Wekelijks magazine bij jouw krant • 8 december 2018
(en dat moet dringend veranderen)
P. 3 - Zorgsector zit op haar tandvlees Wie wil nog werken in een structureel onderbemande sector?
P. 6 - Achter de schermen Ilse Hermans is verpleger op de dienst palliatieve
P. 7 - Dit zijn de (nieuwe) lonen in de zorg
GEMOR IN DE ZORGSECTOR TE WEINIG INSTROOM, TE WEINIG FINANCIERING, TE HOGE WERKDRUK Elke dag wisselende uren, geen tijd voor een praatje met de patiënten en een groeien de administratieve molen. Dat is watveel buitenstaanders denken over werken in de zorg. Begrijpelijk dat het zo moeilijk is om nieuwe krachten te engageren. Kan het anders?
Tekst: HERMIEN VANOOST Om de kwaliteit van onze zorg op peil te houden, zouden er in Vlaanderen jaarlijks 46.000 nieuwe collega’s in de ziekenhuizen, kinderopvangdiensten en rusthuizen moeten bijkomen. En dit nog zeker tot 2026. Dat het cijfer van werkgeversorganisatie Verso zo gigantisch is, heeft uiteraard met de vergrijzing te maken. Niet alleen wordt de bevolking alsmaar ouder en dus meer zorgbehoevend, ook het zorgpersoneel zelf is aan de grijze kant. Tegenover tien vijftigplussers staan er vandaag nog maar zes jongere werknemers. Alle hens aan dek dus om nieuwe kandidaten warm te maken voor een job in de zorg. De vraag is alleen hoe we dat moeten doen. De verhalen over de hoge werkdruk zijn intussen zo alomtegenwoordig dat het moeilijk is om de sector in een positief daglicht te stellen. Wie wil immers werken op een plek die structureel onderbemand is? Bovendien: hoe minder mensen er gevonden worden, hoe nijpender het tekort en hoe slechter de omstandigheden. Een straatje zonder einde, lijkt het. MEER MIDDELEN GRAAG En toch hoeft dat niet zo te zijn. Alle betrokkenen die we de voorbije weken gesproken hebben, geloven dat er manieren zijn om die vicieuze cirkel te
doorbreken. Te beginnen met een andere – lees: hogere - financiering. “Kijk bijvoorbeeld maar naar de ziekenhuizen”, zegt MARGOT CLOET, gedelegeerd bestuurder van Zorgnet-Icuro, de koepelorganisatie van de Vlaamse ziekenhuizen. “De financieringsnormen die de overheid daar hanteert, liggen te laag. Ze gaan uit van één verpleegkundige op elf patiënten, terwijl dat in Europa gemiddeld één op acht is. Veel ziekenhuizen zitten vandaag in slechte papieren en proberen dan maar om het aantal prestaties op te drijven, met alle gevolgen van dien voor het personeel. Bovendien is het aantal ligdagen verminderd, waardoor het werk voor de verpleegkundigen intensiever en complexer is geworden.” De woonzorgcentra zijn in hetzelfde bedje ziek. Daar hangt de financiering af van de zorgzwaarte van de bewoners. Hoe groter de zorgvraag, hoe hoger de tussenkomst van de overheid en dus hoe meer personeel je kunt inzetten. “Of dat is toch de theorie”, reageert JAN MORTIER van ACV Openbare Diensten. “In de praktijk hinkt de financiering achterop. Ruim 10.000 zwaar hulpbehoevende bewoners tellen vandaag mee als licht hulpbehoevend. Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen heeft een inhaalbeweging beloofd, maar die zal sowieso on-
8 dec 2018 - vacature.com
3
voldoende zijn.” Dat de bevoegdheden in de zorg over de federale en Vlaamse overheden verspreid zitten, maakt het niet simpel om vooruitgang in te maken. “De hervorming van de financiering staat al lang op de politieke agenda”, vertelt NVA-kamerlid YOLEEN VAN CAMP, ondervoorzitter van de Commissie Volksgezondheid. “Maar sinds de zesde staatshervorming is het erg complex geworden. Als we in Vlaanderen het aantal personeelsleden in de ziekenhuizen willen optrekken, dan moet de federale regering met de financiering willen volgen.” FLEXIBELERE LOOPBANEN Maar de inspanningen om zorgjobs terug aantrekkelijk te maken, moeten niet alleen van de overheid komen, vindt Jan Mortier. “Werkgevers moeten de hand ook in eigen boezem steken. Velen bieden vandaag alleen deeltijdse contracten aan. Vanuit organisatorisch oogpunt is dat te begrijpen, maar voor de werknemers is het lastig. Sommigen willen graag meer kunnen werken, maar raken simpelweg niet aan een voltijds contract. Hetzelfde met de uurroosters. Dat die onregelmatig zijn, daar kunnen werkgevers weinig aan veranderen. Wel zouden ze meer moeite kunnen doen om de uurregelingen langer op voorhand aan de werknemers mee te delen, zodat zij een sociaal leven kunnen uitbouwen.” Ook de loopbanen zelf zouden inte-
4
ressanter kunnen. Wie vandaag als verpleegkundige begint, blijft doorgaans zijn hele leven lang in dezelfde functie zitten. “Dat er amper doorgroeimogelijkheden zijn, heeft voor een stuk met de regelgeving te maken”, zegt Margot Cloet. “De wetgever heeft de zorgberoepen strikt afgelijnd, waardoor het moeilijk is om van de ene naar de andere functie te evolueren. Of toch niet zonder dat je een nieuwe opleiding hebt gevolgd. Het diplomadenken is in de zorg nog heel sterk aanwezig. Waarom laten we elders verworven competenties niet meer meetellen? Hoog tijd om de wetgeving flexibeler te maken. Dat zou de organisatie en de flexibiliteit op de werkvloer alleen maar ten goede komen.” SAMENWERKEN MET THUISZORG Een intensere en beter uitgebouwde samenwerking met de thuiszorg- en thuisverpleging zou eveneens verlichting kunnen brengen, denkt Yoleen Van Camp. “Heel veel zorg kan je perfect in de thuisomgeving van de patiënt toedienen. Maar daarvoor moeten de honoraria van thuisverpleegkundigen de hoogte in. Voor een aantal handelingen zijn de bedragen van-
vacature.com - 8 dec 2018
daag belachelijk laag. Drie keer per dag langsgaan bij een patiënt om intraveneus antibiotica toe te dienen, levert ongeveer dertig euro op. Niemand die dat voor dat bedrag wil doen, met als gevolg dat patiënten
daarvoor naar het ziekenhuis moeten trekken. Dat is jammer, zeker als je weet dat ze daar sowieso onderbemand zijn.”
De werkdruk is gestegen De werkdruk in de zorg is al langer een heikel punt. De resultaten van de medewerkersenquête die het ACV in januari 2017 naar buiten bracht, waren op dat vlak veelzeggend. Op de vraag of medewerkers het gevoel hadden dat ‘de werkdruk in het voorbije jaar gestegen was’, antwoordde 86 procent positief. De toegenomen zorgzwaarte en het personeelstekort duiden ze aan als de belangrijkste oorzaken.
> Hoe vaak had je in het voorbije jaar te weinig tijd om bewoners de zorg te geven die ze nodig hebben?
