Oost-Vlaanderen Ondernemers 2024#012

Page 1


Onder nemers

Aan zet

De voorzitter opent het debat

De oceaan over

Als gevolg van de Europese CSRD-richtlijn dienen grote beursgenoteerde bedrijven vanaf januari 2025 een omstandig duurzaamheidsrapport voor te leggen. In de komende jaren zullen steeds meer bedrijven –ook kmo’s – gevat worden door de nieuwe verplichting.

Europa wil niet alleen de milieu-impact van ondernemingen in kaart brengen, maar vraagt een afdoende ‘bewijsvoering’ dat zij gelijkheid tussen man en vrouw garanderen, vakbondsrechten eerbiedigen en lokale gemeenschappen beschermen.

Om de nieuwste paperassencarrousel op gang te brengen, is het niet noodzakelijk dat tegen een bedrijf een klacht loopt of dat het in opspraak komt in het publieke debat. De algemene toepasbaarheid van CSRD zet elk betrokken bedrijf symbolisch in de beklaagdenbank. Het uitgangspunt is een vermoeden van verzuim, het is aan het bedrijf om het tegendeel aan te tonen. De nieuwe rapporten zijn gefundenes fressen voor al wie het bedrijfsleven niet genegen is.

JEF WITTOUCK

Voorzitter Voka –Kamer van Koophandel

Oost-Vlaanderen

De nieuwe Europese verplichting is geen futiele formaliteit. Beursgenoteerde ondernemingen –veelal sterk internationaal actief – hebben hele (nieuwe) teams gemobiliseerd die zich enkel bezighouden met de voorbereiding van de rapportering. Een dure grap waarvan het bureaucratisch gehalte de finale duurzaamheidsopbrengsten dreigt te overstijgen. Omdat de betrokken bedrijven opereren binnen een complexe waardeketen zullen zij data opvragen bij leveranciers en partners. Ook al zijn die bedrijven niet zelf gehouden aan de rapporteringsverplichting, zij worden er onrechtstreeks wel door gevat. Het begin van een domino-effect waar niemand het einde van ziet.

CSRD kan bedrijven helpen in hun streven naar meer kwaliteit en compliance, dat is ongetwijfeld zo. Maar de strenge Europese wetgeving betekent buiten ons continent weinig of niets. De enige zekerheid is dat een aantal overheden een vers bataljon ambtenaren rekruteert om het hele opzet te monitoren. ‘Bureaucracy is the death of all sound work.’ Ook in de sociologische observatie toonde Einstein zich een genie.

Zelfs vooraanstaande consultants – die zelf niet noodzakelijk slechter worden van meer regelgeving – waarschuwen dat de aanhoudende stroom aan bijkomende regulering de Europese en Belgische bedrijven dreigt te verstikken. Het is gewoon te veel, het is te complex.

Terwijl Europa en de nationale overheden hun bureaucratisch vermogen uitbouwen om bijkomende regelgeving met bijhorende rapportering op te volgen, maakt men zich aan de andere kant van de oceaan klaar om de overheid op zijn betekenis en doelgerichtheid kritisch door te lichten. Hoewel het publieke bestuur in de VS ‘slechts’ 23 procent van het bbp uitgeeft, kan het volgens president Trump en Elon Musk met 2.000 miljard dollar per jaar minder.

Tussen Brussel en New York ligt een oceaan. Het overheidsbeslag in België bedraagt meer dan 56 procent van het bbp. Voor sommigen is dat krankzinnig hoog niveau overigens geen bezwaar om ondermaats beleid straks met nog meer lasten recht te trekken.

Een mens vraagt zich af of het bestuurlijk op de huid zitten van bedrijven de aandacht moet afleiden van een overheid die zelf elementaire principes van deugdelijk bestuur aan zijn laars lapt. Zoals in het berooide maar potverterende Brussel waar de gemeentelijke overheid van Anderlecht gul met sociale uitkeringen strooit zonder ook maar na te gaan waar al dat zuur opgehoeste belastinggeld terechtkomt.

Europa/België/Vlaanderen moeten de oceaan over en dat zal niet lukken door naar het water te staren.

Dossier 18

Colofon

KANTOREN

9000 Gent - Lammerstraat 18

T 09 266 14 40

9300 Aalst - Werf 8

Web www.voka.be/oost-vlaanderen

BESTUURSCOMITÉ VAN

VOKA OOST-VLAANDEREN

Jef Wittouck, An Bels, Erik Chabot, Jan Cornelis, Ann De Clercq, Christiaan De Wilde, Siegert Dierickx, Farida Doulami, Stefan Fesser, Dieter Hillaert, Alexander Hoogewijs, Geert Moerman, Griet Nuytinck, Karen Pieters, Wim Pynaert, Roseline Van Damme, Christine Van den Berghe, Katrien Vanden Bulcke, Jens Van Mol.

EREVOORZITTERS VAN

VOKA OOST-VLAANDEREN

Luc De Bruyckere, Chris De Hollander, Ronald Everaert, Jean-Paul Van Avermaet, Marc Vereecken en Marcel Verschelden.

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER

Geert Moerman

Lammerstraat 18 – 9000 Gent

HOOFDREDACTIE

Jan Geers – jan.geers@voka.be

EINDREDACTIE

Sam De Kegel – sam.dekegel@voka.be

WERKTEN MEE

Werner Claeys, Stefan David, Jolyn De Baets, Sven Decaestecker, Sam De Kegel, Laurens Fagard, Jan Geers, Simon Lefèvre, Wannes Nimmegeers, Bart Vancauwenberghe, Ann Vandamme en Jan Van Gyseghem.

MAGAZINE REALISATIE LAYOUT

Karakters, Gent, www.karakters.be

DRUK

Drukkerij Perka, Maldegem, www.perka.be

PUBLICITEIT

Rik Vyncke

rik.vyncke@voka.be – T 0477 30 21 32

Ann Vandamme

ann.vandamme@voka.be – T 09 266 15 71

Op de cover 6

Groeipijnstillers

Het

Thuishaven

Inhoud

Actueel

6 Op de cover

CSRD-duurzaamheidsrapportering: rem of versneller voor duurzame transitie?

54 De cijferfabriek

Hoe groen zijn de Oost-Vlaamse gemeenten?

Telexen

Vers ledennieuws

Trends

18 Dossier

Meer doen met minder ruimte: ruimtebesparend bouwen en inrichten

Opinie

1 Aan zet

De oceaan over

16 In de lobby

North Sea Port Talent Experience Day: 60 havenbedrijven in dialoog met (jong) talent

64 Geert dacht

Effe Onderhandelen

Inspiratie

4 Belle Vue

Oké Koffie: slow coffee voor een quick start

36 Het zit in de genen

Uit het juiste (familiale) hout gesneden: schrijnwerkerij Van de Walle

42 Thuishaven

Daan Schalck, ceo van havenbedrijf North Sea Port, gooit het roer om Voka-VeGHO lid in de kijker: Bolckmans

58 Groeipijnstillers

MORO Essentials: Hoe lanceer je een schaalbaar b2c-product op de markt?

De maand van Voka

62 Binnenkort bij Voka

Op de agenda bij Voka Oost-Vlaanderen

Oké Koffie: slow coffee voor een quick start

Humanity runs on coffee. Best mogelijk, want de koffiemarkt is een wereldwijde miljardenbusiness. Na olie is koffie het meest verhandelde product, en dat in een erg volatiele markt. Europa slurpt het meest van het goedje, goed voor maar liefst een derde van de wereldconsumptie.

In Europa zijn wel duizenden koffiebranders actief. De tien grootste bedrijven nemen een derde van de markt in. België telt meer dan 60 koffiebranderijen. Oké Koffie is een Belgische ambachtelijke koffiebranderij die in Geraardsbergen het verhaal van Koffie Gryspeirt verder zet, dat al in 1873 begint. Oké Koffie koopt koffiebonen 100% duurzaam in, selecteert en mengt om tot een uitgebalanceerde smaak te komen. De klant kiest binnen een aantal gevarieerde smaakpaletten een favoriete samenstelling.

Bij Oké Koffie wordt de koffie twaalf minuten gebrand, wat tot vijf keer langer is dan bij sommige niet-ambachtelijke koffiemerken. De aroma’s komen zo maximaal tot hun recht. De bonen worden na het branden onmiddellijk verwerkt en soft vacuüm verpakt. Oké Koffie kijkt alvast met ambitie over de grenzen: Frankrijk biedt kansen en nu al voert het bedrijf beperkt koffie uit naar China, de snelst groeiende koffiemarkt in de wereld. Ook met een traag kwaliteitsproduct is het een kwestie van snel kansen te nemen.

Europese duurzaamheidsrapportering (CSRD):

een berg administratie of een hoop

kansen?

Vooraan in het nieuws

Vijf jaar geleden werd de Europese Green Deal met grote trom voorgesteld. De Deal bevat een resem beleidsinitiatieven om Europa tegen 2050 als eerste continent klimaatneutraal te maken, van broeikasgassen verminderen tot biodiversiteitsverlies beperken en circulaire economie bevorderen. Wat later kwam daar nog ‘Fit for 55’ bij, een programma met als doelstelling om de EU al tegen 2030 met 55% minder broeikasgassen af te slanken. Na de ambitieuze start kwamen de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne als spelbrekers. Veel lidstaten stelden hun prioriteiten bij en de hoge energieprijzen zorgen ervoor dat duurzaamheidsinitiatieven op slot gingen of ter discussie staan.

Het ongebreideld enthousiasme van de EU-instellingen maakte de voorbije jaren

Europa de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) in het leven. Deze richtlijn die in nationale wetgeving wordt omgezet, moet erop toezien dat bedrijven jaarlijks rapporteren over duurzaamheid volgens de ESG-pijlers, hetgeen slaat op Environment (milieu), Social (sociaal) en Governance (bestuur). Die rapportering gebeurt via een gefaseerde aanpak volgens afgelijnde criteria. De CSRD heeft als doel om bedrijven verantwoording te laten afleggen tegenover stakeholders over hun impact op mens en milieu. Daardoor kunnen kapitaalstromen van koers veranderen en in het voordeel uitdraaien van duurzame activiteiten.

Vanaf 2025 zijn de beursgenoteerde bedrijven als eerste aan de beurt. Concreet moeten zij hun bestuursverslag uitbreiden met een duurzaamheidsverslag, en zal het jaarverslag

milieu en de risico’s of opportuniteiten van buitenaf die dat duurzaamheidsthema met zich meebrengt. De gewonnen grondstoffen

omgekeerd ziet datzelfde bedrijf de recente overstromingen met lede ogen aan omdat de beschikbaarheid van grondstoffen daardoor onder druk komt te staan. In die analyse zijn stakeholders altijd nauw betrokken.

Doorheen de hele waardeketen van het bedrijf zijn er bepaalde duurzaamheidsindicatoren die ook in de rapportering een plaats moeten krijgen, bijvoorbeeld van leveranciers (upstream) of afnemers (downstream). Een onafhankelijke externe partij beoordeelt het verslag dat nadien voor alle belanghebbenden openbaar gemaakt wordt in het European Single Access Point (ESAP), een centrale database. De gegevens zijn digitaal getagd zodat er later nog analyses mogelijk zijn voor alle bedrijven.

België talmt

Naar schatting zullen zo’n 50.000 bedrijven in

Voor beursgenoteerde kmo’s is er wel meer flexibiliteit ingebouwd en zijn er evenredige standaarden die minder veeleisend zijn dan de ESRS. Niet-beursgenoteerde kmo’s die niet onder de CSRD vallen en toch in lijn willen zijn, kunnen opteren voor VSME, vrijwillige duurzaamheidsstandaarden voor kmo’s. Dit stelt hen in staat om eenvoudiger te kunnen antwoorden op verzoeken van klanten, banken, investeerders of andere belanghebbenden. Kmo’s die vallen binnen de waardeketen van grote bedrijven krijgen vandaag al meermaals vragen rond duurzaamheidsthema’s (de zogenaamde trickle down). Sommige informatie is nog niet, of slechts gedeeltelijk, beschikbaar of gecontroleerd. Binnen de milieustandaarden van de ESRS wordt dan vooral ook gekeken naar de emissies binnen scope 1 (eigen activiteiten), 2 (afname van derden) en 3 (activiteiten van andere partijen in de waardeketen).

Het stelt heel wat bedrijven die zowel direct als indirect onder de richtlijn vallen voor heel wat uitdagingen. De impact van niet-financiële informatie wordt zowaar even belangrijk als financiële gegevens. Tot op vandaag is de invulling van de CSRD op Europees niveau nog niet volledig geformaliseerd voor kmo’s en sectoren, en ook federaal is er nog geen doorvertaling naar een wetgevend kader. Alle EU-lidstaten hadden tot 6 juli dit jaar de tijd om de CSRD-richtlijn om te zetten, maar die deadline werd niet gehaald door België en 16 andere landen. Daarop lanceerde Europa begin oktober een inbreukprocedure om de slechte leerlingen op de vingers te tikken. Uiteindelijk werd het wetsontwerp op 28 november gestemd in de Kamer en treedt de omzetting van de CSRD naar Belgische wetgeving alsnog voor het einde van dit jaar in voege. Op Vlaams niveau bereidt de SERV (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen) samen met de Stichting Innovatie & Arbeid een informatierapport en advies voor over

de impact en drempels van de CSRD voor de Vlaamse ondernemingen.

Van tick the box naar strategisch middel

De eerste golf van bedrijven die vanaf 2025 moeten rapporteren, heeft zijn huiswerk grotendeels wel gemaakt (zoals Van de Velde, te lezen in het stuk hierna). De tweede golf is er volop aan bezig, maar een deel kijkt nog de kat uit de boom. Het kost immers veel tijd en geld om zich voor te bereiden op de CSRDrapportering. De langzame en complexe stroom waarin de regelgeving tot stand komt, zorgt ervoor dat bedrijven eerder afwachtend zijn dan proactief. Hoe dan ook is er al een onmiskenbaar draagvlak voor duurzaam ondernemerschap en niet alle bedrijven starten van nul. Maar niet alle duurzaamheidsinitiatieven die lopende zijn, passen zomaar binnen het plaatje van de specifieke rapportagevereisten. Dat schept een mistig landschap voor zowel ondernemers als stakeholders.

Een grote focus binnen de CSRD gaat ook naar meetbare indicatoren om vooruitgang op te volgen. Daardoor moeten bedrijven zich reorganiseren omdat ze ineens gegevens van alle afdelingen moeten verzamelen en niet alle digitale systemen zijn daarop voorzien om dit op een efficiënte manier te doen verlopen. Externe consultants springen op de kar en maken gretig gebruik om bedrijven

daarbij te helpen. Het gevaar bestaat dat het kostenplaatje begint te wegen en bedrijven het eerder zien als een administratieve rompslomp die drukt op het concurrentievermogen.

De impact van de CSRD op het economisch weefsel is dus groot, maar evengoed brengt de richtlijn heel wat opportuniteiten met zich mee. De rapportering louter zien als ticking the boxes, zou niet stroken met de vooropgestelde doelstelling om bedrijven in de kern te verduurzamen. Naast de wettelijke verplichting biedt het de mogelijkheid om een evenwichtig en consequent duurzaamheidsverhaal te brengen als bedrijf en kan het dienen als een strategische hefboom naar duurzame groei. Het draagt ook bij tot een positief werkgeversimago waar potentiële sollicitanten naar op zoek zijn en tot een hogere tevredenheid en retentie van de huidige equipe.

Daarnaast biedt het kader ook voor banken en investeerders duidelijke inzichten om gerichter kapitaal te verlenen. Bedrijven zijn zich bewuster van hun marktpositie en waar hun risico’s en opportuniteiten liggen. Op die manier is het duurzame verhaal makkelijker te koppelen aan beslissingen die kostenbesparingen of efficiëntie met zich meebrengen. En vooraleer je beslissingen neemt, moet je alle factoren goed afwegen en meten. Dat laatste is één van de basisinsteken van de CSRD.

Dat de CSRD ook wel degelijk leidt tot duurzame verandering, vormt het onderwerp van een toegenomen stroom aan wetenschappelijk onderzoek. Tot op heden is er nog geen robuust causaal verband gelegd, maar dat is vandaag nog te vroeg om te besluiten. Time will tell.

GETUIGENIS

Lingerieproducent Van de Velde rapporteert vanaf 2025 onder de CSRD-richtlijn

“Duurzaamheid is een taal die je tijd moet geven om te leren spreken”

Vanaf januari 2025 komt de CSRD-trein op gang en Van de Velde behoort tot het selecte kransje dat een ticket kreeg voor de eerste rit. Het bedrijf uit Schellebelle is beursgenoteerd en is daarom verplicht om te rapporteren over duurzaamheidsinspanningen. “Het is een lijvig werk, maar ik ben overtuigd van het nut als je het op lange termijn als strategisch instrument gebruikt.”

TEKST LAURENS FAGARD – FOTO WANNES NIMMEGEERS

Hoe een kamerbrede glimlach tekenend kan zijn voor de eindspurt van een meerjarig traject. “Ik ben wel blij waar we staan na het werk van de voorbije maanden. Momenteel leggen we de laatste loodjes aan ons duurzaamheidsverslag en werpen externe bedrijfsrevisoren er hun licht op. Het fundament is gelegd en vanaf nu is het bijsturen”, aldus Lieve Vermeire. Ze werkt als duurzaamheidsmanager bij Van de Velde, een modebedrijf dat zich toelegt op lingerie en badkleding met merken als PrimaDonna, Marie Jo en Sarda. Na een carrière van meer dan 20 jaar in de ontwerpafdeling en later als brand manager voor Marie Jo, nam ze een drietal jaar geleden een wending in haar carrière. Ze legt zich nu toe op het duurzaamheidsverhaal bij Van de Velde. “Nog voor de CSRD heel concreet was, besliste de raad van bestuur om de strategie rond duurzaamheid scherper te definiëren. Nagaan waar mogelijke opportuniteiten

liggen voor een bedrijf dat je door en door kent, en mensen in duurzaamheid enthousiasmeren, sprak me wel aan.”

Strategisch kwartet

“Van bij de start van het uittekenen van de duurzaamheidsstrategie merkten we dat de waardeketen in vergelijking met de brede sector uitdraait in het voordeel van Van de Velde. Het is ook een belangrijk onderdeel waar de CSRD naar kijkt. Al van bij onze oprichting in 1919 maken we er als familiebedrijf een punt van om onze kernactiviteiten zo centraal mogelijk te houden, bekeken vanuit een globaal standpunt. We hebben in Schellebelle een ontwerpteam van 40 mensen en ook de controle en het snijden van de materialen gebeurt nog steeds hier. De productie en assemblage gebeurt voor de helft van de producten in ons atelier in Tunesië, waar meer dan 700 mensen (voornamelijk vrouwen) tewerkgesteld zijn. De

andere helft neemt onze partner in het Verre Oosten op zich. Daar werken we al 30 jaar mee samen. Het deel dat in het buitenland gebeurt, kan niet meer in ons land. We vinden daar helaas geen mensen voor.”

“Bij de textielsector zie je vandaag wel nog dat de waardeketen vaak in vele laagjes is versnipperd. Wij hebben veel stoffenleveranciers in West-Europa waardoor die keten transparanter is en makkelijker te overzien. Dat is voor een stuk te danken aan duidelijke keuzes in het verleden. Duurzaamheid had altijd belang, vaak ook vanuit een economische waarde. Nu wilden we het nog meer verankeren in onze strategie. In eerste instantie boden de duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties (SDG’s) Van de Velde een kader om klemtonen te leggen. “We wilden weten welke impact we als bedrijf konden maken. Sommige SDG’s gaan heel breed en daar hebben we minder vat op,

andere zijn dan weer vanzelfsprekend en essentieel voor ons, zoals gendergelijkheid en verantwoorde productie. Klimaatverandering is dan weer iets wat drie jaar geleden minder top of mind was, maar nu precies door het definiëren van een strategie absoluut wel. Uit die eerste oefening kwamen we tot vier grote pijlers. Bij de pijlers rond environment streven we naar klimaatneutraliteit, waar allerlei projecten rond CO2-reductie onder vallen. Daarnaast onderzoeken we het volledige potentieel rond circulariteit. Onderzoeken mag je echt letterlijk nemen, omdat het zeer specifiek is per product. Textiel wordt weinig of niet gerecycleerd en sommige van onze producten bestaan soms uit 50 verschillende componenten. Dat maakt het er niet eenvoudiger op.”

De derde en vierde pijlers zijn gericht op sociaal en ethisch ondernemen. “Hoewel onze waardeketen al redelijk transparant is, vinden we dit prioritair. We doen al veel voor onze eigen medewerkers, maar het is niet voldoende om enkel binnen je eigen vier muren te kijken. We willen ethisch ondernemen mee helpen stimuleren in de waardeketen. Tot slot hebben we vorig jaar onze ‘purpose’ gelanceerd. Die luidt als volgt: we ignite the power in women. Meer dan 90% van onze medewerkers zijn vrouwen. Dat is een redelijk atypische verhouding (lacht). Vrouwen moeten vooral een boost aan zelfvertrouwen en een goed gevoel krijgen wanneer ze onze merken dragen. Organisaties die een gelijkaardige missie nastreven, zoals Plan International, ondersteunen we met veel plezier.”

Basis en add-ons

Bij de totstandkoming van die strategie werden zoveel mogelijk afdelingen

betrokken. “Dat is voor mij persoonlijk de afgelopen jaren nog de grootste toegevoegde waarde geweest: duurzaamheid met andere teams inzichtelijk maken. Net zoals digitalisering is het niet zomaar een trend die eventjes passeert. Ik vergelijk het met een nieuwe taal die je moet leren spreken. Ze bulkt van terminologie en ze moet correct vertaald en gesproken worden. Maar bovenal gaat het over nieuwe kennisopbouw. We weten allemaal dat er klimaatveranderingen gaande zijn, maar begrijpen hoe je er als medewerker of afdeling van een bedrijf concrete impact op kan hebben, is niet eenvoudig. Als er bovendien nog geen uitgewerkte richtlijnen zijn of het kader niet duidelijk is, worden mensen niet geprikkeld om eraan te beginnen.”

“Als je duurzaam wil zijn, kan je daar op verschillende manieren naar kijken. Waar het voor mij in essentie bij begint, is dat je een product hebt dat kwalitatief sterk is en lang meegaat. Het uitgangspunt moet zijn dat je iets verkoopt dat een consument een leven lang kan dragen. Uiteraard moet die dan ook bereid zijn om daarvoor te betalen, iets wat in ons segment al sneller het geval is. Daarnaast zijn aspecten zoals het gebruik van gerecycleerde en biogebaseerde materialen, of de herstelbaarheid van het eindproduct, steeds belangrijker. Dit zijn add-ons die hand in hand moeten blijven gaan met de kwaliteit. Als je product niet lang meegaat, blijf je immers met het probleem zitten dat het snel op de afvalberg terechtkomt. Het idee dat je iets twee keer draagt en dan weggooit, moet er dus uit.”

Maturiteitsmeter

De CSRD-richtlijn kwam voor Lieve op het juiste moment. “Ons startpunt kon achteraf gezien niet beter getimed zijn. We hadden

eerder bij de opmaak van de strategie al wat impactbevragingen gedaan, gepeild naar wat onze medewerkers vinden over duurzaamheid en waren te rade gegaan bij klanten en leveranciers. Vanaf januari zijn we dus al één van de spelers die onder de CSRD-richtlijn vallen. We bekijken die hele nieuwe wetgeving als organisatie heel pragmatisch en hebben ervoor gekozen veel van de voorbereiding zelf te doen. Niet enkel omdat dit traject riskeert veel budget te vragen – en er gaat veel geld mee gemoeid –maar ook omdat het bijzonder leerrijk is om de kijk op je processen zelf grondig te doen. Er is veel te doen rond de CSRD en ik zie heel wat onzekerheid bij andere organisaties, soms zelfs een verlammend effect. Het is een haalbare oefening, maar je moet het in stapjes doen.”

Hoe dan ook was het hele voortraject een hele duw in de rug. “Onze dubbele materialiteit die we volgens het CSRD-protocol hebben gedaan, zette ons vizier zelfs nog een stuk scherper. Je beseft nog meer wat de consequenties zijn van alles wat rondom het bedrijf gebeurt. De uitkomst hiervan hebben we nadien gealigneerd met onze bestaande strategie. Door het feit dat je dieper graaft op een onderwerp uit de CSRD-standaarden, merk je soms dat je nog te oppervlakkig bezig bent. Het legt goed de maturiteit van de verschillende topics bloot. Je hoeft dan niet meteen die nieuwe ideeën in projecten vorm te geven, maar het helpt dat je ze op de agenda zet.”

In totaal kwamen er voor Van de Velde zo’n 215 kwantitatieve indicatoren uit, verspreid over de CSRD-standaarden. Het zijn thema’s waar ze cijfers over zullen verzamelen en opnemen in het duurzaamheidsverslag. “In

het begin schrik je wel even van dat aantal. Het is ook logisch dat hoe meer thema’s materieel zijn, hoe meer informatie je moet bijhouden. Sommige bedrijven hebben de neiging om dan terug te keren op die stappen en minder als materieel aan te duiden. Maar dan mist die oefening zijn doel om je hele impact, risico’s en opportuniteiten uit te pluizen. Je mag ze niet negeren omwille van het feit dat het te veel werk zou zijn.”

“Ik geloof echt dat het een werk is dat op lange termijn loont. De werkimpact wordt duidelijk vanuit voortschrijdend inzicht. En dat hadden we ook wel onderschat. We hebben nu iemand ad interim die ons helpt om onze

processen te beschrijven en te documenteren. De voorbije maanden hadden we ook al veel momenten met de revisor waarbij we aligneerden. Duurzaamheidsverslaggeving is niet nieuw voor ons, maar het assurance-aspect dat erbij komt, maakt het een niveau hoger, ook qua werkbelasting. Het brengt ook wel wat gesprekken op gang over verantwoordelijkheden en al dan niet bestaande targets. Het meest uitdagende is wel dat je je op korte tijd moet organiseren op die vragen.”

Over de zin of onzin van duurzaamheidsverslagen is Lieve duidelijk. “Daar mogen we ons niet op blindstaren, want anders ontzien we ons de moeite en missen we ook het

Lieve Vermeire, duurzaamheidsmanager bij Van de Velde, beaamt dat CSRDrapportage een lijvig werk is, maar is overtuigd van het nut ervan als je het op lange termijn als strategisch instrument gebruikt.

voordeel van de oefening. Het is inderdaad een groot rapport en in eerste instantie zullen niet veel mensen het lezen, maar je krijgt ook inzichten over je bedrijf en het trekt discussies op gang. Bovendien mag je niet onderschatten dat jonge medewerkers meer en meer op zoek gaan naar informatie over de duurzaamheidsinspanningen van jouw bedrijf. Over het nut van vragenlijsten die nu gretig worden rondgestuurd naar stakeholders in de ruime zin, twijfel ik wel. Het kan wel mooi ogen dat je 500 respondenten hebt en op die manier een zeker gewicht geeft aan je strategie. Maar het wordt dan wel zeer administratief. Met diepte-interviews kom je naar mijn mening veel verder.”

GETUIGENIS

Voor machinesoftwarebouwer Automotion is duurzaamheid nog geen gamechanger

“De intentie van de CSRD is goed, maar bescherm het gelijke speelveld”

Bij de ene sector is de inkt al rijkelijk gevloeid naar duurzaamheidsrapporten, andere sectoren kijken voorlopig de kat uit de boom. Softwarebouwer voor machines Automotion doet al inspanningen zonder dat de vraag komt van klanten. “Integendeel, in de brede sector lijkt het tot op heden geen differentiërende rol te spelen. Ik vraag me soms af waar de CSRD finaal zal aan bijdragen”, aldus zaakvoerder Luc De Tollenaere.

TEKST LAURENS FAGARD

“Absolute radiostilte. Geen enkele vraag naar duurzaamheid krijgen we binnen van onze klanten”, zegt Luc De Tollenaere. Hij leidt Automotion, een bedrijf uit Lievegem dat softwareoplossingen schrijft voor de aandrijving en besturing van machines. Hun klanten zijn machinebouwers, kleine tot grote kmo’s die op hun beurt grote industriële spelers bedienen uit allerlei sectoren. Schneider Electric, een grote Franse multinational, is aandeelhouder voor 20%. “Zij zijn vrij gespecialiseerd in elektrische aandrijvingen. Vandaag zijn er nog veel pneumatische oplossingen en die zijn vrij energie-intensief. Op dat vlak lopen ze dus ver voor en houden ze er rekening mee bij de ontwikkeling van producten.”

Ondanks die voorlopersrol is er volgens Luc geen enkele klant die duurzaamheid opneemt in de selectiecriteria voor nieuwe klanten. “Wij leveren

bijvoorbeeld onrechtstreeks aan een globale e-commercespeler die enkel kijkt naar prijs. Duurzaamheid komt nauwelijks ter sprake. Nochtans leggen we ons toe om onze softwareproducten verder te ontwikkelen zodat machines efficiënter zijn en minder stilstaan. Zo kunnen we zeer snel analyseren wat de reden is voor een stilstand. Helaas zijn die extra features geen verkoopargument. Er zal pas een kentering komen wanneer er een ander soort machineverkoop komt en investeringen gebeuren vanuit operationele in plaats van kapitaalsuitgaven. Zo schuif je de verantwoordelijkheid door naar de machinebouwer.”

“Veel heeft ook te maken met de verkoopstrategie die machinebouwers hanteren. Machines bevatten sensoren om de werking soepel te doen verlopen. Als je vooraf in de software schrijft dat die sensoren ook gegevens moeten bijhouden, is dat een enorme meerwaarde richting efficiëntie.

Maar de klant moet het wel op voorhand weten. Je ziet dan dat ze er gespecialiseerde bedrijven bijhalen om die laag er nog aan toe te voegen. Maar machinebouwers kiezen voor de makkelijkste weg om iets te installeren. En dat zijn soms gemiste kansen.”

Averechts effect

Of een wetgevend kader rond duurzaamheid machinebouwers dan wel een extra duw in de rug geeft, daar heeft Luc zijn twijfels over. “Ik weet niet of die rapporteringsplicht iets zal bijdragen. Het blijft een controlemiddel. Bedrijven krijgen het gevoel dat ze op een repressieve manier gedwongen worden om duurzamer te worden. Ze steken dus heel wat tijd in het schrijven van een rapport in plaats van bezig te zijn met concrete transitieprojecten. De manier zou dus motiverender moeten kunnen en ervoor zorgen dat je daar een echt concurrentieel voordeel uit haalt.”

“Grotere bedrijven hebben meer mankracht om zich daar voltijds mee bezig te houden. Bij kleinere kmo’s is dat helaas niet het geval. Dan trek je externe consultants aan boord die via gestandaardiseerde manieren hetzelfde soort rapporten schrijven voor het kmolandschap. De intentie om meer op duurzaamheid in te zetten, is zeker goed. Maar ik vraag me sterk af of dit geen averechts effect heeft. Vandaag draait het nog veel om centen. Met rapportering wordt je product alleen nog maar duurder en die kost reken je door naar de klant. Zo krijg je een ongelijk speelveld, want bedrijven buiten Europa die zich niks aantrekken van die wetgeving, halen zo de projecten binnen. Dan kiest die grote e-commercespeler ook niet langer voor ons.”

“Europa zijnde zou je een oplossing moeten vinden waarbij bedrijven er voordeel uit halen. Dan zal je het effect wél zien. De omslag naar elektrisch rijden binnen bedrijven komt er ook niet toevallig.

Bedrijfsleider van Automotion Luc De Tollenaere weet niet of de rapporteringsplicht iets zal bijdragen aan meer duurzaamheid.

Het is gewoon fiscaal voordeliger en daar moeten we niet flauw over doen. Zulke stimuli kunnen ook in die wetgeving zitten. We hebben als continent al weinig natuurlijke grondstoffen, de lonen zijn hoog en er is meer regelgeving. Ik steun de transitie naar een duurzame wereld voor de volle 100%, maar laat ons niet naïef zijn. Dat Europa een voortrekkersrol speelt, vind ik prima. En we moeten bereid zijn om daar enkele nadelen van te ondervinden. Maar het moet haalbaar blijven”, besluit Luc.

Wil je je als kmo voorbereiden op de CSRD-wetgeving en de rapportage?

Bereid je in vier pragmatische en interactieve sessies als kmo voor op de verplichte duurzaamheidsrapportage die voortvloeit vanuit de CSRD­wetgeving en gebruik het als strategisch instrument.

Meer info: griet.santy@voka.be

“Een goede CSRD-rapportering kan ook waarde creëren”

De Europese CSRD- richtlijn heeft een grote impact op onze kmo’s. De kennis die Deloitte verwierf rond duurzaamheid & rapportering bij grote, beursgenoteerde bedrijven, rolt het nu ook uit bij (familiale) kmo’s. In gesprek met duurzaamheidsexperts Bruno Peelaers en Wout Noelmans.

Als consultancybedrijf heeft Deloitte een goed zicht op welke bedrijven al op de CSRD-trein zitten, welke er binnenkort op springen en welke hun wagon er nog niet meteen aanhangen. “Bij de internationale en zeker beursgenoteerde bedrijven hebben de meeste hun huiswerk gemaakt”, schetst Bruno Peelaers. “Sommige zijn er al sinds vorig jaar mee bezig en rapporteren al consequent; die rapporten zijn publiek beschikbaar. Ze gebruiken de rapportering ook om hun competitief speelveld te bepalen. Daar is de trein dus vertrokken. Voor heel wat kmo’s in Vlaanderen staat deze opdracht nog te wachten. Maar de grotere, internationaal gerichte familiebedrijven (met omzet tussen 200 en 300 miljoen euro, red.), zijn ook al met duurzaamheidsrapportering bezig. De ‘driver’ is wel vaak ‘extern’, komt vanuit de markt dus.”

Grote bedrijven als gangmakers Zo stuwen een aantal grote retailers hun leveranciers – zoals kmo’s uit de voedingssector – vooruit om mee te springen op die trein. Bruno: “Ze zeggen tegen zo’n leverancier: ‘Als je aan ons wil blijven leveren, moet je een Ecovadis-label hebben en/of moet je bepaalde rapportering kunnen voorleggen. De retailers willen zich graag onderscheiden in de markt door hard in te zetten op duurzaamheid in al zijn facetten. Omgekeerd, bij een kmo is die grote klant vaak goed voor

50 tot 60% van hun omzet, daar lig je al eens van wakker.”

Deloitte adviseert heel wat van die kmo’s in België. “Bijna een vierde van onze business is gericht op (familiale) kmo’s, van taks over compliance tot mergers & aqcuisitions en sustainability. Maar net omdat we al lange tijd internationale en beursgenoteerde bedrijven adviseren rond duurzaamheid in de breedste zin van het woord, kunnen we die verworven kennis nu op een pragmatische en efficiënte manier bij kmo’s toepassen. Ook sectorfederaties spelen een belangrijke rol. Wij ondersteunen die ook en bieden templates aan. Wij zorgen voor de bouwstenen, maar een sectorfederatie kan een level playing field creëren naar alle sectorleden op vlak van rapportering.”

“Onlangs hadden we een gesprek met een parketproducent. Als die zijn product wil leveren aan de grote DIY-ketens zoals Maxeda (de grootste doe-het-zelfretailer in de Benelux, red.), dan moet die kmo zijn huiswerk maken, want zo’n beursgenoteerde speler moet nu zijn scope 3-rapportering op orde hebben. Ze hebben dus echt nood aan datapunten van die kmo, die toeleverancier is. Zo krijg je dus een watervaleffect in die keten. Nu, een lokale aannemer met lokale klanten, die zal daar wellicht minder mee bezig zijn en een afwachtende houding aannemen.”

Volgens collega Wout Noelmans zal ook de Belgische staat zich moeten organiseren om al deze data te verwerken. De CSRDrapporten zullen ook ingediend moeten worden bij de Belgische staat, die op zijn beurt zal moeten rapporteren aan Europa.

Meer structuur, meer dialoog

Over het ‘hoger doel’ van deze duurzaamheidsrapportering twijfelen deze twee duurzaamheidsexperts niet. Bedrijven moeten steeds meer verantwoording afleggen tegenover al hun stakeholders over hun impact op mens en milieu. Daardoor kunnen ook kapitaalstromen strategisch van koers veranderen, richting duurzame activiteiten. “Dat is de kern van het hele CSRD-verhaal. Het brengt structuur in de duurzaamheidsactiviteiten van bedrijven, ze moeten echt in dialoog gaan met hun stakeholders en duurzaamheid tastbaar maken voor die stakeholders”, weet Wout.

“Vergeet niet dat deze rapportering voortvloeit uit de Europese Green Deal”, vult Bruno aan. “Ondanks de vele kritiek zit die goed in elkaar, vind ik. In Europa hebben we maar heel beperkte natuurlijke grondstoffen, in tegenstelling tot Afrika, Azië en de VS. Eén van de grondslagen van deze deal is: laat ons de beperkte grondstoffen zo duurzaam en zo lang mogelijk gebruiken. Want anders verarmen we onze regio nog meer.”

Wout Noelmans (Deloitte)

Zorgt deze Europese duurzaamheids- en regeldrift er echter ook niet voor dat we in een ongelijk speelveld belanden op wereldniveau? “We moeten ervoor zorgen dat het gelijke speelveld bewaakt wordt, ook om voldoende aantrekkelijk te blijven voor buitenlandse investeerders. Wat kapitaalstromen betreft, zullen banken bepaalde sectoren nog minder ondersteunen. Een tabaksproducent vindt vandaag nauwelijks nog financiering. Geen enkele bank wil zich daarmee nog associëren.”

Facilitator voor kmo’s

Hoe verschillend is het om als consultancyspeler kmo’s te ‘bedienen’ t.o.v. grote bedrijven? Wout: “We willen vooral facilitator zijn. Je moet al heel fors investeren om als kmo zelf wegwijs te geraken in CSRD. Dit is een investering die weegt voor een heel aantal kmo’s. Wij hebben die kennis wel al, ze hoeft niet meer van nul te worden opgebouwd. Maar het zal altijd een samenwerking zijn; onze klanten hebben veel diepgaandere kennis over de sector en de markt waarin ze actief zijn. Wij coachen en leiden hen mee op in die regelgeving. Eenmaal dat raamwerk er is, zit die kmo goed voor langere tijd. Kmo’s rapporteren trouwens al heel veel data rond arbeidsongevallen, opleidingsuren, diversiteit tussen man en vrouw,… Wat vooral nieuw en uitdagend is, zijn de CO2-berekeningen om de CO2-uitstoot te verminderen. Een goede CO2-berekening blijft een inschatting. Naarmate kmo’s daar meer matuur in worden, zullen die data steeds accurater worden.”

Links en rechts klinkt de kritiek dat vooral de consultancy-industrie voordeel haalt uit deze duurzaamheidsrapportering. “Soms hoor je dat de consultancylobby dit ganse verhaal heeft opgebouwd. Maar voor alle duidelijkheid, dit is een wetgeving gegroeid vanuit de beleidsmakers van de Europese Green Deal, wij proberen kmo’s gewoon pragmatisch bij te staan. Ik vind die opmerking dus gratuit.”

CSRD als troef

Bruno maakt een parallel met hoe je je boekhouding runt. “Je kan gewoon je omzet rapporteren en één keer per jaar samenzitten met je boekhouder voor de jaarrekening, maar je kan ook maandelijks met je boekhouder en/of revisor overleggen en slimme managementinformatie uit alle cijfers halen om je bedrijf zo beter te sturen en te runnen. Als je CSRD op een goede manier opzet, kan je daar evengoed veel relevante info uit halen. Als je je waste management efficiënter aanpakt en afval in het beste geval weer een grondstof wordt, zal je daar meer geld uithalen. Hetzelfde verhaal voor je CO2-uitstoot: als je kiest voor een machine die net iets duurder is maar die veel energiezuiniger is en minder CO2 uitstoot, zal je daar op termijn meer waarde uit halen”, besluit hij.

Bruno Peelaers (Deloitte)

Jouw belangen kamerbreed verdedigd

North Sea Port Talent Experience Day:

60 havenbedrijven in dialoog met (jong) talent

Meer dan 1.000 bezoekers ontdekten in het Gentse ICC de professionele mogelijkheden in het grensoverschrijdende havengebied tijdens de North Sea Port Talent Experience Day. Zestig havenbedrijven uit Vlaanderen en Zeeland presenteerden hun carrièremogelijkheden, terwijl bezoekers in het leerpaviljoen proefden van live cv- en competentiechecks en kennismaakten met hogescholen, universiteiten en opleidingsverstrekkers.

TEKST SIMON LEFÈVRE

Voorzitter Voka Oost-Vlaanderen Jef Wittouck, federaal vice-eerste minister Vincent Van Peteghem, gouverneur Carina Van Cauter, Gents schepen van de Haven Sofie Bracke, Vlaams minister van Havens Annick De Ridder, Gents schepen van Werk Bram Van Braeckevelt, directeur North Sea Port Talent Silvie Lefebre, manager arbeidsmarkt Voka Oost Vlaanderen Arne Oosthuyse, co-ceo Voka Oost-Vlaanderen Hilde Schuddinck en directeur VDAB OostVlaanderen Freddy Van Malderen

Het evenement, officieel geopend door Vlaams minister van Havens Annick De Ridder, federaal vicepremier Vincent Van Peteghem en Oost-Vlaams gouverneur Carina Van Cauter, werd georganiseerd door North Sea Port Talent. Deze grensoverschrijdende organisatie, opgericht in 2023, ondersteunt werkgevers in het havengebied bij instroom, doorstroom en uitstroom van talent, met steun van Stad Gent, VDAB, het Nederlandse UWV, havenbedrijf North Sea Port en Voka-VeGHO.

Een haven vol kansen en innovatie Bezoekers beleefden via VR-brillen, simulatoren en speeddates met zestig bedrijven hoe veelzijdig en innovatief de haven is. Jongeren en werkzoekenden kregen zo een unieke inkijk in functies zoals operatoren, technici en IT-experts. Veel zestienjarigen weten wat

een kapper of slager doet, maar hebben geen idee van de jobs om de hoek in Gent, Vlissingen of Terneuzen. Dit evenement opende hun ogen voor de eindeloze mogelijkheden in het havengebied. Inspiratiesessies boden ook waardevolle inzichten in de toekomst van de havenregio.

Een sterk begin, meer in het vooruitzicht

Met positieve reacties en een grote opkomst was dit event een knallend startschot. North Sea Port Talent werkt al aan nieuwe initiatieven, zoals een digitaal arbeidsmarktportaal, om havenjobs nog beter in de kijker te zetten en de instroom te vergroten. North Sea Port blijft een cruciale motor voor welvaart en een wereld vol mogelijkheden voor nieuwe talenten.

North Sea Port Europese koploper in duurzame personenmobiliteit

Dagelijks verplaatsen duizenden werknemers, leveranciers en bezoekers zich door het Gentse havengebied. Uit de driejaarlijkse mobiliteitsenquête van Voka-VeGHO blijkt dat 33% van de werknemers kiest voor een duurzame manier van woon-werkverkeer. En toch blijft de auto met 66% het meest gebruikte vervoermiddel. Voka-VeGHO roept op om verder te investeren in veilige fietsinfrastructuur, efficiënte verkeersverbindingen en een multimodaal mobiliteitsplan.

TEKST SIMON LEFÈVRE

Afgelopen periode draaiden de pedalen niet alleen in het Gentse Kuipje volop rond. Uit de driejaarlijkse mobiliteitsbevraging van Voka-VeGHO en Traject blijkt dat bijna 30% van de werknemers in het Gentse deel van North Sea Port de fiets gebruikt om naar het werk te gaan. Een spectaculair resultaat, want dit is een verdrievoudiging sinds 2008. Ter vergelijking: in Rotterdam bedraagt het fietsgebruik 20%, en ook in Port of Antwerp-Bruges ligt dat percentage lager.

Met het succes van de fiets duiken echter ook nieuwe uitdagingen op. Vooral de toename van ongevallen met elektrische fietsers baart zorgen. Dit heeft niet alleen impact op de betrokken werknemers, maar ook op hun werkgevers, die geconfronteerd worden met hogere kosten en verzekeringspremies. North Sea Port heeft, samen met de Vlaamse overheid en Provincie Oost-Vlaanderen, al stevig geïnvesteerd in veilige fietsinfrastructuur. Met bijna 100 kilometer fietspaden is er al veel gerealiseerd, maar de laatste zwarte punten moeten dringend worden aangepakt. Daarnaast biedt de geplande F40-fietssnelweg langs de Kennedylaan, waar 1 op de 5 werknemers gebruik van wil maken, extra potentieel voor veilig fietsverkeer.

Koning Auto

Lange afstanden en de beperkte beschikbaarheid van openbaar vervoer, vooral tijdens ploegendiensten, zorgen ervoor dat veel werknemers zich genoodzaakt zien om met de auto te reizen. 66% gebruikt voornamelijk de wagen om naar het werk te gaan, een aandeel dat stabiel is gebleven in vergelijking met de eerste bevraging in 2008. Bijna de

helft van de wagengebruikers overweegt wel om de fiets te gebruiken in de toekomst.

Verkeersveiligheid blijft een heikel punt: 47% van de werknemers voelt zich onveilig tijdens de woon-werkverplaatsing. Automobilisten melden gevaarlijke files als oorzaak, terwijl fietsers zich bedreigd voelen door de slechte staat van de fietspaden en conflicten met gemotoriseerd verkeer.

In het Gentse deel van North Sea Port worden verschillende infrastructuurprojecten uitgevoerd om het verkeer te verbeteren en veiliger te maken. De ombouw van de R4 West en Oost omvat nieuwe bruggen, tunnels en onderdoorgangen om de doorstroming te optimaliseren en voorziet over de volledige lengte in gescheiden fietspaden. Daarnaast dragen de huidige turborotonde en ingrepen, zoals de talrijke fietsbruggen, momenteel al bij aan een veiliger en vlotter verkeer.

Er liggen nog enkele belangrijke verkeersknelpunten op tafel: de uitvoering van het GRUP Zelzate, de Zuidelijke Havenring en de Sifferverbinding. Daarnaast pleiten we voor een gericht, impactvol en op de bedrijfsrealiteit afgestemd openbaarvervoersaanbod. Waarom geen bijkomende capaciteit op de veerboten voorzien om de drukke periodes op te vangen? Ook een waterbus met verschillende haltes, bijvoorbeeld ter hoogte van Volvo of ArcelorMittal, kan een oplossing bieden. Verder denken we aan enkele multimodale knooppunten (Pantserschipstraat, Skaldenstraat, Nest Evergem) van waaruit de werknemer de last mile op een alternatieve en duurzame manier –per step of deelfiets – kan voltooien.

Arbeidsmigratie speelt cruciale rol in Vlaams arbeidsmarktbeleid

Onze bedrijven kampen met een nijpend tekort aan arbeidskrachten. De Vlaamse arbeidsmarkt is simpelweg te klein om de groeiende vraag bij te benen. Zonder arbeidsmigratie raken cruciale sectoren zoals bouw, zorg, voeding en industrie in de knel, met verloren groeikansen als gevolg. De oplossing ligt in een dubbele aanpak: zowel het activeren van mensen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië, als het gericht aantrekken van buitenlandse arbeidskrachten.

Vlaanderen kan niet zonder arbeidsmigratie. Als we de economische groei en jobcreatie van de afgelopen twintig jaar willen voortzetten, hebben we in de komende twee decennia bijna 700.000 extra werkenden nodig. Die aantallen zijn lokaal simpelweg niet haalbaar. In sommige regio’s is de werkgelegenheid al zo goed als volledig ingevuld. Arbeidsmigratie is daarom geen optie, maar een noodzaak.

Momenteel hanteert Vlaanderen al strenge voorwaarden voor de toelating van internationaal talent. In plaats van de teugels nog harder aan te spannen, moet de Vlaamse regering inzetten op meer snelheid en flexibiliteit. Voor de bedrijven, en voor onze welvaart.

Lees ook onze

‘Aan de slag met arbeidsmigratie’.

Download hem via de QR-code.

Voka Wijzer

Meer doen met minder ruimte

Overheid vraagt duurzamer ruimtegebruik maar maakt

het bouwactoren knap lastig

De ruimte in Vlaanderen wordt schaars; volgens sommigen is ze gewoon op. Ons kleine lapje land aan de Noordzee was al in de dertiende eeuw het meest verstedelijkte gebied van Europa en ontwikkelde zich gedurende eeuwen tot een dicht patchwork van mensen, functies en constructies. De roep om het aansnijden van maagdelijke grond te stoppen, wordt steeds luider. Zal er morgen nog ruimte zijn voor nieuw ondernemerschap en voor groei? Terwijl het debat hierover volop woedt, gaan ontwikkelaars, ontwerpers en bouwbedrijven alvast ruimtebewust aan de slag. Maar dat is minder eenvoudig dan het lijkt.

TEKST JAN VAN GYSEGHEM

Op is niet altijd op Hoe staan jullie tegenover de stelling: ‘De ruimte in Vlaanderen is (bijna) op. Greenfields aansnijden voor bedrijfsprojecten wordt straks niet meer mogelijk.’ Micheline (Immogra): De overheid stelt terecht dat de ruimte schaars is en dat de inname ervan dient beperkt. Maar er blijven een aantal sociale uitdagingen zoals de behoefte aan woningen.

Dirk Garmyn (PM-architecten): De ruimte is niet op, het gaat eerder over de manier waarop wij er mee omgaan. Het is goed om de nog resterende ruimte op niveau te houden, want er is heel veel leegstand en vooral inzake bedrijfsgebouwen zie je een sterk ‘mono-functionalistisch’ beleid, waardoor veel ontwikkelingsmogelijkheden verloren gaan.

Kan je dat illustreren?

Dirk: Stel je voor dat alleenstaande supermarkten voortaan steeds een ondergrondse parking zouden voorzien en boven de winkelruimte nog enkele bouwlagen met andere functies, dat zou pas efficiënt ruimtegebruik zijn. In die zin is de ruimte zeker niet op.

Johan Franceus (Wyckaert): Ruimtebeslag wordt steeds moeilijker. In Vlaanderen klinkt de noodkreet van de industrie nu al luid; er zijn te weinig gronden beschikbaar om projecten te realiseren. We zien bedrijven uitwijken naar Noord-Frankrijk of Nederland. Ik verwacht dat men steeds meer zal uitkijken naar bestaande gebouwen of percelen om – eventueel na sloop of sanering – projecten mogelijk te maken.

Aan het woord:

1 MICHELINE D’HONDT is cco bij Immogra (St.­Denijs­Westrem), al bijna 60 jaar ontwikkelaar van kantoren, appartementen, studentenkoten en retail in België, Spanje (Marbella) en Roemenië (Boekarest).

2 DIRK GARMYN EN TOM TERNOOT zijn architect­vennoten bij PM-architecten (Ronse) dat begon met projecten rond de herbestemming van gebouwen (industriële panden en historische villa’s) maar vandaag nieuwbouw en renovatie verzorgt voor bedrijven, spelers in de zorg en particulieren.

3 Ceo JOHAN FRANCEUS leidt het familiale Bouwbedrijf Wyckaert (Gent), een klasse 8 bouwbedrijf dat al ruim 130 jaar projecten realiseert voor de industrie, de utiliteits­ en de residentiële markt. Momenteel wordt o.m. gewerkt aan de personeelsparking van het UZGent en de derde fase van de batterijfabriek bij Volvo Car.

Promotoren zijn op zoek naar kansrijke locaties om projecten te ontwikkelen. Ervaren jullie dat dit de jongste jaren moeizamer loopt?

Micheline: Dat gevoel heb ik wel. Gelukkig hebben wij een mooi aantal locaties in de pipeline om verder te ontwikkelen zoals de omvangrijke 3M-site (7 ha) in Machelen/ Zaventem. In Gent werken wij aan de reconversie van de vroegere Schollaertsite naar het project ‘De Groene Wandeling’ en zijn er plannen voor de site Stropkaai en de CM-site aan de Kortrijksesteenweg. Ik verwacht dat in stedelijke gebieden minder nieuwbouw zal komen en meer renovatie. Kijk maar naar wat gebeurt in het Brusselse Noordkwartier: men stript er gebouwen, maar die worden niet meer volledig afgebroken. Het herbruikbare wint steeds meer aan belang.

Realisatie Immogra: het Amber, Onyx en Xenon gebouw op PARK7, Machelen/ Zaventem.

Zo bespaar je op ruimte Ruimtebesparend bouwen, doe je dat vooral op het niveau van plannen en ontwikkelen, of eerder bij het ontwerpen en bouwen?

Micheline: Om de ruimte meer te ontzien gaat men nu voor stedelijke verdichting: dat betekent meer hoogbouw maar ook meer verweving van functies. Vroeger werden sommige ruimten in kantoorgebouwen – zoals kantines – slechts twee uur per dag gebruikt. Wij lossen dit inventief op door bijvoorbeeld een atrium te voorzien dat gebruikt kan worden voor catering, maar ook voor informele vergaderingen en evenementen. Een ruimte wordt zo polyvalenter ingezet.

Wanneer zijn jullie zelf gaan inzetten op duurzaam ontwikkelen?

Micheline: Die duurzaamheidsfilosofie zit een stuk in onze genen. In ons project van de Groene Wandeling in Gent – dat voorziet in 209 studentenverblijven – zit geothermie verweven, voorzien we zonnepanelen op het dak en is alles CO2-neutraal. Dat is ook zo voor onze kantoren. In onze kantorencampus Park7 in Machelen/Zaventem hebben wij green deals afgesloten waarbij de huurcontracten een aantal commitments voorzien voor huurder en verhuurder.

Welke mogelijkheden zijn er om ruimtebesparend te ontwerpen, naast in de hoogte bouwen?

Tom Ternoot (PM-architecten): Er ontstaan mogelijkheden door verschillende functies aan elkaar te koppelen of, als ze verspreid zitten, dichter bij elkaar te brengen. Het gaat dan niet alleen over bouwen maar ook over infrastructuur: de straten er naartoe, het aanleggen van parkings en nutsleidingen enzovoort.

“ De ruimte is niet op, het gaat eerder over de manier waarop wij er mee omgaan
DIRK GARMYN

Johan: Om ruimte te vrijwaren of om meer groen te creëren zullen we inderdaad moeten verdichten en dat zal dan wellicht in de hoogte zijn. Gebouwen kunnen zeker

ook nuttiger worden ingezet; denk maar aan scholen die hun turnzalen tijdens het weekend ter beschikking stellen van gemeenten of verenigingen. Ruimten kunnen ongetwijfeld optimaler worden gebruikt en dat zou zeker een belangrijke factor van ruimtebesparing zijn. Om het wonen betaalbaar te houden zullen wij verder evolueren naar modulaire bouw (‘prefab’) waarbij de modules worden gebouwd in de fabriek en geassembleerd op de werf zelf. Off-site bouwen en een industrieel bouwproces volgen vergt minder mankracht of handenarbeid. We vinden trouwens onvoldoende mensen om nog alles ter plaatse te bouwen. Bovendien verhoogt die werkwijze de kwaliteit en biedt ze voordelen inzake snelheid en weersomstandigheden.

Heeft de aandacht voor duurzaam bouwen ook gezorgd voor een snellere innovatie in de bouwtechnieken?

Johan: Dat denk ik wel. Het is zeker één van de stimulansen geweest.

Wat klanten willen … en ontwerpers In hoeverre is ruimtezuinig bouwen ook een streven van de markt, van de klanten?

Tom: Het zijn eerder uitzonderingen die daar zelf mee afkomen; heel vaak komt de insteek van bij ons.

Johan: Af en toe auditeren industriële klanten ons over wat wij doen op vlak van duurzaamheid, welke acties we al ondernomen hebben en hoever wij staan. Specifieke vragen naar hun CSRDrapportering toe hebben wij nog niet

gekregen, maar ik vermoed dat wij die vanaf volgend jaar mogen verwachten wanneer die bedrijven data zullen moeten verzamelen. Men zal die ook bij ons opvragen; wij kunnen niet anders dan er mee bezig zijn en wij doen wat kan om duurzaamheid te integreren in onze bedrijfsvoering, maar wij blijven wel kijken naar kosten en baten.

Wat betekent dat concreet op de werkvloer?

Johan: We zetten twee mensen in op onze afdeling kwaliteit-veiligheid-milieu/duurzaamheid. Het is een investering waarvan wij op termijn hopen de vruchten te plukken. We merken dat de overheid in aanbestedingsdossiers meer en meer de nadruk legt op duurzaamheid en op circulariteit.

Maakt het duurzaamheidsstreven op vlak van ruimte het werk van de architect interessanter?

Dirk: Sowieso meer uitdagend. Het is altijd een hele klus om een programma op een bepaald perceel te realiseren en te maximaliseren. Heel recent is de verordening rond hemelwater gewijzigd; wij moeten in weinig ideale omstandigheden open infiltratievoorzieningen creëren die heel veel plaats innemen. Hierdoor zullen projecten straks niet meer vergunbaar zijn.

Tom: Het wordt zeker complexer en er zijn nogal wat uitdagingen, maar op sommige vlakken zijn het ook interessantere puzzels om te leggen.

Kan ruimtebesparend ontwerpen een rem zijn op de creativiteit van de ontwerper?

Dirk: Ruimtezuinig ontwerpen is gewoon een noodzaak. Ons bureau bestaat 25 jaar en wij hebben al die tijd getracht om het maximale uit een perceel te krijgen. Als het om een bedrijfsproject gaat, is het sowieso belangrijk om een toekomstperspectief voor ogen te houden: wat zijn de groeimogelijkheden? Ook dat aspect van ruimte is heel belangrijk voor een bedrijfsgebouw.

Tom: We noemen dat ‘toekomstbestendig bouwen’. We zetten een gebouw niet vast in de tijd maar wij gaan er zo mee om dat wij er ook in de toekomst verder mee aan de slag kunnen. Dat kan door het optoppen, herbestemmen, herindelen of door annexen toe te voegen. We werken niet op de limieten van een perceel of van een gebouw.

Dirk: Soms denken bouwheren op een veel te korte termijn – “Ik heb dit nu nodig” – waardoor ze de mogelijkheden van het gebouw verder in de tijd hypothekeren.

Duurzaam bouwen heeft een prijs Hoe duur is duurzaam bouwen? Micheline: Duurzaam en ruimtebesparend bouwen is complexer en vergt een grotere initiële investering. Voldoen aan de voorwaarden van certificatie (zowat 500 items voor BREEAM en 400 items voor WELL) brengt extra kosten mee. Op langere termijn realiseer je wel een kostenbesparing door de lagere operationele kosten. Voor de gebruiker biedt dit kansen: een langere levensduur, waterbesparing, energiebesparing enzovoort.

“ We zetten een gebouw niet vast in de tijd maar wij gaan er zo mee om dat wij er ook in de toekomst verder aan de slag mee kunnen
Ontwerp eigen kantoor PM-architecten in Ronse foto : Ludwig Desmet / renderhouse.eu

Johan: Klanten vragen ons wel eens om een standaarduitvoering van een project te berekenen naast een meer duurzame variant en dan kan de initiële meerprijs wel met 15 tot 20% oplopen. Het ene bedrijf kiest voor het duurzame project, het andere (nog) niet.

Ook niet als er op langere termijn een zekere financiële return is?

Johan: Grotere ontwikkelaars in kantoorbouw willen allemaal een BREEAM Excellent of een WELL-certificaat, want dat biedt ongetwijfeld een voordeel op de huurmarkt of ten overstaan van eventuele concurrenten. In de industrie zal men eerder nog de vraag stellen: ‘Wat brengt het op of wat brengt het ons bij?’.

Hoe graag trekken bouwheren de portemonnee open om extra duurzaam en ruimtezuinig te bouwen?

Dirk: Het blijven toch eerder witte raven die dit spontaan hoogst belangrijk vinden, maar er zijn vast wel meer mensen te overtuigen ook al stoten budgetten steeds op een limiet. En ook het wetgevend kader (EPB-eisen, ruimte voor water …) dwingt een duurzame approach af.

Nu nog een consistente overheid

Een vaak gehoorde kritiek is dat de overheid het gaspedaal richting meer duurzaamheid stevig indrukt maar daar geen passende regelgeving tegenover plaatst?

Tom: De regelgeving is in elk geval niet voldoende aangepast. Voor een project op een nabijgelegen bedrijvenzone wou een klant van ons 25 meter hoog bouwen, maar dat is door de regelgeving onmogelijk. Hoewel het louter om opslag van goederen ging, zonder een bijzondere belasting voor de omgeving, werd dit niet toegestaan. Wellicht is het element van ‘visuele hinder’ hier doorslaggevend.

Johan: Er is zeker een discrepantie tussen wat de overheid als principe of als doel vooropstelt en wat ze in praktijk toestaat of mogelijk maakt. Wij zijn inderdaad wat ‘overgeleverd’ aan de ambtenarij die in elke gemeente of stad een andere kijk op zaken heeft en te veel vrijheid geniet om de regelgeving in te vullen naar eigen goeddunken. In veel gemeenten bijvoorbeeld botsen ook wij op een afwijzing van hoogbouwprojecten als middel om slim te verdichten. En bovendien helpt

het vergunningenbeleid ons evenmin om de achterstand op de residentiële markt – er is een duidelijk tekort aan woningen – in te halen. De problemen met de vergunningsverlening en de beroepsprocedures komen het duurzaamheidsstreven van de bouw zeker niet ten goede.

Geef eens een aanbeveling voor de nieuwe minister vanuit het standpunt van de ontwerper?

Dirk: Een vaststelling is dat principes die door Vlaanderen worden gehanteerd teniet worden gedaan door de interpretatie van het lokaal bestuur.

Het lokale bestuursniveau mag

Vlaanderen te gemakkelijk overrulen?

Tom: Er is (te veel) marge voor interpretatie. Dien twee identieke dossiers in bij twee verschillende gemeenten en je krijgt twee keer een andere uitkomst. Dat zou niet mogen. Ik begrijp wel dat de context anders kan zijn, maar in een aantal gevallen zou je toch wel een gelijke behandeling mogen verwachten. Dat maakt het voor ons moeilijk om onze klanten te bedienen. Een formule die werkt in gemeente A, zal niet werken in gemeente B, terwijl het over hetzelfde gaat.

Wat ervaar je zoal concreet?

Tom: Men hanteert een aantal eigen regels, bovenop de algemeen geldende. Zo vraagt men om een tweede en zelfs derde schetsontwerp als alternatief te voorzien… Nu, wij werken niet vanuit een trial and error -methodiek … Het valt ons op dat veel afhangt van de persoon op de gemeentelijke dienst waarmee je kan gaan praten…

Om de ruimte meer te ontzien gaat men nu voor stedelijke verdichting: dat betekent meer hoogbouw maar ook meer verweving van functies

MICHELINE D’HONDT IMMOGRA

De duurzaamheid van bouwprojecten wordt uitgedrukt in kwaliteitslabels. Een goede zaak?

Micheline: Wij zijn trots op het behalen in december 2023 – als eerste bedrijf in België –van een WELL Gold certificaat voor het Onyx gebouw in het kantorenproject Park 7, in Machelen/Zaventem. Dat vertaalt zich in een aantal heel tastbare kwaliteiten zoals kamerhoge ramen in de ruimten, heel veel groene ruimte, outdoor meeting pods, een organische tent, een terras aan een wadi… Meegenomen is dat zo’n hoogwaardige uitrusting kan helpen om jonge medewerkers aan te trekken - een voordeel in de war on talent.

Dirk: Labels geven aan hoe duurzaam je bezig bent. Op zich opportuun, maar de vraag is of het goed is deze verplicht te maken, want de administratieve (over)last is heel groot. Ik vrees dat de overheid steeds meer zaken meetbaar en verplicht wil maken. Beter zou zijn om per ontwerp na te gaan wat nodig en interessant kan zijn. Ik verwijs naar de A- tot E-labeltjes voor woningen bij verkoop waar getracht wordt om deze op te smukken, zodat de regelgeving zijn doel grotendeels voorbij schiet.

Duurzaam maar ook doenbaar? Het lijkt erop dat veel bedrijven kreunen onder de duurzaamheidsverplichtingen.

De problemen met

de vergunningsverlening en de beroepsprocedures komen

het duurzaamheidsstreven van de bouw zeker niet ten goede

Welke mate van duurzaamheid is nodig en welke duurzaamheid is haalbaar?

Johan: Onlangs gaf de ceo van PWC België aan dat wij misschien wat te ver aan het gaan zijn in de verplichte rapportering over duurzaamheid. De vraag is of alle bedrijven aan de eisen zullen kunnen voldoen en of 2026 wel een realistische datum is (CSRD). Veel ondernemingen weten niet wat allemaal op hen afkomt. Gaat het niet te snel, wordt er niet te veel gevraagd?

Micheline: “Het duurzaamheidsstreven is vooral een Europese bekommernis. In de VS zijn er geen zonnepanelen op het dak, men werkt er niet echt circulair … en het woord ‘duurzaamheid’ wordt er schouderophalend onthaald. Ik maak me vooral zorgen over het huidige economische klimaat … Er zijn weinig investeringen, vergeleken bij twee jaar geleden is de markt erg rustig. De bouwkost stijgt, de investeringskost gaat omhoog maar de huurprijzen gaan niet in verhouding mee. Dat betekent dat de marge van de promotor onder druk komt. Dat heeft een limiet: het moet allemaal nog de moeite lonen. Beleidsverantwoordelijken moeten zich hier bewust van zijn. Je kan niet alle initiatief (met alle risico’s) naar de privé afwentelen, zonder dat daar iets tegenover staat.

Wat moeten bedrijven in het achterhoofd houden als het over ruimte gaat?

Dirk: Denk toekomstgericht en maak een masterplan op voor de ruimtelijke ontwikkeling van jouw bedrijf. Bekijk verschillende scenario’s die je in de toekomst zou kunnen uitwerken. Als je heel ad hoc gaat, zet je jezelf vast.

Tom: Grotere ondernemingen zijn daar effectief mee bezig, in tegenstelling tot het gemiddelde kmo-bedrijf in Vlaanderen. Die bouwen vaak voor nu, niet voor de volgende generatie. Door goed na te denken, kan je in veel gevallen een groei mogelijk maken op hetzelfde perceel en hoef je niet telkens een bijkomend stuk grond aan te snijden.

Zou het segment van de industriebouw op termijn minder belangrijk kunnen worden in de portefeuille van een bouwbedrijf?

Johan: Dat kan. Veel zal afhangen van de plannen van een aantal grotere spelers waar wij nu heel veel voor werken zoals Volvo

Car, Volvo Trucks en ArcelorMittal. Gelukkig zien wij dat op plaatsen in Vlaanderen waar activiteiten werden stopgezet of afgebouwd, toch opnieuw andere bedrijfsprojecten opstarten. Net omdat de locaties zo schaars worden. De private residentiële markt schakelt momenteel duidelijk een versnelling lager: we noteren een vertraging en ook minder projecten. Het duurt lang vooraleer men tot een beslissing komt en men zoekt naar varianten die de uitvoering binnen de voorziene budgetten houden. In de industrie zien we een wisselend beeld: bij sommige klanten investeert men, bij andere kijkt men eerder de kat uit de boom en stelt men grote of belangrijke investeringen uit.

Het eigen kantoor, atelier en magazijn dat Wyckaert ontwierp en bouwde

Dossier: Meer doen met minder ruimte

Lootens bouwt in 2025 aluminium- boven staalafdeling in Nazareth

“Door 2 fabrieken boven elkaar te bouwen, hebben we 10.000 m 2 extra capaciteit”

Wat begon met een wild idee, werd al gauw bittere ernst. Vanaf begin 2025 bouwen ze bij Lootens, specialist in maximaal beglaasd stalen en aluminium schrijnwerk, twee productieafdelingen boven elkaar op de Prijkels in Nazareth. “We zullen als ondernemers zuiniger en efficiënter moeten omgaan met de grond die we nog hebben en krijgen”, zegt ceo Jan Lootens kordaat.

TEKST SAM DE KEGEL

Lootens is een tweedegeneratie familiebedrijf. Begin jaren zeventig werd het opgericht door Johan Lootens, gespecialiseerd in winkelinrichting en metalen buismeubelen. Zoon Jan Lootens, de huidige ceo, kwam in 1996 in dienst na een tweejarige ervaring in Rusland voor het Gentse bedrijf Meyvaert. Gestaag groeide Lootens uit tot de Belgische marktleider in maximaal beglaasd stalen en aluminium schrijnwerk. “We doen combinaties van staal en aluminium met glas, waarbij we streven naar zo klein mogelijke profielen en zoveel mogelijk glas, zodat er veel licht binnenkomt. Onze klanten bevinden zich vooral op de b2b-markt. We leveren zowel heel technisch (explosie-, kogel- en brandwerend) als esthetisch-architecturaal schrijnwerk. Zo installeerden we explosiewerend schrijnwerk voor de onderste bouwlaag van de Europese Unie op het Brusselse Schumanplein. Maar ook de Boekentoren en het Gentse Wintercircus zijn prestigieuze realisaties. Daarnaast werken we ook voor particulieren, de very happy few zeg maar.”

Het bedrijf verbreedde doorheen de jaren ook zijn aanbod met explosie-, kogel- en brandwerende deuren en ramen in partnership met Reynaers Aluminium en Jansen. In 2016 nam het Halsberghe over, topspecialist in aluminium deuren en ramen in Kortrijk. Drie jaar later, november 2019, volgde de overname van Turnhoutse metaalwerken, specialist in staalbewerking.

10.000 m2 extra uitbreidingscapaciteit Lootens telt momenteel vier vestigingen: in Deinze, Kortrijk, Turnhout en Breda. “Elk groeibedrijf zit op een bepaald moment krap qua ruimte. Had ik bij wijze van spreken bij mijn eerste verhuis het ganse industrieterrein kunnen kopen, dan was het daarbij gebleven (lacht), maar ook je middelen zijn niet oneindig. Onze allereerste vestiging, op de Prijkels, was 5.000 m² groot. Na tien jaar verhuisden we naar de Vaart in Deinze (10.000 m²). In 2020 zetten we ook een nieuwe vestiging op het bedrijventerrein Evolis in Kortrijk, een perceel van 6.000 m².

In het begin denk je altijd: nu hebben we gigaveel ruimte. Maar er gaat altijd ruimte ‘verloren’ aan opritten, buitenruimte, voorzieningen voor waterinfiltratie, etc… Van de 16.000 m² bleef er zo 10.000 m² bebouwde oppervlakte over, te weinig voor de toekomst van ons bedrijf.”

Lootens stelde zich kandidaat voor het laatste perceel – 25.000 m² groot – op de Nieuwe Prijkels langs de autosnelweg, vlakbij Renson. Jan: “Eind 2023 verwierven we de grond. We beslisten al snel dat we de sites van Kortrijk en Deinze samen moesten brengen. Die twee liggen ook te dicht bij elkaar. Ik heb nu de jeugdige leeftijd van 50 en ik wil niet blijven bouwen. We zijn geen bouwpromotor of projectontwikkelaar maar een ramenbouwer (lacht). En elke verhuis vergt energie van het team.”

Een productiesite is veel meer dan een functioneel gebouw voor Lootens. “Samen met Van Damme - Vandeputte architecten hebben we een doordacht concept uitgewerkt hoe

we kwalitatief en compact konden bouwen, rekening houdend met licht, akoestiek, ruimte en groen in een gestapeld gebouw.

Jaren geleden had ik al overleg met intercommunale Leiedal, dat toen brainstormde over stapelbare productiegebouwen. Men wou een site ontwikkelen waar verschillende productiebedrijven op elkaar gestapeld zouden zijn. Ik was toen al getriggerd door dat idee en vroeg nu aan onze architect en ons intern team of het mogelijk was om onze aluminiumfabriek bovenop onze staalfabriek te zetten. Staal zit nu in Deinze, aluminium in Kortrijk. Ik ben ervan overtuigd dat we als ondernemers zuiniger en efficiënter moeten omspringen met de grond die we nog hebben en krijgen. De prijs van grond zal ook blijven stijgen. We kunnen nog zoveel oude

gebouwen afbreken en slimmer heropbouwen, er valt nog zoveel ruimtewinst te boeken op bestaande bedrijfsterreinen.”

De rekensom in ruimtebesparing was bij Lootens alvast snel gemaakt. “Door in de hoogte te gaan en onze aluminiumfabriek op onze staalfabriek te bouwen, krijgen we ruim 10.000 m² extra uitbreidingscapaciteit”, weet Jan. “Op korte termijn levert zo’n constructie wellicht geen economische meerwaarde op, op langere termijn zeker wel. Ons perceel is 25.000 m², maar uiteindelijk zullen we zo 30.000 m² bebouwde oppervlakte hebben, kantoor en productie samen.

Door twee fabrieken boven elkaar te bouwen, zal er ook meer interactie tussen onze medewerkers zijn, wat goed nieuws is voor onze bedrijfscultuur. De kantoren

plaatsen we bovenop een parkeergebouw van twee verdiepingen hoog dat 120 wagens kan capteren.”

“Als bouwheer hebben we ondervonden dat gestapeld bouwen geen afbreuk hoeft te doen aan concepten als licht/zicht/efficientie/groen. Alles start met een doordacht concept waarbij een degelijke analyse wordt gemaakt van lasten en productieflows die ondersteund moeten worden door liften en vides (open ruimte over twee of meer verdiepingen, red.) om materialen of afgewerkte ramengehelen terug meteen te kunnen laden en lossen.”

Compacte paternosterkasten

De bouw start begin januari 2025, de productiehallen moeten er staan tegen

Visualisatie van de gevelzijde langs de E17 van de twee productieafdelingen boven elkaar die Lootens begin 2025 laat bouwen op de Prijkels in Nazareth – © Van Damme Vandeputte architecten.

Dossier: Meer doen met minder ruimte

eind september, de eerste machines worden geleverd begin oktober en tegen 1 januari 2026 wil Lootens operationeel zijn. “Logistiek gezien vinden we het logisch dat de aluminiumsite boven de staalsite komt, alleen al omdat staal veel zwaarder is dan aluminium. We hebben een paar grote liften voorzien, maar op verschillende plaatsen komen er ook paternosterkasten (volautomatische verticale liftsystemen, red.).”

Een paternoster werkt volgens het circulatieprincipe. Net als bij een carrousel roteren de artikelen naar de bedieningsopening waar ze door de orderpicker gemakkelijk en veilig kunnen worden opgepakt. De paternosterkast kan in de hoogte worden aangepast en staat garant voor een heel compacte opslag, zowel in de productie als in het magazijn. Zo

ontstaat een maximale opslagruimte op een minimale grondoppervlakte. Jan: “Stel, een vrachtwagen levert op het gelijkvloers containers met profielen. We plaatsen die dan in zo’n paternosterkast. Maar terwijl je op de grond maar één container kan zetten, kunnen we er nu tientallen stockeren. We zullen dit systeem zowel voor langgoed als kleingoed gebruiken, zoals doosjes met vijzen, etc… Zulke systemen streven naar 100% bezetting. Zo hebben we op de eerste verdieping, op de aluminiumafdeling, geen magazijn meer nodig. Eén hoofdmagazijnier zal alle goederen ontvangen.”

Er zijn ook uitdagingen, natuurlijk. “We moeten vaak frezen in staal. We zetten niet enkel in op individuele geluidsbescherming rond de machines, maar we zullen wellicht ook akoestische demping tussen de twee verdiepingen moeten voorzien om de geluidshinder zo veel mogelijk te beperken.”

Binnentuin met boom Lootens wil vooral een aantrekkelijke werkplek creëren. Er komt een groendak van 2000 m² tussen de kantoren en een 500 m² groendak aan het restaurant. In de lasafdeling, op het gelijkvloers, wordt zelfs een

groene binnentuin voorzien met een boom die zich 20 meter uitstrekt over alle verdiepingen. “Zijn stam zal in de staalafdeling staan, zijn kruin moet via een grote opening tot in de aluminiumafdeling reiken”, vertelt Jan enthousiast. “Weet je, de productie van stalen ramen draait om puur ambacht. We willen onze vakmannen heel goed soigneren in hun atelier. Ze zijn even belangrijk als een ingenieur op een bureau. We willen dat het er gewoon leuk is om te werken.”

Lootens wil in de toekomst ook schrijnwerk meer en meer circulair hergebruiken, deze nieuwbouw is daarvoor de perfecte proeftuin. “We zijn nu al ruim een jaar bezig met urban mining. Als klanten ons vragen om bepaalde raampartijen uit te breken die eigenlijk nog veel ‘te goed’ zijn, stockeren we die tijdelijk. In onze nieuwbouw zal dat schrijnwerk een tweede leven krijgen door het te hergebruiken. Reuse is nog altijd veel beter dan recycle Dit past ook in het BREAAM-verhaal, waarvoor ons gebouw in aanmerking zal komen.”

Eén ding is zeker: niet enkel duurzaam materialengebruik zal in de nabije toekomst alleen maar aan belang winnen: slim en zuinig omgaan met (bedrijfs)ruimte evenzeer.

Visualisatie van het interieur van de productieafdeling aluminium © Van Damme Vandeputte architecten.

Van ruimtes ontdubbelen over shuttlesystemen tot verticale liften:

Zo richt MDO een magazijn ruimtebesparend in

Een magazijn slim – lees: ruimtebesparend – inrichten is een kunst. MDO, een kmo uit Zottegem, is er al twintig jaar in bedreven, zowel voor kleine kmo’s als grote multinationals. Een gesprek met de broers Sander en Ewout Speecke over verticale liftsystemen, mobiele stellingen en het ontdubbelen van magazijnen.

Hoe stockeer je zo veel mogelijk goederen zo efficiënt mogelijk op zo weinig mogelijk ruimte? En geraak je er nadien zo gemakkelijk mogelijk aan? Het is de natte droom van elke magazijnier, orderpicker en heftruckbestuurder.

MDO Group, twintig jaar jong, maakte zijn corebusiness van slimme magazijninrichting. In de beginjaren legde het zich vooral toe op de montage van vaste rekken en platformen, vandaag is hun activiteitenportfolio zoveel breder.

“We zijn een montage- en dienstenbedrijf”, zeggen Sander en Ewout in koor.

Samen namen ze drie jaar geleden het bedrijf over van hun vader, Peter Speecke. En er is nog aanstormend familiaal talent, met twee jongere broers – één werkt er al als bediende, de ander studeert nog elektromechanica.

Minder ruimte, meer kans op brokken

Het familiebedrijf plaatst allerlei statische en mobiele opslagsystemen, maar daarnaast neemt het klanten ook de volledige afwerking

van magazijnen uit handen en staat het net zo goed in voor het volledige magazijnbeheer of de digitalisering ervan. Ook magazijnen verhuizen en inspecteren op veiligheid behoren tot hun dienstenpakket.

Sander Speecke: “We hebben fors geïnvesteerd in automatisatie, ook van onze interne bedrijfsprocessen. Zo doen we al onze magazijninspecties via een app die we zelf creëerden. Aanrijdgevaar met een heftruck blijft de grootste uitdaging. Gangen worden smaller en smaller om de ruimte optimaal

te benutten, waardoor heftruckbestuurders sneller ergens tegenaan rijden en brokken maken. Daarom hebben wij ook aanrijdbeveiliging in ons gamma, van losse paal tot vangrails, hoek- en stijlbeschermingen en veiligheidsnetten. Je ziet wel steeds meer geleide heftrucks op rails, zeker als je in de hoogte moet gaan.”

De Zottegemse kmo telt vandaag ruim vijftig medewerkers en beschikt intussen ook over een buitenlandse vestiging in Nederland (Breda). Sander: “We hebben tien medewerkers die onze ruim veertig monteurs aansturen (ook 4 in Nederland, red.).” Beide broers geven aan dat het niet gemakkelijk is om gemotiveerd werkvolk te vinden. “Sollicitanten hebben zelden ervaring met magazijninrichting. Als ze een beetje handig zijn, kunnen ze hier alles op de werkvloer leren, maar soms laat de attitude te wensen over. Vorige week kwam er slechts één op vijf sollicitanten opdagen. Dat zegt veel.”

Om alles te kunnen bolwerken bij grote projecten, werkt MDO samen met onderaannemers. “Dagelijks zetten we zo bijna honderd mensen aan het werk. Gemiddeld doen we 20 à 25 projecten per dag, maar voor enkele klanten werken we bijna constant.”

Slimme partnerships

In de klantenportefeuille zitten zowel grote multinationals zoals Volvo, Pfizer, Aldi, Lidl en Colruyt als vele kmo’s. “We zagen al snel in dat we onze toegevoegde waarde naar de klanten toe stevig konden optrekken door te diversifiëren en hen dus een pak extra diensten aan te bieden”, zegt Ewout. “Soms volgen we hen ook naar het buitenland. Zo zaten we al verschillende keren wekenlang in Duitsland. Twee jaar geleden voerden we ook een project uit in Marokko.”

MDO werkt slim samen met andere partners, zoals met logistieke ingenieursbureaus en grote producenten in magazijninrichting. “Wij zijn een dienstenbedrijf dat focust op de uitvoering maar voor het logistiek denkwerk en een lean goederenflow werken we vaak samen met zo’n logistieke consultant die het concept voor een magazijninrichting uittekent, samen met ons en de klant. Daarnaast werken we inderdaad zelf ook in onderaanneming voor grote spelers in magazijninrichting zoals Stow of Vanas, Bito, Dexion,... En hun eindklanten zijn vaak grote

productiebedrijven. Ofwel werken we dus in onderaanneming voor een andere hoofdaannemer, ofwel nemen we zelf de regie in handen.”

APF Autoparts, op een boogscheut verwijderd van hun eigen bedrijf, is zo’n klant waar MDO zijn expertise optimaal kon inzetten. “We hebben hun nieuw logistiek magazijn opgebouwd, we hielpen met de automatisatie via conveyors (automatische transportbanden, red.), we installeerden verticale liften én

Dossier: Meer doen met minder ruimte

bouwden mezzanines op drie verdiepingen. Bovendien organiseerden we hun verhuis van Geraardsbergen naar Zottegem. Voor een deel van die taken werkten we samen met partners, maar de expertise zit bij ons.”

Magazijn ontdubbelen

Van statische opslagsystemen (zoals pallet-, legbord-, breedvak- en draagarmstellingen) over dynamische opslagsystemen (zoals mobiele verrijdbare stellingen, doorrol- en doorduwstellingen) tot geautomatiseerde

Picking van goederen in de hoogte met man op een truck.

systemen (zoals shuttlesystemen, apotheekliften en verticale liftsystemen): het aanbod is bijzonder groot en gevarieerd. Sander: “Verticale liftsystemen, bijvoorbeeld, zijn geautomatiseerde opslagoplossingen die gebruikmaken van de hoogte van uw magazijnruimte. Ze zijn ontworpen om uw goederen veilig en efficiënt op te slaan en op te halen. Met behulp van een geautomatiseerde lift worden items opgeslagen in lades of trays en naar beneden en naar boven verplaatst, waardoor er een optimale benutting van de beschikbare ruimte ontstaat.”

Ook shuttlesystemen worden steeds vaker geïnstalleerd, zeker in de vele hoogbouwmagazijnen die je vaak langs autosnelwegen spot. Shuttlesystemen zijn geavanceerde geautomatiseerde opslagsystemen die gebruikmaken van elektrisch aangedreven shuttles om pallets efficiënt te verplaatsen en op te slaan in magazijnen. Deze innovatieve technologie stelt bedrijven in staat om hun opslagcapaciteit te optimaliseren, de orderafdeling te versnellen en de algehele efficiëntie van hun magazijnactiviteiten te verbeteren. Ewout: “Eigenlijk zijn dat robotjes die vooren achteruitrijden en pallets verplaatsen. Ze weten perfect waar alles staat. De kans op schade is ook veel kleiner.”

Totaaloplosser

MDO omschrijft zichzelf graag als een totaaloplosser. “Of het nu om een verhuis gaat, een volledig magazijn opbouwen of gewoon picking organiseren, we doen het. Zo maakt Colruyt toppromo’s met producten die in de schijnwerpers moeten staan. Die opstelling maken wij. Totale ontzorging, daar draait het om bij ons.”

Een magazijn ruimtebesparend inrichten gebeurt ook steeds meer vanuit noodzaak. De beschikbare ruimte wordt steeds schaarser en elke vierkante meter kost geld. Sander: “De laatste jaren krijgen we vaak de vraag om een magazijn te ontdubbelen met een mezzanine. Stel: je hebt een zes meter hoog gebouw met vloerstockage en een machinepark. Maar veel ruimte in de hoogte wordt zo niet benut. Daarom wordt er vaak een mezzanine – een platformstructuur of tussenvloer – over geplaatst zodat je boven bijvoorbeeld productie kan doen en op het gelijkvloers opslag, of omgekeerd. Ook met verticale liften kan je meer in de hoogte stockeren.”

Omdat er steeds minder ruimte is, is in de hoogte bouwen heel interessant, maar vaak zijn er beperkingen vanuit de overheden, afhankelijk van waar je bedrijf neergepoot is. “Wij mochten met onze nieuwbouw zelf maar tot 9 meter gaan. Hadden we 15 meter hoog mogen bouwen, dan hadden we dat zeker gedaan.”

Kmo-units met mezzanine

Op heel wat plekken in Vlaanderen zie je de jongste jaren ook een transformatie van oude, leegstaande fabrieken tot een nieuwe, bedrijvige site met flexibele kmo-units. “Dat is zeker een interessante markt voor ons. Die ruimtes zijn klein. We plaatsen daar vaak een mezzanine met een kantoorunit op, zodat men op het gelijkvloers kan stockeren, of omgekeerd. Niet enkel de grote jongens zijn bezig met ruimtebesparing, de kleine kmo’s evenzeer of misschien zelfs meer.”

Sander en Ewout nemen ons nog even mee naar hun eigen magazijn waar we meteen stoten op een verticaal liftsysteem. “75% van ons vroegere magazijn met legbordstellingen voor duurdere stukgoederen maar evengoed voor bouten en moeren zit nu veilig en proper in deze lift, op een heel beperkte ruimte.”

Naast de traditionele palletstellingen, spotten we ook een aantal draagarmstellingen voor klein en groot langgoed en een aantal mobiele stellingen om extra plaats te winnen.

Hun magazijn is ook deels ontdubbeld. “Onze verticale lift is ingewerkt in een mezzanine. Boven hebben we nu een ruimte waar we palletten kunnen stapelen.”

Of hoe ze bij MDO in hun magazijn zelf het goede voorbeeld geven.

De broers Ewout en Sander Speecke aan het verticaal liftsysteem voor kleingoedopslag.

Maatwerk binnen het ergonomiebeleid: zijn apps de toekomst?

Fysieke ongemakken en klachten zorgen voor veel uitval op de werkvloer. Rugproblemen zijn daar geen uitzondering op. Goede ergonomische omkadering is essentieel. En daar kan slimme technologie een extra laag aan toevoegen. Dr. Gretel Schrijvers, CEO bij Mensura groep, licht toe.

Nooit waren er zoveel werknemers met rugklachten in ons land. In 2019 had nog zo’n 8% van de werknemers last van rugpijn, eind 2023 is dat al bijna één op tien (9,74%).

Ook re-integratietrajecten zijn vaak gelinkt aan rugklachten: dat is zo bij 11,5% van de aanvragen in 2023. Oorzaken zijn onder meer (zware) fysieke arbeid in bepaalde sectoren, te weinig afwisseling in houding en beweging, en een gebrek aan gezonde lichaamsbeweging naast het werk.

ZELFMANAGEMENT

Ergonomische verbeteringen van de werkplek zijn vaak de eerste prioriteit bij organisaties, en terecht. Maar praktisch of financieel zijn die niet altijd onmiddellijk mogelijk. Een goed uitgebalanceerd oefenprogramma kan bij beginnende klachten in veel gevallen rugpijn de kop helpen indrukken zonder medicatie of therapie.

En dat is net wat de Deense lagerugpijnapp SelfBack doet. De AI-gestuurde app zet werknemers aan het stuur van hun herstel, met praktische tips en advies op maat. Door

zo snel mogelijk zelfmanagement te ondersteunen bij beginnende klachten, wordt de kans op chronische last en verzuim beperkt. Het is meteen de eerste wetenschappelijk gevalideerde app tegen rugpijn in ons land, die is opgenomen in het MHealth-register en goedgekeurd door de Belgian Back Society.

EXTERN GEWETEN

SelfBack is voorheen al met succes in Scandinavië en het Verenigd Koninkrijk geïntroduceerd, als onderdeel van medische behandeltrajecten voor mensen met rugklachten. Via een app op de smartphone geven werknemers aan welke (beginnende) rugklachten ze hebben. Op basis van de input stelt SelfBack zelf een oefenprogramma op.

SelfBack werkt als een extern geweten van werknemers. De app geeft je elke dag een melding met de oefeningen die je moet doen om te werken aan je herstel. Zo helpt de app je richting een dagelijkse routine met verschillende soorten oefeningen die de pijn verzachten en onder andere zorgen voor meer stabiliteit, mobiliteit en kracht.

BEWEZEN EFFECTEN

Rugklachten hebben meerdere oorzaken, dus wordt naast het fysieke aspect ook ingezet op leefstijl. Net als bij heel wat sportapps en fitnesstrackers zit er bovendien een spelelement in. Via zogenaamde ‘gamification’ stel je bijvoorbeeld stappendoelen en beweegtargets in. Dat zorgt ervoor dat werknemers intrinsiek gemotiveerd blijven om aan hun herstel te werken.

De bewezen effecten illustreren mooi hoe slimme technologie een zinvolle aanvulling kan zijn op het ergonomiebeleid. Zolang we niet de fout maken om alle heil te verwachten van technolgoische snufjes, valt er nog mooie winst te boeken op vlak van al dan niet persoongerichte preventie. En die is welkom in de strijd tegen (langdurige) uitval.

UNIEK,

Reid | Senepart architects geeft gebouwen een eigen identiteit

Het multidisciplinaire architectenbureau Reid | Senepart biedt op maat gemaakte ontwerpen aan die architectuur en interieur naadloos integreren. Met een sterke focus op duurzaamheid en functionaliteit creëren zij high-end ruimtes die bedrijven en particulieren optimaal ondersteunen in hun groei en efficiëntie. Trends maken plaats voor tijdloze oplossingen die volledig afgestemd zijn op de specifieke noden van de opdrachtgever.

Reid | Senepart architects realiseert projecten van uiteenlopende schaalgroottes, van stedelijke ontwikkelingen en industriële gebouwen tot privéwoningen en interieurontwerp. De aanpak blijft echter consistent: ontwerpen die warmte, gezelligheid en een glimlach brengen. “Architectuur is voor ons veel meer dan bouwen. Het is een manier om leven, dromen en welzijn samen te brengen in ruimtes die niet alleen functioneel zijn, maar ook inspireren en blijven verrassen. Dat is wat onze ontwerpen uniek maakt”, zegt managing partner Cliff Reid.

SPEELSE KNIPOOG

Elk project begint met een grondige analyse van de klant en zijn omgeving. “We verdiepen ons in de workflow van een organisatie en bouwen van daaruit onze input op. Elk ontwerp start vanuit een krachtig concept. De combinatie van creatieve vrijheid en analytische tools, zoals een scoretabel waarin we peilen naar de noden van de bouwheer, stelt ons in staat om de wensen van alle betrokkenen te evalueren en prioriteiten helder te stellen.”

“Visualisaties in 3D en 2D, evenals moodboards die materialen en sfeer tot leven brengen, versterken deze aanpak. Daarnaast zoeken we altijd naar een uniek element, een speelse knipoog die een ruimte een eigen identiteit geeft. Op die manier vertellen onze ontwerpen steeds een uniek verhaal.”

“Tien jaar geleden kozen we Reid | Senepart architects voor de bouw van onze kantoren met magazijn. Het begin van een langdurige samenwerking met vele verrassende ontwerpen die perfect aansluiten bij onze noden en visie. Telkens vertalen ze ideeën in realisaties die onze verwachtingen overtreffen. Onze investeringen hebben op die manier geleid tot groei. Door de jaren heen is er zo een sterke band ontstaan, wat bijdraagt tot wederzijds begrip en de groei van nieuwe ideeën.”

Gert Veldeman, Veldeman Groep.

Reid |Senepart architects Lebbeke: kantoor. © Beeldcollectief.

DE ROEP OM GOEDE AKOESTIEK

Reid | Senepart architects staat voor een tijdloze stijl. Elk detail, van materiaalkeuze tot meubelontwerp, draagt bij aan de identiteit van een gebouw. “We ontwerpen elk meubel zelf en selecteren elk materiaal met zorg, zodat het ontwerp karakter krijgt. We streven naar een warme, tactiele benadering die zorgt voor de juiste sfeer. Het doel is altijd om ontwerpen te maken die leven en beweging in zich dragen, of het nu gaat om flexibele werkplekken, vergaderruimtes of volledig geïntegreerde architectuur.”

Elk element draagt niet alleen bij aan de esthetiek, maar ook aan de functionaliteit. “Akoestiek speelt hierin een cruciale rol, vooral in kantooromgevingen. We gaan op zoek naar een goede integratie van bijvoorbeeld belcellen, types akoestische plafonds of de juiste tapijten. Hetzelfde geldt voor een optimale verlichting.”

“Reid | Senepart architects ontwierp onze winkels, kantoren en hoofdzetel, elk met hun architecturale eigenheid. Onze eerste winkel in Dendermonde, nu 14 jaar oud, wordt nog steeds geprezen omwille van het interieur en de indeling – een levend visitekaartje. De hoofdzetel in Opwijk is een architecturaal kunstwerk dat perfect onze producten weerspiegelt en een unieke beleving creëert. Ook onze winkel in Puurs, volledig anders maar herkenbaar in stijl, is een toonbeeld van hun visie en vakmanschap.”

Guy Heyvaert, Buen Gusto Benelux

DUURZAAMHEID ALS KERNWAARDE

Daarnaast worden ergonomie, toegankelijkheid en technieken zoals ventilatie en brandveiligheid naadloos geïntegreerd, zodat ze de architectuur versterken, zonder storend te zijn. Duurzaamheid zit verweven in elk project. “Het is geen extraatje, maar een kernwaarde. We letten niet alleen op de levensduur van materialen, maar ook op de slimme integratie van technieken die bijdragen aan comfort, veiligheid en milieuvriendelijkheid.” Ook in het tijdloze karakter van de ontwerpen schuilt die duurzaamheid, waardoor het resultaat voor jaren fris blijft ogen.

Buen Gusto Puurs: presentatiemeubel. © PilarShoots
Buen Gusto Opwijk: winkel, kantoor en opslag. © Artur Eranosian

Titeca Pro Accountants & Experts

Nieuwe fiscale investeringsaftrek vanaf 2025: wat biedt het voor jouw onderneming?

Vanaf 2025 voert de federale regering een nieuwe investeringsaftrek in, specifiek gericht op de vergroening en digitalisering van bedrijven. Deze hervorming biedt ondernemers nieuwe kansen om fiscale voordelen te behalen met investeringen die bijdragen aan een duurzamer ondernemingsklimaat. Is het slim om je investeringen tot volgend jaar uit te stellen, of kan je beter nu al actie ondernemen?

Wat houdt de investeringsaftrek in?

De investeringsaftrek biedt bedrijven – zowel vennootschappen als zelfstandigen – de mogelijkheid om een percentage van hun investeringen fiscaal af te trekken van het belastbaar resultaat. Dit percentage is afhankelijk van de bedrijfsgrootte en het type investering, zoals digitale activa of beveiligingsoplossingen.

Tot nu toe bestond er enkel een gewone investeringsaftrek voor kleine vennootschappen en een verhoogde aftrek voor zowel kleine als grote bedrijven. De nieuwe regeling in 2025 introduceert 3 categorieën met elk specifieke voordelen:

1. Basisaftrek van 10%: Voor kleine vennootschappen en zelfstandigen, met een verhoogde aftrek van 20% voor digitale activa.

2. Thematische aftrek voor groene investeringen: 30% voor grote bedrijven, en 40% voor kleine vennootschappen en zelfstandigen.

3. Technologie-aftrek van 13,5%: Specifiek voor investeringen in innovatieve technologieën, waaronder octrooien en milieuvriendelijke O&O.

Welke investeringen komen in aanmerking?

Onder de nieuwe thematische aftrek vallen vooral groene investeringen, zoals:

• Energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen

• Koolstofemissievrij vervoer

• Milieuvriendelijke activa en ondersteunende digitale technologieën

Daarnaast is er een specifieke technologieaftrek voor octrooien en onderzoek en ontwikkeling (O&O) die een duurzame focus hebben. De precieze voorwaarden worden nog uitgewerkt, maar een belangrijke richtlijn is dat groenere alternatieven de voorkeur krijgen.

Uitstellen of niet?

Het kan aantrekkelijk lijken om investeringen uit te stellen tot 2025 om te profiteren van de verhoogde aftrekpercentages. Hier zijn enkele aandachtspunten om in overweging te nemen:

1. Basisaftrek: Het percentage stijgt licht van 8% naar 10%. Voor reguliere investeringen levert uitstel een beperkt fiscaal voordeel op.

2. Digitale activa: Investeringen in digitale technologieën, zoals CRMsystemen of e-commerce platformen, komen in aanmerking voor de verhoogde basisaftrek van 20%, wat uitstel interessanter maakt voor digitale innovaties.

3. Thematische aftrek voor groene investeringen: Dit is waar het grootste fiscale voordeel ligt. Vervanging van oude, vervuilende installaties kan vanaf 2025 een aftrek opleveren van 30% tot 40%, wat uitstel zeker kan rechtvaardigen.

4. Minder duurzame investeringen: Indien een duurzame en betaalbare variant beschikbaar is, zoals een warmtepomp in plaats van een gasketel, kan het voordelig zijn om de investering nog in 2024 te doen. Vanaf 2025 worden deze minder duurzame opties namelijk uitgesloten van investeringsaftrek.

Of je een investering moet uitstellen, hangt dus sterk af van het type investering en de fiscale voordelen die volgend jaar

beschikbaar komen. Wil je zeker zijn dat je strategisch en fiscaal voordelig investeert?

Raadpleeg je financieel adviseur en plan tijdig om maximaal voordeel te behalen.

Vooruitzicht: een consistentere regeling

De hervorming belooft een overzichtelijker kader voor investeringsaftrek. Investeringen die in aanmerking komen worden opgenomen in een lijst die om de 3 jaar wordt geactualiseerd, wat fiscale stabiliteit biedt. De hoop is dat met deze nieuwe structuur bedrijven gestimuleerd worden om te kiezen voor groene en digitale innovatie.

Annelies Moyaert, Fiscaal adviseur Titeca Pro Accountants & Experts

Bij iedere toekomstbepalende beslissing staan we voor jou klaar

De Langhe Advocaten

Boek 7, vooruitblik op een nieuw bijzonder contractenrecht

Op 16 april 2024 werd het wetsvoorstel inzake boek 7 “Bijzondere contracten” van het nieuwe Burgerlijk Wetboek ingediend. Na het gemeen contractenrecht, zullen ook de zgn. “bijzondere” of “benoemde” contracten (koop, aanneming, huur, enz.) gemoderniseerd worden. In dit artikel geven wij een voorproefje van enkele voorgestelde nieuwigheden op het vlak van koop en huur. Aangezien het nog maar om een wetsvoorstel gaat, is het uiteraard mogelijk dat de finale wettekst toch nog afwijkt van wat we hierna toelichten.

Het kooprecht krijgt een nieuw jasje In de praktijk rijst geregeld de vraag of een contract moet gekwalificeerd worden als een koop of als een aanneming (voortaan “dienstencontract” genoemd). Een overdracht van een nog te vervaardigen roerend goed tegen een prijs in geld, is principieel een koop. Enkel wanneer de opdrachtgever zelf een wezenlijk deel van de benodigde grondstoffen verschaft of wanneer het goed specifiek voor zijn behoeften wordt vervaardigd, zal het gaan om een dienstencontract. Bij nog te (ver) bouwen onroerende goederen, gaat het om een dienstencontract indien het enkel het (ver)bouwen betreft, doch om een koop indien tegelijk ook de eigendom van de grond of het zakelijk gebruiksrecht (bijv. opstal) wordt overgedragen.

Een opvallende wijziging inzake onroerende koop is dat de eigendomsoverdracht nu van rechtswege pas zal gebeuren bij het verlijden van de notariële akte. Het zal dus niet meer nodig zijn dit uitdrukkelijk zo te voorzien in “de compromis”. Het risico (bijv. brand) gaat normaal pas over op de koper samen met de eigendom, doch indien de koper reeds vóór de akte het gebruik van het goed zou verkrijgen, zal hij nu toch ook reeds vroeger dit risico dragen.

Ten slotte wordt het duaal aansprakelijkheidsregime inzake zichtbare en verborgen gebreken afgeschaft. De verkoper moet nu een “conform” goed leveren, dat moet beantwoorden aan wat het contract bepaalt en aan wat de koper redelijkerwijze kan verwachten. De verkoper is enkel aansprakelijk voor gebreken die minstens in de kiem aanwezig waren bij de levering, ongeacht of hij er reeds kennis van kon hebben en ook als ze pas later aan het licht komen. Het bestaande sanctieregime met een keuze tussen teruggave of prijsvermindering wordt afgeschaft, zodat nu ook een eis tot het herstellen van de gebreken mogelijk zal zijn. Ten slotte verdwijnt het vereiste om binnen korte termijn vanaf ontdekking van het gebrek effectief te dagvaarden voor de rechtbank. Voortaan moet de koper (1) de verkoper binnen een redelijke termijn na de ontdekking van het gebrek in kennis stellen en (2) ten laatste twee jaar na die kennisgeving een effectieve vordering voor de rechtbank instellen (wel kan die termijn geschorst worden gedurende onderhandelingen of een expertise).

Ook het gemeen huurrecht wordt hervormd Aangezien de meeste huurcontracten (bijv. woninghuur en handelshuur) een gewestmaterie betreffen, is de relevantie van het Burgerlijk Wetboek op het vlak van huur voornamelijk beperkt tot het gemeen huurrecht (bijv. huur van een kantoorruimte, opslagplaats, garage, vakantieverblijf of roerend goed).

Ook bij huur moet de huurder in geval van een conformiteitsgebrek de verhuurder verwittigen binnen een redelijke termijn nadat hij het gebrek ontdekte of behoorde te ontdekken. De vordering van de huurder voor de geleden gebruiks- en genotderving verjaart twee jaar na deze kennisgeving. De overige vorderingen wegens een conformiteitsgebrek (bijv. het herstellen van bepaalde gebreken) verjaren echter

niet zolang de huur nog loopt (en kunnen nog tot twee jaar na het einde ervan).

Een andere nieuwigheid vormt de vergoedingsplicht van de verhuurder voor eventuele inrichtings- of veranderingswerken die de huurder uitvoerde in het goed. Enkel nietverwijderbare werken die uitgevoerd werden zonder toelating van de verhuurder moeten niet worden vergoed.

Ten slotte blijft bij de huur van een onroerend goed een eenzijdige ontbinding door de verhuurder (o.b.v. een ontbindend beding of door kennisgeving) verboden. De verhuurder moet daarvoor nog steeds naar de Vrederechter. Ontbindende bedingen in het voordeel van de huurder zullen voortaan wel toegelaten zijn.

Bruno Thoen en Wibo Van Poeck

De Langhe Advocaten

Mobiele diensten Optimaal mobiel beheer in 3 uitdagingen

Wat is erger: uw portefeuille of uw smartphone of tablet verliezen? Het verbaast niet dat veel mensen zonder aarzelen het verlies van hun smartphone of tablet als de grotere ramp aanduiden. Niet alleen privé, maar ook professioneel is het toestel onmisbaar.

Alleen: bij het beheer van een professionele vloot mobiele toestellen komt heel wat kijken, met een duidelijke financiële impact.

Benjamin Fabry, Mobile Services

Lead bij Proximus NXT, vertelt aan de hand van 3 uitdagingen hoe u het beheer van smartphones en tablets binnen uw bedrijf optimaliseert.

Uitdaging 1: Mobiele vloot ontzorgen of zelf beheren?

“De aankoop van een nieuwe mobiele vloot vraagt al snel een stevige investering. Door de toestellen te leasen vervangt u die ene grote uitgave door een maandelijkse leasingsom, die u bovendien als bedrijfskosten aftrekt. De mobiele toestellen die met onze Engage Pack-oplossing worden geleased, worden geconfigureerd en geleverd bij de klant. In geval van beschadiging, verlies of diefstal en aan het einde van het contract worden ze opgehaald door Proximus NXT-servicing partners. Verzekering en helpdesk zijn inbegrepen. Na een grondige revisie krijgen ze vervolgens elders een tweede leven. Leasing is op die manier ook een duurzame keuze.”

Uitdaging 2: Fysiek of vanop afstand activeren?

“De fysieke verdeling en activering van simkaarten onder uw medewerkers – en de complexe

“Het mobiele toestel vormt de directe lijn naar bedrijfsdata en -apps. Er zijn vandaag voldoende manieren om het complexe beheer van een mobiele vloot efficiënt aan te pakken.”

Benjamin Fabry, Mobile Services Lead bij Proximus NXT

logistieke oefening die daarbij hoort – vermijdt u dankzij de e-SIM. Dat is een digitale simkaart waarmee u vanop afstand verschillende nummers kan activeren en beheren: veilig en snel, zonder het klassieke gedoe met fysieke simkaarten. Via een webportaal of met de hulp van een Proximus NXT-servicing partner kan u nieuwe nummers en opties zoals roaming activeren.”

Uitdaging 3: Beveiligen of niet beveiligen?

“Om het gebruik van de smartphone in alle veiligheid te laten verlopen, worden 3 beveiligingslagen voorzien, ongeacht of medewerkers hun privétoestellen gebruiken of toestellen van de werkgever krijgen. De eerste laag is de beveiliging van het netwerk, met controle op en het blokkeren van verdachte activiteiten. De tweede beveiligingslaag richt zich op het mobiele abonnement. Mobile Threat Defense (MTD) is een beveiligingsoptie op de Proximus NXT Mobile-abonnementen die bedreigingen detecteert en blokkeert. Het is een toepassing die u kan integreren met oplossingen zoals Device Management (MDM) of Unified Endpoint Management (UEM). Dat laat toe mobiele apparaten vanop afstand te configureren en te beveiligen. De derde laag omvat de integratie van beveiligingstoepassingen die onder meer Apple en Samsung op hun toestellen voorzien.”

HR en IT bij firma SGS profiteren van efficiënt beheer

Bij test-, inspectie- en certificeringsbedrijf SGS namen het aantal mobiele toestellen en het datagebruik sterk toe. Tegelijk ontstonden er nieuwe vraagstukken rond roaming en het persoonlijke gebruik van een toestel. Dat maakte niet alleen IT, maar ook HR betrokken partij.

Dankzij de ontzorging via Proximus NXT en partner A&M:

• vermijdt SGS onverwachte pieken in de kosten door de realtime opvolging van het dataverbruik

• versnelt SGS de onboarding van nieuwe medewerkers

• draagt de aanpak van de mobiele vloot bij tot de employer branding van SGS.

Kan u ook nog efficiëntiewinst boeken

bij het beheer van uw mobiele vloot?

Ontdek wat we samen kunnen bereiken.

Scan voor meer info.

Alides Polska versterkt positie in Warschau met vierde investering

Alides Polen, een dochteronderneming van de Belgische internationale ontwikkelaar en investeerder gespecialiseerd in kantoor- en residentieel vastgoed, heeft onlangs de aankoop aangekondigd van een perceel van 3.338m² in de bloeiende wijk Wola in Warschau. Alides Polska, sinds 2017 actief op de Poolse markt, heeft al diverse prominente acquisities op haar naam, waaronder in Gdańsk en Warschau.

“Deze acquisitie is volledig in lijn met onze langetermijngroeistrategie en is het resultaat van het harde werk om onze aanwezigheid op de Poolse markt met Alides Polska uit te breiden”, zegt Rikkert Leeman, CEO van Alides. “Door deze strategische aankoop veilig te stellen, zijn we goed gepositioneerd om uitzonderlijke projecten te ontwikkelen op toplocaties.”

alides.be

ArcelorMittal zet vanaf 2027 afvalwater om in energie met nieuwe slibverwerker

Vanaf 2027 zal een nieuwe, ultramoderne installatie van waterzuiveringsbedrijf Aquafin op de site van ArcelorMittal in Gent energie recupereren uit het afvalwater. Besix en Indaver zijn gestart met de bouw, die iets meer dan twee jaar zal duren. De opgewekte stoom wordt ingezet in de staalproductie van ArcelorMittal. “Voor ons betekent het een nieuwe stap in onze duurzaamheidsstrategie richting koolstofneutraliteit tegen 2050. Door de stoom in te zetten in ons staalproductieproces, wordt het gebruik van fossiele brandstoffen verder verminderd. Dit maakt de installatie een voorbeeld van duurzame energieproductie in Europa,” zegt Manfred Van Vlierberghe, ceo ArcelorMittal Belgium.

belgium.arcelormittal.com

Basalte versterkt internationale groei met showroom in Duitsland

Basalte, Belgisch specialist in smart home-technologie voor luxewoningen, opent zijn eerste showroom in Düsseldorf. Het bedrijf exporteert naar meer dan 70 landen en heeft experience centers in Merelbeke, Mallorca, Salt Lake City en nu dus ook in Düsseldorf. De Duitse stad, bekend om zijn design- en luxegerichte levensstijl, is gekozen vanwege de groeikansen in de Duitse markt. De showroom dient als ontmoetingsplaats voor architecten, designers en huiseigenaren, en biedt inspiratie over de integratie van slimme technologie in luxe-interieurs. Deze nieuwe locatie markeert een belangrijke stap in hun ambitie om een wereldwijd luxemerk te worden. De showroom toont hoe geavanceerde technologie en design naadloos samengaan in moderne, slimme woningen.

basalte.be

Vanaf 2027 zal een nieuwe, ultramoderne installatie van waterzuiveringsbedrijf Aquafin op de site van ArcelorMittal in Gent energie recupereren uit het afvalwater.
De aangekochte grond links op de foto
De showroom van Basalte in het hart van het Duitse Düsseldorf.

Het zit in de genen

Ondernemerschap als familietrekje

Houten schrijnwerk, een familiaal levenswerk

De typische geur van hout is bij de familie Van de Walle in Oostakker de rode draad doorheen bijna een eeuw lang ambachtelijke passie voor schrijnwerk. De microbe heeft intussen ook Eline Van de Walle – recent door Embuild Oost-Vlaanderen tot Jonge Aannemer 2024 verkozen – stevig te pakken gekregen. Ze neemt samen met vader Jean-Pierre, moeder Evelien en een ervaren team van zeven mensen de teugels in handen om ook de komende decennia een relevante partner voor particuliere klanten, collega-aannemers en renovatiespecialisten te blijven.

TEKST BART VANCAUWENBERGHE – FOTO NATHALIE DOLMANS

Vader Jean-Pierre Van de Walle en dochter Eline hebben alle vertrouwen in een veelbelovende toekomst. Vader, moeder en dochter zullen nog een paar jaartjes aan elkaars zijde werken. In 2028 bestaat het bedrijf 100 jaar en dan is het de bedoeling echt met de overdracht te starten.

Het authentieke gebouw in Oostakker waar Van de Walle sinds 1958 onderdak heeft gevonden, verraadt het al: hier is een familiale kmo gevestigd die respect voor de roots ademt en tegelijk al jaren onverdroten investeert in een modern en geavanceerd machinepark.

Voor de leeuwen

“Het is één van de zaken waar ik sinds 1995 fors heb op ingezet”, getuigt Jean-Pierre Van de Walle. “Ik was hier toen drie jaar aan de slag. Nochtans heeft het even geduurd voor ik besefte dat mijn professionele toekomst hier zou liggen. Dat kwam onder meer omdat ik hier nooit vakantiejobs heb gedaan, ook al omdat mijn ouders niet bij het bedrijf woonden. Na mijn humaniora volgde ik aan

“ Mijn vader Gaston was erg blij toen ik hier begon, maar hield het roer het liefst zelf stevig in handen
JEAN­PIERRE VAN DE WALLE

de huidige

HO Gent houttechnologie en -management, een opleiding die toen relatief nieuw was. Vader Gaston was erg blij toen ik hier begon, maar hield het roer het liefst zelf stevig in handen. Dat veranderde toen hij ernstig ziek werd en ik plots voor de leeuwen ben geworpen. Van de ene op de andere dag moest ik alles zelf managen. Ik heb wel een broer, maar die had al snel beslist dat hij een ander pad dan dat van de schrijnwerkerij zou bewandelen: hij is professor aan de universiteit van Santa Barbara (in de Verenigde Staten, red.).”

In 1997 was de familiale overname een feit. Dat was het sein voor Jean-Pierre om stelselmatig werk te maken van groei, wat zich vertaalde in nieuwe machines en extra personeel. “Ik kon tijdens de ziekte van mijn vader sterk rekenen op twee medewerkers, broers ook. Vandaag tellen we zeven mensen, die kunnen gebruik maken van recente technologie om tot mooie realisaties te komen. We maken houten buitenschrijnwerk zoals deuren, ramen en poorten. Destijds heb ik wel even overwogen om ook met pvc te gaan

werken, maar we zijn het gezegde ‘schoenmaker, blijf bij je leest’ trouw gebleven, vooral omwille van onze liefde voor hout.”

Een hart voor hout(technologie)

Dat de keuze van Jean-Pierre niet zo evident was, bewijst de consolidatiebeweging die de schrijnwerkmarkt kenmerkt. “Heel wat collega’s hebben bewust veel minder geïnvesteerd in modernisering, onder meer omdat dat een heel kapitaalsintensief proces is. Sommigen hebben er de brui aan gegeven, anderen kloppen nu bij ons aan voor bepaalde projecten. Daarnaast verzorgen we, via architecten, veel realisaties voor particulieren en zijn we ook op de renovatiemarkt heel actief. We plaatsen trouwens zelf onze eigen creaties.”

Hoewel Jean-Pierre de zaak al sinds 1997 leidt, had hij tot 2011 zowat dagelijks zijn vader Gaston aan z’n zijde. “Vader heeft de zaak nooit kunnen loslaten. Daags voor zijn dood liep hij hier nog rond. Ik heb zijn steun altijd gewaardeerd, al had hij het wel moeilijk om verantwoordelijkheid uit handen te geven. Dat is een les die ik me goed in de oren heb geknoopt voor de dag dat onze kinderen hier eventueel aan de slag zouden gaan.”

Die kinderen zijn twee dochters: Eline en Anneleen. “Mijn jongere zus heeft weinig affiniteit met de schrijnwerkerij”, vertelt Eline. “Zij heeft handelswetenschappen gestudeerd en wil een carrière in de HR-wereld uitbouwen. Zelf heb ik pas na de humaniora beslist om papa’s voorbeeld te volgen. Ik heb krek dezelfde opleiding als hij gevolgd, kreeg zelfs nog les van een aantal docenten die hem destijds ook in de klas hadden. Voor ik me inschreef, trok ik met klamme handjes naar een opendeurdag. Ik was vooral benieuwd of er nog andere meisjes voor dit traject zouden kiezen. Het bleek de goede keuze, mijn studie verliep vlot en ik had erg veel zin om bij Cras, een leverancier van ons familiebedrijf, stage te lopen.”

Snelcursus tijdens lockdown

Helaas doorkruiste vier jaar geleden een hardnekkig virus die plannen, al opende covid tegelijk andere opportuniteiten voor de familie. “Het was een streep door mijn rekening toen die stage bij Cras na één maand al afliep. Op voorstel van mijn moeder, beslisten we dan maar dat ik hier de stiel zou leren. Vader had na het invoeren van de lockdown de onderneming voor zes weken gesloten en had dus tijd om me in te wijden. Omdat ik op die manier in sneltempo het reilen en zeilen van de schrijnwerkerij leerde kennen, verviel het initiële plan dat ik eerst nog elders ervaring zou opdoen. Wel heb ik nog een postgraduaat salesmanagement gevolgd. Dat vormde een prima aanvulling op het meer technische karakter van mijn hogeschoolopleiding. Bovendien was het goed combineerbaar met het werk hier.”

Intussen is Eline vier jaar actief aan de zijde van haar ouders. Pa Jean-Pierre concentreert zich hoofdzakelijk op de productie, moeder Evelien behartigt de facturatie. “Zelf ben ik verantwoordelijk voor administratie, opmetingen en het opmaken van offertes. Eventueel zou ik ook gerust in het atelier kunnen meewerken, want tijdens de coronaperiode heb ik alle machines onder de knie gekregen. Daar is zelfs een zijprojectje uit voortgevloeid: met houtoverschot dat we niet kunnen gebruiken voor het maken van ramen, deuren en poorten, heb ik

Het maken van hondenvoederbakken was een leuke manier om me verder in houtbewerking te ontwikkelen

ELINE VAN DE WALLE

hondenvoederbakken gemaakt. Onder de merknaam ‘Maison Boisée’ kunnen klanten kiezen tussen vijf modellen. Mijn job bij de schrijnwerkerij blijft uiteraard de meeste aandacht opeisen, maar dat was een leuke, creatieve manier om me verder in deze stiel te ontwikkelen.”

Die ontwikkeling is een continu proces, dat uiteraard ook met de onvermijdelijke valkuilen gepaard gaat. “Zodra Eline hier is begonnen, vond ik het logisch haar een aantal taken permanent toe te vertrouwen”, pikt Jean-Pierre in. “Dan is het de normaalste zaak van de wereld dat niet alles van de eerste dag vlekkeloos verloopt. Af en toe loopt Eline eens met haar hoofd tegen de muur: een verkeerde kleur doorgeven aan de lakkerij, een minder accurate opmeting, glas vergeten te bestellen,… dat leidt even tot tandengeknars, maar zorgt er tegelijk voor dat ze zaken sneller leert. Het is fijn dat onze medewerkers dat aanvaarden. Per slot van rekening maakt iedereen fouten. Er zal in de toekomst ongetwijfeld nog wel eens ergens een wiel aflopen, maar het komt erop aan dat professioneel recht te zetten en er door een flexibele aanpak voor te zorgen dat klanten er niets van merken.”

Nieuw stekje in … houtskeletwoning Vader, moeder en dochter kunnen nog heel wat jaartjes aan elkaars zijde werken, al zal dat zeker niet op dezelfde manier gebeuren zoals Jean-Pierre en Gaston destijds. “Ik zie mezelf hier niet tot mijn 80ste rondlopen”, lacht Jean-Pierre. “Doordat Eline al in de zaak is gekomen toen ik 51 was, hebben we ruim de tijd om de overdracht op termijn voor te bereiden. Daar zijn we nu trouwens al voorzichtig mee bezig. Onze deelname aan Voka Familio vorig jaar, paste perfect in dat plaatje. Het was een erg interessant traject, dat we deze zomer hebben afgerond. We hebben vooral geleerd hoe belangrijk communicatie over het thema is en waarom het zo nuttig is er tijdig aan te beginnen.”

De bedoeling is om vanaf 2028 – het jaar waarin de onderneming haar honderdste verjaardag viert – echt met de overdracht te starten. “Intussen is het enorm waardevol dat Eline al enkele jaren met beide voeten op de werkvloer staat. Dat geeft haar de tijd om zich helemaal in te werken. Bovendien zal de omvang van het bedrijf niet te vergelijken zijn met toen ik de fakkel heb overgenomen. De omzet lag toen twintig keer lager, we telden maar twee medewerkers en van de

vernieuwing van het machinepark was nog geen sprake. Ze zal veel beter weten waar ze aan toe is en wat er allemaal bij het runnen van een bedrijf komt kijken.”

Gesprekken aan de keukentafel over de schrijnwerkerij kunnen daarbij ook helpen, al zullen die binnenkort iets minder talrijk worden. Eline verlaat volgend voorjaar het ouderlijk huis, om te gaan samenwonen met haar vriend. In een… houtskeletwoning, of wat had je gedacht?

“We hebben daarvoor gebruik gemaakt van kant-en-klare bouwpakketten van Cras. Ik heb het altijd spijtig gevonden dat ik er mijn stage niet kon afwerken. Omdat ze nog altijd een belangrijke leverancier van het familiebedrijf zijn, zijn de contacten altijd prima gebleven. Onze woning is daar een leuk verlengstuk van. Ok, ik zal dan misschien aan de keukentafel wat minder met mijn

ouders samenzitten, maar we kunnen ook daarbuiten voldoende over de zaak praten, natuurlijk. Al doe ik dat ook met andere mensen: zo zit ik in de jongerenkamer van Embuild en neem ik deel aan het Next

Gen-traject binnen Voka, wat een ideaal klankbord kan zijn om met collega-jonge ondernemers over professionele uitdagingen te pingpongen.”

Eigen stempel drukken

Op termijn wil Eline graag haar eigen stempel drukken. Die is nu trouwens al zichtbaar op de visitekaartjes van het bedrijf. “Het machinepark staat al op punt, maar onze huisstijl kon wel een opfrisbeurt gebruiken”, lacht de Jonge Aannemer 2024 van Embuild Oost-Vlaanderen. “Via onze website en sociale media houden we de mensen nu regelmatig op de hoogte van onze activiteiten en projecten. Dat leidt tot inspiratie en creëert nieuwe potentiële klanten, wat uiteraard mooi meegenomen is. Veel mensen hebben me ook benaderd nadat ik die verkiezing van Embuild had gewonnen. Dat heeft tot heel wat media-aandacht geleid, zelfs Kerk & Leven is hier langs geweest (lacht).”

Vader en dochter hebben alle vertrouwen in een veelbelovende toekomst. “We zullen er alles aan doen om de onderneming op termijn in de best mogelijke omstandigheden aan Eline toe te vertrouwen. Mijn vrouw en ik hebben haar nooit in deze richting gedwongen, al is het wel fijn dat ze het wil doen en er voluit voor gaat. Die recente bekroning van Embuild was de kers op de taart. Uiteraard zijn we fier. Stel je voor dat ze straks ook nog eens de award voor Young Construction Personality of the Year in de wacht sleept…”, droomt Jean-Pierre hardop.

Interesse om net als Eline deel te nemen aan het Next Gen-traject binnen Voka?

Deel ervaringen met andere familiale opvolgers die zich voorbereiden op een generatiewissel. Volgens Eline is Next Gen: “Een ideaal klankbord om met collega­jonge ondernemers over professionele uitdagingen te pingpongen.”

Interesse? Neem contact met elisabeth.minnaert@voka.be

Eline Van de Walle werd recent door Embuild Oost-Vlaanderen tot Jonge Aannemer 2024 verkozen.

Bio Base Europe Pilot Plant lanceert 75.000 l fermentor voor industriële schaal

Bio Base Europe Pilot Plant (BBEPP) in Gent heeft een nieuwe 75.000 l fermentor in werking gesteld, waarmee bedrijven hun fermentatieprocessen op industriële schaal kunnen testen. Deze investering van 34 miljoen euro is een belangrijke stap in de uitbreiding van BBEPP’s capaciteit, die nu drie keer zoveel fermentatiecapaciteit heeft. Vivici was de eerste klant die zijn Vivitein™ BLG-technologie succesvol op grotere schaal testte, na eerdere tests op een kleinere schaal. BBEPP biedt bedrijven de mogelijkheid om processen te schalen tot een commercieel niveau zonder grote investeringen in downstream operaties, dankzij de volledige integratie van apparatuur. Het project werd ondersteund door Bio Base DEMO, de stad Gent en NextGenerationEU.

bbeu.org

Teamleader neemt boekhoudapp Dexxter over

De Gentse scale-up Teamleader, marktleider in bedrijfssoftware, versterkt zijn aanbod voor starters en zelfstandigen met de overname van Dexxter en de lancering van het softwarepakket Teamleader One. “Dexxter is dé boekhoudapp om als eenmanszaak, student of bijberoeper zelf je boekhouding te doen. Met het nieuwe Teamleader One richten we ons dan weer op de kleine vennootschappen. België is bij uitstek een land van kleine ondernemingen. We zijn dan ook enorm trots dat Teamleader er nu is voor élke onderneming, van starter tot kmo”, kondigt Jeroen De Wit, ceo van Teamleader, aan.

teamleader.eu – dexxter.be

Verwarming met kort omloophout opent nieuwe perspectieven voor landbouwsector

Op 16 november opende het landbouwbedrijf Decruyenaere-Bernage officieel zijn gloednieuwe, innovatieve kippenstallen. De verwarming ervan draait op een ketel met biomassa afkomstig van snelgroeiend hout dat wordt geteeld op niet-productieve landbouwgrond en houtsnippers uit onderhoud van kleine landschapselementen (KLE) onder beheersovereenkomst. BIOSYNERGY leverde deze ketel, die water kan opwarmen tot 95°C in buffertanks van 15.000 liter. De biomassa wordt opgeslagen in een bunkersilo van 120 kubieke meter. BIOSYNERGY wil met dit project aantonen dat door kort omloophout te telen op niet-productieve gronden, landbouwers zelfvoorzienend kunnen worden in hun energiebehoeften. Deze innovatieve aanpak zorgt ook voor een betere bodemstructuur, vermindert de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en biedt nieuwe economische perspectieven voor de landbouwsector.

biosynergy.be

DAVO Group verhuist naar nieuwe locatie in Deinze

DAVO Group, one-stop-shop IT-integrator gespecialiseerd in complexe voice-oplossingen, operatordiensten, camerabewaking en toegangscontrole, heeft zijn nieuwe kantoren gevestigd op de bovenste verdieping van het innovatieve bedrijfscomplex In The Yard in Deinze (vlakbij Drongen). Het moderne kantoor biedt een panoramisch uitzicht over de regio, inclusief de skyline van Gent en de windmolens van North Sea Port. De werkplek is ontworpen met een sterke focus op welzijn en duurzaamheid, met een groene binnentuin en diverse sportfaciliteiten zoals een padel- en petanqueterrein, een basketveld en een fitnessruimte. In The Yard streeft naar het WELL-certificaat, wat het belang van een gezond werkklimaat benadrukt. DAVO Group sluit zich aan bij dit vooruitstrevende concept, waar verbinding, samenwerking en duurzaamheid centraal staan.

davogroup.be

De nieuwe 75.000 l fermentor werd recent in werking gesteld bij het Gentse BBEPP
Directie DAVO Group: Tim De Geyter (coo), Kenneth Remue (ceo), Suzan Maertens (bestuurder)

Nieuws uit

North Sea Port

North Sea Port in 8 ankercijfers

60 km havengebied in België en Nederland (Gent, Vlissingen en Terneuzen)

54 kilometer kademuren

9.100 ha

550 bedrijven

106.000 jobs

12,7 miljard euro toegevoegde waarde, en hiermee derde haven van Europa

Goederenoverslag 2023: 65,9 miljoen via zeevaart, 61,5 miljoen via binnenvaart –negende haven van Europa

Daan Schalck neemt afscheid van North Sea Port als ceo:

“We

moeten het Europese ambitieniveau hoog houden”

Na een traject van ruim vijftien jaar als (co­)ceo van het Havenbedrijf Gent en nadien North Sea Port, vaart Daan Schalck binnenkort een nieuwe, eigen koers. Vooraleer deze prille en kwieke zestiger de zeilen hijst, blikken we nog één keer terug op de grote mijlpalen voor de fusiehaven én hemzelf.

TEKST SAM DE KEGEL – FOTO WANNES NIMMEGEERS

Eind december neemt Daan Schalck definitief afscheid als kapitein van het havenbedrijf van de fusiehaven North Sea Port. En waar kan dit afscheidsinterview beter plaatsvinden dan aan het Gildehuis van de Vrije Schippers, een architecturaal pareltje aan de Graslei? Want binnenkort is hij zelf opnieuw een ‘vrije schipper’, maar daarover zo meteen meer.

De Leie aan de Gras- en Korenlei was eeuwenlang het epicentrum van de Gentse binnenhaven. Daarna verhuisden de havenactiviteiten naar het noorden van de stad. Aan de Gras- en Korenlei bouwden verschillende gildes hun gildehuizen. Zoals de Gilde van de Vrije Schippers, die eigenaar was van dit gebouw van midden 16e tot in de tweede helft van de 17e eeuw.

Het havenbedrijf North Sea Port kocht het oude gildehuis in Brabantse gotiek in 2011, restaureerde het en gaf het een nieuwe naam: Havenhuis. “We ontvangen hier internationale delegaties en bedrijven. Het is een plek met veel symboliek”, vertelt Daan Schalck fier.

Er is ook een expo gehuisvest over de werking van North Sea Port, anno 2024. Die fusiehaven is uitgegroeid tot een stevig uit de kluiten gewassen Europese speler. North Sea Port – de negende van Europa voor goederenverkeer en de derde in toegevoegde waarde (12,7 miljard euro) – behandelt zeer uiteenlopende goederen. De multimodale bulkhaven ontsluit haar achterland via een ruime set van transportmiddelen: binnenscheepvaart, weg, spoor en pijpleiding. Het is een haven die voortdurend in beweging is en met de Nieuwe Sluis in Terneuzen beter nautisch ontsloten is dan ooit.

Daan Schalck herinnert zich nog haarscherp toen hij na een hoofdzakelijk politieke loopbaan bij sp.a – als adviseur van havenschepen Daniël Termont en als federaal parlementslid – aan boord kwam van het Havenbedrijf Gent in 2009. “Mijn eerste doel was een scherpere strategie maken. Er lagen op dat moment heel wat pistes op tafel, zoals de ambitie om een grote containerhaven te worden. Commercieel leverde men enorme inspanningen om containerrederijen naar Gent te krijgen. Dat lukte niet, maar men bleef hetzelfde pad bewandelen. Bij sommigen leefde de ambitie om er een grote cruisehaven van te maken.

Eind december neemt Daan Schalck definitief afscheid als kapitein van het havenbedrijf van de fusiehaven North Sea Port. Hij kwam in 2009 aan boord van het toenmalig Havenbedrijf Gent.

Ik wou vooral nuchter kijken naar onze positie tussen de andere havens. We waren – en zijn – sterk in industrie, op- en overslag van grondstoffenstromen en het creëren van toegevoegde waarde daarin. Maar ik besloot om ook de niche van logistiek vastgoed toe te laten. Logistiek ‘mocht’ lang niet omdat je de eindklant niet altijd kent, maar zo zit de wereld van logistiek in elkaar. In Antwerpen weten ze ook niet altijd precies welke klanten er allemaal in de magazijnen huizen. Die klanten veranderen ook elke 3 tot 5 jaar, dat zijn geen contracten van 20 jaar zoals bij een tankterminal.”

Jullie wilden dus de strategie scherpstellen en niet op ‘alles tegelijk’ mikken? “Klopt. De nieuwe strategie heeft ervoor gezorgd dat de financiële draagkracht van het havenbedrijf Gent sterk groeide, zodat het mogelijk werd om vanuit Gent een engagement aan te gaan in de bouw van een nieuwe sluis. We verwierven ook een financiële positie om in een mogelijks later

fusieverhaal een ‘aantrekkelijke bruid’ te zijn. Wist je dat bij mijn aantreden 60% van onze kosten personeelskosten waren (nu 25%, red.)? Onze concessiecontracten dekten niet de jaarlijkse HR-uitgaven. Ons eerste doel was dus: een financieel gezond bedrijf met een goede strategie creëren. Dat is gelukt, en zo konden we de onderhandelingen rond de Nieuwe Sluis starten, waar we 15% van het Vlaamse aandeel zouden in moeten bijdragen. We wilden de haven ook verder ontwikkelen. Het Kluizendok was toen nog een terrein van 400 hectare met schapen, letterlijk. We begonnen grote blokken te commercialiseren en vonden enkele logistieke spelers die bereid waren om te investeren. Nu staan ze aan te schuiven om op Kluizendok te mogen investeren in logistiek vastgoed. Achteraf is ook gebleken dat dit de groeimotor was in jobs. Onze industrie doet het nog altijd goed met ArcelorMittal, Volvo Car en Volvo Trucks, Cargill en vele andere, maar het is niet daar dat er duizenden jobs zijn bijgekomen, wel

bij de third-party logistics. ArcelorMittal (AM) is nog altijd een van onze vlaggenschepen, maar enkel ertsen en kolen laten aanvoeren was te weinig voor een haven met internationale ambities. Ooit was AM goed voor 25% van onze inkomsten, nu nog 8%.”

Na de scherpstelling van de strategie volgde een nieuwe mijlpaal, de fusie in 2018 tussen de havens van Gent en Zeeland (Vlissingen en Terneuzen)?

“Absoluut. Vanaf dag één heb ik energie gestoken in het ontwikkelen van mijn Zeeuws netwerk. Er was in 2009 nog geen draagvlak voor een fusie bij de Nederlandse bedrijven en politici. Zeeland had al een fusie achter de rug tussen Terneuzen en Vlissingen in Zeeland Seaports. Het eerste idee van Gent was om enkel te fusioneren met Terneuzen. Vlissingen beschouwde men lang als Rotterdams wingebied, niet als Gents wingebied. Er was toen ook een joint venture tussen Zeeland Seaports en Rotterdam. Wij hebben ons langzaam maar zeker op de kaart gezet. Toen die joint venture na vijf jaar afsprong, stonden wij klaar. Zeeland Seaports kende toen ook financiële problemen, waardoor schaalvergroting voor hen ook nuttig was. Ik heb geen seconde gedacht dat de fusie zou afspringen. Jan Lagasse (toen ceo van Zeeland Seaports, red.) en ik zaten gedurende zestien maanden heel vaak samen om onze stakeholders in kaart te brengen. Er waren toen in België noch Nederland verkiezingen. Ook dat was belangrijk, omdat er geen politieke positiewissels waren. Daarnaast waren we meteen heel transparant in ons stakeholdersmanagement, ook naar de havencollega’s in Antwerpen en Rotterdam. Als je een fusie wil doorvoeren, heb je een decreetswijziging nodig in Vlaanderen en moet je de andere havens mee hebben. We zaten ook maandelijks aan tafel met onze aandeelhouders en de grote bedrijven. Dat was dé sleutel tot succes: twee ceo’s die er ongelooflijk in geloofden.”

Wie succes wil oogsten, moet excellent communiceren én strategisch denken?

“Ja. En als je wil fuseren, moet je ook de boeken uitvlooien van de andere partijen. Daar komt weinig romantiek bij kijken. Dat geldt ook voor twee gemeenten die willen fuseren, ze moeten er allebei bij winnen. Voor ons gold: minder kapitaaluitgaven, minder operationele kosten én meer slagkracht om nieuwe bedrijven aan te trekken omdat we groter en internationaler werden. Dat hebben we becijferd en zo hebben we de aandeelhouders overtuigd.”

Na de fusie komen we automatisch bij de laatste mijlpaal: de Nieuwe Sluis.

“Klopt, maar je moet die nieuwe sluis zien binnen een veel breder verhaal rond infrastructuur. De Nieuwe Sluis (een investering van ruim 1,2 miljard euro, red.), is het flagship, maar ondertussen is ook de R4 en het Nederlandse verlengstuk ervan, de Tractaatweg (de N62, een belangrijke verbindingsweg tussen Gent, Terneuzen en Vlissingen, red.), aangepakt. Wat de Nieuwe Sluis betreft, er moeten nog heel wat kanaalaanpassingen komen, maar zo evolueert elke haven nu eenmaal. Laat ons eerst die eerste twee kilometer achter de sluis baggeren en dieper maken, zodat we niet meer schepen moeten lichteren op de Westerschelde. Maar dankzij de extra sluis is er nu al veel meer capaciteit, zowel voor zee- als binnenvaart. Nu is er voor grote zeeschepen een alternatief. Tot voor kort was er enkel de kleinere Westsluis voor zeeschepen. DFDS, bijvoorbeeld, vaart zes keer per week door het sluizencomplex naar Gent, heen en terug. Ze zijn nu zeker dat ze een tijdsslot hebben, zonder wachttijden. Voor binnenvaart is er letterlijk meer ruimte in het sluizencomplex, waardoor er tegelijk meer kunnen geschut worden. Er is weliswaar een wat valse start van de ingebruikname van de Nieuwe Sluis. Maar eens de bruggen in orde zijn, komt dit wel goed.

De kerntaken van havenbedrijf North Sea Port: infrastructuur beheren en concessies verlenen

Het havenbedrijf North Sea Port, met acht publieke aandeelhouders, staat als gebiedsbeheerder in voor de ontwikkeling van de infrastructuur (wegen, fietspaden, kaaimuren…) in het havengebied, de begeleiding van de scheepvaart en de regie ervan. In tegenstelling tot vele andere havens beschikt North Sea Port nog over eigen strategische terreinreserves die kunnen worden ontwikkeld. Het havenbedrijf verleent dus concessies aan bedrijven op lange termijn. Het heeft een groot deel gronden in eigendom.

Sinds de fusie tussen Havenbedrijf Gent en Zeeland Seaports (1 jan 2018) is de naamsbekendheid van North Sea Port enorm vergroot. Investeerders komen nu zelf aan de deur van het havenbedrijf kloppen. Een nieuwe ontwikkeling moet voldoende jobs opleveren, zo duurzaam mogelijk zijn en financieel gezond ogen. Sinds de lancering van hun strategisch plan Connect 2025 is er een verscherping waarbij men toekomstgericht wil inzetten op nieuwe business zoals offshore windproductie (in Vlissingen) en diversificatie in markten en sectoren (niet enkel staal en automotive, maar ook chemie en logistiek met toegevoegde waarde,…). North Sea Port mikt op zeven speerpuntsectoren met acht strategische programma’s om zich als Europese tophaven verder te ontwikkelen. In het Skaldenpark (in Hulsdonk) en in het Kluizendok zie je heel veel logistiek omdat je enerzijds de nabijheid hebt van de multimodale terminals, maar ook omdat een deel van die terreinen buiten het toepassingsgebied van de wet Major valt, waardoor ze niet onderworpen zijn aan de strikte voorwaarden van de havenarbeid. Uiteraard wel voor de op- en overslag van de goederen die arriveren, maar in hun eigen magazijnen zijn bedrijven er vrijgesteld van havenarbeid.

Bijna alle grote logistieke reuzen hebben nu een stek in North Sea Port.

Magazijnhelden van Morgen

Wil jij als bedrijf of organisatie voorbereid zijn op de toekomst en je magazijnmedewerkers snel en e ciënt ondersteunen?

Word pilootbedrijf en help mee een innovatieve tool te ontwikkelen en testen, die direct inspeelt op de toekomstige noden van de sector. Samen geven we de oplossing vorm! Interesse? Neem contact op met valerie.depre@vdab.be.

Meer informatie over het project:

Ook op spoorvlak beweegt er veel. De sporenbundel Zandeken op de kop van het Kluizendok is uitgebreid; we groeien in spoorvolume als een van de weinige havens in de Benelux. We hebben dus in alle modi ‘meters gemaakt’. Een nog betere havenverbinding tussen Gent, Zeebrugge en Antwerpen – over de weg – wordt één van de cruciale projecten in het volgende decennium. De Zelzatetunnel zal daarbij de nodige aandacht moeten krijgen. De rode draad in de voorbije vijftien jaar is goed stakeholdersmanagement. Die stakeholders samenbrengen in een community is altijd onze sterkte geweest. Kijk naar de ombouw van de R4: Evergem, Gent, Vlaanderen, de Provincie en wij waren het eens over het streefdoel. Er is maar één dissonant: het stukje R4 in Zelzate dat niet aangepast is. Als havenbedrijf moeten we ‘de zweep’ blijven hanteren. Er is veel samenhorigheid tussen ons, Voka-VeGHO en de grote flagshipbedrijven. Samen sta je sterker. En als ArcelorMittal zegt dat een nieuwe sluis cruciaal is voor de toekomst van onze bedrijven, klinkt dat sterker dan dat Daan Schalck dat vraagt aan een minister…”

Jij weet natuurlijk heel goed hoe je met overheden omgaat, want je komt uit de politiek?

Klopt. Alle ins en outs van de haven kan je snel leren, maar in mijn functie moet je vooral een stakeholdersmanager zijn. Als havenbedrijf zijn we een ‘simpel’ bedrijf met twee vaste inkomstenstromen (gronduitgifte via concessies aan bedrijven en trafiek via scheepvaart, red.). We zijn geen Apple die zich om de twee jaar moet heruitvinden om te overleven. Maar we hebben wel een zeer complex stakeholdersmanagement met politici én bedrijven. Beslissingen van die politici, zoals rond CO2 en stikstof, hebben een grote impact op onze haven. Soms zijn de belangen ook tegenstrijdig, en dan heb je nog de omgeving. Ik durf stellen dat ik steeds heel dicht bij ‘mijn’ bedrijven stond. Alle bedrijven die in op- en overslag of industrieel actief zijn, kende en zag ik persoonlijk. Denk als ceo steeds mee met je bedrijven, dat advies geef ik heel graag aan mijn opvolger.”

Hoe is de relatie met werkgeversorganisatie Voka (Oost-Vlaanderen)?

“We hebben een heel open relatie, met dezelfde belangen. De fusie tussen Voka en VeGHO vond ik cruciaal. VeGHO heeft bijzonder veel terreinkennis, maar miste

de lobbykracht van Brussel. Voka OostVlaanderen krijgt de grote dossiers nationaal vertaald. Die lobbykracht, gecombineerd met grote terreinkennis, is de grote troef van VokaVeGHO. Sinds de fusie staat North Sea Port trouwens echt op de kaart bij de Belgische en Nederlandse media. Of het nu om lobby, pers of stakeholdersmanagement gaat, dat is niet zomaar een ‘adresboekje doorgeven’, maar zelf dagelijks je netwerk opbouwen, op dezelfde nagel blijven kloppen, deelnemen aan buitenlandse missies, ...”

Waarin moet het havenbedrijf nog sterker worden? Waarvan lig je m.a.w. soms wakker?

“Ik heb twee bezorgdheden. Eén: we moeten het Europese ambitieniveau hoog genoeg houden. Dat moet gedeeld zijn tussen àlle aandeelhouders en àlle bedrijven. En twee: we moeten de meerwaarde blijven zien van een internationale community. Dat betekent dat je, ook vanuit het bedrijfsleven, moet rekening houden met twee soorten wetgeving en soms twee verschillende snelheden. Maar dat betekent ook dat onze eigen medewerkers regelmatig in Nederland gaan werken om van elkaar te leren, en omgekeerd. Die vorm van co-creatie is cruciaal, ook tussen de grote industriële bedrijven of tussen gemeenten aan beide kanten van de grens. Dat is na zes jaar nog niet voldoende verworven.”

Dat verwondert mij enigszins. Hoe komt dat, denk je?

“Omdat elkeen te veel in zijn eigen logica hervalt. Vlaanderen en Nederland goed laten samenwerken, dat was een van de stokpaardjes van Geert Bourgeois, Vlaams minister-president tussen 2014 en 2019. Maar als je dan ziet dat één van onze aandeelhouders, bijna zonder dialoog, procedeerde tegen een vergunningsaanvraag van Ineos, dan stel ik me de vraag: en wat als Ineos in Gent had willen investeren? Dan zet dat je fusie gigantisch onder druk. Vlaanderen en Nederland delen loodsen, de Westerschelde, etc… Je moet de verhoudingen tussen Vlaanderen en Nederland op hoog niveau onderhouden, want anders lopen grote dossiers aan beide zijden vast. In Zeeland is er een probleem met de elektrificatie. We kunnen er nauwelijks nog bedrijven aantrekken omdat ze geen aansluiting op het net kunnen krijgen. We gaan binnenkort pijpleidingen en kabels nodig hebben onder

de Westerschelde. Qua pijpleidingen is er heel veel potentieel om CO2 en waterstof grensoverschrijdend te transporteren, naast aardgas. Die bereidheid om samen zaken aan te pakken, stokt wat. Dat ambitieniveau mag hoger en moet ook explicieter geformuleerd worden. Ook in onze eigen organisatie moet ik toegeven dat we na zes jaar fusie nog te veel de optelsom van het vroegere Havenbedrijf Gent en Zeeland Seaports zijn en te weinig een nieuw Europees ambitieus team.”

Waarom vertrek je net nu, want het werk is naar eigen zeggen nog niet af … “Ik ben nu 61 en besef dat het voltooien van de komende ‘grote werken’ niet meer voor mij weggelegd is. Ik wil ook niet gewoon aanmodderen. Ik heb heel veel groeikansen gekregen, en daarvoor ben ik heel dankbaar. Deze zomer kwam ik tot het besef dat ik mezelf nog één keer wil heruitvinden, wil springen in iets totaal nieuws. Ik werk zeer hard als ik bij mezelf het gevoel heb dat ik met ‘grote verhalen’ bezig ben. Na 15 jaar begint wellicht ook de routine wat te wegen. Daarom ga ik vanaf januari 2025 een eigen consultancybedrijf oprichten. Ik wil graag een aantal bedrijven ondersteunen in hun internationale expansie, maar evengoed in hun grote mobiliteitsvraagstukken, zonder zelf nog een organisatie van 250 medewerkers te moeten leiden.”

Wat zal je het meest missen aan deze job? “De diversiteit aan contacten en jobs. De ene week probeer je een nieuw bedrijf te overtuigen om te investeren in onze fusiehaven, de volgende week zit je in Brazilië op een prinselijke missie, die variatie zal ik missen. Maar ik werd ook vaak geleefd, ik had totaal geen vat op mijn agenda. Ik werkte de voorbije 15 jaar 70 uur per week. Elke morgen startte ik om 5 uur en voor 22 u was ik zelden thuis tijdens de week. Morgen vertrek ik op trip naar Bakoe, trouwens.”

We wensen jou vooral ook een mooie en spannende reis, de komende jaren!

Voka-VeGHO sterker in de haven dankzij:

Bedrijven verenigen in North Sea Port

“North Sea Port is voor ons een zeer belangrijk industrieel en logistiek knooppunt”

Geregeld zetten we een Voka-VeGHO-lid in de kijker. Deze maand: Bolckmans, dat industriële en logistieke gebouwen ontwerpt, bouwt en onderhoudt.

Bolckmans in 2 cijfers: 140

Bolckmans telt momenteel ongeveer 140 medewerkers: de helft arbeiders, de helft bedienden, waaronder een eigen architectenteam, BIM-modelleur, 3D-tekenaars, ingenieurs, een calculatieteam en serviceteam. 70 procent van hun industriële klanten is recurrent.

50

Bolckmans draait een jaarlijkse omzet van ongeveer 50 miljoen euro.

Wat doet jullie bedrijf en wie zijn jullie klanten?

Nicolas Stas - Commercieel manager: “Bolckmans, deel van de Nederlandse holding ASVB, is een Belgisch bedrijf dat werd opgericht in 1973. We ontwerpen, bouwen en onderhouden industriële gebouwen en infrastructuur. Samen met onze eigen engineeringafdeling begeleiden wij onze klanten doorheen het ganse bouwproces: van nieuwbouw van industriële gebouwen, waaronder productiehallen, magazijnen, kantoren en distributiecentra, tot een totaalrenovatie of uitbreiding van bestaande gebouwen. Onze eigen servicedienst staat 24/7 klaar voor onze klanten. Die klanten zijn productiebedrijven, logistieke bedrijven, distributiecentra en retailers met grote magazijnen.”

Sinds wanneer zijn jullie gevestigd in North Sea Port?

“Onze hoofdzetel ligt in Hoogstraten, maar Bolckmans is vanaf de jaren negentig een gevestigde waarde in North Sea Port, voor ons een zeer belangrijk industrieel en

logistiek knooppunt door haar strategische ligging. Ons bedrijf heeft in de loop der jaren een mooie referentielijst opgebouwd: Mobix, Gadot, Sea Invest, Citrosuco, Ghent Coal, Stukwerkers, DFDS, Scanfor, … waarbij we telkens onze expertise inzetten voor zowel nieuwe bouwprojecten als totaalrenovaties en uitbreidingen van bestaande gebouwen in de Gentse havenregio.”

Wat is de voornaamste investering van de voorbije vijf jaar?

“Blijven investeren in onze eigen mensen. Het blijft belangrijk om het welzijn van onze medewerkers optimaal te houden. Zo hebben we onlangs, in het hart van ons gebouw, geïnvesteerd in een nieuwe ontmoetingsplek met refter, keuken en terras. Die plek is uitgegroeid tot een plek waar alle collega’s graag vertoeven.

Verder zetten we uiteraard ook in op duurzaam bouwen én ondernemen. Onze in-house specialisten (architecten en ingenieurs) zijn op de hoogte van alle evoluties en ontwikkelingen op vlak van innovatie en

Bolckmans heeft in de loop der jaren een mooie referentielijst opgebouwd. Op deze foto’s zie je links de diepvriesloods bij Citrosuco en rechts de kantoren van DFDS in

duurzaamheid in de bouw. Dit om onze potentiële en bestaande klanten nog beter te adviseren alvorens belangrijke (financiële) beslissingen te nemen.”

Wat is de voornaamste investering op til in de nabije toekomst?

“We blijven inzetten op het welzijn van onze mensen, veiligheid op de werven, kennis opbouwen als design & build aannemer, etc… Ook AI-toepassingen en moderne technologieën zullen een prominente plaats krijgen in onze verdere groei.”

Wat is de grootste troef van North Sea Port voor jullie?

“De grootste troef van North Sea Port voor Bolckmans is de combinatie van haar strategische locatie, uitstekende logistieke infrastructuur en toegang tot een sterk netwerk van industriële en logistieke bedrijven. Ook in Gent willen we klanten voor het leven maken.”

Wat is het grootste werkpunt voor de fusiehaven?

“Het grootste aandachtspunt voor de fusiehaven is – naast de groeiende ruimtebeperkingen die toekomstgericht een belangrijke uitdaging vormen voor de verdere groei van bedrijven zoals wij – zeer waarschijnlijk ook de verduurzaming en vergroening van de haveninfrastructuur in Gent. Als duurzame aannemer hopen wij daarin ons steentje bij te dragen.”

“ We willen het welzijn van onze medewerkers optimaal houden. Zo hebben we onlangs, in het hart van ons gebouw, geïnvesteerd in een nieuwe ontmoetingsplek met refter, keuken en terras

het Gentse deel van North Sea Port.
Voka-VeGHO

EDENRED ENGAGEMENT HELPT VIA DIVERSE MODULES WERKNEMERSBETROKKENHEID VERHOGEN

“Exploiteer de waarde van waardering”

Werknemers behouden lukt vooral als ze zich helemaal in hun sas voelen in je onderneming. Met Edenred Engagement lanceert de specialist in oplossingen voor fiscaalvriendelijke werknemersvoordelen een handig online platform om de tevredenheid van medewerkers op verschillende vlakken te vergroten. Managing Director Olivier Bouquet legt uit hoe het werkt.

In elk bedrijf krijgen hr-diensten dezelfde uitdagingen voorgeschoteld. “Talenten aantrekken is één ding, ze op lange termijn aan je onderneming binden kan door elke werknemer als een individu te beschouwen, hun welzijnsgevoel te verhogen en daardoor ook hun betrokkenheid te cultiveren”, getuigt Olivier Bouquet. “Die tevredenheid en de continuïteit binnen je bedrijf vergroten kan door een aantrekkelijke verloning en extra voordelen, aandacht en erkenning voor geleverde prestaties, investeringen in welbehagen, duidelijke informatie en communicatie.”

Om daarop in te spelen, lanceert Edenred vanaf half november Edenred Engagement, een online platform gebouwd met de technologie van Reward Gateway, een bedrijf dat Edenred vorig jaar overnam. De tool omvat diverse modules.

VIER MODULES

“Edenred Voordelen is de nieuwe naam van Ekivita Edenred. Deze module is eigenlijk een kortingplatform dat medewerkers toelaat om bij ruim 400 retailers, pretparken, elektrohandels en reisaanbieders gemiddeld 1500 euro per jaar op hun (dagelijkse) aankopen te besparen. Op deze manier kunnen medewerkers hun koopkracht vergroten en voelen ze zich beloond, waardoor hun motivatie automatisch stijgt.”

Recognition (erkenning) biedt mogelijkheden om medewerkers intenser bij het bedrijf te betrekken, onder meer door regelmatig successen te vieren. “Deze module omvat onder meer een marktplaats voor cadeaus, biedt medewerkers de kans om onderling e-cards te versturen, je kan er een ‘Wall of fame’ in creëren, enzovoort. Erkenning geven is een krachtige hefboom om mensen te stimuleren. Edenred Recognition speelt daar ten volle op in.”

Edenred Voordelen is een kortingplatform dat medewerkers toelaat om bij ruim 400 retailers, pretparken, elektrohandels en reisaanbieders gemiddeld 1500 euro per jaar op hun (dagelijkse) aankopen te besparen.

Wellbeing is dan weer een tool om het welzijnsgevoel van mensen omhoog te krikken. “Dat doen we onder meer met advies rond voeding, gepersonaliseerde recepten, ondersteuning bij stress, bewegingstips, et cetera.”

De vierde module draait rond communicatie en kan fungeren als een kruispunt voor informatie. “Op deze manier kan je een sociaal netwerk opzetten, projectinfo delen, de bedrijfscultuur accentueren, regelmatig nieuwsberichten posten, enzovoort.”

EENVOUDIG GEBRUIK

Bedrijven kunnen zelf kiezen welke modules ze in Edenred Engagement laten opnemen. “Die selectie gebeurt in functie van de specifieke noden van de onderneming, al is het uiteraard mogelijk om alle modules in het platform te integreren. De implementatie en het gebruik van het platform, dat zowel via een app als op een gewone website consulteerbaar is, zijn heel eenvoudig.”

Edenred Engagement wordt nu al heel positief onthaald. “Geëngageerde medewerkers zijn 43% productiever, zijn minder vaak ziek en vinden het fijn deel uit te maken van een krachtig team. Het besef over het belang van betrokkenheid zorgt ervoor dat hr-diensten terecht inzetten op factoren die op dat vlak het verschil kunnen maken. Het totaalpakket van modules binnen Edenred Engagement kan als essentiële hefboom fungeren om de connectie tussen bedrijf en medewerkers op diverse vlakken te versterken.”

Vorstlaan 165 bus 9 – 1160 Brussel

02 678 28 11 edenred.be

Circulaire gevelsteen wint twee awards

Gent Waste Brick for DING, een circulaire gevelsteen gemaakt van 63% Gentse afvalmaterialen, heeft twee Henry Van de Velde Awards gewonnen in de categorieën Design Research en Environment. De gevelsteen wordt gebruikt voor de uitbreiding van het Design Museum Gent en is geproduceerd zonder oven, wat de CO2-uitstoot vermindert. Het project werd geprezen vanwege de samenwerking tussen verschillende partners en de focus op duurzaamheid en circulariteit. Het onderzoek naar de gevelsteen werd ondersteund door Vlaanderen Circulair/OVAM en de Stad Gent.

designmuseumgent.be

Upway en o2o Bicycle Leasing maken fietsleasing van tweedehands e-bikes mogelijk op grote schaal

Dossche Mills neemt Duitse sectorgenoot over

Dossche Mills, een van de grootste maalderijen van Europa, heeft het Duitse Mühle Rüningen overgenomen. De overname zorgt voor een verdubbeling van het aantal productiesites en een uitbreiding van het assortiment. “De rijke traditie van Mühle Rüningen sluit perfect aan bij ons DNA”, duidt ceo Kristof Dossche. Deze overname versterkt de marktpositie van Dossche Mills, verhoogt de groepsomzet naar 1 miljard euro en biedt verbeterde service voor klanten in Frankrijk, Duitsland en de Benelux. Mühle Rüningen, met een rijke geschiedenis sinds 1312, blijft als merk actief binnen de Dossche Mills-groep.

dosschemills.com

o2o Bicycle Leasing en Upway lanceren een nieuw leasingaanbod voor tweedehands e-bikes. Dit maakt het voor Belgische werknemers mogelijk om betaalbare, duurzame e-mobiliteit te kiezen. “Fietsen is al een van de meest duurzame mobiliteitsoplossingen. En door tweedehandsfietsen aan te bieden, verlengen we de levensduur van fietsen om zo het hele proces nog meer circulair te maken,” aldus Geert De Rycke, ceo van o2o Bicycle Leasing. Het partnership maakt kwalitatieve e-bikes toegankelijker voor meer mensen door de lagere leaseprijzen. Upway biedt een garantie op de refurbished fietsen, die tot 40% goedkoper zijn dan nieuwe modellen, en zorgt voor een zorgeloze ervaring met professionele service.

o2o.be

o2o en Upway bieden een leasingaanbod voor tweedehands e-bikes.
Gent Waste Brick for DING © Design Museum Gent - photo Anthony De Meyere

De Amerikaanse verkiezingsresultaten en hun impact op de financiële markten

De Amerikaanse verkiezingen zijn uitgemond in een overtuigende zege voor Donald Trump, die president van de Verenigde Staten wordt. Hij wist alle strijdstaten binnen te halen en verzamelde zo 312 kiesmannen in zijn kamp, tegenover slechts 226 voor de democratische kandidate Kamala Harris. In tegenstelling tot in 2016 haalde Donald Trump met ruim 75 miljoen voorkeursstemmen ook de ‘popular vote’ binnen, de meerderheid van de uitgebrachte stemmen over het hele land. Bovendien krijgt de Republikeinse Partij ook opnieuw het Huis van Afgevaardigden (met een erg nipte meerderheid) en de Senaat in handen.

Door dat overdonderende succes van het republikeinse kamp smolt het risico op een betwisting van de resultaten al snel weg, wat een geruststelling was voor de beleggers. Bovendien was het voor de financiële markten geen donderslag bij heldere hemel: de zege van Donald Trump stond al enkele weken in de sterren geschreven. We verwijzen bijvoorbeeld naar de sterke opleving van de Amerikaanse langetermijnrente sinds medio september.

Donald Trump heeft immers beloofd de economische activiteit met zijn beleid nieuw leven in te blazen. Er werd gesproken over fiscale souplesse door de verlenging van de maatregelen die golden tijdens zijn eerste ambtstermijn en over nieuwe belastingverlagingen, met name voor ondernemingen. Hij wil ook de regelgevende druk wat verlichten in sectoren als energie en financiën.

De verhoging van de invoerheffingen, met het doel de binnenlandse productie te bevoorrechten door geïmporteerde producten duurder

te maken, en het vooropgestelde erg strenge immigratiebeleid, zijn evenwel inflatoire elementen die een negatieve invloed zullen hebben op de wereldwijde groei. De verhoging van de douanerechten zal een negatieve invloed hebben op de activiteiten in China – Trump heeft een percentage tot 60% genoemd – en, door besmetting, op Europa, waarbij Duitsland het kwetsbaarste land in de regio is.

Logischerwijs zijn de inflatieverwachtingen op de Amerikaanse obligatiemarkten de voorbije weken lichtjes opgeleefd, al blijven ze met een gemiddelde van ongeveer 2,5% per jaar voor de komende vijf jaar nog steeds redelijk. In de Verenigde Staten zou de sterkere groei in combinatie met de hardnekkigere inflatie de centrale bank ertoe kunnen aanzetten om de rente op een hoger peil te handhaven. De markt verwacht thans nog maar renteverlagingen met zo’n 0,75% tegen eind 2025. Die veel minder agressieve versoepeling van het Amerikaanse monetaire beleid dan verwacht, is de reden waarom de Amerikaanse dollar het momenteel zo goed doet.

De Amerikaanse aandelenmarkten hebben gunstig gereageerd op de overwinning en met name de kleinere ondernemingen boekten winst. Die liepen op het vlak van rendement ver achter op de largecaps en zullen wel varen bij maatregelen die de Amerikaanse economische activiteit bevoordelen.

De Europese en opkomende markten reageerden veeleer gematigd, waarbij bepaalde sectoren (voornamelijk luxe, auto’s) vreesden voor de negatieve gevolgen van de invoerheffingen en voor de impact op de Chinese economie.

Op rentevlak mogen we de opwaartse druk op de Amerikaanse langetermijnrente niet uit het oog verliezen. Naast de inflatierisico’s heerst er ook onzekerheid over het gebrek aan maatregelen om de onrustbarende staat van de Amerikaanse overheidsfinanciën aan te pakken. De rente op de schulden is nu al goed voor 3% van het bbp, een percentage dat de komende jaren nog zal toenemen, als we kijken naar de manier waarop de overheidsbalansen en de schuldenlast worden verwacht te ontwikkelen (meer dan 120% van het bbp).

Samenvattend kunnen we stellen dat de beleggers momenteel erg positief staan tegenover de Amerikaanse aandelenmarkten vanwege de hoop op een voortzetting van de economische expansie. De Verenigde Staten kunnen stevige concurrentievoordelen voorleggen (troeven op technologisch, militair en energievlak), die het groeipotentieel van de economie aanwakkeren. De aandelenmarkten zijn duurder dan in de rest van de wereld, maar ook de winstgroei en de bedrijfskwaliteit liggen hoger. In die omstandigheden blijven wij de weging van Amerikaanse ondernemingen in onze portefeuilles opdrijven, waarbij we de voorkeur geven aan de kleinere ondernemingen, het segment dat nog steeds aantrekkelijke rendementsvooruitzichten kan voorleggen.

STEVEN MAERTENS – Head of Private Banking Vlaanderen Banque de Luxembourg Belgium

Proper gedaa n ? !

De CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) verplicht bedrijven om transparant te rapporteren over hun duurzaamheidsinspanningen. Zij dienen algemene informatie te publiceren over welke strategie, bedrijfsmodellen, organisatie en bestuur ze implementeren richting klimaat-neutrale economie. De kern van het rapport is de duurzaamheidsinformatie, rond drie thema’s: milieu, sociaal en bestuur (ESG: Environment, Social en Governance).

De Vlaamse Gemeentemonitor biedt heel wat informatie over de milieu-impact van gemeenten en steden. Steden beslaan zo’n 3% van het aardoppervlak, maar verbruiken 60 tot 80% van de energievoorraad en zijn verantwoordelijk voor 75% van de globale CO2-uitstoot. Daarnaast zet snelle verstedelijking de voorraad zoet water, rioleringen, de leefomgeving en publieke gezondheid onder druk.

CO2

CO 2-emisies per sector in Vlaanderen

Gemeenten in Oost-Vlaanderen waar industrie groot aandeel heeft in uitstoot CO 2

Gemeenten in Oost-Vlaanderen met grootste afbouw CO 2 -uitstoot in industrie

Bron: Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (2024)
Bron: Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (2024)
Bron: Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (2024)

Gemeenten met grootste

CO2-uitstoot in Oost-Vlaanderen

gemeente uitstoot aandeel industrie grootste in ton in totale uitstoot (2022) uitstoot (sector)

Gent 1.255.018 9,8% vervoer 39,2%

Beveren 391.726 4% vervoer 65,1% Aalst 377.099 11,9% vervoer 39,2%

Sint-Niklaas 313.526 8,3% vervoer 41,1%

277.008 21,8% vervoer 52,9% Deinze 260.256 10,4% vervoer 39,9%

225.397 11% vervoer 49,3%

Oudenaarde 193.066 36,3% industrie 36,3% Dendermonde 178.214 19% huishoudens 33,7%

Bron: Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (2024)

Aantal windturbines (2023)

gemeente aantal windturbines

Publieke

laadpunten voor elektrische wagens (2022)

gemeente aantal aantal laadpunten per laadpunten 10.000 inw.

Gent 26,6 705

Laarne 26,4 33

Eeklo 23,9 52

Wetteren 22,7 60

Nazareth 22,4 27

Merelbeke 20,1 50

Vlaanderen 11,4 7636

Stekene 4,7 9

Lievegem 4,5 12

Kaprijke 3 2

Sint-Laureins 2,9 2

Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (2024)

Zuiveringsgraad

riolering (2021)

Bron: Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (2024)

Vlaamse Milieumaatschappij (2022)

Bron:
Bron:

In je bedrijf is precisie alles.

Dankzij onze slimme bedrijfssoftware voorkom je fouten, want je verstuurt makkelijk (e)facturen en automatiseert belangrijke processen.

Vertrouw dus, net als 675.000 tevreden kmo’s, op Exact Cloud Business Software.

Ontdek jouw ideale pakket op exact.be

Met ongeveer weet je niets. Met Exact weet je alles.

Stocznia Cesarska Development stelt eerste residentiële ontwikkeling voor in Gdańsk

Stocznia Cesarska Development, een samenwerking tussen de Belgische vastgoedontwikkelaars Alides en Revive, heeft de bouwvergunning ontvangen voor hun eerste woonproject in het historische hart van de oude scheepswerven van Gdańsk. Het project omvat de revitalisering van de 18 hectare grote Imperial Shipyard en zal vijf nieuwe gebouwen opleveren, met de renovatie van het iconische Formiernia-gebouw. De ontwikkeling biedt 388 appartementen en 34 commerciële ruimtes, waaronder horeca-opties, en wordt in 2025 gelanceerd. Het gebied zal worden omgevormd tot een woonwijk, waarbij het industriële erfgoed behouden blijft. De verkoop start medio 2025, en er is al veel interesse van potentiële kopers.

stoczniacesarska.pl

Het bekroonde zwembadproject fungeert zowel als feestzaal of ontspanningsruimte en als zwemparadijs.

Willy Naessens Swimming Pools wint voor de tweede keer prijs van mooiste binnenzwembad van Europa

Willy Naessens Swimming Pools, de grootste zwembadbouwer van België, actief in België, Frankrijk, Luxemburg en Nederland, heeft de gouden EUSA Award gewonnen voor het mooiste binnenzwembad met instelbare diepte. Het multifunctionele project, dat als als feestzaal of ontspanningsruimte en zwemparadijs dient, werd geprezen tijdens de zwembadbeurs Piscine Global in Lyon. “Het winnen van deze award voor het tweede jaar op rij is een bijzondere eer en een bevestiging dat we de juiste koers varen,” aldus Bavo Nachtergaele. “Wij bestaan meer dan 60 jaar, wat uniek is in de zwembadwereld. Het DNA van het bedrijf bestaat uit kwaliteit in beton, maatwerk, werfopvolging en service.”

swimmingpools.be

Shuttleworth Europe maakt zijn accumulerende rollenbanen voortaan in Zulte

Shuttleworth Europe verhuisde begin september van Kruisem naar Zulte, waar het zijn intrek nam in een gloednieuw kantoor en atelier. Het bedrijf met Amerikaanse roots is onderdeel van ProMach, een groep van bedrijven gespecialiseerd in toepassingen voor productielijnen. Shuttleworth Europe legt zich voornamelijk toe op het ontwerp en de installatie van accumulerende rollenbanen, een eigen ontwerp waarvan de losse rollen een voorwaartse stuw bij blokkage kunnen beperken tot 3%. Ook de integratie van verschillende rollenbanen is een belangrijk speerpunt voor het bedrijf. “Vanuit België bedienen we vooral de Europese markt, maar we hebben even goed klanten in Puerto Rico of Brazilië”, vertelt general manager Kurt Van Heule. “Om onze groei verder te zetten, hadden we meer plaats nodig. Op het nieuwe bedrijvenpark Ter Wallen in Olsene-Zulte vonden we de geknipte locatie. We werken momenteel met een 22-tal medewerkers en proberen onze equipe verder uit te breiden met ingenieurs en monteurs.”

shuttleworth.com

De Belgische vastgoedontwikkelaars Alides en Revive ontvingen dankzij een samenwerking de bouwvergunning voor een eerste woonproject nabij de oude scheepswerven van Gdańsk
Het gloednieuwe kantoor en atelier van Shuttleworth Europe in Zulte

Eerste hulp bij opschalen

MORO: “We hebben geleerd dat volhouden belangrijk is”

Wie groeit, kent groeipijnen. En moet snel kunnen schakelen tijdens het schalen. In deze rubriek gaan we elke maand dieper in op een groeipijn van jonge scale-ups. Deze keer: MORO Essentials, de start-up uit Aalter die zich richt op natuurlijke, luxueuze en hervulbare home- en bodycare essentials. Onze redactie sprak met een van de oprichters, Yasmine Mili, over de uitdagingen bij het lanceren van een schaalbaar b2c-product.

GROEIPIJN: Hoe lanceer je een schaalbaar b2c-product op de markt?

Zeep maken op basis van kraantjeswater? MORO Essentials maakt het mogelijk. Dit merk van verzorgingsproducten, opgericht door Yasmine Mili en Lorenz Lüttgens, combineert duurzaamheid met esthetiek. De missie van MORO is duidelijk: producten die mooi, hervulbaar en natuurlijk zijn. “Dagdagelijkse lichaamsverzorgingsproducten bestaan vaak voor 80% uit water. Vanuit die vaststelling ontstond het idee voor ons eerste product”, vertelt Yasmine.

Hun aanbod omvat onder meer een hand & body wash met een herbruikbare glazen fles die in je interieur past, samen met een zakje geconcentreerd poeder. Door het poeder te mengen met kraanwater maak je de vloeibare zeep zelf. “Zo maken we komaf met plastic wegwerpdispensers.” De naam MORO betekent ‘gewoonte’ in Esperanto. “Net zoals je een bouillonblokje of een pijnstiller in water oplost, moeten onze producten een vast onderdeel van je dagelijkse routine worden.”

Op zoek naar duurzaamheid

Het idee voor MORO ontstond tijdens Yasmines carrière als accountmanager in de mode-industrie. “We werkten samen met grote modehuizen en hadden een productieplant in Azië. Tijdens mijn werkreizen naar Bangladesh gingen mijn ogen echt open. Het productieproces strookte helemaal niet met mijn normen en waarden”, vertelt ze. Een duurzame koers varen binnen dat bedrijf was geen optie, dus besloot Yasmine haar eigen weg in te slaan.

Ze opende een kledingwinkel in Gent, met een uniek concept: kleding verhuren in plaats van verkopen. “Klanten betaalden minder en consumeerden duurzamer.” Hoewel het merk veel bekendheid genoot, maakte de covid-pandemie hier een abrupt einde aan. “Ik heb toen snel de knoop doorgehakt en de zaak stopgezet. Achteraf gezien was dit de beste beslissing van mijn leven. Door de extra tijd kreeg ik de ruimte om nieuwe concepten te bedenken. Eind 2021 werd MORO Essentials geboren.”

Voor de verdere uitwerking van haar idee schakelde ze Lorenz in. “Hij was de perfecte persoon om me hierin te ondersteunen gezien zijn financiële achtergrond.”

Hervulbaar als usp MORO is geëvolueerd van een bodycare-assortiment op basis van poeder en

kraantjeswater naar een breder productgamma. Zo bracht het bedrijf onlangs hervulbare deodoranten, kaarsen en geurstokjes uit. “Alles moet gezond zijn, met natuurlijke ingrediënten, en het moet hervulbaar zijn”, legt Yasmine uit. De producten van MORO worden verkocht via hun eigen website, bij externe winkelpunten, op pop-up locaties en als relatiegeschenken. “We zijn voornamelijk actief in België en op kleinere schaal in Nederland. De vraag die we ons zeker stellen is wanneer we de stap naar het buitenland zetten. Maar voorlopig ligt de focus vooral op België”

Focus op lean

Het eerder kleine team achter MORO bestaat uit de twee oprichters Yasmine Mili en Lorenz Lüttgens, een interne marketingmedewerker en een student. “We werken steeds meer samen met freelancers om alles draaiende te houden, van externe marketingbureaus tot maatwerkbedrijven die onze producten assembleren.” Yasmine benadrukt dat ze deze flexibele, lean-aanpak in de toekomst wil voortzetten. “Dit jaar lag de focus op onderzoek en ontwikkeling (R&D). Volgend jaar willen we de focus leggen op omzetgroei. We moeten investeren en uitbreiden, maar altijd weloverwogen.”

Niet te snel schalen

Ondernemen is vallen en opstaan, Yasmine weet dat maar al te goed. “Ik zei altijd: met kleine dromen bereik je geen grote dingen. Vanaf het begin was het mijn doel om groot te denken en hard te werken.”

Maar het pad naar succes was allesbehalve recht. De grootste fout? “We gingen simpelweg te snel. Na een succesvolle voorverkoopcampagne kregen we bij de daadwerkelijke verkoop negatieve reacties van klanten. Dit bleek logisch, omdat de formule van het product niet goed was, wat ervoor zorgde dat de zeep na verloop van tijd te vloeibaar werd. Veel start-ups krijgen het advies om zo snel mogelijk hun minimum viable product (MVP) te lanceren en het daarna aan te passen. Maar voor fast moving consumer goods is dat niet altijd de beste keuze. Je hebt vaak maar één kans om een product goed neer

te zetten, dus zorg ervoor dat het goed zit voordat je schaalt”, aldus Yasmine.

Nieuwe kans

Dit leidde tot de beslissing om even op de rem te staan. MORO verdween negen maanden van de markt. “Cosmetica ontwikkelen neemt tijd, vooral als je van nul begint. We hebben het hele R&D-proces opnieuw opgestart, nieuwe partners gezocht en ben terug naar het laboratorium gegaan om alles opnieuw op te bouwen. In november 2022 maakten we onze langverwachte comeback en werd MORO 2.0 geboren.”

Yasmine en Lorenz waren vastbesloten om die allereerste klanten te behouden en stuurden hen een persoonlijke brief met een verontschuldiging en een gratis product. “We hebben geleerd dat volhouden belangrijk is. Alles komt uiteindelijk goed.”

Pittige kapitaalronde

“Ondanks onze vooruitgang verloopt niet alles altijd even efficiënt,” zegt Yasmine lachend. “We blijven investeren in productontwikkeling, wat veel tijd en geld kost. We willen ervoor zorgen dat alles deze keer écht goed gaat.” Schaalvergroting vereist investeringen, van marketingacties tot inkopen van stock. “We haalden kapitaal op via een investeringsronde, wat deel uitmaakte van ons plan vanaf het begin”, vertelt Yasmine. “Het was zeker een pittige periode, want ik was ook zwanger in die tijd en beviel twee weken na de afsluiting van de kapitaalronde. Maar zoals altijd bleven we geloven in onze brand. Ik ben zeer dankbaar dat ik Lorenz naast mij had in die periode.”

Toekomstvisie

Als Yasmine het parcours opnieuw van nul kon beginnen, zou ze een minder idealistische aanpak hanteren. “Ik ben enorm perfectionistisch naar branding en sales. Ik was heel kieskeurig als het aankwam op onze verkooppunten. Ook al zit je in een luxesegment, volume is belangrijk en jouw product moet op vele plaatsen aanwezig zijn. We zijn heel benieuwd wat de toekomst zal brengen. Maar eerst de drukke feestdagen overleven”, lacht Yasmine.

Je eigen bedrijf succesvol opstarten

Ontdek hoe Voka je bijstaat gedurende jouw ondernemersreis. Naast waardevolle inzichten bieden we jou ook hulpmiddelen om je te ondersteunen bij elke stap van jouw ondernemersavontuur.

Oprichters Yasmine Mili en Lorenz Lüttgens

Vermogensplanning in het licht van het Vlaams regeerakkoord 2024

Op basis van het Vlaams regeerakkoord komen er belangrijke wijzigingen aan die uw vermogensplanning kunnen beïnvloeden.

Hierbij een kort overzicht op basis van de huidige berichtgeving hieromtrent.

1. VERLENGING RISICOPERIODE

NIET­GEREGISTREERDE SCHENKINGEN

De risicoperiode op niet-geregistreerde schenkingen wordt opgetrokken van 3 jaar naar 5 jaar, vanaf 1 januari 2025.

Onder niet-geregistreerde schenkingen worden begrepen: bankgiften, handgiften, kwijtscheldingen van schuld, inbreng ten behoeve van een derde, ... Bij deze schenkingen zit het gevaar erin dat als de schenker plots komt te overlijden binnen eerder vermelde risicoperiode en het dus niet mogelijk was om de gift nog snel spontaan ter registratie aan te bieden, de begiftigde alsnog erfbelasting verschuldigd zal zijn over de verkregen waarde. Dit kan voor de betrokken partijen een flinke

streep door de rekening vormen aangezien de tarieven erfbelasting in voorkomend geval veel hoger zullen zijn dan het tarief schenkbelasting dat verschuldigd zou zijn geweest indien men de gift onmiddellijk had laten registreren en taxeren (in rechte lijn en tussen partners max. 27 % erfbelasting in plaats van 3% schenkbelasting).

Deze verlenging zal in werking treden voor schenkingen vanaf 1 januari 2025. Voor schenkingen van vóór 1 januari 2025 blijft de huidige termijn van drie jaar gelden. Vanuit die optiek is het belangrijk dat een reeds uitgevoerde niet geregistreerde schenking een zogenaamde semi-vaste datum heeft, die als bewijs dient voor het moment van de schenking.

2. REGISTRATIERECHTEN ENIGE EN EIGEN WONING

Er komt een verlaging van de registratierechten voor de enige eigen woning van 3% naar 2 % vanaf 1 januari 2025.

3. VERLAGING TARIEF ERFBELASTING BIJ KLEINE EN MIDDELGROTE NALATENSCHAPPEN

De Vlaamse regering wil de belastbare schijven bij erfenissen verhogen zoals hierna schematisch weergegeven.

4. GUNSTREGIME FAMILIALE VENNOOTSCHAPPEN EN ONDERNEMINGEN

Deze regeling blijft (voorlopig) behouden. Er is wel bijzondere aandacht vereist voor vennootschappen met privévastgoed (= onroerende goederen ‘zonder economische functie’ of ‘voor bewoning bestemd’). Wellicht wordt privévastgoed uitgesloten van dit fiscaal gunstregime.

5. PRIVATE STICHTINGEN

Er zijn plannen om het oneigenlijk gebruik van Private Stichtingen aan te pakken door het begrip ‘belangeloos doel’ strenger te definiëren. Dit heeft geen impact op Stichtingen die als administratiekantoor functioneren.

Ellen Bonte, Partner ebonte@deloitte.be + 32 51 66 47 16

Threon verwelkomt David Rasson als nieuwe Chief Commercial Officer

Threon werft David Rasson als nieuwe CCO aan. Deze strategische aanstelling onderstreept threons toewijding om klanten te ondersteunen bij hun groei- en innovatie-inspanningen, en zorgt zo voor nog meer afstemming op hun ambities. Met Rassons uitgebreide achtergrond is threon klaar om klanten te helpen hun project- en portfoliomanagement naar nieuwe hoogten te tillen, met name omdat steeds meer C-level executives zich tot threon wenden voor begeleiding op deze gebieden. “Threon is een krachtige partner in project- en portfoliomanagement en samen kunnen we het juiste pad uitstippelen om jouw organisatie vooruit te helpen. Ik kijk ernaar uit om klanten te helpen hun visie om te zetten in concrete resultaten”, vertelt David Rasson. threon.com

IT-bedrijf Sirus verwerft onafhankelijkheid door management buy-out

IT-bedrijf Sirus uit Merelbeke heeft met succes een management buy-out van het internationaal ecosysteem Alan Allman Associates voltooid. Onder leiding van ceo Gert De Tant keert het bedrijf terug naar zijn Vlaamse roots en positioneert het zich als een onafhankelijke speler met focus op innovatie in data & AI en software development. Het managementteam, bestaande uit Gert en andere sleutelfiguren, heeft het bedrijf overgenomen en blijft inzetten op klantgerichte, technologische oplossingen. Door sterke partnerschappen en een strategische lokale verankering is Sirus klaar om verder te groeien en zijn positie als specialist in AI en softwareoplossingen te versterken.

sirus.be

Vastgoedinvesteerder Triginta vestigt zich in Gentse Otterburcht

Triginta, expert in de herbestemming van religieus vastgoed, erfgoed en zorgvastgoed als vastgoedinvesteerder en –ontwikkelaar, heeft een nieuwe thuis gevonden in Otterburcht, een innovatieve en duurzame hub aan de rand van Gent. Deze voormalige industriële loods, gerenoveerd door AAtechnics en opgeleverd in 2022, biedt een efficiënte en duurzame werkomgeving voor bedrijven met een focus op innovatie en technologie. Naast de prijs-kwaliteitsanalyse waren de centrale ligging, hoogwaardige infrastructuur en synergie met andere innovatieve bedrijven doorslaggevende factoren bij de keuze voor Otterburcht. Bovendien sluit het herontwikkelde pand naadloos aan bij Triginta’s ambitie: vastgoed van binnenuit veranderen.

triginta.be

Het managementteam van Sirus: Greet Brosens, Gert Becqué, Gert De Tant, Jens Rappé, Justien De Roose
Ceo Tom Dedecker verwelkomt David Rasson als nieuwe chief commercial officer
Triginta vond een nieuwe thuis in Otterburcht, een innovatieve en duurzame hub aan de rand van Gent.

Jouw kansenplanner

Netwerking

08.01.2025

Jong Voka Breakfastclub

Netwerkontbijt voor én door start­ en scale­ups –vijf pitchers – vijf slides – vijf minuten

GENT GRATIS

05.02.2025

Jong Voka Breakfastclub

Netwerkontbijt voor én door start­ en scale­ups – vijf pitchers – vijf slides – vijf minuten

GENT GRATIS

Opleidingen / lerende netwerken en infosessies

ARBEIDSMARKT & HUMAN

RESOURCES

06.02.2025

People analytics in de praktijk Wil je als HR­verantwoordelijke mee het verschil maken, in de manier hoe je bedrijf zijn strategie realiseert, dan is People Analytics een discipline die je zal nodig hebben.

GENT € 740

13.02.2025

Welt Boost: een actiegerichte strategie voor inclusieve groei #3

Het is lastig om talent aan te trekken en te behouden, een balans te vinden tussen verschillende generaties op de werkvloer, te digitaliseren op verschillende fronten, levenslang leren te stimuleren, groeikansen te bieden en flexibel om te gaan met onvoorzien ziekteverzuim. Ontdek samen hoe je hier op een inclusieve en duurzame manier mee aan de slag kunt gaan.

GENT GRATIS

DIGITALISERING,INNOVATIE, IT & TECHNOLOGIE

17.12.2024

06.02.2025

HR-community voor HR Business Partners

20.02.2025

Food & Beverage Community

Bezoek aan Distributiecentrum Delhaize in Ninove PRO RATA VAN € 565

Werk je als HR Business Partner voor een Oost Vlaams bedrijf en ben je op zoek naar een klankbord met andere HRBP’s? We gaan van start met een gloednieuwe community, waar we jullie samenbrengen om kennis uit te wisselen en bij te leren van elkaar én van externen.

GENT

Nieuwjaarsfeesten Voka Oost-Vlaanderen

Lerend netwerk- jouw digitaal plan voor een toekomst met AI

Voor bedrijven die al concrete AI­use cases hebben lopen, die verder gaan dan tools zoals ChatGPT of Microsoft Copilot. De perfecte kans om met andere bedrijven kennis en ervaringen uit te wisselen.

We gaan verder dan de basis en richten ons op het leren van elkaar, het verdiepen in complexe AI­uitdagingen, en het versterken van je AI­strategie.

€ 1.200

€ 990

19.12.2024 Reis terug in de tijd, klink op het heden en ga mee de toekomst in met Voka en dit samen met tijdreisleider Steven Van Herreweghe. We doen een throwback naar De Jaren Nul, klinken op 2025 en flitsen – flash forward – naar 2050. Goed voor een nostalgische terugblik met een eigentijdse twist en een visionaire kijk. En dit in het iconische Wintercircus in Gent – € 115

Of vier samen met ons en Steven Van Herreweghe de ambitieuze groei en vooruitgang die ondernemers zoals jij nastreven. Bereid je voor op een groots event vol inspiratie, connecties en een sprankelende start van het nieuwe jaar, samen met gelijkgestemde ondernemers en partners.

09.01.2025 Vlaamse Ardennen & Leiestreek te gast bij Willy Naessens – € 95

16.01.2025 Aalst – De Filatuur – € 95

23.01.2025 Dendermonde – Kasteel van Lebbeke – € 95

21.02.2025

Innovation Academy 2025 - Innovatie: dé sleutel tot relevantie

Verdiep je in de essentiële bouwstenen die nodig zijn om succesvol én met impact te innoveren binnen je organisatie. Daarnaast krijg je de kans om te netwerken met een community van gelijkgestemde innovatie professionals.

€ 5.000

DUURZAAM

21.01.2025

Lerend Netwerk Klimaatneutrale Industrie

Om de industrie klimaatneutraal te maken, is samenwerking onontbeerlijk met sterke acties rond energie en CO2. Laat je als duurzaamheids­ of energiemedewerker inspireren door sterke cases en getuigenissen die je helpen om de klimaatambities van je bedrijf concreter en gerichter vorm te geven.

€ 1.200

INTERNATIONAAL ONDERNEMEN

22.01.2025

Infosessie traject Go International Droom je ervan om met jouw onderneming een internationale markt te veroveren? Heb je weinig ervaring met export, maar zie je de kansen? Dan is dit traject precies wat je nodig hebt!

GENT

INFOSESSIE IS GRATIS

20.02.2025

Lerend netwerk - Sales Management

Laat je begeleiden door een ervaren salesexpert en vind een heel interessant klankbord bij andere salesmanagers om het salesteam in jouw organisatie te verbeteren.

GENT

OVERNAME EN OPVOLGING

21.02.2025

Transfer Readiness

04.02.2025

Oorsprong en de leveranciersverklaring in de praktijk Laat je wegwijs maken in alle formaliteiten, gunstige invoertarieven, oorsprongsbewijzen en meer.

GENT € 495

20.02.2025

Duurzaamheidsrapportage voor kmo’s (voorbereiding op CSRD-wetgeving en vrijwillige rapportage)

Bereid je in vier pragmatische en interactieve sessies voor als kmo op de verplichte duurzaamheidsrapportage die voortvloeit vanuit de CSRD­wetgeving en gebruik het als strategisch instrument.

GENT € 660

GROEI & START

13.02.2025

Bryo StandUp Oost-Vlaanderen voorjaar 2025

Ben je een toekomstig ondernemer vol ideeën maar zonder uitgewerkt businessplan? Bouw stapsgewijs verder aan een uitgewerkt businessidee.

GENT € 250

20.02.2025

Incoterms 2020 in de praktijk

Deze opleiding geeft je naast het inzicht in alle veranderingen ook nog een praktische basisopleiding over Incoterms®.

GENT

MARKETING & SALES

04.02.2025

Workshop Apps4Sales

Ontdek heel wat nuttige apps en handige digitale tools voor je sales: een kleine investering voor een groot resultaat!

GENT

€ 245

Heb je plannen om jouw bedrijf te verkopen of over te laten? Wil je graag weten hoe je jouw bedrijf verkoopsklaar maakt? Kom te weten hoe je je op strategisch vlak voorbereidt, hoe een bedrijf gewaardeerd wordt, welke juridische aspecten verbonden zijn aan een verkoop of overdracht en wat een succesvolle overdracht inhoudt.

GENT € 1.250

OVERIG

13.02.2025

Lerend netwerk- Facility managers

Heb je als facility manager het gevoel dat jouw takenpakket steeds uitgebreider en/of complexer wordt? Zoek je naar verbetermogelijkheden, nieuwe oplossingen en een klankbord

GENT € 990

€ 245

Meer informatie kan je vinden op onze website

* de vermelde prijzen zijn enkel voor leden en exclusief btw.

Geert dacht

Het hoofd dat spreekt met het hart

Effe Onderhandelen

De voorbije zomer gaf ik een summerschool over onderhandelen met als titel FF Onderhandelen. De FF was intrigerend voor de deelnemers, ik vroeg wie de trefwoorden kon raden. Een greep uit de insteken: fast forward, fail fast, effetjes, frontaal, … Opvallend, want dit zijn allemaal zaken die je best niet doet. Wat dan wel te doen, leerde ik uit eigen ervaring, enkele seminars en boeken, en vooral de soms wat competitieve goesting om uit een interactie een win-win te halen waar ik ook zelf tevreden mee ben. Want onderhandelen verdient niet altijd een schoonheidsprijs, best is dat alle partijen er tevreden uitkomen maar de enige tevredenheid die je in de hand hebt, is die van jezelf. Dus daar moet je zeker voor zorgen, als je niet naïef bent.

Bij elke onderhandeling hoort ook toegepaste wiskunde. Bij grote onderhandelingen zoals aankoop van een huis, onderhandelen van een salaris, maar ook bij de dagelijkse micro-onderhandelingen op teammeetings, met klanten, thuis met je partner en kinderen. Vier begrippen moet je onthouden: wat is de AP van beide partijen (Aspiration Point, wat wenst elke partij te bereiken), wat is voor elk de RP (Reservation Point, het minimale wat je er uit wil halen) en wat is de respectievelijke BATNA (Best Alternative to a Negociated Agreement)? Elke partij heeft een positie op deze 3 criteria die verschillend zal zijn. Die van jezelf kan je goed documenteren, voor de tegenpartij moet je een inschatting maken. Hoe doe je dat? Vooral door te luisteren en vragen te stellen, sowieso essentieel voor een goede onderhandeling. Een ZOPA (Zone Of Possible Agreement) moet minstens bestaan tussen de reservation points van de partijen, anders is het niet de moeite waard om de onderhandeling te starten. Dan kan je je tijd beter aangenaam besteden en met de tegenpartij iets gaan drinken, beetje praten over voetbal of vakantie of zo.

Als er wel een ZOPA is, begint het echte onderhandelingswerk. Beeld je een trechter in, waar je elk vertrekt van de aanvangspositie bovenaan en dan langzaam naar elkaar toegaat. Een paar tips & tricks die ervoor zorgen dat het eindresultaat dichter langs jouw kant van de ZOPA terechtkomt. Ten eerste, probeer zelf het openingsbod te doen, zo creëer je het ankerpunt voor de verdere onderhandeling; doe dit op een redelijke wijze, een beetje boven je AP. Vervolgens: deel het verschil nooit in 2 maar maak steeds kleinere stappen, motiveer elke toegeving goed, waarom deze moeilijk is voor jou, zodat de waarde hiervan verhoogt voor de tegenpartij. Wacht dan op een tegemoetkoming van de andere partij. Idealiter hebben beide partijen verschillende belangen en is de toegeving voor de ene partij vlot te maken en voor de andere waardevol. Dit heet een integratieve onderhandeling, waarbij je de te verdelen taart groter kan maken en elke partij eigenlijk de voorkeur heeft voor een bepaald stuk. Maar in onderhandelingen zoals de verkoop van een woning willen beide partijen de beste prijs en zit je in een puur distributieve onderhandeling. Om af te sluiten, hou een kleine concessie achter de hand die je vlot kan maken en ontzenuw zo het lastige gepingel op het einde.

Het kader van de onderhandeling is ook belangrijk: heb je nog belang bij de relatie met de andere partij na deze onderhandeling? Bij het kopen van een woning meestal niet, maar bij een loononderhandeling stel je je zeker anders op. Tijd is een heel belangrijke factor: wie meer tijd heeft, trekt meestal het laken in de ZOPA naar zich toe. Een koper die het huis absoluut wil, de verkoper die gerust kan wachten … dan weet je wiens AP het dichtst benaderd zal worden. Ook de persoonlijkheid van de onderhandelaars bepaalt je aanpak. Zit er een grootsprakerige en arrogante onderhandelaar tegenover jou, blijf rustig tegenargumenteren en wacht je kans af. Meestal zijn dit intuïtieve en ongeduldige beslissers, op het einde kan je je slag slaan. Ander type is de emotionele “wij zijn toch goede vrienden” onderhandelaar maar die op het einde onredelijk wordt, precies alsof ze de wederzijdse argumenten en toegevingen al vergeten zijn. Best dit duidelijk benoemen, meta-communicatie helpt op sleutelmomenten. Ook de wat dwangmatige cijferfetisjist is lastig, weet dat die zeer moeilijk kan beslissen eens de cijfers en de details geen raad meer brengen. Dan maak jij best de synthese van het akkoord, niet verboden dat dit een beetje in jouw richting gaat.

“ Hou bij een onderhandeling een kleine concessie achter de hand die je vlot kan maken, zo ontzenuw je het lastige gepingel op het einde

Mis geen enkele Geert dacht. Abonneer je daarom op Geert zijn LinkedIn-nieuwsbrief.

O ja, waarvoor staat de FF dan wel? Ik maak er Fier en met Focus van. Fier omdat je ‘eisen’ goed onderbouwd zijn, je deze durft te brengen, goed gedocumenteerd en zelfzeker. Focus omdat je je op je doel en belangen concentreert, niet op een wedstrijdje armworstelen, tactische manoeuvres en al dan niet voorgewende emoties. Zo wordt effe onderhandelen toch nog een leuke sport.

“Explainer video’s zijn super doeltreffend”

Aquaconcept is gespecialiseerd in glazen douchedeuren. Daarbij is het cruciaal dat onze B2B- klanten goed worden opgeleid.

Explainervideo's zijn daarvoor het ideale instrument.

CEO – Founder Aquaconcept

Geef jouw team een professionele uitstraling met een gratis LinkedIn-fotoshoot

www.zidis.be

Wij zijn Zidis

Een snel, flexibel en efficiënt productiehuis met de nadruk op video. Een mix van jong geweld en ervaren verhalenmakers met enthousiasme als gemene deler. Beeldende content is hot en wij zijn er om jouw doelstellingen waar te maken met fantastische beelden! Op zidis.be kan je terecht voor bedrijfsfilms, livestreams, podcasts, animatievideo's, fotografie, rekruteringsvideo's, en zoveel meer!

Zidis Studios Antwerp - Ellermanstraat 54 - B-2060 Antwerpen

Zidis Studios East & West Flanders - Leihoekstraat 7c - B-9870 Zulte

Zidis Studios Brussels Region - Zandvoortstraat 21 - B-2800 Mechelen

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.