Voor pr oef j e
Uz i eteens el ec t i eui tonsl edenmagaz i neVogel s( 64pagi na’ s ) . Wor dl i denont v angdi tpr ac ht i gemagaz i ne5xperj aart hui s .
SLECHTVALK Daniele Occhiato/Buiten-Beeld
foto: Harm Jan van Dijk
Horen, zien en zwijmelen in de Nationale Vogelweek TEKST NADJA JANSMA
“De leukste soort die ik heb gezien tijdens een Vogelweekexcursie in de Millingerwaard? De sprinkhaanzanger!” Paul Bubeck is nog steeds enthousiast over zijn ervaringen in de Vogelweek van 2013. Een jaar later ging hij opnieuw mee naar een natuurontwikkelingsgebied langs de Waal.
Van blauwborst tot slechtvalk Van 16 t/m 24 mei vindt dit jaar voor de vierde keer de Nationale Vogelweek plaats. Wandel- en fietsexcursies, vaartochten, fotoworkshops, vroege vogelexcursies en nachtelijke tochten worden door het hele land georganiseerd. Overal kunt u onder deskundige en gepassioneerde begeleiding vogels gaan kijken: grutto’s in de mooiste weidevogelgebieden, slechtvalken in de stad, ijsvogels langs kronkelende beekjes of blauwborsten in een moerasgebied. Kiest u maar! Voor elk wat wils Kijk op www.vogelweek.nl voor alle activiteiten. De meeste excursies zijn
geschikt voor alle leeftijden en niveaus van vogelkennis. Zo ook die in de Millingerwaard, voor de derde keer georganiseerd door Chris-Jan van der Heijden van Vogelbescherming en vogelkenner Mark van den Bosch. Wow! Chris-Jan: “Je kennis over vogels delen is superleuk! Mensen een putter door een telescoop laten zien; wijzen op spechten en ijsvogels; de mooie subtiele tekening van een krakeend laten zien: de reacties waren steeds ‘wow!’. De groep waar ook Paul Bubeck in zat, ontdekte zelfs een óók voor mij nieuwe soort in de Millingerwaard. Ze vroegen
Samen vogels kijken is super leuk! Ook dit jaar in mei gaan vogelliefhebbers weer in het gehele land op pad. wat ze toch voor sprinkhaangeluid hoorden. Na wat speurwerk ontdekten we een sprinkhaanzanger, zó gaaf!” En Paul zegt: “Dit jaar ben ik weer van de partij, het is ontzettend leuk als iemand je de vogels kan aanwijzen die je nog niet kent.” •
VO G E L S 02/15•23
SLECHTVALK Daniele Occhiato/Buiten-Beeld
foto: Harm Jan van Dijk
Horen, zien en zwijmelen in de Nationale Vogelweek TEKST NADJA JANSMA
“De leukste soort die ik heb gezien tijdens een Vogelweekexcursie in de Millingerwaard? De sprinkhaanzanger!” Paul Bubeck is nog steeds enthousiast over zijn ervaringen in de Vogelweek van 2013. Een jaar later ging hij opnieuw mee naar een natuurontwikkelingsgebied langs de Waal.
Van blauwborst tot slechtvalk Van 16 t/m 24 mei vindt dit jaar voor de vierde keer de Nationale Vogelweek plaats. Wandel- en fietsexcursies, vaartochten, fotoworkshops, vroege vogelexcursies en nachtelijke tochten worden door het hele land georganiseerd. Overal kunt u onder deskundige en gepassioneerde begeleiding vogels gaan kijken: grutto’s in de mooiste weidevogelgebieden, slechtvalken in de stad, ijsvogels langs kronkelende beekjes of blauwborsten in een moerasgebied. Kiest u maar! Voor elk wat wils Kijk op www.vogelweek.nl voor alle activiteiten. De meeste excursies zijn
geschikt voor alle leeftijden en niveaus van vogelkennis. Zo ook die in de Millingerwaard, voor de derde keer georganiseerd door Chris-Jan van der Heijden van Vogelbescherming en vogelkenner Mark van den Bosch. Wow! Chris-Jan: “Je kennis over vogels delen is superleuk! Mensen een putter door een telescoop laten zien; wijzen op spechten en ijsvogels; de mooie subtiele tekening van een krakeend laten zien: de reacties waren steeds ‘wow!’. De groep waar ook Paul Bubeck in zat, ontdekte zelfs een óók voor mij nieuwe soort in de Millingerwaard. Ze vroegen
Samen vogels kijken is super leuk! Ook dit jaar in mei gaan vogelliefhebbers weer in het gehele land op pad. wat ze toch voor sprinkhaangeluid hoorden. Na wat speurwerk ontdekten we een sprinkhaanzanger, zó gaaf!” En Paul zegt: “Dit jaar ben ik weer van de partij, het is ontzettend leuk als iemand je de vogels kan aanwijzen die je nog niet kent.” •
VO G E L S 02/15•23
Een
upgrade van tapuitenland Broedende tapuiten vind je nog maar op enkele plaatsen in ons land. Vogelbescherming heeft een ‘Actieplan bedreigde vogels’ ontworpen om het leefgebied van elf soorten te verbeteren. Eén daarvan is de tapuit. Schapen, geiten en paarden vormen hulptroepen.
factor: konijnen, die de vegetatie kort houden – en zo tapuiten nestgelegenheid verschaffen – zijn op veel plaatsen schaars.
apuiten zijn als broedvogels sterk in aantal achteruit gegaan: met wel 90% sinds 1990. De meeste in de duinen van Noord-Holland en de Waddeneilanden en in het Aeckingerzand in het Drents-Friese Wold. Door onderzoek van Sovon Vogelonderzoek Nederland en Stichting Bargerveen weten we wat er mis is. Het leefgebied voor tapuiten is sterk achteruitgegaan.
Zonder tapuit verarmt de biodiversiteit Zo verdwijnen overal lage, open en schrale vegetaties met zandige open plekken: iets wat de tapuit hoognodig heeft. Daar zoekt hij lopend en rennend naar voedsel, zoals insectenspul en aanverwant grut. Te weinig voedsel, te weinig konijnenholen om in te broeden: het resulteert in te weinig jonge tapuiten. Hierdoor raken populaties tapuiten versnipperd en verdwijnen ze uiteindelijk. Dat is heel jammer; verlies van de tapuit betekent verarming van de biodiversiteit en een regelrechte verschraling van onze eigen leefomgeving.
Verdwenen is de duin-idylle Van nature vinden in duinen landschapsvormende processen plaats. Door verstuiving en daarna het langzaam vastleggen van zand door planten, krijg je vanzelf tapuitenleefgebied. In theorie, want op veel plaatsen is de kustnatuur vast-‘getimmerd’. Een ander probleem: er komt nog steeds teveel stikstof in de bodem van duinen en heiden. Die groeien daardoor sneller dan vroeger dicht met hoog gras en struiken. Een derde
Renovatie van broedgebieden Tapuiten koloniseren maar mondjesmaat nieuwe broedgebieden. Om de soort te beschermen gaat Vogelbescherming zich richten op verbetering van de ‘kerngebieden’: de laatste, belangrijke broedgebieden, te weten de duinen achter de zeereep van de Kop van Noord-Holland, de Waddeneilanden en het Drents-Friese Wold. Met de terreinbeheerders gaan we het de tapuit weer naar de zin maken. Door
T
TAPUIT Markus Varesvuo/Agami
TEKST RUUD VAN BEUSEKOM
bijvoorbeeld op kleine schaal te plaggen, waarmee het onderliggende zand weer bovenkomt. En door stuifkuilen, zandige valleien en hellingen te maken. Ideale plekken voor insecten, fijn voor de tapuit. Grazers schonen de boel op Terreinen die te veel verruigd en vergrast zijn, kunnen in korte tijd weer open en kaal worden gemaakt met grazers. Zoals schapen; die gingen altijd al goed samen met tapuiten. Maar ook geiten en paarden, volgens een beproefd recept. Hiermee lukte het op Terschelling om de tapuitenstand in de lift te krijgen. De natuur geeft
Met verbeterde kerngebieden gaan we het de tapuit weer naar de zin maken weliswaar geen garanties. Dit bescheiden succes biedt hoop voor de tapuit in andere kerngebieden. Niet alleen de tapuit profiteert ervan, maar ook vogels als wulp, boomleeuwerik, graspieper en allerlei zeldzame planten en dieren, zoals duinviooltje, zandhagedis, parelmoervlinder en de blauwvleugelsprinkhaan. Bijzondere vertegenwoordigers van een bijzonder leefgebied: tapuitenland•
Lees meer over ons werk voor de tapuit en ons actieplan Bedreigde Vogels op pag 26 www.vogelbescherming.nl/ helpdetapuit.
VO G E L S 02/15•9
Een
upgrade van tapuitenland Broedende tapuiten vind je nog maar op enkele plaatsen in ons land. Vogelbescherming heeft een ‘Actieplan bedreigde vogels’ ontworpen om het leefgebied van elf soorten te verbeteren. Eén daarvan is de tapuit. Schapen, geiten en paarden vormen hulptroepen.
factor: konijnen, die de vegetatie kort houden – en zo tapuiten nestgelegenheid verschaffen – zijn op veel plaatsen schaars.
apuiten zijn als broedvogels sterk in aantal achteruit gegaan: met wel 90% sinds 1990. De meeste in de duinen van Noord-Holland en de Waddeneilanden en in het Aeckingerzand in het Drents-Friese Wold. Door onderzoek van Sovon Vogelonderzoek Nederland en Stichting Bargerveen weten we wat er mis is. Het leefgebied voor tapuiten is sterk achteruitgegaan.
Zonder tapuit verarmt de biodiversiteit Zo verdwijnen overal lage, open en schrale vegetaties met zandige open plekken: iets wat de tapuit hoognodig heeft. Daar zoekt hij lopend en rennend naar voedsel, zoals insectenspul en aanverwant grut. Te weinig voedsel, te weinig konijnenholen om in te broeden: het resulteert in te weinig jonge tapuiten. Hierdoor raken populaties tapuiten versnipperd en verdwijnen ze uiteindelijk. Dat is heel jammer; verlies van de tapuit betekent verarming van de biodiversiteit en een regelrechte verschraling van onze eigen leefomgeving.
Verdwenen is de duin-idylle Van nature vinden in duinen landschapsvormende processen plaats. Door verstuiving en daarna het langzaam vastleggen van zand door planten, krijg je vanzelf tapuitenleefgebied. In theorie, want op veel plaatsen is de kustnatuur vast-‘getimmerd’. Een ander probleem: er komt nog steeds teveel stikstof in de bodem van duinen en heiden. Die groeien daardoor sneller dan vroeger dicht met hoog gras en struiken. Een derde
Renovatie van broedgebieden Tapuiten koloniseren maar mondjesmaat nieuwe broedgebieden. Om de soort te beschermen gaat Vogelbescherming zich richten op verbetering van de ‘kerngebieden’: de laatste, belangrijke broedgebieden, te weten de duinen achter de zeereep van de Kop van Noord-Holland, de Waddeneilanden en het Drents-Friese Wold. Met de terreinbeheerders gaan we het de tapuit weer naar de zin maken. Door
T
TAPUIT Markus Varesvuo/Agami
TEKST RUUD VAN BEUSEKOM
bijvoorbeeld op kleine schaal te plaggen, waarmee het onderliggende zand weer bovenkomt. En door stuifkuilen, zandige valleien en hellingen te maken. Ideale plekken voor insecten, fijn voor de tapuit. Grazers schonen de boel op Terreinen die te veel verruigd en vergrast zijn, kunnen in korte tijd weer open en kaal worden gemaakt met grazers. Zoals schapen; die gingen altijd al goed samen met tapuiten. Maar ook geiten en paarden, volgens een beproefd recept. Hiermee lukte het op Terschelling om de tapuitenstand in de lift te krijgen. De natuur geeft
Met verbeterde kerngebieden gaan we het de tapuit weer naar de zin maken weliswaar geen garanties. Dit bescheiden succes biedt hoop voor de tapuit in andere kerngebieden. Niet alleen de tapuit profiteert ervan, maar ook vogels als wulp, boomleeuwerik, graspieper en allerlei zeldzame planten en dieren, zoals duinviooltje, zandhagedis, parelmoervlinder en de blauwvleugelsprinkhaan. Bijzondere vertegenwoordigers van een bijzonder leefgebied: tapuitenland•
Lees meer over ons werk voor de tapuit en ons actieplan Bedreigde Vogels op pag 26 www.vogelbescherming.nl/ helpdetapuit.
VO G E L S 02/15•9
Een brute vondeling KOEKOEK Paul van Gaalen/Kina
KLEINE KAREKIET EN KOEKOEK Ton Döpp/Buiten-Beeld
D
e kleine karekiet die het grote koekoeksjong voert is ronduit indrukwekkend. Een vogeltje van zo’n vijftien gram brengt een reuzenbaby groot die bijna tienmaal zwaarder is dan hijzelf. Voordat het zo ver is, zijn er heel wat wonderlijke prestaties verricht. Vrouwtjes koekoeken houden de nesten van de potentiële adoptieouders in een bepaald areaal nauwlettend in de gaten. Is een kleine karekiet met het leggen van eieren begonnen, dan legt de koekoek er stiekem en snel eentje bij. Gedurende een broedseizoen produceert een koekoeksvrouw tien tot zestien eieren die
in evenzovele verschillende nesten belanden. Het uitbroeden van een koekoeksei duurt slechts twaalf dagen en het komt daarom meestal eerder uit dan de andere eieren in het nest. Het kleine, kale koekoeksjong wacht gelijk een immense klus. Met uiterste krachtsinspanning werkt hij de eieren van zijn stiefbroertjes en dito zusjes uit het nest. Eén voor één tilt hij ze met zijn iets holle rug over de rand. Een mega job, maar het is de enige zekerheid dat alle aangedragen voedsel alleen voor hem is. Overleven geldt hier wel heel letterlijk •
VO G E L S 02/15•21
Een brute vondeling KOEKOEK Paul van Gaalen/Kina
KLEINE KAREKIET EN KOEKOEK Ton Döpp/Buiten-Beeld
D
e kleine karekiet die het grote koekoeksjong voert is ronduit indrukwekkend. Een vogeltje van zo’n vijftien gram brengt een reuzenbaby groot die bijna tienmaal zwaarder is dan hijzelf. Voordat het zo ver is, zijn er heel wat wonderlijke prestaties verricht. Vrouwtjes koekoeken houden de nesten van de potentiële adoptieouders in een bepaald areaal nauwlettend in de gaten. Is een kleine karekiet met het leggen van eieren begonnen, dan legt de koekoek er stiekem en snel eentje bij. Gedurende een broedseizoen produceert een koekoeksvrouw tien tot zestien eieren die
in evenzovele verschillende nesten belanden. Het uitbroeden van een koekoeksei duurt slechts twaalf dagen en het komt daarom meestal eerder uit dan de andere eieren in het nest. Het kleine, kale koekoeksjong wacht gelijk een immense klus. Met uiterste krachtsinspanning werkt hij de eieren van zijn stiefbroertjes en dito zusjes uit het nest. Eén voor één tilt hij ze met zijn iets holle rug over de rand. Een mega job, maar het is de enige zekerheid dat alle aangedragen voedsel alleen voor hem is. Overleven geldt hier wel heel letterlijk •
VO G E L S 02/15•21
Ik heb het gedaan! Me aangemeld voor de Jaarrond Tuintelling. Ik hoor bij de eerste duizend inschrijvers die al aan de slag gingen nog vóórdat het project officieel startte. De Jaarrond Tuintelling is namelijk kersvers: op 22 maart gelanceerd. TEKST RENÉ DE VOS
Verleid door de Jaarrond Tuintelling Bij de Jaarrond Tuintelling worden niet alleen vogels geteld, maar alle dieren. KLEINE WATERSALAMANDER Jeroen Stel/Kina
Bijvoorbeeld ook de kleine watersalamander in uw vijver.
R
uim twintig jaar lang ben ik immuun gebleken voor het tuinvogelvirus, waar toch naar mijn schatting minstens een miljoen Nederlanders mee besmet zijn. In mijn tuin géén kermis van vogelpindakaas aan de meidoornstammen, zelfgebakken vetbollen in de wilgen en geknutselde pindaslingers in de appelbomen.
en grote bonte spechten komen en gaan. Ja zelfs met regelmaat een sperwer – tot afgrijzen van mijn lief. Met zo’n vrolijk volkje dagelijks voor het keukenraam blijkt de stap naar deelname aan de Nationale Tuinvogeltelling nog maar een kleine. Dat halfuurtje vlóóg om en het kostte veel discipline om niet te smokkelen.
Eerst de Nationale Tuinvogeltelling Dat sloeg dit jaar zomaar in één keer om. Mijn lief kwam thuis met een kabouterhuisje waar een pot pindakaas in geklemd zat. “Ik wil meer leven op het erf”, had ze gezegd. Die pindakaas deed wonderen. Mussen, mezen, vinken, tortels, roodborsten, maar ook eksters
Nu de Jaarrond Tuintelling Nu ga ik dus gelijk door voor het grotere werk: de Jaarrond Tuintelling. In het Verenigd Koninkrijk al twintig jaar een topper: een publieks-event. Tienduizenden tuin- of balkonbezitters, parkbezoekers zelfs, turven met enige regelmaat wat er in hun domein vliegt
en fladdert, maar ook kruipt, sluipt, glibbert, zwemt, graaft of stil hangt. Wie telt doet dat in de eerste plaats voor de eigen lol, maar minstens zo belangrijk is de waarde van die tellingen voor de serieuze wetenschap. Input van amateurs heet tegenwoordig citizen science. Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek hebben zich door dat succes laten inspireren. Samen met vijf andere organisaties hebben ze deze Nederlandse Jaarrond Tuintelling opgezet. Als deelnemer kun je wekelijks doorgeven welke soorten er in je tuin, op je balkon of in het park zaten. Belangrijk om beter inzicht te krijgen in de aanwezigheid van soorten en de rol van tuinen.
Ja, óók voor beginners Ik ben een kritisch mens. De website waar je je periodieke waarnemingen invoert is helder, ziet er prachtig uit en biedt veel, vaak heel handige, extra’s. Maar is het wat voor mij? Ik ben een late beginner, ik zit nog in het vogelpindakaasstadium. Van pieren en egels en vlinders weet ik helemáál niks. “Geeft niet”, troost Birgit Brenninkmeijer me. Ze is bij Vogelbescherming de projectleider van de Jaarrond Tuintelling. “Je kiest alleen de dieren en/of planten die je wilt doen.” Dat klinkt als: “Je krijgt vanzelf trek in meer.” Ik vermoed dat ze maar zo gelijk kan krijgen. Kijk zelf maar op www.tuintelling.nl •
VO G E L S 02/15•25
Ik heb het gedaan! Me aangemeld voor de Jaarrond Tuintelling. Ik hoor bij de eerste duizend inschrijvers die al aan de slag gingen nog vóórdat het project officieel startte. De Jaarrond Tuintelling is namelijk kersvers: op 22 maart gelanceerd. TEKST RENÉ DE VOS
Verleid door de Jaarrond Tuintelling Bij de Jaarrond Tuintelling worden niet alleen vogels geteld, maar alle dieren. KLEINE WATERSALAMANDER Jeroen Stel/Kina
Bijvoorbeeld ook de kleine watersalamander in uw vijver.
R
uim twintig jaar lang ben ik immuun gebleken voor het tuinvogelvirus, waar toch naar mijn schatting minstens een miljoen Nederlanders mee besmet zijn. In mijn tuin géén kermis van vogelpindakaas aan de meidoornstammen, zelfgebakken vetbollen in de wilgen en geknutselde pindaslingers in de appelbomen.
en grote bonte spechten komen en gaan. Ja zelfs met regelmaat een sperwer – tot afgrijzen van mijn lief. Met zo’n vrolijk volkje dagelijks voor het keukenraam blijkt de stap naar deelname aan de Nationale Tuinvogeltelling nog maar een kleine. Dat halfuurtje vlóóg om en het kostte veel discipline om niet te smokkelen.
Eerst de Nationale Tuinvogeltelling Dat sloeg dit jaar zomaar in één keer om. Mijn lief kwam thuis met een kabouterhuisje waar een pot pindakaas in geklemd zat. “Ik wil meer leven op het erf”, had ze gezegd. Die pindakaas deed wonderen. Mussen, mezen, vinken, tortels, roodborsten, maar ook eksters
Nu de Jaarrond Tuintelling Nu ga ik dus gelijk door voor het grotere werk: de Jaarrond Tuintelling. In het Verenigd Koninkrijk al twintig jaar een topper: een publieks-event. Tienduizenden tuin- of balkonbezitters, parkbezoekers zelfs, turven met enige regelmaat wat er in hun domein vliegt
en fladdert, maar ook kruipt, sluipt, glibbert, zwemt, graaft of stil hangt. Wie telt doet dat in de eerste plaats voor de eigen lol, maar minstens zo belangrijk is de waarde van die tellingen voor de serieuze wetenschap. Input van amateurs heet tegenwoordig citizen science. Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek hebben zich door dat succes laten inspireren. Samen met vijf andere organisaties hebben ze deze Nederlandse Jaarrond Tuintelling opgezet. Als deelnemer kun je wekelijks doorgeven welke soorten er in je tuin, op je balkon of in het park zaten. Belangrijk om beter inzicht te krijgen in de aanwezigheid van soorten en de rol van tuinen.
Ja, óók voor beginners Ik ben een kritisch mens. De website waar je je periodieke waarnemingen invoert is helder, ziet er prachtig uit en biedt veel, vaak heel handige, extra’s. Maar is het wat voor mij? Ik ben een late beginner, ik zit nog in het vogelpindakaasstadium. Van pieren en egels en vlinders weet ik helemáál niks. “Geeft niet”, troost Birgit Brenninkmeijer me. Ze is bij Vogelbescherming de projectleider van de Jaarrond Tuintelling. “Je kiest alleen de dieren en/of planten die je wilt doen.” Dat klinkt als: “Je krijgt vanzelf trek in meer.” Ik vermoed dat ze maar zo gelijk kan krijgen. Kijk zelf maar op www.tuintelling.nl •
VO G E L S 02/15•25
TEKST ARJAN BERBEN
Het moment waar de natuur op gewacht heeft. Ontdek de nieuwe ZEISS VICTORY SF.
JUNIOR
BOOMVALK Daniele Occhiato/Buiten-Beeld
Gelukshut Hutten zijn spannend. Dat geldt ook voor vogelkijkhutten. Ideaal doel voor een familieuitstapje naar een mooi natuurgebied.
// FASCINATIE MADE BY ZEISS
’s Werelds beste vogelobservatie verrekijkers. De nieuwe ZEISS VICTORY SF brengt u dichterbij dan ooit tevoren. VICTORY SF is de beste observatieverrekijker ooit gemaakt. Met een geweldig gezichtsveld, grootste helderheid en het laagste gewicht in zijn klasse. Speciaal gemaakt om uw vogelmomenten zichtbaar te maken.
Iedere vogelaar heeft wel een gelukshut. Sommige mensen zitten de hele dag in een vogelkijkhut te oefenen met geduldig zijn, jij komt binnen en een goed gecamoufleerde roerdomp maakt zich los uit het riet voor een flyby. Fototoestellen met lange lenzen klikken opgewonden op hoge snelheid. Geweldig geluk. Of, op dezelfde plek, bij weer een toevallige entree, flitst er een ijsvogel precies voorbij de vogelkijkhut, nog sneller vliegend dan de sperwer die de achtervolging heeft ingezet. Een onvergetelijke vogelbelevenis. Kortom, beproef het geluk in vogelkijkhut De Kluut. Aan de Knardijk in de buurt van Lelystad, goed bereikbaar met auto en fiets en vlak bij het bezoekerscentrum van de Oostvaardersplassen.
Ontdek de nieuwe ZEISS VICTORY SF: www.zeiss.com/explorevictorysf
Facebook Vogels Junior Tunnel of toren In de buurt van Ravenswoud staat een schitterende uitkijktoren in de vorm van een zeven. Je kijkt er naar een veengebied: het Fochteloërveen. Hier kun je in Nederland kraanvogels waarnemen. ’s Zomers scoor je er met gemak een elegante boomvalk die achter libellen aanjaagt. Niet ver daarvandaan, in de buurt van het plaatsje Oranje, gaat het juist ondergronds: zo’n honderd meter via een tunnel naar vogelkijkhut Diependal. Je kan er roodhalsfuten en geoorde futen zien schitteren.
Hoe vind je vogelkijkhutten? Vogelbescherming en Waarneming.nl hebben een website waarop iedereen gemakkelijk vogelkijkhutten kan vinden: www.vogelkijkhut.nl.
Plaats een mooie foto van een vogelkijkhut en beschrijving van de score aan vogels op de Facebookpagina van Vogels Junior, het blad voor Juniorleden van Vogelbescherming. De leukste ‘post’ wint het boek ‘Kromme snavels, scherpe klauwen’ van Nico de Haan. Tot 13 jaar. Op 15 mei maken we de winnaar bekend. www.facebook.com/ vogelsjunior
foto: Janko van Beek/Buiten-Beeld
VO G E L S 02/15•41
Foto’s: Martijn Lammers
SPOTVOGELS
Lust
MeoPro 80
Zeg Jean-Pierre,
De MeoPro 80 HD biedt high-definition prestaties voor een ongekend lage prijs. EUROPEAN OPTICS since 1933
Het 80 mm HD Fluoride objectief levert een ongelooflijke resolutie, helderheid en levendige kleuren. Dankzij het Fluoride glas zijn ook chromatische aberraties (CA) vrijwel niet zichtbaar. Het geïntegreerde 20-60x zoom oculair geeft zelfs bij veraf gelegen onderwerpen een zeer helder en contrastrijk beeld, scherp van rand tot rand. Dankzij de CentricDrive® scherpstelring is de bediening eenvoudig en snel, zelfs met handschoenen aan. De compacte, met rubber beklede, magnesium behuizing is zeer mooi vorm gegeven, waterdicht en gebouwd voor jarenlange fantastische observaties.
Jean-Pierre Geelen (de Volkskrant) en Saskia van Loenen (NRC Handelsblad) vermaken zich met vogels en vogelaars.
E: info@technolyt.nl T: +31(0)75 647 45 47 I: Technolyt.nl
Een vogelhandboek dat verder gaat waar andere veldgidsen stoppen! •
Leer onderscheid te maken tussen de verschillende vogelsoorten, zelfs als ze heel veel op elkaar lijken!
•
Met heldere illustraties en gedetailleerde beschrijvingen
•
Zowel voor de beginnende als ervaren vogelaar
VERKOZEN tot BIRDBOOK OF THE YEAR! REIGERS
Juveniel Zwarte Wouw. Warm bruin met lichtere dekveren, donker masker, ondiepe vork.
Rode Wouwen verzamelen zich vaak in groepen op slaapof voederplaatsen.
1ezomer mannetje Bruine Kiekendief
Adult Zwarte Wouw
Bruine Kiekendief
Adult Zwarte Wouw. Egaler dan juveniel.
Zwarte Wouw
Bruine Kiekendief kan lijken op Zwarte Wouw. Let op ‘V’-vormige vleugelhouding van zwevende Bruine Kiekendief. Wouwen hebben een ‘zware’ hand. Let op de staartvorm.
Vogeldeterminatie
Keith Vinicombe, Alan Harris en Laurel Tucker ISBN 978 90 215 5893 6 € 29,99
106
Juveniel Rode Wouw. Warmer roodbruin dan Zwarte Wouw, lichtere kop; verse veren van schouders en mantel met heldere randen.
Kleine Zilverreiger
Waar en wanneer Kleine Zilverreiger, Grote Zilverreiger en Koereiger waren voorheen slechts dwaalgasten RODE in Nederland. EN ZWARTEKleine WOUWZilverreiger broedde voor het eerst in 1994 en broedt nu met zo’n 80-85 paren, waarvan meer dan de helft bij het Quakjeswater op Voorne (ZH). Grote broedt verenkleed, met tweemaal zoveel paren in Nederland, met de meeste van beide soorten kunnen op leeftijd worden gebracht door Zilverreiger hun onberispelijke paren) inen de bovenvleugeldekveren. Oostvaardersplassen (FL). dat scherper begrensde lichte randen heeft op(151 de rugveren Het Na strenge winters vallen de aantallen wat terug. duidelijkste verschil met adult is echter dat juvenielen in de vlucht op de bovenvleugels Kleine Zilverreiger Egretta garzetta verse veren hebben met scherp begrensde witachtige toppen op de grote dekveren (inclusief de grote handpendekveren) en ook langs de achterrand Een reigervan die de zichvleugel. in een Deze breed vormen scala vantwee wetlandhabitats, zowel zoet als zout water, thuis voelt. smalle, maar opvallende, parallelle lijnen over de achterkant bovenvleugel. Juvenielen Hij foerageertvan in de ondiep water, hetzij door te loeren of energetisch bewegende prooien na te tonen ook een beige staartpunt. Al deze toppenjagen. worden minder door en het Netgeleidelijk als Koereiger zal hij in sleet vochtige gebieden ook foerageren op ongewervelden, soms in juveniele kleed gaat geleidelijk verloren door een variabele lichaamsrui in de winter, hoewel de nabijheid van vee. Hij nestelt in bomen, vaak in kolonies van Blauwe Reiger Ardea cinerea. sommige nog in compleet juveniel verenkleed zijn tot de volgende lente. slank en elegant; ongeveer twee derde van de grootte van Grote Structuur Middelgroot, Roep Een verrassend dun, ijl wieie-oeoe wie-oe wie-oe…, zwak in vergelijking met Zilverreiger. Lange, dunne nek enBuizerd. een lange, slanke, dolkachtige snavel. De vrij lange zwarte
poten steken in de vlucht ruim achter de staart uit, waarbij de felgele voeten van adult zowel Zwarte Wouw Milvus migrans opvallend als diagnostisch zijn (grijsgroen bij juveniel). Hij toont geen duidelijke nekzak in de vlucht (lijkt met in vergelijking met Grote een vrij vlakke nek te hebben). De vlucht is nogal Structuur en vlucht Het is van belang dat Zwarte Wouwen zorg worden gedetermien energiek (zie (zie Grote). De Rode neerd, en alleen goed waargenomen exemplarenfladderend zouden moeten worden geclaimd. Wouw kan worden gebruikt als maatstaf. ZwarteVerenkleed Wouw deeltAdult zijn basisvorm jizz met Rode In de lateenwinter, lente en zomer hangen twee lange pluimen van de nek Wouw als een roofvogel met lange vleugels en een lange staart met een duidelijke staartvork.van borst, rug en schouders, waarbij de laatste een af en heeft hij lange pluimen die afhangen Pas echter op voor Rode Wouwen met een gesleten of‘plumeau’ beschadigde staart,die waardoor indruk soort vormen, over dedestaart hangt. In het najaar verdwijnen de pluimen (al wat van een ondiepe vork of zelfs een recht afgesneden staart kan ontstaan (waarschijnlijk in de er overblijft is een aanduiding op de nek, rug en schouder en wat ruwere veren op de borst). lente of zomer). Zoals Rode Wouw, maar in tegenstelling tot Buizerd en Bruine Kiekendief Juveniel Zwakker en pluiziger tonend verenkleed dan adult, vaak met een duidelijke ‘structuur’ Circus aeruginosus, vliegt en zweeft hij op vlakke op vleugels die De vanuit de pluimen pols vaakontbreken, naar beneden de borst. lange maar wanneer de kopveren worden opgezet, toont hij worden gedrukt. Hij heeft diepe en vrij elastische die een nogal vluchtmet een wat rafelige indruk op de achterkop, en er vaakvleugelslagen een licht gekuifd effect op ‘flappy’ de voorkruin produceren. Zoals bij Rode Wouw wordt de lange staarteen vaak gebruikt alskorte roer,pluim gedraaid en is soms onopvallende zichtbaar, en soms ook langere veren op de borst (jonge gewrikt als de vogel rondvliegt. Zwarte Wouwvogels is kleiner en ook compacter dan dons RodeopWouw, kunnen sporen van de kop behouden). De postjuveniele rui vindt plaats in met kortere vleugels en een kortere staart (respectievelijk ca. 10% en 20% korter). De staart augustus-november (BWP). mist de diepe en opvallende vork van Rode Wouw, in plaats heeft hij een ondiepere Naakte delendaarvan Adult De snavel is zwart, soms met grijs of roze langs de ondersnavelbasis. De inkeping die alleen duidelijk is wanneer de staart is gesloten staartvork kanblauwgrijs zelfs afwezig naakte teugel (de varieert van vaal tot geelgroen en vaalgeel, maar gedurende een korte zijn bij zwaar gesleten vogels). Tijdens het zweven verliest devoorjaar, gespreidedestaart de inkeping periode in het paartijd, worden zowel de snavel als de poten zwart en de teugel vaak volledig en toont in plaats daarvan een volledig rechte achterrand. vaak voor gebied dichter bij het oog. Juveniel Het gemaklevendig paarsachtig roze,Dit metzorgt een diepblauw verwarring met andere grote roofvogels, maar zelfs wanneer de staart wordt gespreid hij grijsgroen of grijsgeel. In eerste instantie zijn de kelijkst op leeftijd te brengen met detoont voetkleur: toch nog steeds scherp gepunte hoeken, in tegenstelling de meer afgeronde poten ooktot groen, geleidelijk aan staartpunten zwart, maar met variabele hoeveelheden grijsgroen naar boven van Buizerd, Wespendief Pernis apivorus en Bruine Kiekendief. tot de ‘knieën’ en tibia. Aanvankelijk heeft de snavel een donkere punt die contrasteert met de Verenkleed Zoals zijn naam al doet vermoedenuitgebreid is het andere belangrijke kleur:geleidelijk donkerder, eerst nogal vaal lichtgrijs en rozeachtige basis,verschil maar hijdewordt terwijl Rode Wouw een warm gekleurde roodachtige of oranjeachtige vogel is Zwarte Wouw daarna zwart, vaak met hetis,roze behouden langs het basale twee derde deel van de ondersnavel. veel donkerder chocoladebruin (soms van onder wat getint). Dit verschil is het duideDe roodbruin teugel is vaalgrijs, blauwgrijs, geelgroen of zelfs roze. lijkst te zien op de staart. Bij Rode Wouw is de bovenzijde de staartdiepe opvallend kaneelbruiRoep Een van arggh arggh, arggh, soms een langgerekt raspende raaaaa. opvallende, keelklank, noranje (grijzig aan de onderkant), maar bij Zwarte Wouw is hij donker chocoladebruin, zonder kleurverschil met de rest van het verenkleed (soms met eenZilverreiger licht kaneelbruine tint). Dit verschil Grote Ardea alba wordt gedeeld door de rest van het verenkleed. Door het ontbreken van de sterke contrasten Structuur, houding en foerageeractie Een zeer grote zilverreiger, vergelijkbaar in grootte van Rode Wouw is Zwarte Wouw een meer ingetogen, minder kleurrijke vogel. Gesleten adulte met Blauwe Reiger (kan misschien zelfs langer zijn in directe vergelijking). Hij is ongeveer vogels kunnen bijzonder vaal tonen. Hij heeft vooral veel minder duidelijke lichte velden op de bases van de handpennen, waar Rode Wouw opvallende witte ‘vensters’ toont. De kop is ook 98 valer, net als het lichte veld op de bovenvleugeldekveren, die meestal zeer duidelijk zijn bij Rode Wouw. Juveniel Leeftijdsverschillen als bij Rode Wouw (zie hierboven), maar juveniele Zwarte Wouw is onderscheidend door de uitgebreide lichtbeige vlekken en veerranden op de rug en
Blauwe Reiger
Koereiger
Zorgvuldige observatie van snavelstructuur is nuttig. De snavelopening loopt bij Grote Zilverreiger tot voorbij het oog. Grote Zilverreiger
Kleine Zilverreiger
Koereiger
Broedende Kleine Zilverreiger
Niet-broedende Kleine Zilverreiger. Teugel grijzig, scherpe snavel zwartachtig. Poten zwart, voeten geel.
Grote Zilverreiger. Zeer lange poten. Duidelijke nekzak. Oranjegele snavel buiten broedseizoen.
Kleine Zilverreiger. Heeft pluimen op de nek, borst en schouder voorafgaand aan broeden. Teugel blauwgrijs met uitzondering van de korte paartijd, wanneer teugel en voeten roze of roodachtig zijn.
Bruine Kiekendief (rechts) lijkt in glijvlucht op Zwarte Wouw (onder).
Juveniel Zwarte Wouw. Donker masker, warmbruin lichaam met lichtere strepen, crèmekleurige dekveerranden.
Grote Zilverreiger
Let op de afmetingen van deze nietbroedende reigers.
Zilverreigers Juveniel Rode Wouw. Warm roodbruin vleugelveld en duidelijk gevorkte, roodbruine staart.
Kleine Zilverreiger
Juveniel Kleine Zilverreiger. Poten en voeten groen, poten worden geleidelijk zwart. Snavelbasis grijzer. Mist pluimen.
Heb jij dat nou ook? Dat je al een paar weken wakker wordt met een glimlach? Dat je nog maar aan één ding denkt? Dat je hart sneller gaat kloppen, je inwendig juicht, ja, soms gewoon een vreugdesprongetje maakt, midden op straat? Dat je blik afdwaalt als iemand tegen je praat omdat je vanuit je ooghoek weer iets moois voorbij ziet fladderen? Dat je als een gestoorde lonkende puber alle kanten op kijkt zodat je continu tegen lantaarnpalen opknalt? Dat je je sociale contacten ernstig verwaarloost omdat je ze rücksichtslos inwisselt voor iets veel leukers? Dat je je niet meer kunt concentreren? Dat naarmate het seizoen vordert vrienden afhaken, je baan op de tocht komt te staan, alleen de ergste nerds je nog lijken te begrijpen? En dat je je maanden later – weer bij zinnen gekomen – wel voorneemt het een volgende keer niet meer zo ver te laten komen, maar nu al weet dat je onherroepelijk weer voor de bijl zult gaan? Of ben ik de enige die niet opgewassen is tegen al die zingende, twinkelende, dansende, sjansende, liefkozende, “Grutto! Grutto!” roepende, elkaar voortdurend bespringende vogels, die ervoor zorgen dat ik inmiddels zelfs slááp met mijn vogelkijker? Is dat normaal? Of ligt het aan mij? Is het lust? Is het liefde? Of een dodelijke combinatie van die twee? (Hoedt u zich voor vogellust: besmettelijker dan vogelgriep.) En gaat dit ooit over denk je? Of moet ik voortaan elk jaar lijdzaam de zomer afwachten, als alle verliefden elkaar hebben gevonden, gepaard, gebaard, de liefdesbaby’s zijn uitgevlogen en het weer stil wordt in bomen en weilanden – en ook ik eindelijk mijn verstand terugvind?
Saskia! Hoor ik daar je lokroep klinken? Welkom bij de patiëntenvereniging. Het zal wel bij het ziektebeeld horen, maar mijn hart is ook op hol. Al maanden. Lente is een kwestie van zien. Sinds ik vogels kijk, zie ik niet anders. Het hele jaar veren in mijn buik. Deze blije eikel is gaan kiemen. De opwarming van de aarde zal mij niet verkoelen. Ik herinner mij 21 december. Het moest nog Kerst worden, maar we hadden de kortste dag al gehad – langzaam naar de lente. 18 januari en de koolmezen galmden al liefdesliedjes aan mijn raam. Nog even en een tjiftjaf zou me wekken uit mijn winterslaap – 12 gram vers voorjaarsgeluk, net ingevlogen. Mijn schriftjes van afgelopen jaren bevestigen het. 5 februari, een zonnige dag in de duinen: heggenmus op struik, parelend gejubel in een bleek zonnetje. Een voorzichtige roffel van de specht. Met een beetje geluk word je deze weken op zondag alweer gewekt door vroege vogels – het merel-koor vangt de hoogmis aan. Van u wil ik zingen; lang leve de lente. Morgen tekent de eerste gierzwaluw met zijn sikkeltje mijn glimlach in de lucht. Nog geen zomer, maar lente. Het voorjaar komt elk jaar vroeger, sombert de krant. Ik jubel. Nog even en we stoten elkaar aan op Tweede Kerstdag bij een bosje narcissen, en roepen eensgezind: grutto! Vergeet de huilende ijsbeer, dankzij de warme winter glinstert nu in elk slootje het azuurblauw van de Méditerranée: ijsvogels! Zo blauw, zo blauw. Wie de lange lente ziet, heeft het eeuwige leven. Doe mij de eerste rietzanger, en ik zing: december. Altijd lente. Leve de lust. Pas je wel een beetje op met die verrekijker in bed?
Koereiger. Korte poten. Vlakke buik zonder duidelijke nekzak.
99
107
Verkrijgbaar in de (web)winkel van de Vogelbescherming, en bij boekhandels en webwinkels.
www.kosmosuitgevers.nl
VO G E L S 02/15•55