Ondernemers 15-2013

11 oktober 2013 • Jaargang 21 • Prijs 8 euro • Afgiftekantoor Gent X • Verschijnt tweewekelijks (uitgezonderd juli en augustus)

15

Familiebedrijven zijn gewoon anders Jan en Francis Deknudt - Deknudt Mirrors

Positieve vibes bij Stow International na overname

Regiospecial Oostkamp, Diksmuide, Izegem en Poperinge

Contactdagen

Dossier Afval & milieu

Hefschip ‘Bold Tern’ installeert voor Alstom de Haliade 150 Op woensdag 25 september meerde het hefschip ‘Bold Tern’ van de rederij Fred Olsen Windcarrier, gespecialiseerd in het vervoer en de installatie van offshore windmolens, aan in de Haven van Oostende.

De verschillende onderdelen van de Alstom Haliade 150 offshore turbine 6MW werden er geladen om geïnstalleerd te worden in het windmolenpark Belwind op 45 km van Oostende, langs de Belgische kust.

Alstom heeft de Haliade 150 van 6 MW specifiek ontworpen voor de windomstandigheden op de Noordzee. Deze windmolen is de grootste en meest performante offshore geïnstalleerde turbine momenteel ter wereld. Om deze uitdagingen aan te gaan heeft Alstom een offshore windmolen met directe aandrijving ontworpen, die eenvoudig, robuust en efficiënt is, met de naam Haliade 150.

Dit getal verwijst naar de rotordiameter van de turbine. Een eerste prototype werd in maart 2012 geplaatst in Le Carnet, nabij Nantes in Frankrijk, op een inter-tidal zone. Nu wordt diezelfde turbine in de open zee gepositioneerd.

Het Belwind II project is van bijzonder belang voor de Franse engineeringgroep Alstom. Het mag een nieuw model van turbine in het park installeren, maar deze machine moet het bedrijf meteen ook aan de vereiste certificeringen helpen om voor de Franse overheid nog veel grotere offshore parken te mogen uitrusten.

De door Fred Olsen Windcarrier gebouwde ‘Bold Tern’ werd in 2012 gebouwd en in gebruik genomen in februari van dit jaar voor het installeren van offshore windmolens van de nieuwste generatie. Naast zijn nuttige dakoppervlakte van 3201 m² is het schip uitgerust met uitermate robuuste kranen voor het laden van de onderdelen in drijvende positie.

De Bold Tern beschikt over een dynamisch positioneringssysteem voor meer veiligheid en heeft een heavy lift kraan van 80 meter met een laadvermogen van 800 ton aan boord. Door deze specifieke kenmerken kunnen de werkzaamheden worden voortgezet in meer extreme weersomstandigheden.

Het schip kan tot 80 personen bemanning huisvesten en beschikt over een helidek om personeel over te brengen tijdens de installatiewerkzaamheden van offshore windmolenparken.

De haven van Oostende heeft de ambitie uit te groeien tot dé offshore engineering hub van Vlaanderen. De haven is nu reeds aardig op weg om dit doel waar te maken.

© Pieter Clicteur

Jobbeurs ‘Draai mee op zee’ was succes Ter gelegenheid van de Open Havendag werd de 1e editie van ‘Draai mee op zee’, de jobbeurs voor de offshore wind business, georganiseerd. Dit was een succes.

De jobbeurs bracht nieuwe bedrijven, actief in de offshore wind business, samen die op zoek waren naar allerlei technische profielen van verschillende niveaus. Er waren een veertigtal vacatures voor de regio Oostende. Bijna alle profielen werden ingevuld.

De succesformule kwam tot stand door de samenwerking van verschillende spelers: POM WestVlaanderen en Syntra West brachten een opleidingsoverzicht waarin duidelijk werd welke opleidingen leiden tot een job in de sector. Flanders Martime Cluster en Haven Oostende brachten de bedrijven samen. VDAB schreef zijn leden aan en ook de alumni van de hogescholen werden aangeschreven.

De grote offshore wind spelers reeds aanwezig in Oostende waren vertegenwoordigd (o.a. Parkwind, Vestas, DEME & CMI). Zij waren zeer tevreden over de opkomst. Er meldden zich veel mensen aan met een ingenieursdiploma of met een andere technische achtergrond en deze profielen zijn net zo gegeerd.

De bedoeling is om dit evenement volgend jaar te herhalen. Er zullen zich dan ondertussen ook reeds meer offshore bedrijven in de haven gevestigd hebben waardoor er een groter aanbod te verwachten valt.

Slijkensesteenweg 2 - 8400 OOSTENDE - Tel. 059/340.711 - Fax 059/340.710 e-mail info@portofoostende.be - www.portofoostende.be

STANDPUNT

Zéér, zéér ontevreden HR-verantwoordelijken, advocaten, sociale secretariaten, consultants,… allemaal hebben ze de handen vol met het nalezen en bestuderen van de teksten over de gelijkschakeling van het statuut arbeiders-bedienden.

De ministerraad keurde het wetsontwerp twee weken geleden goed. Na een aantal adviezen gaat het naar het federaal parlement, om tegen 1 januari goedgekeurd te worden. Voka West-Vlaanderen organiseerde er al een infosessie over en verder in dit magazine wordt de nieuwe regeling samengevat. We zullen de komende weken nog initiatieven nemen om u erover te informeren.

Dat een eengemaakt statuut voor arbeiders en bedienden nodig is, is voor iedereen al 30 jaar duidelijk.

Het onderscheid belemmert immers de arbeidsmarkt en is één van de redenen waarom jongeren veel minder voor technische beroepen kiezen. Een arrest van het Grondwettelijk Hof verplicht de wetgever bovendien om nu komaf te maken met de discriminatie qua opzegtermijnen en carensdag. Het is dus een kwestie van moeten.

Wilt u reageren?

Mail dan naar hans.maertens@voka.be Volg me op twitter VOKA_HMaertens

Vakbonden en werkgevers hebben lang gepalaverd en onderhandeld over het wegwerken van de discriminaties. Ze zijn niet tot een onderling akkoord gekomen.

Uiteindelijk heeft federaal Minister van Werk Monica De Coninck de knoop doorgehakt en begin juli een finale tekst op tafel gelegd. Het is die basistekst die nu - ongeveer toch - in wetten en besluiten wordt omgezet.

Wat hebben we tot nu toe geleerd?

1. Het sociaal overleg in dit land staat zwaar onder druk. De sociale partners zijn er niet in geslaagd om tot een akkoord te komen. Er wordt nu voorgesteld alsof er een akkoord was, of een soort compromis waarin iedereen zich kan vinden. Dat is het niet.

Het is een arbitrage geworden van de minister die haar tekst heeft voorgelegd aan de sociale partners.

De vraag stelt zich stilaan of het interprofessioneel sociaal overleg in dit land nog een plaats heeft of moet hebben.

2. Zoals altijd zit het venijn in de staart. De arbitragetekst van juli wordt in de ontwerpen uitgewerkt, maar voor de bedrijven komen er nieuwe voorwaarden en lasten bij. De arbitrage van juli was voor werkgevers al moeilijk verteerbaar maar nu komen er nog zaken bij. Zo kunnen vakbonden in de onderneming toch nog hogere opzegtermijnen afdwingen dan de wettelijk voorziene en valt ook de proefperiode weg. Voor Voka is dat totaal onaanvaardbaar. Het wordt nu heel moeilijk om noodzakelijke herstructureringen te doen.

3. De nieuwe regeling biedt duidelijkheid over de opzegtermijnen. Maar anderzijds zijn er ook veel uitzonderingen en overgangsregelingen. Het nieuwe statuut zal de complexiteit van het arbeidsrecht exponentieel doen toenemen en de administratielast voor de bedrijven nog vergroten. Ik vrees dat een ontslag in de meeste bedrijven niet meer zal kunnen zonder goed, extern juridisch advies. De Body Mass Index van het sociaal recht gaat met 5 eenheden de hoogte in, waardoor we nu echt aan obesitas lijden.

4. Voor de industriële bedrijven met veel arbeiders is de nieuwe regeling een zware extra kost. De regering beloofde die te compenseren. Maar we stellen vast dat de compensaties voor de werkgevers, zoals de provisie voor sociaal passief, nog niet allemaal zijn geregeld en uitgewerkt. En de kous is nog niet af, want na de opzeg en de carensdag, zullen ook vakantiegeld, pensioenen enz. geharmoniseerd moeten worden. En de rekening daarvan zou nog veel hoger kunnen oplopen.

5. Monica De Coninck verklaarde: “Ik heb vanaf het begin gezegd dat de regeling pas goed zou zijn wanneer iedereen ontevreden was. Aan de reacties van de afgelopen dagen te merken, hebben we dat doel bereikt”. Ik kan aan de minister alleen zeggen dat de ondernemers in West-Vlaanderen niet ontevreden zijn maar zéér, zéér ontevreden zijn over de nieuwe regeling. De extra lasten en de extra administratie zullen veel geld en energie kosten. Misschien kan de minister dat compenseren door binnen de regering een forse verlaging van de loonkosten te bedingen of de automatische koppeling van de lonen aan de index aan te pakken. Dan zouden we voor één keer weer een beetje tevreden worden.

Hans Maertens Directeur-generaal, Voka West-Vlaanderen

Ondernemers 15 11 oktober 2013

3

4

Ondernemers 15 11 oktober 2013

6 8 12 28 44

3 4 5

STANDPUNT

6

BEDRIJVEN

8

REPORTAGE

12

INTERVIEW

23

REGIOSPECIAL

28

DOSSIER AFVAL & MILIEU

40

ONDERNEMERS & CO

43

HAVENNIEUWS

44

VOKA-NIEUWS

45 46

AGENDA

INHOUD BLIKVANGER STOW

Duo I IZ De Spie I Vixa Print I Jumik I B-Inside I Daikin Velotel I Alfa Shirt I Best of Travel I

Fabrieken voor de Toekomst: de voedingssector

Francis en Jan Deknudt (Deknudt Mirrors)

Oostkamp I Diksmuide I Izegem I Poperinge

Verpola I Recyc-Oil I Latexco Solutions I Marpos I Trotec I Vito

SD Worx I Alaska I Imposto Advocaten

Opleiding Transport & Logistiek

PLATO & Lerende Netwerken

PROSIT

Ondernemers verschijnt tweewekelijks en wordt gratis toegestuurd aan alle leden van Voka West-Vlaanderen. ISSN 1378-9511

Lees Ondernemers nu ook online

Verantwoordelijke uitgever: Hans Maertens, Pres. Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk, redactie.ondernemerswvl@voka.be, www.voka.be/west-vlaanderen - Maatschappelijke zetel: Havenhuis De Caese, Hoogstraat 4, 8000 Brugge, info.wvl@voka.be Hoofdredacteur: Dirk Van Thuyne - Webredacteur: Tinny Capiau - Grafische vormgeving: Bart Vandaele - Mediaregie: Filip Deckmyn, Chris Lens, Marijke Vanthuyne, Meriam Ziane, Marie-Claude Tack (056-24 16 51, marie-claude.tack@voka.be) Fotografen: Dries Decorte, Kurt Desplenter, Patrick Holderbeke, Michel Vanneuville, Els Verhaeghe - Journalisten: Karel Cambien, Marc Dejonckheere, Patrick Demarest, Johan Depaepe, Stef Dehullu, Roel Jacobus, Bart Vancauwenberghe, Jan Bart Van In, Joke Verbeke - Druk: Goekint Graphics.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

BLIKVANGER Positieve vibes na overname door Franse groep

Voor Stow International gaat een nieuwe wereld open Na de overname door de Franse Averys Group tijdens de voorbije zomer ziet rekkenbouwer Stow International de toekomst meer dan ooit positief tegemoet.

De nieuwe groep Stow-Averys wil het voortouw blijven nemen in zijn sector, en zijn marktaandeel binnen en buiten Europa nog verstevigen.

Er beweegt heel wat bij de industriële rekkenbouwer Stow International, die in 1977 in Wevelgem boven de doopvont werd gehouden en inmiddels vanuit SpiereHelkijn overtuigend de wereldmarkt bespeelt. Stow, dat sinds 2001 deel uitmaakte van het Zwitserse Kardex-Remstar, is deze zomer verkocht aan de Averys Group, eigendom van een Franse private equityspeler, die qua schaalgrootte en omzet vergelijkbaar is met Stow International.

“De verkoop werd op 31 juli officieel afgerond, maar het hele proces heeft ongeveer een jaar in beslag genomen”, zegt Jos De Vuyst, CEO van Stow International.

“Door de verkoop is een nieuwe groep ontstaan, die voor het grootste deel eigendom is van de Franse private equitygroep, en waarin leden van zowel het Stowals het Averys-management financieel participeren.”

In één klap is een groep ontstaan die dit jaar een omzet zal halen van 370 miljoen euro, en die daarmee de derde grootste speler op de wereldmarkt wordt. “De markt van de industriële rekkenbouw en geautomatiseerde opslagsystemen is erg gefragmenteerd”, legt Jos De Vuyst uit. “Er gaat wereldwijd zo’n 4 miljard euro omzet in om, waarvan deze nieuwe groep nu 10% binnenhaalt.”

Eigen identiteit behouden Stow International is op zichzelf een solide bedrijf, dat zeker de jongste drie jaar mooie winstcijfers kan voorleggen. Je kan je dus de vraag stellen waarom de Zwitserse groep het wilde verkopen. “De reden is vrij

eenvoudig. Kardex-Remstar wil zich weer meer gaan richten op zijn corebusiness: automatisering en toegevoegde waarde in de logistieke sector. Rekkenbouw past niet in die strategie”, zegt Jos De Vuyst. “We zijn nooit ongerust geweest, omdat het hele verkoopproces goed en constructief is aangepakt. Er is geen sprake van herstructureringen, het afbouwen van productie of wat dan ook. Integendeel, dit is over de hele lijn een positief verhaal. Beide onderdelen van de nieuwe groep kunnen nu sterker voor de dag komen, en er is heel interessante synergie mogelijk tussen de verschillende fabrieken. Bovendien zijn we volop aan het aanwerven. In de nieuwe groep blijft Stow zijn eigen identiteit en cultuur behouden, net als Averys.

Maar samen kunnen we nu onze verschillende markten nog krachtiger aanpakken. Stow is meer actief in de high end-applicaties, met vrij grote, internationale projecten en halfgeautomatiseerde magazijnen, terwijl Averys zich vooral focust op de lower end-markt.”

Averys heeft een zestal fabrieken in Frankrijk, één in Duitsland en één in Turkije, en richtte zich als groep vooral op zijn thuismarkt. Stow is wereldwijd actief met drie fabrieken in Dottenijs, Tsjechië en Sjanghai, en verkoop- en distributiekanalen in tal van landen.

Alleen Noord- en Zuid-Amerika zijn nog blinde vlekken, en er zijn voorlopig ook geen plannen om daar actief te worden.

De nieuwe groep Stow-Averys wil de komende jaren bedachtzaam en stabiel groeien, en een nog groter marktaandeel verwerven in de Europese en Aziatische landen waar ze nu al aanwezig is. “Een capaciteitsuitbreiding richting Oost-Europa en Azië is één van de doelstellingen”, zegt Jos De Vuyst. “Bovendien zijn we bezig met de oprichting van een eigen verkoopsvennootschap in India.”

Innovaties

rekkenbouw. “In Europa is er een hele beweging op gang gekomen voor een strengere normering van rekken, onder meer omdat men een rekkenconstructie steeds meer als integraal onderdeel van het gebouw gaat beschouwen”, zegt Jos De Vuyst. “Hoe strenger de normen, hoe meer dat in ons voordeel speelt omdat we, meer dan kleinere constructeurs, de R&D-capaciteit hebben om ons daaraan aan te passen en het product op een nog hoger niveau te brengen.”

JOS DE VUYST EN PHILIPPE MYLLE:

“ONS PRODUCT IS GEEN EXTREME HIGHTECH, MAAR DAT BETEKENT NIET DAT ER GEEN INNOVATIE MEE GEMOEID IS.”

Om competitief te blijven, moet het rek sowieso continu onder de loep worden gehouden: een nieuw design, sterkere staalsoorten en tegelijk een kleiner gewicht, aardbevingsbestendig... “Ons product is geen extreme hightech, maar dat betekent niet dat er geen innovatie mee gemoeid is. Onze R&D-inspanningen zetten we trouwens ook in om halfautomatische magazijnen te bouwen. Ook op die markt willen we gaan meespelen, en daarom starten we met de ontwikkeling en productie van shuttles en machines die autonoom door de magazijnen kunnen rondrijden.

Bovendien willen we nog extra toegevoegde waarde bieden door over heel Europa een servicedienst op te zetten voor het onderhouden van de rekken en de machines. Het is niet overdreven om te zeggen dat er voor Stow momenteel een heel nieuwe wereld opengaat”, besluit Jos De Vuyst tevreden. (JD)

Een andere doelstelling is het voortouw blijven nemen in nieuwe ontwikkelingen op de markt van de industriële

www.stow.be

Ondernemers 15 11 oktober 2013

5

Doe de materialenscan en ontdek hoe duurzaam materialengebruik zowel uw onderneming als de maatschappij ten goede komt.

U voelt de noodzaak om te innoveren zodat u uw marktpositie kunt versterken.

En u beseft dat efďŹ ciĂŤnt omspringen met grondstoffen en energie de logische stap is die zal zorgen voor meer bedrijfszekerheid, ook in de toekomst.

Laat uw bedrijf dan nu doorlichten door de materialenscan. Die screening is GRATIS en wordt uitgevoerd en opgevolgd door een erkend adviseur.

Meer info en het inschrijvingsformulier vindt u op www.materialenscan.be

Het Brugse full service web agency bedrijf Duo lanceert met Pundit een iPad-app waarmee ondernemers en hun medewerkers altijd met de meest recente informatie de baan op kunnen. Gebruiksvriendelijkheid, betrouwbaarheid en een gepersonaliseerde lay-out zijn de belangrijkste troeven.

CEO Véronique Dugardyn: “Een website heeft een zichtbaar gedeelte, meestal in Drupal ontwikkeld, maar daarachter zit een grote backoffice met klanten- of ledenbestanden, bestellingen die worden verwerkt, het productengamma dat up-to-date wordt

LAURENT CARDINAEL, MATHIEU CARDINAEL EN VÉRONIQUE DUGARDYN:

“MET PUNDIT HEB JE EIGENLIJK JE HELE BUREAU MEE OP DE BAAN.”

Métisse van Schrurs Met het isolatiemateriaal Métisse geeft textielveredeling Schrurs uit Ieper een tweede leven aan afgedankte jeans. Métisse is één van de 50 opmerkelijk vormgegeven producten die een plaatsje kregen in het boek DesignX50 van Designregio Kortrijk.

De familie Schrurs bewijst dat zelfs in de vierde generatie een familiebedrijf jong en dynamisch kan zijn. Gestart vanuit het traditionele vlas en later geëvolueerd naar textielveredeling, verhuisde de familie in 1996 van Wevelgem naar de Oostkaai in Ieper.

Het bedrijf bestaat uit enerzijds de ververij, waar synthetische en natuurlijke vezels gekleurd of gebleekt worden. Anderzijds is er de afdeling veredeling, waar vezels brand- en motwerend gemaakt worden. Serge

gehouden, enzovoort. Mijn zoon Mathieu, die samen met zijn broer Laurent ook bij Duo actief is, kwam op het idee om al die bedrijfsgegevens te koppelen aan een mobiele app. Met Pundit heb je dus overal je hele backoffice bij de hand. Via een internetverbinding heb je continu de meest recente gegevens beschikbaar. Zonder internetverbinding volstaat een update voor je de baan op gaat. Alles kan namelijk offline worden geraadpleegd.”

Pundit is niet de enige tablet-app die mobiel ondernemen makkelijker maakt. “Toch gaat onze mobiele app een stap verder dan de anderen. Pundit wordt volledig geïntegreerd met de bestaande applicaties.

Onze app maakt het sleuren met dossiermappen, productfiches en offertes voor salesmensen overbodig”, zegt Laurent Cardinael. “Chocolademaker Barry Callebaut, bijvoorbeeld, heeft verschillende merken in portefeuille en een klantenspectrum gaande van kleine bakkerijen tot multinationals. Hun vertegenwoordiger kan dankzij Pundit altijd en overal over de meest recente informatie beschikken. Maar ook een seo-verantwoordelijke kan overal volgen welk effect een marketingcampagne teweegbrengt. En de

BEDRIJVEN

iPad-app van Duo maakt mobiel ondernemen makkelijker zaakvoerder kan de verkoopsresultaten in realtime opvolgen, kijken welke bestellingen worden geplaatst en controleren of de facturen worden betaald.

Het belangrijkste voordeel is dat Pundit geen aparte tool los van de huidige databases is. Alles zit geïntegreerd in die ene mobiele app.”

“Eigenlijk heb je je hele bureau mee”, vult Véronique Dugardyn aan. “Maar via paswoorden en toegangen kun je differentiëren wie welke gegevens kan consulteren.” Duo werd 18 jaar geleden opgericht en heeft vandaag 30 medewerkers in dienst. “Die mobiele markt zal in de toekomst zeker nog groeien”, vertelt Véronique Dugardyn. “Daar zetten we momenteel verschillende programmeurs en designers op in.

We lanceerden ook een babbelbox-app voor iPad die deze zomer al een groot succes was op feestjes, evenementen en huwelijksfeesten.” (SD – Foto MVN)

www.pundit.be www.duo.be

Schrurs wordt bijgestaan door een tiental vaste medewerkers, op piekmomenten aangevuld met extra krachten. Hun producten worden door afnemers verwerkt in kledij voor brandweer, leger, hulpdiensten en sporters en ook in pampers, inlegkruisjes, tafellinnen, isolatie en deuren.

“Wij zoeken continu naar nieuwe methodes en producten. Je moét innovatief zijn of je overleeft niet in deze sector. Daarbij streven we ernaar om ook op ecologisch gebied te evolueren.

We gebruiken in onze processen niet alleen warmterecuperatie en groene energie, maar we zijn ook milieubewust in onze producten. Recycleerbare stoffen bewerken wij tot ecologisch herbruikbaar en duurzaam materiaal”, vertelt Serge Schrurs.

Die zoektocht bracht hem in contact met Le Relais, een Franse organisatie die kleding inzamelt.

Heel wat van die tweedehandse kledij kan niet meer gedragen of verkocht worden. Die enorme berg werd tot voor kort als restafval verbrand. “Nochtans is er niets mis met de vezels van gebruikte of onverkoopbare jeans. We keken hoe we ze op onze bestaande machines konden verwerken”, zegt Schrurs. Het resultaat is Métisse: tot isolatiemateriaal verwerkte

Serge Schrurs

en brandwerend behandelde katoenvezels uit afgedankte jeans.

“Katoen is een edele grondstof die heel wat positieve eigenschappen bundelt. Haar kenmerken werken op alle zintuigen: de vezels isoleren tegen zowel koude als warmte, voelen zacht aan voor de plaatsers, zijn stofvrij, niet-irriterend en bovenal zeer sterk geluidsisolerend. Dit materiaal haalt het geluidsniveau in een kamer gemakkelijk met 40 decibel naar beneden.

Daarom wordt het onder meer verwerkt tot baffles, dat zijn geluidsabsorberende stukken voor bijvoorbeeld leslokalen, vergaderzalen of muziekruimtes.”

Schrurs verkoopt Métisse hoofdzakelijk op de Franse, Belgische en Nederlandse markt. (RJ - foto DD)

www.schrurs.be www.designregio-kortrijk.be

Ondernemers 15 11 oktober 2013

7

Ondernemers 15 11 oktober 2013

REPORTAGE

8

De ‘Voedingsfabriek’ brengt bedrijven uit een veerkrachtige sector bijeen

“Iedereen wint bij kennisuitwisseling en samenwerking” Voka West-Vlaanderen heeft drie thematische netwerken in het leven geroepen, die vanuit het concept ‘Fabrieken voor de Toekomst’ zoveel mogelijk sectorgenoten willen bijeenbrengen om van gedachten te wisselen over de toekomst in het algemeen en innovatie in het bijzonder. De clusters in kwestie zijn de ‘Voedingsfabriek’, de ‘Materialenfabriek’ en de ‘Offshorefabriek’. Met de clusters speelt Voka – met de steun van de Provincie West-Vlaanderen en de Provinciale Ontwikkelinsmaatschappij (POM) – in op het Nieuw Industrieel Beleid (NIB) van de Vlaamse overheid.

In deze en de volgende edities stellen we de drie clusters voor, te beginnen met de ‘Voedingsfabriek’.

Ignace Libeert, bestuurder van de chocoladespecialist Italo-Suisse uit Komen-Waasten en één van de

mentoren van de Voedingsfabriek, is altijd al één van de voortrekkers geweest in het samenbrengen van de West-Vlaamse agrovoedingssector. “Over het idee van clusters wordt al langer gesproken. Zeker in het buitenland zijn er tal van voorbeelden van te vinden, en ik denk dat we met de Fabrieken van de Toekomst nu op een soort officieel niveau zijn terechtgekomen.

Ze bieden een mooi kader voor onze vele voedingsfirma’s in West-Vlaanderen om nog nauwer met elkaar samen te werken – niet als concurrenten maar als partners – op veel verschillende vlakken: technologie, productie, verkoop en aankoop. Voor mij is clustervorming een noodzakelijke beweging voor onze bedrijven.”

Ilse Suffis is sinds deze zomer aan het werk bij Galana in Waregem, dat wereldwijd zeevruchten importeert en exporteert, en premium roomijs, sorbets en diepvriespatisserie produceert. Als exportmanager zal ze begin 2014 het nieuwe merk Beldessert in de markt zetten. Daarvóór werkte ze zes jaar bij het Ieperse Pidy. Ilse Suffis maakte ook al deel uit van de Voka-

club International Sales Managers en de Businessclub International Food.

“Al in de Businessclub International Food werden de zaadjes tot meer clustervorming en samenwerking geplant”, zegt Ilse Suffis. “Welke naam of vorm het ook aanneemt, zo’n ‘branchecluster’ is enorm waardevol. Je steekt er als deelnemer tijd en energie in, maar het is de moeite waard. Alleen al door de sterke relatie die je opbouwt met alle deelnemers. En je kan er in volle vertrouwen eens over je eigen muurtje kijken.”

Openheid en communicatie De Fabrieken voor de Toekomst moeten die openheid en kennisdeling nog bevorderen. “Openheid en communicatie vormen voor mij de basis, de noodzakelijke voorwaarde ook om elke poging tot clustervorming te doen slagen”, benadrukt Ignace Libeert. “De voorbije jaren is in de Businessclub International Food een kern opgebouwd van mensen die elkaar al gevonden hebben en tussen wie er een groot vertrouwen is gegroeid.

De verdere clustervorming laat ons toe die kern nog gevoelig uit te breiden.”

“Veel ondernemingen, zeker ook in West-Vlaanderen, denken nu nog te veel: Laat ons maar rustig op ons eentje voortdoen en er niet te veel mee stoefen”, zegt Ilse Suffis. “Om dan uit die cirkel te gaan breken en de deuren open te gooien, bijvoorbeeld door deel te nemen aan businessclubs of nu de Fabrieken voor de Toekomst, is een moeilijke maar wel belangrijke stap.

Bij die mensen heerst vaak ook nog het misverstand dat het verloren tijd is, vanuit het idee dat elke minuut die je niet aan je bureau zit, verspild is. Maar zo is het natuurlijk niet. Want als je iets geeft – dus informatie, kennis of inzichten deelt – krijg je zo veel terug.

“Ik wil niet zo ver gaan dat er zonder clusters géén industrie meer kan zijn bij ons, want bijvoorbeeld onze arbeidskrachten en flexibiliteit zijn nog altijd belangrijke troeven. Maar ik geloof wel heel erg in ‘samen sterk’. Elk bedrijf kent zijn beperkingen, en wellicht is het aangewezen om in de toekomst de aanwezige kennis nog meer te bundelen, in joint-ventures en dergelijke”, stelt Ignace Libeert. “Want alles evolueert zo snel, en niet alleen op technologisch vlak, dat iedereen wint bij een nog grotere uitwisseling en samenwerking dan nu al het geval is.”

Veerkracht

Ignace Libeert

Denk maar aan het uitwisselen van contacten, tips over innovatie of betrouwbare handelspartners in het buitenland. Maar om er alles uit te halen, moet je het wel de tijd geven: een businessclub of een ‘cluster’ is een langetermijnrelatie, die van iedereen engagement vraagt.” “We hebben dat ook gemerkt in de clubs. In het begin is het zoeken en aftasten, maar na verloop van tijd zie je elkaar echt als vriendschappelijke zakenrelatie,” zegt Ignace Libeert. “Pas als je een louter zakelijke relatie overstijgt en ongeremd mag spreken, kan je vorm geven aan de concrete samenwerking binnen zo’n cluster.”

Innovatie is de kern

De West-Vlaamse agrovoedingssector heeft naam en faam, en wordt gekenmerkt door een grote veerkracht en optimisme, menen Ignace Libeert en Ilse Suffis.

“Alleen al de grote investeringen in de aanwezigheid op beurzen in binnen- en buitenland, is daar een bewijs van”, zegt Ilse. “Veel van onze bedrijven breiden uit, verliezen innovatie niet uit het oog: nieuwe producten ontwikkelen of bestaande producten verbeteren, innoveren in productiemethodes en verpakkingsmaterialen, enzovoort. Ik moet opletten wat ik zeg, maar misschien is de veerkracht van deze sector groter dan in andere branches.”

“Het imago van onze producten sterk houden en nog versterken, dat is de opdracht”, vult Ignace Libeert aan.

“Dat kan alleen maar door samen een hoge kwaliteit na te streven in alle processen doorheen het hele bedrijf.

In een cluster stimuleer je elkaar nog meer om de lat steeds hoger te leggen, om te durven veranderen en om als hele sector het hoofd te kunnen bieden aan de uitdagingen die de wereldwijde markt stelt.” (JD)

Zowel Ignace Libeert als Ilse Suffis zijn blij met het nieuwe concept van de Fabrieken voor de Toekomst en de officiële uitstraling ervan. Ilse Suffis: “De naam alleen al is heel betekenisvol, en het gaat veel verder dan een nieuwe marketing van de bestaande businessclubs. Een dergelijke cluster laat je toe elkaar te bevruchten en zo tot innoverende ideeën te komen.

De kern moet innovatie zijn. Bovendien nodigen de ‘fabrieken’ nog meer uit om sámen en grensoverschrijdend naar de toekomst te kijken, en voor veel bedrijfsleiders zal de drempel daarvoor mogelijk nu lager zijn dan bij de traditionele businessclubs. Het zet ook de deur open naar andere soorten verantwoordelijken binnen de ondernemingen: niet alleen de bedrijfsleiders, maar ook de verkopers, aankopers, logistiek verantwoordelijken enzovoort kunnen deelnemen. De Fabrieken voor de Toekomst kunnen een ruimer pallet aan decision makers aanspreken, en misschien kunnen er zo zelfs ‘subclusters’ van komen.”

“Sinds een viertal jaar organiseert Voka WestVlaanderen de Businessclub International Food, die bedrijfsleiders en managers bijeenbrengt rond import/export en innovatie in de agrovoedingssector”, legt Barbara Geschier, medewerker Internationaal Ondernemen en Innovatie bij Voka West-Vlaanderen uit. “De ‘Voedingsfabriek’ binnen de ‘Fabrieken voor de Toekomst’ speelt hier verder op in, als een thematisch netwerk en een soort ‘collectief veranderingstraject’, met een nog ruimer pallet aan thema’s en netwerkmogelijkheden. Dankzij de steun van de provincie West-Vlaanderen kunnen we de inschrijvingsprijs voor deelnemende bedrijven ten opzichte van de businessclub halveren, waardoor de instapdrempel gevoelig verlaagd wordt.”

Momenteel zijn 21 kleine en middelgrote ondernemingen betrokken bij de ‘Voedingsfabriek’, die – net als de andere clusters – gedurende het komende werkjaar een tiental keer zal bijeenkomen. De thema’s zijn onder meer: trends in food and beverage, beursdeelnames en internationalisering, logistiek, innovatie, grondstoffenaankoop, verpakking en toegang tot de internationale retailmarkt.

Meer info: www.voka.be/west-vlaanderen 056 23 50 69, vanessa.flamez@voka.be, barbara.geschier@voka.be

Het DNA van de West-Vlaamse voedingssector * 15.551 medewerkers in 1485 bedrijven (Cijfers per 31 december 2012) plus 1722 zelfstandigen en helpers (in 2011) * Bruto toegevoegde waarde: 1,2 miljard euro in 2011 Top 10 West-Vlaamse voedingsbedrijven: 1. Westvlees 2. Veurne Snack Foods 3. Ysco 4. Alpro 5. Adrovries 6. Marine Harvest Pieters 7. Unifrost 8. Volys Star 9. PinguinFoods/Lutosa 10. Vandemoortele Izegem Wie doet wat?

- 64%: vervaardiging van bakkerijproducten en deegwaren - 9,6%: vervaardiging van andere voedingsmiddelen - 9,1%: vervaardiging en conservering van Vlees

Samen sterk Het begrip ‘cluster’ suggereert ook dat je als sector en regio sterker naar buiten kan (op)treden. Misschien is clustervorming zelfs nog de enige mogelijkheid om de industriële activiteit in ons land te behouden? “Blijven produceren in België is niet altijd evident, hoewel

De Voedingsfabriek: wat en hoe?

REPORTAGE

zoveel ondernemingen bewijzen dat het wel nog kan”, zegt Ilse Suffis. “Maar het vraagt lef en investeringen, bijvoorbeeld in een geautomatiseerd machinepark.

Vooral de knowhow en de toegevoegde waarde zullen het verschil moeten maken. En daar is clustervorming inderdaad heel belangrijk in.”

Bron: ‘Sociaaleconomische Code van West-Vlaanderen 2013’, POM West-Vlaanderen Ilse Suffis

Ondernemers 15 11 oktober 2013

9

Daikin Europe viert 40e verjaardag De Oostendse producent van klimaattoestellen Daikin Europe blies begin oktober 40 kaarsjes uit. “Toch mogen we niet op onze lauweren rusten”, beseft topman Frans Hoorelbeke. “De technologische én de commerciële uitdagingen voor de toekomst zijn heel groot.”

Frans Hoorelbeke is bij uitstek een bevoorrechte getuige van de opgang van Daikin Europe. De eerste fabriekshal werd neergepoot in 1973. Drie jaar later kwam hij mee aan het roer van een bedrijf met toen 68 mensen en een omzet van 5 miljoen euro. “Zelfs in mijn stoutste dromen had ik toen nooit kunnen vermoeden dat Daikin Europe vandaag 6.000 medewerkers zou tellen die samen verantwoordelijk zijn voor een omzet van 2 miljard euro”, vertelt Hoorelbeke.

“De totale Daikingroep omvat wereldwijd 54.000 medewerkers. Met Daikin Europe nemen we Europa, Afrika en het Midden-Oosten voor onze rekening.

Oostende is de hoofdzetel.”

Bij een terugblik splitst Frans Hoorelbeke de voorbije 40 jaar graag op in vier periodes. “De eerste periode, tot 1986, was een heel moeilijke opstart.

De geproduceerde toestellen bleken niet meer aan de marktvraag – die vooraf via een grondige marktanalyse vanuit Japan was gemaakt – te voldoen.

We kregen de monoblocktoestellen aan de straatstenen niet kwijt, maakten verlies en moesten vers kapitaal aantrekken. Toen kregen we een eerste belangrijke levensles: luister altijd naar wat de markt vraagt.”

FRANS HOORELBEKE:

“NAAST INNOVATIE IS COMPETITIVITEIT EEN HEEL BELANGRIJK THEMA. DAAR VERWACHTEN WIJ ALS GROTE WERKGEVER HOOGDRINGEND VAN DE REGERING DAT ZE IETS DOET AAN DE TE HOGE LOONLASTEN.”

In de periode 1987-1995 accelereerde Daikin Europe op technologisch vlak met de introductie van de VRV: 1 buitenmodule gekoppeld aan een veelvoud van 8 of meer binnentoestellen waarbij het klimaat per zone kon worden geregeld. Frans Hoorelbeke: “Bovendien kon de warmte tussen de verschillende zones worden gerecupereerd, wat energiebesparend werkte.

Met die technologische revolutie hebben we in alle landen deuren geopend bij vastgoedontwikkelaars, studiebureaus enzovoort. Het zorgde ook voor een vervijfvoudiging van onze bedrijfsruimte in Oostende, naar de huidige 25.000 m2. Zo komen we aan de tweede levensles: technologische innovatie is echt cruciaal.”

UITGELEZEN Decuyper terug naar Enfinity Waregem Enfinity-oprichters Gino Van Neer en Patrick Decuyper, keren terug in het management van het zonnepanelenbedrijf in Waregem. Het noodlijdende Enfinity is recent overgenomen door EverStream, het vehikel rond de Amerikaanse zonnecellenproducent SunEdison.

“EverStream had maar één eis: de oprichters van Enfinity terug aan boord halen”, zegt Decuyper. De sector van zonnepanelen zit in woelig water, maar Decuyper maakt zich geen zorgen. “Enfinity had moeilijke maanden, maar veel is opgelost na de overname. Er wacht een mooie toekomst.” (HLN)

Mogelijk nieuwe eigenaar voor Thermae Palace in Oostende

Innoveren om te ontsnappen aan prijsdruk De tien volgende jaren was Daikin Europe vooral actief met innovaties op commercieel vlak. “Door het opkopen van ons distributeurennetwerk konden we onze eigen commerciële accenten leggen in de markt”, vertelt Frans Hoorelbeke. “Daardoor dreven we onze volumes op, wat enorm belangrijk is om onze fabrieken voldoende werk te geven, onze vaste kosten te spreiden en op die manier onze kostprijs te verlagen. Het is dus van groot belang om de controle over de verkoopkanalen te behouden, en dat is meteen de derde levensles.”

Vanaf 2005 werden nieuwe markten aangeboord.

Op geografisch vlak werd meer ingezet op Afrika, het Midden-Oosten en landen als Rusland en Turkije. Frans Hoorelbeke: “Maar anderzijds betraden we ook het domein van de verwarmingstoestellen en de lage temperatuursector (-20 tot +8°C), waar we met onze innovaties grote energiebesparingen kunnen aantonen. Daarnaast voeren we sinds de jaren ’90 ook de politiek om voor onze Europese klanten ook in Europa te produceren. En met het EMEA Development Centre doen we nu ook het design van de producten voor de Europese markt.

Dat brengt ons bij de laatste levensles: betreed nieuwe paden en breid uw verkoopterritorium uit.”

De uitdagingen voor de toekomst zijn niet min.

“Door te blijven innoveren, proberen we een stap voor te zijn op onze concurrenten en zo minder onderhevig te zijn aan prijsdruk. Maar ook een goede organisatie van de workflow speelt daarin een rol.

Naast innovatie is competitiviteit een heel belangrijk thema. Daar verwachten wij als grote werkgever hoogdringend van de regering dat ze iets doet aan de te hoge loonlasten. En tenslotte moeten we ook flexibel zijn, en op veranderende marktomstandigheden kunnen inspelen met ons productie- en ons logistiek proces. Onze medewerkers doen daar écht hun best voor, maar het blijft een permanente uitdaging”, besluit Frans Hoorelbeke. (SD – Foto EV)

www.daikineurope.com

Een groep Oostendse investeerders heeft een bod gedaan op het bekende Thermae Palace-hotel in de badstad. Momenteel is het hotel voor 70% in handen van de Nederlandse groep Apollo. De rest zit bij Groep Desimpel. De investeerders en ondernemers uit Oostende willen van het Thermae Palace opnieuw het paradepaardje maken van de Oostendse hotels.

Het majestueuze gebouw dateert al van 1934 en is sindsdien toch wat van zijn pluimen verloren. Tegen eind oktober zou de deal rond moeten zijn. (DT; HLN)

Website helpt ondernemers die willen zaken doen in Frankrijk Ondernemers die in Noord-Frankrijk zaken doen, botsen vaak op problemen omdat de wetgeving er anders is. De nieuwe website www.go-dis.eu moet ze helpen om er wijs uit te raken. Op de site vinden ondernemers nuttige info over de wetgeving en regels in Frankrijk en België.

GO-DIS is een Europees project om problemen bij grensoverschrijdende distributieactiviteiten aan te pakken.

De Vlaamse partners zijn Voka - Kamer van Koophandel West- Vlaanderen en de universiteit Kulak. (HLN; KW)

Brugge wil ondernemerscentrum openen De stad Brugge en de provincie West-Vlaanderen onderzoeken momenteel verschillende locaties in de binnenstad om er een ondernemerscentrum te openen.

In zo’n huis van de ondernemer zou elke startende zelfstandige terecht kunnen met vragen over ondernemen.

De provincie trekt voor zo’n ondernemerscentrum een miljoen euro uit. Er zijn al gelijkaardige centra in Kortrijk, Ieper, Roeselare en Oostende. (HLN) Uitgelezen: Voka’s socioeconomisch persoverzicht, een samenvatting van de belangrijke West-Vlaamse krantenartikels van de voorbije week. U kunt dit overzicht wekelijks via post of mail ontvangen.

Wenst u een proefnummer of info over een abonnement?

Contacteer Nele Demets tel. 056-23 50 66, nele.demets@voka.be

België - Belgique P.B. 8500 Kortrijk 4/257

UIT gelezen WEST-VLAAND

EREN

Wekelijks persove rzicht van Voka (verschijnt niet West-Vlaanderen in de kerstvaka 20e jaargang ntie en gedurend Verantwoordelijk e 6 weken in juli e uitgever Hans & augustus) Maertens Afzender Voka West-Vlaanderen, President Kennedy Afgiftekantoor 8500 Kortrijk laan 9a, 8500 - P509109 Kortrijk

12

Ondernemers 15 11 oktober 2013

Francis en Jan Deknudt Deknudt Mirrors

INTERVIEW

“Familiebedrijven zijn gewoon anders” Al sinds 1946 wordt de familie Deknudt uit Deerlijk geassocieerd met spiegels. Vader Frans startte de zaak op, zoon Francis (59) breide er decennialang een verlengstuk aan en nu komt zoon Jan (34) op de deur kloppen. Familiebedrijven met hun wel en hun wee, bij Deknudt weten ze er zo ongeveer alles van: van het strategisch bijsturen over de verankering tot en met respect voor tradities of oog voor de opvolgingsproblematiek. “Natuurlijk droomt elke vader ervan dat zijn zoon hem opvolgt”, laat Francis er geen twijfel over bestaan.

U runt een familiebedrijf met een eerbiedwaardige historiek. Hoe belangrijk is traditie voor u?

Francis Deknudt: “Traditie is zeer belangrijk als het om de dieperliggende waarden gaat waar het bedrijf voor staat. Onze kmo is na 60 jaar vergroeid met een aantal principes waar we nooit zullen van afwijken.

Het begint al met het streven naar kwaliteit. Voor ons is het beste net goed genoeg. Ook creativiteit dragen we hoog in het vaandel. Inzake creativiteit willen we gewoon anders zijn dan de anderen, al moeten we toegeven dat we ook niet altijd de early adopters zijn.

Ook typisch voor de sfeer hier in huis is dat we lak hebben aan hiërarchie. We hebben geen vedetten in huis, we zitten allemaal in eenzelfde boot en we roeien samen, schouder aan schouder. Alles draait in de eerste plaats om mensen. Ja, nu klinkt dat al een beetje vreemd, maar vroeger was dat de logica zelve. De globalisatie en de rat race hebben meegebracht dat veel bedrijven de zorg voor de mens verdrongen hebben.”

West-Vlaamse koppigheid, is dat ook niet typisch voor dit bedrijf?

Francis Deknudt: “Zeker wel. Maar koppigheid moet genietbaar blijven en mag niet te ver gaan. We zijn bijvoorbeeld nooit zo koppig geweest dat we maar bleven doorgaan met iets, ook al bleek het de foute keuze te zijn. Kijk maar naar de jaren ‘90, toen we een deel van de productie hebben verhuisd naar Slovakije, gewoon omdat het niet anders meer kon.”

Wat heeft u geleerd van uw vader Frans, die in 1992 overleed?

Francis Deknudt: “Heel erg veel, hoor. Een: ondernemen heeft veel gemeen met een marathon lopen.

Twee: de aandacht voor productie, mijn vader was een ‘productiemens’. Drie: op tijd en stond relativeren.

Vier: als werkgever moet je streng, maar sociaal zijn.

Je mag nooit de mens in de werknemer vergeten, ook al is het op het eerste gezicht een moeilijke jongen.

Vijf: hou het leuk.”

Jan, u bent na een carrière van 10 jaar bij DesleeClama, finaal toch teruggekeerd naar het familiebedrijf. U lijkt voorbestemd om hier de fakkel over te nemen. Waarom bent u naar de eigen stal teruggekeerd?

Jan Deknudt: “Vroeger dacht ik er nooit aan om terug te keren. Vader hield de zaken ook erg gescheiden: privé was privé, over het bedrijf werd thuis bijna niet gesproken, waardoor er een zekere afstand was ontstaan. Tot hij me op een dag een hint gaf. We zullen nu nog vijf jaar samenwerken en dat is een groot voordeel. Bovendien zijn we op het eerste gezicht ook nog vrij complementair: hij is meer gericht op de productie, ik eerder op het commerciële. En ja, kennelijk worden dezelfde waarden ook van generatie tot generatie doorgegeven. Ik denk in de eerste plaats aan het opbrengen van respect voor alles en iedereen, tot en met de vakbondsafgevaardigde of de arbeider op het laagste niveau. En laat er me nog eentje aan toevoegen: voetjes op de grond houden, laten we vooral niet zweven.”

Francis Deknudt: “Ja, dat is meer dan nodig, want gemakkelijk gaat het hier niet. Maar we overleven.”

De crisis?

Francis Deknudt: “Ja natuurlijk, en geen klein beetje.

Maar dat is niets nieuws voor ons. In de jaren ‘90 was de druk van de loonkosten al heel erg toegenomen.

Weet je dat er hier 20 jaar geleden nog 220 mensen in de productie werkten? Daar blijven er nu nog 90 van over. De decoratieve spiegels die hier gemaakt werden door Deknudt Decora worden nu grotendeels in Slovakije geproduceerd of ze worden ingevoerd uit Azië. De sanitaire spiegels die we toeleveren aan de badkamersector zijn nu beperkt tot specialiteiten.

De gewone producten komen dus uit het Oostblok.”

Hoe zou u de strategie van het bedrijf samenvatten? Wat zijn de zaken waar u geen millimeter van afwijkt?

Francis Deknudt: “We zijn door de jaren heen van een volumespeler doorgegroeid naar een nichespeler.

Dat geldt zowel voor de decoratieve spiegels die hier gemaakt werden door Deknudt Decora als voor de sanitaire toelevering door Deknudt Mirror Works.

Uitgaande van die vaststelling, kan het niet anders of onze strategische keuze moet helemaal gefocust zijn op zaken als innovatie en creativiteit. Anders hebben we geen reden van bestaan. We hebben hier creatieve mensen aan boord en we laten ze meer en meer in synergie werken met externe topdesigners. Zo heb-

ben we sinds kort het Luikse toptalent Jean-François D’or onder de arm genomen. Hij kreeg zopas de titel van ‘Designer van het jaar’. Die krachtenbundeling is een schot in de roos. Daarnaast hebben we ook een samenwerking met de hogeschool Howest. Samen hebben we een IWT-dossier ingediend voor een totaal nieuw product: een spiegel in symbiose met een heuse camera. Tegen de volgende editie van Interieur willen we daar klaar mee zijn.”

FRANCIS DEKNUDT:

“DE GLOBALISATIE EN DE RAT RACE HEBBEN MEEGEBRACHT DAT VEEL BEDRIJVEN DE ZORG VOOR DE MENS VERDRONGEN HEBBEN.”

Jan Deknudt: “Het komt er dus op aan om zoveel mogelijk op de proppen te komen met unieke of exclusieve producten. We lijken goed te slagen in ons opzet.

We kregen voor een van onze producten al de Henri Van de Velde-prijs en we merken dat topwinkels her en der ons aanbod volop herontdekken.”

Francis Deknudt: “We blijven producenten, maar we hebben nu ook volop de geneugten ontdekt van een goed uitgekiende marketing, al heeft dat misschien wel net iets te lang geduurd. De nieuwe generatie maakt dus niets te vroeg haar opwachting.”

Continuïteit garanderen Sommige familiebedrijven stellen hun kapitaal open voor derden. Hoe ziet u dat voor uw bedrijf?

Francis Deknudt: “Vrijwel alle aandelen zitten nog in mijn handen, maar het is de bedoeling dat die overgaan naar mijn oudste zoon Jan, die sinds vorig jaar actief is binnen het bedrijf. De twee andere kinderen hebben voor een andere weg en een ander beroep gekozen, maar met hen moet er een regeling gemaakt worden als de aandelen overgedragen worden. Passieve

Ondernemers 15 11 oktober 2013

13

INTERVIEW

14

Ondernemers 15 11 oktober 2013

aandeelhouders willen we zoveel mogelijk vermijden omdat die de zaken alleen maar complexer maken.

Extern kapitaal zit er ook niet meteen aan te komen, al ben ik zeker niet principieel gekant tegen een synergie met een partner waaruit wederzijdse kruisbestuiving kan ontstaan. Maar in deze fase ligt onze grootste zorg elders. Zowel mijn zoon als ikzelf willen nu in de eerste plaats de continuïteit garanderen.

Dat is al een hele klus op zich.”

De opvolgingsproblematiek is voor veel familiebedrijven de achilleshiel bij uitstek. Wat is uw visie daarop?

Francis Deknudt: “De opvolging is in ieder geval niet het resultaat geweest van een uitgekiend stappenplan. Wel wilden we graag de continuïteit waarborgen en daarom startte ik een tijdje geleden een zaterdagbabbel op met mijn drie zonen. Pieter en Karel wilden duidelijk hun eigen weg gaan buiten de firma. Voor Jan kwam toen de déclic. Hij had tien prachtige jaren bij Deslee achter de rug, maar zei op een bepaald ogenblik: “Vader, als ik mijn handen toch vuil maak, kan ik dat maar beter bij u doen.”

Is het niet de droom van elke vader dat zijn kinderen hem op een mooie dag zouden opvolgen?

Francis Deknudt: “Ik ga daar niet flauw over doen.

Ja, het is een droom die uitkomt, maar ik heb die droom nooit uitgesproken.”

U zit nu in de rol van de vader en dat kan twee richtingen uitgaan: u kan voor schoonmoeder spelen of u kan vertrouwen hebben in de opvolging en enkel als waakhond dienst doen.

Francis Deknudt: “Liefst dat laatste zeker (lacht).

Ik stel vast dat de relaties tussen generaties sterk veranderen. De verhouding tussen mijn vader en ik was niet altijd gemakkelijk. Ik had de Vlerick School gevolgd en je komt dan in het familiebedrijf met nieuwe inzichten aandraven. Dat viel niet altijd even goed. Het waren andere tijden. Mijn vader was echt een krak en wilde als stichter ook graag het laatste woord hebben. Dat is me bijgebleven, en dus wilde ik het anders doen. Ik vind dat je de medewerkers veel ruimte en vrijheid moet geven om hun ding goed te doen, maar je moet er ook over waken dat de jonge generatie zichzelf niet te snel verbrandt. Met Jan is dat precies zo gegaan. Hij kreeg de kans om eerst buiten de firma van alles te leren. Nu is hij in principe de dauphin. Maar dat wil nog niet noodzakelijk zeggen dat hij me kost wat kost moet opvolgen als CEO. Een externe CEO behoort ook nog steeds tot de mogelijkheden.”

Jan Deknudt: “We zien wel wat er gebeurt over enkele jaren. Ik vind niet dat ik per se CEO moet worden, maar ik sluit het ook niet uit. De jaren zullen wel raad brengen. Mijn vader zei dat hij me nu in de rol van co-CEO ziet, maar ik weet van mezelf dat ik eerder commercieel georiënteerd ben. Ik besef maar al te goed dat er ook op dat vlak nog heel veel te doen valt hier.”

Focus op de BRIC-landen Heeft u ooit overwogen om te gaan diversifiëren buiten de eigen sector?

Francis Deknudt: “Neen. Als wij wilden diversifiëren, gebeurde dat altijd binnen de core business van de spiegels, nooit daarbuiten, want daar weten we niets van af. Ik geef toe dat ik soms jaloers ben op ondernemers die er wel in slagen om met succes buiten hun eigen terrein te treden. Diversificatie betekent in ons

geval dus: spiegels opnieuw uitvinden, materialen anders gebruiken of een beroep doen op designers die ons een nieuwe en frisse weg wijzen.”

Deknudt Mirrors is actief in een behoorlijk gesatureerde markt. Van waar moet de groei nog komen?

Francis Deknudt: “Het aantal high end winkels loopt in Europa gestaag terug. Dat wringt natuurlijk. Voor mij is het heel duidelijk: de groei zal in de eerste plaats moeten komen van de BRIC-landen: Brazilië, Rusland, India en China.”

Jan Deknudt: “Historisch gezien was Frankrijk altijd de belangrijkste afzetmarkt, maar dat loopt nu danig terug. Daar moeten we onze conclusies uit trekken en de aandacht verleggen naar andere landen.

Dat is exact wat we aan het doen zijn. Al moeten we nu toegeven in volume, inzake marge zit het wel goed.

Om u een voorbeeld te geven: in de VS en in Rusland hebben we gezocht naar een importeur-agent, en er telkens eentje gevonden ook. In Brazilië zijn we nog in onderhandeling. In China en ook in Japan zien we dat er meer en meer rijke klanten interesse tonen voor onze producten en daar spelen we dus op in. India ligt voorlopig nog even moeilijk.”

Corporate governance geldt niet alleen voor grote bedrijven maar evenzeer voor kmo’s. Hoe vertalen jullie dat op het terrein?

Francis Deknudt: “Ik zal niet rond de pot draaien.

Corporate governance is hier niet aan de orde. Nog niet. Dat heeft zo zijn redenen. Enerzijds was ik het enige familielid en de enige aandeelhouder, anderzijds prijs ik me gelukkig dat het overleg hier altijd open en intensief is verlopen, zowel het strategisch overleg met de kaderleden als het sociaal overleg met de vakbonden. En sta me ook toe lichte twijfels te hebben over het nut van externe bestuurders. Zij weten vaak niet echt hoe het er op het terrein aan toe gaat, maar ze moeten wel de strategische lijnen helpen uitzetten.

Dat verhaal klopt toch niet altijd. Maar je hoort me niet zeggen dat corporate governance in ons bedrijf nooit aan de orde zal zijn. Naar de toekomst toe willen we in ieder geval iets doen.”

opening van een nieuwe vestiging in Slovakije. Heeft die tweesporenstrategie zijn vruchten afgeworpen?

Francis Deknudt: “Die gedeeltelijke verhuis moest gewoon, we hadden geen andere keuze. Het decoreren van onze spiegelkaders was gewoon te arbeidsintensief. Alleen onze specifieke glasveredelingsactiviteiten (verzilveren, zeefdrukken, lamineren) bleven in Deerlijk, de rest verhuisde naar Slovakije. De ervaring in Slovakije is positief. Het land heeft technisch geschoolde arbeiders en goed gemotiveerde mensen in huis. Een excellente manager uit Waregem leidt alles ginder in goede banen. Alleen zouden we het allicht niet aangedurfd hebben, maar mijn neven van Deknudt Frames hadden de sprong gewaagd en zagen ons graag komen. Nu produceren we daar tegen een derde van de loonkost van hier en de geleverde kwaliteit is goed. Maar alles wordt wel nog vanuit Deerlijk gestuurd.”

Politici houden al jaren een pleidooi voor een ingrijpende loonkostenverlaging, maar finaal blijft het steeds bij holle woorden.

Francis Deknudt: “Als de loonkosten in de loop der jaren een beetje gedaald zijn – zeker niet voldoende - dan hebben we dat alvast niet te danken aan de politiek, maar aan het feit dat het hele systeem kraakt in al zijn voegen. In Duitsland bleek een gestuurde correctie vanuit de politiek wél haalbaar, maar de Belgische ondernemers zitten qua loonkosten in een korset dat aardig spant. Ik kan alleen maar vaststellen dat de politiek hier altijd achter de feiten aanloopt.”

Tot slot: wat is uw ultieme drive als ondernemer?

Francis Deknudt: “Ik wil het vooral niet te ver zoeken.

Ik ben al heel blij dat we goede producten met goede mensen naar de markt kunnen brengen. Dat geeft toch voldoening. Voorts ben ik trots dat ik de familietraditie kan voortzetten en iets kan betekenen voor een schare van mensen rondom mij. Als we dat op een duurzame wijze kunnen realiseren, zijn we meer dan gelukkig.

(Tekst: Karel Cambien – Foto’s: Kurt Desplenter)

JAN DEKNUDT:

“CORPORATE GOVERNANCE IS ÉÉN VAN DE ZAKEN WAAR WE NAAR MIJN GEVOEL MEER AANDACHT MOETEN AAN BESTEDEN.”

Jan Deknudt: “Corporate governance is één van de zaken waar we naar mijn gevoel meer aandacht moeten aan besteden. Vader en ik zijn het daarover ook eens. Zeg maar dat we nu een lijstje aan het maken zijn van mensen die met hun expertise en advies een meerwaarde kunnen betekenen.”

Loonkostenkorset spant In de jaren ‘90 kozen nogal wat bedrijven voor delokalisatie richting Oost-Europa. Het is op zijn minst merkwaardig te noemen dat jullie de activiteiten hier bleven verankeren, en gelijktijdig ook kozen voor de

Deknudt: Eén groep, twee bedrijven De Deknudt Mirror Group telt twee aparte business units: Deknudt Mirror Works enerzijds en Deknudt Mirrors anderzijds. Deknudt Mirror Works staat voor alles wat met productie van spiegels en spiegelkaders te maken heeft. Deknudt Mirrors is de commerciële poot en verkoopt behalve het hoogwaardige aanbod uit eigen huis, ook zorgvuldig geselecteerde importproducten uit Azië.

In Deerlijk bestaat ook nog Deknudt Frames, de kmo van Bruno en Thijs Deknudt, de neven van Francis, met wie hij overigens goed samenwerkt.

“Colors are forever” Met kleur wordt alles anders.

Documenten zien er aantrekkelijker uit, presentaties blijven langer bij en facturen worden sneller betaald. Dat is van onschatbare waarde voor uw bedrijf.

Het gamma kleurenlaserprinters en multifunctionals van Brother drukt haarscherp af tot 28 ppm, in kleur of zwart-wit. Bovendien zijn ze netwerkklaar, uiterst betrouwbaar en hebben 2 jaar garantie on-site. En waardevol hoeft niet onbetaalbaar te zijn, want ze kunnen uitgerust worden met hoogrendementtoners die u heel wat kosten besparen.

TOT

€110,CASHBACK*

OP DE GESELECTEERDE MODELLEN

*Actie geldig voor aankopen verricht tussen 1 september t.e.m. 31 december 2013 bij de erkende verkooppunten. Info en voorwaarden op www.brother.be/CashbackCL

Reeds beschikbaar vanaf € 399 incl. BTW

www.brother.be

BEDRIJVEN

16

Ondernemers 15 11 oktober 2013

Alfa Press-dochter gaat voor groot formaat printen Alfa Press, in 1991 in Roeselare gestart als een traditionele drukkerij en uitgeverij, is non-stop blijven investeren in nieuwe machines. Via de nieuwe vennootschap Vixa Print biedt het nu ook digitale prints op groot formaat aan.

Luc Schotte en Magda Verstraete kunnen we het best omschrijven als de wegbereiders van Alfa Press, dochter Melanie als de nieuwe commerciële toets.

“Alfa Press is gestart als een traditionele drukkerij en uitgeverij met één- en tweekleurendruk voor bedrijven en particulieren”, zegt Melanie Schotte, zaakvoerder van Vixa Print en commercieel verantwoordelijke van Alfa Press. “In 2006 kwam ik in de zaak en werd ik verantwoordelijk voor de contacten met de klanten en dat gaf me een ideale kijk op hun noden. Vanaf dan investeerden we continu in prepress, drukpersen, afwerkingsmachines en personeel. Zo kochten we in 2011 een digitale drukpers voor klein formaat en dit jaar hebben we stap gezet naar digitale groot formaat printers voor posters, affiches, panelen, enzovoort.

De nieuwe activiteiten brachten we onder in een aparte vennootschap, Vixa Print.”

Combinatie “De stap naar het digitaal printen op groot formaat is eigenlijk een logisch gevolg van de voorgaande investeringen. De grote drukkerijen zitten verwikkeld in een ongemeen hevige concurrentieslag en dat is absoluut geen spek voor onze bek”, vertelt Melanie Schotte. “Bovendien kregen we van heel wat klanten de vraag naar groot formaat prints. Door de zekerheid dat een aantal van onze bestaande klanten ook de stap naar ons zou zetten voor alles wat groot formaat is, hebben we niet langer geaarzeld. Alfa Press levert handels- en publicitair drukwerk zoals flyers, folders, brochures, POS-materiaal en zelfklevende etiketten.

De klanten zijn hoofzakelijk West-Vlaamse kmo’s, al drukken we ook voor bekende Belgische winkelketens.

MELANIE SCHOTTE:

“DRUKWERK ZAL ER ALTIJD NODIG ZIJN, ALLEEN WORDT ALLES MEER EN MEER GEPERSONALISEERD.”

Vixa Print produceert affiches, posters, stickers, pancartes, werfborden en reclameborden. De combinatie levert ongetwijfeld heel wat voordelen op. Je kan bij ons nu werkelijk alles krijgen en dat is een grote troef ten opzichte van andere spelers op de markt: één aanspreekpunt voor alle offlinecommunicatie.

Het contact, de prepress, drukproces en afwerking gebeurt voor beide firma’s in hetzelfde huis wat tijd en dus geld bespaart.”

“Op dit ogenblik vormt Vixa Print 30% van onze volledige omzet, maar dat aandeel zal ongetwijfeld stijgen tot 50%. Ik zie de toekomst trouwens positief tegemoet. Drukwerk zal er altijd nodig zijn, alleen wordt alles meer en meer gepersonaliseerd”, besluit Melanie Schotte. (PD – Foto Kurt)

www.vixaprint.be

TE KOOP

Nieuwbouw kantoren TOTALE OPPERVLAKTE: 815 M2

ZWEVEGEM SHOPPING - HARELBEEKSTRAAT 159 - 8550 ZWEVEGEM

GEMENGD PROJECT WINKELS, KANTOREN EN WOONGELEGENHEDEN RUIME PARKEERMOGELIJKHEDEN GROENE OMGEVING NT

GE

Uitstekende ligging afrit E17

KORTRIJK

Vlakbij Kortrijk E17 INTERESSE IN DIT PROJECT? AARZEL NIET OM ONS TE CONTACTEREN. LE

LIL

RONNY NUTEN Tel : 050 78 02 25 - GSM : 0495/58.26.70 E-mail : Ronny.Nuten@eu.jll.com

Het gaat snel bij de Roeselaarse ontwikkelaar van geavanceerde applicaties Jumik.

Amper drie jaar nadat Cliff Van Craeyenest en Jeroen Vanreybrouck het bedrijf oprichtten, nemen ze nu Prosoft IT Design uit Oostkamp over.

dan ook voor het Accent Business Park dat door zijn ligging en zijn vele faciliteiten de toekomst voor zich heeft. Dit jaar volgde nog een aanwerving zodat we intussen al een team van vijf mensen hebben. Daarnaast doen we ook nog een beroep op een freelance designer.”

Cliff Van Craeyenest en Jeroen Vanreybrouck leerden elkaar kennen bij een softwarebedrijf. “We hadden onze eigen visie, wilden met de nieuwste technologieën werken, flexibel zijn en onze eigen weg gaan”, verduidelijkt Cliff Van Craeyenest de stap naar een eigen bedrijf. “Het logische gevolg van dat alles was de opstart van JUMIK. Van bij de start legden we ons toe op het ontwikkelen van geavanceerde applicaties op maat voor pc, smartphones, tablets, websites en multimedia. Daarbij stonden zaken als communicatie, projectaanpak, kennis, de nieuwste technologieën en resultaatgerichtheid centraal.”

JUMIK kende een belangrijk pijnpunt. “Projectmatig werken, houdt per definitie turbulentie en onvoorspelbaarheid in”, legt Cliff Van Craeyenest uit.

“Om een stabiele uitbouw en de groei van ons bedrijf te kunnen waarborgen, moesten we een aantal van onze maatwerkapplicaties kunnen omzetten naar standaardpakketten. In relatief kalme periodes op het vlak van maatwerk, werkten we daaraan. Net op dat moment kwamen we in contact met Jeroen Opstaele van Prosoft IT Design die op zoek was naar een overnemer en we kwamen snel tot een overeenkomst. We kregen er twee ervaren developers bij, een perfect klankbord in de persoon van Jeroen Opstaele, recurrente inkomsten onder de vorm van 150 nieuwe klanten en twee sterke standaardoplossingen die nu al bij 130 bedrijven actief zijn.”

Van maatwerk naar standaardpakket “In 2011 volgde een eerste aanwerving en gingen we op zoek naar een nieuwe locatie”, gaat Van Craeyenest verder. “Aangezien Jeroen van Aartrijke afkomstig is en ikzelf van Oostrozebeke, leek Roeselare het ideale compromis om ons te vestigen. In 2012 opteerden we

Die twee oplossingen zijn ComBo en ProPlanner.

Het eerste werd ontwikkeld om de administratie rond het opvolgen van bonussen en het berekenen

BEDRIJVEN

JUMIK neemt activiteiten van Prosoft IT Design over

van commissies te vereenvoudigen, het tweede is een web-based softwarepakket om op een snelle, eenvoudige en intuïtieve manier het wagenpark van een garage, verhuurbedrijf of carrosserie te beheren.

“De overname van Prosoft IT Design opent voor ons de poort naar heel Vlaanderen en Wallonië en doet onze omzet met 100.000 euro stijgen”, besluit Cliff Van Craeyenest. (PD – Foto Kurt)

www.jumik.be

JEROEN VANREYBROUCK EN CLIFF VAN CRAEYENEST:

“DANKZIJ DE OVERNAME KREGEN WE ER EXTRA RECURRENTE INKOMSTEN ONDER DE VORM VAN 150 NIEUWE KLANTEN EN TWEE STERKE STANDAARDOPLOSSINGEN BIJ.”

Verjongingskuur met verhuis voor B-Inside Vier vacatures voor jonge IT-experts: het is maar één van de voorbeelden die aantonen dat B-Inside uit Waregem op positieve golven surft. Het ICT-bedrijf van managing director Jan De Veene straalt meer dan ooit een frisse spirit uit. Ook het nieuwe pand waar B-Inside zich vlak voor het zomerreces installeerde, belichaamt dat perfect.

Op 6 oktober 1997 werd B-Inside boven de doopvont gehouden in ‘t Pand in Waregem. Enkele maanden later verhuisde de onderneming een eerste keer naar een huurkantoor aan de Vichtseweg. Jan De Veene: “Het team van ontwikkelaars en consultants dat aan de wieg stond van het bedrijf, focuste zich aanvankelijk op ERP-oplossingen met doorgedreven specialisatie naar de textielsector. De meeste van onze klanten waren toen ondernemingen uit eigen streek. Intussen hebben wij ons aangepast aan de evoluties binnen die sector. De textielmarkt in België blijft moeilijk en verliest soms de strijd tegen onder meer Turkse concurrenten. Daarom hebben wij vier jaar geleden een eigen verkoopkantoor in Istanboel opgestart, waar we steeds meer voet aan de grond krijgen. Evident is dat

niet, onder meer gezien de cultuurverschillen. Niettegenstaande deze verschuiving blijft de textielsector in België onze core business voor de komende jaren.”

Distributie Door de jaren heen slaagde B-Inside er ook in een volwaardig pakket voor de distributiesector te ontwikkelen. “Heel wat sanitaire groothandels maken dankbaar gebruik van onze oplossingen, maar we mikken ook op specialisatie in andere ‘verticale’ sectoren. Daarnaast zijn we gestart met een divisie ‘managed services’.

Die verzorgt voor klanten het beheer van hun IT-infrastructuur, netwerken en servers. Negen van onze 35 mensen zijn daar fulltime mee bezig. Al onze mensen genieten op regelmatige basis van aangepaste opleidingen en trainingen, wat cruciaal is voor een snel evoluerende markt als de onze”, vertelt De Veene.

B-Inside maakte de voorbije jaren een intense verjongingskuur door. Naast een naamsverandering (vroeger heette het bedrijf Inside Communications, nvdr.), maakte het bedrijf vlak voor de zomervakantie werk van de verhuis naar een nieuw kantoor.

“We zijn nu gehuisvest op de vroegere locatie van Pirana Concepts”, legt Jan De Veene uit. “We hebben daar een aantrekkelijke werkomgeving gecreëerd.

Zo vergaderen onze mensen bijvoorbeeld regelmatig in de tuin. Onze medewerkers vormen ons belangrijkste kapitaal, daarom vind ik het cruciaal dat we hen zo goed mogelijk verzorgen. Met deze aanpak willen we ook een viertal jonge ICT-experts de kans geven zich verder te specialiseren. Zij zullen onder meer worden ingeschakeld voor het creëren van enkele nuttige, efficiënte business apps die onze klanten significante concurrentiële voordelen moeten opleveren.” (BVC – Foto Hol)

www.b-inside.be

Ondernemers 15 11 oktober 2013

17

unieke verzekering

Verantwoordelijke uitgever : G.Deschoolmeester – Lakensestraat 35 – 1000 Brussel – Tel. : +32 2 214 61 11 – 13SEP235

die ook uitbetaalt als ik geen schade heb.

Voorzichtig zijn, dat loont!

10% van uw premies jaarlijks terugbetaald Groepeer uw KMO-verzekeringen in het All-in-One Pro package en geniet van: • een bonus van 10% na een jaar zonder schade • voordelige tarieven • de meest complete waarborgen voor uw onderneming

Contacteer uw makelaar of ga naar mijnAllinOnePro.allianz.be

Met u van A tot Z

Allianz Belgium n.v. – Lakensestraat 35 – 1000 Brussel – Tel.: +32 2 14.61.11 - www.allianz.be – BTW: BE 0403.258.197 – RPR Brussel – Verzekeringsmaatschappij toegelaten door de controleoverheden onder codenummer 0097 om alle takken «Leven» en «niet-Leven» te beoefenen

Het Velotel scheurde zich los van de Apollogroep. De familie Desimpel zal voortaan het hotel zelf uitbaten en mikt daarbij op twee doelgroepen: zakenmensen en fietsers.

Vastgoedgroep Immo Desimpel weekte haar hotel in domein Ter Poele in Brugge los uit de Nederlandse Apolloketen en herdoopte het tot Velotel Brugge.

De Kortemarkse ondernemersfamilie bouwde in 2001 in de Handboogstraat - nabij de industriële as Pathoekeweg - een hotel met 120 kamers en vergaderfaciliteiten. Het opende als Scandic Hotel (Hiltongroep), maar kende een moeilijke start door de toerismecrisis na het drama van 11 september 2001. In 2007 verkocht Immo Desimpel de helft van de aandelen aan de Nederlandse groep EHM, die het hotel onderbracht in haar keten Apollo. Aan deze exploitatie kwam op 1 september een einde.

“Met één beslissing fnuikte de Raad van State de economische toekomst van Brugge. Al acht jaar was er geen enkele uitbreiding van de ruimte voor bedrijven mogelijk en nu zit alles opnieuw voor minstens twee jaar geblokkeerd.”

De afkeuring van een voetbalstadion aan de Chartreuse vernietigde immers ook de plannen voor 100ha groeigebied in NoordBrugge.

Verslagenheid troef bij al wie de West-Vlaamse economie groeikansen toedraagt. In het kader van het afbakeningsproces ‘stedelijk gebied Brugge’ vernietigde de Raad van State eind september niet alleen het deelplan voor het ‘gebied voor stedelijke activiteiten Oostkampse baan - Chartreuse’, maar ook het deelplan voor het ‘gebied Sint-Pietersplas De Spie’.

“Dit laatste deelplan is van levensbelang voor de economische groei en ontwikkeling van Brugge”, reageert Bart Vansevenant, Voka-regioverantwoordelijke Brugge. “Dit deelplan bevat voorschriften voor het bestaande regionaal bedrijventerrein Blauwe Toren, als voor de nieuw te ontwikkelen regionale bedrijventerreinen Blankenbergse Steenweg (80 ha) en de Spie (20 ha). Dit gebied was voorbestemd als het Brugse groeigebied. Al acht jaar lang werd in Brugge geen enkele extra ruimte voor bedrijvigheid gecreëerd. Het is geleden van de retailzone B-Park dat er nog nieuwe oppervlakte werd aangesneden. Sindsdien informeerden honderden bedrijven vruchteloos naar uitbreidingsmogelijkheden.”

BEDRIJVEN

Velotel Brugge weer 100% Desimpel “Wij kochten enkele jaren geleden alle aandelen terug als onderdeel van een transactie waarbij EHM in Oostende de exploitatie en 20% eigendom van Hotel Thermae Palace verwierf. Nu kozen we in Brugge voor een eigen uitbating”, zegt Christophe Desimpel. Het lokale managementteam met 20 vaste medewerkers bleef aan boord.

Aan deze doorstart hangt een nieuw concept vast dat doorklinkt in de nieuwe naam. “Hoewel iedereen welkom is, richt Velotel zich nog meer op twee specifieke doelgroepen: zakenmensen en de gestaag groeiende groep fietsers, zowel recreanten als professionelen.

Wielerploegen als Lotto, Française des Jeux en Saxobank appreciëren de aangepaste voeding, sauna, fitnessruimte, vergaderzalen, parkeerruimte en

STEVE VANBELLE:

“DE NIEUWE NAAM VELOTEL WEERSPIEGELT DE FOCUS OP FIETSERS EN ZAKENTOERISTEN.”

binnenwerkplaats”, vertelt general manager Steve Vanbelle. Ook bij Thermae Palace Hotel, het enige overblijvende Belgische hotel in de Apolloketen, lopen gesprekken over de toekomst. (RJ – Ingezonden foto)

www.hotelvelotel.com

Brugse economische expansie tien jaar verlamd Ook de aangrenzende gemeenten boden weinig soelaas. “De geplande 65 ha regionaal bedrijventerrein in Jabbeke, opgenomen in het eerste ontwerp van het GRUP (Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan), speelden we kwijt, evenals een stuk langs de E40 in Oostkamp. De vernietiging van dit deelplan, omdat het mogelijkerwijs de bouw van een voetbalstadion op die locatie onmogelijk zou maken, is onthutsend.

Dit is een ramp voor het bedrijfsleven. Het fnuikt de ontwikkelingskansen van niet alleen de stad Brugge, maar van de hele regio.”

Niet tegen stadion Struikelsteen voor de Raad van State was klaarblijkelijk het voornemen om zonder voldoende inschatting van de milieueffecten een voetbalstadion voor 40.000 toeschouwers te bouwen aan de Chartreuse. “Bijzonder jammer dat de Raad van State haar beslissing baseerde op een achterhaald idee: Club, Cercle en de stad broeden momenteel op stadionplannen op een andere locatie. Wij zijn niet tegen een voetbalstadion, integendeel. Ook dat behoort tot het economische weefsel en vormt een uithangbord voor de stad. Het is

alleen frustrerend dat hierdoor geen toekomstgericht economisch beleid meer kan gevoerd worden. Door de vernietiging van het deelplan Chartreuse kan daar ook niets in huis komen van de voorziene 7,5 ha voor kantoren met focus op hoogwaardige diensten”, analyseert Bart Vansevenant.

En nu? “De bal ligt nu wederom in het kamp van de Vlaamse regering. Voka West-Vlaanderen rekent op een spoedig en doortastend nieuw planningsinitiatief van Vlaams Minister voor Ruimtelijke Ordening, Philippe Muyters, om de aanleg van beide bedrijventerreinen, alsook de bedrijvenzone in Chartreuse, op korte termijn mogelijk te maken. Dit zou de regio al een eind vooruit helpen. Maar om echt van een ijzeren voorraad te kunnen spreken, zijn minstens dubbel zoveel hectaren nodig. Een mogelijke alternatieve piste kan gezocht worden in het versoepelen van de toewijzing van terreinen langs de Pathoekeweg. In plaats van die zuiver voor te behouden voor haven- en of watergebonden activiteiten, kan daar misschien - zoals in Oostende - een gemengde bestemming aan gegeven worden”, aldus Vansevenant. (RJ)

Ondernemers 15 11 oktober 2013

19

Ondernemers 15 11 oktober 2013

VOORZITTERSWISSEL

20

Ludo Lievens volgt Jean-Pierre Saelen op als regiovoorzitter Brugge

“Van Brugge en Voka sterke merken gemaakt” Na acht jaar voorzitterschap van de regio Brugge gaf Jean-Pierre Saelen onlangs de scepter door aan Ludo Lievens. “JeanPierre slaagde in zijn ambitie om zowel van de regio Brugge als van Voka sterke merken te maken. Dat geeft mij een bonuspositie om de Voka-prioriteiten inzake ruimte, mobiliteit, energie en toeristische infrastructuur verder aan te pakken. Daarnaast zal ik persoonlijke accenten leggen op de haven, onderwijs en ondernemerschap, telkens vanuit een bemiddelende rol.”

U werd regiovoorzitter in 2005, kort nadat de Kamers van Koophandel de krachten bundelden tot de alliantie Voka. Hoe blikt u terug op die overgang?

Jean-Pierre Saelen: “Voor niet-ingewijden behoorden de opdracht en de werking van de Kamer van Koophandel vroeger tot één van de best bewaarde geheimen van de streek. Men verwarde ons zelfs met de Rechtbank van Koophandel en met de ambtenaren

van de Kamer van Ambachten en Neringen. Voka is sinds 2004 een transparant begrip voor zowel de leden als de buitenwereld. Nu weet iedereen dat wij een werkgeversorganisatie zijn die actief is in service, netwerking en belangenbehartiging. Elke ondernemer erkent intussen het belang van Voka voor innovatie, netwerking en internationalisering.”

Bij uw aantreden lanceerde u een actieplan op basis van drie dimensies: horizontaal, verticaal en uitstraling. Bent u in dat opzet geslaagd?

Jean-Pierre Saelen: “De horizontale dimensie had betrekking op de bedrijven en de eigen organisatie. De meest performante streken in Europa worden gekenmerkt door sterke bedrijven die met elkaar in een netwerk functioneren. Samen sta je sterker. Onze eerste taak bestond er dus in om de bedrijven te stimuleren om elkaar beter te leren kennen. De regio Brugge heeft een unieke mix van multinationals, kmo’s, havenbedrijven en toerisme. We slaagden erin deze vaak zeer verschillende types van ondernemingen actief te doen

netwerken. De versnippering van het werkgeverslandschap gingen we ook tegen door samenwerking met Apzi binnen de zeehaven van Brugge en de alliantie met Bedrijvig Brugge.”

Twee: de verticale dimensie of de relatie met het politieke beleid.

Jean-Pierre Saelen: “Voor de economische slagkracht en welvaartsgroei moeten politici-beleidsmakers en ondernemers de handen in elkaar slaan. Vroeger dacht

JEAN-PIERRE SAELEN:

“VANDAAG BESEFT IEDEREEN DAT DE BRUGSE ECONOMIE VOOR NIEMAND MOET ONDERDOEN.”

En wat is er van de derde dimensie - de uitstraling van de regio - geworden?

Jean-Pierre Saelen: “Vroeger leefde bij veel ondernemers het idee dat de Brugse regio beter op zichzelf bleef. Nu overheerst het besef dat ze zich beter inschakelen in een ruimere West-Vlaamse context.

Daarbij moet Brugge zeker niet onderdoen op het vlak van dynamiek. Uit de cijfers blijkt duidelijk het tegendeel. Van de toegevoegde waarde in WestVlaanderen wordt 25,2% gecreëerd in het arrondissement Brugge. Dat is vergelijkbaar met de 26,2% van het arrondissement Kortrijk. Het samenspel tussen de multinationals, havenbedrijven, kmo’s en toerisme is uniek. En dan spreken we nog niet van de enorme bijdrage van de zorgsector tot de werkgelegenheid en de toelevering. Ook bij het grote publiek leefde vroeger vaak een beeld van economische passiviteit. Sommige stadsgidsen spraken zelfs over Bruges la Morte.

Die perceptie veranderde, mede door onze inspanningen om het publiek via de pers met feiten te informeren. Voor de 400 stadsgidsen, toch belangrijke internationale ambassadeurs, publiceerden we al drie keer het economisch zakboekje ‘Brugge b(l)oeit’.”

JEAN-PIERRE SAELEN EN LUDO LIEVENS:

“WE MOETEN JONGEREN WARM MAKEN OM NA HUN STUDIES IN DE REGIO BRUGGE TE WERKEN EN ONDERNEMEN.”

Welke zaken zou u nog graag gerealiseerd zien?

Jean-Pierre Saelen: “Een aantal projecten is verre van afgewerkt en die dossiers vragen een blijvende aandacht. Ik denk bijvoorbeeld aan het aanbod van ruimte voor bedrijven, de problematiek van mobiliteit en ontsluiting, de voor de zakelijke én toeristische sector belangrijke treinverbinding met Euralille en de ontwikkeling van aangepaste congresinfrastructuur. Er ligt dus nog veel werk op de plank.”

Wat gaat u nu doen?

Jean-Pierre Saelen: “Mijn acht jaar regionaal voorzitterschap - statutair beperkt tot maximaal twee keer vier jaar - was mijn community service. Ik help graag ondernemers en zal daarom actief blijven in het Vokabestuur. Daarnaast ben ik extern bestuurder in een aantal bedrijven en heb ik bij de Vlerick Managementschool enkele lesopdrachten. Ik ben pas 59, er komen nog voldoende projecten op me af. In ons familiebedrijf Dhondt gaf ik drie jaar geleden de fakkel door aan mijn dochter en schoonzoon.”

Aandacht voor nieuw, jong, creatief en innovatief ondernemerschap Is het toeval dat net in deze conjunctureel mindere tijd het voorzitterschap overgaat van een expansiegedreven marketeer naar een cijferende economist?

Ludo Lievens: “Vanuit mijn beroepservaring ben ik vertrouwd met het doorgronden en structureren van moeilijke en complexe dossiers, en met het zoeken naar en aanvaardbaar maken van oplossingen.

Het is een voordeel dat ik kan starten met een bonus: Jean-Pierre Saelen gaf sterke aanzetten op het vlak

LUDO LIEVENS:

“IK ZIE MIJ ALS BEMIDDELAAR DIE STREEKDOSSIERS KNEEDT EN DIE HELPT ZOEKEN NAAR EEN PASSENDE OPLOSSING.”

van belangenbehartiging, aandacht voor ondernemerschap, economische uitstraling en relaties met het beleid. Ook de geesten zijn duidelijk gerijpt. Er is meer Brugs bewustzijn maar tegelijk bestaat het besef dat we elkaar nodig hebben. Het is een goed moment om te starten. De nieuwe bewindsploegen zijn overal samengesteld en RESOC gooide met medewerking van onder meer Voka haar streekvisie op tafel. Het is nu zaak om de Voka-prioriteiten naar concrete acties te vertalen.”

Welke zijn die prioriteiten?

Ludo Lievens: “Enerzijds zijn er blijvende musts, dossiers waarvoor we koppig blijven ijveren omdat ze van essentieel strategisch belang zijn. Dat is in de eerste plaats bijkomende ruimte voor bedrijven. We hebben nood aan nieuwe terreinen met een extra dimensie, een soepel beleid voor een betere benutting en kansen voor privé initiatief of PPS-projecten. Ten tweede is er de ontsluiting van de regio op het vlak van mobiliteit.

De beloofde projecten voor de weg en het spoor willen we graag voltooid zien worden en we blijven hameren op een goede ontsluiting via het water voor de lange termijn. Daarnaast moet ingezet worden op slimme mobiliteit en logistiek. Ten derde ijveren we voor de ontsluiting van de regio op het vlak van energie.

Denk maar aan het Stevinproject, dat de stroom van de windturbineparken aan land moet brengen. Ten vierde vragen we op het vlak van toeristische infrastructuur een state of the art congrescentrum. Onder meer de zorgsector is daar, zelfs internationaal, sterk vragende partij voor.”

Zijn er naast die institutionele prioriteiten zaken waar u persoonlijk werk van wil maken?

Ludo Lievens: “Ik wil minstens even hard focussen op de haven, een toekomstgericht (hoger) onderwijs en ondernemerschap. De haven is het kloppende hart van de Brugse economie. Daarom is elke betrokkenheid met de omringende ondernemerswereld en het beleid welkom. Voor het onderwijs streef ik naar een grotere

samenwerking met het bedrijfsleven, bijvoorbeeld via het verankeren van de ingenieursopleiding en via links met de universiteiten. Dat sluit aan bij mijn aandacht voor nieuw, jong, creatief en innovatief ondernemerschap. We kunnen dat aanmoedigen via een actief clusterbeleid. We moeten jongeren warm maken om na hun studies in de regio Brugge te werken en ondernemen.”

VOORZITTERSWISSEL

het beleid te vaak dat ondernemers hun eigen boontjes konden doppen. Intussen is het besef gegroeid dat we elkaar nodig hebben. Dat heeft geleid tot samenspraak bij de uitwerking van bepaalde maatregelen.

Bovendien hebben we geregeld de gemeentebesturen met de behoeften en verlangens van hun ondernemers geconfronteerd.”

Welke rol ziet u daarin weggelegd voor Voka?

Ludo Lievens: “We missen nog te vaak samenwerking.

Voka kan hierbij als go between of als liaison officer optreden.”

Welke rol ziet u voor uzelf?

Ludo Lievens: “Naast de min of meer verwachte traditionele taak als ambassadeur van de regio en de bedrijven, wil ik een actieve rol vervullen als bemiddelaar en bruggenbouwer. Zeg maar als masseur die de streekdossiers kneedt en bespreekbaar maakt, die partijen samenbrengt en die helpt zoeken naar een passende oplossing. De komende weken zal ik dus spreken met de belangrijkste stakeholders uit overheid, onderwijs, economische sectoren, haven, toerisme, enzovoort.

Telkens met een duidelijke invalshoek: hoe kunnen we elkaar vinden en versterken?” (RJ – Foto MVN)

LUDO LIEVENS:

“ER IS MEER BRUGS BEWUSTZIJN MAAR TEGELIJK BESTAAT HET BESEF DAT WE ELKAAR NODIG HEBBEN.”

Wie is Ludo Lievens?

Ludo Lievens (56) is vennoot-oprichter van Lievens & Co, een fiscaal en juridisch advieskantoor met 18 medewerkers en vestigingen in BruggeSint-Michiels en Brussel. Het kantoor is gespecialiseerd in het begeleiden van familiale overdracht, overnames en fusies, vermogensplanning en advies inzake vastgoedprojecten.

Daarnaast bekleedt hij mandaten bij vijf toonaangevende ondernemingen, onder andere bij Ardo. Net als Jean-Pierre Saelen is hij betrokken bij Stroke Fund, een privaat investeringsfonds uit Brugge dat financiële en managementsteun verleent aan groeiende kmo’s. Academisch is Ludo Lievens actief als auteur van boeken en naslagwerken, als docent en programmadirecteur van de Brugge Business School en als gastdocent bij Familio. Hij is afkomstig van Kortemark en woont sinds 1980 in Brugge. (RJ - foto MVN)

Ondernemers 15 11 oktober 2013

21

BEDRIJVEN

22

Ondernemers 15 11 oktober 2013

Best of Travel wint voor de derde keer de Iron Boomerang Award

“Australië is het land van de toekomst” Aussie Tours, een brand van Best of Travel, kreeg voor de derde maal in tien jaar de prestigieuze Iron Boomerang Award als beste touroperator op Australië. Zaakvoerder Els Verhoest ziet duidelijk brood in Australië.

‘Alles onder één dak’, is de slogan van Best of Travel in Roeselare. Het gebouw is in elk geval heel imposant en lijkt zijn slogan waar te kunnen maken. Met zaakvoerster Els Verhoest inbegrepen werken er 15 mensen en dat is veel voor een reisbureau in West-Vlaanderen.

“Best of Travel is een klassiek reisbureau waar iedereen zijn gading kan vinden. Daarnaast zijn wij ook een gespecialiseerde reisorganisator op een aantal continenten”, zegt Els. “Aussie Tours brengt u naar Australië, Nieuw-Zeeland en de Pacific eilanden, via Africa Tours kan je zuidelijk en oostelijk Afrika en de Indische Oceaan bezoeken, Latin Tours brengt je dan weer naar Zuid-Amerika en Asia Tours kent uiteraard alleen Aziatische bestemmingen. Elk departement heeft een eigen exclusieve brochure en een gespecialiseerd team. We werken enkel direct met de klant en focus-

sen ons op individueel maatwerk. We zijn ondertussen bijna 20 jaar Australië-specialist, vandaar dat we dus ook goed scoren op deze bestemming.”

Democratisering “Het is de derde maal dat we de Iron Boomerang Award winnen”, gaat Els verder. “Dat was eerder al het geval in 2005 en 2010. Die Award wordt uitgereikt door de Australische luchtvaartmaatschappij Qantas en door toerisme Australië aan touroperators uit de Benelux die gespecialiseerd zijn in Australië. Het oordeel

ELS VERHOEST:

“ZAKENREIZEN NAAR AUSTRALIË ZITTEN DUIDELIJK IN DE LIFT. BLIJKBAAR HEBBEN AL HEEL WAT BELGISCHE BEDRIJVEN DE WEG GEVONDEN NAAR HET LAND VAN DE TOEKOMST.”

wordt gevormd op basis van de kennis van het land, de website, de brochures, de marketingactiviteiten die Australië promoten en de omzet die op Australië wordt gehaald. 19 jaar geleden startte ik Aussie Tours op, nu werken we met zes mensen. Iedereen die hier werkt, heeft minstens het land bezocht, maar sommigen zoals Heidi en ikzelf zijn er al zeker 15 keer geweest. En uiteraard gaan we ook elk jaar naar de grootste toeristische beurs in Australië.”

“Vroeger was een reis naar Australië enkel weggelegd voor de happy few, maar nu is daar duidelijk verandering in gekomen. Je kan tegenwoordig 18 dagen naar Australië voor 4.000 euro per persoon. Meer en meer mensen opteren voor Australië en ook de zakenreizen zitten duidelijk in de lift. Blijkbaar hebben al heel wat Belgische bedrijven de weg gevonden naar het land van de toekomst.” (PD – Foto Kurt)

www.bestoftravel.be

Alfa Shirt bestaat 20 jaar en rijft twee awards binnen Wat ooit begon als een studentenweddenschap is 20 jaar later uitgegroeid tot een vooruitstrevende kmo met 10 werknemers.

Het Oostkampse Alfa Shirt won in dit jubileumjaar ook twee awards van kledingmerk Stanley Stella.

Tijdens zijn rechtenstudies kreeg Benoît Clarysse van zijn zus een T-shirt met de Amerikaanse vlag en een leuk tekstje. “Medestudenten daagden me toen uit om het omgekeerde te doen: T-shirts bedrukken met de Belgische of Europese vlag voor Amerikaanse toeristen”, vertelt Benoît Clarysse. “Niet lang daarna kwam ik in contact met tabaksgigant Philip Morris en dat leverde me een bestelling van 2.000 T-shirts op.

Zo ging ik direct van stukwerk naar grote oplages.

Ik was nog altijd student (3e licentie) toen ik klanten als IBM en Henkel binnenhaalde. In januari 1995 ben ik er fulltime mee begonnen en een jaar later kocht ik een pand in Monnikenwerve en ging mijn eerste werknemer van start.”

Alfa Shirt verkoopt textiel met bedrukking of borduurwerk, van T-shirts over werkkleding tot petten. “Tot voor enkele jaren werkten we volgens een eenvoudig stramien”, vertelt commercieel verantwoordelijke Anthony Van Hees. “We verkochten eerst het textiel aan de klant, kochten het dan effectief in en zochten een drukker of borduurder in onderaanneming.”

Niet de goedkoopste Drie jaar geleden was er een belangrijk kantelpunt voor het bedrijf. Benoît Clarysse: “We wilden vlotter bereikbaar zijn en bouwden dit pand in de Siemenslaan in Oostkamp. Bovendien besloten we zélf te zeefdrukken. We kochten een 14-kleurendrukpers, de grootste in België, en een 8-kleurenpers. De juiste mensen vinden om zo’n machines te bedienen, was niet evident, maar we vonden iemand voor wie zeefdruk een passie is, en wierven ook een tweede zeefdrukker aan.”

De investering wierp meteen zijn vruchten af want het bedrijf viel in de prijzen. “Stanley Stella is een Belgisch kledingmerk met internationale uitstraling. Ruim 120 Europese dealers namen deel aan de wedstrijd. Wij wonnen de award voor de beste print op een Stanley Stella T-shirt, een mooie bekroning na tweeënhalf jaar zelf drukken. Bovendien rijfden we ook de award binnen voor ons duurzaam productieproces. Onze inkten zijn milieuvriendelijk, het water dat we bij het drukproces gebruiken wordt gerecycleerd, we collecteren 20.000 liter regenwater en hebben 720 zonnepanelen op ons dak.”

Het aantal textielbedrukkers in België is de afgelopen jaren flink gekrompen. Professionele spelers zoals Alfa Shirt zijn zeldzaam. “Wij zijn niet de goedkoopste, maar leveren alles wat de klant vraagt. Op die service gaan we nooit besparen”, besluit Anthony Van Hees.

www.alfashirt.com

Na zes jaar absolute meerderheid in Oostkamp, moest CD&V na de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar opnieuw op zoek naar een coalitiepartner. Tussen 2000 en 2006 werd er al goed samengewerkt met SP.A, waardoor de keuze snel gemaakt was. Luc Vanparys begon in januari van dit jaar aan een nieuwe ambtstermijn en hij is nu al sinds 1995 onafgebroken burgemeester van Oostkamp.

Wat bestempelt u als de mooiste realisatie van de vorige legislatuur?

Luc Vanparys: “Dat is ongetwijfeld ons nieuwe dienstencentrum. In 2006 heeft de gemeente een hangar van Coca-Cola aangekocht en we hebben de site helemaal verbouwd tot een locatie waar bijna alle gemeentelijke diensten, met die van het OCMW samenzitten. Op dat vlak zijn we een pionier in Vlaanderen. Vorige week heeft ons gebouw overigens nog de prestigieuze Prijs van de Vlaamse Bouwmeester 2013 gekregen.”

Welke zijn de nieuwe beleidsaccenten?

Luc Vanparys: “De invoering van de Beleids- en Beheerscyclus (BBC) zal de financiële druk binnen alle steden en gemeenten doen toenemen en dat verplicht ons tot het maken van een grondige oefening. De nieuwe regels bepalen onder andere dat we met de gewone werking niet in het rood mogen gaan en de autofinancieringsmarge moet voldoende positief zijn. We zullen dus keuzes moeten maken, want we willen een gezonde gemeente blijven. Wat leningen betreft hebben we onszelf een plafond opgelegd van maximaal 30 miljoen euro. De oefening is nog niet helemaal af, maar het is wel duidelijk dat we sterk zullen blijven investeren in waterzuivering, bejaardenzorg, sport- en cultuuraccomodatie en wegenwerken.”

REGIOSPECIAL

“We willen een gezonde en dynamische gemeente blijven”

Oostkamp

Industriegrond is een schaars goed in de ruime regio Brugge.

Wat kan Oostkamp op dat vlak nog aanbieden?

Luc Vanparys: “In totaal beschikken we op ons grondgebied over zowat 125 ha industriegrond, maar die ruimte is zo goed als volledig ingenomen. Momenteel werken we aan de ontwikkeling van twee lokale bedrijventerreinen. Binnen naar schatting anderhalf jaar zal er in de zone Rodenbachstraat ongeveer 10 ha bijkomen. Op iets langere termijn is er daarnaast nog potentieel in Ruddervoorde, dat zal een terrein tussen 3 en 5 ha worden.” (DVT – Foto MVN)

Zal het gemeentebestuur ook de buikriem moeten aanhalen?

Luc Vanparys: “We zullen wellicht de kwantiteit van onze dienstverlening moeten aanpassen, zonder echter aan de kwaliteit te raken. Wanneer er een personeelslid vertrekt, zullen we ook heel kritisch kijken of een vervanging noodzakelijk is.”

Oostkamp profileert zich vooral als een handelscentrum. Met bedrijven als Tyco, Group Van Damme, TransWest, enzovoort is Oostkamp ook een belangrijke industriële gemeente.

Luc Vanparys: “Dat Oostkamp zich profileert als een handelscentrum is vooral de verdienste van de handelaars zelf. Door hun dynamiek en creativiteit hebben we een sterk winkelcentrum uitgebouwd. Als gemeentebestuur juichen we dat toe en we proberen dat zoveel als mogelijk te ondersteunen.”

Oostkamp in cijfers 2002

2012

Totale bevolking

21.230

22.764

Groei (2002 = 100)

100

107,2

Groei (2002 = 100) Vlaams Gewest

100

106,3

Oostkamp

Vlaams Gewest

Aanvullende personenbelasting (2013)

8%

7,2%

Opcentiemen op onroerende voorheffing (2013)

1.300

1.354

2000

2011

Schuld per inwoner (in euro)

703

854

Schuld per inwoner Vlaams Gewest (in euro)

1.330

1.297

2000

2011

Aantal btw-plichtige onderneming (op 1 jan)

1.762

2.256

Startende ondernemingen

90

123

Oostkamp

Vlaams Gewest

Aantal jobs (2010)

8.408

2.765.018

Bevolking op beroepsactieve leeftijd (2010)

13.330

3.754.899

Jobratio (2010)

63,1%

73,6%

Werkzaamheidsgraad (2010)

76,42%

71,35%

Bron: Gemeentelijke Profielschetsen

Ondernemers 15 11 oktober 2013

23

REGIOSPECIAL

24

Ondernemers 15 11 oktober 2013

Diksmuide

“Ring komt er nog deze legislatuur”

Net als in zowat heel Vlaanderen ging ook in Diksmuide N-VA er fors op vooruit en dit ten koste van alle andere partijen. De coalitiepartners van de vorige legislatuur, CD&V en SP.A-OPEN, hielden echter wel voldoende zetels over om samen verder te doen.

“De bevolking heeft ons het fiat gegeven om op ons elan door te gaan”, interpreteert Lies Laridon de verkiezingsuitslag. Begin dit jaar begon ze dan ook aan een tweede ambtstermijn als burgemeester.

Wat ziet u als uw grootste realisatie van de vorige legislatuur?

Lies Laridon: “Het feit dat we zes jaar lang geen ruzie hebben gemaakt. Vroeger was dat wel eens anders in Diksmuide. De burger en zeker ook de ondernemers hebben daar geen boodschap aan. We hebben bewezen over een sterk team te beschikken en dat werd beloond. Daarnaast zijn we ook trots op enkele realisaties, zoals het nieuwe woonzorgcentrum Yserheem en de nieuwe ontmoetingszaal in Esen.”

‘Diksmuide geeft je ademruimte’ is de slogan van uw stad. Geldt dat ook voor de lokale ondernemers?

Lies Laridon: “Zeker. We zijn volop bezig met het oudste bedrijventerrein van de stad, Heernisse, een totaal nieuwe look te geven. De reconversiewerken (nieuwe wegen, gescheiden rioleringsstelsel, ...) zitten in de laatste fase en als stadsbestuur hebben we er mee over gewaakt dat de bedrijven altijd bereikbaar bleven.

De industriezone in Kaaskerke zit zo goed als vol, maar op ons regionaal bedrijventerrein Oude Barriere is er nog volop ruimte. We springen wel heel omzichtig om met die grond. We evalueren elke aanvraag grondig met als belangrijkste criteria de tewerkstelling, de uitstraling voor onze stad en het toekomstpotentieel. Op termijn

komt er ook nog een lokaal bedrijventerrein van 9 ha tussen de toekomstige ring en de IJzertoren, maar dat dossier is gekoppeld aan dat van de realisatie van de ring.”

De ontsluiting van Diksmuide is altijd al een heikel punt geweest. De realisatie van de ring is daarvoor van cruciaal belang. Wanneer komt die er?

Lies Laridon: “Het is inderdaad een heel oud dossier. Op administratief vlak is alles nagenoeg rond. De onteigeningen zijn bezig en we zitten nu in de tweede fase van het archeologisch onderzoek.

Dat is momenteel het grote vraagteken, want niemand weet hoelang dit zal duren. De realisatie van de ring is met de bouw van een nieuwe brug en een spoorwegtunnel een groot project, maar ik maak me sterk dat hij er nog deze legislatuur komt.”

Veel steden en gemeenten staat het water aan de lippen. Hoe zit dat in Diksmuide?

Lies Laridon: “Onze stad is financieel gezond, maar het blijft een huzarenstukje om de financiën in evenwicht te houden. Dat komt omdat we weinig inwoners hebben in verhouding tot onze oppervlakte. Jaarlijks komt er gelukkig wel een 100-tal nieuwe inwoners bij. We hebben die bevolkingsgroei hard nodig om onze dienstverlening op peil te houden.”

Diksmuide is één van de nationale toppers op het vlak van opcentiemen op de onroerende voorheffing. Wat zijn de plannen voor de toekomst?

Lies Laridon: “Je mag niet vergeten dat we die opcentiemen tijdens de vorige legislatuur al verlaagd hebben tot 2150 en we zullen die op dat peil houden. Ook het percentage van de aanvullende personenbelasting blijft ongewijzigd. Wel zullen we een nieuwe belasting op masten en pylonen invoeren, terwijl we de andere belastingen eenmalig zullen indexeren. Tot 2018 zullen die dan niet meer veranderen.”

(DVT – Foto DD)

Diksmuide in cijfers 2002

2012

Totale bevolking

15.480

16.432

Groei (2002 = 100)

100

106,1

Groei (2002 = 100) Vlaams Gewest

100

106,3

Diksmuide

Vlaams Gewest

Aanvullende personenbelasting (2013)

8,0%

7,2%

Opcentiemen op onroerende voorheffing (2013)

2.150

1.354

2000

2011

Schuld per inwoner (in euro)

1.536

974

Schuld per inwoner Vlaams Gewest (in euro)

1.330

1.297

2000

2011

Aantal btw-plichtige onderneming (op 1 jan)

1.492

1.628

Startende ondernemingen

64

104

Diksmuide

Vlaams Gewest

Aantal jobs (2010)

6.866

2.765.018

Bevolking op beroepsactieve leeftijd (2010)

9.394

3.754.899

Jobratio (2010)

73,1%

73,6%

Werkzaamheidsgraad (2010)

76,83%

71,35%

Bron: Gemeentelijke Profielschetsen

De kiezer schudde in Izegem de kaarten grondig door elkaar. CD&V werd naar de oppositiebanken verwezen, terwijl de voormalige coalitiepartner SP.A-Groen in zee ging met overwinnaar N-VA. Onder leiding van de 31-jarige burgemeester Bert Maertens probeert de nieuwe ploeg een ondersteunend economisch beleid te voeren.

Op ideologisch vlak lijkt een coalitie tussen N-VA en SP.A-Groen niet echt voor de hand liggend.

Bert Maertens: “Op nationaal vlak gaapt er inderdaad een kloof tussen de programma’s van beide partijen, maar op lokaal vlak is dat verschil niet zo groot. Als grootste partij hebben we gekozen om in zee te gaan met de tweede grootste partij en ik zal niet ontkennen dat ook de persoonlijke relaties een rol hebben gespeeld.”

We zijn bijna één jaar na de historische gemeenteraadsverkiezingen in Izegem.

Hoe kijkt u terug naar die eerste 365 dagen?

Bert Maertens: “Omdat we als N-VA geen bestuurservaring hadden in Izegem, was het een beetje zoeken en tasten. We hebben alles in vraag gesteld en dat is een werk van lange adem gebleken. Maar we zijn er bijna door. In december gaan we ons meerjarenplan 2014-2019 presenteren.”

De schuldgraad per inwoner ligt in Izegem iets boven het Vlaamse gemiddelde.

Hoeveel ruimte is er eigenlijk nog voor een eigen beleid?

Bert Maertens: “Heel weinig. We vinden namelijk dat de schuld niet hoger mag oplopen en bovendien willen we niet raken aan de aanvullende personenbelasting of aan de opcentiemen op de onroerende voorheffing. Concreet betekent dit dat we keuzes moeten maken en de investeringen in grote projecten moeten beperken: o.a. 3,5 miljoen euro gaat naar noodzakelijke wegenwerken, 5 miljoen euro naar sportinfrastructuur (o.a. een nieuwe tribune, kleedkamers en vernieuwde atletiekpiste op het sportcentrum ) en deze bestuursperiode nog 3 miljoen (in totaal 7 miljoen euro) in Eperon d’Or, waar we onze twee nationale musea willen samenbrengen door er één groot museum van schoenen en borstels van te maken. In dat gebouw, dat tussen de bedrijven ligt, willen we ook een ‘Huis van de Economie’ onderbrengen. We zien dat als een economisch loket dat onze bedrijven en handelaars volop zal steunen.

Daar is duidelijk een grote behoefte aan. We hopen dat het ‘Huis van de Economie’ heel snel zal uitgroeien tot een ontmoetingsplaats voor ondernemende mensen.”

REGIOSPECIAL

“Het is cruciaal om onze bedrijven rechtszekerheid te bieden”

Izegem

plan om als stadsbestuur een winkelpand te kopen of te huren. Zonder grote risico’s te lopen, kunnen startende handelaars daar hun eerste stapjes zetten en kijken of er bij het publiek interesse bestaat voor hun goederen of diensten.

Op dat vlak zijn we pioniers in Vlaanderen.”

Hoeveel extra ademruimte is er in Izegem nog voor de ondernemers?

Bert Maertens: “Bij de afbakening van het regionaal-stedelijk gebied Roeselare kreeg Izegem de woonfunctie toebedeeld en dat betekent dus dat er nog heel weinig mogelijkheden zijn. De vorige bestuursploeg had plannen om een stuk industriegebied in de buurt van Vandemoortele om te vormen tot woongebied. Met onze partij zijn we daar altijd tegen geweest en inmiddels hebben we die beslissing in samenspraak met onze coalitiepartner teruggeschroefd. Het is cruciaal om onze grote bedrijven rechtszekerheid te bieden. Daarnaast hebben we nog twee projecten die we de komende jaren willen realiseren. In de eerste plaats het regionale bedrijventerrein Top Aurora (16 ha), maar die zone zal specifiek bestemd zijn voor de autohandel. Daarnaast komt er nog een regionaal bedrijventerrein van 27 ha aan de Sasbrug.” (DVT – Foto Kurt)

Kort voor de verkiezingen hingen er zwarte affiches in het handelscentrum van Izegem. Net zoals zoveel andere steden worstelt Izegem met leegstand.

Bert Maertens: “Als lokale overheid is het moeilijk om daar iets aan te doen, maar we gaan toch proberen om met creatieve voorstellen iets te forceren. Zo zijn we van

Lifting things: easy and safe

Izegem in cijfers 2002

2012

Totale bevolking

26.551

27.363

Groei (2002 = 100)

100

103,1

Groei (2002 = 100) Vlaams Gewest

100

106,3

Izegem

Vlaams Gewest

Aanvullende personenbelasting (2013)

7,9%

7,2%

Opcentiemen op onroerende voorheffing (2013)

1.800

1.354

2000

2011

Schuld per inwoner (in euro)

1.041

1.391

Schuld per inwoner Vlaams Gewest (in euro)

1.330

1.297

2000

2011

Aantal btw-plichtige onderneming (op 1 jan)

2.023

2.307

Startende ondernemingen

82

155

Izegem

Vlaams Gewest

Aantal jobs (2010)

13.427

2.765.018

Bevolking op beroepsactieve leeftijd (2010)

15.924

3.754.899

Jobratio (2010)

84,3%

73,6%

Werkzaamheidsgraad (2010)

74,79%

71,35%

Bron: Gemeentelijke Profielschetsen

GOEDERENLIFTEN VAN RDL De RDL-goederenliften zijn de perfecte oplossing voor het transport van goederen tussen twee of meerdere verdiepingen in productiehallen, opslagplaatsen en showrooms. Maar ook in residenties en woningen kunnen ze hun diensten bewijzen.

Surf naar www.goederenlift.net RDL Engineering nv - Ambachtenstraat 46 - 8870 Izegem - België T. +32 (0)51/31 35 24 - F. +32 (0)51/31 28 09 - info@rdl-engineering.com

ad-goederenlift(120x210).indd 1

Ondernemers 15 1121/08/12 oktober15:30 2013

25

26

Ondernemers 15 11 oktober 2013

Vanaf december is ondernemers ook beschikbaar op uw smartphone of tablet.

Adverteer in onze editie rond de ‘Bedrijvencontactdagen’ en ontvang een gratis iPad !

Meer info op 056 24 16 56 of via françois.delandsheer@voka.be

Fashion solutions for retailers ECG creates added value by offering a platform of brands, with different core customer profiles.

ECG grows towards an European market reference with a defined market segment and brands range.

Unieke eindejaarspakketjes zorgvuldig op uw maat samengesteld met ambachtelijke producten op basis van hopscheuten.

ECG NV Diepemeers 45, Poperinge T +32 57 34.63.00 - F +32 57 33.41.56 info@ecgroup.be - www.ecgroup.be

Contactpersoon: Pascal Pauwelyn (057/30 99 73) www.houblonesse.be

Poperinge

REGIOSPECIAL

“We geloven sterk in het potentieel van een agrocleantech cluster” Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar bleef CD&V in Poperinge goed overeind, maar coalitiepartner Samen moest wel zware klappen incasseren. Onder impuls van Open VLD probeerde men een anticoalitie tegen CD&V op te zetten, maar met slechts één zetel op overschot bleek dat scenario niet echt realistisch. Uiteindelijk sloegen CD&V en Samen opnieuw de handen in elkaar en ook burgemeester Christof Dejaegher bleef op post.

Waarom werd uw coalitiepartner zo zwaar afgestraft?

Christof Dejaegher: “Ik vermoed dat onze maatregelen om het mobiliteitsprobleem aan te pakken ons parten hebben gespeeld. Om onze lokale handelaren te steunen, hebben we drastisch ingegrepen, amper anderhalf jaar voor de verkiezingen.

Zo kwam er een nieuw circulatieplan in de stad en werd het betalend parkeren ingevoerd. Voor wie zijn nummerplaat intoetst, is het eerste half uur parkeren gratis, maar voor veel ouderen blijkt dat een te hoge drempel te zijn.”

Op welke realisatie van de vorige legislatuur bent u fier?

Christof Dejaegher: “Het is moeilijk om er eentje uit te pikken: we hebben de binnenstad en ook het centrum van Proven helemaal vernieuwd, er is een nieuw jeugdcentrum gekomen en we hebben ook een uitbreiding van de industriezone met 29 ha gerealiseerd. We hebben 4 miljoen euro geïnvesteerd in waterbeheerswerken.

Daarmee winnen we geen prijzen, maar we beschermen wel onze inwoners en dat is wat telt. Tot slot zijn we er voor het eerst in 40 jaar in geslaagd om een stukje van de ring verder door te trekken.”

CHRISTOF DEJAEGHER:

“HET ZOU GEEN KWAAD KUNNEN OM ALLE ONDERLINGE SAMENWERKINGSVERBANDEN DIE DOOR DE JAREN HEEN TUSSEN DE GEMEENTEN GEGROEID ZIJN EENS TEGEN HET LICHT TE HOUDEN.”

Welke zijn de nieuwe beleidsaccenten?

Christof Dejaegher: “We hebben geleerd dat het heel belangrijk is om te luisteren naar onze inwoners en daarom volgen we nu een participatietraject. Op onze online bevraging kregen we meer dan 1.500 reacties en daarnaast zijn we aan tafel gaan zitten met 130 willekeurig gekozen personen, onder leiding van een onafhankelijk bureau.”

Wat heeft uw team in petto voor de ondernemers van Poperinge?

Christof Dejaegher: “Indien alle opties gelicht worden, dan is de uitbreiding van de industriezone al voor 90% volzet. Ik denk dat we voldoende argumenten hebben om een extra uitbreiding aan te vragen bij de hogere overheid. Daarnaast willen we ook nieuwe impulsen geven aan de lokale economie. Van oudsher zijn we een landbouwstreek en die troef willen we volop uitspelen. Zo geloven we sterk in Agreon, een agrocleantech cluster die toeleveringsbedrijven, landbouwbedrijven en kenniscentra nauwer moet doen samenwerken. Daarvoor werken we samen met POM en Inagro.”

Poperinge is één van de meest uitgestrekte, maar ook één van de dunstbevolkte gemeenten. Dat heeft zijn weerslag op de belastinginkomsten.

Christof Dejaegher: “Dat is inderdaad een typisch probleem van elke landelijke gemeente die toch een centrumfunctie heeft ten opzichte van de omliggende gemeenten. Vanaf dag één hebben we gezegd dat we volop zouden inzetten op projecten die het economische draagvlak van de stad kunnen verhogen. Sommigen

noemen dat ‘prestigeprojecten’, maar door te investeren in een zwembad trekken we wel nieuwe mensen aan. Met datzelfde doel voor ogen willen we op korte termijn in onze gemeente 500 percelen bouwgrond – al dan niet in samenspraak met privépartners – ontwikkelen. Als we dat snel kunnen realiseren, dan zal ons dat toelaten om de opcentiemen op de onroerende voorheffing te laten zakken.”

Als voorzitter van RESOC bent u pleitbezorger voor meer onderlinge samenwerking.

Christof Dejaegher: “De Westhoek is zeer heterogeen en kan opgedeeld worden in vier verschillende soorten gemeenten: de kust, de vier kleinstedelijke gebieden, Wervik en voor de rest wat landelijke gemeenten. Het is van groot belang dat er meer samenwerking komt, want door de krachten te bundelen, zullen we veel sterker staan ten opzichte van de hogere overheden. Daarnaast zou het geen kwaad kunnen om alle onderlinge samenwerkingsverbanden die door de jaren heen gegroeid zijn eens tegen het licht te houden.” (DVT – Foto DD)

Poperinge in cijfers 2002

2012

Totale bevolking

19.376

19.989

Groei (2002 = 100)

100

103,2

Groei (2002 = 100) Vlaams Gewest

100

106,3

Poperinge

Vlaams Gewest

Aanvullende personenbelasting (2013)

8%

7,2%

Opcentiemen op onroerende voorheffing (2013)

1.975

1.354

2000

2011

Schuld per inwoner (in euro)

959

511

Schuld per inwoner Vlaams Gewest (in euro)

1.330

1.297

2000

2011

Aantal btw-plichtige onderneming (op 1 jan)

1.576

1.692

Startende ondernemingen

64

73

Poperinge

Vlaams Gewest

Aantal jobs (2010)

7.900

2.765.018

Bevolking op beroepsactieve leeftijd (2010)

11.360

3.754.899

Jobratio (2010)

69,5%

73,6%

Werkzaamheidsgraad (2010)

75,54%

71,35%

Bron: Gemeentelijke Profielschetsen

Ondernemers 15 11 oktober 2013

27

Bedrijfsmatig verpakkiNgsafval sortereN kaN reNdereN. Als uw bedrijf haar verpakkingsafval sorteert is dat niet alleen goed voor het milieu maar ook financieel voordelig. Want VAL-I-PAC biedt financiĂŤle steun aan bedrijven die hun verpakkingsafval selectief inzamelen en laten ophalen om gerecycleerd te worden. Meer weten over de voorwaarden van de recyclagepremies?

Kijk op www.valipac.be en vraag de gratis folder aan.

Natuurlijk sorteer ik voor ‘t milieu.

DOSSIER

DOSSIER Afval & milieu

Verpola: van recyclage naar innoverende bouwproducten

“Recyclage is vandaag niet meer sexy” Wat begon als een recyclageproject voor de isomoverpakkingen van buurbedrijf Philips is twee decennia later uitgegroeid tot een pionier in isolatiechape. Blijven inspelen op veranderingen in de markt is net de sterkte van Verpola. “Maar de grootste uitdaging vandaag is kunnen concurreren met Chinezen die onze grondstoffen komen wegkapen”, vertelt Carl Ghistelinck.

De ruime bedrijfssite van Verpola langs de Brugse Pathoekeweg paalt aan het terrein van de voormalige producent van onder andere tv’s. Carl Ghistelinck: “Philips was in die tijd de grootste producent van elektrische apparaten ter wereld. Beeldbuizen voor de tv’s die in Brugge werden gemaakt, waren verpakt in geëxpandeerd polystyreen of EPS, beter bekend als isomo of piepschuim. Die enorme volumes verpakkingen waren een flessenhals in de productie. Zo gingen we 22 jaar geleden van start met Verpola, de afkorting van ‘verwerking van polystyreen afval’. De eerste zes jaar haalden we onze grondstof exclusief bij Philips.”

Verpola smolt het piepschuim om tot een polystyreenkorrel die gebruikt werd voor eenvoudige spuitgiettoepassingen. “Maar we zagen heel snel in dat we daar meer moesten mee doen, want het smelten was te energieverslindend”, vertelt Carl Ghistelinck.

“We zochten naar toepassingen in de bouwsector en leverden snel onze EPS-korrels aan steenbakkerijen als Desimpel en Ampe, die ze gebruikten voor hun isolerende snelbouwstenen. Dat werd onze belangrijkste afzetmarkt en we kwamen grondstoffen te kort.

OVAM kwam ons opzoeken met de vraag om het isomo van de containerparken te verwerken. Een proefproject met verzamelzakken op het Brugse containerpark kreeg al snel navolging in het Gentse. Het probleem was dat het piepschuim van de containerparken niet zo maagdelijk wit was als dat bij Philips, en we het door die lagere kwaliteit niet konden gebruiken voor spuitgiettoepassingen. In de bouwsector waren die gerecycleerde bolletjes wél welkom, maar enkel de kleine. De grote verkochten we aan meubelmakers voor poefs en zitzakken.”

Pionieren van a tot z

CARL GHISTELINCK:

“DE SLUITING VAN PHILIPS LEEK EERST EEN DONKERE DAG IN ONS BESTAAN, MAAR HET TEGENDEEL IS WAAR GEBLEKEN.”

Verpola bleef zoeken naar nieuwe mogelijkheden en afzetmarkten. “Op een bepaald moment vonden we een nieuwe toepassing in een isolatiechape voor vloeren en platte daken”, vertelt Carl Ghistelinck.

“De bolletjes zorgen voor de isolatie, maar beperken ook het gewicht, wat bijvoorbeeld in hoogbouw uiterst belangrijk is. Betopor was geboren. In het begin verkochten we de zakken Betopor aan aannemers en chapebedrijven. Maar we zagen brood in extra dienstverlening en kochten een degelijke pomp om zelf op de

werven te leveren. Rond 2000 vroegen we ons af of we dat hele productieproces dat we bij ons in het bedrijf tot in de puntjes in de vingers hadden, niet op de werf zélf zouden kunnen klaren. Dus hebben we opleggers ontwikkeld die volautomatisch de mengeling maken van isomobolletjes, cement, water en toeslagstoffen en alles naar binnen pompen. Het heeft ons een vermogen en heel wat tijd gekost om die eerste oplegger productieklaar te krijgen. ’t Was pionieren van a tot z. Maar omdat die Betopor-oplegger ervoor zorgde dat we in tegenstelling tot vroeger wél precieze hoeveelheden konden leveren, wilden onze klanten niets anders meer. Momenteel zitten we aan oplegger nummer acht. Dat de isolatienormen verstrengd zijn en er door de stijgende energieprijzen ook meer geïsoleerd wordt, heeft natuurlijk bijgedragen aan dat grote succes.”

Verpola telt vandaag 20 werknemers en is altijd blijven innoveren, met recente producten als Betopor Silver en de oprichting van het eigen aannemingsbedrijf maKs (maximum K-solutions), dat bovenop het leveren en het pompen zorgt voor de plaatsing van de isolatiechape. Zo vervelt Verpola meer en meer van een recyclage- naar een isolatiebedrijf. “De sluiting van Philips leek eerst een donkere dag in ons bestaan”, vertelt Carl Ghistelinck, “maar het tegendeel is waar gebleken. Het volume afval ging wel achteruit, maar de toegevoegde waarde die we aan dat afval gaven, is er alleen op vooruit gegaan. Onze grootste kopzorg is vandaag om nog voldoende afval te kunnen inzamelen. Op de trend dat Chinezen het piepschuim komen wegkapen en er nog geld voor toegeven, hebben we geanticipeerd door een eigen installatie te bouwen om isomobolletjes te maken.”

“Recyclage is vandaag niet meer sexy”, stelt Carl Ghistelinck vast. “Vroeger mochten we onze werking overal gaan toelichten. Nu moet ik mij verdedigen bij de afvalintercommunales om het EPS-afval te kunnen blijven recycleren rond de kerktoren: van isomo in het containerpark tot isolatiechape in het nieuwe politiekantoor, schooltje of gemeentehuis.” (SD – Foto MVN)

www.verpola.be

Ondernemers 15 11 oktober 2013

29

Ontdek de energieoplossing op maat van uw kmo!

Vraag nu een gratis energieofferte op

056 36 44 80

Elexys is een dynamische Belgische energieleverancier die gas en elektriciteit levert aan bedrijven. We evalueren uw energievraagstuk en geven het juiste antwoord op maat van uw onderneming. Uw energiecontract bekijken

we ook als een financieel product, waarbij u continu zicht hebt op uw huidige posities en de marktgegevens. Zo kunt u uw energiekost minimaliseren. Contacteer ons en ontdek de oplossing op uw maat!

www.elexys.be Elexys NV – Brugsesteenweg 73 – 8520 Kuurne – info@elexys.be

DOSSIER

Recyc-Oil vormt cruciale schakel in recyclage van afvalolie

“Strengere wetgeving is rode draad doorheen onze geschiedenis” De ophaling en verwerking van afvalolie en oliehoudende afvalwaters: dat is al ettelijke jaren de specialisatie van Recyc-Oil. Het bedrijf uit Wielsbeke zag zijn activiteiten doorheen drie decennia evolueren op basis van de continu veranderende wetgeving.

Niet alleen de wetgeving, ook het milieubewustzijn is de voorbije jaren gelukkig bij heel wat bedrijven groter geworden. “Toch is het af en toe nog nodig mensen te sensibiliseren om beter hun afvalstoffen te sorteren”, getuigt directeur Bernard Vandaele, die samen met schoonbroer Dirk Kerckhof het bedrijf runt.

Recyc-Oil ontstond 30 jaar geleden vanuit Copanex.

“Mijn schoonvader, Roger Kerckhof, heeft dat bedrijf in 1964 opgericht”, verduidelijkt Bernard Vandaele.

“Hij leverde toen onder meer houtkrullen aan de spaanderplatenindustrie. Uit contacten met die klanten bleek een dringende behoefte aan brandstof. Gerecycleerde en opgewaardeerde afvalolie was toen een uitstekend alternatief als brandstof, zowel op vlak van prijs, van verbruik als van rendement.

Met de oprichting van Recyc-Oil hebben we perfect op die behoefte ingespeeld.”

Verstrenging van milieuwetgeving De onderneming begon dus als toeleverancier van brandstof aan de industrie. “We zamelden afvalolie in die we zelf zuiverden. Van in het begin hadden we een grote afzetmarkt. Naarmate de jaren vorderden, zorgde de verstrenging van de milieuwetgeving ervoor dat we het geweer gedeeltelijk van schouder dienden te veranderen. Zo zijn we geëvolueerd naar een onderneming die zich specialiseert in de ophaling van afvalolie. Dat gebeurt via 14 eigen tankwagens. Als die op onze site aankomen, wordt de olie in de opslagtanks gelost, ontwaterd en ontdaan van vaste stoffen, zodat ze voldoet aan de specificaties van de eindverwerkers. Bij deze bedrijven wordt de afgewerkte olie, via een raffinageproces, opnieuw getransformeerd tot smeerolie”, legt Bernard Vandaele uit.

Met deze activiteit ontpopt Recyc-Oil zich tot de ideale partner voor autogarages, transportbedrijven en andere ondernemingen waar intensief onderhoud van voertuigen en machines vereist is. “We zijn ook kind aan huis bij talrijke containerparken, waar particulieren die zelf hun wagen onderhouden hun afvalolie kunnen achterlaten.”

De veranderde milieuwetgeving zorgde ervoor dat Recyc-Oil zich ging specialiseren in de verwerking van oliehoudende afvalwaters. “Waar circa 30 jaar geleden oliehoudende afvalwaters probleemloos mochten

worden geloosd, mag dat nu al een tijdje niet meer.

Ondernemingen met enorme volumes aan afvalwater vangen dat op door een eigen waterzuiveringsinstallatie te bouwen, maar voor kleinere spelers is die investering veel te zwaar. Voor hen zijn wij een ideale partner. Zo zijn we kind aan huis bij tal van bedrijven uit de metaalverwerking.”

Zorgvuldig onderzoek De markt van olie-ophaling is een heel klein segment.

“Je hebt slechts een drietal specialisten, maar de onderlinge concurrentie is wel bikkelhard”, benadrukt Bernard Vandaele. “Als familiebedrijf slagen wij er gelukkig in ons te onderscheiden door een flexibele aanpak, een goede service en veel aandacht voor netheid. Bovendien kunnen we rekenen op ervaren chauffeurs, die door de jaren heen een goede kennis over verschillende oliën en mengsels hebben opgebouwd.

Daardoor zijn zij goed geplaatst om te oordelen of de

DIRK KERCKHOF EN BERNARD VANDAELE:

“EEN STRENGERE REGELGEVING HEEFT OOK EEN VOORDEEL WANT OP DIE MANIER WORDT HET VOOR POTENTIËLE NIEUWKOMERS QUASI ONMOGELIJK OM OP DE MARKT TE KOMEN OMDAT HET EXPERTISENIVEAU ALMAAR HOGER LIGT.”

olie wel voldoet aan onze eisen, want giftige stoffen zijn taboe. Bij twijfel nemen we een staal en analyseren dat in ons labo. Als we bij de eerste contacten met een potentiële nieuwe klant vermoeden dat er - omwille van de bedrijfsactiviteit - een risico op vermenging met andere producten bestaat, voeren we ook zo’n analyse uit. Gelukkig is de kans op slechte mengsels gevoelig verkleind en werken de meeste bedrijven op dat vlak volgens een strikte discipline, maar af en toe moeten wij nog sensibiliserend optreden. Dat is nodig omdat de olie, na verwerking bij ons, aan de kwaliteitseisen van de eindverwerker moet voldoen.”

Volgende generatie De kans is niet denkbeeldig dat de regelgeving in de toekomst nog strenger wordt. “Het nadeel daarvan is dat wij extra investeringen moeten doen, maar er is ook een pluspunt aan verbonden: op die manier wordt het voor potentiële nieuwe spelers quasi onmogelijk om op de markt te penetreren, want het vereiste expertiseniveau ligt almaar hoger.”

Intussen lijkt Recyc-Oil helemaal klaar voor de komende jaren. “We investeren geregeld in de optimalisering van onze infrastructuur en inmiddels staat ook de volgende generatie klaar om op termijn in onze voetsporen te treden. Mijn zoon Laurens werkt hier al en binnenkort maakt ook Alexander (zoon van Dirk Kerckhof) zijn opwachting. Door gepast in te spelen op eventuele opportuniteiten en onze actieradius stelselmatig te vergroten, willen we ons marktpotentieel nog verruimen”, besluit Bernard Vandaele. (BVC – Foto Hol)

www.recyc-oil.be

Ondernemers 15 11 oktober 2013

31

W2E Plant Liège

ARCHITECTS & ENGINEERS

AZ Sint-Jan AV Brugge

NAVO Hoofdkwartier

Barco Kortrijk

N43-N36 Harelbeke

ARCHITECTS & ENGINEERS © SOM - ASSAR

© M. & J.M. Jaspers-Eyers & Partners

VK is actief in vier marktsegmenten: Healthcare, Buildings, Industry en Infrastructure. We bieden onze Healthcare-klanten een totaalpakket onder één dak: masterplanning, architectuur, engineering, interieur en landscaping.

Sinds de overname van waste management expert IBH in 2010 leveren onze hooggekwalificeerde ingenieurs ook diensten in de milieusector waar ze hun expertise toepassen in algemene studies en engineering projecten op het vlak van het beheer van vast afval.

Vastgoedontwikkelaars, architecten, industriële klanten en overheden doen beroep op VK voor engineering van gebouwen, industriële faciliteiten en infrastructuurprojecten.

Onze ingenieurs adviseren ook de publieke sector en afvalbedrijven in hun strategie voor een succesvol afvalbeheer: afval voorkomen, recycleerbare materialen herwinnen, energie halen uit afval, ...

Meer info op www.vkgroup.be

ad_ondernemers_vk_201309_03.indd 1

26/09/2013 14:35:43

DOSSIER Latexco Solutions verwerkt afval tot verpakkings- en isolatiematerialen

“Materiaal van oude matrassen creëert nieuwe markt” Afval? In het woordenboek van Latexco Solutions vind je die term niet terug. Het dochterbedrijf van Latexco specialiseert zich intussen al 15 jaar in de recuperatie van latex, polyurethaan en rubber en de bewerking ervan tot maatproducten voor uiteenlopende toepassingen. Mét succes: het belevert klanten wereldwijd en verwacht voor de komende jaren een interessante groei nu ook in ons land volop werk wordt gemaakt van het hergebruik van oude matrasmaterialen.

Latexco maakte er altijd al een erezaak van om aan de bron, tijdens het productieproces, zo weinig mogelijk afval te creëren. Toch zit het bedrijf sowieso met een overstroom. Kurt Meijhui en Staf Tubex: “De fabricage van latex kan je vergelijken met het bakken van een wafel: aan de buitenkant heb je altijd een overschotje dat je niet direct meer kan inzetten. Omdat het laten ophalen van die uitstroom almaar duurder werd, besliste zaakvoerder Luc Maes om een dochteronderneming te starten die zich richtte op de recyclage van latex.”

Polyurethaan en rubber Dat was meteen het startschot van Latexco Solutions, dat naast latex intussen ook al jarenlang gespeciali-

seerd is in het recycleren van zachte polyurethaan en rubber. “De polyurethanen zijn meestal afkomstig van het productieproces van schuimen (onder meer van matrassen, fauteuils, enzovoort), terwijl het bij de rubbers hoofdzakelijk om de productie-uitval van onder meer ruitenwissers en aftrekkers gaat. Omwille van de specifieke densiteit, zijn die rubbers makkelijk te bewerken”, weet Kurt Meijhui.

De grondstoffen worden na hun aankomst eerst door een shredder gestuurd. Daarna worden ze vervlokt en gaan ze naar de mengmachine. “Hier spuiten we er lijm in en - al naargelang het product - worden latex, polyurethaan en rubber al dan niet met elkaar vermengd.

Vervolgens ondergaat het product een persing. Nadien wordt het ontkist en kan het worden ingezet voor verschillende toepassingen”, geeft Meijhui een woordje uitleg bij het productieproces.

De nieuwe producten kunnen onder meer worden gebruikt als verpakkingsmateriaal of voor (akoestische) isolatie. Staf Tubex: “Ze lenen zich onder meer uitstekend om dubbel glas te vervoeren, of als materiaal voor koeienmatrassen. Ecorubber wordt dan weer vaak gebruikt onder kunstgras, om de impact van een eventuele val te verzachten. Het neemt geen water op, heeft een hoog drainerend vermogen en is daardoor heel geschikt voor buitengebruik.”

KURT MEIJHUI EN STAF TUBEX:

“DE ONTMANTELING VAN OUDE MATRASSEN ZAL VOOR EEN ENORME EXTRA INSTROOM VAN GRONDSTOF ZORGEN.”

Nieuwe mijlpaal Aan de vooravond van de 15e verjaardag, opent er zich een heel nieuwe markt voor Latexco Solutions.

“Dat heeft alles te maken met de Europese norm voor de recuperatie van oude matrasmaterialen”, vertelt Kurt Meijhui. “Onder meer in Frankrijk en Nederland zijn ze daar al volop mee bezig, terwijl dit segment bij ons nog in zijn kinderschoenen staat. Het creëert voor beddingretailers sowieso heel veel inspiratie voor het opzetten van sterke commerciële acties. De ontmanteling van die oude matrassen zal voor ons een nieuwe grondstof opleveren. Gezien de omvang van die markt (per 10 miljoen inwoners zullen er elk jaar één miljoen oude matrassen vrijkomen) en het volumineus karakter van die producten, zal dat voor een enorme instroom zorgen. Samen met talrijke klanten zijn we nu volop aan het brainstormen tot welke producten we die gerecupereerde materialen kunnen omvormen.

Dit past alvast perfect in de ambitie van de Latexcogroep om een mooi groeiverhaal te blijven schrijven.”

Tot de Latexco-groep behoren ook Latexco (productie van latexschuim voor de beddingindustrie), en Latexco Handling. In de vestigingen in Tielt werken circa 300 mensen. (BVC – Foto Kurt)

www.latexco-solutions.com

Ondernemers 15 11 oktober 2013

33

Lavatra nv Verwerking bouw- en sloopafval Groencompostering Eigen containerdienst - Afbraakwerken

INDUSTRIËLE ONTSTOFFING & PNEUMATISCH TRANSPORT Engineering Ventilatoren Filters Afscheiders Pneumatisch transport Machinebouw Montage Automatisatie Turn-key projecten

LYSAIR = KWALITEIT SERVICE, KOSTENBESPAREND, ENERGIEZUINIG & CONFORM MEEST RECENTE WETGEVING

Aalbeeksesteenweg 25 - 8930 Lauwe Tel. 056 42 13 18 - fax 056 42 24 91 e-mail: info@lavaertgroup.com

Vlasstraat 13 | B-8710 Sint-Baafs-Vijve T +32 56 60 58 84 | F +32 56 60 53 98 www.lysair.com | info@lysair.com

www.lavaertgroup.com

Duurzame chemie

Duurzaam materialenbeheer Duurzame energie

Duurzame gezondheid Duurzaam landgebruik

VITO NV Berchem - Genk - Gent - Mol - Oostende Voor meer informatie, neem vrijblijvend contact op met Karen Vanderstraeten GSM + 32 499 54 67 78 vito@vito.be – www.vito.be

Marpos uit Brugge groeit in ontvangst van maritiem en havengebonden afval

Schonere schepen Marpos uit Brugge, de enige vaste ontvangstinstallatie voor maritiem en havengebonden afval in West-Vlaanderen, gaat vooruit. “Dankzij enerzijds de bouw van de windmolenparken en anderzijds het unieke Vlaamse haveninitiatief om schepen een deel van het liggeld terug te betalen als ze hun afval afgeven”, zegt Frédéric Lambrecht.

De aanleiding om een bedrijf op te richten kan soms eenvoudig zijn. “Mijn vader was kapitein op de lange omvaart. Hij had in buitenlandse havens afvalstations gezien en hij wilde ook in België iets dergelijks oprichten. In 1995 vond hij twee partners voor de investering: de broers Bart en Peter Sobry uit Roeselare (vandaag de groep Shanks) en gastankerrederij Exmar.

Het duurde vier jaar om de milieuvergunning in de wacht te slepen. We behandelen weliswaar geen gevaarlijke, maar toch sterk milieuvervuilende producten zoals koolwaterstoffen. Deze sector vergt heel veel kapitaal en knowhow, wat het niet gemakkelijk maakt om er zomaar in te stappen”, vertelt Frédéric Lambrecht (45). De managing director groeide op in Knokke, maar doet dagelijks de navette vanuit Brussel naar de Lodewijk Coiseaukaai nabij de Herdersbrug. Daarvoor was hij aan de slag bij Hessenatie in Antwerpen.

Welk afval ontvangt u?

Frédéric Lambrecht: “De International Maritime Organisation (IMO), die wereldwijd alle zeevaart reglementeert, deelde het scheepsafval op in de zogenaamde Marpol-klassen. Wij ontvangen klassen 1, 2, 3, 4 en 5. Marpol 1 omvat vloeistoffen zoals afvalwaters en afgewerkte olie. Marpol 2 gaat over schadelijke vloeistoffen en Marpol 3 beschadigde schadelijke stoffen in verpakte vorm. Marpol 4 is sanitair afval. Marpol 5, ten slotte, groepeert residuen die vrijkomen bij de exploitatie van schepen en kaaien, bijvoorbeeld stuw- en schoorhout en verpakkingsmateriaal. We hebben ook een chemiekluis. Kort samengevat ontvangen wij alle afval van schepen en terminals, met uitzondering van vuurpijlen en dergelijke. In totaal ontvangen wij met vier mensen 18 verschillende afvalstromen.”

Hoe gaat dat praktisch in zijn werk?

Frédéric Lambrecht: “In het begin haalden we alleen vloeibare stoffen op, voornamelijk afvalolie en vervuild water. We hebben een installatie om water en olie te scheiden en vier grote citernes. Met de vrachtwagenweegbrug kunnen we elke lading exact wegen. In ons

DOSSIER

BOVA Environmental Consulting NV is een onafhankelijk milieustudiebureau dat zich toelegt op het verlenen van diverse adviezen inzake milieumanagement, bodem-(sanerings)studies en milieueffectrapporten. Zowel de private sector als overheidsbesturen behoren tot ons cliënteel.

B O VA environmental consulting

Ruime ervaring en expertise in:

laboratorium analyseren we de samenstelling - olie, water en sediment – en we bewaren van elke vracht een staal. Later begonnen we ook vast afval in ontvangst te nemen. Wij plaatsen containers op de kades, in loodsen, soms zelfs in schepen. Wij halen alles op, sorteren het en voeren het af naar gespecialiseerde verwerkers. In samenwerking met onze moedergroep Shanks staan we ook in voor industriële reiniging en onderhoud, bijvoorbeeld van kades, machinekamers en carwashputten bij de autobehandelaars. We hebben vaste afspraken voor bepaalde schepen en terminals, maar evengoed worden we opgeroepen voor onverwachte opdrachten. Zoals gebruikelijk in de maritieme wereld staan wij 24 uur op 24, zeven dagen op zeven klaar, ook voor calamiteiten.”

Milieucoördinator (extern, bijstand, ...)

Milieuvergunning

(opmaak, begeleiding, ...)

Bodemstudies

(erkend Bodemsaneringsdeskundige type II)

Bodemonderzoeken

(oriënterende en beschrijvende bodemonderzoeken)

Bodemsaneringsprojecten

(ook begeleiding van saneringswerken)

Grondverzetstudies

(technisch verslag, studie ontvangend terrein, ...)

Milieueffectenrapporten (MER, ontheffingsnota’s, ...)

Milieueffectenstudies

(impactbepaling, remediërende maatregelen, ...)

Milieuauditing

(due diligence, compliance, ...)

Hoe evolueren de zaken?

Frédéric Lambrecht: “We gaan vooruit in zowel het afval van terminals als van schepen. Sinds enkele jaren kunnen schepen in de havens van Zeebrugge, Gent en Antwerpen een gedeelte van hun liggeld terugverdienen door hun afval af te geven. Dat Vlaamse aanmoedigingssysteem wordt in de wereld aanzien als een voorbeeld van hoe het moet. Door het financiële voordeel bij de bewezen afgifte van afval, loont het voor rederijen niet om op zee te dumpen. In tegenstelling tot berichten over gedaalde trafiekcijfers in de haven, groeide onze omzet het afgelopen jaar met 35% tot ongeveer 1,5 miljoen euro. Ook de activiteit voor de windmolenparken draagt daar zeker toe bij.”

Afvalstoffenstudies en -beheer

(optimalisatie beheer, gebruikscertificaten, ...)

Haalbaarheidstudies

(milieutechn., fin.-econ., maatsch. aanvaardbaarheid, ...)

Stortplaatsbeheer

(erkend deskundige, inrichtings- en afwerkingsplannen, ...)

Studies TOP, grondreiniging en baggerwerken (inrichting, ...)

Second opinions

(bodemonderzoeken, milieumanagement, ...)

Authority engineering

(haalbaarheid, onderbouwing, overleg overheden, ...)

Expertise en bemiddeling (conflictbemiddeling, ...)

Hebt u nog voldoende plaats?

Frédéric Lambrecht: “Sinds 1999 zitten we op een site van 0,5 ha langs het Boudewijnkanaal. Dat wordt stilaan te krap. Met de uitbreiding van de activiteit naar vast afval hebben we twee jaar geleden een gedeelte van het terrein verhard om containers te plaatsen. We hebben nog een optie op 3.000 m².”

Bent u ook actief buiten Zeebrugge?

Frédéric Lambrecht: “Vanuit onze specialisatie in vloeibaar scheepsafval, rijden onze vrachtwagens tot in Oostende, Gent, Antwerpen, Duinkerken, Nord Pasde-Calais en Rijsel. Hoewel we langs het Boudewijnkanaal gevestigd zijn, is het helaas voor ons niet interessant om de waterweg te gebruiken. De capaciteit voor binnenvaart rond Brugge is beperkt tot lichters van 1.350 ton. We hebben ook geen eigen binnenschip.

Daardoor blijft het goedkoper om met tankwagens te rijden.” (RJ - foto MVN)

Geert Bogaert, GSM 0495 274 185 geert.bogaert@ecobova.be Wetenschapspark 1 (Greenbridge, Plassendale I) B-8400 Oostende Tel. 059 33 92 51 - Fax 059 33 92 59 Wellingstraat 102 - B-9070 Destelbergen Tel. 09 328 11 40 - Fax 09 328 11 50

www.marpos.info

Ondernemers 15 11 oktober 2013

35

Partnerinfo

Desktopvirtualisatie: hip, snel, veilig en goedkoop Virtualisatie, van servers tot opslagcapaciteit, is bij de meeste bedrijven al goed ingeburgerd. Iedereen heeft de voordelen intussen al gehoord en wellicht ook al aan den lijve ondervonden. Maar wat is virtualisatie? Eenvoudig uitgelegd: je voegt een laag toe tussen de software of de eindgebruiker enerzijds, en de hardware anderzijds. Hierdoor hang je voor je software of storage niet af van één specifiek toestel.

Wist u dat u ook uw werkplek, uw desktop dus, kunt virtualiseren? Misschien wel uit horrorverhalen van enkele jaren geleden, toen desktopvirtualisatie synoniem was voor trage reactiesnelheden en spuuglelijke interfaces. Gelukkig heeft ook desktopvirtualisatie, onder meer dankzij de toenemende aandacht voor cloud computing, een hele evolutie meegemaakt.

En zo is het een van de volwaardige diensten geworden die u via de cloud kunt afnemen. Desktop as a service (DaaS) krijgt, naast SaaS en IaaS, een vaste stek in het dienstenaanbod van de cloudleveranciers.

Maar waarom zou u de desktops van uw werknemers virtualiseren en in de cloud plaatsen? Zet u even neer, zodat we alle voordelen rustig kunnen opsommen.

Te beginnen met het financiële voordeel: als u de software en interface vanop een centrale server aanbiedt, verlaagt u de kosten op verschillende niveaus.

U verlaagt de kosten voor het beheer en onderhoud van de toestellen aangezien de software centraal staat en iedereen dezelfde versie gebruikt. Het uitrollen van nieuwe versies is in een mum van tijd gebeurd, zonder dat u hiervoor alle toestellen moet langslopen.

En door de lage systeemvereisten kunnen de pc’s van uw medewerkers gerust enkele jaartjes langer meegaan.

De recentste versie van uw CRM-software biedt concurrentiële voordelen? Dankzij desktopvirtualisatie is iedereen in een mum van tijd aan de slag met de juiste software en systemen.

Bovendien is het veel eenvoudiger om uw volledige infrastructuur te beveiligen en up to date te houden.

Alle gegevens en toepassingen zitten centraal. U hoeft zich om de beveiliging veel minder te bekommeren.

De gebruiker meldt zich af en niemand heeft nog toegang tot vertrouwelijke informatie. En u hoeft voor maar één omgeving een back-up te voorzien in plaats van het tijdrovende en onzekere model waarbij de toestellen van alle eindgebruikers geconnecteerd moeten zijn om de back-up te kunnen uitvoeren.

En - last but not least - desktopvirtualisatie kan u helpen om uw bedrijf op de recentste trends te laten meesurfen. Uw medewerkers werken graag structureel enkele dagen per week van thuis? Sollicitanten dringen aan om hun eigen toestel te mogen gebruiken?

En u wil nieuwe medewerkers in een mum van tijd aan de slag krijgen? Met een gevirtualiseerde desktop is het een kleine moeite om uw organisatie een jong en hip imago te bezorgen. Een heuse opsteker in deze tijden van de war for talent, als u het mij vraagt.

Een ander niet te onderschatten voordeel is dat u bijzonder snel kunt handelen wanneer uw infrastructuur grondig moet veranderen. U plant een overname?

U wil een nieuw kantoor snel operationeel krijgen?

Bio-Circle: De ideale oplossing om uw traditionele wastafel te vervangen door een groen alternatief.

Ter vervanging van de risicovolle solventen wastafel biedt Alter-eco een biologische wastafel van Bio-Circle aan die werkt op basis van micro-organismen. Deze wastafels hebben dezelfde reinigingscapaciteiten als een solventen wastafel maar dan zonder risico’s voor mens en milieu.

Doordat er geen solventen gebruikt worden is de vloeistof dus niet licht ontvlambaar.

Kostenreducerend De micro-organismen in de reinigingsvloeistof verteren de oliën en vetten, wat als grote voordeel heeft dat de vloeistof zichzelf reinigt en telkens hergebruikt kan worden. Het zal dus niet nodig zijn telkens de volledige vloeistof te vervangen. Indien de vloeistof en wastafel goed onderhouden blijven zal de vloeistof in de wastafel nooit aan vervanging toe zijn. Alter-eco biedt deze onderhoud service aan zodat een langere levensduur van de vloeistof kan gegarandeerd worden.

GRATIS demo Bent u geïnteresseerd in de Bio-Circle wastafels, maar bent u nog niet 100% overtuigd?

Alter-eco komt graag bij u langs om deze producten gratis te demonstreren!

Contact Voor meer informatie kan u ook steeds terecht op de nieuwe website: www.bio-circle.be.

Hier vindt u filmpjes, MSDS-fiches en meer gedetailleerde info over het product. veiligheidskast Asecos 90min brandwerende s : € 1.895 , prij 20, “The Classic” VBF.197.1 agkast in Europa volgens psl dso hei eilig ndv bra enige uwe GS keurmerk EN 14470-1 en met het nie

Alter-eco: Binnenstraat 8, 9420 Erpe-Mere – Tel 053 80 26 30 – Fax 053 80 72 25 – info@alter-eco.be – www.alter-eco.be

DOSSIER

Veurns bedrijf transformeert bijproducten uit de voedingsindustrie tot diervoeder

Trotec bouwt nieuwe fabriek in Zuid-Frankrijk Het Veurnse Trotec verwerkt bijproducten van industriële voedingsbedrijven volgens een uniek procédé tot ‘koekmix’ voor diervoeder. Tijdens het ecologisch geoptimaliseerd proces krijgen kwaliteit, voedselveiligheid en duurzaamheid speciale aandacht. Bestuurders Sigrid en Dorethé Pauwelyn gaan binnen enkele jaren een fabriek in het zuiden van Frankrijk openen.

Trotec werd in 1986 opgericht door Bruno Pauwelyn en Beatrix Christiaens. De naam was oorspronkelijk afgeleid van het Duitse Trochnungstechnik, omdat drogen essentieel is in het procédé. Trotec verwerkt per jaar zo’n 120.000 ton aan bijproducten van industriële voedingsbedrijven tot koekmix, een kwalitatief hoogstaand meel voor de mengvoederindustrie.

De voedingsbijproducten die gerecycleerd worden, zijn enkel van plantaardige oorsprong. Het gaat onder andere om koek, brood, gebak, deeg, snoep, chocolade, snacks, chips, en pasta’s die gemengd, gedroogd en gemalen worden tot een constant product met een vaste verhouding zetmeel, suiker, vet, vocht en eiwit.

De bijproducten worden door Trotec zelf afgehaald in België, Frankrijk, Nederland, Duitsland en de UK. Deze ophaling maakt deel uit van een totaalpakket, evenals de verwijdering van verpakking en het ter beschikking stellen van gereinigde containers en bioboxen.

De verwerking gebeurt in Veurne volgens een procédé en met machines die door Trotec zelf ontwikkeld en verfijnd werden. Trotec stelt momenteel 42 mensen tewerk en realiseert een omzet van 18,7 miljoen euro.

Het is de ambitie om over 2 à 3 jaar een nieuwe fabriek te openen in het zuiden van Frankrijk, op 800 km van Veurne. De beslissing hiertoe is genomen, het studiewerk is af en momenteel is het wachten op de vergunningen voor Trotec France.

Duurzaamheid Trotec voert duurzaamheid of ‘sustainability’ hoog in het vaandel. “Met de opening van de nieuwe fabriek op de site in Veurne eind 2009, die onze capaciteit verdrievoudigde, zijn we met ons verwerkingsconcept nog bewuster die weg ingeslagen”, zeggen Sigrid en Dorethé Pauwelyn. “Door Trotec scoren de toeleveranciers/partners hoog op de zogenaamde ladder van Lansink. Deze standaard van afvalbeheer geeft prioriteit aan de meest milieuvriendelijke verwerkingsmethodes. In volgorde zijn dat: preventie, hergebruik, recycleren, vergisten, verbranden en storten. Onze activiteit is erop gericht om de vaak niet afgewerkte bijproducten zo hoog mogelijk te valoriseren met respect voor people, planet en profit. Dit betekent dat we niet om het even wat gaan drogen, maar dat we afwegen of het product voldoende percentage droge stof bevat, voedingswaarde heeft en een volwaardige grondstof is voor diervoeding, zonder dat de energie-

balans doorslaat. Dit houdt ruimer gezien ook in dat we zorgvuldig met grondstoffen moeten omspringen en verkwisting van voedsel moeten tegengaan, willen we de groeiende wereldbevolking blijvend kunnen voorzien van voedsel, voeder, brandstof en chemicals.”

De zorg voor milieu en omgeving uit zich ook in het voorkomen van geurhinder door naverbranding van de uitstoot. Trotec ontwikkelde daartoe een apparaat dat brander en naverbrander combineert. Als lid van de auditconvenant bewaakt Trotec zijn energieverbruik.

Met de nieuwe installatie kon de CO2-uitstoot sinds 2009 van 80 tot 66 kg per ton koekmix teruggebracht worden. De proceswarmte wordt gerecupereerd (o.m. om water op te warmen) en de zonnepanelen, in 2010 op één van de bedrijfshallen geplaatst, produceren 340 kWh aan elektriciteit voor eigen gebruik.

Voedselveiligheid Van de 42 werknemers bij Trotec zijn er constant vier met kwaliteit bezig: opvolging van wetgeving, audits bij de toeleveranciers, permanente vormingen inzake kwaliteit en grondige toegangscontroles. Om de kwaliteit en de voedselveiligheid te kunnen bewaken, organiseert Trotec zelf de logistiek: containers en bioboxen plaatsen, transport just in time en reinigen van de recipiënten. Met de toeleveranciers, die een externe

SIGRID EN DORETHÉ PAUWELYN:

“ONZE ACTIVITEIT IS EROP GERICHT OM DE VAAK NIET AFGEWERKTE BIJPRODUCTEN ZO HOOG MOGELIJK TE VALORISEREN MET RESPECT VOOR PEOPLE, PLANET EN PROFIT.”

audit ondergaan, sluit Trotec jaarcontracten af.

Er wordt nagegaan welke bijproducten er voorkomen, hoe ze opgevangen en verzameld worden en welke risico’s zich daarbij kunnen voordoen. Bij aankomst gebeurt er zowel een visuele controle als een staalname. Tijdens het proces van uitpakken, mengen, drogen en malen worden diverse parameters online gemeten. Het nieuwe concept van indirect drogen zorgt ervoor dat de producten geen contact hebben met de warmtebron, wat de voedselveiligheid ten goede komt. Trotec beschikt verder over de kwaliteitscertificaten GMP, GMP+, autocontrole en ondergaat regelmatig audits en controles van het FAVV. (MD – Foto DD)

www.trotec.be

Ondernemers 15 11 oktober 2013

37

Partnerinfo

Electrabel trekt de kaart van onderzoek en innovatie De energiewereld is met volle vaart een transitieperiode ingestapt: om de klimaatverandering te bestrijden, moet de CO2-uitstoot naar beneden. Electrabel startte daartoe in 2010 een onderzoek- en innovatieprogramma op, specifiek voor deze uitdaging.

‘Het programma steunt zowel op interne expertise en onderzoekscentrum Laborelec, alsook op een samenwerking met 8 grote Belgische universiteiten. Op het programma: duurzaam energie opwekken én verbruiken: hoe biomassa duurzaam inzetten in centrales, hoe beter omgaan met de onvoorspelbaarheid van hernieuwbare energiebronnen als zon en wind, en hoe thermische centrales zo flexibel en efficiënt mogelijk maken? Voor verbruik gaat de prioriteit naar nieuwe technologie waarmee klanten zelf

warmte en elektriciteit kunnen opwekken, duurzame mobiliteit en slimme systemen en infrastructuur die hun verbruik in realtime aanpassen naarmate de beschikbare hernieuwbare energie’, beschrijft Anthony Thomas, innovatieverantwoordelijke binnen Duurzame Ontwikkeling bij Electrabel.

Slim en gestuurd verbruiken als norm Op het netwerk moeten vraag en aanbod tussen productie en verbruik van elektriciteit steeds in evenwicht zijn, zoniet valt de stroom uit. Door het groeiende aandeel intermitterende hernieuwbare energiebronnen zoals zonnepanelen en windmolens, is de uitdaging voor de producenten om hun thermische productie-eenheden hierop af te stemmen steeds groter. Daarom loopt het onderzoek of het probleem deels omgedraaid kan worden door het verbruik aan te passen aan de beschikbare, al dan niet groene stroom.

‘Deze innovatie zou ons in staat moeten stellen om bij onvoldoende hernieuwbare stroom bepaalde installaties bij industriële klanten een tijdje stil te leggen’, legt Thomas uit. ‘Zo hoeven we geen dure reservecentrales op te starten, en vermijden we extra CO2-uitstoot.’

Zwakke punten blootleggen en oplossingen zoeken Tour & Taxis, het Brusselse gebouwencomplex met een lange en rijke geschiedenis, was niet gebouwd om te voldoen aan de energie-eisen van morgen. Electrabel ging de uitdaging aan, samen met de verantwoordelijke gebouwenbeheer bij T&T. T&T beheert 45 000 m2 kantoren en handelsruimten en 17 000 m2 zalen, in gebouwen die dateren uit begin vorige eeuw. En toch is het een ‘ecodynamisch bedrijf’ geworden, omdat zij het Brusselse milieucharter naleven. Om die score nog te verbeteren, legde de dienst BMS Scan van Electrabel de zwakke punten in het gebouwenbeheersysteem bloot.

Met grote milieuverbeteringen én financieel voordeel als gevolg. Minder ventilatie ’s nachts zorgt voor een elektriciteitsbesparing van 2 000 € per jaar. Een deel van de afgezogen lucht circuleert overdag opnieuw, waardoor het aardgasverbruik met 12,5% daalt, goed voor 22 500 euro per jaar.

Ervaring leert dat een BMS Scan gemiddeld 10 mogelijke besparingen identificeert. Waar de parameters van het BMS-systeem meteen aan te passen zijn, kan er meteen bespaard worden, mét behoud van comfort.

Meer informatie op www.electrabel.be of bij uw accountmanager.

BUSINESS CONTACT SERVICES 24-UREN TELEFONISCHE PERMANENTIE EN DISPATCHING VOOR BEDRIJVEN EN VRIJE BEROEPEN

CONTAINERSERVICE RECYCLAGEBEDRIJF Groot-Brittanniëlaan 5, 8970 Poperinge Tel. 057/33 77 07 - Fax 057/33 86 69 info@vulsteke-verbeke.be www.vulsteke-verbeke.be

TELEMARKETING ENQUÊTES ON-LINE AGENDABEHEER

Felix d’Hoopstraat 121 • B-8700 Tielt T 051 42 30 80 • F 051 40 59 08 • info@axon.be

www.axon.be

www.kliek.be 12-2256

Innovatie op alle energiefronten

Vito heeft enkele nieuwigheden in petto voor kmo’s die hun processen en gebouwen energie-efficiënter willen maken, maar ook voor kmo’s die zelf energiegerelateerde producten, diensten en systemen ontwikkelen en op de markt brengen.

VITO, de KU Leuven en Imec bundelen sinds 2012 de krachten rond slimme energienetwerken en slimme steden in EnergyVille. Met maar liefst 400 aanwezigen uit de politiek, de bedrijfswereld en het onderzoek was het evenement ‘Your road to EnergyVille’ op 25 juni 2013 een succes. Die grote belangstelling bevestigt de reputatie van EnergyVille als toponderzoekscentrum en centraal focuspunt voor energievragen. Voor Vlaanderen is het een opsteker: slimme energie is één van de groeimotoren van de komende jaren, met potentieel voor de maak- en dienstenindustrie en duizenden nieuwe jobs.

Binnen EnergyVille heeft VITO verschillende geavanceerde concepten klaar. Sommige richten zich tot softwarehuizen, hardwarefabrikanten en systeemintegratoren, andere tot ESCO’s (Energy Service Companies), aggregatoren en energiebedrijven. Nog andere concepten zijn gericht op kmo’s die zelf hun processen en gebouwen energie-efficiënter of energie-verschuifbaar (dus economisch rendabeler) willen inrichten.

Nieuwe technologieën: • Intelligator = Intelligent aggregator prototype software Softwarealgoritmes stemmen continu vraag en aanbod op elkaar af. De technologie bestaat uit twee onderdelen: enerzijds de individuele energieverbruikers en -toepassingen, anderzijds de geïntegreerde, centrale bestuurscomponent.

Een basis bestond al; VITO-EnergyVille biedt nu de volgende stappen aan. Het gaat om business agents die voorspellende toepassingen integreren en zelflerend zijn.

• Smart batteries Decentrale energieproductie creëert tijdelijke energiesurplussen. Het zou mooi zijn als we die tijdelijk kunnen opslaan. Batterijen bieden een oplossing. Vanuit EnergyVille heeft VITO ze ‘slim’ gemaakt via een beter batterijmanagement en een meer nauwkeurige bepaling van de ‘state of charge’. Daardoor worden ze performanter en verhelpen ze enkele pijnpunten van klassieke batterijen.

• Smart grid controller for domestic devices Een controlebox kan de energievraag van ‘klassieke’ huishoudtoestellen in het huishouden slim en proactief aansturen in functie van het optimale energieverbruiksregime en de beschikbaarheid van hernieuwbare energie.

DOSSIER

EnergyVille ontwikkelde nieuwe concepten voor kmo’s Expertadvies: • Virtual power plant Het energieverbruik wordt afgestemd op het aanbod in functie van de beschikbaarheid van hernieuwbare energie en de gunstigste prijs. Dat gebeurt voor meerdere energieproducenten en -verbruikers samen, in een industriële context met meerdere bedrijven. VITO-EnergyVille geeft niet alleen advies over technische identificatie en kwantificatie, maar ook over de actieve sturing richting economische valorisatie en exploitatie, alsook de regelgevende aspecten.

• Demand response screenings & audits VITO-EnergyVille komt bij uw bedrijf langs en onderzoekt of uw bedrijfsprocessen energie-verschuifbaar zijn of gemaakt kunnen worden via intraproces-buffercapaciteit. Ook aanbieders van ‘demand response’-auditdiensten zijn welkom om een aantal geavanceerde concepten hierrond van onze onderzoekers te leren.

• Energy market De businessmodellen in de energiemarkt zijn complex. Onze economisten helpen u uw concrete positie in de energiemarkt te analyseren, modelleren en beter te exploiteren, zowel op regionaal, nationaal als internationaal vlak. Is uw bedrijf economisch gezien klaar voor de energietoekomst?

• Gespecialiseerd lab Energietechnologie In ons thermotechnische en elektrische labo kunt u veilig en efficiënt uw projecten op laboschaal laten testen, voordat u ze uitrolt op industriële schaal. Ook zijn ‘proof of concept’-testen nuttig voordat u investeert in verdere productontwikkeling.

• Predictieoptimalisatie Gebruikt u als bedrijf voorspellingen (zon, wind …) in uw energietoepassingen?

Onze wiskundigen van VITO-EnergyVille bekijken voor u of de voorspellingswaarde verbeterd kan worden via geavanceerde statistische technieken.

• Diepe geothermie/aardwarmte In combinatie met warmtepompen als tijdelijk opslagmedium kan men aardwarmte als thermische en elektrische energiebron exploiteren. Het concept biedt heel wat mogelijkheden, onder meer bij wijkrenovatie en de glastuinbouw. VITOEnergyVilles gedetailleerde kennis van de ondergrond kan u hierbij helpen.

INDUSTRIAL WATER TREATMENT

• Smart boiler Een warmwatersysteem kiest autonoom het gunstigste ogenblik om warm water uit elektriciteit te voorzien. Een betere, niet-buffervat-intrusieve bepaling van de laadtoestand helpt hierbij.

• Optimale dimensionering en controle van warmtepompen Warmtepompen kunnen warmte tijdelijk opslaan. Voortaan staan ze niet meer alleen op zichzelf, maar worden ze qua informatie naar de eindgebruiker en sturing geïntegreerd in de slimme energienetwerken, zowel op elektrisch als warmtevlak.

EnergyVille wil niet enkel kmo’s aanspreken als energiegebruikers. De organisatie wil zich ook ten dienste stellen van bedrijven die zelf producten, concepten, hard- en software, demand response consultancy, … aanbieden. Door ook hen een injectie te geven met de nieuwste onderzoeksinzichten ontstaat een marktdynamiek, die helpt om de ontwikkelingen op het vlak van energie-economie en -efficiëntie te verspreiden. Wilt u de energie-economie in uw gebouw of processen verbeteren? Wilt u uw aanbod op de markt upgraden met nieuwe inzichten? Neem dan contact op met VITO-EnergyVille.

Meer info: www.energyville.be

Waterbehandeling op maat:

• Apparatuur voor waterbehandeling • Chemicaliën voor stoom- en koelcircuits • Analyse en technische ondersteuning

Voeding

Medisch

Textiel

Industrie

Meulebeeksesteenweg 67, B-8700 Tielt T +32 (0)51 75 51 05 info@ekopak.be www.ekopak.be

Ondernemers 15 11 oktober 2013

39

ONDERNEMERS & CO

40

Ondernemers 15 11 oktober 2013

Het was maar om te lachen

Opnieuw was het maar om te lachen. Om het helemaal ingewikkeld te maken, werd de grap niet helemaal afgevoerd want de regeling blijft wel nog van toepassing voor de inkomsten van 2012.

Het voorbije anderhalf jaar is duidelijk gebleken dat de fiscus gevoel voor humor heeft: maatregelen invoeren die iedereen de stuipen op het lijf jagen en ze nadien weer intrekken. Het heeft iets van het spookhuis op de kermis want het spook is ook meteen weer weg. De voorbije maanden zijn er zo nogal wat spoken opgedoken en even snel weer verdwenen. Loopt u even mee het rijtje af?

Herinnert u zich nog de beruchte aanslag ‘geheime commissielonen’ van zomaar eventjes 309%, oftewel het fiscale zwaard van Damocles? Er werd op den duur meer gepraat over die 309% dan over de Arabische lente. Kwestie van uw prioriteiten te kennen.

Een voorbeeldje: u gaat eten in De Karmeliet met uw partner en twee kinderen die al kunnen stilzitten. Dat culinaire grapje kost u toch al gauw 1.000 euro. U durft het aan om die rekening als kost in uw vennootschap in te brengen, maar tijdens een fiscale controle kunt u zich niet ernstig houden wanneer u beweert dat dit een etentje met klanten was. In dat geval kon die maaltijd wel eens zwaar op de maag blijven liggen want de controleur kon u een extra belasting van 3.000 euro opleggen. Samen maakt dat dus 4.000 euro. Voor die prijs kunt u beter 50 keer gaan eten in een degelijke bistro of kunt u zelfs een kleine superette leegkopen.

Wat blijkt nu achteraf. “Niks van aantrekken”, zegt de fiscus. “Het was allemaal maar om te lachen want we trekken heel de reutemeteut in. Als we de genieter van het voordeel maar tijdig kunnen belasten dan zijn we al dik tevreden.” Hebben wij daarvoor onze slaap gelaten, hebben wij daarvoor de Arabische lente vergeten,

hebben wij daarvoor al die vakliteratuur verslonden en al die seminaries gevolgd?

Zo zijn er nog tal van andere voorbeelden te geven, maar dan van maatregelen die worden afgeschaft om dan opnieuw te worden ingevoerd. Denken we aan de afschaffing van de AFV–aandelen, die profiteren van een roerende voorheffing van slechts 15%. Korte tijd nadien voerde minister Geens het concept van die aandelen opnieuw in. Denken we maar aan de afschaffing van de investeringsaftrek in ruil voor de invoering van de notionele intrestaftrek en het voorstel van Open VLD om die terug in te voeren.

Gesplitste aankoop

Imagoverlies

Een ander spook dat even vlug verdween als het verscheen, was de gesplitste aankoop. Decennialang was het mode om de ouders een onroerend goed te laten aan kopen voor het vruchtgebruik en de kinderen voor de naakte eigendom. Zo gespeeld, moesten er bij het overlijden van de ouders geen successierechten meer betaald worden op dat vruchtgebruik. Evenwel werd de naakte eigendom vaak gekocht met geld geschonken vlak voor de akte werd verleden. Wat decennia lang perfect legaal kon, werd nu plots afgedaan als fiscaal misbruik.

Wie is hier uiteindelijk beter van geworden? In de eerste plaats de uitgeverijen van vakliteratuur en de organisatoren van seminaries. Ook de fiscus want vanuit hun ivoren torens hebben de ambtenaren ongetwijfeld eens goed kunnen lachen en het is wetenschappelijk bewezen dat lachen gezond maakt. Vandaar wellicht dat ambtenaren zo lang leven. Daarboven in die ivoren torens zal het leutig geweest zijn: eerst een paar absurde fiscale maatregelen naar beneden gooien en daarna de paniek aanschouwen van de belastingplichtigen die niet weten waar ze het hebben. En dan nadien als een muezzin vanuit de minaret roepen dat het allemaal om te lachen was.

Dat kon niet anders dan een grap zijn. Inderdaad, want wat bleek. De minister van Financiën kondigde aan dat het allemaal maar voor te lachen was. Het mocht dus allemaal weer, maar met deze – alweer grappige voorwaarde: er moest eerst een stukje toneel gespeeld worden. Er mag namelijk nergens uit blijken dat het geschonken geld moest dienen om de naakte eigendom te kopen. De ouders mogen het denken en thuis influisteren, maar zeker niet open en bloot zeggen.

Op papier zetten, is helemaal uit den boze want dat is vals spelen.

Roerende voorheffing Er werd nog een spook losgelaten, namelijk de 21+4regel. De roerende voorheffing op intresten werd opgetrokken tot 20% en van zodra een bepaalde drempel werd overschreden, kwam daar nog eens 5% bovenop. De regeling werd evenwel zodanig ingewikkeld gemaakt dat het spook een draak (van een wetgeving) werd en uiteindelijk weer werd afgevoerd.

Het kan nu natuurlijk ook zijn dat de topambtenaren allemaal een glas teveel op hadden toen ze dat allemaal uit hun mouw schudden, maar we gunnen hen het voordeel van de twijfel door te denken dat ze gewoon bijzonder veel humor hebben Wie is hier slechter van geworden? De belastingplichtigen – zowel privépersonen als bedrijven omdat ze weer maar eens werden geconfronteerd met nieuwe en incoherente regels die dan plots weer worden afgevoerd. De relatie burger–overheid lijdt hier uiteraard ook onder. Vooral de ondernemers hebben er schoon genoeg van. Ten slotte is deze manier van werken ontzettend destructief voor ons imago in het buitenland want dit is fiscale instabiliteit ten top gedreven.

Maar als we moeten kiezen tussen fiscale en politieke instabiliteit verkiezen we toch nog altijd het eerste.

Stefaan Kindt, Alaska

www.alaska-group.eu

Antwerpen | Brussel | Waasland | Kortrijk | Ieper | Hasselt | Brugge | Gent

Voka-pub-2013.indd 1

31/01/13 14:24

Op 5 juli was het er eindelijk: het compromisvoorstel over het eenheidsstatuut.

Dat het een politiek akkoord is, en nog de juridische toetssteen moet ondergaan, is duidelijk. Net zoals het bekvechten over wie wel of wie net niet ‘hoeft mee te doen’ nog niet ten einde is. Maar het voorstel heeft alvast de verdienste er te zijn.

Het compromisvoorstel focust in de eerste plaats op de twee punten die het Grondwettelijk Hof expliciet ongrondwettelijk heeft verklaard: de carensdag en de opzeggingstermijnen. De carensdag wordt afgeschaft tegen 2014. De periode van gewaarborgd loon zal voor iedereen de eerste ziektedag beginnen. Het zijn de sectoren die de modaliteiten mogen bepalen, en in 96 arbeiderssectoren wordt de carensdag nu al geheel of gedeeltelijk betaald. Het is de bedoeling dat dit loon vrijgesteld wordt van RSZ-bijdragen. Niet onbelangrijk is dat de controle op de ziekte strenger zal aangepakt worden.

Opgebouwde rechten vastgeklikt Ingrijpender zijn de wijzigingen rond de opzeggingstermijnen. Als algemeen principe geldt dat deze over de hele lijn gelijkgemaakt worden vanaf 1 januari 2014 en dat ze in weken zullen berekend worden. De eerste twee jaar gebeurt de opbouw geleidelijk, per kwartaal.

Hoewel het compromis dat niet aangeeft, gaan we ervan uit dat de opzeggingstermijn verlengd wordt per begonnen schijf van drie maand. Op het einde van het eerste jaar geeft dat dan een opzeggingstermijn van zeven weken en op het einde van het tweede jaar 11 weken. De volgende drie jaar (tot het vijfde jaar) vlakt die opbouw af tot 15 weken bij het vijfde jaar. Na vijf jaar stijgt de opbouw weer en komen er drie weken opzeggingstermijn bij per jaar. Na tien jaar geeft dat dan een opzeggingstermijn van 30 weken als resultaat en na 20 jaar een opzeggingstermijn van 60 weken.

ONDERNEMERS & CO

Het compromisvoorstel over het eenheidsstatuut Als de werknemer een anciënniteit bereikt van 20 jaar (en dus een opzeggingstermijn van 60 weken), vlakt de opbouw terug af tot een week per jaar anciënniteit, zonder verdere beperking in de tijd. Na 30 jaar geeft dat dan bijvoorbeeld een opzeggingstermijn van 72 weken. Het compromisvoorstel stelt dat het om wettelijk vastgelegde maxima gaat. Er zou dus niet van afgeweken kunnen worden, maar hiermee zijn de bediendenvakbonden het voorlopig niet eens.

Het is immers een aanzienlijke inkorting van de opzeggingstermijnen voor de hogere bedienden. Bij toepassing van de huidige wetgeving bouwen die bedienden 30 kalenderdagen opzeggingstermijn op per begonnen jaar anciënniteit. Dat betekent dat die na 30 jaar anciënniteit 900 kalenderdagen opzeggingstermijn zouden opgebouwd hebben, of omgerekend 128,57 weken.

De arbeiders daarentegen hebben momenteel en in principe een wettelijke opzeggingstermijn van maximaal 129 kalenderdagen na 20 jaar anciënniteit (zonder verdere opbouw), of omgerekend ongeveer 18,43 weken. In tegenstelling tot de huidige wetgeving, zou het compromisvoorstel ook van toepassing zijn op alle lopende arbeidsovereenkomsten.

Voor de bedienden en arbeiders betekent dat echter niet een verlaging van hun zogenaamde verworven rechten. Hun opgebouwde rechten worden ‘vastgeklikt volgens de bestaande regels’. Wat zijn die bestaande regels voor hogere bedienden die al een arbeidsovereenkomst hadden vóór 1 januari 2012? De zogenaamde formule Claeys is helemaal geen bestaande regel, alleen maar een hulpmiddel om een faire opzeggingstermijn te bepalen. Concreet zouden bedienden voor het verleden een opzeggingstermijn opbouwen volgens de regels die op dat ogenblik van toepassing waren, en voor de toekomst volgens de nieuwe regels eens dat die van kracht worden. De twee resultaten zouden dan samengevoegd worden.

Stijging van de ontslagkosten Een en ander betekent natuurlijk hoe dan ook een aanzienlijk stijging van de ontslagkosten voor de werkgever. Om die enigszins te compenseren, worden er diverse maatregelen in het vooruitzicht gesteld.

Alle bestaande sectorale aanvullingen bij werkloosheid (of die dienen om de bestaanszekerheid van de arbeider te verbeteren na diens ontslag) zullen kunnen gebruikt worden om aan te rekenen op die nieuwe kosten. Er gaat op dat vlak wel wat geld rond in de sectoren, de impact daarvan zal niet zonder betekenis zijn. Ook het budget van de bestaande ontslaguitkering ten laste van de RVA zal als compensatie gebruikt worden en er is ook sprake van een compensatie via een modulering van de bijdragen van de werkgevers voor de interbedrijfsgeneeskundige diensten.

En dan zijn er nog de plannen om de bijdragen voor het Fonds Sluiting der ondernemingen te verminderen voor de werkgevers die 20 of minder werknemers tewerkstellen. Om dat dan weer te compenseren, zullen de werkgevers die een werknemer met een hoog jaarloon ontslaan, een bijkomende bijdrage moeten betalen. (artikel geschreven op basis van de kennis en info op 25 september 2013)

Koen Magerman, SD Worx

Een vernieuwde kijk op duurzaam rekruteren SD Worx introduceert een vernieuwde, moderne visie op rekrutering en selectie. De kern daarvan is een duurzamere aanpak. Net als vele andere organisaties bent ook u misschien vaak op zoek naar dezelfde profielen en is het tegelijkertijd moeilijk om het aanwezige potentieel te benutten. Een duurzame aanpak vraagt een sterke analyse van de context (organisatie, team, rollen) en van de impact ervan op mensen. Mét oog voor potentieel, drijfveren en voorkeuren.

➜ Staffing*

We reiken daarvoor nieuwe tools en methodes aan, en introduceren drie essentiële stappen in een duurzame staffingaanpak.

Lees er alles over in ons visieboek “Shape, Match, Blend: Totaalaanpak voor duurzaam rekruteren” dat u kan downloaden op www.sdworx.be/staffing.

SD Worx - Kennedypark 33A - 8500 Kortrijk SD Worx - Gistelse Steenweg 294 b203 - 8200 Brugge (*) Staffingoplossingen bieden we u voortaan ook aan onder de merknaam SD Worx in plaats van DIP.

Ondernemers 15 11 oktober 2013

41

ONDERNEMERS & CO

42

Ondernemers 15 11 oktober 2013

Vruchtgebruik opnieuw onder vuur: een eerste analyse Zoals aangekondigd is een grootscheepse controleactie van de fiscus bezig rond vastgoedprojecten waarbij gebruik wordt gemaakt van een vruchtgebruik-structuur.

Het gaat daarbij meestal om gevallen waarin een vennootschap het vruchtgebruik van een vastgoed verwerft tegen een stevige prijs, terwijl haar bestuurders of aandeelhouders de blote eigendom verwerven tegen een zacht prijsje. Op het einde van de rit dooft het vruchtgebruik uit en wordt de naakte eigenaar automatisch de volledige eigenaar van het vastgoed.

Deze vruchtgebruik-structuren zijn al langer een doorn in het oog van de fiscus, maar telkens opnieuw heeft de fiscus moeten vaststellen dat de fiscale wet haar niet toeliet deze structuren bij een doordacht en onderbouwd gebruik te doorprikken. Reeds eerder bleek namelijk dat de antimisbruikbepaling ‘oude stijl’ het niet toeliet aan de administratie om belastingvrije vruchtgebruik-structuren rond vastgoed te herkwalificeren tot een belastbare beroepsverhuur van het betrokken vastgoed. Onze analyse is dat ook de antimisbruikbepaling ‘nieuwe stijl’ dit niet toelaat.

De recente rechtspraak van onze hoven van beroep laat voorts uitschijnen dat vruchtgebruik-structuren rond vastgoed ook de toets van het kernartikel in ons fiscaal wetboek rond de fiscale aftrekbaarheid van kosten – artikel 49 Wetboek Inkomstenbelastingen – doorstaan. Dit artikel bepaalt inzonderheid dat kosten enkel fiscaal aftrekbaar zijn ingeval ze worden gedaan om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden.

Zelfs in het geval dat het vastgoed in vruchtgebruik ter beschikking wordt gesteld aan de bedrijfsleider-vennoot bij wijze van bezoldiging in natura, blijken volgens de recente rechtspraak de kosten van het vastgoed in vruchtgebruik fiscaal aftrekbaar te zijn.

De controleactie van de fiscus die momenteel aan de gang is, spitst zich vooral toe op de waardering van het vruchtgebruik van vastgoedprojecten. Deze controleactie gaat terug op een interne administratieve instructie die op een zeer gedetailleerde wijze aan de ambtenaren van Financiën voorschrijft hoe ze een controle van een vruchtgebruik-structuur moeten aanpakken; een ware handleiding dus waarbij alle facetten van de aanpak van de controle tot in detail worden beschreven.

Doorgaans vangt de controle aan met een gestandaardiseerde vraag om inlichtingen waarbij de belanghebbende stukken moet voorleggen. In een volgende fase laat de fiscus aan de betrokken bedrijfsleider, tevens naakte eigenaar van het betrokken vastgoed, weten nagegaan te hebben wat de normale waarde van het vruchtgebruik zou zijn om te besluiten dat zijn vennootschap het vruchtgebruik voor een te hoge waarde heeft verworven. Bij dezelfde gelegenheid laat ze aan de bedrijfsleider weten dat het verschil tussen de zogenaamde normale waarde van het vruchtgebruik en de verwervingsprijs ervan een voordeel uitmaakt en dat ze dat beschouwt als een extra bezoldiging in natura. De fiscus stelt immers dat de bedrijfsleider doorgaans een beslissende invloed op de prijsvorming rond het vruchtgebruik en de naakte eigendom heeft.

Bij deze aanpak kunnen we nogal wat kritische aantekeningen maken: 1) Vooreerst wordt een ingediende aangifte geacht juist te zijn. Het is dus de fiscus die moet aantonen dat een aangifte onjuist is, wil ze deze aangifte wijzigen.

Wat meteen opvalt bij de aanpak van de fiscus rond vruchtgebruik-structuren is dat de fiscus haar eigen waardering naar voren schuift en meent dat deze waardering de normale waarde ervan weergeeft. Hierbij gaat ze zonder meer voorbij aan de waardering die de betrokken belastingsplichtigen hebben gehanteerd

en geeft ze geenszins de redenen aan waarom deze waardering niet zou kunnen worden weerhouden.

2) Bij haar waardering van het vruchtgebruik gaat de fiscus uit van huurwaardes van zogenaamde referentiepercelen. Hierbij vermeldt ze doorgaans het adres van het betrokken referentieperceel, de aard en de oppervlakte ervan zonder evenwel te verduidelijken waarom ze meent de betrokken eigendommen te moeten weerhouden. Bovendien blijkt in een aantal gevallen de huurwaarde van de referentiepercelen, omgerekend per m², onderling nogal uiteenlopend te zijn. De fiscus gaat dus zonder meer voorbij aan de schattingsverslagen van de deskundigen.

3) Wat de eigenlijke waardering van het vruchtgebruik betreft, hanteert de fiscus één welbepaalde waarderingsmethodiek, terwijl er rond vruchtgebruik in de praktijk meerdere waarderingsmethodieken stevig ingeburgerd zijn. Meer zelfs, de rulingcommissie heeft in het verleden meerdere positieve rulings afgeleverd rond vruchtgebruik-structuren waarbij ook deze andere waarderingsmethodieken werden gevalideerd.

Zo meent de administratie bij haar waarderingsmethodiek de transactiekosten van de vruchtgebruikstructuur in mindering te moeten brengen terwijl de rulingdienst hieromtrent nimmer een aantekening heeft gemaakt.

Alleen al uit deze aantekeningen blijkt dat de fiscus bijzonder eenzijdig omgaat met de waardering van het vruchtgebruik. Het verleden heeft aangetoond dat die aanpak weinig succes had, zeker in gevallen waar de structuur doordacht en onderbouwd was. De geschiedenis kan zich herhalen.

Jan Sandra en Stijn Lamote, IMPOSTO Advocaten

PRESIDENT KENNEDYPARK 41 . 8500 KORTRIJK .

T + 32 56 24 13 13 . F + 32 56 24 13 10 . INFO@IMPOSTO.BE . WWW.IMPOSTO.BE

HAVENNIEUWS Vijf partners voor opleiding en promotie in transport en logistiek

Vlaamse Havendag richt oog op de toekomst Op de massaal bijgewoonde Vlaamse Havendag bekrachtigden VDAB, POM en RTC West-Vlaanderen en de sectorfondsen LOGOS en SFTL hun samenwerking voor opleiding en promotie van transport en logistiek. Tegelijk raakte bekend dat het Nederlandse Verbrugge Terminals een concessie kreeg in de voorhaven.

“De transport- en logistieke sector is belangrijk voor de West-Vlaamse economie. Ze creëert niet alleen directe toegevoegde waarde en werkgelegenheid, maar vormt ook een hefboom voor de lokale industrie. De krapte op de West-Vlaamse arbeidsmarkt, de vergrijzing van de beroepsbevolking in de transport- en logistieke sector, de toenemende complexiteit en kennisintensiteit alsook het imago van de sector vormen echter belangrijke uitdagingen voor de toekomstige groei”, luidt het.

Tijdens de derde Vlaamse Havendag op zondag 22 september verruimden maar liefst 75.000 mensen hun kijk op de havens van Zeebrugge, Oostende, Antwerpen en Gent. Eén van hen was Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Hilde Crevits.

“Een kwart miljoen mensen werken rechtstreeks of onrechtstreeks in de Vlaamse havens. Logistiek vormt een essentieel onderdeel van de havenactiviteiten.

Prognoses wijzen uit dat deze sector in Vlaanderen sterke groeikansen heeft met een groot potentieel aan nieuwe jobs”, aldus Crevits.

De afgelopen jaren ontstond een samenwerking die nu geformaliseerd werd met een engagement tot eind 2014. Daarna kan opnieuw twee jaar verder gekeken worden. De doelstellingen worden vertaald in concrete acties zoals een grootschalig evenement voor scholen, educatief materiaal voor leerkrachten en instructeurs, een structureel ‘train-de-trainer’-aanbod, ondersteuning en organisatie van stages, gastcolleges, infodagen voor werkgevers, werkzoekendenprojecten, enz.

Akkoord tot 2014 Wie die boodschap alvast in daden omzet, zijn de vijf partners die op de Vlaamse Havendag hun bestaande samenwerking voor de transport- en logistieke sector formeel bekrachtigden. Het gaat om LOGOS (Vormingsfonds van het Paritair Comité voor de Bedienden uit de Internationale Handel, het Vervoer en de Logistiek), SFTL (het Sociaal Fonds Transport en Logistiek), VDAB, het Regionaal Technologisch Centrum (RTC) West-Vlaanderen en de POM West-Vlaanderen.

De vijf partners stellen zich drie doelen. Ten eerste de algemene promotie van de sector transport en logistiek en de gerelateerde opleidingen en beroepsfuncties. Ten tweede het ondersteunen van bestaande en nieuwe sectorgerichte opleidingen en studierichtingen met een logistieke component. Ten derde het optimaliseren van de opleiding en toeleiding van potentiële werknemers naar, en het behoud van de huidige werknemers in de sector.

Verbrugge Terminals Tijdens de Vlaamse Havendag raakte ook bekend dat Verbrugge Terminals van het Havenbestuur een concessie kreeg voor een terrein in de voorhaven. Logistiek dienstverlener Verbrugge Terminals behandelt in de havens van Vlissingen en Terneuzen jaarlijks tien miljoen ton goederen.

“Deze investering is goed nieuws voor de haven en is een verdere ondersteuning van het netwerk van deepsea containerdiensten en shortsea diensten. Bovendien versterkt dit de aanwezigheid van de papier- en pulpsector in Zeebrugge en de regio”, zegt Joachim Coens, gedelegeerd bestuurder van MBZ. De terminal van Verbrugge komt aan het uiteinde van het Albert II-dok in de voorhaven. (RJ – Ingezonden foto)

In samenwerking met

Samen sterk voor promotie en opleiding in de sector transport en logistiek, v.l.n.r. John Reynaert (directeur opleiding SFTL), Elise Gadeyne (sectorconsulent SFTL), Jean de Bethune (voorzitter POM West-Vlaanderen), Siegfried Desmalines (sectorconsulent LOGOS), Bram Lievrouw (directeur competentiecentra West-Vlaanderen VDAB), Heidi Hanssens (stafmedewerker POM West-Vlaanderen), Dirk Vandekerckhove (campusmanager VDAB), Ann Bulcaen (coördinator RTC West-Vlaanderen) en Kim Verrept (accountmanager VDAB).

Polybotes al ingezet Shortsea rederij Transfennica maakte al nuttig gebruik van het door MBZ recent omgebouwde estuaire schip Polybotes. Ze verscheepte 190 ton uitzonderlijke cargo aangekomen via haar Bilbao-dienst (Spanje) naar Antwerpen, waar haar Baltic-dienst de vracht verder bracht naar Sint-Petersburg (Rusland). Het ging om grote stukken van een productielijn met eindbestemming Moskou.

De Polybotes is eigendom van MBZ, die het schip overnam van Cobelfret en liet ombouwen voor rollend materieel en high & heavyladingen. Portconnect, de dochteronderneming van MBZ, treedt op als exploitant. “Wij investeerden in de aankoop en de ombouw van de Polybotes om de uitzonderlijke ladingen die via de verschillende roro-diensten in Zeebrugge aankomen, gemakkelijk te kunnen verschepen.

Dat de partners die al aanwezig zijn in onze haven ook gebruik maken van het schip als connectie tussen twee aparte diensten, bewijst nog maar eens de grote meerwaarde van het schip”, aldus Joachim Coens.(RJ)

Association Port of Zeebrugge Interests

Ondernemers 15 11 oktober 2013

43

Ondernemers 15 11 oktober 2013

naar ruggensteun en een klankbord. PLATO bood mij een kapstok over hoe de zaken adequater aan te pakken. De kennis van de experten en ervaring van andere deelnemers neem je mee in je beslissingen. Je focust duidelijker, blijft kritisch en kiest actief de richting die je uit wil. De sessies zetten een denkproces in gang en gaven mij ook bevestiging om verder te gaan.”

VOKA-NIEUWS

44

Het is alvast de ambitie van Wave Health & Fitness om het ledenaantal te laten groeien, de missie verder uit te dragen aan de Westkust en te verspreiden in Vlaanderen, door nieuwe centra uit te bouwen op strategische plaatsen.

Professionaliseren

Nieuwe PLATO-groepen en Lerende Netwerken starten vanaf januari 2014

“Inspirerend en stimulerend” Begin 2014 gaan de PLATO-groepen en de Lerende Netwerken opnieuw van start.

Voka draagt de professionalisering van bedrijven op elk niveau hoog in het vaandel en ontwikkelde daarom deze succesformules. “Zo’n netwerk is ideaal om kennis op te doen, ervaringen uit te wisselen en nieuwe contacten te leggen”, getuigt Sabine De Leeuw, zaakvoerster van Wave Health & Fitness in Oostduinkerke.

Nabij het sportterrein, de sporthal en Golf Ter Hille opende Sabine De Leeuw twee jaar geleden in de Hazebeekstraat in Oostduinkerke gezondheidscentrum Wave Health & Fitness. Ze studeerde kinesitherapie in Gent, verrichtte wetenschappelijk onderzoek naar chronische rugpijn aan de KUL en bekwaamde zich verder in manuele therapie. Ze had altijd al de ambitie om de link te maken tussen sport en revalidatie, tussen het medische en het sportieve. Met de oprichting van een filiaal van Fyzix in Oostduinkerke werd ze verantwoordelijk voor de rugtraining in alle vestigingen van de keten. In 2002 nam ze het filiaal over en kwam haar echtgenoot Johan Vanhoutte erbij. In 2004 begonnen ze aan hun project te werken.

Het rond krijgen van alle vergunningen nam maar liefst zeven jaar in beslag, maar stelde hen ook in staat om buitenlandse toonaangevende clubs te bezoeken en hun visie te laten rijpen.

aanbod van sportmedisch advies, kine en rugschool, (groeps)fitness met een unieke buitenruimte, yogaschool, personal training, golfspecifieke training, outdoorprojecten (lopen, fietsen, zwemmen), tennisacademie, squash, sauna, …

Een speciaal aanbod is Health@Work voor ondernemers. Sabine De Leeuw: “Eigenlijk is het een netwerkclub waarin sport centraal staat. Veel ondernemers willen sporten of fitnessen, maar hebben daar de tijd niet voor of willen er geen gezinstijd voor opofferen.

Nu kunnen ze op dinsdagochtend van 6u30 tot 7u30 sporten, gevolgd door een ontbijt. Tegen 8u kunnen ze weer aan het werk. Het was via de deelnemende ondernemers dat ik over PLATO hoorde.”

Ruggensteun en klankbord De voorbije jaren ruilde Sabine De Leeuw het puur operationele werk in voor managementtaken: de strategie bepalen, medewerkers sturen, marketing, sales, interne opleidingen, enzovoort. Ze deed heel wat praktijkervaring op en volgde ook opleidingen en seminaries rond diverse managementtopics. Ze was altijd al fel bezig met strategie en werd daarom in januari van dit jaar lid van PLATO Strategie, samen met een 15-tal andere deelnemers. “Ik heb daar bewust voor gekozen”, getuigt Sabine De Leeuw. “Ik was op zoek

Fitnessaanbod speciaal voor ondernemers “Het is de missie van Wave Health & Fitness om mensen te inspireren, te motiveren en te coachen om volgens hun mogelijkheden te bewegen en zo hun gezondheid en vitaliteit te verhogen”, zegt Sabine De Leeuw. Het gezondheidscentrum heeft een uitgebreid

HEIDI LOGGHE EN SABINE DE LEEUW:

“PLATO EN DE LERENDE NETWERKEN INSPIREREN EN STIMULEREN.”

PLATO richt zich op eigenaars van bedrijven, de Lerende Netwerken mikken dan weer op medewerkers en kaderleden. “Zo helpt Voka ondernemingen om zich verder te professionaliseren”, vertelt Teammanager Levenslang Leren Heidi Logghe. “Ondernemers werken dagelijks keihard in hun bedrijf. In de maandelijkse sessies leren ze om hun onderneming eens van op een afstand te bekijken. Zo merken ze dat andere deelnemers gelijkaardige problemen ondervinden en misschien al oplossingen vonden. De combinatie van kennisverwerving met praktijkgetuigenissen en ervaringsuitwisseling is cruciaal om vooruitgang te boeken. Daarnaast is het een ideale gelegenheid om te netwerken.”

In januari 2014 starten PLATO Multi (2 jaar), PLATO Leadership, Strategie, Sales & Marketing, Financieel Fiscaal Juridisch, en Ladies. De Lerende Netwerken zijn: Aankoop, Marketing, Sales, HR-professionals, Talentmanagement en Management@work. (MDJ – Foto DD)

www.thewave.be

De komende weken organiseert Voka WestVlaanderen gratis infosessies over de PLATOgroepen en Lerende Netwerken die in januari opnieuw van start gaan. Inschrijven kan online op www.voka.be/west-vlaanderen.

Infosessies PLATO: • Dinsdag 15 oktober, Emmanuel Fraeye (Ardooie), 8u15 • Dinsdag 22 oktober, Wave Health & Fitness (Oostduinkerke), 8u15 • Donderdag 24 oktober, Partyspace (Beselare), 12u • Dinsdag 19 november, Henk Warnier (Knokke), 8u15 • Dinsdag 3 december, Leman Cake Decorations (Zwevegem), 8u15 Infosessies Lerende Netwerken: • Vrijdag 18 oktober, Marine Harvest (Brugge), 12u • Dinsdag 5 november, Westlandia (Ieper), 8u • Vrijdag 29 november, Keller (Waregem), 12u • Dinsdag 3 december, Hotel Bero (Oostende), 8u Info: Vanessa Flamez, tel. 056 23 50 62 of Heidi Logghe, tel. 056 23 50 49. Mail: opleidingen.wvl@voka.be .

18/10: Export van uitrustingsgoederen

21/10: Big Data: hype of onmisbaar voor uw strategie?

Tijdens deze informele lunchsessie staan we stil bij de mogelijkheden van subsidie- en financieringsmogelijkheden van het FIT en ONDD voor exporteurs.

Voka, Kortrijk, 11u30 - 13u30

Media, zoekresultaten op internet, wetenschappelijke experimenten, de aandelenmarkt, het zijn maar enkele kolossale databanken, schatten van informatie. Maar die informatie moet eerst aangeboord worden voor je er iets mee kan doen. In Los Angelos worden misdaden voorspeld, in de Londense City is het de wiskundige die het meest geld schept, en dat allemaal omdat ze met die enorme hoeveelheid aan informatie om kunnen: The Age of Big Data. Businessmodellen die gebaseerd zijn op de methodiek van Big Data, zijn booming en veelbelovend.

In deze infosessie bekijken we het hoe, wat en wanneer van deze nieuwe evolutie.

Voka, Kortrijk, 08u30 - 10u00

22/10: Scoor met responsgedreven copywriting Zelfs wie niet creatief is, kan de respons op zijn of haar teksten de hoogte in krijgen. Want copywriting is geen abracadabra. U leert in deze sessie de basics over ‘hoe mailings gelezen worden’. En hoe u ze dus moet schrijven.

De nuttige tips uit deze sessie zijn ook direct toepasbaar op teksten voor het scherm, voor een folder, een artikel.

En zeker voor een doeltreffende offerte.

Voka, Kortrijk, 16u30 – 20u00

Info en inschrijven: www.voka.be/west-vlaanderen

DATUM

TIJDSTIP

AGENDA

SEMINARIES & WORKSHOPS

Nieuw bestuurscomité Voka - Kamer van Koophandel West-Vlaanderen

Nieuwe business-opportuniteiten tussen Canada en de EU

Op de raad van bestuur van Voka West-Vlaanderen van 30 september werd het nieuwe bestuurscomité voorgesteld en goedgekeurd. Dit is het gevolg van de nieuwe statuten van onze organisatie die werden goedgekeurd op de algemene vergadering van 17 juni in Oostende. Het nieuwe bestuurscomité ziet eruit als volgt: voorzitter Lieven Danneels (Televic Group), ondervoorzitters: Ieper: Gunther Bamelis (Daikin), Kortrijk: Dominiek Callewier (AVC), Roeselare-Tielt: Jos Claeys (Westvlees), Brugge: Ludo Lievens (Lievens & Co Consulting), Oostende: Johan Verborgh (Architectuurstudio Johan Verborgh), Veurne: Frank Stekelorum (AVC), Noord-Frankrijk: Guy Piette (Piette & Partners Verzekeringsmaatschappij). Bijkomende mandaten: Marc Adriansens (ICO), Jan Haspeslagh (Ardo), Philip Cammaert (Meli), Christophe Dhaene (E-Bo Entreprises), Frans Hoorelbeke (Daikin), Jean-Pierre Tanghe (Barco), Conny Vandendriessche (Accent Jobs for People), Anne Santens (MC Three Carpets), Kathleen Verhelst (Verhelst Bouwmaterialen). Zij zullen namens de raad van bestuur het bestuurlijk comité van Voka West-Vlaanderen waarnemen.

Dankzij de rijkdom aan natuurlijke grondstoffen, de interessante arbeidsmarkt met goed geschoolden en het groeipotentieel van heel wat sectoren, doet de Canadese economie het prima. Binnenkort worden de invoerrechten afgeschaft. Tijdens een infosessie op 16 oktober kan u vernemen wat de opportuniteiten voor uw onderneming zijn.

Meer info? Griet Witdouck, tel. 056 26 13 93, griet. witdouck@voka.be

Structurele partners van Voka - West-Vlaanderen 2013

ACTIVITEIT

PLAATS De Caese, Brugge

EVENEMENTEN EN ONTMOETINGEN woensdag 16 oktober

12u30-14u00

Lunch & Learn Spanje, Portugal, Italië

woensdag 16 oktober

12u00-20u00

Family Business Happening

Renson, Waregem

dinsdag 22 oktober

12u15-14u00

Te gast bij De Lovie

Poperinge

woensdag 23 oktober

18u30-22u00

Voka Young Power visits Dewulf

Roeselare Brugge

donderdag 24 oktober

12u00-14u00

Te gast bij Structo

donderdag 24 oktober

18u30-21u30

Te gast bij Renson Ventilation

Waregem

dinsdag 5 november

18u30-21u30

Vokafé Roeselare-Tielt

Vlaemynck Business Center, Tielt

donderdag 7 november

18u30-21u30

Vokafé Brugge

De Caese, Brugge

donderdag 7 november

18u00-21u30

Visite aux Voisins

Budafabriek, Kortrijk

dinsdag 12 november

18u30-21u30

Te gast bij Cebeo

Waregem Salons Denotter, Zedelgem

WORKSHOPS EN SEMINARIES dinsdag 15 oktober

09u00-17u00

Hoe kunt u succesvol nieuwe marken opsporen en benaderen?

dinsdag 15 oktober

16u30-20u00

Succesvol beïnvloeden van het verkoopsgesprek met uw taalgebruik en lichaamstaal

Voka, Kortrijk

woensdag 16 oktober

08u00-10u00

Heb ik een bouwvergunning nodig voor mijn uitbreiding of aanpassing?

Voka, Kortrijk

woensdag 16 oktober

09u00-12u00

Zakendoen met Canada

Barco, Kuurne Voka, Kortrijk

donderdag 17 oktober

13u30-17u30

De kunst van het onderhandelen

vrijdag 18 oktober

08u00-10u00

Wat te doen bij bouwovertredingen?

Voka, Kortrijk

vrijdag 18 oktober

09u00-17u00

360° groeien. 12 mogelijke groeistrategieën voor uw bedrijf in één dag

Voka, Kortrijk

vrijdag 18 oktober

11u30-13u30

Export van uitrustingsgoederen

Voka, Kortrijk

vrijdag 18 oktober

12u00-14u00

Infosessie Lerende Netwerken

Marine Harvest, Brugge

dinsdag 22 oktober

08u00-10u00

Infosessie PLATO

The Wave Health, Oostduinkerke

dinsdag 22 oktober

08u45-12u15

Lab Strategie Prestatiemanagement

Deloitte, Rumbeke

dinsdag 22 oktober

14u00-17u00

VAT-package: internationale handel in goederen

Deloitte, Kortrijk

dinsdag 22 oktober

16u3020u30

Scoor met responsgedreven copywriting

Voka, Kortrijk

woensdag 23 oktober

08u45-12u45

Lab Social Media

Voka, Kortrijk

donderdag 24 oktober

08u00-10u30

Werken met mensen met een arbeidshandicap

Waak, Kuurne

donderdag 24 oktober

08u00-10u30

Infosessie Familio

Gheeraert Transport, Loppem

Info en inschrijvingen op onze website: www.voka.be/west-vlaanderen

Ondernemers 15 11 oktober 2013

45

Ondernemers 15 11 oktober 2013

PROSIT

46

Bezoek gasterminal – Duinkerke

Verlenging contract SD Worx – Westrozebeke

125 jaar Reznor – Menen

SD Worx verlengde het structureel partnership met Voka West-Vlaanderen. De officiële ondertekening gebeurde bij een bezoek aan Westvlees. Voor het aansnijden van de carpaccio van varkensvlees moesten Hans Maertens (Voka) en Steven Van Hoorebeke (SD Worx) wel eerst nog een handtekening zetten. Eigen foto

Slechts weinig bedrijven halen de kaap van 125 jaar ondernemerschap. Bij Reznor vond men dat de ideale gelegenheid om de glazen boven te halen. Van links naar rechts: Jo Bruyneel, Sadeth Vanneste, Frank Claeys, Chris Grammens, Benedikt Willerms en Joseph Boeckx. Foto Hol

Nieuwe vestiging voor Gras Savoye – Kortrijk Verzekeringsmakelaar en adviseur Gras Savoye opende een nieuwe vestiging in het Wevelgemse Bedrijvencentrum. Het volledige team klonk op een nieuw sucesverhaal: Vooraan staan Gino Simons, Philippe Verbrugge, Pascal Van Eycken, Iwan Röpcke, Yves Van Buyten en Myriam Jaszczynski. Peter Braet, Peter Vercooren, Alain Hubo, Patrick Van Malcot, Michail Willems, Jo Haerinck en Leen Van Sand kregen een plekje op de achterste rij. Foto Hol

Bij de buren in Duinkerke bouwt men momenteel aan een nieuwe gasterminal. Aan de werkzaamheden hangt een prijskaartje van maar liefst 1 miljard euro en daarmee is dit één van de grootste industriële werven van Europa. Na een bezoek aan de indrukwekkende werf verbroederden Patrice Bakeroot en Guy Piette (beiden Voka) met Jo Dairin (CUD) en Sylvain Ringot (Innocold) Eigen foto

Voka Ladies - Zonnebeke Vrouwen brengen kleur in het ondernemerslandschap. Figuurlijk, maar Kathleen Dendauw (Logimax), Kathy Declercq (Unique), Laurence Vanpeperstraete (Ronny Steyaert Accountants), Caroline Deleye (Ronny Steyaert Accountants), Marleen Demuynck (Bedrijvencentrum Regio Waregem), Marleen Abeele (Abinitio) en Inge Louf (Robyn Verzekeringen) bewijzen dat we dat ook letterlijk mogen nemen. Foto DD

Vanaf december is ondernemers ook beschikbaar op uw smartphone of tablet.

Adverteer in onze editie rond de ‘Bedrijvencontactdagen’ en ontvang een gratis iPad !

Meer info op 056 24 16 56 of via françois.delandsheer@voka.be

PROSIT Kick-off Bryo – Brugge Charter Duurzaam Ondernemen – Brugge Ook in onze provincie staat duurzaamheid hoog op de agenda van de bedrijven. Dit jaar ondertekenden reeds 22 bedrijven het West-Vlaams Charter Duurzaam Ondernemen. Mint Europe uit Roeselare, Vanden Broele Groep en Zeebrugge Food Logistics (beiden uit Brugge) deden dat onlangs in de gebouwen van gastheer Cayman. Voor die gelegenheid gingen Eddy Goelen (Zeebrugge Food Logistics), Bart Vansevenant (Voka), Annelies Maesen (Mint Europe), Philippe Tavernier (POM West-Vlaanderen), Sabine Simoens, Koenraad De Lathouwer (beiden Cayman), Roos Taillieu (Novado), Tom Vanden Broele (Uitgeverij Vanden Broele), Dieter Vanreybrouck (Vanden Broele Invest) en Bram Van Impe (Uitgeverij Vanden Broele) met de glimlach op de foto. Foto MVN

Kick-off LN Productiechefs – Kortrijk Dacia Center Devos-Capoen speelde gastheer voor de kick-off van het Lerende Netwerk Productiechefs.

Tijdens deze eerste sessie kregen de deelnemers de kans om op een informele manier met elkaar kennis te maken. En natuurlijk hoorde daar een glaasje bij.

Dat vonden alvast Diderik Delabie (Waak), Els Capoen, Sophie Devos en Johan Devos (allen Dacia Center DevosCapoen), Matthieu Marisse (Voka) en Jeroen Vansteenkiste (Orbid). Foto Hol

Nadat hij zich eerst de longen uit het lijf had moeten fietsen om zijn medewerkers te kunnen volgen tijdens een teambuildingactiviteit, trok Hans Maertens (Voka) ‘s avonds nog naar de kick-off van Bryo. Zijn energiepeil was meteen weer in orde bij het zien van zoveel frisse dynamiek en ondernemerschap. Op de eerste lijn zien we Arne Oosthuyse (Voka), Geneviève Vanassche (BNPPF), Johan Van Gool (BNPPF), Emilie Delorge (Enfin!), Hilde Schuddinck (Voka), Victoria Jadot, Stijn D’Hondt (Pinscher) en Evy De Bruyker (Voka). Achteraan staan Gianni Boone (Bureau Boone II Communicatie & Ontwerp), Philippe Verborgh (BNPPF), Hans Maertens (Voka), Geert Sinnesael (Deloitte Fiduciaire) en Michel De Waele (Bubble NV). Foto MVN

Te gast bij Dirk Wynants - Poperinge

Legends & Leaders ontmoeten Yves Leterme – Beselare

Dirk Wynants (vijfde van links) ontwerpt zijn eigen meubelen en brouwt zijn eigen bier. Geen wonder dat Charlotte Dekimpe, Veerle De Mey, Cathy Verstraete (allen Voka), Hilde Louwagie (Extremis en DWDW), Rik Decapmaker (Kantoor Decapmaker), Frank Verdonck (VDS) en Bé Mattheeuws (Mattheeuws) graag met hem op de bank gaan. Foto DD

Onze Legends & leaders lieten zich deze keer inspireren door Yves Leterme.

De adjunct-secretaris-generaal van OESO vertelde hoe zijn organisatie naar de Belgische economie kijkt. Van links naar rechts: Patrice Bakeroot (Voka), Dirk Matthys (CEO Engicon-Geldof), Yves Leterme (OESO, Adjunct-Secretaris-Generaal), Hans Dewaele (Co CEO DesleeClama), Jan Delaere (CEO Delaware Consulting) en Hans Maertens (Voka). Foto DD

Diversiteit in uw personeelsbeleid?

Wij adviseren! d talent Voor ongeken L.BE AA WWW.JOBKAN

Ondernemers 15 11 oktober 2013

47

VEREST & Co

Erkend vastgoedmakelaar BIV 204884

VASTGOEDMAKELAAR

Meer info? Peiskeshof 66 | 8790 Waregem | Gsm 0475 49 60 10 | francoisverest@hotmail.com

TOPKANTOREN TE HUUR | Mannebeekstraat 33 | Waregem

➜ 2.500 m2 topkantoren met magazijn (opdeelbaar) ➜ Zeer goede ligging: vlakbij afrit autostrade E17 Waregem ➜ Aantrekkelijke verhuurvoorwaarden

Ref. immoweb 4453973

INDUSTRIEGEBOUW TE KOOP | Rijksweg 442 | Wielsbeke

➜ 65.000 m² industriegebouw (opdeelbaar per 3000 m²) ➜ Ideaal voor bedrijven die veel laadruimte nodig hebben ➜ Ruime kantoren en veel parkeerplaats

Ref. immoweb 4454335