8 minute read

kijk op WOII

Next Article
en verenigingen

en verenigingen

Een bredere kijk op de oorlog

In 2015 begon Japanoloog Ethan Mark een groot internationaal onderzoek: Global Histories of WWII: Imperial Crises and Con - tested Loyalties. Het doel is om onze kijk op de Tweede Wereldoorlog te verruimen, misschien zelfs te kantelen. Tot op heden zien we de Tweede Wereldoorlog vooral als een oorlog tussen landen, maar je kunt het ook bekij - ken als een transnationale oorlog tussen koloniale grootmachten. Waarom laten we de mensen op Java niet aan het woord over de oorlog, de man en vrouw in Ethiopië en India? De Europeaan heb - ben we lang genoeg gehoord. Laten we de oorlog eens bekijken vanuit niet-westers perspectief. Blij - ven goed en fout dan nog overeind? Een zoektocht naar nieuwe nuance. Zo zou je zijn missie kunnen noemen. Leids onderzoeker Ethan Mark heeft een missie. Hij wil dat we onze euro- centrische bril afzetten als we het over de Tweede Wereldoorlog hebben. Lang hebben we onszelf centraal gesteld. Na 75 jaar wordt het tijd om naar de verhalen van de rest van de wereld te luisteren.

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO’S: WORLDWAR2DATABASE.COM, MARIUS ROOS

Wat is typerend voor de Europese kijk op de oorlog? ‘In onze ogen was de Tweede Wereldoorlog een oorlog waarin alle goede mensen van de wereld zich hadden verenigd in de strijd tegen alle foute mensen van de wereld. Het onrecht moest worden bestreden. Dat was de slogan. Paradoxaal genoeg was het Amerikaanse leger nog gesegregeerd. En hoe verschrikkelijk het ook was wat Duitsland en Japan deden, ze hadden in wezen geen absoluut ongelijk toen ze verklaarden dat ze niets anders deden dan wat Europa al honderden jaren deed: de wereld koloniseren. Duitsland en Japan wilden ook een stukje van de taart. Mensen uit Azië en Afrika hadden veel meer oog voor de pijnlijke en ironische overeenkomsten. De oorlog als zodanig was voor hen veel minder zwart-wit.’

Maar Japan was toch gewoon de agressor en dus fout? ‘Zeker, dat waren ze in China en uiteindelijk ook Zuidoost-Azië en de Stille Oceaan, maar er speel - de ook een koloniale voorgeschiedenis mee die wij liever vergeten. We omarmen in Europa maar wat graag de slachtofferrol als het om de Tweede Wereldoorlog gaat, zonder na te gaan wat de oor log betekende voor de eigenlijke bevolkingen van

de bezette of betwiste gebieden elders in de wereld. Voor hen waren de Duitsers, Italianen of Japanners niet veel meer dan de laatste overheerser in een lange rij koloniale overheersers.’

Waar blijkt dat uit? ‘Er is in Azië bijvoorbeeld meer begrip voor mensen die hadden gecollaboreerd. De Ben gaalse politicus Subhas Chandra Bose werkte met Japan samen omdat hij India wilde bevrij den van de Britse overheersing. Hij vocht mee tijdens de invasie van Indië in 1944. Het was een ramp, hij overleed in 1945. Maar wat inte ressant is: het wordt hem tot op de dag vandaag niet kwalijk genomen dat hij voor de foute kant had gekozen. Mensen in India snappen dat het een strategische keuze was. Veel landen – niet toevallig de koloniën – twijfelden. Ze waren in ieder geval niet meteen op de hand van ‘ons’. Streefde je als kolonie naar onafhankelijkheid, dan was het misschien wel slimmer om je aan te sluiten bij de asmogendheden, in onze Euro pese ogen de bad guys. Maar wat is fout? Er is een mooi citaat van een nationalist uit Indië, Krishna Menon. In het begin van de oorlog werd hem in Londen gevraagd waarom hij maar geen kant kon kiezen. Waarom steun je ons niet in de strijd tegen nazi-Duitsland en Japan? Zijn antwoord luidde: je kunt net zo goed aan een vis vragen of hij liever in boter of in margarine gebakken wil worden.’

Wat zien we nog meer als we onze eurocentrische bril afzetten? ‘Dan zien we dat de meeste Japanners niet alleen maar cynisch waren en leugens verkoch ten, maar net als veel Nederlandse soldaten die naar Indië afreisden om de ‘rust en orde’ te her stellen, oprecht meenden dat het goed was wat ze deden in Azië. Hun oorlog was gerechtvaar digd om Azië te bevrijden van het imperialistische westerse juk. We zien ook dat in 1944-1945 tussen de 3 en 4 miljoen mensen in NederlandsIndië stierven van de honger, uitputting en ziekten. Waarom herdenken we deze mensen niet op 4 mei? Dat verbaast me. Het waren toch Nederlandse onderdanen?’

Omdat het te ver weg is misschien? Alleen wat dichtbij is vinden we doorgaans belangrijk. ‘Mensen willen zich kunnen identificeren, dat klopt, en stellen zichzelf graag centraal.

‘We omarmen in Europa maar wat graag de slachtofferrol’

Europa staat niet voor niets pontificaal in het midden op de meeste wereldkaarten. Gek genoeg staat Europa ook op veel Japanse kaar ten in het midden. Daaraan zie je dat Europa lange tijd een dominante rol heeft gespeeld in de wereld. Maar dat is nu aan het verschui ven. Europa is niet langer het centrum van de wereld, maar een deel van de wereld. Het zou mooi zijn als we de geschiedenis ook op die manier zouden bekijken.’

U wilt met uw onderzoek de ongeletterden buiten Europa een stem geven. Bent u de nieuwe Eric Wolf? De schrijver van de bestseller Europe and People without history over de Europese expansie en de reactie daarop van volken ‘zonder geschiedenis’. ‘Daarmee leg ik de lat wel heel hoog voor mezelf, het boek van Wolf was baanbrekend. Maar mijn onderwerp verdient het zeker om veel aandacht te krijgen, niet alleen in de aca demische wereld, maar ook daarbuiten. Het zal alleen niet makkelijk worden. Boeken die niet over Europa gaan, verkopen altijd moeilijker. Met uitzondering van Provincializing Europe van Dipesh Chakrabarty uit 2000. Maar dat boek had dan weer ‘Europa’ in de titel.’

Gaat het wel lukken, aandacht voor een mondiaal onderwerp? Mijn indruk is dat er momenteel juist veel meer aandacht is voor de kleine geschiedenis. ‘Dat is nooit anders geweest. Kijk in de boekwinkels, daar liggen altijd veel biografieën. Of luister naar OVT in het weekend, daarin worden meestal persoonlijke verhalen verteld. Niets mis mee. Kleine verhalen maken de grote geschiede nis toegankelijk. Ik doe het ook. Ik ben me ervan bewust dat mijn onderzoek nogal overweldigend kan zijn. Om het behapbaar te maken zoom ik in. Ik vertel bijvoorbeeld het verhaal van Frits van Hall, die tijdens de oorlog een actieve rol heeft gespeeld in het kunstenaarsverzet. In 1935 was hij de beeldhouwer van het Amsterdamse monu ment van de beroemdste gouverneur-generaal uit de Nederlands-Indische geschiedenis, Jo Van Heutsz. Hoe komt het dat uitgerekend Van Hall, een Indische Nederlander die verrassend genoeg ook sympathisant was van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd, degene was die dit monument ontwierp? En waarom zijn we dit verhaal vergeten? Het doet me denken aan het prachtige citaat van de Italiaanse historicus Benedetto Croce: All history is, in the end, a history of the present.’

Over het heden gesproken. Dit jaar vieren we 75 jaar bevrijding. Een goed idee? ‘Zeker. Dat moeten we blijven doen, maar als het aan mij ligt horen daar ook de verhalen over Azië en Afrika bij. We moeten de Tweede Wereldoor log breder trekken en voortaan herinneren als een transnationale oorlog. Maar dan moet wel eerst die eurocentrische bril af.’

Ethan Mark 1965 Geboren in Princeton (USA). 2003 Studie Moderne Japanse geschiedenis, Columbia University. 2006–nu Univer sitair docent in Leiden, o.a. Japan studies. 2011-nu Diverse radio-optredens, o.a. te gast bij OVT en Met het

Oog op Morgen. 2015 Gestart met groot internationaal onderzoek naar de Tweede Wereldoor log Global Histories of WWII: Imperial Crises and Conte sted Loyalties. 2018 Publicatie Japan’s Occupa tion of Java in the Second World War: A Transnational History, London, Bloomsbury.

Meer Leids onderzoek

Indonesië 1945-1950 ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950’ is een gezamenlijk onderzoeks programma van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Landen Volkenkunde (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het NIOD Instituut voor Oor logs-, Holocaust- en Genocidestudies. Centraal staat de vraag naar de dynamiek van de gebeurtenissen rond het geweld, vanaf de uitroeping van de Republiek op 17 augustus 1945 en de chaotische periode van augus tus 1945 tot begin 1946, tot het einde van de oorlog in 1949. Daarbij gaat het om militaire, politieke en justiti ële aspecten, en om de gevolgen van het geweld voor verschillende bevolkingsgroepen. Ook is er aandacht voor de politieke en maatschappelijke nasleep in Neder land. De Leidse hoogleraar Koloniale en postkoloniale geschiedenis Gert Oostindie voert als KITLV-directeur mede de regie over het onderzoeksprogramma.

Joodse Raad Universitair docent Bart van der Boom doet onderzoek naar de Joodse Raad. Dat was een op last van de Duitse bezetter in februari 1941 opgerichte vertegenwoordiging van de Joden in Nederland. In de praktijk fungeerde deze als doorgeefluik van opdrachten en bevelen en als bestuur van een onder dwang geïsoleerde groep; een staat in de staat. Zo werd de Joodse Raad een werktuig van de vervolger en werkte deze uiteindelijk mee aan massamoord. Na de oorlog was moeilijk te begrijpen hoe de raad dat ooit had kunnen doen. Die vraag wil Van der Boom beantwoorden.

War Studies Waarom slagen of falen vredesmissies? Welke nieuwe technologieën gaan de strijd bepalen? De afgelopen decennia is kennis over moderne oorlogsvoering onvol doende benut, terwijl die cruciaal is voor de veiligheid van Europa. Dat stelde Frans Osinga, bijzonder hoogle raar War Studies, in zijn oratie in november. ‘We houden ons vooral bezig met vredesoperaties, maar helaas moet ook het risico op een grote oorlog serieus worden geno men’, aldus Osinga, officier bij de luchtmacht. Zijn leerstoel is tot stand gekomen om internationale veiligheid en moderne oorlogvoering te onderzoeken. Wat gebeurt er als de diplomatie er niet uitkomt? Wanneer heeft het zin het leger in te zetten? Het primaire doel van de leer stoel is het doen en bevorderen van wetenschappelijk onderzoek naar het militaire instrument in hedendaagse conflicten en het vergro ten van de kennis daarover in de maatschappij.

This article is from: