24 minute read

Podcasts

Next Article
kijk op WOII

kijk op WOII

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN22 Leidraad terug in de banken met podcasts

Een podcast is een ontspannen manier om ‘terug in de banken’ te gaan. Leren door te luisteren. Tijdens het autorijden, thuis op de bank of tijdens een wandeling... Nu we fysiek afstand moeten houden: vijf podcasts van Leidse wetenschappers. ENKELTJE WETENSCHAP In 2019 bestond Universiteit Leiden 444 jaar. Wetenschappers van alle faculteiten maakten in de reeks Enkeltje wetenschap podcasts over Leids onderzoek. Zo vertelde Nikki Sterkenburg over extreemrechtse groeperingen, en dook Roos van Oosten in de beerputten van het oude Leiden. De podcasts duren minder dan 15 minu ten. Ideaal als tussendoortje. www.universiteitleiden.nl

LEVENS REDDEN Drie handjes noten per dag redden je leven! Waar of niet waar? Onderzoek naar gezondheid belandt met regelmaat een tikkeltje overdreven in de krant. In dit college vertelt hoogleraar wetenschapscommunicatie Ionica Smeets hoe dit soort nieuws ontstaat en hoe je overdreven bevindingen kunt herkennen. www.universiteitvannederland.nl

DOMME DINGEN Vuurwerkbommen maken, met z’n vieren naast elkaar fietsen of je identiteitskaart vervalsen. Pubers lijken zich telkens weer in de nesten te werken. Ze zijn een kei in het nemen van domme beslissingen. Waarom gedragen pubers zich zo? Professor Eveline Crone is dé expert als het gaat om het puberbrein. Zij vertelt waarom we in deze levensfase vaak ondoordachte risico’s nemen. www.universiteitvannederland.nl

ERWTENSOEP Tandpasta, een motorhelm, zonnebrand en erwtensoep. Ogenschijnlijk producten die niets met elkaar te maken hebben. Maar door nanotechnologie is dit toch wel het geval. Nanotoxicoloog Martina Vijver legt uit waarom. www.universiteitvannederland.nl

PEILEN OF NIET PEILEN? Als we het over verkiezingen hebben, gaat het automatisch ook over peilingen. Blijkbaar hét instrument om voorspellingen te doen. Maar hoe betrouwbaar is dit precies? Politicoloog Tom Louwerse is er geen fan van en vertelt waarom. www.universiteitvannederland.nl

DOSSIER Herinneren

Boeken ‘Herinneringen geven betekenis aan het heden’

Erfgoed Hoe maya’s het verleden leven met mais

Geheugen ‘Hervonden herinneringen zijn niet zelden vals’

Herinneringen geven ons bestaan betekenis

Yra van Dijk, hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde, legt zich toe op onderzoek naar culturele herinnering in literatuur en andere tekstuele media. ‘Gebeurtenissen in het verleden bepalen onze individuele en collectieve identiteit. We gebruiken en manipuleren ze om het heden van betekenis te voorzien.’

Waarom zijn herinneringen zo’n krachtig fenomeen? ‘Gebeurtenissen in het verleden bepalen onze individuele en collectie ve identiteit. We gebruiken en manipuleren ze om het heden van betekenis te voorzien. De herinnering aan de rede van professor Cleveringa bijvoorbeeld is altijd gebruikt om de identiteit van de Leidse universiteit te vormen: de nadruk op vrijheid. De vraag is of dat verhaal anno 2020 nog voldoet. Cleveringa kreeg een buste, een plaquette, een plein, een leerstoel en een lezing, maar voor de Joodse studenten en hoogleraren die vermoord zijn in de oorlog was er lang niets aan de Universiteit Leiden. Daarom gaan we voortaan elk jaar op 4 mei een Uur van Herinnering organiseren, met een lezing over een actueel onderzoek over oorlog en conflict, de herdenking van één specifiek slachtoffer en een wedstrijd voor studenten.’

In de literatuur zijn oorlogsherinneringen heel belangrijk. Hoe komt dat? ‘Juist literatuur over oorlogstrauma’s is in staat om iets uit te drukken wat zich niet op een meer directe manier laat vertellen. Om te begrijpen en te blijven herinneren wat de concentra tiekampen hebben betekend, moeten we deze verhalen blijven lezen en analyseren. Mijn belangstelling voor die vorm van herinnering werd gewekt door het werk van Arnon Grunberg. Zijn werk is doordrenkt van het trauma van zijn moeder, die Auschwitz overleefde. In zijn romans ensceneert hij steeds opnieuw ande re figuren in een zelfde traumatische setting, een soort oerscène. Daarin figureert dan bijvoorbeeld de ‘bewa ker’ in een dubbelrol: degene die ervoor zorgt dat je niet wegloopt én die over je waakt. Dat komt bij Grunberg tot uiting in een destructieve zorgrelatie tussen ouders en kinderen. Ook gebruikt hij iconische beelden van de Holocaust, die we allemaal kennen: bergen gedragen kleding bijvoorbeeld liggen dan in de keuken van de hoofdpersoon in De Asielzoeker. Zo maakt de schrij ver zijn lezers getuige van het trau-

ma van zijn ouders en het nieuwe trauma van door hen te zijn opge voed en poogt hij door die lezer te ontsnappen aan de eenzaamheid die dat oplevert.’

U doet momenteel onderzoek naar culturele herinnering in de Nederlands-Caribische literatuur. Wat is het verschil met de Nederlandse literatuur? ‘Mijn volgende boek gaat over onder anderen Astrid Roemer, Cola Debrot en Boeli van Leeuwen. Voor zulke

Yra van Dijk Prof.dr. Yra van Dijk onderzoekt Nederlandse literatuur, culturele herinnering en media & materialiteit. Momenteel doet zij onderzoek naar herinneringen in de Nederlands-Caribische literatuur. In 2018 verscheen haar monografie Afgrond zonder vangnet. Liefde en geweld in de romans van Arnon Grunberg. Het vergelijkend perspectief en culturele herinnering vormen een constante in Van Dijks publicaties. Ook in haar onderwijs, zoals in de minor Cultural Memory of War and Conflict, richt Van Dijk zich op moderne herinneringscultuur en met name de Shoah in literatuur en beeldende kunst.

koloniale of postkoloniale schrijvers is culturele identiteit nog veel belang rijker, en ook ambivalenter. Zo is die zowel met Nederland als met het eigen land en de eigen taal verbon den. Een ander groot verschil is dat hun herinneringen vaak gaan over het landschap dat is afgepakt door de kolonisator. Het verkrachte para dijs. Ook speelt etniciteit daarin een rol, evenals de slavernij-herinnering. Deze schrijvers vertellen vaak alle gorische verhalen, gedeeltelijk door de orale tradities van het Caribisch gebied, maar ook omdat het een heel adequate vorm is voor een kriti sche verhouding tot een gewelddadig verleden.’

Welke conclusies kunt u trekken na diverse onderzoeken naar de rol van culturele herinnering in literatuur? ‘De mens wil altijd betekenis geven aan zijn bestaan en de gedeelde cul turele herinnering speelt daar een hoofdrol in. Neem het dagboek van Anne Frank. Dat lezen we niet mas saal omdat we dat ene meisje willen herdenken, maar omdat zij sym bool staat voor de vernietiging van de onschuld en het intellect. Daar mee is zij in de culturele herinnering geworden tot hét symbool van de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Het lezen van zo’n verhaal wijst ons op de morele rol die wij moeten spe len in het leven, op het onderscheid dat we moeten blijven maken tussen goed en fout.’

Vindt u dat die herinnering in Nederland voldoende wordt gekoesterd? ‘Dankzij de digitalisering leven we in het tijdperk van de memory boom. We kunnen nu alles bewaren, opzoe ken en delen met anderen. Herinneringen zijn echt een obsessie geworden. De ontlezing speelt daarbij een grote rol: vroeger lazen we boeken om ons verleden te leren kennen en betekenis te geven, dat doen nieuwe generaties steeds minder. De grote belangstelling voor herinneren – of het nu gaat om de oprichting van nieuwe oorlogsmonumenten of een tv-programma als Verborgen Verleden – is niets meer dan een woeste poging om betekenis te geven aan ons naar mijn idee hedonistische heden.’

1

Linkerraam

1 Staand links een Japanse soldaat. 2 In het midden een aantal slachtoffers. 3 Rechts (in blauw) een Duitse soldaat.

3 2 Ramen van eer

Precies tien jaar na de rede van Cleveringa, op 25 november 1950, werden in het Academiegebouw twee grote gebrandschilderde ramen onthuld. Enerzijds als monument voor het ver zet vanuit de Leidse academische gemeenschap. En anderzijds ter herinnering aan alle omgekomen Leidse ‘Academieburgers’. Op het rechterraam wordt de oprichting van de univer siteit verbeeld en prijkt een aantal wetenschappelijke helden uit de Leidse geschie denis. Het linkerraam is gewijd aan het verzet. Aanvullend verscheen In Memoriam 1940-1945 – een overzicht met namen van alle studenten, alumni en personeel van de Universi teit die tijdens de oorlog het leven lieten. In totaal gaat het om 663 personen. Adriënne Baars-Schuyt, die als buitenpromovendus sinds 2017 onderzoek doet naar geschreven concen tratiekampervaringen van vrouwen, heeft de afgelo pen jaren de namen op de lijst bestudeerd. ‘En dan vind je altijd een groter ver

4

haal.’ In het In Memoriam stonden de slachtoffers alleen met hun naam en aankomstjaar, Baars ach terhaalde van velen ook wat ze studeerden, waar ze omkwamen en soms ook een persoonlijke geschiede nis. Ze raadpleegde NIODen kamparchieven, maar bijvoorbeeld ook dagboe ken. Opvallend noemt ze het relatief grote aantal zelf moorden en het feit dat ongeveer de helft van de genoemde slachtoffers uit Nederlands-Indië kwam of daar om het leven kwam. Leiden had indertijd een grote studie Indologie. Al even bijzonder is het dat ‘anders dan bij de mees te oorlogsherdenkingen’ de slachtoffers die hier en in Duitsland vielen samen worden herdacht met de Indische gevallenen. Op het hier afgebeelde deel van het linkerraam is dat verbeeld door een Japanse en een Duitse soldaat, met tussen hen in de slachtoffers.

5

Rechterraam

4 Linksboven het Academiege - bouw. Daaronder zet Van Hogen dorp de kroon op het Hollandse wapen. 5 Middenboven Willem van Oran je als stichter van de universiteit. Daaronder Snouck Hurgronje, Thorbecke en Van Vollenhoven en onder Huizin ga en Lorentz. 6 Rechtsboven zien we de rechts geleerde Grotius en midden rechts Dousa, de eerste curator van de universiteit.

Mais bindt   vele    generaties   Maya’s

Luistertip Spotify Maya playlist spoti.fi/2TYRwfP

Leestip Lees de bijdrage van Llanes Ortiz aan Google Arts & Culture: bit.ly/2vrB0vi

Zo’n 10 jaar geleden begon Llanes Ortiz’ fas - cinatie voor de rol van mais in de Mayacultuur. Het viel de antropoloog aan de Archeologiefacul - teit op hoeveel mais-fes- tivals er wel niet waren in Mexico en dat de Maya-traditie om te bidden voor de maisvelden uitgroeide tot massa-ge - beden op die festivals. Ook als die fes- tivals midden in de stad plaatshadden. Inmiddels heeft het onderwerp hem zo gegrepen dat hij grootschalig onder zoek voorbereidt. Door de relatie van de Maya’s met mais te onderzoeken in het verleden én heden, wil hij inzicht krijgen in hoe de Maya’s omgaan met hun culturele erfgoed, hoe ze hun cul - tuur doorgeven en wat die vandaag de dag voor hen betekent. Mais kent een rijke traditie in de keuken van Latijns-Amerika. Het aantal gerech - ten alleen al in Mexico, is immens. En ook de variëteit in soorten – 60 – is gigantisch. Ze zijn allemaal afkomstig van dat ene plantje, teosinte. Een Mexi - caanse grassoort waaruit de Maya’s 8.000 tot 14.000 jaar geleden mais heb - ben gecultiveerd. Hoe ze dit onkruid tot een eetbare plant maakten hebben bio - logen al eens gereconstrueerd, maar hoe mais vervolgens onder alle inheem - se volkeren in Zuid- en Noord-Amerika is verspreid is onbekend. Fascinerend, vindt Llanes, en ook de sociale herinneringen die de Maya - volken delen rondom de teelt van mais interesseren hem zeer. Mais is voor de Maya’s veel meer dan voed - sel, die is heilig. Ze zijn er volgens het Maya-scheppingsverhaal uit gecreëerd; geboetseerd uit maismeel. En nog altijd speelt mais een belangrijke religieuze en spirituele rol in het leven van de Maya’s. Archeologen hebben zich vooral bezig - gehouden met het klassieke Mayaerfgoed. De geschiedenis van de inheemse volkeren kreeg niet veel aandacht. Daar was immers ook niet veel over bijgehouden. ‘Maar dat een geschreven geschiedenis ontbreekt wil niet zeggen dat er niks werd doorgege - ven. Dat gebeurde wél, via tekeningen, verhalen, toneelstukken en beelden.’ Cultuur vernietigd De Maya’s, haast Llanes toe te voegen, hebben overigens wel een geschre - ven geschiedenis. Ze gebruikten hië- roglyfen om hun religieuze verhalen, geschiedenis en astronomische inzich - ten vast te leggen op beeldwerken en in boeken. Die boeken zijn alleen stel - selmatig vernietigd door de kolonisa- tor tijdens de inquisitie. ‘Door de kolo- nisatie zijn de herinneringen van de Maya’s gemarginaliseerd. Veel van hun cultuur is vernietigd, en dat heeft een impact op hoe hun geschiedenis is over gebracht. Na de koloniale tijd werd het Dat mais van grote betekenis was in de Maya-cultuur heeft Genner Llanes Ortiz, zelf een Maya uit de Mexicaanse pro - vincie Yucatan, altijd geweten. Dat werd hem letterlijk met de paplepel ingegoten. Maar hoe groot de rol van mais is in de collectieve herinnering van zijn volk, is een van de onderwerpen van zijn onderzoek.

NR. 2  2020 Mais bindt   vele    generaties   Maya’s

niet veel beter. Met het onderzoek naar mais wil ik in die collectieve herinnerin gen duiken, die helpen te herstellen.’ Want de oude klassieke Mayasteden mogen dan verlaten ruïnes zijn, de Maya volken en hun cultuur bestaan nog steeds. Er zijn ongeveer 6 miljoen Maya’s en zij geven hun verhalen nog steeds aan elkaar door. Llanes bespeurt zelfs een opleving. Op sociale media zijn veel jon ge Maya’s bezig met hun identiteit. ‘Jonge Maya’s benutten Instagram, Facebook en YouTube volop om hun cultuur aan elkaar door te geven. Ze leren elkaar om de oude hiëroglyfen te lezen, maken Maya-memes, en in hun muziekteksten zit veel Maya-symboliek.’

Maya-hiphop Hij pakt zijn mobiele telefoon erbij en scrolt wat op zijn scherm, op zoek naar zijn Maya-Spotify-lijst. ‘Hiphop is heel populair onder jonge Maya’s. Het past ook heel goed bij de orale tradities van hun voorouders. Die moderne uitings vormen, en de dialoog tussen de ouderen en de jongeren, vind ik net zo interessant als de oude verhalen.’ Hij zet het geluid wat harder, rappe Mayateksten vullen zijn werkkamer. Hij glimlacht. ‘Ze zingen zelfs over mais.’

Genner Llanes Ortiz (45) is geboren en getogen in de provincie Yucatan in Mexico. Hij studeerde sociale antropologie aan de Universidad Autonoma de

Yucatan (UADY) en promoveerde aan de universiteit van Sussex. Sinds 2016 is hij universitair docent aan de Archeologiefaculteit van de Universiteit Leiden en lid van het Centre for Indigenous Americas Studies.

‘EMDR haalt de angel uit nare herinneringen’ aldus alumnus Michelle

‘I n mijn werk als GZ-psycholoog merk ik hoe groot de impact is geweest van de #MeToo-beweging. Het heeft mensen over een drempel geholpen.

Soms lopen ze al jaren rond met herinneringen aan seksueel misbruik. Nooit hebben ze erover gepraat. Nu wel. Ik zie bijvoorbeeld vrouwen in mijn praktijk die al gepensioneerd zijn. Ze willen weten of EMDR misschien wat voor ze is. Ik pas het dagelijks toe, een bewezen therapie voor mensen die kampen met problematische herinneringen. Ze kunnen niet goed slapen, zijn depressief of hebben een negatief zelfbeeld als gevolg van een traumatische gebeurte nis. Dat kan van alles zijn, jarenlang misbruik, maar ook een enkelvoudig trauma, zoals een auto-ongeluk. Tijdens een sessie vraag ik mensen deze herinnering op te halen. Zo komt de herinnering uit het langetermijngeheugen in het werkgeheugen. Terwijl ze erover vertellen vraag ik hen mijn hand te volgen die ik snel voor hun ogen heen en weer beweeg. Hoe dat precies zit met die oogbewe ging is nog altijd niet helemaal duidelijk, wel weten we dat het werkt. EMDR haalt de angel eruit. De herinnering verliest haar emotionele lading en neemt minder ruimte in in het brein. De nare herinnering is bewerkt en verwerkt.’

MICHELLE ERNST (38) 2000-2005 Master opleiding Klinische & Gezondheidspsychologie 2005-2013 Psycholoog bij Parnassia Groep en PsyQ 2013-2017 Werkzaam in vrijgevestigde eerstelijns praktijk 2017-HEDEN Eigen praktijk: FIT psychologie

‘In de rechtszaal zijn details juist cruciaal’

Je kunt je geheugen niet trainen. Er zijn wel trucjes en technieken om bijvoor beeld namen gemakkelijker te onthouden, zegt Gezinus Wolters, de Leidse expert in geheugen en herinneringen. Maar muziek maken of een nieuwe taal leren maakt niet dat je op alle gebieden meer onthoudt. ‘Het is natuurlijk wel goed om mentaal actief te blij ven en om nieuwe uitdagingen te vinden. Dat geeft je toekomstperspectief. Dat is beter dan in je eigen hoekje blijven zitten.’ Wolters is er het levende voor beeld en bewijs van. Zijn kamer in het Pieter de la Courtgebouw ligt vol met stapels boeken en paperas sen. Hij zit er bijna elke dag, niet zelden ook in het weekeinde. In 2008 ging hij met pensioen. Twaalf jaar later werkt hij nog als gastdocent bij de sectie Cognitieve Psychologie en als editor van het online tijdschrift Frontiers in Psychology. Maar hij is vooral actief als getuige-deskundige voor Justitie. In die functie beoordeelt hij of verklaringen van getui gen of aangevers betrouwbaar zijn. ‘Vaak gaat het om zedenzaken met kinderen. Er is dan heel wei nig informatie, want niemand was erbij. We kijken hoe het verhaal tot stand is gekomen. Kwam het kind er spontaan mee, of is het op het spoor gezet door een verontruste ouder? Is het verhaal consistent, en worden aannemelijke details genoemd?’ ‘Je bedenkt er nieuwe feiten bij’ Wolters begon met dit werk rond 2000, kort nadat er, zoals hij dat noemt, een ‘hausse’ was aan aan giften van zedenmisdrijven door volwassenen, die tijdens therapieën herinneringen ‘hervonden’. Een expertgroep waarvan Wolters deel uitmaakte onder zocht dergelijke aangiftes en adviseerde het openbaar ministerie over vervolgstappen. De expertgroep werd ingesteld omdat uit onderzoek bleek dat ‘hervonden’ herinneringen niet zelden valse her inneringen zijn. ‘Vaak komen deze herinneringen boven als er bepaalde suggesties zijn gewekt. Als je te horen krijgt dat je als kind ooit verdwaald bent in het winkelcentrum, en een mevrouw je toen een snoep je gaf, dan kan het gebeuren dat je steeds zekerder weet: o ja, dat was zo. En het volgende is dan dat je er nieuwe feiten bij bedenkt – en toen was er een meneer die me meenam.’ Het kan wel voorkomen dat je oude trauma’s vergeet, Ons geheugen kan ons in de steek laten, ons voor de gek houden en het heeft minder oog voor detail dan we zouden wensen. Gezinus Wolters verdiept zich er al een halve eeuw in.

maar erg aannemelijk is dat niet, volgens Wolters. ‘Zaken die veel impact hebben vergeet je niet zo snel.’ Dat jonge kinderen zich seksueel misbruik niet altijd kunnen herinneren kan komen doordat de dader het kind ‘inpalmt’, en er geen sprake is van agressie of bedreiging. ‘Het klinkt misschien raar, maar dan hoeft het voor een kind niet traumatisch te zijn. Kinderen hebben later meestal vooral last van de reactie van hun omgeving. Een moeder die begint te huilen, een vader die gaat schreeuwen. Tegen ouders zou ik willen zeggen: hou je alsjeblieft rus tig. En ga het eerst allemaal uitzoeken. Schiet niet onmiddellijk in de emotie, want dát is traumatisch voor je kind.’ Heel vaak is de juistheid van getuigenverklarin gen lastig in te schatten. Iedereen ziet iets anders, er gebeuren veel dingen tegelijk en het menselijk geheugen is er niet voor gemaakt om details op te slaan. ‘En in de rechtszaal zijn details juist cruciaal.’ Er zijn grote verschillen in wat mensen zich herinne ren, weet Wolters. ‘Mijn vrouw is ontzettend goed in het zich herinneren van bepaalde sociale situaties. Zij weet precies wat er gebeurde, wat mensen aan hadden en wat ze deden. Ik heb daar vaak geen flauw benul van. De enige verklaring die ik daarvoor heb is dat die zaken voor haar relevant zijn en dat ik er totaal niet op let.’

‘Je bent je herinneringen’ Herinneringen zijn belangrijk. ‘Als je vanaf dat je kind bent alleen maar hoort hoe goed je alles doet en als iedereen je altijd naar de mond praat, dan word je naar en egoïstisch, iemand die altijd alles beter weet en kan dan anderen.’ Zelf kreeg hij als kind te horen dat het niet de bedoeling was om erg op te vallen, Gezinus was een verlegen jongen en bleef dat ook. Nog altijd voelt hij enige spanning als hij college gaat geven. ‘Je bent je herinneringen’, zegt Wolters. Daarom zou hij het allerliefst een ontdekking doen die dementie voorkomt. ‘Dat je geheugen minder wordt als je ouder wordt, dat hoort erbij. Maar die versnelde achteruit gang, die vind ik moeilijk. Ik zou willen dat iedereen tot het einde een zinvolle interactie kan hebben met zijn naasten. Maar dat is nog een utopie.’

Dr. Gezinus Wolters (1943) studeerde in Groningen en werd in 1971 docent en onderzoeker bij de sectie Cognitieve Psychologie van de Universiteit Leiden. Hij deed onder meer onderzoek naar de betrouwbaarheid van herinneringen, naar autonoom lerende netwerken en naar de cognitieve neurowetenschap van werkgeheugen.

‘Mensen willen herinnerd worden zoals ze hebben geleefd’ aldus alumnus Saskia

‘A fscheid nemen is altijd verdrietig, maar een uitvaart organiseren en afscheid nemen tijdens de huidige coronacrisis lijkt haast ondraaglijk. De maatregelen vanuit de over heid om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, hebben ook grote gevolgen voor de uit vaartbranche. Grote, verdrietige gevolgen voor nabestaanden die afscheid moeten nemen van hun dierbare. Het is mijn taak als uitvaartbegeleider om mensen duidelijk te informeren over de huidige richtlijnen, over wat er niet kan, maar vooral ook over wat er nog wél kan. Ik ben er van overtuigd dat we met alle beperkingen die zijn opgelegd, nog steeds een mooi en persoonlijk afscheid kunnen vormgeven waar mensen een goed gevoel bij hebben. Al moeten er concessies worden gedaan en zal een afscheid er anders uitzien dan van tevoren bedacht of gewenst, mensen willen herinnerd worden zoals ze hebben geleefd, ook in tijden van corona. Het blijft belangrijk om een uitvaart vorm te geven waarin nabe staanden troost en herkenning vinden. Een afscheid waar zij mee verder kunnen.’ TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

SASKIA WESTER (32)

2006-2011 Rechten 2012-2019 Coördinator kaartverkoop Leidse Schouwburg en Stadsgehoorzaal. 2019-HEDEN Eigenaar Rouwloods uitvaartbegeleiding.

Computerbeeld van hersenweefsel bij de ziekte van Alzheimer: ophoping van eiwit-plaques (geel) leidt tot aftakeling van zenuwcellen (grijs), die vervolgens worden vernietigd door opruimcellen (paars).

Speuren naar de bron van vergeetachtigheid

Het was geen vooropgezet plan, maar de ziekte van Alzhei mer blijkt een terugkerend onderwerp in de loopbaan van natuurkundige Serge Rombouts, hoogleraar cognitieve neuroimaging bij het LUMC en het Instituut Psychologie van de uni versiteit. Hij promoveerde in 1999 op een techniek die met een MRI-scanner hersenactiviteit in Alzheimerpatiënten in beeld kan brengen, en dementie is daarna in veel van zijn projec ten blijven terugkeren. Het ultieme doel: met een hersenscan bepalen of iemand kenmerken van dementie vertoont, als aanvulling op gesprekken en geheugentestjes die artsen gebruiken om een diagnose te stellen. ‘Probleem is dat in een vroeg stadium de ziekte van Alzheimer allerlei overeenkomsten vertoont met andere soorten dementie’, zegt Rombouts. ‘Je wilt zo vroeg mogelijk een onderscheid kun nen maken, en die diagnostiek is ook handig als je nieuwe behandelingen wilt uittesten. De ziek teprocessen in de hersenen zijn al tien à vijftien jaar aan de gang voordat de symptomen als ver geetachtigheid merkbaar worden. En wellicht heeft een behandeling veel meer effect als je jaren eerder begint.’ Een scan-diagnose is er nog niet, maar weten schappers als Rombouts zien met de juiste methodes inmiddels wel verschillen tussen her senscans van Alzheimerpatiënten en die van gezonde proefpersonen. ‘Alleen is dat het duide lijkst te zien als we de twee groepen onderling met elkaar vergelijken. Je kunt helaas nog geen betrouwbare diagnose stellen als je een individuele patiënt in de scanner legt.’ De techniek waarmee Rombouts het brein in beeld brengt kijkt via een omweg naar hersen activiteit. Door actieve hersengebieden stroomt namelijk wat meer zuurstofrijk bloed en dat signaal kan de scanner oppikken. Met alle meet gegevens kun je vervolgens kleurrijke plaatjes maken met grijze hersendoorsnedes waarin sommige gebieden rood of groen oplichten. Die kleuren betekenen op zich niet veel, zegt Rombouts, het is een manier om de meetVergeten en vergissen zijn kenmerken van de ziekte van Alzheimer. Twee natuurkundigen ontwikkelen nieuwe technieken die de medische wetenschap helpen deze sluipende aandoening beter te doorgronden. gegevens overzichtelijk in beeld te brengen. Vroeger werd vrijwilligers gevraagd een taak uit te voeren in de scanner, maar tegenwoordig mogen ze gewoon stilliggen op hun rug. Dan is er op de scans toch van alles te zien, want ons brein rust nooit en zit altijd vol gedachten, plannen en her inneringen. Van ons energieverbruik in totale rust nemen de hersenen twintig procent voor hun rekening, zegt Rombouts. Dat drukke verkeer tus sen hersengebieden is ook in een scan te zien. ‘We hopen dat geleidelijke verandering in spon tane hersenpatronen bruikbaar is voor het stellen van een Alzheimer-diagnose. De hoop is dat artificial intelligence daarbij een rol kan spelen. Krachtige computers kunnen duizenden hersen scans onderling vergelijken en misschien nieuwe verbanden leggen die mensen niet kunnen zien.’ Martina Huber, werkzaam bij het Leiden Institute of Physics, gebruikt eenzelfde type meettechno logie als Rombouts, alleen brengt zij geen hersenen maar moleculen in kaart. Zo is van het eiwit amyloïd-bèta bekend dat het samenklontert en neerslaat in de hersenen, en waarschijnlijk een rol speelt in het verloop van de ziekte. Bij men sen met een vergevorderde vorm van Alzheimer zijn zulke eiwit-plaques zelfs zichtbaar onder de microscoop. Hoe en waarom amyloïd – dat iedereen van nature heeft – eigenlijk gaat samenklonteren is nog niet goed opgehelderd. En daarvoor biedt Hubers spinresonantie-apparaat uitkomst: dat kan bij 263 graden onder nul tot op de halve nanometer nauwkeurig bepalen hoe eiwitten Serge Rombouts: ‘Krachtige computers kunnen misschien verbanden leggen die mensen niet kunnen zien’ Martina Huber: ‘Wij kunnen zien welke stukjes van het eiwit elkaar opzoeken’

Vervolg ‘Speuren naar de bron van vergeetachtigheid’

elkaar opzoeken en samenklitten. Omdat het onmogelijk is dat in de hersenen van mensen te bestuderen, werkt Huber in de reageerbuis. Die stopt ze in een manshoge, ijskoude meetopstelling, die in samenwerking met de fijnmechanische dienst door lopend wordt verbeterd. Huber: ‘We weten inmiddels dat kleinere ophopin gen van enkele tot tientallen amyloïde-eiwitten, die nog geen plaques vormen, erg schadelijk zijn voor hersencellen. Natuurkundigen proberen dat proces in een reageerbuis in kaart te brengen. Wij kunnen zien welke stukjes van het eiwit elkaar opzoeken, en hoe eiwitten van vorm veranderen als ze gaan samenklonteren.’ Het lastige van veel eiwitten is dat ze van nature geen vormvaste legoblokjes zijn, maar eerder hyperactieve spaghetti: een losse kluwen die per seconde honderd verschillende gedaanten aanneemt. Stevig koelen met vloeibaar helium brengt die beweeglijkheid flink omlaag. ‘Om in deze wanorde te meten heb je gewoon andere methoden nodig. Met kennis van natuurkun de plus nieuwe technieken kunnen we die wanorde wel in kaart brengen. Onze drijfveer is om de appara tuur steeds verder te verbeteren om dit soort vragen uit de medische wereld te beantwoorden.’ Uit het lab van Huber komt straks geen nieuw Alzheimer-medicijn, maar kennis van hoe eiwit ten zich gedragen helpt artsen en farmaceuten wel degelijk in hun zoektocht naar een behandeling, bijvoorbeeld naar een middel dat samenklontering tegengaat. ‘Maar dat is al een grote stap’, zegt Huber. ‘Je wilt ook niet te veel beloven. In het grote veld van Alzheimer-onderzoek werken wij aan één puzzelstukje. Er is uiteraard geen garantie waar een doorbraak of nieuw middel tegen Alzheimer straks vandaan zal komen.’

Prof. dr. S.A.R.B. Rombouts (1970) studeerde Natuurkunde in Utrecht, promoveerde in 1999 aan de VU. Sinds 2009 hoogleraar Cognitieve Neuroimaging, LUMC en Universiteit Leiden (Instituut Psychologie).

Dr. M.I. Huber (1961) studeerde Scheikunde (1984), promoveerde in 1989. Is universitair hoofddocent, Leids Instituut voor Onderzoek in de Natuurkunde (LION).

‘Dodenherdenking is met één man begonnen’ aldus alumnus

Frank

‘E r is ontzettend veel aandacht voor de oorlog, zelfs meer dan vroeger. Een goede indicatie is het aantal oorlogsmusea. Dit is gestegen van rond de vijftien in de jaren tachtig tot meer dan negentig nu. De eerste generatie had geen musea nodig, de oorlog zat in hun hoofd. De tweede en derde generatie, de kinderen en kleinkinderen, kennen de oor log uit de verhalen van familie. Zo vormen zich ‘sociale herinneringen’ die verankerd worden, bijvoorbeeld in musea, van kleine bunkers tot grote herdenkingsplek ken. Voor de vierde generatie wordt de oorlog pas echt ‘geschiedenis’, maar door de levende sociale herinne ringen zal de oorlog de komende twintig tot dertig jaar een belangrijke plek in onze cultuur behouden. Doden herdenking vinden we als Nederlanders zelfs belangrijker dan voetbalwedstrijden en het koningshuis. Op 4 mei, zo is onderzocht, voelen we ons het meest verbon den met de samenleving. Het mooie is dat deze dag ooit met één man is begonnen. Bevrijdings dag was er al en kwam van de overheid, maar dodenherdenking is ontstaan uit een burgerinitiatief, van Jan Drop, wiens vader en broer in de oorlog waren gedood. Het is dus van onderaf gegroeid en vindt plaats op allerlei plekken in het land. Ambtshalve ben ik op de Dam aan wezig, maar voorheen was ik meestal op kleinere plekken te vinden, in de geest van hoe het in 1946 begon.’ TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

FRANK VAN VREE (66) 1979 Moderne geschiedenis en filosofie in Groningen 1989 Dissertatie in Leiden: De Nederlandse pers en Duitsland 1930-1939 1989-2016 Universitair hoofddocent Culturele Studies, hoogleraar Mediastudies en decaan Faculteit Geesteswetenschappen aan de UvA. 1998-2001 Bijzonder hoogleraar Persgeschiedenis, Erasmus Univer siteit 2016-HEDEN Directeur van het NIOD en bijzonder hoogleraar geschiedenis, UvA.

This article is from: