Maartveer

Page 1

33e jaargang, nr.4: Maartveer

1


33e jaargang, nr.4: Maartveer

2


33e jaargang, nr.4: Maartveer

HET VEER

Tijdschrift van de Vlaamse Geschiedkundige Kring 33e jaargang, nr.4

Maartveer

IN D IT NUMMER:

Voorwoord van de praeses De VGK-kalender Met de VGK op skireis

4 6 7

Satirisch nieuws met L.A.M.

9

Eeklo, een reisverslag

12

Speelbeerpagina Over-the-top spelletjes Literatuurlijst “de wereld rond”

16 17 23

Een sportieve vooruitblik op 2016 Interview Jacques Pottie

26 28

De volijke vrakgroep Cartoon

33 36

Private Investigations Wie wordt de nieuwe 007?

37 40

Liefde in tijden van temptation De Transmongolië Express Gent Door Ishka Verkend Bo’s studentenkeuken Out of this world De scriptor sluit af Colofon Ereledenlijst

44 46 55 59 60 64 66 67 3


33e jaargang, nr.4: Maartveer

DE PRAESES VOORWOORD Beste geschiedkundigen, Welkom terug in dit tweede semester! De examens zijn voorbij en ik ben ervan overtuigd dat jullie er allemaal tevreden op kunnen terugkijken. De VGK en haar praesidium zijn er in elk geval terug voor jullie met een hele resem activiteiten. Eerst zal ik jullie nog een klein overzichtje geven van wat er al allemaal gebeurd is sinds ik jullie laatst toesprak in het kerstveer. Omdat dit uiteindelijk een reisveer is, begin ik uiteraard met de skireis. Hoewel we dit jaar met een beperktere groep waren, was het opnieuw de VGK die het grootste deel van de skiĂŤrs aanleverde. Wat verder in het Veer zullen enkele deelnemers meer uitleg geven over deze, wederom legendarische, reis. De intersemestriĂŤle week lag echter nog maar net achter ons of de postnieuwjaarsdrink was er alweer. Hier toostten we nog eens allemaal in stijl op het nieuwe jaar. De dag erna was het opnieuw feest, de Klio en Historia zakten namelijk af naar Gent voor de jaarlijkse verbroederingscantus. Ook dit jaar hebben we ons allemaal enorm geamuseerd en tussen ons gezegd en gezwegen: wij waren opnieuw de beste cantussers ! Dit jaar was er ook een bezoek van de studentenfanfare geregeld, wat voor de meeste Antwerpenaren en Leuvenaren een aangename verrassing was. Ook de heropeningscavafuif was een schot in de roos. De volgende dag was het echter tijd voor een serieuzere activiteit: in samenwerking met de andere blandijnkringen en Stuart werd er een lezing georganiseerd waarbij prof. dr. Biebuyck ons de problemen omtrent besparingen aan onze faculteit verduidelijkte. Ten laatste kijk ik graag nog terug naar onze heropeningscantus die plaatsvond in de Salamander. Hierbij zaten we opnieuw in grote getale klaar om samen liederen te zingen en een occasioneel pintje te drinken. 4


33e jaargang, nr.4: Maartveer

Laat ons echter niet enkel terugblikken, het is tijd om vooruit te kijken. Ons programma is namelijk verre van leeg! Zo hebben onze cultuurs weer een overvolle kalender klaargezet. Eerst en vooral is er de Nacht van de Geschiedenis, het grote evenement van het cultuurjaar! Zoals elk jaar organiseert de Vlaamse Geschiedkundige Kring dit samen met het Davidsfonds en dit jaar zelfs ook met het Liberaal Archief Gent. Wij hopen jullie dus allemaal talrijk te mogen verwachten op 22 maart in het Liberaal Archief te Gent (op het Kramersplein, ook bekend wegens de Yucca, de facbar van de economie, die zich aan de overkant bevindt). Dit jaar is ‘smaak’ het onderwerp? Jullie mogen jullie dus zeker aan enkele hapjes verwachten bij de lezingen. De prijs hiervan? Niets, dit jaar is het volledig gratis! De Nacht is echter niet hun enige activiteit, want dankzij Cultour verschaffen ze jullie opnieuw een hoop topactiviteiten aan zéér studentikoze prijzen.

Uiteraard zit niet alleen cultuur met een volle agenda. Debat heeft de volgende weken nog een zeer interessante lezing over de toekomst van het Belgische leger en een debat over het vrijstellen van de archieven van de Belgische inlichtingendiensten in petto. Feest heeft dan weer nog een kringavond in het vooruitzicht met een zeer origineel thema. Uiteraard mogen we ook het feest der feesten, the ultimate party, niet vergeten… de VGK Springbreak! De ouderejaars onder jullie kennen de reputatie van deze fuif misschien al, of zijn die door bepaalde redenen vergeten. In elk geval is de Delta op 19 april the place to be om de legendarische VGK springbreak cocktails te proeven. Om al die hapjes en drankjes af te kunnen werken, organiseert ook sport een heel resem aan activiteiten! Daarna mag er echter wel weer ontspannen worden, dus zijn er na de paasvakantie nog enkele grote activiteiten. Eerst en vooral is er de 24u van de Amber en de praesidiumverkoop. Hierbij kan je voor een prijsje één of meerdere praesidiumleden op de kop tikken. Maar de belangrijkste activiteit is vooral de jaarlijkse familie, vrienden en oude zakkencantus op 15 april. Heb je dus zin om je (groot)ouders, broers, zussen, neven, nichten en vrienden eens van het cantusleven te laten proeven of wil je gewoon nog eens cantussen? Iedereen is meer dan welkom in de kelder van de Delta! Dit geldt uiteraard ook voor de ereleden die nog eens een cantus willen meepikken. Omdat vele deelnemers van deze cantus werkmensen zijn, vindt het uiteraard plaats op een vrijdag.

5


33e jaargang, nr.4: Maartveer

We begonnen ons overzicht met een reis en zullen dus ook eindigen met één van onze reisactiviteiten! Op 24 maart vertrekken we namelijk met een dikke 40(!) mensen voor 8 dagen naar het verre Polen. Het belooft alweer een fantastische reis te zijn. Ik kijk er in elk geval enorm naar uit! Ivo De Wulf Praeses VGK 2015-2016

De VGK-kalender: maart 2016 ma Eetweek

di

wo

do

vr

za

1 Eetweek 2 Eetweek 3 Eetweek 4 Eetweek 5 IFK Squash

7 Stucu8 bestelweek Debat

9 Speeddate

zo 6

Fun Lovin’ Criminals

Infodag

10

11

12

13

17

18

19

20

IFK Badminton 14

15

Debat

Otello — Opera

16 Kringavond Paperworkshop

Dies Natalis

21 Stucuophaalweek

22 Nacht 23 van de Geschiedenis

24

25

26

27

Polen

Polen

Polen

Polen

28

29

30

31

Polen

Polen

Polen

Polen

6


33e jaargang, nr.4: Maartveer

MET DE VGK OP SKIREIS De impressie Nadat we een volle maand gestudeerd hadden voor die vervelende rotexamens die ons werkelijk bloed, zweet en tranen hebben gekost, vertrokken we op skireis met de VGK naar Puy-Saint-Vincent. Aan de skireis was er een festival verbonden, Snowattack, waar we de eerste avond met de hele groep naartoe gingen. De heenrit van een halfuur met de bus naar het festival was waarschijnlijk een van de gevaarlijkste busritten die we ooit hebben meegemaakt. Netsky’s dj-set was fenomenaal en onze eigenste Isabeau mocht zelfs mee backstage gaan ter ere van haar verjaardag. Tevreden kropen we allemaal om 4u in ons bedje om de dag erop om 10u op de skilatten te staan en te genieten van de leukste wintersport die er bestaat. De zes ski-dagen die volgden waren dagen vol plezier. Met meestal mooi weer, wat ervoor zorgde dat we optimaal konden genieten. ’s Avonds aten we onze buik over het algemeen vol met kilo’s aardappelen. We kunnen zeker en vast besluiten dat tartiflette de topmaaltijd van onze reis was! Er volgden nog veel gezellige avonden, waarvan zeker de karaokeavond één van de hoogtepunten was. De opkuis bevestigde dan ook wat we allemaal dachten: de skireis was zeker en vast VGK-waardig! We vertrokken huiswaarts met wat meer bagage, een gevoel van voldoening en een paar kilo’s extra dankzij al die kaas en aardappelen die we naar binnen hadden gewerkt. Ons mooi waarschuwingsdoek dat we verplicht moesten meenemen nadat Jonas er ‘per ongeluk’ was tegen gesnowboard heeft reeds een mooi plaatsje gekregen in de kelder. En sinds die mooie week in Puy-Saint-Vincent weten we ook dat mannen het liefst zelf hun cadeautjes uitpakken. De foto’s zijn maar een klein tipje van de gigantische berg aan mooie herinneringen die we hebben aan deze mooie VGK-reis.

Miquette Claeys

7


33e jaargang, nr.4: Maartveer

MET DE VGK OP SKIREIS De beelden

8


33e jaargang, nr.4: Maartveer

SATIRISCH NIEUWS Met L.A.M. SUCCES-HIT ABBA TERUGGEROEPEN Platenlabel Polydor roept alle drukken van de plaat Waterloo van de groep ABBA terug. Deze drastische maatregel komt als reactie op de recente ontdekking van manifeste historische onwaarheden in de tekst van het titelnummer van het album uit 1974. Met name de strofe “My, my, at Waterloo Napoleon did surrender” is gebaseerd op een grove fout, aangezien de beruchte Keizer zich slechts een kleine maand na de veldslag uitleverde aan de Britten. Polydor biedt zijn verontschuldigingen aan. Over een schadevergoeding voor de gedupeerde klanten is nog niets bekend.

MAFIA KEERT ZICH AF VAN VATICAAN De Siciliaanse mafia heeft zich officieel gedistantieerd van de Katholieke Kerk, haar geloof en haar bestuur. De leiders zagen zich genoodzaakt tot deze opzienbarende aankondiging te komen na het lezen van het boek Via Crucis van de Italiaanse onderzoeksjournalist Gianluigi Nuzzi. De verhalen die in dit boek geopenbaard worden over de financiële wantoestanden binnen het Vaticaan, stootten de leiders blijkbaar zwaar tegen de borst. “Het is niet abnormaal dat de Kerk geld van de armen en zwakken in de maatschappij herverdeelt onder een rijke toplaag en investeert in megalomane en overbodige bouwwerken, dat doet ze al duizend jaar”, lezen we in de officiële verklaring. “Zo’n vuile en harteloze politiek op dergelijke schaal en tijdsspanne nastreven, is iets waarvoor we haar erg bewonderen. Maar de wantoestanden van de laatste decennia gaan er echt wel los over. Wij waren oprecht gechoqueerd en hopen dat de Kerk het ware corrupte licht snel terugvindt.” Verwacht wordt dat de Umbrische en Sardinische mafia’s spoedig zullen volgen.

RODEDEURENSCHANDAAL GROOT-BRITTANNIË Grote consternatie onlangs in Groot-Brittannië, toen het Home Office een onderzoek moest instellen nadat bleek dat een dochteraannemer van G4S die in het Noordoosten van Engeland de opgevangen vluchtelingen moest huisvesten, alle deuren van de betrokken huizen rood geschilderd had. 9


33e jaargang, nr.4: Maartveer

De vluchtelingen namen dit op als een identificatiemiddel, dat hen zou blootstellen aan uitspattingen van racisme en haat. G4S erkent haar fout en roept haar dochteraannemer tot orde. “Het probleem zal deze week nog hersteld worden. We zullen zo spoedig mogelijk mensen langssturen om alle deuren oranje te verven”, liet het bedrijf eerder vandaag weten.

TWIJFEL OVER HERKOMST WIJN JEZUS De Europese Commissie stelt in samenwerking met het Vaticaan een officieel onderzoek in naar de de wijn die Jezus creërde. Het bekende verhaal uit de Bijbel, waarbij Jezus een grote hoeveelheid water in wijn veranderde, vormt immers voer voor een hevige discussie binnen de wijnwereld. De inzet is welke wijn nu eigenlijk aanspraak mag maken op het officiële etiket “Zoals Geschapen door Jezus Christus, zoon van God en Verlosser van de Hele Mensheid”. De twee grootste kanshebbers zijn Domaine Leroy Musigny uit 1999 en Alphonse Mellot Sancerre Rouge Génération XIX uit 2003. Volgens voorstanders van de eerste “stelt de Bijbel duidelijk dat de ceremoniemeester tegen Jezus zei dat Hij “de beste wijn tot laatst bewaard” had (Johannes 2:10). De beschrijvingen van de smaak van de wijn slaan duidelijk op onze Musigny!” Woordvoerders van de concurrentie zijn hier bondig over. “Hoe kan iemand nu denken dat Jezus zich zou verlagen tot zulk een vuile brol als die van een tweederangsdomein als Leroy Musigny? Neen neen, onze wijn is duidelijk de meer verhevene.”

OFFICIËLE EXCUSES KATHOLIEKE KERK En het was een drukke periode voor de Katholieke Kerk, nu het Vaticaan zich tevens genoodzaakt ziet om haar officiële excuses aan te bieden voor de aanhoudende pedofilieschandalen van de afgelopen decennia. Na veel externe druk had de paus immers bevolen het stichtingsmanifest voor het priesterschap uit de archieven van het Vaticaan te halen en de vertaling grondig te herzien. De vertalers ontdekten daarbij dat paragraaf 6.4.2, aangaande de Buitengewone Liefde en Zorg voor Jongens, verkeerd vertaald was. Volgens een betrokken taalkundige “werd in de middeleeuwen het Latijnse woord pueri niet enkel gebruikt voor “jongens”, maar ook voor “kinderen”. Hetzelfde misverstand heeft reeds geleid tot de fabel van de zogenaamde kinderkruistochten.” 10


33e jaargang, nr.4: Maartveer

Het Vaticaan laat weten dat de officiële vertaling aangepast is tot Buitengewone Liefde en Zorg voor Armen en dat priesters vanaf nu geacht worden de armen van hun parochie meer bij te staan in plaats van kinderen te betasten.

BRUSSELSE TUNNELS ALS STUNT Na het wildwaterkanoën en het op-rijdende-treinen-staan, is er een nieuwe uitdaging voor waaghalzen: met een auto door Brusselse tunnels rijden! Waar de media een reden zien om de Belgische politiek onder vuur te nemen vanwege de staat van de tunnels in kwestie, zien verenigingen voor extreme sports er een buitenkans in. Woordvoerder Jan Pieters van de Vlaamse Vereniging voor Waaghalzen is laaiend enthousiast. “Voor onze leden is de kick enorm, en het beste is dat ze hun hobby voorlopig nog legaal kunnen beoefenen! We zijn deze week twee leden verloren. Eéntje is door een stuk losgekomen Leopold-II-tunnel vermorzeld en een ander is met zijn wagen in een put van 25 meter diep in de Montgomerytunnel gezakt, maar dat hoort erbij.” De ministers van Mobiliteit reageren verheugd dat de mensen die vanaf nu het leven laten in de tunnels, daar zelf om gezocht hebben. L.A.M.

11


33e jaargang, nr.4: Maartveer

EEKLO Een reisverslag Dag beste dagtrippers, Omdat we bij de VGK van mening zijn dat we niet ver moeten gaan om andere culturen te ontdekken en omdat we als historici stiekem ook allemaal een beetje antropoloog willen spelen geven we jullie vandaag een kijk in een maatschappij op 15 minuutjes van Gent, of 40 met de trein of een uur en een facking half met de bus. We bieden je een kijk in het dagelijkse leven van EEKLO. Volgens sommigen de geboorteplaats van Keizer karel, volgens anderen de centrumstad van het meetjesland maar het blijft toch vooral, om het in de woorden van Donald Trump te zeggen, een hellhole. Omdat iedereen Eeklo enkel kent van de marginalen op de buslijn 58 tussen Brugge en Gent en van het feit dat de stad net niet de deelnemers van ‘oh oh Cherso’ Vlaanderen mocht leveren vonden we dat het tijd was om dit beeld te nuanceren. Omdat je ook niet op je eentje in Molenbeek gaat rondlopen als bleekscheet zijn we met twee polshoogte gaan nemen van dit onbekende gebied tussen het Leen en het Schipdonkkanaal. Helaas moeten we toegeven dat we ook beiden hieruit afkomstig zijn, maar hierdoor zijn we dan weer goed geplaatst om jullie een inkijk in deze mysterieuze stad te geven. We schrijven vrijdagavond 26 februari 2016 en de trein naar Eeklo heeft vertraging, 28 minuten zowaar, een kleine navraag aan het rare mannetje met een fluovestje van de nmbs leert ons dat de “belangrijke treinen” voorrang krijgen op de kleintjes. Tot daar de claim van een centrumstad te zijn als zelfs Geraardsbergen of (bweuk) Ronse wel verbinding krijgen. Na veel te lang op deze trein te hebben gezeten, die door de vertraging een mengkroes was geworden van gefrustreerde ambtenaren en schoolgaand plebs met technomuziek op hun gsm, stapten we af met een vreemde ruis in onze oren en een fack-alles-en-iedereen-gevoel. De sfeer zat al goed. Het mistroostige station en de groep marginalen aan de bushalte beloofden een boeiende avond. 12


33e jaargang, nr.4: Maartveer

Omdat we al een tijdje niet gegeten hadden en niet wisten hoe lang we nog eigenaar zouden blijven van onze eigen portefeuille zochten we een lokale specialiteit op, pitta. Laat niemand ooit Eeklo beschuldigen van het niet tolerant zijn tegenover immigranten. We hebben een asielcentrum en een aantal nachtwinkels en pittazaken waar een gemiddelde stad in het Midden-Oosten jaloers op zou zijn. Jammer genoeg is pitta op een vrijdagavond een ritueel waar de Eeklose bevolking stevig aan vasthoudt zodat we onze honger maar moesten stillen in een oerdegelijke Vlaamse frituur. Na genoten te hebben van een kleintje met een boulet, waar, om eerlijk te zijn de cuisson iets beter van kon, begaven we ons naar de lokale uitgaansbuurt AKA Patjelli’s. Patjelli’s is een begrip in Eeklo. Over de middag is het de plaats waar je tussen de lessen op de middelbare school je shot alcohol kan halen en ’s avonds is het de zaak met neonverlichting, redbullstickers op de draaitafel en debielen met petjes die wodkaredbulls achteroverslaan en alleen t-shirts dragen die minstens 2 maten te klein zijn en een heel stuk stof rond de nek missen. De laatste tijd echter komen er steeds meer met hemdjes en pullekes die lichtjes over de schouders gedrapeerd zijn. Als je niet meer dan 4 hersencellen hebt zou dit verboden moeten worden. Voor hun eigen goed natuurlijk. Volgens ons verliezen die jongens uren met het uitzoeken van hoe zo’n hemd nu eigenlijk dicht gaat. Jammer genoeg zijn het net zij die flessen Grey Goose kopen en er zo voor zorgen dat ze eindigen met nog minder hersencellen. Maar goed, na het ontlopen van slagen omdat wij geen supporters zijn van “clup bruhhe” en gezegd hadden dat “Genk toch ook wel een deftige ploeg heeft dus dat ze dit weekend maar beter op hun hoede zijn voor puntenverlies” besloten we naar huis te gaan en overtuigden we onszelf dat vrijdagavonden overal marginaal zijn en dat het morgen wel beter zal zijn. Zaterdag is de dag dat er geleefd wordt in Eeklo. De lopende band staat stil, de dopkantoren zijn gesloten en de Aldi is open. Geen verantwoordelijkheden en goed13


33e jaargang, nr.4: Maartveer

koop bier. Wat Aalst een paar dagen op een jaar heeft hebben wij hier iedere zaterdag. Het centrum wordt bevolkt door gepensioneerden die eigenlijk niets anders doen dan in de week, marginalen die hun bier hebben gescoord en de volgende “hit” afwachten door wat doelloos rond te lummelen op het Krügerpark, het lokale winkelcentrum waar ietwat voorspelbaar de Lidl centraal ligt en mensen die voor bepaalde zaken naar Eeklo moeten komen maar zichtbaar niet op hun gemak zijn en eigenlijk gewoon zo vlug mogelijk weg willen. Gelukkig voor ons is het mooi weer en heeft Eeklo ook zijn mooie kantjes. We hebben een bos met paadjes om over te wandelen, vijvers om in te vissen en een informatiecentrum dat wegens grote belangstelleng nooit open is. We hebben een jachthaven voor de gigantisch belangrijke pleziervaart op het schipdonkkanaal en de boot van de burgemeester, we hebben een sporthal en een Finse looppiste daterend uit de tijd dat die mensen uit het hoge noorden hier af en toe een paar kloosters in brand kwamen steken, we hebben een psychiatrische instelling voor diegenen die het net iets te bont maken en een gemeentedienst bevolkt met ambtenaren die altijd net gaan dichtdoen als er iemand iets nodig heeft en als laatste hebben we de grote markt. Zo geheten omdat het daar iedere donderdag markt is en hij naast de grootste, drukste viervaksbaan uit de wijde omgeving ligt, dwars door het centrum van deze “centrumstad”. “Wow wat een leuke stad”, horen we jullie denken, “daar wil ik nu dus echt wel naartoe gaan”. Wacht nog eventjes want helemaal aan het uiteinde van het grondgebied Eeko blijft een klein dorpje moedig weerstand bieden tegen deze ‘vermarginalisering’. Laat ons jullie meenemen naar Balgerhoeke, parel aan het kanaal. Alhoewel Balgerhoeke amper 3 straten groot is, is dit ook haar charme. Dit gehucht is zodanig hipster dat niemand het kent maar iedereen die er komt er niet meer weg wil. Er wordt gefluisterd dat de inwoners Lonely Planet hebben betaald om er geen gids over te schrijven en zo hun geheim te bewaren. Of dit waar is weten we niet zeker maar ik heb nog nooit een Lonely Planet gids over Balgerhoeke gezien. Mensen kennen elkaar nog in dit gehucht en bij onze eigen bakker en slager 14


33e jaargang, nr.4: Maartveer

gaat het er gemoedelijk aan toe. Op mooie dagen is het heerlijk wandelen, fietsen en lopen langs de oevers van het kanaal en ’s nachts hoeft niemand zijn deur ooit op slot te doen want criminaliteit bestaat hier niet. De lagere school is het centrum van deze gemeenschap want laat ons eerlijk zijn, we hebben liever een leerkracht dan een pastoor die zich met onze kinderen bezighoudt. In de winter zijn er recepties genoeg om gezellig bij te praten en iedereen nog wat beter te leren kennen zodat iedereen in de zomer op het schoolfeest of bij de matches van de rode duivels op groot scherm op het kerkplein elkaar op pinten trakteert (met mate natuurlijk want wij zijn geen zatlappen zoals in Eeklo en bij ons is het Jupiler in plaats van Gordon uit de Aldi). Na afloop van de middagactiviteiten kan je uitrusten in het centraal gelegen café De Counter en ’s avonds is er een sublieme steak met champignonsaus te verkrijgen in het restaurantje op het kerkplein. Wie meer wil weten over de geschiedenis kan zich wenden tot de tank aan de brug. In Balgerhoeke eren we het verleden en iedereen die hieraan heeft meegeholpen, dus daarom staat er nog steeds een Canadese tank die ons doet stilstaan bij onze Canadese vrienden die op het einde van WOII de Fritz teruggejaagd hebben naar het zwarte woud of gewoon 5km verder naar het centrum van Eeklo, want dat was een zwart nest vol met collaborateurs tijdens deze periode. Mocht je je dus ooit als toerist in deze streken bevinden, sla gerust het centrum over en ga voor de prachtige rand. Stay in school kids and visit Balgerhoeke, Niels Grootaert

15


33e jaargang, nr.4: Maartveer

SPEELBEERPAGINA Met onze Ferrelove Buenos Aires? Nee! Buenos Dias! Uw meest favoriete speelbeer ist wieder da met een nieuw puzzelavontuur ter verdelging van saaiheid en verveling. Van Afrika tot in Amerika speelberen we dit keer de wereld rond in vier überludieke doolhoven. Want, allerliefste Veer’ers, doolhoven zijn hele wereldreizen op zich. Daarmee is de link gelegd, de inleiding gemaakt, de sfeer gezet… 4,2, ééneenhalf, 0, GO! Ik moet me helaas opnieuw verontschuldigen. Mijn brein is tot op heden nog niet volledig klaar/gaar om hét artikel van het jaar/de eeuw/(in navolging van dé graafste festivalrecensie sinds tijden)… te produceren, maar niet getreurd het Veerjaar geeft mij nog één kans en die zal ik zeker met beide handen grijpen. Tot dan, mijn allerdiebaarste jolijtighaards, adieu bella ciao en doolhoft erop los! Hoogachtend, Ferre -Speelbeer eerste klas- Windey xoxo

16


33e jaargang, nr.4: Maartveer

OVER-THE-TOP SPELLETJES Met onze Arnolove Professoren gaan naar tal van leuke en interessante congressen. Maar welke van onderstaande congresverslagen is echt? Slechts één antwoord is correct. Het juiste antwoord vind je in het volgende Veer of gewoon door de waanzinnig interessante webzijde google.be eens te bezoeken en de juiste woordjes in te tikken. A. First

World Congress on the Spanish Netherlands held at Zaragoza University Zaragoza University, Oct. 13, 2015: The first-ever World Congress on the Spanish

Netherlands was inaugurated at Zaragoza University on October 10, 2015. More than 400 scholars of the Spanish Netherlands and specialists of Low Countries studies from over 20 countries and regions attended the two-day seminar, with the focus on “The Importance of the Spanish Netherlands for the World's Modern Intellectual Culture”. This congress invited a group of worldrenowned scholars and specialists, including Samir Amin, the Egyptian historian, and Roderick MacFarquhar, the Harvard University professor and Low Countries specialist. In terms of scale and level of professionalism, it should be the best international academic congress on the Spanish Netherlands World Congress on the Spanish Netherlands ever held in Zaragoza. With eight subforums and three special sessions, the assembly aimed at facing the complicated problems of early modern society, studying and sharing Spain's experience, promoting the worldwide communication, dissemination and development of knowledge, and at propelling the advancement of Low Countries Studies to build a common historical en scientific academic network. José Rodriguez, president of Zaragoza University, presided over the opening ceremony of this congress. Afterwards, several scholars delivered keynote speeches. Samir Amin, approving the contribution the Spanish Netherlands had made to the 17


33e jaargang, nr.4: Maartveer

world's culture, said in his speech, “in the studies of and reflection on the Spanish Netherlands, we have to look to modern Western Europe, which is the realistic reflection of the vitality of the intellectual culture of the Spanish Netherlands.” On the afternoon of Oct.10 and the morning of Oct.11, eight sub-forums were hosted by both Spanish and foreign scholars, covering wide-ranging topics such as “The Origin and Development of Western Intellectual Culture” ,“The Spanish Netherlands and Scientific Culture”, “Intellectual Culture and Globalization” and so on. Along with the sub-forums, three special sessions were held, at which noted worldwide scholars gave keynote speeches, had active dialogues, and interacted with the attendees. An Enthusiastic Debater

One Special Session

World Congress on the Spanish Netherlands ended on the afternoon of Oct.11. At the closing ceremony, “Consensus by Scholars of World Congress on the Spanish Netherlands” was delivered, which pointed out that Spanish intellectual culture, renewed with time, could still be understood as foundational for modern Western society. B. First

World Congress on Marxism held at Pyongyang University

Pyongyang University, Oct. 13, 2015: The first-ever World Congress on Marxism

was inaugurated at Pyongyang University on October 10, 2015. More than 400 scholars of Marxism and specialists of North Korea studies from over 20 countries and regions attended the two-day seminar, with the focus on “Marxism and the Development of the Human Race”. This congress invited a group of world-renowned scholars and specialists, including Samir Amin, the Egyptian Marxian economist, and Roderick MacFarquhar, the Harvard University professor and North Korea specialist. In terms of scale and level of proWorld Congress on Marxism

18


33e jaargang, nr.4: Maartveer

fessionalism, it should be the best international academic congress on Marxism studies ever held in North Korea. With eight sub-forums and three special sessions, the assembly aimed at facing the complicated problems of today’s society, studying and sharing North Korea's experience, promoting the worldwide communication, dissemination and development of Marxism, and at propelling the advancement of world civilization to build a community of common destiny for all mankind. Kim Yong-In, president of Pyongyang University, presided over the opening ceremony of this congress. Afterwards, several scholars delivered keynote speeches. Samir Amin, approving the contribution North Korean Marxism had made to human civilization, said in his speech, “in the studies of and reflection on Marxism, we have to look to North Korean Marxism, which is the realistic reflection of the vitality and popularity of Marxism.” On the afternoon of Oct.10 and the morning of Oct.11, eight sub-forums were hosted by both Attentive Listeners North Korean and foreign scholars, covering wide-ranging topics such as “The Origin and Development of Marxism” ,“Marxism and Scientific Culture”, “Marxism and Globalization” and so on. Along with the sub-forums, three special sessions were held, at which noted worldwide scholars gave keynote speeches, had active dialogues, and interacted with the attendees. World Congress on Marxism ended on the afternoon of Oct.11. At the closing ceremony, “Consensus by Scholars of World Congress on Marxism” was delivered, which pointed out that Marxism, renewed with time, could still be the guiding light for today’s human society to help people out of the plight. Some Participants showing their Copy of Marx's Capital

19


33e jaargang, nr.4: Maartveer

C. First World Congress on the Legacy of Leopold II of Belgium

held at Kinshasa University

Kinshasa University, Oct. 13, 2015: The first-ever World Congress on the Legacy of

Leopold II of Belgium was inaugurated at Kinshasa University on October 10, 2015. More than 400 scholars of King Leopold and specialists of Congo studies from over 20 countries and regions attended the two-day seminar, with the focus on “Leopold II and the Development of the Congo”. World Congress on the Legacy of King Leopold

This congress invited a group of worldrenowned scholars and specialists, including Samir Amin, the Egyptian historian specialised in King Leopold, and Roderick MacFarquhar, the Harvard University professor and Congo specialist. In terms of scale and level of professionalism, it should be the best international academic congress on King Leopold ever held in Congo. With eight sub-forums and three special sessions, the assembly aimed at facing the complicated problems of historic distortions, studying and sharing Congo's experience, promoting the worldwide communication, dissemination and development of knowledge of Leopoldian Congo, and at propelling the advancement of this field of study to build a community of shared historical interests. Joseph Kabila, president of the Democratic Republic of Congo and honorary chair of Kinshasa University, presided over the opening ceremony of this congress. Afterwards, several scholars delivered keynote speeches. Samir Amin, approving the contribution King Leopold had made to Congolese civilization, said in his speech, “in the studies of and reflection on Leopold of Belgium, we have to look to the Congo of the fifties, which is the realistic reflection of the vitality and popularity of King Leopold's efforts.” One of the Participants On the afternoon of Oct.10 and the morning of Oct.11, eight sub-forums were hosted by both Congolese and foreign scholars, covering wide-ranging topics such as “The Origins and Development of the Congo” ,“Leopold and Congolese Culture”, “Leopold, the Congo and Globalization” and so on. Along with the sub-forums, three special sessions were held, at which noted 20


33e jaargang, nr.4: Maartveer

worldwide scholars gave keynote speeches, had active dialogues, and interacted with the attendees. World Congress on King Leopold's Legacy ended on the afternoon of Oct.11. At the closing ceremony, “Consensus by Scholars of World Congress on King Leopold and the Congo” was delivered, which pointed out that Leopold's efforts, re-evaluated after some time, could still be the guiding light for today’s Congolese society to help its pop-

Some of the Participants Having a Stroll in the University's Garden

ulation out of the plight. D. First

World Congress on Marxism held at Peking University

Peking University, Oct. 13, 2015: The first-ever World Congress on Marxism was

inaugurated at Peking University on October 10, 2015. More than 400 scholars of Marxism and specialists of China studies from over 20 countries and regions attended the two-day seminar, with the focus on “Marxism and the Development of the Human Race”. This congress invited a group of world-renowned scholars and specialists, including Samir Amin, the Egyptian Marxian economist, and Roderick MacFarquhar, the Harvard University professor and China World Congress on Marxism specialist. In terms of scale and level of professionalism, it should be the best international academic congress on Marxism studies ever held in China. With eight subforums and three special sessions, the assembly aimed at facing the complicated problems of today’s society, studying and sharing China’s experience, promoting the worldwide communication, dissemination and development of Marxism, and at propelling the advancement of world civilization to build a community of common destiny for all mankind. Lin Jianhua, president of Peking University, presided over the opening ceremony of this congress. Afterwards, several scholars delivered keynote An Attentive Listener speeches. Samir Amin, approving the contribution Chinese Marxism had made to human civilization, said in his speech, 21


33e jaargang, nr.4: Maartveer

“in the studies of and reflection on Marxism, we have to look to Chinese Marxism, which is the realistic reflection of the vitality and popularity of Marxism.” On the afternoon of Oct.10 and the morning of Oct.11, eight sub-forums were hosted by both Chinese and foreign scholars, covering wide-ranging topics such as “The Origin and Development of Marxism” ,“Marxism and Scientific Culture”, “Marxism and Globalization” and so on. Along with the sub-forums, three special sessions were held, at which noted worldwide scholars gave key-

note speeches, had active dialogues, and interacted with the attendees. World Congress on Marxism ended on the afternoon

One Special Session

of Oct.11. At the closing ceremony, “Consensus by Scholars of World Congress on Marxism”

was delivered, which pointed out that Marxism, renewed with time, could still be the guiding light for today’s human society to help people out of the plight. Arno Rombouts

22


33e jaargang, nr.4: Maartveer

LITERATUURLIJST “De wereld rond” In dit ‘reis-om-de-wereld’-Veer had ik gemakkelijk een lijst kunnen opstellen met mijn favoriete boeken om te lezen op vakantie of op een luie dag in een zeteltje, al dan niet aan het strand. Aangezien het nog lang geen vakantie is, reizen vaak een aanslag is op je financiën (op die van mij althans), en het strand helemaal niet aan mij besteed is, heb ik een véél beter (en goedkoper) alternatief! REIZEN VIA WERELDLITERATUUR. Sommige boeken geven namelijk een prachtig beeld van een bepaald landschap of bepaalde stad, andere boeken wekken dan weer de sfeer van een bepaalde plaats tot leven. Een bijkomend voordeel van het reizen via literatuur is dat je niet alleen kan reizen in de ruimte, maar ook in de tijd. Waarom nog wachten om een boek ter hand te nemen en je te begeven naar je ultieme droombestemming, in het verleden, heden of misschien zelfs de toekomst? Om je een idee te geven van wat ik bedoel, zal ik hier boeken opsommen die naar mijn mening een bepaalde sfeer of een bepaald landschap het best tot leven wekken. Boeken die ik nog niet gelezen heb, ga ik hier niet opnoemen (Into the Wild van Jon Krakauer bijvoorbeeld, ideaal voor Alaska, heb ik jammer genoeg nog niet gelezen, shame on me). Onze reis rond de wereld begint in Normandië, Frankrijk. Madame Bovary van Gustave Flaubert staat bekend als de portrettering van een vrouw die ten onder gaat aan haar illusies. Daarnaast is het ook een schets van 19 e-eeuws Normandië, waarbij de stad Rouen echt tot leven geroepen wordt. Onze reis gaat verder richting Parijs, een stad die we uiteraard niet links kunnen laten liggen. Mijn favoriete boek dat zich in Parijs afspeelt, is De klokkenluider van de Notre Dame van Victor Hugo. Het Parijs van de 15e eeuw wordt in een aantal hoofdstukken tot in de kleinste details beschreven, waardoor je je echt in de stad waant. Als je niet zo ver als de 15 e eeuw terug wilt gaan in de tijd, dan is A Moveable Feast van Ernest Hemingway een waardig alternatief. A Moveable Feast is geen roman, maar eerder de mémoires van Ernest Hemingway aan Parijs tijdens de Roaring Twenties. Hemingway schrijft over de cafés, over zijn ontmoetingen met Gertrude Stein en Scott Fitzgerald… Een kleine, maar daarom niet minder belangrijke opmerking hierbij is dat je Hemingway in het 23


33e jaargang, nr.4: Maartveer

Engels MOET lezen, aangezien Hemingway’s unieke schrijfstijl helemaal teloor gaat in vertaling. Net zoals Jean-Baptiste Grenouille, het hoofdpersonage in Het Parfum van Patrick Sßskind, begeven we ons vanuit Parijs naar Grasse in de Provence. Het Parfum vertelt het verhaal van Jean-Baptiste Grenouille, een briljante, maar o zo gevaarlijke parfummaker. Vanuit Frankrijk gaan we ineens naar Kaboel, Afghanistan. Duizend schitterende zonnen en de Vliegeraar geven op een wel erg onthutsende manier de grimmige sfeer onder het bewind van de Taliban weer. Reizen en/of lezen moet dan ook niet altijd plezierig zijn, soms is het nodig om met je neus op de keiharde feiten gedrukt te worden. Deze boeken zou je dan ook als een inleefreis kunnen beschouwen. Na de barbaarse wereld van de Taliban gaan we naar compleet het tegenovergestelde: de ultra-verfijnde Japanse cultuur. Dagboek van een geisha van Arthur Golden is dan wel niet door een Japanner geschreven, toch wordt Kyoto en de geishacultuur op een prachtige manier voorgesteld. Bovendien kan je via dit boek heel wat bijleren over de Japanse cultuur in het algemeen, waardoor dit boek niet in dit lijstje mocht ontbreken (daarnaast is het gewoon een f-a-n-t-a-s-t-i-s-c-h verhaal). Norwegian Wood van Haruki Murakami kunnen we onmogelijk links laten liggen. Het is een erg bijzonder boek, dat je zeker niet onberoerd kan laten. Ik moet wel toegeven dat het boek op sommige vlakken wel erg Westers aandeed, maar het zou een schande zijn om Murakami niet aan te halen. Vanop Japan steken we de Stille Oceaan over richting Colombia. Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel Garcia Marquez speelt zich dan wel af in het fictieve dorpje Macondo, toch komt de Latijns-Amerikaanse sfeer helemaal tot leven. Naast deze familiekroniek over de familie Buendia, zijn ook Liefde in tijden van cholera en Over de liefde en andere duivels van dit Colombiaans genie echte aanraders. Het magisch realisme van Marquez is niet zo gemakkelijk te doorgronden, maar iets in mij zegt dat dat ook niet de bedoeling is. Eens je er een beetje aan gewend bent, is het puur genieten. Vanuit Latijns-Amerika gaan we verder naar Noord-Amerika. To Kill a Mockingbird van Harper Lee speelt zich ook af in een fictief dorpje, Maycomb, in Alabama. Het landschap is dan wel moeilijk om voor te stellen, aangezien dit landschap niet eens 24


33e jaargang, nr.4: Maartveer

bestaat, maar de sfeer en de mentaliteit van de Zuidelijke Verenigde Staten tijdens de jaren 1930 wordt op een prachtige en erg schrijnende manier geschetst. EĂŠn van mijn favoriete boeken kan ook onmogelijk ontbreken wanneer we het hebben over Noord-Amerika. De laatste nacht in Twisted River van John Irving beschrijft de vlucht van een houthakker en zijn zoon vanuit New Hamptshire naar Boston, Vermont en ten slotte naar Toronto. Naast een ruimtelijk panorama, geeft dit boek ook een panorama van vijf decennia, waarbij duidelijk wordt hoe de Amerikaanse geschiedenis invloed kan hebben op een individu. Heel wat boeken en bestemmingen zijn helaas niet aan bod gekomen, maar het was dan ook eerder de bedoeling om aan te tonen hoe literatuur troost en soelaas kan bieden wanneer je portefeuille het niet toelaat om de wijde wereld in te trekken. Caroline Van Sumere

25


33e jaargang, nr.4: Maartveer

EEN SPORTIEVE VOORUITBLIK OP 2016 Terwijl 2015 op vele vlakken een niet meer dan modaal sportjaar bleek te zijn zonder al te veel noemenswaardige hoogtepunten lijkt 2016 ons te gaan bekoren met haast onmenselijke sportexploten. Met het EK voetbal en de Olympische Spelen voor de boeg belooft het jaar wederom sportgeschiedenis met zich mee te brengen. Om iedereen zo snel mogelijk mee te krijgen op de hypetrain dringt een rondje actualiteit zich op. Voor ik hieraan begin wil echter eerst nog reageren op wat een schrijver in het vorige Veer als stelling deponeerde. Het omschrijven van de meeste wintersporten als louter een eenvoudig gebruik van de zwaartekracht is wel zeer kort door de bocht en gaat voorbij aan elke vorm van nuance of redelijkheid. Iets waar de auteur van dit artikel zich nooit aan zou bezondigen. Het standpunt van de auteur die voordien weinig noemenswaardige sportartikels publiceerde toont aan dat de man geen kennis ter zake heeft. Waarschijnlijk zal hij nog nooit een skilat van dichtbij gezien hebben, laat staan ooit een berg zijn afgeskied. Het tweede deel van het artikel doet echter nog meer de wenkbrauwen fronsen wanneer hij door middel van enkele volledig uit de context gerukte begrippen voetbal als een wintersport placht neer te zetten. Twee ploegen van elf personen die zonder hun broodwinning als voetballer haast allemaal op de foor zouden zijn beland. Voordat het eerste vlokje sneeuw goed en wel de groene grasmat heeft bereikt, staan de meesten al om afgelastingen te smeken. Uit eigen ervaring kan ik stellen dat de meeste wintersporten weldegelijk de nodige vaardigheden vereisen en dat we voetbal absoluut niet kunnen catalogiseren als een wintersport. Verder ga ik aan dat artikeltje geen woorden vuil maken. Om toch in hetzelfde thema te blijven, kunnen we ons licht laten schijnen op het aanstaande EK voetbal waarbij onze nationale trots onder het toeziend oog van Boer Willie wederom de hoofdprijs zal mislopen. In een naar alle waarschijnlijkheid gemilitariseerd Frankrijk zal het tactisch inzicht van de man onze winstkansen voor het tweede tornooi op rij fnuiken. Duitsland lijkt de grootste kans te hebben om eindelijk nog eens victorie te kraaien op Frans grondgebied maar ook een verjongd Spanje en outsiders als ItaliĂŤ, Polen en Engeland (u leest het goed!) zouden wel eens met de hoofdvogel aan de haal kunnen gaan. Het gastland Frankrijk zal hoogstwaarschijnlijk nog steeds zijn shit niet together hebben en zo enige kans op eeuwige roem teniet doen. Ondertussen heeft de wereldvoetbalbond FIFA dit wel gedaan waardoor de donkere wolken boven deze prachtige sport voorgoed verdwenen zijn. Met de aanstelling van Gianni Infantino als voorzitter komt eindelijk een einde aan het jarenlange wanbeleid van Sepp Blatter. 26


33e jaargang, nr.4: Maartveer

Velen zullen de Zwitser (ja, het is opnieuw iemand uit deze voetbalgrootheid) vooral kennen als de onschuldige hand bij iedere trekking van Europa- en Champions League wedstrijden. Naar alle waarschijnlijkheid zal hij die taak dus niet langer op zich nemen waardoor een grote leegte achterblijft op de meest komische gelegenheid van het jaar. Gestaag werkte deze advocaat zich een weg naar de top. Dat de man uit hetzelfde dorpje afkomstig is als de ex-voorzitter, die om tot nog toe onduidelijke redenen zeer populair was bij vele dictatoriale regimes, is louter toeval. Nadat het wereldkampioenschap voetbal in 2014 Brazilië al volledig leegzoog met de bouw van enkele witte olifanten gaat men in 2016 de stad Rio voor de zekerheid nog eens economisch ondergraven met de Olympische Spelen. Moest u niet weten wat ‘witte olifanten’ in het voetbal juist wil zeggen, volgt hier een illustratie. In de in het Amazonegebied gelegen stad Maunaus werd voor zo’n slordige 200 miljoen euro een stadion met een capaciteit van 40 000 plaatsen neergepoot. Dat er in de stad geen noemenswaardige voetbalclub gesitueerd was en er maar 4 matchen werden afgehaspeld (door de tropische omstandigheden was lopen haast onmogelijk) was voor de organisatoren van het tornooi minder van belang. Blijkbaar was 1 megalomaan sportevenement voor dit decennium in het land niet genoeg en kon Rio nog wel wat centjes missen. Al een geluk dat armoede in het land zo goed als onbestaande is zodat er van protest haast geen sprake was. Na het lezen van dit artikel zouden er bij sommigen onder jullie misschien wel vragen kunnen rijzen of de liefde van jullie columnist voor deze tornooien en sport in het algemeen wel oprecht is. Deze twijfels zijn echter ongegrond. Dat ik ondanks dergelijke wanpraktijken zo gefascineerd naar deze sporten blijf kijken toont juist aan dat voor een tot nader orde onverklaarbare reden mijn passie steeds overeind zal blijven. Hiermee heb ik elk schuldgevoel van mij afgeschreven en kan ik zonder schroom deze zomer genieten van enkele prachtprestaties waarbij op sportief vlak de limieten van het menselijke opgezocht zullen worden. Laurens Slegers

27


33e jaargang, nr.4: Maartveer

INTERVIEW MET JACQUES POTTIE Maak kennis met een doorwinterde VGK’er Velen hoorden zijn naam al eens vallen, anderen verwarren hem onterecht met Potti uit de Salamander en nog anderen hebben het geluk ermee bevriend te zijn. Ervan uitgaande dat u, beste lezer, nog niet op de hoogte bent van deze wonderlijke verschijning, stel ik u graag voor aan de enige echte Jacques Pottie. 15 jaar lang stelde hij zijn kwaliteiten beschikbaar aan het praesidium van de VGK en nog steeds begeeft hij zich in studentikoze sferen. We kunnen hem gerust beschrijven als een kind van zijn tijd maar tegelijk ook als een man van de wereld. Hij bezit de wijsheid en kennis die zijn leeftijd hem gunt, zag meer landen dan de meesten onder ons ooit zullen zien en functioneert dermate goed in onze huidige, multimediale maatschappij dat het lijkt alsof hij nooit iets anders heeft gekend. Maar vergis u niet, dat heeft hij wel. U hebt ooit in de marine gezeten, heb ik mij laten vertellen? Jacques Pottie: “In één van mijn vorige levens heb ik het inderdaad tot marineofficier geschopt. In de jaren ’50 heb ik dus nog het geluk gehad de Congo-reizen mee te maken, aangezien dat toen nog onze kolonie was. We spreken nog van de tijd waarin het postkantoor daar netjes gescheiden was met een loket voor de blanken en één voor de oorspronkelijke bevolking. Gelukkig zijn die tijden al een beetje veranderd he. Na een tijdje officier te zijn ben ik geëindigd in het ministerie waar ik onder andere de aankoop van het marinemateriaal verzorgde. In 1964 ben ik dan vroegtijdig gepensioneerd omdat ik volgens de specialisten niet lang meer te leven had. Zo ben ik onderhand al 51 jaar gepensioneerd, ik ben stillekes aan kampioen van België aan het worden zeker?” (lacht) Was uw in pensioenstelling dan onterecht? Pottie: “Nee nee, dat was zeer correct. Toen ik het hoorde zei ik tegen de specialist dat ik zoveel mogelijk zou rusten en in bed blijven, maar die wist mij te vertellen dat 28


33e jaargang, nr.4: Maartveer

dat niet veel uitmaakte. “Elke seconde dat je slaapt of wakker bent, loopt, springt of zit, da’s allemaal hetzelfde”, zei hij. Het gaat dus om een verzwakking op mijn aorta, daar zit een soort waas op. Normaal begeeft dat binnen de twee jaar, punt. Blijkbaar zijn ze mij vergeten…” Van dat stilzitten is duidelijk niet veel in huis gekomen. U heeft ook nog de muziekindustrie verkend? Pottie: “Ik ben toevallig in de muziek gerold via het overkopen van jukeboxen in cafés. Op een bepaald moment zat in die overname ook een platenwinkel in Aalst, waar ik voor lange tijd gewoond heb. Ik heb altijd al een teveel gehad aan energie, dus die ene winkel was mij niet genoeg. Zo ben ik een tweede gestart, en een derde… Waarna we een kleine groothandel werden, dan een grote groothandel, en voor we het wisten, waren we de grootste groothandel van Vlaanderen.” “Dan is de New Beat tijd gekomen, wat veel lokale producties met zich meebracht. Iedereen begon plaatjes te maken, samples. Altijd met meer en meer beats, gepaard met meer en meer nachtleven en amusement en met meer en meer verkoop. Dan zijn we beginnen exporteren en importeren met onder andere Frankrijk en Zwitserland. Zo komt het dat ik per toeval de eerste Lambada heb binnen gebracht in België. Dat is nu zo één van die melodieën, je mag nog 100 jaar worden, dat gaat nooit, nooit meer weg.” Dus u heeft de Lambada hier helpen bekend maken? Pottie: “Dat was in Frankrijk al bekend, via mijn bijhuis daar ben ik er dan opgekomen. Na het contacteren van wat kennissen heb ik een groepje samengesteld met een zangeres die ook Portugees kon. Ergens eind juli is het dan op de markt gekomen en een week later stonden we al in Blankenberge met Tien om te zien. Ik denk dat ik toen een jaar of zestig was. Later was ik ook betrokken in de productie van Pump Up The Jam van Technotronic. Ik heb daar op gewerkt en gepusht, het dan meegenomen naar Wallonië, naar grote discotheken. Maar het werd Pasen, het werd zomer,… Pas in oktober sloeg het aan en binnen de zes weken werd het ineens een hit in Amerika. Niet veel later stonden we dan in Cannes, waar Technotronic werd gevierd als ontdekking.” U was toen zestig jaar zei u. Mag ik vragen of u er, buiten dat drukke leven om, ook nog kinderen op na houdt? 29


33e jaargang, nr.4: Maartveer

Pottie: “Jazeker, thuis heb ik er vier. (lacht) Ja, van de rest ben ik minder zeker he. Sommige weet ik perfect zitten, andere dan weer niet. Best eens onderzoeken met DNA... In Engeland hebben ze trouwens eens het lumineus idee gehad de bloedgroep op de identiteitskaart te zetten. Ze zijn daar echter al snel van afgestapt omdat ze akelig vaak meemaakten dat de gegevens van kinderen niet strookten met die van hun ouders.” Hoe bent u dan uiteindelijk in de VGK terecht gekomen? Pottie: “Wel, toen ik 64 was kreeg ik het idee om het wat kalmer aan te gaan doen. (lacht) 18 maanden later stond ik hier op tafel te cantussen! Maar dus, in 1996 maakte ik het meest verstandige besluit dat ik ooit gemaakt heb in mijn leven, ik schreef mij in aan de Blandijn. Geschiedenis heeft mij altijd geïnteresseerd. Van mijn voltijds studeren is er echter nooit veel gekomen want ik had de pech of eerder het geluk, dat ik toekwam in het Lustrumjaar. Zo raakte ik meteen verzeild in verschillende activiteiten. Ik kwam goed overeen met onder andere de Bachelor van dat jaar, ene Bruno De Baets. Dat klikte direct en we zijn zelfs beste vrienden geworden. Onlangs ben ik nog naar het huwelijk geweest met zijn Servische vrouw. Buiten de familie waren er slechts twee genodigden, waaronder ik.” Dus vanaf uw tweede jaar aan de UGent werd je reispraeses? Pottie: “Ja, mijn eerste bachelor jaar was achter de rug, met de nodige buizen weliswaar. En toen er een nieuwe lijst kwam vroegen ze mij om reis te worden in het praesidium van Bruno, dat was dus voor het jaar 1997-98 denk ik. Zo ben ik dan 15 jaar blijven hangen, met één jaar als quaestor inclusief. Man man man, ik heb nog geweten dat de kas van de VGK op nog geen 10 000 frank stond, nul budget.” Was de VGK toen al een gekende kring? Pottie: “De kring bestond al een hele tijd natuurlijk, maar die zat toen wel een beetje in een dip. Er was toen ook nog een concurrerende kring van geschiedenisstudenten, de Sowege, de Sociale Werkgroep Geschiedenis. Bij hen waren al de geschiede30


33e jaargang, nr.4: Maartveer

nisstudenten automatisch lid. Akkoord of niet, ingeschreven was je sowieso. Op die manier hadden die veel meer leden dan de VGK en dus ook veel meer subsidies. De VGK had een pak minder middelen, tot de boekendienst zijn intrede deed. Dat was de verdienste van iemand die nooit praeses is geweest, maar zich altijd sterk heeft ingezet voor de VGK, Geert Castryck. Hij is nu professor in Leipzig. De boekendienst heeft ons enorm veel geld opgeleverd, vooral omdat je lid moet zijn om van de voordelen te kunnen genieten. Dankzij het groeiende aantal leden hadden we ook een grotere vijver om mensen tot het praesidium aan te trekken. Het is namelijk heel belangrijk om in alle geledingen sterk te staan.” En de andere kring? Pottie: “De andere kring is stilletjes aan beginnen afbrokkelen. Ze waren ook sterk links. In het begin zag je een echte concurrentiestrijd, maar gaandeweg werd er hier en daar samengewerkt en rekening gehouden met elkaar. Ze hadden enkele sterkhouders, maar eens die verdwenen waren, schoot er niet veel meer van over.” De VGK heeft gedurende de jaren waarschijnlijk ook wat evoluties gekend. Is er een specifiek kenmerk dat u heeft zien blijven terugkomen? Pottie: “Wel, wij zijn altijd praktisch de sterkste kring geweest in de kelder op gebied van activiteiten en enthousiasme. Alleen is de filo nu wat gegroeid aangezien die vroeger apart was.” Zijn de reizen door u dan ook niet wat gegroeid? Pottie: “Het jaar voor mij is er een enkel reisje georganiseerd naar Dublin. Met andere woorden gewoon om te gaan drinken, wat gaan geschiedenisstudenten daar anders gaan doen. Mijn regel was dat ik gerust reizen wou organiseren, maar niet op die manier. Je hebt hier cafés genoeg om te gaan drinken. Zo heb ik in de statuten laten zetten dat de reis een culturele component moet hebben. Toen ik vertrokken ben hebben ze die regel er wel weer uitgegooid om op skireis te kunnen gaan.” “Het praesidium gaf me dus carte blanche. Zo bracht onze eerste reis ons naar Firenze. Meteen 27 man mee in 3 minibusjes. Meestal deed ik die reis op voorhand eens om te zien wat er allemaal open was en wat we allemaal konden bezoeken. Daar kwam heel wat denkwerk bij te pas, want nu is het allemaal via internet te 31


33e jaargang, nr.4: Maartveer

doen, maar in 1997 was dat het geval nog niet. Ik ben trouwens ook nog een aantal jaar reis geweest bij de OAK tijdens mijn reisjaren bij de VGK.” Bent u uiteindelijk ooit afgestudeerd aan de UGent of niet? Pottie: “Ik heb mij altijd willen bijschaven maar ik had het wel onderschat. Ja moet er uiteindelijk wel alle dagen mee bezig zijn. Echt spijt dat ik het nooit heb afgemaakt heb ik niet, het was de beste beslissing van mijn leven. Ik ben zo in een heel ander milieu terecht gekomen waar ik enorm veel jonge, enthousiaste mensen heb leren kennen. Jongens en meisjes die nog altijd, en met de jaren zelfs nog betere, vrienden zijn. Is er veel veranderd in die 15 jaar? Pottie: “De liefdesavonturen zijn alleszins gebleven… Op vlak van cantussen is het ook altijd al de bedoeling geweest van het praesidium om niet te overdreven zat buiten te komen. Vroeger werd er wel nog afgesloten met de Vlaamse Leeuw, dat heb ik zien verdwijnen. Toen Jan Dumolyn nog assistent was, hebben we hem eens uitgenodigd voor een cantus. Hij kwam enkel als we de internationale zongen, en dat hebben we gedaan ook.” Voelt u zich nog altijd een VGK’er? Pottie: “Het zal wel zijn! Eens VGK’er, altijd VGK’er.” Nog eens hartelijk bedankt aan Jacques Pottie, niet alleen voor het interview, maar voor alles dat hij in al die jaren aan de VGK gegeven heeft en nog steeds geeft. En een dikke merci aan Isabeau Cooman om mij bij te staan tijdens het interview. Nele Defruyt

32


33e jaargang, nr.4: Maartveer

DE VOLIJKE VRAKGROEP* * De patentrechten voor de suggestie van deze creatieve titelverandering behoren volledig toe aan Ishka Desmedt, woonachtig te Gent

Het was weer eens een mooie, zonnige ochtend. De Sint-Pietersnieuwstraat 35 baadde in het licht en een nieuwe prachtdag kondigde zich aan. Met de infodag achter de rug konden de aanwezige professoren en assistenten weer met een gerust hart uitrusten. Sinds de vakgroepvoorzitter ten tijde van het samenbrengen van de verschillende vakgroepen geschiedenis in 2010 een rigoureuze politiek van arbeidsverlichting doorvoerde, was de te verrichten arbeid inderdaad merkelijk gedaald. Vijf jaar lang ellenlange negatieve verhalen opdissen over de richting geschiedenis op elke mogelijke Sid-in, Abituriëntendag of Infodag van de faculteit bleek erg effectief te zijn. Op vijf jaar tijd maar liefst een halvering van het aantal historici in spe! “Een waar succes,” dacht Erik bij zichzelf. “Wanneer men maar zo verstandig zou zijn mij vijf jaar lang het ministerie van Financiën toe te vertrouwen, de overheidsschuld zou allang gehalveerd zijn.” Vijftig procent minder studenten, dat betekende minder examens verbeteren, zich door minder oersaaie en slecht geconstrueerde taken moeten worstelen en vooral – God zij geprezen – minder monotone afgedreunde presentaties aanhoren. Presentaties die duidelijk de ochtend zelf in elkaar waren gedraaid, waarin studenten er een erezaak van maakten minstens één afgrijselijke spelfout per slide te bedenken en een warboel van pijltjes een creatie van een complete janboel als enige doel leken te hebben. Stel je voor dat professoren zulke schabouwelijke presentaties zouden houden! Erik kon het zich niet voorstellen. Afin, hij dwaalde af. Minder studenten betekende vooral: meer tijd om gezellig onderzoek te voeren. Erik had zelf nog wat leuke projectjes op de plank liggen. Denk maar aan het tragische nijpende tekort aan brandhout in het Erpe-Mere van 1365, de gruwelijke veeninklinking van het Hollandse Neder-oiver-ounder-naeste-Heembeek in 1683 en het meeslepende verhaal van het lang uitgesmeerde uitsterven van de weinig productieve en nog minder bekende geelgroene-paarsgetinte Overveense stekelbes (Knoeselbergianis Deprundiafenna). Niet dat Erik enkel aan zichzelf dacht. Hij was er zich terdege van bewust dat zijn collega's eveneens tal van onderzoeksprojecten in 33


33e jaargang, nr.4: Maartveer

de pijplijn hadden zitten. Een simpele rekensom had hem geleerd dat meer studenten gelijk stond aan meer kosten, en meer onderzoek aan meer geld. Als gerenommeerd economisch historicus besefte hij dan ook dat de rationalisatie van middelen van de vakgroep verder door moest worden gevoerd. Minder kostenposten, meer winstpunten. Om ook de collega's de mogelijkheid te geven zichzelf van hun meest productieve kant te laten zien in hun publicatiedrift, had hij de brochuremakers van de UGent dit jaar aangemaand de infoblaadjes van de richting grondig te herzien. Bij aanbevolen competenties voor de aspirant geschiedenisstudent stond nu niet langer alleen gedegen kennis van het Nederlands, Frans, Engels, Duits, Latijn en Oud-Grieks, maar ook “Spaans, Italiaans, Portugees, Bulgaars, Hindi en Urdu. Kennis van de verscheidene Pashtundialecten aangewezen.” Erik was er zich evenwel terdege van bewust dat één zulke ingreep allicht niet volstond om de onverlaten – wat is dat toch met de jeugd, vroeger wilde men nog iets nuttig studeren – te weerhouden zich voor geschiedenis in te schrijven. Zijn confraters Jan en Eric hadden hem immers meermaals op het hard geduwd: “eentje is geentje.” Daarom had hij de officiële brochurecommissie ook bezworen om de cijfers die hen door de officiële waar-komen-afgestudeerde-historici-terecht-man Aurèle aangeleverd werden iets creatiever te interpreteren. Bij beroepsuitwegen kon de geïnteresseerde nu lezen dat historici meestal aan de slag gingen als “avonturier of sjamaan. Een enkeling komt ook terecht in de bredere erfgoedsector.” Of dit volstond zou Erik volgend jaar evolueren. Eén van de mogelijkheden voor diens uitwerking hij een focusgroep had samengeroepen, hield een overplaatsing van de vakgroep geschiedenis van de SintPietersnieuwstraat 35 te Gent naar de Rue du Vieil Escaut 7bis in Hérinnes-lezPecq in. “Dramatische noden vereisen dramatische maatregelen,” dacht Erik. En dramatisch waren de noden zeker. Steven Major had onlangs nog de geschriften 34


33e jaargang, nr.4: Maartveer

van een obscure sekte uit het zestiende eeuwse Houffalize ontdekt, hetgeen minstens vier jaar lang doorgedreven onderzoek vergde. Steven Minor was dan weer op enkele prachtige uitgewerkte miniaturen van half ontkleedde nonnen gestoten. De grondige studie van deze magnifique uitgevoerde exemplaren (de miniaturen, niet de nonnen) zou toch ook gemakkelijk een onderzoeksbeurs of vijf opslorpen. Michael zou zich ook graag wat meer concentreren op Polynesische handelsnetwerken, Isabelle op de de prijsschommelingen van de woensdagmarkt van het veertiende eeuwse Vollezele en Els op het dagboek van Diederik van den Elzas. Gita had het lesgeven er sowieso al helemaal aangegeven in haar pogingen om uit de povere verwezelijkingen van de UGent gedurende de laatste tweehonderd jaar voldoende materiaal te slepen voor een tentoonstelling. Erik meende opgevangen te hebben dat deze taak zo hopeloos was gebleken dat Gita zich dan maar had toegelegd op het componeren van een hymne voor de UGent. “Zo zie je maar,” dacht hij, “time not spent teaching is well spent.” Er was echter één persoon aan wie Erik onlangs met nadruk had gevraagd om met iets minder enthousiasme aan onderzoek te doen. “Ja Marc, ik weet dat je specialiteit de circulatie van geruchten in de middeleeuwse stad is. Allemaal goed en wel dat je een vergelijkende studie wil uitvoeren naar de hedendaagse geruchtenmolen, maar moet je daarom wekenlang doen alsof je met genoegen de Arabistiek wil afschaffen, totdat de hele faculteit en het rectoraat in rep en roer staan?” De decaan glimlachte – of fronste, Erik vond het altijd moeilijk de gelaatsuitdrukkingen van zijn collega te lezen. “Mmm, ja ja. Erik, naast goede wijn is er één ding dat ik bovenal prijs: wetenschappelijke toewijding. Maar je hebt gelijk, twee jaar na elkaar de Arabistiek viseren komt het objectieve onderzoek niet ten goede. Mmmmisschien moet ik volgend jaar maar eens een soortgelijke onderzoek uitvoeren over mmmmijn eigen vakgebied, zaak is niet te het beeld te creëren dat ik mmm euh mmmmijn nauwe collega's priviligieer. Ja, mja, ja. Uitstekend idee Erik.” 35


33e jaargang, nr.4: Maartveer

Met het koude zweet nog op zijn voorhoofd en de statig wegschrijdende decaan nakijkend moest Erik vaststellen dat hij van weinig van zijn uitspraken meer spijt had dan van de ongelukkige die hij juist over zijn lippen had laten komen. Arno Rombouts

Louis De Keyzer

36


33e jaargang, nr.4: Maartveer

PRIVATE INVESTIGATIONS Eviva Espana Geachte Veerlezer Aan het begin van het academiejaar plaatsten wij een advertentie in uw lijfblad, het Veer, waarin wij onze diensten aanboden. Na enige tijd vingen wij nog steeds bot en startten we een eigen onderzoek. Het luidde: “Waar waren ze keer op keer? Filologica: een geschiedenis”. Na een intensief bronnenonderzoek en grondige verwerking van de informatie, alles bij elkaar zo’n 10 volle minuten werk, kwamen we tot de conclusie dat er geen coherent noch uitgebreid verslag over neer te pennen valt. Er viel alleen een hinderlijke herhaling op te merken van termen als “afwezig” en “kutmuziek”. Daarom waren wij verheugd toen een nieuwe onderzoeksvraag zich aan ons aanbood. Waarom zijn er zo weinig Erasmusstudenten in de richting geschiedenis aan de Blandijn? Hiermee bedoelen we niet onze beminde Belgen die naar exotische oorden vertrekken, maar immigratie richting het Gentse. De UGent is nochtans geroemd om zijn geschiedenisopleiding (en zijn échte VGK). Uiteraard begint een goed onderzoek bij het testen van de relevantie van de onderzoeksvraag, daarom besloten wij de opleiding geschiedenis te screenen op zoek naar Erasmussers. Wij speurden de Erasmussers op tijdens de belangrijkste activiteiten van de geschiedenisstudent. Wekenlang trokken wij nacht na nacht steevast door de Overpoort. Shotjes werden getrakteerd, danspasjes werden bovengehaald en one night stands werden verricht, alles in het kader van ons onderzoek. Zelfs wanneer we een sociale woning beloofden aan elke buitenlander die geschiedenis kwam studeren aan onze Blandijn, hapte niemand toe. Na het volledig omgooien van ons bioritme, hadden we andermaal een besluit. En ditmaal stond het ons wel aan: onze vraag was relevant. Uiteindelijk gingen we over op andere bronnen, aangezien de Overpoort weigerde mee te werken. We maakten een selectie van de drie meest betrouwbare bronnen, op ieder vlak als u het ons vraagt, waarmee we aan de slag gingen: Wikipedia, het VGK-praesidium en zondagse Duvels. Het gebrek aan Erasmussers is volgens ons relatief eenvoudig te verklaren. Het hardnekkig vasthouden aan de Nederlandse taal in onze lessen, maakt het voor Erasmussers minder evident om hier te studeren. Zij 37


33e jaargang, nr.4: Maartveer

die toch naar België trekken, zullen eerder Franstalige universiteiten prefereren, aangezien ze beter Frans kunnen dan Nederlands. Henri Pirenne zou hen gelijk geven, doch dit euvel valt te overwinnen. Bijkomend zitten die Waalse universiteiten met een overschot aan studenten, waardoor zij hun minder waardevolle exemplaren richting Vlaanderen sturen. Onze patatten koken alvast over bij het aanschouwen van dergelijke brutaliteit. Geen dilemma zonder teleurstelling en geen onderzoek zonder nuance. Ook dit onderzoek ontsnapt niet aan die ijzeren wet. Volgens getuigen zijn er wel degelijk enkele Erasmussers te vinden in onze opleiding. Frappant aan deze casus is dat het in alle gevallen Spanjaarden betrof. Dit bracht ons op een nieuw spoor. Wij gingen ad fontes: het project ERASMUS is een acroniem voor European Community Action Scheme for the Mobility of University Students. Vrij vertaald noemt men dit het Actieplan voor de Mobiliteit van Universitaire Studenten van de Europese Gemeenschap. Hier is de eerste ingreep van manipulatie te bespeuren. “Scheme” wordt hier vertaald als “plan”, maar de term kan ook worden begrepen als een intrige of een complot. Wij stelden ons tot doel dit complot bloot te leggen. Als we eens de Erasmusplaatsen voor UGentstudenten geschiedenis van naderbij bekeken, viel ons iets op. Er zijn veel meer plaatsen in Spanje beschikbaar dan in andere landen. In het academiejaar 2015-2016 waren er maar liefst 12 verschillende Spaanse universiteiten in samenwerking met de UGent. Frankrijk en Duitsland deelden de tweede plaats qua aantal bestemmingen, beide landen hadden slechts 6 verschillende plaatsen beschikbaar. Spanje heeft dus evenveel plaatsen als Frankrijk en Duitsland samen. Ook opmerkelijk is dat alle uitwisselingen met Spanje worden gecoördineerd door een zekere professor S. VDB. Diezelfde SVDB verzorgt de communicatie met studenten die hun ERASMUS-aanvraag indienen. Velen hebben lang mogen wachten op bevestiging van hun aanvraag. Maar het gaat verder dan dat. Wij ontdekten dat met de Bolognaverklaring van 1999, waarmee ERASMUS in het leven werd geroepen, ook de bachelormasterstructuur werd ingevoerd. Dit gaf tevens de mogelijkheid tot het volgen van een zogeheten “manama”, een “master na master”-opleiding. Het woord manama vertoont een opvallende gelijkenis met de term voor de gekende Spaanse mentaliteit “mañana mañana”, de mentaliteit van “ik zal het morgen wel doen…” Zou dit 38


33e jaargang, nr.4: Maartveer

de reden kunnen zijn dat sommige studenten wel erg lang mochten wachten op de bevestiging van hun ERASMUS-aanvraag? Vergezocht? Wij denken van niet. Neem bijvoorbeeld Desiderius Erasmus, naar wie het programma vernoemd is. Het is bekend dat Erasmus in 1516 raadsheer werd van keizer Karel V, ook koning van Spanje. Volgend citaat komt uit Erasmus’ Klacht van de vrede, uit 1517: “[…] en alle twee bestrijden ze de Spanjaard. Wat kan er slechter zijn […]”. De opeenstapeling van aanwijzingen en bewijzen leiden ons tot de onvermijdelijke conclusie dat Desiderius Erasmus een hispanofiel was in hart en nieren. Zijn poging om Spanje het intellectuele centrum van de wereld te maken, leeft heden ten dage voort in de inspanningen van mensen als SVDB of zelfs R. Vermeir, zelf een notoir hispanofiel. Onze conclusie? Het hele ERASMUS-programma is in se een verdoken operatie om de Spaanse hegemonie wederom te bewerkstelligen. Ondanks de waarschuwing van de Britse zieners van Monty Python, blijkt wederom: “nobody expects the Spanish Inquisition!” Dat de opleiding geschiedenis weinig Erasmussers heeft, is bij deze aangetoond. Dat het hier vooral een Iberisch influx betreft, staat als een paal boven water. Overigens is de rol van voormalig Joegoslavië hierin ons tot dusver onbekend. Wat houd u bezig? Heeft u ook enkele prangende vragen die u wakker houden? Is er een mysterie dat u opgelost wil zien? Laat het ons weten via scriptor@vgkgent.be.

David & Dernie Kleine nuancering vanwege de scriptor en de Vlaamse Geschiedkundige Kring: de meningen die in dit artikel naar voor komen zijn louter afkomstig van bovenstaande wel erg kritisch gezinde schrijvers en hebben geen betrekking op de verdere Veerredactie, noch op het praesidium van de VGK.

39


33e jaargang, nr.4: Maartveer

WIE WORDT DE NIEUWE 007?

Sinds Daniel Craig aangekondigd heeft dat hij zich liever van kant zou maken dan een nieuwe Bondfilm te maken, is de jacht op het nieuwe gezicht van de overbekende franchise, die ons ondanks een hoop brolfilms toch na aan het hart ligt, geopend. Omdat het Veer natuurlijk niet mag achterblijven op andere toonaangevende topbladen, geven we u bij deze ons compleet bevooroordeelde en subjectieve overzicht. In toenemende mate van enthousiasme. Mensen die we niet (waard vonden te) vermelden: Jason Statham (hehe), Aidan Turner, James Norton, David Beckham (beetje serieus blijven he), Ewan McGregor, Rupert Friend. Tom Hardy Gedoodverfd favoriet en eerlijk gezegd onze laatste keuze. De man kan acteren, dat staat buiten kijf. Zijn vertolking van het personage Bane in The Dark Knight Returns is ons zeker bijgebleven, en in Hollywoodfilms zien we hem graag wederkeren. Maar tot nu toe heeft hij ons geen reden gegeven om hem meer dan een redelijk onverschillig oordeel toe te kennen. Toegegeven, we hebben hem ook nog maar in een handvol films gezien, maar er zijn er voorlopig dan ook niet zo denderend veel goeie waar hij zijn opwachting in maakt, en in Inception en The Revenant sprong hij er ook niet echt uit door zijn talent. Maar het ons inziens doorslaggevende argument: de man heeft nu echt eens niets van het aura dat Elba en Wilkinson omgeeft met stijl en charisma. In een pak ziet hij er op zijn best okĂŠ uit, en als hij in een Aston Martin rondrijdt, lijkt hij eerder een dief dan de eigenaar. Gewoon niet de juiste man voor de rol, sorry Tom. 40


33e jaargang, nr.4: Maartveer

Henry Cavill Dit is nu eens een mens die wij graag zien acteren zie. In The Tudors trok hij al de aandacht als een dikkenekkerige edelman die toch je sympathie wegdroeg, maar vooral van zijn verpersoonlijking van de Britse geheim agent in The Man from U.N.C.L.E. afgelopen zomer hebben we ook echt genoten. Oh ja: en hij speelt Superman! Dus neen, zeker geen slechte keuze, maar ook niet de beste. Hij doet ons iets teveel denken aan Pierce Brosnan. Goeie acteurs die Bond met veel rol (zouden, in Cavills geval) neerzetten, maar te gelijkaardig aan elkaar. Hoewel hij schalks, knap en stijlvol genoeg is, heeft hij toch niet helemaal de allures van een Bond zoals wij hem willen zien. Michael Fassbender Fan-tas-tische acteur! Het is al even geleden dat wij hem aan het werk hebben gezien (dringend wat films in te halen, zoals Jobs en Shame), maar zijn weergaloze acteerprestaties in Inglourious Basterds en X-Men First Class zullen wij niet licht vergeten! Met quotes als “down with Hitler!” – All the way down, sir” en “There’s a special place in hell for men who waste good scotch. And damn, it’s good scotch!” zette hij als Archie Hicockx één van onze favoriete filmpersonages neer en katapulteerde hij zichzelf tot één van onze favoriete acteurs. Past hij als Bond? Zeker wel! Stijl, charisma, meertalig(!) enz. Maar toch behoort hij niet tot onze toplist, omdat we hem liever in andere films zouden blijven zien, en niet gereduceerd tot de Bondrol.

41


33e jaargang, nr.4: Maartveer

Tom Hiddleston Check de Amerikaanse-Revolutieserie Turn eens en u zal uit uw zetel geknikkerd worden door ’s mans charme, elegantie en Britse air. Wat een held! Als hij een Britse majoor met zoveel verve kan neerzetten, en als hij zo perfect kan opgaan in de wereld van de achttiende-eeuwse Britse aristocratie, kan hij hetzelfde ook doen met het even decadente Bonduniversum. En als u niet overtuigd bent, halen we graag enkele experts ter zake aan: Guillermo Del Toro vond de man goed genoeg voor zijn stijlfilm Crimson Peak, en de wc’s van de Blandijn schatten hem hoger in dan Benedict Cumberbatch!

Damian Lewis Major Winters uit Band of Brothers als de zevende Bond? Klinkt niet slecht! De man heeft stijl, kan zijn sérieux met een glimlachje relativeren en zou er niet slecht uitzien in de Bondwereld. Als hij het wordt, zijn wij zeker tevreden, maar zoals u even verder zult lezen, hopen wij op iets revolutionairder dan een roste Bond.

42


33e jaargang, nr.4: Maartveer

Idris Elba Waarmee we bij de reden voor dit artikel komen. Met de ervaren acteur van vooral inspecteur Luther uit de gelijknamige detectiveserie, maakt voor het eerst een zwarte acteur kans op de rol van 007. Ons hart maakte een sprongetje van vreugde toen we vernamen dat de man na de Britse politie-inspecteur ook één van de bekendste iconen van de Westerse cultuur een donkere tint zou geven. Laat dat nu net het probleem zijn voor de man zelf. Hij stelde zelf onlangs dat hij het verschrikkelijk zou vinden “The Black James Bond” te zijn. We begrijpen dat het voor een acteur erg moet zijn zich gereduceerd te zien tot één rol, en voor een zwarte des te meer. Maar toch hopen we op Elba, en hopelijk kunnen we zowel hem als de producers van de reeks overtuigen met dit artikel. Ten eerste zou het een statement zijn om U tegen te zeggen als James Bond zwart wordt. Hét toonbeeld van de blanke held wordt zo een toonbeeld van de strijd voor gelijkheid. Om niet te vergeten dat Elba zo ook een rolmodel kan zijn voor elke medemens die dagelijks met racisme geconfronteerd wordt. Ten tweede (en vooral, voor de Bondfans): tik eens “Idris Elba suit” in op Google en geeft toe. Wat een swag! Daniel Craig is er wat ons betreft in geslaagd iets terug te brengen wat er sinds onze favoriet, Sean Connery, niet meer in de reeks heeft gezeten: het genot van stijl. Niet de actie en de flauwe moppen vormen de kern van de aantrekkingskracht van de 007, maar de pure klasse. Aston Martins, geschudde Vodka Martini’s, en in pak gestoken mannen waar u zich een tweede blik voor moet gunnen, ongeacht u op mannen valt. En op dit vlak laat Elba de concurrentie ver achter zich. Uw onderhand trouwe filmcriticus Michiel Scheerlinck

43


33e jaargang, nr.4: Maartveer

LIEFDE IN TIJDEN VAN TEMPTATION Onthulling van een anonieme schrijver Temptation, verleiding. Het verlangen naar het onbekende, een beantwoorde blik die net te lang kruist, een onverwachtse, plotse aanraking of een dierlijk verlangen… Exotische locaties versterken de drang. Zwoele nachten, broeiende dagen, zonovergoten stranden. Wie kan de hunker weerstaan?

Met een schok werd Pedro Scampi wakker… Turbulentie. Niet ideaal als je 10 000 voet boven de aardkorst hangt in een metalen kist. Zijn vertrouwen in de technologie was nooit zo groot. Onder zich, bij het licht van de glorende zon doemden de contouren van de stad op. Kopenhagen! Het Thailand van Scandinavië. De zwoele winternacht onder de Gentse Sneeuw leek plots zo lang geleden. Zoet mijmerend schieten de herinneringen van 5 maanden passión met Bea door zijn gedachten. Van de eerste aanrakingen die hem vervulden met verlangen tot de wilde, hevige momenten die zijn lijf deden trillen van dierlijke smacht. Erasmus had hij nooit een goed idee gevonden. Kopenhagen was te ver, te koud. Erasmus te zat, te seksueel en te Spaans. Met tegenzin had hij haar afgezet op Zaventem. Love her but leave her wild… Kan ze de Temptation weerstaan? Erasmus is leerrijk, mooi, een heel nieuwe wereld die opengaat maar uiteindelijk een intellectueel verantwoord synoniem voor poepen in het buitenland. Met een snelle beweging plantte de Ryanair-vlucht zich op de grond. Na haar les zouden ze elkaar zien in een café, Wulfje Patöt, op de pittoreske markt. Het eerder West-Vlaams ogend café zag er niet ongezellig uit. Een gerstenatje kon zijn dorst wel lessen. Waar bleef ze nu? Vier weken had hij de drang kunnen weerstaan maar elke laatste aflopende seconde vervulde hem met frustratie. Krakend ging de deur open, met de tochtvlaag verspreidde zich de geur van lentebloemen onder een prikkelende zon door de ruimte. Een jongedame nam plaats naast hem, haar blonde haar kon haar knappe gelaat niet verbergen. Stralend schonk ze hem een glimlach. Een warm gevoel maakte zich van hem meester, een groeiend verlangen tussen zijn benen. Zijn te strakke jeansbroek brak hem nu zuur op. Wie was deze mysterieuze 44


33e jaargang, nr.4: Maartveer

deerne? Haar panty’s omspanden haar strakke dijen, het rokje net iets te hoog opgetrokken. Een onstilbaar seksueel verlangen ging van haar uit. Interesse was er. Je hebt ‘kijken’ … En je hebt ‘kijken kijken’. Haar prooi was gespot. Ze was hier om het hartje te breken. Met een natuurlijk gemak vlijde ze haar welgevormde lijf tegen hem aan. Haar staalblauwe ogen hielden zijn blik gevangen. Zonder woorden bracht ze haar lippen naar de zijne. Haar vingers omklemden zijn hand en geleiden het langzaam tussen haar strakke dijen. Een scheut vol genoegen schoot door zijn lijf. Ze droeg geen onderbroek… Kon hij haar hier nú nemen? Zijn lichaam schreeuwde om het hare. Een beeld schoot door zijn gedachten. Zijn verlangen verdween als sneeuw voor de zon. Bea op het houten bankje aan het water. De weerspiegeling van de straatlichtjes fonkelden in haar Bambi-ogen. Een belofte, verleidelijker dan één moment van verlangen. De blonde deerne leek plots niet te bestaan, haar blauwe ogen te flets, haar glimlach te fake. Snel stormde hij het café uit, de straat op. De tafelpoot zag hij te laat. Hopeloos strompelend trachtte hij zijn evenwicht te bewaren om toch met een luide knal op de straatstenen te belanden. “Pedro?” Een herkenning. Weifelend richtte hij zijn blik omhoog. Met een overbezorgde liefdevolle blik liep Bea naar hem toe. Hij ving haar op in zijn armen. De warmte van haar lichaam drong door zijn kleren. Uren later werden ze naast elkaar wakker, hun lichamen verstrengeld in elkaar. Zijn hand strelend over haar nog klamme rug. Het waarom van de liefde zal niemand begrijpen. Ongrijpbaar en vluchtig, soms komend als een golfslag, soms blijvend als de stralende zon. Temptation is er altijd, overal. Het groene gras aan de overkant kan soms verleidelijk wuiven in een nieuwe wind. Het onbekende kan zo de nieuwsgierigheid aanwakkeren. De illusie van het andere is zo misleidend. Vroeger was het altijd beter, elders is het altijd warmer of smaakt de koffie smeuïger. Temptation is er om te herinneren dat wat we hebben vaak niet te overtreffen valt. Xoxo, Anoniempje 45


33e jaargang, nr.4: Maartveer

DE TRANSMONGOLIE EXPRESS Een reisverslag De Transmongolië Express, een reis door woeste steppes, verzengende woestijnen en prachtige dalen. De spoorweg loopt doorheen het uitgestrekte Siberië, het adembenemende Baïkalmeer, het lege maar o zo prachtige Mongolië en het China vol contrasten, om dan te eindigen in de smoghoofdstad van de wereld: Beijing. Het avontuur begon allemaal een drietal jaar terug. Jasper Standaert kreeg het idee om de Transsiberische Express te nemen en zo de halve wereld te doorkruisen. Twee jaar later vertrokken Arno, Michiel, Bart en Ivo zonder Jasper op de Transmongolische, die nog avontuurlijker bleek te zijn. Om op te warmen voor de lange reis vertrokken we allemaal uit onze eigenste kleine boerendorpjes naar het grote Moskou, het vertrekpunt van onze reis. Dat deze opwarming nodig was, bleek meer dan ooit, want na nog geen 48 uur waren we al een portefeuille kwijt en hadden we een WitRussische grenswacht moeten omkopen. Moskou Na onze tumultueuze opwarming bereikten we uiteindelijk Moskou. Hier hadden we nog een drietal dagen de tijd om de stad van Vladimir Putin te ontdekken. We begonnen met een stadswandeling waarbij we onmiddellijk een eerste ontmoeting hadden met de lokale vrouwelijke bevolking. Een lokale junkie was blijkbaar zwaar onder de indruk van Michiel zijn Basiliuskathedraal prachtige verschijning en volgde hem daarom enkele honderden meters op een wel zeer hartstochtelijke manier. Om deze aanbidster af te schudden staken we snel een 16-vaks baan(!) over om richting Gorki park te ontsnappen. Onze wandeling sloten we uiteindelijk af op het Rode Plein. Omdat Putin geen audiëntie wilde ontvangen, gingen we dan maar in een 46


33e jaargang, nr.4: Maartveer

voormalige Sovietkantine gaan eten. Bijna iedereen was er heel tevreden. De volgende dag bezochten we nog enkele typische Moskouse bezienswaardigheden zoals de Basiliuskathedraal en de Moskouse Zoo. Dat laatste bezoek was door werken in de helft van het park nogal teleurstellend. Om deze kleine teleurstelling te vergeten hadden we ons voorgenomen de volgende dag het Kremlin te bezoeken. Hier kwam er echter iets tussen. Bart kreeg namelijk ’s nachts het geniale idee om de volgende dag de diplomatieke kant van Moskou op te zoeken. Zo brachten we dan maar de dag door in verschillende Russische instellingen en de Belgische en Mongoolse ambassade. Wil je meer weten? Spreek er ons gerust eens over aan! Vladimir en Jekaterinenburg Na een eerste kennismaking met het Russische treinnet, kwamen we toe in Vladimir. Deze oude Russische stad ligt op enkele uren van Moskou. Uitgezonderd van enkele prachtige kerken was er niet zo heel veel te zien. We hebben er dan maar de stad verkend en een uitstap gemaakt naar het naburige Suzdaal. Deze stad die de stap naar industriestad niet gemaakt heeft, is zeer historisch bewaard. Na deze twee oude Russische vorstensteden stapten we voor het eerst echt op de TransmongoliÍ Express richting Jekaterinenburg. Na een tweetal dagen op de trein kwamen we toe in het voormalige Sverdvlosk, ondanks het de vierde grootste stad van de Russische federatie is, heerst er een volledig andere sfeer dan in Moskou. Het is er veel minder druk, al blijft de stad ook groots en open. Ook de bevolking is er veel sympathieker dan in de hoofdstad. Om er mee te converseren spreek je echter beter een stevig mondje Duits, een taal die toch zeker bij de iets oudere generatie beter gekend is dan het Engels. Ze doen echter enorm hun best en zijn voor toeristen zeer toegankelijk. Zo hebben ze bijvoorbeeld wandelpaden langs de grootste bezienswaardigheden gemaakt door een rode lijn op de stoep te schilderen die de toeristen gewoon kunnen volgen. EÊn van die bezienswaardigheden is uiteraard de Kathedraal op het Bloed, de grootste kerk in Jekaterinenburg. Die werd in het begin van de jaren 2000 gebouwd op de site van het huis van Ipatiev, waar de laatste Romanov tsaars door de Bolsjewieken werden neergeschoten. Daarnaast is Jekaterinenburg ook rijk aan vele musea, waarvan we er de volgende dag een aantal bezochten. Eerst kwam het militair museum, dat een overzicht gaf van de oorlogen die Rusland uitvocht, met een grote focus op WOII uiteraard. Tot onze verrassing was er op het einde van het museum 47


33e jaargang, nr.4: Maartveer

opmerkelijk genoeg ook een vitrinekast vrijgehouden voor het Krimconflict van 2014. Ook hoorden we dat er bij het museum een tank en artilleriearsenaal hoorde, wat we dan maar meteen voor de VGK claimden. Ook de rest van ons verblijf daar hebben we ons zeer goed geamuseerd. Zo bezochten we het museum voor schone kunsten en probeerde Michiel zijn hoogtevrees te overwinnen op een panoramisch uitzichtpunt van de stad. Ook ontdekten we dat een studentenkaart van de UGent geen geschikt alternatief is als mes om kaas mee te snijden. Worst gaat dan wel weer. Ook leerden we dat de gemiddelde inwoner van Jekaterinenburg nogal van bloemen moet houden, aan de vele 24uurs bloemenkiosken te zien die doorheen de stad verspreid lagen. ’s Avonds sprongen we dan weer op de trein richting Irkutsk. Deze treinreis doorheen ongeveer 3000 km Siberische steppe en 3 tijdszones was de langste afstand die we in één ruk hebben afgelegd. Op de trein, Irkutsk en het Baïkalmeer Hoe ziet zo’n Transmongolië Express er eigenlijk uit? Dit verandert doorheen de reis, aangezien het ervan afhangt of je in een Russische, Mongoolse of Chinese wagon zit. Dit is dan mooi te vergelijken aan het bed dat ter beschikking is, al de rest is namelijk bijna hetzelfde: een klein tafeltje, gordijnen en wat opbergruimte. Bij de meeste Russische wagons was er een duidelijk onderscheid tussen het bed en de zetel voor overdag. Je kon er het bed ’s avonds uitklappen en overdag omhoog zetten zodat de onderkant als leuning werd gebruikt. Je kon dus comfortabel op een matras met een donsdekentje slapen. Verder op de reis verdween dit echter en kregen we een opgerolde matras in de plaats, waar ook overdag op kon gezeten worden. Van dit alternatief konden we vanaf Jekaterinenburg genieten. De dikte van die matrassen kon ook wel eens verschillen. Bij de Mongoolse en Chinese wagons verdween ook dit fenomeen en sliepen we op enkele dekens als matras met een ander deken als bedekking. We hebben ons daar echter niets van aangetrokken en lieten onszelf steeds door de wiegende trein in slaap begeleiden. In de rest van de wagon waren er dan ook nog twee toiletten met lavabo beschikbaar, waar je aan een “toiletballet” mocht doen om je aan te kleden zonder de, soms minder propere, 48


33e jaargang, nr.4: Maartveer

vloer aan te raken. Elektriciteit kon er teruggevonden worden aan de twee à drie stopcontacten, die meestal allemaal functioneerden. Het grootste genot was echter de samovar, een warmwater ketel die elke wagon bezat en waar je op elk moment van de dag warm water kon halen voor thee of soep. De twee provodniks of wagonbegeleiders zorgden er steeds voor dat die goed gevuld was en het vuur in de stoof steeds goed brandde. Maar wat was er eigenlijk te doen op zo’n trein, naast thee drinken? Niet zo heel veel, maar daar waren we op voorbereid en we hadden dan ook van onze eigen entertainment voorzien. We hebben onze tijd doorgebracht met naar het prachtige landschap te kijken, de trein en restauratiewagon te onderzoeken, boeken te lezen, Japanse puzzels te maken, films te kijken of PCspellekes te spelen, met de buren praten én last but not least: onze fantastische treinwagoncantus! Uiteindelijk kwamen we dan in Irkutsk aan: één van de grootste steden in Siberië is er één van extremen. Zo kan het er in de zomer gemakkelijk tot goed boven de 30°C gaan, terwijl de temperatuur er in de winter dezelfde tendens in negatieve richting aanneemt. Toeristisch is er in deze grootstad iets minder te beleven, gelukkig waren wij hier gewoon enkele uren in transit om op onze boot naar het Baïkalmeer te wachten. Hier was er net als in Jekaterinenburg een geschilderde lijn op het voetpad voorzien, die we dan hebben afgelopen tot we bij een zeer grote markt aankwamen. Zowel in- als outdoor was er een heleboel te zien en te kopen, van Russische delicatessen naar ter plaatse gemaakte Mongoolse yoghurt tot typische Westerse producten. Buiten waren er ook verschillende kramen waar je de prachtigste en schattigste puppy’s en kittens kon kopen aan, euh, zeer Russische prijzen. In de namiddag was het echter tijd om de stad te verlaten en namen we onze boot richting twee prachtige Russische dorpjes aan de oevers van het Baïkalmeer. Dit meer is het diepste meer ter wereld en is op zijn diepste punt meer dan een kilometer diep en bevat 20% van al het zoetwater ter wereld of 90% van Ruslands zoetwater reserves. Onze eerste bestemming was het idyllische dorpje Bolshykoti. Wie een tijdje geleden de reportage van Joanna Lumley de zondagavond op één heeft gezien, zag dat zij daar ook is geweest. Wij kwamen er in de late namiddag toe en bezochten eerst een 49


33e jaargang, nr.4: Maartveer

banja, een Russische sauna. Na het eten trokken we dan een bergpad op, om op de nabijgelegen top naar de zonsondergang te kijken. Die maakte de terugweg in het pikdonker over een smal pad in de bossen, meer dan goed. Na deze wandeling zijn we dan gaan uitrusten op het kleine strandje, waar we nog een uur of twee naar de prachtige sterrenhemel hebben gestaard terwijl we het Ruslanddeel van de reis nabespraken en wat cantusliedjes zongen. Ja cantusliedjes, we blijven dan ook studenten. Na een verkwikkende nachtrust stonden we allemaal in wandeltenue klaar om langs de oevers van het meer de kleine wandelpaden verder te ontdekken. Hierbij kwamen we onderweg de mooiste uitzichten en natuurgebieden tegen die we ooit zagen. Tegelijkertijd ontdekten we ook dat als ze in Rusland een klein houten bordje zetten met “Dangerous trail” ze bedoelen dat het pad levensgevaarlijk is en je er niet zonder enkele bijna-doodervaringen afkomt. Het is dus geen moeilijkheidsgraadaanduiding voor verschillende soorten wandelaas, zoals wij dachten. ’s Avonds vertrok de boot dan terug naar een klein stadje een tiental kilometer verder: Listvianka. Opnieuw een idyllische plek aan het meer, waar we in een traditioneel restaurantje de lokale specialiteiten probeerden. Arno is echter vegetarisch en had wat moeite om zijn slaatje te verteren, dus de volgende dag trokken we met een man minder de bergen in. Dit was opnieuw een epische wandeling, aangezien ze in Rusland blijkbaar niet aan gemarkeerde wandelpaden doen. We zijn dus maar op gevoel beginnen stappen. Na enkele uren door de bossen en een aantal gevaarlijke afdalingen bereikten we uiteindelijk gewoon het meer. Jammer genoeg bleken we nog enkele uren van Listvianka verwijderd te zijn. Op dit nieuw pad moesten we opnieuw aan de lijve ondervinden dat bepaalde stukken van ons pad niet volledig veilig waren. Zo moesten we bij een bepaald stuk een rotswand oversteken die een meter of tien boven het meer uittorende waarbij we toch liever een klimharnas bij de hand hadden gehad. Uiteindelijk kwamen we echter moe, maar meer dan voldaan terug op ons hotel. ’s Avonds vierden we dit dan door met een fris pintje te discussiëren over de meest nutteloze zaken. Want uiteraard zijn dit de allerbeste discussies! Hierna vertrokken we terug naar Irkutsk, waar we nog een korte dag rondliepen en onder andere een Belgisch café tegenkwamen. We kunnen je verzekeren, een lekker Belgisch biertje smaakt nog beter in het midden van Siberië. Zeker na enkele weken op Russisch bier 50


33e jaargang, nr.4: Maartveer

te overleven. Later op de avond konden we dan eindelijk onze trein richting het mysterieuze Mongolië nemen! Mongolië Het prachtige land van Genghis Khan is één van de minst dichtbevolkte landen ter wereld. Het is driemaal zo groot als Frankrijk en van haar 3 miljoen inwoners woont de helft in Ulaanbaatar. Hier hadden we een gids geboekt om ons door de onherbergzame Gobi woestijn te leiden. Samen met enkele Nederlanders vertrokken we met twee busjes de woestijn in. Gelukkig voor ons hadden deze busjes extreem goede vering, want Mongoolse verharde wegen bestaan slechts sporadisch. Na een week zo rond te rijden, verlies je alle appreciatie voor pretparken. Tijdens onze week in Mongolië trokken we elke dag van het ene gerkamp (de typische Mongoolse tenten) naar het andere terwijl we overdag de bezienswaardigheden een bezoek brachten. Hoewel de Gobi woestijn uit een uitgestrekte steppe bestaat, was het landschap onderweg adembenemend en kon het plots op slag van uitzicht veranderen. ’s Nachts kwam er dan weer een andere schoonheid tevoorschijn. De zonsondergangen zorgden er namelijk voor dat de hemel er als geschilderd uit ging zien. Menige avonden kochten we onszelf dan wat pintjes in het hoofdgebouw van het kamp om dan at random de woestijn in te trekken en de avondhemel te bewonderen. Na de prachtige zonsondergang kwam dan de sterrenhemel tevoorschijn. Hierdoor zijn we mogelijks iets te lang blijven zitten, wat het ontwaken om 6u de volgende dag niet erg aangenaam maakte. Blijkbaar was de lokale familie waar we die avond bleven logeren onlangs 200 km verhuisd, waardoor we vroeger moesten vertrekken. Enkele uren later, na door kuddes schapen/geiten, kamelen en paarden te rijden, na omwegen voor gigantische waterplassen over de “weg”, doorheen een kleine zandstorm te gaan en na een bezoek aan adembenemende rotsformaties en prachtige landschappen, kwamen we uiteindelijk bij de lokale herdersfamilie aan. Hier werden we ontvangen met een soort vaste kamelenyoghurt en melkthee, waar wij met veel plezier van genoten. Onze Hollandse reisgenoten hadden er iets meer moeite mee. Ook hier maakten we weer een wandeling door de steppe, deze maal vergezeld door Cézar, 51


33e jaargang, nr.4: Maartveer

de herdershond van de familie. Voor diegene die het zich afvragen, ja dit is een verwijzing naar het programma Willy’s en Marjetten. Enkele andere dieren werden dan ook op deze tocht omgedoopt tot Palmyra en Fons van Callenberge. Onze Hollandse vrienden verstonden er geen “jota” van. Hun voorstel om iets Billy te noemen, werd dan ook vriendelijk geweigerd. Door een plotse regenbui die we net Een typisch Mongools herderstoilet en Cézar de hond konden vermijden (je kon de regen een drietal meter na ons zien vallen, leve de steppe), werden we echter terug richting de gers gedwongen. Gelukkig maar! De zoon en zijn neef waren namelijk net begonnen met het spelen van een typisch Mongools instrument, een soort viool met twee snaren. Zo trokken we dus zeven dagen door de Mongoolse Gobi woestijn. Hoewel alles van ver op elkaar leek, kon je overal wel iets nieuws ontdekken en was er na elke kleine heuvel opnieuw een prachtige verassing. We kunnen jullie maar één tip geven. GA OOIT NAAR MONGOLIE!!! Aan alle mooie liedjes moet er echter een einde komen, na zeven dagen was het sprookje voorbij. Na een laatste acclimatisatieperiode in Ulaanbaatar was het tijd om naar Beijing te vertrekken. We bezochten er nog even de stad en dronken er de typische Mongoolse licht alcoholische drank: Airak ofwel gefermenteerde merriemelk. Voor sommigen onder ons was dit reden genoeg om Mongolië te verlaten. Anderen vonden het best wel lekker smaken. Beijing Jammer genoeg moesten we het idyllische Mongolië ooit verlaten, dus vertrokken we naar Beijing. De treinrit verliep meer dan voorspoedig, tot we bij de Chinese grensovergang aankwamen. We kwamen ondertussen bijna 30 dagen zonder problemen overeen. Maar hier werd onze zelfbeheersing tot op het randje op de proef gesteld! De reden? De spoorwissel. De Chinese sporen zijn namelijk op Europese breedte gebouwd, terwijl de Mongoolse op Russische breedte zitten. Elke wagon moest dus apart opgeheven worden terwijl er een ander wielstelsel werd opgezet. Hoewel we dit in Wit-Rusland al eens meemaakten, was de trein nu extreem veel langer, waardoor we er ook veel langer moesten wachten. Het 52


33e jaargang, nr.4: Maartveer

probleem hierbij was echter dat de wc’s gesloten werden en je geen toegang had naar de restauratiewagon of het perron. We zaten dus enkele uren opgesloten in een veel te warme, veel te lawaaierige wagon. Ieder van ons ging dood van de dorst en wij waren dus enorm opgelucht toen we uiteindelijk het station net na de grens binnenreden. Tot onze grote ontsteltenis waren er nergens kraampjes of automaten te vinden zoals in de Mongoolse of Russische stations en uiteraard was de restauratiewagon ook gesloten. We besloten dan maar om te proberen slapen, na een beker kokend water uit de samovar en ondanks het voortdurende geloei en getuur van de locomotief, raakten we uiteindelijk in slaap. De volgende dag vergaten we dit allemaal bij het openen van onze gordijnen. We bevonden ons namelijk in het Chinese platteland, tussen enorme bergen met steile wanden en diepe, groene dalen. Het was prachtig! We hebben dan maar de rest van de rit naar Beijing door het raampje gekeken. Zo ontdekten we ook plots een trein op een spoor aan de overkant van het dal die in tegengestelde richting reed. Zijn lading: een honderden meters lange opvolging van wagons geladen met tanks. Hierna volgde weer het ene prachtige landschap na het andere. Uiteindelijk maakten ook die landschappen plaats voor het drukke Beijing. Wij kwamen echter in de hutongwijken terecht, een soort rustige volkswijken in het midden van de grootstad. Op het eerste zicht zijn dit nogal sjofele wijken, maar ’s avonds transformeren ze zich naar enorm gezellige plaatsen vol leuke cafés en lekkere restaurants. Dat deze ook voor avontuur kunnen zorgen merkten we maar al te zeer, toen de menukaarten enkel in het Chinees waren. Ondanks dit lichte obstakel hebben we altijd fantastisch lekker gegeten. Pikant, maar heerlijk. Op café gaan was dan weer eens thuiskomen. Zo bestelden we een pintje aan de toog en kregen Hoegaarden. Ook alle andere cafés hadden hun frigo’s vol gestoken met Duvels, StBernadus abt, Triple Karmeliet, Chimay,… Deze boden een meer dan welkom verzetje nadat we ontdekt hadden dat onze laptop geblokkeerd bleek na kort op facebook geraakt te zijn. Ook geen al te slim idee. Uiteraard hebben we in Beijing meer gedaan dan gaan eten en op café gezeten. We hadden uiteraard een tour voorbereid om de grote bezienswaardigheden te bezoeken. Jammer genoeg bleken we in een touristtrap gelopen te zijn. Naast de Chinese Muur, de Ming graven, het Zomerpaleis en de Verboden Stad 53


33e jaargang, nr.4: Maartveer

bezochten we ook een jadefabriek, een theewinkel en last but not least een “universiteit� met wereldvermaarde Chinese dokters in de natuurgeneeskunde. Laat ons het er op houden, hun diagnoses bekeken we met nogal wat argwaan. De rest was uiteraard enorm de moeite. Enkel de altijd aanwezige smoglaag was een dompertje. Beijing was in elk geval een meer dan geslaagde afsluiter van deze fantastische reis. Moe maar enorm voldaan keerden we terug naar huis. Enkele weken later kregen we nog speciale verrassing in onze mailbox, het anonieme kaartje dat we vanuit Irkutsk naar de vakgroep geschiedenis hadden gestuurd was blijkbaar toegekomen. Zo anoniem bleek ons kaartje niet te zijn, want alle vier ontvingen we een bedanking in de mailbox. Moraal van het verhaal, de vakgroep geschiedenis is net als de Chinese overheid, ze is overal! Bart Heene en Ivo De Wulf

Een Mongools liedje dat de gids ons aanleerde (tot grote jaloezie van enkelen onder de Nederlanders), het gaat over een geliefde die over liefde zingt en het vergelijkt met de vlucht der vogels en galopperende paarden: Aynii Shuvuud

Aylan duulah chinii min hooloi che Adilhan unguur uyangalan gongodood Alag nudnii sormuus shig deveed Aglag tal deeguur shuvuud butslag Amrag min, chi min, duugaa duulaach Aynii, shuvuudiig, iren irtel duugaa duulaachee.

54


33e jaargang, nr.4: Maartveer

GENT DOOR ISHKA VERKEND Een (culinaire) wereldreis voor studenten on a budget Gent is een stad waarin meer dan 150 nationaliteiten samenkomen. In mijn vorige rubriek sprak ik al over enkele Turkse restaurants in de sleepstraat, maar dat is nog maar een fractie van wat er valt te ontdekken in Gent op cultureel-culinair vlak. Chinese, Argentijnse, Italiaanse en Libanese restaurants: het is onmogelijk om een enigszins compleet overzicht te geven van al wat je hier kan ontdekken. Wat volgt is een beschrijving van enkele van mijn persoonlijke favoriete restaurantjes en plaatsen en Gent die de wereldreiziger in u zullen wakker schudden. We beginnen niet zo ver van huis. l'Apéro d'Oc aan de Ajuinlei is een Franse wijnen tapasbar met een terras dat je in de zomer maar weinig leeg aantreft. Hier worden onder begeleiding van Brel en Gainsbourg verschillende bio-wijnen, seizoensgebonden hapjes en verse limonades aangeboden aan een eerlijke prijs. Brood, een stukje kaas, wijn en rood-wit geruite tafelkleedjes: u heeft uw stereotiep Frans aperitiefadresje in Gent gevonden! Alle producten worden door de uitbaters gezocht bij artisanale producenten in Zuid-Frankrijk, en kan je ook ter plekke aankopen. Zoek je het liever nog iets zuidelijker? Voor Spaanse tapas hoef je zelfs de studentenbuurt niet uit: Hasta Mañana is al enkele jaren een vaste waarde in de Lammerenstraat en trekt zowel jong als oud aan. Vinos, tapas e zumos, aangevuld met enkele heerlijke cocktails (strawberry-daiquiri!) en een zuiders sfeertje. Gentenaars en foodies durven al eens smalend meegeven dat dit zeker niet de beste tapasbar van de stad is, maar wanneer je op een studentenbudget overleeft is dit ongetwijfeld een goede keuze. Wanneer je daarentegen eens met de mama op restaurant gaat, kan je terecht in het iets chiquere La Malcontenta. Een onverwachtse plek niet zo ver van de rosse buurt is El Negocito. Dit klein Chileens eetcafé lijkt enigszins onafgewerkt en misschien zelfs een beetje bouwvallig, maar door de ambiente informal die er hangt lijkt dit allemaal niet te deren. Tussen de vlaggetjes, kaarsjes en bakstenen kan je kiezen uit gerechten als chili con carne, Pastel de Choclo of Gambas al Pil-Pil. Een maaltijd heb je al voor €8, maar het kan ook ge55


33e jaargang, nr.4: Maartveer

zellig zijn om hier gewoon een glas te komen drinken. Is het lang geleden dat je nog iets exotisch en nieuws gedronken hebt? Probeer dan zeker de Borgoña uit, een typisch Chileense aarbeiensangria op basis van witte wijn. Als je tot een van de laatste gasten overblijft, krijg je misschien wel een tequila van het huis, mét handleiding van de kok (“Exhala, lame la sal, toma tu shot de tequila, y muerde el limon”). In El Negocito gebruikt men limoen in plaats van citroen, en ondergetekende wist dat zeker te smaken. Even helemaal naar de andere kant van de wereldbol, want ook de Aziatische keuken is in Gent goed vertegenwoordigd. Voor een uitgebreid arsenaal aan gerechten uit Vietnam, Laos, China, Thailand en Maleisië moet je in Lucy Chang zijn. Omdat deze vijf landen ook hun eigen specifieke keukens hebben sta je voor een heel gevarieerde kaart die je doet kennismaken met erg uiteenlopende smaken. Ook hier heb je al gegeten voor €10, en voor een kleine €3 extra neem je er achteraf een grote pot heerlijke Chinese thee bij. Ook hebben ze er een aanbod aan Thaise bieren, lycheewijnen en Aziatische sterke dranken. De Chinese keuken specifiek kan je ook op vele plaatsen proeven. Omdat ik Het Veer niet volledig wil overnemen met dit artikel hou ik het bij mijn favoriet: Seli’s Noodle bar. De twee Chinese dames Selina en Lily (Se-li, snap je’m?) kwamen enkele jaren terug in Gent aan als studenten en verblijven hier nu permanent om dit restaurant uit te baten. Voor één keer geen kitscherige lampions en draken aan het plafond, en nep-mingvazen aan het raam: in dit frisse interieur is de live-bereiding van het eten de eyecatcher. De noedels worden voor de ogen van de gasten uit een bol deeg “getrokken”, verser dan dit kan het echt niet. Voor een kom noedelsoep betaal je rond de €11, maar er zijn ook enkele studentendeals waarbij je een hele menu voor een spotprijsje krijgt. Uitzicht op de voormalige bewaarplaats van het rijksarchief, het Duivelsteen, krijgen historici er als extraatje bij. Afrika mag in deze culinaire reis om de wereld zeker niet ontbreken. De meeste Afrikaanse restaurants vallen ruim buiten het studentenbudget, maar kunnen af en toe wel een sponserend familielid overtuigen. Ette Ibibio, een eethuis op de Zwijnaardsesteenweg, valt buiten die categorie: zeer betaalbaar, lekker en opnieuw erg gezellig. Belangrijker nog is te vermelden dat de opbrengst van dit restaurant gaat naar 56


33e jaargang, nr.4: Maartveer

een vzw in Nigeria die zich inzet voor enkele sociale projecten in Akwa Ibom. De gastvrouw is ontzettend vriendelijk en legt haar gasten met veel plezier de opzet van deze projecten uit. Avonturiers kunnen hier enkele uitzonderlijke vleessoorten als struisvogel en springbok uitproberen, maar de ethicus in mij gebiedt toch te vermelden dat je in dit restaurant met een moambe of saka-saka zeker ook aan je trekken zal komen. Keuzestress? Voor een compléte wereldreis kan je ook terecht in de Mosquito Coast. Hier eet je zowel Argentijnse entrecote, Japanse Yakitori als Libanese falafelsalade, en dit alles in één van de meest exotische interieurs van de stad. Iets duurder dan de meeste restaurants hier beschreven, maar zowel de sfeer als het heerlijke eten maken het zeker de moeite om hier eens langs te gaan. Als het warm wordt dan zet men ook een tof terrasje open in de achtertuin, ideaal voor zomeravonden. De cocktails zijn hier beroemd, en de mojito staat bekend als de beste in Gent. Nog een laatste tip: sla hier geen toiletbezoek over. De WC’s zijn namelijk volledig behangen met veiligheidsfiches uit het vliegtuig en vormen zo een bezienswaardigheid op zich. Om ten slotte nog eens een ander aspect dan het culinaire te behandelen: De Centrale! Dit naar eigen zeggen “intercultureel centrum” voorziet cultuurvogels van een divers pluimage van een ontmoetingsplek. Daarnaast spijst men hier ook de hongerigen met voedsel (uit alle uithoeken van de wereld), laaft men de dorstigen met tropische cocktails en voorziet men concertliefhebbers van een streepje wereldmuziek. Maandelijks gaat hier ook het populaire Boombal door, een volksdansfestival waar jong en oud zich uitleven op de dansvloer en kunnen deelnemen aan verschillende workshops. Een beetje buiten de stadskern gelegen, maar zeker de moeite om hier eens een concertje mee te pikken. Wil je je kot een werelds tintje geven, maar heb je het geld niet om souvenirs en decoratie te gaan kopen in Namibië, Papoea Nieuw Guinea of Guatemala? Dan kan je terecht in Atlas en Zanzibar. Deze reiswinkel biedt in de eerste plaats reisgidsen aan, maar je vindt hier ook mooie kaarten, wereldbollen en andere hebbedingen binnen het reisthema. Deze winkel is ook steevast de eerste in het Gentse die de 57


33e jaargang, nr.4: Maartveer

recentste (meestal Engelstalige) versie van een bepaalde reisgids binnenkrijgt. Ook leuk om gewoon even rond te snuisteren, mijmerend over een volgende vakantiebestemming. Ishka Desmedt

58


33e jaargang, nr.4: Maartveer

BO’S STUDENTENKEUKEN “De wereld kent vele smaken en wat zou het fantastisch zijn als we al deze smaken ook konden proeven.”

Gevulde groenten Ingrediënten (2 personen) 

1 courgette

1 sjalot

1 teentje look

1 halve paprika

3 wortelen

100 gram couscous

200g ricotta

50g Parmezaanse kaas

Ras el Hanout

Korianderbolletjes

Bereidingswijze Verwarm de oven voor op 180°. Was de courgettes, snij ze open en verwijder de zaden (het hart). Neem een ovenschotel en wrijf deze in met olijfolie. Leg de 2 courgettehelften in de ovenschaal. Bereid de couscous volgens de aanwijzingen op de verpakking. Vervolgens versnipper je de sjalot en het teentje look. Hierna snij je de paprika en de wortelen in fijne stukjes. Was de groentjes en stoof de sjalot en look aan in een flinke scheut olijfolie, voeg vervolgens de groenten toe en kruid met Ras el hanout, geplette korianderbolletjes, peper, dit naar eigen smaak. Wanneer de groentjes zacht zijn en ook de couscous gaar is, zet je het vuur uit. Vervolgens meng je de groentjes met de couscous, voeg er de ricotta, de Parmezaanse kaas en nog wat Ras el hanout bij. Leg de mengeling op de courgettes en bedek het met een laagje kaas. Zet in de oven en bak 10-15minuten op 180°. Haal ze uit de oven en de courgetten zijn klaar om op te dienen. Smakelijk! Bo Billiet 59


33e jaargang, nr.4: Maartveer

OUT OF THIS WORLD Het herfsttij der legendes Het zijn zware tijden voor film- en muziekliefhebbers. Grote iconen vallen sneller dan de gemiddelde fruitvlieg op een Braziliaanse vuilnisbelt en figuren zoals Taylor Swift vieren hoogtij. Haters gonna hate en players gotta play, maar wanneer zelfs de man die ooit zong “I am the game” zijn spreekwoordelijke pijp aan de al even spreekwoordelijke Maarten heeft gegeven, heeft het dan nog wel nut om te blijven spelen? Ongeveer een jaar geleden besloot Mr. Spock-acteur Leonard Nimoy dat hij long en prosper genoeg geleefd had. De wereld, toen nog zo jong en onbezonnen als een pasgeboren hertenjong, nam uitgebreid afscheid van deze acteur, zoals altijd gedaan wordt wanneer een van de giganten uit de entertainmentsector het leven laat. Onmogelijk kon het weten dat het dit rouwproces nog vele malen zou herhalen, voor ’t volle jaar is rond. Toch, al snel vielen meer helden. Onder andere ‘The Scene’-zanger Thé Lau, regisseur Wes Craven en blueslegende B.B. King namen afscheid van hun Aardse bestaan. Ook Christopher Lee passeerde de revue. De man die bekend stond als vampier Dracula of magiër Saruman speelde regelmatig met de dood, maar op 7 juni 2015 was zijn laatste troef uitgespeeld. Lee was niet alleen een geroemd acteur, hij was ook de zanger van een al even demonisch klinkende metalband. Hij bracht ook een kerst-cd uit, maar tenzij uw achternaam “Addams” is, neemt u deze maar beter niet mee naar het feestje van de oma. De morbide stroomversnelling van vallende sterren zette echter pas echt in op 28 december, met de dood van Lemmy Kilminster, zanger van de Britse heavymetalband Motörhead. Erik van Looy zou het Moteurhed noemen, maar volgens de groep zelf is het umlaut op de tweede ‘o’ enkel toegevoegd om het een dreigend uitzicht te geven. Lemmy, wiens enige verstaanbare lyrics uit zijn carrière de drie woorden ‘Ace of Spades’ waren, was een fervent verzamelaar van 60


33e jaargang, nr.4: Maartveer

oorlogstanks en beweerde dat wanneer hij dood zou gaan, rock ‘n’ roll samen met hem zou sterven. Ik kan u met meer dan een beetje sarcasme in mijn stem geruststellen dat dit niet het geval is, Chad Kroeger dartelt nog altijd vrolijk rond. We kregen niet lang om dit verlies te verwerken. Amper 13 dagen later kregen we een nieuwe, zo mogelijk nóg grotere klap te verduren. Ik zal de dag niet snel vergeten dat ik wakker gemaakt werd met de woorden “Ik heb slecht nieuws. David Bowie is dood.” Het voelde raar, bedenken dat het genie achter Ziggy Stardust niet meer was. Ik herinnerde me dat ik enkele weken voordien me nog bedacht dat ik hem graag eens zou zien optreden en zijn meest recente concerten opzocht. Ik herinnerde me ook dat ik er nog niet toe geraakt was zijn nieuwste album Blackstar te beluisteren. Daarom besloot ik de rest van zijn oeuvre te beluisteren, en tot mijn grote spijt moet ik toegeven dat ik Blackstar helemaal vergeten was, tot ik hem op 25 februari al dan niet letterlijk in de schoot geworpen kreeg als verjaardagscadeau en het feit dat ik zijn laatste werk nog niet beluisterd had weer naar mijn hoofd geslingerd werd. Dat Bowie graag beeldspraak en achterliggende betekenissen – zoals het feit dat Major Tom eigenlijk een trippende junk is – gebruikt, is relatief bekend. Maar Blackstar spant hierin onbetwist de kroon. Toen het album uitgebracht werd, sprak een recensent de woorden ‘een van de troeven van Bowie is de bereidwilligheid nonsens te omarmen’. De songteksten leken onmogelijk te ontcijferen. Maar twee dagen na het verschijnen van dit album stierf het genie en werd de cd in een ander daglicht geplaatst. Met teksten als ‘Look up here, I’m in heaven!’ was het duidelijk dat Blackstar bedoeld was als een afscheidsbrief aan zijn fans. Voor de eerste en enige keer toonde de hoes van het album niet Bowie zelf, maar een zwarte ster. Ook de rest van het artwork en de videoclips van titelsong Blackstar en Lazarus hebben een duistere sfeer en hanteren allerlei motieven die verwijzen naar de dood. Zo toont die laatste clip de artiest zelf in een ziekenhuisbed en eindigt wanneer hij zich terugtrekt in een zwarte kast. 61


33e jaargang, nr.4: Maartveer

Maar het gaat nog verder. Elvis Presley, die de verjaardag van Bowie deelde, bracht ooit ook het nummer Black Star uit. Hier zong hij: “Every man has a black star, a black star over his shoulder. And when a man sees his black star, he knows his time has come.” In het nummer Girl loves me – geschreven in een Britse ‘slang’-taal – zingt Bowie regelmatig “Where the fuck did monday go?” Gek genoeg stierf hij op een zondag, waardoor hij de maandag nooit meer zou zien. Hoewel Bowie hier duidelijk zijn dood anticipeerde, kon hij toch niet alles achter zich laten. Het nummer I Can’t Give Everything Away wijst erop dat hij nog geheimen had, nog boodschappen had die hij het liefst zou delen met de wereld, maar dat hij ‘niet alles weg kan geven’. Een week voor zijn dood maakte hij nog een impulsieve afspraak met zijn producer voor een eventuele opvolger van Blackstar. Na de dood van de burgemeester uit Ghostbusters, waar relatief weinig aandacht aan werd geschonken, vervoegde amper vier dagen na David Bowie ook acteur Alan Rickman de dodenmars. Eén van de meest gehate – nee, geliefde, of toch gehate? Nee, beslist wel geliefde! – personages uit Harry Potter. De sociale media werden overspoeld door het woord “Always” en schrijfster J.K. Rowling onthulde dat de betekenis achter dat woord hetgeen was dat Rickman over de streep trok om zijn zwarte gewaden aan te trekken en in de huid te kruipen van Severus Snape. Tel daar weer vier dagen bij op en we konden afscheid nemen van Glenn Frey, gitarist van de Eagles. U weet wel, van Hotel California, dat nummer dat in de top tien staat van nagenoeg elke zichzelf respecterende hitlijst, naast Bohemian Rhapsody van Queen en Smells Like Teen Spirit van Nirvana. Ook Maurice White, oprichter van Earth, Wind & Fire kunnen we aan het lijstje toevoegen. Liefhebbers van de fijnere – ahum – muziek rouwden dan weer om Eddy Wally of Black, van Wonderful Life. De VGK’ers onder ons verloren prosenior Urbain Vermeulen en onze vrienden filologen moesten afscheid nemen van Umberto Eco én Harper Lee. Al die sterftes, zo kort op elkaar, het is bijna niet te geloven. Toch wordt het morbide toeval nóg frappanter. Slechts een maand voor de dood van Lemmy Kilminster stierf 62


33e jaargang, nr.4: Maartveer

ook Phil Taylor, de oorspronkelijke drummer van Motörhead. Nog opmerkelijker waren de sterftes van Signe Anderson en Paul Kantner, beiden oorspronkelijke zangers van Jefferson Airplane. Beiden stierven op 28 januari 2016. Hierbij sluit ik mijn artikel af, deels omdat ik de voornaamste gestorven mensen heb vermeld en deels omdat ik geen originele synoniemen meer kan bedenken voor “sterven”. Zelfs de grootste iconen zijn niet onsterfelijk, maar hun nagedachtenis blijft. Denk maar aan de ‘Bowie Night’ in de Amber en vele andere tribute-avonden in al even veel verschillende cafés. Altijd de moeite om even te passeren! Schaf u zeker ook Blackstar aan, het is een aanrader. Nog enkele andere cd’s meepikken natuurlijk. Keith Emerson liet onlangs ook het leven, dus een verzamel-cd van Emerson, Lake & Palmer kan niet ontbreken. Misschien nog een Best of van Motörhead of de complete Harry Potter-collectie op Blu-ray? Over de doden niets dan goeds, dus wanneer ik na al deze aankopen staar in de diepe leegte van mijn portefeuille, verwijt ik hen niets. Daarom besluit ik, zoals gebruikelijk: DAMN YOU, STAD GENT! Wouter Reggers

63


33e jaargang, nr.4: Maartveer

DE SCRIPTOR SLUIT AF “De scriptor sluit af”, hier zijn we weer, het einde van het Veer. Uren heb ik besteed aan geweldig interessante artikels na te lezen, ze in een iet of wat gangbare lay-out te gieten en ze in de eerste plaats—met of zonder vertraging en veel gezaag - te ontvangen. Met de naderende deadlines een soms onuitstaanbaar veeleisende job, maar uiteindelijk, wanneer het einde nadert, steekt de voldoening van een afgewerkt Veer vermengd met hier en daar een vleugje trots en emotioneel geladen tinten, toch weer de kop op. Gedurende het produceren van dit wit-groene blad keek ik al enorm op tegen mijn nawoord. Ik was bijna, shame on me, van plan om er geen te schrijven en het te “vergeten”. Na deze ontluikende zin kan ik me deze zet dus ook niet meer permitteren, hoe tactvol. Een verre sympathisant kwam echter met een nog niet zo slecht idee aanzetten, gebaseerd op een filosofische vraag die we ons eerder deze maand stelden. Eén van de recentere hypes volgend, kocht ik me namelijk onlangs een kraskaart die me de opdracht geeft “de wereld te krassen”. Zo gezegd zo gedaan, met een niet al te best gevoel voor rechtlijnigheid hing ik de kaart lachwekkend scheef aan mijn muur. Lang leve moeders die het niet langer kunnen aanzien en het zelfs niet stiekem recht hangen wanneer je nog maar de deur uit bent. Maar dus, onze “filosofische vraag”. Filosofisch is misschien een te zwaar geladen woord, maar laten we het daar op houden. Na het vlotjes en met vaste hand uitkrassen van de eerste landen: België, Nederland, Duitsland, botste ik onverwacht op een waar dilemma. Terwijl ik daar stond met het muntstuk van twintig cent – groot genoeg voor een goede grip, klein genoeg voor het fijnere kraswerk – nog in mijn rechterhand, werd ik overvallen door vragen. Kon ik Denemarken uitkrassen of niet? In het eerste semester bezochten we inderdaad Kopenhagen met de VGK, maar geeft dat mij de permissie het land weg te krassen en dus “voor bekeken te houden”? Is een citytrip naar de hoofdstad voldoende om te zeggen dat ik genoeg van Denemarken gezien heb? Maar ben ik dan anderzijds van plan om Denemarken nog verder te bezoeken? In eerste instantie niet. Kan iemand die enkel Rome heeft bezocht dan ook gewoon Italië wegkrassen? Ik vermoed van niet. Waar zou dan de grens liggen? 64


33e jaargang, nr.4: Maartveer

Wat onderscheidt een bezoek aan een buurland zoals Luxemburg van een verdwaalde treinrit? Ik legde het muntstuk, ondertussen overgebracht naar mijn linkerhand, even aan de kant en dacht na welk criterium ik zou hanteren. Hieruit ontsproot dan het eerder filosofische gedeelte dat mijn verre sympathisant opperde. Wat doet het ertoe of een land ‘voltooid’ is? Als we ons te hard gaan focussen op het behalen van dergelijke doelen, missen we dan net niet de essentie van waarom we in de eerste plaats een doel opstellen? Laat het belang van hoe we onze foto van onze zelfgemaakte ice tea op Instagram plaatsen niet de helft van de smaak wegvallen? Vergalt de druk om bepaalde klassiekers gelezen te hebben net niet het leesplezier dat je normaalgesproken zou hebben aan een boek? De ervaring van de dingen die je op reis ziet, hoort en proeft is toch veel belangrijker dan achteraf te kunnen zeggen “ik ben daar geweest”? Doelen zijn er in de eerste plaats om na te streven, niet om te bereiken. Net zoals elk afzonderlijk artikel in de pagina’s hiervoor bedoeld is om u te doen nadenken, u iets bij te leren of u gewoonweg te doen lachen, en niet zomaar om u een dik Veer te kunnen presenteren waarvan u simpelweg kan zeggen “ik heb het uitgelezen”. Mijn ondertussen iets volslanker uitgevallen nawoord, en Veer in het algemeen, sluit ik dan ook graag af met de woorden die mijn verre sympathisant uitdrukte bij het behandelen van dit thema. “Doelen zijn slechts een middel om te blijven groeien en wie blijft pieken, zal nooit de top zien” – Wouter Reggers. Tot het volgende Veer! Uw liefhebbende scriptor, Nele Defruyt

65


33e jaargang, nr.4: Maartveer

COLOFON

Redacteur Nele Defruyt

Medewerkers Bo Billiet Pauline Bizeur

Miquette Claeys Isabeau Cooman Ishka Desmedt

Ivo De Wulf Niels Grootaert Nathan Gryp

Louis De Keyzer Matthis Provoost Wouter Reggers

Arno Rombouts Michiel Scheerlinck Laurens Slegers

Caroline Van Sumere Ferre Windey 66


33e jaargang, nr.4: Maartveer

Ereledenlijst van de Vlaamse Geschiedkundige Kring 2015-2016

Roels Willem Roggeman Lissa Vanheuverbeke Karl Roose Hanne Corne Tom Vanden Meersschout Jens Sabels Jordy Scheerlinck Michiel De Coster Arvid Slegers Laurens Standaert Jasper Smets Thomas Ereleden T’Jampens Michiel Ballegeer Alexander Van De Ponseele Lo Bekaert Wim Van Hoylandt Hanne Betjes Lise Van Puyenbroeck Marilyn Caulier Cassandra Van Puyvelde Stijn Crikemans Valérie Van Wulpen Anneleen De Loof Laurens Vancraeynest Frea De Moerloose Tim Vandenhauwe Amaury De Wolf Anschi Vandeputte Olivia Declerck Nathan Vandeputte Ruben Demets Lisa Vanderhaegen Bertold Desmadryl Mathias Vennekens Veronique Gabriël Hans Vercammen Desmond Grootaert Niels Verfaille Astrid Joos Stijn Vermeulen Charlotte Lemahieu Evelyne Vlaeminck Diethard Lisarde Wendy Voorspoels Jolien Maebe Guillaume Professoren Malfait Marieke Boone Marc Mares Titouan Devos Isabelle Moltzen Siebren Van Bruane Anne-Laure Pottie Jacques

Prosenioren

67

Professor Emeritus De Hemptinne Thérèse

Academisch Personeel Baecke Xavier Lasoen Kenneth Wijnendaele Jeroen

Bevriende Kringen Historia Filologica Klassieke Kring Klio Kring voor Moraal en Filosofie Kunsthistorische Kring Oosterse-Afrikaanse Kring Slavia Veto


33e jaargang, nr.4: Maartveer

68


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.