18 minute read

SPUI — kort nieuws

tekst • Florentijn van Rootselaar illustratie • Mattmo

‘HET IS NU TIJD OM NA TE DENKEN OVER EEN GOEDE EXIT-STRATEGIE’

Advertisement

De coronacrisis zal een wereldwijde transformatie van de economie versnellen. Hoogleraar Henk Volberda ziet hierbij kansen: een afname van de wereldhandel, meer bescherming van het milieu en vergaande digitalisering van de economie. In Nederland zal de overheid op sommige terreinen een meer sturende rol moeten spelen, nu onze liberale markteconomie veel problemen niet heeft kunnen oplossen. Door studenten breed op te leiden, kan ook de universiteit eraan bijdragen de grote uitdagingen van de toekomst het hoofd te bieden.

Als we ons gesprek voeren is Henk Volberda nog aan het bijkomen, hij had waarschijnlijk het coronavirus. Na de eerste week met koorts leek het beter te gaan. ‘Maar daarna gingen mijn longen dichtzitten en kwam de kortademigheid.’ Intussen zijn Volberda, zijn vrouw en zijn twee dochters weer beter, al voelt hij zich nog vermoeid. Hoe kijkt de hoogleraar Strategic Management & Innovation aan de UvA naar de coronacrisis? ‘Never waste a good crisis’, zegt Volberda. ‘Het zou jammer zijn als we straks, als er een vaccin is, doorgaan op de oude voet en bijvoorbeeld massaal blijven vliegen. Het is nu tijd om na te denken over een goede exitstrategie.’ Er is een duidelijke scheidslijn tussen de periode vóór en ná de crisis, zegt Volberda. Er was al een transformatie gaande, maar die is door de crisis in een stroom

‘HET ZOU JAMMER ZIJN ALS WE STRAKS, ALS ER EEN VACCIN IS, DOORGAAN OP DE OUDE VOET’

versnelling geraakt. Volberda ziet vier trends. De eerste is de afname van de wereldwijde handel. ‘De globalisering heeft ons veel welvaart gebracht, maar tijdens de crisis zagen we ook de grenzen ervan. We blijken voor mondkapjes te afhankelijk van andere landen zoals China. Dat komt door de outsourcing van activiteiten: de hoogte van de arbeidskosten bepaalt op welke plek een onderdeel wordt geproduceerd. De crisis leert ons het belang van korte ketens: we zullen meer in ons eigen land moeten produceren. Dat geldt niet alleen voor medische hulpmiddelen. We zijn het normaal gaan vinden om voedsel uit de hele wereld te halen, bijvoorbeeld bosbessen uit ZuidAmerika – maar ook die globale handel moet meer gereguleerd worden.’ Die afname van de globalisering is ook nodig voor het milieu, het tweede terrein waarop Volberda een nieuwe trend ziet. ‘Alleen door kortere ketens en circulariteit kunnen we de uitstoot van onder meer koolstofdioxide tegengaan en de biodiversiteit in stand houden. Dat wisten we al langer, maar door de crisis stoten we plotseling veel minder uit. Dat zullen we straks moeten volhouden.’ Belangrijk vindt Volberda ook de derde trend, de digitale transformatie. ‘Het adagium was altijd tech is easy, change is difficult. We hadden wel mooie technologie, maar mensen wilden die vaak niet gebruiken. Door de crisis zie je dat mensen wel moeten. Om maar iets te noemen: veel mensen werken thuis en maken gebruik van allerlei digitale communicatiemiddelen. Er is een kans dat we in de postcorona-economie terugvallen in het oude systeem, maar dat acht ik zeer onwaarschijnlijk. Mensen zullen meer thuiswerken, de mobiliteit zal afnemen, kantoren gaan er anders uitzien. Om het werk te doen, zal er blijvend meer gebruik worden gemaakt van nieuwe digitale technologieën.’ Volgens Volberda leidt die digitale transformatie tot een sterke productiviteitsstijging. ‘We hadden zulke stijgingen vanaf de jaren vijftig tot in de jaren tachtig in de vorige eeuw. Daarna waren er nog wel kleine stijgingen, maar die kwamen nooit boven de 2 procent. In de jaren tachtig zeiden we dat je de computer overal zag, behalve in de productiviteitscijfers. Maar door de transformatie die nu is ingezet, zal er een enorme productiviteitsboost zijn. Vroeger moest de accountant naar zijn klant, maar die merkt nu dat die ook goed op afstand zijn werk kan doen, waardoor er meer tijd overblijft voor productie. Ook kan een professional tegenwoordig allerlei processen automatiseren. Kunstmatige intelligentie (AI) en machine learning kunnen de advocaat veel werk uit handen nemen door bijvoorbeeld contracten te analyseren of arresten te doorzoeken.’

