Vakblad Dierenhulpverlening 01 -2020

Page 1

VAKBLAD

Dieren hulp verlening

RUBRIEK

# samenvoordieren LOBBYEN

Zo benader je de provincie CONFLICTEN

Hoe ga je ermee om en hoe los je ze op? PIJNHERKENNING

Zo kun je zien of een kat pijn heeft

DIERENNOODHULP

Susan komt op voor dieren in Flevoland

Jaarverslag maken, zo doe je dat! 1 #SAMENVOORDIEREN

JAARGANG 2 | UITGAVE 1 | 2020


Hulp voor lokale en regionale dierenhulporganisaties Stichting DierenLot helpt dieren in nood, in heel Nederland. Dit doen wij o.a. door hulp te bieden aan, en samen te werken met, lokale en regionale dierenhulporganisaties. Middels diergerichte hulp versterken wij elkaar bij het redden van verwaarloosde, mishandelde en in de steek gelaten dieren in nood. Lokale organisaties dragen zorg voor de hulp ‘in het veld’, wij faciliteren bij het mogelijk maken van deze hulp. Kennis

Food, non-food & hulpmaterialen

DierenLot steunt de lokale dierenhulporganisaties o.a. door: • Financiële bijdrages voor diergerichte aanvragen zoals vernieuwing of uitbreiding van de opvang, hulpmaterialen enz. • In natura door verstrekken van diervoer en dierbenodigdheden (in 2019 meer dan 1.500 pallets). • Beschikbaar stellen van transportmiddelen, met name diverse soorten dierenambulances (inmiddels meer dan 150) en hondenuitlaatfietsen. • Kennisdeling (o.a. Landelijke Bijeenkomst Dierenhulpverlening en medio 2019 het Centrum voor Kennisdeling en Opleidingen Dierenhulpverlening). • Dierenwelzijnsloket voor vragen en advies over o.a. omgang met gemeente en provincie, maar ook wie kan helpen met bepaalde problematiek waar je als lokale organisatie mee geconfronteerd wordt.

DierenLot staat voor lokale hulp aan gezelschaps- en natuurdieren in nood. Attendeer dierenorganisaties op ons werk. Welllicht kunnen wij een steun in de rug geven bij hun fantastische inzet voor de dieren. Dierenwelzijnsloket

Meer uitleg vindt u op www.dier.nu Ook voor het aanvragen van hulp. Heeft u vragen? Neemt u dan contact op met onze afdeling Beneficiantencontact (maandag t/m vrijdag van 09.00 -17.00 uur).

Vervoer van dieren in nood

Postbus 359, 3500 AJ Utrecht Telefoon (0183) 563 912 info@dier.nu

www.dier.nu


VOORWOORD

Trots!

W

Piet Hellemans Dierenarts en ambassadeur van Stichting DierenLot @piethellemans.nl

at hebben we het goed voor elkaar in Nederland met ons uitgebreide netwerk van dierenhulpverleners! Uiteraard kunnen er nog veel dingen verbeterd worden en daar moeten we ook aan werken, maar we mogen ook best een beetje trots op onszelf zijn. Ik ben net terug van een week honden en katten castreren en steriliseren in RoemeniĂŤ. Het dierenwelzijn loopt daar tientallen jaren achter. Drachtige poezen en teefjes steriliseren zal nooit wennen, maar het is helaas wel nodig om de populaties daar in toom te houden. Minder dieren op straat betekent minder concurrentie om voedsel, minder ziektes en minder verkeersdoden. Het lijkt wel eens dweilen met de kraan open, maar het is ons hier in Nederland ook gelukt het zwerfdierenprobleem bij honden op te lossen. Dus moet het daar en in de rest van de wereld uiteindelijk ook lukken, toch? Wij moeten hiervoor wel blijven samenwerken, specialiseren en onze kennis delen. Dit doen we met dit vakblad, het Landelijk Congres Dierenhulpverlening en met de DierenLot Academie. Dat samenwerken niet altijd even makkelijk is, merken wij in het werkveld regelmatig. Daarom in deze editie een artikel over conflicten binnen je organisatie en hoe je hier mee omgaat. Verder voelen wij collega Frans Knaake, tandheelkundig dierenarts, aan de tand over zijn vak en zijn specialisatie. En natuurlijk is er ook weer volop aandacht voor de dieren. Katten bijvoorbeeld, het zijn dieren die pijn en gebreken erg slecht tonen. Hierdoor worden ze vaak over het hoofd gezien en niet optimaal ondersteund. Hopelijk worden de pijnsignalen jullie iets duidelijker met de tips van Abraham Calero Rodriguez. Ook vind je nuttige tips voor het organiseren van jouw stichting in deze uitgave. Zo geven we handige handvatten bij het maken van het jaarverslag en maken we kennis met het Dierfondsenoverleg en hun rol in de sector. Duik lekker in ons vakblad. Geniet, leer en blijf samenwerken!

FOTO: DENNIS BRUSSAARD

#SAMENVOORDIEREN 3


6 28 Inhoud 42

Reportage 22 Dierenhulpverlener van het Jaar Susan van de Waal vertelt 28 Kijkje in de praktijk van tandheelkundig dierenarts Frans Knaake 48 Verslag Landelijk Congres Dierenhulpverlening

Actualiteiten, nieuws en regelgeving 6

In het nieuws: de hoogte- en dieptepunten uit het veld 16 Wat als wetten elkaar tegenspreken, hoe dieren soms ongelijk behandeld worden 20 Dit houdt het dierdonorcodocil in

48 4 #SAMENVOORDIEREN


36

COLOFON Winkelwaarde: € 8,95 Contact Vakblad Dierenhulpverlening #samenvoordieren Dam 20-22 4241 BN ARKEL Telefoon 030 241 5761 samenvoordieren@dier.nu Uitgave Vakblad Dierenhulpverlening is een uitgave van Stichting DierenLot in samenwerking met VIPMEDIA Publishing & Services Verspreiding Vakblad Dierenhulpverlening #samenvoordieren wordt verspreid in een oplage van 7.500 exemplaren naar lokale en regionale dierenhulporganisaties, beneficianten van Stichting DierenLot en professionele dierenhulpverleners die zich inspannen voor het welzijn van dieren in nood in Nederland. Abonneren en nummer opvragen samenvoordieren@dier.nu Adreswijzigingen graag doorgeven via samenvoordieren@dier.nu Redactieraad Daniella van Gennep, Ed Bruijns, Esther Keijning-Schut, Margret Janssen, Marjolein van Oosterhout, Piet Hellemans

12

Redactie Janouk Vermaas, Lisa Verdoorn-Middelkoop, VIPMEDIA Publishing & Services

Organisatie

Educatie

10 Dieren en natuurrampen, wie redt de dieren? 32 Lobbyen bij province, tips om je doel te bereiken 36 Omgaan met conflicten binnen de organisatie 40 Zo maak je een overzichtelijk jaarverslag

12 Eerste Hulp Bij Dieren, dierenarts Piet Hellemans vertelt wat te doen bij botbreuken 42 Pijnherkenning bij katten, Abraham Calero Rodriguez geeft tips 46 Dierfondsenoverleg, samen staan we sterk

Eindredactie Daniëlla van Gennep, Marjolein van Oosterhout, Sander van Hesteren, Stichting DierenLot Nique Hanskamp, VIPMEDIA Publishing & Services Verantwoordelijk uitgever J.A. Krol Vormgeving Hilde Peerenboom-Hoeben, VIPMEDIA Publishing & Services Beeldgebruik Dennis Brussaard, Henny van Belkom, Roy Borghouts Fotografie, Sacha Schalkwijk Fotografie, Shutterstock e.a. Cartoon Guus van Lingen

36

Zo ga je om met conflicten binnen de organisatie

Met medewerking van Abraham Calero Rodriguez, Frans Knaake, Frans Willem van der Ven, Geja Start, Henri Schipper, Irma Moes, Mirjam Addiks, Piet Hellemans, Pieter Alblas, Saskia Aan, Susan van de Waal, Raad voor Dierenaangelegenheden Productie Patty Nagtzaam, Stichting DierenLot PSI Vransen, Amstelveen © 2020 Stichting DierenLot

Waar wilt u dat Vakblad Dierenhulpverlening #samenvoordieren over schrijft? Interessante onderwerpen of suggesties? Laat het ons weten op redactievakblad@dier.nu

#SAMENVOORDIEREN 5


ACTUALITEITEN

Nieuws & ACTUALITEIT

Vlaamse gemeenten krijgen gratis chiplezer Inmiddels hebben bijna alle gemeenten in Vlaanderen een gratis chiplezer ontvangen van de overheid. Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) liet vorig jaar alle steden en gemeenten weten dat ze zo’n gratis chiplezer konden bestellen bij de overheid. 261 gemeenten maakten hier gebruik van. Het plan van Weyts was om zo snel mogelijk iedereen te voorzien van zo’n chiplezer, zodat de gemeenten loslopende en gevonden dieren snel konden identificeren. De chiplezers kunnen ook gebruikt worden om dieren te identificeren die dood aangetroffen worden. De Vlaamse overheid draagt de kosten voor de eerste chiplezer volledig (€ 59,99) en biedt een korting aan voor extra chiplezers als lokale besturen er meer dan één willen: ze betalen dan € 41,99 euro per bijkomende chiplezer.

NIEUWE ZIENSWIJZE OVER DE STAAT VAN HET DIER IN NEDERLAND De Raad voor Dierenaangelegenheden heeft zijn zienswijze gepubliceerd over de staat van het dier in Nederland. De toegenomen maatschappelijke aandacht voor dierenwelzijn en de toegenomen (technische) mogelijkheden maken dat we steeds hogere eisen gaan stellen aan dierhouders en dierhouderijsystemen. De positie van het dier in onze maatschappij verandert. De opstelling van de mens als heerser over dieren maakt geleidelijk plaats voor een houding die gekenmerkt wordt door betrokkenheid bij dieren en acceptatie van hun eigenheid. Inbreuken op dierenwelzijn worden steeds minder geaccepteerd. Dat stelt de raad onder andere in het rapport ‘De Staat van het Dier’ dat op 29 september 2019 is verschenen. Je leest het volledige rapport op www.rda.nl

‘Inbreuken op dierenwelzijn worden steeds minder geaccepteerd’ 6 #SAMENVOORDIEREN


WILDOPVANGCENTRA IN NOOD Steeds meer wildopvangcentra dreigen te verdwijnen en staan onder hoge druk. De oplopende kosten zijn steeds moeilijker te dragen, waardoor de opvang van dieren onder druk komt te staan. De financiering van de opvang van wilde dieren is niet geregeld via de wet en hoewel de burgemeester een bewaarplicht heeft, geldt deze in de praktijk vaak slechts voor huisdieren zoals honden en katten. Wildopvangcentra zijn particulier en sterk afhankelijk van donaties en vrijwilligers. Door een toename van huizenbouw, auto’s en asfalt zien opvangen in de Randstad steeds meer dieren in nood. De kosten lopen op en de wildopvang heeft het moeilijk om deze te dragen. Dit is een groot probleem; een wildopvang heeft namelijk specifieke kennis en vergunningen in huis en wanneer zo’n opvang dreigt om te vallen, ontstaat een veel groter probleem. Verschillende opvangcentra zijn in overleg met de gemeenten over structurele ondersteuning, maar dit vraagt tijd. Op 17 december is een motie van Tweede Kamerlid Frank Wassenberg aangenomen voor een landelijke richtlijn voor vergoedingen aan lokale en regionale wildopvangcentra. Een mooie stap, maar helaas vooralsnog slechts een aanzet tot een oplossing. Tot het zover is, is steun aan deze centra hard nodig.

Amsterdam is Diervriendelijke Gemeente van 2019 Na Leeuwarden in 2018 mag nu de gemeente Amsterdam zich de Diervriendelijke Gemeente van Nederland in 2019 noemen. Tijdens het Landelijk Congres Dierenhulpverlening werd dit bekendgemaakt en kreeg de gemeente de prijs uitgereikt. Wethouder Laurens Ivens (Dierenwelzijn) is trots: “We hebben de afgelopen vijf jaar met zeer betrokken mensen gewerkt voor het dierenwelzijn in de stad. Ik wil ze allemaal hartelijk bedanken voor hun inzet: onze beleidsambtenaren, de stadsecologen en natuurlijk de talloze organisaties en vrijwilligers die bijvoorbeeld helpen met het opvangen en verzorgen van dieren.” Amsterdam is gekozen vanwege de aandacht voor bouwen zonder de natuur uit het oog te verliezen, het vastgestelde bijtprotocol (om het aantal incidenten met agressieve honden terug te dringen), de steun voor de wildopvang en de preventieve aanpak van dierenoverlast.

#SAMENVOORDIEREN 7


ACTUALITEITEN

SUSAN VAN DE WAAL: DIERENHULPVERLENER VAN HET JAAR Susan van de Waal, voorzitter en oprichter van Dierennoodhulp Flevoland, heeft tijdens het Landelijk Congres Dierenhulpverlening de prijs voor Dierenhulpverlener van het Jaar in ontvangst genomen. Susan van de Waal kreeg de Hessel Wiegman wisseltrofee uit handen van Lenie ’t Hart. Naast de wisseltrofee heeft Van de Waal een cheque in ontvangst genomen ter waarde van € 5.000,voor haar organisatie Dierennoodhulp Flevoland. In het juryrapport wordt van de Waal geroemd om haar daadkracht. Zij kon niet aanzien hoe de dierenambulance in de regio steeds verder afgleed en vaak niet eens meer reed. Door afspraken te maken met dierenartsen, de juiste mensen om zich heen te verzamelen en heel hard en vol passie te werken, wist zij in 2013 Dierennoodhulp Flevoland van de grond te krijgen. Een organisatie die maar blijft groeien omdat Susan als drijvende kracht elk dier wil helpen. Niet alleen gezelschapsdieren kunnen op hulp rekenen, ook wilde dieren worden door Dierennoodhulp Flevoland bijgestaan en ondergebracht bij gespecialiseerde opvangcentra.

De zeehond is terug, maar de groei is eruit Waar Nederland zo rond 1900 nog ongeveer 15.000 zeehonden telde, waren ze slechts enkele decennia geleden bijna allemaal verdwenen. Boosdoener: de jacht. In Nederland kwam het verbod op de zeehondenjacht in 1962 net op tijd. Pas na de ban en het afsluiten van gebieden waar zeehonden verblijven, begon in de jaren ’80 de populatie zich echt te herstellen. De cijfers van 2019 zijn nog niet bekend, maar in augustus 2018 lagen er volgens de Wageningen Universiteit bijna 8.000 gewone zeehonden op de zandbanken te zonnen. Daarnaast nemen de aantallen grijze zeehonden (bijna 5.000 dieren) nog altijd toe. De groei zet echter niet gestaag door; de populatie stabiliseert zich. Terwijl

8 #SAMENVOORDIEREN

er elk jaar toch zo’n 2.000 gewone zeehondenpups worden geboren. Maar elk jaar verdwijnen er op onverklaarbare wijze ook zo’n 2.000 zeehonden. Natuurlijk, deels door ouderdom of ziekte, maar dat zijn er maar een paar honderd. Waar de rest blijft? Het vermoeden is dat de toegenomen drukte op de Noordzee – waar de zeehond zijn voedsel bij elkaar scharrelt – een rol speelt. Ook op de Waddenzee wordt het steeds drukker. “Gelukkig zijn er gebieden waar mensen niet mogen komen. Die fungeren als rustgebieden voor zeehonden en hebben veel bijgedragen aan hun herstel en behoud”, aldus Sophie Brasseur van Wageningen Marine Search.


RUIMTE VOOR VERBETERING VOOR DE DIERENPOLITIE In 2011 werd de dierenpolitie opgericht. Acht jaar later blijft het schipperen qua mankracht. Joop de Schepper, portefeuillehouder dierenpolitie bij de politie NoordNederland, is er duidelijk over: “Het oorspronkelijke idee van 500 politiemensen die zich uitsluitend met dieren bezighouden is niet gehaald. Maar je ziet wel dat dierenmishandeling veel meer onderdeel is gaan uitmaken van het werk van álle politiemensen.” In plaats van de beoogde fulltime dierenpolitieagenten zijn er 180 taakaccenthouders gekomen, die zich naast het reguliere politiewerk ook met dieren bezighouden. Anouk Duijnker is één van hen. Zij ziet dat er ondanks de beperkte capaciteiten een verschuiving heeft plaatsgevonden: “Soms keken mensen tien jaar aan tegen ernstige verwaarlozing van dieren en er gebeurde maar niets. Nu kunnen ze melding maken bij 144. Langzaam zie je dat ook de rechtspraak verandert. Er zijn twee officieren van justitie die zich specifiek met dierenwelzijn bezighouden.” De politie werkt nauw samen met de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming. Waar politieambtenaren vooral strafrechtelijke misstanden opsporen, controleert de Dierenbescherming aan de bestuursrechtelijke kant of afspraken met betrekking tot dierenwelzijn ook daadwerkelijk worden nageleefd. Ook hier is sprake van personele tekorten. In heel Nederland zijn er maar zo’n 15 inspecteurs. Dion Graus, Tweede Kamerlid voor de PVV, was in 2011 politiek initiatiefnemer van de dierenpolitie. “Er werd in eerste instantie lacherig over gedaan, de ‘caviapolitie’ noemden ze het heel flauw. Dat hoor je niemand meer zeggen, iedereen ziet de meerwaarde van de dierenpolitie”, aldus Graus

‘Soms keken mensen tien jaar aan tegen ernstige verwaarlozing van dieren en er gebeurde maar niets’

Wat Nederland van haar zuiderburen kan leren Soms wordt er wel eens lacherig gedaan in Nederland over de Belgen. Maar op het gebied van dierenwelzijn lopen ze ver op ons voor. Dierenwelzijn valt namelijk sinds 2014 in Vlaanderen en Wallonië onder een volwaardige ministerspost, en dit is niet zonder resultaat. Onder leiding van oud-burgemeester Piet IJssels werd tijdens het Landelijk Congres Dierenhulpverlening gedebatteerd door Ben Weyts (viceminister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister Dierenwelzijn), William Moorlag (Tweede Kamerlid PvdA), Ann de Greef (directeur en medeoprichter van GAIA) en William Dogger (Wethouder Zwolle). Het debat werd gevolgd door ruim tweehonderd bezoekers van het Landelijk Congres Dierenhulpverlening. Conclusie van het debat: er zou een apart ministerie of minstens een staatssecretaris of directoraat voor dierenwelzijn moeten komen in Nederland. Het is niet logisch dat dierenwelzijn nu nog valt onder landbouw en visserij, omdat het belang van het dier veel meer centraal zou moeten staan. Aandachtspunten zouden kunnen zijn: het invoeren van een chipplicht voor katten, handhaving hiervan en een fatsoenlijke vergoeding voor opvang van dieren in nood.

#SAMENVOORDIEREN 9


RAMPEN

Wie redt dieren bij een ramp?

Wanneer een overstroming dreigt, dijken op het punt van doorbreken staan of bosbranden een gebied in gevaar brengen, is er een noodhulpplan voor mensen. De Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) zorgt voor evacuaties en noodhulp, maar wie redt de dieren? Wat gebeurt er bij een ramp? Wanneer een ramp of crisis plaatsvindt of aanstaande is, zijn er protocollen die ingeschakeld worden. Afhankelijk van de schaal van de ramp worden bijvoorbeeld het Nationaal CrisisCentrum (NCC) en het Landelijke Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC) ingeschakeld. Op kleinere schaal, de Veiligheidsregio, wordt gebruik gemaakt van het Regionaal

10 #SAMENVOORDIEREN

Coördinatiecentrum (RCC). Daarnaast heeft de overheid ook een gespecialiseerd netwerk van instituten en organisaties die in specifieke situaties kunnen adviseren. Het Regionaal Beleidsteam valt onder het RCC en stuurt het Regionaal Operationeel Team aan. Aan het Regionaal Beleidsteam nemen de coördinerend burgermeester van de Veiligheidsregio, hoofden van brandweer, politie en GHOR, en een

gemeentesecretaris deel. De organisatie rondom calamiteiten ligt in handen van de brandweer, geneeskundige hulpdiensten en de politie. Zij schakelen indien nodig andere partijen in zoals Defensie en het Rode Kruis. De coördinatie van geneeskundige diensten is in handen van de GHOR. Dit is de schakel tussen medische zorg en veiligheid en werkt dan ook samen met bijvoorbeeld politie, brandweer en andere genoemde partijen. De taken van de GHOR zijn acute gezondheidszorg en publieke gezondheidszorg, gericht op mensen. Maar, wanneer er een ramp gebeurt… wie let er dan op de dieren? Wie redt de dieren? Er zijn in een land als Nederland voldoende rampen die zouden kunnen gebeuren en in het verleden ook gebeurd zijn. Denk bijvoorbeeld aan de olieramp in het Rotterdamse Botlekgebied in 2018 of de dijkdoorbraken in 1953. Sommige rampen


gebeuren plotseling, andere kunnen voorspeld worden. In het laatste geval worden er bijvoorbeeld evacuatieplannen opgesteld. Maar het evacueren van dieren is niet altijd even simpel. Zo komen er bij de evacuatie van vee verschillende zaken kijken. De eigenaar van de dieren is verantwoordelijk en moet toestemming geven voor een evacuatie. Ook moeten er ruimte en middelen beschikbaar zijn om de dieren te kunnen vervoeren en onder te brengen. Maar er zijn nog meer uitdagingen. Boerderijen worden gecontroleerd op ziekten, zoiets noemt men een diergezondheidsstatus. Deze wordt opgebouwd per veestapel. Dit gaat bijvoorbeeld om Zwoegerziekte-vrij (schapen) of IBR-vrij bij melkrundvee. Wanneer dieren uit de ene veestapel in contact komen met dieren uit een andere veestapel of in stallen terechtkomen die niet vrij zijn van deze ziektekiemen, kan de gehele veestapel zijn diergezondheidsstatus verliezen. Dit is slechts een voorbeeld van de vele regels die bij een evacuatieplan komen kijken en het opstellen van dit plan bemoeilijken. Een overkoepelend plan Dit gaat dan over vee, maar er zijn ook rampen waarbij wilde dieren in gevaar komen. Na de olieramp in het Botlekgebied kwamen talloze vogels onder de olie te zitten. Henri Schipper, Tactisch Coördinator van de dierenpolitie eenheid Rotterdam, was nauw bij de nasleep van de ramp betrokken: “De hulpverlening werd in eerste instantie opgestart vanuit Rijkswaterstaat en het Havenbedrijf; zij zijn verantwoordelijk voor de waterwegen in het havengebied. In het begin verliep dit wat chaotisch door een gebrek aan coördinatie. Het was hulpverleners niet duidelijk wat precies wel én niet kon. Mochten zij bijvoorbeeld het water op om dieren te redden. Of niet?” Het was voor Henri Schipper de aanleiding om eens kritisch te kijken naar dierenhulpverlening rondom rampen. “Ik heb toen het initiatief genomen voor een plan. We willen er naartoe dat er een speciaal plan vanuit de Veiligheidsregio komt voor dierennoodhulp. Hierin worden allerlei disciplines vertegenwoordigd en krijgen de organisaties die iets met dieren

‘Maar, wanneer er een ramp gebeurt… wie let er dan op de dieren?’ doen een nadrukkelijke rol. We hopen dit volgend jaar te kunnen toepassen vanuit de Veiligheidsregio Rotterdam en het zou natuurlijk mooi zijn als andere veiligheidsregio’s dit overnemen en gemeenten dan ook naar dit plan kunnen verwijzen.”

Wat kun jij als organisatie doen? Zolang er nog geen overkoepelend plan is, is het lastig om te bepalen wat jouw rol kan zijn. Toch kun je al wel het een en ander ondernemen. Gemeenten kunnen een crisisplan opnemen in hun dierenwelzijnsbeleid. Dit is bijvoorbeeld in de gemeente Amsterdam het geval. Hier kun jij als organisatie invloed op uitoefenen. Door ervoor te zorgen dat je bekend bent met de politiek en hulpdiensten in jouw omgeving kun je er in de eerste plaats al voor zorgen dat ze jou weten te bereiken. Je bent vaak afhankelijk van de coördinatie van deze diensten, maar kunt hen wel laten weten dat je in geval van nood kunt helpen. Wanneer een ramp voorspeld wordt, kun je voorzorgsmaatregelen treffen, maar ook bij plotselinge rampen kun je een belangrijke rol spelen door bijvoorbeeld een beroep te doen op je vrijwilligers en netwerk. ■

#SAMENVOORDIEREN 11


EHBO-TIPS

Wat te doen bij Botbreuken DIERENARTS PIET HELLEMANS GEEFT TIPS

Als dierenhulpverlener is het belangrijk dat je eerste hulp kunt verlenen voor dieren in nood. Om je op weg te helpen geeft dierenarts Piet Hellemans iedere uitgave nuttige EHBO-tips. Dit keer alles over botbreuken.

Een trauma zoals een aanrijding, val of een bijtincident veroorzaakt al snel één of meerdere botbreuken. Maar een botbreuk kan ook spontaan ontstaan, bijvoorbeeld door een stofwisselingsprobleem of een tumor. De meeste botbreuken zijn gelukkig niet levensbedreigend. Bloedingen en samengevallen longen zijn dat wel. Ademhaling, pols en slijmvliezen controleren heeft dus prioriteit boven botbreuken. Snel handelen Ook al zijn de meeste botbreuken niet levensbedreigend, ze zijn wel pijnlijk en moeten zo snel mogelijk gestabiliseerd en behandeld worden. Het bewegen van een gebroken bot kan door de pijn een agressieve pijnreactie oproepen. Denk dus eerst aan je eigen veiligheid voordat je een dier helpt. Open en gesloten botbreuk Bij een open botbreuk steekt een botdeel door de huid heen. Deze breuken zijn hierdoor vaak geïnfecteerd en hebben een slechtere prognose dan een gesloten botbreuk, waarbij de huid nog intact is. Botbreuken herkennen Als een ledemaat niet meer belast wordt, een ongebruikelijke beweeglijkheid heeft of bij een vogel een vleugel niet meer opgetrokken op de rug ligt, moet je rekening houden met een botbreuk. Probeer de breuk in dit geval te stabiliseren met een noodverband. Een noodverband mag niet de ademhaling of de bloedtoevoer en -afvoer belemmeren, en dient ter stabilisatie van de breuk. Het voorkomt dat de gebroken delen ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Na pijnstilling, narcose en spierontspanning en nader onderzoek (röntgenfoto) door een dierenarts kan een definitieve fixatie van de breuk gerealiseerd worden. Dit kan met een spalk, externe fixatie of interne fixatie gebeuren. Spalk Een spalk is mogelijk bij eenvoudige breuken, waarbij de botdelen nog contact maken en er weinig spieren over de de botdelen lopen.

12 #SAMENVOORDIEREN


‘Ribbreuken zijn levensbedreigend als een breukdeel de longen of de borstholte doorboort’

Dikke spieren over een breuk (zoals in de bovenarm of het dijbeen) voorkomen een stabilisatie van de botdelen, waardoor deze niet kunnen vastgroeien. De pootjes van vogels, de onderarmen, scheenbenen en ondervoetjes van viervoeters kunnen meestal met een spalk genezen. Na zes weken stabilisatie zijn de meeste botbreuken genezen en kan de spalk worden verwijderd. Vaak moet de spalk één of twee keer verwisseld worden in deze periode. Alvorens een dier zonder spalk te laten lopen is het verstandig een röntgenfoto te maken om te controleren of het herstel van het bot afdoende is om het gewicht of de kracht te kunnen dragen. Bijt een dier in de spalk? Dan kan dit komen door afknelling van de circulatie, infectie of dislocatie van breukdelen. Laat dit in alle gevallen controleren door een dierenarts.

Breuken aan de schedel en wervelkolom Bij breuken aan de schedel of wervelkolom treedt naast botschade ook vaak zenuwschade op. Dit komt door de klap (hersenschudding of zwelling van het ruggenmerg), of door de breuk zelf (dwarslaesie). Bij een kaak- of snavelbreuk kan de bek vaak niet meer dichtgehouden worden en wordt drinken en eten belemmerd. Als een oogkas gebroken is en een oog uit de oogkas puilt, voorkom dan dat deze uitdroogt door er regelmatig vettige oogcrème op te doen, of sla-olie als er geen oogcrème voorhanden is. En zoek uiteraard met spoed een dierenarts op. Breuken van de schedel en wervelkolom hebben een slechtere prognose dan die van de ledematen, aangezien er hier maar één van is en ook omdat hier de aansturing van het lichaam plaatsvindt. Kneuzing, bloeding of zwelling van de hersenen,

#SAMENVOORDIEREN 13


FOTO’S: SASCHA SCHALKWIJK FOTOGRAFIE & SHUTTERSTOCK

EHBO-TIPS

Externe en interne fixatie Externe fixatie Bij een externe fixatie is een deel van de stabilisatie aan de buitenkant van het dier. Door de huid heen maakt dit dan contact met het interne deel van de stabilisatie. Omdat er bij externe fixatie metaal door de huid heen en in het bot gaat, is er altijd het risico van infectie. Dit kan met dagelijks desinfecteren en eventueel antibiotica voorkomen worden. Bij gunstig herstel met externe fixaties wordt na zes weken het externe deel van de fixatie verwijderd, soms ook het interne deel door middel van een operatie.

Interne fixatie Bij interne fixatie zitten alle platen, schroeven of pinnen ín het dier, en is er minder kans op infectie. Dit is wel duurder, lastiger aan te brengen en vergt meer ervaring (orthopedisch dierenarts). Interne fixaties van botbreuken hoeven er niet uitgehaald te worden, behalve als er een infectie optreedt. De dieren kunnen enkele dagen na de ingreep het gebroken ledemaat alweer belasten.

ruggenmerg of zenuwen kunnen uitvalsverschijnselen geven. Als hier 48 uur na aanvang van de behandeling door een dierenarts geen verbetering in optreedt, is de kans op herstel klein en heb je waarschijnlijk te maken met definitieve uitval. Ribbreuken Ribbreuken zijn levensbedreigend als een breukdeel de longen of de borstholte doorboort. Ribbreuken zijn bovendien erg pijnlijk. Bij intacte longen en borstholte zullen de ribben iets naar buiten

14 #SAMENVOORDIEREN

wijken en zal de buik wat uitzetten bij inademing. Bij een normale uitademing vallen de ribben terug en trekt de buik wat op. Als er asymmetrie in deze adembeweging is, een ribwand niet opkomt of juist met uitademing opkomt, kan er sprake zijn van een ribbreuk, klaplong en/of scheur in het middenrif. Dan is het zaak om met spoed een dierenkliniek op te zoeken. Actie bij botbreuken Een botbreuk heeft altijd zorg en ondersteuning nodig. Gelukkig is het meestal op korte termijn niet levensbedreigend. Als de botdelen elkaar voor een deel raken en niet ten opzichte van elkaar bewegen, genezen ze in de regel prachtig. Ook als een bot niet helemaal mooi recht geneest en dus één pootje korter is dan het andere, kunnen dieren zich hier goed mee redden door de andere pootjes iets meer te buigen. Amputatie Als een bot verbrijzeld is, zwaar geïnfecteerd of een spalk of fixatie geen effect gehad heeft, kan een ledemaat geamputeerd worden. Viervoeters tot een gewicht van 15 kilo redden zich in de regel op drie poten, zwaardere dieren zullen vaak overbelasting krijgen van de resterende ledematen. Raadpleeg altijd een dierenarts Twijfel je of het dier een botbreuk heeft, neem dan altijd contact op met een dierenarts! Ga niet proberen om zelf het dier te helpen, voordat je een dierenarts geraadpleegd hebt. ■ De volgende keer geeft dierenarts Piet Hellemans tips over vergiftiging bij dieren.


“Omgang met gemeente en provincie is een vak apart” Voor een succesvolle samenwerking met gemeenten of provincies neem je contact op met het Dierenwelzijnsloket Voor meer informatie neem contact op met Daniëlla van Gennep, Manager Public Affairs Dierenwelzijn daniella@dier.nu T 0183 - 563 912 DIE-0359_Grid 206x122_2x_02.indd 2

17-12-19 15:13

Doe mee aan de

Kledingactie! Word inzamelpunt voor kleding, textiel en schoenen en help zo dieren in nood.

ie “Dankzij de kledingaenctw ij van DierenLot kundnden!” nog meer dieren re

De netto opbrengst is 100% voor jouw organisatie. Meedoen is eenvoudig. Informeer snel naar de voorwaarden en start het nieuwe jaar goed. Meer weten? Neem contact op met Janine Steenhuizen janine@dier.nu

Voor meer informatie ga naar www.dier.nu/kledingactie of neem contact op met 0183-563 912 DIE-0359_Grid 206x122_2x_02.indd 1

17-12-19 15:13


WET- EN REGELGEVING

Wat als wetten elkaar tegenspreken?

HOE DIEREN SOMS ONGELIJK BEHANDELDÂ WORDEN 16 #SAMENVOORDIEREN


Wie dieren opvangt, heeft onmiskenbaar te maken met wetten. Zo spraken we in de vorige editie van dit vakblad al over de Wet dieren. Wie inheemse dieren opvangt, heeft daarnaast ook nog te maken met de Wet natuurbescherming. Maar, wat als deze wetten elkaar tegenspreken?

D

ieren in de natuur helpen; het is waar veel organisaties zich mee bezighouden. Wanneer we in de wetten duiken, is het nog wel eens lastig om te bepalen wanneer dit nu wel en wanneer niet geoorloofd is. Daarnaast is het ook niet altijd duidelijk wie de verantwoordelijkheid draagt om deze dieren te helpen. Is dat de gemeente, de provincie of is dat het Rijk? Door onduidelijkheden komen wildopvangcentra en andere dierenhulpverleners mogelijk in de problemen. De Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) spreekt zich erover uit in het onlangs gepubliceerde rapport ‘De Staat van het Dier’. Uit het rapport blijkt dat het de aandacht voor het welzijn van natuurdieren de afgelopen jaren gegroeid is in onze samenleving. Maar, zo zegt het rapport, dit is niet terug te zien in de wettelijke bescherming van soorten en individuen. Deze is verminderd sinds de invoering van de Wet natuurbescherming in 2017. Het rapport zegt: “Door het samengaan van de Flora- en faunawet (2002) en de Natuurbeschermingswet (1998) in de Wet natuurbescherming in 2017 zijn 200 soorten niet meer beschermd en is de bescherming van soorten/individuen verminderd. Bijvoorbeeld minder verboden en minder bescherming voor nationale soorten. Decentralisaties naar provincies zorgen bovendien voor regionale verschillen in beleid en de dieren hebben meer bestuurlijke bazen gekregen.” Dierenwelzijn is in Nederland verdeeld over die grotere wetten. Het gaat dan om de Wet natuurbescherming, de Wet dieren en de Wet op de dierproeven. Er is sprake van een zorgplicht. Vanuit de Wet

dieren is dat in de vorm van bijvoorbeeld het verbod op dierenmishandeling en de plicht om hulpbehoevende dieren zorg te verlenen. De Wet natuurbescherming stelt dat we nadelige gevolgen voor planten en dieren (of deze nu beschermd zijn of niet) moeten voorkomen. Door alle verschillende wetten zijn er verschillende regels voor verschillende diergroepen. Wanneer het bijvoorbeeld gaat over het behandelen van een konijn, hangt het helemaal af van de situatie. Is het konijn een huisdier, proefdier of een productiedier? Of leeft het konijn in de natuur en willen mensen hem beschermen of juist bejagen? In alle gevallen is een andere manier van handelen vereist, wat voor veel onduidelijkheid zorgt.

‘De wet beschermt de natuur en omgeving via twee manieren’ Daarnaast zijn er in Nederland drie bestuurslagen (landelijk, provinciaal en gemeentelijk), welke elk op hun eigen manier functioneren en ook andere regels hebben. De Rijksoverheid is wel eindverantwoordelijk voor dierenwelzijn en heeft de centrale bevoegdheid. In het rapport ‘De Staat van het Dier’ haalt de

#SAMENVOORDIEREN 17


WET-EN REGELGEVING

Raad voor Dierenaangelegenheden in het wild levende dieren als voorbeeld aan voor de conflicterende wetten. Van de eerdergenoemde drie wetten, wordt de Wet natuurbescherming als belangrijkste wetgeving genoemd voor dieren in de natuur. In deze wet zijn verschillende wetten samengevoegd en is uitgegaan van Europese richtlijnen, zoals de Vogel- en Habitatrichtlijn. De wet beschermt de natuur en omgeving op twee manieren. De ene is gebiedsbescherming, zoals de Europese Natura 2000 gebieden; de andere is soortenbescherming, zoals de Vogelrichtlijn en andere verdragen. Alle soorten die hierbuiten vallen, worden

De Staat van het Dier In eerdergenoemd rapport gaat het niet alleen over wilde dieren, maar over alle lopende zaken rondom dieren in Nederland. Wil je het verslag zelf lezen? Ga dan naar www.rda.nl

alleen beschermd door de zorgplicht. Hierdoor geniet niet iedere diersoort dezelfde bescherming en worden sommige dieren intensiever beschermd dan anderen. Hoewel de Rijksoverheid verantwoordelijk is voor het beleid, zijn door decentralisatie

taken en bevoegdheden bij de provincie terechtgekomen en is de overheid enkel nog verantwoordelijk voor de grote wateren, zo stelt het rapport. Omdat de provincies hun eigen beleid hebben en daarnaast ook verantwoordelijk zijn voor vergunningen en

‘Er is behoefte aan meer duidelijkheid’

18 #SAMENVOORDIEREN


ontheffingen, verschillen de beleidsregels rondom de natuur per provincie. Zo zijn er per provincie verschillende faunabeheerplannen. Wat betekent dit voor natuurdieren? Het rapport stelt dat het uitgangspunt van individueel dierenwelzijn op gespannen voet kan staan met de bescherming van soorten- en populatieniveau. Er wordt gesproken over een voorbeeld van een zeehondenopvang waarbij wat goed is voor het individuele dier, niet per se goed hoeft te zijn voor de gehele populatie. Ook kan het welzijn van verschillende soorten elkaar bijten. Volgens het rapport zouden al die afwegingen moeten worden meegenomen in de besluitvorming. Hoe zit het op dit moment in de wet? “In de publieke opinie en bij beleidsmakers lijkt het welzijn van natuurdieren echter steeds meer in de belangstelling te staan. Daarbij is het niet altijd helemaal duidelijk waar de verantwoordelijkheid voor het welzijn van natuurdieren nu precies ligt. In principe gaan de provincies nu over de bescherming van dieren in de natuur en dierenwelzijn is daar (impliciet) ook een onderdeel van. Voor de Oostvaardersplassen is het dierenwelzijn dan bijvoorbeeld expliciet overgedragen aan de provincie Flevoland. Voor de Waterleidingduinen beslist de gemeente Amsterdam over het welzijn van de damherten. Voor de grote wateren is de Rijksoverheid verantwoordelijk. Gemeenten lossen soms problemen op als dieren overlast veroorzaken. Veel verschillende loketten dus.” (Staat van het Dier) Wanneer dieren binnen een bepaald gebied leven en dit gebied verantwoordelijk is, zou men er nog uit kunnen komen. Maar het wordt pas echt lastig wanneer een dier voor zijn leefgebied afhankelijk is van meerdere provincies, terwijl er een verschillend beleid heerst en hier onduidelijkheid over is. Wolven en wilde zwijnen houden nu eenmaal geen rekening met provinciegrenzen, insecten en vogels evenmin. Het zijn zaken die niet op lokaal niveau kunnen worden opgelost.

Wat betekent het voor organisaties? Omdat er zoveel onduidelijkheid is, is het voor organisaties vaak niet duidelijk hoe zij moeten handelen. Zo kan het, wanneer het zorggebied van een organisatie over meerdere provincies is verdeeld, dat zij soms wel en soms niet volgens de regelgeving handelen. Of kan het voorkomen dat deze verschillen zelfs op gemeentelijk niveau spelen. De Raad voor Dierenaangelegenheden pleit ervoor dat bij de herziening van de wetten gekeken wordt naar een manier waarop dieren niet meer in de knel komen door verschillen tussen de regio’s. Er is behoefte aan meer duidelijkheid over de verdeling van de

verantwoordelijkheden en over de invulling van het dierenwelzijnsbeleid. Wat wordt hieraan gedaan? Zoals in de voorgaande editie van het Vakblad Dierenhulpverlening werd beschreven wordt de Wet dieren momenteel herzien. Daarnaast zal de Wet natuurbescherming over enkele maanden opgaan in de Omgevingswet. Er gaat dus een hoop veranderen. De Raad voor Dierenaangelegenheden pleit ervoor dat de bevindingen uit dit rapport zullen worden meegenomen in de herziening en hervorming van deze wetten. ■

Stichting DierenLot blijft dit onderwerp op de voet volgen. We zullen je verder informeren via dit vakblad, maar om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen volg je de nieuwsberichten op www.dier.nu

#SAMENVOORDIEREN 19


PROEFDIEREN

Overleden huisdieren redden proefdieren WAT HOUDT HET DIERDONORCODICIL IN?

Overleden huisdieren kunnen begraven of gecremeerd worden, maar het is ook mogelijk om ze te ‘doneren’ en daarmee proefdieren te redden. Dit wordt ook wel het dierdonorcodicil genoemd. Sinds 2010 kunnen overleden huisdieren aan de Universiteit Utrecht gedoneerd worden. Daar vervangen de gedoneerde dieren proefdieren die anders gebruikt zouden worden bij het onderwijs tijdens de opleiding Diergeneeskunde.

O

m dierenartsen goed op te leiden, is het noodzakelijk dat ze inzicht krijgen in de anatomie van dieren en dat ze leren opereren voordat ze hun eerste patiënt behandelen. Daarvoor werden in het verleden 200 tot 300 proefdieren per jaar gebruikt. Dankzij het dierdonorcodicil is dat niet meer nodig en hebben we nog steeds goed opgeleide dierenartsen. Samenwerking Proefdiervrij en Universiteit Utrecht Het dierdonorcodicil is een samenwerking tussen Proefdiervrij en de Universiteit Utrecht, met als doel het verminderen van het aantal proefdieren in het onderwijs. Sinds april 2019 is ook Stichting DierenLot onderdeel van deze samenwerking. Hoe werkt het dierendonorcodicil? Dieren hoeven niet van tevoren aangemeld te worden voor het dierdonorcodicil. Pas op het moment dat een dier overleden is, kan er actie ondernomen worden. Daarin verschilt het dus van een donorcodicil voor mensen. Het donatieproces kan op twee manieren verlopen • Via een aangesloten dierenarts Na het overlijden, neemt de dierenarts contact op met de Universiteit Utrecht, zij komen het dier ophalen. Op www. proefdiervrij.nl staat een overzichtskaart met aangesloten dierenartsen. • Eigen vervoer Is er geen aangesloten dierenarts in de buurt? Breng het dier dan zelf naar Utrecht.

20 #SAMENVOORDIEREN


Om mee te doen als een inzamelpunt zijn de volgende zaken noodzakelijk:

• Aanwezigheid van een vriezer waar vier dieren in passen. • De mogelijkheid om de dieren enige tijd op te slaan. De dieren zijn bij -18°C voor onbeperkte tijd te bewaren. De Universiteit Utrecht komt ze halen op het moment dat er vier dieren beschikbaar zijn.

• De locatie moet binnen een straal van 60 kilometer van Utrecht zijn.

Wil je als opvangcentrum of dierenambulance ook inzamelpunt worden? Meld je dan aan.

Welke dieren kunnen gedoneerd worden? Het is afhankelijk van verschillende factoren en de regio welke dieren er gedoneerd kunnen worden. Regio Utrecht Bij eigen vervoer en bij ophalen in de regio Utrecht kunnen de volgende dieren gedoneerd worden: honden, katten, cavia’s, ratten, konijnen en fretten. Regio Midden Vanuit regio Midden-Nederland worden honden en katten opgehaald. Regio Oost Vanuit regio Oost kunnen alleen honden gedoneerd worden. Regio Oost bestaat uit de volgende gemeentes: Apeldoorn, Almelo, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Dalfsen, Deventer, Epe, Haaksbergen, Heerde, Hellendoorn, Hof van Twente, Lochem, OlstWijhe, Raalte, Rijssen-Holten, Voorst, Wierden en Zutphen.

In beide gevallen moet er een verklaring getekend worden door de eigenaar en een dierenarts. Meedoen aan het dierdonorcodicil is gratis voor eigenaren en dierenartsen. Donatievoorwaarden Voor alle dieren die gedoneerd worden, gelden er een aantal donatievoorwaarden: de dieren mogen niet zwaarder zijn dan 30 kilo (dit heeft te maken met Arboregelgeving), de dieren mogen geen grote wonden hebben (ze zijn intact), en wanneer bekend is dat er grote tumoren in buikof borstholte zitten, is het dier ook niet geschikt. Omdat het merendeel van de dieren gebruikt wordt voor het aanleren van de gezonde anatomie, is het van belang dat de gedoneerde dieren er gezond uitzien. Het is ook mogelijk om grotere dieren te doneren (denk aan paarden of varkens), maar dit is beperkt en hierbij is timing heel erg belangrijk. Omdat ze groter zijn, kunnen ze niet bewaard worden en moeten ze eigenlijk direct ingezet worden voor

onderwijs. Dit onderwijs wordt echter maar op een paar momenten in het jaar gegeven. Voor meer info: ddc@proefdiervrij.nl Nieuwe inzamelpunten Je kunt op verschillende manieren bijdragen aan het dierdonorcodicil. Je kunt bijvoorbeeld een dier doneren of je dierenartsenpraktijk aanmelden. Sinds kort wordt er ook gewerkt aan een derde optie. Het dierdonorcodicil is op zoek naar inzamelpunten! Dit zijn punten waar eigenaren of dierenartsen gedoneerde dieren naartoe kunnen brengen. Wanneer er vier of meer dieren beschikbaar zijn, worden ze opgehaald door de Universiteit Utrecht. Het idee achter deze inzamelpunten is om meer mensen de mogelijkheid te geven om deel te nemen aan het dierdonorcodicil, door de rijafstand te verkleinen of door de ruimte te bieden die kleine dierenartsenpraktijken vaak missen. ■

Wil jij als particulier of als organisatie bijdragen aan het dierdonorcodicil, op welke manier dan ook? Stuur dan een e-mail naar: ddc@proefdiervrij.nl Of kijk voor meer informatie op: www.proefdiervrij.nl/dierdonorcodicil/

#SAMENVOORDIEREN 21


REPORTAGE

‘Dit is mijn roeping’ DIERENHULPVERLENER VAN HET JAAR AAN HET WOORD

22 #SAMENVOORDIEREN


Onder luid gejuich werd Susan van de Waal gehuldigd tijdens het Landelijk Congres Dierenhulpverlening als Dierenhulpverlener van het Jaar. Als we het er over hebben, krijgt Susan spontaan weer tranen in haar ogen. “Je weet niet hoe goed dit me doet”, vertelt ze. Als dierenhulpverlener is ze dag en nacht in touw voor dieren in nood. Ze startte in 2013 de Stichting Dierennoodhulp Flevoland (DNFL), maar haar liefde voor dieren gaat veel verder terug.

A

ls klein meisje was Susan altijd al bezig met zielige dieren helpen en opvangen. “Het gebeurde vaak dat mijn moeders badkamer vol met kleine eendjes zat. Wanneer mijn vader nieuwe bakken voor z’n doka kocht, verdwenen die als sneeuw voor de zon, want die konden prima als vijver worden gebruikt”, Susan moet lachen als ze eraan terugdenkt. Als achtjarig meisje hielp ze niet alleen op die manier de dieren. Kordaat als ze toen al was, ging ze ook langs de gemeente om aan te geven dat het hun taak is om goed voor de in het wild levende dieren in het park te zorgen. Ook onderhandelde ze bij de dierenwinkel en dierenarts over prijzen van het voer en de behandelingen. “Ik heb zelfs een keer de rekening van een behandeling van een eend door de dierenarts naar de gemeente

‘Dieren helpen, dat is mijn passie’ laten sturen. Daar heb ik nooit meer iets van gehoord. Maar voor stro in de schuilhokken van de eenden stoppen, heb ik wel een keer een waarschuwing van de gemeente gehad. Ze bleven het opruimen, maar ja… de eendjes hadden het koud.” De drang om dieren te helpen was te groot om zich door een waarschuwing te laten weerhouden. Samen met meneer Waaier,

een buurtgenoot, ving ze de dieren op en zodra ze opgeknapt waren, gingen ze samen de dieren weer uitzetten op de plek waar ze thuishoorden, in de natuur. Roeping Terug naar het heden: Susan is niet veel veranderd. Nog steeds maakt ze zich hard voor het welzijn van dieren en staat ze dag en nacht voor hen klaar. Zowel natuurdieren als huisdieren zijn bij haar welkom. Susan: “Ik zie dit echt als een roeping. Ik moet er gewoon zijn voor de dieren en ik ben bereid om daar offers voor te brengen. Ik heb geen betaalde baan en we gaan nooit op vakantie.” Ook haar man is een echte dierenvriend en helpt zo nu en dan mee binnen de organisatie of gewoon in huis, want Susan heeft ook een flink aantal huisdieren. Een paar ervan

#SAMENVOORDIEREN 23


REPORTAGE

FOTO’S: SASCHA SCHALKWIJK FOTOGRAFIE

waren een bewuste keuze, maar veel zijn via de dierenambulance binnengekomen en gaan nooit meer weg, omdat ze niet herplaatsbaar zijn. “Vanuit Stichting Dierennoodhulp Flevoland streven we er altijd naar om een nieuw veilig plekje voor huisdieren te vinden”, legt Susan uit. “Bij het herplaatsen ben ik wel kritisch hoor”, vervolgt ze. “De nieuwe plek moet goed en betrouwbaar zijn. Ik help de dieren niet om ze vervolgens weer gewond of verwaarloosd tegen te komen op straat.” In het wild levende dieren die weer voor zichzelf kunnen, zorgen worden vanzelfsprekend teruggeplaatst in de natuur.

Stichting Dierennoodhulp Flevoland DNFL verleent eerste hulp aan gewonde en hulpbehoevende dieren, vervoert ze naar de opvangen of de dierenarts. Thuis overleden huisdieren kunnen opgehaald worden en bijvoorbeeld naar dierencrematorium Majesta gebracht worden. Mensen zonder vervoer kunnen tegen een kleine vergoeding gebruik maken van taxiritten naar hun dierenarts of hulp bij verhuizingen. Ook assisteert de stichting politie, brandweer, LID en GGZ wanneer er dieren in het spel zijn.

24 #SAMENVOORDIEREN

Stichting Dierennoodhulp Flevoland DNFL is vooral opgezet om weer een dierenambulance in Flevoland te laten functioneren. “Ik kon het als ex-voorzitter van de Dierenbeschermingsafdeling Flevoland en Noord-Veluwe niet aanzien dat dieren langs de weg bleven liggen en daar zelfs begraven werden, simpelweg omdat mensen zich geen raad wisten. Hier moest iets aan gebeuren”, vond Susan. Na een periode van gesprekken en onderhandelen, kon binnen een half jaar de eerste ambulance eind 2013 de weg op. En de dieren in Flevoland konden weer geholpen worden. Rob Kimmijzer was vanaf de eerste dag bij de stichting betrokken als penningmeester. Een paar maanden na de oprichting voegde Irma Moes zich bij het team als operationeel manager en later ook als secretaris. De naamsbekendheid groeide en daarmee ook het aantal vrijwilligers, allemaal gedreven door hun grote passie voor dieren. Intussen is het team vrijwilligers uitgegroeid tot 48 personen. Er is een goed georganiseerde 24/7 meldkamer en eind 2014 werd er een tweede ambulance in gebruik genomen. Beide ambulances gaan van chauffeur naar chauffeur. Omdat er enorme afstanden worden gereden in het uitgestrekte gebied van de Flevopolder,


‘Ik help dieren niet om ze vervolgens weer gewond of verwaarloosd tegen te komen op straat’

werd de stichting in december 2018 door Stichting DierenLot verrast met twee splinternieuwe ambulances. Daarnaast huurt DNFL sinds twee jaar een mooie ruimte voor opslag van materialen, maar ook met twee aparte ruimtes voor de 24uurs opvang van volwassen vogels en egels. Dagelijks worden de dieren vanuit deze opvang naar het Vogelhospitaal in Naarden en Stichting De Toevlucht in Amsterdam gebracht. Dierennoodhulp Flevoland mag zich sinds een tijdje ook een officiële dependance van De Toevlucht noemen; de

samenwerking met die stichting is hecht. Alle in het wild levende baby’s en volwassen wild, anders dan vogels en egels, gaan bij Susan in de opvang. Ze heeft een deel van haar garage ingericht als opvang voor dieren die constant aandacht en zorg nodig hebben. “Door de opvang aan huis ben ik ook ’s nachts in de buurt en kan ik de dieren van de juiste zorg voorzien.” In gesprek blijven Naast een goede samenwerking met de verschillende opvangen, ziet Susan ook

dat het belangrijk is om goed contact te onderhouden met overheidsinstellingen zoals de gemeente, provincie, politie, brandweer en GGZ: “Je moet soms veel tijd en geduld in die partijen investeren maar als ze achter je staan, is dat heel waardevol”, vertelt ze. Vooral in gesprek blijven, het contact warm houden en laten zien wat je doet is belangrijk volgens Susan. De politie is een belangrijke partner bij Dierennoodhulp Flevoland als het gaat om het oplossen van escalaties in geval van dierenleed. Susan: “Het oplossen van

#SAMENVOORDIEREN 25


REPORTAGE

‘Door goed samen te werken, leer je ontzettend veel van elkaar – en de dieren hebben daar profijt van’

26 #SAMENVOORDIEREN


Tips van Susan • • • • • •

Koester je vrijwilligers, zonder vrijwilligers geen organisatie. Houd het contact met overheidsinstanties warm. Houd je aan regels en afspraken, wees open en eerlijk. Werk goed samen met opvangcentra. Wees kritisch waar je dieren herplaatst. Los problemen op, dit gaat niet vanzelf.

escalaties is een van mijn taken binnen de organisatie. Ik probeer iedere zaak op te lossen en daarvan melding bij de politie te doen. Tot nu toe is er één onopgeloste zaak, maar die is zo ingewikkeld dat ik betwijfel of we die ooit nog gaan oplossen. Verder is het altijd gelukt om de dader op het spoor te komen.” Susan maakt hiervoor vaak gebruik van één van hun Facebookpagina’s. “Na een oproep komen er vaak binnen mum van tijd heel veel nuttige reacties en kan mijn speurwerk beginnen”, zegt Susan. Naast de samenwerking met de politie staat de stichting ook 24/7 klaar bij ontruimingen en aanhoudingen waar dieren bij betrokken zijn. Taakverdeling Uit alles blijkt dat de taken binnen de stichting goed verdeeld zijn. Irma Moes

‘Ik ben bereid om offers te brengen voor het welzijn van dieren’

houdt zich in haar rol van secretaris/ operationeel manager bezig met de dagelijkse gang van zaken, de processen en instructies voor het team. Rob Kimmijzer houdt als penningmeester strak de vingers aan de pols als het om de financiën gaat en Susan is er voor escalaties, noodsituaties en onderhoudt contacten met externe organisaties en vrijwilligers. Uiteraard zijn de bestuursleden elkaars back-up en doen ze ook veel samen. Susan is heel blij met alle vrijwilligers die zich inzetten voor de stichting: “De vrijwilligers zijn de motor van de stichting. Ik ben echt heel blij met ze en vind het belangrijk om niet alleen voor de dieren, maar ook voor hen dag en nacht klaar te staan. Alleen zo kan de stichting goed blijven functioneren.” Aan de inzet van Susan zal het in ieder geval niet liggen. Wanneer we haar vragen naar toekomstplannen ontstaat er een geheimzinnige glimlach op haar gezicht. “We kunnen er nog niets over zeggen, maar we hopen toch nog wel een stukje uit te breiden”, zegt ze. Dat de dierenhulpverlener niet stil zit, is wel duidelijk. De titel Dierenhulpverlener van het Jaar is dan ook meer dan verdiend en kan ze wat ons betreft met trots dragen. ■

#SAMENVOORDIEREN 27


REPORTAGE

Het onderbelichte gebit EEN KIJKJE IN DE PRAKTIJK VAN TANDHEELKUNDIG DIERENARTS FRANS KNAAKE

Zestig procent van de honden ouder dan drie jaar heeft een gebitsprobleem. Volgens tandheelkundig dierenarts Frans Knaake is dit percentage veel te hoog en moet het naar beneden. Eigenaren en dierenhulpverleners spelen hierbij een belangrijke rol.

28 #SAMENVOORDIEREN

T

andheelkundig dierenarts Frans Knaake ontvangt ons hartelijk in zijn behandelkamer in het Evidensia Dierenziekenhuis in Nieuwegein. Wanneer de eerste patiënt binnenkomt, is hij er meteen volledig op gefocust. Met liefde inspecteert hij het gebit van de hond. “Ik zie wat tandplak en een afgebroken kies; ik denk niet dat u het gebit van uw hond iedere dag poetst?”, vraagt hij, terwijl hij zich naar het baasje wendt. Het antwoord is “nee’” in volstemmige onwetendheid. “En daar is het nu precies waar het aan schort”, legt Knaake uit.


“De kennis over tandheelkunde bij dieren moet gedeeld worden: een gebit van een hond en kat is gelijk aan een gebit van een mens en behoort dus iedere dag gepoetst te worden. Simpelweg met een tandenborstel; tandpasta is hierbij niet nodig. Het poetsen voorkomt tandplak en daardoor tandsteen. Tandsteen is namelijk niets anders dan verkalkte tandplak.” Tennisballen en takken “Heeft hij met een tennisbal gespeeld?”, vraagt Knaake aan de eigenaar, terwijl hij verder gaat met het consult. “Hij sleept vooral met takken”, legt de eigenaar uit. “Het best kun je hem voortaan met een rubberen bal laten spelen. Tennisballen kunnen de tanden afslijten, met als gevolg dat de tandzenuw en dus de tand afsterft. En met de takken zijn de internisten niet blij; er kunnen gevaarlijke splinters in het lichaam terechtkomen wanneer een hond met takken speelt. Een rubberen bal kan geen kwaad”, legt hij vriendelijk aan de eigenaar uit. Onwetendheid Dat er veel onwetendheid heerst over gebitsverzorging is niet van de laatste tijd. Frans Knaake ontdekte het al ruim twintig jaar geleden, toen hij werkzaam was als praktijkdierenarts. Hij merkte dat veel dieren last hadden van hun gebit, dat meer dan de helft van de dieren slecht onderhouden tanden had en er veel vragen heersten rond tandheelkunde. Hij vond dat dit naar een hoger niveau getild kon worden en verdiepte zich erin. Nadat hij gescout werd in het buitenland tijdens cursussen, is hij zich gaan specialiseren in tandheelkunde en kaakchirurgie via een Europese opleiding in België. Knaake was

‘Ook slechte adem wijst op tandproblemen’ destijds de eerste Nederlandse dierenarts die zich specialiseerde in veterinaire tandheelkunde. Intussen is hij fulltime tandheelkundig dierenarts. Hij is twee dagen per week werkzaam in het Evidensia Dierenziekenhuis in Nieuwegein en twee dagen in zijn eigen praktijk in Den Haag. Ook geeft hij regelmatig nascholingen en lezingen aan studenten, assistentes en collega’s. Symptomen van een slecht gebit De grootste missers liggen volgens Frans Knaake op het vlak van tandplak

Voeding voor een beter gebit Voeding voor een perfect gebit bestaat niet volgens Frans Knaake. “Als we voeding hadden die tandvleesontstekingen en parodontitis kon voorkomen, dan hadden we geen mondhygiënisten meer”, zegt hij stellig. De voeding die zegt goed te zijn voor het gebit helpt misschien voor maximaal 30 procent, maar het houdt tandproblemen nooit volledig tegen. Het is dus van groot belang om het gebit van je dier goed te verzorgen (dagelijks poetsen), het jaarlijks te laten checken en te letten op symptomen van gebitsproblemen.

en tandsteen. “Dit is nog relatief goed te behandelen. Wanneer het blijft zitten, kunnen er ernstige ontstekingen ontstaan in het tandvlees (gingivitis) en uiteindelijk kan het kaakbot worden aangetast (parodontitis). Ook is er een link tussen een slecht gebit en nier-, lever- en hartproblemen.” Volgens Knaake is er veel onwetendheid bij eigenaren omdat problemen met het gebit zo onopvallend zijn bij dieren. Knaake: “Veel mensen denken: hij eet nog, dus het gebit is goed en hij heeft geen pijn. Maar dat zegt helemaal niets. Als een dier zijn brokjes laat staan, dan is het vaak echt goed mis en ben je eigenlijk al veel te laat. Je dier heeft in dat geval waarschijnlijk veel pijn. Je kunt tandproblemen al in een eerder stadium herkennen aan bijvoorbeeld veel kwijlen, aan één kant eten of brokjes geheel doorslikken. Ook slechte adem wijst op tandproblemen of een slecht onderhouden gebit. Het is niet vanzelfsprekend dat een (oud) dier ruikt uit zijn bek. Het is een misverstand dat de wereld uit geholpen moet worden.”

#SAMENVOORDIEREN 29


REPORTAGE

Stappenplan tandenpoetsen bij hond en kat

1

Start met wennen: raak het gezicht van het dier aan, begin met de kaak. Geef een beloning als dat goed gaat.

2

Breid de aanraking uit en pak de snuit voorzichtig vast. Als dat niet lukt en je hond of kat schrikt, ga dan terug naar stap 1 en probeer het de volgende dag opnieuw.

3

Til de lip op en bekijk het gebit. Houd het in het begin alleen even bij kijken, doe dit twee keer per dag.

4

Als stap 3 goed gaat, is het tijd om te poetsen! Poets eerst de tanden met je vinger.

5

Gaat ook dat goed? Pak er dan een tandenborstel bij en poets het gebit van je dier een keer per dag. Kies voor een kleine, zachte tandenborstel en houd de tandenborstel niet alleen aan de steel vast, maar houd ook een vinger op de borstel van de tandenborstel.

6

Beloon je dier eventueel met eten; zo blijft de poetsbeurt aantrekkelijk.

Eigenaren opleiden Om grote tandproblemen voor te zijn, is het volgens Knaake belangrijk dat je je dier ieder jaar laat checken door een dierenarts, waarbij dus ook een gebitscontrole wordt uitgevoerd. De arts kan de eigenaar op die manier goed ‘opleiden’ en in ernstige gevallen doorsturen naar een tandheelkundig dierenarts. Ook in dierenasielen is het van groot belang dat een dierenarts regelmatig de tanden van de dieren checkt. Als ervaren asieldierenarts weet Knaake dat het vaak niet mogelijk is om van alle dieren hun tanden elke dag te poetsen. “Maar mocht er tijd voor zijn, dan is het zeker iets wat aangepakt kan worden.”

30 #SAMENVOORDIEREN

Weinig verschil Iedere behandeling – op een consult na – bij een tandheelkundig dierenarts wordt onder narcose gedaan. “Een dier schrikt enorm van de boor, tang of het geluid van een zuiger”, legt Knaake uit, terwijl hij ons de instrumenten in de behandelkamer laat zien. De tandheelkundige operatiematerialen hebben veel weg van de instrumenten van een humaan tandarts. “Er zit nauwelijks verschil in”, geeft Frans Knaake aan, terwijl hij onze verwondering ziet. Het humane gebit heeft veel overeenkomsten met dat van hond en kat. Medische behandelingen De meest opvallende behandeling van de afgelopen tijd is voor Frans Knaake het trekken van het volledige gebit van een Rottweiler. Het dier had sinds zijn geboorte afwijkende tanden en kiezen, waardoor alles getrokken moesten worden. “Dit wil je natuurlijk liever niet, maar er zat niets anders op”, licht de tandheelkundig dierenarts toe. “Het dier zelf heeft er overigens na de behandeling niet veel last van. Honden en katten kunnen prima leven zonder gebit. Van implantaten is dus geen sprake in de veterinaire wereld. Bij mensen wordt dit gedaan omdat onze spraak en cosmetiek verandert zonder gebit, bij dieren blijven de klanken evenredig en het uiterlijk hetzelfde.” Wanneer we het over de

verschillende behandelingen hebben, geeft Frans Knaake aan dat dieren ook voorzien kunnen worden van een beugel. Als er bijvoorbeeld een hoektand de verkeerde kant op staat en in het gehemelte steekt, wordt dit middels een beugel binnen een aantal weken gecorrigeerd. “Puur voor het aangezicht geven we onze dieren geen beugel”, lacht Frans Knaake. “Er moet wel een medische reden zijn om dit te doen.” Kaakchirurgie Naast tandheelkunde is Knaake ook gespecialiseerd in kaakchirurgie. Het wegnemen van een kaaktumor of het herstellen van een kaakfractuur is hem dan ook niet vreemd. “Dit zijn intensieve operaties, maar het dier heeft er na de operatie veel profijt van.” Dit laatste is precies waarom Frans Knaake zijn vak met zoveel passie uitvoert. “De reacties van de eigenaren en de gezondheid van de dieren zijn voor mij heel waardevol. Vaak hoor ik via eigenaren dat hun dier totaal veranderd is in positieve zin. Daar doe ik het voor.” Studies Knaake is zich ervan bewust dat het heel belangrijk is om de vakliteratuur bij te houden. Vooral in zijn rol als docent, vindt hij dit absoluut nodig. “Elke dag komen er nieuwe inzichten bij en je ziet de verbeteringen van de afgelopen jaren, ik


‘Soms zijn het intensieve operaties, maar het dier heeft er na de operatie veel profijt van’ vind dat heel waardevol en interessant.” Ook andere dierenartsen en dierenhulpverleners raadt hij aan vakliteratuur bij te houden: “Het is belangrijk om op de hoogte te blijven van wat er speelt binnen je vakgebied en wellicht te ontdekken waar de gaten liggen en je van waarde kunt zijn om zo’n gat op te vullen met jouw kennis en expertise. Of om er je specialisatie van te maken.” Als Frans Knaake naar de toekomst kijkt, voorziet hij dat de 3D-printer een belangrijke rol gaat spelen binnen de veterinaire tandheelkunde. “In Amerika is de eerste patiënt al behandeld middels een botimplantaat van bioactief materiaal. Hiermee zou ook een onderkaak gereconstrueerd

en geïmplanteerd kunnen worden. In Amerika wordt dit enkel nog gebruikt voor onderzoeksdoeleinden. Het is een behoorlijk duur proces, dus er gaat vast nog een aantal jaren overheen voordat dit een haalbaar en waardevol instrument wordt binnen de gangbare diergeneeskunde. Ik zal het niet meer meemaken als tandheelkundig dierenarts, maar de volgende generaties wel, daar ben ik vrijwel zeker van.”

volgende patiënt komt, is er een kort overleg tussen Knaake en zijn assistent Geja Start. Terwijl Geja de instrumenten schoonmaakt, bespreken ze de gedane behandelingen en wat er voor die dag nog gepland staan. Uit de volle agenda wordt duidelijk dat de veterinaire tandheelkunde een belangrijke en onmisbare specialisatie is binnen de diergeneeskunde. En dat het zeker meer aandacht verdient dan het nu krijgt. ■

In de behandelkamer Terug in de behandelkamer. Is de eerste patiënt van die ochtend inmiddels vertrokken en is zijn baasje voorzien van een aantal nuttige tips. Vlak voordat de

Over Frans Knaake

Frans Knaake studeerde af als dierenarts voor gezelschapsdieren in 1989 te Utrecht. Hierna was hij lange tijd werkzaam als asieldierenarts en in zijn eigen gezelschapsdierenpraktijk in Scheveningen. In de periode 2003-2009 rondde hij als eerste Nederlandse dierenarts een opleidingstraject voor specialisatie in de veterinaire tandheelkunde en kaakchirurgie af. Hij is momenteel werkzaam bij Diergeneeskundig Verwijscentrum Belgisch Park in Den Haag en bij Dierenziekenhuis Nieuwegein. Daarnaast geeft hij nascholingscursussen veterinaire tandheelkunde, zowel aan dierenartsen als aan assistentes/paraveterinairen. Ook is hij auteur en medeauteur van een groot aantal veterinair tandheelkundige artikelen. Zelf geniet hij dagelijks van zijn twee Golden Retrievers May en Fleur. Kijk voor meer informatie en zijn werk op: www.tandheelkundigdierenarts.nl en www.edz-nieuwegein.nl

#SAMENVOORDIEREN 31


LOBBYEN

Succesvol lobbyen bij de provincie: ZO DOE JE DAT 32 #SAMENVOORDIEREN


Je wilt een onderwerp onder de aandacht brengen bij de provincie. Lobbyen heet dat. Je doet dit om een doel te bereiken en invloed uit te oefenen op politieke besluitvorming. Daniëlla van Gennep weet als geen ander hoe dit moet. Al jaren zet ze zich onvermoeibaar in om dierenwelzijn onder de aandacht van landelijke en lokale politici te brengen. Zij legt uit hoe je te werk gaat en succesvol kunt lobbyen bij de provincie.

V

oor je gaat lobbyen, is het van groot belang om je huiswerk te doen. Zo moet je weten voor welke onderwerpen je bij de provincie terecht kunt, welke personen je moet spreken en wie de beleidsmakers zijn. “Het is belangrijk om te begrijpen hoe de provincie is opgebouwd en wat de provincie precies doet. Taken van de provincie zijn onder andere waterbeheer, duurzame ruimtelijke ontwikkeling, milieu, energie, klimaat, vitaal platteland, natuurbeheer, regionale bereikbaarheid en openbaar vervoer, regionale economie, monumentenzorg en de controle van de gemeenten.” De provincie is dus verantwoordelijk voor het beheer van natuurgebieden. Hieronder valt ook de omgang met en bescherming van natuurdieren, faunabeheer, vergunningen, ontheffingen, transport en opvang en verduurzaming van de landbouw. “Het is wel belangrijk om te beseffen dat iedere provincie anders is en er ook een ander beleid op na kan houden. Verdiep je dus goed in de actuele stand van zaken binnen jouw provincie voor je begint met lobbyen.” Thema’s die momenteel actueel zijn bij verschillende provincies zijn bijvoorbeeld: de jacht op de wasbeer, de Oostvaardersplassen, zwerfkatten, de terugkeer van de wolf en weidevogelbescherming. Ken je doel Wanneer je eenmaal weet welke onderwerpen door jouw provincie behandeld worden, is het tijd voor de volgende stap: formuleer je doel. Daniëlla geeft tips gebaseerd op haar eigen ervaring:

“Ik zorg er altijd voor dat ik mij goed heb ingelezen in het onderwerp. Ik praat daarvoor ook met mensen in het veld, beneficianten, vrijwilligers… Ik vraag hen waar ze tegenaan lopen als het gaat om de uitvoering van het beleid. Kunnen ze voldoen aan alle regels? Wat hebben ze nodig om hun werk te kunnen blijven doen? Het is heel nuttig om krachten te bundelen. Wanneer je samenwerkt en een breed gedragen standpunt hebt, zet dit veel meer zoden aan de dijk dan een verzameling versplinterde meningen. Ten slotte is het heel belangrijk dat je denkt in oplossingen en niet in problemen. Door in oplossingen te denken en deze aan te dragen, kun je de politiek en ambtenaren ook echt helpen. Ik

probeer zelf altijd om mensen te inspireren met voorbeelden waarvan we weten dat ze werken. Ik kijk daarbij ook naar andere gemeenten, provincies en landen. Een goed voorbeeld is de huidige oplossing in België voor het zwerfkattenprobleem. Waarom zou je iets wat in België goed werkt niet naar Nederland kunnen kopiëren?” Wanneer het doel duidelijk is en je actief gaat lobbyen, is het volgens Daniëlla ook heel belangrijk om de focus niet te verliezen. “Houd je doel voor ogen, maar wees tegelijkertijd wel flexibel in de wegen om dit doel te bereiken. Wanneer iets niet direct lukt via het contact met de provincie, kun je het altijd nog proberen via de leden van de Provinciale Staten of inspreken op een plenaire vergadering.

‘Door in oplossingen te denken kun je ook echt helpen’ #SAMENVOORDIEREN 33


LOBBYEN

‘Ik wijd mijn hele leven al aan het redden van dieren, dus opgeven is geen optie’

Meer weten? Tijdens de Landelijke Bijeenkomst Dierenhulpverlening op 6 april 2019 gaf Daniëlla een workshop over lobbyen bij de provincie. Je kunt deze terugvinden op www.dier.nu onder het kopje ‘leesvoer’. Op 30 januari geeft Daniëlla een training ‘Lobbyen’ bij de DierenLot Academie, ook hierover vind je meer informatie op www.dier.nu/dierenlot-academie

De juiste persoon vinden Je weet wat binnen jouw provincie speelt én je hebt je doel voor ogen. Dan is het tijd om de juiste persoon te vinden. “Die vind je door vooral goed te googelen of gewoon door met het Provinciehuis te bellen. De gedeputeerde heeft meestal Natuur in zijn portefeuille, maar nog mooier is het wanneer er een gedeputeerde Dierenwelzijn is. Dit is bijvoorbeeld het geval in Noord-Holland.” Wanneer je weet bij wie je moet zijn, kun je contact gaan leggen. Volgens Daniëlla werkt dat het best wanneer je voor persoonlijk contact zorgt. “Ik zorg het liefst voor een persoonlijke afspraak om kennis te maken. Die regel ik bijvoorbeeld via het secretariaat, via e-mail.

34 #SAMENVOORDIEREN

Een andere optie is aansluiten bij een rondetafeldiscussie, zoals bijvoorbeeld over wildopvang of zwerfkattenproblematiek. Je spreekt de gedeputeerde dan aan tijdens het gesprek of in de pauze bij een kopje koffie. Daarnaast is het verstandig om ook de beleidsmedewerkers rondom de gedeputeerde goed te leren kennen. Zij maken immers het beleid. Zij zijn doorgaans langer bezig met een dossier dan de gekozen gedeputeerde en steken veel tijd in de voorbereiding.” Te allen tijde is het belangrijk om persoonlijk contact te houden. “Het blijven betrekken en informeren van voortgang over een bepaald onderwerp bijvoorbeeld, kun je via de mail doen. Maar door regelmatig langs te gaan om even bij te praten, kun je je relaties nog beter onderhouden.” Geef nooit op! Lobbyen is een proces dat veel geduld vergt. “Je moet er rekening mee houden dat het lang duurt en dat je je flexibel moet opstellen om je doel te bereiken. Als je

weerstand tegenkomt, probeer je dan in de andere partij te verplaatsen. Probeer mee te denken in oplossingen die ook voor die partij hout kunnen snijden. Denk zoveel mogelijk in win-win scenario’s, dan is de kans groot dat je je doel bereikt.” Daarnaast is het ook goed om stil te staan bij dingen die wel gelukt zijn. “Ik ben zelf heel trots op het feit dat we hebben kunnen voorkomen dat katten in Groningen en Zeeland worden afgeschoten. Daarnaast werken we nu aan een diervriendelijke aanpak van het zwerfkattenprobleem. Het is een mooi voorbeeld van hoe lobbyen in de praktijk succesvol kan zijn.” Hoewel het allemaal niet vanzelf gaat en in lobbyen veel tijd gaat zitten, zal Daniëlla nooit opgeven en raadt ze jou ook aan om dit niet te doen. “Het kost soms best wat tijd om dingen voor elkaar te krijgen, maar aan motivatie geen gebrek! Ik wijd mijn hele leven al aan het redden van dieren, dus opgeven is geen optie. En ik krijg enorm veel energie van successen, kleine en grote!” ■


oor hond en kat door Lisanne Oomen via Edupet | Dierenmishande e Endenburg | Shelter Medicine: Diergeneeskunde bij dieren in de SCHRIJF JE NÚ IN OP WWW.DIERENLOT-ACADEMIE.NL or Ruth van der Leij van de faculteit Diergeneeskunde van Utrecht ulp bij zeehonden door Rosalie Janac van Zeehondenopvang Eem en Jaap van der Hiele van Stichting ReddingsTeam Zeedieren | nheemse dieren door Petra en Toon Lesterade van Stichting Opva HulpVerlening BHV docent van Paru | Omgaan met agressie bij me liefst Keuze uit maar cursussen! e d n le il h c rs e v oor Ferry Tip | Gesprekstechnieken: Hoe sta je mensen correct te 0 3 uurders, st be , rs de er he be Volop keuze voor rs en vrijwilligers. ke rd tijdens een telefonische melding Marja Lust | Meer over reptiele er medew e. nc la bu m -a t to Van dierenopvang GRAwurgslang deren en huisdieren binnenhouden wegens ontsnapte in… T I S VOOR E RKEND Gerrit de Boom DIERE|NLHet oor Rob Dumont van Reptielenopvang Zwanenburg belang van Dierenambulance Vianen BENEFIC OT “De cursussen die ik heb gevolgd zijn uiterst leerzaam IANTEN an een ANBI of CBF voor mij geweest. Ikstatus heb o.a. geleerdvoor waar je je opuw organisatie Martin Baumann V doelgroep or het meest moet focussen en hoe je mensen in onzeo beter kunt bereiken. Alles wordt op een duidelijkebij Gerda Dobbenberg | Omgaan met Bach Bloesems eworkshops cenente dieren tificaat r leuke manier uitgelegd”. Gerrit heeftr de e c t é a m a nbod: Daniëlla van Gennep Fondsenwerving voor kleine organisaties en ch Bloesem consulent | Lobby bij provincies Fondsenwerving via nalatenschappen Kijk ingevolgd. de allernbij ieuGemeenten wste Stichting DierenLot | Hoe leg je contact voor mogelij Anja van der Laan un? Piet IJssels oud-burgemeester van Gorinchem en voorzitter van Stichting Wetland Cats “Ik heb met veel plezier de en Jecursus vinbepalen Dierenasiel Gorinchem | BHV Hoe met ons gedrag, het gedra dt het als bwe EHBO voor hond en kat gevolgd. Het was ij la g e bij d fijn dat er naast de theorie ook praktijke z e u it g a ve vavoor n dieren? Dierenliefde versus voorbeelden werden gegeven en dat we respect n het dieren? Jan Hooimeijer V a k b la d zelf ook handelingen mochten verrichten.Diere nhvoor ulpverdieren lening. door Daniëlla van G de cursussen vanregelgeving DierenLot dan ontwikkelingenIkookzouweten erg aanbevelen”. Meld Oomen je snel avia oor hond en kat door Lisanne Edupet | Dierenmishande a n . Vol = écht vo l! e Endenburg | Shelter Medicine: Diergeneeskunde bij dieren in de or Ruth van der Leij van de faculteit Diergeneeskunde van Utrecht ulp bij zeehonden door Rosalie Janac “Kennis van Zeehondenopvang Eem delen is de basis van het redden van dieren” en Jaap van der Hiele van Stichting ReddingsTeam Zeedieren | #samenvoordieren nheemse dieren door Petra en Toon Lesterade Stichting Opva Graag heet ik u vanvan harte welkom bij de DierenLot Academie in Arkel. HulpVerlening BHV docent van Paru | Omgaan Margret Janssen met agressie bij me Coördinator DierenLot Academie academie@dier.nu oor Ferry Tip | Gesprekstechnieken: Hoe sta je mensen correct te rd tijdens een telefonische melding Marja Lust | Meer over reptiele

KennisKalender

KennisKalen

der!


ORGANISATIE

36 #SAMENVOORDIEREN


Zo ga je om met conflicten binnen de organisatie Waar verschillende mensen samenwerken, zijn verschillende werkwijzen en opvattingen. Dit kan wel eens voor onenigheid zorgen. Mirjam Addiks van Dierenzorgcentrum Louterbloemen en Dierenambulance Dordrecht geeft handige tips om met conflicten binnen je organisatie om te gaan.

B

ij het Dordtse dierenasiel en –ambulance Louterbloemen dragen zo’n 125 vrijwilligers hun steentje bij. Beheerder Mirjam Addiks stuurt hen aan, samen met een team van vaste medewerkers. Waar veel mensen samenwerken, kunnen wel eens conflicten ontstaan. “In de eerste plaats is de wereld van het dierenwelzijn een wereld die gedreven wordt door passie en emotie”, legt Mirjam uit. “Dat is niet gek, onze vrijwilligers hebben een passie voor dieren en krijgen in het werk met heftige situaties en onrecht te maken. Dit kan voor emotionele reacties zorgen en het kan conflicten in de hand werken.” Daarnaast is er binnen zo’n grote groep vrijwilligers ook veel verschil tussen de mensen onderling. “Elke vrijwilliger heeft zijn eigen drijfveer, maar ook zijn eigen karakter. De ene is communicatief wat sterker dan de ander.” Ook dit kan, zo legt Mirjam uit, voor conflicten binnen een organisatie zorgen. Bijvoorbeeld wanneer mensen elkaar verkeerd begrijpen of zichzelf niet goed kunnen uiten. Er kunnen verschillende redenen ten gronslag liggen aan een conflict binnen een organisatie, maar volgens Mirjam zijn er een paar herkenbare oorzaken. “Soms zie je dat vrijwilligers privileges voor zichzelf

‘Duidelijkheid is belangrijk als het om conflicten gaat’

#SAMENVOORDIEREN 37


ORGANISATIE

‘Toch zien we gelukkig dat het team zo hecht is’ verwerven. Ze kennen zichzelf een status of functie toe, bijvoorbeeld omdat ze bepaald werk nu eenmaal altijd oppakken, al lang bij de organisatie zitten, of meer uren dan anderen in het vrijwilligerswerk steken.” Dit zijn geen terechte redenen om onderscheid te maken, zo bevestigt Mirjam. “Iedere vrijwilliger, of hij nu een paar uurtjes per maand of elke dag aanwezig is, is evenveel waard. Dat moeten ze ook begrijpen en dat moet je als organisatie uitdragen. Elke vrijwilliger is van belang. Je hebt elkaar immers nodig om het werk te kunnen doen dat gedaan wordt.” Een andere veel voorkomende reden voor conflict is dat een organisatie niet openstaat voor verandering of wanneer er geen luisterend oor wordt geboden. “Daarom is het ook belangrijk dat je niet alleen kijkt naar wat de vrijwilliger doet, maar ook wat je als organisatie kunt betekenen.” Duidelijkheid bieden Een belangrijk aspect in het voorkomen en oplossen van conflicten is volgens Mirjam

38 #SAMENVOORDIEREN

duidelijkheid. “Wanneer mensen niet weten wat je van hen verlangt, worden ze onzeker. Ze gaan dan maar doen wat zij denken dat goed is. Misschien is dat wel niet goed, maar het is niet fair om mensen af te rekenen op een ‘fout’ wanneer de kaders niet duidelijk zijn. Door zelf duidelijkheid te bieden, je visie voor ogen te hebben en duidelijk te communiceren naar je medewerkers, kun je problemen voorkomen. Laat hen ook weten dat je achter hen staat, dat je er voor hen bent. Probeer altijd om het beste uit de mensen te halen en te kijken welk werk

‘De ene persoon is communicatief sterker dan de andere’


Mirjam’s tips bij conflicten Mirjam heeft vanuit haar ervaring een aantal concrete tips die je kunt toepassen om conflicten binnen de organisatie te voorkomen of te verhelpen. conflicten bij de bron 1 Paanrobeer te pakken. Wanneer er een

FOTO’S: HENNY VAN BELKOM

het beste past bij hun kwaliteiten. Iedereen is anders; respecteer die verschillen en onthoud dat je dankzij die verschillen zoveel uiteenlopend werk kunt verzetten.” Twee typen medewerkers Mirjam onderscheidt haar ambulancemedewerkers van de asielmedewerkers. “Voor mij zijn dat twee typen mensen. De mensen op het asiel zie ik als langeafstandslopers. Ze gaan het traject van de zorg voor een dier in, zijn vaak weken of maanden met een dier bezig. Hier gaat heel veel tijd in zitten. Het is werk dat veel geduld vergt en doorgaans zijn deze mensen wat rustiger. Op de ambulance zitten de sprinters. Ze rukken snel uit en moeten snel handelen. Wanneer ze het dier overdragen aan het asiel, houdt het traject daar meestal op en moeten ze alweer naar de volgende patiënt. Je kunt je voorstellen dat bij die snelheid en heftige situaties waar zij mee te maken krijgen ook veel emoties komen kijken. Tegelijkertijd zijn zij weer weinig aanwezig in het asiel, ze werken immers buiten de deur. Ook hier geldt als je het mij vraagt weer dat communicatie de sleutel is. Bied alle medewerkers een luisterend oor, geef ze een kijkje in elkaars werk en zorg ervoor dat eenieder begrijpt en voelt dat hij deel is van het totaalplaatje.”

Wat kan de organisatie doen? Natuurlijk hebben de vrijwilligers hun eigen verantwoordelijkheid, maar het is volgens Mirjam ook heel belangrijk om te kijken naar de rol van de organisatie. “Het belangrijkste is volgens mij waardering. Zowel bij conflicten onderling als richting de leidinggevende. Het is van groot belang dat je je medewerkers de waardering geeft die ze verdienen, want besef wel dat je het zonder hen nooit zou redden. Wanneer mensen zich niet gewaardeerd voelen, zullen er gegarandeerd conflicten ontstaan. Daarnaast is er bij ons een vertrouwenspersoon waar mensen terecht kunnen. Toch zien we gelukkig dat het team zo hecht is dat velen ook steun bij elkaar zoeken. Dat steun zoeken en bieden, is ook in het werk heel belangrijk. Wanneer wij bijvoorbeeld iemand naar een heftige melding toe sturen, hoort daar ook een stukje nazorg bij waarbij we altijd even checken hoe het met de hulpverlener gaat. Ook dat maakt dat hij of zij zich gewaardeerd voelt.” Volgens Mirjam is het belangrijk om in mensen te blijven investeren. “De ene persoon heeft daarbij meer begeleiding nodig dan de ander. Houd daar rekening mee en zorg dat eenieder zich gehoord voelt.” ■

onderling conflict is, zet deze mensen dan bij elkaar. Ga het gesprek aan. Vaak zit het probleem in de communicatie en is het niet meer dan een misverstand. ouw een team op. Zorg voor 2 Bteambuilding activiteiten en probeer een groep mensen te creëren waarin mensen elkaar vertrouwen en er een open en eerlijke sfeer heerst. ta altijd open voor tips. Vaak 3 Sontstaan er conflicten door een gebrek aan leiding, maar soms slaat die leiding door. Het is belangrijk om altijd open te staan voor tips en kritiek. Soms kunnen vrijwilligers vanuit de praktijk met een heel goed idee komen. Mocht iets nou geen goed idee zijn, zorg dan dat je goed onderbouwt waarom dit het geval is. org voor duidelijkheid. Laat 4 Zmensen meelopen en zorg dat duidelijk is wat er van hen verwacht wordt en wat het werk inhoudt. Zo weten ze waar ze aan beginnen. oud je doel in de gaten. Zorg als 5 Hleidinggevende dat je je eindstip op de horizon goed in de gaten houdt. Vergeet niet wat je doel is en wat je moet doen om dit te bereiken.

#SAMENVOORDIEREN 39


WET- EN REGELGEVING

Waar voldoet een goed jaarverslag aan? Een jaarverslag is voor veel organisaties en stichtingen ieder jaar weer een opgave, terwijl het van groot belang is en je er uiteindelijk alleen maar voordelen uit haalt. Pieter Alblas RA, directeur bij WITh accountants geeft een aantal handige tips voor het opstellen van een jaarverslag.

40 #SAMENVOORDIEREN


Waarom is een jaarverslag belangrijk? 1. E en jaarverslag is belangrijk om inzicht te krijgen in de financiën van een organisatie, stichting of vereniging. De jaarrekening, die opgenomen is in het verslag, is de basis voor de financiële verantwoording van de organisatie. 2. H et maken van een jaarverslag is opgenomen in de Nederlandse wet- en regelgeving. Hierin wordt geëist dat op basis van het jaarverslag een verantwoord oordeel over een organisatie moet kunnen worden gevormd door belanghebbenden. In het jaarverslag dient betrouwbare informatie over het financiële reilen en zeilen van je organisatie opgenomen te worden. 3. Een jaarverslag is belangrijk om een ANBI-status te verkrijgen en te behouden en om je als organisatie aan te kunnen sluiten als Erkend Beneficiant bij Stichting DierenLot. Hieruit voortvloeiend is een jaarverslag dus ook van belang voor donateurs en andere belanghebbenden. 4. Ook voor jezelf is een jaarverslag een belangrijk instrument – een goed jaarverslag laat immers de successen en mislukkingen zien. Het geeft een betrouwbaar beeld van hoe je organisatie ervoor staat. Een goed jaarverslag Goed inzicht geven in de activiteiten en de resultaten hiervan is een ‘must have’ bij het maken van een jaarverslag. Om dit inzicht te kunnen bieden, is het van belang de algemeen aanvaarde uitgangspunten voor de jaarverslaggeving te gebruiken. De omvang van het jaarverslag hangt af van de grootte van de organisatie en van de verwachtingen van de mensen die het gaan lezen. Lezers zijn vaak geïnteresseerd in het oppotbeleid, dus wat er gebeurt met eventuele reserves, beleggings- en directiegelden. Richtlijn voor kleine organisaties De minimale uitgangspunten worden gevonden in richtlijn C1 uit de Raad voor de Jaarverslaggeving voor kleine organisaties zonder winststreven. Het jaarverslag bestaat in dat geval uit twee onderdelen: het bestuursverslag en de jaarrekening. Ieder onderdeel bevat de volgende noodzakelijke punten: Het bestuursverslag • Samenstelling van bestuur en directie. • Het activiteitenverslag waarin kort en bondig de activiteiten en de behaalde resultaten worden beschreven. • Belangrijke bestuurlijke voornemens en inmiddels in het nieuwe jaar genomen besluiten. • De begroting voor het volgende jaar. • Beschrijving van het beleid met betrekking tot de omvang en functie van vrij besteedbare reserves. • Belangrijke wijzigingen in (statutaire) doelstelling. De jaarrekening • De balans met de vergelijkende cijfers van het vorige boekjaar. • De staat van baten en lasten, met de vergelijkende cijfers van het vorige boekjaar. • De toelichting op de balans en de staat van baten en lasten.

‘Jouw cijfers verdienen een goed verhaal’

- Pieter Alblas RA, directeur WITh accountants, gespecialiseerd in goede doelen

Bijzondere aandachtspunten Een onderwerp dat bijzondere aandacht vraagt, is bijvoorbeeld de verantwoording van subsidies in de jaarrekening. Afhankelijk van de aard van de subsidies dienen deze geheel als baten te worden verantwoord, of voor het niet uitgegeven deel als vooruit ontvangen bedragen. Een ander bijzonder aandachtspunt vormt het verantwoorden van nalatenschappen. De meest gemaakte fout in een jaarrekening is dat deze pas wordt verantwoord op het moment dat een nalatenschap wordt ontvangen. De verantwoording hiervan dient echter plaats te vinden op het moment dat je in kennis gesteld bent van de nalatenschap, waarvan je de omvang redelijk kunt inschatten. Tenslotte is er een onderscheid tussen bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen. Bij bestemmingsreserves mag de organisatie zelf een bestemming geven, mits ingekaderd in het beleidsplan en de begroting. Bestemmingsfondsen moeten worden gevormd als geoormerkte donaties niet volledig zijn besteed. Getekend en gepubliceerd Het jaarverslag moet ondertekend worden door alle bestuursleden. Indien je organisatie de ANBI-status heeft, dien je het jaarverslag ieder jaar voor 1 juli te publiceren op het internet. Passie Laat naast bovengenoemde punten ook passie voor het doel blijken uit je jaarverslag. En neem de tijd – een goed jaarverslag vraagt aandacht! ■

Kijk voor meer informatie op: www.withaccountants.nl

#SAMENVOORDIEREN 41


EDUCATIE

Pijn herkennen bij katten

Katten laten niet snel hun pijn zien, ze doen vaak alsof er niets aan de hand is en lijden in stilte. Maar daar kunnen wij het natuurlijk niet bij laten. We gingen hierover in gesprek met Abraham Calero Rodriguez, specialist in opleiding bij de faculteit Diergeneeskunde aan Universiteit Utrecht. Hij houdt zich veel bezig met pijnbestrijding bij katten. Aan ons legt hij uit hoe we pijn bij katten kunnen herkennen.

42 #SAMENVOORDIEREN


Veelvoorkomende pijnsignalen bij katten • Onverwachte agressiviteit/

prikkelbaarheid (vooral bij het aanraken van het pijnlijke gebied)

• Minder actief • Verminderde of geen eetlust • Zichzelf niet meer goed

verzorgen (onverzorgde vacht)

• Zich verstoppen • Abnormaal looppatroon (mank lopen of hinken)

• Moeilijk springen

Waarom is pijnherkenning bij katten zo moeilijk? “Katten zijn van nature gewend om hun territorium te bewaken. Als ze een teken van zwakte laten zien, is de kans op concurrentie voor hun territorium groot. En dat willen ze ten koste van alles voorkomen. Ook interpreteren wij de manier waarop katten pijn uiten vaak verkeerd. We denken al snel aan gedragsproblemen, dufheid (lethargie) en andere ziekten of verschijnselen die bij katten horen.” Wat is de meest opvallende manier waar op katten hun pijn uiten? “Meestal is pijn te herkennen aan gedragsveranderingen. Bijvoorbeeld een kat die minder gaat eten of zelfs stopt met eten. Ook minder fysieke activiteiten kunnen een teken van pijn zijn. Denk aan minder soepel of snel bewegen, of in twee sprongen op de bank of vensterbank springen, terwijl dit voorheen altijd met één gemakkelijke sprong ging. Ook onverwacht agressief

reageren terwijl daar geen aanleiding voor is, of wanneer je hem op een bepaalde plaats aanraakt, kan een teken van pijn zijn. Maar spinnen of stil zitten en veel slapen kunnen ook tekenen van pijn zijn. Een typische houding van een kat met buikpijn is de houding waarbij hij met een bolle rug zit en zo vermijdt dat zijn buik de grond raakt. Een rusteloze kat die steeds een andere houding aanneemt kan ook pijn hebben. Ten slotte is de behoefte buiten de bak doen ook merkwaardig en opvallend gedrag. Omdat er zoveel verschillende pijnsignalen zijn, is het heel belangrijk dat je je kat goed kent en gedragsveranderingen op tijd opmerkt.” Is luid miauwen een veel voorkomende uiting van pijn? “In sommige gevallen wel, maar het betekent niet dat elke kat ook luid miauwt als hij pijn heeft. Het komt in feite veel minder vaak voor dan dat je zou verwachten. Katten grommen of spinnen eerder als ze pijn hebben.”

‘Het is heel belangrijk dat je je kat goed kent en gedragsveranderingen opmerkt’

• Likken/kauwen op een bepaald lichaamsdeel

• Poepen en/of plassen buiten de kattenbak

• Gefronste wenkbrauwen • Dichtgeknepen ogen • Abnormale lichaamshoudingen (bijvoorbeeld het vermijden van contact van de buik met de grond)

Zit er verschil tussen pijnuiting van jonge katten en oude katten? “Ja. Vaak uiten jonge katten pijn op een meer voor de hand liggende manier. Ze kunnen rusteloos zijn, het pijnlijke gebied bijten of likken, agressief zijn na aanraking enzovoort. Oudere katten proberen hun pijn meer te verbergen en stoppen bijvoorbeeld met eten of het verzorgen van zichzelf. Dit verschil kan ook te wijten zijn aan het feit dat oudere katten vaker chronische ziekten hebben.” Waar moet je op letten om te voorkomen dat je kat pijn heeft zonder dat jij het weet? “Negeer gedragsveranderingen van je kat nooit! Laat de kat bij twijfel onderzoeken door een dierenarts om te ontdekken waar hij last van heeft, of uit te sluiten dat er iets ernstigs aan de hand is. Omdat de kat pijn heeft, zal hij minder eten, drinken of bewegen. Dit heeft als gevolg dat de pijn verergert of dat zich andere ziekten ontwikkelen.” Hoe gaat dat bij katten in het asiel? “Wanneer katten in het asiel verblijven, moeten de verzorgers proberen er op te letten dat het dier het normale gedrag van een kat in die situatie vertoont. Het is hierbij erg belangrijk om onderscheid te maken tussen pijn en gedragsveranderingen

#SAMENVOORDIEREN 43


EHBO-TIPS VAN DIERENARTS PIET HELLEMANS EDUCATIE

‘Genegeerde acute pijn kan chronische pijn veroorzaken’

vanwege de verandering van locatie of nieuw menselijk contact dat de katten hebben ervaren. Ieder asiel zou daarom een professional in dienst moeten hebben die de dieren regelmatig controleert.” Wat moet je doen als je denkt dat je kat pijn heeft? “Als je vermoedt dat het dier pijn heeft, moet je proberen te achterhalen waar de pijn vandaan komt en - indien ernstig - in overleg met een dierenarts een pijnbehandeling starten. Probeer verder andere bronnen van stress te verminderen; pijn is al stressvol genoeg. Ernstige gevallen, zoals zelfverminking door het bijten aan lichaamsdelen, moeten onmiddellijk worden aangepakt middels advies van een dierenarts. Ook bij acute pijn is het heel belangrijk om direct te handelen. Als dit genegeerd of onvoldoende behandeld wordt, kan zich chronische pijn of een pathologische pijnstatus ontwikkelen. Een pathologische pijnstatus is bijvoorbeeld hyperalgesie: een abnormaal verhoogde gevoeligheid voor pijn. Of allodynie: een pijnlijke reactie op prikkels die normaal

44 #SAMENVOORDIEREN

Zo zorg je voor een zo pijnvrij mogelijk kattenleven Zorg voor gezonde voeding en een stressvrije omgeving. Bied je kat genoeg uitdaging en lichamelijke activiteit. Leer je kat zo goed mogelijk kennen; zo merk je eventuele pijnsignalen sneller op.

geen pijn veroorzaken. Deze verschijnselen zijn zeer moeilijk te behandelen en op te lossen. Pijnsignalen negeren maakt het dus alleen maar erger.” Stel, je vindt een gewonde kat op straat: wat doe je in zo’n geval? “Blijf in eerste instantie op afstand en probeer te ontdekken wat er aan de hand is en te zien of er pijnlijke wonden zijn. Als de kat acute pijn heeft, is de kans groot dat hij wegloopt als je hem probeert te vangen. Dat kan gevaarlijke situaties opleveren voor het dier; hij kan zichzelf er nog verder mee beschadigen. Een poging om de kat te helpen, geeft het dier in zo’n geval alleen maar meer pijn en verwondingen. Wees in dergelijke situaties dus altijd heel voorzichtig.” Zijn er pijnsignalen die we de afgelopen jaren steeds meer zien? “Ja, dieet en lichaamsbeweging spelen hierin een belangrijke rol, vooral bij oude dieren. Net als bij oudere mensen kan overgewicht of een ongepast dieet de gewrichten beïnvloeden en ziekten en pijn


veroorzaken. Deze pijn ontwikkelt zich vaak heel geleidelijk en is daardoor moeilijk te herkennen en te behandelen. Toch is het goed om ook bij oude katten alert te zijn op pijnsignalen en bij twijfel naar de dierenarts te gaan. Ook al zijn het ouderdomsklachten, het is niet nodig om het dier er mee te laten lopen.” Speelt voeding een belangrijk rol? “Ja, een goed dieet kan de pijn zeker verminderen. Het houdt de gewrichten en botten langer in een betere conditie en voorkomt bepaalde orthopedische aandoeningen. Ook kunnen sommige problemen met betrekking tot urinewegobstructie worden verminderd of zelfs voorkomen worden met het juiste dieet. Na behandeling is een goed dieet ook heel belangrijk. Het zorgt voor sneller herstel en een betere wondgenezing.” Wat is de meest voorkomende ziekte waar katten last van hebben? “Aan de ene kant zijn er allerlei orthopedische problemen (botten en spieren), zoals oude fracturen, artrose en huidproblemen zoals open wonden, krassen en traumatisch letsel. Aan de andere kant zijn er de interne ziekten (ziekten die je niet van buitenaf ziet); bijvoorbeeld urinestenen, maag- en darmproblemen, schade aan inwendige organen door een trauma (bijvoorbeeld een aanrijding),

alvleesklierontsteking enzovoort. De tweede groep ziekten is veel moeilijker te beoordelen en kan ernstig zijn.” Hoe kunnen we veel voorkomende pijn/ ziekten voorkomen bij katten? “Het is niet haalbaar om alle mogelijke pijnlijke ziekten te voorkomen. Naar mijn mening is het belangrijker om je kat goed te kennen. Op die manier begrijp je hem beter en herken je pijnsignalen eerder. Hoe eerder je pijn ontdekt, hoe sneller je kat te behandelen is en hoe minder lang hij met pijn hoeft te leven. Natuurlijk is het in geval van pijn heel belangrijk om te

Studies naar pijnbeoordeling Pijnbeoordeling bij dieren wordt sinds de jaren negentig van de vorige eeuw onderzocht. Het toegenomen inzicht in de pathofysiologie van pijn maakten dierenartsen destijds belangstellend naar pijn bij dieren, alsmede de beoordeling en behandeling hiervan. Door deze studies zijn er verschillende pijnschalen ontwikkeld voor katten, zoals de UNESP-Botucatu Multidimensional Pain Scale voor katten, of de Colorado State University Feline Acute Pain Scale. Met beide schalen kun je de pijn bij een kat meten en de voortgang ervan volgen, of de effectiviteit van een behandeling. Bij honden zijn de onderzoeken al verder gevorderd en zijn er veel nieuwe hulpmiddelen om chronische pijn te herkennen en te beoordelen. Deze methoden worden steeds verder verbeterd en beginnen zich ook uit te breiden naar de katten. Abraham Calero Rodriguez is er zeker van dat er binnen enkele jaren ook voor katten pijnbeoordelingsmethoden beschikbaar komen die ons nog meer zullen helpen om pijn te herkennen en het effect van de behandeling voor katten beter vast te stellen.

proberen met advies van een dierenarts te achterhalen waardoor je kat pijn heeft. Meestal zal het dier pijn blijven voelen totdat de bron van de pijn is weggenomen. Voorbeeld: als een gebroken bot niet is gefixeerd, zal het dier langer last hebben van flinke pijn. Signalering en vervolgens goede behandeling zijn dus belangrijk om onnodig veel pijn bij katten te voorkomen.” Liggen pijn en stress in het verlengde van elkaar? “Stress is een breder concept. Een kat kan in een situatie van extreme stress verkeren zonder pijn te hebben. Pijn en stress zijn meestal wel gekoppeld: pijn is een zeer belangrijke bron van stress en extra stress kan pijn weer verergeren.” Last but not least: Hoe zie je dat een kat geen pijn heeft? “Een gezonde kat is een kat die normaal gedrag vertoont en er relaxed uitziet. Het is een actieve kat die zonder problemen kan lopen, rennen en springen – uiteraard zijn deze twee aspecten ook afhankelijk van de leeftijd van het dier. Katten zijn verder zeer nieuwsgierige dieren en communiceren graag met mensen of soortgenoten en soms met andere dieren. Ze eten en drinken normaal en hun vacht is schoon. Ook is hun ontlasting en urine normaal.” ■

#SAMENVOORDIEREN 45


DIERFONDSENOVERLEG

Het Dierfondsenoverleg:

VOOR RAAD EN DAAD

46 #SAMENVOORDIEREN


Naast Stichting DierenLot is er nog een heel scala aan fondsen dat zich bezighoudt met dierenwelzijn. Denk bijvoorbeeld aan Abri voor Dieren of Het Waardige Dier. Twee keer per jaar komen al deze fondsen samen voor raad en daad tijdens het Dierfondsenoverleg.

F

rans Willem van de Ven stond samen met Nico van Leeuwen aan de wieg van het Dierfondsenoverleg, dat dit jaar negen jaar bestaat. Frans Willem van de Ven werkte bij de Kas Bank en zat namens deze bank in een aantal besturen, waaronder ook die van Bouwstenen voor Dierenwelzijn. Nico van Leeuwen, eveneens werkzaam bij de bank, zat ook in het bestuur van Bouwstenen voor Dierenwelzijn. “De dierenwelzijnswereld was echt een eyeopener. Het was mooi om na te denken over een invulling van fondsen en nalatenschappen. Het is een groot veld, dat in Nederland bijzonder veel betrokkenheid heeft. Er zijn zo veel mensen die zich via mooie projecten en organisaties inzetten voor dieren. Elk vanuit een eigen motivatie en idee, dat gekoesterd moet worden. Het was mooi om na te denken over hoe je vanuit de invulling van fondsen en nalatenschappen, daar stimulerend in kan bijdragen.” In 2011 vroeg Nico van Leeuwen aan Frans Willem van de Ven of hij een vergadering tussen verschillende dierfondsen wilde organiseren. “Het idee was om verschillende fondsen bij elkaar aan tafel te krijgen en te praten over projecten. Waar loop je tegenaan? Zijn er dingen die we samen kunnen oppakken? Het idee kwam bij Nico vandaan en samen hebben we dat opgezet. Bij de eerste vergadering waren er zo’n stuk of acht fondsen aanwezig, maar in de loop van de jaren is de club steeds groter geworden en sluiten zich steeds meer fondsen aan.” Het belang van overleg Twee keer per jaar verzamelen de fondsen zich, steeds op een andere locatie. “Vanaf het begin was het uitgangspunt: als je elkaar

kent, kun je makkelijker samenwerken. Door elkaar een of twee keer per jaar te ontmoeten, onderhoud je contact en wordt de stap kleiner om tussendoor eens naar elkaar toe te stappen voor raad en daad, zoals bijvoorbeeld een mogelijke samenwerking.” Tijdens de bijeenkomsten gaat het over allerhande onderwerpen. “Kort gezegd bespreken we ontwikkelingen in het veld en bij de fondsen zelf. In principe behandelen we geen individuele aanvragen of projecten – wanneer mensen een aanvraag doen voor steun doen ze dat bij het fonds zelf en niet bij het overleg. Maar soms wordt er wel eens een voorbeeld aangehaald, bijvoorbeeld als een fonds enthousiast is over een project. Het mooie is dat fondsen soms samen kijken naar mogelijkheden om projecten te financieren. Dit soort gesprekken vinden niet tijdens het overleg plaats, maar het is wel dankzij het overleg dat de fondsen op elkaar af kunnen stappen.” Het overleg is voor de verschillende fondsen heel nuttig. “We houden elkaar op de hoogte van de stand van zaken. Fondsen die uit een nalatenschap zijn ontstaan, worden vaak beheerd door mensen die dit ‘erbij’ doen, naast hun baan. Zij hebben vaak niet de mogelijkheid om projecten te bezoeken en alles op de voet te volgen. Maar door het overleg krijgen ze toch de mogelijkheid om op de hoogte te blijven. Zo kunnen fondsen gebruik maken van elkaars

ervaringen en kennis en zo met elkaar meeliften. Uiteindelijk blijft aan het eind van het verhaal wel het bestuur van elk fonds verantwoordelijk voor zijn eigen besluiten en worden er geen beslissingen klakkeloos van elkaar overgenomen. Eenieder blijft zelf verantwoordelijk.” Het overleg vindt op verschillende plekken plaats. “Soms is dat bij de fondsen zelf, zoals bij Stichting DierenLot, maar er zijn ook fondsen die ontstaan zijn uit een nalatenschap, die veel kleinschaliger zijn en dus geen eigen kantoor hebben. Daarom komen we ook wel eens op andere relevante locaties. Zo hebben we al eens vergaderd op het ministerie van Economische Zaken, maar ook bij de faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht. Het is dan meteen een mooie gelegenheid voor de fondsen om hun netwerk uit te breiden.” Alle soorten en maten Eén ding dat alle fondsen met elkaar gemeen hebben: het gaat om dierenwelzijn. Maar er zijn ook veel verschillen tussen de deelnemende fondsen. “Stichting DierenLot is één van de weinigen die zelf ook actief aan fondsenwerving doet. De meeste vermogensfondsen hebben hun vermogen verkregen vanuit een nalatenschap. Zoals bijvoorbeeld de Gravin van Bylandt Stichting of Stichting Het Waardige dier. Hoewel er aan fondsen uit een nalatenschap soms wel nagelaten kan worden, komt er in de regel weinig geld bij. Daarnaast worden deze fondsen ook beperkt door de wens die zij hebben meegekregen van de erflater. Bij het behandelen van aanvragen moet het bestuur hier rekening meer houden en krijg je daar als aanvrager mee te maken. Wanneer je bij een fonds een aanvraag indient voor steun, probeer je dan ook in hen te verplaatsen. De budgetten zijn beperkt, de wensen van de erflater spelen mee. Dit kan ervoor zorgen dat jouw aanvraag, hoe hard deze ook nodig is, toch wordt afgewezen.” ■

‘Probeer je bij een steunaanvraag ook in het fonds te verplaatsen’ #SAMENVOORDIEREN 47


CONGRES

Grootse opkomst 18de editie Landelijk Congres Dierenhulpverlening

48 #SAMENVOORDIEREN


Informatieve lezingen, interactieve workshops en interessante gebeurtenissen. Zaterdag 9 november was een dag om niet te missen! Op deze dag vond de 18de editie van het Landelijk Congres Dierenhulpverlening plaats in de Evenementenhal in Gorinchem. Er waren verschillende bekendmakingen, waaronder de Meest Diervriendelijke Gemeente van het Jaar en de Dierenhulpverlener van het Jaar. De opkomst van maar liefst 1.500 bezoekers was boven verwachting.

H

et congres wordt in de ochtend feestelijk geopend door Jan Krol en Peter Helmer, oprichters en directeuren van Stichting DierenLot. In een sfeervolle kerstsetting heten ze iedereen welkom en maken zij het programma bekend. Het Landelijk Congres Dierenhulpverlening is elke keer weer een informatieve en interessante dag voor dierenhulpverleners. “Naast kennisdeling en netwerken, staat vanmiddag iedereen een leuke verrassing te wachten”, maakt directeur Jan Krol de bezoekers nieuwsgierig. Die middag wordt er bekendgemaakt dat de verrassing alles te maken heeft met oprichter Maarten Stoopendaal. Wegens ziekte is hij niet overal meer bij betrokken, maar dromen heeft hij zeker nog. En die wil hij graag delen met de dierenhulpverleners. Veelzijdig programma Naast verrassingen zijn er ook veel vaste onderdelen in het programma. Een veelzijdig aanbod aan lezingen en workshops bijvoorbeeld. Van sessies over fondsenwerving, verzorging van dieren en communicatietechnieken, tot praktische sessies over het gebruik van een muilkorf en rijvaardigheidstraining voor de dierenambulance-chauffeurs. Uiteraard worden de dierenambulances zelf ook weer gekeurd. Een grote parkeerplaats vol dierenambulances zorgt jaarlijks voor een

imposant beeld. Dit jaar werd het Landelijk Congres Dierenhulpverlening bezocht door ruim 1.500 bezoekers, waarmee de bezoekersaantallen van de afgelopen jaren overtroffen zijn. Nederland vs. België In de middag vindt het debat Nederland versus België plaats. Voorafgaand aan het debat geeft de Vlaamse minister van Dierenwelzijn Ben Weyts een lezing, waarna hij in debat gaat met Ann de Greef van GAIA (Vlaamse dierenhulporganisatie), William Moorlag (Tweede Kamerlid PvdA) en de Zwolse Wethouder William Dogger. De laatste twee vertegenwoordigden Nederland in het debat. Er worden interessante standpunten gedeeld en de conclusie is dat beide landen veel van elkaar kunnen leren. “Hoe mooi zou het zijn als we ook op dit gebied meer met elkaar zouden gaan samenwerken”, aldus minister Ben Weyts. Dierenhulpverlener van het Jaar Niet alleen de droom van Maarten Stoopendaal is een spannend moment voor de aanwezigen. Ook het antwoord op de vraag wie de Dierenhulpverlener van het Jaar wordt, zorgt voor de nodige spanning. Wie zou er dit jaar met de Hessel Wiegman wisseltrofee vandoor gaan? In de pauze worden de drie genomineerden met veel allure gepresenteerd. “De winnaar wordt geroemd om haar daadkracht, ze kon niet aanzien hoe de dierenambulance in

#SAMENVOORDIEREN 49


CONGRES

‘Kennis delen en netwerken is een centraal gedeelte van de dag’ de regio steeds verder afgleed en op een gegeven moment niet meer reed”, aldus het juryrapport. Met stip op nummer één staat Susan van de Waal. Uit handen van Lenie ’t Hart ontvangt zij de Hessel Wiegman wisseltrofee en een cheque ter waarde van € 5.000,- voor haar organisatie. Susan is voorzitter en dierenhulpverlener bij Dierennoodhulp Flevoland (lees meer over Susan en haar werk op pagina 22). Tweede in de verkiezing is Marya Dekker van Stichting Zwerfkatten Havengebied IJmuiden. Zij zet zich al ruim vijftien jaar in voor zwerfkatten en andere katten met

problemen. Derde wordt het echtpaar Conny en Dré Scheeres van Egelopvang Roosendaal. Al meer dan 3.000 egels hebben zij weer uit kunnen zetten in de natuur. Daarnaast zijn ze gedreven pleitbezorgers voor alle dieren. 500.000,- euro aan steun De pauze wordt feestelijk afgesloten door de uitleg van Maartens droom, ofwel het Maarten Stoopendaal Droomfonds. Het is een nieuw fonds waar alle erkende DierenLot beneficianten een aanvraag voor kunnen doen. Die middag worden

de eerste giften vanuit dit Droomfonds uitgereikt. In totaal gaat het om zo’n € 500.000,- aan cheques, die verdeeld worden onder de dierenhulporganisaties. Na alle lezingen en workshops nemen de dierenhulpverleners dan ook opnieuw vol spanning hun plaats in de gezellige centrale hal voor het hoofdpodium weer in. Zodra de confettikanonnen zijn gevuld, gaat de uitreiking van start. Onder andere Wildopvang Delft en Stichting Dordrechts Dierentehuis gaan met een cheque ter waarde van maar liefst € 25.000,- naar huis. Vervolgens reikt Maarten nog talloze

Maarten Stoopendaal Droomfonds Het Maarten Stoopendaal Droomfonds is in het leven geroepen om ook de verwezenlijking van grote dromen mogelijk te maken. Bij de meeste uitkeringsronden zijn de aanvragen en bedragen die uitgekeerd worden relatief klein. Met het Maarten Stoopendaal Droomfonds wil Stichting DierenLot een steentje bijdragen om grote dromen voor dierenwelzijn te helpen realiseren. Want, zo geeft Stichting DierenLot aan iedereen moet kunnen blijven dromen.

50 #SAMENVOORDIEREN


cheques van € 10.000,- en € 5.000,- uit aan verschillende organisaties. Het podium wordt steeds voller en het plaatje wordt steeds feestelijker. Iedereen neemt vol vreugde de cheque in ontvangst. “Jullie inspanningen voor de dieren gaan niet aan ons voorbij, jullie en de dieren verdienen dit”, sluiten Jan Krol, Peter Helmer en Maarten Stoopendaal de geslaagde 18de editie van het Landelijk Congres Dierenhulpverlening af. “Op naar de Landelijke Vakdag Dierenhulpverlening in april.” Ken jij de Dierenhulpverlener van 2020? Ken jij een vrijwilliger die volgens jou de Dierenhulpverlener van 2020 is? Laat het weten via www.dier.nu. ■

Amsterdam: De Meest Diervriendelijke Gemeente van het jaar De gemeente Amsterdam heeft bij het Landelijk Congres Dierenhulpverlening de titel van De Meest Diervriendelijke Gemeente van 2019 in ontvangst mogen nemen. Amsterdam is hiermee de opvolger van Leeuwarden. De gemeenten worden op 29 criteria op het gebied van dierenwelzijn beoordeeld. Amsterdam scoorde op alle criteria positief en is daarmee De Meest Diervriendelijke Gemeente van 2019. “Amsterdam heeft het afgelopen jaar de nodige successen behaald op het gebied van dierenwelzijn”, aldus de jury. Zwolle en Rijswijk volgden op een welverdiende tweede en derde plaats. Gemeenten kunnen zichzelf nomineren of genomineerd worden door dierenhulporganisaties. Meer lezen over waarom Amsterdam de Diervriendelijkste Gemeente van het jaar is? Kijk op www.dier.nu

Debbie & Dirk Gaan natuurlijk óók naar de DierenLot Academie Heb jij al gekeken waar je naar toe wilt Debbie? Zullen we soms samen gaan?

Ik zou wel naar alles willen Dirk, het is ook nog gratis! Maar ik heb er 3 gekozen uit de Kennis Kalender. En jij?

Gratis curussen op de DierenLot Academie*

# samenvoordieren *kijk op dier.nu voor meer info en voorwaarden

#SAMENVOORDIEREN 51


DIEREN BESCHERMEN: IK DOE HET MIJN HELE LEVEN AL… Woest werd ik als schooljongens met kikkers gooiden. Dan ging ik op ze af, hoe klein ik ook was. Dieren beschermen, ik doe het mijn hele leven al. Daarom ben ik nu ambassadeur van DierenLot, de organisatie die zich het lot aantrekt van al die dieren die worden mishandeld, zomaar op straat worden gezet, worden opgesloten in veel te kleine hokken of op een andere manier - ook in het wild - een buitengewoon beroerd bestaan leiden. DierenLot steunt zo’n driehonderd kleine en middelgrote organisaties die vooral lokaal en regionaal actief zijn. Met heel weinig geld blijkt veel mogelijk: vervoer per ambulance, steun bij de verbouwing van een opvang, de kosten voor dierenvoer, enzovoort. Het gaat mij om de dieren en om de mensen met passie. En om die bij elkaar te brengen. In april was er weer zo’n grote landelijke bijeenkomst waar gepassioneerde DierenLot-hulpverleners uit het hele land bij elkaar kwamen om kennis, informatie en ervaringen te delen. Daar leef ik maanden van tevoren naartoe. Dieren moeten geholpen worden. Zij kunnen niet voor zichzelf opkomen. Het ó zo belangrijke werk van de duizenden vrijwilligers is onmisbaar en moet door blijven gaan. Niet alleen nu, maar ook in de toekomst. Help hen. Neem DierenLot op in uw testament. Doe het vandaag nog! Lenie ‘t Hart (78), ambassadeur DierenLot, dierenverzorgster en dierenactiviste, was verbonden aan de zeehondencrèche in Pieterburen (1971-2014). Ze is officier in de Orde van Oranje Nassau en officier in de Orde van de Gouden Ark.

#samenvoordieren

✁ Vul de bon in, knip hem uit en stuur hem op aan Stichting DierenLot, Antwoordnummer 4088, 3500 VB Utrecht. (geen postzegel nodig) U kunt de bon ook eerst inscannen of kopieren.

Stichting DierenLot Dam 20-22 4241 BN Arkel Telefoon: 0183 - 563 912 E-mail: nalaten@dier.nu

Ik wil meer weten over nalaten voor hulp aan dieren in nood Ik heb DierenLot al opgenomen in mijn testament. Ja, ik ontvang graag een uitgebreidere brochure over nalaten aan DierenLot. Ja, ik heb vragen over nalaten aan DierenLot, neemt u telefonisch contact met mij op. Ja, ik heb interesse in nalaten aan DierenLot, belt u mij voor een persoonlijke afspraak bij mij thuis. Ja, als DierenLot voor mijn dieren zorgt na mijn overlijden, neem ik DierenLot graag op in mijn testament. Neemt u contact met mij op. Ja, ik neem DierenLot op in mijn testament en oormerk graag mijn nalatenschap aan een of meer van de Erkend Beneficianten van DierenLot. Neemt u contact met mij op. Naam

Mw.

www.dier.nu Dhr.

Adres Postcode/Woonplaats

Telefoon

Geboortedatum

E-mail Invullen in blokletters a.u.b.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.