vbhfdst_Pienter-3D-leerwerkboek

Page 1

Pi enter

Philippe De Crock Christophe Gryson Dirk Taecke

k

Tom Van der Auwera Stephan Wellecomme

tu

MET MEDEWERKING VAN Etienne Goemaere

LEERJAAR 3

Eddy Magits

Ontdek het onlineleerplatform: diddit. Vooraan in dit boek vind je de toegangscode, zodat je volop kunt oefenen op je tablet of computer. Activeer snel je account op www.diddit.be en maak er een geweldig schooljaar van!

Oefen in jouw tempo en op jouw niveau, zoveel je maar wilt. Heb je de leerstof nog niet volledig onder de knie? Dan krijg je handige tips om het volgende keer wél goed te doen.

vo

Opdrachten op maat, speciaal voor jou klaargezet door je leraar. Want die weet precies in welke lesonderdelen jij nog beter wilt worden. Genoeg geoefend. Tijd voor het echte werk! Hoe scoor je op een toets? En ook belangrijk: hoe schat je jezelf in? Benieuwd hoe ver je al staat? Een helder overzicht toont je meteen welke inspanningen je tot nu toe geleverd hebt en wat je resultaten zijn. Om trots op te zijn … of om nog nét iets te verbeteren!

3 4 5

oo or b

Ontdek beeld- en geluidsfragmenten en andere leuke extra’s bij de les.

2

ee ld h

3 D deel 1

Leer zoals je bent

fd s

LEERJAAR 3

Pi enter

1

Pienter 3 D deel 1

ISBN 978-90-306-9986-6 597591

6

9 789030

699866

vanin.be


vo

uk

st

oo fd

dh

el

be

or


uk st

Leerjaar 3

vo

or

be

el

dh

oo fd

Pienter 3 D deel 1

Philippe De Crock Christophe Gryson Dirk Taecke Tom Van der Auwera Stephan Wellecomme MET MEDEWERKING VAN Etienne Goemaere Eddy Magits


vo

uk

st

oo fd

dh

el

be

or


Inhoudsopgave Hoe werk je met Pienter?

4

Hoofdstuk 1

7

De stelling van Pythagoras

51

Hoofdstuk 3 Driehoeksmeting van een rechthoekige driehoek

91

Hoofdstuk 5 Inleiding tot reële functies

189 219

vo

or

be

el

dh

oo fd

Hoofdstuk 6 Beschrijvende statistiek

137

st

Hoofdstuk 4 Rekenen met reële getallen

uk

Hoofdstuk 2 De reële getallen


Hoe werk je met Pienter? Elk hoofdstuk start met een inhoudsopgave en een cartoon. Dat geeft je een eerste indruk van het hoofdstuk.

oo fd

st

uk

Bij het begin van elk hoofdstuk maak je aan de hand van een realistische inleiding of een kort onderzoek kennis met het onderwerp dat aan bod zal komen.

dh

Stap voor stap kom je meer te weten over wiskunde in het dagelijks leven.

Je leert formuleren in definities, eigenschappen, rekenregels of besluiten. Je leert ook eigenschappen bewijzen.

el

Na elk stuk theorie kun je meteen oefenen. Niet alle oefeningen zijn even moeilijk. Ze zijn opgedeeld in drie reeksen: eenvoudige toepassingen

REEKS B

basisniveau

REEKS C

verdiepingsniveau

or

be

REEKS A

Oefeningen zijn genummerd per hoofdstuk en aangeduid met een verticale streep.

vo

Op diddit vind je extra oefeningen. In de marge worden soms pictogrammen gebruikt. Hieronder vind je hun betekenis.

ICT

Wijst op uitleg over werken met de grafische rekenmachine. Duidt aan wanneer je andere ICT-hulpmiddelen inzet, bv. Excel, GeoGebra of Python. Interessante weetjes of achtergrondinformatie herken je aan een kader met vraagteken.


R

Duidt aan dat je bij het onlinelesmateriaal een remediëringsoefening kunt vinden.

XL

Geeft aan dat je bij het onlinelesmateriaal extra uitdagende leerstof vindt.

Verder kun je in een hoofdstuk twee soorten QR-codes tegenkomen. Scan de code om een instructiefilmpje van de leerstof te bekijken of om een toepassing in GeoGebra te zien.

uk

Je leraar zal telkens aangeven wat precies voor jou van toepassing is.

GeoGebra

st

instructiefilmpje

oo fd

Op het einde van elk hoofdstuk vind je alles wat je moet kennen en kunnen bijeengebracht in een studiewijzer. Dat is een ideale leidraad om je samenvatting te maken.

Elk hoofdstuk sluit af met de rubriek ‘Pienter problemen oplossen’ of ‘Problemen uit JWO’ (Junior Wiskunde Olympiade). Het is aan jou om aan de hand van heuristieken en probleemoplossend denken de problemen op te lossen.

dh

Sommige onderdelen zijn aangeduid met een gekleurde band. Afhankelijk van je studierichting moet je die wel of niet kennen. Je leerkracht zal aangeven wat voor jou geldt.

el

VERDIEPING

vo

or

be

Achteraan in het boek zitten twee bladen met een cartoon. Die kun je gebruiken als voorblad voor je eigen notities of voor afgedrukte oefeningen van Pienter remediëren en voor extra leerstof.


het onlineleerplatform bij Pienter Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau.

oo fd

Hier vind je de opdrachten terug die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

st

uk

Je kunt vrij oefenen en de leerkracht kan ook voor jou oefeningen klaarzetten.

Hier kan de leerkracht toetsen en taken voor jou klaarzetten. Benieuwd hoe ver je al staat met oefenen en opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

vo

or

be

el

dh

Hier vind je het lesmateriaal per hoofdstuk (o.a. een digitale versie van je boek en instructiefilmpjes).


uk

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

1.1 De stelling van Pythagoras formuleren

8

14

1.3 De stelling van Pythagoras bewijzen

16

1.4 Rekenen met Pythagoras

20

1.5 Constructies

st

1.2 Meetkundige voorstellingen

31 34

1.7

44

oo fd

1.6 Afstand tussen twee punten Pythagoras in de ruimte

49

Pienter problemen oplossen

50

vo

or

be

el

dh

Studiewijzer

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

7

1


1.1

De stelling van Pythagoras formuleren

1.1.1 Op onderzoek Vul de tabel verder in. b 1

b

c

uk

a

4

c

c

a

a

b

b

a (mm)

b (mm)

c (mm)

1

48

39

84

2

16

12

20

3

32

24

40

40

96

104

32

61

a 2

dh

el

be 5

40

b 2

a 2 + b 2

c 2

or

Wat stel je vast als je de laatste twee kolommen vergelijkt?

vo

3

GeoGebra

driehoek

4

2

a

5

3

1

c

b

oo fd

2

c

st

a

4 5

6 7

8 9 10

1.1.2 Benamingen in een rechthoekige driehoek Een rechthoekige driehoek bestaat uit • twee rechthoekszijden (vormen een rechte hoek)

:    en

c a

• een schuine zijde of hypothenusa :

11

8 HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

GeoGebra

b


1.1.3 De stelling van Pythagoras Stelling

In een rechthoekige driehoek is de som van de kwadraten van de rechthoekszijden gelijk aan het kwadraat van de schuine zijde. In symbolen:  a 2 + b 2 = c 2 waarbij a en b de rechthoekszijden zijn en c de schuine zijde is

a

b

st

Stelling

uk

Drie natuurlijke getallen a, b en c, elk verschillend van 0, die aan de voorwaarde a 2 + b 2 = c 2 voldoen, noem je Pythagorische drietallen. Het eenvoudigste Pythagorisch drietal is 3, 4 en 5.

De stelling van Pythagoras geldt ook omgekeerd.

oo fd

Als in een driehoek de som van de kwadraten van de twee kortste zijden gelijk is aan het kwadraat van de langste zijde, dan is de driehoek rechthoekig. De 3-4-5-regel

c

GeoGebra

Pythagorische drietallen worden gebruikt om een rechte hoek te bepalen.

be

el

dh

• B ind op gelijke afstand knopen in een touw. Zo verkrijg je gelijke knoopafstanden. • V orm met het touw een driehoek waarvan een zijde drie knoopafstanden heeft; een zijde vier knoopafstanden heeft; een zijde vijf knoopafstanden heeft. • Zo verkrijg je een rechthoekige driehoek en kun je een rechte hoek uitzetten.

Pythagoras is geboren op het Griekse eiland Samos, vermoedelijk in 569 v.Chr.

or

In 518 vestigde hij in Zuid-Italië een filosofische school. De leerlingen van die school werden ‘mathematikoi’ of ‘Pythagoreeërs’ genoemd en moesten strenge leefregels volgen. Zo moesten ze vegetarisch leven en zweren dat ze geloofden dat alles met getallen te vatten is.

vo

De Pythagoreeërs hebben veel verdiensten: ze konden vergelijkingen meetkundig oplossen, ontdekten de irrationale getallen (zie het volgende hoofdstuk) en bestudeerden met succes regelmatige veelvlakken. De ‘stelling van Pythagoras’ is in elk geval niet door hemzelf of door een van zijn volgelingen bedacht.

De Babyloniërs gebruikten de eigenschap al meer dan 1 000 jaar eerder om de hoogte van muren te bepalen. De Plimpton-kleitablet, uit 1800 voor Christus, bevat kwadraten die te schrijven zijn als de som van twee andere kwadraten. Die kleitablet is de eerste wiskundige tekst uit de geschiedenis van de mensheid. Ook in het oude Egypte kende men de 3-4-5-regel al.

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

9


Oefeningen REEKS A

2

Kleur het vak met de passende lengte van de schuine zijde c, zodat de driehoek met zijden a, b en c rechthoekig is. b

c

a)

3 cm

4 cm

5 cm

6 cm

7 cm

b)

5 dm

12 dm

15 dm

14 dm

13 dm

c)

60 mm

80 mm

90 mm

100 mm

110 mm

d)

20 m

21 m

27 m

29 m

31 m

e)

9 cm

12 cm

15 cm

18 cm

21 cm

st

uk

a

oo fd

1

Formuleer bij de driehoeken, indien mogelijk, de stelling van Pythagoras. a)

d)

dh

c

k

b

j

l

be

b)

el

a

1 2

4 5

e)

c)

m

e o n

f

vo

3

or

d

f)

g

6

r

h

q

7

i

8 9 10

11

10

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

p


Onderzoek of de driehoek met zijden a, b en c rechthoekig is. Zet een vinkje. b

c

rechthoekig

niet rechthoekig

a)

6 cm

8 cm

10 cm

r

r

b)

5 cm

12 cm

13 cm

r

r

c)

9 mm

13 mm

15 mm

r

r

d)

20 cm

48 cm

54 cm

r

r

e)

18 m

24 m

30 m

r

r

uk

a

oo fd

st

3

REEKS B 4

Bereken de zijden van de rechthoekige driehoeken. Gebruik een touw met een aantal knopen op gelijke knoopafstand.

3 stukken van

2 cm

4 stukken van

2 cm

stukken van

2 cm

5 cm

stukken van

5 cm

schuine zijde:

5 stukken van

5 cm

c) rechthoekszijde:

3 stukken van

15 mm

rechthoekszijde:

4 stukken van

15 mm

rechthoekszijde:

el

schuine zijde:

dh

a) rechthoekszijde:

lengte van de zijden

or

knoopafstand

3 stukken van

be

b) rechthoekszijde:

vo

rechthoekszijde:

schuine zijde:

stukken van

15 mm

d) rechthoekszijde:

stukken van

7 cm

rechthoekszijde:

4 stukken van

7 cm

schuine zijde:

5 stukken van

7 cm

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

11


Toon aan zonder te meten. a) Parallellogram PLAK is een rechthoek.

P

b) Parallellogram KLAP is een ruit. D = 16 cm d = 12 cm

L

K 10 cm

17 m

8m

P 15 m

K

A

L

uk

5

oo fd

Toon zonder geodriehoek aan dat a ^ b. Gebruik de 3-4-5-regel.

dh

6

st

A

el

a

1 2

7

Bereken de schuine zijde met de 3-4-5-regel. a) rechthoekszijde: 60 cm = 3 ? 20 cm

vo

3

or

be

b

4 5

6 7

8 9 10

rechthoekszijde: 80 cm = 4 ? 20 cm

rechthoekszijde: 16 dm =

schuine zijde:

schuine zijde:

b) rechthoekszijde: 15 m =

d) rechthoekszijde: 90 mm =

rechthoekszijde: 20 m =

rechthoekszijde: 120 mm =

schuine zijde:

schuine zijde:

11

12

c) rechthoekszijde: 12 dm =

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS


a

b

c

rechthoekig

niet rechthoekig

a)

2 mm

2,1 mm

2,9 mm

r

r

b)

4 cm

7,5 cm

8,5 cm

r

r

c)

0,12 m

0,35 m

0,37 m

r

r

d)

2,1 cm

2,8 cm

3,4 cm

r

r

e)

1,4 cm

4,8 cm

5 cm

r

r

Onderzoek of ABC rechthoekig is. Zet een vinkje.

16 m

34 m

b)

4,5 cm

7,5 cm

c)

2,7 dm

3,6 dm

d)

18 cm

32 cm

e)

78 m

30 m

niet rechthoekig

30 m

r

r

6 cm

r

r

4,8 dm

r

r

24 cm

r

r

72 m

r

r

dh

10

a)

rechthoekig

oo fd

zijden

uk

9

Onderzoek of de driehoek met zijden a, b en c rechthoekig is. Zet een vinkje.

st

8

Los op.

be

el

a) Om in het park een voetbalpleintje af te bakenen, stapt Stijn twintig passen af in de breedte en zestig in de lengte. Pedro vertrouwt het niet helemaal en vraagt Stijn eens diagonaal over het veld te stappen. Stijn telt 67 passen. Is hun voetbalplein rechthoekig?

or

Antwoord:

vo

b) Pa wil een tuinhuis achter in de tuin. Hij graaft een rechthoekige kuil van 3,6 m bij 4,8 m voor de grondplaat. Om te controleren of zijn put wel rechthoekig is, meet hij de diagonaal. Die is zes meter. Is de kuil rechthoekig?

Antwoord:

Pythagorische drietallen

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

13


1.2

Meetkundige voorstellingen

1.2.1 De stelling van Pythagoras Neem een driehoek ABC, rechthoekig in C.

st

c

b

B

a

oo fd

C

uk

A

el

dh

Je plaatst op elke zijde een vierkant, waarvan de zijde gelijk is aan die zijde van de driehoek. Je verdeelt de vierkanten in gelijke vierkantjes van 1 cm2.

c2

be

A

1 2

b

c a

C

B

instructiefilmpje

a2

vo

3

or

b2

4 5

6

GeoGebra

7 8

De vierkanten hebben een oppervlakte van a 2 =     cm2, b 2 =     cm2 en c 2 =     cm2.

9

De oppervlakte van het vierkant op de schuine zijde is

10 11

14

In symbolen: HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

.


1.2.2 De Pythagorasboom

5 4

4 3

3

oo fd

2

5

st

5

5

uk

1) Teken een willekeurig vierkant. 2) Construeer op dat vierkant een gelijkbenige rechthoekige driehoek waarvan de schuine zijde gelijk is aan de zijde van het vierkant. 3) Construeer daarna een vierkant op elke rechthoekszijde van de driehoek. 4) Op de zijden van die vierkanten kun je opnieuw een gelijkbenige rechthoekige driehoek tekenen met een schuine zijde gelijk aan de zijde van het vierkant. 5) Elke rechthoekszijde van die nieuwe driehoeken is de zijde van een nieuw vierkant.

dh

1

or

be

el

Als je dezelfde bewerkingen telkens opnieuw uitvoert, verkrijg je de boom van Pythagoras.

vo

De boom van Pythagoras noem je een fractaal. Het woord ‘fractaal’ is afgeleid van het Latijnse woord fractus, dat ‘gebroken’ betekent. Een fractaal is een meetkundige figuur met bijzondere eigenschappen: • zelfgelijkvormigheid: Binnen een fractaal herhalen bepaalde structuren of patronen zichzelf. Als je een klein detail van een fractaal sterk uitvergroot, zie je steeds dezelfde vorm terug; • oneindige herhaling van eenzelfde systeem of bewerking.

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

15


1.3

De stelling van Pythagoras bewijzen

Stelling

In een rechthoekige driehoek is de som van de kwadraten van de rechthoekszijden gelijk aan het kwadraat van de schuine zijde. tekening

gegeven

• Daaromheen teken je een vierkant met zijde a + b, zodat de hoekpunten van het vierkant met zijde c op de zijden van het grote vierkant liggen.

b

b

te bewijzen

c a

oo fd c

c

a

een rechthoekige driehoek met rechthoekszijden a en b en schuine zijde c

st

a

uk

• Op de schuine zijde van de driehoek teken je een vierkant met zijde c.

a 2 + b 2 = c 2

c

a

instructiefilmpje

dh

b

b

bewijs

De oppervlakte van de volledige figuur kun je op twee manieren berekenen: =

el

oppervlakte groot vierkant

oppervlakte klein vierkant + oppervlakte vier driehoeken

2

be

(a + b)

1 2

vo

3

or

a 2 + 2ab + b 2

4 5

a 2 + b 2

=

definitie oppervlakte vierkant en driehoek

c 2 + 4 ?

fl =

merkwaardig product en breuken vereenvoudigen

c 2 + 2ab

fl =

a b 2

eigenschappen gelijkheden

c 2

besluit

a 2 + b 2 = c 2

6 7

8 9

De stelling van Pythagoras is een van de meest bewezen stellingen uit de vlakke meetkunde. Momenteel zijn er meer dan 350 verschillende bewijzen voor die stelling bekend.

10 11

16

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

GeoGebra


Oefeningen REEKS B 11

Bewijs de stelling van Pythagoras. tekening

gegeven

uk

st

te bewijzen r q

oo fd

p

bewijs

dh

be

el

or

vo

besluit

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

17


12

Vul het bewijs voor de stelling van Pythagoras aan. tekening

gegeven

c

a

te bewijzen

bewijs

b

a 2 + b 2 = c 2

oo fd

a

st

c

b

uk

een rechthoekige driehoek met rechthoekszijden a en b en schuine zijde c

De oppervlakte van de volledige figuur kun je op twee manieren berekenen. oppervlakte trapezium

=

oppervlakte drie driehoeken

dh

fl =

el

(a + b) ? (a + b) 2

definitie oppervlakte trapezium en driehoek

+ 2 ?

be

2

beide leden vermenigvuldigen met 2

fl =

en

besluit

vo

3

or

1

=

merkwaardige producten

4

5

6 7

8

GeoGebra

9 10 11

18

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS


13

Bewijs de stelling van Pythagoras. tekening

gegeven c a

a

b

c

a

te bewijzen a

b

c

oo fd

bewijs

dh

be

el

uk

c

st

b

b

or

vo

besluit

GeoGebra

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

19


1.4 Rekenen met Pythagoras 1.4.1 Inleiding Vader bouwt zelf een tuinhuisje achter in de tuin. Hij wil balken bestellen om het dakgebinte te maken. Daarvoor moet hij weten hoe lang die balken minstens moeten zijn. Om die lengte te berekenen, moet je de stelling van Pythagoras omvormen. Om in een rechthoekige driehoek een zijde te berekenen, gebruik je de stelling van Pythagoras.

80 cm 150 cm

uk

x cm

st

oo fd

200 cm

300 cm

Zo kun je ook een rechthoekszijde berekenen als de schuine zijde en de andere rechthoekszijde gegeven zijn.

be

el

dh

1.4.2 Algemeen

c

c = a + b    fi   c = a + b

2

2

4 5

6 7

8 9 10 11

20

2

Een rechthoekszijde berekenen als de schuine zijde en een rechthoekszijde gegeven zijn. a 2 = c 2 – b 2   fi   a = c 2 – b 2

2

b 2 =

fi   b =

1.4.3 Voorbeelden

vo

3

or

1

2

a

b

De schuine zijde berekenen als de rechthoekszijden gegeven zijn.  2

GeoGebra

In een rechthoekige driehoek zijn de rechthoekszijden 4 cm en 5 cm lang. Hoe lang is de schuine zijde? (op 0,1 nauwkeurig)

In een rechthoekige driehoek is de schuine zijde 8 cm lang. Een van de rechthoekszijden is 6 cm. Hoe lang is de andere rechthoekszijde? (op 0,1 nauwkeurig)

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS


1.4.4 De stelling van Pythagoras met ICT

Is de schuine zijde gegeven?

a2 + b 2 = c

dh

a2 – b 2 = c

c

nee

oo fd

ja

st

a, b

uk

De werkwijze om de derde zijde van een rechthoekige driehoek te berekenen als er twee zijden gegeven zijn, kun je als volgt samenvatten: • Je voert de lengtes van de gegeven zijden in. • Je kijkt of twee rechthoekszijden of één rechthoekszijde en de schuine zijde gegeven zijn. • Je kiest de passende formule om de derde zijde te berekenen. Dat kun je grafisch voorstellen in een organogram.

c

el

Waarom wordt links in de formule gebruikgemaakt van de absolute waarde en rechts niet?

be

or

vo

REKENMACHINE actie

Open de programma-editor. Kies voor een nieuw programma en geef een programmanaam in.

knoppen draw

C

prgm

scherm

entry solve 2

enter

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

21


Ruwweg kun je een programma onderverdelen in drie onderdelen: • invoer van de gegevens, • verwerking van de gegevens (formules), • uitvoer van de resultaten. Daarvoor beschik je in de programma-editor over twee menu’s met commando’s: • programmabesturingscommando’s (CTL),

actie

knoppen

Kies het menu met commando’s voor programmabesturing.

draw

scherm

C

oo fd

st

prgm

draw

C

prgm

el

dh

Kies het menu met commando’s voor in- of uitvoer.

uk

• in- en uitvoercommando’s (I/O).

Om gegevens in te voeren, gebruik je hoofdzakelijk 1:Input en 2:Prompt. Resultaten tonen doe je hoofdzakelijk met 3:Disp en 6:Output.

be

Hieronder vind je een programma om de lengte van de derde zijde van een rechthoekige driehoek te berekenen als de lengtes van de andere twee zijden gegeven zijn. Zo start je altijd met een leeg scherm.

: Prompt A,B

Geef de gegeven lengtes in.

: Input “SZ GEGEVEN ( J OF N )?”,H

Is de schuine zijde gegeven, ja of nee?

: If H=J

Als het antwoord J(a) is,

: Then

dan

4

:

bereken je de lengte van de rechthoekszijde

5

: Disp R

en toon je die.

6

: Else

Anders

7

:

bereken je de lengte van de schuine zijde

8

: Disp S

1 2

vo

3

or

: WisHome

(abs(A2 – B2)) Æ R

(A2 + B2) Æ S

9 10 11

22

GEOGEBRA EN PYTHON HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

en toon je die.


Oefeningen REEKS A 14

Bereken, op 0,01 nauwkeurig, de zijde x in de rechthoekige driehoeken. c)

a) x

2

x

5

40

d)

9

x

be

el

15

25

dh

x

oo fd

st

5

b)

uk

25,5

15

Bereken, op 0,01 nauwkeurig, de schuine zijde in de rechthoekige driehoeken.

or

rechthoekszijde

rechthoekszijde

bewerkingen

schuine zijde

b = 7 cm

c=

c=

b) a = 1,2 dm

b = 0,8 dm

c=

c=

vo

a) a = 4 cm

16

Bereken, op 0,01 nauwkeurig, de rechthoekszijde in de rechthoekige driehoeken. rechthoekszijde

schuine zijde

bewerkingen

rechthoekszijde

a) b = 3 cm

c = 4 cm

a=

a=

b) b = 1,5 dm

c = 2,7 dm

a=

a=

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

23


Bereken, op 0,01 nauwkeurig, x in de rechthoeken. a)

b)

x

55

oo fd

REEKS B

Bereken, op 0,01 nauwkeurig, de ontbrekende zijde in een rechthoekige driehoek met schuine zijde c.

dh

18

a 5

b)

15

b

9

be 7

e) f)

vo

3

19,30

or

d)

2

c)

1

c

el

a)

23,41

8

26

27

41,60

78,22

128

4 5

6 7

8

g)

6,50

h)

315,10

i)

4

89,23

426,90

130,08

9 10

j)

4,32

7,18

11

24

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

28

uk

35

x

40

st

17

berekeningen


19

Een ladder van 5 meter lang staat tegen een muur. De ladder steunt tegen de muur op een hoogte van 4,80 meter. Hoe ver staat de onderkant van de ladder van de muur? Bepaal je antwoord op 0,01 m nauwkeurig.

uk

st

20

oo fd

Antwoord:

Een rechthoek heeft een lengte van 10 cm en een breedte van 4 cm. Bereken, op 0,1 cm nauwkeurig, de lengte van de diagonalen van die rechthoek.

dh

el

be

Antwoord:

Een boom is op een hoogte van 2,30 m afgeknakt door de bliksem. De top van de kruin bevindt zich op 4,85 m afstand van wat er van de stam overgebleven is. Bereken, op 0,01 m nauwkeurig, de oorspronkelijke hoogte van de boom.

or

21

vo

Antwoord:

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

25


22

Aan de ene kant is een 50 m lang zwembad 1 m diep. Die diepte neemt geleidelijk aan toe tot 3,5 m aan de andere kant van het zwembad. Bereken, op 0,01 m nauwkeurig, de lengte van de bodem van dat zwembad.

uk

Op een terrein staan, op 10 m van elkaar, twee palen met een respectievelijke lengte van 8 m en van 6 m. Je wilt een kabel spannen tussen de toppen van beide palen. Hoe lang moet die kabel minimaal zijn? Bepaal je antwoord op 0,01 m nauwkeurig.

oo fd

23

st

Antwoord:

be

el

Antwoord:

dh

1 2

24

Bereken, op 0,01 m nauwkeurig, de hoogte van de muur, als het onderste punt van een stok van 25 m zich op 10,15 m afstand van de voet van de muur bevindt.

vo

3

or

De Babyloniërs hadden een origineel idee om de hoogte van een muur te meten. Ze namen een stok, waarvan de lengte gekend was en die zeker langer was dan de hoogte van de muur, en plaatsten die schuin tot tegen de bovenrand van de muur. Het volstond dan de afstand van de muur tot het onderste punt van de stok te meten.

4 5

6 7

8 9

10 11

26

Antwoord: HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS


25

De schuine zijde van een gelijkbenige rechthoekige driehoek is 5 cm. Bereken, op 0,1 cm nauwkeurig, de lengte van de rechthoekszijden.

uk

Antwoord:

Bereken, op 0,1 cm nauwkeurig, de hoogte van een gelijkzijdige driehoek met zijden van 6 cm.

st

26

oo fd

Bereken, op 0,1 cm nauwkeurig, de zijden van een ruit waarvan de diagonalen 9 cm en 5 cm lang zijn.

be

el

27

dh

Antwoord:

or

vo

Antwoord:

28

Bereken, op 0,01 cm2 nauwkeurig, de oppervlakte van een vierkant met diagonalen van 3 cm. Antwoord:

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

27


29

Bereken, op 0,01 cm2 nauwkeurig, de oppervlakte van een ruit met zijde 10 cm en een diagonaal van 15 cm.

uk

Bereken, op 0,1 cm nauwkeurig, de rechthoekszijden van een rechthoekige driehoek waarvan de schuine zijde 15 cm is en de ene rechthoekszijde driemaal zo lang is als de andere rechthoekszijde.

oo fd

30

st

Antwoord:

dh

el

be

Antwoord:

31

2

vo

3

or

1

Bereken, op 0,01 m nauwkeurig, de omtrek van de cirkel omgeschreven aan een vierkant met een zijde van 4 m.

4 5

6

7 8 9 10 11

28

Antwoord:

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

4m


32

Bereken de oppervlakte van de gelijkbenige driehoeken (zonder de hoogte te meten). Bepaal je antwoord op 0,01 cm2 nauwkeurig. • In een gelijkbenige driehoek is de hoogtelijn uit de top ook de middelloodlijn op de basis. b ?h • De formule voor de oppervlakte van een driehoek: A = . 2 c)

uk

a)

4 cm

5 cm h cm

Antwoord:

vo

or

be

el

dh

st

b)

oo fd

4 cm

7 cm

Antwoord:

d)

6 cm

5 cm 5 cm

Antwoord:

Antwoord:

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

29


REEKS C 33

De lengte van een rechthoek is driemaal zo lang als de breedte. De diagonalen van de rechthoek zijn 10 cm. Bereken, op 0,1 cm nauwkeurig, de omtrek van die rechthoek.

uk

st

oo fd

Een ladder is 0,5 m langer dan een gebouw hoog is. Als je de voet van de ladder 2,5 m van de muur plaatst, komt de top van de ladder tegen de bovenkant van het gebouw. Hoe hoog is dat gebouw? Bepaal je antwoord op 0,01 m nauwkeurig.

be

el

34

dh

Antwoord:

1 2

vo

3

or

4 5

6

7

8 9

Antwoord:

10 11

30

Rekenen met Pythagoras (vraagstukken) HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS


1.5

Constructies

1.5.1 Constructie van een schuine zijde Modeloefening 1: Construeer een lijnstuk c met lengte van 13 cm. 2

2

Stel 13 = 4 + 9 = 2 + 3 , dan is c = a 2 + b 2 met c = 13 cm, a = 2 cm en b = 3 cm.

uk

Stap 1: Teken een lijnstuk a van 2 cm. Stap 2: Construeer het lijnstuk b van 3 cm loodrecht op a in een grenspunt.

st

Stap 3: V erbind de vrije grenspunten.

Het gevonden lijnstuk is 13 cm.

oo fd

a

1.5.2 Constructie van een rechthoekszijde

Modeloefening 2: Construeer een lijnstuk a met een lengte van 12 cm. 2

2

Stel 12 = 16 – 4 = 4 – 2 , dan is a = c 2 – b 2 met a = 12 cm, b = 2 cm en c = 4 cm.

dh

Stap 1: Teken een lijnstuk b van 2 cm en een loodrechte op b in een van de grenspunten.

el

Stap 2: Construeer een boog met een straal van 4 cm vanuit het andere grenspunt. Stap 3: V erbind het vrije grenspunt van b met het snijpunt van de boog met de loodrechte.

be

b

Het gevonden lijnstuk is 12 cm.

or

Je kunt niet alle lijnstukken met een opgegeven lengte op die manier construeren. GeoGebra

1.5.3 Toepassing

vo

• Construeer een rechthoekige driehoek met rechthoekszijden gelijk aan 1. 2

1 1

2

• De schuine zijde is dan 1 + 1 = 2 . • Gebruik de gevonden schuine zijde als rechthoekszijde voor een volgende rechthoekige driehoek.

• De schuine zijde van die driehoek is

(

2

2

1

1

3

1

1 1

2 ) + 1 = 3. 2

1

• Gebruik de gevonden schuine zijde als rechthoekszijde voor een volgende rechthoekige driehoek. • ...

1

1 1

1

1

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

31


Oefeningen REEKS A Construeer via de schuine zijde van een rechthoekige driehoek. a) een lijnstuk van 20 cm

b) een lijnstuk van 10 cm

36

oo fd

st

uk

35

Construeer via een rechthoekszijde van een rechthoekige driehoek. a) een lijnstuk van 7 cm

b) een lijnstuk van 5 cm

be

el

dh

2

37

Construeer.

a) een lijnstuk van 11 cm

vo

3

REEKS B

or

1

4

b) een lijnstuk van 17 cm

5

6 7

8 9 10 11

32

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS


38

Construeer op twee verschillende manieren een lijnstuk van 8 cm. a) via de schuine zijde

b) via een rechthoekszijde

REEKS C 39

oo fd

st

uk

Bereken de andere rechthoekszijde.

n+1 2

dh

el

be

n–1 2

or

Die eigenschap kun je ook gebruiken om een lijnstuk met een gegeven lengte te construeren. Construeer.

vo

a) een lijnstuk van 5 cm

b) een lijnstuk van 8 cm

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

33


1.6

Afstand tussen twee punten

1.6.1 Afstand van een punt tot de oorsprong Het punt A is aangeduid op de tekening.

co(B) = (−5, 4)

co(A) = (  ,   )

Stel B voor in het assenstelsel.

Meet de afstand van A tot de oorsprong O.

Meet de afstand van B tot de oorsprong O.

| OA | =

| OB | =

uk

y

st

4

GeoGebra

A

oo fd

3 2 1

S

–7

–6

–5

–4

–3

–2

–1

O

1

2

3

4

x 5

6

dh

–1

Bereken | OB |.

Je construeert het punt S, het snijpunt van een verticale rechte door A en de x-as.

Zo verkrijg je een rechthoekige driehoek.

| OS | = | de x-coördinaat van A | =

| AS | = | de y-coördinaat van A | =

be

el

Je kunt | OA | ook berekenen.

2

2

2

1 2

4 5

2

| OA | =

2

| OA | =

| OA | =      +

vo

3

or

| OA | = | OS | + | AS |

6 7

8 9

Werkwijze

De afstand van een punt tot de oorsprong verkrijg je door • de som te berekenen van de kwadraten van de coördinaatgetallen van dat punt en • de vierkantswortel van die som te bepalen. co(A) = (xA , yA)  fi | OA | = x A2 + y A2

10 11

34

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

7


1.6.2 Afstand tussen twee punten Voorbeeld In een assenstelsel zijn twee punten gegeven: A met co(A) = (  ,   ) en B met co(B) = (  ,   )

y B

8–2

oo fd

st

8

uk

Je kunt de afstand tussen die twee punten meten: | AB | =      cm.

dh

2

S

A

1

1

2

3

7

8

7–3

be

el

O

x

Je kunt de afstand tussen de twee punten ook berekenen.

or

Je construeert het punt S, dat je verkrijgt als het snijpunt van een horizontale rechte door A en een verticale rechte door B.

vo

| AS | =         want             (verschil van de x-coördinaten) | BS | =         want             (verschil van de y-coördinaten)

Bereken, op 0,01 nauwkeurig, de lengte van de schuine zijde van de rechthoekige driehoek ABS. 2

2

2

| AB | = | AS | + | BS | | AB | =

2

2

| AS | + | BS |

| AB | = 42 + 62 | AB | =         =

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

35


Algemeen y

In een assenstelsel zijn twee punten gegeven:

yB

A met co(A) = (xA , yA) en

B

B met co(B) = (xB , yB).

| AC | = | xB − xA |

yA A

2

2

2

| AB | = | AC | + | CB | 2

2

1

2

| AB | = (x B – x A ) +(y B –y A )

oo fd

| AB | = |AC | + |CB |

C

st

Je neemt van beide verschillen de absolute waarde omdat afstanden altijd positief zijn.

uk

yB – yA

| CB | = | yB − yA |  en

xA

2

1

O

xB – xA

Formule

Voor A en B met co(A) = (xA , yA) en co(B) = (xB , yB) geldt: 2

2

dh

| AB | = (x B – x A ) + (y B – y A )

Voorbeeld 1

| AB | =

be

=

el

Bereken | AB | op 0,01 nauwkeurig, als co(A) = (–2, 4) en co(B) = (3, –5).

Voorbeeld 2

1 2

3

4

Bereken | CD | op 0,01 nauwkeurig.

C

co(C) =       co(D) =

2

vo

3

or

y

| CD | =

1

=

5

x

6

O

7

–1

8

1

2

3

4

5

–2

9 10

–3

11

36

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

D

xB

x


Bijzondere gevallen Afstand van een punt tot de oorsprong y

co(O) = (0, 0)    co(A) = (5, −2)

1

| OA | = (5 – 0) + (–2 – 0)

2

2

= 5 + (–2)

x

O

1

2

3

4

5

uk

= 29 = 5,39

A

st

Algemeen

2

= 25 + 4

–1 –2

2

oo fd

Als co(A)= (xA , yA), dan is |OA| = x A2 + y A2 .

Afstand tussen twee punten met dezelfde x-coördinaat

co(A)= (2, 1)   co(B)= (2, −2)

y A

1

2

| AB | = (2 – 2) + (–2 – 1) 2

= 0 + (–2 – 1)

1

dh

x

O

2

3

–1

4

5

= (–2 – 1)

2

2

2

= |–2 – 1| = |–3| = 3

–2

el

B

be

Algemeen

Als de rechte AB verticaal is (xA = xB), dan is | AB | = | yB − yA |.

vo

or

Afstand tussen twee punten met dezelfde y-coördinaat

Algemeen

A

y

co(A) = (−2, 1)   co(B) = (3, 1)

2

| AB | =

(3 – (–2))

2

+ (1 – 1)

=

(3 – (–2))

2

+0

=

(3 – (–2))

2

B

1

x –2

–1

O

1

2

3

2

2

= |3 – (–2)| = |3 + 2| = 5

Als de rechte AB horizontaal is (yA = yB), dan is | AB | = | xB − xA |.

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

37


Oefeningen REEKS A 40

Bereken de afstand tussen de gegeven punten op 0,1 nauwkeurig. a) A en B met co(A) = (2, 5) en co(B) = (5, 7)

I  CD I = c) E en F met co(E) = (4, 7) en co(F) = (6, 3)

41

oo fd

I  EF I =

Bereken de lengte van de lijnstukken op 0,01 nauwkeurig.

dh

a) lijnstuk [AB] met co(A) = (−4, −2) en co(B) = (9, −2) I  AB I =

b) lijnstuk [OC] met co(O) = (0, 0) en co(C) = (2, 7)

el

I  OC I =

be

c) lijnstuk [DE] met co(D) = (12, −4) en co(E) = (7, 1) I  DE I =

d) lijnstuk [FO] met co(F) = (−8, 4) en co(O) = (0, 0)

2

e) lijnstuk [GH] met co(G) = (−2, −6) en co(H) = (−4, 0)

vo

3

I  FO I =

or

1

4 5

6

I  GH I = f) lijnstuk [IJ] met co(I) = (7, −3) en co(J) = (−7, 3) I  IJ I =

7 8 9

g) lijnstuk [OK] met co(O) = (0, 0) en co(K) = (0, −6) I  OK I =

10 11

38

st

b) C en D met co(C) = (4, 12) en co(D) = (3, 5)

uk

I  AB I =

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS


42

Bereken de afstand tussen de gegeven punten op 0,01 nauwkeurig. Controleer op de figuur. a)

c)

y

y

F B

1

x

E O

x 1

oo fd

O

| EF | =

dh

| AB | = b)

1

st

1

uk

A

d)

y

x

1

H

el

O

D

be

–1

y

G

1

x O

1

vo

or

C

| CD | =

| GH | =

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

39


REEKS B 43

Bereken de lengte van de lijnstukken op 0,01 nauwkeurig. Schat eerst het resultaat. Controleer op de figuur. y 5 B

4

uk

A

3

1

–5

–4

–3

–2

–1

O

1

2

3

4

5

oo fd

–6

st

2

6

7

–1 –2 –3

C

dh

–4

–5

1 2

b) | AC | =

c) | OA | =

e) | CO | =

f) | AD | =

g) | CB | =

h) | DO | =

d) | BD | =

vo

3

or

be

a) | AB | =

el

schatten

4 5

6 7

8 9 10 11

40

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

berekenen

D

x


44

Teken de driehoeken en bereken de omtrek op 0,01 nauwkeurig. y 6 5 4

2 1

uk

3

x

–8

–7

–6

–5

–4

–3

–2

–1

O

1

2

–1 –2

4

5

6

7

8

9

oo fd

–3

3

st

–9

–4 –5

dh

–6

a)  LAT met co(L) = (4, −2), co(A) = (2, 5) en co(T) = (6, 5)

be

el

or

b)  PEN met co(P) = (−6, 5), co(E) = (−6, −4) en co(N) = (1, −4)

vo

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

41


45

De steden Agem, Begem en Cegem worden verbonden door een spoorlijn. Alle trajecten zijn recht. De steden hebben in een assenstelsel met ijk 1 km de volgende coördinaatgetallen: co(A) = (1, 2)         co(B) = (6, 3)         co(C) = (4, 11) Hoeveel km spoorlijn, op 0,001 km nauwkeurig, is er nodig?

uk

st

46

oo fd

Antwoord:

Vanuit de oorsprong bekijk je de punten X, Y en Z met de volgende coördinaatgetallen: co(X) = (5, 4)         co(Y) = (−6, 2)         co(Z) = (−4, −3) Welk punt ligt het dichtst bij de oorsprong?

dh

be

el

Antwoord:

Een computerscherm heeft een resolutie van 1 280 bij 1 024 pixels. Een pixel beweegt van positie (50, 50) naar positie (650, 800). Bereken de afgelegde weg op een gehele pixel nauwkeurig.

or

47

3

4

1

vo

2

5

6 7

8 9 10 11

42

Antwoord: HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS


REEKS C 48

Een driehoek wordt gevormd door de punten D, E en F met de volgende coördinaatgetallen: co(D) = (1, 3)         co(E) = (2, −1)         co(F) = (−2, 1) Onderzoek of de driehoek DEF gelijkbenig en/of rechthoekig is.

uk

st

49

oo fd

Antwoord:

De vierkantjes op de figuur hebben een zijde van 12,5 km. Niels logeert aan de kust. Hoe ver bevindt hij zich van Gent? Hoe ver van Brussel? y

Niels bevindt zich hier

O

1

Turnhout

Antwerpen

dh

Brugge

1

Roeselare

Gent

x

Mechelen

Aalst

Hasselt

el

Brussel

Charleroi

Namur Marche-en-Famenne

Arlon

vo

or

be

Mons

Liège

Antwoord:

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

43


1.7

Pythagoras in de ruimte

1.7.1 Modeloefening 1: diagonaal van een kubus B

C

gegeven een kubus met ribbe 4 cm gevraagd

D

Bereken de ruimtediagonaal op 0,01 nauwkeurig.

uk

A

oplossing G

st

F

oo fd

H

E

antwoord

De diagonaal is

dh

instructiefilmpje

1.7.2 Modeloefening 2: hoogte van een piramide

be

el

gegeven

oplossing

vo

3

or

2

5

6

C

B

4

A

D

8

9

antwoord

10

44

H

7

11

gevraagd Bereken de hoogte EH op 0,01 nauwkeurig.

E

1

een piramide met vierkant grondvlak Elke ribbe is 4 cm.

GeoGebra HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

De hoogte is


Oefeningen REEKS A 50

Bereken op 0,1 cm nauwkeurig. gegeven B

C

A

gevraagd | DF |

D

oplossing

st

h

uk

een balk met l = 3 cm, b = 2 cm en h = 6 cm

oo fd

F

G

b E

H

l

dh

antwoord

| DF | =

el

Bereken op 0,1 cm nauwkeurig.

be

51

een piramide met vierkant grondvlak met z = 3 cm en h = 5 cm gevraagd

E

| AE | oplossing

or vo

gegeven

B

C

F

A

D

antwoord | AE | =

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

45


REEKS B 52

Bereken op 0,1 cm nauwkeurig. gegeven een balk met l = 3 cm, b = 3 cm en h = 5 cm M is het midden van [AE ]. N is het midden van [FG ].

B

C

gevraagd

D

uk

| MN |

A

oplossing

st

M

F

oo fd

G

N

H

E

antwoord

el

Bereken op 0,1 cm nauwkeurig.

be

53

dh

| MN | =

een kubus met ribbe 3 cm gevraagd

2

A

vo

3

or

B

1

C

oplossing

F

5

G

6

E

8

H

9

antwoord

10

De omtrek van CEG is

11

46

de omtrek van CEG

D

4

7

gegeven

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS


54

Bereken, op 0,1 cm nauwkeurig, de hoogte van een piramide met een vierkant grondvlak met zijde 7 cm en opstaande ribbe 11 cm.

uk

st

55

oo fd

Antwoord:

Een vrachtwagen heeft een laadruimte met lengte 5,5 m, breedte 3 m en hoogte 2,5 m. Kan een vlaggenmast van 7 m in die laadruimte?

dh

be

el

Antwoord:

Van een piramidevormige tent hebben alle ribben een lengte van 2,5 m. Milan is 1,82 m groot. Kan Milan rechtop staan in die tent?

or

56

vo

Antwoord:

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

47


REEKS C 57

Bereken op 0,01 cm2 nauwkeurig. gegeven een kubus met ribbe 3 cm gevraagd de oppervlakte van BGE C

A

oplossing

uk

B

D

F

G

st

E

oo fd

H

antwoord

Bewijs.

el

58

dh

De oppervlakte van BGE is

be

B

1 2

vo

3

2

2

2

2

h

F

6

G b

7

E

l

9

H

besluit 2

| DF | = l + b + h

10

48

2

bewijs

5

11

te bewijzen | DF | = l + b + h

D

4

8

een balk met ribben l, b en h

C

or

A

gegeven

2

2

2

In een balk is het kwadraat van de lengte van een ruimtediagonaal gelijk aan l  + b + h . HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS


STUDIEWIJZER De stelling van Pythagoras voor de leerling

1.1 De stelling van Pythagoras formuleren KENNEN

voor de leerkracht

–  + –  +

In een rechthoekige driehoek is de som van de kwadraten van de rechthoekszijden gelijk aan het kwadraat van de schuine zijde. Als in een driehoek de som van de kwadraten van de twee kortste zijden gelijk is aan het kwadraat van de langste zijde, dan is de driehoek rechthoekig.

–  + –  +

uk

KUNNEN De stelling van Pythagoras formuleren.

1.2 Meetkundige voorstellingen

–  + –  +

st

KUNNEN

Het verband tussen de stelling van Pythagoras en de oppervlakte van de vierkanten op de zijden van een rechthoekige driehoek verduidelijken.

oo fd

De Pythagorasboom, als meetkundige voorstelling van de stelling van Pythagoras, tekenen en toelichten.

–  + –  +

KUNNEN

–  + –  +

1.3 De stelling van Pythagoras bewijzen

KUNNEN

De stelling van Pythagoras bewijzen.

Een bewijs van de stelling van Pythagoras aanvullen.

dh

De stelling van Pythagoras bewijzen in een gewijzigde situatie.

1.4 Rekenen met Pythagoras

Een onbekende zijde in een rechthoekige driehoek berekenen.

el

Een algoritme ontwerpen om een zijde in een rechthoekige driehoek te berekenen. De stelling van Pythagoras toepassen om vlakke problemen op te lossen.

be

1.5 Constructies

KUNNEN

–  + –  +

Via de stelling van Pythagoras lijnstukken met een bepaalde lengte construeren.

or

1.6 Afstand tussen twee punten KENNEN

–  + –  + 2

2

Voor A en B met co(A) = (xA , yA) en co(B) = (xB , yB) geldt: |AB| = (x B – x A ) + (y B – y A ) .

vo

Afstand van een punt tot de oorsprong. Als co(A) = (xA , yA), dan is |OA| = x A2 + y A2 . Als de rechte AB verticaal is (xA = xB), dan is |AB| = |yB – yA|.

Als de rechte AB horizontaal is (yA = yB), dan is |AB| = |xB – xA|.

KUNNEN

–  + –  +

De afstand tussen twee punten, gegeven met hun coördinaten, berekenen in het vlak.

1.7 Pythagoras in de ruimte KUNNEN

–  + –  +

De stelling van Pythagoras toepassen om ruimtelijke problemen op te lossen.

HOOFDSTUK 1  I  DE STELLING VAN PYTHAGORAS

49


Pienter problemen oplossen Welke heuristiek(en) gebruik je om de onderstaande problemen op te lossen?

❑ filter

❑ schets

❑ patroon

❑ schema/tabel

❑ kennis

❑ vereenvoudig

❑ logisch nadenken

❑ gok verstandig

❑ ...

st

uk

❑ concreet materiaal

oo fd

tallen in de piramide, 1. Plaats natuurlijke ge staande vakjes elke twee naast elkaar in len tal ge de n va m zodat de so vakje erboven. het gemeenschappelijke in tal ge t he n aa is lijk ge 145

25

dh

42

5 3

be

el

12

or

2. Plaats natuurlijke ge tallen in de piramide, zodat het product van de getallen in elke twee na ast elkaar staande vakje gelijk is aan het getal in s het gemeenschappelijke vakje erboven.

1 2

vo

3

36 000

4 5

6 7

8 9 10 11

50

HOOFDSTUK 1 I DE STELLING VAN PYTHAGORAS

24

15


2.1 Decimale voorstelling van

rationale getallen

2.2 Vierkantswortels

52 60

st

2.3 De reële getallen

uk

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

65 71

2.5 Reële getallen ordenen

76

2.6 Derdemachtswortel van een reëel getal

84

Studiewijzer

88

Pienter problemen oplossen

90

vo

or

be

el

dh

oo fd

2.4 Irrationale getallen benaderen

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

51


2.1

Decimale voorstelling van rationale getallen

2.1.1 Inleiding b)

=

=

euro

=

euro euro

d)

= =

euro

euro

=

=

euro

euro

st

=

euro

c)

uk

a)

De waarde is een rationaal getal. Elk rationaal getal kan op twee manieren worden geschreven: Voorbeelden:

oo fd

• •

Voorbeelden:

2.1.2 Een breuk omvormen naar de decimale schrijfwijze

dh

Om een breuk om te vormen naar de decimale schrijfwijze, deel je de teller van de breuk door de noemer. 24 = 25

31 = 250

17 = 8

el

2.1.3 Soorten decimale voorstellingen van rationale getallen

be

decimaal getal

1 2

Een decimaal getal is een begrensd kommagetal.

vo

3

or

29 = 20

decimale vorm

zuiver repeterend

5 = 11

17 = 6

Een zuiver repeterende decimale vorm is een onbegrensd kommagetal waarbij de periode onmiddellijk na de komma begint.

Een gemengd repeterende decimale vorm is een onbegrensd kommagetal waarbij tussen de komma en de periode een niet-repeterend deel voorkomt.

4

• De periode van een decimale vorm is de cijfergroep na de komma die telkens herhaald wordt. Voorbeeld: 12,767 6... periode = 76

5

6

• Het niet-repeterend deel van een gemengd repeterende decimale vorm is de cijfergroep tussen de komma en de periode. Voorbeeld: 13,845 210 210... periode = 210    niet-repeterend deel = 845

7 8 9 10 11

gemengd repeterend

Afspraken

• Noteer de periode twee keer, gevolgd door drie puntjes. • Begin de periode zo vroeg mogelijk. • Houd de periode zo kort mogelijk. GeoGebra

52

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN


2.1.4 Een decimale schrijfwijze omvormen naar een breuk Decimale getallen voorbeeld

werkwijze

Zuiver repeterende decimale vormen met 0 voor de komma voorbeeld

werkwijze

• Stap 1: Noteer het kommagetal als een breuk: ■ de teller is de periode; ■ de noemer is een getal met zoveel negens als er cijfers in de periode zijn. • Stap 2: Vereenvoudig, indien mogelijk.

5 11

REKENMACHINE

oo fd

=

st

0,454 5... 45 = 99

instructiefilmpje

uk

• Stap 1: Noteer het getal als een breuk: ■ de teller is het getal zonder komma; ■ de noemer is een macht van 10 met zoveel nullen als er cijfers na de komma zijn. • Stap 2: Vereenvoudig, indien mogelijk.

1,65 165 = 100 33 = 20

instructiefilmpje

Breuken invoeren en vereenvoudigen actie 1 785 in. 825

a-lock

stat plot f1

L1

1

y=

alpha

L1

Y u

O v

1

7

v

P L2

el

8

8

be or

. Y

U

5

entry solve

enter

knoppen : L6

1 L1

U

5

2

Y i

L1

P L5

Z L5

actie

Zet het decimaal getal 1,65 om naar een breuk.

scherm

Y

dh

Voer de breuk

knoppen

scherm

V L5

6

U

5

test

A

math

entry solve

1

enter Y i

L1

: L6

.

1 a-lock

6

stat plot f1

L4

U

5 Τ

4

y=

alpha

V L5

entry solve

enter

actie

Zet de decimale vorm 0,454 5... om naar een breuk.

knoppen catalog

[

vo

Om met de rekenmachine de omzetting naar een breuk te verkrijgen, moet je de periode soms tot zes keer herhalen.

i

: L4

0 L5

. U L4

5 L4

L1

U L4

5 U L4

5 U L4

5 Y

1

Τ L5

Τ L5

4

Τ L5

4

4

scherm

Τ L5

4 Τ L5

4

Τ

4

U

5

U

5 test

A

math

entry solve

enter

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

53


Zuiver repeterende decimale vormen met een ander getal dan 0 voor de komma voorbeeld

werkwijze

2,33... • Stap 1: Noteer het getal als de som van een aantal gehelen en een getal tussen 0 en 1.

= 2 + 0,33... 3 9

=2+

1 3

• Stap 2: Noteer het getal tussen 0 en 1 als een breuk: ■ de teller is de periode; ■ de noemer is een getal met zoveel negens als er cijfers in de periode zijn.

6 1 + 3 3

=

7 3

• Stap 4: Maak de breuk en het geheel getal gelijknamig.

oo fd

=

st

• Stap 3: Vereenvoudig, indien mogelijk.

uk

=2+

• Stap 5: Bepaal de som van de breuken.

instructiefilmpje

voorbeeld 2,161 212... 1 100

werkwijze

• Stap 1: Schuif de komma op naar rechts, zodat die juist voor de periode komt te staan, en deel door de passende macht van 10 om de gelijkheid te bewaren.

be

el

= 216,121 2... ?

dh

Gemengd repeterende decimale vormen

= (216 + 0,121 2...) ?

1 2

= 216 +

vo

3

• Stap 2: Noteer het zuiver repeterend kommagetal dat je daardoor vindt als een onvereenvoudigbare breuk.

1 12 ? 99 100

or

= 216 +

1 100

4

=

1 7 128 4 + ? 33 33 100

=

1 7 132 ? 33 100

5

6 7

8

=

7 132 3 300

=

1 783 825

9 10

1 4 ? 33 100

11

54

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

instructiefilmpje

• Stap 3: Vereenvoudig, indien mogelijk. GeoGebra


Oefeningen REEKS A Duid het soort decimale schrijfwijze van de rationale getallen aan. zuiver repeterende decimale vorm

gemengd repeterende decimale vorm

a) 0,845

b) 0,88...

c) 1,141 4

d) 3,243 624 36...

e) 8,254 4...

g) 8,07 h) 781,787 8... i) 0,478 925 925...

a)

3 5

b)

1 8

c)

f)

19 12

=

k)

210 111

=

=

g)

14 37

=

l)

17 15

=

2 3

=

h)

892 45

=

m)

45 33

=

d)

80 33

=

i)

508 125

=

n)

309 125

=

e)

14 15

=

j)

25 12

=

o)

85 72

=

be

el

=

or

Vorm de breuken om naar de decimale schrijfwijze.

vo 3

dh

j) 18,145 656

2

oo fd

f) 16,232 322...

uk

decimaal getal

st

1

Vorm de breuken om naar de decimale schrijfwijze en bepaal telkens de periode. decimale schrijfwijze

periode

a)

8 21

b)

7 13

c)

625 7

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

55


=

e) 0,325

=

b) 0,4

=

f) 1,18

=

c) 2,7

=

g) 0,036

=

d) 1,25

=

h) 4,064

=

uk

a) 0,29

=

b) 0,151 5...

=

c) 0,090 9...

=

d) 0,117 117...

=

e) 0,030 030...

=

f) 1,55...

=

oo fd

a) 0,77...

st

Schrijf de zuiver repeterende decimale vormen als een onvereenvoudigbare breuk.

el

5

Schrijf de decimale getallen als een onvereenvoudigbare breuk.

dh

4

=

h) 4,531 531...

=

be

g) 2,181 8...

2

Schrijf de gemengd repeterende decimale vormen als een onvereenvoudigbare breuk. a) 0,144...

vo

3

6

or

1

4 5

b) 1,257 878...

c) 18,733...

6 7

8 9 10 11

56

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN


REEKS B Noteer de rationale getallen in decimale schrijfwijze als een onvereenvoudigbare breuk. a) 2,131 3...

d) 72,727 2...

dh

be or

c) 17,400...

h) 50,505 5...

el

vo

oo fd

e) −0,212 312 3...

uk

b) −1,02

g) −0,123 44...

st

7

f) 2,757 5...

i) −2,969 6...

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

57


8

Bepaal de periode van de zuiver repeterende decimale vormen. a)

211 121

= 1,743 801 652 892 561 983 471 074 380 165 289 256 198 347 107 438 016 528 925 619 834 710 743 801 652 892 561 983 471 074 380 165 289 256 198 347 107 4...

24 11

= 1,411 764 705 882 352 941 176 470 588 235 294 117 647 058 823 529 411 764 705 882 352 941 176 470 588 235 294 117 647 058 823 529 411 764 705 882 352 9...

uk

b)

9

Toon aan dat 0,99... = 1.

oo fd

Bepaal de som 2,366... + 5,633... zonder rekenmachine.

dh

10

st

be

el

REEKS C

11

2

vo

3

a) het 100e cijfer na de komma in 5,123 123...

or

1

Bepaal het gevraagde cijfer.

4 5

6 7

8 9 10 11

58

b) het 500e cijfer na de komma in de decimale vorm van

10 41

c) het 2 000e cijfer na de komma in de decimale vorm van

d) het 850e cijfer na de komma in 178,347 979 879 8... HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

4 15


Je kunt het aantal cijfers in de periode van een decimale vorm bepalen aan de hand van de noemer van de breuk. De tabel geeft een overzicht van het aantal cijfers (n) in de periode van een decimale vorm waarvan het gegeven priemgetal de noemer is van de breuk die hoort bij die decimale vorm. n

noemer breuk

n

noemer breuk

n

3

1

23

22

73

8

7

6

29

28

79

13

11

2

31

15

101

4

13

6

37

3

137

8

17

16

41

5

239

7

19

18

53

13

271

5

uk

noemer breuk

oo fd

st

Voor een breuk waarvan de noemer een veelvoud is van een van die priemgetallen, is het aantal cijfers in de periode gelijk aan het aantal cijfers in de periode van de breuk met dat grootste priemgetal als noemer. breuk 1 21

1 1 1 = 21 3 7

6

19 136

19 19 1 = 136 8 17

16

dh

12

aantal cijfers in de periode

Bepaal het aantal cijfers (n) in de periode van de gegeven decimale vormen.

1 6

be

a)

el

breuk

n

2 31

c)

1 155

d)

15 26

e)

207 145

f)

32 159

g)

7 274

h)

2 005 1 626

or

b)

vo

berekening

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

59


2.2

Vierkantswortels

2.2.1 Inleiding Een vierkante tegel heeft een oppervlakte van 1 600 cm2. Bereken de lengte van een zijde van een tegel.

uk

st

2.2.2 Definitie Vierkantswortel van een positief getal

Definitie

oo fd

Een vierkantswortel van een positief getal is een getal waarvan het kwadraat gelijk is aan dat positief getal. In symbolen

b is een vierkantswortel van a  ¤  b 2 = a Opmerking

dh

Waarom kun je de vierkantswortel van een negatief getal niet bepalen?

el

2.2.3 Positieve en negatieve vierkantswortel van een getal

be

positieve vierkantswortel

• Bepaal een positief getal waarvan het kwadraat gelijk is aan 81. 2

1

or

(   ) = 81

negatieve vierkantswortel • Bepaal een negatief getal waarvan het kwadraat gelijk is aan 81. 2

(   ) = 81

• Besluit:

• Besluit:

noem je de positieve vierkantswortel van 81.

noem je de negatieve vierkantswortel van 81.

4

• Notatie:

• Notatie:

5

2

vo

3

81 =

81 =     –

6 7

Besluit

• Elk positief getal a, verschillend van 0, heeft twee vierkantswortels die tegengesteld zijn:

8 ■

de positieve vierkantswortel of kortweg de vierkantswortel van a is a

de negatieve vierkantswortel van a is − a

9 10 11

60

• 0 heeft juist één vierkantswortel, namelijk 0 zelf. • Elk negatief getal a, verschillend van 0, heeft geen vierkantswortels. HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN


Oefeningen REEKS A

144

=

b) –  – 100

=

g)

0,25

=

c)

=

h) –  – 6 400

=

d) –  – 1

=

i)

0,81

=

e) –  – 625

=

j)

0,04

=

98 741

=

169

st

f)

Bereken met de rekenmachine op 0,001 nauwkeurig. a)

=

5

b) –  – 3

=

c)

=

490

=

be

d) –  – 2

f)

dh

14

=

25

oo fd

a)

uk

Bereken zonder rekenmachine.

el

13

1 258

=

=

h) –  – 965

=

i)

147,2

=

j) –  – 954,26

=

or

e)

g) –  – 158

Bepaal zonder rekenmachine de twee gehele getallen waartussen het resultaat van de vierkantswortels ligt. Controleer achteraf het resultaat met de rekenmachine.

vo

15

ligt tussen de gehele getallen ...

verklaring

a)

32

en

b)

250

en

c) –  – 12

en

d) –  – 184

en

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

61


REEKS B Bepaal de gevraagde lengten op 0,001 cm nauwkeurig.

d) de diameter van een cirkel met een oppervlakte van 845 cm2

oo fd

b) de rechthoekszijde van een gelijkbenige rechthoekige driehoek met een oppervlakte van 414 cm2

dh

17

c) de straal van een cirkel met een oppervlakte van 120 cm2

Los de vergelijkingen op.

d) 5x 2 = 180

el

a) x 2 – 25 = 0

x = 25 of x = – 25

x = 5

be

x 2 = 25

of  x = –5

2

vo

3

e) 3x 2 – 63 = 300

or

b) x2 + 7 = 71

1

uk

a) de zijde van een vierkant waarvan de oppervlakte 278 cm2 bedraagt

st

16

4

5

6 7

8 9 10

c)

x2 = 28 7

x2 + 14 = 62 3

11

62

f)

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN


Bepaal de lengte van een persoon aan de hand van de BMI en de massa van de persoon. Bepaal je antwoord op 0,01 m.

oo fd

18

st

uk

De Body Mass Index wordt ook wel eens de queteletindex genoemd, naar de Belgische wiskundige en astronoom Adolphe Quetelet (1796-1874). Quetelet wordt beschouwd als een van de grondleggers van de moderne sociale statistiek, die zich bezighoudt met het organiseren van volkstellingen en het schetsen van de ‘modale’ mens. Hij was ook heel bedrijvig als sterrenkundige en is de stichter van de Sterrenwacht van Brussel, de voorloper van het Koninklijk Meteorologisch Instituut. m De Body Mass Index (BMI) van een persoon is het getal BMI = 2 . l Daarbij is m de massa in kilogram en l de lengte in meter. De ‘ideale’ BMI ligt tussen 18,5 en 25. Wie minder dan 18,5 scoort, is te mager. Wie een BMI hoger dan 25 heeft, is te zwaar. Een BMI hoger dan 30 levert het etiket ‘zwaarlijvig’ op.

a) BMI = 24

m = 78 kg

b) BMI = 20

m = 60 kg

c) BMI = 28

m = 50 kg

be

m = 94 kg

el

d) BMI = 18

dh

or

Een klassiek probleem van de oude Grieken: ‘Construeer een vierkant met dezelfde oppervlakte als een gegeven cirkel.’ Dat probleem is gekend als de kwadratuur van een cirkel. Stel: r is de straal van de cirkel. x is de zijde van het vierkant.

vo

Dan: x 2 =  ? r 2

19

Bereken de zijde van een vierkant dat dezelfde oppervlakte heeft als een cirkel met een straal van 5 cm. Bepaal je antwoord op 0,001 cm nauwkeurig.

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

63


REEKS C 20

Inthe en Ruben zijn op zoek naar een geschikt stuk bouwgrond. Tijdens een wandeling vinden ze op een stuk grond een bordje met de onderstaande gegevens. Bij navraag in de buurt komen ze enkel te weten dat de aanpalende stukken vierkant zijn. Bereken de oppervlakte van het stuk bouwgrond dat te koop is, op 0,01 m2 nauwkeurig. 657 m

2

Lot 1

985 m 2

Lot 2

Lot 3

st

TE KOOP

uk

Een ‘wiskundige slinger’ bestaat uit een massa m die aan een staaf of kabel hangt met lengte l en waarvan de massa verwaarloosbaar is. Als de massa uit haar evenwichtstoestand wordt gebracht en daarna losgelaten, zal die heen en weer bewegen onder invloed van de zwaartekracht. De periode van de slinger is de tijd die de massa nodig heeft om één keer heen en weer te bewegen.

dh

l

oo fd

Er geldt: T = 2

Van een wiskundige slinger met lengte 4 m wordt de periode gemeten. Die bedraagt 4,014 s. Bepaal daaruit een benaderde waarde, op 0,01 nauwkeurig, voor de valversnelling.

be

21

T is de periode in seconden, l is de lengte van de slinger in meter en g is de valversnelling in m/s 2 (de toename van de snelheid van een vallend voorwerp, per seconde, onder invloed van de zwaartekracht).

el

m

l . g

1 2

vo

3

or

4 5

6 7

8 9 10

22

De valversnelling op de maan is zes keer kleiner dan de valversnelling op de aarde. Wat zal de invloed daarvan zijn op de periode van een slinger op de maan ten opzichte van eenzelfde slinger (massa en lengte zijn gelijk) op aarde?

11

64

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN


2.3

De reële getallen

2.3.1 Getallen die je al kent Geheel getal

Rationaal getal

Een natuurlijk getal is een getal dat je verkrijgt bij het tellen van aantallen.

Een geheel getal is een getal dat je verkrijgt bij het aftrekken van twee natuurlijke getallen.

Een rationaal getal is een getal dat je verkrijgt bij de deling van twee gehele getallen waarbij het tweede getal niet 0 is.

5 is een natuurlijk getal.

−3 is een geheel getal.

Notatie: 5 Œ N

Notatie: −3 Œ Z

Lees: 5 is element van N.

Lees: −3 is element van Z.

2.3.2 Uitbreiding getallen Irrationale lengten

uk

Natuurlijk getal

st

3 is een rationaal getal. 4 3 Notatie: Œ T 4 3 Lees:   is element van T. 4

oo fd

Definitie

Om een tuinhek te verstevigen, plaats je vier diagonale balken. Bereken de lengte van een diagonale balk aan de hand van de afmetingen op de tekening.

dh

el

Duid aan welk soort getal het resultaat voor de lengte van de diagonale balk zeker niet is.

❒ natuurlijk getal

❒ geheel getal

❒ rationaal getal

be

De rekenmachine is ontoereikend om na te gaan of het verkregen resultaat een rationaal getal voorstelt. Ook met de computer, die heel wat meer decimalen kan berekenen, kun je het einde van het getal niet ontdekken (decimaal getal?) en ook geen periode (decimale vorm?). Irrationale getallen

vo

or

Er bestaan getallen met oneindig veel cijfers na de komma en zonder periode. Die getallen kun je niet als breuk schrijven en het zijn bijgevolg geen rationale getallen. Je noemt ze irrationale getallen. Voorbeelden:

• 2 = 1,414 213 562 3... • 0,123 456 789... • p = 3,141 592 653 589 793 238 46...

2 met de computer berekend tot op 200 decimalen: 2 = 1, 414 213 562 373 095 048 801 688 724 209 698 078 569 671 875 376 948 073 176 679 737 990 732 478 462 107 038 850 387 534 327 641 572 735 013 846 230 912 297 024 924 836 055 850 737 212 644 121 497 099 935 831 413 222 665 927 505 592 755 799 950 501 152 782 060 571 47...

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

65


2.3.3 Rationale en irrationale vierkantswortels irrationale vierkantswortels

121

=

32

=

1 4

=

5 4

=

6,25

=

10,02

=

Besluit Een vierkantswortel van een rationaal getal heeft ofwel

st

• een rationaal getal als uitkomst. Voorbeelden:

GEOGEBRA EN PYTHON

2.3.4 Reële getallen

oo fd

• een irrationaal getal als uitkomst. Voorbeelden:

uk

rationale vierkantswortels

Definitie

Reëel getal

dh

De rationale en de irrationale getallen samen noem je de reële getallen.

Een reëel getal is een getal dat rationaal of irrationaal is.

el

De verzameling van de reële getallen noteer je als R.

1 2

R N

Z

T

vo

3

or

be

2 is een reëel getal.     Notatie: 2 Œ R    Lees: 2 is element van R

4

Plaats de getallen in het venndiagram. 7,25

37

–2,4

2,345…

– 7

0,22…

–6

3

12 3

1 3

5

6 7

8 9 10 11

66

Enkele bijzondere deelverzamelingen van R: R0 : de reële getallen zonder 0 +

R : de positieve reële getallen –

R : de negatieve reële getallen De irrationale getallen bevinden zich in R, maar niet in T: HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

GeoGebra


2.3.5 Absolute waarde van een reëel getal Definitie

Absolute waarde De absolute waarde van een reëel getal is gelijk aan het getal zonder toestandsteken (plus of min). Voorbeelden:  – 3 =           0,123 45... =           – =

Definitie

uk

2.3.6 Tegengestelde van een reëel getal Tegengestelde

st

Het tegengestelde van een reëel getal is het reëel getal met dezelfde absolute waarde, maar met een verschillend toestandsteken.

oo fd

Voorbeelden:  –(– 2 ) =          –(+p) =          –(–1,246...) =

2.3.7 Omgekeerde van een reëel getal Definitie

Omgekeerde –1

–1

=         (p) =          (– 17 ) =        –1

el

Voorbeelden:

1 2

dh

Het omgekeerde van een reëel getal is gelijk aan 1 gedeeld door dat getal (verschillend van nul).

vo

or

be

• Er bestaat een ‘wetenschap’ die zich bezighoudt met technieken om de cijfers van p te onthouden: de Piphilologie. Het bekendste geheugensteuntje komt van de schrijver en biochemicus Isaac Asimov (1920-1992): 'How I want a drink, alcoholic of course, after the heavy lectures involving quantum mechanics!' In die zin staat het aantal letters van elk woord voor de opeenvolgende cijfers van het getal p : 3,141 592 653 589 79. Wie liever een Nederlandstalig zinnetje onthoudt, kan volgens hetzelfde systeem de eerste dertien cijfers van het getal p onthouden: 'Ook u kunt u zeker vergissen, uw zwakke brein kan immer verkeerd beslissen.'

• In 1897 werd in het parlement van de Amerikaanse staat Indiana een wet aangenomen waarin stond dat het getal p gelijkgesteld moest worden aan 3,2. Edwin J. Goodwin, een amateurwiskundige, was de opsteller van die wet. Naast een ‘praktische’ reden had Goodwin er ook financieel belang bij. Door de ‘uitvinding’ van p = 3,2 kon hij een patent verkrijgen en zo royalty’s ontvangen. De wet werd nadien door de Senaat verworpen dankzij de toevallige aanwezigheid van een wiskundige die de fouten kon aanwijzen die Goodwin gemaakt had om tot p = 3,2 te komen.

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

67


Oefeningen REEKS A Plaats de getallen in het venndiagram. a) –12

c) 1,5

b) 0

d)

3 4

g) –

f) – 5

h) –1,232 3...

Œ

c) 4 585

Œ

st k) p

Œ

g) −1,5

Œ

l) 0,047 47...

Œ

3 7

Œ

m) −8,113

Œ

6

Œ

n) – 2

Œ

j) 99

Œ

o)

1 3

Œ

i)

Œ Œ

Zijn de gegeven getallen rationaal of irrationaal? rationaal

irrationaal

rationaal

irrationaal

a) 1,233...

g) – 7

b) 1,234 5...

h)

1 5

c) p

i)

d)

j) –473

e) 7 890

k)

625

f) –8,5

l) –

2 3

4 5

6 7

8 9 10 11

68

12

R

Œ

h) –

be 1 6

vo

3

l) –5

oo fd

b) 0,23

or

2

j) 5,024 6...

f) 1,232 3...

dh

Œ

el

a) −5

e)

25

k)

Noteer de meest passende getallenverzameling. Kies uit N, Z, T of R.

d) 0,135 79...

1

i) 154

T

Z

N

24

1 3

e) 0,33...

uk

23

100

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

2


REEKS B

– 0,25

– 5

0,166...

p+1

1 2

4 25

Œ

N

Z

25

28

T

R

st

0,44...

uk

3

0,44

A (m2)

zijde rationaal

a)

81

b)

348

c)

8 792

d)

3 136

e)

484

oo fd

Is de zijde van het vierkant, waarvan de oppervlakte A gegeven is, een rationale of een irrationale lengte? Zet een vinkje. zijde irrationaal

A (m2)

zijde rationaal

zijde irrationaal

f)

3 487

g)

144

h)

99

i)

11 025

j)

14 972

d) – –

3 7

dh ❒

be

27

Duid met een vinkje aan tot welke verzameling(en) het gegeven getal behoort.

el

26

Schrijf zonder absolutewaardeteken. =

or

a) –7

=

=

e) – 1,233...

=

c) – 3

=

f) – –

=

=

vo

b) 0,85

29

Schrijf zo eenvoudig mogelijk. a) –(–8)

=

d) –(– 11 )

b) –( 2 )

=

e) –(+1,455...) =

c) –(p)

=

f) – –

5 2

=

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

69


Bepaal het omgekeerde van de reële getallen. Bepaal indien nodig je antwoord op 0,001 nauwkeurig. –1

4 7

a)

–1

b) (–2) c)

(

–1

2)

–1

=

1 d) – 4

=

e) 1,33...

=

f) 12

= –1

=

–1

=

uk

30

a) R « T

=

d) Z \ N

=

b) N » Z

=

+

=

+

=

oo fd

Vul de getallenverzameling in.

c) Z « Z

+

f) R \ R

A

P

B

be

S

2

vo

3

R

or

D

1

4 5

6 7

8 9

10 11

70

=

Verbind je de middens van de zijden van een vierkant, dan verkrijg je een vierkant zoals het groene vierkant op de tekening. De oppervlakte van het grote vierkant bedraagt 4 m2. Bereken de zijde van het kleine vierkant. Bepaal je antwoord op 0,001 m nauwkeurig.

el

32

e) R « T

dh

31

st

REEKS C

Bewijs: 2 is irrationaal HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

Q

C


2.4 Irrationale getallen benaderen 2.4.1 Inleiding Bereken 5 . Rond af op het gegeven aantal decimalen.

Controleer de afgeronde waarde aan de hand van de definitie van een vierkantswortel. 2

• 0,01

:

fi (

) =

• 0,001

:

fi (

) =

• 0,000 1 :

fi (

• 0,000 01 :

fi (

uk

2 2

) = 2

) =

st

Een irrationaal getal kan nooit exact worden geschreven als decimale vorm. De decimale vorm is enkel een benaderde waarde van dat irrationaal getal.

oo fd

2.4.2 Afronden

Het afronden van een irrationaal getal gebeurt in functie van de toepassing. Voorbeeld:

Koenraad berekent de lengte van het diagonale tussenschot van de afgebeelde tuinomheining. Hij zal de berekende waarde controleren door de meting uit te voeren met een vouwmeter.

dh

60 cm

60 cm

x cm

el

2.4.3 Wortelvormen

be

Omdat je een irrationale vierkantswortel toch niet exact kunt weergeven door een decimale vorm, kun je als eindresultaat van een opgave de vierkantswortel of een veelvoud ervan noteren.

Definitie

Wortelvorm

or

Een wortelvorm is een product van een irrationale vierkantswortel en een rationaal getal.

Opmerking

vo

• Bij een wortelvorm noteer je het rationaal gedeelte altijd vooraan. • Bij een wortelvorm mag je het vermenigvuldigingsteken weglaten. Voorbeelden 3 2 , –7 145 ,

1 3

15 ,

Benaderingen van p

op 2 decimalen nauwkeurig

op 6 decimalen nauwkeurig

op 20 decimalen nauwkeurig

22 7

355 113

428 224 593 349 304 136 308 121 570 117 HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

71


2.4.4 Irrationale getallen benaderen met intervallen Interval Tijdens een stralende zomerdag rust Fatima tussen 14u en 14u30 uit op een bank in het park. De tijd tussen 14u en 14u30 noem je een tijdsinterval.

Definitie

uk

Interval in R Interval in R

st

Een interval in R is een ononderbroken verzameling van reële getallen.

oo fd

Soorten intervallen omschrijving

in woorden

notatie

gesloten interval

−1 £ x £ 6

alle getallen tussen −1 en 6, −1 en 6 inbegrepen

[−1, 6]

open interval

−1 < x < 6

alle getallen tussen −1 en 6, −1 en 6 niet inbegrepen

]−1, 6[

halfopen interval

−1 < x £ 6

alle getallen tussen −1 en 6, −1 niet inbegrepen, 6 inbegrepen

]−1, 6]

alle getallen tussen −1 en 6, −1 inbegrepen, 6 niet inbegrepen

[−1, 6[

halfgesloten interval

dh

interval

−1 £ x < 6

el

Irrationale getallen benaderen

be

Je kunt een irrationaal getal benaderen door aan te duiden tot welk interval, begrensd door twee rationale getallen, dat irrationaal getal behoort. Opmerkingen

1 2

Voorbeeld

35 = 5,916 079 783

vo

3

or

• Het aantal decimalen van de grenzen van het interval bepaalt de breedte van het interval. • Om irrationale getallen te benaderen, gebruik je open intervallen.

4

intervalbreedte

omschrijving

intervalnotatie

5

1

5 < 35 < 6

]5, 6[

0,1

5,9 < 35 < 6,0

]5,9; 6,0[

6 7

8 9

0,01

5,91 < 35 <

]5,91;     [

0,001

< 35 <

]     ;      [

0,000 1

< 35 <

]     ;      [

10 11

72

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN


Oefeningen REEKS B Schrijf de gegeven uitdrukkingen als een wortelvorm. 3 2

=

f) – 33 (–14)

=

b)

17 0,5

=

g) (–4)3 2,7

=

=

h) –0,12 (– 12,8 ) =

=

i)

=

12 j) – 15

d)

1 (–4) 7

3 e) – 7 4

34

1 8

5 7

=

3 – 8

–1

=

Bereken de schuine zijde van de rechthoekige driehoek bij het huisnummer 4. Rond af naargelang het gebruikte meettoestel voor de controlemeting.

afronding voor de controlemeting:

el

3,2 cm

dh

meettoestel

or

be

2,6 cm

afronding

meetlat op 1 mm

schuifmaat op 0,02 mm

Een ring heeft een omtrek van 20 cm. Bereken de diameter van de ring. Rond af naargelang het gebruikte meettoestel voor de controlemeting.

vo

35

st

c) – 2 8

uk

a)

oo fd

33

afronding voor de controlemeting: meettoestel

afronding

meetlat op 1 mm

schuifmaat op 0,02 mm

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

73


Vul de tabel in. omschrijving

soort interval

a)

3 £ x £ 11

b)

–4 < x < 8

c)

–1,5 £ x < –0,75

]4, 16[

e)

[1,7; 8,5]

f)

– 3,

uk

d)

oo fd

37

intervalnotatie

st

36

In welk open interval met gegeven breedte liggen de volgende irrationale getallen? irrationaal getal 7,123 456...

b)

8 – 21

0,01

1

d)

148

10

e)

−4,010 020 003...

0,000 1

– 1 214

0,001

be

el

c)

f)

0,1

dh

a)

intervalbreedte

1 2

vo

3

Verbind een wortelvorm uit de eerste kolom met een wortelvorm uit de tweede kolom die een voorstelling is van hetzelfde irrationaal getal.

or

38

4

8 2

9 21

7 175

35 7

3 189

4 8

48 5

3 216

18 6

6 320

5

6 7

8 9 10 11

74

interval

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN


REEKS C 39

Bereken de opening van de steeksleutel die je moet gebruiken om de moer los te draaien.

uk

7,5 mm

st

oo fd

Juist of fout?

a)

dh

40

311 is een benadering van p op 3 decimalen nauwkeurig. 99

c)

el

b) 3 32 = 3a 2 als a = 4

2 < x < 3 is een omschrijving van een gesloten interval.

or

be

d) p Œ [3,141 6; 3,141 7[

fout

Vul de wortelvormen aan met een geheel getal, zodat het irrationaal getal dat daardoor ontstaat, tot het gegeven interval behoort. a)

Œ ]2,4; 2,5[

f)     ? 19

Œ ]34, 35[

b)

Œ ]10,77; 10,78[

g) –14 ?

Œ ]–72, –71[

c)     ? 2

Œ ]7, 8[

h)     ? 110

Œ ]110, 120[

d) 3 ?

Œ ]7,93; 7,94[

i) –8 ?

Œ ]–58, –57[

e) –

Œ ]–3,47; –3,46[

j)     ? 120

Œ ]–150, –140[

vo

41

juist

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

75


2.5 Reële getallen ordenen 2.5.1 Inleiding <

£

>

Voorbeelden

7 8

–114

0,850

19

3 2

–p

– 10

st

–141

uk

Symbolen

oo fd

2.5.2 Irrationale getallen voorstellen op een getallenas Door een natuurlijk getal n te schrijven als een som van kwadraten, kun je n met een aantal rechthoekige driehoeken exact construeren. Voorbeelden

b) c = 63

a) b = 27

63 = 49 + 14 = 49 + 9 + 5 = 49 + 9 + 4 + 1 2 2 2 2 = 7 +3 +2 +1

a

dh

27 = 25 + 2 = 25 + 1 + 1 2 2 2 = 5 +1 +1 2

b

2

a

2

b

27

a

be

1

el

b

1

5

2

vo

3

or

2

c

Stap 1: Schrijf het getal n als een som van een kwadraat van een natuurlijk getal en een tweede natuurlijk getal. Neem het kwadraat dat het dichtst bij het getal n ligt en kleiner is dan het getal n.

2

Stap 2: Splits dat tweede getal als een som van een kwadraat van een natuurlijk getal en een derde natuurlijk getal. Stap 3: Doe dat verder tot alle termen kwadraten van een natuurlijk getal zijn.

1

1

2

GeoGebra

c 63

b

Stap 4: Teken de nodige rechthoekige driehoeken.

4

a

5

6

3

Stap 5: P as de verkregen lengte n af en plaats het irrationaal getal op de getallenas.

7 8

7

9 10 11

76

0 HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

1

R


2.5.3 Abscis van een punt op de getallenas Plaats de gegeven reële getallen bij de correcte stip op de getallenas.

0 Definitie

4

p

1 3

0,75

–1

1

R

uk

2

Abscis van een punt

st

De abscis van een punt van de getallenas is het reëel getal dat overeenkomt met dat punt van de getallenas. A

Notatie: ab(A) = 0,5

0,5

1

R

oo fd

0

Met de rationale getallen kun je nog niet aan elk punt van de getallenas een abscis toekennen. Met de irrationale getallen erbij is dat wel mogelijk. Besluit

Elk punt van de getallenas komt overeen met één reëel getal. Elk reëel getal komt overeen met één punt van de getallenas.

dh

2.5.4 Intervallen voorstellen op een getallenas

el

Voor het voorstellen van intervallen op een getallenas gelden de volgende richtlijnen:

be

• De breedte van het interval wordt voorgesteld met een groene of een vetgedrukte lijn.

[1, 3] 0

• De grenzen van het interval worden voorgesteld met een stip: ●

of

open

of

vo

or

gesloten

]–1, 2[ 0

1

R

0

1

R

[–2, 0[

[–1, + •[

• Bijzondere intervallen: [–1, +∞[

+∞: plus oneindig

]–∞, 2[

−∞: min oneindig

R

1

0

1

R

1

R

]– •, 2[ 0

Opmerking Het interval is altijd open bij –∞ en +∞.

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

77


Oefeningen REEKS A

a)

1 024

1 042

k)

−79,14

b)

−98

−89

l)

3,002 345...

c)

3,24

3,240

m)

– 459

−21,424 2...

d)

−0,001

0,000 1

n)

2,99...

3

e)

1,22...

1,234 5...

o)

79,13

f)

−4 897 324

−4 987 243

p)

g)

23

24

q)

h)

p

10

r)

i)

1 2

0,25

s)

j)

−7

49

t)

st

uk

3,002 343 4...

35,185

1 238

oo fd

3 7

– 48 –

15 19 10 12

3 2

dh

43

Vul in met <, > of =.

n werd met een aantal rechthoekige driehoeken geconstrueerd. Bepaal n. a)

el

42

c)

1

be

1

2

1

1 2

5

n=

n=

b)

vo

3

or

3

d)

4

1 1

5

1

6 7

8 9

1

3

1 5

10

n=

11

78

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

7

n=

3 8

–4 3 −0,789 5 6 2 3


REEKS B Stel de irrationale getallen voor op de getallenas. Maak daarvoor de nodige constructies met rechthoekige driehoeken. a)

c) – 15

8 =

15 =

=

=

=

=

dh

oo fd

st

8

uk

44

d)

el

b) – 22

33 33 =

=

=

be

22 =

=

vo

or

=

R 0

1

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

79


Construeer een lijnstuk van 38 cm op twee verschillende manieren met twee rechthoekige driehoeken. 38 =

38 =

=

=

=

=

Rangschik de irrationale getallen van klein naar groot. Met de bijbehorende letters op de ballonnen verkrijg je een woord.

be

el

46

dh

oo fd

st

uk

45

3 5

Z

32

L

2

3 3

F

L

M

5 2

A

41

5 3

vo

3

or

I

1

2p

74

A

4

5

6 7

8 9 10

Je vindt het woord:

11

80

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN


47

Benoem de punten van de getallenas aan de hand van de gegeven abscis. ab(A) = 2

ab(C) = – 3

ab(B) = −1,5

ab(D) =

ab(E) = 2,8

3 4

ab(F) = –

ab(I) = 9

ab(G) = 7

7 3

ab(H) = –

9 5

ab(J) = 2 5

R

48

1

Bepaal de abscis van de benoemde punten van de getallenas.

ab(A) =

0

1

ab(B) =

b) G

ab(G) =

1

ab(H) =

ab(D) =

I

ab(I) =

ab(E) =

R H

ab(J) =

Stel de intervallen voor op de getallenas.

be

a) [1, 4]

or

b) ]−2, 2[

vo

c) ]0, 5]

d) [3, +∞[

e) [−3, −1[

f) ]−∞, 4[

F

0

R

B

ab(C) =

el

49

J

D

dh

ab(F) =

A

oo fd

E C

st

a)

uk

0

R 0

1

0

1

0

1

0

1

0

1

0

1

R

R

R

R

R

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

81


Geef de intervalnotatie. R

a)

1

0

1

oo fd

be

el

]−2, 3]

voorstelling

0

1

0

1

1

d)

0

1

0

1

0

1

0

1

h)

0

1

i)

0

1

or

R

R

omschrijving

R 0

]−∞, 0[

1

c)

e)

uk

0

dh

Vul de tabel in.

vo 4

1

0

interval

3

0

R

f)

2

R

e)

1

1

R

d)

b)

0

R

c)

a)

1

R

b)

51

0

st

50

R

R

0£x<2

R

f)

–1 < x < 3

5

6

g)

[−1, 4]

R

7 8 9 10 11

82

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

R

R

–1 £ x £ 2


REEKS C Noteer als een interval. =

d) R

=

+

=

e) R0

=

=

f) R \ R =

a) R b) R

c) R0

uk

52

actie

knoppen

Voer de lijst getallen in en sla ze op in de werklijst L1.

{

K

2nd

scherm

I

L1

Y

1

x2

2nd

oo fd

(

st

REKENMACHINE

L5

Opmerking Als je na het sorteren wilt weten welke decimale benadering bij wat hoort, noteer dan de waarden.

U L5

5

rcl

EE

5

L1

Y

1

stat

2nd

dh Y

L entry solve

}

1

)

Y

list

L1

L

}

2nd

1

2nd

2nd

J

,

L1

X

sto

Sorteer L1 in oplopende volgorde en vraag L1 op.

U

enter

)

2nd

L1

Y

1

entry solve

be

el

enter

53

Rangschik de reële getallen van klein naar groot. a)

or

105

vo

b)

13 5 <

d)

3,14

<

<

<

–7 <

22 7

p

– 5 <

42 5 <

–2,5

– 7

79 <

<

8,5 <

10

102 <

8,88... <

<

71

c)

<

42 4

10,25

7 3

10 <

<

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

83


2.6 Derdemachtswortel van een reëel getal 2.6.1 Inleiding

Om de nodige componenten in de kubusvormige bluetooth speaker te kunnen stoppen, is een volume van 216 cm3 nodig. Bepaal de ribbe r van de bluetooth speaker. V =       r 3      = 216 cm3

V =              = 216 cm3

Om de zijde van de kubus te bepalen aan de hand van het volume, bereken je de derdemachtswortel van het volume.

st

uk

2.6.2 Definitie

oo fd

Derdemachtswortel van een reëel getal

Definitie

De derdemachtswortel van een reëel getal is een getal waarvan de derde macht gelijk is aan dat reëel getal. In symbolen

b is de derdemachtswortel van a ¤ b3 = a 3

REKENMACHINE

dh

Notatie: a

actie

test

A

el

Bereken de derdemachtswortel van een getal.

knoppen

math

L4

Τ

4

Voer het getal in.

1 2

enter

2.6.3 Voorbeelden 3

8

=

want    3 = 8

3

3,375

=

want

3

8 27

=

want

3

–64

=

want

3

0

=

want

vo

3

or

be

entry solve

4 5

6 7

8 9

10 11

Vaststelling

84

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

Elk reëel getal heeft juist één derdemachtswortel.

scherm


Oefeningen REEKS A

=

d)

3

0

=

b)

3

64

=

e)

3

–8

=

c)

3

–1

=

f)

3

125

=

3

216

=

b)

3

15,625

=

c)

3

–1 331

=

oo fd

Bereken met de rekenmachine. a)

uk

27

st

3

27 4 096

d)

3

e)

3

91 125

=

f)

3

–0,001

=

e)

3

0,036

=

f)

3

–81

=

=

=

Bereken met de rekenmachine op 0,001 nauwkeurig. a)

3

7

b)

3

2,458

= =

be

56

a)

dh

55

Bereken zonder rekenmachine.

el

54

3

d)

3

–845

=

g)

3

5 4

=

h)

3

or

c)

8 15

=

vo

REEKS B

57

Bepaal de ribbe van de kubus waarvan het volume gegeven is. a) V = 21,952 m3

b) V = 4 913 cm3

c) V = 39,304 dm3

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

85


58

Een kubus uit plexiglas heeft een volume van 2 750 cm3. Bereken de ribbe van de kubus op 0,01 cm nauwkeurig.

Een kubusvormige koelkast heeft een inhoud van 100 l. De wanden hebben een dikte van 3 cm. Bereken de zijde van de koelkast op 0,01 cm nauwkeurig.

st

59

uk

oo fd

Bereken de zijde van een dobbelsteen met een volume van 2,4 cm3. Rond af naargelang het gebruikte meettoestel voor de controlemeting.

dh

60

el

1 2

vo

3

or

be

afronding voor de controlemeting: meettoestel

afronding

meetlat op 1 mm

schuifmaat op 0,02 mm

4 5

6

61

Kun je met 343 gelijke kubusjes een volledig gevulde grote kubus bouwen? Verklaar je antwoord.

7

8 9

10

11

86

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN


62

De kubus van Rubik, met vlakken van 3 bij 3, heeft een volume van 166 cm3. Bereken, op 1 mm nauwkeurig, de ribbe van een klein kubusje waaruit de vlakken zijn opgebouwd.

Los de vergelijkingen op. a) x3 + 5 = 2 749

c) 5x3 − 7 = 196 513

oo fd

b) 3x3 = 648

d) 2x3 + 63 = 9

dh

Een kubusvormig zitkussen heeft een massadichtheid van 80 kg/m3 en een massa van 17 kg. m Bepaal de zijde van het zitkussen op 1 mm nauwkeurig. Gebruik de formule V = . r

be

64

el

REEKS C

st

63

uk

vo

or

65

Een voetbal heeft een inhoud van 5,5 liter. Bereken de straal van de voetbal op 1 mm nauwkeurig.

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

87


STUDIEWIJZER De reële getallen voor de leerling

2.1 Decimale voorstelling van rationale getallen KUNNEN

voor de leerkracht

–  + –  +

Decimale getallen, zuiver repeterende en gemengd repeterende decimale vormen van elkaar onderscheiden. De periode en het niet-repeterend deel van een decimale vorm aanduiden. Decimale schrijfwijze omvormen naar breuk.

uk

Breuk omvormen naar decimale schrijfwijze.

2.2 Vierkantswortels

–  + –  +

st

KENNEN Een vierkantswortel van een positief getal is een getal waarvan het kwadraat gelijk is aan dat positief getal.

oo fd

KUNNEN

–  + –  +

De vierkantswortels van een positief getal berekenen.

2.3 De reële getallen

KENNEN

–  + –  +

Een reëel getal is een getal dat rationaal of irrationaal is.

dh

De absolute waarde van een reëel getal is dat getal zonder toestandsteken.

Het tegengestelde van een reëel getal is het reëel getal met dezelfde absolute waarde, maar met een verschillend toestandsteken. Het omgekeerde van een reëel getal is 1 gedeeld door dat reëel getal.

el

KUNNEN

–  + –  +

Getallen voorstellen in een venndiagram.

De absolute waarde van een reëel getal bepalen.

be

Het tegengestelde van een reëel getal bepalen. Het omgekeerde van een reëel getal bepalen.

1 2

6

KUNNEN

Werken met intervallen. Irrationale getallen afronden in betekenisvolle situaties. Irrationale getallen benaderen met intervallen.

7 8 9 10 11

88

–  + –  +

Een interval in R is een verzameling van opeenvolgende reële getallen.

4 5

KENNEN

Een wortelvorm is een product van een irrationale vierkantswortel en een rationaal getal.

vo

3

or

2.4 Irrationale getallen benaderen

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

–  + –  +


voor de leerling

2.5 Reële getallen ordenen KENNEN

voor de leerkracht

–  + –  +

Een abscis van een punt op de getallenas is het reëel getal dat overeenkomt met dat punt van de getallenas.

KUNNEN

–  + –  +

Reële getallen ordenen.

De abscis van een punt op de getallenas bepalen. Intervallen voorstellen op een getallenas.

2.6 Derdemachtswortel van een reëel getal KENNEN

st

Reële getallen voorstellen op een getallenas.

uk

Irrationale lengten tekenen met behulp van de stelling van Pythagoras.

–  + –  +

oo fd

Een derdemachtswortel van een reëel getal is een getal waarvan de derde macht gelijk is aan dat reëel getal.

KUNNEN

–  + –  +

De derdemachtswortel van een reëel getal berekenen.

vo

or

be

el

dh

Vraagstukken waarbij gebruikgemaakt wordt van derdemachtswortels, oplossen.

HOOFDSTUK 2  I  DE REËLE GETALLEN

89


Pienter problemen oplossen Welke heuristiek(en) gebruik je om de onderstaande problemen op te lossen?

❑ filter

❑ schets

❑ patroon

❑ schema/tabel

❑ kennis

❑ vereenvoudig

❑ logisch nadenken

❑ gok verstandig

❑ ...

st

oo fd

n het vierkant. 1. Bereken de zijde x va gevens op Gebruik daarvoor de ge de tekening. 9 3

dh

x

12

be

el

x

or

3. Bepaal x.

1 2

vo

3

4 5

3x 2x

x

6 7

8 9 10 11

90

60°

1

HOOFDSTUK 2 I DE REËLE GETALLEN

uk

❑ concreet materiaal

60°

2. Bereken de oppervla kte van de gekleurd e driehoek, die bepaald wordt door de vier vierk anten. De zijde van het kleinste vierkant is 1.

1


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.