Leidraad zomer editie 2019

Page 1

NR. 2  2019

Leidraad ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

1

ALUMNIMAGAZINE NR. 2 2019

Projectontwikkelaar Maya Meijer

Central Park in Leiden Dossier Ethische dilemma’s Onderzoeker Marieke Liem Alle moorden op een rijtje


Leidraad

tribuut 2

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2019

het ‘kiekje’

inhoud 22

Peter Rigtering

‘Ik ben maar twee van de vier keer in het Zweetkamertje geweest’

36

Jan-Paul van Osta

TEKST: LIZA JANSON, FOTO: RIJKSSTUDIO

‘De studie bestond pas, wij hebben als studenten samen met docenten iets neergezet’

Zijn foto’s waren misschien niet van de beste kwaliteit, Israël David Kiek verwierf er wel eeuwige faam mee. De term een ‘kiekje’ maken is te danken aan de Leidse studentenfotograaf (1811-1899). De in Groningen geboren Kiek was 44 jaar toen hij met zijn gezin naar Leiden verhuisde. Van foto’s maken was toen nog geen sprake, hij opende in 1855 een sigarenwinkel op het Levendaal. Een paar jaar later begon hij met fotograferen. Het Kiek­ monument op de Rijnsburgersingel herinnert nog altijd aan zijn atelier, dat daar was gevestigd. Kiek was een begrip in de Leidse studentenscene. Regelmatig belden studenten na afloop van een feest nog bij hem aan om zich te laten vereeuwigen

op een groepsfoto. Naar het schijnt waren ze dan meestal niet broodnuchter. Dat kwam het poseren niet ten goede en resulteerde in voor die tijd opvallend informele foto’s, vaak nog onscherp ook. Het levert hem in de Van Dale nog altijd de omschrijving ‘(pretentieloze) foto’ op. In 1925 komt Kiek met een typerende beschrijving voor in een boek van Pim Pernel. ‘En nou wil ’t geval, dat er kermis was geweest in Leiden, (…) en bij Kiek waren we geweest met de heeren sterdenten. De zon was al op en ik had ’n meid en Neilus had ’n meid en dan nog ’n meid, afijn we waren met z’n vijven en die stongen nou nèt zoo duidelijk op dat portret bij Kiek, he?’

46

Meike de Boer

‘Zeggen mensen in verschillende talen op dezelfde manier ‘eh’?’


ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Voorbereidend Jaar Leiden

NR. 2  2019

○ Tribuut

het ‘kiekje’ / 2

○ Carel houdt woord / 5 ○ Kort nieuws / 10

○ Herinneringen aan

COLOFON

het LAKtheater / 12

Leidraad is een uitgave van de directie Strategische Communicatie & Marketing/Development en Alumnirelaties van de Universiteit Leiden. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder alumni en relaties van de universiteit. Voor andere belangstellenden is een abonnement op aanvraag beschikbaar.

○ Werkplek van

Asha Kalijan / 13

○ Interview

Maya Meijer / 14

○ 4 studies / 20

○ Eén studie, twee wegen / 34 ○ Terug in de banken

Michiel Haegens / 39

○ Signalen van faculteiten

en verenigingen / 40

○ De jonge wetenschapper

Meike de Boer / 46

○ Sleuteldragers / 48

○ Lezen, luisteren, doen / 50

6 Onderzoek Nooit alleen

maar moordenaar

18

Hoe help je militairen met PTSS

21

Dossier Ethiek

Uitgever: Universiteit Leiden, Renée Merkx, directeur Strategische Communicatie & Marketing Hoofdredacteur: Lilian Visscher, directeur Alumni­relaties en Fondsenwerving Concept: Fred Hermsen (Maters & Hermsen Journalistiek) Eindredactie: FC Tekst – Job de Kruiff en Nienke Ledegang Art direction en vormgeving: Stephan van den Burg, Marjolijn Schoonderbeek (Maters & Hermsen Vormgeving) Lithografie: Studio Boon Tekst: Fred Hermsen, Malou van Hintum, Arno van ‘t Hoog, Liza Janson, Mirjam Jochemsen, Job de Kruiff, Nienke ­Ledegang, Wilke Martens, Merijn van Nuland, Linda van P ­ utten, Friederike de Raat, Nicolline van der Spek, Annette Zeelenberg Foto cover: Frank Ruiter Fotografie: Vincent Boon, Taco van der Eb, Hielco Kuipers, Marius Roos, Frank Ruiter, Monique Shaw, Edwin Weers Coördinatie Universiteit Leiden: Wendy Persson Reacties: 071-5274050 of contact@leidraad.leidenuniv.nl LinkedIn: Alumni Universiteit Leiden Twitter: @leidenalumni Website: www.universiteitleiden.nl/alumni Oplage: 77.200 Adreswijzigingen: wijziging@alumni.leidenuniv.nl Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele zet- of drukfouten.

klimaatneutraal

5

Een universiteit is gebouwd door mensenhanden. Letterlijk natuurlijk, maar ook in figuurlijke zin. Al het denkwerk, het onderzoek en het onderwijs... het is allemaal ontsproten aan het menselijk brein. Dat menselijk brein is een van de meest interessante factoren in alles wat de universiteit doet. Maar is dat menselijk brein feilloos? Nee, bij lange na niet. En heeft dat brein altijd het goede met de wereld om zich heen voor? En met zijn medemens? Helaas. Ook dat niet. Ethiek, het deel van de filosofie dat zich bezighoudt met het g ­ oede en kwade in menselijk handelen, speelt een rol in veel van wat er b ­ innen de muren van de universiteit gebeurt. We komen dagelijks in c ­ onflict met onszelf. We hobbelen, zo voelt het soms, van dilemma naar ­dilemma. Wat helpt is ons ervan bewust zijn dat het zo werkt: dat we bijvoorbeeld ethische kwesties tegenkomen in ons werk. Gebruiken we proef­dieren? Kunnen we archeologisch onderzoek doen op een plek die ‘niet van ons’ is? Moet je altijd het wetboek volgen? Of tegen welke prijs ontwikkelen we nieuwe medicijnen? Het zijn maar een paar van de vragen die wetenschappers, maar ­evengoed studenten, tegenkomen in hun werk. Hoe daar mee om te gaan moet voortdurend onderwerp van gesprek kunnen zijn. Het is daarom belangrijk dat onze faculteiten over een ethische commissie beschikken. Soms liggen bepaalde keuzes niet voor de hand, of zijn ze menselijkerwijs bijna niet te maken. Dan is het goed om daar een club verstandige mensen met iets meer afstand naar te laten kijken. Waarmee overigens een ethisch dilemma niet als sneeuw voor de zon verdwijnt. De weerbarstigheid van de materie waarmee we bezig zijn blijft. En dat maakt het spannend, boeiend, frustrerend, mooi en ­relevant. Sterker nog: ik durf de stelling aan dat er zonder ethische dilemma’s van een bloeiende universiteit weinig overblijft. Prof.mr. Carel Stolker is rector magnificus & voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Leiden

natureOffice.com | NL-077-863852

gedrukt

Leidraad

FOTO: DANIEL SULAIMAN

inhoud

NR. 2  2019

Carel houdt woord

36 Gevlucht

@CarelStolker


6

Leidraad

7

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

slachtoffers, en vooral over Nederlandse ingezetenen, terwijl bij veel moorden ook buiten­landers betrokken zijn. De cijfers van het OM zijn incompleet, want die gaan alleen over opgeloste moorden en dat geldt voor slechts 80 procent van de levensdelicten. Er was dus een enorme lacune.’

TEKST: NIENKE LEDEGANG, FOTO’S: HOLLANDSE HOOGTE, MARIUS ROOS

Bijzondere subsidie LUF

Nooit alleen maar moordenaar In onze maatschappij zijn we snel geneigd om moordenaars weg te zetten als monsters. ‘Maar de ene moord is niet te ­vergelijken met de andere. En soms is de scheidslijn tussen dader en slachtoffer heel dun.’

A

an het woord is onderzoeker Marieke Liem en zij kan het weten. Al 15 jaar lang legt de psycholoog en ­criminoloog, werkzaam bij het Institute of Security and Global Affairs van Universiteit Leiden, zich toe op het onderzoeken van fataal geweld, ofwel moord en doodslag. Zij bracht t­ ijdens haar meest recente onderzoek alle moorden in Nederland van de afgelopen 25 jaar bijeen. Dat waren 5000 zaken met meer dan 5000 slachtoffers. Ze klinkt nog steeds verbaasd als ze uitlegt: ‘Die ­cijfers waren er helemaal niet. Er zijn cijfers van de politie, maar die worden niet centraal bijgehouden en zijn dus gefragmenteerd over het hele land. Het CBS houdt ruwe cijfers bij, maar die gaan alleen over

Liem ontving een subsidie ter ere van het lustrum van het Leids Universiteits Fonds waarmee ze een postdoc en een onderzoeks­medewerker kon aan­ stellen. Samen werkten zij aan de ‘moordlijst’, die inmiddels is afgerond. De lijst biedt per moord inzicht in aspecten als dader, slachtoffer en hoe de moord gepleegd is. Inmiddels zijn Liem en haar team bezig met het interpreteren van de cijfers. De politie, de politiek en de rechtspraak houden dit onderzoek nauw­lettend in de gaten. ‘Wat we zien is bijzonder: er worden in ­Nederland relatief weinig moorden gepleegd en de trend is nog altijd flink dalend’, aldus Liem. ‘Sinds de ­millenniumwisseling is het aantal moorden bijna gehalveerd, en dat heeft zich vanaf 2015 nog eens ­versneld doorgezet. Op dit moment komt jaarlijks ongeveer 1 persoon op de 100.000 inwoners om het leven door geweld. We doen het daarmee erg goed vergeleken met andere landen. Ik wil proberen te ­ontdekken hoe dat kan.’ Om de daling te verklaren, werken Liem en haar collega’s met hypothesen. ‘Uitsluiten is de manier om te komen tot een sluitende verklaring’, zegt ze. ‘Onze eerste hypothese was dat financiële m ­ alaise en moord een relatie hebben. We hebben hier e ­ chter geen bewijs voor gevonden. In 2008, het jaar van de meest recente financiële ­crisis, schiet het aan­ tal moorden niet ineens omhoog. Ook waren er in ­periodes van financiële teruggang niet ineens meer roofmoorden. Ook voor ­andere ­hypothesen, zoals een toename van het aantal scheidingen, drankge­ bruik, drugsgebruik of demografische samenstelling van de bevolking, vonden we geen ondersteuning.’ Hangen op straat is uit

Kansrijker is de hypothese waar Liem nu aan werkt. ‘Het lijkt erop dat we beet hebben met de stelling dat onze drastisch veranderde vrijetijdsbesteding ermee te maken heeft. Er wordt minder op straat g ­ ehangen, internet heeft de rol van hangplek overgenomen. Hierdoor komen mensen elkaar minder in real life tegen en zijn ze dus minder in de gelegenheid om een ander om te brengen. Dat is zeker het geval bij de groep die niet alleen de meeste moorden pleegt, maar ook het vaakst slachtoffer is: jongemannen ­tussen de 15 en 40 jaar. Om dit te toetsen hebben we gekeken of het aantal moorden in de publieke r­ uimte


8

Leidraad

NR. 2  2019

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Meer onderzoek

9

Levenslanggestraften

is afgenomen, en dat is het geval. In de ons om­­ ringende ­landen zie je een vergelijkbare trend.’ Het onderzoeken van trends en hoe die te verklaren zijn, biedt aanknopingspunten om preventieve maat­ regelen te nemen. ‘Hoe meer je weet over beweeg­ redenen en oorzaken, hoe meer je kunt doen om de moordratio nog verder omlaag te k ­ rijgen’, zegt Liem. ‘Maar dat is niet e ­ envoudig. Moorden zijn ­onderling bijzonder slecht met elkaar te vergelijken. Fataal geweld in gezins­verband tegenover een liquidatie in Amsterdam of een drugsgelateerde moord in Brabant: het is v ­ olstrekt appels met peren vergelijken. Dat maakt het bijzonder lastig om er iets algemeens over te zeggen. Dat geldt trouwens ook voor de factoren die een rol spelen bij een succesvolle afronding van een moordonderzoek. Moorden op blanke vrouwen worden veel vaker opgelost dan moorden op man­ nen met een etnische achtergrond. Waarom? Lastig te zeggen, en ook nader onderzoek waard. Is het omdat die laatste categorie moord vaker in het criminele ­circuit voorkomt, waar mensen niet geneigd zijn om te ­praten? Of omdat de politie er bij een vrouw, zoals bij Anne Faber, meer werk van maakt?’ Veiliger dan vroeger

Deze in de media breed uitgemeten moord­gevallen brengen Liem op wat zij de ‘omgekeerde veiligheids­ paradox’ noemt. ‘Een interessant fenomeen: We zijn een stuk veiliger dan v ­ roeger, maar zo ervaren we dat niet. De media spelen hierin een belangrijke rol. Als er een l­ iquidatie plaatsvindt, schrijven ze over ‘alweer de zesde ­liquidatie in korte tijd’. Door het op die manier te benaderen lijkt het veel, ook al is het dat niet. Door v ­ ergelijkbare berichtgeving zijn we geneigd om een relatie te leggen tussen de komst van buiten­ landers en een onveilige samenleving. Maar dat ver­ band is er dus helemaal niet. Het aantal e ­ erste- en tweedegeneratieallochtonen neemt alleen maar toe, maar het moordcijfer daalt.’ Overigens, merkt Liem op, ‘Bij de Antilliaanse gemeenschap in Nederland lig­ gen de getallen opvallend anders. Hier ligt het gemid­ delde risico op slachtofferschap tot twintig keer hoger. Daar wil ik ook nog een keer een nadere studie van maken.’ Dan, licht opverend: ‘Weet je welke categorie ­moorden ook nog eens onderwerp van onderzoek zou moeten zijn? Die op oudere, homo­seksuele man­ nen die er een leefstijl op nahielden waar niemand

Marieke Liem doet ook onderzoek naar de detentie-­ervaring van zeer langgestraften en levenslanggestraften. ‘Wat doet het met je als je voor veertig jaar achter de tralies verdwijnt? Houd je dan hoop of laat je juist alle hoop varen? Mijn ervaring is dat dit heel verschillend is. S ­ ommige gedetineerden ervaren de gevangenis als een levend kerkhof, want “ik ben compleet afgeschreven”. Anderen zoeken naar zingeving, houden een tuintje bij in de gevangenis of gaan een ­studie doen. Maar voor iedereen geldt: langdurige detentie heeft een enorme impact op je functioneren. Het bepaalt hoe je emoties ervaart, hoe je tijds­ besef is, hoe je de werkelijkheid ervaart.’

‘ Moorden zijn onderling bijzonder slecht met elkaar te vergelijken’

van wist. Ook zij komen naar voren als groep waar ­relatief veel moorden plaatsvinden.’ Liem is een breed georiënteerde wetenschapper. Naast haar LUF-onderzoek naar moorden in Neder­ land, doet ze ook onderzoek op Europese en wereld­ wijde schaal (‘In de Caraïben is de moord­ratio echt enorm hoog’). Bovendien doet ze onderzoek naar levenslanggestraften. Haar kennis deelt ze als univer­ sitair hoofddocent, maar ze zoekt ook naar minder conventionele methodes om haar onderzoeksresulta­ ten te delen. Ze maakt podcasts, en werkt nu bijvoor­ beeld mee aan een documentaire over ­zogenoemde ‘familiedrama’s’. Haar brede blik en dito aanpak komen voort uit haar fascinatie voor het onder­ werp. ‘Ik krijg natuurlijk vaker de vraag waarom ik zo gefascineerd ben door moord’, lacht Liem. ‘Ik vind het lastig daar antwoord op te geven. Moorden zijn vaak omgeven door mythes, we zijn geneigd moordenaars te bestempelen als psychopaten en monsters, en moord als iets dat zich ver van je bed afspeelt. Ik ben er echter van overtuigd dat je moord niet kunt wegzetten als iets dat we niet kunnen begrijpen. Het kan iedereen over­ komen, de lijn tussen dader en slachtoffer kan heel dun zijn. Ik zie het als mijn rol om hardnekkige mythes te ontkrachten.’ ‘Mijn belangstelling voor het profiel van de dader zal altijd een rode draad in mijn werk blijven. Ik vind dat we niet iemands hele identiteit moeten o ­ phangen aan die term moordenaar. Ik ervaar dat nu ook sterk in mijn onderzoek naar levenslanggestraften waar­ voor ik veel in de gevangenis kom. Wat voor ergs iemand ook heeft gedaan, hij of zij is nooit alleen maar moordenaar. In mijn werk wil ik de menselijk­ heid nooit uit het oog verliezen.’

Risico voorspellen De groep van Liem ontwikkelt op basis van de moord­database een tool om het risico op huiselijk geweld te voorspellen en om te bepalen ­welke actie vereist is. ­‘Huiselijk geweld wordt al jaren bestudeerd en daaruit blijkt dat bepaalde factoren een grotere kans op dergelijk geweld geven. Deze risicofactoren gebruiken wij nu voor de ontwikkeling van een tool die de politie helpt om juist te handelen in situaties van huiselijk geweld. Iets waar bij de politie grote behoefte aan is.’ Marieke Liem (1982) • 2005 Master klinische psychologie (cum laude), Universiteit Utrecht • 2006 Master filosofie/crimino­ logische research, Cambridge ­University • 2009 Gepromoveerd in de forensische psychologie, Universiteit Utrecht • 2016-heden ­universitair docent Universiteit Leiden

Werelwijd Behalve dat de onderzoeksgroep van ­Marieke Liem de Nederlandse situatie in kaart heeft gebracht, doet ze ook internationaal vergelijkend onderzoek. ‘Dan kom je heel andere cijfers tegen dan in Nederland. In grote ­Amerikaanse steden, het Caraïbisch gebied, El Salvador, ­Venezuela, grote steden in Nigeria en India is de moord­ratio enorm. Verklaringen daarvoor zijn de ­afwezigheid van de rule of law, een hoge mate van economische ongelijkheid, hoog vuurwapenbezit en een relatief groot aandeel jonge mannen. Daar kan de moordratio ­oplopen tot 50 of zelfs 80 per 100.000 inwoners, waar die in Nederland tussen de 0,8 en 1,2 is.’


kort

De Young Academy Leiden (YAL) is onlangs gestart. Deze club voor jonge wetenschappers moet het C ­ ollege van Bestuur voorzien van i­ deeën over onderwijs, onderzoek, beleid en contact met de maatschappij.

Eens een keertje geen gewone juf of meester voor de klas. Deze scholieren kregen, net als zo’n 1600 andere leerlingen, op 8 februari les van een professor. Op de 444ste verjaardag van Universiteit Leiden brachten 66 hoogleraren een bezoek aan basisscholen in Leiden en Haag om hen kennis te laten maken met ­onderzoek en wetenschappers.

De YAL is de lokale versie van de l­andelijke ­Jonge Akademie van de KNAW. Duchenne-­ onderzoeker Annemieke Aartsma-Rus: ‘We wilden die energie van jong en gretig, van vernieuwing, ook naar Leiden halen.’ Belangrijk doel van de YAL is dat de dertien leden kennis met elkaar delen en over de grenzen van hun eigen disciplines met elkaar samenwerken.

Tentoonstelling 50 jaar El CID

FOTO: ACADEMISCH HISTORISCH MUSEUM

De tentoonstelling is een tijdreis door het studentenleven. ‘Onze k ­ leine expositie geeft goed het tijdsbeeld weer’, zegt Demi Smeets van de

11

Young Academy Leiden van start

Les van een ­professor

Ieder jaar opnieuw wordt L ­ eiden midden in de zomer plotseling ­overspoeld door een horde nieuwe studenten. En dat al vijftig jaar lang. De EL CID-commissie viert het jubileum van de introductieweek dit jaar met een expositie op studenten­ centrum Plexus.

Leidraad

NR. 2  2019

EL CID-commissie. Denk bijvoorbeeld aan de massale hutspotmaaltijd, de EL CID-liedjes en de polsbandjes. De introductieweek is aan de ene kant hetzelfde gebleven, maar aan de andere kant is er veel veranderd, zegt Smeets. ‘De EL CID is veel groter en professioneler geworden.’ Tegen­ woordig doen er zo’n 3600 s­ tudenten mee. ‘Veel mensen zoals ik leren tijdens de EL CID hun beste vrienden kennen, voor de rest van hun studie en daarna.’

Campus op Bio Science Park Het nieuwe entreegebied van het Leidse Bio Science Park ­verandert de komende jaren in een campusterrein. In 2021 wordt begonnen met de bouw van 1100 woningen. Er komt ­verder onder meer een campusplein, oude laboratoria worden gesloopt en er verrijst een nieuw sportcentrum. Het terrein moet een gemeenschap worden van studenten, bewoners en bedrijven. Ook na werktijd en in de weekenden moet het ‘een levendig gebied worden waar het prettig vertoeven is’, aldus wethouder Paul Dirkse bij de presentatie van de plannen.

Dies natalis:

Universiteit viert   ste verjaardag Met trommelaars, fluitisten en blazers werd de 444ste verjaardag van U ­ niversiteit Leiden op 8 februari ingeleid. ‘We begonnen in 1575 met een stuk of twaalf hoogleraren, als de groei doorgaat hebben we er over twee jaar vijfhonderd’, zo opende rector magnificus Carel Stolker de dies natalis. In Leiden en Den Haag zijn het hele jaar activiteiten rond de viering van de ­bijzondere leeftijd. Meer daarover op pagina 51.

Meisjes op uni Tijdens Internationale Vrouwendag werden twaalf meisjes uitgenodigd in het Academiegebouw in Leiden om in gesprek te gaan met vrouwe­ lijke hoogleraren. Sommigen brachten voor het eerst in hun leven een bezoekje aan de ­universiteit.

Vijftien hoogleraren mochten allemaal een buurmeisje, dochter of kennis tussen de 12 en 16 jaar meenemen voor een lunch en een programma. Doel was om de meisjes vrouwelijke rolmodellen te laten zien. ‘Ik was nog nooit op de universiteit geweest’, zegt Merle (14). ‘Dus ik vond het wel leuk dat mijn buurvrouw me meevroeg.’ Hoogleraar

Berna Güroglu: ‘Ik vind het belangrijk dat we aandacht hebben voor Internationale Vrouwendag en voor de positie van vrouwen in de wetenschap.’ Bijna 30 procent van de hoogleraren in Leiden is vrouw. ‘Daarmee gaat het de goede kant op, we willen ons blijven inzetten, zodat dit blijft stijgen’, aldus vicerector Hester Bijl.


12

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

NR. 2  2019

NR. 2  2019

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

herinneringen aan het LAKtheater

Asha Kalijan (56) studeerde sociale wetenschappen aan Universiteit Leiden en is eigenaar van Adimco

Het LAKtheater was het kunst- en cultuurcentrum van Universiteit Leiden. In 2012 sloot het zijn deuren. ­

fessioneler, we kregen allemaal de smaak te pakken. Roland Helmer, de toenmalige directeur van het LAK, vond dat heel erg leuk. Hij zag ons groeien. Het was begin jaren 80, qua studie werd je opgeleid voor werkloosheid. We d ­ achten: we gaan kunst maken en een andere kant op. We studeerden af. Ik kwam met de Franse dansgroep L’Esquisse in contact, ze zochten mannelijke dansers. Via via werd ik gevraagd om auditie te doen in Parijs. Ik had nog nooit gedanst, toch hebben ze me tot mijn grote verbijstering en opwinding aangenomen. Terug in Leiden ben ik naar Roland Helmer toegestapt. Hij vond het geweldig dat ik was aangenomen.

Hij bood een studio in het LAK aan om te oefenen. Drie maanden lang heb ik iedere dag getraind, in mijn eentje. Roland heeft me dat laten doen, in zijn theater. Ik reisde af naar Frankrijk. Na nog eens een paar maanden repeteren kwam de dag van de première. Tijdens de warming-up zei iemand: er is telefoon voor je. Ik dacht: wie dan? Niemand kon weten dat ik in die ruimte zat. Het was Roland om me succes te wensen. Dat heeft me zo ontroerd, het was een onvergetelijk moment. Sinds die tijd woont er een danser in mijn lijf. Het LAKtheater is daarvoor van onschatbare waarde geweest.’ Lex Bohlmeijer, Literatuurwetenschap 1979-1984, was tijdens zijn studiejaren, begin jaren 80, als student actief in het LAKtheater. Nu is hij onder andere radiopresentator en journalist voor De Correspondent.

werkplek van Asha Kalijan

TEKST: NIENKE LEDEGANG, FOTO: MARIUS ROOS

TEKST: LIZA JANSON, FOTO: ACADEMISCH HISTORISCH MUSEUM

‘I

k was een verlegen jongeman en moest dan ook een grote drempel over om bij het LAK­theater binnen te stappen. Toch ben ik het gaan doen. Het t­ heater was voor mij een parcours van angsten die je overwint. In mijn begintijd zat het LAK nog op het Levendaal in een oude laken­ fabriek, op de bovenste verdieping. Je kon er van alles doen: toneel, dans, muziek. Ik volgde er cursussen basistoneel, acrobatiek… Later verhuisde het naar een mooi, nieuw gebouw bij de Witte S ­ ingel. Ik bracht er veel tijd door, gaf cursussen en deed mee aan voor­stellingen. Ik kwam er dagelijks, het was echt mijn plek. Het LAK was een begrip, theater­ groepen uit het hele land kwamen er graag spelen. Mijn vriendengroep vond theater leuker dan studeren. We v ­ ormden een theatergroep in het LAK­theater, Theatergroep Pancras-Oost. We werden steeds pro-

De Rode Olifant is een van de markant­ ste g ­ ebouwen van Den Haag. Het pand, in 1924 gebouwd voor The American Petroleum ­Company, later Esso, moest hoger worden dan dat van c ­ oncurrent Shell. Maar ook van binnen is het indrukwekkend: een art deco interieur, veel natuursteen, kersenhouten lambriseringen, glasin-lood. De roaring twenties liggen allang achter ons, de nieuwe twenties liggen in het verschiet, en de Rode Olifant is er klaar voor. Hier huist nu Spaces, waar bedrijven en zzp’ers een kantoor of werkplek kunnen huren. Een van hen is Asha Kalijan, consultant en coach in persoonlijk leider­ schap en ontwikkeling. ‘Ik heb het nieuwe werken omarmd. Ik houd van de dynamiek en door

technologische ontwikkelingen kán het ook ­allemaal. Ik schrijf er momenteel zelfs een boek over’, lacht ze. Spaces past haar als een warme jas. ‘Ik geloof dat een plek als deze mensen voor­ uithelpt. Het is meer dan een werkplek. Hier ­ontmoet ik mensen, werk ik in stilte of geef ik ­trainingen. Alles is hier gericht op ontwikkeling.’ Ze laat de bibliotheek zien, het indrukwekkende trappenhuis (‘mijn lievelingsplek’) en de overleg­ ruimtes. ‘Kijk, hier, de posters van de pre-work yoga class en de Spaces cocktail night. Ik geloof hierin. En in de goede barista.’ Weer een lach. Een vaste plek, het fotolijstje op het bureau: Kalijan mist het niet. ‘Als ik mijn partner wil zien, dan kijk ik wel op mijn telefoon.’

13


NR. 2  2019

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

Als met een feeërieke staf tovert kunsthistorica en erfgoedont­ wikkelaar Maya Meijer-Bergmans verwaarloosde fabrieksterreinen en verlaten landgoederen om. Dat deed de Leidse alumna al met de Westergasfabriek in Amsterdam en Buitenplaats Doornburgh in Maarssen. Na de aanschaf van Paleis Soestdijk staat nu ook het Energiepark aan de Leidse Langegracht op het wensenlijstje.

‘Ik wil dingen mooier en beter maken’

TEKST: FRED HERMSEN, FOTO’S: FRANK RUITER

M

aya Meijer-Bergmans vindt ‘projectontwikkelaar’ een misleidend woord om zich­ zelf te omschrijven. ‘Men­ sen hebben daar een eng beeld bij. Ik noem mezelf liever kunsthistorica, ook al begrijp ik natuurlijk best dat mijn werk over stadsvernieuwing en r­ enovatie gaat. Centraal staat dat ik het leuk vind om g ­ ebieden met respect voor de omgeving te transformeren.’ Het woordenspel zet haar nogal eens in een hoek waar ze uit wil blijven. ‘Bijvoorbeeld op een voorlichtings­ avond hier in Leiden, over het gebied rond het Pape­ gaaisbolwerk. Op het moment dat de omwonenden met me van gedachten wisselden, veranderde de toon: “Goh, maar u bent helemaal niet zo’n project­ ontwikkelaar als ik me had voorgesteld. Met u valt heel goed te praten.” En dat klopt ook, want ik wil ­dingen voor iedereen mooier en interessanter maken.’ Ze kenschetst zichzelf als optimistisch en verbin­ dend. ‘Ik ben niet snel boos; met ruzies bereik je je doel niet. Ik heb een gemoedelijk temperament. Ik vind niet snel iemand vervelend.’ Met het spel waar ze zo goed in is – elkaar iets gunnen – heeft zij nu enkele tientallen jaren zakelijk succes. Daarvoor was

ze al meer dan geïnteresseerd in het werk van haar man, Ton Meijer, die begin jaren zeventig de com­ merciële vastgoedgroep MAB opzette. Een succes­ volle onderneming, verantwoordelijk voor onder meer de stadscentra van Zoetermeer, Amstelveen, Almere, De Resident in Den Haag en het Oosterdok­ eiland in Amsterdam. ‘Het ging bij ons thuis eigen­ lijk altijd over de projecten van MAB.’ In 2004 ging MAB over in handen van het Bouwfonds, waarna het tweetal de handen vrij kreeg voor nieuwe projecten onder de naam MeyerBergman Erfgoed Groep. The Voice

Het meest concrete en opzienbarende resultaat ­daarvan is de Westergasfabriek in Amsterdam. ‘Daar zie je wel zo’n beetje wat we nastreven: een creatief dorp, met ruimte voor groen, in de context van de grote stad. Er vinden veel activiteiten plaats, van alternatief theater tot aan The Voice-­opnamen, en je kunt er een ijsje van twee euro kopen of d ­ ineren voor honderd. De variëteit vind ik leuk, die maakt het echt een plek voor iedereen.’ Het complex biedt ook kansen aan startende ondernemers. ‘Op een gegeven moment moet zo’n initiatief wel op eigen benen k ­ unnen staan, maar wij helpen iemand altijd graag op weg.’

15


16

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Je zou Maya Meijer­Bergmans als student een late starter kunnen noemen. Ze had zich ingeschreven voor een studie Rechten in Leiden in 1965, maar toen kwam ze Ton Meijer tegen, die haar al na drie dagen ten huwelijk vroeg. ‘Nou, dat was wel een succes, want ons huwelijk is nog steeds oké.’ Maar van stu­ deren kwam het toen niet meer. Ze kreeg drie zoons, van wie er later één Rechten zou gaan studeren, en een ander Filosofie en Kunstgeschiedenis, alle­ bei in de Sleutelstad. De derde volgde zijn opleiding aan een International Business School. Voordat haar vierde kind ter wereld kwam – Maya was toen 37 jaar – had ze nog wel een jaar Rechten gestudeerd, maar pas met een jonge dochter zou ze met Kunstgeschie­ denis in Leiden beginnen, om die studie ook af te maken. Als veertiger, in 1994. Op de vraag waarom ze uiteindelijk heeft gekozen voor Kunstgeschiedenis, zegt ze: ‘Ach, Geneeskun­ de heeft niet meer zoveel zin op die leeftijd, en ook de advocatuur kom je dan moeilijk meer in. Kunst­ geschiedenis lag me altijd al. Mijn schoonvader was aannemer Meijer, die in Den Haag veel beeldbepa­ lende naoorlogse woningbouwcomplexen en flat­ gebouwen van architect Zanstra heeft gebouwd. Hij verzamelde figuratieve kunstwerken, van de Nieuwe Haagsche School. Die hing hij op in het Promenade Hotel, dat van hem was. De kunstenaars vonden dat eervol, want veel ruimte om te exposeren was er voor figuratieve kunstenaars niet in die tijd. Cobra gaf immers de toon aan. Ik ben me – toen ik leiding gaf aan het hotel – gaandeweg met die kunstverza­ meling gaan bezighouden. En raakte meer en meer geïnteresseerd in schilderkunst en architectuur.’ Eitje in het Wallon

Vanuit woonplaats Wassenaar reisde Maya een paar keer per week met de auto richting Leiden, samen met drie medestudenten. De universiteit bracht haar in contact met aansprekende kunstwetenschap­ pers: Thomas van Leeuwen (‘die ik nog steeds zie’), Kitty Zijlmans, Nico Brederoo, Louk Tilanus en Antoine Bodar. ‘Voor die laatste heb ik nog een werkstuk gemaakt over Plato’s Dialogen. Ja, mensen zien mij misschien als een luchtig type, maar dat is de buitenkant. Ik hou ook van zware kost. Die vond ik toen trouwens ook wel in de bij­ vakken die ik bij Geschiedenis volgde; bij Peter Klein en Henk Wesseling.’ In Leiden zocht ze regelmatig haar zoons op. ‘Mijn jurist in wording woonde in het

NR. 2  2019

Biografie M ­ aya Meijer-Bergmans

­ allon aan het Rapenburg, ik at daar nogal eens een W eitje. Allemaal heel aardige jongens hoor. Hij ziet ze nog steeds. Ook op het Plantsoen, waar mijn andere Leidse student woonde, ging ik regelmatig langs.’ Leiden is ze nooit vergeten. ‘De clichés kloppen: ik heb hier geordend leren denken, kan me goed inleven in argumenten van anderen en weet hoe ik moet schrij­ ven. Wat ik ook altijd handig vind: ik hoef geen verhaal van zeshonderd bladzijden van voren naar achteren te lezen; kan redelijk snel de kern eruit halen. Of dát typisch Leiden is weet ik niet, maar ik koppel het wel aan de universiteit. En wat ik ook altijd aardig vind, zijn de ontmoetingen met mijn oud-medestudenten, die ik overal tegenkom in de erfgoedwereld.’

• Geboren in Amsterdam • Verhuizing naar Den Haag in 1949 • Middelbare school: HBS, Maerlant Lyceum • In 1965 getrouwd met Ton Meijer, die vanaf 1970 MAB opbouwde • Heeft drie zoons, een dochter en dertien kleinkinderen • Leiding en betrokkenheid Promenade Hotel Den Haag (1997-2007) • Studie Kunst­geschiedenis in Leiden (1989-1993)

Industrieel erfgoed

Pas een paar jaar geleden haalde ze de banden met de stad weer aan. Een kennis uit Oegstgeest wees haar op het Centrum voor actuele kunst Scheltema, dat niet helemaal was geworden wat de stad ervan had gehoopt. ‘De wethouders Laudy en De Haan heb­ ben ons uitgenodigd om vrijblijvend te sparren over de herontwikkeling van het gebied daar. Over een paar jaar wordt waarschijnlijk de energiecentrale daar gesloten en ontstaan prachtige nieuwe kansen voor het industrieel erfgoed en het terrein. We heb­ ben in 2017 een vrijblijvende haalbaarheidsstudie gemaakt: “Creativiteit met een groen aureool”.’ De presentatie daarvan riep nogal wat weerstand op, mede doordat Leidenaren het gevoel kregen dat een Amsterdams model hier 1-op-1 gekopieerd zou wor­ den. ‘Dat was niet zo, maar ik kan me voorstellen dat we wat te stellig overkwamen. Bovendien leek het erop dat er veel ruimte zou zijn voor grootschali­ ge openluchtfestivals, waarop de buurt zich afvroeg hoe dat zou gaan met drukte, parkeren en geluids­ overlast. Dat beeld was blijkbaar ontstaan, ook al was dat totaal niet onze intentie. Wij zien eerder een soort Leids Central Park voor ons, goed bereik­ baar met bootjes op de singel, zodra de pijp, die nu nog als een obstakel in het water ligt, is verdwenen. In ons plan is ruim­ te voor woningbouw, horeca, oude ambachten, film en speelruim­ te voor kinderen. Ook voorzien we een culturele herbestem­ ming voor een aantal kantoor­ gebouwen aan de Lange­g racht. Ik denk dat we een aanpak voorstellen die goed op het Maya Meijer als student

17

NR. 2  2019

­ opulaire Singelpark aansluit.’ Desondanks heeft p een groep buurtgenoten na de lancering van de stu­ die onder de naam Nieuw Leids Bolwerk (NLB) een alternatief plan gepresenteerd. ‘De eerste c­ ontacten verliepen dus wel wat stroef, ja.’ Maar Maya heeft inmiddels met alle partijen goed contact, zowel met de wethouders Spijker en Van Delft, als met de ­mensen van NLB. ‘Ik hoop echt dat we eruit komen. Dit gebied heeft zoveel potentie voor de stad.’ Het Leidse project is niet het enige dat Maya bezig­ houdt. Vanuit haar kantoor op het Haagse Lange Voor­ hout buigt ze zich met het team MBE Groep ook over de herontwikkeling van Paleis Soestdijk. Na de trans­ formatie zal het paleis het verhaal vertellen van 200 jaar Koninkrijk. Op een eigentijdse wijze, maar de focus ligt erop het beste van de Nederlandse maak­ industrie voor het voetlicht te brengen, aantrekkelijk voor een brede groep bezoekers. De koninklijke stal­ len op het landgoed gaan waarschijnlijk onderdak ­bieden aan een brasserie. ‘Op termijn mogen we op de plek van de oude marechausseekazerne 85 woningen bouwen, wat nodig is, want je hebt inkomsten nodig om zo’n ambitieus project te kunnen bekostigen.’ Een beetje direct

Dat er een brasserie komt, zal haar doen terugden­ ken aan haar jaren in het Haagse Promenade Hotel, en misschien wel eerder in dezelfde stad: Het Park­ hotel van haar ouders en Hotel De Zalm, met het

• Start MeyerBergman BV in 2004 • Aankoop Wester­gas­ fabriek in 2006 • Organisatie Beelden­ tentoonstelling Lange Voorhout in Den Haag (2001-2007 en 2009-2011) • Voorzitter Pink Ribbon (2000-2005) • Diverse toezicht­ houdende functies bij het VUMC in ­Amsterdam

Queens Garden Restaurant. Ook haar ouders waren – net als Maya en haar man Ton – partners in business. ‘Mijn vader begon voor de oorlog met een eigen hotel in de Amsterdamse Kalverstraat. Toen ik vijf was, verhuisden we naar Den Haag. Mijn moeder zou zich­ zelf niet snel een werkende vrouw genoemd hebben, dat deed je toen niet. Ze liet zich liever voorstaan op haar HBS-diploma; voor de oorlog volgde niet meer dan drie procent van de meisjes die middel­bare schoolopleiding. In het hotel benutte ze haar com­ merciële inzicht, verzorgde de inrichting en regelde het personeelswerk in hotel en restaurant.’ ‘Een charmante vrouw’, herinnert Maya zich, ‘altijd recht door zee, en lief voor mij en mijn zusje. Tot op hoge leeftijd breed geïnteresseerd en volop in het leven.’ Lijk je op je moeder? ‘Wel een beetje mis­ schien, en misschien lijkt mijn dochter op haar beurt ook wel op mij. Maar zo direct als mijn moeder ben ik niet. En of ik haar leeftijd haal? Dat mag je natuur­ lijk ook alleen maar hopen.’ Allerlei wegen

Voorlopig is Maya nog druk in de weer met haar werk. ‘Ja, ik geniet er nog zo van, waarom zou ik dan stoppen? Ik heb vier kinderen en dertien kleinkin­ deren, maar een traditionele oppas-oma zal ik nooit worden. We hebben een warme familieband, zien elkaar regelmatig. En ja, ook dan gaat het over vast­ goed, want dat bindt ons; alle drie mijn zoons zijn uiteindelijk in het vastgoed terechtgekomen. Mijn dochter Stephanie is nog druk in de weer met haar kinderen, zet samen met mij een sieradenlijn op en heeft plannen voor een studie Engelse Taal en Letter­ kunde. Ik herken daar ook veel in hoor, heb zelf ook eerst allerlei wegen bewandeld voordat ik doe wat ik nu doe. Dat is toch alleen maar interessant?’


18

NR. 2  2019

NR. 2  2019

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

19

geven Rob Nypels geeft

‘ Echte zorg voor de terugkeerders bestond simpelweg niet’ Veteranen die door een missie posttraumatische klachten oplopen, hebben vaak complexe en chronische problemen. Bijzonder hoogleraar Eric ­Vermetten kan dankzij een gift van Rob Nypels zoeken naar nieuwe manieren om die hard­nekkige klachten te helpen verwerken.

TEKST: MERIJN VAN NULAND, FOTO: VINCENT BOON PHOTOGRAPHY

E

ric Vermetten herinnert het zich nog goed, het verhaal van de veteraan die halverwege de jaren negentig zijn praktijk ­binnenliep. Hij had last van angstklachten en was altijd alert, achterdochtig en vermoeid. Keer op keer dacht hij terug aan Srebrenica: aan de vernederingen, de angst, en de kleine kinderen aan de poort die hij op den duur bij naam kende. Hadden zij de val van de enclave en de slacht­ partij door de Serviërs overleefd? ‘Het zijn typische PTSS-klachten,’ zegt Vermetten. Hij is psychiater bij de ­militaire GGZ en bijzonder hoogleraar Psychotrauma’s aan het LUMC. In die functies werkt hij al geruime tijd met getraumatiseerde militairen. ‘Bij som­ mige mensen gaat zo’n traumatische gebeurtenis onder de huid zitten. Ze kunnen worden geconfronteerd met schuldgevoelens en nachtmerries die zich alleen met veel energie laten ­wegstoppen, maar dan ineens en onverwacht weer de kop opsteken.’ Onlangs ontving het LUF een grote schenking. Generaal-majoor buiten dienst Rob Nypels (89) deed een grote

Oorlogstrauma’s bestrijden met virtual reality gift ten behoeve van het door hem opgerichte Nypels-Tans PTSS Fonds om het interdisciplinair onderzoek naar psycho­traumatologie te be­­ vorderen. Het belangrijkste doel van dit Fonds op Naam bij het Leids Universiteits Fonds (LUF): de zorg voor veteranen en andere geünifor­ meerden verbeteren door het effect van nieuwe behandelmethoden te onderzoeken. Anders kijken naar emoties

Vermetten wil onder meer testen of MDMA – de werkzame stof in de party­ drug xtc – kan bijdragen aan een bete­ re verwerking van een trauma. ‘In het verleden zijn mensen met oorlogs­

Eric Vermetten

‘Het toverwoord is herbeleefde ­verwerking’

trauma’s al op deze manier behan­ deld. Combineer je MDMA met psy­ chotherapie, dan kan de patiënt anders kijken naar emoties zoals angst, schaamte en schuld.’ Een bijkomend voordeel van de thera­ pie is volgens Vermetten de unieke ­w ijze van “naar binnen gekeerde ver­ werking”. MDMA is een zogeheten psy­ cholyticum. Dat wil zeggen dat de stof iemand in staat stelt om dichter bij een innerlijke beleving te komen zonder dat het bewustzijn, de concentratie of het spraakvermogen negatief worden beïnvloed. De patiënt is prima in staat om te communiceren, en kan daar­ door aan zijn of haar behandelaar ­vertellen over de “achterkant” van het trauma. ‘Het toverwoord is herbeleef­ de verwerking’, zegt Vermetten. ­‘Verwerking van het trauma is alleen mogelijk als je de patiënt terugbrengt naar de traumatische ervaring die hem of haar op slot heeft gezet.’ Terugkeerreizen

Die herbeleving komt ook terug in andere therapieën die Vermetten ont­ wikkelt. Zo doet hij onder meer onder­ zoek naar het gebruik van virtual

Rob Nypels (89) maakte als jongen de T ­ weede Wereldoorlog mee in Apeldoorn. Later werd hij als ­militair arts uitgezonden naar Nieuw-Guinea.

Eric Vermetten in het lab, waar hij onderzoek doet naar de werking van VR.

­reality. Met behulp van een VR-bril met eigen foto’s kunnen veteranen teruggebracht worden naar de situatie en locatie waar de traumatiserende aanslag of gevechtssituatie zich heeft voorgedaan. Ook wordt in internatio­ naal verband een therapie ontwikkeld waarbij de patiënt letterlijk via een loopband zijn eigen foto binnenloopt. Tot slot onderzoekt Vermetten met verschillende collega’s het nut van zogeheten terugkeerreizen, waarbij de militair echt terugkeert naar de plek waar hij was uitgezonden. Dat laatste deed de soldaat die eind jaren negentig Vermettens praktijk binnen liep. Onlangs keerde hij – samen met Vermetten – terug naar Bosnië-Herzegovina. Via Facebook spoorde hij Bosniërs op die hij in ­Srebrenica had gekend. Ook de kinde­ ren aan de poort, die inmiddels jonge vrouwen zijn en nu vaak zelf kinderen hebben. Vermetten: ‘Hij is daar het gesprek aangegaan met de overleven­ den aan de hand van de foto’s die hij tijdens zijn uitzending had gemaakt. Hij heeft zich verzoend met zijn verle­ den. Daardoor heeft hij een nieuw evenwicht gevonden.’

Overal waar hij kwam, zag hij de sporen die oorlog op een mens achterlaten. Of het nu ging om voormalig concentratiekampgevangenen, Indiëgangers of Korea­veteranen: regelmatig keerden militairen en andere getraumatiseerden verward of angstig terug naar Nederland. Hun f­ amilies leden mee. ‘In de samenleving van toen was daar weinig aandacht voor’, zegt Nypels in zijn appartement in Oegstgeest. ‘In die n ­ aoorlogse tijd was er weinig begrip voor hun aandoening. Zorg voor terugkeerders bestond simpelweg niet.’ Omstreden methode Dat veranderde in de tijd dat Nypels Geneeskunde ging ­studeren en in Leiden bij hoog­ leraar Psychiatrie Jan Bastiaans in de collegebanken kwam. Die verrichtte vooruitstrevende behandelingen, waarbij de patiënt onder invloed van LSD trauma’s te lijf ging. Veel getraumatiseerden droegen

Ook geven?

hem op handen, maar bij collegae was zijn methode omstreden. Enkele decennia later stond Nypels zelf aan het roer: als Directeur Militair ­Geneeskundige Diensten maakte hij zich in de jaren tachtig hard voor betere zorg voor veteranen. Maar ook hij ondervond onbegrip. ‘Ik stelde voor om Libanongangers na thuiskomst een vragenlijst te laten invullen om eventuele angstklachten te kunnen constateren. De leiding van de Geneeskundige Dienst Landmacht vond dat niet nodig. Immers alleen “de meest geharde commando’s” gingen naar ­Libanon. Volgens hen waren die minder vatbaar voor trauma’s.’ Met zijn Fonds op Naam bevordert Nypels nu het onderzoek op het gebied van de psychotraumatologie. Daarbij wordt weer gebruikgemaakt van de werkzame stoffen in drugs, net zoals Bastiaans deed. Nypels leerde het Leids Uni­ versiteits Fonds (LUF) kennen ­dankzij zijn vrouw. Haar e ­ erste man, prof.mr. H.G. S ­ chermers, stelde met een schenking de Schermers Leerstoel in voor Internationaal Institutioneel Recht. ‘Het geeft mij de gelegenheid om met de warme hand een bijdrage te leveren. Ik geniet daar enorm van.’

Het LUF zet zich in om talentvolle studenten en onderzoekers te ondersteunen. Dit kan dankzij donaties en schenkingen van onder anderen alumni, bijvoorbeeld in een Fonds op Naam. Meer weten? info@LUF.leidenuniv.nl of 071-5130503.


20

Leidraad

DILEMMA: Is deze pot voor de eerlijke vinder?

NR. 2  2019

4 studies Twaalf jaar lang liep Peter Rigtering als student in Leiden. Niet als langstudeerder, maar als veel­ gebruiker. De alumnus rondde vier studies af.

TEKST: LIZA JANSON, FOTO’S: HIELCO KUIPERS

W

aar veel studenten er na één of twee studies klaar mee zijn, was dat voor Peter Rigtering anders. Hij viel van de ene in de andere studie. Het was geen uitgestippeld pad om er vier te volgen. ‘Ik volgde mijn hart.’ Het begon allemaal met notarieel recht in 1995. Niet lang daarna schreef hij zich in voor een tweede studie, fiscaal recht. ‘Ik wilde bedrijfsjurist of iets in die trant worden, de economische kant van rechten vond ik ook leuk.’ Rigtering bladert door een fotoboek, er staan foto’s in van zijn eerste afstuderen: de master in fiscaal recht. ‘Hier sta ik in het Zweetkamertje’, zegt Rigtering en wijst naar een foto waar hij lachend in de camera kijkt. ‘Ik heb er lang niet na elk diploma mijn handtekening gezet, ik ben er maar twee keer geweest. Deze keer en jaren later voor geschiedenis. Ik heb toen nog gezocht naar mijn ­eerste handtekening, maar ik kon hem niet meer vinden.’ Niet lang na zijn twee masters kreeg Rigtering een baan als ­fiscalist bij PwC. Iedere dag vertrok hij in zijn leaseauto naar een kantoor waar hij op de dertiende verdieping achter zijn bureau ging zitten. ‘Het was oké, ik had leuke collega’s en er waren interessante aspecten, maar het was niet waar mijn hart lag.’ Dat was geschiedenis wel en daarom besloot hij in de avonduren, naast zijn werk, geschiedenis te studeren. ‘Mijn vrouw stimuleerde me: je vindt het leuk, ga het doen.’ Na een stage bij zijn vroegere geschiedenisdocent wist Rigtering dat hij zijn passie had gevonden. ‘Ik vond het heel gaaf.’ In 2010 zegde hij zijn baan op bij PwC, ging als vervangend docent aan de slag en schreef zich in voor zijn vierde studie: Education. ‘Veel mensen zeiden: wat doe je nou?’ Sindsdien werkt Rigtering als docent geschiedenis bij Scope Scholengroep in Alphen aan den Rijn. Hij heeft geen dag spijt gehad van zijn keuze. ‘Bij mijn vorige werk had ik niet echt het gevoel dat ik Peter Rigtering een bijdrage leverde aan de 1995-2001: Notarieel maatschappij, nu wel.’ Recht, Universiteit Welke van de vier hij het Leiden leukst vond? Over die 1995-2001: Belastingvraag hoeft Rigtering recht, Universiteit niet lang na te denken. Leiden ‘Geschiedenis, dat ben ik 2005-2015: Geschieecht als een hobby gaan denis, Universiteit doen.’ Voorlopig houdt hij Leiden het bij deze vier studies, 2010-2013: Master of alhoewel… ‘Misschien Education, Universiteit dat ik ooit nog economie Leiden ­ga studeren.’

DILEM Wie be MA: pa behan alt of de zin hee ling f t?

DILEM M Wat is A: het beste vo het kin or d?

DOSSIER

Ethiek LUMC

Steeds moeilijker keuzes in de zorg

Data

De computer is niet rechtvaardig

Factchecken

De nieuwste vorm van journalistiek

DIL Ho E MM A: ez telt waar die ren het lee d?


DOSSIER ethiek

NR. 2  2019

23

Met elke keuze raak je iets kwijt Waar het gaat om leven en dood, zijn de ethische vraagstukken het heftigst. In het LUMC staat de vakgroep Ethiek en Recht 24 uur per dag klaar voor advies aan collega’s.

‘W

DILEMMA: of Wie bepaalt n behandele nog zin heeft?

TEKST: MALOU VAN HINTUM, FOTO’S: HOLLANDSE HOOGTE, ISTOCKPHOTO

e zijn de enige vak­ groep Ethiek en Recht in Nederland die echt in het zie­ kenhuis zit,’ zegt hoogleraar Marti­ ne de Vries in haar werkkamer in het LUMC. De kinderarts/medisch ethicus en haar team zijn ook midden in de ziekenhuiszorg actief. Vakgroepsleden houden op vaste tijden een ‘moreel beraad’ bij verschillende specialis­ men, er loopt iemand standaard mee met de ­g rote visite op de Intensive Care, geneeskunde­ studenten krijgen in vrijwel elk onderwijsblok het vak ethiek. ‘We zijn echt geïntegreerd in onderwijs, onderzoek en zorg’, zegt ze terwijl een telefoon op haar bureau onafgebroken ligt te trillen. Als ze uiteindelijk opneemt, blijkt het een arts met vragen over de behandeling van een patiënt met een eetstoornis. Twee typen vragen

De Vries buigt zich zowel over de ethiek van de alledaagse praktijk, waarin artsen ter plek­ ke goede afwegingen moeten kunnen maken, als over de vraag op welke gronden we keuzen maken in de zorg. Die twee typen ethische vra­ gen hebben natuurlijk met elkaar te maken. Als er onvoldoende middelen zijn om iedereen de beste zorg te kunnen geven – en in de zorg is er altijd schaarste – dan is dat ook merkbaar op individueel niveau. Neem de patiënt met taaislijmziekte die een peperduur medicijn, Orkambi, niet krijgt omdat het te veel kost. En die het naderhand alsnog krijgt, dankzij een sterke lobby van ­farmaceuten, artsen en de patiëntenvereniging. De Vries hierover, in haar oratie: ‘Het dilemma: Orkambi niet vergoeden schaadt patiënten met

taaislijmziekte, Orkambi wel vergoeden schaadt een veel grotere groep. Waarom zou de ­k leine groep prevaleren? Of waarom juist de ­g rote? We missen de goede gronden om keuzes te maken.’ Filosofen kunnen daarbij helpen, zegt ze, en in het buitenland gebeurt dat ook: ‘In Mexico heeft het ministerie filosofen in dienst om mee te denken over het zorgsysteem.’ De Vries staat ook volop in de dagelijkse prak­ tijk, waarin bijvoorbeeld de vraag voorbijkomt of ouders wier kinderen uit huis zijn geplaatst in aanmerking komen voor een fertiliteits­ behandeling. ‘Die vraag wordt ook gesteld als

’Ik wil haar niet loslaten’ Radiotherapeut-­ oncoloog Yvette van der Linden, hoofd Expertisecentrum ­Palliatieve Zorg LUMC ‘Recent kwam een mevrouw van bijna negentig bij ons. Ze had een forse tumor bij haar endeldarm, met bloedverlies. Zo’n tumor kunnen we laten slinken met een kortdurende bestraling. Mensen worden daar wel moe van, en ze krijgen vaak veel krampende aandrang als vervelende bijwerking, maar dat is allemaal tijdelijk. Ze wilde het niet. Ik dacht:

moet ik hierin meegaan, of zeggen “dit is goed voor u” om erger te voorkomen? Meestal volgen mensen je dan, maar dat is voor hen niet per se de juiste keuze. In feite probeer je in zo’n situatie je eigen verwachtingen van een behandeling op te dringen aan een patiënt. Ik heb de huisarts gevraagd om wanneer ze alsnog klachten krijgt, opnieuw te bespreken of bestraling zinvol kan zijn. Sindsdien bel ik haar regelmatig – en dat vindt ze goed – om te v ­ ragen hoe het met haar gaat. Ik respecteer haar keuze, maar ik wil haar niet helemaal ­loslaten.’


24

Leidraad

DOSSIER ethiek

NR. 2  2019

25

Vervolg Met elke keuze raak je iets kwijt

Doorbehandelen

Tijdens de 24-uursconsultatie die haar vak­ groep aanbiedt, komen uiteenlopende ­v ragen aan de orde, zoals: hoe lang gaan we door­ behandelen bij iemand wiens einde nadert? De Vries: ‘Soms is hierover verschil van mening tussen het behandelteam en de patiënt of ­familie. Vooral als de patiënt zelf niet meer kan beslissen, kan dat moeilijke situaties opleveren. Soms willen familieleden langer doorbehande­ len dan artsen, of andersom: de familie vindt het wel genoeg, maar het behandelteam ziet nog zinvolle opties. In hoeverre mag de familie dan de richting van de zorg bepalen?’

’We geven op de IC niet snel op’ Anesthesioloog-intensivist Sesmu Arbous, medische staf IC Volwassenen LUMC ‘Wanneer ben ik een goede dokter? Heb ik het medisch goed gedaan? Heb ik iedereen in zijn waarde gelaten en gerespecteerd? Daar gaat het om. We geven op de IC niet snel op. Maar als een patiënt te veel problemen heeft en het medisch handelen niet meer zinvol is, moeten we stoppen. Als de familie daar nog niet aan toe is, nemen we de tijd om hen in dat proces mee te nemen. We behandelden ooit een jongeman met een ernstige hartafwijking. Hij was gesedeerd, maar had eerder aangegeven dat hij niet meer verder wilde. Maar als hij het erg benauwd had, wilde hij wel hulp. Dat is logisch, als iemand het gevoel heeft dat hij gaat stikken. Zijn moeder was tegen doorbehandelen, net zoals de verpleegkundigen die hem drie weken dagelijks hadden gezien. De s ­ pecialist zag nog wel mogelijkheden. Ik heb twee keer met een medisch e ­ thicus overlegd. We ­kwamen er heel moeilijk uit. H ­ ijzelf was in korte tijd zoveel ­slechter ­geworden dat hij geen reserves meer had. Toen hebben we, na uitgebreid overleg met zijn behandelaar en zijn moeder, besloten zijn vaak geuite wens te honoreren om de behandeling te staken. We hebben hem laten gaan.’

‘Nieuwe dilemma’s door nieuwe mogelijkheden’ Gynaecoloog Leoni Louwé, arts bij het Voortplantingscentrum van het LUMC ‘Vroeger bespraken we eens per twee jaar een moreel vraagstuk. Tegen-

woordig maandelijks een of twee. De voortschrijdende fertiliteitstechniek brengt nieuwe dilemma’s met zich mee. Zo wilden twee vrouwen graag dat de eicel van de ene een embryo werd dat bij de ander tot een zwangerschap zou leiden. Maar

een lichaamsvreemde eicel geeft veel meer risico op ernstige problemen. Een ander voorbeeld: Ik kreeg een echtpaar op mijn spreekuur waarvan de man grote kans had drager te zijn van een ernstige ziekte. Een zwangerschap zou een doodziek

kind kunnen opleveren. Ik wilde graag dat hij zich liet onderzoeken. Eerst weigerden ze. Na een paar gesprekken heeft hij zich toch laten testen. Ik denk dat ze uiteindelijk wél voor gezonde kinderen gaan – ik weet het niet, ik heb hen nog niet teruggezien.’

Jokken als ­bestuurder Ook in het openbaar bestuur zijn de e ­ thische grenzen niet altijd scherp, zegt hoogleraar Politieke Filosofie Paul Nieuwenburg.

‘S

TEKST: JOB DE KRUIFF, FOTO;S: HOLLANDSE HOOGTE, MARC DE HAAN

een van de ouders een ernstige psychiatrische stoornis heeft, bij ernstig middelenmisbruik of bij een verleden van kindermishandeling. De fertiliteitsartsen hebben hun vak gekozen om zwangerschap te bevorderen. Dat we daar aller­ lei technieken voor hebben en onderzoek naar doen, zou kunnen suggereren dat we het recht op een zwangerschap en op een genetisch eigen kind heel absoluut vinden. Als je daar niet bij stilstaat, kun je ook niet stilstaan bij de vraag of daar grenzen aan zijn. Ik vind het mijn taak om dat wel te doen.’ In een gesprek met deze artsen legt De Vries de relevante vragen op tafel, meer niet. ‘De ver­ antwoordelijkheid voor het behandeltraject ligt bij het behandelteam. Bedenk daarbij dat een ethisch dilemma altijd ergens pijn doet. Met elke keuze raak je iets kwijt of beschadig je wat. Je moet kijken hoe je de schade kunt minimali­ seren, en op grond van argumenten een keuze maken waar je als team achter kunt staan.’

ocrates wist al dat de ­verhouding tussen demo­ cratische politiek en de moraal problematisch is’, begint Nieuwenburg. ‘Ook in de ­hedendaagse democratische rechts­ staat is waarheid voor het vertrou­ wen tussen regering en parlement van wezenlijk belang. Maar hoeveel openheid en eerlijkheid kan de ver­ trouwensrelatie tussen overheid en burger verdragen? Soms moet een politicus jokken. Machiavelli heeft dat heel scherp gesteld, al is hij vaak verkeerd begrepen. Wat hij betoog­ de is dat een vorst moet leren om juist niet goed te zijn. Hij moet indien mogelijk volgens de ­conventionele moraal handelen, maar wie altijd de conventionele moraal volgt, is niet effectief en graaft niet alleen zijn eigen graf, maar ook dat van

zijn ­burgers. Er zijn sectoren waarin openbaarheid het beleid frustreert: terrorismebestrijding en openbaar­ heid verdragen elkaar maar ten dele.’ Geen vrijbrief

Natuurlijk, voegt Nieuwenburg eraan toe, is dit geen vrijbrief voor onbe­ perkt jokken. ‘In zijn Discorsi zegt Machiavelli dat de heerser vergeven moet worden wanneer hij de conven­ tionele moraal schendt om het alge­ mene goed te beschermen. En je kunt alleen iets vergeven als je erkent dat het fout is. Integriteit van politi­ ci en bestuurders is dus een complexe aangelegenheid: we moeten hun integri­ teit beoordelen op hoe ze de afweging maken over waarden die niet met elkaar te verzoenen zijn.’ Als voorbeeld noemt

­ ieuwenburg de gang van zaken toen N Wouter Bos als minister van ­Financiën de Fortis Bank moest ­nationaliseren. De stabiliteit van het financiële stel­ sel vereiste daarbij enige discretie, en dus moest Bos jokken over wat er gaande was. Toch mocht hij, ook toen dat leugentje uitkwam, van de Twee­ de Kamer blijven zitten. Nieuwen­ burg: ‘Kennelijk wordt het vertrou­ wen niet onherstelbaar beschadigd wanneer een bewindspersoon jokt om het hogere belang. Maar dan is achteraf wél openheid nodig om tot zo’n oordeel te kunnen komen.’ Constitutionele crisis

In dit verband noemt hij ook de hui­ dige situatie in de VS. ‘Trump schijnt veel te jokken, al weten we niet altijd of het bewust liegen is als hij onwaar­ heden vertelt. Vele van deze onwaar­ heden zijn platte volksmennerij, gericht op zijn kiezers. Dat is mis­ schien immoreel, maar niet oncon­ stitutioneel. Dat geldt natuurlijk niet voor het achterhouden van informa­ tie over eventuele ­samenspanning met een andere mogendheid om de presidentsverkiezingen te beïn­ vloeden. De strijd over de openbaar­ making van het Mueller-rapport illus­ treert prachtig Socrates’ punt. We zijn getuige van een absurd toneel­ stuk waarin een dwangmatig jokken­ de president het machtigste land ter wereld tot de rand van een consti­ tutionele crisis duwt – en misschien eroverheen. Je kunt je afvragen wat de ‘founding fathers’ van zo’n script zouden vinden.’ Paul Nieuwenburg is Hoogleraar ­Politieke Wetenschap en Politieke Filosofie aan het Instituut Politieke Wetenschap en directeur van het Centre for Political Philosophy.


Leidraad

‘ Scholieren zijn meer gericht op cijfers’

27

‘ Alleen als er echt geen alternatief is’ aldus alumnus Martin

‘I TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

DOSSIER ethiek

NR. 2  2019

n de klas praten we veel over ethische kwesties, over homo-emancipatie bijvoorbeeld naar aanleiding van de Nashville Verklaring. We praten ook over vrijheid van meningsuiting. Zaait ­Wilders haat of maakt hij gewoon gebruik van zijn grondrecht? Mijn indruk als docent Maatschappijleer is echter dat het vak voor sommige leerlingen nog wat vroeg komt. Ze gunnen zichzelf niet de tijd om zich te verdiepen in ethische kwesties en zijn meer gericht op cijfers. De bekende toetsdruk. Wel hebben mijn leerlingen in februari meegedaan met de klimaatactie. Ze vinden het flauw dat er zoveel aandacht uitging naar het bezoek aan McDonald’s. Ze voelden zich geframed, terwijl ze wel hun best hadden gedaan om het Malieveld niet te vervuilen met plastic flesjes. Begrijpelijk, vind ik. Politiek is uiteraard ook een groot onderwerp. ­Politici worden vaak beoordeeld op hun status, heb ik gemerkt. Ook ­volgen leerlingen de media vaak klakkeloos. Een politicus is toch ­eerlijk, het journaal toch objectief? Ze zien niet dat er altijd motieven zijn waarom iets wordt gezegd, hoe het wordt gezegd of waarom iets juist niet gezegd wordt. Mijn boodschap aan de leerlingen is: blijf scherp en sta open voor de mening van anderen. Het aanpassen van hun mening zien sommige jongeren als gezichts­ verlies, terwijl je het ook kunt zien als persoon­ lijke groei.’

MARTIN STEENBERGEN (47) 2004 Bestuurskunde Leiden 2006-2010 Ambtenaar IND 2012 Docentopleiding ­maatschappijleer Leiden 2011-2013 Docent op ­diverse scholen (veelal als invalkracht) 2013-NU Docent maatschappijleer Gymnasium Haganum, Den Haag

Vier vragen aan Jan-Bas Prins, ­hoogleraar Proef­ dierwetenschap­ pen en tot voor kort hoofd van de ­Centrale Proefdier­faciliteit van het LUMC.

1

DILE Recht MMA: v onder aardigt dit zoek van de het leed dieren ?

Wat doet een ­hoogleraar Proefdier­ wetenschappen ­precies? ‘Ik bekijk voor het LUMC hoe we dier­proeven kunnen vervangen, verminderen en verfijnen. Dat houdt in dat ik allereerst meedenk over alternatieven voor dierproeven. En als een onderzoek echt niet zonder proef­ dieren kan, dan adviseer ik hoe je minder dieren kunt inzetten met zo min mogelijk dierenleed. Daarnaast doe ik onderzoek op het gebied van d ­ ierenwelzijn en geef ik colleges over onder andere de ethische vraag­ stukken bij dierproeven.’

2

Wat voor successen heeft u de laatste jaren bereikt met dit werk?

‘Het is sowieso wettelijk verplicht om goede huisvesting, voeding en verzorging voor de proef­ dieren te regelen, maar eigenlijk ben je er daarmee nog niet. Het is namelijk ook belangrijk dat ­dieren in gevangenschap zoveel mogelijk hun natuurlijke gedrag

kunnen vertonen. Muizen en ratten hebben bijvoorbeeld nesteldrang, ze voelen zich het veiligst in een nestje. Nestmateriaal is sinds kort een verplichting in proefdiercentra, maar bij het LUMC hebben we besloten om een duurder type nestmateriaal aan te kopen. Uit wetenschappelijk onderzoek bleek dat betere resultaten te geven.’

3

Welke moeilijke a ­ fwegingen komt u in uw werk tegen?

Prins zucht diep, kijkt peinzend uit het raam. ‘Uiteindelijk wil je honderd procent zeker weten dat ieder dier in het proefdiercentrum daar zit omdat er geen enkel alternatief is. Dat is mijn drijfveer. Heel af en toe denk ik nog wel eens: moet dit nou? Dan lijkt het ongerief van het dier groter dan de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld als er onvoldoende aandacht is besteed aan de validiteit en reproduceerbaarheid van dat onderzoek.’

4

Bent u degene die bepaalt w ­ elke dier­ proeven wel of niet mogen plaatsvinden?

‘Nee, dat doet de Centrale Commissie Dierproeven, een landelijk zelfstandig bestuursorgaan. Die geeft alleen een projectvergunning af als er echt geen andere onderzoeksmetho-

den beschikbaar zijn, en als nut en noodzaak van het onderzoek opwegen tegen het ongerief van het dier. De wetenschapper moet in zijn of haar projectvergunningaanvraag duidelijk maken hoe hij of zij de dierproeven zoveel mogelijk heeft vervangen, verminderd of verfijnd.’

TEKST: MERIJN VAN NULAND, FOTO: ISTOCKPHOTO, ARNO MASSEEE

26


28

Leidraad

NR. 2  2019

DOSSIER ethiek

29

‘ Waarom iemand fraudeert is niet relevant’ aldus alumnus Rocksaina

ROCKSAINA SINTJACOBA (31) 2013 Rechten Leiden 2013-2015 Klantadviseur op het gebied van o.a. WTCG en DigiD 2017-NU Medewerker Fraudeteam Dienstverlening PGB bij Sociale Verzekeringsbank (SVB)

‘Naïeve verhalen rond big data gevaarlijk’ Computers kunnen helpen bij het signaleren van fraude en crimina­ liteit. Maar lang niet alle toepassin­ gen zijn wenselijk, vertelt Francien Dechesne, van het Centrum voor Recht en Digitale Technologie.

‘E

r zitten allerlei patronen in menselijk gedrag, en analyse van big data kan veel bruikbare informatie opleveren’, zegt Francien Dechesne. ‘Een beroemd voorbeeld is Google’s onderzoek dat op basis van gebruikte zoektermen voor­ spelde waar griepepidemieën ontstaan, omdat mensen als ze grieperig beginnen te worden ­online zoeken naar symptomen. Fraudedetectie door de Belastingdienst is een andere vorm van patroonherkenning in gegevens.’ Beperkingen en ethische vragen

Dat zijn op zich interessante toepassingen van onderzoek met big data, maar je moet bedacht zijn op allerlei beperkingen en ethische vragen, zegt Dechesne. Het zijn de onderwerpen die ze onder meer doceert bij de studie Informatica of aan de rechtenfaculteit, en die ze buiten de universiteit bespreekt met data-wetenschappers, software­ ontwikkelaars, juristen en beleidsmakers. ‘Ten eerste zijn sociale patronen en wetmatighe­ den erg dynamisch. De wereld van sociale interac­ ties reageert en daarmee kunnen wetmatigheden veranderen. Dat is een fundamenteel verschil met wetten en modellen in de natuurkunde of meteo­ rologie. Neem het verband tussen zoektermen en griepepidemieën. Na de publicatie van het onder­ zoek gingen mensen zonder symptomen de zoek­

termen gebruiken omdat ze er meer over wilden Dechesne noemt de technologieontwikkeling zelf weten. Daarmee verdween het hele patroon.’ niet gevaarlijk, ze is eerder beducht voor te snel­ ‘Ten tweede voldoet een computersysteem niet auto­ le, ondoordachte toepassing. ‘Ik verzet me voor­ matisch aan onze ideeën over wat rechtvaardig is. al tegen het optimisme en de retoriek eromheen. Patronen in data zeggen bijvoorbeeld Het heeft soms iets hyperigs, zoals niets over opzet of nalatigheid. Als er door softwareverkopers wordt big-data-analyse veel onregelmatig­ gesproken over big data, algorit­ heden in de belastingaangifte detec­ men, machine learning en kunst­ teert in een bepaald postcodegebied, matige intelligentie. De ­gedachte DILEMMA: kun je concluderen dat in die wijk leeft dat we nu zoveel ­gegevens Een fout allemaal oplichters wonen. Maar mis­ en technologie hebben, dat we hoeft geen schien ligt de oorzaak wel in onbe­ straks alle problemen kunnen opzet te zijn grijpelijke formulieren voor mensen oplossen, de samenleving beter, die de taal niet machtig zijn. Ook kan ­efficiënter en veiliger kunnen het zijn dat een veelvoorkomende maken. Er wordt gesproken over vorm van fraude heel duidelijk uit de het uit­bannen van risico’s, ram­ pen en ­terroristische aanslagen. beschikbare data te halen is, en ande­ re soorten niet. Het computermodel lijkt dan succes­ Die ­naïeve verhalen rond de technologie vind ik vol, terwijl het misschien de ernstigste vormen van gevaarlijk, omdat ze het beeld oproepen dat we fraude over het hoofd ziet.’ door inzicht en controle een betere samenleving krijgen. Dat is gewoon niet waar: onze samen­ Gewilde expertise leving is niet gebaseerd op kennis van data en De expertise van Dechesne is gewild, er is de voor­ patronen, maar op afspraken over wat we goed bije vijf jaar opeens veel aandacht gekomen voor en rechtvaardig vinden.’ de ethische kant van big data. ‘Ik spreek met De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële De combinatie van TU Delft aan onder meer Markten over de verzekeringswereld, en ik werk informatie­technologie, beveiligingsproto­ samen met de politie in een project rond kunst­ filosofie en ethiek collen en ethiek rond matige intelligentie en ethiek. Het leeft enorm. Op alle fronten – toezicht, overheid, bedrijven.’ vormt de rode draad informatietechnoloin de c ­ arrière van gie. Sinds 2015 is ‘Die aandacht is vrij plotseling ontstaan, waar­ ­FRANCIEN ­DECHESNE. ze verbonden aan schijnlijk door de invoering van de Algemene Ver­ Ze werkte bij een ICTeLaw - Centrum voor ordening Gegevensbescherming en het schandaal bedrijf (Pink Elephant, Recht en Digitale Technologie rond Facebook en de Amerikaanse verkiezingen. 1997-2000) en p ­ romoveerde in de Rechtenfaculteit van de Het blijkt mogelijk om stemgedrag te beïnvloeden vervolgens op mathe­matische Universiteit Leiden, en doet ze door met data-analyse van Facebookgebruikers logica. Daarna volgden onderzoek naar maatschappepsychologische profielen op te stellen. Dat roept onderzoeks­projecten aan lijk verantwoord innoveren met de vraag op of toepassing van deze technologie TU Eindhoven en data-­analyse. wel altijd wenselijk is.’

TEKST: ARNO VAN ‘T HOOG, FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

‘H

et persoonsgebonden budget (PGB) gaat uit van eigen regie, maar niet iedereen is daartoe in staat. Het is namelijk best complex, er komt veel bij kijken. Complexiteit kan maar hoeft niet per definitie te leiden tot het plegen van fraude. Het is mijn taak als medewerker van het Fraudeteam Dienstverlening PGB bij de SVB, onderzoek te doen naar meldingen van fraude. Deze meldingen komen van de budgethouders, zorgverleners en medewerkers van de SVB. Ik loop de dossiers na om te onderzoeken of datgene wat wordt gemeld door ons kan worden onderbouwd en serieus genoeg is om doorgezet te worden naar de budgetverstrekker(s). Een voorbeeld van fraude is als de zorg wel wordt gedeclareerd, maar niet geleverd. Of als de kwaliteit van de zorg niet aan de voorwaarden voldoet. De verstrekker onderzoekt ons signaal, maar de rechter bepaalt uiteindelijk of er daadwerkelijk sprake is van fraude. Met het werk van het fraudeteam zorg je ervoor dat mensen die het echt nodig hebben, gebruik kunnen blijven maken van een PGB. Dit zijn de mensen waar ik dit werk voor doe. De beweegredenen van degenen die frauderen, zijn wat dat betreft voor mij minder relevant.’


Leidraad

De eerlijke

vinder

Archeologen stuiten nog voor hun eerste vondst op tal van ethische vragen. Van wie is het erfgoed? In welke mate betrekken we de lokale bewoners? De Leidse archeoloog Monique van den Dries, gespecialiseerd in erfgoedmanagement, onderzoekt wat archeologisch erfgoed betekent voor de samenleving.

N TEKST: LINDA VAN PUTTEN, FOTO: ISTOCKPHOTO

DOSSIER ethiek

NR. 2  2019

a enig speurwerk op de Westelijke ­Jordaanoever vond Monique van den Dries, samen met haar team van erfgoed­ specialisten en studen­ ten, de oude ­Palestijnse mannen. Al in de jaren ’50 hielpen deze nu hoogbejaarde ­mannen Amerikaanse archeologen bij ­opgravingen op Tell Balata. Hier ontdekten ­archeologen al in 1903 de fundamenten van een stad waarvan de oudste resten dateren uit de Bronstijd, ruim drieduizend jaar geleden. Een belangrijke vondst, want mogelijk gaat het om de hoofdstad Shechem, een histori­ sche plaats die genoemd wordt in de Bijbel. Van den Dries: ‘Het was vroeger heel gebrui­ kelijk dat de lokale bewoners meehielpen bij de opgravingen, maar ze hadden geen flauw benul wat ze precies hielpen blootleggen, want dat ver­ telden de archeologen hen meestal niet.’ Ook andere omwonenden kenden het verhaal niet achter de indrukwekkende ruïnes van stads­ muren, poorten en een tempel, zo bleek uit interviews met bewoners. ‘Dat gaat tegenwoor­ dig gelukkig vaak anders.’

Bijbelse plaats

DILEMMA: Van wie is deze vaas eigenlijk?

Nu staat het vertellen van het verhaal en het betrekken van bewoners voorop. ‘Zoals bij de site Tell Balata’, vertelt Van den Dries. ‘Na ­enkele opgravingen was de site vervallen tot een ­ruïne. Daarom is de site getransformeerd in een publieksvriendelijk park. Bewoners ­werden geïnterviewd over hun band met Tell Balata, er kwam voorlichtingsmateriaal in het ­Arabisch en een lespakket voor lokale docenten en ­studenten.’ De laatste jaren is er binnen de archeologie terecht veel meer aandacht voor de rol van lokale bewoners. ‘Dat zorgt ook voor ­nieuwe dilemma’s’, zegt Van den Dries. Opgravingen kunnen eerder politiek gevoelig worden. In sommige gebieden worden bijvoorbeeld eer­ dere vondsten minder gewaardeerd door de ­huidige bewoners of zelfs vijandig begroet. Bij archeologie speelt altijd de vraag van wie erfgoed is: van de lokale bewoners, de héle samenleving, erfgoedbeschermers, toe­ komstige generaties? ‘Er is vaak geen ­eenduidig antwoord op te geven, maar we moeten wel altijd de vraag blijven stellen.’

MONIQUE VAN DEN DRIES studeerde Geschiedenis en Prehistorie van Noordwest-Europa aan de Universiteit Leiden. Vanaf 1995 specialiseerde zij zich in erfgoed­ management. Zij geeft hierover college aan de Faculteit Archeologie.

‘ Ik doe het voor de vrouw’

31

aldus alumnus Nina

‘T

ijdens mijn studie Geneeskunde heb ik al gewerkt bij Women on Waves, de abortus­ boot. Ik herinner me een haven vol spandoeken in Valencia. Hier in Nederland komt protest ook voor. Mijn cliënten zijn wel eens uitgescholden voor “moordenaar”. Dat is heel verdrietig, want vrouwen vinden het al moeilijk zat om een kliniek binnen te lopen. Een abortus is iets waarvan je hoopt dat je er nooit over hoeft te beslissen in je leven. Dan wordt er gezegd dat vrouwen er te licht over denken. Mijns inziens wordt er eerder over het moederschap te licht gedacht. Het is nogal wat om ­verantwoordelijkheid te nemen voor een kind. Zelf ben ik net moeder geworden. Toen ik 7 weken zwanger was heb ik hier op de kliniek een echo gemaakt. Traantjes. Dezelfde dag heb ik zwangerschappen bij andere vrouwen afgebroken. Dat vond ik niet lastig. Klinkt gek hè, maar er is een groot verschil tussen een gewenste en een ongewenste zwangerschap. Dan het dilemma van het beginnende leven. De wil van de vrouw telt in mijn ogen zwaarder, want in haar lichaam moet het allemaal gaan gebeuren. Tot slot wil ik graag iets rechtzetten. Mensen hebben het altijd over een abortus plegen. Een moord pleeg je, een abortus onderga je. Het is een medische behandeling.’

NINA ­WILLEMSE (31) 2006-2013 Geneeskunde Leiden 2014-NU Abortusarts Stichting ­Abortuskliniek Amsterdam

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: EDWIN WEERS

30


ESSAY

32

Journalistiek kan niet zonder factchecking

Sociale media

Dat stelt journalisten voor ethische dilemma’s: als de foto en naam van de vermeende dader op ­sociale media circuleren, kun je die als nieuwsmedium dan net zo goed ook publiceren? Of kun je je beter houden aan de klassieke ethische code om de privacy van een verdachte af te schermen? En wat moet je als journalist met al die onjuistheden die op sociale media en obscure websites circuleren? Gewoon negeren? Of moet je die weerleggen en te vuur en te zwaard bestrijden? Dat laatste is geen vanzelfspre­ kendheid voor journalisten. Want die zijn bezig met hun eigen publicaties. Wie wil weten hoe het zit, moet maar op het liveblog van een betrouwbare nieuwssite kijken, en zich niet verlaten op sociale media. Voor factcheckers is dat anders. Die zijn juist gespitst

op onwaarheden en doen hun best om die te ontzenu­ wen. Daarmee zijn factcheckers een nieuwe soort jour­ nalisten. Die niet primair zijn gespitst op het brengen van nieuws en het maken van verhalen, maar op het controleren van de feiten. Factcheckers hebben een bijzonder nuttige rol bij ­breaking news, zoals in Utrecht. Maar ook rond ver­ kiezingen, als politici van alles en nog wat beweren. En tijdens politieke debatten. In Amerika spelen organisaties als Politifact en Fact­ check.org een voorname rol in het publieke en politie­ ke debat: ze controleren beweringen van politici. Snopes is enorm bedreven in het weerleggen van hoaxes en broodje-aap-verhalen. In Nederland kennen we dat soort organisaties niet. Er zijn rubrieken in kranten (‘Klopt dit wel?’ van de Volks­ krant en NRC Checkt) en op nieuwssites (NUcheckt). Maar geen organisaties waarvan factchecking de core business is. Onwaarheden

Terwijl deze vorm van journalistiek broodnodig is in de huidige tijd. Want het wemelt van de geruchten op socia­ le media, het wemelt van de onzinberichten op websites, het wemelt van de politici die onwaarheden debiteren. Wij zijn in 2009 bij de opleiding Journalistiek en ­ Nieuwe Media aan Universiteit Leiden begonnen met Nieuwscheckers. Een onderwijsproject waarbij we stu­ denten leren om berichten in de media te ­factchecken. In 2017 deden we dat bij de beweringen van ­politici in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen. In hetzelfde jaar werkten we samen met Facebook om nepnieuws te bestrijden. We streven nu naar een nationaal expertisecentrum voor factchecking en desinformatie, waar studenten worden opgeleid en waar onderzoek wordt gedaan naar de ver­ spreiding en impact van nepnieuws en desinformatie. Dit voorjaar is via crowdfunding meer dan tienduizend euro ingezameld om tijdens de campagne voor de Euro­ pese verkiezingen te kunnen factchecken. Dat is een mooi succes. Maar om het hele jaar rond een expertise­ centrum te runnen, zullen we andere financiering moe­ ten vinden. Dat is een uitdaging, omdat je geen product verkoopt, maar een dienst verleent aan de samenleving. Wij geloven erin. De tijd vraagt erom.

Door Alexander Pleijter en Peter Burger, universitair docenten journalistiek

‘ Wat in het belang van het kind is, is lang niet altijd duidelijk’

‘S

teeds meer ­kinderen ­worden verwekt via ­nieuwe ­technieken, ­geboren uit een draag­ moeder of ­opgevoed in nieuwe, vaak complexe ­relatievormen of opeen­volgende ­relaties. De nieuwe dilemma’s in het jeugdrecht gaan dus vooral over ouderschap en ouderlijk gezag. Daar

TEKST: MIRJAM JOCHEMSEN, FOTO: TACO VAN DER EB

M

aandagochtend 18 maart. In een Utrechtse sneltram opent een man het vuur. Er vallen vier doden en negen gewonden. De dader vlucht. Al snel duiken foto’s op waarop de dader te zien zou zijn. ’s Mid­ dags verspreidt de politie een foto en de naam van de verdachte. Media publiceren die. Op Twitter en Facebook wordt furieus gereageerd op een tweet van GroenLinks-leider Jesse Klaver, die zegt dat hij het schandelijk vindt dat de verdachte met zijn ­volledige naam en zonder balkje voor de ogen in de media is gekomen. Ook beticht Klaver de politie van racisme. Het is een terugkerend patroon: bij schietpartijen, aan­ slagen en rampen, duiken op sociale media in no time nepberichten en nepbeelden op. De tweet die voor beroering zorgde was namelijk niet afkomstig van Jesse Klaver, maar van een parodie-account. De situatie op deze Utrechtse rampdag laat haarscherp zien met welke kwesties en dilemma’s de journalistiek tegenwoordig te maken heeft. En hoe de context waar­ in nieuwsmedia opereren, volslagen veranderd is door de komst van sociale media. Nieuwsmedia zijn niet langer de poortwachters die bepalen welke nieuwsfeiten mensen aangeleverd ­krijgen. Op sociale media doet Jan en alleman een duit in het ­zakje door geruchten en beelden te delen en retweeten.

DOSSIER ethiek

NR. 2  2019

LIES PUNSELIE is raadsheer-plaats­ vervanger in het Gerechtshof Den Haag en hoogleraar familie­ recht, in het bijzonder het jeugdrecht, in ­Leiden. Daarvoor werkte ze als raad­adviseur bij het ­ministerie van Justitie en Veiligheid en vervulde ze de rol van secretaris van de Staatscommissie ­Herijking ­ouderschap. In 2006 promoveerde ze in Leiden op de rechts­positie van pleegkinderen.

: MA M E g DIL e wee or Ho fact n? e e j e d e lij d d e m

moeten we voorzichtig mee omgaan, want we weten nog niet zoveel over wat zo’n moderne constructie voor een kind betekent. Hoe zwaar weegt de relatie met de bio­logische ouder? Hoe zwaar wegen rust en stabiliteit?’ Medelijden

‘Voor de kinderrechter is altijd de eerste afweging: wat is het belang

33

van het kind? Dat is soms moeilijk te bepalen. Neem bijvoorbeeld pro­ blematische scheidingen. Het kind woont bij de ene ouder maar zegt heel graag bij de andere te willen wonen. Is dat beter? En vindt het kind dat echt? Voor kinderen duurt een week veel langer dan voor ons; vaak missen ze de andere ouder gewoon erg. Of het kind heeft mede­ lijden met de andere ouder. Het is onderdeel van het levensgeluk van een kind zijn ouders gelukkig te zien, dus “medelijden” kan een legi­ tiem argument zijn. Hoe weeg je dat? Tegelijk houd je uiteraard ook reke­ ning met de belangen van de ouders. Die willen echt vaak allebei het bes­ te voor het kind, maar ja, je kunt het kind niet in tweeën hakken.’ ‘Soms komen we er niet meteen uit. Ook niet met de adviezen van betrok­ ken instanties. Dan zeggen we in de raadkamer na de zitting tegen elkaar: “We gaan er een nachtje over slapen.” Dat vind ik persoon­ lijk lastig. Je vraagt jezelf dan einde­ loos af of je niet iets over het hoofd ziet – een opmerking, een omstan­ digheid die niet is meegenomen. De ­beslissing kan van iets kleins kan afhangen.’


34

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

35

NR. 2  2019

één studie

twee wegen Waar een studie Informatica toe kan leiden…

de Ruiter (37) CV Johan software engineer bij Imo, Silicon Valley

Jan-Paul van Osta (27) CV development engineer bij ABN Amro 2009-2012: Bsc Informatica en Economie, Leiden 2012-2014: Msc ICT in Business, Leiden 2014: research stage bij Almende 2014: development engineer bij ABN Amro

2001 – 2009: Propedeuse wiskunde, Leiden 2008 – 2010: Bsc Informatica, met een minor in Business Administration, Leiden 2010 – 2012: Msc Informatica, Leiden 2003 – 2012 freelance puzzelmaker 2006: medeoprichter van puzzelwebsite www.PuzzlePicnic.com 2011: software engineer bij Imo, Palo Alto, Californië

W

W

as Informatica voor jou een logische keuze? ‘Op de basisschool speelde ik graag games. Ik wilde graag zelf spelletjes leren maken en heb mezelf met behulp van een boek leren ­programmeren. Op de middelbare school volgde ik het keuzevak informatica, waar ik een enorm enthousiaste docent had. Toch had ik niet de droom om programmeur te worden. Ik heb ook over economie gedacht. Leiden had toen net een track “Informatica en Economie” in samenwerking met de Erasmus Universiteit. Dat leek me interessant, ik wilde zien hoe informatica zich verhoudt tot het bedrijfsleven. Het was een goede keuze.’

En wat ben je na je studie gaan doen? ‘Ik werk nu bij ABN Amro als development engineer, mijn eerste baan na de researchstage die ik voor mijn masterscriptie deed. Met collega’s ben ik bezig met een groot project: de ontwikkeling van de “Geldmaat”, de nieuwe geldautomaat van de drie grote banken. Ik houd me bezig met ontwerpen, programmeren, testen. Er staat veel op het spel, een fout kan grote problemen veroor­ zaken. Dat vind ik interessant. Tijdens mijn studie dacht ik dat ik de managementkant op zou gaan, maar hier merk ik dat ik de technische kant van de ICT heel leuk vind. Ik zie mezelf voorlopig wel doorgaan met software-ontwikkeling.’

TEKST: ANNETTE ZEELENBERG, FOTO’S: MARIUS ROOS EN HOLLANDSE HOOGTE

Waarom beviel je studie in Leiden zo goed? ‘Aan de faculteit werd veel vooraanstaand onderzoek gedaan, dat is natuurlijk belangrijk. En het onderwijs was kleinschalig en persoonlijk. Je kende iedereen in je eigen jaar. De docenten waren heel benaderbaar, je kon zo bij ze binnenlopen. Ik heb als student-assistent ook werkcolleges over databases gegeven. Daar heb ik veel van geleerd, want je moet de stof heel goed begrijpen om die uit te kunnen leggen. Omdat de studie Informatica en Economie pas bestond, werden wij als studenten betrokken bij de ontwikkeling ervan. We gaven feedback over het onderwijs en organiseerden open dagen. Daar ben ik trots op, samen met de docenten hebben we toen echt iets neergezet.’

aarom heb je indertijd voor Leiden gekozen? ‘O, een goede vriend zat er ook, het was niet zo’n gemotiveerde keuze. Maar de studie Informatica was dat wel. Toen ik op de middelbare school zat, deed ik mee aan de Informatica Olympiade en zag toen dat ik echt wel wat kon op het gebied van programmeren. Daarvoor had ik dat eigenlijk niet zo door, ik heb mezelf alles geleerd. Dus heb ik informatica gekozen toen ik ging studeren, overigens aanvankelijk náást wiskunde. Ik ben geïnteresseerd in de raakvlakken tussen beide disciplines, ik voel me tussen IT’ers een wiskundige, en tussen wiskundigen voel ik me een IT’er.’ Als je terugkijkt op je studietijd, wat springt er dan uit? ‘Samen met vrienden deed ik mee aan programmeerwedstrijden. Daar heb ik veel van geleerd, ook over samenwerken. Vóór die tijd was ik meer een einzelgänger. Door die wedstrijden zag ik dat je met het juiste team veel meer tot stand kunt brengen dan alleen. Ook heb ik in 2007 met twee vrienden een puzzelwebsite opgezet, puzzle­ picnic.com. Ik vind het heel leuk om puzzels te ontwerpen en heb een boek uitgegeven met doolhofpuzzels, gebaseerd op een wiskundig concept.’ Nu werk je in Silicon Valley, een bijzondere plek. ‘Ja, ik werd al tijdens mijn studie benaderd door recruiters naar aanleiding van de programmeerwedstrijden waaraan ik meedeed. Het bedrijf waar ik nu werk heet Imo, een start-up van een van de eerste Googlers, “Google nr 9”. We maken een app om te chatten en te videobellen, een con­ current van WhatsApp. De app heeft nu een paar ­honderd miljoen gebruikers, vooral in het Midden-­ Oosten. Het is een relatief klein bedrijf dat me veel vrijheid biedt. Mijn collega’s vind ik inspirerend, ze komen van over de hele wereld, vaak zijn ze grote talenten in hun vak. Tegen sommigen kijk ik echt op. We maken soms lange dagen, maar er is ook ruimte om te kletsen. “Did you solve any interesting problems lately?”- dat is hoe ik vaak mijn collega’s begroet. Ik heb het hier naar mijn zin.’


36

NR. 2  2019

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

37

Solafa Saad (29) vluchtte eind 2016 uit haar geboorteland Soedan naar Nederland. Nu volgt ze het Voorbereidend Jaar Leiden (VJL): een initiatief van de Leidse universiteit, hogeschool en vluchtelingenhulp­ organisatie UAF om jonge vluchtelingen voor te bereiden op een studie. ‘Tijdens het VJL heb ik mijn zelfvertrouwen hervonden.’

‘T TEKST: FRIEDERIKE DE RAAT, FOTO’S: MARIUS ROOS

Vluchtelingen in Leiden

Bouwen aan een nieuwe toekom    st

oen ik eind 2016 in Nederland aan­ kwam, kende ik alleen de clichés over het land: dat het plat is, dat er veel molens en fietsen zijn en dat het een koninkrijk is. Dat had ik geleerd op school, tijdens lessen over Europa. Inmiddels ken ik het land een stuk beter.’ ‘In Soedan studeerde ik Management Information Systems, computer­ programmering voor managers. Niet omdat ik dat zo’n leuke studie vond, maar omdat ik graag naar de univer­ siteit wilde en wegens goede c­ ijfers op de middelbare school een beurs kreeg voor die studie. Zonder veel geld of de juiste relaties kun je in ­Soedan niet zomaar kiezen wat je wilt gaan studeren. En ik had noch geld noch relaties. Ik ben gevlucht omdat ik actievoerde voor allerlei funda­ mentele mensenrechten: voor vrou­ wen, kinderen, homo’s ... Ik had veel aanhangers op Facebook en ik was mede-oprichter van een orga­ nisatie die hulp gaf aan arme kinde­ ren. Ook was ik actief in een organi­ satie die hulp bood aan daklozen. De overheid in Soedan beschouwt actie­ voerders en vrijwilligers als gevaarlij­ ke mensen, omdat ze ideeën kunnen verspreiden die de regering niet aan­ staan. Ik heb verscheidene malen in de gevangenis gezeten.’ ‘Toen ik in mijn eentje, zonder fami­ lie, in Nederland aankwam, zag het leven er heel wazig uit. Het was één donker gat. Door heel hard te werken

en Nederlands te leren, sta ik nu weer overeind. Ik wil volgend jaar Interna­ tional Relations gaan studeren aan de universiteit. Door die studie hoop ik conflicten beter te leren begrijpen en er oplossingen voor te vinden. Ik wil antwoorden vinden op veel vragen. Daarna wil ik graag een baan waar­ in ik de wereld een stukje beter kan maken. Ambassadeur worden bij­ voorbeeld, of werken bij een multi­ national, of het Strafhof, of de VN. Ik weet het nog niet.’ Kritisch denken

‘Mijn eerste stap in de richting van die toekomst is het Voorbereidend Jaar Leiden. Mijn contactpersoon bij de gemeente vertelde erover. Ik ben in september vorig jaar begonnen. Ik volg de vakken Nederlands, Studie­ vaardigheden, Maatschappijleer, Geschiedenis en Engels, want mijn moedertaal is Arabisch. Ik vind dit jaar erg nuttig. In het begin moest ik wennen aan de manier van lesgeven. In Soedan ging het om zoveel moge­ lijk kennis opdoen, hier in Neder­ land draait het veel meer om begrip van de lesstof. En cultuur maakt daar deel van uit. Zo gaat een Nederlandse tekst die we moeten analyseren over de rol van de koning in de parlemen­ taire democratie. Er wordt ook naar jouw mening gevraagd in de oefenin­ gen, dat stimuleert je kritisch denk­ vermogen. Prettig, want dat is wat ik wil: kritisch denken. Niet napra­ ten wat “de groep” zegt. In Soedan hoorde ik voortdurend dat ik ver­ keerd bezig was. Dan ga je twijfe­ len aan jezelf. Tijdens het VJL heb ik


38

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

terug in de banken

NR. 2  2019

NR. 2  2019

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Michiel Haegens (43)

mijn zelfvertrouwen hervonden en dat maakt me sterker. En als je jezelf bent, kun je veel bereiken.’ ‘Het VJL is een kosmopolitische omgeving met mensen uit de hele wereld. Ik kan goed overweg met mijn klasgenoten. Je deelt met hen de ervaring dat je je land achter je hebt moeten laten en ik herken hun verha­ len over oorlog. Ik ben opgegroeid op het platteland van Zuid-Soedan, een conflictgebied. Het eerste wat ik in mijn leven leerde, was wegduiken als ik een bommenwerper hoorde aanko­ men. Er was nooit rust, je was altijd voorbereid op vluchten.’ ‘Nu woon ik alleen, in Leiderdorp. Ik vul mijn tijd met studeren, contacten leggen en integreren. Ik heb ook con­ tact met Soedanezen elders in Euro­ pa. Ik ben blij dat ik mag gaan stu­ deren in Leiden. Voor mij is het niet zomaar een universiteit. Veel van mijn Soedanese rolmodellen studeer­ den in Leiden, er is een belangrijk Afrika-Studiecentrum en de univer­ siteit heeft een bijzondere geschie­ denis, waarbij bezetting, opstand en bevrijding een grote rol hebben gespeeld. De Leidse universiteit heeft een speciaal plekje in mijn hart.’

Nagenoeg elk jaar frist Michiel Haegens (Rechten, 1994-2001) zijn kennis op tijdens Leiden Revisited. ‘Een geslaagde combi van bijscholen en bijpraten’, aldus de merkjurist.

Studenten ­helpen vluchtelingen IncLUsion is een studenten­initiatief dat vluchteling­studenten, die zich (nog) niet als reguliere ­student kunnen inschrijven, in staat stelt om kosteloos een aantal vakken te volgen. I­ncLUsion biedt vluchtelingen de mogelijkheid om kennis op te doen en de Leidse academische wereld en de Nederlandse samenleving beter te leren kennen. De studenten in spe kunnen per semester twee Engelstalige bachelor­ vakken volgen. Wie het vak succesvol afrondt, ontvangt een certificaat. De student kan ook deelnemen aan sociale activiteiten.

MOOI WEER Leiden Revisited trekt ­jaarlijks een groot aantal Leidse rechten-alumni. De ­presentaties zijn goed voor de advocaten­ punten, maar het evenement is ook populair vanwege de netwerkborrel na afloop. Haegens schrijft zich bijna elk jaar in. Dit jaar zal dat voor de achtste keer zijn. Natuurlijk schuift hij aan bij de presentaties over zijn eigen vakge­ bied (IE, intellectueel eigendomsrecht), maar juist de mix aan juridische onderwerpen maakt Leiden Revisited een aantrekkelijk event in zijn ogen. ‘Je komt in Leiden al je oud-studie­genoten weer tegen. Ook degenen die een heel andere richting zijn opgegaan.’

Op verzoek van de gemeente Leiden ­zetten de universiteit en de hogeschool drie jaar geleden het Voor­ bereidend Jaar Leiden (VJL) op. Het doel was om hoogopgeleide vluchtelingen van 18-30 jaar een “tussenjaar” te bieden waarin zij zich kunnen voorbereiden op een studie aan

de universiteit of hogeschool. De meesten van hen zijn Syriërs, maar er zijn ook vluchtelingen uit Afghanistan, Iran, Soedan, Eritrea en Congo. De vluchtelingen volgen tijdens het VJL de vakken die zij nodig hebben voor hun latere studie, zoals Nederlands, Engels en geschiedenis. Omdat veel vluchtelingen geen eindexamen hebben kun-

nen doen, moeten zij toelating doen voor de universiteit of hogeschool via staatsexamens. ‘Elke student volgt in het VJL dus een eigen lespakket, afhankelijk van de studiekeuze’, vertelt Hildegard Aerden, coördinator van het VJL. De meeste studenten kiezen voor een medische studie of een studie op het sociaal-juridische vlak, zoals Inter-

national Relations. Van de vluchtelingen die het VJL doen, gaat circa 80 procent daadwerkelijk studeren. Bijna een derde kiest voor de universiteit, de overige studenten gaan naar het hbo. Het VJL wordt gefinancierd door universiteit, hogeschool en ondersteund door het UAF. De Nederlandse lessen betalen de vluchtelingen uit hun taalbudget.

TEKST: NICOLLINE VAN DER SPEK, FOTO: TACO VAN DER EB

Voorbereidend Jaar Leiden

HOOG NIVEAU Haegens heeft zijn sporen als merkjurist verdiend bij een groot merken- en octrooibureau in Den Haag, waar hij tot zijn overstap naar Turnstone in 2016 hoofd van de ­merkenafdeling was. In zijn huidige baan advi­ seert hij bedrijven en instellingen over product­ bescherming, re-branding en IE-strategieën, maar ook over de bescherming en handhaving van merken, modellen, copyright, handels­ namen en domeinnamen. Daarnaast schrijft hij regelmatig artikelen, geeft hij lezingen en is hij als docent verbonden aan de beroepsopleiding voor Benelux Merken- en Modellengemachtig­ den. Blijvend leren is een must binnen zijn ­vakgebied. ‘Er is zoveel jurisprudentie. Als je die niet bijhoudt, lever je onvermijdelijk kwali­ teit in. Leiden Revisited is eerlijk gezegd maar een klein onderdeel als het gaat om bijscholing, maar het niveau is elk jaar hoog, to the point en actueel, met heel goede presentaties.’ MATCH MET DE ZAAL ‘Zeker als je voor ­ akgenoten spreekt moet je boven de materie v staan. Anders prikken de mensen er zo door­ heen. In al die jaren heb ik nooit met gekromde tenen geluisterd. Dat zegt genoeg. Ook is er in Leiden altijd een goede match met de zaal, met ruimte voor een grap tussendoor. Die interactie maakt dat je geboeid blijft luisteren. Wel mag er wat mij betreft meer tijd genomen worden voor de presentaties. Dat levert ook nog eens meer advocatenpunten op.’

Leiden Revisited is dit jaar op vrijdag 30 augustus. Zie de Agenda op pagina 40.

Leidraad

39


Leidraad

AGENDA Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen

en/events/2019/05/facultylecture-and-bbq.

8 en 29 juni ALUMNIDAGEN Biofarmaceutische Wetenschappen op 8 juni www.aesculapius.nl Scheikunde/MST op 29 juni chemischdispuutleiden.nl

Faculteit Geesteswetenschappen

28 september ESTAFETTELOOP Leiden Science Run 2019. Voor teams van 4 personen die ieder 4,44 km lopen. universiteit­leiden.nl/ leidensciencerun Faculteit Rechten 30 augustus LEIDEN REVISITED Het alumni-event in de Oude Sterrewacht biedt dit jaar twee opties. Het totaalpakket bestaat uit sessies én ­avondprogramma met muziek, bekende s­ preker (alumna), borrel en diner. U kunt ook kiezen voor alleen het avondprogramma vanaf 17:30. Aanmelden of meer informatie? Mail naar alumni@law.leidenuniv.nl. Juli en augustus SUMMERSCHOOLS De Faculteit Rechten biedt diverse interessante summer schools. Op het gebied van international criminal law, heritage destruction, sexual orientation and gender identity en nog veel meer. Zie onder de categorie ‘cursus’ op universiteitleiden.nl/ agenda Faculteit Archeologie 16 mei LEZING EN BBQ Voor studenten, medewerkers en alumni. Lezing van dr. Nick Shepherd (Aarhus University) over de rol van fotografie in de ontwikkeling van de archeologie als wetenschappelijke discipline. Aanvang 16 uur. Voor de aansluitende barbecue is aanmelden verplicht. www.universiteitleiden.nl/

SIGNALEN

NR. 2  2019

11 mei ALUMNIDAG Alle alumni Zuid- en Zuidoost-Aziëstudies (ZZOA), Talen en culturen van Zuidoost-Azië en Oceanië, Talen en culturen van Indonesië (Indologie) en Talen en culturen van India en Tibet zijn van harte welkom van 14 tot 19 uur. bit.ly/sseas-alumnidag Academy of Creative and Performing Arts (ACPA) 23 mei, 2 en 27 juni, 6 juli CONCERTEN Maandelijkse concerten in de Lokhorstkerk: 23 mei en 27 juni. Zomerconcert Practicum Musicae op het Koninklijk ­Conservatorium, 2 juni. PM Open Air in Openlucht­ theater Leidse Hout 6 juli. SSR 7 juni Netwerkevent Proeverij en mensen ontmoeten via Stichting Oud-Leden SSR-Leiden. Catena 25 mei Pubquiz 21 juni Zomerborrel Minerva 4 april 2020 Save the date: Lustrumviering van VVSL LSC 1970. Berichten volgen in Virtus/Nitor en via Leidraad en mail. Contact: jaarlustrum1970@gmail.com

Kijk voor meer informatie en activiteiten op universiteitleiden.nl/agenda Uitnodigingen ontvangen? Geef uw e-mailadres door: info@alumni.leidenuniv.nl

AUGUSTINUS

Uitbouw ­plannen

Beste vrienden maak je in late adolescentie

Augustinus heeft uitbouwplannen voor de sociëteit. Ruim een jaar geleden kocht de studentenvereniging het nabijgelegen pand aan de Papengracht. De sociëteit van Augustinus is sinds 1926 aan het Rapenburg gevestigd. Een grote brand in 1978 legde het pand in de as. Om de wederopbouw te financieren werd toen het pand aan de Papengracht verkocht. Zo’n veertig jaar later werd het pand teruggekocht. Om de uitbouwplannen te kunnen realiseren is de vereniging op zoek naar mensen met expertise en donateurs. Deze kunnen zich melden via voorzitter@ lvvsaugustinus.nl.

41

SOCIALE WETENSCHAPPEN

Wat gebeurt er in de hersenen van jongeren als ze geld winnen voor een ander? Verschillende soorten vriendschappen geven een andere reactie in de hersenen. Dit is vooral te zien bij stabiele vriendschappen later in de adolescentie. Dat blijkt uit onderzoek van de Leidse psycholoog Elisabeth Schreuders.

V

oor het onderzoek liet ze deelnemers (van 8 tot 29 jaar) een spelletje s­ pelen waarbij ze kop of munt moesten gokken. Bij goed gokken kregen ze geld, bij fout gokken verloren ze geld. Schreuders keek hoe de hersenen op beloningen reageren. Wanneer de jongeren het geld voor een beste vriend

FOTO: H OLLANDSE HOOGTE

40

HORTUS

Geneeskrachtige planten in de Hortus Van aspirine tot opium: veel van onze geneesmiddelen komen oorspronkelijk uit planten. Van 16 mei tot 27 oktober staat de geneeskrachtige werking van planten centraal in de Hortus botanicus. Tijdens de tentoonstelling ‘Beter met planten’ worden bezoekers met een wandelplattegrond langs een aantal hoogtepunten geleid. Meer informatie en andere activiteiten: hortusleiden.nl

moesten winnen, viel haar iets op. Bij deelnemers met stabiele vrienden neemt de hersen­activiteit eerst toe en daarna weer af. Hun band blijft de hele adolescentie goed. Die veranderende hersenactiviteit is er niet bij instabiele vriendschappen. De hersenactiviteit van deelnemers met stabiele vriendschappen tot in de late adolescentie wijst volgens Schreuders op een gevoelige periode voor de ontwikkeling van beste vriendschappen. ‘Al deze jongeren hebben ­beste vrienden, dus ze doen het goed op sociaal gebied. Wel denk ik dat in de vroege adolescentie je ­sociale netwerk uitbreiden belangrijker is en daarna pas beste vrienden worden.’

RECHTEN

Boeken lenen als voorbereiding op je carrière

O

nline is ontzettend veel informatie te vinden, maar soms is het lezen van een boek veel inspirerender. Vanuit die gedachte is in de rechtenfaculteit aan het Steenschuur de Career Corner opgezet. Hier kunnen rechtenstudenten terecht voor een boek om zich voor te bereiden op de arbeidsmarkt. In de hoek in de bibliotheek zijn boeken over onder meer solliciteren, assessments en oriëntatie op de arbeidsmarkt te vinden. ‘We merk-

ten dat ook internationale studenten het lastig vinden om hun weg op de arbeidsmarkt te vinden’, zegt loopbaancoach aan de rechtenfaculteit Marije Bedaux. ‘Vandaar dat de Career Corner ook over een aantal boeken in andere talen beschikt, zoals Engels, Duits en Frans.’ De Vereniging Vrienden van de Juridische Faculteit gaf financiële ondersteuning aan het plan, zodat Bedaux in samenwerking met medewerkers van de Juridische Bibliotheek boeken kon aanschaffen.


42

Leidraad

NR. 2  2019

SIGNALEN

NR. 2  2019

43

VEERSTICHTING

Generaties in gesprek

LUMC aantrekkelijkste werkgever Het LUMC is uitgeroepen tot de aantrekkelijkste werkgever van Nederland in de ­sector non-profit. Het LUMC won deze prijs in het kader van het Randstad Employer Brand Research. Dit onderzoek naar de aantrekkelijkheid van bedrijven wordt jaarlijks uitgevoerd in 32 landen. De respondenten ­vinden het LUMC een

interessante werkgever vanwege de uitdagende werkomgeving en de samenwerking met vooraanstaande kennisinstituten. Het LUMC investeert bovendien in een ­veilige leercultuur, waarbinnen de professionals elkaar uitdagen om tot steeds betere oplossingen voor de gezondheidszorg te komen. De belang-

rijkste motivatie van medewerkers in het LUMC is het verschil kunnen maken in de gezondheid van mensen. Het is niet de eerste keer dat het LUMC de award won: in 2012 en 2015 gebeurde dat ook al.

MINERVA | QUINTUS | NJORD

Lustrumtijd! Minerva, Quintus en Njord bestaan respectievelijk 205, 40 en 145 jaar en vieren deze zomer alle drie hun lustrum.

Minerva sluit deze zomer zijn 41ste lustrumjaar af met twee weken feest op het terrein van het oude post­ kantoor aan de Schipholweg. Van 28 juni tot en met 12 juli zijn daar tal van activiteiten. Op 29 juni zijn alle reünisten welkom op de Reünistendag en op 9 juli is er een lustrum­musical in de Theater­Hangaar in Valken­burg. Quintus viert zijn achtste l­ustrum van 19 tot en met 28 juli op het sportcomplex aan de Haagse Schouwweg. Reünisten zijn voor die tijd al welkom. Zaterdag 18 mei is er een r­ eünistensubdag en zaterdag 6 juli is de reünistendag in de Hortus Botanicus. Het 29ste lustrumjaar van roei­ vereniging Njord wordt afgesloten met een lustrumweek van 8 tot en met 12 juli. ­lustrumminerva.nl, lustrum­quintus.nl en n ­ jordlustrum.nl

GEESTESWETENSCHAPPEN

Ode aan geestes­ wetenschappen met tentoonstelling

Op 13 en 14 juni organiseert de Veerstichting het 40ste Veerstichting ­symposium in de Pieterskerk. 250 studenten en 250 z­ ogenoemde ‘vormgevers van de maatschappij’ gaan de discussie aan met elkaar rond het thema ‘Grenzen aan maakbaarheid?’ Bent u geïnteresseerd om in gesprek te gaan met de studenten en andere deelnemers? Neem dan contact op met Robin Kautz via vormgevers@veerstichting.nl of 071-5123545. Meer informatie op www.veerstichting.nl.

SSR

Alles over mentale gezondheid bij Volkenkunde SSR houdt op zaterdag 25 mei een ‘groot maatschappelijk evenement’ in Museum ­Volkenkunde. Deze dag staat in het teken van mentale gezondheid. Zo is er onder andere een lezing over psychose, een workshop over hypnose en een lezing over wat stress doet met je lichaam. De entree voor het ­evenement is gratis. Meer informatie via Facebook @GrootMaatschappelijk EvenementSSRL

Het is een ode aan geestesweten­ schappen. De tentoonstelling ­‘Humanities Matter’ laat kunst­werken zien van studenten, mede­werkers en alumni die de geesteswetenschappen een warm hart t­ oedragen. Van 25 mei tot 8 juli is de tentoonstelling te bezoeken in de Faculteit der Geesteswetenschappen op de ­Cleveringaplaats.

STUDIUM GENERALE

50 jaar na Woodstock In 1969 werd muziekgeschiedenis geschreven met Woodstock, waar de vrije liefde en legendarische optredens c ­ entraal stonden. Precies vijftig jaar later staat Studium Generale samen met poppodium Gebr. de Nobel stil bij het festival. Met een speciale lezingenreeks kunnen b ­ ezoekers genieten van de muziek van toen en zich verdiepen in de verhalen a ­ chter het ­festival. Dinsdagavond 21 mei staat in het teken van de seksuele ­revolutie en de Nederlandse festivalgeschiedenis. Data en andere activiteiten van Studium Generale zijn te vinden op universiteit-leiden.nl/studium-generale

WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN

GOVERNANCE AND GLOBAL AFFAIRS

Nieuwe masteropleiding over duurzaamheid

O

p de campus in Den Haag begint in september een ­nieuwe masterstudie. De op­­ leiding Governance of S ­ ustainability richt zich op duurzaamheid vanuit twee perspectieven. Zo kijken studenten vanuit natuurwetenschappelijk perspectief en vanuit de s­ ociale

wetenschappen naar duurzaamheid. De master komt er volgens Universiteit L ­ eiden omdat er grote vraag is naar intermediairs met deze achtergrond. De opleiding wordt verzorgd door de faculteiten ­Wiskunde en Natuur­wetenschappen en ­Governance and Global Affairs.

SOCIALE WETENSCHAPPEN

FOTO: HOLLANDSE HOOGTE

LUMC

Jongens lopen niet achter in ­hersenontwikkeling Hersens van jongens lopen niet achter in ontwikkeling vergeleken bij meisjes. Dat blijkt uit onderzoek van psychobioloog Lara Wierenga. Dat meisjes op school beter presteren dan jongens ligt niet aan een verschil in de hersenontwikkeling. ‘Als mensen zich hiervan bewust ­worden, hopen we op gelijkere k ­ ansen voor het individu, in plaats van dat we uitgaan van het jongens- of meisjesbrein’, zegt Wierenga. Voor haar onderzoek volgde ze vijf jaar lang ruim 200 jongens en meisjes tussen de 8 en 29 jaar. Ze ontdekte dat de hersenontwikkeling bij jongens en meisjes zeer vergelijkbaar is. ‘De verschillen in schoolprestaties liggen in ieder geval niet aan een verschil in hersenontwikkeling tussen jongens en meisjes.’


Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

GEESTESWETENSCHAPPEN

Talen op Haagse stoepen

D

e studie van het spijkerschrift kreeg in 1918 een vaste plek aan onze universiteit. Dit jaar wordt de tweede eeuw van de Leidse assyriologie ingeluid met een aantal activiteiten. Op 20 juni is er een feestelijke reünie voor alumni, oud-medewerkers, studenten en vrienden in Stadscafé van der Werff.

Alumni masterclass

Stress op de werkvloer

S

MUSEUMNACHT

tress op de werkvloer wordt wel beroepsziekte nummer één genoemd. Meer dan een miljoen Nederlanders lopen jaarlijks het risico op een burn-out en andere werkgerelateerde psychische klachten. Maar wat is stress? Hoe herken je stressfactoren? Is stress altijd negatief? Tijdens deze masterclass behandelen Leidse wetenschappers vraagstukken rondom het begrip stress; herkennen van (onbewuste) stressfactoren, conflict­ hantering en methoden om ­effectief om te gaan met stress op de werkvloer. Deze masterclass is voor iedereen die meer wil weten over de invloed van en het omgaan met stress op de werkvloer. Meer informatie en inschrijving: universiteitleiden.nl/masterclasses

Bieryoga en theeceremonie tijdens Museumnacht

Jonge Alumni Netwerk

Meer informatie over de alumnidag en de andere feestelijkheden is te vinden via universiteitleiden.nl/100-jaar-assyriologie

B

Oskam in de Hortus en lachtherapie in de Oude Sterrewacht. In museum Boerhaave wordt het drinken van een biertje gecombineerd met yoga. En natuurlijk: ­Universiteit Leiden viert in het Academiegebouw haar 444-jarig bestaan. Meer informatie over de museumnacht is te vinden op museumnachtleiden.nl.

Ook de komende maanden staan er weer tal van activiteiten op het programma voor jonge alumni tot en met 35 jaar. Zo zijn er onder andere workshops over duurzaamheid, geld en vindt er een netwerkborrel plaats. Houd voor meer informatie en exacte data onze website in de gaten. www.universiteitleiden.nl/jan

Leergang over terrorisme

Hoeveel talen worden er in Den Haag gesproken? Het is een vraag die hoogleraar Ingrid Tieken van Universiteit Leiden al zo’n drie jaar bezighoudt. Vlak voor de zomer verschijnt haar boek ‘Haagse talen’.

Hoe worden mensen geraakt door maatregelen op het gebied van terreur? En op welke manier passen deze in het grotere veiligheidsdoel?

‘T

oen ik een paar jaar geleden weer in mijn geboortestad Den Haag kwam wonen, ontdekte ik hoe multicultureel en meertalig Den Haag is geworden’, zegt taalkundige Tieken. Ze vroeg zich af hoeveel talen er worden gesproken, maar niemand kon het haar vertellen. Ze begon zelf een zoektocht en interviewde voor weekkrant Den Haag Centraal 31 mensen over hun moedertaal. Er komen veelvoorkomende talen in haar columns voor, zoals het Sarnámi uit Suriname, maar ook minder voorkomende talen zoals het IJslands en het Ngiemboon uit Kameroen. Uit deze interviews is een reeks ­spreuken voortgekomen die op de stoepranden tussen station Hollands

45

GOVERNANCE AND GLOBAL AFFAIRS

GEESTESWETENSCHAPPEN

100 jaar Assyriologie

ieryoga, een Japanse theeceremonie en planten printen met een 3D-printer. Het kan allemaal tijdens de elfde Museumnacht in Leiden op zaterdag 18 mei. Tien musea openen dan de deuren. Niet alleen voor een museumbezoek zijn mensen welkom, er zijn ook optredens, workshops en lezingen. Zo is er een gedichtenshow van René

SIGNALEN

NR. 2  2019

FOTO: ANGELINA ADAM

44

Spoor en Chinatown zijn gegraveerd. Te beginnen met het Haags: ‘Kommie doen?’ De interviews worden gebundeld in het boek ‘Haagse talen’ dat eind mei verschijnt bij uitgeverij De Nieuwe Haagsche, in het Nederlands en in het Engels.

Op deze vragen wordt ingegaan ­tijdens de verdiepingsleergang ­Terrorisme, Recht en Veiligheid die op 23 mei begint in het Centre for ­Professional Learning in Den Haag. Op 27 mei begint op dezelfde plek het vak Public Affairs, waarbij wordt gewerkt aan de aanscherping van persoonlijke vaardigheden. Wie meer wil weten over het voorkomen en opsporen van gewelddadig extremisme en de reacties erop, kan in augustus meedoen aan het zomerprogramma ‘Preventing, Detecting and Responding tot he Violent Extremist Treat’, ook in het Centre for P ­ rofessional Learning. Meer informatie en inschrijven: universiteitleiden.nl/agenda

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEKEN

Art Nouveau-boekbanden geschonken Alumnus Gajus Scheltema heeft een bijzondere boeken­collectie geschonken aan U ­ niversitaire ­Bibliotheken Leiden (UBL). Het gaat om drie meter boeken met ­bandontwerpen en illustraties van zijn overgrootvader Willem Wenckebach.

D

e boekbanden zijn op de Art Nouveau geïnspireerd en verkeren in zeer goede staat. Ze worden zo snel mogelijk beschikbaar gemaakt voor

onderzoek. Door deze schenking heeft de UBL de grootste collectie Wencke­bach boekbanden in Nederland in bezit. Meer boekbanden uit de Art N ­ ouveau zijn te zien in Museum M ­ eermanno in Den Haag. Daar is nog tot en met 23 juni de tentoonstelling ‘De Bijzondere Band, Art Nouveau-boeken van Dijsselhof, Lion Cachet en ­Nieuwenhuis’ te zien. Deze drie ontwerpers verhieven de boekband van gebruiks­voorwerp tot kunstvoorwerp. Voor deze tentoonstelling zijn topstukken van Museum Meermanno en ­Koninklijke Bibliotheek aangevuld met stukken van UBL.


46

NR. 2  2019

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

47

de jonge wetenschapper Meike de Boer

Misdrijven helpen oplossen met spraakanalyse. Dat is kort gezegd waar Meike de Boer (26) zich voor inzet met haar promotieonderzoek. ‘Door te analyseren hoe iemand ‘eh’ zegt, kun je die persoon helpen identificeren. Hopelijk ook als die persoon verschillende talen spreekt.’

TEKST: WILKE MARTENS, FOTO: TACO VAN DER EB

M

Cluedo met taal

eer dan twintig­duizend telefoongesprekken worden jaarlijks in Nederland afgetapt door opsporings­diensten. Maar hoe weet je zeker of je de ver­ dachte hoort? Wat als diens stem vervormd wordt? Of de verdachte beweert dat iemand anders met zijn telefoon heeft gebeld? De forensisch taalkundige kan hier uitsluitsel over geven. Meike de Boer draagt bij aan verbetering van deze opsporingsme­ thode door haar promotieonderzoek. ‘De klank eh staat centraal in mijn onderzoek’, vertelt De Boer. ‘Ik ver­ richt metingen aan geluidsopnames van eh: hoe lang zijn ze, hoe klinken ze, wat is de toonhoogte? Mijn spe­ cifieke vraag is of de taal die iemand spreekt dit beïnvloedt. Oftewel: zeg­ gen mensen in verschillende talen op dezelfde manier eh?’ Het vakge­ bied is vrij nieuw: hoe meer weten­ schappelijke onderbouwing, hoe beter spraakherkenning kan helpen bij het opsporen of uitsluiten van ver­ dachten.

Wat is... Forensische fonetiek? Binnen de forensische fonetiek wordt gekeken naar onderlinge verschillen in de manier waarop

Al van jongs af aan had De Boer een groot rechtvaardigheidsgevoel. ‘Als kind vond ik regels naleven belang­ rijk. Als ik met een vriendinnetje en haar moeder naar school fietste, wei­ gerde ik door rood te gaan als zij dat wel deden.’ Dit vertaalde zich later in de wens om agent te worden. ‘Ik ging naar open dagen van de politieacade­ mie, maar de sporttest schrikte me af. Bovendien deed ik regelmatig mijn ogen dicht als ik naar politieseries keek, omdat ik het te spannend vond.’ Relevantie

Na een mentale omweg langs genees­ kunde (‘dat sloot het beste aan op mijn profiel’), kwam De Boer terecht bij Communicatie- en Informatie­ wetenschappen aan de Vrije Univer­ siteit (VU) in Amsterdam. ‘Ik vond de opleiding van mijn ­t weede keus eigenlijk veel leuker, maar na een tijdje miste ik maatschappelijke rele­ vantie. Totdat we het vak ­Forensische Taalkunde kregen: ik kon mijn ­kennis gebruiken in forensische ­toepassingen.’

mensen spraak produceren. Als duidelijk is hoe iemand praat of bepaalde klanken uitspreekt, helpt dat om die p ­ ersoon te identificeren. In de ­forensische opsporing kan dat van pas komen wanneer een anoniem

Het inspireerde De Boer om de stu­ die Criminologie er bij op te pak­ ken en een master Rechtspsycholo­ gie in Maastricht te volgen. Toen ze die master bijna had afgerond, hoor­ de ze over de nieuwe master Forensic ­Linguistics aan de VU. Dat was precies waar De Boer zonder het te weten eigenlijk op had gewacht. ‘Na zes jaar studeren kon ik eindelijk doen wat ik écht wilde.’ Nog voordat ze deze mas­ ter had afgerond, wees een docent haar op de promotieplek in Leiden. ‘Ze vroegen een afgeronde master Taalkunde, maar die had ik nog niet, en ik richtte me vooral op geschre­ ven tekst.’ Ze reageerde toch. Toen tijdens het gesprek werd gevraagd naar haar ervaring met experimen­ tele fonetiek, dacht De Boer geen kans te maken. ‘Ik had totaal de ver­ keerde achtergrond, maar ze hebben de vacature zelfs gesplitst om mij te ­kunnen aannemen.’ Schrijven

De Boer hoopt na haar promotie bij het Nederlands Forensisch Insti­ tuut aan de slag te kunnen. ‘Het liefst zou ik als externe taalkundige bij zaken betrokken worden, zodat ik me wetenschappelijk kan blijven ont­ wikkelen en mijn kennis in de prak­ tijk kan toepassen.’ Maar ook wil ze populairwetenschappelijk schrijven over eh. ‘Het is toch een klank waar nooit iemand over nadenkt, terwijl iedereen hem gebruikt!’

telefoontje is afgetapt en bepaald moet worden of het om de verdachte gaat of iemand anders. Forensische fonetiek is onderdeel van de forensische linguïstiek (taalkunde). In dat vakgebied valt alles wat recht en taal

combineert: variërend van de taal van de politie, advocaten of rechters tot de manier waarop taal als bewijs kan dienen in een rechtszaak.


48

NR. 2  2019

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

49

sleuteldragers MICHIEL CORSTEN

Studie: Fiscaal Recht (1998-2006). Loopbaan: verschillende commerciële functies; switch in 2012, runt sindsdien eigen executive searchbureau in de zorgsector. Jonge Sleuteldrager sinds: 2016.

HÉLÈNE GORTER-VAN GORP

Studie: 1 jaar Rechten, switch naar Geschiedenis (1988-1994). Loopbaan: verschillende functies rond bedrijfs­ management, heeft nu eigen bedrijf (www.jikx.nl). Sleuteldrager sinds: 2015

Je eigen pad ontdekken

TEKST: MIRJAM JOCHEMSEN, FOTO’S: MONIQUE SHAW

HUGO NOORDHOEK HEGT

Studie: Rechten (1980-1986) Loopbaan: commerciële functies in de internationale coatingsen inktindustrie; nu investeerder en adviseur in innovatieve start-ups. Sleuteldrager sinds: 2017

Nieuwe ideeën ondersteunen

‘I

Sleuteldragers

k heb in meerdere betekenissen een kleurrijk leven,’ constateert Hugo Noordhoek Hegt. Na zijn rechtenstudie reisde Hugo voor AKZONobel de hele wereld over om bedrijfsdivisies en fabrieken op te zetten. Voor het Zwitserse SICPA verkocht hij de verpakkingsinkt-divisie aan het Duitse Siegwerk, en bleef daar twaalf jaar als medebestuurder. Twee jaar geleden vond hij het mooi geweest: tijd voor verandering. Inmiddels terug in Nederland staat Hugo start-ups bij

met middelen en advies. De dynamiek van verkopen, een business opzetten en innoveren, het zit hem in het bloed. Als Sleuteldrager geniet Hugo ervan om, na jaren van vriendschappen op afstand, zijn oude studievrienden weer geregeld te zien. Onder andere tijdens het Sleuteldragers­ diner, waar het ophalen van oude herinneringen samengaat met het ondersteunen van nieuwe ideeën. ‘Als ondernemer weet ik hoe belangrijk het kan zijn: net op het juiste moment dat financiële duwtje in de rug.’

Sleuteldragers steunen innovatieve wetenschappelijke onderwijs- en onderzoeksprojecten. Schenkingen, vanaf 500 euro per jaar, worden gedaan in een fiscaal aantrekkelijke schenkingsovereenkomst. Jonge sleuteldragers dragen bij vanaf 120 euro per jaar. Sleuteldragers zijn welkom bij alle jaarlijkse academische hoogtepunten. Ook is er een speciaal Sleuteldragersdiner. Meer informatie over het Sleuteldragerschap: Sleuteldrager@LUF.leidenuniv.nl of www.luf.nl

‘V

erbreed je horizon, durf je persoonlijke pad te verleggen.’ Het is precies wat Hélène Gorter-van Gorp deed in haar eigen leven. ‘Ik koos eerst voor de “nuttige” r­ echtenstudie. Maar direct in het eerste jaar besloot ik om toch te gaan voor wat altijd al mijn hart had: geschiedenis. Ik heb er nooit spijt van gehad.’ Na haar studie kreeg ze een baan aangeboden in Engeland, later belandde ze als onderzoeker bij de gerenommeerde businessopleiding INSEAD in het Franse Fontainebleau, in de wereld van het (hogere) bedrijfsmanagement. Inmiddels heeft ze haar eigen bedrijf. ‘Je studiekeuze is niet bepalend voor wat je verder doet in je leven.’ ‘Ik vind het belangrijk om aan goede doelen bij te dragen en mensen op intellectueel vlak te steunen.’ Het Sleuteldragerschap past daar goed in: ‘Dát doen waar je hart ligt, jezelf ontwikkelen en keuzes maken, het heeft mij zoveel gebracht. Maar daar moet je wel de mogelijkheid voor hebben. Via het LUF steun ik graag studenten die niet zo maar middelen hebben om hun horizon te verbreden en buitenlandse ervaring op te doen. Het is precies dat wat het LUF kan betekenen.’ ‘Wat ik zelf aan het Sleuteldragerschap heb? Het leukst is het jaarlijkse diner, daar ontmoet ik andere ondernemers en krijg ik prikkelende nieuwe ideeën. En ja, het is ook nostalgie: even terug naar het vertrouwde Leiden.’

Steeds steviger betrokken

‘N

iet meer dan een abonnement op Netflix, maar dan met een veel groter effect.’ Zo ziet Michiel Corsten zijn bijdrage als J­ onge Sleuteldrager. In zijn studententijd had Michiel al behoefte om zijn kringetje te verbreden, buiten s­ tudievrienden en jaarclub. Hij werd studentlid bij de studentencommissie van het LUF en zag hoe een financieel steuntje in de rug ook andere studenten hielp om hun blik te verruimen. Toen hem twee jaar geleden werd gevraagd om seniorlid – en even later ook voorzitter – te worden van deze commissie hoefde hij daar dan ook niet over na te denken. ‘Bovendien: we komen acht keer per jaar bij elkaar, dat geeft een grote betrokkenheid bij elkaar en bij wat er gebeurt aan de universiteit.’ Het jaarlijkse diner voor Sleuteldragers verstevigt dat gevoel van betrokkenheid. ‘De sprekers daar geven een interessant inkijkje in andere disciplines. En het laat zien dat er met ondersteuning van het LUF echt heel mooie dingen totstandkomen.’ Het J­ onge ­Sleuteldragerschap voelt daarom als niet meer dan een opstapje, zegt Michiel: ‘Ik ben vast van plan over een paar jaar volwaardig Sleuteldrager te worden. Ik heb zoveel aan “Leiden” gehad. Ik hou die band graag warm, en gun jonge, talentvolle wetenschappers ook zo’n mooie start.’


50

Leidraad

51

lezen, luisteren, doen

L

eiden viert dit jaar ook Rembrandt­ jaar – het is 350 jaar geleden dat de ­Hollandse ­Meester overleed. Er zijn d ­ iverse ­relaties ­tussen hem en de Univer­siteit L ­ eiden op een ­spectaculaire manier zichtbaar gemaakt. Rembrandt schreef zich in 1620 kortstondig in als letteren­ student aan de L ­ eidse universiteit. En hij schilderde ­beroemde ­Leidse ­alumni, zoals M ­ arten S ­ oolmans, Jan Six en N ­ icolaes Tulp. Wandel in de L ­ eidse binnenstad en bekijk v ­ anaf dit voorjaar de zeven meters­hoge reproducties van enkele beroemde schilderijen aan ­universitaire gebouwen. Zoals het portret van Marten Soolmans op het gebouw van de Rechten­faculteit en De anatomische les van dr Tulp in de tuin van de oude UB aan het Rapenburg.

Zet in de agenda!

Zoveel te doen Er is in het jubileumjaar van de u ­ niversiteit nog veel meer te doen. Houd de agenda in de gaten. 29 JUNI EN 14 SEPTEMBER

Vossenjacht in ­Leiden en Den Haag

Rembrandtjaar

De jonge Rembrandt

De Leidse Rembrandt Dagen Op 13 en 14 juli gaat Leiden 350 jaar terug in de tijd. De Pieterswijk wordt omgetoverd tot een 17e-eeuwse omgeving, met honderden figuranten in authentieke klederdracht die de stad terugbrengen in de sfeer van toen Rembrandt er woonde. Behalve de Pieterswijk staat ook de rest van Leiden in het teken van de beroemdste inwoner ooit. Zo worden bezoekers ­vanaf het station geheel in stijl naar de P ­ ieterswijk vervoerd en doen veel ondernemers met hun etalages mee. In de avonduren neemt de L ­ eidse horeca het festival over.

Tijdens de Vossenjacht is de stad omgetoverd tot een toneel. Kinderen tussen 8 en 12 jaar kunnen op zoek gaan naar de v ­ ossen, die zich hebben uitgedost als bekende historische figuren. De vossen lopen rond tussen 15 en 17 uur. Op 29 juni in Leiden, op 14 september in Den Haag.

Leidse schilders in de Gouden Eeuw Leiden bracht naast Rembrandt meer beroemde schilders voort die sterk h ­ ebben bijgedragen aan het elan van de Gouden Eeuw. Jan L ­ ievens en Jan Steen bijvoorbeeld. HOVO (Hoger onderwijs voor ouderen) biedt in juni een collegereeks aan over de Leidse schilderkunst. Waar woonden en werkten de Leidse schilders?

Hoe ­gingen zij om met beeld­ tradities en welke vernieuwingen brachten zij teweeg? De reeks ‘­Leidse schilderkunst – Van Lucas van Leyden tot Frans van ­Mieris’ is op vier donderdagen en vrijdagen en bevat ook een bezoek aan het heropende Museum De Lakenhal. Zie voor het complete aanbod: universiteitleiden.nl/hovo

www.universiteitleiden.nl/rembrandt

28 SEPTEMBER

Burendag Tijdens de landelijke Burendag kun je samen met jouw buren een activiteit in de straat organiseren. Een buurt­borrel, samen de straat ­schoonmaken of huiswerkbegeleiding van de s ­ tudenten in jouw straat. De univer­siteit laat zich ­tijdens de Burendag dit jaar extra zien in Leiden en Den Haag.

www.universiteitleiden.nl/ 444

Fietsrondje km Leiden - Den Haag Speciaal vanwege de 444e verjaardag van de universiteit is er een fietsroute gemaakt van precies 44,4 km: een rondje Leiden - Den Haag. Niet voor niks deze twee steden: ook in Den Haag heeft Universiteit Leiden haar thuis. Nog geen 444 jaar, maar toch alweer 20 jaar. De fietsroute voert langs mooie en herkenbare plekken in en tussen de twee steden. De route is gratis beschikbaar op een folder, te downloaden als printbare pdf en op strava of als gps-route. Op 11 mei is de officiële opening van de 444-Fietsroute. Zie www.universiteitleiden.nl/444/fiets

Een wetenschapper in je auto Kwartiertje over in de trein, in de auto of thuis? Luister naar een podcast met een Leidse wetenschapper. Enkeltje wetenschap: zo heten de nieuwe podcasts van de ­Universiteit Leiden. In een k ­ leine 15 m ­ inuten hoor je een b ­ evlogen wetenschapper over zijn of haar onderzoek. In de eerste aflevering vertelt bijzonder hoogleraar A ­ riadne Schmidt over ­Leidse ­viswijven, criminele

dames en verzetsvrouw Magdalena Moons. In de tweede podcast vertelt promovenda Nikki ­Sterkenburg over extreemrechtse groeperingen. Er komen nog meer podcasts in Enkeltje Wetenschap. Je vindt de podcasts op de volgende podcast­ platforms: Soundcloud, Spotify, iTunes, Castbox en Stitcher. Zie ook www.universiteit­ leiden.nl/444/podcast


zaterdag 21 september 18.30 – 01.00 uur

FOTO: MARTIJN BEEKMAN

Nacht van Ontdekkingen voor alumni Zonder licht geen leven, zonder licht geen donker. Je kunt verlicht w ­ orden, het licht zien of in het duister t­ asten. De Nacht van Ontdekkingen – het kennis en cultuurfestival van Leiden – speelt dit jaar met het thema licht en donker. Ingegeven door het 350e sterfjaar van de meester van het licht en donker, Rembrandt. Hij is niet de enige Leidenaar die je tijdens de Nacht van Ontdekkingen hierin meeneemt. Tientallen wetenschappers van alle faculteiten van de Universiteit Leiden buigen zich samen met ­theatermakers, kunstenaars en muzikanten over dit

thema. Van zonlicht tot zwarte gaten, van nachtrust tot nachtvlinders, van lichthypnose tot licht­ vervuiling, van fotografie tot fotosynthese… tijdens de Nacht ontdek je hun wereld. Voorafgaand aan dit magische festival vindt het jaarlijkse alumni event plaats in de Faculty Club, midden op het ­festivalterrein. Daar krijg je naast een borrel en een buffet alvast een voorproefje van de Nacht. Kijk voor het alumni event en het programma van de Nacht op www.universiteitleiden.nl/alumni


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.