ROBOT

Automatisering lijkt onvermijdelijk tot banenverlies te leiden. Want neemt de robot niet het werk over van de fabrieksarbeider, en de toepassing van kunstmatige intelligentie dat van de hoger opgeleide professional? Volberda ziet verschillende, tegenstrijdige trends. ‘In 2015 deed een denktank van het World Economic Forum een onderzoek in het kader van het project Future of Work. Daar kwam uit dat digitale technologie tot uitstoot van arbeid zou leiden, vooral aan de onderkant en in de middensegmenten van de arbeidsmarkt. Wat ik zelf opvallend vind, is dat je die uitstoot ook ziet aan de bovenkant van de arbeidsmarkt: ook hoogwaardige en kennisintensieve processen van accountants, juristen, en ingenieurs kunnen gedeeltelijk worden uitgevoerd door nieuwe technologieën. Als zij relevant willen blijven, zullen ze zichzelf opnieuw moeten uitvinden en deze nieuwe technologieën moeten omarmen.’ Tegelijkertijd komen er nieuwe banen bij. ‘In 2018 is datzelfde onderzoek herhaald, en toen bleek dat er een nieuwe bedrijvigheid was ontstaan, die nieuwe functies met zich had meegebracht. Bijvoorbeeld een droneverkeersleider. Zo zullen er voortdurend nieuwe functies ontstaan. In dat laatste onderzoek werd voorspeld dat maar liefst 57 procent van de huidige banen

geautomatiseerd wordt en dat 64 procent van de huidige basisschoolleerlingen straks een beroep uitoefent dat nu nog niet bestaat.’ Belangrijk is dat we na de coronacrisis de ingezette veranderingen vasthouden, en ook dat we niet in een diepe economische crisis belanden. Volberda is optimistisch. ‘Natuurlijk is dit een crisis van een ongekende orde en is Nederland volgens het IMF een van de landen die economisch het meest zullen worden geraakt. Onze zeer open en wendbare economie kan door de crisis ver wegzakken, maar ook weer heel snel opveren.’

‘64 PROCENT VAN DE HUIDIGE BASISSCHOOLLEERLINGEN OEFENT STRAKS EEN BEROEP UIT DAT NU NOG NIET BESTAAT’

Volberda ziet hier een belangrijke rol voor de overheid, dat is de vierde trend die hij signaleert. ‘We kwamen uit een liberale markteconomie, maar we zagen dat we daarmee niet alle problemen kunnen oplossen. Om het virus te bestrijden, moest de overheid sterk ingrijpen. Ook de economie wordt nu veel meer door de staat gestuurd. Volberda noemt als voorbeeld de NOW-regeling, een noodmaatregel waardoor bedrijven financiële compensatie krijgen om hun werknemers in dienst te kunnen houden. ‘Na de crisis zal de markt zeker weer taken overnemen, maar op sommige dossiers moet de overheid toch een meer sturende rol spelen. Door toepassing van sleuteltechnologieën als robotica, kunstmatige intelligentie en 3D-printing kunnen we in Nederland meer dingen productiever en ook duurzamer produceren. Ook moet de overheid een strakke regierol nemen in de energietransitie en bescherming van het milieu. Daar komt iets bij: tijdens de crisis zagen we het belang van vitale beroepen, de overheid moet zorgen voor een blijvende opwaardering daarvan.’

SILICON VALLEY

Maar onderdrukt zo’n sterke staat volgens Volberda, die bekend is vanwege zijn onderzoek naar innovatie, niet de innovatie in het bedrijfsleven? Volberda: ‘Daar ben ik het zeer mee oneens. Uit het onderzoek naar de mondiale concurrentie-index, dat ik doe voor het World Economic Forum, blijkt dat juist de overheid kan aanzetten tot innovatie. Singapore, een markteconomie met een zeer grote over heidsinvloed, staat op de eerste plaats op de mondiale concurrentieindex. En in Amerika kon Silicon Valley alleen een broedplaats voor innovatie en ondernemerschap worden door de grote investeringen van het Pentagon in internet en andere technologieën.’ Toch wil Volberda niet betogen dat een sterke overheid het recept is voor innovatie: ‘Het vermogen om te vernieuwen hangt van veel factoren af. Op de tweede plaats in die concurrentie-index staat de Verenigde Staten, en dat is juist een uitgesproken vrijemarkteconomie. Hong Kong staat op de derde plaats en Nederland op de vierde. Daarmee zijn we de meest concurrerende economie van de EU. We doen het zo goed door onze goed functionerende en betrouwbare overheid, een goede infrastructuur, stabiel macroeconomisch beleid en een goed opgeleide beroepsbevolking. Bovendien hebben we ook een zeer wendbare economie, waar ruimte is voor ondernemerschap en innovatieve bedrijven die nieuwe verdienmodellen ontwikkelen. Dat zijn ook redenen waarom buitenlandse bedrijven zo graag naar Nederland komen.’ Toen we in Nederland hoorden dat we het zo goed deden, zegt Volberda, werd meteen de vlag uitgestoken. ‘Maar er zijn ook pijnpunten. Als je ons vergelijkt met landen als Duitsland, Finland en Zweden, doen we het veel minder wat betreft innovatievermogen op de lange termijn. We investeren hier aanzienlijk minder in kerntechnologieën als robotica en kunstmatige intelligentie. Een tweede pijnpunt: Nederland blijft achter met levenslang leren. We zijn zeer goed opgeleid voor onze eerste baan, maar daarna investeren we niet veel meer in training en opleiding. Terwijl het World Economic Forum verwacht dat de helft van de beroepsbevolking in 2022 fundamenteel nieuwe vaardigheden en kennis nodig heeft. Als universiteit moeten wij daar meer op inspelen en juist deze doelgroep bedienen met post-initieel onderwijs en maatwerkgerichte opleidingen. Een derde pijnpunt: duurzaamheid, daar kunnen we niet op concurreren. Nederland scoort erg slecht op het percentage duurzame energie dat wordt gebruikt.’

CHINESE MUREN

Recent benoemde de UvA vier universiteitshoogleraren op het gebied van kunstmatige intelligentie, om het AI-onderzoek en -onderwijs een extra impuls te geven. Het principe ‘een leven lang leren’ staat in Amsterdam al jaren sterk in de belangstelling. Volgens Volberda draagt de UvA ook op andere manieren bij aan het innovatieve vermogen van Nederland. Van groot belang is vooral de ontwikkeling van brede opleidingen. ‘Binnen de klassieke universiteit had je Chinese muren tussen de disciplines. Ik vind het belangrijk dat wij die slechten en meer crossovers aanbieden. Het mooie is dat je die volop ziet aan de UvA, daarom voel ik me ook zo thuis aan deze brede universiteit met veel verschillende, sterke disciplines. Ook het onderscheid tussen alfa, bèta en gamma wordt er steeds minder. Succesvolle alumni hebben t-shaped capabilities: ze hebben een basisexpertise in een bepaalde discipline, en tegelijkertijd beschikken ze over kennis van aanpalende expertises. In onze faculteit zie je niet alleen bedrijfskundige en economische kerndisciplines, maar ook mensen met een deeltijdleerstoel die van buiten ons vakgebied komen, zoals wiskunde en informatica. Dit jaar gaan we een bachelor- en masteropleiding Data Science and Business Analytics aanbieden, waarvoor samenwerking nodig is met bedrijfskundigen, economen, wiskundigen en ook psychologen. Ook starten we met het Amsterdam Digital Transformation Lab om meer multidisciplinair onderzoek te doen op dit gebied. Digitale transformatie wordt niet alleen bepaald door toepassing van digitale technologieën, maar vereist ook vaak een andere leiderschapsstijl, organisatievorm, een datagedreven cultuur en nieuwe digitale vaardigheden van medewerkers. Doordat we zoveel expertisegebieden in huis hebben kunnen wij en onze studenten bedrijven helpen succesvol digitaal te transformeren. Als je zo’n brede opleiding hebt gevolgd, ben je beter toegerust om de grote uitdagingen van onze tijd en de toekomst aan te kunnen.’ •

HENK VOLBERDA – 1964 • 1983-1987 Bedrijfskunde,

RUG • 1991 UD Rotterdam School of Management, EUR • 1992 Promotie op

Organizational flexibility.

Change and preservation:

A flexibility audit & redesign method, RUG • 1993 Igor Ansoff Strategic

Management Award • 1995 UHD Rotterdam School of Management, EUR • 1997 Hoogleraar

Strategisch Management en Ondernemingsbeleid,

Rotterdam School of

Management, EUR • 1998 Publicatie Building The

Flexible Firm. How To Remain

Competitive • 2004 Expertlid World

Economic Forum • 2004 Publicatie De flexibele onderneming. Strategieën voor succesvol concurreren • 2011 Lid Raad van

Commissarissen van NXP

Semiconductors Netherlands • 2014 Lid wetenschappelijke adviesraad van de

Nederlandse Defensie

Academie • 2017 Fellow European

Academy of Management • 2011 Publicatie

Strategic Management:

Competitiveness and

Globalization • 2018 Publicatie Reinventing

Business Models. How Firms

Cope with Disruption • 2019 Hoogleraar Strategisch

Management en Innovatie aan de Amsterdam Business

School, UvA

De wetenschappelijke kennis neemt dagelijks toe. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam dragen daaraan bij met proefschriften, papers en andere publicaties waarin zij de vruchten van hun arbeid wereldkundig maken. SPUI biedt een selectie van recente resultaten.

ECONOMIE EN

BEDRIJFSKUNDE Hoe effectief zijn voordeel-events in supermarkten? Hamsterweken, Euroweken, Mega Voordeel Weken – wat leveren dergelijke voordeel-events de supermarkten op? Uit onderzoek van de UvA en Tilburg University blijkt dat vaste klanten een deel van hun aankopen uitstellen tot zo’n event begint, tijdens het event wat meer kopen en erna juist wat minder. Voor niet-vaste klanten zijn de events een goed ‘lokmiddel’, maar deze klanten vullen hun boodschappenmandjes

minder dan de vaste klanten. Na afloop blijven zij nog wel een korte tijd ‘plakken’, maar hun aankopen nemen steeds verder af. In het algemeen lijkt het erop dat de effecten van voordeel-events winstneutraal zijn. De onderzoekers bestudeerden de effecten van 44 voordeel-events van grote Nederlandse supermarkten, over een periode van vier jaar.

Nederlander besteedt meer bij Europese webwinkels Econoom Quinten Meertens ontwikkelde in samenwerking met onderzoekers van de Universiteit Leiden en het CBS een nieuwe methode om de bestedingen van Nederlandse consumenten bij buitenlandse webwinkels binnen de EU beter te schatten. De kracht van de methode zit in zowel het gebruik van nieuwe databronnen als het toepassen van geavanceerde analysemethoden. De gevonden schattingen voor de bestedingen van Nederlandse consumenten bij buitenlandse webwinkels zijn maar liefst zes keer zo hoog als eerdere schattingen. Inmiddels is de methode in gebruik bij het CBS, waar nu elk kwartaal over EU-webwinkel-aankopen wordt gepubliceerd.

GEESTESWETENSCHAPPEN

Samenwerking tussen Joden en moslims in Amsterdam Hoe liggen de verhoudingen tussen Joodse en islamitische Amsterdammers? En hoe worden de onderlinge relaties beïnvloed door bijvoorbeeld extremistische aanslagen en het conflict tussen Israël en de Palestijnen? Dat onderzocht Suzanne Roggeveen in haar promotieonderzoek. Roggeveen interviewde mensen uit de Joodse en islamitische gemeenschap, bezocht gebedshuizen en scholen, woonde samenwerkingsprojecten bij en observeerde demonstraties. Er bleek in Amsterdam meer samenwerking te zijn tussen Joodse en islamitische gemeenschappen dan Roggeveen van tevoren had gedacht. In de afgelopen decennia werden vele tientallen samenwerkingsprojecten georganiseerd, van voorlichting over discriminatie op scholen tot dialoogtafels voor volwassenen.

Studenten restaureren kunstwerken ss Rotterdam Het ss Rotterdam, voormalig passagiers- en cruiseschip van de Holland-Amerika Lijn, huisvest bijzondere kunst uit de jaren vijftig. Het interieur uit die tijd is grotendeels bewaard gebleven, inclusief indrukwekkende wandversieringen, meubelstukken en kunstwerken. Tijdens een zesdaagse workshop restaureerden studenten van de opleiding Conservering en restauratie verschillende kunstwerken op het schip als onderdeel van hun opleiding. De UvA biedt als enige Nederlandse universiteit een opleiding tot restaurator die voldoet aan de Europese normering.

GENEESKUNDE

Vijftig rokers verantwoordelijk voor dood niet-roker Wereldwijd zijn gemiddeld vijftig rokers verantwoordelijk voor de dood van één niet-roker. Dat blijkt uit onderzoek van het Amsterdam UMC. Al langer is bekend dat ‘tweedehands’ rook schadelijk is en dit onderzoek ondersteunt dat getalsmatig. Wereldwijd zijn er een miljard rokers, van wie er elk jaar zo’n zeven miljoen vroegtijdig overlijden. Minder bekend is dat een kleine miljoen mensen, onder wie kinderen, eerder overlijden aan de gevolgen van meeroken. Op basis van de jaarlijks gerapporteerde twee- tot drieduizend slachtoffers in Nederland door meeroken, ligt bij ons het aantal rokers verantwoordelijk voor de dood van een niet-roker tussen de 45 en 65.

Nieuwe bloedtest om soorten dementie te onderscheiden Het tau-eiwit, dat een belangrijke rol speelt bij de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie, is gemiddeld 3,5 keer hoger in het bloed van mensen met de ziekte van Alzheimer dan bij gezonde mensen. Bij mensen die lijden aan frontotemporale dementie (FTD) is de concentratie van tau in het bloed lager dan bij Alzheimer. Lies Thijssen onderzocht een nieuwe test die het tau-eiwit kan meten in bloed. Met deze tau-test is het mogelijk om in het bloed te zien of het om Alzheimer of FTD gaat. Zo kunnen patiënten beter geadviseerd worden en in de toekomst mogelijk gerichter behandeld worden. De test is nog niet beschikbaar voor patiënten en wordt nu alleen voor wetenschappelijk onderzoek gebruikt.

MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN

Nederlanders bereid tot

Europese solidariteit bij bestrijding epidemie Nederlanders zijn bereid om de Europese Unie een meer centrale rol te geven bij het bestrijden van een epidemie. Traditioneel worden medicijnen tegen besmettelijke ziektes grotendeels op nationaal niveau aangekocht en opgeslagen. In hun enquête vroegen de onderzoekers Nederlandse burgers – nog voor de uitbraak van COVID-19 – of ze erachter zouden staan als de EU de gemeenschappelijke aankoop,

opslag en gecoördineerde inzet van medicijnen tegen epidemieën zou gaan uitvoeren. Een substantieel deel van de respondenten was hier voorstander van. De onderzoekers herhalen de enquête nu op grotere schaal in vijf Europese lidstaten. Het onderzoek is uitgevoerd door een team waarin verschillende wetenschappelijke disciplines vertegenwoordigd zijn en werd mogelijk gemaakt door het Amsterdam Centre for European Studies.

Wat doen berichten over de economie met ons? Negatief economisch nieuws zorgt ervoor dat we negatiever gaan denken en zelfs ons vertrouwen in de politiek kunnen verliezen. Verrassend genoeg maakt het weinig uit hoe oud je bent, wat voor werk je doet of wat je opleidingsniveau is. De inhoud en toon van berichten zijn bepalend, maar ook de economische context: we worden het sterkst beïnvloed door negatieve berichten als er nog niet echt crisis is. Dit zijn de

belangrijkste conclusies van onderzoek naar de effecten van economische berichtgeving op hoe wij over de economie denken, op ons vertrouwen in de economie en op onze politieke voorkeur.

Geen centraal Europees asielsysteem Een centraal Europees asielsysteem, gesteund door alle lidstaten, komt nooit van de grond. Regel asielopvang met welwillende lidstaten, laat de overige lidstaten hier financieel aan bijdragen en geef Europese steden een grotere rol. Dit concluderen politicologen Jeroen Doomernik en Vincenzo Gomes op basis van hun onderzoek naar het Europese asielsysteem. Zij ontwikkelden en testten verschillende toekomstscenario’s: hoe moet een asielsysteem eruitzien, wie is waarvoor verantwoordelijk, wie stuurt wat aan? Vervolgens onderzochten ze de haalbaarheid van deze scenario’s met vertegenwoordigers van relevante beleidsafdelingen en organisaties.

Werk maken van gelijke kansen in onderwijs Als leraar wil je het beste voor je leerlingen. Hoe zorg je ervoor dat je hen allemaal gelijke kansen geeft? En dat je jongens én meisjes op hun talenten beoordeelt? In het boek Werk maken van gelijke kansen vertaalt Monique Volman samen met collega’s inzichten uit

twintig wetenschappelijke kernartikelen naar de dagelijkse lespraktijk. Het boek geeft inzicht in hoe verwachtingen van leraren tot stand komen en welke invloed dat heeft op de prestaties van leerlingen. Het helpt leraren om bewuster werk te maken van gelijke kansen.

NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Duurzame-energie-installaties schadelijk voor biodiversiteit Duizenden installaties voor het opwekken van duurzame energie staan in natuurgebieden die cruciaal zijn voor de biodiversiteit. Zorgwekkend, aangezien de installaties grote negatieve effecten kunnen hebben op de natuurlijke leefomgeving van vele soorten. Tot deze conclusie komt een internationaal team van onderzoekers, onder wie ecoloog James Allan. Zij vonden meer dan 2.200 actieve installaties in (beschermde) natuurgebieden die belangrijk zijn voor de biodiversiteit. Daarnaast identificeerden zij nog eens 900 energieinstallaties die momenteel in natuurgebieden worden gebouwd.

Vertrouwen we AI? Waar zou je meer vertrouwen in hebben: een rechter van vlees en bloed, of een digitale rechter? Uit een nationale survey blijkt dat we beslissingen die automatisch met behulp van AI worden genomen, vaak op gelijke voet beoordelen met beslissingen door menselijke experts, of soms zelfs beter. Tegelijkertijd zijn er zorgen over de risico’s. UvA-wetenschappers onderzochten hoe de Nederlandse bevolking over AI en geautomatiseerde besluitvorming (ADM) denkt, en hoe dit met persoonlijke kenmerken samenhangt zoals opleiding en leeftijd. Ze keken naar het algemene beeld over ADM, maar vroegen ook naar de mening van de respondenten wat betreft de toepassing van ADM in specifieke maatschappelijke sectoren waar dit al vaak gebeurt: de (nieuws)media, de zorg en justitie.

Waarom zijn baleinwalvissen zo groot? Blauwe vinvissen zijn de grootste dieren die ooit op aarde hebben geleefd. Maar waarom zijn blauwe vinvissen en hun verwanten, de baleinwalvissen, zo gigantisch groot geworden, en andere soorten niet? Een internationaal consortium met marien bioloog Fleur Visser concludeert dat dit komt door de wisselwerking tussen hun gespecialiseerde foerageertechniek en de seizoensgebonden exploitatie van hoge dichtheden van hun prooi. Als gevolg van de evolutie van gespecialiseerde foerageermechanismen kunnen walvisachtigen worden onderverdeeld in twee groepen: baleinwalvissen die grote hoeveelheden kleine prooi (krill en vis) uit het water filteren met behulp van hun baleinen, en tandwalvissen die één prooi (vis of inktvis) per keer bejagen met behulp van biosonar. Het foerageergedrag van balein- en tandwalvissen maten de onderzoekers met behulp van tags, aangebracht met zuignappen op de huid. Daarmee konden ze de hoeveelheid verbruikte energie en prooi-inname tijdens het foerageergedrag registreren. In combinatie met data over hun dieet en de calorische inhoud van hun prooi, konden deze gegevens vervolgens voor alle soorten worden vertaald naar hun foerageerefficiëntie.

Het kruipen van zout beter begrepen Als zout water verdampt, kan het zout kristalliseren en over grote afstanden ‘kruipen’. Het kruipen van zout is een veelvoorkomend fenomeen waarin de kristalvorming van het zout plaatsvindt op een plek ver van die waar de zoutoplossing verdampt. Het verschijnsel leidt tot grote problemen in toepassingen buitenshuis zoals elektronica en de bouwkunde, maar ook in buitenkunst en de landbouw. Een team van onderzoekers onder leiding van Noushine Shahidzadeh laat zien hoe het kruipmechanisme kwantitatief begrepen kan worden en toont aan dat het verschijnsel universeel is

en voorkomt bij allerlei soorten zout.

RECHTSGELEERDHEID

Hoe goed werkt Nederland? De werkgelegenheid in Nederland is hoog in vergelijking met de meeste andere Europese landen. Van de werkenden is 76,1 procent tevreden of zeer tevreden met hun werk. Ook is de diversiteit op de arbeidsmarkt flink toegenomen. Het lijkt dus wel goed te zitten met de kwaliteit van het werk in Nederland. Maar intussen is Nederland binnen Europa kampioen flexwerk en neemt het aantal werkenden dat onder de armoedegrens leeft toe. Daarnaast is er sprake van groeiende ongelijkheid en toenemende spanningen tussen werkgevers, vakbonden en overheid. In het (voor de coronacrisis verschenen) boek Hoe goed werkt Nederland? bespreken arbeidssociologen, -juristen en -economen van de UvA de belangrijkste veranderingen op de arbeidsmarkt en in de arbeidsverhoudingen in Nederland.

TANDHEELKUNDE Mondspoelmiddel geen weggespoeld geld Last van gebitsproblemen als gaatjes en tandvleesontsteking? Het gebruik van een spoelmiddel met essentiële oliën remt op de lange termijn de vorming van tandplak en vermindert zo dergelijke problemen. Dit concludeert mondhygiënist en tandarts Martijn van Leeuwen in zijn promotieonderzoek. Van Leeuwen onderzocht verschillende aspecten van de dagelijkse mondverzorging en in welke mate deze kunnen bijdragen aan het verminderen van tandplak en tandvleesontsteking. Hij ontdekte dat het gebruik van een spoelmiddel met etherische oliën in een vaste formule op de lange termijn een effectief alternatief is voor chloorhexidine om tandvleesontsteking tegen te gaan.

This article is from: