5 minute read

Klimaatbossen

Van plan naar uitvoering Klimaatbossen

Een tijdje geleden kregen we er een nieuw type bos bij: het klimaatbos. Dat is een bos dat bedoeld is om kooldioxide uit de atmosfeer in op te slaan. Alle bossen slaan natuurlijk kooldioxide op, maar het klimaatbos wordt er speciaal voor aangeplant. Of niet.

Advertisement

Tekst Herman Verschuren | Foto Marco Barten

Ons druk maken over de groei van de hoeveelheid kooldioxide in de lucht doen we nog maar enkele decennia, dus ook klimaatbossen zijn er slechts sinds enige decennia. Bij elkaar nu enkele tientallen, bijna 4.000 ha.

Het Utrechts Landschap liet door

Bosgroepen onderzoek doen naar de mogelijke aanplant van klimaatbos in het

Kromme Rijn- en het Veenweidegebied, mede omdat onze regering zich ten doel heeft gesteld het Nederlands bosareaal voor 2030 met 10% te doen groeien, zoals beschreven is in berichten aan de Tweede

Kamer van 3 februari en 18 november 2020 van (toen nog niet demissionair) minister

Carola Schouten en in het stuk Bos voor de toekomst, Uitwerking ambities en doelen landelijke Bossenstrategie en beleidsagenda 2030. Dat onderzoek door Bosgroepen mondde uit in een 84 pagina’s tellend rapport, getiteld Kansen voor soortenrijk klimaatbos. Ruimtelijke verkenning nieuwe klimaatbossen Kromme Rijn en Veenweidegebied. Genoemde gebieden werden gekozen omdat “beide gebieden in de huidige situatie relatief bosarm zijn en geologisch sterk verschillen”.

Die kansen zijn er, zo blijkt. Bos aanplanten in de twee gebieden blijkt in ecologisch opzicht geen probleem. Sterker nog: “Beide plangebieden bestaan uit vochtige tot natte groeiplaatsen op klei, op veen en op klei op veen. De bosgemeenschappen die zich hier kunnen ontwikkelen (o.a. Elzenbroekbos, Ruigt-Elzenbos en Vochtig en droog Essen-Iepenbos) zijn in potentie de meest voorkomende bostypen van LaagNederland. Door ontginning en ingebruikname als landbouwgrond zijn deze bossen echter nog maar sporadisch aanwezig in ons landschap en in sommige gevallen zelfs nagenoeg afwezig. Het ecologische zwaartepunt van deze specifieke bosgemeenschappen ligt over het algemeen juist in ons land waarmee de internationale betekenis van de bosgemeenschappen hoog is.”

Schaarse ruimte

In dit rapport wordt wel direct een praktische kanttekening geplaatst bij de ambitie van onze overheid: “De ruimte in ons land is echter schaars. Nieuw bosareaal zal altijd moeten worden afgewogen tegen andere functies en verschillende natuurdoelen. Hoewel verschillende dier- en plantensoorten hun leefgebied in bos

De Kromme Rijn. Afwisselend landschap met gesloten (buitenplaats)bossen en open graslanden.

vinden, zijn veel natuurwaarden ook juist gebaat bij open landschappen. Om tot invulling te komen van de ambitie tot bosuitbreiding dient dus eerst een ruimtelijke analyse gemaakt te worden van ons landschap. Zo zullen de nieuwe klimaatbossen niet enkel bijdragen aan extra vastlegging van koolstof, maar ook aan versterking van de biodiversiteit, recreatieve mogelijkheden en landschappelijke kwaliteit.”

Dat is mooi. Maar wat gebeurt er nu met zo’n rapport? Desgevraagd liet Utrechts Landschap weten: “De provincie Utrecht is gestart met het opstellen van de provinciale Bossenstrategie; juist daarvoor is het ook prima input, want daarbij gaat het o.a. de vraag en wens om meer bos te ontwikkelen. Daarnaast loopt het provinciale programma ‘Groen groeit mee’, dat gaat over de vraag om meer recreatiegroen. Nieuwe bossen kunnen ook daarvoor een goede invulling bieden. Dus er zijn allerlei lopende beleidsdossiers waarbij dit rapport wordt benut; en uiteraard proberen wij als Utrechts Landschap overal waar het maar kan de kans te benutten voor de ontwikkeling van deze bijzondere bostypes. Concreet speelt natuurlijk altijd als eerste dat er beschikbare percelen moeten zijn voor nieuw bos; en die is – gezien de ruimtevraag van allerlei functies – de meest cruciale.”

Waarschijnlijk is het niet alleen cruciaal dat er beschikbare percelen moeten zijn voor nieuw bos, het is ook heel lastig om die te vinden. Ik citeer directeur Saskia van Dockum van het Utrechts Landschap: “Natuur en landschap komen in de verdrukking doordat vele nieuwe woningen, bedrijventerreinen, verkeer en recreatie extra ruimte gaan innemen.” (Biltsche Courant 27-1-2021) Voor het gebied rond de Kromme Rijn geldt bovendien dat er vanouds veel fruit wordt geteeld. Veel telers hechten aan het open landschap dat hierbij hoort. Er valt te hopen dat dit rapport niet al te lang op diverse bureaus blijft liggen, wachtend op wakkere ambtenaren en natuurminnende vrijwilligers die ergens een kans zien, en dat komende regeringen blijven vasthouden aan de doelstellingen van Bos voor de toekomst.

Natte vlaktes

Toevallig verscheen er eind 2020 bij de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE) een door Kennisnetwerk OBN vervaardigd rapport dat ondersteuning kan bieden: Natte overstromingsvlakten in het rivierengebied: ecologisch functioneren en ontwikkelkansen. Met al in het voorwoord de belangrijkste conclusie: “Op basis van de inzichten uit het literatuur- en veldonderzoek kan worden geconcludeerd dat de natte overstromingsvlakten een belangrijke ‘missing link’ zijn in het Nederlandse rivierecosysteem.” En op pagina 118, in de Conclusie, wordt dat aangevuld: “Hoewel het Nederlandse rivierengebied onomkeerbaar is gewijzigd door de aanleg van dijken en andere ingrepen (zomerbedverdieping), liggen er in een aantal regio’s goede kansen om tijdelijke overstromingsvlakten te creëren. De focus heeft daarbij gelegen op de Rijntakken, omdat langs de deze rivier met enige regelmaat in de nawinter en het voorjaar voldoende hoge afvoeren optreden. De beste kansen liggen er nu in uiterwaarden waar zomerkaden of hoge oeverwallen aanwezig zijn waar hoogwater kan worden ingelaten via aanwezige sluisjes en vervolgens actief kan worden vastgehouden door het kunstwerk na een hoogwaterpiek te sluiten.”

Deze beide rapporten versterken elkaar. De natte bossen voor Kromme Rijn- en Veenweidegebied passen immers goed bij de ‘drie clusters van kansrijke tijdelijke overstromingsvlakten langs de Rijntakken’ die te zien zijn op de kaart op p. 10 van het OBN-rapport. Zo geven ze bodem aan de regeringsplannen zoals verwoord in Bos voor de toekomst.

Laten we hopen dat we over enkele jaren in Natura kunnen berichten over de uitvoering van een en ander. n

Literatuur

• Bos voor de toekomst, Uitwerking ambities en doelen landelijke Bossenstrategie en beleidsagenda 2030. Te downloaden via: https://bit.ly/2MmWy4O. • Kansen voor soortenrijk klimaatbos, Ruimtelijke verkenning nieuwe klimaatbossen Kromme Rijn en

Veenweidegebied. Zie: https://bosgroepen.nl/ klimaatslim-bos-en-natuurbeheer. • Natte overstromingsvlakten in het rivierengebied: ecologisch functioneren en ontwikkelkansen. Zie: www. natuurkennis.nl/publicaties of https://library.wur.nl/

WebQuery/hydrotheek/2297449.

Plangebied ‘Ruimtelijke verkenning nieuwe klimaatbossen’ Utrechtse westelijk veenweidegebied en Kromme Rijn-gebied.

This article is from: