.

a Maak voor elke golf een samenvatting. Gebruik de onderstaande tabel als basis. Noteer telkens de bruikbare bronnen.

b Vul aan met concrete informatie uit de bronnen.

c Markeer met geel: initiatieven van onderuit.

d Markeer met groen: initiatieven van bovenaf.

... FEMINISTISCHE GOLF (VANAF CA. ...)

Bruikbare bronnen: bron

HISTORISCHE CONTEXT

Politiek / burgerlijk

So ciaal / economisch

ACTOREN / STRATEGIE

Individu Groep

Politieke instelling

OPDRACHT 4

Wat is er veranderd? Waar zie je continuïteit?

a Op het vlak van de p ositie van vrouwen in de samenleving? Motiveer.

b Inzake de actoren en gebruikte strategieën? Verklaar.

c In welke mate hebben individuen agency ? Motiveer.

a Wat zijn volgens jou vandaag nog aandachtspunten voor de emancipatiebeweging van vrouwen? Zoek eventueel informatie op. Leg uit.

b Waarvoor zou jij je nog willen inzetten? Welke strategie zou je gebruiken?

131 D Maatschappelijke veranderingen
©VANIN

Onderzoek 4: de globalisering van het dagelijkse leven

De globalisering heeft de wereld gedurende de laatste decennia veranderd op manieren die voorheen ondenkbaar waren. Multinationals beheersen de wereldeconomie. Producten en diensten zijn wereldwijd gestandaardiseerd.

Hoe beïnvloedt de globalisering het dagelijkse leven? Leidt globalisering tot meer culturele diversiteit?

Op welke manieren hebben technologische innovaties de wereld kleiner gemaakt en de snelheid van informatieoverdracht en handel versneld?

Kaartnr(s). 1800

INDUSTRIALISATIE

Bron 1 Wonen in de 19e eeuw BRONNEN

©VANIN

Veel meubilair was er niet. In de keuken stonden een tafel, stoelen en een schapraai. In het bakhuis stond een tafel. De meeste meubels stonden in de ‘goei plek’. Daar stond een kast met het goed servies en enkele tafeldoeken. Verder stond er een kast waarin de zondagse kleren waren opgeborgen. Verder hadden we nog een lange tafel met twaalf stoelen. In onze slaapkamer stond een kleerkast waarin de kleren van ons en de kinderen hingen. Op de slaapkamer stonden alleen bedden. Op het kleine halletje waar de slaapkamers op uitkwamen, stond de pispot.

Uit: Getuigenissen over het dagelijks leven in Limburg, anonieme getuige, geboren in Genendijk in 1905

132 ONDERZOEK 4 d e glO Ba lisering van het dagelijkse leven
1850
1993
open voor particulieren 2022
open voor particulieren
transportrevolutie
internet
AI

Bron 2 Een geïsoleerd bestaan

Tot ver in de 19e eeuw leiden de meeste dorpen een erg geïsoleerd bestaan. Elk dorp heeft zijn eigen dialect. Elke streek heeft haar eigen gewoontes en klederdracht. De kledij van de gewone mens evolueert en kent ook modetrends. Vaak ondergaat de volkskledij de invloed van kledij van de hogere klassen, maar ook die van omliggende streken. Wat men eet, hangt af van wat de boeren zelf telen of van wat de natuur oplevert. Een landbouwersgezin probeert zijn voedsel volledig zelf te produceren. De voedselvoorziening blijft een dagelijkse zorg en neemt dan ook ontzettend veel tijd in beslag. Dieren slachten, brood bakken, melk en kaas maken ... gebeuren doorgaans door het gezin zelf. Ook de kinderen worden bij dat werk ingeschakeld. De arbeidersgezinnen in de steden eten wat ze met hun weinige geld kunnen aankopen. Brood en aardappelen vormen nog steeds het hoofdbestanddeel van de voeding. De boeren die een varken of rund kunnen slachten en groenten en veldvruchten telen, hebben een iets meer gevarieerde voeding. (…) Eieren kreeg je als je een beetje ziek was en je moest al heel ziek zijn als je er twee wilde krijgen. ’s Anderendaags kreeg je er dan geen meer. ’s Middags at men aardappelen met varkensvlees en ’s vrijdags een pekelharing, want dat was een heilige dag. Als je ’s vrijdags spek at, zou je niet meer uit de hel raken. Verse vis kende men toen niet.

Uit: Getuigenissen over het dagelijks leven in Limburg, anonieme getuige, geboren in Kwaadmechelen in 1910

Bron 3 Online winkelen

Categorie Omzet (in miljarden)

Mode $ 1 070

Elektronica

Speelgoed, hobby & doe-het-zelf

Meubels

©VANIN

$ 990

$ 720

$ 530

Schoonheid, gezondheid, persoonlijke & huishoudelijke verzorging$ 450

Tabel opgemaakt op basis van https://www.tidio.com

De tabel geeft de topcategorieën voor online winkelen wereldwijd in 2023 met de bijbehorende omzet in miljarden dollars.

Bron 4 Meedogenloze concurrentie

Richter, de medeoprichter en CEO van HelloFresh, legt uit (...) hoe hij erin geslaagd is om de koning te worden van een meedogenloos concurrerende sector die op zijn hoogtepunt meer dan 100 concurrenten telde. (…) Rond de tijd dat Samwer besloot Richter te activeren voor zijn nieuwste onderneming, voelde de bijna-miljardair zich rusteloos. De afgelopen vier jaar hadden hij en zijn broers een fortuin vergaard door start-ups uit het buitenland na te maken, door Europese versies van eBay, YouTube, Groupon, Facebook en nog veel meer te bouwen en te verkopen. (…) Samwer was niet langer tevreden met het plunderen van marktaandeel van de vernieuwers. Hij wilde hele categorieën bezitten. ‘De tijd voor een blitzkrieg moet verstandig gekozen worden’, schreef hij in een e-mail aan managers van Home24, een van zijn kloonbedrijven dat online meubels verkocht. ‘Elk land vertelt me met bloed wanneer het tijd is. Ik ben er klaar voor – op elk moment!’

Uit: TheWeek.com, HelloFresh: De meest meedogenloze voedselstart-up ter wereld, 2018

133 D Maatschappelijke veranderingen

Bron 5 Multinationals b eheersen de voedselindustrie

Bedrijf

Monsanto (Bayer)

Productie

Zaadproductie. Genetisch gemodificeerde gewassen

DuPont (Corteva Agriscience)Zaad- en gewasbeschermingsproducten

Syngenta (ChamChina)Zaad- en gewasbeschermingsproducten

BASF

Cargill

Lallemand

Lesaffre

Chr. Hansen

Nestlé

Unilever

Coca-Cola Company

PepsiCo

Archer Daniels Midland (ADM)

Bunge

Zaad- en gewasbeschermingsproducten

Ontwikkelen en leveren van zaden aan landbouwers, vleesverwerking

Gist en bacteriën voor toepassingen in voedselindustrie

Producent van gist, waaronder bakkersgist, brouwersgist en gist voor de voedselindustrie

Bacteriën en culturen voor de voedingsindustrie, met inbegrip van probiotica en starterculturen voor zuivelproducten

Breed scala aan producten, waaronder zuivelproducten, dranken, snacks en meer

Productie van voedingsmiddelen, dranken, persoonlijke verzorgingsproducten en huishoudelijke producten

Een van ‘s werelds grootste frisdrankproducenten met een breed assortiment van dranken

Grote frisdrankproducent en voedingsmiddelenconglomeraat met merken zoals Pepsi, Lay’s, Quaker Oats en Tropicana

Grote speler in de agrarische verwerking en verhandeling van granen, oliën en andere grondstoffen

Handel en verwerking van granen, oliën en andere landbouwproducten

Uit: J. Bridle, Manieren van zijn. Amsterdam, Volt, 2023

Een beperkt aantal multinationale bedrijven beheerst wereldwijd de voedselindustrie. Dat gaat van zaad-, bacterie- en gistproductie over landbouw, voedselverwerking, productie, distributie en detailhandel.

Bron 6 Smaak en voorkeuren worden uniformer

©VANIN

Nu ervaart de wereld de aanwezigheid van BigMacs van Wenen tot Sydney, mensen dragen kleding van Benetton, werken op IBM-computers, praten over mensenrechten en kijken naar CNN of MTV. Maar hun aanwezigheid geeft aan dat de wereld vooral een westerse smaak heeft door de globalisering. Door de globalisering is het aantal migraties, directe buitenlandse investeringen, franchising, joint ventures, fusies en overnames toegenomen, waardoor de concurrentie en de efficiëntie toenemen. Om concurrentievoordelen te behalen, besteden bedrijven nu uit om kosteneffectiever te worden. Al die initiatieven maken culturele vermenging tussen de landen mogelijk, omdat mensen uit verschillende landen met elkaar moeten communiceren. Bovendien stelt het internet ons in staat om alle soorten informatie onmiddellijk te verkrijgen. De directe toegang zorgt voor een gemakkelijke overdracht van mode, cultuur en andere culturele parameters, waardoor smaak en voorkeur uniformer worden.

Uit: https://www.ukessays.com, 2018

134 ONDERZOEK 4 d e glO Ba lisering van het dagelijkse leven

Bron 7 Minder variatie in voedsel

Hoewel wilde voeding minder dan 1 procent van alle calorieën levert die vandaag de dag wereldwijd worden geconsumeerd, levert ze een veel groter deel van de voedingsstoffen. Onder jager-verzamelaars (…) is het aantal gevallen van obesitas, diabetes type 2, hart- en vaatziekten en kanker zo laag dat er nauwelijks gevallen te vinden zijn. Dat komt deels door het gevarieerde voedsel dat ze eten en de hoge vezelinname (vijf keer meer dan mensen in de geïndustrialiseerde wereld). Bitterheid en zuurheid, beide geassocieerd met wild voedsel, zijn vaak signalen van gezondheidsbevorderende eigenschappen. In het Peruaanse Amazonegebied verzamelen mensen camu camu, een vrucht die op een kers lijkt en twintig keer meer vitamine C bevat dan een sinaasappel. De antwoorden op de puinhoop waar we ons in bevinden, zowel ecologisch als fysiek, zullen natuurlijk niet een terugkeer naar de natuur inhouden, maar ze kunnen worden geïnformeerd door de kennis die onze soort al duizenden jaren zo ver heeft gebracht. We kunnen misschien niet de overgebleven jagerverzamelaars imiteren, maar we kunnen en moeten ons laten inspireren door de mensen die zich in de natuur blijven wagen …

Uit: D. Saladino, Eating to Extinction: The World’s Rarest Foods and Why We Need to Save Them. 2022 Dan Saladino is journalist en presentator. Hij maakt programma’s over eten voor BBC en kreeg daarvoor al verschillende prijzen.

Bron 8 De homogenisering van cultuur

©VANIN

Globalisering heeft de wereld dichter bij elkaar gebracht, maar dat heeft ook een impact gehad op culturele identiteiten. Door de verspreiding van voornamelijk westerse cultuur, zoals popmuziek, films en mode, zijn de unieke culturen van verschillende gemeenschappen verzwakt. Dat leidt tot ‘homogenisering’ van cultuur: overal ter wereld consumeren mensen vergelijkbare culturele producten. Het leidt tot een verlies van culturele diversiteit en de verzwakking van lokale culturen. Sociologen zoals Giddens en Appadurai hebben dat verder onderzocht. Giddens benadrukt hoe globalisering sociale relaties verbrokkelt, waardoor mensen zich meer identificeren met een mondiale cultuur dan met hun lokale cultuur. Appadurai ziet globalisering als een kracht die een mondiale culturele economie creëert, waarbij culturele producten over de hele wereld worden geproduceerd en geconsumeerd, wat bijdraagt aan de eenvormigheid van cultuur.

Uit: J. Ziyan, Globalisering en de impact ervan op de culturele identiteit: een analyse Medium, 2023

Influencers bereiken miljoenen volgers over de hele wereld en promoten producten en bedrijven zoals Amazon, in dit voorbeeld.

135 D Maatschappelijke veranderingen
Bron 9 Inf luencers

Amazon is een Amerikaans e-commercebedrijf. De internetgigant haalde in 2022 een omzet van 514 miljard dollar.

Bron 11 Het wereldwijde web

De doorbraak van een wereldwijd informatiesysteem kwam tussen 1989 en 1991. Tim Berners-Lee was actief aan het CERN in Genève. Op zoek naar een manier om eenvoudig informatie te kunnen delen met andere academici en wetenschappelijke instituten bedacht hij het wereldwijde web. De hyperteksttaal HTML moest een standaard worden voor documenten. Een muisklik op een link in een document leidt de gebruiker naar een ander HTML-document. Berners-Lee ontwierp ook de eerste webbrowser, een programma waarmee je webpagina’s online kunt bekijken. Hij doopte zijn systeem ‘World Wide Web’. Al snel sprongen ook gewone mensen en bedrijven op de trein door hun eigen websites (een verzameling webpagina’s) te publiceren.

Weldra was er op het groeiende web behoefte aan een zoekmechanisme om een weg te vinden in die overvloed van pagina’s en informatie. Zoekmachines, zoals Google, speelden in op die vraag. Als we het www zouden vergelijken met een boek of encyclopedie, dan is Google niet zozeer de inhoudsopgave, maar eerder de index . Het indexeren van miljarden steeds wijzigende webpagina’s gebeurt natuurlijk niet door mensenhanden. Het indexeren gebeurt met behulp van een zoekrobot, de Googlebot. Uiteraard is dat geen echte ‘robot’, maar een stukje software.

©VANIN

Uit: K. Merckx, Uit het hoofd. Gorredijk, Uitgeverij Noordboek, 2022

136 ONDERZOEK 4 d e glO Ba lisering van het dagelijkse leven Bron 10 E- commerce verdringt de gewone winkel

Bron 12 Big data en AI

De digitalisering, het internet, goedkopere elektronica en sensoren ... hebben het verzamelen en bewaren van data door bedrijven en overheden niet alleen vergemakkelijkt, maar ook versneld. Met data bedoelen we alle digitale gegevens en sporen die online gebruikers (websites, apps, sociale media …) produceren en achterlaten. Slimme algoritmes en kunstmatige intelligentie analyseren die data en leren op basis van die data taken die voorheen enkel door mensen konden worden gedaan. Die slimme zelflerende software maakt een profiel van de gebruikers en geeft aanbevelingen. Dat leidt tot een bijzonder goede kennis van de consument, waardoor ze de klant beter kunnen beïnvloeden in zijn keuzes. Veel techbedrijven leven van het verkopen en analyseren van data. AI is zo goed in het leren van data dat het verschillende cognitieve taken kan leren die vroeger enkel door mensen konden worden gedaan.

Uit: K. Merckx, Uit het hoofd. Gorredijk, Uitgeverij Noordboek, 2022

Bron 14 AI en automatisering

Bron 13 Big data

Jaar Gegevens per Hoeveelheid (Gb)

1992dag 100

1997uur 100

2002seconde100

2013seconde 28 875

2018seconde 50 000

De hoeveelheid geproduceerde digitale data tussen 1992 en 2018

©VANIN

Waarom zouden we zoveel menselijk potentieel vervangen door robots en AI? De initiële kosten van robots en automatisering liggen veel hoger, maar betalen zichzelf in geen tijd terug. Je hoeft robots geen loon te betalen, ze eisen geen ‘9 to 5 job’, worden niet ziek (hooguit moet je een onderdeel vervangen) en nemen geen vakantie. Ze werken de hele tijd. Wat raad je je kinderen nog aan om te studeren of omgekeerd, waarom zouden kinderen nog willen of moeten studeren? Waarom zou je nog een andere taal leren als je merkt hoe goed op AI gebaseerde vertaalsystemen zoals DeepL ondertussen al zijn?

Uit: K. Merckx, Uit het hoofd. Gorredijk, Uitgeverij Noordboek, 2022

Bron 15 De impact van kunstmatige intelligentie

‘Als data de nieuwe olie is, dan is China het nieuwe Saoedi-Arabië.’

– Kai-Fu Lee

Kai-Fu Lee vergelijkt de vooruitgang in kunstmatige intelligentie met de industriële revolutie, maar stelt dat de impact op de werkgelegenheid veel verregaander zal zijn. Immers, AI is in staat om ook heel veel ‘mentale’ arbeid en ‘cognitief werk’ te vervangen. Tot de cognitieve banen die het grootste risico lopen overbodig te worden, behoren vertaler, radioloog, bepaalde taken in het bankwezen, belastingcontroleurs, telemarketeer … Die banen zijn relatief asociaal en kunnen makkelijk geoptimaliseerd worden. Sociale banen of beroepen die steunen op creativiteit en/of strategie en bepaalde fysieke taken, lopen minder risico. Maar ook een groot aantal fysieke banen, waaronder die van afwasser, vrachtwagenchauffeur, textielarbeider, kok en caissière, lopen een hoog risico. Hij noemt China het nieuwe Saoedi-Arabië omdat het door zijn grote bevolking over de meeste data beschikt.

Uit: K. Merckx, Uit het hoofd Gorredijk, Uitgeverij Noordboek, 2022

137 D Maatschappelijke veranderingen

Bron 16 Kunstmatige intelligentie en jobverlies

Als Senior Advisor for Innovation van Hillary Clinton bezocht Alec Ross 41 landen. Hij bezocht wereldwijd oorlogsgebieden en vluchtelingenkampen, en ontmoette de machtigste mensen in het bedrijfsleven en de politiek. Ze veranderden en verdiepten zijn inzicht in wat de wereld staat te wachten op het gebied van innovatie en automatisering. In zijn boek The Industries of the Future onderzoekt hij hoe innovatieve technologieën, zoals robotica en kunstmatige intelligentie, de economische situatie in de wereld de komende tien jaar zullen veranderen. Hij beschrijft welke functies weinig overlevingskansen hebben door ‘cloud computing’ en AI.

Hij heeft het onder meer over ‘cloud robotics’. Robots, waaronder drones, zullen hun ‘geleerde ervaringen’ uploaden naar de ‘cloud’ en op die manier kunnen leren uit de ervaringen van andere robots. Door die gedeelde kennis zullen robots en AI een vorm van adaptieve en cumulatieve leercultuur ontwikkelen. Stel dat je een drone zou bouwen waarvan het de taak is om een bepaald iemand te liquideren. Als je als slachtoffer die drone uitschakelt, ben je nog niet gered. Immers, de drone heeft al lang via de ‘cloud’ zijn opdracht, kennis en locatie (en dus ook die van jou) doorgegeven. Door die gedeelde kenniscultuur zullen robots steeds nieuwe taken leren.

Een wat angstaanjagend onderzoek van de universiteit van Oxford concludeert dat 47 procent van alle menselijke banen in de Verenigde Staten in de loop van de komende twintig jaar kan worden vervangen door robots en AI.

Uit: A. Ross, The Industries of the Future. New York, Simon & Schuster, 2016

Wat je na deze les moet kunnen:

KUNNEN

1 een historische vraag in het referentiekader situeren

2 informatie selecteren uit historische bronnen om een historische vraag te beantwoorden

3 de bruikbaarheid van bronnen in functie van een historische vraag beoordelen

4 het dagelijkse leven in België in de 19e eeuw en vandaag vergelijken

5 de gevolgen van de globalisering voor het dagelijkse leven met voorbeelden aantonen

©VANIN

6 argumenteren of globalisering heeft geleid tot meer diversiteit of meer homogeniteit

7 het verband tussen het internet, dataproductie, AI en werkgelegenheid aantonen

Een aantal onderdelen van ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

138 ONDERZOEK 4 d e glO Ba lisering van het dagelijkse leven

OPDRACHT 1

Van isolement naar globalisering

a Wat betekent ‘globalisering’?

b Situeer de historische vraag ‘Hoe beïnvloedt de globalisering het dagelijkse leven?’ in het referentiekader.

c Leg uit waarom we kunnen spreken van een globalisering van het dagelijkse leven.

d No em minstens twee belangrijke wijzigingen die zich sinds de 19e eeuw hebben voorgedaan op het vlak van de voedselvoorziening en de voedselproductie.

OPDRACHT 2

Diversiteit of eenheidsworst?

a Welke bronnen zijn bruikbaar om op die vraag te antwoorden?

b Heeft de globalisering geleid tot meer culturele diversiteit? Leg kort uit.

OPDRACHT 3

Van het wereldwijde web naar big data en AI

a Op welke manier hebben de digitalisering en het internet geleid tot een explosie van dataproductie?

b Waarom is het verzamelen van zo veel mogelijk data big business geworden?

c Ho e proberen e-commercebedrijven de keuze en het koopgedrag van consumenten te beïnvloeden?

d Welke invloed heeft AI op de werkgelegenheid?

e Waarom zal de impact van AI veel groter zijn dan die van de industriële revolutie?

139 D Maatschappelijke veranderingen
©VANIN

EBelgië na de Tweede Wereldoorlog ©VANIN

Dit onderdeel behandelt het vervolg van de Belgische geschiedenis, die je vorig jaar al gedeeltelijk hebt bestudeerd. Geschiedkundigen en politieke wetenschappers onderscheiden in de Belgische samenleving drie breuk lijnen of conflictzones. Ze proberen zo de werkelijkheid beter te begrijpen en te verduidelijken.

De drie conflictzones zijn:

kapitaal arbeid (so cio-economische conflictzone)

katholiek vrijzinnig (levensbeschouwelijke conflictzone)

Nederlandstalig, Franstalig, Vlaams Waals ( communautaire conflictzone)

België kent zware conflicten wanneer het katholieke en economisch liberale Vlaanderen lijnrecht tegenover het vrijzinnige en socialistische Wallonië komt te staan. Je mag het schema uiteraard niet als allesverklarend beschouwen. Vlaanderen telt ook vrijzinnigen en socialisten en in Wallonië wonen er eveneens katholieken en voorstanders van een liberalere economie. Vandaag spelen bovendien nog andere thema’s, zoals migratie en klimaat, een belangrijke rol.

De breuklijnen binnen de Belgische samenleving, cartoon van Edwin Nagels, 2000

140 E BELGIË NA DE TWEEDE WERELDOORLOG

1

OPDRACHT 1

De Belgische welvaartsstaat

België is een van de rijkste landen ter wereld. België is een welvaartsstaat . Dankzij de sociale zekerheid is elke Belg van de wieg tot het graf zeker van een minimuminkomen en steun bij werkloosheid, ziekte en invaliditeit.

Hoe komt die welvaartsstaat tot stand? Welke rol speelt de loonindexering? En waarom neemt de armoede opnieuw toe?

Kaartnr(s).

Wat is een welvaartsstaat en wat is sociale zekerheid?

Bron 1 De welvaartsstaat

De verzorgingsstaat of ‘welfare state’ is een gemengde economie waarin de overheid een substantiële [belangrijke] invloed uitoefent op de welvaartsverdeling door belastingen en uitkeringen en door het stelsel van sociale zekerheid. Ook door publieke voorzieningen, zoals gesubsidieerd onderwijs, openbaar vervoer en gesubsidieerde kunsten, wil de overheid de welvaart onder de burgers spreiden en vergroten.

Uit: www.cultureelwoordenboek.nl

a Welke synoniemen gebruikt het cultureel woordenboek voor welvaartsstaat?

b Wat is een ‘gemengde economie’?

141 E B ELGIË NA DE T W EEDE W ER ELDOORLOG
11 1944 1950 1960 1973 1984 2008 201920202021 Sociaal
oliecrisis bankencrisis coronacrisis MOEIZAAM HERSTEL NEERGANG ECONOMIE ‘GOLDEN SIXTIES’ CRISIS CRISIS EN HERSTEL
Pact
©VANIN

c Met welke vier ingrepen wil de overheid de welvaart onder de burgers spreiden en vergroten?

OPDRACHT 2

Bron 2 So ciale zekerheid voor 1944

Voor de werknemers is pas bij het begin van de twintigste eeuw een aanvang gemaakt met een wettelijke sociale bescherming, nadat de oproerige stakingen van 1886 het land hadden opgeschrikt. In 1900 ontstond een wet op de werknemerspensioenen; deze hield het nog bij een vrijwillige verzekering, maar zou in 1925 vervangen worden door een verplicht systeem van rust- en overlevingspensioenen voor werknemers. (...) Het dalende geboortecijfer in de beginfase van de twintigste eeuw trok sterk de aandacht van de regeringen in Frankrijk en België. Dit leidde tot de totstandkoming, in 1928-1930, van een wetgeving op de gezinsbijslagen voor werknemers, gevolgd in 1937 door een analoge wet voor de zelfstandigen. (...) Bij de aanvang van de Tweede Wereldoorlog stond België nog met een vrijwillige verzekering voor werkloosheid en voor ziekte en invaliditeit. Deze verzekeringen waren het terrein van de onderlinge bijstandskassen van de werknemers, traditioneel ‘mutualiteiten’ (en thans: ziekenfondsen) genaamd, en van de vakbonden, die eigen werkloosheidskassen hadden opgericht. (...) De wereldoorlog zelf zou voor de ontwikkeling van de sociale zekerheid een buitengewoon belang hebben.

Uit: J. Van Langendock, Sociale zekerheid, wat is dat eigenlijk?. Antwerpen, Kluwer, 1986

a Onderstreep in de tekst het fragment dat aantoont dat de arbeiders voor de sociale wetgeving gevochten hebben.

b Welke twee verplichte verzekeringen bestaan al voor de Tweede Wereldoorlog?

©VANIN

c Welke vrijwillige verzekeringen worden in de tekst aangehaald?

Het Sociaal Pact is de basis van de welvaartsstaat

Na de Eerste Wereldoorlog, in 1919, wordt het algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen ingevoerd. Daardoor kan de strijd van arbeiders voor betere arbeids- en leefomstandigheden worden voortgezet in het parlement.

De grootste stap voorwaarts komt er in 1944 met het Sociaal Pact . Afgevaardigden van werknemers en werkgevers hebben dat akkoord in clandestiene gesprekken voorbereid tijdens de Duitse bezetting.

142 LES 11 D E B ELGI sc h E WELvA ARTs s TAAT
2

OPDRACHT 3

Het Sociaal Pact bestaat uit drie delen. Het eerste deel is de sociale zekerheid: alle werknemers, later ook alle zelfstandigen, zijn (verplicht) verzekerd tegen ziekte en invaliditeit, werkloosheid en ouderdom. Zij hebben ook recht op kinderbijslag en vakantiegeld.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) wordt betaald met verplichte bijdragen van werknemers en werkgevers. In 2022 betaalden de meeste werknemers 13,07 % van het brutoloon, werkgevers 25 %. Één rijksdienst beheert de gelden. De vakbonden, de Hulpkas en de mutualiteit betalen uit.

Het tweede deel zorgt voor het toezicht op prijzen en lonen. Het index mechanisme wordt hersteld. De prijzen van een vastgelegde korf van producten worden opgetekend, de index geeft het stijgen of dalen van die prijzen weer. Lonen en wedden worden aangepast.

Het derde deel verplicht het oprichten van socio-economische overlegorganen. In de ondernemingen worden in 1948 ondernemingsraden opgericht, in 1952 het Comité

Veiligheid, voorloper van het huidige Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk. De vakbondsafgevaardigde wordt erkend.

Het Sociaal Pact is een pact tussen arbeid en kapitaal. Overleg en index verminderen het aantal stakingen.

Bron 3 Financiering van de so ciale zekerheid van de werknemers in 2022

2,259 milj. € 3 %

9,196 milj. € 11 % 16,726 milj. € 20 %

bijdragen van werknemers en werkgevers staatstoelagen (belastingen) alternatieve nanciering (belastingen) andere inkomsten

Naar: https://bosa.belgium.be

De klassieke sociale zekerheid bevat 7 takken: ouderdoms- en overlevingspensioenen; werkloosheid; arbeidsongevallenverzekering; beroepsziekteverzekering; gezinsbijslag; ziekte- en invaliditeitsverzekering; jaarlijkse vakantie.

a Soms lees je in de media dat de so ciale zekerheid de staat (of de belastingen) te veel kost. Klopt dat voor de sociale zekerheid van de werknemers?

b Wie betaalt het meest? Hoeveel % bedraagt de bijdrage?

c Wat wordt met die inkomsten gefinancierd?

56,172
milj.
66 %
143 E B ELGIË NA DE T W EEDE W ER ELDOORLOG
©VANIN

Tussen ca. 1850 en 1950 wordt België rijk met kolen, staal en textiel. Vanaf 1950 krijgt de Belgische economie zware klappen. In tegenstelling tot de buurlanden komt de industrie bijna onbeschadigd uit de oorlog en wordt ze niet gemoderniseerd. Bovendien vervangt aardolie steeds meer steenkool. Veel mijnen gaan dicht. Ook verouderde textielfabrieken moeten sluiten; zij kunnen de concurrentie met de lagelonenlanden niet aan. In die moeilijke jaren bouwt de overheid als derde partner, met werkgevers en vakbonden, de overlegeconomie uit. Zij investeert ook in openbare werken, zoals autosnelwegen en havens.

In de jaren 1960 groeit de Belgische economie spectaculair. Ze volgt daarbij de trend van de wereldeconomie. De werkloosheidscijfers zijn de laagste ooit. Vlaanderen neemt de leidende rol in de economie van Wallonië over. De consumptiemaatschappij breekt door. Na de dagtaak luiert het droomgezin voor de tv in de woonkamer van de eigen woning. Ze eten in hun ingerichte keuken, nemen een bad in de badkamer en rijden in het weekend met de eigen auto naar zee.

Bron 4 Jaarlijkse groei van het bbp per hoofd van de bevolking (in %) (1920-2021)

Uit: www.andredecoster.be

Elk staafje drukt de procentuele groei uit van het bbp ten opzichte van het bbp van het vorige jaar.

a Zo ek op wat het bbp is.

b Groeit de economie elk jaar? Welke jaren niet?

WO II 1920 1925 1930 1935 1940 1945 1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020 1920 16,9 1944 5,2 2021 6,2 2009 –2,8 2020 –7,6 1993 –1,3 1981 –0,3 1975 –1,6 1958 –0,8 1952 –1,4 1942 –8,3 1940 –11,4 1932 –5,2 1988 4,4 1969 6,3 –20 –15 –10 –5 0 5 10 15 20 144 LES 11 D E B ELGI sc h E WELvA ARTs s TAAT
De Belgische overlegeconomie en de ‘golden sixties’
3
OPDRACHT 4
©VANIN

c Vergelijk de groeicijfers van 1960 tot 1970 met de cijfers tot vandaag.

• Vul aan: Van 1960 tot 1974 groeit de economie elk jaar gemiddeld met bijna %. Daarom spreken we van de ‘golden sixties’.

• Voor de periode van 1975 tot 1984 gebruikt men dikwijls het woord crisis. Dat is wel / niet verantwoord, want de economie is dan wel / niet gegroeid.

• Als we algemene conclusies trekken over de groei van de Belgische economie, dan staat het vast dat de economie vanaf 1976 sneller / trager groeit.

• Als de economie elk jaar groeit met 1 %, dan verdubbelt de omvang van de economie na 70 jaar met een groei van 2 % na 35 jaar. Door 70 te delen door de jaarlijkse groeivoet krijg je het aantal jaren dat nodig is om de omvang van iets te verdubbelen.

• Is de economie sinds 1980 verdubbeld? Ja / neen

‘Crisis’ en trage groei

De Belgische economie wordt vanaf 1974 meegezogen in een wereldwijde ‘economische crisis’. De olieproducerende landen verviervoudigen de olieprijzen. In België, zoals in alle landen van het rijke Noorden, stijgt de werkloosheid. Bedrijven moeten afslanken of gaan failliet. Op de wereldmarkt verliezen Belgische bedrijven de concurrentiestrijd. Ze schrijven dat toe aan de stijgende loonlast. Toenemende automatisering en de verhuizing van bedrijven naar lagelonenlanden doen de werkloosheid nog verder toenemen. Terwijl de kosten voor de werkloosheidssteun en andere overheidsuitgaven blijven stijgen, dalen de staatsinkomsten. De staatsschuld groeit spectaculair. De vakbonden proberen de welvaart en de werkgelegenheid in stand te houden. De neoliberale regeringen van de jaren 1980 snoeien in de sociale zekerheid en schorten de automatische koppeling van de lonen aan de index op. Ondanks de stijgende levensduurte groeien de lonen niet of dalen ze zelfs. De bedrijfswinsten stijgen. De regeringen besparen om de staatsschuld te verminderen.

Vanaf 1984 profiteert België mee van de economische heropleving. De nieuwe technologie (informatica en telecommunicatie, ICT) ligt mee aan de basis van de heropleving. De uitvoer stijgt en er wordt fors geïnvesteerd. Aan het einde van de jaren 1980 dalen ook de werkloosheidscijfers.

In 1993 kent de economie een nieuw dieptepunt. Europa en de nieuwe euromunt dwingen België om de staatsschuld verder af te bouwen. Besparen blijft de boodschap. De internationale én de Belgische economie groeien opnieuw (tot 2000). De sociale zekerheid blijft onder druk staan. De werklozen worden strenger opgevolgd en actiever begeleid. Sociale rechten worden aan plichten gekoppeld.

Besparen blijft de boodschap. Daarom voert de regering in 1996 de Loonnormwet in: de lonen mogen niet sneller stijgen dan die van de buurlanden. Tot vandaag blijft die wet gelden.

Lees de lestekst aandachtig en vul het schema op blz. 149 aan.

145 E B ELGIË NA DE T W EEDE W ER ELDOORLOG
4
OPDRACHT
5 ©VANIN

6

Van de bankencrisis van 2008 tot vandaag

De economie blijft groeien tot 2008, wanneer de banken in de VS in de problemen komen en de Europese banken meesleuren. Voor enkele Belgische banken dreigt het failliet. De regeringen treffen maatregelen die de staatsschuld opnieuw vergroten. Om de concurrentie met de buurlanden te verbeteren en een loonhandicap (loonkosten hoger dan die van de omliggende landen) te vermijden, voert de regering-Michel vanaf 2014 maatregelen in om de loonlasten te verminderen. De werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid verlagen van 33 % naar 25 %, er komt een eenmalige indexsprong (= de lonen niet aanpassen aan de index) en de lonen mogen voortaan slechts beperkt stijgen.

De overheid laat toe dat werkgevers winstpremies, ecocheques en consumptiecheques geven in plaats van loon. Op die producten wordt weinig of geen belasting of socialezekerheidsbijdrage betaald. Op die manier loopt de sociale zekerheid al miljarden euro’s mis. De pensioenleeftijd wordt verhoogd tot 67 jaar.

In 2020 krimpt het bbp per capita met 7,6 % als gevolg van de coronapandemie. Maatregelen tegen het verspreiden van COVID-19 (vaccinatie) en de massale steun aan huishoudens en bedrijven kosten handenvol geld. Daardoor loopt de staatsschuld in 2023 op tot 106 % van het bbp. Europa tikt België daarvoor op de vingers. De Belgische pensioenen zijn tot 2023 bij de laagste van Europa. Het minimumpensioen is intussen verhoogd tot € 1 500 voor een alleenstaande die voldoende jaren gewerkt heeft.

Bron 5 Bankencrisis

In een gunstig economisch klimaat kon de overheidsschuld verder dalen in de richting van het Europese gemiddelde. In 2008 moest de overheid echter tussenbeide komen om enkele nationale banken van de ondergang te redden, te midden van een zware crisis van het internationale financiële systeem. Op deze crisis volgde een algemene economische recessie , waardoor de staatsschuld weer de hoogte in ging. Het noopte de regering om een nieuw beleid uit te stippelen van besparingen en sociaaleconomische maatregelen, onder meer inzake de pensioenleeftijd.

Uit: G. Deneckere, T. De Paepe en B. De Wever, Een geschiedenis van België. Gent, Academia Press, 2020

a In welk land begint die ‘zware crisis van het internationale financiële systeem’?

b Waardoor verhoogt de staatsschuld opnieuw? Onderstreep in de tekst.

c Leg uit hoe de algemene economische recessie de staatsschuld de hoogte in jaagt.

d Onderstreep het juiste antwoord. De regering heeft de pensioenleeftijd verhoogd / verlaagd.

146 LES 11 D E B ELGI sc h E WELvA ARTs s TAAT
5
OPDRACHT
©VANIN

Bron 6 Belgen rijkste

Als je het mediane vermogen bekijkt, blijken Belgen de rijksten ter wereld.

Bekijk je het gemiddelde, dan staat Zwitserland boven aan de lijst (…).

Met 249 040 dollar (€ 228 180) per volwassene, inclusief vastgoed, heeft België het hoogste mediane vermogen, waar de ene helft van de inwoners onder en de andere helft boven zit. België telt dus relatief veel vermogende mensen.

De rijkdom zit niet geconcentreerd in de handen van een kleine groep zeer vermogenden.

Uit: De Standaard, 16 augustus 2023

Al dertig jaar leeft ongeveer 15 % van de Belgen in armoede en ondanks de stijgende sociale uitgaven zit daar geen beweging in. Maar onder de waterlijn verandert er wel vanalles. Voor laagopgeleiden, huurders en werklozen werd de situatie alleen maar nijpender en nam hun armoederisico tijdens de voorbije jaren sterk toe. Bovendien lijken veel mensen in armoede vast te zitten in hun situatie. De opwaartse sociale mobiliteit stremt. Running harder to stand still , stelt de sociologe Bea Cantillon vast. We geven alsmaar meer uit, maar we blijven ter plaatse trappelen.

Uit: W. van Lancker en A. Otto, Waarom gele hesjes niet met een bakfiets rijden. Brussel, ASP, 2022

Bron 8 Waarom België beter doet dan de rest van Europa

‘Ik denk dat de belangrijkste oorzaak voor onze economische groei de automatische loonindexering is’, zegt professor economie Paul De Grauwe (London School of Economics). ‘Die heeft ertoe geleid dat de koopkracht van de gemiddelde Belg niet is afgenomen en dat die op een normaal niveau kon blijven consumeren. Andere landen kennen ons mechanisme van automatische loonindexering niet. Het is niet dat de lonen in die landen niet aangepast worden’, zegt De Grauwe. ‘Alleen zal dat langer duren, waardoor de koopkracht en consumptie pas later weer op peil komen.’

Uit: De Morgen, 6 juni 2023

Lees aandachtig bron 6, 7 en 8. Welke stellingen zijn juist? Kruis aan. JuistFout

a Een volwassen Belg bezit gemiddeld € 228 180.

b De helft van de volwassen Belgen bezit minder dan € 228 180.

c De helft van de volwassen Belgen bezit € 228 180 of meer.

d Het risico om arm te worden stijgt voor alle Belgen.

e Alle arme mensen die vooruit willen, kunnen dat.

f We geven meer uit dan vroeger om die armen te helpen.

g De aanpassingen van de lonen aan de stijgende prijzen zorgen mee voor de economische groei.

147 E B ELGIË NA DE T W EEDE W ER ELDOORLOG
mensen ter wereld OPDRACHT 7 Bron 7 Armo ede in België
©VANIN

Bron 9 VBO wil af van de automatische indexering

‘Om de tien jaar moet de politiek ingrijpen met een indexsprong of een globaal plan om het concurrentievermogen te stutten, omdat de loonhandicap met de buurlanden door de automatische indexering weer te snel oploopt’, zegt Timmermans (…). Tegen 2030 moet de automatische indexering gefaseerd op de schop. ‘We moeten overstappen naar wat alle andere Europese landen doen: na onderhandelingen de lonen aanpassen (…).’

Uit: De Standaard, 4 december 2023

Pieter Timmermans is bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen.

a Vergelijk bron 8 en 9. Waarover zijn Timmermans en De Grauwe het niet eens?

©VANIN

b Wat is het voordeel van een snelle aanpassing van het loon aan de stijgende index?

c Wat gebeurt er meestal als de loononderhandelingen vastlopen en de vakbonden geen loonopslag verkrijgen?

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘welvaart’, ‘welvaartsstaat’, ‘Sociaal Pact’, ‘indexaanpassing’, ‘sociale zekerheid’, ‘overlegeconomie’, ‘golden sixties’, ‘recessie’, ‘crisis’ en ‘gemengde economie’ uitleggen

2 verklaren hoe het Sociaal Pact aan de basis ligt van de Belgische welvaartsstaat

3 de economische ontwikkeling na 1945 in grote lijnen schetsen

4 de invlo ed van de economische ontwikkeling op de sociale zekerheid aantonen

KUNNEN

1 aan de hand van een grafiek de evolutie van het bbp uitleggen

2 met cijfers en teksten algemeenheden als ‘crisis voor iedereen’ nuanceren en corrigeren

3 bronnen vergelijken, analyseren en verschillen en tegenstellingen aanduiden

4 het b egrip ‘crisis’ relativeren

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen.

Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

148 LES 11 D E B ELGI sc h E WELvA ARTs s TAAT

1 Wat is een welvaartsstaat en wat is sociale zekerheid?

Arbeidersstrijd b escherming: VERPLICHT:

• rust- en overlevingspensioen

• kinderbijslag

Tijdens WO II geheim overleg werknemers-werkgevers

2 Het Sociaal Pact is de basis van de welvaartsstaat

SOCIAAL PACT december 1944

De Belgische welvaartsstaat ©VANIN

• VERPLICHTE:

- ziekte - en invaliditeitsverzekering (deel 1)

- werkloosheidsverzekering

• index, prijzentoezicht (deel 2)

• overleg: vakbondsafgevaardigde, ondernemingsraad ... (deel 3)

3 De Belgische overlegeconomie en de ‘golden sixties’

Zware klappen voor verouderde economie steenkoolmijnen/textielfabrieken dicht

Overheid derde partner in overleg overlegeconomie

Overheid investeert in openbare werken + havens

Golden sixties: groei bbp ca. 5 %

4 ‘Crisis’ en trage groei

1974: België in de (olie)crisis: olieprijzen, loonlasten, verliezen concurrentiestrijd werkloosheid stijgt dalende inkomsten, stijgende uitgaven staatsschuld neemt to e b esparen op sociale zekerheid

Lonen dalen, bedrijfswinsten stijgen.

1984: economische heropleving door Werkloosheid daalt.

In 1993 nieuw dieptepunt gevolgd door groei en dwingen tot besparen om

So ciale zekerheid onder druk rechten en

LES 11 SCHEMA 149 E B ELGIË NA DE T W EEDE W ER ELDOORLOG

5 Van de bankencrisis van 2008 tot vandaag

2008: internationale financiële crisis begint in de VS o ok in België Regering moet banken redden staatsschuld Crisis werklozen staatsschuld

Lo onlasten verminderen: werkgeversbijdrage verminderen, indexsprong Ecocheques, winstpremies in plaats van loon verlies miljarden inkomsten sociale zekerheid

2020 coronacrisis: vaccinaties en steun aan bedrijven staatsschuld tot 106 % bbp

België, rijk(ste?) land maar 15 % is arm

150 LES 11 D E B ELGI sc h E WELvA ARTs s TAAT
©VANIN

Het federale België

België is een land met een ingewikkelde staatsstructuur.

Voel jij je een Vlaming of een Belg?

Of beide? Waarom is België een federale staat ? Hoe zit de Belgische staat eigenlijk in elkaar?

©VANIN

Kaartnr(s).

Koningskwestie

Sint-Michielsakkoord zesde staatshervorming repressie

agglomeratie

splitsing Leuvense universiteit eerste staatshervorming

Brussel (19 gemeenten)

t aalgrens

marsen op Brussel

Een groeiende kloof tussen Nederlandstaligen en Franstaligen

Tijdens het interbellum worden de Nederlandstaligen in België nog altijd gediscrimineerd. Om carrière te maken bij de overheid, het leger, belangrijke bedrijven, het gerecht, het onderwijs krijg je als Franstalige meer kansen. Ook in Vlaanderen bekleden nog veel Franstaligen belangrijke posities en dat terwijl ze slechts een kleine minderheid vormen. Dikwijls gebruiken ze niet of nauwelijks Nederlands. Onder druk van de Vlaamse beweging komen er taalwetten die die discriminatie moeten wegwerken. De uitvoering van die wetten wordt echter systematisch vertraagd door Franstaligen op belangrijke posities. Dat zorgt uiteraard voor frustratie bij Vlaamsgezinde intellectuelen.

Verschillende gebeurtenissen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog verscherpen in België de tegenstellingen tussen Nederlandstaligen en Franstaligen. Tijdens de oorlog hebben zowel Vlamingen als Franstaligen met de Duitsers gecollaboreerd. Een aantal Vlaamse collaborateurs hoopt dat de bezetter een einde maakt aan de discriminatie van de Vlamingen. Die maakt daar handig gebruik van en laat bijvoorbeeld de taalwetten echt toepassen. Veel collaborateurs kiezen ook voluit voor de ideeën van het nazisme. In alle regio’s is een verzet actief tegen de Duitse bezetters en de collaborateurs. De meeste Belgen proberen vooral de bezetting en de oorlog te overleven. Na de oorlog worden collaborateurs bestraft. Tijdens die repressie maakt men een aantal fouten: minder belangrijke collaborateurs worden dikwijls harder gestraft dan diegenen die heel hard hebben meegewerkt met de nazi’s. De straffen voor dezelfde overtreding verschillen

151 E B ELGIË NA DE T W EEDE W ER ELDOORLOG
12
1 2013 1993 1970 1968 1963 1962 1950 1961-1962 1945

soms grondig van elkaar naargelang rechtbank en moment van het proces: van doodstraf tot een lichte gevangenisstraf. Fanatieke Franstaligen hopen dan weer dat de repressie ook de Vlaamse beweging voorgoed uitschakelt. Veel Vlaamse collaborateurs gebruiken als excuus dat ze het allemaal voor Vlaanderen deden. In Vlaanderen stelt men zich door dat alles meer vergevingsgezind op ten opzichte van de collaboratie dan in Wallonië.

De Koningskwestie (1944-1950) brengt ons land aan de rand van een burgeroorlog. In 1944 hebben de vluchtende Duitsers de krijgsgevangen Leopold III meegenomen. Bij het einde van de oorlog zijn vooral de linkse partijen tegen de terugkeer van Leopold op de troon. Men verwijt de koning onder andere een te grote sympathie voor de Duitse bezetter. ‘Rechts België’ beweert dat de koning via zijn contacten met de nazi’s het land van een verregaande plundering en uithongering heeft gered. Bij een referendum (maart 1950) spreekt bijna 58 % van de Belgen zich uit voor de terugkeer van Leopold als koning. De ja-stemmen verschillen echter per regio: 72 % in Vlaanderen, 48 % in Brussel en 42 % in Wallonië. De terugkeer van Leopold III naar Laken zet kwaad bloed bij de Walen en bij de linkse partijen. Onder druk van stakingen en hevige rellen tussen voor- en tegenstanders doet Leopold III troonsafstand ten voordele van zijn zoon Boudewijn.

De discriminatie van de Vlamingen is begin 1960 nog niet volledig opgelost. Bovendien blijven Franstaligen het recht opeisen om hun taal ook in Vlaamse gemeenten te gebruiken. Dat gebeurt vooral rond Brussel en langs de taalgrens. Waar ze de meerderheid verwerven wordt het Nederlands gediscrimineerd. Veel Franstaligen kijken immers neer op het ‘boerse Vlaams’.

OPDRACHT 1

©VANIN

In 1961 stappen veel Vlamingen mee in een mars op Brussel om de verfransing in te perken en de Vlaamse discriminatie aan te klagen. In de hoofdstad, die midden in Vlaams gebied ligt, lijkt het Frans zich immers voortdurend als een olievlek uit te breiden. Franstaligen die in de Vlaamse randgemeenten komen wonen, weigeren Nederlands te spreken en eisen dat hun nieuwe woonplaats net als Brussel een tweetalig statuut krijgt.

In 1962 legt de regering de taalgrens tussen Vlaanderen en Wallonië definitief vast. Men verklaart 19 gemeenten van de agglomeratie Brussel tot tweetalig gebied. In de jaren 1960 komt het ook tot een botsing tussen Vlamingen en Franstaligen over de Leuvense universiteit. De Franstalige afdeling verhuist naar Waals-Brabant (1968). De Waals-Vlaamse tegenstellingen laten zich in die tijd ook op economisch vlak voelen. Terwijl de Waalse staalindustrie en de mijnbouw sterk achteruitboeren, groeit Vlaanderen uit tot de economische motor van België.

De tegenstellingen tussen de regio’s en de taalgroepen maken een staatshervorming noodzakelijk. De verschillen in visies vereisen een ander beleid. De Vlamingen hopen via die weg ook een einde te maken aan de discriminatie. De Walen zijn bang om als (economische) minderheid in het België van de toekomst niet meer mee te tellen. Ze hopen dat de staatshervorming dat verhindert.

Bron 1 Arrestatie van vermeende collaborateurs in Antwerpen, 1944

In 1944, vlak na de bevrijding van ons land, arresteren verzetslui vele mensen die verdacht worden van collaboratie. Een aantal gaat pas op het einde van de oorlog bij het verzet, wanneer duidelijk wordt dat de nazi’s zullen verliezen. (Buren)ruzies en vetes worden in deze woelige tijd soms gewelddadig ‘opgelost’.

152 LES 12 h ET fED ERALE B ELGIË

OPDRACHT 2

a Ho e worden de collaborateurs aangepakt?

b Waarom zouden de omstanders lachen?

©VANIN

2 Aff iche uit de tijd van de Koningskwestie

a Van wie is de uitspraak?

b Wat is de boodschap van de affiche?

‘Kgf’ betekent ‘Kriegsgefangene’. Dit is een affiche uit 1950 van de tegenstanders van Leopold III. De zin onderaan verwijst naar de belofte van koning Leopold III dat hij tijdens de bezetting het lot van de bevolking zal delen. Achter het prikkeldraad staat een krijgsgevangen Belgische soldaat. Hij kijkt naar Leopold III, die aan het wandelen is met zijn nieuwe echtgenote, met wie hij tijdens de bezetting gehuwd is.

c Is deze bron betrouwbaar om vragen te beantwoorden over Leopold III of over wat zijn tegenstanders hem verwijten?

153 E B ELGIË NA DE T W EEDE W ER ELDOORLOG
Bron

3

Bron 3 Taalgebruik

Op de eerste dag dat ik daar toekwam, moest ik mij voorstellen aan de grote baas. Ik ben van de Vlaamse rol [ambtenaar die Nederlandstalig is] , dus dacht ik dat ik inderdaad als Vlaming mocht spreken. Ik kwam bij de grote baas en het eerste wat ik hoorde was: ‘Ici c’est tout en français.’ Dat ik zo goed Frans sprak, zal ik niet zeggen. Ik kon wel Frans, maar het was toch een schok voor mij. Dan moest ik naar de directeur. Dat was dus mijn rechtstreekse baas. Ik dacht dat zal daar wel in ‘t Vlaams zijn zeker. Als ge directeur zijt, moet ge zowel de ene als de andere kunnen verstaan. Maar groot was mijn ontgoocheling. Ik hoorde weer hetzelfde liedje: ‘Il faut faire attention, tout est en français ici.’

Getuigenis van S. Szondi. Uit: R. Van Alboom, De verbeulemansing van Brussel. Brussel, BRT, 1990

S. Szondi is een ambtenaar in de openbare dienst in de jaren 1960.

Welke taal wordt in de ministeries bij voorkeur gebruikt in de jaren 1960?

OPDRACHT 4

Bron 4 Franstalige tegenbetogers bij de Vlaamse mars op Brussel van 1962

WEST-VLAANDEREN

Komen Moeskroen SpiereHelkijn

FRANKRIJK

Edingen Vloesberg Ronse

OOST-VLAANDEREN HENEGOUWEN Brussel

Bever

VLAAMS-BRABANT

WAALS-BRABANT

a Becommentarieer de slogans van de tegenbetogers ‘Fichez-nous la paix’ (Laat ons met rust), ‘Handen af van Brussel’, ‘Keer terug naar uw dorp’.

b Waarom knijpt de tegenbetoger zijn neus dicht?

LIMBURG Herstappe

NEDERLAND Voeren LUIK

©VANIN

Vlaamse gemeenten met faciliteiten voor Franstaligen

taalgrens 025 km provinciegrens

Waalse gemeenten met faciliteiten voor Nederlandstaligen

Het vastleggen van de taalgrens houdt een gebiedsruil tussen Vlaanderen en Wallonië in. Vlaanderen hevelt 25 gemeenten met 88 000 inwoners over naar Wallonië, terwijl Wallonië 24 gemeenten met slechts 23 000 inwoners aan Vlaanderen afstaat. De Voerstreek, die van Luik naar Limburg gaat, zorgt lange tijd voor communautaire spanningen. In het conflictgebied Komen-Moeskroen (van West-Vlaanderen naar Henegouwen) keert de rust vrij vlug terug.

154 LES 12 h ET fED ERALE B ELGIË
de ministeries OPDRACHT
in
Bron 5 De taalgrens, 1962
OPDRACHT
5

a Onderstreep de gemeenten waar Franstaligen faciliteiten genieten. Kies uit: Komen – Spiere Helkijn – Ronse – Edingen – Voeren

b Is de taalgrens ook een staatsgrens? Leg uit.

OPDRACHT 6

Bron 6 De agglomeratie Brussel in 1963

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat uit 19 gemeenten met tweetaligheid. Als tijdelijke maatregel krijgen de Franstaligen van 6 Vlaamse randgemeenten taalfaciliteiten

a Welke gemeenten horen niet in het rijtje thuis? Motiveer je antwoord. Kies uit: Wemmel – Anderlecht – Sint-Jans-Molenbeek – Elsene – Drogenbos – Vorst – Ukkel

b Wat zijn faciliteiten?

155 E B ELGIË NA DE T W EEDE W ER ELDOORLOG
©VANIN

Bron 7 Bevolking in België (begin 2023)

Bevolking begin 2023 Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest

België

Aantal inwoners (inw.)6 774 8073 681 5751 241 17511 697 557

Bevolkingsdichtheid

Uit: statbel.fgov.be

inw. per km²

inw. per km² 7 642 inw. per km²

inw. per km²

©VANIN

Bron 8 Tewerkstelling in België (eind 2023)

Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest België

Werkgelegenheidsgraad (aan het werk)

Uit: statbel.fgov.be

Bron 9 Aandeel van de gewesten in de Belgische export (2022)

Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest België

(uitvoer van producten en diensten)

Uit: www.vlaanderen.be/statistiek-vlaanderen/buitenlandse-handel

Toon aan dat België een economie met verschillende snelheden heeft.

156 LES 12 h ET fED ERALE B ELGIË
OPDRACHT 7
497
218
381
71,3 % 60,4 % 62,4 % 66,8 % Werkloosheid 3,5 % 8,3 % 10 % 5,6 %
79,4
18,4
2,2
100 %
Export
%
%
%

België is een federale staat

Vanaf 1970 maakt een reeks staatshervormingen van België een federale staat. De federale overheid behoudt een reeks belangrijke bevoegdheden, zoals defensie, sociale zekerheid, justitie en openbare veiligheid. Drie gemeenschappen (de Vlaamse, Franse en Duitstalige) zijn bevoegd voor ‘persoonsgebonden’ zaken (onderwijs, cultuur, wetenschappelijk onderzoek ...). Drie gewesten (Vlaanderen, Wallonië en Brussel) zijn verantwoordelijk voor ‘plaatsgebonden’ zaken (milieu, wegennetwerk, economie ...).

©VANIN

Zowel de gemeenschappen als de gewesten hebben elk een eigen parlement en regering. Vlaanderen, waar de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest met elkaar gefusioneerd zijn (1980), heeft slechts één regering en één parlement. De Franstaligen behouden voorlopig het onderscheid tussen gewest en gemeenschap. In de jaren 1990 breidt men de bevoegdheden van de gewesten en gemeenschappen verder uit. Enkele (Vlaamse) partijen dromen van een confederale staat waarin de deelstaten meer bevoegdheden en macht hebben dan de federale staat. Verschillen op het vlak van economie, sociale zekerheid, werkgelegenheid ... maken een algemene federale politiek immers steeds moeilijker. Andere partijen willen dan weer meer macht voor de federale overheid. Nog andere willen het land definitief opsplitsen.

Bron 10 Gewesten, gemeenschappen en provincies van België

Noordzee

Raadpleeg ook de ontdekplaat Het federale België

Bron 11 De Belgische b estuursniveaus voor Vlaanderen

Het principe van de scheiding der machten wordt op verschillende niveaus toegepast.

Wetgevende machtUitvoerende machtRechterlijke macht

EU Europees Parlement + ministers lidstaten Commissarissen + ministers lidstaten Europees Hof van Justitie

België federaal (nationaal)

Federaal parlement

Federale regering Federale rechtbanken

België regionaal Vlaams Parlement Vlaamse Regering

België provinciaal Provincieraad Bestendige Deputatie

België gemeentelijk Gemeenteraad Burgemeester en schepenen

Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest 0 50 km
NEDERLAND DUITSLAND FRANKRIJK GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG
157 E B ELGIË NA DE T W EEDE W ER ELDOORLOG
2
8
OPDRACHT

De vertegenwoordigers worden via vrije verkiezingen aangeduid.

De bestuurders worden aangesteld door de meerderheidspartijen in een wetgevende raad. In een gemeente wordt diegene met de meeste voorkeurstemmen bij de meerderheidspartijen burgemeester

De rechters worden aangesteld door de nationale regeringen.

De rechterlijke macht wordt voor alle Belgische bestuursniveaus door dezelfde rechtbanken uitgeoefend. Zij zijn grotendeels wel per provincie georganiseerd.

a Wie is de wetgevende en uitvoerende macht op regionaal niveau?

b Welke macht is in België niet verder opgedeeld in beleidsniveaus?

c Ho e heet de wetgevende macht bij een provincie?

d Zo ek op. Hoe heet de ambtenaar die de Bestendige Deputatie van een provincie leidt?

e De schep enen van een gemeente worden rechtstreeks verkozen. Juist of fout? Motiveer je antwoord.

f Welke uitvoerende macht wordt rechtstreeks verkozen?

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘discriminatie’, ‘collaboratie’, ‘repressie’, ‘taalfaciliteiten’, ‘federaal’, ‘gewest’, ‘gemeenschap’ en ‘confederalisme’ uitleggen

2 vier conflicten tussen Franstaligen en Nederlandstaligen bespreken

3 uitleggen waarom het tot een staatshervorming is gekomen

KUNNEN

1 tab ellen en grafieken bestuderen en analyseren

2 de b etrouwbaarheid en bruikbaarheid van een bron inschatten

3 een eigen standpunt innemen over de toekomstige staatsstructuur van België

©VANIN

4 de federale structuur van België uitleggen

5 de verschillende bestuursniveaus in België opnoemen

6 het onderscheid tussen gemeenschappen en gewesten uitleggen

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen.

Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

158 LES 12 h ET fED ERALE B ELGIË

Het federale België

1 Een groeiende kloof tussen Nederlandstaligen en Franstaligen

De tegenstelling tussen Vlamingen en Franstaligen neemt na WO II toe:

• Visie op collaboratie en repressie

• Koningskwestie (Leopold III treedt af ten voordele van Boudewijn.)

• Blijvende discriminatie van de Vlamingen + verfransing rond Brussel en bij taalgrens

Reactie van de Vlamingen: marsen op Brussel (1961-1962) tegen verfransing van olievlek Brussel

Maatregelen

• Vastleggen grondgebied agglomeratie Brussel mét taalfaciliteiten voor Franstaligen in een aantal randgemeenten

• Vastleggen taalgrens tussen Vlaanderen en Wallonië met taalfaciliteiten in sommige gemeenten

• Opsplitsing Leuvense universiteit (1968)

Goed draaiende economie in Vlaanderen en economische terugval in Wallonië

2 België is een federale

staat

Vanaf 1970 wordt een reeks staatshervormingen doorgevoerd:

• Federale overheid behoudt defensie, sociale zekerheid, justitie en openbare veiligheid

• Drie gemeenschapp en: Vlaams, Franstalig en Duits (persoonsgebonden materies)

• Drie gewesten: Vlaanderen, Brussel Hoofdstedelijk, Wallonië (plaatsgebonden materies)

Later: meer bevoegdheden voor gewesten en gemeenschappen

LES 12 SCHEMA 159 E B ELGIË NA DE T W EEDE W ER ELDOORLOG
©VANIN

Het Belgische politieke landschap

Je hoort en leest weleens uitspraken

als: ‘Er is een kloof tussen de burger en de politiek. Politici zijn zakkenvullers. België is geen democratie, maar een particratie.’

Zijn die beweringen juist?

Waar komen de politieke partijen vandaan en waar staan ze voor?

Hoe worden we bestuurd?

1 ©VANIN

Kaartnr(s).

katholieken en liberalen

België onafhankelijk

Liberale Partij

BWP (Belgische Werkliedenpartij)

Katholieke Partij

KP (Kommunistische Partij)

Volksunie Agalev

Vlaams Blok

De Vlaamse politieke partijen van vandaag wortelen in het verleden

Bij het ontstaan van België zijn er twee politieke strekkingen: de liberalen en de katholieken. De liberalen zijn aanhangers van de ideeën van de Verlichting en de Franse Revolutie. Ze zijn antiklerikaal (vrijzinnig) en progressief. De katholieken daarentegen willen niets veranderen. Zij zijn conservatief en vinden dat het beleid zo veel mogelijk rekening moet houden met het geloof, de principes en de moraal van de Kerk. In 1846 richten de liberalen de Liberale Partij op. De katholieken stichten pas in 1884 de Katholieke Partij. Een jaar later wordt de socialistische partij opgericht: de Belgische Werkliedenpartij. Zij verdedigt de werknemers (arbeid) in hun strijd tegen de werkgevers (kapitaal). Omdat de liberale, de katholieke en de socialistische partij de oudste politieke partijen zijn in België, noemen we die partijen vandaag ‘de traditionele partijen’. De andere partijen ontstaan pas later in de 20e eeuw. In 1921 richten ‘radicale socialisten’ de Kommunistische Partij op. Vooral in Wallonië en in Brussel heeft die partij aanvankelijk succes. In Vlaanderen komen er Vlaams-nationalistische partijen. Zij strijden voor de rechten van de Vlamingen in het door Franstaligen gedomineerde België (zie les 12). Tussen 1969 en 1978 splitsen de traditionele partijen op in Franstalige en Vlaamse partijen. Aan het einde van de 20e eeuw zorgen nieuwe maatschappelijke problemen opnieuw voor nieuwe partijen. In 1977 neemt Agalev (Anders Gaan Leven) voor het eerst deel aan de parlementsverkiezingen. Aanvankelijk is deze nieuwe partij vooral een milieupartij. Vandaag legt de partij Groen ook de nadruk op sociale

160 LES 13 hET B ELGI sch E p O LITIEk E LANDsch A p
13 1830 18841885 1846 1921 1954 2001 197719781979
N-VA PVDA

OPDRACHT 1

thema’s. In 1978 scheurt het Vlaams Blok zich af van de Vlaams-nationalistische Volksunie. Vlaams Blok gaat voor Vlaamse onafhankelijkheid en met de slogan ‘Eigen Volk Eerst’ maakt de partij duidelijk dat ze problemen heeft met vreemdelingen (migranten, asielzoekers). Achtervolgd door een reeks processen wegens racisme verandert de partij in 2004 haar naam in Vlaams Belang. N-VA is de politieke erfgenaam van de Volksunie. De PVDA (PTB in het Frans) is opgericht in 1979 en de enige nationale partij. Ze noemt zichzelf een eigentijdse communistische partij. Sinds de verkiezingen van 2019 is deze extreemlinkse partij vooral in Wallonië een belangrijke speler.

Bron 1 Ontstaan en evolutie van de belangrijkste Belgische partijen

Bron 2 Namen evolueren

a Welke partijen zijn in Vlaanderen de erfgenamen van de traditionele partijen?

b Geef voor de onderstaande afkortingen van de huidige partijen de volledige naam.

• Op en Vld:

• CD&V:

• VB:

• N-VA:

• PVDA:

• PS:

• MR:

161 E B ELGIË NA DE T W EEDE W ER ELDOORLOG
©VANIN

c Verbind met een lijn de naam van de Franstalige partijen met de Vlaamse zusterpartijen.

Les Engagés

Le parti socialiste (PS)

Le Mouvement réformateur (MR)

Open Vld

Groen

CD&V

Ecolo Vooruit

d Vul punt 1 van het schema op blz. 165 aan.

©VANIN

Politieke standpunten kun je ordenen in ‘links’ en ‘rechts’

De indeling in ‘links’ en ‘rechts’ is samen met de parlementaire democratie ontstaan in het begin van de 19e eeuw. In het parlement zitten vanuit het standpunt van de voorzitter de liberalen links en de katholieken rechts. Progressief wordt sindsdien met ‘links’ aangeduid en ‘conservatief’ met rechts. Die vroegste indeling gaat over waarden en normen of het ethische vlak. Rechts betekent dan dat je vasthoudt aan de traditionele christelijke waarden. Linkse partijen vinden dat je kunt vernieuwen en zij verdedigen bijvoorbeeld het recht op euthanasie en abortus. Ten tweede kun je links of rechts zijn op economisch vlak. Linkse partijen verdedigen de werknemers. Ze vinden dat de overheid de rijkdom moet herverdelen en een sterke sociale zekerheid moet voorzien. Rechtse partijen daarentegen willen welvaart creëren door de bedrijven (werkgevers en zelfstandigen) zo veel mogelijk vrijheid te geven. De uitersten op die as zijn links het communisme en rechts het kapitalisme. Tot slot noemen we (extreem)nationalistische partijen (extreem)rechts. Zij komen op voor het eigen volk. Die betekenis van ‘rechts’ heb je beslist al gehoord. Maar in feite kun je naargelang het vlak waarover je spreekt alle partijen rangschikken op een as van extreemlinks tot extreemrechts. In het midden spreken we van het centrum of van centrumpartijen. Let wel op, want sommige partijen hebben linkse standpunten op het ene vlak en rechtse standpunten op het andere vlak.

Rangschik de belangrijkste Vlaamse politieke partijen van extreemlinks tot extreemrechts.

EXTREEMLINKS

EXTREEMRECHTS

* CD&V is op economisch vlak dé centrumpartij, maar op ethisch vlak is CD&V uiterst rechts.

* Open Vld is op economisch vlak rechts, maar op ethisch vlak links.

* VB is extreemrechts op nationalistisch vlak, maar eerder links op economisch vlak.

Bron 3 Cartoon Lectrr

162 LES 13 hET B ELGI sch E p O LITIEk E LANDsch A p
OPDRACHT 2 VIDEO
2
CENTRUM

Zijn deze standpunten links of rechts? Over welk vlak gaat het?

Standpunt

a Holebi’s en hetero’s zijn gelijk.

b Euthanasie kan enkel in uitzonderlijke gevallen de oplossing zijn.

c De b elastingen moeten zo veel mogelijk omlaag.

d De leef lonen moeten opgetrokken worden.

e Werkloosheidsuitkeringen moeten beperkt worden in de tijd.

f Iemand in een directiefunctie mag veel geld verdienen.

g Vrouwen moeten anoniem kunnen bevallen.

h Diversiteit in onze samenleving is een meerwaarde.

i Drugs, ook cannabis, moeten hard aangepakt worden.

j Een eerlijk migratiebeleid gaat hand in hand met een eerlijk Noord-Zuidbeleid.

België is een democratische rechtsstaat

Links of rechts? Vlak?

In een democratie heeft het volk politieke macht via het kiesrecht. De burgers kiezen door hun stem uit te brengen voor wie een zetel krijgt in het parlement. De grondwet beschermt de rechten van de Belgen en benadrukt de scheiding der machten. Het parlement of de wetgevende macht maakt de wetten en controleert de andere machten. De uitvoerende macht of de regering bestuurt het land. In de praktijk ontwerpt zij de meeste wetten, die ze ter goedkeuring voorlegt aan het parlement. De rechterlijke macht, rechtbanken en gerechtshoven doen de wetten en regeringsbesluiten naleven. In een rechtsstaat is iedereen gelijk voor de wet en ook de overheid moet de wetten respecteren. Zo wordt dictatuur onmogelijk gemaakt. De westerse landen zijn trots op hun democratieën, maar in de praktijk groeit de kloof tussen de politiek en de burgers. Een goede graadmeter daarvoor is de opkomst bij de verkiezingen. In België is de opkomstplicht voor de gemeente- en provincieraadsverkiezingen in 2023 afgeschaft. Een ander punt van kritiek is dat de parlementsleden te veel in de greep zitten van hun partij. België wordt daarom weleens een particratie genoemd, in plaats van een democratie. De politieke partijen hebben in de loop van de tijd inderdaad steeds meer macht en invloed gekregen. De partijtop bepaalt wie voor welke verkiezingen opkomt en wie de interessantste plaatsen op de kieslijst krijgt. Na de verkiezingen voeren de partijvoorzitters de onderhandelingen om een coalitie te vormen. De coalitiepartijen leveren de ministers. De partijleiding beslist wie en dat zijn niet noodzakelijk de kandidaten met de meeste stemmen. Ook de parlementsleden uit de oppositie volgen doorgaans braaf het partijstandpunt. Wie dat niet doet, dreigt bij de volgende verkiezingen een goede plaats op de kieslijst te verliezen. En we kunnen natuurlijk enkel stemmen voor de kandidaten op de kieslijsten.

163 E B ELGIË NA DE T W EEDE W ER ELDOORLOG
OPDRACHT 3
3©VANIN

a Onderstreep in het blauw de drie machten in de lestekst.

b Geef vier b elangrijke kenmerken van een democratische rechtsstaat.

©VANIN

c Onderstreep in het rood twee punten van kritiek op onze democratie. Bespreek klassikaal.

d Waarom is het belangrijk dat je gaat stemmen, ook als de opkomstplicht is afgeschaft?

e Ho e kun je je als jongere nog actief inzetten voor maatschappelijke kwesties in de samenleving? Bespreek klassikaal en noteer twee voorbeelden die jou aanspreken.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘conservatief’, ‘progressief’, ‘liberaal’, ‘katholiek’, ‘socialisme’, ‘democratie’, ‘rechtsstaat’, ‘opkomstplicht’, ‘traditionele partijen’, ‘coalitie’ en ‘oppositie’ verklaren

2 de drie tegenstellingen in de Belgische samenleving noemen en het ontstaan ervan verklaren

3 het ontstaan van de Belgische politieke partijen uitleggen

4 de huidige Vlaamse politieke partijen opnoemen

5 de namen en af kortingen van de huidige politieke partijen met hun historische voorgangers verbinden

6 de werking van de Belgische democratische rechtsstaat uitleggen

KUNNEN

1 bronnen ontleden

2 schema’s verwoorden

3 b egrippen met eigen woorden uitleggen

4 de eigen verantwoordelijkheid binnen de democratische rechtsstaat met een voorbeeld uitleggen

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

164 LES 13 hET B ELGI sch E p O LITIEk E LANDsch A p
OPDRACHT 4

1 De Vlaamse politieke partijen van vandaag wortelen in het verleden

Tijd Ontstaan politieke partij Conflict

1846

1884

1885 arb eid kapitaal

Interb ellum

Het Belgische politieke landschap ©VANIN

1830 2 strekkingen / geen partijen vrijzinnig katholiek

Nederlandstalig Franstalig

1977 voor het milieu

1978 eigen volk eerst

1979 eigentijds communisme

2 Politieke standpunten kun je ordenen in ‘links’ en ‘rechts’

Links

Rechts

Op ethisch vlak Progressief Conservatief

Op economisch vlak De overheid speelt een actieve rol en herverdeelt de rijkdom.

Bedrijven krijgen zo veel mogelijk vrijheid.

Op nationalistisch vlak Niet nationalistisch Wel nationalistisch

3 België is een democratische rechtsstaat

Grondwet

Scheiding der machten

• wetgevende macht: parlement maakt wetten, controle andere machten

• uitvoerende macht: regering bestuurt, voert wetten uit, ontwerpt meeste wetten

• rechterlijke macht: rechtbanken en gerechtshoven doen wetten naleven

Verkiezingen coalitie levert ministers anderen = oppositie

LES 13 SCHEMA 165 E B ELGIË NA DE T W EEDE W ER ELDOORLOG

FEen reis rond de wereld

In dit onderdeel bestudeer je de Verenigde Staten en een aantal niet-westerse samenlevingen en de contacten die we met hen hebben.

OPDRACHT

©VANIN

Noteer bij elke afbeelding voor welke samenleving ze symbool staat.

166 F EEN REIS ROND DE WERELD

De Verenigde Staten

In 1941 stelt een journalist in het Amerikaanse Time Magazine dat de 20e eeuw de ‘Amerikaanse eeuw’ zal worden. Achteraf beschouwd valt er wel wat voor die stelling te zeggen. Bij het begin van de 21e eeuw zijn de VS in elk geval de enige echte supermacht in de wereld. De voorbije decennia echter werd de macht van de VS op zowel politiek, militair, economisch als cultureel vlak uitgedaagd. Ook op binnenlands vlak staan de VS tegenwoordig voor grote uitdagingen.

Hoe hebben de VS die machtspositie verworven? Wat zijn de krachtlijnen van de Amerikaanse geschiedenis?

Wat zijn de huidige binnen- en buitenlandse uitdagingen voor de VS?

onafhankelijkheid

onafhankelijkheidsverklaring

1

Van onafhankelijkheidsoorlog tot burgeroorlog (1776-1861)

Na een lange maar succesvolle onafhankelijkheidsstrijd (1776-1783) tegen het Verenigd Koninkrijk verenigen 13 Britse ex-kolonies zich in een federale staat : de Verenigde Staten van Amerika. Tussen 1783 en 1848 zal het grondgebied van de nieuwe staat zich nog enorm uitbreiden.

Bekijk de kaarten in bron 1 en 2.

a Aan welke zijde van het Amerikaanse continent liggen de oorspronkelijke VS?

b Geef daar een historische verklaring voor.

167 F EEN REIS ROND DE WERELD
14
Kaartnr(s).
2009 1974 1969 1945 1939 1783 1861 1865 1914 1918 19631964 1973 1977198119891991 1993 2001 1776
1
BURGEROORLOG WO I Wall Street Crash 19291933 19521961 F.D. Roosevelt J.F. Kennedy L.B. Johnson R.M. Nixon R. Reagan B. Clinton G.W. Bush (+ terroristische aanslagen 11 september) Barack Obama 2017 Donald Trump 2021 Joe Biden GOLFOORLOG WO II OORLOG IN VIETNAM
2002 ‘WAR ON TERROR’ (AFGHANISTAN, IRAK …)
OPDRACHT
©VANIN

OPDRACHT 2

c Geef een factor die de kolonisatie van de meest westelijke gebieden heeft gestimuleerd.

d Wie is het grootste slachtoffer van de geleidelijke kolonisatie van die westelijke gebieden? Hoe blijkt dat?

Bron 1 De verovering van het Westen

©VANIN

Bron 2 Het grondgebied van de ‘indianen’

Bron 3 Manifest Destiny

[De manier waarop andere naties de annexatie van Texas proberen te voorkomen, heeft alleen maar tot doel] onze politiek te dwarsbomen en onze macht te belemmeren, onze grootheid te beperken en de vervulling te verhinderen van onze door de [goddelijke] Voorzienigheid duidelijk toegewezen lotsbestemming [Manifest Destiny] om het continent te overheersen met het oog op de vrije ontwikkeling van onze jaarlijks verveelvoudigende miljoenen [inwoners]

Uit: J. O’Sullivan, Annexation, in: The United States Magazine and Democratic Review, 1845 John O’Sullivan (1813-1895) is journalist en stichter van het tijdschrift. Hij is een groot pleitbezorger van de annexatie van Texas. ‘Amerikaanse’ kolonisten hebben in 1836 de Republiek Texas (groter dan de huidige staat Texas) met geweld afgescheurd van Mexico. Zij ijverden vervolgens voor aansluiting bij de Unie. Aanvankelijk hield men in Washington de boot af, onder andere uit vrees voor een conflict met Mexico. Onder druk van onder meer nationalistische media begon die houding echter te wijzigen. In 1845 wordt Texas aangehecht bij de Unie. Dat leidt kort daarna tot een oorlog met Mexico.

168 LES 14 D E V ER ENI g D E S tatEN

Bron 4 Wounded Knee

We were all wounded at Wounded Knee

You and me

We were all wounded at Wounded Knee

You and me

In the name of manifest destiny

You and me, you and me, you and me.

They made us many promises

But always broke their word

They penned us in like buffalo

Drove us like a herd

And finally on the reservation

We were going for our preservation

We were all wiped out by the seventh calvary

You and me, you and me.

©VANIN

Uit: Redbone, Wounded at Wounded Knee, 1973

Redbone is een Amerikaanse popgroep uit de jaren 1970. Hun naam verwijst naar hun ‘indiaanse’ oorsprong. Wounded Knee is een plaatsje in het Pine Ridge Indianenreservaat (North Dakota).

Bron 5 ‘American Progress’

Schilderij van John Gast, 1872, 32,4 x 42,5 cm, The Autry Museum of the American West, Los Angeles Van dit schilderij zijn in de 19e eeuw ontelbare afdrukken gemaakt, die op grote schaal verspreid werden. De vrouwenfiguur centraal op de afbeelding stelt Colombia voor, de personificatie van de Verenigde Staten.

a Hét argument voor een verdere uitbreiding van de VS is wat O’Sullivan de ‘Manifest Destiny’ heeft genoemd. Wat moet je verstaan onder dat begrip?

b Vanuit wiens perspectief wordt in bron 4 naar het verleden gekeken?

c In de tekst van het lied lees je ‘They made us many promises’. Wie zijn ‘they’?

d Waarom hebben ‘they’ hun beloften ten opzichte van de ‘indianen’ vaak gebroken?

e Zo ek op waarom het lied over Wounded Knee gaat. Bespreek mondeling.

f Bekijk bron 5. Vertel aan je buur wat links en rechts op het schilderij afgebeeld staat.

169 F EEN REIS ROND DE WERELD

g Welk beeld wil de schilder overbrengen?

h Heeft bron 4 eenzelfde kijk op de zaken? Motiveer je antwoord.

De burgeroorlog (1861-1865)

Vanaf het midden van de 19e eeuw nemen de tegenstellingen tussen de noordelijke en de zuidelijke staten van de VS steeds meer toe. In het meer geïndustrialiseerde Noorden pleit men voor meer protectionisme en een sterkere Unie. De meeste leiders van het overwegend agrarische Zuiden wensen daarentegen meer vrijhandel en een grotere zelfstandigheid voor de deelstaten. Bovendien klinkt vanuit het Noorden de roep om een afschaffing van de slavernij steeds luider. Voor de zuiderlingen vormt die slavernij juist de hoeksteen van hun economie (plantages).

Wanneer in 1860 Abraham Lincoln, de kandidaat van de recent opgerichte Republikeinse Partij , de presidentsverkiezingen wint – bijna uitsluitend op basis van stemmen uit het Noorden – is voor het Zuiden de maat vol. Elf zuidelijke staten scheuren zich achtereenvolgens af van de Unie en vormen een nieuwe staat: de Geconfedereerde Staten van Amerika. Het Noorden weigert zich daarbij neer te leggen en probeert de afscheuring ongedaan te maken. Een vier jaar durende burgeroorlog volgt. Het Noorden overwint en de slavernij wordt in de hele VS afgeschaft. In het Zuiden blijven bepaalde groeperingen tot op vandaag wrok koesteren over die nederlaag. In 1865 vermoordt een fanatieke zuiderling president Lincoln. De bevrijde zwarten blijven bovendien het slachtoffer van discriminatie.

a Lees de lestekst en vul de tab el in.

Wat het Noorden wil

b Onderstreep in de tekst de naam van de president onder wiens regering de burgeroorlog uitbreekt en de naam waaronder de afgescheurde staten zich verenigen. OPDRACHT 3

Wat het Zuiden wil

170 LES 14 D E V ER ENI g D E S tatEN
2
©VANIN

• Verbod op gemengde huwelijken tussen witten en zwarten of mensen met ‘zwart’ bloed in hun aderen (tot de vierde generatie). Geestelijken die toch zulke huwelijken voltrokken, konden gestraft worden met een boete tot $ 1000 (waarvan de helft voor de informant die de overheid daarvan op de hoogte bracht).

• Het was voor zwarten verboden om op scholen voor witten les te geven en omgekeerd. Op overtredingen stonden straffen tot $ 500 of zes maanden gevangenis.

Enkele wetten die in Florida van kracht werden na de burgeroorlog en die tot en met de jaren 1960 bleven gelden.

Bron 7 Bioscoop in Leland, Missouri, 1937

Foto genomen door Dorothea Lange Lange (1895-1965) is een Amerikaanse fotografe die vooral bekend is om haar fotoreportages over de sociale omstandigheden in de verarmde landbouwregio’s in de VS tijdens de jaren 1930.

a No em drie zaken die voor zwarten verboden zijn in de zuidelijke staten.

b Dat systeem staat b ekend als de ‘segregatie’. Zoek op wat die term letterlijk betekent. Wat moet je eronder verstaan in de context van de geschiedenis van de Verenigde Staten?

c Geef nog een voorbeeld van een land waar een dergelijk systeem tot diep in de 20e eeuw in voege is geweest.

De Verenigde Staten worden een grootmacht (1865-1945)

Na de burgeroorlog hervatten de Amerikanen de uitbreiding van hun grondgebied en invloed. Zij kijken daarbij nu zelfs verder dan het Noord-Amerikaanse continent ( ‘New Manifest Destiny’ ).

©VANIN

Aanvankelijk is dat in de richting van Zuid- en vooral van Midden-Amerika en het Caraïbisch gebied.

Aan de buitenwereld laten de Amerikanen al in 1823 weten dat ze geen bemoeienissen van anderen zullen dulden op het Amerikaanse continent (Monroedoctrine) . Van hun kant geven de Amerikanen te kennen dat ze zich niet zullen moeien met de aangelegenheden buiten het Amerikaanse continent. Lange tijd zal dat isolationisme de kern vormen van het Amerikaanse

171 F EEN REIS ROND DE WERELD
3
de
OPDRACHT 4
Bron 6 Wetten in Florida na
burgeroorlog

OPDRACHT 5

buitenlandse beleid. In de loop van de 20e eeuw zullen de VS meer en meer kiezen voor een wereldwijde interventionistische politiek. Toch blijven tot op heden ook veel Amerikanen voorstanders van isolationisme. De discussie over de te volgen koers is nog niet voorbij.

Ondanks de Monroedoctrine zullen de VS in de tweede helft van de 19e eeuw hun invloed ook uitbreiden richting Azië. Zo verwerven de VS geleidelijk heel wat steunpunten in de Stille Oceaan, waaronder Hawaï en de Filipijnen. Ook daar houdt men weinig rekening met de belangen van de autochtone bevolking.

©VANIN

Gedurende die tweede helft van de 19e eeuw groeien de VS uit tot de meest geïndustrialiseerde natie ter wereld. Tijdens die periode immigreren ook miljoenen mensen, voornamelijk uit Europa, naar Amerika. De combinatie van die vele en goedkope arbeidskrachten, een rijke ondergrond en een systeem dat ondernemingszin aanmoedigt vormt de belangrijkste verklaring voor het economische succesverhaal van de VS.

Naar het einde van de 19e eeuw toe begint de Amerikaanse overheid de migratie wel een halt toe te roepen. Veel Amerikanen beginnen zich namelijk te verzetten tegen de nieuwkomers.

De Eerste Wereldoorlog brengt Europa een zware klap toe en maakt van de VS definitief het machtigste land ter wereld. De Amerikaanse economie profiteert ook van het (tijdelijk) wegvallen van de Europese concurrentie. Amerikaanse producten overspoelen de wereldmarkt. De hogere Amerikaanse levensstandaard (arbeiders kunnen auto’s kopen) maakt van de VS meer dan ooit het beloofde land. De beurscrash van 1929 maakt abrupt een einde aan dat gouden tijdperk. Een lange periode van crisis volgt. De democratische president F.D. Roosevelt slaagt er echter in de situatie geleidelijk weer te verbeteren. Hij breidt daarvoor de macht van de overheid uit. Niet alle Amerikanen gaan daarmee akkoord. Velen zien zijn inmenging in de wereldpolitiek ook niet zitten. De Japanse aanval op Pearl Harbor en een Duitse oorlogsverklaring betrekken de VS dan toch bij de Tweede Wereldoorlog (zie les 4).

