8 minute read
Anita
Isidore Ducasse of gewoonweg Comte de Lautréamont
Misschien hebt u wel eens het Parijse restaurant ‘Chartier’, rue du Faubourg-Montmartre,7, opgezocht, een groot Belle Epoque restaurant uit 1896? Hoewel Isidore Ducasse op hetzelfde adres heeft gewoond, heeft hij er nooit gegeten om de eenvoudige reden dat ‘Chartier’ daar pas een kwarteeuw na de dood van de dichter zijn deuren opende. Op de binnenkoer voor de ingang van het restaurant hangt onopvallend een bordje dat herinnert aan het feit dat de dichter Isidore Ducasse hier op het einde van zijn leven heeft gewoond en er in 1870 is overleden op 24-jarige leeftijd. Hangt het er nog wel? De laatste keer dat ik er kwam waren opfrissingswerken bezig en was het bord (hopelijk tijdelijk) verwijderd. Ducasse werd geboren te Montevideo (Uruguay) op 4 april 1846 uit Franse ouders; zijn vader was ambtenaar op het Franse consulaat, zijn moeder stierf toen hij anderhalf jaar was. Hij werd drietalig opgevoed: Frans, Spaans en Engels. Als 13-jarige werd Isidore naar een lyceum in het Franse Tarbes en later naar Pau gestuurd. Hij las o.m. Poe, Milton, Shelley, Byron en Baudelaire. Aan de universiteit van Bordeaux behaalde hij als 20 jarige een baccalaureaat in de Letteren. Een vriend van hem vertelde dat Ducasse alleen ‘s nachts schreef en, zittend achter de piano, de toetsen beroerend, woest aanhoudend, nieuwe verzen declameerde op de tonen van de muziek. In 1868 verscheen de eerste zang van ‘Les Chants de Maldoror’, anoniem en op eigen kosten gedrukt. Een jaar later verscheen te Brussel een volledige uitgave, bestaande uit zes zangen opgedeeld in 59 strofen onder het pseudoniem Comte de Lautréamont (in een recente Pléiade editie omvat de tekst 218 p.). Zijn ‘Poésies I et II’ verschenen in 1870. Hierin brak hij radicaal met zijn zangen: ‘Het dichterlijk geweeklaag van deze eeuw is enkel afzichtelijk sofisme (…) Lamartine, Hugo, De Musset zijn uit vrije wil verworden tot verwijfde types. Zij zijn de Grote Slappelingen van onze tijd. Altijd maar snotteren! Dat is de reden dat ik geheel van methode ben veranderd, om uitsluitend de hoop, de verwachting, de gemoedsrust, het geluk, de plicht te bezingen’. Op 24 november 1870 stierf Ducasse/Lautréamont op hogergenoemd adres aan de gevolgen van een griep, amper een half jaar voor de Parijse Commune. ‘Les Chants de Maldoror’ laten zich moeilijk samenvatten: deze poëzie verhaalt geen voortschrijdende intrige hoewel ze in prozavorm is gegoten. Lautréamont kenner J.L. Steinmetz: ‘ On a l’impression que dans chaque strophe l’auteur donne libre cours à son imagination farouchement rebelle, à sa fureur ou à sa goguenardise, des sentiments aussi opposés pouvant chez lui faire bon ménage. Maldoror, être surhumain, archange du Mal, lutte sous différentes formes contre le Créateur, souvent ridiculisé, et commet des actes meurtriers où se révèlent son sadisme et son homosexualité’. Niet alleen voelen we de invloed van de romantiek, de populaire roman, en vooral van Baudelaire, maar ook van de kennis van de auteur over natuurwetenschappelijke en medische onderwerpen. Verschillende auteurs wijzen ook op de paralellen in het werk van Rimbaud en Lautréamont, tijdgenoten die mekaar overigens nooit ontmoet hebben: hun breuk met de klassieke vormen, hun sarcasme en hun anarchistische instelling, hun keuze voor het prozagedicht en hun strijd tegen het geloof en de burgerlijke moraal. Opvallend ook: Rimbaud schreef ‘Une saison en enfer’ op zijn 19de; Ducasse schreef zijn ‘Chants de Maldoror’ toen hij 22 was. Spoedig verdween Lautréamont uit het collectief geheugen en als zijn werk nog wel eens in literaire kringen ter sprake kwam was het eerder als een literair curiosum. Rond 1918 herontdekken Aragon, Breton en Soupault - de latere gangmakers van het Parijse dadaïsme en in 1924 van het surrealisme- de waarde van het werk van Lautréamont, waarin ze een voorloper herkennen. Op dat ogenblik had ‘Les Chants de Maldoror’zijn weg naar het Noorden al gevonden. Terwijl de drie Franse avant-gardisten nog het stof moesten wegblazen van het enige exemplaar dat ze hadden gevonden, verscheen in 1917 bij Van Dishoeck te Bussum ‘De Zangen van Maldoror’ in een vertaling van Johan Stärcke, een psychoanalist die ook Freud vertaalde. Het fragment hiernaast is het begin van de eerste zang; het komt uit een recente, goed gedocumenteerde vertaling door René Sanders van ‘Les Chants de Maldoror’ (2011, Kelderuitgeverij, Utrecht).
Advertisement
KEUZE GEDICHT EN TEKST: PETER BENOY
De Zangen van Maldoror (fragment)
Eerste zang, eerste strofe
Heil de lezer, stoutmoedig en meteen net zo grimmig gestemd als wat hij leest, zonder het spoor bijster te raken, zijn steile ongebaande weg vindt dwars door troostloze moerassen van deze sombere, giftige bladzijden. Want als hij bij het lezen niet over een strenge logica en een geestelijke spankracht beschikt die minstens gelijk is aan zijn argwaan, dan zullen de dodelijke dampen die uit dit boek opstijgen zijn ziel doordrenken net zoals water suiker oplost. Het is niet goed dat iedereen de bladzijden leest die zullen volgen. Alleen enkelen zullen zonder risico van deze bittere vrucht genieten. Dus, schuchtere ziel, voordat je verder in dergelijke onontdekte gebieden doordringt, keer terug en ga niet verder. Luister goed naar wat ik je zeg: keer terug en ga niet verder. Zoals de ogen van een zoon die zich eerbiedig afwenden van de verheven mijmerende blik die zich aftekent op het gezicht van zijn moeder, of liever zoals in een bepaalde formatie vliegende groep kouwelijk aangelegde kraanvogels, die hevig mediterend de winter ontvluchten, en met machtige vleugelslagen door de stilte trekken naar een bepaald punt aan de horizon, waar plotseling een vreemde en sterke wind komt opzetten, die de voorbode is van een storm. Als de oudste kraanvogel die alleen voorop vliegt, die ziet, schudt hij als een verstandig wezen zijn kop, tegelijkertijd kleppert hij met zijn snavel, (hij is ontevreden dat zou ik ook zijn), terwijl zijn oude van veren ontblote nek, die drie generaties kraanvogels heeft overleefd, zich voortbeweegt in hinderlijk trillende golven die het onweer aankondigen, dat steeds dichterbij komt. Nadat hij onverstoorbaar verschillende keren alle kanten op heeft gekeken met een blik waaruit ervaring spreekt, vliegt de oude kraanvogel behoedzaam als eerste voorop (want hij heeft het voorrecht zijn staartveren te tonen aan de andere kraanvogels die qua intelligentie lager in de rangorde staan). Met zijn waakzame schreeuw van een weemoedige schildwacht die de gemeenschappelijke vijand terugdrijft, maakt hij behendig, zoals een bekwame kapitein, een zwenkende beweging, dan weer naar bakboord, dan weer naar stuurboord waardoor het geometrisch patroon verandert (het lijkt op een driehoek, maar de derde zijde die deze merkwaardige trekvogels in de ruimte vormen is niet zichtbaar). En manoeuvrerend met vleugels die niet groter lijken dan die van een mus, kiest hij, omdat hij niet dom is, een andere weg, een die doordacht en veiliger is.
Tweede strofe
Beste lezer, misschien wil je wel dat ik aan het begin van dit werk de haat oproep! Maar wie zegt mij dat jij – badend in de ontelbare, eindeloos durende gelukzalige momenten, met je trotse opengesperde en smalle neusgaten, terwijl je jezelf als een haai in de mooie zwarte lucht op je rug draait, langzaam en majestueus grote hoeveelheden dampen van de haat opsnuift -het belang van deze handeling, en het niet minder grote belang van je legitieme verlangen inziet? Ik verzeker je, dat je nog veel plezier zult beleven aan beide vormeloze gaten van je afgrijselijke smoelwerk, oh monster die je bent, maar je moet er wel op rekenen in drieduizend opeenvolgende keren het vervloekte bewustzijn van de Eeuwige in te ademen! Jouw neusgaten die met een ongelofelijke voldoening in een plots opkomende extase zullen opzwellen, zullen helemaal niets meer van de omgeving verlangen, die zogezegd gebalsemd is met wierook en lieflijke geuren. Want zij zullen vervuld zijn van een volmaakt geluk, net zoals engelen die in de heerlijkheid en de vrede van de aangename, behaaglijke hemel wonen.
Vertaling: René Sanders
Wij zijn er voor jou!
Bij deMens.nu staat de mens centraal. Mensen hebben mensen nodig. En mensen willen verbonden zijn met elkaar. Daarom vind je overal in Vlaanderen en Brussel een huisvandeMens in je buurt.
In een huisvandeMens kan je terecht voor:
Informatie Bij ons vind je informatie over levensbeschouwelijke onderwerpen, over het vrijzinnig humanisme en zijn waarden, en over ethische en maatschappelijke thema’s zoals euthanasie, abortus, mensenrechten …
Vrijzinnig humanistische plechtigheden Wil je graag stilstaan bij een belangrijke gebeurtenis in je leven? Wij helpen je bij de organisatie van een vrijzinnig humanistische plechtigheid bij een geboorte of adoptie, een huwelijk of relatieviering, een overlijden of afscheid …
Gesprekken Bij ons kan je terecht voor gesprekken omtrent levensvragen en zelfbeschikking, levensbeschouwing en zingeving.
Waardig levenseinde Wij bieden informatie over euthanasie, patiëntenrechten, palliatieve zorg … en helpen je met het opstellen van een wilsverklaring.
Gemeenschapsvorming Een huisvandeMens werkt als vrijzinnig humanistische draaischijf en geeft ondersteuning aan onze lidverenigingen. In een huisvandeMens vind je informatie over initiatieven en activiteiten van de lokale vrijzinnig humanistische verenigingen en ontmoetingscentra.
Vrijwilligerswerk Heb je zin om het vrijzinnig humanistische netwerk te versterken? Vrijwilligers zijn bij ons meer dan welkom. Wij zorgen voor begeleiding en geven je alle kansen. Zo kan je onder meer plechtigheden verzorgen of meewerken aan gemeenschapsvormende activiteiten.
De huizenvandeMens zijn een initiatief van deMens.nu
deMens.nu vertegenwoordigt Nederlandstalige vrijzinnig humanistische verenigingen in Vlaanderen en Brussel
deMens.nu Magazine Zoomt in op mensen en maatschappelijke tendensen vanuit een vrijzinnig humanistisch perspectief. Verschijnt viermaal per jaar.
Gratis proefnummer of gratis abonnement? Mail naar info@deMens.nu Of schrijf naar deMens.nu-UVV vzw Brand Whitlocklaan 87 bus 9 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe Of telefoneer naar 02 735 81 92