Magazine 1404

Page 1

Wekelijks magazine bij jouw krant • 14 april 2018

LAAGGESCHOOLDEN OP DE ARBEIDSMARKT

LAAGGESCHOOLD - P. 3 Maken zij nog een reële kans op een job?

GA TERUG NAAR START - P. 6 Geen gelijke kansen in ons onderwijs

OPINIE DIRK JACOBS - P. 6 Betaal leerkrachten in uitdagende scholen méér


14 april 2018 - vacature.com

2


VOGELS VOOR DE KAT OF DE WITTE RAVEN VAN MORGEN? Begin dit jaar sloeg het nieuws in als een bom: warenhuisketen Carrefour schrapt nog maar eens ruim 1.200 banen. Concrete details zijn er nog niet, maar de ervaring leert dat de gedupeerden vaak oudere laag- en middengeschoolden zijn met een lange staat van dienst. Is dit drama de voorbode van nog meer ontij? Spoelt de komende digitaliseringstsunami de jobs weldra bij bosjes weg? Of leiden nieuwe tijden automatisch ook tot nieuwe kansen? Tekst: Piet Verbeest

Shaireen aftab, woordvoerder van de VDab, toont zich alvast behoorlijk optimistisch: «Het is zonneklaar dat door de toenemende automatisering, robotisering en digitalisering de inhoud van heel wat jobs fundamenteel zal veranderen. Boekhouders bijvoorbeeld zullen de puur repetitieve zaken in grote mate kunnen overlaten aan algoritmes. In de industrie zal het zuivere bandwerk stilaan plaatsmaken voor meer controlerende taken. Supermarkten en banken zullen blijven bestaan, maar er zal algemeen veel minder nood zijn aan caissières en loketbedienden. Voor de betrokken mensen is dat uiteraard helemaal niet leuk. Maar anderzijds opent het voor hen ook nieuwe perspectieven. Het globale aantal jobs zal namelijk niet dalen, integendeel zelfs. Bovendien gaat de erg omvangrijke generatie van de babyboomers de komende jaren massaal met pensioen. Ook al worden zij wellicht niet allemaal vervangen, er zal sowieso een pak volk nodig zijn om nieuwe vacatures in te vullen. Zeker nu de carrières een stuk langer duren, hoeft het dus geen drama te zijn om op latere leeftijd plots zonder werk te vallen. Wie bereid is om zich eventueel wat bij te scholen, heeft nog altijd alle kansen.» ENORME KLOOF Het departement Werk & Sociale Economie van de Vlaamse overheid vergelijkt onze arbeidsmarkt geregeld met die elders in Europa. Terwijl de werkzaamheidsgraad van hooggeschoolden al twintig jaar rond de 87% hangt, komt die van laaggeschoolden amper boven de 50% uit. Die kloof is vrijwel nergens zo groot. Intussen is zowat de helft van alle werkzoekenden in Vlaanderen laagge-

3

schoold. Maken zij eigenlijk nog wel een reële kans op een job? «De ervaring leert dat laaggeschoolden traditioneel vooral in transport en logistiek, de horeca, de bouw en de sector van de dienstencheques terechtkomen», vervolgt Shaireen Aftab. «In bepaalde gevallen

Vooral de jongere laaggeschoolden dreigen in onze hedendaagse maatschappij in groeiende mate gemarginaliseerd te worden, omdat het hen zelfs aan de meest elementaire competenties ontbreekt Ex-minister Frank Vandenbroucke moeten ze eerst nog een technische praktijkopleiding volgen. Maar wie zich bij de VDAB bekwaamt in bijvoorbeeld cv en sanitair of domotica zit in principe echt wel gebeiteld. De jongste tijd beslissen trouwens steeds meer bedrijven en soms zelfs hele sectoren om in samenwerking met de VDAB een gespecialiseerde opleiding op te starten. Werkplekleren, stages en individuele beroepsopleidingstrajecten: daar moeten we in toenemende mate naartoe. Een kleine investering volstaat vaak al om mensen duurzaam aan de slag te krijgen. Want zeker voor technische beroepen is het stilaan een illusie om te geloven dat je die witte raaf zo ook wel zal vinden.» ANDERS GAAN WERKEN Eén op de drie laaggeschoolden werkt momenteel in de industrie, een sector waar

het aantal jobs in heel West-Europa door de toenemende automatisering en digitalisering, maar ook door de relatief hoge loonkost, onvermijdelijk verder zal afnemen. De overheid staat nu voor de uitdagende taak om op maat van die mensen een uitgekiend opleidings- en heroriënteringsbeleid uit te bouwen. Anders dreigt het aantal structureel werkloze laaggeschoolden alleen maar verder toe te nemen. Gelukkig verwacht het Steunpunt Werk dat er de komende jaren in nogal wat sectoren jobs zullen bijkomen. De grootste stijging is te verwachten in de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening: tot 2022 zal de vraag jaarlijks met gemiddeld 2,7% toenemen. Ook de sector van de dienstencheques (+2%) en de bouw (+1,6%) ogen positief. In de sector Vervoer & Communicatie blijft het totale aantal jobs veeleer stabiel, maar doordat daar een relatief hoog aantal 55-plussers weldra aan vervanging toe is, zal de vraag toch nog vrij groot zijn. In de handel en horeca zorgt dan weer vooral de hoge jobmobiliteit voor een constante aanvoer van vacatures. ONDERWIJS AAN ZET Voor Shaireen Aftab zijn weerbaarheid en flexibiliteit meer dan ooit dé sleutels voor een vlotte toegang tot de arbeidsmarkt: «We zouden mensen zoveel als mogelijk weerbaarder en flexibeler moeten maken om op elk moment hun loopbaan een nieuwe wending te kunnen geven. Jammer genoeg is net dat aanpassingsvermogen bij laaggeschoolden vaak nog een werkpunt. Wellicht hangt dat ook wel samen met het feit dat ze nooit een studie hebben afgemaakt. Het aantal jongeren dat vroegtijdig de middelbare school voor

Lees verder blz. 4 > vacature.com - 14 april 2018


> Vervolg blz. 3

bekeken houdt, stagneert sinds een aantal jaar op een slordige 13%. Dat is echt een heel groot probleem, want zoals ons jaarlijks Schoolverlatersrapport ook keer op keer aantoont: het is gewoon een feit dat je met een diploma veel makkelijker aansluiting vindt

Het hoeft echt geen drama te zijn om op latere leeftijd plots zonder werk te vallen. Wie bereid is om zich eventueel wat bij te scholen, heeft nog altijd alle kansen Shaireen Aftab, woordvoerster VDAB bij de arbeidsmarkt. Dik 30% van de laaggeschoolde schoolverlaters is na een jaar nog steeds werkloos. Het is nu al duidelijk dat zij hun hele leven lang alle mogelijke hulp zullen kunnen gebruiken om hun loopbaan op de rails te krijgen én te houden. Ter vergelijking: van de middengeschoolden (met een diploma secundair onderwijs op zak) heeft 12,5% na een jaar nog geen job en bij de hooggeschoolden gaat het om amper 4,8%. Dat zijn dus gigantische verschillen. Hier is met andere woorden een cruciale taak weggelegd voor ons onderwijs. Onze jongeren moeten vandaag op school de broodnodige competenties verwerven om later sterk te staan in het beroepsleven.»

NOOIT TE LAAT Een andere opvallende vaststelling waar we niet naast kunnen kijken: liefst één op de zeven volwassenen is laaggeletterd. Dat betekent dat ze niet over de basisvaardigheden beschikken om informatie te verwerken. Ze kunnen niet of nauwelijks met de computer overweg of kunnen amper rekenen. In een kennismaatschappij die steeds hogere eisen stelt aan werkenden, dreigen dus almaar meer mensen uit de boot te vallen. Ze zijn onvoldoende in staat om zich nieuwe ontwikkelingen vlot eigen te maken en zijn daardoor onvoldoende breed inzetbaar. Er zijn heel diverse verklaringen waarom zo veel mensen in zo’n situatie belanden. Om te beginnen kunnen kinderen die in een taalarme omgeving opgroeien zo’n grote achterstand oplopen dat ze die op school niet meer kunnen wegwerken. Daarnaast blijkt ons onderwijs niet altijd in staat om alle zorgleerlingen de nodige individuele aandacht te geven. Kinderen bij wie de schooltaal en -cultuur sterk afwijkt van wat ze thuis gewoon zijn, durven daardoor wel eens af te haken. Tot slot zijn ook lichamelijke of cognitieve beperkingen en leer-, ontwikkelings- en gedragsstoornissen vaak een rem voor de schoolprestaties.

mogelijk te helpen. We doen dat in samenwerking met een aantal partners, waaronder de Centra voor Basiseducatie. We stippelen telkens een individueel traject uit op maat van wat een persoon aankan en werken hiervoor ook met ervaringsdeskundigen die zich meer kunnen relateren met mensen in armoede omdat ze het zelf hebben meegemaakt. Wie dat echt wil, kan zijn leven dus nog op elk moment in handen nemen. Het klopt dat de drempels hoog zijn en dat die mensen naast al hun andere problemen vaak ook nog een groot schaamtegevoel moeten overwinnen. Maar welke achterstand iemand ook heeft opgelopen, het is nooit helemaal te laat.»

Eén op de zeven volwassenen is laaggeletterd. Ze beschikken niet over de basisvaardigheden om informatie te verwerken, ze kunnen niet of nauwelijks met de computer overweg of kunnen amper rekenen

«Het is een feit dat laaggeletterde mensen op de arbeidsmarkt zo mogelijk nog moeilijker aan de bak komen», zegt Shaireen Aftab. «Maar we doen toch alles om hen zo goed

Zowat de helft van alle werkzoekenden in Vlaanderen is laaggeschoold. Die kloof is vrijwel nergens in West-Europa zo groot

Kansspel arbeidsmarkt In 2016 was 34,4% van de Belgen ouder dan 14 laaggeschoold. De middengeschoolden (35,7%) vormden de grootste groep, de hooggeschoolden (29,9%) de kleinste. Die twee laatste categorieën nemen wel langzaam maar zeker toe.

België scoort met 8,8% laaggeschoolde 18-24-jarigen beter dan het Europees gemiddelde (10,7%), maar met 24,9% laaggeschoolde 25-64-jarigen slechter dan het Europees gemiddelde (23,1%).

Het armoederisico onder de laaggeschoolden op actieve leeftijd steeg van 18,8% in 2006 tot 30,7% in 2016. Dat is vijfmaal meer dan bij de hooggeschoolden en ruim het dubbele van de middengeschoolden.

Liefst 800.000 Vlamingen (1 op de 8) zijn laaggeletterd. Concreet gaat het om 26% van de ouderen (55-64 jaar) en om 9% van de jongeren (16-24 jaar).

14 april 2018 - vacature.com

4


DIENSTENCHEQUES HERVORMEN Frank Vandenbroucke lag begin 2004 als federaal minister van Werk aan de basis van de invoering van de dienstencheques. Momenteel zijn ruim 130.000 – vaak laaggeschoolde – mensen in de sector actief. Het systeem mag dus zonder meer een groot succes worden genoemd. Maar volgens Frank Vandenbroucke – tegenwoordig hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam – dringt na 14 jaar een hervorming zich wel op: «Om het systeem voor de overheid betaalbaar te houden, moet de fiscale aftrek voor de gebruikers geleidelijk worden afgebouwd. Daarnaast moeten we de prijs van de cheque en de huidige subsidiëring van de dienstenchequebedrijven per gewerkt uur voor eens en altijd bevriezen. Ter compensatie mogen de bedrijven dan zelf een meerprijs aanrekenen aan de gebruiker en moet de overheid een forse toelage voorzien voor de aanwerving van mensen die enige tijd in de Belgische werkloosheid of bijstand zitten. Om dat allemaal mogelijk te maken, moeten er dus nogal wat taboes sneuvelen. Maar in de huidige vorm schiet het systeem zijn oorspronkelijke doel stilaan voorbij. De sterkste positieve impuls voor de tewerkstellingskansen van laaggeschoolden ligt intussen namelijk ver achter ons.»

34% van de laaggeschoolden is ook laaggeletterd. De gemiddelde werkzaamheidsgraad in België ligt met 67,7% een stuk lager dan het Europese gemiddelde (71%). Die lage score is vooral te wijten aan de laaggeschoolden

5

(45,6% tegenover 53,6% in Europa). Bij de middengeschoolden is het verschil al een stuk kleiner (67,7% tegenover 71,6% in Europa). Bij de hooggeschoolden is het verschil bijna volledig weggefietst (82,2% tegenover 83,4% in Europa).

vacature.com - 14 april 2018

Algemeen vindt Frank Vandenbroucke het voor de positie van de laaggeschoolden een goede zaak dat de federale regering in het kader van de zogenaamde taxshift de lastenverlaging voor lage lonen uiteindelijk toch heeft versterkt: «Daarnaast heeft de Vlaamse Regering nog een doelgroepmaatregel uitgewerkt voor 25-55-jarigen met een zwak arbeidsmarktprofiel. Helaas blijft de financiële stimulans voor de werkgevers vrij beperkt. Er moet veel meer gebeuren om de kansen van laaggeschoolden structureel te verhogen. Momenteel bengelen we dat betreft in Europa helemaal aan het staartje en er is weinig reden om aan te nemen dat dit snel zal veranderen. En dat is doodjammer: vooral de jongere laaggeschoolden dreigen in onze hedendaagse maatschappij in groeiende mate gemarginaliseerd te worden, omdat het hen zelfs aan de meest elementaire competenties ontbreekt.»


Tekst: Kristina Rybouchkina, Joni Horemans en Piet Verbeest. Foto: Lies Willaert

NEEN, NIET IEDEREEN IS GELIJK OP SCHOOL DEZE FACTOREN BEPALEN OF JE LATER VEEL KANSEN KRIJGT OP DE ARBEIDSMARKT Of je gemakkelijk een job vindt, hangt voor een groot deel af van je diploma. Maar studeren is niet voor iedereen even evident. Het is niet omdat een kind zijn best doet, dat het een gouden toekomst tegemoet gaat. De resultaten van een leerling blijken namelijk sterk af te hangen van de sociaal-economische achtergrond. Hannah Vermaut van gelijkekansencentrum UNIA schuift enkele onthutsende bevindingen uit hun Diversiteitsbarometer naar voren.

Leven onder de armoedegrens

Attitude van de leerkracht

18,8 procent van de kinderen in België groeien op onder de armoedegrens. De kans dat zij worden doorverwezen naar het buitengewoon basisonderwijs omwille van leer- of gedragsproblemen, is vijf tot zes keer groter dan voor het gemiddelde Vlaamse kind. Liefst 77 % van de leerlingen in het buitengewoon onderwijs komt uit een minder gegoed gezin.

Uit de Diversiteitsbarometer blijkt dat leerkrachten lagere verwachtingen koesteren van leerlingen uit armere gezinnen of van buitenlandse origine. Die houding laat zich voelen bij het geven van studieadvies. Op de middelbare school krijgen die kinderen dus vaker een B- of C-attest, met de raad om te zakken naar het TSO of BSO. Omdat zij in die studierichtingen terechtkomen vanuit een faalervaring, heeft dat een negatieve invloed op de studiecultuur. In totaal volgt amper 10 procent van de armste jongeren in Vlaanderen ASO, tegenover 88 procent van de rijkste.

Migratieachtergrond De kloof tussen de prestaties van kinderen van Belgische en buitenlandse origine is erg groot. België scoort hierin het allerslechtst van alle OESO-landen. Kinderen met een migratieachtergrond blijven bijvoorbeeld vaker zitten. Bij de start van het secundair onderwijs zit ongeveer 90 procent van de Belgische kinderen op leeftijd, tegenover zo’n 72 procent van de kinderen met een migratieachtergrond.

Scholingsniveau moeder Ook het opleidingsniveau van de moeder blijkt een voorspeller te zijn van de schoolloopbaan van een kind. In Vlaanderen verlaat ongeveer 15 procent

van de leerlingen de middelbare school zonder diploma. Bij jongeren van wie de moeder geen diploma heeft, gaat het zelfs over 25 procent. Als de mama daarentegen hogere studies heeft gevolgd, zakt dat cijfer terug tot 2,7 procent.

Geslacht Meisjes presteren over het algemeen beter dan jongens in het onderwijs, zij hebben meer kans op een A-attest. Maar meisjes in een kwetsbare situatie zijn geneigd om erg stereotype studierichtingen te kiezen, zoals handel of kantoor. En die zijn intussen jammer genoeg niet echt meer afgestemd op de noden van onze arbeidsmarkt. Jongens in TSO of BSO kiezen daarentegen vaker voor een technische studierichting, wat momenteel echt betere jobkansen met zich meebrengt.

«WAAROM BETALEN WE LEERKRACHTEN IN ‘MOEILIJKE’ SCHOLEN NIET GEWOON MEER?» Socioloog prof. Dirk Jacobs pleit voor gelijke onderwijskansen voor elk kind «Om te onderzoeken of leerlingen van diverse sociale achtergronden dezelfde kansen krijgen, noteerden we op een fictief rapport de naam van een verzonnen leerling en het beroep van zijn of haar ouders. Wat bleek? Leerkrachten zijn vaker geneigd om - bij dezelfde puntenlijst - een B- of C-attest te geven als kinderen een migratie-achtergrond hebben of uit een lagere sociaal-

economische klasse komen.» «Er leven nu ook heel wat vooroordelen tegenover scholen waar veel kansarme kinderen zitten. Hoogopgeleide ouders kamperen aan de schoolpoort om hun kroost zeker in die ene ‘kansrijke’ school te krijgen. Terwijl er ook scholen zijn met veel allochtone en minder gegoede leerlingen die wél goede resultaten neerzetten. En omgekeerd!»

«Scholen met de meeste uitdagingen hebben de sterkste en meest solide teams nodig. Nu zie je dikwijls het tegenovergestelde: die scholen kennen vaak het meeste verloop. Er is veel ziekteverzuim. Directies zijn genoodzaakt om leerkrachten aan te stellen die niet het juiste diploma hebben, zeker voor knelpuntvakken zoals wiskunde. Dat moet veranderen. De overheid

zou scholen beter moeten monitoren, om tijdig te kunnen ingrijpen als het verloop de hoogte in gaat. Leerkrachten op zulke scholen kunnen bijvoorbeeld anders verloond worden, om hen te motiveren om te blijven.»

14 april 2018 - vacature.com

6


DEZE WERKNEMERS LATEN DE AUTOROBOT IN DE AUTOFABRIEK DRAAIEN Ja, robots nemen onze jobs af en zullen dat in de toekomst nog méér gaan doen. Sommige van onze jobs, zoals routineuze taken die vroeger door mensen werden gedaan. Maar, tegelijkertijd bezorgen ze ons op andere gebieden een hoop extra werk. Ter illustratie gingen we na welke profielen er allemaal nodig zijn om de autorobot bij Volvo Car Gent te laten werken.

Ter ondersteuning van de robot die de auto’s monteert, zijn er heel wat verschillende functies vereist, laat de hr-dienst van Volvo Car Gent ons weten.

verlegen om dergelijke onderhoudstechniekers: er zijn tientallen openstaande vacatures. Bachelorprofielen in de richting electro-mechanica hebben een streepje voor.

Om te beginnen is er nood aan ingenieurs, zoals software ingenieurs en industriële ingenieurs. Ingenieurs met verschillende specialisaties staan in voor de programmatie van de productielijn, maar zijn ook nodig in leidinggevende posities. Op jaarbasis zijn er bij Volvo Gent gemiddeld zo’n tien openstaande vacatures voor ingenieurs.

Uiteraard mag een robot niet gewoon onbemand zijn werk doen. Daarom is er ook naast de productielijn nood aan personeel. Operators houden toezicht op het proces, grijpen in wanneer er iets fout loopt en voeren kwaliteitscontroles uit. De auto’s die van de band rollen, moeten ten slotte getransporteerd worden naar een autoverdeler. Dit gebeurt bij Volvo Gent door een externe firma.

Verder is er een grote vraag naar onderhoudstechniekers. Zij zorgen ervoor dat de robots hun werk vlot kunnen blijven uitvoeren. Ze zijn verantwoordelijk voor het onderhoud ervan en herstellen de robots wanneer nodig. Robot­techniekers ontfermen zich over de hardware en software en het mechanisch onderhoud. Per applicatie op de robot zijn er nog eens aparte techniekers vereist. Er is verder personeel nodig om de lasparameters aan te passen, voor de eerste lijnontstoring op de robot en voor het analytisch foutzoeken. Het lasproces, de grippers, verlijming en het verven dienen eveneens gemonitord te worden door arbeiders. Daarnaast zijn er ook nog meetrobots die aangepast onderhoud behoeven. Zo moeten camera’s geijkt worden en de referentie tegenover vroegere punten en de huidige toestand worden vergeleken. In het weekend is er eveneens een ploeg onderhoudstechnici nodig om preventieve onderhoudsprojecten tot een goed einde te brengen. Hiervoor doet Volvo beroep op weekendtechniekers. Volvo Cars Gent zit momenteel trouwens vooral

En dan zijn er nog een heleboel ondersteunende functies, zonder welke de robot evenmin efficiënt kan werken. Zo treden er logistieke­medewerkers­en­heftruckchauffeurs op om materiaal naar de lijn aan- en af te voeren. Er zijn trainers die nieuwe medewerkers opleiden, want scholen hebben de robots natuurlijk niet in huis om mee te oefenen. Er zijn veiligheidsinstructeurs die de veiligheid bewaken en teambegeleiders om de ploegen te coördineren. Daarboven staat dan nog eens een supervisor en een managementteam­om het proces van a tot z in goede banen te leiden, te optimaliseren en knopen door te hakken op uiteenlopende vlakken. Maar dat zijn allemaal jobs die naast de robot opereren. De robot is daarmee nog niet zélf gemaakt. Dit gebeurt door gespecialiseerde bedrijven en vergt opnieuw een aanzienlijke hoeveelheid menselijke arbeid. Eerst moet er diepgravend onderzoek gebeuren door weten-

schappers als fysici en wiskundigen. Om de uiteindelijke ideeën te realiseren en de robot gebruiksklaar voor de fabriek te maken, zijn er echter nog vele stappen te zetten. Hiervoor moet andermaal een groot aantal mensen in de bres springen. Het productieproces van een robot is vergelijkbaar met dat van een auto. Last but not least vereist de bouw­van­de­robot heel wat grondstoffen. De benodigde materialen voor de robot moeten ontgonnen en bewerkt worden door bijvoorbeeld metaalbewerkingsbedrijven, of ingezameld en gerecycleerd. Dit alles kost heel wat energie, die op haar beurt geproduceerd dient te worden. Zonder elektriciteit is de robot zelf trouwens niet meer dan een nutteloze metalen doos. Om elektriciteit op te wekken om de robot te maken en hem uiteindelijk te doen werken, zijn opnieuw tal van jobs nodig. • Bij Volvo Car Gent werken ca. 5.500 mensen (4.900 arbeiders, 600 bedienden). 78% zijn mannen, 22% vrouwen. De gemiddelde leeftijd is 40,5 jaar bij de arbeiders en 44 jaar bij de bedienden.

COLOFON Redactie 09 353 51 54, redactie.vacature@vacature.com Advertenties 09 353 51 57, commercieel@vacature.com Ordering 09 353 51 52, ordering@vacature.com VU Dirk Dewulf Content Manager Roxanne Claessens Coördinatie Katrien Brys Redactie Hermien Vanoost, Julie Putseys, Joni Horemans, Kristina Rybouchkina Vormgeving Khuram Chaudry Sales Marijke Van Impe Ordering An Parewijck

Ontdek nog meer op facebook.com/vacaturedotcom of volg ons op Twitter via @vacaturedotcom en Instagram via instagram.com/vacaturedotcom.

7

vacature.com - 14 april 2018


14 april 2018 - vacature.com

8


9

vacature.com - 14 april 2018


14 april 2018 - vacature.com

10


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.