10 minute read

Kan je een liefdesbrief schrijven met artificiële intelligentie?

TEKST SAM DE KEGEL – ILLUSTRATIE LISE VANLERBERGHE

‘Ik hou zoveel van jou, omdat…’

Ik verslik me niet snel in mijn ochtendkoffie, maar onlangs was het van dattum. ‘Geen inspiratie? Laat een computer jouw liefdesbrief schrijven’’, kopte een online artikel. Aanleiding voor het artikel was Valentijn, dat hyper gecommercialiseerde feest dat het uitdovende vuur bij tortelduifjes moet aanwakkeren. Een Oost-Vlaamse scale-up in machine learning verkondigde met licht enthousiasme dat hun tool met behulp van artificiële intelligentie (AI) zelfstandig volwaardige Nederlandstalige liefdesbrieven kan schrijven.

“Uren staren naar een leeg, wit blad en zoeken naar de juiste woorden bij het schrijven van de ideale liefdesbrief is verleden tijd. Met onze nieuwste tool moet je enkel nog het romantisch kaartje uitkiezen om je tekst mooi te doen uitkomen. Simpel toch?”

Als ervaringsdeskundige in het schrijven van liefdesbrieven met de pen – ja, ik ben geen millennial, indien u er nog aan twijfelde – groeide het wantrouwen. Zeg me, wat is er mooier maar tegelijk ook complexer dan een vrouw met hartstochtelijke woorden verleiden? Ik begon inderdaad steeds met een blanco blad. Ik herbegon ook tien keer. De allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie laat zich niet gemakkelijk vangen in vloeiende, meeslepende zinnen.

Bijzondere aandacht besteedde ik aan de metaforen, zoals Mario, de arme postbode in Il Postino, die met metafore e parole (en met de hulp van de Chileense dichter Pablo Neruda) de oogverblindende Beatrice voor zich probeert te winnen. Eén metafoor kan het verschil maken tussen een blauwtje lopen of totale overgave. Ik probeerde ook op te bouwen naar een verzengende climax, in de hoop dat de vingers van de schone die ik begeerde, zouden beginnen trillen naarmate ze verder las. Nu wil ik de kracht van artificiële intelligentie niet onderschatten. Natural language processing, de vaardigheid van computermodellen om menselijke taal te kunnen begrijpen en verwerken, bestaat al even en blijft groeien. In 2015 las ik in de Volkskrant al een artikel over een ‘robot’, lees: algoritme – dat sneller dan een mens een nieuwsbericht had geschreven over een aardbeving. Drie minuten nadat de grond gedaverd had, stond het in The Los Angeles Times. Narrative Science liet drie jaar eerder al zijn ‘robotjournalisten’ sportberichten schrijven. In het begin bleek het algoritme bijna altijd te schrijven vanuit het perspectief van de winnende ploeg. Maar dat durven journalisten van vlees en bloed natuurlijk ook.

Maar over een aardbeving of voetbalwedstrijd schrijven is toch nog van een andere orde dan een liefdesbrief neerpennen. Dat laat je niet zomaar over aan een computer, toch?

Benieuwd hoe de tool precies werkt? Test het uit, stond er op het einde van het artikel. Toch even proberen, dacht ik. Ik kreeg al meteen de eerste zin cadeau: ‘Ik hou zoveel van jou, omdat …’ (druk tab)

Ik hou zoveel van jou omdat ik die prachtige dame heb En ik heb echt enorm veel zin in jou En dan nog meer in dat heerlijke Ben jij het ook altijd die geile…

Na die laatste zin besloot ik mijn poging om een liefdesbrief via AI te schrijven, te staken. Misschien staat het algoritme nog niet helemaal op punt, maar met dit scabreuze karamellenvers riskeer ik eerder een oorveeg dan een innige kus te ontvangen van mijn geliefde.

Certifisc

Verlaagd btw-tarief voor afbraak en heropbouw van woningen

Men kent reeds lange tijd het verlaagd btw-tarief van 6% voor de afbraak en heropbouw van woningen in 32 Belgische steden. In 2020 werd tijdens de vorming van de nieuwe regering afgesproken om dit verlaagd tarief toepasbaar te maken over het hele Belgische grondgebied. Sinds 1 januari 2021 is deze uitgebreide regeling officieel van kracht, zij het mits naleving van bijzondere en strikte voorwaarden.

Welke woningen komen in aanmerking ?

De wetgever voorziet in drie situaties waarbij men het verlaagd btw-tarief kan genieten.

Afbraak en heropbouw uitgevoerd door bouwheer-natuurlijke persoon om de woning nadien zelf te betrekken

Na de afbraak en heropbouw moet de bouwheer-natuurlijke persoon de woning als enige en hoofdzakelijk eigen woning bestemmen voor een periode van ten minste vijf jaar. De bewoonbare oppervlakte van de woning mag maximaal 200 m² bedragen.

Afbraak en heropbouw uitgevoerd door een bouwheer (natuurlijke persoon of rechtspersoon) van een woning bestemd voor

langdurige sociale verhuur

Na de afbraak en heropbouw moet de bouwheer de woning gedurende ten minste 15 jaar verhuren aan een sociaal verhuurkantoor of verhuren in het kader van een door de bouwheer aan een sociaal verhuurkantoor toegekend beheermandaat.

Afbraak en heropbouw uitgevoerd door een bouwheer (natuurlijke persoon of rechtspersoon) met nadien levering aan een verkrijger

die de woning zal bestemmen voor eigen betrekking of langdurige sociale verhuur

Na de afbraak en heropbouw moet de woning door de bouwheer geleverd worden ofwel aan een natuurlijke persoon die de woning als enige en hoofdzakelijk eigen woning zal gebruiken ofwel aan een verkrijger die de woning zal verhuren aan een sociaal verhuurkantoor of via beheermandaat. en de duurtijd van minstens 5 jaar. In geval van sociale verhuur geldt ook hier opnieuw de minimumtermijn van 15 jaar.

Toepassing in de tijd

Het nieuwe regime betreft een tijdelijke regeling die zal gelden vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022, hetgeen betekent dat de btw effectief opeisbaar geworden moet zijn tijdens deze periode. De wet stelt daarbij ook dat de btw uiterlijk op 31 december van het jaar van de eerste ingebruikneming opeisbaar geworden moet zijn.

De wet voorziet hier wel in een overgangsregeling voor lopende projecten. Het tarief van 6% kan nog genoten worden voor werken die na 1 januari 2021 worden gefactureerd, ook al werden ze ervoor aangevat. Het gaat dus niet om alle werken in onroerende staat die in het kader van lopende projecten werden uitgevoerd, maar alleen om de werken die nog vanaf 1 januari 2021 gefactureerd worden. Er dient hiervoor wel een verklaring ingediend te worden bij de bevoegde btw-administratie en dit uiterlijk op 31 maart 2021.

Om te vermijden dat men in de laatste periode van deze maatregel nog zo veel mogelijk voorschotten zou factureren, heeft de wetgever bepaald dat voor de werken waarvoor de aanvraag voor een omgevingsvergunning pas na 1 juli 2022 bij de bevoegde instantie wordt ingediend, de toepassing van het verlaagd btw-tarief van 6 % beperkt zal worden tot 25% van het totale bedrag van de in de aanvraag vermelde werken. Men wacht dus best niet te lang met de aanvraag van de nodige vergunningen voor een project.

Uitgesloten werken

Het verlaagd tarief geldt enkel voor de afbraak- en opbouwwerken zelf. Voor het werk van architecten, ingenieurs en dergelijke is nog steeds het normale tarief van toepassing.

De wetgever sluit ook nog uitdrukkelijk een aantal werkzaamheden uit:

- Werken die geen betrekking hebben op de eigenlijke woning, zoals tuinaanleg en de oprichting van afsluitingen. De werken voor de oprichting van een garage die een onmiddellijk nut meebrengt voor de eigenaar (of de huurder) zijn wel mogelijk aan het verlaagd tarief, zelfs indien de garage niet grenst aan de woning. De plaatsing van een tuinhuis of serre is daarentegen wel uitgesloten.

- Werken die betrekking hebben op zwembaden, sauna’s, midgetgolfbanen, tennisterreinen en dergelijke installaties.

- De gehele of gedeeltelijke reiniging van een woning.

De FOD Financiën heeft een uitgebreide FAQ uitgewerkt waarin tal van bijkomende vragen beantwoord worden.

Heeft u toch specifieke vragen waarop u niet meteen een antwoord terugvindt? Aarzel dan niet om ons vrijblijvend te contacteren.

Jorn Peyskens

Uw boekhouding digitaal, advies in mensentaal

KANTOREN TE GENT EN TE OUDENAARDE T GENT 09 221 14 41

COTTYN Advocaten

Is zwijgen zilver of goud? Het faillissement in onzekere tijden

1. Het wel en wee van het ondernemen

Ondernemen is niet niks. De ondernemer moet kapitaal bijeenkrijgen, hopen dat de zaak na investering voldoende opbrengt én blijvend meerwaarde bieden t.o.v. zijn concurrentie. Als het dan wat slechter gaat, ziet de ondernemer zijn droom misschien in duigen vallen.

Het is geen toeval dat broodwinning in het Engels “livelihood” heet. De goede ondernemer staat op met de zaak en gaat ermee slapen. De ondernemer leeft voor de zaak.

De gezondheidscrisis is voor velen dan ook een ramp. Hoewel de overheid aanvankelijk de ondernemers in bescherming nam door de faillisementsstop, werd ook daar de stekker uit getrokken, hetgeen weinig goeds voorspelt. Zo kopte Knack op 9 november 2020 al dat de crisis ruim 20.000 bedrijven in de richting van een faillissement zou duwen.

2. De rol van een de facto zaakvoerder

Zaken hebben zaakvoerders. De wet maakt een onderscheid tussen de iure en de facto zaakvoerders. De iure zaakvoerders zijn zij die als dusdanig staan geregistreerd. De facto zaakvoerders zijn zij die de touwtjes werkelijk in handen zouden hebben.

De lijn tussen bijv. een aandeelhouder die actief bezig is met de opvolging van de zaak om zijn centen te verzekeren en een de facto zaakvoerder is soms dun. De rechter zou de té bemoeizieke aandeelhouder of een familielid wel eens kunnen beschouwen als de de facto zaakvoerder wanneer het faillissement wordt beoordeeld. Op voorhand zekerheid bieden daaromtrent is geen sinecure.

3. De aangifte van het faillissement

Er is pas sprake van een faillissement naar Belgisch recht wanneer tegelijkertijd voldaan is aan twee voorwaarden: (i) staking van betaling en (ii) geschokt krediet. Dat houdt concreet in dat de zaakvoerder (i) geen liquiditeiten meer heeft en (ii) ook geen uitstel van betaling meer kan krijgen of een krediet. Zodra de zaakvoerder zich in dergelijke situatie bevindt, moet hij doen wat hij intuïtief te allen prijze zal willen vermijden: aangifte doen met het oog op het faillissement.

De zaakvoerder moet die aangifte binnen de maand doen vanaf de staking van betalingen. Wanneer hij bewust talmt, kan hij correctioneel worden vervolgd voor het intentioneel uitstellen van de aangifte. Hoewel voorheen werd aangenomen dat enkel de de iure zaakvoerder strafbaar was voor de ontijdige aangifte van het faillissement, oordeelde het Hof van Cassatie op 9 januari 2018 dat de de facto zaakvoerder “het nodige moet doen” om de aangifte te doen, anders is ook hij strafbaar. Die aangifteplicht geldt nu dus voor beide zaakvoerders: de de iure én de facto zaakvoerder.

Aangifte doen van faillissement zal niet altijd eenvoudig zijn wanneer men een de facto zaakvoerder is. Die kan immers niet officieel voor de onderneming optreden. Ook wat precies “het nodige doen” is, verduidelijkte het Hof niet.

4. Zwijgen: zilver of goud?

De de iure zaakvoerder moest voorheen intentioneel het faillissement uitstellen om strafbaar te zijn. Voor de de facto zaakvoerder zou het kunnen volstaan dat hij nalatig was (niet het nodige doen).

Juridisch is dat allesbehalve evident, omdat dit verschil in behandeling niet uit de wet zelf blijkt. Zelfde tekst, andere strafbaarstelling dus.

Bovendien wordt een stakeholder daarmee voor een zwaar dilemma geplaatst. Als hij ontdekt dat zijn betrokkenheid ertoe kan leiden dat de rechter hem als de facto zaakvoerder bestempelt, dan heeft hij de plicht om zelf het nodige te doen zodra hij de staking van betaling vaststelt. Echter, door zelf het nodige te doen, zou men wel eens kunnen stellen dat hij heeft toegegeven een de facto zaakvoerder te zijn omdát hij de aangifte deed. En wat is dat, het nodige doen? Als hij handelt en men beschouwt hem als de facto zaakvoerder, kan men hem verwijten misschien niet genoeg gedaan te hebben en dan loert de correctionele veroordeling nog om de hoek…

Daarmee moet een betrokken stakeholder ofwel het risico lopen correctioneel vervolgd te worden als hij niets (of te weinig) doet, ofwel het risico lopen dat hij bestuurdersaansprakelijkheid oploopt wanneer hij wél iets doet, omdat hij dan zou erkend hebben een de facto bestuurder te zijn.

Door dit cassatiearrest is er onzekerheid. Elke betrokken stakeholder zal zich voor elke soort situatie moeten informeren en een risicoafweging moeten maken. Door deze onzekerheid heeft het Hof misschien wel een rem geplaatst op de betrokkenheid bij het ondernemen. Dat kan enkel betreurd worden.

Marc Cottyn & Jan De Groote

COTTYN Advocaten

Leopoldlaan 48 - 9300 Aalst

BE0898.966.997

COTTYN Lawyers

This article is from: