13 minute read

Jimmy Nelson ontdekt de exotische schoonheid van Nederland

Between the Sea and the Sky JIMMY NELSON IS THUIS

Zijn boeken Before They Pass Away en Homage to Humanity, met indringende portretten van inheemse gemeenschappen uit de meest afgelegen locaties, brachten de Brits-Nederlandse fotograaf Jimmy Nelson (1967) wereldfaam. Die zet hij met zijn Jimmy Nelson Foundation in om meer bewustzijn te creëren en deze gemeenschappen, wier levensstijl vaak ernstig onder druk staat, te ondersteunen. Toen Covid hem in 2020 dwong zijn reizen on hold te zetten, trok hij fietsend de polder in en ontdekte de exotische schoonheid van Nederland. In zijn nieuwste boek Between the Sea and the Sky, dat op 17 september verschijnt, toont hij ons nu onbekende werelden in eigen land. Villa d’Arte sprak hem over zelfacceptatie, menselijkheid en thuiskomen.

Advertisement

Interview Claudia Koopman Fotografie Jimmy Nelson Portret Jimmy Nelson © Jimmy Nelson Studio

Hij trok ‘ fietsend de polder in en ontdekte de exotische schoonheid van Nederland’

Zijn boeken vliegen als warme broodjes over de toonbank, zijn foto’s zijn felbegeerde verzamelaarsobjecten en hij geniet in zijn vakgebied sterrenstatus. Ik tref Jimmy Nelson blootsvoets en in korte broek in zijn met kunst, boeken en tijdens reizen verzamelde artefacten gevulde kantoor. ‘Mijn kinderen hebben mijn huis overgenomen en daar worden ook geregeld feestjes gegeven; alles wat breekbaar en onvervangbaar is heb ik dus hier uitgestald,’ zegt hij haast verontschuldigend. Wie hem voor het eerst ontmoet, zoals ik, zou zeggen dat de wereldberoemde fotograaf ondanks zijn succes toch gewoon is gebleven. Maar niets aan Jimmy Nelson is gewoon. Geboren in Sevenoaks, Kent, bracht hij als zoon van een geoloog in dienst bij Shell zijn kinderjaren door in olie- en gasrijke gebieden in Afrika en Azië. Aan dit nomadenbestaan kwam abrupt een einde toen zijn vader hem, zeven jaar oud, naar een Jezuïetenkostschool in Lancashire stuurde. De cultuurshock was immens en Jimmy kon niet aarden in zijn nieuwe omgeving. Wanneer hij elf jaar later na een bezoek aan zijn ouders in West-Afrika ziek terugkeert door malaria, verliest hij in één nacht al zijn haar. Inmiddels schrijft hij deze traumatische gebeurtenis toe aan verkeerde medicatie en stress, maar voor de getormenteerde tiener is het de bevestiging van wat hij al jaren te horen krijgt: hij is een weirdo en een freak. Een jaar later, in 1985, wandelt hij Tibet binnen, dat dan al dertig jaar op slot zit. ‘Niet omdat ik was gegrepen door een of ander hoger doel. Het was een wanhoopsdaad. Alle ellende die je maar kunt bedenken bij een katholieke jongensschool had ik te verduren gehad. Toen ik mijn haar verloor, was dat het tipping point. Ik voelde me al lelijk en ging gebukt onder een enorm schuldgevoel. Wat ik in de spiegel zag was representatief voor hoe ik me voelde. Als ik nu foto’s zie, vind ik dat ik er best leuk uitzag, maar destijds was mijn zel eeld compleet verwoest. Tibet was de plek waar Kui e - die stripboeken waren mijn escape - kinderen

Wij hechten belang aan ‘ de verkeerde dingen. Wij vinden onszelf heel ontwikkeld, but we are destroying everything!’

Marken

had ontmoet zonder haar. Ik was op zoek naar een plek waar ik geen freak zou zijn, dat was alles.’ Gevraagd naar hoe zijn familie het vond dat hij als zeventienjarige zijn boeltje pakte zegt hij schouderophalend: ‘Mijn vader was beter met aarde en stenen dan met emoties. Toen ik vertelde dat ik wegging, vroeg niemand waarheen en wanneer ik terugkwam. Mijn vader zei: “Marvelous, take this camera”!’ Onbedoeld of niet, met dit oude toestel geeft hij zijn ontheemde zoon een nieuwe richting.

Jimmy in Tibet ‘Door klem te zitten op jonge leeftijd heb ik leren leven op een andere manier. Ik ben dyslectisch, heb een afwijkend uiterlijk en spreek anderhalve taal. Hoe kom je dan toch dichtbij mensen? Door je kwetsbaar te durven opstellen. Ik vond in Tibet een land in oorlog, maar ook veel liefde. We lagen allebei in puin en de Tibetanen hadden veel empathie voor me. is met exposities wereldwijd, gaat aan de slag voor commerciële opdrachtgevers, maar blijft expedities ondernemen naar afgelegen plekken. In 2010 besluit hij uitsluitend nog werk te maken waarin hij zijn passie kan laten zien. Terugblikkend: ‘Jimmy Nelson is in de loop der jaren uitgegroeid tot een onderneming, maar voor mij is het een vorm van therapie. Ik ervaar nu luchtigheid, momenten van geluk. Ik durf weer in de spiegel te kijken. Ik zit in mijn flow. Maar het heeft heel lang geduurd en veel gekost voordat ik snapte wat ik aan het doen was. Dit alles is een reis: er is geen bestemming, maar ik mag nu van mezelf Jimmy Nelson de fotograaf/kunstenaar zijn.’

Pure ontmoetingen Eén misvatting over zijn werk wil hij graag naar het rijk der fabelen verwijzen: dat zijn foto’s geënsceneerd zouden zijn. ‘Ik krijg wel eens te horen dat ik mensen vastleg op een manier die niet echt zou zijn. Maar ik leg mensen juist vast op een iconische, respectvolle en romantische manier. Ik zit meestal uren op de grond, alleen maar te wachten op het juiste moment om die ene unieke foto te kunnen maken. Niets is bewerkt. Niets gemonteerd. Wat je ziet is de puurheid van een interactie tussen mensen die elkaars taal misschien niet spreken, maar toch communiceren. Doordat ik veel reis zie ik de problemen: er zijn veel te veel mensen en de economische ongelijkheid is veel te groot. Als je bedenkt dat het leeuwendeel van mensen bezig is te overleven, dan kun je niet anders dan concluderen dat wij enorm rijk en gezegend zijn. Dit is denk ik ook waarom sommige mensen niet kunnen geloven dat mijn foto’s echt zijn: omdat de perceptie van onszelf niet klopt. Wij hechten belang aan de verkeerde dingen. Wij vinden onszelf heel ontwikkeld, but we are destroying everything!’ zegt hij, gefrustreerd switchend naar zijn moedertaal. ‘Ik heb enkele van de rijkste mensen op aarde ontmoet, maar mensen die over geen enkele materiële rijkdom beschikken, zijn op een heel andere manier rijk. Zij hebben geen duur horloge of tas nodig om zich zeker te voelen. Alles wat ze uitdragen zegt iets over hun verbinding met de aarde, de kosmos, hun voorouders… Er is geen eigendom: de aarde is van iedereen. Ze hebben niet de illusie in control te zijn. Ze kiezen er juist voor om vlakbij een vulkaan te leven omdat ze zich kwetsbaar willen voelen. Het dwingt hen in het nu te leven. Dat zouden wij ook moeten doen: accepteren dat dit het is en genieten van wat er is, niet streven naar altijd maar meer. Bij ons draait het veel te veel om ego. Daardoor leven we inmiddels in een wereld met ingewikkelde problemen. En dan gaan we ook nog eens heel snel de metaverse in. Over een paar jaar leiden we parallelle levens: de fysieke mens wordt geparkeerd, alles wordt digitaal. Die ontwikkeling is niet tegen te houden, maar er moet balans zijn. Eén been moet hier blijven staan: diep geaard in onze tradities en historie.’

Alles gecanceld Ondanks de uitdagingen waar hij de wereld voor gesteld ziet, is Jimmy geen man om te gaan zitten somberen. Ook niet toen tweeënhalf jaar geleden de wereld tot een gierende stilstand kwam. ‘Ik had een grote overzichtsexpo in Ateliers Lumières in Parijs, daar zat tweeënhalf jaar werk in. Die werd geannuleerd. Dat was echt even niet leuk, maar ik heb ergere dingen meegemaakt. Daardoor voelde ik me, terwijl de wereld op slot ging, voor het eerst in mijn leven juist niet meer opgesloten. Voor mij ging er een deur open.’

Ik begon te fotograferen. Geen landschappen of gebouwen, maar mensen die lief voor me waren. Ik gebruikte de camera als medium om dichter bij de mensen te komen. Ik leerde om me kwetsbaar te durven opstellen en ontdekte dat, hoe meer je een ander in het licht zet, des te meer licht je krijgt.’ Wanneer Jimmy anderhalf jaar later terugkeert, verkoopt hij zijn foto’s aan National Geographic. Dit is de vliegende start van zijn carrière als fotojournalist en in de volgende jaren documenteert hij conflictgebieden in Afghanistan, Somalië, Kasjmir en voormalig Joegoslavië.

Tweeënhalf jaar reist hij voor de productie van het boek Literary Portraits of China met zijn toenmalige vrouw door China. Na terugkomst, Jimmy is dan 23, vestigt het koppel zich Amsterdam, waar ze drie kinderen grootbrengen. Jimmy, die inmiddels een gevestigde naam

Ik voel me hier veilig, geliefd en ‘ geaccepteerd en kan hier zijn wie ik wil. Tussen de zee en de aarde is dit mijn thuis’

Die deur leidde de globetrottende fotograaf de Nederlandse polders in. ‘Ik ga echt niet binnen zitten duimendraaien! Ik besloot gewoon te gaan rondrijden en kijken wat ik onderweg zoal tegen zou komen. Net voor pandemie was ik uitgenodigd om naar Marken te komen voor een ijsbruiloft; ik was verhinderd, maar het trok wel mijn interesse. Op een zonnige voorjaarsdag in april 2020 fi etste ik Marken binnen en daar kwam ik in aanraking met klederdracht. Het klinkt misschien gek, maar dat beeld had zo’n vervreemdend eff ect. Qua bijzondere sfeer en uitdossing en de trots van die mensen had ik net zo goed in Vanuatu kunnen staan, maar dit keer op fi etsafstand! Ik ben een paar keer teruggegaan en raakte steeds enthousiaster. Daar is het idee voor Between the Sea and the Sky ontstaan. Mijn fantastische collega Stephanie heeft 20 verschillende gemeenschappen door heel Nederland benaderd, van Axel in het zuidwesten tot Hindeloopen in het noordoosten. Men bleek verrassend open te staan voor mij en mijn idee om hen in volle klederdracht te fotograferen in hun eigen omgeving. Ik wilde hen op de mooist denkbare manier vastleggen, op een soort Mona Lisa-achtige wijze. Alles is geschoten met een analoge camera die een sluitertijd heeft van soms 3-4 seconden. Dat is een uitermate ingewikkeld proces waarbij iemand uren voor je aan het poseren is: you are literally worshipping your subject. Maar mensen voelen zich door de stilte en intieme sfeer die hierdoor ontstaat wel echt gezien en geven zich veel meer bloot. Het creëert bovendien extreem genuanceerd beeld. Je ziet niet alleen de schoonheid en complexiteit van de dracht, je wordt geraakt omdat je iemands persoonlijkheid ziet. Met digitale fotografi e krijg je dat niet voor elkaar.

Boodschap van menselijkheid ‘Aan gemeenschappen met dracht hangen stigma’s. Overal ter wereld, ook hier, worden ze vaak afgedaan als een beetje wereldvreemd of zelfs achterlijk. Het tegenovergestelde is vaak waar. Neem Tess, een van de prachtige vrouwen op de cover. Ze is 25 en een antropoloog die de wereld wil zien. Ze kiest er heel bewust voor om deze kleding te dragen, te staan voor een traditie waarvan zij vindt dat die waardevol is om in ere te houden. Klederdracht vertelt het unieke verhaal van een gemeenschap. Het vergt ook enorme toewijding en voorbereiding. Ga je naar Zeeland, dan mag je absoluut geen haar zien. In Huizen moet de kap eerst gestreken worden en daarna op 100 manieren gevouwen en in Friesland vind je een nog ingewikkelder dracht, daar zit anderhalve dag werk in. Sommige vrouwen die ik heb gefotografeerd zijn al in de 90, maar je kan je geen mooiere vrouwen voorstellen. Dit boek is geen cultureel document, het is een emotionele schreeuw: kijk naar elkaar en zie elkaars schoonheid!’