Bron 8 De Monroedoctrine

Er heeft zich een passende gelegenheid voorgedaan om een beginsel voorop te stellen dat voor de rechten en de belangen van de Verenigde Staten van essentieel belang is, namelijk dat de gebieden van het Amerikaanse continent, gezien de vrije en onafhankelijke toestand welke zij zich verworven hebben en die zij handhaven, van nu af aan niet meer als objecten van een toekomstige kolonisatie vanwege enige Europese mogendheid beschouwd mogen worden. (…) Wij hebben nooit partij gekozen in de oorlogen van de Europese mogendheden, noch in om het even welke van hun aangelegenheden. (…) Bij hetgeen daarentegen op dit halfrond gebeurt, zijn wij noodzakelijkerwijs onmiddellijk betrokken. (…) Wij zijn derhalve aan de oprechtheid en de vriendschappelijke betrekkingen die tussen de Verenigde Staten en die [Europese] mogendheden bestaan, verplicht te verklaren dat wij om het even welke poging hun systeem op om het even welk deel van dit halfrond uit te breiden, als gevaarlijk voor onze vrede en onze veiligheid zullen beschouwen.

Uit: Toespraak van James Monroe, 2 december 1823 James Monroe (1758-1831), Amerikaans president (1817-1825), doet deze verklaring naar aanleiding van de plannen van onder andere Spanje en Frankrijk om de opstandige kolonies in Latijns-Amerika opnieuw te onderwerpen. Eigenlijk is deze verklaring ‘een ongehoord stuk bluf’, want ze berust op dat moment amper op een werkelijke machtspositie. De doctrine (of leer) ligt aan de basis van een lange traditie van Amerikaans isolationisme.

172 LES 14 D E V ER ENI g D E S tatEN

OPDRACHT 6

De State of the Union is een toespraak die jaarlijks door de president van de VS wordt gehouden voor een gezamenlijke zitting van het Congres (parlement) van de VS. In de speech wordt niet alleen over de toestand van het land gesproken, hij biedt de president ook de mogelijkheid om zijn wetgevende agenda en nationale prioriteiten te schetsen.

a Onderstreep de reden waarom president Monroe zijn verklaring uitvaardigt.

b Welke van de volgende uitspraken over de Monroedoctrine zijn juist?

De VS zullen zich enkel moeien met het eigen land.

De Europese mogendheden mogen zich niet moeien met de aangelegenheden van het Amerikaanse continent.

De VS zullen zich afzijdig houden in de Europese aangelegenheden.

Amerika voor de Amerikanen, Europa voor de Europeanen

De Amerikanen verbieden Europese immigratie.

c Ho e noemt men zo’n politiek van zich afzonderen van de rest?

©VANIN

Lees de laatste drie alinea’s van de lestekst.

a Onderstreep drie factoren die het economische succesverhaal van de VS helpen te verklaren.

b Wat is een verklaring voor het blijvende economische succes van de VS na de Eerste Wereldoorlog?

c Wanneer en hoe komt er een (tijdelijk) einde aan die Amerikaanse economische groei?

d Onderstreep de naam van de president die de crisis gedeeltelijk weet op te lossen. Hoe doet hij dat? Tot welke partij behoort hij?

De VS: het centrum van de wereld (1945-2000)

De Tweede Wereldoorlog stimuleert de Amerikaanse economie. De fabrieken in de VS draaien weer op volle toeren om aan de vraag naar oorlogsmateriaal te voldoen. Na de eindoverwinning valt het Amerikaanse productieapparaat niet stil. De wereld en vooral het verwoeste Europa hebben nood aan Amerikaanse goederen. De Koude Oorlog (zie les 6) zorgt ook voor de nodige werkgelegenheid in de wapenindustrie.

Die economische ‘boom’ zet de ‘vooruitstrevende’ Democratische Partij, die op dat moment aan het bewind is, ertoe aan om verdere maatregelen te nemen op sociaal vlak. In de VS moet iedereen kunnen meegenieten van de nieuwe welvaart. De ‘behoudsgezinde’ Republikeinse Partij verzet zich echter tegen een te grote inmenging van de overheid. Zij vindt dat het indruist tegen het ‘Amerikaanse systeem’, dat juist de ‘vrijheid’ propageert. Wanneer de Republikeinen begin de jaren 1950 aan de macht komen, zetten ze heel wat sociale programma’s op een laag pitje.

173 F EEN REIS ROND DE WERELD
4

OPDRACHT 7

Bovendien bereikt de Koude Oorlog dan een hoogtepunt. Dat leidt in de VS zelfs tot een ‘heksenjacht’ tegen alles wat ‘communistisch’ is. Aan het begin van de jaren 1960 wordt echter duidelijk dat juist door het ontbreken van een echte sociale politiek vele mensen niet mee profiteren van de welvaart. Vooral de zwarten blijken in vrij slechte omstandigheden te leven. Burgerrechtenbewegingen en de democratische presidenten Kennedy en Johnson proberen daar verandering in te brengen. Ondanks een aantal belangrijke successen slagen de democratische presidenten er niet in al hun beloftes waar te maken. In 1968 heroveren de Republikeinen het presidentschap.

Vanaf 1973 treft een nieuwe economische crisis de Amerikaanse samenleving. De armste – hoofdzakelijk zwarte – bevolking is daar vooral het slachtoffer van.

Ook verliezen de VS op wereldvlak heel wat aanzien: ze krijgen steeds meer af te rekenen met economische concurrentie van Europa en Japan. Ze moeten zich ook terugtrekken uit Vietnam, dat daarna volledig communistisch wordt. Bovendien slagen in het pro-Amerikaanse Iran moslimfundamentalisten erin om in 1979 de macht te grijpen en maandenlang honderden Amerikanen te gijzelen. Een Amerikaanse reddingspoging mislukt.

In de jaren 1980 lijkt het tij te keren. De republikeinse president Reagan begint een grote strijd tegen het ‘wereldcommunisme’. Grote bestellingen bij de wapenindustrie, een grotere vrijheid (minder overheidsingrijpen) en minder belastingen voor de Amerikaanse bedrijven doen de Amerikaanse economie heropleven. Die politiek van Reagan gaat wel ten koste van allerlei sociale programma’s.

Aan het einde van het decennium ‘winnen’ de VS de Koude Oorlog. Onder andere daardoor krijgen Amerikaanse bedrijven een nog grotere invloed op de wereldeconomie. De VS zijn zo aan het begin van de 21e eeuw economisch en politiek de wereldleider.

Lees de lestekst aandachtig.

a Ga je akkoord met de stelling ‘Na de Tweede Wereldoorlog is de Republikeinse Partij voorstander van een grote overheidsinmenging’? akkoord niet akkoord

b Welke partij zal in de jaren 1960 maatregelen nemen ten voordele van de zwarte bevolking?

OPDRACHT 8

Bron 9 De Brown Decision

In 1954 oordeelt het Amerikaanse Hoog gerechtshof in het voordeel van Linda Brown, een zwarte Amerikaanse scholiere, die tot voor de uitspraak van het hof naar een school ver van haar huis moest gaan terwijl er achter de hoek een school voor witte kinderen is.

Bron 10 Protest in Little Rock, Arkansas (1959)

In Little Rock breken protesten uit tegen het opheffen van de rassensegregatie op scholen.

174 LES 14 D E V ER ENI g D E S tatEN
©VANIN

a Aan welke toestand maakt het Amerikaanse Hooggerechtshof (High Court) in 1954 een einde?

b Ho e proberen tegenstanders die beslissing aan te vechten?

OPDRACHT 9

Lees de laatste drie alinea’s van de lestekst aandachtig.

a Onderstreep drie zaken die wijzen op een dalende macht van de VS in de jaren 1970.

b Onderstreep de naam van de Amerikaanse president die in de jaren 1980 de VS er weer bovenop weet te helpen.

c Do et hij dat op dezelfde manier als Roosevelt in de jaren 1930? Motiveer je antwoord.

OPDRACHT 10

Bron 11 Amerikaanse staatsschuld, 1933-2023 (in percentage van het bbp)

©VANIN

Uit: Congressional Budget Office

Bron 12 Mo ord en huidskleur

Uit: Centers for Disease Controle and Prevention (CDC) Het CDC is het Amerikaanse overheidsinstituut belast met de zorg voor de volksgezondheid. Deze grafiek toont het aantal witte/zwarte slachtoffers van moord ten opzichte van de witte/zwarte bevolking voor elk jaar sinds 1980.

1933194319531963197319831993200320132023 0 20 40 60 80 100 120 140 160 Wit Zwart 19801985199019952000200520102015 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 Jaar Aantal per 100 000 inwoners Wit Zwart 5 10 15 20 25 30 35 40 45 Wit Zwart 175 F EEN REIS ROND DE WERELD

a Ho e evolueert de Amerikaanse staatsschuld onder Reagan?

b Verklaar die evolutie aan de hand van het beleid dat Reagan voert.

c Bekijk bron 12. Hoe evolueren de moordcijfers in de VS tijdens de jaren 1980?

d Welk verband zou je kunnen leggen met het beleid van Reagan?

e Wat leert bron 12 je ook over de slachtoffers?

De VS in de 21e eeuw

De dominante positie van de VS leidt wereldwijd tot steeds meer ontevredenheid en afgunst. De VS verergeren die gevoelens door bij het verdedigen van hun belangen in de wereld nauwelijks rekening te houden met de noden van andere landen en volkeren. De Amerikanen steunen bijvoorbeeld soms corrupte dictators die hun bevolking uitbuiten.

Op 11 september 2001 (9/11) plegen extremistische moslims een aantal spectaculaire aanslagen tegen doelen in de VS. De Amerikaanse overheid onder leiding van de republikeinse president Bush begint vervolgens een oorlog tegen het ‘internationale terrorisme’ (‘War on Terror’). Zeven jaar later heeft Bush door zijn eenzijdige optreden en de aanslepende, dure en bloedige oorlogen in Afghanistan en Irak veel internationaal krediet verspeeld.

5©VANIN

In de VS zelf heerst ook ontevredenheid. Sommige witte Amerikanen vinden dat hun land zijn eigenheid aan het verliezen is. De komst van vele niet-witte migranten (vooral uit Zuid-Amerika), de groeiende verstedelijking, het toenemende druggebruik … zijn in hun ogen allemaal zaken die de ‘Amerikaanse beschaving’ dreigen te vernietigen. Zij verliezen het vertrouwen in de overheid. Vaak zijn ze geïnspireerd door extreme interpretaties van de christelijke leer. Sommige radicale Amerikanen nemen zelfs de wapens op tegen hun eigen regering en plegen aanslagen. Andere Amerikanen ergeren zich echter vooral aan het conservatieve karakter van de regering-Bush (antiabortus, antihomoseksualiteit …) en het gebrek aan respect voor het milieu. De VS zijn op die manier een erg verdeelde natie aan het worden.

De verkiezing van Barack Obama in 2008 tot de eerste zwarte president van de VS bevestigt dat beeld. Terwijl de verkiezing van Obama zowel internationaal als door progressief Amerika wordt toegejuicht, zien veel conservatieve Amerikanen dat als een ramp. Obama raakt in 2012 wel herkozen, maar slaagt er uiteindelijk niet in de hooggespannen verwachtingen in te lossen.

In 2016 wordt de Republikein Donald Trump tot president gekozen. Zijn presidentschap wordt een van de meest controversiële in de Amerikaanse geschiedenis. Ondanks het feit dat Trump

176 LES 14 D E V ER ENI g D E S tatEN

OPDRACHT 11

in binnen- en buitenland zwaar wordt bekritiseerd, blijft een aanzienlijk aantal Amerikanen hun president onvoorwaardelijk steunen. Ondertussen maakt de opkomst van radicale progressieve bewegingen zoals ‘woke’ en Black Lives Matter de aanhangers van de president alleen maar woedend. Het is onvermijdelijk dat dat de al bestaande polarisatie alleen maar versterkt. In 2020 verliest Trump de presidentsverkiezingen, maar hij weigert het resultaat te accepteren. Wanneer vervolgens ontevreden Trump-aanhangers het Capitool bestormen, lijkt het erop dat de rol van Trump is uitgespeeld. De daaropvolgende jaren bewijst Trump echter dat hij nog altijd meespeelt in de Amerikaanse politiek.

Bekijk opnieuw de evolutie van de Amerikaanse staatsschuld bij opdracht 10. Hoe evolueert die staatsschuld onder de regering van Bush? Geef daar een verklaring voor.

OPDRACHT 12

Bron 13 Polarisatie?

Van [fanatieke en onverdraagzame Trump-aanhangers] was tijdens onze tiendaagse roadtrip geen spoor. Nochtans trokken we door vier donkerrode staten: Montana (57 procent pro Trump in 2020), Utah (58 procent), patattenstaat Idaho (64 procent) en door het dunst bevolkte Wyoming (70 procent). Ik had me dus aan wat Make America Great Again-toestanden verwacht, maar dat viel erg mee. Bovendien was iedereen ontzettend vriendelijk, (...)

Waar zaten al die MAGA-aanhangers? Via de media krijg je de indruk dat ze overal zijn en dat Amerika in zijn geheel gemeen geworden is. (...)

Amerika lijkt soms kwaadaardig en gestoord, maar ervaring leert dat het tegengestelde waar is. De vermaledijde MAGA-crowd is al bij al moeilijk te vinden. Die maakt ook maar een derde van Trumps kiezers uit. De meerderheid stemt louter uit gewoonte voor de Republikeinen (...). Verder heeft die redelijke rest weinig van doen met de wackos die je constant te zien krijgt. Jennifer Rubin, columniste voor The Washington Post, stelt dan ook dat Amerika helemaal niet zo gepolariseerd is, het lijdt alleen ‘onder een plaag van luide idioten’. Ik wil haar graag geloven.

Anderzijds valt niet te ontkennen dat de economische en politieke oneerlijkheid in Amerika ongeziene hoge toppen scheert en als dat het land al niet diep verdeeld heeft, dan wel diep gefrustreerd. Drie decennia ongebreideld neoliberalisme heeft vooral ontzettende ongelijkheid opgeleverd. Zo las ik dat de CEO van Live Nation [een bedrijf dat zich richt op het organiseren van evenementen zoals muziekoptredens] 5 000 keer meer verdient dan zijn goedkoopste werkkracht. Hallo Taylor Swift? Daarnaast rammelt het democratische bestel: ‘one person, one vote’ werd ‘x dollars, one vote’. Geld domineert de politiek en van zuivere vertegenwoordiging is geen sprake.

©VANIN

Alles bij elkaar heeft dat het geloof in Amerika’s instellingen aangetast, zozeer dat velen ontstemd en contrair voor een sloopkogel als Trump kiezen. Er zijn de fanatici, (...). Ook de normale Average Joes en Plain Janes voelen zich zo bedrogen dat ze aan de stembus een oogje dichtknijpen voor de waanzin van Trump.

Uit: P. Raes, Zo gepolariseerd is Amerika nu ook weer niet, in: De Standaard, 12 september 2023

Pim Raes is een freelancejournalist, die woont en werkt in New York City.

177 F EEN REIS ROND DE WERELD

a Bevestigt deze bron het beeld van een sterk verscheurd Amerika?

b Ho e verklaart de auteur het succes van Trump?

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘Manifest Destiny’, ‘Geconfedereerde Staten van Amerika’, ‘segregatie’, ‘New Manifest Destiny’, ‘Monroedoctrine’, ‘isolationisme’, ‘interventionisme’ en ‘polarisatie’ uitleggen

2 een o orzaak voor de uitbreiding van het territorium van de VS geven

3 twee manieren opnoemen waarop de VS grondgebied verwerven

4 drie o orzaken van de burgeroorlog geven

5 een verklaring voor de blijvende achterstelling van de zwarten na de burgeroorlog geven

6 de economische ‘boom’ in de 19e eeuw verklaren

11 een o orzaak en een gevolg van de ‘War on Terror’ geven

12 drie mogelijke redenen noemen waarom conservatieve Amerikanen ontevreden zijn aan het begin van de 21e eeuw

13 twee mogelijke redenen noemen waarom progressieve Amerikanen dan ontevreden zijn

KUNNEN

1 de uitbreiding van het territorium van de VS aan de hand van een kaart beschrijven

2 informatie uit bronnen afleiden

3 bronnen analyseren en vergelijken

4 bronnen beoordelen

5 informatie opzo eken

©VANIN

7 twee oorzaken voor de heropleving van de Amerikaanse economie na 1945 geven

8 drie elementen die wijzen op de achteruitgang van de positie van de VS in de wereld geven

9 de binnenlandse p olitiek van Reagan uitleggen

10 twee nadelige gevolgen van zijn beleid geven

6 de contacten tussen de ‘Amerikanen’ en de ‘indianen’ toelichten en bekijken vanuit verschillende perspectieven

7 historische b eeldvorming beoordelen

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

178 LES 14 D E V ER ENI g D E S tatEN

1 Van onafhankelijkheidsoorlog tot burgeroorlog (1776-1861)

1776-1783: onafhankelijkheidsoorlog

• VS worden onafhankelijke (federale) staat.

• Immigratie vanuit Europa en kolonisering van de nieuwe gebieden

• Grens schuift op naar het Westen (‘Far West’).

De uitbreiding van het grondgebied gaat wel ten koste van de oorspronkelijke bewoners (‘indianen’).

2 De burgeroorlog (1861-1865)

Ca. 1850: einde van de territoriale expansie van de VS Daarna: interne tegenstellingen nemen toe (Noord Zuid).

Oorzaken:

• economisch (industrie landbouw)

• p olitiek (sterke Unie sterke deelstaten)

• slavenkwestie

• burgeroorlog (1861-1865)

aanleiding: verkiezing van Lincoln

• No orden wint

MAAR!

• Lincoln vermoord

• segregatiewetten

3 De Verenigde Staten worden een grootmacht (1865-1945)

Na 1865: nieuwe uitbreiding buiten de grenzen van het Noord-Amerikaanse continent Stille Oceaangebied wordt gedeeltelijk onder Amerikaanse controle gebracht.

De Verenigde Staten ©VANIN

Ondertussen: enorme economische groei de Amerikaanse economie economieën van de Europese grootmachten

MAAR: 1929: beurscrash tijdelijke terugval (crisis) President Roosevelt (1933-1945) weet het tij te keren.

1941: de VS nemen deel aan WO II.

LES 14 SCHEMA 179 F EEN REIS ROND DE WERELD

4 De VS: het centrum van de wereld (1945-2000)

VS = grote overwinnaars van WO II

De Amerikaanse economie kent opnieuw een grote bloei.

De Democratische Partij wil iedereen van die nieuwe welvaart laten meegenieten = taak van de overheid. Republikeinse Partij (wil de invloed van de overheid beperkt houden)

Pas in de jaren 1960 probeert men grootse sociale hervormingen door te voeren.

MAAR: oorlog in Vietnam (1964-1973) kost veel geld.

Jaren 1970: terugval

• ‘nederlaag’ in Vietnam

• economische crisis

• prestigeverlies op wereldvlak

Jaren 1980 en 1990: herstel

• VS ‘winnen’ de Koude Oorlog.

• Amerikaanse economie nieuwe groei

• De Amerikaanse cultuur vindt vrijwel overal ingang.

5 De VS in de 21e eeuw

Andere volkeren en culturen buiten de VS voelen zich uitgebuit en geminacht.

11 september 2001: aanslagen van extremistische moslims ‘oorlog tegen het terrorisme’

2008: VS verzwakt en slecht imago

Ook groeiende ontevredenheid bij

• de armste Amerikanen (vallen nog steeds uit de boot)

• conservatieve Amerikanen (zien de ‘eigenheid’ van hun land aangetast)

• progressieve Amerikanen

Nieuwe president: Obama moet het tij keren lukt niet helemaal

2016: Donald Trump president (heel omstreden)

2020-2021: Trump weigert zijn verkiezingsnederlaag te erkennen. b estorming Capitool

180 LES 14 D E V ER ENI g D E S tatEN
©VANIN

Poetin voert oorlog in Oekraïne

Met de Sovjet-Unie is het communisme verdwenen. Rusland, nog altijd het grootste land ter wereld, is geen democratie geworden. Poetin eist opnieuw zijn plaats op als grootmacht. Hij begint een oorlog met Oekraïne en zelfs met de geschiedenis.

Hoe komt Poetin aan de macht? Wat gebeurt er intussen in Oekraïne?

Waarom valt Poetin Oekraïne binnen?

Waarom kun je zeggen dat Poetin ook oorlog voert met de geschiedenis?

Rusland onafhankelijk / Jeltsin

Kaartnr(s).

president

Poetin tweede keer president / Oranjerevolutie

Poetin president

Tweede Tsjetsjeense Oorlog

Poetin onderdrukt de oppositie

Zelensky president

Annexatie Krim / Euromajdan

Poetin opnieuw president

oorlog met Oekraïne

In de Sovjet-Unie roepen Oekraïne, Wit-Rusland, Rusland en twaalf andere deelrepublieken de onafhankelijkheid uit in 1990-1991.

Jeltsin wordt president van Rusland. Hij kiest resoluut voor de vrijemarkteconomie. Hij start in 1992 met steun van de Wereldbank en het IMF de grootste privatisering scampagne ooit. De grootste ondernemingen belanden dikwijls in handen van de vroegere managers met de steun van westerse investeerders. Ook de maffia bemoeit zich met de overnames. De energiesector (olie en gas) komt in handen van een zevental oligarchen . Ook kleinere ondernemingen zoals winkels, en kleinere industrieën worden privébezit. Maar de enorme inflatie maait de spaartegoeden van miljoenen Russen weg. Armoede en een daling van de gemiddelde leeftijd zijn het gevolg.

Twee binnenlandse oorlogen met Tsjetsjenië , met meer dan 150 000 doden, maken de ellende alleen maar groter. Alleen een kleine minderheid van schandalig rijke ‘nieuwe Russen’ ontsnapt daaraan. Eind 1999 neemt Jeltsin ontslag. Met de steun van een aantal nieuwe rijke oligarchen wordt Vladimir Poetin, de chef van de geheime dienst, interim-president. In 2000 en 2004 wint Poetin de presidentsverkiezingen.

181 F EEN REIS ROND DE WERELD
15 2022 1999
1991
2000
2004
2008 Medvedev
2012
2014
2019
1
RUSLAND
SOVJET-UNIE©VANIN

OPDRACHT

1

De economische macht en de invloed van die nieuwe rijken in de media zijn Poetin een doorn in het oog. Hij dwingt de oligarchen voor hem te kiezen of het land te verlaten. Wie niet mee wil, belandt in de gevangenis. Voortaan controleert de staat – of Poetin – de media. Hij herstelt ook de staatscontrole op olie en gas. Het bnp groeit enkele jaren met een gemiddelde van 6,7 %, de werkloosheid daalt, het reële inkomen van een deel van de middenklasse stijgt. De overgrote meerderheid heeft het nog altijd moeilijk. Maar de economische opbloei is vrijwel uitsluitend gebaseerd op de export van olie en gas, en dus kwetsbaar.

Grondwettelijk komt er in 2008 een einde aan Poetins presidentschap. Dmitri Medvedev, vicepremier en vriend van Poetin, wint de presidentsverkiezing, Poetin wordt premier. In augustus overwint Rusland in een korte oorlog met buurland Georgië. In 2012 wisselen Medvedev en Poetin weer van plaats, Poetin wordt opnieuw president. De oppositie wordt ongenadig vervolgd.

Veel dissidenten en journalisten worden vermoord. Andere tegenstanders belanden in de gevangenis of het strafkamp. Toch blijven mensen betogen, ook al worden ze regelmatig in elkaar geslagen.

Bron 1 Verkiezingen in de schijndemocratie

De Doema verkiezingen dat jaar [2011] staan gepland voor 4 december, enkele maanden nadat Poetin zijn kandidatuur voor de volgende verkiezingen heeft bekendgemaakt. (…) Ingegeven door een sterk gebrek aan vertrouwen in de heersende politiek laten vele jonge Russen zich registreren als waarnemer voor de aankomende verkiezingen.

Demonstratie tegen de verkiezingsresultaten in Moskou op 24 december 2011

Op de verkiezingsdag stellen zij zich op bij verschillende stembureaus, vanwaar zij –gewapend met hun mobiele telefoons – live verslag uitbrengen. De resultaten zijn schokkend. In een van Moskous kiesdistricten blijkt er ruim 60 procent verschil te zitten tussen de door Verenigd Rusland behaalde stemmen in stembureaus met en zonder waarnemers. Anderen berichten dat zij stapels vooraf ingevulde stembiljetten in de stembussen aantreffen, terwijl sommige waarnemers simpelweg worden weggestuurd voor aanvang van het tellen van de stemmen. Een van de meest iconische (en op sociale media veelvuldig gedeelde) beelden van de avond is de bekendmaking van de uitslag in Rostov-on-Don, waar Verenigd Rusland 59 % van de totale 146 % van de stemmen behaalt.

©VANIN

De dag na de verkiezingen, op 5 december, verzamelen duizenden zich in het centrum van Moskou. Aangevoerd door Navalny en Ilja Jasjin (…), gaan de demonstranten op weg naar het hoofdkantoor van de verkiezingscommissie. Echter nog voordat de menigte daar aankomt maakt de oproerpolitie een einde aan de demonstratie. Honderden actievoerders, onder wie Navalny, worden opgepakt.

Het helpt niet. Terwijl Navalny zich nog steeds in hechtenis bevindt, verzamelen op 10 december naar schatting zo’n 60 000 betogers zich op het Bolotnajaplein. [Zij] eisen nieuwe verkiezingen. Twee weken later, op 24 december, vindt in Moskou de grootste

182 LES 15 P OE tI N VOERt OORLO g IN O Ek R aï NE

demonstratie sinds 1991 plaats, wanneer 120 000 betogers zich verzamelen op de Sacharovboulevard… [met] een keiharde eis: een Rusland zonder Poetin en zijn ‘bende van oplichters en dieven’, Navalny’s beschrijving van Verenigd Rusland die veelvuldig gebruikt wordt door het anti-Poetinkamp.

Uit: https://www.raamoprusland.nl

Raam op Rusland is de voornaamste Nederlandstalige digitale informatiebron over Rusland. Bij verkiezingen voor onder andere de Doema (het Russische parlement) wordt er gefraudeerd. Tegen die praktijken protesteren in 2011 en 2012 vooral hoger opgeleiden.

a Zoek op wat er later gebeurt met Aleksej Navalny en Ilja Jasjin.

©VANIN

b Welke frauduleuze ingrepen stellen de waarnemers vast bij de verkiezing voor de Doema in december 2011?

c Vergelijk de Russische parlementsverkiezing van 4 december 2011 met een Belgische verkiezing. Komt fraude veel voor bij Belgische verkiezingen? Wie zou er in dat geval reageren en ingrijpen? Wat is het verschil met Rusland?

Twee Oekraïnes?

In 2004 zijn er in Oekraïne nieuwe presidentsverkiezingen. Er zijn twee belangrijke kandidaten: Viktor Janoekovitsj en Viktor Joesjtsjenko. De eerste komt uit Oost-Oekraïne, is Russischtalig en voor meer samenwerking met Rusland. De tweede komt uit West-Oekraïne, spreekt Oekraïens en wil samenwerken met Europa en de VS. Hij krijgt steun van Joelia Timosjenko. Tijdens de verkiezingsstrijd wordt Joesjtsjenko vergiftigd met dioxine. Hij overleeft de aanslag. Door verkiezingsfraude wint Janoekovitsj. Honderdduizenden protesteren in oranjekleuren gehuld op het Onafhankelijkheidsplein (Majdan is Oekraïens voor plein). De Oranjerevolutie is geboren. Joesjtsjenko wint de nieuwe verkiezingen, hij wordt president, Timosjenko premier.

183 F EEN REIS ROND DE WERELD
2

Oranjerevolutie in Kiev, Oekraïne, december 2004

De Oranjerevolutie liep in 2010 stuk op onenigheid tussen haar leiders, Viktor Joesjtsjenko en Joelia Timosjenko. Het land werd in de praktijk geregeerd door elkaar bestrijdende oligarchen, die parlementszetels kochten om juridische immuniteit te verkrijgen. Bovendien werd Oekraïne op zowel politiek als economisch gebied gedwarsboomd door Rusland, dat de Oranjerevolutie als een bedreiging zag en Oekraïnes onafhankelijkheid en proEuropese koers niet accepteerde. Het Kremlin profiteerde van de economische en politieke chaos om het land te destabiliseren, tot in februari 2010 de Moskougezinde oppositieleider Viktor Janoekovitsj op het nippertje de presidentsverkiezingen van zijn rivale Joelia Timosjenko won en de banden met Moskou weer konden worden aangehaald. Oekraïne leek opnieuw een vazalstaat van Rusland te worden, ten koste van zijn democratische ontwikkeling.

©VANIN

Uit: M. Krielaars, Oorlog met Rusland. Amsterdam, Uitgeverij Pluim, 2022 Krielaars was correspondent voor kranten in Rusland. Begin 21e eeuw verdrijven kleurenrevoluties regeringen: in Georgië de Rozenrevolutie, in Oekraïne de Oranjerevolutie. Oekraïne is wel afhankelijk van Rusland voor gas en olie, maar wil bij Europa.

a Zo ek op wat ‘immuniteit’ betekent.

b Leg uit: ‘(…) die parlementszetels kochten om juridische immuniteit te verkrijgen’.

c Wat is het Kremlin? Waarom schrijft de auteur ‘Het Kremlin’ en niet ‘Rusland’?

d Waarmee kan Rusland Oekraïne economisch dwarsbomen?

e Wanneer was Oekraïne een vazalstaat van Rusland?

f Waarom ziet Rusland de Oranjerevolutie als een bedreiging?

184 LES 15 P OE tI N VOERt OORLO g IN O Ek R aï NE Bron 2 Poetin laat Oekraïne niet los OPDRACHT 2

Kiezen tussen Rusland en Europa?

Eenmaal president schakelt Janoekovitsj zijn tegenstanders uit, Timosjenko belandt onterecht in de gevangenis.

Alhoewel pro-Russisch, ziet Janoekovitsj toch ook mogelijkheden in een samenwerking met de EU. De EU biedt Oekraïne een vrijhandels- en associatieovereenkomst aan. Er zou een enorme markt opengaan voor Oekraïens staal en graan, wat investeringen zou aantrekken. Aan de toetreding tot de EU zijn voorwaarden verbonden: vrijemarkteconomie en democratische hervormingen, vrije en eerlijke verkiezingen, onafhankelijke rechtspraak, mensenrechten eerbiedigen en beschermen. Timosjenko en andere opposanten zitten nog vast. Het schiet ook niet op met de rechtsstaat .

Poetin eist de toetreding van Oekraïne tot de douane-unie die Rusland heeft met Wit-Rusland en Kazachstan en die hij wil uitbreiden tot een Euraziatische Economische Unie. Gasprijzen zouden dalen …

Poetin blokkeert in augustus 2013 de import uit Oekraïne en dreigt de blokkade voort te zetten als het land in zee gaat met de EU. Intussen zijn de gevolgen van de blokkade voelbaar, de handel met Rusland daalt met een kwart. Oekraïne weigert te hoge gasprijzen te betalen.

Janoekovitsj kiest uiteindelijk voor Europa, zo lijkt het althans, maar op 21 november 2013 weigert hij het associatieverdrag met de EU te ondertekenen. Volgens peilingen gaat de voorkeur van minstens de helft van de bevolking naar Europa. De woede is groot.

Op het Onafhankelijkheidsplein verzamelen op 24 november 2013 zeker honderdduizend pro-Europeanen. De betogers protesteren tegen corruptie, politiegeweld en schending van de mensenrechten. Zij willen Janoekovitsj weg. Zelfs in steden als Odessa en Charkov wordt geprotesteerd. De betogers blijven komen, zij zetten tentenkampen op. Wanneer de politie geweld gebruikt, zakken nog enkele honderdduizenden mensen af naar het plein. In de vrieskou blijven mensen dagenlang betogen. Amerikaanse en Europese politici komen hun steun betuigen. De politie zet sluipschutters in om het plein vrij te krijgen. Er vallen meer dan 100 doden. Op 22 februari vlucht Janoekovitsj naar Moskou. Oost-Oekraïne pikt het afzetten van hun president niet en rebellen komen gewapend in opstand. Poetin, die zegt dat hij de 25 miljoen Russen buiten Rusland moet beschermen, annexeert het Oekraïense schiereiland de Krim, waar ca. 60 % Russischtalig is. Hij steunt de separatisten in Oost-Oekraïne.

185 F EEN REIS ROND DE WERELD
3
OPDRACHT
Bron 3 Kaart Oekraïne
3 ©VANIN

Bron 4 Poetin bereidt met de KGB en de FSB de inval voor

Een jaar later bracht Poetin de ware toedracht naar buiten. In de nacht van 22 op 23 februari [2014] had hij samen met vier collega’s uit de staatsveiligheidsdiensten besloten een operatie in gang te zetten om de Krim bij Rusland aan te sluiten. Vier dagen later, in de vroege ochtend van 27 februari, bezette een zwaarbewapende Russische speciale eenheid het lokale parlement in Simferopol en dwong de leden een afscheidingsmotie aan te nemen en een referendum uit te schrijven dat onder het wakende oog van een Russische militaire invasiemacht (de zogenaamde ‘groene mannetjes’) aansluiting bij Rusland mogelijk moest maken. Op 16 maart stemde (volgens de officiële, nogal verdachte uitslag) bij een opkomst van 83 procent bijna 97 procent van de kiezers hiermee in, twee dagen later bekrachtigde het Russische parlement tijdens een ceremoniële zitting in het Kremlin de aansluiting bij de Russische Federatie. Oekraïne en de internationale gemeenschap spraken van een annexatie, maar iets ertegen ondernemen leek zinloos te zijn.

Uit: M. Jansen, Grensland. Een geschiedenis van Oekraïne. Amsterdam, Uitgeverij Van Oorschot, 2023 Marc Jansen is historicus en specialist van Rusland en de vroegere sovjetrepublieken. In strijd met alle rechtsregels en geniepig wordt de Krim geannexeerd. Er worden zelfs voor de inval al Russische paspoorten uitgedeeld. Achteraf legt Poetin zelf uit hoe hij de annexatie organiseerde.

a Zo ek op wat de KGB en de FSB is. Waarom, denk je, gaat Poetin met vier collega’s uit de staatsveiligheidsdiensten samenzitten?

b Waarvan nemen de parlementsleden van de Krim, onder dwang, afscheid?

c Waarom organiseert het parlement een referendum?

Oorlog met Oekraïne en met de geschiedenis

In april 2014 nemen pro-Russische gewapende rebellen, met steun van vrijwilligers uit Rusland, in het oosten van Oekraïne overheidsgebouwen in. De provincies Donetsk en Loehansk roepen de onafhankelijkheid uit.

Op 17 juli schieten de rebellen een passagiersvlucht uit de lucht. Alle 298 inzittenden van vlucht MH17, onder wie 196 Nederlanders, komen om het leven.

Het oorlogsgeweld gaat door, honderdduizenden inwoners uit Oost-Oekraïne slaan op de vlucht.

Op 20 mei 2019 wordt Volodymyr Zelensky president van Oekraïne. In de tweede ronde verslaat hij de zittende president Porosjenko met 73 % van de stemmen.

Eind 2021 stelt Poetin tijdens onderhandelingen tussen het Westen en Rusland dat er een einde moet komen aan de uitbreiding van de NAVO en de omsingeling van Rusland. Georgië en Oekraïne mogen geen lid worden van de NAVO en de NAVO moet haar troepen terugtrekken uit de

186 LES 15 P OE tI N VOERt OORLO g IN O Ek R aï NE
4
©VANIN

OPDRACHT 4

vroegere Warschaupactlanden. Poetin verzamelt een troepenmacht van 200 000 soldaten aan de grens met Oekraïne. Hij erkent op 21 februari 2022 de ‘volksrepublieken’ Donetsk en Loehansk als onafhankelijke landen. Op dat ogenblik zijn er al 14 000 mensen in de oorlog omgekomen.

Op donderdag 24 februari 2022 begint Poetin een ‘speciale militaire operatie’. Hij begint dus een oorlog tegen heel Oekraïne om het broedervolk te ‘denazificeren’ en demilitariseren …

Bron 5 Krielaars b ekijkt de speech van Poetin

Ik kijk naar de Russische televisie op internet, waar Poetin zijn volk toespreekt. Hij zegt dat Rusland een ‘militaire operatie’ is begonnen om Oekraïne te denazificeren en te demilitariseren. Door de recente opmars van de NAVO naar het oosten zou hij geen andere keuze hebben. Ook komt hij tegemoet aan het verzoek van de eerder die week door de Russische Veiligheidsraad en het Russische parlement erkende ‘volksrepublieken’ Donetsk en Loehansk. Volgens hem vindt daar al sinds 2014 onder leiding van het ‘regime in Kyiv’ een ‘genocide’ plaats.

Poetin richt zijn giftige taal tegen de democratisch gekozen regering van president Zelensky, die hij een junta noemt die moet worden vernietigd. Maar de hoofdschuldige aan dit gewapende conflict is Amerika, het ‘rijk der leugens’. Keer op keer is het ‘immer goedwillende Rusland’ door de Amerikanen en hun Europese bondgenoten bedrogen. En nu naderen ze de grens van zijn land. Alsof de NAVO op het punt staat Rusland binnen te vallen, zoals Duitsland in 1941 deed, zo klinkt het. Voor Poetin is het duidelijk wie de nieuwe ‘fascisten’ zijn: de NAVO-landen, met het Oekraïne van president Zelensky als hun bondgenoot. En daarom moet dat Oekraïne ‘vernietigd’ worden, om te voorkomen dat Rusland, net als in 1941, door fascisten wordt binnengevallen.

*Kyiv = Kiev. Krielaars gebruikt de Oekraïense naam.

De speech van Poetin over zijn inval in Oekraïne, in februari 2022, uitgezonden op tv

Uit: M. Krielaars, Oorlog met Rusland. Amsterdam, Uitgeverij Pluim, 2022 Poetin spreekt van een speciale militaire operatie in plaats van oorlog. Wie deze ‘operatie’ een oorlog noemt, krijgt gevangenisstraf. Voor Poetin (en vele Russen) is er maar één oorlog: de Grote Vaderlandse Oorlog (= Wereldoorlog II). Deze operatie moest in een paar dagen beëindigd zijn. Niet dus.

187 F EEN REIS ROND DE WERELD
©VANIN

Bron 6 Poetin legt uit waarom hij oorlog voert

Als we de geschiedenis mogen geloven, weten we dat de Sovjet-Unie in 1940 en begin 1941 alles in het werk heeft gesteld om een oorlog te voorkomen of althans het uitbreken ervan te vertragen. Daarom koos de USSR ervoor om de potentiële agressor niet tot het bittere einde te provoceren door de meest dringende en voor de hand liggende voorbereidingen die zij moest treffen om zich tegen een dreigende aanval te verdedigen, achterwege te laten of uit te stellen. Toen het uiteindelijk optrad, was het te laat.

Als gevolg daarvan was het land niet voorbereid op de invasie van nazi-Duitsland, dat ons moederland op 22 juni 1941 aanviel zonder de oorlog te verklaren. Het land hield de vijand tegen en versloeg hem, maar dat ging ten koste van een enorme prijs. De poging om de agressor te kalmeren, vóór de Grote Patriottische Oorlog, bleek een vergissing te zijn die ons volk duur kwam te staan. In de eerste maanden na het uitbreken van de vijandelijkheden verloren wij uitgestrekte gebieden van strategisch belang, en miljoenen mensenlevens. We zullen deze fout niet voor de tweede keer maken. We hebben het recht niet om dat te doen.

Uit: https://openbaararchief.nl

Dit is een half blaadje uit een speech van zeven bladzijden. Vrijwel onmiddellijk na het uitzenden van deze, vermoedelijk eerder opgenomen, speech start de ‘speciale militaire operatie’.

a Vat het standpunt van Poetin (bron 5) kort samen.

b Zo ek op wat men onder genocide verstaat.

c Op wie wordt volgens Poetin een genocide gepleegd? Is er een genocide in Oekraïne in 2021-2022?

d Heeft Krielaars dit deel van de sp eech van Poetin (bron 6) getrouw weergegeven in bron 5? Bespreek klassikaal.

e Poetin zegt dat de NAVO en Oekraïne oprukken naar Rusland. Hoe zegt hij dat hij dat wil beletten door hen voor te zijn en eerst aan te vallen? Onderstreep die zin in bron 6.

f Wat heeft de Sovjet-Unie gedaan om een oorlog met Duitsland ‘te voorkomen of althans het uitbreken ervan te vertragen’? Bekijk eventueel les 3 / opdracht 5. Wat verzwijgt Poetin hier?

188 LES 15 P OE tI N VOERt OORLO g IN O Ek R aï NE
©VANIN

g Welke argumenten gebruikt Poetin voor de inval?

Historische argumentatie

Hedendaagse argumentatie

h Gebruikt hij die argumentatie om een feit uit het verleden of uit het heden te verklaren?

Uit het heden

Uit het verleden

i Is deze historische argumentatie juist of fout?

Juist

Fout

j Verklaar het tweede deel van de ondertitel: ‘Oorlog met de geschiedenis’.

k Is het een leugen van Poetin dat de NAVO steeds verder uitbreidt richting de Russische grens?

Ja Neen

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘Doema’, ‘annexatie van de Krim’, ‘speciale militaire operatie’, ‘Tsjetsjeense Oorlog’, ‘genocide’, ‘Grote Vaderlandse Oorlog’, ‘vlucht MH17’ en ‘Majdan’ verklaren in hun historische context

2 Oekraïne, de Krim, Georgië, de provincies Donetsk en Loehansk, Tsjetsjenië kunnen aanduiden op een (blinde) kaart

3 schetsen ho e Poetin in Rusland de oppositie uitschakelt

4 twee argumenten van Poetin om Oekraïne aan te vallen, benoemen

5 verklaren waarom Poetin Oekraïne beschuldigt van ‘genocide’

KUNNEN

1 bronnen vergelijken, analyseren, verschillen en gelijkenissen aanduiden

2 Russische en Belgische verkiezingen met elkaar vergelijken

3 het standpunt van Rusland over de situatie in Oekraïne uitleggen

4 met een voorbeeld aantonen dat Poetin de geschiedenis vervalst met valse historische argumenten

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen.

Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

189 F EEN REIS ROND DE WERELD
©VANIN

1 Poetin onderdrukt de oppositie

1990-1991 Sovjet-Unie 15 onaf hankelijke republieken zoals Rusland, Oekraïne

Jeltsin president privatiseringscampagne westerse investeerders maff ia oligarchen (gas en olie) inflatie armoede

Tsjetsjeense Oorlogen

2000/2004 Poetin president: controleert oligarchen, media, controle op olie en gas inkomen (deel) middenklasse groeit bnp groeit

vooral olie en gas, maar kwetsbaar

2008 Medvedev president, Poetin premier

2012 Poetin president fraude bij verkiezingen opp ositie vervolgd, gevangenis, strafkamp, vermoord

2 Twee Oekraïnes?

presidentsverkiezingen 2004: Viktor Joesjtsjenko Viktor Janoekovitsj

Joelia Timosjenko

West-Oekraïne

Poetin voert oorlog in Oekraïne ©VANIN

Oost-Oekraïne

Oekraïens Russisch

Jo esjtsjenko vergiftigd

1e verkiezing Janoekovitsj wint met fraude. Oranjerevolutie/Majdan 2e verkiezing Jo esjtsjenko en Timosjenko winnen.

Joesjtsjenko Timosjenko oligarchen en corruptie economische en politieke chaos

MAAR 2010 presidentsverkiezingen Janoekovitsj Timosjenko Janoekovitsj wint.

LES 15 SCHEMA 190 LES 15 P OE tI N VOERt OORLO g IN O Ek R aï NE

3 Kiezen tussen Rusland en Europa

Janoekovitsj wint. Timosjenko in de gevangenis

kiezen tussen

EU-associatieverdrag Euroaziatische Unie vrije markt olie en gasprijzen laag demo cratische hervormingen

Poetin zet druk: blokkade, gasprijzen hoog

©VANIN

Janoekovitsj weigert associatieverdrag. Euromajdan 2014 honderdduizenden betogen 100 do den

Janoekovitsj vlucht naar Moskou op 22 februari 2014.

ANNEXATIE KRIM februari-maart 2014

4 Oorlog met Oekraïne en met de geschiedenis

oorlog in Oost-Oekraïne pro-Russische rebellen leger Oekraïne MH17 honderdduizenden vluchtelingen

2019 Zelensky president

2021 Poetin eist terugtrekking NAVO uit ex-Warschaupactlanden.

21 februari 2022 Rusland erkent volksrepublieken Donetsk en Loehansk.

24 februari 2022 O ORLOG met Oekraïne

191 F EEN REIS ROND DE WERELD

De Volksrepubliek China

De Volksrepubliek China wint in de 21e eeuw aan macht en invloed in de wereld. Tot vandaag regeren de communisten over de Volksrepubliek.

Hoe komen de communisten in China aan de macht? Hoe evolueert hun bewind? Hoe verloopt de relatie tussen China en het Westen?

Kaartnr(s).

China verkeert in burgeroorlog en chaos

Door hongersnood, corruptie, uitbuiting, opstanden en een verouderd bestuurssysteem verkeert het Chinese Keizerrijk in de problemen. Bovendien controleren westerse landen en Japan de meeste havens en de buitenlandse handel. Chinese revolutionairen willen een einde maken aan al die wantoestanden. In 1912 zetten zij de keizer af en roepen ze de Chinese Republiek uit. De problemen raken echter niet opgelost. De revolutionairen willen het land moderniseren, maar raken het niet eens met elkaar. Zo breekt er een burgeroorlog uit tussen nationalisten en communisten. De nationalisten hebben generaal Tjiang Kai-Sjek als leider. Bij de communisten is Mao Zedong de baas. De nationalisten zijn aan het winnen wanneer Japan in 1937 China aanvalt. De Japanners willen profiteren van de Chinese zwakheid om een groot deel van het land te veroveren. De nationalisten en communisten vechten samen tegen de invallers. Na de Japanse aanval op de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor (1941) krijgt China hulp van de geallieerden (Verenigde Staten en Verenigd Koninkrijk).

©VANIN

Na de Tweede Wereldoorlog krijgen de Chinezen hun havens en verloren gebieden terug. Hongkong blijft wel Brits. De nationalisten en communisten hervatten echter ook de burgeroorlog.

192 LES 16 D E VO Lk S REP u b LIEk Ch I N a
16
1 1976 1912 1949 1966
CHINESE REPUBLIEK Culturele Revolutie vier moderniseringen VOLKSREPUBLIEK CHINA

De Lange Mars (1934-1936)

In 1934 slagen de nationalisten erin om de communisten in Zuid-China te omsingelen. De communisten doorbreken de omsingeling en trekken naar communistische gebieden in het noorden.

Bron 1 Mao Zedong over de Lange Mars

Is er in de geschiedenis ooit zo’n lange mars als de onze geweest? Deze gebeurtenis vertelt de wereld dat het Rode Leger een leger van helden is en dat Tjiang Kai-Sjek en de zijnen niets voorstellen. Aan 200 miljoen mensen in elf provincies wordt verteld dat ze alleen door de weg van het Rode Leger te volgen hun vrijheid zullen verkrijgen. De Lange Mars is een zaaimachine. Ze heeft de zaden van nieuwe ideeën onder de mensen gezaaid en die zullen groeien en vrucht dragen. Al met al eindigde de Lange Mars in onze overwinning en de nederlaag van de vijand.

©VANIN

Mao Zedong (1893-1976), onderwijzer en assistent in de universiteitsbibliotheek, neemt in 1921 deel aan de oprichtingsvergadering van de Chinese communistische partij . Tijdens de Lange Mars wordt Mao de sterke man binnen die partij.

Bron 2 Het volk in Shaanxi verwelkomt ‘de verlosser’ (einde Lange Mars)

Bron 3 Enkele cijfergegevens over de Lange Mars

Duur

Afstand

Schilderij van Huang Naiyuan, ca. 1966

De kunstenaar Huang Naiyuan (1931-2004) geeft vanaf 1970 les aan de kunstacademie van Xian. Zijn schilderijen verheerlijken Mao en de communisten.

Van augustus 1934 tot oktober 1936 (aankomst laatste eenheden Rode Leger); de hoofdmacht doet er 368 dagen over.

Ca. 10 000 km, van Jiangsi naar Shaanxi

Gemiddeld marstempo 30 km per dag

Deelnemers

Aantal doden ten gevolge van mars

Bij vertrek: ca. 80 000; bij aankomst: ca. 8 000 (verliezen bij de communisten ca. 90 %)

170 000 (communisten + nationalisten + burgerbevolking)

Uit: A. Lawrence, China. De Lange Mars. Amsterdam, A.W. Bruna Uitgevers, 1986

193 F EEN REIS ROND DE WERELD
OPDRACHT 1

Bron 4 Een eenheid van het Rode Leger tijdens de Lange Mars

a Welke indruk geven bron 1 en 2 over de Lange Mars?

©VANIN

b Weerleg die indruk aan de hand van bron 3 en 4.

c Welke versie zal de Volksrepubliek tot op vandaag in de collectieve herinnering van de Chinezen propageren, denk je? Onderstreep.

Bron 2 / Bron 4

Mao Zedong sticht de Volksrepubliek

Mao Zedong belooft de arme Chinese boeren land en krijgt daardoor hun steun. Zijn troepen zijn in tegenstelling tot de nationalistische soldaten heel gedisciplineerd. Ze plunderen niet en laten de gewone burgers met rust. De communisten winnen aan populariteit en veroveren bijna heel China. Tjiang Kai-Sjek vlucht met zijn aanhangers naar Taiwan. De Amerikaanse vloot zorgt ervoor dat de communisten het eiland niet kunnen veroveren. Het Westen blijft de regering in Taiwan beschouwen als de echte Chinese regering.

De Volksrepubliek zelf isoleert zich van het Westen en houdt enkel nog contacten met andere communistische landen. In 1950 sluit de Volksrepubliek een vriendschapsverdrag met de Sovjet-Unie.

194 LES 16 D E VO Lk S REP u b LIEk Ch I N a
Mao Zedong
2

OPDRACHT 2

Aanvankelijk voeren de communisten eerder een gematigd beleid. De boeren krijgen bijvoorbeeld land om te bewerken. De communisten hebben immers tijd nodig om het land volledig onder controle te krijgen. Overal, tot in het kleinste gehucht, sticht men afdelingen van de communistische partij. De partijleden krijgen de opdracht om iedereen in het oog te houden en na te gaan of men wel braaf de bevelen van de communisten uitvoert. Verklikking wordt aangemoedigd. Vanaf 1956 verstrengt Mao zijn beleid. Critici worden meedogenloos vervolgd. De meeste boeren verliezen opnieuw hun grond en worden ondergebracht in coöperaties . Mao wil op korte tijd zijn land moderniseren en lanceert de ‘Grote Sprong Voorwaarts’. Zowel de landbouw als de industrie worden gedwongen om meer te produceren dan ze eigenlijk kunnen. Het hele economische systeem stort in elkaar. Een zware hongersnood en verminderde welvaart zijn het gevolg. Mao verliest een deel van zijn macht binnen de partij. Gematigde communisten, zoals Deng Xiaoping, krijgen vanaf 1959 meer macht. Ze proberen de economische toestand te verbeteren.

Bron 5 De Grote Sprong Voorwaarts

Op de parkeerplaats, waar de chauffeurs altijd stonden te wachten, was een enorme hoogoven opgetrokken. ’s Nachts lichtte de hemel op en maakten de menigten rond de ovens een lawaai dat ik driehonderd meter verder tot in mijn kamer kon horen. In deze oven verdwenen de woks van mijn familie, samen met al ons gietijzeren kookgerei. We leden niet erg onder dat verlies, want we hadden het allemaal niet meer nodig. Thuis koken was niet meer toegestaan en we moesten allemaal in de kantine eten. De ovens waren onverzadigbaar. Verdwenen was het bed van mijn ouders, een zacht, comfortabel bed met ijzeren veren. Verdwenen waren ook de ijzeren afzettingen van de stoepen in de stad en alles wat er verder nog allemaal van ijzer was. (...) De boeren versleepten oogsten van verschillende stukken land naar een ander stuk land om de partijfunctionarissen te laten zien dat ze een wonderoogst hadden binnengehaald.

Uit: Jung Chang, Wilde zwanen. Drie dochters van China. Amsterdam, Boekerij, 2013 De vader en moeder van Jung Chang (Yibin, °1952) zijn belangrijke functionarissen van de Chinese communistische partij. Jung maakt belangrijke gebeurtenissen van dichtbij mee. Haar ouders vallen in de jaren 1960 in ongenade en komen in werkkampen terecht. Jung verlaat China in 1978 en vestigt zich in het Verenigd Koninkrijk.

©VANIN

a Beo ordeel de betrouwbaarheid van de bron om een vraag over de Grote Sprong Voorwaarts te beantwoorden.

b Ho e verwezenlijken de Chinezen de Grote Sprong Voorwaarts?

195 F EEN REIS ROND DE WERELD

3

De Culturele Revolutie

Mao wil terug meer macht. Met de hulp van het leger organiseert hij de Culturele Revolutie (19661976). Mao roept vooral de jongeren op om de revolutie te redden en verraders aan te vallen. De jongeren reageren enthousiast en vormen ‘Rode Gardes’. Die groeperingen vallen iedereen aan die ervan verdacht wordt de ideeën van Mao niet te volgen. Wetenschappers, professoren, partijleiders, leerkrachten, ploegbazen ... worden openbaar vernederd en zelfs gedood. Alles van de eeuwenoude Chinese cultuur wordt verboden. De gardisten vernietigen tempels, paleizen, kunstvoorwerpen, eeuwenoude teksten, beelden ... Enkel de geschriften van Mao mogen nog gelezen worden. Het land valt volledig in chaos.

4©VANIN

Mao krijgt opnieuw de volledige macht in handen. In 1969 laat hij het leger de orde herstellen. De Rode Gardisten worden ontwapend en moeten op het platteland gaan werken. Op buitenlands vlak zoekt Mao toenadering tot de VS en het Westen. De relatie met de Sovjet-Unie is heel wat slechter geworden. In 1971 mag de Volksrepubliek daarom Taiwan vervangen als permanent lid van de VNVeiligheidsraad.

6 Posters uit de Culturele Revolutie

Op beide posters houden sommige figuren het ‘Rode Boekje’ vast. Dat boekje bestaat uit citaten en wijsheden van Mao en is tijdens de Culturele Revolutie dikwijls de enige toegelaten literatuur.

a Op welke manier verwijst de eerste poster naar Mao?

b Van welk kenmerk van het ‘totalitarisme’ is de tweede poster een voorbeeld?

China verandert van koers

Na de dood van Mao in 1976 komen de gematigde communisten aan de macht. Hun leider, Deng Xiaoping, begint het land echt te moderniseren. Op economisch vlak laat hij steeds meer privéinitiatieven toe. Op politiek vlak verandert er weinig. Wanneer in 1989 studenten in Beijing het Plein van de Hemelse Vrede bezetten en democratische hervormingen eisen, laat Deng het plein door het leger ‘ontruimen’. Honderden demonstranten vinden daarbij de dood. Anderen worden gearresteerd en naar werkkampen verbannen. Het protest in de westerse wereld is hevig, maar luwt al snel. Het nieuwe China is immers een interessante handelspartner. Officieel bekleedt Deng van 1990 tot aan zijn dood in 1997 geen enkele functie meer. Zijn opvolgers zetten zijn

196 LES 16 D E VO Lk S REP u b LIEk Ch I N a
Bron
OPDRACHT
3

OPDRACHT 4

politiek wel voort. In de jaren 1990 verlaat de Volksrepubliek de planeconomie . Er komen ‘Speciale Economische Zones’ waar Chinese bedrijven en instellingen joint ventures kunnen aangaan met buitenlandse bedrijven. In 1997 verwerft de Volksrepubliek de controle over het economisch belangrijke Hongkong, dat als ‘Special Administrative Region’ voor ten minste vijftig jaar zichzelf mag besturen.

In de 21e eeuw is de Volksrepubliek een belangrijke economie geworden. Chinese bedrijven en investeerders nemen westerse bedrijven en technologie over. Om aan goedkope grondstoffen te geraken, sluiten ze vooral in Afrika akkoorden met dictators en bendeleiders. China zelf kent een groeiende sociale kloof tussen rijken en armen en een steeds groter verschil in welvaart tussen het rijkere oosten en het binnenland. Etnische minderheden zoals de Oeigoeren en de Tibetanen worden zwaar onderdrukt. Het milieu is er heel slecht aan toe. De communistische partij blijft oppermachtig. Vanaf 2016 heeft president en partijleider Xi Jinping enorm veel macht. Hij controleert partij, staat, leger en economie. Mensenrechten zoals persvrijheid en vrije meningsuiting zijn onbestaande. IT-technologie wordt gebruikt om de bevolking op alle vlakken in het oog te houden. Andersdenkenden komen in werkkampen terecht. Corruptie is er op alle niveaus. De Volksrepubliek presenteert zich ook steeds meer als grootmacht. Het leger wordt grondig gemoderniseerd. De Chinese communisten hopen ooit de ‘opstandige provincie’ Taiwan te kunnen aanhechten. Het zelfbestuur van Hongkong wordt, desnoods met geweld, afgebouwd. Bovendien kan het uiterst harde regime van Noord-Korea op Chinese steun rekenen. De westerse landen blijven China een interessante handelspartner vinden, maar vrezen ook de groeiende macht en invloed van het land. Van een rijk in verval is China geëvolueerd naar een land waarmee rekening gehouden moet worden.

Bron 7 Westerse spotprenten over het hedendaagse China

©VANIN

197 F EEN REIS ROND DE WERELD

Combineer de beschrijvingen met de juiste cartoon. Vul bij elke cartoon de juiste letter in. Let op: één omschrijving past bij geen enkele cartoon!

A China censureert de media.

B China discrimineer t etnische minderheden.

C China b econcurreert de VS tot in de ruimte.

D China steelt industriële geheimen van de VS.

E China verwerft invloed in Afrika (om zijn grondstoffen).

ONWAARSCHIJNLIJK!

De Chinese Volksrepubliek behoort tot de eerste landen van de wereld waar een vrouw het ambt van president bekleedt. ChingLing Soon (1893-1981) is gehuwd met de revolutionair Sun JatSen en bekleedt belangrijke functies binnen de Nationalistische Partij. Ze spreekt vlot Engels en heeft in de VS gestudeerd. Tijdens de burgeroorlog kiest ze partij voor de communisten. Ze is ook de stichter van het tijdschrift China Today. In 1959 wordt ze vicepresident van de Volksrepubliek. Van 1968 tot 1972 is ze zelfs presidente, samen met Dong Biwu. Twee weken voor haar dood in 1981 wordt ze lid van de communistische partij en verleent de Volksrepubliek haar de titel van erepresident. Zelfs Mao of Deng heeft die laatste eer niet gekregen …

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘republiek’, ‘communisme’, ‘planeconomie’, ‘corruptie’ en ‘grootmacht’ verklaren

2 de ondergang van het Chinese Keizerrijk verklaren

3 de stichtingsdatum van de Chinese Republiek en de Volksrepubliek geven

4 het verloop van de burgeroorlog schetsen

5 het verschil tussen Taiwan en de Volksrepubliek uitleggen

6 met één p olitiek, één cultureel en één socio-economisch voorbeeld de negatieve gevolgen van het beleid van Mao aantonen

7 de evolutie in de contacten tussen China en het Westen van 1912 tot vandaag geven

8 de huidige p olitieke, sociale en economische situatie van de Volksrepubliek geven

9 de huidige Volksrepubliek China vergelijken met een parlementaire democratie zoals België

KUNNEN

1 bronnen beoordelen op het vlak van bruikbaarheid en betrouwbaarheid om een vraag te beantwoorden

2 bronnen met elkaar vergelijken

©VANIN

3 de constructie van collectieve herinnering aan de hand van de Lange Mars aantonen

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen.

Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

198 LES 16 D E VO Lk S REP u b LIEk Ch I N a

LES 16 SCHEMA

1 China verkeert in burgeroorlog en chaos

CHINESE KEIZERRIJK wordt na revolutie CHINESE REPUBLIEK (1912)

Relatie met Westen: havens en buitenlandse handel onder controle van westerse landen en Japan

BURGEROORLOG

• Nationalisten (o.l.v. Tjiang Kai-Sjek) tegen communisten (o.l.v. Mao Zedong)

• Inval van Japan (1937-1945): stop burgeroorlog, samen tegen Japan

• Tweede Wereldoorlog: China hulp van geallieerden

• Einde WO II: teruggave havens aan China (uitzondering: Hongkong)

• Opnieuw burgeroorlog: overwinning communisten, nationalisten naar Taiwan

2 Mao Zedong sticht de Volksrepubliek (1949)

Relatie met Westen: erkent Volksrepubliek niet, Taiwan = echte regering Volksrepubliek zelf enkel relaties met communistische landen

3

De Culturele

Revolutie

BELEID VAN MAO: vervolgingen, economische ramp (Grote Sprong Voorwaarts (1956)), machtsstrijd met gematigden = Culturele Revolutie (1966-1976)

Relatie met Westen: toenadering vanaf 1971, tegen Sovjet-Unie, Volksrepubliek in VN

4 China verandert van koers

Na dood Mao (1976): GEMATIGDEN O.L.V. DENG XIAOPING aan de macht

• Mo derniseringen, geen democratie (vervolging studenten)

• Einde planeconomie, samenwerking met westerse bedrijven

• Hongkong wordt Chinees (1997) met voor vijftig jaar zelfbestuur.

Relatie met Westen: interessante handelspartner

21E EEUW VOLKSREPUBLIEK onder XI JINPING

De Volksrepubliek China ©VANIN

Economisch belangrijk: investeringen in westerse bedrijven en moderne technologie, grondstoffen in Afrika, milieuproblemen

Sociaal: sociale kloof

Cultuur: onderdrukking minderheden

Politiek: communistische partij alle macht, vervolging andersdenkenden, controle over bevolking, corruptie, presenteert zich als grootmacht (uitbouw leger, minder vrijheid in Hongkong, agressie tegen Taiwan, steun aan Noord-Korea)

Relatie met Westen: blijft interessante handelspartner, vrees voor groeiende macht

199 F EEN REIS ROND DE WERELD

Israël en de Palestijnen

Aanslagen en invallen, bezette gebieden , nederzettingen … De problemen tussen Israël en de Palestijnen halen regelmatig het nieuws.

Hoe is dat conflict ontstaan?

Waarover gaat het? Waarom raakt het zo moeilijk opgelost?

Kaartnr(s).

1920 1939 1945

machtsgreep Hitler

ontbinding Ottomaanse Rijk

1

Israël onafhankelijk

Israël en de Palestijnse kwestie

Zesdaagse Oorlog

oprichting PLO

Camp David Osloakkoorden aanval

Hamas Israël Veiligheidsmuur

©VANIN

In de 1e eeuw komt een aantal Joden in Judea en Galilea in opstand tegen de hoge belastingen in het Romeinse Rijk. Wanneer het Romeinse leger de opstand onderdrukt en de Joodse tempel in Jeruzalem vernield heeft, breidt de Joodse diaspora uit. In de middeleeuwen leven de meeste Joden verspreid over Azië, Europa en Noord-Afrika. In christelijk Europa wordt de Joden verweten nakomelingen te zijn van zij die Christus ter dood brachten. Omdat ze als niet-christenen leningen kunnen geven, krijgen ze de naam zich te verrijken door hoge interesten aan te rekenen. Ze worden gediscrimineerd. In economische of gezondheidscrisissen, zoals pestepidemieën, worden ze als zondebok aangeduid. In de loop van de 19e eeuw groeit het antisemitisme in Europa. Vanaf ca. 1880 worden in Rusland Joden aangevallen. Bij die pogroms komen duizenden Joden om. Als reactie daarop ontstaat het zionisme . Die beweging van niet-religieuze en socialistisch geïnspireerde Joden ijvert voor de oprichting van een eigen, seculiere staat voor het Joodse volk, bij voorkeur in het gebied dat zij het Beloofde Land noemen.

Tot in de Eerste Wereldoorlog ligt dat gebied, Palestina, in het Ottomaanse Rijk. Er wonen islamieten, christenen en joden. In het begin van de 20e eeuw trekken de eerste zionisten naar Palestina. Ze organiseren er kibboetsen . Tijdens de Eerste Wereldoorlog vecht het Verenigd Koninkrijk in het Midden-Oosten tegen het Ottomaanse Rijk. In 1916, na de verovering op de

200 LES 17 I S R a ëL EN DE Pa LE S tI j N EN 1933 2023 2002 1948 1964 1979 1993-1995 1967
17
WO II

Turken, sluit het met Frankrijk een verdrag over de verdeling van dat gebied. Palestina zou Brits worden. In 1917 belooft de Britse minister van Buitenlandse Zaken Balfour dat het Verenigd Koninkrijk de Joden zal helpen met de oprichting van een nationaal tehuis. Na de Eerste Wereldoorlog wordt Palestina effectief een mandaatgebied van het Verenigd Koninkrijk. Tijdens het interbellum migreren steeds meer Joden naar Palestina. Zionistische groeperingen proberen met geweld zo veel mogelijk gebied onder controle te krijgen. De autochtone bevolking begint zich daartegen te verzetten met stakingen en geweld. De Britse regering beperkt de Joodse migratie.

Na de Tweede Wereldoorlog kondigt het Verenigd Koninkrijk het einde van het mandaat over Palestina aan. In 1947 stellen de Verenigde Naties een tweestatenoplossing voor: Joden en de Arabieren krijgen elk een eigen staat. Het gebied rond Jeruzalem wordt internationaal gebied. David Ben-Gurion aanvaardt de regeling in naam van de Joodse bevolking. De Palestijnen en de Arabische landen weigeren grond af te staan aan de Joden. Op 14 mei 1948 roept David BenGurion de onafhankelijkheid van de Joodse staat Israël uit. ’s Anderendaags eindigt het Britse bestuur. De Arabische buurlanden erkennen Israël niet en vallen het land aan. Ze willen de jonge staat vernietigen. Israël vecht terug en verovert ondertussen meer en meer Palestijns grondgebied. De helft van de Palestijnse bevolking wordt verdreven, de helft van de Palestijnse dorpen en elf van de twaalf Palestijnse steden worden vernietigd. In 1949 wordt een wapenstilstand gesloten. Israël weigert om vluchtelingen te laten terugkeren. In 1950 vaardigt Israël de ‘wet op de terugkeer’ uit. Elke Jood heeft het recht zich in Israël te vestigen. Palestijnen die in Israël blijven zijn officieel Israëlische staatsburgers, maar worden tweederangsburgers. De Egyptische president Nasser stimuleert de oprichting van de PLO. Die Palestijnse Bevrijdingsorganisatie overkoepelt verschillende Palestijnse verzetsgroepen en organisaties, ook christelijke. Ze wordt berucht voor haar talrijke terroristische acties, ook buiten Israël. In 1967 verovert Israël in de Zesdaagse Oorlog de Palestijnse Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, de Syrische Golanhoogte, de Egyptische Sinaï en Oost-Jeruzalem. Dat veroorzaakt een nieuwe vluchtelingenstroom. De VN-Veiligheidsraad eist dat Israël zijn troepen terugtrekt uit de bezette gebieden en dat de onafhankelijkheid en territoriale integriteit van elk land gerespecteerd worden. Israël start met de bouw van Joodse nederzettingen in de bezette gebieden.

We hebben oprecht geprobeerd op te gaan in de ons omringende gemeenschappen en slechts het geloof van onze vaderen te behouden. Het is ons niet toegestaan. Vergeefs zijn wij loyale patriotten, vergeefs brengen wij dezelfde offers van goed en bloed als onze medeburgers, vergeefs doen wij moeite om de roem van onze vaderlanden in kunsten en wetenschappen en hun rijkdom door handel en verkeer te verbeteren. In onze vaderlanden waar wij eeuwen geleefd hebben worden wij nog steeds voor vreemdelingen uitgekreten, dikwijls door mensen wier families nog niet in het land waren toen onze vaders daar al zuchtten ... (…) Moet Palestina de voorkeur hebben of Argentinië? (…) Argentinië is een van de natuurlijk rijkste landen van de aarde, met een enorm grondgebied, dunbevolkt en met een gematigd klimaat. De Argentijnse republiek zou er wel bij varen om ons een stuk land af te staan. Palestina is ons onvergetelijk historisch geboorteland (…) Als zijne majesteit de Sultan ons Palestina zou geven, dan zouden wij de Turkse financiële problemen kunnen regelen. Voor Europa zouden wij een stuk van de barrière tegen Azië vormen, een voorpost van de cultuur tegen de barbarij. Wij zouden als neutrale staat in verbinding met Europa blijven, dat ons bestaan zou moeten waarborgen. Voor de heilige plaatsen van het christendom zou een volkenrechtelijke exterritoriale status kunnen worden gevonden.

201 F EEN REIS ROND DE WERELD
Bron 1 Het zionisme OPDRACHT 1 ©VANIN

Wij zouden de erewacht rond de heilige plaatsen vormgeven en met ons bestaan voor de vervulling van die plicht verantwoordelijk zijn. Die erewacht zou het grote symbool zijn voor de oplossing van het Jodenvraagstuk na achttien voor ons pijnlijke eeuwen.

Uit: T. Herzl, Der Judenstaat. 1896

Theodor Herzl groeit op in Oostenrijk-Hongarije als zoon van niet-orthodoxe Joden die zich op de eerste plaats Hongaars voelen. Hij werkt als journalist in Wenen en Parijs en is onder de indruk van het groeiend antisemitisme, ook tegen Joden die geïntegreerd zijn in de samenleving. Herzl wordt een van de leidende figuren van de seculiere zionistische beweging.

a Wat bedoelt Herzl met ‘het Jodenvraagstuk’? Raadpleeg eventueel de lestekst.

b Wat stelt Herzl voor als oplossing tegen het antisemitisme? Waaraan denkt hij concreet? Onderstreep in bron 1 hoe hij die keuze motiveert.

c Naar welke ‘heilige plaatsen van het christendom’ verwijst hij? Wat is zijn voorstel?

OPDRACHT 2

Bron 2 Pioniers van de Deganiakibboets

Waarom kun je deze mensen zionisten noemen?

Rond de eeuwwisseling kopen Joden grond in Palestina (Ottomaanse Rijk) en stichten er nederzettingen. Ze organiseren ze als egalitaire samenlevingen en bouwen er collectieve landbouwbedrijven uit, geïnspireerd door het communisme.

©VANIN

202 LES 17 I S R a ëL EN DE Pa LE S tI j N EN

OPDRACHT 4

Ministerie van Buitenlandse Betrekkingen, Londen 2 november 1917: (…) De regering van Zijne Majesteit stemt in met de oprichting van een nationaal tehuis voor het Joodse volk. Zij zal alles in het werk stellen om de realisatie van dat doel te bevorderen. Daarbij moet het duidelijk zijn dat er niets gedaan zal worden dat de burgerlijke en religieuze rechten van de niet-Joodse gemeenschappen in Palestina kan aantasten. Ook de rechten en de politieke status die de Joden genieten in andere landen, mogen hierdoor niet aangetast worden. (…)

Ik zou u dankbaar zijn, moest u deze verklaring overbrengen aan de Zionistische Beweging.

©VANIN

Arthur Balfour is van 1916 tot 1921 de Britse minister van Buitenlandse Zaken. In 1917 schrijft hij een brief aan Lionel Walter Rothschild, een rijk Brits Joods bankier. Tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft het Verenigd Koninkrijk er financieel belang bij rijke Amerikaanse en Russische Joden voor hun zaak te winnen. De zionisten zien de verklaring als een erkenning voor het recht op een eigen staat.

a Wat belooft minister Balfour?

b Wat zegt hij over de autochtone bevolking van Palestina?

Bron 4 Jo odse vluchtelingen

Tussen 1933 en 1939 emigreren ongeveer 420 000 Joden uit ‘Groot-Duitsland’. Ongeveer 55 000 van hen trekken naar Palestina. Vele landen voeren immigratiebeperkingen in. De Britse regering beperkt de Joodse migratie in Palestina en stelt de onafhankelijkheid van Palestina in het vooruitzicht.

a Verklaar de massale immigratie van Joden vanuit Europa naar Palestina tijdens het interbellum. Wat was de pushfactor?

203 F EEN REIS ROND DE WERELD
Bron
de Balfourverklaring OPDRACHT 3
3 Uit

b Wie bestuurt in die periode Palestina? Hoe reageert die op de Joodse migratie?

OPDRACHT 5

Bron 5 Het VN-plan

0 150 km

Arabieren

Joden

internationaal gebied

Britse blokkade

Joodse inwijking uit Europa180000(1939-1948)

Port Said

S u e z ak n a al

Suez

EGYPTE (V.A.R. 1958-1961)

GolfvanSuez

Tel Aviv

Straat van Tiran Bethlehem Gaza

LIBANON SYRIË (V.A.R. )

Meer van Galilea Dode Zee Golf van Akaba ROD E Z E E

Amman Jeruzalem

Beersheba

Eilat Akaba

TRANSJORDANIË

SAOEDI-ARABIË

a Wat leert de kaart over de evolutie in de migratie van Joden naar Palestina in vergelijking met het interbellum?

b Welke territoriale oplossing geven de VN voor Palestina en voor de heilige plaatsen?

c Zo ek in de lestekst hoe er wordt gereageerd op die regeling.

204 LES 17 I S R a ëL EN DE Pa LE S tI j N EN
©VANIN

Haifa werd gekozen als eerste [stedelijke] doel. (…) Vanaf de ochtend nadat de Resolutie van de VN-Verdeling werd goedgekeurd, werden de 75 000 Palestijnen in de stad aan een campagne van verschrikking onderworpen die gezamenlijk door Irgun en Hagana [Joodse militaire eenheden] werd opgezet. Omdat zij slechts in de laatste decennia waren gearriveerd, hadden de Joodse kolonisten hun huizen hoger op de berg gebouwd. Aldus leefden zij topografisch boven de Arabische buurten en konden ze die gemakkelijk beschieten. Dat waren ze begin december geregeld beginnen doen. Zij gebruikten ook andere methodes om te intimideren. De Joodse troepen rolden vaten vol explosieven, en reusachtige stalen ballen naar beneden tot in de Arabische woongebieden en goten met brandstof gemengde olie op de wegen en staken ze in brand. Wanneer de door de paniek overmande Palestijnse bewoners uit hun huizen gestormd kwamen om die rivieren van vuur te doven, werden zij beschoten door machinegeweren. Op gebieden waar er meer interactie was tussen de twee gemeenschappen, bracht Hagana auto’s naar Palestijnse garages om te worden hersteld. Ze waren geladen met explosieven en veroorzaakten zo dood en chaos. Een speciale eenheid van Hagana, ‘Hashahar’ (‘Dageraad’), samengesteld uit ‘mistarvim’ (Hebreeuws voor ‘Arabier worden’, eigenlijk Joden die zich als Palestijnen vermomden) zat achter dat soort aanvallen.

Uit: I. Pappe, The Ethnic cleansing of Palestine. Londen, Oneworld Publications, 2006 Ilan Pappe is een Israëlisch historicus. Zijn ouders vluchten in de jaren 1930 vanuit Duitsland naar Palestina. Hij behoort tot de ‘New Historians’. Toen in de jaren 1980 regeringsdocumenten in de archieven toegankelijk werden, kwamen ze tot nieuwe bevindingen over wat er in Palestina gebeurde na het VN-verdelingsplan. Pappe krijgt veel kritiek in Israël. Hij woont in het Verenigd Koninkrijk en geeft er les aan de universiteit van Exeter.

a Onderstreep in de tekst drie methodes die de Joodse eenheden gebruiken tegen de Palestijnse bevolking.

b Ilan Pappe zegt dat hier sprake is van een ‘etnische zuivering’. Welke argumenten gebruikt hij in de tekst?

Bron 7 De Jo odse staat Israël

©VANIN

Op 14 mei 1948 roept David Ben-Gurion in naam van de Joden de onafhankelijkheid van Israël uit. Ben-Gurion emigreert in 1906 van Russisch Polen naar Palestina. Als zionist zet hij zich in voor de oprichting van een Joodse staat in Palestina. Hij leidt ook de Hagana. Achter hem hangt het portret van Theodor Herzl.

Waarom hangt er een portret van Theodor Herzl achter Ben-Gurion?

205 F EEN REIS ROND DE WERELD
Bron 6 Etnische zuiveringen OPDRACHT 6
OPDRACHT 7

8

OPDRACHT 9 Bron 8 De rol van

©VANIN

Fritz Behrendt (1925-2008) maakt deze cartoon (tussen 1968 en 1989) voor de Nederlandse krant Het Parool. In de krant staat ‘De erfenis’ boven de cartoon. Als Joods kind vlucht hij in 1936 met zijn gezin vanuit Duitsland naar Amsterdam. Na de Tweede Wereldoorlog verhuist hij als overtuigd communist naar de DDR. Vanaf de jaren 1950 werkt hij in Nederland voor verschillende Europese en Amerikaanse kranten. Zijn cartoons zijn een aanklacht tegen onrecht. Hier hekelt hij de houding van het Verenigd Koninkrijk, dat daags na de onafhankelijkheidsverklaring het Brits mandaat beëindigt, waarop de Arabische buurlanden Israël aanvallen.

a Wie of wat stellen de personages op de cartoon voor?

b Wat is de boodschap van de maker?

Bron 9 De PLO

Yasser Arafat is van 1969 tot 2004 leider van de PLO.

Wat is de PLO? Zoek het op en onderstreep de informatie die je vindt in de lestekst.

206 LES 17 I S R a ëL EN DE Pa LE S tI j N EN
het Verenigd Koninkrijk OPDRACHT

De Veiligheidsraad (…) bevestigt dat de verwezenlijking van de beginselen van het Handvest [van de VN] de vestiging vereist van een rechtvaardige en duurzame vrede in het MiddenOosten, die de toepassing van de volgende beginselen moet inhouden:

• terugtrekking van Israëlische strijdkrachten uit gebieden die tijdens het jongste conflict zijn bezet;

• (…) respect voor en erkenning van de soevereiniteit, territoriale integriteit en politieke onafhankelijkheid van elke staat in het gebied en van hun recht in vrede te leven binnen veilige en erkende grenzen, vrij van bedreigingen of daden van geweld.

[De Veiligheidsraad] bevestigt voorts de noodzaak van het tot stand brengen van een rechtvaardige regeling van het vluchtelingenvraagstuk.

Uit: VN-resolutie 242 (2 november 1967)

Israël geeft geen gevolg aan de resolutie. Ze is wel de basis van latere vredesgesprekken tussen Israël, Arabische staten en de PLO.

a De resolutie biedt beide partijen iets. Leg uit.

b De formulering is b ewust vaag op één punt. Welk?

Onderhandelingen brengen geen vrede

In oktober 1973, op de Joodse feestdag Jom Kipoer, vallen Egypte en Syrië met steun van een aantal Arabische landen Israël aan. Ze willen hun bezet grondgebied terug. De Egyptische president Sadat wil Israël op die manier ook naar de onderhandelingstafel dwingen. Het olieembargo dat de Arabische landen afkondigen, leidt tot een wereldwijde economische crisis. Het conflict eindigt met een wapenstilstand onder druk van de VN-Veiligheidsraad. In Israël ontstaan protesten tegen de regering. Die wordt verweten dat ze zich heeft laten verrassen door de aanval. Door tussenkomst van de Verenigde Staten staat de nieuwe regeringsleiding wel open voor onderhandelingen met Egypte. Dat leidt in 1979 tot de ondertekening van de Camp Davidakkoorden. Egypte erkent als eerste Arabisch land de staat Israël. In ruil voor die erkenning trekt Israël zijn troepen terug uit de Sinaï.

©VANIN

Voor de Palestijnen verandert er niets. Miljoenen van hen leven in overbevolkte vluchtelingenkampen in het buitenland en ook in de bezette gebieden, vaak in armoedige omstandigheden, met weinig toekomstperspectief. Dat leidt tot toenemende spanningen en radicalisering. In 1987 breekt in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever de Intifada uit, de ‘opstand van de stenen’. Jongeren bekogelen de Israëlitische bezettingstroepen met stenen. Naast vreedzame acties zoals betogingen, stakingen en boycots van Israëlische producten gebeuren er ook bomaanslagen. Het Israëlische leger wordt ingezet om de opstand te onderdrukken. De Palestijnse bevolking is over het algemeen gematigd soennitisch , maar meer en meer Palestijnen krijgen sympathie voor fundamentalistische islamitische politieke groeperingen als Hamas en de

207 F EEN REIS ROND DE WERELD
Bron 10 Resolutie 242 van de VN-Veiligheidsraad OPDRACHT 10
2

Islamitische Jihad . Die vinden dat de wetgeving en de samenleving gebaseerd moeten zijn op de sharia , de islamitische religieuze plichtenleer. Zij willen de staat Israël vernietigen en maken zich populair door sociale hulp, het organiseren van onderwijs en van gezondheidszorg. De spiraal van geweld leidt tot een koerswijziging bij de PLO. Die start in het geheim onderhandelingen met Israël. Die leiden tot de Oslo-akkoorden van 1993 en 1995. Yasser Arafat erkent in naam van de PLO de staat Israël en zweert het terrorisme af. De Israëlische premier Yithzak Rabin erkent dat de PLO de vertegenwoordiger is van het Palestijnse volk. In afwachting van de oprichting van een Palestijnse staat wordt voorzien in de Palestijnse Autoriteit . Die mag in een deel van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook het burgerlijk en (in mindere mate) militair gezag uitoefenen. Arafat en Rabin krijgen in 1994 de Nobelprijs voor de Vrede. In 1995 wordt Rabin vermoord door een Joodse extremist. Dat is een schok voor gematigde Palestijnen en Joden die in hem een man van het compromis zien. Vanaf 1996 wordt Israël geregeerd door politici van de conservatieve en nationalistische Likoed- partij . Israël blijft nederzettingen bouwen voor Joden, vooral op de Westelijke Jordaanoever. In 2000 maakt Ariël Sharon, Israëlische politicus en voorzitter van de conservatieve Likoed-partij, een wandeling op de Tempelberg in Jeruzalem, ook langs de islamitische heiligdommen. Dat wordt langs Palestijnse zijde als een provocatie gezien en is het startschot van de Tweede Intifada. Die is gewelddadiger dan de eerste. Zelfmoordaanslagen op openbare plaatsen en raketten afgevuurd vanuit de Gazastrook op Israëlische steden maken veel burgerslachtoffers. De regering-Sharon roept de noodtoestand uit en reageert met militaire invasies en aanvallen vanuit de lucht. In 2002 start Israël met de bouw van de Veiligheidsmuur: een constructie van muren en hekken tussen de Westelijke Jordaanoever en Israël.

Initiatieven van de Verenigde Staten, Rusland, de Europese Unie en de Verenigde Staten om een oplossing en vrede te bewerkstellingen lopen op niets uit. Interne verdeeldheid bij de Palestijnen bemoeilijkt het vredesproces. In 2006 wint Hamas met een grote meerderheid de verkiezingen voor de Palestijnse Autoriteit. Fatah, de politieke vleugel van de PLO, weigert de leiding over de regering in handen van Hamas te geven. Dat leidt tot een gewapend conflict in de Gazastrook. In 2007 verdrijft Hamas de troepen van Fatah. Sindsdien hebben zij de controle over dat gebied. Het is een strook land van 41 km lang en 10 km breed waar 2,2 miljoen mensen wonen en die dus een heel grote bevolkingsdichtheid heeft. Israël controleert het luchtruim, de kustlijn en de grens met Israël. Het kan het gebied ook volledig afsluiten van de toevoer van water, energie en levensmiddelen. Hamas lanceert raketten op Israël.

©VANIN

Israël breidt het aantal nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever nog uit. Dat bemoeilijkt een tweestatenoplossing waarbij Palestina zou bestaan uit de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Israël vreest voor zijn veiligheid als het de Westelijke Jordaanoever militair zou ontruimen. De hoofdstad Tel Aviv ligt op nauwelijks 14 km verwijderd. Israël claimt daarom ook Jeruzalem als hoofdstad. Onder de regering-Trump (2017-2021) erkennen de VS de nieuwe hoofdstad. De Algemene Vergadering van de VN verwerpt die verandering, de Veiligheidsraad niet. De Palestijnen willen Oost-Jeruzalem als hoofdstad van hun toekomstige Palestijnse staat. Om demografische redenen weigert Israël de terugkeer van Palestijnse vluchtelingen.

In 2023, 50 jaar en een dag na de start van de Jom Kipoeroorlog, op de joodse feestdag Sh’mini Atzeret, vallen Hamasstrijders Israël binnen vanuit de Gazastrook. Hamas lanceert duizenden raketten op Israël, de grootste aanval tot dan. Israël slaat terug, zegt Hamas te willen vernietigen en maakt daarbij heel veel burgerslachtoffers.

208 LES 17 I S R a ëL EN DE Pa LE S tI j N EN

OPDRACHT 12

©VANIN

In 1977 bezoekt de Egyptische president Sadat Israël. Hij houdt een toespraak in de Knesset, het Israëlische parlement. Onder bemiddeling van de Amerikaanse president Carter wordt er onderhandeld in Camp David, het buitenverblijf van de Amerikaanse presidenten. In 1979 sluiten Israël en Egypte vrede.

De akkoorden zijn een compromis. Onderstreep in de lestekst met blauw het voordeel voor Israël, met groen het voordeel voor Egypte.

Lees de lestekst en bestudeer de kaart.

Bron 12 Israël en Palestina

Bevolking op januari 2020 GebiedJodenPalestijnenoverige*

Israël Westelijke Jordaanoever** Gazastrook Totaal 1919000 3100000 2100000 7119000 440000 440000 6123000 670000 6793000 * voor het overgrote deel immigranten uit voormalige Sovjet-Unie, niet geregistreerd als Joods ** incl. Palestijnen met ‘verblijfsvergunning’ in Oost-Jeruzalem

Haifa

MIDDELLANDSE ZEE

Tel Aviv-Jaffa

Kalkilia

GAZA

(Gedeeltelijke) Israëlische bezetting 1967-2005

Saida (Sidon)

Soer (Tyrus)

Bezet door Israël in 1967 Geannexeerd door Israël in 1981

Meer van Galilea

Balfouria

Jenin

Tulkarm

Nabloes

WESTELIJKE

JORDAANOEVER sinds 1967 1993-1998

Ramallah

Jericho

Jeruzalem (El Koeds)

Bethlehem

Hebron

Dode Zee

Beersheba

NEGEV

EGYPTE

Damascus

Eerste Intifada (1987-1993) Tweede Intifada (2000-2005)

Amman

SAOEDIARABIË ISRAËL

1979 1994

SINAÏ Bezetting 1967-1982

Camp Davidakkoorden, 1979

Eilat

Akaba

Golan, door Israël bezet gebied Gaza (controle door Hamas vanaf 2007) Israëlische nederzettingen muur (in 2014) muur in aanbouw (in 2014) vrede met Israël waterleiding

Oslo-akkoorden:

zone A: gebieden onder volledig Palestijns gezag

zone B: gebieden onder burgerlijk Palestijns gezag zone C: gebieden onder Israëlisch gezag

A 1 34˚ 33˚ B 36˚ C 2 31˚ 3 1 33˚ 2 31˚ 3 A 34˚ B 36˚ C
LIBANON SYRIË
JORDANIË
GOLAN Jordaan Litani Jarmoek HERMON
0 50 km
1979
209 F EEN REIS ROND DE WERELD
Bron 11 Camp Davidakkoorden OPDRACHT 11

OPDRACHT 13

a Onderstreep in de tekst de oorzaken (rood) en de aanleiding (zwart) voor de Oslo-akkoorden.

b Waar liggen de gebieden die onder Palestijns gezag komen?

c Ook deze akkoorden zijn een compromis. Markeer in de lestekst: de voordelen voor Israël (rood) en de voordelen voor de Palestijnen (blauw).

©VANIN

d Markeer in de lestekst de oorzaken (groen) en de aanleiding van de Tweede Intifada (paars).

e Ho e reageert Israël?

f Wie bestuurt Gaza sinds 2007? Onderstreep in de lestekst de kenmerken/het doel van die organisatie.

g Wat kan Israël doen om het de Palestijnen lastig te maken?

13 Mo ord Rabin

a Waarvan wordt Rabin hier beschuldigd?

b Wat zegt dat over de demonstranten?

Naar aanleiding van de Osloakkoorden worden er betogingen georganiseerd. Demonstranten dragen maskers van PLO-leider Yasser Arafat en de Israëlische premier Yatzhik Rabin. Op 4 november 1995 schiet een Joodse ultraorthodoxe student Rabin neer nadat die tijdens een vredesmanifestatie in Tel Aviv een toespraak heeft gehouden voor meer dan 200 000 mensen. Rabin overleeft de aanslag niet.

210 LES 17 I S R a ëL EN DE Pa LE S tI j N EN
Bron

OPDRACHT 15

Uit: Vrt nws, 7 januari 2024, http://url.vanin.be/vrtnws20240107

Na drie maanden oorlog verklaart het Israëlische leger dat ‘Hamas in het noorden van de Gazastrook ontmanteld is’. De bombardementen gaan echter onverminderd voort.

Zoek op het internet het totale aantal slachtoffers aan Palestijnse en Israëlische kant sinds de uitbraak van de oorlog op 7 oktober 2023.

a Zo ek in de lestekst voorbeelden van: continuïteit / breuk / standplaatsgebondenheid

©VANIN

b Onderzo ek je eigen perspectief in deze kwestie.

c Bespreek de rol van de internationale gemeenschap in het ontstaan en de evolutie van het conflict tussen Israël en de Palestijnen.

211 F EEN REIS ROND DE WERELD Bron 14 Het no orden van Gaza is herleid tot puin OPDRACHT 14

d Zo ek in de lestekst vijf problemen die een oplossing van het conflict in de weg staan.

e Zowel de Joden als de Palestijnen gebruiken historische argumenten om hun gelijk in dit conflict kracht bij te zetten. Geef daarvan voor beide partijen een voorbeeld.

Joden:

Palestijnen:

f ‘De geschiedenis kan veranderen.’ Geef een voorbeeld op basis van de contextinformatie bij bron 6.

Wat je na deze les moet kennen en kunnen:

KENNEN

1 de b egrippen ‘bezette gebieden’, ‘Intifada’, ‘zionisme’ en ‘kibboets’ verklaren

2 het ontstaan van Israël situeren in de tijd en in de historische context

3 de rol van het Verenigd Koninkrijk in het ontstaan van het conflict uitleggen

4 voorbeelden geven van gewelddadige en vreedzame contacten tussen de Arabische landen en de Palestijnen enerzijds en Israël anderzijds

KUNNEN

1 bronnen analyseren over het ontstaan en de evolutie van Israël en de Palestijnse kwestie

2 continuïteit, breuk, standplaatsgebondenheid en eigen perspectief onderzoeken

3 de b etrouwbaarheid van een bron onderzoeken, rekening houdend met de standplaatsgebondeheid van de maker

4 historische argumenten gebruiken in actuele debatten

©VANIN

5 het ontstaan en de evolutie van de bezette gebieden situeren en verklaren

6 de evolutie in de houding van de PLO uitleggen

7 uitleggen welke problemen een oplossing voor het conflict bemoeilijken

5 historische b eeldvorming evalueren

Een aantal onderdelen van ‘kennen’ en ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

212 LES 17 I S R a ëL EN DE Pa LE S tI j N EN

Israël en de Palestijnen

1 Israël en de Palestijnse kwestie

19e eeuw antisemitisme in Europa neemt toe zionisme migratie Joden naar Palestina

1917 Balfourverklaring

Interbellum Palestina = Brits mandaatgebied

Jo denvervolging nazi-Duitsland to enemende migratie

1947 VN-plan verdeling Palestina

1948 onaf hankelijke staat Israël Arabische buurlanden (tot 1949)

Palestijnse vluchtelingen

1964 PLO

1967 Zesdaagse Oorlog b ezette gebieden vluchtelingen

VN-resolutie 242

2 Onderhandelingen brengen geen vrede

1979 Camp Davidakkoorden: Egypte Sinaï terug – Egypte erkent Israël.

MAAR geen oplossing voor Palestijnen radicalisering:

1987 Intifada Hamas en Jihad winnen aanhangers. spiraal van geweld

1993/1995 Oslo -akkoorden b eperkte Palestijnse autonomie – PLO erkent Israël.

2000 Intifada

2002 Begin bouw muur

2007 Hamas grijpt macht in Gaza.

2023 Hamas valt Israël aan en Israël slaat hard terug.

LES 17 SCHEMA 213 F EEN REIS ROND DE WERELD
©VANIN

OPDRACHT

Culturele ontwikkelingen in de 20e en 21e eeuw

De afgelopen jaren heb je kennisgemaakt met verschillende kunststromingen en cultuurstijlen.

In dit onderdeel bestudeer je enkele typische culturele verschijnselen van de hedendaagse tijd. Even je kennis opfrissen voor we daarmee beginnen.

Op de eerste en tweede serie eurobankbiljetten staan verschillende kunststromingen afgebeeld.

Welke kunststromingen herken je op de biljetten? Uit welke tijd stammen die stijlen?

Bron Eurobiljetten

Eurobankbiljetten van de ‘Europa-serie’, in omloop van 2013 tot 2024. Net als op de eerste serie bankbiljetten staan fictieve bouwwerken afgebeeld, die een overzicht geven van de geschiedenis van de Europese architectuur.

214 G CULTURELE ONTWIKKELINGEN IN DE 20E EN 21E EEUW G
©VANIN

Onderzoek 5: is dat kunst?

‘Wat stelt dat voor?’ ‘Dat kan ik ook!’ Heb jij ook weleens bedenkingen bij ‘moderne kunst’?

Hoe en waarom evolueert kunst in de 20e eeuw en in de hedendaagse tijd? Hoe analyseer en beschrijf je moderne kunst?

Bron 1 Guernica BRONNEN

©VANIN

Kaartnr(s).

Tijdens de Spaanse Burgeroorlog bombarderen Duitse en Italiaanse vliegtuigen in 1937 de Noord-Spaanse stad Guernica. Naar aanleiding van die gebeurtenis schildert de Spaanse schilder Pablo Picasso (1881-1973) in datzelfde jaar Guernica (olieverf op doek, 3,49 x 7,76 m). Het wereldberoemde werk is een topstuk in het museum Reina Sofia in Madrid. Picasso is een van de grondleggers van de abstracte kunst.

215 G C U LTURELE ONTWIKKELINGEN IN DE 20 E EN 2 1 E EEUW
MODERNE TIJD WO I WO II INTERBELLUM HEDENDAAGSE TIJD 1914 1918 1945 1940

Karel Appel, Vragende kinderen, 1949, olieverf op doek, 10 x 60 cm, Amsterdam Museum (bruikleen Stedelijk Museum Amsterdam)

Karel Appel, Staande figuur, 1947, hout, gouacheverf, ijzer, 56 x 29,5 x 13,5 cm, Cobra Museum, Amstelveen

In 1948 ondertekenen enkele kunstenaars uit Kopenhagen, Brussel en Amsterdam een document waarmee ze zich willen afzetten tegen de theoretische benadering van kunst zoals die op academies wordt aangeleerd en tegen het opdelen van kunst in hokjes (kunststijlen). Ze willen ‘onbedorven’ kunst maken. Ze inspireren zich op kunstuitingen die nog niet zijn aangetast door de beschaving. De Tweede Wereldoorlog heeft getoond waartoe ‘de beschaving’ in staat is. De Cobra-beweging, vernoemd naar de eerste letters van de drie steden van herkomst, is geboren. De kunstenaars die zich aansluiten bij Cobra werken elk afzonderlijk en ontwikkelen een eigen, individuele stijl. Karel Appel (1921-2006) maakt ‘Vragende kinderen’ na een treinreis in het naoorlogse Duitsland. Hij is getroffen door de uitgehongerde kinderen die hij daar ziet. Ook in Nederland is er na de Tweede Wereldoorlog armoede en schaarste. Karel Appel heeft het zelf ook niet breed.

©VANIN

Andy Warhol, Marilyn Monroe, 1967, zeefdruk op papier op 250 exemplaren, 10 x 91,5 x 91,5 cm. Dit exemplaar bevindt zich in het S.M.A.K. in Gent. Popart ontstaat in de jaren 1950 van de 20e eeuw. De kunstenaars van die stroming inspireren zich op de consumptiemaatschappij en de manier waarop de massamedia mensen en voorwerpen voorstellen. Marilyn Monroe is een wereldberoemd Amerikaans fotomodel en ook actrice, zangeres en sekssymbool. In 1962 pleegt ze zelfmoord. Warhol wordt op zijn beurt wereldberoemd met zijn portretten van het Amerikaanse icoon. Hij gebruikt daarvoor technieken die hij kent uit zijn werk in de reclamewereld. Daardoor bereikt zijn kunst ook een groter publiek.

216 ONDERZOEK 5 IS DAT KUNST? Bron 2 Cobra
Bron 3 Popart

Victor Vasarely, Luit II, 1966, tempera op multiplex, 80 x 80 cm, Museum Ludwig, Keulen

De opart of optische kunst speelt met optische illusie (gezichtsbedrog). De kunstenaars willen zo de onvolmaaktheid van het menselijk gezichtsvermogen benadrukken. Victor Vasarely (1906-1997) is een Frans kunstenaar van Hongaarse afkomst. Hij werkt als graficus op een reclamebureau. Hij wordt gezien als de grondlegger van de opart. Als je voorbij het schilderij wandelt, lijken de ‘vierkantjes’ te bewegen.

©VANIN

Donald Judd, zonder titel, 1988, koper en rood plexiglas, 304,7 x 69,2 x 61,4 cm, ieder element 10 x 15 x 69,2 x 61,4 cm, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel

Minimal art wil met zo weinig mogelijk middelen en zonder versiering kunst terugbrengen tot ‘de essentie’. Donald Judd (1928-1994) is een kunstenaar uit de VS. Hij maakt verschillende varianten van dit kunstwerk. De rechthoekige elementen bestaan elk uit twee koperen platen, die hij verbindt met een strook rood plexiglas. De kunstenaar schrijft voor dat er minstens 7 elementen geïnstalleerd moeten worden, en meer wanneer er meer plaats is. De afstand tussen twee rechthoekige elementen moet gelijk zijn aan de hoogte van een element.

217 G C U LTURELE ONTWIKKELINGEN IN DE 20 E EN 2 1 E EEUW Bron 4 Opar t
Bron 5 Minimal ar t

Marcel Broodthaers, Grande Christo en Jeanne -Claude, Valley Curtain, 1970-1971, casserole de moules, 1966, kookpot, nylontextiel en staaldraad, 381 x 111 m, Colorado (tijdelijk) mosselschelpen en verf, 61 x 71 cm, S.M.A.K., Gent

Bij conceptuele kunst is het idee (concept) het belangrijkste. Alle andere kenmerken die traditioneel met kunst in verband gebracht worden, zijn ondergeschikt. Marcel Broodthaers (1924-1976) is een Belgisch kunstenaar. In zijn kunst legt hij de nadruk op contrasten en de (verschillende) betekenissen van woorden. Een pot met lege mosselschelpen staat op de grond in het museum.

Het kunstenaarskoppel Christo (1935-2020) en Jeanne-Claude (1935-2009) verpakt en verbergt gebouwen, monumenten, delen van landschappen … Zij vinden dat de wereld al te volgebouwd is en dat het dus zinloos is om daar nog blijvende kunstwerken aan toe te voegen. De Valley Curtain is ontworpen door ingenieurs. De installatie gebeurt grotendeels door een bouwonderneming. In 1971 mislukt de installatie omdat een deel van het gordijn scheurt. In 1972 kan het gordijn volledig opgehangen worden, maar na 28 uur moet men het afbreken, omdat er een heel sterke wind opsteekt.

Wat je na deze les moet kunnen:

KUNNEN

1 een kunstwerk herkennen als Cobra, popart, opart, minimal art of conceptuele kunst

2 een kunstwerk omschrijven als figuratief, niet-figuratief/ abstract, idealiserend, stilerend of deformerend

3 het gebruik van kleuren en lijnen in een kunstwerk beschrijven en interpreteren

4 een mening over kunst formuleren

5 def inities van kunst vergelijken en beoordelen

6 kunstwerken toetsen aan definities

7 verschillen tussen moderne kunst en vroegere kunstvormen geven

©VANIN

8 weergeven waarom moderne kunst onderwerp van discussie is 9 zelf voorbeelden van hedendaagse kunst opzoeken op het internet en die bespreken

Een aantal onderdelen van ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

218 Bron 6 Conceptuele kunst ONDERZOEK 5 IS DAT KUNST?

OPDRACHT 1

OPDRACHT 2

a Wat is de boodschap van Guernica? Argumenteer met concrete verwijzingen naar het kunstwerk.

b Geef twee opvallende kenmerken op het vlak van de uitwerking (vorm en kleurgebruik) die die boodschap ondersteunen. Waarom kun je hier van abstracte kunst spreken?

a Vergelijk beide kunstwerken van Karel Appel. Bespreek de uitwerking (kleurgebruik, lijnen, materiaal), omgang met de werkelijkheid (deformerend, idealiserend, stilerend) en inspiratiebron. Vul het overzicht aan. Kies uit: deformerend – dikke, zwarte lijnen – één kleur – grote kleurvakken – idealiserend –kindertekening – meer kleuren – natuurkleur – nieuwe materialen – recyclage gevonden materialen – stilerend – traditionele kunst uit Afrika

b Situeer de kunstwerken in de historische context. Leg uit hoe dat invloed heeft op de werken van Karel Appel.

c Formuleer twee vragen die de kinderen zouden kunnen stellen.

OPDRACHT 3

OPDRACHT 4

OPDRACHT 5

OPDRACHT 6

©VANIN

a Bestudeer het kunstwerk van Andy Warhol. Welke kenmerken zijn van toepassing? Kies uit: abstract – deformerend – figuratief – gevarieerd – idealiserend – massaproduct – monotoon –stereotyperend – stilerend – toegankelijk.

b Motiveer je keuze met concrete gegevens.

a Bestudeer het kunstwerk van Vasarely. Welke kenmerken zijn van toepassing? Kies uit: abstract – beweging – figuratief – geometrisch – herhaling – kleurenspel – lijnenspel –perspectief – symmetrie.

b Motiveer je keuze met concrete gegevens.

Beschrijf de vormgeving, het kleurgebruik en de voorstelling van het kunstwerk van Judd. Doe dat zoals je in de vorige opdrachten geleerd hebt. Gebruik de passende begrippen. Motiveer je antwoord.

a Welke contrasten wil Broodthaers onder de aandacht brengen met zijn ‘Grande casserole de moules’? Verbind de tegengestelden.

b Waarin verschilt de conceptuele kunst van de traditionele kunst uit vorige tijdvakken? Vergelijk bijvoorbeeld met werk van Van Eyck, Michelangelo, Rubens … alledaags cultuur natuur kunst functionaliteit schoonheid

219 G C U LTURELE ONTWIKKELINGEN IN DE 20 E EN 2 1 E EEUW

OPDRACHT 7

OPDRACHT 8

a Welke kunststijl past bij deze omschrijvingen? Kies uit: popart – Cobra – opart – conceptuele kunst – minimal art.

• Met zo weinig mogelijk middelen kunst terugbrengen tot de essentie

• Het idee is het b elangrijkste.

• De consumptiemaatschappij en de massamedia als inspiratiebron

• Sp elen met de onvolmaaktheid van het gezichtsvermogen

• Onb edorven kunst die de beschaving in vraag stelt

b Noteer, waar mogelijk, met welke domeinen er interactie is.

Wat is kunst?

a Wat vind jij de beste definitie van kunst? Waarom?

b Aan welke definitie(s) beantwoorden de meeste kunstwerken van deze les? Kies uit:

• Het vermogen om schoonheid te scheppen en esthetisch genot op te wekken

• Het creatief en origineel tot uiting brengen van gedachten of gevoelens

• Een vorm van communicatie tussen een kunstenaar en een toeschouwer

• Do or oefening en studie verkregen kundigheid, vaardigheid

c Waarin verschilt moderne kunst van kunst uit vorige tijdvakken? Bespreek vormgeving, kleur, voorstelling.

d Geef drie redenen waarom moderne kunst niet altijd als kunst ervaren wordt.

OPDRACHT 9

©VANIN

Zoek op het internet voorbeelden van hedendaagse kunst vanaf 2000 die je aanspreken. Kies uit:

• drie kunstwerken die hedendaagse problemen aankaarten;

• drie kunstwerken die hedendaagse media gebruiken.

Bespreek de kunstwerken volgens de methode die je in deze les geleerd hebt.

220 ONDERZOEK 5 IS DAT KUNST?

BRONNEN

Onderzoek 6: het einde van het christendom?

Het christendom is een van de pijlers waarop de Europese samenleving gebouwd is. Eeuwenlang oefent het een heel grote invloed uit op alle domeinen van het maatschappelijk leven. Aan die invloed komt vandaag een einde.

Hoe evolueert de houding van de Kerk tegenover de moderne wereld? Hoe is de erkenning van levensbeschouwingen in België geregeld? Hoe is het kerkelijk leven in Vlaanderen na de Tweede Wereldoorlog veranderd?

©VANIN

Wij vragen in de eerste plaats vrijheid van geweten of vrijheid van godsdienst, totaal, universeel, zonder onderscheid maar ook zonder voorrechten; en bijgevolg wat ons, katholieken betreft, de volledige scheiding van Kerk en staat. Die scheiding is in de grondwet neergeschreven en om redenen die herhaaldelijk in L’Avenir werden uiteengezet, moet zowel Kerk als staat haar nastreven. (…) De staatsmacht, die buiten alle kerkgemeenschappen geplaatst is, heeft over geen enkele van hen nog gezag en beschouwt ze alle als gelijkwaardig. Ze moeten volledig vrij zijn in hun leer, hun onderwijs, hun eredienst, hun innerlijke structuur zoniet is de grondwet in plaats van een waarheid de hatelijkste leugen die men zich indenken kan.

Uit: Lamennais, De democratische vrijheden, L’Avenir, 7 december 1830 (vert. R. Boudens) Lamennais, voluit Robert Félicité de La Mennais (1782-1854), is een Frans priester. Het Franse dagblad L’Avenir verschijnt op 16 oktober 1830 tot 15 november 1831. De krant is de spreekbuis van het liberale katholicisme, maar krijgt veel tegenwind en de publicatie wordt al snel stopgezet. De paus veroordeelt in 1832 de ideeën van Lamennais, die teleurgesteld breekt met de Kerk.

221 G C U LTURELE ONTWIKKELINGEN IN DE 20 E EN 2 1 E EEUW
1789
Kaartnr(s).
1962
Tweede Vaticaans Concilie
1965
Franse Revolutie Bron 1 Lamennais over de moderne vrijheden (1830)

Bron 2 Paus Pius IX over de moderne ideeën (1864)

15 Iedere mens is vrij om de godsdienst te omhelzen en te belijden die hij als waar beschouwt volgens het licht van de rede.

16 De mensen kunnen de weg naar de eeuwige zaligheid vinden en die zaligheid verkrijgen door de beoefening van om het even welke godsdienst.

17 Men moet ten minste goede hoop hebben in de eeuwige zaligheid van allen die niet leven in de schoot van de ware Kerk van Christus.

18 Het protestantisme is niets anders dan een verschillende vorm van dezelfde ware christelijke godsdienst, waarin men God even welgevallig kan zijn als in de katholieke Kerk.

77 In onze tijd is het niet meer nuttig dat de katholieke godsdienst beschouwd wordt als enige godsdienst van de Staat, met uitsluiting van alle andere.

78 Daarom is het terecht dat in sommige katholieke landen de wet erin heeft voorzien dat de vreemdelingen die er komen hun eigen erediensten publiek mogen uitoefenen.

80 De Paus mag en moet zich verzoenen en een compromis sluiten met de vooruitgang, het liberalisme, en de moderne beschaving.

Uit: Pius IX, Syllabus Errorum, 8 december 1864

Vanaf de Verlichting en de Franse Revolutie verliest de katholieke Kerk op vele vlakken haar invloed, zowel op politiek, sociaal als wetenschappelijk vlak. Zij ziet de nieuwe opvattingen en ideeën als een bedreiging voor haar macht en invloed. Haar tussenkomsten in het maatschappelijke debat beperken zich vaak tot het afwijzen en veroordelen. Paus Pius IX (17921878) veroordeelt in de Syllabus Errorum (Latijn voor ‘Verzameling van dwalingen’) uit 1864 tachtig moderne opvattingen. In 1870 verliest de katholieke Kerk de pauselijke staten. Daarmee komt een einde aan de wereldlijke macht van de pausen.

Bron 3 Het Tweede Vaticaans Concilie en de godsdienstvrijheid (1965)

©VANIN

Deze Vaticaanse kerkvergadering verklaart dat de menselijke persoon recht heeft op godsdienstvrijheid. Die vrijheid bestaat hierin, dat alle mensen vrij moeten zijn van dwang, of die nu door enkelingen, door sociale groepen, of door enige menselijke macht wordt uitgeoefend, en wel zo, dat in godsdienstige aangelegenheden niemand wordt gedwongen te handelen tegen zijn geweten in, noch wordt belemmerd om, binnen passende grenzen, privé of publiek, alleen of samen met anderen volgens zijn geweten te handelen.

Uit: Dignitatis Humanae, 2a (afgekondigd 7 december 1965)

In de loop van de 20e eeuw groeit een ander denken over de plaats van het geloof in het leven. Paus Johannes XXIII begrijpt bij zijn aantreden in 1958 dat de Kerk het contact met de wereld verloren heeft. Hij roept het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) samen om de Kerk meer bij de moderne tijd te brengen. De meest in het oog springende verandering is het vervangen van het

222 ONDERZOEK 6 HET EINDE VAN HET CHRISTENDOM?

Latijn door de volkstaal in kerkelijke vieringen. De verklaring over de godsdienstvrijheid illustreert hoe de houding van de Kerk veranderd is. Maar de jaren en decennia na het concilie laten zien hoe moeilijk de dialoog met de moderne wereld blijft. Na de ambtsperioden van de traditionele pausen Johannes Paulus II (1978-2005) en Benedictus XVI (2005-2013) probeert paus Franciscus (2013-…) opnieuw een vernieuwing in de Kerk op gang te brengen. Hij botst daarbij op veel weerstand.

Bron 4 Uit de Belgische grondwet (1831)

Art. 14 De vrijheid van eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid om zijn mening op elk gebied te uiten, zijn gewaarborgd behoudens de vervolging van de misdrijven begaan ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden.

Art. 15 Niemand kan worden gedwongen op enigerlei wijze deel te nemen aan handelingen en aan plechtigheden van een eredienst of er de rustdagen van te onderhouden.

Bron 5 Erkende levensbeschouwingen in België

Uit: De Belgische Grondwet, 1831

©VANIN

De Belgische Grondwet uit 1831 is voor haar tijd heel progressief. De grondwet is ontstaan uit een compromis tussen de liberalen en de katholieken. Met vrijheid van ‘eredienst’ wordt godsdienstvrijheid bedoeld.

In 2023 zijn er in België zeven erkende levensbeschouwingen: de rooms-katholieke, de israëlitische (joodse), de protestantse, de anglicaanse, de islamitische, de orthodoxe en de georganiseerde vrijzinnigheid. Het boeddhisme wordt de achtste erkende levensbeschouwing.

De Grote Moskee in Brussel, de oudste moskee van ons land

De Belgische overheid erkent en financiert een aantal levensbeschouwingen. Bij het ontstaan van België neemt de jonge staat de bestaande erkenning en financiering van de erediensten over. Die is gebaseerd op het concordaat met Napoleon uit 1801. Tot 2002 worden alleen theïstische levensbeschouwingen (religies) erkend, vanaf dan wordt ook het vrijzinnig humanisme erkend. Dat is een seculiere levensbeschouwing die de mens en het vrije denken centraal stelt.

223 G C U LTURELE ONTWIKKELINGEN IN DE 20 E EN 2 1 E EEUW

Bron 6 De katholieke Kerk in België 1967-2009 (in % van de bevolking)

Jaar 19671980199019982009 Doopsels 93,682,47564,757,6

Cijfers op basis van verschillende bronnen

©VANIN

Bron 7 Kerkbezoek

Er zijn onverwacht veel bezoekers voor de allerlaatste eucharistieviering in de Sint-Lambertuskerk van het Nederlandse dorpje Haren op 24 december 2023.

Bron 8 De katholieke Kerk in België 2017-2022 (in absolute cijfers)

Jaar 20172018201920212022

Doopsels 50 86744 85042 05136 83443 327

Kerkelijke huwelijken 7 8596 7655 9714 0326 947

Kerkelijke begrafenissen 48 40744 92041 76041 900

Kerkbezoek 3e zondag oktober 286 393238 298241 029166 785172 968

Aanvragen tot uitschrijving*1 2401 1541 8005 2371 270 * Mensen die gedoopt zijn, kunnen vragen geschrapt te worden uit de doopregisters.

Uit: Jaarboeken katholieke Kerk in België 2018-2023

Tijdens de hele 19e eeuw en een groot stuk van de 20e eeuw is de Kerk in België, en dan vooral in Vlaanderen, een machtsfactor waarmee rekening gehouden moet worden. Indien nodig mengt zij zich diepgaand in het politieke debat en oefent bijvoorbeeld dwang uit op de katholieken om voor een katholieke partij te stemmen. Kort na de Tweede Wereldoorlog gaat nog 70 procent van de Vlamingen wekelijks naar de kerk. Daarna begint het kerkbezoek te dalen, eerst langzaam, daarna sneller. Vandaag is het kerkbezoek heel beperkt geworden, steeds meer mensen keren zich af van de Kerk, onder meer door de misbruikschandalen.

Toenemende onwetendheid en onkunde leiden tot verbanning van verwijzingen naar het christendom uit de westerse cultuur. Soms ontkent men zelfs dat het christendom eeuwenlang een belangrijke culturele factor is geweest bij de totstandkoming van de Europese identiteit.

224 ONDERZOEK 6 HET EINDE VAN HET CHRISTENDOM?
Kerkbezoek
Huwelijken 86,175,159,149,226,2 Begrafenissen 84,3838176,663,4
42,926,717,911,25,0

Bron 9 Seksueel misbruik komt overal voor

Het is geen symptoom van seksuele geaardheid of van een celibatair leven. Het is een symptoom van machtsmisbruik. Het is je macht gebruiken om de ander te onderwerpen aan je (in dit geval seksuele) behoefte. Het komt dan ook het meest voor in relaties die op macht gebaseerd zijn. Dit geldt niet minder voor gezinnen dan voor instituten. Dit geldt evengoed binnen het huwelijk als in minder ‘legitieme’ relaties.

De reden dat het seksuele misbruik in de Kerk, dat in de meeste gevallen jaren geleden heeft plaatsgevonden, nu massaal aan het licht komt, is omdat de vanzelfsprekende macht die het religieuze instituut toen had, nu zijn vanzelfsprekendheid verloren heeft. Mensen hebben geen moeite meer om te spreken over wat ze jarenlang uit angst verzwegen hebben. Het instituut is zijn macht kwijt.

Uit: E. Maex, Westers boeddhisme in een radicaal veranderd levensbeschouwelijk landschap, in: Leven in de maalstroom (blog), https://www.levenindemaalstroom.be Edel Maex (°1956) is een Belgisch psychiater, trainer en auteur op het gebied van meditatie en mindfulness. Hij was jarenlang hoofd van de stresskliniek van het Middelheimziekenhuis in Antwerpen.

Bron 10 De paus b ezoekt Kinshasa

Wat je na deze les moet kunnen:

KUNNEN

1 informatie uit bronnen kritisch beoordelen

2 cijfergegevens interpreteren

3 de b etrouwbaarheid van een bron beoordelen

4 de representativiteit van een bron beoordelen

Uit: De Standaard, paus in Kinshasa: ‘Hou op met Afrika te verstikken’, 2 februari 2023 De paus hield in Kinshasa een van zijn grootste missen ooit. Op het terrein van de oude luchthaven NDolo, in het centrum van de stad, waren meer dan een miljoen enthousiaste Congolezen samengekomen. Vanaf de jaren zestig verliezen de christelijke Kerken in Europa aan gezag en aan invloed. In de zogenaamde derdewereldlanden daarentegen blijven zij een belangrijke rol spelen. Zo heeft bijvoorbeeld in Congo de katholieke Kerk een invloedrijke stem in het maatschappelijke debat.

©VANIN

5 een synthesetekst schrijven op basis van historische bronnen en met behulp van historische redeneerwijzen

Een aantal onderdelen van ‘kunnen’ kun je op iDiddit verder inoefenen. Als je denkt dat je een onderdeel kunt, zet je een kruisje in het vakje.

225 G C U LTURELE ONTWIKKELINGEN IN DE 20 E EN 2 1 E EEUW

OPDRACHT 2

Lees de bronnen en beantwoord de vragen.

a Welke vrijheden bepleit Lamennais in bron 1? Noem er twee.

b Is hij voor of tegen de moderne wereld?

c Waaruit blijkt dat die houding niet vanzelfsprekend is in die tijd?

d Zou Lamennais voorstander zijn van de artikels 14 en 15 uit de Belgische grondwet van 1831? Argumenteer kort.

e Zou paus Pius IX een voorstander of tegenstander zijn van die artikels uit de grondwet? Argumenteer kort.

f Waarom roept Johannes XXIII het Tweede Vaticaans Concilie bijeen?

g Wat is er veranderd in de houding van de Kerk ten aanzien van godsdienstvrijheid?

h Met ho eveel procent vermindert het kerkbezoek in Vlaanderen tussen 1945 en 1967?

i Ho e evolueert het kerkbezoek daarna?

j Ho e evolueren kerkelijke huwelijken en begrafenissen?

k Kunnen de gegevens voor de periode 1967-2009 en de periode 2018-2022 met elkaar vergeleken worden? Geef 1 argument.

l Zo ek op het internet een verklaring voor het grote aantal aanvragen voor uittredingen in 2021.

m Waarom zijn er geen cijfers voor 2020, denk je?

n Waarvan is, volgens Edel Maex, seksueel misbruik een symptoom?

o Waarom komt het misbruik in de Kerk vandaag aan het licht, volgens Maex?

p Is Maex een betrouwbare bron als het over misbruik gaat?

q Vergelijk bron 10 met de positie van de katholieke Kerk bij ons.

a Is de Syllabus van Pius IX een representatieve bron voor de houding van de katholieken tegenover de moderne wereld?

b Schrijf een synthesetekst over deze les. Gebruik daarbij historische redeneerwijzen. Deel je tekst op in drie delen:

• De katholieke Kerk en de moderne tijd

• Erkende levensbeschouwingen in België

• Een halve eeuw katholiek Vlaanderen

226 ONDERZOEK 6 HET EINDE VAN HET CHRISTENDOM?
OPDRACHT 1
©VANIN

Woordenlijst

We onderscheiden twee soorten begrippen: structuurbegrippen en historische begrippen. Structuurbegrippen gaan over het vak geschiedenis: ze staan in deze woordenlijst in het oranje. Historische begrippen gaan over het verleden. De belangrijkste historische begrippen of sleutelbegrippen staan in het groen.

aanleiding: historische redeneerwijze: gebeurtenis die een feit of fenomeen het meest rechtstreeks doet ontstaan. Ze verklaart waarom een feit of fenomeen op dat bepaalde moment plaatsvindt.

abstract: niet figuratief, er wordt geen onderwerp uit de natuurlijke wereld (mensen, dieren, planten, gebouwen ...) voorgesteld.

actoren: mensen, actiegroepen en/of instellingen die iets kunnen veranderen in de samenleving

Adolf Eichmann: de SS-officier Adolf Eichmann (1906-1962) is een overtuigde nazi die de deportaties van de Joden in bezet Europa organiseert. De Israëlische geheime dienst vindt hem in Zuid-Amerika. Hij wordt op een proces in Israël ter dood veroordeeld.

agency: historische redeneerwijze: de mogelijkheid om iets te doen of te veranderen en zo invloed te hebben op de samenleving

annexeren: (van grondgebied) aanhechten van een staat of gebied

Anschluss: aanhechting van Oostenrijk bij Duitsland door Hitler

antiklerikaal: gekant tegen de voorschriften, de macht of de bemoeienis van een Kerk

antisemitisme: haat tegen Joden

appeasementpolitiek: politiek die zich richt op het voorkomen van oorlog

Beloofde Land: volgens de Joden het land dat door God aan Abraham en zijn nageslacht werd beloofd

bezette gebieden: gebieden door Israël bezet in de Zesdaagse Oorlog (1967): Sinaï, Westelijke Jordaanoever, Golan, Gaza

blauwhelmen: soldaten van een VNvredesmacht, die blauwe helmen dragen. Ze verplaatsen zich doorgaans in wit geschilderde voertuigen. Ze nemen dikwijls posities in tussen de strijdende partijen als die daar de toestemming voor geven. Doorgaans mogen ze enkel zichzelf verdedigen als ze aangevallen worden.

blitzkrieg: letterlijk bliksemoorlog, waarmee men een snelle bewegingsoorlog bedoelt

breuk: (symbolisch) moment waarop belangrijke veranderingen gebeuren

Capitool: gebouw in Washington D.C. waar het Amerikaanse parlement (Huis en Senaat) zetelt

capituleren: zich overgeven

©VANIN

collectieve landbouwbedrijven: boerenbedrijven die bestaan uit vele kleine boerderijtjes samengevoegd tot een eenheid waar gezamenlijk wordt gewerkt en die onder toezicht staan van de overheid of provincie

communautair: in België, aangelegenheden die over de relaties tussen de gemeenschappen gaan

confederaal Europa: sterke lidstaten, die weinig macht doorschuiven naar het Europese niveau

continuïteit: historische redeneerwijze: wat wezenlijk hetzelfde blijft, niet verandert.

coöperatie: in theorie is alles in een coöperatie gemeenschappelijk bezit: de akkers en de velden, de werktuigen, de voertuigen

227 WOORDENLIJST

De opbrengsten worden onder de verschillende leden verdeeld. In de praktijk moeten de leden van een coöperatie vooral de plaatselijke partijleiding gehoorzamen. Het grootste deel van de opbrengst gaat naar de staat.

deformerend: vervormend, figuren worden vervormd weergegeven.

denazificeren: het bevrijden van een land van nazi’s en nazidenkbeelden. Het straffen van nazi’s, het heropvoeden

diaspora: letterlijk: verstrooiing onder de volkeren, het feit dat de Joden in de Romeinse oudheid uit Israël verdreven zijn en zich verspreid hebben over de toenmalige bekende wereld

discriminatoire cultuur: gewoonte om te discrimineren

Doema: Russisch parlement

Duivelspact: niet-aanvalsverdrag tussen Duitsland en Rusland

egalitair: gelijkheid nastrevend

emancipatie: onafhankelijk worden; meestal gebruikt voor het onafhankelijk worden, gelijke rechten krijgen van vrouwen in de maatschappij

etnische zuivering: acties die in een bepaalde regio worden ondernomen om een volk in aantal te verminderen

exterritoriale status: speciaal juridisch statuut voor Jeruzalem, gelegen buiten de staten Israël en Palestina

federaal Europa: een sterk Europa, met meer macht voor Europa ten koste van de lidstaten

figuratief: een onderwerp uit de natuurlijke wereld (mensen, dieren, planten, gebouwen …) wordt weergegeven.

FSB: Federale Veiligheidsdienst van Rusland. Het is de opvolger van de KGB.

geforceerd: gedwongen

genocide: stelselmatige en opzettelijke uitroeiing van een etnische groep, haar geschiedenis en cultuur

globalisering: proces van wereldwijde integratie; op economisch vlak gekenmerkt door verregaande schaalvergroting, wereldwijd kapitalisme en verspreiding van de consumptiemaatschappij

Hamas: fundamentalistische moslimorganisatie die onder andere ijvert voor het verdwijnen van de staat Israël

heksenjacht: fanatieke vervolging van mensen die een afwijkende mening hebben of als een gevaar voor de samenleving worden gezien

historisch werk: resultaat van een wetenschappelijk onderzoek dat na de feiten met behulp van bronnen en andere werken is gemaakt

historische bron: voorwerp uit het verleden of getuigenis over het verleden

©VANIN

federale staat: staat waarin de macht gedeeld wordt tussen een federale (nationale) overheid en deelstaten

feminisme: beweging die ijvert voor de emancipatie van vrouwen: gelijke rechten voor vrouwen in de maatschappij

Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen: Belgische openbare instelling voor sociale zekerheid die instaat voor de uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen aan werklozen die verkiezen om hun uitkering niet via de vakbond te krijgen

idealiserend: een onderwerp wordt mooier voorgesteld dan in werkelijkheid.

idealistisch: met grote idealen om de wereld te verbeteren

ideologie: geheel van ideeën over hoe een ideale samenleving er moet uitzien en hoe die ideale samenleving bereikt moet worden

IMF: Internationaal Monetair Fonds

228 WOORDENLIJST

index of indexcijfer: percentage waarmee je een getal met een basisgetal kunt vergelijken. In onze lessen gaat het meestal over de index van de consumptieprijzen (zie verder).

index van de consumptieprijzen: van een ‘korf’ van steeds dezelfde uitgekozen producten wordt op een bepaald moment de prijs opgetekend. Daarna wordt altijd met die basisprijs (= de index) vergeleken. Als de stijgende prijs van de korf een vooraf bepaald percentage overschrijdt, worden onder andere de lonen aangepast.

interbellum: periode tussen de twee wereldoorlogen

interventionisme: politiek gericht op het zich actief mengen in aangelegenheden elders in de wereld

Intifada: opstand in de Palestijnse gebieden tegen de Israëlische bezetting

isolationisme: politiek gericht op het zich afsluiten van de wereld

Jihad: fundamentalistische moslimorganisatie die onder andere ijvert voor het verdwijnen van de staat Israël

joint venture: letterlijk: ‘gezamenlijke onderneming’; bedrijven of overheidsinstellingen stichten samen een nieuw bedrijf.

judeocide: systematische moord op de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog

Kapo: barakoverste

KGB: spionagedienst van de Sovjet-Unie die ook verantwoordelijk was voor de terreur onder Stalin en zijn opvolgers

Manifest Destiny: overtuiging van de (witte) Amerikanen dat zij door God zijn uitverkoren om het Noord-Amerikaanse continent te overheersen. Het geloof in die lotsbestemming dient in de 19e eeuw als excuus voor de uitbreiding van de VS (ten koste van andere volkeren en landen).

militie: gewapende groepering

Monroedoctrine: verklaring van de Amerikaanse president James Monroe uit 1823, die in feite neerkomt op een verdeling van de wereld in twee invloedssferen. In het westelijk deel van de wereld (de Amerikaanse continenten) hebben de Europese landen zich niet te moeien. De VS zullen zich op hun beurt niet moeien met de Europese aangelegenheden.

New Manifest Destiny: Amerikaanse ambitie om ook buiten het Amerikaanse continent de invloed van de VS uit te breiden. Die ambitie wordt goedgepraat door te stellen dat de VS met goddelijke goedkeuring beschaving brengen naar voorheen ‘barbaarse’ gebieden.

niet-gouvernementele organisatie: organisatie opgericht door particulieren, onafhankelijk van een overheid of overheden

oligarch: hier een oneerlijke, rijke ondernemer met veel economische en politieke macht die in de privatiseringscampagne na de val van de Sovjet-Unie rijk is geworden

oorzaak: historische redeneerwijze: feit/ fenomeen dat een ander feit/fenomeen doet ontstaan.

overheidsapparaat: administratie van een overheid (ministeries en overheidsdiensten)

©VANIN

kibboets: landbouwnederzetting in Israël, georganiseerd op communistische basis

kunstuiting: product van menselijke creativiteit: bouwkunst, schilderkunst, beeldhouwkunst, literatuur, muziek …

mandaatgebied: gebied dat na de Eerste Wereldoorlog tijdelijk door een overwinnaar van de oorlog wordt bestuurd

overlegeconomie: (in België) economie waarbij in overleg tussen werkgevers en werknemers afspraken gemaakt worden die de economie beïnvloeden. De regering is dikwijls de derde partner, maar men kan er ook voor kiezen om de regering pas te betrekken als de twee andere partners niet tot overleg kunnen komen. Lonen, werktijd, sociale wetgeving komen geregeld in het overleg aan bod.

229 WOORDENLIJST

pact: overeenkomst, verdrag tussen twee of meer partijen

Palestijnse Autoriteit: vormt het bestuur van de Palestijnse gebieden, opgericht in 1994

partij: (hier politieke partij) groep personen die dezelfde opvattingen delen over het bestuur van hun land

peace enforcement: gebruik van militaire middelen om vrede af te dwingen zonder de instemming van de betrokken partijen in een conflict

peacekeeping: heeft als doel het handhaven van de vrede of van een wapenstilstand. Men wil verhinderen dat partijen (opnieuw) gaan vechten.

pendelen: reizen van woonplaats naar werk en terug

per capita: per hoofd van de bevolking

periode: bepaalde tijdsduur die duidelijk of minder duidelijk is afgebakend

perspectief: historische redeneerwijze: standpunt van waaruit iemand naar iets kijkt; wordt beïnvloed door de standplaatsgebondenheid

planeconomie: de productie wordt in theorie gepland. Het planbureau moet weten welke behoeften er zijn, het plan bepaalt wie wat produceert, de hoeveelheden en de prijs.

pogrom: gewelddadige aanval op een bepaalde bevolkingsgroep

polarisatie: het uiteengroeien van of het versterken van tegenstellingen tussen partijen of bevolkingsgroepen

prestigeconflict: strijd om aanzien, respect, eer

primaire bron: bron gemaakt door iemand die rechtstreeks betrokken is, bijvoorbeeld een ooggetuige

privatisering: proces waarbij de eigendom van bedrijven en diensten overgaat van de overheid naar de particuliere sector

productieapparaat: geheel van fabrieken, machines … die zorgen voor de volledige productie van een land

propaganda: reclame voor ideeën

protectionisme: politiek die erop gericht is de eigen economische belangen (handel, industrie, landbouw …) te beschermen door bijvoorbeeld invoertaksen te heffen op buitenlandse producten

rasbezoedelend: het vervuilen van het ras

segregatie: systeem waarbij door allerlei wettelijke maatregelen verschillende ©VANIN

recessie: als de economie twee opeenvolgende kwartalen krimpt, spreekt men in België van een recessie.

rechtsstaat: staat waarin iedereen op een gelijke manier voor een rechtbank behandeld wordt en waarin de rechtbanken erover waken dat de grondrechten en de wetten door iedereen, ook door de overheid, gerespecteerd worden

reëel inkomen: inkomen waarbij men rekening houdt met inflatie. Zo kun je koopkracht in verschillende periodes vergelijken.

resolutie: besluit of beslissing. Een resolutie van de Algemene Vergadering van de VN is niet bindend, een resolutie van de Veiligheidsraad wel.

Rijksdag: Duits parlement

SA: ‘Sturmabteilung’, bestormingseenheden

satellietstaat: een satelliet draait in een baan rond de aarde en wordt door de aantrekkingskracht aan de aarde gebonden. Zo was het ook met de meeste landen van Oost-Europa. Vanuit Moskou werd alles beslist, de landen van Oost-Europa draaiden mee en werden door de Sovjet-Unie gedirigeerd.

seculier: zonder inbreng van godsdienst

secundaire bron: bron gemaakt door iemand die niet rechtstreeks betrokken is, vaak in een andere tijd

230 WOORDENLIJST

bevolkingsgroepen (in dit geval witten en zwarten) in het maatschappelijke leven van elkaar worden gescheiden. Bijvoorbeeld met aparte scholen, theaters, woonwijken …

sharia: letterlijk: de islamitische wet of de wet van God

Sociaal Pact: (van december 1944, in België) overeenkomst tussen de werkgevers, werknemers en de regering, vooral in verband met de sociale zekerheid

soennitisch: grootste strekking binnen de islam; het betreft hier meestal gematigde moslims.

space race: ruimtewedloop of de pogingen van de VS en de SU om de ruimte te veroveren (tussen het midden van de jaren 1950 en het midden van de jaren 1970)

SS: ‘Schutzstaffeln’, beschermingseenheden

staatsgreep: illegale afzetting van een instelling van de bestaande staat (meestal door het leger) met als doel de afgezette regering te vervangen door een andere instelling

staatshervorming: proces waarbij door opeenvolgende grondwetswijzigingen de unitaire Belgische staat is omgevormd naar een federale staat

standplaatsgebondenheid: tijd, ruimte, maatschappelijke positie en persoonskenmerken beïnvloeden de blik op (historische) gebeurtenissen.

stilerend: vereenvoudigd weergegeven, een onderwerp wordt tot de essentie herleid, zonder bijkomstige of toevallige details.

strategie: manier, middel om actie te voeren en zo iets te veranderen in de samenleving

taboe: onderwerp waarover niet gesproken mag worden

Tsjetsjenië: Tsjetsjeense Republiek, een autonome republiek binnen Rusland. Tsjetsjenië ligt in de noordelijke Kaukasus.

vacuüm: leegte

vazalstaat: staat die afhankelijk is van een andere staat

©VANIN

systematisch: ordelijk, volgens een systeem

taalfaciliteiten: in een gemeente met taalfaciliteiten kun je vragen om in je eigen taal (Frans/Nederlands/Duits) door de overheid geholpen te worden. Zo krijg je formulieren in die taal en is er ook lager onderwijs in die taal.

vetorecht: recht om met één stem een bepaald besluit te doen verwerpen. Een lid van de Veiligheidsraad heeft het recht om neen te zeggen tegen een besluit dat in de maak is. Het besluit komt er dan niet.

Vlaamse beweging: verzamelnaam voor verenigingen die opkomen voor de Vlamingen en Vlaanderen. Je vindt er zowel progressieve als conservatieve verenigingen onder.

Vlaamsgezind: voor de rechten van de Vlamingen opkomen

vrijheid/vrijheden: een vrijheid of een recht is een basisrecht, bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst of vrijheid van mening. Die vrijheden of rechten worden neergeschreven in de grondwetten en de Verklaringen van de Rechten van de Mens.

vrijzinnig: men erkent dat iedereen de vrijheid heeft om te denken wat hij wil. Een vrijzinnige of vrijdenker verwerpt dan ook de dwang van een godsdienst, ideologie of groep om iets te aanvaarden of te denken.

wapenwedloop: twee of meer landen die proberen om meer en betere wapens te ontwikkelen en te verwerven dan hun concurrent(en)

welvaartsstaat: benaming voor sommige geïndustrialiseerde landen waar de wetten voorzien dat iedereen de nodige financiële middelen krijgt om te overleven

zionisme: niet-religieuze Joodse beweging die vanaf ca. 1900 ijvert voor de oprichting van een Joodse staat, in Palestina of elders

231 WOORDENLIJST

©VANIN

blz. 16 De ‘Führer’ © BELGAIMAGE blz. 18 De Rijksdag in 1934 © BELGAIMAGE blz. 22 Nazipropaganda uit 1938 © TPA blz. 30 Vluchtelingen in België © Collectie CegeSoma – Rijksarchief (OD4) blz. 31 Nazisoldaten voeren een vernietigingsoorlog © Shutterstock/Everett Collection blz. 32 Foto 1 © Imageselect/ piemags/archive/military blz. 40 Bloedschande in Cuxhaven © Yad Vashem blz. 41 Koop niet bij Joden, Joden op school, Een ‘kuisparty’ in Wenen, Niet gewenst © Yad Vashem blz. 50 Amerikaanse nucleaire test © Imageselect/Photo Researchers, Science History Images blz. 51 ‘Miracle on Ice’ © New York Daily News Archive/Contributor blz. 60 De vlag van de NAVO © Getty Images/iStockphoto blz. 62 ‘Danse Caucasienne’ © Imageselect/Retro AdArchives blz. 66 Cartoon klimaatrapport © Lectrr blz. 80 Propagandaposter Sovjet-Unie © Artist: Nikolai Petrovich Smolyak; Speech Kwame Nkrumah © Getty Images blz. 82 De Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog © Imageselect/Granger blz. 85 Verwijderen standbeeld Cecil Rhodes © Imageselect/Roger Sedres blz. 89 De toespraak van koning Boudewijn © Imageselect/United Archives blz. 93 Fragment uit ‘Kinderen van de kolonie’ © VRT blz. 98 Het Schumanplan © BELGAIMAGE blz. 101 Herman Van Romuy © Igino Ceremigna/Demotix/Corbis blz. 103 Europees Hof voor de Rechten van de Mens, Straatsburg © Shutterstock blz. 108 Gent in de vroege 19e eeuw, Gent in het midden van de 19e eeuw © Collectie Archief Gent blz. 110 De Vesdervallei in de omgeving van Pepinster (lb) © Shutterstock/By defotoberg; (rb) © BELGAIMAGE blz. 115 Opening Kenneytunnel © GVA blz. 116 Landing op de maan © Imageselect/Mirrorpix, Trinity Mirror/Mirrorpix blz. 119 ‘Hair’ © Getty Images/Central Press/Freelancer blz. 120 Mary Quant verandert de mode © Imageselect/Pictorial Press, Pictorial Press Ltd; Studentenleider Daniel Cohn-Bendit © Getty Images/Jacques Haillot/Sygma/Corbis blz. 125 Isala van Diest © Imageselect/History and Art Collection; Emilie Claeys © collectie Amsab-ISG, foto: onbekend (publiek domein) blz. 126 Spotprent over vrouwenstemrecht © Repro KADOC-KU Leuven. Vlaamse Linie, 24 juni 1949 blz. 127 Reclame voor wasmachine © Collectie Industriemuseum blz. 128 Dolle Mina’s © Belgaimage/EPA blz. 130 ‘Silence Breakers’ © Belgaimage/AFP-ARCHIVE blz. 136 E-commerce verdringt de gewone winkel © Logistiek centrum van Amazon in Madrid, Spanje, foto: Álvaro Ibáñez, CC BY 2.0 DEED blz. 152 Arrestatie van vermeende collaborateurs in Antwerpen © Collectie SOMA – Brussel blz. 162 Cartoon Lectrr © Lectrr blz. 166 New York, Klaagmuur, Chinese Muur © Getty Images/iStockphoto; Kremlin © Shutterstock blz. 169 ‘American Progress’ © Imageselect/Alamy/ICP, incamerastock blz. 182 Verkiezingen in de schijndemocratie © Shutterstock/d13 blz. 184 Oranjerevolutie in Kiev, Oekraïne, december 2004 © Shutterstock/Alexandr Zadiraka blz. 187 Speech van Poetin © Shutterstock/Rokas Tenys blz. 194 Mao Zedong © Getty Images/iStockphoto blz. 196 Poster uit de Culturele Revolutie (r) © BELGAIMAGE blz. 203 Joodse vluchtelingen © Imageselect/Granger blz. 206 Yasser Arafat © Peter Turnley/Corbis blz. 209 Camp Davidakkoorden © Wally McNamee/Corbis blz. 210 Moord Rabin © BELGAIMAGE/Reuters blz. 211 Het noorden van Gaza is herleid tot puin © Imageselect/Xinhua/Alamy Stock Photo blz. 214 en 218 Marcel Broodthaers, Grande casserole de moules © The Estate of Marcel broodthaers c/o Sabam Belgium 2024 blz. 215 Guernica © Imageselect/Succession Picasso/DACS, London 2024 / Bridgeman Images blz. 216 Karel Appel, Vragende kinderen en Staande figuur © Sabam Belgium 2024; Popart (l) © The Andy Warhol Foundation for the Visual Arts, Inc./SABAM Belgium 2024; (r) Imageselect/IanDagnall Computing blz. 217 Victor Vasarely, Luit II © Sabam Belgium 2024; Donald Judd, zonder titel © Judd Foundation/Sabam, Belgium, 2024 blz. 218 Christo en Jeanne-Claude, Valley Curtain © Sabam Belgium 2024 blz. 222 Paus Pius IX © Imageselect/akg-images/Rabatti - Domingie/ImageGlobe; Het Tweede Vaticaans Concilie © David Lees/Corbis blz. 223 Grote Moskee in Brussel © Imageselect/Christophe Ketels blz. 224 Kerkbezoek © Shutterstock/Natursports blz. 225 De paus bezoekt Kinshasa © Belgaimage/AFP-ARCHIVE

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.