6 minute read

MACHTIG MOOI: René van Leuken

Next Article
CUMELARIA

CUMELARIA

‘Het is de mentaliteit die ons verbindt’

Al bijna 28 jaar werkt René van Leuken als kraanmachinist voor Gebr. Van Erp in Oss en nog steeds vindt hij het werk machtig mooi. “Ik kom nog steeds elke dag met plezier mijn bed uit. Ik heb een kriebel voor dit vak.”

Advertisement

Tekst en foto’s: Marjolein van Woerkom

Om kwart over zes ’s ochtends zat hij vandaag al in de kantine. Even een bakkie doen met de collega’s en daarna op pad met zijn mobiele kraan. Deze morgen is hij aan het werk bij een particulier, een kwartiertje rijden verderop. Er wordt een nieuw huis gebouwd, waarbij de tuin moet worden verhoogd en gevlakt. In het donker rijdt hij de polderweggetjes af. “Dit is toch wel één van de mooiste dingen aan het werk: ’s morgens vroeg de polder in”, zegt hij. Meestal in deze tijd van het jaar begint hij ’s ochtends vroeg op zijn mobiele kraan en de rest van de dag is onvoorspelbaar. Hij lacht. “Daar moet je inderdaad van houden, maar ik vind het leuk. Het is de afwisseling die me trekt. Dan sta ik weer bij een particulier grond te vlakken en later doe ik weer een loonwerkklusje”, aldus René. Soms heeft hij klussen van enkele dagen, soms van een paar uur. Het werk kan uitlopen, maar dan moet het toch af. “Je kunt beter ’s avonds een uurtje langer doorgaan dan de volgende dag terugkomen, want dat kost je minstens twee of drie uur extra tijd.” Dat is ook wel de mentaliteit van ons vak, stelt hij vast. “Die mentaliteit verbindt. Werknemers die willen weten hoe laat ze klaar zijn en meteen vragen wat ze kunnen verdienen, zijn hier niet aan het goede adres. Het draait echt om werkplezier. We verdienen een goede boterham, maar als je meer wilt verdienen, moet je een ander vak kiezen”, zegt hij. Voor hem is dat geen optie. “Ik heb een kriebel voor dit vak. Ik heb mijn hart altijd hier gehad en dat heb ik nog steeds.”

NAAM: RENÉ VAN LEUKEN

WERKZAAM BIJ: GEBR. VAN ERP IN OSS FUNCTIE: KRAANMACHINIST EN WAT ER VERDER NOG TE DOEN IS

PASSENDE TAAL

Natuurlijk zijn er dingen die minder leuk zijn, maar René probeert altijd de uitdaging ervan in te zien. “Mensen zijn ongeduldig. Ze kunnen niet meer even vijf minuten wachten tot ik klaar ben. Als ik even op de weg moet staan met mijn kraan voor een klusje en iemand komt aanrijden, zie je de frustratie al toenemen. Je ziet ze bijna roepen: ‘Ik sta hier!’ Ja, denk ik dan, ik sta hier ook.”

Toch vindt hij het een uitdaging om ook met deze mensen te blijven communiceren. “Als wij ’s ochtends ergens komen, maken we er in eerste instantie een grote rotzooi van. Dat bezorgt mensen veel overlast en veel chagrijn. Dat snap ik maar al te goed. Ik zie het als een uitdaging om het zo te breien dat ze er toch een fijn gevoel aan overhouden”, aldus René. Dat betekent passend communiceren. “We hebben in ons werk te maken met allerlei soorten mensen. We staan in volksbuurten, maar ook in betere wijken. Dat betekent je taalgebruik aanpassen. Als iemand rauw in de mond is, praat ik rauw terug. Ik probeer elke taal te spreken en het geeft voldoening als je in gesprek komt met die mensen.”

‘IK HEB EEN KRIEBEL VOOR DIT VAK. IK HEB MIJN HART ALTIJD HIER GEHAD EN DAT HEB IK NOG STEEDS’

SWITCH

Al op zijn tiende wist hij dat hij bij een loonbedrijf wilde werken. Na de havo en de mts kwam hij bij een loonbedrijf terecht, maar toen dat ermee stopte, kon hij over naar Van Erp, een bedrijf waarmee zijn oude werkgever al samenwerkte. “Het is een mooi bedrijf. De eigenaren zelf lopen in overall en werken mee. We zien hen eigenlijk niet als eigenaren, maar als collega’s. Als er iets is, kunnen we altijd bij hen terecht.”

In 2000 was er een kleine reorganisatie binnen het bedrijf en kwam er naast het agrarisch loonwerk meer wegenbouw bij. “Voor mij was dat een mooie kans om van de trekker naar de kraan te switchen. Omdat ik toentertijd kinderen kreeg, vond ik het wel prettig om het wat rustiger aan te doen en op tijd klaar te zijn, zodat ik er voor mijn gezin kon zijn. Nu mijn kinderen de deur uit zijn, vind ik het weer heel leuk om mijn oude hobby zogezegd weer op te pakken en tot ’s avonds bezig te zijn. Belangrijk is wel dat het thuisfront ook flexibel is en erachter staat, anders werkt het niet.”

KENNIS DOORGEVEN

Hij werkt al bijna 28 jaar voor hetzelfde bedrijf, maar saai wordt het niet. Het geluid, de grootte van de machine, de diesel, de olie, hij vindt het nog steeds allemaal even prachtig. “We zijn machinemensen. We passen machines aan om klussen toch te kunnen klaren. Als er een probleem is, wordt het met machines opgelost. Dat is gewoon mooi.”

Hij komt dan ook nog steeds elke dag met plezier zijn bed uit. “Moet je voor twee of drie euro per uur van werkgever veranderen? Omdat het daar misschien beter is? Elk bedrijf heeft voors en tegens. Ik heb het hier naar mijn zin. Hogerop hoef ik niet. Ik heb mezelf in die jaren kunnen ontwikkelen. Zo nu en dan volg ik een cursus, maar dat zie ik meer als een controlemiddel. De basis moet je kennen, en als je die niet kent, helpen moderne technieken ook niet.”

Meer dan dit hoeft hij ook niet meer. “Ik vind het veel leuker om kennis door te geven. Regelmatig heb ik jongere medewerkers met een trekker bij me. Sommigen hebben interesse in het kraanvak en gaan vragen stellen. Ik leg het met plezier aan hen uit. Soms neem ik ze eens een dagje mee en zo leren ze spelenderwijs. Natuurlijk laat ik ze dan wel eens hun neus stoten; fouten onthoud je beter dan de dingen die goed gaan. Op die manier heb ik het ook geleerd. Dat werkt het beste.”

SERIE: MACHTIG MOOI

Goed personeel vinden, is al een tijd problematisch. Werkgevers struinen scholen af en vacatures zijn er in overvloed, maar het blijft lastig de juiste werknemer voor de juiste plek te vinden. Daarom is het wellicht ook eens goed om je als werkgever in die ander te verdiepen. Hoe laat je zien dat de sector een machtig mooie plek is om te werken? Hoe breng je dat goede gevoel over aan die potentiële werknemer? Verplaats je eens in hem of haar, waardoor die zoektocht misschien wat minder moeilijk wordt. In deze serie laten we medewerkers aan het woord die vertellen hoe zij hun werk ervaren, wat er goed gaat, wat er beter kan en hoe zij manoeuvreren in de cumelasector. Dat het een machtig mooie sector is om in te werken, daarover zijn we het namelijk allemaal wel eens.

‘MOET JE VOOR TWEE OF DRIE EURO PER UUR VAN WERKGEVER VERANDEREN? OMDAT HET DAAR MISSCHIEN BETER IS?’

HOE BEN JE DE SECTOR INGEROLD?

Hoewel zijn vader timmerman was, wist hij al op zijn tiende dat hij bij een loonbedrijf wilde werken. Na de havo en de mts kwam hij bij een loonbedrijf terecht en al doende leerde hij. Een machinistenopleiding heeft hij nooit gedaan.

WAT VIND JE HET ALLERLEUKSTE?

“Het werken met grote machines, maar ook de variatie in het werk en het omgaan met mensen in de buurten waar we komen.”

WAAR HEB JE EEN HEKEL AAN?

“Administratie misschien, maar ik probeer altijd overal de uitdaging van in te zien.”

This article is from: