Lustrumveer November 2016

Page 1

34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

1


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

2


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

3


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

COLOFON Dank aan alle medewerkers Redacteur Lionel Olieu Medewerkers Wouter Reggers Elias Degruyter Robbe Van Roose Alexander Van Gelder Pieter Rogge Elyse Van Peel Ewout Everaert Nathan Gryp Nas De spiegeleer Andy De Jonghe Anselm Logghe Lynn De Palmenaer Tim De Moerloose Adriaan Linters Jaqcues Pottie Guillaume Maebe Dirk Van Den Bogaert Marc Boone Matthis Provoost Ewout Everaert Michiel Scheerlinck Jasper Standaert Ivo Dewulf Bo Billet Duke of Hottingham coupurezwemmertje

4


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Tijdschrift van de Vlaamse Geschiedkundige Kring 34e jaargang, nr. 2

Lustrumveer

IN DIT NUMMER: Colofon VGK kalender De Praeses verwelkomt

4 6 7

Praesidium alumni Reis door de tijd: VGK in Berlijn Woordje van de Lustrumpraeses

9 15 16

Kringgeschiedenis Foto's 2016 Van Trabla naar T(r)aboe

17 29 33

1931: De VGK & wat nog? Studentenkring misconcepties Heimat in Hannover: Kruimelen

35 37 39

World War & Chill L.A.M. stelt voor Actu-wa?!

40 43 45

Avontuur in BraziliÍ Bo’s studentenkeuken Liefde in tijden van Trump: return of Pedro Scampi

47 49 51

Objectieve weergave van de Amerikaanse verkiezingen Zen Momentje Scriptator sluit af

53 55 57

5


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

VGK kalender november 2016 ma

di

wo

do

vr

za

zo

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17 Kleine Quiz

18

19

20

23 Colloquium

24 Lustrumcantus 25 Galabal

26

27

21 Lustrumrecep- 22 Highlandtie

games

28

29 Cultour: Oeps 30 Lezing: Spaanse burgeroorlog

december 2016 ma

di

wo

do

vr

za

zo

1 War & Peace

2

3

4

8

9

10

11

5 Start eetweek

6 Lezing IS &

7 Sinterklaas

Filmavond

Al-Qaida

kringavond

12

13 sport:

14 Massacantus 15

16

17

18 25

ijshockey

19

20

21

22

23

24

26

27

28

29

30

31

6


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Voorwoord van de Praeses Geachte Veerlezers, Twee maanden geleden kreeg ik de eer jullie allemaal opnieuw welkom te heten aan onze prachtige Blandijn. Nu, twee maanden later, is het semester volop bezig. De studenten beginnen stilaan hun weg naar de juiste auditoria te vinden, boeken en cursussen worden her en der al opengeslagen en af en toe hoort men wel eens zachtjes het woord 'examens' door de Blandijngangen zweven. Maar voor het zover is, wil ik even terugblikken op de voorbije twee goed gevulde maanden. Iedereen herinnert zich wel de scherpe pijn in de borststreek die het begin van het academiejaar kenmerkte, wanneer we zagen dat ons fiere gele bord van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte boven de schuifdeuren van de Blandijn vervangen was door een iets minder fiere flashy blauwe sticker. Maar bon, we gaan hier niet beginnen klagen. Want op diezelfde dag liep een geheel nieuwe lading eerstejaars door die schuifdeuren de Blandijn binnen. En ik kan u verzekeren, waarde lezers, het is een fantastische lading! Begin oktober gingen een 20-tal van hen mee op ons bachelorweekend in de Hoge Rielen. Dankzij onze eerstejaars was het ook dit jaar weer een fenomenaal weekend, waarop leden én praesidium elkaar – en sommige personen ook zichzelf – beter leerden kennen. Zij waren ook talrijk aanwezig op onze openingscantus, die met maar liefst 41 (!) schachten en te veel commilitones om te tellen een enorm drukke, 'edoch' geslaagde cantus was! Onze prestaties op het IFT zal ik hier beter niet publiceren, maar deelnemen is belangrijker dan winnen, en daarom heeft de VGK, ongeacht wat de scoreborden zegden, in mijn ogen ook een beetje gewonnen. Ik wil dan ook alle sporters bedanken om er samen met ons voor te zorgen dat het desalniettemin een zeer gezellige avond was. Tot slot vermeld ik ook nog de openingsfuif in ware 'Kamping Twitch'-stijl, waar iedereen zich van zijn meest marginale kant liet zien, spannende broekjes troef waren en vices het onderspit moesten delven.

We zijn over de helft van het eerste semester, inderdaad. Maar tot het bittere eind, wanneer de examens om de hoek schuilen en Kerstmis het enige lichtpunt is aan een grauwe horizon van veel te weinig doorbladerde cursussen, staat de VGK voor u klaar. Ons team is voor de komende maanden gesterkt met Arthur, die naast Nathan de tweede sportfunctie zal opnemen. Voor de rest van het semester hebben we ook weer een fantastisch pakket aan activiteiten voorbereid. Zo mag de VGK op 7 november de officiële persscreening van de film Hacksaw Ridge bijwonen, die wordt ingeleid door onze eigen professor Bruno De Wever! Donderdag 10 november keren we terug naar de Twitch voor onze tweede fuif, de Twitchkrieg, om direct daarna te vertrekken op onze kleine reis naar Ljubljana van 11 tot 14 november. Dit belooft een prachtige reis te worden, met een zeer interessant programma en een geweldige groep. Helaas, bij het verschijnen van dit Veer zullen die activiteiten al allemaal gepasseerd zijn, maar er volgt nog meer! Op 17 november gaat onze Kleine Quiz door, als voorproefje voor de Grote Quiz in het tweede semester. Hier kunnen de teams zich van hun slimste kant tonen, en misschien wel aan de haal gaan met één van onze mooie prijzenpakketten. Eind november komen we dan aan bij onze meest spectaculaire activiteiten van het jaar. In de week van 21 tot 25 november organiseren wij ter ere van ons 85-jarig bestaan elke dag een Lustrumactiviteit. Maandag openen we met de Openingsreceptie op 'Le Bateau', om het Lustrum feestelijk in te zetten – als niemand zeeziek wordt, tenminste. Dinsdag gaan we verder met de Highland Games in ware Schotse stijl, compleet 7


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

met whiskeytasting, doedelzakspeler en afterparty in de Amber. Woensdag bevredigen we onze intellectuele behoeftes met het Colloquium in het STAM, om ons donderdag onder te dompelen in nostalgie met de Lustrumcantus in de crypte van de Sint-Pietersabdij. Vrijdag sluiten we af met het Lustrumgalabal in het unieke Monasterium PoortAckere, met in de vroege uurtjes een ontbijt in ons vertrouwd stamcafĂŠ, de Amber.

Activiteiten genoeg dus, maar ook op studievlak blijft de VGK ondersteuning bieden. In de loop van de komende weken zal de verkoop van de Stucu's aangekondigd worden. Deze cursussen bieden een handig hulpmiddel bij het studeren voor de examens. Daarnaast organiseren wij ook een Examenworkshop in samenwerking met professor Vermeir, waar jullie uitleg en tips krijgen in verband met jullie examens. Daarnaast kunnen jullie ons blijven contacteren met al jullie vragen omtrent vakken, studeren en examens. Het beloven fantastische maanden te worden, dus geniet ervan, en veel succes!

Ut vivat, crescat et floreat VGK

Wouter Reggers VGK Praeses 2016-2017

8


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Praesidium Alumni Adriaan Linters Toen ik bij Adriaan op bezoek ging werd ik begroet door een zeer warme man in zijn gezellig huisje met een zeer natuurlijke tuin ietsje buiten het centrum van Kortrijk. Hij bood me meteen sterke koffie en bokkenpootjes aan en wat volgde was een zeer boeiend gesprek over de kring en hoe deze Adriaan beïnvloed heeft. Adriaan was praeses in 1971-72 en 1972-73. “Ik ben zelf werkzaam in de erfgoed sector en ik heb een hekel aan musea waarin men mensen niet aanzet tot nadenken, vandaag heeft men, ik noem dat het MTV of McDonalds syndroom, je komt binnen, je wordt met een hoop audiovisuals belaagt. Het kost veel geld, moderne technieken gaan zo’n vijf jaar en als een museum 200.000 euro daaraan besteed moet je per jaar 40.000 euro op zij zetten om zo na vijf jaar weeral een nieuwe investering op te doen. Een filmpje dat je bekijkt duurt zo drie minuten en het is voorbij. Je wordt met zoveel beelden bestookt dat je van audiovisuele informatie zeer weinig overhoudt. Een museum moet vragen stellen. Zo heb ik doorgedrongen dat het jenever museum in Hasselt ook een deel brengt over anti-alcoholisme, die vragen moeten gesteld worden.” “Vroeger eindigden wij cantussen met vier liederen, sinds ’31, dat waren De Vlaamse Leeuw, Het Wilhelmus, de bandiera rossa en de internationale. Dat was een traditie die er nu niet meer is, we hebben geprobeerd die zo lang mogelijk hoog te houden omdat dat onze taak is als historici. Dat had niets te maken met onze politieke mening. Iedereen had een andere mening en we discussieerden daar eindeloos over maar binnen het bestuur trok iedereen aan dezelfde kar. Toen ik in het praesidium zat was het net de kwestie dat men geschiedenis in het middelbaar wou afschaffen. Piet Vermeylen, toen minister van onderwijs antwoordde niet op onze brieven dus wij zijn allemaal samen van Gent naar Brussel gestapt om hem die brief af te geven. Het gebeurde dat de politie ons onderweg controleerde. Dit is mijn punt, of je nu links of rechts was je zette je in voor geschiedenis en voor de vereniging. Schrijf maar in uw verslag, ik heb nog mijn codex van toen en achteraan staat de internationale!”

“Als je met een Rolls Royce wil rijden moet je geen historicus worden”

9


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

“In die tijd, als je als student niet in de bak gezeten had, was je geen student geweest. De inschrijvingsgelden werden verhoogd naar 5000 bef, dus dat is 125€. Wij hadden een affiche uitgegeven met daarop “5000 bef, hier ze” met een mooie middelvinger. Ik was die in Gent aan het ophangen en plots kwam de politie achter me staan en ze zeiden dat ik moest meekomen omdat ik een affiche aan het ophangen was. Ik zei: ‘Nee, ik vond dat zo'n mooie affiche ik was die aan het afnemen.’ Ze namen me mee naar het kantoor maar wanneer ze om een verklaring vroegen, weigerde ik.”

Jacques Pottie Ik had samen met Jacques afgesproken in de Bristol voor een gesprek met een frisse pint erbij. Het werd me al snel duidelijk dat den Pottie overal geweest is en alles heeft meegemaakt dat iemand kan meemaken. Jacques is een indrukwekkende 15 jaar reispraeses geweest voor de VGK, wat toch wel een wereldrecord moet zijn. Hij is de enige Praeses hon. Causa in de geschiedenis van de kring. Pottie has done it all. Pottie is net als mij afkomstig uit de regio Kortrijk-Marke, een echte wereldburger dus.

Jacques: “Ik ben begonnen rond 1997 in het praesidium en 2012 was mijn laatste jaar. Terug gaan studeren was de meest wijze beslissing van gans mijn leven tot nu toe, scholl.” “Met mijn reizen zijn we overal geweest: Italië, Marokko, Portugal, Egypte tot tweemaal toe. Twee keer met 40 man. Zeer geslaagde reizen. Mijn beste reizen, ja dat hangt van veel factoren af, je kan dat moeilijk zeggen. Ik moet eigenlijk zeggen, de meeste reizen waren echt geslaagd, altijd gespaard van zware ongevallen. Vroeger gingen we op reis rond nieuwjaar en ik herinner me een reis in het Zuiden van Frankrijk in de Katharen en ik weet nog dat we daar in begin januari op een terras in ons bloot bovenlijf zaten te eten. Iedereen in bloot bovenlijf, behalve het ene meisje dat mee was, zij helaas niet.” “Wij gingen niet op reis, wat helaas al te vaak gebeurde, om gewoon te gaan drinken. Als je dat wil doen, ga dan gewoon naar de Overpoort hé. In mijn laatste jaar hebben ze de statuten gewijzigd, er stond toen in dat elke reis een cultureel component moest hebben. Ze hebben dat eruit gegooid zodat ze op ski-reis konden gaan. Ik heb altijd geweigerd dat te doen. U weet ook wat skiën is hé. Dat is van 11 tot 16u op de piste en dan drinken, drinken, drinken om dan te slapen tot 10u en weer heel de dag hetzelfde te doen. Ik noem dat geen reis, mijn excuses aan de mensen die dat graag doen.” “In een bepaald jaar werd onze toenamalige praeses Hilde gevolgd voor het programma ‘studententijd’, dat was een programma van Jambers en hij is komen filmen op een cantus bij ons en een praesidium vergadering. Er zijn dus archiefbeelden bij de VRT waarbij ik sta te dansen op tafel terwijl Jambers een documentaire probeert te maken.”

“Vroeger was er ook een jeugd van tegenwoordig”

10


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

“Ik ben zo naar de Olympische spelen in Peking geweest. Terug gekeerd met de Trans-Siberische express en aan het

Baikalmeer ben ik een VGK’er tegengekomen. Moest je het gepland hebben het ging nooit gebeurd zijn, wat een toeval. Ik ben eens gaan rondtrekken in de Andes, een kameraad reis praeses gaan bezoeken in Polen. Ik zit niet stil hé. Een van de mooiste bestemmingen ter wereld is Indonesië, dat raad ik iedereen echt aan.” “Er was eens een cantus eind jaren ‘90 en ik woonde tijdens de laatste jaren van haar leven bij mijn moeder in Kortrijk. Ik ben dan nog met de auto naar huis gereden en ik ben over de kop gegaan met mijn wagen. Hij stond dan op zijn capeau en de vooruit. De achterwielen stonden hoger dan de voorwielen. Gelukkig lag ik wel op de pechstrook. Ik had zelf mijn lint nog aan. Ik heb nog altijd thuis dat bebloede lint liggen. Ja ja, mijn auto was perte totale maar zoals gewoonlijk had ik zelf niets.

Guillaume Maebe Als vaste watcher voor Club Brugge heeft Guillaume Maebe een goedgevulde agenda. Gelukkig vond hij nog eventjes tijd voor zijn vroegere kring. Guillaume bekleedde de functie sport in het jaar 2009-2010 en het academiejaar daarop werd hij secretaris van de kring. “Bij ons op cantussen hadden wij één kerel, dat was den Steven en die was een beetje gek in zijn hoofd. Hij had direct al een Irma Laplace aan zijn been. Dat werd hem kort eventjes uitgelegd, per kledingstuk dat hij nog aanhad na één liedje moest hij een ad fundum drinken. Hij kreeg een doekje mee om zich te bedekken maar, het doekje ging niet helemaal rond.” “De VGK verandert elk jaar, het wordt telkens gevormd door een nieuwe generatie. Iets waar ik het meest dankbaar voor ben is eerst en vooral de enorm goeie boekenformule. De VGK was het platform om uw vriendengroep mee te maken. Het zette je aan om iets te doen met die mensen en ze op die manier te leren kennen. In mijn masterjaar heb ik bewust gekozen om niet meer in het praesidium te zitten. “Toen ik als secretaris in het DB zat moest ik tijdens een cantus ooit iemand een straf geven. Dus, ik gaf hem een glas cacaopoeder en ik zei hem dat hij dat moest opdrinken. Ik had nooit verwacht dat hij dat ging doen. Die heeft daar dan poeder zitten kotsen achteraf. Diezelfde persoon heeft ooit tijdens een zatte bui tijdens een andere cantus het toekomstig vaderschap van een ouder lid bekend gemaakt.” “Het leukste aan mijn job als vaste watcher voor Club Brugge is om mee te gaan op internationale verplaatsingen. Je gaat dan mee op persconferenties, je komt voor het eerst toe in gigantische stadia. Volgende week woensdag ga ik naar het Estádio do Dragão voor de match tegen Porto. Dat zijn wel altijd mooie momenten die bijblijven. Zelf de matchen in België zelf, de zeer geladen matchen, tegen Anderlecht of Gent, die zijn altijd geweldig. Je voelt dat er iets op het spel staat. Iedereen, zelfs de journalisten, zitten dan op het puntje van hun stoel. Ik ben ook een paar maanden verslaggever geweest voor de premier league in zijn geheel.”

“Supporters zijn supporters”

11


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Hilde Van Malderen

Deze pittige vrouw heeft haar strepen verdiend als vaste waarde in de sportjournalistiek. Ze houdt haar echter niet enkel bezig met journalistiek. Hilde is een vrouw van vele talenten, dat bewees ze eerder al met haar boek Speelgoed en ze zal dit opnieuw bewijzen met haar komende fictie roman kat haai. Hilde was studie van 1998 tot 1999 en het academiejaar daarop werd ze praeses van de VGK. “Wat mij wel bijgebleven is dat we in de kelder het grootste deel ingepalmd hadden met de VGK. De helft was er voor de VGK en de andere helft was er voor én Germanica én romania én OAK,... Nu, wij zaten altijd te kaarten in dat lokaaltje, dat klinkt nu super oubollig maar dat was echt plezant. Ik heb heel veel lessen gemist omdat ik in de kelder zat te kaarten. Ik zat op kot en als ik opstond ging ik sowieso naar het lokaal van de VGK, of ik nu les had of niet. Soms was het de bedoeling om naar de les te gaan maar dan bleef ik toch omdat we nog niet uitgekaart waren. Het grappigste is dat ik nooit bier dronk voor ik naar de unief kwam en nadat ik ben afgestuurd heb ik ook nooit meer bier gedronken, slechte invloed hé.” “Literatuur interesseert mij ook enorm, ik heb nu net mijn eerste roman geschreven. Dat was mijn grote droom van toen ik nog kind was maar, dan zei mijn mama dat ik daar mijn geld niet mee zou verdienen. Ik wou toch schrijven en dan ben ik de journalistiek beland. Volgend jaar in augustus komt mijn boek dus uit . Het is geen historische roman, alhoewel, toch een beetje, er komen historische weetjes in. Mijn hoofdpersonage heeft daar een obsessie mee. Het gaat over macht in een driehoeksrelatie, meer mag ik niet zeggen. Ik schreef altijd verhaaltjes toen ik klein was, zeer veel toneeltjes. Ik wil nog steeds graag eens een theaterstuk maken.”

