Wekelijks magazine bij jouw krant • 19 mei 2018
WIE REANIMEERT
DE ZORGSECTOR? Vrijwilligers en mantelzorgers vullen de gaatjes in de zorg
P. 3 – In de coulissen van de zorgsector Vrijwilligers en mantelzorgers in beeld
P. 5 – Portret: Hannes (22) heeft Down Binnenkort gaat hij zelfstandig wonen, met hulp van talrijke helpende handen
P. 7 – Onze gezondheidszorg becijferd Per 100 euro belastingen gaat 14,2 euro naar gezondheidszorg
19 mei 2018 - vacature.com
2
ZORGSECTOR IN GROTE NOOD
Wie draagt zorg voor de mantelzorgers en vrijwilligers? Ondanks extra geld en personeel blijven de tekorten in de zorg groot. Sommige zorgbehoevenden (en/of hun omgeving) nemen het initiatief dan maar in eigen handen en beginnen hun zorg zelf te organiseren, onder meer via vrijwilligerswerk en mantelzorg. Maar is dat ook echt een oplossing? Worden we voor onze zorg niet te veel afhankelijk van goodwill? TEKST HERMIEN VANOOST
Steeds meer mensen kiezen voor een job in de zorg. Tussen 2011 en 2016 kwamen er in Vlaanderen 15 procent verpleegkundigen en 69 procent zorgkundigen bij. Alles samen waren ze in 2016 met bijna 200.000, of zo’n 50.000 meer dan in 2011 (cijfers Lon Holtzer, zorgambassadeur). Goed nieuws, maar helaas is dat nog altijd te weinig om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen. De bevolking veroudert, waardoor de vraag naar zorg toeneemt. Bovendien staan er heel wat babyboomers klaar om de sector te verlaten. Hen allemaal vervangen wordt sowieso moeilijk. De vraag is dus: hoe kan het anders? Hoe houden we de kwaliteit van de zorg op peil als er voor meer zorgbehoevenden minder zorgprofessionals beschikbaar zijn? Dat een deel van het antwoord uit de samenleving zelf zal moeten komen, is alvast voor de overheid een uitgemaakte zaak. Sinds een tiental jaar gaat het in de visieteksten steevast over de ‘vermaatschappelijking van de zorg’. Ook het beleid van de huidige Vlaamse minister van Welzijn Jo Vandeurzen is daarrond opgebouwd. Zijn ambitie is om alle mensen met een beperking, chronisch zieken of kwetsbare ouderen ‘een zinvolle plek in de samenleving te laten innemen’. «In plaats van meteen naar de residentiële zorg door te verwijzen, zet de overheid meer op zelfzorg en op het netwerk van de persoon in kwestie in», verduidelijkt gezondheidseconoom Lieven Annemans (UGent). «Mensen krijgen op die manier zelf de regie in handen. Ze zijn niet langer een lijdend voorwerp maar bepalen zelf van wie ze welke zorg krijgen. Een positieve evolutie denk ik.» BESPARINGSMAATREGEL? Tegelijk zit er een gevaarlijk addertje onder
3
vacature.com - 19 mei 2018
den, wandelen, schilderen, dansen… Er is voor elk wat wils. In 2013 zijn we met Het Ventiel gestart en intussen tellen we 65 leden en evenveel buddy’s. Het effect is enorm. Mijn eigen man, die vijf jaar geleden de diagnose kreeg, zie ik hier herleven. Bij Het Ventiel doet hij dingen die thuis niet mogelijk zijn.» Voor het initiatief krijgt de organisatie vanuit alle hoeken veel bloemen en schouderklopjes. In januari mocht Het Ventiel zelfs een Europese prijs in ontvangst nemen. En ook vanuit de professionele wereld is er veel interesse in de aanpak. «Velen zijn verbaasd over wat we hier voor elkaar krijgen», klinkt het,
Gudrun, drijvende kracht achter Het Ventiel, neemt de zorg voor Patrick op haar.
het gras. Want de keuze om vaker met vrijwilligers en mantelzorgers te werken, kan je in zekere zin ook een besparingsmaatregel noemen. Hoe vaker en hoe meer mensen op hun eigen netwerk beroep doen, hoe minder uitgaven de overheid zelf heeft. «Dat zal voor de beleidsmakers zeker hebben meegespeeld», vermoedt Annemans. «Als er dankzij de vrijwilligers en mantelzorgers minder budget moeten worden vrijgemaakt, dan is dat een reden om die piste meer te promoten. Toch denk ik dat voor de overheid het eerste argument – de regie in handen geven van de zorgvrager – doorslaggevender is geweest.» Wie zich eveneens van die valkuil bewust is, is Gudrun Callewaert, drijvende kracht achter vrijwilligersorganisatie Het Ventiel. «Wij organiseren vier keer per week een activiteit voor mensen met jongdementie. Paardrij-
Hoe vaker en hoe meer mensen een beroep doen op hun eigen netwerk, hoe minder uitgaven de overheid zelf heeft «maar eigenlijk is ons concept kinderlijk eenvoudig. Samen leuke dingen doen, aandacht geven en genieten van het moment. Meer is het niet. Het grote verschil met de professionele zorg is dat wij geen protocollen of structuren hebben. Mensen moeten hier niet gewassen of aangekleed worden. We hebben de tijd en ruim voldoende onbezoldigde begeleiders om met hart en ziel in het verhaal van onze mensen mee te stappen. Dat is luxe. Er is geen enkele professioneel gestructureerde zorgorganisatie die dat kan bieden.»
Lees verder blz. 4 >
> Vervolg blz. 3 BLIJ EN ONGERUST Hoe indrukwekkend de resultaten van Het Ventiel ook zijn, Gudrun zelf houdt er een dubbel gevoel aan over. Blijheid aan de ene kant, ongerustheid aan de andere kant. «Ik ben met Het Ventiel begonnen omdat ik vaststelde dat er nauwelijks iets voor mensen met jongdementie was. Ik had mijn werk opgegeven om de zorg voor Patrick op mij te nemen, maar vond toen weinig tot geen informatie over hoe we het nu verder moesten aanpakken. Het feit dat we met Het Ventiel zo snel groeien, toont aan dat vele anderen met diezelfde vragen zitten. Het is gek dat daar dan vanuit de professionele wereld weinig antwoorden op zijn gekomen.»
Ik gaf mijn werk op om voor mijn jongdemente man te zorgen, maar kreeg nergens duidelijke informatie over hoe het daarna verder moest Gudrun Callewaert, vrijwilligersorganisatie Het Ventiel Bovenal hoopt Gudrun dat het succes van Het Ventiel en andere vrijwilligersorganisaties geen reden zal zijn (of worden) om minder geld aan professionele organisaties te geven. «Want dat is natuurlijk de conclusie die je zou kunnen trekken», stelt ze. «Dementiezorg is gespecialiseerde zorg en daar hebben we kennis en kunde voor nodig. Het gevaar is dat we vrijwilligerswerk als vanzelfsprekend gaan beschouwen en het als een structurele oplossing voor maatschappelijke problemen beginnen te zien. Dat kan vrijwilligerswerk natuurlijk nooit zijn. Die professionelen blijven we hard nodig hebben.» Op diezelfde lijn zit ook Johan De Muynck, directeur van het Zorgbedrijf Antwerpen dat 18 woonzorgcentra, 44 dienstencentra en meer dan den 3.300 serviceflats telt. Alles bij elkaar stelt het Zorgbedrijf 4.350 mensen tewerk, aangevuld met 8.000 vrijwilligers. «Dat mag dan wel indrukwekkend zijn, het is niet dat wij als organisatie van de vrijwilligers afhankelijk zijn. Als ze plots allemaal zouden wegvallen, dan kunnen wij nog altijd een kwaliteitsvolle dienstverlening garanderen. Onze vrijwilligers zien wij als een surplus voor onze werking. Een welkom extraatje.» Toch is De Muynck behoedzaam voor de toekomst, zeker nu de druk op de overheidssubsidies toeneemt. «Als we blijven beknibbelen op mensen en middelen, dan zou dat natuurlijk kunnen keren. Als je in een woonzorgcentrum voor hetzelfde geld meer mensen per dag moet wassen, dan is er minder tijd om een babbeltje te doen of om
met de bewoners naar de markt te gaan. Hoe verder je gaat in de verzakelijking, hoe belangrijker je vrijwilligers zijn en hoe groter het risico dat je ervan afhankelijk wordt.» LANGER WERKEN = MINDER VRIJWILLIGERS Het aantal vrijwilligers is in het Zorgbedrijf alleszins al een tijdje aan het toenemen. De Muynck raamt dat er op tien jaar tijd ongeveer een derde zijn bijgekomen. «Maar ze nemen wel minder taken op dan vroeger. Zo’n 3.000 mensen helpen minstens een keer per week, de 5.000 andere enkele keren per jaar. Bijvoorbeeld om op uitstap te gaan.» Of er in Vlaanderen in het algemeen ook steeds meer mantelzorgers en zorgvrijwilligers bijkomen, is op basis van de bestaande statistieken moeilijk te zeggen. De ene studie schat hun aantal op 400.000, de andere op twee miljoen. «Dat grote verschil heeft met de vraagstelling in de enquête te maken», verklaart Annemans. «De ene hanteert een enge, de andere een brede definitie van informele zorg.» Als het over evolutie gaat, dan is vooral de SCV-survey uitgevoerd door de studiedienst van de Vlaamse regering een interessante bron. Die bracht zowel in 2011 als in 2014 het aantal mantelzorgers in kaart. Opvallend, op die korte tijd bleek het aandeel Vlamingen dat mantelzorg opneemt, gedaald van 38 naar 26 procent. «Verklaringen voor die afname moet je zoeken bij maatschappelijke evoluties», zegt Annemans. «Mensen werken langer waardoor er minder ruimte is om mantelzorg op te nemen. En kinderen wonen vaker verder weg van hun ouders, waardoor intense mantelzorg zo goed als uitgesloten is.» De daling is voor Annemans ook het bewijs dat
Vrijwilligers moeten een surplus in de werking blijven. Een welkom extraatje Johan De Muynck, directeur van het Zorgbedrijf Antwerpen mantelzorg en vrijwilligerswerk niet de gouden oplossing is die sommigen ervan willen maken. «Uit demografische projecties weten we dat de pool van informele zorgverleners de komende decennia sowieso zal dalen. In die zin kun je je afvragen of de beleidskeuze om in te zetten op zelfzorg en mantelzorg haalbaar is en blijft. Zeker als je dan ook nog vaststelt dat veel mantelzorgers zich overbelast voelen en eigenlijk meer ondersteuning zouden moeten krijgen.»
19 mei 2018 - vacature.com
4
Het zorgnetwerk rond Hannes, 22-jarige met Down die binnenkort gaat cohousen
«GELUKKIG KENNEN WE VEEL MENSEN» Hoe organiseer je met weinig middelen toch degelijke en warme zorg voor je kind met Down? Dat is de vraag waar Fabienne en Pascal een antwoord op zoeken nu hun zoon Hannes (22) binnenkort gaat cohousen. Negen maanden lang hadden ze van een perfect gezonde baby gedroomd. De geboorte veranderde alles. Hun derde zoon Hannes had het syndroom van Down en zou altijd een beetje kind zijn. «Van het ‘slechtnieuwsgesprek’ met de kinderarts herinner ik me niet veel meer», vertelt Fabienne. «Alleen dat ene zinnetje herhaal ik nog dikwijls in mijn hoofd:. ‘Hij is een kind als alle andere. Hij zal alleen wat meer tijd nodig hebben.’ Dat is een beetje onze leidraad geworden. Ondanks zijn beperking zijn we hem altijd blijven uitdagen.»
In 2020 gaat Hannes zelfstandig wonen in Zwevegem.
5
vacature.com - 19 mei 2018
WHATSAPP Zo komt het dat Hannes vandaag kan lezen en schrijven, zelfstandig de bus nemen of naar de winkel gaan, en zelfs berichtjes stuurt via WhatsApp. Straks, in 2020, volgt een nieuwe grote stap: dan gaat hij zelfstandig wonen. Samen met vier of vijf andere jongvolwassenen met een beperking zal hij een huisje delen in Zwevegem. «Het is niet dat we Hannes uit ons huis willen. Verre van», verduidelijkt Pascal. «We hebben deze beslissing vooral genomen met het oog op de toekomst. Als wij ooit wegvallen, willen we niet dat de zorg bij onze andere zonen terechtkomt. Met dit huis en de vzw die erachter zit, creëren we een plek en een context waarbinnen hij begeleid op eigen benen kan leren staan. Iets waar hij zelf hard naar uitkijkt.» Met de verhuis van Hannes zijn Pascal en Fabienne intussen vijf jaar bezig. Eerst wilden ze samen met de andere ouders geld bijeen leggen om zelf een huis te bouwen. De plannen daarvoor waren zelfs al ver gevorderd, maar uiteindelijk bleek het financieel onhaalbaar. De oplossing kwam er na een projectoproep van Vlaams minister van Wonen Liesbeth Homans rond alternatieve woonvormen. Samen met een lokale huisvestingsmaatschappij werkten ze een plan voor cohousing uit op een site waarop nu vier seniorenwoningen staan. Daar zullen de jongeren na de verbouwingen elk een kamer met sanitair huren.
Voor de begeleiding ter plaatse zullen ze in de eerste plaats familie, vrienden en andere vrijwilligers uit hun netwerk (moeten) aanspreken. Pascal: «Professionele zorgverleners inschakelen is duur. Het persoonsvolgend budget dat onze jongeren zullen krijgen, is te beperkt om continu iemand aanwezig te hebben. Als we de handen in elkaar slaan en de budgetten van alle jongeren samenleggen, zullen we maximum twee à drie uur per dag een beroepskracht kunnen betalen. Moeten er daarna nog dingen gebeuren, dan zullen we daarvoor op de reguliere diensten, zoals Familiehulp, en vooral op de mantelzorgers en vrijwilligers moeten steunen.» ÉÉN GROTE PUZZEL Tijdens de voorbereidende vergaderingen met de Dienst Ondersteuningsplan hebben ze alvast de noden en het zorgnetwerk rondom de jongeren in kaart gebracht. «Op een bepaald moment zaten we hier met 24 rond de tafel. Daar waren veel vrienden en familie van Hannes bij, maar ook bijvoorbeeld een klusjesman en een verzekeraar, allemaal mensen die een stukje van de puzzel zullen leggen en hem in zijn nieuwe thuis op een of andere manier zullen ondersteunen. Gaandeweg zal hij moeten leren wie hem waarmee kan helpen.» Dat zoveel helpende handen zich vrijwillig hebben aangediend, daar staan Fabienne en Pascal nog altijd zelf van te kijken. «Het klinkt misschien raar, maar dit netwerk is er voor een stuk ook gekomen doordat we beiden altijd zijn blijven werken. We hebben ons nooit op onszelf en ons gezin teruggeplooid. Daardoor zijn we vanzelf creatief geworden in de zoektocht naar hulp voor Hannes. Om alles georganiseerd te krijgen, waren we min of meer gedwongen om ons netwerk aan te spreken. Nu merken we dat veel vrienden spontaan vragen of ze Hannes eens naar hier of ginder kunnen meenemen. Dat we zoveel mensen kennen, is een groot geluk. Het stelt ons ook min of meer gerust voor de toekomst.» Lees verder blz. 6 >
> Vervolg blz. 5
Wie helpt Hannes? Wonen Nu woont Hannes nog bij zijn ouders, maar in 2020 gaat hij cohousen met enkele andere jongeren met een beperking. Op weekdagen zal er telkens gedurende twee à drie uur een opvoeder aanwezig zijn om te helpen bij de organisatie van het huishouden. Voor ondersteuning bij klusjes in huis zullen de reguliere diensten worden ingeschakeld, aangevuld met vrijwilligers (familie en vrienden). ’s Nachts zal er in het huis in principe geen opvoeder aanwezig zijn. Zeker tijdens de eerste maanden zal Hannes in het weekend terug naar zijn ouders gaan.
Dagbesteding Hannes gaat drie dagen per week naar De Zandberg, het kunstatelier van Groep Ubuntu voor mensen met een beperking. Daar schildert en ontwerpt hij en leert hij films maken. Eén dag per week is hij aan het werk in het Sint-Amandscollege Zuid in Kortrijk, als assistent van de directeur. Op dinsdag bemant hij het onthaal bij Groep Ubuntu.
Mobiliteit Ook al stapt hij nu en dan eens de verkeerde bus op, in principe kan Hannes zich zelfstandig verplaatsen. Voor moeilijkere trajecten kan hij rekenen op zijn ouders, Groep Ubuntu of de taxidienst van vzw Comforte, speciaal voor zorgbehoevenden.
Vrije tijd Net als alle andere jongeren van zijn leeftijd trekt Hannes er graag op uit. Een wandeling maken kan hij in zijn eentje. Op café of naar de kermis gaan, doet hij samen met zijn broers of met vrienden. Hij neemt ook regelmatig deel aan de activiteiten van De Stroom, een vrijetijdsdienst voor mensen met een beperking. Met die organisatie vertrekt hij binnenkort voor drie weken naar Amerika.
Tekst Matthias Van Milders, Heleen De Bisschop en Joni Horemans
ONZE GEZONDHEIDSZORG BECIJFERD De uitgaven voor gezondheidszorg nemen een stevige hap uit het overheidsbudget. Daar tegenover staat uiteraard de uitgebreide sociale bescherming waarvan de gemiddelde Belg kan genieten. Al krijgt niet elke vorm van gezondheidszorg een groot budget. Mantelzorg is goed voor heel wat zorguren, maar kost de overheid erg weinig geld. Sociale bescherming is veruit de grootste uitgavenpost van de overheid, zo blijkt uit cijfers van de Nationale Bank van België uit 2017. Van de 224,45 miljard euro aan overheidsinkomsten vloeide 110,09 miljard euro naar uitgaven voor sociale bescherming. Denk daarbij aan uitkeringen voor pensioenen, ziekte- en invaliditeit, werkloosheid, maar ook aan vervangingsinkomens voor loopbaanonderbrekingen, arbeidsongevallen en leeflonen. Daarnaast vallen hieronder ook de sociale uitkeringen voor onder meer gezondheidszorg en kinderbijslag. 2.650 EURO PER BELG De gezondheidszorg vertegenwoordigt uitgaven voor 30,10 miljard euro in de vorm van uitkeringen voor geneeskundige verzorging. Dat is 2.650 euro per Belg. Een jaar geleden becijferde de krant De Tijd dat van elke 100 euro die de Belgische belastingbetaler betaalt 14,2 euro naar gezondheidszorg gaat. GEEN APART BUDGET VOOR MANTELZORG Mantelzorg is een bevoegdheid van de gemeenschappen en dus ook van de Vlaamse overheid. Die heeft er geen apart budget voor, aldus het Vlaams mantelzorgplatform. De overheid erkent wel zes mantelzorgverenigingen die elk een jaarlijkse subsidie van 100.000 euro ontvangen. Ook het Vlaams Expertisepunt
