DOEN Magazine #03 Winter - Voorjaar 2012 Van Omme & De Groot

Page 1

nr 3

•

winter - voor jaar

2 0 12

Het relatiemagazine dat verbindt en inspireert

Ouwe jongens kreeftensoep renovatie en onderhoud wijn & spijs verbroederen Zoetermeer - Oosterheem


project

‘t Schenkeltje 's-Gravendeel


project

Project: 25 Appartementen ‘s-Gravendeel Architect: Kokon Architectuur & Stedenbouw te Rotterdam Opdrachtgever: Stevast Ontwikkeling BV te Capelle a/d IJssel Wijze van aanbesteden: Bouwteam Duur van het project: 2009-2010

doen • winter - voorjaar 2012

1


voorwoord

2

doen • winter - voorjaar 2012


voorwoord

doen Wat we deden, wat we doen

Het is 1922. Jan Zweer van Omme en Augustinus de Groot ontmoeten elkaar bij de bouw van het tuindorp Vreewijk in Rotterdam. Het klikt tussen de heren en ze besluiten gezamenlijk op te trekken. De firma Van Omme & De Groot is geboren. Het is het begin van een negentigjarige geschiedenis vol ups en downs. Bloeiperiodes, de oorlog, de wederopbouw en crises wisselen elkaar af. In 1980 dreigt de onderneming ten onder te gaan aan de malaise die dan door Nederland waart. Maar, er gloort hoop. Net op tijd. Van Omme & De Groot weet onder andere een hecht contact op te bouwen met het Grondbedrijf Rotterdam. Op de pagina's 10-13 kijken Luut de Groot en Jan Doets, de toenmalige directeur van dat Grondbedrijf Rotterdam, terug op die tijden. En ze trekken parallellen met vandaag de dag. Het is 2012. Dit is het jaar dat we ons negentigjarig jubileum vieren. De onderneming van nu is uiterlijk een geheel andere dan toen. En toch, nader beschouwd is er niet eens zo enorm veel veranderd. Nog steeds is Van Omme & De Groot een zelfstandig familiebedrijf, een van de laatste middelgrote in de regio Rotterdam. Nog steeds zijn we een hechte club die zowel heel grote als kleine projecten oppakt. Woningen. Winkels. Kantoren. Hotels. Nieuwbouw. Renovatie. Onderhoud. In en rond Rotterdam, en zelfs ver daarbuiten. We zijn negentig jaar oud, maar we barsten van de energie. In dit nummer kijken we terug en vooral ook vooruit. Dat doen we met vertrouwen. We zijn immers een onderneming die voorziet in datgene waar in deze tijden behoefte aan is. Financiële stabiliteit, bijvoorbeeld. Het is zowel voor ons als zeker ook voor onze relaties belangrijk dat we in 2011 een Graydon Award ontvingen, als waardering voor onze financiële gezondheid. En juist vandaag de dag tellen ook weer ‘oude waarden’ als korte lijnen, flexibiliteit en kwaliteit. En vooral ook: betrouwbaarheid. Dat je partners er geen seconde aan hoeven te twijfelen of je je beloftes wel kunt en ook wilt nakomen. Gelukkig beseffen we ons allemaal weer terdege hoe belangrijk dat fundament onder ons zakendoen is. Dat is de reinigende werking die van een crisis kan uitgaan. Het gaat tegenwoordig weer gewoon om wat je daadwerkelijk betekent en toevoegt. In die zin blijven we doen wat we altijd al deden: gewoon, doen. Guus de Groot

doen • winter - voorjaar 2012

3


redac tie CO L O F O N

10

Redactie MAW Marloes Breederveld Van Omme & De Groot Annick Baur, Marco Dijkshoorn, Guus de Groot, Olivier Hoogveld, Vincent van Valen

Eindredactie Mirca Groenen

Vormgeving MAW Cary Da Costa, Linda Oorschot, Dennis van der Velden

Tekst Henk de Kleine, Jaap van Rijn

Fotografie Paul de Graaff, Jaap van Rijn

20

Aan dit nummer werkten mee Erwin van Alphen, Ab Brugge, Michelle Corbeau, Marco Dijkshoorn, Jan Doets, Bé Emmens, Bram Faasse, Guus de Groot, Luut de Groot, Olivier Hoogveld, Peter Haasbroek, Jasper Kuijs, Walther van Leeuwe, Dielis Luijkx, Bas van den Nieuwendijk, Ed Pannebakker, Theo Puijk, Daniël Sandwijk, Edita Svegovic Straleger, Vincent van Valen, Theo Verstralen, Jan-Mark Vink, Ilse de Visser, Patrick Zoons

Fotografie cover Fotografie Paul de Graaff Styling Miquel Mohamedjar Assistent styling Romy van den Bergh Visagie Kym for Laura Mercier Model Loes@Max Models Druk Grafisch Goed

34

Uitgever MAW Van Helmontstraat 97 3029 AA Rotterdam www.metanderewoorden.nl

28

In opdracht van Van Omme & De Groot Heemraadssingel 223 3023 CD Rotterdam www.vanomme-degroot.nl

© Auteursrecht voorbehouden Niets uit dit magazine mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotografie, microfilm of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de hierboven genoemde personen en/of bedrijven.

4

doen • winter - voorjaar 2012

42


inhoud

doen Het relatiemagazine dat verbindt en inspireert

38

6

48 6

Actualiteiten VAN OMME & DE GROOT

10

Interview Ouwe jongens kreeftensoep

14

Renovatie & onderhoud Op stap met de uitvoerders

20

Mode Kwaliteit is tijdloos

28

Project NAI - Van fortificatie tot lichtpaleis

34

Favorieten Wijn & spijs verbroederen

38

Portret Bijna getrouwd

42

Project Zoetermeer - Oosterheem

48

Historie Negentig jaar bouwen en ontwikkelen

Hebben wij u met dit magazine weten te interesseren voor Van Omme & De Groot? Neem dan voor meer informatie over onze verschillende woonconcepten, mogelijkheden voor samenwerkingen, onze kantoorontwikkelingen en uiteraard onze brede kennis en ervaring op alle gebieden van ontwikkelen en bouwen contact met ons op!

Postbus 26033 3002 EA Rotterdam

Heemraadssingel 223 3023 CD Rotterdam

T 010 - 477 58 11 F 010 - 476 53 90 E info@vanomme-degroot.nl doen • winter - voorjaar 2012

5


ac tualiteiten

DE PELIKAAN: EEN SCHOOLVOORBEELD VAN ‘HET NIEUWE BOUWEN’ IN GOUDA Voorbij is de tijd dat eerst woningen werden ontwikkeld en daarna werd geprobeerd deze aan de man te brengen. Vandaag de dag wordt nadrukkelijk gezocht naar een betere aansluiting tussen vraag en aanbod. Een mooi voorbeeld van deze nieuwe aanpak is de ontwikkeling van De Pelikaan, een project van 26 woningen in Gouda. Hogere kwaliteit In Gouda wordt het gebied achter de Fluwelensingel en de Goejanverwelledijk (ook wel bekend als de Jan Verswollezone Zuid) omgevormd tot een nieuwe woonomgeving. De verbeteringen zijn bedoeld om dit deel van de stad beter te laten aansluiten op omliggende buurten en de binnenstad. Het woonmilieu hier kan veelzijdiger en moet van hogere kwaliteit worden. Deze gelegenheid doet zich voor nu onder andere de Ambulancedienst RAD Midden-Holland verhuist naar een andere locatie. Zorgpartners Midden-Holland is op deze plek al gestart met de bouw van Zorgcentrum Hanepraij.

CoCreatie Het project De Pelikaan maakt deel uit van de eerste fase van de ‘upgrade’ die deze locatie doormaakt. In deze eerste fase worden zo’n 26 herenhuizen en appartementen gerealiseerd. Voor het ontwerp hiervan is het architectenbureau Groosman Partners uit Rotterdam geselecteerd. Van Omme & De Groot wil samen met de architect en de makelaar geïnteresseerden al vanaf het begin actief betrekken bij het ontwerpproces. Deze zogenoemde Woon-CoCreatie® maakt mogelijke kopers al vroeg betrokken en enthousiast. Zo zijn juist zij nadrukkelijker verbonden aan het project.

Foto Pim Mul

Eerste stap Een belangrijke eerste stap in het project werd gezet met de uitgifte van de grond door de gemeente Gouda. Hiervoor werd op maandag 24 oktober jl. een overeenkomst getekend met Van Omme & De Groot. De start van de bouw is gepland voor het vierde kwartaal van 2012. Meer informatie is te vinden op www.thuisingouda.nl.

Meedenken over je toekomstige huis: Woon-CoCreatie® in Zoetermeer Een woning is niet zomaar een huis. Een woning moet bij je manier van leven passen. Zo wil een fanatieke fietser of een motorrijder graag een grote berging. Terwijl een gepassioneerde tuinliefhebber liever meer vierkante meters tuingrond heeft. Met die gedachte bouwt Van Omme & De Groot 23 eengezinswoningen in woonbuurt Waterzicht in de Zoetermeerse nieuwbouwwijk Oosterheem. Door Woon-CoCreatie® kunnen de toekomstige kopers veel invloed uitoefenen op het eindresultaat. Het nieuwe project omvat woningen met een grote achtertuin aan het water. De prijs is aantrekkelijk en de woningen bieden alle ruimte voor de toekomst. Ze worden gebouwd onder het motto: ‘Wonen in Waterzicht, samen uw thuis creëren’. In een aantal interactieve

CoCreatie-sessies gaan geïnteresseerden met de ontwikkelaar en de architect in gesprek over hun persoonlijke woonwensen. Daarbij kunnen zij aangeven wat zij écht belangrijk vinden. De eerste bijeenkomst is in februari 2012.

Een eerste interactie met geïnteresseerden heeft onlangs plaatsgevonden op zaterdag 17 december 2011 tijdens de open dag Oosterheem. Door middel van een enquête en een kernwaardenspel kon men aangeven waar hun ideale woning aan voldoet.

6

doen • winter - voorjaar 2012

Vergaande wensen Projectontwikkelaar Daniël Sandwijk over deze benadering: ‘Op een interactieve manier willen we komen tot een helder Programma van Wensen. We hebben dan zicht op de gewenste architectonische uitstraling en de woningindelingen. Iemands “lifestyle” is heel bepalend voor dat soort keuzes. Een gedreven hobbykok wil graag een grotere en praktisch ingerichte keuken, iemand die veel en graag schildert, wil liever een ruim atelier. Het gaat hier dus echt verder dan een keuze voor een bepaald type binnendeuren of de kleur van de keuken. Ook de keuzes in de architectuurstijl, de gevelafwerking, de indeling en het uitrustingsniveau van de woningen worden besproken. We willen heel graag weten wat er nu bij mensen zoal leeft.’ Aanmelden en vrijblijvend meepraten Aanmelden voor de sessies kan via de website. Geïnteresseerden ontvangen vooraf een uitnodiging. Deelname is vrijblijvend en verplicht tot niets. Wel kunnen toekomstige kopers tijdens het gehele interactieve proces woningen van hun voorkeur reserveren. www.woneninwaterzicht.nl


ac tualiteiten

Tweede jeugd voor de Prof. Poelsflat De Prof. Poelsflat is een van de bijzondere monumenten die Rotterdam rijk is. Deze werd in de jaren ’30 ontworpen door A. van der Steur, die ook het museum Boijmans van Beuningen ontwierp. Anno 2012 krijgt de flat een makeover, die wordt gerealiseerd door Van Omme & De Groot. In de Prof. Poelsflat wonen senioren in 116 appartementen. Tijdens de renovatie blijven de bewoners ‘gewoon’ in de flat wonen, hetgeen de opdracht extra bijzonder maakt.

Wonen op je eigen schiereiland: het kan in Waterwijk Nesselande Voor wie er ooit wel eens van gedroomd heeft om op een schiereiland midden in de Randstad te wonen: binnenkort kan het. Aan de noordrand van Nesselande ontwikkelen Van Omme & De Groot en Knaap samen een aantal unieke woningen, omringd door water.

Aanvankelijk was de modernisering van de Prof. Poelsflat in handen van Panagro, in opdracht van Woonbron Ontwikkeling. Panagro kwam echter in de problemen en daarmee stokte het werk. Om de bewoners zo snel mogelijk weer een prettige omgeving te bieden, springt Van Omme & De Groot nu bij. De opdracht is erg veelzijdig. Zo wordt een warmteterugwinsysteem aangelegd, de gevel wordt verfraaid met nieuw stucwerk en in de trappenhuizen komt Colorbel-beglazing. Ook krijgt de flat twee nieuwe entrees en de gehele zolderverdieping wordt opnieuw ingedeeld. De finishing touch bestaat uit houtfineer voor de afwerking van de meterkasten, houten lambriseringen en marmoleumvloerbedekking.

Waterwonen De architectuur van de twaalf woningen in Waterwijk Nesselande is geïnspireerd door de typische bouw die we rond de Loosdrechtse, Reeuwijkse en Bergse Plassen vinden. Hier is een vleugje Nesselande doorheen gemixt. Zo is de architect erin geslaagd om traditionele vormen en sfeer te combineren met modern comfort en eigentijdse luxe. Het water pal voor de deur, de toepassing van riet en hout en het kleurgebruik, het draagt allemaal bij aan een permanent vakantiegevoel. Een eigen steiger

voor de deur kan de ideale finishing touch vor men. De twaalf woningen zijn ruim van opzet en er is keuze uit drie verschillende woningtypen. Elk type heeft een groot vlonderterras en ruime parkeergelegenheid. Kijk voor meer informatie op www.riva2.nl.

Waterwijk is een deelgebied aan de meest noordelijke zijde van Nesselande. De naam kon niet toepasselijker zijn. Waterwijk is een verzameling ‘eilandenrijkjes’ die verbonden zijn met de Zevenhuizerplas. Op de verschillende eilanden zijn kavels gecreëerd, die op twee manieren worden ingevuld. Een deel van de kavels wordt door particulieren bebouwd. Zij realiseren onder eigen opdrachtgeverschap verschillende soorten luxe woningen. Er zijn ook zogenoemde projectmatige kavels. Hier gaan Van Omme & De Groot en Knaap twaalf woningen realiseren die de bewoners het gevoel geven dat het leven 24/7 vakantie is.

doen • winter - voorjaar 2012

7


ac tualiteiten

woonpark HOOGVLIET: MAXIMALE DUURZAAMHEID DOOR NAUWE SAMENWERKING De gemeente Rotterdam zet al jaren in op duurzaamheid. Bij alle nieuwe bouwinitiatieven speelt dit een zeer belangrijke rol. Zo ook bij de ontwikkeling van het project Woonpark in Rotterdam-Hoogvliet. Trio met visie Woonpark Hoogvliet wordt ontwikkeld door Natuurlijk Comfort BV, een uniek samenwerkingsverband tussen Origins Architecten, In de Stad Vastgoedontwikkeling en Van Omme & De Groot Projectontwikkelaars en Bouwers. Onlangs is door deze drie partijen overeenstemming bereikt met de gemeente Rotterdam. Het trio deelt een gemeenschappelijke visie: dat je door integrale samenwerking tussen ontwerper, conceptontwikkelaar en ontwikkelende bouwer maximale duurzaamheid realiseert tegen acceptabele kosten. Zelfs makelaars, marketingdeskundigen, constructeurs en installateurs denken al vanaf het eerste begin mee. Deze visie bleek

8

doen • winter - voorjaar 2012

in de praktijk al eerder succesvol. Zo ontwikkelden de partners in Natuurlijk Comfort vier ecovilla’s in Hellevoetsluis. Dit project behaalde de hoogste scores op actuele thema’s als energie, waterbesparing en binnenmilieu. Wegens succes geprolongeerd De succesvolle aanpak wordt nu dus herhaald in de ontwikkeling van Woonpark Hoogvliet. Dit project bestaat uit 38 twee-onder-een-kapwoningen en vrijstaande woningen. De woningen staan op ruime kavels, in een bijzondere stedenbouwkundige opzet. De opzet is gebaseerd op de historie van het oorspronkelijke Hoogvlietse polderlandschap, compleet met de kenmerkende slootjes, bomen en erven en de gevarieerde erfbebouwing. De verschillende woningtypen worden vrijstaand en geschakeld. Ook is het mogelijk om per woning modules toe te voegen of uitbreidingen te realiseren. Daardoor zal in Woonpark Hoogvliet een rijke variëteit aan woningen te zien zijn. De woningen

worden gebouwd met natuurlijke materialen in een neutrale kleurstelling. Zo ontstaat een rustige woonsfeer. Natuurlijke charme Door het slimme ontwerp en de tijdloze vormgeving – ook van de buitenruimte – zullen de woningen in Woonpark Hoogvliet ogen alsof ze er altijd al waren. Ontwerpers van de gemeente Rotterdam en Origins Architecten trekken hier gezamenlijk op om zo een maximale samenhang tussen architectuur, buitenruimte en bestaande omgeving te bereiken. Het project wordt gefaseerd uitgevoerd. Naar verwachting zal de verkoop van het eerste deelplan in het tweede kwartaal van 2012 starten. De verkoopprijzen liggen tussen de€e 300.000 en e€400.000. Eind januari is meer informatie te vinden op www.thuisinhoogvliet.nl.


I never knew of a morning in Africa,

when i woke, that I was not happy - ernest hemingway

Intu Afrika K alahari Nam

ibië

www.leadinglodges.com Van Omme & De Groot participeert in project Intu Afrika Kalahari desert Namibië

doen • winter 2012

99


interview

OUWE JONGENS KREEFTENSOEP Fotografie Paul de Graaff tekst henk de kleine

Krentenbrood stond er helaas niet op de menukaart van de Old Dutch. Het zou namelijk wel een zeer toepasselijke side dish geweest zijn tijdens de lunch van Jan Doets en vader Luut de Groot en zoon Guus. De oud-directeur van het voormalig Grondbedrijf Rotterdam en de vorige en huidige directeur van Van Omme & De Groot halen herinneringen op aan oude en soms ook gouden tijden. Dus toch een beetje ‘ouwe jongens krentenbrood’. 10

doen • winter - voorjaar 2012


interview

Natuurlijk, er is geen ontkomen aan. In tijden als deze valt bij een gesprek over bouwen, vastgoed en investeringen al snel het woord ‘crisis’. De Groot senior en Jan Doets zijn het erover eens: ‘Het is nu erger dan toen wij samenwerkten.’ Met ‘toen’ wordt bedoeld: de periode van 1979 tot het einde van de jaren ’80. In 1979 werd een nog jonge Jan Doets directeur van het Grondbedrijf Rotterdam, de organisatie die later OBR is gaan heten en nu bekendstaat als Stadsontwikkeling. Hij trof een organisatie aan die nog wel wat slagen te maken had: ‘Ik vroeg de boekhouders naar de meest actuele jaarcijfers om te kijken waar we stonden. Ze kwamen aanzetten met jaarrekeningen uit 1974. We stonden dus voor twee uitdagingen: het verleden op orde brengen en de toekomst uitstippelen.’ Jan Doets ging voortvarend van start. Onder zijn bezielende leiding werden projecten opgestart en afgerond die tot op de dag van vandaag mede het Rotterdamse stadsgezicht bepalen. De wereldberoemde paalwoningen aan de Blaak. De nieuwe Schouwburg. Het Scheepvaartmuseum. De uitbreiding van Museum Boijmans Van Beuningen. Het Nederlands Architectuurinstituut. En uiteraard was het Grondbedrijf Rotterdam betrokken bij de bouw van duizenden huur- en koopwoningen. Veel daarvan werden vanaf 1980 samen met Van Omme & De Groot gerealiseerd. Rondrijden en plannen maken Jan Doets en Luut de Groot herinneren zich nog goed hoe de verschillende marktpartijen zo rond 1980 druk bezig waren om zich letterlijk en figuurlijk een goede positie te verwerven. Luut de Groot: ‘Dat begon eigenlijk al bij de wederopbouw, na de oorlog. De “eigenbouwers” en beleggers die het zich konden veroorloven, kochten vooral op de gok. Hele weilanden onder de rook van Rotterdam werden opgekocht, in de hoop dat de stad zich in jouw richting zou gaan uitbreiden.’ Jan Doets schetst hoe de stad bij zijn komst als directeur van het Grondbedrijf nog voor een groot deel onontgonnen gebied was. ‘Het is nu bijna niet meer voor te stellen, maar je keek toen zo van het Oostplein naar het Groothandelsgebouw. Op het Weena had je nog een idyllisch hertenkampje. Hele stukken binnenstad waren ter beschikking. Hier en daar, zoals op het Groenendaal, stonden misschien nog wat halletjes van expeditiebedrijven. Die wilden best naar de rand van de stad, naar de Spaanse Polder. Voor de woningbouw op die locaties zochten we wel op eigen houtje contacten met beleggers, maar veel bouwbedrijven waren al zo kien geweest om samen met hen een plan neer te leggen.’ Op het gelaat van Luut de Groot verschijnt bij die laatste opmerking een glimlach van oor tot oor. ‘Wij hadden inderdaad goede contacten met grote beleggers, zoals pensioenfondsen. Die hadden zelf niet de organisatie of de capaciteit om huurwoningen te realiseren. Hun portemonnee en onze bouwkennis waren een sterke combinatie. Ik heb heel wat door de stad rondgereden, op zoek naar braakliggende en kansrijke kavels. Dan maakten we samen een plan en daarmee stapten we naar het Grondbedrijf. We brachten het panklaar binnen.’ Jan Doets kan dat beamen: ‘Ja, dat deden jullie goed.’ Behoedzaam Het contact tussen het Grondbedrijf en Van Omme & De Groot werd steeds beter en in hoog tempo rolden de projecten van de band. Luut de Groot: ‘Het ging in die dagen echt snel. Razendsnel soms. Het is wel eens gebeurd dat we drie maanden na het aandragen van een plan al stonden te heien. Hele wijken hebben we helpen opbouwen. Direct na de oorlog Schiebroek, Vreewijk, Lombardijen en Overschie. Later volgden Ommoord, Zevenkamp en Prinsenland. De huurwoningen, daar was natuurlijk altijd wel vraag naar. Die waren zo weg. Anders lag het als we van plan waren bijvoorbeeld honderd koopwoningen in de markt te zetten. De mensen waren veel behoedzamer in die dagen. Vlak voor de huidige crisis was het voor veel kopers de kunst om vooral maar de eerste te zijn. Dat was in de jaren ’80 precies tegenovergesteld. Als een plan werd gerealiseerd, dacht men juist: ik koop de laatste wel. Daar moest je rekening mee houden. Dus niet zeggen dat er honderd woningen kwamen, maar het opknippen in – laten we zeggen – partjes van twintig. Dan ging het wel.’ Guus vult zijn vader aan: ‘We hebben in die tijd trouwens ook goed ingespeeld op de opkomende vraag naar kleinere nieuw doen • winter - voorjaar 2012

11


interview

‘De cirkel is rond: wat toen gebouwd werd, wordt nu vervangen.’ Luut de Groot

bouwprojecten in wijken waar jarenlang geen aanbod was geweest. In wijken als Ommoord, Vreewijk en Overschie hadden we huurwoningen gebouwd voor gezinnen. De kinderen daarvan werden groter, ontgroeiden het ouderlijk huis. Omdat er aanvankelijk geen aanbod was, verdwenen zij naar andere wijken of zelfs naar buiten de stad. Zij wilden inmiddels wél een eigen huis kopen, liefst in de buurt van hun ouders of de plaats waar ze waren opgegroeid. Daar hebben we goed op gereageerd. We graasden die wijken af op zoek naar vergeten plekjes waar je nog kon bouwen. Oude grasvelden. Rommelige hoekjes. Daar maakten we dan weer plannetjes voor en zo hebben we ook weer, zij het nu dan in kleinere partjes, aanzienlijke hoeveelheden koopwoningen kunnen bouwen.’ “Ik koop de laatste wel”. Daar moest je rekening mee houden. Dus niet zeggen dat er honderd woningen kwamen, maar het opknippen in – laten we zeggen – partjes van twintig. Dan ging het wel.’ Guus junior vult zijn vader aan: ‘We hebben in die tijd trouwens ook goed ingespeeld op de opkomende vraag naar kleinere nieuwbouwprojecten, al zeg ik het zelf. In wijken als Ommoord, Vreeswijk en Overschie hadden we huurwoningen gebouwd voor gezinnen. De kinderen daarvan werden groter, ontgroeiden het ouderlijk huis. Zij wilden inmiddels wèl een eigen huis kopen en daar hebben we goed op gereageerd. We graasden die wijken af op zoek naar vergeten plekjes waar je nog kon bouwen. Oude grasvelden. Rommelige hoekjes. Daar maakten we dan weer plannetjes voor en zo hebben we ook weer, zij het nu dan in kleinere partjes, aanzienlijke hoeveelheden woningen kunnen bouwen.’ Doorgeschoten Inmiddels lijken we in 2011 terug bij af. Of in elk geval: de situatie lijkt nu sterk op die in het midden van de jaren ’80. Kopers zijn weer behoedzaam. De overheid bezuinigt weer. Hoe vergelijken de drie heren toen en nu met elkaar? Jan Doets is niet heel positief gestemd. ‘Zeker, er waren problemen in die jaren. Minister Ruding van Financiën hield de hand stevig op de knip, het kabinet-Lubbers bezuinigde enorm. Dat heeft eerst echt pijn gedaan, bij brede lagen in de bevolking. Maar toch kwam het vertrouwen bij het grote publiek eigenlijk al vrij snel weer terug. Men schakelde van sparen weer over naar consumeren. En in dat laatste ligt een groot verschil met nu. Zowel consumenten als bijvoorbeeld grote beleggers hadden in elk geval nog een zeker vermogen. Nu komen we

12

doen • winter - voorjaar 2012

Guus de Groot

uit een tijd waarin te grote groepen nauwelijks gespaard hebben, er zijn geen reserves. We komen uit een tijd van spenderen en consumeren, zijn daar volstrekt in doorgeschoten. Eigenlijk heeft iedereen vooral schuldposities, zowel consumenten als beleggers en overheden. Als iedereen vooral bezig is z’n eigen schuld eerst in te lossen, dan blijft er weinig over voor groei.’ Mentaliteit Guus ziet ook op andere vlakken de zaken stagneren, tot zijn niet-geringe ergernis. ‘In 1985 wilde iedereen echt vooruit. Dat proefde je gewoon. Dat gevoel heb ik nu veel minder. We hebben het financieel net zo zwaar, of inderdaad wellicht zelfs nog zwaarder, als in 1985. Maar qua mentaliteit zijn we nog verder van huis. Er is namelijk niet alleen weinig geld meer, er is ook geen durf meer. Of visie. In Amsterdam stonden ze er vroeger van te kijken hoe snel alles in Rotterdam ging. En nu kachelen we er maar een beetje achteraan. Omdat het allemaal zo lang duurt, worden plannen door de tijd ingehaald.’ Luut de Groot weet exact waar zijn zoon op doelt. ‘Dat iets in een paar maanden rond is, dat is echt verleden tijd. Tegenwoordig kan een procedure zomaar tien jaar duren. Dan kijkt die er nog eens naar, en die nóg eens. In Hillegersberg-Schiebroek hebben we bij één plan drie deelgemeentebesturen versleten. Dat is echt de makke van deze tijd.’ Jan Doets kan die beweging wel beamen. ‘Ik ben als directeur van het Grondbedrijf betrokken geweest bij ontwikkelingen op de Kop van Zuid, die jaren later, toen ik er als CEO van ING Real Estate weer mee te maken kreeg, nóg speelden. Het is inderdaad zo dat er te veel stilstand is op dit moment. Op allerlei gebied. We laten mensen, dus ook ambtenaren, misschien wel te weinig ruimte om ook eens een fout te kunnen maken. Natuurlijk, mogen niet zo groot worden dat de boel ontspoort. Maar nu zie je dat te veel besluiten veiligheidshalve maar helemáál niet meer genomen worden. We zitten te veel gevangen in een afrekencultuur. Te veel verantwoordelijke mensen denken: laat ik maar niets doen, dan kan ik ook niets fout doen.’ Visie Die laatste opmerkingen doen de vraag rijzen of er in een stad als Rotterdam dan eigenlijk nog wel veel te doen is. Is de stad zo langzamerhand niet een beetje af? Jan Doets popelt om daar iets over te zeggen.


interview

‘Mensen moeten fouten mogen maken. Anders gebeurt er helemaal niets meer.’ Jan Doets

‘Ik heb wel eens de indruk dat de politiek in het verleden duidelijker voor ogen had waar ze met de stad heen wilde. Zeker, er zijn allerlei visies op het Rotterdam van het jaar 2020. Maar dan vraag ik me alleen wel af of er een reëel beeld geschetst wordt. Is het niet te veel visioen? En ondertussen zien we dat er vandaag de dag gewoon te weinig wordt gedaan aan concrete vraagstukken als bijvoorbeeld de enorme leegstand van kantoren. Maar liefst 25% staat er leeg en dan roepen we dat er in het stationsgebied meer kantoren bij moeten. Allemaal prima, maar wat dan met die andere 25%? Ook een stad als Rotterdam moet verdichten. Dan lijkt het me logisch dat die lege kantoren een transitie naar een woonbestemming doormaken. Maar dan moet wel iemand die kar gaan trekken.’ Guus is het er hartgrondig mee eens. ‘Het zou zo fijn zijn als de verantwoordelijken ook echt hun verantwoordelijkheid gingen nemen. Vanwaar al die angst? Dat je ontslagen wordt? Als ik iedereen die wel eens iets fout doet, zou moeten ontslaan, dan zat ik ’s avonds bij wijze van spreken in m’n eentje op kantoor.’ Leuker en mooier Ook in deze wat donkere tijden ziet Guus toch nog lichtpunten: ‘Laten we wel wezen, Rotterdam is in de laatste dertig jaar enorm veel aantrekkelijker geworden. We gingen vroeger in Amsterdam uit om gezelligheid te zoeken. Kun je nagaan. Maar ja, in onze eigen stad kon je ’s avonds een kanon afschieten. Nu komen mensen uit andere steden juist hierheen. We hebben geweldige architectuur, die over de hele wereld beroemd is. We hebben prachtige sportieve en culturele evenementen en niet te vergeten een bruisend zakenhart. Dat deel van de citymarketing zit wel goed, maar mensen van buiten de stad wordt te weinig verteld hoe geweldig je hier ook kunt wonen.’ Luut de Groot onderschrijft dat. ‘Je zou kunnen zeggen: hier en daar is de cirkel rond. Huizen die nog door een vorige generatie van Van Omme & De Groot zijn gebouwd, worden nu vervangen. We praten dan over huizen van voor de Tweede Wereldoorlog en uit de wederopbouw. Die zijn naar de maatstaven van nu te klein en ze voldoen niet meer aan de huidige comforteisen en woonwensen, dat is gewoon een natuurlijk proces. Maar nogmaals, dat proces verloopt nu gewoon te langzaam. Het gaat te stroperig.’ Guus haakt daarop in: ‘Terwijl je juist nu voor relatief weinig geld veel kwaliteit kunt kopen. De bouwprijzen zijn laag. Maar dan moet je alleen wel even het geld heb-

ben.’ Jan Doets: ‘Het lastige is dat sommige stukken grond gewoon te lang in handen blijven van partijen die nu even niets kunnen. Naar mijn smaak zouden de gemeenten dan een keer moeten zeggen: “Je presteert niet, we gaan het nu aan een ander uitgeven.” En de gemeenten moeten nog een tweede slag maken. De grondprijzen moeten omlaag. Het is een misrekening om te blijven denken dat het wel weer aantrekt. Nú de grond aanhouden zonder dat het rendeert, levert ook niets op. Dan kun je het maar beter tegen een lagere prijs liquide maken, dan komt de handel weer op gang.’ Luut de Groot besluit: ‘En dat is ook echt nodig, want we moeten ook nog eens de slag tegen de enorme vergrijzing gaan maken. Niemand neemt meer genoegen met de vroegere huisvesting voor ouderen, dat er meerdere mensen op één kamer lagen. Ik kan uit eigen ervaring zeggen: er wordt beter gebouwd dan ooit. Tenminste, als iedereen even de rem loslaat en op het gaspedaal gaat drukken.’zeggen: “Je presteert niet, we gaan het nu aan een ander uitgeven. ” En de gemeente moet nog een tweede slag maken. De grondprijzen moeten omlaag. Het is een misrekening om te blijven denken dat het wel weer aantrekt. Nú de grond aanhouden zonder dat het rendeert, dat levert ook niets op. Dan kun je het maar beter tegen een lagere prijs liquide maken, dan komt de handel weer op gang.’ Luut besluit: ‘En dat is ook echt nodig, want we moeten de slag tegen de vergrijzing gaan maken. Niemand neemt meer genoegen met de vroegere huisvesting voor ouderen, dat er meerdere mensen op een kamer lagen. Ik kan uit eigen ervaring zeggen: er wordt beter gebouwd dan ooit. Tenminste, als iedereen even de rem loslaat en op het gaspedaal gaat drukken.’

doen • winter - voorjaar 2012

13


r e n ovat ie

14

doen • winter - voorjaar 2012


r e n ovat ie

Op stap met de uitvoerders Renovatie & Onderhoud

‘ Mijn moeder durft weer op bezoek te komen’ tekst JAAP VAN RIJN fotografie Paul de Graaff, Jaap van Rijn

Van Omme & De Groot tekende voor aansprekende projecten als het NAi en Newport Nesselande. Voor het laatste project werden ze zelfs met de NEPROMprijs voor locatieontwikkeling 2011 onderscheiden. Maar Van Omme & De Groot schuwt ook het kleinere werk niet. Sterker nog, renovatie en onderhoud is een snel groeiende activiteit. Dit werk vraagt om het allround vakmanschap dat Van Omme & De Groot in huis heeft. Corporaties als Vestia en Woonbron en een organisatie als Wupperman Staal waarderen dit vakmanschap. Een aansprekend renovatieproject in het Rotterdamse Oud-Mathenesse geeft aanleiding tot een gesprek met uitvoerders Erwin van Alphen en Jan-Mark Vink. doen • winter - voorjaar 2012

15


r e n ovat ie

Facts project Oud-Mathenesse Project Grootschalige portiekrenovatie Schepenbuurt te Rotterdam Oud-Mathenesse Architect Ilse Bakker in samenwerking met Broos de Bruyn Architecten Rotterdam Opdrachtgever Woonbron Delfshaven Wijze van aanbesteden Meervoudig Duur van het project 2011-2012 De aanpak van de entrees valt op. Deze zijn 1,5 meter naar voren geplaatst om meer ruimte te creëren, zodat vanuit de portieken meer zicht op de straat is. Verschillend gekleurde binnenwanden versterken de identiteit van iedere portiek.

Na in de bouwkeet een paar straffe bakken koffie te hebben weggespoeld, is het tijd om met uitvoerders Erwin van Alphen en Jan-Mark Vink de vorderingen aan de portiekflats te aanschouwen. In de eerste straat vallen direct de opvallend chique, nieuwe entrees op: beton met een uitstraling van natuursteen. De bewoners zijn er dan ook wat groos op. Jan-Mark Vink: ‘Een bewoonster vertelde me dat haar moeder weer op bezoek durft te komen. Het is leuk om zoveel eer van je werk te hebben. De bewoners kunnen nu vanuit hun woning kijken wie aanbelt en de deur opendoen. Jan en alleman kan niet meer in de kelderboxen rondhangen. De toegenomen veiligheid wordt erg gewaardeerd.’ Terwijl we langs een lommerrijke singel naar het Pinasplein wandelen, wijst Erwin van Alphen naar een andere flat: ‘Kijk, dat gebouw heeft nieuwe balkonafscheidingen van glas. Dat doet de uitstraling direct goed. Met dergelijke, relatief simpele ingrepen kom je al een heel eind.’ Aan het Pinasplein staat een blok met een opgeknapte plint met onder meer een kapper met designinterieur, de buurtwinkel van corporatie Woonbron en een paar dienstverleners. ‘De oude plint was een zootje, zag er niet uit’, aldus Erwin van Alphen. ‘Je ziet dat zo’n gebouw dankzij de aanpassingen nu wel een positieve indruk achterlaat.’

16

doen • winter - voorjaar 2012

De mannen hebben zichtbaar plezier in het bestieren van dergelijke renovaties. Zonder te hoeven aandringen vertellen ze over de vele klussen. Dit zijn duidelijk liefhebbers van het betere vakwerk. We doen een gok: timmermannen van origine zeker? Erwin van Alphen: ‘Uiteraard. Timmermannen zijn doorgaans het meest allround, wij pakken alles aan. Dat moet ook in de renovatie, je komt van alles tegen. In het burgerwerk, zoals wij deze klussen noemen, wordt een beroep gedaan op je vakbekwaamheid. Dat maakt het werk zo leuk.’ Jan-Mark Vink: ‘Het leuke van renovatie is dat je steeds opnieuw uitgedaagd wordt omdat er geen standaardoplossingen voorhanden zijn. Je weet vaak niet wat je achter een muur tegenkomt.’ Van Omme & De Groot dankt zijn bekendheid vooral aan projectontwikkeling, utiliteitsbouw en nieuwbouw. Zijn jullie een vreemde, onbekende eend in de bijt? Erwin van Alphen: ‘Een beetje. We zijn misschien te bescheiden, want het renovatie- en onderhoudswerk van Van Omme & De Groot groeit snel. Een paar jaar geleden deden we vooral mutatieonderhoud voor woningcorporaties. Na een huurderswisseling knapten wij in twee weken tijd de woning op. De laatste jaren doen we steeds meer echte verbouwingen. We pakken alles aan: van de kleedkamers van Feyenoord en historische panden in Delfshaven tot


Facts project Kortenaerstraat Centrum-Rotterdam

Project complete renovatie (incl. fundering) van vijf herenhuizen in hoogwaardige studentenkamers en twee- en driekamerappartementen Architect Melein Architecten te Groningen Opdrachtgever Estrade i.o.v. vml Stadswonen (Vestia) Wijze van aanbesteden meervoudig onderhands Duur project 2011 - begin 2012

keukens, badkamers, portieken en zwambestrijding in hele panden en woonblokken. Renovatiewerk is vanwege de afwisseling ook interessant voor jongeren. We leiden aankomende vakmensen op via Rijnmond Bouw, de jongens met de gouden handjes gaan bij ons aan de slag. Zo kan Van Omme & De Groot zich verjongen en blijft het vakmanschap op niveau.’ In de nieuwbouw volgen de trends qua materialengebruik en architectuur elkaar snel op. Hoe zit dat met de renovatie? Erwin van Alphen: ‘De kluswoning is een trend die veel navolging heeft. Het gaat om karakteristieke maar behoorlijk verloederde panden die in oude wijken staan. Met klushuizen gaan gemeenten de strijd aan tegen verpaupering. Wij maken de panden “klusgereed”, we strippen ze, maken ze in samenwerking met zwambestrijders als Van Lierop en Lagerwey zwamvrij en vernieuwen de vloeren en de plafonds.’ Jan-Mark Vink: ‘Een andere trend is ooit gerenoveerde panden in oorspronkelijke staat terugbrengen en comfort toevoegen. We vervangen kunststofkozijnen door beter bij het gevelbeeld passende houten kozijnen. Ook pakken we het lijstwerk aan, doen het zinkwerk. Hierbij werken we samen met ambachtsmensen die specialistische kennis van dergelijk renovatiewerk hebben. Van hun kennis steken wij ook weer wat op.’

doen • winter - voorjaar 2012

17


project

Essenburgsingel Rotterdam

18

doen • winter - voorjaar 2012


project

Project: Penthousing 12 appartementen op bestaand gebouw aan de Essenburgsingel te Rotterdam Architect: Architectenbureau Van Rassel te Maasland Opdrachtgever: vml Stadswonen (Vestia) Wijze van aanbesteden: Bouwteam Duur van het project 2007 – 2008

doen • winter - voorjaar 2012

19


M ODE

20

doen • winter - voorjaar 2012


M ODE

kwaliteit is tijdloos Fotografie Paul de Graaff Styling Miquel Mohamedjar
 Assistent styling Romy van den Bergh Visagie Kym for Laura Mercier Model Loes@Max Models Tekst Henk de Kleine

ECHTE STIJL IS VAN ALLE TIJDEN

Tijden vloeien in elkaar over. Is het 1900? Of toch ruim een eeuw later? Wat zien we daar? Even de adem inhouden. Is ’t echt of een illusie? Soms overkomt het iemand die nog laat doorwerkt in ons historische pand aan de Heemraadssingel. Een geluid op de houten trap. Een zacht geruis. Iemand die hier al eens was? Dan is het weer weg. De tijd staat stil. Toen wordt nu, nu wordt toen. Wat dat betreft is er voor de wintermode van 2011-2012 geen passender decor denkbaar. Die mode is een mix van meer dan honderd jaar stijlen en invloeden. Art deco. Lange jurken, waarin de vooroorlogse jaren herleven. Blouses met jaren ’70-glansstoffen. Leren handschoentjes, invloeden van punk en rock. Van klassieke chic tot moderne maxicoat.

TERUG NAAR TOEN

Anno 2011 zien we een brede waardering van stijlen uit vervlogen tijden. Dat geldt voor kledingmode, dat geldt voor bouwstijlen. Zie bijvoorbeeld de bijna monumentale panden die aan de Heemraadssingel staan, waar sinds 1946 ook Van Omme & De Groot gevestigd is. Hier zien we invloeden van de jugendstil, neorenaissance, art deco en zelfs nieuwe zakelijkheid. De woningen hier maakten een eeuw geleden deel uit van de westelijke uitbreiding van Rotterdam. En het waren niet de minsten die hier neerstreken. Succesvolle ondernemers als J.H. Wilton en burgemeester Drooglever-Fortuyn voelden zich aangetrokken tot de combinatie van groen, water en ruimte. Nu is nauwelijks nog voor te stellen dat in deze ruim bemeten panden ‘gewone’ gezinnen woonden. Met het nodige personeel, uiteraard.

MOOIE MIX Het kantoor van Van Omme & De Groot ademt nog in veel opzichten de sfeer van toen. Veel is bewaard gebleven. Het marmer bij de ingang. De parketvloeren. De vestibuledeuren. De houten lambriseringen. En ja, ook de houten trap die – als na een werkdag iedereen weg schijnt te zijn – plots even kraakt. Dan lijkt het zomaar mogelijk dat achter een glas-inlooddeur iemand uit het verleden zich weer even laat zien. In het verleden was lang niet iedereen even blij met de klassieke vormgeving. Sinds we hier vlak na de oorlog introkken, vroegen medewerkers geregeld om aanpassingen. Kon er bijvoorbeeld niet een lift komen? Achteraf is het maar goed dat daar letterlijk en figuurlijk zuinigjes op werd gereageerd, er geen geld voor werd uitgetrokken. Het interieur is daardoor niet ten prooi gevallen aan bijvoorbeeld de bouwmode uit de jaren ’70. Toen moest alles licht en open zijn, met systeemplafonds en tl-balken. Nu zien we dat die trend geen lang leven beschoren was.

GROTERE MAAT

In deze nieuwe eeuw groeide Van Omme & De Groot uit z’n jas. Heel even werd overwogen om naar elders te trekken. Het sentiment was sterker dan de koele rekensom. Er werd besloten te blijven en, toen de gelegenheid zich voordeed, het naastgelegen pand erbij te trekken. Ook dat is met smaak en zorg gerenoveerd. Zie daar de grote overeenkomst tussen mode en bouwen. Uiteindelijk blijft echte kwaliteit altijd bewaard. Want kwaliteit is van alle tijden.

doen • winter - voorjaar 2012

21


M ODE

En suite deuren De glazen en suite deuren zijn nog origineel, ze zijn gemaakt in het begin van de 20e eeuw. Op het glas is kunst aangebracht. De deuren vormen samen met de inbouwkasten op de eerste verdieping de scheiding tussen de directiekamer en de aangrenzende vergaderkamer.

Jurk: Alberta Ferretti via Mostert & van Leeuwen Ketting: Accessorize

22

doen • winter - voorjaar 2012


M ODE

Trap De authentieke houten trap is voorzien van sierlijsten en een ‘rode loper’. De treden zijn naar onze huidige maatstaven wat smal, waardoor sommigen de trap als steil ervaren.

jurk: Alberta Ferretti via Mostert & van Leeuwen Handschoenen: Cheap Monday via SHPPR Gouden ringen en ketting: Wings Bijoux

doen • winter - voorjaar 2012

23


M ODE

De salon De salon heeft al heel wat gedaanten gehad. Rookkamer, toen dat nog mocht. Vergaderkamer. Werkruimte. En nu liggen de honden Joris en Buddy gerieflijk op de bank en de bijpassende stoelen. En als zij er niet zijn, is de salon dan ook een zitkamer. Gedurende de jaren is deze zogenaamde tussenkamer steeds aan de wisselende eisen en behoeften aangepast. Anno 2012 heerst hier een huiskamersfeer. De wanden zijn voorzien van authentieke houten panelen met geĂŻntegreerde boeken- en vitrinekasten. De parketvloer is zorgvuldig gekozen en past qua warmte goed bij de wandafwerking.

pumps: Silhouette Ketting en armbanden: Wings Bijoux

24

doen • winter - voorjaar 2012


M ODE

Authentieke openslaande deuren De authentieke dubbele openslaande binnendeuren zijn pure historie. Deuren als deze worden vandaag de dag niet meer gemaakt en toegepast. Ze dragen bij aan het unieke karakter van de ruimtes.

colbert: ZARA top, jurk en panty: H&M enkellaarsjes: New Look Ketting: Accessorize

doen • winter - voorjaar 2012

25


M ODE

De salon De salon is voorzien van authentieke houten wandbekleding en kasten. Deze kasten vormen een naadloos geheel met de wandafwerking.

vest: Sonia Rykiel via Mostert & van Leeuwen blouse & rok: ZARA Laarzen: Sonia Rykiel via Mostert & van Leeuwen Tas: Flybird via Bags & the City Kettingen: Wings Bijoux panty: H&M

26

doen • winter - voorjaar 2012


Woon-CoCreatie VOOR REALISTISCHE PROJECTEN MET EEN LAGER RISICOPROFIEL

Van Omme & De Groot realiseert samen

met consumenten en gemeenten unieke

woningbouwprojecten. In een zorgvuldig ge-

regisseerd proces van CoCreatie verbindt

Van Omme & De Groot de woonconsument

aan het huis van zijn dromen. Meer weten?

Kijk op www.vanomme-degroot.nl of bel

met Marco Dijkshoorn 010 - 477 58 11.


project

Fotografie Paul de Graaff tekst Jaap van Rijn

28

doen • winter - voorjaar 2012


project Het begon met grondwateroverlast en werd afgesloten met champagne. De spectaculaire verbouwing van het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) resulteert in een licht en publieksvriendelijk gebouw. Dat was precies wat NAi’s zakelijk directeur Peter Haasbroek voor ogen had. Samen met architect Jo Coenen, projectleider Olivier Hoogveld van Van Omme & De Groot en vele andere vakmensen werd de klus geklaard binnen de opleveringstermijn én binnen het budget. Haasbroek en Hoogveld laten hun gedachten over de samenwerking nog eens gaan.

doen • winter doen - voorjaar • zomer 2012 2011

29


project

Peter Haasbroek zakelijk directeur NAi

Het NAi was en is een instituut van en voor de architect. Waarom de keuze gemaakt om ook het grote publiek te trekken?

Peter Haasbroek: ‘We willen meer mensen kennis laten maken met de schoonheid van architectuur, zij komen er dagelijks mee in aanraking. Daarom wordt nu meer aandacht geschonken aan de museale functie. Het oude gebouw was te afstandelijk, te veel naar binnen gekeerd. Je moest het oude NAi via een smalle loopbrug bijna veroveren. Het was ons duidelijk dat het gebouw een uitnodigende entree ontbeerde. Het NAi moest deel van de stad worden, geen opzichzelfstaand gebouw. Maar er speelt meer. Staatssecretaris Zijlstra verzocht het NAi, Premsela en het Virtueel Platform te fuseren tot een instituut voor de creatieve industrie. Voor de architectuur blijft zowel de tentoonstellingshal als het archief een essentieel presentatiemiddel, op verschillende schaalniveaus: van stoel tot stad. Wij zullen streven naar een koppeling tussen gebruik, creativiteit en context van de drie disciplines.’

Je hebt een idee wat je met het gebouw wilt. Je benadert Jo Coenen, de architect van het oorspronkelijke gebouw, die zijn ideeën op papier zet. Vervolgens heb je een bouwpartij nodig die een dergelijk complexe opdracht aankan. Hoe selecteer je de bouwer? Peter Haasbroek: ‘We wisten voor 80% wat we wilden realiseren. In die zin was het deels een work in progress. We zochten een bouwer die zich flexibel opstelt en vooral in oplossingen denkt voor telkens opnieuw aandienende uitdagingen. Eerst stel je een directievoerder aan die je verantwoordelijk maakt voor de aanbesteding, in dit geval Toornend Partners. Deze organisatie werd aanbevolen door mensen die de bouwmarkt kennen. Toornend Partners selecteerde vijf bouwers op basis van ervaring en kennis. Snel viel de keuze op Van Omme & De Groot. Ik wilde me geen zorgen maken over de aanpak. Bij Van Omme & De Groot kreeg ik het gevoel dat het zou lukken. Uiteraard was ook de prijs belangrijk, maar wat heb je aan een laagste prijs als de bouw uitloopt? We wilden het NAi niet te lang sluiten, maar wisten nog niet precies hoe het definitieve ontwerp eruit zou zien. In zo’n situatie moet je een goede klik hebben, want je vormt samen een bouwteam. Overigens was de offerte van Van Omme & De Groot scherp.’

30

doen • winter - voorjaar 2012

Olivier Hoogveld projectleider van Van Omme en De Groot


project

WAAROM NIET WACHTEN OP HET DEFINITIEVE ONTWERP? Peter Haasbroek: ’Dat had met de architect te maken, maar ook met onszelf. Wij hadden het gebouw als opdrachtgever ook nog niet helemaal helder op het netvlies. Daar hoort een meebuigende bouwer bij die niet steeds roept dat zus en zo niet is vastgelegd.’

DE EERSTE UITDAGING WAS EEN VLOER DIE OMHOOG KWAM DOOR GRONDWATERDRUK… Olivier Hoogveld: ‘Nee hoor, dat werd net voor de start van de bouw ontdekt. Wat voor ons een zegen was.’ Peter Haasbroek: ‘Het scheelde een hoop discussies, je hoeft niet te onderzoeken of er een relatie met de bouw is. Er bleken duwpalen in plaats van trekpalen onder het gebouw te zitten. Tijdens de bouw moet iemand hebben gezien dat de verkeerde palen met de verkeerde stekken [de uitstekende delen van het wapeningsstaal, red.] waren geleverd. De stekken werden op het werk verlengd, waarmee ze een risico namen. In beton meegegoten stekken zijn beter verankerd.’ Olivier Hoogveld: ‘Als je deskundig verlengt, hoeft het geen probleem te zijn. De vraag was: lag het aan de stekken of was er nog meer aan de hand? Er vonden in de omgeving verschillende bouwactiviteiten plaats. Het was dan ook belangrijk om vast te stellen of er een relatie bestond tussen die bouwwerkzaamheden. Technisch gezien was het een interessante kwestie, waar we overigens niets mee te maken hadden.’ Peter Haasbroek: ‘In ieder geval was destijds zowel de opwaartse als de neerwaartse trekkracht onderschat. Dit is een moerasgebied, vroeger liep hier zelfs een riviertje. De bouwproblemen met de parkeergarage tegenover het NAi – in de volksmond: de blunderput – bewijzen dat in dit gebied bouwen gruwelijk moeilijk is.’

Olivier Hoogveld: “Nadat wij waren begonnen, werd de fundering door een ander bedrijf hersteld. Wij hebben hier nauwelijks last van gehad en hebben feitelijk geen tegenslag door werkzaamheden aan de fundering ervaren.”

HOE GA JE ALS BOUWER OM MET EEN BOUWOPDRACHT WAARVAN HET ONTWERP NOG NIET VASTLIGT? Olivier Hoogveld: “‘We wisten waar we aan begonnen. Dachten we. Toen de opdracht eenmaal was verstrekt, kwam de architect met het prisma, een majeure aanpassing met grote bouwkundige gevolgen. Het was zoiets van: “Oké, jullie zijn het geworden. Nog iets anders, het ontwerp is gewijzigd en we weten nog niet hoe we het precies gaan aankleden.” Dat prisma, een soort balk die door het gebouw steekt, bleek het meest complexe en belangrijke onderdeel van het bouwwerk. Gelukkig voelden de architect Geert Coenen en Edwin van Oppen, de projectleider van het architectenbureau, het bouwproces goed aan. Coenen bood qua oplossingen een goede mix van wat praktisch kon en esthetisch moest. We hebben wel het uitwerken van een deel van het ontwerp bij onszelf gehouden, want er zitten veel aansluitingen van verschillende materialen in dit gebouw. Nieuwe tegen oude bouwdelen, van glas naar beton en metselwerk, stalen liggers, verschillende hoogten, noem maar op. Daarbij heeft alles met alles te maken. Ook waren de eisen voor de akoestiek en de koeling vanwege de grote glasgevels pittig. Het is dan onmogelijk om een duidelijk bestek te schrijven, wat doorgaans een recept voor chaos is. Kortom, geen standaardgebouw, en vele oplossingen zijn dan ook tijdens het werk bedacht.’ Peter Haasbroek: ‘Je moet ook begrijpen dat Jo Coenen bereid was om het oorspronkelijke gebouw, zijn ontwerp, te veranderen. Dat helpt ook bij een goede samenwerking. Al had hij zijn bedenkingen over een dominante publieksfunctie, zijn ontwerp heeft wel een open, gastvrij aanvoelend gebouw opgeleverd. Daarnaast is het prisma als ruimte voor het DoeDek [een plek waar iedereen met filmpjes, spellen en bouwma

doen • winter doen - voorjaar • winter 2012 2011

31


project

terialen kan ontwerpen en bouwen, red.] een gouden idee gebleken, het geeft het gebouw extra cachet. Zowel bij het prisma als in de gevel op de zuidzijde is veel glas toegepast. Lastig, want de opgave was de klimaatbeheersing en de akoestiek goed te regelen. Vroeger kon het publiek zich nauwelijks verstaanbaar maken. Isolerend glas houdt veel warmte buiten. Voor het prisma combineerde Jo Coenen met strekmetaal klimaatbeheersing en een esthetische functie.’ Peter Haasbroek: ‘Coenen creëerde met het prisma een nieuw bouwonderdeel dat hij met het strekmetaal ook als zodanig zichtbaar wilde maken. Zie het als een markering, een soort chocoladewikkel die de afzonderlijke gebouwen met elkaar verbindt. Het strekmetaal reflecteert een groot deel van de zonnestraling. Het prisma is vanbuiten zichtbaar als zelfstandig bouwdeel. Maar eenmaal binnen valt op hoeveel licht het strekmetaal nog doorlaat. Het klinkt fantastisch, maar we wisten van tevoren helemaal niet hoe het materiaal zou uitpakken. We hadden nog geen model, niets. In die zin was het een gok, want er kon ook een kooi ontstaan. Alles moest bedacht worden, tot aan de maat van de openingen in het metaal aan toe. Door constructief overleg zijn we eruit gekomen.’

HET LIJKT OF HET GEBOUW TOT STAND KWAM DANKZIJ EEN IDEALE, SEMIPERMANENTE RELATIE. Peter Haasbroek: ‘Zo kun je het noemen. Ik vond het jammer toen het gebouw werd opgeleverd, zo prettig verliep het project. Je zag het eindresultaat zich vormen tijdens de bouw. Het gebouw was op tijd klaar, binnen budget en met een fantastisch resultaat. We trekken veel meer bezoekers, mede dankzij het transparante karakter. Bezoekers zien al

32

doen • winter - voorjaar 2012

vanbuiten dat ze zonder belemmeringen van de voorzieningen gebruik kunnen maken. Het gebouw straalt uit dat je hier moet zijn voor verdieping, inhoud en inspiratie, maar je kunt ook zonder duidelijk doel aangenaam verpozen in het NAi Café. Ook de architecten zijn enthousiast. Ze reserveren het auditorium, houden hier boekpresentaties en komen voor een kerstdiner. Dat was voorheen niet het geval. Ik vind dat een mooi signaal. Het nieuwe NAi is zowel voor hen als voor een groter publiek een plek geworden waar je graag wilt zijn.’bezoekers, mede dankzij het transparante karakter. Bezoekers zien al van buiten dat ze zonder belemmeringen van de voorzieningen gebruik kunnen maken. Het gebouw straalt uit dat je hier moet zijn voor verdieping, inhoud en inspiratie maar je kunt ook zonder duidelijk doel aangenaam verpozen in het NAi Café. Ook de architecten zijn enthousiast. Ze reserveren het auditorium, houden hier boekpresentaties en komen voor een kerstdiner. Dat was voorheen niet het geval. Ik vind dat een mooi signaal. Het nieuwe NAi is zowel voor hen als een groter publiek en plek geworden waar je graag wilt zijn.”


project Het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) is een archief, museum, bibliotheek en cultureel podium ineen. In het NAi worden belangrijke archieven en collecties van Nederlandse architecten van na 1800 bewaard en toegankelijk gemaakt voor het publiek. Daaronder bevinden zich bijvoorbeeld de archieven van Dudok, Cuypers, Berlage en De Klerk. Het NAi bezit een van de grootste bouwkunstcollecties ter wereld. Als sectorinstituut voorziet het in mogelijkheden voor onderzoek en biedt het een platform voor discussie. Met tentoonstellingen en publicaties wil het NAi zowel professionals en werkveld als het grote publiek informeren, inspireren en stimuleren. Dankzij internationale samenwerking wordt er actuele architectuur uit de gehele wereld getoond in wisselende exposities. Onderzoekers, studenten, maar ook andere geïnteresseerden kunnen in de studiezaal in alle rust publicaties en archieven raadplegen. Het gebouw herbergt in de door Jo Coenen en Rem Koolhaas ontworpen kelderruimte – de Schatkamer – de topstukken uit de rijke NAi-collectie. Meer informatie: WWW.NAI.NL

doen • winter - voorjaar 2012

33


favorie ten

Wijn & spijs verbroederen tekst & Fotografie jaap van rijn

De tijden van aannemers die hun relaties met boter en suiker inpakten, ligt achter ons. Maar waarom niet op een ontspannen manier met je relaties dineren en het vooral niet over werk hebben? Restaurant Upstairs van Hotel De Gouden Leeuw in Voorschoten biedt een uitgelezen plek om elkaar tijdens een avond vol verrassende wijn-spijscombinaties ontspannen in de ogen te kijken.

Deelnemers wijnproeverij van links naar rechts: Marco, Walther, Patrick, Bas, Bram, Theo, Michelle en Jasper.

34

doen • winter - voorjaar 2012


favorie ten

Kwartelborst, gekonfijt kwartelpootje, langoustine en schaaldierensaus Santenay 1e cru Beaurepaire 2008, Château de la Crée, Bourgogne, Frankrijk De Bourgogne levert de mooiste en slechtste wijnen van Frankrijk. Een beetje liefhebber raakt opgewonden van een klinkende naam als VosneRomanée. Laat je niet gek maken en koop nooit blind bourgognes. Want de wijngaarden zijn als gevolg van het erfrecht verdeeld over vele eigenaren, die allemaal hun eigen ideeën over wijn maken eropna houden. Je kunt een onvergetelijke ervaring gebotteld in een fles scoren of een tandvleesverziekende sadist in je glas treffen. Het is een hele klus om in dit gebied goede wijn te selecteren. De geschonken Santenay biedt een decent glas op Frans eiken gelagerde chardonnay, die in al haar elegantie zowel het geserveerde kwarteltje als de langoustines in hun waarde laat en ook de schaaldierensaus tegenspel kan bieden.

Franse Fines de Claires oesters, gekoeld met vloeibaar stikstof en geserveerd met oesterblad Lombard brut, Champagne, Frankrijk Een goed diner begint met knabbelen en babbelen onder het genot van een goed glas champagne. Maître-sommelier Mark Vonk schenkt een champagne gemaakt van drie druivenrassen die vol smaakt, maar toch fris is. Vanaf de verhoogde borreltafel is zicht op een peloton koks dat zich uit de naad werkt om het zeker tachtig gasten naar hun zin maken. Aan de borreltafel zit de sfeer er gelijk goed in, het belooft een avond vol onderhoudende gesprekken te worden. Bij de champagne komen een paar hapjes, onder meer Franse oesters die onder een mist van stikstofgas schuilgaan. Een groen blaadje trekt de aandacht, een oyster leave afkomstig van de bij topkeukens gerespecteerde Westlandse teler Koppert Cress. Deze wist een blad te ontwikkelen dat zilt en oesterachtig smaakt. Een leuke culinaire grap derhalve.

Tarte tatin met schuimpjes en kaneelcrème Les Trois Schistes 2008, Domaine de Montgilet, Loire, Frankrijk De Loire mag je gerust Frankrijks meest onderschatte en in ieder geval onbekendste wijnbouwgebied noemen. Veel mensen kennen beendroge Loire-wijnen als Sancerre en Pouilly-Fumé. Minder bekend zijn de elegante rode wijnen van Saumur-Champigny, Chinon en Bourgueil. Onterecht nagenoeg onbekend zijn de zoete wijnen van de Anjou-streek: Coteaux du Layon, Quarts de Chaume en Coteaux de l’Aubance. Die worden dankzij een microklimaat en de Hollanders al eeuwenlang gemaakt. Hollanders zochten zoete wijnen die goed konden reizen en vonden ze in de Anjou volop. Het klimaat maakt net als bij de beroemde Sauternes een nobele rotting van rijpe druiven mogelijk. De smaak van de wijn is rijk en heeft tonen van fruit en vaak ook specerijen. De Trois Schistes (schiste verwijst naar het gesteente in de bodem: de druif neemt mineralen uit dit gesteente op en dankzij de mineralen kan de wijn goed ouderen) combineert dan ook met het kaneel en de omgekeerd gegaarde appeltjes. De besproken wijnen zijn verkrijgbaar in Wijnhandel De Gouden Leeuw. De wijnhandel biedt als bordeauxspecialist een grote collectie grand cru’s en cru’s bourgeois van verschillende jaargangen tegen opvallend concurrerende prijzen.

Filet van hertenkalf, geserveerd met eigen jus, rode kool, truffelaardappel, beukenzwammetjes en spruiten St. Antimo Agave Cabernet Sauvignon 2009, La Pieve, Toscane, Italië Bij wild past een krachtige rode wijn. Vaak wordt gekozen voor wijn uit het Rhône-dal, gemaakt van de syrah-druif. Een meer originele keuze is een supertuscan. Wijnexperts plakken dit etiket op wijnen uit Toscane die zijn gemaakt van een Frans druivenras als de merlot en cabernet sauvignon in plaats van een inheemse druif als de sangiovese. Ze mogen van de wetgever alleen verkocht worden als vino da tavola, een nogal misleidende aanduiding voor wijnen die tot de betere van Italië behoren. Wijnboer en Duitser Robert Baumann maakt op zijn vakantiegoed La Pieve meer wijn dan hij, zijn familie, kennissen en buren op kunnen drinken. De overgebleven flessen gaan de handel in. Geen slechte beslissing!

doen • winter - voorjaar 2012

35


favorie ten Wie kan zich nog het Nederland zonder files herinneren? Een file was ooit een verzameling Opel Kadetts en Records, NSU’s, Wartburgs, BMW’s en kevers vol Rijnlandse Duitsers die bij mooi weer met Pinksteren in een kilometerslange rij stonden, van Voorburg tot aan de Scheveningse gevangenis, op weg naar hun kuil in het zandstrand. Op de motorkap van menig auto lag een bloemenslinger, zodat de voorbijganger wist dat de inzittenden de Keukenhof hadden bezocht. Those were the days. Als Nederlanders in een autorij stonden, dan toch op zondag op de straatweg die van Voorburg tot Voorschoten liep. Zij reden naar De Gouden Leeuw, het restaurant van de familie Van der Valk. Ooit begon op deze plek Martinus van der Valk een dranklokaal dat dankzij een consequent volgehouden opvolgingspolitiek uitgroeide tot een internationaal opererend hospitality concern: elk kind zijn eigen ‘valkentoko’. Deze wet van Van der Valk staat nog steeds fier overeind; het concept van veel voor weinig onderging wel enige aanpassing. In De Gouden Leeuw kunnen liefhebbers nog steeds genieten van Van der Valkgerechten als tong met fruit, maar ook aan de fijnproevers is gedacht. Zij kunnen in het ‘gewone’ restaurant terecht of het hogerop zoeken en in restaurant Upstairs aanschuiven, waar koks luxeproducten verwerken tot oogstrelende creaties. Een uitgebreide, goed opgebouwde wijnkaart verhoogt de feestvreugde. Deze locatie is gekozen omdat de modernisering en uitbreiding van De Gouden Leeuw de eerste Van der Valk-opdracht voor Van Omme & De Groot was. De meeste deelnemers aan het wijn-spijsdiner zijn geen doorgewinterde wijnfreaks, maar wel opvallend nieuwsgierig en eigenzinnig. De uitleg van sommelier Mark Vonk wordt welwillend aangehoord, maar niet een-opeen overgenomen, want smaken verschillen.

‘Wijngidsen vol omfietswijnen van onder de vijf euro zijn populair bij de proevers’

36

doen • winter -2012 voorjaar 2012


favorie ten

‘Je kunt een onvergetelijke ervaring gebotteld in een fles scoren of een tandvleesverziekende sadist in je glas treffen.’

de wijn en het eten. Mensen laten zich bij het kopen van een huis leiden door de financiële mogelijkheden, maar ook door hun emoties. Deze avond bewijst dat je invloed kunt uitoefenen op de eerste indruk, dat je een gevoel kunt creëren. Daar kan ik wat mee.’ Patrick Zoons (werkvoorbereider bij Van Omme & De Groot) valt voor de romantiek opwekkende kwaliteiten van wijn. Ooit was hij een hardcore bierdrinker die zijn eten gedachteloos wegwerkte. Nu kiest hij met zijn vriendin voor het betere genieten: eten met een wijntje erbij. Zonder aarzeling vertelt hij dat het om in de supermarkt gescoorde Canei en Gallo gaat. Maakt niets uit, Patrick, de zich wijnkenner wanende schrijver van dit stuk, deed zich ooit ook te goed aan door Canei ontstoken passie. Je moet ergens beginnen. Michelle Corbeau (ontwikkelingsmanager bij AM) leeft in een gespreid bedje: haar man is filiaalhouder bij Gall & Gall in een Haagse expatwijk. Dat betekent dat hij naast het verplichte basisassortiment ook prestigieuze wijnen kan inkopen. Wie eenmaal daarvan heeft geproefd, ontwikkelt vanzelf een exclusieve smaak. Michelle stapt dan ook met plezier in een Franse wijnkelder om Meursaults te proeven. Over de geschonken wijnen kan ze kort zijn, de rode Italiaan is favoriet. Wel legt ze de vinger op een gevoelige plek. Modern koken levert een bordje vol smaken op die zich lastig laten combineren met één type wijn. Wat Michelle betreft ging de wijn goed samen met het hert, maar niet met de rode kool. Van Omme & De Groots financieel-directeur Bram Faasse lijkt de gedroomde bourgondiër met wie je, gezeten in een chesterfield en met een smeulende Cohiba onder handbereik, ongemerkt een kistje Pomerol 1959 soldaat maakt. Mis, Bram is een liefhebber van ‘wit’: Poully Fumé en botervette bourgognes. Hij beschouwt zichzelf niet als wijnkenner, maar wat hij lekker vindt, slaat hij royaal in bij de slijterij op de hoek. Ook Walther van Leeuwe, vastgoedontwikkelaar bij Provast, stelt zich bescheiden op. Hij heeft interesse in wijn en gaat zeker een poging wagen om van een wijnkelderloze liefhebber een kenner te worden. Voor een cursus moet nog tijd worden gevonden, maar wijngidsen vol omfietswijnen van onder de vijf euro kunnen op zijn belangstelling rekenen. Hij trekt thuis bij voorkeur flessen droge, parelende witte wijn open. En een vriend haalt mooie flessen uit het Italiaanse Piemonte. Hoofduitvoerder Bas van den Nieuwendijk van Van Omme & De Groot is ook fan van omfietswijnen, maar drinkt daarnaast regelmatig wijnen die zijn buurman inkoopt. Die blijkt een kenner met klimaatkast te zijn en leert Bas ZuidAfrikaanse wijnen te waarderen. Op vakantie in de Costa Brava trekt Bas elk jaar de Pyreneeën over om in het Franse Banyuls een voorraadje gelijknamig nectar te kopen, een op port gelijkende versterkte wijn die in de open lucht in grote houten vaten rijpt. Een geslaagde Banyuls is een van de weinige wijnen die goed met chocoladedesserts combineert. Veel verder gaat Bas vooralsnog niet, want: ‘Ik kom net van het bier, dus ik heb nog een eindje te gaan.’

Marco Dijkshoorn (projectontwikkelaar bij Van Omme & De Groot) blijkt de doorgewinterde wino van het gezelschap. Het wijn drinken is hem met het wijnglas ingegoten – ‘wel op een gezonde leeftijd’ – en de nodige wijncursussen zijn gevolgd. In Italië vond Marco zijn thuis: ‘Ik ga voor dikke rode wijnen uit Toscane en Piemonte. Bij speciale gelegenheden, dan trek ik graag een fles Amarone open. De wijnboeren laten de druifjes voor deze wijn eerst wat indrogen op stromatten. Het resultaat is een superrijp sapje met een diepe smaak. Ik koop vaak via internet, zoals bij de VK-shop van de Volkskrant: mooie wijnen voor interessante prijsjes. En ik kom graag bij Het Drankenkabinet in Maassluis, bij mij om de hoek. Deze slijter verkoopt niet alleen leuke wijnen, hij baat naast zijn winkel ook het gezellige Proeflokaal uit.’ Theo Verstralen (architect, Toverstralen) toont zich door zijn strik de archetypische architect van boven de 55 jaar. Zijn visie op SLA, stedenbouw, landschap en architectuur is na een leven lang Akropolis Architecten minder voorspelbaar. Hij zoekt de Ontspannen Samenleving en pleit voor meer synergie tussen wonen, werken, studeren, sporten en zorgen. Maar geen gezweef, immers, alle belang is uiteindelijk eigen belang. Geïnteresseerden raadplegen Theo’s website toverstalen.nl (zonder www). Zijn pleidooi voor De Eetbare Stad boeit, geen verrassing tijdens een avond vol wijn-spijscombinaties. Het werd nog behoorlijk laat.

Jasper Kuijs, directeur bij Ooms Makelaars ziet mogelijkheden in de aanpak van de sommelier. Zoals de sommelier over wijn praat, daar kunnen makelaars nog wat van leren, denkt Jasper: ‘De man neemt je mee in zijn verhaal, bespeelt je emoties. Na zijn uitleg proef je anders, heb je meer aandacht voor doen • winter - voorjaar 2012

37


PORTRET

Fotografie Paul de Graaff Visagie Kym for Laura Mercier tekst henk de kleine

Ja, ze mogen elkaar zeer. En nee, er is geen liefde in het spel. We hebben het over de hechte koppels die bij Van Omme & De Groot rondlopen. Collega’s die per dag meer uur met elkaar doorbrengen dat met hun eigen partner. Die grappen en gewoontes delen die thuis niet begrepen of gewaardeerd worden. En dat al jaren. Sommigen vierden zelfs al een gouden ‘huwelijk’ en er zijn er die rustig bij de oude vertrouwde collega gaan slapen. En moeder de vrouw vindt dit best. Anderen wisselen verhalen uit over het kersverse vaderschap. Of ze luisteren goed naar elkaar, als er stevige verwijten worden gemaakt. Fotograaf Paul de Graaff vereeuwigde een aantal collega’s die lief en leed met elkaar delen.

38

doen • winter - voorjaar 2012


PORTRET

DielIs Luijkx en Ab Brugge Elk weekend weer kon Dielis Luijkx het raampje aan de passagierskant van zijn busje schoonpoetsen. Meer dan 25 jaar lang stapte collega-timmerman Ab Brugge ’s ochtends in alle vroegte in, om samen naar het werk te gaan. Veel werd er nog niet gezegd. Ab deed nog wat hazenslaapjes, en gebruikte dat zijraampje als hoofdkussen. Tussen de middag werden alle meegebrachte levensmiddelen gedeeld. Worst, saté of soep uit de warmhoudkan. Pas op de terugweg kwamen de verhalen. Een beetje over de familie. Maar vooral over het werk. Want: ‘Met zulke lange dagen maak je privé niet veel mee.’ Achteraf vlogen ze voorbij, die 25 jaar. ‘We hadden eigenlijk een zaaltje moeten huren.’

doen • winter - voorjaar 2012

39


PORTRET

Ilse de Visser en Edita Svegovic Straleger Ilse heeft veel van Edita geleerd. Dat je het je niet persoonlijk moet aantrekken, bijvoorbeeld. En omgekeerd beseft Edita door Ilse dat ze eigenlijk best hard kan zijn. Soms is dat goed, soms mag het wat zachter en meegaander. Ilse en Edita verzorgen samen de afdeling Service en Nazorg bij Van Omme & De Groot. Kopers bellen met vragen, opmerkingen, klachten. ‘Van de honderd telefoontjes zijn er achtennegentig leuk en gezellig. Maar die andere twee, daar moet je mee kunnen omgaan. Dat is een leerproces. Je hoort elkaar dingen tegen klanten zeggen waar je zelf ook weer wat mee kunt. De mensen worden mondiger, maar wij zijn niet meer zo snel van ons stuk te brengen. We zijn een sterk koppel.’

40

doen • winter - voorjaar 2012


PORTRET

VINCENT VAN VALEN, MARCO DIJKSHOORN EN DANIËL SANDWIJK De drie projectontwikkelaars van Van Omme & De Groot hebben veel met elkaar gemeen. ‘We zijn midden dertig en vaders van jonge kinderen, dat schept toch een band. Je hebt begrip voor elkaars situatie. Dat zou anders zijn als we sterk in leeftijd of levensstijl verschilden.’ En ze hebben elkaar meer dan ooit nodig, beseffen ze. ‘De wereld is harder en sneller geworden, dat geldt ook voor ons vak. De druk wordt groter, fouten worden sneller afgestraft. Dan is het prettig als je een klankbord hebt, iemand die even meekijkt.’ De drie jonge projectontwikkelaars houden van de korte lijnen bij Van Omme & De Groot. ‘Je moet echt zelf staan voor wat je doet, je moet alle facetten van een project overzien en in de hand houden. Een project is helemaal jouw kindje, en dat koester je.’

doen • winter - voorjaar 2012

41


PROJECT

Fotografie Paul de Graaff tekst henk de kleine en jaap van rijn

SPANNENDE MOMENTEN, HAPPY END: OOSTERHEEM-CENTRUM IN ZOETERMEER De ontwikkeling van Oosterheem-Centrum lijkt geïnspireerd door een film die eind december 2011 in première ging. Het verhaal leest als een nieuwe episode van Mission: Impossible. Alle betrokken partijen realiseerden zich in 2008: het is nu of nooit. Iedereen zette een paar tandjes bij. Waardoor een prachtig project in 2012 kan worden opgeleverd.

42

doen • winter - voorjaar 2012


PROJECT

v.l.n.r. theo puijk, ed pannebakker, bé emmens en guus de groot

doen • winter - voorjaar 2012

43


PROJECT

Oosterheem-Centrum vormt de bekroning op de grootschalige ontwikkeling van Oosterheem in Zoetermeer. Het totaalplan voor Oosterheem verscheen al in 1995 op de tekentafel en het is voorlopig de laatste grote uitbreiding van Zoetermeer. Uiteindelijk zullen hier zo’n 9.000 woningen gerealiseerd zijn, voor circa 20.000 inwoners. Het is waarschijnlijk ook het laatste grote project van de verantwoordelijke wethouder Bé Emmens, die zich nu nog kan concentreren op de laatste loodjes. En die wegen, zoals gewoonlijk, het zwaarst. ‘Gelukkig zijn we met Oosterheem in goede tijden gestart’, steekt de wethouder van wal. ‘Daardoor hadden we, met Oosterheem-Centrum nog voor de boeg, een beetje ruimte.’ ‘Die ruimte hadden we in 2008 hard nodig’, valt Theo Puijk de wethouder bij. Theo Puijk is namens de gemeente Zoetermeer projectleider en daarmee een van de hoofdrolspelers. ‘Al in 2001 was de nieuwe bewoners in Oosterheem toegezegd dat er uiteindelijk speciaal voor deze nieuwe wijk ook een nieuw winkelcentrum zou komen. We hadden beloofd dat dit het geval zou zijn als er in de wijk 6.000 woningen zouden zijn opgeleverd. Dat hebben we helaas niet gehaald. Maar het goede nieuws is: dat winkelcentrum komt er nu, het is bijna klaar en het wordt prachtig.’ Als de bouwers van Van Omme & De Groot in 2012 vertrekken, is de wijk niet alleen 12.000 m2 winkelruimte rijker, maar ook 340 hoogwaardige huurwoningen, een woon-zorgcomplex en een ondergrondse parkeergarage.

‘Er is heel veel kwaliteit aan het plan toegevoegd.’ Net op tijd De wethouder en de projectmanager nemen ons in gedachten mee naar de zomer van 2008. Er was hier en daar al wat gemor in de wijk te horen, zo herinnert Theo Puijk zich. ‘Voor de bewoners was er weliswaar een tijdelijk winkelcentrum gebouwd, maar dat was uiteraard niet voldoende. Er was, onder andere met Van Omme & De Groot, al een plan uitgewerkt dat voorzag in een nieuw te bouwen winkelcentrum en drie woontorens met in totaal 340 koopappartementen, maar we kregen er bij beleggers de handen al niet echt meer voor op elkaar. De crisis die in het najaar 44

doen • winter 2012

van 2008 zou uitbreken, begon al de kop op te steken. En ons werd al snel duidelijk dat er voor zoveel koopwoningen geen markt meer was. We zouden hooguit één toren kunnen “wegzetten”, maar dat was natuurlijk volstrekt onvoldoende.’ Wethouder Bé Emmens: ‘Ik weet nog dat ik dacht: als we nu niet op de een of andere manier doorzetten, dan gaat het misschien wel helemaal niet meer lukken. Achteraf kun je zeggen dat we net op tijd bij de juiste partij aan de bel trokken.’ Dat was het moment dat bij een aantal woningcorporaties de telefoon rinkelde. Een daarvan was De Goede Woning, de corporatie waarvan Ed Pannebakker directeur is. Deze hoorde het verhaal aan en zat niet meteen te juichen. Sterker nog: ‘Ik had er eigenlijk een hard hoofd in. Dit was nou niet het type woningen dat we in onze portefeuille hadden gedacht.’ Grenzen verleggen Nadat het eerste contact tussen de gemeente Zoetermeer en de woningcorporatie was gelegd, ontving Ed Pannebakker een fraai vormgegeven boekwerk, met daarin tekeningen van het plan voor OosterheemCentrum. ‘Ja, we hadden een fraai boek gemaakt, niet?’, zegt Guus de Groot daar nu over. ‘Dat zal ik niet ontkennen’, zegt Ed Pannebakker. ‘Ja, de meest essentiële zaken stonden erin. Omvang van het plan. Artist impressions. De grootte van de woningen. Maar wij, De Goede Woning, hadden nog wel wat meer informatie nodig. De woningen waren uiteraard ontwikkeld en ontworpen voor de koopmarkt. Grote woningen, uiteraard niet gemaakt voor de sociale woningbouw waar wij ons op richten. Wij zijn ook een corporatie die zich richt op relatief goedkope huurwoningen, met een huurprijs beneden de vrijesectorgrens. We hebben in ons totale bezit nog geen twintig vrijesectorwoningen. Dat is voor een corporatie heel erg weinig. Hier zouden we er ineens heel erg veel vrijesectorwoningen bij nemen. Het was voor ons dus echt grensverleggend, als we het al zouden doen. Als gezegd, we moesten nog wel wat extra rekenwerk verrichten. Uiteindelijk hebben we wel vijftig haalbaarheidsstudies laten doen. En de uitkomst van al die studies was: niet doen. Daarop legden we de vraag weer terug bij de gemeente.’ Bé Emmens: ‘En daarmee waren wij, én Van Omme & De Groot, terug bij af.’ Plussen en minnen Toch liet het plan Ed Pannebakker niet los. ‘Gaandeweg hadden we er wel heel veel gevoel bij gekregen. Het was en is een fraai plan, dus we zijn toch nog eens aan het denken gegaan. Om te beginnen gaf ik de gemeente te kennen dat we de transactie niet samen met andere corporaties wilden doen. Zo’n samenwerking lijkt voordelig, omdat je de risico’s spreidt, maar in dit geval zou het de zaken alleen maar ingewikkelder gemaakt hebben. We gingen dus nog eens terug naar de gemeente met de boodschap: “We willen het nog eens in overweging nemen, maar dan als enige afnemende partij, als enige eigenaar van alle woningen.” Een belangrijke reden om er toch nog eens over na te denken, was deze: middeninkomens komen maar moeilijk aan een huurwoning. In dit plan zouden we maar liefst 273 woningen speciaal voor die middeninkomens kunnen realiseren, plus nog eens 44 vrijesectorwoningen. Als mensen met zo’n inkomen in ons huurbestand hun goedkopere woning nu zouden kunnen verruilen voor een wat grotere en duurdere huurwoning in


‘Nu komen er goedkopere woningen uit ons bestand vrij. Daar deden we het ook voor.’

Oosterheem-Centrum, dan speel je dus tientallen goedkopere huurwoningen vrij voor mensen met lagere inkomens. Dan ben je echt bezig met datgene waar een woningcorporatie voor bedoeld is: mensen een woning bieden die bij hen past. Dat betekende dan wel dat wij bij de banken een voor ons ongekende financiering moesten aanvragen. Die hadden eind 2008 al hun eigen problemen en sommige banken wilden er al niet eens meer over nadenken. Uiteindelijk hebben we met heel veel plussen en minnen een financiële constructie gerealiseerd die het plan, ondanks een afboeking in ons vermogen van circa € 40 miljoen, weer binnen bereik bracht. Mits de gemeente van haar kant ook nog in onze richting wilde opschuiven.’ Wethouder Bé Emmens ging met het verhaal naar de Zoetermeerse gemeenteraad. Daar voelde iedereen de druk om snel een positief besluit te nemen. ‘Van onze kant hebben wij water bij de wijn gedaan waar het ging om de grondprijs. We lieten de prijs los die we met de projectontwikkelaar hadden afgesproken. Ook wel logisch, want nu ging het over sociale woningbouw. Zo zijn wij miljoenen euro’s opgeschoven, zodat de investering voor De Goede Woning wel haalbaar werd.’ Ook Van Omme & De Groot deed een flinke duit in het zakje, zegt Guus de Groot. ‘Wij hebben heel veel marge ingeleverd. En we hebben in de ontwikkeling een stuk risico naar ons toegehaald – risico dat gewoonlijk bij de opdrachtgever ligt. Maar dat deden we liever dan dat onze mensen werkloos thuis zouden zitten. Dat was de afweging die wij maakten.’ Gekkenwerk De gemeente Zoetermeer, woningcorporatie De Goede Woning en bouwer Van Omme & De Groot kwamen begin 2009 tezamen om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Want ook al waren flink wat hobbels genomen, er waren ook nog heel wat open eindjes. Guus de Groot: ‘Er waren nog niet eens definitieve constructietekeningen! We hadden wel die fraaie artist impressions, maar daar kun je nog niet mee aan de slag.’ Ed Pannebakker: ‘Op het moment dat wij onze financiering rond hadden, was er nog niet een bouwvergunning van de gemeente. Ik had dus wel een enorme financiële verplichting op me genomen, zonder feitelijke zekerheden. En we hadden nog wel wat aanvullende wensen ten aanzien van de woningen. Sommige appartementen hadden geen balkon, en dat wilden we niet. Dus de architect moest nog eens door de hoepel.’ Guus de Groot over die bemoeienissen van de woningcorporatie: ‘Die architect was daar niet blij mee, maar ik vind echt dat jullie veel kwaliteit aan het plan hebben toegevoegd. Het is weliswaar in tijden van crisis tot stand gekomen, maar hier is echt geen sprake van crisisbouw.’ Wethouder Bé Emmens beaamt dat: ‘Wat dat betreft hebben we wel geleerd van onder andere de ontwikkeling van ons Stadshart, jaren geleden. Daar is door de crisis van de jaren tachtig wél beknibbeld op kwaliteit, dus dat wilden we hier absoluut voorkomen.’ Op een cruciale bijeenkomst begin 2009 werd het principeakkoord tussen de drie partijen gesloten. Guus de Groot: ‘We hadden afgesproken dat binnen zes weken na dat akkoord alles rond moest zijn. Een definitief plan, met definitieve tekeningen. Financiering en vergunningen. Ed Pannebakker en ik hadden bij een adviseur nog een hapje gegeten en ik zie me daarna nóg de snelweg op draaien. Ik belde Ed vanuit de auto om te zeggen dat het eigenlijk gekkenwerk was, wat we hadden afgesproken.’

Uniek project Inmiddels zijn we bijna drie jaar later en het plan Oosterheem-Centrum nadert de voltooiing. Breed lachend kijken de verschillende partijen in de bouwkeet op de bouwlocatie terug op wat er allemaal gebeurd is en wat het gerealiseerde plan voor deze wijk betekent. De gemoedelijke sfeer aan tafel is veelzeggend. Bé Emmens zegt vrolijk: ‘Het belangrijkste van alles was natuurlijk dat ik met dit project eeuwige roem als wethouder zou verwerven, het laatste project van mijn laatste wethouderschap. Nee, dat is gekheid. We hebben met dit plan echt iets heel fraais toegevoegd aan de wijk.’ Theo Puijk: ‘Uiteindelijk krijgen we door allerlei inkomsten uit de realisatie van dit plan veel van onze “investering” ook weer terug. Denk aan zaken als bouwleges en OZB. En wat moet je als gemeente met te dure grond die dan maar braak ligt? Daar verlies je uiteindelijk ook op.’ Ed Pannebakker is uitermate blij met het nieuwe bezit van De Goede Woning. ‘We hebben al tientallen woningen kunnen verhuren aan mensen met hogere inkomens, waardoor inderdaad goedkopere woningen uit ons bestand vrijkomen. Dat is precies wat we voor ogen hadden. We hadden hier overigens het geluk dat we in 2008 nog niet te maken hadden met de Europa-regeling. Die is er nu wel, en daardoor kun je nu niet meer op zo’n grote schaal duurdere huurwoningen realiseren. Daardoor stokt de gewenste doorstroming in huurwoningen. Eigenlijk zou je die regeling daarom ook niet moeten toepassen op nieuwe ontwikkelingen als deze.’ Dat de verhuur van de woningen erg goed loopt, is voor Ed Pannebakker goed te verklaren. ‘Beneden heb je alle mogelijke winkels, tot en met drie grote supermarkten. Er is een ondergrondse parkeergarage. Met de Randstadrail ben je binnen 20 minuten in het centrum van Den Haag. Ouderen vinden dit echt geweldig, zo zien we.’ Guus de Groot: ‘Ook vrijwel alle winkelruimte is verhuurd. En dan niet alleen aan winkels uit de grote bekende ketens, ook lokale winkeliers voelden zich aangetrokken. Het is nu al geweldig om hier rond te lopen. Kun je nagaan hoe het is als het allemaal af is. Het geeft voor mij maar weer eens aan dat met de juiste partners dingen wél snel voor elkaar kunnen komen.’

doen • winter 2012

45


DE SECRET PLACES VAN ZOETERMEER

Het Stadmuseum Zoetermeer verzocht twee Britse kunstenaars geheime en vaak lastig te betreden plekken van Zoetermeer te belichten. De mannen gingen op pad en kwamen onder meer terecht in de bouwkraan van Van Omme & De Groot. Doen ontdekte nog een semi-secret place: Hofstede Meerzicht, waar het aangenaam vertoeven bleek. 46

doen • winter - voorjaar 2012

Fotografie andrew brooks, www.andrewbrooksphotography.com

lifest yle


SECRET CITY ZOETERMEER Zoetermeer staat vooral bekend als een moderne stad, gegroeid rondom de oude dorpskern, een streep lintbebouwing in ooit eindeloze polders. Boomtown Zoetermeer blijkt prima om in te leven, maar is qua bebouwing inwisselbaar met andere nieuwe steden. Kan een bewoner van zo’n stad zich verbonden voelen met zijn omgeving? Het Stadsmuseum Zoetermeer nodigde de Britse tentoonstellingsmaker Andy Brydon en de fotograaf Andrew Brook uit om de authenticiteit van de stad te onderzoeken, zoals zij dat eerder in onder meer Liverpool en Manchester deden. Hun zoektochten resulteerden in de tentoonstellingen Secret Cities over deze steden. Voor Secret City Zoetermeer ontmoetten de Britten stadsbewoners die hen wezen op geheime plekken, vaak schijnbaar onbetekenende, onopgemerkte ruimtes of gebouwen die je pas na toestemming mag betreden. Dankzij de aanwijzingen van vele Zoetermeerders konden Brook en Brydon een ander beeld van Zoetermeer samenstellen dan algemeen wordt ervaren. Het Britse duo verkende onder meer de klokkentoren van de Oude Kerk, bezocht de afgesloten Watertoren en mocht fotograferen in de streng beveiligde fabriek van Nutricia. De kunstenaars gaven ook zicht op het zich almaar uitdijende Zoetermeer vanuit de bouwkraan van Van Omme & De Groot in de nieuwste wijk Oosterheem. Secret City Zoetermeer is een monumentaal werk, een optelsom van honderden foto’s die fotograaf Brook vanuit verschillende standpunten nam. De foto’s tonen met een griezelig perfecte belichting en diepe, verzadigde kleuren een haast surrealistisch Zoetermeer. ‘Cruciale elementen in mijn werk zijn de sfeer van en het gevoel dat een foto uitstraalt’, aldus Andrew Brook. ‘Een foto kan bestaan uit honderden foto’s die na zorgvuldig herarrangeren een nieuw beeld vormen, een parallelle werkelijkheid naast de waargenomen werkelijkheid. Schijnbaar echt, maar tegelijkertijd leugenachtig in hun levendige schoonheid.’ De tentoonstelling ‘Secret City Zoetermeer’ stimuleert bezoekers om zich te verdiepen in de vergeten geschiedenissen en levende verhalen van hun omgeving. Oordeel zelf of de makers in hun opzet zijn geslaagd en combineer een bezoek aan de tentoonstelling met een Zoetermeers getint diner in secret place Hofstede Meerzigt. Meer informatie: www.stadsmuseumzoetermeer.nl, www.facebook.com/SecretCityZoetermeer. Meer foto’s: www.andrewbrooksphotography.com. De tentoonstelling duurt tot en met zondag 29 januari 2012.

SECRET PLACE HOFSTEDE MEERZIGT Hofstede Meerzigt is een bijzondere plek in Zoetermeer waar mensen doorgaans alleen komen voor een diner, wijnproeverij of bruiloft. De beperkte toegang past dan ook in de opzet van Secret City Zoetermeer. Oppervlakkig bezien omvat de historische hofstede onder meer een trouwlocatie en een restaurant. Wie de omgeving goed in zich opneemt, ervaart vooral het Zoetermeer van voor de grote bouwwoede, die aanvang nam in de jaren zestig van de vorige eeuw. Een bucolische sfeer treft de bezoeker dankzij de omringende weilanden en een naburig park. Tegelijkertijd zal de dualiteit van Zoetermeer opvallen: er is vanaf de hofstede ook uitzicht op een doorsnee-jaren ’70-wijk.

De boerderij bestaat sinds 1640, in 1677 werd de hofstede aangebouwd. Tijdens de restauratie in 2006 is de monumentale uitstraling behouden. Eenmaal binnen ervaart de bezoeker een moderne doch sfeervolle ambiance. Het restaurant met haardvuur zit in een voormalige wagenschuur, de stal heeft plaatselijk een grote reputatie als sfeervolle trouwzaal en een van de drie voormalige hooibergen is gewijde plaats voor wijnliefhebbers. Chef-kok Alain Adriaanse en gastheer Arjen Slinger houden ook het gastronomische verleden van Zoetermeer levend. Ooit telde Zoetermeer goede slagerijen. Slechts één vakman hield stand: Piet van den Berg. Zijn vader werkte met vlees van Maas-Rijn-IJssel-koeien. Piet ging daarmee verder en bereikte in samenwerking met deskundige mesters een hoge vleeskwaliteit. Koks die op zoek waren naar vers Hollands vlees van een constante kwaliteit ontdekten Piet. Samen met vooral chef-kok Herman den Blijker experimenteerde Piet van den Berg met de rijping, want goed gerijpt vlees heeft veel smaak en is botermals. Zelfs delen die doorgaans in de stoofpot gaan, zoals de sukade, kunnen dankzij de rijping als rood vlees worden gegeten. Steeds meer restaurants en liefhebbers kochten hun vlees bij Van den Berg. Vlees van Piet werd stilaan een begrip tot ver buiten de Zoetermeerse stadsgrenzen. Alain Adriaanse werkte in de keuken van Herman den Blijkers Rotterdamse restaurant De Engel, toen het mede dankzij het MRIJ-vlees een Michelinster kreeg. Alain koos nadien zijn eigen weg, maar vergat het vlees van Piet niet. Helaas stopte Piet van den Berg met zijn slagerij en verkocht de zaak aan het Amsterdamse Nice to Meat. Gelukkig bewaakt hij voor dit bedrijf de kwaliteit van het MRIJ-vlees. De koeien van Piet grazen nog steeds in de weilanden aan de zuidkant van Zoetermeer en ze worden onder zijn toeziend oog afgemest in Berkel en Rodenrijs. Sinds kort kunnen Zoetermeerders weer vlees van Piet kopen, bij Zwetsloot Delicatessen in de Dorpsstraat. Aanbieding MRIJ-menu Ontdek het vlees van Piet. Alain Adriaanse en Arjen Slinger presenteren speciaal voor de lezers van DOEN een MRIJ-menu. De vleesliefhebber zal met dit menu ervaren dat niet alleen de bekende delen als het bloemstuk, de entrecote en de kogel rood bereid kunnen worden. U krijgt ook vlees te proeven van de vang en de sukade, die doorgaans als stoofvlees op het bord komen. Bij de gerechten schenkt Arjen Slinger royaal het glas vol met bijpassende wijnen. Prijs vijfgangen-MRIJ-menu inclusief wijnen: € 75,00. Reserveren kan via info@hofstedemeerzigt of 079 - 351 59 02, onder vermelding van MRIJ-menu DOEN.

doen • winter - voorjaar 2012

47


historie

Negentig jaar bouwen en ontwikkelen met visie Fotografie Paul de Graaff, archief van omme & de groot tekst jaap van rijn

Van Omme & De Groot bouwt en onderhoudt inmiddels negentig jaar lang woningen en gebouwen. Het bedrijf maakte in 1922 een vliegende start met de Fabiusschool en andere scholen, bouwde fabrieken, herenhuizen en woonblokken in de vooroorlogse jaren. Na de oorlog profiteerde het bouwbedrijf van de wederopbouw, groeide hard dankzij de welvaartsstijging in de jaren zestig en zeventig, dipte tijdens de recessie van de jaren tachtig en realiseerde de afgelopen twintig jaar een omvangrijk oeuvre. Het overzicht geeft een beknopt beeld van negentig jaar bouwen.

48

doen • winter - voorjaar 2012


historie

1922

1948 - 1959

F.D. Fabiusschool, Rotterdam Waar moest je vóór de oorlog zijn als je in het leven verder wilde komen? In Holland. Aldus verlieten Augustinus de Groot Groningen en Jan Zweer van Omme Enschede, op zoek naar emplooi in het Westen. Van Omme gaat na enkele omwegen aan de slag in het Rotterdamse, alwaar hij De Groot ontmoet. Het klikt, ze beginnen een maatschap en hebben direct beet. Ze mogen de F.D. Fabiusschool aan de Bergsingel bouwen, voor de aanneemsom van f 120.000. Architect J.P. Logemann ontwierp het gebouw in de stijl van de Nieuwe Haagse School, een aan de Amsterdamse School verwante stroming. De ‘Haagse’ onderscheidde zich met kubistische vormen en de toepassing van horizontale betonbanden. Verwar J.P. Logemann niet met D.P. Logemann. JP was bouwchef van de toen fameuze bierbrouwerij De Zwarte Ruiter en heeft niet veel gebouwd, dit in tegenstelling tot DP, de toenmalige gemeentearchitect die onder meer de oude bibliotheek aan de Botersloot, nu het Schoolmuseum, en de Regentessebrug ontwierp.

Kossel-systeem, Rotterdam Na de Tweede Wereldoorlog was het armoe troef, dus moesten aannemers vindingrijk zijn om te kunnen bouwen. Want gebouwd moest er worden: om de woningnood te lenigen en om ongeschoolde mensen aan het werk te krijgen. Het gietbouwsysteem van licht beton van de Duitse firma Kossel & Co bood mogelijkheden. Van Omme & De Groot ging samen met de Amsterdamsche Aannemings Mij. met het verkregen patent aan de slag en werkte een bouwsysteem uit in diverse bouwvarianten. Van Omme & De Groot toonde aan dat met het Kossel-systeem snel tegen een lage prijs viel te bouwen. Het systeem vergde minder vakkennis, en dus konden ook ongeschoolden aan de slag. De eerste Kossel-woningen werden in Rotterdam Overschie opgetrokken. Het systeem past in de opvattingen van de modernisten onder de architecten: de woningen voldeden aan het mantra licht, lucht en hygiëne.

doen • winter - voorjaar 2012

49


historie

1980 - 1990 1956 - 1979 Zuidplein, Rotterdam Rotterdam groeide als kool dankzij de florerende haven en industrie. Het almaar uitdijende Rotterdam-Zuid verdiende het winkelcentrum Zuidplein. Het gebied rond het Rotterdamse Zuidplein speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van Van Omme & De Groot. Het bedrijf pionierde op de lege vlakten, wist grond te verwerven en bouwde in eigen beheer woongebouwen. Letterlijk het hoogtepunt was het zelf ontwikkelde en in 1979 opgeleverde appartementencomplex Zuiderterras. Dit gebouw moest dienen als oriëntatiepunt voor de miljoenen bezoekers die het gebied inmiddels met de auto bezochten, op weg naar het winkelcentrum en Ahoy. Om het gebouw er echt uit te laten springen, koos Van Omme & De Groot voor een boven het straatniveau (maaiveld) schuin oplopend terrasgebouw.

Zevenkamp & Ommoord, Rotterdam Begin jaren tachtig was het crisis. De kopersmarkt stortte spectaculair snel in, prijsdalingen van 50% waren geen uitzonderingen. Na de klap krabbelde de markt weer op en ziet Van Omme & De Groot kans om onder andere huurwoningen voor het Sociaal Fonds Bouwnijverheid en samen met het destijds illustere ontwikkelaarsduo Piet Proper en Peter Stok koopwoningprojecten te realiseren in onder meer Zevenkamp en Ommoord. Door de recessie waren de inkoopprijzen van bouwmaterialen lager, maar de huizenprijzen trokken weer aan. De boekhouder van de bouwer kon dan ook zwarte cijfers schrijven.

1993 Prinsenland, Rotterdam Begin jaren negentig ging Rotterdam aan de slag in de polder Prinsenland. Opgave was een kwaliteitswijk te realiseren waar zowel de wat lagere als de hogere inkomens wilden kopen. Van Omme & De Groot ontwikkelde eerst 63 huurwoningen en 113 premiekoopwoningen en later nog een buurt met 152 woningen langs een park en een singel. De architect besloot de goedkope woningen in deze buurt uitzicht te bieden op het groen en situeerde de duurdere woningen in het binnengebied. Het plan was slikken voor de bouwer, maar het argument dat de goedkope woningen zo beter verkoopbaar waren, overtuigde. De tegendraadse aanpak leverde de Bouwkwaliteitsprijs voor het mooiste woningbouwproject van Rotterdam op. Het was de eerste maal dat een dergelijk marktplan werd onderscheiden. Ook de verkoop werd een succes, mede vanwege de bijzondere woningvarianten: de toen unieke parkwoningen met vier bouwlagen, twee-onder-eenkappers met voornaam ogende veranda’s en goedkopere woningen met tweeënhalve bouwlaag, waardoor ruimte ontstond voor een dakterras. 50

doen • winter -2012 voorjaar 2012


historie

1988 - 2008 Beursplein 5, Amsterdam Rotterdammers die het hart van Amsterdam grootschalig aanpakken, dat kan niet anders dan een succes worden. En dat werd het. Van Omme & De Groot bracht Beursplein 5, ooit de eerste beurs ter wereld, deels in de originele staat terug, verrichtte vele verbouwingen en deed ook het onderhoud van dit prachtige gebouw. Van de marmeren zuilen, de granieten zuilbasementen, de art nouveau houten raamstijlen van het beurscafé en de eikenhouten lambriseringen tot en met de armaturen van de lampen: de mannen van Van Omme & De Groot overtuigden in elk detail met hun vakmanschap. Ze werkten regelmatig ’s avonds en zelfs ’s nachts door omdat tijdens de aanpassingen de beursvloer volop in gebruik was.

2011 2000 - HEDEN Oosterheem, Zoetermeer & Nesselande, Rotterdam De steden in de Randstad blijven uitbreiden, zo ook Zoetermeer en Rotterdam. Met Nesselande zette Rotterdam stevig in op kwaliteit, natuur en ontspanning. De badplaats in de diepe polder dwingt internationaal respect af. Vanuit het niets een plek met een sterke identiteit ontwikkelen leverde Van Omme & De Groot en haar partners voor het deelproject Newport de NEPROM-prijs voor locatieontwikkeling 2011 op. Ook in het Zoetermeerse Oosterheem spelen de natuur en het oorspronkelijke landschap een majeure rol. De groene dreven, de paden en de nabijheid van het zich nog ontwikkelende Bentwoud maken van Oosterheem een gewilde woonwijk. Op dit moment werkt Van Omme & De Groot aan OosterheemCentrum, een winkelgebied dat de tongen gaat losmaken dankzij de speelse, expressieve architectuur van Sjoerd Soeters en Jos van Eldonk.

Heden en toekomst: Woon-CoCreatie®, projectontwikkeling nieuwste stijl Het is een wens van vele huizenkopers: samen met architect en bouwer de woning realiseren die je echt wilt. Met Woon-CoCreatie® van Van Omme & De Groot komt een project tot stand in een zorgvuldig geregisseerd en gefaciliteerd ontwerpproces, waarbij woonconsumenten in een vroegtijdig stadium en proactief worden betrokken. Woon-CoCreatie® kan de eigenaar zeker meer voldoening over de aankoop geven, maar ook kostbare verbouwingen voorkomen. Een dergelijke woning heeft lagere onderhoudslasten, is beter ingedeeld, completer uitgerust en kent een lager energieverbruik. Het mes snijdt dankzij Woon-CoCreatie® aan twee kanten. Door woonconsumenten vroegtijdig te betrekken en te binden ontstaan realistische projecten met een lager risicoprofiel, die sneller gebouwd kunnen worden.

Hotel Van der Valk, Nieuwerkerk aan den IJssel ‘Als je voor Van der Valk mag bouwen, heb je in ieder geval bewezen tot een van de slimste en goedkoopste aannemers van Nederland te behoren’, zo meldde Guus de Groot droog bij het verwerven van de eerste opdracht: de uitbreiding van Motel De Gouden Leeuw in Voorschoten. De verbouwing bleek een succes, want na Voorschoten kreeg Van Omme & De Groot van Van der Valk de opdracht voor verbouwingen en nieuwbouw in Vianen, Nootdorp, Arnhem-Duiven, Foto Ignard ten Have Harderwijk, Dordrecht en Nieuwerkerk aan den IJssel. Van Omme & De Groot realiseerde in 2011 het nieuwe restaurant Njoy en de hotellobby van Hotel Van der Valk Rotterdam-Nieuwerkerk. De bouwwerken passen goed in een traditie van Van Omme & De Groot. Want ooit bouwde het bedrijf een icoon van de wederopbouw: het Delta Hotel in Vlaardingen met zijn karakteristieke over de Nieuwe Waterweg uitstekende constructie. Het hotel beschikt dan ook over een aanvaringsverzekering. www.valk.com/nieuwerkerk

Met alles een stap verder Projectontwikkeling en bouwen gaan tegenwoordig in alle disciplines een stap verder dan partijen gewoon waren. Zij moeten inspelen op nieuwe uitdagingen, zoals energiebesparing en duurzaamheid. Uitdagend werk dat vraagt om innovatieve oplossingen. Van Omme & De Groot speelt met kennis in op de nieuwe vraag en realiseert naast woningen ook winkelcentra en duurzame kantoren. Daarnaast vragen ingrijpende verbouwingen en uitbreidingen, zoals die van het WTC Rotterdam en Rotterdam Airport, om een afwijkende aanpak, omdat opdrachtgevers verlangen dat de gebouwen worden aangepast zonder dat bezoekers, passagiers en medewerkers hinder van de werkzaamheden ondervinden.

doen • winter - voorjaar 2012

51


project

Ambiance Zoetermeer

Project: 9 half-vrijstaande woningen Zoetermeer-Oosterheem Architect: KOW Architectuur te Den Haag Opdrachtgever: eigen ontwikkeling Wijze van aanbesteden: eigen ontwikkeling Duur van het project: 2010

52

doen • winter - voorjaar 2012


project


wij willen. wij kunnen. wij doen. SINDS 1922.

www.vanomme-degroot.nl @vanOMMEdeGROOT


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.