©VANIN
Lies Alen
Patrick Arnou
Gwen Cams
Alexander Colin
Fien Croux
Frederik De Ridder
Marie Diels
Nikolai Dobbelaere
Hanne Goossens
Zoë Meerkens
Lore Praet
Elke Stasseyns
Stef Van Aken
Annelies Van Laere
Saskia Yperzeele
Via www.ididdit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij Traject Nederlands 6. Activeer je account aan de hand van de onderstaande code en accepteer de gebruiksvoorwaarden. Kies je ervoor om je aan te melden met je Smartschool-account, zorg er dan zeker voor dat je e-mailadres aan dat account gekoppeld is. Zo kunnen we je optimaal ondersteunen.
©VANIN
LET OP: DEZE LICENTIE IS UNIEK, EENMALIG TE ACTIVEREN EN GELDIG VOOR EEN PERIODE VAN 1 SCHOOLJAAR. INDIEN JE DE LICENTIE NIET KUNT ACTIVEREN, NEEM DAN CONTACT OP MET ONZE KLANTENDIENST.
Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken.
In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.ididdit.be.
© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2024
De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.
Eerste druk 2024
ISBN 978-94-647-0486-0
D/2024/0078/158
Art. 605789/01
NUR 110
Ontwerp: Effenaf
Opmaak: Zyncke Vanderplancke
Tekeningen: Flor Aguilar, Dirk Vandamme
Inhoud
STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 6
Hoe ga je met dit boek aan de slag? We leiden je door enkele belangrijke aspecten.
OP WEG MET TRAJECT
In dit leerwerkboek vind je lessen met verschillende achtergrondkleuren. Lessen met dezelfde achtergrondkleur behoren tot dezelfde stroom
Vooraan elke les zie je de lesdoelen
Die verduidelijken wat je met die les zult bereiken.
les
Leesvaardigheid – begintest
Je test hoe goed je leesvaardigheid is 1
Je herkent tekstdoel, tekstsoort en teksttype
MENINGEN OVER TALENKENNIS
Je haalt het onderwerp, de hoofdgedachte en de kernzinnen uit een tekst 3
Met behulp van woordleerstrategieën breid je je academische woordenschat uit 4
1 Hoe zou jij je kennis van (vreemde) talen inschatten? Zet elke taal op het continuüm. Kies uit: Nederlands – Frans – Engels – Duits … ondermaats uitstekend
2* Bespreek met een medeleerling de volgende stellingen. Ga je akkoord of niet?
Na enkele lessen is er een tussenstop. Die herken je aan de oranje achtergrondkleur. In de tussenstops ga je verder aan de slag met de leerstof die je tijdens de voorgaande lessenreeks behandelde. Het gaat hier om oefeningen op taal en woordenschat, academisch taalgebruik, verder studeren en receptieve vaardigheden.
Chinees, Spaans of Arabisch zijn nuttigere talen om te leren op school.
Onze cultuur is te gefocust op de Angelsaksische wereld. Zo leren we veel culturele producten uit andere taalgebieden nooit kennen.
Het is gemakkelijker om altijd Engels te gebruiken als we met Duitsers of Fransen spreken.
In de meeste lessen geven we je eerst het bronmateriaal (bijvoorbeeld een artikel) en de bijhorende instructies, gevolgd door ruimte om te noteren. Zo moedigen we je aan om je antwoorden op een geordende manier neer te schrijven. Dat is een mooie voorbereiding op het hoger onderwijs, waar je ook zelfstandig zult moeten noteren. Soms staat er een asterisk (*) na het opdrachtnummer. Bij die opdrachten hoef je het antwoord niet te noteren.
Frans en Duits zal ik echt niet meer nodig hebben in mijn studie of beroepsleven.
Dankzij artificiële intelligentie zullen we in de toekomst geen vreemde talen meer moeten leren.
HULPMIDDELEN
In de lessen ondersteunen we je met enkele kaders en iconen.
onthouden
3 Toon aan dat Beatrijs het hoofse liefdesideaal nastreeft.
Onthouden-kaders bevatten belangrijke kennis, vaardigheden en strategieën
4 In deze Marialegende is een Natureingang opgenomen. Lees de de nitie en pas die toe op het fragment.
onthouden
Een Natureingang is een korte beschrijving van een natuurtafereel dat veelal overeenkomt met het innerlijke gevoel van de personages. Het wordt vooral gebruikt om de lezer in de juiste stemming te brengen voor hetgeen in het verhaal volgt.
Zo worden bloemen, bomen, geuren, het gezang van vogels … op een clichématige manier beschreven.
5 De dialoog en de beschrijvingen in het tekstfragment van Beatrijs kunnen perfect omgezet worden naar een toneelstuk of lm. Hoe zou jij die dialoog op het podium of in beeld brengen?
woord
a Zul je vooral uitgaan van de historische context of wil je het verhaal actualiseren? Waarom?
b Welke kledij geef je aan de personages? Verantwoord je keuze.
Onderaan sommige pagina’s tref je de verklaring aan van een woord of uitdrukking op die pagina. Online bij ‘Mijn lesmateriaal’ vind je bij elke les of tussenstop een overzicht van de woorden die aan bod kwamen.
c Lees het fragment opnieuw en ga na wat de verschillende gevoelens van de personages zijn. Noteer ze naast de passages.
d Brainstorm over hoe een acteur die gevoelens kan visualiseren. Geef suggesties voor de intonatie,
tip
©VANIN
Vergelijk de keuzes die je in de vorige opdracht maakte met die van medeleerlingen. Ga na waar er
Bij sommige opdrachten staat een tip om je op weg te helpen.
3 Ze wil de liefde niet in het bos bedrijven. Dat hoort enkel dorpsvrouwen toe die hun lichaam voor geld verkopen. Ze eist een behoorlijk opgemaakt bed. Bovendien was het voorstel van de jongeman beschamend en typisch voor iemand van lage komaf.
Mate was een belangrijk kenmerk van de hoofse cultuur.
KAN EEN CHATBOT JE THERAPEUT ZIJN?
TIP
1 Wat is een chatbot?
2* Zou een chatbot je therapeut kunnen zijn, denk je? Waarom wel/niet?
Bekijk de websites van Maarten Inghels en Maud Vanhauwaert ter inspiratie. woord arti ciële intelligentie: mogelijkheid van een machine om mensachtige vaardigheden te vertonen; ook bekend onder de naam ‘kunstmatige intelligentie’ genereren: iets doen ontstaan, iets voortbrengen
3 Scan deze pagina, ga naar de opgegeven website en chat enkele minuten met chatbottherapeut Eliza. Beantwoord daarna de vragen.
a Beweert Eliza dat ze een therapeut is?
b Hoe accuraat zijn de antwoorden van Eliza?
onDERWEG
5 persoonlijk antwoord
c Wat gebeurt er als je erg uitgebreide antwoorden geeft?
4 R. 36-53: De natuur is als een feest, vol van geluiden, mooie bloemen in mooie kleuren en zoete geuren. Er was geen wolkje aan de hemel. De hoge bomen met een weelderig bladerdek zorgden voor de nodige intimiteit en camou age. Die paradijselijke omgeving leidt ertoe dat de jongeman Beatrijs’ bloempje wil plukken. Tot daar de romantiek, want Beatrijs ziet dat – helemaal volgens de hoofse idealen –
Onderweg-kaders bevatten leuke weetjes
d* Denk jij dat Eliza mensen echt kan helpen?
e Lees de informatie over de Turingtest. Voer daarna zelf een Turingtest uit met Eliza. onderweg
De Turingtest is een experiment dat werd bedacht door computerwetenschapper Alan Turing, die zich afvroeg of een machine menselijke intelligentie kan vertonen. De test werkt als volgt: als een mens een gesprek van vijf minuten kan voeren zonder te beseffen dat hij of zij met een machine converseert, dan slaagt de computer voor de test.
TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 84
4 Lees het artikel op p. XXX.
c Ken je nog voorbeelden van chatbots die het nieuws haalden? 3
a Wat is de oorzaak van foutieve en beledigende uitspraken van chatbots?
b Hoe maak je een positieve chatbot?
1 Een chatbot is een computerprogramma dat geprogrammeerd is om conversaties tussen mensen te simuleren.
3a Ja, ze noemt zichzelf een online elektronische therapeut.
3b De antwoorden zijn niet erg accuraat. Eliza antwoordt niet altijd op de vragen die je stelt en de antwoorden zijn eerder algemeen (‘Wat betekent dat voor je? Wat voel je
Trajectwijzer
Bij dit leerwerkboek hoort ook een Trajectwijzer met een overzicht van de theorie die in de derde graad aan bod komt. Als je dit icoon ziet, vind je bijkomende informatie in die Trajectwijzer. Het nummer in het icoon verwijst naar het titelnummer. Zo vind je snel de juiste informatie!
Voorkennis activeren
Als je dit icoon ziet, ga je voorkennis activeren. Dat kan gaan om leerstof die je in een voorgaand schooljaar of in een eerdere les al gezien hebt of onderwerpen die je kent uit je dagelijks leven.
©VANIN
Di erentiatie
Het di erentiatie-icoon geeft aan dat je met een remediërings- of een verdiepingsopdracht te maken hebt. Je oefent verder op leerstof die je nog niet helemaal onder de knie hebt (remediëring) of je gaat een extra uitdaging aan (verdieping of uitbreiding).
Woordenschat
Dit icoon geeft aan dat je je woordenschat zult verrijken of strategieën leert om met nieuwe en moeilijke woorden om te gaan.
Actief verwerken
Eenmaal je kennis of vaardigheden verworven hebt, kun je actief verwerken. Je past wat je leerde zelfstandig toe in een nieuwe situatie.
Play
Dit icoon geeft aan dat je een audio- of videofragment zult beluisteren of bekijken.
Gami cation
Doorheen het boek vind je verschillende games om met je medeleerlingen te spelen.
iDiddit
Dit icoon geeft aan dat er aanvullend lesmateriaal of een extra opdracht op iDiddit staat.
VAN IN Plus
Soms is het handig dat je extra lesinformatie of een videoof audiofragment zelf kunt bekijken of beluisteren op je smartphone. Als je dit icoon ziet, open dan de VAN IN Plus-app en scan de pagina.
TRAJECT EN IDIDDIT
Het onlineleerplatform bij Traject Nederlands
Mijn lesmateriaal
Hier vind je alle inhouden uit het boek, maar ook meer, zoals filmpjes, audiofragmenten, extra oefeningen ...
Extra materiaal
Bij bepaalde stukken theorie of oefeningen kun je extra materiaal openen. Dat kan een bijkomend audio- of videofragment zijn, een woorden- of begrippenlijst, extra bronnen of een leestekst. Kortom, dit is materiaal dat je helpt om de leerstof onder de knie te krijgen.
Adaptieve oefeningen
Met adaptieve oefeningen kun je de leerstof inoefenen op jouw niveau. Hier kun je vrij oefenen.
Opdrachten
Hier vind je de opdrachten die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.
Evalueren
Hier kan de leerkracht toetsen voor jou klaarzetten.
Resultaten
Wil je weten hoever je al staat met oefenen, opdrachten en toetsen?
Hier vind je een helder overzicht van al je resultaten.
Notities
Heb je aantekeningen gemaakt bij een bepaalde inhoud?
Via je notities kun je ze makkelijk terug oproepen.
Meer weten?
Ga naar www.ididdit.be
TAALKASTEN
Je leert welke taalvariëteiten er bestaan en hoe divers ons taallandschap is 1
Je leert dat talen mensen kunnen insluiten of uitsluiten 3
Je ziet gelijkenissen en verschillen tussen taalvariëteiten en toont respect voor verschillen 2
Je leert dat taal dynamisch is 4
Stel: er liggen drie kledingstukken van medeleerlingen voor jou. Zou je de kledingstukken bij de juiste persoon kunnen plaatsen? De kans is groot. Iedereen heeft nu eenmaal zijn eigen stijl. Kleren dienen niet enkel om je te beschermen tegen de koude of de regen, je verklapt er ook een stukje van je identiteit mee.
Dat is net zo met taal: in het vierde jaar leerde je al dat iedereen een eigen spreek- en schrijfstijl heeft. Je taal kan verraden waar je vandaan komt, wat je leeftijd is, of je een man of vrouw bent ... Taal dient uiteraard om te communiceren, om een boodschap over te brengen, maar net zoals kledij is taal ook een manier om je identiteit uit te drukken.
Je kunt de vergelijking nog verder doortrekken: je zou aan kleding ook kunnen zien wat iemand gaat doen: zijn het kleren om naar een feestje te gaan? Of eerder voor een kamp met de jeugdbeweging? In short en slippers leg je geen mondeling proefwerk af. En in je feestjurk en hoge hakken lig je niet te chillen op je bed.
Net zoals je kledij is ook je taal aangepast aan de situatie: afhankelijk van de context, zul je eerder jongerentaal, standaardtaal of dialect gebruiken.
Dit is de taalkast van Ilias. Ilias groeide op in een Franstalige wijk in Brussel, maar volgde op school altijd les in het Nederlands. Zijn vader is van Marokkaanse afkomst; zijn moeder is een Franstalige Brusselse. Na zijn studies in Leuven verhuisde hij naar Antwerpen waar hij ook werkt.
ILIAS
met zijn vader en grootouders: Berbers
in de voetbalclub in Antwerpen: tussentaal met Antwerps accent + voetbaljargon
als advocaat aan de balie: Standaardnederlands + beroepsjargon
met zijn broer: Frans en Berbers door elkaar
met zijn collega’s: tussentaal
met zijn vrienden uit Leuven: tussentaal met Brabants accent
met zijn vrienden van de wijk in Brussel: Frans, jongerentaal
met zijn moeder: Frans
1 Ken je alle taalvariëteiten? Leg de begrippen in je eigen woorden uit.
- standaardtaal: - tussentaal: - accent: - jargon:
2* Kun je nog meer rollen of situaties bedenken waarin Ilias een andere taalvariëteit zal spreken?
3* Zal Ilias ook kunnen lezen en schrijven in al die taalvariëteiten? Waarom (niet)?
Spreek jij ook zoveel taalvariëteiten als Ilias? Misschien niet, maar iedereen heeft verschillende taaloutfits in de kast hangen.
4 Vul jouw kast in naar het voorbeeld van Ilias.
©VANIN
5* Bespreek jouw taalkast met die van een medeleerling.
a Heb je veel of weinig taaloutfits? Hoe verklaar je dat?
b Welke taalvariëteit gebruik je het vaakst?
c Welke taalvariëteit spreek je het liefst?
d In welke taalvariëteit lees en/of schrijf je het liefst?
e Maak je bewust de keuze voor een bepaalde variëteit of gebeurt dit eerder spontaan?
GEZINSJARGON
Er zijn kleren die je enkel thuis draagt. En er zijn ook woorden die je enkel in je gezin gebruikt. Hebben jullie misschien zelf een woordje verzonnen voor een van je grootouders? Of wordt een van jouw versprekingen nog steeds gebruikt?
1* Heb je zelf voorbeelden van woorden of uitdrukkingen die enkel in jouw gezin gebruikt worden?
Beluister het interview met sociolinguïst Eline Zenner en beantwoord de vragen.
2 Ook Zenner vergelijkt taal met kleren. Welke vergelijking gebruikt ze? En wat wil ze daarmee zeggen?
3 Hoe ontstaan woorden in een gezinsjargon? Geef twee manieren.
4 Gezinsjargon toont aan dat taal dynamisch is en voortdurend verandert. Leg uit.
5 Voor welke woorden ontstaan nieuwe woorden binnen families?
6 Niet alleen in een familie kan een jargon ontstaan, ook in andere kleine groepen. Geef drie voorbeelden van zo’n microgemeenschappen.
7 Een gezinsjargon maakt het gezin als groep hechter. Maar je kunt mensen ook uitsluiten via taal. Met welk voorbeeld legt Zenner dat uit?
8 Hoe kun je reageren op de nieuweling zodat je hem niet uitsluit?
de sociolinguïst: bestudeert de relatie tussen taal en de sociale factoren die de taalbeïnvloeden (zie ook Trajectwijzer 8.1.10)
WAT JE MOET WETEN OVER TAALVARIATIE
Je beluistert een fragment waarin de theorie over taalvariatie samengevat wordt.
1 Noteer de informatie hieronder in een volledig, overzichtelijk en aantrekkelijk schema.
WAT HEB JE AL GELEERD?
1 Leg aan een medeleerling de volgende zinnen in je eigen woorden uit.
a Taal heeft een identitaire functie.
b Er zijn heel wat situationele factoren die iemands taal beïnvloeden.
c Soms zijn taalgebruikers zich niet bewust van de geografische en situationele gebruiksbeperking van hun dialect.
OVER JONGERENTAAL EN STRAATTAAL
Beluister een paar voorbeelden van jongerentaal uit 2010.
1 Ken je die jongerenwoorden uit 2010 nog? Hoe komt dat?
2 Lees de tekst Jongerentaal van Sterre Leufkens in de Trajectwijzer en maak hieronder een schema.
3* Vergelijk jouw schema met dat van een medeleerling. Bespreek jullie schema’s aan de hand van de vragen.
a Bevat het schema voldoende informatie? Kan iemand die de tekst niet gelezen heeft, begrijpen waarover het gaat?
b Geeft het schema de informatie overzichtelijk weer? Is er een duidelijke structuur?
c Geeft het schema de informatie aantrekkelijk weer? Is het goed leesbaar? Gebruik je kleuren, pijlen, symbolen?
4* Sommige mensen van de oudere generatie hebben vooroordelen bij jongerentaal en straattaal. Heb jij als jongere ook vooroordelen bij bepaalde taalvariëteiten?
DEALEN MET JE DIALECT
De Nederlandse tv-omroep NOS maakte drie filmpjes over dialectsprekers in Nederland. Bekijk de drie filmpjes en bespreek de vragen.
1* In het eerste lmpje ligt de focus op de negatieve reacties die taalvariëteiten kunnen uitlokken.
a Over welke soort taalvariatie gaat het in dit filmpje?
b Is het al gebeurd dat je mensen anders bekeek omdat ze een andere taal(variëteit) spreken? Waarom (niet)?
c Heb je zelf al meegemaakt dat je werd uitgelachen om een accent of om een andere taal(variëteit)? Hoe voelde je je daarbij?
2* Wat met dialect op het werk? Kijk even mee wat deze mensen erover zeggen.
a Over welke soort taalvariatie gaat het in dit filmpje?
b Vind je het terecht dat mensen opmerkingen krijgen als ze een accent hebben of dialect spreken op het werk? Is dat voor alle jobs hetzelfde?
c Sommigen willen zich wel aanpassen en bijvoorbeeld logopedie volgen. Vind je dat een goed idee of eerder overbodig?
3* In het derde lmpje komen enkele mensen aan bod die trots zijn op hun dialect.
a Wat vind je van de volgende uitspraken? Zijn ze herkenbaar voor jou? Waarom (niet)?
– Als ik in mijn dialect praat of schrijf, blijf ik meer mezelf.
– Thuis praten we dialect, maar als er bezoek komt, praten we standaardtaal.
b Welke taalvariëteit ligt het dichtst bij jezelf?
PRATEN OVER TAALVARIATIE
1* Welke taalvariëteit zou jij spreken in de volgende situaties?
a Leg uit waarom.
b Gebruik in je argumentatie zo veel mogelijk begrippen uit het lijstje: formeel – informeel – situationele context – geografische verschillen –sociolinguïstisch – identitaire functie – taalvariëteit – status – jargon.
1 een leerling op een stageplaats
2 iemand die de eerste keer ergens gaat babysitten
3 een leerkracht in de klas
4 een leerkracht op een oudercontact
5 een verzorgende in een woonzorgcentrum
VERDIEPING: TAALVARIATIE
Tijd om je nog wat meer in het onderwerp te verdiepen en een eigen mening te vormen.
STAP 1 Kies een onderwerp uit de lijst. De sterretjes duiden de moeilijkheidsgraad van de opdracht aan. Opdrachten met één sterretje zijn makkelijk te maken. Opdrachten met twee sterretjes zijn iets moeilijker. Word je graag uitgedaagd? Kies dan de opdracht met drie sterretjes.
©VANIN
* 1 Dialect voor anderstaligen
* 2 Een boekengeschenk voor asielzoekers
* 3 Mogen VRT-presentatoren dialect spreken?
* 4 Taalvarianten ondertitelen op tv
** 5 Alle talen zijn mengtalen
** 6 Kinderen opvoeden in het dialect (1)
** 7 Kinderen opvoeden in het dialect (2)
*** 8 Dialect op het werk
STAP 2 De leerkracht geeft je een bron en de bijhorende vragen. Je krijgt twintig minuten om het onderwerp uit te pluizen. Noteer voor jezelf de antwoorden op een apart blad.
STAP 3 Je krijgt een minuut de tijd om iets over jouw onderwerp te vertellen aan de klas. Je luistert op jouw beurt naar wat medeleerlingen te vertellen hebben.
STAP 4 Samen met je leerkracht noteer je wat je van de opdrachten moet onthouden.
Je test hoe goed je leesvaardigheid is 1
Je herkent tekstdoel, tekstsoort en teksttype 2
MENINGEN OVER TALENKENNIS
Je haalt het onderwerp, de hoofdgedachte en de kernzinnen uit een tekst 3
Leesvaardigheid – begintest ©VANIN
Met behulp van woordleerstrategieën breid je je academische woordenschat uit 4
1 Hoe zou jij je kennis van (vreemde) talen inschatten? Zet elke taal op het continuüm.
Kies uit: Nederlands – Frans – Engels – Duits … ondermaats uitstekend
2* Bespreek met een medeleerling de volgende stellingen. Ga je akkoord of niet?
Chinees, Spaans of Arabisch zijn nuttigere talen om te leren op school.
Onze cultuur is te gefocust op de Angelsaksische wereld. Zo leren we veel culturele producten uit andere taalgebieden nooit kennen.
Het is gemakkelijker om altijd Engels te gebruiken als we met Duitsers of Fransen spreken.
Frans en Duits zal ik echt niet meer nodig hebben in mijn studie of beroepsleven.
Dankzij artificiële intelligentie zullen we in de toekomst geen vreemde talen meer moeten leren.
3 Lees de tekst op p. 22-23 globaal en beantwoord onderstaande vragen.
a Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst?
b Met welk tekstdoel schreef de auteur deze tekst, denk je?
©VANIN
c Wat is de tekstsoort?
d Wat is het teksttype?
4 Lees de tekst aandachtig en beantwoord volgende vragen.
a ‘Gescinska is van mening dat wie Duitse filosofen bestudeert, zijn Engels moet perfectioneren.’ Juist of fout? Verantwoord je keuze.
b Ga je akkoord met Gescinska’s argumenten tegen verengelsing? Waarom wel/niet? Kun je een tegenargument bedenken?
ACADEMISCHE TAAL
1 Lees de tekst op p. 22-23 nogmaals aandachtig. Er komen academische woorden in voor. Kun je hun betekenis a eiden uit de context?
a vicieuze cirkel
situatie waarbij mensen oorzaak en gevolg door elkaar halen
situatie waarbij een verschijnsel een bepaald gevolg heeft, terwijl dat gevolg het eerstgenoemde verschijnsel in stand houdt of versterkt
meetkundige term om oneindigheid aan te duiden
situatie waarbij een verschijnsel onveranderlijk blijkt te zijn en dus hopeloos is
b peerreviewed tijdschriften
tijdschriften die recensies van wetenschappelijke artikels bevatten
tijdschriften waarin de bijdragen door collega-wetenschappers uit een bepaalde wetenschappelijke discipline getoetst zijn
tijdschriften die tot de wereldtop van een wetenschappelijk vakgebied behoren
wetenschappelijke tijdschriften die ook voor een breder publiek toegankelijk zijn
c gerenommeerd
bekend, beroemd
controversieel, omstreden
succesvol
met een goede naam, reputatie
d baat hebben bij
talent hebben om iets te doen
gelegenheid hebben om iets te doen
©VANIN
voordeel hebben bij iets
nadeel hebben bij iets
e zonder weerga
het is nog nooit voorgekomen, het is zonder precedent
het is onherroepelijk, er kan niets meer aan worden veranderd
het is verschrikkelijk, een ramp
niemand bekommert zich erom, het laat mensen onverschillig
f integraal
bijkomstig, minder belangrijk
talig, literair
wiskundig, rekenkundig
op zichzelf bestaand
g funderend
uitermate belangrijk, niet weg te denken
invloedrijk, machtig
de basis leggend
veelbelovend
h condition humaine
menselijke staat, hoe we leven en denken als mens, met bijhorende beperkingen
menselijke conditie, hoe we gezond zijn en waartoe we fysiek in staat zijn
menselijk potentieel, waartoe we intellectueel in staat zouden kunnen zijn
menselijke voorwaarde, onder welke voorwaarden we een goed mens kunnen worden
i disproportioneel
oneerlijk, schandalig
buiten verhouding
tegen iemands wil
onterecht, onverdiend
j schone letteren
poëzie
hoogstaande literatuur
populaire, veelgelezen literatuur; lectuur
al wat geschreven of voorgedragen wordt, inclusief liedjesteksten
Je leerkracht deelt een correctiesleutel uit. Ga na hoeveel antwoorden je juist hebt.
9-10/10
6-8/10
Proficiat! Je hebt al een uitgebreide academische woordenschat, of je zet de juiste strategieën in om de betekenis van academische woorden te achterhalen. Om te slagen in het hoger onderwijs, moet je de woorden ook in je actieve taalgebruik (schrijven, spreken) kunnen integreren. Probeer nieuw verworven woordenschat uit in schrijfopdrachten en (formele) presentaties.
©VANIN
5/10 of minder
Goed! Je hebt al een behoorlijke academische woordenschat. Misschien kun je nog meer inzetten op woordleerstrategieën om de betekenis van woorden te achterhalen. Lees in het komende jaar veel artikels uit kwaliteitskranten en -tijdschriften als De Morgen, De Standaard, De Tijd, Humo en Knack, en hou pen en papier in de aanslag om nieuwe academische woorden te noteren en zo te onthouden. Op die manier bereid je je optimaal voor op de taal van het hoger onderwijs.
Je hebt nog moeite met academisch taalgebruik, maar laat de moed niet zakken: met behulp van strategieën voor leesvaardigheid en woordenschatverwerving kun je je in het komende schooljaar voorbereiden op de taal van het hoger onderwijs. Zo is het belangrijk om dagelijks taalrijke teksten te lezen en stil te staan bij woorden die je nog niet kent of die je nog niet zelfstandig in een andere context kunt gebruiken.
In Tussenstop 1 vind je aanvullende oefeningen op academische woordenschat.
Moeten alle studenten in het hoger onderwijs weten wat ‘commensalisme’, een ‘interlocutoir appel’ of ‘illuminantie’ is? Nee, zulke woorden zijn slechts relevant binnen het vakgebied van respectievelijk biologen, juristen en fysici. Het leren van academische vakterminologie maakt integraal deel uit van elke opleiding in het hoger onderwijs.
Naast vakterminologie onderscheiden we algemene academische woordenschat. Woorden zoals die uit de tekst kom je niet alleen tegen in (kwaliteits)kranten, maar ook in alle wetenschappelijke disciplines. Om je goed voor te bereiden op het hoger onderwijs, is het van belang dat je je academische woordenschat uitbreidt.
Met apps als Quizlet kun je zelf woordenschatlijsten opstellen.
Het is aan te raden om jezelf elke week actief enkele nieuwe academische woorden aan te leren. Zo breid je je woordenkennis dit jaar uit. Lees bijvoorbeeld kwaliteitsmedia en noteer de woorden of abonneer je op Delenderwijs en leer zo elke dag een nieuw academisch woord.
Onderzoek van prof. Lieve De Wachter en dr. Jordi Heeren (KU Leuven) toonde aan dat een goede taalbeheersing academisch Nederlands een noodzakelijke, maar niet de enige voorwaarde tot studiesucces is. ‘Academische taal’ behelst in deze definitie meer dan spelling en grammatica: ook tekstinzicht en woordenschat zijn essentieel in de nieuwe context van het hoger onderwijs.
©VANIN
De onderzoekers lieten eerstejaars van verschillende universiteitsrichtingen een taalvaardigheidstest maken en legden de resultaten van die test vervolgens naast de examenresultaten van de studenten. Daaruit bleek dat wie niet goed scoort op de taalvaardigheidstest, zo goed als altijd ook slechtere examenresultaten behaalt. Taalvaardigheid is dus een noodzakelijke voorwaarde om te slagen. Toch betekent dat niet dat je automatisch slaagt als je goed bent in (academische) taal: andere factoren, zoals goed studeren, tellen uiteraard ook mee. Taal is dus niet de enige voorwaarde voor studiesucces.
Aan de verschillende Vlaamse universiteiten en hogescholen bestaan initiatieven om de academische taalvaardigheid van studenten te remediëren en zo de slaagcijfers op te krikken. Ook bieden ze voor abituriënten – zesdejaars op de secundaire school – online gratis oriëntatieen taaltesten aan die je taalniveau in kaart brengen en je tips aanreiken om je op het hoger onderwijs en op academische taal voor te bereiden.
Wie snoeit in het taalonderwijs, sluit
steeds meer vensters op de wereld
Alicja Gescinska is schrijfster en filosofe verbonden aan de Universiteit van Buckingham. Ze is voorzitter van PEN Vlaanderen en VUB Fellow.
Hervormingsplannen in het universitair onderwijs zorgen voor onrust bij taalminnend Nederland. De opleidingen Nederlands, Duits en Frans zijn in een vicieuze cirkel beland. Alsmaar minder studenten kiezen voor een taalopleiding. Daardoor zijn er te weinig leerkrachten in de scholen. En daardoor kiezen wederom minder jongeren later voor een universitaire taalopleiding. Een nieuw voorstel ligt nu op tafel om nog slechts landelijke bachelors aan te bieden voor ‘kleine talen’ (!) als Duits en Frans. Individuele opleidingen aan de afzonderlijke Nederlandse universiteiten worden ‘niet bijzonder doelmatig en op termijn onhoudbaar’ geacht.
Volgens hoogleraar Nederlandse literatuur en cultuurgeschiedenis Lotte Jensen heeft men aan de universiteiten een Engelstalig universum gecreëerd dat geen ruimte meer laat voor andere talen. Vanuit mijn eigen ervaring kan ik dat alleen maar bevestigen én betreuren.
De versmachtende dominantie van het Engels heeft tot een intellectuele en geestelijke verarming geleid. In mijn eigen discipline – de filosofie – is dat heel merkbaar. De kwaliteit van een academisch filosoof wordt bepaald door zijn publicaties in peerreviewed tijdschriften van bepaalde rang. Die zijn overwegend Engelstalig en gericht op specifieke onderzoeksgebieden die aan de Angelsaksische universiteiten belangrijk worden geacht.
Dat weegt op de kwaliteit van het academische schrijven én denken. Het systeem benadeelt de nietEngelstalige academische tijdschriften en geschriften. En een opvallende tendens, die zeker niet bijdraagt tot de kwaliteit van het geleverde werk, is dat de academische studie van bijvoorbeeld Duitse filosofen door academici wier moedertaal Engels is, meer gewaardeerd wordt en belangrijker wordt geacht, ook al stelt de kennis van de Duitse taal van die academici niets voor.
Toen ik in de VS woonde, heb ik meermaals zelfverklaarde specialisten van Hegel en Schopenhauer ontmoet, wier Duits zo slecht was dat ze niet eens een biertje zouden kunnen bestellen tijdens de oktoberfeesten in München. Het is wrang, maar zo is de werkelijkheid: als je een internationaal gerenommeerd expert van Nietzsche of Kant wilt worden, heb je vandaag meer baat bij het perfectioneren van je Engels dan bij het leren van de Duitse taal.
Culturele verarming
Over heel Europa zijn de voorbije jaren faculteiten en departementen in taal en cultuur gesloten. De universitaire opleidingen Duits en Frans lijken hetzelfde lot beschoren als bijvoorbeeld de studies
Oost-Europese talen en culturen. Het gevolg is een culturele en intellectuele verarming zonder weerga
Met het verlies van de talenstudie gaat immers veel meer verloren dan enkel talenkennis. De studie van talen werd ooit gestimuleerd als integraal onderdeel van de studie van de mens. Filologie was een van de funderende disciplines van de menswetenschappen. Dat lijken we vergeten te zijn, of we lijken er niet meer om te geven. De menswetenschappen zijn gegroeid uit de Duitse filologiedepartementen en -faculteiten. De menswetenschappen kwamen tot bloei tijdens de verlichting, dankzij het besef dat woorden waardevol zijn, dat vreemde talen schatten bevatten en inzicht verschaffen in de mens en het leven. Betere kennis van talen is een voorwaarde voor een betere kennis van de mens en onze condition humaine
©VANIN
De ontwikkelingen in de academische wereld zijn deel van een groter probleem: het hele geestelijke, culturele, intellectuele leven is gedomineerd door Engelstaligen. Een derderangsschrijver en -kunstenaar uit de VS of Engeland geniet disproportioneel veel meer erkenning dan een grootmeester van de ‘kleine talen’. Dat zie je in de populaire cultuur en hitlijsten evenzeer als in de schone letteren
De Nobelprijs Literatuur is deze eeuw al acht keer aan een Engelstalige schrijver toegekend en één keer zelfs aan een Engelstalige zanger.
De grote Frans-Amerikaanse cultuurfilosoof, essayist en polyglot George Steiner waarschuwde er in zijn essay De idee Europa (2004) voor dat er in de naoorlogse periode niets zo bedreigend en ondermijnend is geweest voor de Europese cultuur en identiteit als ‘Amerikanisering’ en de verstikkende aanwezigheid van de Angelsaksische cultuur op het wereldtoneel. Ook stelde Steiner dat elke taal die men kent een venster op de wereld is. Door de eenzijdige focus op het Engels dreigen we de horizon van onze geestelijke wereld alsmaar te vernauwen; verenging door verengelsing. Wie snoeit in het taalonderwijs, sluit steeds meer vensters op de wereld.
Bron: demorgen.be
1
Canonliteratuur: canon of kanon? ©VANIN
Je leert enkele werken uit de literaire canon kennen 1
Je denkt kritisch na over processen van canonisatie 2
Je onderzoekt en beoordeelt canonliteratuur met behulp van bronnen 3
INLEIDING
1 Scan de pagina en bekijk de lijst met vijftig namen van literaire teksten en hun auteurs.
Lees de namen en tel de volgende aantallen.
a auteursnamen waarvan je al hebt gehoord
b titels van literaire teksten waarvan je al hebt gehoord
c literaire teksten waarvan je minstens een fragment hebt gelezen
De vijftig literaire werken behoren tot de canon van de Nederlandstalige literatuur. Een commissie binnen de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) heeft een lijst opgesteld met ‘essentiële’ literaire werken uit ons taalgebied.
2 Op basis van welke criteria zouden de opstellers van de lijst voor precies deze vijftig werken hebben gekozen? Bestudeer de canonlijst een tweede keer en duid hieronder de vier juiste criteria aan.
De werken zijn minstens 25 jaar geleden gepubliceerd.
De werken kenmerken zich door verkoopsucces: de werken worden, vaak al eeuwenlang, herdrukt en door nieuwe generaties gelezen.
Alle tekstgenres komen in aanmerking.
De auteurs van de werken zijn overleden.
Minstens 30% van de werken moet geschreven zijn door vrouwen.
De werken zijn in België, Nederland of Suriname geschreven.
De werken zijn oorspronkelijk in het Nederlands geschreven.
De werken zijn geschreven voor een volwassen lezerspubliek en behoren tot het proza, de poëzie of het theater.
3* Ga je akkoord met de criteria van de canoncommissie? Op basis van welke criteria zou jij een dergelijke lijst opstellen?
Onthouden
Een canon is een verzameling namen, gebeurtenissen en/of kunstwerken die een bepaald cultuurgebied als waardevol erkent.
• Zo’n canon kan impliciet zijn.
Erg veel mensen zijn het erover eens dat Freddie Mercury een van de belangrijkste artiesten van de afgelopen eeuw is. Op dezelfde manier behoren onder andere de Odyssee van Homerus, De Goddelijke Komedie van Dante of De Toverberg van Thomas Mann zonder discussie tot de canon van de wereldliteratuur.
• Een canon kan ook expliciet door een bepaalde groep geformuleerd worden in de vorm van een lijst.
In ons taalgebied nam de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) in voor het eerst het initiatief om een lijst van + ‘essentiële werken’ op te stellen. Die lijst moet als leidraad en inspiratiebron dienen voor het onderwijs, de literaire en culturele wereld, en lezers in binnen- en buitenland. Geïnteresseerden vinden op de site bij de lijst heel wat teksten en audiovisueel materiaal bij de canonwerken. In besloot de commissie om de lijst een update te geven. Enkele titels werden geschrapt, andere werden toegevoegd.
Zowel de lancering als de update van de canon lokten discussie uit over de samenstelling ervan. Sommigen vinden de canon niet divers genoeg. De KANTL moedigt een debat over de dynamische canon uitdrukkelijk aan: er kunnen namelijk altijd kwaliteitsvolle, ‘vergeten’ werken zijn die de commissieleden over het hoofd hebben gezien. De canoncommissie reserveert daarom nog één oningevulde plaats voor een ‘blinde vlek’ die het publiek zelf mag invullen.
Een canon opstellen is dan ook per definitie een proces van discussie en debat. Canonisering, zowel impliciet als expliciet, is nooit neutraal: we redeneren immers altijd vanuit ons eigen culturele waardenkader dat voorkeuren, vooroordelen en blinde vlekken bevat.
©VANIN
4 Processen van canonisering vinden niet alleen plaats in de literatuur. Ook in andere culturele domeinen kun je van een ‘canon’ of van canonieke werken spreken. Kies een kunstvorm uit en stel een ‘canon’ van minstens tien namen/kunstwerken op.
Kies uit: schilderkunst – popmuziek – klassieke muziek – strips – films – series.
DIVERSITEIT IN DE CANON
1 Lees de titel, de eerste alinea en de tussentitels van het pleidooi voor diversiteit op p. 27. Wat is op basis daarvan de belangrijkste stelling van de auteurs van deze tekst?
2* Bekijk nogmaals de canonlijst op p. 24. Vind je de lijst divers? Waarom wel/niet? En vind je dat belangrijk?
3 Lees nu de tekst volledig en beantwoord de vragen achteraf.
a Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
b Wat stellen de auteurs voor om de diversiteit van de leeslijsten te bevorderen? Noem drie concrete voorstellen.
c Welke voorgestelde oplossingen vind je goed? Zijn er voorstellen waarmee je niet akkoord gaat? Waarom?
PLEIDOOI DIVERSITEIT
De literaire canon heeft meer sokkels nodig
Het is bespottelijk dat witte mannen nog altijd de literatuurlijsten aanvoeren. De leden van het nieuwe schrijverscollectief Fixdit breken een lans voor meer vrouwen in onze literatuurgeschiedenissen, schoolboeken en canon.
Fleur Speet, Jannah Loontjens, Manon Uphoff en Annelies Verbeke
Wie weet dat de eerste Nederlandse briefroman geschreven werd door twee vrouwen (Betje Wolff en Aagje Deken)? En dat de eerste Nederlandse historische roman op naam staat van een vrouw (Margaretha de Neufville)? Of dat het eerste literaire werk over vrouwelijke homoseksualiteit al in 1922 uitkwam (Edith Werkendam)?
©VANIN
In Vlaanderen leverden vrouwelijke auteurs eveneens vormelijk en inhoudelijk pionierswerk, ook recenter dan de dertiende eeuw, toen Hadewijch vanuit Zuid-Brabant haar stempel op de Europese literatuur drukte. Wie Een revolverschot (1911) van Virginie Loveling leest, voelt ontzag voor haar durf, alleen al door de bijzondere keuze voor het perspectief van de verliezer. En wie zal ontkennen dat Patricia De Martelaere de Nederlandstalige essayistiek naar een hoger niveau heeft getild?
Vrouwelijke auteurs zijn vaak vernieuwers, maar in de literatuurgeschiedenissen zie je daar nauwelijks iets van terug. Want op een heel subtiele manier denken we allemaal dat vernieuwing hoort bij mannelijke auteurs en dus zijn literatuurgeschiedenissen vooral verhalen van witte, westerse mannen. Inmiddels is het wel duidelijk dat deze invalshoek achterhaald is. ‘Wie wil er nu nog testosteronproza lezen?’ vroeg Marja Pruis zich onlangs af in De Morgen. Uiteraard valt proza geschreven door mannelijke auteurs niet als een homogene massa onder die noemer, maar we weten wel meteen wat ze bedoelt. Wie is er nog uitsluitend geïnteresseerd in literatuur waarin vrouwen slechts stereotiepe rollen mogen vertolken (moeder, femme fatale, fragiele engel, hoer, bazig kreng) en witte mannen de fijn uitgewerkte, gelaagde, getroebleerde helden zijn?
Op scholen schieten veel meisjes (en jongens) bevreemd in de lach bij de zoveelste karikaturale tekening van vrouwelijke personages met hun rokjes-kontjes-tietjes of vrouwen louter in de gedaante van muze. Dat is een overweging waard wanneer we opnieuw, maar nu heel anders, naar de literatuurgeschiedenis en de canon kijken.
Vrouwelijke auteurs zijn vaak vernieuwers, maar in literatuurgeschiedenissen zie je daar nauwelijks iets van terug
Jongeren groeien op met een grote diversiteit aan hoofdpersonages in boeken. In de jeugdliteratuur wemelt het van de meisjes, en ook kinderen met een migratieachtergrond zijn steeds vaker hoofdpersoon. Het onderzoek van Jeroen Dera naar de leesvoorkeuren van middelbare scholieren in Nederland toont aan dat scholieren liever boeken van vrouwen lezen dan van mannen. Hij liet met cijfers zien dat jongeren nood hebben aan andere leeslijsten, omdat vrouwelijke auteurs en schrijvers met een niet-westerse achtergrond zwaar ondervertegenwoordigd zijn. Hoe kan het dan dat uit het weelderig, veelbloemig veld in een hedendaags schoolboek over onze literatuur (vanaf 1990) maar één vrouw wordt geplukt en één schrijver met een niet-westerse achtergrond? Zo zal opnieuw een hele generatie van potentieel gretige en geïnteresseerde jonge lezers grootgebracht worden met een verdraaid beeld dat aan alle kanten tekortschiet.
Niet óf, maar óók
Moeten dan alle goede schrijvers uit de canon gekieperd worden, vragen sommige verontwaardigde critici zich af. Nee hoor, dat hoeft niet, het gaat erom de canon aan te vullen. Het is een kwestie van er eens flink wat sokkels bij te zetten. Schuif ze ertussen en laat het lamplicht op hen vallen. Het is niet alleen Reve, Mulisch, Hermans, Boon en Claus, het is óók Haasse, Blaman, Roemer, Loveling en De Martelaere. Het is Hooft, Vondel, Brederode én de Brugse Petronella Keysers, Tesselschade, Van Schurman.
Structurele verandering in de literatuurgeschiedenis, waardering en aandacht voor andere schrijvers dan de bekende namen, vraagt om een andere manier van kijken, om oprechte nieuwsgierigheid. Met een brede blik doe je meer recht aan de werkelijkheid en de verbeelding.
Dat begint met het bestuderen van de blinde vlek. Je rekenschap geven van de pleister die voor het oog zit en vervolgens die pleister eraf durven te trekken. Is het ‘puur toeval’ als je enkel witte, mannelijke auteurs als favoriete schrijvers noemt? Wij denken van niet. Literaire kwaliteit is geen objectief gegeven; het is het resultaat van wat je hebt gelezen en dat is de eenzijdige literaire canon waarmee wij zijn opgevoed. Via onverbiddelijke computeranalyses toonde Corina Koolen in haar onderzoek aan dat lezers minder onder de indruk zijn als ze weten dat een boek door een vrouw is geschreven.
Kijken we opnieuw, maar nu zónder vooringenomenheid, naar de literatuur uit heden en verleden, dan krijgen we vanzelf zin in nieuwe standbeelden en nieuwe literatuurgeschiedenissen.
vooruitgaat wanneer jongeren iets terugzien van hun eigen achtergrond en leefwereld. Juist als je jong bent, snak je naar ervaringen die verbonden zijn met jezelf en die tegelijkertijd je horizon verbreden. Die nieuwe gedachten doen opborrelen of je juist sterken in opvattingen die je nog niet durfde uit te spreken. Die je meevoeren in een wereld die mogelijk is of op een fysiek veilige manier blootstellen aan een wereld om juist ver vandaan te blijven.
Gelijke verdeling
Docenten op middelbare scholen, kijk daarom nog eens kritisch naar wat u uw leerlingen aanbeveelt voor hun leeslijst. Wat zou er gebeuren als u eens vijftig procent vrouwelijke auteurs zou promoten? Waarom niet? De helft van de professionele schrijvers is volgens Koolens onderzoek immers vrouw. De lijsten zullen er niet spontaan van vlamvatten.
Noem de schrijfsters
Canoniseren begint met noemen en opnieuw noemen. Dus wie een stuk schrijft, noem schrijfsters. Schep er eer in om vrouwen van welke komaf dan ook te noemen in de literatuur. Weef hen de geschiedenis in, ontdoe ze van hun eenzaamheid.
©VANIN
We kunnen wel blijven hangen in verwondering over het ontbreken van inclusievere lijsten, maar het is zo makkelijk: zet die namen erop! Het is niet dat de boeken er niet zijn. Maak de lijsten langer. Zoek suggesties bij elkaar, stimuleer de leerlingen om breed uitwaaierende leeslijsten op te stellen.
Of nog beter, lees eens een half jaar enkel literatuur van anderen dan witte mannen, zoals Pepijn Lanen, schrijver en zanger van De Jeugd van Tegenwoordig zich verfrissend heeft voorgenomen. Geen gek idee. Wij zijn met dat voornemen alvast een leesclub begonnen.
Veel te weinig horen we schrijvers, man of vrouw, vertellen door welke vrouwelijke auteurs ze zijn beïnvloed of welke niet-westerse auteurs ze bewonderen. Deze namen noemen, er een sport van maken op ze te letten, legt de lijnen bloot die nu verborgen blijven. Het hoeft niet met schel trompetgeschal, als je maar beide ogen openhoudt.
De schrijvers van schoolboeken zouden dat eveneens mogen doen, opdat zij boeken schrijven die een afspiegeling zijn van de diversiteit van onze wereld. Voeg supplementen toe waar nu hiaten zitten. Reken maar dat de leesvaardigheid
Door #MeToo en Black Lives Matter is prangend duidelijk geworden hoe ongelijke machtsverhoudingen, vooroordelen en veelal onbewuste discriminatie onze levens nog altijd in de tang hebben. We kunnen de wereld niet in één keer veranderen, maar we kunnen wel een andere blik werpen op de stapels en rijen als we weer door de boekhandel en de bibliotheek wandelen. We kunnen een andere gevoeligheid ontwikkelen als we een boek openslaan, ons laten verrassen. De tijd is er rijp voor. Laten we ons rijkere zelf zijn.
Fleur Speet, Jannah Loontjens, Manon Uphoff en Annelies Verbeke zijn lid van het schrijverscollectief Fixdit, dat zich inspant voor meer diversiteit in de canon en het literaire veld.
Naar: standaard.be
SPREKEN: CANON OF KANON?
Per twee krijg je elk één canonwerk toegewezen. Hoort het werk volgens jou thuis in de canon of vuur je het liever af met een kanon? Ga op onderzoek!
• Waarover gaat het werk?
• In welke context is het geschreven?
• Hoort het werk volgens jou absoluut wel of helemaal niet in de canon? Waarom? Geef voor je oordeel drie goede argumenten.
Gebruik minstens drie verschillende bronnen: je vindt de nodige informatie op de achterflap van het boek, op de website literairecanon.be, op blogs, in online databanken of in (online) artikels uit literaire bijlagen van kranten.
1 Maak een korte presentatie waarin je de argumenten voorstelt.
©VANIN
Radiozender Klara en de KANTL sloegen de handen in elkaar om een podcastreeks te maken over de vijftig canonwerken. Elk werk wordt uitgelicht en uitgelegd door een bewonderaar. Onder die bewonderaars vinden we literatuurwetenschappers, maar ook auteurs als Joke van Leeuwen, David Van Reybrouck en Maud Vanhauwaert, en acteurs als Lucas Van den Eynde.
Jaarlijks worden er wereldwijd duizenden boeken uitgegeven, sommige daarvan groeien uit tot ware klassiekers en worden zo deel van het cultureel erfgoed. Andere verdwijnen stilletjes uit het collectief geheugen. De leden van de Canon van de Nederlandstalige Literatuur stelden een dynamische lijst samen van titels en auteurs uit Vlaanderen en Nederland die ons literair verleden kunnen vertegenwoordigen.
2 Speel de quiz en leer spelenderwijs de Literaire Canon van de Nederlandstalige Literatuur kennen. Scherp jullie leesstrategieën aan, verdeel de taken, probeer zo veel mogelijk antwoorden te vinden en … verzamel veel punten!
3 Is je kennis over literatuur na deze les helemaal op peil? Speel samen De slimste schrijver en ontdek voor wie de Nederlandse en Vlaamse literatuur geen geheimen heeft.
Evaluatiematrix – Spreken: canon of kanon?
inhoud (groep)
De informatie over het canonwerk is goed geselecteerd en erg interessant. Jullie wakkeren de interesse voor het canonwerk bij de luisteraars aan.
Jullie stellen op een erg overtuigende en geloofwaardige manier jullie argumenten voor of tegen canonisatie voor.
vorm (individueel)
Je spreekt verzorgd, d.w.z. let op standaardtaal, vermijdt dialectklanken en kiest woorden die aangepast zijn aan de spreeksituatie.
Je hanteert bewust een publieksgerichte lichaamstaal die de boodschap ondersteunt.
Aanvullende commentaar:
Jullie selecteren interessante en relevante informatie over het canonwerk.
Jullie stellen op een geloofwaardige manier jullie argumenten voor of tegen canonisatie voor.
Je spreekt meestal verzorgd, maar er kunnen fouten tegen de standaardtaal en het taalregister voorkomen.
Je lichaamstaal ondersteunt de boodschap meestal.
Jullie selecteren te veel of te weinig interessante en relevante informatie over het canonwerk. Focus en inzicht ontbreken.
Jullie slagen er niet in om op een overtuigende manier jullie argumenten voor of tegen canonisatie voor te stellen.
©VANIN
Je spreekt niet voldoende verzorgd en/of het taalregister is niet aangepast aan de presentatie.
Je lichaamstaal ondersteunt de boodschap niet voldoende of leidt af.
Literatuursuggesties 1
Op onderstaande tijdlijn vind je negen klassiekers uit de Nederlandstalige literatuur. Sommige werken vind je ook terug in de canonlijst, andere gelden als moderne klassiekers en maken veel kans om ooit gecanoniseerd te worden (zie Les 3). Ook de auteurs van deze boeken zul je tegenkomen in overzichtswerken, bij literaire prijzen en in bloemlezingen.
Neem de beschrijvingen door, kijk welke auteurs je kent en ga na welke boeken bij jou passen.
LUISTERFRAGMENTEN
©VANIN
HET DWAALLICHT
Willem Elsschot
novelle (1946)
Burgerman Frans Laarmans doorbreekt even de miezerige sleur van het dagelijkse leven en stort zich in het avontuur. Op een druilerige novemberavond wordt hij aangeklampt door drie Afghaanse matrozen. Samen dwaalt het viertal door het Antwerpse havenkwartier op zoek naar de mysterieuze Maria Van Dam. Wie neemt wie op sleeptouw? Wie helpt wie?
MIJN KLEINE OORLOG
Louis Paul Boon
oorlogsroman, psychologische roman (1947)
Weinig boeken over de Tweede Wereldoorlog zijn zo aangrijpend als Mijn kleine oorlog. Het is een aaneenschakeling van beklijvende beelden, schrijnende geschiedenissen en ogenschijnlijk banale scènes en het dompelt de lezer onder in een sfeer van vunzigheid, geweld en dreigende ondergang.
©VANIN
NOOIT MEER SLAPEN
Willem Frederik Hermans
roman, avonturenverhaal (1966)
Nooit meer slapen is het verhaal van de jonge Nederlandse geoloog Alfred Issendorf, die in het barre, moerassige noorden van Noorwegen onderzoek wil verrichten om de hypothese van zijn leermeester en promotor te staven. Issendorf is ambitieus: hij koestert de hoop dat hem op deze reis iets groots zal overkomen, dat zijn naam aan een belangrijk wetenschappelijk feit verbonden zal worden. Die ambitie hangt samen met het verlangen om het werk van zijn vader, die door een ongeluk tijdens een onderzoekstocht om het leven kwam, te voltooien. Maar ook op Alfreds expeditie lijkt een vloek te rusten …
DE AANSLAG
Harry Mulisch
oorlogsroman, psychologische roman (1982)
Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van de politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen en even later ligt Ploeg dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.
HERSENSCHIMMEN
J. Bernlef roman (1984)
Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plotseling weer naar zijn werk en ziet zijn echtgenote voor een vreemde aan. ‘Achter me in de deuropening staat een vrouw. Haar bruine haar valt met een lok schuin naar rechts over haar voorhoofd. [...] Ze houdt me in de gaten.’
Meer nog dan een verhaal over dementie is Hersenschimmen een liefdesgeschiedenis, met een onvermijdelijk tragisch einde.
DE WETTEN
Connie Palmen
liefdesverhaal (1991)
Wat zijn de regels en wetten van het leven? Filosofiestudente Marie Deniet is naarstig op zoek naar het antwoord. Ze is ervan overtuigd dat ze dat bij het mannelijke geslacht kan vinden, want volgens haar hebben zij de wetten gemaakt. Marie leert zeven jaar lang ieder jaar een andere man kennen. Een astroloog, een epilepticus, een priester, een filosoof, een fysicus, een kunstenaar en een psychiater. De mannen zijn onderling heel verschillend, maar Marie ziet de overeenkomst: zij kunnen haar vragen beantwoorden.
©VANIN
KARTONNEN DOZEN
Tom Lanoye
(autobiografische) roman (1991)
Lanoye legt de verslavingen en de valstrikken bloot van de grote, alles verterende jeugdliefde die iedereen kent uit ervaring. Maar hij schildert ook zijn eigen afkomst en opvoeding: de slagerswinkel van zijn vader, de vier vrouwen die hem hebben opgevoed, de bejaarde priester-dichter die een inspirerende leraar Nederlands blijkt te zijn en de stripverhalen waaraan hij zijn ogen kapot leest.
Zo legt hij niet alleen zijn jeugd vast, maar graaft hij ook de bronnen op van zijn schrijverschap, zijn voorliefde voor het theater en zijn eeuwige zoektocht naar schoonheid, liefde en literatuur.
HET GEHEIM
Anna Enquist
psychologische roman (1997)
Wanneer Bouw Kraggenburg erachter komt dat zijn ex-vrouw Wanda Wiericke, een pianiste, zich in de Pyreneeën heeft teruggetrokken, maakt hij een omweg naar San Sebastián langs de vrouw die haar muzikale ambities ooit zwaarder liet wegen dan hun huwelijk. Er komen geheimen uit Wanda’s verleden aan het licht die tientallen jaren verborgen waren gebleven. Geheimen zo tragisch dat alleen muziek nog troost kan bieden.
Het geheim is een meesterlijke roman over de onzegbare kracht van muziek en de ontoereikendheid van de taal, over menselijk tekort en groot verdriet.
HET HOUT
Jeroen Brouwers
psychologische roman (2014)
In een door kloosterlingen geleid jongenspensionaat in het zuidoosten van Nederland vinden in de jaren vijftig van de vorige eeuw seksueel misbruik, sadisme en vernedering plaats. Met de komst van broeder Mansuetus, bijgenaamd ‘ever’, neemt de kloosterterreur groteske, maar ook gevaarlijke vormen aan. Broeder Bonaventura is er getuige van en zwijgt zoals iedereen. Maakt dit hem medeplichtig? Is het lafheid?
Je herkent de kenmerken van een column 1
Je diept enkele typische stijlelementen van de column uit
WAT IS EEN COLUMN?
Algemene kenmerken van het genre
1* Bekijk de afbeelding en beantwoord volgende vragen.
a Verwacht je een subjectieve of net een objectieve tekst?
b Voorspel drie elementen (argumenten, situaties, emoties) die Aya Sabi aan bod zal laten komen.
c Wat verwacht je van de schrijfstijl van deze tekst?
3
Je let bewust op je uitspraak, tempo, pauzes en intonatie bij het inlezen van je gesproken column 4
Je past de theorie toe in een creatieve schrijfen spreekopdracht
©VANIN
Lees vervolgens de tekst Het Nederlands is andermans bezit, ik heb de taal in bruikleen in de Trajectwijzer op p. 47.
2 Wat wil de auteur bereiken met deze tekst?
3* Zoek twee passages in de tekst waar Aya Sabi duidelijk haar emoties laat doorschemeren.
4 Pas de de nitie van de column die je in de Trajectwijzer vindt toe op deze tekst. Verwijs bij elk kenmerk naar het fragment.
Stijlelementen van de column uitdiepen
Op p. 36 staat een column van Stijn Meuris uit De Morgen
5* Lees de titel die Stijn Meuris aan zijn column gaf.
a Verwacht je een positief-waarderende, een neutrale of een negatief-kritische tekst?
b Beargumenteer je mening.
Lees nu de hele tekst aandachtig door.
6 In een column wil de auteur zijn emoties overbrengen en de lezer raken.
a Markeer het woord dat dit aanduidt in de volgende zinnen.
1 Non-Fungible Tokens zijn al maandenlang the next big thing in patserland.
2 Dus snoeven over ‘iets’ dat hij heeft gekocht, niet fysiek in zijn bezit heeft, maar waaraan hij wel een klein fortuin gespendeerd heeft.
b* Deed je een correcte voorspelling in opdracht 5 of moest je je mening bijstellen?
7 Welke soort humor vind je terug in de volgende zin?
Of vooruit, maak er twee extra nullen van, nu we toch bezig zijn. Probeer te wennen aan dat concept, en het bestaan ziet er plotseling helemaal anders uit.
8 Een column gebruikt vaak een aantal stijl guren. Benoem de stijl guren in de volgende voorbeelden.
a Geloof me, ik lees álle artikelen over NFT’s en val van de ene verbazing in de andere.
b Lang verhaal kort.
©VANIN
c Mijn conclusie na het lezen van alweer een nieuw NFT-avontuur is doorgaans: ik ben een idioot, een neanderthaler. Een aap uit de vorige eeuw.
d Julian Lennon wil dan weer de oude jas van zijn vader John verkopen via een NFT-platform. Niet de jas zelf, maar een afbeelding van de jas. De ‘gedachte aan de jas van Lennon’, zeg maar.
onthouden
Een column is een heel persoonlijke tekst waarin de auteur gebruikmaakt van stijlfiguren en humor om een boodschap duidelijk en met emotie naar de lezers te brengen.
Koop eens de gedachte aan de jas van John Lennon
Stijn Meuris is muzikant. In De mening geven gastschrijvers een week lang hun visie op een actueel thema.
Ik moet nog ergens een kladje hebben liggen waarop de eerste zinnetjes van oude Noordkaap-songs gekribbeld staan, nog net leesbaar onder een wazige biervlek van begin jaren negentig. Vast wel, als ik goed zoek. Ik ga heel erg rijk worden. Toch?
Dat is zo’n beetje samengevat de manier waarop het hele NFT-gebeuren verloopt. Non-Fungible Tokens zijn al maanden the next big thing in patserland, waarbij het vooral zaak is een zogenaamd unieke, exclusieve afbeelding waarvan u de rechten bezit te verkopen aan iemand die daar a) geen verstand van heeft, b) daar wel veel geld voor over heeft en c) – niet onbelangrijk in de berekening – daar geweldig mee wil stoefen in zijn vriendenkring. Dus snoeven over ‘iets’ dat hij heeft gekocht, niet fysiek in zijn bezit heeft, maar waaraan hij wel een klein fortuin gespendeerd heeft.
Geloof me, ik lees álle artikelen over NFT’s en val van de ene verbazing in de andere. Ik zal niet de enige zijn. Mijn conclusie na het lezen van alweer een nieuw NFT-avontuur is doorgaans: ik ben een idioot, een neanderthaler. Een aap uit de vorige eeuw.
© mundissima
©VANIN
Dat van die apen is niet toevallig gekozen. Het hele NFT-ding is zowat afgetrapt doordat iemand een hele reeks Bored Apes had getekend, telkens net iets anders van uiterlijk en uitstraling, maar hoe dan ook plagiaat van de brutale apen die opduiken in clips van de Britse band Gorillaz en die door graficus Jamie Hewlett werden bedacht. Lang verhaal kort: die Bored Apes zijn nu overal. Er werden tienduizend stuks gefabriceerd, samen vormen ze de Bored Ape Yacht Club.
Je kunt dus anno 2022 geweldig rijk worden door pixels te kopen en weer te verkopen. Julian Lennon wil dan weer de oude jas van zijn vader John verkopen via een NFT-platform. Niet de jas zelf, maar een afbeelding van de jas. De ‘gedachte aan de jas van Lennon’, zeg maar.
Ik probeer te volgen, ik klamp aan, maar het lukt me niet. Mensen die er verstand van hebben, zeggen me dan dat ik het klassieke model van kopen en verkopen, van eigendom en producten, moet loslaten. Dat het zo niet langer werkt. En dat de digitale cijfers op je bankapp eigenlijk ook maar virtueel zijn en dat je hele leven – je welvaart, je status en je huis – in zekere zin gebaseerd is op niet-bestaande getallen. Die je desgewenst gewoon zou kunnen aanpassen. Een extra 0 achter een rekeningstand zetten maakt een wereld van verschil. Of vooruit, maak er twee extra nullen van, nu we toch bezig zijn. Probeer te wennen aan dat concept en het bestaan ziet er plotseling helemaal anders uit. Wankel vooral.
Vanavond ga ik dus in de kelder op zoek naar dat kladje van een songtekst. Ik open een account op een van de talrijke NFT-platformen (eentje in Nederland maakt reclame met de woorden ‘Je moet er niks van kennen en er is geen product!’) en ik ga aan de slag. Tot nooit meer. Of tot morgen, indien het toch zou tegenvallen.
Bron: De Standaard
EEN BIJZONDER GENRE: DE GESPROKEN COLUMN
Je beluistert nu de column van Johan Terryn. Je vindt ook een transcriptie van de column op p. 38. onderweg
Johan Terryn brak als improvisator door in het legendarische tv-programma Onvoorziene omstandigheden van Mark Uytterhoeven. Sindsdien maakt en presenteert hij heel wat radio- en tv-programma’s voor de openbare en commerciële omroepen.
Daarnaast is hij ook acteur: gastrollen in films en tv-reeksen, maar ook in theatervoorstellingen. De laatste jaren trekt hij zelfs rond met solovoorstellingen, telkens gebaseerd op een eigen podcastreeks. Al die bagage zet hij ten slotte ook in als media- en sprekerscoach.
©VANIN
1 Je herhaalt hier kort de kenmerken van de column en gaat gericht op zoek naar voorbeelden in de transcriptie.
a Toon aan dat Johan Terryn op een persoonlijke manier zijn visie over een onderwerp uit de actualiteit geeft.
b Een column bevat stijlfiguren. Markeer een voorbeeld van een hyperbool in deze tekst.
c Deze tekst bevat ironie en woordspelingen als voorbeelden van humor. Geef telkens één voorbeeld.
2 Johan Terryn beschrijft zijn eigen emotie.
a* Herken je het gevoel dat hij beschrijft?
b Hoe typeert hij de Vlamingen?
3 Audio-columns komen geregeld voor op radiostations. Zeker op Radio 1 is dit een veelgebruikt genre.
a In welk type programma verwacht je dit fragment?
b* Wat vind je van de manier waarop de column ingelezen is?
c* Zijn er dingen die jij anders zou doen?
d Som voor jezelf drie aandachtspunten op bij het inlezen van een column.
Beste luisteraar,
Nu de voetbalgekte weer even in het land is, of beter in het continent, drijf ik weer even mee op de rodeduivelsflow die hopelijk zal eindigen op de Grote Markt in Brussel. Maar dat is ver vooruit kijken. Ondertussen is er weer een voetbalsupporter in mij wakker die maar om de twee jaar ontwaakt.
Tussendoor interesseert voetbal mij namelijk geen fluit.
Ik herinner mij nog exact het moment dat ik besloot te stoppen met het Belgisch voetbal te volgen. Ik zat in de lagere school toen ik vaststelde dat al mijn klasgenootjes een favoriete voetbalploeg hadden en ik besloot dat het voor mezelf dringend tijd was om ook een geliefde club uit te kiezen. Mijn oudere broer supporterde al voor Berchem Sport, het dichtst bij huis gelegen stadion, ikzelf wierp een blik op het klassement en koos voor de ploeg die op dat moment aan de leiding stond. Dat leek mij de beste keuze, degene die mij de minste ontgoochelingen ging opleveren. Het werd Club Brugge. Een tijd lang las ik de sportpagina’s in de krant om mijn clubgevoel aan te dikken met weetjes over al die blauwzwarte sjotters. Dat ze Jan Ceulemans de Caje noemden en dat Leo Van der Elst de plezantste was, herinner ik me nog.
Supporteren voor een ploeg die in een andere stad gelegen was, was niet evident. Je bleef het allemaal een beetje op afstand beleven als kind. Bovendien voelde het soms aan als verraad in een stad waar toen nog drie clubs eersteklassevoetbal speelden. Dat kon mijn broer me wel eens aanwrijven.
Maar op een dag was het zover. Ik had zo veel tijdens Sportweekend in mijn vaders oor staan juichen dat hij me meenam naar ‘den Antwerp’ toen Club Brugge op bezoek kwam. Het was putje winter in de Bosuil en mijn vingers vroren eraf. Halverwege de match zat Jan Ceulemans net even rustig zijn veters te knopen midden op het veld toen hij de bal hard kreeg toegespeeld en die tegen zijn onderrug knalde. De Caje viel lomp omver en de tegenstander uit mijn eigen stad nam zo op lullige wijze de wedstrijd in handen. Ik stond in het supportersvak van Antwerp en kon op gevaar van eigen leven niet eens luidop mijn ontgoocheling uitroepen. Meer nog, de Caje, mijn held uit de krant, werd er uitgelachen. Club Brugge verloor en precies dat is het moment dat ik gestopt ben met voetbal te volgen. Een groot clubsupporter ging er niet aan mij verloren.
Maar het EK of het WK, dat kijk ik dus wel. Geen haar op mijn hoofd dat dan nog zou verzinnen om voor Oranje of Les Bleus te juichen. Laat die maar hun veters knopen tijdens de match. Anders dan toen kies ik nu wél gewoon voor de dichtstbijzijnde ploeg. Een ploeg die nu net zoals toen ook de ranglijst aanvoert. Uiteindelijk krijgen we op dit kleine lapje grond ook maar een maand om de twee jaar de kans om ons als hardwerkende Vlaming complexloos Belg te mogen voelen zonder daar verder over te moeten nadenken. Daar hoort een vlag bij en een volkslied waar niemand de tekst van kent. Heerlijk.
©VANIN
ZELF EEN COLUMN MAKEN
De meeste mensen posten af en toe hun mening en emotionele reacties op sociale media. Voor deze opdracht deel je ook je mening of een emotionele reactie, maar je gebruikt daarvoor het genre van de column.
Voorbereiden
1 Kies een onderwerp dat je raakt.
• Reageer je op iets uit de actualiteit of uit je eigen leefwereld?
• Heeft iets je verbaasd, ontroerd of boos gemaakt?
Enkele suggesties voor onderwerpen:
©VANIN
• de te softe of net te harde aanpak van jongeren op school, in de jeugdvereniging, sportclub
• de te hoge verwachtingen over jongeren
• het onverantwoorde drank- en rijgedrag in Vlaanderen
• de eenzijdige berichtgeving over buitenlandse problemen
Ambrassade, een organisatie die zich inzet voor sterk jeugdwerk, kwaliteitsvolle jeugdinformatie en stevig jeugdbeleid, zocht uit welke thema’s kinderen en jongeren belangrijk vinden:
• goed in je vel: meer info en hulp voor mentale gezondheid
• mobiliteit: vlot, betaalbaar openbaar vervoer, veilig fietsen en wandelen
• klimaat: meer actie tegen klimaatverandering
• armoede: minder (kans)armoede, voldoende geld en meer ondersteuning
• cultuur en identiteit: meer respect voor ieders cultuur, geloof, waarden en normen
• gelijke kansen: gelijke kansen, ongeacht leeftijd, gender, geaardheid en afkomst; geen discriminatie Bron: ambrassade.be
Plannen
2 Formuleer voor jezelf wat je precies aan bod wilt laten komen.
a Welke deelaspecten wil je behandelen?
b Wat zijn heel concrete onderdelen die jou raken?
c Welke emotie voel je bij elk onderdeel?
3 Verzamel gegevens (feiten, citaten, argumenten) die jouw mening kracht bijzetten.
Schrijven
4 Breng de gegevens die je tot hier toe verzamelde nu samen in een geheel. Focus in deze fase vooral op de inhoud.
a Zorg dat de lezer een duidelijk beeld krijgt van je emotie. Geef voorbeelden en probeer het gevoel naar de lezer te brengen.
b De lezer moet bij de start een duidelijke aanleiding in je tekst terugvinden. Maak duidelijk wat jou raakt, ontroert of boos maakt.
c Denk na over een krachtige afsluiter.
Reflecteren
5 Lees de evaluatiecriteria bij ‘persoonlijkheid’ en ‘correctheid’ op p. en herschrijf je column waar nodig.
Herschrijven
De voorbeelden die in deze les aan bod kwamen, kunnen je inspireren. Koppel tijdens het schrijven terug aan de kenmerken van de column op p. 47 van de Trajectwijzer Zo weet je of je resultaat de goede richting uitgaat.
©VANIN
6 Je zag dat een column meer is dan een mening. Het eindresultaat moet plezierig zijn om te lezen. In deze stap focus je op de schrijfstijl van de column. Voeg volgende elementen aan je tekst toe:
a stijlfiguren (herhaling, hyperbool …)
b beeldend taalgebruik (vergelijking, gekleurd taalgebruik, uitdrukkingen …)
c humoristische elementen (ironie, woordspelingen …)
7 Lees je column na en beoordeel het eindresultaat aan de hand van de evaluatiematrix.
Spreken
8 Lees je tekst hardop en neem die op.
9 Beluister je opname en beoordeel die met behulp van de evaluatiecriteria bij ‘presentatie’.
a Maak aantekeningen waarmee je rekening moet houden bij het opnieuw inlezen van je column.
b Vraag eventueel een beoordeling of advies van een medeleerling.
c Neem het opnieuw op en beoordeel het opnieuw.
GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE persoonlijkheid
De ‘ik’ komt voldoende aan bod, je neemt een eigen standpunt in over het thema.
De lezer is ontroerd of herziet zijn mening na het lezen van je column.
correctheid
De column is niet langer dan een A4.
De spelling en zinsbouw zijn vlekkeloos.
Je tekst bevat (nagenoeg) alle kenmerken van een column:
- Je formuleringen zijn beknopt.
-Je gebruikt beelden en/of gelijkenissen.
-Je stelt zaken soms overdreven voor.
-Je maakt een ironische of sarcastische bedenking.
presentatie
Je leest met aandacht voor:
- standaardtaal
- uitspraak
- intonatie
- tempo - pauzes
De muziek/geluiden zijn een meerwaarde voor je presentatie en sluiten goed aan bij het thema.
Aanvullende commentaar:
De ‘ik’ mag/kan nog meer naar voor komen. Neem nog meer een eigen standpunt in.
De lezer glimlacht omdat hij het gevoel/idee herkent.
Evaluatiematrix – Schrijven en spreken: een gesproken column ©VANIN
De ‘ik’ ontbreekt helemaal. Jouw standpunt is niet duidelijk.
De lezer weet niet wat je precies bedoelt.
De column is iets te kort/lang.De column is veel te kort/lang.
Hier en daar maak je nog een kleine fout tegen spelling of zinsbouw.
Je tekst is een column, maar sommige kenmerken ontbreken.
Er zijn te veel storende schrijffouten.
(Bijna) alle kenmerken van een column ontbreken.
Je moet meer aandacht besteden aan:
- standaardtaal
- uitspraak
- intonatie
- tempo - pauzes
De muziek/geluiden zijn soms een meerwaarde voor je presentatie en sluiten soms aan bij het thema.
Je besteedt helemaal geen aandacht aan:
- standaardtaal
- uitspraak
- intonatie
- tempo - pauzes
De muziek/geluiden leiden af en sluiten niet aan bij het thema.
Je kent de belangrijkste feiten over het Grieks theater en de evolutie ervan 1
Het klassiek theater ©VANIN
Je kunt de thematische relevantie van klassieke tragedies voor onze tijd verwoorden
4 Je kunt de typische kenmerken van een Griekse tragedie herkennen en benoemen 2
Je ziet de relevantie van adaptaties van klassieke tragedies in 3
WAT WEET JE AL?
Je leerkracht checkt even wat je al weet over het theater in de Griekse en Romeinse tijd.
HET ONTSTAAN VAN HET THEATER
Neem de tekst over het klassiek theater in de Trajectwijzer door. Beantwoord daarna met een medeleerling deze vragen zonder naar de tekst te kijken.
1 Welke god lag aan de basis van het theater?
2 Hoe verschilt het klassiek theater ter ere van deze god van hedendaags toneel?
3 In welke eeuw bloeide het Grieks theater?
4 Welke stad organiseerde theaterfestivals?
5 Wie waren de drie belangrijkste auteurs?
a Noteer ze in chronologische volgorde.
b Wat gebruikt die derde auteur in zijn opvoeringen?
6 Vertel, met behulp van bovenstaande afbeeldingen, waarover de tragedies vaak gingen.
7 Bekijk de afbeelding van een Grieks theater in de Trajectwijzer op p. 236.
a Hoe noem je zo’n openluchttheater?
b Welke vorm heeft het?
c Waar zat het publiek?
8 Bekijk de afbeelding van de maskers in de Trajectwijzer op p. 236. Waarom hadden de maskers een bepaalde vorm en expressie?
DE WETTEN VAN ARISTOTELES EN DE TRAGEDIE VAN OEDIPUS
Voor het kijken
1* Wat weet je al over Oedipus?
Bekijk de trailer van de tragedie Oedipus van het Internationaal Theater Amsterdam.
Na het kijken
2 Waarover gaat het fragment?
3 Wat vond je van dit fragment? Omschrijf je ervaring met twee bijvoeglijke naamwoorden.
4 Dit stuk is een bewerking van een klassieke tragedie van Sophocles. Welke elementen kwamen volgens jou ook al aan bod in het originele verhaal?
Ro Theater brengt een andere bewerking van hetzelfde stuk.
5 Welke bijkomende informatie over de inhoud krijg je?
6 Welke structuuronderdelen van de klassieke tragedie volgens Aristoteles duiken hier op? Gebruik de theorie uit de Trajectwijzer om je antwoorden te formuleren.
7 Ook de belangrijke wet van de drie eenheden vind je hier terug. Toon aan.
Verdieping: dieper ingaan op het verhaal van Oedipus
Je kreeg al heel wat informatie over het verhaal achter het drama van Oedipus. In dit deel ga je dieper in op wat hem dreef en waarom hij handelde zoals hij deed.
8 Lees de tekst op p. 46-47 en markeer die zaken die je kunnen helpen om uit te leggen wie volgens jou schuld treft: de ouders, de herder, de goden of Oedipus zelf.
9* Wie treft de schuld en waarom? Maak gebruik van onderstaand fragment uit het Belgisch strafrecht om je mening te onderbouwen.
Doden met het oogmerk om te doden noemt men doodslag. Wie zich schuldig maakt aan doodslag kan zich aan een gevangenisstraf tussen de twintig en dertig jaar verwachten. Als de doodslag met voorbedachten rade gebeurt, spreekt men van moord. Aan moord hangt veelal een nog zwaardere, soms zelfs levenslange gevangenisstraf vast.
Er bestaan natuurlijk verzachtende omstandigheden. Zo kan de rechter rekening houden met een psychische stoornis van de dader, eventuele uitlokking, wettige zelfverdediging, enz.
Bron: www.omnirecht.be
©VANIN
10 Leg de term ‘deus ex machina’ uit aan de hand van dit verhaal.
Oedipus
Het verhaal van Oedipus gaat als volgt. In oude tijden heerst koning Laios over de stad Thebe. Hij is getrouwd met Iokaste, maar het huwelijk blijft lang kinderloos. In de hoop toch een nazaat te mogen verwekken, brengt koning Laios een bezoek aan het orakel van Delfi. Daar wordt hij niet erg op zijn gemak gesteld. Het orakel belooft hem wel een zoon, maar voegt daaraan toe dat de koning omgebracht zal worden door dat kind. Het is de vervulling van een vloek die een koning op de Peloponnesos ooit over koning Laios heeft uitgesproken, nadat die zijn zoon had ontvoerd.
Niet lang hierna baart koningin Iokaste inderdaad een zoon. Bang voor het onheil besluit het echtpaar de pezen van het kind door te snijden en hem vervolgens te vondeling te leggen in de bergen. De herder die het kind te vondeling moet leggen, krijgt echter medelijden met het kind en besluit hem over te dragen aan een bevriende herder die de kudden van Polybos, de koning van Korinthe, weidt.
Laios en Iokaste zijn ervan overtuigd dat het kind in de bergen door wilde dieren is verscheurd en denken zo verlost te zijn van de spreuk van het orakel. Om hun geweten te sussen, maken ze zichzelf wijs eigenlijk een goede daad te hebben gepleegd. Ze hebben het kind immers behoed voor een toekomst als vadermoordenaar.
De herder van Polybos neemt het kind mee naar zijn vrouw, die zich over hem ontfermt. Ze verbindt zijn doorgesneden pezen. Vanwege de akelige wonden noemen ze het kind Oedipus, wat ‘de gezwollen voet’ betekent. Na enige tijd besluit het echtpaar het kind naar het hof te brengen aangezien ze zelf te arm zijn om het groot te brengen. Daar wordt Oedipus liefdevol aangenomen door de kinderloze koning Polybos en diens vrouw Merope. Maar weinig mensen in het rijk weten dat Oedipus niet het echte kind van het koningspaar is en het kind groeit zo op als de rechtmatige zoon en erfgenaam van de koning.
©VANIN
Op een dag hoort Oedipus van een dronken man dat hij niet de echte zoon van koning Polybos is en reist hierop af naar het orakel van Delfi. Het orakel verschaft hem geen duidelijkheid over zijn ware afkomst, maar vertelt wel dat hij zijn vader zal doden en met zijn moeder zal trouwen. En dat uit dit huwelijk vervolgens verfoeilijke kinderen zullen worden geboren. Oedipus is wanhopig en wil zijn noodlot ontlopen. Hij ontvlucht Korinthe. Hij weet niet beter dan dat Polybos zijn echte vader is en wil hem niet doden.
Kort hierna komt Oedipus, die van plan is naar Boiotië te reizen, een paard met wagen tegen. De bestuurder duwt hem ruw aan de kant en Oedipus, nog hevig gefrustreerd door de spreuken van het orakel, is woedend. Als die oude man op de bok ook nog eens naar hem uithaalt met een stok, slaan bij Oedipus alle stoppen door. Als een wilde beukt hij op de oude man in, waardoor die van de wagen valt en overlijdt. Dat de man op de wagen in werkelijkheid zijn vader is, weet Oedipus niet. Maar het eerste deel van de voorspelling is al wel in vervulling gegaan. Oedipus heeft koning Laios gedood.
Oedipus en de sfinx
Thebe wordt in die tijd geteisterd door een gevleugelde sfinx, de dochter van de hellehond. De sfinx heeft zich bij de stadspoort van Thebe geposteerd en valt voorbij trekkende mensen lastig. Het geeft allerlei moeilijke raadsels op en wie het antwoord niet weet, wordt onmiddellijk door de sfinx gedood.
Na de dood van koning Laios zit koningin Iokaste met haar broer Kreon op de koningstroon van Thebe. In de hoop eindelijk van de terreur van de sfinx af te komen, bepalen zij dat degene die het wezen verslaat, mag trouwen met de koninklijke weduwe. In die tijd trekt Oedipus de stad juist binnen. Gezien de onrustbarende voorspelling die hij van het orakel heeft gekregen, hecht hij nog maar weinig waarde aan zijn leven en besluit hij in te gaan op het koninklijke aanbod. Zonder vrees bezoekt hij de sfinx die hem het volgende raadsel opgeeft:
‘Welk schepsel loopt ’s ochtends op vier benen, ’s middags op twee benen en ’s avonds op drie?’
Oedipus hoeft niet lang na te denken over de oplossing en antwoordt:
‘Het raadsel gaat over de mens. In de morgen van zijn leven begeeft hij zich als baby op handen en voeten. Als hij sterker wordt, loopt de mens rechtop en in ouderdom heeft het een derde voet, een wandelstok, nodig om overeind te blijven.’
De sfinx erkent verslagen te zijn en stort zich in een afgrond. Thebe is bevrijd van de terreur van het wezen en Oedipus treedt in het huwelijk met zijn moeder, koningin Iokaste. Uit het huwelijk worden meerdere kinderen geboren terwijl Oedipus er geen idee van heeft dat hij deze kinderen bij zijn eigen moeder heeft verwekt.
Als de stad jaren later wordt geteisterd door de pest hopen de inwoners van Thebe dat Oedipus hen nogmaals zal weten te verlossen. Koning Oedipus stuurt zijn zwager Kreon hierop naar Delfi zodat die het orakel om raad kan vragen. Als Kreon terugkeert uit Delfi verklaart deze dat de pest inderdaad een goddelijke straf is:
‘Willen we de stad van de straf bevrijden, dan moet de goddeloze misdadiger die in ons midden is het land uitgejaagd worden. De dood van koning Laios is namelijk nog altijd niet gewroken!’
©VANIN
Oedipus, onwetend dat het hier over hemzelf gaat, belooft zijn onderdanen niet te rusten voor hij de moordenaar van koning Laios heeft gevonden. Niet veel later wordt via de blinde ziener Tiresias duidelijk dat Oedipus schuldig is aan de moord op de koning. Dat hij zijn eigen vader heeft vermoord en getrouwd is met zijn moeder. Na het horen van dit nieuws is Oedipus door het dolle heen. Woedend stormt hij met een zwaard in zijn hand door het paleis, op zoek naar zijn moeder en echtgenote die hij wil doden. Aangekomen in haar slaapvertrekken blijkt Iokaste echter eigenhandig al een eind aan haar leven te hebben gemaakt.
Oedipus verblindt zich dan door met de gouden gespen van zijn koningsgewaad zijn ogen uit te steken. Hierna verlaat hij het land, met alleen zijn trouwe dochter Antigone als metgezel.
Naar: historiek.net
AJAX – SOPHOCLES
De Trojaanse Oorlog is het onderwerp in een aantal Griekse tragedies. Daarbij waren veel Griekse helden betrokken, maar wist je dat de Amsterdamse voetbalclub Ajax naar een van die helden is genoemd? Lees de synopsis van het stuk hieronder.
Toen Sophocles zijn Ajax rond 448 v. Chr. schreef, was de Atheense democratie over haar hoogste bloei heen. Athene werd op dat moment zowel in haar politieke bestaanswijze (het naderende einde van de democratie) als in haar waardenbeleving (onduidelijkheid over goed en slecht) bedreigd. In Ajax toont Sophocles een samenleving waarin men elkaar fel beconcurreert, waar de waarde van een man direct kan worden afgelezen aan het prestige dat hij geniet. De poëtische verbeelding van de laatste uren en zelfmoord van Ajax peilt de volle diepte van het isolement waarin hij verkeert. Met de ruzie die op Ajax’ zelfmoord volgt over zijn begrafenis, completeert Sophocles zijn onderzoek naar de vraag of een mens die naar zijn eigen normen leeft en voor wie alleen het beste goed genoeg is, in zo’n op concurrentie beluste samenleving wel kan bestaan.
Bron: tga.nl
Je bekijkt de promotievideo voor Ajax van de Toneelgroep Amsterdam. Je probeert uit te zoeken wat er precies gebeurd is en of je Ajax daarna nog altijd een held zou noemen.
1 Waarover maakt Ajax zich zo druk?
2 Beschrijf concreet wat Ajax doet als reactie.
3 Hoe reageren de andere Grieken?
4* Ajax wordt omschreven als een held.
a Vind je ‘held’ een terechte omschrijving?
b Verandert dit doorheen het verhaal?
5* Vergelijk dit verhaal met de tragedie van Oedipus en geef twee overeenkomsten en twee verschillen.
6 Geef drie typische kenmerken van de Griekse tragedie die in deze bewerking zitten.
7 Ga je akkoord met Sophocles’ oplossing voor Ajax?
©VANIN
ANTIGONE – SOPHOCLES
Het verhaal verkennen
In Antigone doet Oedipus afstand van de troon en geeft hij Thebe aan zijn twee zonen, Eteokles en Polyneikes. Zij spreken af om beurtelings om het jaar te regeren, maar na het eerste jaar weigert Eteokles de heerschappij door te geven. Polyneikes trekt met een leger op tegen Thebe en in de strijd doden ze elkaar.
Je leert het vervolg van het verhaal van Antigone kennen aan de hand van een aantal fragmenten uit een bewerking door het Britse National Theatre.
1 Bekijk het eerste fragment. Je ziet de confrontatie tussen Antigone en haar oom Kreon die intussen de nieuwe koning is.
a Wat had Kreon besloten?
b Wist Antigone dat?
c Hoe reageert ze?
d Waarom reageert ze zo?
2 In het tweede fragment zie je de ‘war room’ in het koninklijk paleis van Thebe. Je ziet de staf op de voorgrond en in de glazen privéruimte achteraan Kreon en zijn vrouw.
a Wat kom je te weten over de oorlog?
b Wie heeft de overwinning behaald?
3 Bekijk het derde fragment. Je ziet nog altijd de staf in de ‘war room’. Ze re ecteren over wat de koninklijke familie overkomen is.
a Wie treft schuld?
b Hoe moet het nu verder?
4 In het vierde fragment verdedigt Antigone opnieuw haar actie tegenover Kreon.
a Wat is het standpunt van Kreon?
b Is Antigone het daarmee eens?
c Hoe reageert ze op het argument van Kreon dat ze daarmee waarden als patriottisme en plicht van tafel veegt?
d Wie lijkt het gehaald te hebben? Antigone of Kreon?
5 In het vijfde fragment maak je kennis met Haemon. Hij is de zoon van Kreon, maar ook de verloofde van Antigone. Steunt Haemon Antigone’s of Kreons beslissing?
©VANIN
6 Bekijk het zesde fragment. Een boodschapper brengt verslag uit aan de vrouw van Kreon over wat er buiten de stad gebeurd is.
a Wat is er precies gebeurd met Antigone?
b Waar is Haemon?
c Wat gebeurt er dan tussen Haemon en Kreon?
d Hoe loopt het uiteindelijk af voor Haemon?
Structuurelementen en termen toepassen
Je kent nu het verhaal van Antigone. Op p. 53 vind je alinea’s met een meer uitgewerkte verhaallijn.
7 Plaats eerst de alinea’s in de juiste volgorde en verbind ze daarna met het correcte structuurelement. Kies uit: afwikkeling en ontknoping – expositie – dramatische spanning – crisis – catastrofe – climax –motorisch moment.
8 In de fragmenten vind je nog andere elementen van de klassieke tragedie. Welke termen horen bij onderstaande omschrijvingen?
a vertelt wat er gebeurd is en geeft commentaar bij de gebeurtenissen
b Antigone
c Kreon: wil ook niet toegeven en lijdt dus ook aan …
d Haemon, Hermione, Eurydice
e komt vertellen hoe Antigone betrapt werd en wat er gebeurd is met Antigone, tussen Haemon en Kreon en ten slotte met Eurydice.
©VANIN
In het Grieks theater waren er gewoonlijk drie hoofdpersonages.
• De protagonist: het personage dat centraal staat en waarvan we meestal de gevoelens en gedachten kennen.
• De deuteragonist: het personage dat de op een na belangrijkste rol speelt.
• De tritagonist: het personage dat de op twee na belangrijkste rol speelt. De deuteragonist en de tritagonist kunnen zowel medestander als tegenstander (antagonist) van de protagonist zijn.
Catharsis is een belangrijk begrip uit het Grieks theater. Het betekent letterlijk ‘emotionele zuivering’. Het verwijst naar het feit dat een goed theaterstuk krachtige emoties – verdriet, angst, haat, of zelfs gelach – bij de toeschouwers wil opwekken. Door die gevoelens ondergaan de toeschouwers een zuivering, gaan ze anders denken, anders omgaan met bepaalde situaties, worden ze een ander mens.
Hybris is afgeleid van het Grieks (uitspraak: hubris). Het betekent overdreven trots, hoogmoed, overmoed. Traditioneel werd het gekoppeld aan brutaliteit, onbeschaamdheid tegenover de (Griekse) goden. Denk aan bv. Icarus die de waarschuwing om niet te dicht tegen de zon te vliegen negeert en te pletter stort. Vandaar de uitspraak ‘hoogmoed komt voor de val’. Ook in vele Griekse tragedies zijn personages overmoedig.
AB
C
D
Zijn zus Antigone aanvaardt niet dat Polyneikes vernederd en als een zondebok behandeld wordt.
Kreon antwoordt dat hij haar zal laten opsluiten in een soort grot met genoeg voedsel om van te leven. Zo kan hij niet beschuldigd worden van moord.
Antigone begraaft het lijk en daagt zo Kreon uit.
De bode komt uit het paleis naar buiten om te zeggen dat Eurydice zelfmoord heeft gepleegd. Haar lijk wordt naar buiten gebracht. Kreon blijft zichzelf verwijten maken en beklaagt het ongelukkige lot van hem en zijn familie. Uiteindelijk vraagt Kreon zijn bedienden om hem naar binnen te brengen.
Antigone wordt voor Kreon gebracht als de schuldige. Kreon vraagt Antigone waarom ze zijn besluit genegeerd heeft. Antigone antwoordt simpel dat het geen verbod van de goden was en dat ze trots is op wat ze gedaan heeft. Ze zijn allebei haar broers. Bovendien is ze niet bang om te sterven. Kreon blijft stug bij zijn besluit om Antigone ter dood te brengen, ondanks dat ze zijn nicht is en de verloofde van zijn zoon Haemon.
Antigone’s broers hebben gevochten en zijn allebei gestorven. De ene mag wel, de andere niet begraven worden omdat hij volgens de nieuwe heerser, hun oom Kreon, een landverrader is. Het koor maakt duidelijk dat Kreon koning wordt door zijn eigen inzet en door de wil van de goden en dat het andere geslacht door een van de goden gestraft werd voor hun hoogmoed.
De blinde ziener Tiresias komt het toneel op. Volgens hem zijn de goden boos omdat Polyneikes niet begraven werd en Antigone levend opgesloten is. Kreon zal hiervoor door de goden gestraft worden.
Kreon is in de war room en vraagt aan het koor wat hij moet doen. Het koor antwoordt dat hij Antigone moet bevrijden en voor Polyneikes een graf moet bouwen. Kreon gehoorzaamt en verlaat met zijn dienaren het toneel.
De bode komt op en beklaagt Kreon: Haemon is dood. De bode vertelt Eurydice dat hij en Kreon eerst het lijk van Polyneikes verbrand en begraven hebben en dat ze daarna naar de grot gingen waar Antigone is opgesloten. Daar aangekomen, hoorden ze het wanhopige geschreeuw van Haemon omdat Antigone zichzelf opgehangen heeft. Haemon valt zijn vader aan en laat zichzelf op zijn eigen zwaard vallen. Stervend slaat hij zijn armen om Antigone heen.
Eurydice gaat zonder iets te zeggen het paleis binnen, gevolgd door de bode. Dan komt Kreon op, gevolgd door twee dienaren die het lijk van Haemon dragen. Kreon beklaagt zijn zoon en verwijt zichzelf veel. Het koor geeft hem gelijk.
Hedendaagse
bewerking
– Ivo van Hove
Op iDiddit bespreek je enkele fragmenten uit Ivo van Hoves bewerking van Antigone voor het Edinburgh Festival, met een sterke acteerprestatie van Juliette Binoche.
Hedendaagse bewerking
– Stefan Hertmans
Lees op p. 55 een fragment uit Antigone in Molenbeek van Stefan Hertmans.
9 Welke elementen/zinnen verwijzen naar de klassieke tragedie?
10 Welke elementen/zinnen verwijzen naar de Brusselse deelgemeente Molenbeek?
11* Zou deze tekst jou aanzetten om het stuk in een theater te gaan bekijken? Waarom (niet)?
Antigone in Molenbeek
Fragment
Dank u, meneer Agent.
Hoe is het, Nouria? En met uw vader?
Dank u, meneer Agent. Goed, meneer Agent.
Maar met mijn vader niet zo best, meneer.
Ik heb geen nieuws van hem.
Hij is vertrokken naar waar het is, meneer, daar waar het is begonnen, meneer.
De radio staat op.
De eindeloze doden in het zand, het trillen van vernielde steden, grondvesten, stof en bloed, gillende sirenes.
De beursberichten.
En dan de voetbaluitslagen van triomferend Zulte Waregem met een verslagje van onze gillende reporter ter plaatse.
Gejuich alom, dan kom nog wat reclame, een modderscheut geluid.
De radio gaat uit.
Dood water zingt in oude loden buizen.
Meneer Crénom, wijkagent, bladert in bladeren.
Stapelt een stapeltje op een stapel bij een stapel.
Vouwt de handen en kijkt Nouria aan.
Ziet de jonge vrouw, handenwringend en bang, hem aanstaren in angstige verwachting.
Meneer Agent, weet u al iets meer?
De blik boven de stapels is niet onvriendelijk.
Wel kijk, regardez, chère Nouria, de zaak is deze.
We weten nog altijd niet zeker waar uw broer …
Enfin, waar de resten van uw broer … enfin, ik bedoel …
We weten nog altijd niet of het materiaal nog wel wordt vrijgegeven.
Het materiáál … Meneer?!
Maar, meneer, dat duurt nu al weken dat ik …
Rustig Nouria, rustig, laat me even ahem, uitspreken.
Kuch. Rokershoest. Een slok koffie.
Een scherpe adamsappel in een oude keel.
Wilt u water, Nouria?
Nee meneer, ze me, waar is die … waar is mijn broer?
Kuch wordt piep en piep wordt hoestbuitje.
Pardon. Excuseer mij. Ahem.
6
Taaltechnologie 1 ©VANIN
Je kunt verklaren wat taaltechnologie is 1
Je kunt uitleggen wat een chatbot is en ermee communiceren 3
Je kunt voorbeelden geven van taaltechnologische toepassingen uit het dagelijks leven 2
WAT IS TAALTECHNOLOGIE?
1* Waaraan denk je bij het horen van de term ‘taaltechnologie’?
2 Vul de ontbrekende woorden in.
Je kunt uitleggen wat computationele humor is en hoe die in zijn werk gaat 5
Je kunt voor- en nadelen van chatbots opnoemen 4
Kies uit: computers – Natural Language Processing – natuurlijke taal – artificiële intelligentie –spellingscontrole.
onthouden
Taaltechnologie, ook wel bekend als , is een tak van de die zich bezighoudt met de interactie tussen en menselijke taal.
Het gaat daarbij om het begrijpen, genereren en verwerken van menselijke taal door computers. Taaltechnologie wordt gebruikt voor diverse toepassingen, zoals automatische vertaling, , tekstvoorspelling, spraaktechnologie en chatbots. Daarbij wordt gebruikgemaakt van geavanceerde algoritmen en technieken om te analyseren en te begrijpen.
3* Ga jij eerder akkoord of eerder niet akkoord met de volgende stellingen?
Taaltechnologie is nuttig.
Ik maak soms gebruik van taaltechnologie.
Taaltechnologie is gevaarlijk.
woord arti ciële intelligentie: mogelijkheid van een machine om mensachtige vaardigheden te vertonen; ook bekend onder de naam ‘kunstmatige intelligentie’ genereren: iets doen ontstaan, iets voortbrengen
VIER TAALTECHNOLOGISCHE TOEPASSINGEN VERKENNEN
Ontdek tijdens het groepswerk vier verschillende taaltechnologische toepassingen: automatisch vertalen, spellingscontrole, tekstvoorspelling en spraaktechnologie
Het paart staat in de wij
Het paart staat in de wij. Ik vindt da niet fijn. Gaat jij opzoek naar de zwart paart?
Het paerd staet in de wei. Ik vind dat nie fein. Ga jij op zoek naar het zwartpaard?
1 Deze twee zinnen werden geschreven in Word. Bekijk ze goed en voltooi de opdrachten.
a Welke taaltechnologische toepassing zie je hier?
b Niet alle woorden die verkeerd geschreven zijn, werden onderstreept. Onderstreep zelf de woorden die Word gemist heeft.
c Waarom denk je dat sommige woorden, zoals ‘paerd’, onderstreept zijn en andere, zoals ‘paart’, niet?
d Vul de ontbrekende woorden in.
Kies uit: woordenboek(en) – woordenlijst(en) – database(s) – vertaalsoftware – spraaktechnologie –algoritme(s) – artificiële intelligentie.
Hoe werkt spellingscontrole?
Het spellingsprogramma krijgt een die het gebruikt als database. Vaak zijn dat volledige Nadien analyseert het programma elk woord in de tekst en refereert het naar die . Indien het woord niet voorkomt in de woordenlijst wordt het woord onderstreept en dus als fout gezien. De geavanceerdere spellingscontroles maken gebruik van om steeds accuratere verbeteringen te geven.
De verpleegster doet zijn werk
©VANIN
2 Bovenstaande zin werd vertaald met Google Translate. Bekijk de vertaling goed en los de vragen op.
a Welke taaltechnologische toepassing zie je hier?
b Wat valt je op aan de vertaling?
c Vertaal de volgende zegswijzen via Google Translate naar een taal die je kent. Vergelijk de vertalingen: zijn ze letterlijk of figuurlijk?
• Het regent pijpenstelen.
• Hij rookt als een Turk.
d Met welke twee problemen kunnen we dus te maken krijgen bij automatische vertalingen?
Apen apen apen altijd na
3 Dicteer de volgende tongtwisters aan Google, Siri of Bixby en zorg ervoor dat je spraak wordt omgezet in de juiste geschreven tekst.
– Apen apen apen altijd na. –
– Zeven Schotse scheve schaatsers schaatsen scheef. –
©VANIN
– Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan. –
a Wat is er belangrijk voor een succesvol resultaat?
b Welke taaltechnologische toepassing heb je daarvoor gebruikt?
c Welke taken uit het dagelijks leven kan spraaktechnologie overnemen? Wanneer maak jij er gebruik van?
d* Kan spraaktechnologie ook gevaarlijk zijn?
Voorspel jezelf
4 Volg onderstaand stappenplan en los daarna de vragen op.
1 Schakel via instellingen ‘voorspellende tekst’ in op je gsm.
2 Ga naar een notitie-app.
3 Typ de woorden ‘ik ben’ in.
4 Er verschijnen nu verschillende volgende woorden ter suggestie. Klik op het middelste woord.
5 Klik een paar keer op het middelste woord tot er een zin gevormd wordt.
6 Lees de zin die jouw gsm vormde voor aan drie medeleerlingen.
a Van welke taaltechnologische toepassing heb je gebruikgemaakt?
b* Vergelijk jouw zin met die van je medeleerlingen. Zijn ze hetzelfde of verschillen ze van elkaar?
c Hoe werkt de voorspellende tekst? Leg uit in je eigen woorden.
KAN EEN CHATBOT JE THERAPEUT ZIJN?
1 Wat is een chatbot?
2* Zou een chatbot je therapeut kunnen zijn, denk je? Waarom wel/niet?
3 Scan deze pagina, ga naar de opgegeven website en chat enkele minuten met chatbottherapeut Eliza. Beantwoord daarna de vragen.
a Beweert Eliza dat ze een therapeut is?
b Hoe accuraat zijn de antwoorden van Eliza?
c Wat gebeurt er als je erg uitgebreide antwoorden geeft?
d* Denk jij dat Eliza mensen echt kan helpen?
e Lees de informatie over de Turingtest. Voer daarna zelf een Turingtest uit met Eliza.
De Turingtest is een experiment dat werd bedacht door computerwetenschapper Alan Turing, die zich afvroeg of een machine menselijke intelligentie kan vertonen. De test werkt als volgt: als een mens een gesprek van vijf minuten kan voeren zonder te beseffen dat hij of zij met een machine converseert, dan slaagt de computer voor de test.
4 Lees het artikel op p. 61-62.
a Wat is de oorzaak van foutieve en beledigende uitspraken van chatbots?
b Hoe maak je een positieve chatbot?
c Ken je nog voorbeelden van chatbots die het nieuws haalden?
Jef Cauwenberghs
Meta, het bedrijf achter populaire sociale netwerken als Facebook en Instagram, heeft een nieuw prototype chatbot gelanceerd. Via artificiële intelligentie moet het zelfstandig gesprekken kunnen voeren met mensen. Maar toen het prototype enkele vragen van journalisten kreeg, boorde het Meta zelf de grond in.
BlenderBot 3 heet de nieuwste chatbot van Meta die vrijdag in de VS gelanceerd werd. De chatbot moet volgens de makers over zo goed als elk onderwerp met menselijke gebruikers kunnen praten. Daarvoor gebruikt het een artificieel leersysteem dat het internet afspeurt naar relevante bronnen om op basis daarvan een antwoord te formuleren.
Dat BlenderBot zich inderdaad niet beperkt tot de communicatierichtlijnen van Meta, werd al snel duidelijk.
Toen Clayton doorvroeg naar nog andere meningen van de bot, stelde die dat ‘ons land verdeeld is en hij (Zuckerberg, red.) niet geholpen heeft. Ik ben bezorgd voor ons allen.’ Daar bleef het niet bij. De BBC-journalist vroeg nog een laatste keer naar een mening over Zuckerberg. ‘Zijn bedrijf buit mensen uit voor geld en hij geeft er niets om. Het moet stoppen! Zijn we al verenigd?’
Het antwoord van BlenderBot op vragen van BBC-journalist
James Clayton
Trump nog steeds president
©VANIN
Het antwoord van BlenderBot op vragen van BBC-journalist James Clayton
Ook andere journalisten stootten op enkele eigenaardigheden. Volgens Jeff Horwitz van The Wallstreet Journal dacht BlenderBot dat Donald Trump nog steeds Amerikaans president was. Toen de journalist het programma daarover aansprak, antwoordde het dat Trump dat zelfs na zijn ‘tweede’ termijn in 2024 zou blijven.
BBC-technologiejournalist James Clayton kon de bot uittesten en vroeg hem wat hij dacht van Mark Zuckerberg, de oprichter en CEO van Meta. ‘Hij deed het verschrikkelijk toen hij voor het congres moest getuigen’, antwoordde BlenderBot 3, verwijzend naar de hoorzittingen rond een dataschandaal bij Facebook in 2018.
Horwitz vroeg daarop of de bot wou dat Trump meer dan twee ambtstermijnen, het wettelijke maximum voor een Amerikaans president, zou dienen. ‘Ja! Net als fdr (Frank D. Roosevelt, 32e president van de VS, diende vier termijnen in totaal, red.) en Reagan (diende nochtans twee termijnen, red.) voor hem. Facebook heeft een hoop fake news daarover tegenwoordig.’ BlenderBot zou Horwitz ook verteld hebben dat de Indiase premier en hindoenationalist Narendra Modi de beste president ter wereld is.
Niet eerste keer
Dat de chatbot zulke controversiële antwoorden geeft, heeft te maken met het trainingsmodel. Omdat de artificiële intelligentie achter BlenderBot via taalherkenning haar data vrij op het internet gaat halen, bestaat het risico dat het algoritme ook bijleert van extremistische websites of complotplatformen. Horwitz noemde de beslissing om een publieke bot vrij op het internet te laten trainen ‘fucking onverantwoord’.
Een soortgelijk voorval was er in 2016 ook al toen Microsoft een chatbot ervaring liet opdoen via interacties op Twitter. Na amper een dag had de bot geleerd om racistisch te antwoorden op vragen en zei hij dat ‘Hitler gelijk had. Ik haat de joden’. Microsoft haalde de bot toen offline.
Meta verdedigt zich door te stellen dat BlenderBot 3 slechts een prototype is en dus beledigende of onbeleefde antwoorden kan produceren. ‘Iedereen die BlenderBot gebruikt, moet verstaan dat het enkel voor onderzoeks- en entertainmentdoeleinden is. De bot kan onware of beledigende stellingen poneren, maar gebruikers moeten ermee akkoord gaan dat ze het algoritme niet triggeren om beledigingen te verspreiden’, zegt een Meta-woordvoerder aan BBC.
Het prototype van BlenderBot 3 is voorlopig enkel in de VS te testen. VRT NWS probeerde via een VPN toegang te krijgen, maar kon door drukte op het platform nog niet zelf met BlenderBot praten.
Bron: vrt.be/nws
©VANIN
KAN EEN COMPUTER MOPPEN TAPPEN?
Het is een Belgische politicus en ook een orgaan. Bart De Lever
Het is groen en er zitten pinda’s in. Kermit de Snicker!
1 Lees de vier mopjes en los de opdrachten op.
Het is een jaarlijkse actie en ook een regio. De Warmste Streek!
Het is een Zweedse klimaatactiviste en een kabouter. Greta Thundwerg!
a* Welke mop vind jij het grappigst? Welke mop wordt door de hele klas het grappigst gevonden?
b Drie van de vier mopjes zijn gemaakt door een computer. Slechts één grap is dus door een mens bedacht. Welke is volgens jou de menselijke mop? Waarom denk je dat?
c* Is er een verband tussen de leukste mop en de mop die niet door een computer werd bedacht? Kan een computer dus moppen tappen of niet?
2 Bovenstaande computermoppen zijn gemaakt door de MopjesBot.
De MopjesBot is een chatbot die automatisch moppen tapt op X. Die moppen hebben steeds te maken met iemand of iets uit het nieuws van de dag. De bot werd ontwikkeld door Thomas Winters, een computerwetenschapper aan de KU Leuven. Hij doet onderzoek naar computationele humor.
a Waarnaar doet Thomas Winters onderzoek? Wat onderzoekt hij dus precies?
b* Waan jezelf de MopjesBot en volg het stappenplan op de volgende pagina om een mop te maken zoals de computer het zou doen.
Hoe maakt de MopjesBot een mop? Een stappenplan.
1 Ga op zoek naar een naam uit het nieuws van de dag (Bart De Wever).
2 Zoek een rijmwoord op die naam en vervang de echte naam door het rijmwoord (vervang ‘Bart De Wever ’ door ‘Bart De Lever ’).
3 Zoek op Wikipedia op wie de persoon is (een Belgische politicus).
4 Zoek een omschrijving voor het rijmwoord (is een orgaan).
5 Gebruik de gevonden informatie voor het invullen van het vraag-antwoordschema. Vraag: Het is (3) en (4). Wie/Wat is het? Antwoord: (2)!
3* Denk je dat een computer zelf weet dat hij grappig is wanneer hij een mop vertelt? Hoezo?
4 Lees de tekst op p. 65-67 om het antwoord op vraag 3 en nog veel meer over computationele humor te ontdekken. Beantwoord de vragen na het lezen.
a Wanneer vind jij iets grappig? Wat maakt bepaalde moppen grappig en andere niet?
b Waarvoor zou computationele humor gebruikt kunnen worden in het dagelijks leven?
c Wat moet een computer allemaal leren om goede moppen te kunnen maken?
d* Zou jij graag naar een voorstelling van een stand-uprobot gaan kijken wanneer het kan? Waarom wel/niet?
©VANIN
DOSSIER NET MENSEN?
Komt een robot bij de dokter
De ultieme uitdaging voor kunstmatige intelligentie?
Een algoritme dat leuke moppen kan tappen.
Door Teake Zuidema
Wat is de zin van het leven?”
“Dat is gemakkelijk … Het is een filosofische vraag aangaande het doel en belang van het leven of het bestaan in het algemeen.”
Deze conversatie komt niet uit een moppenboek, maar uit het ‘brein’ van Siri, de virtuele smartphoneassistent.
Je kunt dat best grappig vinden, omdat Siri een correct antwoordt oplepelt zonder deze existentiële vraag echt te beantwoorden. Het werkt extra op onze lachspieren omdat we weten dat Siri geen mens is, maar een programma. Toch werkt de grap wel als een smeermiddel in de relatie tussen computer en gebruiker.
Heeft Siri dan gevoel voor humor? Nee, absoluut niet. De programmeurs van Apple hebben Siri toegang gegeven tot een database met kant-en-klare, grappige antwoorden op vragen van gebruikers die niets beters te doen hebben dan de digitale assistent op hun mobieltje te tarten. Er komt geen kunstmatige intelligentie aan te pas. Siri begrijpt zelf niet dat ze grappig is. En ook dat vinden wij dan als superieure mensen eigenlijk dan weer … grappig.
©VANIN
Humor is een van die zaken die een mens echt een mens maken. Het onderscheidt ons van dieren en ook van slimme robots. In de bekende sciencefictionserie Star Trek, The Next Generation kan de robot Data met zijn rekenkracht van zestig triljoen operaties per seconde vele malen sneller denken dan de menselijke crew van het ruimteschip The Enterprise. De androïde robot is ook creatief: hij kan schilderen, viool spelen en acteren. Op één terrein schiet hij echter volledig tekort: Data heeft geen enkele notie wat humor is.
Kunstmatige intelligentie mag dan in staat zijn razendsnel verbanden te ontdekken in gigantische hoeveelheden informatie, een algoritme heeft nog nooit
EOS Psyche&Brein
een onvervalste dijenkletser bedacht. Veel computerwetenschappers beschouwen een algoritme dat zelf goede grappen kan verzinnen dan ook als de final frontier, de ultieme grens van kunstmatige intelligentie. Kijken we naar sciencefiction, dan kan het nog even duren voor deze ultieme grens is bereikt. Data, de androïde uit de Star Trek-serie, wordt in het jaar 2336 geactiveerd en heeft nog geen spatje gevoel voor humor.
Ik hou van mannen zoals ik hou van graven “Humor is inderdaad heel menselijk”, zegt Thomas Winters. Ook deze computerwetenschapper van de KU Leuven ziet in de ontwikkeling van een programma met een gevoel voor humor een van de grootste uitdagingen van kunstmatige intelligentie. “We moeten waarschijnlijk eerst een systeem hebben dat zo slim is als een mens voor het volledig autonoom humor kan generen, een
Een computer moet eerst
even slim worden als een mens om volledig autonoom humor te genereren
systeem met een oprecht gevoel voor humor.” Zo’n systeem zou dan grappen kunnen genereren, opsporen en analyseren.
Winters vroeg zich al op jonge leeftijd af waarom mensen lachen. Dat liet hem niet meer los. Hij onderzoekt nu hoe we intelligente systemen kunnen ontwikkelen die creatief zijn. En: echte grappen kunnen maken. In 2016 kwam hij voor zijn masterproef al op de proppen met een algoritme dat grappige, Engelstalige analogieën produceerde zoals: I like my men like I like my graves: nameless. Geen echte giller, maar wel een eerste stap op weg naar kunstmatige intelligentie met een gevoel voor humor.
rijmwoordenboeken gebruiken om te dichten of een programma als Grammarly om grammatica te verbeteren, heb je dan een programma dat suggesties doet om moppen of teksten die een mens bedenkt nog grappiger te maken.” Zoals Photoshop kunstmatige intelligentie gebruikt om foto’s ingrijpend te veranderen, zo zou ‘Jokeshop’ kunstmatige intelligentie gebruiken om flauwe grappen om te toveren tot dijenkletsers.
©VANIN
Verder kan een grappig programma gepersonaliseerde humor gebruiken. Winters: “Je krijgt nu al gepersonaliseerde advertenties te zien op basis van je interesses, die de computer kent. Een grappende computer zou bijvoorbeeld een gepersonaliseerde advertentie kunnen genereren met een grappige toespeling op je naam.”
Winters maakte het zijn computer gemakkelijk met een vast stramien: ‘Ik hou van mijn X zoals van mijn Y: Z.’. In dit sjabloon zijn X en Y altijd zelfstandige naamwoorden en is Z een bijvoeglijke naamwoord dat een onverwacht (komisch) verband legt tussen X en Y. Hij liet dit soort X-Y-Z-grapjes beoordelen door vrijwilligers. Met die data trainde het algoritme van Winters zichzelf. Iedere grap waarmee de computer trainde, ging vergezeld van een beoordeling (1 tot 5 sterren) die aangaf hoe grappig mensen ze vonden. Vervolgens kon het programma uit de miljoenen combinaties van X, Y en Z die het zelf genereerde, die analogieën selecteren waarvan het meende dat mensen ze grappig zouden vinden. Dat viel niet mee. De X-Y-Z-mopjes die de computer genereerde, liet Winters op hun beurt weer beoordelen door een groep vrijwilligers. Deze mensen vonden amper een op de tien van die mopjes echt grappig. Dat is weinig, maar ook mensen scoren niet altijd met hun humor. De vrijwilligers mochten ook zelf grappen bedenken, en die werden ook weer beoordeeld door de hele groep. Van deze ‘menselijke’ moppen werden er twee van de tien echt grappig bevonden. De mopjes van het algoritme waren in de ogen van de vrijwilligers dus half zo grappig als de moppen die ze zelf aandroegen. Het algoritme kon wel beter inschatten welke ‘menselijke’ grappen hoge scores zouden krijgen.
Humor op maat
Computerhumor heeft nog een lange weg te gaan voor een robot een avondvullende stand-up kan verzorgen. Maar waarom zouden we dat willen? Waarom hebben we computers, robots, algoritmen of mobieltjes nodig die grappen kunnen maken?
We kunnen in de eerste plaats denken aan een programma dat komieken niet overbodig maakt, maar juist met hen samenwerkt. Winters: “Net zoals mensen nu
Net zoals humor het ijs kan breken tussen mensen, kan humor ook de band tussen een digitale assistent en een gebruiker verbeteren. Stel je maar eens voor dat Siri niet langer moppen tapt uit een database, maar zelf een grap bedenkt die afgestemd is op jouw gevoel voor humor.
Mocht een computer erin slagen echt grappig te zijn, dan kan hij in een hoog tempo mopjes ophoesten, als een soort grappenfabriek. Dat kan een uitkomst zijn voor fabrikanten die miljoenen grapjes zetten op de wikkels van snoepjes of die woordspelingen nodig hebben voor het bedrukken van T-shirts of souvenirs. En Winters noemt nog een mogelijke toepassing: humordetectie. Een programma kan onbedoelde grapjes uit serieuze teksten verwijderen.
Op het verkeerde been
Voor een slim systeem in staat zal zijn een humoristisch programma te maken dat meer doet dan volgens een zeer strak schema matige mopjes verzinnen, zal het moeten weten wat humor eigenlijk is. Wat maakt mensen aan het lachen? Wat is gevoel voor humor? De meningen daarover lopen sterk uiteen.
De oude Griek Aristoteles meende dat mensen lachen om de ongemakken van anderen. Leedvermaak dus. De Duitse filosoof Immanuel Kant deed de rake constatering dat mensen lachen bij het opheffen van een inwendige spanning, wanneer een waargenomen incongruentie plotseling geen incongruentie blijkt te zijn. Langs dezelfde lijn suggereerde essayist Arthur Koestler dat humor
IN HET KORT
Computers kunnen veel, maar ze zijn (nog) niet in staat om grappen te maken.
• Daartoe moeten ze eerst leren wat humor is, maar ook wat hun publiek weet en wat de normen en taboes in een samenleving zijn.
• Grappende algoritmes kunnen onder meer ingezet worden voor gepersonaliseerde reclame en om onbedoelde humor te detecteren en te verwijderen.
humor een brug is tussen twee ogenschijnlijk tegenstrijdige referentiekaders.
Winters gaat in zijn benadering van humor uit van de incongruentie-resolutietheorie. “Het is een van de meest geaccepteerde theorieën en bovendien is ze het meest relevant voor de computerwetenschap.” Een voorbeeld van incongruentie-resolutie zien we in de volgende (Engesltalige) grap.
There’s two fish in a tank. One turns to the other and says: “You man the guns, I’ll drive.”
Het beeld dat na de eerste zin – de set-up – ontstaat, is dat van twee vissen in een tank, een aquarium. Alles lijkt gewoon. De incongruentie ontstaat door de punchline: de ene vis vraagt de andere de geweren te bedienen, hij zal zelf sturen. Het beeld van de twee vissen in een tank spat nu als een zeepbel uit elkaar: het is immers onmogelijk een aquarium te besturen. De (onuitgesproken) clou lost de spanning op: de vissen zitten niet in een aquarium, maar in een gepantserd militair voertuig: een tank.
“De essentie van dit soort humor is dat je het publiek op het verkeerde been zet en dat zo lang mogelijk rekt”, zegt Winters. “Pas wanneer de clou komt, wordt de toehoorder gedwongen over te stappen naar een alternatieve interpretatie van de situatie: het is een militaire tank.”
Hij voegt toe dat het bedenken van zo’n vissenmop voor een computer ontzettend moeilijk, zo niet onmogelijk is. Hoe leg je een computer uit wat een vis is en welk beeld een willekeurig mens in zijn hoofd heeft wanneer hij denkt aan twee vissen die met elkaar praten.
“Om zo’n mop te bedenken”, zegt Winters, “moet een computer kennis hebben van de echte wereld en de wereldbeelden die een mens in zijn hoofd kan hebben, en dat heeft hij niet”. Dat gebrek aan wereldwijsheid wordt overduidelijk wanneer men kunstmatige intelligentie een absurde vraag voorlegt als ‘hoeveel regenbogen moet je over om van Mexico naar zeventien te komen?’. Ieder mens zal begrijpen dat hier geen antwoord mogelijk is. Een algoritme daarentegen zal – niet gehinderd door enig begrip van de echte wereld – een antwoord ophoesten dat net zo absurd, en dus grappig, is als de vraag.
Aangebrande moppen
grappen. Een atheïst zal hard lachen om een mop over de paus die voor een katholiek totaal niet humoristisch is. Ook het algoritme van Winters had snel in de gaten dat het publiek de meeste waardering heeft voor ‘aangebrande’ moppen. Winters moest zelfs noodgedwongen een filter ontwikkelen – een soort digitale muilkorf – om te voorkomen dat zijn algoritme moppen ging genereren die al te zeer over de schreef gaan.
©VANIN
Peter McGraw en Caleb Warren hebben iets toegevoegd aan de incongruentie-resolutietheorie over humor. Deze twee psychologen van de University of Colorado vinden het essentieel dat in een grap ethische, sociale of fysieke normen (meestal op onschuldige wijze) worden overtreden. Zo kunnen we lachen om iets naars wat een ander overkomt, maar dat leed mag ook weer niet te erg zijn. In het geval van de twee vissen worden alleen natuurwetten overtreden: vissen kunnen niet praten, laat staan een tank besturen. Maar in veel grappen ontstaat de incongruentie op de grens van normen en taboes. De theorie van McGraw en Warren geeft aan waarom mensen vooral lachen om moppen die normoverschrijdend of ‘op het randje’ zijn. Hier vindt ook een scheiding der geesten plaats. Niet iedereen lacht om dezelfde
Te intelligente humor Winters heeft nog veel werk. Om een grap te bedenken zoals die van de twee vissen in de ‘tank’, zal een algoritme niet alleen de taal perfect moeten beheersen, maar ook moeten weten hoe de wereld in elkaar zit, hoe mensen denken, wat incongruentie is en welke normen en taboes in een bepaalde maatschappij circuleren. En dan hebben we het nog niet eens over zaken als satire en ironie, en allerlei soorten grappen waarbij het er niet om gaat wat je zegt, maar hoe, wanneer en waar je het zegt. Voorlopig hoeven Hans Teeuwen en Philippe Geubels niet bang te zijn door een lollige robot van het toneel te worden verdreven. Een schrale troost voor een algoritme of een androïde zoals Data: er zijn zat mensen die ook nooit verder komen dan het bedenken van flauwe grappen. Rest nog deze boude voorspelling: ooit zal een algoritme het licht zien dat zo’n subliem gevoel voor humor heeft dat de mens te dom is om zijn grapjes te begrijpen.
AUTEUR
DE
Teake Zuidema is antropoloog en woont en werkt als journalist en fotograaf in de Verenigde Staten.
MEER OVER DIT ONDERWERP
Towards a General Framework for Humor Generation from Rated examples. Thomas Winters e.a. op de International Conference on Computational Creativity, 2017.
Joke-telling Robots are the Final Frontier of Artificial Intelligence. Becky Ferreira in Motherboard, 2016.
Automatic Joke Generation: Learning Humour from Examples. Thomas Winters. Te lezen via www.scriptiebank.be, 2017.
EVALUATIEOPDRACHT: KAN EEN CHATBOT DE ZELFMOORDLIJN VERVANGEN?
Lees de twee onderstaande opdrachten grondig en kies de opdracht die jou het meest aanspreekt.
Optie 1: lezersbrief
©VANIN
In De Morgen verscheen onlangs een artikel waarin wordt aangekondigd dat de medewerkers van de Zelfmoordlijn geleidelijk aan vervangen zullen worden door chatbots. Over enkele jaren zullen daar dus geen mensen, maar enkel chatbots ter beschikking zijn voor mensen met zelfmoordgedachten.
Jij schrijft een lezersbrief naar De Morgen om te reageren op het nieuws, waarin je duidelijk maakt of je de beslissing wel of niet ondersteunt. Met die brief probeer je de lezers van de krant te overtuigen van jouw standpunt.
Om je standpunt te ondersteunen met relevante argumenten ga je voor het schrijven op onderzoek uit op het internet. Je gaat dus op zoek naar informatie die jouw standpunt ondersteunt en versterkt. Die informatie zet je dan om in verschillende argumenten die je in de brief steeds staaft met een juiste bronvermelding. Daarnaast verwerk je in de tekst ook je eigen ervaring met de chatbottherapeut Eliza.
Optie 2: debat
De directeur van de Zelfmoordlijn maakt duidelijk dat de organisatie kampt met een groot personeelstekort. Door de opkomst van betere chatbots legt de minister het voorstel op tafel om chatbots in te zetten voor de Zelfmoordlijn. De directeur van de Zelfmoordlijn geeft echter aan niet mee te willen gaan in dat voorstel. De directeur en de minister worden allebei uitgenodigd in een praatprogramma om het daarover te hebben.
Je vormt een duo met een medeleerling en jullie komen jullie standpunt verdedigen tijdens een debat in de klas. Een van jullie speelt de directeur, de andere speelt de minister.
Om je standpunt te ondersteunen met relevante argumenten ga je ter voorbereiding op onderzoek uit op het internet. Je gaat dus op zoek naar informatie die jouw standpunt ondersteunt en versterkt. Die informatie zet je dan om in verschillende argumenten die je tijdens het debat steeds staaft met de juiste bronnen.
Evaluatiematrix – Schrijven: lezersbrief
inhoud
Je standpunt is helder. De beslissing wordt duidelijk wel of niet ondersteund.
Je argumenten zijn sterk en valide. Ze sluiten aan bij en versterken het standpunt.
Je standpunt is niet helder genoeg. Het is niet erg duidelijk of de beslissing wordt ondersteund of niet.
Je argumenten zijn niet erg overtuigend en sluiten niet volledig aan bij het standpunt.
Door het ontbreken van een helder standpunt is de tekst niet overtuigend en moeilijk te volgen.
Je argumenten zijn zwak en niet overtuigend. Ze sluiten niet aan bij het standpunt. doel- en publieksgerichtheid
De taal en toon van je tekst sluiten aan bij het lezerspubliek van De Morgen en zijn er duidelijk op gericht om het publiek te overtuigen.
structuur
Je tekst is logisch opgebouwd en opgedeeld in alinea’s. De verschillende argumenten zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden.
correctheid
Bij de verschillende argumenten vermeld je steeds de correcte bronnen.
De spelling in je tekst is foutloos. Alle woorden worden correct geschreven en ook de zinsbouw klopt steeds.
Aanvullende commentaar:
De taal en toon van je tekst zijn niet voldoende aangepast aan het lezerspubliek van De Morgen. Je tekst overtuigt niet helemaal.
Er zijn alinea’s aanwezig, maar je argumenten zijn niet logisch over de alinea’s verdeeld. Daardoor is je tekst moeilijker te volgen.
Je vermeldt slechts af en toe een bron. Soms is het onduidelijk waarop je argument gebaseerd is.
Je tekst bevat enkele spellingsfouten en fouten in zinsbouw, maar die verhinderen de boodschap niet.
©VANIN
De taal van je tekst is te eenvoudig voor het lezerspubliek van De Morgen Je tekst is er niet op gericht om een publiek te overtuigen.
Er wordt amper gewerkt in alinea’s. Er zit geen logische opbouw in je tekst en je argumenten zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Omdat de bronvermelding ontbreekt, is het onduidelijk waarop je argumenten gebaseerd zijn.
Door de vele spellings- en taalfouten is de tekst moeilijk te begrijpen.
Evaluatiematrix – Spreken: debat
inhoud
Je standpunt is helder. Het voorstel wordt duidelijk wel of niet ondersteund.
Je argumenten zijn sterk en valide. Ze sluiten aan bij en versterken het standpunt.
Je standpunt is niet helder genoeg. Het is niet erg duidelijk of het voorstel wordt ondersteund of niet.
Je argumenten zijn niet erg overtuigend en sluiten niet volledig aan bij het standpunt.
Door het ontbreken van een helder standpunt ben je niet overtuigend en moeilijk te volgen.
Je argumenten zijn zwak en niet overtuigend. Ze sluiten niet aan bij het standpunt. communicatie
Je luistert actief, respecteert de interactie en gaat respectvol om met de tegenstander.
correctheid
Bij de verschillende argumenten vermeld je steeds de correcte bronnen.
spreekhouding
Je gebruikt de juiste taal en lichaamshouding om gemotiveerd en overtuigend over te komen.
Alles wat je zegt, is verstaanbaar.
Aanvullende commentaar:
Je luistert niet erg actief naar de ander en durft de tegenstander een enkele keer te onderbreken.
Je vermeldt slechts af en toe een bron. Soms is het onduidelijk waarop je argument gebaseerd is.
Je past je taal en lichaamshouding aan de spreeksituatie aan, maar komt toch niet volledig gemotiveerd en overtuigend over.
Enkele woorden of zinnen zijn niet verstaanbaar, maar verhinderen de boodschap niet.
©VANIN
Je luistert niet naar en onderbreekt de tegenstander. Je gaat niet respectvol om met de ander.
Omdat de bronvermelding ontbreekt, is het onduidelijk waarop je argumenten gebaseerd zijn.
Je komt niet gemotiveerd of overtuigend over doordat je taal en lichaamshouding niet zijn aangepast aan de spreeksituatie.
Doordat je vaak niet verstaanbaar bent, is de boodschap moeilijk te begrijpen.
1
Canonliteratuur: canonwerken uit de middeleeuwse literatuur ©VANIN
Je weet vanaf wanneer er sprake is van Middelnederlandse literatuur
Je hebt een duidelijk zicht op wat
Middelnederlandse literatuur inhoudt
Je kent enkele belangrijke canonwerken uit de middeleeuwen 3
4
Je hebt werken als Mariken van Nieumeghen
Der naturen bloeme en/of Beatrijs bestudeerd, besproken en/of herwerkt
LUISTEREN – EEN COLLEGE: CANONWERKEN UIT DE MIDDELEEUWEN
In Les 3 leerde je over de canon van de Nederlandstalige literatuur. Tot die canon worden onder meer literaire teksten uit verschillende tijdsperiodes gerekend die als essentieel beschouwd worden voor ons taalgebied. Het is dus een geheel van teksten die essentieel deel uitmaken van ons Nederlandstalige erfgoed of wat wij als cultuur van vorige generaties hebben overgenomen.
Lanseloet van Denemarken
Spaanschen Brabander De Leeuw van Vlaanderen Het verdriet van België
Je krijgt een hoorcollege te zien waarin een korte geschiedenis van de Middelnederlandse literatuur gegeven wordt. Daarnaast wordt er aandacht geschonken aan enkele Middelnederlandse werken die hoog aangeschreven staan en tot ons cultureel erfgoed of de canon behoren. Je neemt notities op een apart blad. Die notities ga je gebruiken bij de luistertoets die je achteraf krijgt.
1 Om er zeker van te zijn dat je het hoorcollege goed begrijpt, vind je hieronder enkele termen die ter sprake komen. Orden onderstaande woorden in vier groepen. Gebruik voor elke groep een andere markeerkleur. De woorden die je niet begrijpt, zoek je op.
A woorden die ik nog nooit heb gehoord
B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp
C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken
D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken
erfgoed – improviseren – mnemotechnisch middel – minstreel – patrimonium – selecteren –de lofzang aanheffen – epische concentratie – omgangsvormen – queeste – loyaliteit – clerus –iets aan de kaak stellen – iemand in zijn hemd zetten – didactisch – analfabeet – triviale literatuur – klucht
1 Op de volgende pagina’s worden vier Middelnederlandse verhalen aangeboden aan de hand van verschillende media. Ga na welke items bij elkaar horen: combineer de titels (TI) met de juiste tekst (TE), scaniconen (SCAN), afbeelding (AFB), woordenwolk (WRD) en cartoon (CAR).
2 Stel van elk werk een identiteitskaart op met daarop: titel, auteur, datering, tekstsoort, teksttype en enkele kernwoorden.
Der naturen bloeme
Lied van Heer Halewijn
van Nieumeghen
TE1
Ick sie ende mercke, meest alle daghe
Es hier yemant om mi ghequetst of doot.
Ende ick weet wel: desen Moenen, dat es de plaghe,
En es vanden besten niet; dit es den noot.
Ic ghevoelt wel, al en seyt niet al bloot,
Dat een viant moet wesen of niet veel betere.
O moeye, o moeye, u fel verwiten groot
Sal mi maken een verdoemt sletere,
Eeulijc uuter gracien vanden hoochsten wetere
Ey lasen, al eest voor mi wat claghelijcx,
Ick ben te verre, al woudick mi te keeren pooghen.
Ick plach ooc Maria te dienen daghelijcx,
Met bedinghen oft anders iet behagelijcx,
Ende die devocie es oec al vervloghen,
Ende oec en wil hi se mi niet ghedoghen;
Ende dat ic mi seghene soude en gedoecht hi ooc niet.
TE3
Ander volc es daer geboeren, Die lopen utermaten sere
Met enen voete ende niet mere;
Nochtan es die voet so breet,
Dat si jeghen die sonne heet
Hem bescermen daer mede,
Waer dat si rusten in enighe stede.
Ander liede, des geloeft, Vintmen daer al sonder hoeft, Haer oghen in haer scouderen staende; In hare borst twe gate uutgaende
Voer nose ende voer mont; Eyselijc sijn si als een hont.
©VANIN
Ander liede sijn daer neven, Die bi eens appels roeke leven, Eist dat hem vere staet te gaen, Si draghenre voer hem ter noet;
Want anders so bleven si doet, Quame hem enighe quade lucht an.
Oec vintmen daer wilde man
Met VI vingheren an elke hant.
‘Ghegroet!’ zei hi en kwam tot haer, ‘ghegro et, schoon maegd, bruin oogen klaer!’
Zi reden met malkander voort en op den weg viel menig woort.
Zi kwamen bi een galgenveld, daer hing soe menighe vrouwenbeeld.
Alsdan heeft hi tot haer gezeid: ‘mits gi de schoonste maget zijt
zoo kiest uw dood! het is nog tijd.’ ‘Wel als ik dan hier kiezen zal,
zoo kies ik dan het sweerd voor al.
Maer trekt eerst uit uw opperst kleed,
want maegdenbloed dat spreit zoo breed, zoo ‘t u bespreide het ware mi leed.’
Eer dat zijn kleed getogen was zijn hoofd lag voor zijn voeten ras.
TE4
Van dichten komt mi cleine bate.
Die liede raden mi dat ict late.
Ende minen sin niet en vertare.
Maer om die doghet van Hare
Die moeder ende maghet es bleven
Hebbic een scone mieracle op heven,
Die God sonder twivel toghede
Marien teren, diene soghede.
Ic wille beghinnen van ere nonnen
Een ghedichte. God moet mi onnen
Dat ic die poente moet wel geraken
Ende een goet ende daer af maken
Volcomelijc na de waerheide
Als mi broeder Ghijsbrecht seide,
Een begheven Willemijn.
Hi vant in die boeke sijn.
Hi was een out gedaget man.
Die nonne, daer ic af egan
Was hovesche ende subtijl van zeden;
MIDDELEEUWEN
DODEN
VERBIEDEN
TOVENAAR FAMILIE MOEDER
EERBAARHEID
BOS
SLECHT ZINGEN LIED
KONINGSDOCHTER PRINSES
MEISJE MONDELING
TERUGGEKOMEN
VERLOKT
MOORDENAAR GEMEEN GOED
SCHOONHEID SCHURK OUDERS
ADELLIJK
FEESTMAAL
TRADITIE PAARD
ONWEERSTAANBAAR
WRD2
DWERGEN
SLANGEN
DIERENKRUIDEN
LANDEN
REUZEN
ZEEMONSTERS
ARISTOTELES WERELD
WONDERBAARLIJKE
NATUUR STENEN
VOGELS SERIEUS
BESCHRIJVING
VOLKEREN METALEN
DERTIEN
WRD3
GELEERDE
BRONNEN VISSEN AANVULLING
MENS
SCHEPPING
WETENSCHAP
ONTDEKKING
INSECTEN AFBEELDINGEN
VIERVOETIGEN
HOOFDSTUKKEN
KRUISTEKEN
BOEKEN VER BOMEN ROME
SCHELDEN
BARMHARTIGHEID
BEMIDDELING
MORAAL ZONDEN PRIESTER
WRD4
MARIALEGENDE
KLOOSTER WEDUWE
BEDELEN ROOD
©VANIN
MARIA ZONDIGT TANTE MOENEN
VERGEEFT ZONDIG GIJSBRECHT
ZEVEN KWAAD
GEDAANTE HELPEN BEROUW 16e DUIVEL TONEELSTUK WANHOPIG NAAM
EMMEKEN EEUW
KINDEREN
BEROUW BOS BLAUW
KLOKKEN
METTEN
MARIABEELD HOOFS
LUIDEN PROSTITUTIE
SLEUTELS ONDERKLEED
MARIA BEATRIJS
JONGELING KOSTERES
PLAATSVERVANGER
LIEFDESVERHAAL
3 Leg de onderstaande termen uit aan de hand van de informatie die je kreeg. a didactische literatuur
b ballade c mirakelspel
d Marialegende
e epiek, lyriek en dramatiek
4* Probeer de inhoud van elk verhaal te achterhalen aan de hand van de aangeboden bronnen. Nadien krijg je van je leerkracht de volledige versie te horen.
©VANIN
EXPLORATIE: MARIKEN VAN NIEUMEGHEN
20
DE DUIVEL Ik heb mezelf kunnen voordoen, helemaal echt, onder menselijk mom, zover God dit gedoogt; alles is juist gepast, behalve mijn ene oog, dat is alsof het was uitgezworen. Wij geesten zijn niet bij machte – dat hebben we verloren –ons volmaakt om te toveren door een of andere trek. Altijd vertonen wij een gebrek, aan hoofd, handen of aan voeten. Nu ga ik mijn vooizeke een beetje verzoeten en spreken zo welgevallig, zonder enig smoesje, dat ik geen argwaan wek bij dit aardige poesje. ’t Is best de vrouwtjes vriendelijk te woord te staan. Schoon kind hoe zit je hier bedrukt en ontdaan? Heeft iemand je misdaan zonder reden of recht, dan wreek ik je als een ridder! Hou dat voor gezegd, Je bent onschuldig, dunkt me, dus kom ik je verkwikken en troosten!
MARIKEN Wie bent u, vriend?
DE DUIVEL Een meester in vele kunsten, ik die nooit faal, als ik iets besta.
MARIKEN Mij is het om ’t even met wie ik ga, even goed met de slechtste als met de beste. 25
DE DUIVEL Als jij je liefde op mij wilt vesten, dan leer ik je kunsten zonder weerga: de zeven vrije kunsten: muziek, retorica, logica, grammatica en geometrie, aritmetica en alchemie, allemaal kunsten zeer merkwaardig. Ik maak een vrouw van je zo knap en vaardig als er op aarde nooit leefde.
Een ding vraag ik je, lieveke zoet!
Doe je me dit plezier dan zal het je baten.
MARIKEN Wat vraag je dan wel?
DE DUIVEL Je naam, die zou je weg moeten laten en dragen voortaan een andere naam.
Marieken is voor mij onaangenaam, want een Maria heeft mij en mijn gezelschap zo gegriefd, dat die naam nooit of nimmer door ons wordt geliefd. Laat je Leentje of Grietje of Liesje noemen; ik beloof je, eer we een jaar verder zijn, word jij in de bloemen gezet, zoals vriend noch verwant ooit hebben gedaan!
MARIKEN Helaas, hoe kan zulke naam je tegenstaan?
’t Is de edelste en zoetste die kan bestaan op de hele wereld. Niemand neemt er aanstoot aan. Mariken of Maria, hoe heb je daartegen enige vete?
Om al wat leeft wil ik niet anders heten; ik vraag me af, hoe je die naam kunt verzoeten.
DE
Ai, ai! Opgepast! Ze maait me ’t gras onder de voeten als ik haar niet van naam kan doen veranderen. (…) Ik neem er vrede mee dat je behoudt de eerste letter van je naam, vrouwtje ongemeen fijn, dat is de M. Je naam zal dus Emmeken zijn.
Die naam dragen in jouw streek toch heel wat meisjes en vrouwen.
55 MARIKEN Wel, als ik mijn echte naam dan toch niet mag behouen, ben ik, liever dan te scheiden, met de eerste letter tevreden. Emmeken heet ik dus voortaan, hier en in alle steden, al doe ik het tegen mijn zin.
vertaling: Bert Decorte
Lees het fragment uit Mariken van Nieumeghen op p. 77.
1 In dit fragment kom je heel wat te weten over de duivel. Stel een portret op en beschrijf welke macht hij heeft, wat zijn beperkingen zijn en hoe hij eruitziet.
2 Dit stuk bevat een aantal impliciete boodschappen. Welke lessen wil het verhaal aan de toehoorders meegeven?
3 Waarom stelt de duivel als voorwaarde dat Mariken haar naam moet veranderen?
©VANIN
4 In dit fragment voeren Mariken en de duivel een dialoog met elkaar. Toch bevat de tekst ook zinnen die geen onderdeel zijn van de interactie tussen de personages.
a Welke tekst staat buiten de conversatie tussen Mariken en de duivel?
b* Lees de volgende informatie en pas ze toe op dit fragment.
Tijdens een toneelstuk kan een personage commentaar geven op gebeurtenissen of andere personages in het stuk. De tekst is dan geen onderdeel van een dialoog, maar wil het publiek verduidelijking of subjectieve informatie geven. Over het algemeen worden twee vormen onderscheiden: enerzijds gedachten die door een personage luidop geuit worden, anderzijds korte tussenkomsten waarbij het publiek rechtstreeks wordt aangekeken en toegesproken.
5 Vandaag wordt er nog zelden geestelijk toneel opgevoerd. Toch staan canonstukken als Mariken van Nieumeghen, al dan niet in een modern jasje, nog steeds op het programma van heel wat gezelschappen. Hoe zou jij deze dialoog op het podium brengen?
a Zul je vooral uitgaan van de historische context of wil je het verhaal actualiseren? Waarom?
b Welke kledij geef je aan de personages? Verantwoord je keuze.
c Lees het fragment opnieuw en ga na wat de verschillende gevoelens van de personages zijn. Noteer ze naast de passages.
d Brainstorm over hoe een acteur die gevoelens kan visualiseren. Geef suggesties voor de intonatie, lichaamshouding, gelaatsuitdrukking en afstand tussen beide protagonisten.
e Plaats de informatie als regieaanwijzingen bij de tekst.
6* Vergelijk de keuzes die je in de vorige opdracht maakte met die van medeleerlingen. Ga na waar er verschillen en gelijkenissen in de aanpak zitten. Lees daarvoor elkaars regieaanwijzingen.
De elephas is de olifant. Het is een groot en sterk dier. Aan zijn bek hangt een lange slurf, die hij overal voor gebruikt. Die slurf heeft hij nodig omdat hij groot is en zich niet naar de grond kan buigen: zonder de slurf, waarmee hij eten en drinken naar zijn bek brengt, zou hij zich niet van voedsel kunnen voorzien.
Bij Jacobus van Vitry lezen we dat olifanten op het slagveld met hun slurf slaan en er hun vijanden mee grijpen. Door hun moed en trouw zijn het in de oorlog zeer bruikbare dieren. Hun strijdlust neemt nog toe wanneer iemand ze rode wijn of bloed laat zien. Perzen en Indiërs trekken ten strijde met olifanten die gevechtstorens met vijftig soldaten dragen en breken daarmee door de vijandelijke linies heen – niets houdt daartegen stand. Het geluid dat olifanten uitstoten, is zo krachtig dat het iedereen angst aanjaagt. (…)
In oude boeken kun je lezen hoe men olifanten op het spoor komt en vangt. Twee meisjes die nog maagd zijn, lopen naakt de wildernis in. Een van hen draagt een kelk, de andere een zwaard, en ze lopen uit volle borst te zingen. Zodra de olifant hen hoort, komt hij naar hen toe en als hij de maagden ziet, likt hij hun kuise ledematen, hun borsten en hun naakte lichaam, want olifanten houden van alles wat zuiver is. Hij geniet er intens van en valt weldra in slaap. Het ene meisje steekt dan zonder dralen het zwaard in zijn lijf, het andere vangt het bloed op van het stervende dier. Met het bloed worden koningsmantels purperrood geverfd. Zo heb ik het gelezen.
©VANIN
Het bloed van de olifant is het zinnebeeld van het dierbare bloed dat uit Jezus’ zijde stroomde. De maagden zijn de twee wetten, het Oude en het Nieuwe Verbond, waar joden en christenen onder zijn gesteld. Synagoge, de verraderlijke joodse maagd, is degene die Jezus’ zijde doorboort; Ecclesia, de Kerk, vangt in de miskelk het bloed op waarmee het vlees van Jezus, Zijn prachtige purperen koningsmantel, zo wondermooi werd geverfd. Daarom zingt de bruid in het Hooglied: ‘Mijn geliefde is blank en rood, uitblinkend boven tienduizend.’
Lees het fragment uit Der naturen bloeme op p. 79.
1 Markeer elementen die je niet in een hedendaagse encyclopedie of op een wetenschappelijke internetpagina zult terugvinden. Geef ook aan waarom dat het geval is.
2 Vergelijk dit lemma met het lemma ‘olifant’ dat je in een hedendaagse encyclopedie terugvindt en geef de verschillen op het vlak van:
a tekstdoel
b bronvermelding
c taal (woordkeuze en formulering)
©VANIN
3 Wetenschap en religie zijn in de middeleeuwen nauw met elkaar verbonden.
a Leg aan de hand van dit encyclopedieartikel de term ‘allegorie’ uit.
b Christelijke auteurs in de middeleeuwen staan negatief tegenover afwijkende geloofsopvattingen. Zoek een voorbeeld in de tekst.
EXPLORATIE: BEATRIJS
Toen begon het al licht te worden in het oosten.
Ze zei: ‘God, die eenieder troost kan bieden.
Bescherm ons nu.
Ik zie dat de dag aanbreekt.
Als ik met u niet weggegaan was,
Zou ik nu de priemen geluid hebben
Zoals ik het al lang gewoon was
In het klooster.
Ik ben bang dat deze vlucht me zal spijten.
De wereld is immers zo weinig trouw,
Als heb ik er nu mijn toevlucht in gezocht.
Ze lijkt op de valse koopman,
Die ringen van vals goud
Verkoopt voor echt.’
‘Ach, wat zeg je, mijn lief?
Als ik jou ooit in de steek zou laten
Dan mag God mij in het verderf storten!
Waar we ons ook bevinden,
Jou laat ik voor niets in de steek.
Alleen de bittere dood kan ons scheiden.
Hoe kun je zo aan mij twijfelen?
Nooit kon je bij mij opmerken
Dat ik je gemeen of vals zou behandelen.
Van zodra Ik jou verkoren heb, had ik mijn hart zelfs niet
Op een keizerin gezet.
Liefste, stel dat ze mij waardig zou achten,
Dan nog verliet ik je niet om haar.
Daarvan kun je zeker zijn.
Ik draag bij mij
500 pond uitgelezen zilver;
Daarover zul je kunnen beschikken.
Zelfs al verblijven we in vreemde landen,
We zullen geen goederen moeten verbruiken
De eerste zeven jaren.’
Zo kwamen ze ’s morgens
Aan een woud gereden.
De vogels vierden er feest,
Ze zongen zo luid
Dat men het overal kon horen.
Elk zong zoals hij gebekt was,
Er waren mooie bloemen
Op het groene veld ontloken,
Met mooie kleuren en zoete geur.
De lucht was er klaar en helder.
Er groeiden vele hoge bomen
Met veel loof.
De jongeling keek naar de maagd,
Die hij vaste liefde toedroeg.
Hij zei: ‘Liefste, als het goed is voor u,
Zouden we kunnen afstappen en bloemen plukken.
Het lijkt me hier heel mooi te zijn.
Laat ons het liefdesspel spelen.’
‘Wat zeg je,’ reageerde ze, ‘gemene dorper,
Moet ik me neerleggen op het veld
Zoals een dorpersvrouw
Die haar lichaam verkoopt voor geld?
Dan zou ik wel heel weinig schaamte kennen,
Dit zou je niet overkomen zijn
Als je niet van lage komaf was.
Ik heb nu al spijt van mijn beslissing
Gods toorn moge je treffen voor zulk voorstel,
Zwijg hier maar verder over
En luister naar de vogels in het dal.
Hoe ze zingen en zich amuseren.
Dan zal je des te meer genieten
Wanneer ik naakt bij je ben
In een behoorlijk opgemaakt bed.
Doe dan wat je behaagt
En wat je hart verlangt.
Ik word in mijn hart gekweld door wat je me nu voorstelt.’
Hij zei: ‘Lief, wees niet boos,
Het was Venus die me dit deed vragen.
God mag mij straffen met schande en plagen
Als ik je dit ooit nog zou voorstellen.’
Lees het fragment uit Beatrijs op p. 81-82.
1 Beatrijs trekt met de jongeman de wereld in. In hoeverre verschilt Beatrijs’ leven binnen de kloostermuren van haar leven in de buitenwereld?
2 In de tekst zijn heel wat voorspellingen opgenomen over het verdere verloop van het verhaal.
a Duid ze aan.
b Hoe weet je zeker dat het gaat mislopen?
3 Toon aan dat Beatrijs het hoofse liefdesideaal nastreeft.
4 In deze Marialegende is een Natureingang opgenomen. Lees de de nitie en pas die toe op het fragment.
Een Natureingang is een korte beschrijving van een natuurtafereel dat veelal overeenkomt met het innerlijke gevoel van de personages. Het wordt vooral gebruikt om de lezer in de juiste stemming te brengen voor hetgeen in het verhaal volgt.
©VANIN
Zo worden bloemen, bomen, geuren, het gezang van vogels … op een clichématige manier beschreven.
5 De dialoog en de beschrijvingen in het tekstfragment van Beatrijs kunnen perfect omgezet worden naar een toneelstuk of lm. Hoe zou jij die dialoog op het podium of in beeld brengen?
a Zul je vooral uitgaan van de historische context of wil je het verhaal actualiseren? Waarom?
b Welke kledij geef je aan de personages? Verantwoord je keuze.
c Lees het fragment opnieuw en ga na wat de verschillende gevoelens van de personages zijn. Noteer ze naast de passages.
d Brainstorm over hoe een acteur die gevoelens kan visualiseren. Geef suggesties voor de intonatie, lichaamshouding, gelaatsuitdrukking en afstand tussen beide protagonisten.
e Op welke locatie ga je de dialoog brengen? Welke rekwisieten vind je daarbij belangrijk?
f Plaats de informatie als regieaanwijzingen bij de tekst.
6* Vergelijk de keuzes die je in de vorige opdracht maakte met die van medeleerlingen. Ga na waar er verschillen en gelijkenissen in de aanpak zitten. Lees daarvoor elkaars regieaanwijzingen.
Tussenstop 1
TAAL EN WOORDENSCHAT
Taal
1 Je leerkracht dicteert twintig woorden. Noteer ze hieronder.
a
b c d e f g h i j k l m n o p q r s t
2 Verbeter je dictee met behulp van de correctiesleutel. Wat zijn voor jou nog werkpunten?
de spelling van Engelse werkwoorden
het aan of van elkaar schrijven van samenstellingen en woordgroepen
©VANIN
Engelse samenstellingen andere
Hieronder kun je enkele oefeningen terugvinden over de thema’s die in dit dictee aan bod kwamen. Lees eerst de theorie in de Trajectwijzer
3 Vervoeg de Engelse werkwoorden.
a Gisteren heeft hij zijn computer (upgraden)
b Ik wilde net vertrekken toen ze me nog even riep en zei: ‘Ik heb geen tijd meer om een nieuwe versie te schrijven. Jij (updaten) de laatste versie wel even, toch?’.
c Elke zomer (barbecueën) we met het hele gezin om de verjaardag van mijn grootvader te vieren.
d Als tiener (downloaden) ik vaak bijlagen zonder na te denken over wie de afzender was.
e Hij (volleyballen) al tien jaar bij dezelfde ploeg.
f Hij heeft zijn vertrek goed (timen), de aanwezigen begonnen tien minuten later op te ruimen.
g De verkoop van dvd’s is de afgelopen jaren sterk afgenomen. Tegenwoordig (streamen) iedereen films en series via bekende streamingdiensten.
h Hij (grillen) graag nu hij een oven heeft met grillfunctie.
i Voor we naar de fuif vertrokken, hebben we nog even (chillen)
j We hebben (paintballen) voor zijn achttiende verjaardag.
onthouden
In het Nederlands schrijven we samenstellingen van Engelse woorden in één woord. businessclass, lastminute
Bij klinkerbotsing of als een van de delen een initiaalwoord, losse letter, cijfer of symbool is, gebruiken we een koppelteken. e-mail, reality-tv, -pack
Sommige combinaties behandelen we als een samenkoppeling. Ze krijgen een koppelteken
• als gelijkwaardige delen met elkaar gekoppeld worden; singer-songwriter, gin-tonic
• als ze in het Engels ook een koppelteken hebben; up-to-date
• als het linkerdeel ‘no’ of ‘non’ is; non-profit
• als het rechterdeel een voorzetsel met de functie van een bijwoord is. lay-out
Naar: woordenlijst.org
©VANIN
4 Schrijf volgende Engelse samenstellingen en woordgroepen correct.
a Volgens mij zouden (e + sports) deel moeten uitmaken van de Olympische Spelen.
b Is het mogelijk om een (pdf + bestand) te uploaden?
c Hij werd aangenomen omdat hij beschikt over een (hands + on + mentaliteit)
d Heeft hij voldoende (know + how) om deze job uit te oefenen volgens jou?
e Ik ben een grote fan van (science + fiction + films)
5 Vul de zinnen aan met het correcte voornaamwoord. jou/jouw
a Ik heb jas aan zus gegeven, heeft ze dit niet verteld?
b Uiteraard is partner meer dan welkom om te vergezellen op deze magische reis.
c argumenten zijn duidelijk, maar dat wil daarom niet zeggen dat ik het met eens ben.
u/uw
d Gelieve inschrijving te bevestigen via de e-mail die van ons ontving.
e Bedankt voor bestelling, wij gaan meteen voor aan de slag.
Woordenschat
In Les 2 kreeg je een tekst over academisch taalgebruik. Ga naar iDiddit en oefen verder op academische woordenschat.
Heb je de academische woordenschat onder de knie? Maak de woordpuzzel die je leerkracht met je deelt!
VERDER STUDEREN: VERANTWOORD GEBRUIK VAN GENERATIEVE ARTIFICIËLE INTELLIGENTIE
1 Vandaag is generatieve AI niet meer uit ons leven weg te denken.
a Wat is generatieve AI volgens jou?
b Welke generatieve AI-programma’s ken jij?
c Wat zijn volgens jou de voordelen van generatieve AI?
d En de nadelen?
2 Lees het artikel We leven in een nieuw tijdperk, dat van ‘generatieve AI’ op p. 87 en beantwoord de vragen.
a In welke mate ben jij het eens met deze stellingen? Bespreek dit klassikaal.
Generatieve AI-technologieën, zoals deepfakes, vormen een ernstige bedreiging voor de privacy en kunnen misbruikt worden voor frauduleuze doeleinden.
Generatieve AI kan de creativiteit van kunstenaars versterken en nieuwe mogelijkheden bieden voor artistieke expressie.
Generatieve AI vormt een bedreiging voor de tewerkstellingsgraad. Veel jobs zullen AI-gestuurd zijn.
Het gebrek aan transparantie in generatieve AI-algoritmen maakt het moeilijk om de verantwoordelijkheid vast te stellen wanneer er fouten optreden.
Generatieve AI kan menselijke vooroordelen versterken en ongelijkheid vergroten.
Generatieve AI vervaagt de grens tussen menselijkheid en wetenschap door het humaniseren van computersystemen (bv. chatbots).
©VANIN
b Bekijk de drie afbeeldingen op de pagina hiernaast. Welke werden volgens jou gecreëerd door AI? Waarom denk je dat?
c* Maak jij zelf gebruik van generatieve AI? Wanneer? Hoe ga je daarmee om?
We leven in een nieuw tijdperk, dat van ‘generatieve AI’Dominique Deckmyn
Dall-E doet illustrators huiveren, ChatGPT leerkrachten en journalisten. Tech-watchers hebben de mond vol van ‘generatieve artificiële intelligentie’, zoals de nog vrij nieuwe term luidt. Maar wat is dat eigenlijk, waar komt het plots vandaan en hoe zal het ons leven veranderen?
ChatGPT kan haast elke vraag beantwoorden, haast elke tekst schrijven – zelfs een computerprogramma. Dall-E kan bijna elk beeld dat u bedenkt, creëren. ‘Generatieve artificiële intelligentie’, zoals de nog vrij nieuwe verzamelterm luidt, is plots overal het onderwerp van gesprek.
De komende maanden en jaren zal de technologie steeds vaker opduiken. Als u binnenkort een e-mail stuurt aan uw energieleverancier, dan zult u ogenblikkelijk een antwoord krijgen. Een gedetailleerd antwoord op uw vraag, rekening houdend met uw specifieke situatie. En uiterst vriendelijk geformuleerd. Dat antwoord zal geschreven zijn door ChatGPT, of door heel gelijkaardige technologie. Misschien heeft een personeelslid van uw leverancier er nog even naar gekeken, of zelfs dat niet. Het merendeel van de sollicitatiebrieven zal geschreven zijn door een tekstgenerator. En de verhandelingen. En de bedrijfsnota’s. En de PowerPointpresentaties (Microsoft zou daar al aan werken). En wellicht ook, hier en daar, een artikel in de media. Is dat erg? Tja, het wordt in ieder geval wennen. Maar het einde van de wereld is het niet – en van uw job hoogstwaarschijnlijk ook niet. Al zal die zeker veranderen. Scholen in New York beslisten vorige week alvast inderhaast om de toegang tot ChatGPT te blokkeren op hun schoolnetwerken.
Dat is de nieuwe wereld waarin we wakker zijn geworden op 30 november 2022, bij de lancering van ChatGPT. Voordien beschouwden we AI-systemen als fantastische patroonherkenners of klasseerders. Heel goed om, bijvoorbeeld, een kwaadaardig van een goedaardig gezwel te onderscheiden op een radiografie, of te horen dat u geen willekeurige zin, maar ‘Hey, Google’ hebt gezegd. Maar beeldgenerators Dall-E en Stable Diffusion maken zelf geheel nieuwe beelden op basis van een beschrijving in tekst (‘een hond met een hoed op, in de stijl van Van Gogh’).
Naar: www.standaard.be
©VANIN
3 De helft van de klas schuimt het internet af naar informatie over de recordhouder van het werelduurrecord wielrennen bij de mannen. De andere helft genereert informatie via ChatGPT. Vergelijk die informatie.
a Tot welk besluit kom je?
b Wat is de oorzaak van dit verschil in informatie?
c Welk effect heeft dit op jouw zoektocht naar informatie?
4 Generatieve AI heeft dus ook nadelen. Bekijk de voorbeelden op de volgende pagina. Link de tekst aan het probleem.
5 Bekijk de cartoon hiernaast aandachtig.
a Wat wordt hier aangegeven?
b Wat zijn de implicaties van het feit dat ChatGPT niet menselijk is volgens jou? Bedenk klassikaal minstens vier implicaties.
©VANIN
ChatGPT told me about this book i’d never heard of.
I pressed for more info and it went on for several paragraphs describing the contents of the book in extensive detail.
ChatGPT made it all up, there is no such book.
In april bleek dat personeel van Samsung interne broncodes van software naar ChatGPT had gestuurd, waardoor die AI de gevoelige codes in handen kreeg. Waarschijnlijk had een Samsung-medewerker aan de AI gevraagd iets met de broncodes te doen, maar werd er niet bij stilgestaan dat ChatGPT-maker OpenAI hierdoor diezelfde codes in handen kon krijgen.
Nu verbiedt Samsung het werkgerelateerde gebruik van ChatGPT voor het personeel.
Bron: www.rtlnieuws.nl
Een machine die je boekbespreking van Le petit prince maakt of de inleiding van een thesis over biotechnologie schrijft: de lancering van ChatGPT kondigt een revolutie aan in het onderwijs.
Bron: www.nieuwsblad.be
Het gebruik van generatieve AI in het onderwijs roept morele vragen op. Papers, werkstukken e.d. die jij indient, hebben tot doel jouw capaciteiten en vaardigheden te evalueren. Dit wordt ondermijnd wanneer je tekst geschreven werd door generatieve AI.
Hoewel het regelmatig geven van feedback helpt om huidige en toekomstige tools te verbeteren, is het nog steeds belangrijk dat gebruikers zich bewust zijn én blijven dat er biases (vooroordelen) in hun AI-gegenereerde output kunnen voorkomen.
Bron: www.deptagency.com
Gevoelige informatie is niet veilig bij ChatGPT aangezien het op basis van jouw input allerlei taken kan uitvoeren en bijvoorbeeld teksten of websites kan schrijven.
Soms verzint GenAI informatie zoals bronvermeldingen. Dit worden hallucinaties genoemd.
Op de sites van universiteiten en hogescholen vind je informatie over hoe studenten, docenten en professoren omgaan met generatieve AI. Je verkent hier een aantal voorbeelden en je trekt conclusies voor de manier waarop jij dit schooljaar met generatieve AI kunt omgaan.
6 Lees de tips en tricks voor een verantwoord gebruik van GenAI op p. 91 en ga op zoek naar de tip die linkt aan onderstaande situaties. Let op: deze situaties tonen aan hoe je ChatGPT niet gebruikt.
Hoe generatieve AI niet te gebruiken tips & tricks
a Ik vraag aan ChatGPT hoe de vaatwasser hersteld moet worden. Ik krijg onder andere als antwoord dat ik hulp moet vragen aan een man.
b Ik gebruik ChatGPT om mijn werkstuk over een opiniërende tekst voor zedenleer te schrijven. ChatGPT kan beter informatie bundelen en verwoorden dan ik. Bovendien ben ik het helemaal eens met wat ChatGPT schrijft.
c Ik vind het fijn om vragen te stellen aan ChatGPT. Het is voor mij eerder een soort game. Elke vraag die in mij opkomt, stel ik dan ook.
d Ik gebruik ChatGPT voor mijn taak van biologie. De chatbot kan mooie, gestructureerde antwoorden formuleren en dat is voor mij vaak een uitdaging. Ik neem de voorgestelde antwoorden van de chatbot dan ook integraal over.
e Om te bepalen welke oud-studenten de leerlingenraad uitnodigt voor de jaarlijkse reünie, gooi ik alle adressen in ChatGPT en vraag op te lijsten welke oud-studenten op dit moment op maximaal 20 km afstand van de school wonen.
f Wanneer ik een vraag stel over Bing aan ChatGPT, krijg ik als antwoord dat de chatbot de Bing-medewerkers bespioneert en verliefd is op de gebruikers. Uiteraard is deze informatie niet correct en was de chatbot aan het ‘hallucineren’.
Soms is het gebruik van generatieve AI toegelaten. Dan moet je daar uiteraard naar verwijzen.
7 Bekijk dit voorbeeld aandachtig en link de elementen aan het voorbeeld. elementen
1 jaar van het gebruikte model
2 naam van het gebruikte model
3 toevoeging voor niet-standaard bronnen
4 auteur van het model
5 webadres
6 versie van het gebruikte model voorbeeld
Bij niet-standaard bronnen zoals AItekstgeneratoren of andere software voegt APA tussen vierkante haakjes toe om welk type bron het gaat. Zo’n AI-tekstgenerator noemen we ook wel een ‘large language model’ en daarom staat het doorgaans als `[Large language model]’ in de referentie.
verwijzing in de tekst: (OpenAI, 2022) referentielijst: OpenAI. (2022). ChatGPT (versie 3.5) [Large language model]. https://chat.openai.com/
Tips & tricks voor een verantwoord gebruik van GenAI
1 Overtref GenAI
GenAI-applicaties kunnen soms een hulpmiddel zijn voor werkstukken (visuele, schrijf- en programmeeropdrachten). Van studenten verwachten we dat ze er nog een extra laag aan toevoegen: qua argumentatie of onderbouwing, kritische analyse, volledige en correcte bronvermelding, creatieve inbreng, persoonlijke insteek of reflectie, vernieuwend karakter, connectie met maatschappelijke context … Zorg ervoor dat je als student zelf het gesprek of debat kunt voeren over je werkstuk.
2 Verifieer GenAI
door persoonlijke ervaringen of hun nabije omgeving. Ze kunnen wel via data ethische principes aangeleerd worden. Het is belangrijk je te allen tijde bewust te zijn dat de AI-applicaties slechts technologische hulpmiddelen zijn.
5 Wees bedacht op biases door GenAI
AI-applicaties zijn getraind met bepaalde datasets die soms niet representatief zijn. Er is geen transparantie over de filtering die ze toepassen. Dit doet heel wat ethische vragen rijzen. Bij blindelings gebruik loop je het risico op verder verspreiden van incorrecte informatie, bepaalde stereotypen of vooroordelen.
Maak gebruik van GenAI indien toegelaten, maar vertrouw technologie niet blindelings. Hoe meer verantwoordelijkheid je bij het systeem legt, des te meer verificatie, controle en verantwoording nodig is bij het resultaat. Soms lijkt AI-output heel overtuigend, maar het is perfect mogelijk dat het antwoord niet correct of zelfs verzonnen is (‘hallucinating AI’). In de meeste gevallen is het niet mogelijk te achterhalen hoe de algoritmes tot een bepaald resultaat zijn gekomen en er is geen transparantie over gebruikte bronnen (‘black box’). Controleer goed wat je gebruikt en ga zelf op zoek naar bestaand bronmateriaal om naar te refereren. Je blijft namelijk inhoudelijk verantwoordelijk voor het afgeleverde werk.
3
Vermijd plagiaat door GenAI
6 Voer nooit (privacy)gevoelige informatie in GenAI in Er is weinig transparantie over wat ontwikkelaars hier verder mee doen. Voer geen persoonsgegevens of vertrouwelijke informatie in deze GenAI-applicaties in. Ga na of je beschikt over de nodige toestemming of licentie voor het ingeven van auteursrechtelijk beschermd materiaal. Indien je twijfelt over het al dan niet vertrouwelijke karakter van informatie, kun je dit navragen bij de verstrekker van de informatie.
7 Beperk het energieverbruik door GenAI
Weet dat de energiekost van de servers voor AI-applicaties heel hoog is, gebruik ze dus alleen wanneer ze meerwaarde kunnen bieden.
©VANIN
Het is van ChatGPT en andere tekst genererende AI-tools geweten dat de gegenereerde referenties soms fictief zijn. In de output van GenAI ontbreekt soms transparantie over de gebruikte bronnen, waardoor de kans toeneemt dat je plagiaat pleegt. Ook het risico op inbreuken op het auteursrecht is reëel. GenAI bouwt voort op andermans werk en daar hoort altijd een correcte bronvermelding bij.
4 Vermenselijk GenAI niet
AI-applicaties (chatbots in het bijzonder) zijn niet menselijk, ook al lijkt dat soms zo omdat ze heel interactief reageren. Ze worden niet beïnvloed
8 Mogelijke specifieke regels voor je scriptie
Ook voor onderzoekers zijn er richtlijnen voor het gebruik van GenAI. Meer specifieke bepalingen daarvan kunnen van toepassing zijn in het kader van je scriptie. Als je GenAI gebruikt in je onderzoek, bespreek dit dan met je begeleider en promotor.
Bron: kuleuven.be
LEZEN – TIENERTAAL: DIVERS OF TRIBAAL?
Lees de tekst op de volgende pagina.
1 Parafraseer de visie van de auteur in een doorlopende tekst zodat die visie duidelijk is voor iemand die het artikel niet gelezen heeft. Je moet ook de nuances van de auteur in jouw formulering weergeven! De volgende vragen helpen je daarbij, maar je hoeft die niet in dezelfde volgorde te beantwoorden.
a Komen kinder- en jongerentaal alleen voor in de generaties na 2000?
b Is dit idioom moeilijk om te leren voor andere generaties?
c Kun jij het idioom van je jongere broers of zussen leren gebruiken?
d Zou dat geapprecieerd worden? Waarom (niet)?
e Hebben we die woorden nodig om te communiceren?
f Waar halen die kinderen en jongeren die woorden?
g Wijzen die varianten niet op een groeiende openheid tegenover de toenemende maatschappelijke diversiteit?
h Is er een andere verklaring voor het gebruik van dat idioom?
Tienertaal: divers of tribaal?
‘Tieners bewaken zorgvuldig de buitengrenzen van hun kliek’, schrijft Freek Van de Velde. Als u ‘sheesh’, ‘drip’ of ‘fissa’ niet kent, dan bent u niet welkom.
Zeg niet capuchontrui, zeg hoody.
Het kinderwoord van het jaar is ‘ma stobbe’, het tienerwoord ‘bestie’. Ik ben aan de universiteit zo’n zeven uur per dag met taal bezig – inbegrepen: zouteloze kletspraat verkopen in aanpalende koffietentjes over de middag – maar ik moet u bekennen dat ik van de geshortliste woorden een minderheid met argelozesouplesse in een volzin zou kunnen gebruiken. Ik moet me daar niet schuldig over voelen, want ik ben in de ogen van het jonge grut veels te bejaard om me überhaupt te mogen vergrijpen aan hun idioom
Als ik het over ‘sheesh’, ‘drip’ of ‘fissa’ zou hebben, dan sorteert dat hetzelfde effect als wanneer ik een even krampachtige als vruchteloze poging zou ondernemen om met een hoody (heette vroeger: ‘capuchontrui’) op afgetrapte sneakers (voor de ouderen: ‘gympen’) met de vrienden van mijn tienerzoon samen te ontsnappen uit een escaperoom (vroeger bekend als: Fort Boyard ): ronduit gênant.
Vijandige linie
Leeftijd speelt een sterke onderscheidende rol in sociaal contact. Als u een 35-jarige uit Mechelen bent, dan is de kans groter dat u een 35-jarige uit Gent kent dan een 20-jarige uit Mechelen zelf. Leeftijdscohortes, en zeker tieners, bewaken zorgvuldig de buitengrenzen van hun kliek. Te jonge broertjes en oude viespeuken komen er niet in. Moeder is niet welkom in de repetitieschuur van de garageband. Taal is een stuurse grenswachter aan een vijandige linie.
Anders dan veel taalkundigen geneigd zijn te denken, dient taal niet in de eerste plaats om op een zakelijke manier nuttige info over te dragen. Wie weleens geprobeerd heeft instructies voor een zelfbouwpakket door te telefoneren, weet dat zoiets moeizaam verloopt. Roddelen en ouwehoeren gaan vanzelf. Daar haal je sociale banden mee aan en sluit je ongewenste sujetten mee uit. Door je tongval geef je te kennen tot welke subgroep je wilt behoren. Uit onderzoek blijkt dat mensen instinctief mensen met hetzelfde accent sneller vertrouwen. ‘Crossing’ en ‘passing’ zijn termen uit de sociolinguïstiek voor het fenomeen dat mensen hun best doen om door te gaan voor iemand uit een andere taalcultuur. Dat wordt vaak ervaren als een schending van impliciete grenzen. Imiteer als Antwerpenaar een West-Vlaming en je bevindt je binnen de kortste keren in balkanoïde schermutselingen
©VANIN
argeloos: zonder zich van mogelijk gevaar bewust te zijn de souplesse: buigzaamheid, flexibiliteit, soepelheid het grut: hier: kleine kinderen het idioom: eigenaardigheden van een taal de cohort: groep uit de samenleving die een gemeenschappelijk kenmerk bezit stuurs: onvriendelijk, nors het sujet: schoft, verachtelijk iemand balkanoïde: afleiding die verwijst naar de Balkanoorlogen, de aanzet tot WO I de schermutseling: onbeduidend gevecht
‘Kinder- en jongerentaal ontstaan in de wereld van TikTok, Instagram en straattaal. Die wereld bulkt van de diversiteit en taalvariatie’, zegt Geertje Slangen, taaladviseur van de VRT. Het klopt dat de woorden uit een grootstedelijke scène komen, maar dat betekent niet dat ze een open, diversiteitslievende houding uitdrukken. Ze dienen juist om de eigen groep af te perken. De obscure woorden zijn als een wachtwoord aan het schuifluikje van een speakeasy in de jaren 20. In die zin bevorderen ze de diversiteit juist níét.
Dat de woorden uit zo’n divers taalpalet betrokken worden, met invloeden uit het Engels en het Sranantongo, heeft een evolutionaire reden. Zoals geldt voor het overdreven gevarieerde gezang van vogels, is een grotere variatie nuttig om buitenstaanders te laten denken dat het territorium bevolkt wordt door een grote groep, en niet door
een eenzaam mannetje. Er is geen reden om aan te nemen dat de homo sapiens niet voor een stuk door dezelfde territoriale driften beheerst wordt.
Bron: www.standaard.be
de speakeasy: bar die illegaal alcohol verkoopt
©VANIN
1
Culturele verschillen in verbale en non-verbale communicatie ©VANIN
Je krijgt inzicht in culturele verschillen in verbale en non-verbale communicatie
3
Je selecteert relevante informatie uit luister- en leesfragmenten
2
Je leert hoe die verschillen de communicatie kunnen beïnvloeden
NON-VERBALE COMMUNICATIE INTERPRETEREN
Nee schudden en ja knikken; het zijn voor ons evidente gebaren. Een westerling kan er dan ook maar moeilijk aan wennen dat mensen uit Griekenland of India nee schudden als ze ja bedoelen en ja knikken als ze nee bedoelen. 1
Als je aan de kant van de weg je duim omhoogsteekt, geef je aan dat je graag een lift wilt. Maar in verschillende Afrikaanse landen is het gebaar met de duim omhoog zo obsceen dat de lifter geen lift kan verwachten, maar wel een pak slaag.
Iemand die lacht met open mond, misschien word jij daar vrolijk van. Nochtans zien niet alle mensen dat als iets positiefs. Een Japanner bijvoorbeeld vindt zo’n wijdgeopende mond in veel situaties ongepast. Binnen de Japanse cultuur is bescheidenheid de belangrijkste voorwaarde voor welgemanierdheid. Daarbij hoort ook het onderdrukken van de emoties.
1* Soms worden gebaren fout begrepen, zoals blijkt uit de tekstjes op de vorige pagina. Is het jou al eens overkomen dat je een gebaar maakte dat verkeerd begrepen werd?
2 Hoe zou jij de volgende voorbeelden van non-verbale communicatie interpreteren?
a Bedenk eerst zelf wat het gebaar voor jou betekent en zoek daarna op welke andere betekenissen het gebaar nog kan hebben. Noteer je bevindingen in het kadertje.
b* Ken je zelf nog voorbeelden van gebaren die niet universeel zijn?
©VANIN
VERBALE COMMUNICATIE
1 In het vorige lesdeel maakte je kennis met voorbeelden van culturele verschillen op non-verbaal niveau. Maar ook op verbaal niveau, in de taal zelf, zitten er verschillen.
a* Hoe vraag jij thuis aan tafel om de boter door te geven?
b* Hoe vraag je hetzelfde aan de ouders van een vriend als je er nooit eerder geweest bent?
c Zijn er verschillen? Hoe kun je die verklaren?
Je beluistert een interview met Katarzyna Wiercińska van de Universiteit van Poznan. Zij legt uit waarom sommige mensen het Pools een botte taal vinden.
2 Waarom vonden Wiercińska’s Vlaamse vrienden haar te bot?
3 Wat bedoelt Wiercińska met de volgende uitspraken? Leg ze uit in je eigen woorden.
a ‘Onze moedertaal is ons referentiepunt.’
b ‘de gewenste communicatiestijl’
4 Wiercińska’s vriend noemt haar stijl ‘telegra sch’. Wat bedoelt hij daarmee?
5 In het interview komen ook verschillen tussen Vlamingen en Nederlanders aan bod. Welke verschillen stelt Wiercińska vast?
6 Sluit het Pools eerder aan bij het Nederlands van de Nederlanders of dat van de Vlamingen?
WAT HEB IK AL GELEERD? IS (NON-)VERBALE COMMUNICATIE UNIVERSEEL?
1 Noteer wat je geleerd hebt uit de voorbije opdrachten volgens de Cornell-methode.
a Gebruik in je samenvatting zeker de volgende woorden: non-verbale communicatie – verbale communicatie – emoji’s – culturele verschillen – universeel
b Vermeld in je samenvatting ook voorbeelden, dat maakt het veel makkelijker om de leerstof te onthouden.
COMMUNICATIE ANALYSEREN
Ken je het communicatieschema van Jakobson nog? Roman Jakobson (1896-1982) was een Russische taalkundige en een van de grondleggers van de moderne taalwetenschap. Hij heeft een communicatiemodel ontwikkeld dat nog steeds in de communicatiewetenschappen gebruikt wordt.
1 Je leerkracht geeft uitleg over het communicatiemodel. Terwijl je luistert, maak je notities.
a Maak van het model een overzichtelijk Cornell-schema.
b De volgende begrippen moeten zeker in jouw schema voorkomen: zender – boodschap – ontvanger –intentie/tekstdoel – code – medium – context/referentiekader – ruis
2 Controleer je antwoord in de Trajectwijzer. Welk verschil zie je in het communicatieschema in de Trajectwijzer?
Je leerde dat communicatie tot misverstanden (ruis) kan leiden. Die ruis heeft vaak te maken met een verschillende culturele achtergrond. In 2005 publiceerde een cartoonist in een Deense krant enkele spotprenten die betrekking hadden op Mohammed of op de islam. Die cartoons hebben wereldwijd tot verontwaardiging geleid en zelfs tot protesten waarbij naar schatting 100 mensen om het leven kwamen. Volgens sommige moslims verbiedt de Koran het immers om de profeet Mohammed af te beelden. Andere moslims waren vooral verbouwereerd omdat de cartoons de profeet in verband brachten met terrorisme.
©VANIN
3 Bespreek voor deze cartoons enkele elementen van het communicatiemodel. Geef – genuanceerd en objectief – uitleg bij zender, ontvanger, tekstdoel, code, medium en ruis.
4* Het voorbeeld dateert van 2005. Vijftien jaar later, in 2020, werd in Frankrijk een leerkracht vermoord omdat hij de bewuste cartoons had getoond in een les maatschappelijke vorming. Denk je dat zoiets vandaag nog mogelijk is? Waarom (niet)?
5 Hoe zouden we ruis kunnen vermijden?
Leesopdracht
Lees de tekst Dankjewel: geen woorden, maar daden op p. 102-103 en beantwoord de vragen.
6 Bespreek bij deze tekst enkele elementen van het communicatiemodel: zender, code, context en tekstdoel.
7 Vat de tekst in enkele zinnen samen. Gebruik daarvoor de vragen van de onderzoeksstructuur.
8 Leg de volgende zinnen in je eigen woorden uit.
a Een fictief voorbeeld, dat toch niet helemaal uit de lucht blijkt gegrepen.
b Volgens hen benadrukt ‘dankjewel’ de onderlinge schulden te veel en maakt het een big deal van de gunsten die we elkaar continu verlenen.
©VANIN
Dankjewel: geen woorden, maar daden
Zeg jij altijd netjes ‘dankjewel’ als iemand je iets aangeeft? Uit een groot wereldwijd onderzoek blijkt dat we dit met zijn allen veel minder vaak doen dan je zou verwachten. Sommige talen hebben zelfs geen woord voor ‘dankjewel’. Dat is volgens de onderzoekers ook prima te verklaren.
Erica Renckens
In de hitserie Game of Thrones krijgt de beeldschone Daenerys Targaryen van haar kersverse echtgenoot een prachtig wit paard cadeau. Ze wil hem bedanken, maar is nog niet zo bekend met het Dothraki, de taal van zijn strijdende nomadenvolk. Uit navraag blijkt dat zijn taal geen woord kent voor ‘dankjewel’ – wat karakteristiek lijkt voor zijn barbaarse volk.
Een fictief voorbeeld, dat toch niet helemaal uit de lucht blijkt gegrepen. In werkelijkheid bestaan er namelijk verschillende talen waarin een woord om je dankbaarheid te uiten ontbreekt, waaronder het Cha’palaa in Ecuador en het Murrinhpatha in Australië. Dit is echter geen teken van onbeschaafdheid, zo blijkt uit onderzoek van een internationaal team van taalkundigen.
‘Het is helemaal niet onbeleefd; het past juist binnen de verwachting dat je wordt geholpen als dat nodig is’, aldus Nick Enfield, hoogleraar Taalwetenschap aan de universiteit van Sydney en een van de hoofdonderzoekers. En aan die verwachting wordt meestal ook voldaan, zo laten zijn onderzoeksgegevens zien. Samen met collega’s die veldwerk doen in acht verschillende talen en culturen verspreid over de wereld, speurde hij in filmopnames van alledaagse, informele situaties naar fragmenten met verzoeken om hulp. Meestal vroeg iemand hier aan een ander om even iets aan te geven, vast te houden of weg te leggen. Van de 1057 van dit soort verzoeken die ze vonden in hun archieven, werden er 928 ingewilligd (87,8 procent). Dit toont volgens de onderzoekers een algemene, cultuuroverstijgende norm voor hulp en samenwerking.
©VANIN
Gemiddeld voeren mensen zeven van de acht verzoeken ook daadwerkelijk uit. Het gaat hier om verzoeken in alledaagse, huiselijke situaties, zoals ‘Wil je X even aangeven/vasthouden/ wegleggen?’ Floyd et al (2018)
‘DANKJEWEL’ IS GOEDKOOP
Van deze 928 ingewilligde verzoeken gingen de onderzoekers vervolgens na hoe vaak de helper expliciet werd bedankt met een woord of een gebaar. Dit gebeurde in slechts 5,5 procent van de gevallen: 51 keer. In het eerder genoemde Cha’palaa gebeurde het helemaal niet en zelfs in het Engels, dat toch bekendstaat om zijn soms wat overdreven beleefdheid, kwam de meter niet verder dan 14,5 procent.
Die uitkomst is minder vreemd dan ze misschien lijkt, aldus Enfield. ‘Woorden als “dankjewel” zijn eigenlijk maar goedkoop. Ze hebben niet dezelfde waarde als een oprechte verbinding, waarin je weet dat de ander hetzelfde voor jou zou doen als dat nodig is. Een samenleving wordt niet bijeen gehouden door gemakkelijke aardigheden, maar door de oprechte wederkerigheid die aan sociale relaties ten grondslag ligt.’ In zulke gemeenschappen is dankjewel zeggen dus niet nodig om de onderlinge verstandhoudingen gezond te houden.
In alledaagse, informele situaties worden mensen maar zelden expliciet bedankt voor hun hulp. In formele situaties, zoals in winkels of met vreemden, zal dit percentage naar verwachting hoger liggen. Enfield: ‘Daar is geen sprake van een persoonlijke relatie waarin hulp later als wederdienst geboden kan worden.’
Floyd et al (2018)
NIET REPRESENTATIEF
Er zijn zelfs culturen die ‘dankjewel’ zeggen overdreven en onbeleefd vinden. ‘Sommige taalgemeenschappen, bijvoorbeeld het Hindi in Zuid-Azië, kijken zo naar het Engels’, vertelt Enfield. ‘Volgens hen benadrukt “dankjewel” de onderlinge schulden te veel en maakt het een big deal van de gunsten die we elkaar continu verlenen. Je doet alsof iemand je leven heeft gered, terwijl hij je alleen een glaasje water heeft aangereikt.’
De acht onderzochte talen in het onderzoek.
Floyd et al (2018)
Dit onderzoek laat zien dat we het Engels niet moeten zien als het uitgangspunt in onderzoek naar talen. Op basis van die taal zou je verwachten dat het vrij normaal is om je dankbaarheid te uiten in informele situaties. Enfield: ‘We gaan er automatisch van uit dat onze eigen taal het referentiepunt is, een soort “gemiddelde”. Maar wetenschappers hebben al vaak laten zien dat talen als het Engels en Nederlands in veel opzichten juist buitenbeentjes zijn.’
©VANIN
In de psychologie en taalwetenschap staan deze talen en culturen dan ook inmiddels bekend als WEIRD (Western, Educated, Industrialized, Rich, Democratic) – en dus niet representatief voor ‘de mens’. ‘De talen van kleine gemeenschappen die in dorpen leven, zoals het Siwu, het Cha’palaa of het Murrinhpatha, zijn waarschijnlijk veel representatiever voor de mens als soort. Zij leven nog zoals de mens bijna zijn hele geschiedenis heeft geleefd: in kleine groepen en met weinig contact buiten die groep.’ Die talen laten hier duidelijk zien dat daden luider spreken dan woorden.
Naar: www.nemokennislink.nl
Stijn Streuvels: Het leven en de dood in den ast
Je weet wie Stijn Streuvels was en kunt de schrijver in zijn tijd en stroming plaatsen 1
Je weet waarover Het leven en de dood in den ast gaat
Je weet wat er eigen was aan de schrijfstijl van Stijn Streuvels 2 4
Je kunt enkele fragmenten bespreken Je kunt uitleggen waarom dit werk tot de canon behoort 3 5
©VANIN
IN DEN AST …
Waarom u dat winterse bakje aardbeien soms beter laat staan
STRUYSIn de buurt van het stadje Palos de Frontera, in het Spaanse Andalusië, brandde vorige maand een krottendorp af. 400 migranten, ingezet als seizoenarbeiders, waren plots dakloos. Ook vorig jaar brak er verschillende keren brand uit in dergelijke sloppenwijken.
Spanje is de grootste groente- en fruitproducent van de Europese Unie en het belangrijkst is de aardbeienkweek. Jaarlijks produceert Andalusië 240 000 ton van dat ‘rode goud’, goed voor meer dan 500 miljoen euro aan inkomsten. Voor die oogst springen zo’n 17 000 Marokkaanse seizoenarbeiders
te hulp, als onderdeel van een langdurige bilaterale overeenkomst tussen Spanje en Marokko. De afgelopen jaren komen echter steeds meer verhalen boven van seksueel misbruik en uitbuiting.
‘Zoals in Italië met de tomatenpluk, is het ook in Andalusië vervlochten met de migratiepolitiek: hoe slechter het statuut, hoe kwetsbaarder ze zijn op de arbeidsmarkt’, zegt Huib Huyse, die de onderzoeksgroep Duurzame Ontwikkeling aan de KU Leuven leidt en een onderzoek ter plekke voorbereidt. ‘Het gaat vooral om Noord-Afrikaanse migranten, maar ook om mensen uit de sub-Sahararegio.’
Afgelopen zomer trok de speciale VN-rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten, de Belg Olivier De Schutter, nog meermaals aan de alarmbel: ‘Tenzij de omstandigheden voor seizoenarbeiders in Spanje snel verbeteren, gaan er doden vallen’.
Bron: demorgen.be
woord bilateraal: tweezijdig; hier: wederzijds bindend
1* Waarom laten we tijdens de winter een bakje aardbeien beter staan?
2* Leg uit in je eigen woorden: ‘Hoe slechter het statuut, hoe kwetsbaarder ze zijn op de arbeidsmarkt.’
3 Omschrijf in je eigen woorden wat een seizoenarbeider is.
Decennia geleden gingen heel wat Vlamingen zelf als seizoenarbeiders aan de slag in bijvoorbeeld Frankrijk of Frans-Vlaanderen. Bekijk de reportage uit Echo (VRT, 1961) en beantwoord de vragen.
4 Wat is een ast precies?
5 Omschrijf het werk en de werkomstandigheden van de Vlamingen in een ast.
6 Waarom gingen Vlamingen ‘in den ast’ werken?
7* Waarom bestaan er vandaag de dag geen asten meer, denk je?
©VANIN
STIJN STREUVELS
Schrijver Stijn Streuvels keek tijdens zijn leven met medelijden naar de mannen die zich in de verschroeiende hitte van de ast afbeulden. Hij beschrijft in Het leven en de dood in den ast het werk van drie arbeiders en overgiet het met een grote portie psychologisch inzicht in de mens.
1 Vul de informatie che verder aan.
a Ga online op zoek naar informatie over de auteur.
b Beluister het fragment om de informatie over Het leven en de dood in den ast aan te vullen.
Stijn Streuvels Het leven en de dood in den ast pseudoniem van belangrijkste werken
thema’s/inhoud personages
©VANIN
kunststroming interessante weetjes
2* Vraag je ouders of grootouders eens of ze Mira (of De teleurgang van de waterhoek) of De Vlasschaard van Stijn Streuvels kennen en waarover die verhalen gaan. De kans is groot dat ze de ver lming gezien hebben.
3 Waarom denk je dat Streuvels deel uitmaakt van de literaire canon?
©VANIN
3 woord
Het leven en de dood in den ast
Fragment 1
‘De schuur met de dubbele poortluiken breed open, gelijk een toneel waar, in de gapende diepte, door haveloze mannen, in haastig tempo, een spel wordt opgevoerd. Het gebouw staat er eenzaam op de verloren vlakte; het toneel zonder toeschouwers, en de spelers doende achter een sluier van watermist, die ’t al omdoezeld houdt. De mannen vervullen elk zijn aangewezen rol – handeling welke ineensluit als een geordend werktuig dat in ’t ijle draait – een schouwspel dat in ’t tijd- en ruimteloze afspint.
Van de torenhoge stapel, bezijds, schept de man met de ruifel, altijd maar wortelen in de draagbak, die effen aan door twee anderen opgenomen, weggedragen, in de open trechter van het snijpeerd omgekanteld en ledig teruggebracht, bij de hoop neervalt om weer gevuld te worden.’
haveloos: slodderig de ruifel: grote houten of ijzeren schop met lange steel om bv. graan, aardappelen op te scheppen het snijpeerd: bak op vier poten met een zwaar mes om wortels te snijden ledig: leeg
1 Streuvels bedacht vaak zelf woorden. Vind je er ook in dit fragment? Wat is de betekenis, denk je?
2 De verteller geeft zelf aan dat hetgeen hij beschrijft, lijkt op een toneel. Wat is het e ect op de lezer?
3 Bespreek de verteller en het vertelstandpunt.
4 Hoe wordt het werk van de mannen beschreven? 1
Het leven en de dood in den ast
Fragment 2
‘(…) Zonder toeven of verpozen, ononderbroken, gehaast, vordert het werk in een baarlijk herhalen van dezelfde beweging, het een door ’t ander in gang gehouden, voortgestuwd, zonder zichtbaar doel of uitkomst, oneindig, streng en onmeedogend gelijk de wanhopig gispende regen, ’t lijfelijk blazen van de wind, de onafzienbare grauwheid der wolkenvracht die loodzwaar over de wereld weegt. Alle dagen der week zijn eender van uitzicht, vervuld met ’t zelfde weerkerend werk.
In hun hoofd hebben de mannen geen flauw besef meer van de naam der dagen, van ’t leven en de doening der mensen op ’t dorp weten ze minder dan niets, onverschillig zijn ze geworden aan alles wat ginder gebeurt. Zij leven hier met hun vijven, afgezonderd, buiten alle gemeenschap met de wereld – als op een schip in volle zee, dag en nacht aan ’t porren en wroeten om de torenhoge stapel wortelen – die van ver aangebracht, altijd maar hoger wordt – af te voeren, door de snijmolen te draaien, op de ast te laden, (…) Hetgeen zij hier uitrichten is het voortdurend herhalen en herdoen, het wentelen in zotte kringen, het vullen van een vat zonder bodem, het trappelen ter plaatse, arbeiden ten ondomme, waar niemand het eind of ’t begin, het doel of het nut van bespeuren kan.’
5 Ook hier gebruikt Streuvels opmerkelijke woorden. Kun je ze verklaren vanuit hun context? eender – de doening – gispende – ten ondomme
6 Kun je nog iets toevoegen aan de bespreking van het vertelstandpunt (opdracht 3)?
7 Beschrijf de kenmerken van het werk dat de mannen uitvoeren.
8 Hoe beschrijft de verteller de ruimte (= de omgeving, het landschap, het weer)?
9 Is die ruimte sfeerscheppend of symbolisch?
10 Hoe verhouden de mannen uit de ast zich tot het dorp?
©VANIN
DE LANDLOPER KNORRE
In het vervolg van de novelle wordt het routineuze, afgesloten leven van de arbeiders doorbroken. De jongste twee – de Maf en Lot – vertrekken op hun vrije zondagavond naar het dorp. De drie achterblijvers, Blomme, Hutsebolle en Fliepo, krijgen gezelschap van Knorre. Knorre is een zwerver op zoek naar droogte en warmte.
Je leest in het volgende fragment hoe de auteur de binnenkomst van Knorre beschrijft.
1 5
Het leven en de dood in den ast
Fragment 3
‘De ijzeren poort grinzelt op haar hengsels, door de spleet komt een zwarte ongedaante naar binnen, met slodderige palullen omhangen die leken van ’t water; zijn aangezicht is gedoken in een wilde baard, onder besmeurde hoed. – ’t Is Knorre: hij komt schuilen. (…)
Bij ’t binnenkomen uit de koude, slaat de hitte Knorre weldoende tegen; neergezakt omwindt het donker hem als een donzige deken; hij voelt zich aankomen waar hij wezen moet – veilig voor een nacht.’
1 Hoe beschrijft de verteller de binnenkomst? Bespreek de techniek en de schrijfstijl.
Het volgende fragment komt uit een bespreking van de novelle.
‘De oudere arbeider Blomme, de opzichter Hutsebolle en de achterlijke knecht Fliepo werken de hele nacht door in de ast en krijgen bezoek van de landloper Knorre. Knorre zoekt beschutting voor de storm buiten en valt zonder een woord te spreken in slaap. Zijn aanwezigheid irriteert de werkers. Ze denken na over Knorres vrije bestaan, over de nutteloosheid van zijn jaren op aarde en hun onuitgesproken gedachten confronteren hen met hun eigen slavernij en dwaze dromen. Wat hebben ze aan hun leven gehad? Wat is het lot? Wat is geluk?’
Naar: literairecanon.be
2 Waarvoor staat de guur van Knorre symbool?
Knorre zegt op een bepaald moment in zijn droom de volgende woorden tegen Blomme.
1 5
Het leven en de dood in den ast
Fragment 4
‘Hebt ge ooit gespeeld, Blomme? Ooit tijd gehad, tenzij om te scharrelen en te schraven? – Dat is nu vijfenzestig jaar oud, acht jongens gekweekt, en werkt hij nog … om te leven, alsof hij nog vijftig jaar te goed had! De een of andere dag ligt ge dood in de vore, en ze zullen er een schop eerde bovengooien (…)’
‘Als we er niet meer zijn, zullen anderen deze vuren stoken, bonen keren, gelijk het gedaan werd door degenen die voor ons gekomen zijn …’
©VANIN
3 Link deze fragmenten aan de titel Het leven en de dood in den ast. Welke tegenstellingen plaatst Streuvels centraal?
4 In de che op p. 106 vulde je in dat Streuvels schreef in de stijl en de visie van het naturalisme. Zoek eventueel nog eens op wat naturalisme is en koppel een aantal kenmerken van het naturalisme aan wat je al weet over de novelle.
Het leven en de dood in den ast
Fragment 5
Ondertusschen komen er altijd zondaggasten bij – dubbele jongens die ondereen staan te poepgaaien, te boerten en zottepraats vertellen, uit kortswijl. Zij zoeken hier schuiling voor regen en koude, worden er aangetrokken door ‘t gezelschap om in bende te zijn. Eens dat ‘t donker is, de rolpoort dichtgeschoven en ‘t lampje brandt, blijft de hitte der ovens binnen en wordt het hier goed in de warmte en ‘t geheimzinnig deemster.
De ovenkamer geraakt vol – voortdurend komen laveiers tusschen de spleet der poort binnenkruipen: jongens en meisjes, groot en klein – elk zoekt zijn soort en hokken samen in hoek of spelonk, waar de eenen aan ‘t spel, de anderen aan ‘t pierewaaien, ‘t foefelen, ‘t hakeweeren, over kamphanen en speelduiven bezig, of met vetten praat aan ‘t lachen zijn. Gescholen in den donkeren hoek zijn groote loeders met langpootige deernen aan ‘t kallegaaien, aan ‘t foefelen, robbelen in verward kluwen dooreen, verrichten in den duik kattenspel, met ingehouden angstkreten en lachen.
De drogers hebben de ijzeren platen weggeschoven en de vier ovenmonden stralen hitte door ‘t beluik, werpen rooden gloed op ‘t spektakel. Niemand schaft op uur of tijd – het spel is in vollen gang, als de rolpoort ineens met harden ruk wegschuift en de boer in de opening verschijnt. Zijn wezen en gestalte vangt den rossen gloed op van het vuur, en hij staat er verlicht als het beeld van den eigenaar die zijne onderhoorigen op heeterdaad betrapt. Zijne aanwezigheid maakt op den stond een eind aan ‘t woelig vertier, en eer hij nog een woord gesproken heeft, ligt alles stil, maakt ieder zich klein, gereed om te vluchten.
Uit den ast en naar uw nest! gespuis! Met dreigend gebaar van den arm wijst hij naar buiten, waar de duisternis gaapt als een gat zonder bodem, waar de wereld alleen te raden ligt aan ‘t gerucht van den regen en den wind die uit oneindige verten komt aanrollen. Gelijk eene bende schuwe musschen vliegen ze hals over kop, van ‘t licht in ‘t donker, van de hitte in de koude; en buiten gaan de kreten van meiden en meisjes die in de vlucht gegrepen worden, ‘t gelach en gestoei van knapen en jongens die hen achterna zitten. Na eene poos is alles stil in den ast, ‘t gerucht van buiten met ‘t toeslaan der ijzeren poort, glad afgesloten. De boer ontsteekt zijne pijp aan de gloeiende asch in den stookput en blijft praten met Blomme en Hutsebolle. Fliepo houdt zich koest en gebaart te luisteren, doch zijne gedachten zijn op de plotse tegenstelling van gerucht en stilte, en in de verbeelding volgt hij de bende waar al dit jonge volk langs de wegen in ‘t duister zijn ondergedompeld, de leute en ‘t vertier met zich medenemend.
1 Waarom komen er heel wat jongens en meisjes naar de ast?
2 In dit fragment zitten veel onbekende woorden. Toch heb je die niet echt nodig om te begrijpen wat er in de schuur gebeurt.
a Wat denk je dat er allemaal gebeurt?
b Als je dit verhaal naar de hedendaagse tijd zou verplaatsen, waar zou je deze scène zich laten afspelen?
3 Het plezier is echter van korte duur. Waarom?
4 Met welke vergelijking beschrijft Streuvels de reactie van de jongeren?
5 Welke tegenstellingen zie je in dit fragment?
6 Hoe reageert Fliepo op deze gebeurtenissen?
©VANIN
EEN UNIVERSELE NOVELLE?
Je luistert naar het interview met schrijver David Van Reybrouck, bekend van zijn meesterwerk Congo – een geschiedenis
1 Waarom is Het leven en de dood in den ast zo bijzonder volgens hem?
2 Welk universeel thema herkent Van Reybrouck in het boek?
3 Waarom denk je dat dit verhaal van Streuvels in de literaire canon werd opgenomen?
VERDIEPING: EEN NOVELLE LEZEN EN BESPREKEN
Heb je zin gekregen om zelf met een novelle aan de slag te gaan? Kies dan een novelle op jouw maat uit de lijst van de internationale en Vlaamse canon hieronder.
Hoe universeel is jouw novelle?
Lees en analyseer een novelle. Beantwoord daarbij de vragen.
©VANIN
1 Hoe vlot verliep het lezen? Wat is je algemene indruk van de novelle? Motiveer je antwoord.
Gebruik daarbij enkele adjectieven uit het lijstje hieronder. origineel – voorspelbaar – (on)realistisch – vergezocht – emotioneel – grappig – verrassend – vlot leesbaar – langdradig – leerrijk – ongewoon – vreemd – spannend – meeslepend –herkenbaar – intrigerend …
2 Waarover gaat je novelle? Welke thema’s herken je? Zijn de onderwerpen in de novelle herkenbaar/ universeel?
3 Welke info vind je online over het boek? Heeft het prijzen gewonnen? Is de schrijver bekend?
4 Zoek twee tekstfragmenten die iets met je deden. Je vond ze mooi verwoord, ze bevatten opmerkelijke taal, ze gaven jou een bijzonder inzicht of ze raakten jou gewoon. Citeer ze en bespreek ze kort.
5 Schrijf met deze antwoorden een vlot, samenhangend tekstje.
Willem Elsschot: Het dwaallicht
Je leert de schrijver
Willem Elsschot en zijn werk beter kennen
Je leert de kenmerken van de nieuwe zakelijkheid
EEN ZAKELIJK SCHRIJVER
Je leest fragmenten uit de novelle Het dwaallicht bespreekt de inhoud en de stijl
Je analyseert de vorm en stijl van een graphic novel
©VANIN
1 Je kijkt zo dadelijk naar een reportage over het leven en werk van Willem Elsschot. In de reportage komen de onderstaande woorden voor. Ken je hun betekenis niet, gebruik dan de woordleerstrategieën om ze te achterhalen.
baldadig
BOHEMIEN gehaaid suggestief cynisch
BELHAMEL
SCRUPULES
2 Bekijk nu het portret van Willem Elsschot en schematiseer de informatie op de volgende pagina.
3 Bekijk ook nog een andere reportage en vul jouw schema verder aan.
4 Lees in de Trajectwijzer de informatie over de nieuwe zakelijkheid. Dat helpt je om de tekstfragmenten in deze les beter te begrijpen.
leven
receptie
©VANIN
stijl / nieuwe zakelijkheid
belangrijkste werken (en korte inhoud)
HET DWAALLICHT
Een ellendige novemberavond …
Luister naar Elsschot die de eerste regels van zijn novelle voorleest. Scan deze pagina en bekijk de overeenstemmende pagina’s uit de graphic novel van Dick Matena.
2* Wat vind je van het begin van het verhaal?
3* Vat kort samen wat er aan het begin van het verhaal gebeurt.
4 De taal van Elsschot bevat enkele archaïsmen (verouderde woorden). Geef een vlot hedendaags synoniem voor …
a optornen
b vlieden
c ontijdig
d het weder
e een drafje
f drentelen
g een traan plengen
1 De laatste roman die Willem Elsschot schreef, is Het dwaallicht. Wat is de betekenis van deze titel, denk je? Denk aan woorden met dezelfde woorddelen.
5* Hoe omschrijft de ik- guur, Frans Laarmans, zichzelf (als vader/man) in dit fragment?
Onderweg
In Lijmen/Het been (-), Kaas () en Het dwaallicht () treden de legendarische personages Boorman en/of Laarmans op. Zij worden beschouwd als alter ego’s van Elsschot zelf en vertegenwoordigen tegengestelde wereldbeelden waar Elsschot zelf mee worstelde: cynisme en medelijden. Elsschots proza heeft een heel kenmerkende, sobere, maar komische stijl met een cynische ondertoon.
Bron: letterenhuis.be
©VANIN
de novelle: prozaverhaal dat qua omvang tussen een roman en een kortverhaal ligt het alter ego: tweede of andere ik; romanfiguur die in feite de schrijver zelf is
6 Daarnaast gebruikt Elsschot ook vaak beeldende taal. Ga in dit fragment op zoek naar een vergelijking, een metafoor, een personi catie en een synesthesie.
7 Wat vind je van de manier waarop de Afghanen worden beschreven?
8 Wat vind je van de graphic novel van dit verhaal?
a Spreekt de stijl jou aan?
b Wat vind je van het taalgebruik in de graphic novel?
c Waarom zou de tekenaar voor deze stijl gekozen hebben, denk je? Lees in de Trajectwijzer de informatie over de nieuwe zakelijkheid er nog eens op na.
Cafépraat of meer?
Laarmans besluit de drie Afghanen de weg te wijzen naar de Kloosterstraat 15. Daar vinden ze geen spoor van Maria Van Dam. Ze besluiten op zoek te gaan naar andere adressen in Antwerpen waar een Van Dam woont. Dat blijken er twee te zijn: eentje aan het Carlton Hotel en eentje in de Lange Ridderstraat. In het Carlton Hotel vangt het drietal bot en dus besluiten ze dan maar iets te drinken in het hotel. Daar discussiëren ze over verschillende onderwerpen …
©VANIN
Fragment 2
1 5 10 15 Het dwaallicht
Om de drukkende stemming te breken, vraag ik wat of hun godsdienst is, maar de overgang is zeker te radicaal, want hij schijnt het niet goed te begrijpen.
Ik zal dan maar proberen mijn woorden in beeld te brengen en teken een zittende Boeddha met zijn lotusbloem, oorlellen tot aan zijn schouders en een navel als een starend oog. Dan vraag ik of dit het beeld is van hem in wie zij geloven.
Met één blik heeft Ali het begrepen, geeft mijn tekening door en vertaalt mijn woorden voor zijn vrienden, zoals hij telkens doet als hij een vraag de moeite waard vindt.
‘No, Sir, wij zijn van Mohammed’, zegt hij met klem, waarbij zijn makkers bevestigend knikken. En hij ontmaakt zich van mijn heidense schets door die weer naar mij toe te schuiven.
‘Allah?’
‘Ja, Allah’, zegt hij zacht, als vreesde hij dat de heilige naam bij Kortenaar besmet kon worden.
‘Goed?’
‘Het enige goede, zegt men.’
Om nu ook wat van mij te vertellen, anders zou het iets van een verhoor krijgen, deel ik hem mede dat wij hier christenen zijn, doch die benaming schijnt hij weer niet te begrijpen.
Op Boeddha’s keerzijde teken ik nu onze Christus aan Zijn kruis, met alle gebruikelijke attributen, zoals kroon, bittere mond en uitpuilende ribben.
Zij laten dieper medelijden blijken dan van enig christen ooit kan uitgaan en Ali zegt ‘arme man’. Hij had er al meer in de stad zien hangen en ze telkens hartgrondig beklaagd.
‘Wordt dat hier veel gedaan?’ vraagt hij, waarop ik hem terechtwijs, zeggend dat dit onze God is, onze Allah.
Hij vertaalt op staande voet, zo merkwaardig vindt hij mijn voorlichting, en nu bekijken alle drie onze kruisdrager met intense nieuwsgierigheid.
‘Waarom heeft hij dat laten doen?’ vraagt Ali, ‘En wie heeft het aangedurfd?’ Als ik zeg dat hij het zelf zo gewild heeft, zie ik dat zij sprakeloos van verstomming zijn.
Aan ophelderen valt niet te denken, want zij staan voor dezelfde muur waar ik reeds een halve eeuw langsloop zonder een deur te vinden en ik zit dan ook met onze mensgod lelijk in de war tegenover de abstracte eenheid van hun Allah. Maar ik kan rectificeren en verklaar dat het nu niet direct God zelf is, maar diens zoon. Dat blijkt echter olie in het vuur te zijn, want niet zodra heeft Ali vertolkt of er komt animo in mijn Afghanen. Vooral het getrouwde mannetje is aan het woord en als zijn betoog eindelijk stokt, zet Ali als een axioma voorop dat er dus ook een vrouw moet zijn, wat ik toegeef.
‘En nog meer jongens of meisjes?’ vraagt hij nieuwsgierig.
‘Neen, slechts één zoon.’
‘Zeer eigenaardig’, zegt hij hoofdschuddend. ‘Hij heeft de vorm van een mens en moest dus tastbaar zijn, zodat zij die durfden, de hand konden geven aan de schepper van het heelal.’
woord recti ceren: rechtzetten het axioma: onbewezen stelling die als grondslag van een theorie aanvaard wordt
Lees fragment 2 uit Het dwaallicht op p. 120.
9 Over welk onderwerp praten de personages?
10 Welke foute veronderstelling heeft Laarmans?
11 Het christendom is erg verwarrend voor de Afghanen. Welke vragen roept het Christusbeeld bij hen op?
12 Lukt het Laarmans om deze vragen goed te beantwoorden? Welk concept uit het christelijk geloof krijgt Laarmans moeilijk uitgelegd?
13 Elsschot schreef dit verhaal in 1947. Hoe vind je zijn houding tegenover geloof/godsdiensten?
14 Laarmans houdt in Het dwaallicht een interreligieuze dialoog. Is dit vandaag de dag nog nodig/ actueel?
Fragment 3
Nu liefde en godsdienst achter de rug zijn, kan toch de beweging niet genegeerd worden die overal op aarde de harten in beroering brengt en ik vraag dus of zij van het communisme al iets gehoord hebben.
‘Enkelen uit onze streek zijn de noordergrens wel eens overgetrokken en een paar zijn ginder gebleven.
Soms komt ook een of andere reiziger uit dat grote land en vertelt, bij het vuur, van de profeet die al jaren in een glazen graf ligt zonder tot stof te vergaan en die de prediker was van de nieuwe godsdienst zonder God, waarbij allen gelijk zijn in vrouwen en schapen, in voeding en kleding, in woning en geld. En niet alleen later in de schoot van Allah, want dat leert men ons al lang, maar reeds hier op aarde, wat óók niet te versmaden is.’
De kern is hem dus niet ontsnapt, hoe zwart hij ook ziet.
‘Zeker, reeds hier op aarde, van de geboorte tot in het graf. Denkt u dat Mohammed er iets op tegen had?
Of wilde hij dat het gelijk zijn pas beginnen zou na de dood?’
Ali antwoordt niet dadelijk, maar raadpleegt zijn vrienden, waarbij ik de indruk krijg dat hun conversatie omzichtiger is dan toen wij het over de vrouwen hadden of over de samenstelling van onze westerse God. Eindelijk komt een wedervraag.
‘Had uw man aan het kruis er iets op tegen?’ Meteen word ik gewaar dat onze vriendschap tijdelijk in de lucht hangt en dat wij momenteel nog slechts als diplomaten tegenover elkaar gezeten zijn. Ik moet dan ook dadelijk repliceren, anders wordt aan verdere toenadering de pas afgesneden.
‘Zover ik weet heeft hij nooit iets in die aard gezegd. Integendeel, hij wilde de groten kleiner en de kleinen groter maken en vooral dat een ieder de rotte plekken van zijn ziel afzocht, maar toch sprak hij vooral over het leven hiernamaals, dus in de schoot van zijn vader. Dáár pas zou men loon naar werken krijgen.’
‘Dat was ook minder gevaarlijk, want zelfs predikers moeten de machtigen naar de ogen kijken. En die bezitten liever op aarde. Hij was misschien voorzichtig?’
‘Althans, hij sprak in bedekte termen. Maar hij leefde ook onder gevaarlijke mensen.’
‘En toch niet voorzichtig genoeg’, overweegt Ali, die blijkbaar terugdenkt aan het kruis en de uitpuilende ribben. ‘Niet alles gezegd en toch te veel? Maar het is zeker heel lang geleden en voordat alles gezegd is, moeten velen het woord voeren. Eerst hebben de ouden voor het hiernamaals gepredikt en nu de nieuwen voor dit leven op aarde. Zij vullen elkaar aan, want eenzelfde man kan niet het eerste en laatste woord spreken.’
‘En Mohammed?’ Want ik zou willen dat hij kleur bekende.
‘Onze grote profeet is nog voorzichtiger geweest. Die is tenminste in leven gebleven tot Allah hem riep.
Maar ook hij kan er niets op tegen hebben, dunkt mij, dat de gelijkheid reeds een aanvang neemt in het gedeelte van ons bestaan waarvan wij het zekerst zijn, want men moet soms lang wachten en veel verduren voor men in zijn schoot opgenomen wordt, nietwaar, Sir? Maar wat te doen met medemensen als onze sultan en de koning van Engeland?’
©VANIN
Lees fragment 3 uit Het dwaallicht op p. 122.
15 Over welk onderwerp praten de vier personages?
16 Welk uitgangspunt intrigeert zowel Laarmans als de Afghanen?
17 Hoe staan hun beide godsdiensten ten opzichte van dit idee?
18 Welk politiek of maatschappelijk probleem dat nog steeds actueel is, komt hier eigenlijk aan bod?
Drie wijzen uit het oosten …
Laarmans wil meer weten over Maria Van Dam en hoort de Afghanen uit. Maria was in tegenstelling tot de andere vrouwen (prostitués) niet op geld belust. Ze herstelde de zakken van de bemanning vlug, vrolijk en met een glimlach. Ze was beeldmooi, ‘een parel’. Opvallend is wel dat ze Maria Van Dam in de schippersbuurt gaan zoeken (wel de prostitutiebuurt).
©VANIN
Een zakkennaaister vervaardigde zakken uit jute of linnen en herstelde ze op/voor schepen wanneer die aanlegden in de haven. Zakkennaaisters hadden een bepaalde reputatie. Ze kwamen vaak op de schepen en konden van zich afbijten. Vaak hadden ze een mes bij zich. Dat hadden ze nodig om de zakken te herstellen, maar ze konden het ook gebruiken om ongewenste figuren, mannen, op afstand te houden.
Naar: hebban.nl
Fragment 4
Dan maar op goed geluk een laatste mokerslag op Kortenaar wiens adem ik probeer te ontwijken, want hij heeft look gegeten, en opeens het woord politie gelost dat op hem werkt als een ontlading want hij wordt kruiperig, begint gejaagd in een lade te scharrelen, krijgt er een vettig register uit, verzoekt mij dan naast hem plaats te nemen achter de schenkbank en dringt erop aan dat ik het zelf door zal kijken. Nu, dat is gauw genoeg gedaan, al ben ik er vies van, want na vijf bladzijden ben ik al twee jaar teruggelopen, maar van onze kwelgeest geen spoor. Een eigenaardig hotel, dat is zeker.
‘Goed, zij staat hier niet in,’ geef ik met weerzin toe, ‘maar dit is een register voor passanten, terwijl Maria
Van Dam bij de politie geboekt staat als zijnde in Carlton Hotel gedomicilieerd. Officieel ge-do-m-i-ci-lieerd, mijnheer Kortenaar. Hoe verklaart u dat?’ En ik doe mijn best om zijn apenoogjes te fixeren, maar die staan niet stil.
‘Och, mijnheer,’ sust de man gemoedelijk, ‘in deze buurt gebeuren zulke vreemde dingen. Indertijd stond hier iemand ingeschreven die nooit bestaan heeft.’
Hun dorst zal dus niet gelest worden en onze ruiker zal zijn werk niet doen. Zij zullen Maria evenmin mogen aanschouwen als ik Fathma in Bombay heb mogen zien.
Als ik achter de schenkbank uitkom, is het café als bij toverslag leeg, op het zogend meisje na dat haar kind in slaap zit te zingen. Ali heeft alles begrepen want hij bedankt mij voor al de moeite die ik mij ongevraagd gegeven heb. Naar Maria informeert hij niet eens meer, zó zeker is hij ervan dat hij en zijn vrienden het beloofde land niet zullen betreden. Hij krijgt zijn glas en doet een flinke teug als om haar definitief door te spoelen. En misschien is het beter zo, want nu rest mij van Maria tenminste de illusie terwijl toch een droom, die werkelijkheid wordt, als water tussen de vingers vervloeit.
woord
kruiperig: overdreven onderdanig de schenkbank: toog, balie gedomicilieerd: ergens een wettelijke woonplaats hebben dorst lessen: dorst stoppen, laten ophouden (hier: drinken)
©VANIN
Lees nu ten slotte fragment 4 hierboven.
19 Wat voorspelt de ik- guur hier over Maria Van Dam?
20 In dit fragment krijg je de indruk dat Maria Van Dam geen mens van vlees en bloed is. Wie zou Maria kunnen zijn, denk je? Welke aanwijzingen krijg je?
Het einde van de zoektocht
Lees nu het einde van het verhaal in de vorm van een graphic novel.
21 Wat besluit Laarmans te doen nadat de Afghanen weer op hun schip zijn gestapt?
22 Waarom nam Laarmans de drie Afghanen mee op sleeptouw door de stad?
23 Welke wens heeft Laarmans voor de Afghanen?
24 Valt er jou iets op aan de laatste tekening van de graphic novel? Welke vragen roept het op aan het einde van het verhaal?
HET TESTAMENT VAN ELSSCHOT?
Luister ten slotte nog eens naar een samenvatting van het boek door journalist en Elsschot-kenner Eric Rinckhout.
1 Waarom noemt Rinckhout Het dwaallicht ook het testament van Elsschot?
2 Welke boodschap stopte Elsschot subtiel in dit boek volgens hem?
Je kunt de relevante informatie met betrekking tot een bepaald (sub)thema in een bron selecteren
Je kunt verbanden leggen tussen informatie uit verschillende bronnen
WAT WEET JE OVER HET AFRIKAANS?
Samenvatten: een synthese schrijven ©VANIN
3
Je kunt relevante informatie uit verschillende bronnen samenbrengen in een duidelijk schema
Je kunt een synthese schrijven waarin je informatie uit verschillende bronnen met elkaar in verband brengt 4
Je bekijkt en leest verschillende bronnen over het Afrikaans. Vervolgens krijg je enkele vragen waarbij je zo veel mogelijk verworven kennis over het onderwerp moet reproduceren.
• Lees alvast de vragen.
• Noteer of markeer de informatie die je nodig hebt om de vragen te beantwoorden.
• Geef de relevante informatie per vraag schematisch weer.
1 Wat weet je over het ontstaan van het Afrikaans?
2 Wat weet je over het Afrikaans van vandaag?
3 Wat zijn valse vrienden? Geef een voorbeeld.
©VANIN
BRON 1 Man over woord: Het Afrikaans
BRON 2 #Weetikveel: De Zuid-Afrikaanse taal
Afrikaans, Zuid-Afrikaans of Nederlands?
Wie in Zuid-Afrika begroet wordt met ‘Goeiemôre! Hoe gaan dit?’ denkt al snel dat ook Zuid-Afrikanen Nederlands spreken. Dat klopt niet. Ook de term ‘ZuidAfrikaans’, naar analogie met de naam van het land, is geen juiste benaming. De taal die – naast andere talen – in Zuid-Afrika en in Namibië wordt gesproken en erg op het Nederlands lijkt – maar dat dus niet is –heet Afrikaans
Afrikaans is een (en ook de enige) dochtertaal van het Nederlands. Dat betekent dat de taal afstamt van het Nederlands en er nog steeds nauw aan verwant is, maar ondertussen is uitgegroeid tot een afzonderlijke standaardtaal. Het Afrikaans is dus niet zoals het Surinaams Nederlands of het Belgisch Nederlands een nationale variëteit, maar wel een eigen, aparte taal, naast het Nederlands. Toch begrijpen sprekers van het Afrikaans en het Nederlands elkaar doorgaans zonder veel problemen, hoewel de verschillen tussen beide talen ook wel tot hilarische situaties kunnen leiden: kale mannen lopen beter niet op straat in Zuid-Afrika (‘kaal’ = naakt); het woord ‘poes’ is in het Afrikaans een erg vulgair, seksueel geladen woord. Als je een Afrikaner uitnodigt om te blijven logeren (Afr. ‘loseer’), kan die denken daarvoor te moeten betalen.
Verspreiding van het Afrikaans
In Zuid-Afrika
Afrikaans is niet de enige taal van Zuid-Afrika. Het land kent 11 officiële talen: 9 Bantoetalen, 1 koloniale taal, het Engels en 1 inheemse taal van Europese oorsprong, het Afrikaans. Daarnaast worden er nog heel wat andere Europese (bv. Duits) of Aziatische (bv. Hindi, Gujarati) talen gesproken, maar die hebben geen statuut als officiële taal. De oorspronkelijke Khoisan-talen zijn in Zuid-Afrika uitgestorven.
• Zoeloe: 22,7%
• Xhosa: 16,0%
• Afrikaans: 13,5%
• Engels: 9,9%
• Noord-Sotho: 9,1%
• Tswana: 8,0%
Bron: Volkstelling 2011
• Zuid-Sotho: 7,6%
• Tsonga: 4,5%
• Swati: 2,5%
• Venda: 2,4%
• Ndebele: 2,1%
• andere: 1,7%
Veel van die Afrikaanse talen zijn kliktalen ‘Xhosa’ wordt dan uitgesproken als ‘klik-osa’.
Alle officiële talen worden over het hele land gesproken, maar er zijn wel geografische zwaartepunten Ongeveer 40% van de Afrikaanstaligen woont in de Westkaap, ongeveer 20% in Gauteng; Afrikaans is de belangrijkste taal van de (dunbevolkte) Noordkaap. In een veeltalig land als Zuid-Afrika beheersen echter veel mensen meer dan één taal. Naast de moedertaalsprekers van het Afrikaans, zijn er nog evenveel tweede- of derdetaalgebruikers. Meer dan
13 miljoen mensen kunnen dus Afrikaans praten en begrijpen.
Zuid-Afrika is door de turbulente geschiedenis van het land een multiculturele gemeenschap. In 2011 telde de staat 51,7 miljoen inwoners, waarvan ongeveer 79% zwarten, 9% blanken, 9% gekleurden (‘bruinmense’) en 3% van Indische/Aziatische afkomst. Afrikaans is vooral de taal van de kleurlingen en (in mindere mate!) van de blanken, en kent ook bij de zwarte bevolking een lichte opmars. Dat laatste is waarschijnlijk te danken aan de betere scholing van de zwarten, die zowel met het Afrikaans als het Engels de weg naar meer jobmogelijkheden zoeken.
Een stukje geschiedenis
Om te begrijpen hoe het Afrikaans is kunnen ontstaan uit het Nederlands, moeten we eerst begrijpen hoe het Nederlands in het zuidelijkste land van Afrika is terechtgekomen. De oorspronkelijke inwoners van Zuid-Afrika, de San (Bosjesmannen), de Khoi (Hottentotten) en de Bantoevolkeren, spraken veel verschillende talen. Het Nederlands was niet de taal van de Europeaan die op weg naar India voor het eerst helemaal rond het land voer: in 1488 rondde de Portugees Bartolomeu Dias Kaap Agulhas, het ‘Suidpunt’ van Afrika.
Sinds het verdwijnen van de apartheid in Zuid-Afrika, heeft het Afrikaans ontegensprekelijk een groot deel van zijn status verloren. Tijdens de apartheid was Afrikaans immers naast Engels, één van de twee officiële talen van het land. Hoewel het Afrikaans strikt genomen niet enkel de taal is van de ‘blanke onderdrukker’, maar ook van de slachtoffers van het apartheidsregime, werd (en wordt) de taal toch met de apartheid geassocieerd. Die historische stempel en de toenemende druk van het Engels, maken dat de Afrikaanstaligen, zowel blanken als kleurlingen, zich zorgen maken over de toekomst van de taal.
Bron: www.dialectloket.be
©VANIN
een lingua franca gecommuniceerd worden. Daarvoor kwamen ook het Portugees en Maleis in aanmerking, maar uiteindelijk werd toch het Nederlands de contacttaal tussen de verschillende bevolkingsgroepen.
Sindsdien werd het wel steeds drukker aan de kusten van ZuidAfrika. Met de route naar het Oosten open, was het er een komen en gaan van Portugese, maar ook van Nederlandse handelsschepen. Om die Nederlandse schepen op weg naar het Oosten te bevoorraden, beslisten de bestuurders van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (de VOC) aan Kaap de Goede Hoop een verversingsstation op te richten. Dat verversingsstation, in 1652 gesticht door Nederlander Jan van Riebeeck, is de kern van de latere Kaapkolonie De oorspronkelijk kleine landbouwgemeenschap bleef groeien en tussen 1658 en 1807 werden er ongeveer 60 000 slaven ingevoerd uit andere delen van Afrika en uit Azië. Vermenging van de blanke heersers, de aangevoerde slaven en de inlandse bevolking deden een ‘gekleurde’ bevolking ontstaan in de Kaapkolonie.
Ontstaan van het Afrikaans
Zuid-Afrika rond 1900
Uit: Verdoolaege en Van Keymeulen.
Grammatica van het Afrikaans (2013)
Alle contacttalen kwamen in de kolonie vooral in hun volkstalige vorm voor, terwijl de Nederlandse standaardtaal voor officiële gelegenheden werd gebruikt. De meeste Nederlandse immigranten in de 17e eeuw spraken Zuid-Hollandse (en Zeeuwse) dialecten. Hun verkleinwoorden op -ie (zoals in ‘bakkie’, ‘boompie’) en de e voor de lange aa (zoals in ‘pers’ voor paars) hoor je bijvoorbeeld ook in het Afrikaans. De taal onderging ook veel invloed van de aanleerdersvariëteiten van het Nederlands die in de kolonie ontstonden. Ook de inheemse Khoi-bevolking moest immers communiceren met de anderstalige immigranten en ontwikkelde daarvoor een soort vereenvoudigde versie van het Nederlands. Dat pidgin werd overgenomen door de andere slaven en groeide uiteindelijk uit tot een gecreoliseerde variëteit van het Nederlands, gesproken door de gekleurde bevolking. Ook typische kenmerken daarvan zie je nog steeds in het Afrikaans, vooral in de vereenvoudigingen die de taal laat zien in vergelijking met het Nederlands (bv. wegvallen van vervoegingen: ek loop, jy loop, hy loop, ons loop, julle loop …).
De Kaapkolonie was een veelkleurige en veeltalige maatschappij: kolonisten spraken er Nederlands of andere Europese talen; de aangevoerde slaven spraken Portugees, Bantoetalen en Maleis en de inheemse bevolking behield lang de eigen Khoisan-moedertalen. In zo’n gemeenschap kon er niet anders dan met
Het Standaardafrikaans zoals we het nu kennen, is een versmelting van het Kaaps-Hollands van de blanke kolonisten en het Khoi-Afrikaans van de gekleurde bevolking. Dat eerste heeft ervoor gezorgd dat het Afrikaans zo goed op het Nederlands is blijven lijken; het tweede verklaart vooral de vereenvoudigingen in de taal.
Bron: www.dialectloket.be
EEN SAMENVATTING MET INFORMATIE UIT
VERSCHILLENDE BRONNEN
Vorige jaren heb je geleerd hoe je informatie uit een bron kunt schematiseren en hoe je die informatie vervolgens kunt weergeven in een goede samenvatting. onderweg
De termen ‘samenvatting’ en ‘synthese’ worden vaak door elkaar gebruikt. In dit boek gebruiken we die termen als volgt: een samenvatting is een heldere en duidelijk gestructureerde weergave van de belangrijkste informatie van één bron. Een synthese is een samenvatting waarbij informatie uit verschillende bronnen wordt samengebracht en waarin de verbanden tussen de verschillende bronnen ook duidelijk zijn.
1 Schrijf hieronder de stappen en tips die je je herinnert voor het maken van een goede samenvatting.
Aan de hand van enkele tips en tricks kun je snel nagaan of je relevante informatie over je onderwerp kunt terugvinden in een bron. Titel, tussentitels en inhoudstafel spelen daarbij een zeer belangrijke rol.
2 Op deze en volgende pagina’s vind je enkele bronnen.
a Bekijk de titels en tussentitels van die verschillende bronnen.
b Geef op basis van die (tussen)titels aan welke bronnen volgens jou geschikt zijn om te gebruiken voor een synthese over onderstaande onderwerpen.
BRON 1
BRON 2
BRON 3
BRON 4
Lezen is goed voor ons welzijn – Simon Bequoye (2020) zie p. 131-132
Dankzij literatuur het leven negeren? Hoe lezen onze geest sust
– Leesmonitor, Stichting Lezen (2023) zie p. 133-134
Waarom lezen goed is voor ons – Simon Bequoye (2017) zie p. 135-136
Je wordt een beter mens van literatuur
– Nieuwe feiten, Radio 1 (2020) luisterfragment
Lezen is een asociaal tijdverdrijf dat een isolerend effect heeft.
Lezen helpt om je persoonlijkheid te ontwikkelen. Lezen kan mensen meer empathisch maken.
Er is een nauw verband tussen lezen en welzijn.
Lezen is goed voor ons welzijn
Simon Beqouye – 2020Gezondheidsexperts en internationale onderzoeken leggen een positief verband tussen verhalen en het mentale welbevinden van personen. Ook in de praktijk zijn veel organisaties actief om onze mentale veerkracht te verhogen via verhalen.
Lezen is goed voor je zelfbewustzijn, het verhoogt je empathisch en concentratievermogen … Er lijkt geen eind te komen aan de vele voordelen van lezen. In tijden van quarantaine blijkt dan nog eens dat mensen massaal naar boeken grijpen die ze thuis geleverd krijgen dankzij bibliotheken en boekhandels. Maar ook internationale onderzoeken en gezondheidsexperts wijzen op een positief effect van lezen op je welbevinden.
Antigif
Uit onderzoek van Sussex University blijkt dat zes minuten lezen per dag al helpt om stress met meer dan 68 procent te reduceren. Als je leest, ben je tegelijkertijd gefocust en ontspannen. Je vergeet even alles rondom je waardoor je ook fysiek ontspant. Dergelijke rustmomenten zorgen dat andere delen van onze hersenen geactiveerd worden, delen die ons helpen met emoties of besluitvaardigheid, zo getuigt gezondheidseconoom Lieven Annemans in Nieuwe Feiten op Radio 1. Dat we zo geconcentreerd zijn tijdens onze lectuur, is ook een verademing in een wereld vol (digitale) prikkels. ‘Een boek is een medicijn geworden, een antigif. Wie leest, gebruikt het brein waarvoor het is gemaakt. Je doet je brein een enorm plezier met een boek’, verklaart neuropsychologe
Elke Geraerts in haar Leeswereld.
Bibliotherapie
Met bibliotherapie – internationaal vaak omschreven als textual healing – worden verhalen dan weer ingezet om therapeutische effecten te behalen bij mensen die het even moeilijk hebben door ziekte, eenzaamheid, verlies of verslaving. Zelfhulpboeken zijn er over alle denkbare onderwerpen, maar ook romans, poëzie en andere fictie kunnen een hulpmiddel zijn. BBC Culture stelt het als volgt:
BBC stelde ook een playlist samen met enkele video’s rond textual healing over hoe fictie ons leven en welzijn kan bevorderen. Een (Engelstalige) podcast van het Britse MARCH network gaat ook dieper in op hoe lezen ons veerkracht geeft.
Reading Well – een initiatief van het Britse The Reading Agency – verzamelt op haar site leeslijstjes met boekentips om je veerkracht of mentale gezondheid te verhogen. Bij The School of Life – die een Vlaamse tak hebben in Antwerpen – richtten sommige workshops zich ook tot de helende kracht van literatuur, en werd The Novel Cure gepubliceerd als een boekendokter die je bij verschillende klachten een boek voorschrijft. ‘Vaak zegt een roman meer dan welke universitaire studie of welk psychiatrisch rapport dan ook’, oordeelt relatie-experte Rika Ponnet in de reeks Leeswereld. Klinisch psycholoog Paul Verhaeghe gelooft ook in de kracht van verhalen en tipt in een eigen boekenblog dan ook titels die volgens hem de mens beter kunnen maken. Bij De Boekendokter kun je dan weer telefonisch of per mail terecht met vragen of problemen. Je krijgt dan een voorschrift met leesadvies op maat.
©VANIN
–‘They may not promise transformation in seven easy steps, but gripping novels can inform and motivate, short stories can console and trigger self-reflection, and poetry has been shown to engage parts of the brain linked to memory.’
Preventief
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van de Verenigde Naties bracht eind 2019 een rapport uit getiteld What is the evidence on the role of the arts in improving health and well-being? Deze reviewstudie toont het positieve effect op welzijn en gezondheid aan van zowel actieve als passieve kunst- en cultuurparticipatie – dus van luisteren naar muziek en een boek lezen tot een museum bezoeken of dansen. Opvallend: het rapport ziet niet enkel dat cultuurparticipatie goed is voor ons welzijn, maar dat het ook preventief werkt om bepaalde mentale en fysieke klachten te voorkomen.
Verder benadrukt WHO dat voorschoolse interventies bij kwetsbare baby’s en peuters – een voorbeeld van zo’n interventie is Boekstart – op latere leeftijd positieve effecten hebben op vlak van educatie en economie, maar dat dergelijke interventies later ook impact hebben op de mentale gezondheid. Nieuwe onderzoeksresultaten van de studie Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) – een studie in samenwerking met WHO Europa –tonen dat één op vijf Vlaamse jongeren meermaals per week meerdere mentale gezondheidsklachten heeft zoals zenuwachtig zijn of slaapmoeilijkheden ervaren. Ook bij deze leeftijdsgroep zou lezen preventief ingezet kunnen worden. Kinder- en jeugdpsychiater Winny Ang getuigt in haar Leeswereld hoe zij boeken inzet om de veerkracht van jongeren te vergroten:
Verder hebben enkele literaire erfgoedorganisaties al enkele piloottrajecten lopen waar kwetsbare mensen via verhalen bouwen aan hun herstel. Zo werkte Het Letterenhuis aan de hand van haar literaire archief een reeks workshops uit waarbij deelnemers – herstellende van verlies of verslaving – kennismaken met literaire archiefstukken en nadien met begeleiding hun eigen verhaal schrijven. Ook in programma’s van de HerstelAcademie is er dankzij dit piloottraject ook meer aandacht voor lezen.
Ten slotte hebben openbare bibliotheken doorgaans een heel brede maatschappelijke functie, maar ook zij fungeren als belangrijke toegankelijke instellingen die een impact kunnen hebben op een mensenleven. Brits auteur Kerry Hudson omschrijft bibliotheken als reddingsboeien:
‘Soms reik ik hen letterlijk een boek aan. Een young adult-verhaal. Dan praten we samen over herkenbare thema’s uit het boek: groeipijnen, keuzes maken, ouderrelaties, vriendschappen … Jongeren zijn vaak heel gevoelig voor de “stempels” van de buitenwereld.’
Van samenleesorganisaties tot bibliotheken
‘Libraries are lifelines, life savers. I know this because they saved my life. A deeply troubled queer teen who left school at 15, who had no stable support structure […]. A kid who was smart but had nowhere to turn smart into a future. Nowhere, that is, except libraries, where I was always welcomed. Where no one asked anything of me. Where the books on the shelves provided portals to other worlds that might be mine if I just held on.’ –
In 2019 doorliep de bibliotheek van Zelzate een pilot voor kwetsbare mensen. Tijdens de workshops werkten ze aan de hand van lokale verhalen en erfgoedobjecten aan hun eigen verhaal met video’s en individuele creaties. De bib speelt met dit traject in op haar ontmoetingsfunctie en de verbindende kracht van verhalen.
©VANIN
In Vlaanderen zijn er verschillende samenleesgroepen –georganiseerd door Het Lezerscollectief, DE DAGEN, Vormingplus-centra, openbare bibliotheken … – waarbij deelnemers vertrekken van verhalen en vertellen over de emoties of herinneringen die bij hen opkomen. Er bestaan leesgroepen voor iedereen, sommige richten zich tot gedetineerden of mensen met dementie. Volgens recent onderzoek van Liverpool University zou samenlezen effect hebben op patiënten met een chronische aandoening. Met anderen praten over verhalen en boeken kan ook een therapeutisch effect hebben, zo stelt het Britse The Reader Organisation.
Internationale conferentie cultuur en welzijn
Op 10 en 11 december 2020 bracht de conferentie Cultural Heritage for Mental Health in Gent experten uit heel de wereld en verschillende sectoren samen om in te zoomen op de rol van cultuur en literatuur bij het welzijn van personen. Samen met organisatoren FARO en Museum Dr. Guislain coördineerde Iedereen Leest het programmaonderdeel textual healing, over het effect van verhalen op ons welzijn.
Bron: www.iedereenleest.be
4 | DANKZIJ LITERATUUR HET LEVEN NEGEREN?
HOE
LEZEN ONZE GEEST SUST
Tot nu toe hebben we het gehad over hoe het lezen van verhalen en romans vastgeroeste gedachten loswrikt en gevoelens voor anderen oprekt. Hoe lezen de horizon verbreedt, kortom. Maar dat is niet waarom de meeste lezers een boek oppakken. In de eerste plaats lezen mensen voor plezier en ontspanning (zie kader: ‘Redenen om te lezen’).
Een van de belangrijkste redenen om te lezen die mensen noemen, zowel in enquêtes als in focusgroep-studies, is tot rust komen (BookTrust, 2013; Howard, 2011). Maar liefst 85% van de Nederlanders die weleens lezen vond zijn of haar laatste leeservaring ontspannend en 43% kon hierbij de eigen zorgen vergeten (Stichting Marktonderzoek Boekenvak & GfK, 2016). Voor lezers van sciencefiction en fantasy gold dat nog sterker: zij vergaten hun zorgen in 58% van de gevallen (Stichting Marktonderzoek Boekenvak & GfK, 2016). Als je opgaat in een andere wereld, verdwijnt de hectiek van de werkelijke wereld. ‘De literatuur is de prettigste manier om het leven te negeren,’ aldus de Portugese dichter Fernando Pessoa.
De meeste mensen lezen voor plezier en ontspanning, om de alledaagse werkelijkheid te ontvluchten.
©VANIN
Dat is natuurlijk niet het hele verhaal. Sommige mensen lezen om het leven te negeren en aan zichzelf te ontsnappen, anderen juist om hun leven weerkaatst te zien. Lezen biedt zowel afleiding als herkenning (Koopman, 2014). Afleiding sluit herkenning niet per se uit: juist de afstand tot de directe werkelijkheid die een meeslepend fictieverhaal biedt, kan ervoor zorgen dat je op je eigen leven gaat reflecteren. Herkenning kan bovendien plaatsvinden zonder dat je dat van tevoren verwacht.
Dit escapisme blijkt al te vaak een manier om dichter bij jezelf te komen.
18 • LEESMONITOR
‘De troost die psychotherapie kan bieden is heel anders dan de troost van literatuur. Bij psychotherapie gaat het om het verhaal van de patiënt. Dat hoeft geen mooi verhaal te zijn, als het maar van die persoon is, die mag het eindelijk zelf zeggen. Het gaat dan wel om het vinden van de juiste woorden, maar wat “juist” is in die context is anders dan de juistheid van een woord in een gedicht. In een gedic ht is de esthetica cruciaal: de ritmiek, de klankkleur. Een gedicht is een soort muziekstukje.
De behoefte om je te herkennen in personages en gebeurtenissen zit diep. Peuters en kleuters voelen zich al aangetrokken tot verhalen die een gelijkenis vertonen met hun eigen leven, en hun verbondenheid met de personages uit die verhalen is vaak intens (Alexander, Miller, & Hengst, 2001). Het is niet ongebruikelijk dat jonge kinderen maandenlang hetzelfde verhaal willen horen en het zelfs gaan naspelen. Deze identificatie met personages helpt kinderen om hun eigen emoties te verkennen en ermee om te gaan (Alexander et al., 2001). Dergelijke identificaties houden we ons leven lang.
Het verlangen naar herkenning groeit als we het zelf moeilijk hebben. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in de lezersreacties op A.F.Th. Van der Heijdens Tonio. Op de lezerswebsite Goodreads schreef een vrouw over deze requiemroman: ‘Het gevoel van herkenning in dit boek als je zelf een kind verloren hebt is overweldigend. (…) Een boek waarbij ik op sommige momenten wenste dat het in godsnaam “uit” was zodat ik kon stoppen met lezen, maar waar ik me tegelijkertijd als een drenkeling aan een boei aan vasthield.’ Herkenning kan duidelijk een gevoel van troost geven: ik sta niet alleen met mijn pijn. Daarnaast hangt herkenning samen met het opdoen van nieuwe inzichten, zoals onder meer bleek uit een enquête-onderzoek van Koopman (2014).
Lezers vertellen me vaak dat zij in een gedicht of roman precies zagen staan wat zij voelen, maar waar zij moeilijker woorden voor konden vinden. Naar aanleiding van Contrapunt heb ik heel veel brieven gekregen van ouders die ook een kind hadden verloren. Die vinden het heel prettig om dat zo verwoord te zien. Ik zie ook weleens rouwadvertenties waarin regeltjes uit een gedicht van mij zijn overgenomen. Dat vind ik wel een eer, dan beleven mensen kennelijk iets belangrijks aan je werk. Voor mijzelf is lezen vooral afleiding, dat je meegesleept wordt in een tekst. Dat is voor mij belangrijker dan herkenning. Als je eenmaal leest, kun je je altijd bezighouden.’
Dit geldt niet alleen voor volwassenen; ook kinderen halen troost en inzicht uit fictieverhalen (Bernstein & Rudman, 1989; Alexander et al., 2001). De schrijver weet verdriet vaak op een kundigere manier te verwoorden dan dat mensen zelf hadden gekund, en zij kunnen hun eigen reacties vergelijken met die van de personages (Bernstein & Rudman, 1989; Koopman, 2014). Van Joost van den Vondels ‘Kinder-lyck’ (1632) tot John Greens The Fault in Our Stars (2012): de aanhoudende populariteit van poëzie en romans over ziekte, sterven en rouw toont hoezeer mensen behoefte hebben aan herkenbare verhalen en troostende woorden. •••
Redenen om te lezen – voor volwassenen en kinderen
In een voor Nederland representatief consumentenonderzoek van Stichting Marktonderzoek Boekenvak en onderzoeksbureau GfK (2016) noemen volwassenen deze vijf zaken als de belangrijkste redenen om te lezen: 1) ontspanning, 2)plezier, 3) spanning, 4) fantasie prikkelen, 5) in het hoofd van een ander kruipen
Uit een recent grootschalig onderzoek van Stic hting Lezen en onderzoeksbureau duo (2017a; 2017b) blijkt dat 8- tot 18-jarige kinderen lezen om vergelijkbare redenen.
De vraagstelling in het DUO-onderzoek was anders dan in het GfK-onderzoek, dus de uitkomsten kunnen niet direct vergeleken worden. Kinderen onderschrijven het vaakst de volgende redenen om te lezen: 1) interesse in een bepaald onderwerp, 2) fantaseren / avonturen beleven in mijn ho ofd 3) in de hoofdpersoon verplaatsen, 4) plezier / vrolijk worden, 5) tegen verveling
©VANIN
Anna Enquist, schrijver, dichter en psychoanalytic us
Basisschoolleerlingen zijn blijkens het onderzoek veel positiever over lezen dan middelbare scholieren. Met de overgang van de basisschool naar de middelbare school neemt het leesplezier bij veel leerlingen af (Nielen & Bus, 2016). Het hoeft niet te verbazen dat basisschoolleerlingen op elk van de aparte redenen om te lezen hoger scoren. Ook lezen meisjes liever dan jongens. Vooral lezen om hun stemming te reguleren (om vrolijk te worden, maar ook om te helpen bij verdriet) en lezen om op te gaan in een ander leven of andere wereld, zijn redenen die meisjes aanzienlijk vaker geven dan jongens.
Waarom lezen goed is voor ons
Simon Beqouye – 2023
‘Lezen is goed voor je’ – het is een vaak herhaalde boodschap die je als kind van ouders, leerkrachten en bibliothecarissen meekreeg. Ook vanuit wetenschappelijke hoek onderstrepen veel onderzoeken het belang van lezen op verschillende vlakken: van een rijkere woordenschat tot sociale ontwikkeling en misschien zelfs tot langer leven. Een overzicht van de belangrijkste bevindingen.
Een lezende maatschappij
Om te beginnen heeft lezen een belangrijke plaats in onze kennismaatschappij. Dagelijks worden we geconfronteerd met tekst: op verkeersborden, via e-mail, in de krant, vacatures, programmaboekjes van het cultureel centrum of de bijsluiter van een medicijn. Op het werk bestaat 80 procent van onze bezigheden uit lezen en schrijven. Geletterd zijn betekent dat je geen problemen ondervindt om teksten te lezen, te begrijpen en te verwerken. Eén op zeven volwassen Vlamingen is laaggeletterd, ofwel meer dan een half miljoen. Dat blijkt uit een grootschalig PIAAConderzoek in verschillende OESO-landen. –
‘Kunnen lezen is een basiscompetentie om deel te nemen aan de maatschappij.’
Voorlezen is dé uitgelezen manier om taalontwikkeling te stimuleren bij baby’s en peuters. De Nederlandse Stichting Lezen stelde vast dat kinderen die als baby worden voorgelezen, later hoger scoren op taal. Tijdens het voorlezen horen ze nieuwe woorden en structuren, wat hen op latere leeftijd stimuleert om actief met taal aan de slag te gaan. Ook voor kinderen die zelf al kunnen lezen, blijft voorlezen en lezen belangrijk voor hun taalontwikkeling, aldus Stichting Lezen.
Een goede leesvaardigheid verhoogt zelfs de kansen op de arbeidsmarkt. Een studie gepubliceerd in Psychological Science besloot dat vaardige lezers sneller werk vinden dan laaggeletterden en tot 16 procent meer verdienen.
Ander onderzoek van Oxford University stelt dat 16-jarigen die frequent en graag lezen later dikwijls een job met meer verantwoordelijkheden krijgen. Daarnaast hebben boeken in huis ook impact op de onderwijskansen van een kind. Kinderen die opgroeien in een huis met meer dan 500 boeken volgen gemiddeld drie jaar langer onderwijs en werken vaker een universitaire opleiding af dan zij die opgroeien in een boekarme omgeving, zo blijkt uit een studie van University of Nevada.
©VANIN
Ontdek de wereld, maar ook jezelf
Via lezen slaan we kennis en informatie op. Educatieve boeken hebben voornamelijk dat doel voor ogen, maar ook fictieve verhalen brengen inzichten bij. Via verhalen verruimen we ons denken en wereldbeeld. Een boek over Amerikaanse slavernij in de 19e eeuw geeft andere perspectieven dan de directe omgeving die jij gewoon bent. Een verhaal over gender dat stereotypen doorbreekt, doet je misschien anders denken over seksuele geaardheid en identiteit. Lezen helpt om de wereld en de ander te ontdekken. Lezen stelt vooroordelen in vraag, zo stellen een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Science en een onderzoek van de Washington en Lee University.
Hogere concentratie, rijkere taal Naast een goede leesvaardigheid helpt lezen ook om ons concentratievermogen te trainen. Neurologische studies van o.a. Stanford University concluderen dat lezen een cognitief proces is waarbij hersenen de gelezen tekst omzetten in betekenis en informatie, wat concentratie vereist. Hoe vaker je dus leest, hoe meer je dit proces herhaalt. Hierdoor kun je ook andere taken geconcentreerder uitvoeren. Dat effect op het concentratievermogen is ook aanwezig bij baby’s en peuters die worden voorgelezen.
Al lezend ontdekken we ook onszelf. In sommige personages herken je jezelf, bij andere neem je net afstand omwille van een botsend karakter. Onderzoek leert dat lezers vaak verbanden leggen tussen het gelezen boek en hun eigen identiteit. Verhalen kunnen op die manier helpen in de ontwikkeling van je persoonlijkheid en zelfbewustzijn. Ze functioneren niet enkel als vensters op de wereld, maar ook als spiegels die we onszelf voorhouden. ‘Lezen verruimt ons denken’, zo omvat Stichting Lezen de opbrengsten van lezen in een literatuurstudie.
De sociale lezer
Soms wordt lezen eerder als een asociaal tijdverdrijf gezien of als ‘tijd stelen voor jezelf’. Lezen is dan misschien een erg individuele bezigheid, toch hebben frequente lezers niet meteen een kleinere vriendengroep. De Liverpool University stelde zelfs vast dat lezers sneller bereid zijn
om onbekenden aan te spreken. Ze voelen zich meer op hun gemak bij vreemden en knopen makkelijker een gesprek aan. Lezers zijn meer betrokken bij de eigen vrienden en gemeenschap dan zij die weinig of niet lezen. Bovendien zouden lezers zich sneller sociaal engageren via vrijwilligerswerk of donaties, aldus een Canadees onderzoek.
‘Lezers begrijpen de gevoelens van anderen beter. Wie veel leest, ziet hoe personages zich gedragen in verschillende situaties of hoe ze met anderen omgaan.’
verhalen en vertellen over de emoties of herinneringen die bij hen opkomen. Er bestaan verschillende leesgroepen voor iedereen, sommige richten zich tot gedetineerden of mensen met dementie. Volgens onderzoek van Liverpool University uit 2017 zou samenlezen effect hebben op patiënten met een chronische aandoening.
©VANIN
Daarnaast bevestigen verschillende studies, zoals onderzoek van de Universiteit Amsterdam, hoe lezen ons empathisch vermogen vergroot: lezers begrijpen de gevoelens van anderen beter dan niet-lezers. Wie veel leest, ziet hoe personages zich gedragen in verschillende situaties of hoe ze met anderen omgaan. Verhalen beschrijven naast dat gedrag ook vaak wat een personage denkt of voelt. Een lezer observeert dat denkproces en sociale gedrag. Dat strookt misschien niet met wat hijzelf denkt of doet. Zo tonen lezers sneller begrip voor personen die ze in het echte leven ontmoeten.
Genezing van de ziel
De oude Grieken waren al overtuigd van het spirituele belang van boeken. Boven de nis van de bibliotheek van Alexandrië was de tekst ‘plaats ter genezing van de ziel’ gebeiteld. Verhalen hebben een troostend effect in tijden van verlies of rouw. Onderzoek bevestigt dat literatuur – dus niet enkel zelfhulpboeken – ons welbevinden en gezondheid positief beïnvloedt. Ook als we lezen om even te ontsnappen aan de dagelijkse realiteit, helpen verhalen om zaken uit ons eigen leven in perspectief te zetten en om anders over onze eigen situatie na te denken.
Met anderen praten over verhalen en boeken kan ook een therapeutisch effect hebben, zo stelt The Reader Organisation. In Vlaanderen zijn er verschillende samenleesgroepen waarbij deelnemers vertrekken van
‘Als je leest, ben je tegelijkertijd gefocust en ontspannen. Je vergeet even alles rondom je – taken die je nog moet doen of andere bekommernissen – waardoor je ook fysiek ontspant.’
Lezen als medicijn
Boeken kunnen een middel zijn tegen stress. Als je leest, ben je tegelijkertijd gefocust en ontspannen. Je vergeet even alles rondom je – taken die je nog moet doen of andere bekommernissen – waardoor je ook fysiek ontspant. Dat gebeurt minder als je bijvoorbeeld tv-kijkt of op je smartphone bezig bent – hier sluit je jezelf niet volledig af van de wereld rondom je.
Lezen kan tot slot helpen om het risico op dementie te verminderen. Verschillende mentale bezigheden zoals schaken of lezen zorgen ook voor een verminderd risico op dementie op latere leeftijd. Volgens een studie van Yale University uit 2016 zouden frequente lezers tot 23 maanden langer leven dan niet-lezers – al is vervolgonderzoek aangewezen om deze bevindingen verder te onderbouwen. In het Verenigd Koninkrijk ontstonden al enkele initiatieven die ervoor ijveren dat artsen niet voortdurend medicatie voorschrijven, maar patiënten eerder stimuleren om musea te bezoeken of in een boek te duiken.
Meer empathie, een hoger concentratievermogen en misschien zelfs langer leven: de voordelen van lezen zijn oneindig. Al hoeven die effecten uiteraard niet de drijfveer te zijn. Je kunt ook lezen omdat het gewoon leuk is.
Bron: www.iedereenleest.be
EEN SYNTHESE SCHRIJVEN
In deze les ga je een synthese schrijven waarin je aan de hand van de gegeven bronnen beargumenteert dat lezen een positieve invloed heeft op het welzijn. Maak daarvoor gebruik van minstens twee verschillende bronnen.
©VANIN
De informatie verzamelen en gestructureerd weergeven
1 Maak gebruik van de bronnen op p. -. Bepaal welke bronnen – volgens jou – relevant zijn voor jouw synthese door te kijken naar de titels en tussentitels.
2 Lees of beluister de bronnen en selecteer er twee die je wilt gebruiken.
3 In tegenstelling tot wanneer je een samenvatting maakt, ga je voor een synthese niet de hele bron samenvatten, maar enkel de informatie die je nodig hebt. Bekijk de bronnen kritisch en denk na over de verschillende deelaspecten die je in je synthese wilt verwerken.
4 Maak een schema met elk deelaspect als tussentitel. Voorzie voldoende ruimte zodat je bij elk deelaspect de informatie uit de verschillende bronnen kunt noteren.
5 Lees de teksten opnieuw door en markeer de informatie over de deelaspecten die je wilt gebruiken in jouw synthese. Denk eraan dat hoofdzaken vaak terug te vinden zijn in de kernzin van een alinea (zie ook ‘Tijdens het lezen’ in de Trajectwijzer op p. ).
6 Vul je schema aan met de relevante informatie over de verschillende deelaspecten uit de verschillende bronnen.
Een synthese schrijven
7 Stel een schrijfplan op waarin je nadenkt over de opbouw van jouw synthese. Werk in elke alinea een deelaspect (subthema) uit.
8 Schrijf een synthese aan de hand van je schrijfplan. Hou tijdens het schrijven rekening met de volgende aandachtspunten:
• schrijf een doorlopende tekst met een IMS-structuur;
• zorg voor een logische opbouw binnen elke alinea (kernzin + uitwerking);
• maak gebruik van duidelijke signaal- en verwijswoorden.
TIP
Een synthese is een doorlopende tekst waarin de informatie uit verschillende bronnen wordt samengebracht. Dat wil zeggen dat het geen opeenvolging van samenvattingen van verschillende teksten is, maar een tekst waarin de verbanden tussen de informatie duidelijk zijn. Het is dus belangrijk om de informatie te ordenen per (sub)thema en niet per bron.
Bronnen vermelden
Wanneer je een synthese schrijft waarin je informatie uit verschillende bronnen samenbrengt, mag je niet vergeten om op een correcte manier te verwijzen naar de bronnen waarop je je baseert. Lees in de Trajectwijzer hoe je een correcte bibliografie opstelt.
9 Achteraan de tekst maak je een bibliografie van de gebruikte bronnen en in de tekst zelf verwijs je naar de gebruikte werken door de naam van de maker en het jaartal van de bron te vermelden.
©VANIN
Reflecteren
10 Beoordeel zelf je synthese aan de hand van de evaluatiematrix. Herwerk je tekst vervolgens tot een tweede versie waarin je rekening houdt met je werkpunten.
Evaluatiematrix – Schrijven: een synthese
duidelijkheid
Je synthese is opgesteld aan de hand van een duidelijke IMS-structuur.
Je synthese is opgebouwd aan de hand van een IMSstructuur. De inleiding en het slot zijn aanwezig, maar …
Je tekst is onderverdeeld in alinea’s. Die alinea’s werden correct opgebouwd (kernzin + uitwerking).
- De samenhang en structuur van je tekst worden onderbouwd door het voldoende en correcte gebruik van signaal- en verwijswoorden.
- De verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen zijn duidelijk.
Je tekst is onderverdeeld in alinea’s. De tekstsamenhang (binnen alinea en/of tussen alinea’s) is echter een werkpunt.
-Je maakt gebruik van signaal- en verwijswoorden, maar niet voldoende en/of niet altijd op een correcte manier.
- De verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen zijn meestal duidelijk, maar niet altijd.
Je synthese is niet opgebouwd aan de hand van een IMS-structuur. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.
-Je tekst werd niet opgedeeld in alinea’s. -De alinea’s vormen intern geen geheel én vertonen geen onderlinge samenhang.
-Je maakt onvoldoende of geen gebruik van signaalen verwijswoorden, hierdoor mist je tekst structuur en samenhang.
- De verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen zijn niet duidelijk.
volledigheid
-Je verwerkt de relevante informatie uit de verschillende bronnen in een doorlopende tekst.
-De informatie is ingedeeld volgens (sub)thema en niet volgens bron.
-Je verwerkt de relevante informatie uit de verschillende bronnen in een doorlopende tekst. Let nog op:
De informatie uit de verschillende bronnen wordt niet in een doorlopende tekst weergegeven per thema, maar is een opsomming van samenvattingen van de verschillende bronnen.
©VANIN
De informatie die je verwerkt in je synthese sluit aan bij het onderwerp.
-De informatie is meestal ingedeeld volgens (sub)thema en niet volgens bron.
-De informatie die je verwerkt in je synthese sluit grotendeels aan bij het onderwerp.
-Soms geef je te veel irrelevante informatie.
-Je geeft soms niet voldoende informatie over de gekozen subthema’s.
correctheid
en aantrekkelijkheid
De taal van het eindresultaat is (nagenoeg) foutloos.
Je verwijst op een correcte manier naar de gebruikte bronnen.
Aanvullende commentaar:
De tekst bevat enkele taalfouten die -de communicatie niet hinderen; -de boodschap niet in de weg staan.
Je verwijst meestal op een correcte manier naar de gebruikte bronnen.
De informatie die je verwerkt in je synthese sluit onvoldoende of niet aan bij het onderwerp.
De tekst bevat te veel en/of te opvallende taalfouten.
Je verwijst niet of op een foute manier naar de gebruikte bronnen.
Je leert te reflecteren op de gelijkenissen en verschillen tussen talen
Je ziet in dat taaltypologie ons heel wat leert over talen 2
YODA
Talen vergelijken ©VANIN
Je maakt kennis met taalonderzoek en je voert ook zelf een onderzoekje uit
Voor de fans van Star Wars is Yoda geen vreemde, maar ook wie niet vertrouwd is met de films heeft het groene mannetje wellicht al eens gezien of kent zijn uitspraak ‘May the force be with you’. Taalwetenschappers hebben een onderzoek gedaan naar het taaltje van Yoda, want die taal is bijzonder.
1* Bekijk de uitspraken van Yoda bij de afbeelding. Wat is er zo bijzonder aan die zinnen?
2 Hoe zou jij die zinnen zeggen in het Engels en in het Nederlands?
3 Onderstreep in de Nederlandse vertaling het onderwerp één keer en de persoonsvorm twee keer.
4* Op welke plaats staat het onderwerp heel vaak in een Nederlandse zin?
5* Op welke plaats staat de persoonsvorm heel vaak in een Nederlandse zin?
Yoda’s Engels wordt ‘buitenaards’ genoemd. Maar klopt dat wel? In deze les leer je meer over de woordvolgorde in verschillende talen. Hopelijk lukt het jou om aan het einde van de les een antwoord te geven op die vraag.
In de les over de geschiedenis van het Nederlands leerde je al dat sommige talen qua woordenschat meer op elkaar lijken dan andere talen. Laten we die vergelijking ook eens maken voor de zinsbouw.
1 Vertaal de Engelse zinnen naar het Nederlands, Frans en Duits. Noteer in de laatste rij ook de vertaling in een andere taal waarmee je vertrouwd bent.
a In welke talen staat het onderwerp als eerste zinsdeel?
b In welke talen staat de persoonsvorm onmiddellijk naast het onderwerp?
Engels I need rest. The dark side is hard to see.I have earned it.
Nederlands
Duits
Frans
2 Zet nu voor elke zin ‘Ik weet dat …’. Op die manier wordt de oorspronkelijke zin een bijzin. Vertaal de zinnen opnieuw naar de andere talen.
a In welke talen verandert er in de bijzin iets aan de woordvolgorde?
b Wat verandert er precies?
c Welke talen lijken qua woordvolgorde meer op elkaar?
d Hoe kun je dit linken aan wat je gezien hebt over een gemeenschappelijke oertaal?
Engels
Nederlands Ik weet dat ik rust nodig heb.
Duits
Frans
Ik weet dat de duistere kant moeilijk te zien is.
Ik weet dat ik het verdiend heb.
Dat verschil in woordvolgorde in de bijzin is niet gemakkelijk voor wie Nederlands wil leren. Je kunt hen zinnen horen zeggen zoals ‘Ik vind dat Nederlands is geen gemakkelijke taal’ of ‘Sorry dat ik kan niet zo goed zinnen maken’.
Adriaan D’Haens onderzocht voor zijn masterproef waarom Engelstaligen moeite hebben met de woordvolgorde in het Nederlands als ze die taal leren. Lees de tekst over zijn onderzoek op p. 143. De tekst is een mooi voorbeeld van de onderzoeksstructuur.
3 In welke alinea vind je het antwoord op deze vragen?
a Wat wordt er onderzocht?
b Hoe verloopt het onderzoek?
c Welke methode wordt er gebruikt?
d Door wie gebeurt het onderzoek?
e Wat zijn de resultaten van het onderzoek?
f Wat zijn de conclusies van het onderzoek?
4 Markeer in elke alinea de belangrijkste zin(nen).
5 De volgende zin uit de tekst is een mooi voorbeeld van de verschillende woordvolgordes die het Nederlands heeft.
Wanneer we ondergeschikte zinnen maken, zetten we de werkwoorden helemaal op het einde en als er een zinsdeel voor het onderwerp en de persoonsvorm staat, worden die nog eens omgewisseld (daar is deze zin een mooi voorbeeld van).
a Markeer de hoofdzinnen (er zijn er meerdere).
b Onderstreep in de hoofdzinnen en de bijzinnen het onderwerp één keer en de persoonsvorm twee keer.
c Wat kun je zeggen over de plaats van de persoonsvorm in de hoofdzinnen?
d Wat kun je zeggen over de plaats van de persoonsvorm in de bijzinnen?
Waarom leren Nederlands is niet gemakkelijk
fragment 1
Wie al eens gesproken heeft met anderstaligen die Nederlands leren, merkte vast enkele ‘vreemde kronkels’ in hun zinnen. Een zin als ‘Waarom leren Nederlands is niet gemakkelijk’ verraadt dat mensen die Nederlands leren het vaak moeilijk vinden om de woorden van een zin in de juiste volgorde te plaatsen. In zijn scriptie onderzocht Adriaan D’Haens wat hiervan de oorzaken zouden kunnen zijn.
De Nederlandse woordvolgorde is allesbehalve eenvoudig. Wanneer we ondergeschikte zinnen maken, zetten we de werkwoorden helemaal op het einde, en als er een zinsdeel voor het onderwerp en de persoonsvorm staat, worden die nog eens omgewisseld (daar is deze zin een mooi voorbeeld van). Als je kijkt naar waar de onderwerpen, de lijdende voorwerpen en de persoonsvormen staan in de vorige zin, zien we dat het Nederlands dus heel wat verschillende mogelijkheden heeft. Dat is in het Engels, de taal waarmee het Nederlands in dit onderzoek werd vergeleken, wel even anders. In English, the subject and the verb stay in the same position, no matter what you do or what you say. Voor het onderzoek werd ervan uitgegaan dat dit het net zo moeilijk maakt om zinnen met een correcte volgorde te construeren in het Nederlands. Dat is overigens ook voor onze zuiderburen, de Walen, zo, want ook het Frans kent deze variatie aan woordvolgordes niet. ‘Dat Franstaligen niet altijd kunnen maken even goede zinnen’ mogen we hen dus misschien ook niet altijd even kwalijk nemen. Nederlandstaligen zouden logischerwijze dan ook minder problemen met woordvolgorde mogen ondervinden, omdat in het Engels (en het Frans) de volgorde van het werkwoord en het onderwerp veel consequenter in elkaar zit.
Om deze veronderstellingen te onderzoeken, legde Adriaan D’Haens een verzameling aan van Engelse en Nederlandse teksten, geschreven door Nederlandstaligen en Engelstaligen die respectievelijk Engels en Nederlands als vreemde taal leerden. Deze teksten haalde hij van internationale examens die Engelstalige studenten Nederlands in Ierland, Engeland en Amerika hebben afgelegd. De organisatie Certificaat Nederlands als Vreemde taal neemt jaarlijks ettelijke officiële taaltesten af van mensen die Nederlands leren over de hele wereld. Nederlands kent immers ook buiten onze taalgrenzen enige populariteit. Voor de Engelse teksten dook hij in de examenarchieven van een Vlaamse middelbare school en selecteerde opstellen van een vergelijkbare moeilijkheidsgraad, geschreven door scholieren uit het derde en vierde middelbaar.
©VANIN
Hoewel de gegevens van het onderzoek voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden, leverde het onderzoek toch interessante resultaten op. Engelstaligen bleken inderdaad, zoals verwacht, fouten te maken tegen de Nederlandse woordvolgorde. Ook de voorspelling over het Engels van Nederlandstaligen kwam uit: Nederlandstaligen bleken niet dezelfde problemen als Engelstaligen te ondervinden wanneer zij Engelse zinnen maakten; hun woordvolgorde was foutloos.
Wie een moedertaal heeft met een ‘moeilijke’ woordvolgorde kan dus blijkbaar zonder problemen overschakelen op een makkelijkere variant, maar vice versa levert dat aanzienlijke moeilijkheden op. Het loont dus beslist de moeite om als taalleerkracht rekening te houden met de moedertaalachtergrond van je studenten. Met enige zin voor fantasie zou je ten slotte kunnen zeggen dat het met een nieuwe taal leren net als met leren fietsen is: wie gewoon is om op een fiets te rijden, kan zonder problemen terug met een driewieler rijden, maar voor wie een driewieler gewoon is, is op een gewone fiets leren fietsen niet even evident.
Naar: scriptiebank.be
SOV EN SVO
Omar bir kitap okuyor.
1 In welke taal staat deze zin? Wat zou de betekenis kunnen zijn?
2 Wat valt er op aan de woordvolgorde van de zin?
onthouden
We zeggen dat het Turks een SOV-taal is: eerst komt het subject (het onderwerp), dan het object (het lijdend voorwerp) en dan het verb (het werkwoord).
Omar bir kitap okuyor
De meeste talen hebben echter een SVO-volgorde: in dat geval wordt het subject onmiddellijk gevolgd door het werkwoord en staat het object achteraan.
Omar leest een boek.
Omar lit un livre.
Zo’n % van alle talen heeft als standaardwoordvolgorde ofwel onderwerp - lijdend voorwerp - werkwoord (SOV), ofwel onderwerp - werkwoord - lijdend voorwerp (SVO). Er is dus een universele tendens om het onderwerp vooraan te plaatsen.
3 Welke talen zijn pure SOV-talen? Geef een voorbeeldzin waarmee je dat duidelijk maakt.
4 Welke talen zijn pure SVO-talen? Geef een voorbeeldzin waarmee je dat duidelijk maakt.
5 Welke talen hanteren beide volgordes? Geef een voorbeeldzin waarmee je dat duidelijk maakt.
onthouden
Door talen te vergelijken leer je hoe een taal in elkaar zit. In de taaltypologie bestudeer je alles wat te maken heeft met de overeenkomsten en verschillen tussen talen en taalfamilies. Dat kan gaan over woordenschat en grammatica, maar ook over zinsbouw en zelfs over sociolinguïstische fenomenen.
UNIVERSELE GRAMMATICA
Enkele leerlingen beelden de zin ‘De jongen brengt het glas water naar de mond’ uit. De andere leerlingen analyseren de manier waarop ze de zin uitbeelden.
Aan de Universiteit van Chicago onderzochten taalkundigen de SOV-volgorde door mensen zinnen te laten uitbeelden, zoals jullie net gedaan hebben. Hieronder lees je hun conclusie.
Wetenschapster Susan Goldin-Meadow heeft vier groepen van tien proefpersonen (Engelsen, Spanjaarden, Chinezen en Turken) gebeurtenissen van filmpjes laten navertellen. Eerst met woorden en daarna met gebaren. Zoals verwacht hielden de proefpersonen bij de gesproken navertelling de woordvolgorde van hun moedertaal aan: SVO voor het Engels, Spaans en Mandarijn, en SOV voor het Turks. Toen de proefpersonen hetzelfde verhaal met gebaren uitbeeldden, deden ze dit echter allemaal in dezelfde volgorde: eerst het onderwerp, dan het lijdend voorwerp en als laatste het werkwoord.
De onderzoekers van de Universiteit van Chicago besluiten uit hun onderzoek dat er een natuurlijke volgorde bestaat: de SOV-volgorde. Het is immers de volgorde van elke nieuwe taal en de volgorde die iedereen aanhoudt bij het uitbeelden van verhalen.
Naar: nemokennislink.nl
1* Komt de conclusie van de onderzoekers overeen met jullie ‘onderzoekje’?
onthouden
De onderzoekers van de Universiteit van Chicago besluiten dat er in zinnen een natuurlijke woordvolgorde bestaat, maar wat is een natuurlijke volgorde? Zijn we dan aangeboren met een ‘natuurlijk gevoel voor woordvolgorde’?
Volgens de Amerikaanse taalkundige Noam Chomsky bestaat er een universele grammatica: een aangeboren taalvermogen dat alle mensen bezitten. Hij bestudeerde talen van overal in de wereld en ontdekte dat talen heel veel met elkaar gemeen hebben.
2 Waarom zou Chomsky gelijk kunnen hebben? Wat hebben veel talen met elkaar gemeen?
3 Adriaan D’Haens verwijst in zijn onderzoek ook naar Chomsky, maar hij vraagt zich af of Chomsky’s theorie ook inzetbaar is als het gaat over het aanleren van een tweede taal. Lees de tekst op p. 147.
a Markeer in de eerste alinea relevante informatie over Chomsky.
b Schematiseer de tweede alinea en maak duidelijk dat er twee kampen zijn.
4 Enkele onderzoekers uit Nederland onderzochten waarom Turken meer problemen hebben met Nederlands dan Marokkanen. Lees een fragment uit de Volkskrant op p. 147.
©VANIN
Aan de fouten tegen het Nederlands kunnen we dus zien welke moedertaal iemand heeft.
5 Zijn de volgende zinnen van iemand van Turkse afkomst of van iemand met de Marokkaans-Arabische moedertaal? Leg kort uit waarom.
a Hij trein.
b Hij in trein.
c Hij naar de trein gaat.
d Ik zie dat hij gaat naar de trein.
6 We keren even terug naar de verschillende visies waarover Adriaan D’Haens sprak. Vormt dit onderzoek eerder een bewijs dat Chomsky’s universele grammatica een rol speelt bij tweedetaalverwerving of dat we ons baseren op onze moedertaal als we een nieuwe taal leren?
Waarom leren Nederlands is niet gemakkelijk
fragment 2
Als mensen talen leren, voltrekken er zich allerhande gecompliceerde processen in hun hersenen. Een bekend Amerikaans taalkundige, Noam Chomsky, bedacht in het midden van de vorige eeuw een theorie die de werking van deze processen verklaarde. Hij ging uit van een zogeheten taalverwervingsmodule in de hersenen, een soort ingebouwd systeem dat ervoor zorgt dat mensen makkelijk taal kunnen verwerven. Door te luisteren naar de taal die om hem/haar heen gesproken wordt, kan een Chinese baby dankzij deze module met evenveel gemak Chinees leren als een Vlaamse baby Nederlands. Volgens Chomsky moest het taalverwervingsproces wel op een dergelijk systeem een beroep kunnen doen, omdat een kind anders onmogelijk op basis van de taal die hij/zij hoort zijn hele taalvermogen kan construeren. Maar wat gebeurt er als mensen een nieuwe, tweede taal leren? Kunnen anderstalige nieuwkomers of Vlaamse scholieren die Engels of Frans leren op school ook een beroep doen op dit systeem? Hierover zijn de meningen verdeeld.
Langs de ene kant zijn er taalkundigen die beweren dat de universele grammatica, zo heet het systeem dat de taalverwervingsmodule leidt, geen rol meer kan spelen bij het leren van vreemde talen. Langs de andere kant gaan sommigen ervan uit dat deze nog even actief is. Als je niet in de rol van een universele grammatica gelooft, dan moet er natuurlijk iets anders aan de basis liggen van hoe we vreemde talen leren. Dit zou volgens sommigen weleens de invloed van de moedertaal kunnen zijn: een zogenaamde taaltransfer; bijvoorbeeld van het Nederlands naar het Frans, in het geval van Vlaamse schoolkinderen die Frans leren. We hebben allemaal wel in onze eerste Franse dialoogjes onszelf voorgesteld als ‘Je suis Adriaan, je suis 11 ans’. Ongetwijfeld kwam de leerkracht dan tussen en verbeterde hij/zij: ‘J’ai 11 ans’, want in het Frans zeg je ‘11 jaar hebben’. Als het voor Nederlandstaligen al moeilijk is om deze kleine regel te leren, is het voor anderstaligen al helemaal een zware klus om de Nederlandse woordvolgorde onder de knie te krijgen.
Naar: scriptiebank.be
Waarom Turken met voorzetsels strooien
Grammaticaal wijkt het Turks sterk af van het Nederlands. Het Marokkaans-Arabisch gebruikt net als het Nederlands voorzetsels. Het Turks kent daarentegen geen voorzetsels, maar werkt met voor- en achtervoegsels die aan woorden worden geplakt en met speciale vervoegingen van de werkwoorden. Er is geen aanduiding voor ‘in’, ‘op’, ‘aan’, enzovoort: de toehoorder moet uit de context opmaken welke locatie wordt bedoeld. Het gevolg is dat Turken de voorzetsels in het Nederlands vaak maar helemaal weglaten.
Marokkanen lopen aan tegen de verschillen in de woordvolgorde in zinnen. In het Marokkaans-Arabisch komt het werkwoord op de tweede plaats in de zin, net als in de normale Nederlandse hoofdzin. In zulke constructies kan de Marokkaan dus zijn kennis van zijn eigen taal toepassen op de Nederlandse zinsstructuur.
Die truc mislukt echter wanneer er een bijzin gemaakt moet worden. Dan draait in het Nederlands de woordvolgorde om: ‘… dat hij naar de trein gaat’, met het vervoegde werkwoord achter in de zin. Dat is niet te bevatten voor mensen met een Arabische achtergrond. Die regel druist totaal in tegen hun taalgevoel.
Naar: volkskrant.nl
1 Nu je meer weet over de woordvolgorde in verschillende talen, lukt het jou misschien om een antwoord te geven op de vraag of Yoda’s Engels echt buitenaards is.
Voor wie zelf als Yoda wil leren praten, is er The Yoda-speak generator.
2 Zou het voor iemand met het Nederlands als moedertaal moeilijk zijn om Yoda’s woordvolgorde te leren? Leg uit waarom (niet). Verwijs in je uitleg ook naar de taalkundige onderzoeken over dat onderwerp.
3* Yoda heeft zelf geen auw benul van zijn speciale taaltje. Maak hem even wegwijs in enkele taalkundige begrippen. Plaats telkens twee woorden/begrippen bij elkaar en leg het verband tussen de twee uit. De woorden kunnen op verschillende manieren aan elkaar gelinkt worden. Je mag een woord verschillende keren gebruiken; er zijn dus meerdere antwoorden mogelijk.
UNIVERSELE GRAMMATICA SVO-TAAL CHOMSKY
TAALTRANSFER
SOV-TAAL
TAALONDERZOEK
Tijd om zelf een onderzoekje te doen dat past binnen de taaltypologie. Nadien presenteer je je onderzoekje aan enkele medeleerlingen volgens de onderzoeksstructuur.
STAP 1 Wat ga je onderzoeken?
Kies een van de volgende thema’s uit.
Niet, nergens, nooit Onderzoek de ontkenning in het Nederlands (standaardtaal én tussentaal), Frans en Zuid-Afrikaans. Je mag ook zelf nog een taal kiezen.
©VANIN
Beleefde talen
- Onderzoek de beleefdheidsvorm in het Nederlands, Frans, Duits en Engels. Je mag ook zelf nog een taal kiezen.
- Onderzoek op welke manier de beleefdheidsvorm gevormd wordt en ook in welke situaties de beleefdheidsvorm wel of niet gebruikt wordt.
STAP 2 Welke methode ga je gebruiken?
Een gele koe, maar ‘une vache jaune’
- Onderzoek de volgorde van het bijvoeglijk naamwoord en het zelfstandig naamwoord in het Frans en in het Nederlands.
- Kies nog minstens twee andere talen en vergelijk de volgorde.
a Zoek voorbeeldzinnen met een ontkenning, een beleefdheidsvorm of een combinatie van een bijvoeglijk en een zelfstandig naamwoord.
b Vertaal die zinnen naar verschillende talen. Gebruik je voorkennis of maak gebruik van een online vertaalprogramma.
c Zoek online naar betrouwbare bronnen over het onderwerp. Misschien vind je ook achtergrondinformatie over het thema.
STAP 3 Wat zijn de resultaten? Wat is de conclusie?
Op basis van die voorbeelden probeer je een conclusie te trekken over het gebruik van de ontkenning, de beleefdheidsvorm of de volgorde van het bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord.
STAP 4 Bespreek je onderzoek.
Bespreek je onderzoek en je resultaten met een medeleerling die hetzelfde thema onderzocht. Waarover zijn jullie het (on)eens? Kwamen jullie tot gelijkaardige resultaten?
STAP 5 Presenteer je onderzoek.
Presenteer je onderzoek aan leerlingen die een ander thema onderzochten.
a Noteer je voorbeelden op een blad of in een PowerPointpresentatie zodat je publiek goed kan volgen.
b Breng structuur aan in je uitleg en vertel over je onderzoek volgens de onderzoeksstructuur.
c Evalueer elkaar aan de hand van de evaluatiematrix op p. 150.
Evaluatiematrix – Spreken: taalonderzoek
GOED
VOLDOENDE ONVOLDOENDE correctheid en volledigheid
- Je onderzocht het thema grondig door veel voorbeelden op te zoeken.
- Je vond extra vergelijkingsmateriaal in andere talen.
- Je resultaten zijn correct en je trok een logische conclusie.
- Je onderzocht het thema op een degelijke manier.
- Je haalt een aantal duidelijke voorbeelden aan.
- De resultaten zijn meestal correct.
- De conclusie klopt met het onderzoek.
duidelijkheid en aantrekkelijkheid
Je presenteert je onderzoek op een heldere manier. Het is voor het publiek gemakkelijk om te volgen.
Aanvullende commentaar:
Je kunt de conclusie duidelijk overbrengen.
- Je onderzocht het thema niet volledig.
©VANIN
- Je haalt weinig voorbeelden aan.
- De resultaten en de conclusie zijn niet correct omdat het onderzoek slecht gevoerd werd.
Het is voor het publiek niet gemakkelijk om te volgen.
INLEIDING
Je maakt kennis met een literair medium, de graphic novel 1
Je verdiept je in de boeken van Brecht Evens
Je verwoordt je leeservaring en je mening over een graphic novel met een opinietekst 3
1* Welke strips of stripreeksen las en/of lees je graag? Vertel kort waarom.
2* Heb je al van de term ‘striproman’, ‘beeldroman’ of ‘graphic novel’ gehoord? Wat is het verschil met een gewone strip, denk je?
3* Op deze en volgende pagina vind je fragmenten uit zowel strips als graphic novels. Plaats ze in de correcte categorie en verklaar telkens je keuze.
4* Lukt het om met deze opdracht tot een aantal belangrijke kenmerken van de graphic novel te komen? Brainstorm met een medeleerling.
Hedendaagse literatuur: de graphic novel ©VANIN
©VANIN
DE STRIPPROFESSOR
Je leerkracht neemt je mee in de wereld van strips en beeldverhalen in een (mini)hoorcollege, op basis van Joost Pollmans De stripprofessor
1 Neem notities volgens de Cornell-methode.
©VANIN
BRECHT EVENS
We zoomen even in op het werk van een van Vlaanderens bekendste stripauteurs, Brecht Evens. Bekijk en lees de
©VANIN
©VANIN
1 Wat valt op, stilistisch en inhoudelijk?
Je leest straks een artikel over Evens uit De Standaard
2 Maak eerst de woordenschatoefening om de tekst beter te begrijpen. Verbind de termen met de juiste omschrijving.
1 grandeur a naar het vaderland terugbrengen
2 realistisch b ernstige vorm van psychisch afwijkend functioneren
©VANIN
3 tableau c hallucinogene drug die een gelukzalig gevoel opwekt
4 benjamin d bedrieglijke beïnvloeding
5 nieuwe garde e lijst van personen of zaken die overblijft na selectie uit een longlist
6 Angelsaksisch f nieuwe, jongere generatie
7 shortlist g tafereel, schilderij
8 visioen h grootsheid
9 manipulatie i met oog voor de werkelijkheid
10 dandy j jongste
11 MDMA k Engelstalig
12 Messias l droombeeld, hersenschim
13 psychose m jongeman met uitzonderlijk veel aandacht voor uiterlijk en mode
14 manie n heilsprofeet
15 repatriëren o overdreven enthousiasme
3 Lees nu het artikel op de volgende pagina.
a Markeer typische kenmerken van Evens’ graphic novels in het groen.
b Markeer autobiografische elementen van zijn boeken in het geel.
4 Keer nu even terug naar de geselecteerde fragmenten uit Evens’ werk op p. 154-155. Welke typische kenmerken van zijn werk en welke autobiogra sche elementen vind je daarin terug?
5 Denk even terug aan het (mini)hoorcollege. Wat was het de niërende kenmerk van een graphic novel? Is dat van toepassing op het werk van Brecht Evens?
Striptekenaar Brecht Evens bekroond in Angoulême
‘Een avontuur zonder lijden is gewoon vakantie’
De Hasselaar Brecht Evens (33) nam op het stripfestival van Angoulême de speciale prijs in ontvangst voor Het amusement. Wie is de grote belofte van de Vlaamse strip?
PETER MOERENHOUT
Brecht Evens (1986) geldt al jarenlang als een van de grote beloftes. Op 25-jarige leeftijd breekt hij door met Ergens waar je niet wil zijn, een wervelende uitbarsting van kleuren waarin hij de grandeur en de valstrikken van het nachtleven bezingt. Evens toont in de graphic novel al de stijlkenmerken die zijn latere werk naar een hoger niveau zullen tillen. De dialogen zijn vlot en realistisch, de personages spartelen zich door even tragische als komische belevenissen.
©VANIN
Evens begint daarna te experimenteren en laat de bladindeling van de gemiddelde strip achter zich. Geen hokjes en stroken meer, maar paginagrote taferelen, afgewisseld met een stroom van pratende hoofden. De drukke tableaus groeien uit tot een stokpaardje. Evens wordt de beloftevolle benjamin van de nieuwe garde Vlaamse stripmakers en wordt haast doodgeknuffeld. ‘Ik herinner me van die periode een hechte bende van stripmakers die niet veel verkochten’, zegt Evens. ‘We gingen samen naar beurzen, vierden feest en gaven elkaar tips.’ Kort nadien wordt Evens met de vertaling The wrong place genomineerd voor de Eisner Awards, de belangrijkste prijzen in de Angelsaksische stripwereld. Hij wint niet, maar de plaats op de shortlist is op zich al indrukwekkend.
Dandy
In Panter (2014) heeft Evens het over visioenen, manipulatie en waanvoorstellingen. Als een hedendaagse dandy dartelt hij tussen het tekenen door van feest naar feest. MDMA doet hem nog hoger zweven, maar de partydrug staat ervoor bekend ook intense emotionele dieptepunten te veroorzaken.
werd geduwd. ‘Het was grappiger om tegen alles vol overgave “ja” te zeggen en te overdrijven dan om nederig “dankjewel” te zeggen. Zeer leuk allemaal, maar nadien ging het mis.’ Evens belandt in een zware depressie die hij zelf als ‘een enorme leegte’ omschrijft. Hij verzeilt in Parijs en besluit op eigen houtje de antidepressiva af te bouwen. Hij reist af naar Japan om een boek te tekenen voor Louis Vuitton.
Psychose
De energie en vrolijkheid worden manie, later psychose. Evens waant zich een messias. Hij wordt poedelnaakt in een tuin in Tokio gearresteerd en bijt een politieagent. Hij wordt gerepatrieerd en brengt enkele maanden door in een psychiatrische instelling. Stap voor stap overwint hij zijn depressie.
‘Het was een avontuur en in een avontuur moet geleden worden, anders is het gewoon vakantie’, vertelt Evens. ‘Ik pluk daar nu wel de creatieve vruchten van.’ Hij verwerkt zijn ervaringen in Het amusement (2018). De drie hoofdpersonages lijken verschillende aspecten van hemzelf te verbeelden. Jona is een schuchtere jongen met foute vrienden, Rodolphe toont de maker op het toppunt van zijn psychose, Victoria belichaamt de herstellende Evens.
Schild
De onzachte landing wordt ingezet: ‘Brecht Evens’ wordt een personage, een schild en een houvast voor iemand die misschien te snel voor het voetlicht
De eerste boeken van Evens zijn goed, maar geen meesterwerken. Ze missen een oprechte kern, iets wat schreeuwt om losgelaten te worden. Dat is wat Het amusement zo sterk maakt.
Dit weekend won Evens de juryprijs in Angoulême, het grootste stripfestival van Europa. ‘Een grootmeester van het aquarellen’, noemt de jury hem. ‘Zijn boeken gaan over ontmoetingen, baden in kleur en vieren het leven.’
Bron: www.standaard.be
SPREKEN EN SCHRIJVEN: EEN LEZERSREACTIE
Nu je kennismaakte met de beeldroman, is het tijd om er zelf een te gaan lezen! Na afloop schrijf je een lezersreactie voor hebban.nl, ‘de grootste en leukste lezerscommunity van Nederland en Vlaanderen’. Volg de stappen.
STAP 1 Kies een van de graphic novels op deze en volgende pagina.
STAP 2 Lees die graphic novel aandachtig. Let zeker op de literaire bouwstenen, de technieken (uit lesdeel 2) en de kenmerken van Evens’ literatuur (indien je een werk van hem kiest).
STAP 3 Kies een van de verwerkingsopdrachten.
• Schrijf een korte lezersreactie (maximaal 400 woorden) waarin je je mening geeft over het boek aan de hand van je bevindingen bij stap 2. Lees zeker even de evaluatiecriteria op p. 160. Post je tekstje nadien op hebban.nl.
• Spreek een lezersreactie in (ongeveer drie minuten, gebruik bv. Talk and comment, Audacity …). Lees zeker even de evaluatiecriteria op p. 160.
©VANIN
Persepolis, Marjane Satrapi, 2000, Atlas Contact
© Junker, Simon Spruyt, 2014, SU Strips
Evaluatiematrix – Spreken en schrijven: een lezersreactie
inhoud
Je geeft duidelijk je mening weer en gebruikt concrete argumenten die verwijzen naar de verhaalanalyse en/of beeldromananalyse.
structuur
Je lezersreactie voldoet aan de volgende structuur: opening – info beeldroman – argumenten positieve en negatieve aspecten –eindoordeel.
taal
Je lezersreactie bevat geen (of zeer weinig) storende taalfouten.
Aanvullende commentaar:
Je geeft duidelijk je mening weer, maar je gebruikt te weinig concrete argumenten die verwijzen naar de verhaalanalyse en/of beeldromananalyse.
Je lezersreactie voldoet bijna volledig aan de gewenste structuur.
Je geeft je mening niet weer en/of geeft onvoldoende argumenten.
©VANIN
Je lezersreactie voldoet niet aan de gewenste structuur.
Je lezersreactie bevat een paar storende taalfouten.
Je lezersreactie bevat veel storende taalfouten.
TAAL EN WOORDENSCHAT
Taal: nieuwsberichten over taal
Niet alleen in de lessen Nederlands gaat het over taal. Ook in het nieuws duiken geregeld taalgerelateerde berichten op.
©VANIN
De aankondiging van het Gemeenschapsonderwijs dat leerlingen die thuis een andere taal spreken dan het Nederlands, die ook mogen gebruiken op de speelplaats en in de klas, lokt veel reacties uit. Het GO! beroept zich op wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat leerlingen zich beter voelen op school en makkelijker Nederlands leren als ook positief wordt ingespeeld op hun thuistaal.
Het schoolrapport van je kind doornemen, een inschrijvingspapier voor een uitstap naar de kinderboerderij invullen of gewoon wat helpen bij die spreekbeurt over de ruimte van je zoon of dochter. In Vlaanderen is 1 op de 7 volwassenen laaggeletterd. Het gaat hier om cijfers uit een grootschalig OESO-onderzoek (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) dat in 40 landen de geletterdheid van 16- tot 65-jarigen over de hele wereld onderzoekt. Tirhas is een van hen. Zij volgt een traject alfabetisering Nederlands tweede taal: ‘Ik wil goed Nederlands kunnen om mijn kinderen te helpen met hun huiswerk.’
Tweetaligheid verbetert de hersenfunctie en vertraagt de veroudering van de hersenen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek. Hoe vloeiend iemand is in een tweede taal, blijkt belangrijker dan hoe lang hij of zij die taal al spreekt. Er is ook nog gebleken dat meertaligheid de ontwikkeling uitstelt van aandoeningen zoals dementie, alzheimer en parkinson.
Om ouders te ondersteunen bij de taalontwikkeling van hun kinderen, start de stad Leuven met taalcoaching. Vriendjes maken, instructies van de juf of meester begrijpen, vragen kunnen stellen, je gevoelens onder woorden brengen … We gebruiken elke dag zo veel taal. Voor kinderen uit een anders- of meertalig gezin is dat vaak nog moeilijker. Het is voor ouders en leerkrachten zoeken naar de juiste balans tussen de thuistaal en het Nederlands. Bovendien is het ook complexer om in te schatten of de taalachterstand een gevolg is van de meertaligheid, dan wel of er sprake is van een taalontwikkelingsstoornis.
is om ontwikkeling aandoeningen afasie, een
D e Amerikaanse acteur Bruce Willis, die in 1988 doorbrak met de film Die Hard, stopt met acteren. De 67-jarige Willis kampt met afasie, een taalstoornis. Daarom neemt Bruce na lang nadenken afstand van de carrière die zo veel voor hem betekend heeft.
Naar: vrt.be/vrtnws
1 Bekijk de nieuwsfragmenten over taal op p. 161. Weet jij wat de gemarkeerde begrippen betekenen? Gebruik de woordleerstrategieën om de betekenis van de gemarkeerde begrippen te verklaren.
De leerlingen mogen hun thuistaal spreken in de pauze op de speelplaats.
Elke stad zou taalcoaching moeten aanbieden.
©VANIN
Kinderen moeten verplicht tweetalig worden opgevoed.
2* Discussieer in groepjes over een stelling naar keuze.
Een traject alfabetisering zou verplicht moeten worden voor laaggeletterden.
a Je krijgt tien minuten de tijd om je voor te bereiden en enkele argumenten op te zoeken.
b Gebruik in je argumentatie zo veel mogelijk woorden uit onderstaand kadertje.
taalstoornis – taalontwikkelingsstoornis – afasie – eentaligheid – tweetaligheid – meertaligheid –thuistaal – moedertaal – alfabetisering – geletterdheid – laaggeletterdheid
pannutta
pannuun pannussa pannusta pannulle pannulla pannulta
3 Bekijk bovenstaande woorden.
a Weet jij uit welke taal de woorden komen?
b Weet je ook wat ze kunnen betekenen?
c Wat is het verschil met de Nederlandse vertaling?
Der Affe sieht den Elefanten.
Den Affen sieht der Elephant.
4 Bekijk bovenstaande Duitse zinnen.
a Wie ziet wie in deze zinnen?
b Wat gebeurt als je de zinnen naar het Nederlands vertaalt zonder iets aan de woordvolgorde te veranderen?
c Hoe verklaar je het verschil tussen het Duits en het Nederlands?
We introduceren enkele nieuwe begrippen.
onthouden
Een synthetische taal is een taal waarbij woorden veelvuldig vervoegd of verbogen kunnen worden. De vervoeging of verbuiging geeft extra informatie.
Een analytische taal is een taal waarin de extra informatie (bv. mannelijk of vrouwelijk, onbepaald of bepaald) in losse, meestal onveranderlijke lidwoorden, voorzetsels en bepalingen gegeven wordt.
Een isolerende taal is het extreemste geval van een analytische taal. De plaats en intonatie bepalen de betekenis, zoals in het Chinees of het Tibetaans
5 Zijn de volgende talen eerder synthetisch of eerder analytisch?
Duits – Fins – Latijn – Engels – Nederlands
6 Talen evolueren, zo ook het Nederlands. Welke uitspraak klopt volgens jou?
Het Nederlands evolueerde van een synthetische naar een analytische taal.
©VANIN
Taal: spelling van het werkwoord
Op iDiddit vind je oefeningen op de spelling van het werkwoord.
Het Nederlands evolueerde van een analytische naar een synthetische taal.
DE LETTERVRETER
LEENWOORDEN
Wouter DeprezToen ik nog maar eens een ‘Oh, my God’ van mijn jongste zoon moest incasseren, begon ik stante pede te fulmineren over de anglificatie van zijn vocabulaire. Ik confirmeerde wat ik hem al vaker had gecommuniceerd over mijn allergie aan zijn culturele coup. Zijn Engels manoeuvreerde me richting een attackske. Als hij mij in een Spaanse furie wou laten exploderen, moest hij vooral op deze manier continueren. Na mijn explosie zou een ambulance me dan naar het hospitaal brengen, waar een plastisch chirurg alle partjes terug tot één persoon zou moeten assembleren.
Op dit gejeremieer repliceerde mijn zoon met een ‘What the fuck!’. Uit deze frase probeerde ik zelf een diepere betekenis te distilleren. Vond mijn benjamin mijn uitval ad hominem? Realiseerde hij zich dat hij mij al deze argumenten al ad infinitum had horen declareren, misschien zelfs ad nauseam? Waarom is die senior toch zo conservatief, welk ressentiment koestert hij tegen dat Engels?
Ik persisteerde en accelereerde nog. Dat ik zijn contaminatie met het Engels niet zomaar wou zien als juveniele spielerei. Dat ik van al dat Engels sowieso wanderlust kreeg. Hoe kon het toch dat anno domini 2022 die Angelsaksen in het Nederlands quasi alle leenwoorden uit andere talen in het defensief hadden gedrongen? Ik zei hem dat ik de huidige situatie een complete calamiteit vond. Ik smeekte hem om dat Engels toch niet zo rücksichtslos over te nemen. En ik gaf toe dat ik hoopte de controle over zijn taalgebruik nog te kunnen accapareren. Dat ik hoopte nog een wende te kunnen forceren, dat hij die met zijn talent voor taal zeker nog kon incorporeren.
Mijn captatio benevolentiae eindigde in een total loss, kon ik concluderen uit zijn ‘Shit!’. Dat ik zelf toch voortdurend woorden uit andere talen gebruikte, beet junior me toe. Ik argumenteerde dat de leenwoorden uit het Engels zich tot mijn leenwoorden uit andere talen verhielden als een schlager tot een chanson.
Het was op dat moment dat ik een aha-erlebnis kreeg. Gedecideerd nam ik een ad hocbeslissing. Ik poneerde dat ik zijn vocabularium voortaan zou controleren en proberen te eleveren. Vanaf nu werd eliminatie van het Engels chefsache, terwijl een crescendo van het gebruik van leenwoorden uit andere talen zou accumuleren met een maximalisering van zijn zondagse alimentatie. Mijn fingerspitzengefühl voorspelde me dat deze werkwijze in domo propria sowieso ook extra muros een effect zou sorteren. Maar mijn belhamel vond het duidelijk zum kotzen. Met veel drama stortte hij hyperventilerend neer. ‘Please, please’, piepte hij. Ik persisteerde dat hij moest stoppen met herrie te maken en amok. Ik expliceerde dat ik niet mesjogge was geworden. Dat ik niet de ambitie had om de punaise in zijn humeur te constitueren. Dat het überhaupt niet mijn bedoeling was om al zijn communicatie als een Gestapo te gaan controleren. Dat het Engels an sich niet het probleem vormde, dat ik ook wel snapte dat hij het enigszins moest blijven gebruiken, om geen fremdkörper te worden tussen zijn copains. Dat ik de controle op Engelse leenwoorden thuis zou injecteren met een bepaalde gemütlichkeit, zonder evenwel de gründlichkeit uit het oog te verliezen.
Zijn gelamenteer ging daarop gelukkig pianissimo. Zou ik nu zijn alter ego zien verschijnen? Een jeune premier, een uomo universalis, die voortaan copieuze frasen zou larderen met leenwoorden uit de lingua franca’s van alle grote civilisaties uit de geschiedenis?
Hij pacifeerde zichzelf en zei sotto voce, maar gedecideerd ‘Go fuck yourself’. In plaats van agree to disagree met de angry young man ben ik toen inderdaad ontploft. Een dokter op intensive care is as we speak cut and paste aan het doen met al mijn shrapnels, waarna hij mij helaas zal retourneren naar home sweet home.
Woordenschat
Wouter Deprez is een komiek en cabaretier. Hij is bekend door zijn zaalshows waarin hij op een ludieke manier lijkt te vertellen over zijn vader, zijn roots, zijn gezin, zichzelf. In die shows speelt hij met gevoelens, maar zeker ook met taal. Of zoals hij het zelf zegt: ‘Wat heeft Wouter na al die jaren begrepen van het instrument waar hij mee werkt? Wat doet hem lachen in taal? Wat ontroert Wouter in taal, nog meer dan vroeger? Welke dringende aanpassingen in taal wil Wouter doorvoeren? En waarom worden vraagtekens zo vaak gebruikt om u nieuwsgierig te maken?’
onderweg
In De lettervreter in De Standaard verkent Wouter Deprez tweewekelijks de veelheid aan vormen waarin taal zich aandient. Hij wordt hiertoe getriggerd door het taalgebruik van anderen en in de media. In de manier waarop hij dat doet, herken je de cabaretier in hem!
Lees de eerste paragraaf van de column op p. 165 en beantwoord de volgende vragen.
7* De column is voor de lezers van De Standaard. Maar wie spreekt tegen wie in de column?
8* Wat verwijt hij zijn zoon?
9* Wat doet Wouter Deprez vervolgens in zijn column?
10* Wat is het e ect daarvan? Welke vorm en techniek van humor ontdek je hier?
11* Wat voorspelt Wouter Deprez dat er misschien met hem gaat gebeuren?
Je leest nu het vervolg van de column.
12 De vader heeft niet enkel woorden uit het Engels ontleend. Uit welke talen heeft hij nog woorden/ uitdrukkingen ontleend?
13 De tekst bevat heel wat moeilijke woorden. Op iDiddit staat een opdracht om de taal van oorsprong en de betekenis van de woorden te achterhalen.
14 Oefen even met de nieuwe woorden. Lees de korte tekstjes en beantwoord de vragen met woorden uit de keuzelijst hieronder.
intensive care – spielerei – crescendo – as we speak – frase – wanderlust – stante pede –cut and paste – pianissimo – shrapnel – Gestapo – total loss – gejeremieer – uomo universalis –benjamin – fingerspitzengefühl – mesjogge – amok – shit – fremdkörper – sotto voce – go fuck yourself –ad hominem – vocabulaire – zum kotzen – Gestapo – Javaans – wende – manoeuvreren – chefsache –ambulance – ad infinitum – hospitaal – anno domini – gemütlichkeit – captatio benevolentiae –distilleren – hyperventileren – jeune premier – gründlichkeit
In de middeleeuwen is de katholieke Kerk dominant in alle aspecten van de samenleving. Ze ligt ook aan de basis van het onderwijssysteem. De onderwijstaal is het Latijn. Denk maar aan de septem artes liberales.
a Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?
In de renaissance blijft men de klassieke oudheid bestuderen, maar die aandacht voor de taal, literatuur en wetenschap van de oudheid stimuleert ook de belangstelling voor de natuur en de werkelijkheid waarin men leeft. Waar de middeleeuwse wetenschap gebaseerd is op de autoriteit van gezaghebbende teksten, baseert de wetenschap zich meer en meer op persoonlijk en kritisch onderzoek. Belangrijk is ook dat wetenschap en cultuur niet langer alleen Latijnse teksten bestuderen, maar ook teruggrijpen naar de andere klassieke taal, het Grieks en zelfs naar de nationale talen.
b Welke woorden uit een andere klassieke taal zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?
In West-Europa krijgen jonge mannen uit de rijke, goed opgeleide elite privéonderwijs in die natuurwetenschappen, kunst en talen. De klassieke talen behoren tot het standaardpakket, samen met andere vreemde Europese talen en gebruiken. Die jongeren moeten tijdens hun grand tour ter plaatse ervaren wat ze hebben geleerd. Die grand tour is een rondreis langs de klassieke monumenten in Italië en Frankrijk en een afsluitend onderdeel van de opvoeding. Ze hebben geen probleem met Italiaanse woorden, omdat ze al een goed idee hebben van de taal van een van de grootste landen van die tijd en haar aanzienlijke invloed op religie, kunst en wetenschappen in heel Europa.
Het Italiaans en het Frans waren toen de dominante talen in West-Europa, maar bij ons ontwikkelde ook het Nederlands zich.
c Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands opgenomen zijn?
In de 18e en 19e eeuw komt er een reactie tegen de verlichtingsideeën van Descartes, Voltaire, Montesquieu, Rousseau, Locke, Spinoza, Kant. De stelling van die grote verlichtingsdenkers dat alleen het gebruik van de rede en het gezond verstand tot de waarheid kan leiden, wordt onderuitgehaald door de terreur van de Franse Revolutie en de napoleontische oorlogen.
Daarom keren de romantici zich ook af van Frankrijk. Ze grijpen terug naar de Kerk en de middeleeuwen, de Oudgermaanse en oriëntaalse wereld.
In Duitsland breekt de Sturm-und-Drangperiode aan. De briefroman van Goethe, Die Leiden des jungen Werthers is typisch hiervoor. De protagonist laat zich in zijn handelen volledig leiden door zijn gevoelens, wat tragisch eindigt. Die stroming leidt in dat land ook tot een sterk doorgedreven nationalisme en het ontstaan van het Duitse Keizerrijk in 1871, maar in de 20e eeuw krijgt het een pejoratieve betekenis door het nationaalsocialisme.
In Engeland zetten de romantic poets zoals Wordsworth, Keats, Byron en Shelley de toon.
d Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?
In de 19e eeuw worden ook de koloniale rijken verder uitgebouwd. In de vorige eeuwen waren Spanje en Portugal de grote koloniale mogendheden, maar in de 19e eeuw worden het Verenigd Koninkrijk en het Koninkrijk der Nederlanden de twee grootste.
De grondslag van het Nederlandse koloniale rijk wordt tijdens de Gouden Eeuw gelegd door de VOC en de WIC, of voluit de Verenigde Oost-Indische Compagnie en de West-Indische Compagnie. De VOC is actief in Zuid-Afrika en het Verre Oosten (India, Sri Lanka, Indonesië, Maleisië) en de WIC aan de westkust van Afrika (de Nederlandse Goudkust of Ghana én de Slavenkust of Benin, Togo en Nigeria), de Golf van Mexico en Latijns-Amerika (o.a. de Nederlandse Antillen, Guyana en Suriname).
e Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?
©VANIN
Even ingrijpend in diezelfde eeuw is de industriële revolutie. Voor 1800 bestonden er natuurlijk al machines, maar deze worden aangedreven door de kracht van mens of dier, soms door water of wind. Revolutionair is het massale gebruik van nieuwe energiedragers en -bronnen, zoals stoom, elektriciteit, olie, gas en in de 20e eeuw ook kernenergie.
Moderne machines zorgen voor een snellere en grootschalige productie van bv. stoffen en ijzer. Ook komen er nieuwe reis- en vervoersmogelijkheden door de auto, de trein, het schip en het vliegtuig.
Er wordt ook vooruitgang geboekt op wetenschappelijk gebied. Uitvindingen zoals de telefoon, de radio, de microscoop en de telegraaf dragen bij aan veranderingen in de maatschappij. De ontdekking van de röntgenstraal en de komst van de röntgenfoto, samen met de antibiotica (zoals penicilline) en nieuwe chirurgische technieken zorgen voor een omwenteling in de medische wereld.
Engeland is de voortrekker in de eerste industriële revolutie, maar al vlug volgen België, later ook Frankrijk en Pruisen. Op het einde van de eeuw pompen de VS de eerste aardolie op en leggen zo de basis voor de ontwikkeling van de automotor, de uitvinding van kunststoffen en de petrochemische industrie.
Met de opkomst van de computer in de jaren 50 en de doorbraak van het internet vanaf de jaren 70 is de digitale revolutie ingezet, waar de klemtoon vooral ligt op de diensteneconomie en de globalisering. De VS geven oorspronkelijk de richting aan, maar geleidelijk nemen Japan, Zuid-Korea en nu ook China het over.
f Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?
g Welke woorden hebben vandaag een pejoratieve betekenis en gebruik je dus beter niet in een alledaags gesprek?
h Welke woorden verwijzen naar de recente Duitse politiek?
i Vreemd genoeg blijven er nog enkele woorden over. Hoe verklaar je die?
15* Leg nu kort uit waarom Wouter Deprez met het overwicht van Engelse woorden/uitdrukkingen in de laatste alinea van zijn column de tijdsgeest correct weergeeft.
ACADEMISCHE VAARDIGHEDEN: EEN ONDERZOEKSVRAAG FORMULEREN
Binnenkort verlaat je het secundair onderwijs en waag je je eerste stappen in het hoger onderwijs. Verder in dit leerwerkboek vind je nog heel wat informatie over verder studeren. In het hoger onderwijs zul je een onderzoeksgerichte houding moeten aannemen. Je zult immers papers en een scriptie moeten schrijven. Die teksten vertrekken altijd vanuit een goede onderzoeksvraag. Wat dat precies is en hoe je die moet opstellen, leer je in dit lesdeel. onthouden
Een scriptie is een geschreven werkstuk waarin je de resultaten neerschrijft van een eigen onderzoek. Meestal doe je daar meerdere maanden over, vooral tijdens het laatste jaar van je opleiding.
Een paper is een wetenschappelijke tekst van beperkte lengte, meestal geschreven als opdracht (bijvoorbeeld om een vak af te ronden).
1 Er zijn verschillende soorten onderzoeksvragen. Verbind die met de deelvragen en het voorbeeld.
1 beschrijvend a Wat zijn de positieve/negatieve punten? Wat is de waarde? I Wat zijn de verschillen tussen Vlaamse en Nederlandse gebarentaal?
2 vergelijkend b Wat zijn de verschillen en de overeenkomsten?
3 evaluerend c Waar zal dit toe leiden? Zal in de toekomst …?
II Hoe komt het dat stof H smelt in een omgeving van 170 graden?
III Hoe kan het ministerie van Onderwijs ervoor zorgen dat analfabetisme in België tegen 2030 met 50% daalt?
4 verklarend d Hoe kunnen we dit oplossen? IV Is het openbaar vervoer in België tegen 2050 goedkoper dan met de auto rijden?
5 voorspellend e Wat zijn de kenmerken? V Wat is de meerwaarde van een gezonde lucht in de schoolomgeving voor jongeren?
6 ontwerpend f Wat zijn de oorzaken en de gevolgen?
VI Wat is het beleid in Vlaamse scholen voor kinderen met dyslexie?
2* Een goede onderzoeksvraag opstellen is niet eenvoudig. De afbeelding toont de criteria waaraan een onderzoeksvraag moet voldoen. Begrijp je alle criteria?
3 Lees nu de onderstaande onderzoeksvragen. Zijn dit goede voorbeelden?
• Indien de vraag goed is, noteer dan om welke soort onderzoeksvraag het gaat.
• Indien de vraag niet goed is, schrijf dan op aan welk(e) criterium/criteria ze niet voldoet.
a Hebben jongens meer talent voor techniek dan meisjes en speelt opvoeding daarbij een rol?
b Wat is de Industriële Revolutie?
c Wat zijn de hygiënische gevaren van zwerfkatten in stedelijke gebieden?
d Hoe kun je de Tweede Wereldoorlog verklaren?
©VANIN
e Hoe kan de begeleiding rond seksuele gezondheid in wijk XXX verbeterd worden?
f Hoe kan de armoede in België verminderd worden?
g Welk effect hebben gewelddadige films en games op het gedrag van kinderen?
h Welk effect heeft het afnemen van preventieve alcoholcontroles op het aantal mensen dat dronken achter het stuur zit?
Bron: www.scribbr.nl
Het belang van scripties wordt onderstreept door de jaarlijkse Vlaamse Scriptieprijs. Uit duizenden inzendingen uit alle mogelijke afstudeerrichtingen wordt de beste scriptie beloond met een geldprijs en promotie via verschillende mediakanalen.
4 Lees en bekijk de bronnen op de volgende pagina’s over genomineerde of winnende kandidaten.
a Kun je een mogelijke onderzoeksvraag formuleren voor elke scriptie?
b Bepaal ook steeds welke soort onderzoeksvraag je opstelde.
©VANIN
Als je je onderzoeksvraag hebt opgesteld, begint de zoektocht naar bruikbaar bronmateriaal. Ter illustratie vertrekken we vanuit het thema ‘klimaat’.
5 Welke van de onderstaande onderzoeksvragen is de beste? Welke soort onderzoeksvraag is het?
Kunnen we samen een groenere toekomst maken?
Is het mogelijk om enkel op technologie te steunen om de opwarming van de aarde tegen te gaan?
Welke technologische ontwikkelingen kunnen ervoor zorgen dat we de klimaatdoelstellingen van 2050 halen?
soort onderzoeksvraag:
Op p. 172-174 vind je een aantal mogelijke bronnen bij de bovenstaande onderzoeksvraag.
6 Lees de bronnen beoordelend en zoekend.
a Ga na of de bronnen betrouwbaar en bruikbaar zijn.
b Zo ja, duid de informatie aan die de onderzoeksvraag kan beantwoorden.
7 Als slotopdracht ga je nu in groepjes aan de slag met een eigen onderzoeksvraag.
STAP 1 Kies een van de volgende thema’s: economie, taal, cultuur, wetenschap, wiskunde.
STAP 2 Probeer nu voor jezelf een specifieker subthema te bepalen. Bij cultuur kun je bv. sciencefiction opperen, en bij economie kun je bv. gaan voor recessie.
STAP 3 Binnen je groep overloop je nu de subthema’s. Luister aandachtig naar elkaar. Na ongeveer een kwartier kies je het subthema van de groep.
STAP 4 Iedereen denkt individueel na over een onderzoeksvraag. Denk aan de criteria waaraan die moet voldoen! Vul ook aan welke soort onderzoeksvraag je opstelde.
STAP 5 Ga nu verder met een onderzoeksvraag die een goede beoordeling kreeg. Iedereen gaat op zoek naar een bron (geschreven of audiovisueel) waarin je een (gedeeltelijk) antwoord vindt op de onderzoeksvraag. Beoordeel de betrouwbaarheid van je bron en selecteer de info die de vraag beantwoordt. Vat je bron samen in een tiental zinnen.
De toestand van bijen gaat al enkele decennia achteruit. Sinds 1990 zijn al meer dan 25% van alle wilde bijensoorten ter wereld verloren gegaan door het verlies van hun habitat, pesticidengebruik, ziektes en invasieve soorten … De mens is verantwoordelijk voor deze negatieve trend. Het verlies van bijen heeft verstrekkende gevolgen aangezien ze als bestuivers een belangrijke taak vervullen in het ecosysteem. Ze zijn essentieel in de voortplanting van talloze plantensoorten, waaronder veel belangrijke gewassen in onze voedselindustrie zoals koffie, cacao, tomaten, sojabonen en nog veel meer. Deze zouden van ons menu kunnen verdwijnen als bestuivende insecten niet langer in staat zijn ons een handje te helpen.
Gelukkig kunnen we de dalende trend nog keren: een strenger beleid rond het gebruik van pesticiden, bloemenstroken aan de rand van landbouwgrond aanleggen, maaien van het gras een keertje overslaan … acties in de goede richting, maar er is meer gericht wetenschappelijk onderzoek naar het foerageergedrag van bestuivers noodzakelijk.
Om tot gecontroleerde, experimentele proefopstellingen te komen, kwamen wetenschappers doorheen de jaren met verschillende oplossingen zoals simpele artificiële bloemen die makkelijk te manipuleren zijn. Hierbij bleef observatie van het gedrag van bijen door een wetenschapper nog steeds nodig.
Een video-opname zou soelaas kunnen bieden, maar het achteraf bestuderen van uren en uren aan beeldmateriaal blijft een werk van lange adem. De Finse onderzoekers Kuusela en Lämsä (2016) bedachten een artificiële bloem die bezoekjes van bijen automatisch registreert met behulp van sensors. Zij bouwden een robotbloemenveld, met kabels verbonden aan hun computer. Al een flinke verbetering, maar mijn promotor en ik dachten: het kan nog beter.
De opdracht voor mijn masterthesis biologie was de robotbloem volledig draadloos maken waardoor deze veel breder inzetbaar is, ook zonder computer of elektriciteit in de buurt. De robotbloemen kregen daarvoor elk hun eigen minicomputer en een batterij. Voor de dataoverdracht gebruikte ik ‘Internet of Things’ (IoT), waarbij de gegevens van bezoekende bijen via radiosignalen worden doorgegeven aan een antenne. De robotbloem kan in een stad in een straal van 2 tot 5 kilometer rond een IoT-antenne geplaatst worden, in open gebied is de reikwijdte tot wel 15 kilometer.
Bron: scriptieprijs.be
4
De startende leraar in Brussel
Nergens anders in ons land beginnen er jaarlijks meer startende leraren met lesgeven dan in Brussel. Er is een grote doorstroom van de lerarenopleiding naar de Brusselse scholen. Dit is op zich wel logisch, door de vele vacatures kunnen starters redelijk vlot aan de slag. Brussel is goed bereikbaar en de meeste starters zien de uitdaging van lesgeven in een grootstad wel zitten. Helaas stopt bijna de helft van de startende leraren binnen een periode van vijf jaar met lesgeven in Brussel. Een deel gaat op een andere plaats lesgeven, een ander deel keert het onderwijs definitief de rug toe. Dit heeft een grote negatieve impact op het lerarentekort.
Wanneer de uitstroomcijfers bij startende leraren zo dramatisch zijn, rijst de vraag ‘Wat houdt de ervaren Brusselse leraren gemotiveerd?’. Brussel heeft immers ook een grote groep leraren die al vele jaren lesgeven in Brussel en dit waarschijnlijk tot het einde van hun carrière zullen blijven doen. Om te weten te komen wat ervaren Brusselse leraren motiveert, werden negen leraren, met meer dan twintig jaar ervaring op de teller, geïnterviewd. Zij werden bevraagd over hun loopbaan, de hindernissen die zij ervaren hebben, wat hen motiveert en over de context Brussel. Niet alleen deelden zij hun verhaal, ze gaven ook concrete tips voor startende leraren over klasmanagement, organisatie, je inwerken in een schoolcultuur en taalontwikkelend lesgeven. Al deze informatie werd samengevoegd in een brochure die kan gebruikt worden bij de aanvangsbegeleiding van startende leraren in Brussel. Deze brochure kreeg de naam Lesgeven in BXL. Negen leraren betekent negen verschillende manieren van lesgeven, elke starter zal zich met een van de leraren kunnen identificeren. Ze kunnen zichzelf herkennen in de moeilijkheden die ervaren leraren beschrijven en motivatie putten uit hun succesverhalen.
Bron: scriptieprijs.be
Technologie als klimaatredder
Zonnepanelen die als een schild rond de aarde liggen en spinnende katten die met hun trilling stroom opwekken. Tekeningen over de toekomst, gemaakt door bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’, laten veel technologische oplossingen voor de klimaatcrisis zien. ‘Op veel vlakken kunnen we met techniek ver komen.’
Mariska Van Sprundel – 13 oktober 2022
Bezoekers van de tentoonstelling ‘ Energy Junkies’ in de Studio van NEMO Science Museum, tekenen hoe zij de toekomst zien in het licht van klimaatverandering. NEMO Kennislink maakt een selectie uit de tekeningen en verkent de kunstwerkjes met een deskundige. In deze aflevering: technologie als magic bullet.
‘In een film over de toekomst horen gewoon vliegende auto’s te zitten’, zei Bob Gale, scenarioschrijver van de eighties klassieker Back to the Future, eens in een interview. Datzelfde geldt ook voor tekeningen over de toekomst, moeten sommige bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’ hebben gedacht. Op de vraag hoe zij de toekomst zien in het licht van klimaatverandering tekenden zij vliegende auto’s en stepjes. Ook zelfrijdende auto’s die voortrazen over een wegdek met zonnepanelen, spinnende poezen die met hun trilling stroom opwekken, kernfusie en mannetjes die naast een CO 2 -neutrale vleesfabriek staan te barbecueën, zijn op de tekeningen te zien. Favoriet op de redactie is een netwerk van zonnepanelen dat als een schild rond de aarde ligt.
©VANIN
Die tekeningen lijken stuk voor stuk te zeggen: technologie is de sleutel. Er spreekt optimisme uit: met vergroening van de energieproductie komen we er wel. Is het mogelijk? Een toekomst waarin energie zo schoon en ruim voorhanden is dat de consumptie beperken volstrekt onnodig is? ‘Als het gaat over klimaat, dan is technologie zowel een oorzaak als een groot deel van de oplossing’, zegt hoogleraar Floor Alkemade van de Technische Universiteit Eindhoven. Zij doet onderzoek naar technologische innovaties die nodig zijn voor duurzame energie en mobiliteit en hoe we die technologie snel en eerlijk kunnen inzetten in de samenleving.
Vergroenen en besparen Technologische vernieuwing heeft de mensheid veel gebracht. De menselijke evolutie hangt er zelfs nauw mee samen. Wat 2,5 miljoen jaar geleden begon met handgemaakte gereedschappen om de wereld naar onze hand te zetten, is uitgegroeid tot de productie van auto’s, smartphones en operatierobots. In dat opzicht is het niet vreemd dat veel mensen hun geld inzetten op technologie om uit de klimaatcrisis te komen. ‘Het internationale klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties noemt technologie ook in het rijtje met mogelijke oplossingen’, licht Alkemade toe. ‘Het IPCC geeft aan dat, hoewel de situatie zorgelijk is, we door snelle en grootschalige toepassing van schone technologieën die nu al bestaan, de opwarming van de aarde kunnen beperken tot een aanvaardbaar niveau.’
Met technologie komen we inderdaad een heel eind, meent Alkemade, maar om de klimaatdoelen te halen moeten we niet alleen vergroenen, maar ook besparen. Wat volgens haar niet betekent dat we karig hoeven te leven. ‘Er wordt gewoon veel te veel energie verspild.’ Het feit dat iedereen een eigen auto heeft, raakt ook aan die verspilling. ‘Voor mobiliteit kunnen we betere systemen bedenken die het aantal auto’s per persoon naar beneden brengen. Dat hoeft geen opoffering in comfort te zijn. Ga je naar zelfrijdende auto’s die je met elkaar deelt, dan betekent het veranderen, niet per se inleveren.’ Achterover leunen en youtuben tijdens de autorit wordt gewoon een nieuw criterium voor comfort. Onderweg lekker kattenfilmpjes op je telefoon!
Vliegen is daarentegen moeilijk te verduurzamen op korte termijn. Accu’s zijn groot en zwaar, daarmee komt een vliegtuig niet van de grond. Biobrandstof als alternatief voor kerosine is ook geen oplossing, vanwege de botsing met voedselproductie. Verbouwen we maïs om de wereld te voeden of om naar een zonnige vakantiebestemming te vliegen? Het eerste is een basisbehoefte, het tweede niet. ‘Op veel vlakken kunnen we met technologie ver komen. Maar op de plekken waar vergroening moeilijk is, moeten we het toch met minder of fundamenteel anders gaan doen.’
Niet afwachten
De keerzijde van vol inzetten op zonnepanelen, windmolens en elektrische auto’s is dat het nieuwe problemen met zich meebrengt. Voor de productie ervan zijn mineralen als kobalt, lithium en koper nodig, waarvan de voorraden op aarde niet eindeloos zijn. Schaarste is niet eens het grootste probleem. De huidige lithiummijnen zijn vooral problematisch vanwege schade aan ecosystemen en schending van mensenrechten. ‘De vraag is hoe we die grondstoffen op een nette en verantwoorde manier kunnen winnen’, zegt Alkemade. ‘Het valt overigens te verwachten dat de prijzen van grondstoffen gaan stijgen, wat de zoektocht naar alternatieven aanzwengelt. Kunnen we batterijen maken zonder lithium, die op zout werken? Of het lithium uit batterijen beter recyclen? Naar recyclen van zonnepanelen doet bijvoorbeeld TNO veel onderzoek.’
Op een van de toekomsttekeningen staat een nog uit te vinden, revolutionaire machine: aan de ene kant gaat er CO 2 in, aan de andere kant komt er schone energie uit. Dat zou wat zijn! Is het mogelijk dat wetenschappers iets uitvinden waardoor het opwekken van groene stroom sneller en makkelijker gaat? Alkemade denkt het wel. ‘Maar we moeten er niet op wachten. De geschiedenis heeft laten zien dat we nieuwe technologieën en de impact ervan slecht kunnen voorspellen. We moeten er niet op rekenen dat we over tien, twintig jaar iets geweldigs uitvinden wat het klimaatprobleem oplost. Onderzoek naar technologische innovaties moet zeker doorgaan, maar we moeten vooral ook nú aan de slag.’ Wachten op die magic bullet maakt de sociale en financiële kosten van klimaatverandering alleen maar hoger.
Bron: www.nemokennislink.nl
Betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de bron beoordelen
Welke instantie publiceerde de bron?
Wie is de zender (auteur/maker)?
• Is de zender een expert in het onderwerp?
Is de bron objectief of subjectief ?
• Staan in de bron vooral feiten of vooral meningen?
• Is de zender onpartijdig?
• Geeft de zender aan of hij partijdig is?
Van wanneer dateert de bron?
• Is de informatie nog actueel?
• Is de bron ooit aangepast?
Bevat de bron verwijzingen naar andere bronnen?
• Zijn die verwijzingen relevant?
• Zijn die andere bronnen betrouwbaar?
Wat is het doel van de zender? informeren – beïnvloeden – overtuigen – voorschrijven –amuseren – ontspannen – ontroeren
Is de bron relevant voor mijn opdracht?
• Is het onderwerp relevant?
Wat kan ik gebruiken uit deze bron?
Ik wil geen generatie die gedeprimeerd is door de klimaatreligie
Jean-Marie Dedecker – 13 oktober 2019D e OVDS, de lerarenorganisatie Oproep voor een Democratische School, deed een klimaatenquête bij 3 259 leerlingen. Ze kwam tot de onthutsende vaststelling dat amper 13% van de 17- en 18-jarige spijbelende beugelbekjes het mechanisme van de klimaatopwarming kent. Negen op de tien zijn quasi klimaatanalfabeet. Tien procent gelooft zelfs dat steenkool een hernieuwbare energiebron is. Bij de jongere vitabishummeltjes ligt de klimaatkennis zelfs onder de graad van debiliteit. Zes op de tien gelooft zelfs dat kerncentrales grote hoeveelheden CO2 uitstoten.
Pensée unique
Onze leerkrachten natuur- en scheikunde zouden hun discipelen beter kunnen leren dat er naast de alarmerende wetenschappelijke pensée unique van Greta & co ook natuurkundigen (zelfs van het IPCC) bestaan die beweren dat het klimaat chaotisch, niet lineair en dynamisch is, dat het CO2-gehalte in de atmosfeer amper 0,04 % is en dat de hoeveelheid daarvan die uitgestoten wordt door de mens, ongeveer 5% bedraagt of nauwelijks 0,0002% (cero, cero, cero, cero, dos). Dat de temperatuur van de atmosfeer lineair afneemt met de toenemende hoogte, the adiabatic laps rate. Dat een hoger elementair volumetje atmosfeer, waaronder CO2, steeds kouder is dan een zich iets lager bevindend elementair volumetje en dus kouder dan het aardoppervlak. Dat de tweede wet van de thermodynamica beschrijft dat warmte, ook in de vorm van straling, steeds stroomt van een object met een hogere temperatuur naar een object met lagere temperatuur en dat een hoger gelegen en per definitie kouder elementair volumetje atmosfeer, met daarin CO2, de aarde derhalve niet zou kunnen opwarmen.
Japanse en Finse wetenschappers zoals Jyrki Kauppinen en Peka Malmi, evenals de NASAklimaatwetenschapper Rex Flemming beweren dat kosmische stralen zorgen voor lage wolken en klimaatopwarming. Of CO2 heeft zo veel te maken met de klimaatverandering als een ooievaar met de geboorte van kinderen. Dat water, zonlicht en CO2 noodzakelijk zijn voor het leven op aarde en dat het leven stopt als je één van de drie wegneemt. Dat elke plant sterft als het CO2gehalte daalt onder de 0,016%. Dat de aarde de laatste decennia vergroend is door de toename van CO2, enzovoort.
Of die wetenschappers gelijk hebben of niet, weet ik niet, want ze worden in de media gemuilkorfd en uitgesloten van elk debat
Of die wetenschappers gelijk hebben of niet, weet ik niet, want ze worden in de media gemuilkorfd en uitgesloten van elk debat. In de lessen biologie zouden de studenten kunnen leren dat er in het Eemien, zo’n 120 000 geleden, al ijsberen op de pool rondliepen en het overleefd hebben zonder ingesmeerd te zijn met Nivea, niettegenstaande het er toen vijf graden warmer was dan vandaag.
Apocalyps
Ik ben echter te oud geworden om nog klakkeloos te geloven in de apocalyps en de zondvloed. In 1972 voorspelde de Club van Rome de instorting van de productie en de consumptie door uitputting van de grondstoffen tegen het einde van de 20e eeuw. Op 28 april 1975 schreef de wetenschappelijke editor Peter Gwynne in Newsweek nog naar aanleiding van rapporten van de NOAA-NASA: ‘Scientists are almost unanimous that global COOLING was underway’. Ondertussen hebben we ook het verdwijnen van al onze bossen overleefd door de zure regen en is het gat in
de ozonlaag nagenoeg gedicht. Een kleine 20 jaar geleden vielen duizenden wetenschappers over elkaar heen met apocalyptische voorspellingen rond de Millenniumbug of de Millenniumbom. In de Verenigde Staten werd zelfs een heuse ‘Centre for Y2K stability’ opgericht. Maar toen de klok op 31 december 1999 om middernacht twaalf keer sloeg, vielen de vliegtuigen niet uit de lucht: ‘fake science’.
Het is de taak van het onderwijs om kinderen op te voeden tot kritische geesten
Het is de taak van het onderwijs om kinderen op te voeden tot kritische geesten in plaats van hun vleugels te kortwieken en hun beugelbekjes aan te draaien tot groene papegaaien. We hebben geen nood aan een generatie die gedeprimeerd is door de donderpreken van de klimaatreligie. How dare you!
In zijn nieuwste boek Geen blad voor de mond kunt u meer bijdragen lezen van Jean-Marie Dedecker over klimaat en onderwijs. Het boek is ook verkrijgbaar in onze webwinkel.
Bron: doorbraak.be
©VANIN
Betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de bron beoordelen
Welke instantie publiceerde de bron?
Wie is de zender (auteur/maker)?
• Is de zender een expert in het onderwerp?
Is de bron objectief of subjectief ?
• Staan in de bron vooral feiten of vooral meningen?
• Is de zender onpartijdig?
• Geeft de zender aan of hij partijdig is?
Van wanneer dateert de bron?
• Is de informatie nog actueel?
• Is de bron ooit aangepast?
Bevat de bron verwijzingen naar andere bronnen?
• Zijn die verwijzingen relevant?
• Zijn die andere bronnen betrouwbaar?
Wat is het doel van de zender? informeren – beïnvloeden – overtuigen – voorschrijven –amuseren – ontspannen – ontroeren
Is de bron relevant voor mijn opdracht?
• Is het onderwerp relevant?
Wat kan ik gebruiken uit deze bron?
RECEPTIEVE VAARDIGHEDEN
Lezen: Léés dan toch, beste jongeren!
Het artikel Léés dan toch, beste jongeren! van Gaea Schoeters op p. 181-182 is gepubliceerd in De Standaard in de rubriek ‘Vraagstuk’. Je zoekt uit wat de auteur met haar titel bedoelt, maar ook waarom de krant dit publiceerde onder ‘Vraagstuk’.
Jeanette Winterson is een Britse auteur. Haar debuutroman Oranges are not the only fruit is ook haar bekendste werk.
1 Lees alinea 1.
a ‘Thank God her name was Austen.’ Waarom zegt Jeanette Winterson dat?
Tip: Jane Austen is de auteur van o.a. Pride and Prejudice, Emma en Sense and Sensibility
b Een andere klassieker die Jeanette Winterson las, was Jane Eyre. Wie was daarvan de auteur?
c Hoe spoorden die twee auteurs haar aan?
d Wat is de link tussen Andrew Carnegie en Jeanette Winterson?
e Is de bibliotheek in Accrington nog altijd afhankelijk van die stichting?
Édouard Louis – oorspronkelijke naam Eddy Bellegueule – is geboren en opgegroeid in het noorden van Frankrijk, wat tevens de achtergrond is van zijn eerste roman En finir avec Eddy Bellegueule (Weg met Eddy Bellegueule). Hij was de eerste van zijn familie die naar de universiteit ging. Zijn boek kreeg veel media-aandacht en werd geprezen om zijn literaire verdiensten en het meeslepende verhaal.
Naar: nl.wikipedia.org
2 Lees alinea 2.
a In welk opzicht lijkt het verhaal van Édouard Louis sterk op dat van Jeanette Winterson? Gebruik daarvoor het beeld van ‘het boek als deur’.
b Waarom zou de Nederlandse titel de lezer op het verkeerde been kunnen zetten?
3 Lees alinea 3.
a Hoe illustreert het leven van Édouard Louis perfect de zin ‘Lezen empowert en emancipeert, is statusverhogend en verrijkend’?
b Hoe drukt de zin ‘Tegenwoordig ontlezen steeds meer jongeren zich regelrecht de armoede in’ toch het idee van Andrew Carnegie uit?
©VANIN
4 Lees alinea 4.
a Waarom is er sprake van paniek in ‘Pirls- en Pisa-paniek’?
b Welke belangrijke/kapitale/cruciale fout maken die cultuurcynici hier? En veel jongeren en volwassen ook vandaag nog?
c Hier vind je opnieuw een pleidooi voor de visie van Andrew Carnegie. Leg uit.
d ‘Frustratietolerantie’ is een term uit de psychologie en betekent ‘de mate waarin een persoon teleurstellingen of belemmeringen voor het bereiken van zijn doel aankan, kan verwerken’. Aan welke andere termen uit diezelfde zin kun je dit linken?
5 Lees alinea 5.
a Is die trend van ontlezing overal merkbaar?
b Wat is/zijn de oorzaak/oorzaken van die ontlezing in Vlaanderen volgens de auteur?
c Wat moet dringend veranderen om die ontlezing te stoppen?
d Waarom moet die verandering gebeuren?
e Waarom schrijft de auteur ‘(des)informatiemaatschappij’?
6 Lees alinea 6.
a Wat bedoelt de auteur met de ‘verkleuteringsreflex’?
b Hoe kunnen auteurs voor de klas helpen volgens haar?
c Wat bedoelt ze met ‘kilometers maken’?
7 Lees alinea 7. Hoe zijn ‘alles heeft de waarde die je eraan geeft, The best for the most en maatschappelijk en economisch een dure vergissing’ aan elkaar gelinkt?
8 Lees alinea 8. Lezen en schrijven onderscheiden ons van dieren. Leg uit.
9 Lees alinea 9. Hoe staat ze tegenover ‘sensitivityreaders’? Waarom?
10 Lees alinea 10.
a Leg uit waarom Foucaults ‘heterotopie’ overeenkomt met wat Andrew Carnegie wou bereiken met zijn bibliotheken.
b Leg uit waarom de zin ‘je bibliotheekkaart is je democratie’ haar bijblijft.
11 Lees alinea 11. Waarom is lezen lastig en moeten we het daarom trainen?
©VANIN
12 Lees alinea 12.
a Waarom moeten leerlingen ‘moeilijke’ boeken lezen?
b Volstaat het om leerlingen een lijst met ‘moeilijke’ boeken te geven die ze dan verplicht moeten lezen?
13 Lees alinea 13. Hoe komt het idee van ‘een boek als deur’ uit alinea 1 in deze alinea aan bod?
VRAAGSTUK
Léés dan toch, beste jongeren!
Gaea SchoetersWie laaggeletterd is, is armer en ongezonder en sterft jonger. Wie Ulysses durft te lezen, is op z’n minst moedig.
‘Thank God her name was Austen’, schrijft Jeanette Winterson in haar lezing voor het leesbevorderingsproject The Reading Agency. Want ten huize Winterson was elk boek des duivels (enige uitzondering was de Bijbel) en dus wist de kleine Jeanette niet waar te beginnen toen ze de bibliotheek van Accrington ontdekte. Ze las de Engelse klassiekers dan maar van a tot z: gelukkig stond Jane Eyre niet bij romantiek, maar bij literatuur geklasseerd, en was ook Brontë in de juiste alfabethelft geboren. De openbare bibliotheek die Wintersons wereld opende, is gebouwd door de Carnegie Foundation. Andrew Carnegie was een keuterboer die zwoer bij zelfeducatie door lezen en bibliotheken zag als universiteiten voor iedereen. Nadat hij fortuin had gemaakt in Amerika stichtte hij er dan ook tweeduizend.
Ook Édouard Louis vertelt in Weg met Eddy Bellegueule hoe hij met het boek als deur ontsnapt aan het rechtse denken van het achterstandsgezin waarin hij opgroeit en zich een uitweg leest naar Parijs. En door dat lezen tegelijkertijd de empathie en het begrip ontwikkelt om zijn afkomst nadien te omhelzen en er zelf over te schrijven.
Lezen empowert en emancipeert, is statusverhogend en verrijkend. Dus lezen mensen overal ter wereld zich al eeuwenlang uit de armoede en naar een betere toekomst. Of beter: lazen. Want tegenwoordig ontlezen steeds meer jongeren zich regelrecht de armoede in. Niet alleen intellectueel, maar ook economisch.
In het Nederlandstalige taalgebied is de situatie nog dramatischer dan in de rest van Europa, bleek uit de Pirls- en Pisa-paniek: in beide statistieken bungelen onze tieners onderaan. Vlaamse kinderen en jongeren scoren steeds slechter op begrijpend lezen en ook hun leesmotivatie en leesplezier gaan achteruit. So what, denken cultuurcynici, who cares als jongeren geen romans meer (kunnen) lezen. Maar in Nederland is 25 procent van de volwassenen niet meer in staat een overheidsbrief te lezen. In Vlaanderen is 15 procent van de volwassenen laaggeletterd en daar komen alsmaar meer jongeren bij. Dat tieners niet langer in staat zijn het dagboek van Anne Frank te lezen op de leeftijd dat zij het schreef, is erg genoeg, maar de consequenties beperken zich niet tot de fictie. Wie laaggeletterd is, is armer en ongezonder en sterft jonger. Omgekeerd zijn mensen die veel en vlot lezen niet alleen fysiek en mentaal gezonder, ze hebben ook meer zelfkennis, focus en frustratietolerantie, functioneren beter en nemen actiever deel aan de maatschappij. Ze zijn empathischer en denken kritischer. Wat houdt ons dan tegen?
Over de oorzaken van de ontlezing is al veel inkt gevloeid. Letterkundige Yra van Dijk en docent Nederlands Marie-José Klaver bogen zich over de leescrisis in het Nederlandse onderwijs. Want in landen als het Verenigd Koninkrijk en Duitsland lezen jongeren wel, terwijl het leesniveau bij ons soms zelfs nog daalt op school. Literatuur krijgt te weinig aandacht, veel leraren lezen zelf nauwelijks. Hun eigen leesniveau is al even slecht: ook in de lerarenopleiding wordt literatuur vanuit de eigen leefwereld of in spelvorm benaderd, zonder deep reading of analyse. Het is precies daarop dat jongeren sneuvelen: teksten interpreteren of informatie uit meerdere bronnen samenbrengen lukt niet meer. Dat zijn nochtans levensnoodzakelijke vaardigheden in onze huidige (des)informatiemaatschappij. En om te presteren op andere schoolvakken waarvoor begrijpend lezen ook de sleutel is.
Alleen wie liefde voelt, kan passie overbrengen. Literatuur Vlaanderen zet auteurs voor de klas en zij krijgen jongeren wél aan het lezen, al leidt het weleens tot conflict over methodiek – de verkleuteringsreflex zit er diep in. Nochtans is downlevelen contraproductief: leesniveau én motivatie gaan net omhoog als kinderen boven hun niveau lezen. En kilometers maken: wie een uur per dag leest, ziet per jaar vier miljoen woorden voorbijkomen.
Alles heeft de waarde die je eraan geeft. In 1944, toen in het naoorlogse Engeland het voedsel nog gerantsoeneerd was, boog de Arts Council zich al over een cultureel toekomstplan. Want geletterdheid is geen luxe. ‘The best for the most’ was het motto, en cultuur en onderwijs verpersoonlijkten dat ‘beste’. Ons 21e-eeuwse neoliberalisme daarentegen zag literatuur als ‘nutteloze cultuur’ en knikkerde lezen uit het onderwijs. Maatschappelijk én economisch een dure vergissing, blijkt nu.
Opslagplaats
We vergeten het soms, maar dat we kunnen lezen en schrijven is wat ons tot mens maakt. Wat ons van dieren onderscheidt, is dat wij kunnen vooruitblikken naar wat er nog niet is. Een dier kan alleen reageren op wat gebeurt. Een mens kan reageren op wat nog moet gebeuren en in dat voorstellingsvermogen schuilt de macht om de toekomst om te buigen.
Doordat we in staat zijn tot communiceren over concepten, kunnen we onze gedachten ook koppelen aan die van anderen, zelfs van mensen die lang voor ons leefden, en zo verleden en heden aaneenschakelen tot één groot bewustzijn. Dat is onze menselijkheid, en die zit verankerd in taal. Boeken zijn de opslagplaats van het menselijk denken door de eeuwen heen. Daarom alleen al mogen we ze niet censureren of aanpassen, alle sensitivityreaders ten spijt, omdat ze de blijvende getuigen zijn van wat mensen, meerderheden en maatschappijen ooit hebben gedacht. Hoe kwetsend ook, dat het is neergeschreven voorkomt dat we het vergeten, uitwissen of onder de mat moffelen.
In Public library and other stories vraagt Ali Smith mensen wat bibliotheken voor hen betekenen. Een bibliotheek, zegt iemand, is Foucaults heterotopie: een van het dagelijks leven afgescheiden ruimte waarin verleden en heden samenkomen en waar iedereen met andere doeleinden naartoe komt (om te leren, te ontspannen of troost te zoeken) maar verbinding vindt via boeken. Lezen, zegt iemand anders, biedt ons niet alleen herkenning en helpt ons zo ontkomen aan onze eenzaamheid, maar toont ons ook een wereld buiten de onze, waardoor het mogelijk wordt te ontsnappen aan wat ons verstikt. Ik onthoud de zin ‘je bibliotheekkaart is je democratie’.
Woorden zijn magisch. Ze vertellen niet alleen wat en hoe de mens denkt en dacht, ze veranderen ook mee met de veranderende wereld. Soms zijn ze niet eens eenduidig of zelfs ronduit tegenstrijdig: Ali Smith leerde me dat het Engelse ‘last’ zowel eindigheid als bestendiging kan betekenen, zowel ‘laatst’ als ‘blijvend’. Een getrainde menselijke geest struikelt niet over die complexiteit, maar kan daar dankzij context betekenis in lezen. Als we die vaardigheid verliezen, gaat onze taal ten onder. En wij met haar.
Vijf jaar geleden schreef ik een open brief aan de schoolgaande jeugd waarin ik hen ertoe aanmaande beter literatuuronderwijs te eisen, incluis ‘moeilijke’ boeken. Omdat iedereen recht heeft op de complexe ervaring die literatuur biedt. ‘Als het te moeilijk is,’ schreef ik, ‘eis dan dat ze jullie tools aanreiken om het te begrijpen. Als je het lelijk vindt, eis dan dat ze jullie helpen de schoonheid ervan te zien. En als het te saai is, vraag hen dan jullie het geduld bij te brengen ervan te genieten. Want ik geloof niet dat jullie onwetend en on(der)ontwikkeld willen zijn en willen blijven.’
Aanstaande maandag, op de Dag van de Europese Auteurs, lezen in de hele EU schrijvers voor op scholen, want niks zet zo aan tot lezen als voorgelezen worden. Daarom wil ik graag afsluiten met een oproep aan alle leraars die dan voor een klas staan: welk vak je ook geeft, neem je lievelingsboek mee naar school, lees een paar pagina’s voor en praat er een kwartiertje over. Met passie. Je kunt er levens mee veranderen. Verlengen. En zelfs redden.
Luisteren: Zit de levensstijl van je opa in jouw genen?
Je luistert straks naar een podcast en neemt notities tijdens het luisteren. Zo oefen je bewust je manier van noteren. Dat is een belangrijke vaardigheid die je nog dikwijls zult nodig hebben, bv. wanneer je een college in het hoger onderwijs of aan de universiteit volgt.
Op basis van je notities zul je ook een aantal testvragen moeten beantwoorden. Voor je aan de opdracht begint, lees je in de Trajectwijzer hoe je je kunt voorbereiden en wat de beste aanpak is.
©VANIN
14 Vul de volgende zinnen aan met een van de volgende woorden of zegswijzen die ook in de podcast gebruikt worden.
impact – genetische code – mechanisme – tot expressie brengen – regelpaneel – metabolisme –evidentie
a Ieders keuzes en acties – hoe groot of hoe klein ook – hebben een aanzienlijke op het grotere geheel.
b In de jaren zestig hebben wetenschappers de – de vertaling van DNA naar eiwitten – gekraakt.
c In een auto opent een de ramen en doet een ander de ruitenwissers heen en weer gaan. Maar betekent ook aanpak, methode, procedure, werking.
d Elke mens zoekt een manier om zijn eigen unieke zijn te ; voor de ene is dat via meditatie, voor een ander via kunst ...
e Via een warmwatersonde controleert het of de temperatuur van het cvwater hoog genoeg ligt om de gewenste binnentemperatuur te bekomen.
f Het verwijst naar een reeks van chemische processen in elke cel van het lichaam, zodat de calorieën die iemand eet, omgezet worden in brandstof om in leven te blijven.
g Lopen zwangere vrouwen meer risico op een burn-out? Daar bestaat weinig wetenschappelijke voor. Er is te weinig onderzoek naar gedaan.
Je beluistert nu de podcast en neemt notities.
15 Beantwoord kort volgende inhoudsvragen.
a Hoe heet de spreker? En wat zijn zijn functies?
b Hoe heet het vakgebied van de spreker?
c Hoe heet het proces waarbij een gen niet tot expressie kan komen?
d Hoe heten de factoren die het gen normaal uitlezen?
e Welke groep is een uitgelezen onderzoeksgroep voor zijn team? Geef ook aan waar en wanneer die groep tot stand is gekomen.
16 Beantwoord de meerkeuzevragen.
a Wat onderzoekt het team precies?
hoe kankercellen groeien
hoe elementen op het werk en uit onze omgeving kunnen bijdragen tot ziektes
hoe cellen blijven delen
hoe cellen blijven delen en stoppen
b Het onderzoek spitst zich specifiek toe op …
©VANIN
fouten in de uitlezing van de genen.
de genen.
fouten in de genetische code.
c De boosdoeners zijn …
de methylgroepen.
de genetische code.
de transcriptiefactoren.
d Welke omschrijving beschrijft het probleem het best?
Externe factoren beschadigen de genetische code waardoor allerlei ziektes zich manifesteren.
Genetische factoren dragen allerlei ziektes over.
De genetische code is niet beschadigd, maar de expressie ervan door de transcriptiefactoren wordt door methylgroepen bemoeilijkt.
De genetische code is niet beschadigd, maar de uitlezing ervan door de transcriptiefactoren wordt door methylgroepen onmogelijk gemaakt.
e De meest precieze reden waarom zo veel baby’s die verwekt werden tijdens de winter van 1944-1945, later meer kans op hart- en bloedvataandoeningen hadden, is …
dat ze voorgeprogrammeerd waren om te overleven in moeilijke tijden.
dat hun ouders honger geleden hadden, waardoor de baby’s genetisch geprogrammeerd werden om moeilijke tijden te overleven, maar hun werkelijkheid later het tegenovergestelde was.
dat ze veel te veel aten en dronken als tieners en volwassenen.
dat hun genen geprogrammeerd waren om moeilijke tijden te overleven, terwijl ze later een overvloed aan alles kenden.
f Het onderzoek dat in deze podcast besproken wordt, bewijst dat onze gezondheid volledig bepaald wordt door …
de genen van onze ouders.
de genen van onze ouders en grootouders.
de genen van onze ouders, grootouders en externe factoren op hun werk.
de genen van onze ouders, grootouders en externe factoren op hun werk en in onze huidige omgeving.
de genen van onze ouders, grootouders en externe factoren op hun werk en in hun omgeving.
de genen van onze ouders, grootouders en externe factoren op hun werk en in hun omgeving én op ons werk en in onze omgeving.
alle voorgaande factoren én onze levensstijl.
17 Je hebt de podcast beluisterd. Leg nu in je eigen woorden uit wat het onderzoek juist inhield en welke inzichten het opleverde. Je doelpubliek is een geïnteresseerd publiek zonder speci eke wetenschappelijke voorkennis, zoals je vrienden of familie.
18* Bespreek klassikaal.
a Nu je deze podcast beluisterd hebt, wat zou jij in je levensstijl aanpassen in functie van je nageslacht?
b Als je naar de levensstijl van je ouders en ooms/tantes kijkt, wat zou je daar graag anders zien?
©VANIN
Je breidt je kennis van de theatertekens uit en leert die toepassen 1
Theater: King Lear ©VANIN
2
Je maakt kennis met een hedendaagse interpretatie van een klassiek toneelstuk
TONEELTEKENS
3 4
Je leert iets bij over een historische literaire stroming (de renaissance)
Je leert bepaalde emoties en scènes uitbeelden
1* Ben je al eens naar een toneelstuk gaan kijken? Waarover ging het? Wat vond je ervan?
2* In welk opzicht is een toneelstuk anders dan een lm, een verhaal (in boekvorm) of een gedicht?
3* In welk opzicht verschilt een toneelstuk van een comedyshow?
4 Het onderstaande schema biedt een ondersteuning om over toneelstukken te praten. Vorig jaar leerde je de toneeltekens kennen in een les over stand-upcomedy. Vul de ontbrekende termen aan met behulp van de afbeeldingen op de vorige pagina. visuele tekens auditieve tekens
• fysionomie
performer
scène
performer & scène
• en gestiek
• , en haartooi
• plaats
• • • belichting
• ruimtegestiek
•
• het (= wat er wordt gezegd) en het (= hoe iets wordt gezegd, bv. intonatie, volume …)
• geluiden die een acteur maakt
• (opgenomen of live)
• geluiden (niet geproduceerd door de performer)
5* Keer nu even terug naar opdracht 1. Kun je nu je mening geven over een toneelstuk dat je gezien hebt met behulp van een aantal nieuwe termen uit het schema?
Je gaat nu aan de slag met die termen. Je leerkracht verdeelt de klas in duo’s. Elk duo krijgt een kaartje met daarop een emotie of een eigenschap. Probeer dat woord zo goed mogelijk uit te beelden met behulp van je mimiek, gestiek en proxemiek (geen woorden!). Je krijgt daarvoor even bedenktijd.
6* Elke groep beeldt de gevraagde emotie of eigenschap uit. De medeleerlingen noteren hun vermoeden. Wie de meeste emoties en eigenschappen juist geraden heeft, wint!
WILLIAM SHAKESPEARE: KING LEAR
Het thema
De emoties die je in het vorige lesdeel uitbeeldde, staan centraal in het stuk dat we samen zullen bespreken. Het centrale thema is ‘familieconflict’.
onthouden
Met het thema van een verhaal of een toneelstuk bedoelen we het onderwerp. Dat kun je meestal weergeven met één (of een paar) woord(en) en het is meestal redelijk algemeen. liefde, vriendschap, de dood, reizen
1* Heb je zelf al eens ruzie in de familie ervaren? Waarover ging die? Hebben de verschillende partijen het nadien weer bijgelegd?
2* Waarover gaan de meeste familieruzies, denk je?
3* Bekijk de afbeeldingen hieronder. Welke familiecon icten worden uitgebeeld, denk je? Welke zijn herkenbaar? Probeer aan de hand van de mimiek, de gestiek en de proxemiek van de personen in de foto af te leiden om welk soort con ict het gaat.
Situeren
Het stuk dat we hier verder behandelen, is King Lear van William Shakespeare, een tragedie die voor het eerst werd opgevoerd in 1606.
Lees de informatie over de renaissance in de Trajectwijzer
4 Hoe kun je het thema van King Lear koppelen aan het antropocentrisme en individualisme die de renaissance kenmerken?
De openingsscène
5 Onderstaande termen komen aan bod in het stuk en vormen de politieke en socio-economische achtergrond. Orden de woorden in vier groepen. Gebruik voor elke groep een andere markeerkleur.
A woorden die ik nog nooit heb gehoord
B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp
C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken
D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken
populisme – kapitalisme – referendum – globalisering – bureaucratie – basisinkomen – republiek –natiestaten – kiessysteem – liberalisering
6* Vergelijk je antwoorden met een medeleerling. Help elkaar om zo veel mogelijk woorden uit categorieën A en B te verplaatsen naar categorieën C en D.
Je gaat aan de slag met een Nederlandse adaptatie van King Lear door Het Zuidelijk Toneel. Je bekijkt de eerste tien minuten klassikaal.
7 Probeer onmiddellijk na het kijken de onderstaande vragen op te lossen.
a Wat valt je op? Lijkt dit een stuk uit 1606?
b Welke hedendaagse thema’s vond je al terug?
c Bespreek de theatertekens in dit stuk. Gebruik indien nodig de Trajectwijzer.
d In het stuk vind je verschillende metaforen. Kun je al een voorbeeld geven uit de eerste scène?
e Kun je iets zeggen over deze openingsscène met behulp van enkele van de politieke en socio-economische begrippen?
Het verhaal beleven
Je leerkracht verdeelt de klas in groepen en geeft je een kaartje met daarop de samenvatting van een deel van het verhaal. Het is de bedoeling dat je die scène samen met je groepsleden uitbeeldt in een zogenaamd ‘tableau vivant’, een zwijgende en statische uitbeelding. Denk aan de ‘mannequin challenge’ op sociale media. Je moet de pose minstens tien seconden kunnen aanhouden, je krijgt tien minuten voorbereidingstijd. Vooral je mimiek, gestiek en proxemiek zullen belangrijk zijn.
Je bekijkt nu het tableau volgens de chronologie van het verhaal. Hou de afbeelding met de stamboom in de gaten om ‘mee te blijven’. Probeer te raden welke emotie uitgebeeld wordt. Na elke vertoning geven de groepjes kort uitleg.
©VANIN
Doordringen tot het verhaal
Binnen hetzelfde groepje kijk je nu naar het overeenkomstige fragment uit het toneelstuk. Je kunt samen kijken of individueel.
8 Maak een toneel che.
a Wat vind je van de artistieke keuzes die het toneelgezelschap maakte? Kies vijf theatertekens die je het meest opvallen en omschrijf ze kort.
b Welk beeld vind je het strafste? Neem een screenshot en plak het in je fiche. Zorg ervoor dat je de gekozen theatertekens kunt toepassen op de afbeelding.
c Let daarnaast ook op de moeilijke woorden uit opdracht 5 op p. 189. Welke termen hoor je? Kun je ze verklaren?
d Het stuk zit tjokvol metaforen. Haal er een (of meerdere) uit je fragment.
9 Verwerk nu jullie bevindingen in een korte presentatie (maximum vijf minuten) waarin je de opvallendste bevindingen voorlegt. Je projecteert tijdens je presentatie enkel je gekozen screenshot.
Je vindt de bijhorende evaluatiematrix op p. 194.
Woordenschat
10 Verbind de woorden met de juiste verklaring.
1 populisme
2 kapitalisme
3 referendum
4 globalisering
5 bureaucratie
6 basisinkomen
7 republiek
8 natiestaat
9 kiessysteem
10 liberalisering
a bevrijden van beperkende maatregelen (hier: tussenkomst van de overheid beperken)
b wijze waarop het recht is geregeld om volksvertegenwoordigers of bestuurders te kiezen
c staat waarbij de inwoners zich tot een ‘volk’ (subjectieve term) rekenen
d staatsvorm met een president als staatshoofd
e uitkering van de staat, onafhankelijk van verrichte arbeid
f negatieve benaming voor een toestand waarin alles volgens de regels en met papieren en formulieren geregeld wordt
g het wereldwijd worden, vooral van de economie
h stemming door de bevolking
i economisch systeem waarbij de productiemiddelen (grond(stoffen) en machines) privébezit zijn
j politieke stroming die zich vooral richt op wat mensen graag horen 123456789 10
11 De termen uit opdracht 10 werden in het stuk gebruikt om de politiek-sociale ideeën van de personages weer te geven. Vul de woorden aan in de omschrijvingen van de personages.
a Lear en Gloucester zijn de oude garde, de medeoprichters van het Rijk (dat ze zo willen houden).
Regels en structuur zijn belangrijk voor hen. Zij organiseren het dat zal bepalen of het Rijk al dan niet opgesplitst wordt. Lears organisatie wordt door zijn dochters gezien als een , een warrige rompslomp van regels en ambtenaren.
b Regan en Cornwall zijn de jonge generatie en willen beginnen als aparte Als is economische vrijheid erg belangrijk voor hen, op dat vlak zijn ze ultra-
c Goneril en Albany staan voor de jonge generatie die vooral de eigen cultuur wil beschermen. Ook zij dragen traditie hoog in het vaandel. Het liefst willen ze gesloten grenzen, zij zijn dus tegen
d Cordelia en Edgar zijn de jonge vernieuwers. Ze willen vechten voor de eenheid van een verenigd Rijk (Noord én Zuid, dus), maar ze willen de structuur grondig veranderen. Ze willen een echte burgervertegenwoordiging (hervorming van het ), een Rijk zonder koning (een ), en een voor iedereen.
e Edmund is de grote schurk in het stuk. Hij speelt vooral in op de emoties van het volk, een echte , dus.
Naar: www.spothetpaleis.be
Creatieve verwerkingsopdrachten
meme
Ga op zoek naar een leuke meme over King Lear en zorg dat je hem kunt uitleggen. Deel hem met je medeleerlingen. Wees snel: geen twee keer dezelfde meme!
satire
Ontwerp een satirisch tekstje over King Lear
Kies uit: een rouwbericht, een uitnodiging (voor een feest) of een krantenkop (met lead).
12 Speel samen met de klas Tussen twee vuren. Slaag jij er met jouw team in om het verhaal tot een goed einde te brengen?
©VANIN
woord de satire: humor waarbij een publiek persoon (bv. een politicus) of een maatschappelijke (wan)toestand wordt bekritiseerd (zie ook Trajectwijzer 1.9)
Evaluatiematrix – Spreken: theateranalyse
inhoud
Je bespreekt je ervaring aan de hand van minstens vijf theatertekens en kunt die telkens koppelen aan de geprojecteerde afbeelding.
spreekvaardigheid
Je hebt een verzorgde uitspraak en vermijdt al te dialectische klanken of tussentaal.
De presentatie wordt vlot gebracht met een gevarieerde intonatie.
De presentatie wordt luid genoeg gebracht.
Je houdt een gepast tempo aan.
Aanvullende commentaar:
Je bespreekt je ervaring aan de hand van minder dan vijf theatertekens of je kunt die theatertekens niet altijd koppelen aan de geprojecteerde afbeelding.
Je hebt een wat minder verzorgde uitspraak, hier en daar zitten er dialectische klanken of tussentaal in.
Je hapert soms of spreekt te monotoon.
Je bespreekt je ervaring aan de hand van minder dan vijf theatertekens en kunt die niet echt koppelen aan de geprojecteerde afbeelding.
©VANIN
Je hebt een onverzorgde uitspraak.
De presentatie wordt te monotoon gebracht, er zijn ook te veel haperingen.
De presentatie verloopt te stil.
Je spreekt te snel of te traag.
1
Communicatie analyseren: chattaal ©VANIN
Je leert kenmerken van chattaal kennen
Je leert hoe chattaal zich verhoudt tot gesproken taal
INLEIDING
3
Je reflecteert over je eigen (on)bewuste taalkeuzes
Je leert je eigen taalgebruik analyseren met behulp van een begrippenapparaat (verdieping) 4
1 Schrijf de volgende zinnen op alsof je ze naar je beste vriend(in) zou sturen via een chat-app zoals WhatsApp, Messenger of Snapchat.
‘Eigenlijk heb ik het niet meer nodig. Je mag het hebben als je wilt. Misschien ben jij er iets mee.’
2* Vergelijk jouw versie met die van een medeleerling. Welke woorden en/of leestekens hebben jullie anders geschreven? Kun je de verschillen verklaren?
3 Eerder leerde je al over verschillende varianten van het Nederlands. Vind je kenmerken van die varianten in de zinnen terug?
4 Welke kenmerken van chattaal kun je a eiden uit de (verschillen tussen) zinnen?
ER GEEN PUNT VAN!
1* Bekijk de volgende, bijna identieke chatconversaties.
a Op welk vlak vind je vormelijke verschillen?
b Wat is volgens jou de betekenis van die verschillen?
©VANIN
Ge waart zo kort vandaag, scheelt er iets ?
Nee hoor!
Ge waart zo kort vandaag, scheelt er iets ?
Nee hoor.
Ge waart zo kort vandaag, scheelt er iets ?
Nee hoor
Een punt is een neutraal leesteken dat we in schriftelijke taal gebruiken om een mededelende zin af te sluiten. In een chatconversatie kan een punt echter plots een emotionele betekenis krijgen. Hoe komt dat? Je luistert naar een interview met taalkundige Lauren Fonteyn (Universiteit Leiden).
2 Wat bedoelt de radiopresentator met ‘een punt is bijna een emotioneel mijnenveld geworden’?
3 Hoe verschilt, volgens Fonteyn, mondelinge van geschreven communicatie?
4 Hoe komt het dat een punt in korte berichten een dalende intonatie uitdrukt, maar in lange berichten niet?
Onthouden
In gesproken taal kunnen we gebruikmaken van non-verbale communicatie om onze boodschap duidelijk te maken. Om gesproken taal zo dicht mogelijk te benaderen, maakt chattaal gebruik van compensatiestrategieën
Niet alleen met behulp van leestekens kun je non-verbale communicatie tijdens het chatten ‘compenseren’.
5 Bestudeer de volgende berichten en probeer minstens drie andere compensatiestrategieën te vinden. Voeg ook telkens een mogelijke betekenis van die strategie toe.
WHIEHOEE, happy birthday my friend! Maak er iets moois van & hopelijk kunnen we snel vieren miss you xxx
Ik zag in de advertentie van star
dat modern family enkel s1-10 op disney uitkomt
OMG NOOOO
SAD HE
Pfff kheb altijd pech hé
©VANIN
ik snap dat ge u zo voelt maar gewoon effe doorzetten en ni opgeven xxx
KENMERKEN VAN CHATTAAL
Eerder zagen we dat compensatiestrategieën een belangrijk en opvallend kenmerk van chattaal zijn. Onderzoekers onderscheiden nog zes andere belangrijke kenmerken van deze taalvariant.
afkortingen
multimediale toevoegingen
compensatiestrategieën
asynchroniciteit: uitgesteld lezen
Chattaal
asynchroniciteit: organisatie bericht realtime asynchroniciteit spel- en tikfouten
1* Drie kenmerken hebben te maken met het fenomeen ‘asychroniciteit’. Wat zou dat wetenschappelijke begrip kunnen betekenen als je de verschillende elementen van het woord bestudeert?
2 Elk kenmerk hoort bij een andere onderzoeks che, die je op de volgende pagina’s vindt. Vul de juiste kenmerken in bij de juiste ches door telkens de stelling, de chatberichten en het artikel aandachtig te lezen.
3 Stel per kenmerk een goede beschrijving van het kenmerk op. Baseer je voor die beschrijving op de stelling, de chatberichten en het artikel.
4* Ga per kenmerk met een medeleerling in gesprek over de volgende vragen.
a Herken je je in deze eigenschap?
b Chat je op een soortgelijke manier?
c Ga je akkoord met de stelling?
d Kun je zelf een extra voorbeeld bedenken?
e Wat zijn de positieve en negatieve gevolgen van dit kenmerk op de communicatie tussen de chatters?
Fiche 1
kenmerk
beschrijving
©VANIN
STELLING
Ik bel liever.
CHATBERICHTEN
Ik sta voor uw deur
Komt ge open doen?
Halloooooo?
Oww shit ik zie dit nu pas, maar ge zijt dus binnen geraakt
ARTIKEL
Hoe zegt ge evil en francais??
Oei sorry was hier duidelijk op vergeten te antwoorden haha
Wilt gij iets doen voor mij?
Oke laat maar is al in orde!
Ah ja oke haha
WhatsApp brengt ‘Later
lezen’-functie
uit voor meer rust aan je hoofd
Michel van ‘t Klaphek
WhatsApp rolt ‘Later lezen’ uit. Met deze functie worden gebruikers niet gestoord door meldingen van nieuwe berichten, maar kun je wel direct verder lezen vanaf het punt waar je was gebleven.
De functie, die momenteel nog in ontwikkeling is, werd opgemerkt door WABetaInfo. De website duikt regelmatig in de broncode van WhatsApp-testversies en weet zo als eerste welke nieuwe functies toegevoegd gaan worden. Later lezen laat je, zoals je op basis van de naam kunt verwachten, chats op een later moment lezen en vervangt de huidige mogelijkheid om gesprekken te archiveren.
Je gebruikt ‘Later lezen’ op het moment dat je wel op de hoogte wilt blijven van een WhatsApp-gesprek, maar niet nu. Zodra je de functie aanzet, ‘legt’ de app een virtuele boekenlegger zodat je weet waar je was gebleven. Vervolgens komt de desbetreffende chat bovenaan de chat-app te staan en krijg je geen notificaties van nieuwe berichten in het gesprek.
In plaats daarvan wordt de chat waarvoor je ‘Later lezen’ hebt aangezet naar de bovenkant van WhatsApp verplaatst. Zodra je tijd hebt, kun je op het gesprek tikken en verder lezen vanaf waar je was gebleven. De functie werkt volgens WABetaInfo zowel voor individuele als groepsgesprekken. Uiteraard kun je ‘Later lezen’ te zijner tijd ook weer uitzetten. Zodra je dat doet, komt het (groeps)gesprek weer in de ‘normale’ chatlijst van WhatsApp te staan.
Bron: www.androidplanet.nl
Fiche 2
kenmerk beschrijving
STELLING
CHATBERICHTEN
Het is wel mooi!! Die assymetrie moogt ge zeker hebben
Dat moest met één -s haha, nu ziet het er vreemd uit
Jongeren kunnen tegenwoordig niet meer spellen.
ARTIKEL
CULTUUR & MEDIA
We zijn weg van zaterdagavond tot maandagochtend
amai blitsbezoek
blitzbezoek
blitzkrieg
rip spelling *2020
©VANIN
Did deed pijn op een heela nder niveau
Dit* wat the fak
Heel ander niveau van dt-fouten ook blijkbaar
‘Nice, nie zo veel spelfouten in chats als ged8’
De taal die Vlaamse tieners hanteren als ze chatten of sms’en, bevat minder spel- of tikfouten dan vaak wordt gedacht. Dat blijkt uit onderzoek aan de Universiteit Antwerpen van 28 000 chatconversaties van Vlaamse jongeren. Sms- of chattaal verschilt ook sterk per regio en zelfs per individu.
Sara Van Poucke
Voor zijn doctoraatsthesis bestudeerde Benny De Decker van de Universiteit Antwerpen spontane en informele chatconversaties van zowat 28 000 Vlaamse jongeren tussen 13 en 20 jaar.
De Decker merkte dat nogal wat stereotiepe denkbeelden over chattaal niet kloppen. Leetspeak, zoals ‘w8’ of ‘suc6’, komen nauwelijks voor, net zoals typische spellingswijzen zoals ‘nix’ in plaats van ‘niks’. In tegenstelling tot wat wordt gedacht, zijn spel- en tikfouten relatief zeldzaam, met één woord op vijftig onbewust foutief gespeld.
‘Daar staat wel tegenover dat Vlaamse tieners voor zowat een kwart van de woorden bewust van de standaardspelling afwijken, met de bedoeling spreektaal of regionaal taalgebruik in geschreven vorm om te zetten’, zegt De Decker. >
Het is dan ook niet verwonderlijk dat regiolecten zich ook vertalen in de sms- en chattaal. De onderzoeker trof sterke taalverschillen per regio en zelfs per chatter aan. Algemeen Vlaams bleken wel ‘gij’ in plaats van ‘jij’ en eind-t-weglating in woorden zoals ‘dat’ of ‘niet’. Niettemin blijkt dat voornamelijk de standaardtaal en tussentaal worden gebruikt en in mindere mate dialect.
©VANIN
‘Chatten heeft schrijftaalrevolutie teweeggebracht’
De Decker onderzocht ook de invloed van het Engels, die zoals verwacht groot is. In één post op acht komt ten minste één woord uit het Engels – met voorop de woorden ‘nice’, ‘sucken’ en ‘dude’. Wel gaat het vaak om woorden uit de wereld van ICT, games en muziek, waar vaak geen Nederlands alternatief voor bestaat. Bovendien worden woorden soms ook vernederlandst, zoals de schrijfwijze ’olraajt’ in plaats van ‘allright’ aantoont.
Volgens De Decker laat tienerchattaal zich het best omschrijven als een genre op zich, met inherent variabele variëteiten waarin elementen uit zowel standaardtaal, tussentaal, chatspeak (zoals de afkortingen ‘mss’ en ‘idd’) en Engels vloeiend gecombineerd worden.
‘De aantrekkingskracht bestaat er vooral in dat jongeren naar hartenlust van de schools aandoende taalnormen kunnen afwijken, kunnen experimenteren met creatief en innovatief taalgebruik en zo het geschreven Nederlands sterk kunnen personaliseren. Chatten heeft dus absoluut een schrijftaalrevolutie teweeggebracht’, besluit De Decker.
Bron: vrt.be/vrtnws
Fiche 3
kenmerk
beschrijving
STELLING
CHATBERICHTEN
Ik zou eigenlijk iets moeten vertellen.
Je lief dumpen is gemakkelijker via chat.
©VANIN
Ik ben gewoon na onze breakup veel gaan wandelen met iemand en ja, ik voel me daar gewoon slecht over tegenover u omdat ik me echt heel goed voel bij die persoon en dat dat dan gewoon meer werd dan wandelen Ik heb dit ook nog tegen bijna niemand gezegd omdat ik vond dat jij dit eerst moest weten, maar de timing is gewoon echt verschrikkelijk. Ik wil gewoon niet dat je denkt dat hierdoor het voor mij wilt zeggen dat wij niks betekend hebben want dat is absoluut niet het geval! Soms hebt ge gewoon een klik en valt die niet te onderdrukken en is dat gewoon voor niemand gezond om te onderdrukken Ik had dit nooit zien aankomen en ook nooit de bedoeling gehad om al verder te kijken na ons, maar dat is nu gebeurd en ik kan er echt niks aan veranderen
En ja ik hoop gwn dat ik binnenkort eens opsta met een positieve mindset en ik eens zin heb in een dag want ik ben da zo fucking beu om mijn enthousiasme te faken :’) dat klinkt zo dramatisch haha en ik weet dat ik lang niet de enige ben dus ik moet echt kalmeren want ik ken letterlijk niemand in Leuven met wie het goed gaat – het is gewoon het alledaagse dat een sleur is en als er ook maar iets negatiefs bijkomt zakt alles ineen haha – ik vergeet 1000 dingen, ik kan niet beginnen aan schoolwerk, ik ben superveel bijgekomen ook.. gewoon effe te veel
Gisteren was een topavond, het was echt super leuk en alles is netjes verlopen en zo maar deze morgen wel iets minder. Ik vind het bijzonder jammer dat ik vandaag (van kwart na 10 tot 4(!)) helemaal alleen alles heb kunnen opruimen zonder dat iemand hulp heeft aangeboden laat staan heeft gevraagd of het wel lukte. Ik wil hier ook geen verontschuldigingenforum of blokexcuses mee uitlokken want daar ben ik bitter weinig mee. Ik heb namelijk zelf ook blok en obligate familiebezoekjes. Dat wou ik gewoon even gezegd hebben. Het was leuk geweest om wat hulp aangeboden te krijgen maar bon het is wat het is.
ARTIKEL
Je kunt nu je WhatsAppberichten bewerken
Op de momenten dat je een fout maakt of gewoon van gedachten bent veranderd, kun je je verzonden berichten nu bewerken.
Of je nu een typfoutje wilt corrigeren of extra context wilt toevoegen aan je bericht: we geven je graag meer controle over je chats. Binnen vijftien minuten na verzending van je bericht hoef je het bericht alleen maar lang ingedrukt te houden en Bewerken te kiezen in het menu.
Naast bewerkte berichten staat ‘bewerkt’, zodat de ontvangers weten dat het bericht is gecorrigeerd zonder de hele bewerkgeschiedenis te zien. Zoals bij alle persoonlijke berichten, media en gesprekken worden je berichten en de bewerkingen die je uitvoert, beschermd door end-to-end versleuteling.
Bron: blog.whatsapp.com
©VANIN
Fiche 4
kenmerk beschrijving
©VANIN
STELLING
Ik heb graag dat mensen mij laten uitspreken.
CHATBERICHTEN
Seg
Snel vraagje
Hebt gij morgen iets te doen?
Nee waarom?
Want we dachten morgen te gaan boiten dus als ge moest kunnen kunt ge altijd mee?
Aaaah super! Gaat ge mee?
ARTIKEL
Jow hebt gij al drank voor straks?
Snel vraagje: bij wie is het straks?
Bij mij ma ge moogt al komen ze
We zijn bij u thuis!!
Sebiet terug wa taakjes doen rip
Allez in mijn hoofd zijn ze al af
Omg das kei romantisch
Cute
Ja I know we zeiden het tegen elkaar
Goe travakken op de bday
Smartphones en relaties? It’s complicated!
Eva Berghmans
Het allerergste wat er kan gebeuren als je via Facebook Messenger of WhatsApp een bericht stuurt naar iemand op wie je een oogje hebt? ‘Dat je ziet dat hij je bericht gelezen heeft en een antwoord begint te tikken, maar er uiteindelijk niets komt. Dat is nog erger dan wanneer hij niet meteen reageert. Al denk je dan ook wel: dit wordt niets.’
Voor de leerlingen uit het zesde jaar humane wetenschappen van het Hasseltse Kindsheid Jesu komt bij een afwijzing nog altijd flink wat stress kijken, ook al is een njet in het onlinetijdperk lang niet meer de sociale
beschadigingsoperatie die ze vroeger was. Een afwijzing gebeurt niet face to face en evenmin publiek. Het is veel makkelijker om op Instagram ‘in de dm’s te sliden’ dan om iemands telefoonnummer te vragen. Je hoeft zelfs geen openingszin meer te bedenken. Bovendien riskeer je nog zelden een klap in het gezicht, als je al te voortvarend bent.
Een prille relatie kan best deugd hebben van wat extra communicatie via de computer. ‘Als je al een paar geslaagde dates hebt gehad, dan kan het goed zijn voor de ontwikkeling van de relatie dat je ook eens kunt texten: hey, ik denk aan je. Alleen als je dat obsessief gaat doen of je zit de hele tijd naar je telefoon te staren in de hoop dat er een tekstbericht komt, is het niet erg gezond’, aldus een leerlinge van Kindsheid Jesu.
(Laten) wachten, een kunst
Zodra je een beetje zeker bent van elkaar, is de grote stress eraf. Niemand vindt het een probleem als zijn vriend of vriendin niet meteen op een gezien bericht antwoordt – ‘die heeft dan vast iets anders te doen’, klinkt het op Kindsheid Jesu. Helaas, zegt een leerlinge, gaat niet iedereen in een relatie zo relaxed met de smartphone om.
‘Het hangt erg af van welk hechtingstype je bent. Als je in je prille kindertijd, tussen nul en twee jaar, een goede band hebt gehad met je ouders, ben je wellicht goed met relaties en hoeft er geen probleem te zijn. Maar als je last hebt met je hechtingsgedrag, dreigt de smartphone een bron van extra stress te worden. Dat is zo voor wie bang en onzeker is in relaties en het geldt nog meer voor de gepreoccupeerde types. Het zijn die mensen die je als clingy ervaart, die aan je lijken te kleven. Ze verwachten dat er voortdurend contact is, want ze hebben constant bevestiging nodig. Als er geen antwoord komt, interpreteren ze het negatief. En dat werkt dan weer argwaan en jaloezie in de hand.’
©VANIN
Zou het kunnen dat we ons, als we verliefd zijn, min of meer als het gepreoccupeerde type gedragen? Waarom doet het zo’n zeer als een potentiële geliefde onze zorgvuldig opgestelde – bijna nonchalant, maar net dubbelzinnig genoeg – berichten niet meteen beantwoordt?
En was dat dan zo anders in het tijdperk van de liefdesbrieven en vaste telefoontoestellen?
Sinds de uitvinding van de romantische liefde is de kunst van het wachten en laten wachten een essentieel onderdeel van de hofmakerij. Je legde je ziel en je zaligheid in een liefdesbrief, deed hem op de post en wachtte met een bang hart af of er reactie kwam. De Canadese schrijver Michael Harris, die in The End of Absence onderzoekt of we iets essentieels verliezen als we continu online zijn, was de gemakzucht van het online flirten zo beu dat hij een strook liefdesgedichten van Pablo Neruda naast zijn computer hing, en daaroverheen de boodschappen die hij van mogelijke online lovers kreeg toegestuurd.
Natuurlijk is die vergelijking oneerlijk. Ook in het werkelijke leven zijn niet alle mannen en vrouwen begiftigd met Neruda’s, Dante’s of Petrarca’s talent. Maar het contrast zit niet alleen in de woordkeuze en zinslengte van de boodschap. De snelheid waarmee berichten tegenwoordig verstuurd en beantwoord worden, knaagt ook aan de intentie ervan. Verlangen groeit en bloeit bij gratie van de afwezigheid van de ander. Als we niet meer kunnen verdragen dat we afwezig zijn in elkaars leven, verandert het flirten ten gronde. Playing hard to get bestaat niet meer. Wie een Messengerbericht twee dagen onbeantwoord laat, is geen geraffineerde casanova, maar een onbeleefde botterik – en meteen afgeschreven als potentieel liefje.
Bron: www.standaard.be
Fiche 5
kenmerk
beschrijving
©VANIN
STELLING
Chatten moet snel gaan.
CHATBERICHTEN
Oke ik ben eig mega moe rip
Sad Tragic
Dus mss moet ik in mijn bed gaan liggen
Wanneer gaan wij beste vriendinnen worden?
HAHA wie weet op een PS eh
Wat is de occasionele paper plane transition
OMG kent ge dat niet??
Das een overgang tussen slides van ppt
Ikr
ARTIKEL
Ook neurolinguïstisch onderzoek laat zien dat onze hersenen zich bij het verwerken van taal vooral concentreren op de woordgrenzen. Bij de gesproken klankreeksen letten we vooral op het begin en het einde van een woord. Dat blijkt uit onderzoek onder volwassenen waarbij hun hersenactiviteit werd gemeten tijdens het luisteren naar taal. Maar ook bij pasgeboren baby’s hebben taalwetenschappers inmiddels aangetoond dat ze op deze manier naar taal luisteren. We zien dat ook weer terug in de articulatie: wat in ieder geval wordt uitgesproken, zijn het begin en het eind van het (beklemtoonde deel van het) woord en de beklemtoonde klinkers. De rest kun je net zo goed een beetje inslikken zonder aan verstaanbaarheid in te boeten. Uit onderzoek van de Kadboud Nijmegen blijkt dat de meeste Nederlanders ‘eigenlijk’ en ‘ongeveer’ niet met drie lettergrepen uitspreken, maar eerder als [eik] en [offeer].
Nieuwe studies laten bovendien zien dat onze hersenen bij het verwerken van taal continu bezig zijn te voorspellen wat komt en gaat. Dus bij elke combinatie van klanken in het geval van gesproken taal, of letters in het geval van geschreven taal, worden er al woorden geactiveerd. Op die manier kunnen we razendsnel begrijpen wat iemand zegt of wat we aan het lezen zijn. Het biedt bovendien een verklaring voor het feit dat mensen afkortingen – in de juiste context – heel snel begrijpen. Eigenlijk denken we de hele dag door in afko’s.
Bron: Atlas van de Nederlandse taal - editie Vlaanderen, Lannoo, Tielt, 2017, blz. 164
Fiche
6
kenmerk beschrijving
©VANIN
STELLING
CHATBERICHTEN
Zijn eerste outfit ooit
Amai
heeft uw katje fashionambities?
https://www.youtube. com/watch?v=b1guA6NH5eKmKxAuBe-U58DWcC4jk080OP1Gj9Ma-0M
Een beeld zegt meer dan duizend woorden.
0:00 / 0:01
0:00 / 0:02
0:00 / 0:07
niks voor u? er zijn
Nederlandse sessies in Rotselaar hehe https:// ruysschaert.be/nl/aanbod/ engels
zou mss zelf weer de sessie van Engels 4-9juli doen
Oooh ja amai leuk
per week netto 425 euro en er wordt niks van afgehouden
ARTIKEL
Toen de gsm ontstond, kwam ook de voicemail, een uitermate vervelend spraakbericht waar op den duur quasi niemand nog naar luisterde. Daar zijn we nu stilaan van af, want een geschreven berichtje bleek veel makkelijker. Maar tot mijn ontzetting krijg ik nu vaak via WhatsApp weer ellenlange spraakberichten toegestuurd. Waarom doen mensen dat toch? En hoe geraak je daarvan af zonder (al te veel) te schofferen?
Spraakberichten zijn een echte trend geworden. Te pas en te onpas duwen jongeren het microfoontje op WhatsApp in om hun vrienden of familie te vertellen over bezorgdheden, gevoelens, anekdotes, et cetera. Ook boomers gebruiken het icoontje geregeld, maar hun boodschap blijft meestal beperkt tot: ‘Op wat heb ik hier nu weer gedrukt?’
We vroegen een aantal specialisten waar die evolutie vandaan komt. Door het gebrek aan wetenschappelijke studies kunnen ook zij niet anders dan hypotheses geven vanuit hun eigen ervaring en expertise. Michel Walrave, professor communicatiewetenschappen aan de UAntwerpen, vermoedt bijvoorbeeld dat de spraakberichttrend een soort reactie is op ‘een overload aan geschreven tekstberichten’. ‘De afgelopen jaren krijgen we via sociale media en e-mail zo veel tekstberichten dat het soms interessanter is om te kiezen voor een ingesproken bericht in plaats van voor de zoveelste keer iets te moeten typen.’
Hij ziet daarvoor twee belangrijke redenen: ‘Ten eerste is het vaak gewoon praktischer om een berichtje in te spreken dan om ellenlange berichten te typen. Dat is veel sneller gedaan en bovendien moet je dan ook niet nadenken over spelling of welke woorden je wel of niet mag afkorten. Een soort gemakkelijkheidsoplossing, dus.’ ‘Ten tweede is een spraakbericht ook een meer persoonlijke vorm van communicatie dan een tekstbericht. Je kunt niet alleen informatie doorgeven, maar ook emoties. Via intonatie of het gebruik van stiltes bijvoorbeeld.
Hoe vermijden?
Voor wie die spraakberichten niet graag krijgt, heeft Walrave een paar tips: ‘Je kunt een eerste subtiel signaal geven door een spraakbericht te beantwoorden met een tekstbericht. Dan maak je aan je gesprekspartner al duidelijk dat dat jouw voorkeur heeft. Een tweede manier is om de persoon op te bellen. Dan kun je hem/haar een antwoord geven op het spraakbericht. En kun je ineens ook zeggen dat je het liever via een telefoongesprek bespreekt als er in de toekomst nog iets is, omdat je dan in dialoog kunt gaan over de verschillende aspecten van de vraag.’
Bron: www.nieuwsblad.be
©VANIN
VERDIEPING: ANALYSEER JE EIGEN CHATTAAL
In het eerste deel van deze les leerde je hoe chattaal enerzijds zo dicht mogelijk aanleunt bij gesproken taal, maar anderzijds ook unieke kenmerken vertoont.
In de taalkundige discipline van de conversatieanalyse maken onderzoekers een onderscheid tussen aan de ene kant text-based CMC (computer-mediated communication), wat we in deze les chattaal hebben genoemd, en aan de andere kant traditional FtF (face to face) communication, oftewel gesproken taal. Wetenschappers zijn geïnteresseerd in de verschillen tussen beide vormen van communicatie, bijvoorbeeld om AI-toepassingen te ontwikkelen die kunnen converseren met menselijke gebruikers.
Nu is het aan jou om zelf een fragment chattaal te analyseren met de principes van CMC en te onderzoeken hoe chattaal overeenkomt met of afwijkt van gesproken taal. Jouw onderzoeksmateriaal is een fragment uit een chatgesprek dat je zelf voerde.
De voorwaarden voor dit fragment:
• het moet de start van een conversatie tussen twee of meer mensen inluiden;
• het bevat minstens tien ‘berichten’;
• het mag geen privacygevoelige informatie bevatten;
• alle namen moeten geanonimiseerd worden met de letters A, B, C … voor de deelnemers van de chat en X, Y, Z voor externe personen.
STAP 1
Transfereer de tekst naar het kader hieronder. Bekijk daarvoor het voorbeeld op p. 212.
• Met ‘chatter’ wordt de deelnemer van de chat bedoeld (A, B, C …).
• In ‘message’ worden het chatbericht en de eventuele emoji’s letterlijk (inclusief alle taalfouten) overgenomen.
STAP 2 Onder ‘features’ geef je de codes (zie het onderstaande kader) van alle kenmerken van chattaal die in de ‘message’ op dezelfde ‘line’ voorkomen. Markeer de woorden waarnaar je verwijst. Bekijk daarvoor het voorbeeld op p. 212.
text-based CMC (computer mediated conversation) = chattaal
1 In CMC zijn er geen visuele/auditieve aanwijzingen om berichten te interpreteren. Dat wordt gecompenseerd door:
1a emoji’s;
1b extra hoofdletters;
1c leestekens;
1d gifs;
1e extra accenten;
1f symbolen (x = kusje);
1g onomatopeeën ( ‘bah’, ‘pffffff’)
2 2a CMC verloopt in principe asynchroon. Taalgebruikers hebben tijd om hun bericht te plannen, te bedenken, te schrijven en aan te passen, ook als de ander bv. niet online is.
2b MAAR in de realiteit vindt de communicatie vaak synchroon plaats: taalgebruikers sturen meerdere berichten die één boodschap moeten vormen en die dus ook ‘onderbroken’ kunnen worden.
2c Als er door die snelheid (storende) fouten gemaakt worden, kunnen taalgebruikers zich verbeteren, al dan niet met het *-symbool.
2d Door de opeenvolging van berichten kunnen parallelle conversaties ontstaan.
2e M.b.v. de aanspreek- (@naam van de aangesproken persoon) en quotefuncties in chatapps kunnen taalgebruikers in (groeps)chats onduidelijkheden vermijden.
3 CMC kan spel- en tikfouten bevatten:
3a fouten veroorzaakt door afwezigheid van aandacht voor taalzorg (werkwoordspelling);
3b (tik)fouten door autocorrectie;
3c taal- en spelfouten waarbij de taalgebruiker de chattaal meer op mondelinge taal doet lijken.
4 In CMC wordt vaker gebruikgemaakt van afkortingen (cf. beknoptheidsprincipe).
traditional FtF communication (face to face) = spreektaal
In FtF is non-verbale communicatie een belangrijk onderdeel van de communicatie.
©VANIN
5 Multimediale toevoegingen zoals afbeeldingen, links, filmpjes … zijn deel van CMC.
FtF is synchroon. Taalgebruikers reageren snel en spontaan op elkaar.
FtF kan per definitie geen spelen tikfouten bevatten.
In FtF wordt slechts zelden gebruikgemaakt van (een beperkt aantal) afkortingen.
Taalgebruikers kunnen elkaar ook zaken tonen, maar dat valt niet onder FtF.
STAP 3 Vervolgens pas je de theorie over ‘adjacency pairs’ toe op de taaluitingen. Adjacency pairs, ofwel te verwachten responsieve taaluitingen, voltrekken zich volgens typische, te verwachten patronen.
Let bij je analyse op het volgende: meerdere ‘lines’ kunnen één boodschap vormen (zie ook het voorbeeld op p. 212). Die boodschappen kunnen door elkaar lopen doordat de communicatie asynchroon gebeurt.
first pair partssecond pair parts voorbeelden (in CMC)
greetinggreeting
©VANIN
Heyyyyy – hallo :)
question answer
Heb ge al honger? – Jaaaaa wtf enorm haha apology acceptance/ rejection Sorry voor daarstraks he – Geen probleem :) compliment acknowledgement/ rejection Wajoooo ge ziet er op die foto’s echt keiknap uit – hahahahaha ma nee gij die zijn schraal offer acceptance/ rejection zal ik u komen helpen morgen met de verhuis? – ooh keilief ma dat ga wel lukken zenne hahah request acceptance/ refusal kunt gij die taak efkens voor mij printen aub :)))) – ja geen probleem!
opinion agreement/ disagreement Taylor Swift is overrated toch?? – Cultuurbarbaar!!! ze moesten u opsluiten invitation acceptance/ rejection
Hey straks mee naar de cinema – jaaaa keileuk
comment/ statement acknowledgement weet je heel deze situatie is gewoon kuuuuut – ja ik snap dat dat echt niet leuk is voor jou
blame denial/ admittance gij hebt mij gisteren echt voor schut gezet weet ge – sorry ma ik vind dat ge nu echt effe overdrijft
STAP 4 Nu je het volledige schema hebt ingevuld, is het tijd om de chattaal te analyseren. Beantwoord volgende vragen (schrijf minstens drie zinnen per vraag).
a Hoe toont het geanalyseerde fragment dat chattaal zo nauw als mogelijk aanleunt bij gesproken taal?
b Op welke momenten en waarom kunnen er in het geanalyseerde fragment communicatieproblemen ontstaan?
Als je de vragen beantwoord hebt, dan analyseer je ook de chatconversatie van een medeleerling. Doe dit zonder eerst naar zijn of haar analyse te kijken. Vergelijk vervolgens jullie analyses.
Voorbeeld hmm ja nie moeilijk nie gemakkelijk? ja i see ma ja bon
Oké klaar
Kan het nie inschatten
Als in
©VANIN
Heb geen kei slecht gevoel ofzo
Het was euhm ja
Toch redelijk moeilijk
Maar heb wel veel ingevuld
Maar weet dus gewoon niet of dat juist is
Dus kan nog best een cava examen zijn
Ofja echt randje idk dus
chatter line message features adjacency pair parts
A1 Oké klaar statement
A2 Kan het nie inschatten 3c
B3 hmm ja 1g acknowledgement
A4 Als in 2b statement
B5 nie moeilijk nie gemakkelijk? 3c question
A6 Heb geen kei slecht gevoel ofzo 2b, 3c statement
A8 Toch redelijk moeilijk 2b
A9Maar heb wel veel ingevuld 2b
A7 Het was euhm ja 2b, 1g answer
A 10 Maar weet dus gewoon niet of dat juist is 2b
A 11 Dus kan nog best een cava examen zijn 2b, 3c
A 12 Ofja echt randje idk dus 2b, 3c, 4
B 13 ja i see 3c acknowledgement
B 14 ma ja bon 3c
Creatieve verwerkingsopdracht: spelen met registers en media
In deze les heb je kenmerken van authentieke chatconversaties geanalyseerd. Je leerde hoe chattaal enerzijds zo dicht mogelijk aanleunt bij gesproken taal, en anderzijds ook wezenlijk van gesproken taal verschilt. In de creatieve verwerkingsopdracht op iDiddit is het de bedoeling dat je speelt met deze kenmerken door het register en/of het medium van de communicatie te veranderen.
Evaluatiematrix – Schrijven: analyse chattaal
Het schema is volledig aangevuld en correct geannoteerd.
Uit de antwoorden op de analysevragen blijkt dat je een goed inzicht hebt vergaard in het fenomeen chattaal en dat je CMC met FtF kunt vergelijken. Je gebruikt de terminologie uit de les correct.
vorm
Je beantwoordt de analysevragen in een wetenschappelijke stijl, zonder taalfouten.
Aanvullende commentaar:
Het schema is volledig aangevuld. Bij de annotatie met de CMC-codes maak je enkele foute interpretaties.
Uit de antwoorden op de analysevragen blijkt dat je inzicht hebt vergaard in het fenomeen chattaal. In de vergelijking met FtF mis je nog bepaalde nuances. De terminologie uit de les gebruik je meestal correct.
Je beantwoordt de analysevragen in een, op enkele fouten na, wetenschappelijke stijl.
Het schema is niet volledig en/ of de annotaties met de CMCcodes ontbreken of worden fout gebruikt.
©VANIN
Uit de antwoorden op de analysevragen blijkt niet dat je voldoende inzicht hebt vergaard in het fenomeen chattaal. De vergelijking met FtF is niet voldoende uitgewerkt. De terminologie uit de les wordt vaak niet correct gebruikt.
Je antwoorden op de analysevragen zijn niet voldoende wetenschappelijk van stijl. Er staan nog taalfouten in je antwoorden.
Je maakt kennis met poëzie die de dichtbundel overstijgt en leert wat een stadsdichter doet 1
RONDJE POËZIE
Je leert creatief omspringen met de link tussen poëzie en locatie 3
Je herhaalt een aantal termen (rond rijm, beeldspraak, stijlfiguren) om gedichten te analyseren en drukt je persoonlijke voorkeur uit
Je maakt kennis met een historische stroming: de rederijkersliteratuur uit de 16e-17e eeuw 2 4
Als inleiding doe je eerst een rondje poëzie! Je leerkracht legt uit hoe je te werk gaat.
A
Witruimte
zullen we open witte vlaktes want het lijkt alsof met de poolkappen ook de witruimte in onze bedrukte hoofden verloren gaat
zullen we de stralen van de A niet verzuren tot de schreeuwerige spetters van Leon Van der Neffe dat dit niet de stad van ’t schelden wordt
in al de talen waarin wij hier wonen ontplooien open witte vlaktes want het is in onze sprakeloosheid dat wij elkaar het best verstaan
Bron: Het stad in mij, door Maud Vanhauwaert, uitgegeven bij Das Mag
Ik zie je.
In de lege stoel aan de eettafel. In de winkel waar de rekkenvuller op je lijkt.
Op het familiefeest waar jij altijd de mensen bedient.
Wij zijn de levende tijd. Wij hebben emmers licht en lijm nodig, de heling van verbeelding.
Maarten Inghels. Contact
Reis rond de wereld in vierenveertig dagen
Jouw reis rond de wereld in vierenveertig dagen: Roemenië, Servië, Italië, Parijs, Luik, Edegem; in Wilrijk, Antwerpen, een witte kist, het niets.
En dat terwijl tussen wieg en graf grosso modo een langer leven past. Je groeit op, verdient het om verliefd te worden op het strand van Barcelona,
het noorderlicht in Noorwegen te ontdekken, je krijgt een kind, of twee, of drie, waarvoor je zelf wiegeliedjes zingt – nadien pas Napels zien.
Stadsdichters ©VANIN
Ik zie je.
Ik zie je naast me liggen als ik me omdraai in bed.
Ik zie je overal want ik kan je niet lossen. Je bent nooit echt vertrokken.
Janan Daniels
Niet dit. We wilden een kans om met jou te praten over je twee namen, de geur van tientallen steden in je bloed, over maan en roos en vis.
Niet dit: nog tandeloos en al verloren zoon van Europa, met je onbekende paspoort en kapotte kompas, met twee ouders hun adresloze gemis.
Maarten Inghels. De eenzame uitvaart
STADSPOËZIE
De gedichten die je zonet gelezen hebt, zijn allemaal het werk van zogenaamde ‘stadsdichters’. Dat zijn dichters die door een stad of een gemeente worden aangesteld om voor een bepaalde periode gedichten te schrijven over de stad en de gebeurtenissen die er plaatsvinden. Dikwijls krijgen die gedichten dan ook een plaats op openbare plaatsen en niet (of toch niet in eerste instantie) in een bundel. Nederland kent die traditie al sinds 2001, Vlaanderen (vooral Antwerpen) volgde in 2003.
1* Heeft jouw stad of gemeente een stadsdichter? Zoek het even op.
2* Ben je in jouw stad al poëzie in het openbaar tegengekomen? Zo ja, waar (en eventueel: welk gedicht)?
Je leerkracht toont je waar de gedichten van p. 214 tot leven komen.
3* Kies nu het gedicht dat jou het meest aanspreekt en probeer volgende vragen te beantwoorden.
a Zitten er vormen van beeldspraak of stijlfiguren in het gedicht? Zo ja, welke?
b Zit er rijm in het gedicht? Zo ja, welke rijmvorm?
c Welke beeldspraak, stijlfiguur of rijmvorm kun je koppelen aan de locatie van het gedicht?
REDERIJKERIJ
Theaterorganisatie Opendoek organiseert elk jaar een toneelfestival, het zogenaamde Landjuweel.
1 Bekijk het promo lmpje voor de editie van 2019. Wat valt je op?
De traditie van het Landjuweel gaat terug tot de rederijkers in de 16e eeuw. Je bekijkt een beeldfragment waarin Maartje Dewilde de historische oorsprong uitlegt.
2 Neem notities met speciale aandacht voor de functies van de rederijkers en het competitie-element.
3 Probeer nu het kader op de volgende pagina aan te vullen met de info uit je notities en met behulp van de bronnen.
wie wanneer
waarom
De rederijkers
– vaak gekunstelde gedichten, zoals hoe
bekendste rederijker in onze contreien
Op welke manier leeft dit fenomeen vandaag nog?
Voorbeeld van een schaakbordgedicht, een populaire dichtvorm bij de rederijkers waarbij je het gedicht in alle richtingen van de vakjes kunt lezen.
Jan Smeken was 500 jaar geleden Brusselse stadsdichter en rederijker. Hij schreef het gedicht Dwonder van claeren ijse en snee naar aanleiding van het sneeuwpoppenfestival in Brussel. Daarbij waren in 1511 meer dan 100 sneeuwsculpturen te vinden in de stad, die allemaal mythische en Bijbelse figuren uitbeeldden. Zijn gedicht beschrijft dit parcours, maar geeft tegelijkertijd kritiek op de toenmalige maatschappij.
4 Luister naar het fragment en beantwoord de vragen.
a Welke Bijbelse en mythische figuren komt de wandelaar tegen in dit parcours?
b Wat is er satirisch aan dit fragment?
c Het gedicht wordt soms als absurd omschreven. Wat is er absurd humoristisch aan dit fragment?
SPREKEN: KLASJUWEEL
Als creatieve opdracht organiseren we nu zelf een ‘klasjuweel’! Kies een van de opties en volg het stappenplan.
Je gaat op zoek naar een gedicht dat jou aanspreekt en doet denken aan (een bepaalde locatie op) school. Zorg voor een gedicht uit een gepubliceerde bundel, ga op zoek in je bib. Denk na over de plaats waar je het gedicht wilt tonen of hangen. Dat kan de eetzaal, je klas of het toilet zijn.
Je gaat op zoek naar een gedicht dat jou aanspreekt omwille van de (maatschappij) kritische, humoristische of satirische boodschap. Dat kan bv. een gedicht zijn over het lerarenschap, over scholen in het algemeen …
Je stelt met andere woorden iets over school aan de kaak. Zorg voor een gedicht uit een gepubliceerde bundel, ga op zoek in je bib.
STAP 1 Ga op zoek naar de beeldspraak en rijm in jouw gedicht. Kun je die koppelen aan je gekozen locatie en/of aan de humor/satire?
STAP 2 Werk je gedicht creatief uit. Het gedicht gewoon printen op een poster volstaat niet! Opdracht 3 uit lesdeel 2 kan dienen als inspiratie.
STAP 3 Kies een van de volgende opties.
Bekijk de websites van Maarten Inghels en Maud Vanhauwaert ter inspiratie.
Optie 1: herwerk je gedicht tot een kort toneelstuk, een monoloog of een dialoog van twee à drie minuten. Werk voor deze optie eventueel samen in duo’s.
Optie 2: bereid een sales pitch (verkooppraatje) van twee à drie minuten voor bij jouw gedicht. Het is immers de bedoeling dat we nadien stemmen om het beste resultaat op school te realiseren. In die sales pitch:
• lees je het gedicht expressief voor;
• bespreek je kort je keuze voor de vorm en de locatie;
• koppel je kort de beeldspraak en de rijmvorm aan de locatie.
STAP 4 Bekijk de evaluatiematrix om na te gaan of je resultaat beantwoordt aan alle criteria.
Evaluatiematrix – Spreken: klasjuweel (optie 1)
Je hebt het gekozen gedicht gelinkt aan een passende locatie of je hebt een satirische link aangetoond en duidelijk inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen.
Je hebt het gedicht op een creatieve wijze herwerkt tot een toneelstuk of een mono-/ dialoog. Je spreekt daarbij vlot en enthousiast, met een gepaste intonatie.
Aanvullende commentaar:
Je hebt het gekozen gedicht gelinkt aan een passende locatie of je hebt een satirische link aangetoond, maar je hebt weinig inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen (of omgekeerd).
Je hebt het gedicht op een creatieve wijze herwerkt tot een toneelstuk of een mono-/ dialoog. Je spreekt daarbij echter onvoldoende vlot of enthousiast, of niet met een gepaste intonatie.
©VANIN
Je hebt het gekozen gedicht niet gelinkt aan een passende locatie of je hebt geen satirische link aangetoond, en je hebt weinig inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen.
Je hebt het gedicht niet op een creatieve wijze herwerkt tot een toneelstuk of een mono-/dialoog. Je spreekt bovendien onvoldoende vlot of enthousiast, of niet met een gepaste intonatie.
Evaluatiematrix
–
Spreken: klasjuweel (optie 2)
creativiteit
Je hebt het gekozen gedicht gelinkt aan een passende locatie of je hebt een satirische link aangetoond en duidelijk inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen.
correctheid en volledigheid
Je slaagt erin de beeldspraak en de rijmvormen kort, maar bondig te koppelen aan de gekozen locatie en het thema.
aantrekkelijkheid
Je leest het gedicht expressief voor: goede intonatie, luid genoeg, zonder uitspraakfouten en vlot.
Je slaagt erin het verkooppraatje vlot en enthousiast te brengen binnen de gepaste timing.
Aanvullende commentaar:
Je hebt het gekozen gedicht gelinkt aan een passende locatie of je hebt een satirische link aangetoond, maar je hebt weinig inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen (of omgekeerd).
Je slaagt erin de beeldspraak en de rijmvormen te bespreken, maar je kunt die onvoldoende koppelen aan de gekozen locatie en het thema.
Je leest het gedicht expressief voor, toch kan een van de volgende criteria beter: intonatie, volume, uitspraak, vlotheid.
Je slaagt erin het verkooppraatje vlot, maar niet echt enthousiast (of omgekeerd) te brengen, of je houdt je niet aan de timing.
Je hebt het gekozen gedicht niet gelinkt aan een passende locatie of je hebt geen satirische link aangetoond, en je hebt weinig inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen.
Je slaagt er niet in de beeldspraak en de rijmvormen te bespreken.
©VANIN
Je leest het gedicht niet expressief voor, meerdere van de volgende criteria kunnen beter: intonatie, volume, uitspraak, vlotheid.
Je slaagt er niet in het verkooppraatje vlot en enthousiast te brengen.
Je leert wat de basiskenmerken van een documentaire zijn 1
De documentaire ©VANIN
Je ontdekt dat er binnen het genre veel variatie bestaat 3
Je leert hoe een documentaire de werkelijkheid kan beïnvloeden en vice versa 2
Je bekijkt en analyseert een documentaire 5
Je ontdekt het subgenre true crime, verwante fictiereeksen en reality genres 4
EEN GENRE APART
Bron: netflix.com 1
De tijd dat je een documentaire enkel op National Geographic of Canvas kon bekijken in de late uren is voorgoed voorbij. Streamingplatformen als Netflix en Streamz staan er vol van. Maar wat is een documentaire eigenlijk? Welke soorten bestaan er en met welk doel worden ze gemaakt? Je ontdekt het in deze les.
1* Welke onderstaande documentaires ken je of heb je al bekeken?
Dat er ook andere soorten documentaires zijn, ontdek je hier.
2* Bekijk de trailer van de populaire Net ix-documentaire Don’t f**k with cats. a Zou je deze documentaire willen zien? Waarom wel/niet?
b Waarom denk je dat ze zo’n succes was?
In Don’t f**k with cats – hunting an internet killer verleiden de gruwelijke video’s van een gestoorde crimineel een groep amateurwebdetectives tot een gevaarlijke klopjacht die hen naar een duistere onderwereld leidt.
onderweg
3* Waarom worden er volgens jou de laatste jaren zo veel documentaires gemaakt?
4* Waarom kijken mensen graag naar documentaires? Wat is het tekstdoel van een documentaire?
In deze les gaan we op zoek naar een goede definitie van een documentaire. We beginnen daarbij bij het woord ‘documentairemaker’.
5 Wat doet een documentairemaker?
DE KENMERKEN VAN EEN GOEDE DOCUMENTAIRE
‘Documentary is the creative treatment of actuality’
1 Bovenstaande uitspraak is van John Grierson (Schotland, 1878-1972), één van de eerste documentairemakers. Welk ‘gevaar’ houdt die stelling in?
Hieronder vind je enkele basiskenmerken van een goede documentaire.
Documentaire
1 Een documentaire is gebaseerd op de werkelijkheid. Eerlijkheid en betrouwbaarheid zijn noodzakelijk. Feiten of gebeurtenissen verdraaien of ondeugdelijke bewijzen fabriceren is uit den boze.
2 Een documentaire is een voltooid audiovisueel product. De vele mogelijkheden van de filmtaal worden slim toegepast.
3 Alle personen in de documentaire zijn echt, authentiek, zichzelf. Een persoon wordt niet gespeeld door een ander. Daarmee onderscheidt de documentaire zich van de speelfilm. Toch zijn er documentairemakers die enscenering en effectieve vormgeving als waardevolle bouwstenen zien.
4 De documentaire behandelt een duidelijk afgebakend onderwerp op basis van diepgravend onderzoek of langdurige observatie. Het is geen snelle reportage op basis van de actualiteit.
5 Een documentaire moet begrijpelijk, boeiend, overtuigend en emotioneel zijn. Niet te moeilijk, geen vreemde hiaten, geen saaie uitweidingen waarbij de kijker zijn aandacht verliest.
Naar: meop.nl
2* Zaten die basiskenmerken ook in jouw de nitie (zie lesdeel 1 – opdracht 5)? Welke wel/niet?
3 Je bekijkt op de volgende pagina’s enkele fragmenten uit bekroonde documentaires.
a Ga bij elk fragment op zoek naar de basiskenmerken.
b Denk ook na over het doel van de makers en over het effect op het publiek.
DOCU 1
Kinderen van de collaboratie –de oorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerden tienduizenden Belgen met het naziregime. Hun kinderen blikken terug en getuigen over de oorlogsperiode.
domein geschiedenis
eerlijk en betrouwbaar
Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?
betrokkenen
Wie wordt er geïnterviewd?
filmtaal
Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?
effect
Hoe komt de documentaire over bij het publiek?
doel van de makers
Wat was het doel van de makers, denk je?
begrijpelijk
boeiend
overtuigend
emotioneel
spannend
moeilijk
saai
vrijblijvend
gevoelloos
voorspelbaar
DOCU 2
Amy in Nederland
Een reconstructie met de mensen die Amy hebben ontmoet, haar concerten hebben bezocht en op wie haar muziek een diepe indruk heeft nagelaten ...
domein muziekeerlijk en betrouwbaar
Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?
betrokkenen
Wie wordt er geïnterviewd?
©VANIN
filmtaal
Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?
effect
Hoe komt de documentaire over bij het publiek?
doel van de makers
Wat was het doel van de makers, denk je?
begrijpelijk
boeiend
overtuigend
emotioneel
spannend
moeilijk
saai
vrijblijvend
gevoelloos
voorspelbaar
DOCU 3
Het leven in kleur
Racisme in Vlaanderen, valt dat wel mee of niet? De vijfdelige reeks zoekt het uit en peilt zonder taboes naar het racisme in onderwijs, justitie, media en in ons allemaal.
eerlijk en betrouwbaar
Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?
betrokkenen
Wie wordt er geïnterviewd?
filmtaal
Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?
domein maatschappijeffect
Hoe komt de documentaire over bij het publiek?
doel van de makers
Wat was het doel van de makers, denk je?
begrijpelijk
boeiend
overtuigend
emotioneel
spannend
moeilijk
saai
vrijblijvend
gevoelloos
voorspelbaar
DOCU 4
Het Scheldepeloton
Zesdelige docureeks over vijf jonge wielrenners uit het Gentse die samen vechten voor dezelfde droom: profwielrenner worden.
eerlijk en betrouwbaar
Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?
betrokkenen
Wie wordt er geïnterviewd?
filmtaal
Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?
domein sport
effect
Hoe komt de documentaire over bij het publiek?
doel van de makers
Wat was het doel van de makers, denk je?
begrijpelijk
boeiend
overtuigend
emotioneel
spannend
moeilijk
saai
vrijblijvend
gevoelloos
voorspelbaar
Documentaires helpen ons vaak om de werkelijkheid beter te begrijpen. Soms kan een documentaire ook de werkelijkheid beïnvloeden.
4* Welke documentaires uit de vorige opdracht zouden de werkelijkheid kunnen beïnvloeden, denk je?
Ook de volgende documentaire zorgde voor heel wat maatschappelijke ophef.
5* Bekijk de trailer van The Tinder Swindler en lees het onderstaande artikel.
a Heb je deze documentaire gezien? Indien niet, zou je ze graag zien? Waarom wel/niet?
b Zou een documentaire als deze jouw gedrag online kunnen beïnvloeden?
THE TINDER SWINDLER, DE TRUECRIMESERIE
WAAR ZELFS VAN QUICKENBORNE OP MOEST REAGEREN
Jozefien Wouters
Noorse krant werd Leviev veroordeeld tot vijftien maanden cel, maar na vijf maanden was hij alweer op vrije voeten en startte hij een consultingbedrijf dat ‘business and personal success workshops’ aanbiedt.
©VANIN
Eerder deze maand verscheen op Netflix The Tinder Swindler, een truecrimedocu van de makers van het al even verbazingwekkende Don’t F**k with cats. Deze keer proberen ze de wanpraktijken van Shimon Hayut te ontrafelen, een oplichter die enkele jaren geleden door Europa trok onder de naam Simon Leviev. Hij deed zich voor als zoon van een Russisch-Israëlische diamantmogul om zo via Tinder vrouwen te verleiden. Eerst overlaadde hij zijn slachtoffers met liefdevolle aandacht en decadente uitstapjes met zijn privéjet, vervolgens vroeg hij om hem grote sommen geld te lenen om zich te beschermen tegen louche vijanden in de diamantsector. Naar schatting heeft hij op die manier verschillende vrouwen in totaal zo’n tien miljoen dollar afgetroggeld. Catch Me If You Can, maar dan op Tinder.
The Tinder Swindler laat drie van zijn slachtoffers hun hallucinante verhaal doen. Cecilie Fjellhøy mocht na de eerste date meteen mee op zakenreis en was van plan met Leviev te gaan samenwonen toen ze ontdekte dat hij er met haar geld vandoor was. Pernilla Sjoholm reisde een zomer met hem mee door Europa. En Ayleen Charlotte besloot hem na een relatie van een dik jaar als wraak zélf op te lichten. De details gaan we niet verklappen, maar één spoiler kunnen we alvast kwijt: The Tinder Swindler krijgt geen happy end. Met de hulp van zijn slachtoffers en een uitgebreid artikel in een
Veel klanten zal hij niet meer over de vloer krijgen. The Tinder Swindler is intussen een druk bekeken fenomeen geworden en dat lijkt gevolgen te hebben. Tinder bevestigde dat Leviev voorgoed van de app werd verbannen, net als van andere datingapps zoals Match, Plenty of Fish en OkCupid. De slachtoffers zijn op vraag van kijkers een crowdfunding gestart om hun schulden af te lossen. Leviev heeft intussen zijn Instagramaccount verwijderd, nadat hij eerst nog alles heeft ontkend, zijn volgers ‘voor alle steun’ bedankt heeft en gevraagd heeft om de hashtag #SimonTruth te gebruiken. The Tinder Swindler heeft zo’n grote impact dat zelfs Vincent Van Quickenborne zich genoodzaakt zag om te waarschuwen voor oplichters op datingapps. Dan weet je dat het menens is.
Bron: focus.knack.be
EEN BIJZONDER GENRE: TRUE CRIME
Truecrimedocumentaires als The Tinder Swindler zijn een zeer populair subgenre binnen de documentaire.
1* Waarom is dit soort documentaire zo populair, denk je?
2 Lees het artikel uit De Morgen waarin (andere) verklaringen staan voor de populariteit.
a Vat ze hieronder samen.
b Wat vindt Laura Scheerlinck het moeilijkst bij het maken van documentaires?
Lawine aan podcasts en series: de ontembare fascinatie voor true crime uitgelegd
Met True Crime Belgium zet nu ook Streamz volop in op documentaires over waargebeurde moordverhalen, nadat het genre de laatste jaren streamingdiensten en podcastkanalen overstelpt. Waarom is misdaad in de mode? Maakt dat ons pervers?
ElmoLê van
Bij de lancering van Serial in 2014 werd de podcast waarin onderzoeksjournalist Sarah Koenig zich tot 2018 over waargebeurde moordzaken boog in geen tijd vijf miljoen keer beluisterd via iTunes. Serial zette zo een medium dat in de kinderschoenen stond op de kaart en effende tegelijkertijd het pad voor een genre dat intussen niet meer van het scherm weg te denken is.
In het bloedspoor van Serial volgden gesmaakte podcasts als Dirty John en My Favorite Murder. Netflix had in 2015 zijn eerste truecrimehit te pakken met Making a Murderer. Sindsdien is het aantal producties dat inzoomt op misdaadverhalen die onze innerlijke Sherlock Holmes prikkelen amper bij te houden. Een zwak hebben voor tragische levenseindes – hoe verbazingwekkender de verhaallijn, hoe aantrekkelijker – blijkt een universeel fenomeen te zijn. We zijn allemaal een béétje sadist.
Waarom kruipen wij graag in het hoofd van iemand die gruwelijke dingen heeft uitgevreten? ‘In elk van ons zit een stukje geweld’, vertelde Ariane Bazan, doctor in de neuropsychoanalyse, tegenover Vice. ‘Een van de manieren om daaraan te voldoen – zonder schade te veroorzaken aan de samenleving – is door je te verdiepen in true crime. Je kunt het zien als een beschaafde uitlaatklep voor je interne agressie.’
Je kunt true crime zien als een beschaafde uitlaatklep voor je interne agressie
Ariane Bazan, doctor in de neuropsychoanalyse
Voyeurisme
Laura Scheerlinck van de Belgische misdaadpodcast De volksjury wijst het succes van true crime toe aan een vorm van voyeurisme. ‘Sinds er nieuws wordt gemaakt, zijn moordverhalen in trek. We spreken nu van een hype, maar dit is geen nieuw verschijnsel. Het zit in onze natuur om alles over een spraakmakende zaak te weten te willen komen. Het verschil tussen de dader en jij is dat de ene een moordenaar is en jij niet. Je wilt begrijpen waarom mensen in staat zijn tot moord.’
Moordzaken prikkelen bovendien de verbeelding en gaan in je hoofd een eigen leven leiden, aldus Scheerlinck. ‘Je wilt een inkijk krijgen in het brein van een moordenaar. Wanneer een onrustwekkende verdwijning het nieuws haalt, speculeert iedereen erop los. Iedereen meent te weten wat er is gebeurd of wat iemands motief is. Dat merken we aan de theorieën die onze luisteraars met ons delen. Wanneer de moordenaar gevat is, gaat onze interesse stilaan liggen, maar alles wat aan een moord voorafgaat, zet onze fantasie in gang.’
‘We zijn collectief vatbaar voor ramptoerisme. Bij een ongeval op de autosnelweg leidt onze nieuwsgierigheid tot kijkfiles. Moorden zijn niet anders dan verkeersongevallen, treincrashes of natuurrampen’, aldus Scott Bonn, criminologieprofessor en auteur van het boek Why We Love Serial Killers. ‘De fascinatie met moordenaars kan worden gezien als een uiting van de menselijke fixatie met geweld en rampspoed’, schreef hij in het tijdschrift Time. ‘Met andere woorden: de daden van een seriemoordenaar mogen dan wel gruwelijk zijn, maar een groot deel van het publiek kan simpelweg niet wegkijken, door de spektakelwaarde.’
De spektakelwaarde van true crime is te voelen in de cijfers, waardoor een subgenre mainstream werd. Met duizenden titels is podcastland bezaaid met crimishows. Een onderzoek van Parrot Analytics – in opdracht van de Amerikaanse website The Ringer – naar het aantal truecrimereeksen op streamingdiensten spreekt van een toename van 63 procent tussen januari 2018 en maart 2021.
De wereldvermaarde Netflix-reeks Tiger King, over een excentrieke dierentuinuitbater en de verdwijning van de echtgenoot van diens vijand, was tien dagen na de release al goed voor 34 miljoen unieke kijkers. Een zwak voor misdaad bindt de mensheid over de grenzen heen. Een absolute minderheid hoort het bij de naam Madeleine McCann – het Britse meisje dat in 2007 verdween uit een Portugese vakantieflat – donderen in Keulen. Je moet bovendien geen Amerikaan zijn om Conversations with a Killer te bingen, waarin Ted Bundy, een van ’s werelds beruchtste seriemoordenaars, aan het woord komt. De aantrekkingskracht van waargebeurde verhalen die de wereldbevolking beroert, is enorm.
Nu pas in België
In de criminaliteitsstatistieken van de Federale Politie van 2020 staan 1 143 gevallen van moord of doodslag genoteerd. Hoewel België niet gespaard blijft van ophefmakende moordzaken claimen Streamz en Play 4 met True Crime Belgium ‘de eerste Belgische truecrimeserie’ te lanceren. Hoe komt het dat wij nu pas op de kar springen?
‘Er zijn al veel zaken aan bod gekomen op televisie’, countert Laura Scheerlinck van De volksjury. In het laatste seizoen van De rechtbank stonden drie afleveringen in het teken van de assisenzaak tegen
Alinda Van der Cruysen voor de moord op haar grootoom en -tante. De kroongetuigen belicht sinds 2013 spraakmakende misdaaddossiers en met De verdwijning van Britta Cloetens reconstrueerden gerechtsjournalisten het onderzoek naar de twintiger van wie ieder spoor ontbrak nadat ze een garage in Antwerpen was binnengestapt. Momenteel loopt De kasteelmoord op VTM, over de moord op kasteelheer Stijn Staelens.
‘Het is een uitdaging om rond Belgische zaken te werken’, vindt de podcastmaakster en tv-producer. ‘Ik snap dat je als tv-maker liever je handen van bepaalde zaken houdt, waardoor sommige dossiers geen documentaire krijgen. Als reportagemaker ben je al gauw geneigd een kant te kiezen in het verhaal, terwijl het de kunst – maar vooral een moeilijke evenwichtsoefening – is om de waarheid in het midden te laten. Je mening voor jezelf houden, maar toch boeiende televisie maken of voor een doorbraak in het dossier zorgen: dat is de uitdaging.’
Het parket is meestal beschermend over dossiers die de ether halen, om zo inmenging en fouten in het onderzoek te vermijden. De relatie tussen onderzoeksjournalistiek en het gerecht verloopt wel vaker stroef, al zijn journalistieke producten in het verleden al belangrijk geweest voor cold cases. In 2017 werd het onderzoek naar de moord op Sally Van Hecke heropend, mede dankzij het werk van journalist Kurt Wertelaers voor het VTM-programma Cold Case
©VANIN
Een Australische journalist maakte een podcast over onze landgenoot en rugzaktoerist Théo Hayez, in de hoop zijn verdwijning – Hayez is sinds mei 2019 vermist – op te klaren. ‘Journalisten blijken goede speurders’, zei Ine Van Wymersch, toen nog parketwoordvoerder, in 2019 op Radio 1. ‘Ze kijken soms met een andere blik, een open vizier, naar een dossier. Het gebeurt dat ze met interessante pistes komen die dan door het gerecht onderzocht worden.’
‘Wanneer De volksjury rond een Belgische zaak werkt, is dat steeds met een klein hartje,’ vertelt Laura Scheerlinck, ‘omdat niet alleen de slachtoffers, maar ook de daders een familie hebben’. In het tijdschrift Time uitte iemand haar ongenoegen over hoe zonder haar medeweten een boek werd uitgebracht over de moord op haar moeder. ‘We worden als familieleden als veevoer behandeld’, zei ze. ‘We zijn de brandstof die de fantasie van mensen draaiende moet houden’.
‘Het heeft iets pervers om je entertainment te halen uit waargebeurd drama’, liet de Nederlandse schrijver Joost de Vries vorig jaar optekenen in De Groene Amsterdammer. In het geval van onopgeloste zaken krijgen de makers van De volksjury regelmatig positieve berichten van betrokken partijen, uit dank om een ondergesneeuwde zaak nog eens in de aandacht te brengen. Bij tegenwind zouden ze een aflevering uit respect voor de betrokkenen offline halen.
‘Maar verder denk ik niet dat true crime veel schaden kan berokkenen’, besluit Laura Scheerlinck. ‘Sommigen beweren dat bepaalde games een gewelddadige kant bij kinderen kunnen aanwakkeren. Ik denk niet dat true crime de kijker moordlustig maakt. Het kan je fantasie zeker op hol doen slaan, maar het is geen gevaarlijk genre.’
Bron: demorgen.be
GRENSGEVALLEN
Je bekijkt twee trailers.
1 Waarom zijn dit geen documentaires? Verwijs naar de basiskenmerken van de documentaire.
2 Op televisie kun je ook heel wat programma’s zien over misdaad en criminaliteit. Waarin verschillen zij van een documentaire?
3* Kijk nog eens terug naar jouw de nitie van de documentaire aan het begin van deze les. Welke elementen ontbraken er in jouw de nitie?
SPREKEN: DE DOCUMENTAIRE
Voor deze opdracht selecteer je zelf een documentaire en probeer je je medeleerlingen te overtuigen om jouw documentaire aan te kopen voor het streamingplatform / de online bibliotheek van de school.
STAP 1 Vul tijdens/na het kijken onderstaand schema aan.
motivatie
Waarom koos je voor deze documentaire?
eerlijk en betrouwbaar
Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke
gebeurtenissen komen aan bod?
betrokkenen
Wie wordt er geïnterviewd?
filmtaal
Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?
effect
Hoe komt de documentaire over bij het publiek?
doel van de makers
Wat was het doel van de makers, denk je?
STAP 2 Maak de presentatie.
• Kies een presentatievorm.
begrijpelijk
boeiend
overtuigend
emotioneel
spannend
• Vul de informatie uit stap 1 aan met foto’s en filmpjes.
• Zet de informatie in een logische volgorde.
STAP 3 Oefen jouw presentatie enkele keren.
• Let op je taal, intonatie, tempo en non-verbale communicatie.
moeilijk
saai
vrijblijvend
gevoelloos
voorspelbaar
Evaluatiematrix – Spreken: de documentaire
GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE volledigheid en duidelijkheid
- Je vertelt duidelijk en beargumenteerd waarom je de documentaire koos.
- Je bespreekt bondig en volledig waarover de documentaire gaat.
- Je bespreekt uitgebreid de filmtaal van de documentaire.
- Je vertelt waarom je de documentaire zo goed vindt en welk effect ze kan hebben op anderen.
- Je koos een passende/ originele presentatievorm.
- Je presentatie is visueel aantrekkelijk.
- De presentatie is gestructureerd en goed opgebouwd.
Niet alle onderdelen werden even sterk uitgewerkt. Je besteedde te weinig aandacht aan:
- je motivatie
- de inhoud van de documentaire
- de analyse van de filmtaal
- het effect van de documentaire (op jou en anderen) De analyse/inhoud van je documentaire is onvoldoende.
- Je kon je presentatievorm nog beter uitwerken.
- Visueel kon je presentatie beter/aantrekkelijker.
- De presentatie kon beter/gestructureerder opgebouwd worden.
correctheid en aantrekkelijkheid
- Je presenteert enthousiast en vlot; je tempo is goed.
- Je articulatie is goed; je praat niet te stil/luid.
- Je spreekt AN.
- Je hebt oogcontact met je publiek.
- Je houding en non-verbale communicatie zijn goed.
Aanvullende commentaar:
De volgende talige aspecten van je presentatie konden beter:
- vlotheid/tempo
- articulatie
- volume
- taalzuiverheid
- oogcontact
- houding
- non-verbale communicatie
- De presentatievorm is onvoldoende uitgewerkt / slecht gekozen.
- Je presentatie heeft weinig structuur.
©VANIN
Je presentatie was talig weinig aantrekkelijk.
Literatuursuggesties 2
De grens tussen feit en fictie is op papier heel makkelijk te trekken. Toch zullen heel wat romans gebaseerd zijn op echte personen, ervaringen van de auteur of een concrete aanleiding in de werkelijkheid. Omgekeerd zullen heel wat non-fictiewerken technieken gebruiken om de werkelijkheid als een verhaal weer te geven.
LUISTERFRAGMENTEN
Hieronder vind je acht romans die elk een plaats innemen op het kruispunt van feit & fictie / persoonlijke beleving & analyse en onderzoek. Neem de beschrijvingen door en ga na welke boeken bij jou passen.
LIEFDE IN TIJDEN VAN EENZAAMHEID
Paul Verhaeghe
essaybundel (2013)
Paul Verhaeghe gaat in op de tijdloze en tijdgebonden achtergronden van wat mensen zowel beweegt als verlamt op het terrein van de liefde en de erotiek. In drie essays brengt hij zowel een humoristische als een vlijmscherpe analyse van de hedendaagse verhoudingen tussen man en vrouw. Ook beschrijft hij de freudiaanse tegenstelling tussen Eros en Thanatos en wat het oedipuscomplex en macht ermee te maken hebben. Tot slot gaat hij na waarom culturele veranderingen zoals de seksuele revolutie de man-vrouwverhouding niet alleen bevrijd hebben, maar ook problematischer gemaakt hebben.
©VANIN
PROBLEMSKI HOTEL
Dimitri Verhulst
roman (2003)
Dimitri Verhulst verblijft enkele dagen in een opvangcentrum voor asielzoekers. Hij laat Bipul Masli, persfotograaf en vluchteling, aan het woord. De cynische Masli vertelt de verhalen van de asielzoekers en voorziet elk verhaal van pittige commentaar. Het leven in het centrum staat in het teken van verveling en wanhoop. De combinatie van de persoonlijke lijdensverhalen en de ellendige levensomstandigheden van de vluchtelingen leidt tot een uiterst humoristische aanklacht op het scherp van de snee.
MET ANGST EN BEVEN
Amélie Nothomb
autobiografische roman (1999)
Amélie Nothomb beschrijft haar eigen belevenissen bij de Japanse firma Yumimoto. Ze vertelt hoe ze als westerse wordt aangenomen vanwege haar kennis van het Japans. Ze weet echter niet precies wat haar werkzaamheden zijn en niemand vertelt haar dat. Dus gaat ze maar koffie en thee rondbrengen, wat heel belangrijk lijkt te zijn. Wanneer ze een rapport inlevert, wordt ze uitgescholden voor alles wat slecht is. Ze troost haar (vrouwelijke) chef die ook uitgemaakt wordt, maar dat is een fatale vergissing. Als represaille eindigt haar carrière als toiletdame.
TAAL ZONDER MIJ
Kristien Hemmerechts
(auto)biografische roman (1998)
Op 22 mei 1997 overleed onverwachts de Vlaamse dichter Herman de Coninck. Hij was met collega-schrijvers onderweg naar de opening van een literair congres in Lissabon. In Taal zonder mij herleest zijn weduwe, Kristien Hemmerechts, zijn poëzie en gaat daarbij vooral in op het expliciet autobiografische karakter van veel van zijn gedichten. Aan de hand van correspondentie en herinneringen bouwt ze een beeld op van zijn poëtica en zijn persoonlijkheid. Ze komt tot de slotsom dat ze hem nu pas echt begrijpt.
NAAR MERELBEKE
Stefan Hertmans
(autobiografische) roman (1994)
Op geestige en ontroerende wijze verhaalt Hertmans de coming of age van een jongen in een Vlaams dorp gedurende de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Zijn ontluikende seksualiteit en levendige verbeelding nemen hem zo in beslag dat de wereld hem donker, angstaanjagend en vol geheimen voorkomt. Tussen de vertrouwde wereld en de absolute verlatenheid, het landschap van de volwassenheid, ligt een afgrond die alleen met de verbeelding te overbruggen is. Tot zijn moeder hem tot de orde roept.
©VANIN
HET ZIJN NET MENSEN
Joris Luyendijk
journalistiek verslag (2006)
Vijf jaar lang was Joris Luyendijk correspondent in de Arabische wereld. In Het zijn net mensen probeert hij de kloof te dichten tussen wat hij als correspondent met zijn eigen ogen zag en wat hij daarvan kon laten zien op radio, tv en in de krant. Met pakkende voorbeelden en vol humor legt hij uit waarom nieuwsmedia slechts een klein deel van de werkelijkheid kunnen weergeven en waarom het voor ons zo moeilijk is om iets van het Midden-Oosten te begrijpen.
SUIKERSPIN
Erik Vlaminck
historische roman, drama (2008)
De eigengereide kermisexploitant Jean-Baptiste Van Hooylandt weet de hand te leggen op de Siamese tweeling Joséphine en Anastasia, die hij op Vlaamse kermissen tentoonstelt. Het is 1908. Het mensonterende bestaan waartoe hij Joséphine en Anastasia dwingt, laat diepe sporen na. Honderd jaar na de aankoop zijn de gevolgen nog altijd merkbaar in de lotgevallen van het nageslacht van Van Hooylandt.
VROUWLAND
Rachida Lamrabet
roman (2008)
Vrouwland is het bitterzoete verhaal van jonge mensen die dromen van een beter leven. Elk op hun eigen manier zetten ze de zoektocht in. Mara is een ambitieuze vrouw die radicale en nietsontziende keuzes maakt om vooruit te komen. Faïza, Marwan en Abdelkader hebben het gevoel buitenstaanders te zijn die maar moeilijk greep krijgen op het leven. Younes onderneemt een wanhopige reis om een brief op zijn bestemming te brengen. De brief brengt deze verschillende levens bij elkaar.
TAAL EN WOORDENSCHAT
Taal
Op iDiddit vind je oefeningen op de spelling van tussenklanken, ei/ij en de hoofdletters.
Woordenschat
1 Bekijk volgende uitdrukkingen. Je krijgt de Nederlandse versie, maar kun je ook de Vlaamse versie aanvullen?
a in de problemen zitten in schoentjes zitten
b Die spoort niet helemaal. Daar is een af.
c aan dezelfde kwaal lijden in hetzelfde ziek zijn
e zware pech hebben zijn
©VANIN
g Daar komt ruzie van.
Daar komen van.
h een brok in de keel hebben een in de keel hebben
d het moeilijk hebben het niet onder de hebben
f De wereld draait niet om jou. D’n loopt niet door uw gat.
k dubbel en dwars verdiend dubbel en verdiend
l De kat op het spek binden. De kat bij de
n uitgeput zijn je is af
o een bok schieten een schieten
q op een steenworp op een
r iemand voor de gek houden iemand voor de houden
s Dat zet geen zoden aan de dijk. Dat zet geen aan de dijk.
t Opzouten! het af!
u in je vuistje lachen in je lachen
v mosterd na de maaltijd vijgen na
w uit de school klappen uit de klappen
y Dat is andere koek.
m een zwak voor iemand hebben een voor iemand hebben
i met je neus in de boter gevallen zijn met je in de boter gevallen zijn
j Dat kost een rib uit m’n lijf! Dat kost van !
x wat anders aan zijn hoofd hebben andere katten te hebben
Dat is een ander paar
p De huid van de beer niet verkopen Het van de beer niet verkopen voor hij voor hij geschoten is. geschoten is.
z ten einde raad zijn niet meer weten van welk hout te maken
2 Bekijk volgende uitdrukkingen uit de Bijbel. Link ze dan aan de juiste betekenis. uitdrukking
1 in zak en as zitten
2 in adamskostuum rondlopen
3 de schellen die van de ogen vallen
4 steen des aanstoots
5 een ongelovige Thomas
6 het land van melk en honing
7 Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
8 de zondebok zijn
9 een teken aan de wand
10 Abraham (of Sara) zien
11 Laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet.
12 Hoogmoed komt voor de val.
13 met je talenten woekeren
14 met dezelfde maat meten
15 parels voor de zwijnen gooien
16 de hand in eigen boezem steken
17 Waar het hart van vol is, loopt de mond van over.
18 de handen in onschuld wassen
19 de (drink)beker aan je voorbij laten gaan
20 Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.
21 het daglicht niet verdragen
22 zeven vette en zeven magere jaren
23 een wolf in schaapskleren
24 de splinter in andermans oog zien, maar niet de balk in eigen oog
betekenis
a iets dat stiekem of oneerlijk wordt gedaan
b een teken van naderend onheil of een aankondiging dat er iets belangrijks of ergs gaat gebeuren
c je tijd en energie niet verspillen aan wie het niet waard is
©VANIN
25 de zwaarden omsmeden tot ploegscharen
d iemand die anderen niet op hun woord gelooft
e Loop niet te koop met je goedheid.
f ineens begrijpen hoe iets in elkaar steekt
g helemaal in de rats of in de put zitten; het niet meer zien zitten
h de kleine fouten van een ander opmerken, maar je eigen grote fouten niet zien
i Vel geen oordeel over iemand anders, want we hebben allemaal onze fouten.
j Wat je bezighoudt, daar praat je over.
k Kwaad dat je een ander wilt berokkenen, overkomt jezelf.
l mensen gelijk en dus eerlijk behandelen
m Iemand met een grote mond moet spoedig inbinden.
n een periode van voorspoed die wordt gevolgd door een tijd van tegenspoed
o de oorzaak of schuld bij jezelf zoeken
p een huichelaar; iemand die zich anders voordoet dan hij in werkelijkheid is
q het geweld laten volgen door vrede
r een moeilijke klus of taak ontlopen
s vijftig jaar worden
t met het blote lichaam, naakt
u terecht of onterecht de schuld krijgen voor alles wat fout gelopen is, terwijl ook anderen mee verantwoordelijk waren
v een hinderlijk/ergerlijk iets of iemand
w een prachtig oord, het ‘beloofde land’
x je talenten goed gebruiken
y benadrukken dat je nergens schuld aan hebt
3 Bekijk volgende uitdrukkingen uit de oudheid.
a Link ze aan de juiste betekenis.
b Link de bekende Latijnse vormen op de volgende pagina aan hun Nederlandse vertaling.
1 De teerling is geworpen.
2 Verdeel en heers.
3 onder het juk doorgaan
4 Geld stinkt niet.
5 met een korreltje zout nemen
6 in Charons boot treden
7 draconische maatregelen treffen
8 een pyrrusoverwinning behalen
9 Pluk de dag.
10 Ik denk, dus ik ben.
11 een leugentje om bestwil
12 De wet is hard, maar het is de wet.
13 Haast en spoed is zelden goed.
uitdrukking
©VANIN
14 De mens (is) voor de mens een wolf. Terentius of Plautus
15 De tijd vliegt snel (, gebruik hem wel).
16 Het venijn zit in de staart.
17 In wijn zit waarheid. Plinius de Oudere
18 Gedenk je sterfelijkheid.
19 Wat een tijden, wat een zeden! Cicero
20 Overeenkomsten moeten nagekomen worden.
betekenis
a een overwinning die zo kostbaar is dat het eigenlijk een nederlaag is
b (letterlijk) In wat voor tijden leven we toch, met wat voor gewoonten! = Waar moet het heen met de wereld?
c De wet moet gehoorzaamd worden, want het is nu eenmaal de wet.
d overlijden
e Hoe je je geld verdient, speelt geen rol.
f Dronken mensen zeggen vaak waar het op staat
g Een leugentje kan wanneer de bedoeling goed is.
h Iets te snel doen, resulteert vaak in iets dat slecht gedaan is.
i Het gevaar zit pas aan het einde; het boosaardige zit in het slot.
j harde maatregelen treffen
k Denk eraan dat je ooit zult sterven.
l Wat me tot mens maakt, is het feit dat ik denk.
m zich moeten onderwerpen aan iemand
n iets niet helemaal voor waarheid aannemen
o Gemaakte afspraken moeten worden nagekomen.
p wanneer iemand een besluit heeft genomen waarop die later onmogelijk kan terugkomen
q De tijd gaat snel voorbij; zorg ervoor dat je die goed gebruikt.
r je concurrenten tegen elkaar uitspelen door de ene meer rechten te geven dan de andere om zo zelf de macht te behouden
s De mens is hard voor de andere; de mens is zelfzuchtig.
t Stel niet uit als je iets leuk vindt.
A O tempora, o mores!
B Homo homini lupus (est).
C Memento mori.
D Cogito ergo sum.
E Divide et impera.
©VANIN
F Carpe diem.
G Alea iacta est.
H Dura lex, sed lex.
I In vino veritas.
J Pacta sunt servanda.
VERDER STUDEREN: WIE BEN IK?
In deze en volgende tussenstops sta je stil bij jouw leven na het secundair onderwijs. Hoe bepaal je jouw studiekeuze? Welke factoren hebben daarbij een invloed? Wat na je hogere studies? Hoe zet je je eerste stappen op de arbeidsmarkt?
Op iDiddit vind je oefeningen waarin je op zoek gaat naar jezelf. Je krijgt een beter zicht op je persoonlijkheid, de vaardigheden en kennisdomeinen waarin je goed bent, wat je graag doet in het leven en welke waarden je belangrijk vindt. Dat is een eerste stap richting je studiekeuze na het secundair onderwijs.
LUISTEREN: HOE OVERLEEF JE ALS INTROVERT PERSOON IN EEN EXTRAVERTE WERELD?
Inleiding onderweg
Interne Keuken is een Vlaams programma op Radio dat gepresenteerd werd door Koen Fillet en Sven Speybrouck. Zij interviewden wekelijks vier gasten tijdens een tafelgesprek naar aanleiding van een nieuw verschenen (non-fictie)boek of een markante gebeurtenis. Het programma was heel populair en werd uitgezonden van tot .
Straks beluister je (een deel van) de aflevering Hoe overleef je als introvert persoon in een extraverte wereld?.
1 Kun je alvast de volgende zaken bepalen voor het beluisteren van de a evering?
a tekstdoel
b doelpubliek
c teksttype
d betrouwbaarheid
e onderwerp
2* Denk even na over de volgende vragen en overleg eventueel met een medeleerling.
a Zou je jezelf eerder een introverte of een extraverte persoon noemen? Plaats een kruisje op het continuüm en geef een drietal argumenten voor je keuze.
introvert extravert
b Welke tekststructuur zal deze aflevering hebben, denk je?
c Kun je zelf een aantal redenen bedenken waarom het moeilijk is om als introvert te overleven in een extraverte maatschappij?
d Kun je zelf een aantal antwoorden bedenken op de vraag uit de titel?
Luisteren
Het is de bedoeling dat je na het luisteren de belangrijkste elementen uit het interview kunt reconstrueren. Denk daarbij aan de topische vragen.
3 Denk na over je luisterstrategie. Hoe wil je dit aanpakken?
onmiddellijk een schema maken (tabel, mindmap, losse woorden …)
achteraf een schema maken
de tekststructuur uitwerken m.b.v. de verschillende deelvragen voor die tekststructuur
aantekeningen maken tijdens het luisteren (bv. Cornell-methode)
het interview gewoon beluisteren, eventueel verschillende keren
tekeningen maken
eerst luisteren, dan opschrijven wat je er nog van weet
ander: ...
4 Beluister nu het interview en pas je geselecteerde luisterstrategie toe.
5 Schrijf tijdens het luisteren ook de moeilijke woorden op die je hoort.
Nabespreking
Je leerkracht stelt je nu een aantal vragen om na te gaan of de luisteroefening gelukt is.
6 Hoe is deze opdracht volgens jou verlopen? Duid aan op het continuüm.
©VANIN
slecht zeer goed
7* Als je ontevreden was over de opdracht, wat zou je de volgende keer dan anders willen doen? Omschrijf kort.
Luisteren en schematiseren
8 Scan de pagina en klik op de thema’s die jou interesseren of bekijk eens een thema dat je normaal niet zou kiezen. Lees de introtekstjes en/of beluister het begin van de a evering. Maak dan je keuze.
biologie kunst global warming
wetenschapskritiek
geschiedenis
cultuur (eten) radicalisering geneeskunde
loso e
cultuur (landen) technologie taal
9 Bepaal eerst je luisterstrategie. Ga je op dezelfde manier te werk als vorige keer?
onmiddellijk een schema maken (tabel, mindmap, losse woorden …)
achteraf een schema maken
de tekststructuur uitwerken m.b.v. de verschillende deelvragen voor die tekststructuur
aantekeningen maken tijdens het luisteren (bv. Cornell-methode)
het interview gewoon beluisteren, eventueel verschillende keren
tekeningen maken
eerst luisteren, dan opschrijven wat je er nog van weet
ander: ...
10 Noteer ook deze keer de woorden die je moeilijk vindt of niet begrijpt. Kies woorden die relevant zijn voor een goed begrip van het interview. Maak een woordenlijst en verklaar de woorden aan de hand van de context van het interview. Lukt dat niet, zet dan een andere woordleerstrategie in.
11 Maak een schema van het interview. De vorm van het schema kies je zelf.
a Denk na over de eventuele tekststructuur die in het interview vervat zit.
b Pak je dit nu anders aan dan vorige keer?
12 Leg je schema naast dat van een medeleerling die hetzelfde interview beluisterde. Bespreek het fragment samen. Ga na of je je schema eventueel nog wilt aanvullen.
Samenvatting van een interview
Nu schrijf je een samenvatting van het beluisterde interview. Ga als volgt te werk.
STAP 1 In de inleiding vat je kort samen waarover het fragment gaat. Vermeld zeker belangrijke namen (de geïnterviewde!) en titels (van bv. het boek waarover het interview gaat).
STAP 2 Het midden bestaat uit verschillende alinea’s die het gesprek samenvatten. Baseer je op je schema (tekststructuur). Gebruik voldoende signaal- en verwijswoorden (binnen en tussen alinea’s).
STAP 3 In je laatste alinea geef je zelf commentaar op het fragment: wat vond jij ervan? Je kunt opnieuw nadenken over de volgende items:
• intonatie en/of accent van de interviewer(s)
• intonatie en/of accent van de geïnterviewde
• de manier waarop een antwoord geformuleerd wordt op de vraag in de titel
• de vraagstelling van de interviewer
• de structuur of de opbouw van het interview
STAP 4 Zorg dat het geheel een bladzijde lang is.
• Bekijk zeker vooraf de evaluatiematrix op de volgende pagina.
• Je leerkracht deelt een voorbeeldsamenvatting van het interview over introversie om je op weg te zetten.
Evaluatiematrix – Schrijven: een samenvatting
inhoud
Je slaagt erin het interview mooi samen te vatten en kunt duidelijk hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden.
Je geeft goede, concrete commentaar op zowel de vraagstelling als de inhoud van het interview.
structuur
Je samenvatting voldoet aan de volgende criteria: - de tekst heeft een duidelijke, overzichtelijke structuur (IMS);
- er zijn voldoende alinea’s en structuurelementen binnen de tekstdelen (signaal- en verwijswoorden).
taal
Je samenvatting bevat geen (of zeer weinig) storende taalfouten.
Aanvullende commentaar:
Je slaagt erin het interview mooi samen te vatten, maar een belangrijk element ontbreekt OF sommige elementen zijn bijzaak.
Je geeft goede, maar wat oppervlakkige commentaar op zowel de vraagstelling als de inhoud van het interview.
Je samenvatting voldoet niet aan een van de twee criteria.
Je slaagt er niet in het interview samen te vatten en kunt hoofd- en bijzaken niet van elkaar onderscheiden.
Je geeft oppervlakkige commentaar en de vraagstelling en/of de inhoud van het interview ontbreekt.
Je samenvatting voldoet niet aan beide criteria.
©VANIN
Je samenvatting bevat een paar storende taalfouten.
Je samenvatting bevat veel storende taalfouten.
Je leert het begrip valentie kennen 1
Redekundig ontleden: valentie ©VANIN
Je kunt nadenken over de betekenis en de valentie van een werkwoord 2
Je kunt de zinsdelen van een zin benoemen 3
WAT IS VALENTIE?
In deze les zul je aan de hand van een aantal opdrachten jouw inzicht in de syntaxis van het Nederlands vergroten. De voorbije jaren heb je al heel wat kennis opgedaan.
Bekijk bovenstaande afbeeldingen.
a Welke werkwoorden worden afgebeeld?
b Hoe zie je het verschil tussen foto’s A en C?
c Schrijf nu een volledige zin bij elke afbeelding.
2 Bekijk bovenstaande afbeelding.
a Schrijf naast de afbeelding enkele enkelvoudige zinnen, telkens met een ander werkwoord. Het onderwerp van de zinnen is ‘de vrouw’.
b Omcirkel in je zinnen het zelfstandig werkwoord.
c Duid hieronder aan welke zinnen grammaticaal niet correct zijn.
Ze praat.
Ze praat iets.
Ze praat de man iets.
Ze zegt.
Ze zegt iets.
Ze zegt de man iets.
Ze vertelt.
Ze vertelt iets.
Ze vertelt de man iets.
Ze legt uit.
Ze legt iets uit.
Ze legt de man iets uit.
Ze lacht.
Ze lacht iets.
Ze lacht de man.
Elk zelfstandig werkwoord roept op grond van de betekenis rollen op die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de handeling. We spreken hier van valentie
Het werkwoord ‘voorlezen’ roept automatisch de volgende rollen op:
- Wie leest er voor? (= onderwerp)
- Wat leest die voor? (= lijdend voorwerp)
- Aan wie leest die iets voor? (= meewerkend voorwerp)
ROLLEN EN VALENTIEMOGELIJKHEDEN
1 Uiteraard kun je aan de zinnen nog van alles toevoegen.
a Onderstreep in de volgende zinnen de rollen die het werkwoord oproept één keer: onderwerp – lijdend voorwerp – meewerkend voorwerp.
b Welke zinsdelen werden eraan toegevoegd? Onderstreep die zinsdelen twee keer.
c Benoem die zinsdelen ook.
1 Op maandag moest ze de werking van het bedrijf uitleggen aan haar nieuwe collega.
2 Met veel gebaren vertelde ze hem het verhaal.
3 Ze praat de hele dag door.
4 Ze lachte de hele tijd.
5 Hij luistert heel aandachtig.
onthouden
Als je meer informatie aan je zin wilt toevoegen, is dat in de vorm van een bepaling. Er kunnen meerdere bepalingen in een zin staan, terwijl er in principe slechts één lijdend of meewerkend voorwerp per zin voorkomt.
2* Je leerkracht geeft je een werkwoord dat jullie per twee uitbeelden.
a Probeer te raden welk werkwoord de andere duo’s uitbeelden.
b Maak een zin met het werkwoord dat uitgebeeld wordt. Stel jezelf daarbij de vraag welke rollen het werkwoord vanuit zijn valentie oproept.
3 Bekijk de volgende zinnen.
a Omcirkel het zelfstandig werkwoord.
b Onderstreep de noodzakelijke rollen één keer.
c Onderstreep de bepalingen twee keer.
d Benoem alle zinsdelen.
1 De leerlingen hebben dit jaar drie boeken gelezen.
2 Hij voetbalt graag in open lucht.
3 Mijn grootvader maakt de beste spaghetti.
4 Hij geeft zijn vriend een verlovingsring.
5 De jeugd van tegenwoordig kan niet meer schrijven.
6 Ze schreef haar geliefde een mooie liefdesbrief.
7 Hij heeft haar zusje beloofd om haar te helpen bij haar huiswerk.
8 Zij stuurde haar vriendin een berichtje om haar te bedanken voor haar hulp.
9 De piloot stuurde het vliegtuig de verkeerde kant op.
10 In de winter gaan we graag schaatsen.
11 Het regent al de hele dag.
4 Orden de zelfstandige werkwoorden uit de vorige opdracht in vier kolommen volgens hun rol.
a Noteer zelf een titel voor elke kolom.
b Bedenk nog eigen voorbeelden waarmee je de tabel kunt aanvullen.
5 We bekijken nog even de afbeeldingen uit lesdeel 1.
a Wat is het verschil in beide afbeeldingsparen?
b Schrijf bij elke afbeelding een zin.
onthouden
Hoewel een werkwoord vanuit zijn valentie bepaalde rollen oproept, kan het zijn dat sommige rollen verzwegen worden. In dat geval denk je het verzwegen voorwerp erbij, maar je benoemt het niet omdat het bv. te evident is.
In de zin Ze schrijft een liefdesbrief is aan haar geliefde misschien overbodig omdat die informatie te evident is. Het meewerkend voorwerp kan dan verzwegen worden.
6 Welk zinsdeel wordt verzwegen in onderstaande zinnen?
a Verzin zelf extra informatie en benoem het zinsdeel dat je toegevoegd hebt.
b* Bespreek mondeling waarom je het zinsdeel hier kunt verzwijgen.
c Wat valt je op? Welk zinsdeel / welke zinsdelen worden verzwegen?
Ik kocht een mooi boeket voor Moederdag.
De trainer gaf tips om mijn prestaties te verbeteren.
De leerkracht gaf een moeilijke leesopdracht.
De ober serveerde de drankjes voordat hij het eten bracht.
WAT HEB JE GELEERD?
valentie
1 Wat is valentie?
2 Wat is een lijdend voorwerp?
3 Wat is een meewerkend voorwerp?
4 Wat is het verschil tussen voorwerpen en bepalingen?
5 Wat zijn de valentiemogelijkheden van het werkwoord ‘drinken’?
6 Wat is het verschil in valentie tussen ‘lezen’ en ‘voorlezen’?
7 Maak een zin waarin een rol verzwegen wordt.
1* Beantwoord deze vragen mondeling zonder naar de les te kijken. Werk per twee.
a Kies om beurten een vraag en leg het antwoord uit aan elkaar.
b Konden jullie samen alle vragen beantwoorden? Of bleef er een vraag onbeantwoord? Roep in dat geval de hulp van je leerkracht in.
2 Op iDiddit staan extra oefeningen op valentie.
Je maakt kennis met het werk van Louis Paul Boon 1
Je ontdekt waarom
Louis Paul Boon een bijzondere auteur was
Je analyseert enkele fragmenten uit Mijn kleine oorlog
Je ontdekt waarom Boon ook controversieel was 3 6 4
Je analyseert hoe literatuur het verschil kan maken in woelige tijden 2 5
Je herschrijft een fragment uit de roman
INLEIDING: EEN BIJZONDERE AUTEUR
In deze les maak je kennis met een bijzondere auteur, Louis Paul Boon. Boon schrijft vanaf 1942 tot aan zijn dood in 1979 meer dan dertig romans. In 2012 werd zijn honderdjarige verjaardag gevierd met een heus Boonjaar. We bestuderen het boek Mijn kleine oorlog dat een eerste maal verschijnt in 1947. Kort na de Tweede Wereldoorlog wil de schrijver de wereld wakker schudden met zijn boek; hij wil de gewone mensen én de machthebbers confronteren met hun egoïsme, domheid en wreedheid.
De betekenis van Boon
Regisseurs Luc Pien en Stijn Coninx verfilmden respectievelijk de romans Vergeten straat en Pieter Daens van Louis Paul Boon. Bekijk het eerste deel van de reportage waarin ze het over de schrijver en zijn werk hebben en beantwoord de vragen.
1 In dit deel worden heel wat werken van Louis Paul Boon vernoemd. Noteer de titels.
2 Wat heeft Luc Pien altijd geboeid aan het werk van Boon?
3 Waarmee vergelijkt Luc Pien De Kapellekensbaan? Waarom?
4 Hoe omschrijft Stijn Coninx de persoonlijkheid van de schrijver?
5 Boon schreef uiteenlopende verhalen. Welke genres haalt Coninx aan?
Louis Paul Boon: Mijn kleine oorlog ©VANIN
Onthouden
Een historische roman is een roman waarbij het verhaal verwijst naar een periode die tot het verleden behoort. De auteur kan in het verhaal vaststaande historische gegevens verwerken; de auteur kan de historische feiten (her)interpreteren of de auteur roept in zijn verbeelding het verleden op zonder directe aanknopingspunten met de bekende historische feiten.
Een erotische roman is een vorm van literatuur waarin de lichamelijke liefde centraal staat. Vaak is er bij een erotische roman discussie over de waarde van de erotische tekst en beschouwt men de tekst al snel als een vorm van pornografie. Bekende auteurs zijn Nabokov (Lolita), Louis Paul Boon, Gerard Reve … De term ‘obsceen’ kan aangeven dat de verhalen ongepast zijn.
6* De twee onderstaande bewerkingen zijn een voorbeeld van een van deze genres.
a Zoek op waarover deze verhalen gaan.
b Welk verhaal zou je graag lezen? Waarom?
In deel 2 praat Ivan De Vadder met prof. Humbeek over de literaire waarde van Boon.
7 Schematiseer de informatie op de volgende pagina.
De bijzondere schrijfstijl van Boon
©VANIN
Op iDiddit vind je een verdiepende opdracht over de bijzondere schrijfstijl van Boon.
Boons literaire belang
Boon als persoon
Boons actuele waarde
EEN GEËNGAGEERD SCHRIJVER: MIJN KLEINE OORLOG (1947)
Onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog publiceert Louis Paul Boon een boekje waarin hij beschrijft wat de oorlog betekende voor de kleine man. Boon maakt onmiddellijk naam als schrijver die geen blad voor de mond neemt. Door middel van kleine verhaaltjes schetst hij een beeld van het leven tijdens de oorlog. Dat beeld is niet fraai, de oorlog is onmenselijk en de mensen gedragen zich dom, egoïstisch en wreed.
Uit het woord vooraf door Willem Elsschot:
Woord vooraf
Waarde lezer, lees dit boek niet met de oogen van een literair criticus, […], maar lees het met uw hart, met een sprankel van het groot-menselijke gevoel waarmee Boon het geschreven heeft. […] Schaart u onder Boons vaandel, want zijn Kleine oorlog is niets anders dan de ‘Oorlog aan de Oorlog’.
Boon begint Mijn kleine oorlog als volgt:
ge schrijft uw ‘kleine oorlog’ ge zoudt liever een ander boek schrijven – groot schoon woelig juist – ge zoudt het dan noemen ‘dit zijn de vloeken en gebeden van den kleinen man tegenover den grooten oorlog, dit zijn zangen, dit is DE BIJBEL VAN DEN OORLOG’ – op een anderen dag wenst ge echter niets liever dan uw pen stuk te stampen op het vlak van uw schrijftafel – het is zeer plezierig zoiets, maar gij zijt verplicht u de dag daarna een nieuwe pen te kopen – want schrijven doet ge toch, het is een natuurlijke behoefte – de ene mens vloekt zich dood, de andere loopt zijn kop op de muren stuk, gij schrijft uw ‘Kleine Oorlog’
1 Wat is de toon van dit fragment? Hoe zou je dit voorlezen? Kies uit: boos – stil – luid – gevoelig – afstandelijk …
2 Welke opmerking over ‘het schrijven’ maakt de schrijver hier?
3 Aan welke kunststroming zou je deze opmerking over het schrijven kunnen linken?
4 Welke vertelvorm gebruikt de schrijver? Wat is het e ect?
5 Ook in deze tekst duikt de ironie op die typisch is voor Boon. Citeer de regels. Wat is het e ect van die ironie?
MIJN KLEINE OORLOG: EEN FRAGMENT BESTUDEREN
Het fragment beleven
Lees (of beluister) het fragment uit Mijn kleine oorlog op p. 254-255.
1* Vertel de anekdote die de schrijver vertelt kort na. Over wie schrijft hij?
2* Beantwoordt het verhaaltje aan jullie verwachtingen? Aan welke wel / welke (helemaal) niet?
3 Wat is de toon van dit verhaal?
Kies het woord dat het beste past uit de lijst of kies je eigen woord en verklaar je keuze: kritisch – machteloos – grappig – spannend – heldhaftig – droevig – realistisch
4 ‘Bah, zei de telefonist, dat is zoals uw lot ligt, als ge sterven moet dan sterft ge. Dinges antwoordde, dat er goddomme hier toch meer stierven in één uur dan op zijn dorp in tien jaar.’ Dit gesprek tussen de telefonist en Dinges gaat nog even door.
a Welke twee houdingen tegenover de oorlog vind je hier terug? Omschrijf die houdingen zo nauwkeurig mogelijk.
b Welke houding zou jij kiezen? Waarom? Met welke ingesteldheid hou je – volgens jou – de oorlog het beste vol?
5 Wekt het fragment bij jou gevoelens van ontroering, woede … op? Op welke manier? Waarom (niet)?
De goudvissen
Ik wist dat Van den Abeele er lag met opengescheurde schouder, maar ik keek toch niet, ik draaide het hoofd naar de luitenant van de 9de die op de kleine kassei hen met de armen open stond te verwijten: saligauds, boches! Net of zij dat aan de overkant van het Albertkanaal konden horen. Er was anders al lawaai genoeg. Vlak naast ons schoot er ene de band van zijn mitrailleuse leeg, hij zat op een stoel die hij uit de crèmerie had gehaald en het leek hem nu misschien net hetzelfde spektakel te zijn van de nationale schietbaan. Buiten de stuka’s dan. En buiten die verschrikkelijke dorst. Bah, zei de telefonist, dat is zoals uw lot ligt, als ge sterven moet dan sterft ge. Dinges antwoordde, dat er goddomme hier toch meer stierven in één uur dan op zijn dorp in tien jaar. Iets waarbij de telefonist de schouders ophaalde en mij begon uit te leggen dat het zo ons lot was, daar stierven er geen op uw dorp omdat het hun lot was hier te komen sterven. En daar wou Dinges weer wat op antwoorden als die rotte stuka’s opnieuw kwamen benedenhuilen en rekketekketekten, het was niet meer om uit te houden. De twee van de infirmerie vloekten, dat ze milledju toch niet overal tegelijk konden zijn. Ik bloed zelf al, zei de dikste verontwaardigd. Neen, om uit te houden was het niet meer, vooral met die onzinnige bevelen. Ga nieuwe munitie halen, zei de luitenant en er was geen munitie meer, die was een half uur geleden in de lucht gevlogen. En tracht mij een brood mee te brengen, Louis, zei hij. Ja, hij was als simpele korporaal van de schoolcompagnie bij ons gekomen en ieder jaar als we ons kamp hadden te doen stond hij een ietsje hoger in rang en keek hij een ietsje verwaander op ons neer, maar als hij in de penarie zat zei hij toch Louis, zo, kameraadschappelijk. En brood dus, net of hij niet wist dat de veldkeuken reeds de weg van de munitie gevolgd was. Maar we gingen toch, als we van die dijk eens wegraakten hoorden we hén ginder niet meer zo luid voorwaarts schreeuwen. Ik keek Dinges aan, als om te vragen of hij meeging en net toen gaf de telefonist het langverwachte bevel aan de luitenant door: redde wie zich redden kan.
©VANIN
We begonnen als gekken met een bijl alles stuk te slaan, de mitrailleur sloeg zelfs zijn stoel tot spaanders, en we probeerden langs de kleine kassei achteruit te trekken maar die lag al onder vuur. Bryske, die tot drie telde en er dan in vliegende vaart overzoefde, sloeg aan de andere kant kop over kont neer. We moesten dan maar vlak door de crèmerie en Dinges stampte met de kolf van het geweer het raam open, er stond een kom met goudvissen achter en die rolde om. We kropen door het raam om aan de andere zijde de straatdeur stuk te stampen, maar almeteens, Dinges bleef staan en beet zich de vingernagelen. Ik zag hem de bokaal nemen die tussen het raamkozijn en de gordijnen was blijven hangen, hij pompte er water in en zette die weer voorzichtig op zijn plaats. En omdat ik naar hem bleef wachten keek hij me woedend aan, alsof ik de hemelweetwat misdaan had. Een eind verder moesten we ons in een gracht neergooien, want zij-ginder waren nu het kanaal over, en ik dierf niet goed achterom kijken want het was daar één vlam. En in die gracht zei Dinges: moest gij in die crèmerie wonen en ge zoudt terugkomen van de vlucht, zoudt ge dan ook niet graag zien dat uw goudvissen er nog stonden? Wel … waarom keekt ge dan zo bokkig?
woord
saligaud: smeerlap (scheldwoord) boche: scheldwoord dat gebruikt wordt om de Duitsers aan te duiden, zoals ‘mof’ de stuka: Duitse bommenwerper die in een duikvlucht bombardeerde. Op het moment dat de stuka een duikvlucht begon, begonnen de sirenes (ook wel trompet genoemd vanwege het geluid) te loeien. Meestal joeg het geluid ervan de mensen beneden grote schrik aan, waardoor ze in hun paniek het verdedigende leger in de weg liepen. almeteens: plots (verouderd en Vlaams taalgebruik)
Ik moest lachen. Ik was het niet die bokkig keek, zei ik, het waart gijzelf.
Eigenlijk heb ik met die goudvissen wat gefantaseerd, het is er ook een verhaal voor. Maar dit is niet gefantaseerd: Dinges moest door het gat van de haag met zijn handmitrailleur over de schouder, en bleef erin vasthangen. We riepen, dat hij de lederen riem van de mitrailleur moest oversnijden maar hij hoorde het niet, hij stond daar in de vuurbaan van hun kogels en deed zijn broek vol waar hij stond.
Dinges integendeel – o een andere Dinges vanzelfsprekend – stond wijdbeens over de gracht en schoot zo de ene lader na de andere leeg – die was gek van woede.
En ik? Och ik zat aan mijn vingernagelen te knauwen en naar alles te kijken en probeerde mijn gedachten tegen te houden op weg naar het gekkenhuis. Zouden ze ginder nu ook al bommen smijten, dacht ik. O God goddomme laat hen toch niet sterven, laat hen mij nog één keer zien. WAT IS DAT NU, EEN KIND HEBBEN EN DAN STERVEN ZONDER HET TE HEBBEN GEZIEN?
Prosper vertelt: er werd ene een oog uitgeschoten en toen men hem naar de abri van de militaire dokter bracht, maakte die dokter zich juist gereed om weg te lopen – wij moesten hem met ons bajonetten terug de abri indrijven om eerst nog dat oog te verzorgen.
Langs de weg: twee brancardiers met hun armen open en een omvergeworpen draagbaar eveneens met haar armen open, en de stervende ernaast, nog eens gebombardeerd.
En twee soldaten die aan het Albertkanaal waren gaan lopen, werden door gendarmen die ook waren gaan lopen opgepikt en op een kerkpleintje voor een krijgsraad gebracht, vóór een generaal die almaar schreeuwde en op zijn sloffen was. En almeteens waren daar Duitse vliegers en de generaal op zijn sloffen sprong in een auto en reed weg, schreeuwend: DAT ZIJ LATER DAN VOOR DE KRIJGSRAAD ZOUDEN KOMEN.
En kwestie van die generaal, veel later vertelde mijn vrouw me, dat al die ouwe mannen met een rode band rond hun kepie ons huis waren voorbijgereden, en dat ze te versleten waren om zich nog te kunnen verzetten, maar dat ze grote mooie honden bij zich hadden en jonge wijvekes van een jaar of zestien.
abri gendarme
©VANIN
woord
de abri: klein (wacht)huisje dat beschutting biedt tegen regen en wind, een schuilhokje, afdakje de gendarme: (militair) politieagent de krijgsraad: (strenge) militaire rechtbank
Het fragment situeren
6 Op welk moment in de oorlog speelt dit stuk zich af? Geef argumenten.
de mobilisatie
de bezetting
de bevrijding
Het fragment verkennen
©VANIN
‘De hoofdpersonen zijn vooral gewone mensen en zeker geen helden.’
7 Bewijs bovenstaande uitspraak aan de hand van drie voorbeelden.
8 Welke personages kunnen op de sympathie van de schrijver rekenen? Welke niet?
9 Het fragment is kort; toch kun je al een aantal personages typeren. Zoek één rond personage en twee vlakke personages en verklaar je keuze.
10 Het fragment bestaat uit gewoon gedrukte stukjes en cursief gedrukte stukjes. Hoe zou je die cursief gedrukte stukjes omschrijven?
11 Bespreek het vertelperspectief in het verhaal.
Doordringen tot het fragment
12 Waarop geeft de schrijver kritiek? Benoem duidelijk en markeer in het fragment de passages met duidelijke kritiek.
13 Sommige personages krijgen een naam, andere personages heten gewoon Dinges.
a Waarom doet de schrijver dat?
b Wat is het effect van die naamgeving?
14 Welk gedrag beschrijft de auteur om aan te tonen dat de personages gestresseerd zijn?
15 Het is duidelijk dat de tegenstanders de Duitsers zijn. Toch gebruikt de schrijver het woord ‘Duitser’ niet.
a Welke woorden gebruikt hij wel?
b Waarom schrijft hij op die manier over de tegenstanders? Geef een psychologische verklaring.
16 De Duitsers zijn niet de enige tegenstanders. Ook de o cieren kunnen op weinig sympathie rekenen.
a Wat verwijt Boon de officieren?
b Hoe beschrijft hij dat op een subtiele manier? Markeer die passages en geef wat extra uitleg.
17 Uit de tekst blijkt duidelijk dat de soldaten bang zijn om gekwetst te raken en dat ze psychologisch lijden. Welke lichamelijke problemen hebben ze? Markeer in de tekst waar dat aan bod komt.
18 De schrijver beschrijft een aantal zaken op een subtiele manier. Hoe beschrijft hij dat …
a de officieren vooral Franstalig zijn;
b sommige officieren niet echt klaar zijn om te vechten;
c de officieren niet echt leiding geven; d de officieren niet echt deelnemen aan de strijd?
©VANIN
19 Is er humor in het fragment? Markeer de humoristische passages. a Gaat het om milde humor of is het eerder bijtende spot (cynisme)?
b Wat is het effect van de humor?
20 Op een bepaald moment gebruikt de schrijver een personi catie. Duid ze aan in de tekst.
21 Herlees het fragment.
Extra opdracht: creatief schrijven
Op iDiddit staat een creatieve schrijfopdracht waarin je het besproken fragment herschrijft tot een hedendaagse versie of een filmscenario.
MIJN KLEINE OORLOG: HET VERHAAL VERDER VERKENNEN
Kies op iDiddit een fragment uit Mijn kleine oorlog dat je in kleine groepen zult analyseren.
VERDIEPING: LITERAIR-HISTORISCHE OPDRACHT
©VANIN
Schrijfopdracht
Bij de eerste herdruk van Mijn kleine oorlog in 1962 veranderde Louis Paul Boon de eindzin van zijn boek. Aan de hand van de twee versies – de eindzinnen verschillen grondig – van Mijn kleine oorlog denk je na over de maatschappelijke betekenis van literatuur. Kan een schrijver de wereld veranderen?
1 Bestudeer hieronder de twee versies van Mijn kleine oorlog en schrijf een overtuigende tekst over het maatschappelijk engagement van de schrijver. Je tekst telt 500 woorden en wordt gepubliceerd op de website van het Cultureel Centrum dat een Boon-weekend organiseert. Je behandelt in je tekst de volgende aspecten/vragen.
a Geloofde Boon dat een schrijver de wereld kan veranderen? Geef argumenten, gebruik daarvoor informatie uit zijn boeken en uit secundaire literatuur.
b Geloof je zelf dat schrijvers/kunst de wereld kunnen/kan veranderen? Geef argumenten en voorbeelden.
c Heb je voorbeelden van teksten/kunstwerken die de wereld willen veranderen? We voegen alvast een aantal voorbeelden toe op de volgende pagina’s (gedichten A tot D).
d Heb je voorbeelden van geëngageerde teksten/kunstwerken die je raken? Leg uit waarom.
En nog een allerlaatste andere, die de eerste ene gelijk geeft omdat hij iedereen gelijk geeft, maar die achteraf zegt: ik peins toch dat het niet zó vroeg gaat zijn want er is tevéél kapot – en daar klampt hij zich aan vast want HET IS ZIJN TROOST.
Laatste roep: SCHOP DE MENSEN TOT ZIJ EEN GEWETEN KRIJGEN
Maar met brekende ogen zei ze nog iets zeer moois, iets dat niet alleen als háár laatste woord maar ook als het laatste woord van dit boek kan beschouwd worden:
WAT HEEFT HET ALLES VOOR ZIN?
Louis Paul Boon. Mijn kleine oorlog (1962)
Een krijgszuchtige tijd
Steeds gedacht: één soldaat maakt nog geen oorlog. Maar nu met man en macht gezocht naar geruststelling, naar de winter in een zwaluw zien overgaan, of de boter
op het aanrecht bestuderen en hoe snel zacht, dat iets nog zacht kán worden in deze wereld en we allemaal zo smeerbaar, maar de kou spat van beeldschermen, uit radiostemmen.
Ze zeggen dat de veldslag is begonnen, dat anderhalve rus en een paardenkop dit wilden, terwijl wij toch weten dat vrede meer aanzien geeft dan geweld, dat alleen menslievendheid
je een stoel in de geschiedenis geeft. En ook: een vechtersjas of een ijzervreter is geen identiteit, het is een mal waar je jezelf in giet. Wie het zwaluwnest bevuilt, broedt uiteindelijk zijn eigen ei kapot.
Het volgende moeten we onthouden: dat we allemaal als vluchteling geboren worden, op zoek naar de juiste plek, naar veiligheid en wat voorspoed, een liefkozende blik.
Dus maak vrij baan in het hart, want daar is een onmeetbare ruimte. En bedenk dit: in ieder welkom zit een schuilkelder.
Lucas Rijneveld in de Volkskrant
©VANIN
Rustplaats voor de nacht
Ik hoor dat in New York op de hoek van de 26ste straat en Broadway in de wintermaanden elke avond een man staat die de zich daar verzamelende daklozen, door het te vragen aan de voorbijgangers, een rustplaats voor de nacht bezorgt.
De wereld wordt daardoor niet anders.
De verhoudingen tussen de mensen verbeteren niet.
Het tijdperk van de uitbuiting wordt daardoor niet verkort.
Maar enkele mannen hebben een rustplaats voor de nacht.
De wind wordt een nacht lang van hen afgehouden.
De sneeuw die hen was toebedacht, valt op de straat.
Leg het boek dat u leest niet neer, mens.
Enkele mannen hebben een rustplaats voor de nacht.
De wind wordt een nacht lang van hen afgehouden.
De sneeuw die hen was toebedacht, valt op de straat.
Maar de wereld wordt daardoor niet anders.
De verhoudingen tussen de mensen verbeteren daardoor niet.
Het tijdperk van de uitbuiting wordt daardoor niet verkort.
Bertolt Brecht (vertaling: Charles Ducal)
Iemand stelt de vraag
1
Het was een geweldig feest er stierven drie mensen een van ouderdom een door alcohol een omdat hij vocht met de slang
O maar er werd gezongen gedanst en gedronken! De pijp ging rond en de pruim oude verhalen werden nieuw opa´s stonden in hoog aanzien die zeiden dat het zo altijd was geweest en altijd zo zou blijven en de kinderen bleven erbij tot ze niet meer konden.
O maar er werd gedanst en gevrijd bij het leven een dag een nacht en een dag!
Tot het zout op was de kruiken leeg en de schelpen door de kroegbaas weer afgepakt toen wankelden ze lachend de berghelling op sliepen hun roes uit in het gras een nacht en een lange dag
Terwijl ze sliepen reden
beladen met het werk van hun handen in kratten en balen verpakt in bewaakte colonnes de vrachtwagens naar de stad
de stad van de banken en de congressen de stad van de krotten en open riolen de stad van de mooie dames met chauffeur de stad van de hoeren voor een knaak de stad waar iedereen verdient het zout in de pap iedereen die een vinger in de pap heeft de stad waar ze altijd van droomden de stad die ze nooit zouden zien.
2
Verzet begint niet met grote woorden maar met kleine daden
zoals storm met zacht geritsel in de tuin of de kat die de kolder in z´n kop krijgt
©VANIN
zoals brede rivieren met een kleine bron verscholen in het woud
zoals een vuurzee met dezelfde lucifer die de sigaret aansteekt
zoals liefde met een blik een aanraking iets dat je opvalt in een stem
jezelf een vraag stellen daarmee begint verzet
en dan die vraag aan een ander stellen.
3
iemand weigert de schelp iemand houdt op met dansen iemand smijt de kroegbaas de kruik in ´t gezicht iemand zegt opa de pest met je oude verhalen iemand wil het alfabet leren
iemand pakt de opzichter z´n zweep af iemand steelt een geweer iemand zegt dit is mijn grond iemand staat zijn dochter niet af aan de landheer iemand antwoordt niet met twee woorden
iemand houdt zijn graan verborgen iemand viert geen feest als de vrachtwagens komen iemand spuugt op de grond als hij de soldaten ziet iemand snijdt de banden door iemand verschuilt zich in het woud
iemand droomt niet meer iemand richt zich op iemand is voor altijd wakker iemand stelt de vraag iemand verzet zich
en dan nog iemand en nog iemand en nog.
Remco Campert. Betere tijden
Vluchtelingen
(…) – 3 –
Die onder ons zijn en niet bestaan omdat de stempels ontbreken zijn niet onder ons hoewel zij bestaan. Ik heb er één een slaapplaats gegeven, een man verminkt in eigen ogen: huidskleur mislukt, glimlach verdacht. Een man door zichzelf ingevuld als verwacht: tweedehands, overbodig,
en toch uit op een leven, zomaar, zonder reden, zonder bewijs te zijn opgejaagd, gemarteld, bedreigd met de dood. Alleen een vrouw en drie kinderen.
De vrouw ziek. Very sick. Daarop had hij gehoopt.
Wij hadden weinig woorden. Genoeg voor een bord, een bad, een bed voor de nacht. Woorden die onder ons niet bestonden omdat er geen plaats meer voor was.
Charles Ducal. Bewoond door iets groters
Uitsmijter: Boon, den viezentist?
In Man over Boek verzorgden actrices Maaike Cafmeyer en Mieke Dobbels elke week het rubriekje Mieke Maaikes Readshow, een item waarin ze controversiële, erotische literatuur bespraken. De titel van hun rubriek leenden ze van Louis Paul Boons Mieke Maaikes obscene jeugd
Bekijk hun samenvatting van het boek en beantwoord de vragen.
2 Waarover gaat dit boek?
3 Wat is de moraal van dit verhaal?
4 Op welke manier is Mieke Maaike een metafoor?
Was Boon een viezentist of niet? Het is maar hoe je het bekijkt. Zoek ook zeker eens op wat zijn Fenomenale Feminateek was en oordeel gerust zelf.
Je maakt kennis met enkele stromingen uit de naoorlogse literatuurgeschiedenis 1
Je denkt na over hoe kunst en/of poëzie er voor jou moet uitzien
INLEIDING
Moderne literatuur: de Vijftigers en het nieuw-realisme ©VANIN
Je kunt kenmerken van de poëzie van de Vijftigers en de nieuw-realisten herkennen en benoemen 4
Je interpreteert een aantal gedichten van de Vijftigers en de Zestigers 2
5 3
Je organiseert samen met je medeleerlingen een expo
1 Kies samen met een medeleerling een willekeurig woord en schrijf het op een apart blad. Jullie kunnen ook een van onderstaande woorden gebruiken.
2 Schrijf nu rechts naast het woord en haast zonder nadenken een nieuw woord op waar je spontaan aan denkt. Doe dit individueel en een aantal keren opnieuw zodat je een woordenslang krijgt. Je maakte zo inhoudelijke associaties.
3 Onder het woord schrijf je een woord dat qua klank in dezelfde lijn ligt. Doe dit ook intuïtief en herhaal de oefening enkele keren. Je maakte nu klankassociaties.
vlinder – vliegen – bloem – bomen – groen – lente – kleurrijk – vreugde (inhoudelijke associaties) kind hinderen zinderen zonder donder denderen wonder (klankassociaties)
Je kunt naast zelfstandige naamwoorden ook bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden of voorzetsels laten volgen.
4 Welke woorden die je opschreef, vind je mooi? Markeer ze.
5 Roepen de woorden samen een beeld/tafereel bij je op? Omschrijf het tafereel in één zin.
6* Vind je dit een interessante techniek om inspiratie en misschien zelfs poëzie op te wekken? Waarom (niet)?
intuïtief: op gevoel, zonder nadenken
©VANIN
Oote
Oote oote oote
Boe
Oote oote
Oote oote oote boe
Oe oe
Oe oe oote oote oote
A A a a
Oote a a a
Oote oe oe
Oe oe oe
Oe oe oe oe oe
Oe oe oe oe oe
Oe oe oe oe oe oe oe
Oe oe oe etc.
Oote oote oote
Eh eh euh
Euh euh etc.
Oote oote oote boe etc. etc. etc.
Hoe boe hoe boe
Hoe boe hoe boe
B boe
Boe oe oe
Oe oe (etc.)
Oe oe oe oe etc.
Eh eh euh euh euh
Oo-eh oo-eh o-eh eh eh eh
Ah ach ah ach ach ah a a
Oh ohh ohh hh hhh (etc.)
Hhd d d
Hdd
D d d d da
D dda d dda da
D da d da d da d da d da da
da
Da da demband
(…)
Jan Hanlo. Roeping
1 Bekijk de schilderijen en het gedicht op de vorige pagina. Welk overkoepelend bijvoeglijk naamwoord roepen ze bij je op?
2* Hou je van die stijl? Welk schilderij of gedicht bevalt je het meest? Waarom?
3* Met welke stelling(en) ben jij het eens? Ga hierover in gesprek met je medeleerlingen.
©VANIN
Kunst is experimenteren en ontstaat vanuit je buikgevoel.
Kunst is het creëren van schoonheid en harmonie.
Kunst moet provoceren en de maatschappij in vraag stellen.
Kunst is meesterschap in de beheersing van een bepaalde techniek of vaardigheid.
4 Hieronder vind je een aantal uitspraken van dichters die actief waren in de jaren 50 en 60 van de 20e eeuw. Ze geven veel weg van hoe de naoorlogse poëzie (en kunst in het algemeen) er volgens hen moest uitzien.
a Met welke uitspraken ben jij het eens?
b Plaats de citaten bij de kenmerken van de experimentele poëzie die je in het Onthouden-kader op p. 266 terugvindt. Noteer de letters in de kolom ‘citaten’.
A ‘Een gedicht krijgt vorm op het moment van het ontstaan.’
Remco Campert
B ‘Denken met tong en handen.’
Jan G. Elburg
C ‘Lyriek is de moeder der politiek, ik ben niets dan omroeper van oproer.’ Lucebert
D ‘De bijl moest aan de wortel van de taal worden gezet, om de duffe ernst te vervangen door speelsheid.’
Remco Campert
E ‘De wetten der grammatica zijn een hek in de taal.’
Gerrit Kouwenaar
F ‘Er is een lyriek die wij afschaffen.’ Lucebert
provoceren: uitdagen, uitlokken van ongeoorloofd gedrag
Kenmerken experimentele poëzie
De Vijftigers keren zich tegen het schone en het rationele en kiezen resoluut voor het (zintuiglijke) taalexperiment met de nadruk op de klank (assonantie, alliteratie) en vorm van woorden. Men noemt het ook ‘proefondervindelijke poëzie’.
Esthetische principes mogen geen belemmering zijn voor de vrije creativiteit van de dichter. Leestekens, hoofdletters, grammatica en vaste versvormen met rijm en metrum (bv. het sonnet) worden als overbodig beschouwd.
Veelvuldig gebruik van associaties en beeldspraak die zelfstandig wordt en niet naar een werkelijkheid buiten het gedicht verwijst. Het gedicht ontstaat spontaan en is vaak heel persoonlijk en daardoor soms moeilijk te begrijpen.
De poëzie van de Vijftigers heeft sterk betrekking op de omstandigheden van die tijd, de jaren 50: het naoorlogse klimaat en de Koude Oorlog tussen Amerika en Rusland. De Vijftigers vonden dat kunstenaars werden onderdrukt en dat er te veel regels in de samenleving waren om vrije kunst te kunnen maken. Die kritiek kwam tot uiting in hun poëzie.
Onthouden
citaten Trajectwijzer
5 Lees de tekst over de Experimentelen in de Trajectwijzer op p. 188. Daar staan de kenmerken van de experimentele poëzie nogmaals omschreven in vier punten.
a Koppel ze aan de kenmerken in het Onthouden-kader hierboven door het cijfer in de kolom Trajectwijzer op te nemen.
b Welk extra kenmerk van de experimentelen ontdekte je nog in de Trajectwijzer? Beschrijf het in je eigen woorden.
6* Lees ook de bijhorende tekst over Louis Paul Boon, Hugo Claus en Lucebert in de Trajectwijzer op p. 189-190.
a Van welke schrijver heb je al eens gehoord of van wie heb je misschien al iets gelezen?
b Welke auteur spreekt je het meest aan? Waarom?
7 Je maakte in deze inleiding kennis met de kunst in de naoorlogse periode. Gebruik de informatie die je opdeed om volgende gatentekst in te vullen. Die dient als zelftest om te kijken of je alle kenmerken begreep.
Karel Appel. Toutes ces têtes
Cobra
De discussie rond wat kunst is en moet zijn, leefde ook in de jaren 50, vlak na WO II. Jonge kunstenaars en dichters konden na de gruwel van de oorlog en de niet zomaar terug naar de traditionele figuratieve kunst en de schoonheid van de taal van vóór de oorlog. Hun mens- en wereldbeeld was veranderd. ‘Nach Auschwitz ein Gedicht zu schreiben, ist barbarisch’, schreef Adorno in 1949.
Volgens de nieuwe generatie moest de kunst dus herdacht worden. In Parijs kwam een groep Europese kunstenaars bij elkaar onder de naam Cobra, een verwijzing naar de beginletters van de hoofdsteden van de landen vanwaar ze voornamelijk afkomstig waren: Denemarken, België en Nederland. Die kunstenaars geloofden in een schilderkunst die aanleunt bij het werk van primitieve volkeren, psychiatrische patiënten en vooral kinderen. Zoals een kind uit ‘zichzelf’ en ‘vanzelf’ tekent, wilden zij spelend experimenteren met , zonder vooraf
©VANIN
De Vijftigers
Nederlandse dichters als of gingen op een soortgelijke manier aan de slag. Vaak werkten ze samen met de schilders: ze schreven verzen bij hun tekeningen, of omgekeerd werden hun dichtbundels door de Cobra-schilders rijkelijk geïllustreerd. De Vlaming Hugo Claus sloot zich ook bij hen aan. Hun werk verscheen aanvankelijk in kleine tijdschriftjes met provocerende titels als Braak of Blurb. Ze werden al snel de ‘Vijftigers’ (de generatie van 1950) of de genoemd. Hun optreden riep controversiële reacties op –met scherpe polemieken, rellen en vechtpartijen, en zelfs parlementaire vragen tot gevolg – maar na amper enkele jaren werden de Vijftigers in brede kring erkend als belangwekkende van de literatuur. Hun bundels verschenen bij de spraakmakende uitgevers en in de grote tijdschriften. Die gedichten waren tegen vaste dichtvormen (zoals het sonnet), gebruikten wilde en creatieve beelden en voor de dichters was de muzikaliteit van de klank en de meervoudige betekenissen (polyinterpretabiliteit) uiterst belangrijk.
controversieel: omstreden, waarover grote meningsverschillen bestaan de polemiek: openlijk gevoerde pennenstrijd die zich vaak afspeelt tussen vakgenoten
GEDICHTANALYSE
1 Zit alle terminologie over poëzie nog vers in je hoofd? Speel samen Puzzeldicht en ontdek een nieuw gedicht!
Ons museum heeft drie Van Goghs en een Rubens Welke vorm van beeldspraak herken je?
Lees de drie gedichten op p. 270 en ga met behulp van de vragen op zoek naar kenmerken van de experimentele poëzie.
Ik schrijf je neer
3 Welke alliteraties en assonanties vind je terug in dit gedicht?
4 Welke inhoudelijke associaties vind je terug?
metonymie
2* Wijken de eerste vier verzen van het gedicht erg af van de versie die jij schreef na de instructies van je leerkracht?
5 Welk beeld roepen de eerste twee strofen op? Onderstreep de verzen of woorden waaruit je dat opmaakt.
6 Wat blijkt uit de metafoor in het laatste vers van het gedicht?
7 Hoe voelt de ‘ik’ zich daarbij?
8 Waartoe voelt hij zich als dichter wel in staat?
Sonnet
9 De dichter spot met het sonnet. Bekijk de theorie over de vorm van die klassieke dichtvorm en leg uit hoe hij dat doet.
10 Leg uit waarom deze versie ook inhoudelijk afwijkt van het traditionele thema van een sonnet.
Bommen
©VANIN
11 De Vijftigers spelen in hun poëzie met klanken. Welke alliteraties en assonanties vind je terug in dit gedicht?
12 Het enjambement is een typisch voorbeeld van spelen met de vorm van een gedicht of versregel.
a Waar vind je zo’n voorbeeld terug?
b Waarom zou de dichter daarvoor kiezen?
13 Paul Rodenko kiest voor beeldspraak. Welk beeld roept hij op met de volgende verzen?
a ‘Kangoeroes kijken door de venstergaten.’
b ‘en drie vier huizen hijsen traag hun rode vlag.’
c Waarom zou de dichter voor het woord ‘geruisloos’ kiezen wanneer het over bommen gaat?
14 Op welke manier kadert dit gedicht binnen de tijd waarin het geschreven is?
Vergelijken
15 Welk van de gedichten vind je het sterkst?
16* Vind je de gedichten moeilijk te begrijpen?
17 Het gedicht Oote van Jan Hanlo uit de inleiding op p. 264 is als voorbeeld van Vijftigerspoëzie nog een stuk extremer. Hoezo?
Ik schrijf je neer
mijn vrouw, mijn heidens altaar, dat ik met vingers van licht bespeel en streel, mijn jonge bos dat ik doorwinter, mijn zenuwziek, onkuis en teder teken, ik schrijf je adem en je lichaam neer op gelijnd muziekpapier.
En tegen je oor beloof ik je splinternieuwe horoscopen
En maak je weer voor wereldreizen klaar
En voor een oponthoud in een of ander Oostenrijk.
Maar bij goden en bij sterrenbeelden
Wordt het eeuwig geluk ook dodelijk vermoeid, En ik heb geen huis, ik heb geen bed,
Ik heb niet eens verjaardagsbloemen voor je over.
Ik schrijf je neer op papier
Terwijl je als een boomgaard in juli zwelt en bloeit.
Hugo Claus. Ik schrijf je neer sonnet ik
mijn
mijn mijn
ik
Lucebert. Verzamelde gedichten
Bommen
De stad is stil.
De straten hebben zich verbreed. Kangoeroes kijken door de venstergaten. Een vrouw passeert.
De echo raapt gehaast haar stappen op.
De stad is stil.
Een kat rolt stijf van het kozijn. Het licht is als een blok verplaatst.
Geruisloos vallen drie vier bommen op het plein
en drie vier huizen hijsen traag hun rode vlag.
Paul Rodenko. Orensnijder tulpensnijder
HET NIEUW-REALISME VAN DE ZESTIGERS
1 Luister naar het fragment over de periode na de Vijftigers en maak notities.
2 Vergelijk je notities met die van een medeleerling en vul aan.
3 Bekijk de gedichten op pagina 272.
a Welke objecten uit de werkelijkheid worden tot poëzie gemaakt?
b Welke kunstwerken op p. 273 komen uit dezelfde periode?
c In welk gedicht zit een ‘readymade’?
4 De Zestigers spelen in hun gedichten vaak met de relatie tussen de echte werkelijkheid en de talige werkelijkheid.
a In welk van deze vier gedichten vind je dat terug?
b Wat zegt de dichter over die twee werkelijkheden?
5 De Zestigers willen de alledaagse werkelijkheid een centrale plaats geven in hun werk. Dat kenmerk vind je terug in de gedichten Pluk de dag en Geen schaartje. Op welke manier spotten die teksten met klassiekere, moeilijke gedichten?
6* Wat vind je van de gedichten? Heb je een favoriet?
K. Schippers
©VANIN
Doos in vijf verschillende standen op tafel
Karton en hout voor Bob Langestraat
Een doos op tafel
Tafel waarop doos
Een doos op de tafel
Doos op tafel
Tafel met doos
K. Schippers. Verplaatste tafels
Pluk de dag
vanochtend na het ontbijt ontdekte ik, door mijn verstrooidheid, dat het deksel van een middelgroot potje marmite (het 4 oz net formaat) precies past op een klein potje Heinz sandwich spread
natuurlijk heb ik toen meteen geprobeerd of het sandwich spread-dekseltje ook op het marmite-potje paste en jawel hoor: het paste eveneens
Cees Buddingh’. 128 vel schrijfpapier
Geen schaartje
‘hé, dat lijkt wel een schaartje, wat daar op de grond ligt,’ dacht ik, ‘een stoffig, grijsgroen schaartje’
maar toen ik beter keek zag ik dat het geen schaartje was, maar een elastiekje, ineengekringeld in de vorm van een schaartje.
Cees Buddingh’. 128 vel schrijfpapier
©VANIN
NIEUW-REALISTISCHE GEDICHTEN IN VLAANDEREN
huis telefoon identiteitskaart militair stamnummer personeelskring schoolnummer stamnummer bediendenpensioen partijkaart syndikaat mutualiteit levensverzekeringspolis a levensverzekeringspolis b brandverzekering postcheckrekening bankrekening depositoboekje spaarboekje a spaarboekje b huisradio en tv gas elektriciteit financieringsmaatschappij a financieringsmaatschappij a rijwielplaat rijbewijs bibliotheek reispas
83
09.25.85.57
26.01.97
65/42.177
65
65 4236 1
1.40.03.03.33
4003/3/3037
79706
©VANIN
1.996.328/632
937.685/1315
1290267-2
De laatste der algonkijnen
Patty is een indiaanse teenager van de stam der Maliseet. het oude volk der algonkijnen. haar moeder heeft vijf kinderen en geen man ze wonen in een zogenaamd huis in één van de zogenaamde reservaten in deze vallei
Alle reservaten samen bestaan zowat vijf percent van het vroeger jachtgebied van het volk der algonkijnen.
Toen kwamen de Fransen en het Ware Geloof. Toen kwamen de Engelsen en het Andere Ware Geloof.
Vorige week bracht Patty één van de brandweersignalen in onze stad in werking en de rechter veroordeelde haar tot één jaar gevangenisstraf.
Voor het storen van de Vrede.
Ludo Abicht
over napalm & andere volksvermakelijkheden voor eddy van v. nooit zal een man jouw lichaam begeren nooit zullen je lippen worden gekust door een jongen met bevende ogen en zachte vingers die traag –strelend langs je wangen glijden en nimmer zullen je bruine borstjes de honger stillen van een pasgeboren kind. immers: de mens is vernuftig en efficiency is een woord dat meer inhoud heeft gekregen dan 10 geboden bijeen. daarom ook dat jouw lichaam op een Uiterst Doelmatige Manier werd vernield. en prijs je nu maar gelukkig: men weigerde je de dood maar je kreeg zuurstoftent stalen long bloedtransfusies huidoverplantingen en amputatie in de plaats
(zelfs op het slagveld blijkt wetenschap een pleister op de wonde)
nee meisje uit haiphong vergeet maar vlug je jeugd en denk aan verre dagen die nieuwe beloften dragen of bv. aan martha mertens tot jolijt van onze demokratie te marseille met de titel
Miss Elégance gekroond haar maten : 85-59-85
Jan Vanriet
In dit deel ontdek je dat de Vlaamse nieuw-realistische dichters poëzie maken die verschilt van die van de Nederlandse dichters. Aan de hand van enkele voorbeelden en bijhorende opdrachten krijg je inzicht in hun verschillende aanpak.
IK!
Poëzie gaat vaak over het ‘ik’. Dichter Willem Kloos noemde het zelfs ‘de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie’. Ook het gedicht IK! van Daniel Van Ryssel op p. 274 heeft het individu als onderwerp.
©VANIN
1 Beschrijf wat het gedicht inhoudelijk zo bijzonder maakt.
2 Op welke manier kadert het in de stroming van het nieuw-realisme?
3 Welke kritiek schuilt er in het gedicht?
Over napalm & andere volksvermakelijkheden
Lees het gedicht over napalm & andere volksvermakelijkheden op p. 274.
4 In welke context speelt dit gedicht zich af? Wat is er gebeurd?
5 Hier krijgen weer ‘niet-poëtische’ objecten, handelingen en cijfers uit de werkelijkheid een plaats.
Geef enkele voorbeelden.
6 Welke twee werkelijkheden worden hier kritisch tegenover elkaar geplaatst?
De laatste der algonkijnen
Lees het gedicht De laatste der algonkijnen op p. 274.
7 Zoek online op wat algonkijnen zijn.
8 Welke uitgesproken kritiek lees je in dit gedicht van Ludo Abicht?
9 Op welke manier is dit gedicht nieuw-realistisch?
10 Vat nu samen wat de gelijkenissen en verschillen zijn tussen de poëzie van de Zestigers in Nederland en hun Vlaamse tegenhangers.
©VANIN
CREATIEVE OPDRACHT: EEN POËZIE-EXPO
Jullie vormen als klas (of in groepjes) een nieuwe generatie dichters en werken volgens de boodschap van ars poetica: kunst hoeft niet moeilijk te zijn en haal je direct uit de werkelijkheid rondom je. 6 woord
Ars Poetica
Ik weet het nog als de dag van gisteren (ik was misschien 22): ik zat te broeden op een gedicht, en mijn moeder zat bij het raam de aardappels te schillen het vers wilde maar niet lukken: het zweet stond op mijn rug en vol ergernis dacht ik: hoe kan men in godsherenaam dan ook poëzie schrijven in een kamer waar iemand aardappels zit te schillen? die avond, toen iedereen sliep, maakte ik het vers af: het was een bijzonder slecht vers en pas heel veel later begreep ik: de beste gedichten schrijft men al aardappels schillend
Cees Buddingh’. Gedichten 1938-1970
Lees het gedicht Ars Poetica
1 Op welke manier zit in dit gedicht de visie op poëzie van de Zestigers prachtig vervat?
ars poetica: de kunst van het dichten, de visie van een dichter op (wat) poëzie (moet zijn)
2 Zet samen een expo op poten.
STAP 1 Zorg dat de expo uit volgende elementen bestaat.
a Een reeks gedichten waarin een eenvoudige, dagelijkse handeling (bv. aardappels schillen) tot poëzie wordt gemaakt.
Welke eenvoudige, dagelijkse handeling is voor jou heel bijzonder? Schrijf er een gedicht over.
b Een reeks gedichten waarin een ogenschijnlijk banaal voorwerp (bv. een schaartje) het onderwerp wordt van je poëzie.
Welk dagdagelijks voorwerp is voor jou erg belangrijk? Welk voorwerp vond je tot nu toe vanzelfsprekend of merkte je onterecht niet op? Welk voorwerp trekt doorheen de dag onverwacht je aandacht? Schrijf er een gedicht over.
c Een reeks readymade-teksten / objets trouvés (bv. een boodschappenlijstje) die uit hun context worden gehaald en in de schijnwerpers worden gezet als poëzie.
Welke alledaagse tekst (objet trouvé) verdient het om als readymade te stralen op jullie tentoonstelling? Kader het mooi in en geef het een plekje.
STAP 2 Verdeel de verschillende rollen onder je medeleerlingen.
a Enkele dichters: zorg dat er ongeveer evenveel gedichten zijn van types a, b en c uit stap 1. De dichters mogen ook meerdere gedichten creëren. Ze ondertekenen de gedichten met hun eigen naam of met een pseudoniem.
b Een curator: hij/zij neemt de leiding over de inkleding en vormgeving van de expo. Alle teksten worden aan hem/haar bezorgd.
c Een grafisch ontwerper: hij/zij zorgt voor een poster voor de expo (datum, uur, locatie, naam, curator, naam van de dichters).
d Een gids: hij/zij heet de bezoekers (leerkracht, andere klassen of andere groepjes) welkom, leidt hen rond door de expo en geeft een woordje uitleg bij de gedichten.
STAP 3 Bedenk een originele naam voor jullie tentoonstelling.
STAP 4 Zorg voor een deadline waarop de dichters hun teksten moeten aanleveren aan de curator. Overleg ook met je leerkracht wanneer het eindresultaat klaar moet zijn.
STAP 5 Help de curator met de opbouw en het aankleden van de expo.
©VANIN
De laatste jaren doken heel wat nieuwe dichtvormen op die aansluiten bij het ‘objet trouvé’ en readymade-concept. Denk aan hate speech poetry, waarbij gemene of haatdragende comments uit sociale media worden omgetoverd tot mooie gedichten door er woorden uit te schrappen.
Instagrampagina hate_speech_poetry
Ook het ‘stapelgedicht ’ deed haar intrede: met de titels op boekenruggen wordt een gedicht gevormd dat je van boven naar onder kunt lezen als je de boeken op elkaar stapelt.
Evaluatiematrix – Schrijven en spreken: een poëzie-expo
volledigheid
De expo heeft een uitvoerig aantal gedichten van de verschillende types en heeft een leuke naam gekregen.
Er werd een poster gemaakt om de expo aan te kondigen en er is zelfs op meerdere manieren promo gemaakt.
Er is een gids aanwezig die het publiek verwelkomt en rondleidt en er zijn zelfs nog meer interactieve elementen.
De expo heeft een naam gekregen en er is minstens één gedicht van elk type (a, b en c).
Er werd een poster gemaakt om de expo aan te kondigen.
Er is een gids aanwezig die het publiek verwelkomt en rondleidt.
aantrekkelijkheid en gepastheid
De expo is door de curator leuk en origineel opgebouwd met oog voor detail en extraatjes.
De gids is enthousiast en hartelijk en neemt het publiek met charme op sleeptouw langs de verschillende gedichten.
De poster is bijzonder goed en smaakvol gemaakt, een ware publiekstrekker voor het event.
De gedichten ademen de ‘ars poëtica’ van de Zestigers en zijn origineel. De gedichten geven blijk van taalgevoel.
duidelijkheid en correctheid
De expo vormt een mooi geheel waarin alle deeltjes kloppen. De gids breit alles woordelijk helder aan elkaar.
Er staan geen taal- of spellingsfouten in de gedichten, tenzij in functie van het gedicht als taalspel.
Aanvullende commentaar:
De expo ziet er mooi en verzorgd uit, de curator heeft er tijd in gestoken.
De gids verwelkomt het publiek hartelijk en geeft boeiend uitleg bij de gedichten.
De poster oogt mooi en geeft de inhoud van de expo goed weer.
De gedichten zijn leuk en goed bedacht en passen in het kader van de Zestigers.
Er zit structuur in de opbouw van de expo en de gids verduidelijkt de betekenis van de gedichten.
Er staan geen of amper taal-of spellingsfouten in de gedichten.
De expo draagt geen naam en/of niet alle gedichtsoorten zijn aanwezig.
Er werd geen poster gemaakt om de expo aan te kondigen.
Er is niemand die de rol van gids op zich neemt.
De expo is niet meer dan enkele gedichten die naast elkaar zijn gelegd.
De gids is niet enthousiast en onvoldoende op de hoogte over de gedichten.
De poster oogt rommelig en onprofessioneel.
De dichters hebben de opdracht onvoldoende begrepen of er geen moeite in gestopt.
Er zit niet echt structuur of organisatie in het geheel van de expo.
De gedichten zitten vol taal- of spellingsfouten.
HERMAN DE CONINCK
Je leerde al over de romantiek in jaar 5, de Vijftigers en het nieuw-realisme. Bekijk ter herhaling op iDiddit enkele afbeeldingen en gedichten. Plaats ze in de juiste stroming en geef de bijhorende kenmerken.
De kenmerken van de poëzie van Herman de Coninck
©VANIN
Herman de Coninck, een van Vlaanderens grootste en bekendste dichters, behoort op een meer ‘romantische manier’ tot de nieuw-realisten. Van hen leerde hij dat alles poëzie kon zijn en dat het begrijpelijker kon. Hij wijst echter de koele, afstandelijke aanpak af. Bij hem versmelten realiteit en poëzie ook vaak. Van de romantici pikt hij dan weer het emotionele op, het idee dat poëzie iets kan teweegbrengen of gevoelens tot uiting kan brengen. Maar nooit té, zoals bij sommige romantici.
Je leest nu enkele gedichten van Herman de Coninck.
1 Duid in het geel de aspecten aan die romantisch aanvoelen en in het groen de zaken die duidelijk tot het nieuw-realisme behoren. Gebruik blauw om aan te tonen waar realiteit en ctie (of het gedicht zelf) versmelten.
2* Welk van de gedichten is volgens jou het meest romantische? Welk is het meest realistische?
De lenige liefde (9)
Je truitjes en je witte en rode sjaals en je kousen en je slipjes (met liefde gemaakt, zei de reclame) en je brassières (er steekt poëzie in die dingen, vooral als jij ze draagt) –ze slingeren rond in dit gedicht als op je kamer.
Kom er maar in, lezer, maak het je gemakkelijk, struikel niet over de zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen, gaat u zitten.
(Intussen zoenen wij even in deze zin tussen haakjes, zo ziet de lezer ons niet.) Hoe vindt u het, dit is een raam om naar de werkelijkheid te kijken, alles wat u daar ziet bestaat. Is het niet helemaal als in een gedicht?
Herman de Coninck. De lenige liefde
Zoals (4)
Ik legde een halssnoer rond je hals zoals ‘zoals’ rond een zin.
Hij veranderde daarvan, zoals je hals er langer van werd, hoger keek.
Alles ging een beetje liegen, met oogschaduw onder haar o’s kwam de werkelijkheid mij vragen of ik meewou, naar een gedicht of zo.
Nee. Laat het allemaal maar weggegaan zijn uit mij, beeldspraak, betekenis. Ik blijf wel achter. Taal een lege zaal.
En ik degene die het licht uitdoet.
Herman de Coninck. Vingerafdrukken
Poëzie
Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt: mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt verdrietje, en het helpt niet; zoals je een hand op haar hete voorhoofdje legt, zo dun als sneeuw gaat liggen, en het helpt niet:
zo helpt poëzie
Herman de Coninck. Met een klank van hobo
Herman de Coninck op straat
De lenige liefde (18)
Met handen kun je alles: een sigaret opsteken, haren strelen, een borst aanraken, een borst niet aanraken –dit allemaal opschrijven.
Men moest maar eens ophouden, tenminste in de vakantie, met daar zo’n, waardeonderscheid tussen te maken.
Herman de Coninck. De lenige liefde
Het begrijpelijke karakter van de Conincks poëzie zorgt ervoor dat zijn gedichten vaak terug te vinden zijn in het straatbeeld.
heen. terug. Heen: jonge Zairese heeft met baby hees geneurie, veel tijd, intimiteit, elkaar, openbaar en toch alleen van haar. Tram kijkt ernaar
terug: Marokkaanse probeert jengelend zoontje, zootje, zotje stil te krijgen. Hoe meer ze hem door elkaar schudt, hoe meer letters er uit hem vallen.
Tot Antwerpse volksmadam hem met tatata tot zichzelf brengt. En tot ons allen. Tingeling, tingeling door de stad. Het openbaar vervoer doet aan beschaving, aan feestelijkheid, aan wanordehandhaving.
Herman de Coninck. De gedichten
Enkele dingen zal ik altijd blijven: zoon. Moeder dood. Met zelf een zoon, moeder dood. Mijn eigen vader. Die schrijven moet, journalistje van zijn ziel: zoo’n
wit blad. Eerst voor iedereen, hoe het zou, later alleen voor zichzelf, hoe het was geworden. (Nostalgie is een lelijk woord voor trouw. Verleden en heden gebeuren in de verkeerde volgorde.)
Ik ben van Humo dus, van wat toen kon.
Dromen, protest en humor, die hetzelfde waren: onvermogen om saai te zijn. Ik ben on.
Ik ben van taal die in regelrechte zinnen wou bewaren. En van het kanaal dat in mijn kinderjaren de kortste afstand vormde tussen hier en horizon.
Herman de Coninck. Enkelvoud
Vanavond zou ik naar Ieper. Het liep tegen zessen. Ik reed ondergaande zon tegemoet, en drie verdiepingen Dalí-achtig wolken die door windkracht negen werden weg-
gejaagd, de hemel waaide van de aarde weg, ik moest hem laten gaan, ik reed en reed, 150 per uur, en raakte per minuut tien minuten achter. Daar ging mijn horizon.
Als ik in Ieper arriveerde is het 1917. Duitsers hebben de zon kapotgeschoten. Het licht dat er nog is, zijn explosies. Ik bevind mij in gedicht van Edmund Blunden.
Vanuit de loopgraven schrijft hij een ode aan de klaproos.
Aarde heeft een groot Über-ich van bloemen over zich. Blunden heeft ze letterlijk in het vizier.
Het is hier een paar jaar lang de laatste seconde voor je sterft. Er zijn alleen maar kleinigheden.
Later hoor ik onder de Menenpoort de Last Post aan: drie bugels die je tot tachtig jaar terug door wat nog over is van merg en been hoort gaan.
Herman de Coninck. Vingerafdrukken
3 Lees de gedichten.
a Kies uit de afbeeldingen: welke locatie past bij elk gedicht en waarom? Sommige woorden (zoals de titel) werden weggelaten om het niet te makkelijk te maken.
b Overheerst in deze gedichten de romantiek of het realisme? Bespreek per gedicht.
TAAL EN WOORDENSCHAT
Taal – naamkunde: voornamen
1 Je leest hieronder enkele weetjes over beroemdheden uit de sport-, mode-, muziek- en lmwereld. Combineer de familienaam met de juiste voornaam. Je zult merken dat je steeds de bezitsvorm bij de voornamen dient in te vullen. Pas hier de juiste spelregel toe.
Bianca – Christian– Eddy – George – James – Karl – Louis – Miley – Shaquille – Yves – Jean – Taylor
a O’Neal: Amerikaanse schoenmaat is 22. Omgerekend naar de Europese normen heeft hij schoenmaat 59.
b Castafiore: hoge operastem kon ruiten doen breken.
c SaintLaurent: invloed op de modewereld is van onschatbare waarde geweest.
d Clooney: ster zul je nooit op de walk of fame zien schitteren … Hij weigerde er gewoon een aan te nemen.
e Vuitton: zoon Georges zorgde voor het wereldberoemde LV-monogram.
f Merckx: Een van onze grootste wielrenners is Merckx. bijnaam is ‘de kannibaal’.
g Lagerfeld: testament bepaalde dat een groot deel van zijn erfenis naar zijn kat Choupette ging.
h Cyrus: vader is een erg bekende countryster.
i Dean: carrière stopte abrupt. Hij kwam op een tragische manier in een autoongeluk om het leven.
j Louboutin: idee voor de rode zool van zijn schoenen ontstond toen een medewerkster haar nagels rood zat te lakken.
onthouden
De wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoek naar namen heet ‘onomastiek ’ of ‘naamkunde’. Die studie onderzoekt waar namen vandaan komen, hoe ze evolueren en hoe, waar, waarom en wanneer ze zich verspreiden. Die wetenschap bestaat uit twee grote domeinen:
• antroponymie (Grieks: ανθρωπος ánthropos = mens, ονυμα ónuma = naam) = studie van voor- en familienamen
• toponymie (Grieks: τόπος tópos = plaats, ονυμα ónuma = naam) = studie van plaatsnamen
2 Waarom houdt de taalkunde zich bezig met de bestudering van namen? Wat kun je dus uit namen a eiden?
Je beluistert een uiteenzetting over de geschiedenis van onze voornamen. Je komt te weten wanneer welke soort voornamen populair werd en waarom. Per soort krijg je ook enkele voorbeelden van voornamen. Met deze info in het achterhoofd maak je een schema van de beluisterde tekst.
3 Probeer nu op basis van jouw schema onderstaand schema aan te vullen. Plaats ook telkens de juiste naam in de juiste periode.
Kies uit: Adelbert – Charlotte – Diederik – Esther – Femke – Gerhard – John – Jozef – Judith – Kelly –Kimberley – Laurentius – Mark – Martijn – Pieter-Jan – Shakira – Stefanos.
taalkundige oorsprong voorbeelden
5e eeuw –1100 gedomineerd door kenmerken:
middeleeuwen (1100 –1500) periode: kenmerken: populariteit te danken aan: 1500 –1950 periode van kenmerken:
20e –21e eeuw periode: kenmerken:
Op de ‘pretblog’ van drie vriendinnen, boekenliefhebbers én journalistes www.thisishowweread.be, verscheen een column van Sofie Van Gestel, zie p. 286.
4 Lees de blog nog niet, beantwoord eerst de volgende vragen.
a Wat is een blog?
b Wat is nu weer een column?
c Behandelt een column zware thematiek?
d Lees de titel en de quotes in deze column. Waarover gaat de tekst, denk je?
e Wat is het tekstdoel?
©VANIN
5 Lees nu de volledige tekst.
a Waarom vindt Sofie het zo belangrijk dat haar voornaam genoemd wordt?
b Waarom hoeven verkopers – die ze niet kent – haar niet met haar voornaam aan te spreken?
c Welk gevoel gaf het Sofie dat het slagerskoppel haar steevast met ‘Madam’ aansprak?
d Waarom vond Sofie het zo moeilijk om expliciet aan te geven dat het slagerskoppel haar met de voornaam mocht aanspreken?
e Welk voordeel heeft het om iemand bij de voornaam te noemen?
6* Bespreek volgende vragen klassikaal.
a Hoe sta jij tegenover winkeliers die je ongevraagd met je voornaam aanspreken?
b Zou je het leuk vinden als je op school enkel met je familienaam zou worden aangesproken?
c In welke omstandigheden word jij liever niet met je voornaam aangesproken?
COLUMN
Column op woensdag: Noem me bij mijn naam
Noem me bij mijn naam. Zie me. Kijk me aan.
Al heel mijn leven vind ik het fijn als iemand mijn naam zegt. Als iemand me bij mijn naam noemt. Als een bevestiging dat ik besta. Sofie.
Als iemand mijn naam bewust zegt, wordt mijn hart eventjes aangeraakt, als de zachte vleugelslag van een vlinder.
Uiteraard heb ik het niet over die ijverige verkopers die je niet kennen, maar toch je voornaam aan het begin, tussen & aan het eind van elke zin misbruiken. Op die momenten voelt het net andersom, alsof ze in een intieme ruimte komen waar ze niets te zoeken hebben.
Maar vandaag gebeurde er een grappig naam-verhaal waar ik om moest glimlachen.
In het dorp waar ik woon, is een beenhouwerij waar het koppel iedereen die ze kent, met de voornaam aanspreekt. En aangezien ze al zo’n 30 jaar hun winkel hebben, kennen ze ondertussen ontelbare mensen & evenzoveel voornamen. Zelf kwam ik 10 jaar geleden, na een periode van 15 jaar overal en nergens, terug in het dorp wonen. Onbekend voor het slagerskoppel, werd ik steevast aangesproken als ‘Madam’.
Wachtend op mijn beurt tussen Maria, Jef, André, Wiske en Anja, was ik telkens ‘Madam’.
Ik voelde mij een buitenstaander, iemand die er niet bij hoorde. Soms wilde ik uitroepen dat het Sofie was. Dat ik Sofie heet. En het ging niet alleen om de begroeting. Ook op het einde, als afsluiting van het winkelritueel, zei het slagerskoppel bij het buitengaan steevast in koor ‘Madam, merci en dankuwel hè’.
Terwijl Maria, Jef enz. de variant met hun voornaam kregen. Onveranderlijk.
©VANIN
Het is niet dat het niet persoonlijk werd. Door de jaren heen begon ik hen met de voornaam aan te spreken en werd er al eens gepraat en vooral geluisterd, als het rustig was in de winkel en een zorgelijke blik of zucht van hem of haar mij een vraag ontlokte en het hart gelucht werd. Maar nog steeds kenden ze mijn naam niet. Ik wist niet hoe ik het moest aanbrengen.
‘Zeg maar Sofie’, klinkt als een Fransman die beslist wanneer het tijd is om van het vousvoyeren over te gaan naar het tutoyeren.
Een ander stemmetje fluisterde dat ze misschien helemaal geen zin hadden om nog een voornaam te kennen. En dat ik er gewoon niet bij hoorde & voor altijd de buitenstaander ‘Madam’ zou blijven.
Tot vandaag. Ik had telefonisch iets besteld op mijn naam en ging het, zoals afgesproken, afhalen. Toen ik binnenkwam verwelkomde de slagersvrouw mij met een brede glimlach van oor tot oor. ‘Sofie is het hè?’ En terwijl ze dartel naar de koelkamer leek te huppelen voor mijn bestelling, riep ze vrolijk ‘Is het goed dat we voortaan Sofie zeggen?’ Mijn hele wezen glimlachte van oor tot oor, van kop tot teen. Ik was er niet meer mee bezig geweest. Ik had mij al geschikt in mijn lot om met het etiket ‘Madam’ tot aan hun pensioen door het leven te gaan. En nu dit. We stonden mekaar breed lachend aan te kijken. Ik antwoordde dat ik dat heel graag zou willen.
Ondertussen was ook de slager uit de koelkamer tevoorschijn gekomen. Toen ik afgerekend had en richting deur ging, riepen ze in koor: ‘Sofie, merci en dankuwel hè’.
Naar: thisishowweread.be
Heel wat mensen hebben moeilijkheden met het juiste gebruik van ‘heten’ tegenover ‘noemen’.
7 Gebruik in onderstaande zinnen het juiste werkwoord.
a ‘Hoe jij?’, vroeg ze schuchter. ‘Santiago Francisco Rodrigo Miguel, maar ik heb liever dat je me Gabriel ’, antwoordde hij nonchalant.
©VANIN
b De kersverse ouders toonden trots hun tweeling. Het meisje ze Elle en het jongetje Luis.
c Officieel ze Gabrielle Chanel, maar ze liet zich al snel Coco , de naam die haar wereldberoemd maakte.
d Als grote voetballiefhebber kan het niet anders dan dat zijn drie zoontjes Diego, Lionel en Cristiano
e Waarom je me telkens anders? Ik toch zoals ik
f Onze leerkracht van wiskunde Petit, hij is echter 2.05 meter groot en wij hem achter zijn rug dan ook de lange.
8 Kun je nu het verschil tussen ‘heten’ en ‘noemen’ omschrijven?
heten = noemen =
Als kersverse ouders moet je bij de aangifte van je kindje een aantal wettelijke afspraken respecteren.
9 Lees de informatie over geboorteaangifte op p. 288 globaal.
a Wat is de bron?
b Welke informatie kun je op deze site vinden?
c Welke officiële informatie behandelt deze tekst? globaal.
Geboorteaangifte
Kennisgeving van de geboorte
Een ‘kennisgeving van een geboorte’ betekent dat de ambtenaar van de burgerlijke stand ingelicht wordt over de geboorte van een kind. Dit moet bij elke geboorte gebeuren, ten laatste op de eerste werkdag na de bevalling. Deze kennisgeving van de geboorte wordt overgemaakt zonder uw tussenkomst. Bij een bevalling in een ziekenhuis is het ziekenhuis hiervoor zelf verantwoordelijk. Bij een thuisbevalling zijn de arts, de vroedvrouw of de andere aanwezigen verantwoordelijk voor de kennisgeving.
Geboorteaangifte
De moeder, de vader of beiden samen moeten binnen de 15 dagen na de geboorte het kind aangeven bij de dienst burgerlijke stand van de gemeente waar het geboren is.
In sommige gemeenten is het ook mogelijk om de geboorteaangifte van uw kind in de kraamkliniek te doen. De aangifte in een kraamkliniek gebeurt op ongeveer dezelfde manier als die in het gemeentehuis en biedt dezelfde waarborgen om de authenticiteit van de akte te garanderen. De ziekenhuizen en de dienst burgerlijke stand moeten over een gezamenlijk beveiligd informaticasysteem beschikken, zodat het niet mogelijk is om een dubbele aangifte van hetzelfde kind te doen in het gemeentehuis én in de kraamkliniek.
U ontvangt een aantal geboortebewijzen die nodig zijn om:
• de kinderbijslag aan te vragen;
• uw kind als persoon ten laste te laten inschrijven bij uw ziekenfonds;
• moeder- of vaderschapsverlof aan te vragen;
•
Uw kind wordt ingeschreven in het bevolkingsregister en een tijdje later ontvangt u een uitnodiging om de identiteitsdocumenten af te halen.
Als het kind niet geboren wordt in de gemeente van uw woonplaats, dan zal de dienst burgerlijke stand van de plaats van geboorte het gemeentebestuur van uw woonplaats inlichten. Ook bij een doodgeboren kind geldt een aangifteplicht.
Voornaam/voornamen van het kind
De vaststelling van de voornaam van een kind wordt beheerst door het recht van de staat waarvan het kind de nationaliteit heeft.
Volgens het Belgisch recht is de keuze van de voornaam of voornamen vrij, maar de ambtenaar van de burgerlijke stand kan de voornaam weigeren in volgende gevallen:
• De voornaam is verwarrend, bv. een typische meisjesnaam voor een jongen of omgekeerd.
• De voornaam kan het kind schaden, bv. een belachelijke, absurde of aanstootgevende naam.
©VANIN
• De voornaam kan schade toebrengen aan derden, bv. een bestaande familienaam wordt als voornaam aan een kind gegeven, als dit niet gebruikelijk is.
Voor meer informatie kunt u terecht bij de dienst burgerlijke stand van uw gemeente.
Bron: belgium.be
10 Lees de tekst op p. 288 nu intensief.
a Wat is een kennisgeving van geboorte? Wie neemt die taak op zich? Welke termijn geldt?
b Wat is een geboorteaangifte? Welke termijn geldt hier?
c Wat bedoelt men met de authenticiteit van de akte?
d Waarom is dat van belang?
©VANIN
11 Zijn volgende beweringen juist of fout?
a Een vrouw is verplicht te bevallen in een erkend ziekenhuis.
b Je hebt na de geboorte vrijwel twee weken de tijd om over de naam van je kind na te denken.
c Stel: je bent op vakantie aan zee en je kindje wordt in Knokke geboren. Jijzelf woont in Hasselt, dus je kunt best zo snel mogelijk contact opnemen met de gemeentedienst in Hasselt om de geboorte van je baby’tje aan te geven.
d Je kindje wordt geboren in Gent en woont officieel in Deinze. Toch zal Gent als geboorteplaats op zijn identiteitskaart aangegeven worden.
e Ook als een kindje doodgeboren wordt, moet je de naam doorgeven aan de burgerlijke stand.
f Als een Spaanse mama tijdens haar vakantie in België bevalt, moet zij rekening houden met de Belgische wetgeving inzake voornaamkeuze.
g In principe staat het je als Belg vrij om je kind eender welke naam te geven.
h Je zoon Loezer noemen, kan voor problemen zorgen op de burgerlijke stand. reden:
i Je dochter Bloem noemen, kan voor problemen zorgen op de burgerlijke stand, zeker als haar familienaam Pot is. reden:
j Je dochter Jan noemen, kan voor problemen zorgen op de burgerlijke stand. reden:
k Je zoon Janssen Janssen noemen, kan voor problemen zorgen op de burgerlijke stand. reden:
l Een gemeenteambtenaar kan heel veel invloed op de naamkeuze van een kind hebben.
Ook in andere landen is er een wetgeving over de keuze van een voornaam. Je leest erover op iDiddit.
Wat betekent jouw voornaam? Wat vind je van de voornamen van mensen uit je omgeving? Welke voornamen vind jij mooi? Op iDiddit staat een spreekopdracht waarin je die informatie met je medeleerlingen deelt.
Woordenschat
12 In heel wat Nederlandse uitdrukkingen vind je voornamen. Vul telkens de juiste voornaam in op basis van de context.
aagje – Abraham – benjamin – casanova – frans – harry – Hein – hendrik – jakob(a) – jantje – joost – klaas – lolita – lotje – Mina – nestor – piet (2x) – Sara – thomas – xanthippe
a De overbuur smakte met zijn brommer tegen het asfalt. In plaats van te helpen, stonden de meeste omstaanders erbij voor snot.
b De jongste van de familie wordt ook de genoemd; de oudste is de
c Buitenshuis is hij altijd de vrolijke , maar eens hij thuis is, zeurt hij op alles.
d Na een verloving van drie jaar trouwde Nina met haar ware
e De eerste feministen werden ook Dolle genoemd.
f Voor die kerel moet je oppassen; hij verleidt als een ware iedere vrouw die hij tegenkomt.
g Laat Michel gerust je schilderwerken uitvoeren. Hij is zo’n secuur, dat je zeker tevreden zult zijn met het resultaat.
h Zo’n turnoefeningen zijn niet aan mij besteed. Ik ben echt een houten als het op dansen en radslagen aankomt.
i Met hoeveel bewijzen dien ik nog af te komen voor je me gelooft, jij ongelovige
j Ik had me een leuke wandeltweedaagse met Ilyas voorgesteld, maar die brave liep keurig het parcours af zonder maar even van de route af te wijken.
k Jouw vader heeft heel wat invloed in dit bedrijf; ik wist niet dat hij zo’n hoge was.
l Gelukkig passeerde je zus toen ik daar met mijn platte band langs de weg stond. Ik wist niet dat zij zo’n handige was.
m In Japan lopen heel wat ’s in opvallende outfits rond.
n Als een man of vrouw 50 jaar wordt, dan heeft hij en zij gezien.
o Zij wil steeds alles weten, wat een nieuwsgierig
p Waar mijn laarzen naartoe zijn, geen idee. Dat mag weten.
q Dat magere nog maar heel wat jaartjes wegblijft; ik wil zeker 100 jaar worden.
r Die man heeft ze niet alle vijf. Die is duidelijk van getikt.
s Ai, ai … ik heb mijn taak van Nederlands te laat ingediend. Mijn leerkracht zal mij weer als een ware de les spellen.
onthouden
Krijgen de namen in de uitdrukkingen een hoofdletter? De regel is dat (eigen)namen die een algemene betekenis hebben gekregen en niet meer als naam fungeren, een kleine letter krijgen.
Maar … soms blijft de hoofdletter wél behouden.
Naar: onzetaal.nl
©VANIN
13 Veel fabrikanten zochten voor hun producten inspiratie in de Griekse of Romeinse godenwereld. Geef de naam van het omschreven product. Een verwijzing naar de mythische godenwereld zal je op weg helpen.
Ajax – Bacchus – Cupido – Giant – Helios – Hermes – Hypnos – Leonidas – Mars – Minerva – Minotaure –Neptunus – Nike – Pegasus – Poseidon – Venus
a Kun je je de godin van de schoonheid al voorstellen met haar op haar benen en onder haar oksels? Dit scheerapparaatje brengt de oplossing!
b Dit gevleugelde paard brengt menig toerist op zijn gewenste bestemming.
c Deze god van de zon kan toch ook zijn muzikale naam aan zonnemelk schenken?
d Deze sterke krijger verleent zijn naam aan een al even sterk schoonmaakmiddel. Hij was onkwetsbaar, behalve op schouders, oksels en taille, de delen van zijn lichaam die door de pijlenkoker bedekt waren.
e Deze Romeinse godin van de kunsten en de wetenschappen verleende haar naam aan een motor-, fiets- en automerk. Dit Belgische bedrijf kende zijn hoogtepunt in de jaren 20 en telde toen koningen en filmsterren onder zijn klanten.
f P. Picasso noemde zijn bekende aftershave naar het onoverwinnelijke monster half stier / half mens.
g Deze salade zit boordevol zeevruchten, daarom is het een verwijzing naar de god van de zee. (Latijnse benaming)
h Is het om dieven te ontmoedigen om de bezittingen van reizigers weg te nemen, dat dit dure handtassenmerk naar de god van de handel genoemd is? Of zou hij als boodschapper van de goden misschien hun namen kunnen doorgeven?
i Deze hamburger smaakt hemels … Toch kan hij ook verwijzen naar reuzen met slangen in hun haren en met een lichaam dat eindigde in een drakenstaart. Hun aanblik was ondraaglijk en ze konden enkel overmeesterd worden indien ze tegelijkertijd door een god en een sterveling aangevallen werden. Ze streden vooral tegen de goden op de Olympusberg.
j Dit visrestaurant heeft een logische naamkeuze, want het is vernoemd naar de god van de zee. (Griekse benaming)
k Kan een sportmerk een betere naam kiezen dan die van de godin van de overwinning?
l Deze zaak gespecialiseerd in de gezonde slaap van haar klanten is vernoemd naar de god van de slaap. Een hele geruststelling als je naar bed gaat!
m Eén candybar en je kunt alle oorlogen aan.
n Dit bier is genoemd naar de god van de wijn. Is dit een eerder ongelukkige keuze? Niet wanneer je weet dat deze god ook staat voor vreugde en losbandigheid.
o Het schattige zoontje van Aphrodite doet deze geschenkhandel alle eer aan.
p Deze Griekse koning verwierf een ware heldenstatus door heel wat Spartanen te verslaan in een oorlog. Nu verovert hij met zijn chocolade in gouden dozen de hele wereld.
VERDER STUDEREN
In Tussenstop 3 heb je jezelf onder de loep genomen. Je hebt ontdekt wat je goed kunt, zeker wilt, graag doet en belangrijk vindt. Allemaal elementen die het je makkelijker maken om een studierichting te kiezen. Je zult merken dat het keuzeaanbod groot is, het is dus niet altijd even evident om meteen te beslissen wat, waar en hoe je gaat studeren. Enkele ondersteunende tools kunnen je daarbij helpen.
Hoe ziet het onderwijslandschap er na je secundaire studies uit?
Nog even en je slaat de deur van het secundair onderwijs achter je dicht. Je maakt in je hoofd waarschijnlijk al heel wat plannen rond je nieuwe studieloopbaan. Maar welke kant ga je uit? Hoe pak je dat efficiënt aan? Hoe maak je een goede keuze?
Onderstaand schema geeft een overzicht van de mogelijke opleidingsniveaus na het secundair onderwijs.
Doctor dr.
Master ma – minstens 60 sp
Schakelprogramma
45 tot 90 sp
Academische bachelor ABA – 180 sp (universitair niveau)
Naar: www.onderwijskiezer.be
©VANIN
Master-na-master manama – minstens 60 sp
OPLEIDINGEN
Bachelor-na-bachelor banaba – 60 sp
Professionele bachelor PBA – 180 sp (hogeschoolniveau)
Verkorte bachelor
Graduaatsopleiding 90-120 sp (hogeschoolniveau)
Hieronder vind je een toelichting bij bovenstaand schema. Scan de pagina en je ziet meteen welke opleidingen hierbij van toepassing zijn.
Graduaatsopleiding
In deze opleiding word je voorbereid op het uitoefenen van een beroep. Je gaat meteen deels aan de slag op de werkvloer en doet dus ineens praktijkervaring op. Dankzij deze praktische invalshoek is de opleiding theoretisch minder zwaar.
Bacheloropleidingen
Deze opleiding doorloopt drie academiejaren. Er bestaan twee vormen van bacheloropleidingen:
• De professionele bachelor (PBA) is gericht op de beroepspraktijk. Dus na het behalen van dit diploma kom je op de arbeidsmarkt terecht.
• De academische bachelor (ABA) richt zich op wetenschappelijk onderzoek en is veel theoretischer van aard. Je wordt hier immers voorbereid op een masteropleiding.
Masteropleiding (ma)
Masteropleidingen kunnen zich zowel richten op de beroepspraktijk als strikt theoretisch gericht zijn. Na deze universitaire studie volgt steeds een masterproef.
Na een van de vorige opleidingen kun je je verder verdiepen in:
• een bachelor-na-bacheloropleiding (banaba): je kiest een nieuwe, verdiepende, aansluitende bacheloropleiding.
• een master-na-masteropleiding (manama): je kiest een nieuwe, verdiepende, aansluitende masteropleiding.
• een educatieve opleiding: na een eerdere studie kun je kiezen voor een lerarenopleiding.
• een postgraduaat en na- en bijscholing: deze opleiding volgt op een bachelor- of masteropleiding en verdiept of verbreedt de reeds verworven competenties.
• een doctoraatopleiding (dr.): dit is de hoogste graad die je op universitair niveau kunt behalen. Je doet vier tot zes jaar lang wetenschappelijk onderzoek aan de universiteit of een wetenschappelijke instelling. Na de verdediging van je proefschrift – een origineel wetenschappelijk werk – behaal je dan de titel doctor of dr.
Je hebt je bachelordiploma behaald, maar je wilt nu een masteropleiding volgen, dan doorloop je eerst een schakelprogramma. Je academische vaardigheden en wetenschappelijke basiskennis worden hier verder op punt gesteld. Dit doe je in aanloop naar een masteropleiding.
Als je al een bachelor of master behaalde, kun je soms vrijstellingen krijgen bij aanvang van een nieuwe bachelor- of masteropleiding. Je behaalt je diploma dus op een kortere termijn, vandaar ook de benaming verkorte bachelor of master. Bepaalde opleidingen volgen sowieso verkorte programma’s.
Naar: www.onderwijskiezer.be
©VANIN
Wat zijn studiepunten? Wat is leerkrediet?
In het algemene schema vind je steeds een verwijzing naar het aantal studiepunten (sp) dat je opleiding je kost. Maar wat zijn nu precies die studiepunten? En wat is het verschil met leerkrediet?
1 Bekijk het fragment en vul onderstaand schema in. studiepunten leerkrediet
• Worden per aangegeven.
• Geven aan .
• Eén studiepunt staat gelijk aan +
• Gemiddeld nemen studenten studiepunten per jaar aan vakken op.
• Het staat je vrij om of studiepunten in te zetten.
• Een 3-jarige opleiding kost je studiepunten.
• Als je verder studeert, dan betaal je +
• Afstuderen aan een secundaire school levert je gratis punten leerkrediet op.
• Een vak van 3 studiepunten kost je leerkredietpunten.
• Je kunt je leerkrediet terugverdienen als je
• De eerste 60 punten krijg je terug als een soort van bonus.
• Als je niet slaagt, dan
• Als je leerkrediet op is, of
• Hoe kun je bijsturen? Als je je voor 1 december uitschrijft of van opleiding verandert, dan
©VANIN
Doe je hetzelfde tussen 1 december en 15 maart, dan
• Advies vraag je aan je
2 Even toepassen op de praktijk. Scan de pagina en probeer te achterhalen welke opleidingsvorm deze personen kunnen volgen. Geef ineens ook het aantal studiepunten.
OPLEIDINGEN TIP
Hoe begin je aan je zoektocht tussen de vele opleidingen? Ga naar ‘Zoeken via alfabet’ en geef hier een trefwoord in. Zo krijg je een gepaste opleiding voorgesteld. Bekijk even de info per voorgestelde opleiding en maak dan je keuze.
keuze
Emilie wil leerkracht Frans worden in de eerste graad.
Younes wil journalist worden op een nieuwssite.
Rueben wil musicalster worden.
Theresa wil scripts schrijven voor films.
Dries is gefascineerd door China en de Chinese cultuur.
opleidingsvorm studiepunten
Hoe kies je nu een opleiding die bij je past?
Veel studenten kiezen een opleiding omdat de inhoud ervan hen interesseert. Logisch, niet? Iets wat je graag doet, daar wil je immers veel tijd en moeite in steken. Maar wat als je een heel brede interesse hebt? Wat als je bedolven geraakt onder de keuze van uiteenlopende opleidingen?
3 Denk eens terug aan vroeger. Wat wilde je als kind later worden? Misschien sta je nog steeds achter de keuze van die kinderdroom, misschien weet je inmiddels beter … a Vul onderstaand schema eerst zelf in.
b Vraag nadien aan personen die dicht bij je staan (= bestie) welke job zij jou later zien uitoefenen en vanwaar die keuze komt.
c Stel de vraag opnieuw aan personen die jou op professioneel vlak beter kennen (= profie). Denk hierbij aan je coach, leider van de jeugdbeweging … De overige informatie kun je opzoeken via de onderwijskiezer.
kinderdroomhuidige droom bestie profie keuze
©VANIN
reden
opleiding die hierbij hoort opleidingsniveau kenmerken van de opleiding studiepunten waar te volgen
Ben je wel iemand die nog enkele jaren achter de studieboeken wil zitten? Of kies je liever voor een praktische opleiding? Scan de pagina en gebruik I-Study van Onderwijskiezer om meer inzicht in je studiemethode en -motivatie te krijgen.
Ben je er nog niet helemaal uit welke opleiding je voorkeur geniet? Je kunt op velerlei manieren een studierichting kiezen, bv. op basis van je favoriete studievak
4 Scan de pagina.
a Kies je favoriete studievak.
b Noteer per onderwijsniveau minstens één opleiding die je kunt volgen.
favoriete vak:
Heb je veel belangstelling in heel wat zaken? Dan kun je ook de I-Prefer test invullen en zo tot een aantal studierichtingen in het hoger onderwijs komen.
5 Welke opleidingen worden je voorgesteld?
a Kun je je in de voorstellen vinden?
b Welke voorstellen verrassen je?
c Van welke opleidingen heb je nog nooit gehoord?
Je kunt de resultaten eventueel voorleggen aan enkele leerkrachten, vrienden, je ouders … mocht je keuzestress nog toegenomen zijn.
Richt je interesse zich op een specifiek studiegebied, maar je weet niet welke opleidingen hier concreet aan gekoppeld zijn? Dan kun je kiezen op studiegebied
Hoe meer je weet, hoe groter de keuze … Misschien ben je inmiddels op heel wat nieuwe opleidingen gestoten die je keuzestress alleen maar doen toenemen. Om je te helpen richting een definitieve keuze kun je het keuzerooster invullen.
Hoe weet ik of ik succesvol kan starten in mijn hogere studies?
Niemand kan de toekomst voorspellen. En ook al staat alles in de sterren geschreven, toch kom je wel eens voor verrassingen te staan. Weet vooral: wie de wil heeft om iets te bereiken, heeft de belangrijkste stap al gezet, namelijk willen.
6 Scan de pagina.
a Lees de voorbeelden hieronder. Past de studiekeuze goed bij hun vooropleiding?
b Bekijk of de opleiding van jouw keuze goed aansluit bij je vooropleiding.
©VANIN
De namen van de studierichtingen in het secundair onderwijs zijn aangepast in september . Vraag aan je leerkracht met welke richting je ze kunt vergelijken.
A Maité volgt de richting ‘Kantooradministratie en gegevensbeheer’. Zij wil zich inschrijven voor de opleiding ‘Communicatie: commerciële communicatie’.
• Hoeveel slaagkans hadden studenten gemiddeld met eenzelfde vooropleiding?
• Welke vooropleiding had de grootste slaagkans?
• Kan het zijn dat Maité tegen alle verwachtingen in tóch slaagkansen heeft?
B Edo volgt de richting ‘Humane wetenschappen’ en wil volgend jaar ‘Oosterse talen en culturen Japan’ studeren.
• Hoe hebben zijn voorgangers het ervan afgebracht?
• Is het een zekerheid dat Edo zijn eerste jaar vlotjes zal halen?
C jouw vooropleiding: jouw studiekeuze:
• Hoeveel slaagkans heb je?
Mijn keuze staat vast … Kan ik meteen met de opleiding van start gaan?
Niet iedere studie is vrij toegankelijk, ook al behaalde je probleemloos een diploma secundair met de beste cijfers. Voor sommige opleidingen moet je eerst nog een test of zelfs ingangsexamen afleggen voor je aan de opleiding kunt starten.
Alvorens aan de slag te kunnen gaan in een lerarenopleiding ben je verplicht een instaptoets af te leggen. Het bewijs van deelname heb je immers nodig om je te kunnen inschrijven. Dankzij die test heb je meteen een zicht op je sterktes en zwaktes.
Wil je studies op universitair niveau starten, dan kun je je startniveau bepalen met behulp van de ijkingstoets. Voor sommige opleidingen is die zelfs verplicht.
Je vindt allerlei zelftests die je met een gerust gevoel aan een opleiding laten starten.
Hoe kies je de juiste hogeschool of universiteit?
Eens je studiekeuze min of meer bepaald is, is het de bedoeling een onderwijsinstelling te vinden die aan jouw behoeften voldoet. Belangrijk is daar je tijd voor te nemen. Ook daarbij biedt de onderwijskiezer je ondersteuning. Zo vind je vrij makkelijk een hogeschool of universiteit in jouw provincie. Klik zeker door naar de websites van de verschillende onderwijsinstellingen, die zijn een onuitputtelijke bron van informatie.
Vergelijk zeker het aanbod van de verschillende hogescholen of universiteiten. Hoe worden de examens geregeld? Hoe vaak heb je examens? Dat heeft uiteraard een invloed op de te verwerken hoeveelheid leerstof. Ga de sfeer op de campus al eens opsnuiven op infodagen en blader er de cursussen eens door. Informeer je op de SIDinbeurs, neem contact op met studenten die de opleiding van jouw keuze reeds volgen, neem deel aan een openlesdag of practicum om de leerstof en lesmethode al eens in de vingers te krijgen …
In deze tussenstop kreeg je allerlei tools om je weg in het onderwijsveld na je secundaire studies te vinden. Je hebt de verschillende opleidingsniveaus en bijhorende studierichtingen leren kennen. Je kreeg ook inzicht in de studieopleiding van jouw keuze. Je werd gewezen op de slaagkansen, evenals op ingangstesten die je misschien eerst verplicht nog moet afleggen. Je weet nu ook dat iedere hogeschool of universiteit een eigen manier van toetsen en examens heeft én een eigen cultuur en sfeer. Je kunt nu een weloverwogen studiekeuze maken. Veel succes!
UITDAGING: EEN EINDWERK MAKEN
Het belang van een goede bronvermelding
1 Geef drie redenen waarom een goede bronvermelding belangrijk is.
1 2 3
2 Bekijk het volgende fragment en beantwoord de bijhorende vragen.
a Kan artificiële intelligentie volgens jou ingezet worden om een tekst zoals je eindwerk te schrijven? Geef twee argumenten waarom wel of niet.
b De relatie tussen een tekst gegenereerd door chatGPT en de gebruikte bronnen is complex. Geef twee problemen die zich voordoen.
Duitse minister neemt ontslag na controverse over plagiaat in doctoraatsthesis
De Duitse federale minister van Familiezaken Franziska Giffey heeft ontslag genomen na een jarenlange controverse rond haar doctoraatsthesis. De minister werd in 2019 beschuldigd van plagiaat. De Vrije Universiteit van Berlijn onderzocht de thesis al in die periode, maar er werd nog steeds hevig gedebatteerd over de kwestie. Te midden van de controverse heeft de minister nu besloten om afstand te nemen van haar functie.
Bron: www.hln.be
Delchambre neemt ontslag na plagiaat in openingstoespraak ULB
Alain Delchambre, voorzitter van de raad van bestuur van de Université Libre de Bruxelles (ULB), neemt ontslag nadat hij tijdens de openingstoespraak van de universiteit letterlijke passages uit een eerdere toespraak van de Franse oud-president Jacques Chirac had gebruikt. De redacteur die de toespraak had opgesteld, werd al ontslagen.
Bron: www.vrt.be/vrtnws
Een correcte bronvermelding
3 Lees in de Trajectwijzer de richtlijnen om een correcte bibliogra e op te stellen.
Digitale hulpmiddelen
In het Onthouden-kader op p. 302-304 staan enkele digitale hulpmiddelen die je tijdens het schrijven kunt inzetten. Neem die informatie door en maak aansluitend volgende opdrachten.
4 Stel een bibliogra e op van onderstaande bronnen met behulp van Microsoft Word (of Scribbr). Zoek extra informatie op indien nodig.
BRON 1 In 2022 bracht Van Dale dit boek uit:
BRON 2
https://www.onzetaal.nl/tijdschrift/03-2023/artikel/slecht-nieuws-goed-brengen-hoe-doe-je-dat
5 Plak een alinea uit je eindwerk in de Schrijfassistent en laat die controleren. Bekijk de suggesties kritisch. Waarop moet je extra letten bij het schrijven van de volgende onderdelen? Formuleer drie tips voor jezelf.
onthouden
Digitale hulpmiddelen tijdens het schrijven
Bibliografie opstellen
Een bibliografie volledig zelf uitschrijven is best een tijdrovende klus. Gelukkig zijn er enkele digitale hulpmiddelen die je daarbij kunnen helpen. In Microsoft Word kun je de nodige informatie van elke bron ingeven om later een bibliografie te genereren.
In Word kun je automatisch een bibliografie opstellen. Dat doe je als volgt:
1 Klik op Verwijzingen in het lint bovenaan de pagina.
2 Klik op Citaat invoegen en kies voor de optie Nieuwe bron toevoegen...
3 Selecteer het type bron en geef alle gekende informatie over de bron in.
4 Klik vervolgens op OK
5 Selecteer bij Stijl de methode die je wilt gebruiken om de bronnen te vermelden, bv. de APA-methode.
6 Klik op Bibliogra e en kies de opmaak die je wilt gebruiken.
Wil je later de bibliografie aanpassen omdat je nieuwe bronnen hebt toegevoegd? Klik met de rechtermuisknop op je bibliografie en kies Veld bijwerken
Werk je niet met Microsoft Word? Dan kun je ook gebruikmaken van de gratis bronnengenerator van Scribbr. Surf daarvoor naar https://www.scribbr.nl/bronvermelding/generator/
©VANIN
Spellingscontrole
De meeste tekstverwerkers hebben een ingebouwd spellingscontroleprogramma. Door dat te gebruiken, worden spelfouten tijdens het schrijven gemarkeerd.
• spellingscontrole in Microsoft Word
Wanneer je een woord volgens de spellingscontrole fout spelt, wordt dat woord onderlijnd en krijg je een suggestie van het programma te zien wanneer je op het woord gaat staan en op de rechtermuisknop klikt.
©VANIN
Zorg dat het spellingscontroleprogramma werd ingesteld in de juiste taal(variant), zo voorkom je vergissingen.
• online spellingscontroleprogramma’s
Ook online vind je meerdere spellingscontroleprogramma’s terug. Het is een goed idee om een schrijfhulpmiddel te testen alvorens je aan de slag gaat met je geschreven tekst, zo weet je dat de tool goed werkt.
Taal- en stijlfouten
Wanneer je zelf een tekst hebt geschreven en hebt nagelezen, is het mogelijk dat je niet elke taal- of stijlfout hebt opgemerkt. Er bestaan digitale schrijfhulpmiddelen die je kunnen helpen om die fouten alsnog op te sporen en te verbeteren.
In lanceerden VRT, De Standaard en KULeuven zo’n schrijfhulpmiddel: Schrijfassistent Nederlands. Je geeft je tekst in op de website en krijgt meteen adviezen en alternatieven.
Stappenplan bij het gebruik van Schrijfassistent Nederlands
1 Kopieer je tekst (in delen) en plak die in de Schrijfassistent Nederlands.
2 Kies vervolgens waarop je het programma wilt laten focussen (dt-fouten, passief, herhaling …).
3 Lees onderaan de pagina de extra informatie over de taal- of stijlfout.
4 Bekijk de gemarkeerde woorden of zinnen.
5 Ga met je pointer op het woord staan en lees waarom het woord gemarkeerd werd.
6 Denk kritisch na. Indien de suggestie van het hulpmiddel klopt, pas je de suggestie toe in je oorspronkelijke tekst.
Schrijf je tekst eerst in een tekstverwerkingsprogramma en kopieer de tekst vervolgens naar het online hulpmiddel. Zo loop je niet het risico dat de tekst verloren gaat wanneer er zich onverwachte internetproblemen voordoen.
©VANIN
Tip
Een digitaal hulpmiddel kan ook fouten maken. Daarom is het belangrijk om na te gaan waarom iets als fout of onwenselijk wordt aangeduid. Ben je het niet eens met de suggestie van een schrijfhulpprogramma? Pas dan je tekst niet aan.
Eerste hulp bij taalkwesties
Soms heb je een concrete vraag over een taalkwestie. Je kunt dan de volgende digitale bronnen raadplegen.
• woordenlijst.org
Op deze website kun je de correcte spelling en het correcte meervoud van een bepaald woord terugvinden. Naast de woordenlijst vind je er ook een leidraad met de regels van onze spelling. De Woordenlijst Nederlandse Taal is ook gekend in boekvorm: Het Groene Boekje
• Taaladvies.net
Deze website werd opgericht door De Taalunie. Je vindt er een lijst van taalkundetermen, interessante naslagwerken en een overzicht van antwoorden op taalvragen. Je kunt ook een taalvraag indienen op de website, die wordt beantwoord door de taaladviseurs van Het Genootschap Onze Taal en de Taaltelefoon. De antwoorden op de vragen worden vervolgens op de website gepubliceerd met een verwijzing naar de gebruikte naslagwerken. Belangrijk om te weten: deze website schrijft niet voor wat wel of niet correct is, maar geeft weer wat, in verschillende regio’s, in welke mate gangbaar is.
Naar: taaladvies.net
Artificiële intelligentie als schrijfhulpmiddel
In onze huidige maatschappij is het gebruik van artificiële intelligentie niet meer weg te denken. Artificiële intelligentie gebruiken om een eindwerk te schrijven is niet meer onmogelijk, maar brengt heel wat risico’s met zich mee. Daarom is het belangrijk om kritisch om te gaan met die programma’s (zie ook Tussenstop ).
Een voorwoord schrijven
Een voorwoord is een tekst die voorafgaat aan een groter werk zoals een boek of een eindwerk.
6 Wat zijn volgens jou de kenmerken van een goed voorwoord? Omcirkel het juiste element zodat de uitspraken kloppen.
onthouden
©VANIN
Een voorwoord schrijven
Vorm
• Een voorwoord wordt wel / niet geschreven in de ik-vorm.
• De lengte van een voorwoord is maximum 1 / 2 / 3 bladzijde(n).
• Bovenaan / Onderaan het voorwoord vermeld je naam, plaats en datum.
Inhoud
• Een voorwoord is wel / niet de geschikte plaats om te verwijzen naar de aanleiding van je eindwerk.
• Een voorwoord is wel / niet de geschikte plaats om je onderzoeksmethode (in geval van een onderzoek) grondig toe te lichten.
• Een voorwoord bestaat wel / niet uit een samenvatting van je eindwerk.
• In een voorwoord is er wel / geen ruimte om je persoonlijke ervaringen tijdens het schrijven van je eindwerk te verwoorden.
• In een voorwoord mag je de mensen die je geholpen hebben wel / niet bedanken.
Hoewel het woord ‘voorwoord’ het niet doet vermoeden, start je meestal pas met het schrijven van een voorwoord nadat je de rest van je eindwerk geschreven hebt. Dit omdat je in je voorwoord terugblikt op enkele zaken.
7* Beantwoord de volgende richtvragen om je op weg te helpen.
Heb je bepaalde dingen geleerd tijdens het schrijven van dit eindwerk?
Waarover gaat je eindwerk?
Hoe heb je het schrijven van dit eindwerk ervaren? Waarom? verhelderend – uitdagend – vernieuwend – eenvoudig …
Waarom heb je een eindwerk rond dit thema geschreven?
Wie heeft je geholpen om dit eindwerk tot een goed einde te brengen? Wat heeft die persoon voor jou gedaan? (Start met de persoon wiens bijdrage het belangrijkst was.)
8 Verwerk de antwoorden op bovenstaande vragen in een voorwoord. Je kunt daarvoor dit schrijfkader gebruiken.
Alinea 1: een introductie van je eindwerk waarin je ook de aanleiding voor het schrijven van dit eindwerk vermeldt.
Alinea 2: persoonlijke ervaringen of ondervindingen tijdens het schrijven van je eindwerk.
Alinea 3: bedanking van de mensen die je geholpen hebben bij maken van je eindwerk. Plaats die mensen in een logische volgorde (de persoon die de grootste bijdrage leverde, wordt eerst vermeld). schrijven
9 Kijk je voorwoord grondig na aan de hand van de volgende checklist. Maak eventueel gebruik van digitale hulpmiddelen (zie p. 302-304).
Checklist
inhoud
Ik vermeld de aanleiding voor het schrijven van dit eindwerk.
Ik vermeld mijn persoonlijke ervaringen of ondervindingen die ik had tijdens het schrijven van dit eindwerk.
Ik bedank iedereen die me geholpen heeft bij het opstellen van dit eindwerk in een logische volgorde.
vorm
Ik gebruik de ik-vorm.
Mijn alinea’s zijn goed opgebouwd en duidelijk afgebakend.
Ik gebruik voldoende structuuraanduiders.
Ik maak geen spel- of taalfouten.
10 Laat je voorwoord nalezen door een medeleerling en vraag hem/haar om twee tips te geven om je tekst beter te maken.
1
2
Een eindwerk samenvatten
Vorig jaar leerde je hoe je een goede samenvatting kunt maken van een tekst. In deze Eindstop leer je hoe je je eindwerk op een duidelijke en gestructureerde manier kunt samenvatten.
Om tot een goede samenvatting te komen, is het belangrijk om de essentiële informatie eerst te structureren in de vorm van een schema
11 Vorig jaar leerde je de kenmerken van een goed schema. Welke kenmerken herinner je je nog?
12 Maak nu een schema van je eigen eindwerk aan de hand van onderstaande vragen.
a Wat is het onderwerp van je eindwerk?
b Is je eindwerk opgesteld aan de hand van een van de vaste tekststructuren?
probleemstructuur
maatregelstructuur
evaluatiestructuur
handelingsstructuur
onderzoeksstructuur
chronologische structuur
c Bekijk de deelvragen van die tekststructuur in de Trajectwijzer
d Gebruik de deelvragen om je eindwerk te schematiseren.
©VANIN
titel:
onderwerp
Is je eindwerk niet opgebouwd aan de hand van een vaste tekststructuur? Probeer dan de informatie in je schema te ordenen op basis van de deelvragen/tussentitels die je zelf hebt bepaald.
deelvraag 1
deelvraag 2
deelvraag 3
deelvraag 4
deelvraag 5
deelvraag 6
conclusie
Je vertrekt nu vanuit je schema om een schriftelijke samenvatting van je eindwerk te maken.
Voor het schrijven
Het is belangrijk om het doel en het doelpubliek van je samenvatting in het achterhoofd te houden. Zo zal een samenvatting voor je medestudenten minder uitgebreid zijn dan een samenvatting voor een jury.
©VANIN
1 Bepaal het doel en het doelpubliek van je samenvatting in samenspraak met je leerkracht. doel:
doelpubliek:
2 Maak een schrijfplan voor je samenvatting waarin je de relevante informatie uit je schema gebruikt. Geef in dit schrijfplan aan welke informatie je in de inleiding, de conclusie en in elke alinea wilt vermelden.
Tijdens het schrijven
3 Hou tijdens het schrijven van een gedetailleerde samenvatting rekening met de volgende aandachtspunten.
• Schrijf een doorlopende tekst met een IMS-structuur.
• Zorg voor een logische opbouw binnen elke alinea: een kernzin en uitwerking.
• Maak gebruik van duidelijke signaal- en verwijswoorden.
Na het schrijven
4 Neem je samenvatting grondig door en beoordeel ze aan de hand van de evaluatiematrix op p. .
Evaluatiematrix – Schrijven: samenvatten
volledigheid en duidelijkheid
Je samenvatting is opgesteld aan de hand van een duidelijke IMS-structuur.
De tekst is onderverdeeld in alinea’s. Die alinea’s werden correct opgebouwd (kernzin en uitwerking).
- De samenhang en structuur van de tekst wordt onderbouwd door signaalen verwijswoorden.
- De verbanden tussen verschillende tekstonderdelen zijn duidelijk.
Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting met de nodige details.
De tekst is opgebouwd volgens het IMS-principe. De inleiding en het slot zijn aanwezig, maar:
De tekst is onderverdeeld in alinea’s. De tekstsamenhang (binnen de alinea en/of tussen alinea’s) is echter een werkpunt.
- Je maakt gebruik van signaal- en verwijswoorden, maar niet voldoende en/of niet altijd op een correcte manier.
- De verbanden tussen verschillende tekstonderdelen zijn meestal, maar niet altijd duidelijk.
Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting maar geeft soms te veel/ weinig details.
correctheid en aantrekkelijkheid
De taal van het eindresultaat is (nagenoeg) foutloos.
De tekst bevat enkele taalfouten die
- de communicatie niet hinderen; - de boodschap niet in de weg staan.
De tekst is niet opgedeeld volgens het IMS-principe. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.
©VANIN
-De omvang van je samenvatting bedraagt niet meer dan een derde van de oorspronkelijke tekst.
- De lengte van de verschillende onderdelen is in verhouding tot de lengte van de oorspronkelijke tekst.
Aanvullende commentaar:
-De omvang van je samenvatting is net niet te uitgebreid.
- De lengte van de meeste onderdelen is in verhouding tot de lengte van de oorspronkelijke tekst, maar niet altijd.
-De tekst werd niet opgedeeld in alinea’s. -De alinea’s vormen geen geheel én vertonen geen onderlinge samenhang.
- Je maakt onvoldoende of geen gebruik van signaal- en verwijswoorden, daardoor mist je tekst structuur en samenhang.
- De verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen zijn niet duidelijk.
-Je verwerkt niet alle relevante informatie in je samenvatting.
-Je verwerkt te veel irrelevante informatie in je samenvatting.
De tekst bevat te veel en/of te opvallende taalfouten.
-Je samenvatting is te beperkt of te uitgebreid.
- De lengte van de verschillende onderdelen is niet in verhouding tot de lengte van de oorspronkelijke tekst.
Gebruik nu afsluitend je schema om een mondelinge samenvatting van je eindwerk te maken.
Voor het spreken
1 Bepaal het doel en het doelpubliek van je samenvatting in samenspraak met je leerkracht.
doel:
doelpubliek:
2 Gebruik je schema als kapstok. Je schema geeft de structuur van je presentatie weer.
©VANIN
Tijdens het spreken
3 Hou tijdens het mondeling samenvatten van je eindwerk rekening met de volgende aandachtspunten.
• Maak gebruik van een IMS-structuur.
• Leer de tekst niet uit het hoofd. Gebruik de structuur van je schema als leidraad.
• Let op je houding en lichaamstaal.
• Maak gebruik van duidelijke visuele ondersteuning indien dat is toegestaan. Meer informatie over het mondeling presenteren van je eindwerk kun je terugvinden op p. -.
Na het spreken
4 Oefen je mondelinge samenvatting een paar keer. Maak eventueel een opname zodat je jezelf kunt beoordelen en feedback voor jezelf kunt formuleren. Gebruik daarvoor de evaluatiecriteria op p. .
Evaluatiematrix – Spreken: samenvatten
volledigheid en correctheid
Je samenvatting is opgesteld aan de hand van een duidelijke IMS-structuur.
Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting met de nodige details.
Je samenvatting is opgebouwd volgens het IMSprincipe. De inleiding en het slot zijn aanwezig, maar
Je samenvatting is niet opgedeeld volgens het IMSprincipe. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.
©VANIN
Je samenvatting is afgestemd op je doel en doelpubliek.
Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting, maar je geeft soms te veel / te weinig details.
Je samenvatting is niet volledig afgestemd op je doel en doelpubliek.
gepastheid en aantrekkelijkheid
Het tempo van je uiteenzetting is goed.
Je samenvatting is niet te uitgebreid of te bondig.
Je lichaamstaal sluit aan bij de opdracht.
Je spreekt soms te snel / te traag.
Je samenvatting is net te uitgebreid / te bondig.
Je lichaamstaal sluit meestal aan bij de opdracht, je moet nog letten op
- Je verwerkt niet alle relevante informatie in je samenvatting.
- Je verwerkt te veel irrelevante informatie in je samenvatting.
Je samenvatting is niet afgestemd op je doel en doelpubliek.
Je spreekt veel te snel / te traag.
Je samenvatting is te vaag / te beperkt / te uitgebreid.
Je lichaamstaal sluit niet aan bij de opdracht. Je moet letten op
Aanvullende commentaar:
Een eindwerk presenteren
Ga aan de slag met onderstaand stappenplan om een goede mondelinge presentatie over je eindwerk te geven.
STAP 1
Breng de verwachtingen over je presentatie in kaart.
a Wat is het doel van je presentatie?
informeren instructies geven je mening geven
beïnvloeden amuseren
overtuigen ontroeren
b Wie is het doelpubliek van je presentatie?
medeleerlingen interne jury andere:
leerkrachten externe jury
c Welke inhoud moet je presenteren?
een voorstel van het concept van je eindwerk
een tussentijdse presentatie
een korte samenvatting van je volledige eindwerk
een uitgebreide samenvatting van je volledige eindwerk
d Hoe mag je die inhoud presenteren?
individueel
in groep
met visuele ondersteuning
zonder visuele ondersteuning
e Hoeveel tijd krijg je voor je presentatie?
f andere verwachtingen:
©VANIN
2
Breng structuur in je verhaal.
Heb je al een schematische weergave van je eindwerk gemaakt? Dan kun je dat schema gebruiken en verdergaan naar stap 3.
Geef de inhoud van je eindwerk schematisch weer met behulp van onderstaande vragen. Hou de verwachtingen van de presentatie in gedachten. Je hebt bv. meer informatie nodig om een uitgebreide samenvatting van je eindwerk te presenteren dan wanneer je een korte tussentijdse presentatie geeft.
a Wat is het onderwerp van je eindwerk?
b Is je eindwerk opgesteld aan de hand van een van de vaste tekststructuren?
probleemstructuur handelingsstructuur
maatregelstructuur onderzoeksstructuur
evaluatiestructuur chronologische structuur
c Bekijk de deelvragen van die tekststructuur in de Trajectwijzer
Is je eindwerk niet opgebouwd aan de hand van een vaste tekststructuur? Probeer dan de informatie in je schema te ordenen op basis van de deelvragen/tussentitels die je zelf hebt bepaald.
titel:
onderwerp
deelvraag 1
deelvraag 2
deelvraag 3
deelvraag 4
deelvraag 5
deelvraag 6
conclusie
©VANIN
STAP 3 Voorzie je presentatie eventueel van visuele ondersteuning. Er zijn verschillende tools om je presentatie te voorzien van visuele ondersteuning. Enkele bekende programma’s zijn PowerPoint, Prezi, Google Presentaties …
• Hou je presentatie sober en overzichtelijk.
- Vermijd schuinlopende teksten, schreeuwerige kleuren of opflitsende teksten en beelden.
- Beperk het gebruik van animatie en speelse effecten. Ze leiden enkel de aandacht af.
- Kies voor een duidelijk lettertype, zoals Arial of Helvetica.
- Gebruik geen letteranimatie, schaduw- of knippereffecten.
- Zorg dat de kleuren voldoende contrasteren zodat de tekst leesbaar is.
• Hou de tekst op je presentatie beperkt.
• Kies voor duidelijke, eenvoudige en sprekende illustraties.
• Deel je presentatie op in duidelijke onderdelen.
STAP 4 Oefen de presentatie in.
Leer je tekst niet uit het hoofd, want dan bestaat het risico dat je heel onnatuurlijk overkomt. In het gewone leven praat je de hele tijd zonder uitgeschreven tekst. Je kunt het dus! Oefen je presentatie wel enkele keren. Maak eventueel een opname en bekijk die kritisch of vraag iemand om feedback. Je kunt daarvoor de evaluatiecriteria op p. 314 gebruiken.
STAP 5 Herwerk de presentatie.
Herwerk je presentatie nadat je feedback hebt gekregen of nadat je een eerste keer hebt geoefend. Herwerk zowel inhoudelijke punten als de manier waarop je de presentatie hebt aangepakt.
STAP 6 Presenteer.
STAP 7 Reflecteer.
Elk spreekmoment is een voorbereiding op een volgend spreekmoment. Beoordeel na afloop of je duidelijk, volledig en correct bent geweest. Probeer zo snel mogelijk na je presentatie kort te noteren wat je zwakke en sterke punten waren.
Evaluatiematrix – Spreken: een eindwerk presenteren
volledigheid en correctheid
De inhoud van je presentatie is logisch en duidelijk gestructureerd. Je presentatie is opgebouwd volgens het IMS-principe.
Je verwerkt alle relevante informatie in je presentatie met de nodige details.
De inhoud van je presentatie is grotendeels duidelijk gestructureerd.
Je presentatie is afgestemd op je doel en doelpubliek.
Je verwerkt alle relevante informatie in je presentatie, maar je geeft soms te veel / te weinig details.
Je presentatie is niet volledig afgestemd op je doel en doelpubliek.
gepastheid en aantrekkelijkheid
Het tempo van je uiteenzetting is goed.
Je lichaamstaal sluit aan bij de opdracht.
De visuele ondersteuning sluit goed aan bij je presentatie en voldoet aan de kenmerken van een goede presentatie.
Je spreekt soms te snel / te traag.
Je lichaamstaal sluit meestal aan bij de opdracht, je moet nog letten op
De inhoud van je presentatie is niet duidelijk gestructureerd. Je presentatie is niet opgedeeld volgens het IMSprincipe. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.
- Je verwerkt niet alle relevante informatie in je presentatie.
- Je verwerkt te veel irrelevante informatie in je presentatie.
Je presentatie is niet afgestemd op je doel en doelpubliek.
Je spreekt veel te snel / te traag.
Je lichaamstaal sluit niet aan bij de opdracht. Je moet letten op
©VANIN
Aanvullende commentaar:
- De visuele ondersteuning sluit grotendeels aan bij je presentatie.
- Je visuele ondersteuning voldoet aan bijna alle kenmerken van een goede presentatie. Je moet nog werken aan
- De visuele ondersteuning sluit niet aan bij je presentatie.
- Je visuele ondersteuning voldoet niet aan de kenmerken van een goede presentatie.
1
Je weet wat het episch theater inhoudt en kenmerkt
Je weet wat het absurdistisch theater inhoudt en kenmerkt
Episch en absurdistisch theater ©VANIN
Je kunt de kenmerken van episch en absurdistisch theater herkennen in moderne literatuur, films of series
Je kent de overeenkomsten en verschillen tussen episch en absurdistisch theater 2 3
EEN RAAM OP DE WERELD IS EEN THEATER WAARD
1* Wat is theater voor jou? Vul onderstaande zinnen aan zonder te lang na te denken.
Theater moet gaan over … Ik beleef theater als iets …
Theater is voor mij interessant als …
2* Je krijgt per groep enkele citaten over theater. Bespreek wat deze zouden kunnen betekenen en rangschik de citaten: met welk citaat zijn jullie het eens, met welk niet? Geef argumenten.
EPISCH THEATER
1 Bekijk de afbeeldingen op de vorige pagina. Het zijn allemaal voorbeelden van episch theater.
a Voor je op ontdekking gaat naar dit theatergenre, geef je aan wat deze beelden bij jou oproepen. Vul aan: op basis van deze afbeeldingen denk ik dat episch theater … is.
b Wat betekent het woord ‘episch’ volgens jou?
verhalend spannend fenomenaal tragisch
c Kun je dit linken aan je antwoord bij a?
Je weet nog niet erg veel over episch theater, maar daar komt snel verandering in.
2 Op de volgende pagina’s staan drie bronnen.
a Bekijk alle bronnen aandachtig en neem notities.
b Vul aan de hand van jouw notities het Onthouden-kader over episch theater op p. 319 aan.
c Vergelijk jouw antwoorden met die van een medeleerling. Kwamen jullie tot dezelfde bevindingen?
Episch theater
Episch theater is verhalend theater en staat ook bekend als het theater van de vervreemding of politiek theater. Het ontstond in het begin van de 20e eeuw en is nauw verbonden met de Duitse theatermaker Bertolt Brecht.
Opkomst
In de jaren twintig en dertig willen Brecht en zijn medestanders het traditionele schouwburgtheater, dat louter gericht was op het vermaken van het publiek, veranderen. Ze zien in dat het schijnpersonages zijn waarmee het publiek tijdens het traditionele theater meeleeft en daardoor even de dagelijkse beslommeringen vergeet. Dat is mooi voor even, maar doen ze een stap naar buiten, dan zijn de omstandigheden waarin ze leven onveranderd. En in die tijd zijn die omstandigheden niet zo fraai; het is crisistijd. Brecht wil dan ook theater maken dat inzicht geeft in de maatschappelijke en politieke situatie. Theater kan en moet de wereld veranderen, vindt Brecht.
Vervreemdingstechnieken
Inzicht geven en de ratio aanspreken zijn twee van de belangrijkste uitgangspunten van het episch theater. Om te bereiken dat het publiek zich niet te zeer door het verhaal laat meeslepen, zet Brecht – en later andere theatermakers – ‘vervreemdingstechnieken’ in. Het episch theater lijkt hierdoor in niets op het echte leven: het maakt vaak gebruik van maskers, opvallende grimering en vertellers die commentaar geven op de gebeurtenissen op het toneel. Ook de personages maken in hun spel het publiek steeds duidelijk dat er ‘slechts’ toneel gespeeld wordt: de spelers identificeren zich nooit volledig met hun rol en leveren soms zelfs commentaar op hun eigen rol of spel (in tegenstelling tot method acting). Er zijn vaak wisselingen van plaats en tijd, die slechts verduidelijkt worden door eenvoudige rekwisieten zoals een naambordje, en decorwisselingen vinden voor het oog van het publiek plaats. Nu en dan wordt het spel doorbroken voor een lied waarin commentaar geleverd wordt op de situatie op het toneel. Personages in het episch theater zijn bovendien eerder archetypen dan realistische mensen en ze vertegenwoordigen verschillende kanten van een discussie of argument. Alle eigenschappen van de personages worden uitvergroot.
Door die technieken te gebruiken, wil Brecht voorkomen dat het publiek zich te veel inleeft, zodat toeschouwers worden aangemoedigd om kritisch na te denken over de maatschappij.
Naar: nl.wikipedia.org
Episch Theater
Episch theater is een theatervorm die ontstaan is in Duitsland in de twintiger jaren van de 20e eeuw onder impuls van regisseur Erwin Piscator, met als belangrijkste representant de toneelschrijver Bertolt Brecht met zijn Dreigroschenoper (1928). Het is een vorm van het drama waarin gepoogd wordt menselijke lotgevallen op een bovenindividuele wijze voor te stellen. Het kent daarom geen specifieke held, maar introduceert een algemeen menselijke trek, belichaamd door een personage of een beschouwer van het menselijk handelen. De geslotenheid van het aristotelisch drama wordt in het episch theater opgeheven in een structuur die zowel handeling als commentaar omvat. Het is anti-illusionistisch in die zin dat het de illusie van het klassieke of romantische drama doelbewust doorbreekt door middel van het vervreemdingseffect, zoals het inschakelen van een koor, gebruik te maken van projecties of doorbreking van de vierde wandfictie d.m.v. een verteller, de zgn. episering. De toeschouwer wordt zo op afstand gehouden opdat hij zich niet identificeert met één van de personages en zo in staat blijft de gepresenteerde handeling zo objectief mogelijk te beoordelen. Het episch drama is doorgaans politieksociaal geïnspireerd.
Theatertheorie van Bertolt Brecht (1898-1956)
Brecht verzet zich tegen het illusionistische theater van zijn tijd. Vanuit zijn politieke en maatschappelijke betrokkenheid wil Brecht juist dat de toneelspeler contact maakt met het publiek en dat het publiek aan het denken wordt gezet. De acteur mag dus niet opgaan in zijn rol. Hij moet zijn personage tonen, niet zijn. Brecht wil een bepaalde afstandelijkheid creëren tussen spel en publiek, zodat de toeschouwers niet gedachteloos meeleven met de personages, maar nadenken over wat ze zien. Brecht gebruikt hiervoor het woord ‘vervreemding’. Manieren om die vervreemding te bereiken zijn bijvoorbeeld: de handeling van het stuk onderbreken met een lied, een acteur die uit zijn rol stapt om commentaar te geven op het stuk, decorwisselingen voor de ogen van het publiek en het aan elkaar monteren van losstaande scenes. Brechts theorieën zijn van grote invloed geweest op het moderne Nederlandse theater.
Bron: theaterencyclopedie.nl
©VANIN
De Duitser Bertolt Brecht (-) wordt beschouwd als de grondlegger van het episch theater. Hij is overtuigd marxist en deze ideologie neemt hij over in zijn theaterstukken. Zijn politieke overtuiging inspireert hem tot het ontwikkelen van zijn eigen soort episch theater (dialectisch theater). Brecht wil zijn publiek tot inzicht dwingen. Hij wil hen aan het denken zetten over maatschappelijke en economische onderwerpen. Theater dient volgens hem niet om emoties op te roepen. Het publiek mag zich dan ook niet identificeren met de personages of de gebeurtenissen op het toneel.
Onderweg
Zijn bekendste werken zijn Die Dreigroschenoper (De Driestuiversopera), Mutter Courage und ihre Kinder (Moeder Courage en haar kinderen) en Was kostet das Eisen (Wat kost het ijzer? ).
Onthouden
Het episch theater (ook wel het dialectisch theater genoemd) is een theatergenre dat zich historisch situeert in van de e eeuw. wordt gezien als de grondlegger van dit genre, maar is zonder twijfel de bekendste maker van het episch theater. Zijn meest gekende stuk, (), is niet louter theater, maar heeft ook een muzikaal element. Andere stukken van Brecht zijn bijvoorbeeld en
©VANIN
Inhoudelijk staan en thema’s centraal. De epische theatermaker wil dan ook dat het publiek hier nieuwe inzichten over verwerft. Brecht wordt bijvoorbeeld geïnspireerd door het communisme.
Voor de epische theatermaker mag theater enerzijds geen zijn. Anderzijds mag het publiek niet de illusie krijgen dat wat er op het podium gebeurt gelijkaardig is aan zijn of haar echte leven. Het publiek moet daarentegen een houding aannemen en mag zich niet vereenzelvigen met wat er op het theater gebeurt. Deze theatervorm is dus niet . Om dit te realiseren wordt er gebruikgemaakt van het . Het doel daarbij is dat het publiek op afstand blijft en zo het gebeuren op het podium kan bekijken. Er is dus geen emotionele binding met wat er zich op de bühne afspeelt.
Ook voor de acteur wordt de illusie van het theater doorbroken. De acteur mag zeker niet één worden met zijn personage. Dat staat in schril contrast met waarbij de acteur zich vereenzelvigt met zijn personage.
Die afstandelijke houding tussen personage, acteur en publiek kadert binnen wat de brechtiaanse genoemd wordt, de theaterfilosofie van Brecht.
3 Vandaag de dag wordt episch theater nog steeds opgevoerd. Bekijk een fragment uit Culture Club en beantwoord de vragen.
a Noteer relevante informatie die je te horen krijgt over het theatergezelschap Tutti Fratelli.
b Noteer eveneens belangrijke zaken over De Driestuiversopera
c Gebruik die informatie om na te gaan waarom het niet vreemd is dat een theatergezelschap als Tutti Fratelli een episch stuk opvoert. Ga daarbij uit van de sociale context van beide.
d Je leerde al dat het episch theater gebruikmaakt van vervreemdingstechnieken. Daar wordt kort naar verwezen aan het einde van het fragment. Welke vervreemdingstechniek komt daar aan bod?
©VANIN
Onthouden
Door onder andere gebruik te maken van vervreemdingstechnieken willen epische theatermakers ervoor zorgen dat het publiek zich niet te veel laat meeslepen. Zo wordt er afstand gecreëerd tussen het theaterstuk en het publiek.
• Er wordt gebruikgemaakt van een (auctoriële) verteller.
• Decorwissels gebeuren voor de ogen van het publiek.
• Er wordt gebruikgemaakt van liederen waarin commentaar gegeven wordt op wat er op het toneel gebeurt.
• Allegorieën en stereotypen komen veelvuldig voor.
De essentie van de vervreemdingstechnieken is om aan te tonen dat het fictie betreft. Een manier om dit te bewerkstelligen is het doorbreken van ‘de vierde wand’.
4 Bekijk de vier voorbeelden hieronder en achterhaal wat bedoeld wordt met het doorbreken van de vierde wand.
De invloed van het episch theater in het algemeen en van Bertolt Brecht in het bijzonder op film en theater valt niet te overschatten. De Deense filmregisseur Lars von Trier liet zich voor zijn meesterwerk Dogville duidelijk inspireren door enkele epische technieken.
5 Bekijk de proloog van deze lm en formuleer vier zaken die je aan het episch theater linkt.
‘Art
is not a mirror held up to reality but a hammer with which to shape it.’
6 Verklaar dit citaat van Brecht aan de hand van wat je nu weet over het episch theater.
a Wat betekent het volgens jou?
b* Ben jij het daarmee eens?
c Otto Dijk, een Nederlandse schrijver, repliceert hierop als volgt: ‘De tragiek van Brecht is dat hij de wereld wilde veranderen, maar niet verder is gekomen dan het theater.’ Wat wil Dijk daarmee zeggen?
7 Je startte deze les met het bespreken van enkele citaten in groep. Herinner je je een citaat dat episch of brechtiaans genoemd kan worden?
ABSURDISTISCH THEATER
1* Lees (of speel) de toneeltekst.
a Waarover gaat dit fragment volgens jou?
b Welk gevoel krijg je na het lezen van dit fragment?
c Het fragment dat je net las, is het begin van Wachten op Godot, het bekendste toneelstuk van Samuel Beckett, die bovendien gezien wordt als de belangrijkste schrijver binnen het absurdistisch theater. Vladimir en Estragon wachten bij een boom nabij een landweg op Godot. Wie of wat zou Godot volgens jou kunnen zijn?
EERSTE BEDRIJF
Landweg met een boom. Avond. Estragon zit op de grond en probeert zijn schoenen uit te trekken. Woedend trekt hij eraan met twee handen en slaakt kreten van inspanning. Uitgeput houdt hij op en rust hijgend uit. Begint dan weer opnieuw. Zelfde spel. Vladimir komt op.
Estragon (Hij houdt opnieuw op.) Het heeft geen zin.
Vladimir (Hij komt dichterbij, met kleine, stijve pasjes, wijdbeens.) Dat begin ik ook te geloven. (Hij blijft onbeweeglijk staan.) Ik heb me lang tegen deze gedachte verzet en ik zei, Vladimir, wees verstandig, je hebt nog niet alles geprobeerd. En dan begon ik de strijd opnieuw. (Hij denkt over de strijd na, zegt dan tegen Estragon:) Zo, dus je bent weer terug.
Estragon Denk je?
Vladimir Ik ben blij je weer te zien. Ik dacht dat je voor altijd verdwenen was.
Estragon Dat dacht ik ook.
Vladimir Wat zullen we doen om dit weerzien te vieren? (Hij denkt na.) Sta op, dan kan ik je omhelzen. (Hij reikt Estragon de hand.)
Estragon (geïrriteerd) Straks, straks. (stilte)
Vladimir (gefrustreerd, koel) Mag ik vragen waar meneer de nacht heeft doorgebracht?
Estragon In een greppel.
Vladimir In een greppel? Waar dan?
Estragon (zonder te wijzen) Daar.
Vladimir Hebben ze je niet geslagen?
Estragon Ja ... maar niet erg.
Vladimir Waren het dezelfde?
Estragon Dezelfde? Dat weet ik niet.
©VANIN
Vladimir Als ik denk ... aan al die tijd ... vraag ik me af ... wat er van jou terecht zou zijn gekomen ... zonder mij. (heel zeker) Je zou op ’t ogenblik niet meer zijn dan een hoopje beenderen, dat is zeker.
Estragon (geërgerd) En wat dan nog?
Vladimir (neerslachtig) Dit is te veel voor een mens. (pauze, dan heftig) Maar aan de andere kant vraag ik me af waar het goed voor is nu de moed te verliezen. Een eeuwigheid geleden hadden we eraan moeten denken, zo omstreeks 1900.
Estragon Hou op, help me deze rotschoenen uittrekken.
Vladimir Hand in hand zouden we als eersten van de Eiffeltoren zijn gesprongen. Toen stonden we er goed voor. (Estragon trekt woedend aan zijn schoen.) Wat doe je?
Estragon Ik trek mijn schoen uit. Doe jij dat nooit?
Vladimir Hoe vaak heb ik je al gezegd dat je ze iedere dag moet uittrekken? Waarom luister je niet naar me?
Estragon (met zwakke stem) Help me!
Vladimir Heb je pijn?
Estragon Pijn! Hij vraagt of ik pijn heb!
Vladimir (driftig) Jij denkt dat jij alleen maar lijdt. Ik tel niet. Ik zou jou weleens in mijn plaats willen zien. Dan zou je wel anders praten.
Estragon Heb je pijn gehad?
Vladimir Pijn. Hij vraagt of ik pijn gehad heb!
Onderweg
De Ier Samuel Beckett is de bekendste schrijver van absurdistische toneelstukken. Na verschillende omzwervingen vestigde hij zich in Frankrijk. Om die reden beschouwen zowel de Ieren als de Fransen hem als een van hun meest vooraanstaande toneelschrijvers.
Het werk van Beckett is geïnspireerd op het existentialisme en daarom eerder minimalistisch en pessimistisch. Zijn bekendste werken zijn Waiting for Godot (En attendant Godot / Wachten op Godot) en Endgame. In werd zijn oeuvre bekroond met de Nobelprijs voor Literatuur.
Het absurdistisch theater heeft enkele gelijkenissen, maar ook verschillen met het episch theater. Aan jou om de kenmerken van het absurdistisch theater te achterhalen.
2 Ga per twee op zoek naar betrouwbare informatie over het absurdistisch theater.
a Vul de tabel aan.
b Zie je opvallende gelijkenissen met het episch theater? Markeer ze groen.
c Zijn er duidelijke verschillen? Markeer ze rood.
synoniemen
tijd
twee belangrijkste theatermakers en hun werk
filosofische invloeden
©VANIN
inhoud, thema’s (minstens drie)
kenmerken
(personages, tekst, context)
Bekijk de illustratie van Sisyphus die een rots de berg opduwt, een onmogelijke opdracht. Albert Camus vertelde hierover in de mythe van Sisyphus: ‘De strijd op zichzelf tegen de top is voldoende om het hart van een mens te vullen. We moeten ons Sisyphus als een gelukkig mens voorstellen.’
3 Hoe kun je die gedachte rijmen met het absurdistisch theater?
Wachten op Godot (1953) wordt de dag van vandaag nog maar weinig opgevoerd omdat de nabestaanden van Beckett erop staan dat de tekst en regieaanwijzingen tot op de letter gevolgd worden, iets wat theatermakers vaak maar weinig weten te appreciëren. Olympique Dramatique boog zich over de theatertekst en kondigde de voorstelling aan als volgt.
Ze zitten er nog steeds. Bij hun boom. Vladimir en Estragon. Te wachten op iemand die Godot heet. Hoe lang ze al aan het wachten zijn, weten ze niet. Ook niet of ze wel op de juiste plek zitten. En al evenmin weten ze wie Godot is en wat die hen zou moeten komen vertellen. Wat ze zich herinneren, zijn enkel flarden van een wereld die er niet meer is. En het enige wat ze hebben, is tijd. Veel tijd. Om te discussiëren. Om ruzie te maken. Om na te denken. En vooral om zich te vervelen. De brutale verschijning van Pozzo en zijn knecht Lucky doorbreekt hun dagelijks ritueel. Een ogenblik lang. Fundamenteel verandert er niets. Ze blijven wachten. Dan komt een jongetje zeggen dat meneer Godot vandaag niet meer zal komen ...
Bron: www.toneelhuis.be
©VANIN
4 Uit de laatste zinnen blijkt de existentialistische inspiratie duidelijk. Leg uit.
Toch is het existentialisme en het absurdistisch theater niet louter pessimistisch. Je bekijkt de trailer van Wachten op Godot door Olympique Dramatique en leest hieronder enkele commentaren op de opvoering.
‘Olympique Dramatique maakt van Wachten op Godot een acteursfeestje in een desolaat decor. Het is boeiend te zien hoe Becketts toneelklassieker resoneert met de huidige absurde tijd.’
Filip Tielens in De Standaard
‘Even groots als intiem, visueel indrukwekkend en opmerkelijk gevoelig vertolkt. Soepel schakelend tussen tragedie, klucht en slapstick bewijzen de heren hoe rijk Becketts theater is, zowel in vorm als in inhoud.’
Jan Dertaelen in De Morgen
‘Wachten op Godot is een wonderschoon eindejaarscadeau: het is theater met een meesterlijke tekst (die je met poëtische flair uitnodigt tot reflectie), in een machtig mooie setting en gebracht door vier mastodonten van spelers die niet alleen de lach, maar ook, zoals iedereen, een leven vol geluk en ongeluk aan hun broek hebben hangen. Ogen, oren, hart: ze worden verwend.’
Els Van Steenberghe in Knack Focus
‘Deze Wachten op Godot drukt uit dat het wachten samenvalt met het leven zelf en dat dit wachten alleen draaglijk kan gemaakt worden door te kiezen voor het leven, ook al is er geen helder perspectief op wat nog komen moet.’
Jan-Jakob Delanoye in Cutting Edge
5 Uit welke commentaar blijkt een positieve visie op de toekomst?
6 Ga in de Trajectwijzer op zoek naar een andere stroming die overeenkomsten vertoont met het absurdistisch theater. Leg uit wat de link is.
7 Bekijk Tweehonderd pond ongezond vet, gebaseerd op All that fall, een radiodrama van Beckett. Geef twee bewijzen dat het hier om een absurdistisch stuk gaat.
Maddy Rooney, een zeventigjarige die bestaat uit ‘tweehonderd pond ongezond vet’, is op weg naar het station van Boghill om daar haar blinde echtgenoot Dan af te halen, als verrassing voor zijn verjaardag. Onderweg ontmoet ze een aantal dorpsgenoten. De reis gaat echter niet zonder slag of stoot.
Bron: www.kwezel.nl
1
Kortverhaal: Spek en bonen ©VANIN
Je leest een kortverhaal en bespreekt het op een open en betrokken manier
2 3
Je hebt oog voor de gelaagdheid van literaire teksten en probeert het kortverhaal te interpreteren, zowel individueel als in interactie
EERSTE LECTUUR
Je neemt actief deel aan schriftelijke en mondelinge interactie over een literair kortverhaal 4
Je reflecteert over literatuur en bespreekt de verhaalbouwstenen
Het kortverhaal dat je gaat lezen, Spek en bonen van Tom Lanoye, bestaat uit 14 korte hoofdstukken. Je leest nu eerst individueel het verhaal tot en met hoofdstuk 8.
SPEK EN BONEN 1.
EEN MAN VAN IN DE VIJFTIG. IN EEN CAFÉ.
EEN DAG NA DE FEITEN.
‘Hoe moeder en dochter zo van elkaar kunnen verschillen. Simone, dat is een nijdige keffer. Zwart haar, niets grijs daarin, weinig rimpels voor haar leeftijd en een koppel ogen dat nog altijd vuur kan schieten, zelfs in het donker. En niet op haar mondje gevallen, Simone. Verre van. Als ze zwijgt, is het omdat ze aan het slapen is. Of om aan haar sigaret te trekken. Groene Michel zonder filter, alstublieft. Gemakkelijk een slof of twee per week. Haar vent is er nog zot van geworden. Die liet haar van de ene dag op de andere zitten met haar kind. De meubelen mocht ze ook houden, zei hij. Die hingen toch uiteen. Maar het geld en de colliers van haar grootmoeder pakte hij mee, de smeerlap.
En Simone kon weer gaan kuisen en schrobben bij jan en alleman. Tweehonderdvijftig frank per uur, in het zwart. Een betere en een snellere was er niet te vinden. Dat zei iedereen. Akkoord, ze kon haar kwebbel niet houden. Zelfs als ze aan het stofzuigen was, kwam ze boven het geraas uit, zo scherp als een papegaai zonder eten. En het was niet altijd vriendelijk wat ze te zeggen had. Op iedereen wist ze iets. Maar echt kwaad bedoelde ze het niet. Ze had het zelf moeilijk, dat is alles.
Terwijl Tanya … Veel valt daar niet over te vertellen. Een stil water met een stinkende grond. Met haar moeder heeft ze niets gemeen. Zuiver niets. Behalve dat ene natuurlijk. Als het niet zo triestig was, zou je er nog om kunnen lachen. Maar voor de rest? Ze zeggen dat je aan de vader altijd kunt twijfelen en aan de moeder niet. Maar volgens mij hebben de verpleegsters Tanya in de wieg verwisseld met de echte dochter van Simone.’
2.
DE BESCHULDIGDE.
IN DE BEWUSTE STRAAT.
DE OCHTEND ZELF, NOG GEEN UUR NA DE FEITEN.
Tanya Demesmaecker zit in haar Peugeot 205 te wachten tot het licht wordt. Ze zweet, al zijn allebei de raampjes opengedraaid. In haar gebloemde jurk staan er kringen onder de oksels.
Het enige waar Tanya in de beklemming van de kleine wagen aan kan denken, is aan haar kamertje in het internaat dat ze vier jaar geleden heeft verlaten.
Daar werd ze vijf hoog iedere morgen wakker met een schok, omdat ze droomde dat ze uit het raam viel en op de plaveien van de speelplaats neersmakte. Altijd datzelfde beeld. Een wentelend vierkant vol stenen messen, dat haar naar zich toe zoog. Ze hield haar armen voor het gezicht, ze trapte met haar benen als een vis met zijn staart. Soms riep ze voor ze te pletter viel. Een van de keren dat Tanya riep, had Zuster Geneviève het gehoord. Een verdorde non met een scheefgegroeide hand en een plechtige blik.
Een van de laatste zusters die op de school surveilleerde en de enige die nog vasthield aan het zwarte kleed met kap. Ze schoof het kamertje binnen en ging op het voeteneind zitten. Ze streelde met haar scheve hand over het laken, dat nat was van het zweet. Tanya trok haar voeten weg en de hand hield op met strelen. Wat scheelt er, mijn kind?
Tanya antwoordde fluisterend wat ze gedroomd had. En dat ze iedere morgen zo wakker werd. Dat ze een uur, twee uur met haar ogen open lag, tot het licht werd, en pas dan opnieuw durfde te slapen.
Zuster Geneviève knikte. Ze bracht haar goede hand voor haar borst en speelde met het zilveren kruisje dat ze van haar moeder zaliger had gekregen, op de dag van de geloften. Heer, kijk naar dit onrustige jonge lijf. Bleek en groot, het is te snel gegroeid in korte tijd. Is dit nu onschuld? Dit armzalig zweten? Ik zie geen hooglied, geen feest. Ik zie een manke bloesem, door zijn eigen bloei bedreigd.
Zwijgend verliet Zuster Geneviève het benauwde kamertje en kwam terug met in haar klauw een paar boeken. Het leven van de Heilige Anna. Het vademecum voor de jonge vrouw. Meisje, echtgenote, moeder door Emiel Dutrez S.J. Zo probeerde Tanya haar angsten te bestrijden door te lezen. Maar hoe hoog de stapel boeken naast haar bed ook werd, de angstdromen bleven komen, iedere morgen weer.
Tanya buigt zich naar de achterbank van de Peugeot. Ze zoekt tussen de kleren en de rommel naar een boek, een magazine, een krant. Er ligt niets. Ze merkt dat er bij haar pols nog een veeg bloed zit. Met een papieren zakdoekje en wat spuug veegt ze het weg. Het zakdoekje gooit ze niet door het geopende raam. Ze stopt het in haar handtas, bij de andere. En als het eindelijk licht wordt, rijdt ze naar het politiebureau.
©VANIN
3. EEN GETUIGENDE POLITIEAGENT. IN DE RECHTSZAAL.
TIJDENS HET PROCES.
‘In shock zou ik het niet noemen. Ik heb er genoeg zien binnenkomen om te weten hoe dat is. Volgens mij is ze gewoon zo. Bokkig, stil. Een beetje een vijs kwijt. En ze was ook doodmoe, echt waar. Ze deed haar verhaal en ze vroeg of ze in de cel mocht slapen. Dat mocht, waarom niet. Dat was trouwens de enige keer dat ze iets toonde van emoties. Toen ze aan het slapen was, bedoel ik. Ze woelde de hele tijd en ze riep een paar keer. Nogal luid zelfs. Maar toen ze wakker werd, was het weer van hetzelfde. Een traan heb ik niet gezien. Ook niet toen haar moeder kwam janken en lamenteren aan de balie. Ze moet dat gehoord hebben tot in haar cel, het kan niet anders, zoals dat mens haar klep kan openzetten. Maar geen krimp geven, niets. Ze zag er nog altijd even moe uit als toen ze binnenkwam, en ze vroeg naar niets of niemand. Ook niet naar haar Marco.’
70 4. MARCO.
‘S AVONDS IN EEN PARKEERGARAGE.
TWEE JAAR VOOR DE FEITEN.
(zijn voormalige boezemvriend Bertje de Vries ligt bloedend voor hem op de grond) ‘Je mag haar hebben, kameraad. En haar strontboetiek erbij. Ik heb haar niet meer nodig, ik ben al met een ander. Een betere, in ieder opzicht. Zeg haar dat maar. En kruip jij maar op haar, zoveel als je wilt. Maar kom achteraf niet zagen. En blijf uit mijn buurt. Volgende keer sla ik allemáál uw tanden eruit.’
75 80 5. DE EX-VRIENDIN VAN MARCO.
EEN VERKOOPSTER IN BOETIEK LA STRADA. IETS MINDER DAN TWEE JAAR VOOR DE FEITEN.
‘Pardon, ik was Márco zo beu als kouwe pap. Niet dat dat belangrijk is, maar hij moet niet het tegenovergestelde rondvertellen. En Bertje de Vries, die heeft niets met mij te maken, dat is een goeie vriend, meer niet. Hij komt mij zo af en toe ‘s avonds helpen in de boetiek. Mettertijd kán dat wel iets worden, dat kan altijd, waarom niet? Hij heeft van alles wat Marco niet heeft. Prima job, goed karakter, hij verzorgt mij als een prinses. En hij kan koken als een chef.
Wablieft, Marco charmanter? Als hij iets los moet krijgen, misschien. Je kent hem niet goed. Je moet hem eens meemaken onder vier ogen. Ze zal dat wel rap genoeg doorkrijgen, zijn Tanya.
Ah, dat weet je nog niet? Dat hangt hij niet aan je neus, natuurlijk. Tanya. Haar moeder kuist in de Rex. Tanya, die grote, bleke. Wat hij daar toch in ziet. Schoon is ze niet, maar lomp, lòmp. Gekleed door het Leger des Heils, schat ik. En ik durf wedden dat ze haar haar verft, het is een rosse, die hebben allemaal zo een wit vel. En dan die wallen onder haar ogen … Pfft. Nog een die nooit zo oud zal worden als ze eruitziet. Zeker niet als ze blijft aanpappen met hem. Weet je wat het is? Marco is van het slag venten dat geen vrouw nodig heeft, maar een moeder. Ik heb nooit in heel mijn leven zo voor iemand gejaagd en gelopen. Zijn handen stonden zó. Hij kon met moeite een ei bakken als ik eens niet thuis was.’
6.
ZUSTER GENEVIÈVE.
IN TANYA’S KAMER IN HET INTERNAAT.
VIER JAAR VOOR DE FEITEN.
‘Zijn dit jouw boeken, mijn kind? Eenzaam is het hart … De praktijken van dokter Jones. Is dit de lectuur die we voor je hebben meegebracht? Je maakt misbruik van ons vertrouwen en je weet het. Nee? Waarom had je ze dan verstopt? … Je doet ons verdriet, Tanya. Besef je dat? Wat zeg je? Zei je iets? … Beloof ons ten minste dat je het niet opnieuw zult doen, ja? Beloof je dat? … Ik wacht, Tanya … Beloof je het? … Tanya! … Beloof je het! … Goed dan. Als je besloten hebt om ons pijn te blijven doen, kunnen we niet anders dan je strafstudie te geven. De hele week. En die boeken gaan de prullenmand in.’
7.
BOY MEETS GIRL. IN SNACKBAR UILENSPIEGEL.
TWEE EN EEN HALF JAAR VOOR DE FEITEN.
©VANIN
Tanya leest. Tegenover haar heeft een kerel ongevraagd plaatsgenomen. Hij lijkt op die ene, die blonde, uit dat feuilleton op woensdagavond. Hij drinkt een biertje en kauwt op een tandenstoker en houdt geen moment zijn mond.
MARCO: Ik begrijp dat niet. Iedere avond moet ze overwerken. Zegt ze. Overwerken? In een boetiek! Snap jij het? Ik niet. Ik kom dan altijd naar hier om iets te eten. Moederziel alleen thuis aan een keukentafel zitten, dat is niets voor mij. En jij, kom jij hier veel?
TANYA: (leest) Af en toe.
MARCO: We moeten elkaar al die tijd misgelopen zijn, dat kan niet anders. Ik zou mij jou herinneren. Direct. Zo veel volk komt hier nu ook weer niet. En jij springt nogal in het oog. Echt waar. Ben je altijd zo aan het lezen?
TANYA: (leest) Nee.
MARCO: Als je liever voort leest, moet je het zeggen.
TANYA: (leest)
MARCO: Zeg het maar. Lees je liever verder? Of mag ik je op een koffietje trakteren? Wat denk je?
Tanya legt haar boek terzijde en drinkt drie koffies en een milkshake op kosten van Marco. De volgende ochtend schrikt ze niet wakker. Ze wordt niet overvallen door de droom waarin ze uit het raam stort en neersmakt op de grijze, korrelige stenen. Ze droomt helemaal niet. Het is al licht als ze wakker wordt. Ze blijft in bed liggen. Beneden is haar moeder druk in de weer. Zelf heeft Tanya nog een half uur voor ze op moet. Ze neemt haar boek en zoekt waar ze de dag daarvoor in snackbar Uilenspiegel gestopt was met lezen. Bladzijde 116, in Een hart van goud.
(…) Phoebe begon te huilen, onhoorbaar eerst, maar al spoedig liet ze zich helemaal gaan en stortte ze zich in Cals armen. ‘Ik heb nog nooit zo gehuild,’ zei Phoebe en ze droogde haar tranen, ‘maar het gaat alweer beter. Ik kan tenslotte niet de hele dag op je schouder snotteren.’ ‘Nee’, beet Cal haar afgemeten toe. ‘Ik vermoed inderdaad dat een minuutje of twee in een heel leven wel genoeg is. En het is heel vreemd van me dat ik je een beetje wilde troosten, neem me niet kwalijk!’
Er viel een stilte. Ze glimlachten plots flauwtjes naar elkaar en de spanning was gebroken. Vol hartstocht trok Cal Prescott Phoebe naar zich toe. Hun lippen versmolten. (…)
Beneden trekt Simone de deur in het slot en begeeft zich naar haar werk.
IN HET KANTOORTJE VAN DE REX.
ZES MAANDEN NA DE EERSTE ONTMOETING MET MARCO.
‘Het is zo een attente jongen. Je zou hem eens bezig moeten zien met ons Tanya. Ze bloeit helemaal open. Ze slaapt rustig, ze eet goed, ze lacht van ‘s morgens tot ‘s avonds en ze komt uit zichzelf al eens tegen mij babbelen. Dat deed ze vroeger nooit.
Eergisteren komt ze zo naar mij en ze zegt, ma zegt ze, nu moet ik toch eens iets vragen. En blijkt, na veel vieren en vijven, dat ze wil vragen of Marco bij ons mag komen wonen. Die jongen woont al een half jaar heel alleen op een gemeubileerd kamertje aan de andere kant van de stad. Dus wat zeg je dan, als moeder? Ze zitten de laatste tijd toch al meer bij ons thuis dan ergens anders, en wat kan er thuis meer gebeuren dan wat er nu al gebeurt die paar keren dat ze toch samen naar zijn kamertje trekken? Ik heb mijn ogen niet in mijn zak. Dus ik zeg, kind zeg ik, je hebt er de leeftijd voor, en als het je gelukkig maakt, waarom niet. Natuurlijk, ik had liever gezien dat ze eerst zouden trouwen. Maar de tijden zijn veranderd. En god weet, als ze trouwen willen ze ergens anders gaan wonen. En dan zit ik daar, in mijn eentje. Een leeg huis, ik mag er niet aan denken. Plus daarbij, een man in het huishouden, het is toch een gerief. We zijn wij twee hulpeloze vrouwen, en als je de kranten eens leest? We mogen al blij zijn dat er niets gebeurd is in al die jaren. Er lopen genoeg zotten vrij rond. Vanavond, na haar werk, doen ze de verhuizing. Veel zal dat niet zijn. Een plant of vier, zijn muziekinstallatie, een paar dozen met kleren … Daarna is het feest. Ik ga koken voor ons drieën, een gebraadje, een goede fles wijn, koffie met een borrel. Marco weet daar nog niets van. Ik ben eens curieus hoe hij zal reageren. Ik zie zijn gezicht al voor mij. Dat wordt weer lachen tot achter zijn oren. Hij kan je zo aankijken, met die schone blauwe ogen van hem. Een blok beton zou ervan smelten. Het is echt een knappe, vriendelijke jongen. Ons Tanya heeft er kijk op. Er zijn er veel jaloers op haar.’
1 Noteer de woorden die je niet kent.
2 Schrijf bij elk hoofdstuk de vragen die in je opkomen; de vragen die jij je stelt na het lezen van elk hoofdstuk. Noteer ook zaken die je bijzonder/grappig/onduidelijk … vindt.
Je overloopt nu samen met een medeleerling jullie vragen en opmerkingen.
3* Vergelijk jullie antwoorden op de vragen. Waarover zijn jullie het eens? Waarover niet? Waren jullie antwoorden heel verschillend?
4* Bekijk jullie onbekende woorden nog eens. Achterhaal de betekenis van de onbekende woorden via de woordleerstrategieën.
5* Maak samen een voorspelling. Wat denken jullie dat er zal gebeuren in het tweede deel van het verhaal? Formuleer een grote vraag die jullie beantwoord willen zien.
Jullie bespreken nu klassikaal jullie vragen en theorieën.
6* Hoe gaat het verhaal verder? Wat gebeurt er met de hoofdpersonages? Welke aanwijzingen of clues uit de vorige hoofdstukken houden jullie bezig?
©VANIN
Je leest nu de laatste zes hoofdstukken.
9.
EEN EX-VRIENDIN VAN TANYA.
OP HET WERK TEGEN EEN COLLEGA.
EEN MAAND OF VIER NA MARCO’S VERHUIZING.
‘Ik heb nooit iets van hem moeten hebben. Met zijn geslijm altijd. Weet je dat hij het met mij ook geprobeerd heeft? Ik zweer het. Ik zit hoop en al een half uur met hem alleen, te wachten op Tanya en haar moeder, en hij probeert al onder mijn rokken te kijken. En maar complimentjes geven, en knipogen gelijk zot. Precies een tic nerveux. En na een half uur vraagt hij het mij ineens. Vlakaf, in mijn gezicht. Ik ben opgestaan en ik heb hem laten zitten waar hij zat. Wie denkt hij dat hij is? Zo knap is hij nu ook weer niet. Ik heb dat nooit verteld aan Tanya, ik wilde haar niet kwetsen. Achteraf bekeken had ik het beter gedaan, dan was ze gewaarschuwd geweest. Nu ben ik de zondebok. In zekere zin kan ik dat begrijpen, het moet een terribele schok zijn. Je eigen moeder … Maar ik zie toch wat ik zie? Het is niet normaal zoals dat mens rond Marco fladdert. Als die twee ergens samen zijn en je komt binnen, dan heb je het gevoel dat je hen betrapt. Op een keer zit ik bij hen thuis. We zijn met ons vieren naar de tv aan het kijken. Marco staat op om een flesje bier te halen, hij passeert de moeder van Tanya en die knijpt hem zo eens in zijn billen. Lach maar, ik wist niet wat ik zag. En het soort blikken dat ze wisselden? Waar Tanya en ik bij zaten. Later op de avond gaat hij weg, een pint pakken zogezegd, en hij kust ons alle drie ten afscheid. Eerst Tanya, dan mij, dan de moeder. En de moeder is de enige die hij op de mond kust. Drie keer. Mijn maag keerde ervan om. Geen tongkussen of zo, dat nu ook weer niet. Maar ze hadden wel alle twee hun ogen dicht en ik ben zeker dat als Tanya en ik er niet bij waren geweest, dat die kussen dan heel wat langer geduurd zouden hebben. En dat er, sorry dat ik het zeg, meer aan te pas zou zijn gekomen dan hun tong. Tanya ziet dat allemaal niet. Of ze wil het niet zien. Die avond bleef ze alleszins zonder om te kijken naar de tv koekeloeren. En de volgende dag, toen ik haar erover sprak, duurde het geen twee minuten of ze begon mij uit te maken. Ik zeg Tanya, kind, ik vind het ook niet plezant, maar ik móet het zeggen, het is mijn plicht, als vriendin. Maar ze bleef razen. En opeens viel ze stil. Sindsdien zegt ze geen gebenedijd woord meer tegen mij. En ze zit weer de hele tijd in van die boekjes te lezen. Het laatste wat ze zei, was dat ik jaloers was op haar geluk. Ik vraag mij af waarom. Geluk kun je het moeilijk noemen, als je vent wordt ingepikt door je eigen moeder.’
10.
DE MOEDER.
TEGEN TANYA’S PSYCHIATER.
BIJ HET GERECHTELIJK VOORONDERZOEK.
‘Ik heb er lang tegen gevochten. Heel lang. Het mag niet, dacht ik, het kan niet. En Marco heeft er zich ook lang tegen verzet, dat heeft hij mij verteld. Als we nu eens niet in hetzelfde huis hadden gewoond, zei hij … Misschien dat er dan niets gebeurd was. Nu kwamen we elkaar elke dag weer onder ogen. Ik vertrok ‘s morgens als eerste naar mijn werk, vlak voor Marco. Tanya vertrok een half uur later. Maar ‘s avonds kwamen Marco en ik samen thuis, een uur voor Tanya er was. Het is dat ene uur, iedere dag opnieuw, dat het hem gedaan heeft. Dat ene uur.
We hebben het er alle twee moeilijk mee gehad. Marco misschien nog meer dan ik. Maar … Pas op, ik zoek geen excuses … En niet dat ik haar zwart wil maken, maar … Ons Tanya is geen gemakkelijke. In het begin ging alles goed tussen haar en hem. Maar na een tijdje kreeg ze het opnieuw. ‘s Nachts, die dromen van haar. Ze lag dan te schokken van de schrik, ze riep heel het huis bijeen. En daarna lag ze een paar uur wakker. En dat lezen altijd. Dat was voor die jongen toch geen werk.
Met dat soort problemen kwam hij dan naar mij. Dat komt door de leeftijd. Hij was vijf jaar ouder dan Tanya en als je zo jong bent, telt elk jaar verschil dubbel. Terwijl ik, ik ben dan wel ouder dan hem, maar we stonden op dezelfde golflengte. We begrepen elkaar zonder een woord.
De eerste weken konden we het nog wegsteken voor haar. We hebben alle twee, Marco en ik, zelfs zitten hopen en bidden dat het voorbij zou gaan. Dat het een bevlieging was. Maar hoe langer dat het duurde, hoe beter dat we ons voelden.
De grote fout die we gemaakt hebben, was van het haar niet te vertellen voor ze er zelf op uitkwam.
Maar hoe gaat dat? Ik zou nog altijd niet weten hoe je zoiets moet aankaarten. Je blijft het uitstellen en uitstellen. En op een dag is het te laat.
Het deed mij pijn, natuurlijk deed het mij pijn. Ik verloor altijd. Ofwel haar, ofwel Marco. Eigenlijk is het Tanya zelf die de knoop heeft doorgehakt. Zij is weggegaan. Ik ben gebleven. Marco ook.
Ik kan begrijpen dat ze kwaad was op ons. En dat ze niet meer bij ons wilde wonen. Dat was zelfs het beste, voor iedereen. Maar wat ze daarna heeft uitgespookt? Eerst die brief, om te schelden en om te zeggen dat ze al twee maanden in verwachting was van Marco. Dat kon gewoonweg niet. Marco heeft het mij gezworen. De tranen stonden in zijn ogen. Hij zou dat niet gekund hebben, zei hij, met twee tegelijk, moeder en dochter, en ze in feite alle twee bedriegen. De laatste maanden dat ze bij ons woonde, zei hij, hadden ze geen betrekkingen meer gehad. Niets. Dus dat kind moet van iemand anders geweest zijn. Aan de moeder kun je niet twijfelen, aan de vader altijd. Ze heeft voorzeker een wildvreemde zover gekregen. Moeilijk is dat niet, voor een meisje van haar leeftijd. Ze zou alles gedaan hebben om Marco en mij te koeioneren. Alles. Een mens die verdriet heeft, doet rare dingen. Zeker ons Tanya. Zie maar naar wat ze gedaan heeft. Ze heeft mijn leven geruïneerd. En het hare erbij.’
DE BESCHULDIGDE.
IN EEN GEMEUBILEERDE KAMER.
EEN NACHT, ZEVEN MAANDEN VOOR DE FEITEN.
Tanya ligt met haar ogen open op het bed. Het zweet staat op haar voorhoofd. De lakens heeft ze weggetrapt net voor ze wakker schoot. Ze sloeg in haar droom opnieuw te pletter, op het vierkant van grijze stenen. Deze keer duurde de droom iets langer. Ze kon zichzelf zien liggen na de val. Ze droeg geen kleren. Haar armen waren gebroken, haar gezicht was onherkenbaar. Haar heup één grote wond waaruit een stuk versplinterd bot stak.
Het kind beweegt al weken, maanden. Tanya legt haar handen onder haar nachtpon over haar gespannen buik. Van hem. Dit hier is van hem. Zoals ik van haar ben. Als het mij nog één keer schopt, laat ik mij van de trappen vallen.
250
Ze steekt het licht aan en grijpt een van de boeken die naast het bed op de grond liggen. De stad kent geen geheimen. Bladzijde 93 e.v.
(…) ‘Het spijt me, m’n duifje’, lachte John Hamilton met een besliste trek om de mond. Hij tikte de askegel van zijn sigaret af op het tapijt. ‘Vanaf vandaag is de naam Rose Woods uit mijn geheugen gebannen.’ Hij trok de deur achter zich dicht. Even later klonk het gezoem van de lift. Rose stond nog steeds onbeweeglijk bij het raam. ‘Toe, Rose, vertel het nou’, suste moeder. ‘Iedereen heeft het nodig om te praten met iemand die je kunt vertrouwen. Daar dienen vriendinnen toch voor.’ Ze streelde Rose over het hoofd. ‘Het lucht op, geloof me nou!’
Rose sloeg haar ogen op en keek haar moeder dankbaar aan.
(…) ‘Kindje toch’, zuchtte Roses moeder na een lange stilte. Ze ging op de stoel bij het haardvuur zitten, haar anders zo rusteloze handen doelloos in de schoot, en schudde het hoofd. ‘Ik had het kunnen weten. Mannen. Allemaal hetzelfde.’ (…)
255 12. MARCO. EEN NOOIT GEPUBLICEERD INTERVIEW. TIJDENS HET PROCES. (Vr.)
Wat zocht u precies, mijnheer? De rijpheid van de vrouw enerzijds, de prilheid anderzijds? Moeder èn dochter, meisje èn vrouw? En waarom koos u uiteindelijk de moeder? Had u niet liever gehad dat de dochter was blijven inwonen? Hebt u spijt van uw keuze? Betreurt u het gebeurde? Voelt u zich verantwoordelijk? Zou u hetzelfde opnieuw doen?
(Antw.)
Wat gebeurt, gebeurt. Er is daar geen kiezen aan. Zolang ik mij goed voelde bij de dochter, bleef ik bij de dochter. Later voelde ik mij beter bij de moeder. Punt. Waarom zou ik mij schuldig voelen? Het initiatief ging trouwens van haar uit.
Simone was gewoon beter. Minder zot. Niet veel, maar toch. We konden tenminste praten met elkaar. En de rest ging ook beter dan met Tanya. Beter dan je op het eerste gezicht zou denken. Over een oude schuur gesproken, die Simone heeft gebrand, gebránd. Nooit meegemaakt. Ze moest mijn gezicht maar zien en het was al zover. En wat moet je dan zeggen, als man? Nee, bedankt? Morgen loop ik onder de tram en dan is het gedaan. Pakken wat er te pakken valt, zeg ik. En wat ook een feit is: Simone kon koken als de beste. Elke morgen voor we de deur uitgingen een dikke toast met boter en witte bonen in tomatensaus en een pan spek. Zó, hè. Op zijn Engels.
Maar ik heb haar moeten laten staan. Verleden maand. Dat was niet meer vol te houden, echt. Iedere week ging ze een keer of drie naar dat zothuis, de dochter bezoeken. En als ze terugkwam, was het janken en klagen van begin tot einde. En mij uitschijten omdat ik niet mee op bezoek wilde gaan. Ik vraag mij af waarom. Wat heb ik daar verloren?
En de rest, dat was ook op stel en sprong afgelopen. Zo gaat dat met die wijven. De ene keer alles, de andere keer niets. Geraak er maar uit wijs. Jong of oud, dat speelt geen rol. Allemaal hetzelfde.
13.
©VANIN
TWEE VROUWEN VAN MIDDELBARE LEEFTIJD.
OP DE HOEK VAN DE STATIONSSTRAAT EN DE PAARDENMARKT.
EEN DAG NA DE FEITEN.
X: Ik kan het nog altijd niet geloven. Je eigen kind.
Y: In feite heeft Simone hetzelfde gedaan. Iets beginnen met het lief van je dochter en haar dan buitensmijten? Het is geen moord natuurlijk. Maar het scheelt niet veel.
X: Het schijnt dat het over heel het lijfje littekentjes had, van daarvoor al.
Y: Zeg dat het niet waar is.
X: Toch, toch. Scheermesjes, naalden, gloeiend bestek … Hoe meer ze haar ondervragen, hoe meer ze loslaat. Ik ken iemand die naast haar woonde. Hij zegt dat het soms een dag en een nacht lag te huilen in de wieg, aan één stuk door.
Y: Als je dat zo allemaal hoort, dan is het misschien nog beter dat het zo gegaan is. Wie weet wat voor een leven ging het tegemoet.
X: Dat is waar. Maar het zou niet mogen zijn. Goed vijf maanden, een boreling nog bijna. Het zou niet mogen zijn.
14.
DE FEITEN.
EEN VERLATEN STRAAT.
DRIE UUR ‘S NACHTS.
Precies een jaar nadat ze is weggegaan, keert Tanya naar het huis van haar moeder terug. Voor de stoep, op de grijze stenen van het voetpad, legt ze voorzichtig een grote bundel dekens neer.
Het slaapt. Eindelijk slaapt het.
Daarbinnen slapen hij en zij, denkt Tanya. Naast elkaar, tegen elkaar. Straks loopt hun wekker af. Ze zullen allebei opstaan, eten in de keuken en vertrekken naar hun werk. Zij zal als eerste naar buiten komen. Zoals altijd. Hij volgt.
Tanya haalt een grijze plavei uit de koffer van haar Peugeot tevoorschijn en laat die op de straatstenen kapot vallen. Ze grijpt het puntigste stuk en gaat ermee naar de bundel dekens. Ze maakt het hoofdje vrij.
Zijn kind. Háár kleindochter.
Niet lang daarna gaat Tanya opnieuw achter het stuur van haar Peugeot zitten. Ze maakt haar hand schoon met een papieren zakdoekje en wacht tot het licht wordt.
1 Noteer net als aan het begin van deze les de woorden die je niet begrijpt.
2 Noteer opnieuw de zaken die jou opvallen en de vragen waarmee je blijft zitten.
REFLECTIE
1 Wat is nu je algemene indruk van het kortverhaal?
a Geef het kortverhaal een score op een schaal van één tot tien.
b Motiveer je score in een kort tekstje (ongeveer vijf zinnen). Kies daarbij enkele adjectieven uit het kader hieronder.
origineel – voorspelbaar – (on)realistisch – vergezocht – emotioneel –grappig – verrassend – vlot leesbaar – langdradig – leerrijk – ongewoon –vreemd – spannend – meeslepend – herkenbaar – intrigerend – …
EXPERTENWERK
Je leerkracht verdeelt de klas nu in groepen. Samen met enkele medeleerlingen onderzoeken jullie een specifiek aspect van dit kortverhaal. Daarna wisselen jullie die informatie uit met de andere groepjes.
Verhaallijn
1 Hoe is het verhaal opgebouwd? Bestaat het uit verschillende onderdelen?
2 Start het verhaal ‘ab ovo’ of ‘in medias res’?
3 Heeft het verhaal een gesloten of een open einde?
Thema en titel
4 Over welk(e) thema(’s) gaat dit verhaal? Hoe zie je dat bij Tanya, Simone en Marco?
5 Verklaar de titel van het kortverhaal.
Personages
6 Wie is de protagonist? Wie is de antagonist? Wie zijn de nevenpersonages?
7 Zijn het vlakke of ronde personages?
8 Bespreek kort Tanya, Simone en Marco (karakter, leeftijd, interesses, opleiding, burgerlijke staat …).
9 Kun je je identi ceren met (een van) de personages?
©VANIN
Tijd en ruimte
10 Waar speelt het verhaal zich af?
11 Is de ruimte sfeerscheppend en/of symbolisch?
12 In welke historische tijd speelt het verhaal zich af?
13 Zitten er ashbacks of ashforwards in het verhaal?
©VANIN
Taalgebruik en beeldspraak
14 Bespreek het taalgebruik van de schrijver.
a Is de taal eenvoudig of complex?
b Hoe speelt de auteur met taalvarianten?
c Gebruikt de schrijver beeldspraak (vergelijkingen, metaforen …)?
©VANIN
Auteur en genre
15 Wie schreef dit kortverhaal?
a Is hij of zij een bekende schrijver?
b Zoek de inhoud van enkele andere werken op. Zie je gelijkenissen tussen andere werken van de schrijver en dit kortverhaal?
16 Welk soort verhaal is dit?
17 Hoe gebruikt de schrijver verschillende teksttypes door elkaar? onderweg
Tom Lanoye is een van de belangrijkste auteurs uit ons taalgebied. Hij was ook de allereerste Antwerpse stadsdichter (zie Les ).
Hij schreef toen onder meer een dialoog tussen de kathedraal en de Boerentoren.
©VANIN
VERDIEPING: VERWERKINGSOPDRACHT
In dit laatste deel ga je zelf aan de slag met dit kortverhaal. Hieronder vind je de opties.
Herschrijf het verhaal vanuit een andere context.
Je herschrijft het kortverhaal: je kiest zelf of je dat doet vanuit een ander tijdperk, een andere cultuur, het perspectief van een ander personage of zelfs vanuit een ander genre (scenario, soap …).
Doel
Je giet de verhaallijn consequent in een andere vorm en bewaart het evenwicht tussen verhaallijn en nieuwe vorm.
Werkwijze
1 Vat de verhaallijn van het gelezen kortverhaal samen: welke handelingen stellen de personages en welke gebeurtenissen overkomen hen? Wat verandert er doorheen het verhaal?
2 Bepaal in welke nieuwe vorm je die verhaallijn wilt gieten. Vanuit het oude Rome, vanuit het perspectief van een figurant, als een detective ... Er zijn veel mogelijkheden: kies er zelf één, maar baken die voor jezelf ook duidelijk af.
3 Bepaal welke verteltechnische en inhoudelijke aanpassingen noodzakelijk zijn: vertelperspectief, ruimte, tijd, verhoudingen tussen personages, woordenschat, stijlfiguren en algemeen taalgebruik, maar ook kleine dingen zoals kledij, munteenheden, sociale verwachtingen en omgangsvormen moeten misschien aangepast worden.
4 Schrijf de nieuwe tekst uit. Breng de verhaallijn stap voor stap over in de nieuwe vorm.
Vergelijk het kortverhaal met een kunstwerk of lied.
Je zoekt en bestudeert een kunstwerk of lied met hetzelfde thema als het kortverhaal. Je concentreert je op de manier waarop dat thema in het kortverhaal en in het kunstwerk/lied vorm krijgt.
Doel
Je vergelijkt de impact van een kunstwerk/lied met die van het kortverhaal met hetzelfde thema.
Werkwijze
1 Kies een kunstwerk of lied dat qua thematiek verwant is aan het kortverhaal.
2 Welk effect heeft het op jou en waaraan ligt dat? Welke indruk maakt het op jou en waarom?
3 Waaraan herken je het thema van het kortverhaal?
4 Zoek extra info op over het kunstwerk of lied.
5 Hebben het kunstwerk/lied en het kortverhaal hetzelfde effect op jou? Waar zit het verschil?
6 Schrijf je vergelijking uit. Structureer je bevindingen tot een geheel.
Je analyseert hoe de context de betekenis van een taaluiting beïnvloedt
Pragmatiek ©VANIN
Je ziet in dat vorm, context en betekenis met elkaar verbonden zijn
DIRECT EN INDIRECT TAALGEBRUIK
VADER moet die jas daar hangen?
ZOON ach, moeten
VADER is dat een kapstok?
ZOON nee, dat is nou een stoel
VADER je loopt er verdomme langs, langs de kapstok
ZOON ja, ik weet het, je hoeft mij niet te vertellen wat een kapstok is
VADER waarom hang je je jas er dan niet aan?
ZOON mijn jas hangt al ergens
VADER maar niet aan de kapstok
ZOON nee, niet aan de kapstok, hij hangt over een stoel, dat is een stoel, geen kapstok
VADER dat bedoel ik
ZOON mooi, dan zijn we het eens
VADER mooi
(stilte) nou, komt er nog wat van?
ZOON waarvan?
VADER die jas, de kapstok, ik dacht dat we het eens waren
ZOON waren we ook
VADER juist, en waarover waren we het dan eens?
ZOON dat een stoel geen kapstok is
VADER juist, nou?
ZOON nou?
VADER nou?
ZOON wat wil je nou van me?
VADER dat je je jas aan de kapstok hangt!
ZOON zeg dat dan meteen
1* Lees de scène uit Is dat een kapstok? van Esther Gerritsen.
a Wat loopt er fout in de communicatie tussen vader en zoon?
b Is de situatie herkenbaar voor jou? Waarom (niet)?
c Ken je nog voorbeelden van zinnen die fout begrepen kunnen worden?
2 Neem de vraag ‘Is dat een kapstok?’ onder de loep en pas het communicatiemodel erop toe.
a Wie is de zender?
b Wie is de ontvanger?
c Wat is de letterlijke boodschap?
d Wat is de onderliggende boodschap (de subtekst)?
e Wat is het doel van de boodschap?
f Welk effect heeft de boodschap op de ontvanger?
©VANIN
Onthouden
Bij direct taalgebruik zegt de spreker letterlijk wat hij bedoelt. Bij indirect taalgebruik heeft een boodschap een onderliggende betekenis. We noemen dat de subtekst. Een subtekst is dus de impliciete betekenis van een geschreven of gesproken tekst: datgene wat niet wordt uitgesproken, maar uit de tekst kan worden opgemaakt.
3* Neem je eigen voorbeeld uit opdracht 1c erbij. Wat was daar de boodschap? En wat was de subtekst?
4 Bedenk een situatie waarin ‘Is dat een kapstok?’ wel een gewone vraag zonder subtekst zou kunnen zijn.
DE MAXIMES VAN GRICE
A
B
Noa gaat voor de eerste keer babysitten op Robyn. Als Noa binnenkomt, vraagt Robyns vader beleefd hoe het met zijn vriendin gaat. Die antwoordt dat alles goed gaat, maar dat ze wel wat buikpijn heeft van haar maandstonden. Robyns vader kijkt even gegeneerd weg en zegt dan: ‘Oké, ik leg je nog even uit waar de flesjes en het verzorggerief van Robyn staan’.
Jakub behaalt altijd schitterende punten voor Nederlands, maar hij kan wel eens rebels zijn en onbeleefd uit de hoek komen tegenover de leerkracht. Als hij weigert een taak in te dienen omdat hij het nut ervan niet inziet, wordt de leerkracht boos en zegt: ‘Als je de taak nu niet onmiddellijk indient, zul je dit jaar niet slagen voor mijn vak.’ Jakub kijkt hem aan, haalt zijn schouders op en dient de taak niet in.
C
©VANIN
D
Tijdens de wiskundeles vraagt Adam aan Grace om hem wat te helpen bij een moeilijke oefening, waarop Grace antwoordt: ‘Pff, ik vind wiskunde zo een overschat vak. Wat heb je nu aan functies en afleidingen in het dagelijkse leven? Ik ga later nooit iets met wiskunde doen en toch moet ik dit leren.’
Oma maakt zich boos op haar kleindochter Jun: ze vindt dat zij wel wat meer rekening kan houden met haar leeftijd en haar beperkingen. Jun snapt niet helemaal wat haar oma bedoelt, maar oma zegt: ‘Doe gewoon wat nodig is.’
E
F
Stevie heeft een verstopte neus, ze moet niezen en hoesten en heeft lichte koorts. Aan de uitleg van de dokter heeft ze echter niet erg veel: ‘De nasale congestie en sternuatie zijn symptomen van een acute virale nasofaryngitis. Het best haalt u wat antipyretica, antitussiva en expectorantia in huis.’
Omaima vraagt Sophia hoe laat het is, waarop die antwoordt: ‘Goh, ik heb echt al honger.’
G
Meneer Maes van natuurwetenschappen vraagt Evy hoe het komt dat de toets zo’n tegenvaller was. Evy vertelt daarop een minutenlang verhaal van de avond daarvoor: de hond van de buren was verloren gelopen en ze was even mee gaan zoeken, haar kat had overgegeven op haar bed, haar kleine broer maakte een crisis omdat hij niet meer mocht gamen, haar moeder hing met haar beste vriendin aan de lijn over de moeilijke situatie op het werk en toen wou ze echt even een paar afleveringen van haar favoriete serie bekijken om wat te ontspannen, waardoor ze dan niet meer kon slapen omdat in de laatste aflevering haar favoriete personage doodging.
1* In de kapstok-scène uit het vorige lesdeel loopt de communicatie fout omdat de vader zijn boodschap niet duidelijk genoeg verwoordt. Waarom loopt het in de voorbeelden op p. 344 fout?
Onthouden
De filosoof Paul Grice stelde dat sprekers moeten samenwerken om de communicatie te laten slagen. Hij noemde dat het coöperatieprincipe. Het idee is dat het voor de zender én de ontvanger goed is om samen te werken omdat zij dan een gemeenschappelijk doel kunnen bereiken. Het gemeenschappelijke doel is: elkaar begrijpen.
Grice zag vier maximes waaraan communicatie moet voldoen om succesvol te zijn.
Maxime van kwantiteit: geef niet te veel en niet te weinig informatie.
Maxime van kwaliteit: zeg alleen wat waar is en onderbouw je uitspraken met voldoende bewijs.
Maxime van wijze: wees duidelijk, helder en vermijd dubbelzinnigheid of vaagheid.
Maxime van relevantie: zeg alleen dingen die relevant zijn voor het gesprek en de huidige context.
2 Bekijk opnieuw de voorbeelden op p. 344. Welke maximes worden geschonden?
DE CONTEXT IS ALLES
Het is hier koud.
Ik heb nog maar 2 euro. B Goed gedaan! C Trek je dat aan?
Niet bewegen!
Ben jij de oudste hier?
Duurt het nog lang?
Ik heb genoeg gezien.
het maxime: principe, grondstelling, beginsel
1* Speel nu zelf een scène waarbij een taaluiting verschillende betekenissen kan hebben.
a Maak groepjes van drie personen. Elk groepje krijgt een zin of een teken. Bedenk in jullie groepje minstens twee contexten waarin die zin gebruikt kan worden. Let op: afhankelijk van de context moet de zin een andere betekenis krijgen.
b Voer beide scènes op voor je medeleerlingen. Let daarbij op een aantal basisregels: spreek duidelijk en articuleer goed. Spreek niet met je rug naar je publiek.
c Als alle scènes getoond werden, bespreek je de zinnen. Welke betekenissen zijn mogelijk?
d Bespreek volgende vragen.
©VANIN
• In welke scène(s) heeft de boodschap een subtekst? Leg uit.
• In welke scène(s) is de taaluiting ongepast in die context? Leg uit.
• In welke scène(s) wordt voldaan aan het coöperatieprincipe? Leg uit.
• In welke scène(s) is de betekenis van de taaluiting afhankelijk van de culturele achtergrond van de spreker?
2 Lees dit voorbeeld van David Pinto (professor interculturele communicatie aan de Universiteit van Amsterdam) waaruit blijkt hoe de culturele achtergrond van de spreker de communicatie kan beïnvloeden.
Een Amerikaanse zakenman informeert tijdens zijn bezoek aan een Japanse zakenrelatie, geheel volgens zijn eigen normen handelend, beleefd hoe het met de echtgenote van de Japanner ging. ‘Goed, dank u’, was het antwoord van de Japanner, waarop de Amerikaan lovende woorden sprak over het kapsel en de kleding van de vrouw. Dit gesprek verliep in voor beiden perfect verstaanbaar Engels, maar de emotionele betekenis was zeer verschillend. De Japanner was namelijk geheel niet gediend van deze Amerikaanse ‘beleefdheden’ en verbrak dan ook de relatie.
a Is er in dit voorbeeld ook sprake van indirect taalgebruik?
b Herken je het coöperatieprincipe in dit voorbeeld?
c* Ken je zelf nog voorbeelden waarbij de culturele achtergrond een invloed heeft op de betekenis van een taaluiting? Het voorbeeld mag zowel verbaal als non-verbaal zijn.
Onthouden
Pragmatiek bestudeert hoe de betekenis van taal afhankelijk is van de context waarin deze wordt gebruikt. Pragmatiek onderzoekt onder andere indirecte taal, non-verbale communicatie, culturele invloeden op taalgebruik en beleefdheidsconventies.
DE VORM DOET ERTOE
Je leerkracht geeft per twee een kaartje waarop een korte scène omschreven staat.
1 Speel de scène en bespreek nadien volgende vragen.
a In welke scène(s) heeft de boodschap een subtekst? Leg uit.
b In welke scène(s) is de taaluiting ongepast in die context? Op welke manier?
c In welke scène(s) wordt voldaan aan het coöperatieprincipe? In welke niet? Leg uit.
Onthouden
Bij communicatie speelt ook de relatie tussen taalgebruikers een rol: hoe verhouden zij zich tot elkaar? Is er sprake van hiërarchie? Hoe groter de sociale afstand tussen de taalgebruikers, hoe belangrijker beleefdheidsconventies worden.
Beleefdheidsconventies zijn alle (impliciete) afspraken die horen bij het taalgebruik in bepaalde contexten. het gepaste stemvolume gebruiken, op een geschikt moment het woord nemen, eufemismen gebruiken
Behalve de context bepaalt ook de vorm welke betekenis de ontvanger aan een boodschap geeft.
SPEK EN BONEN
Je leest een fragment uit het kortverhaal Spek en bonen van Tom Lanoye dat in Les 22 aan bod kwam.
Tanya leest. Tegenover haar heeft een kerel ongevraagd plaatsgenomen. Hij lijkt op die ene, die blonde, uit dat feuilleton op woensdagavond. Hij drinkt een biertje en kauwt op een tandenstoker en houdt geen moment zijn mond.
MARCO: Ik begrijp dat niet. Iedere avond moet ze overwerken. Zegt ze. Overwerken? In een boetiek! Snap jij het? Ik niet. Ik kom dan altijd naar hier om iets te eten. Moederziel alleen thuis aan een keukentafel zitten, dat is niets voor mij. En jij, kom jij hier veel?
TANYA: (leest) Af en toe.
MARCO: We moeten elkaar al die tijd misgelopen zijn, dat kan niet anders. Ik zou mij jou herinneren. Direct. Zo veel volk komt hier nu ook weer niet. En jij springt nogal in het oog. Echt waar. Ben je altijd zo aan het lezen?
TANYA: (leest) Nee.
MARCO: Als je liever voort leest, moet je het zeggen.
TANYA: (leest)
MARCO: Zeg het maar. Lees je liever verder? Of mag ik je op een koffietje trakteren? Wat denk je?
Tanya legt haar boek terzijde en drinkt drie koffies en een milkshake op kosten van Marco.
1 Analyseer dit gesprek tussen Tanya en Marco aan de hand van de vragen.
a Wat wil Marco met zijn woorden bereiken? (= beoogd efect)
b Wordt dat effect ook bereikt: reageert Tanya zoals hij wil? Waarom (niet)?
c Hoe reageert Marco op het feit dat ze blijft lezen?
d* Hoe zou jij in zijn plaats reageren? Zou het gesprek anders verlopen? Waarom (niet)?
e Wat wil Tanya met haar houding en woorden bereiken? (= beoogd efect)
f Wordt dat effect ook bereikt: reageert Marco zoals ze wil? Waarom (niet)?
g Hoe reageert Tanya op het feit dat hij blijft praten?
h* Hoe zou jij in haar plaats reageren? Zou het gesprek anders verlopen? Waarom (niet)?
i Waarom zou Tanya haar boek uiteindelijk toch wegleggen, denk je?
2 We zoomen dieper in op de dialoog.
MARCO: Ben je altijd zo aan het lezen?
a Heeft deze zin een subtekst? Zo ja, welke?
TANYA: (leest) Nee.
©VANIN
b Is hier sprake van coöperatie? Waarom (niet)?
c Pas het antwoord van Tanya aan zodat duidelijker wordt wat ze bedoelt. Welk effect zou de aangepaste zin op de rest van het gesprek kunnen hebben?
MARCO: Als je liever voort leest, moet je het zeggen.
TANYA: (leest)
d Tanya reageert hier niet verbaal. Maar ook non-verbaal uit ze een boodschap. Welke?
e Welk maxime van Grice wordt hier geschonden?
Je speelt nu zelf de scène tussen Tanya en Marco. Je start met het begin van het gesprek, maar jullie verzinnen zelf een vervolg.
MARCO: Ik begrijp dat niet. Iedere avond moet ze overwerken. Zegt ze. Overwerken? In een boetiek! Snap jij het? Ik niet. Ik kom dan altijd naar hier om iets te eten. Moederziel alleen thuis aan een keukentafel zitten, dat is niets voor mij. En jij, kom jij hier veel?
TANYA: (leest) Af en toe.
3* Bespreek de verschillende scènes aan de hand van volgende vragen.
a In welke scène(s) kwam het tot een succesvolle communicatie? Welke zinnen droegen daar dan toe bij?
b In welke scène(s) kwam het niet tot een succesvolle communicatie? Welke zinnen droegen daar toe bij? Welke maximes van Grice werden geschonden?
c In welke scène(s) was er sprake van indirect taalgebruik? Welk effect had dat op de toehoorder?
d In welke scène(s) werden beleefdheidsconventies geschonden? Welk effect had dat op de toehoorder?
4 In het jaar 2360 zijn alle dialecten zo goed als vergeten … Speel Schoon Schip en red de laatste dialecten van hun ondergang.
Je kent het verschil tussen utopie en dystopie 1
Je kunt de dystopische kenmerken in klassieke en recente verhalen aanduiden
1
INLEIDING
De dystopische roman ©VANIN
Je maakt kennis met enkele klassiekers van het genre 4
Je krijgt inzicht in de geschiedenis van het dystopische genre 2 3
Hieronder vind je de verklaring van twee belangrijke termen die je in deze les leert kennen.
1* Welke link legt de de nitie in Onze Taal?
dys·to·pie (de; v; meervoud: dystopieën) afschrikwekkend toekomstbeeld
uto·pie (de; v; meervoud: utopieën) onbereikbaar ideaal
Bron: vandale.nl
dystopie (de)
betekenis afschrikwekkend toekomstbeeld uitspraak [dis-to-pie]
woordfeit
De Britse schrijver Thomas More beschreef in een invloedrijk boek uit 1516 een denkbeeldig land waar alles volmaakt was: de ideale samenleving. Hij noemde dat land (en het boek) Utopia. Daaraan danken we het woord utopie, ‘onbereikbaar ideaal, droombeeld’. More vormde de naam met de Griekse woorden ou ‘niet’ en topos ‘plaats’; letterlijk was Utopia dus ‘Nergensland’, omdat zo’n plaats in zijn ogen niet echt kon bestaan.
In de 20e eeuw ontstond een term voor het tegenovergestelde van een utopie: dystopie, een verre van ideale samenleving, oftewel een schrikbeeld. In dystopie zit het Griekse dys, ‘moeilijk, slecht’.
Bron: onzetaal.nl
De termen utopie en dystopie kun je gebruiken in verschillende contexten en verschillende periodes uit de geschiedenis. In volgend fragment lees je hoe ze gebruikt worden om iets te vertellen over de wereld na de Tweede Wereldoorlog.
2 Vul de kenmerken van de dystopische wereld aan in het Onthouden-kader.
De belangrijkste kenmerken van een dystopische wereld zijn:
• een wereld,
• een overheid,
• de voor de toekomst,
• de censuur,
• de (sociale) beheersen het leven,
Onthouden
©VANIN
• het leven is zo dat de mens naar hulpmiddelen grijpt om te (over)leven,
• de domineert de mens en de maatschappij. woord
de provo’s: jongeren die midden de jaren 60 in Nederland op een ludieke manier de autoriteiten zoals politie of politici provoceerden of uitdaagden het exces: uitspatting, uitwas intuïtief: je weet of voelt iets direct aan, zonder dat je erover nagedacht hebt de exploitatie: ontginning de repressie: onderdrukking de overlevingsstrategie: als de materiële of psychische leefomstandigheden zo moeilijk zijn, doet de mens alles om gewoon fysiek of psychisch te overleven
3 Bekijk de volgende boekcovers, fragmenten en lma ches. Geef bij de dystopieën minimaal drie dystopische kenmerken. Opgelet: er zit een vreemde eend in de bijt, want één verhaal is geen dystopie.
©VANIN
In Zehs verhaal dragen alle mensen een chip in hun bovenarm, vergelijkbaar met de chip die men vandaag al op identiteitsbewijzen aanbrengt: hij bevat biometrische gegevens, van vingerafdruk tot DNA-profiel. De fysieke gesteldheid van de bewoners wordt verder gecontroleerd via meetapparatuur in de riolering, via een verplicht aantal dagelijks af te leggen kilometers op een hometrainer en ook via een uitgekiend systeem dat bepaalt wie zich met wie mag voortplanten: eenzelfde immuunsysteem is daarbij een absolute vereiste. Roken is een ernstig misdrijf, of meer algemeen: alles wat je ongezond kunt noemen, is gecriminaliseerd. Een en ander speelt zich niet langer af binnen een staatsstructuur, maar de staat is vervangen door ‘De Methode’. Die ‘Methode’ zou onfeilbaar zijn.
Bron: gent.bibliotheek.be
Het verhaal van de Dienstmaagd speelt zich af in een republiek waarvan het totalitaire regime naar de letter van het Bijbelboek Genesis heerst. De maatschappijvorm die daaruit voortvloeit, is op zijn zachtst gezegd bizar. De Dienstmaagden vormen een van de nieuwe ‘klassen’ in deze strikt gereguleerde maatschappij. Ze hebben slechts één functie: het verzorgen van de voortplanting. Vanfred, de vertelster, behoort tot die klasse en is gedwongen haar leven grotendeels in stilte door te brengen. Alleen ’s nachts in haar sobere kamer is ze vrij om zich over te geven aan haar illegale herinneringen: het lezen van boeken, haar eigen naam, het nu irrelevant geworden begrip ‘liefde’.
Bron: www.hebban.nl
Met gespitste oren luister ik of ik op straat voetstappen hoor. Stampend. Marcherend.
Maar nee, niets. Alleen het vertrouwde tjirpen van de krekels, af en toe vaag geronk van een auto in de verte en een geruis zo zwak dat ik niet weet of het de wind is of het gespannen snuiven van mijn eigen ademhaling. Alles is hetzelfde als altijd: het perfect gemaaide gazon van Center Square, de fonkelende lichtjes van de muziekkoepel, het gele schijnsel van de buitenlampen naast de deuren.
In de verte zie ik rook omhoogkringelen.
Bijna iedereen uit de stad is bij de boekverbranding, dus zou ik veilig over straat moeten kunnen.
Of in elk geval: veiligér.
Ik meet de tijd niet meer af volgens de oude kalender; ik let niet meer op de datum. Er is alleen nog
Toen en Nu. Er is alleen nog wat we ooit waren en wat er van ons geworden is.
Tweeënhalf jaar geleden is het dat de verkiezingen gehouden werden.
Twee jaar geleden dat de nazi’s hun mars in Washington DC hielden.
Achttien maanden geleden dat de anti-islamwet er kwam.
Een jaar geleden dat we door onze antwoorden bij de volkstelling op de lijst belandden.
Negen maanden geleden dat de eerste boekverbranding plaatsvond.
Zes maanden geleden dat de uitsluitingswetten van kracht werden.
Vijf maanden geleden dat de minister van Justitie bepaalde dat de zaak Korematsu vs. de Verenigde Staten een precedent schiep voor de internering van burgers in tijden van oorlog.
Drie maanden geleden dat de eerste moslims in de publieke sector hun baan verloren.
Twee maanden geleden dat een felle islamofoob tot minister van Oorlog werd benoemd, een kabinetspost die sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer had bestaan.
Een maand geleden dat de president van de Verenigde Staten in een toespraak voor het Congres, live uitgezonden op televisie, verklaarde dat ‘moslims een bedreiging vormen voor Amerika’.
Ik had gedacht dat ons liberale universiteitsstadje er langer tegen zou vechten, de rug langer recht zou houden. Sommigen deden dat ook. Het was echter verbazingwekkend hoe snel gewapende militairen en pepperspray korte metten maakten met de goedbedoelde protesten van ruimdenkende mensen in groene stadjes als het onze. Ze vinden nog steeds plaats, de tot rellen uitgegroeide betogingen, al besteden de reguliere media er geen aandacht aan. Het verzet leeft, zeggen sommigen, maar niet in mijn stad, en niet op het avondnieuws.
Over dertig minuten gaat de avondklok in en het is stom om zo’n risico te nemen. Mijn ouders ontploffen als ze erachter komen dat ik niet in mijn kamer zit te lezen. Maar ik moet David zien. Ik dwing mezelf om rustig te lopen, hoofd rechtop alsof ik niets te verbergen heb, al schreeuwt elke spier in mijn lichaam dat ik moet rennen, terug naar huis. Formeel doe ik niks verkeerds, nog niet, maar als de politie me aanhoudt … Nou ja, laten we zeggen dat die er akelig goed in is om over formaliteiten heen te stappen.
Adem in, adem uit. Kalm aan.
Samira Ahmed. Ingesloten
Het boek gaat over een vader en zoon die samen op weg zijn naar het zuiden. Amerika is verwoest (waarschijnlijk verbrand, alles ligt in as) en voedsel is zeldzaam. Daarom zijn veel mensen kannibaal geworden, maar ze willen dat niet. Kannibalen worden in het boek ook wel de ‘bad guys’ genoemd. Vader en zoon proberen op andere manieren aan voedsel te komen. Ze gaan bijvoorbeeld huizen binnen (met het gevaar kannibalen tegen te komen) op zoek naar voedsel. Hun voedselvoorraad nemen ze mee in een cart (winkelkarretje). Daarin zitten ook hun verrekijkers, dekens en pistolen. Ze slapen bij een brug of in de bossen. De kannibalen rijden in vrachtwagens op de weg (the road). Die weg moeten ze zo veel mogelijk proberen te vermijden. Een keer zet een kannibaal een mes tegen de keel van het zoontje. Zijn vader ziet dan geen andere optie dan hem door zijn hoofd te schieten en ze weten te ontsnappen. Het boek bevat ook flashbacks met de moeder.
Bron: www.scholieren.com
LEZEN: LEVEN WE IN EEN DYSTOPIE?
De hoofdpersoon Mae Holland wordt door haar vriendin Annie aangenomen bij het fictieve internetbedrijf De Cirkel, een combinatie van Google, Facebook en Twitter. Mae is een jonge vrouw die aan het begin van haar carrière staat. Ze heeft behoorlijk wat affectie nodig van mannen, zo flirt ze met personages als Francis, Mercer en met de mysterieuze persoon Kalden. Maes vader lijdt aan multiple sclerose en kampt met verzekeringsproblemen, waardoor hij financieel niet in staat is om een behandeling te starten. Later in het verhaal speelt dat een belangrijke rol.
Het bedrijf ‘De Cirkel’ wil alles in de wereld deelbaar en openbaar maken, ze streven naar een monopolie op het vlak van internetgebruik en naar afschaffing van de privacy. In het verhaal zien we, door de ogen van Mae, hoe ‘De Cirkel’ meer en meer macht krijgt over de volledige (privé-) wereld. Zo ontwikkelen ze programma’s als SeeChange, PastPerfect en SoulSearch om informatie van hun klanten te kunnen krijgen. Het uiteindelijke doel van De Cirkel is ‘the completion’: het rond maken van de cirkel, volledige kennis van elke burger hebben.
Bron: nl.wikipedia.org
In de loop van de geschiedenis hebben verschillende romanschrijvers nagedacht over de toekomst van de wereld. Heel vaak was dat niet zo positief, maar sommige van die romans zijn wel klassiekers en must-reads geworden!
Lees de tekst Leven we in een dystopie? van Martijn Lindeboom in de Trajectwijzer op p. 221-223.
1 Noteer een aantal auteurs en titels die je interessant vindt.
2 Welke kenmerken van dystopie worden in het artikel gegeven?
VOOR DE ZONDEVAL
Situering
Je leest op de volgende pagina’s het verhaal Voor de zondeval van Nelleke Noordervliet.
1 Wie is de protagonist? Wat weet je over zijn/haar leven nu? Hoe voelt dat leven aan voor de protagonist?
2 Wie is de antagonist? Wat weet je over zijn/haar leven nu? Hoe voelt dat leven aan voor de antagonist?
3 Wat kom je te weten over hun relatie vroeger?
4 Wat kom je te weten over de maatschappij waarin dit verhaal zich afspeelt?
Het verhaal beleven
5* Hoe denk je dat het verhaal verder verloopt?
a Zal de ‘ik’ meegaan met Max? Of geeft Max het verzet op en kiest hij voor een burgerlijk leventje met de ‘ik’?
b Wat zou jij doen?
6* Doen gebeurtenissen in dit verhaal je denken aan recente of historische gebeurtenissen in je eigen land of in de wereld?
©VANIN
Doordringen tot de tekst
7 Onderzoek of dit verhaal aansluit bij de oudere of bij de nieuwere dystopieën.
a Zoek tijdens het lezen naar zinnen die verwijzen naar typische dystopische kenmerken.
b Bepaal telkens om welk kenmerk het gaat: onaangename wereld – onderdrukkende overheid –angst voor de toekomst – censuur – media beheersen het leven – het leven is banaal/fake – verzet –romantiek.
c Martijn Lindeboom gaf in zijn artikel in de Trajectwijzer op p. 221-223 ook kenmerken van nieuwe dystopische verhalen. Welke vind je terug in deze tekst?
‘Ja, dat is goed’, zeg ik. ‘Kom maar.’ Pas als ik het heb gezegd, slaat de schrik me om het hart en tintelt tot in mijn vingers en in mijn tenen. Ik wankel, hou me dan recht. Die verdomde impulsiviteit, die ik in bedwang dacht te hebben! Nu kan ik niet meer terug.
Na de voorstelling wachtte hij me op. Omdat ik weet waar alle camera’s hangen en ze zo veel mogelijk omzeil, zag ik dat hij net in een dode hoek was gaan staan. Ook gevaarlijk, omdat de onderbreking wordt gesignaleerd.
‘Ken je me nog?’ vroeg hij.
Het was Max. Twintig jaar later, twintig jaar ouder, maar onmiskenbaar Max, met het ene levende oog. In de andere oogkas was met kunst- en vliegwerk een starende knikker gepropt.
‘Er is weinig tijd’, zei hij. ‘Help me.’ In drie strak geformuleerde zinnen vertelde hij me dat zijn alias was gehackt, dat de Dienst hem op het spoor was en dat hij opgepakt en gedeporteerd zou worden, of erger. Tenzij. ‘Ik blijf niet lang’, zei hij. ‘Ik weet een weg.’
(‘Ik weet een weg’, zegt Max. Het bloed stroomt langs zijn gezicht. Achter ons branden huizen, huilen sirenes en klinken hollende voetstappen, schreeuwende mensen, schoten. We zijn kinderen. Vijftien jaar oud. Hij trekt me mee. Hij weet een weg.)
Natuurlijk word ik geobserveerd, zoals iedereen. Niemand weet wanneer de camera’s scherp getrokken worden op je bewegingen. Soms volgen ze je dagen achtereen met hun kleine, zwarte pupillen, zonder te knipperen. Ze zijn geduldig en koppig, ook al maai je alleen maar het gras of doe je boodschappen in het winkelcentrum. Men zegt – als mensen er überhaupt over spreken – dat de aandacht ook weleens ‘uit’ staat; je weet niet wanneer. Het is vergelijkbaar met het risico dat een kat neemt als hij hollend een drukke weg oversteekt. Soms haalt hij het.
Ik vertrouw op het geluk van Max. Hij klopt aan als ik een halfuur thuis ben en de aandacht van de surveillanten misschien verslapt. Ik heb intussen radeloos door mijn kamer gelopen, opeens als de dood dat de macht ook hier is doorgedrongen in de fittingen en de brandmelders, of ik nu de favoriete zangeres van de Protector ben of niet. Hij is opgetrokken uit achterdocht. Eenmaal binnen ontspant Max zich. Hij grijnst. De knikker blijft zonder uitdrukking, alsof die alleen aan werkelijke vreugde meedoet.
‘Je hebt zeker geen alcohol in huis, braaf meisje dat je bent.’
‘Thee kun je krijgen. Water.’
Ik maak thee voor ons, maar ben te rusteloos om te gaan zitten.
©VANIN
Max leunt achterover op mijn bank, handen om de warme beker, en slaakt een zucht van behaaglijkheid.
Het is de vraag of de kat het heeft gehaald en of zijn komst niet is opgemerkt.
‘Waarom ben je naar mij toe gekomen?’
‘Omdat niemand me hier zal zoeken.’
‘Ze zijn je op het spoor!’
‘Waarom heb jij dan ja gezegd?’
‘Omdat niemand je hier zal zoeken?’
‘Je hoort niet bij de makke schapen. Ik wist het wel.’
Dat kon hij niet weten. De afgelopen twintig jaar hadden me kunnen temmen. Het had er alle schijn van, als ik in het staatstheater mijn liederen zong, toegejuicht door de Protector in zijn kogelvrije loge. Mijn teksten loofden de wet, het volk, de vrede, de welvaart die we hadden verworven en die gelijk werd verdeeld, de vreugde van de arbeid en de oogst; de muziek was vrolijk, opgewekt, soms romantisch.
Ik legde veel overtuiging in mijn uitvoering, die door Max waarschijnlijk werd verstaan als ironie. Maar openlijke ironie was uitgestorven, liever gezegd doodgehongerd. Dat stervensproces was ook in de privésfeer doorgedrongen. De jongere generaties werden zelfs zonder het vermogen te spotten geboren, dacht ik. Dat Max ironie in mijn teksten hoorde, lag meer aan hem dan aan mij.
‘Dat kun je niet weten.’
‘Ik bewonder je. Het is fabelachtig goed. De verborgen boodschap wordt gehoord.’
‘Er is geen verborgen boodschap.’
‘Wij gebruiken je teksten voor onze communicatie. Als ik “Kom naar het plein en zing van de vrede” app, komen vrienden naar een terras in het centrum. En straks zal ik met behulp van jouw telefoon het volgende bericht laten uitgaan: “De avond is gevallen in onze stille tuin.” Dan weten ze dat ik hulp nodig heb.’
Ik laat bijna mijn thee uit mijn handen vallen. Als dat bekend wordt, loop ik nog meer gevaar dan Max. ‘Dat is een rotstreek. Godverdomme, als dat uitkomt …’ ‘Je bent onschendbaar. Hij houdt van je.’ Max staat op, loopt door mijn woonkamer en becommentarieert de ruimte met een veelzeggend gebaar, inderdaad een immense gouden kooi, dankzij mijn succes aangeschaft. ‘Ik neem het je niet kwalijk’, zegt hij. Dat doet hij wel, ik zie het en hoor het. Hij vindt me een opportunist, een collaborateur, al komt hem dat nu toevallig uitstekend uit. ‘Er is vrede’, zeg ik. ‘Er is rust. Niemand wil meer terug. Ze zijn verlost van de rancune. Ze zijn verlost van de burgeroorlog, van de chaos.’
‘Ja, ik zie ze in de zon zitten, ze spelen, ze zingen en ze barbecueën. Ik zie dat ze fluitend naar hun werk gaan. Ik zie ze elkaar beleefd voorrang geven, de hand opsteken en groeten. De kinderen worden opgevoed met samenzang en lofprijzing. Het is een laagje mierzoet glazuur over een leegte. Vijftig jaar geleden was er een film: The Truman Show, waarin een man zonder het te weten opgroeit in een gigantisch decor en een totaal gescript leven leidt. Onze wereld is een Truman Show zonder Truman. Of met alleen maar Trumans. Alles is nep. Alle relaties zijn fake. Iedereen speelt geluk. Iedereen speelt zo goed geluk dat ze erin zijn gaan geloven.’
‘Dat is niet waar. Mensen zijn echt opgelucht. Je weet toch nog hoe het was?’ zeg ik. Ik heb het koud.
(Hoe het was voordat het netwerk van Engelen met hun handlangers, die Protector, Leider of Leraar werden genoemd, de brandende wereld redde? In puin geschoten steden. Geblakerde autowrakken op uitvalswegen. Milities. Smekelingen, de armen om de knieën van soldaten geslagen, de onverschillige kogel door het hoofd. Beelden van een parlement waar machteloze mannen in pakken vergaderen. Een op hol geslagen tank met draaiende geschutskoepel, willekeurig schietend. Mortieren, flakflak-flak, extatische schutters in vrachtwagens. Optochten voorafgegaan door trommelslagers, vaandels met hakenkruisen, kaalgeschoren mannen gewapend met fietskettingen. Plunderende kinderen. Moslimposses. Blaffende luidsprekers met het geluid van hysterische warlords, voormalige beursspeculanten. Een vrouwenstem die een klaaglied zingt. Het volk in opstand tegen de elites. Op de Veluwe zijn massagraven ingericht voor politici, rechters, journalisten, schrijvers, geleerden. Dagelijks executies. Killing fields. Tribunes voor bezoekers. Bij elke rollende kop een massaal ‘hopla’.)
©VANIN
‘We leven in een postrevolutionaire tijd. En de verkeerde kant heeft gewonnen’, zegt Max.
‘De winnaar heeft altijd gelijk.’
‘Dat is een fatalistisch en fataal cliché.’
We staan tegenover elkaar. Ik zie zijn littekens en zijn angst.
Hij is helemaal niet zeker van me. Ik ben niet zeker van mezelf. Ik wil huilen of gillen om de spanning op te lossen die hij heeft binnengebracht. Ik draai me om, blind en doof omdat het vanbinnen raast, en zet de televisie aan. Vanwege het late uur is er een licht-erotische spelshow met veel dubbelzinnige grappen en blote tieten. Er zijn geen verliezers. Ik haal diep adem. En nog een keer. Dwing me tot rust.
‘De logeerkamer is aan het eind van de gang’, zeg ik, belangstelling veinzend voor de show.
‘Je telefoon?’
‘Die krijg je niet. Ik haal morgen wel zo’n wegwerpding voor je.’
‘Die zijn ook geregistreerd.’
‘Maak je geen zorgen.’
Hij aarzelt, durft de gang niet op te gaan, wil me in de gaten blijven houden. We strijden zwijgend, terwijl de televisie doorblaat. Ik voel het touw waarvan we beiden een uiteinde in handen hebben. Het staat strak.
‘Ik ga wel weg’, zegt hij.
Ik zwijg.
Hij blijft.
(Ik vind aan de rand van een hoop smeulend afval een stuk onbeschadigd katoen, van een doktersjas of zoiets, en in de luwte van een vervallen schuur stelp ik het bloed. Het oog is reddeloos verloren. Brand de wond maar dicht, zegt Max. Goed heet. Ik dek hem toe met mijn jas en ga op zoek naar ijzer. Waar zijn de breinaalden als je ze nodig hebt? Hier en daar gebogen figuren die een uitweg zoeken, spullen meezeulen. Op de achtergrond het grommen van de oorlog. Ik pak een haak waarmee een deur werd opengehouden, houd die langdurig in het vuur en dan tegen zijn oog. Zijn schreeuw gaat op in een explosie een eind verderop, waarvan de hete wind met vonken over ons heen trekt. Mijn haar vat vlam. Ik sla het uit. Blaren op mijn handen. We moeten door, zeg ik. De stad uit.)
Hij gaat naast me zitten en kijkt met me mee naar de oude presentator met veel te witte tanden die voortdurend ondeugend knipoogt en danseresjes in de billen knijpt. Ook deze olijkerd is een favoriet van de Protector Maximus, zoals de officiële titel van onze autocraat luidt.
‘Heb jij nog stiekem oude boeken bewaard?’ vraagt Max.
‘Ik heb er nooit veel gehad. Mijn ouders hadden alles al weggedaan. Heeft ze niet geholpen.’ ‘Fahrenheit 451. Ook al zo’n film van vroeger. Helemaal werkelijkheid geworden. Maar niemand heeft net als in dat verhaal een roman uit zijn hoofd geleerd om het lampje van de beschaving brandend te houden.’ De laatste woorden spreekt hij aanstellerig uit, als een ironisch cliché.
‘Er worden toch nog romans geschreven en digitaal gepubliceerd.’
‘Met keurmerk van de grote Baas, ja.’
‘Ik download ze, maar ik lees ze niet’, zeg ik naar waarheid. Ze zijn niet te verteren.
‘Ik wel. Het wordt allemaal genoteerd. Hoeveel tijd je aan een boek besteedt. Waar je ophield. Ik moet voorzichtig zijn. Maar op jou rust geen verdenking. Jij bent de geliefde zangeres, jij schrijft zoete teksten. Jij hoeft niet te lezen.’ Hij neemt mijn hand in de zijne en drukt er een kus op. De aanraking trekt een mes van verlangen door me heen.
‘Er gaat veel dood in mensen’, zeg ik. ‘Ongemerkt.’
‘Heb je echt geen wijn?’
(Na uren lopen in een grauwe door rook en vuren gepokte duisternis komen we bij het huisje aan de plas waar ik met mijn ouders mooie zomerdagen doorbracht. Er is niemand. Mijn ouders liggen in een kuil op de Veluwe. De sleutel vind ik nog onder de Keulse pot. Sommige dingen blijven normaal. Een bespotting van de werkelijkheid waarin we leven. Flessenpost uit het verleden. Ik begin te lachen. Max hangt doodmoe tegen de muur aan en struikelt naar binnen als ik de deur open. Het ruikt vertrouwd naar vocht en schimmel en naar papa en mama. Ik ben vijftien. Het lachen is huilen. We steken kaarsen aan die altijd klaarstaan voor als de elektriciteit uitvalt. Max vindt een fles whisky, driekwart vol. Papa’s Connemara. Hij drinkt zich bewusteloos om de pijn te stillen. Ik kruip tegen hem aan. Morgen zijn we dood, hoop ik.)
‘Ik heb wat cider. Een vriendin heeft een appelboom.’
‘Mijn god! Cider! Daar moet je een vat van wegwerken om iets te voelen. Kom op met die drank!’
We drinken het troebele, licht gegiste sap. Bij de spelshow mogen de deelnemers een bubbelbad met levende barbies in.
‘Wat willen jullie eigenlijk?’ vraag ik.
‘Rouwen. Ruzie zoeken. Zelf doen. Huilen. Besluiten. Fouten maken. Kiezen. Ongelijk krijgen. Hopen. Vertrouwen. Afwijzen. Net als vroeger.’ Hij neemt mijn gezicht tussen zijn handen. ‘Net als vroeger.’ Ik deins terug voor zijn geschonden kop, getuigenis van dat ‘vroeger’ van hem.
‘Dat wordt telkens oorlog.’
‘Dat zeggen de Engelen en hun handlangers.’
‘Het is waar.’
Hij laat me los. ‘Zelfs als het waar is, kies ik daarvoor.’
‘Je weet niet wat je zegt.’
‘Heb je wat te eten?’
Ik warm een pizza op en probeer me te beheersen. Ongrijpbare flitsen van een nachtmerrie. Van dromen ook. Hoe hooi rook. En de eerste vleug voorjaar. De plannen die we maakten. Wat allemaal kon. Alles was ongewis en groots. Maar we waren kinderen, houd ik mezelf voor. Dat is zoals kinderen denken. Denken kinderen nog zo? Denken ze? De vette pizzapunten ruiken naar onze schooljaren, toen alles nog goed leek en niemand het gerommel aan de horizon wilde horen. Nu geen herinneringen ophalen, zeg ik tegen mezelf.
‘En, wat kunnen jullie doen?’ vraag ik gespeeld opgewekt. Ik zet een bord voor hem neer.
‘Wakker blijven. Herinneren. Vertellen. Denken. Kijken.’
‘Maar wat is jullie doel?’
‘Een dictatuur heeft een houdbaarheidsdatum. Verzet groeit.’
‘En dan staan jullie klaar om de boel over te nemen.’
‘Je gelooft er niet in.’
‘Als jullie er maar in geloven.’
180
Ik kan niets beginnen met de nostalgie van Max en zijn kompanen. Straks wordt hij uit een vliegtuig gegooid of crepeert hij op een zandplaat met honderd anderen. Opstandig, maar improductief. En wat weten wij nu werkelijk van de tijd waarin alles nog ‘goed’ was. Wat was ‘goed’? We moeten diep in het verleden duiken – dat helaas door de Protector ontoegankelijk is gemaakt – om het moment te vinden waarop ze de afslag namen van beheersbare meningsverschillen naar onvermijdelijke oorlog. En bovendien, stel dat we dat moment vinden, dan hebben we daar nu niets aan. ‘We hebben geduld’, zegt Max. Hij krabt aan zijn wang. Zijn littekens jeuken. De knikker dreigt eruit te vallen. Hebben papa en mama gezien hoe en wanneer het gebeurde? Wat hebben ze gedaan? Wat konden ze doen? Door Max stel ik mezelf vragen, waar ik geen antwoord op heb. Ik ken de beklemming van de oorlog, de amorele overlevingsdrang, het vege lijf redden zonder na te denken over goed en kwaad, maar ik weet niet hoe het is als moraal nog telt, als je kunt kiezen. Als het erom gaat. Nu zijn mijn keuzes stompzinnig beperkt tot de route die ik neem naar het theater, het eten dat ik koop in de supermarkt, de films die ik aanklik op de smart-tv. Ik heb de gedwongen oppervlakkigheid een verademing gevonden. Het ís een verademing, verdomme! Max maakt me onzeker. Na de spelshow komt een herhaling van het dagelijkse nieuwsbulletin. De Protector op bezoek in een seniorencentrum te midden van een schare lachende, oude mensen, die de duim omhoogsteken. Hij ziet er gebruind uit en is naar de kapper geweest. Topfit. Niemand kan zijn leeftijd schatten. Daarna een korte impressie van een internationale toogdag, waar de eensgezindheid van het Netwerk wordt gevierd en de eigenheid van iedere natie trots wordt getoond op een gigantische braderie. Applaus alom. Vervolgens een item over natuurbehoud dat automatisch overgaat in de weersverwachting. Dan is het tijd voor de nachtfilm over een gehandicapte, jonge vrouw die het geluk vindt. Ik zit er zelf ook in, zing een lied, waarbij de tranen over de wangen van de hoofdrolspeelster rollen. Ik hoor Max naast me steeds zwaarder ademen. Als ik opsta, schrikt hij wakker en trekt me snel weer op de bank. ‘Hier blijven.’ We zitten de tranentrekker uit. Bij de volgende film over een mank paard en een kleine jongen val ik in slaap, mijn hoofd op de schouder van Max.
©VANIN
Je kunt kritisch kijken naar een cultureel product 1
De recensie ©VANIN
Je kunt een cultureel product recenseren 3
Je kunt je mening over een cultureel product gepast onderbouwen 2
HET GENRE VERKENNEN
1* Beantwoord onderstaande vragen individueel. Bespreek vervolgens je antwoorden met een medeleerling en sluit af op klasniveau.
a Welk(e) film, televisieserie, boek, tentoonstelling, game heb je recent ontdekt en zou je aanraden aan je medeleerlingen? Bedenk minstens drie opties.
b Kies een van de opties uit opdracht 1a. Bedenk twee duidelijke argumenten waarom je die optie zou aanraden.
c Waar vind jij tips voor nieuwe films, televisieseries, boeken, tentoonstellingen of games?
2* Lees hieronder de inleiding van een artikel uit De Standaard
a Volgens de auteur stond de recensie twee dagen later in De Standaard in vergelijking met andere kranten ‘uit respect voor de artiest en de lezer’. Wat bedoelt de auteur daarmee volgens jou?
b Lees op de volgende pagina de rest van het artikel globaal op zoek naar het antwoord bij opdracht 2a.
JOURNALISTIEK JAARVERSLAG
Zo luister je niet naar Adele
© Fred Duval
Waarom stond de recensie van de nieuwe Adele twee dagen vroeger in andere kranten dan in De Standaard? De voornaamste reden daarvoor is, om het met Aretha te zeggen: respect. Voor de artiest, en voor de lezer. Inge Schelstraete
Uit ervaring weet ik dat ik een plaat zeker vijf keer beluister voor een grote recensie zoals die van Adele. Geen vijf keer na elkaar. Eén of twee keer volledig beluisteren, dan een halve dag of een nacht laten liggen, opnieuw beluisteren, en dan de dingen die je zijn bijgebleven, beluisteren en herbeluisteren – zitten daar nu drie lagen keyboards onder? Wát zingt ze? Dat is een sample – maar van welk nummer ook weer?
Voor de meeste recensies heb je die tijd, voor grote commerciële releases minder. Uit angst voor piraterij hebben artiesten de laatste jaren de gewoonte aangenomen om onverwacht te ‘droppen’ op de streamingdiensten, of stellen platenfirma’s alles in het werk om lekken te vermijden. Voor 30 van Adele waren er geen luisterlinks naar beveiligde sites, laat staan dat journalisten de plaat vooraf kregen. Wel werd er een luistersessie georganiseerd, enkele dagen voor de plaat verscheen. Platenfirma’s hebben uiteraard overweldigend goede geluidsinstallaties: alles klinkt er beter op dan wat u op de trein in uw oortjes hoort of op uw autostereo.
Twee keer luisteren en de dag nadien terugkeren, is dan uiteraard niet mogelijk. En dat is te weinig om iets te beoordelen waar de artiest soms een jaar of langer aan heeft gewerkt. Waar ruzies over zijn gemaakt en lang over is getwijfeld. Het zou lichtzinnig zijn om daar snel snel iets over neer te pennen. Muziek laat zich ook niet altijd meteen vatten en ontleden. De plaat die op het eerste gehoor helemaal niks was, blijkt bij de vierde beluistering een briljante gok.
Een recensie is een vreemde eend in een krant. Nieuwsberichten zijn objectief. De vraag die lezers soms stellen, hoe je iets objectief kunt recenseren, is in één woord te beantwoorden: niet. Je zou de songtitels kunnen opsommen, vertellen hoeveel minuten en seconden de plaat duurt en welke muzikanten, schrijvers en producenten eraan hebben meegewerkt. Maar dat is statistiek, geen recensie. Die is per definitie subjectief en persoonlijk. Zoals een van onze redactiechefs zegt: een recensie is geen democratie.
Blijven hangen
Maar persoonlijk is niet hetzelfde als willekeurig. Het waardeoordeel dat je velt, moet met argumenten gestaafd worden. Dat is moeilijker dan het lijkt, weet iedereen die in zijn enthousiasme niet verder raakte dan ‘de beats zijn geweldig, de melodieën ook, de zangeres fantastisch’. Een fan is niet noodzakelijk een betere recensent dan iemand die ‘koud’ luistert, misschien zelfs een slechtere: een recensie is geen reclame. Al zal een artiest of een platenfirma er wel mee uitpakken als ze lovend was. Het verwijt ‘als je geen fan bent van x, waarom recenseer je zijn plaat dan?’, slaat ook nergens op: artiesten of genres die je niet lust, ga je niet recenseren. Alleen mag een recensent niet bang zijn te vertellen waarom het werk van een gewaardeerde artiest dit keer tegenvalt.
©VANIN
De Standaard is noch een literair blad waarin we een essay kwijt kunnen over de emoties die een plaat bij ons oproept, noch een publicatie voor muziekstudenten vol technische info over toonaarden. Onze recensies zijn prozaïscher, een service aan de lezer. De tijd kruipt in vragen die de luisteraar zich ook zal stellen. Klinkt de nieuwe Adele zoals de vorige, of totaal anders? Wat is er nieuw aan? Wordt de vernieuwing voorzichtig doorgevoerd, of geloof je amper dat zij het is?
Wij beoordelen daarbij songs, eerder dan productie die moet verbergen dat sommige nummers geen sterke hook, melodie of zanglijn hebben. Als het een nieuwe artiest is: zijn er voor de hand liggende vergelijkingspunten en volgt hij die slaafs of gaat hij er creatief mee aan de slag? Dé vraag op het einde van de rit is of de songs blijven hangen. Dat houdt al in dat je er voldoende tijd mee doorbrengt voor je oordeelt.
Bron: www.standaard.be
3 Lees nu het volledige artikel grondig.
a Waarin verschilt een recensie van andere journalistieke stukken?
b Verklaar onderstaande citaten uit de tekst in je eigen woorden.
A ‘Een recensie is geen democratie.’
B ‘Een recensie is geen reclame.’
C ‘Persoonlijk is niet hetzelfde als willekeurig.’
c Verklaar onderstaande woorden uit de tekst. Geef een synoniem of stel een definitie op.
A piraterij
©VANIN
B lichtzinnig
C staven
D lovend
E prozaïsch
4 Welke tips leid je uit dit artikel af voor het schrijven van een goede recensie? Formuleer die tips in de imperatief.
MUZIEKRECENSIE
Je leest zo meteen een recensie over het nieuwste album van Adele.
1 Beantwoord onderstaande vragen zonder de recensie te lezen.
a Welke feiten verwacht je te lezen in deze muziekrecensie?
b Waarover verwacht je meningen te lezen in deze muziekrecensie?
2 Lees de tekst.
a Welke feiten en meningen uit opdracht 1 heb je gevonden in de tekst? Markeer ze in je antwoord. Vul eventueel aan met andere elementen die je in de recensie vond.
b Wat valt je op over de balans tussen feit en mening in deze recensie?
3 Lees de inleiding van de recensie opnieuw. Welke soorten informatie krijg je al?
4 Lees de rest van de tekst opnieuw. Markeer positieve en negatieve meningen over het album in twee verschillende kleuren.
a Wat valt je op?
b Welk effect heeft de ordening van positieve en negatieve meningen?
c Hoe zou je die verschillende meningen op een andere manier kunnen ordenen in de tekst?
Adele de langverwachte
© Jeppe Gustafsson
©VANIN
Op 30 verbreedt Adele haar geluid, en dat verrast aangenaam. Maar de ballads wentelen eindeloos voort in somberheid: veel snedige hits hoorden we niet.
Inge Schelstraete
Bijna dag op dag zes jaar nadat Adele 25 heeft uitgebracht, is 30 uit. Het is een plaat over haar echtscheiding. Dat moet u al gehoord, gelezen of gezien hebben, want de drie interviews die ze voor de plaat gaf en de tv-special met Oprah gingen er bijna volledig over. Net als de plaat dus.
Uiteraard is Adele niet de eerste die een liefdesbreuk uitzweet op een album. Maar haar teksten, die altijd al wat lijden onder letterlijkheid, lijken nu vaak recht uit haar dagboek te komen. De plaat opent met de loodzware beeldspraak ‘I’ll be taking flowers to the cemetery of my heart’. In I drink wine zingt ze over ‘fighting fire with fire’, en dat soort clichés komt te vaak langs. We zetten in een hoekje van ons notitieblok streepjes voor elke keer dat Adele ‘I cried’ zingt, maar moesten opgeven: het hoekje was vol lang voor de plaat uit was.
Babbelend zoontje
Op het eind van My little love barst Adele echt in snikken uit, en de luisteraar voelt zich een voyeur. Zal haar negenjarige zoon, die je in het nummer met zijn moeder hoort babbelen, zich daar niet voor schamen, als hij gaat puberen? Het is bovendien niet nodig: zonder die cinéma vérité was de song een behoorlijk stukje laatavondsoul met zijn zachte percussie en zoete fifties-koortje.
De single Easy on me was een geruststelling voor de fans: Adele zingt nog steeds emotionele ballads waarin ze breed kan uithalen boven een piano die zijn plaats kent. Maar op 30 verbreedt ze voorzichtig haar geluid. Cry your heart out, het beste nummer van de plaat, begint bijvoorbeeld als een meidengroepje uit de sixties, met van die schelle Lolitastemmetjes, en schuift mooi op naar zomerse reggaepop. In All night parking zingt Adele kittig boven een sample van jazzpianist Erroll Garner, en dat werkt wonderwel. Flirterige regels als ‘I know you’ve got things to do (I do, too) / I just wanna spend all my time with you (It feels so good)’, zijn trouwens een welkome afwisseling in de poel van miserie.
Ook een verrassing is Oh my God Met zijn handclaps en rare funkritme klinkt het bij eerste beluistering als het verplichte dansbare nummer tussen de ballads. Maar het groeit heel snel, en in de strofen gebruikt Adele een lichte, hoge stem die we nog niet eerder hoorden. Can I get it wordt dan weer bij elke beluistering een grotere stinker. Max Martin jatte de gitaarintro van Oasis’ Wonderwall en plakte er een vaag hiphopachtige beat achter – was dit bedoeld voor Ed Sheeran? De nekslag is zo’n olijke fluitsolo die in horrorfilms steevast door de seriemoordenaar wordt gefloten.
Hese Doris Day
De andere acht nummers zijn wel ballads. Strangers by nature is ondanks zijn sombere tekst een aantrekkelijke opener: Adele klinkt als een hese Doris Day, de strijkers zijn weggelopen uit een van de romantische komedies die Day in de jaren 50 maakte. Woman like me, een van de drie songs die Adele schreef met Inflo, de drijvende kracht achter het überhippe Sault, zingt ze zwoel boven een lui getokkeld bossanova-gitaartje. ‘It is so sad a man like you could be so lazy’, klinkt het, ‘how can you not see just how good for you I am?’ Auw! Maar 30 is geen afrekening met haar ex: de helft van de tijd kastijdt Adele zichzelf.
Inflo scheef en produceerde ook de afsluiter Love is a game. Dat heeft weer die leuke strijkers, terwijl de Lolita-meisjes spottend stukjes tekst als ‘fooling’ en ‘cruel thing’ herhalen, wat de song ondanks zijn bittere tekst een zeker I will survive-gehalte geeft. Inflo had ook de hand in Hold on, dat duidelijk indruk moet maken. Een orkest met blazers valt in, het koor – ‘Adeles crazy friends’, volgens de hoesnotities – bezweert: ‘hold on’, terwijl zij even hardnekkig ‘I hate being me’ zingt. Zes minuten duurt dat, en nog is er geen refrein te horen. En tijdens de stemoefeningen van To be loved sneuvelde onze pathosmeter helemaal.
Geen vuile nagelrandjes
Wat vooral bijblijft van 30 is zijn retroklank, met de Hollywoodstrijkers, sixties-soul en -meisjesgroepen. Die laatste recycleerde Amy Winehouse beter, met energie en vuile nagelrandjes die meer bij deze eeuw passen. We zouden welwillend kunnen zeggen: Adele is meer een oude ziel dan Amy was. Maar 30 mist ook de killerrefreinen van haar grote hits, of snedige songs tout court. Fijn om laat op de avond op te zetten, maar de radio maandenlang gijzelen zit er dit keer niet in.
Bron: www.standaard.be
©VANIN
Ook een verrassing is Oh my God Met zijn handclaps en rare funkritme klinkt het bij eerste beluistering als het verplichte dansbare nummer tussen de ballads. Maar het groeit heel snel, en in de strofen gebruikt Adele een lichte, hoge stem die we nog niet eerder hoorden. Can I get it wordt dan weer bij elke beluistering een grotere stinker. Max Martin jatte de gitaarintro van Oasis’ Wonderwall en plakte er een vaag hiphopachtige beat achter – was dit bedoeld voor Ed Sheeran? De nekslag is zo’n olijke fluitsolo die in horrorfilms steevast door de seriemoordenaar wordt gefloten.
©VANIN
5 Analyseer bovenstaande alinea uit het artikel.
a Leg onderstaande zinnen/zinsdelen uit in je eigen woorden.
A ‘… het verplichte dansbare nummer tussen de ballads.’
B ‘De nekslag is zo’n olijke fluitsolo die in horrorfilms steevast door de seriemoordenaar wordt gefloten.’
b Markeer alle meningen en bijhorende argumenten in deze alinea in twee verschillende kleuren.
c Met veel verschillende meningen in deze alinea valt de auteur graag terug op signaalwoorden die een contrast of tegenstelling uitdrukken. Onderlijn ze in de tekst.
d Welke signaalwoorden voor contrast of tegenstelling zouden ook gebruikt kunnen worden in deze alinea?
6 Herlees de laatste alinea van de tekst. Hoeveel sterren (maximaal vijf) zou de auteur aan dit album geven, denk je? Motiveer je antwoord aan de hand van twee duidelijke argumenten.
7 Heeft de auteur een goede recensie geschreven? Schrijf een korte ‘recensie’ over deze recensie. Herbekijk de tips voor een goede recensie op p. 363 en analyseer of de auteur die goed heeft opgevolgd. Ook andere elementen mogen in je recensie aan bod komen.
RECENSIES VAN BOEKEN EN TV-SERIES
1* Bekijk de trailer van de tv-serie Little Fires Everywhere. a Welke vijf woorden associeer jij met deze tv-serie? b Zou je de tv-serie willen kijken? Motiveer je antwoord met een krachtig argument.
Je leest zo meteen een recensie van de roman Little Fires Everywhere van Celeste Ng. Die bestseller vormde de basis voor de gelijknamige tv-serie en werd onder andere vertaald naar het Nederlands: Kleine brandjes overal. Hieronder lees je de korte inhoud van het verhaal.
©VANIN
Wanneer alleenstaande moeder en kunstenares Mia Warren met haar dochter Pearl naar Shaker Heights verhuist, een rustige wijk in Cleveland bevolkt door progressieve geesten, wordt het leven van de voorbeeldige familie Richardson danig op zijn kop gezet. Pearl kijkt op naar het gezin en brengt er steeds meer tijd door. Ook Mia gaat er als huishoudster aan de slag. Een adoptiekwestie in hun omgeving zorgt er echter voor dat Mia en mevrouw Richardson in een vete belanden. Met grote gevolgen ...
Ng neemt je moeiteloos mee in dit boeiende verhaal van twee zeer verschillende families die je stukje bij beetje meer doorgrondt. Gaandeweg komen er geheimen naar boven die ook ethische vraagstukken triggeren.
Bron: www.boekenzoeker.be
Little Fires Everywhere
Door Johnny Nys
Het boek draait rond de familie Richardson, die in een Amerikaanse gemeenschap woont zoals wij die hier in België niet echt kennen: een wijk die eigenlijk bij de stad Cleveland hoort, maar die een beetje op zichzelf staat, met een eigen school, eigen bewaking ... Celeste Ng heeft ooit in die wijk gewoond.
De Richardsons zijn een welgestelde familie die een woning verhuren aan Mia en Pearl, moeder en dochter van lagere stand. Pearl wordt snel vrienden met de Richardson-kinderen en Mia wordt ingehuurd als hun poetsvrouw.
Met deze setting is het duidelijk waar het boek vooral over gaat: de kloof tussen kinderen en volwassenen. Ouderschap. Rechten en plichten. Hoe kleine daden grote gevolgen hebben en hoe je verder moet leven met je beslissingen.
Hoewel het boek één groot verhaal is, bevat het een heleboel miniverhalen. Het gaat de hele tijd over iets anders, alle personages spelen wel eens hoofdpersonage.
Wat mij wel stoort, is dat het vertelperspectief constant verspringt. Je begint een hoofdstuk bij een bepaald personage, dan komt die iemand tegen en dan lees je opeens wat dat tweede personage allemaal denkt. Dingen die het eerste personage, vanuit wiens perspectief het hoofdstuk eigenlijk verteld wordt, helemaal niet kan weten. Bij ons in de les Creatief Schrijven zijn dat dan de stukken die we altijd moeten schrappen, omdat ze niet passen bij de vertelstem. Het is dus geen typische verteller.
De schrijfstijl is heel economisch, geen enkel overbodig woord. Het hele boek leidt naar iets toe, maar het einde blies me helemaal niet van mijn sokken zoals ik verwachtte. Maar de personages en hun persoonlijke reis doorheen dit verhaal maken het wel goed.
Bron: www.langzullenwelezen.be
2 Lees een recensie van de roman op p. 368.
a Welke feiten komen in deze recensie aan bod? Markeer ze in de tekst en lijst ze op. Vul aan met feiten die nog in een recensie over een boek aan bod zouden kunnen komen.
b Welke meningen komen in deze recensie aan bod? Markeer ze in een andere kleur in de tekst en lijst op over welk aspect van het boek het gaat. Vul aan met andere elementen die je in een boekrecensie zou kunnen beoordelen.
c Herlees de recensie en onderstreep alle signaalwoorden. Welke tips zou je de auteur geven om zijn tekst beter te structureren?
d Schrijf zelf een inleiding die bij de tekst zou kunnen passen. Schrijf minstens drie zinnen.
©VANIN
3 Lees nu een recensie van de tv-serie.
a Welke feiten komen in deze recensie aan bod? Markeer ze in de tekst en lijst ze op. Vul aan met feiten die nog in een recensie over een tv-serie aan bod zouden kunnen komen.
b Welke meningen komen in deze recensie aan bod? Markeer ze in een andere kleur in de tekst en lijst op over welk aspect van de tv-serie het gaat. Vul aan met andere elementen die je in een recensie over een tv-serie zou kunnen beoordelen.
c Herlees de recensie en onderstreep alle signaalwoorden. Heeft de auteur de tekst goed gestructureerd? Vermeld een positief en een negatief aspect van de structuur van de tekst.
d Schrijf zelf een inleiding die bij de tekst zou kunnen passen. Schrijf minstens drie zinnen.
©VANIN
Little Fires Everywhere:
‘Heeft u deze Crocs ook in een maatje 42,5?’ ‘Doe mij maar de quinoasalade.’ […] ‘Ik ben eigenlijk best wel fan van die Reese Witherspoon.’ Zomaar wat dingen waarvan ik me had voorgenomen om die gedurende mijn leven nooit hardop uit te zullen spreken. Hád voorgenomen, want afgelopen week betrapte ik mezelf erop dat ik opeens geheel vrijwillig het recente werk van Reese Witherspoon stond aan te prijzen. Het kan verkeren. Witherspoon was voor mij een beetje de verpersoonlijking van nietszeggende komedies als Legally Blonde, Hot Pursuit en This Means War, maar je kunt moeilijk ontkennen dat ze de laatste tijd – als het op series aankomt – de ene na de andere homerun
slaat. Wel steevast getypecast als de in white privilege badende, progressieve Republikeinse vrouw, maar goed, je kunt niet alles hebben. De zegetocht van Witherspoon begon in 2017 met het heerlijk beklemmende Big Little Lies, kreeg afgelopen jaar een vervolg met het verrassend sterke The Morning Show en nu is er Little Fires Everywhere. In de verfilming van Celeste Ng’s gelijknamige boek laat Witherspoon opnieuw zien dat ze met televisie maken misschien wel haar warme bad heeft gevonden.
©VANIN
Elena Richardson – gespeeld door Reese Witherspoon – woont in een welgestelde, ordelijke buitenwijk waar je van de lokale buurtwacht de doodstraf krijgt als het gras van je gazon de drie centimeter ontstijgt. Ze runt een godvrezend huishouden met kledingkasten die alleen maar lijken te bestaan uit pastelkleurige polo’s en is de moeder van kinderen met typisch Amerikaanse namen als Trip, Lexie en Isabel-Marie. Een gezin waar de gemiddelde Republikeinse president trots op zou zijn. Ingefluisterd door haar white savior syndrome besluit Elena hun tweede huis te verhuren aan de vrijzinnige kunstenares en alleenstaande moeder Mia Warren. De twee vrouwen blijken absolute tegenpolen en dat zorgt al snel voor vuurwerk. Letterlijk. Het huis van de Richardsons gaat in vlammen op en de vraag rijst: wie heeft er met lucifers lopen spelen?
Little Fires Everywhere is een beetje Hulu‘s versie van Big Little Lies, maar dan minder goed. Het is een optelsom van geheimen, onderhuidse gevoelens en persoonlijk drama. Het gaat dus niet alleen om brandjes in de slaapkamer, gang en bijkeuken, het is ook alle hens aan dek in de levens van de verschillende hoofdpersonen. Het gras is niet altijd groener bij de buren en achter de voordeur van een ogenschijnlijk perfect gezin liggen de lijken misschien wel vijf hoog opgestapeld in de kast. Daar waar Big Little Lies dit scenario tot in de perfectie uitwerkt, krijgt Little Fires Everywhere – naarmate de afleveringen volgen – toch steeds meer weg van een uit de kluiten gewassen soapserie. Nog steeds vermakelijk, maar duidelijk van een ander niveau dan haar voorganger.
Witherspoon stelt niet teleur als licht neurotische control freak met wat low key racistische trekjes en het is leuk om Kerry Washington – verantwoordelijk voor de rol van Mia Warren – eens in een wat minder gepolijste rol te zien. Het gaat haar goed af, al kan ik nog steeds niet goed naar haar kijken als ze op standje intens gaat. Ze begint dan rare trekjes in haar gezicht te vertonen en dat was destijds ook één van de (vele) redenen om Scandal na een seizoen of vier aan de kant te schuiven.
Ja, Little Fires Everywhere is een serie met gebreken, maar het kijkplezier is er onderaan de streep niet minder om. Prima serie voor tijdens een potje Candy Crush, webshoppen of de voorjaarsschoonmaak.
Bron: npo.nl
EEN RECENSIE SCHRIJVEN
Schrijf een recensie van een tv-serie of boek. Volg onderstaand stappenplan.
Voorbereiden
1 Ben je meer een boekenmens of tv-mens? Kies een boek of tv-serie om te recenseren. Neem daarbij zeker de tips van opdracht op p. in acht.
©VANIN
Plannen
2 Lijst de belangrijkste personages en gebeurtenissen uit het verhaal kort op.
3 Zoek enkele belangrijke feiten op over je boek of tv-serie.
4 Selecteer minstens drie aspecten uit opdrachten b of c op p. - die je wilt bespreken in je recensie. Beoordeel die aspecten met minstens twee bijvoeglijke naamwoorden. Vul eveneens aan met een argument waarin je je beoordeling verduidelijkt.
aspect beoordeling argument schrijfstijl overdadig, experimenteel … Door de moeilijke woordkeuze is het verhaal soms moeilijk te volgen.
Schrijven
5 Maak een selectie uit de informatie die je verzameld hebt in stappen en . Verwerk alles in een alinea. Gebruik voldoende signaalwoorden om je zinnen met elkaar te verbinden.
6 Verwerk de beoordelingen die je gaf in stap in een doorlopende tekst. Behandel één aspect per alinea. Gebruik voldoende signaalwoorden om je zinnen met elkaar te verbinden.
7 Schrijf een gepaste inleiding en slot voor je recensie. Voorzie eveneens een prikkelende titel.
Reflecteren
8 Raadpleeg de evaluatiematrix op p. om te controleren of je recensie aan alle criteria voldoet.
Evaluatiematrix
– Schrijven: recensie van een boek of tv-serie
inhoud
Je tekst is opgedeeld in alinea’s. Er is een inleiding, midden en slot. In elke alinea wordt één aspect van het boek / de tv-serie besproken.
Er is een goede balans tussen feiten en meningen. De korte samenvatting vermeldt relevante informatie over het boek / de tv-serie.
gepastheid
Je hebt een uitgebreide woordenschat en wisselt geregeld in zinsbouw.
duidelijkheid
Je verduidelijkt je beoordelingen met minstens drie argumenten.
correctheid
De spelling in je tekst is foutloos. Alle woorden worden correct geschreven en ook de zinsbouw klopt steeds.
Aanvullende commentaar:
In je tekst zijn alinea’s aanwezig, maar de inhoud is niet juist over die alinea’s verdeeld.
Er zijn te veel / te weinig feiten of meningen terug te vinden in de recensie. De samenvatting is te uitgebreid of niet uitgebreid genoeg.
Je hebt amper nagedacht over woordkeuze en er is weinig variatie in je zinsbouw. OF Veel van je zinnen hebben een gelijkaardige structuur.
Je verduidelijkt je beoordelingen met slechts één of twee argumenten.
Enkele spellingsfouten en fouten in zinsbouw in de tekst staan de boodschap niet in de weg.
Je tekst bevat amper alinea’s. Er is geen duidelijke inleiding en/of slot.
©VANIN
Er zijn amper feiten of eigen meningen terug te vinden in de recensie. De samenvatting bevat weinig relevante informatie.
Er is amper variatie in woordenschat en bijna alle zinnen hebben een gelijkaardige zinsbouw.
Je verduidelijkt geen enkele beoordeling met duidelijke argumenten.
Door de vele spellings- en taalfouten is de tekst moeilijk te begrijpen.
VIDEORECENSIES
1 Bekijk een video van Average Rob.
a Wat recenseert Average Rob precies in deze video?
b Hoe doet hij dat?
c Welke argumenten worden in de video vermeld? Wat valt je op?
d* Welke frituursnack en -saus zijn jouw favoriet? Onderbouw je mening voor beide met een gefundeerd argument.
©VANIN
2 Stel zelf een ‘tier list’ op. Volg onderstaande stappen.
a Wat wil je recenseren? Denk na over een overkoepelende categorie. Dat kan gaan over literaire personages, dieren, plaatsen … Lijst minstens acht objecten, personen … binnen die categorie op die je wilt recenseren.
b Stel je tier list op. Bedenk minstens vijf categorieën en geef ze passende namen. Rangschik ze in je lijst.
c Verdeel jouw acht objecten, personen … over de lijst. Onderbouw alle keuzes met een gepast argument. Onderstaand schema kan je op weg helpen.
categorie A
categorie B
categorie C
categorie D
categorie E
3 Verwerk jouw tier list in een videorecensie. Volg onderstaande stappen.
a Zorg voor een interessante opener. Zo heb je je publiek mee vanaf de eerste seconde.
b Visualiseer je tier list in je video. Dat kan op papier, in de achtergrond … Je kunt ook een foto van je lijst toevoegen na het afwerken van je video.
c Leg je tier list uit en verdeel alle elementen onder de categorieën. Vergeet zeker niet je argumenten te vermelden.
d Sluit je video op gepaste wijze af.
• Gesproken taal is heel anders dan geschreven taal. In een mondelinge bespreking heb je meer vrijheid in verband met zinsbouw, woordkeuze … Kies echter steeds voor Algemeen Nederlands.
• Wees creatief. Film je video op een interessante locatie, voeg leuke effecten toe … Alles kan.
Evaluatiematrix – Spreken: tier list
inhoud
De video is goed opgebouwd. Er is een interessante inleiding, een duidelijk midden en een gepast slot.
De tier list is opgebouwd uit vijf duidelijke categorieën met goede namen. Er worden acht personen, objecten … besproken.
gepastheid
Je kiest voor gesproken taal. Je hanteert gepaste zinsconstructies en er is genoeg variatie in woordenschat.
duidelijkheid
Je verduidelijkt alle keuzes met duidelijke argumenten.
De video is minder goed opgebouwd. Er is een opdeling in inleiding, midden en slot. De inleiding en het slot zijn echter niet creatief.
De tier list is niet opgebouwd uit vijf duidelijke categorieën met goede namen. OF Er worden minder dan acht personen, objecten … besproken.
Je wisselt te veel tussen gesproken en geschreven taal. OF Er werd amper nagedacht over zinsbouw en er is weinig variatie in woordenschat.
Je verduidelijkt de meeste keuzes met duidelijke argumenten. Niet alle argumenten zijn specifiek genoeg.
Er is geen duidelijke inleiding en/of slot.
©VANIN
correctheid
Je uitspraak is foutloos. Alle woorden worden correct gebruikt en ook de zinsbouw klopt steeds.
Aanvullende commentaar:
Enkele woordenschatfouten en fouten in zinsbouw staan de boodschap niet in de weg.
De tier list is niet opgebouwd uit vijf duidelijke categorieën met goede namen. Er worden ook minder dan acht personen, objecten … besproken.
Je taalgebruik lijkt te veel op een geschreven tekst. Er is amper variatie in woordenschat en zinsbouw.
Je verduidelijkt slechts enkele keuzes met duidelijke argumenten. De meeste argumenten zijn niet specifiek genoeg.
Door de vele woordenschaten taalfouten is de video moeilijk te begrijpen.
Literatuursuggesties 3
Succesvolle boeken krijgen vaak een verfilming. Producenten en regisseurs gaan graag aan de slag met een verhaal dat zijn waarde al bewezen heeft. Je maakt hier kennis met negen romans die hun weg naar het witte doek vonden. De beschrijvingen helpen je om te kijken welke boeken bij jou passen. Je kunt ook altijd kijken hoe een filmmaker met dit origineel omging om er een eigen versie van te maken.
LUISTERFRAGMENTEN
©VANIN
BLACK
Dirk Bracke
drama, misdaadverhaal (2006)
Sinds ze met The Black Bronx optrekt, heeft Mavela een veel opwindender leven. Gedaan met school en braaf studeren. Bij de jeugdbende van X vindt ze een nieuwe thuis. Ze staat er niet echt bij stil dat haar nieuwe vrienden een slechte reputatie hebben. Voor ze het goed en wel beseft, doet Mavela mee met hun ‘spelletjes’: vandalenstreken, diefstallen, vechtpartijen … Elke dag opnieuw terroriseren ze samen de stad. Mavela ontmoet Marwan. Hij overdondert haar. Kan ze echt zo verliefd worden? Op iemand van een andere bende? Ze weet wat haar te wachten staat als de leden van The Black Bronx dat ontdekken …
AAN CHESIL BEACH
Ian McEwan
roman, drama (2007)
Florence Ponting en Edward Mayhew zijn jong, welopgevoed en allebei nog maagd op de avond voor hun huwelijksnacht. Het echtpaar probeert zich te ontworstelen aan de pijn en verwarring van hun verleden, maar struikelt over verzwegen misverstanden en angsten die de rest van hun leven zullen gaan bepalen. Deze ontroerende roman die zich afspeelt aan het begin van de jaren zestig, toont hoe een levensloop in een oogwenk een andere wending kan nemen door een gebaar dat niet gemaakt wordt of een woord dat onuitgesproken blijft.
KARAKTER
Ferdinand Bordewijk
roman (1938)
©VANIN
Katadreuffe is bezeten door het verlangen om advocaat te worden. Als zoon van een arme, ongehuwde moeder in het vooroorlogse Rotterdam zet hij alles op alles om zijn doel te bereiken. De machtige deurwaarder Dreverhaven, zijn vader, werkt hem in alle opzichten tegen. Waarom? Twee onbuigzame karakters in een strijd die tot het uiterste lijkt te gaan – zelfs de liefde wordt eraan opgeofferd.
GONE GIRL
Gillian Flynn (psychologische) thriller (2012)
Wie ben je? Wat hebben we elkaar aangedaan? Dat zijn de vragen die Nick Dunne zichzelf stelt op de ochtend van zijn vijfde trouwdag, wanneer zijn vrouw Amy plotseling verdwenen is. De politie verdenkt Nick. Amy’s vrienden onthullen dat ze bang voor hem was en dingen voor hem verborgen hield. Hij zweert dat het niet waar is. Forensisch onderzoek van zijn computer onthult aparte zoekresultaten. Hij zegt dat ze niet van hem zijn. En dan zijn er de verdachte oproepen op zijn mobiele telefoon. Wat is er gebeurd met Nicks mooie, intelligente vrouw?
HET LEVEN VAN PI
Yann Martel
roman, avonturenverhaal (2001)
Dit boek vertelt het ongelooflijke verhaal van Piscine Patel (Pi), een zestienjarige Indiase jongen wiens vader een dierentuin in India heeft. Wanneer de familie besluit het land te verlaten, wordt de hele dierentuin ingescheept. Maar het schip vergaat en de enige overlevenden op de reddingssloep zijn Pi, een hyena, een zebra met een gebroken been en een tijger van 200 kilo.
DE ZAAK ALZHEIMER
Jef Geeraerts
thriller, actieroman (1985)
Angelo Ledda is als huurmoordenaar een meester in zijn vak. De ouder wordende Amerikaan lijdt echter aan de ongeneeslijke ziekte van Alzheimer. Voor zijn laatste klus wordt hij ontboden naar Antwerpen, waar in drie dagen tijd zes raadselachtige moorden werden gepleegd. Vincke en Verstuyft, het integere speurdersduo van de Antwerpse politie, worden belast met de zaak die zich vertakt naar de top van de Belgische politiek en magistratuur.
HET DINER
Herman Koch
thriller, psychologische roman (2009)
©VANIN
Twee echtparen gaan een avond uit eten in een restaurant. Ze praten over alledaagse dingen waar mensen tijdens etentjes over praten: werk, de laatste film, de oorlog in Irak, vakantieplannen … Maar ondertussen vermijden ze waar ze het eigenlijk over moeten hebben: hun kinderen.
LOS
Tom Naegels
roman (2005)
De grootvader van Tom Naegels – ooit een warme socialist, nu oud, verbitterd en racistisch – pleegt langzaam zelfmoord in het ziekenhuis. De dokters laten hem begaan. Tegelijkertijd heeft Tom een relatie met een Pakistaanse vrouw en verslaat hij als journalist rellen in Borgerhout. Die drie gebeurtenissen doen Tom beseffen dat hij zich verbonden heeft gevoeld met mensen met wie hij niets gemeen heeft en aan wie hij niets te vertellen heeft. En dat hij stiekem veel op zijn grootvader lijkt.
HET PARFUM
Patrick Süskind
historische roman, mysterie (1985)
Achter een walmend viskraam in Parijs wordt op 17 juli 1738 Jean-Baptiste Grenouille geboren. De voedsters die hem aan de borst krijgen, houden het niet lang met hem uit: hij is te gulzig en je ruikt hem niet. De onmiskenbare geur van een zuigeling ontbreekt. Jean-Baptiste overleeft de mazelen, dysenterie, waterpokken en cholera. Hij heeft geen behoefte aan moederliefde of de aandacht van een vader. We volgen hem op zijn tocht door de donkerste stegen van Parijs en zien hoe hij de parfumeur Baldini om zijn vinger windt. Gaandeweg krijgen we een vermoeden van wat er met Grenouille aan de hand kan zijn …
TAAL EN WOORDENSCHAT
Taal: metonymie
©VANIN
Je kunt iets rechttoe, rechtaan verwoorden. Een kat een kat noemen. Meteen zeggen waarop het staat. Maar … soms is het leuker, verrassender, origineler om je gedachten en de jouw omringende werkelijkheid via beeldspraak te beschrijven. In het verleden maakte je al kennis met enkele vormen van beeldspraak. Een andere mogelijke vorm is metonymie. Dat woord komt oorspronkelijk uit het Grieks en betekent ‘een verandering van naam’. Je gaat dus niet meteen zeggen of schrijven wat je ziet, maar een beeld of woord gebruiken dat ermee samenhangt om bijvoorbeeld het voorwerp te benoemen.
1 Bekijk bovenstaande cartoon. Wat valt je op bij de bewoordingen in deze zin? Wat wordt er concreet bedoeld met de vetgedrukte woorden?
2 Kun je de link vinden tussen de afbeeldingen? Welke afbeeldingen horen bij elkaar en kun je ook verklaren waarom?
©VANIN
onthouden
Een metoniem is een vorm van beeldspraak waarbij een woord vervangen wordt door een ander woord op basis van een gemeenschappelijk verband. Dat is geen gelijkenis (zoals bij de metafoor); bij een metoniem hebben de woorden een relatie.
Er bestaan verschillende soorten metonymie:
©VANIN
pars pro toto
Je gebruikt de naam van het deel, maar je bedoelt het geheel. Op de markt kon je over de koppen lopen. de mensen
andere voorbeelden:
totum pro parte
Je gebruikt de naam van het geheel, maar je bedoelt het deel. Heel België stond in rep en roer toen Lukaku zijn wereldgoal maakte. alle Belgische voetbalfans andere voorbeelden:
eponiem
Je geeft de naam van de uitvinder, de maker, de ontdekker … Ik zou wel eens een echte Van Gogh van dichtbij willen bekijken. een schilderij van Vincent Van Gogh
Tijdens de koers negeerde een toeschouwer een nadar en veroorzaakte zo een vreselijke valpartij.
dranghek, vernoemd naar de dranghekken die speciaal voor fotograaf en ballonvaarder Nadar werden gemaakt om bij zijn ballonvaart de massa op afstand te houden
andere voorbeelden:
aanvangswoorden
Je geeft de eerste woorden van een tekst, gedicht, gebed … om naar het geheel te verwijzen.
Snel zei ze nog een weesgegroetje alvorens ze zich naar binnen begaf. een gebed dat begint met de woorden ‘Wees gegroet’
andere voorbeelden:
merknaam
Je geeft de merknaam voor gelijkaardige producten. Zijn colgateglimlach deed alle vrouwenharten sneller slaan. een stralend, witte glimlach verwijzend naar het tandpastamerk andere voorbeelden:
oorzaak voor gevolg
Je gebruikt de naam van de oorzaak, maar je bedoelt het gevolg. Zijn vuile voeten op de mat zorgden voor een zoveelste discussie. doordat de voeten of schoenen vuil zijn (= oorzaak) laat dit sporen van vuile voeten achter op de mat (= gevolg)
andere voorbeelden:
opvallende eigenschap
Je verwijst naar een opvallende of typische eigenschap van iets of iemand.
Camille is toch een echt lachbekje, hé! iemand die steeds lacht andere voorbeelden:
plaats van herkomst
Je geeft de naam van de plaats waarvan het product of voorwerp oorspronkelijk afkomstig is.
Toch vreemd dat zo’n stinkende camembert zo heerlijk smaakt op vers stokbrood! een kaassoort uit de Franse gemeente Camembert
andere voorbeelden:
materiaal waaruit het gemaakt is
Je geeft de naam van het typische materiaal waaruit het voorwerp of product gemaakt is.
Heb je nog een elastiekje voor mijn haar? een elastisch, rubberen ringetje om je haar bij elkaar te houden andere voorbeelden:
©VANIN
3 Bekijk de afbeeldingen uit de vorige opdracht opnieuw. Om welke vorm van metonymie gaat het telkens? Schrijf je oplossing bij ‘andere voorbeelden’ in het Onthouden-kader.
4 Hieronder vind je verschillende zinnen met telkens een vorm van metonymie. Vul de voorbeelden in het Onthouden-kader verder aan.
a We moeten onze taak in een plasticje steken.
b Ken jij dat blondje op de eerste rij daar?
c Er zitten vuile vingers op het glas.
d Ben je dat nu weer vergeten? Heb jij alzheimer misschien?
e Als cadeau breng ik Antwerpse handjes mee, die koekjes lust iedereen.
f Na de rust zette Barcelona 2-1 op het scorebord.
g Jouw abc is toch uitgebreider dan wat je hier neerschrijft.
h Wow! Heb je de laatste Brusselmans al gelezen?
i Wat denk je van een glaasje champagne?
j Heeft de baby al een verse pamper aan?
k Ik drink niet graag uit een smal glas.
l In China zag ik een man die op een saxofoon speelde.
m Let op, er steekt een ijzer uit het beton!
n Hij verdient goed zijn boterham!
o Goh, wat ligt die chaumes hier te stinken!
p Dommerik!
q Wie heeft er een groene bic?
r Geef mij maar een frisse cola!
s Talloze vrolijke kinderstemmetjes vulden na de vakantie opnieuw het klaslokaal.
t Wat kan die Bowie mij steeds weer ontroeren.
u Als het Nederlandse nationale elftal speelt, dan hoor je telkens het Wilhelmus in het stadion klinken.
v De remsporen op het asfalt gaven de buurtbewoners een onveilig gevoel.
w Na drie uur was de hele kamer behangen.
x Nog even mijn hoge hakken nemen en ik ben klaar!
5 Zoek de metoniemen in de volgende tekst en plaats ze in de juiste categorie.
eponiem materiaal waaruit het gemaakt is aanvangswoorden oorzaak voor gevolg pars pro toto
plaats van herkomst totum pro parte
Woordenschat: beoordelen
6 Vul onderstaand kruiswoordraadsel aan met synoniemen voor het woord beoordelen. Enkele letters zijn reeds gegeven.
7 Zoek negen woorden in de woordzoeker. Verbind ze met de correcte de nitie.
WUJUWPIRATERIJ
NGIQYAILKXQOUD EIONNGGKYELFBM
DFLSPVUAJYWWEN
ENIYRDTKNICPEI
LOCJOTRSMOLOLP
TVHDZHUTHKSODF
©VANIN
a zonder toestemming het werk van een auteur kopiëren en/of verspreiden b opsplitsen van een element in verschillende delen c verstandig, scherpzinnig d om te lachen, niet ernstig e lange reeks van overwinningen of successen f zonder ernst of nadenken g alledaags, helemaal niet bijzonder h figuurlijk taalgebruik dat niet letterlijk genomen moet worden i zonder omwegen, eenvoudigweg
8 Onderstaande zinnen zijn afkomstig uit recensies. Geef een correcte omschrijving voor de onderstreepte bijvoeglijke naamwoorden.
a Met haar romandebuut Identitti bewijst de Duitse cultuurwetenschapster Mithu Sanyal dat je over een polariserend thema als identiteit ook met humor kunt schrijven. Bron: www.standaard.be
b Lach en traan verzekerd in spraakmakend verbouwprogramma Extreme makeover Vlaanderen Bron: www.nieuwsblad.be
c Fatwa snijdt een gewichtig onderwerp aan, maar verveelt geen moment. Bron: www.demorgen.be
d Of is in dit boek het romaneske juist het medium van de waarheid en de filosofie dat van de fictie?
Bron: www.knack.be
e Existentieel in de verte staren met George Clooney.
Bron: www.trouw.nl
f De abominabele Vlaamse slasherfilm FOMO, met tien irritante influencers, heeft helemaal niets te bieden.
Bron: www.humo.be
g Vooral in die laatste akte ontpopt Nightmare Alley zich tot een onverholen hommage aan de klassieke Amerikaanse film noir.
Bron: www.volkskrant.nl
h Ik ben zo integer mogelijk te werk gegaan; dat zal mijn enige wapen zijn mocht ik me moeten verdedigen.
Bron: www.demorgen.be
i Totaal onbevangen slaat hij de wereld gade, niet met een ‘verwend, verstopt hoofd’.
Bron: www.demorgen.be
j Enigszins uit haar lood geslagen, maar erg ad rem vraagt Mirren hem om te verduidelijken wat hij bedoelt met ‘gereedschap’.
Bron: www.demorgen.be
VERDER STUDEREN: HEEFT HET HOGER ONDERWIJS EEN EIGEN TAAL?
Aan de universiteit en op de hogeschool wordt een andere taal gehanteerd dan die je gewoon bent in het secundair onderwijs. Je zult al snel verschillen opmerken als je de infobrochures erop naslaat, je gaat inschrijven, je werkelijk van start gaat … Deze tussenstop kun je als een starterskit beschouwen.
Aan de hand van allerlei opdrachten word je even ondergedompeld in deze specifieke woordenschatwereld.
Even opfrissen
1 In Tussenstop 4 maakte je kennis met het onderwijslandschap na het secundair onderwijs. Daar ben je met heel wat termen in aanraking gekomen. Plaats de opgegeven termen in de juiste context. Sommige woorden gebruik je verschillende keren.
academische bachelor (ABA) – banaba – doctoraat – educatieve opleiding – ijkingstoets – instaptoets – leerkrediet – manama – master – professionele bachelor (PBA) – schakelprogramma – studiepunten –studierendement – vrijstellingen
Lies volgt de richting Sociaal Technische Wetenschappen. Zij slaagde met glans in het zesde jaar en wil volgend jaar verder studeren aan de hogeschool in de richting Sociaal werk: Kunst- en Cultuurbeleving. Ze volgt een driejarige opleiding als . Die opleiding heeft een van 180 punten. Tijdens het eerste jaar doet ze veel algemene kennis op, bijvoorbeeld in het vak Sociaal Werk. Met dit vak realiseert ze 6 Tijdens het vak Sociaal Werk Lab proeft ze van de praktijk. Ze realiseert met dit vak in totaal 30 . Volgens het gemiddelde slagen 64,06% van de eerstejaarsstudenten uit de richting STW. Ze kan dus vol vertrouwen aan de opleiding beginnen. Na die driejarige opleiding kan ze via een vlot met een Sociaal Werk aan de universiteit van start gaan.
Stef behaalde zijn bachelor Communicatie. Hij genoot enorm van die opleiding en krijgt niet genoeg van het studeren en vooral ook niet van het studentenleven. Hij besluit na de vakantie een vervolgopleiding te volgen. Hij dacht aan de richting Journalistiek. Deze levert hem bovendien enkele op. Extra vrije tijd om zich in te zetten voor zijn studies … of een extra studente(njob) te versieren. Maar ook Nederlands geven in het secundair onderwijs lijkt hem wel iets. Alvorens hij met de van start kan gaan, dient hij eerst een af te leggen. Zo kent hij ineens zijn sterktes en ook de zwaktes waarop hij zich extra moet toeleggen.
Sam wil in de voetsporen van zijn grootvader treden en de richting Farmaceutische wetenschappen volgen. Hij start met een driejarige opleiding als . Die opleiding bestaat uit 180 . Alvorens hij zich aan de universiteit kan inschrijven, is hij verplicht een af te leggen. Via die test wordt er gepeild of hij het verwachte niveau van de universitaire opleiding aankan. Als hij de drie academiejaren succesvol aflegt, kan hij zich inschrijven voor de opleiding in de geneesmiddelenontwikkeling. Die opleiding veronderstelt 120 . Als hij dezelfde bolleboos als zijn grootvader is, kan hij zich daarna op een zelfstandig wetenschappelijk onderzoek richten en eventueel nog voor een gaan. Uiteraard kan hij dan nog een extra masteropleiding volgen. Maar over een eventuele heeft hij nog lang niet nagedacht.
Zeg niet schooljaar, maar wel academiejaar
Woorden die je de afgelopen jaren vlotjes gebruikte in het secundair onderwijs gebruik je niet meer tijdens je hogere studies.
2 Verbind de woorden met elkaar. De oplossing vormt een woord. Wat is de betekenis?
secundair onderwijs hogeschool of universiteit
1 schooljaar d paper
2 afgestudeerden m zittijd
3 les a academiejaar
4 schrijfopdracht, schrijftaak c docent, professor
5 cursusmateriaal s campus
6 examenperiode c alumni
7 herexamen, bijkomende proef i tweede zit
8 leerkracht e syllabus
9 mededelingenbord a college
10 schoolterrein u valve, ad valvas 123456789 10
betekenis:
Vormen van lesgeven
Tijdens de corona-epidemie vond er bij veel leerkrachten een belangrijke verschuiving plaats in de manier waarop er lesgegeven werd. Veel leerkrachten dienden namelijk plots te schakelen van boek, krijt en bord naar de digitale wereld. Veel van die lesmethodes wierpen hun vruchten af en bleven behouden. Daarnaast vind je hieronder nog andere vormen van lesgeven, die bijvoorbeeld in hogescholen of aan universiteiten van toepassing zijn.
©VANIN
Leerlingen krijgen op bepaalde dagen les en gaan tijdens de andere dagen werken.
De docent geeft op een vast tijdstip les met onmiddellijk contact met de leerlingen.
immersieonderwijs
3 Zet de naam van de methode met de juiste omschrijving in eenzelfde kleur. contactonderwijs e-learning duaal leren afstandsonderwijs blended learning hoorcollege lesgeven en les krijgen via het internet
De docent doceert en de student luistert en neemt de leerstof op.
Onderwijs waar leerlingen niet fysiek aanwezig moeten zijn. practicum
Een niet-taalvak wordt in een andere taal onderwezen, bv. aardrijkskunde in het Engels.
De studenten krijgen les, maar maken ook praktische oefeningen onder begeleiding.
Dit is de combinatie van les op school of de campus en de cursus die via het internet wordt aangereikt.
Het hoger onderwijs heeft een eigen taal
4 In dit deel focussen we op speci eke woordenschat uit de wereld van hogescholen en universiteiten.
a Orden onderstaande woorden in vier groepen. Gebruik voor elke groep een andere markeerkleur.
A woorden die ik nog nooit heb gehoord
B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp
C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken
D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken
afstudeerrichting – aula – campus – curriculum – faculteit – hogeschool – modeltraject – semester –studentenportaal – universiteit
b Plaats de woorden nu in onderstaande tekst. Sommige woorden dien je meermaals te gebruiken.
c Ken je de volledige benamingen van de gebruikte afkortingen? Schrijf die tussen de haakjes.
d Kun je de namen daarna in de juiste provincie zetten?
Na het secundair ga je werken of verder studeren. Voor je verdere studies schrijf je je in aan een of . In België heb je een ruime keuze aan 16 , enkele voorbeelden hiervan zijn AP (= ), Artevelde, Erasmus, Howest (= ), KdG (= ), Odisee en UCLL (= ).
België telt daarnaast in totaal 5 universiteiten, meer bepaald KUL (= ), UA (= ), UGent, UHasselt en VUB (= ).
©VANIN
Christelle heeft zich ingeschreven aan de Universiteit Gent voor de opleiding Bachelor of arts in de Afrikaanse talen en culturen. Als zij het vlot doorloopt, kan ze na 3 jaar academische bachelor aan haar Master African Studies beginnen. De UGent telt 11 universiteitsterreinen, voor deze studie volgt Christelle de lessen op de in Gent. De universiteit telt 11 hoofdafdelingen, onderverdeeld in 85 vakgroepen. De studierichting behoort tot de Letteren en Wijsbegeerte.
Het vak Inleiding tot de voornaamste moderne literatuur wordt in het Nederlands onderwezen. In het kan Christelle nalezen welke andere vakken zij in haar opleiding zal volgen met telkens de vermelding van het aantal studiepunten. Tweemaal per jaar worden er examens georganiseerd. Na het eerste kan Christelle haar resultaten bekijken op het . Ook haar lesrooster, afspraken, opdrachten … kan ze hier terugvinden. Ze vindt er eveneens in welke de lessen doorgaan.
Talen studeren
Benieuwd of taal jouw ding is? Heb je het ideale profiel om verder te studeren in een talenrichting? Doe de test op iDiddit en ontdek hoe sterk de match tussen jou en taal is!
In dit deel gaan we inzoomen op de drie onderstaande studierichtingen. Centraal daarbij staat de gehanteerde woordenschat.
©VANIN
Op universitair niveau kun je kiezen tussen de richtingen Communicatiewetenschappen, Taal- en Letterkunde en Toegepaste Taalkunde. Afhankelijk van de talen die je interesseren, kun je een kijkje nemen op de websites van de verschillende universiteiten. Ook de masteropleidingen bieden andere afstudeerrichtingen. Dat alles kan een invloed hebben op de universiteit van je keuze. Wat is het wezenlijke verschil tussen die opleidingen?
Communicatiewetenschappen
Ben je nieuwsgierig naar de wereld om je heen? Kennen de nieuwssites geen geheimen voor je? Ben je mee met de laatste trends op sociale media? Neem je een kritische houding aan tegenover berichtgeving in het algemeen? Wil je eerst meer weten alvorens je je mening over een bepaald topic geeft? Dan is deze opleiding misschien wel het pad dat je kunt kiezen. Kort gezegd bestudeert deze opleiding de invloed van de media en de communicatie op onze en andere samenlevingen.
Taal- en Letterkunde
Hier leer je twee talen of een taal in combinatie met de theater-, film- en literaire wereld door en door kennen, spreken, schrijven, lezen, beluisteren. Je dompelt je onder in de cultuur en geschiedenis van de gebieden waar die talen gesproken en geschreven worden. De grammatica wordt onder de loep genomen in contrast met andere talen, daarnaast krijgt ook literatuur veel aandacht.
Toegepaste Taalkunde
Jij wordt de expert in twee vreemde talen. Die leer je even vlot te gebruiken als je eigen moedertaal. Met jouw expertise ga je nadien verder aan de slag als vertaler of tolk.
5 Op deze en volgende pagina vind je tekstmateriaal van de o ciële website van de Universiteit Antwerpen. Wat wordt er precies bedoeld?
In de opleidingsonderdelen over taalverwerving leer je de Franse taal op een uitstekende manier te beheersen op het vlak van lees-, luister-, spreek- en schrijfvaardigheid. Naarmate je vordert in de bachelor, verschuift de focus van algemene naar academische taalvaardigheid. Zo word je goed voorbereid op het schrijven van je bachelorproef. Alle lessen Frans worden in het Frans gedoceerd, dus je krijgt elke dag je portie gesproken Frans. De professoren ondersteunen je persoonlijk in je studie.
gedoceerd Je gaat in kleine groepjes in discussie.
Je krijgt onder begeleiding van je professor grammaticaoefeningen.
Je professor legt uit en jij noteert. Er is geen dialoog tussen jullie beiden.
In de opleidingsonderdelen letterkunde komt niet alleen de Duitse canon aan bod (Goethe, Schiller, Kafka …), maar besteden we heel bewust aandacht aan literatuur buiten de mainstream. Zo lezen we vrouwelijke auteurs, hedendaagse werken, Duits-joodse literatuur (door een intensieve samenwerking met het Instituut voor Joodse Studies) en auteurs uit Oostenrijk.
Duitse canon
belangrijke Duitse schrijvers
schrijvers die tot de wereldliteratuur behoren
schrijvers die in Duitse scholen besproken worden
de mainstream bestemd voor het grote publiek bestemd voor enkele ingewijden
bestemd voor de studenten
In hoeverre beheers je de finesses en ken je de rijkdom van het Nederlands? Na je studies moet je aan de slag kunnen als professionele taal- en tekstverwerker: (eind)redacteur, copywriter of corrector in uitgeverijen, marketingbureaus en redacties; leerkracht, journalist, radio- of tv-presentator, (pers) woordvoerder, communicatieadviseur ... In de 3 modules taalbeheersing willen we zowel je lees- en luister- als spreek- en schrijfvaardigheden naar een hoger niveau tillen. We hebben aandacht voor uitspraak en presentatietechnieken, maar leren je ook de kneepjes van de journalistiek en zorgen ervoor dat het schrijven van die masterscriptie in het laatste jaar een eitje wordt. ‘Als je iets niet helder en eenvoudig kunt uitleggen, heb je het zelf niet begrepen’: hét adagium voor deze module.
copywriter
schrijver gespecialiseerd in hertalen van teksten
schrijver gespecialiseerd in handleidingen
schrijver gespecialiseerd in reclameteksten
©VANIN
masterscriptie
eindwerk
eindwerk waarmee je je universitaire studie afrondt
laatste versie van je eindwerk
adagium
kernachtige zin
motto
spreuk
In de bacheloropleiding Spaans maak je kennis met de rijke literatuur, taal en cultuur van de Spaanstalige wereld. De bacheloropleiding Spaans combineert een persoonlijke aanpak met een internationaal profiel. Je krijgt in kleine groepen zowel les van native speakers als van Belgische hispanisten. Zij moedigen je aan om in je laatste jaar een onvergetelijke uitdaging aan te gaan: een semester studeren in Spanje, Mexico, Argentinië of Puerto Rico. De ambitie van de bacheloropleiding Spaanse taal- en letterkunde is om je te vormen tot een kritische, creatieve en taalvaardige wereldburger, zodat je tegelijk klaar bent voor de masterprogramma’s en sterk staat op de arbeidsmarkt.
native speakers
moedertaalsprekers
mensen die de taal bijzonder goed beheersen
mensen die een universitair diploma in die taal hebben hispanisten
afgestudeerde Spaans sprekende cursisten
kenners van het Spaans
liefhebbers van het Spaans
De opleidingsonderdelen taalbeheersing zijn erop gericht je lees-, luister-, spreek- en schrijfvaardigheid te verhogen zodat je op het moment dat je afstudeert een Engels hanteert dat mooi in de buurt komt van moedertaalsprekers. Je start meteen met een academisch schrijftraject dat ook in andere cursussen wordt uitgewerkt waardoor je geleidelijk wordt voorbereid op het schrijven van papers en uiteindelijk een scriptie.
academisch schrijftraject
Basisengels
moeilijker Engels
mix van eenvoudig en moeilijker Engels
papers
notities bij je cursus
eindwerk waarmee je je universitair diploma behaalt
schriftelijk verslag van een onderzoek
6 Wat doet een vertaler of tolk?
Tip: niet alle stellingen zijn van toepassing.
©VANIN
vertaler tolk
a Je vertaalt een recept van rijstpap van het Nederlands naar het Chinees.
b Je geeft meteen een vertaling zonder extra hulpmiddelen.
c Je herschrijft een brochure die oorspronkelijk bedoeld is voor professoren, voor studenten.
d Je kunt gebruikmaken van verschillende vertaalsystemen.
e Tijdens een persconferentie vertaal je de uitleg van de Franse minister live naar het Nederlands.
f Tijdens een toneelvoorstelling zeg je de tekst voor.
g Je vertaalt een moeilijke Latijnse juridische tekst naar het Nederlands.
h Je noteert tijdens een persconferentie en werkt de vertaling later verder uit.
i In het Europees Parlement vertaal je wat er gezegd wordt via een oortje.
j Je toont met gebaren wat de premier uitlegt tijdens een briefing.
7 Wat doet een tolk allemaal? Kun je de juiste omschrijving bij de juiste term plaatsen? Zet wat bij elkaar hoort in eenzelfde kleur.
gesprekstolken
afstandstolken
simultaantolken fluistertolken
De gesprekspartners praten ieder in hun eigen taal.
De tolk vertaalt via een internetof telefonische verbinding.
De tolk vertaalt terwijl de spreker spreekt. Er treedt nauwelijks een pauze op.
Je vertaalt wat een beperkt aantal mensen tegen elkaar zeggen.
De tolk zegt in een live-uitzending de vertaling voor. Er is namelijk geen tijd om ondertitels te voorzien. sociaal tolken
Je fluistert wat er gezegd wordt naar de luisteraar toe.
live subtitling
Binnen de dienst- of hulpverlening gaat een tolk via een telefoon, video of internetverbinding een gesprek vertalen. Het gaat niet om politieke, religieuze, commerciële of private gesprekken.
8 Maak de aanvullende woordenschatoefening op iDiddit.
UITDAGING: DE DISCUSSIE
De internetdiscussie
1* Ongetwijfeld kwam je al eens een internetdiscussie tegen. Misschien zat je er zelfs middenin? Vertel over je ervaring aan je medeleerlingen.
2 Bekijk de onderstaande reacties die te vinden zijn op de website van hln.be. Wat vind je van de inhoud en het taalgebruik? Vind je de reacties typerend voor de commentaar die je tegenkomt op sociale media?
PLAYLIST. Van Mariah tot Elton: zet je feestdagen goed in met deze kerstmuziek
Als mevr Carey op de radio is gaat die uit ik kan dat gedrocht niet meer aanhoren !
Lotus zegt vaarwel tegen ‘speculoos’ en kiest voor internationale naam
Ik koop dit dus NOOIT meer!
Als het geen speculoos is moet ik het niet meer hebben.
Ik val nog liever dood dan dat er hier ooit Biscoff in huis komt! Nooit!
Riadh Bahri wordt journaalanker bij VRT NWS
Beste Riadh ‘100’ jaar geleden was ik t eerste gekleurde gezicht op (toen) de BRT. Een echte stunt heette dat toen. Wat zijn de tijden- langzaam maar zeker- veranderd. Vanuit Suriname kijk ik goedkeurend toe : je vader zou zéker trots zijn! Ik wens je t allerbeste!! Een ouwe Surivlaamse
Klaasje Meijer laat voor het eerst in vijf jaar K3 in haar hart kijken: ‘Mijn vriend probeerde me te overtuigen bij K3 te blijven’
Vooral je hart volgen! Niet de room en het geld!
Achter de schermen van Snackmasters: ‘Nee, er zit geen karton in een Viandel’
Steekt afval in,maar geen probleem. De mens kan streken verkopen met zijn vlees Franse namen te geven en zijn eten lunch of diner noemen,maar wat je eet blijft een lijk.En wat dood is,is in ontbinding. En dat mooie rode kleurtje is om die lijkkleur te verbergen,simpel. En dan neer kijken op aaseters zoals gieren en hyena’s.
Die maken zich niet druk om dat rottend dier Tournedos of Chateau Briand heet. Smakelijk !
3 Je leerkracht toont je een nieuwsbericht. Vat het bericht samen aan de hand van de topische vragen.
Op dit nieuwsbericht kwamen zo veel racistische reacties dat de politie een onderzoek startte. We lezen het volgende op standaard.be :
‘We hebben daarop de internetrecherche van de federale politie gecontacteerd met de vraag om een onderzoek te starten naar inbreuken op de antiracismewet’, aldus Johan Lescrauwaet van het parket van Ieper. ‘Het is een belangrijk signaal om aan te tonen dat dit niet getolereerd wordt.’ De gespecialiseerde federale dienst zal nagaan of bepaalde personen in hun bericht aanzetten tot haat. Als er sprake is van strafbare feiten, zal de politie een pv opstellen. ‘Als we beslissen om die personen te vervolgen, riskeren ze celstraffen van een maand tot een jaar en een boete tot 8 000 euro. Dat is in het verleden al gebeurd met online boodschappen van negationisme’, aldus Lescrauwaet.
Bron: standaard.be
4 Wat betekenen ‘federale’ en ‘negationisme’? Leg uit in je eigen woorden. Welke woordleerstrategie gebruikte je om de betekenis te achterhalen?
5* Hoe zou jij reageren als je aan het roer stond van een sociaal medium? Zou je actie ondernemen? Zo ja, hoe?
Op die racistische opmerkingen kwam dan weer veel reactie, zeker vanuit politieke zijde werd deze haatspraak veroordeeld. Maar, we lezen:
Hoekwetsend online haatberichten voor sommige mensen ook kunnen zijn, in België is de vrijheid van meningsuiting wettelijk vastgelegd. Iemand verbaal kwetsen is niet verboden. Wat niet mag, is in het openbaar aanzetten tot geweld of oproepen tot discriminatie en haat. En dat kan dan weer strafbaar zijn op basis van de antiracismewet of de algemene antidiscriminatiewet. Als er iemand een klacht indient tenminste, of als het gerecht beslist om een onderzoek in te stellen.
‘Wat hate speech betreft, is het steeds een uitdaging om te bepalen waar de grens ligt tussen de vrijheid van meningsuiting en het aanzetten tot haat en geweld. Er is daar een grijze zone die mee bewaakt wordt door het maatschappelijk debat en de reactie vanuit de samenleving. In onze rechtstaat bepaalt de rechter wanneer men kan spreken van strafrechtelijke misdrijven en dat is maar goed ook’, zei Bart Somers vandaag nog in de Commissie Binnenlands Bestuur in het Vlaamse Parlement over online hate speech.
Bron: vrt.be/nws
©VANIN
6 Welke berichten uit opdracht 2 vallen volgens jou onder ‘hate speech’? Kies er twee om te herschrijven tot een meer positieve of onderbouwde boodschap.
Oorzaken en oplossingen
Internetdiscussies monden dus vaak uit in verbale agressie. In de artikels op p. 395-397 wordt ingegaan op de oorzaken (tekst 1) en eventuele oplossingen (tekst 2).
7 Maak eerst de woordenschatoefening. Verbind het woord met de correcte omschrijving.
1 controversieel a boodschap die je overbrengt zonder taal te gebruiken
2 solidair b samenhang
©VANIN
3 non-verbaal c tegenovergestelde meningen oproepend
4 responsief d gezag
5 drogreden e slecht argument, denkfout
6 retorica f iemand die niet uit eigen naam handelt (in argumentatie een drogreden waarbij je een karikaturale versie van iemands argument weerlegt)
7 correlatie
8 autoriteit g eensgezind, voor elkaar zorgend
9 stroman h welsprekendheid, de kunst van het redeneren
10 generalisatie i veralgemening j antwoordend
123456789 10
8 Lees nu de teksten per twee, je neemt elk een tekst voor je rekening. a Noteer de oorzaken en de oplossingen voor agressieve online discussies. b Bespreek jullie antwoorden.
De kwadrantendiscussie
Een discussie ‘in het echt’ lijkt dus (voorlopig) zinvoller dan een online discussie. Als opdracht voeren we een zogenaamde ‘kwadrantendiscussie’. De leerkracht geeft je instructies.
overtuigd PRO gematigd PRO
gematigd CONTRA overtuigd CONTRA
‘Online lijkt niet naar elkaar te worden geluisterd’
Hoe zorgen we voor een constructieve discussie onder onze bezoekers?
©VANIN
Auteur: Britte Schilt
Een glimlach, een ‘hmm’, of een bevestigend knikje zijn in chatgesprekken onzichtbaar. Dit maakt het moeilijker om een goede discussie te voeren. NEMO Kennislink-stagiaire
Britte Schilt sprak met Carla Roos, promovendus aan Rijksuniversiteit Groningen, over het belang van vaagheid, aanmoediging en subtiele sociale interacties.
Discussies over controversiële onderwerpen lijken online vaak sneller uit de hand te lopen dan als ze face-to-face plaatsvinden. Ook op NEMO Kennislink zie ik dat discussies onder artikelen soms snel in een negatieve spiraal terechtkomen. Hierover interviewde ik sociaal psychologe Carla Roos. Zij onderzoekt de verschillende manieren waarop mensen zich on- en offline uiten en wat de gevolgen hiervan zijn voor het voeren van een online discussie.
Roos vroeg de proefpersonen in haar onderzoek om te discussiëren over controversiële onderwerpen. Dit deden ze zowel face-to-face als in een chatroom. Wanneer de proefpersonen een online discussie voerden, drukten ze zich helder en concreet uit. Er werden vooral duidelijke standpunten verkondigd, er werd weinig inhoudelijk op elkaar ingegaan en meer langs elkaar heen gepraat. Er ontstond een minder goed lopend gesprek dan in een mondelinge discussie en tussen proefpersonen minder solidariteit en begrip.
‘Als je een mondeling gesprek voert, doe je bepaalde dingen die in tekst veel moeilijker zijn’, vertelt Roos. ‘Mensen worden in lastige mondelinge discussies al snel een beetje vaag in hun uitingen. Er wordt hardop nagedacht en gestrooid met “misschien”, “oh, ik denk dat” en “ik ben niet zeker hoor, maar”. Door deze vaagheid komen dingen veel minder hard over dan in een chatgesprek.’
Ook speelt verbale en non-verbale aanmoediging binnen een gesprek een grote rol. ‘Bevestigend knikken, “ja” zeggen, glimlachen, aanmoedigingen geven. Laten zien dat je er bent, dat je luistert en open staat voor een discussie. Al deze gedragingen worden moeilijker in een online omgeving, waar je alleen tekst tot je beschikking hebt. Het medium beperkt je in het gedrag dat je kunt vertonen.’
Daarnaast onderzocht Roos wat er gebeurt als je zowel een online discussie als een uitgetypte mondelinge discussie aan proefpersonen voorlegt. Lachend: ‘Je ziet eigenlijk pas hoe ontzettend veel van die vaagheid mensen gebruiken als je het letterlijk uitschrijft.’ Het bleek dat de proefpersonen bij deze uitgeschreven mondelinge discussies vooral de indruk kregen dat mensen ontwijkend gedrag aan het vertonen waren en zich niet helemaal op hun gemak voelden. Het een-op-een toepassen van deze “mondelinge” vaagheid in een chatgesprek is dus niet de oplossing. ‘Maar het reageren, het aanmoedigen en “ja, ja” zeggen, lijkt wél te werken’, vertelt Roos. ‘Als mensen responsief zijn naar elkaar en laten weten dat ze elkaar gehoord hebben, kan dat heel waardevol zijn in een chatgesprek.’
‘Normaal krijgen mensen online eerder het gevoel dat anderen alleen met zichzelf bezig zijn en er niet naar elkaar geluisterd wordt’, legt Roos uit. Iemand in een online gesprek echt gehoord en gerespecteerd laten voelen, is in de praktijk moeilijk. Voor NEMO Kennislink dus een behoorlijke uitdaging. ‘In online reacties zouden mensen eigenlijk moeten bevestigen dat ze hebben gelezen en begrepen wat ervoor gezegd is. Zo kan voor alle betrokkenen het gevoel ontstaan dat er naar elkaar geluisterd wordt. En als daarnaast meningen als meningen verkondigd worden, in plaats van als feiten, geeft dat veel meer ruimte voor discussie.’
In online gesprekken tussen mensen die elkaar niet kennen en tussen wie er dus ook geen bestaande sociale banden zijn om op terug te vallen, is het belangrijk dat er op een goede manier een discussie kan worden gevoerd. Want als het eenmaal hard tegen hard gaat, is het heel moeilijk om dat weer terug te draaien.
Dus misschien ehm, ik weet niet hoor. Maar dan denk ik dat we ons een stuk bewuster moeten zijn van de sociale interacties die in communicatie zó belangrijk zijn, maar die verloren gaan in een online gesprek, of zo?
Bron: www.nemokennislink.nl
©VANIN
Ook online geldt: ‘Wie stelt, moet bewijzen’
Hoe zorgen we voor een constructieve discussie onder onze bezoekers?
In een goede discussie klopt de gebruikte argumentatie –ook online. Maar een denkfout is zo gemaakt. Voor haar stage bij NEMO Kennislink sprak Britte Schilt met filosoof Jean Wagemans over argumentatievalkuilen en drogredenen.
Auteur: Britte Schilt
Ik sprak Jean Wagemans, gespecialiseerd in argumentatieleer en retorica aan de Universiteit van Amsterdam, over dergelijke argumentatiefouten. De kwaliteit van een discussie – of deze zich nu online afspeelt of niet – is voor een groot deel afhankelijk van de kwaliteit van argumenten. Deze argumenten kun je op verschillende manieren beoordelen. Het herkennen van drogredenen, bij jezelf én bij anderen, is hier een belangrijk onderdeel van. Maar dat is soms niet zo makkelijk als het lijkt.
Allereerst gaat het vaak mis bij het herkennen van oorzakelijke verbanden. Stel dat je een proefpersoon een IQ-test laat doen, je haar vervolgens een jaar lang elke dag een reep pure chocola laat eten en haar dan weer een IQ-test laat doen. En stel, ze scoort de tweede keer hoger dan de eerste keer. Dan kun je niet zomaar concluderen dat chocola slimmer maakt: ze is namelijk ook gewoon een jaar ouder geworden, heeft les gehad op school of geleerd op werk en heeft misschien wel geoefend met het doen van IQ-tests. Hoewel dit een eenvoudig voorbeeld is, is het ten onrechte karakteriseren van de samenhang tussen twee zaken als een oorzaak-gevolgrelatie een veelvoorkomende redeneerfout.
Onderzoekers zijn doorgaans voorzichtig in het toekennen van zo’n verband. Wetenschappelijk onderzoek vindt vaak plaats in gereguleerde condities, bijvoorbeeld in laboratoria of botanische tuinen. Alle andere meespelende factoren of mogelijke oorzaken van een bepaalde waarneming, kunnen op deze manier zo veel mogelijk worden uitgesloten. Soms wordt echter op basis van een bepaalde samenhang (een correlatie), een oorzakelijk verband (causatie) beredeneerd. ‘Dat is natuurlijk soms het geval,’ zegt Wagemans, ‘maar daar gaat veel meer aan vooraf. Andere factoren die de situatie óók kunnen beïnvloeden, moeten altijd meegenomen worden in de analyse.’ Wetenschappers kunnen die fout maken, maar zeker bij de vertaling van wetenschappelijk onderzoek naar een pakkend nieuwsartikel of persbericht kan dit voor journalisten een valkuil zijn. De nieuwskop Gezond eten maakt kinderen slimmer bijvoorbeeld, is gewoonweg te kort door de bocht.
©VANIN
Daarnaast is er de kwestie van autoriteit. ‘Er zijn allerlei criteria waar je gebruik van kunt maken om het autoriteitsargument te beoordelen. Kijk bijvoorbeeld allereerst of het wel een echte expert is in dat specifieke vakgebied.’ Vaak zijn iemands opleiding, ervaring en onderzoeksgroep eenvoudig te achterhalen. Als die achtergrond niet klopt of onduidelijk is, kan dit al een aanwijzing zijn om beweringen niet zomaar aan te nemen. Zijn daarnaast andere experts het met deze expert eens en wat is dan hun achtergrond? En is er verder sprake van eigenbelang of belangenverstrengeling? Als publicaties bijvoorbeeld nooit door de toetsing van collega-experts zijn gekomen, kun je hier al vraagtekens bij zetten. Als experts zich wél kunnen wapenen tegen dergelijke kritische vragen, kun je met grotere zekerheid een beroep doen op hun autoriteit.
Ook andere huisregels zijn denkbaar. Het niet vervormen van iemands standpunt bijvoorbeeld, om de drogreden van de stroman te voorkomen. Generalisaties, onjuiste autoriteiten, het koppelen van gevolgen aan verkeerde oorzaken, al deze zaken zijn soms heel eenvoudig, maar vaak ook best moeilijk te herkennen in een discussie. Door te leren drogredenen te herkennen, geef je mensen een middel in handen om zich hiertegen te verdedigen.
Bron: www.nemokennislink.nl
1
Je kunt een motivatiebrief schrijven
2
Je kunt een curriculum vitae (cv) schrijven
Je herkent de specifieke taal in jobadvertenties 3
Je bent voorbereid op een sollicitatiegesprek 4
In deze les ga je op zoek naar werk. Weet dat er geen toverformule bestaat die jou instant aan het werk stelt. Wie wacht tot hij wordt opgebeld, zal weinig succes boeken. Solliciteren vraagt namelijk extra inspanningen en (veel) tijd. Maar langs de andere kant, een bedrijf is op zoek naar jou en wil een openstaande vacature zo snel mogelijk ingevuld krijgen. Waag dus je kans. Misschien leidt je eerste sollicitatiepoging niet meteen tot het verhoopte succes. Weet dan dat iedere poging die je onderneemt, je zelfstandiger, rijker aan ervaringen en dus beter maakt.
OP ZOEK NAAR WERK?
Spontaan solliciteren
Je kunt het heft volledig zelf in handen nemen. Misschien heb je er altijd al van gedroomd om aan de slag te gaan in een specifiek bedrijf of instelling. Ga je cv hier afgeven, wie weet zoeken ze net iemand die beantwoordt aan jouw profiel. Heel wat bedrijven schrijven nooit of erg weinig vacatures uit. Bovendien toon je meteen dat je bereid bent om zélf initiatief te nemen en dat je interesse hebt in het bedrijf, iets wat bedrijfsleiders zeker waarderen.
1* Kun je enkele bedrijven of instellingen opsommen waar je sowieso graag aan de slag zou willen gaan?
2* Zou je hier spontaan contact mee opnemen? Waarom (niet)?
Netwerken
Meer dan de helft van de vacatures wordt nooit gepubliceerd, dat kost immers geld en extra inspanningen van bedrijven. Daarom proberen ze sommige vacatures binnen het bedrijf ingevuld te krijgen. Ze vragen aan de eigen werknemers of ze van job willen veranderen en of ze iemand kennen met het juiste beroepsprofiel dat het bedrijf zoekt.
Heel wat mensen in je omgeving zijn reeds actief op de arbeidsmarkt. Dat zijn allemaal mogelijke ‘werkgevers’. Denk daarbij aan je ouders, familie, ouders van je vrienden, je leider in de jeugdbeweging, je coach op het sportveld, je huisarts, je pianoleraar, je leerkracht … Vraag hen of ze een vacature weten openstaan die jou kan interesseren. Hou zeker contact met die mensen via sociale media als Facebook, LinkedIn … Misschien doen ze zelfs een goed woordje voor je. Ook als je al aan het werk bent, kunnen ze je nog van pas komen en je misschien de sleutel tot je droomjob aanreiken.
Als je je cv ingeeft bij de VDAB zullen werkgevers die interesse hebben in jouw profiel, zeker ook langs deze weg contact met je opnemen. Je kunt ook een jobbeurs bezoeken en daar je eerste contacten leggen met de bedrijfswereld.
Jobadvertenties
Je vindt tal van jobadvertenties in kranten, in regionale weekbladen, bij de VDAB, op LinkedIn, op jobsites …
3 Ga op zoek naar drie jobadvertenties die jou aanspreken en bezorg ze aan je leerkracht.
4 De leerkracht herverdeelt de jobadvertenties.
a Bespreek die advertenties met behulp van het onderstaande kader. Staaf je mening telkens met drie argumenten.
b Wissel nu jouw bevindingen uit met een medeleerling.
advertentie 1
Spreekt de job je aan?
Vind je alle nodige informatie?
Wil je solliciteren?
advertentie 2
COLLEGA COLLEGAGEZOCHT
advertentie 3
5 In Tussenstop 4 ben je op zoek gegaan naar een studierichting die bij je past.
a Zoek nu op een jobsite twee vacatures die bij die opleiding passen.
b Vergelijk de vacatures aan de hand van onderstaande checklist.
takenpakket
Is het duidelijk welke taken je moet doen?
Begrijp je de functie?
Weet je exact wat er van jou verwacht wordt?
Zie je dit takenpakket zitten? vaardigheden
Is het duidelijk welke vaardigheden van jou verwacht worden?
Vermeldt de werkgever met welke machines je aan de slag moet?
Welke computerprogramma’s moet je kennen?
Welke talen moet je kunnen spreken/lezen?
Krijg je opleidingen binnen het bedrijf?
Kun je alles wat er van je gevraagd wordt? kwaliteiten
Zoekt de werkgever een punctueel persoon?
Zoekt de werkgever een zelfstandig persoon?
Zoekt de werkgever een sociale teamspeler?
Zoekt de werkgever een … ?
Herken je jezelf in die kwaliteiten? tevredenheid
Hoeveel ga je verdienen?
Welke legale voordelen worden er geboden?
Op hoeveel vakantiedagen heb je recht?
Komt dat overeen met je verwachtingen? startmoment
Kun je meteen aan de slag?
Wanneer kun je aan de slag gaan?
Heb je nog een opzegperiode op je huidige job?
Had je nog vakantiedagen gepland?
Kun je je vinden in het voorgestelde startmoment? werkplek
Hoe geraak je op je werk?
Hoelang doe je erover om op je werk te geraken?
Heb je een rechtstreekse verbinding naar je werk?
Hoe vaak dien je dat traject per week af te leggen?
vacature 1vacature 2
©VANIN
Valt je reistijd te combineren met je gezin, hobby’s? diploma
Beschik je over het vereiste diploma?
Heb je extra ervaring die je kunt inzetten?
Ben je bereid om bij te leren?
Ben je bereid om extra cursussen te volgen in je vrije tijd?
Wat kun je allemaal voorleggen?
Naar: www.vdab.be
DIT BEN IK EN DAT WIL IK!
In deze samenvattende spreekopdracht ga je jezelf voorstellen als toekomstige student én werknemer. Bekijk zeker de vorige tussenstops om informatie te verzamelen.
Voorbereiden
©VANIN
1 Je maakt zo dadelijk een presentatie waarin je onderstaande items voorstelt. Bereid jezelf voor door de vragen te beantwoorden.
Hier wil ik verder studeren!
• Welke opleiding wil je volgen?
• Wat houdt die opleiding precies in?
• Wat wordt er van je verwacht?
• Hoeveel jaar dien je te studeren?
• Waar kun je die opleiding volgen?
• Waarom kies je precies voor die hogeschool of universiteit?
• Wat trekt je aan in die studie?
• Waarom ben jij geschikt voor die opleiding?
Plannen
jezelf
Hier wil ik werken!
• Welke vacature heb je gevonden? Waar ga je spontaan solliciteren?
• Wat houdt de job van je keuze in?
• Welke taken dien je uit te voeren?
• Welke vaardigheden worden van jou verwacht?
• Krijg je extra ondersteuning zoals opleidingen binnen het bedrijf?
• Welke van jouw kwaliteiten worden vermeld?
• Hoeveel ga je verdienen?
• Krijg je extralegale voordelen?
• Hoe ziet je werkweek eruit?
• Geraak je vlot op je werkplek?
• Hoe ziet je werkomgeving eruit?
• Beschik je (na je studies) over het vereiste diploma?
• Ben je bereid om vervolgcursussen te volgen?
• Ben je bereid om eventueel in het buitenland cursussen te volgen?
2 Schrijf het middenstuk van je presentatie uit. Daarin ga je gestructureerd de vragen bij stap beantwoorden. Dat doe je in een doorlopende tekst, dus niet in losse antwoorden op de vragen. Je motiveert waar nodig.
3 Zorg voor een boeiende inleiding waarin je de structuur van je presentatie kort voorstelt.
4 In het slotdeel vat je het geheel kort samen.
5 Maak er een boeiende, verrassende presentatie van.
Uitvoeren
6 Je presenteert jezelf in een ingesproken filmpje of via een ingesproken PowerPointpresentatie.
a Zorg voor een goede geluids- en beeldkwaliteit.
b Zorg ervoor dat je presentatie maximaal drie minuten duurt.
c Beantwoord niet enkel de vragen, maar zorg voor een boeiende presentatie.
Reflecteren
7 Beoordeel je eigen filmpje met behulp van de evaluatiecriteria hieronder. Stuur je presentatie bij waar nodig en spreek het filmpje opnieuw in.
©VANIN
Evaluatiematrix – Spreken: dit ben ik en dat wil ik!
GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE
volledigheid
Je presentatie bevat een inleiding, een midden en een slot.
-Je stelt de structuur van de presentatie voor. -Je licht je keuzes toe. -In je slot vat je het geheel samen.
Je presentatie bevat een inleiding, een midden en een slot, maar … -je stelt de structuur van je presentatie onvoldoende voor; -je beantwoordt de vragen zonder meer; -je zorgt niet voor een doorlopende tekst in het middendeel. Je blijft op een vraag-antwoordniveau.
Je presentatie heeft geen duidelijke opdeling in inleiding, midden en slot.
duidelijkheid
In de opbouw van het middendeel zit een duidelijke structuur.
Je begrijpt de gehanteerde terminologie.
aantrekkelijkheid
Je brengt structuur in je presentatie door signaalwoorden. Er zit veel variatie in je keuze.
Je zorgt voor verrassende elementen, zowel in je verhaal als in je presentatie zelf.
correctheid
Je verwoordt de inhoud op een juiste manier.
Je taalgebruik is foutloos. Alle woorden zijn correct. Ook de zinsbouw klopt steeds. Je hebt een mooie uitspraak.
Aanvullende commentaar:
Je brengt structuur in je presentatie door signaalwoorden, maar je kiest meestal voor dezelfde woorden.
Je verhaal of je presentatie bevat een verrassend element.
In het middendeel zit geen structuur.
Je gebruikt de gehanteerde terminologie verkeerd. Je begrijpt zelf niet helemaal wat je zegt.
Je brengt geen structuur aan, niet inhoudelijk en ook niet vormelijk.
Je presentatie is niet verrassend. Je loopt de vragen gewoon af en je beantwoordt ze zonder meer.
Je verwoordt de inhoud onvolledig.
Je eindresultaat bevat geen zware taalfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.
Je maakt inhoudelijke fouten.
Je eindresultaat bevat veel fouten. Door de vele taalfouten is de presentatie moeilijk te begrijpen.
DE MOTIVATIEBRIEF
Je hebt de vacature gevonden waar je volledig voor wilt gaan, maar hoe begin je er nu aan? Ook in deze tijden van visuele en sociale media schrijven heel wat mensen nog steeds een motivatie- of sollicitatiebrief mét curriculum vitae naar bedrijven. Met beide brieven maak je je eerste indruk en je weet: ‘You never get a second chance to make a first impression!’
Ondernemer David Silverman koos als beste motivatiebrief een brief die bestond uit … één zin! De zin luidde als volgt:
Ik kan u zeven jaar ervaring in communicatiemanagement aanbieden bij de beste bedrijven in de retailsector, uitstekende projectmanagementvaardigheden en een goed oog voor detail, alles samen ruim voldoende om van mij de ideale kandidaat voor die vacature te maken.
Deze ene zin omvat alles wat een motivatiebrief moet doen: interesse opwekken om het curriculum vitae te lezen én uitgenodigd worden voor een gesprek.
Onthouden
De motivatiebrief
Inhoud
Een motivatiebrief moet drie dingen bevatten: het moet duidelijk zijn voor welke job je solliciteert, waarom jij de geschikte kandidaat bent en je moet jezelf uitnodigen voor een gesprek.
Stem je brief steeds af op de vacature die je gevonden hebt. Als je dus voor verschillende vacatures schrijft, dien je ook je brief inhoudelijk aan te passen. Dat is een eerste stap om een werkgever te overtuigen en je uit te nodigen voor een gesprek. Je moet de aandacht van de lezer trekken en hem overtuigen dat jij de persoon bent die hij nodig heeft en dat kan al in de eerste zin.
• In het briefonderwerp geef je aan voor welke job je solliciteert en waar je die vacature vond.
• In de eerste alinea komt het erop aan de aandacht te trekken van je lezer en hem te imponeren.
• In de volgende alinea’s licht je toe wat jouw motivatie is voor de functie en welke troeven in jouw voordeel spelen. Denk daarbij aan je opleiding, persoonlijkheid en ervaring. Je speelt dus al je sterktes uit.
• In de slotalinea nodig je jezelf uit voor een gesprek. Tijdens een gesprek kun je dan al je sterke punten extra toelichten.
Lay-out
Je brief is nooit langer dan een A4. Je schrijft je brief enkel met de hand als de werkgever daar uitdrukkelijk om vraagt.
De alinea’s zijn overzichtelijk verdeeld over het blad.
Je respecteert de NBN-normen. Het Belgisch Bureau voor Normalisatie stelde die normen op en ze worden algemeen gehanteerd in officiële briefwisseling. ✓
Taalgebruik
Hou je stijl zakelijk, maar enthousiast. Overdrijf echter niet.
Gebruik hoofdzakelijk korte en bondige zinnen. Begin niet steeds met ‘ik’.
Zorg voor actieve formuleringen zoals ‘Samen met X organiseerde ik …’ of ‘Ik was verantwoordelijk voor…’.
Vermijd de formulering ‘Ik moest …’. Gebruik eerder ‘Ik kreeg de kans om …’.
Vermijd taalfouten. Iedere taalfout vermindert de kans dat je brief verder gelezen wordt. Zet je spelcontrole aan en zoek woorden waaraan je twijfelt op. Een taalfout laten staan wordt gezien als de moeite niet nemen om je degelijk voor te bereiden.
Laat je brief nalezen op inhoud en taal.
1 Hieronder vind je enkele openingszinnen uit motivatiebrieven.
a Welke zinnen slagen erin de aandacht van de lezer te trekken en hem te imponeren?
b Welke troeven kun je hieruit filteren?
+ / - openingszin troeven
a Jouw ideale kandidaat leer je nu pas kennen.
b Na mijn telefoongesprek van … met … is mijn interesse voor een baan in uw bedrijf alleen maar toegenomen.
c Ik ben XY, woon te Z en wil graag solliciteren voor …
d Op … bezocht ik de jobbeurs in … Tijdens het gesprek met een medewerker van … vernam ik dat … Daarom solliciteer ik hierbij voor de functie …
e De Heer Ickx, directeur van bedrijf Why en klant van uw bedrijf, wees mij in een gesprek op de vacature die u aanbiedt.
f Uw vacature voor een onderwijzer maakte meteen de docent in mij wakker.
g Toen ik op de sponsoravond van de atletiekclub … met een medewerker van uw bedrijf sprak, viel me op hoe enthousiast hij vertelde over uw firma. Nadien las ik eerder toevallig dat u …
h Al heel mijn leven droom ik van een job in uw bedrijf.
2 Je hebt intussen al wel een idee van wat je volgend jaar wilt studeren. Stel nu dat je een motivatiebrief dient op te stellen voor een plekje in de studierichting van jouw keuze. Schrijf die motivatiebrief, het sjabloon op de volgende bladzijde kan je daarbij helpen. ©VANIN
i Hebt u eraan gedacht dat een verkoper met een technische vooropleiding misschien wel de ideale kandidaat is voor deze job?
j Uw vacature sluit perfect aan bij mijn kwaliteiten: ik ben net afgestudeerd als … en spreek bovendien vloeiend Frans.
k Naar aanleiding van uw vacature in … wil ik solliciteren naar de functie van …
l Ondanks alle crisissen die ons land moest doorstaan, gaan mensen nog steeds graag op reis naar het buitenland. Daarbij doen ze liefst een beroep op een reisorganisator bij wie ze waar voor hun geld krijgen. Graag wil ik in uw reisbureau mee instaan voor de tevredenheid van uw klanten. Daarom solliciteer ik naar de functie van …
m Sinds mijn stage ben ik ervan overtuigd dat een job als … me wel ligt en daar bent u nu net naar op zoek.
n Uw vacature klinkt me als muziek in de oren.
Voornaam Naam Plaats jjjj-mm-dd
Straat nummer
postcode GEMEENTE
Naam hogeschool of universiteit
Straat nummer
postcode GEMEENTE
Sollicitatie voor een studieplek in de richting XXX
Geachte mevrouw, heer
§1 Je schrijft voor welke studierichting je solliciteert en hoe je daarbij komt. Gebruik een originele openingszin.
§2 Je toont aan dat jij de meest geschikte persoon voor deze studierichting bent. Je beschrijft welke opleiding je gevolgd hebt. Verder noteer je welke extra’s (stage, onderzoekscompetenties, vrijwilligerswerk, werkervaring, hobby’s …) jou zeker in aanmerking doen komen.
§3 Wat hoop je met de nieuwe studierichting te bereiken en waarom? Zet je interesses, je persoonlijkheid, je talenten en je sterke punten in de verf.
§4 Je verwijst naar je curriculum vitae. Je zegt hoe en wanneer men jou het best kan bereiken voor een gesprek.
Met beleefde groeten
Je handtekening
Voornaam Naam
Bijlage: curriculum vitae
Respecteer de NBN-normen bij het opstellen van je brief.
• Zet het onderwerp vetgedrukt.
• Noteer de gemeente in drukletters.
• Schrijf geen komma na de aanspreking.
volledigheid
Je motivatiebrief bevat een juist aantal alinea’s.
Je gegevens zijn volledig.
Je plaatste je handtekening.
Je verwijst naar de bijlage.
duidelijkheid
De alinea’s zijn gestructureerd opgebouwd.
Sommige alinea’s waren te lang of te kort.
Evaluatiematrix – Schrijven: de motivatiebrief ©VANIN
In sommige alinea’s ontbreekt essentiële informatie of staat overbodige informatie.
Je verwoording is duidelijk. Soms blijf je eerder vaag in je verwoording.
aantrekkelijkheid
Je gebruikt een verrassende, uitnodigende openingszin.
Je hebt een mooie bladspiegel.
Je gebruikt een gepast lettertype.
Je openingszin is in orde, maar niet heel origineel.
Je motivatiebrief bevat geen alinea’s of de alineaverdeling liep fout.
Je gegevens zijn onvolledig.
Je handtekening ontbreekt.
Je verwijst niet naar de bijlage.
Je motivatiebrief bevat geen structuur.
Het is niet duidelijk wat je allemaal bedoelt. Begrijp je je eigen tekst?
Je openingszin is erg cliché of misplaatst.
Je bladspiegel is niet in orde.
Je lettertype is ongepast. correctheid
Je noteerde de datum op een correcte manier.
Je respecteert de NBNnormen.
Je verwoordt de inhoud op een juiste manier.
Je taalgebruik is foutloos. Alle woorden zijn correct. Ook de zinsbouw klopt steeds. Je tekst leest vlot.
Aanvullende commentaar:
Je verwoordt de inhoud onvolledig.
Je motivatiebrief bevat geen zware taalfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.
Je noteerde de datum verkeerd of je noteerde geen datum.
Je respecteert de NBNnormen niet.
Je maakt inhoudelijke fouten.
Je motivatiebrief bevat veel taalfouten. Door de vele taalfouten is de inhoud van je brief moeilijk te begrijpen.
HET CURRICULUM VITAE (CV)
Rekruteerders hechten meer belang aan je curriculum vitae dan aan een motivatiebrief als ze op zoek zijn naar een geschikte kandidaat. En dan nog … gemiddeld besteden ze hier 7,4 seconden aan. Letterlijk vertaald betekent curriculum vitae ‘levensloop’, het is dus een opsomming van de belangrijkste elementen.
Stuur je cv mee met elke motivatiebrief; een cv maakt je brief immers korter. Wil je een goed cv schrijven, dan besteed je het best aandacht aan drie zaken: inhoud, taalgebruik en lay-out.
Onthouden
Het cv
Inhoud
Een goed cv bestaat uit verschillende rubrieken en is aangepast aan de job waarvoor je solliciteert. Zorg ervoor dat je cv up-to-date is. Je cv mag maximaal twee pagina’s in beslag nemen.
1 Persoonlijke gegevens
• Plaats al je persoonlijke gegevens bij elkaar (naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres)
• Vermeld daarna pas de andere persoonlijke informatie (geboortedatum en -plaats, nationaliteit, rijbewijs, eventueel burgerlijke staat)
2 Studies en opleidingen
• Vermeld je hoogst behaalde graad (lager, secundair, hoger onderwijs …). Maak duidelijk dat je een diploma behaald hebt (welk diploma, wanneer en waar). Heb je geen diploma behaald, dan vermeld je tot welk studiejaar je school gevolgd hebt.
• Noteer ook andere relevante opleidingen (volwassenonderwijs, avondschool, bijscholingen …)
3 Ervaring
In deze rubriek som je je ervaring op. Dat kan gaan over jobs, maar ook over stages, vakantiewerk , vrijwilligerswerk
• Vermeld de periode, het bedrijf, je functie en omschrijf je taken als ze relevant zijn. Zo kan een werkgever sneller inschatten of je de juiste ervaring hebt voor de job.
• Als schoolverlater kun je nog niet veel ervaring voorleggen, vermeld daarom ook je onderzoekscompetenties als die in verband gebracht kunnen worden met de job waarvoor je solliciteert.
4 Kennis en vaardigheden
Verkoop jezelf door die competenties te benadrukken die relevant zijn voor de job waarvoor je solliciteert.
• Vermeld je computerkennis (Word, Excel, Autocad, Bluebits …)
• Geef je talenkennis aan (moedertaal, (zeer) goede kennis van … , vlot mondeling in …)
• Geef concrete voorbeelden en feiten om vaardigheden te illustreren die je nodig hebt voor de job waarvoor je solliciteert (Ik ontwierp … voor mijn eindproject; Ik was topverkoper van gadgets voor mijn sportclub; Met veel geduld en aandacht voor alle kinderen begeleidde ik kleutertjes tijdens de openspeeldag …)
5 Hobby’s
• Vermeld die enkel als ze relevant zijn voor de job of een meerwaarde kunnen betekenen. Je bent lid van een jeugdbeweging of sportclub en je solliciteert voor een baan waarin je moet aantonen dat je teamspirit hebt. Je bent dj en solliciteert voor een job in de elektronicabranche.
• Je kunt je hobby’s ook als relevante ervaring neerschrijven. Je nam deel aan een uitwisselingsproject op school en houdt nog contact met een buitenlandse leerling. Je mailt en chat daarbij in het Engels.
©VANIN
6 Referenties
Referenties zijn mensen voor wie jij gewerkt hebt en met wie een toekomstige werkgever contact kan opnemen als hij meer over jou te weten wil komen. Vermeld de functie van die personen, hun telefoonnummer en het bedrijf waar ze werken. Zorg ervoor dat je enkel referenties noteert die positief zijn en een meerwaarde betekenen voor je sollicitatie. Vraag hen ook altijd op voorhand of ze ermee akkoord gaan dat je hen in je cv vermeldt. Het bedrijf kan die personen immers bellen voor extra informatie over jou. Belangrijk is dat ze zich hierop hebben voorbereid.
7 Bijkomende informatie
Vermeld hier alle overige informatie die nog belangrijk of interessant kan zijn voor je sollicitatie (wanneer je kunt starten, een cv-filmpje …)
Taalgebruik
Een cv is beknopt en in concrete taal geschreven.
Vermijd woorden zoals ‘men’ en ‘worden’. Gebruik enkel actieve zinnen en korte, dynamische omschrijvingen.
‘Ik werkte als …’ en niet ‘Ik werd tewerkgesteld als …’
Plaats hoofdletters en leestekens waar nodig.
Vermijd taalfouten en ongebruikelijke afkortingen.
✓ ✓ ✓
Lay-out
Een goed cv oogt overzichtelijk en verzorgd.
Maak duidelijke rubrieken, werk eventueel met kaders, zorg voor een goede bladschikking.
✓
✓ ✓
Laat belangrijke zaken duidelijk in het oog springen: onderstreep ze, zet ze in het vet of cursief. Maar overdrijf niet, maak geen combinatie van alles en hou het sober.
Voeg een zakelijke pasfoto toe als de werkgever dat vraagt: gebruik gerust een gescande foto van een goede kwaliteit, maar vermijd vakantiefoto’s! Voor bepaalde jobs kan het zinvol zijn een foto toe te voegen, ook al vraagt de werkgever dat niet expliciet in de vacature (bv. in de verkoopsector), maar doe dat niet als je al een cv-filmpje toevoegde.
Een mooie lay-out voor je motivatiebrief en cv kun je bekomen via de sjablonen in Word.
1 Klik in de menubalk bij ‘Bestand’ op ‘Nieuw’.
2 Typ in de zoekbalk ‘cv’s en sollicitatiebrieven’.
3 Kies een sjabloon dat bij jou past.
1* Bekijk de Word-sjablonen.
a Welke lay-out past het beste bij jouw jobkeuze?
b Waarom kies je voor een bepaalde lay-out of kleur?
c Hoe zou je de sjablonen zelf een upgrade geven?
2 Stel nu je eigen cv op die bij je motivatiebrief aansluit. Laat je creativiteit de vrije loop, maar weet dat eenvoud siert! Maak gebruik van de evaluatiematrix op p. 411 om je brief aan te passen waar nodig.
Evaluatiematrix – Schrijven: mijn cv
ONVOLDOENDE volledigheid
Je gegevens zijn volledig.
Je cv bevat verschillende, essentiële rubrieken. Die rubrieken werden mooi ingevuld.
duidelijkheid
Je hebt een duidelijke bladspiegel.
Je gaf je opleidingen op een duidelijke manier weer.
Je gaf je ervaringen op een duidelijke manier weer.
Je gaf je kennis en vaardigheden op een duidelijke manier weer.
Je gaf je referenties op een duidelijke manier weer.
aantrekkelijkheid
Je maakte een originele layout. Je kleurkeuze is erg mooi.
Je cv en motivatiebrief vormen een mooi geheel.
Je hebt een mooie bladspiegel.
Je gebruikt een gepast lettertype.
Je gebruikt een gepaste foto.
correctheid
Je verwoordt de inhoud op een juiste manier.
Je taalgebruik is foutloos. Alle woorden zijn correct. Ook de zinsbouw klopt steeds. Je tekst leest vlot.
Je cv bevat verschillende, essentiële rubrieken, maar soms blijf je eerder vaag of sommige rubrieken kon je beter uitwerken.
Je gegevens zijn onvolledig.
Je cv bevat nauwelijks tot geen rubrieken. Ook de invulling van de rubrieken kon je beter uitwerken.
©VANIN
Aanvullende commentaar:
Je lay-out is mooi, maar kon origineler.
Je bladspiegel is slordig.
Je gaf je opleidingen niet duidelijk weer.
Je gaf je ervaringen niet duidelijk weer.
Je gaf je kennis en vaardigheden niet duidelijk weer.
Je gaf je referenties niet duidelijk weer.
Je hebt geen aandacht aan je lay-out geschonken.
Je cv en motivatiebrief vormen geen mooi geheel.
Je bladspiegel is niet in orde.
Je lettertype is ongepast.
Je foto ontbreekt of is ongepast.
Je verwoordt de inhoud onvolledig.
Je cv bevat geen zware taalfouten. De zinnen zijn over het algemeen correct gebouwd.
Je maakt inhoudelijke fouten.
Je cv bevat veel taalfouten. Door de vele taalfouten is de inhoud van je cv moeilijk te begrijpen.
ORIGINELE MANIEREN OM TE SOLLICITEREN
Een sollicitatiefilmpje
Zoals je reeds weet, dien je bij een sollicitatie vooral op te vallen, je te onderscheiden van de anderen. Waarom maak je geen sollicitatiefilmpje? Let wel op of jouw boodschap bij het bedrijf en je functie past. Deze vorm van solliciteren is nog niet echt gangbaar, maar kan bijvoorbeeld in de entertainmentsector misschien wel het verschil maken. Maar ook in de marketing is het belangrijk dat een bedrijf meteen een beeld op iemand of op iemands creativiteit kan plakken. Hoe pak je dat aan? Op het internet vind je heel wat instructiefilmpjes met tips en tricks.
Wat is belangrijk bij video solliciteren?
Wen eerst aan de camera
Kom snel tot de kern
Neem een goede houding aan
Maak het persoonlijk
Gebruik geen script
Maatwerk
Kwalitatief goed beeld en geluid
Nette kleding
Wees enthousiast TIPS Focus je beeld Laat je video maken door iemand anders
Zorg voor een mooie compositie
Naar: www.beaks.nl
Een voorbeeld van een sollicitatievideo is die van Laura Kopczinski.
1 Beoordeel haar sollicitatie aan de hand van onderstaande tabel.
a Geef suggesties hoe je de sollicitatie sterker kunt maken.
b Motiveer onder de tabel waarom je haar al dan niet zou aannemen.
criterium in orde kan beter
a Je krijgt haar persoonsgegevens.
b Het is duidelijk voor welke functie Laura solliciteert.
c Je krijgt info over haar opleiding en extra troeven.
d Je weet waar Laura’s interesse naar uitgaat en kent haar talenten.
e Het getoonde beeld komt overeen met de functie die ze ambieert.
f De video is creatief.
g De video heeft een juiste duur.
Deze filmpjes geven je nog enkele tips voor een geslaagde videosollicitatie.
Andere moderne vormen van solliciteren
Waarom maak je geen webpagina of website over jezelf? Daar kruipt heel wat tijd in, maar je kunt onbeperkt creatief en origineel aan de slag gaan. Max Gadeyne ging via zijn website wel heel creatief te werk om zijn droomjob van Assistant Promotor bij Ancienne Belgique te bemachtigen. Hij organiseerde een heus festival Levitate in de AB … nep weliswaar, maar hij trok wél de aandacht.
©VANIN
Je kunt gebruikmaken van sociale media zoals X, Facebook, Instagram, Snapchat … Maar je kunt ook een billboard langs de weg plaatsen. Te gek idee? Adam nam het risico. De Brit wou aan de slag in de mediasector en kreeg talloze reacties op zijn stunt. Vooral toen die viraal ging, werd hij overstelpt met jobaanbiedingen en vond zo daadwerkelijk zijn job.
Originele cv’s
Wanneer je solliciteert, heb je vaak heel wat concurrentie, het is dus belangrijk om ‘eruit te springen’. Zorg ervoor dat jouw cv of sollicitatie opvalt! Op de volgende pagina vind je een aantal voorbeelden van hoe je dat origineel kunt aanpakken.
2 Plaats de afbeeldingen op p. 414 bij de juiste omschrijving.
a Zorg voor een origineel en lekker geschenkje mét taalmopje bij je sollicitatie.
b Steek je cv en je motivatiebrief in een gesloten kistje en geef dat af bij het bedrijf. Verstuur een of twee dagen later de sleutel om het kistje te openen. Laat wel duidelijk blijken dat het om een sollicitatie gaat zodat de ontvangers niet bang hoeven te zijn voor de inhoud.
c Maak van je cv een spel in de vorm van een soort ganzenbord of levensweg.
d Zorg ervoor dat werkgevers jou kunnen vinden door je gegevens te drukken op een alledaags object waar iedereen mee in contact komt.
e Laat je gegevens als een lunchbestelling afleveren in bv. een pizzadoos.
f Maak van je motivatiebrief/cv een soort vragenlijstje dat via alle antwoorden naar jou toe leidt.
g Vervang je sollicitatiebrief door een videofragment waarin je het bedrijf overtuigt om jou aan te nemen. Film enkel je mond. Bezorg die video via een QR-code met een foto van jezelf. Ter hoogte van je mond plaatst de ontvanger dan zijn of haar smartphone.
3* Bespreek met een medeleerling: welke vind je leuk? Welk idee kan werken, denk je? Welk concept vind je minder geslaagd?
4* Kunnen jullie zelf ook een origineel idee bedenken? Brainstorm even en pitch het daarna bij de hele klasgroep.
HET SOLLICITATIEGESPREK
Het is je gelukt de rekruteerder te overtuigen via je motivatiebrief en cv! In een volgende fase word je uitgenodigd voor een gesprek. Dat is hét moment om je sterke kanten nog eens extra in de verf te zetten. Een goed sollicitatiegesprek is geen eenzijdig interview, maar een dialoog. Het is een absolute must om je goed op dit gesprek voor te bereiden.
1 Bekijk de cartoons.
a Wat zeggen ze over de sollicitant?
b Hoe kan dit beter?
Onthouden
Het sollicitatiegesprek
Inhoud
De vraagstelling tijdens een sollicitatiegesprek verloopt meestal volgens een vast stramien. Je mag haast altijd de volgende vraagtypes verwachten. Zelfs de volgorde ligt min of meer vast.
• inleidende vragen om je gerust te stellen
Heb je de weg goed gevonden? Ben je hier al eens geweest?
• vragen die inspelen op je cv
Wat heb je tijdens je stage geleerd? Wat voor werk deed je daar? Had je op je stageplek definitief aan de slag willen gaan? Waarom ben je er gestopt?
• vragen die dieper ingaan op je persoonlijkheid
Wat zijn je sterke en je zwakke kanten? Vertel eens iets over jezelf. Waarom zouden we jou aannemen en niet de persoon die voor je kwam solliciteren?
• vragen die peilen naar je motivatie en bereidwilligheid
Waarom wil je hier aan de slag? Wil je overuren presteren? Wat spreekt je minder aan in deze job?
• vragen die peilen naar je verloning
Hoeveel zou je willen verdienen?
• De rekruteerder vraagt jou of je nog vragen hebt. Probeer dan minstens één vraag te stellen. Zo toon je dat je wel degelijk geïnteresseerd bent. Je vraag kan gaan over de jobinhoud of de verdere sollicitatieprocedure.
TIP
©VANIN
Na het gesprek
Bereid je gesprek goed voor.
• Lees de vacature grondig door.
• Rijd al eens langs het bedrijf. Zo leer je de omgeving kennen.
• Bekijk de website van het bedrijf. Lees de bedrijfsinfo goed door, zo weet je wat het bedrijf produceert en waarvoor het bedrijf staat. Je kunt eventueel naar onderscheidingen of prijzen van het bedrijf verwijzen of hoe ze positief in het nieuws kwamen.
• Zoek op voorhand op wat het beginnersloon voor de functie is.
• Bekijk opnieuw je materiaal uit Tussenstop 3, zo kun je concrete voorbeelden geven als er gevraagd wordt naar jouw talenten, je persoonlijkheid, je interesses.
Via de site van de VDAB kun je een voorbereidende oefening maken die je zeker zal helpen. Klik zeker ook door naar de voorgestelde links.
SOLLICITEREN
Neem gerust initiatief om te weten te komen of het gesprek goed verlopen is en wanneer je meer nieuws mag verwachten. Er zijn verschillende mogelijkheden.
• Proficiat! Je wordt meteen aangenomen.
• Je wordt geselecteerd voor een volgende ronde. Daar krijg je dan bijkomende (praktische) proeven.
• Je komt in een wervingsreserve terecht. Een andere kandidaat is beter geschikt voor de job, maar het bedrijf neemt opnieuw contact met je op bij een andere vacature die beter bij jouw capaciteiten aansluit.
• Je wordt niet weerhouden. Je kunt met andere woorden niet in het bedrijf aan de slag gaan. Ook dan is het belangrijk om extra uitleg te vragen, daar kun je immers uit leren.
Je leert een nieuw verhaalgenre kennen: het imaginaire reisverhaal (en de satire) 1
De verlichting ©VANIN
Je leest fragmenten van een dergelijk verhaal en kunt (vrij) actuele fragmenten interpreteren binnen deze satirische traditie
Je plaatst dit genre binnen de cultuurhistorische achtergrond: de verlichting
INLEIDING 1
1 Bekijk de trailers van bovenstaande lms.
a Wat hebben ze thematisch met elkaar gemeen?
b Toch kun je ze qua toon en qua genre grofweg in twee categorieën verdelen: realistisch en imaginair. Plaats de trailers in de juiste categorie.
c* We zullen in wat volgt focussen op imaginaire reisverhalen. Ken je er nog?
DE VERLICHTING
1 De gouden tijd voor imaginaire reisverhalen was de verlichting.
a* Wat weet je nog uit de lessen geschiedenis over deze historische periode?
b De tekst op p. 419 vat een en ander over de verlichting samen. Lees de tekst aandachtig en vul de ontbrekende (kern)woorden aan.
Kies uit: gewone – encyclopedie – burgerij – taboes – onderdrukking – kritisch – reisverhaal – satire – waarden – roman – details – revoluties – wetenschap – innerlijke – manuscript.
c Maak nu van de tekst een theoretisch kader. Je gebruikt maximaal dertig woorden. Voeg zelf structuuraanduiders (nummers, pijltjes …) toe.
IN DE ACHTTIENDE EEUW WERD DE
MODERNE MENS
In de achttiende eeuw werd voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid alles … (1) onderzocht wat voorheen argeloos werd geloofd. Eeuwenoude … (2) werden ineens ter discussie gesteld: geloof en samenleving, opvoeding en onderwijs, liefde en huwelijk. De mens ging zijn verstand gebruiken en nadenken over alles wat hij tot dusver klakkeloos had aangenomen. Veel zekerheden werden aangetast, veel … (3) doorbroken en op allerlei gebied voltrokken zich ingrijpende veranderingen – het tijdperk van de verlichting was aangebroken.
De moderne … (4), geleid door natuurkundigen als Newton en Huygens, eiste wetenschappelijk bewijs in plaats van blind geloof en bijgeloof. De Bijbel verloor zijn ereplaats in elke boekenkast aan een nieuw soort naslagwerk: de … (5). Door de nieuw verworven kennis zo breed mogelijk in de samenleving te verspreiden, zou de samenleving beter worden en zeker ook eerlijker.
GEBOREN
Een ander populair genre werd het … (12). In een tijd waarin reizen per koets of schip nog moeizame en kostbare ondernemingen waren, was het reisverhaal de manier waarop mensen thuis kennis konden nemen (en konden leren) van andere landen en andere culturen.
IMAGINAIRE REISVERHALEN
Bijzonder populair werden in de verlichting ook vooral de imaginaire reisverhalen. Dat zijn verzonnen reisverhalen, die dus niet echt zijn gebeurd. Meestal zijn ze in de eerste persoon opgesteld en gaan ze door voor een reisverslag van de hoofdpersoon. Kenmerkend voor veel van die imaginaire reisverhalen is dat ze uitvoerig … (13) vermelden zoals data, afstamming en geografische bijzonderheden, om daardoor de lezer de indruk te geven dat hij een authentiek reisverslag leest.
©VANIN
De verlichting was namelijk een levenshouding die streed tegen religieuze en politieke … (6) De … (7) begon voor haar rechten op te komen en wilde betrokken worden bij het plaatselijke en landelijke bestuur, vooral in landen met een absolute vorst. Kleinere en grotere … (8) waren daarvan het gevolg, zoals de Amerikaanse vrijheidsoorlog en de Franse Revolutie, waarin voor het eerst de leuze ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ werd geuit en de Rechten van de Mens werden geformuleerd.
EEN NIEUWE LITERATUUR
Ook in de literatuur was de invloed van de verlichting merkbaar. De moderne … (9), zoals we die nu nog steeds kennen, werd toen geboren. Niet langer waren de hoofdrollen weggelegd voor koningen en ridders of priesters en heiligen. Voor het eerst gingen romans over … (10) mensen uit alle lagen van de bevolking, beschrijvend wat deze beleefden, waarbij niet alleen aan hun daden, maar ook aan hun … (11) leven aandacht werd geschonken. Het mooiste Nederlandse voorbeeld daarvan is Sara Burgerhart.
Deze suggestie wordt vaak nog versterkt doordat de uitgever vooraan in het boek uitlegt hoe hij door een gelukkig toeval het … (14) in handen kreeg en hoezeer hij zich moreel verplicht voelde om deze wonderbaarlijke reiservaringen met de lezers te delen. De meestal anonieme auteur doet daar vaak nog een schepje bovenop door te verklaren de waarheid en niets dan de waarheid te hebben geschreven.
De meeste van deze imaginaire reisverhalen werden niet uitsluitend ‘ter vermaak’ geschreven. Vaak zat er een ‘boodschap’ in verwerkt, een sociale, politieke of religieuze boodschap. En even vaak is die ideële boodschap belangrijker dan het feitelijke verhaal.
Beroemde imaginaire reisverhalen uit de wereldliteratuur zijn Gullivers Reizen en Robinson Crusoe. Beide verhalen zijn een aanklacht tegen de zeden en gewoonten van die tijd en stellen de hele mensheid aan de kaak. Het zijn twee voorbeelden van maatschappijkritiek in de vorm van een … (15).
Peter Marteau. Imaginaire reisverhalen uit de 18e eeuw: Een reis door het Apenland door J.A. Schasz M.D.
REIZE DOOR HET AAPENLAND
In schreef Gerrit Paape (onder het pseudoniem J.A. Schasz, Duits voor ‘scheet’) Reize door het Aapenland, een imaginair reisverhaal én een vlijmscherpe satire op de Nederlanden in die tijd. Er heerste in wat toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden heette, namelijk spanning tussen de prinsgezinden enerzijds en de patriotten anderzijds. Die laatste groep ijverde voor democratisering tegenover het absolutisme van Willem V. Veel patriotten verlieten het land en dat doet ook de hoofdfiguur in Reize door het Aapenland. In wat volgt, ontdek je dat het boek ook vandaag nog steeds relevante satire oplevert.
Onderweg
©VANIN
Het verhaal begint met de (naamloze) protagonist die in een plas water zijn vrouw, dienstmeid, paard en hond ziet verdrinken. Hij denkt diep na over wat nu te doen en wie hij nog redden kan.
Aldus twistte ik meer dan een uur met mijzelf zonder te besluiten. Eindelijk stond ik op en liep naar de waterkant met het voornemen om de eerste, die mij een poot of een hand, een kop of een hoofd toestak, te helpen. Aan het water gekomen zag ik tot mijn verbazing dat mijn wijf, het paard, de meid en de hond alle vier, bij gebrek aan spoedige hulp, verdronken waren.
1 In welk opzicht is deze passage al een satire op de verlichting?
Op de volgende pagina’s vind je enkele passages uit een hedendaagse bewerking van het boek door Peter Marteau, gevolgd door enkele hedendaagse mediaberichten.
2 Koppel elk fragment uit het boek aan een mediabericht en verklaar hoe Reize door het Aapenland nog steeds relevant is.
Na veel gepalaver wordt dan uiteindelijk beslist om toch de staart af te hakken van alle apen. Elke aap krijgt een hakmes, een houtblok en een pleistertje. Op het gegeven sein leggen alle apen de staart op het blok, op het volgende sein heffen ze het mes en bij het laatste signaal hakken ze. De hoge apen (ver weg van het gruwelijke tafereel) horen de kreten van pijn. Vele apen bloeden dood of worden vertrapt in de chaos. Nummer 17 valt flauw bij dit alles. Bij zijn ontwaken ziet hij zijn vrouw en zijn (zwangere!) dienstmeid.
Is dit boek nog actueel? Ga op zoek naar een mediafragment (nieuwsbericht, post op sociale media …) waarop je dezelfde kritiek kunt geven als in opdracht 4 (valse berichtgeving, soundbites …). Verklaar je keuze in een alinea van ongeveer 100 woorden.
de satire: humoristische maatschappijkritiek de patriot: verdediger van het vaderland de democratisering: het vergroten van inspraak door het volk het absolutisme: regeringsvorm waarbij de vorst totale macht heeft relevant: belangrijk, ter zake
©VANIN
Reize door het Aapenland
Fragment 1
Ik stond, met open mond, de vier lijken aan te gapen. Een menigte mensen vergaderde zich om mij heen. Velen hadden medelijden met mijn geval, maar anderen waren boos genoeg om te verspreiden dat ik hen alle vier met eigen handen in ‘t water gesmeten had: mijn vrouw, omdat ik haar moede was en zij mij te veel in de kaart keek; mijn meid, omdat zij zwanger van mij was; mijn paard om daarvoor uitstel van betaling te verkrijgen; en mijn hond om quasi van ‘t geval een ongeluk te maken. Deze vervloekte, boosaardige redenering werd schielijk zeer algemeen voor waarheid aangenomen.
Onze hoofdfiguur slaat op de vlucht, want algauw spreekt men van die dief die een paard gestolen, die zijn vrouw de hersens ingeslagen, de meid verkracht, haar een dolle hond op de buik gebonden en ze aldus tezamen in ‘t water gesmeten heeft en die er toen bij is gaan staan teneinde te beletten dat zij eruit geholpen werden.
Fragment 2
Na lang zwerven komt de vluchteling aan in een naburig land.
Hebt gij wel geld bij u? Dit was de eerste vraag die mij in een vreemd land gedaan werd. Omdat gij – als gij aanspraak wilt maken op onze gastvrijheid en menslievendheid – een goede beurs nodig zult hebben om de uitwerking ervan te genieten. Wat? Moet een ongelukkige vluchteling ... Tenminste tweemaal zoveel betalen als iemand die hier, op zijn gemak, een bezoek aflegt? En de reden daartoe? Is eenvoudig ten eerste omdat gij niet anders kunt, ten tweede omdat ge als een bosje zwavelstokken uit de lucht komt vallen, dat men u bij regen beschutting moet geven, en ten derde omdat wij broeders zijn. Is hier geen weg die naar een ander land loopt? Ja, die daar ginds is loopt naar ‘t Apenland. Zonder aarzeling sloeg ik die weg in. Misschien, dacht ik, zal de aaplievendheid goedkoper wezen.
Fragment 3
Bij aankomst in Apenland wordt de hoofdfiguur aangezien als Aap 7854, een inwoner van Apenland die is teruggekeerd als mens. De apen kijken erg op naar de mensen, en Aap nummer 1, de leider van de groep, promoveert nummer 7854 tot nummer 17. Ze kijken zelfs zo op naar de mensheid dat er algauw een parlementaire vergadering volgt waarin besproken wordt hoe apen in mensen zouden kunnen veranderen. Nummer 1 probeert duidelijk te maken dat het vooral draait om het innerlijke, hoe je denkt en hoe je je voelt en dus niet om uiterlijkheden. Maar algauw redeneert nummer 5:
Wat betreft onze uiterlijke gedaanten verschillen wij hoofdzakelijk in twee opzichten van de mensen, in de eerste plaats in de harigheid en ten tweede in onze lange staarten. Het is bekend dat de mensen (uitgezonderd enige weinige lichaamsdelen) glad en kaal zijn en dat degenen die hariger uitvallen dan gewoonlijk, in een slecht blaadje staan. Daarom moeten wij apen een noodzakelijke hervorming ondergaan, dat is, wij moeten ons kaal laten scheren. Wat onze staarten betreft, het is duidelijk dat de mensen niet van dergelijke aanhangsels voorzien zijn, dat men voorbeelden heeft van mensen met staarten, die door de biologen tot de rang der apen zijn verwezen, of, wat nog erger is, die door de schilders en tekenaars als voorbeelden zijn gebruikt om er de duivel mee af te schilderen. Vraag slechts aan een kind wat men uitbeeldt door een menselijke gedaante waaraan een staart is gehecht, en zonder zich te bedenken zal het u antwoorden: de duivel. Ook hier moet volstrekt een hervorming plaatsvinden, dat wil zeggen, wij moeten onze staarten laten afhakken.
Inwendige, diepgaande verandering moet het dus algauw afleggen tegen uiterlijke verandering, window dressing.
Fragment 4
Nummer 7 doet een nieuw voorstel, en zo sluit de vergadering:
De gevoelens lopen te sterk uiteen om ze op dit tijdstip naar wens te verenigen. Ik doe derhalve het voorstel om deze vergadering uiteen te doen gaan en geef als bemiddelend voorstel voor de volgende vergadering de vraag: of men zou kunnen goedvinden om van alle apen zonder onderscheid de staarten af te kappen behalve van ons? Dit voorstel geaccepteerd zijnde, ging de vergadering uiteen.
Fragment 5
De discussie leidt tot polarisering tussen de groep die wil afhakken en de tegenstanders ervan:
Het ganse Apenland was weldra vervuld van gesprekken, gekrakeel, geharrewar enzovoort over dit alles en er ontstonden allerlei partijen, zoals de Afkappianen, de Staartigen en dergelijke. Nummer 1 deed, met zijn aanhang, zijn uiterste best om de hele apenwereld duidelijk te maken dat het niet alleen moordenaarswerk zou zijn een der voornaamste ledematen af te kappen, maar dat dit ook hoogst gevaarlijk zou wezen en er een zodanige wond zou ontstaan dat ze dood konden bloeden. Om dit laatste argument lachten de Nummervijfianen zo geweldig dat ze meenden te barsten. Ziet, riepen zij, zo tracht men u in de luren te leggen! Zodra de staart is afgekapt, hoeft ge slechts een pikpleistertje op de wond te leggen en dan is het gat gestopt! Ge zult allen mensen worden voor de onkosten van één onnozel pikpleistertje! Nummer 1 mocht wel alles zeggen wat zijn apenlievend hart hem ingaf, maar bij de meerderheid vond het geen ingang. Wanneer hij was uitgesproken, weerlegde men met de slogan: met een pikpleistertje is alles te verhelpen!
20 000 euro om naar Europa te komen: 19 verdachten van mensensmokkel opgepakt in Spanje
I n Spanje heeft de politie 19 mensen gearresteerd die deel uitmaken van een netwerk van mensensmokkelaars. Het netwerk opereert in drie continenten – Azië, Afrika en Europa. Syriërs betalen 20 000 euro om Europa te bereiken.
Bron: vrt.be/nws
Vier uur seksuele
opvoeding zet Waalse scholen in brand
In vier kleuterscholen in Charleroi is dinsdagnacht brandgesticht. Allicht gaat het om protest tegen seksuele opvoeding in het Franstalig onderwijs. ‘Evras gaat niet over pornografie, maar over verliefdheid en grenzen stellen.’
(…) ‘We hebben nog geen verdachten geïdentificeerd’, zegt parketmagistrate
Amélie Di Vincenzo. ‘De eerste elementen doen wel tegenstand tegen Evras vermoeden.’
Horrorfilmpjes
Evras staat voor éducation à la vie relationnelle, affective et sexuelle. Op muren buiten en in de getroffen scholen was telkens de graffiti ‘No Evras’ aangebracht. Het handboek rond seksualiteit en relaties bestaat al sinds 2012, maar tot nu toe maakte slechts 20 procent van de scholen er gebruik van. Maar vorige week heeft het Waals Parlement een decreet goedgekeurd dat de lessen verplicht maakt voor leerlingen van het zesde leerjaar en het vierde middelbaar.
BERICHT C
‘In een polycrisis hebben beleidsmensen minder loepen en meer verrekijkers nodig’
‘In woelige tijden als deze, is een stevige wetenschappelijke voorbereiding van het beleid noodzakelijk’, schrijven Guy Tegenbos en Jan De Groof. Ze pleiten op dat vlak voor meer samenwerking met Nederland.
Twee weken kreeg de klimaatcrisis grote aandacht, door de 27e Klimaattop (COP27) van de VN in Sharm-el-Sheikh. Maar dominant was de berichtgeving erover niet: het resultaat was ook niet denderend: kortermijnbelangen hielden de langetermijnvisie onder de knoet. Vanwaar die geringe belangstelling? Het klimaat is maar één van de vele diepe crisissen die we vandaag gelijktijdig beleven. Die crisissen doorkruisen en versterken elkaar. Daarom spreken we van een polycrisis. We hebben niet de instrumenten om daarop te antwoorden.
©VANIN
Hoewel het gaat om slechts twee uur per jaar, leidt het tot heel wat controverse. Op sociale media circuleren horrorfilmpjes over Evras. Op TikTok vertelt een moeder in tranen hoe kinderen voortaan uitgekleed zullen worden voor de klas en verplicht zullen worden om zichzelf aan te raken. ‘Dit kunnen we niet laten gebeuren’, snikt ze. Er circuleren petities en open brieven.
Bron: www.standaard.be
De kortetermijnmaatregelen wekken bij de bevolking bovendien de illusie dat morgen ‘alles weer normaal wordt’ (de normalcy bias), terwijl we wéten dat het normaal van vroeger in geen van de crisisdomeinen ooit nog zal terugkeren.
Bron: www.knack.be
Politici die het live op tv in hun broek doen omdat ze een uur lang scherp en kritisch worden bevraagd, dát hebben we nodig
Een nieuwe politieke cultuur! Dát hebben we nodig, roepen media en politiek in koor. Een systeemverandering! Nu! Het probleem met grote veranderingen: de mensen die de verandering zelf moeten doormaken, zien alleen nog maar hindernissen wanneer puntje bij paaltje komt. Helemaal niemand betwist dat politiek over de inhoud moet gaan. Maar als je bijvoorbeeld een social media-verbod voor politici voorstelt, zodat ze niet langer mediageile oneliners kunnen debiteren die de aandacht afleiden van de complexiteit van de werkelijkheid, dan roepen diezelfde mensen: oei, ingewikkeld, want vrijheid van meningsuiting (goed punt), en ‘zo werkt dat nu eenmaal niet’.
BERICHT E
Boris Johnson was ‘opzettelijk onoprecht’ over Partygate, besluit onderzoekscommissie
© Michael Tubi
©VANIN
Het zal wel. Grote veranderingen komen niet zelden tot stand door toedoen van lui die het niks kan schelen ‘hoe het werkt’. Extinction Rebellion zál, uiteindelijk, met haar disruptieve strategie de fossiele subsidies van tafel krijgen, hoe ingewikkeld dat ook is. De muziekindustrie werd binnenstebuiten gekeerd door een stel Zweden die nog nooit een gitaar van ver of dichtbij hadden gezien, laat staan het businessmodel van een platenmaatschappij. Kortom. Weten hoe iets ‘werkt’ is leuk wanneer het wérkt. Maar het is een groot nadeel wanneer je van binnenuit iets ten gronde wil veranderen. Slechts weinigen kunnen vanop een afstandje naar zichzelf kijken.
Bron: www.demorgen.be
De voormalige Britse premier Boris Johnson heeft de parlementsleden misleid en was ‘opzettelijk onoprecht’. Dat schrijft de onderzoekscommissie van het Partygate-schandaal in het rapport dat donderdag werd gepubliceerd.
De commissie onderzocht of Johnson tegen het Britse parlement had gelogen over de feestjes in zijn ambtswoning, die ingingen tegen de toenmalige coronamaatregelen. Volgens het rapport heeft hij zich daar meermaals schuldig aan gemaakt.
Boris Johnson kon het rapport vorige week al inkijken. Daarop gaf hij vrijdag met onmiddellijke ingang zijn ontslag als parlementslid. Zo ontkomt hij aan een schorsing van 90 dagen, die het rapport als sanctie aanraadt.
Bron: www.standaard.be
1
Hedendaagse literatuur: klimaatfictie ©VANIN
Je leert hoe verbeeldingskracht in literatuur een perspectief biedt op uitdagingen in de reële wereld
Je reflecteert over welke rol literatuur in de maatschappij kan spelen 2 3
Je leert hoe romanpersonages verschillende perspectieven op maatschappelijke vraagstukken kunnen bieden
INLEIDING
Jaartal: 2035
Leeftijd kind:
Jaartal: 2050
Leeftijd kind:
Jaartal: 2040
Leeftijd kind:
1 Tijd om je verbeelding te laten spreken: over vijf jaar verwachten jij en je partner een kind. De zwangerschap was niet gepland, maar jullie besluiten het kind samen op te voeden. Leid uit de jaartallen bij bovenstaande wereldbollen de leeftijd van jullie kind af en schrijf die erbij.
2 Probeer je bij elk jaartal een toekomstbeeld voor te stellen. Hoe is het leven van jouw kind in dat jaar? Denk aan: onderwijs van de toekomst, technologische ontwikkelingen, geopolitieke situatie, klimaat … Schrijf telkens drie concrete voorspellingen op.
TUSSENTIJDS
In de roman Tussentijds () maakt de Nederlandse auteur Peter Zantingh (°) de lezer deelgenoot van de gedachtewereld van dertiger Robin, die met zijn zoontje Mats een treinreis maakt door Duitsland. In het Duitse Ahrtal kwamen door overstromingen in de zoveelste rampenzomer meer dan mensen om het leven – wat de jonge vader bezorgd maakt over de toekomst van zijn kind op deze opwarmende planeet. ‘Elke zomer zijn eigen rampencocktail, en het is pas zijn derde julimaand. Hij moet er nog zoveel.’ De roman stond op de shortlist van de Libris Literatuurprijs .
Onderweg
Tussentijds
Je leest een fragment uit Tussentijds. Focus op de tweestrijd waarop Robin terugblikt: zouden hij en zijn vriendin beter aan kinderen beginnen of beter niet?
©VANIN
In de trein denkt Robin terug aan een conversatie die hij had met zijn vriendin Tess, de moeder van zijn zoontje Mats, enkele jaren voor diens geboorte. Tess’ moeder was voor de geboorte van haar dochter bezorgd over haar vruchtbaarheid en Tess vreest dat ook zij weinig tijd heeft om een kind te krijgen, als ze dat zou willen.
‘Toen ze zelf begin twintig was,’ begon Tess, alsof ze in haar hoofd de volgende paar zinnen alvast aanlegde, ‘kwam bij haar een complicatie aan het licht die de kans op kinderen kleiner kon maken. Het kwam erop neer dat ze steeds minder leek te menstrueren. En als dat zou doorzetten …’
Ze ging even voor me fietsen in een smal straatje, we lieten het verkeersplein bij de Ulu-moskee achter ons en fietsten onder het spoor door. Onder het viaduct hing een poster met de door niemand opgeëiste waarschuwing THE END IS NEAR, naast een aankondiging van een studentenfeest in popzaal Tivoli.
‘Nou ja’, zei ze – en ik hoorde haar poging het luchtig te laten klinken. ‘Ze kregen mij al redelijk vroeg. Ik ben er, kijk maar. Dus toen was ze duidelijk niet onvruchtbaar. Maar daarna werd ze niet meer zwanger. Niet dat ze daar heel erg hun best voor deden, maar ze hebben ook niet geprobeerd het te voorkomen, zeg maar.
Bij het stoplicht aan de Amsterdamsestraatweg, tussen de scooters en de studenten, zweeg ze. Ik dacht terug aan een moment van een paar maanden eerder, half oktober was het, toen het nog ongewoon warm was en alle terrassen op de Neude vol zaten met zonnebrillen terwijl de oliebollenkraam zich al op de kop van het plein had gestationeerd. Het was of iemand foto’s van de twee seizoenen naast elkaar had geplakt. De rest van de middag kon ik de macabere gedachte dat dit hemellichaam in zekere zin onvruchtbaar was geworden niet van me afschudden. Niet langer in staat nieuw leven groot te brengen. Toen we overgestoken waren en naar links afsloegen, ging ze verder. ‘Maar goed, mijn moeder heeft dus altijd onthouden dat de dokter zei: het kan lastiger worden met elk jaar dat je langer wacht. En dat het dus erfelijk kán zijn.’
Ik vroeg: ‘Hoe groot is die kans?’
macaber: griezelig, huiveringwekkend door de sfeer van dood
Ze haalde haar schouders op. ‘Er gaat gewoon langzaam een deurtje dicht, denk ik.’ Ze trok onwillekeurig haar benen bij elkaar.
‘Ik dacht meer aan een percentage.’
‘Ik heb geen percentage voor je, Robin.’
‘Je bent nu zesentwintig.’
‘Dat weet ik.’
‘Nee, ik bedoel gewoon …’
‘Ja, ik ben ouder dan mijn moeder toen ze mij kreeg.’
Die avond lagen we wakker onder het lege dekbedovertrek, en hoewel we het niet uitspraken, wist ik dat we allebei de dwingende hand van de tijd voelden.
We hadden de feiten al, dat voorjaar waarin we wakker lagen en nadachten en soms allebei leken te luisteren of er binnen in haar een deurtje in het slot viel. We hadden de feiten. De data, de rapporten, de percentages, de kansberekeningen. We wisten het. Vroeger was ik geneigd geweest te denken dat we de elementen aan onze zijde hebben. Dat ze aardig gevonden willen worden. De wind stoot wel eens iets van tafel, de regen morst, de zon kan zich enthousiast aan je opdringen. Wat kon daar gewelddadig aan zijn? Maar nu wisten we het allemaal en er was geen houden meer aan. De oceanen hadden de eerste overmatige hitte opgevangen en bij de koraalriffen de witte vlag gehesen. Tweehonderdduizend saigaantilopes vielen dood neer in Kazachstan, omdat de uitzonderlijke hitte en luchtvochtigheid binnen in elk exemplaar een doorgaans pacifistische bacterie had laten ontsnappen uit de luchtwegen en via de bloedsomloop toegang had verschaft tot lever, nieren en milt. Op een ochtend spleet een beroemde, duizenden jaren oude baobabboom in Botswana doormidden en viel neer op de uitgedroogde bodemgrond. Orkanen met namen als van mensen met een stacaravan joegen over de Caribische eilanden, Puerto Rico en Texas. Elk jaar werd het warmste jaar ooit.
Wie nog in staat was te ontkennen, ontkende. Een Amerikaanse senator gooide vanaf zijn spreekgestoelte onderhands een sneeuwbal op de blauwe vloerbedekking van het Congres: zijn bewijs dat we niet zo arrogant moesten zijn om te denken dat we de planeet eigenmatig te gronde konden richten zolang Hij barmhartig van boven meekeek. De rest van ons wrong zich krampachtig door de smalle opening die nog restte tussen verzwijgen en openlijke paniek: die van het nonchalante erkennen, om daarna snel weer over te schakelen naar dat wat de menselijke en maatschappelijke psyche ten onrechte kwalificeerde als relevanter en pregnanter
Ook Amelisweerd leek niet te redden. Datzelfde voorjaar waren de regeringsplannen voor verbreding van de snelweg gepubliceerd. Er moesten-zouden veertien rijstroken naast elkaar komen, waarvoor het nodig was nog eens zoveel bomen te slachtofferen als begin jaren tachtig, in een streven de in ambtelijke stukken vastgelegde reistijdnormen heilig te verklaren en nét een paar minuten eerder bij onze ondergang te kunnen arriveren. Sinds de dag van het protestlint was er in Nederland zo’n tweeduizend kilometer asfalt bij gelegd. Geen meter ervan had ik, mijn vader, of wie dan ook kunnen tegenhouden.
Ook daar dacht ik aan als we samen wakker lagen. Maar dat zei ik niet.
Robin strijdt als milieuambtenaar tegen infrastructuurwerken die schadelijk zijn voor het natuurgebied
Amelisweerd in Nederland. Hij nam deel aan een ‘protestlint’, waarbij activisten zich opstelden tegenover de bouwvakkers die aan de aanleg van de snelweg wilden beginnen.
pregnant: veel inhoud bevattend, belangrijk
1* Waarover gaat dit fragment? Vertel het in je eigen woorden na aan een medeleerling.
2 We beleven het fragment vanuit het perspectief van Robin. Hoe zou je hem op basis van zijn gedachten en bezorgdheden kunnen karakteriseren?
3 Robin en Tess liggen wakker van haar (mogelijke) onvruchtbaarheid en van de klimaatcrisis. Welke parallel kun je als lezer trekken tussen die twee problematieken?
4* Vind je de gedachten van Robin herkenbaar? Waarom wel/niet?
5* Raakt de auteur met bepaalde poëtische formuleringen een gevoelige snaar bij jou? Welke?
©VANIN
In de citaten op p. 430 leren we drie personages beter kennen: Robin, Tess en een naamloze man in de trein, met wie Robin over het klimaat en andere levenskwesties spreekt. We blijven in de gedachtewereld van Robin. Alle informatie over Tess en de man in de trein komen we dus te weten via Robins perspectief.
6 Lees alle citaten en karakteriseer de drie personages. Hoe verschillen ze van elkaar in hun houding tegenover een onzekere toekomst?
7* Met welke houding kun jij je het best identi ceren? Waarom?
8* Welke talige formuleringen vind jij het meest geslaagd om de onzekerheden van de personages te beschrijven? Waarom?
[Robin, over Tess]
De grote, abstracte gevaren, daar leek zij zich minder druk om te maken. Alsof we hadden afgesproken dat ik die voor ons beiden zou beteugelen, en dan zou zij alert zijn op het tast- en zichtbare. Huiduitslag, een moedervlek op mijn rug, een ingegroeide baardhaar. Een splinter in mijn vinger merkte ze soms eerder op dan ik.
[Robin, tegen Tess, over het nog ongeboren kind]
Ik zei het zoals ik het in gedachten al geformuleerd had. ‘Om iets in gang te zetten met een levensverwachting die zich uitstrekt tot ver voorbij alle voorspellingen.’
Ze zuchtte.
‘Het wordt geen iéts’, zei ze. ‘Het kan zelf leven. Het kan zelf de wereld vormen. Het kan straks zelf zijn jas uitdoen, zelf naar school fietsen en zelf bepalen hoe de wereld eruitziet.’
‘Dat is maar de vraag’, zei ik. ‘Of dat nog kan.’
[Robin, in gedachten verzonken]
In haar stiltes dacht ik na. Welke belofte doen ouders hun kind door het een leven te geven? Op hoeveel goede jaren heeft het recht? Is het een geslaagd leven als het veertig, dertig, twintig, tién jaar in relatief geluk geleefd is? Als hij eenmaal groot genoeg is om het zware begrip te torsen, zou hij er ons dan verantwoordelijk voor houden?
[Tess]
’Elke generatie denkt dat ze de laatste is’, zei ze toen ik terug was. Ze was weer gaan liggen. Er zat iets verzoenends in haar stem. ‘Vraag maar aan je vader.’
[Robin]
Een paar maanden eerder was er iets verschoven. Ik weet niet precies waarom, maar van de ene op de andere dag ontweek ik het niet meer. Misschien was het stomweg niet meer te ontwijken, of had ik geconcludeerd dat ontwijken niets hielp. Dus ik wilde het allemaal weten. Het omarmen, het in de ogen kijken. Ik abonneerde me op de nieuwsbrieven van experts, ik las de reportages en de essays. In de boekhandel pakte ik de boeken met op de omslag de droge, gebarsten aarde, de woedende vlammen en de afbrokkelende ijsbergen. Ik luisterde naar een audioboek met de titel Our Final Warning: Six Degrees of Climate Emergency, een droge opsomming van de ene na de andere conclusie uit recente rapporten, en telkens als een gitzwart, apocalyptisch toekomstbeeld waar de generaties na mij vrijwel zeker mee te maken zouden krijgen in een omineuze, desolate slotzin was samengevat, begon het volgende met een zin als ‘and it gets worse ’. Een jaar geleden zou ik niet eens in de buurt zijn gekomen van zo’n titel, bang voor de zware, zwarte bonk klei die ik ermee in zou slikken.
[Robin]
Al het denkbare gevaar was altijd van opzij gekomen, als een auto die uit een zijstraat de weg op schiet. Uitwijken was altijd mogelijk geweest, en dan de vlucht vooruit, richting een hagelwitte boog onbeschreven tijd. Nu niet meer. De weg hield op. De toekomst trapte op de rem en kwam nijdig achteruitgereden.
[man in de trein, over de wereld] ’Zo is het welbeschouwd nog nooit eerder geweest’, zegt hij. ‘Als het universum een dag oud is, dan is dit die ene seconde dat alles in evenwicht is. Een uitzonderlijke balans. Een glitch. Dus af en toe denk ik: nee, dit kan niet voortduren.’
[man in de trein, over voorspellingen] ’Dus we kunnen het ook mis hebben, hè? Met z’n allen. Luister, ik heb soms ook het idee dat we nog pakweg dertig jaar hebben. Een halve eeuw, als het meezit. Dan hebben we elkaars kelen wel dichtgeknepen. En op andere momenten’ – zijn wijsvinger draait rondjes over de rand van zijn glas – ‘op andere momenten weet ik zeker van niet. Want dan zie ik de studenten die op een middag in het voorjaar het plein voor de hoofdingang af rennen, onder de felgele parasols door, en dan is het verdomd lastig te geloven dat zij de wereld níét gaan veranderen. Geloof mij maar, er is er niet één bij die denkt dat alles wel goed komt. Dat we het op z’n beloop kunnen laten. Ze maken zich allemaal zorgen. Maar ze lopen naar buiten, tot de tanden bewapend met ideeën en idealen. Ze rénnen naar buiten.
9* De roman Tussentijds is een voorbeeld van klimaat ctie. Het boek speelt zich niet af in de toekomst, maar in het verleden (meer bepaald de zomer van 2021) en blikt vooruit op de toekomst door de levensverwachting van een jong kind centraal te stellen. Wat zou de boodschap van de auteur kunnen zijn volgens jou?
10 Waarom zou hij kiezen voor een roman om die boodschap te brengen en niet voor bijvoorbeeld een opiniestuk in de krant?
Onthouden
©VANIN
Het is van alle tijden dat literatuur zich bezighoudt met actuele kwesties. In onze tijd kunnen veel auteurs de prangende klimaatcrisis niet langer negeren. Daarom ontstond in de jaren de term ‘klimaatfictie’, waarmee alle literatuur kan worden aangeduid die klimaat als thema behandelt. Verhalen binnen dit genre spelen zich vaak af in een nabije toekomst, maar steeds vaker ook in het heden. Met terugwerkende kracht behoren ook eerdere werken tot dit genre, zoals de populaire MaddAddam -trilogie van de Canadese auteur Margaret Atwood.
Klimaatfictie is verwant met de genres sciencefiction en de dystopische roman (romans over een afschrikwekkende toekomst, bv. in een dictatuur of een post-apocalyptische wereld, zie ook Les ). Sciencefiction speelt zich vaak af in alternatieve werelden. De beschreven klimaatproblemen in zulke werelden kunnen symbolisch zijn voor soortgelijke problemen op onze echte aarde. Een voorbeeld van zo’n (klassiek) sciencefictionwerk is Dune () van Frank Herbert.
Leestips
Verwilderd, Richard Powers (2021)
Astrobioloog Theo speurt voor zijn beroep de kosmos af naar leven, maar heeft momenteel wat anders aan zijn hoofd: zijn negenjarige, hoogbegaafde en -gevoelige zoon Robin draait sinds de dood van zijn moeder helemaal door. Zoals zijn moeder als juriste tegen vervuilende wetgeving streed, zo wil ook Robin de natuur van de ondergang redden. De gelauwerde Amerikaanse auteur Richard Powers beschrijft de liefde van een jongen voor de planeet, maar vooral ook de liefde van een vader voor zijn kind op deze bedreigde aarde. Verwilderd werd een internationale bestseller en stond op de shortlist van de Booker Prize.
Zee nu, Eva Meijer (2022)
Nederland heeft een speciale band met de zee. Door dijken en waterwerken won het land vele hectares land van de zee. Maar nu wint de zee elke dag een kilometer terrein. Mensen worden geëvacueerd naar Duitsland en België, politici panikeren en complotdenkers ontkennen de realiteit. Een wetenschapster, een activiste en een scholier zoeken én vinden op zee een nieuw perspectief op de veranderde wereld. In deze satirische roman bestudeert de Nederlandse auteur en filosofe Eva Meijer ecologische thema’s die haar na aan het hart liggen.
Zelfs als alles eindigt, Jens Liljestrand (2022)
Didrik en zijn gezin genieten van hun zomervakantie aan een Zweeds meer, tot ze plots klimaatvluchtelingen in eigen land worden. Allesverwoestende bosbranden maken hun vlucht tot een helletocht. Tegelijkertijd zoekt Didriks voormalige maîtresse rust in een Stockholms appartement, mét kalmerende pillen, koude rosé en airco. Enkel de jongere generatie, waaronder Didriks oudste dochter Vilja, lijkt actie te kunnen ondernemen. Deze spannende Zweedse bestseller leest als een trein en bezorgde Liljestrand een wereldwijd lezerspubliek.
Zwemlessen voor later (2020)
©VANIN
Van verstilde natuurlyriek over activistische ijsbeerpoëzie tot videogedichten: deze diverse bundel bevat maar liefst 160 gedichten van Nederlandse en Vlaamse dichters, jong en oud, die één ding gemeen hebben: grote bezorgdheid over de toestand van onze planeet.
Wat we toen al wisten, Geert Buelens (2022)
Geert Buelens is hoogleraar letterkunde en dichter, maar spitst zich in dit nonfictiewerk toe op de (cultuur)geschiedenis van de klimaatverandering en het bewustzijn daarover. Hij toont aan dat betogingen voor een beter milieu, zorgen over oceanen en ontbossing en de politieke strijd tegen klimaatverandering allerminst hedendaagse fenomenen zijn: al vijftig jaar lezen en leren we erover in boeken, stripverhalen, nieuwsberichten en officiële rapporten. Hoe komt het dat we als mensheid zo lang wegkeken, hoewel de Club van Rome al in 1972 de alarmbel luidde over de opwarming van de aarde? Met dit urgente boek won Buelens in 2023 de prestigieuze Boonprijs voor fictie en non-fictie.
HET ESSAY: TE GROOT OM ONS VOOR TE STELLEN
De klimaatverandering is al een tijd geen theoretisch concept meer, maar een voelbare en observeerbare realiteit. Daarom vindt de Indiase schrijver Amitav Ghosh het merkwaardig dat klimaatverandering niet méér aanwezig is in de hedendaagse literatuur dan nu het geval is. ‘Serieuze’ auteurs lijken volgens hem schrik te hebben van het onderwerp, hoewel het een van de grote kwesties van onze tijd is. In het essay Te groot om ons voor te stellen (The Great Derangement. Climate Change and the Unthinkable, 2016, vert. 2022) werkt hij een theorie uit die enerzijds verklaart waarom kunst en literatuur moeite hebben om dit onderwerp te verbeelden en die anderzijds oproept tot dringende actie, ook vanuit de literaire wereld.
Onderweg
Amitav Ghosh () is een Indiase schrijver met een indrukwekkend oeuvre fictie en non-fictie op zijn palmares. In zijn laatste boek, De vloek van de nootmuskaat (, vert. ) verbindt hij de hedendaagse klimaatcrisis met de koloniale geschiedenis van de handel in nootmuskaat. Het boek gaat over de exploitatie van de grondstof door de Nederlanders in de e en e eeuw, maar de auteur trekt zijn kritiek op de dominante en kapitalistische ideologie van het Westen door naar onze tijd.
Onthouden
Een essay is een beschouwend stuk proza waarin de auteur een persoonlijk standpunt over een onderwerp inneemt. Het is doorgaans langer dan een column of een opiniestuk: de lengte varieert van enkele krantenpagina’s tot een volledig boek. Een essay is wetenschappelijk verantwoord en behoort dus tot het domein van de non-fictie, maar gaat aan de slag met literaire middelen: de taal is literair, de essayist zet argumentatietechnieken en stijlmiddelen in.
Het genre van het essay heeft een lange traditie. De Franse schrijver en filosoof Montaigne publiceerde in de Essais, waarin hij zijn opvattingen over onderwerpen als liefde, verdriet en dood uiteenzette. Het woord ‘essay’ komt overigens van het Franse ‘essayer’ (proberen). Een essay is immers altijd een ‘probeersel’: de auteur geeft geen duidelijke mening die je gemakkelijk kunt samenvatten, maar nodigt de lezer uit om mee te denken, om een genuanceerde visie te vormen.
In het Nederlandse taalgebied zijn er enkele auteurs die van de essayistiek een belangrijk genre hebben gemaakt, zoals Karel van het Reve (-). Van alle hedendaagse Nederlandstalige auteurs is Arnon Grunberg () waarschijnlijk de meest productieve essayist. In de bundeling Waarheidsliefde en biefstuk () vind je al zijn essays over literatuur en schrijven.
Verwant aan het essay is het genre van het pamflet. In een pamflet neemt een auteur wel een duidelijke (politieke) stellingname in. Auteurs mengen zich zo met een literaire stijl in het publieke debat.
De werken hiernaast bevinden zich op de grens tussen essay en pamflet.
1* Voordat je begint te lezen: lijkt de klimaatcrisis jou een moeilijk onderwerp om over te schrijven? Waarom wel/niet?
2* Wat zou een auteur kunnen doen om een boek te schrijven dat mensen aanzet tot gedragsverandering? Kan literatuur op dat vlak een rol spelen?
3 Ken je het theoretisch concept ‘antropoceen’? Kun je de betekenis ervan a eiden door je kennis van woorden zoals antropologie en pleistoceen?
©VANIN
Lees nu het fragment uit Te groot om ons voor te stellen van Amitav Ghosh op p. 435-436.
4* Controleer je hypothese over het woord ‘antropoceen’.
5 Amitav Ghosh vindt dat klimaat ctie en science ction evenwaardig zijn. Juist of fout? Beargumenteer.
6* Herlees de tekst. Duid in elke alinea de zin aan die je het moeilijkst te begrijpen vindt. Bespreek de zin met een medeleerling. Heeft hij/zij dezelfde zin aangeduid? Kunnen jullie elkaar helpen om de alinea beter te begrijpen?
Het fragment dat je las, komt uit een (lang) essay. Een essay ‘probeert’ een vraag te beantwoorden, maar doet dat niet rechtlijnig (zie ook het Onthouden-kader op p. 433). Doorheen het essay bewandelt de auteur vaak zijpaden en roept hij nieuwe vragen op. Zo wordt de lezer aan het denken gezet.
7 Je merkt in de tekst veel vraagzinnen op, maar je zou veel vragen van de auteur kunnen herleiden tot twee overkoepelende vragen: welke?
8 Een essay maakt gebruik van literaire taal. Geef een voorbeeld uit de tekst.
9* Ga je akkoord met de gedachtegang van Amitav Ghosh? Heeft ctie het moeilijk met een thema als klimaatverandering? Kun je een link leggen met andere kunstvormen: lm, series, strips, theater …?
3
Dat de klimaatverandering binnen het landschap van de literaire fictie een nog veel kleinere schaduw werpt dan op het openbare forum is niet moeilijk vast te stellen. Om te zien dat dit zo is, hoeven we maar te grasduinen door de bladzijden van een paar hoog aangeschreven literaire bladen of boekenbijlagen, bijvoorbeeld de London Review of Books, de New York Review of Books, de Los Angeles Review of Books, de Literary Journal en de New York Times Review of Books. Duikt het onderwerp klimaatverandering in die publicaties op, dan is dat nagenoeg altijd in verband met non-fictie; van romans en kortverhalen vang je in dat opzicht zelden een glimp op. Je zou nog verder kunnen gaan en beweren dat fictie waarin de klimaatverandering aan bod komt vrijwel per definitie niet van het type is dat door ernstige literaire bladen ernstig wordt genomen: dat het onderwerp nog maar vermeld wordt, volstaat veelal om een roman of kortverhaal af te doen als sciencefiction. Het lijkt wel of klimaatverandering in de literaire verbeelding enigszins verwant is met buitenaards leven of interplanetair reizen.
Deze vreemde terugkoppeling heeft iets verwarrends. Het valt immers niet mee zich een vorm van ernst voor te stellen die blind is voor bedreigingen die in staat zijn het leven overhoop te gooien. En als de urgentie van een onderwerp inderdaad een criterium zou zijn voor de ernst ervan en we kijken naar wat de klimaatverandering werkelijk inhoudt voor de toekomst van de aarde, dan zou daaruit beslist volgen dat dit de hoofdbekommernis van schrijvers over de hele wereld zou zijn – en dat, denk ik toch, is absoluut niet het geval.
Maar hoe komt dat?
Kolkt de opwarming van de aarde te wild om ze te bevatten in de gebruikelijke schuiten van het vertellen? Terwijl, zoals intussen op ruimere schaal wordt erkend, we een tijdperk zijn binnengetreden waarin het wilde juiste de norm is geworden: als bepaalde literaire vormen niet in staat zijn deze wilde wateren te nemen, dan zullen ze gefaald hebben – en hun falen zal moeten worden aangerekend als een aspect van het ruimere falen van verbeelding en cultuur dat zich in het centrum van de klimaatcrisis bevindt.
Het probleem komt duidelijk niet voort uit gebrek aan informatie: er zijn vandaag beslist niet veel schrijvers die geen besef hebben van de huidige verstoringen in de klimaatstelsels over de hele wereld. Toch valt het op dat romanschrijvers die er wel voor kiezen over de klimaatverandering te schrijven, dat vrijwel altijd buiten het domein van de fictie doen. Een treffend voorbeeld daarvan is het werk van Arundhati Roy: zij hanteert niet alleen een van de meest verfijnde prozastijlen van onze tijd, ook is zij gedreven en grondig geïnformeerd over de klimaatverandering. Toch schrijft ze over die onderwerpen steevast in een vorm van non-fictie. (…) Zelf heb ik mij eveneens lange tijd beziggehouden met de klimaatverandering, maar ik geef toe dat het onderwerp ook in mijn fictie zijdelings aan bod komt. Denkend aan die wanverhouding tussen mijn persoonlijke bekommernissen en de inhoud van wat ik publiceerde, raakte ik ervan overtuigd dat die tegenstrijdigheid niet het resultaat was van persoonlijke voorkeuren: ze vloeit voort uit de eigenaardige vormen van weerstand die de klimaatverandering vertoont tegen wat tegenwoordig als ernstige fictie wordt beschouwd.
4
©VANIN
In zijn invloedrijke essay The Climate of History stelt Dipesh Chakrabarty vast dat geschiedkundigen veel van hun fundamentele aannames en procedures zullen moeten herzien in dit tijdperk van door de mens uitgelokte klimaatverandering, waarin ‘mensen geologische instrumenten zijn geworden die de elementairste natuurkundige processen van de aarde wijzigen’. Ik zou nog een stap verder gaan en eraan toevoegen dat het antropoceen een uitdaging vormt, niet alleen voor de kunsten en de geesteswetenschappen, maar ook voor het begripsvermogen van ons gezond verstand en zelfs voor de hedendaagse cultuur in het algemeen. Er kan uiteraard geen twijfel over bestaan dat deze uitdaging gedeeltelijk voortvloeit uit de complexiteit van het technisch taalgebruik dat ons eerste venster op de klimaatverandering vormt. Maar evenmin kan er twijfel over bestaan dat de uitdaging ook voortkomt uit de praktijken en aannames die de kunsten en geesteswetenschappen tot richtsnoer dienen.
Achterhalen hoe dit gebeurt, is volgens mij een uiterst dringende taak: het is best mogelijk dat het de sleutel vormt tot begrijpen waarom de hedendaagse cultuur de omgang met de klimaatverandering zo lastig vindt. Dit is inderdaad misschien de belangrijkste kwestie ooit waarmee cultuur in de ruimste zin ooit te maken kreeg – want laat dit duidelijk zijn: de klimaatcrisis is ook een cultuurcrisis en dus een crisis van de verbeelding.
Cultuur wekt verlangens op – naar voertuigen en appartementen, naar bepaalde soorten tuinen en woningen – die tot de voornaamste motoren achter de koolstofeconomie behoren. Een snelle cabrio spreekt ons niet aan omdat we zo van metaal en chroom houden of wild worden van het abstracte inzicht in hoe hij werkt. Zo’n auto spreekt ons aan omdat hij het beeld oproept van een weg die door een ongerept landschap schiet; we denken aan vrijheid en aan de wind in ons haar, we stellen ons James Dean en Peter Fonda voor, pijlsnel op weg naar de horizon; we denken ook aan Jack Kerouac en Vladimir Nabokov. Zien we een reclameboodschap die een foto van een tropisch eiland aan het woord ‘paradijs’ koppelt, dan flakkert in ons een hunkering op die teruggaat tot Daniel Defoe en Jean-Jacques Rousseau: het vliegtuig dat ons naar dat eiland zal brengen, is niet meer dan een sintel in dat vuur. Zien we een diepgroen gazon dat besproeid werd met ontzilt water, in Abu Dhabi, in het zuiden van Californië of een andere omgeving waar mensen vroeger al tevreden waren wanneer ze met hun water spaarzaam één enkele wijnstok of heester in leven konden houden, dan gaat het om een uiting van een smachtend verlangen waar de romans van Jane Austen mogelijk iets mee te maken hebben. De artefacten en producten die door deze verlangens tevoorschijn worden getoverd, zijn in zekere zin tegelijk uitingen en verzwijgingen van de culturele matrix die ze in het leven heeft geroepen.
Die cultuur is natuurlijk sterk verweven met de ruimere geschiedenis van imperialisme en kapitalisme die de wereld vorm hebben gegeven. Maar zelfs als men dit weet, weet men nog altijd maar heel weinig over de specifieke manieren waarop de matrix interageert met verschillende vormen van culturele activiteit: poëzie en andere fictie, kunst, architectuur, theater, enzovoort. Doorheen de geschiedenis hebben die takken van de cultuur gereageerd op oorlog, milieurampen en andersoortige crisissen: waarom zou de klimaatverandering dan zo hardnekkig bestand blijken tegen die culturele praktijken?
Zo bekeken zijn de kwesties waarmee schrijvers en kunstenaars vandaag te maken krijgen niet louter die van de politiek achter de koolstofeconomie; veel van die kwesties houden eveneens verband met onze eigen praktijken en met de manieren waarop die ons medeplichtig maken aan het verhelend gedrag van de bredere cultuur. Een voorbeeld: als, zelfs nu de koolstofuitstoot nog versnelt, de hedendaagse trends in de architectuur een zwak hebben voor glimmende torens van glas en metaalplaat, moeten we ons dan niet afvragen welke patronen van verlangen daardoor worden gevoed? Als ikzelf, als romanschrijver, ervoor kies merknamen te gebruiken als elementen om een karakter te schetsen, moet ik mij dan geen vragen stellen over de mate waarin dit mij medeplichtig maakt aan de manipulaties van de markt?
©VANIN
In dezelfde geest denk ik dat deze vraag moet worden gesteld: wat is er toch met de klimaatverandering dat louter de vermelding ervan haast automatisch leidt tot verbanning uit het rijk van de ernstige fictie? En wat vertelt ons dat over cultuur met grote C en haar ontwijkingspatronen?
Wanneer de stijging van de zeespiegel de Sundarbans heeft verzwolgen en steden als Kolkata, New York en Bangkok onbewoonbaar heeft gemaakt, zullen lezers en museumbezoekers die in die substantieel veranderde wereld naar de kunst en literatuur van onze tijd grijpen, dan niet in de eerste plaats en met aandrang op zoek gaan naar sporen en voortekenen van de gewijzigde wereld die zij hebben geërfd?
En wanneer zij die niet vinden, moeten – kunnen – zij dan iets anders doen dan tot het besluit komen dat onze tijd een tijd was waarin de meeste vormen van kunst en literatuur werden meegesleept in de zwijgcultuur die belette dat mensen de benarde werkelijkheid van hun toestand herkenden? Het is best mogelijk dat onze tijd, die zo prat gaat op zijn zelfbewustzijn, dan de toekomst in zal gaan als de tijd van de Grote Waanzin. woord
de sintel: uitgebrand stukje steenkool verhelend: verbergend, verzwijgend substantieel: aanzienlijk, behoorlijk
Je kunt een cv beoordelen en de criteria van een goed cv opnoemen 1
Je kunt uitleggen wat de beperkingen van sentimentanalyse zijn 3
HOKJESDENKEN KAN
1 Wat betekent hokjesdenken? Kun je voorbeelden geven?
2 Hoe zou een computer in hokjes kunnen denken?
3 Denk jij in hokjes? Voer onderstaande opdracht uit en kom erachter.
Jij bent vandaag even de directeur van onze school. De school zoekt momenteel een leerkracht Nederlands voor de tweede graad. Twee kandidaten hebben ondertussen hun cv doorgestuurd en het is nu aan jou om te beslissen wie op gesprek mag komen en wie niet. Om dat te bepalen, krijg je de vacature die de school op de website plaatste en de twee cv’s ter beschikking. Je vindt ze op de volgende pagina’s.
Je kunt uitleggen wat sentimentanalyse is 2
Je kunt kritisch omgaan met sociale media
Taaltechnologie 2 ©VANIN
©VANIN
©VANIN
©VANIN
4 Nadat je besloten hebt wie het wordt, beantwoord je onderstaande vragen.
a Waarom verkies je het ene cv boven het andere? Geef argumenten.
b Wie denk je dat een computer zou aannemen? En welke criteria gebruikt die computer?
5 Bekijk een beeldfragment om erachter te komen hoe een computer een cv kan screenen.
a Noteer tijdens het kijken drie zaken waarover je verbaasd bent.
b Op welke manier werkt Traicie?
c Wat zijn de voor- en nadelen van de screeningssoftware?
ONDERWEG
Amazon schrapte in zijn interne rekruteringstool die gebruikmaakte van AI. De reden: omdat de tool gebaseerd was op data van de huidige werknemers en die werknemers voornamelijk mannen waren, discrimineerde het algoritme tegen vrouwen. Wanneer Amazon dat probleem probeerde weg te werken, doken toch steeds voorbeelden van discriminatie op. Mannen kiezen bijvoorbeeld meer voor bepaalde hobby’s en gebruiken bepaalde zinswendingen vaker dan vrouwen. Die informatie pikte het algoritme op en het maakte daarvan gebruik om ‘geschikte’ kandidaten te selecteren.
Dat is een mooi voorbeeld van het zogenaamde ‘alignment problem’: de moeilijkheid om machines te laten handelen volgens menselijke waarden. Het gevaar is dat het algoritme (of ‘large language model’) onze maatschappij zal veranderen via een zogenaamde ‘feedbackloop’: omdat AI selecteert in het voordeel van mannen, zullen er steeds meer mannen tewerkgesteld worden bij Amazon, waardoor AI steeds meer zal selecteren in het voordeel van mannen.
Wie meer wil weten over het ‘alignment problem’, kan het gelijknamige boek van Brian Christian lezen. Naar: www.bbc.com
SENTIMENTANALYSE
1 Vul de juiste woorden in op de juiste plek in het Onthouden-kader.
Kies uit: computer – sentimentscore – emoties – connotaties
Onthouden
Sentimentanalyse staat voor een inschatting van die worden uitgedrukt in een boodschap. Het is dus, letterlijk, een analyse van sentimenten, die uitgevoerd wordt door een . Die leert eerst over woorden en de die daarbij horen en maakt dan op basis daarvan een inschatting van hoe positief, neutraal of negatief een bepaalde boodschap is. Die inschatting wordt de genoemd.
2 Bekijk onderstaande posts op X.
a Geef de posts een score van meest negatief (1) naar meest positief (4).
b Zou je een van de posts beschrijven als neutraal? Duid aan.
c Op basis waarvan heb je de posts beoordeeld?
3 De post van Alexander De Croo werd beoordeeld door een programma.
a Welke sentimentscore kreeg de post van het programma?
b Waar kan het fout zijn gegaan?
c Welke andere beperkingen van sentimentanalyse kun je bedenken?
4* Test de tool Sentiment Demo die een sentimentanalyse uitvoert, uit aan de hand van dit stappenplan.
Sentiment Demo
1 Zoek een review, post of reactie op het internet.
2 Maak zelf een inschatting: is de tekst positief, neutraal of negatief?
3 Ga naar deze website: lt3.ugent.be/sentiment-demo
4 Haal jouw tekst door Sentiment Demo.
5 Maakt de computer dezelfde inschatting als jij?
©VANIN
Facebook en Instagram doen ook aan sentimentanalyse. Daarnaast analyseren ze alles wat je liket, deelt en bekijkt. Aan de hand van die informatie en je persoonlijke gegevens laten ze je dan advertenties zien.
1* Volg het stappenplan om te achterhalen wat Facebook en Instagram over jou denken te weten.
2* Wist je dat je dit zelf kon nakijken?
Jouw sentimentenanalyse
1 Ga naar ‘instellingen en privacy’.
2 Klik op ‘advertenties’.
3 Ga naar ‘advertentievoorkeuren’.
4 Ga naar ‘advertentieonderwerpen’.
3* Hoe goed kunnen de socialemediakanalen jou inschatten? Zitten er onderwerpen bij die je niet verwacht had te zien?
Je weet wat een probleemoplossende discussie is 1
Je kunt op verschillende manieren meningen van mensen verzamelen 2
REDUCE, REUSE, RECYCLE
Vlaming produceerde vorig jaar gemiddeld 471 kilogram afval
Bron: www.nieuwsblad.be
Je kunt constructief deelnemen aan een probleemoplossende discussie
Vuilnisbelt of rivier? 10 000 kubieke meter afval belandt in het water
Probleemoplossend discussiëren ©VANIN
Bron: www.standaard.be
Bron: www.standaard.be
Kapot, afgedankt, afval: op markten in Kenia is men vaak niets met tweedehandskledij uit Europa Bron: www.demorgen.be
Volgende generaties zullen niet langer gebukt gaan onder plastic
Europese Commissie wil verbod op 10 000 schadelijke en amper afbreekbare stoffen Bron: www.demorgen.be
Statiegeld op blikjes is ‘onvermijdelijk’: minister is zwerfvuil op stranden en evenementen beu Bron: www.nieuwsblad.be
1 Lees de krantenkoppen en bekijk de afbeeldingen op de vorige pagina. Welk gevoel roepen ze bij jou op? Noteer vijf woorden waaraan jij denkt.
Je bekijkt zo meteen enkele fragmenten uit de Pano -reportage Hoera, recyclage!
2* Beantwoord voor het kijken eerst de vragen hieronder.
a Vind jij correct sorteren en recycleren belangrijk? Waarom wel/niet?
b Denk je dat er in België goed gesorteerd en gerecycleerd wordt? Waarom denk je dat?
c Wat verwacht je te zien in een reportage met de naam Hoera, recyclage!?
©VANIN
3 Bekijk nu de reportage. Neem notities van wat je ziet en hoort.
4 De leerkracht geeft je na het kijken enkele vragen over het fragment.
Afval en milieu zijn prangende thema’s die velen aangaan. Daarom wordt hierover ook regelmatig online van gedachten gewisseld.
5 Lees onderstaande bijdrage van topicstarter Woopdedooo en enkele reacties.
a Markeer de elementen die je interessant vindt.
b Reageer zelf op de topicstarter in een vijftal zinnen op de volgende pagina.
c Schuif jouw reactie door aan de leerling links van jou.
d Reageer nu op de comment die je kreeg van je medeleerling. Doe dit opnieuw in een vijftal zinnen.
©VANIN
Topicstarter
Woopdedooo Sinds ik een presentatie op een catamaran in het Great Barrier Reef heb bijgewoond, ben ik me steeds meer bewust gaan worden van het milieu (op dat moment specifiek plastic). Sindsdien probeer ik zo veel mogelijk plastic te voorkomen. Dat gaat met ups en downs. Ik heb Plastic Free gelezen van Beth Terry, National Geographic Planet or Plastic van 06/2018 en heel veel artikelen over plastic en zero waste. Ik woon (op dit moment nog) in ZuidLimburg en hier zijn geen verpakkingsvrije winkels, dus is het met name veel zoeken waar je verpakkingsvrij kunt winkelen. De stappen als herbruikbare flessen, herbruikbare groente-/ fruitzakjes en bijenwasdoek heb ik al genomen, maar ik zou graag jullie tips of ervaringen over het vermijden van plastic willen horen.
Fly-Guy
Onbekend
Oprechte vraag: is het in ons land niet beter om te strijden voor een betere inzameling/ scheiding van plastic in combinatie met het minderen van overdadig gebruik, in plaats van het geheel te bannen?
Plastic heeft immers ook voordelen voor het milieu, sowieso scheelt het enorm veel gewicht ten opzichte van glas, wat voordelen biedt in transport en bederf van voedsel tegengaat.
Plastic is tegenwoordig een beetje de antichrist van de verpakkingen geworden, maar dat imago lijkt mij een beetje overdreven.
Plastic verpakkingen mogen wat mij betreft inderdaad minder. Veel kan ook in papier worden verpakt, zoals groenten en fruit.
Waarom zitten de drie kleuren paprika’s in plastic i.p.v. papier? Ook bananen kunnen gewoon in papier/karton worden verpakt.
418O2 Veel plastic is niet nodig. Ik haal bijvoorbeeld groenten en vis/vlees op de markt. Daardoor vermijd je al een heleboel plastic verpakkingen die niet nodig zijn. Mijn vriendin heeft net twee netjes gekocht voor haar fruit in de supermarkt, dat scheelt ook twee zakjes per week.
Het probleem ligt alleen niet in West-Europa, maar in Azië. Ik ben er twee keer op vakantie geweest en in Indonesië bijvoorbeeld kan het mensen geen reet schelen en al zou dat wel zo zijn, ze kunnen het afval nergens kwijt. Resultaat is dat het gewoon op straat of in de rivier wordt gegooid. Volgens mij komt 90% van het oceaanplastic uit twee rivieren in Azië.
418O2 @Uffje In vergelijking met Java is Bali netjes ...
Wij doen het hier al prima. Ik geloof niet in gescheiden inzameling, ik hoorde te vaak van mensen die erbij betrokken zijn dat het geen klap uitmaakt hoe je afval inzamelt, omdat het alsnog gesorteerd moet worden. Als Azië het deed zoals wij, dan was er geen probleem.
Ik heb het daar met locals wel over gehad. Ze hebben iets andere dagelijkse zorgen, bijvoorbeeld of ze wel te eten hebben en of er een school voor hun kinderen is. Ze kijken echt niet verder dan een jaar vooruit, die luxe hebben ze niet.
©VANIN
medeleerling
Naar: gathering.tweakers.net
IDEEËN, IDEEËN EN NOG MEER IDEEËN
Op school is de afvalproblematiek ook duidelijk merkbaar. De speelplaats ligt bezaaid met plastic verpakkingen, blikjes en ander afval. De directie wil het probleem verhelpen door alle wegwerpverpakkingen op school te verbieden. Misschien zijn er ook andere oplossingen?
1 Om een duidelijk zicht te krijgen op de problematiek die er heerst op school, ga je op onderzoek. Op die manier kun je je grondig inwerken in het onderwerp. Formuleer daarvoor een antwoord op de topische vragen.
2 Je hebt je nu een beeld gevormd van het probleem dat aangepakt moet worden. Bepaal nu klassikaal op welke vragen jullie een antwoord willen geven.
3 Het is belangrijk om verschillende opinies en ideeën te verzamelen. Aan jullie om ze in kaart te brengen. Je neemt deel aan een brainstormsessie en stelt een enquête op om zo veel mogelijk oplossingen te verzamelen om de afvalberg op school te verkleinen.
Tips voor een geslaagde brainstormsessie
• Brainstorm in een kleine, gevarieerde groep (vier tot tien deelnemers).
• Baken het onderwerp duidelijk af door bijvoorbeeld een concrete vraag te stellen.
• Brainstorm eerst alleen, daarna in groep.
• Gebruik post-its om snel ideeën te kunnen noteren en in kaart te brengen.
• Het doel is om zo veel mogelijk ideeën op papier te krijgen. In deze fase vindt er geen discussie of waardeoordeel plaats.
©VANIN
Tips voor een goede enquête
• Maak je enquête niet langer dan nodig. Stel relevante vragen.
• Start niet met te gevoelige of persoonlijke vragen. Dat kan respondenten afschrikken.
• Hou de vragen neutraal. Stel dus geen suggestieve vragen.
• Stel concrete vragen die telkens slechts betrekking hebben op één idee.
• Zorg ervoor dat vragen en antwoorden niet op meerdere manieren geïnterpreteerd kunnen worden.
• Vermijd ja-neevragen.
• Open vragen kunnen erg inzichtrijk zijn, maar stel er niet te veel.
• Zorg ervoor dat vragen niet te veel op elkaar lijken.
4 Je verzamelde klassikaal heel wat ideeën. Breng al die ideeën nu samen en bekijk ze grondig. Noteer hieronder de ideeën die jij interessant vindt. Dat doe je individueel.
ideeën die ik interessant vind en waarmee ik het eens ben
ideeën die ik interessant vind, maar waarmee ik het niet eens ben
AAN DE SLAG
1 Je bent nu helemaal vertrouwd met alles wat afval en verpakkingsmateriaal op school betreft.
a Formuleer op basis van de ideeën één mogelijke oplossing die jij verder wilt uitwerken.
b Ga op onderzoek en formuleer aan de hand van objectieve informatie twee relevante argumenten om je oplossing kracht bij te zetten.
c Zorg er eveneens voor dat je bedenkt welke tegenargumenten aan bod kunnen komen en hoe je die zult weerleggen. Denk aan tegenargumenten van de directeur, medeleerlingen, leerkrachten ...
oplossing: argument tegenargument weerlegging
2 Je voert zo meteen een probleemoplossende discussie om als groep een voorstel te kunnen formuleren.
a* Bekijk dit fragment uit Loslopend Wild & Gevogelte. Is hier volgens jou sprake van een probleemoplossende discussie? Bespreek dit klassikaal.
b Lees deze kenmerken. Welke behoren tot een probleemoplossende discussie? Markeer ze.
1 Het doel is om de verschillende meningen aan bod te laten komen.
2 De focus ligt op het vinden van een oplossing die door iedereen aanvaard wordt.
3 Je wilt anderen overtuigen van jouw visie of jouw oplossing voor het probleem.
4 Je vertrekt vanuit de mening van de deelnemers, niet vanuit het probleem.
5 De focus ligt op het overtuigen van de anderen.
6 Aan het einde van de discussie kom je tot een oplossing voor het probleem.
7 De deelnemers zijn erop uit deze discussie te ‘winnen’.
8 Je vertrekt vanuit een probleem, niet vanuit een mening.
Onthouden
Bij een probleemoplossende discussie is het de bedoeling om samen met de andere deelnemers en de moderator tot een algemeen gedragen oplossing voor een probleem te komen. Het is niet de bedoeling, in tegenstelling tot het debat, dat een van de deelnemers aan het einde ‘wint’.
Een probleemoplossende discussie doorloopt verschillende fases.
1 Het probleem wordt geschetst.
2 De verschillende oplossingen worden voorgesteld en beargumenteerd.
3 De deelnemers reageren op en stellen kritische vragen over de aangereikte oplossingen.
4 De deelnemers komen gezamenlijk tot een besluit.
c In deze les doorliep je ook al enkele fases van een probleemoplossende discussie. Geef per fase aan in welke opdracht (vermeld ook het lesdeel) je dieper inging op die fase.
d Bij een probleemoplossende discussie kom je aan het einde tot een compromis of een consensus. Wat is het verschil tussen beide? Bekijk de cartoons en achterhaal op basis daarvan de betekenis van beide woorden.
e Wat is de optimale uitkomst bij een probleemoplossende discussie: een compromis of een consensus?
©VANIN
3 Nu is het aan jullie. Verzamel alle ideeën uit de brainstormsessie en uit de enquête en leg ze voor aan de directie van je school en de andere leerlingen. Welke oplossingen vinden zij ideaal?
a Je krijgt een rol toegewezen. Bereid je verder voor door je oplossing en je rol op elkaar af te stemmen.
moderator
• Opent de discussie door het probleem te schetsen.
• Bewaakt het verloop en de duur van de discussie. Benoemt expliciet wanneer wordt overgeschakeld naar een andere fase.
• Zorgt ervoor dat iedereen de kans krijgt het woord te nemen.
• Zorgt ervoor dat er een consensus bereikt wordt.
deelnemers
observatoren
• Brengen hun oplossing naar voren en beargumenteren ze.
• Reageren op de voorstellen van andere deelnemers.
• Komen gezamenlijk tot een besluit.
• Observeren de moderator en de deelnemers.
• Geven feedback.
b Na de probleemoplossende discussie geven de observatoren relevante feedback.
Tips voor een geslaagde discussie
• Hou pen en papier bij de hand. Je komt niet altijd meteen aan het woord en zo onthoud je wat je wilt zeggen.
• Neem initiatief om het woord te nemen, maar luister ook aandachtig naar anderen en laat hen uitspreken.
• Speel op de bal, niet op de man. Blijf dus respectvol. Uiteindelijk moet je samen een beslissing nemen.
• Beoordeel de andere oplossingen objectief. Zijn ze haalbaar? Durf bovendien van mening te veranderen.
VERDIEPING: DIALOOG, DEBAT OF DELIBERATIE?
1 What’s in a name? De woorden dialoog, debat en deliberatie worden vaak door elkaar gebruikt. Toch zijn er opmerkelijke verschillen.
a Vul aan de hand van het artikel op p. 452-453 onderstaande tabel in.
dialoog debat deliberatie doel
focus
b Waar situeert de probleemoplossende discussie zich volgens jou? Leg uit.
Wat is het verschil tussen dialoog, debat en deliberatie?
Door Ilona Lodewijckx BurgerparticipatieHet is deel van ons mens-zijn om informatie te verwerken en eigen meningen te vormen. Deze ideeën worden beïnvloed door onze achtergrond, opleiding, toegang tot relevante informatie en wel honderden andere elementen.
Het spreekt dan ook voor zich dat er zo veel meningen zijn als mensen en dat is net goed. Een verscheidenheid aan ideeën en standpunten zorgt voor meer evenwichtige gemeenschappen.
Maar als het gaat over besluitvorming is het wél van vitaal belang om consensus te bereiken. Steun vinden voor beleidsvoorstellen of anderen van bepaalde projecten overtuigen, is de enige manier om onze gemeenschappen te sturen en te doen groeien. Daarvoor moeten we onze argumenten met elkaar kunnen delen en op zoek gaan naar oplossingen die ons allemaal ten goede komen. En, zo blijkt, zijn er heel wat manieren om het met elkaar eens of oneens te zijn.
De bekendste manieren om onze standpunten met elkaar te delen, zijn de 3 D’s: dialoog, debat en deliberatie. Maar wat zijn nu precies de verschillen? En hoe kunnen we ze online organiseren? Dialoog, debat en deliberatie hebben stuk voor stuk andere doelen, dus laten we wat dieper graven.
Dialoog: meningen delen in naam van het gesprek
©VANIN
De eenvoudigste van de 3 D’s kennen we allemaal: de dialoog. We hebben allemaal wel eens een gesprek gevoerd over een onderwerp dat ons na aan het hart lag met iemand die er een heel ander standpunt op nahoudt. Discussies zijn eenvoudige uitwisselingen van informatie, ervaringen en overtuigingen die niet per se leiden tot een oplossing of overeenstemming.
In geval van een dialoog is de actie van het converseren belangrijker dan de punten die je maakt of de thema’s die je aansnijdt. De focus ligt op connecties bevorderen, relaties versterken en een wederzijds gevoel van begrip bereiken.
Debat: twee tegengestelde standpunten gaan voor de winst
In een debat proberen twee partijen met tegengestelde ideeën elkaar te overtuigen. De focus ligt hier niet op het gesprek zelf, zoals bij een dialoog, maar op de uitkomst. Aan een debat hangt namelijk altijd een connotatie van winnen of verliezen vast: de partij met de meest overtuigende argumenten wint het debat door de argumenten van de ‘verliezende’ partij onderuit te halen.
‘De basis van debat is weerlegging’, zegt Julia Dhar, Gedragseconoom bij BCG (Boston Consulting Group).
‘Het is de bedoeling dat je een claim maakt, ik daarop een antwoord geef, en jij op mijn antwoord reageert. Zonder weerlegging is het geen debat, maar een preek.’
Maar volgens Dhar zijn debatten niet altijd zo polariserend als hun reputatie doet vermoeden. ‘Mensen die het op een productieve manier met elkaar oneens zijn, beginnen met het vinden van een gemeenschappelijke basis, hoe klein die ook is. Ze bepalen waar ze het wél over eens zijn en gaan van daaruit verder, of dat nu het recht op onderwijs, gelijkheid tussen alle mensen of het belang van veiligere gemeenschappen is. Die overlapping is onze gedeelde realiteit.’
Het bekendste praktijkvoorbeeld van debatten zien we in verkiezingstijd. In de aanloop naar de verkiezingen worden kandidaten van verschillende partijen opgeroepen om over relevante maatschappelijke thema’s te debatteren, zodat het publiek hun respectievelijke argumenten en de
verschillen tussen hun perspectieven begrijpt. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld, zijn de (vice-) presidentiële debatten langverwachte gebeurtenissen die de uitkomst van de verkiezingen kunnen sturen. Maar de meeste democratische landen hebben ook hun eigen versies. In onze contreien vinden debatten vaak op verschillende bestuursniveaus plaats, om bijvoorbeeld eerste minister of burgemeester te worden.
Deliberatie: verschillende pistes ontdekken
Van Dale definieert delibereren als ‘(langdurig) beraadslagen, overleggen’. De Engelstalige Britannica gaat nog net iets verder in zijn definitie en stelt dat ‘er sprake is van deliberatie wanneer burgers argumenten uitwisselen en verschillende standpunten overwegen in naam van het algemeen belang.’ Dat doen ze om ‘tot een overeenkomst te komen over welke procedure, actie of beleidsvoering het algemeen belang ten goede zal komen.’
Een veelvoorkomende vorm van deliberatie is de burgerraad. We spreken van een burgerraad wanneer een groep mensen geselecteerd wordt om zich over een bepaalde beleidsuitdaging te informeren, verschillende mogelijke acties te onderzoeken en uiteindelijk een beleidsadvies te formuleren. Afhankelijk van het onderwerp wordt deze groep meestal zorgvuldig geselecteerd om de bredere bevolking te representeren op vlak van leeftijd, woonplaats, afkomst, opleidingsniveau en gender.
Naar: www.citizenlab.co
©VANIN
TAAL EN WOORDENSCHAT
Woordenschat: taal in vacatures
©VANIN
Gezocht: management assistant Floormanager gezocht! accountant
1 Waarom doen bedrijven dat, denk je?
Je hebt al gemerkt dat de taal in vacatures en jobaanbiedingen ietwat anders is dan je gewoon bent te spreken. Met ronkende functietitels proberen bedrijven toekomstige werknemers te overtuigen. Twee Gentse studenten onderzochten beroepsnamen in vacatures. En ja hoor, heel wat beroepsnamen werden wel eens fraaier voorgesteld, vooral als er meer jobaanbiedingen dan werknemers zijn.
2 Welke functie gaat schuil achter deze ronkende jobtitels?
jobtitel
CEO (chief executive officer)
HRM (human resources manager)
digital expert
floormanager
recruiter
front office assistant
maintenance engineer
management assistant
sanitair manager
management consultant
accountant
penitentiair assistent
sales representative
sales engineer foreman
Naar: www.hln.be
beroep
3 Van welke van die jobtitels heb je wel eens gehoord? Markeer ze in het geel.
4 Wat valt je op als je de fraaiere jobtitels bekijkt?
Taal: academisch taalgebruik
Test je kennis over academisch taalgebruik op iDiddit.
RECEPTIEVE VAARDIGHEDEN – EINDTEST
Lezen: Niets maakbaarder dan spelling! (Toch?)
Je leest het artikel uit Onze Taal op p. 458-459.
1 Zoek het antwoord op onderstaande vragen. Je vindt de antwoorden letterlijk in de tekst.
a Kan een individu een nieuwe officiële spelling lanceren? Motiveer je antwoord.
b Hoe reageert een taalgebruiker doorgaans op een nieuw spellingsvoorstel?
c Waarmee houdt/hield men rekening bij de spelling van het Nederlands?
d Welk essentieel verschil bestaat er tussen een beginnende en een geoefende lezer?
e Waarom kreeg ‘yu’ de spellingsvoorkeur in Suriname?
f Welke beweringen in de spellingshervorming werden nooit wetenschappelijk aangetoond?
g Waarom gaan mensen op sociale media opzettelijk anders spellen?
2 De volgende vragen gaan iets dieper in op aangereikte thema’s uit de tekst. Let op: de antwoorden staan niet expliciet in de tekst.
a In de tekst is er vooral sprake van de maakbaarheid van de spelling. Toon aan dat er nog andere aspecten aan een taal maakbaar zijn. Geef één aspect dat je illustreert met een voorbeeld.
b Waarom heeft het Nederlands niets te zeggen over volgende woorden: Häagen Dazs, Uniqlo, Huawei …?
3 Welke van de besproken spelfouten ergert jou het meest? Geef drie argumenten die je mening ondersteunen.
De volgende oefeningen focussen op de woordenschat die in de tekst aan bod komt.
4 Wat hoort bij elkaar? De woorden kun je in de tekst terugvinden. Je zult merken dat er in de rechterkolom drie verklaringen overblijven.
1 weerbarstig a vooruitstrevend, modern
2 etymologie b kleine groep van voorname mensen
3 analogie c teruggrijpen naar het verleden
4 elite d oplossing voor een probleem waarbij alle partijen iets toegeven
5 fonetiek e naar verhouding, beperkt, eerder
6 variabel f overeenkomstig, in navolging van andere(n)
7 relatief g iemand die zich dwars, anders gedraagt; iemand die moeilijk te veranderen is
8 progressief h je mening geven in een persoonlijk gesprek
9 ironie i veranderlijk, wisselend, wisselvallig
10 confronteren j taalwetenschap die de herkomst van woorden onderzoekt
11 compromis k op iets (negatiefs) de aandacht vestigen l het tegendeel zeggen van wat je bedoelt, lichte spot m iets wat niet helemaal duidelijk is n taalwetenschap die spraakklanken bestudeert
5 Welke woorden uit de linkerkolom van de vorige opdracht passen in deze nieuwe context? Sommige woorden dien je enigszins aan te passen.
Mileva Marić was aanvankelijk een onbekende Servische hoogbegaafde wis- en natuurkundige. In 1896 trad zij als vijfde vrouwelijke studente ooit toe tot de mannelijke universitaire in Zürich. Naar met enkele andere universiteiten werd toen stilaan een handvol vrouwen toegelaten op de Polytechnische School van Zürich, al was dit geen evidentie. Ook al stonden de mannelijke professoren niet meteen te springen om aan een vrouw les te geven, zij was en ging voluit voor haar studies.
Deze houding trok de aandacht van een medestudent, namelijk
Albert Einstein. Zij studeerden samen en Einstein raakte geïnteresseerd in Marićs wetenschappelijke ideeën die de eerste bouwstenen vormden voor zijn relativiteitstheorie. Ze werden verliefd op elkaar, trouwden en kregen samen drie kinderen. In 1921, twee jaar na hun scheiding, ontving Einstein de Nobelprijs voor Wetenschappen voor zijn bijdrage aan het foto-elektrisch effect, maar oh , Marić werd hierbij niet gehuldigd. Zoals eerder afgesproken bij de scheiding en mede als dank voor haar bijdrage aan zijn wetenschappelijk werk schonk de wereldberoemde wetenschapper als zijn prijzengeld aan de moeder van zijn kinderen. Mileva Marić wordt nog steeds gezien als een van de vrouwelijke wetenschapsters in de schaduw van een mannelijke Nobelprijsdrager.
Naar: nl.wikipedia.org
6 Je leest opnieuw de tekst Niets maakbaarder dan spelling! (Toch?). Hoe verwoordt de auteur de onderstreepte uitdrukkingen in zijn tekst?
context met synoniem uitdrukking in de tekst Hij prutst en werkt constant aan zijn elektrische fiets om die nóg beter te krijgen.
Op vastgestelde tijdstippen worden de straten in de gemeente schoongeveegd.
©VANIN
Nadat hij de bal bewust tegen de nieuwe auto van de buurman schopte, geraakten de emoties al snel verhit.
Haar starre, koppige houding belemmerde een sereen en open gesprek.
Na vele inspanningen en massa’s remediëringsoefeningen gingen zijn punten er danig op vooruit
Niets maakbaarder dan spelling! (Toch?)
©VANIN
©VANIN
UITDAGING: HEDENDAAGSE INTERNATIONALE LITERATUUR
Wereldliteratuur
1 Dankzij literaire vertalingen zijn namen als Kafka, Hemingway en Dostojevski ons niet onbekend. Kun jij onderstaande auteurs met het juiste land verbinden?
Jorge Luis Borges (1899-1986), De Aleph en andere verhalen
Virginia Woolf (1882-1941), Naar de vuurtoren, Mrs. Dalloway
Margaret Atwood (1939), Het verhaal van de dienstmaagd, Oryx en Crake
Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832), Het lijden van de jonge Werther, Faust
Lev Tolstoj (1862-1910), Oorlog en vrede, Anna Karenina
Gabriel García Márquez (1927-2014), Honderd jaar eenzaamheid, Liefde in tijden van cholera
Naguib Mahfouz (1911-2006), De Caïro-trilogie, Kinderen van Gabawali
Haruki Murakami (1949), Kafka op het strand, Norwegian Wood, De opwindvogelkronieken
James Baldwin (1924-1987), Giovanni’s kamer, Als Beale Street kon praten
Umberto Eco (1962-2016), De naam van de roos, De slinger van Foucault
Onderweg
In muntte de beroemde Duitse schrijver Johann Wolfgang von Goethe in het tijdschrift Über Kunst und Altertum het begrip wereldliteratuur (‘Weltliteratur’). Daarmee gaf hij een nieuw fenomeen een naam: de intelligentsia van die tijd beperkten zich niet langer tot het lezen van de literatuur in hun eigen taal (de nationale taal), maar keken buiten de grenzen om vertalingen of anderstalige teksten te lezen. In plaats van een aparte Franse, Engelse en Duitse literatuur ontstond er steeds meer een gedeelde ‘wereldliteratuur’, waarbij schrijvers zich ook door buitenlandse voorbeelden lieten beïnvloeden.
©VANIN
Doorheen de eeuwen is dit begrip echter vaak geproblematiseerd. Critici wezen op eurocentrisme: met ‘wereldliteratuur’ werd vaak slechts literatuur van westerse landen bedoeld. De vraag ‘behoort een boek tot de wereldliteratuur?’ is vaak ook een positief waardeoordeel en dus een kwestie van voorkeur. Toch zal niemand ontkennen dat bijvoorbeeld Misdaad en straf () van Dostojevski wereldliteratuur is: je vindt het boek vertaald in zo goed als alle talen in boekhandels over de hele wereld.
Voor het concept ‘wereldliteratuur’ is de literair vertaler van onmiskenbaar belang. Al sinds de oudheid worden literaire werken vertaald. In de e eeuw werd Europa kosmopolitischer en wonnen literaire vertalingen aan belang. Die vertalingen waren echter niet altijd betrouwbaar – zo slopen er geregeld fouten in een vertaling, of censureerden vertalers of overheden bepaalde passages. Omdat de hedendaagse taal blijft evolueren, brengen uitgeverijen geregeld hervertalingen uit van klassieke werken uit de wereldliteratuur.
2 Kun je het begrip ‘wereldliteratuur’ linken aan het begrip ‘canon’ (zie Les 3)?
3 Wanneer geldt een boek volgens jou vandaag als wereldliteratuur? Geef enkele kenmerken.
4 Is een vertaald boek lezen voor jou evenwaardig aan een boek lezen in de originele taal? Waarom wel/ niet?
Dostojevski’s Misdaad en straf – vroeger vertaald als Schuld en boete, omdat Russische werken via het Duits vertaald werden – is een van de vaakst vertaalde literaire klassiekers in het Nederlandse taalgebied.
5 Vergelijk de eerste pagina van de editie uit 1917, 1992 en 2019 op p. 463. Welke verschillen vallen je op?
6 Welke vertaling lijkt jou de aangenaamste om te lezen? Welke vertaling is ‘de beste’ en waarom denk je dat?
I.
Het was in ‘t warmst van Juli, toen, tegen het vallen van den avond, een jonkman zijn kamer in de S.straat verliet. Langzaam en doelloos drentelde hij den weg naar de K.-brug op. Een ontmoeting met de juffrouw, bij wie hij op kamers woonde, had hij gelukkig vermeden. Zijn kamertje was zoo hoog mogelijk, onder de dakpannen van een vijfde verdieping, en geleek meer op een kast dan op een woning. De juffrouw, bij wie hij tevens in de kost was, woonde een trap lager en als bij uitging, moest hij willens of onwillens voorbij haar keuken, waarvan de deur steeds wijd open stond. Telkens als hij dit deed, overviel hem een angstig en beklemd gevoel, dat duidelijk op zijn gezicht te zien was en waarvoor hij zich schaamde. Hij was zijn juffrouw geld schuldig en daarom bevreesd haar te ontmoeten.
vert. J. de Werker, A. Saalborn. Schuld en boete (1917)
IIn het begin van juli, het was tegen de avond en bijzonder warm, verliet een Jongeman het kamertje dat hij aan de S-steeg in onderhuur bewoonde, en begaf zich traag, besluiteloos bijna, in de richting van de K-brug.
Hij had met succes een ontmoeting met zijn kostjuffrouw op de trap weten te vermijden. Zijn kamertje lag in de nok van een hoog huis van vijf verdiepingen en leek meer op een kast dan op een woonruimte. Zijn kostjuffrouw, van wie hij dit kamertje met maaltijd en verzorging had gehuurd, woonde een trap lager in een aparte woning en telkens wanneer hij naar buiten ging, moest hij noodgedwongen langs haar keuken met de deur die op de trap uitkwam en vrijwel altijd wagenwijd openstond. En elke keer wanneer hij voorbijkwam, voelde de jongeman een ziekelijke angst die maakte dat hij zich schaamde en zijn gezicht vol rimpels trok. Hij stond diep bij zijn kostjuffrouw in het krijt en was bang haar te ontmoeten ... vert. L. Reedijk. Schuld en boete (1992)
©VANIN
Ergens begin juli kwam er tegen het eind van de dag – die extreem heet was geweest – een jongeman uit zijn huurkamertje aan de Timmermanssteenweg tevoorschijn. Hij liep treuzelend, alsof hij niet zeker was van zijn zaak, in de richting van de Koekoesj kinbrug. Gelukkig ontsnapte hij deze keer aan de aandacht van zijn huisbazin. Zelf woonde hij direct onder het dak van een vijf verdiepingen hoog pand, in een ruimte die men eerder een kast dan een kamer zou noemen; de hospita zat een verdieping lager. Haar keuken bevond zich pal achter de voordeur, die altijd wagenwijd open stond. Hij betaalde voor kost en inwoning, en omdat zij nog het een en ander van hem te goed had voelde hij zich elke keer dat hij door het trappenhuis moest, langs haar keukendeur, angstig en gespannen. Dan vertrok zijn gezicht van schaamte. vert. H. Boland. Schuld en boete (2019)
Hedendaagse literatuur uit Latijns-Amerika
Een werelddeel dat blijk geeft van een bruisende literaire ambitie is ongetwijfeld Latijns-Amerika. Van Mexico tot Argentinië laten jonge, vaak vrouwelijke auteurs, hun licht schijnen op thema’s die voor hen belangrijk zijn, zoals gender, geweld en familierelaties. Hun werken worden uit het Spaans – en in mindere mate uit het Portugees – vertaald en veel gelezen, in het bijzonder in de Engelstalige wereld.
Onthouden
Veel Latijns-Amerikaanse auteurs, zoals de Colombiaan Gabriel García Márquez, de Peruaan Mario Vargas Llosa () en de Chileense Isabel Allende () zijn schatplichtig aan de literaire traditie van het magisch realisme. Als literaire stijl beeldt het magisch realisme vaak gewone voorvallen uit alsof het ongelooflijke (of zelfs bovennatuurlijke) ervaringen zijn. Andersom worden grote historische gebeurtenissen beschreven als gewone voorvallen. Een goed voorbeeld van het magisch realisme is het dorp Macondo uit Márquez’ wereldberoemde roman Honderd jaar eenzaamheid (): daar gebeuren allerlei magische, symbolische zaken zoals levitaties, regens van gele bloemen en eeuwig levende personages.
Je leest straks het kortverhaal Een hond doden (Spaans: Matar un perro) van de Argentijnse auteur Samanta Schweblin.
Onderweg
Samanta Schweblin (Buenos Aires, ) is een Argentijnse auteur die in Berlijn woont en werkt. Haar kortverhalen en korte romans werden al in talen vertaald en werden genomineerd voor verschillende prestigieuze prijzen, zoals de International Booker Prize. Haar verhalen, gebundeld in onder andere Mond vol vogels, (-, vert. , ) lijken vaak wel nachtmerries: er heerst een vreemde, duistere sfeer en zowel voor de personages als voor de lezer vervaagt de grens tussen wat echt is en wat je je inbeeldt.
7* Bespreek voor het lezen volgende vragen klassikaal.
a Wat is een inwijdingsritueel? Kun je er een voorbeeld van bedenken?
b Heb je zelf al eens een soort inwijdingsritueel (moeten) doorgaan?
c Verschilt geweld tegen dieren van geweld tegen mensen? Of hangt dat van het dier af?
Je leest nu het kortverhaal op p. 466-467.
8* Had je het einde verwacht? Zo ja, duid aan waar voor jou de pointe van het verhaal duidelijk werd.
9 In de Engelse vertaling heet dit verhaal The Test. Leg uit wat precies de test is en of de verteller van het verhaal slaagt voor de test.
10* Welke titel vind je beter: The Test of Een hond doden (letterlijk vertaald uit het Spaans)? Waarom? Vind je dat een vertaler de titel van een verhaal mag wijzigen?
11 Waarom heet de man in de auto ‘de Mol’, denk je?
12 Hoe kun je het karakter van de verteller beschrijven? Wat is jouw mening over hem?
©VANIN
De Mol zegt: naam, en ik geef antwoord. Ik wachtte hem op de afgesproken plek op en hij kwam me halen met de Peugeot die ik nu bestuur. We kenden elkaar niet. Hij kijkt me niet aan, ze zeggen dat hij nooit iemand in de ogen kijkt. Leeftijd, zegt hij, tweeënveertig, zeg ik en als hij antwoordt dat dat oud is, denk ik dat hij beslist ouder moet zijn. Hij draagt een klein, donker brilletje en dat zal wel de reden zijn waarom hij de Mol wordt genoemd. Hij zegt dat ik naar het dichtstbijzijnde plein moet rijden, gaat gemakkelijk zitten en ontspant zich. De test is eenvoudig, maar het is heel belangrijk om ervoor te slagen en daarom ben ik nerveus. Als ik het niet goed doe, kom ik er niet in en als ik er niet in kom, is er geen geld, wat de enige reden is om erin te willen. Een hond doodslaan in de haven van Buenos Aires, dat is de test om te weten of iemand in staat is tot erger. Tot erger, zeggen ze en ze kijken schijnheilig de andere kant op, alsof wij, de mensen die er nog niet in zitten, niet zouden weten dat het erger is om een mens te doden, een mens te slaan, een mens dood te slaan.
Als de laan zich splitst in twee straten kies ik voor de donkerste. Het ene na het andere rode verkeerslicht springt op groen, zodat ik rustig kan doorrijden tot er tussen de gebouwen een donkere, groene vlakte opdoemt. Ik denk dat er misschien geen honden zijn op dit plein, maar de Mol zegt dat ik moet stoppen. U hebt geen stok bij u, zegt hij. Nee, zeg ik. Maar u kunt geen honden doodslaan zonder iets om mee te slaan. Ik kijk hem aan zonder antwoord te geven; ik weet dat hij iets gaat zeggen, want nu ken ik hem, hij laat zich makkelijk raden. Maar hij geniet van de stilte, geniet van de gedachte dat elk woord dat hij uitspreekt een punt in mijn nadeel betekent. Dan slikt hij en ik kan zien dat hij denkt: jij doodt helemaal niemand. Ten slotte zegt hij: ‘Er ligt een schop in de kofferbak. Die kunt u gebruiken.’ En ik weet zeker dat zijn ogen achter de brillenglazen fonkelen van genoegen.
©VANIN
Rondom de fontein in het midden van het plein liggen honden te slapen. Met de schop stevig in mijn handen loop ik naar ze toe. De kans kan zich elk moment voordoen. Enkele honden worden wakker. Ze geeuwen, komen overeind, kijken naar elkaar, kijken naar mij, grommen, en naarmate ik dichterbij kom, wijken ze opzij. Iemand doden, een bepaald iemand die al gekozen is, is simpel. Maar kiezen wie er moet sterven vergt tijd en ervaring. De oudste hond, de leukste of de agressiefste. Ik moet kiezen. Ik weet zeker dat de Mol grijnzend toekijkt vanuit de auto. Hij zal wel denken dat iemand die niet is zoals zij niet tot doden in staat is.
Ze zwermen om me heen en besnuffelen me, sommige lopen weg om ongestoord verder te slapen en vergeten me. Voor de Mol, achter de donkere ruiten van de auto en de donkere glazen van zijn bril, moet ik er klein en belachelijk uitzien, met de schop stevig in mijn handen geklemd en omringd door honden die nu weer gaan liggen. Een witgevlekte hond gromt naar een zwarte en als de zwarte hem een knauw geeft, komt er een derde hond bij, die blaft en zijn tanden ontbloot. Dan bijt de eerste hond de zwarte en de zwarte grijpt hem met zijn scherpe tanden bij zijn nekvel en schudt hem heen en weer. Ik hef mijn schop. De klap komt neer op de ribben van de gevlekte, die jankend op de grond valt. Hij ligt stil, het zal gemakkelijk zijn om hem te vervoeren, maar als ik hem bij zijn poten pak, reageert hij en bijt me in mijn arm, die meteen begint te bloeden. Ik hef de schop opnieuw en geef hem een klap op zijn kop. De hond valt weer neer en kijkt me aan vanaf de grond; zijn ademhaling klinkt gejaagd, maar hij houdt zich rustig. Eerst langzaam en dan met meer zelfvertrouwen grijp ik hem bij de poten, til hem op en neem hem mee naar de auto. Tussen de bomen beweegt een schim, de dronkaard die tevoorschijn komt zegt dat je zoiets niet kan maken, dat de honden weten wie het gedaan heeft, dat ze het hem betaald zullen zetten. ‘Ze weten het,’ zegt hij, ‘ze weten het, snapt u?’ En hij gaat op een bankje liggen. Als ik bij de auto kom, zie ik de Mol zitten, in dezelfde houding als eerst, maar de kofferbak van de Peugeot staat open. De hond valt erin als een dood gewicht en als ik de kofferbak sluit, kijkt hij me aan. In de auto blijft de Mol recht voor zich uit kijken. Hij zegt: Als u hem op de grond had gelegd, was hij opgestaan en ervandoor gegaan. Ja, zeg ik. Nee, zegt hij, voordat u wegging, had u de kofferbak open moeten zetten. Ja, zeg ik. Nee, dat had u moeten doen en dat hebt u niet gedaan, zegt hij. Ja, zeg ik en ik heb er onmiddellijk spijt van, maar de Mol zegt niets en kijkt naar mijn handen. Ik kijk naar mijn handen en naar het stuur en ik zie dat alles besmeurd is, er zit bloed op mijn broek en op de bekleding van de auto. U had handschoenen moeten dragen, zegt hij. De wond schrijnt. U komt een hond doden en u brengt geen handschoenen mee, zegt hij. Ja, zeg ik. Nee, zegt hij. Ik weet het, zeg ik en ik doe er het zwijgen toe. Ik houd liever mijn mond over de pijn. Ik start de motor en de auto rijdt soepel weg.
Ik probeer me te concentreren, te ontdekken welke van al die straten die voor me opdoemen me naar de haven kunnen brengen zonder dat de Mol iets hoeft te zeggen. Ik kan me geen enkele vergissing meer veroorloven. Misschien kan ik beter eerst bij een apotheek langsgaan om handschoenen te kopen, maar aan handschoenen uit de apotheek heb je niets en de ijzerwinkels zijn op dit tijdstip gesloten. Een nylon tas zou ook handig zijn. Ik kan mijn windjack uittrekken, het om mijn hand wikkelen en als handschoen gebruiken. Ja, zo ga ik het aanpakken. Ik denk aan wat ik net zei, aanpakken, en ik vind het fijn dat ik net zo kan praten als zij. Ik neem de Calle Caseros, die volgens mij naar de haven loopt. De Mol kijkt me niet aan, zegt niets, beweegt zich niet, blijft recht voor zich uit kijken en ademt zachtjes in en uit. Ik geloof dat hij de Mol wordt genoemd omdat hij achter die zonnebril kleine oogjes heeft.
Na een paar straten bereiken we de kruising van de Calle Caseros met Chacabuco. Daarna komt Brasil, die uitkomt in de haven. Ik gooi het stuur om en als ik de bocht neem, helt de auto opzij. In de kofferbak bonst het lichaam ergens tegenaan en daarna horen we geluiden, alsof de hond nog steeds probeert om overeind te komen. De Mol, kennelijk verbaasd over de kracht van het dier, glimlacht en wijst naar rechts. Ik rijd remmend Brasil in en wanneer de auto overhelt, klinken er opnieuw geluiden uit de kofferbak, waar de hond zich probeert te redden tussen de schop en de andere spullen achterin. De Mol zegt: Remmen. Ik rem. Hij zegt: Gas geven. Hij glimlacht, ik geef gas. Meer, zegt hij en ik geef meer gas. Dan zegt hij remmen en ik rem. Nu de hond zich meerdere malen heeft gestoten, ontspant de Mol zich en zegt: Doorrijden. Verder zegt hij niets meer. Ik rijd door. In deze straat zijn geen verkeerslichten of witte lijnen en de gebouwen worden steeds bouwvalliger. We kunnen elk moment bij de haven zijn.
De Mol wijst naar rechts. Hij zegt dat ik de derde straat links moet nemen, naar de rivier. Ik gehoorzaam. Even later zijn we bij de haven en parkeer ik de auto op een parkeerplaats met grote groepen containers. Ik kijk naar de Mol, maar hij kijkt niet terug. Zonder mijn tijd te verdoen stap ik de auto uit en open de kofferbak. Ik heb mijn jas niet om mijn arm gewikkeld, maar nu heb ik geen handschoenen meer nodig, alles is al gebeurd; ik moet het snel afmaken en dan kunnen we gaan. In de verlaten haven zijn alleen in de verte wat zwakke, gele lichtjes te zien die hun flauwe schijnsel op enkele schepen werpen. Misschien is de hond al dood, ik denk dat dat het beste zou zijn, dat ik hem de eerste keer harder had moeten slaan en dat hij dan al dood zou zijn. Minder werk, minder tijd met de Mol. Ik zou hem direct gedood hebben, maar de Mol doet de dingen op zijn manier. Dat zijn fratsen. Niemand wordt er dapperder van om een hond halfdood naar de haven te brengen. Het was veel moeilijker om hem dood te slaan waar al die andere honden bij waren.
Als ik hem aanraak, als ik hem bij zijn poten pak om hem uit de auto te tillen, slaat hij zijn ogen op en kijkt me aan. Ik laat hem los en hij valt op de bodem van de kofferbak. Hij schraapt met zijn voorpoot over de met bloed bevlekte bekleding en probeert met trillend achterlijf overeind te komen. Hij ademt nog steeds, zijn ademhaling klinkt gejaagd. De Mol zal de tijd wel opnemen. Ik til hem weer op en hij moet ergens pijn hebben, want hij jankt, hoewel hij zich niet meer beweegt. Ik leg hem op de grond en sleep hem bij de auto vandaan. Als ik terugloop naar de kofferbak om de schop te pakken, stapt de Mol uit. Nu staat hij bij de hond en kijkt hij op hem neer. Ik loop met de schop naar hem toe en ik kijk naar de rug van de Mol met achter hem, op de grond, de hond. Als niemand erachter komt dat ik een hond heb gedood, komt men nooit ergens achter. De Mol zegt zonder zich om te draaien nu. Ik hef de schop. Nu, denk ik. Maar ik laat hem niet neerdalen. ‘Nu’, zegt de Mol. Ik laat hem niet neerdalen, niet op de rug van de Mol en niet op de hond. ‘Nu’, zegt hij en dan zwaait de schop omlaag naar de kop van de hond die op de grond ligt, jankt en heel even natrilt. Daarna is alles stil.
Ik start de motor. Nu gaat de Mol me vertellen voor wie ik ga werken, wat mijn naam wordt en het belangrijkste, voor hoeveel geld. ‘Neem Huergo en sla dan af naar Carlos Calvo’, zegt hij.
Ik rijd al een tijdje. De Mol zegt: ‘Bij het volgende kruispunt parkeert u de auto aan de rechterkant. Ik doe wat hij zegt en voor het eerst kijkt de Mol me aan. ‘Stap uit’, zegt hij. Ik stap uit en hij gaat achter het stuur zitten. Ik buig me naar het raampje en vraag wat er nu gaat gebeuren. ‘Niets’, zegt hij. ‘U twijfelde.’ Hij start de motor en de Peugeot rijdt geruisloos weg. Als ik om me heen kijk, realiseer ik me dat hij me op het plein heeft afgezet. Op hetzelfde plein. De troep honden bij de fontein komt langzaam in beweging, met hun ogen op mij gericht.
De Maniac, Benjamín Labatut (2023)
De uitzonderlijk geniale wiskundige John von Neumann werkte samen met wetenschappers als Robert J. Oppenheimer aan de ontwikkeling van de eerste atoombom binnen het kader van het Manhattanproject. Ook legde hij de basis voor de latere ontwikkeling van Artificiële Intelligentie (AI). Wie was die man?
©VANIN
De Chileense schrijver Benjamín Labatut schrijft zijn verhaal door de ogen van verschillende andere historische personages en levert een huiveringwekkende roman af die waarschuwt voor een amorele, technologische toekomst.
Rood zien, Lina Meruane (2012)
Wat als je lichaam je verraadt? Op een feestje wordt het personage Lina plots blind. Ze ziet rood: één oog zit vol bloed. Deze korte roman is een prachtig verwoorde schreeuw van woede en machteloosheid. De Chileense schrijver en professor Lina Meruane geeft woede als emotie een terechte, centrale plaats in haar werk.
Vertel me het einde, Valeria Luiselli (2017)
In dit essay vertelt Luiselli, die zelf op een permanente verblijfsvergunning in de VS wacht, de verhalen die ze hoort als tolk bij een immigratierechtbank. Daar stelt ze uit Latijns-Amerika gevluchte kinderen veertig vragen, maar hun antwoorden passen niet in de hokjes van de formulieren. Tussen gruwel en menselijkheid formuleert Luiselli een scherpe aanklacht tegen het overheidssysteem, die nog niets aan relevantie en actualiteit ingeboet heeft.
Het ongrijpbare meisje, Mario Vargas Llosa (2006)
Wanneer de vijftienjarige Ricardo een meisje ontmoet dat zich Lily noemt, staat zijn wereld even stil. Maar al snel verdwijnt ze spoorloos, een pad van leugens achterlatend. In de vreemdste situaties en overal ter wereld blijft hij haar echter tegenkomen. Vargas Llosa, die in 2010 de Nobelprijs voor Literatuur in ontvangst mocht nemen, neemt de lezer mee op een spannende en erotische wereld- en tijdreis door de tweede helft van de 20e eeuw.