21 minute read
ALFAPORT
Bernard Moyson en Stephan Vanfraechem, Alfaport Voka: ‘Rechtsonzekerheid is hét dossier voor de komende jaren’
Alfaport Antwerpen, de federatie van havengebonden en logistieke bedrijven in de haven van Antwerpen, en Voka - Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland sloten in 2014 een strategisch alliantieakkoord. Door de krachten te bundelen voor lobbying en belangenbehartiging rond onder andere strategische dossiers, wilden beide partijen samen sterker op het beleid wegen. Acht jaar verder zijn er nieuwe statuten en staan Bernard Moyson en Stephan Vanfraechem, respectievelijk voorzitter en directeur van Alfaport Voka, stil bij het volgende hoofdstuk in dit verhaal.
door Saskia Bultiauw fotografie Stefaan Van Hul
De alliantie bestaat nu reeds 8 jaar. Welke meerwaarde heeft die al geboden? Bernard Moyson (BM): ‘De samenwerking is een archetypisch voorbeeld van een winwinsituatie. Voor de Kamer is het noodzakelijk om de belangrijkste bedrijfstak mee in haar structuur onder te brengen. Voor de private havengemeenschap is het belangrijk om te kunnen terugvallen op de kracht van een Kamer om zaken te kunnen realiseren. We merken duidelijk dat de Kamer bij verschillende overheden deuren opent. Dat is voor ons een duidelijke meerwaarde aan de samenwerking.’
Intussen wordt een nieuwe stap gezet met nieuwe statuten voor Alfaport? BM: ‘Bij het begin van de samenwerking is vooral afgetast in welke domeinen we elkaar konden versterken. Nu zijn we in een fase beland waarin we moeten nagaan welke afspraken moeten worden aangepast voor een optimale samenwerking. De prioriteit van Alfaport is steeds belangenbehartiging geweest. Uit sommige dossiers zijn participaties gevloeid die de nodige middelen vereisten, zoals Port+ en Nxtport. Om een optimale en duidelijke werking te kunnen blijven garanderen, moeten we beide activiteiten duidelijk scheiden. Vandaar dat we onze corebusiness onderbrengen in een nieuwe entiteit: Alfaport vzw. Het luik rond de participaties zullen we onder de bestaande Havenkoepel behouden. Dit betekent dat we heel bewust willen omgaan met die participaties en die elk op hun merites waarderen. Voor elk van hen gaan we strategisch beslissen welke richting we ermee uit willen.’
Wat betekent dit voor Alfaport Voka en voor de samenwerking met de Kamer? BM: ‘Er komt een raad van bestuur voor Alfaport vzw. Deze entiteit houdt zich bezig met belangenbehartiging. Hierdoor kunnen we doelgerichter werken op dossiers en daarvoor de koers uittekenen. De raad van bestuur wordt gevormd door bedrijfsleiders die door hun vereniging (ABAS, ASV, Forward Belgium, KBRV, KVBG, Voka - Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland en Cepa, red.) zijn afgevaardigd. Zij brengen hun ervaringen in van zowel hun bedrijf als de groep waartoe ze behoren. Door de groep beperkt uit te breiden, hebben we een representatieve vertegenwoordiging van de verschillende havenactiviteiten: containerbehandeling, warehousing, expeditie, agenturen en rederijen, liquid bulk en breakbulk. Zo kunnen we ons positioneren rond alle strategische havenonderwerpen. Via de samenwerking met de Kamer integreren we dit in een groter geheel, zowel lokaal als nationaal.’
Veel havenbedrijven zijn aangesloten bij beide organisaties. Wat is de meerwaarde voor hen? Stephan Vanfraechem (SV): ‘Voor belangenbehartiging rond pure haventopics zitten leden goed bij ons. Maar er is ook nood aan belangenbehartiging rond dossiers voor de ruimere regio met impact op onze havenbedrijven. Denk maar aan de werken aan de A12 of dossiers rond fiscaliteit zoals de drijfkrachtbelasting. Beide organisaties zijn daarbij duidelijk complementair. Daarnaast zet de Kamer meer netwerkmomenten op dan Alfaport Voka. Onze netwerkactiviteiten richten zich vooral op topics en bedrijven uit de havengemeenschap. Maar ook onze leden hebben belang bij contacten met bedrijven daarbuiten. Het opleidingsaanbod van de Kamer rond bijvoorbeeld internationale strategie heeft voor hen eveneens een ontegensprekelijke waarde. Een dubbel lidmaatschap biedt een full service die je bij een van de twee alleen nooit zal krijgen.’
Wat zijn de belangrijkste dossiers voor Alfaport Voka? SV: ‘Voor ons primeert het creëren van rechtszekerheid op het vlak van vergunningen. Bij elk van onze dossiers, gaande van ECA over loodsendossier of stikstof, merk je dat investeerders eerst zekerheid willen voor hun investeringen. Het kader moet hen toestaan om hun businessplan uit te voeren.
Het is enorm moeilijk om buitenlandse ondernemers de complexiteit van onze lokale situatie uit te leggen. Op het ontbreken van rechtszekerheid kunnen we helemaal niet ingaan. Want dat zou hen doen kiezen voor andere investeringsbestemmingen. Daarnaast hebben ondernemingen nood aan duidelijke afspraken met de douane. We streven naar een hervorming van de algemene wet inzake douane en accijnzen, zodat de regels én mogelijke gevolgen van fouten voor iedereen duidelijk zijn. Nu weten bedrijven alleen
dat bij fouten per definitie een straf volgt. Daarnaast is er een nood aan Investeringen in het spoor, al zeker met het oog op grote investeringen naar duurzaamheid. Maar dan moet je wel zekerheid hebben dat die sporen vergund geraken. Ook op vlak van energietransitie laten vergunningen bedrijven niet toe om sneller te schakelen dan ze willen. Kortom, rechtszekerheid is een figuurlijk containerbegrip. Die rechtsonzekerheid moeten we kunnen wegwerken, niet alleen voor onze leden maar over de sectoren heen. Dat is hét dossier voor de komende jaren. De haven van Antwerpen is tenslotte het grootste industrieterrein van Vlaanderen, waar miljardeninvesteringen op de plank liggen bij zowel logistieke als petrochemische spelers. zowel logistieke als petrochemische spelers. Als investeerders niet het gevoel krijgen dat ze Als investeerders niet het gevoel krijgen dat ze een return on investment mogen verwachten, een return on investment mogen verwachten, wordt het hier wel erg somber.’ wordt het hier wel erg somber.’ Anders is het gevaar reëel dat belangrijke spelers hun capaciteit hier afbouwen. In combinatie met de enorme impact van de Oosterweelwerken de komende jaren, moeten we ook kijken naar de modal shift. Een toename van transport via het spoor van de huidige 7 % naar 15 % tegen 2030, is trouwens opgenomen in het voorkeursbesluit van het complex project ECA. Ook voor de binnenvaart is het primordiaal dat we hierin voortgang maken. De Vlaamse overheid heeft al veel inspanningen geleverd in bijvoorbeeld het verhogen van bruggen. Maar gebruikers stappen niet enkel over omdat de infrastructuur het toelaat. Niet alle zaken vereisen investeringen in harde infrastructuur of ‘beton’. Via digitalisering kunnen we processen optimaliseren. De logistieke ketting wacht op dat vlak nog veel huiswerk. Dat proberen we ook op te pakken.’ SV: ‘Er is ook nog de energietransitie en de specifieke vragen aan terminals en schepen om af te stappen van het fossiele verhaal. Mogelijke alternatieven zijn onder andere walstroom en varen op waterstof, ammoniak en misschien ook elektriciteit. Dat vraagstuk speelt eerder op internationaal niveau. Maar het is onze rol om hierover de juiste vragen te stellen aan de lokale overheden. We moeten de neutraliteit in het debat bewaken, zodat er niet unisono wordt gekozen voor één technologie. Samen met alle andere spelers moeten we er ook over waken dat het werk überhaupt kan worden uitgevoerd. De vacatures kunnen we niet voor onze bedrijven invullen. Het is wel aan ons om de aantrekkelijkheid van de haven te promoten en het evenwicht tussen vraag en aanbod mee trachten te faciliteren. Onze campagne #myjobisbetterthanyours en www.jobsindehaven.be spelen daarop in.’
Op welke terreinen willen jullie nog een doorbraak jullie nog een doorbraak bereiken? bereiken? BM: ‘Het is evident dat we BM: ‘Het is evident dat we uitkijken naar een beslissing uitkijken naar een beslissing over extra containercapaciteit over extra containercapaciteit voor Antwerpen (ECA, red.)voor Antwerpen (ECA, red.) op vrij korte termijn. Dat moet op vrij korte termijn. Dat moet investeerders aantrekken investeerders aantrekken en een horizon bieden en een horizon bieden aan de gebruikers. aan de gebruikers. optimaliseren. De logistieke ketting wacht op dat vlak nog veel huiswerk. Dat proberen we ook op te pakken.’ SV: ‘Er is ook nog de energietransitie en de trachten te faciliteren. Onze campagne #myjobisbetterthanyours en www.jobsindehaven.be spelen daarop in.’
Havenwereld onthaalt Port of Antwerp-Bruges warm
Sinds 22 april vormen de havens van Antwerpen en Zeebrugge de eengemaakte Port of Antwerp-Bruges. Met jaarlijks 289 miljoen ton aan goederen dat erdoor stroomt, is dit de grootste exporthaven van dit continent en wereldwijd zelfs de grootste haven voor overslag van voertuigen. Voortbouwend op haar centrale ligging, infrastructuur en verbindingen wil de fusiehaven, als thuis van de grootste geïntegreerde chemische cluster in Europa, verder uitgroeien tot een wereldhaven die economie, mens en klimaat verzoent. Hoe de Antwerpse havengemeenschap over deze fusie en dit voornemen denkt, toetsen we af bij uiteenlopende spelers.
door Saskia Bultiauw, Jan Van de Poel fotografie Stefaan Van Hul, Koen Fasseur Door hun perfect verzoenbare activiteiten is de fusie van de havens van Antwerpen en Zeebrugge tot Port of Antwerp-Bruges volgens Marc Beerlandt van MSC Belgium een wijze beslissing. ‘Zeebrugge kan ook het capaciteitsgebrek in Antwerpen helpen opvangen. Sinds midden vorig jaar lopen al regelmatig containerschepen aan in Zeebrugge, bijna uitsluitend als gevolg van het nijpende capaciteitstekort in Antwerpen. Dat
speelt zowel qua ruimte als qua beschikbare dokwerkers. Veel bewegingsruimte is er in Zeebrugge evenmin, maar op relatief korte termijn biedt dat wel nog een uitweg voor de onmiddellijke groeibehoefte. Vanzelfsprekend vangen we dit beter lokaal in Vlaanderen op dan naar buitenlandse havens uit te wijken’, stipt de CEO van een van de grootste containerbehandelaars en -rederijen in het Antwerpse havengebied aan. Onder meer op vlak van verbindingen plaatst hij wel enkele vraagtekens bij de start van de fusiehaven. ‘Een goede connectiviteit tussen Antwerpen, Zeebrugge en het hinterland is nodig. Daarvoor zijn zowel spoor als binnenvaart belangrijke modi. Op beiden moet meer dan een tandje worden bijgestoken. Zo zijn er op het spoor enkele bottlenecks rond Gent weg te werken. Ook met het oog op de Oosterweelwerken moet het tot een goede symbiose op vlak van containerbehandeling tussen beide locaties komen. Dan is een masterplan voor connectiviteit nodig’, meent hij. ‘Antwerpen en Zeebrugge hebben tot nu toe duidelijke verschillen gekend in manier van werken. Dat gaat van beloodsing van de schepen over het inzetten van dokwerkers tot de samenwerking met de douane. Ik ben benieuwd hoe de fusiehaven daarmee zal omgaan. Wordt het bijvoorbeeld mogelijk om containers te verschuiven binnen het eengemaakte havengebied zonder tijdrovende douaneformaliteiten? En komt het al dan niet tot een gelijkschakeling tussen beide havengebieden op het vlak van de bill of lading (zeevrachtbrief, red.)? Daarover moet het havenbestuur nog een ei leggen. Zeker om op vlak van kosten tot een eerlijk speelveld met andere havengebieden te komen, behoeven deze hete hangijzers snel een oplossing.’ Naar duurzaamheid ten slotte is de nieuwe connectie tussen Antwerpen en Zeebrugge, in zijn rol als energiehub voor LNG en waterstof, volgens Marc Beerlandt veelbelovend. ‘Onze behoefte om te bunkeren is groot. Vandaag doen onze schepen dat in Antwerpen, maar bij aanlopen in Zeebrugge kunnen we de mogelijkheden daar bekijken. Het is wel nog koffiedik kijken welke aandrijfbron overheersend zal worden.’
‘Met oog op de bewegingen in de naburige landen moet je vooral als land als sterkste voor de dag zien te komen. Dit verhaal speelt
Patrick Kockx, CMA CGM Belgium
daar op in’, schat ook managing director Patrick Kockx van CMA CGM Belgium de havenfusie eveneens positief in, zeker naar internationale uitstraling. ‘In afwachting van extra containercapaciteit in Antwerpen, vraag ik me af hoe we de groei de komende acht jaar kunnen overbruggen. Misschien ontstaan er wel mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen in Zeebrugge of zijn daar tussentijdse oplossingen te realiseren. Al is de beschikbare ruimte daar ook krap. We hebben schepen voor Antwerpen soms al laten uitwijken naar Zeebrugge om eerst daar deels te lossen. Terwijl capaciteitsproblemen concurrenten al verder hebben doen uitwijken, hebben wij die tot nu toe dus nog steeds in België kunnen opvangen. Maar als de groei van de haven zich voortzet, biedt de extra containercapaciteit slechts tijdelijk soelaas. Dan is er over twintig jaar meer ruimte nodig, misschien zelfs nog sneller.’
Van het fusieverhaal verwacht hij zeker op vlak van douane een vooruitgang. ‘Als inkomende vrachten zonder bijkomende douaneformaliteiten van Zeebrugge naar Antwerpen kunnen worden verplaatst of vice versa, zou dat een mooie vereenvoudiging inhouden. Een digitaal, transparant en eenvoudig douaneverhaal laat sneller en efficiënter werken toe’, benadrukt Patrick Kockx. ‘Voorts kijken we naar de impact op de havenrechten. Door de havenfusie zouden gecombineerde aanlopen financieel geoptimaliseerd kunnen worden. Na de officiële lancering moeten we er stilaan zicht op krijgen of enige flexibiliteit daar mogelijk is. We hopen ook dat de set-up van de loodsen wordt aangepast aan de nieuwe omgeving en dat voldoende wordt geïnvesteerd in het
Johan Proost, Express Global
aantrekken van mensen. Want de blijvende onbeschikbaarheid van havenpersoneel baart ons zorgen.’ Voor de maritieme sector kan de havenfusie volgens hem een opstap naar meer duurzaamheid zijn. ‘Door zijn ligging is Zeebrugge een ideaal startpunt om Antwerpen en bij uitbreiding het Europese hinterland met waterstof te bevoorraden’, weet Patrick Kockx. Zelf heeft CMA CGM 44 schepen varen op LNG. ‘De bunkering ervan gebeurt buiten België, maar misschien schept de havenfusie ook op dit punt mogelijkheden. Dat zou een mooie toegevoegde waarde inhouden die bestaande activiteiten extra verankert.’ Ook Johan Proost van Express Global vindt het ontstaan van Port of Antwerp-Bruges in menig opzicht een positieve zaak. ‘Voor het gebrek aan ruimte in de haven van Antwerpen moest een oplossing komen. Ook nautisch gezien zou de beperkte diepgang tot dertien meter in Antwerpen de haven parten spelen, met de carriers die steeds groter en dus dieper in het water liggen. De aansluiting van Brugge bij de haven van Antwerpen schept nieuwe mogelijkheden, die op vlak van infrastructuur voor extra slagkracht kunnen zorgen’, geeft hij aan. ‘De fusiehaven koppelt ook de belangrijke rol van Zeebrugge als diepzeehaven op vlak van import aan de logistieke hub die de haven van Antwerpen door haar infrastructuur en knowhow is. Bovendien wordt in Antwerpen aan zo’n 80 % van de aangevoerde goederen nog binnen de haven meerwaarde gegeven. Door het huwelijk met Brugge wordt de hele as tussen beide havens mee in dat bad getrokken. Dat zal er ook zorgen voor nieuwe ontwikkelingen.’
Niet de weg, maar wel de binnenvaart en het spoor zijn volgens hem belangrijke schakels voor een gesmeerde logistieke ketting binnen de fusiehaven. ‘We hebben een uitstekend netwerk voor binnenvaart, maar er zijn te weinig binnenschepen beschikbaar. En ons spoorwegennet moet eindelijk eens worden benut. Vanuit hun aandacht voor duurzaamheid zijn onze klanten daar sterk vragende partij voor. Hoewel logistiek in de economische keten een belangrijke plaats inneemt, is alles wat ermee te maken heeft tot nu toe vooral stiefmoederlijk behandeld. Als we goederenstromen in België willen houden, moet ons land dringend een visie en strategie rond nearshoring uitwerken. Hopelijk kan deze havenfusie op dit vlak een kantelpunt betekenen.’
Voor de Belgische expeditiewereld is, volgens de bestuurder van haar beroepsfederatie FORWARD Belgium, snelle duidelijkheid over de zeevrachtbrief de grootste prioriteit binnen het eengemaakte havengebied. ‘Want zolang dat uitblijft, kunnen rederijen zowel Antwerpen als Zeebrugge kiezen als loshaven naar wat hen het best uitkomt. Maar de kosten voor het transport vanaf dat punt naar de eindbestemming kunnen wij als expediteurs niet doorrekenen. Dat moet dus zo snel mogelijk juridisch worden vastgelegd, net zoals de kosten van de behandeling van de lading op de terminal.’
‘Als beide havens hun krachten verenigen vanuit de overtuiging dat ze samen meer te bieden hebben, kunnen we dat alleen maar onderschrijven. Het roro-gebeuren, de ontwikkelde diepzeeactiviteiten en de ontwikkelingen rond energie in Zeebrugge zijn heel complementair met wat de haven in Antwerpen allemaal omvat. Dit is dus een logische stap naar een sterkere positionering van het Antwerps-Brugse havengebied op de wereldkaart’, weegt ook managing director Vincent Maldague van Herfurth Group de havenfusie af. Al meerdere decennia is deze scheepsagent, expediteur en logistieke speler op beide locaties actief, met zijn hoofdzetel in Antwerpen en daarnaast een stevige logistieke poot in Zeebrugge. ‘De praktijk leert dat lading vooral via de meest natuurlijke en economische weg stroomt. De fusie maakt het onze klanten nog gemakkelijker om vrachten naargelang hun kostprijsmodel ofwel heel snel, dan wel meer landinwaarts aan wal te brengen. Dat kan Antwerpen en Zeebrugge helpen om extra vracht aan te trekken.’ Die ladingen naar het hinterland doorsluizen, gebeurt ook volgens hem idealiter het best intermodaal over de weg, spoor of de binnenwateren. ‘In de logistieke keten is dat de beste manier om goederen weg te houden van
de flessenhalzen op de weg. Alleen zijn kostprijs en snelheid belangrijke economische factoren die alsnog voor transport over de weg doen kiezen. Jammer genoeg staat spoorvervoer nog niet waar dat zou moeten. Door ongeplande vertragingen, vaak veroorzaakt door het overzetten van lading, verloopt het nog vaak te traag. Verdere digitalisatie kan daar mee een uitweg bieden en onze klanten zijn daar sterk vragende partij voor. Op vlak van automatisatie via artificiële intelligentie staan we lang niet zo ver als soms beweerd wordt. Maar onderschat het belang hiervan niet voor de toekomst. Hoe beide locaties naar mekaar toegroeien op gebied van reglementeringen en administratie, valt nog af te wachten. Maar ik vertrouw erop dat het gezond verstand tot de juiste beslissingen leidt’, klinkt het.
‘Een verdere ontwikkeling van de haven kunnen we enkel toejuichen’, stelt general manager ad interim Mario Decroos van Broekman Logistics. Zelf heeft de logistieke dienstverlener momenteel geen opslagruimte in Zeebrugge, een aantal van zijn klanten wel. Een uitbreiding van de capaciteit waarvoor de havenfusie zorgt, kan volgens Broekman Logistics zo een positieve impact hebben. ‘Dit kan ervoor zorgen dat de aanvoerstroom via onze klanten met opslagruimte in Zeebrugge voor een stukje naar daar verschuift. De fusie kan zo een vertraging in de keten doen verdwijnen. Daar kan onze betrouwbaarheid en service maar bij varen’, aldus Mario Decroos.
Om de havenfusie logistiek optimaal te benutten, lijken ruimere openingstijden met nachtopeningen hem een goed idee. ‘Naast de terminals moeten dan wel alle andere schakels in de logistieke keten hierin meegaan. Als vervoerders, distributiecentra en klanten enkel overdag werken, haalt het weinig uit dat de terminals de klok rond open zijn. Nachtopeningen ontlasten niet alleen het verkeer, maar maken ook een optimaler gebruik van opslagruimtes mogelijk. Voor transporten vallen we weliswaar terug op vaste partners. Maar we werken zelf al wel aan ruimere openingstijden.’
Antwerpse Zot of Brugs Bolleke?
Met kamerbrede glimlachen, uitgestoken handen, knallend vuurwerk, … werd op 28 april de nieuwe fusiehaven Port of Antwerp-Bruges off icieel gelanceerd.
Een proces van snuff elen en aft asten dat ruim twee jaar in beslag nam, kwam zo tot een formeel einde. En een nieuw begin. De nieuwe haven wordt de grootste auto-overslaghaven ter wereld, de grootste containerhaven in Europa, de grootste breakbulkhaven van Europa etc.
Kortom: een Guinness Book of Records in haventermen!
Exciting times. En die geven de nieuwe fusiehaven meteen ook de mogelijkheid tot een knalstart. Want in vergelijking met de start van de gesprekken in 2020 zijn de tijden very a-changing. Covid-19, Brexit, geopolitieke spanningen en ga zo maar door: ze hebben de havens meer dan ooit op de kaart gezet. (Opeens beseft iedereen dat die koelkast, schoenen, bankstellen of andere gebruiksvoorwerpen niet zomaar uit een computerscherm tevoorschijn komen) Maar meteen is de kwetsbaarheid van die toegangspoorten en logistieke ketens ermee ook pijnlijk duidelijk geworden.
Wereldwijd kraken en piepen havens in al hun voegen. Het is ook duidelijk dat dit geen tijdelijk fenomeen is, maar het nieuwe normaal.
Havens, dus ook Antwerpen en Zeebrugge, moeten zich heruitvinden want anders gaan ze eruit. Daar biedt de nieuwe fusiehaven heel veel opportuniteiten. Door een cocktail van zaken - schepen die uit schema lopen, moeilijkere beschikbaarheid van dokwerkers, langere verblijfstijden op terminals, onvoldoende gebruik van nachtlogistiek, …. - kampt de haven van Antwerpen met een plaatsgebrek.
Het platform Zeebrugge biedt mogelijkheden om, alvast tijdelijk, een alternatief te bieden aan klanten die willen groeien maar dat onvoldoende kunnen in Antwerpen. Rederijen reageren positief op die mogelijkheid zoals u op de vorige pagina’s kon lezen. De fusiehaven beantwoordt dus ook aan een vraag vanuit de markt.
De haven van Zeebrugge als groot stopcontact of overslagcapaciteit voor (alternatieve) energie is ook meer dan ooit complementair aan het grootste petrochemische complex in Antwerpen. Koortsachtig zoeken we naar manieren om tegen de deadline van 2030 klimaatdoelstellingen te halen en minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoff en. Windenergie, (groene) waterstof en andere klimaatvriendelijke toepassingen komen via de zusterhaven Zeebrugge dichter bij Antwerpen. De sterren staan gunstig. Rest nog de cultuurverschillen overbruggen. Je moet ze niet overbenadrukken, maar ook niet weglachen met fl auwe mopjes over de parking. Dat is weinig respectvol tegenover de WestVlamingen (en de rest van het land trouwens). Omgekeerd moeten we het evenmin hebben over diknekken. Dat is ook niet correct. Laat ons ook hier de diversiteit omarmen en het beste van beide werelden combineren. Laat die WestVlamingen proeven van het Antwerps Bolleke en de Antwerpenaren van de Brugse Zot. Op het lanceringsevent gaf de nieuwe fusiehaven iedereen alvast een kistje van beide biertjes mee. ‘Alle Menschen werden Brüder’ via een Antwerpse Zot en Brugs Bolleke. Mooi toch?