Mantelzorg – dat kennis bundelt en deelt en inzet op sensibilisering – krijgt een subsidie van 300.000 euro voor de periode van 2017 tot 2019. GEEN VLAAMSE OF FEDERALE PREMIE Voor mantelzorgers zelf is er geen Vlaamse of federale premie. Ze kunnen wel van ondersteuning genieten zoals gezinszorg, kortverblijf, dagopvang en andere vormen van zogenaamde respijtzorg. Maar de mantelen thuiszorgpremie voor zwaar hulpbehoevenden van 130 euro per maand komt toe aan de zorgvrager, niet aan de mantelzorger. Sommige gemeenten hebben wel een premie voor mantelzorgers, maar vaak gaat het om een laag bedrag. ENORME ECONOMISCHE WAARDE De vergrijzing en de vermaatschappelijking van de zorg maken bijkomende budgetten voor ondersteuning van mantelzorgers nodig, vindt het Vlaams mantelzorgplatform. «Er wordt meer inzet van de eigen omgeving verwacht, waardoor de druk op de mantelzorgers verhoogt. Dit waardevol menselijk kapitaal moet goed ondersteund worden.» Uit onderzoek van de UHasselt blijkt trouwens dat mantelzorg ook een enorme economische waarde heeft. Als alle uren die mantelzorgers aan hulp spenderen zouden worden betaald, dan betekent dat een jaarlijkse kost van 11,38 miljard euro. Dat is bijna evenveel als het volledige Vlaamse budget voor welzijn, volksgezondheid en gezin (11,4 miljard). Uit het ouderenzorgonderzoek van Marc Elchardus blijkt dat mantelzorgers in de ouderenzorg het werk van 121.000 VTE verrichten. Dankzij de hulp van mantelzorgers worden er 71.000 rusthuisbedden uitgespaard.
Hoeveel zorgvrijwilligers en mantelzorgers zijn er? Met hoeveel de ‘informele’ zorgverleners (zoals ouders, kinderen, buren…) vandaag al zijn, is niet zo makkelijk te achterhalen. Er zijn weliswaar aardig wat studies te vinden, maar die hanteren elk hun eigen definitie, de ene al wat breder dan de andere. De Gezondheidsenquête van 2013 bijvoorbeeld stelt dat 8 procent van de Vlamingen ouder dan 15 minstens eenmaal per week niet-beroepsmatig instaat voor hulp of verzorging van één of meerdere personen met langdurige ziekten, chronische aandoeningen of handicaps. Een veel hoger percenta-
ge vinden we in de SCV-survey van de Vlaamse Regering (2014). Die berekende dat iets meer dan een kwart van de Vlamingen van 18 jaar en ouder ‘het afgelopen jaar zorg heeft verleend aan een ziek, gehandicapt of ouder familielid, vriend, kennis of buur’. Omgerekend zou dat dan om ruim één miljoen Vlamingen gaan. Volgens Europese cijfers (ESS, 20142015) ten slotte besteedt 35 procent van de Vlamingen tijd aan het zorgen voor of het helpen van zieke, gehandicapte of oudere familieleden, vrienden, buren of anderen, wat meer dan twee miljoen is.
19 mei 2018 - vacature.com
6
NIEUWE COLLEGA IN DE ZORGSECTOR: DE ZORABOT
Zorgt de zorgrobot straks voor minder jobs? Of juist broodnodige steun? Van robots in de industrie kijkt niemand meer op, maar de almaar slimmere machines maken in steeds meer sectoren hun intrede. Wie beweerde dat robots geen menselijke taken aankunnen, heeft ‘Zora’ nog niet ontmoet. Deze Belgische humanoïde robot is de nieuwe collega voor heel wat werknemers in de zorgsector. In rusthuizen en woonzorgcentra biedt Zorabot extra ondersteuning aan ouderen én aan het personeel. We pluisden uit wat de zorgrobot vandaag doet en welke profielen zoal nodig zijn om hem zijn werk te laten doen. «Wij gebruiken sinds 2015 een zorgrobot, maar die zal nog niet zo snel een medewerker kunnen vervangen», vertrouwt Fatia Tigra van Woonzorgcentrum De Vijvers in Gent ons toe. «We hebben momenteel steeds iemand nodig om hem in te schakelen via het computersysteem en het gewenste programma te laten afspelen. De robot kan nog niet zelfstandig opereren, dus blijft er altijd een personeelslid in de buurt.» «We kregen de zorgrobot in het kader van het twee jaar durende onderzoeksproject ‘Wonder’. Het
doel was dat de robot de bewoners meer vrijheid zou geven, er minder valincidenten zouden plaatsvinden en dolende bejaarden minder geviseerd zouden hoeven worden dankzij de detecties van de robot. Sinds het project is afgerond en de onderzoekers de nodige data hebben verzameld, zetten we Zora vooral in bij de animatie. Zora kent de voorkeuren van de bewoners en stelt hen gerust door hun favoriete muziek te spelen, een dansje te doen, spelletje te spelen of een praatje te maken. Voor animators die niet graag zingen of geen instrument bespelen, is Zora een welkome hulp, maar ze kunnen hem ook gebruiken om bijvoorbeeld Bingo te spelen. Zora is verder een handige assistent tijdens turnlessen. Met behulp van de kinesist kan hij bewegingen voordoen.» «Zowel verpleegkundigen en verzorgenden als animators en kinesisten werken bij ons dus met de robot. Tijdens een werkgroep leerden trainers ons ermee omgaan. Dat vroeg natuurlijk wat tijd, maar eens een medewerker ermee weg is, is de robot zeker een meerwaarde. En ook de ouderen reageren enthousiast. Zora staat vooral op de beschermde
afdeling en de bejaarden met dementie onthalen de kleine, aaibare robot overwegend positief. Slechts een heel kleine minderheid heeft er schrik van.» MADE IN BELGIUM Het maken van de robot zelf creëert op zijn beurt natuurlijk heel wat jobs. In ons land is het Oostendse bedrijf QBMT/Zora Bots gespecialiseerd in de ontwikkeling van zorgrobots. In 2013 brachten ze de eerste zorgrobot ter wereld op de markt: zorabot Zora! Momenteel werken er al meer dan 70 werknemers – van programmeurs tot verkopers – in het bedrijf dat actief is in Europa, Azië en de Verenigde Staten, en zaakvoerders Fabrice Goffin en Tommy Deblieck hebben de ambitie om nog veel meer te groeien. De onderzoekers en (robot)techniekers van Zora Bots ontwikkelen software op maat van de zorgsector. Die passen ze toe op de reeds bestaande NAO-robot die de Japanse wereldleider Softbank Robotics fabriceert in Frankrijk.
COLOFON Redactie 09 353 51 54, redactie.vacature@vacature.com Advertenties 09 353 51 57, commercieel@vacature.com Ordering 09 353 51 52, ordering@vacature.com VU Ruben Van Goethem Content Manager Roxanne Claessens Coördinatie Katrien Brys Redactie Hermien Vanoost, Kristina Rybouchkina, Piet Verbeest Sales Marijke Van Impe Ordering An Parewijck
Ontdek nog meer op facebook.com/vacaturedotcom of volg ons op Twitter via @vacaturedotcom en Instagram via instagram.com/vacaturedotcom.
7
vacature.com - 19 mei 2018
19 mei 2018 - vacature.com
8
9
vacature.com - 19 mei 2018
19 mei 2018 - vacature.com
10
11
vacature.com - 19 mei 2018
19 mei 2018 - vacature.com
12
13
vacature.com - 19 mei 2018
19 mei 2018 - vacature.com
14
15
vacature.com - 19 mei 2018
19 mei 2018 - vacature.com
16
17
vacature.com - 19 mei 2018
Plaats je cv online en word gevonden door meer dan 2.000 werk werkgevers
Op welk punt sta jij in je carrière?
19 mei 2018 - vacature.com
18
19 mei 2018 - vacature.com
19