Vertrouwen in de natuur In ons natuur.oriolis-tijdschrift las ik een tijd geleden over wespendieven die nesten van Aziatische hoornaars als voedselbron aanspreken. Het was een toevallige ontdekking door een groepje Catalaanse ornithologen, die vaststelden dat de aldaar zeldzame wespendieven herhaaldelijk raat van Aziatische hoornaar naar hun nest brachten om hun jongen te voeden.
G
een enkele grote voedselbron blijft onaangesproken, vroeg of laat zijn er altijd wel soorten die zo'n rijkdom weten te ontginnen en met een soort als de Aziatische hoornaar moet het dus vroeg of laat ook zo gaan. In sommige streken van Frankrijk zouden er meer dan 20 Aziatische hoornaarsnesten per vierkante kilometer geregistreerd zijn, zo'n voedselbron kan dus niet onopgemerkt blijven. Als we weten dat de nauw verwante Aziatische neef van onze wespendief, ook Aziatische hoornaar op zijn menu staan heeft, was hetzelfde dus ook wel te verwachten hier in Europa. Op zich allemaal goed nieuws en een schoon, hoopgevend verhaal, maar wat mij in het artikel een opdoffer gaf, was de n.v.d.r.: "die vogels zullen de Aziatische hoornaar niet terugdringen" en "het valt niet te verwachten dat enkele wespendieven veel impact zullen hebben". Kortom, ongeloof dat de natuur in staat is een evenwicht te herstellen. Dat is dus een bedroevende instelling bij wetenschappers die mee de richtlijnen bepalen voor het natuurbehoud in Europa. De Aziatische hoornaar staat op de lijst van invasieve exoten, die verplicht vernietigd moeten worden, met gif! En veel van de vergiftigde nesten blijven dan ook hangen, waardoor ineens ook de vogels die zo'n wespennesten als voedselbron gebruiken, mee vergiftigd worden! (In ons land zouden vergiftigde wespennesten idealiter allemaal verwijderd worden, maar dat is helemaal niet hoe het gaat, naar mijn eigen ervaring. Aangeraden wordt zelfs de nesten te laten zitten, zodat ook terugkerende wespen nog vergiftigd worden!) Een voorbeeldcase dus van hoe het ingrijpen tegen een ongewenste soort, ineens ook een natuurlijke oplossing in de weg staat! Veel beter ware het de imkers te stimuleren om
Populatiedynamiek is iets waar meer beleidsmensen zich zouden moeten in verdiepen.
honingbijen te kweken, die weten te reageren tegen aanvallen van Aziatische hoornaars, het kan, want de honingbijen in hun oorspronkelijk verspreidingsgebied, weten wel hoe te reageren en een aanval af te slaan. Net zoals zovele nieuw ingeweken soorten, zal de Aziatische hoornaar hier blijven en het beste wat kan gedaan worden, is onze bijenteelt aanpassen. De oorlog tegen invasieve exoten is mijns inziens contra productief, omdat alleen het stadium van de inpassing in onze lokale ecosystemen wordt uitgesmeerd over veel meer tijd dan nodig. ”Is dat zo?” hoor ik je al denken. Wel, laten we eens een andere invasieve soort onder de loupe nemen, géén exoot, maar de akkerdistel. Ook die wordt op veel plaatsen jarenlang bestreden, met als enig resultaat dat men nooit uit de 'distelfase' geraakt. Het milieu waarom die soort het goed doet, wordt onderhouden en daardoor blijft de plaagsoort het goed doen. (Ik zou hier ook de reuzenbalsemien als voorbeeld kunnen aanhalen, maar dan ben ik er zeker van, dat ik mij een lawine van boze reacties op de hals haal, maar het verhaal zou gelijkaardig zijn.) Op de wastine van het Burreken zijn we zo moedig geweest om nooit akkerdistels te maaien en nog geen 10 jaar later zijn zo goed als weg! Populatiedynamiek is iets waar meer beleidsmensen zich zouden moeten in verdiepen. Een soort kan plots 'exploderen' omdat het milieu uitzonderlijk vruchtbaar is voor die soort, omdat predatoren en ziekten ontbreken. Maar na een explosie volgt onvermijdelijk de implosie. En hoe groter de eerste fase, hoe zwaarder de laatste. (Iets waar we als mensheid ook beter rekening zouden mee houden!) Als er heel veel van dezelfde organismen op een hoop leven, dan volgen er vroeg of laat, hoe dan ook
10 meander2020_April_56p_v2.indd 10
23/03/2020 18:11