O P I N I E 13
Woensdag 7 november 2012 Cobouw 196
Ingenieurs
cartoon / TOM
Komt het (vast) goed? Maandag stond het nieuwe kabinet op het bordes. Geen minister van bouw of energie; wel een van wonen (Stef Blok). Hiermee geeft het kabinet aan dat wonen voor de economie een belangrijke topic is. Maar waar is de aandacht voor het andere vastgoed?
Nieuwe tijd vraagt om andere kijk op waarde Ondanks dat de bouwsector zich in Nederland in zwaar weer bevindt, zijn de kansen ongekend. Technologie, globalisering, demografie en levensduur, samenleving en energiebronnen zijn de vijf krachten die maatschappelijke veranderingen gaan veroorzaken. Volgens Menno Lammers en Pieter van der Zwet is een ander perspectief nodig om deze kansen te verzilveren. De bouwsector moet transsectoraal gaan (samen) werken en gevoel ontwikkelen voor maatschappelijke ontwikkelingen en trends. Met alleen procesefficiency komen we er niet. Het ontwikkelen van value cases – waar het optimaal creëren van maatschappelijke waarde voor de lange termijn centraal staat – is de toekomst. In het artikel ‘Verleg focus naar levensduurdenken’ van 7 september 2011 in Cobouw werd al gesteld dat het vasthouden aan groei denken niet meer kan. De bouwsector is inmiddels druk bezig met het optimaliseren van het verleden, maar sorteert niet of nauwelijks voor op de toekomst. We zijn geneigd de brokstukken van de crisis bij elkaar te zoeken, alles aan elkaar te lijmen en het oude systeem te restaureren. De fundamentele gebreken van ons economisch
stelsel kunnen verklaard worden vanuit verstoorde relaties tussen de onderdelen van dit systeem.
Nieuwe oplossingen
Business en de samenleving hebben te lang tegenover elkaar gestaan. De aandacht moet zijn gericht op waarde in plaats van (financiële) groei. Oscar Wilde deed ooit de uitspraak: Nowadays people know the price of everything and the value of nothing. We zijn op weg naar een nieuwe tijd die vraagt om een andere kijk op waarde en om nieuwe oplossingen. Waarde niet alleen gedefinieerd vanuit financieel oogpunt, maar ook vanuit economisch, technisch, sociaal maatschappelijk en ecologisch perspectief. In het boek ‘De werkrevolutie’ beschrijft Lynda Gratton (London
“
Het ontwikkelen van value cases is de toekomst Business School) vijf krachten die maatschappelijke veranderingen (gaan) veroorzaken: technologie, globalisering, demografie en levensduur, samenleving en energiebronnen. De exponentiële toename van technologische capaciteit, miljarden mensen die 24 uur per dag met elkaar verbonden
zijn, kostenbesparende innovaties, verdere verstedelijking, opkomst van de generatie Y in organisaties, verlenging van het productieve leven, herschikking van families, steeds minder vertrouwen in instituties, stijgende energieprijzen, voortdurende productiviteitsgroei en toename van sociale participatie zijn slechts enkele invloedrijke krachten. De bouwsector vormt als het ware het middelpunt waarin in deze krachten samen komen. Ondanks dat de sector zich in Nederland op dit moment in zwaar weer bevindt, zijn de toekomstige kansen met het oog op deze ontwikkelingen ongekend. Om deze kansen te kunnen verzilveren is echter een ander perspectief nodig, een ander uitgangspunt om naar objecten en haar omgeving te kijken.
Missie
Om deze missie te realiseren is ondernemerschap, het aangaan van transsectorale allianties, maatschappelijke sensitiviteit en een andere kijk op waarde noodzakelijk. Alleen met deze competenties blijft de sector zelf in staat om vorm te geven aan haar toekomst. Menno Lammers Vernieuwing Bouw Pieter van der Zwet KPMG Namens de Taskgroup ‘Value Cases’ van Vernieuwing Bouw
In het regeerakkoord komen verschillende maatregelen voor ‘wonen’ naar voren. De plannen voor de woningmarkt op het gebied van het aanpakken van de hypotheekrente en het marktconform huren geeft zekerheid voor huizenbezitters en kopers. Echter, het afromen van de vermogenspositie van corporaties gaat ervoor zorgen dat er beduidend minder wordt geïnvesteerd in verbetering van de kwaliteit van de bestaande woningen, en nog veel minder in nieuwbouw. De gewenste doorstroom komt dan ook niet tot stand zoals duidelijk betoogd in het laatste BouwPoort-debat. Corporaties zouden juist de (bouw)economie de benodigde impuls kunnen geven. Verder wordt er in het regeerakkoord met geen woord gerept over de leegstand in het zakelijk vastgoed. Bij kantoren is het bestand van leegstaande kantoorruimten het afgelopen halfjaar met bijna 7 procent toegenomen. In Nederland staat nu meer dan 15 procent van de
kantorenvoorraad leeg. De oplossing is niet eenvoudig; er is weliswaar een convenant met alle partijen maar het belangrijkste onderdeel daarvan, het sloopfonds, lijkt ter ziele. Toch zal de nationale overheid er regie aan moeten gaan geven, vooral op het gebied van herbestemming en regelgeving. Het tweede leegstandprobleem is die van winkels. Ook hier staat bijna 7 procent structureel leeg. Staan kantoren vaak op plekken waar ‘burgers’ er geen last van hebben, winkels geven een stad sfeer en leegstaande winkels zorgen al snel voor verpaupering. Ook hier geldt: regie en beleid is er nodig, voor de problemen van nu en om in de toekomst niet weer in dezelfde valkuil te vallen. Dit kabinet probeert veel problemen ‘integraal’ te benaderen, maar op het gebied van vastgoed zie ik de integraliteit nog niet terug. Voorlopig wijzen de plannen niet in een intentie om de bouwsector te gebruiken om de economie weer aan te slingeren. Rutte II zal meer moeten doen dan alleen zorgen voor ‘wonen’; herbestemmen, renoveren en bouwen van duurzaam vastgoed is broodnodig. Ed Nijpels Voorzitter NLingenieurs
COLUMN / REUSER In het begin Niet lang geleden heb ik de film A l’origin gezien. Een aanrader. De film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal en speelt zich af in de bouwwereld. Een oplichter geeft mensen uit een klein dorp hoop door een stilgelegd bouwproject weer op te starten. De film toont een bouwproces met daarin elke vorm van wat wij tegenwoordig als verwerpelijk gedrag beschouwen. Omkoping, het afwezig zijn van enige interactie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, een ongekwalificeerde aannemer, het ontbreken van nut en noodzaak, lak aan milieuomstandigheden, ontbreken van enige vorm van kwaliteitsborging, kortom een lange lijst waarvan ik niet nog meer zal verklappen voor de mensen die de film nog willen zien. Natuurlijk krijg je, zoals dat hoort in dit soort films, op een gegeven moment sympathie voor de hoofdpersoon, de oplichter. Zijn geweten gaat namelijk opspelen waardoor hij toch probeert naar zijn beste eer en geweten goed te doen. Tot zover nog niet columnwaardig. Meer bijzonder vond ik dat ik al snel ook de charme in begon te zien van het bouwpro-
ject zelf, terwijl de film volledig indruist tegen mijn professionele overtuiging. Zoals bij vele mensen met mij, is het tegen gaan van het in de film getoonde gedrag één van mijn drijfveren in mijn werk. Het doet denken aan de Godfather-achtige films. In dit genre films wordt de maffiawereld geromantiseerd, terwijl elke kijker ook wel weet dat het gedrag volstrekt ontoelaatbaar is. Thema’s als eer, broederschap en macht maken het dat we er door worden aangetrokken. Na een tijdje zoeken vond ik in ‘A l’origin’ ook dit soort thema’s: pionieren, organiseren, het onmogelijke waar maken en samenwerking. De komende tijd heb ik mezelf ten doel gesteld om te zoeken naar deze charme: is daar nog ruimte voor binnen het zeer goed georganiseerde Nederlandse bouwproces? Ik ontvang graag de praktijkvoorbeelden! Roel Reuser Adviseur Contracteren en Risicomanagement bij Twynstra Gudde
Reageer op deze column via mail, twitter of www.cobouw.nl/htcobouw
reageer op cobouw Martin Hoogelander, coördinator opinie Cobouw, stelt uw reacties zeer op prijs. U kunt e-mailen: m.hoogelander@sdu.nl of bellen: 070-3780274. Ook via twitter en op www.cobouw.nl/htCobouw kunt u reageren. Columns en artikelen op deze pagina moeten gelezen worden als de mening van de auteur zelf. Alleen commentaren geven de opvatting van de krant weer. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen te weigeren dan wel te redigeren of in te korten en via internet of op andere wijze openbaar te maken.