“De VGK heeft me geleerd om te gaan met minder gepassioneerde mensen dan mezelf”

12


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Dirk Van Den Bogaert Omdat de deadline naderde en mijn geïnterviewde met een bijzonder drukke agenda zit, is dit interview via mail verlopen. Dirk van Den Bogaert was lid van de VGK vanaf 1971 tot 1975. Hij is penningmeester en praeses geweest. “Ik ben vier jaar lid geweest van de VGK, van 1971 tot 1975. Dat was toen van mijn eerste kandidatuur tot en met mijn tweede licentiaat. Ik ben de VGK vooral dankbaar omdat ik in mijn eerste kandidatuur niemand kende, het is dan heel tof om als jonge student iets te hebben zoals de VGK, een vereniging die voor samenhang zorgt tussen de jongere en de oudejaarsstudenten. Binnen het praesidium was ik snel penningmeester, ik moest dus op de centen letten en voor de boekhouding zorgen. Het jaar daarop werd ik al meteen praeses van de kring. Mijn mooiste herinneringen zijn de reizen. De tofste vond ik persoonlijk die naar Istanbul, dat was dan nog met de trein. Vroeger werd er met de centen van de VGK eens deftig gedineerd in een chique Gents restaurant, dat was dan de cour Saint-Georges. Nu werd bijgepast vanuit de kas om met een ganse groep VGK’ers Istanbul te gaan bezoek. We hebben toen bezoekjes gebracht aan de Aya Sophia, de Blauwe Moskee, het prinseneiland en nog een hele hoop plaatsen. Dat was onvergetelijk en razend interessant om als jonge gastjes onze horizon een beetje te verruimen. Daarbovenop moesten we amper zelf bijbetalen. Ik herinner me ook zeer goed hoe ik als praeses medeverantwoordelijk was voor de oprichting van het AFF, het Anti Fascistisch Front. De Gentse Universiteit werd toen geteisterd door een reeks gewelddadige optredens van extreemrechtse groepen zoals KVHV en Were Di. De VGK heeft toen als reactie daarop het AFF opgericht, ook Guy Verhofstadt was één van de oprichters toen. Toen ik stopte met de VGK is er niet meteen een zwart gat in mijn leven gekomen. Dat kan ook moeilijk aangezien ik meteen aan de slag kon als journalist bij Vooruit en later bij De Morgen, nog later mocht ik de Wetstraat doen voor VTM-Nieuws.”

13


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Marc Boone Het is met veel trots dat ik kan zeggen dat ik de enige echte, ravissante, overdonderende Marc ‘the Dean’ Boone heb kunnen strikken voor een interview met het Veer. Onze decaan was vroeger de allermooiste functie binnen het praesidum, namelijk Scriptor. Neen, ik ben niet bevooroordeeld. Hij bekleedde deze functie van 1975 tot 1977. “De VGK was natuurlijk de kring van je eigen richting, dus wij gingen samen uit, er waren discussie– en debat avonden. Wij waren toen in die tijd ook met veel minder dan nu. Ik denk dat we met een goeie 60 begonnen zijn en toen werd dat als veel beschouwd. Toen kon je ook nog geen licentiaat doen in Antwerpen, die studenten moesten dus na hun kandidatuurjaren kiezen tussen Gent of Leuven. Bruno De Wever is naar Gent gekomen en Bart heeft voor Leuven gekozen, de gevolgen daarvan zijn bekend. Voor de mensen uit Antwerpen die nog niet volledig thuis waren in Gent was de VGK een belangrijk vehikel om de cohesie te bewaren.” “De geest van de jaren ‘70 leefde toen volop aan de Blandijn. Iedereen had veel langer haar, wij liepen er ook absoluut niet verzorgd gekleed bij. De dominante politieke tendens was toen eigenlijk links tot zeer links. Dus wij zetten ons samen met de andere kringen van de Blandijn af tegen de rest van de universiteit. Wij hadden geen lintjes of petjes, dat werd door ons als fascistoïde gedrag beschouwd. Wij kwamen dus af met een duidelijke lijst waarbij we resoluut kozen voor een vrouwelijke praeses.” “Economie, dat was bij ons het eerste jaar het grote boeman vak. Dat werd gegeven door de inmiddels beruchte professor Vanmeerhagen, die man heeft menig dromen van aspirant historici vernietigd. Dat was een verplicht vak in het eerste jaar en wij hadden dat samen met rechten, pol&soc en economie. Dat was totaal niet toegespitst op de verschillende groepen en dat werd zeer slecht tot amper gedoceerd. Op het mondeling examen vloog je buiten als je geen das droeg. Een aantal mensen waren toen vlug een das gaan kopen, die das is toen als een lopend vuurtje rondgegaan. Ik was een van de enige die wist hoe je een das moest knopen dus ik heb daar een tiental medestudenten geholpen om hun das te knopen. Die prof moest zich waarschijnlijk de vraag hebben gesteld waarom hij constant dezelfde das zag verschijnen.

“Wij gingen niet uit in de Overpoort, toen was het daar saai”

Lionel Olieu

14


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Reis door de tijd: VGK in Berlijn Adriaan Linters, prosenior van de VGK heeft ons zeer vriendelijk voorzien van een hele hoop foto’s uit 1972 toen de VGK naar Berlijn trok. Linters zelf had de volgende woorden over de reis: “Met het lustrum in het vooruitzicht ben ik even gaan rommelen in een reeks oude dozen en mappen. Daar zijn nog een reeks historische VGK-documenten boven water gekomen. Ondermeer 35mm negatieven van de reis die VGK in 1972 naar een verdeeld Berlijn ondernam, met subsidie van onze overheid en van de DAAD, de Deutscher Akademischer Austauschdienst - waarvan naderhand bleek dat deze ook door de CIA gesubsidieerd werd… Het werd een memorabele en hectische reis. Uiteraard moesten we - gezien de subsidie van de DAAD - de Sender Freies Berlin en het Axel Springer concern bezoeken, de Muur "bewonderen". Maar er waren ook de talloze Berlijnse musea en het bijwonen van een indrukwekkende Dreigroschenoper van Bertold Brecht en Kurt Weill in het Berliner Theater - en een teleurstellende uitvoering van één van de passies (ik weet niet meer welke) van Bach door de Berliner Philharmoniker (één van de deelnemers viel in slaap) Er waren contacten met de afd. geschiedenis van de universiteit (ik denk dat het de Freie Universität was, maar het kan ook de Von Humbold Universiteit geweest zijn) - waar toen een actie liep om Ernest Mandel benoemd te krijgen als prof ter vervanging van een minder geliefd (rechts) hoogleraar. Het meeste bleef me echter de nog steeds zichtbare oorlogsschade bij, de bouwwerven en bouwterreinen in West-Berlijn - en vooral een beangstigende nachtelijke tocht door het desolate gebied langs de muur. En hoe we in een café buitengegooid werden toen we in een geïmproviseerde cantus-poging "Erika" begonnen te zingen.”

15


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Woordje van de Lustrumpraeses Beste leden, commilitones en sympathisanten,

Het zou uiteraard geen lustrumveer zijn, zonder een woordje van de Lustrumpraeses himself. Het is met een tikkeltje weemoed dat ik hier mijn laatste wapenfeit van mijn toch wel lange VGK-carrière wil voorstellen. Maar eerst zou ik graag terugblikken op mijn tijd bij de VGK en de ervaringen die ik heb opgedaan. Het zal me voor altijd in het vel blijven zitten, dat groen-witte vlaggenschip. Een zalige sfeer in verschillende praesidiumjaren, stresserende momenten maar ook momenten van immense ontlading, prachtige reisbestemmingen en vooral heel veel vriendschap. De VGK was voor mij een combinatie van alles wat een geschiedenisstudent zich kon wensen: zin voor cultuur en de mogelijkheid tot (ellenlange) discussies in het auditorium en op café, een nieuwe kijk op de wereld, onvergetelijke ervaringen en de perfecte uitlaatklep (ook al stond die soms iets te vaak of te lang open). Het was een mooie tijd beste vrienden, maar voor mij hoeft het niet te eindigen na het lustrum. Ik hoop veel van de mensen die ik de afgelopen 5 jaar heb leren kennen opnieuw te zien in de toekomst, in het slechtste geval op het volgend lustrum. Bedankt aan alle praesidia van de voorbije 85 jaar die ervoor gezorgd hebben dat wij vandaag de kans kregen om dit lustrum te vieren. Bedankt aan alle leden die onze kring het bestaansrecht geven dat ze verdient. Maar vooral bedankt aan de toekomstige generaties die het harde werk van al die leden en praesidia zullen verderzetten! In de aanloop naar het 17de Lustrum van de VGK besloot het comité om zich zoals vele voorgangers nogmaals te buigen over de geschiedenis van de kring. In samenwerking met de redactie van het Veer, onder leiding van Scriptor Lionel Olieu, werd actief gezocht naar getuigenissen van enkele oud-V.G.K.’ers. Daarnaast werd een samenwerking mogelijk met het Universiteitsarchief waar een archiefteam van de V.G.K. tijdens het eerste semester de belangrijkste stukken van het V.G.K.-archief heeft geselecteerd en gedigitaliseerd. Bovendien volgt er een extensieve neerlegging van nieuw archiefmateriaal met foto’s, teksten en objecten van de voorbije vijf jaar en het Lustrum in 2016. Op de openingsreceptie van de Lustrumweek wordt dan ook het laatste project van het lustrum in gang gezet. We zochten actief in ons eigen archief en dat van enkele sympathisanten naar fotomateriaal, tekst- en uitleg bij onze eigen kringgeschiedenis. De bedoeling is dat we in het begin van 2017 een fotoboek uitbrengen met het gevonden materiaal, aangevuld met de foto’s van de lustrumweek. Voor alle foto’s die nog in uw bezit zijn is er slechts één adres: lustrum@vgkgent.be. Doorsturen kan digitaal, of indien de foto’s nog niet digitaal beschikbaar zijn kunnen we verder afspreken. In wat volgt vindt U een herwerking van de kringgeschiedenis die werden gebaseerd op de eigen bevindingen uit het archiefwerk en de versie van het vorige Lustrum, bewerkt door Ruben Cassiman. Het verschil met de vorige versie zit hem vooral in mijn poging om het verhaal op een meer overzichtelijke en summiere manier te brengen. De tekst werd uiteraard ook up to date gebracht met de gebeurtenissen van de afgelopen vijf jaar. Dan resten mij nog enkel volgende woorden: Geschiedenis wordt geschreven in retrospectie naar ons eigen verhaal, maar ook door een protospectie naar waar dat verhaal ons nog zal leiden! Ut Vivat, Crescat et Floreat VGK! Jasper Standaert Lustrum 2016

16


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Update: VGK-Kringgeschiedenis La Société Académique d’Histoire. In 1887 werd de eerste studentenvereniging in de opleiding geschiedenis gesticht. De ‘Société Académique d’Histoire’, ook wel het ‘Historisch Academisch Genootschap’ (H.A.G.), bestond gedurende 9 jaar tot 1896, wanneer de activiteiten werden stilgelegd omdat er te weinig opkomst was tijdens de samenkomsten. Onder zijn ereleden kon men van bij het begin al Henri Pirenne rekenen, die een grote invloed uitoefende op de vereniging. Onder impuls van Pirenne kwam er een heroprichting in 1905. De activiteiten waren zowel academisch als op gezelligheid gericht en waren bedoeld voor zowel studenten als oud-studenten geschiedenis. Ook andere studenten van de faculteit Letteren- en Wijsbegeerte konden zich als lid opgeven, alsook rechtenstudenten. De vereniging kwam gewoonlijk om de veertien dagen samen voor een lezing, maar er was ook plaats voor een “kantus” en de inwijding van de eerstejaarstudenten. Op 13 mei 1931 werd de vereniging opgedoekt “bij gemis aan belangstelling van zijn leden” door het laatste bestuur dat onder leiding stond van Antoine De Smet.

Groepsfoto van leden van de Société Académique d'Histoire in het academiejaar 1910/1911. Vlnr. 1 ste rij: Maxime Van Nieuwenhuyze, Richard Vankenhove; 2de rij: Raymond De Decker, Jacques Pirenne (secretaris), Carlos Van Eeckhoute (voorzitter), Henri Lahaise (penningmeester) en M. Catulle; 3de rij: Hector Roulin, Otto Richter, Victor Vermast en Camille Bauters Het vermogen van de vereniging werd opgemaakt aan een liefdadigheidswerk. Bij de oprichting van de Vlaamse Geschiedkundige Kring wenste het bestuur van het H.A.G.: “dat het nieuwe Historisch Genootschap moge groeien en bloeien, en vruchten afwerpen tot de grootmaking van ons volk”. De Vlaamse Geschiedkundige Kring – Since 1931. Aan het begin van de jaren ’30 werd de Vlaamse Geschiedkundige Kring gesticht. De nieuwe vereniging slaagde aanvankelijk in haar opzet de studenten Geschiedenis van de Gentse Universiteit te verenigen. Ondanks het verdwijnen van haar Franstalige tegenhanger waren de eerste jaren echter niet zonder moeilijkheden en kon het bestuur rekenen op kritiek van buitenaf, maar ook intern waren er moeilijkheden. Vanaf het midden van de jaren dertig, na het praesesjaar van Jan Dhondt, werd de situatie genormaliseerd en begon men aan een uitbreiding van de activiteiten, meer bepaald begon de V.G.K. zich te richten op de kwaliteit van het onderwijs. Aan het einde van de woelige jaren ’30 zal de V.G.K. ook nog de vereniging voor de kunsthistorici incorporeren. 17


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

“Het was op 26 november 1931 dat aan de Gentsche Rijkshogeschool de Kring werd opgericht tusschen de studenten in de Geschiedenis aan deze Rijkhogeschool en dat deze een bestuur samenstelden”. Met deze woorden begint het eerste jaarverslag van onze vereniging. Het doel van het eerste bestuur, bestaande uit Frans Blockmans (voorzitter), Frans Gevaert (secretaris) en Jan Van Acker (penningmeester), was een wetenschappelijke vereniging op te richten. Het wetenschappelijke lag in het organiseren van spreekbeurten over geschiedkundige onderwerpen. Vanaf het eerste jaar werd er een onderscheid gemaakt tussen ereleden en leden. Onder de ereleden kon de kring van bij het begin rekenen op de steun van vooraanstaande academici, waaronder de toenmalige rector Vermeylen. Met de oprichting van de V.G.K. kwamen ook de eerste problemen, voornamelijk door zijn Vlaamse (en soms Dietsche) aspiraties. Zo kreeg de Kring ruzie met het nationalistische dagblad ‘De Schelde’ dat in haar nummer van 29 januari 1932 een brief van de Geneeskundige en Natuurwetenschappelijke Faculteitskring publiceerde met de volgende omschrijving van de stichting van de V.G.K.: “Nog maar enkele maanden is de Historische Kring aan het werk, en hij heeft toch reeds flink werk gepresteerd. (…) Deze historische kring was tot verleden jaar nog een quasi franskiljonsche vereeniging, waar de tweetaligheid, met voorkeur van het fransch, nog aan de orde van den dag was, en waarvan Prof. Pirenne het eerevoorzitterschap waarnam.” Na het emeritaat van Prof. Pirenne was er ruimte voor een Vlaamse kring van historici die het vacuüm door het opdoeken van het H.A.G. kon opvullen. De meeste proffen verleenden hun steun aan de Vlaamse Geschiedkundige Kring, met uitzondering van Prof. Hubert Van Houtte, die weigerde nog langer lid te blijven van de kring. De kwestie werd uitgesmeerd in hetzelfde dagblad ‘De Schelde’, maar in een recht op antwoord besloot de V.G.K. dat ze geen politieke mening wou vormen. Daarnaast erkende de V.G.K. niet dat de H.A.G. in wezen de voorkeur had voor het Franstalige. In deze eerste jaren van de V.G.K. huisde de Kring in het toenmalige studentenhuis, St.-Jansvest 12. In 1932-33 telde de V.G.K. 15 leden en 7 ereleden. In het jaarverslag schreef secretaris J. Gevaert met trots: “We gelukten erin te Gent, de primeur te geven van een voordracht door Dr. Floris Prims, over Jan Boendaele in het Antwerpsche kader; voordracht die achteraf na ons opnieuw te Gent door een andere vereeniging op touw werd gezet”. Het jaarverslag werd afgesloten met “(…) In het 2e akademisch jaar van de V.G.K., die onder betrekkelijk moeilijke omstandigheden verliep (er waren problemen met het contacteren van sprekers), heeft de V.G.K. dus vijf openbare vergaderingen en één boekje aan zijn leden gegeven. De V.G.K. heeft een bewijs van zijn leefbaarheid gegeven in deze twee jaren; de wensch van het aftredend bestuur is; ‘de V.G.K. groeie en blijve steeds in dienst van onze nationale geschiedkundige wetenschap’, het Dietsche volk ten bate!” De volgende jaren telde de Kring zo’n 20 leden. Wegens de economische crisis werd het lidgeld gehalveerd en tot 5 Fr. Gebracht. In 1934-35 kwam men voor het eerst in contact met een vereniging van geschiedenisstudenten uit een andere universiteit, nl. met de Amsterdamse vereniging ‘Kleio’. Doorheen haar verdere geschiedenis zal de kring ook nog duurzame banden opbouwen met de verenigingen voor de studenten Geschiedenis uit Leuven, Brussel, Luik, Nijmegen en Utrecht. 1935-36 was een belangrijk academiejaar voor de Vlaamse Geschiedkundige Kring. Het werd een jaar vol bestuursmoeilijkheden. Van het verkozen bestuur nam de secretaris ontslag en verkoos de penningmeester niet te komen opdagen. Als dienstdoend penningmeester werd Jan Dhondt aangeduid. Wanneer ook de praeses het toneel verliet, nam Dhondt ook deze functie op zich. Ondanks de interne problemen waren er heel wat activiteiten. Vooreerst had men de pogingen tot het oprichten van een V.G.K.-bibliotheek en was er de vraag aan het stadsbestuur om geschiedenisstudenten voortaan gratis toegang te verschaffen in de historische gebouwen van de stad Gent. Op deze vraag werd trouwens positief geantwoord! Op een voorstel aan de Standaard Boekhandel tot het bekomen van een lagere prijs voor het aanschaffen van het boek ‘Geschiedenis van Vlaanderen’ werd niet ingegaan. Ter ere van het vijfjarig bestaan organiseerde de V.G.K. een Lustrumbanket en voor het eerst in haar bestaan hield onze Faculteitskring zich in 1935 bezig met het Onderwijsbeleid van ons land. Samen met Germania werden een aantal voorstellen tot wijziging van het stelsel van het hoger onderwijs geformuleerd. Met het oog op het organiseren van een “Interacademiale conferentie van studeerenden in de geschiedenis” 18


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

werden de contacten met andere universiteiten uitgebouwd. Alvast duidelijk is dat de Leuvense Historische Kring, in samenwerking met Prof. Geyl, de voorkeur gaf aan een Nederlandse conferentie, eerder dan een Belgische. In deze laatste “zijn de Franssprekenden in de meerderheid, dus zou het Frans de voertaal moeten zijn”. Iets wat de Leuvense praeses niet echt zag zitten. De geplande conferentie werd uiteindelijk in Zeist (Nederland) georganiseerd zonder afvaardiging van Leuven of Gent. Intussen werden er ook contacten met de Cercle Historique van de U.L.B. opgestart. Eveneens in hetzelfde jaar diende de V.G.K. bij het Gents Studentencorps (G.S.C.), dat de studentenverenigingen overkoepelde, voorstellen in tot wijziging van de Corpsstatuten, in meer democratische zin. Wanneer de voorgestelde hervorming van het G.S.C. steeds op lange baan werd geschoven, protesteerde de V.G.K. in een motie waarna een groot deel van haar voorstellen werd aanvaard. Het academiejaar 1935-36 werd als volgt besloten: “Uitgenodigd door de Wetenschappelijke Kring om de avond met hen te besluiten werd op afdoende wijze de superioriteit der geschiedkundige wetenschappen boven alle andere bewezen. Tot slot werd in stille maneschijn een nachtwandeling met veel weerklank langs het strand van de Leie ondernomen. We gingen uit mekaar toen het Belfort 3 uur aanwees. Zo werd op een gezellige wijze een academisch jaar besloten dat voor ons vol geestdrift en jool was geweest”.

Het werk van Jan Dhondt werd beloond met een tweede ambtstermijn als praeses. In het jaar 1936-37 kende de V.G.K. haar eerste vrouwelijke praesidiumlid: Louisa Blancquaert werd vice-praeses. Joris Blancquaert, secretaris van de V.G.K., werd ondervoorzitter van het G.S.C. Jaar na jaar steeg met de activiteit van de Kring ook het ledenaantal. Bezoeken aan de Bijloke en de St.-Baafsabdij werden klassiekers. Na verloop van tijd werden ook de banden met de Kunst- en Oudheidkundige Kring (V.K.O.), de faculteitskring van de kunsthistorici, aangehaald. Op vraag van het G.S.C. werd op 25 april 1939 “veelbewogen en heftig” vergaderd teneinde een hechte samenwerking tot stand te brengen. Na een eerder negatief antwoord smolten de twee verenigingen samen op 9 april 1940. Jan Cox werd als vertegenwoordiger van de kunsthistorici in de V.G.K. opgenomen en de V.K.O. hield op met bestaan. De meeste vergaderingen van de V.G.K. vonden vanaf het midden der jaren ’30 plaats in ‘Huize Mc. Leod’, St.-Pietersnieuwstraat 98. “Nadat de zitting in feestelijken roes geheven werd, namen de cohorten der historici bezit der Gentsche straten. De V.G.K. gaf daarbij de volle maat van zijn kunnen en zijn activiteiten manifesteerde zich in alle richtingen. (…) Wat niet belette dat de historici dinsdagmorgen om 8u de lessen in dichte drommen bijwoonden”. – 19 april 1947. V.G.K. in het verzet! De bezettingsperiode werd door de V.G.K. niet met lede ogen aangezien. Al van bij het begin stond de kring in de voorhoede om het Gentse studentenmilieu eendrachtig te houden. Na een coup op het Gentse Studentecorps (dat werd omgedoopt tot het Gentse Studenten Verbond) door een collaborerend bestuur, besluit de V.G.K. ondergronds te gaan en zich actief te verzetten tegen de Nazigezinde verenigingen aan de Universiteit. Zij in de eerste plaats tegen een pseudo-V.G.K. die door het VNV-gezinde GSV werd opgericht. De Tweede Wereldoorlog was voor het hele Gentse Studentenleven een moeilijke periode. Al in de aanloop naar de bezetting werden heel wat studenten uit het verenigingsmilieu gemobiliseerd, zo ook Vic Thijs, de penningmeester van de V.G.K. (’39-’40). Doch, het academiejaar 1940-41, onder het praesidium van Kamiel De Vleeschouwer, puilde uit van activiteit, tenminste “…toen de meeste studenten, die het land op regeringsbevel hadden verlaten, waren teruggekeerd.”. Men probeerde zoveel mogelijk terug te keren naar de normale gang van zaken en de V.G.K. werkte een beter seminariereglement uit, evenals een betere uitleningsformule voor de Centrale Bibliotheek. Verder werden op initiatief van de V.G.K., in de naam van de Faculteit L&W, met het rectoraat besprekingen aangeknoopt in verband met de voedselvoorziening, verwarming en treinverkeer voor de studenten. Deze besprekingen liepen af in het voordeel van de studenten. 19


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

De V.G.K. weigerde in het begin van de Tweede Wereldoorlog politiek stelling te nemen. Toch wijst het jaarverslag 1940-41 op een verslechterde relatie met het Gents Studentencorps, dat begin 1940 was omgevormd tot Gents Studentenverbond (GSV). Het GSV overtrad meer en meer de statuten van de afzonderlijke kringen en poogde vooral op praktisch vlak hun autonomie terug te schroeven. De V.G.K. was voorstander van “één verbond dat de studenten kan groeperen op studentikoze basis”. Bovendien werd er in het GSV een Fakulteitenkonvent (FK – het overkoepelende orgaan van de wetenschappelijke faculteitskringen) gesticht. “Met dit Fakulteitenkonvent, waartegenover wij alleen rekenschap af te leggen hebben over onze daden als Kring, hebben wij solidair gestaan en zullen wij solidair blijven staan”. De statuten van het nieuwe FK werden gebaseerd op voorstellen van het V.G.K. bestuur dat initiatiefnemer was voor de oprichting van het Konvent. Het GSV kwam onder verbondspraeses R. Van den Abeele (een oud-secretaris van de V.G.K.) onder nazi-controle te staan. Het zocht banden met nationaalsocialistische groeperingen en kwam, o.a. door de oprichting van een heuse ‘verbondwacht’ ook openlijk voor haar keuze uit. Een keuze die niet strookte met de V.G.K. statuten die bepaalden dat de V.G.K. zich richtte “tot alle studenten historici, welke ook hun ideologie moge wezen”. Bij het begin van het academiejaar 1941-42 brak de ruzie tussen het GSV en onze faculteitskring pas echt los toen de ledenwerving ter sprake kwam. De V.G.K. werd de spreekbuis van de weerspannige kringen. V.G.K. praeses Heli Roosens werd voorzitter van het Faculteitenkonvent en startte meteen onderhandelingen met het GSV over de wens om los van het GSV leden te werven. GSV praeses Robberechts probeerde de V.G.K. binnen het GSV te houden daar anders ook het verbond niet meer zou kunnen leven. Het GSV wilde dat iedereen die lid werd van een faculteitskring, ook automatisch lid werd van het GSV. Daarenboven eiste het GSV uniforme statuten voor de kringen, evenals de centralisatie van alle financiële transacties (ook de inkomsten!). Het resultaat was dat Heli Roosens als FK voorzitter werd ontslagen. Hoe dan ook zette de V.G.K. bij de definitieve start van het academisch jaar haar ledenwerving in zonder de studenten ook automatisch als GSV lid aan te geven. Medio november werd de V.G.K., samen met nog enkele andere faculteitskringen, uitgenodigd door het GSV. Daar werd hen duidelijk gemaakt dat ze, indien ze het verbondsstandpunt niet bijtraden, ze het GSV moesten verlaten. De breuk met het GSV bleek definitief. Zeker toen bleek dat het GSV binnen het verbond een pseudo-V.G.K. had opgericht onder de leiding van enkele VNV getrouwen. De spanning tussen de V.G.K. en GSV bereikte een hoogtepunt op 27 november 1941. Toen kon een spreekbeurt van dr. A. Corbet niet doorgaan wegens een inval van de GSV verbondswacht. Deze had op voorhand verwittigd “met geweld iedere vergadering te beletten van onverantwoorde elementen”. Dezelfde avond werd de volgende principeverklaring van het V.G.K. bestuur door de leden unaniem goedgekeurd: “[…] We willen aan niemand beletten lid te worden van het GSV: we hebben meer eerbied voor ieders persoonlijkheid dan het bestuur van wiens hoffelijk optreden ge dezen avond een staaltje hebt gezien. Doch is er meer: Ge weet allen dat er een nieuwe kring gesticht is met al praeses F. Leonard. Die mannen zijn zoo weinig spiritueel dat ze nog niet eens een eigen naam aan dit organisme kunnen geven: het is dus nog een naamloze bastaard. Door het oprichten van die kring hebben ze gepoogd twist en tweedracht te brengen onder de historici, ze hebben afbreuk gedaan aan de spreekwoordelijke en traditionele historische geest en historische gezelligheid. […] Wij kennen hen niet meer, voortaan beschouwen wij hen als vreemdelingen. De goede historische gezelligheid is niet meer voor hen, wij werpen de paarlen niet voor de zwijnen. […] Comilitonen, onze taal en onze houding is dus klaar; zij zijn geoordeeld. Wanneer de echte historische geest onder ons blijft zijn wij onaanvechtbaar. Nog ons laatste woord tot u, schachten en schachtinnekes: heb vertrouwen in ons, op ons kunt ge rekenen. Wanneer ge aan uw Kring getrouwe blijft zult ge het goed hebben in onze Universiteit en dan zal de oude historische geest in onze goede stede voortleven. Tot spijt van wie ’t benijdt.”

Na november liet het GSV de V.G.K. met rust. Meer nog, onze kring slaagde er in zelf in elke activiteit van de pseudo-V.G.K. in het seminarie geschiedenis onmogelijk te maken. De hele affaire legde de V.G.K. trouwens geen windeieren en het ledenaantal bleef gestaag groeien. De vergaderingen groeiden uit tot een soort manifestaties, waar 20


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

heel wat studenten, lang niet allemaal historici, aanwezig waren. Een voordracht van bijvoorbeeld professor Strubbe werd door ruim 100 personen bijgewoond. De V.G.K. werd in haar strijd tegen het autoritaire GSV gesteund door de meeste geschiedenisprofessoren. Proseniores als Frans Blockmans [praeses 1931-1933] en Jan Dhondt [praeses 1936-1937, red.], die intussen doctor in de geschiedenis waren geworden, speelden een niet onbelangrijke rol. De Lustrumviering naar aanleiding van het tienjarig bestaan van de kring werd een onverhoopt succes. De Vlaamse Geschiedkundige Kring werd bij haar streven tegen het autoritaire GSV geholpen door Romania, het Rechtsgenootschap, de Natuurwetenschappelijke Kring, de Pharmaceutische Kring, De Dierengeneeskundige Kring en de Technische Kring. Het GSV moest noodgedwongen de Faculteitskringen volledige vrijheid van handelen geven, wat toeliet dat deze zich organiseerden. Ook op interuniversitair vlak roerde er wat. Op 22 december was het zover: op een bijeenkomst in Leuven werd besloten een Nationale Studentengroepering (NSG) op te richten. Te Gent kwam onder de van het GSV afgescheurde kringen een lokale afdeling tot stand. Drie kringen werkten hierbij nauw samen: de V.G.K., de Wetenschappelijke Kring en Romania. Naar buiten uit manifesteerden zij zich hoofdzakelijk door ‘Klokke Roeland’, een studentensluikblad dat op min. 250 en max. 500 exemplaren verscheen. Op 3 juni 1942 werd tijdens een geheime vergadering – er was “volgens de traditie van het bestuur” – geen toestemming gevraagd aan de Propaganda-Abteilung, het praesidium 1942-43 verkozen. Op deze vergadering, die even dreigde slecht af te lopen daar ze bijna werd ontdekt door “een bende Hitlerknechten-Germaansche SS mannen”, werden aftredend praeses Heli Roosens en vice-praeses Herman Corijn door de aanwezigen uitvoerig bejubeld wegens bewezen diensten. Na zijn verkiezing maakte de nieuwe praeses Walter Vangeenberghe een driepuntenprogramma van de V.G.K. bekend, waarin hij zich uitsprak tegen het extremisme van de GSV. De V.G.K., alsook de andere verzetskringen, zouden de tol voor hun houding moeten betalen. Hubert Janssens, vertegenwoordiger van de kunsthistorici in het V.G.K. bestuur, werd eind juni 1942 door de bezetter aangehouden wegens het verspreiden van ‘Klokke Roeland’. Hij kreeg vijf maanden gevangenisstraf. Lid André Schaepdryver werd, ook al wegens zijn medewerking aan ‘Klokke Roeland’, verplicht onder te duiken en vluchtte naar Engeland in de hoop er de Belgische Brigade te vervoegen. In augustus werd Praeses Walter Vangeenberghe aangehouden op beschuldiging van anti-Duitse houding, anti-Duitse propaganda en ook dat hij als Praeses van de V.G.K. niet had kunnen beletten dat in het seminarie van de Geschiedenis ‘Klokke Roeland’ verkocht werd. Ook werd hij, daar hij alles steeds bleef ontkennen, slechts enkele maanden vastgehouden. Jan Verbruggen, penningmeester van de V.G.K., werd met steun van de proseniores Heli Roosens en Dr. Jan Dhondt de dienstdoende praeses. Het officieuze hoofddoel van de vereniging bleef de vernietiging van het GSV en de strijd tegen de aanhangers van de Nieuwe Orde (ten dienste van het Onafhankelijkheidsfront!). Officieel bleef de V.G.K. een apolitieke faculteitskring. Deze werking leverde hen een nieuw ledenrecord op: 55. De actie tegen het GSV werd vergemakkelijkt toen deze zich openlijk tot nationaalsocialistisch studentenverbond uitriep. Doch, de V.G.K. werd op 30 november in al haar enthousiasme gestuit door een brief van Rector G. Desmet [in opdracht van de Militärverwaltung] waarin de V.G.K., alsook de andere afgescheurde verenigingen werden aangemaand om of het GSV te vervoegen, of de kring te ontbinden. De V.G.K. besloot, evenals de Natuurkundige Kring en Romania, de eer hoog te houden en op 12 december de Kring te ontbinden. De V.G.K. wou echter haar visitekaartje nog achterlaten bij het GSV. Samen met de Wetenschappelijke Kring, de Wiskundige Kring en Romania werd een vergadering belegd bij het Rechtskundig Genootschap, de Economische Kring en de Pharmaceutische Kring in de hoop deze ook los te weken uit het Verbond waardoor dit geheel in elkaar zou vallen. Het bestuur van de Wiskundige Kring besloot eveneens haar vereniging te ontbinden. De praesides van het Rechtsgenootschap, de Economische Kring en de Pharma bleven omwille van pragmatische redenen aangesloten bij het Verbond. Het archief werd voor alle veiligheid ondergebracht bij secretaris Scholliers en alle leden kregen een deel van het lidgeld terug, maar ondergronds ging de verzetactie voort. ‘Klokke Roeland’ bleef verschijnen en kende ruim succes. De V.G.K. kreeg wegens haar activiteiten zelfs een vermelding door Radio London. In het geheim werden vergaderingen belegd in café De Hel alsook “plezierpartijtjes” bij Dr. Dhondt thuis.

21


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Een nieuwe start na Wereldoorlog II. Na de bezettingsjaren begon de V.G.K. met een nieuwe doorstart. Helaas ging die niet meteen van een leien dakje. Het bleek aanvankelijk erg moeilijk om leden te werven, maar na een modernisering van de kring en de uitbreiding van het aanbod aan activiteiten kon de V.G.K. opnieuw verder. Aan het einde van de jaren vijftig slaagde de kring erin opnieuw het gros van de studenten Geschiedenis achter zich te scharen. Na de Tweede Wereldoorlog hernam de V.G.K. haar activiteit als niet-politieke faculteitskring. De Nationale Studenten-groepering (NSG) werd de Gentse overkoepelende studentenvereniging met de faculteitskringen als basis van haar structuur en activiteit. Begin maart 1947 vierde onze Kring haar derde Lustrum met een geslaagde academische zitting in de academiezaal van de universiteit en een banket in Hotel Britannia. Blijkbaar had de vereniging aanvankelijk nog problemen met de ledenwerving, maar na verloop van tijd groeide het aantal opnieuw gestaag. In een Nieuwjaarstoespraak, speciaal gericht tot de eerstejaarsstudenten, waarin praeses Paul Morren de studenten aanspoorde hun plicht te vervullen en lid te worden, omschrijft de V.G.K. als volgt: “Dit is het karakter van de Vlaamse Geschiedkundige Kring: Vlaams van taal en uitdrukking, Vlaams als kring van een universiteit van het Vlaamse land, Vlaams, jawel, maar in een nationaal Belgisch kader. Geschiedkundig, dat is duidelijk. Maar vooral het begrip ‘Kring’ trachtten we in praktijk te verwezenlijken, opdat we allen samen in studentikoze solidariteit het aangename met het nuttige zouden kunnen afwisselen. Dit is de dankbare taak die de V.G.K. zich voorneemt te verwezenlijken.” De activiteitenkalender werd uitgebreid met brouwerijbezoeken, sport (meestal competitief tegen andere faculteitskringen), ‘dansavonden’, clubs of cantussen, … In 1948 werd er gestart met een V.G.K. tijdschrift. Het heette ‘Diplomata, Officieel orgaan van de Vlaamse Geschiedkundige Kring’. Het maandblad besloeg telkens zo’n 20 foliobladzijden en er werden uiteenzettingen van professoren en studenten in gepubliceerd. De jaren vijftig werden ingezet met 35 leden. Onder hen bevonden zich o.a. Jaap Kruithof en Adriaan Verhulst. Op 24 oktober 1950 werd door de V.G.K. voor het eerst een L.&W.-cantus georganiseerd. In 1951-52 slaagde praeses Wouters er in alle 38 geschiedenisstudenten lid te maken. In het jaarverslag meldt hij niet zonder trots: “In haar vier lustrums heeft de V.G.K. er zich ononderbroken voor ingespannen de trouwe seminarieratten nauwer bij elkaar te brengen in broederlijke samenhorigheid waaraan niemand zich onttrekt: allen zijn lid!”. 1954-55 werd opnieuw een hoogjaar in de V.G.K. annalen. Zowel op feestelijk als op sportief vlak werd dit jaar, met als praeses Wim Theuns, een hoogvlieger. “Zoals alle jaren speelde onze S.H.F.T.G. (Special Historical Football Team of Ghent) een verpletterende match tegen de germanistjes. Nadere bijzonderheden over de precieze draagwijdte van de verplettering achten we hier eerder ongepast.” Over het financiële aspect van de activiteiten vonden we het volgende: “Op 12 januari 1955 liepen de zalen van de Gentse Beurs vol en de koffers van de V.G.K.-schatkist leeg, voor en door het machtige ‘Filologen en Historici-bal’. Er was veel jolijt onder het profanum vulgus al was het plichtsgetrouwe bestuur die avond eerder droefgeestig. Een oproep tot de Verenigde Naties bleef financieel onbeantwoord; gelukkig waren er nog de Professoren om de V.G.K. personaliteiten uit het bankroet en de schande en het rolleke te helpen”. Het bal werd voortaan vervangen door een gewone fuif.Tijdens diezelfde jaren vijftig ging er ook jaarlijks een Culturele Avond in de Veneziana door, met voordracht, muziek, zang, goochelen, kwis, enz. Op dergelijke avonden werden vooral de capaciteiten van de leden onder de loep genomen. De meeste cantussen en samenkomsten gingen door in café De Roden Hoed, in Klein Turkije. In het academiejaar 1956-57 vierde de V.G.K. haar zilveren jubileum. De Lustrumviering bezorgde onze vereniging een welverdiende onderscheiding. Op initiatief van enkele tweede kanners nam de V.G.K. deel aan de Gravensteenstoet. Tot eenieders verbazing kaapten de geschiedenisstudenten met de groep ‘Historische Koppels’ de eerste prijs weg. De Academische Zitting en het Lustrumbanket werden een succes. Ook het Lustrumbal van 4 december verliep zonder problemen.

22


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Ook de volgende jaren bleef het ledenaantal stijgen. In 1957-58 telde de V.G.K. 72 leden. In 1958-59 zorgde praeses L. Milis voor de volgende stunt: op een totaal van 92 studenten werden er 83 lid, terwijl er niet minder dan 41 ereleden werden ingeschreven. Naast enkele uitgesproken historische activiteiten zoals een trip naar Frans Vlaanderen en enkele voordrachten werd natuurlijk ook het studentikoze niet uit het oog verloren. Naast een smadelijke 2-7 voetbalnederlaag tegen het Vlaams Rechtsgenootschap zorgde Milis als praeses nog voor een andere primeur: een pannenkoekenmaal met cantus. Io Vivat! Een van de laatste wapenfeiten van Ludo Milis als Senior was de in het Latijn aangekondigde ‘Maximum cantum ubi canetis et bibetis Meiresonnam sufficienter, sed non coffiam’. De gevolgen: “80 liter bier werden uitgesalamanderd en waar weinig speeches optraden, werd er meer gezongen of… geschreeuwd. Last but not least traden enkele V.G.K. bulldozers in werking (vice-praeses Frans Thevelin en Louis Bril) die de Vlaamse Leeuw met zoveel overtuiging zongen dat de schouw van de Rode Hoed het begaf en genoemde kommilitonen naar beneden vielen, terwijl twee anderen (o.a. Jef De Belder) het nodig achtten door hun stoelen te zakken. Een reuze-avond, maar 1000 frank verloren geld als schadevergoeding te betalen…” De activistische jaren zeventig De positieve tendens kon worden voortgezet tot het begin van de jaren ’70. De V.G.K. kon zijn activiteiten zonder al te veel problemen verderzetten. Vanaf de jaren ’70 verandert de situatie. De kring werd erg actief in de strijd tegen geplande onderwijshervormingen, maar moet vooral concurreren met het radicaal-linkse Sowege dat steeds populairder werd onder de studenten Geschiedenis. Tijdens de jaren zestig maakte de V.G.K. langzaam maar zeker kennis met de meer geëngageerde student. Toch werd het studentikoze niet uit het oog verloren. Het (voorlopig) record qua bierverbruik op een clubavond werd tijdens de schachtendoop van het academisch jaar 1965-66 gevestigd: 23 bakken, ofte 138 liter pils vloeide door de dorstige kelen. Voor het overige deel van de jaren ’60 zijn onze archieven erg karig met informatie. We kunnen er voornamelijk uit opmaken dat het praesidium erin slaagde verder te gaan op het elan van de late jaren ’50: de V.G.K. bleef een brede studentenkring die met zijn aanbod de studenten Geschiedenis bleef animeren. In 1970-71 kreeg onze kring voor het eerst een vrouw als praeses: Hilde Corremans. Haar verkiezing had dan nog heel wat moeite gekost. Rond de kerstperiode achtte het Faculteitenkonvent de verkiezing van praeses Mark Roosen niet reglementair. Er moesten bijgevolg nieuwe verkiezingen georganiseerd worden. Hilde Corremans haalde het na drie stemronden met 58 stemmen tegen 54 stemmen. Na de verkiezing van praeses Corremans begon de V.G.K. met een activistisch onderwijsprogramma, onder impuls van de secretaris Adriaan Linters. Het was Piet Vermeylen, in die dagen minister van onderwijs, die dat mocht ondervinden. Deze minister had voorgesteld het vak geschiedenis in de laatste jaren van het secundair onderwijs te vervangen door een vak ‘Maatschappelijke vorming’. In de schoot van de V.G.K. werd de werkgroep ‘Historicimacht’ opgericht. Toen in een referendum de meerderheid van de studenten voor harde actie opteerde gingen de geschiedenisstudenten de straat op. Het toppunt van de acties kwam er bij de eerste steenlegging van Home Vermeylen, waar de minister aanwezig was (August Vermeylen was zijn vader). Er werden ook ludieke acties georganiseerd, zoals een tweedaagse bedevaart naar Brussel. Een nooit geziene samenwerking tussen professoren, academisch personeel en studenten zorgde er mede voor dat de minister een jaar later zelf geschiedenis werd. In hetzelfde academiejaar zag een nieuw V.G.K.-tijdschrift het levenslicht: Histopia. Het volgende academiejaar, met daarin de viering ’40 jaar V.G.K.’, stond Adriaan Linters aan het roer. Hij maakte o.a. van de zorg voor het historischcultureel erfgoed een V.G.K. agendapunt. Naast enkele voordrachten en uitstappen, werd er onder zijn bestuur ook een tiendaagse reis naar Berlijn georganiseerd. Toch betekenden de jaren ’70 voor onze Kring een periode van verval. Binnen de V.G.K. werd de Werkgroep Kritische Geschiedenis opgericht. Het was de bedoeling de studenten door deze werkgroep kennis te laten maken met allerlei maatschappelijke problemen. De werkgroep kon onafhankelijk van de V.G.K. haar gang gaan. Hoewel de reizen naar Istanbul en Berlijn enthousiast waren onthaald, begon men steeds meer het nut van de Faculteitskrin23


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

gen in twijfel te trekken. De “antikapitalistische en anti-imperialistische” Sociale Werkgroep Geschiedenis werd opgericht. Al snel nam Sowege de bovenhand op de V.G.K. en de kring kreeg het moeilijk om te concurreren. In maart 1974 riep de V.G.K. de geschiedenisstudenten, onder de titel ‘This could be the last time’, als volgt op om een cantus mee te beleven. “Bij een cantus zouden volgens ons in de eerste plaats de sociale aspecten aan bod moeten komen, t.t.z. het is een samenkomst van mensen in een andere, lossere sfeer dan de ‘schoolse’. […]Enkel de bozen zingen niet”.

Groepsportret van de V.G.K. in Berlijn (1972). ©Adriaan Linters De V.G.K. bleef niet ongevoelig voor de tijdsgeest maar stond in deze jaren zeker in de schaduw van de Werkgroep. Midden de zeventiger jaren liet de Kring de studentenvertegenwoordiging, de cultuur en diensten voor de studenten aan de Werkgroep en hield ze zich niet meer bezig met traditioneel studentikoze activiteiten. De V.G.K. organiseerde enkel nog sportactiviteiten, fuiven en heel af en toe eens een uitstap. Ook de jaarlijkse cultuurreis raakte in verval. Het ledenaantal liep terug tot enkele tientallen.

The eighties en nineties, VGK 2.0. Tijdens de jaren tachtig en negentig kon de V.G.K. verder doorgroeien door enkele ingrijpende veranderingen in de manier waarop de kring fungeerde. Enkele praesides waren verantwoordelijk voor een omwenteling in de Vlaamse Geschiedkundige Kring met als gevolg een bredere basis leden en het einde van de concurrerende vereniging Sowege. De V.G.K. stelde zich voor als de enige relevante studentenvereniging voor de opleiding Geschiedenis en slaagde daar ook in door te investeren in nieuwe diensten die de studenten op studievlak vooruit hielpen. In het Academisch jaar 1979-80 werd al op 29 januari het bestuur voor het volgende jaar verkozen. Vanaf dan nam praeses Hans Ooms voldoende de tijd om de stap naar de jaren tachtig te wagen. Het aantal bestuursleden werd verhoogd tot negen. Het V.G.K. bestuur legde er bij de studenten de nadruk op de enige vereniging te zijn die “alle studenten geschiedenis van de R.U.G. groepeert, zonder onderscheid van o.a. politieke gezindheid”, hierbij duidelijk alluderend op de concurrerende Sowege. Een jaar later herwint de V.G.K. opnieuw haar vertrouwen en viert hoopvol haar vijftigste verjaardag met onder meer een voetbaltoernooi tussen de ploegen van de kandidatuur- en licentiestudenten, de Cliostamp. O.S.G.G., Leuven geschiedenis en Antwerpen geschiedenis. In een uiteenzetting ter gelegenheid van het tiende lustrum probeerde praeses Deblond een verklaring te zoeken voor de moeilijkheden van de V.G.K.. Hij vindt deze in het feit dat velen in het verleden hebben gezocht de Kring een reden van bestaan te geven. 24


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

“Die reden van bestaan van de V.G.K. verandert even snel als er studenten in de geschiedenis komen en gaan. De jonge mensen in jaar x onnoemelijk veel liters bier naar binnen kappen, gaan in jaar y bloedernstig naar een spreekbeurt van een eminente vorser en staan in jaar z de universitaire campus te bezetten om een of ander socio-politiek onrecht te wreken”. In 1982 staat onze vereniging opnieuw op sporen. Praeses Peter Delbeke bouwt verder op het werk van Deblond. Hij breidt het bestuur van de Kring uit, decentraliseert de bevoegdheden van het Hoogpraesidium naar de overige bestuursleden en geeft hen meer bevoegdheden. Zo krijgt de vereniging een nieuwe dynamiek die het best waar te nemen is in het stijgend ledenaantal. Van 25 leden in 1979-80 naar 163 leden in 1983-84. Het V.G.K. tijdschrift ‘Het Veer’ werd een nieuwe waarde, alsook de jaarlijkse Breughelavond, een regelmatige busreis naar de Schaatspiste in Gullegem. Op dinsdag 14 december werd een heuse Blandijnfuif georganiseerd. Voor de eerste maal werd het door een samenwerking tussen alle verenigingen in de Blandijn mogelijk een fuif te organiseren in de Vooruit. In 1985 werd, onder praesidium van Klaus Van Isacker, in samenwerking met Sowege, het eerste historische filmfestival georganiseerd. Tot 1991 probeerde de Sowege verschillende malen de V.G.K. structuren (en de subsidies) over te nemen door deelname aan de praesidiumverkiezingen, maar hier zijn zij nooit in geslaagd. In 1989 werd voor het eerst door de V.G.K. een heus Galabal georganiseerd, meteen een succes met 263 aanwezigen! De concurrentie met Sowege werd aan het begin van de jaren ’90 stilaan verleden tijd, hoewel de vereniging nog tot 2001 actief bleef. De hervormingen binnen het V.G.K. bestuur bleven echter niet uit. Voornamelijk vanaf het midden van de jaren ’90, met de praesidia van presides Vanheuverbeke, Beelaert en Debaenst kreeg de kring opnieuw een tweede adem door de verdere modernisering. De V.G.K. ging zich opnieuw verder toeleggen op het academisch vlak en zal zich inzetten op de verkoop van handboeken en studentencursussen. Tijdens deze periode nam het aantal studenten Geschiedenis een hoge vlucht en dat werd weerspiegeld in de succesvolle praesidia die elkaar opvolgden. De V.G.K. begaf zich, na een lange periode van afwezigheid, opnieuw op het strijdtoneel van het Faculteitenkonvent. Na Heli Roossens en Adriaan Verhulst in de jaren ’40 en ’50, mocht het FK opnieuw een V.G.K.’er aan het hoofd van het konvent verkiezen. In het academiejaar 1998-99 werd Wim Beelaert verkozen, een aantal jaar na het voorzitterschap van zijn broer. Wim maakte komaf met de stilaan in gebruik genomen “VGesK” (het stond zelfs een aantal jaar op de linten vermeld) en herstelde de afkorting “V.G.K.” in het Faculteitenkonvent. Na Wim Beelaert werden nog een aantal geschiedkundigen tot voorzitter verkozen van het FK; achtereenvolgens Nele Vanslembrouck (2000-01), Emmelien Werbrouck (2008-09), Wim Beeckaert (2012-13) en ten slotte Jens Vanden Meerschaut (2014-15). Het laatste decennium werd dan ook gekenmerkt door een grote invloed van de V.G.K. in het Faculteitenkonvent, waarvoor zij niet alleen de voorzitter maar ook vaak andere bestuursleden aanleverden. V.G.K. na het millenium. Na het lustrum ter ere van 75 jaar V.G.K. dook het bestuur het nieuwe millenium in met een duidelijke missie: een brede, a-politieke en toegankelijke studentenvereniging met representatie voor de studenten op alle mogelijke manieren. Het aanbod bleef zo breed mogelijk; reizen, sporten, feesten, … Het Veer werd voortaan gratis en men bereikte een grotere groep lezers. Het regende originele activiteiten zoals een “nostalgie-avond” met wafeltjes en chocomelk, “schaken met de V.G.K.”, een “Uniform Night” (waarbij in de uniformen van verpleegsters, hostessen en stewardessen danig de knip werd gezet) “een rock-‘n-roll dansinitiatie” en voor het eerst ook “Departuur”. Dit laatste was een initiatief van de V.G.K. en studentenkring Filologica (een samensmelting van het vroegere Germania en Romania). Een muzikale en literaire avond die enkele honderden bezoekers trok, maar helaas een derde en laatste keer plaatsvond in 2010 waarna het niet langer meer werd georganiseerd. Hoewel er ook nog werd gecantust is het duidelijk dat de Vlaamse Geschiedkundige Kring in de eerste plaats een cultuur minnende werking had. Op de laatste cantus van het jaar 2007-2008 kon men nog net rekenen op de aanwezigheid van de eerstejaars op de laatste cantus van het jaar: slechts drie moedige zielen hadden het kunnen opbrengen om die avond vrij te maken. De V.G.K. zat toen al in haar huidige stamcafé, de Amber. Terwijl een honderdtal historici in spe zich gezellig in de Amber nestelden voor een gezellig avondje gebabbel bij een goede pint, werd in 2008 nog voor onverwachte rand25


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

animatie gezorgd. Die avond was er in de Blandijn een debat georganiseerd door de indertijd niet-erkende studentenvereniging NSV, die het auditorium dan maar gewoon had gehuurd voor een fikse prijs. Enkele linkse bewegingen waren hier niet mee gediend en besloten om het debat 'vreedzaam te blokkeren'. Wat volgde was een opstoot van jewelste, waarbij een deel van het NSV alsnog binnenraakte langs de zij-ingang, maar vervolgens zelf opgesloten werd in een auditorium door enkele gemaskeerde linkse rakkers. Aan de hoofdingang werd ondertussen vrolijk geprotesteerd, probeerde de rector te bemiddelen, voerde Voorpost samen met Filip De Winter een charge uit en brak de arme rector daarbij zijn bril. Benieuwd wie onze Paul Van Cauwenberghe uiteindelijk van een nieuw montuurtje voorzag. Dit hele spektakel kon de V.G.K. rustig van achter de veilige ruiten van café Amber bekijken. Waar de V.G.K. ook furore mee maakte was de nieuwe functie van de Debat, die instond voor het organiseren van debatten en lezingen. Men keerde met de invoering van deze functie eigenlijk terug naar de oorspronkelijke kern waarop de V.G.K. in 1931 werd opgericht. Enkele debatten zijn zeker en vast bijgebleven; in 2008-2009 werd de V.G.K. nog getrakteerd op een tirade van de toenmalige hoofdredacteur van de Standaard Peter Vandermeersch, maar het meest opzienbarende debat van dat jaar was echter ongetwijfeld dat waar de broers De Wever en vader en zoon Anciaux samen aan tafel schoven. Door de massale opkomst werd op het laatste moment besloten om dit debat in auditorium E te laten doorgaan, dat uiteindelijk tot de nok vol gevuld werd. Een opvallende constante in het praesidium is de aanwezigheid van Jacques Pottie die meer dan een decennium de functie “Reis” opnam in het praesidium. Onder zijn auspiciën bezocht de V.G.K. een reeks prachtige bestemmingen, van Berlijn over Egypte tot Griekenland, van Praag over Venetië tot de beruchte Tafelberg ergens in het Duitse schone. De schriftelijke neerslag daarvan kan u terugvinden in de broekzak van Jacques, op bierviltjes neergepend. Het was ook diezelfde Jacques die er na enkele jaren ijveren in slaagde om de V.G.K. warm te maken voor medewerking aan de Nacht van de Geschiedenis, een initiatief van het Davidsfonds waarop de kring nog elk jaar zijn stempel drukt. Verhalen over onder andere het studentenprotest aan de universiteit, studenten in de Eerste Wereldoorlog, smaak en feestelijkheden vonden zo de weg naar een breder publiek. Op vlak van verbroedering werden de banden met de Leuvense Historia opnieuw aangehaald en men nodigde voortaan ook de Antwerpse Klio uit voor een jaarlijkse verbroedering die in één van de drie steden doorging. In de aanloop naar het lustrum van 2011 kon men tevreden terugkijken op de laatste jaren die van de V.G.K. een open, cultureel verantwoorde en vooral standvastige studentenvereniging hadden gemaakt. 2012-2016: VGK 3.0 Na het vorige lustrum (2011) heeft de V.G.K. nog wat veranderingen doorgevoerd, de eerste lijkt banaal; de “puntjes” tussen de afkorting zijn van het straatbeeld verdwenen en de kring wordt voortaan met afkorting “VGK” aangeduid. Belangrijker zijn natuurlijk de structurele hervormingen die de praesidia van de laatste vijf jaar hebben doorgevoerd en de kring hebben gemaakt tot wat ze vandaag is. De praesidia van Jens Vanden Meerschaut en Arvid De Coster zijn niet zonder slag of stoot voorbijgegaan. Zij kwamen op de proppen met een nieuwe visie op de VGK en de focus verschoof naar de cantussen en feestelijkheden. Sinds de jaren ’80 had de VGK (toen met bijna alle andere Blandijnkringen) niet meer in de Vooruit gefuifd en in 2012 gebeurde dat opnieuw met de memorabele openingsfuif, in samenwerking met Filologica. De traditie werd verdergezet tot een laatste editie in 2015, waarna vanuit VGK werd beslist dat het concept voorbijgestreefd was en dat een Vooruitfuif met andere partners in het tweede semester een betere optie was. De VGK ging elk jaar twee keer op een culturele reis, een traditie die geleid heeft tot een hele resem bestemmingen; onder andere SintPetersburg, Malta, Praag, Boedapest, Berlijn, Ljubljana en de Balkan. Daarnaast werd ook een Skireis ingericht. Uiteraard ging niet altijd alles van een leien dakje (getuige daarvan is het befaamde “Het Grote Er Is Geen Cantus Vat” na een dubbele boeking van de zaal) en niet iedereen was het eens met de nieuwe koers die de VGK was ingegaan na een decennium waarin de functie Cultuur een erg belangrijk speerpunt van de VGK was geworden. Vermeldenswaardig waren echter de verbeterde focus op de alumniwerking en enkele nieuwe en gedurfde activiteiten zoals het “Middeleeuws Dolkvechten”, “Wijn en Zijn”, een debat over “de Zin van Geschiedenis” de workshops “Endnote” of “Zotero” en de “Sintershnaasavond”. 26


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Een befaamde “bierestafette” tijdens de Verjaardagscantus op 26/11/2014. In 2014-2016 werd met praesides Jasper Standaert en Ivo De Wulf de focus opnieuw meer op culturele aangelegenheden gelegd. Het aantal cultuuractiviteiten werd verhoogd, onder impuls van Cultuurverantwoordelijken Alex Peetermans en Evelyne Lemahieu, tot een gemiddelde van één activiteit per week. Dit werd verdergezet door hun opvolgers tot op de dag van vandaag. Hoewel enkele extravagante activiteiten van de voorgaande jaren werden geschrapt vanwege budgettaire noodzaak, kon men nog steeds uitpakken met de jaarlijkse en epische “Springbreak”, de Vooruitfuiven én een unieke jaarlijkse cantus (voor het eerst in 2014-15) in de cryptes van de St. Pietersabdij. De overige cantussen vonden opnieuw plaats in het epische zaaltje van de Salamander. De samenwerking met andere verenigingen binnen en buiten Gent werd aanzienlijk verhoogd door de organisatie van “De Nacht van de Geschiedenis” waarbij steeds meer instellingen werden betrokken, de medewerking aan “Lichtfront” ter ere van één eeuw Grote Oorlog, de “Blandijnse Muur” 25 jaar na de val van de Berlijnse Muur, maar ook door de samenvloeiing van de verschillende sportteams in één “Blandinia-team”. Hoewel we nog steeds over de Blandijn spreken kon men op deze manier toch voor heel wat sporten een team afvaardigen om de faculteit te vertegenwoordigen tijdens de interfacultaire competities. Naast de reguliere werking is de VGK de voorbije twee jaar ook grondig dooreen geschud op structureel vlak. Door de goede werking van de Debatspraeses Arno Rombouts (die naast zijn succesvolle debatten en lezingen ook hier initiatief nam) en onder impuls van de Dagelijkse Besturen is de VGK sinds 2014 opnieuw actief zijn leden gaan vertegenwoordigen in de verschillende organen van de faculteit. Hoewel zij niet rechtstreeks door de VGK kunnen worden afgevaardigd slaagden enkele praesidiumleden erin om zich te laten verkiezen tot vertegenwoordiger in de faculteitsraad. Anderzijds ging de VGK ook een erg actieve rol spelen tijdens de vakgroepraden en opleidingscommissies die door de vakgroep Geschiedenis werden geïnstalleerd. Zo bestond de opleidingscommissie die het advies gaf over de laatste en grondige herwerking van het curriculum voor de volle 100% uit VGK-leden. Een andere niet onbelangrijke nieuwigheid is de oprichting van twee nieuwe structuren naast onze eigen vereniging. In de eerste plaats een Gentse tak van de International Students of History Association (ISHA Ghent) die in 2016 al een deelname kon verwezenlijken aan een uniek Europees uitwisselingsproject met studenten Grafische Media uit Bremen. In de tweede plaats werd een vereniging zonder winstoogmerk gesticht, vzw HiStuGhent, die voortaan instaat voor de financiële en juridische ondersteuning van de Vlaamse Geschiedkundige Kring. Beide projecten werden in het tweede semester van academiejaar 2014-2015 uitgewerkt door de toenmalige praeses Jasper Standaert, vice Ivo De Wulf en Cultuur Alex Peetermans. Het voorzitterschap van de vzw werd opgenomen door Jasper en dat van ISHA Ghent door Alex, aangezien Ivo in het volgende jaar de nieuwe praeses werd. In de toekomst is het de bedoeling dat ISHA Ghent en de VGK nauw blijven samenwerken en dat zij beiden worden ondergebracht in de vzw HiStuGhent. 27


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Doorheen de laatste jaren heeft de VGK, ondanks een dramatische daling in het aantal studenten Geschiedenis, een mooi actief ledenbestand kunnen opbouwen dat elk jaar het voorgaande heeft overtroffen. Waar er in 2012 nog slechts 8 eerstejaarsstudenten op de cantus verschenen, konden we er dit jaar niet minder dan veertig tellen (+1/3 van de generatiestudenten was aanwezig). Met praeses Wouter Reggers werd het lustrumjaar succesvol ingezet met opnieuw een jong en gemotiveerd team. Het jaar is eigenlijk nog maar begonnen, maar door het enthousiasme van de leden en de inzet van het nieuwe praesidium werd opnieuw vertrouwen gesteld in een bloeiende kring. De toekomst ligt voor hen open om de VGK te behouden als de relevantste en de plezantste studentenvereniging in het Gentse! Ondertussen mag men klinken op 85 boeiende jaren, het liefst van al met een glaasje Lustrumbier.

28


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Foto boven: Praesidiumweekend Foto onder: Bachelorweekend

Openingscantus 12/10/16

29


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Boven: Cantus 12/10/16 Midden: Oktoberfest 18/10/16 Onder: gezellig zingen op Praesidiumweekend

30


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Boven: Twitchkrieg 10/11/16 Onder: VGK bezoekt VEK fuif 09/11/16

31


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Linksboven: Twitchkrieg 10/11/16 Rechtsboven: Kamping Twitch 25/10/16 Onder: Oktoberfest 18/10/16

32


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Geschiedenis: Van Trabla naar T(r)aboe? Geschiedenis en de VGK door de ogen van enkele eerstejaars Goedenavond beste lezer We hebben het allemaal meegemaakt: je inschrijven voor een universitaire richting en dan op de startdag je eerste stappen zetten in een overweldigende faculteit, of in het geval van de Geschiedenisstudent de Blandijn. De eerste lessen, eerste taken, eerste kringactiviteit en eerste Amberavond (of in het geval van uw schrijver: eerste keer overgeven op enkele leden van het praesidium) zijn allemaal dingen die we kunnen ervaren dankzij onze mooie studierichting en de daarbij horende studentenvereniging.

Althans dat zou zo moeten zijn, ware het niet dat net deze twee zaken in de actualiteit in ander daglicht komen te staan. Om deze verduistering van onze mooie studierichting en onze (eerder mentaal dan fysiek) mooie vereniging tegen te gaan, ben ik aan de slag gegaan met enkele eerstejaars. Na het vinden van een kleine, maar toch verbazend representatieve, groep van deze eerstejaars ben ik gestart met dit artikel. Wat mij opviel bij het betreden van het alom bekende auditorium E was dat het nog verbazend vol zat. En dat in een tijd waarin richtingen die niet meteen toekomst bieden op de arbeidsmarkt gemarginaliseerd worden. Ik zal nooit vergeten hoe de lading eerstejaars op mijn startdag, ondertussen al een jaartje geleden, onthaald werd. “De richting Geschiedenis bedankt jullie, dat je jouw kans op een job opgeeft om hier te komen studeren.” Het auditorium lachte, maar in dat geschater kon je toch de groeiende realisatie van dit feit opmerken. Waarom blijven er dan ieder jaar studenten zich voor deze richting inschrijven? Uit mijn enorm representatieve enquête blijkt dat interesse in Geschiedenis vaak wordt aangewakkerd door de lessen in de Middelbare school. Het helpt ook dat vele series over het door ons geliefde verleden af en toe eens een tepeltje tonen. Die interesse is echter nutteloos als niemand bereid is om de stap te wagen. Een massale 100% van de deelnemers van de enquête is ervan overtuigd dat je moet doen wat je graag wil doen. Mijn mening was eerder: Geschiedenis is leuk en ‘den dop’, zoals wij dat in het mooie Dilbeek zeggen, betaalt tegenwoordig toch nog voldoende. Na het inschrijven in deze richting volgen natuurlijk nog enkele interessante jaren gevuld met studieplezier vooraleer we op deze arbeidsmarkt terecht komen. In het eerste van deze jaren valt op dat professor Keunen de Top Dog is in het lesgeven. “Zijn zoete stem en mix van Moby en Steve Jobs zijn prachtig geëxecuteerd.” Het favoriete vak is echter niet zijn Inleiding tot de voornaamste moderne literaturen, maar de Geschiedenis van de vroegmoderne tijd. “De passie waarmee professor Vermeir het vak geeft slaat echt op mij en andere studenten over.” Natuurlijk waar er Geschiedenis is, kan het niet anders dan dat de Vlaams Geschiedkundige Kring er ook is. De inzet van het Studieteam wordt door de nieuwe historici in spé enorm geapprecieerd. 33


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Maar de andere takken van het Praesidium kunnen ook van deze appreciatie genieten. “Ik heb me initieel ingeschreven in de kring voor extra studie-info en de mogelijkheid om nieuwe mensen te leren kennen. Maar blijkbaar ben ik een onverbeterlijk feestvarken, waardoor de studentikoze activiteiten me goed bevallen.� Zoals jullie kunnen zien is er nog hoop voor de toekomst van de Geschiedenis, en toch ook wel belangrijk voor de toekomst van onze geliefde Wit-Groene horde. Met dank voor deze hoop wil ik dan ook mijn representatieve groep eerstejaars bedanken. Bij deze dank ik Pieter Rogge, Alexander Van Gelder, Elyse Van Peel en last but not least, mijzelf, Robbe Van Roose.

Robbe Van Roose, Pieter Rogge, Alexander Van Gelder en Elyse van Peel

34


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

1931: de VGK en wat nog? Als scriptor moet ik de reputatie van het Veer hooghouden. Als historicus in opleiding is er geen betere manier om dit te doen dan een wetenschappelijke, academische tekst neer te pennen en te publiceren. 1931 was een belangrijk jaar, de Vlaamse Geschiedkundige Kring werd het leven in geroepen. Daar blijf het echter niet bij, er waren in dat jaar nog enkele andere randgebeurtenissen. Met Wikipedia, een naderende deadline en een hoop stress om alles op tijd af te krijgen presenteer ik u dit artikeltje. Wat is er nu allemaal gebeurd in 1931, of volgens de Byzantijnse kalender het jaar 7439. Wel, het jaar begon op een donderdag, dit is volgens mij zeer belangrijk. In januari legt Albert Einstent zijn laatste patent voor, hij stierf later dat jaar op 18 oktober. Ook op vlak van film gebeurt er het een en ander, City lights van en met Charlie Chaplin verscheen in de zalen. Het was ’s mans laatste film zonder geluid. Op zich is dit een bijzonder weetje aangezien in 1927 reeds de eerste film met gesynchroniseerd geluid verscheen, namelijk The jazz singer. Oké, er waren al voor 1927 films die experimenteel geluid gebruikten maar, deze waren meestal zeer kort. Amerika kwam de laatste tijd nogal vaak in het nieuws vanwege de schande die de democratische partij bevallen is. Verliezen van Trump, ik snap nog altijd niet hoe het mogelijk is. 1931 is het jaar dat Amerika The star spangled banner is beginnen gebruiken als hun volkslied. Dit is jammer genoeg geëindigd in een absolute obsessie voor een lied dat niet eens goed is. Serieus, de persoon die dat nummer geschreven heeft bezit toch niets van ritmisch of melodisch gevoel. Nu moeten we bij elk Amerikaans evenement luisteren naar een klein, “schattig” meisje terwijl elke dikke vent in het stadion moeite heeft met zijn patriottische erectie te bedwingen. Ander nieuws, op 17 maart wordt gokken legaal in Nevada met alle gevolgen van dien. We gaan nog steeds niet weg van Amerika want op 1 mei gaat het Empire State Building officieel open, de constructie van het gebouw was amper een jaar eerder begonnen. Wikipedia vertelt me dat het tot 1967 het hoogste gebouw ter wereld was tot het werd overtroffen door de Ostankino toren in Moskou. Blijkbaar was er in juni iets te doen rond cricket waarbij een of andere vent een andere man zijn record verbak om 100 wickets te bereiken. Ik heb geen flauw idee wat een wicket is buiten de naam van een schattige ewok uit Star Wars. Nog meer Star Wars nieuws, James Earl Jones zag in 1931 het levenslicht. 35


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Of voor zij die geen culturele kennis hebben, de stem van Darth Vader. Voor de mensen die toch meer fan zijn van Star Trek, (fuck you) ook William Shatner én Leonard Nimoy werden op de wereld gezet. In juli is er een of andere sekte die hun naam officieel veranderen naar de Getuigen van Jehova. Dit gebeurde tijdens een vergadering in Colombus, Ohio. De twee belangrijkste agendapunten waren: 'hoe werken we mensen het best op hun zenuwen' en 'verzin een willekeurig getal van mensen die naar de hemel mogen gaan'. Al Capone werd in 1931 veroordeeld tot 11 jaar gevangenisstraf vanwege het ontduiken van zijn belastingen. China wordt officieel tot een communistische republiek uitgeroepen door Moa Zedong. Deze twee weetjes hebben absoluut niets met elkaar te maken maar, ik vond ze interessant genoeg om ze een eigen alinea te geven. Op 26 november 1931 legt Göring een verklaring af over de Boxheim documenten. Wikipedia heeft me geleerd dat dit best nog een interessant documentje is. Jammer voor Göring zal niemand dit ooit herinneren want 26 november 1931 staat in teken van een veel belangrijkere gebeurtenis. Zo, op deze manier heeft u weer een heel arsenaal van nutteloze weetjes opgeslorpt in uw persoonlijke kennisbank. Gebruik ze om elk feestje leuker te maken of om eender welk meisje in katzwijm te doen vallen voor uw superieure, nutteloze kennis.

Aangezien Wikipedia mijn enige bron was kan dit met enige korrel zout genomen worden.

Lionel ‘scriptator’ Olieu

36


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Studentenkring misconcepties Leve Clio’s studentenheir

De lichten van de Overpoort schijnen melancholisch op het onwelriekend asfalt tijdens een doordeweekse novemberavond. Tussen de gekreukte bekers, waar ooit alcohol in had liggen gisten, en de rood-oranje plekken, die ooit in een maag hadden liggen gisten, kruipt een vreemdsoortig gezelschap door Vlaanderens bekendste uitgaansbuurt. Het gezelschap kronkelt in een lange sliert en ieder individu uit de slinger heeft een stinkend mengsel op zijn of haar hoofd, terwijl er ondertussen teksten worden geroepen die duidelijk bedoeld zijn om de personen in kwestie belachelijk te maken. Enkele oudere studenten staan om hen heen en bevelen de slinger van studenten verder te kruipen, ook al wil de helft al een halfuur naar huis om zich te douchen.

Herkenbaar, niet? Ieder jaar omstreeks oktober en november vinden verschillende studentverenigingen het nodig hun eerstejaars op dergelijke wijze welkom te heten in het studentenleven. En ieder jaar opnieuw verschijnt er wel in de pers een artikel dat studentendopen (en studentenverenigingen in het algemeen) op de korrel neemt. En ieder jaar opnieuw, moeten wij van de Vlaamse Geschiedkundige Kring verkondigen dat we geen traditionele zuipvereniging zijn. Desondanks kleven sommigen nog steeds het negatief bedoelde etiket van “studentenvereniging” op ons.

Het probleem van dat stom etiket is simpel: het dekt de lading niet. Er zijn talloze studentenverenigingen in Gent, die onderling heel erg verschillen qua mentaliteit. Zo zijn er verenigingen die iedere week een clubavond organiseren waar iedereen verplicht aanwezig moet zijn en zijn er verenigingen die hun eerstejaars verplichten allerlei vuile dopen te laten volgen op het gekruip door de Overpoort. De VGK, en bij uitbreiding de verschillende studentenkringen aan de Blandijn, is geen dergelijke vereniging.

Talloze VGK’ers zijn en blijven de kring dankbaar voor wat zij heeft gedaan en hoe zij dat heeft gedaan. Zo is er geen doop als “welkom” voor de eerstejaars en we spreken niet eens van een schachtentemmer, maar van een bachelorverantwoordelijke. En dat is geen taalkundig trucje. We zien eerstejaars niet als schachten die eerst collectief getemd moeten worden om bij de kring te horen. Nee, we willen hen ondersteunen en hen op hun gemak stellen. Heb je hulp nodig met iets? Vraag het ons en we zullen jullie zo goed mogelijk proberen helpen. We willen zoveel mogelijk studenten door hun opleiding geschiedenis loodsen. Daarom verkopen wij ook boeken voor verschillende van jullie vakken, maken we stucu’s die vooral de eerstejaars van dienst zijn en zorgen we ervoor dat ieder die wil een peter of meter kan krijgen die nog extra tips kan geven op studiegebied.

Maar er is nog veel meer. De boog kan ook niet altijd gespannen staan. Ter ontspanning bieden we een hele waaier aan activiteiten aan: muziekoptredens, filmavonden, sportactiviteiten, fuiven, kringavonden, lezingen, debatten, cantussen en ieder semester een reis. Voor elk wat wils en niemand is verplicht naar iets van deze activiteiten te komen, want zoals gezegd zijn we een kring met een heel open karakter. So what, als je enkel onze feestjes wil afschuimen. So what, als je enkel wil sporten met ons. So what, als je enkel onze lezingen meepikt. De boodschap hier is dat iedereen altijd welkom is en dat onvoorwaardelijk!

37


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Daarom zou ik even aan iedereen die nog nooit een VGK-activiteit heeft gedaan, aansporen dat toch ooit eens te doen. Voor je het weet, ben je afgestudeerd en wanneer je studententijd erop zit, ga je misschien wel spijt krijgen dat je die groen-witte bende nooit een kans hebt gegeven. Ontelbaar zijn de fantastische momenten die ik, en met mij honderden anderen, heb beleefd dankzij de Vlaamse Geschiedkundige Kring. De Polenreis was geweldig interessant (inclusief een bevreemdend bezoek aan Auschwitz, iets dat iedereen zeker eens moet doen), onze lezingen waren intellectueel stimulerend en onze cantussen worden telkens weer geroemd om hun gezelligheid (Pottie van de Salamander geeft ons zelfs telkens een gratis vat als beloning!). Daarom, oh student, kom eens af naar de VGK en je zult zien wat een krachtige, machtige, prachtige kring we wel niet zijn. Ut vivat, crescat et floreat VGK!

Matthis Provoost

38


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Heimat in Hannover: Kruimelen Ich schreibe über Ihre Bäckerei, zei ik, toen ze me het brood gaf. Dat vond ze tof en ze zou het vertellen aan haar chef, de bakker. Er wird sich freuen, het zal hem plezier doen, zei ze. Als ik eergisteren was beginnen schrijven, waren deze eerste zinnen anders geweest. “Ik heb net een taartje op”, zou u dan lezen, en het zou de waarheid zijn. Geschiedenis is contingent: een Sesambrot had net zo goed een Mandarinenquark of Käsetorte kunnen zijn. “Die kleine Bäckerei” heet mijn vondst, en ze ligt enkele straten achter de universiteit, vlakbij het geschiedenisgebouw. Aan de gevel hangt een subtiel houten uithangbordje. Toen ik er de eerste keer voorbijliep, zag ik dat er aan de verkoopruimte een bakkerij verbonden was. Een bakkerij waar men brood bakt, schitterend, dacht ik. Dan moest er ook een bakker zijn, meel, water en zout, misschien een bakkersjongen, een bakkersvrouw, een bakkersmeisje... Niet dat ik dat alles verlang wanneer ik om een brood ga, maar het geeft wel smaak. En goesting. Ik ging naar binnen. De bakkerij is van hout en van deeg. De ruimte is klein, en als er een Duitser in staat, kun je er meestal niet om heen. Maar dat hoeft niet. In een bakkerij is het eigenlijk heel eenvoudig om fijn met elkaar om te gaan. Een brood zou nooit mopperen over lompheid, maar geen klant die eraan denkt om in een bakkerij de lomperik uit te hangen. En wie zich toch zo gedraagt, die denkt natuurlijk niet. Mijn respect en waardering voor ambachtelijke bakkerijen heeft historische wortels. Ik stam namelijk af van een eerbiedwaardig geslacht van “meesterbakkers” en “pasteibakkers” in Veurne. Mét stemrecht. Dat ontdekte ik tijdens mijn familieonderzoek voor HP1. Het verhaal kan je lezen in de volgende editie van Vlaamse Stam, tijdschrift voor familiegeschiedenis. Voor liefhebbers van patisserie en democratiseringsprocessen. Goed brood is een rijkdom, maar mijn dagelijks geluk doet meer dan gisten, rijzen, breken en kruimelen. Het spreekt, luistert, voelt, kijkt, lacht, zingt, danst en speelt. Het kookt met mij, knuffelt mij, kust me op de wang, tikt me op de schouder, trekt me aan mijn trui, vertelt me verhalen, vraagt me of ik meekom, of zegt me dat ik echt moet komen, omdat het leuk is, en omdat iedereen er is. Het zijn zij voor mij en ik voor hen. We komen samen, drinken, gaan uit, gaan slapen. We wandelen laat naar huis of praten op de metro. We lunchen in de cafetaria, en vragen hoe de les was. We reizen van Ikea tot Unter den Linden, we houden van Kubrick, Haydn, Requiems en Weerwolven. “Do you miss ‘ome?”, vroeg Alessandro me tijdens zo’n metrorit naar huis. We zaten naast elkaar en ik liet zijn vraag even rusten, als een bakker zijn brood. Hij wel, soms. Zijn dorp, zijn familie, zijn mama’s cucina, zijn vaders wijn op tafel. Alessandro is Italiaan, uit Le Marche. In Hannover delen we een straat. Ik zie hem vanavond. Het is een tijdje geleden. Liebe Grüße Elias & Erasmus Elias Degruyter

39


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

40


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Het tikkende geluid van de uitgespeelde plaat en het holle gebons van het slingeruurwerk waren de enige geluiden in de burgerwoonst. Nochtans was dat niet altijd zo geweest. Ooit waren deze eigenste vertrekken vervuld met gelach. Dandy’s in dure zwarte maatpakken kaartten en converseerden, hun vergulde wandelstokken stonden verzameld in een paraplubak bij de voordeur. … Jari herinnerde zich nog hoe zijn zusje vol verrukking vanaf de trap het schouwspel van opgeklede dames en heren gadesloeg. Maar dat was toen. Toen de dieren nog konden spreken en dromen nog mogelijk leken. Maar zij was dood nu. Zij allemaal. De armzalige kindertjes, allemaal waren ze komen te overlijden: vermorzeld door de brokstukken, getroffen door de bomsplinters. Een ongeluk, hadden ze het eerst genoemd. Later werd pas duidelijk hoe groot de invloed van de Duitse bezetter op de kranten en radiostations was. Hij was nog zo jong toen, gelukkig en vervuld van toekomstoptimisme. Hoe kon het ook anders in een tijdperk waarin auto’s ervoor zorgden dat je binnen de dag door België kon rijden en de heer Blériot het kanaal kon overvliegen? Hij had net zijn eerste jaar universiteit afgerond in 1914. Hij was dankbaar dat zijn Vlaamse familie zich doorheen de tijd genoeg had kunnen opwerken zodat hij door een Franstalige privéleraar onderwezen kon worden tijdens zijn tienerjaren. Alles ging goed tot die ene fatale dag in juni 1914. Frans Ferdinand werd vermoord. Toen was het schokkend maar het zou niet het eerste of het laatste lid van een koningsfamilie zijn die vermoord werd de laatste decennia. In de oorlogsdocumentaires werd dat aangeduid als het proverbiale startschot van de eerste wereldoorlog. Jari keek niet vaak naar oorlogsprogramma’s, de herinneringen die de documentaires opbrachten zorgden ervoor dat hij dagenlang niet kon slapen. Toen het verzoek eerst in de postbus viel huilde zijn moeder. ‘Het is te toevallig dat ze vorig jaar in augustus de dienstplicht hebben omgevormd tot een algemene dienstplicht. Die overheden moeten dit gepland hebben, deze oorlog, en het voor ons hebben verzwegen. Een regelrechte schande. ’‘Mijn zoon, mijn jongen, negentien jaar.’ Hij herinnerde zich nog steeds het gezicht van zijn moeder terwijl zovele anderen hem waren ontvlogen. Zelfs de inktzwarte lijnen van haar uitgelopen mascara stonden scherp voor zijn geestesoog. ‘Ik wil niet dat ze je van mij afnemen. Ze mogen onze familie niet zomaar uiteenscheuren’, jammerde ze terwijl ze zijn donkere haren achter zijn oor stak. ‘Ze krijgen ons nooit uit elkaar, Jari, nooit. Al moeten we voor het vuurpeloton, ik vertik het om het enige goede in mijn leven op te geven.’ ‘We moeten nog steeds voorzichtig zijn, Lio. Ik wil het zo lang mogelijk uithouden. Mijn moeder zou de dood van allebei haar kinderen nooit te boven komen.’ Lionel wreef zijn luciferdoosje tegen zijn hemd. Het kartonnen pakje was klam geworden in zijn broek door de laatste regenbui. De loopgraven waren nu zo zompig geworden dat de aarde je bij iedere stap leek vast te zuigen, vastberaden om je nooit meer los te laten. ‘Hoe kom je daaraan?’ Lionel trok een wenkbrauw op en staarde naar het tegenwerkende blauwe pakje. ‘Gewonnen bij het pokeren van een paar Britten.’ ‘De verpakkingen zijn veel minder mooi geworden dan vroeger.’ ‘Alles moet praktisch zijn. Wat voor zin hebben chiquere methodes en verpakkingen hier?’ Hij haalde zijn schouders op. keek toe terwijl hij opnieuw de lucifer langs het pakje streek, deze keer vatte de lucifer succesvol vlam. ‘Eindelijk.’ ‘Ik mis mijn pijp’, verzuchtte Jari. Lionel glimlachte. ‘De tabak die ze uitdeelden was ranzig en dat weet je. Daarbij, enig idee hoeveel lucifers het zou kosten om dat ding uit te roken?’ ‘Een paar’, gaf hij toe. Hij liet zijn hoofd tegen de muur van zandzakjes leunen. Een rat knaagde aan een arm die van tussen de aangestampte modder stak. Zijn blik gleed naar de man naast hem. Twee jaar na het uitbreken van de oorlog had zijn bataljon zich bij die van Lionel aangesloten. Lionel was een Vlaming, een West-Vlaming en zijn accident herinnerde Jari aan het huis dat hij had achtergelaten al die jaren terug. Hij wist niet waarom hij de eenentwintigjarige zo aantrekkelijk had gevonden met zijn vuile uniform en wilde baard. 41


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Zo zagen de meeste mannen er uit. Toch tenminste al diegenen die zich geen scheer- of kapbeurt konden veroorloven. Toen ze voor het eerst samen werden geplaatst, hadden ze geen woord tegen elkaar gezegd en in stilte naar het eindeloze schietsalvo zitten luisteren. De volgende keer glimlachten ze naar elkaar en na een paar maanden lagen ze op een kampplaats samen in het hooi van een opgeëiste schuur. Het was fijn om iemand te hebben die zijn gevoelens begreep en ellende deelde maar daartegenover stond de permanente ongerustheid dat hij die persoon kon verliezen door een simpele kogel of granaatscherf. ‘Denk je dat de rantsoenen vandaag aankomen?’ Hij haalde zijn schouders op. Er was een periode geweest dat hij doodsbang was dat de rantsoenen opraakten. Nu was hij het gewend dat de nieuwe lading te laat was. Het licht knagende gevoel in zijn buik deerde hem niet meer. Hij sloot zijn ogen. Hij wou even het ontbindende ledemaat en de rat niet meer zien. De aarde onder zijn vingers was zacht. Wanneer was de laatste keer dat hij aarde voelde voor de oorlog uitbrak? Hij was een stadsjongen geweest. Het idee van klompen en strooien hoeden hadden hem huiveringen bezorgd. Hij was een keer met zijn grootouders blijven slapen in de villa van een bevriende familie. Toen had hij tezamen met de zoon en het dochtertje van de eigenaars in de aarde gespeeld. Hij fronste en probeerde zich meer te herinneren. Niemand was gelukkig toen ze in hun pastelkleurige kleren terugkwamen die nu van kop tot teen in donkere aarde bedekt waren. Hij kon zich de tuin niet meer inbeelden. Hij beet op zijn wang. Weer iets vergeten. Elke dag ontglipte hem weer iets. Vroeger bestond zijn leven uit niets dan van feest naar feest leven, de herinneringen van die dagen waren bijna surreëel. Lionel drukte hem een kus op de lippen. ‘Je bent je weer zorgen aan het maken.’ Dat kon bij de lange lijst van andere dingen die hij zich niet meer kon herinneren, waaronder het gezicht van zijn zus. Hij had gehuild toen hij tot die conclusie was gekomen. De aarde gleed tussen zijn fijngeknepen vingers, net als Lionel later. Hij had zijn belofte niet kunnen houden.

Het was 1917 en de Amerikanen hadden de kust bereikt. Veel merkten Jari en Lionel er niet van. Dit is, hoe is di zelfs mogelijk? Vroeg Jari zich af. Hij slikte zijn maagzuur weer weg en wendde zijn gezicht af van het misvormde gezicht. Het was niet de eerste keer dat ze slachtoffers moesten wegdragen na een mosterdgas aanval, toch bleef het aanzicht hem even diep raken. Was hij enigszins minder rationeel van karakter geweest, dan had hij het hekserij genoemd. Het opsturen van lijken was al jarenlang in onbruik vervallen maar nu konden de lichamen zelfs niet meer herkend worden. Jari durfde zich niet inbeelden hoe het voor die families moest zijn. Vervuld van hoop en verdriet, thuis of in de fabrieken, wachtend op een antwoord of zwart omrande brief die nooit zou komen. ‘Jef vroeg me zonet of ik me bij de frontbeweging wou aansluiten.’ ‘De wat? Die beweging dat door de top verboden is?’ ‘Ze zijn clandestien nu maar, ik garandeer je dat na de oorlog… Oh man, na de oorlog, ‘ Lionel lachte en drukte zijn peuk in de aarde, ‘België zal op haar grondvesten daveren, Jari. We laten niet meer met onze burgerrechten spelen. Beeld je eens in; taalgelijkheid. Ik zou les kunnen volgen en een hoge pief worden in een fabriek.’ ‘Hoe?’ ‘Ik zal het je morgen uitleggen, het is al laat. Ga wat slapen, mijn dienst begint zo.’ Hij grijnsde en trok zijn revers recht. Jari kuste hem en bad dat ze allebei de volgende dag zouden overleven. -Een oude gepigmenteerde vinger drukte op een knop. De plaat draaide een laatste anderhalve ronde terwijl de naalddrager langzaam omhoogging. ‘We moeten onszelf niet toestaan te lang stil te staan bij het verleden, het doet niemand goed.’ ‘Wat gebeurde er toen, meneer?’ Jari keurde de doctoraatsstudent geen blik waardig terwijl hij de plaat terug opborg in zijn hoes net zoals hij de emotionele herinneringen terug opberg in een verafgelegen uithoek van zijn brein. ‘Wat er in elke oorlog gebeurt: ‘Verspilling van goede mannen.’ Lynn De Palmenaer

42


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

L.A.M. stelt voor Nu het academiejaar goed en wel van start gegaan is (de eerstejaars proberen het volgen van de lessen en het zo lang mogelijk uitgaan te combineren, de tweedejaars slagen er niet meer in lessen die voor 14 uur vallen te volgen en de derdejaars genieten van Antoon Vrints’ spreekwoorden), acht L.A.M. het moment juist om een nieuwe artikelenreeks te starten. Het komende academiejaar zal L.A.M. u in dit blad een blik achter de schermen van de vakgroep gunnen en u de kans geven om kennis te maken met het academische werk van enkele van uw meest geliefde proffen. Deze week: Arjan Zuiderhoek. Eén van de meest bekende verhalen die ons uit de Oudheid overgeleverd zijn, is die van het ontstaan van de marathon. In 490 v.C. zou de Atheense soldaat Philippides bij het naderen van de perzen al lopend de afstand tussen Athene en Sparta afgelegd hebben, ten einde de protagonisten van 300 om hulp te vragen. Na een staaltje vergeefse diplomatie keerde Philippides terug naar Athene, en van daar naar Marathon. Na de aldaar gevochten slag liep hij opnieuw naar Athene met het nieuws van de overwinning. Na het uitbrengen van het legendarische zinnetje “Verheug u, wij hebben gewonnen!” zeeg de arme man in elkaar en liet hij het leven. Zoals Wikipedia ons meedeelt, beweert een aantal historici dat deze marathon nooit gelopen is.

Een man die aan het voorkomen van deze gebeurtenis niet twijfelt, is prof. dr. Andriesjohan Zuiderhoek. “Voor de duidelijkheid: de eerste marathon zou dus Philippides’ tocht tussen Marathon en Athene zijn geweest”, licht de professor de Veerlezer graag toe. “De marathon die nu alomtegenwoordig is in ons athletiekgebeuren moet dus eigenlijk worden opgevat als een eerbetoon aan een dappere ijlbode van meer dan 2500 jaar geleden.”

Het nieuwe aan Zuiderhoeks onderzoek ligt elders. Zuiderhoek: “bij het herlezen van deze klassieke (lacht) anekdote viel me één element voor het eerst op. Zoals geweten, is het lopen van een marathon erg intensief en valt het niet te onderschatten. Voor een normale mens is het inderdaad geen evidentie de afstand van 42,195 kilometer zomaar te lopen. Een ongetraind persoon deze afstand laten lopen, lijkt inderdaad nogal gevaarlijk te kunnen zijn, al bestaat nog geen onderzoek over de effecten van zo’n inspanningen op het ongetraind lichaam – of althans geen onderzoeken die historici begrijpen. Dat Philippides het loodje legde na zijn looptocht, is volgens sommige oudheidkundigen erg veelzeggend. De eminente classicus Bury stelde bijvoorbeeld dat de Atheense soldaten ongetrainde, dikke mannen geweest moeten zijn. Professor Zuiderhoek neemt de taak nu echter op zich om deze stelling aan te vallen en de geschiedenis recht te doen. “Uit recent onderzoek – ik verwijs bijvoorbeeld naar Zack Snyder’s standaardwerken 300 en 300: Rise of an Empire – weten we dat de Griekse soldaten ware spierenbundels waren. Dat moet ook wel zo zijn geweest, anders was het veel moeilijker geweest om de Perzen zo van dat klif bij Thermopylae te duwen en om die Perzische koning met zijn zware stem te verslaan.” Er moet dus een andere verklaring zijn voor het overlijden van Philippides.

43


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Professor Zuiderhoek is er nu in geslaagd aan de hand van een herevaluatie van de bronnen een alternatieve verklaring op te stellen. “Zoals we weten, was Athene ook de geboorteplaats voor het komische genre. Je moet je dus de context voorstellen van een eenheid soldaten – sowieso al een liederlijk en weinig volwassen groepje mannen – die thuis zijn in komedie en dus nogal humoristisch ingesteld zijn. Als er in zo’n groepje iemand gezocht wordt om een grote fysieke inspanning te doen, wie denkt u dan dat er zou gekozen worden?” Zuiderhoeks ogen blinken van enthousiasme. “De dikzak van de troep!”

Volgens Zuiderhoeks stelling zou de corpulente Philippides dus al erg gekweld geweest moeten zijn door de spot van zijn kameraden en de lange fysieke inspanning die de soldatenmop hem had opgebracht. “En ja, je moet je dus voorstellen dat die Philippides daar terug aankomt in Marathon he. Die mannen moeten de tijd van hun leven gehad hebben!” Op de vraag waarom hij dan opnieuw gekozen werd voor de ‘eerste marathon’: “wel ja, beeld je opnieuw de context in. Het is nacht, generaal Miltiades staat op het slagveld, de strijd is gestreden en honderden en duizenden Grieken en Perzen liggen dood in het zand, of spoelen samen met het wrakhout van de vernietigde schepen met de zachte golven aan op het strand. De overlevenden moeten tegen dan al een serieus feestje aan het houden geweest zijn, waarbij we ons al wat lege wijnamforen en een hoop mannen met een stuk in hun kraag mogen voorstellen. De bronnen wijzen erop dat toen Miltiades zijn mannen aansprak en een vrijwilliger zocht voor een nieuwe looptocht, zij in lachen en rumoer uitbarstten. Onder kreten van “stuurt de Flippe!”, “aaahaha de Flippeuh”, “dikke Flip, dikke Flip, hoi hoi hoi” en dergelijke, zag Miltiades zich opnieuw geconfronteerd met zijn minst athletische soldaat. (Blaast.) Ja, dat was nu niet echt het moment om zijn mannen terecht te wijzen he. Ze hadden juist op zijn bevel gebloed en gestreden. Dat kleine pleziertje kon hij hij moeilijk ontzeggen he. En aldus moest een jonge man sterven in wat één van de eerste bekende gevallen van pesterij is”.

Het onderzoek van prof. Zuiderhoek wordt volgende maand gepubliceerd in New Classical Review.

Michiel Scheerlinck

44


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Actu-Wa?! Reeds lang wordt in de meeste edities van het Veer de actualiteit belicht door een luchtige, zij het daarom niet minder scherpe, satirische bril. Ook auteur dezes had ooit het voorrecht zo’n stukje met veel plezier te fabriceren. De huidige actualiteit noopt de redactie echter tot ernstige maatregelen: de belabberde toestand in de binnenlandse en buitenlandse politiek, de diepe val van de kwaliteitsmedia (sic) (idiote artikels over dopen, bijvoorbeeld) en de larie die ze uitbraken zouden dit Lustrumveer al te zeer bevlekken met hun, in het algemeen bekeken, inferieure stompzinnigheid. Gelukkig konden wij via gedegen archiefwerk de meubelen redden en de integrale versie van de “Aktu-wa” van het allereerste Veer uit november 1931 van de stofdood bevrijden en hier vijfentachtig jaar later trots publiceren. Waarde leezers en meedestudenten, het weze mij een genoegen u doorheen de aktualiteit van de laatschte maand November te leiden. Zoals eenieder die zich over den algemeenen toestand van den wereld bekommert welzeker reeds zal ondervonden hebben, grijpt den ekonomischen krisis om zich heen en versmacht alzoo de meeste der Europeesche naties. Niet in het minst te Duitschland is de situatie bijzonder gespannen en heeft den Kanselier Bruenig zijn zaakjes niet langer onder kontrole. Begin November kondigde Frick, één der voortvarendste nationaalsocialistische leiders, af dat de nazi’s “wel eens schoon spel zouden maken met het Marxisme, hetgeen een offer van enkele duizenden menschenlevens beteekent” (DG, 3/11/1931). Op straat komt het tot heevige botsingen met de kommunisten en schrikkelijke moorden worden gepleegd langs beide zijden. Daar blijft het echter niet bij: den zevenentwintigsten november jl. werd een complot aan het licht gebracht waarbij men in nazihoofdkantooren plannen tot enen staatgreep heeft aangetroffen. Hitler en Goering van hunnen kant verklaren “den wettigen weg nooit te zullen verlaten” (DL, 28/11/1931). Toch meenen wij de hoofdredaktie van De Landwacht te moeten bijtreden wanneer zij in hun jongste editoriaal (DL, 9/12/1931) de “Hitleriaansche Mystiek” behandelen en doorzien dat deze vroeg of laat tot een machtsovername en dusch een nieuwen Europeeschen oorlog moet leiden.

Andere landen vergaat het niet noodzakelijk beter. Uit Frankrijk kwam deze maand het bericht dat er een moordaanslag op den minister van buitenlandsche zaken Briand verijdeld werd (DG, 6/11/1931). Te Spanje kondigt zich sinds april dit jaar dan weer de nieuwe Republiek aan. Den President wordt wellicht de heer Alcalá-Zamora. Het Spaansch parlement heeft Koning Alonso XIII verbannen uit zijn vaderland (DG, 20/11/1931) en de antiklerikale politiek wordt verdergezet. In het Oosten woedt dan weer een afzichtelijke oorlog tusschen Japan en China, voornamelijk in Mandchourië. Andermaal slaagt de Volkenbond er geenszins in de strijdende partijen tot vredelievender gedachtegangen te bekeeren. In Rusland mislukt ondertusschen de opvordering van het graan in de kollektieven en verwachten de waarnemers een zwaren winter (DG, 14/11/1931). In Indië tenslotte beroert den ondertusschen bekende leider Ghandi nog steeds de gemoederen met zijn oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Ghandi zelf is op eene rondreis in de metropool van het Britsche Rijk en maakte van zijn verblijf te Londen gebruik om een tentoonstelling van geiten te bezichtigen, waarvan De Gentenaar een fotooverslag meegaf (DG, 7/11/1931).

Dat laatste nieuwtje brengt ons naadloos bij het iets luchtiger nieuws. Zo vernamen wij dat nu ook een broer van de beruchte en ondertusschen reeds veroordeelde misdadenkoning Al Capone deze maand aangehouden werd (7/11/1931). Het rijk van de Capone’s schijnt nu wel definitief ten einde te zijn. Uit Cuba bereikte ons dan weer een wel zeer bijzondere technologische vooruitgang: het parlement aldaar is het eerste ter wereld dat werd uitgerust met microphoons voor alle zitplaatsen, hetgeen betekent dat de leden nu gemoedelijk vanop hunne plaats het heele parlement en zelfs de ruimtes daarbuiten kunnen toespreken met een simpele druk op de knop (14/11/1931). Het waare misschien niet slecht zulks ook in onze eigen Kamer en Senaat te voorzien. De uitvinding is overigens niet te danken aan den bekende uitvinder Thos Alva Edison, wiens overlijden ons reeds bekend was en, zoo vernamen de 45


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

gazetten, wiens uitvaartplechtigheid eene grote menigte op de been bracht in den staat Jersey (DG, 3/11/1931). In eigen land tenslotte werd de soldatenkazerne te Hasselt opgeschrikt door een akelige studentengrap die veel beroering veroorzaakte. Maandag morgend nam soldaat Coenegrachts er zijn geweer van het wapenrek om op oefening te gaan, toen plots een geweldige losbranding plaatsgreep. Grappenmakers hadden het geweer geladen en, bij middel van een koord, den trekker aan het wapenrek verbonden zodat met het opnemen van het schiettuig het schot vanzelf zou afgaan. Coenegrachts, geen kwaad vermoedend, had het geweer helaas opgenomen met de hand rond het uiteinde van de loop geklemd. Er moest in het militair hospitaal bij de ongelukkige tot afzetting van het voorste lid van den doorboorden duim overgegaan worden. Een onderzoek is inmiddels ingesteld naar de verantwoordelijkheid van het ongeval (DG, 25/11/1931). Wij hopen dat deze uitgave alvast iets beter bewaard zal blijven zodat de geschiedenisstudenten in het jaar 2101 zich eens kunnen uitleven met wat sappige satire over de actualiteit van 2016. Alhoewel die zichzelf wel zal schrijven, denken we – als de wereld nog niet is vergaan tegen dan.

(afkortingen: DG = De Gentenaar, DL = De Landwacht)

Tim De Moerloose

46


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Avontuur in Brazilië Woensdag 7 september 2016. Nietsvermoedend verlaat ondergetekende zijn slaapplek in de spuuglelijke Braziliaanse stad Feira de Santana om richting Salvador te vertrekken, op twee na grootste stad van Brazilië en de hoofdstad van de voor de rest wondermooie noordoostelijke staat Bahia. Daar had ik namelijk ’s avonds mijn terugvlucht richting Rio de Janeiro, na mijn eerste gezellige week in het paradijs achter de rug te hebben. Aangezien ik Salvador zelf nog niet had gezien en er ook niemand persoonlijk ken waarbij ik zou kunnen overnachten, besloot ik om toch tenminste een paar uurtjes te spenderen aan het bezichtigen van het oude koloniale historische centrum, alvorens me in de vooravond richting de luchthaven te begeven.

Toevallig was het ook Dia de Independência die dag. “Eigenlijk niets speciaals”, vertelden mijn plaatselijke Erasmusdeernes uit Feira de Santana me al, en behalve een reusachtige optocht, inclusief duidelijke “FORA TEMER!”lokroep (wat dus niet “Weg angst!” maar “Weg meneer corrupte interimpresident Michel Temer” betekent), was er inderdaad nog niet veel speciaals te merken. Dan maar zo snel mogelijk richting Salvador, weliswaar zonder het gezelschap van mijn brasileiras, die amper geld en tijd op overschot hadden om me ook dáár nog te komen vergezellen. Dan maar op m’n eentje dus. Na een blitzbezoek aan de Pelourinho (Michael Jackson en Beyoncé hebben deze trekpleister al gebruikt in hun videoclips) en de rest van het historisch centrum, waar een unieke mix van een springlevende Afrikaanse sfeer (Salvador wordt niet voor niets de ‘negerhoofdstad’ van Zuid-Amerika genoemd, 80% van de bevolking is zwart of ‘multiracial’ met Afrikaanse roots) en de typische koloniale architectuur mij als het ware al helemaal in bedwang nam, zocht ik snel mijn weg naar de dichtstbijzijnde bushalte richting luchthaven. “Gewoon de straat naar beneden, naar rechts en daar de blauwe bus richting Aeroporto nemen”, makkelijker kon het haast niet zijn. Ondanks een waarschuwing van een vreemde lokale zwerver (“It’s dangerous down there, take a taxi”) ging ik rustig op m’n dooie gemak die bewuste straat naar beneden. Er was namelijk genoeg volk op straat, de zon scheen broeiend hard om 14u ’s middags, mijn Portugees is sterk genoeg om niet in een soort val te lopen en we zaten midden in het centrum van de stad, wat zou er in hemelsnaam kunnen gebeuren? Eens beneden aangekomen werd het een kwestie van wachten, wachten en blijven wachten op die luchthavenbus, tot een buschauffeur van een andere bus blijkbaar al begon te denken dat ik verdwaald was. Nu ja, wat zou je zelf denken van een blonde Europeaan, met een week aan bagage bij zich, die in z’n eentje 20 minuten aan een bushalte staat te wachten en minstens evenveel bussen ziet passeren. De buschauffeur zond twee oude vrouwtjes, die uiteindelijk op dezelfde bus zaten te wachten, op mij af om te vragen of ik effectief verdwaald was. Jammergenoeg waren het sterk evangelistische vrouwtjes, die babbelden, babbelden en maar bleven babbelen over hun almachtige Deus en zijn beminde zoon Jesú. Ik geraakte afgeleid, uitgeput en het zodanig beu dat ik zelfs niet meer nadacht toen een vreemde man plots erbij leek te willen komen om met de populaire blonde gringo (“buitenlander”) te komen praten. Wat op een high five leek, veranderde al snel in een sterke handgreep, die mij met behulp van een andere vreemde man die op hetzelfde moment van de andere kant kwam, zelfs op de grond kreeg. Ik bood weerstand, ik hield mijn kostbare bagage (inclusief laptop, camera, meer dan 100 euro aan net afgehaald cash geld en mijn allerdierbaarste Leãozinho) zo dicht mogelijk tegen mijn borstkas, lustig om mezelf heen schoppend om hen toch op minstens een meter afstand te houden. Dat belette de tweede man niet om mijn broekzak toch helemaal los te scheuren, op zoek naar toch enkele briefjes reais. 47


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

De vrouwtjes waren ondertussen al volledig in paniek geraakt, net zoals een andere zwerver die tot dan tegen de muur lag te slapen té fragiel om zelf iets te ondernemen, en riepen dan maar zo hard als ze konden “Ajuda, ajuda aqui!” Een man aan de overkant van de straat ging gelukkig snel genoeg in op deze vraag, haalde zijn revolver losjes tevoorschijn en vuurde een waarschuwingsschotje af in het luchtruim van Bahía. De twee mannen waren gelukkig zelf ongewapend en zetten het dan maar op een lopen richting favela’s, zonder buit. De nog steeds panikerende vrouwtjes hadden toen het ingenieuze idee om mij op de eerste de beste bus mee te nemen en dan ergens anders een aansluiting proberen te vinden voor een andere bus naar de luchthaven. Resultaat: 1u30 lang met een gescheurde broek de evangelistische verklaring (“Graças à Deus! Dankzij Jezus hebben wij jou kunnen helpen! God heeft je gered!”) van twee gestoorde oude vrouwtjes moeten aanhoren. Ja, gestoord, want één van beide verklaarde op het einde plots, toen de andere al te druk bezig was met het vertellen van de hele gebeurtenis aan de rest van de overvolle bus, dat ze stiekem een bijverdienste had als prostituee. Gelukkig kwamen we snel aan in de luchthaven en kon ik eindelijk op mijn spreekwoordelijke gemak de mechanische vogel nemen richting Rio de Janeiro, met een nieuw avontuurtje erbij. Maar voor de rest was ’t een leuke reis naar Brazilië hoor! Anselm Logghe

Anselm Logghe

48


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Bo’s studentenkeuken Framed by mountains, crowned by the Hohensalzburg Fortress and divided by the turquoise Salzach River, the Salzburg landscape is pure drama.”~ Frommers

Liefste lezers van het veer, ik zal maar meteen met de deur in huis vallen, hier in Salzburg heb ik de perfecte spaghetti bolognese nog niet gevonden. Begrijp me niet verkeerd, ik heb al ontzettend veel empirisch onderzoek verricht, zoals het een goede foodie betaamt, en mocht je ooit beslissen om een citytrip naar Salzburg te ondernemen, wat ik ten zeerste zou aanraden, kan ik je op z’n minst 10 verschillende restaurants aanbevelen. Maar nee, de perfecte Belgische spaghetti vond ik nog niet. Daarom kook ik op tijd en stond zelf een vertrouwde spaghetti volgens het beste recept van de wereld en deel ik dat hier met jullie.

Spaghetti Billiet Ingredienten (1 heel grote portie) 

spaghetti

1 teentje look

1 ui

6 wortelen

1 paprika

400g gehakt naar keuze (ik kies gemengd)

1kg tomatenpassata

Peper en zout

Geraspte kaas naar keuze

Provençaalse kruiden

Spaghettikruiden

1 klontje suiker

 Materiaal 

Snijplank

Snijmes

2 hoge kookpotten en 1 pan

dunschiller

49


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

 Bereidingswijze ·

Verwarm olijfolie in een hoge kookpot op middelhoog vuur. Versnipper een ui en plet de look. Vervolgens was je de paprika en de wortelen en snij hen in brunoise. Zet een hoge kookpot op het voer, voeg wat olijfolie toe en verhit de pot. Vervolgens voeg je de ui en look toe en stoof je aan, voeg hierna de paprika en kruid het mengsel naar smaak met peper en zout, Provençaalse kruiden en spaghettikruiden. Laat stoven op een zacht vuur. Ondertussen warm je een koekenpan en voeg je wat boter toe, dit is om het gehakt te bakken. Wanneer de boter lichtbruin geworden is voeg je het gehakt toe, kruid je met peper, zout en spaghettikruiden. Bak het gehakt en scheidt het gehakt door middel van een vork, de grote van de ‘brokjes’ zelf te kiezen. Ondertussen zijn de groentjes al zacht geworden, dus je voegt er de tomatenpassata aan toe. Roer goed. Wanneer het gehakt goed gebakken is, voeg je het aan de tomatensaus toe. Proef en indien gewenst voeg je een suikerklontje toe, dit om het zure van de tomatensaus tegen te werken. Laat de saus lichtjes sudderen en kook ondertussen de spaghetti beetgaar. Serveer de spaghetti Billiet in een diep bord en werk af met wat geraspte kaas.

·

smakelijk!

Bo Billet

50


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Liefde in tijden van Trump: the return of Pedro Scampi DEEL 1: De coupure ligt er verlaten bij. De vergeelde herfstbladeren dwarrelen door de lucht en de laatste zonnestralen proberen tevergeefs door de laaghangende wolken te priemen. Een korte vloek ontsnapt aan haar lippen wanneer ze de eerste druppel over haar wang voelt glijden. “SHIT, kon deze kutdag nog erger!” Het mistroostige gevoel dat zich die nacht van haar had meester gemaakt kreeg ze maar niet uit haar systeem. Met een plof plant ze zich neer op de bank. Wat bezielt de mensheid? Wat drijft hen om rationeel onverklaarbare, bijna sadistische, beslissingen te nemen? Heel de nacht had ze zitten staren naar haar flikkerende scherm. Soms indommelend om dan weer met een ruk nieuwsgierig, soms met hoop vaak met een klein hartje, naar de updates te zoeken. Om 7u was haar grootste vrees werkelijkheid geworden. D.J. Trump bedankte als winnaar zijn talrijk opgekomen (blanke?) dweepers, “you can’t always get what you want” als een snerende belediging zoemend op de achtergrond. Zijn wenkbrauwen nog meer in een hoek getrokken, de grijns nog blinkender dan tevoor. Een plotse schaduw worstelde zich op de bank naast haar. “Vind je het erg als ik een sigaret opsteek?” Schuchter keek ze opzij. Een knap gezicht, helder blauwe ogen boven een woeste baard, keken haar vriendelijk aan. “By all means, doe maar!” “Weet je wat, fuck it, geef mij ook maar een safje als je er één kan missen!” De rook dwarrelde op van tussen zijn lippen. “Laat mij raden, kwaad op de wereld, teleurgesteld in de mensheid?” Een kleine cynische glimlach kon ze niet onderdrukken. Met een vlotte beweging viste hij een brické uit zijn broekzak. “Ja inderdaad. Het idee dat iemand met de mentale leeftijd van een 5jarige verwende peuter de macht heeft over 2000 kernbommen is wel iets of wat beangstigend ja. Fucking Rednecks.” Zijn lachende ogen keken haar geamuseerd aan. “Je ziet eruit alsof je wel een druppel kunt gebruiken. Kom, ga mee, ik woon hier het straat over.” Lang hoefde ze niet na te denken, elke afleiding was goed genoeg om haar zwaar gemoed te verzachten. “Elise is de naam, en hoe heet jij?” “Noem me maar Pedro. Pedro Scampi.” _____ DEEL 2: Met een dramatische beweging duwde hij de hoge glazen deuren open. Langzaam stapte ze de oude planken vloer op. Het haar krullend langs haar fijne nek. Hij wist niet wat het was, die natuurlijke elegantie of gewoon het medelijden dat hij voelde. Er was iets aan haar, iets dat hem aantrok, onverklaarbaar… net als de Amerikaanse verkiezingen. Een kleine grijns ontsnapte aan zijn lippen. “Wijn is goed?” “Geef mij maar iets sterker, ik kan het wel gebruiken” zei ze zonder zich om te draaien. In dit onbewaakte moment, met haar rug naar hem toe, liet hij zijn ogen over haar lichaam glijden. Het strakke kleedje was een goede keuze geweest en konden haar welgevormde rondingen niet verbergen. Een scheut van verlangen ging door zijn lijf. “Het is wiskey geworden! Santé, op het einde van de wereld… of toch deze rotdag.”

De laatste houtblok knapte nog na in het vuur. Drie uur, vier wiskeys en 2 pizza’s later was hun gesprek eindelijk stilgevallen, uitgeput maar genietend van de onverwachtheid van het moment en de ontmoeting staarden ze in het vuur. Zijn hoofd net iets te dicht bij hare zijne. Alles was zo snel gebeurd, nu wou hij niet stoppen, nu meegaan in het moment was het enige wat hij kon. Zijn lippen reikten langzaam naar de hare. De aanraking stuurde een zindering door zijn lijf, hij voelde zijn verlangen groeien in zijn lenden. Hij nam haar in zijn armen. 51


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Slanke bruine benen sloten zacht om zijn gespierde rug, haar handen zochten door zijn haar naar zijn lippen. Zacht kwam ze op het schapenvel neer, de warmte van het vuur gloeide op haar wangen. Kordaat duwde ze hem van zich af. Met een uitdagende blik kwam ze voor hem zitten, langzaam haar benen openend. Kijken mocht, aanraken niet. Langzaam gleed het kleed van haar schouders over haar parmantige heuveltjes. Haar kanten slipje volgde. Vol van verlangen zochten zijn lippen naar haar naakte lijf. Haar hand greep naar zijn broek. In een snelle beweging plofte zijn jeansbroek op de grond. Plots naakt stonden ze tegenover elkaar, twee vreemden, verslingerd in verlangen. Enkele seconden lang was er niets dan de knetterende sintels in het vuur. Hier vol van begeren, gevangen door nieuwsgierigheid vergaten ze alles. Haar gesmoorde kreet op het hoogtepunt van verlangen kon ze niet meer onderdrukken. Kreunend liet ze zich naast hem op de grond vallen, haar strakke borsten haastig bewegend op het ritme van haar hartslag. Haar ogen gleden naar het plakkaat aan de muur: “The only things that can cure a bad day are rough sex and smooth tequila. Preferably in that order!” Glimlachend rolde ze naar hem toe. “Elise is de naam, en hoe heet jij?” “Noem me maar Pedro. Pedro Scampi.” Yours truly,

Anoniempje

52


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Een totaal objectieve weergave van de Amerikaanse verkiezingen Noot van de schrijver: De bende mietjes van de VGK, die zogenaamd neutraal zijn (kuch, linkiewinkies, kuch) oordelen dat er zogezegd hard taalgebruik zit in deze tekst. Zij doen, net zoals alle struisvogels en berniefans, dan ook afstand van de vorm en inhoud ervan. Losers met kleine handen ja...

Vanaf volgend jaar kan iedere Belg z’n dosis jodiumpillen afhalen bij de apotheker. Tip: ga ze halen. Niet omdat één van de Belgische hoogbejaarde kerncentrales een meltdown zal hebben. Wel omdat in het land dat tot begin november gekend stond als leider van de vrije wereld een licht opvliegende narcistische bol vet verkozen is tot opperprimaat. Niet dat Drumpf op ons een atoombom zal smijten, hij is veel te druk bezig met incest, maar hij levert ons gewoon over aan die andere verdoken homo: den Vladi. Een objectieve, neutrale en inhoudelijke analyse. Proficiat VS. Voor het eerst in de geschiedenis is de president van een land een oranje kruising tussen een homo erectus en een orang-oetang. Een mijlpaal. In het licht van de grootste miscasting sinds Jamie Dornan als Christian Grey, wil ik ook al het resultaat van komende verkiezingen meedelen. Een croissant wordt president van Frankrijk, de Fransen vonden alle andere kandidaten niet Frans genoeg. De verkiezingen in Nederland draaien uit op een overwinning voor zwarte piet. Hij wordt met een ruime meerderheid verkozen tot minister-president. Geert Wilders zal er twee jaar over doen om te beslissen of hij hem kan steunen, maar besluit dan terug te keren naar zijn eigen land: Indonesië. Maar de grootse verassing is deze van uw dienaar tot praeses van de VGK. Mijn eerste beleidsmaatregel verbant alle Walen en Dendermondenaars uit de VGK, eindelijk. Verder zullen alle communisten eindelijk gestraft worden voor het opeten van baby’s door ze te defenestreren . Zelfs in Praag zullen ze daar hun hoedje voor af doen. Het systeem is rigged. Absoluut. Het systeem van de kiesmannen leidt tot een plezante verkiezingsnacht, maar het is meer een basketmatch dan een verkiezing. Dat het kiescollege dan nog in het leven is geroepen om te vermijden dat een zot president kan worden, maakt het enkel nog erger. Of hadden 50% van de Jill Stein en Gary Johnson supporters enig verstand gehad, hun belachelijke hipsterkeuze aan de kant gezet en voor Hillary gestemd, dan was dit ook vermeden. Maar neen, kleine kindjes moeten weer lastig doen en een tegendraadse keuze maken. Dat de Clintons geen enkele fout treffen, is voor deze eeuwige Clintonfan dan ook de logica zelve. Ik ben dan ook de enige die nog hoopt na Clinton 2008 en Clinton 2016 op Clinton 2020. Maar wie zijn de stemmers? Ja, je hebt de laagopgeleide rednecks voor wie onderwijs een baken van verderf is. Een groep die ook in ons land bestaat, zo werd ik zelf begin vorig academiejaar door extreemrechtse fanatici uitgescholden omdat ik terug ging studeren. Dan heb je nog de vrouwen en latino’s die tegen hun eigen belang stemden. Doet me denken aan de Turken die ik kende en die voor Vlaams Blok/Belang stemden. Ze waren de Marokkanen beu (true story). En natuurlijk heb je nog de pseudo-intellectuelen. Je kent ze wel. Ze hebben een opleiding gehad of volgen ze, maar slagen er niet in om het kritisch denken dat wordt aangeleerd effectief te gebruiken. Ze worden heel selectief in wat ze als relevant zien. En de klassieker: ze geven hun argumenten een legitimiteit door te refereren naar filosofen of oude conservatieve of neoliberale leiders. Alleen halen ze die uit context, verkrachten ze deze en tonen ze aan dat hun educatie totaal verloren moeite was. Doet me er aan denken, onlangs had ik op faceb.., ow wacht eens. Als alle deze elementen hier ook aanwezig zijn, dan wil dit maar een ding zeggen. Marc Coucke wordt president van België. Bruno, sta ons bij! 53


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Op het eerste zich is er ook goed nieuws. Er komt een historicus in de nieuwe regering: Newt Gingrich. Hij is zelfs gespecialiseerd in Belgische Congolese geschiedenis (Davy, daar liggen nog carrièremogelijkheden). Alleen stopt het daar. De man trouwde eerst met zijn wiskundelerares, maar zij kreeg kanker. Dus vond hij er niks beter op dan haar te bedriegen met de verpleegster. Hij gaf de mededeling en scheidingspapieren aan haar terwijl ze doodziek in het ziekenhuis lag. De verpleegster had een rijke familie, dit was nodig om de massa schulden die hij had opgebouwd weg te werken. Dat was allemaal ok, tot hij in ’93 een affaire begon met een 23 jaar jongere assistente. In 2000 scheidde hij dus opnieuw en trouwde opnieuw. Zijn vrouw gaf openlijk in een interview toe dat hij zijn voorstel van een open huwelijk weigerde. Je zou denken: een plezante kerel. Feest Jules en Sport Nathan zouden het ook doen. Dat klopt. Maar… de man is een ultraconservatieve religieuze zot, die als housespeaker probeerde Bill Clinton af te zetten wegens …. overspel. Daar stopt het nog niet. Hij legde het land economisch plat omdat hij als een klein kindje zijn zin niet kreeg in de begrotingsonderhandelingen. Maar nu denkt u, hij is historicus, hij moet toch iets van rationaliteit in zich hebben? Wel, de man ontkent de opwarming van de aarde en evolutietheorie. Neen, hij gelooft het bijbelverhaaltje echt. Nochtans is zijn baas het levende voorbeeld dat er zelfs nog menselijke soorten heel dicht bij primaten staan. Indien er nu mensen zijn die vinden: schrijver, je gaat te ver. Ik ben pro-Drumpf. Dan heb ik nieuws voor je. Niemand heeft je graag. Je “vrienden” roddelen achter je rug hoe verschrikkelijk je wel niet bent. De proffen vinden het verschrikkelijk om aan zo’n hopeloos geval les te geven, ze kunnen hun tijd even goed verspillen door grassprietjes te tellen. Je ouders wilden eigenlijk een abortus maar waren te laat. Ze wisten niet dat ze zwanger waren, aangezien je hoofd en hersenen nooit ontwikkeld zijn. Je lief bedriegt je met drie negers, tegelijk. De boekentoren is 64 meter hoog. Het brengt me tot weemoed. De tijd waarin een Republikein president kon zijn, veel mensen er tegen zijn, maar een eerbaar persoon was. Ach, Georgie, je had dan wel een foute vicepresident en minister van defensie, maar jij was nog oké. Je had respect voor minderheden, je was er zelfs populair bij. Vrouwen waren veilig in je omgeving. Hoe hard je land ook werd aangevallen, je wist dat de nucleaire codes niet zomaar kon gebruiken. We wisten ten minste wat je agenda was. Ach, Georgie, ik mis je nu al.

“Amerika-kenner” Cynische oude lul

54


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Zen Momentje Openingszinnen met the Duke of Hottingham Waar word ik helemaal zen van? Wat drijft me tot de rustige oorden in mijn hoofd? Een goed avondje toogflirten in de Amber, of nog beter, op Bachelorweekend. Noem het maar liever een ‘zin momentje’ waar de meisjes een wow-gevoel van krijgen. Ik, the Duke of Hottingham, ben gekend om mijn openingszinnen die zelfs al de openingen zin doen krijgen. Jaja, je hoort het goed. Bij deze wil ik jullie enkele topzinnetjes voorschuiven die garant staan voor succes. Let wel op, met succes komen ook nadelen! De casanova in mij blijkt soms een andycap… I’m going to make you wetter than Katrina did to New Orleans. -

I cum so hard they call me Blitzkrieg.

-

I’m going to put that pussy on fire like it’s Dresden.

-

Girl you make me go Aaaaaaaaaauwschwitz.

-

Is dit het Jaar 1933? Want, ik ga Jehol veroveren.

-

Ben je een Fluorion? Want, je bent wel aantrekkelijk.

-

There is no ‘I’ in hummus, only ‘us’.

-Historische/ dwaze mopjes met Coupurezwemmertje

Als je honger hebt, dan moet je eten. Als je alarm in uw darm hebt, dan moet je naar het toilet gaan. Als je zin hebt, dan moet je de opening zoeken. Maar vooral, als je binnen 2 dagen examen hebt, dan moet je leren. Haha, ja, dan zou je dat inderdaad moeten doen. Maar niets is minder waar. 19 Juni 2016 was het, nog 2 dagen voor het beruchte vak van Bruno de Wever. Het vak waar je een boek van 1500 pagina’s uit je hoofd moet kennen. De Blok doet rare dingen met je, dit is een resultaat ervan. -

Anarchistische kooktip: o

-

Van waar haalde Nicholas Romanov II zijn koffie? o

-

Bakunin olie

Tsaarbucks

Wie stond er in 1920 bij Rusland in de spits? o

Kulaku

-

We gaan er voor deze examenperiode nog een laatste keer Teheran.

-

De blok eist zijn Tolstoy.

-

De slaven in de zuidelijke staten van de VS hadden toch altijd Missouri hé. 55


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

-

Waar stuur je mensen met spraakgebrek op vakantie? o

-

Ellispel Island

Wat zouden de Amerikanen gezegd hebben toen de Russen aan de macht kwamen in Europa? o

Godverdoema

-

De tsaar is zo conservatief en kwaadaardig, dat ze hem Tshari noemen :s

-

Moest Jelle een bom zijn, dan noemden ze hem de Enola Gay.

-

Moest Jelle last hebben van diarrhee en hoge koortsen, dan noemden ze hem Ebola Gay.

-

Wat zegt de allochtone Vietnamees wanneer hij na zijn werk op de parking van het station te Brugge komt? o

-

Wat is Henry V Tudor zijn lievelingsliedje? o

-

Luftwafels

Why did people hate Ho Chi Minh? o

-

Pupil: ‘Course I can!

Wat eten Nazi’s als ontbijt? o

-

With a pair of Caesars

Teacher: Can you describe for me Napoleon’s origin? o

-

Je bent modernist, homoseksueel en je bent allergisch aan komijn.

How was the Roman Empire cut in half? o

-

Als Bruno in zijn les vraagt wie gekend staats als de grootste doch kleine Corsicaan, en een leerling antwoordt: Daboleon Borntoparty xppp *antwoorden met: ‘da’s een schone jongen eh’ was ook mogelijk geweest.

Hoe weet je dat je pech hebt als je Iranees inwoner bent? o

-

Heads will roll

Hoe weet je dat we met een messed up generation zitten? o

-

Ho Chi Minh auto gezien?

Because he was hanoiing

What was the most popular dance during the period 1776-1789? o

Indepen-dance

The Duke of hottingham en Coupurezwemmertje

56


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Scriptator sluit af In het vorige Veer waren we nog met twee, nu doe ik het alleen. Mijn ex-functie partner Nele is “betere” oorden gaan opzoeken als quaestor. Dat wil zeggen dat er nu niemand meer is om mijn dictatoriale trekjes te temperen. Mijn ketens vallen af, mijn ware macht komt boven. Ik ben de alleenheerser over het geschreven woord van de Vlaamse Geschiedkundige Kring en niemand zal ontsnappen aan mijn machtige censuur. Nu, deze staat als alleenheerser van het Veer gaat natuurlijk ook gepaard met de bijhorende personencultus van uw enige echte, showstopping, pantydropping, styling and profiling, limousine riding, jet flying, kiss-stealing, wheeling and dealing, son of a gun: sexy scriptor! Val dus maar allemaal op uw nederige knietjes en schreeuw mijn naam door de gangen van onze geliefde faculteit, want zij zullen weten dat hun verlosser gekomen is. Bon, over naar andere, minder belangrijke, zaken. Zoals jullie vast en zeker niet ontgaan is viert de kring haar 85ste verjaardag op 26 november. Ik snap nog altijd niet waarom het lustrum niet gevierd wordt op de dag dat ik mijn VGK lidmaatschap verkreeg, denk maar voor geen seconde dat ik dat gekocht heb, de scriptator krijgt wat hij wil of hij eigent het zichzelf toe.

Van 21 tot 25 november staan verschillende festiviteiten op het programma, op al deze evenementen zult u, als minderwaardig plebs, de ultieme kans krijgen om de glorieuze scriptator te ontmoeten. Mijn trouwe partijgenoot, Jasper Standaert, de lustrumpraeses, heeft als verantwoordelijke al deze festiviteiten in goeie banen geleid. De rest van de partij speelde hier natuurlijk ook een belangrijke rol in. Ondertussen heb ik een fantastische anderhalve maand gehad tussen het september Veer en het ter perse gaan van dit Veer. Door mijn talloze interviews heb ik fantastische mensen leren kennen en ben ik veel te weten gekomen over de geschiedenis van de kring. Mijn oprechte dankbaarheid gaat uit naar iedereen die de tijd nam om een gesprek met mij aan te gaan. Het was een ervaring waar zelfs uw harde scriptator nederig van werd.

Lionel ‘scriptator’ Olieu

57


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

Ereledenlijst van de Vlaamse Geschiedkundige Kring 2015-2016

Ereledenlijst Prosenioren

Malfait Marieke

Sympathisanten

Corremans Hilde

Mares Titouan

De Groote Jelle

Linters Adriaan

Peetermans Alex

De Witte Ann-Sophie

Vanheuverbeke Karl

Pluym Charlotte

Maes Pieter

Debaenst Bruno Danniau Fien

Pottie Jacques

Roggeman Lisa

Rombouts Arno

Van Craeynest Frea

Roose Hanne

Van Wulpen Anneleen

Vandeputte Ruben Vanden Meersschaut Jens Standaert Jasper De Wulf Ivo

Scheerlinck Michiel Slegers Laurens Van de Ponseele Lo Van Der Heyden Cynthia

Pro-Praesidium Boudry Jasper Cassiman Ruben Claeys Miquette Crikemans ValĂŠrie De Bock Celine De Loof Laurens De Moerloose Tim De Smet Katrien De Wolf Anschi Declerck Nathan Desmadryl Matthias Desmedt Ishka Elegeert Jochen

Van der Straeten Aljosja Vanhee Wouter Vennekens Veronique Vercammen Desmond Verhoeven Tine Vlaeminck Diethard Voorspoels Jolien

Bevriende kringen Klio Filologica Historia Klassieke Kring Kring voor Moraal en Filosofie Kunsthistorische Kring Oosterse-Afrikaanse Kring Slavia Veto

Peter Professoren

De Groote Jelle

Devos Isabelle Van Bruaene Anne-Laure Van Nuffelen Peter Vermeir RenĂŠ Zuiderhoek Arjan

Grootaert Niels Heene Bart Heymans Niels

Academisch personeel Lasoen Kenneth 58


34e jaargang, nr. 2: Lustrumveer

59


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.