Ik heb het heel zwaar gehad in mijn jeugd, maar ook enorm veel gekregen. Voor mij is de vraag wat ik kan teruggeven aan de mensen en aan de aarde. Ik wil een boodschap van menselijkheid aan de wereld verkondigen; juist naar het mooie zoeken in een wereld die zo lelijk voor me was. Ik heb zoveel gekregen in menselijke ontmoetingen dat ik voelde dat ik iets moest teruggeven. Daarom heb ik in 2016 de Jimmy Nelson Foundation opgericht.’ De Jimmy Nelson Foundation (JNF) maakt de cirkel rond die Jimmy met zijn kunst is begonnen. Naast het vergroten van het bewustzijn over inheemse culturen, heeft Jimmy eindeloos veel foto-, video- en onderzoeksmateriaal verzameld, dat via de stichting wordt vertaald in een gratis educatieprogramma genaamd Cult-ED. Met Cult-ED kunnen kinderen digitaal reizen naar verre oorden, van Siberië en Mongolië tot Peru en Frans- Polynesië, om meer te weten te komen over unieke culturen en

Scheveningen - De zee vraagt vele offers. Bezorgd over varende familieleden konden de vrouwen niet anders dan bidden voor een veilige thuiskomst en op de duinen uitkijken over het water.

tradities. Met Cult-ED wil JNF het belang van menselijke diversiteit en inheemse kennis over leven in harmonie met de natuur bij een jongere generatie vergroten. Daarnaast ondersteunt JNF gemeenschappen bij het behoud van hun cultureel erfgoed met wederkerigheidsprojecten: op maat gemaakte programma’s die door de gemeenschappen zelf worden geïnitieerd en uitgevoerd om aan hun behoeften te voldoen.

Nu de wereld weer open is, is Jimmy zich aan het voorbereiden op zijn eerste verre reis sinds lange tijd. Naar eigen zeggen een hele speciale, want zijn zoon gaat mee. ‘We gaan samen door Pakistan reizen. Ik denk dat ik nog nooit zo nerveus ben geweest! Niet voor mezelf, maar voor hem. Ik hoop dat het voor hem net zo’n bijzondere ervaring wordt als voor mij. Ik ben natuurlijk heel veel weg geweest en heb hierdoor veel in het leven van mijn kinderen gemist, maar ik hoop dat ze snappen wat ik doe en waarom. En dat ze trots op me zijn en de tijd die we samen spenderen net zo waardevol vinden als ik dat vind.

Ik zocht mijn hele leven een plek om veilig te zijn, me thuis te voelen. Door de afgelopen periode ben ik gaan inzien dat ik daarmee kan stoppen: dit is mijn thuis. Ook al woonde ik al dertig jaar hier en letterlijk het Nederlandse licht. Natuurlijk kan het hier uren regenen, maar wanneer die zon ineens tussen de wolken doorbreekt, is dat zo vreselijk mooi. Als je alleen maar thuis zit te klagen, mis je het. Ik wil laten zien dat 99% van de bevolking heel bijzonder is. Zolang ik op pad kan met mijn toestel, kan ik elk moment iemand ontmoeten waardoor ik word gegrepen. Het gaat nooit om de foto. Het gaat om mensen echt zien.’

voelde ik me niet Engels meer, ik had nooit tijd om te zien wáár ik nu eigenlijk woon. Between the Sea and the Sky is mijn inburgeringscursus. Mijn manier om dank je wel zeggen tegen de maatschappij die me drie decennia heeft gevormd. Ik kom van een verleden vol geheimen. Hier krijg je de ongezouten waarheid voor je kiezen, of je nu wilt of niet. Nederland is een heel klein land, maar vol mensen die me hebben geholpen mezelf te vinden. Ik voel me hier veilig, geliefd en geaccepteerd en kan hier zijn wie ik wil.

Als je elke ochtend naar het nieuws kijkt, word je vanzelf depressief. Dit werk was voor mij Between the Sea and The Sky Voorwoord door Arthur Japin 528 pagina’s | Nederlands & Engels | Vanaf 17 september verkrijgbaar | € 125 | Te bestellen via jimmynelson.com

This article is from: