Vogels voorjaar 01/2023

Page 1

Veldleeuwerik of akkerleeuwerik?

Iedereen houdt van pinguïns

Jean-Pierre Geelen: Kunstvogels

VOORJAAR 01 / 2023
SAMEN VOOR VOGELS EN NATUUR
WATERHOEN
Menno van Duijn/Agami

Waarom bevriezen vogelpoten niet?

Vogelpootjes

zijn klein, dun en bloot. Die bevriezen ’s winters zou je denken, zoals onze tenen zouden doen zonder bescherming.

Maar vogelpoten bevriezen helemáál niet. Hoe kan dat?

Als het vriest, vernauwen de bloedvaten in onze vingers, tenen, oorlellen en andere onbedekte lichaamsdelen die ‘misbaar’ zijn. Daardoor verliest het lichaam minder warmte aan de koude buitenlucht en kunnen de echt onmisbare onderdelen, zoals hersenen en andere organen, warm blijven.

Een nadeel van het vernauwen van de bloedvaten is dat er minder bloed door die lichaamsdelen stroomt; daardoor kunnen de cellen beschadigen en afsterven (te weinig zuurstof en voeingsstoffen en te veel kou). Bij vochtig weer, of harde wind kan dat al gebeuren bij temperaturen net onder 0 °C. Het is een strategie: beter overleven zonder tenen, dan doodvriezen met.

Keratine en pezen Wat is er nu bij vogeltenen anders dan bij mensentenen? Om te beginnen zijn vogeltenen bedekt met een fikse laag vorstbestendige schubben, gemaakt van keratine. Dat is een taai, vezelig eiwit, vergelijkbaar met wat in onze haren en nagels zit. En belangrijk: keratine bevriest niet. >

TEKST
JEANET VAN ZOELEN
VOGELS 01/23 •21

Verder bevatten vogelpootjes geen spieren, maar alleen pezen. Die gebruiken minder energie dan spieren, dus hebben ze minder bloedtoevoer nodig. Het geeft niet als de bloedvaten daar vernauwen. Als er nét genoeg bloed doorstroomt voor de noodzakelijke vervanging en groei van huid en nagels is het best.

Wondernet

Nu lopen vogels ondanks die vernauwde bloedvaten, tóch nog kans te veel warmte te verliezen door de poten als het vriest. En dus de nacht niet te overleven. Daarom hebben veel vogels ook nog een soort warmtewisselaar in hun poten. Zo bijzonder, dat de wetenschappers die het beschreven dit het ‘wondernet’ noemden.

Het wondernet, zo kort mogelijk samengevat is dit. Het warme bloed dat vanuit het lichaam komt, stroomt de poten in vlak langs het koude bloed dat vanuit de poten op de terugweg is naar het hart. Zo wordt dat koude-poten-bloed voorverwarmd voordat het

Veel vogels hebben een soort warmtewisselaar in hun poten: het wondernet

weer het lijf instroomt en blijft het lichaam warm. En het warme-lijf-bloed dat naar de poten stroomt koelt alvast een beetje af, zodat via de poten niet te veel warmte verloren gaat. Die warmte stroomt terug het lijf in en blijft behouden. Alle beetjes helpen.

Toch bedekken

Al met al blijven vogelpoten ’s winters een paar graden boven de omgevingstemperatuur. Toch gebeurt het wel dat eenden vastvriezen als ze te lang op het ijs staan. Om dat te voorkomen, gaan ze op hun buik liggen en trekken hun poten op tussen hun buikveren. Of ze gaan afwisselend op één poot staan en houden de andere poot tegen het warme lijf. Dat is dus de laatste vogeltroef tegen blote, onbedekte, bevriezende tenen: tóch bedekken.

KUIFMEES Shutterstock

Vogelbescherming is heel blij met al die vrijwillige hulp; nieuwe kandidaten zijn altijd welkom! Heeft u ook belangstelling om als vrijwilliger aan de slag te gaan bij Vogelbescherming, bijvoorbeeld als Stadsvogeladviseur? Neem dan contact op met Merel Roks: merel.roks@ vogelbescherming.nl

Vrijwillig Stadsvogeladviseur in hartje Amsterdam

Veel mensen dragen vogels een warm hart toe. Leden, vrijwilligers, bedrijven en fondsen ondersteunen vogels elk op hun eigen manier. Wie zijn deze mensen en wat beweegt hen? Doris Koolmees is vrijwillig Stadsvogeladviseur bij Vogelbescherming, omdat ze zich in wil zetten voor vogels en natuur.

Het werkgebied van Doris Koolmees (28) is de hele gemeente Amsterdam. “Na mijn studie sociale pedagogiek wilde ik toch liever bioloog of ecoloog worden. Ik bood me aan als vrijwilliger bij meerdere groene organisaties en als gratis assistente bij biologen en ecologen. Niemand reageerde positief op mijn oproep. Nu werk ik bij de Regenboog Groep in Amsterdam en houd me bezig met noodopvang voor Oekraïense vluchtelingen. In mijn vrije tijd ben ik vrijwilliger bij Vogelbescherming en ooit hoop ik werk te vinden in de groene sector.”

Voordat Doris als Stadsvogeladviseur aan de slag ging, was ze al enkele jaren als Tuinvogelconsulent actief bij Vogelbescherming. Daar proefde ze van de positieve sfeer en cultuur. Dat sprak haar zo aan, dat ze meer wilde doen.

“Als Stadsvogeladviseur ben je de oren en ogen van Vogelbescherming in een gemeente. De organisatie ontvangt veel vragen van particulieren, zoals ‘waar hang ik een uilenkast op?’ of ‘hoe geef ik gierzwaluwen onderdak?’. Dit soort vragen wordt doorgespeeld naar de Tuinvogelconsulent of Stadsvogeladviseur”, vertelt Doris enthousiast. “Vogelbescherming laat je erg vrij in je aanpak en activiteiten. Momenteel probeer ik in contact te komen met de gemeente over vergroening en verduurzaming van bedrijventerreinen. Dat is dan niet alleen goed voor vogels, maar voor de gehele biodiversiteit. Dat spreekt me aan. Zo denk ik momenteel ook mee met de gemeenteraad over een nieuw plan voor verbetering van dierenwelzijn in de stad. Voor advies kan ik altijd bij Vogelbescherming terecht en ik word op een hele prettige en deskundige wijze begeleid.”

DE GOUDEN LIJST TEKST HANS PEETERS
foto: Rob Kempers KOOLMEES Hans Peeters
VOGELS 01/23 •23

'Iets verderop zag ik wat bruins tussen de grassprieten. Het was een grutto die op zijn nest zat en zo te zien niet van plan was op te vliegen want hij drukte zich steeds dieper weg in de graspol. Tot mijn verbazing bleef hij zelfs zitten tot ik pal naast het nest stond. Ik kon hem zelfs zachtjes over zijn rug aaien. Ik snapte er niets van, maar het hart klopte me in de keel, ik kon zo in zijn donkere ogen kijken. Wat een belevenis, zo’n mooie vogel, zo dichtbij!'

Kamikazepiloot grutto

Dit lees ik in mijn vogeldagboek, opgeschreven toen ik dertien jaar oud was en eindeloos door de Zalker-uiterwaarden langs de IJssel zwierf. Deze ervaring staat in mijn geheugen geëtst. Later begreep ik dat de broeddrang bij deze grutto kennelijk zo sterk was dat de vluchtimpuls hierdoor werd onderdrukt, maar het voorval heeft diepe indruk op mij gemaakt. De komende weken is de grote intocht van onze nationale vogel; er komen nog steeds duizenden grutto’s terug uit hun Afrikaanse winterkwartieren. Ze zoeken drassige weilanden op waar ongeveer een decimeter water staat. Ze komen echt vroeg terug, ik heb ze eind februari zelfs

over het ijs zien lopen dat hier en daar zo dun was dat ze erdoor zakten en half zwemmend en ploeterend fanatiek doorgingen met wormen zoeken. Uit een vochtige bodem zijn de wormen makkelijker naar boven te trekken. Op zulke plekken strijken ze in grote groepen neer om de energieverliezen, ontstaan door de lange reis, aan te vullen.

Eén van de problemen van dit haastige interneten e-mailtijdperk is dat we veel te vluchtig waarnemen en daardoor juist het bijzondere dreigen te missen. Wees nooit tevreden als je hoog in de lucht een grutto grut-o-grut-o-grut hoort roepen, maar blijf kijken wat er gebeurt. In een kantelende vlucht, alsof één van de twee vleugels niet goed functioneert, wiekt de grutto in een grote cirkel boven zijn broedgebied. Alleen als je mi-

nutenlang blijft kijken zie je het wonder dat aan het eind van die baltsvlucht gebeurt. Als het te lang duurt en je krijgt een stijve nek, ga dan gewoon een poosje op de grond liggen en volg de grutto, hoog in de lucht. Plotseling stopt het geroep en valt de vogel als een steen terug naar de aarde. De snavel wordt als een speer naar beneden gericht, terwijl de wind door zijn veren raast. Een grutto in vrije val waarbij uiterste risico’s lijken te worden genomen, want de remparachute wordt pas op het allerlaatste moment geopend. Als je zeker weet dat de gruttoman te pletter zal slaan, worden vleugels en staart gespreid, het lichaam 180 graden gedraaid en de poten uitgestrekt. Na de perfect getimede landing worden de vleugels nog even boven het lichaam omhoog gestrekt om de witte onderkant, bij wijze van imponerend vlagvertoon, aan eventuele concurrenten te tonen. Als je die kamikaze-actie één keer hebt gezien, kun je je weg nooit meer vervolgen voordat je het spectaculaire slot van zijn luchtdans hebt meegemaakt!

In deze serie nemen Nico de Haan en Elwin van der Kolk u mee in een verrassende vogelwereld.

NICO & ELWIN TEKST NICO DE HAAN ILLUSTRATIE ELWIN VAN DER KOLK
VOGELS 01/23 •35

Peter Vos: een ode aan het kijken

‘Zullen we eerst eens kijken hoe alles eruit ziet, voor we ons afvragen waarom het bestaat?’ Een rubriek over vogels in de kunst kan ik niet anders aftrappen dan met dit motto uit een vogeldagboekje

van Peter Vos (1935 - 2010). Geen

‘natuurtekenaar’ die niet op z’n minst schatplichtig is aan hem.

Ooit heb ik mij een vel vol Vos-musjes laten ontglippen. Negenhonderd gulden drukte te zwaar op mijn smalle schouders – nu, ruim dertig jaar te laat, zou ik m’n spaarvarken er met liefde voor offeren. Inmiddels heb ik vele Vossen in handen mogen houden en enkele in bezit gekregen. Dagelijks groet ik twee sneeuwuiltjes. Duikende ijsvogeltjes op een vijver van zwarte inkt. Een gekleurde mus met muizenstaart – al sta je er met je neus bovenop, dan nog blijft het wonder niet te bevatten.

KUNSTVOGELS TEKST JEAN-PIERRE GEELEN
De afbeeldingen komen uit het boek 333 Vogels , te bestellen via Uitgeverij Thoth: thoth.nl.

Peter Vos tekende geen vogels. Hij tekende die ene vogel. Een individu, een karakter. Als geen ander wist hij dat te vangen in een paar vederlichte, dansende lijntjes van zijn potlood of Rotring-pen en een druppel waterverf. Gelijkenis is niet de kunst, dat is ‘slechts’ vakmanschap; Vos was zelf z’n grootste criticaster na verhoudingsfouten. Vos wekte vogels tot leven. Ver voorbij de rigor mortis waarin talloze andere in de kunst lijken te verkeren. Van de vele vogels van Vos kun je elk veertje tellen. Je zou ze van het papier willen pakken en op je hand willen zetten.

Het is moeilijk een favoriet te kiezen, maar deze drie valken raken de perfectie. De houding van die roodpootvalken rechts. Hoe die boomvalk links ons (of: Vos) steels achterwaarts beziet. Er zit iets in die blik van de rover. Iets behoedzaams en tegelijk zachtaardigs.

Het is ook een blik van verstandhouding; hier zien twee toeschouwers dat ze elkaar in het oog houden. Een ode aan het kijken. Wie goed om zich heen kijkt, ziet immers dat alles gekleurd is.

Vos tekende de valken voor zijn boek

‘333 Vogels’, in een ‘dummy’ ter grootte van de bekende reeks Privé-domein van de Arbeiderspers. De originelen liggen waar zijn werk thuishoort: in het museum. In dit geval de Fondation Custodia in Parijs, die ze vorig jaar met uitgeverij Thoth en weduwe Saida Vos in fraaie facsimile-uitgave bezorgde. Topkunst op zakformaat.

schittering herkennen van die schaarse gelukzalige seconden waarin het bestaan even condenseert tot perfectie: een vogel op z’n mooist, een mens op z’n best. Dat is waarom de valken van Vos bestaan.

Met zijn valken heeft Vos – hij leed aan depressies – een glans in het grauwe bestaan vastgelegd. Eeuwige schoonheid als troost – daar mogen we hem wel dankbaar voor zijn. Grote woorden, ik weet het. Maar elke vogelkijker zal de VOGELS 01/23 •37

Kwak – kwak!

Er loopt een kwak door de straat, en nog een, en nóg een! Volgens een zegsman waren het er wel twaalf. Dat is bizar, want de kwak is zeldzaam in Nederland en bovendien een schuw nachtdier. Niet meer dan om en nabij de 35 broedparen tellen we. Toch is hij van alle eeuwen; hij was ‘altijd’ al in Nederland, dat kleine mysterieuze reigertje met zijn wat zompige naam. Overvloedig in de Middeleeuwen, toen de Lage Landen nog lekker veel echt moeras telden; daar houden reigers van. Na droogmaling van grote gebieden krompen de kolonies gestaag om ten slotte eind negentiende eeuw te verdwijnen. In 1880 werd de kwak uitgestorven verklaard als broedvogel in Nederland.

En dan, oh wonder, wordt halverwege de vorige eeuw in de Biesbosch een kleine broedkolonie gevonden. Daarna ook op andere plaatsen. Tegelijk rijst een cruciale vraag: waar komen deze vogels vandaan? Zijn het wilde exemplaren, uit Frankrijk bijvoorbeeld, of zijn ze gefokt in speciale parken? Ontsnapt –er huist een halfwilde kolonie naast thuishaven Artis, midden in Amsterdam – of bewust uitgezet? Zo is in 1946 een poging gedaan tot herintroductie in het Naardermeer.

Kennelijk leent de kwak zich makkelijk voor fokprogramma’s. Voor bijna alle vogels zijn wel grif betalende liefhebbers. Zulke vogels ontsnappen soms of worden buiten de deur gezet. Zo konden zich ook de knobbelzwaan, brandgans en een aantal eenden ‘vrij vestigen’.

opmerkelijke desoortenvan RodeLijst

Soorten die zich schaamteloos laten bewonderen. Met de kwak ligt dat heel wat lastiger. Die brengt de dag grotendeels slapend in een struik of boom door. Meestal in een groep. Met opgetrokken schouders – dat beetje nek dat ze hebben zo nog verhullend – een korte snavel die niet veel indruk maakt, een zwarte scalp, dito vleugels, wit gezicht en grijze borst. Daar is weinig opvallends aan. Nou ja… zijn ogen, als hij die toevallig even open heeft: die zijn brandend rood. En hij heeft opvallende geelgroene poten en tenen. Alleen in de baltstijd – als hij getooid is met twee lange sierveren vanuit de nek – en wanneer hij jongen heeft te voeden, is hij overdag actief. Daarbuiten is hij, zoals de Engelsen hem noemen, een nachtreiger. Jagend op vis, kikkers en insecten. En regelmatig kwak roepend. Ah juist… vandaar die naam! Zoals de grutto en kievit ook hun onomatopee roepen – zij het iets welluidender.

Wild of verwilderd, het ziet er niet slecht uit voor de soort. Hij zal profiteren van permanente natuurontwikkeling waarbij vooral veel moeras wordt gecreëerd. En wellicht ook van het noordelijk opschuivende klimaat. En die twaalf kwakken in een straat in Middelburg? Waarschijnlijk maakten ze een uitstapje vanuit het nabijgelegen park Toorenvliedt. Daar zit sinds 2010 een kolonie. Begonnen door losvliegende vogels van een particulier in het aanpalende dorp Gapinge. Nog steeds keert een aantal in de winter terug naar hun kooi daar.

PRACHTVOGELS TEKST RENÉ
VOS
DE
VOGELS 01/23 •9
KWAK Han Bouwmeester/Buiten-Beeld

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.