4 minute read
Zuurstofkramp
from Duiken april 2023
Met de maximale partiële zuurstofdruk valt niet te spotten. Daar komen twee duikers achter op 37 meter diepte.
He t is al weer even geleden dat het is gebeurd , maar de gevolgen ervan voor het duiken van mijn vaste buddy zijn nog steeds aanwezig. Destijds gingen we bijna ieder weekend duiken in het meer dat bij een oude steengroeve is ontstaan. We doken er meestal naar de 30 meter en we tikten regelmatig de nultijd aan.
We hebben allebei zo’n 100 duiken in ons logboek staan. De lokale duikclub die aan de rand van het meer is gevestigd biedt dat jaar gratis n itrox aan. Dat wil zeggen, n itrox voor de prijs van perslucht. Dat klinkt ons als muziek in de oren en we besluiten dan ook samen de n itroxopleiding te volgen. De n itrox wordt er meestal vanuit een 32% pre-mix gevuld, afkomstig uit een buffer. Afhankelijk van de werkelijke waarde wordt de buffer dan nog met pure zuurstof afgetopt. Daardoor varieert de uiteindelijke mengwaarde die in de duikfles gaat in geringe mate, afhankelijk natuurlijk van de restmix in de fles en de vultemperatuur. Zoals gebruikelijk wordt de waarde van de afgevulde fles
Zuurstofkramp
gemeten en gedocumenteerd in het logboek van de duikclub.
Er Klopt Iets Niet
O p de dag van het duikongeval duikt mijn buddy met 34% n itrox in zijn fles en ik met 32%. We hebben allebei een 15 liter 200 bar fles. We bepalen de MOD (maximale diepte) op basis van een partiële zuurstofdruk van 1,6 bar (fout 1). Voor een 34% mix geldt een MOD van 37 meter. Voor mijn vulling van 32% ligt de MOD op 40 meter. Op basis daarvan plannen we een duik in de nabijgelegen steengroeve. Het doel is om een midden in het meer gelegen rotsblok op 36 meter op te zoeken. We zetten onze duikcomputers in de ‘luchtmodus’ om op die manier conservatief te duiken. De set opbouwen, checken en de diepte in. Alles loopt gesmeerd. Op 30 meter wordt het ineens behoorlijk donker en de watertemperatuur is maar 8 graden Celsius, ondanks dat het zomer is. Maar we duiken in een droogpak en hebben goede lampen bij ons , dus dat levert geen probleem op. D aar doemt het enorme rotsblok op. Mijn buddy zwemt eromheen en ik onderzoek het rotsblok aan de bovenkant. Ik kijk op mijn duikcomputer en zie dat we toch al op 37 meter zitten (fout 2). Mijn buddy is ongeveer aan de onderkant van het rotsblok als ik opmerk dat er iets niet helemaal klopt. Terwijl ik me naar de bodem laat zakken zie ik een constante bellenstroom uit de tweede trap van zijn automaat komen. Ik zwem hem tegemoet en het eerste waar ik aan denk , is dat zijn automaat bevroren is. Als ik dichterbij ben , zie ik dat mijn buddy heel erg snel ademt en zijn masker vol is gelopen. Zijn gezicht maakte rare grimassen en zijn ogen zijn enorm wijd opengesperd. De ademgasdonatie die ik direct overwoog zou bij die verkramping van zijn gezichtsspieren alleen maar tot verdrinking hebben geleid. Ik zoek contact met hem. Ik pak hem bij de schouder en sein om rustig te blijven , en dat ik samen met hem de opstijging ga maken. Dat doen we dus en we gaan langzaam omhoog. Gelukkig zijn we in de buurt van een steile wand die we als optische referentie tijdens de opstijging kunnen gebruiken. Op 22 meter is een uitstulping in de rotswand die we gebruiken om even te pauzeren. De symptomen bij mijn buddy zijn inmiddels minder geworden en we zitten gelukkig ook nog binnen de nultijd. Ook de flesdruk is met 100 bar nog voldoende om de opstijging veilig te kunnen voortzetten. De rustpauze op 22 meter heeft goed geholpen om de stress af te bouwen en we stijgen verder op naar 5 meter om daar nog een beetje rond te cirkelen.
Als een duiker onder water bewusteloos raakt, is er maar weinig tijd om te handelen. Als buddy is het eerste wat je doet: ervoor zorgen dat de ademautomaat in de mond van het slachtoffer blijft.
ONDERZOEK NAAR DE OORZAAK
O p weg naar huis evalueren we de duik nog eens om de mogelijke oorzaken te bekijken. De duikcomputer van mijn buddy gaf een maximale diepte van 38 meter aan. Daarmee is de MOD wel, maar slechts een beetje , overschreden. In een vervolggesprek met clubleden wordt ons duidelijk dat bij dergelijke duiken uitgegaan moet worden van een partiële druk van 1,4 en niet 1,6 bar. Dat betekent dat de MOD voor 35% al bij 31 meter diepte ligt en voor mijn fles met 32% had een MOD van 33 gegolden. Daarmee werd de MOD dus in ons geval ruim overschreden. De symptomen die ik mijn clubleden beschrijf worden eenduidig als zuurstofkramp herkend. Uiteindelijk heeft het direct opstijgen mijn buddy het beste geholpen. Mijn buddy heeft nog lang na dit voorval problemen met donkere en diepe duiken. Daarom doen we het in het vervolg rustig aan en hoeven we niet meer zo nodig diep te gaan. We kunnen dit langzaam opbouwen en wellicht later weer eens wat dieper gaan. Mijn buddy heeft sindsdien niet meer met n itrox gedoken. Wanneer ik met n itrox duik, dubbelcheck ik of de partiële druk op de computer niet hoger dan 1,4 bar staat ingesteld.
Foutanalyse
Fout 1: Binnen het kader van sportduiken geldt een absolute bovengrens van 1,6 bar als partiële zuurstofdruk. Deze waarde moet eigenlijk niet worden toegepast omdat al door kleinere afwijkingen lichamelijke belastingen, of door invloed van de watertemperatuur een hogere gevoeligheid voor zuurstofvergiftiging kan ontstaan. Het aanbevolen bereik ligt tussen de 1,2 en 1,4 bar PO2.
Fout 2: Zeker als je in de buurt van je dieptegrens komt, zoals hier de MOD, moet je regelmatig je werkelijke diepte op je computer controleren. En zeer belangrijk: hier moet zeker het buddypaar als een team opereren. Dat betekent elkaar regelmatig controleren, in de gaten houden en dicht bij elkaar blijven zodat je direct kan ingrijpen als er hulp nodig is.