Voor pr oef j e
Uzi eteensel ect i eui tons l edenmagazi neVogel s. Wor dl i denont vangdi tpr acht i ge magazi ne5xperj aart hui s.
foto: Jeroen Stel/Kina
De kievit is niet langer alledaags TEKST HANS PEETERS
Dit is het Jaar van de Kievit. Niet om iets te vieren; Vogelbescherming vraag t spe cia l e a a n d a c h t v o o r d e koningin van de weide omdat ze haar rijk dreigt te verliezen.
Een zwarte kraai vliegt over de uitgestrekte graslanden van Polder Mastenbroek bij Zwolle. Duidelijk op zoek naar een smakelijke prooi als een vogelei of vogeljong. Uit het niets duiken vier, vijf kieviten op, die luid alarmerend de aanval inzetten. Met felle duikvluchten verdedigen ze huis en haard en verjagen ze de rover succesvol. Even later keert de rust weer.
Vrije val Een dagelijks ritueel in de polder van Henk Pelleboer. Als weidevogelboer runt hij hier een biologische natuurboerderij met 180 melkkoeien. De liefde voor vogels heeft-ie van zijn moeder. “Ik herinner me dat ik vroeger overal in de polder kieviten en grutto’s zag. Vanaf de jaren tachtig werd dat minder.” >>
VO G E LS 02/16•9
foto: Daniele Occhiato/Agami
‘Wij boeren hebben een grote verantwoordelijkheid voor weidevogels’
foto: Janko van Beek
Henk Pelleboer
Weidevogelboer Henk Pelleboer
Net als in andere regio’s van Nederland liepen hier de aantallen weidevogels achteruit, vooral door verstedelijking en intensivering van de landbouw. Behalve de kievit; die profiteerde aanvankelijk van ontginning en toenemende bemesting. Hij breidde zijn broedareaal uit van weiden naar (maïs)akkers. En na een mislukt legsel begon hij vaak een tweede keer. Desondanks komt ook de kievit in een vrije val. Overijssel, Brabant of Zuid-Holland, het maakt niet uit. Zelfs in Friesland lopen de aantallen achteruit. Landelijk gezien is het aantal broedparen in de afgelopen tien jaar bijna gehalveerd. De alledaagse kievit is al lang niet meer zó gewoon! Honger en onderkoeling Het probleem is dat heel veel kievitkuikens niet de kans krijgen groot te worden. De jon-
gen moeten vanaf hun eerste levensdag zelf op zoek naar eten. Langs slikkige slootkanten en in kruidenrijk gras zoeken ze op de bodem naar insecten. Maar hoe intensiever een weiland wordt bemest en gemaaid, des te minder grote insecten er te vinden zijn. Na een week of twee schakelen de kuikens over op regenwormen. Door ontwatering van het platteland drogen akkers en weilanden in de lente snel uit. Regenwormen trekken zich dan terug, dieper de grond in, en worden onbereikbaar voor de korte snaveltjes van de jonge kieviten. De eerste weken kunnen de jongen bovendien hun lichaamstemperatuur nog niet goed op peil houden. Telkens kruipen ze onder pa of ma om op te warmen. Als het in een broedgebied te onrustig is – bijvoorbeeld door de aanwezigheid van mensen, honden of roofdieren – dan vliegen de oudervogels om de haverklap op en koelen de kuikens te sterk af. Gebeurt dit té vaak dan overleven ze dat niet. Plas-dras als veilige haven Daar is best iets aan te doen. Voor Henk Pelleboer is het zelfs gesneden koek. “Op mijn land heb ik drie grote plas-drasgebieden, waar we de waterstand hoog houden. Volgroeide vogels vinden er volop wormen en langs de randen
krioelen insecten voor de kuikens. Aan voedsel geen gebrek. Rond het plas-dras staat kruidenrijk grasland, dat pas na 15 juni wordt gemaaid. Hier kleurt het lila en geel van pinkster- en boterbloemen; dit dient als rustgebied voor weidevogels. Mijn gras maai ik gefaseerd in blokken, zodat er het hele seizoen door verschillende hoogtes zijn. Voordat er gemaaid wordt controleer ik samen met vrijwilligers van de Agrarische Natuurvereniging Camperland op de aanwezigheid van nesten.” Pelleboer is met recht trots op de 85 paren weidevogels op zijn land. Waaronder 20 tot 30 paar kieviten. Samen met grutto’s, tureluurs, scholeksters en veldleeuweriken vinden die er een rijk toevluchtsoord. “Wij boeren hebben een grote verantwoordelijkheid voor onze weidevogels.” Red de Rijke Weide-kaas Op bijna een derde van het land van Pelleboer krijgen weidevogels voorrang. Sinds 2015 produceert kaasmakerij Kroon Biologisch met de melk van zijn bedrijf Red de Rijke Weidekaas. De verkoop ervan is, naast die van biologisch vlees, een groot succes. Pelleboer doet nog meer om zijn natuurboerderij finan-
SUCCES IN FRIESLAND Weidevogelboer Steven van der Zee uit Rohel runt een bio-vleesveebedrijf met 80 koeien op 40 ha. Hij biedt gastvrijheid aan kieviten (28 paar), grutto’s (25 paar), tureluurs (17), veldleeuweriken (8), scholeksters (6), krakeenden (2) en zomertalingen (2). Voor weidevogelvriendelijke maatregelen van Steven van der Zee zie www.redderijkeweide.nl/nieuwsoverzicht VEELBELOVENDE PROEF IN NOORD-BRABANT Wil Foolen is vrijwilliger bij de Weidevogelwerkgroep IVN Sint-Oedenrode, die samen met Brabants Landschap werkt aan de bescherming van de kievit. In Brabant broedt 80% van alle kieviten op maïsakkers. Er wordt de laatste jaren geëxperimenteerd om de kuikenoverleving te bevorderen. Hoe dat gaat kijk op www.redderijkeweide.nl/nieuwsoverzicht
cieel gezond te houden. Zijn boerderij is ook een zorgboerderij voor mensen met een beperking en hij organiseert weidevogelsafari’s en verhuurt vergaderruimte. Maar zonder (financiële) hulp van onder andere de overheid en Vogelbescherming redden hij en de weidevogels het toch niet. Er moet duidelijk méér gebeuren • www.boerpelleboer.nl en www.redderijkeweide.nl
Help mee! STEUN DE WEIDEVOGELBOEREN! Met uw gift kunnen we nog meer weidevogelgebieden verbeteren. Want weidevogelboeren als Pelleboer en Van der Zee laten zien dat het werkt. Iedere gift, groot of klein, is meer dan welkom! Help alstublieft foto: Peter Boltjes/Buiten-Beeld
mee en doneer. IBAN NL 44 INGB 0000 65 65 00 of www.vogelbescherming.nl/ helpweidevogels
VOG E LS 02/16•11
Wij willen Rijke Weidemelk!
GRUTTO Jeroen Stel/Kina
TEKST NADJA JANSMA
Joost Hartog, campagneleider van Red de Rijke Weide, legt uit: “Ruim de helft van ons land bestaat uit landbouwgrond; de helft daarvan, een miljoen hectare, is grasland. Daar wordt onze melk en onze kaas geproduceerd. Dat boerenland is ook leefgebied van veel wilde dieren, zoals bijen, vlinders, insecten en vogels. Althans: dat zou het moeten zijn. Maar de zuivelproductie is zó geïntensiveerd dat er op de meeste boerenbedrijven geen plek meer voor die dieren is. Het water staat te laag, er zijn te weinig bloemen die insecten lokken, het gras is te kort en de bodem overbemest. Daardoor neemt de populatie grutto’s elk jaar met 5% af; als dat zo doorgaat zal onze nationale vogel in 2030 zo goed als uitgestorven zijn.”
Melk van échte weidekoeien, vlees van kippen en varkens die een beter leven hebben gehad, gifvrije aardappelen; de aandacht voor biologische producten en dierenwelzijn groeit snel. Maar ho ud t een b io lo g isch e b o e r altijd rekening met natuur? Een weidevogelboer zeker wél!
Weidevogelboeren zijn helden Er zijn wel boeren die het anders doen; biologische boeren gebruiken geen kunstmest, laten hun koeien buiten lopen en geven ze zoveel mogelijk gras, geen soja, te eten. Maar een biologische boer houdt niet automatisch ook rekening met weidevogels, vlinders en bijen. Daar komt meer bij kijken. Een melkveehouder die met respect voor de natuur boert zet het waterpeil wat hoger, past zijn maaidatum aan, laat op sommige percelen het gras hoger staan en gebruikt geen kunstmest maar ruige koemest. Bij een weidevogelboer pronken bloemen in de wei, zoemen bijen en fladderen vlinders, en groeien gruttokuikens groot. Die boeren zijn onze helden! >>
VOG E LS 02/16•15
KIJKTIP2
TEKST MONICA WESSELING
IJsselmeerparel Workumerwaard HOE ER TE KOMEN De Workumerbuitenwaard is niet toegankelijk. Te zien vanaf twee uitkijkpunten. Vanaf NS Workum: via Spoardijk doorsteken naar Sûd. LA. Pak routbeschrijving op bij * Op N359 afslag Workum. Noard, SCHOLEKSTER Jeroen Stel/Kina
Sûd*, Sylspaed. Op Y-splitsing LA, Suderséleane. Voorbij camping RA parkeerterrein ‘IJsselmeer’. Klinkerpad naar uitkijkpunt. Vervolgens noordelijke uitkijkpunt; op Suderséleane bij Hanze LA, Sinkewei. Vlak voor de dijk bij bedrijfsgebouw Fryske Gea LA. Door Workummerbinnen-
Het land is er vlak, de einder ver, de hemel vol muzikanten, de kwelder weids en vol vogels. De Workumerwaard; refugium en paradijs voor elders verstoten vogels.
Het genot begint al direct op weg naar het eerste uitkijkpunt. In de rietkragen zingen rietgorzen en rietzangers en vanaf eind april kleine karekieten. Nog
Mooi, die zuidzijde van de waard, maar toch slechts de opmaat voor grotere heerlijkheden. Al in de Workumerbinnenwaard waan je je terug in de tijd met veldleeuweriken als akoestische sterren en kieviten waar je ook kijkt. Grutto’s scheren over en landen met de vleugels hoog geheven. Richting Buitenwaard zwelt
het geluid aan: daar is It Fryske Gea de baas, in de Binnenwaard slechts gedeeltelijk. Lucht en land zijn overvol vogels. Grutto’s, tureluurs, scholeksters, kieviten, slobeenden, veldleeuweriken en graspiepers: ze zijn er allemaal. Op de kale zand- en schelpenstrandjes nestelen kluten, bontbekplevieren, kokmeeuwen (honderden!) en visdiefjes; open en bloot en perfect te zien. En bij dat
waard naar uitkijkpunt (2 km). Direct naar noordelijke uitkijkpunt: ga op de Y-splitsing niet LA maar RA (Makummerdijk). Na 1 km LA, Sinkewei.
alles ook nog eens flinke aantallen ruiters, wulpen en kemphanen op doortrek. Ga er heen. Geniet van dit weidse land. Dit vogelland pur sang. Met dank aan Jelle Postma, Sovon Vogelonderzoek.
foto: Hendrik van Kampen/Buiten-Beeld
De IJsselmeerkust is een aaneenschakeling van (weide)vogelgebieden. Allemaal mooie terreinen, maar met – verleden jaar - 90 paar grutto’s, 80 scholeksters, 170 kieviten, 60 tureluurs en zelfs een enkele kemphaan spant de Workumerwaard de kroon. En niet alleen weidevogels, ook vogels van de kale grond weten dit natuurgebied van It Fryske Gea te vinden.
nagenietend van die eerste lentevogels bereik je het uitkijkpunt met zicht op de kwelder. Op het hobbelige land lopen scholeksters geagiteerd te tepieten, draaien kieviten hun nestkuiltjes en fladderen tureluurs luid roepend met de trillende vleugels omlaag. Op het IJsselmeer – zeker in de vroege ochtend – groepen brandganzen en knobbelzwanen. Af en toe scheert een slechtvalk over, en passant een eend meepikkend.
TEKST EN ILLUSTRATIE ELWIN VAN DER KOLK
ELWIN
Verwarrende weidevogels Gruttovrouwtje
Grutto’s herken je aan hun lange, donkere poten, lange snavel en oranje hals. Vrouwtjes zijn minder fel van kleur dan mannetjes.
Enkele weidevogels lijken verwarrend veel op elkaar. Om ze beter te kunnen onderscheiden heb ik ze bij elkaar gezet.
Kemphaanvrouwtje Vrouwtje kemphaan lijkt wel wat op een tureluur, maar ze heeft geeloranje poten. Ook maakt ze geen geluid en ze zal nooit de wacht houden op een paaltje, zoals grutto en tureluur graag doen.
Tureluur Tureluurs hebben rode poten en een korte, rode snavel. Mannetje en vrouwtje zien er hetzelfde uit. Opvallend tijdens het vliegen zijn de brede, witte achterranden van de vleugels.
VO G E LS 02/16•51
2016 KLUUT Jeroen Stel/Kina
De natuur in Nederland is in mei op z’n mooist. Tijdens de Nationale Vogelweek organiseren enthousiaste gidsen tal van excursies: ontdek groenlingen en zanglijsters in het stadspark, nachtzwaluwen op de heide, uilen en weidevogels. Er is voor elk wat wils.
Ga mee op excursie en ervaar de prachtige natuur in Nederland Leer vogels herkennen Wilt u meer vogels leren herkennen? Tijdens de Nationale Vogelweek zijn er veel excursies voor beginnende vogelliefhebbers. U hoeft niets van vogels te weten om mee te kunnen. Ontdek nieuwe vogelgebieden Lokale excursieleiders kennen hun gebieden als geen ander. Ga mee met een gids en ontdek waar de beste vogelplekjes zijn. Zelf een excursie organiseren? Dat kan! Kijk op www.vogelweek.nl/ excursieleider voor de mogelijkheden.
Kijk op www.vogelweek.nl voor alle activiteiten. Daar kunt u zich ook aanmelden.
T/M
foto: Chris van Rijswijk/Agami
VOG E LS 02/16•31