8%
5%
8%
Dagelijks
50% 30%
Wekelijks Maandelijks Nooit Niet ingevuld
ZO VERLICHT WZC DE OEVER DE WERKDRUK Personeelsgroei momenteel slechts 2% De zorgsector schreeuwt om personeel. Acties om mensen aan te trekken resulteerden vorig jaar in een instroom van 27%, zo blijkt uit cijfers van hr-dienstverlener Acerta. De uitstroom bedroeg daarentegen 25%, waardoor het personeelsbestand met 2% aangroeide. De vraag naar extra handen in de zorgsector is veel groter. 1 op 7 heeft tijdelijk contract Het hoge in- en uitstroomcijfer is grotendeels te verklaren door het feit dat bijna 1 op 7 in de zorgsector werkt met een contract van bepaalde duur. Kijken we enkel naar werknemers met een vast contract, bedraagt de instroom 9% tegenover een uitstroom van 8%. De ziekenhuizen kennen het minste verloop. Zowel de instroom als de uitstroom van werknemers met een vast contract bedraagt er slechts 5%. In opvoedings- en huisvestigingsinstellingen zijn in- en uitstroom 11% en 9%, tegenover 33% (zowel in als uit) tijdelijke contracten meerekenend. De bejaardensector kent dan weer het hoogste verloop van vaste medewerkers. 11% verliet in 2017 zijn of haar werkgever. Daartegenover schreef de sector 12% nieuwe vaste contracten uit.
De werkdruk neemt in alle woonzorgcentra toe. Toch vertaalt zich dit niet overal in klachten bij het personeel. Opvallend buitenbeentje in de medewerkersenquête van ACV Openbare Diensten is WZC De Oever in Oostnieuwkerke (Staden). Directrice LIESBETH VAN DAMME legt uit hoe zij en haar team het aanpakken.
Op papier is driekwart van de 94 bewoners in WZC De Oever zwaar hulpbehoevend, wat wil zeggen dat ze ondersteuning nodig hebben om te eten, zich te wassen, te kleden en te verplaatsen. Voor die dagelijkse zorg kunnen ze rekenen op de hulp van bijna honderd zorgprofessionals. ELKE DAG OPNIEUW DE ZORGZWAARTE INSCHATTEN “In principe is dat aantal voldoende om alles te kunnen bolwerken”, vertelt directrice Liesbeth Van Damme. “Alleen zien we dat de zorgnood van de bewoners snel evolueert. Het gebeurt geregeld dat iemand die met een lichte zorgvraag binnenkomt, korte tijd later al zwaar hulpbehoevend is. Bij bewoners met Parkinson kan het zelfs dag na dag anders zijn. Om die schommelingen te ondervangen, maken onze medewerkers elke dag een nieuwe inschatting van de zorgzwaarte. Die evaluatie brengen we in rekening wanneer we over nieuwe opnames moeten beslissen.” Omdat de zorgzwaarte in De Oever al een tijdje hoger dan voorzien is, denkt het directieteam eraan om een extra shift in te voeren, met daaraan gekoppeld bijkomende aanwervingen. De gesprekken met de vakbonden daarover zijn in volle gang. INSPRAAK VAN DE MEDEWERKERS Ook voor de dagelijkse organisatie luistert de directie zoveel mogelijk naar medewerkers. Via de werkgroe-
pen bijvoorbeeld kunnen die laatste suggesties doen om de zorg voor de bewoners te verbeteren. Liesbeth: “Medewerkers brengen de ideeën aan, wij bekijken wat mogelijk is en regelen de administratie en de aankoop. Zo is er op initiatief van een van die werkgroepen recent een bewegings- en belevingstuin gekomen. Werknemers appreciëren het wanneer ze hun werkplek vorm kunnen geven.” UURROOSTER 13 WEKEN OP VOORHAND Wat bij het personeel eveneens in de smaak valt, is de snelle communicatie over de uurroosters. Ten minste der-
“Verpleegkundige handelingen kun je uiteraard niet doorgeven, maar als het gaat over brede zorg is er wel veel mogelijk.”
tien weken op voorhand weten ze wanneer ze zullen moeten werken. “Op die manier kunnen ze in hun privéleven volop plannen maken”, vertelt Liesbeth. “Komen de uren ergens niet goed uit, dan kunnen ze altijd aan een collega vragen om te wisselen. Bij ziekte of andere onverwachte gebeurtenissen valt de hoofdverpleegkundige in, maar kijken we diezelfde dag nog voor vervanging. We bellen rond, maar zul-
len nooit iemand opvorderen. Medewerkers die binnen de 24u invallen, krijgen van ons een premie.” PROACTIEF REKRUTEREN Als het gaat over rekrutering, probeert Liesbeth zoveel mogelijk vooruit te denken. “Ik weet bijvoorbeeld perfect wie er de komende jaren op pensioen zal gaan en dus vervangen zal moeten worden. Dat maakt dat ik tijdig versterking kan zoeken en eventueel stagiairs kan aanspreken. Omdat er door de studieduurverlening volgend jaar geen nieuwe lichting verpleegkundigen afstudeert, heb ik er dit jaar al extra in dienst genomen. Dat het spontane verloop beperkt is – dit jaar vertrok er één medewerker – is natuurlijk een meevaller.” IEDEREEN HELPT IEDEREEN Tot slot stimuleren ze in De Oever een werkcultuur waarin iedereen elkaar ondersteunt. “Verpleegkundige handelingen kun je uiteraard niet doorgeven, maar als het gaat over brede zorg is er wel veel mogelijk. Een verpleegkundige of ergotherapeut zal bijvoorbeeld bijspringen tijdens de maaltijden. Of een zorgkundige zal al eens in een leefgroep meedraaien. We willen af van het hokjesdenken. Oké, iedereen heeft zijn rol, maar in een team moet je elkaar ondersteunen. Daar hameren we van bij de rekrutering op.”
8 dec 2018 - vacature.com
5
PALLIATIEF VERPLEEGSTER ILSE ONDERSTEUNT HAAR PATIËNTEN TOT IN HUN LAATSTE UREN
waar gesprekken eveneens heel belangrijk zijn, komt dan ook goed van pas. Door te praten heb ik het gevoel dat ik toch nog iets kan betekenen voor degene die ik verzorg, en daarvoor doe ik het. Velen voelen zich machteloos en hulpeloos en ik probeer daarbij te helpen. Door kleine dingen kan je bijvoorbeeld soms toch nog een deurtje openmaken waardoor iets uitgepraat kan worden tussen naasten, dat anders misschien
“We volgen het ritme van onze patiënten.”
Een verpleger op de spoed kent een ander ritme dan bijvoorbeeld een thuisverpleger, of: een collega op de dienst palliatieve. ILSE HERMANS, palliatief verpleegkundige voor AZ Nikolaas, laat haar licht schijnen over haar delicate job. Tekst: JONI HOREMANS Foto: TOM VERBRUGGEN
6
vacature.com - 8 dec 2018
Ilse Hermans: “Voor mijn werk op de palliatieve eenheid van AZ Nikolaas was ik referente verpleegkundige in de psychiatrie. Na een bijkomende opleiding koos ik om persoonlijke redenen voor deze carrièrewending. Mijn beide ouders zijn overleden en toen mijn vader zijn tijd kwam, gaf hij aan thuis te willen sterven. Ik ben toen terug bij hem gaan wonen om hem voltijds te kunnen verzorgen. Het zou immers te gek zijn om op mijn werk andere mensen te blijven verplegen, en mijn eigen vader over te laten aan de zorg van een collega! Die periode werd heel warmtevol. Ik heb eruit geleerd dat sterven niet verschrikkelijk hoeft te zijn, niet getekend hoeft te zijn door angst. Mensen hebben toch vaak een verkeerd beeld over sterven en alles wat er rond hangt. Het kan ook op een mooie manier en dat wou ik graag overbrengen naar anderen.” “We hebben op onze eenheid acht bed-
den. Ondanks de grote vraag mogen we niet verder uitbreiden van de overheid. Omdat we hier met 12 verpleegkundigen, een psycholoog en een ploeg vrijwilligers werken, zijn het immers dure bedden. Het grote verschil met een ziekenhuis, waar alles volgens een vaste structuur en vaste uren verloopt, is dat wij meegaan in het ritme van onze patiënten. Zij zijn de kapitein van het schip en wij varen mee. Een werkdag ziet er bijgevolg nooit hetzelfde uit. Onze focus is daarnaast erg zorggericht, en dat beperkt zich niet tot onze patiënten alleen. Ook hun familie en naasten vangen we op. Voor hen is de situatie soms zelfs moeilijker om te aanvaarden dan voor de zieke zelf. Sinds twee jaar specialiseren we ons ook in het begeleiden van kinderen.” “Een groot deel van mijn werk bestaat uit praten. Dat beslaat soms wel meer van mijn tijd dan het eigenlijke verplegen. Mijn ervaring in de psychiatrie,
verzwegen gebleven zou zijn. Dat maakt het afscheid en het verwerkingsproces nadien vaak minder zwaar. Ik vind het mooi om die persoon te mogen zijn die mensen helpt te verbinden.” “Als palliatief verpleegkundige ga je altijd voor een stuk mee op weg met de patiënt, maar je weet nooit hoe lang iemand zal blijven. Vooral als het snel gaat en je veel verschillende mensen na elkaar verzorgt, is het wel eens heftig. Toch ga ik na 25 jaar nog altijd met plezier werken. Het is me nog nooit overkomen dat ik tegen mijn zin aan een dag begon, en bij mijn collega’s is dat niet anders. We zijn een hechte groep en hebben veel steun aan elkaar. Niemand wil boven de ander uitsteken, maar we ijveren allemaal voor hetzelfde: een goede zorg verstrekken aan onze patiënten. Ook alle patiënten die hier komen krijgen een gelijke behandeling, of je nu bedelaar bent of minister. Om dit werk goed te kunnen uitvoeren, is het essentieel om warmtevol en respectvol te zijn en een open geest te hebben. Door mijn job sta ik zeker anders in het leven. Ik maak mij bijvoorbeeld zelden druk over dingen die in de media verschijnen. Ik begrijp zelfs niet zo goed waar mensen problemen van kunnen maken.”
HOEVEEL LOON KRIJG JE IN DE ZORG? In de zorgsector zijn er altijd handen te kort. Maar vertaalt de hoge vraag zich ook in een hoog loon? Op verkenning Tekst: LUDOVIC VANHEE
In de zorgsector zijn barema’s de norm: zeg maar tabellen met daarin de minimumlonen per aantal dienstjaren. Die zijn vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten; kortweg cao’s. Het salaris stijgt naargelang je anciënniteit opbouwt of als je doorgroeit in je carrière. Zorginstellingen zijn verplicht om de sectorale barema’s te volgen: het loon mag nooit lager zijn dan wat er in de cao afgesproken is. Sommige werkgevers passen in bepaalde functies of situaties hogere lonen toe. Het overgrote deel van de zorgmedewerkers zit onder de paraplu van paritair comité 330. Dit paritair comité omvat federale sectoren (algemene, universitaire en psychiatrische ziekenhuizen, thuisverpleging, wijkgezondheidscentra, revalidatiecentra, diensten voor het bloed) en sectoren die overgeheveld zijn naar de regio’s (ouderenzorg, categorale ziekenhuizen, revalidatiecentra, initiatieven voor beschut wonen, psychiatrische verzorgingstehuizen). Behalve een brutoloon ontvangen werknemers in dit paritair comité jaarlijks ook een eindejaarspremie, attractiviteitspremie en vakantiegeld. Bij onregelmatige prestaties krijgen bepaalde personeelcategorieën toeslagen voor onder meer avonddienst (20%), dagdienst op zaterdag (26%) en dagdienst op zondag (56%), gewone nachtdienst (35%), onderbroken dienst (50%) en
nachtdienst op zondag (56%). De hoogte van die percentages kan verschillen naargelang de sector. Het loon kan eventueel nog aangevuld worden met extralegale voordelen. In de zorgsector zijn die voordelen traditioneel echter relatief beperkt. Een hospitalisatieverzekering, voordelige maaltijden in het personeelsrestaurant of een tegemoetkoming in het woon-werkverkeer behoren soms tot
functie
het nieuwe systeem omhoog, maar dat is niet lineair. Voor sommige beroepen stijgt het loon over de loopbaan, voor andere niet. De meeste startlonen in het nieuwe systeem liggen wel hoger.
het loonpakket. Momenteel vinden er op vlak van verloning grote verschuivingen plaats in de zorgsector. Dat komt door de invoering van een nieuw functieclassificatiesysteem (IFIC). Dat systeem omschrijft en weegt alle beroepen in de sector, zodat ze onderverdeeld worden in categorieën. Daaraan zijn nieuwe loonschalen gekoppeld. Over het algemeen gaat de totale loonmassa in
* De specifieke details en bepalingen over de
nieuwe functieclassificatie kan je nalezen in het uitgebreidere online artikel op vacature.com.
startloon
5 jaar anciënniteit
10 jaar anciënniteit
(bruto)
(bruto)
(bruto)
Hoofdverpleegkundige / hoofdvroedkundige / hoofdassistent klinisch labo
3.171,52 euro IFIC: 3.206,96 euro
3.480,65 euro IFIC: 3.557,94 euro
3.861,30 euro IFIC: 3.944,82 euro
A1 verpleegkundige / maatschappelijk assistent, ergotherapeut en logopedist / laborant
2.390,71 euro IFIC: 2.440,77 euro
2.690,27 euro IFIC: 2.765,83 euro
3.195,97 euro IFIC: 3.241,22 euro
Ziekenhuisapotheker
3.823,76 euro IFIC: 3.626,32 euro
4.225,32 euro IFIC:4.206,43 euro
4.537,65 euro IFIC: 4.558,77 euro
Adjunct hoofdverpleegkundige of - vroedvrouw
2.658,37 euro IFIC: 2.741,34
2.987,92 euro IFIC: 3.107,15 euro
3.464,70 euro IFIC: 3.571,74 euro
Gebrevetteerd (A2) verpleegkundige / laborant
2.233,57 euro IFIC: 2.275,62 euro
2.462,98 euro IFIC: 2.532,92 euro
2.896,90 euro IFIC: 2.941,20 EUR
Kinderverzorger(st)er / sanitair help(st)er
2.105,53 euro IFIC: 2.137,41 euro
2.327,91 euro IFIC: 2.358,19 euro
2.471,62 euro IFIC: 2.504,23 euro
Bron: SOM - Federatie van Sociale Ondernemingen, cijfers volgens paritair comité 330 - geldig sinds 1 september 2018 en IFIC.
COLOFON Redactie 02 490 10 87, redactie.vacature@vacature.com Advertenties 02 490 10 78, commercieel@vacature.com Ordering 02 490 10 61, ordering@vacature.com VU Ruben Van Goethem Content Manager Roxanne Claessens Eindredactie Katrien Brys Vormgeving Bob Haentjens Redactie Hermien Vanoost, Piet Verbeest, Joni Horemans, Matthias Van Milders Sales Marijke Van Impe Ordering An Parewijck
Ontdek nog meer op facebook.com/vacaturedotcom of volg ons op Twitter via @vacaturedotcom en Instagram via instagram.com/vacaturedotcom.
8 dec 2018 - vacature.com
7
8 december 2018 - vacature.com
8
9
vacature.com - 8 december 2018
8 december 2018 - vacature.com
10
11
vacature.com - 8 december 2018
8 december 2018 - vacature.com
12
13
vacature.com - 8 december 2018
8 december 2018 - vacature.com
14
15
vacature.com - 8 december 2018
8 december 2018 - vacature.com
16
17
vacature.com - 8 december 2018
Ik vertrek nu. Zoen papa 01:38
01:39
OkĂŠ. Op voorwaarde dat je morgenvoormiddag mee gaat naar de familie! 01:39
01:40
Dan mag je nog een uurtje langer blijven
01:40
01:41
Vertaler ertaler
VIND JE JOB
8 december 2018 - vacature.com
18